Afweging sectorale wensbeelden 86 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg 231.12764.01 <strong>Spijkenisse</strong>
12. Zonering 12.1. I<strong>nl</strong>eiding De afweging tussen de sectorale wensbeelden, zoals in hoofdstuk 11 heeft plaatsgevonden, is niet voor het hele plangebied hetzelfde. Afhankelijk van bodemtype, waterhuishouding, de aanwezigheid van landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden en agrarisch grondgebruik, is nuancering van het beleid op zijn plaats. Het streekplan geeft hier ook een indicatie voor. De verschillen leiden tot een gebiedsdifferentiatie, oftewel zonering van het plangebied. In dit hoofdstuk wordt de zonering voor het plangebied beschreven. Het gaat daarbij om een globale zonering, gebaseerd op de hiervoor genoemde waarden en het agrarisch grondgebruik. Specifieke gebruiksfuncties, zoals recreatieve voorzieningen of niet-agrarische bedrijfsfuncties, komen in deze zonering niet tot uiting. 12.2. Motivering zonering In hoofdstuk 11 is aangegeven dat het voorgestane ruimtelijk beleid in het landelijk gebied van <strong>Spijkenisse</strong> en Bernisse verband houdt met de mate waarin bepaalde waarden aanwezig zijn en de intensiteit van het grondgebruik. Op de locaties waar waardevolle en kwetsbare functies (zoals landschap, natuur en/of cultuurhistorie) voorkomen, heeft bescherming en behoud van deze waarden de voorkeur. In het plangebied hangen de landschappelijke en cultuurhistorische waarden o<strong>nl</strong>osmakelijk samen met de landbouw. De zonering is weergegeven in figuur 12.1. Het plangebied kan worden omschreven als een dynamisch agrarisch gebied, met door het gebied verspreid karakteristieke natuur-, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden. Een gebiedsbestemming "AO, Agrarische doeleinden, gebied met waardevolle openheid", is voor het grootste deel van het plangebied gerechtvaardigd. In een aantal polders is echter sprake van een andere landschappelijke structuur. In deze gebieden is sprake van kenmerkende landschappelijke waarden (verkavelingspatroon, kronkelige dijken, bebouwing aan de rand van de polders) en plaatselijk voorkomende bijzondere natuurwaarden (water- en oevervegetaties, vochtige graslanden). Aan dit deelgebied wordt de gebiedsbestemming "ALN, Agrarische doeleinden, gebied met landschappelijke en natuurwaarden" gegeven. Daarnaast zijn er reeds bestaande natuurgebieden en nog te realiseren natuurgebieden in het gebied aanwezig. Het beleid in deze zone is dan ook gericht op behoud en ontwikkeling van de natuurwaarden. Aan deze gebieden is de gebiedsbestemming "N, Natuurgebied", toegekend. In het agrarische gebied is het daarnaast mogelijk dat op basis van vrijwilligheid beheersovereenkomsten worden afgesloten. Deze gebieden blijven in agrarisch gebruik. Door deze vrijwilligheid bestaat over de toename van de natuurwaarden geen zekerheid. Een blijvende agrarische bestemming (ALN) is hiermee in overeenstemming. 12.2.1. Zone AO: Agrarisch gebied met waardevolle openheid Ligging De zone AO omvat een aanzie<strong>nl</strong>ijk deel van het plangebied, met uitzonering van de natuurgebieden en een deel van de polder Heenvliet, de polders Biert, Abbenbroek (Oudeland) en Simonshaven (noord). In deze zone liggen de polders Geervliet, Oud-Hoenderhoek, Oudenhoorn, Zuidland, Oude Kade, Velgersdijk, Nieuw Velgersdijk, Oud-Schuddebeurs, Abbenbroek (zuid) en Simonshaven (zuid). Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg 87 231.12764.01 <strong>Spijkenisse</strong>