Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl Spijkenisse Buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl

ruimtelijkeplannen.nl
from ruimtelijkeplannen.nl More from this publisher
14.08.2013 Views

13. Nadere uitwerking 13.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke ontwikkelingsmogelijkheden in dit bestemmingsplan worden opgenomen voor de in het gebied aanwezige functies. Uitgangspunt hierbij is de zonering zoals die in het vorige hoofdstuk is weergegeven. Daarbij is aangesloten bij de systematiek van het voorbeeldbestemmingsplan Landelijk Gebied Groene Hart (1997/2000). De uitwerking heeft betrekking op de aspecten landbouw, natuur, cultuurhistorie, recreatie, nietagrarische bedrijven en wonen. Landschap komt aan de orde bij de uitwerking van het beleid voor de hiervoor genoemde onderwerpen. De beleidsuitwerking per zone komt met name tot uiting in de ontwikkelingsmogelijkheden voor de verschillende agrarische productietakken. Dit is beschreven in paragraaf 12.3. Ook de ontwikkelingsmogelijkheden voor neven- en vervolgfuncties zijn uitgewerkt per zone. Voor neven- en vervolgfuncties is echter niet alleen de zonering bepalend. Ook milieuhinder en de verkeerscapaciteit van wegen zijn medebepalend in deze afweging. 13.2. Landbouw Productietakken De ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw zijn primair gericht op de grondgebonden landbouw. Gelet op de gevolgen voor de natuur- en landschapswaarden, worden aan de ontwikkelingsmogelijkheden voor sierteelt, bosbouw, glastuinbouw, intensieve veehouderij en intensieve kwekerij beperkingen gesteld. Per agrarische productietak zal een beeld van de ontwikkelingsmogelijkheden worden geschetst, waarbij wordt ingegaan op de zonering zoals die is aangegeven in hoofdstuk 12. Akker- en opengrondstuinbouw Onder akker- en opengrondstuinbouw wordt de teelt van gewassen op open grond verstaan, met uitzondering van sierteelt, fruitteelt, boomteelt en bosbouw. De teelt van ruwvoedergewassen wordt beschouwd als een onderdeel van de grondgebonden veehouderij en wordt ook onder dat punt behandeld. Akker- en opengrondstuinbouw zijn productietakken die van oudsher plaatsvinden in het open agrarisch gebied (zone AO). Aan deze productietakken worden dan ook ruime ontwikkelingsmogelijkheden geboden. Nieuw grondgebruik in de vorm akker- en opengrondstuinbouw is uitsluitend in deze zone toelaatbaar. Grondgebonden veehouderij Grondgebonden veehouderij is het houden van melk- en ander vee op open grond. Dit beperkt zich dus niet tot melkrundveehouderij, ook (bijvoorbeeld) paardenfokkerij maakt hier deel van uit. In het plangebied wordt grondgebonden veehouderij in het gehele plangebied toelaatbaar gesteld. Een onderdeel van grondgebonden veehouderij is de teelt van ruwvoedergewassen (anders dan gras). In de zones ALN en N wordt, gezien de aanwezige natuur- en landschapswaarden en overeenkomstig het provinciale beleid, het scheuren van grasland voor de teelt van ruwvoeder op meer dan 20% van de bij het bedrijf behorende gronden niet toelaatbaar geacht. In de zone AO worden geen beperkingen gesteld aan de teelt van ruwvoeder. Scheuren ten behoeve van graslandverbetering wordt zonder meer toegestaan. Ondersteunend glas en boog- en gaaskassen Ondersteunend glas is, ingevolge Regels voor Ruimte, bij akkerbouw-, opengrondse tuinbouwbedrijven uitsluitend toelaatbaar binnen het bouwvlak tot maximaal 300 m². Voor bestaande gemengde tuinbouwbedrijven binnen het agrarisch gebied (zonder landschaps- of natuurwaar- Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg 91 231.12764.01 Spijkenisse

13. Nadere uitwerking<br />

13.1. I<strong>nl</strong>eiding<br />

In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke ontwikkelingsmogelijkheden in dit bestemmingsplan<br />

worden opgenomen voor de in het gebied aanwezige functies. Uitgangspunt hierbij is de zonering<br />

zoals die in het vorige hoofdstuk is weergegeven. Daarbij is aangesloten bij de systematiek<br />

van het voorbeeldbestemmingsplan Landelijk Gebied Groene Hart (1997/2000).<br />

De uitwerking heeft betrekking op de aspecten landbouw, natuur, cultuurhistorie, recreatie, nietagrarische<br />

bedrijven en wonen. Landschap komt aan de orde bij de uitwerking van het beleid<br />

voor de hiervoor genoemde onderwerpen.<br />

De beleidsuitwerking per zone komt met name tot uiting in de ontwikkelingsmogelijkheden voor<br />

de verschillende agrarische productietakken. Dit is beschreven in paragraaf 12.3. Ook de ontwikkelingsmogelijkheden<br />

voor neven- en vervolgfuncties zijn uitgewerkt per zone. Voor neven-<br />

en vervolgfuncties is echter niet alleen de zonering bepalend. Ook milieuhinder en de verkeerscapaciteit<br />

van wegen zijn medebepalend in deze afweging.<br />

13.2. Landbouw<br />

Productietakken<br />

De ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw zijn primair gericht op de grondgebonden<br />

landbouw. Gelet op de gevolgen voor de natuur- en landschapswaarden, worden aan<br />

de ontwikkelingsmogelijkheden voor sierteelt, bosbouw, glastuinbouw, intensieve veehouderij<br />

en intensieve kwekerij beperkingen gesteld.<br />

Per agrarische productietak zal een beeld van de ontwikkelingsmogelijkheden worden geschetst,<br />

waarbij wordt ingegaan op de zonering zoals die is aangegeven in hoofdstuk 12.<br />

Akker- en opengrondstuinbouw<br />

Onder akker- en opengrondstuinbouw wordt de teelt van gewassen op open grond verstaan,<br />

met uitzondering van sierteelt, fruitteelt, boomteelt en bosbouw. De teelt van ruwvoedergewassen<br />

wordt beschouwd als een onderdeel van de grondgebonden veehouderij en wordt ook onder<br />

dat punt behandeld.<br />

Akker- en opengrondstuinbouw zijn productietakken die van oudsher plaatsvinden in het open<br />

agrarisch gebied (zone AO). Aan deze productietakken worden dan ook ruime ontwikkelingsmogelijkheden<br />

geboden. Nieuw grondgebruik in de vorm akker- en opengrondstuinbouw is uitsluitend<br />

in deze zone toelaatbaar.<br />

Grondgebonden veehouderij<br />

Grondgebonden veehouderij is het houden van melk- en ander vee op open grond. Dit beperkt<br />

zich dus niet tot melkrundveehouderij, ook (bijvoorbeeld) paardenfokkerij maakt hier deel van<br />

uit. In het plangebied wordt grondgebonden veehouderij in het gehele plangebied toelaatbaar<br />

gesteld.<br />

Een onderdeel van grondgebonden veehouderij is de teelt van ruwvoedergewassen (anders<br />

dan gras). In de zones ALN en N wordt, gezien de aanwezige natuur- en landschapswaarden<br />

en overeenkomstig het provinciale beleid, het scheuren van grasland voor de teelt van ruwvoeder<br />

op meer dan 20% van de bij het bedrijf behorende gronden niet toelaatbaar geacht. In de<br />

zone AO worden geen beperkingen gesteld aan de teelt van ruwvoeder. Scheuren ten behoeve<br />

van graslandverbetering wordt zonder meer toegestaan.<br />

Ondersteunend glas en boog- en gaaskassen<br />

Ondersteunend glas is, ingevolge Regels voor Ruimte, bij akkerbouw-, opengrondse tuinbouwbedrijven<br />

uitsluitend toelaatbaar binnen het bouwvlak tot maximaal 300 m². Voor bestaande<br />

gemengde tuinbouwbedrijven binnen het agrarisch gebied (zonder landschaps- of natuurwaar-<br />

Adviesbureau RBOI<br />

Rotterdam / Middelburg<br />

91<br />

231.12764.01<br />

<strong>Spijkenisse</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!