Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ... Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

17.08.2013 Views

MKS<br />

Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers


Peter J.A . Winkels en an<strong>de</strong>ren<br />

Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers<br />

Rondom De Nieuwe Gids<br />

1880-18 95<br />

Nijgh & Van Ditmar<br />

's-Gravenhage


Copyright samenstelling © 1985 Peter Winkels<br />

Voor Belgie : A.G .H .A . Baart pvba, Deurne<br />

Omslagtypografie : Kees van <strong>de</strong>r Hoeven<br />

Omslag : Jac. van Looy, Het cafe, Frans Halsmuseum, Haarlem<br />

Illustratie frontispiece : Handschrift van her sonnet `Cafe Milles Colonnes' (Cafe Mast),<br />

eerste kladversie van Jacobus van Looy . Op her omslag is her schil<strong>de</strong>rij afgebeeld dat<br />

Van Looy maakte van <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> cafe .<br />

CLP-gegevens<br />

Ten -Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers : rondom <strong>de</strong> Nieuwe Gids r88o-1895 I<br />

Peter J .A . Winkels en an<strong>de</strong>ren . -'s-Gravenhage : Nijgh & Van Ditmar<br />

ISBN 90-236-7769-2<br />

slso - 855 .7 UDC 839 .31"1880/1895" UGI 520<br />

Trefw . : cultuurgeschie<strong>de</strong>nis ; Ne<strong>de</strong>rland ; 188o-1895 .


Harry G.M. Prick<br />

Bij wijze van <strong>voor</strong>woord<br />

In <strong>de</strong> brieven en documenten, door G .H . 's-Gravesan<strong>de</strong> in 1955 bijeengebracht<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel De geschie<strong>de</strong>nis van De Nieuwe Gids, vermeldt pagina zzy dat<br />

Karel Alberdingk Thijm, of diens alter ego Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel, toen woonachtig<br />

to Mont-Iez-Houffalize in <strong>de</strong> Belgische provincie Luxembourg, her tot een gewoonte<br />

had gemaakt over ie<strong>de</strong>re aflevering van dat tweemaan<strong>de</strong>lijks tijdschrift<br />

aan Willem Kloos zijn oor<strong>de</strong>el mee to <strong>de</strong>len . Dit gebeur<strong>de</strong> overigens niet steeds tot<br />

voile tevre<strong>de</strong>nheid van <strong>de</strong> redactie-secretaris . Zo vond Kloos op 9 april 1888 dat<br />

Van Deyssel maar bitter weinig had geschreven over <strong>de</strong> april-aflevering, in <strong>de</strong> ogen<br />

van Kloos `<strong>de</strong> allerbeste, die er nog verschenen is' . Die aflevering, waarin Jac . van<br />

Looy, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schuilnaam A . Brouwer, De nachtcactus publiceer<strong>de</strong> en Van Deyssel<br />

zelf zijn met min<strong>de</strong>r befaamd gewor<strong>de</strong>n essay over Li<strong>de</strong>wij<strong>de</strong>, <strong>de</strong> roman van<br />

Conrad Busken Huet, bevatte daarnaast <strong>de</strong> beschouwing waarin Fre<strong>de</strong>rik van<br />

Ee<strong>de</strong>n Van Deyssels roman Een lief<strong>de</strong> bejegen<strong>de</strong> als Ten onze<strong>de</strong>lijk boek' . Begrijpelijkerwijs<br />

was Kloos uitgesproken nieuwsgierig geweest naar Van Deyssels<br />

reactie op Van Ee<strong>de</strong>ns stuk . Op 8 april 1888 had Karel Alberdingk Thijm daarover<br />

aan Kloos bericht dat hij bet `heel mooi en van een ontzachlijke generositeit<br />

Van Deyssel liet zich echter met door Kloos uit zijn tent lokken, al zou hij zich<br />

wel, enkele dagen later, want op i 1 april 1888, in een brief aan Van Ee<strong>de</strong>n uitvoerig<br />

uitlaten over diens artikel, een brief die laatstelijk werd afgedrukt in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>,<br />

herziene druk van <strong>de</strong>, samen met Dr . H .W . van Tricht, door mij bezorg<strong>de</strong> Briefwisseling<br />

tussen Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n en Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel, 's-Gravenhage,<br />

1981, P . 398-400 . Toen echter een volgen<strong>de</strong> aflevering verschenen was, die van<br />

juni 1888, nam Van Deyssel als vanouds <strong>de</strong> moeite in een brief aan Kloos - die<br />

bier <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste maal words openbaar gemaakt - alle daarin opgenomen bijdragen<br />

to <strong>voor</strong>zien van een vluchtige opmerking of van een beknopte oor<strong>de</strong>elvelling<br />

. Alleen over zijn eigen bijdrage, die vierentwintig bladzij<strong>de</strong>n besloeg : bet grote<br />

essay over (<strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs) De Goncourt, zweeg hij - uiteraard opzettelijk - in<br />

alle talen, terwijl hij natuurlijk opperbest wilt dat zijn bijdrage bet hoogtepunt<br />

vorm<strong>de</strong> in <strong>de</strong>ze juni-aflevering . Kort <strong>voor</strong> zijn zestigste verjaardag zou hij zich in<br />

die wetenschap nog eens bevestigd weten door <strong>de</strong> in Leipzig doceren<strong>de</strong> hoogleraar<br />

5


Andre Jolles, toen <strong>de</strong>ze in <strong>de</strong> NRC van 113 september 1924 tot <strong>de</strong> vaststelling<br />

kwam : 'Dit opstel is in zijn soort volstrekt bet beste, war <strong>de</strong> literatuurgeschie<strong>de</strong>nis<br />

van then tijd geleverd heeft . Niet enkel in Holland, maar ook in Frankrijk, in<br />

Engeland en in Duitsland .' Als zodanig zullen Kloos en zijn me<strong>de</strong>redacteuren her<br />

niet terstond hebben on<strong>de</strong>rkend, want in plaats van met Van Deyssels opstel <strong>de</strong><br />

aflevering to openen, lieten ze daaraan <strong>voor</strong>afgaan een, met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong><br />

eerste tamelijk levendige alinea, ver<strong>de</strong>r kurkdroge en grauwgrijze verhan<strong>de</strong>ling,<br />

door zekere J .Stoffel over `De noodlottige dwalingen <strong>de</strong>r heerschen<strong>de</strong> staathuis-<br />

houdkun<strong>de</strong>' . Deze Stoffel, naar wiens antece<strong>de</strong>nten, tegen elke re<strong>de</strong>lijke verwach-<br />

ting in, zelfs door Garmt Stuiveling geen on<strong>de</strong>rzoek is ingesteld, mocht nog een<br />

aantal malen meewerken aan De Nieuwe Gids, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>ren, met een lang ver-<br />

haal `Over <strong>de</strong> oorzaken van <strong>de</strong>n maatschappelijken nood in onze dagen' en, ergst<br />

van al, een nog langer `Over kapitaal en rente' dat, ook nog eens <strong>voor</strong>zien van een<br />

naschrift, in <strong>de</strong> aflevering van februari r 89o precies vijftig bladzij<strong>de</strong>n zou beslaan!<br />

Her lijkt on<strong>voor</strong>stelbaar dat <strong>de</strong> redactie-secretaris van <strong>de</strong> inhoud van Stoffels arti-<br />

kelen heeft kennisgenomen . Van Deyssel sloeg ze in elk geval over, zoals aflees-<br />

baar is uit zijn dan nu hieron<strong>de</strong>r volgen<strong>de</strong> brief van 6 juni 1888 :<br />

'Amice,<br />

Her is zoo veel als een ceremonie gewor<strong>de</strong>n, dat ik je, telkens als ik <strong>het</strong> genot heb<br />

een aflevering van <strong>de</strong>n Nieuwen Gids to ontvangen, daarover kond doe .<br />

Om <strong>de</strong> twee maan<strong>de</strong>n wordt <strong>de</strong> groote Hoogmis opgedragen ter eere van <strong>de</strong><br />

Hollandsche schrijfkunst . De redaktie, dat zijn <strong>de</strong> Priester en <strong>de</strong> Diakenen, ik ben<br />

<strong>de</strong> koster en op <strong>de</strong> gebruikelijke manier zeg ik, zoo dra <strong>de</strong> offeran<strong>de</strong> is geschied, :<br />

dienaren Gods, ik dank u, ik heb her won<strong>de</strong>r gezien . Er is stellig geen-een ceremo-<br />

nie, die ik zoo graag verricht .<br />

Her artikel van <strong>de</strong>n heer Stoffel heb ik niet gelezen .<br />

De boekbeoor<strong>de</strong>elingen heb ik met her grootste genoegen gelezen, <strong>voor</strong>al Verwey<br />

over <strong>de</strong> Aimard-romans en Swift, en u, - waarom bleef <strong>de</strong> Literaire Kroniek,<br />

<strong>voor</strong> bet eerst meen ik, weg?- over Ten Brink en Koster . Her stukje over <strong>de</strong>n beer<br />

Koster heeft mij erg aangenaam gekitteld, waarom, dat zou ik moeilijk weten to<br />

zeggen . Toen ik zag, dat 'et (her boek namelijk) verschenen was, had ik er een<br />

instinktieve antipathie tegen . Enfin, hoe 'et zij, ik heb van her afmaken van <strong>de</strong>n<br />

onbeken<strong>de</strong>n Koster meer plezier gehad dan van bet afmaken van Ten Brink.<br />

Ook her stukje over Jan C . <strong>de</strong> Vos is heel aardig . Het stuk over Lina Schnei<strong>de</strong>r is<br />

bizon<strong>de</strong>r aangenaam om to lezen, van een zeer fijnen humor .<br />

De Ne<strong>de</strong>rlandse politiek heb ik niet gelezen . Alleen <strong>de</strong> noot op blz . z74, die mij<br />

ook plezierig aan<strong>de</strong>ed . Waarom weet ik ook niet. `Over schil<strong>de</strong>rijen zien' heb ik<br />

ook met belangstelling gelezen .<br />

Aletrino blijft'et zelf<strong>de</strong>, heel lief, iemant die zoo steeds mooye dingen maakt in<br />

gelijksoortige sentimenten . Her fransche zinnetje op blz . 309 vond ik onzuiver .<br />

Zoo'n inlassching van een fransch zinnetje doet plots <strong>de</strong> 'sc<strong>het</strong>s' een 'causerie'<br />

wor<strong>de</strong>n .<br />

De bijdrage van J . van Santen Kolff heeft <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> meening bij mij gaan<strong>de</strong> gehou<strong>de</strong>n,<br />

die ik er al over had, dat is, naar mijn beschei<strong>de</strong>n meening, reportage en<br />

geen literatuur noch kritiek . Even-zoo <strong>het</strong> stuk van <strong>de</strong>n heer v . Deventer . Dat is<br />

geen chemie of chemie-kritiek en behoort thuis in een Konversationslexicon of als<br />

6


noot in een speciale biografie of in een verzameling kwinkslagen en e<strong>de</strong>le `karaktertrekken'<br />

van groote mannen, mannen van beteekenis .<br />

Je bent zoo goed geweest je to beklagen <strong>de</strong>n vorigen keer, dat ik weinig over <strong>de</strong><br />

aflevering schreef . Daarom schrijf ik er nu veel over en precies mijn gedachte .<br />

De Heer van Deventer heeft mij eenige maan<strong>de</strong>n gele<strong>de</strong>n gemeld, dat hij, in een<br />

obskuur tijdschrift, waarvan <strong>de</strong> naam mij niet to binnen komt, Een Lief<strong>de</strong>, een<br />

roman van mij, heeft gekritizeerd . Maar hij kon 'et mij niet bezorgen . Hij schreef,<br />

dat-i me dat uit konscientie meld<strong>de</strong> en niet om dat-i dacht, dat'et me veel schelen<br />

kon. Her kon mij, in-<strong>de</strong>r-daad, niets schelen en ik heb geen poging gedaan om <strong>de</strong><br />

recensie machtig to wor<strong>de</strong>n . Geloof me toch, amice, je vriend Van Deventer is <strong>de</strong><br />

type van <strong>de</strong>n geinkarneerd onartistieken pretensieuzen erudit . Ik heb er zelf bijgezeten<br />

dat hij <strong>de</strong>n auteur van een bizon<strong>de</strong>r schoon sonnet vroeg war of dat beteeken<strong>de</strong><br />

"een droom in een droom"! En zoo iemant zou sonnetten kunnen lezen .<br />

Nooit, ten eeuwigen dage met .'<br />

Merkwaardig genoeg bevatte <strong>de</strong> juni-aflevering <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste maal, sinds <strong>de</strong>cember<br />

1885, geen Literaire Kroniek, maar bracht Kloos zijn besprekingen van Jan<br />

ten Brinks boek over Bre<strong>de</strong>ro en van Edward B . Kosters bun<strong>de</strong>l Gedichten ditmaal<br />

on<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> rubriek 'Boekbeoor<strong>de</strong>elingen', die geopend werd door Albert Verwey<br />

en besloten door Van Deyssel (over een tweetal door P .A . Daum, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schuilnaam<br />

Maurits, geschreven romans) en door <strong>de</strong> nog niet gei<strong>de</strong>ntificeer<strong>de</strong> B . . N, die<br />

<strong>de</strong> draak stak met <strong>de</strong> verhalenbun<strong>de</strong>l Intimiteiten van Jan C . <strong>de</strong> Vos . War Edward<br />

B . Koster betreft, met diens bun<strong>de</strong>l Lie f<strong>de</strong>'s Dageraad en an<strong>de</strong>re gedichten (1890)<br />

zou Van Deyssel in De Nieuwe Gids van februari 1891 wel zeer meedogenloos <strong>de</strong><br />

vloer aanvegen ; zie thans mijn uitgave van Van Deyssels De scheldkritieken, Amsterdam,<br />

1980, p . 178 en p . 334-337 . Her stuk over 'Mevrouw Lina Schnei<strong>de</strong>r'<br />

was afkomstig van Frank van <strong>de</strong>r Goes, die zelf veel genoegen had beleefd aan <strong>de</strong><br />

wijze waarop Van Deyssel haar, in <strong>de</strong>cember 1887, to kijk had gezet als De Keul-<br />

sche dame, zij 't niet in De Nieuwe Gids maar in bet weekblad De Amsterdam-<br />

mer.<br />

Bijdragen door P .L. Tak, zeker wanneer die lets zo ondui<strong>de</strong>lijks betroffen als <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse politiek, placht Van Deyssel met ijzeren regelmaat to negeren, hoe<br />

goed hij ook in <strong>het</strong> persoonlijke vlak met Tak kon opschieten . De noot die Van<br />

Deyssel plezierig aan<strong>de</strong>ed, luid<strong>de</strong> : 'Her Han<strong>de</strong>lsblad citeert aldus : "De beer P .L .<br />

Tak, <strong>de</strong> redacteur van De Amsterdammer, die <strong>de</strong> politieke overzichten in De<br />

Nieuwe Gids schrijft", enz . De uitdrukking kan tot verwarring aanleiding geven .<br />

De politiek van De Amsterdammer is uitsluitend in han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n hoofd-redacteur,<br />

war ik niet ben . Verlustig ik mij dus met hier nu en dan een stukje to schrijven,<br />

en wil men daaruit citeeren, dan <strong>voor</strong>komt men alle aanleiding tot onjuiste gevolgtrekkingen<br />

door mijn naam to noemen zon<strong>de</strong>r qualificatie .'<br />

`Over schil<strong>de</strong>rijen-zien' had als auteur Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n . In zijn brieven aan<br />

Van Ee<strong>de</strong>n zou Van Deyssel tweemaal dit opstel ter sprake brengen : op z1<br />

november en op i <strong>de</strong>cember 1888 . War Van Deyssel bier schrijft over Aletrino en<br />

Van Santen Kolff - <strong>de</strong>ze laatste ditmaal uitvoerig verhan<strong>de</strong>lend over <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n<br />

van Emile Zola's roman La Terre -, laat ik nu rusten, evenals zijn opmerkingen<br />

over Charles M . van Deventer . Wel wijs ik er nog op dat <strong>de</strong> door Van<br />

7


Deyssel niet bij name genoem<strong>de</strong> auteur van 'een bizon<strong>de</strong>r schoon sonnet' niemand<br />

an<strong>de</strong>rs was dan . . . Willem Kloos, wiens beroemd gewor<strong>de</strong>n sonnet'lk <strong>de</strong>nk altoos<br />

aan u, als aan die droomen,' verschenen in De Nieuwe Gids van oktober 1885,<br />

immers als slot-terzine heeft :<br />

'Maar in then droom een droom, vol licht en zangen,<br />

Mijn droom, zoo zoet begroet, zoo zacht beklaagd . . .'<br />

Ondui<strong>de</strong>lijk, tenslotte, is Van Deyssels stilzwijgen over <strong>de</strong> bespreking door Verberchem<br />

(schuilnaam van Willem Witsen) van een expositie, ingericht in Arti door<br />

<strong>de</strong> kunsthan<strong>de</strong>laar Van Wisselingh, - ondui<strong>de</strong>lijk omdat daarin ook <strong>de</strong> lof werd<br />

gezongen van een negental toen in Arti aanwezige schil<strong>de</strong>rijen van <strong>de</strong> Marissen .<br />

Witsen noem<strong>de</strong> ze `<strong>de</strong> grooten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grootsten : Thijs Maris, Jacob Maris,<br />

Willem Mans ;-<strong>de</strong> drie emotioneele kunstenaars, waarvan 't moeielijk zijn zou<br />

to zeggen wie 't meest intens, wie 't krachtigst is .' Van Deyssel bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ze<br />

alledrie, maar Thijs toch wel <strong>het</strong> allermeest . Samen met Jan Toorop zou hij hem<br />

op zo september 1894 gaan opzoeken in diens Lon<strong>de</strong>nse woning en vier jaar later<br />

zou hij in <strong>het</strong> openbaar verslag uitbrengen over zijn 'Bezoek aan Thijs Maris' .<br />

Wie er Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers op naleest, komt van al <strong>de</strong> namen die tot<br />

dusver gevallen zijn, Willem Witsen her meest uitvoerig tegen in her hoofdstuk<br />

over <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkundige beweging in <strong>de</strong> jaren tachtig, dat o .m . een hel<strong>de</strong>r licht<br />

werpt op her verschil in betekenis van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> culturele verenigingen Flanor en<br />

Sint Lucas <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs binnen <strong>de</strong> beweging van Tachtig . Een twee<strong>de</strong> maal<br />

wordt <strong>de</strong> lezer met Witsen geconfronteerd als 'hoffotograaf' van <strong>de</strong> Tachtigers .<br />

Deze karakteristiek is afkomstig van Sybrand Hekking, van wiens beschouwing<br />

over `<strong>het</strong> dilemma van <strong>de</strong> fotografie tussen 188o en 1900' <strong>de</strong> lezer met veel profijt<br />

kennisneemt . Diezelf<strong>de</strong> lezer zal wellicht opmerken dat ik nu bezig lijk <strong>de</strong> diverse<br />

bijdragen <strong>de</strong> revue to laten passeren, geheel in <strong>de</strong> trant van <strong>de</strong> hierboven afgedrukte<br />

brief van Van Deyssel aan Kloos, een opmerking die ik niet kan weerspreken .<br />

Ook Charles van Deventer, die in latere jaren door Van Deyssel op grond van<br />

zijn Platonische studien (1896) en Helleensche studie'n (1897) naar voile waar<strong>de</strong><br />

zou wor<strong>de</strong>n geschat, komt meer uitvoerig aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in wat Hans Hafkamp to<br />

ber<strong>de</strong> brengt over `Veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> opvattingen over vriendschap en lief<strong>de</strong> tussen<br />

mannen' . Dit zeer conscientieus geschreven stuk had er misschien nog bij gewonnen<br />

wanneer Hafkamp ook partij getrokken had van <strong>het</strong> toch opmerkelijke feit<br />

dat Van Deventer in 1889 <strong>de</strong> februari-aflevering van De Nieuwe Gids mocht<br />

openen met <strong>de</strong> aan Willem Kloos opgedragen dialoog `Glaukon of over <strong>de</strong> moeite'<br />

. Dat intussen figuren als Kloos, Van Ee<strong>de</strong>n, Verwey, Van Deyssel, Aletrino,<br />

P .L .Tak en Frank van <strong>de</strong>r Goes slechts zeer terloops wor<strong>de</strong>n genoemd, hangt<br />

uiteraard samen met <strong>de</strong> opzet van dit boek, door Peter J .A . Winkels in <strong>de</strong> Inleiding<br />

omschreven en begrensd op een wijze die niet nalaat hier en daar een vraagteken<br />

op to roepen . Als <strong>het</strong> er in Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers om to doen is, zoals in die<br />

inleiding wordt gesteld : als her ware <strong>het</strong> (geestelijke, musische, religieuze, wijsgerige,<br />

maatschappelijke, enz .) `landschap' op to roepen, 'waarin <strong>de</strong> Tachtigers zich<br />

<strong>voor</strong>tbewogen', dan is her met zon<strong>de</strong>r meer dui<strong>de</strong>lijk waarom een en an<strong>de</strong>r beperkt<br />

is gebleven tot <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst, <strong>de</strong> muziek, <strong>het</strong> theater, <strong>de</strong> architectuur,<br />

<strong>de</strong> fotografie, her uitgaansleven en <strong>de</strong> menselijke verhoudingen in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

8


1885-1894 . Zeer wel immers was dit alles vatbaar geweest <strong>voor</strong> meer dan een<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> uitbreiding in, bij <strong>voor</strong>beeld, <strong>de</strong>ze zin : hoe zag <strong>de</strong> wereld<br />

van <strong>de</strong> uittevers er in die jaren uit en welke plaats namen <strong>de</strong> uitgevers van <strong>de</strong><br />

Tachtigers daarin in ; hoe was <strong>de</strong> situatie binnen her hoofdste<strong>de</strong>lijk boekhan<strong>de</strong>lwezen<br />

; wat was <strong>de</strong> religieuze achtergrond van <strong>de</strong> Tachtigers en zijn er bij <strong>de</strong> diverse<br />

Tachtigers verbindingen to leggen, positief of negatief, tussen hun godsdienstige<br />

achtergrond en hun latere opvattingen en werk . Zo wordt nu ook volstaan met<br />

een vluchtige vermelding van <strong>de</strong> ontmoetingsplaatsen van <strong>de</strong> Tachtigers, van hun<br />

stamcafe's en van een aantal ateliers, terwijl een goed aangepakte research nog<br />

heel war gegevens hierover had kunnen opleveren .<br />

Dat in nogal war bijdragen <strong>de</strong> door <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1885-1894 gestel<strong>de</strong> tijdgrens<br />

overschre<strong>de</strong>n wordt, is in <strong>de</strong> meeste gevallen niet of nauwelijks hin<strong>de</strong>rlijk, maar<br />

dat toch bepaald weer dui<strong>de</strong>lijk wet in <strong>de</strong> bijdrage over cabaret en revue in Amsterdam<br />

tussen 188o en 1900, die echter hoofdzakelijk han<strong>de</strong>lt over <strong>de</strong> pianistzanger<br />

Eduard Jacobs, wiens optre<strong>de</strong>n nota bene eerst een aanvang nam in 1895!<br />

Bovendien bevat dit hoofdstuk seen kruimel nieuws <strong>voor</strong> wie vertrouwd is met<br />

wat Alex <strong>de</strong> Haas (19 S8) en Wim Ibo (1970) over 7acobs schreven .<br />

Ofschoon <strong>de</strong> muziek binnen De Nieuwe Gids een randverschijnsel is gebleven,<br />

slaag<strong>de</strong> Leo Samama er toch in even informatief als on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>nd `Over onverschillige<br />

dingen en ziels-muziek' to verhan<strong>de</strong>len . Dat compliment komt ook toe<br />

aan Atte Jongstra's verrassen<strong>de</strong> bijdrage on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel `Malaise', waarin er niet<br />

<strong>voor</strong> wordt teruggeschrokken auteurs als Jan to Winkel, J .N . van Hall en Jan ten<br />

Brink in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rzoek to betrekken : auteurs die doorgaans, als <strong>het</strong> over <strong>de</strong> beweging<br />

van Tachtig gaat, wat me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>nd en wat lacherig- alsook bij <strong>voor</strong>baat met<br />

veel <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>len - in een hoek wor<strong>de</strong>n gedrukt, waar Jongstra ze nu juist is<br />

gaan opzoeken! Niet min<strong>de</strong>r informatief, maar vrijwel over <strong>de</strong> hele linie betrekkelijk<br />

kleurloos uitgevallen, is bet hoofdstuk over `De kunst van <strong>het</strong> zeggen', dat<br />

han<strong>de</strong>lt over <strong>de</strong> ontwikkelingen op toneelgebied . Hoe jammer dat aan dit hoofdstuk<br />

niet van tijd tot tijd een van leven sprankelend citaat werd meegegeven, ontleend<br />

bij<strong>voor</strong>beeld aan een van <strong>de</strong> drie kostelijke <strong>de</strong>len Tooneelherinneringen van<br />

Maurits B . Men<strong>de</strong>s da Costa, persoonlijk bevriend met meer dan een Tachtiger, of<br />

- nu her immers over `<strong>de</strong> kunst van <strong>het</strong> zeggen' han<strong>de</strong>lt - een fragment uit <strong>de</strong> zo<br />

heel van <strong>de</strong> naald geschreven brieven van Jacqueline Royaards-Sandberg, in 1981<br />

door mij uitgegeven on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel Ik heb je zoveel to vertellen . Deze uitgave lijkt<br />

ook onbekend to zijn gebleven aan Annelies Snij<strong>de</strong>r, want an<strong>de</strong>rs had zij in haar<br />

overigens <strong>voor</strong>treffelijke bijdrage over 'Het gezicht van Amsterdam', daar waar<br />

restaurant Riche aan bet Rokin ter sprake komt, niet alleen maar verwezen naar<br />

Paaps Vincent Haman (<strong>de</strong>ze laatste gemo<strong>de</strong>lleerd naar Van Deyssel), die zich bij<br />

uitzon<strong>de</strong>ring een diner bij Riche veroorloof<strong>de</strong>, maar ook naar p . 392-393 van <strong>de</strong><br />

genoem<strong>de</strong> brievenuitgave waarin Van Deyssel op 1o januari 1946 vastleg<strong>de</strong> dat<br />

hij tussen 188o en 189o dit `Eethuis' frequenteer<strong>de</strong>, laatstelijk nog eens in 1893 en<br />

toen in gezelschap van Frank van <strong>de</strong>r Goes : `De directeur kwam een praatje aan<br />

ons tafeltje maken, versierd met een magnifieken glansend bruinen langen en bree<strong>de</strong>n<br />

geparfumeer<strong>de</strong>n baard en trok zich buigend terug toen Van <strong>de</strong>r Goes' vriend<br />

Toelaer, een groot Amsterdamsch assurantieman, zich bij ons voeg<strong>de</strong> .' Ook ik<br />

9


acht her ogenblik aangebroken mij buigend terug to trekken en <strong>de</strong> lezer alle gelegenheid<br />

to geven zijn eigen indrukken van dit boek to verifieren aan die, hem thans<br />

<strong>voor</strong>gelegd door<br />

Harry G .M . Prick<br />

1 0


Peter J .A. Winkels<br />

Inleiding<br />

DE NIEUWE GIDS<br />

PROSPECTUS<br />

Op <strong>de</strong>n Eerste October a .s . zal verschijnen <strong>de</strong> eerste aflevering van een nieuw<br />

tijdschrift, genaamd DE NIEUWE GIDS, on<strong>de</strong>r redactie <strong>de</strong>r heeren : Fre<strong>de</strong>rik van<br />

Ee<strong>de</strong>n, F . Van <strong>de</strong>r Goes, Willem Kloos, Willem Paap en Albert Verwey .<br />

In <strong>de</strong>n titel ligt <strong>de</strong> bedoeling <strong>de</strong>r redactie opgesloten . Gelijk nu bijna een halve<br />

eeuw gele<strong>de</strong>n, in bet jaar 1837, DE GIDS werd opgericht door eenige jonge letter-<br />

kundigen, die aan hunne gedachten over <strong>het</strong> he<strong>de</strong>n en hunne eischen <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

toekomst een eigen orgaan wil<strong>de</strong>n geven, omdat bei<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

i<strong>de</strong>alen van bet ou<strong>de</strong>re geslacht met onbelangrijk verschil<strong>de</strong>n, meenen <strong>de</strong> stichters<br />

van DE NIEUWE GIDS, dat zij thans op hunne beurt aan een onafhankelijk tijd-<br />

schrift behoefte hebben .<br />

Men staat <strong>voor</strong> <strong>het</strong> feit, dat geheel hun letterkundig streven a fwijkt van <strong>de</strong>n<br />

weg, then <strong>de</strong> gezaghebben<strong>de</strong> organen zijn ingeslagen, en wenschen to blijven vol-<br />

gen .<br />

Wil men dus bet publiek <strong>de</strong> gelegenheid geven met hunne richting bekend to<br />

wor<strong>de</strong>n, begeert men met klem <strong>de</strong> meening uit to spreken, dat groote wijzigingen<br />

in onze literatuur dringend noodig zijn, dan is <strong>het</strong> vestigen van een eigen tijdschri ft<br />

<strong>het</strong> eenige mid<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> dit doel .<br />

De Redactie van DE NIEUWE GIDS stelt zich in <strong>de</strong> eerste plaats <strong>voor</strong>, hare beginse-<br />

len van aest<strong>het</strong>ische en historische kritiek to ontwikkelen, en ook hare eigene<br />

<strong>voor</strong>tbrengselen <strong>de</strong>n lezers aan to bie<strong>de</strong>n .<br />

Een ge<strong>de</strong>elte van haar bestek houdt zij beschikbaar <strong>voor</strong> opstellen over alge-<br />

meene on<strong>de</strong>rwerpen van wetenschap, kunst en philosophie .<br />

De Redactie begeert <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking van alien, van kunstenaars, van letterkun-<br />

digen en geleer<strong>de</strong>n, die in <strong>voor</strong>uitstreven<strong>de</strong>n zin over hun vak <strong>het</strong> woord verlan-<br />

gen .<br />

Zij <strong>voor</strong> zich gevoelt <strong>de</strong> behoefte aan samenwerking <strong>de</strong>r jongeren . Zij heeft<br />

re<strong>de</strong>n to on<strong>de</strong>rstellen dat hare tijdgenooten die behoefte met miskennen . Zij koes-<br />

tert <strong>de</strong>n wensch <strong>het</strong> orgaan to wor<strong>de</strong>n van bet jongere geslacht in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rland-<br />

Prospectus van <strong>het</strong> cafe waar <strong>de</strong> Tachtigers vaak kwamen om to praten, to drinken, to<br />

<strong>de</strong>nken (zie ook omslag ; foto : Hist . Topogr . Ad. Gem . Arch . Amsterdam)<br />

1 1


sche letterkundige, wetenschappelijke en artistieke wereld . Zij maakt er staat op,<br />

dat men <strong>de</strong> door haar verstrekte gelegenheid tot aansluiting zal toonen to waar-<br />

<strong>de</strong>eren .<br />

In <strong>de</strong> laatste, schoon met in <strong>de</strong> geringste plaats, zal DE NIEUWE GIDS zich bezig<br />

hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> binnen- en buitenlandsche politiek van <strong>de</strong>n dag . Zij zal daarbij en<br />

bij <strong>de</strong> beschouwing <strong>de</strong>r sociale vraagstukken <strong>de</strong> beginselen <strong>voor</strong>staan, die door<br />

<strong>het</strong> <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> aangeduid mogen heeten .<br />

De Redactie ontveinst zich <strong>de</strong> moeilijkhe<strong>de</strong>n met, die dit programma me<strong>de</strong>-<br />

brengt.<br />

Maar evenzeer meent zij to mogen verwachten, dat <strong>de</strong> ernst van haar streven<br />

door hare tijdgenooten zal wor<strong>de</strong>n erkend, en dat <strong>de</strong> keuze <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>len om haar<br />

doel to bereiken, haar <strong>de</strong> noodige me<strong>de</strong>werking zal doen verwerven .<br />

Met vertrouwen roept <strong>de</strong> Redactie ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n steun in van <strong>het</strong> publiek . Het is<br />

dikwijls in <strong>de</strong> laatste jaren gebleken dat <strong>de</strong> tevre<strong>de</strong>nheid met veel van <strong>het</strong> bestaan-<br />

<strong>de</strong> in literatuur, kunst en maatschappij verre van onvermengd o f algemeen was .<br />

Allen die meenen dat wijziging allicht verbetering kan zijn, noodigt <strong>de</strong> Redactie<br />

uit van hare pogingen kennis to nemen .<br />

Den steun, haar toegezegd door velen, stelt zij op hoogen prijs ; dankbaar erkent<br />

zij <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n hulp van enkele ou<strong>de</strong>ren, waarme<strong>de</strong> een jarenlange vriend-<br />

schap hen verbindt .<br />

Deze dubbele steun geeft DE NIEUWE GI DS <strong>de</strong>n moed <strong>de</strong> eerste schre<strong>de</strong> to doen<br />

op een weg, waarop eerlang <strong>het</strong> jonge Ne<strong>de</strong>rland haar moge vergezellen .<br />

DE NIEUWE GIDS zal <strong>voor</strong>lopig om <strong>de</strong> twee maan<strong>de</strong>n verschijnen in afleveringen<br />

van 8 a 9 vel druks .<br />

De prijs per jaargang is gesteld op zeven gul<strong>de</strong>n en viiftig cents .<br />

W. VERSLUYS<br />

[Uitgever]<br />

Deze prospectus kondigt in 1885 De Nieuwe Gids aan, her tijdschrift van <strong>de</strong><br />

Tachtigers waarin ze pleiten <strong>voor</strong> vernieuwing in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse letteren en<br />

maatschappij van die tijd . Men kan er een aantal van hun programmapunten in<br />

lezen . Eer<strong>de</strong>r al, in 1882, had Kloos in zijn inleiding bij <strong>de</strong> gedichten van Jacques<br />

Perk een, wat men zou kunnen noemen, poetisch programma' van Tachtig geformuleerd<br />

met als belangrijkste uitgangspunten : `poezie is passie' (door Lo<strong>de</strong>wijk<br />

van Deyssel later opnieuw geformuleerd als : 'kunst is passie'), 'vorm en inhoud<br />

moeten een zijn' en <strong>het</strong> `kunst om <strong>de</strong> kunst'-principe . In 1890 voegt hij daar - in<br />

zijn bespreking van Verzen van Herman Gorter - nog aan toe : 'kunst moet zijn<br />

<strong>de</strong> aller-individueelste expressie van <strong>de</strong> aller-individueelste emotie' .<br />

Deze kunstopvattingen zijn <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis ingegaan als <strong>de</strong> revolutionaire<br />

strijdpunten van <strong>de</strong> Tachtigers en De Nieuwe Gids . Ze waren echter niet nieuw in<br />

Ne<strong>de</strong>rland . Bovendien zijn ze ontleend aan buitenlandse dichters . Het vernieuwen<strong>de</strong>,<br />

revolutionaire zo men wil, ligt <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> Tachtigers<br />

1 z


Frank van <strong>de</strong>r Goes (foto : Willem Witsen,<br />

Ned . Lett . Mus .)<br />

<strong>de</strong>ze begrippen hanteren en formuleren . In <strong>de</strong> Bie<strong>de</strong>rmeier-cultuur van Ne<strong>de</strong>rland,<br />

even na her mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw, was er gelei<strong>de</strong>lijk enige aandacht<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> in <strong>het</strong> buitenland uit <strong>de</strong> romantiek <strong>voor</strong>tgekomen kunstopvattingen<br />

. Kloos geeft er nu, met zijn hel<strong>de</strong>re formulering, een revolutionair elan aan .<br />

De Tachtigers verzetten zich als groep tegen bestaan<strong>de</strong> instituten in kunst en<br />

maatschappij . Ze hebben een eigen tijdschrift, De Nieuwe Gids, nodig, omdat ze<br />

in <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> bla<strong>de</strong>n, stellen ze, niet <strong>de</strong> mogelijkheid krijgen to publiceren . Dar<br />

is weliswaar niet helemaal waar, maar in grote lijnen komt her daar wel op veer .<br />

De eerste aflevering van De Nieuwe Gids, oktober 1885, vervult erg weinig van<br />

<strong>de</strong> door <strong>de</strong> prospectus opgeroepen verwachtingen . Het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opgenomen<br />

bijdragen is nauwelijks vernieuwend to noemen ; <strong>het</strong> proza van De kleine<br />

Johannes (Van Ee<strong>de</strong>n) had in De Gids niet misstaan en in <strong>de</strong> kritieken is men nog<br />

tamelijk <strong>voor</strong>zichtig. In <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> afleveringen van <strong>de</strong> eerste negen jaargangen<br />

ontwikkelt De Nieuwe Gids zich echter tot een belangrijk periodiek ih <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse cultuur aan <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw . De grote kracht van<br />

<strong>het</strong> tijdschrift ligt in <strong>de</strong> kritiek . Van Deyssel en Kloos formuleren in hun beschouwingen<br />

over letterkun<strong>de</strong> een nieuwe vorm van kritiek, die, zoals Kloos in zijn<br />

inleiding bij Perk had gesc<strong>het</strong>st, zelf een kunstwerk vormt . In en rond De Nieuwe<br />

Gids wor<strong>de</strong>n in dit genre monumentale kunstwerken geschapen .<br />

De schil<strong>de</strong>rs, <strong>voor</strong>al Maurits van <strong>de</strong>r Valk, Jan Veth en Willem Witsen, bena<strong>de</strong>ren<br />

in hun kritieken over beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst in De Nieuwe Gids dit on<strong>de</strong>rwerp <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> eerst vanuit hun beroepspraktijk j<br />

Tot dan toe werd kunstkritiek geschreven door vanuit est<strong>het</strong>ische opvattingen<br />

re<strong>de</strong>neren<strong>de</strong> kunstliefhebbers .<br />

De maatschappij, <strong>het</strong> parlementaire koninkrijk <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, se<strong>de</strong>rt 1848<br />

geregeerd met een liberale grondwet, is ook on<strong>de</strong>rwerp van kritische beschouwingen<br />

in De Nieuwe Gids . Frank van <strong>de</strong>r Goes en P .L . Tak <strong>voor</strong>al brengen in her<br />

tijdschrift hun socialistische i<strong>de</strong>een met betrekking tot maatschappij en economie<br />

naar voren .<br />

i 3


De poezie in De Nieuwe Gids, ten onrechte vaak gezien als bet belangrijkste<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el 3 , is zeer gevarieerd ; Kloos publiceert zijn beroem<strong>de</strong> sonnetten, Gorter<br />

Mei en later zijn sensitieve verzen . Een zeer divers geheel kortom, dat soms aansluit<br />

bij <strong>de</strong> traditie, zoals bij<strong>voor</strong>beeld Van Ee<strong>de</strong>ns verzen in <strong>de</strong> eerste jaargangen,<br />

en soms uiterst vernieuwend is, zoals bij<strong>voor</strong>beeld Gorters verzen . Hoewel Kloos<br />

en zijn dichtersschool, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> jaargangen na 1893, domineren, is er zeker<br />

geen sprake van een uit <strong>het</strong> programma <strong>voor</strong>tkomen<strong>de</strong> eenslui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> poezie .<br />

Her proza vertoont ook dit beeld . Er is niet echt sprake van een keuze <strong>voor</strong> een<br />

richting. Gelei<strong>de</strong>lijk aan valt er echter een sterke <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> bet naturalisme<br />

waar to nemen bij een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> prozaisten .<br />

De kritiek is, als strijdmid<strong>de</strong>l tegen gevestig<strong>de</strong> instituten, <strong>de</strong> grote kracht van De<br />

Nieuwe Gids in <strong>de</strong> glorietijd,1885-1894 . Hierin schuilt echter ook <strong>de</strong> bron van <strong>de</strong><br />

tegenstellingen die redactie en me<strong>de</strong>werkers steeds meer gaat ver<strong>de</strong>len . Men kan 4<br />

binnen <strong>de</strong> groep van Tachtigers rondom en in De Nieuwe Gids spreken van twee<br />

stromingen : <strong>de</strong> Nieuwe Gids-beweging en <strong>de</strong> Beweging van Tachtig . De laatste<br />

groep wordt gevormd door <strong>de</strong> dichters en literatoren, waarin Kloos domineert .<br />

Puur individualisme, zoals naar voren gebracht in <strong>de</strong> aanhef van een van zijn<br />

bekendste sonnetten : Ik ben een god in bet diepst van mijn gedachten', is een van<br />

<strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong>ze groep . Ook hechten zij aan een sterke schoonheidsbeleving,<br />

een tot in bet extreme doorgevoerd est<strong>het</strong>icisme . Zoals Perk in een van zijn<br />

sonnetten uitroept : 'Schoonheid, o gij wier naam geheiligd zij / Uw wil geschie<strong>de</strong> ;<br />

kome uw heerschappij ; / Naast u aanbid<strong>de</strong> <strong>de</strong> aard geen andren god!'<br />

De kunstopvatting van <strong>de</strong> Beweging van Tachtig is elitair en indixidualistisch .<br />

Ze sluit aan bij <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> liberale maatschappijvorm van her kapitalisme . En<br />

daartegen zet zich juist <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re groep, <strong>de</strong> Nieuwe Gids-beweging, af . Van <strong>de</strong>r<br />

Goes en Tak pleiten in hun geschriften <strong>voor</strong> een betere, meer rechtvaardige (socialistische)<br />

maatschappij . Binnen <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>een staat <strong>het</strong> collectivisme centraal en<br />

daarin sluit men aan bij <strong>de</strong> gedachten van <strong>de</strong> opkomen<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsbeweging .<br />

Hoewel er van bei<strong>de</strong> groepen exponenten in en rond De Nieuwe Gids actief<br />

zijn, is er geen sprake van een dui<strong>de</strong>lijke scheiding tussen <strong>de</strong> Nieuwe Gids-beweging<br />

en <strong>de</strong> Beweging van Tachtig. I<strong>de</strong>een en personen wisselen van <strong>de</strong> ene groep<br />

naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re en er zijn een aantal tussenfiguren .<br />

Niettemin zijn <strong>het</strong> tegenstellingen tussen est<strong>het</strong>en en socialisten die, in <strong>de</strong> loop<br />

van <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> jaargang, redactie en me<strong>de</strong>werkers beginnen uiteen to drijven . Na<br />

enige jaren vormen <strong>de</strong>ze uitein<strong>de</strong>lijk een onoverkomelijk conflict, in combinatie<br />

met persoonlijke tegenstellingen . Exponenten zijn enerzijds Van <strong>de</strong>r Goes, an<strong>de</strong>rzijds<br />

Van Deyssel en Van Ee<strong>de</strong>n. De laatste neemt echter een sterk ethisch standpunt<br />

in .<br />

Kloos neemt in 1894 <strong>de</strong> alleenheerschappij over De Nieuwe Gids, na vele conflicten<br />

en strubbelingen achter <strong>de</strong> schermen . Tevens begint hij <strong>de</strong> mythe to construeren<br />

van zijn lei<strong>de</strong>rschap binnen <strong>de</strong> Beweging van Tachtig en <strong>de</strong> Nieuwe Gidsredactie<br />

. Het niveau van <strong>het</strong> tijdschrift daalt sterk . Het in 1895 door Tak opgerichte<br />

tijdschrift De Kroniek neemt <strong>de</strong> progressief-culturele functie van De Nieuwe<br />

Gids over .<br />

Ne<strong>de</strong>rland beleeft, na een perio<strong>de</strong> van economische malaise, aan bet elu<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

1 4


12' Jaargang. Don<strong>de</strong>rdag I Mel 1MK M°. 102.<br />

RECHT VOOR ALLEN<br />

Orgaan <strong>de</strong>r Sociaal-Demokratische Partij .<br />

negentien<strong>de</strong> eeuw een zeer gelei<strong>de</strong>lijk herstel . Deze opleving van <strong>de</strong> economie<br />

werkt nog met door in alle lagen van <strong>de</strong> maatschappij . Vooral in <strong>de</strong> agrarische<br />

sector blijft er lang een crisissituatie . In <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong>al in Amsterdam, is<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang groter en sneller dan op <strong>het</strong> platteland.<br />

De ontsluiting van <strong>de</strong> havens van Rotterdam en Amsterdam door verbetering<br />

van <strong>de</strong> waterwegen, uitbreiding van spoorwegen en afschaffing van protectionisti-<br />

I 5


sche maatregelen stimuleren <strong>de</strong> groei van <strong>de</strong> economie . De han<strong>de</strong>l wordt weer<br />

belangrijk . Het achterland is nu gemakkelijk to bereiken en bei<strong>de</strong> havens ontwikkelen<br />

zich tot internationale centra . Net als in <strong>de</strong> Gou<strong>de</strong>n Eeuw draait <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

economie weer om <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l en on<strong>de</strong>r invloed daarvan ontstaat een twee<strong>de</strong>,<br />

krachtige industuele revolutie . Het agrarisch karakter van <strong>de</strong> economie verliest<br />

gelei<strong>de</strong>lijk aan betekenis .<br />

De behoefte aan arbeidskrachten en <strong>de</strong> werkloosheid op her platteland bevor<strong>de</strong>ren<br />

<strong>de</strong> trek naar <strong>de</strong> stad . De infrastructuur is daar nog niet op ingericht . Dat<br />

levert problemen op, <strong>voor</strong>al wat betreft hygiene en woonomstandighe<strong>de</strong>n . Er ontstaan<br />

bovendien an<strong>de</strong>re, nieuwe arbeidsverhoudingen . `Arbeid' is binnen <strong>de</strong> kapitalistische<br />

economie een verhan<strong>de</strong>lbaar 'goed' . Daardoor verdwijnen <strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />

eeuwen gegroei<strong>de</strong> patriarchale arbeidsverhoudingen . De werken<strong>de</strong> klasse Pat<br />

zich gelei<strong>de</strong>lijk organiseren om sterker to staan tegenover <strong>de</strong> werkgevers . Als eersten<br />

richten <strong>de</strong> typografen in 1861 een vakvereniging op en in 1866 vormen zij <strong>de</strong><br />

eerste lan<strong>de</strong>lijke vakbond . Ne<strong>de</strong>rland krijgt in 1869 een sectie van <strong>de</strong> 'Internationale'<br />

. De arbei<strong>de</strong>rs ontwaken . Een du<strong>de</strong>lijk teken van <strong>de</strong>ze groeien<strong>de</strong> emancipatie<br />

is to zien in her feit dat in 1888 <strong>de</strong> eerste georganiseer<strong>de</strong> werkstaking plaats vindt .<br />

In <strong>de</strong> politiek gaat men zich ook socialistisch organiseren . In 1878 wordt in<br />

Amsterdam een sociaal-<strong>de</strong>mocratische vereniging opgericht . Spoedig wordt dit<br />

<strong>voor</strong>beeld in an<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>n gevolgd en komen er meer van <strong>de</strong>ze verenigingen . In<br />

1881 bun<strong>de</strong>len zij hun krachten in <strong>de</strong> Sociaal-Democratische Bond, waarvan Ferdinand<br />

Domela Nieuwenhuis al spoedig lei<strong>de</strong>r zal wor<strong>de</strong>n . Hij neemt <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze<br />

partij zitting in her parlement .<br />

Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond ontwikkelt zich De Nieuwe Gids . Her hyper-individualisme<br />

van Kloos en Van Deyssel staat daarin tegenover <strong>de</strong> maatschappelijke betrokkenheid,<br />

her collectivisme van Tak en Van <strong>de</strong>r Goes . Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond<br />

ook manifesteren zich <strong>de</strong> Beweging van Tachtig en <strong>de</strong> Nieuwe Gids-beweging .<br />

Enerzijds bouwen ze in hun i<strong>de</strong>eenwereld <strong>voor</strong>t op liberale verworvenhe<strong>de</strong>n, an<strong>de</strong>rzijds<br />

strij<strong>de</strong>n ze <strong>voor</strong> maatschappijveran<strong>de</strong>ringen .<br />

In De lage lan<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> zee stellen Jan en Annie Romein :<br />

'Wie <strong>de</strong> Beweging van Tachtig ziet als een spontane vernieuwing onzer letterkun<strong>de</strong>,<br />

miskent en overschat haar tegelijkertijd . Overschat haar in zoverre zij niet<br />

meer was dan <strong>de</strong> late bloei, ook hier to lan<strong>de</strong> ein<strong>de</strong>lijk, van <strong>het</strong> culturele liberalisme<br />

dat in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n zijn oorsprong had genomen in <strong>de</strong> grote burgerlijke en<br />

industriele revolutie . On<strong>de</strong>rschat haar, omdat <strong>de</strong> Beweging, al maakte zij in <strong>het</strong><br />

literaire her meeste rumoer, zich op een veel bre<strong>de</strong>r gebied heeft doen gel<strong>de</strong>n .<br />

Overschat is <strong>de</strong> beweging in <strong>de</strong> eerste plaats door haar drager zelf, Van Deyssel<br />

<strong>voor</strong>op die in <strong>de</strong> roes waarin <strong>de</strong> sonore klank van zijn eigen proza hem bracht, <strong>de</strong><br />

hoogte van zijn vlucht met naar een algemeen Europees niveau mat, maar naar her<br />

be<strong>de</strong>nkelijk lage literaire A .P . van omstreeks 1870 . On<strong>de</strong>rschat werd zij door <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> generatie die al to gauw gewend aan wat zij <strong>voor</strong> <strong>het</strong> nageslacht veroverd<br />

had, haar nog slechts erken<strong>de</strong> in haar verwording : in Van Deyssels goochelkunstje<br />

met <strong>de</strong> taal en met her geduld van <strong>de</strong> lezer ; in Kloos' "allerindividueelste expressie<br />

van <strong>de</strong> allerindividueelste emotie" . Bei<strong>de</strong> opvattingen laten zich verklaren nit <strong>het</strong><br />

feit, dat "Tachtig" to laat kwam .'<br />

1 6


Centraal Station, ontworpen door P .J .H . Cuypers, i .s.m. A .L . van Gendt (foto : Jacob<br />

Olie ; Hist . Topogr . Ad . Gem . Arch. Amsterdam)<br />

Wellicht komt `Tachtig' to laat vanwege <strong>de</strong> gesc<strong>het</strong>ste context . Niettemin vormt<br />

De Nieuwe Gids een spreekbuis <strong>voor</strong> zowel <strong>de</strong> Beweging van Tachtig als <strong>de</strong> Nieuwe<br />

Gids-beweging. Het tijdschrift wordt vaak ten onrechte in een puur literair<br />

ka<strong>de</strong>r geplaatst . Kloos' mythe-vorming zal daar met vreemd aan zijn . In <strong>de</strong> eerste<br />

negen jaargangen ligt <strong>het</strong> accent echter dui<strong>de</strong>lijk op <strong>het</strong> algemeen kunst- en maatschappij-scala<br />

. Hierin schuilt ook <strong>het</strong> belang van De Nieuwe Gids, als `geestelijk<br />

brandpunt' <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse cultuur en maatschappij aan <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

negentien<strong>de</strong> eeuw .<br />

In <strong>het</strong> blad wordt <strong>de</strong> aanzet gegeven <strong>voor</strong> een groot aantal veran<strong>de</strong>ringen . Maar<br />

vele ontwikkelingen wor<strong>de</strong>n ook met of nauwelijks gesignaleerd . Echte veran<strong>de</strong>ringen<br />

vin<strong>de</strong>n pas plaats rond <strong>de</strong> eeuwwisseling, als De Nieuwe Gids naar <strong>de</strong><br />

achtergrond is verdwenen . De kiem <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze ontwikkelingen is door <strong>de</strong> Tachtigers<br />

gelegd .<br />

Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers sc<strong>het</strong>st <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontwikkelingen in en<br />

rond De Nieuwe Gids. De directe literatuurgeschie<strong>de</strong>nis van <strong>het</strong> tijdschrift komt<br />

daarbij met aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Die is el<strong>de</strong>rs uitvoerig beschreven . 5 Wet wordt <strong>het</strong> letterkundig<br />

bedrijf naast De Nieuwe Gids belicht, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> reacties op <strong>de</strong> nieuwe<br />

generatie .<br />

De ontwikkelingen binnen <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst, muziek, theater, architectuur,<br />

fotografie, uitgaansleven en menselijke verhoudingen in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1885-1894<br />

vin<strong>de</strong>n ten <strong>de</strong>le hun weerslag in De Nieuwe Gids . In Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers<br />

wordt aangegeven in hoeverre dat gebeur<strong>de</strong> . Daarnaast wordt er in <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwerpen een tijdsbeeld gegeven van <strong>de</strong> tijd rondom De Nieuwe Gids . Zo<br />

ontstaat als <strong>het</strong> ware <strong>het</strong> landschap waarin <strong>de</strong> Tachtigers zich <strong>voor</strong>tbewogen .<br />

In dit boek wor<strong>de</strong>n vele personen genoemd ; Tachtigers of f dgenoten . Van een<br />

aantal van hen, waar<strong>voor</strong> wij dit <strong>voor</strong> een goed begrip nodig achten, is achter in<br />

<strong>het</strong> boek een biografie met een korte bibliografie (indien mogelijk) gegeven . Het<br />

accent ligt daarbij op <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1880-1895 . Daaraan aansluitend wordt er een<br />

lijst gegeven van in en rond De Nieuwe Gids gebezig<strong>de</strong> schuilnamen . Aan <strong>het</strong><br />

hoofdstuk betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> anekdoten is bovendien een overzicht toegevoegd van<br />

publicaties van brieven en ego-documenten van Tachtigers en generatiegenoten,<br />

benevens een lijst van archieven, instellingen en verenigingen in verband met <strong>de</strong><br />

Tachtigers en De Nieuwe Gids .<br />

1 7


Naast <strong>de</strong> vele illustraties die direct in verband staan met <strong>de</strong> tekst, zijn er in Ten<br />

tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers cen aantal spotprenten en parodicen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> Tachtigers<br />

en De Nieuwe Gids opgenomen . Atte Jongstra <strong>voor</strong>zag ze van commentaar .<br />

Tevens geeft hij uitleg bij <strong>de</strong> opgenomen Boeken top-99 nit 1891 .<br />

De <strong>de</strong>skundige op <strong>het</strong> gebied van <strong>de</strong> Tachtigers, Dr . Harry G.M . Prick, was in zijn<br />

enthousiasme <strong>voor</strong> dit boek bereid <strong>het</strong> van een <strong>voor</strong>woord to <strong>voor</strong>zien . Dar een<br />

kenner bij uitstek onvolkomenhe<strong>de</strong>n aantrof zal niemand verwon<strong>de</strong>ren . Immers,<br />

wanneer men zelf bijna een van <strong>de</strong> Nieuwe Gids-mannen is gewor<strong>de</strong>n, door jarenlange<br />

studie, wil men al ras ie<strong>de</strong>r <strong>de</strong>tail terugvin<strong>de</strong>n in een boek als <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rhavige<br />

. Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers is echter <strong>voor</strong>al bedoeld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lezer, die nog geen<br />

specialist is en zich war meer wil verdiepen in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l en wan<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> kunstenaars<br />

rond De Nieuwe Gids .<br />

Bij <strong>het</strong> samenstellen van een boek als dit wor<strong>de</strong>n uitgever, samensteller en auteurs<br />

vaak geconfronteerd met problemen die men niet altijd zelf op kan lossen . Daarom<br />

zijn wij veel dank verschuldigd <strong>voor</strong> adviezen en an<strong>de</strong>re hulp aan : Cees Aarts,<br />

Wim van Bergen, Wim <strong>de</strong> Boer, Wim Bosch, Bou<strong>de</strong>wijn Biich, Ad Fransen, Frank<br />

Ligtvoet, Jan Jaap Heij, Harry G .M . Prick, Ewout en Eric Schikker, Suzanna <strong>de</strong><br />

Sitter, Jan Willem Stas, Mieke van <strong>de</strong>r Wal, Dick Welsing, Rein van <strong>de</strong>r Wiel en<br />

Jon Winkels .<br />

Een aantal auteurs was met alleen bereid een hoofdstuk to schrijven, maar tevens<br />

behulpzaam bij <strong>het</strong> redactiewerk . De samensteller dankt daar<strong>voor</strong> : Ad Hodinius,<br />

Atte Jongstra, Chris Will en in her bijzon<strong>de</strong>r Geerte van <strong>de</strong> Groep .<br />

i Voor een uitvoerige beschouwing hieromtrent zie : J.C . Brandt Cortius, Het poetisch programma<br />

van Tachtig, Amsterdam (1968)<br />

z zie : C . Blotkamp, `Art criticism in De Nieuwe Gids', in : Simioulus v (1971)<br />

3 Stuiveling geeft hier<strong>voor</strong> in De Nieuwe Gids als geestelijk brandpunt (<strong>de</strong>r<strong>de</strong> verbeter<strong>de</strong><br />

druk, 1981) illustratief cijfermateriaal .<br />

q In navolging van Stuiveling (zie noot 3) ; zie ook : N .A. Donkersloot Beeld van Tachtig,<br />

Amsterdam / Brussel (1952)<br />

5 Zie literatuuropgave letterkun<strong>de</strong> achterin <strong>het</strong> boek .<br />

1 8


Fusien Bijl <strong>de</strong> Vroe en Chris Will<br />

'Maar ik ben nog niets, er kan<br />

nog zooveel van me groeien'7<br />

schil<strong>de</strong>rkundige beweging in <strong>de</strong> jaren<br />

tachtig van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw


Was er in <strong>de</strong> jaren tachtig van <strong>de</strong> vorige eeuw sprake van een Amsterdamse<br />

school? Wanneer kan men spreken van een school, van een groep kunstenaars,<br />

verbon<strong>de</strong>n in een gemeenschappelijke <strong>de</strong>ter? Heel algemeen kan men een aantal<br />

<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n noemen, waaraan voldaan moet wor<strong>de</strong>n om van een `school' to<br />

kunnen spreken :<br />

- er moet een beweging plaatsvin<strong>de</strong>n, beweging in <strong>de</strong> zin van veran<strong>de</strong>ring van<br />

stand van zaken, van meningen en opvattingen, en ook <strong>het</strong> streven daarnaar<br />

- een <strong>de</strong>rgelijke beweging moet verbon<strong>de</strong>n zijn aan een bepaal<strong>de</strong> tijdsduur ;<br />

dit kan een perio<strong>de</strong> van maan<strong>de</strong>n of soms jaren zijn<br />

- <strong>de</strong> tot <strong>de</strong> beweging behoren<strong>de</strong> kunstenaars moeten aanwijsbaar on<strong>de</strong>rling<br />

contact hebben, verenigd in bovengenoemd streven .<br />

Maar ook wanneer aan <strong>de</strong>ze basis<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n is voldaan blijft her belangrijkste<br />

facet van een school : een in <strong>het</strong> werk terug to vin<strong>de</strong>n gemeenschappelijke <strong>de</strong>ter .<br />

Er moet overeenstemming zijn in her beginselprogramma van kunstenaars, en<br />

overeenstemming in <strong>de</strong>, door <strong>de</strong> kunstenaars bepaal<strong>de</strong>, veran<strong>de</strong>ring van stand van<br />

zaken . Dit is nu her probleem : is er op grond van laatstgenoemd facet sprake van<br />

een Amsterdamse school of niet?<br />

De groep<br />

Uit <strong>de</strong> vakliteratuur over <strong>de</strong> jaren tachtig en negentig blijkt dui<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> behoefte<br />

een nieuw ingegane perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst to signaleren, waarbij uitgegaan<br />

wordt van een groepsvorming van schil<strong>de</strong>rs . Zo omschrijft Marius <strong>de</strong> gehele<br />

generatie van omstreeks i 86o geboren kunstenaars als : 'reactie <strong>de</strong>r Amsterdamse<br />

jongeren' ; an<strong>de</strong>ren noemen <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> die van <strong>de</strong> 'Amsterdammers van Allebe'<br />

(Plasschaert), `Mannen van '8o', `School van Allebe' (Knuttel), `Amsterdamse impressionisten<br />

- steeds impressionisme' (Hammacher), ofwel <strong>de</strong> 'Amsterdamse<br />

school' (Luns, Colmjon)?<br />

Dat er een beweging to constateren viel in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> r 88o-r 89o, en dat er aanwijsbare<br />

contacten tussen een aantal kunstenaars beston<strong>de</strong>n, daar is men <strong>het</strong> over<br />

eens .<br />

Twee factoren die als bin<strong>de</strong>nd beschouwd wor<strong>de</strong>n, komen dui<strong>de</strong>lijk in <strong>de</strong> benamingen<br />

naar voren : <strong>de</strong> eerste in <strong>de</strong> persoon van Allebe, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> - daar nauw<br />

mee samenhangend - in <strong>de</strong> plaats van han<strong>de</strong>ling, namelijk Amsterdam . Dit in<br />

zi


tegenstelling tot <strong>de</strong> Haagse School, <strong>de</strong> `nieuwlichters' van <strong>de</strong> jaren zestig en zeven-<br />

tig, met een in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> '8o reeds gevestig<strong>de</strong> reputatie .<br />

Maar <strong>de</strong> problemen beginnen bij her vaststellen van wie nu tot <strong>de</strong>ze beweging<br />

behoor<strong>de</strong> . Zo wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> in Den Haag opgelei<strong>de</strong> Breitner en Isaac Israels als <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rs van Amsterdam en '8o bestempeld . Zeker, zij vestig<strong>de</strong>n zich in Amster-<br />

dam en schreven zich bei<strong>de</strong>n in bij <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten<br />

on<strong>de</strong>r Allebe . Maar zij <strong>de</strong><strong>de</strong>n dit pas in 1886, een jaar waarin <strong>de</strong> overige tot <strong>de</strong><br />

beweging gereken<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie al weer verlaten had<strong>de</strong>n . Met <strong>de</strong> ove-<br />

rigen wor<strong>de</strong>n over her algemeen aangeduid : Derkin<strong>de</strong>ren, Haverman, Karsen,<br />

Van Looy, Toorop, Van <strong>de</strong>r Valk, Veth, en Witsen . Een aantal an<strong>de</strong>re schil<strong>de</strong>rs,<br />

als bij<strong>voor</strong>beeld Voerman en Meiners, wor<strong>de</strong>n niet of nauwelijks genoemd .<br />

De Amsterdamse Aca<strong>de</strong>mie en August Allebe<br />

Alle bovengenoem<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs waren woonachtig en werkzaam in Amsterdam .<br />

Ze waren alien geduren<strong>de</strong> langere of kortere tijd ingeschreven aan <strong>de</strong> Rijks-Aca-<br />

<strong>de</strong>mie, waaraan August Allebe was verbon<strong>de</strong>n, vanaf 1870 als professor, vanaf<br />

188o als hoogleraar-directeur . Hoezeer <strong>het</strong> om Allebe, en niet om <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie als<br />

geheel ging, blijkt nit een brief d .d. zz juli 1885 van Verb, waarin <strong>de</strong>ze zijn besluit<br />

<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie to verlaten aan Allebe mee<strong>de</strong>elt : `[ . . .]Van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie to schei<strong>de</strong>n<br />

toch was met zoo'n heel moeielijke zaak, als her niet was dat dit ook met zich<br />

meedroeg zich to onttrekken aan Uwe leiding . Maar ik meen to mogen hopen dat<br />

U ook buiten Uw ambt nog wel een Nestor <strong>voor</strong> jeugdige dolen<strong>de</strong>n zal willen<br />

blijven' .<br />

Dit is geen ij<strong>de</strong>le hoop gebleken . Niet alleen Verb, maar ook Witsen en Van<br />

Looy bleven contact hou<strong>de</strong>n met Allebe, lang nadat zij <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie verlaten had<strong>de</strong>n<br />

. Her belang dat <strong>de</strong> nieuwe generatie schil<strong>de</strong>rs aan leermeester Allebe hechtten,<br />

verwoord<strong>de</strong>n Verb en Derkin<strong>de</strong>ren door hem respectievelijk als 'wegwijzer en<br />

zuiveraar in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse schil<strong>de</strong>rkunst' en 'her geweten van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne schil-<br />

<strong>de</strong>rkunst' to betitelen .<br />

Over her on<strong>de</strong>rwijs schrijft Wally Moes : 'Zijn wijze van on<strong>de</strong>rrichten was zeer<br />

belangwekkend . Er was iets in dat prikkel<strong>de</strong> om zich tot <strong>het</strong> uiterste in to spannen .<br />

Zijn correcties waren een lust <strong>voor</strong> <strong>het</strong> oog . Met zwier zette <strong>de</strong> zekere hand <strong>de</strong><br />

stoute lijnen ineens neer, zon<strong>de</strong>r zoeken, tasten of aarzelen en zij ston<strong>de</strong>n in grote<br />

zuiverheid[ . . .] Allebe leer<strong>de</strong> ons niet haastig to grijpen naar een misschien onbe-<br />

reikbaar i<strong>de</strong>aal, maar dwong ons met geduld en <strong>de</strong>emoed bij her begin to beginnen<br />

en niets onbelangrijk to achten . Hij leid<strong>de</strong> zijn jongeren in tot <strong>de</strong> har<strong>de</strong> school<br />

waar men <strong>voor</strong> alles leert to on<strong>de</strong>rzoeken en met zichzelf to kampen . Hij <strong>de</strong>ed war<br />

<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ate meester behoort to doen, hij sterkte en beschaaf<strong>de</strong> leerlingen .'<br />

Allebe leg<strong>de</strong> <strong>de</strong> nadruk op bet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> knie krijgen van <strong>de</strong> grondbeginselen <strong>de</strong>r<br />

techniek, omdat hij her gevaar inzag van bet schijnbaar gemakkelijke impressio-<br />

nistische schil<strong>de</strong>ren. Zo prijst <strong>de</strong> criticus A .C . Loffelt Breitners 'ruimen genialen<br />

blik op groepeering en beweging', <strong>voor</strong>spelt hem een grote toekomst, maar raadt<br />

hem wet aan `<strong>de</strong> juistheid <strong>de</strong>r teekening niet to veronachtzamen' . Wellicht zocht<br />

Breitner hierom, vanwege een onzekerheid over zijn technisch kunnen, ook zijn<br />

hell bij Allebe aan <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie to Amsterdam .<br />

Z2


Verschei<strong>de</strong>nheid<br />

`De Teekenklas <strong>de</strong>r Rijksaca<strong>de</strong>mie', door<br />

Jacobus van Looy (dubbele tekening z .j . ;<br />

part . coll .)<br />

Ook al zijn <strong>de</strong> lessen van Allebe en her woonachtig zijn to Amsterdam belangrijk<br />

geweest <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vorming van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> jaren tachtig van <strong>de</strong> vorige eeuw,<br />

<strong>de</strong>ze factoren lei<strong>de</strong>n met tot een dui<strong>de</strong>lijke herkenbaarheid van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs als<br />

groep . Zowel <strong>de</strong> wijze van schil<strong>de</strong>ren als <strong>de</strong> gekozen on<strong>de</strong>rwerpen vertonen een<br />

grote verschei<strong>de</strong>nheid bij bovengenoem<strong>de</strong> kunstenaars .<br />

Als illustratie mogen dienen <strong>de</strong> drie portretten die gemaakt zijn van H .G . Samson<br />

3 , een arts die zich bewoog in <strong>de</strong> Amsterdamse kring van schil<strong>de</strong>rs, schrijvers<br />

en in kunst geinteresseer<strong>de</strong>n . Zijn in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren bijeengebrachte kunstcollectie<br />

bevatte on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> eerste tot en met <strong>de</strong> negen<strong>de</strong> jaargang van <strong>de</strong> Portefeuille<br />

van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Etsclub (1886-1895), benevens werken van tijdgenoten<br />

als Bauer, Breitner, Dijsselhof, Isaac Israels, Karsen, Veth en Witsen .<br />

Behalve door Veth is Henri Samson geschil<strong>de</strong>rd door Israels en Breitner . De<br />

laatste twee portretten vertonen belangrijke verschillen met dat van Veth . In tegenstelling<br />

tot diens strakke, streng geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> portret, met hier en daar sterk<br />

lineaire accenten, zijn die van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> impressionisten met rake, losse penseelstreken<br />

in bre<strong>de</strong> toetsen opgezet, spontaan, vlot, mil<strong>de</strong>r van expressie . Zij waren her<br />

resultaat van een wed<strong>de</strong>nschap : <strong>de</strong> vertolking van Veth was met naar <strong>de</strong> zin van<br />

Breitner en Israels; zij besloten to proberen <strong>het</strong> beter to doen .<br />

En met alleen zijn in <strong>het</strong> werk van <strong>de</strong>ze drie schil<strong>de</strong>rs weinig overeenkomsten<br />

aan to tonen . Hoe valt <strong>het</strong> werk van Derkin<strong>de</strong>ren met dat van Van Looy to rij men,<br />

hoe past Toorop in <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> rijtje als Haverman?<br />

Uit <strong>het</strong> bovenstaan<strong>de</strong> kan men conclu<strong>de</strong>ren dat er door <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs, werkzaam in<br />

Amsterdam en in meer<strong>de</strong>re of min<strong>de</strong>re mate gevormd door A1166, in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

188o-1890 een an<strong>de</strong>re weg werd ingegaan dan die van <strong>de</strong> dan erken<strong>de</strong> en gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

Haagse School . Maar <strong>de</strong> vraag of men nu kan spreken van een Amsterdamse<br />

school, of er nu door een groep schil<strong>de</strong>rs gewerkt werd aan een eensgezind en<br />

dui<strong>de</strong>lijk i<strong>de</strong>aal, blijft onbeantwoord .<br />

2 3


H .G . Samson, door Jan Veth (1893)<br />

De kunstkritiek in De Nieuwe Gids<br />

H .G . Samson, door Isaac Israels (1893/94)<br />

Over <strong>het</strong> algemeen wordt in <strong>de</strong> literatuur over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van '8o bet i<strong>de</strong>e van een<br />

school, van groepsvorming, alleen positief bena<strong>de</strong>rd : waar wil<strong>de</strong> men naar toe?<br />

Interessant is <strong>het</strong> ook <strong>de</strong> negatieve kant to bekijken : waar wil<strong>de</strong> men van af? Want<br />

zou dit aanwijsbaar zijn, dan wordt bet belang, aan <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> gehecht, begrijpelijk<br />

. Immers, <strong>voor</strong> men tot jets nieuws kan komen, wat dat ook wor<strong>de</strong>n zal,<br />

moet men zich eerst ter<strong>de</strong>ge los maken van bet ou<strong>de</strong> . De gemeenschappelijke <strong>de</strong>ler<br />

wordt dan bet breken met <strong>de</strong> tot dan toe heersen<strong>de</strong> kunstnormen en -vormen, los<br />

van een dui<strong>de</strong>lijk i<strong>de</strong>e van waar men naar toe wil .<br />

Dit breken met <strong>de</strong> tot dan toe heersen<strong>de</strong> kunstnormen is dui<strong>de</strong>lijk waar to nemen<br />

in <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> kunstkritiek . In <strong>de</strong> prospectus <strong>voor</strong> De Nieuwe<br />

Gids schrijft Frank van <strong>de</strong>r Goes : `De redactie van De Nieuwe Gids stelt zich in <strong>de</strong><br />

eerste plaats <strong>voor</strong>, hare beginselen van aest<strong>het</strong>ische en historische kritiek to ontwikkelen[<br />

. . .1', beginselen, welke volgens <strong>de</strong> prospectus zo verschillend zou<strong>de</strong>n<br />

zijn van die van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re generatie dat die alleen al <strong>de</strong> oprichting van een nieuw<br />

tijdschrift billijkten . De schil<strong>de</strong>rs die als critici meewerkten waren Jan Veth, Willem<br />

Witsen, Maurits van <strong>de</strong>r Valk, Ed Karsen en Rick Roland Holst, alsme<strong>de</strong> een<br />

groot aantal an<strong>de</strong>re leerlingen en oud-leerlingen van <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie to Amsterdam,<br />

die misschien niet hebben bijgedragen aan bet tijdschrift, maar die actief<br />

betrokken waren in <strong>de</strong> doorbraak van nieuwe i<strong>de</strong>een wat betreft kunst en kunstkritiek<br />

: Jacobus van Looy, Jan Haverman, Antoon Derkin<strong>de</strong>ren, George Breitner,<br />

Jan Toorop, Isaac Israels, Etha Fles en Saar <strong>de</strong> Swart .<br />

De nieuwe generatie kunstkritici van De Nieuwe Gids wees bet kritiseren aan<br />

<strong>de</strong> hand van geschematiseer<strong>de</strong> kunsttheorie af, in tegenstelling tot <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re generatie<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld Vosmaer en Alberdingk Thijm) . Zoals men met kan leren een<br />

z 4


Zelfportret (11887), door Jan Pieter Veth<br />

H .G . Samson, door G .H . Breitner (1893) (Dordrechts Mus .)<br />

kunstenaar to zijn, zo kan men niet leren kunst to begrijpen, als her gevoel er<strong>voor</strong><br />

ontbreekt . Deze bena<strong>de</strong>ring van kunst hield in dat elk kunstwerk zuiver en alleen<br />

beoor<strong>de</strong>eld kon wor<strong>de</strong>n op zijn individuele verdiensten . Niet langer bestond <strong>de</strong><br />

kunstkritiek uit <strong>het</strong> toetsen van een kunstwerk aan inhoud of regels, <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp<br />

was met langer belangrijker dan <strong>de</strong> stijl . Het werd meer een gevoelsmatige<br />

dan een theoretische aangelegenheid. Derhalve kon<strong>de</strong>n alleen kunstenaars - op<br />

grond van hun eigen ervaringen - <strong>de</strong> gevoelens en mid<strong>de</strong>len van expressie van<br />

an<strong>de</strong>re kunstenaars naar waar<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>len 4<br />

Verenigingen<br />

Men mag aannemen dat <strong>de</strong> houding van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs ten opzichte van kunstnormen<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> was als die ten opzichte van <strong>de</strong> kunstvormen . Belangrijk zijn <strong>de</strong><br />

innerlijke impulsen, <strong>de</strong> individuele expressies . 'Geen enkele theorie of opvatting<br />

doet terzake, her gaat erom of 't werk gevoeld, persoonlijk gevoeld, persoonlijk<br />

weergegeven is,' zo schrijft Witsen on<strong>de</strong>r her pseudoniem W .J . van Wester<strong>voor</strong><strong>de</strong>n<br />

in 11887 in De Nieuwe Gids .<br />

Als dit een gemeenschappelijke <strong>de</strong>ler zou zijn, dan is <strong>het</strong> dui<strong>de</strong>lijk dat noch<br />

eenheid in wijze van schil<strong>de</strong>ren noch in <strong>de</strong> keuze van on<strong>de</strong>rwerpen to vin<strong>de</strong>n is bij<br />

bovengenoem<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs . Zo zou men kunnen spreken van een 'negatieve'<br />

school, met to <strong>de</strong>finieren naar een gemeenschappelijk doel, terug to vin<strong>de</strong>n in hun<br />

werk, maar naar een gemeenschappelijk afzetten tegen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> en gevestig<strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

in <strong>de</strong> kunst .<br />

Dit zich afzetten tegen ou<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r nieuwe to formuleren bracht grote<br />

onzekerheid met zich mee . De schil<strong>de</strong>rs werkten in een zichzelf opgelegd vacuum,<br />

2 5


met als enig houvast <strong>de</strong> wetenschap niet als enige <strong>voor</strong> dit vacuum gekozen to<br />

hebben . Hoe belangrijk <strong>de</strong> contacten tussen <strong>de</strong> nieuwe generatie van kunstenaars<br />

waren, weerspiegelt zich in <strong>de</strong> in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> sterke drang naar vorming van<br />

groepen en verenigingen, in <strong>het</strong> elkaar opzoeken in openbare en besloten ontmoetingsplaatsen<br />

5 , in her grote aantal correspon<strong>de</strong>nties uit <strong>de</strong>ze tijd, in <strong>de</strong> oprichting<br />

van nieuwe, <strong>voor</strong> en door <strong>de</strong> nieuwe generatie geschreven periodieken, en wellicht<br />

ook doordat al gevestig<strong>de</strong> kunstenaars als Breitner en Israels weer lessen nemen<br />

aan <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie .<br />

Zo wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> jaren 1880-1890 <strong>de</strong> hieron<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> verenigingen opgericht,<br />

waarbij uit <strong>de</strong> doelstellingen her vaak op intellectuele wijze zoeken naar<br />

nieuwe waar<strong>de</strong>n blijkt .<br />

Over <strong>het</strong> ontstaan van <strong>de</strong> kunstenaarsvereniging Sint Lucas schrijft Veth : 'Toen<br />

in october 188o her nieuwe leerjaar aan <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten<br />

inging, openbaar<strong>de</strong> zich al spoedig on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jongelui een streven, dat daar<br />

tevoren vreemd of tenminste onuitgesproken was gebleven . Men gevoel<strong>de</strong> behoefte<br />

aan gemeenschappelijk samenwerken, aan ontwikkeling door wrijving van gedachten<br />

.'<br />

In 1881 werd <strong>de</strong> letterkundige vereniging Flanor opgericht met als doel her<br />

beoefenen van fraaie letteren, haar bloei to bevor<strong>de</strong>ren en <strong>het</strong> hou<strong>de</strong>n van gedachtenwisselingen<br />

op dit terrein evenals op an<strong>de</strong>re terreinen van wetenschap en<br />

kunst . Zo wer<strong>de</strong>n niet alleen literatoren, maar ook schil<strong>de</strong>rs lid van <strong>de</strong>ze vereniging<br />

. En Flanor werkte in zekere zin mee aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereiding van De Nieuwe<br />

Gids . Immers, Flanor bracht jonge geinteresseer<strong>de</strong> mensen bij elkaar en tij<strong>de</strong>ns<br />

napraten na <strong>de</strong> bijeenkomsten in een of an<strong>de</strong>r Amsterdams koffiehuis kwamen<br />

dui<strong>de</strong>lijk i<strong>de</strong>een naar voren, die bijdroegen tot her ontstaan van dit tijdschrift .<br />

Zoals Maurits Men<strong>de</strong>s da Costa schrijft : `Onzin ware <strong>het</strong> to beweren dat De Nieuwe<br />

Gids uit Flanor is <strong>voor</strong>tgesproten ; evenwel geloof ik stellig en vast dat, wanneer<br />

Flanor nooit had bestaan, <strong>de</strong> Nieuwe Gids wet ooit zou zijn opgericht, maar<br />

zeker niet reeds in 1885' .<br />

Aan <strong>de</strong> oprichting van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Etsclub lag behalve <strong>het</strong> stimuleren van<br />

<strong>de</strong> Etskunst en een drang tot manifestatie ook <strong>de</strong> wil tot her hou<strong>de</strong>n van kunstbeschouwingen<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>het</strong> etsen ten grondslag . Deze kunstbeschouwingen echter<br />

zijn al snel afgeschaft . Veth schrijft op 14 november 1885 : `De kunstbeschouwingen<br />

lij ken ons bij na<strong>de</strong>r inzien onpractisch daar <strong>de</strong> lee<strong>de</strong>n zoowel werken<strong>de</strong> als<br />

kunstlieven<strong>de</strong> veel to veel ver<strong>de</strong>eld zijn' . Hoewel ook bij <strong>de</strong> jonge etsers geen dui<strong>de</strong>lijke<br />

overeenstemming was hoe <strong>de</strong> etskunst to ontwikkelen, zijn zij <strong>het</strong> eens over<br />

<strong>de</strong> noodzaak <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> etskunst, namelijk als reproduktietechniek,<br />

los to laten . `In onzen tijd, waarin men zulke volmaakte reproducties van<br />

schil<strong>de</strong>rijen kan bekomen als <strong>de</strong> Braunfotografieen, heeft een vlijtige, maar zoodanig<br />

geestelooze, zoozeer kou<strong>de</strong>, qua kleur gemankeer<strong>de</strong> ets, o .i . geen re<strong>de</strong>n van<br />

bestaan', zo schrijft Veth in De Nieuwe Gids .<br />

De oprichting van <strong>de</strong> Etsclub beteken<strong>de</strong> een pleidooi <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nieuwe etskunst,<br />

en dit pleit was niet makkelijk gewonnen, blijkens kritieken door Vosmaer en<br />

Stang in <strong>de</strong> Spectator (1887) : `Doch om hunne min<strong>de</strong>re bekwaamheid to verbloemen<br />

zoeken <strong>de</strong> nieuwe etsers <strong>de</strong> lijnen in <strong>het</strong> algemeen to vermij<strong>de</strong>n, en zoo wordt<br />

<strong>de</strong> nieuwere ets meer een prent van schraap- of zwarte kunst, dan een ets' .<br />

z6


Deze georganiseer<strong>de</strong> en ongeorganiseer<strong>de</strong> contacten tussen <strong>de</strong> generatie van <strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong> jaren tachtig werken<strong>de</strong> kunstenaars vorm<strong>de</strong>n een stabiliserend element in een<br />

tamelijk onzeker gewor<strong>de</strong>n wereld . Tevens was er een inhou<strong>de</strong>lijk houvast dat her<br />

artistieke risico war verklein<strong>de</strong>, maar dat tegelijkertijd meer stimulansen en communicatie<br />

mogelijk maakte . Ondanks dit opzoeken van elkaar bleven echter <strong>de</strong><br />

innerlijke impulsen en individuele expressies <strong>de</strong> boventoon voeren .<br />

De Schil<strong>de</strong>rkundige Beweging<br />

Resumerend kan men zeggen dat er in <strong>de</strong> jaren tachtig sprake was van een streven<br />

naar veran<strong>de</strong>ring van zaken, meningen en opvattingen- waarbij een on<strong>de</strong>rscheid<br />

gemaakt moet wor<strong>de</strong>n tussen 'negatieve', 'neutrale' en `positief bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> factoren<br />

- die tot <strong>de</strong>ze beweging leid<strong>de</strong> . Negatief verbon<strong>de</strong>n waren <strong>de</strong> kunstenaars in<br />

her zich afzetten tegen ou<strong>de</strong> kunstnormen en -vormen ; neutraal verbon<strong>de</strong>n waren<br />

zij in <strong>de</strong> gemeenschappelijke achtergrond, hun woven en werken in Amsterdam en<br />

hun lessen van Allebe aan <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie . Over her positief bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> element,<br />

her in her werk van <strong>de</strong> nieuwe generatie terug to vin<strong>de</strong>n beginsel, zegt Huizinga in<br />

Leven en Werk van Jan Veth (1917) : `In her felle verzet <strong>de</strong>r eerste vernieuwers<br />

tegen onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wetenschappelijkheid en nuchtere huisbakkenheid stak een<br />

heilige hartstocht en hooge bezieling en ook een weinig schooljongensachtigheid .<br />

Zij had<strong>de</strong>n een an<strong>de</strong>re wereld ont<strong>de</strong>kt, die van <strong>de</strong> schoonheid nit to na<strong>de</strong>ren<br />

scheen . Nu zagen zij <strong>de</strong> schoonheid en niet meer dan <strong>de</strong> schoonheid' . Dit zeer<br />

subjectieve uitgangspunt komt ook dui<strong>de</strong>lijk naar voren in <strong>de</strong> ontwikkelingen van<br />

<strong>de</strong> kunstkritiek, die naar <strong>de</strong> nieuwe i<strong>de</strong>een niet langer gebaseerd mocht wor<strong>de</strong>n op<br />

analytisch getheoretiseer, maar alleen 'impressies van een impressie' kon<strong>de</strong>n zijn,<br />

geuit door een kunstenaar die begrip en gevoel had <strong>voor</strong> her vak .<br />

Wanneer dit nu <strong>de</strong> elementen zijn op grond waarvan men spreken kan van een<br />

Amsterdamse school, dan zal <strong>de</strong> onmogelijkheid een aantal schil<strong>de</strong>rs naar hun<br />

werk bij die school in to <strong>de</strong>len dui<strong>de</strong>lijk zijn . Immers, geen dui<strong>de</strong>lijker doelstelling<br />

werd geformuleerd waaraan een werk moest beantwoor<strong>de</strong>n, dan dat <strong>het</strong> gevoeld,<br />

persoonlijk gevoeld en weergegeven moest zijn .<br />

Deze subjectiviteit verklaart ook her steeds weer terugkeren<strong>de</strong> probleem in <strong>de</strong><br />

literatuur over <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> . Enerzijds <strong>de</strong> behoefte <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> als een beweging to<br />

benoemen, an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> onmogelijkheid dui<strong>de</strong>lijk to bepalen wie bier wel toe<br />

behoor<strong>de</strong> en wie niet . De eenheid in beginsel is to vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> oorzaak van <strong>de</strong><br />

beweging, maar niet in <strong>de</strong> gevolgen daarvan, in her werk waartoe dit beginsel<br />

leid<strong>de</strong> .<br />

De breuk met <strong>de</strong> vorige generatie was ook met absoluut . le<strong>de</strong>r die zich afzette<br />

tegen her i<strong>de</strong>e dat in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst theorie en on<strong>de</strong>rwerpkeuze belangrijker<br />

waren dan her schil<strong>de</strong>rij zelf, ie<strong>de</strong>r die her zeer individualistische est<strong>het</strong>icisme van<br />

<strong>de</strong> nieuwe generatie aanhing, on<strong>de</strong>rvond waar<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> nieuwlichters .<br />

Aan <strong>de</strong> hand van dit `afzetten tegen' en 'openstaan <strong>voor</strong>' kan bepaald wor<strong>de</strong>n<br />

wie nu bij <strong>de</strong> beweging hoor<strong>de</strong>, niet op grond van her werk, maar vanuit <strong>de</strong> i<strong>de</strong>een<br />

van <strong>de</strong> kunstenaars . De hieron<strong>de</strong>r volgen<strong>de</strong> tabel laat zien wie lid waren van <strong>de</strong><br />

2 7


O<br />

O OA<br />

C<br />

v'><br />

N<br />

V .-<br />

a<br />

~ U.<br />

a 'u<br />

manifesteer<strong>de</strong>n zich <strong>voor</strong>al na 1890<br />

i = kunstkritiek ; z = proza ; 3 = poezie .<br />

Z8<br />

v<br />

1<br />

.<br />

C<br />

v<br />

i<br />

H<br />

w<br />

e<br />

o<br />

o<br />

b<br />

y<br />

3<br />

cam,<br />

V<br />

b C<br />

1871-75 N. van <strong>de</strong>r Waay 1855 - 1936<br />

1871-77 E .S . Witkamp 1854-1897 +<br />

1875/83 Mw .Th . Schwarze 1851-1918 +<br />

1874-78/ H .J . Haverman 1857-1928 +(5) + +<br />

1881-86<br />

1876-78/ Mw . W .W . Moes 1856-1918 +<br />

1880-84<br />

1876-77 W .B . Tholen 1860-1931 + +<br />

1876-83 P. Meiners 1857-1903 188o-8z +<br />

1876-79/ A.G .A . van Rappard 1858-18gz<br />

1886-88<br />

1876-80/ J . Voerman 1 857 -1 94 1<br />

1881-83<br />

1876-84 W .A . Witsen 186o-19z3 1880-84 +(4) + +<br />

1876-81 J .C . Braakensiek 1858-1940 1880-81<br />

1877-84 J . van Looy 1855-1930 1880-84 +(16) 2 en 3 + +<br />

1878-84 M .W . van <strong>de</strong>r Valk 1 857 -1 935 1880-84 1 + +<br />

1878-85 J .E . Karsen 186o-1941 1880-83 1 + +<br />

1879-87 A.J .le Gras 1864-1915 1881-?<br />

188o-8z J .T. Toorop°` 1858-19z8 188o-8z + +<br />

1880-85 J .P. Verb 1864-1925 1881-84 +(6) en 3 + +<br />

188o-8z/ A.J . Derkin<strong>de</strong>ren' 1859-1925 188o-8z/ + +<br />

1884-85 1884<br />

188o-84 G .G . Muller 1861-1929 1882-84 +(z6)<br />

1881-83 Mw . G .H . Marius 18 54 -1 9 1 9<br />

1881-84 Mw . M .T .J . Fles 1857-1948 ? +<br />

1882-83 Mw . S . Robertson 1855-1922<br />

1882-86 Mw . A .C . Vis 1863-<br />

1883-85 Mw . A .D . Dirks 1863-1928<br />

1883-88/ F . Hart Nibbrig 1866-1915 1883-?<br />

1889-90<br />

1883-88 H.M . Krabbe 1868-1931<br />

1885-9o R.N . Roland Holst* 1868-1938 1 +<br />

1886-87 G .H . Breitner 1857-1923 +<br />

1886-87 1 .Israels 1865 - 1934 ?<br />

V v3<br />

z<br />

Q<br />

y<br />

-V<br />

v<br />

3<br />

w<br />

N<br />

u<br />

F j<br />

c<br />

C<br />

4<br />

a<br />

z en<br />

;Y<br />


verenigingen, waarin <strong>de</strong> nieuwe generatie elkaar opzocht, alsook welke kunstenaars<br />

als leerling ingeschreven waren aan <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie van Allebe .<br />

Vanuit <strong>de</strong>ze gegevens lijkt <strong>de</strong> conclusie gerechtvaardigd dat her zwaartepunt van<br />

<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkundige beweging lag bij Witsen, Van Looy, Van <strong>de</strong>r Valk, Karsen en<br />

Veth, dat zij <strong>de</strong> vertolkers waren van <strong>de</strong> nieuwe i<strong>de</strong>een over kunst in <strong>de</strong> jaren<br />

tachtig van <strong>de</strong> vorige eeuw .<br />

War Breitner en Israels betreft (in <strong>de</strong> literatuur meestal als grondleggers van <strong>de</strong><br />

beweging genoemd) : hun werk sloot aan bij <strong>de</strong> nieuwe kunstopvattingen . Zij waren<br />

echter geenszins grondleggers van dat nieuwe streven naar veran<strong>de</strong>ring .<br />

De in <strong>het</strong> begin genoem<strong>de</strong> algemene <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n om to kunnen spreken van<br />

een schil<strong>de</strong>rkundige school zijn van toepassing op <strong>de</strong> jaren tachtig : <strong>het</strong> streven<br />

naar veran<strong>de</strong>ring, gebon<strong>de</strong>n aan een bepaal<strong>de</strong> tijdsduur, in on<strong>de</strong>rling contact tussen<br />

<strong>de</strong> vernieuwers . Het belangrijkste facet, <strong>de</strong> in her werk terug to vin<strong>de</strong>n gemeenschappelijke<br />

<strong>de</strong>ter, ontbreekt echter, waardoor er verwarring ontstaat wanneer<br />

men <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> als `school' wil betitelen . Het veel min<strong>de</strong>r absoluut klinken<strong>de</strong><br />

'beweging' lijkt dan ook beter op zijn plaats .<br />

Een volgehou<strong>de</strong>n est<strong>het</strong>icisme vervalt buitengewoon licht tot conventie en retoriek,<br />

stelt Huizinga . De ver<strong>de</strong>eldheid in <strong>de</strong> jaren tachtig over <strong>de</strong> vraag waartoe <strong>de</strong><br />

`De uitvaart van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Etsclub', door Marius Bauer (in : De Kroniek van r9<br />

januari r896) .Achter <strong>de</strong> lijkbaar met <strong>de</strong> fles etswater wan<strong>de</strong>len <strong>de</strong> belangrijkste le<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> club . On<strong>de</strong>r hen o .a . Therese Schwartze, Etha Fles en Wally Moes (in bet rijtuig),<br />

Haverman (<strong>de</strong> kale man links), Marius Bauer (met <strong>de</strong> bun<strong>de</strong>l `schuld' in <strong>de</strong> hand),<br />

Toorop (met <strong>de</strong> witte cape), Van <strong>de</strong>r Maarel (tussen hen in met <strong>de</strong> hand aan <strong>de</strong> hoed),<br />

Zilcken (met <strong>de</strong> krans 'bestuur') en Verb (met <strong>de</strong> lijkre<strong>de</strong> in <strong>de</strong> hand) .<br />

2.9


nieuwe i<strong>de</strong>een moeten lei<strong>de</strong>n - op dat moment nog een re<strong>de</strong>n waarom men dit<br />

tijdperk als 'beweging' betitelt - is tegelijkertijd <strong>de</strong> oorzaak van <strong>het</strong> uiteenvallen<br />

van die beweging . De grondslag ervan droeg <strong>het</strong> element van eindigheid in zich .<br />

Elke kunstenaar vond in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> jaren tachtig weer een plaats in een nieuw<br />

gevestig<strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> jaren negentig . Elk trad, zich een eigen weg kiezend, uit dat<br />

zelf opgeleg<strong>de</strong> vacuum . Her zich afzetten tegen ou<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n impliceert <strong>het</strong><br />

zoeken naar nieuwe, die - eenmaal gevon<strong>de</strong>n - even hartstochtelijk aangehangen<br />

wor<strong>de</strong>n als men zich tegen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> afzette . Zo verviel ook <strong>de</strong> behoefte zich<br />

verbon<strong>de</strong>n to weten in kunstenaarsverenigingen, immers : aan <strong>de</strong> onzekerheid was<br />

een eind gekomen .<br />

Witsen, Veth en Van Looy verlaten in 1884 Sint Lucas, naar aanleiding van onenighe<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re le<strong>de</strong>n . Verb schrijft hierover in <strong>de</strong> notulen : 'Zooals in her<br />

begin van dit verslag werd aangetoond, werd uit behoefte aan ontwikkeling, aan<br />

wrijving van gedachten on<strong>de</strong>rling St .Lucas geboren . Nooit kan bet doel zijn om<br />

een gezellig gezelschap to vormen, dat op bepaal<strong>de</strong> avon<strong>de</strong>n bijeenkwam, om to<br />

causeeren over zaken van geen belang . St.Lucas blijve <strong>voor</strong>namelijk op intellectueel<br />

gebied werkzaam,[ . . .]'<br />

Flanor ging gelei<strong>de</strong>lijk ter ziele na <strong>de</strong> oprichting van De Nieuwe Gids. Rond<br />

1890 kwam ook een ein<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> bloeitijd van <strong>de</strong> kunstkritiek in De Nieuwe<br />

Gids . Witsen en Van <strong>de</strong>r Valk lever<strong>de</strong>n in 1888 hun laatste bijdragen, Veth schreef<br />

vanaf 189o on<strong>de</strong>r eigen naam . De Etsclub tenslotte werd in 1889 opgeheven .<br />

Witsen, Van Looy en Van <strong>de</strong>r Valk had<strong>de</strong>n in 1884 <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie verlaten ; Karsen<br />

en Veth volg<strong>de</strong>n in 1885 .<br />

En hoewel Amsterdam een belangrijke plaats bleef om elkaar to ontmoeten en<br />

op <strong>de</strong> hoogte to blijven, voel<strong>de</strong> men niet meer <strong>de</strong> noodzaak er ook to wonen .<br />

De jaren tachtig-negentig zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse kunst in bet algemeen van zeer<br />

groot belang geweest . Rond 1890 ontstond er een behoefte aan meer stijl en stel-<br />

George Breitner en Maurits van <strong>de</strong>r Valk (foto : J . Jessurun <strong>de</strong> Mesquita, coil . mevr . L.<br />

van <strong>de</strong>r Valk-Gerretsen, Laren)<br />

3 0


ligheid, aan een dui<strong>de</strong>lijke richting, <strong>voor</strong> een groot <strong>de</strong>el berustend op <strong>de</strong> reactie<br />

tegen her overmatig individualisme <strong>de</strong>r eerste Tachtigers . Maar juist dankzij dit<br />

zelfgekozen individualistische niemandsland, waarin alleen <strong>de</strong> zeer subjectieve<br />

schoonheid in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst gezocht werd, kregen <strong>de</strong> kunstenaars <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

nieuwe richtingen to zoeken om uitein<strong>de</strong>lijk nieuwe i<strong>de</strong>alen to kunnen formuleren<br />

. Her belang van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkundige beweging van Tachtig moet dan ook<br />

gezocht wor<strong>de</strong>n - niet zozeer in <strong>het</strong> werk van <strong>de</strong> hierboven als <strong>voor</strong>trekkers van<br />

<strong>de</strong> beweging beschouw<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs - als wel in her door die schil<strong>de</strong>rs zelf verkozen<br />

vacuum, in her zoeken naar nieuwe i<strong>de</strong>alen . Dit vacuum gaf <strong>de</strong> generatie van<br />

Tachtig en <strong>de</strong>genen die na hen kwamen, <strong>de</strong> ruimte zich to ontwikkelen in <strong>de</strong> richting<br />

die uit henzelf <strong>voor</strong>tkwam, ongehin<strong>de</strong>rd door ou<strong>de</strong> kunstnormen en -vormen<br />

.<br />

De schil<strong>de</strong>rs bij Sint Lucas en Flanor 7<br />

Sint Lucas<br />

Gezeten op <strong>de</strong> har<strong>de</strong> vloer van <strong>de</strong> kamer van Piet Meiners en Fre<strong>de</strong>ric Nachtweh,<br />

on<strong>de</strong>r her genot van een pijp en een glas cognac, sme<strong>de</strong>n tien leerlingen van <strong>de</strong><br />

Rijks-Aca<strong>de</strong>mie plannen <strong>voor</strong> een kunstenaarsvereniging <strong>voor</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

Amsterdamse Aca<strong>de</strong>mie . De jonge schil<strong>de</strong>rs von<strong>de</strong>n nauwelijks aansluiting bij <strong>de</strong><br />

gevestig<strong>de</strong> kunstenaarssocieteit Arti Amicitiae . De bekendste van <strong>de</strong> oprichters op<br />

die eerste bijeenkomst zijn Derkin<strong>de</strong>ren, Van Looy, Van <strong>de</strong>r Valk en Witsen . Her<br />

gezelschap wordt in <strong>de</strong>cember aangevuld met Karsen en Toorop . De jongste leerling<br />

van <strong>de</strong> Rijks-Aca<strong>de</strong>mie, <strong>de</strong> zestienjarige Veth wordt pas in maart 18 81 lid van<br />

<strong>de</strong> vereniging en vervult vanaf dan tot februari 1884 <strong>de</strong> functie van secretaris .<br />

Het doel van Sint Lucas is her bevor<strong>de</strong>ren van `<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge ontwikkeling en<br />

vriendschappelijke omgang' . Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> wekelijkse bijeenkomsten vin<strong>de</strong>n discussies<br />

plaats, er wor<strong>de</strong>n lezingen gehou<strong>de</strong>n en kunstbeschouwingen gegeven met<br />

behulp van foto's, etsen en gipsafgietsels . Opmerkelijk is dat met alleen aandacht<br />

wordt besteed aan beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst maar ook aan literatuur, geschie<strong>de</strong>nis en muziek<br />

. Een van <strong>de</strong> eerste bijeenkomsten bij<strong>voor</strong>beeld is een door Witsen en enkele<br />

gasten georganiseer<strong>de</strong> muziekavond waar men werken van Bach, Beethoven en<br />

Chopin ten gehore brengt . Overigens was Witsen op <strong>de</strong>ze manier ook al actief<br />

geweest bij een an<strong>de</strong>r cultureel gezelschap, M(ichel) A(ngelo) B(uonarotti) 8 , waar<br />

hij in <strong>de</strong> jaren 1879-1881 concerteer<strong>de</strong> . MAB had ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> doelstelling<br />

als Sint Lucas, met then verstan<strong>de</strong> dat er ook nog aandacht aan wetenschap werd<br />

besteed . Vooral <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie-leerling Nicolaas van <strong>de</strong>r Waay was er erg actief ;<br />

Van Looy, Voerman en Aletrino gaven ie<strong>de</strong>r eenmaal acte <strong>de</strong> presence bij MAB .<br />

Bij Sint Lucas wordt jaarlijks een feest georganiseerd, gewijd aan <strong>de</strong> nagedachtenis<br />

van een zeventien<strong>de</strong>-eeuwse Hollandse meester (bij<strong>voor</strong>beeld Van <strong>de</strong>r Helst in<br />

oktober 1881 en Frans Hals in 1882) . Zo'n feestdag bestond uit een lezing, een<br />

tentoonstelling, her plaatsen van een lauwerkrans en een kunstenaarsmaaltijd . In<br />

3 1


1881 werd er een `Rembrandtfeest' gevierd, op 15 juli . Feestre<strong>de</strong>naar was prof.<br />

Alberdingk Thijm . De notulen mel<strong>de</strong>n dat `<strong>de</strong> zon van <strong>de</strong>n i 6e juli moest verschijnen<br />

om <strong>de</strong> feestvreug<strong>de</strong> to zien bedaren' en er is sprake van een rekening van<br />

vijftien gul<strong>de</strong>n '<strong>voor</strong> <strong>het</strong> beschadigen van bet biljart, <strong>het</strong> breken van 4 fijne<br />

wijnglazen en <strong>het</strong> veroorzaken van <strong>de</strong>fecte stoelen' .<br />

In september 188z verlaten Derkin<strong>de</strong>ren en Toorop Amsterdam om in Brussel<br />

ver<strong>de</strong>r to stu<strong>de</strong>ren . Toorop keert pas in i 89o in Ne<strong>de</strong>rland terug en Derkin<strong>de</strong>ren<br />

sluit zijn studie aan <strong>de</strong> Amsterdamse Aca<strong>de</strong>mie of met <strong>het</strong> cursusjaar 1884/85 . Als<br />

nieuw lid van Sint Lucas dient zich in mei 188z <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mie-leerling G .G . Muller<br />

aan . Gerard Muller zal als schakel fungeren tussen enkele kunstenaars van Sint<br />

Lucas en <strong>de</strong> letterkundigen van <strong>de</strong> vereniging Flanor .<br />

Flanor<br />

Op initiatief van Van <strong>de</strong>r Goes, Men<strong>de</strong>s da Costa en H .C . Muller (broer van<br />

Gerard Muller) komen op 14 juni 1881 enkele belangstellen<strong>de</strong>n bijeen om to verga<strong>de</strong>ren<br />

over <strong>de</strong> oprichting van een 'literaire club' . De drie initiatiefnemers zijn<br />

van mening dat <strong>het</strong> <strong>de</strong> toonaangeven<strong>de</strong> schrijvers van die tijd aan echt talent ontbreekt.<br />

Ze constateren dat <strong>de</strong> niet van talent ontblote jongeren er zel<strong>de</strong>n of nooit<br />

in slagen een klankbord <strong>voor</strong> hun literaire produkten to vin<strong>de</strong>n, zomin als <strong>voor</strong><br />

hun kritische beschouwingen, omdat <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> letterkundige tijdschriften<br />

<strong>voor</strong> hen meestal niet toegankelijk zijn . Zij willen een vereniging waar men gelegenheid<br />

zal hebben om van gedachten to wisselen over literatuur en an<strong>de</strong>re takken<br />

van wetenschap of kunst .<br />

De schil<strong>de</strong>r Gerard Muller wordt op z9 november 1881 lid van Flanor ; hij<br />

houdt verschillen<strong>de</strong> lezingen over beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst en geeft een aantal kunstbeschouwingen<br />

met behulp van `photografieen' . Op 30 januari 1883 introduceert<br />

Muller zijn me<strong>de</strong>leerling Van Looy (op dat moment <strong>voor</strong>zitter van Sint Lucas) .<br />

Hij wordt lid van Flanor en geeft in juni <strong>de</strong> eerste van een reeks kunstbeschouwingen<br />

. In november 1883 leest hij na <strong>het</strong> geven van een kunstbeschouwing twee<br />

sprookjes van eigen hand <strong>voor</strong>, zijn eerste proeve van literatuur . Op zijn beurt<br />

introduceer<strong>de</strong> Van Looy enkele an<strong>de</strong>re schil<strong>de</strong>rs op Flanor : Haverman (mei '83),<br />

Witsen en Veth (november '83) . Zo treedt op z9 januari 'Willem Witsen op <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>grond met een aantal fraaie Fransche etsen, van mo<strong>de</strong>rne on<strong>de</strong>rwijzers [sic],<br />

die hij met vaardige hand doet rondgaan en met toelichten<strong>de</strong> gebaren en woor<strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>ziet. Zijn moeite wordt ruim beloond door <strong>de</strong>n bijval waarme<strong>de</strong> een en an<strong>de</strong>r<br />

wordt begroet .'<br />

Tot in 1883 vermel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> notulen regelmatig lezingen over kunst en kunstbeschouwingen,<br />

die meestal volg<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> literaire bijdragen om <strong>de</strong> avond to vullen .<br />

De rol van <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst in <strong>de</strong> kring van Flanor is niet erg groot geweest,<br />

hoewel alle bijdragen veel waar<strong>de</strong>ring oogstten van <strong>de</strong> Flanor-le<strong>de</strong>n . In 188z<br />

treedt Muller als enig beel<strong>de</strong>nd-kunstenaarslid van Flanor op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>grond, in<br />

1883 is <strong>het</strong> Van Looy die <strong>de</strong> meeste kunstbijdragen levert . Hun belangstelling gaat<br />

<strong>voor</strong>namelijk nit naar <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwse Ne<strong>de</strong>rlandse schil<strong>de</strong>rkunst, Duitse<br />

romantici, mo<strong>de</strong>rne Franse schil<strong>de</strong>rkunst en <strong>de</strong> in <strong>het</strong> buitenland in <strong>de</strong> belangstel-<br />

3z


ling staan<strong>de</strong> etskunst . Van Looy levert tevens literaire bijdragen . Opvallend is <strong>de</strong><br />

minieme rol van Veth in bet gezelschap, een rol die vergelijkbaar is met die van<br />

Willem Kloos ; bei<strong>de</strong>n hebben nauwelijks of geen bijdrage geleverd, maar na 1885<br />

zijn zij zeer aktief in her culturele leven rondom De Nieuwe Gids .<br />

Frans Erens vertelt over Flanor : Tit <strong>het</strong> heen en weer vlottend gezelschap, dat<br />

bij [cafe] Willemsen bij elkaar kwam, scheid<strong>de</strong>n zich langzamerhand die elementen<br />

af, die <strong>de</strong> grondslagen zou<strong>de</strong>n leggen <strong>de</strong>r nieuwere Hollandsche literatuur .<br />

Intusschen waren <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r Haagsche school, <strong>de</strong> Marissen, Mauve en an<strong>de</strong>ren<br />

bezig hun stemmingskunst tot uiting to brengen . In <strong>de</strong>n zomer van 1885 verliep<br />

her gezelschap van Willemsen, her samenzijn begon to ontaar<strong>de</strong>n in fuif-partijen<br />

. De serieuze elementen von<strong>de</strong>n elkaar terug in Flanor, een literair gezelschap,<br />

dat door Van Leeuwen, <strong>de</strong>n lateren professor in her Grieksch en M .B . Men<strong>de</strong>s da<br />

Costa, <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> specialiteit in <strong>de</strong> Homerische quaestie, werd opgericht . Le<strong>de</strong>n<br />

waren <strong>de</strong> toneelspeler Jan C . <strong>de</strong> Vos, die zich zeer had beijverd <strong>voor</strong> die oprichting,<br />

zijn vriend Willem Paap, stu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> Rechten . Zelfs Mr . van Loghem was<br />

lid van Flanor. Dit was in zoover opmerkingswaard, omdat hij on<strong>de</strong>r bet pseudoniem<br />

Fiore <strong>de</strong>lla Neve gedichten uitgaf en in zijn richting niet ver van <strong>de</strong> gewone<br />

domineespoezie afstond .<br />

Ook wer<strong>de</strong>n lid Kloos, Verwey, <strong>de</strong> dichter en latere advocaat H . Cosman, Van<br />

<strong>de</strong>r Goes, Hein Boeken, Charles van Deventer, Van Deyssel, <strong>de</strong> ingenieur Roo<strong>de</strong>nburch,<br />

Van Looy, Jan Veth, bei<strong>de</strong>n leerlingen <strong>de</strong>r rijksaca<strong>de</strong>mie, Fre<strong>de</strong>rik van<br />

Ee<strong>de</strong>n, die presi<strong>de</strong>nt werd na Van Leeuwen, Albert Sinclair <strong>de</strong> Rochemont, me<strong>de</strong>werker<br />

van her weekblad De Amsterdammer . Ik werd door Van Deyssel in <strong>het</strong><br />

gezelschap binnengebracht en Aletrino door Van Ee<strong>de</strong>n .' (Uit : Verviogen jaren ;<br />

1 958)<br />

Het belang van Flanor <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs is dat hier <strong>de</strong> eerste contacten wer<strong>de</strong>n<br />

gelegd met jonge literatoren van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> generatie, dat enkele schil<strong>de</strong>rs wer<strong>de</strong>n<br />

3 3


gestimuleerd om zelf literatuur to gaan bedrijven en dat zij met kritische zin over<br />

literatuur en kunst leer<strong>de</strong>n spreken .<br />

Literatuur<br />

In 1883 besluit men op Sint Lucas - on<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>zitterschap van Van Looy - <strong>de</strong><br />

kunstbeschouwingen of to wisselen met meer aandacht <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Literatuur . Zo leest<br />

Van <strong>de</strong>r Valk vertalingen <strong>voor</strong>, Veth spreekt over Faust in <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst en<br />

Witsen over Goethes Werther. In her jaarverslag van Sint Lucas juicht secretaris<br />

Veth twee <strong>voor</strong>drachten van Van Looy toe, waarin <strong>de</strong>ze uit Gedichten van Jacques<br />

Perk <strong>voor</strong>las en Kloos' inleiding bij <strong>de</strong>ze verzen behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> .<br />

Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n wordt in november 1883 gehuldigd bij <strong>de</strong> premiere van zijn<br />

blijspel Het Sonnet . In opdracht van Sint Lucas schrijft Van Ee<strong>de</strong>n <strong>het</strong> blijspel<br />

Frans Hals <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Sint Lucasfeest van z februari 1884 . On<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Witsen en<br />

Veth spelen, samen met Van Looy in <strong>de</strong> hoofdrol, een succesvol stuk .<br />

Kort na dit feest verlaten Witsen, Veth en Van Looy Sint Lucas vanwege onenighe<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re le<strong>de</strong>n . Voor <strong>de</strong> oprichters waren <strong>de</strong> intellectuele bezighe<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> vereniging her hoogste goed en niet her gezellig samenzijn zoals veel van <strong>de</strong><br />

nieuwe aca<strong>de</strong>mieleerlingen wensten . Veth beschrijft <strong>de</strong> problemen als volgt : `In<br />

<strong>de</strong>n boezem schuilt een geschil . In <strong>de</strong>n laatsten tijd hebben eenige later toegetre<strong>de</strong>n<br />

le<strong>de</strong>n van Sint Lucas een <strong>voor</strong>stelling gemaakt, die zoowel met <strong>de</strong> bepaling van <strong>de</strong><br />

statuten, als met <strong>de</strong> bedoelingen <strong>de</strong>r oprichters in strijd is . [ . . .] Nooit kon <strong>het</strong> doel<br />

zijn om een gezellig gezelschap to vormen [ . . .] Sint Lucas blijve <strong>voor</strong>namelijk op<br />

intellectueel gebied werkzaam .'<br />

De betekenis van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> culturele verenigingen Flanor en Sint Lucas <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

schil<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> beweging van Tachtig is verschillend . De rol van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs in her<br />

<strong>voor</strong>namelijk literaire gezelschap Flanor was van bijkomstige aard ; her accent lag<br />

daar op <strong>de</strong> klassieke en eigentijdse literatuur en op toneel . In hun eigen vereniging<br />

Sint Lucas is <strong>het</strong> opvallend dat zij een bre<strong>de</strong> culturele belangstelling ten toon sprei<strong>de</strong>n<br />

; met alleen <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne Franse en <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwse Hollandse schil<strong>de</strong>rkunst<br />

wor<strong>de</strong>n bestu<strong>de</strong>erd, maar er wordt ook ruim aandacht besteed aan muziek,<br />

toneel en letterkun<strong>de</strong>, en er wordt zelfs een pleidooi gehou<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne<br />

literatuur van <strong>de</strong> jongeren . Doordat <strong>de</strong> meest actieve jonge schil<strong>de</strong>rs vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n aan<br />

<strong>de</strong> oorspronkelijke doelstelling van Sint Lucas : samenwerking en ontwikkeling<br />

door wrijving van gedachten, hebben <strong>de</strong> tamelijk frequente discussies op <strong>de</strong> verenigingsavon<strong>de</strong>n<br />

hun uitwerking niet gemist op her functioneren van <strong>de</strong>ze schil<strong>de</strong>rs<br />

als me<strong>de</strong>werkers aan <strong>het</strong> tijdschrift <strong>voor</strong> <strong>de</strong> generatie van Tachtig, De Nieuwe<br />

Gids .<br />

In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> aflevering van her tijdschrift (<strong>de</strong>cember 1885), <strong>de</strong>buteer<strong>de</strong>n Veth<br />

en Van Looy als dichter on<strong>de</strong>r pseudoniem van twee Hollandse meesters, als Henric<br />

van Gooyen en A . Brouwer. Kort daarop volgt Van Looys <strong>de</strong>buut als prozaschrijver<br />

van impressionistisch getinte sc<strong>het</strong>sen (in 1889 gebun<strong>de</strong>ld in Proza) . Van<br />

Looy, die als schrijver snel ruime bekendheid verwierf, voel<strong>de</strong> zich <strong>de</strong>sondanks op<br />

<strong>de</strong> eerste plaats schil<strong>de</strong>r . Hij omschreef zichzelf als 'schil<strong>de</strong>r van huis uit, schrijver<br />

door toevallige omstandighe<strong>de</strong>n' .<br />

34


Een an<strong>de</strong>re waar<strong>de</strong>volle bijdrage van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs aan De Nieuwe Gids vorm<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> kunstkritieken . De eerste kritiek werd geleverd door Veth in <strong>het</strong> twee<strong>de</strong><br />

nummer, <strong>de</strong>cember 1885 . In augustus 1886, her laatste nummer van <strong>de</strong> eerste<br />

jaargang, publiceert Witsen zijn eerste artikel . Van <strong>de</strong>r Valk, die reeds in 1883 <strong>de</strong><br />

kunst op <strong>de</strong> Wereldtentoonstelling in De Amsterdammer recenseer<strong>de</strong> in een reeks<br />

van zeven artikelen on<strong>de</strong>r pseudoniem van J . Stemming, schrijft vanaf april 1887<br />

<strong>voor</strong> De Nieuwe Gids, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> schuilnaam .<br />

Dit drietal, met Verb als aanvoer<strong>de</strong>r, zou geduren<strong>de</strong> enkele jaren her gezicht van<br />

<strong>de</strong> kunstkritiek in De Nieuwe Gids bepalen . Later leveren ook Karsen en Roland<br />

Hoist een inci<strong>de</strong>ntele bijdrage . De kunstcritici van her nieuwe tijdschrift richtten<br />

zich fel tegen her dilettantisme van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re generatie critici, die <strong>voor</strong>namelijk uit<br />

literatoren bestond . Zij namen her op <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nieuwste ontwikkelingen in <strong>de</strong><br />

kunst waarover hun ou<strong>de</strong> leermeester Alberdingk Thijm zich sceptisch had uitgelaten<br />

: <strong>de</strong> Haagsche School, Barbizon en her impressionisme .<br />

i Jan Veth in een brief aan Anna Dirks (13 februari 1886)<br />

z G .H . Marius, De Hollandsche Schil<strong>de</strong>rkunst in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw, s .l . (19zo')<br />

A . Plasschaert, Hollandsche Schil<strong>de</strong>rkunst, Amsterdam (1923)<br />

G. Knuttel, De Ne<strong>de</strong>rlandsche schil<strong>de</strong>rkunst van Van Eyck tot Van Gogh, Amsterdam<br />

(1938)<br />

A.M. Hammacher, Amsterdamsche impressionisten en hun kring, Amsterdam (1941)<br />

H . Luns, Holland schil<strong>de</strong>rt, Amsterdam, s .d .<br />

G . Colmjon, Beweging van Tachtig, een cultuurhistorische verkenning in <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw,<br />

Utrecht-Antwerpen (1963 2 )<br />

3 H .G . Samson, arts to Amsterdam, die zich bijzon<strong>de</strong>r heeft ingespannen om Willem Kloos<br />

to behoe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang, veroorzaakt door alcohol . Samson was lid van Flanor .<br />

4 Carel Blotkamp, `Art criticism in <strong>de</strong> Nieuwe Gids', pag . 123 e .v ., Simiolus, quarterly<br />

Journal for the History of Art, Offprint from Volume v (1971)<br />

5 Met openbare ontmoetingsplaatsen wor<strong>de</strong>n bedoeld <strong>de</strong> cafes als bij<strong>voor</strong>beeld Mast, De<br />

Poort van Cleef ; bij besloten ontmoetingsplaatsen valt to <strong>de</strong>nken aan ateliers van kunstenaars,<br />

bij<strong>voor</strong>beeld aan dat van Witsen aan her Oosterpark . Een rol speel<strong>de</strong> ook <strong>het</strong><br />

buitenhuis van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs van Witsen, Ewijkshoeve, me<strong>de</strong> belangrijk geweest <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oprichting<br />

van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Etsclub (over Ewijkshoeve zie : Rein v .d . Wiel, Ewijkshoeve, <strong>de</strong><br />

tuin <strong>de</strong>r Tachtigers, (1985)<br />

6 Gegevens afkomstig uit her archief van <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten, Noord-<br />

Hollands Archief Haarlem .<br />

7 Gegevens afkomstig uit <strong>de</strong> archieven van Flanor, on<strong>de</strong>rgebracht in <strong>de</strong> <strong>bibliotheek</strong> van <strong>de</strong><br />

Universiteit van Amsterdam, en Sint Lucas, Rijksbureau <strong>voor</strong> Kunsthistorische Documentatie<br />

to Den Haag .<br />

8 Her archief van MAB bevindt zich in her Amsterdamse Gemeentearchief .<br />

3 5


Een sonnettist<br />

Dat laat zich drijven op een zee van rijmen<br />

(Liefst <strong>voor</strong>gewend naief, gekunsteld mank) ;<br />

Weet zelf niet of en waar hij lan<strong>de</strong>n zal .<br />

Nauw stoot bij 't eind <strong>de</strong>r stooten<strong>de</strong> terzinen<br />

Zijn schip aan wal of daadlijk wordt Columbus<br />

Verwelkomd door wat an<strong>de</strong>re Columbi,<br />

Als hij daar droomen<strong>de</strong> aangespoeld . Gejuich<br />

En vlag-gezwaai!-<br />

Maar <strong>de</strong> arme poezie<br />

Doet elke vreug<strong>de</strong>kreet pijn . Zij kent to goed<br />

Den naam <strong>de</strong>r nieuw ont<strong>de</strong>kte, vreem<strong>de</strong> wereld . . .<br />

-'Nirwana', zucht zij moedloos, overjubeld .<br />

Florentijn [= W .C . Capell<br />

in : De Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator (1890, 20 september)<br />

'Kortom, ik hield mij vast overtuigd, dat ik, al was er dan ook geen<br />

wereldgenie uit mij gegroeid, toch mijn eigen plaatsje zou kunnen eischen<br />

in <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rlandsche dichterenrij .'<br />

Willem Kloos, Nieuwere Literatuurgeschie<strong>de</strong>nis I, p . 111


Leo Samama<br />

Over onverschillige dingen en<br />

ziels-muziek<br />

muziek ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Tachtigers


Wie <strong>de</strong> eerste negen jaargangen van De Nieuwe Gids doorbla<strong>de</strong>rt, zal her onmid<strong>de</strong>llijk<br />

opvallen : er staan in dit ver<strong>de</strong>r zo veelzijdige en lezenswaardige tweemaan<strong>de</strong>lijkse<br />

orgaan slechts drie artikelen over muziek, alle drie van <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong><br />

componist en classicus Alphons Diepenbrock . In her aprilnummer van 1891<br />

schreef Diepenbrock een kritisch her<strong>de</strong>nkingsartikel over Johannes Verhulst, in<br />

her <strong>de</strong>cembernummer van dat jaar volg<strong>de</strong> her eerste <strong>de</strong>el van 'Melodie en gedachte<br />

of De muziek in <strong>de</strong> intellectueele evolutie', <strong>het</strong>geen in <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en zes<strong>de</strong> aflevering<br />

van <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> jaargang werd <strong>voor</strong>tgezet en afgerond . Diepenbrocks laatste bijdrage,<br />

'Schemeringen', dateert van augustus 1893 .<br />

In elk van <strong>de</strong>ze artikelen probeert Diepenbrock of to rekenen met <strong>de</strong> in zijn ogen<br />

weinig verheffen<strong>de</strong> artistieke i<strong>de</strong>alen van <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw en een synthese to formuleren<br />

tussen her beste uit her verre en recente verle<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong> hem <strong>voor</strong>al her Gregoriaans,<br />

Palestrina, Bach en Beethoven respectievelijk Wagner, en war <strong>de</strong> toekomst<br />

moet brengen . `Voor ons, die <strong>de</strong> toekomst zijn,' schreef hij in her artikel over<br />

Verhulst, `is her nu beret <strong>voor</strong>uit dan terug to zien . En <strong>voor</strong>uitzien<strong>de</strong> gaan onze<br />

oogen in zoo blinkend licht, dat wij, terugzien<strong>de</strong>, alleen nog groote lijnen en eenvoudige<br />

bewegingen kunnen ontwaren .' Zoals <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers aan De Nieuwe<br />

Gids zich afzetten tegen <strong>de</strong> zelfingenomen burgerlijkheid in De Gids, zo moest<br />

ook Verhulst, `nuchter en lakonisch als een Hollandsche liberaal van her jaar'48'<br />

her •ontgel<strong>de</strong>n als symbool <strong>voor</strong> her kleinburgerlijke Ne<strong>de</strong>rlandse muziekleven .<br />

Als stu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> talen in Amsterdam werd Alphons Diepenbrock ten zeerste<br />

in zijn i<strong>de</strong>alen gestimuleerd door vrien<strong>de</strong>n als Herman Gorter, Willem Kloos,<br />

Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel, Albert Verwey, Hein Boeken en Andrew <strong>de</strong> Graaf. Daartegenover<br />

is Diepenbrocks wel zeer bijzon<strong>de</strong>re belangstelling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> muziek van<br />

Wagner in <strong>de</strong> eerste spannen<strong>de</strong> jaren van De Nieuwe Gids evenmin <strong>voor</strong> dovemansoren<br />

geweest . Al kunnen we slechts gissen naar <strong>de</strong> omvang van Diepenbrocks<br />

invloed op her ontstaan van met name Gorters Mei, waarvan grote<br />

<strong>de</strong>len tij<strong>de</strong>ns dagelijkse <strong>voor</strong>leesuurtjes bij Diepenbrock op zijn stu<strong>de</strong>ntenkamer<br />

- met `Pans', zoals Gorter door intimi genoemd werd, in <strong>de</strong> Dagobertstoel -<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loupe wer<strong>de</strong>n genomen en tot boeien<strong>de</strong> gesprekken geleid moeten hebben<br />

. Immers juist in Mei treffen we <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bre<strong>de</strong> lijn en met Germaanse mythologische<br />

i<strong>de</strong>een doordrenkte lyriek aan die opera's als Tristan and Isol<strong>de</strong>, <strong>de</strong> tetralogie<br />

Der Ring <strong>de</strong>s Nibelungen en in zekere zin ook Parsifal kenmerken .<br />

Bovendien waren verschillen<strong>de</strong> van Diepenbrocks literaire vrien<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r<br />

meet in muziek geinteresseerd, hoewel meestentijds meer uit gewoonte dan uit<br />

3 9


werkelijke nieuwsgierigheid . Oppervlakkig bezien neemt <strong>de</strong> muziek in <strong>de</strong> literatuur<br />

<strong>de</strong>r Tachtigers in<strong>de</strong>rdaad geen geringe plaats in . Zo laat Gorter <strong>de</strong> God Bal<strong>de</strong>r<br />

zeggen : 'Zielsleven is muziek : dat zijn <strong>de</strong> voile / Aanzwellingen gevoel, <strong>de</strong><br />

eeuwig guile / Uitstromingen van klank, <strong>de</strong> voile ba<strong>de</strong>n / Kokend in wentelen<strong>de</strong><br />

damp, goudza<strong>de</strong>n / Van klank, volmaakt, gerond, ron<strong>de</strong> gewelven, / Bommen van<br />

klank, en ook <strong>de</strong> zoete schelven / Waaiig van licht geluid als stapels hooi .'<br />

Dergelijke poezie ontlokte minstens zo `muzikale' beschrijvingen, zoals van Lo<strong>de</strong>wijk<br />

van Deyssel in De Nieuwe Gids van juni 1889 : `Door zijn nieuwe versificatie<br />

heeft Gorter nieuwe muziekmelodie in bet vers gebracht, her vers opgevoerd,<br />

dichter naar <strong>de</strong> muziek, zoo mooi, met <strong>de</strong> terugkeren<strong>de</strong> regels, die als muziekmotieven<br />

we<strong>de</strong>rkomen .' En Van Ee<strong>de</strong>n merkte naar aanleiding van <strong>de</strong> Mei op dat `een<br />

melodie . . . <strong>de</strong> minst gecompliceer<strong>de</strong> aandoening van genot (is) .' (De Nieuwe Gids,<br />

april 1889) .<br />

In menig gedicht of verhaal van <strong>de</strong> Tachtigers speelt muziek een rol, <strong>het</strong>zij als<br />

entouragebeschrijving, <strong>het</strong>zij als essentie van nauwelijks on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n to brengen<br />

gevoelens . De zuiverheid van muziek, zoals Van Ee<strong>de</strong>n die ziet, kan <strong>het</strong> woord<br />

immers een extra dimensie verlenen, kan associaties en daarmee gevoelens oproepen,<br />

een melodie 'kan snij<strong>de</strong>n in onze ziel, juist door die fijne enkelheid, dat we<br />

schreien en huiveren' .<br />

In her eerste geval spreekt nit <strong>de</strong> tekst vaak een sterk naturalistische houding, al<br />

wordt menigmaal ook gebruik gemaakt van <strong>de</strong> mogelijkheid door mid<strong>de</strong>l van een<br />

beschrijving van een muzikaal evenement of een dansfeest een uitgesproken 'muzikaal'<br />

soms zelfs symbolisch taalgebruik to ontwikkelen, zoals in Miss Nelly van<br />

Frans Netscher, in Een Tango van Jacobus van Looy, in Een daps van Frans Erens<br />

of Oog en oor van Van Ee<strong>de</strong>n .<br />

4 0<br />

Alphons Diepenbrock


In Blank en Geel hanteert Van Deyssel <strong>de</strong> beschrijving van muzikale gebeurtenissen<br />

met uitsluitend <strong>voor</strong> her aangeven van her betreffen<strong>de</strong> milieu, maar ook als<br />

drager van diepere, onzegbare emoties : `En nu kwam <strong>de</strong> muziek <strong>de</strong> betovering van<br />

haar geexalteerd gemoed voltooien . . . Her orkest speel<strong>de</strong> nu zeer fraai een ge<strong>de</strong>elte<br />

van Beethovens negen<strong>de</strong> symfonie, en terwijl haar verrukking zich wieg<strong>de</strong> op <strong>de</strong><br />

hoogte <strong>de</strong>r hemels gelukkige stemming, door <strong>de</strong> componist in dit werk bereikt,<br />

was <strong>het</strong> haar of zij opzweef<strong>de</strong> van <strong>de</strong> grond in <strong>de</strong> ruime hoogte <strong>de</strong>r hal met haar<br />

schitteren<strong>de</strong> lichtkleuren, boven <strong>de</strong> constellatie van al die mannen en vrouwen . . .'<br />

Zoals Aletrino in her verhaal Een Zang her zingen van een meisje in <strong>de</strong> vrouwenaf<strong>de</strong>ling<br />

van een gesticht aanwendt om enerzijds <strong>de</strong> psychische ineenstorting van <strong>de</strong><br />

patiente scherp aan to zetten en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> nerveuze opwinding bij <strong>de</strong> bezoeken<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten - en wellicht ook bij <strong>de</strong> lezer - als spiegeling van dat gebeuren<br />

to symboliseren .<br />

Dit is echter in <strong>het</strong> geheel met typerend <strong>voor</strong> uitsluitend <strong>de</strong> aanhangers van De<br />

Nieuwe Gids, hooguit <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hele generatie <strong>de</strong>r Tachtigers . Zo hebben met name<br />

Marcellus Emants en Louis Couperus veel intensiever van <strong>het</strong> fenomeen muziek<br />

gebruik gemaakt en dan zelfs van <strong>de</strong> incest eigentijdse muziek, namelijk die van<br />

Richard Wagner . Bei<strong>de</strong>n hebben ook <strong>voor</strong>treffelijke zowel literaire als muzikale<br />

kritieken over <strong>het</strong> omstre<strong>de</strong>n oeuvre van Wagner geschreven . Bovendien kan memand<br />

ontkennen dat <strong>de</strong> muziek in <strong>de</strong> gedichten, verhalen en opstellen die in De<br />

Nieuwe Gids gepubliceerd wer<strong>de</strong>n, bijna nooit om <strong>de</strong> muziek zelf ter sprake<br />

kwam, maar vrijwel uitsluitend vanwege haar `effect' op <strong>de</strong> ziel, vanwege uiterlijkhe<strong>de</strong>n,<br />

zoals die in amateurl, ringen, on<strong>de</strong>rliefhebbers, to alien tij<strong>de</strong> en zeker<br />

op her hoogtepunt van <strong>de</strong> Romantiek een kenmerken<strong>de</strong> rol hebben gespeeld .<br />

Adiaphora<br />

Alle goe<strong>de</strong> bedoelingen ten spijt bleef <strong>de</strong> muziek binnen De Nieuwe Gids een<br />

randverschijnsel, of, zoals Diepenbrock in een wijselijk in portefeuille gehou<strong>de</strong>n<br />

opstel <strong>voor</strong> Willem Kloos, ter gelegenheid van her 25-jarig bestaan van De Nieuwe<br />

Gids, schreef : 'Kort <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oprichting van <strong>de</strong>n Nieuwen Gids werd - <strong>voor</strong>namelijk<br />

door <strong>de</strong> stichting <strong>de</strong>r Wagnervereeniging to Amsterdam - <strong>de</strong> kunst van<br />

Richard Wagner bier to lan<strong>de</strong> bekend . Het is hier met <strong>de</strong> plaats en her moment,<br />

over <strong>de</strong> beteekenis nit to wei<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zer gebeurtenis <strong>voor</strong> mij, zo-jarig stu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> letteren uiterlijk, maar innerlijk aan <strong>de</strong> toonkunst zieleverpand . Te verwon<strong>de</strong>ren<br />

is <strong>het</strong> dus met dat ik, die al mijn vrije oogenblikken aan <strong>de</strong>ze kunst gaf, toen<br />

ik in na<strong>de</strong>re betrekking trad tot u en uwe me<strong>de</strong>werkers met teleurstelling bespeur<strong>de</strong><br />

dat wij elkaar eigenlijk innerlijk geheel vreemd waren, doordat <strong>de</strong> muziek <strong>voor</strong><br />

u in <strong>het</strong> beste geval tot <strong>de</strong> adiaphora werd gerekend, tot <strong>de</strong> onverschillige dingen .<br />

En dat lag min<strong>de</strong>r aan <strong>het</strong> feit dat <strong>de</strong> openbare muziekbeoefening to Amsterdam<br />

toenmaals ongeveer tot op her nulpunt was gedaald, dan wel aan een diepgaand<br />

psychisch contrast tusschen <strong>de</strong>n Loon en her woord als vertolken<strong>de</strong> symbolen van<br />

<strong>het</strong> menschelijk bewustzijn, <strong>het</strong>geen ik echter toen niet inzag .'<br />

Her argument dat bij<strong>voor</strong>beeld Van Looy door <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r Willem Witsen regelmatig<br />

naar concerten wordt meegenomen en dat Witsen, die zeer verdienstelijk<br />

4I


cello speel<strong>de</strong>, samen met Sam Aletrino (piano) en Chap van Deventer (viool) trio's<br />

heeft gespeeld <strong>voor</strong> een publiek bestaan<strong>de</strong> nit Van Ee<strong>de</strong>n, Kloos en Jan Veth, of<br />

dat verschillen<strong>de</strong> Nieuwe-Gidsvrien<strong>de</strong>n van Willem Witsen in Baarn op <strong>het</strong> buiten<br />

Ewijckshoeve bijeenkwamen om daar geanimeer<strong>de</strong> muziekavon<strong>de</strong>n to hou<strong>de</strong>n,<br />

on<strong>de</strong>rstreept slechts <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> kritiek van Diepenbrock . Zon<strong>de</strong>r aan her<br />

genot van <strong>de</strong> vele muzikale bijeenkomsten of to doen, bleven <strong>de</strong>ze onverbloem<strong>de</strong><br />

uitingen van een door en door burgerlijke kunstmin . En afgezien van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>namelijk<br />

door Diepenbrock aangedragen confrontaties met Wagners opera's, stond<br />

er meestentijds hooguit Haydn, Beethoven, Schubert of Schumann op <strong>de</strong> lessenaars.<br />

Tekenend is bij<strong>voor</strong>beeld een korte briefwisseling tussen Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n en<br />

Alphons Diepenbrock in februari 1893 . Van Ee<strong>de</strong>n schreef zijn studievriend en<br />

kunstbroe<strong>de</strong>r, die toen in 's-Hertogenbosch woon<strong>de</strong>, vanuit Bussum on<strong>de</strong>r meet<br />

bet volgen<strong>de</strong> : 'Gister hoor<strong>de</strong> ik <strong>de</strong> Cantate "Ich will <strong>de</strong>n Kreuzstab gerne tragen"<br />

<strong>voor</strong>'t eerst. Het leek me een won<strong>de</strong>rbaar werk . Vind je niet dat men van lo tot Zo<br />

Schumann, van Zo tot 3o Beethoven en daarna pas Bach her beste begrijpt? -<br />

Spreek <strong>voor</strong> je zelve, zul je zeggen . Moet ik nog heel oud wor<strong>de</strong>n om Wagner goed<br />

to waar<strong>de</strong>eren?'<br />

Diepenbrocks antwoord enkele weken later spreekt boek<strong>de</strong>len : `De kwestie<br />

waarom Wagner met tot je spreekt dunkt mij zoo zwaar dat als ik die klok ging<br />

lui<strong>de</strong>n meteen alle klokken van <strong>het</strong> heele heelal zou<strong>de</strong>n mee gaan bengelen . De<br />

muziek is een van <strong>de</strong> ergste Sphinxen . Wagner begrijpen komt pas na her spontaan<br />

voelen, dat van her an<strong>de</strong>re alleen maar gradueel en met essentieel verschilt . Er zijn<br />

verschillen<strong>de</strong> manieren om <strong>de</strong> zon to aanbid<strong>de</strong>n . Over 't geheel dunken mij <strong>de</strong><br />

gewone "Wagnerianen" op bet standpunt van <strong>de</strong> koeienadoratie zich to bevin<strong>de</strong>n .<br />

Maar er is in al die dingen heel veel onzuiverheid . War vele menschen van Bach<br />

beweren is ook niets clan ij<strong>de</strong>lheid . . .' En even later verzucht hij : `In Frankrijk<br />

wordt geloof ik nu wel war moois gecomponeerd . Overigens ziet <strong>het</strong> met <strong>de</strong> muziek<br />

er treurig uit.'<br />

Waarop Van Ee<strong>de</strong>n, die als een van <strong>de</strong> weinige Nieuwe Gidsers van bet eerste<br />

uur zijn leven lang wel <strong>de</strong>gelijk intensief met muziek in <strong>de</strong> weer is geweest, terugschreef<br />

: 'Ik heb door Wagner sublieme oogenblikken gehad . Maar be<strong>de</strong>nk dat ik<br />

volslagen leek ben . Zijn groote werken omvat ik met . En ze lokken me met, waarschijnlijk<br />

omdat ik <strong>de</strong> poezie zoo slecht vind . . .' Een kritiek waarmee Wagnerkenners<br />

als Emants en Couperus overigens van harte ingestemd zou<strong>de</strong>n hebben .<br />

Bovendien heeft Van Ee<strong>de</strong>n bijzon<strong>de</strong>r goed aangevoeld war met name door een<br />

figuur als Diepenbrock als een wezenlijke kracht van muziek werd gezien, toen hij<br />

in een opstel in De Nieuwe Gids over Gorters Mei schreef : 'Muziek is <strong>de</strong> zuiverste,<br />

meest onmid<strong>de</strong>llijke kunst . Een melodie is <strong>de</strong> allernauwkeurigste expressie van<br />

iets in ons . Men zou bijna zeggen dat melodie en zieltoestand eenzelf<strong>de</strong> ding zijn .<br />

Zo zuiver als muziek kan woor<strong>de</strong>xpressie niet zijn .'<br />

4 2


Het Amsterdamse muziekleven<br />

Op <strong>de</strong> avond van 31 mei 1894 vond in <strong>de</strong> kleine zaal van bet Concertgebouw <strong>de</strong><br />

eerste uitvoering plaats van Diepenbrocks Rey van Burchstaeten door her Klein-<br />

Koor a Capella on<strong>de</strong>r leiding van Anton Averkamp . W .G . Hondius van <strong>de</strong>n<br />

Broek, die in Utrecht leraar Duits was en later een van Diepenbrocks trouwste<br />

vrien<strong>de</strong>n zou wor<strong>de</strong>n, berichtte hierover aan <strong>de</strong> schrijver Frans Coenen : ' . . .Zon<strong>de</strong>rling,<br />

die Diepenbrock-avond . De letterkun<strong>de</strong> was los! Daar liepen menschen<br />

rond die van hun lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> her schoone doen blijken door een vuil uiterlijk :<br />

ongekam<strong>de</strong> hairen, vies jasje, geen boord . Kloos, zeien ze, was er en Boeken en die<br />

Ti<strong>de</strong>man zag ik, maar die was goed gekleed, . . . En ook was <strong>de</strong> muziekwereld los -<br />

boe, mensch, wat zit ik liever in Driebergen dan waar zulke werel<strong>de</strong>n uitloopen :<br />

aanstellerij, ij<strong>de</strong>lheid doen zoo prettig mee waar die werel<strong>de</strong>n zich uitstallen . Ik<br />

stond naast Van Hall met zijn uiterlijk zo schoonen kop-na Diepenbrocks opus<br />

ging hij been, was hij bang <strong>voor</strong> Kloos? - o je hadt 't publiek moeten hooren<br />

vragen : wie zijn die lui - loodgieters, matrozen - anarchisten-bommers, en 't<br />

moppigst was nog dat 't me <strong>voor</strong>kwam alsof <strong>de</strong> boor<strong>de</strong>looze H .H . hun figuur met<br />

heelemaal machtig waren . Vooral 'n mensch met rood haar, die vermoed werd<br />

Boeken to zijn, had zijn twee gezellen don<strong>de</strong>rsgraag over gehaald mee to gaan naar<br />

'leege stoelen' die hij `achterin' ont<strong>de</strong>kte . Maar men bleef norsch '<strong>voor</strong>aan' zitten<br />

kijken . En Diepenbrock - beminnelijk met <strong>de</strong> musici, met Zweers - en 't volgend<br />

moment druk met Ti<strong>de</strong>man, en <strong>de</strong>n roodgehaar<strong>de</strong> die vermoed wordt Boeken<br />

to zijn . Ik heb een handdruk met <strong>de</strong>n beroemd-wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gewisseld : . . . Zeg,<br />

zijn Rei was mooi, zeer mooi : <strong>voor</strong>al her laatste couplet trof me als bizon<strong>de</strong>r . . .'<br />

Wat Diepenbrock in ons land ten zeerste miste, was een werkelijk hechte, niet<br />

alleen praktische maar ook est<strong>het</strong>ische en kunstfilosofische samenwerking tussen<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> musische disciplines . In Over Verhulst bracht hij dat als volgt<br />

on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n : 'Maar <strong>de</strong> muziek heeft met <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> opbloei <strong>de</strong>r jonge Hollandsche<br />

kunst . Eens is ook zij iets groots geweest in dit land . Maar tot nu toe is die<br />

grootheid met herboren . Tusschen litteratuur en muziek bestaat in ons land geen<br />

verkeer. In Frankrijk is er een verhouding van <strong>de</strong> litteratuur tot bet werk van<br />

Wagner, dat tot nu toe her hoogste kunnen is en <strong>de</strong> verste vlucht van her muziekverlangen<br />

. Bij ons is dat met zoo . En omgekeerd . De versprei<strong>de</strong>rs van Wagner's<br />

werk staan buiten gemeenschap met <strong>de</strong> litteratuur en <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst van nu . . .'<br />

Hoewel Diepenbrock, zoals uit bet bovenstaan<strong>de</strong> blijkt, slechts ten <strong>de</strong>le gelijk<br />

heeft, kan men met ontkennen dat zeker <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse muziek tussen 1885 en<br />

1895 weinig opzienbarends heeft opgeleverd . Met name door bet reactionaire<br />

beleid van een zo invloedrijk man als Johannes Verhulst kwamen <strong>de</strong> `revolutionaire'<br />

componisten van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> heeft van die eeuw slechts uiterst spaarzaam aan<br />

bod . Fen enkele maal werd er werk van Berlioz, Liszt of Wagner uitgevoerd . Maar<br />

als dirigent van <strong>de</strong> Diligentiaconcerten in Den Haag en <strong>de</strong> orkesten van Felix<br />

Meritis en Caecilia in Amsterdam, verkoos Verhulst <strong>de</strong> muziek van Men<strong>de</strong>lssohn,<br />

Schumann, Brahms, Dvorak, Bruch en Rubinstein . Zo was hij, ondanks <strong>het</strong> onontkoombare<br />

feit dat hij in ons land zelfs <strong>de</strong> <strong>voor</strong> velen zo onbegrijpelijke muziek<br />

4 3


van Bruckner geintroduceerd heeft - muziek die Diepenbrock zeer na aan her<br />

hart lag-, meer dan een kwart eeuw lang `<strong>de</strong> tegenwerken<strong>de</strong>, belemmeren<strong>de</strong> en<br />

verlammen<strong>de</strong> kracht' (Diepenbrock) in her va<strong>de</strong>rlandse muziekleven .<br />

Juist in <strong>de</strong> jaren dat De Nieuwe Gids <strong>voor</strong> velen een nieuwe, stimuleren<strong>de</strong> literaire<br />

koers aangaf, von<strong>de</strong>n ook in her muziekleven en dan met name in Amsterdam<br />

enkele <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toekomst hoogst belangrijke wapenfeiten plaats . Rond i 88o werd<br />

bet Ne<strong>de</strong>rlandse muziekleven nog groten<strong>de</strong>els bepaald door een merkwaardig<br />

mengsel van amateurs en beroepskunstenaars . Met name <strong>de</strong> orkesten, uitgezon<strong>de</strong>rd<br />

dat van Caecilia in Amsterdam, had<strong>de</strong>n daar erg on<strong>de</strong>r to lij<strong>de</strong>n . Dat bleek<br />

wel toen in 1885 her beroem<strong>de</strong> Duitse orkest, <strong>de</strong> Meininger Hofkapelle, op toernee<br />

door ons land kwam. On<strong>de</strong>r leiding van Hans von Billow, <strong>de</strong> vriend van<br />

Brahms en <strong>de</strong> vroegere schoonzoon van Liszt, toon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Meiningse muzikanten<br />

war orkestdiscipline is . Met amper zestig man brachten zij <strong>de</strong> grote symfonieen<br />

van Schubert, Brahms en Bruckner met een on<strong>voor</strong>stelbare precisie en een hel<strong>de</strong>rheid<br />

en diepgang zoals men in die dagen nauwelijks ken<strong>de</strong> . Dat alles was her<br />

resultaat van geconcentreer<strong>de</strong> repetities. De Meininger Hofkapelle was nu eenmaal<br />

een beroepsorkest .<br />

Deze toernee moet <strong>voor</strong> veel Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs een openbaring zijn geweest . In ons<br />

land was men gewend hooguit tweemaal <strong>voor</strong> een concert to repeteren . Daarbij<br />

wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste orkesten per concert nit <strong>de</strong> meest muzikale stadgenoten samengesteld,<br />

terwijl her kleine percentage beroepskrachten soms in drie of vier orkesten<br />

tegelijk speel<strong>de</strong> . De eersten die war on<strong>de</strong>rnamen waren <strong>de</strong> burgers van Amsterdam<br />

. In 1883 had<strong>de</strong>n zij al besloten <strong>de</strong> architect A .L. van Gendt <strong>de</strong> opdracht to<br />

geven een nieuwe concertzaal even buiten <strong>de</strong> stad in <strong>de</strong> weilan<strong>de</strong>n to bouwen . Dit<br />

werd her Concertgebouw dat in 1888 <strong>de</strong> <strong>de</strong>uren officieel open<strong>de</strong> .<br />

In 1886 werd Johannes Verhulst na felle onenighe<strong>de</strong>n met jongere en meer <strong>voor</strong>uitstreven<strong>de</strong><br />

musici uit al zijn functies ontheven . De orkesten van <strong>de</strong> Parkschouwburg<br />

en Felix Meritis ston<strong>de</strong>n op her punt ontbon<strong>de</strong>n to wor<strong>de</strong>n . De tijd was rijp<br />

<strong>voor</strong> een nieuw en <strong>voor</strong>al gedisciplineerd orkest zoals <strong>de</strong> Meininger Hofkapelle .<br />

Zo ontstond in <strong>de</strong> herfst van 1888 bet Concertgebouworkest met musici nit <strong>de</strong><br />

bovengenoem<strong>de</strong> ensembles en vele nieuwe krachten. Alleen nog her orkest van bet<br />

Paleis <strong>voor</strong> Volksvlijt kon <strong>voor</strong> enige concurrentie zorgen . Op I I april 1888 dirigeer<strong>de</strong><br />

Henri Viotta, een van <strong>de</strong> oprichters en <strong>de</strong> eerste directeur en dirigent van <strong>de</strong><br />

in 1884 in her leven geroepen Wagnervereeniging, alvast her openingsconcert van<br />

bet nieuwe Concertgebouw met een <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gelegenheid samengesteld ensemble .<br />

Een vast orkest moest immers nog geformeerd wor<strong>de</strong>n . Hier<strong>voor</strong> wer<strong>de</strong>n in eerste<br />

instantie Von Billow en Brahms aangetrokken . Maar zij weiger<strong>de</strong>n . Tenslotte viel<br />

<strong>de</strong> keuze op Willem Kes, Binds 1883 dirigent van <strong>de</strong> Parkschouwburg en een bekwaam<br />

violist en componist, die in her seizoen 1888/89 vol goe<strong>de</strong> moed met her<br />

nieuwe orkest van start ging .<br />

Het bewind van Willem Kes resulteer<strong>de</strong> met alleen in een goe<strong>de</strong> orkestdiscipline<br />

maar ook in een passen<strong>de</strong> toehoor<strong>de</strong>rsdiscipline . Hij eiste namelijk volstrekte stilte<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> muziek . Zoiets klinkt ons nu vreemd in <strong>de</strong> oren omdat we met an<strong>de</strong>rs<br />

gewend zijn . Maar rond 11885 was bet nog steeds <strong>de</strong> gewoonste zaak van <strong>de</strong> we-<br />

4 4


Het Concertgebouw (loco : Hist . Topogr . Art . Gem . Arch . Amsterdam)<br />

reld om tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> concerten, in <strong>de</strong> zaal, allerhan<strong>de</strong> versnaperingen to serveren . Er<br />

werd volop gerookt en niet weinig gekletst . Het publiek zat gezellig rond tafeltjes<br />

en veel mensen kwamen of veel to laat binnen of vertrokken nog tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong> klinken<br />

van <strong>de</strong> muziek . Het concertbezoek behoor<strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r tot <strong>de</strong> sociale plichten dan<br />

tot <strong>de</strong> essentialia van een door kunst en cultuur bepaald leven . Diepenbrocks adiaphora<br />

kenmerkten zowel toen als nu een groot <strong>de</strong>el van <strong>het</strong> burgerlijk cultuurpatroon<br />

.<br />

Maar er wer<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> Concertgebouw tenminste veelzijdige en boeien<strong>de</strong> programma's<br />

gepresenteerd, met muziek van tijdgenoten als Richard Strauss, Ernest<br />

Chausson, Vincent D'Indy en Bernard Zweers . Ook el<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> stad was in <strong>de</strong>ze<br />

jaren zeker geen sprake van een absoluut nulpunt, zoals Diepenbrock zich in 191o<br />

meen<strong>de</strong> to herinneren . Als we Diepenbrocks agenda nit <strong>de</strong> jaren rond 1885<br />

doornemen, blijkt <strong>de</strong> oogst - zeker met <strong>het</strong> oog op Diepenbrocks buitengewoon<br />

kritische smaak - nog met zo karig to zijn, al ontbreken in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> wekelijkse<br />

concerten zoals die rond <strong>de</strong> eeuwwisseling in steeds grotere mate in zwang raakten<br />

.<br />

In januari 1883 werd Wagners Ring <strong>de</strong>s Nibelungen in <strong>het</strong> Paleis <strong>voor</strong> Volksvlijt<br />

integraal door <strong>het</strong> Richard Wagner-Theater uitgevoerd . Een jaar later vond<br />

<strong>de</strong> eerste uitvoering van <strong>de</strong> Wagnervereeniging in Felix Meritis plaats . In februari<br />

gaf Bernard Zweers in <strong>het</strong> gebouw O<strong>de</strong>on een concert met on<strong>de</strong>r meer zijn Twee<strong>de</strong><br />

Sym fonie en Psalm 104 . Ruim twee weken later bezocht Brahms <strong>de</strong> hoofdstad<br />

en dirigeer<strong>de</strong> daar in <strong>het</strong> gebouw van <strong>de</strong> Vrije Gemeente zijn Twee<strong>de</strong> Pianocon-<br />

cert en Der<strong>de</strong> Symfonie . Dit laatste werk uit <strong>het</strong> manuscript . In September 1884<br />

werd her Conservatorium <strong>voor</strong> Muziek van <strong>de</strong> Maatschappij tot bevor<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r<br />

Toonkunst geopend . Directeur werd Frans Coenen, een van Diepenbrocks eerste<br />

muziekleraren en va<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> schrijver Frans Coenen .<br />

4 5


In januari 1885 gaf Viotta als dirigent van <strong>de</strong> Wagnervereeniging in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />

Stadsschouwburg een uitvoering van <strong>het</strong> Voorspel en <strong>de</strong> Graalscene uit Wagners<br />

Parsifal. In <strong>de</strong> herfst van dat jaar klonk in Amsterdam <strong>voor</strong> her eerst Bruckners<br />

Der<strong>de</strong> Symfonie op een Apolloconcert on<strong>de</strong>r leiding van Daniel <strong>de</strong> Lange . En <strong>de</strong><br />

maand daarop bracht Brahms zijn Vier<strong>de</strong> Sym fonie met <strong>de</strong> Meininger Hofkapelle .<br />

In <strong>de</strong> herfst van 1886 volg<strong>de</strong> Bruckners Zeven<strong>de</strong> Symfonie op een Caecilia-concert<br />

en diens Strijkkwintet op een kamermuziekavond van <strong>de</strong> Maatschappij tot<br />

bevor<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r Toonkunst . En dit zijn vanzelfsprekend uitsluitend <strong>de</strong> <strong>voor</strong> Diepenbrock<br />

meest opvallen<strong>de</strong> evenementen . Daarnaast kon men in principe bijna<br />

dagelijks van muziek genieten, van cabaret tot oratoria, van kamermuziek tot<br />

symfonieen, al was her repertoire in Diepenbrocks oren nogal belegen .<br />

Pas na 1890 kwam daar enige veran<strong>de</strong>ring in door her <strong>voor</strong>uitstreven<strong>de</strong> beleid<br />

van Willem Kes en diens opvolger bij bet Concertgebouworkest, Willem Mengelberg.<br />

Maar ook door <strong>de</strong> oprichting van <strong>het</strong> Klein-Koor a Capella on<strong>de</strong>r leiding<br />

van Anton Averkamp, dat zich in navolging van her in 1881 in <strong>het</strong> leven geroepen<br />

en door Diepenbrock zozeer toegejuichte koor van Daniel <strong>de</strong> Lange op <strong>het</strong> toen<br />

nog nauwelijks ontgonnen terrein van <strong>de</strong> Renaissance-polifonie specialiseer<strong>de</strong> . En<br />

tenslotte door <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> Wagnervereeniging, waardoor na talrijke<br />

concertuitvoeringen in 1893 Wagners Siegfried ein<strong>de</strong>lijk op <strong>de</strong> planken werd gebracht,<br />

gevolgd door Die Walkure in 1894 en Die Meistersinger von Nurnberg en<br />

Tristan and Isol<strong>de</strong> in 1896 .<br />

Enkele componisten<br />

Tot nu toe heeft slechts een Ne<strong>de</strong>rlandse componist onze aandacht vastgehou<strong>de</strong>n<br />

en dat is Alphons Diepenbrock, die door zijn scheppen<strong>de</strong> arbeid overigens pas in<br />

<strong>de</strong> negentiger jaren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> algemene aandacht is gekomen . Wie bepaal<strong>de</strong>n dan<br />

wel bet va<strong>de</strong>rlandse aan<strong>de</strong>el van her muziekleven? Ten eerste Richard Hol en<br />

Julius Rontgen, die zich in hun muziek sterk verbon<strong>de</strong>n voel<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> kunst van<br />

Schumann en Brahms . Daarnaast Gustaaf Adolf Heinze, Frans Coenen sr en Daniel<br />

<strong>de</strong> Lange die gedrieen na r88o min<strong>de</strong>r als componisten op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>grond<br />

tra<strong>de</strong>n dan in hun leidinggeven<strong>de</strong> posities als respectievelijk dirigent van diverse<br />

grote oratoriumverenigingen, directeur van her Amsterdamse Conservatorium en<br />

concertdirigent . Daniel <strong>de</strong> Lange heeft overigens rond 1884 een prachtig orkestlied<br />

geschreven op De Roze van Albert Verwey .<br />

De meest <strong>voor</strong>aanstaan<strong>de</strong> Amsterdamse componist was in die dagen ongetwijfeld<br />

Bernard Zweers, die ook wel gezien wordt als <strong>de</strong> eerste echte Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

componist, aangezien hij in zijn werk geprobeerd heeft een hier en daar door<br />

Wagner beinvloe<strong>de</strong> harmonische taal aan een sterk door her Ne<strong>de</strong>rlandse lied<br />

bepaal<strong>de</strong> melodiek to verbin<strong>de</strong>n . Voor zijn inspiratie heeft Zweers uitsluitend van<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse bronnen gebruik gemaakt, zoals <strong>de</strong> Der<strong>de</strong> Symfonie Aan mijn va<strong>de</strong>rland<br />

nit 1890 en zijn toneelmuziek <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Gijsbregbt van Aemstel. Hoewel Bernard<br />

Zweers met <strong>de</strong> kring rond De Nieuwe Gids weinig to maken had heeft hij op<br />

zijn zoektocht naar Ne<strong>de</strong>rlands materiaal wel enkele lie<strong>de</strong>ren geschreven op gedichten<br />

van Helene Swarth en Jacques Perk .<br />

4 6


Diepenbrock is echter <strong>de</strong> enige componist geweest die in <strong>de</strong>ze jaren werkelijk in<br />

nauw contact heeft gestaan met <strong>de</strong> Nieuwe Gidsers, al woon<strong>de</strong> hij tussen 1888 en<br />

1895 niet in Amsterdam maar in Den Bosch, waar hij leraar ou<strong>de</strong> talen aan her<br />

gymnasium was . Bovendien voel<strong>de</strong> Diepenbrock zich zeker niet uitsluitend tot <strong>de</strong><br />

kring van De Nieuwe Gids aangetrokken, daar<strong>voor</strong> was zijn belangstelling to<br />

breed . Her is ook opvallend dat Diepenbrock in zijn uitgebrei<strong>de</strong> correspon<strong>de</strong>ntie<br />

met Gorter, Kloos, Van Deyssel, Verwey en an<strong>de</strong>re Nieuwe Gidsers bepaald<br />

mondjesmaat over muziek schrijft . Wellicht ook omdat hij her schrijven over muziek<br />

met lichtzinnig opnam en daar buitengewoon veel tijd en energie in wil<strong>de</strong> en<br />

ook moest steken . Doordat hij daarentegen wel als enige toondichter in De Nieuwe<br />

Gids geschreven heeft, werd zijn naam, tegen zijn wensen in, <strong>voor</strong>goed aan dit<br />

orgaan verbon<strong>de</strong>n .<br />

Desondanks heeft Alphons Diepenbrock <strong>voor</strong> zijn lie<strong>de</strong>ren verschillen<strong>de</strong> malen<br />

gedichten uit <strong>de</strong> hoek van De Nieuwe Gids gekozen . In 1884 schreef hij her lied<br />

De Mare Dag op een sonnet van Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n, omdat dit vers hem `<strong>de</strong> eerste<br />

gewaarwording schonk ener mo<strong>de</strong>rne Hollandse poezie, in tegenstelling tot Tollens,<br />

Bil<strong>de</strong>rdijk e tutti quanti' . Her jaar daarop volg<strong>de</strong>n lie<strong>de</strong>ren op Avondzang<br />

van Jacques Perk en Maanlicht van Albert Verwey . Van <strong>de</strong>ze laatste dichter componeer<strong>de</strong><br />

Diepenbrock in 1886 ook diens natuurgedicht Rouw om bet jaar <strong>voor</strong><br />

vierstemmig vrouwenkoor . En tenslotte in 1903 <strong>voor</strong> gemengd koor a capella nog<br />

De grote bond en <strong>de</strong> kleine kat . Hoewel Diepenbrock direct na Avondzang aan<br />

Perks sonnet Zij sluimert nit <strong>de</strong> Mathil<strong>de</strong>-cyclus was begonnen, heeft hij pas in<br />

1900 <strong>de</strong> juiste introverte en diepgevoel<strong>de</strong> toon kunnen vin<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> dit intieme<br />

gedicht .<br />

Een van zijn mooiste en meest gepassioneer<strong>de</strong> lie<strong>de</strong>ren is evenwel 1k ben in<br />

eenzaamheid uit 1898, op her prachtige sonnet van zijn verre neef en goe<strong>de</strong> vriend<br />

Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel (foto : G .H . Breitner,<br />

1889)<br />

4 7


Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel dat zo nauw verbon<strong>de</strong>n is aan <strong>de</strong> novelle Blank en Geel',<br />

waarin zelfs neef Alphons een plaatsje heeft gekregen : `Reeve was met enige heren<br />

in <strong>de</strong> kunstkamer ; er werd over Wagner gesproken, van wiens muziek <strong>de</strong> huisheer<br />

een beslist <strong>voor</strong>stan<strong>de</strong>r was . Zij kon<strong>de</strong>n her niet eens wor<strong>de</strong>n . Een jonge componist,<br />

die erbij was, blond en verlegen, dweepte met Wagner . . .' Dat was <strong>de</strong> `broze,<br />

maar grandioze en onkreukbare Alphons Diepenbrock', om met Kloos to spreken,<br />

<strong>de</strong> enige Ne<strong>de</strong>rlandse componist met een internationaal en eigentijds streven temid<strong>de</strong>n<br />

van schrijvers en dichters die meestentijds met ver<strong>de</strong>r keken dan <strong>de</strong> grenzen<br />

van Amsterdam, <strong>voor</strong> wie muziek hooguit een mid<strong>de</strong>l was in plaats van doel,<br />

een mid<strong>de</strong>l om bet onzegbare toch nog in woor<strong>de</strong>n to vangen .<br />

Daarbij moet tenslotte zeker aangetekend wor<strong>de</strong>n dat een van <strong>de</strong> meest wezenlijke<br />

verschillen tussen Diepenbrock en <strong>de</strong> Nieuwe Gidsers in her felt ligt dat, hoewel <strong>de</strong><br />

i<strong>de</strong>een van Wagner-her stralen<strong>de</strong>, zin<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> en <strong>voor</strong>al mystieke licht dat in zijn<br />

opera's schijnt - vrijwel allen ten zeerste hebben aangesproken en zelfs beinvloed,<br />

Diepenbrock terecht van mening was dat er <strong>voor</strong> bet realiseren van <strong>de</strong>rgelijke<br />

i<strong>de</strong>alen met slechts instinct maar <strong>voor</strong>al intellect nodig was . Over <strong>de</strong> techniek<br />

van bet scheppen, over taalkun<strong>de</strong> of bet wezen van muziek kon Diepenbrock met<br />

<strong>de</strong> Nieuwe Gidsers nauwelijks van gedachten wisselen . Zij leken meer op <strong>de</strong> tast to<br />

gaan dan Diepenbrock <strong>voor</strong> zichzelf en <strong>de</strong> kunst kon verantwoor<strong>de</strong>n . `Laten wij<br />

ons met ontveinzen dat er veel gedilletantiseerd is in <strong>de</strong>n Nieuwen Gids, in alle<br />

mogelijke richtingen', schreef Diepenbrock enigszins verbitterd in 1910, toen <strong>de</strong><br />

grote opbloei in <strong>de</strong> muziek ein<strong>de</strong>lijk echt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur stond . . .<br />

i Van Deyssel schreef bet sonnet '1k ben in eenzaamheid niet meer alleen' (opgenomen in <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>cemberaflevering 1885 van De Nieuwe Gids) in 1884 <strong>voor</strong> zijn jeugdlief<strong>de</strong>, zijn nichtje<br />

Mia of May Cuypers (dochter van <strong>de</strong> bouwmeester) . Haar opzienbarend huwelijk met een<br />

Chinees, die ze tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> wereldtentoonstelling van 1883 had leren kennen, inspireer<strong>de</strong> Van<br />

Deyssel tot <strong>de</strong> novelle Blank en Geel, in 1892. als feuilleton on<strong>de</strong>r pseudoniem Max C .<br />

verschenen in Eigen Haard.<br />

Zie : Harry G .M . Prick Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel, Dertien close-ups, Amsterdam (1964) en<br />

her nawoord bij diens editie van Blank en Geel, Amsterdam (1979 2 )<br />

4 8


Ad Hodinius<br />

Een entr'-acte<br />

cabaret en revue in Amsterdam<br />

tussen 188o en 1900<br />

`<strong>de</strong> muziek is met slechts overgebracht door Gregorius of door <strong>de</strong> kruisrid<strong>de</strong>rs,<br />

maar ook door <strong>de</strong> poorters, minstrelen en straatzangers, en dat wordt op <strong>het</strong><br />

ogenblik systematisch vergeten . . .!'<br />

Willem Pijper, De Quintencircel


La Belle Epoque : Aristocratisme versus Naief Realisme<br />

In <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennia van <strong>de</strong> vorige eeuw <strong>de</strong>ed zich een aantal ontwikkelingen<br />

<strong>voor</strong> in her Ne<strong>de</strong>rlandse muziekleven, dat tot op dat moment gekenmerkt werd<br />

door een zekere gemoe<strong>de</strong>lijkheid . De concertzaal had tot aan <strong>de</strong> tachtiger jaren<br />

lets van een societeit . Steeds meer concertbezoekers begonnen <strong>de</strong>ze huiskamersfeer<br />

echter to verfoeien . Her gevolg was dat <strong>de</strong> tafeltjes aan <strong>de</strong> kant gingen . De<br />

bedienen<strong>de</strong> kelners verdwenen en bier werd <strong>voor</strong>taan alleen in <strong>de</strong> pauze geschonken<br />

en dan nog alleen in <strong>de</strong> daar<strong>voor</strong> bestem<strong>de</strong> vertrekken . Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitvoeringen<br />

mocht met langer wor<strong>de</strong>n geconverseerd .<br />

Bij <strong>de</strong> concerten die gedirigeerd wer<strong>de</strong>n door Stumpff in Her Park aan <strong>de</strong> Plantage<br />

Mid<strong>de</strong>nlaan werd niet alleen gemusiceerd, maar ook vuurwerk afgestoken en<br />

er wer<strong>de</strong>n acrobatische nummers opgevoerd . Met <strong>de</strong> komst van Willem Kes als<br />

dirigent van her Concertgebouworkest behoor<strong>de</strong> <strong>de</strong> gezelligheid van <strong>de</strong> Amsterdamse<br />

Parkzaal <strong>voor</strong>goed tot her verle<strong>de</strong>n . Her concertgebeuren werd gezuiverd<br />

van randverschijnselen als vuurwerk en acrobatiek .<br />

Men ging een strikte scheiding hanteren tussen serieuze en lichte muziek, <strong>het</strong>geen<br />

natuurlijk consequenties had <strong>voor</strong> <strong>de</strong> programmering van <strong>de</strong> concerten . Men<br />

zag er nauwlettend op toe dat alles in <strong>het</strong> serieuze vlak bleef . Een wals van Strauss<br />

kon er nog wet mee door, maar jongleursmuziek als Lacombes Auba<strong>de</strong> Printaniere<br />

getuig<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r meer van een slechte smaak en dien<strong>de</strong> <strong>de</strong>rhalve van bet programma<br />

geweerd to wor<strong>de</strong>n . De negentien<strong>de</strong>-eeuwse Amsterdamse happy-few<br />

boog zich tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> muziekuitvoeringen <strong>de</strong>r klassieken weer peinzend over <strong>de</strong><br />

partituren en maakte van her concert een soort eredienst .<br />

In <strong>de</strong>ze sfeer van aristocratisme, waarin men alles war naar vermaak en verstrooiing<br />

neig<strong>de</strong> ten strengste veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>, beleef<strong>de</strong> <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse lied haar<br />

grote doorbraak. Her bier volgen<strong>de</strong> geeft een kort historisch overzicht van <strong>de</strong><br />

opkomst van her cabaret, <strong>de</strong> revue en <strong>het</strong> variete in Amsterdam aan her ein<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> vorige eeuw . In 1895 ontstond in <strong>de</strong> Amsterdamse buurt IJIJ, wellicht beter<br />

bekend als <strong>de</strong> Pijp, her Ne<strong>de</strong>rlandse cabaret . Enige jaren daar<strong>voor</strong>, tussen i 88o en<br />

1885, was in <strong>de</strong> Nes bet variete-leven tot bloei gekomen . Bei<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n, hoe<br />

verschei<strong>de</strong>n van aard on<strong>de</strong>rling ook, gerekend tot her naieve realisme, dat aan <strong>de</strong><br />

smaak van een breed publiek tegemoet heette to komen en daarmee in <strong>de</strong> ogen van<br />

sommigen au fond kunst- en cultuurvijandig was .<br />

4<br />

`Twee dansen<strong>de</strong> vrouwen', door Isaac Israels (Frans Halsmuseum, Haarlem)<br />

5 1


Uitgespogen met <strong>de</strong>n lust,<br />

alleen om <strong>de</strong>n lust van <strong>het</strong> spuwen :<br />

Cabaret in De Pijp<br />

'D'r moet zoo'n gemeene societeit in <strong>de</strong> Pijp zijn . Gaan jullie mee'n kijkie nemen!?<br />

[ . . .] 't Is een laag huis . Tusschen <strong>de</strong> ramen staat lets geschil<strong>de</strong>rd . Dirk fluistert met<br />

'n portier die rondkijkt of er geen politie in <strong>de</strong> buurt is . Dan gaan we binnen, door<br />

een nauwe gang in een langwerpige kamer . [ . . .] Her jongmensch bij <strong>de</strong> piano staat<br />

op, zegt dat-ie 'n paar <strong>voor</strong>drachten zal hou<strong>de</strong>n . [ . . .] Na <strong>het</strong> eerste vieze, goore<br />

couplet, couplet dat <strong>de</strong>nken doet aan dronkemansbral in een bor<strong>de</strong>el, kijken we<br />

elkaar verlegen aan . [ . . .] Ik voel me afschuwelijk gegeneerd . [ . . .] Altijd met <strong>de</strong>n<br />

wreed ingebeten trek om zijn mond, zet bet jongmensch bet twee<strong>de</strong> couplet in,<br />

sommige woor<strong>de</strong>n uitsnauwend, dan weer lachend met een pruimenmond . Har<strong>de</strong>r,<br />

gemeener, vuiler, drenst <strong>de</strong> lie<strong>de</strong>rlijkheid door <strong>de</strong> lage, warme kamer . 't Is een<br />

rotte nabootsing van <strong>de</strong>n rotten Chat Noir, gewild-smerig, gezegd met fluweelen<br />

tong, uitgespogen met <strong>de</strong>n lust, alleen om <strong>de</strong>n lust van her spuwen .' (Uit : Kamertjeszon<strong>de</strong>,<br />

1898)<br />

Met <strong>het</strong> `jongmensch bij <strong>de</strong> piano', wiens optre<strong>de</strong>n door Herman Heijermans in<br />

zulke ondubbelzinnige bewoordingen wordt beschreven, is <strong>de</strong> pianist-zanger<br />

Eduard Jacobs bedoeld . Het verhaal van <strong>de</strong> opkomst van her Ne<strong>de</strong>rlandse cabaret<br />

is <strong>voor</strong> een groot <strong>de</strong>el <strong>de</strong> persoonlijke levensgeschie<strong>de</strong>nis van Jacobs, die in 1895<br />

begon met zijn optre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> nacht-societeit `De Kuil' .<br />

Als reactie op <strong>de</strong> vrijblijven<strong>de</strong> tingel-tangelliedjes, potpourri's en an<strong>de</strong>re muzikaal-komische<br />

attracties zoals die to horen waren in <strong>de</strong> vele cafe-chantants van <strong>de</strong><br />

Nes, kwam Jacobs met een lie<strong>de</strong>renrepertoire en een wijze van optre<strong>de</strong>n waarmee<br />

hij zijn publiek opzettelijk provoceer<strong>de</strong> en brutaliseer<strong>de</strong> . Fel-realistische, rauwe<br />

spot- en klaaglie<strong>de</strong>ren waren <strong>het</strong> . Aanklachten tegen <strong>de</strong> sociale misstan<strong>de</strong>n die hij<br />

signaleer<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Pijp . Behalve <strong>de</strong> roem die Jacobs met zijn lie<strong>de</strong>ren oogstte, lever<strong>de</strong>n<br />

ze hem een aantal kleurrijke benamingen op, zoals `<strong>de</strong> zingen<strong>de</strong> Zola' . An<strong>de</strong>ren<br />

duid<strong>de</strong>n hem weer aan met `troubadour van <strong>de</strong> prostitutie en <strong>de</strong> ontucht' of<br />

met 'profeet van her onrecht' . Met zijn sociaal-realistische 'chansonnetten' wil<strong>de</strong><br />

hij zich tevens afzetten tegen her traditionele Ne<strong>de</strong>rlandse lied, zoals dat in die<br />

jaren vertolkt werd door on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Maria <strong>de</strong> Wijs en Emiel Hullenbroeck .<br />

Niet alleen Jacobs maar ook mensen als Koos Speenhoff en Jean-Louis Pisuisse<br />

beschouw<strong>de</strong>n <strong>het</strong> gangbare lie<strong>de</strong>renrepertoire als een combinatie van zelfgenoegzaamheid<br />

en gezapigheid, die had geleid tot een goedbedoel<strong>de</strong> maar niettemin<br />

misplaatste bevoogding van <strong>het</strong> publiek . Deze drie brachten <strong>het</strong> 'betere' lied, dat<br />

zij naar Frans <strong>voor</strong>beeld `cabaret' noem<strong>de</strong>n . Zij wil<strong>de</strong>n her publiek met langer<br />

behagen met vrijblijven<strong>de</strong> teksten, maar wil<strong>de</strong>n met hun lie<strong>de</strong>ren lets aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

stellen .<br />

Jacobs liep in dit streven <strong>voor</strong>op . Hij was <strong>voor</strong> alles <strong>de</strong> getuigen<strong>de</strong> zanger, die<br />

her onrecht en <strong>de</strong> schijnmoraal aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> stel<strong>de</strong> . Hij <strong>de</strong>ed dit met een eerlijkheid<br />

en directheid die <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze tijd zeer ongewoon waren, zon<strong>de</strong>r daarbij ook maar<br />

enige moeite to doen iets of iemand to ontzien . Jacobs registreer<strong>de</strong> meedogenloos :<br />

5 2


'Moe brengt <strong>de</strong>n handdoek / En Pa vult <strong>de</strong> kan . . . / Zeker, zoo hoort her: / Ze<br />

vreten er van!' (Uit : De Handdoek)<br />

In tegenstelling tot Jacobs' agressieve lied was dat van Speenhoff meer beschouwend<br />

en poetisch van aard . De <strong>voor</strong> Jacobs zo kenmerken<strong>de</strong> toon had hij overgenomen<br />

van Aristi<strong>de</strong> Bruant en Rodolphe Salis, die hij had zien optre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

`cabarets-artistiques' van Montmartre .<br />

De Pijp anno 1895 vorm<strong>de</strong> een vruchtbare voedingsbo<strong>de</strong>m <strong>voor</strong> her werk van<br />

Jacobs . Her realisme was in voile opmars, bet was <strong>de</strong> tijd van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs-emancipatiebeweging<br />

van Domela Nieuwenhuis . In korte tijd wist Jacobs nit to groeien<br />

tot een idool van jonge intellectuelen en kunstenaars . Hier in <strong>de</strong> Pijp vond hij een<br />

publiek dat bereid was naar hem to luisteren omdat her dagelijks geconfronteerd<br />

werd met <strong>de</strong> waarheid achter zijn haat-litanieen . Her was <strong>de</strong> buurt waarin mishan<strong>de</strong>ling,<br />

moord, doodslag en verkrachting op grote schaal <strong>voor</strong>kwamen . Het<br />

straatbeeld werd bepaald door souteneurs, aborteuses, han<strong>de</strong>laars in blanke slavinnen,<br />

koppelaarsters en kaartlegsters . Hier concentreer<strong>de</strong> zich <strong>de</strong> verpaupering,<br />

<strong>het</strong> drankmisbruik en <strong>de</strong> sex-exploitatie . Prostitutie - ook die van kin<strong>de</strong>ren -<br />

was aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van <strong>de</strong> dag .<br />

`Nu was ze zestien, wist genoeg, / Haar moe<strong>de</strong>r sloeg, als zij iets vroeg, / Verkocht<br />

zichzelve, frank en vrij, / In buurt IJIJ . // Als zij dan thuiskwam met her<br />

geld, / Sprak moe<strong>de</strong>r, als ze 't had geteld : / "Vroeger <strong>de</strong>ed ik her en nou jij, / In<br />

buurt IJIJ" .' (Uit : In Buurt Ijlj)<br />

Temid<strong>de</strong>n hiervan ontstond in 1895 her Ne<strong>de</strong>rlandse cabaret. In her souterrain<br />

van <strong>de</strong> Quellijnstraat 64 begon Jacobs in dat jaar zijn optre<strong>de</strong>ns, waarbij hij zichzelf<br />

begeleid<strong>de</strong>, staan<strong>de</strong> achter <strong>de</strong> piano . Kort nadien werd `Het Wapen van Habsburg'-<br />

zo heette <strong>de</strong> gelegenheid - omgedoopt tot her toepasselijke `De Kuil' .<br />

REPERTOIRE - .... ..-<br />

Fduard Jacobs<br />

Dichter-Zanger<br />

Quellijnstraat 64, in <strong>de</strong> Pijp ; in her souterrain<br />

startte Ed . Jacobs in 189 5 zijn cabaret<br />

(foto : © Kors van Bennekom, Amsterdam)<br />

5 3


Het grootste <strong>de</strong>el van zijn repertoire bestond uit vertalingen of vrije bewerkingen<br />

van <strong>de</strong> lie<strong>de</strong>ren van Bruant, Salis en Privas, die hij had gehoord in <strong>de</strong> artistieke<br />

cabarets 'Le Chat Noir' en 'Le Mirliton', toen hij vier jaar in Parijs verbleef <strong>voor</strong><br />

zijn werkzaamhe<strong>de</strong>n aldaar als begeleidings-pianist in <strong>de</strong> Moulin Rouge . Voor <strong>het</strong><br />

overige vertolkte hij teksten van zijn (anonieme) lijfdichter Martin Liket .<br />

Niet alleen in <strong>de</strong> keuze van zijn lie<strong>de</strong>ren liet Jacobs zich lei<strong>de</strong>n door wat hij zijn<br />

grote <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n had zien doers in Parijs ; ook wat betreft zijn manier van optre<strong>de</strong>n<br />

en presentatie volg<strong>de</strong> hij hen na . Zijn optre<strong>de</strong>n had niets toneelmatigs : geen<br />

belichting, geen <strong>de</strong>cors, kostuums of make-up . Met zijn presentatie distantieer<strong>de</strong><br />

hij zich bewust van <strong>de</strong> revue-artiesten en <strong>de</strong> zangers in <strong>de</strong> cafe-chantants . Hij<br />

bracht zijn repertoire met een minimum aan <strong>voor</strong>dracht en on<strong>de</strong>r een sobere begeleiding<br />

van piano-akkoor<strong>de</strong>n . De zang werd hier en daar afgewisseld met een<br />

staccato-spreekstem ; dit met <strong>de</strong> bedoeling om bepaal<strong>de</strong> tekstpassages n6g meet<br />

op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>grond to plaatsen . Voor Jacobs waren <strong>de</strong> persoonlijkheid van <strong>de</strong> artiest<br />

en <strong>de</strong> teksten her belangrijkste . Requisieten en <strong>de</strong>rgelijke zou<strong>de</strong>n daar alleen maar<br />

van hebben afgeleid . Naast zijn optre<strong>de</strong>ns in `De Kuil' verzorg<strong>de</strong> hij <strong>voor</strong>drachten<br />

op zogenaam<strong>de</strong> 'intieme kunstavon<strong>de</strong>n' in her O<strong>de</strong>ontheater` .<br />

Tegen <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> gewoonte van onze tijd in, liet Jacobs na zijn bronnen to vermel<strong>de</strong>n<br />

. Hij <strong>de</strong>ed echter ook geen enkele moeite om ze to camoufleren . Veel melodieen<br />

nam hij onveran<strong>de</strong>rd nit <strong>het</strong> repertoire van Bruant over . Aan <strong>de</strong> muren van `De<br />

Kuil' hingen-veelzeggend-affiches van Cheret, Steinlen en Toulouse-Lautrec<br />

(on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re een van zijn beroem<strong>de</strong> Bruant-plakkaten), die dui<strong>de</strong>lijk maakten<br />

welk klimaat er heerste in <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>rverdieping aan <strong>de</strong> Quellijnstraat . Ook wat<br />

betreft inrichting en sfeer kwam overdui<strong>de</strong>lijk tot uiting dat men geprobeerd had<br />

<strong>het</strong> Franse 'cabaret-artistique' zo dicht mogelijk to bena<strong>de</strong>ren .<br />

Ofschoon Jacobs terecht als <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandse cabaretier kan wor<strong>de</strong>n beschouwd,<br />

lijkt <strong>het</strong> Wim Ibo artistiek gezien juister hem `veeleer een importeur van<br />

<strong>het</strong> Franse cabaret to noemen dan een pionier van her Ne<strong>de</strong>rlandse' . Hoe men ook<br />

moge oor<strong>de</strong>len over <strong>het</strong> epigonisme van Jacobs of over zijn, zoals Alex <strong>de</strong> Haas <strong>het</strong><br />

uitdrukt, 'geleen<strong>de</strong> profetenmantel' - Jacobs was <strong>de</strong>gene die Ne<strong>de</strong>rland heeft<br />

laten kennismaken met <strong>het</strong> cabaret . Of hij daarbij heeft gefungeerd als pionier dan<br />

wel als importeur - twee hoedanighe<strong>de</strong>n die mijns inziens elkaar geenszins hoeven<br />

uit to sluiten - lijkt mij een vraag van on<strong>de</strong>rgeschikt belang . Vast staat dat<br />

Jacobs een stuwen<strong>de</strong> en bepalen<strong>de</strong> factor is geweest bij <strong>de</strong> totstandkoming van <strong>het</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse cabaret .<br />

Dat echter niet ie<strong>de</strong>re tijdgenoot en bezoeker van `De Kuil' even ingenomen was<br />

met die boodschap van <strong>de</strong> honen<strong>de</strong> ze<strong>de</strong>meester, blijkt on<strong>de</strong>r meer nit <strong>het</strong> hierboven<br />

aangehaal<strong>de</strong> fragment nit Kamertjeszon<strong>de</strong>, waarin Heijermans, toch een<br />

<strong>de</strong>r meest <strong>voor</strong>aanstaan<strong>de</strong> vertegenwoordigers van her realisme en bewon<strong>de</strong>raar<br />

van Zola, op scherp veroor<strong>de</strong>len<strong>de</strong> toon verslag doet van een optre<strong>de</strong>n van Jacobs<br />

. Uit opgeteken<strong>de</strong> reacties van zijn tijdgenoten en nit artikelen en recensies in<br />

tijdschriften en dagbla<strong>de</strong>n, blijkt dat <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el over Jacobs allerminst onver<strong>de</strong>eld<br />

was . Het varieert van idolate bewon<strong>de</strong>ring tot on<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>lijke verguizing,<br />

met daar tussenin Jacobs als een even interessante als aanvechtbare figuur .<br />

Na bijna tien jaar werd Jacobs gedwongen `De Kuil' to verlaten . Het etablissement<br />

was inmid<strong>de</strong>ls omgedoopt tot `Societeit Apollo' en had daarmee een beslo-<br />

5 4


ten karakter gekregen . Omdat er in Amsterdam een vastgesteld sluitingsuur bestond<br />

was her nodig `De Kuil' een politioneel verantwoord aanzien to geven . Door<br />

er een societeit van to maken kon men ontsnappen aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re gelegenhe<strong>de</strong>n<br />

gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> sluitingstijd . Volgens <strong>de</strong> statuten was `Apollo' alleen toegankelijk<br />

<strong>voor</strong> le<strong>de</strong>n en introduces .<br />

Ondanks bet societeitskarakter werd <strong>de</strong> tegenwerking van <strong>de</strong> politie steeds sterker<br />

. Gesteund door veror<strong>de</strong>ningen naar aanleiding van een strenger wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

ze<strong>de</strong>lijkheidswetgeving zette <strong>de</strong> politie een jacht in op alles en ie<strong>de</strong>reen die <strong>de</strong><br />

ze<strong>de</strong>lijkheid en <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong> in gevaar heette to brengen . In 1904 moest<br />

`Apollo' haar <strong>de</strong>uren sluiten .<br />

Niet alleen door overheidsingrijpen werd Jacobs gedwongen el<strong>de</strong>rs emplooi to<br />

zoeken . De belangstelling <strong>voor</strong> zijn werk was tanen<strong>de</strong> . Bovendien was hij gebrouilleerd<br />

met zijn schaduwschrijver Liket en in navolging van `Apollo' was er<br />

een reeks van concurreren<strong>de</strong> nachtzaken ontstaan, die zich verscholen achter <strong>het</strong><br />

uithangbord `societeit' . Jacobs ontwikkel<strong>de</strong> zich van cabaretier tot entertainer .<br />

Hij moest werk zien to vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> vermaaksindustrie - <strong>de</strong> revue en bet variete<br />

- waartegen hij zich met zijn ambitieuze teksten en met zijn eigenzinnige manier<br />

van optre<strong>de</strong>n al die tijd had afgezet .<br />

De laatste levensjaren van Jacobs geven een trieste aanblik . Hij zag zich genoodzaakt<br />

ie<strong>de</strong>r engagement to accepteren dat hem werd aangebo<strong>de</strong>n . Hij speel<strong>de</strong> in<br />

verschei<strong>de</strong>ne revues, was to zien met komische <strong>voor</strong>drachten in variete-salons en<br />

op kermissen. Het was kennelijk allemaal to veel gevraagd van zijn gevoel <strong>voor</strong><br />

eigenwaar<strong>de</strong>, want hij <strong>de</strong>ed verschei<strong>de</strong>ne pogingen om aan <strong>de</strong> amusementssector<br />

to ontsnappen . Zo richtte hij on<strong>de</strong>r meer in <strong>de</strong> Warmoesstraat 143 bet cabaret `De<br />

Sphinx' op . Even leken <strong>de</strong> legendarische dagen van `De Kuil' to herleven, maar in<br />

1914, <strong>het</strong> jaar van zijn dood, stond hij weer op <strong>de</strong> planken van bet Panopticum-<br />

Theater . Na een ziekbed van negen weken stierf hij op 6 <strong>de</strong>cember van dat jaar .<br />

Vrij entree, m'nheren, vrij entree! : Revue in <strong>de</strong> Nes<br />

Niet alleen in <strong>de</strong> obscure nachtgelegenhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Pijp <strong>de</strong><strong>de</strong>n zich nieuwe ontwikkelingen<br />

<strong>voor</strong>, ook in <strong>de</strong> Salons <strong>de</strong>s Varietes van <strong>de</strong> Nes roer<strong>de</strong> zich een en<br />

an<strong>de</strong>r . Tot aan <strong>de</strong> tachtiger jaren had men bier uitsluitend <strong>de</strong> Vau<strong>de</strong>villes gespeeld<br />

. Deze blijspelletjes vorm<strong>de</strong>n een schier onuitputtelijke bron van populaire<br />

liedjes, die een eigen leven gingen lei<strong>de</strong>n . Door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> uitgave van <strong>de</strong> bladmuziek,<br />

waarover nog geen auteursrechten betaald hoef<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, wisten ze<br />

vaak hoge oplagen to behalen2 . De grote namen van <strong>de</strong> Vau<strong>de</strong>ville waren Eduard<br />

Bamberg en Nathan Ju<strong>de</strong>ls .<br />

"`We gaan nu toch weg?" vroeg Moree .<br />

"Natuurlijk," antwoord<strong>de</strong> Vincent .<br />

On<strong>de</strong>rweg, Jo<strong>de</strong>nbreestraat, Hoogstraat naar <strong>de</strong> Nes, tussen <strong>de</strong> nu van <strong>de</strong> gaslantaarns<br />

en winkelramen geel en rood vlekkerige straten-muren, praatten <strong>de</strong><br />

rechtoppe Vincent en <strong>de</strong> in <strong>de</strong> benen ietwat zwakke Moree en De Mil<strong>de</strong> korte<br />

5 5


4<br />

(foto : Hist. Topogr . At! . Gem . Arch . Amsterdam)<br />

zinnetjes tot elkaar over dat Jules en Helmers en Mozes Castoor ook in <strong>de</strong><br />

schouwburg waren, en vroegen weer van : heb jij gelezen water in her eerste num-<br />

mer van hun tijdschrift stond, en antwoord<strong>de</strong>n weer van : nee, en jij? en zei<strong>de</strong>n<br />

weer van : ik ook met. [ . . .] Ze had<strong>de</strong>n er met over gesproken waar ze been zou<strong>de</strong>n<br />

gaan, maar toen ze aan <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r Damstraat waren, gingen zij, zon<strong>de</strong>r lets to<br />

zeggen, linksom <strong>de</strong> Nes in, als hondjes die op <strong>de</strong> reuk of hun huis vin<strong>de</strong>n, wan<strong>de</strong>l-<br />

<strong>de</strong>n zwijgend in <strong>de</strong> nauwe straat tussen <strong>de</strong> van gaslicht vlammen<strong>de</strong> Neshuizen,<br />

keken even schuin links in Victoria, Alhambra, Alcazar, telkens wanneer, op her<br />

moment dat zij er <strong>voor</strong> waren, <strong>de</strong> portier met een "Vrij entree, m'nheren, vrij<br />

entree!" aan een touw trok en <strong>de</strong> dubbele <strong>de</strong>ur zich wijd open<strong>de</strong>, zo dat ze diep in<br />

<strong>de</strong> daglichte zaal op her theater <strong>de</strong> mei<strong>de</strong>n zagen zitten, op een rond rijtje, in korte<br />

rokjes, <strong>de</strong> kousebenen tot aan <strong>de</strong> knie bloot .' (Uit : Vincent Haman, 11898)<br />

Met <strong>de</strong>ze sfeerbeschrijving roept Willem Paap een aardig beeld op van her<br />

nachtleven in <strong>de</strong> Nes . Hier bevon<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> cafe-chantants waar o .m . <strong>de</strong> Tachti-<br />

gers hun vertier zochten . Hiervan getuigen met alleen <strong>de</strong> fragmenten in bellettrie 3 ,<br />

zoals <strong>het</strong> bier volgen<strong>de</strong> van Hein Boeken in De Nieuwe Gids (febr . 11888) :<br />

`En naar een man, met een hand op 't klavier, / Slap 't stokje in <strong>de</strong> andre schom-<br />

melt, komt gevaren / En glijdt, door 't schel trompettren, her gegier / En 't glad<br />

gegiegaag van viole-snaren .' (Uit : Cafe Chantant),<br />

maar ook <strong>de</strong> reclamekaarten van bet randcafe 'Nes 33', die zich in <strong>de</strong> nalaten-<br />

schap van <strong>de</strong> Tachtigers bevin<strong>de</strong>n .<br />

In 11884 open<strong>de</strong> <strong>de</strong> Amsterdammer Frits van Haarlem in <strong>de</strong> Nes bet `Tivoli', een<br />

variete-theater waar mensen optra<strong>de</strong>n als Nico <strong>de</strong> Haas, Abraham <strong>de</strong> Winter, die<br />

bei<strong>de</strong>n gevier<strong>de</strong> komieken waren, en <strong>de</strong> zanger Chretienni . Aan <strong>de</strong> Amstelstraat<br />

begon Anton Noggerath in 11892 met zijn `Flora' . Hier maakte Jacobs, in <strong>de</strong> door<br />

Rido (pseudoniem <strong>voor</strong> Ph . Pinkhof) geschreven revue `Flora Uitstappen', zijn<br />

opwachting als komiek . Noggerath had met zijn theater zoveel succes dat hij al<br />

snel ging expan<strong>de</strong>ren . In <strong>de</strong> Reguliersbreestraat open<strong>de</strong> hij een bioscooptheater<br />

5 6


(foto : Hist . Topogr . Atl . Gem . Arch . Amsterdam)<br />

dat, als een hommage aan zijn stichter, tot <strong>voor</strong> kort diens naam droeg . Tussen <strong>de</strong><br />

film<strong>voor</strong>stellingen door liet hij variete-nummers opvoeren, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door <strong>het</strong><br />

komische duo Solser en Hesse .<br />

Verguizing van alles war met vermaak en verstrooiing to maken had was tot dan<br />

toe uitsluitend uit orthodoxe kringen gekomen . Hier werd amusement, en dus<br />

amusementsmuziek, gelijkgesteld met ze<strong>de</strong>loosheid en normvervaging . Vanuit<br />

<strong>de</strong>ze optiek werd over <strong>het</strong> variete en <strong>de</strong> revue <strong>de</strong> banvloek uitgesproken .<br />

In <strong>de</strong> tachtiger jaren dien<strong>de</strong> zich een generatie aan die zeer begaan was met<br />

kunst en cultuur en <strong>de</strong> bescherming daarvan . In her amusement zag zij een vervlakking<br />

en dus een bedreiging <strong>voor</strong> <strong>de</strong> waarachtige kunst. Kunst en amusement<br />

waren twee met elkaar onverenigbare begrippen .<br />

Terwijl <strong>de</strong> betere stan<strong>de</strong>n zich steeds nadrukkelijker distantieer<strong>de</strong>n van war<br />

zich afspeel<strong>de</strong> in <strong>de</strong> amusementssector, trok <strong>de</strong> zich snel uitbrei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nklasse<br />

in steeds grotere getale naar <strong>de</strong> variete-theaters .<br />

Het was in een van <strong>de</strong>ze theaters, namelijk bet `Flora', dat <strong>de</strong> illustrator en toneelontwerper<br />

August Reyding (1863-1930) een nieuwe theatervorm introduceer<strong>de</strong> :<br />

<strong>de</strong> revue . In 1889 werd <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandse revue op <strong>de</strong> planken gebracht<br />

('Naar <strong>de</strong> Eiffeltoren') . Twee jaar later vestig<strong>de</strong> Reyding zijn naam <strong>de</strong>finitief met<br />

<strong>de</strong> satirische revue `De Doofpot', die was ontstaan naar aanleiding van een uit <strong>de</strong><br />

hand gelopen bezoek van Keizer Wilhelm ii aan Amsterdam in 1891 . Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

taptoe kwam <strong>het</strong> tot massale vechtpartijen tussen <strong>het</strong> publiek en <strong>de</strong> politie. Met<br />

name dankzij <strong>het</strong> actuele karakter ervan werd <strong>de</strong> revue een doorslaand succes<br />

(25o <strong>voor</strong>stellingen) . Reyding schreef tot 1905 in totaal een <strong>de</strong>rtiental revues . Na<br />

hem werd Rido <strong>de</strong> belangrijkste revue-auteur .<br />

De revue is een theatervorm die ontstaan is in Frankrijk aan <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

achttien<strong>de</strong> eeuw . In vrijwel alle Europese lan<strong>de</strong>n heeft zij zich ontwikkeld van wat<br />

5 7


men zou kunnen aandui<strong>de</strong>n als 'actualiserend' tot louter `amuserend' . Gelei<strong>de</strong>lijk<br />

verloor <strong>de</strong> revue haar oorspronkelijk satirische, hekelen<strong>de</strong> karakter (dat meer en<br />

meer werd overgenomen door <strong>het</strong> cabaret) en ging her uiterlijke vertoon een<br />

steeds grotere plaats innemen . Tenslotte verdrong her show-element <strong>de</strong> politieke<br />

actualiteit volledig naar <strong>de</strong> achtergrond en ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong> revue zich tot een vrijblijven<strong>de</strong><br />

amusementsvorm . Zij werd als <strong>de</strong> lichtste <strong>de</strong>r muzen beschouwd .<br />

Theaterexploitanten als Van Haarlem (Tivoli, Carre) en Noggerath (Flora)<br />

kwamen graag tegemoet aan <strong>de</strong> zucht van her publiek naar meer spektakel . Wortel<strong>de</strong><br />

`De Doofpot' nog in <strong>de</strong> politieke actualiteit en wil<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze revue nog een<br />

satirische kijk geven op her politieke gebeuren van dat jaar, <strong>de</strong> erop volgen<strong>de</strong><br />

revues wer<strong>de</strong>n gekenmerkt door veel kunst- en vliegwerk. Door mid<strong>de</strong>l van een<br />

reeks elkaar snel afwisselen<strong>de</strong> spectaculaire taferelen, erotische sketches, zang- en<br />

dansnummers, probeer<strong>de</strong> men bet gewenste effect bij her publiek to bereiken .<br />

Voor her overige werd <strong>de</strong> avond gevuld met acrobatiek, vaak met <strong>de</strong> gebruikmaking<br />

van vernuftige machinerieen en groot vertoon van glitteren<strong>de</strong> kostuums . Her<br />

bonte schouwspel voltrok zich tegen een achtergrond van majestueuze <strong>de</strong>cors .<br />

Gevier<strong>de</strong> revue-artiesten uit <strong>de</strong> begintijd waren Michel Solser, Isedore Zwaaf en<br />

Chretienni, die, tussen 1888 en 1189 z, meer dan duizend keer in her Grand Variete<br />

Victoria (<strong>de</strong> Vic) stond .<br />

Tot besluit : over burgermanspornogra fie en Literatuur<br />

Bij <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> burgerklasse die waakte <strong>voor</strong> vervlakking stond her cabaret, maar<br />

<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> revue in een zeer laag aanzien . Ze wer<strong>de</strong>n beschouwd als inferieure<br />

randgebie<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> officiele theater- en muziekleven . Ook latere beschouwers<br />

hebben vaak, om uiteenlopen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen, weinig goe<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n over <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

gebo<strong>de</strong>ne in <strong>de</strong> variete-theaters . Alex <strong>de</strong> Haas bij<strong>voor</strong>beeld schroomt niet in dit<br />

verband to spreken van 'burgermanspornografie' .<br />

Omdat veel mensen met zoveel <strong>de</strong>dain en morele verontwaardiging op her verschijnsel<br />

revue neerkeken, is <strong>het</strong> aardig om to zien hoe er toch - zij her op een<br />

nogal indirecte en zeker niet al to zwaarwichtige wijze- op sommige momenten<br />

iets nit <strong>het</strong> revue-gebeuren heeft weten door to dringen in her bastion van <strong>de</strong> letteren<br />

. Her bier volgen<strong>de</strong> fragment van Frans Erens illustreert hoe Lo<strong>de</strong>wijk van<br />

Deyssel <strong>voor</strong> her rijkgeschakeer<strong>de</strong> vocabularium en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> polemische effecten<br />

van zijn scheldkritieken zo nu en dan nit zeer troebele bron putte :<br />

'Soms trokken wij [= Van Deyssel en Erens, AH] samen naar Tivoli in <strong>de</strong> Nes of<br />

naar Frits van Haarlem, waar opzichtig geklee<strong>de</strong> juffrouwen allerlei chansons ten<br />

beste gaven ; meestal waren bet Francaises . Nu en dan trad er een komiek naar<br />

voren, die een <strong>voor</strong>dracht hield. Daar kwamen dan dikwijls die gezwollen uitdrukkingen<br />

in <strong>voor</strong>, die V . Deyssel later zijn slachtoffers [ . . .] naar <strong>het</strong> hoofd<br />

wierp .' (Uit : Verviogen Jaren)<br />

Hoever <strong>de</strong> revue en <strong>de</strong> literatuur ook van elkaar afston<strong>de</strong>n en hoezeer bet hier<br />

ook om een bijkomstig raakpunt gaat ; <strong>de</strong> wetenschap dat sommige woor<strong>de</strong>n en<br />

uitdrukkingen bij Van Deyssel van zeer dubieuze herkomst zijn, zou menig toenmalig<br />

literatuurliefhebber nogal hebben verontrust . Om in <strong>de</strong> geest van her motto<br />

5 8


van Pijper to eindigen : ook in <strong>de</strong> officiele literatuur is blijkbaar niet alles afkomstig<br />

van <strong>de</strong> klassieken en van grote cultuurdragers .<br />

i Menigmaal lief Jacobs, <strong>voor</strong> zaalverkoop tij<strong>de</strong>ns zijn optre<strong>de</strong>n, succesvolle liedjes drukken<br />

. Er verscheen eveneens gebun<strong>de</strong>ld werk van hem : In 't leven, z .j ., Repertoire Eduard<br />

Jacobs, z .j . en Lombok en Trassie, z .j . Her betreft hier he<strong>de</strong>n ten dage zeer zeldzame edities .<br />

z Pas op z8 juni 1881 gaat <strong>de</strong> Wet Auteursrechten van kracht .<br />

3 Zie, behalve <strong>de</strong> bier reeds aangehaal<strong>de</strong> fragmenten, bij<strong>voor</strong>beeld : Jac . van Looy, 'Bij<br />

Solzers dood', Een Feestdroom (ed . Winkels/Will, r98z) en van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> auteur De Won<strong>de</strong>rlijke<br />

Avonturen van Zebe<strong>de</strong>us (592.5 2 ) .<br />

5 9


Lente in <strong>het</strong> woud<br />

(Proeve van naturalistische seizoenbeschrijving)<br />

Mei . Het had drie dagen achtereen gemotregend, met een zoelen<br />

Zui<strong>de</strong>wind, zoel, <strong>voor</strong>jaarsachtig . En <strong>de</strong> mot was neergevallen als <strong>de</strong> fijne<br />

stralen uit een grove tuingieter, sijpelend, sproeiend, spritsend .<br />

De lucht was goor .<br />

De atmosfeer vunzig .<br />

De boomen waren staken waarop schooljongens hoe<strong>de</strong>n en petten<br />

kon<strong>de</strong>n hangen . Sommige toppen geleken fijngeslepen potloodpunten .<br />

En in <strong>het</strong> bosch, waarvan <strong>de</strong> porien openston<strong>de</strong>n als die van een<br />

koortslij<strong>de</strong>r dampte <strong>het</strong> benauwend als <strong>de</strong> dampen uit een kroeg .<br />

Het woud stond naakt, overeind, lillebeenend .<br />

De lente begon aan <strong>de</strong> takken to sabbelen .<br />

De kastanjeboomen, mislijke geraamten uit een verlaten knokenhuis,<br />

dropen van glibberig bruingeel vat, machinenolie gelijk . En wanneer <strong>de</strong><br />

wind <strong>het</strong> oeverriet bewoog, wiegwuif<strong>de</strong> <strong>het</strong> op een veer als <strong>de</strong> slappe<br />

ooren van jolige biggen .<br />

Gras was er niet .<br />

Meidoorn even min .<br />

En overigens was <strong>het</strong> woud smerig, papperig, klefferig : in een<br />

lentekleed .<br />

Hier en daar kwekte een kikker . Hij sprong weg in <strong>de</strong> donkere diepte van<br />

een sloot en kwekte nog eens, hield een oogenblik zijn bek en kwekte nog<br />

eens en toen nog eens .<br />

En daarop werd <strong>de</strong> lentestilte van <strong>het</strong> bosch we<strong>de</strong>r hoorbaar .<br />

De zon steeg, steeg, steeg . Zij <strong>de</strong>ed <strong>de</strong>n horizon vlammen ; haar toornig<br />

oog doorboor<strong>de</strong> <strong>het</strong> lillend woud en sprak : 'As-<strong>de</strong>-bliksem, kale kleerstok,<br />

je groene pak an!'<br />

Toen daag<strong>de</strong> <strong>het</strong> in <strong>het</strong> Oosten .<br />

De morgen kwam .<br />

Het gansche woud repte zich in <strong>de</strong> kleeren : <strong>de</strong> kastanje, <strong>de</strong> eiken, <strong>de</strong><br />

iepen, <strong>de</strong> beuken, <strong>de</strong> hazelaars flipflapten ; <strong>het</strong> veldhoen wipbil<strong>de</strong> ; <strong>de</strong><br />

meidoorn glimper<strong>de</strong> ; <strong>het</strong> run<strong>de</strong>rdier wiegheupte ; <strong>de</strong> nachtegaal<br />

vleihals<strong>de</strong> ; <strong>de</strong> baars, <strong>de</strong> brasem en <strong>de</strong> kikker scharmaai<strong>de</strong>n met bekken,<br />

keelen, pooten en vinnen, zoodat <strong>het</strong> woud weldra op eene groene<br />

theebus geleek, waaruit <strong>de</strong> geur van echte Pecco omhoog kruif<strong>de</strong> .<br />

En <strong>het</strong> woud geleek een doek van Teniers, waarop ronken<strong>de</strong><br />

kermisgasten rauwe gelui<strong>de</strong>n uitstooten : joelend, krijschend, gillend,<br />

smerig .<br />

Het was lente gewor<strong>de</strong>n!<br />

Piet Vluchtig (= F . Smit-Kleine]<br />

in : Ne<strong>de</strong>rland II, p . 124-5 (1886)


Liesbeth W. <strong>de</strong> Vries<br />

De kunst van bet zeggen<br />

theater 1880-1895 : een overgangsperio<strong>de</strong>


Ontwikkelingen op toneelgebied<br />

In bet begin van <strong>de</strong> jaren tachtig van <strong>de</strong> vorige eeuw wor<strong>de</strong>n in Ne<strong>de</strong>rland nog<br />

<strong>voor</strong>namelijk traditioneel romantische toneelstukken opgevoerd . De representant<br />

van dit genre is <strong>de</strong> Koninklijke Vereeniging Her Ne<strong>de</strong>rlandsch Tooneel . Omstreeks<br />

r 89o doet her naturalisme op her Ne<strong>de</strong>rlandse toneel zijn intre<strong>de</strong> . De stuwen<strong>de</strong><br />

kracht achter <strong>de</strong> doorbraak van her naturalisme is <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

Tooneelvereeniging . Voor <strong>de</strong> ontwikkeling van her mo<strong>de</strong>rne toneel is met name<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> ii 89o-r91o belangrijk geweest .<br />

Hieron<strong>de</strong>r wordt ingegaan op <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> toneelgezelschappen . De ontwikkeling<br />

van her mo<strong>de</strong>rne theater zal ver<strong>de</strong>rop in dit hoofdstuk on<strong>de</strong>r Aanzet tot<br />

vernieuwing ter sprake komen .<br />

De Koninklijke Vereeniging Het Ne<strong>de</strong>rlandsch Tooneel<br />

In 1870 wordt op initiatief van <strong>de</strong> bankier-auteur H .J . Schimmel her Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

Tooneelverbond opgericht . Doel van dit verbond is her verheffen van her<br />

toneel en daartoe moet er in <strong>de</strong> eerste plaats een toneelopleiding komen . In 1874 is<br />

her zover, <strong>de</strong> Amsterdamse toneelschool opent haar <strong>de</strong>uren . Om <strong>de</strong> leerlingen na<br />

hun opleiding aan een engagement to helpen acht Schimmel her noodzakelijk een<br />

eigen gezelschap op to richten . Dit wordt <strong>de</strong> Koninklijke Vereeniging Her Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

Tooneel . Tien jaar later is <strong>de</strong>ze vereniging uitgegroeid tot een toonaangevend<br />

gezelschap, inmid<strong>de</strong>ls <strong>voor</strong>zien van koninklijke subsidie . De Koninklijke<br />

Vereeniging bespeelt <strong>de</strong> Amsterdamse stadsschouwburg en na <strong>de</strong> brand in 18 9o,<br />

die <strong>de</strong> schouwburg in as legt, verhuist her gezelschap tij<strong>de</strong>lijk naar her Grand-<br />

Theatre in <strong>de</strong> Amstelstraat . Er wordt op een zeer ou<strong>de</strong>rwetse, romantische wijze<br />

gespeeld en ook in her repertoire toont <strong>de</strong> Vereeniging zich conservatief . Franse<br />

blijspelen (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Sardou, Scrabe en Legouve) en Duitse kluchten wor<strong>de</strong>n<br />

jaar in jaar uit opgevoerd . Daarnaast brengt men, war Ne<strong>de</strong>rlands repertoire betreft,<br />

on<strong>de</strong>r meer stukken van <strong>de</strong> populaire volkstoneelschrijver J . van Maurik en<br />

van Schimmel . lets later durft <strong>de</strong> Vereeniging ook Shakespeare aan . Her is <strong>de</strong> tijd<br />

dat Louis Bouwmeester en zijn zuster Theo Frenkel-Bouwmeester hun glansrollen<br />

beleven . On<strong>de</strong>r grote druk van buitenaf wor<strong>de</strong>n pas omstreeks 1910 naturalistische<br />

stukken van Ibsen en Hauptmann opgevoerd .<br />

6 3


De Ne<strong>de</strong>rlandsche Tooneelvereeniging<br />

Uit protest tegen her conservatisme van Schimmel en <strong>de</strong> zijnen wordt in 1889 her<br />

ad-hoc gezelschap <strong>de</strong> Tooneelvereeniging opgericht door on<strong>de</strong>r meet <strong>de</strong> toneelcriticus<br />

J .H . Rossing . De Tooneelvereeniging heeft met her spelen van lbsens Nora<br />

een eerste aanzet gegeven tot naturalisme op bet Ne<strong>de</strong>rlands toneel . Na twee<br />

<strong>voor</strong>stellingen is her gezelschap ontbon<strong>de</strong>n . Her naturalisme vindt werkelijk ingang<br />

bij her toneel, als in 1893 <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Tooneelvereeniging wordt opgericht<br />

door regisseur L . Chrispijn . De Tooneelvereeniging speelt zoveel mogelijk<br />

oorspronkelijk Ne<strong>de</strong>rlandse toneelstukken . Daarnaast speelt men on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

Ibsen, Hauptmann, <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne Russen, Moliere en Shakespeare . De Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

Tooneelvereeniging is <strong>voor</strong>al bekend gewor<strong>de</strong>n door opvoeringen van stukken<br />

van <strong>de</strong> sociaal bewogen naturalist Herman Heijermans . Het gezelschap is in<br />

Amsterdam meestal opgetre<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> Paleis <strong>voor</strong> Volksvlijt, <strong>de</strong> Salon <strong>de</strong>s Varietes<br />

in <strong>de</strong> Amstelstraat en later ook in <strong>de</strong> Hollandse schouwburg . Tevens heeft zij veel<br />

in <strong>de</strong> provincie gereisd .<br />

De Vereeniging kiest <strong>voor</strong> een naturalistische aanpak, in bet repertoire, <strong>de</strong><br />

speelstijl en her <strong>de</strong>cor . De coulissen zijn vervangen door gesloten vier-wan<strong>de</strong>n<strong>de</strong>cors,<br />

waarbij <strong>de</strong> alledaagse werkelijkheid zoveel mogelijk wordt nagebootst .<br />

De naturalistische speelstijl van <strong>de</strong> Tooneelvereeniging is op zich met nieuw . In<br />

Rotterdam heeft Jan C . <strong>de</strong> Vos, acteur en regisseur van her gezelschap van <strong>de</strong><br />

Tivolischouwburg, <strong>de</strong>ze al eer<strong>de</strong>r geintroduceerd . De Vos is op zijn beurt beinvloed<br />

door Andre Antoine, lei<strong>de</strong>r van <strong>het</strong> Theatre Libre, centrum van naturalistisch<br />

theater in Parijs, dat in 1892, 1893 en 1894 <strong>voor</strong>stellingen in Ne<strong>de</strong>rland<br />

heeft gegeven . Het veroorzaakt in die tijd een schandaal dat Antoine tij<strong>de</strong>ns bet<br />

spelen bet publiek <strong>de</strong> rug toekeert en dat er echte stukken vlees op <strong>het</strong> toneel<br />

gebracht wor<strong>de</strong>n . Overigens blijken bij <strong>de</strong>ze tournees verschillen<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

critici, nuchter van aard, bet nieuwe in <strong>de</strong> speelstiji niet to ont<strong>de</strong>kken en vin<strong>de</strong>n ze<br />

dat sommige Ne<strong>de</strong>rlandse acteurs veel natuurlijker spelen .<br />

Niet alleen wat <strong>de</strong> speelstijl betreft is Rotterdam Amsterdam in die perio<strong>de</strong><br />

enigszins <strong>voor</strong>uit, ook wordt in Rotterdam al eer<strong>de</strong>r veel oorspronkelijk Ne<strong>de</strong>rlands<br />

toneel gespeeld, <strong>voor</strong>al on<strong>de</strong>r leiding van Antoine Jean le Gras, die als een<br />

van <strong>de</strong> eerste regisseurs <strong>de</strong> mise-en-scene <strong>voor</strong>schrijft en her samenspel van <strong>de</strong><br />

acteurs regelt .<br />

Toneel in De Nieuwe Gids<br />

In 1889 schrijft redacteur Frank van <strong>de</strong>r Goes in De Nieuwe Gids in een essay met<br />

<strong>de</strong> titel 'Vermaak in <strong>de</strong> hoofdstad' : 'Her is geen gemaaktheid dat men zich in dit<br />

tijdschrift weinig of met met her tooneel heeft bezig gehou<strong>de</strong>n .' Van <strong>de</strong>r Goes<br />

verklaart <strong>het</strong> gebrek aan aandacht als volgt : 'Nog altijd zijn <strong>de</strong> komedies met <strong>de</strong><br />

plaatsen waar <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs zich van hun besten kant laten zien . Ik geloof dat<br />

men in Amsterdam, waar zes schouwburgen elken dag spelen, geen zes avon<strong>de</strong>n<br />

per jaar goed nit kan gaan .'<br />

64


De belangstelling van De Nieuwe Gids <strong>voor</strong> theater is in<strong>de</strong>rdaad zeer gering<br />

geweest . Had De Gids nog een aparte toneelrubriek, `Het Dramatisch Overzicht',<br />

die minstens twee keer per jaargang is verschenen en besteedt ook De Kroniek, die<br />

vanaf 11895 verschijnt, veel aandacht aan her toneelgebeuren, tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bloeiperio<strong>de</strong><br />

van De Nieuwe Gids verschijnt slechts een zevental artikelen over theater .<br />

Naast <strong>de</strong>ze beschouwen<strong>de</strong> artikelen op toneelgebied wordt in 18 86 Van Ee<strong>de</strong>ns<br />

blijspel Don Torribio gepubliceerd en in i 887 Verweys vertaling van Marlowes<br />

Faust. Ook komen een enkele keer in meet literair gerichte artikelen toneelkwesties<br />

en passant ter sprake . Twee beschouwen<strong>de</strong> artikelen, een bespreking van<br />

Droomleven van Josine Simons-Mees door C .F . van <strong>de</strong>r Horst en een bespreking<br />

van Joan da Rimini van Jan van Arend door Verwey vormen inci<strong>de</strong>ntele bijdragen<br />

. Interessanter zijn <strong>de</strong> artikelen van Van <strong>de</strong>r Goes, omdat er <strong>de</strong> eerste tekenen<br />

in to vin<strong>de</strong>n zijn van een ontwikkeling die in her Ne<strong>de</strong>rlandse toneel zou gaan<br />

Portret van Frank van <strong>de</strong>r Goes (11887), door Jan Veth (Dordrechts Mus .)<br />

6 5


plaatsvin<strong>de</strong>n . In een essay uit 1888 over <strong>de</strong> opleiding van toneelspelers schrijft hij :<br />

`De tooneelspeelkunst is <strong>de</strong> kunst van her verzinnelijkt <strong>voor</strong>stellen van <strong>de</strong> bedoelingen<br />

van <strong>de</strong>n dichter door <strong>het</strong> lichaam van <strong>de</strong>n acteur . De wijze waarop men dit<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk, door <strong>het</strong> spreken, dat <strong>het</strong> <strong>voor</strong>naamste mid<strong>de</strong>l is, to doen heeft, valt<br />

binnen <strong>de</strong> literaire beschouwing . Het overige, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling door gebaren, kleeding,<br />

gelaatsuitdrukking en grimeeren, behoort bij <strong>de</strong> plastische kunst . Doch <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> van al <strong>de</strong>ze mid<strong>de</strong>len is on<strong>de</strong>rgeschikt aan <strong>de</strong>ze opperste uiting in <strong>het</strong><br />

menschelijke vermogen . Zij is ook een afzon<strong>de</strong>rlijke kunst, <strong>de</strong> kunst van <strong>het</strong> zeggen<br />

.'<br />

Van <strong>de</strong>r Goes spreekt hier alleen over toneel in versvorm . Voor hem dient daarin<br />

<strong>de</strong> plastiek on<strong>de</strong>rgeschikt gemaakt to wor<strong>de</strong>n aan <strong>het</strong> woord van <strong>de</strong> dichter .<br />

Evenals De Kroniek-me<strong>de</strong>werker Andre Jolles, die heeft bijgedragen tot <strong>de</strong> toneelvernieuwing,<br />

is Van <strong>de</strong>r Goes van mening dat <strong>de</strong> nadruk op <strong>het</strong> zeggen van her vers<br />

moet liggen . 'Als gij verzen zegt moet gij nooit <strong>de</strong>n inhoud aan <strong>de</strong> hoor<strong>de</strong>rs dui<strong>de</strong>lijk<br />

willen maken . Gij moet nooit aan <strong>de</strong>n inhoud van verzen <strong>de</strong>nken en nooit aan<br />

<strong>de</strong> mensen, die naar u luisteren . Gij moet u er volstrekt met om bekommeren of zij<br />

u begrijpen . Wat gij doen moet is alleen op <strong>de</strong>n vorm van <strong>de</strong> verzen letten en <strong>de</strong>n<br />

vorm alleen moet gij laten hooren . De ver<strong>de</strong>eling van <strong>de</strong> klanken, of wat men <strong>de</strong>n<br />

rhythmus noemt, en <strong>het</strong> geluid van <strong>de</strong> klanken . Dat is waar gij me<strong>de</strong> to maken<br />

hebt, dat is <strong>het</strong> eenige waarmee gij hebt to maken .'<br />

Al eer<strong>de</strong>r spreekt Van <strong>de</strong>r Goes zich uit tegen een 'natuurlijke manier van zeggen'<br />

. Deze acht hij een van <strong>de</strong> tekenen van artistiek verval . En als in 1889 <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

eerst een naturalistisch toneelstuk, Ibsens Nora, op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse planken<br />

wordt gebracht, heeft hij veel kritiek. Naar zijn mening is dit naturalisme geen<br />

kunstuiting van hoge or<strong>de</strong> . Het mist dat wat in zijn ogen <strong>het</strong> eerst en <strong>het</strong> laatst<br />

nodig is : <strong>het</strong> is met mooi . Hem staat een vorm van theater <strong>voor</strong> ogen die sterk<br />

afwijkt van <strong>het</strong> realisme en <strong>het</strong> naturalisme, en daarmee sluit hij aan bij die ontwikkeling<br />

in <strong>het</strong> toneel, waarbij <strong>de</strong> nadruk gelegd gaat wor<strong>de</strong>n op <strong>het</strong> zeggen van<br />

her vers .<br />

Van <strong>de</strong>r Goes heeft behalve in De Nieuwe Gids, rinds r88o over toneel in De<br />

Amsterdammer geschreven en heeft daarnaast lessen in <strong>de</strong>clamatie gegeven aan <strong>de</strong><br />

Amsterdamse Toneelschool en <strong>het</strong> Conservatorium . Ook heeft hij zelf her zeggen<br />

van verzen in praktijk gebracht, getuige <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> advertentie die in 1894 in <strong>het</strong><br />

tijdschrift Het Tooneel verschenen is : `De on<strong>de</strong>rgeteeken<strong>de</strong>, vroeger on<strong>de</strong>rwijzer<br />

66<br />

Advertentien .<br />

Do On<strong>de</strong>rgeteeken<strong>de</strong>, vroeger on<strong>de</strong>rwijzer in <strong>de</strong>klamatie<br />

aan <strong>de</strong> Tooneelschool en <strong>het</strong> Conservatorium to Amsterdam,<br />

stelt zich beschikbaar tot <strong>het</strong> hou<strong>de</strong>n van Voordrachten<br />

in Vereenigingen en bij Particulieren .<br />

Repertoire van Fransche en Duitecbe Klassieken en Mo<strong>de</strong>rnen.<br />

Voorwaar<strong>de</strong>n to vernemen aan zijn adres :<br />

Suezka<strong>de</strong>, 77, <strong>de</strong>n Haag . F. VAN DER GOES .


in <strong>de</strong>clamatie aan <strong>de</strong> Tooneelschool en <strong>het</strong> Conservatorium to Amsterdam, stelt<br />

zich beschikbaar tot bet hou<strong>de</strong>n van <strong>voor</strong>drachten in Vereenigingen en bij Particulieren<br />

. Repertoire van Fransche en Duitsche Klassieken en Mo<strong>de</strong>rnen .'<br />

De Tachtigers en toneel<br />

Van <strong>de</strong> redacteuren respectievelijk me<strong>de</strong>werkers van De Nieuwe Gids zijn Van<br />

<strong>de</strong>r Goes, Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n en Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel <strong>het</strong> meest actief geweest op<br />

toneelgebied .<br />

Van Ee<strong>de</strong>n <strong>de</strong>buteert in 188z in <strong>het</strong> maandblad Ne<strong>de</strong>rland met her leesdrama<br />

Het Rijk <strong>de</strong>r Wijzen . Deze 'dramatische idylle' wordt in datzelf<strong>de</strong> jaar <strong>voor</strong>gele-<br />

zen bij Flanor. Een jaar later volgt <strong>het</strong> toneelstuk Het Sonnet, dat samen met De<br />

Stu<strong>de</strong>nt thuis door <strong>de</strong> Koninklijke Vereeniging Her Ne<strong>de</strong>rlandsch Tooneel in <strong>de</strong><br />

stadsschouwburg wordt opgevoerd . Het succes van <strong>de</strong>ze eerste stukken is met<br />

groot en zoals B . Hunnigher in Een Eeuw Ne<strong>de</strong>rlands Toneel al opmerkt : `De<br />

dageraad ener nieuwe dramatiek kondig<strong>de</strong>n zij niet aan .' In 1884 verschijnen Het<br />

Poortje en Frans Hals, dat Van Ee<strong>de</strong>n gebaseerd heeft op Potgieters Frans Hals en<br />

zijn dochter, her gedicht De twee portretten van J .A . Alberdingk Thijm en her<br />

schil<strong>de</strong>rshandboek van A . Houbraken . Her stuk is in premiere gegaan ter gelegen-<br />

heid van <strong>het</strong> feest van Sint Lucas, met Jacobus van Looy in <strong>de</strong> rol van Frans Hals .<br />

Na 1885 schrijft Van Ee<strong>de</strong>n nog een tiental toneelstukken, waarvan bet laatste,<br />

Ismea, in 192.3 .<br />

In een gesprek met E . d'Oliveira in 1909 uit hij kritiek op <strong>de</strong> theaterdirecteuren<br />

die volgens zijn zeggen onvoldoen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring hebben getoond <strong>voor</strong> zijn toneel-<br />

werk . Waren ze hem meer tegemoet gekomen, dan had hij meet dramatisch werk<br />

geleverd . 'Nadat Don Torribio geweigerd was - een goed stuk, dat toen gespeeld<br />

had moeten wor<strong>de</strong>n - nadat her net zo gegaan was met Het Poortje, ging ik werk<br />

maken als De Broe<strong>de</strong>rs en Lioba . Dat vol<strong>de</strong>ed meet aan mijn verlangen . Een<br />

schran<strong>de</strong>r directeur had mij moeten zeggen : Kijk, daarvan is iets to maken <strong>voor</strong><br />

her toneel . In Duitsland is men mij beret tegemoet gekomen . De Broe<strong>de</strong>rs heb ik<br />

nu omgewerkt <strong>voor</strong> toneel, en Lioba ga ik omwerken . Dat mag u gebrek aan<br />

doorzettingsvermogen tegenover <strong>de</strong> theaterdirecteuren noemen, ik heb op <strong>de</strong>ze<br />

wijze toegegeven aan mijn hoogste smaak . Wat ik toen gemaakt heb, vond ik beret<br />

dan wat ik an<strong>de</strong>rs gemaakt zou hebben . Ik erken nu dat her goed is iets to maken<br />

dat tevens speelbaar is . lets, dat zo mooi is als her beste dat wij in ons hoofd<br />

hebben, maar dat toch door <strong>de</strong> massa wordt gewaar<strong>de</strong>erd, dat is mijn grootste<br />

zoeken .'<br />

Van een geheel an<strong>de</strong>re aard is <strong>de</strong> betrokkenheid bij her toneel van Lo<strong>de</strong>wijk van<br />

Deyssel . Hij is door zijn va<strong>de</strong>r, J .A . Alberdingk Thijm, grootgebracht in <strong>de</strong> lief<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong> her theater en krijgt me<strong>de</strong> door diens invloed in <strong>de</strong> literaire wereld spoedig <strong>de</strong><br />

kans artikelen over toneel to publiceren . In De Dietsche Waran<strong>de</strong> verschijnen van<br />

zijn hand diverse verhan<strong>de</strong>lingen over toneel, `toneelcauserieen' zoals Van <strong>de</strong>r<br />

Goes ze noemt . In 188z verschijnen zijn eerste toneelkritieken in De Amsterdam-<br />

mer. Een aantal van die recensies doet reeds <strong>de</strong>nken aan zijn latere befaam<strong>de</strong><br />

6 7


Portret van Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n (1884), Portret van Albert Verwey (1885), door<br />

door Jac . van Looy (Sticht . Jac . van Looy) Jan Veth (Sted . Mus . Amsterdam)<br />

scheldkritieken . H . Trip en Taco <strong>de</strong> Beer, zelf toneelcritici, rekenen in Toneel en<br />

muziek in <strong>de</strong> boo fdstad gena<strong>de</strong>loos of met <strong>de</strong> critici in die dagen . Ook Van Deyssel<br />

vin<strong>de</strong>n zij weinig betrouwbaar . `Van Deyssel schreef soms beoor<strong>de</strong>lingen van<br />

stukken, die hij niet gezien had, en zijn va<strong>de</strong>r verwon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> er zich over, dat't altijd<br />

zoo goed uitkwam .'<br />

Van Deyssel laat al in her begin van <strong>de</strong> jaren tachtig geen gelegenheid <strong>voor</strong>bij<br />

gaan om her naturalisme to propageren . In zijn recensie van Sardou's Fedora, dat<br />

opgevoerd wordt in <strong>de</strong> `goe<strong>de</strong> week' maakt hij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vergelijking tussen her<br />

christendom en her naturalisme : 'Hier (in <strong>de</strong> kerk) schenkt ons her Christendom<br />

in <strong>de</strong>n nagalm van zijn vervlogen grootheid, <strong>de</strong> abstrakte zweven<strong>de</strong> schoonheid<br />

van her lij<strong>de</strong>nsi<strong>de</strong>aal ; daar (in her theater) biedt <strong>de</strong> nieuwe kunst (her naturalisme),<br />

in her eerste stamelen van zijn wording, <strong>de</strong> konkreete, tastbare leven<strong>de</strong><br />

schoonheid <strong>de</strong>r lij<strong>de</strong>nsrealiteit .'<br />

Als Van Deyssel achttien jaar oud is gaat zijn eerste en tevens laatste toneelstuk<br />

in premiere, We<strong>de</strong>rzien (1883), een onbenullig lief<strong>de</strong>sgeschie<strong>de</strong>nisje dat door <strong>de</strong><br />

pers wordt gekraakt . In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tijd werkt hij aan an<strong>de</strong>re toneelstukken, to weten<br />

Martha, Koketterie en Jonkheer van Haren, die overigens geen van alle opgevoerd<br />

of zelfs gepubliceerd zijn . Na <strong>de</strong>ze pogingen neemt <strong>de</strong> belangstelling van Van<br />

Deyssel <strong>voor</strong> bet theater in korte tijd snel af .<br />

Tij<strong>de</strong>ns bet jaarfeest van bet Haagse schil<strong>de</strong>rsgenootschap Pulchri Studio in 1892<br />

wor<strong>de</strong>n tableaux vivants vertoond . Aan Albert Verwey wordt gevraagd een begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

tekst to schrijven en die zelf <strong>voor</strong> to dragen . In <strong>de</strong>cors van Marius Bauer<br />

en Van <strong>de</strong>r Maarel brengt Verwey `in een wit kostuum met togamouwen, gou<strong>de</strong>n<br />

bef, en een sjerp van gele stof' zijn dramatisch gedicht `De Jo<strong>de</strong>n' ten gehore .<br />

6 8


De vertoning, die tweemaal herhaald wordt, is aanleiding tot verschrikte reacties .<br />

Kan bier, ondanks dat er verzen gezegd wor<strong>de</strong>n in een theatrale omgeving, nog<br />

wet van toneel gesproken wor<strong>de</strong>n, zo vraagt men zich af .<br />

Her latere dramatische werk van Verwey is <strong>voor</strong> opvoering weinig geschikt .<br />

Her zijn meet leesdrama's . In een gesprek met E . d'Oliveira zegt Verwey over <strong>de</strong><br />

Tachtigers : `[ . . .] De vorm van ons werk [wordt] dikwijls door niet-kunstenaars<br />

bepaald : wij kunnen niet werken zoals wij willen, als <strong>de</strong> maatschappij ons niet<br />

verstaat . Daarom verschijnen er ook zo weinig drama's . Er is geen eenheid in ons<br />

maatschappelijk leven . [ . . .] En nu bedien ik mij nog wet hoofdzakelijk van een<br />

vorm die zich wendt tot <strong>de</strong> enkeling. Een vets wordt door een lezer alleen ook<br />

genoten . Maar tot dramaschrijven zijn wij geen van alien ruim gekomen . Doe ik<br />

her een enkele keer, clan weet ik toch wet dat her niet <strong>voor</strong> <strong>de</strong> menigte is .'<br />

Ook buiten <strong>de</strong> kring van <strong>de</strong> Nieuwe Gidsers is een schrijver actief op her gebied<br />

van her toneel : <strong>de</strong> naturalist Marcellus Emants . Zijn eerste stuk, her blijspel Jonge<br />

Harten (187z), wordt gepubliceerd in <strong>het</strong> tijdschrift Spar en Hulst, waarvan<br />

Emants me<strong>de</strong>-oprichter is geweest . Het verdwijnt vervolgens <strong>voor</strong> jaren in <strong>de</strong> la bij<br />

<strong>de</strong> directie van een toneelgezelschap, <strong>voor</strong>dat her in i888 door <strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong><br />

Rotterdamsche Toonelisten, on<strong>de</strong>r leiding van Le Gras met succes wordt opgevoerd<br />

.<br />

In een artikel in De Nieuwe Gids (1888) brengt Kloos on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Emants'<br />

Adolf van Gelre ter sprake : `[ . . .] In zijn Adolf van Gelre heeft hij tot her mo<strong>de</strong>rne<br />

hollandsche treurspel <strong>de</strong>n grondslag gelegd .' Kloos vindt her niet noodzakelijk her<br />

drama afzon<strong>de</strong>rlijk to bespreken, want, zo zegt hij : `[ . . .] Al Emants werk heeft<br />

eenzelf<strong>de</strong> kleur en aard . Als grauwe rotsgevaarten van omhooggestooten kracht<br />

en rustige uitgebreidheid, staan zij aan <strong>de</strong>n ingang van dit geruchtmaken<strong>de</strong> tijdvak,<br />

een donkere kolonna<strong>de</strong>, hoog en stom . 0, zij zijn koud, ijskoud, die roerlooze<br />

blokken, zij lachen niet, zij weenen niet, zij doen niet bewon<strong>de</strong>ren, zij leven<br />

niet, maar zij zijn toch massief, ernstig en kolossaal .' En Kloos besluit <strong>de</strong>ze lyrische<br />

bespiegeling met <strong>de</strong> gevleugel<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n : `Marcellus Emants is <strong>de</strong> Johannes<br />

Baptista <strong>de</strong>r mo<strong>de</strong>rne literatuur .'<br />

Emants heeft ook, niet onverdienstelijk naar <strong>het</strong> schijnt, gespeeld en geregisseerd<br />

in her amateurgezelschap `Utile et Laetum' . Bovendien schrijft hij over theater<br />

in her tijdschrift Het Tooneel en maakt samen met M .B . Men<strong>de</strong>s da Costa <strong>de</strong>el<br />

uit van bet `leescomite' van dat tijdschrift, waaraan Ne<strong>de</strong>rlandstalige toneelstukken<br />

ter beoor<strong>de</strong>ling wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gelegd .<br />

Emants heeft een vrij groot oeuvre opgebouwd en rond <strong>de</strong> eeuwwisseling bepalen<br />

<strong>voor</strong>namelijk hij, Josine Simons-Mees en uiteraard Herman Heijermans her<br />

gezicht van her Ne<strong>de</strong>rlandse drama . Toch heeft B . Stroman gelijk als hij in De<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse toneelschrij fkunst constateert dat Emants' werk, evenals dat van<br />

Josine Simons-Mees overigens, zozeer beperkt blijft tot her eigen milieu, dat van<br />

een dramatische ver<strong>de</strong>re uitstraling geen sprake is geweest .<br />

De bijdragen van <strong>de</strong> generatie van Tachtig aan her Ne<strong>de</strong>rlandse toneelrepertoire<br />

zijn gering geweest . De enige nit die tijd aan wie nog wet eens <strong>de</strong> eer to beurt valt<br />

dat een stuk van hem wordt opgevoerd, is Van Ee<strong>de</strong>n en een hoogst enkele keer<br />

6 9


Emants . Het belang van <strong>de</strong> Tachtigers <strong>voor</strong> <strong>het</strong> toneel ligt min<strong>de</strong>r in hun daadwer-<br />

kelijke bijdragen dan in hun <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n over kunst . Zij hebben door <strong>het</strong> ijveren<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> naturalisme een klimaat geschapen, waarin <strong>het</strong> mogelijk is gewor<strong>de</strong>n<br />

naturalistisch drama op <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse toneel to brengen . H .H .J . <strong>de</strong> Leeuwe<br />

constateert in Zeven eeuwen Amsterdam een eveneens indirecte, maar ver<strong>de</strong>r-<br />

gaan<strong>de</strong> invloed : `De beweging van Tachtig, die zelf geen groote tooneelschrijvers<br />

heeft <strong>voor</strong>tgebracht, is indirect van grooten invloed geweest op <strong>het</strong> theater . Het<br />

was <strong>de</strong> schoonheid, <strong>de</strong> zuivere schoonheid, <strong>voor</strong>al die van <strong>het</strong> woord, welke zij<br />

nastreef<strong>de</strong>, wars van <strong>de</strong> realiteit, die haar lelijk toescheen .' Die invloed van <strong>de</strong><br />

Tachtigers is volgens hem aan to wijzen in <strong>de</strong> toneelopvattingen van Willem<br />

Royaards en Eduard Verka<strong>de</strong>, die na <strong>de</strong> eeuwwisseling <strong>het</strong> toneel gaan beheersen .<br />

Volgens hen moet <strong>het</strong> theater 'een tempel van verheven schoonheid wor<strong>de</strong>n [ . . .] .<br />

Daartoe moest ook en <strong>voor</strong>al werk gemaakt wor<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> vers, van <strong>de</strong> dictie,<br />

van <strong>de</strong> zeggingskunst. Want <strong>het</strong> woord van <strong>de</strong>n dichter was beslissend .'<br />

Aanzet tot vernieuwing<br />

Initiatieven tot vernieuwing van her toneel zijn niet genomen vanuit bestaan<strong>de</strong><br />

gezelschappen, maar door niet-professionele acteurs en letterkundigen rond <strong>het</strong><br />

weekblad De Kroniek . Met name Andre Jolles, Jan Kalff en Antoon Molkenboer<br />

hebben bijgedragen tot <strong>het</strong> ontstaan van <strong>het</strong> mo<strong>de</strong>rne toneel . Het gaat hierbij om<br />

een totale veran<strong>de</strong>ring, zowel op her gebied van <strong>de</strong> speelstijl, als op dat van <strong>de</strong><br />

regie, <strong>de</strong>cors en kostuums . De vernieuwing sluit aan bij <strong>de</strong> i<strong>de</strong>een van symbolisti-<br />

sche kunstenaars uit <strong>de</strong> jaren negentig, wie on<strong>de</strong>r meet <strong>het</strong> i<strong>de</strong>aal van <strong>het</strong> samen-<br />

gaan van <strong>de</strong> kunsten <strong>voor</strong> ogen staat . Een eerste proeve van <strong>het</strong> streven naar een<br />

'Gesamtkunstwerk' in 11894, resulteert niet in een toneelopvoering, maar in een<br />

boek, een uitgave van <strong>de</strong> Gijsbreght, met boekversieringen van Antoon Derkin<strong>de</strong>-<br />

ren, <strong>de</strong>corontwerpen van H .P . Berlage en muziek van Bernard Zweers . Dit streven<br />

naar een samengaan <strong>de</strong>r kunsten laat zich vanzelfsprekend niet gemakkelijk ver-<br />

bin<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> theaterpraktijk van die dagen en <strong>voor</strong>lopig leggen <strong>de</strong> anti-realisti-<br />

sche toneelvernieuwers zich toe op bet 'verzen zeggen' .<br />

Jolles, die met name <strong>de</strong> <strong>de</strong>corontwerpen van <strong>de</strong> Gijsbreght-uitgave nog veel to<br />

realistisch vindt, heeft in 11893 <strong>de</strong> vereniging `De Jonge Joost' opgericht . Het doel<br />

is <strong>het</strong> werk van Von<strong>de</strong>l van realisme en romantiek to ontdoen door <strong>de</strong> nadruk to<br />

leggen op <strong>het</strong> zeggen van <strong>het</strong> vers . Jolles wil een zacht spreken, op zangerige,<br />

gerekte toon en een gestileerd bewegen . In 1898 komt <strong>het</strong> slechts tot een zeg-<br />

repetitie van Von<strong>de</strong>ls De Maegh<strong>de</strong>n . Ook in 11898, wordt <strong>voor</strong> besloten kring in<br />

<strong>de</strong> Kleine Zaal van <strong>het</strong> Concertgebouw een succesvolle opvoering gegeven van <strong>het</strong><br />

door Jolles geschreven Het Vrouwken van Stavoren . Jacqueline Sandberg, die zich<br />

geheel achter <strong>de</strong> toneelopvattingen van Jolles schaart, speelt <strong>het</strong> vrouwken . On<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> toeschouwers is ook Frank van <strong>de</strong>r Goes .<br />

Het gaat to ver om to zeggen dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n die Jolles en an<strong>de</strong>ren in De<br />

Kroniek hebben geventileerd, een beslissen<strong>de</strong> invloed hebben gehad op <strong>de</strong> toneel-<br />

70


praktijk van Royaards en Verka<strong>de</strong> na <strong>de</strong> eeuwwisseling ; her anti-realisme dat in<br />

die <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n schuilt kan nauwelijks samengaan met her realisme dat bet theater<br />

nu eenmaal eist. Toch zijn er wet verbindingslijnen to trekken. Een daarvan<br />

loopt via Jacqueline Sandberg, die haar ervaringen met her werken met Jolles heeft<br />

overgebracht op haar latere echtgenoot Willem Royaards . Meer in her algemeen<br />

kan gezegd wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> i<strong>de</strong>een <strong>voor</strong> een meer symbolistisch theater bij <strong>de</strong> Negentigers<br />

al wet in grote lijnen aanwezig zijn, maar dat her pas later komt tot een<br />

daadwerkelijke realisering ervan . Een kiem <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze ontwikkeling is reeds aan to<br />

treffen in <strong>de</strong> kring van Tachtigers, bij Van <strong>de</strong>r Goes <strong>voor</strong> wie her woord van <strong>de</strong><br />

dichter <strong>voor</strong>op staat, bij Verwey met zijn aan<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> tableaux vivants van her<br />

schil<strong>de</strong>rgenootschap Pulchri Studio, bij <strong>de</strong> kunstenaars Derkin<strong>de</strong>ren en Berlage en<br />

bij <strong>de</strong> componist Diepenbrock .<br />

7r


Herman Goiter<br />

Augustus, -'k sta mid<strong>de</strong>n in haar,-<br />

En ze slaat me, ze slaat me,<br />

Ze doet kwaad me, kwaad me,<br />

Tot ik op pyrami<strong>de</strong>-hooge golven vaar,<br />

Roo<strong>de</strong> golven,<br />

Gou<strong>de</strong>n golven,<br />

Golven als <strong>het</strong> haar van een bleeke leliemeid,<br />

Die in een schemerschijn van fleemlicht leidt .<br />

En <strong>de</strong> binnenkameren<strong>de</strong> regen<br />

Op mijn glad<strong>de</strong> meubels neergezegen,<br />

Gonsplast, gonsplast altijd maar door,<br />

Er is geen indijken <strong>voor</strong> .<br />

Kijk, ze flapt mijn kamer rond,<br />

Droppels kletst ze om haar rond,<br />

Ze gaat langs <strong>de</strong> horizonne<br />

Van mijn kamer altijd omme,<br />

Overal is <strong>het</strong> nat,<br />

Grauwnat, vaalnat,<br />

Nat als <strong>het</strong> opbewegen uit een bad armen<br />

En nergens daar ik mij moeie, warme .<br />

0, 't nat valt op mijn borst,<br />

Zij zelve naar me dorst,<br />

En haar vuilbeslagen tong,<br />

Heelemaal in me drong .<br />

W .R . Jutting<br />

in : Ne<strong>de</strong>rland 11 (1891)<br />

Wat nu precies <strong>de</strong> bedoeling van Jutting is geweest bij <strong>de</strong>ze<br />

Gorterpastiche is niet helemaal dui<strong>de</strong>lijk . Bovenstaan<strong>de</strong> is een van een<br />

reeksje 'Bespiegelingen van een natte zomer', waarin ook bij<strong>voor</strong>beeld<br />

Von<strong>de</strong>l aan <strong>het</strong> woord wordt gelaten over <strong>de</strong> regenachtige zomer van<br />

1891 . Afgezien van <strong>de</strong> aardige persiflage doet <strong>de</strong> 'vuilbeslagen tong'<br />

vermoe<strong>de</strong>n dat we in W.R . Jutting geen Gorter-vereer<strong>de</strong>r hebben ont<strong>de</strong>kt .


Hans Hafkamp<br />

Veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> opvattingen over<br />

vriendschap en lie f<strong>de</strong><br />

tussen mannen


In zijn studie De Nieuwe Gids als geestelijk brandpunt merkt Garmt Stuiveling,<br />

naar aanleiding van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen die <strong>de</strong> verschijning van De Nieuwe Gids<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse letteren inluid<strong>de</strong>, op 'dat <strong>de</strong>ze vernieuwing alle terreinen van<br />

her maatschappelijke en culturele leven gelijkelijk en gelijktijdig aangreep, en dat<br />

ook an<strong>de</strong>ren dan uitsluitend <strong>de</strong> Nieuwe-Gidsgroep daaraan hebben meegewerkt .'<br />

Een gebied waar<strong>voor</strong> dat dui<strong>de</strong>lijk geldt is dat <strong>de</strong>r seksualiteit, zeker waar her<br />

<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> tussen geslachtsgenoten betrof - waarbij overigens <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> tussen<br />

vrouwen goed<strong>de</strong>els genegeerd werd .<br />

De 'uitvinding' van <strong>de</strong> homoseksueel<br />

In 1869 gebruikte <strong>de</strong> Hongaarse arts Karoly Maria Benkert in een open brief aan<br />

<strong>de</strong> Pruisische minister van Justitie <strong>voor</strong> her eerst <strong>de</strong> term `homosexual' . Dit was<br />

niet zomaar een nieuw woord <strong>voor</strong> een al eeuwen bestaand fenomeen . Sinds een<br />

aantal jaren was namelijk een discussie op gang gekomen waarbij <strong>de</strong> sodomie, een<br />

daad (namelijk anaal-genitaal contact), plaats maakte <strong>voor</strong> <strong>de</strong> homoseksueel, een<br />

persoon met een hem eigen biografie, fysiologie en levenswijze . Her werd nu mogelijk<br />

iemand tot homoseksueel to benoemen zon<strong>de</strong>r dat hij lichamelijk uiting aan<br />

zijn geaardheid hoef<strong>de</strong> to geven . De gelijkgeslachtelijke lief<strong>de</strong> werd hiermee een<br />

zaak die niet meer in <strong>de</strong> eerste plaats juristen aanging, maar medici . Het is in dit<br />

verband opmerkelijk dat her een jurist was, Karl Heinrich Ulrichs, die als een <strong>de</strong>r<br />

eersten een psychisch-biologische verklaring van homoseksualiteit gaf - <strong>voor</strong><br />

hem bovendien een ver<strong>de</strong>diging . Hij <strong>de</strong>ed dit in een twaalftal boeken waarvan her<br />

eerste, Vin<strong>de</strong>x, in 1864 verscheen . In <strong>de</strong>ze serie Forschungen fiber das Ratsel <strong>de</strong>r<br />

mannml nnliche Liebe beschouwt hij <strong>de</strong> uraniers (een term die lange tijd naast<br />

homoseksueel veelvuldig gebruikt werd, ook in Ne<strong>de</strong>rland) - en daarmee overigens<br />

zichzelf - als een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> geslacht, gelijkwaardig aan mannen en vrouwen .<br />

Hij spreekt in dit verband van 'hermafrodisie van <strong>de</strong> geest' en van een 'vrouwenziel<br />

in mannenlichaam omsloten' . Ulrichs werd bij her uitwerken van zijn theorieen<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re geinspireerd door <strong>de</strong> recente ont<strong>de</strong>kking in <strong>de</strong> embryologie dat<br />

her menselijk embryo in <strong>de</strong> eerste maan<strong>de</strong>n geen geslachtelijke kenmerken vertoont<br />

.<br />

De belangrijkste consequentie van een psychisch-biologische verklaring van<br />

homoseksualiteit is natuurlijk dat strafbaarstelling daarmee veel min<strong>de</strong>r vanzelfsprekend<br />

is . Zeker toen bet veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> aantal homoseksuelen steeds hoger<br />

7 5


kwam to liggen . Toen Ulrichs in 1864 suggereer<strong>de</strong> dat weleens o,ooz procent van<br />

<strong>de</strong> Duitse bevolking uit homoseksuelen zou kunnen bestaan was dat al een hoog<br />

aantal . Vijf jaar later echter meid<strong>de</strong> <strong>de</strong> psychiater K .F .O . von Westphal in een<br />

artikel in bet Archiv fur Psychiatrie and Nervenkranken dat homoseksualiteit<br />

baker <strong>voor</strong>komt dan men zich realiseert' en in datzelf<strong>de</strong> jaar schreef Benkert dat<br />

Berlijn met zijn 700 .000 inwoners mogelijk 10 .000 homoseksuelen zou tellen, dus<br />

1,4 procent.<br />

Her pleidooi tegen strafbaarstelling van homoseksualiteit dat in <strong>de</strong>ze tijd van<br />

verschillen<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n begon op to klinken was overigens ook wel noodzakelijk . De<br />

tamelijk liberale ze<strong>de</strong>nwetgeving die - als gevolg van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Verlichting<br />

veroorzaakte ontkoppeling van kerk en staat - sinds bet begin van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw bestond, kreeg namelijk in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> in een aantal lan<strong>de</strong>n een reactionaire<br />

draai (Duitsland, 1870 ; Engeland, 1885 ; Ne<strong>de</strong>rland, A86) .<br />

In <strong>de</strong>ze ver<strong>de</strong>digingen werd overigens over her algemeen afstand genomen van<br />

anale penetratie : ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>digers was dit een weinig <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> en zeer<br />

afkeurenswaardige abnormaliteit .'<br />

Door velerlei factoren was er in een <strong>de</strong>cennialang proces op bepaal<strong>de</strong> plaatsen een<br />

relatief vruchtbare voedingsbo<strong>de</strong>m <strong>voor</strong> <strong>de</strong> i<strong>de</strong>een van Ulrichs e .a . ontstaan . Ook<br />

in Ne<strong>de</strong>rland . In 1870 besprak N .B . Donkersloot in <strong>de</strong> Geneeskundige Courant<br />

twee brochures van Ulrichs . Deze boekaankondiging leid<strong>de</strong> tot een anonieme<br />

reactie van een arts, die zichzelf `urning' noemt en pleit <strong>voor</strong> een aanvaarding door<br />

<strong>de</strong> maatschappij van hem en zijn lotgenoten . Deze brief werd eerst in 1883<br />

openbaar gemaakt (ook in <strong>de</strong> Geneeskundige Courant) maar is daarmee toch nog<br />

<strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandse ver<strong>de</strong>diging van homoseksualiteit . De schijver gebruikte <strong>de</strong><br />

meeste i<strong>de</strong>een die sinds kort in bet buitenland waren ontstaan . Zo schreef hij :<br />

'Urning ben ik, dat is een mensch met her lichaam van een man en <strong>de</strong> ziel van eene<br />

vrouw .' En ook : 'Uranismus en Pa<strong>de</strong>rastie zijn TWEE zaken of begrippen . [ . . .] Ik<br />

heb <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Paed . <strong>de</strong> grootste afschuw en zeker van <strong>de</strong> zoo Urningen 199 met mij .<br />

Pae<strong>de</strong>rastie komt on<strong>de</strong>r ons met meet <strong>voor</strong> dan on<strong>de</strong>r U, Dioningen [door Ulrichs<br />

geintroduceerd woord <strong>voor</strong> <strong>het</strong>eroseksuelen, HH]! Menig verfijn<strong>de</strong> wellusteling<br />

on<strong>de</strong>r U verkiest bij zijne vrouw her rectum boven <strong>de</strong> vagina ; <strong>voor</strong>al in Frankrijk is<br />

dit bet geval . Ook on<strong>de</strong>r ons komen nu en dan zulke abnormaliteiten <strong>voor</strong> . Regel<br />

zijn ze met ; integen<strong>de</strong>el, uitzon<strong>de</strong>ring, evenals on<strong>de</strong>r U .' En ver<strong>de</strong>r : 'Nog NOOIT<br />

heeft eene vrouw, wie dan ook, ooit <strong>de</strong> allerminste begeerte in mij opgewekt,<br />

alleen <strong>de</strong> gedachte "geslechtlich" met eene vrouw gemeenschap to hebben, is mij<br />

een gruwel en wekt <strong>de</strong> grootste afschuw in mij op, een horror die even zoo gebie<strong>de</strong>nd,<br />

uitdrukkelijk en overweldigend is, als die gij on<strong>de</strong>rvindt wanneer ge u verbeel<strong>de</strong>n<br />

zoudt met een man to doen to hebben .' In een soort afsluiten<strong>de</strong> conclusie<br />

schrijft <strong>de</strong> onbeken<strong>de</strong> arts dan nog : Tat een Urning met is een verachtelijke wellusteling,<br />

maar eenvoudig een mensch als ie<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>r, een schepsel Gods, gerechtigd<br />

als ie<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>r om zijn lief<strong>de</strong>-driften in alle tucht, eer en <strong>de</strong>ugd op to volgen .' 2<br />

De i<strong>de</strong>een in <strong>de</strong>ze brief ontvouwd zou<strong>de</strong>n vele <strong>de</strong>cennia lang <strong>de</strong> boventoon voeren<br />

in Ne<strong>de</strong>rlandse ver<strong>de</strong>digingen van homoseksualiteit . Een <strong>de</strong>el ervan vond ook al<br />

snel op ruimere schaal ingang . Zo schreef <strong>de</strong> 'predikant to St . Oe<strong>de</strong>nro<strong>de</strong>' Dr . H .<br />

7 6


Was in zijn Plato's Symposion. Een erotische studie (11887) : 'Bei<strong>de</strong>, overlevering<br />

en ervaring, leeren, dat er een droevig hermafroditisme van <strong>de</strong>n geest [mijn cursivering,<br />

HH] bestaat .' Maar <strong>voor</strong> Was bleef dit een ziekte : `Of <strong>de</strong> kiemen <strong>de</strong>r ziekte<br />

door an<strong>de</strong>re volken naar Griekenland wer<strong>de</strong>n overgebracht, dan wel, of wij hier<br />

aan spontane ontwikkeling moeten geloven, kan niet met zekerheid wor<strong>de</strong>n uitgemaakt<br />

.' En bovendien een zeer afkeurenswaardige en gruwelijke ziekte : 'War uitzinnigheid<br />

heeft her schran<strong>de</strong>re yolk <strong>de</strong>r Grieken vervoerd om in plaats van <strong>de</strong><br />

heilige vlam <strong>de</strong>r natuurlijke en geoorloof<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> eene fakkel to ontsteken, wier<br />

ver<strong>de</strong>rfelijke gloed <strong>de</strong>n onzaligsten hartstocht <strong>de</strong>ed ontbran<strong>de</strong>n?'<br />

Maar ondanks <strong>de</strong>ze in <strong>de</strong> grond zeer negatieve houding tegenover <strong>de</strong> Griekse<br />

lief<strong>de</strong> wijd<strong>de</strong> Was er in zijn studie toch een algemeen orienterend hoofdstuk aan<br />

alvorens Plato's verwerking ervan aan een na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek to on<strong>de</strong>rwerpen . Hij<br />

is hiermee een van <strong>de</strong> eersten in Ne<strong>de</strong>rland die zo uitgebreid aandacht aan <strong>de</strong><br />

Griekse lief<strong>de</strong> besteedt . Opmerkelijk is daarbij bovendien dat hij her verschijnsel<br />

in <strong>de</strong> tijd plaatst en daardoor tot een aanzienlijk mil<strong>de</strong>r oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> manmanlijke<br />

lief<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> Grieken komt dan men door bovenstaan<strong>de</strong> uitlatingen zou yerwachten<br />

. Want gezien <strong>de</strong> historische omstandighe<strong>de</strong>n 'wekt her onze verwon<strong>de</strong>ring,<br />

met dat velen her spoor bijster waren, doch dat er nog gevon<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n, die<br />

<strong>de</strong> vlag van <strong>de</strong> plicht omhoog hiel<strong>de</strong>n' . Was is met <strong>de</strong>ze houding een van <strong>de</strong> weinigen<br />

uit zijn tijd die door een zuiver historische visie tot een zo niet accepteren, dan<br />

toch tolereren van mannenverhoudingen in <strong>de</strong> Griekse literatuur komt .<br />

Van Deventer en <strong>de</strong> Eros van Plato<br />

In <strong>de</strong> De Nieuwe Gids-aflevering van oktober 1887 publiceer<strong>de</strong> Dr. Ch . M. van<br />

Deventer een polemisch stuk tegen Was' studie or<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel `lets over <strong>de</strong>n Eros<br />

van Plato' . Voor <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp dat ons hier bezig houdt belooft <strong>de</strong>ze titel meet<br />

Charles M . van Deventer (foto : Willem<br />

Witsen)<br />

7 7


dan <strong>het</strong> stuk biedt . Van Deventers belangrijkste punt is namelijk dat Was door zijn<br />

vertaling van 'eros' met 'lief<strong>de</strong>' in plaats van met fbegeerte' Plato geweld aandoet<br />

en met tot een zuivere beoor<strong>de</strong>ling van her Symposion komt .<br />

In <strong>de</strong> negen<strong>de</strong> jaargang van De Nieuwe Gids komt Van Deventer in een tweetal<br />

omvangrijke artikelen op <strong>het</strong> Symposion terug. Van Deventer is een groot bewon-<br />

<strong>de</strong>raar van Plato - werd hij niet in Paaps Vincent Haman (nogal onrechtvaardig)<br />

geportretteerd als Dr . Fleutge `die navertel<strong>de</strong> war hij bij <strong>de</strong> Duitschers over Plato<br />

had gelezen, en om gewicht aan <strong>het</strong> standje to geven, beweer<strong>de</strong> dat je daar in geen<br />

<strong>de</strong>rtig jaar mee klaar kwam' . Van Deventer schrijft dan ook met grote sympathie<br />

over her Symposion en weet ook <strong>de</strong> mannenvriendschappen - zolang die zuiver<br />

geestelijk blijven-te billijken : 'Zij nu, die zwanger zijn van lichaam, zoeken een<br />

vrouw, en verwekken kin<strong>de</strong>ren, en verschaffen zich daardoor naar zij meenen,<br />

onsterfelijkheid en heugenis in <strong>de</strong> toekomst en geluk . De zwangere ziel, - want<br />

zoo zijn er, en zij dragen gedachten en <strong>de</strong>ugd en wijsheid-, <strong>de</strong>ze zoekt een vriend,<br />

liefst schoon van lichaam en schoon van ziel, en in <strong>de</strong>n omgang met <strong>de</strong>zen mensch<br />

baart hij, waarvan zijn ziel zwanger ging .'<br />

Alleen her laatste ge<strong>de</strong>elte van her Symposion, waarin Alkibia<strong>de</strong>s zijn lief<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong> Socrates bekent en verslag doet van zijn mislukte poging hem to verlei<strong>de</strong>n,<br />

brengt Van Deventer enigszins in moeilijkhe<strong>de</strong>n : 'Wie her Symposion gelezen<br />

heeft, zal mij toegeven, dat her met wel mogelijk is veel meer uit <strong>de</strong> re<strong>de</strong> van<br />

Alkibia<strong>de</strong>s me<strong>de</strong> to <strong>de</strong>elen . Hij kent <strong>de</strong> bezwaren, die her ondoenlijk maken in een<br />

algemeen tijdschrift <strong>de</strong> zaak openlijk to vertellen.' En hij besluit zijn beschouwing<br />

met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> alinea : `De werkelijke, <strong>de</strong> materieele lief<strong>de</strong>sverhouding, die Plato<br />

bij <strong>voor</strong>keur in her oog had, toen hij her Symposion en een an<strong>de</strong>r poeem van <strong>de</strong><br />

Lief<strong>de</strong> dichtte, - daarover kan men niet spreken in een tijdschrift, dat er geen<br />

bezwaar tegen heeft ook in <strong>de</strong> huiskamer gelezen to wor<strong>de</strong>n . Zooveel zij thans<br />

slechts gezegd, als kultuur-historische bijzon<strong>de</strong>rheid, dat <strong>de</strong> hooge, <strong>de</strong> zuivere en<br />

strenge lief<strong>de</strong>szangen van Plato een realiteit on<strong>de</strong>r zich hebben, waar<strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

openbare meening van onzen tijd slechts afschuw over heeft . Wie er meer van<br />

weten wil, leze her meer genoem<strong>de</strong> werkje van Dr . Was, of spreke met een heel<br />

goe<strong>de</strong>n vriend, die klassiek literator is, en niet van jokken houdt .'<br />

Maar ook hier conformeert Van Deventer zich eer<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> openbare mening<br />

dan dat hij blijk geeft van een afwijzen<strong>de</strong> houding tegenover <strong>de</strong>ze `realiteit' . En dat<br />

was ook eigenlijk niet to verwachten van een man die zelf zo'n groot belang hecht-<br />

te aan <strong>de</strong> vriendschap, of, zoals J . Meijer her ooit omschreef: 'een monomane<br />

gerichtheid op "<strong>de</strong> vriendschap" tril<strong>de</strong> door heel her leven van <strong>de</strong>ze man .' Van<br />

Deventer trouw<strong>de</strong> dan ook pas na zijn vijftigste, met Henriette Perk, <strong>de</strong> zuster van<br />

zijn jeugdvriend Jacques.<br />

Jacques Perk heeft altijd een schaduw geworpen over <strong>de</strong> omgang van Van De-<br />

venter met Willem Kloos . De vriendschap tussen Perk en Van Deventer kreeg<br />

namelijk nooit <strong>de</strong> diepgang die <strong>de</strong> laatste wenste, of, zoals hij in 1916 in De Gids<br />

schreef : `Op <strong>de</strong>n duur vond hij niet in mij wat hij - Jacques - zocht .' En Perk<br />

vond dit wel bij Willem Kloos, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re omdat die wel terstond <strong>de</strong> betekenis<br />

van Perks dichterschap besefte .<br />

Overigens is her belangrijk hier op to merken dat her veel to eenvoudig zou zijn<br />

Van Deventer (en an<strong>de</strong>ren met hem) vanwege hun verering van <strong>de</strong> vriendschap <strong>het</strong><br />

78


mo<strong>de</strong>rne etiket 'homoseksueel' op to plakken . In <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw speel<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

vriendschap zo'n heel an<strong>de</strong>re rol dan tegenwoordig - on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re als gevolg van<br />

<strong>de</strong> heel an<strong>de</strong>re positie die <strong>de</strong> vrouw innam - dat bet benoemen daarvan met<br />

twintigste-eeuwse termen alleen maar met heel grote <strong>voor</strong>zichtigheid mag gebeu-<br />

ren .<br />

De vriendschappen van Moos<br />

De discrepantie tussen 'geoorloof<strong>de</strong>' hartsvriendschappen en homoseksuele ge-<br />

voelens zou er wet eens <strong>de</strong> oorzaak van kunnen zijn dat Kloos' vriendschappen<br />

hem vaak psychische problemen bezorg<strong>de</strong>n . Zo had hij zich begin 1885 on<strong>de</strong>r<br />

behan<strong>de</strong>ling geplaatst bij Arnold Aletrino, 'omdat zijn zenuwgestel geschokt<br />

was', nadat er een ein<strong>de</strong> was gekomen aan zijn vriendschap met <strong>de</strong> jonge schil<strong>de</strong>r<br />

en essayist Jan Veth . Kloos is namelijk <strong>de</strong> enige in <strong>de</strong> kring van Tachtig die we met<br />

enige grond `homoseksueel' zou<strong>de</strong>n kunnen noemen .<br />

Een van <strong>de</strong> tekenen die in <strong>de</strong>ze richting wijzen is zijn vroege - en levenslange-<br />

gegrepenheid door <strong>het</strong> werk van <strong>de</strong> Duitse dichter August Graf von Platen-Haller-<br />

miin<strong>de</strong> (1796-1835) die in zijn lyriek en dagboeken verslag <strong>de</strong>ed van zijn uiterst<br />

moeizame - dui<strong>de</strong>lijk homoerotische - verhoudingen met personen van bet ei-<br />

gen geslacht. Op twintig-jarige leeftijd schreef Kloos in bet Duits een aan <strong>de</strong>ze<br />

dichter gewijd vers, waarin hij hem dui<strong>de</strong>lijk als verwante ziel beschouwt :<br />

An Platen<br />

Du weiszt, wie sehr Dich meine Klagen riefen,<br />

Du konntest oft, von jenen lichten Auen,<br />

Mein Leid, Verklarter, meine Liebe schauen,<br />

Da Thranen fiber meine Wangen liefen .<br />

Du zeigtest mir in Deinen Seelentiefen<br />

Die Macht <strong>de</strong>s ewigen Geschicks, <strong>de</strong>s schlauen,<br />

Und im Gemiithe mir begann's zu grauen,<br />

Wie Viele litten and schon lange schliefen .<br />

An Dir, an Dir hab' ich mich aufgerungen<br />

Bis in <strong>de</strong>r Seelen hochsten, hellsten Himmel,<br />

Wo Melodie erbli ht aus bittren Wehen .<br />

So lass Du nicht, was betend ich gesungen,<br />

Verlornes Herz in diesem Erdgewimmel,<br />

Vor Deinen Fi szen vollig nicht vergehen!<br />

Opmerkelijk is dat Kloos waarschijnlijk bang was in dit gedicht teveel van zichzelf<br />

geopenbaard to hebben : hij herdrukte <strong>het</strong> niet toen hij in 1893 vijf an<strong>de</strong>re Duitse<br />

verzen opnieuw publiceer<strong>de</strong> . En toen hij bet vier jaar daarna alsnog herdrukte had<br />

hij <strong>de</strong> opdracht laten verdwijnen .<br />

7 9


Willem Moos, tekening door Willem Wit- Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel in 118811 (foto : Ned .<br />

sen van juli 1887, uit her bezit van Verwey, Lett . Mus .)<br />

na <strong>de</strong> breuk door Moos verscheurd<br />

De meest beken<strong>de</strong> en <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> literatuur meest vruchtbare breuk van Kloos is<br />

die met Albert Verwey die in 11888 <strong>de</strong> bent van Tachtig bezig hield . De situatie is<br />

bekend : in september 118 8 8 <strong>de</strong>elt Verwey Kloos mee dat hij zich heeft verloofd met<br />

Kitty van Vloten . Kloos verzinkt daarop in <strong>de</strong>pressies en doet korte tijd later een<br />

zelfmoordpoging. Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n neemt hem dan in huis en daar, in Bussum,<br />

schrijft Kloos in vier dagen een grote hoeveelheid sonnetten, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> cyclus<br />

'Het boek van Kind en God . Een passiespel', nog in De Nieuwe Gids van oktober<br />

verschenen . Voor velen was <strong>de</strong> betekenis van dit werk met helemaal dui<strong>de</strong>lijk .<br />

Van Deyssel schreef bij<strong>voor</strong>beeld op 15 oktober aan Frans Erens : `Zoo spreekt hij<br />

van iemant, die hem bedrogen heeft na van lief<strong>de</strong> tegen hem gesproken to hebben,<br />

en die "valsch" was . Nu zou men <strong>de</strong>nken, dat hij daarmee een vrouw bedoelt .<br />

Maar to gelijk spreekt hij in termen over die iemant, die weer niet op een vrouw<br />

toepasselijk schijnen to zijn .' Voor <strong>de</strong> meesten is echter wel dui<strong>de</strong>lijk dat er in <strong>de</strong><br />

verhouding met Verwey lets is <strong>voor</strong>gevallen, zeker nadat Verwey met <strong>de</strong> bun<strong>de</strong>l<br />

Van bet leven zijn 'antwoord' aan Kloos openbaar gemaakt had . Maar over <strong>de</strong><br />

precieze aard van her gebeur<strong>de</strong> tastte men toch in bet duister . Aan een homosek-<br />

suele verhouding werd echter met geloofd, in ie<strong>de</strong>r geval niet door Van Deyssel die<br />

Frans Erens op 17 november mee<strong>de</strong>el<strong>de</strong> : 'Omtrent Moos en Verwey moet ik u<br />

zeggen, dat ik niet geloof aan iets als een androgyne of pedrastische betrekking<br />

tusschen hen .' Erens bleek <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mening toegedaan gezien <strong>het</strong> antwoord dat hij<br />

op z5 november aan Van Deyssel richtte : 'Het komt mij <strong>voor</strong> dat Verwey om zijn<br />

losscheuren van Kloos to legitimeren zinspeelt op pe<strong>de</strong>rastische neigingen die hij<br />

Kloos toedicht . Ik geloof ook niet dat Kloos een "sodomieter" is : want dan zou hij<br />

an<strong>de</strong>rs moeten zijn als hij nu is .'<br />

8o


Het is natuurlijk <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> heren hun oor<strong>de</strong>el mogelijk herzien zou<strong>de</strong>n<br />

hebben als zij kennis had<strong>de</strong>n kunnen nemen van Verweys grote, in oktober 1890<br />

geschreven gedicht `Hemel- en Aard-droom' . Kloos vrees<strong>de</strong> daar in ie<strong>de</strong>r geval<br />

<strong>voor</strong> . De Nieuwe Gids weiger<strong>de</strong> her gedicht, 'om persoonlijke re<strong>de</strong>nen van Kloos<br />

zoals Verwey Van Deyssel mee<strong>de</strong>el<strong>de</strong> . De eerste integrale publikatie zag eerst in<br />

1983 <strong>het</strong> licht . In her gedicht treffen we on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> regels aan :<br />

0 'k Had hem lief. 'k Kniel<strong>de</strong> <strong>voor</strong> hem . 'k Zocht in / Zijn stem, die blinken<strong>de</strong><br />

rivier, 't puur-goud / Van kostbre woor<strong>de</strong>n, diamant-taal ; - <strong>voor</strong> / Zijn ogen<br />

droom<strong>de</strong> ik, klare meren, waar /'t In woei schauw van onzichtbre bomen ; -'k<br />

hing / In <strong>de</strong>' arm hem, om zijn hats mijn armen sloeg'k, / Neer woog'k't zwaar<br />

hoofd en in zijn ro<strong>de</strong>n mond / Zonken mijn lippe', een star in purpren nacht .'<br />

Vooral tegen <strong>de</strong> laatste drie regels had Kloos groot bezwaar . `1k vind nu, dat bet<br />

scha<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong> mij is, als gij die drie regels publiceert,' schreef hij op 1 maart 1891<br />

aan Verwey . Hij wil<strong>de</strong> ze on<strong>de</strong>r geen beding gepubliceerd hebben en zette zelfs <strong>de</strong><br />

uitgever on<strong>de</strong>r druk om uitgave in boekvorm onmogelijk to maken . En Verwey -<br />

even koppig - wil<strong>de</strong> ze per se niet schrappen omdat daarmee her gehele gedicht<br />

onherstelbaar aangetast zou zijn .<br />

Kostschooljongens en <strong>de</strong>ca<strong>de</strong>nte mannen<br />

Terwijl <strong>de</strong> gemoe<strong>de</strong>ren over <strong>de</strong> Kloos-Verwey-affaire nog niet eens helemaal bedaard<br />

waren, werd <strong>de</strong> bent van Tachtig opnieuw geconfronteerd met een vriendschap<br />

. Op io <strong>de</strong>cember 1888 verscheen namelijk De Kleine Republiek, <strong>de</strong> roman<br />

waarin Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel als sluitstuk een evocatie geeft van <strong>de</strong> `amitie particuliere',<br />

die hij tien jaar eer<strong>de</strong>r op Rolduc gepraktizeerd had . Nu speel<strong>de</strong>n zeer<br />

hartstochtelijke vriendschappen een grote rol in kostschoolromans, die sinds her<br />

verschijnen van Hughes' Tom Brown's Schooldays in 1857 vanuit Engeland een<br />

zegetocht over Europa maakten . Maar Van Deyssel had daar door toevoeging van<br />

een seksueel element een bijzon<strong>de</strong>re draai aan gegeven : 'ik boil vreeselijk veel van<br />

'em, maar je begrijpt me, onze<strong>de</strong>lijkheid zoo ik met wille doen . . . ik bedoel met van<br />

on<strong>de</strong>ren an 'em komme, niet mijn hand in zijn broek steke, . . . want je mot natuurlijk<br />

fatsoenlijk blijve . . . Ik wil alleen bizon<strong>de</strong>re-vriendschap met 'em hebbe .<br />

Willem [<strong>de</strong> hoofdpersoon, HH] sprak gauw, en hij had war die woe<strong>de</strong> van<br />

eigelijk volstrekt niet to weten war eigelijk <strong>de</strong> onze<strong>de</strong>lijkheid mocht wezen, die hij<br />

zou kunnen doen als hij nu eens wet wil<strong>de</strong> . Maar bet <strong>de</strong>ed er met toe, hij zoo<br />

Scholten hebben, al was 't dan ook om to zoenen alleen .'<br />

En bij dat zoenen alleen bleef her in her boek ook . Toch noemt <strong>de</strong> ene recensent<br />

her 'een boek viezer dan er <strong>de</strong>nkelijk ooit een in Ne<strong>de</strong>rland werd geschreven', en<br />

moest een an<strong>de</strong>r na her schrijven van <strong>de</strong> kritiek `even zijn han<strong>de</strong>n [gaan] wasschen<br />

van <strong>de</strong> klie<strong>de</strong>righeid' .<br />

Uit <strong>de</strong> bespreking van Mr . J.N. van Hall moge blijken dat her thema van <strong>de</strong><br />

amitie particuliere op zich niet afgewezen werd : Tit boek is een vuil boek . Vuil<br />

niet door <strong>de</strong> keus van her on<strong>de</strong>rwerp, dat behan<strong>de</strong>ld had kunnen wor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r<br />

iemand aanstoot to geven ; maar vuil door <strong>de</strong> smerige, weerzinwekken<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n,<br />

welke <strong>de</strong> schrijver met een zeker genot schijnt op to zoeken .'<br />

8 1


Her is opmerkelijk dat in <strong>de</strong> kritieken <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n `homoseksualiteit' of `uranisme'<br />

met vallen . 3 Dit is echter een gevoig van <strong>de</strong> grote onbekendheid met <strong>het</strong> verschijnsel-<br />

<strong>de</strong> theoretisering rond homoseksualiteit verkeer<strong>de</strong> in 1889 nog in zo'n<br />

pril stadium en vond bovendien in zo'n kleine kring piaats, dat men her verschijnsel<br />

veelal met herken<strong>de</strong> .<br />

Dat <strong>de</strong> inburgering echter tamelijk snel plaatsvond mag blijken uit een kritiek<br />

die ds . G . Hulsman in maart A96 in De Kroniek publiceer<strong>de</strong> over Couperus'<br />

Extaze (in De Gids verschenen) : `De verhouding van Jules en Taco mag thuis<br />

horen in <strong>de</strong> theorieen over pe<strong>de</strong>rastie van Plato . Zij is afgrijselijk in een novelle<br />

van her eerste tijdschrift van ons land .' Nu komt her beeld dat Couperus in Extaze,<br />

maar <strong>voor</strong>al ook in Noodlot, van zijn hoofdpersonen sc<strong>het</strong>st ook sterk overeen<br />

met bet beeld van <strong>de</strong> homoseksueel zoals dat in buitenlandse seksuologische publikaties<br />

gestalte krijgt . Her feit dat Kloos hieraan met vol<strong>de</strong>ed gaf Erens mogelijk<br />

zijn opmerking dat Kloos als 'sodomieter' an<strong>de</strong>rs zou zijn in <strong>de</strong> pen .<br />

Over <strong>de</strong> jongen Jules vernemen we in Extaze bij<strong>voor</strong>beeld : 'hij voel<strong>de</strong> zich met<br />

als een kind, als een jongen : iets weeks, behoefte aan bijna vrouwelijke aanhankelijkheid,<br />

toewijding aan een, die hem alles zou zijn, had hem reeds van zijn kleinekind-zijn<br />

als in zijn viriliteit getroffen .' En een beschrijving van <strong>de</strong> door ds . Huiskamp<br />

zo verafschuw<strong>de</strong> verhouding tussen Jules en Taco Quaerts vin<strong>de</strong>n we waarschijnlijk<br />

in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> passage uit <strong>het</strong> eerste hoofdstuk : 'Ze zag her glimlachend<br />

gezicht van Jules, als in aanbidding, opzien naar <strong>het</strong> gelaat van die man, en ze zag,<br />

dat <strong>de</strong> jongen eensklaps zijn armen, tot een woeste liefkozing, heensloeg om zijn<br />

vriend, die hem afweer<strong>de</strong>, met een zacht gebaar .'<br />

En ook in Noodlot krijgen <strong>de</strong> vrouwelijke eigenschappen van <strong>de</strong> hoofdpersoon<br />

Bertie veel aandacht : 'Bertie was zo fijn, zo bleek, zo tenger, bijna zon<strong>de</strong>r voile<br />

mannelijke ontwikkeling .' En el<strong>de</strong>rs : 'Maar ik beschouw hem zo als een aardig<br />

jongetje, bijna als een meisje . . . Hij is zo klein en hij heeft zulke mooie handjes .'<br />

Bertie zelf roept uitein<strong>de</strong>lijk - als alles <strong>voor</strong> hem verkeerd dreigt to lopen - in<br />

vertwijfeling uit : `O je begrijpt me met, ik ben zo gecompliceerd, dat je dat met<br />

begrijpt, maar probeer <strong>het</strong> even to begrijpen en dan zal je me begrijpen en misschien<br />

wel vergeven, Frank, misschien wel vergeven ook . . . 0 ik bid je, geloof toch,<br />

dat met alles egoisme in me is, en dat ik veel, zielsveel van je hou, zoveel als een<br />

man bijna nooit van een an<strong>de</strong>re man houdt .'<br />

Blijft <strong>de</strong> vraag of Couperus reeds op <strong>de</strong> hoogte was van <strong>de</strong> nieuwe theorieen<br />

over homoseksualiteit toen hij <strong>de</strong>ze boeken schreef . Dat hij zich daarin in ie<strong>de</strong>r<br />

geval kort na <strong>de</strong> eeuwwisseling verdiepte blijkt nit bet feit dat hij <strong>de</strong> beken<strong>de</strong><br />

homo-emancipator en publicist Lucien von Romer bij verschijnen een exemplaar<br />

van De Berg van Licht laat sturen .<br />

De publieke discussie gaat van start<br />

In <strong>de</strong> tijd dat Couperus <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> boeken publiceer<strong>de</strong> begon in Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong><br />

grote stroom publikaties over homoseksualiteit op gang to komen . In eerste instantie<br />

waren dat vertaal<strong>de</strong> werken die zowel een medisch als een pornografisch<br />

tintje had<strong>de</strong>n en die gepubliceerd wer<strong>de</strong>n bij nogal obscure uitgeverijen als Van<br />

8z


Klaveren en Moransard . Voorbeel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze boeken zijn De prostitutie bij <strong>de</strong><br />

volken <strong>de</strong>r oudheid (1887) van Edm . Dupouy, De clan<strong>de</strong>stiene prostitutie (1888)<br />

van L. Martineau dat in bet vijf<strong>de</strong> hoofdstuk 'Monsterachtighe<strong>de</strong>n - Tegennatuurlijke<br />

prostitutie' behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> en De pe<strong>de</strong>rastie (1893) van R . Hayes .<br />

Maar ook in <strong>de</strong> serieuze, wetenschappelijke tijdschriften begon <strong>de</strong> discussie<br />

omvangrijkere vormen aan to nemen . In <strong>de</strong> Geneeskundige Courant, <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

Tijdschrift <strong>voor</strong> Geneeskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> Psychiatrische Bla<strong>de</strong>n verschenen<br />

artikelen over homoseksualiteit, die overigens vanaf 1892 ook zo genoemd gaat<br />

wor<strong>de</strong>n . In dat jaar wordt dit woord namelijk in her Ne<strong>de</strong>rlands geintroduceerd,<br />

in <strong>de</strong> Geneeskundige Courant door een onbekend gebleven auteur en in bet Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

Tijdschrift <strong>voor</strong> Geneeskun<strong>de</strong> door A.W. van Rentherghem, die in<br />

1887 samen met Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n bet Instituut <strong>voor</strong> Psychische Therapie had<br />

opgericht . Van Rentherghem was overigens van mening dat homoseksualiteit<br />

aangeleerd was en dat genezing dus mogelijk was, hoewel niet <strong>voor</strong> <strong>de</strong> voile hon<strong>de</strong>rd<br />

procent : `Men moet zich vergenoegen met her feit, dat <strong>de</strong>ze beel<strong>de</strong>n [homoseksuele,<br />

HH] verbleekt zijn en teruggebracht tot een onscha<strong>de</strong>lijk rudimentair<br />

bestaan, en dat <strong>de</strong> zieke zich onthoudt van alle onregelmatigheid in zijn geslachtsfunctien<br />

.'<br />

Tegenover <strong>de</strong>ze mening staat J . Schoon<strong>de</strong>rmark in zijn in 1894 verschenen `Van<br />

<strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> richting' o f Man-mannenlie f<strong>de</strong> en vrouw-vrouwenlief<strong>de</strong> . Eene pleitre<strong>de</strong><br />

: `In <strong>de</strong>n laatsten tijd begint men meer en meer in to zien, dat <strong>de</strong> Urningslie f<strong>de</strong><br />

eene aangeboren neiging is .' Schoon<strong>de</strong>rmarks boekje is <strong>het</strong> eerste pleidooi <strong>voor</strong><br />

een menswaardige behan<strong>de</strong>ling van homoseksuelen in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal door<br />

een Ne<strong>de</strong>rlands auteur . Schoon<strong>de</strong>rmark wees zelfs beschuldigend in <strong>de</strong> richting<br />

van <strong>de</strong> maatschappij : `<strong>de</strong> meeste aangeboren Urningen gevoelen zich door <strong>het</strong><br />

homoseksueel verkeer uiterst bevredigd en versterkt . En zulks beantwoordt juist<br />

aan hunne natuur, en verontwaardigd alleen zijn zij er over, dat <strong>de</strong> maatschappij<br />

hen in <strong>de</strong> bevrediging hunner drift, zoo krachtig tegenwerkt .' Hij besluit zijn brochure<br />

dan ook met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n : 'Man-mannelijk verkeer is <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Urning niets<br />

onnatuurlijks, neen her beantwoordt geheel aan zijne natuur . Voor hem ware <strong>het</strong><br />

man-vrouwelijk verkeer onnatuurlijk . Men hebbe dus diep me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n met, geen<br />

verachting <strong>voor</strong> <strong>de</strong> homosexueelen .'<br />

Het is echter <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> homoseksuelen zelf erg gelukkig kon<strong>de</strong>n zijn met<br />

<strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>vechter . In 1895 publiceer<strong>de</strong> hij namelijk Een zevental sexueele gebreken<br />

waarin hij ineens een geheel an<strong>de</strong>re mening is toegedaan : 'Naar onze overtuiging<br />

alzoo is <strong>de</strong> Grieksche lie f<strong>de</strong> een pathologisch verschijnsel, eene psychische<br />

afdwaling van <strong>de</strong> menschelijke, natuurlijke geslachtsdrift . [ . . .] De wet rekent <strong>de</strong><br />

homosexualiteit <strong>de</strong>r mannen tot <strong>de</strong> misda<strong>de</strong>n, en stelt daarop gevangenisstraf . Of<br />

<strong>het</strong> krankzinnigengesticht niet veeleer <strong>de</strong> plaats moet zijn, waar men die lij<strong>de</strong>rs<br />

van <strong>de</strong> knapen afzon<strong>de</strong>rt, willen wij hier niet na<strong>de</strong>r behan<strong>de</strong>len .'<br />

Schoon<strong>de</strong>rmarks klaarblijkelijke opportunisme maakte her hem mogelijk dat<br />

hij in 1901 zowel een vertaling van Havelock Ellis' Sexual Inversion <strong>het</strong> licht gaf:<br />

Het contraire geslachtsgevoel bij <strong>de</strong>n man, en bij <strong>de</strong> vrouw en zijne behan<strong>de</strong>ling<br />

(?), waarin homoseksualiteit positief bena<strong>de</strong>rd wordt en van Barruco's Neurasthenia<br />

sexualis . Zenuwverzwakking tengevolge van overprikkeld geslachtsleven<br />

en hare behan<strong>de</strong>ling, waarvan 'onanisten, pae<strong>de</strong>rasten, sodomieten, triba<strong>de</strong>n en<br />

8 3


Portret van Arnold Aletrino (1885), door<br />

Jan Veth (Ned. Lett . Mus .)<br />

<strong>de</strong>rgelijke individus' weer met veel goeds to verwachten had<strong>de</strong>n .<br />

In dit opzicht kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> homoseksuelen beter vertrouwen op Arnold Aletrino<br />

- rinds <strong>de</strong> eerste jaargang me<strong>de</strong>werker van De Nieuwe Gids - die in 1897 zijn<br />

eerste beschouwing over homoseksualiteit her licht zou doen zien in <strong>de</strong> Psychiatri-<br />

sche en Neurologische Bla<strong>de</strong>n . Het betrof hier een bespreking van her boek Uranisme<br />

et unisexualite van Marc Andre Raffalovich . Aletrino sluit zich bij diens<br />

mening aan dat homoseksuelen zich moeten onthou<strong>de</strong>n van seksueel verkeer .<br />

Hierin ging hij dus min<strong>de</strong>r ver dan Schoon<strong>de</strong>rmark, die in zijn eerste brochure ook<br />

seksuele han<strong>de</strong>lingen ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong> . Maar Aletrino bleef wet zijn hele leven lang een<br />

consequent <strong>voor</strong>vechter <strong>voor</strong> <strong>de</strong> rechten van homoseksuelen . Ook nadat <strong>de</strong>ze<br />

strijd hem in problemen bracht door her to grote enthousiasme van Jacob <strong>de</strong><br />

Haan, die zijn homoseksuele roman Pijpelijntjes (1904) aan hem opdroeg . In<br />

1911 behoor<strong>de</strong> Aletrino, met Von Romer, tot <strong>de</strong> oprichters van <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

homo-emancipatiebeweging die <strong>de</strong> strijd aanbond tegen her in dat jaar<br />

ingevoer<strong>de</strong> artikel z48bis Wetboek van Strafrecht dat homoseksuele contacten<br />

weer strafbaar stel<strong>de</strong> .<br />

Tot slot wil ik opmerken dat <strong>de</strong> zichtbaarmaking van homoseksualiteit, die in<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1880-19oo een eerste aanzet kreeg, ook een na<strong>de</strong>el gehad heeft . Het<br />

feit dat er steeds meer mensen met <strong>de</strong> gelijkgeslachtelijke lief<strong>de</strong> bekend raakten,<br />

maar <strong>de</strong> samenleving tegelijkertijd in steeds belangrijker mate <strong>het</strong>ero-sociaal<br />

georganiseerd werd, was er <strong>de</strong> oorzaak van dat mannenrelaties, in <strong>de</strong> meest uitgebrei<strong>de</strong><br />

zin, steeds ver<strong>de</strong>r gemarginaliseerd wer<strong>de</strong>n en daarbij vaak verdacht wet<strong>de</strong>n<br />

gemaakt door er <strong>het</strong> etiket 'homoseksueel' op to plakken . Ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

Tachtigers werd dus een begin gemaakt met bet moeilijk, zo niet onmogelijk maken<br />

van <strong>de</strong> hartstochtelijke vriendschappen die in <strong>de</strong>ze tijd zelf nog zo'n grote rot<br />

speel<strong>de</strong>n, als ze <strong>het</strong> nadien, in ie<strong>de</strong>r geval in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse literatuur, met meet<br />

gedaan hebben .<br />

8 4


i De i<strong>de</strong>e van <strong>de</strong> homoseksueel als een medische (en sociale) constructie nit <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw werd <strong>voor</strong> her eerst ontplooid door Michel Foucault in Histoire <strong>de</strong> la sexualite i . La<br />

volonte <strong>de</strong> savoir, Parijs (1976) . Voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse situatie werd <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>e in diverse<br />

artikelen ver<strong>de</strong>r uitgewerkt door Gert Hekma . De ontwikkeling van <strong>de</strong> Duitse homobeweging<br />

werd door James D . Steakley gedocumenteerd in The Homosexual Emancipation<br />

Movement in Germany, New York (11975) . Vreemd genoeg hebben <strong>de</strong> homo-emancipatorische<br />

geschriften die in Engeland verschenen - on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re van <strong>de</strong> hand van Richard Burton,<br />

Edward Carpenter en John Addington Symonds - in Ne<strong>de</strong>rland nagenoeg geen invloed<br />

gehad . Tenslotte moet ik erop wijzen dat <strong>de</strong> `uitvinding' van <strong>de</strong> homoseksueel <strong>voor</strong>al<br />

een proces in <strong>de</strong> `buitenwereld' was . Her is zeer waarschijnlijk dat individuele homoseksuelen<br />

zich al veel langer ook door hun seksualiteit <strong>de</strong>finieer<strong>de</strong>n .<br />

z Deze brief werd met een inleiding door Gert Hekma herdrukt in Homologie 111/3 (maart<br />

1981) . Opmerkelijk is overigens dat <strong>de</strong> schrijver her aantal urningen in Ne<strong>de</strong>rland heel<br />

hoog, namelijk op 50 .000 schat, dat wil zeggen ongeveer 45 procent van <strong>de</strong> mannelijke<br />

bevolking .<br />

3 lets dat overigens een kleine vijftig jaar later-in 193 3 - zon<strong>de</strong>r schroom zou geschie<strong>de</strong>n<br />

toen Dr. Herbert Lewandowski en P .J . van Dranen in hun Beschavings- en ze<strong>de</strong>ngeschie<strong>de</strong>nis<br />

van Ne<strong>de</strong>rland opmerkten 'dat een met gering <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r Hollandsche literatuur gewijd is<br />

aan <strong>de</strong> homosexueele lief<strong>de</strong>', en in een rijtje `boeken waarin <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> tot her gelijke geslacht<br />

beschreven wordt' ook De Kleine Republiek opnamen.<br />

8 5


De dichter <strong>de</strong>r toekomst<br />

'Dat is <strong>de</strong> dichter <strong>de</strong>r naaste toekomst, <strong>de</strong> belangelooze minnaar <strong>de</strong>r kunst,<br />

<strong>de</strong> wellusteling van <strong>het</strong> schoone, <strong>de</strong> verlief<strong>de</strong> op <strong>de</strong> stemmingen zijner<br />

ziel, die op <strong>de</strong> hooge bergen van zijn gevoel klimt om in zijn oor <strong>de</strong><br />

gelui<strong>de</strong>n op to zwelgen, welke in <strong>de</strong>n omtrek <strong>de</strong> Iucht doortrillen, en zich<br />

in <strong>de</strong> diepste, ruwste afgron<strong>de</strong>n van zijn hart stort om er to luisteren naar<br />

<strong>het</strong> stamelen zijner stemmingen en <strong>het</strong> rillen zijner aandoeningen .'<br />

Frans Netscher, Het dag<strong>het</strong> uyt <strong>de</strong>n Oosten<br />

0 dichter <strong>de</strong>r toekomst, wellust'ling van 't schoone,<br />

Verlief<strong>de</strong> op <strong>de</strong> stemming van 't eigen gemoed,<br />

Hoog, hoog op <strong>de</strong>n berg van 't gevoel zult gij troonen,<br />

Daar doet gij uw oor aan gelui<strong>de</strong>n to goed ;<br />

Daar zwelgt gij <strong>de</strong> tonen, die d'omtrek doortrillen ;<br />

En, stort ge u in 't diepste <strong>de</strong>r diepten van 't hart,<br />

Gij hoort er <strong>de</strong> stemming, hoort <strong>de</strong> aandoening rillen ; -<br />

Ai, draal clan niet langer, maar kom, Toekomst-bard<br />

Fortunio [=J .N . van Hall]<br />

in : De Gids IV (1886)<br />

J .N. van Hall in blij<strong>de</strong> afwachting van <strong>de</strong> dichter die <strong>de</strong> poezie uit <strong>het</strong> slop<br />

kan helpen . Na Go<strong>de</strong>nschemering van Emants is er nog niet veel<br />

behoorlijks verschenen, en dat gedicht is al weer van drie jaar terug .


Annelies Snij<strong>de</strong>r<br />

Het gezicht van Amsterdam<br />

o pleving, strijd en vernieuwing in<br />

<strong>de</strong> architectuur r88o-r9oo


Ten tij<strong>de</strong> van Tachtig veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> er veel in <strong>de</strong> architectuur, zeker in Amsterdam,<br />

<strong>de</strong> stad waar <strong>de</strong> Nieuwe Gids-beweging ontstond . Daar heerste dank zij een sterke<br />

economische opleving een enorme bouwwoe<strong>de</strong> . Talrijke grote gebouwen verrezen,<br />

<strong>de</strong> binnenstad werd city en langs <strong>de</strong> buitenrand werd een reeks nieuwe woonwijken<br />

aangelegd. Eclecticisme en neogotiek raakten op <strong>de</strong> achtergrond, <strong>voor</strong>al<br />

door <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> Hollandse neo-renaissance . De strijdvraag 'gotiek of<br />

renaissance' stond in architectuur-theoretische discussies centraal tot in <strong>de</strong> vroege<br />

jaren negentig. Toen werd her bouwen in historische stijlen op zich mikpunt van<br />

kritiek . Vaak <strong>de</strong><strong>de</strong>n bouwkundige kwesties ook buiten <strong>de</strong> vaktijdschriften stof<br />

opwaaien, maar in De Nieuwe Gids kwamen ze hoogstens zij<strong>de</strong>lings aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> .<br />

Strijd tegen <strong>de</strong> neogotiek<br />

Naar aanleiding van <strong>de</strong> bouw van P .J .H . Cuypers' Rijksmuseum (1876/85) laai<strong>de</strong><br />

een strijd tegen <strong>de</strong> neogotiek op die al veel langer werd gevoerd . Cuypers' architectuur<br />

nam een bijzon<strong>de</strong>re plaats in binnen <strong>de</strong> bouwkunst na <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

eeuw . De meeste architecten werkten eclectisch : ze putten vrijelijk uit historische<br />

stijlen . Her was een liberate en van koopmansgeest getuigen<strong>de</strong> werkwijze, die<br />

vaak theoretisch werd gerechtvaardigd als on<strong>de</strong>rzoek . Men geloof<strong>de</strong> namelijk dat<br />

<strong>de</strong> bouwkunst in verval verkeer<strong>de</strong> en was op zoek naar <strong>de</strong> `ware' negentien<strong>de</strong>eeuwse<br />

stiji . Cuypers zocht een an<strong>de</strong>re weg om <strong>de</strong> bouwkunst to verheffen . Hij<br />

wijd<strong>de</strong> zich <strong>voor</strong>al aan <strong>de</strong> katholieke bouwkunst, die opleef<strong>de</strong> na her herstel van<br />

<strong>de</strong> bisschoppelijke hierarchic in 1853 . Daarbij stond <strong>de</strong> gotische kerkelijke bouwkunst<br />

hem als i<strong>de</strong>aal <strong>voor</strong> ogen . Hij zag <strong>de</strong>ze als produkt van een <strong>voor</strong>beeldige<br />

samenwerking van beel<strong>de</strong>nd kunstenaars en ambachtslie<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong><br />

architect, geinspireerd door hun gemeenschappelijk geloof . Fundamenteel kenmerk<br />

van <strong>de</strong>ze goe<strong>de</strong> bouwkunst was volgens hem een logische samenhang van<br />

vorm en <strong>de</strong>coratie met <strong>de</strong> constructie . Deze rational istische architectuuropvatting<br />

ontwikkel<strong>de</strong> hij in navolging van <strong>de</strong> Franse architect en theoreticus Viollet-le-<br />

Duc . Cuypers gruw<strong>de</strong> van <strong>de</strong> onheuse bouwmetho<strong>de</strong>n en <strong>het</strong> oneerlijk materiaalgebruik<br />

van zijn tijdgenoten, die bij<strong>voor</strong>beeld baksteen met pleister be<strong>de</strong>kten of<br />

natuursteen nabootsten in zink . Hij zag zich genoodzaakt <strong>de</strong> opleiding van vakbe-<br />

.4<br />

Het Ste<strong>de</strong>lijk Museum (architect A .W. Weissman) in aanbouw, op <strong>de</strong> achtergrond<br />

Cuypers' Rijksmuseum (foto : Jacob Olie, z8 november 1894 ; Hist. Topogr . Ad . Gem .<br />

Arch . Amsterdam)<br />

8 9


kwame ambachtslie<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>coratiekunstenaars zelf to organiseren . Zijn streven<br />

werd on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> publikaties van zijn vriend en zwager J .A . Alberdingk<br />

Thijm .<br />

De weerstand tegen <strong>de</strong> overigens zeer succesvolle Cuypers betrof <strong>voor</strong>al <strong>de</strong><br />

vorm van zijn gebouwen . Zijn kerkelijke architectuur was uitgesproken neogotisch,<br />

maar bij wereldlijke monumenten vermeng<strong>de</strong> hij gotiek met renaissance .<br />

Juist daar lokte <strong>de</strong> toepassing van gotiek protesten uit, <strong>voor</strong>al van liberale zij<strong>de</strong> :<br />

men vatte her op als misplaatste paapse propaganda . De kritiek kwam niet alleen<br />

nit <strong>de</strong> architectenwereld . Een van <strong>de</strong> hardnekkigste bestrij<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> neogotiek<br />

was Carel Vosmaer, die er in zijn Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator vele Flanor-kolommen<br />

mee vul<strong>de</strong> . Voor <strong>het</strong> Rijksmuseum was in overeenstemming met <strong>de</strong> bestemming<br />

tot bewaarplaats van <strong>voor</strong>al zestien<strong>de</strong>- en zeventien<strong>de</strong>-eeuwse nationale kunstschatten<br />

een ontwerp in renaissance-stijl vastgesteld . Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bouw week Cuypers<br />

hiervan of en her resultaat bevat volop mid<strong>de</strong>leeuwse elementen . Her gebouw<br />

oogstte veel lof, maar zoals to verwachten was waren ook velen woe<strong>de</strong>nd. On<strong>de</strong>r<br />

hen was koning Willem iii, die moet hebben uitgeroepen : 'Je ne mettrai jamais le<br />

pied dans ce cloitre!'<br />

De verontwaardiging betrof ook <strong>de</strong> be<strong>voor</strong>rechte positie die <strong>de</strong> Cuypers-richting<br />

had verworven . De rijksoverheid had her oud-liberale credo 'kunst is geen<br />

regeringszaak' laten varen . In 1874 was her `College <strong>de</strong>r Rijksadviseurs <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

monumenten van geschie<strong>de</strong>nis en kunst' opgericht . Cuypers was hiervan lid en<br />

raakte bevriend met <strong>de</strong> secretaris, <strong>de</strong> eveneens katholieke jhr Victor <strong>de</strong> Stuers .<br />

Deze bekleed<strong>de</strong> vanaf 1875 <strong>de</strong> invloedrijke positie van chef van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling kunsten<br />

en wetenschappen van her <strong>de</strong>partement van binnenlandse zaken . Een nauwe<br />

samenwerking kwam tot stand, en rijksgebouwen wer<strong>de</strong>n in her vervolg steevast<br />

ontworpen door Cuypers of bouwmeesters die zijn richting volg<strong>de</strong>n als C .H . Peters<br />

en J . van Lokhorst . Peters bouw<strong>de</strong> bij<strong>voor</strong>beeld <strong>het</strong> Amsterdamse hoofdpostkantoor<br />

(1895/99) Cuypers sleepte kort na zijn benoeming tot architect van her<br />

Rijksmuseum een twee<strong>de</strong> grote rijksopdracht in <strong>de</strong> wacht : her Amsterdamse Centraal<br />

Station (in samenwerking met A .L . van Gendt ; opdracht 1877, bouw 1881/<br />

89) . Uiteraard had <strong>het</strong> station zijn tegenstan<strong>de</strong>rs . Ook hier bekritiseer<strong>de</strong> men <strong>de</strong><br />

partijdige wijze waarop <strong>de</strong> overheid zich in her architectuurbedrijf meng<strong>de</strong>, en<br />

hekel<strong>de</strong> her uiterlijk dat meer op een 'mid<strong>de</strong>leeuws kasteel' of een 'vroolijk seminarie'<br />

dan een stationsgebouw zou lijken .<br />

In De Nieuwe Gids kwamen <strong>de</strong>ze strubbelingen nauwelijks ter sprake .' De<br />

spotprent die J .H . Holswil<strong>de</strong>r maakte ter gelegenheid van <strong>de</strong> opening van her<br />

Rijksmuseum werd er door Jan Veth lovend besproken, maar in een tentoonstellingsrecensie<br />

en pas in april 189i .Voor Van Ee<strong>de</strong>n (in De Nieuwe Gids van juni<br />

1888) getuig<strong>de</strong> <strong>het</strong> kerkelijk karakter van <strong>het</strong> gebouw van her onbegrip <strong>voor</strong><br />

kunst bij zich als kunstkenners opwerpen<strong>de</strong> lie<strong>de</strong>n als Alberdingk Thijm . Hij zag<br />

<strong>het</strong> gebouw daarover in lachen uitbarsten : 'her groote kerkraam lacht met open<br />

mond, <strong>de</strong> mozaik-ventjes proesten her uit tegen elkaar, <strong>de</strong> torens schud<strong>de</strong>n en her<br />

heele gevaarte zet <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zij van 't lachen . [ . . .] En Rembrandt! al mag hij<br />

verguld zijn met zijn mooi paleis, her blijft komiek een groot schil<strong>de</strong>r to zijn geweest<br />

en gehuldigd to wor<strong>de</strong>n als een groot dominee en een kerk ka<strong>de</strong>au to krijgen<br />

.'<br />

9o


N'I,W E ?' 0 R<br />

Gravure van P . van Looy<br />

Eclecticisme, nationale renaissance en<br />

internationaal classicisme<br />

Hoewel <strong>de</strong> strijd tegen <strong>de</strong> `officieuze' bouwstijl nog jaren <strong>voor</strong>tduur<strong>de</strong>, viel in <strong>de</strong><br />

praktijk <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> neogotiek in bet met bij an<strong>de</strong>re stijlen . Sommige<br />

architecten werkten nog eclectisch, zoals A . Salm (bij<strong>voor</strong>beeld in zijn remises en<br />

<strong>de</strong> woonhuizen aan <strong>de</strong> Weesperzij 24-z6, uit 1887) en A.C . Bleijs in <strong>de</strong> Sint Nicolaaskerk,<br />

schuin tegenover her Centraal Station (1885/87) . Deze kerk toont <strong>voor</strong>al<br />

motieven uit <strong>de</strong> renaissance, maar ook uit gotiek en barok . Het eclecticisme<br />

bleef met name in <strong>de</strong> vormgeving van interieurs vrij algemeen . De Parkschouwburg<br />

in <strong>de</strong> Plantage (i 88z/83 gebouwd naar ontwerp van <strong>de</strong> Belgische architecten<br />

Dumont en Chambon) was daarvan een <strong>voor</strong>beeld . Met behulp van vele duizen<strong>de</strong>n<br />

kilo's gips en <strong>de</strong> verfkwast, en een mengelmoes van on<strong>de</strong>r meer Indische,<br />

Griekse, Moorse en mid<strong>de</strong>leeuwse stijlcitaten, was een overwegend Moors aandoend<br />

interieur geschapen, waarvan <strong>de</strong> aanblik door Van Deyssel in zijn novelle<br />

Blank en Geel als 'won<strong>de</strong>rfeestelijk, zeldzaam schoon en ongemeen rijk' werd<br />

beschreven . Uitgerekend <strong>de</strong> naar mo<strong>de</strong>l van Cuypers' dochter geteken<strong>de</strong> May liet<br />

hij er 'on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toverachtige invloed <strong>de</strong>r omgeving' in bedwelming raken .<br />

Vooral <strong>de</strong> Hollandse neorenaissance nam een enorme vlucht. De belangstelling<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> Oudhollandse architectuur ontstond rond <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eeuw, als<br />

teken van een bre<strong>de</strong>re romantische orientatie op <strong>het</strong> nationaal verle<strong>de</strong>n . Een vroege<br />

uiting was <strong>de</strong> publikatie van <strong>de</strong> reeks A fbeeldingen van ou<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> gebouwen<br />

waarmee <strong>de</strong> Maatschappij tot Bevor<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r Bouwkunst in 1852 begon .<br />

Tot navolging kwam her pas tegen her eind van <strong>de</strong> jaren zeventig .<br />

Achteraf wordt <strong>de</strong> grote populariteit van <strong>de</strong> stijl, zeker in Amsterdam, doorgaans<br />

begrepen als een spiegeling aan bet laat zestien<strong>de</strong>- en vroeg zeventien<strong>de</strong>-<br />

9 1


eeuws verle<strong>de</strong>n : Amsterdam verwachtte een twee<strong>de</strong> Gou<strong>de</strong>n Eeuw . Dank zij een<br />

perio<strong>de</strong> van intensieve <strong>voor</strong>bereidingen, zoals <strong>de</strong> aanleg van her Noordzeekanaal,<br />

<strong>de</strong> aansluiting op <strong>het</strong> internationaal spoorwegnet en <strong>de</strong> invoer van stoomkracht in<br />

veel bedrijfstakken, begon na een lange en diepe malaise <strong>de</strong> economische opbloei<br />

van <strong>de</strong> stad zich of to tekenen . De wereldtentoonstelling die in 18 83 in Amsterdam<br />

is gehou<strong>de</strong>n werd als een triomf gevierd .<br />

In <strong>de</strong> tijd zelf beleed men zijn <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Hollandse renaissance meestal<br />

in est<strong>het</strong>ische termen . Men bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> her kleurige, levendige en <strong>voor</strong>al pittoreske<br />

effect van <strong>de</strong> rijk ge<strong>de</strong>coreer<strong>de</strong> Oudhollandse gebouwen met hun ro<strong>de</strong> bakstenen<br />

gevels, doorspekt met lichte natuurstenen ban<strong>de</strong>n, blokken en lijsten, en afgesloten<br />

met trapgevels . Bij <strong>de</strong> navolging werd van <strong>de</strong>ze elementen vaak een vrij<br />

gebruik gemaakt . Het schil<strong>de</strong>rachtige effect werd verhoogd met balkons, erkers<br />

en torentjes en door bouwmassa's zo to groeperen dat door topgevels, torens en<br />

hoogopgaan<strong>de</strong> daken een levendige silhouetwerking ontstond . Woonhuizen en<br />

winkels verrezen in <strong>de</strong>ze stijl, zoals <strong>de</strong> kunst- en boekhan<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> firma Allert <strong>de</strong><br />

Lange aan her Damrak (door J . van Looy, 1886) . Tot <strong>de</strong> vele grote gebouwen in<br />

Hollandse renaissance behoren her administratiegebouw van <strong>de</strong> Hollandse IJzeren<br />

Spoorwegmaatschappij van C .B . Posthumus Meyes aan <strong>de</strong> Droogbak, <strong>de</strong><br />

Stadsschouwburg van J .L . Springer (1892-/94), in samenwerking met J .B . Springer<br />

en Van Gendt) en her Ste<strong>de</strong>lijk Museum van A .W . Weissman (1892-/95) .<br />

In <strong>het</strong> groeiend zelfvertrouwen richtte men <strong>de</strong> blik met alleen op her grootse<br />

nationale verle<strong>de</strong>n, maar ook op bloeien<strong>de</strong> Europese hoofdste<strong>de</strong>n als Wenen, Parijs<br />

en Berlijn . De hoopvolle gedachte dat Amsterdam zich nu on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> wereldste<strong>de</strong>n<br />

zou scharen is of to lezen van <strong>de</strong> gebouwen die zijn opgetrokken in <strong>het</strong> interna-<br />

Het Centraal Station als afsluiting van een Damrak-Boulevard, met een nooit uitgevoer<strong>de</strong><br />

bents (foto : Hist. Topogr . Ad . Gem. Arch . Amsterdam)<br />

9 2-


tionaal classicisme, <strong>de</strong> op renaissance en barok geinspireer<strong>de</strong> stijl die in <strong>de</strong>ze ste<strong>de</strong>n<br />

gangbaar was . Van Gendt combineer<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze bouwtrant met Hollandse renaissance<br />

in her Concertgebouw (1883/86), waarvan <strong>voor</strong>al her tempelfront met<br />

<strong>de</strong> monumentale zuilen een grootsteedse allure uitstraalt. An<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n<br />

zijn theater Carre (1887) van J .P .F . van Rossunl en W .J . Vuyk, en <strong>het</strong> Victoriahotel<br />

(1889-90) van J .F . Henkenhaff, tegenover her Centraal Station .<br />

De Beurskwestie<br />

Wereldstadijveraars en liefhebbers van <strong>het</strong> nationale erfgoed kwamen met elkaar<br />

in botsing tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Beurskwestie . De Beurs van J .D . Zocher (uit 1841/45) aan <strong>de</strong><br />

Dam vol<strong>de</strong>ed al van begin of aan met . De eerste plannen <strong>voor</strong> vervanging wer<strong>de</strong>n<br />

in 1870 gepubliceerd . In 1882 besloot <strong>de</strong> gemeente een nieuwe beurs to bouwen<br />

op een aan to plempen <strong>de</strong>el van her Damrak . De daarop uitgevoer<strong>de</strong> <strong>de</strong>mping zou<br />

nogal <strong>voor</strong>barig blijken . Veel particulieren waren <strong>het</strong> niet met <strong>de</strong> plaatskeuze<br />

eens, en een langdurige pennestrijd ontwikkel<strong>de</strong> zich . Het ene plan lokte <strong>het</strong> an<strong>de</strong>re<br />

uit en <strong>de</strong> gemeente bleef besluiteloos toezien .<br />

Tegenstand tegen bet gemeenteplan kwam <strong>voor</strong>al van <strong>de</strong> ambitieuze Amsterdammers<br />

die <strong>de</strong> aanleg van een boulevard bepleitten over <strong>de</strong> voile breedte van her<br />

Damrak, tussen station en Dam, en liefst doorgetrokken naar <strong>de</strong> Munt . Deze zou<br />

<strong>de</strong> verkeersstroom opvangen die door <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> voltooiing van bet station to<br />

verwachten viel . Bovendien bood bet plan uit speculatief oogpunt gunstige perspectieven<br />

aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstand ter plaatse, van wie <strong>de</strong> initiatieven<br />

en <strong>de</strong> aandrang dan ook <strong>voor</strong>al uitgingen . Niet in her minst tel<strong>de</strong> <strong>de</strong> overweging<br />

dat Amsterdam met zo'n boulevard, geflankeerd door winkelgalerijen, verfraaid<br />

met plantsoenen en fonteinen en 's avonds feestelijk verlicht, waardig <strong>de</strong> vergelijking<br />

zou kunnen doorstaan met an<strong>de</strong>re Europese hoofdste<strong>de</strong>n, die nieuw waren<br />

uitgelegd met bre<strong>de</strong> alleeen tussen monumentale gebouwen . Protesten tegen <strong>de</strong>ze<br />

plannen kwamen <strong>voor</strong>al uit kringen van <strong>de</strong> intellectuele burgerij . Daar kwam in<br />

<strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong>mpingen en doorbraken <strong>de</strong> stadsschoongedachte tot ontwikkeling<br />

en sprong men op <strong>de</strong> bres <strong>voor</strong> behoud van bet eigen karakter van <strong>de</strong> Amsterdamse<br />

binnenstad . Bij <strong>de</strong> boulevardplannen dacht men zich <strong>de</strong> beurs langs her<br />

Damrak . An<strong>de</strong>re Amsterdammers zagen <strong>het</strong> gebouw liever aan <strong>de</strong> Dam of tegenover<br />

bet Centraal Station . Of zij stel<strong>de</strong>n als oplossing van <strong>de</strong> inmid<strong>de</strong>ls slepen<strong>de</strong><br />

kwestie vergroting en mo<strong>de</strong>rnisering van <strong>de</strong> Beurs van Zocher <strong>voor</strong> .<br />

Het <strong>voor</strong>tdurend uitstel werd ook veroorzaakt door <strong>de</strong> verwikkelingen rond<br />

<strong>het</strong> uiterlijk van <strong>de</strong> nieuwe beurs . In 1884 schreef <strong>de</strong> gemeente een internationale<br />

prijsvraag <strong>voor</strong> een beursontwerp uit . Maar liefst 199 inzendingen kwamen binnen<br />

. De eerste prijs ging naar L . Cordonnier uit Rijssel, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> naar J .F . Groll<br />

uit Lon<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> Amsterdammers H .P . Berlage en Th . San<strong>de</strong>rs . De<br />

jury werd scherp bekritiseerd omdat zij een <strong>voor</strong>keur aan <strong>de</strong> dag Ieg<strong>de</strong> <strong>voor</strong> ontwerpen<br />

in neogotiek of renaissance en classicistische ontwerpen geen kans gaf .<br />

Een schandaal ontstond toen ont<strong>de</strong>kt werd dat Cordonnier zich had geinspireerd<br />

op her raadhuis van La Rochelle en hij van plagiaat beschuldigd werd . Niet ie<strong>de</strong>reen<br />

wist dat in <strong>de</strong> toenmalige ontwerppraktijk ontlening heel gewoon was . Uitein-<br />

9 3


<strong>de</strong>lijk werd geen van <strong>de</strong> ontwerpen uitgevoerd . In 1887 maakte Weissman in opdracht<br />

van <strong>de</strong> gemeente een nieuw plan . Dit werd gepresenteerd als een combinatie<br />

van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> eigenschappen van <strong>de</strong> bekroon<strong>de</strong> ontwerpen, maar goedkoper<br />

uitgewerkt . De architectenwereld reageer<strong>de</strong> woe<strong>de</strong>nd . Resultaat was dat <strong>de</strong><br />

beursbouw op <strong>de</strong> lange baan werd geschoven .<br />

Pas in 1896 werd <strong>de</strong> knoop doorgehakt . De nieuwe wethou<strong>de</strong>r van publieke<br />

werken M.W.F. Treub kwam tot <strong>de</strong> conclusie dat her ge<strong>de</strong>mpte stuk Damrak <strong>de</strong><br />

enige haalbare plaats was, en wist zijn vriend Berlage aangesteld to krijgen als<br />

adviseur en vervolgens als bouwmeester van <strong>de</strong> bents . Hij loodste diens plannen<br />

door <strong>de</strong> gemeenteraad op basis van plattegron<strong>de</strong>n en situatiesc<strong>het</strong>sen . De geveltekeningen<br />

hield hij achter, waarschijnlijk om een nieuwe rel to <strong>voor</strong>komen .<br />

Cityvorming: bedrijvigheid in <strong>de</strong> horeca<br />

In <strong>de</strong> binnenstad van Amsterdam was <strong>de</strong> cityvorming begonnen . De winkelstand<br />

breid<strong>de</strong> zich nit als gevoig van <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> welvaart . De eerste kantoorgebouwen<br />

verrezen en <strong>de</strong> horeca nam volop <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingslust . De commerciele<br />

architectuur werd een belangrijk werkterrein <strong>voor</strong> architecten . Toenemen<strong>de</strong> concurrentie<br />

maakte een aantrekkelijke en modieuze vormgeving nodig om klanten to<br />

werven . De rijk ge<strong>de</strong>coreer<strong>de</strong> Hollandse renaissance leen<strong>de</strong> zich er goed <strong>voor</strong>,<br />

evenals her internationaal classicisme, <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ftiger gelegenhe<strong>de</strong>n . Tegen<br />

Pasie waarmee Maurits van <strong>de</strong>r Valk in 1883 als journalist van De Amsterdammer<br />

toegang kreeg tot her terrein van <strong>de</strong> Wereldtentoonstelling, achter her Rijksmuseum in<br />

Amsterdam (brievenarchief Jan Veth)<br />

9 4


<strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaren negentig drong juist op dit gebied invloed van <strong>de</strong> Jugendstil<br />

door .<br />

De Tachtigers, fervente cafe-gangers, hebben <strong>de</strong> stormachtige ontwikkelingen<br />

in dit bedrijf van dichtbij meegemaakt . Hun cafe-bezoek werd gememoreerd door<br />

Erens : `Ja, dat "zwammen" op allerlei kamers in <strong>de</strong> Pijp of in <strong>de</strong> cafe's, bij Willemsen,<br />

Mast, Krasnapolsky, <strong>de</strong> Poort van Cleve of in allerlei kleine kroegjes van<br />

Amsterdam! War hebben wij gepraat en wat heb ik gepraat! [ . . .] Zoo ontston<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> nieuwe begrippen over literatuur en an<strong>de</strong>re kunsten ; her broei<strong>de</strong> toen van alle<br />

kanten .' (Uit : Vervlogen jaren .) Flanor verga<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in De Karseboom in <strong>de</strong> Kalverstraat<br />

en na afloop praatte men bij<strong>voor</strong>beeld na in cafe Polonais, <strong>het</strong> latere Polen .<br />

Dit waren ou<strong>de</strong> etablissementen, die concurrentie kregen van nieuwe gelegenhe<strong>de</strong>n<br />

als Willemsen aan <strong>de</strong> Heiligeweg . Het werd gebouwd naar ontwerp van Van<br />

Gendt en Weissman en was na <strong>de</strong> opening in 1881 al spoedig her stamcafe van <strong>de</strong><br />

Tachtigers . Erens schreef : "`Willemsen" op <strong>de</strong>n Heiligeweg was her cafe, waar wij<br />

her meest bij elkaar kwamen en dat was 's avonds tegen tien uur . De artiesten<br />

had<strong>de</strong>n er een vast tafeltje, rechts van <strong>de</strong>n ingang tegen <strong>de</strong>n muur .' Veth, Kloos en<br />

Van <strong>de</strong>r Goes kwamen er dikwijls en ook Van Ee<strong>de</strong>n, die echter nooit aan <strong>de</strong><br />

artiestentafel zat . `De bezoekers zaten nog min of meet vreemd tegenover elkan<strong>de</strong>r<br />

en zij begonnen hunne gedachten to wisselen . Er was daar nog met die confraterniteit,<br />

die later zou groeien in <strong>de</strong> bijeenkomsten in <strong>de</strong> Poort van Cleve en bij<br />

Mast, toen wij allemaal beproef<strong>de</strong> strij<strong>de</strong>rs waren gewor<strong>de</strong>n ; <strong>de</strong> bijeenkomsten<br />

bij Willemsen waren her preludium tot <strong>de</strong> eigenlijke literaire beweging .'<br />

De wereldtentoonstelling gaf een extra stimulans aan <strong>de</strong> horeca-branche. On<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> in 1883 nieuw geopen<strong>de</strong> hotels, cafes en restaurants was <strong>het</strong> zeer <strong>de</strong>ftige<br />

restaurant Riche aan <strong>het</strong> Rokin, dat Van Gendt in internationaal-classicistische<br />

stijl ontwierp . Hier veroorloof<strong>de</strong> Paaps Vincent Haman zich bij uitzon<strong>de</strong>ring wel<br />

een diner : `Daar, om hem been en in hem, was <strong>het</strong> gevoel geweest van rijkdom,<br />

van met zo Jan en alleman, van chique .' Na <strong>de</strong>ze versterking begaf hij zich <strong>voor</strong><br />

een kleintje koffie of pousse-cafe naar <strong>het</strong> eveneens in <strong>de</strong> tentoonstellingstijd opgekomen<br />

Aux Caves <strong>de</strong> France in <strong>de</strong> Kalverstraat . Erens ontmoette hier in 1883 Van<br />

Deyssel <strong>voor</strong> her eerst, die met zijn vrien<strong>de</strong>n Arnold Ising en Arnold Croiset bijeenzat<br />

in <strong>de</strong> grote pluche fauteuils van <strong>de</strong> luxueus ingerichte bovenzaal . Krasnapolsky,<br />

befaamd om zijn wintertuin (door G .B . Salm, 1879/80), werd <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

tentoonstelling on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> architect vergroot en tot hotel ingericht<br />

. Her was een gelief<strong>de</strong> eetgelegenheid, net als Die Port van Cleve aan <strong>de</strong> Nieuwe<br />

Zijds Voorburgwal, tegen 189o her stamlokaal van <strong>de</strong> Tachtigers .<br />

De geschie<strong>de</strong>nis van Die Port van Cleve illustreert <strong>de</strong> bouwkundige ontwikkeling<br />

in <strong>de</strong>ze sector . In 1870 wer<strong>de</strong>n bier twee ou<strong>de</strong> pakhuizen tot bierhuis verbouwd,<br />

waarbij uitwendig alleen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rpui en eerste verdieping een nieuw aanzien<br />

kregen . Her etablissement werd in een krantebericht toegejuicht omdat `men<br />

thans in een flink, ruim en goed geventileerd lokaal zijn glas bier zal kunnen gebruiken,<br />

een genot, dat wij niet kennen, daar die inrichtingen <strong>voor</strong> verreweg <strong>het</strong><br />

meeren<strong>de</strong>el, in bekrompen, pijpenlavormige, smalle huisjes gevestigd zijn .' Was<br />

bet cafe bij opening baanbrekend, snel opeenvolgen<strong>de</strong> aanpassingen waren nodig<br />

om mo<strong>de</strong>rn to blijven . Bij een verbouwing van 1885/88 bleef alleen <strong>het</strong> inwendige<br />

van <strong>de</strong> zaal nagenoeg onveran<strong>de</strong>rd . Her gebouw kreeg een nieuwe gevel, ontwor-<br />

9 5


pen door Gosschalk in een mengvorm van renaissance en gotiek . Een reeks hoge<br />

halfrond afgesloten ramen in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rpui bracht meer licht in <strong>het</strong> interieur . Deze<br />

vergroting van her glasoppervlak kwam ook veel <strong>voor</strong> in <strong>de</strong> toenmalige winkelarchitectuur<br />

en dien<strong>de</strong> natuurlijk tegelijkertijd <strong>de</strong> verlei<strong>de</strong>lijke uitstalling van koopwaar<br />

.<br />

Cafe Mast of Milles Colonnes (in 1875 door Gosschalk ontworpen) was ook<br />

zo'n mo<strong>de</strong>rn ruim cafe . Her door vele kronen verlichte interieur trok bezoekers<br />

van verre aan . Her lag aan <strong>het</strong> als trefpunt in <strong>de</strong> jaren tachtig steeds gelief<strong>de</strong>r<br />

wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Rembrandtplein en werd door <strong>de</strong> Tachtigers gefrequenteerd . Van Looy<br />

gaf in een schil<strong>de</strong>rij' en een sonnet zijn impressie van <strong>de</strong> roezige roodbruine zalen .<br />

Gietijzeren zuilen droegen her plafond en wer<strong>de</strong>n door talloze spiegels weerkaatst,<br />

waaraan her cafe zijn naam ontleen<strong>de</strong>.<br />

De concurrentie bracht wedijver in extra trekpleisters . De eigenaars van cafe<br />

Roetemeijer in <strong>de</strong> Amstelstraat weer<strong>de</strong>n zich daarbij dapper . De zaak werd<br />

achtereenvolgens met een wintertuin en een winkelpassage uitgebreid (resp . 1875<br />

en 1879, on<strong>de</strong>r leiding van Y . Bijvoets) en in 1881/8z met een panopticum op <strong>de</strong><br />

bovenverdieping (ontworpen door Th . San<strong>de</strong>rs) . Her cafe had zeer hoge in elkaar<br />

overlopen<strong>de</strong> zalen, waarvan Gorter en Van <strong>de</strong>r Goes vaste bezoekers waren . Her<br />

nieuwe geheel werd in een krantebericht geprezen om <strong>de</strong> `cosmopolitische indruk'<br />

die <strong>het</strong> maakte . Ook een `American Bar' maakte er <strong>de</strong>el van uit : Amerikaans raakte<br />

in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> . Op her Leidseplein liet C .A .A . Steinigeweg <strong>het</strong> American Hotel<br />

bouwen, ontworpen door Ed . Cuypers en geopend in 1881 . Niet zozeer <strong>de</strong> architectuur<br />

was Amerikaans als wel <strong>de</strong> opzet- men verhuur<strong>de</strong> appartementen - en<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>coraties : aan <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zalen waren taferelen van her Amerikaanse<br />

landschap to bewon<strong>de</strong>ren, bij <strong>de</strong> entree meer dan levensgrote beel<strong>de</strong>n van roodhui<strong>de</strong>nopperhoof<strong>de</strong>n<br />

en hun squaws . Dit hotel werd een van <strong>de</strong> vaste pleisterplaatsen<br />

van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers van De Kroniek . Al in 1899 besloot men her to<br />

vervangen door een geheel nieuw gebouw, <strong>het</strong> tegenwoordige Americain .<br />

Stadsuitbreiding<br />

Buiten <strong>de</strong> vroegere stadswallen waren uitgebrei<strong>de</strong> woonwijken in aanbouw . Binnen<br />

<strong>de</strong> stad was geen plaats meer : <strong>de</strong> bebouwing van <strong>de</strong> laatste open terreinen, die<br />

van <strong>de</strong> geslechte wallen en bolwerken en <strong>de</strong> Plantage was al in <strong>de</strong> jaren zestig<br />

ingezet. Hier verrezen hoofdzakelijk ruime, gerieflijke woonhuizen <strong>voor</strong> gegoe<strong>de</strong>n,<br />

meren<strong>de</strong>els bewoners van <strong>de</strong> grachtengor<strong>de</strong>l die <strong>de</strong> onplezierige kanten van<br />

<strong>de</strong> binnenstad ontvluchtten : onhygienische, stinken<strong>de</strong> grachten en gevaar <strong>voor</strong><br />

epi<strong>de</strong>mieen die kon<strong>de</strong>n overslaan uit <strong>de</strong> sloppenbuurten . Daar woon<strong>de</strong> her armere<br />

bevolkings<strong>de</strong>el in ellendige omstandighe<strong>de</strong>n . Door <strong>de</strong> enorme bevolkingsgroei<br />

vanaf <strong>de</strong> jaren zeventig vererger<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze woningnood . De toen stijgen<strong>de</strong> welvaart<br />

bracht soms ook hogere lonen met zich mee, zodat een markt <strong>voor</strong> eenvoudige<br />

woningbouw ontstond en <strong>de</strong> stadsuitbreiding op gang kwam .<br />

De gemeente liep steeds achter <strong>de</strong> ontwikkelingen aan . Het eerste uitbreidingsplan<br />

werd in 1866 door stadsingenieur Van Niftrik ontworpen en was een monumentaal<br />

plan, dat een <strong>voor</strong>tzetting van <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong>ftige burgerwijken <strong>voor</strong>-<br />

9 6


zag . Her werd verworpen, on<strong>de</strong>r meer vanwege <strong>de</strong> onmogelijkheid van <strong>de</strong> beno-<br />

dig<strong>de</strong> grootscheepse onteigeningen en <strong>de</strong> onzekerheid over <strong>de</strong> plaats van her Cen-<br />

traal Station . Pas in 1877, toen <strong>de</strong> uitbreiding al volop bezig was, werd een plan<br />

van <strong>de</strong> directeur van publieke werken Kalff vastgesteld. Dit zeer liberate plan was<br />

er <strong>voor</strong>al op gericht <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitanten <strong>de</strong> grootst mogelijke vrijheid to laten .<br />

Aan <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n werd zo min mogelijk een bestemming opgelegd . Dat beteken<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r meer dat her stadsgroen tot een minimum was beperkt . Enkele belangrijke<br />

verkeerswegen waren planmatig uitgezet, <strong>voor</strong> her overige volg<strong>de</strong> her stratentrace<br />

getrouw <strong>de</strong> richting van <strong>de</strong> vroegere pol<strong>de</strong>rsloten en pa<strong>de</strong>n - <strong>de</strong> eigendomsgren-<br />

zen immers . `De straten recht, eentoonig recht, <strong>de</strong> straten met <strong>de</strong> roze brikken . De<br />

huizen alle even hoog ; <strong>de</strong> straten strak, geen boog.' Zo sc<strong>het</strong>ste Erens in zijn pro-<br />

za-gedicht `<strong>de</strong> Pijp' in 1892 her gevolg . Tien jaar eer<strong>de</strong>r beschreef Van Ee<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

aard van <strong>de</strong> bebouwing: `Die huizen zijn op een <strong>voor</strong><strong>de</strong>eltje gebouwd, <strong>de</strong> he<strong>de</strong>n-<br />

daagse beschaving laat zich zeer goed tot zulke praktijken misbruiken . Hoog wor-<br />

<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dunne muren opgetrokken, zo zuinig mogelijk wordt her houtwerk be-<br />

steed, en door goedkope versierseltjes tracht men vergeefs die innerlijke zwakte<br />

goed to maken . Verveloze balkonnetjes, afgeschilfer<strong>de</strong> pleisterornamentjes zijn <strong>de</strong><br />

spreken<strong>de</strong> getuigen van die aannemersgeest .' Met zulke slechte, hoge en smalle<br />

woningen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste nieuwe buurten volgebouwd . Ze waren bestemd<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>genen die zich net kon<strong>de</strong>n veroorloven <strong>de</strong> krottenbuurten in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> stad<br />

to verlaten . Omdat <strong>de</strong> huren <strong>voor</strong> velen moeilijk op to brengen waren, wer<strong>de</strong>n<br />

vaak kamers verhuurd . Zo ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong> Pijp, <strong>de</strong> vroegste buurt van <strong>de</strong> uitbrei-<br />

ding, zich tot rosse buurt en stu<strong>de</strong>ntenwijk, met een bloeiend cabaretwezen . Van<br />

Ee<strong>de</strong>n woon<strong>de</strong> er zelf vier jaar, Van Looy van r88o tot 1885, Erens <strong>de</strong>el<strong>de</strong> er<br />

kamers met Van Deventer en Kloos bewoon<strong>de</strong> er minstens negen verschillen<strong>de</strong><br />

adressen .<br />

In <strong>de</strong> Oosterparkbuurt, een van <strong>de</strong> nieuwe wijken, valt her 'Witsenhuis', Oos-<br />

terpark 8z, op door een monumentalere vormgeving . Her werd in 1884 gebouwd<br />

als woonhuis met beeldhouwersatelier, naar ontwerp van Ed . Cuypers . Willem<br />

Witsen betrok her pand in 1891 en richtte er ateliers in <strong>voor</strong> zichzelf (en <strong>voor</strong><br />

Israels, Breitner en Haverman) . Hij ontving er ook zijn vele an<strong>de</strong>re vrien<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong><br />

kring van Tachtig, en Verlaine, die er tij<strong>de</strong>ns zijn bezoek aan Ne<strong>de</strong>rland in 1892<br />

logeer<strong>de</strong>. Her huis was opgetrokken op <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n van een particuliere bouw-<br />

maatschappij die er een luxekwartier gepland had . De aanleg van dit stads<strong>de</strong>el zou<br />

fraaier zijn clan gebruikelijk in <strong>de</strong> nieuwe stad . Straten zou<strong>de</strong>n in bochten verlopen<br />

en on<strong>de</strong>rbroken wor<strong>de</strong>n door verschillen<strong>de</strong> pleinen . Er was echter weinig belang-<br />

stelling <strong>voor</strong> . Sinds <strong>de</strong> totstandkoming van een spoorverbinding met her Gooi<br />

verliet een gestaag groeien<strong>de</strong> stroom gegoe<strong>de</strong> Amsterdammers <strong>de</strong> stad, weldra<br />

gevolgd door intellectuelen en kunstenaars . Uitein<strong>de</strong>lijk werd ook <strong>de</strong>ze buurt vol-<br />

gebouwd met slechte woningen langs kaarsrechte straten .<br />

Nieuwe i<strong>de</strong>een in <strong>de</strong> jaren negentig<br />

In <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> jaren negentig nam <strong>de</strong> kritiek op <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong> wijze van stadsuit-<br />

leg en woningbouw toe . De nieuwe radicaal-liberalen in <strong>de</strong> Amsterdamse gemeen-<br />

9 7


teraad drongen aan op meet overheidsbemoeienis en boekten enig succes, maar<br />

belangrijke verbeteringen wer<strong>de</strong>n pas mogelijk door <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke Woningwet van<br />

19oi . Ook binnen <strong>de</strong> architectuur kwam een vernieuwingsbeweging op gang .<br />

Daarbij von<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> architecten aansluiting bij een intellectuele en artistieke<br />

<strong>voor</strong>hoe<strong>de</strong>, waar <strong>de</strong> rol van De Nieuwe Gids werd overgenomen door De<br />

Kroniek . Nu <strong>de</strong> beweging van Tachtig op zijn eind liep, kwam soms samenwerking<br />

tot stand tussen architecten en Tachtigers, en <strong>de</strong><strong>de</strong>n zich behalve persoonlijke<br />

ook zakelijke contacten <strong>voor</strong> .<br />

De vernieuwing ging <strong>voor</strong>al uit van Berlage en van een aantal jongere architecten<br />

als Van <strong>de</strong>r Pek, De Bazel, Lauweriks, Walenkamp, Kromhout en Bauer . Zij<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eigentijdse bouwpraktijk of als extreem formalistisch en commercieel,<br />

en pleitten <strong>voor</strong> een zuivering van beroepsopvatting en herstel van bet juiste<br />

begrip van architectuur . Het oppervlakkige en overdadige gebruik van historische<br />

motieven en ornamenten zou moeten plaatsmaken <strong>voor</strong> een terugkeer tot fundamentele,<br />

'eeuwige' architectonische principes . Hieron<strong>de</strong>r wer<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>al verstaan<br />

eenvoud van compositie, goe<strong>de</strong> verhoudingen tussen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, oprecht materiaalgebruik<br />

en een logisch verband tussen vorm, <strong>de</strong>coratie en constructie . Deze<br />

architectuuropvatting was natuurlijk groten<strong>de</strong>els al geintroduceerd door bet duo<br />

Cuypers en Alberdingk Thijm . Verschillen<strong>de</strong> van <strong>de</strong> jongeren werkten dan ook<br />

enige tijd op Cuypers bureau . Ook zij hechtten sterk aan samenhang tussen <strong>de</strong><br />

kunsten, en velen van hen waren actief op bet gebied van toegepaste kunst . Als bij<br />

Cuypers was hun rationalisme nauw verweven met i<strong>de</strong>alisme, maar dit had een<br />

nieuwe lading gekregen . De krachtige opkomst van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsbeweging bracht<br />

een verlies aan zekerhe<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> burgerij . Dit uitte zich in <strong>het</strong> intellectuele en<br />

culturele leven, in uitersten gesproken, in een vlucht in hoger sferen of <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereiding<br />

van een socialistische maatschappij . Het buitenland, dat in maatschappelijke<br />

ontwikkelingen <strong>voor</strong>op ging, lever<strong>de</strong> hierbij invloedrijke <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n . De<br />

Bazel en Lauweriks streef<strong>de</strong>n vernieuwing na vanuit een theosofische wereldbeschouwing<br />

. Bauer en Berlage ontwierpen hun nieuwe bouwkunst <strong>voor</strong> een socialistische<br />

toekomst .<br />

Berlage<br />

Berlages vroege gebouwen, ontworpen in samenwerking met zijn toenmalige<br />

compagnon San<strong>de</strong>rs, tonen verschillen<strong>de</strong> vormen van neorenaissance, zoals <strong>de</strong><br />

bei<strong>de</strong> beursontwerpen uit 1884 en '85 en her winkelpand van Focke & Melzer,<br />

Kalverstraat 152 (1884/86) . In 1889 hield hij een don<strong>de</strong>rre<strong>de</strong> tegen stijl-imitatie<br />

en materiaalvervalsing . Vier jaar later gaf hij in <strong>de</strong> lezing `Bouwkunst en Impressionisme'<br />

zijn visie van <strong>de</strong> toekomstige architectuur . Zijn ontwerptheorie vertoont<br />

verwantschap met <strong>de</strong> impressionistische est<strong>het</strong>iek van <strong>de</strong> Tachtigers : <strong>de</strong><br />

nieuwe bouwkunst moet niet alleen bouwkundig <strong>de</strong>ugen, maar ook een trefzekere<br />

belichaming zijn van bet subjectieve vormgevoel van <strong>de</strong> architect . Daarbij moet<br />

her <strong>de</strong>tail on<strong>de</strong>rgeschikt zijn aan bet geheel opdat <strong>de</strong> toeschouwer dit in een moment<br />

begrijpt. Noodzakelijk vloeit daaruit <strong>voor</strong>t een `bouwkunst van grote accenten',<br />

die <strong>voor</strong>al door silhouetwerking spreekt, met een sobere, tot in <strong>het</strong> oog val-<br />

9 8


De beurs van Berlage in aanbouw (foto : Hist. Topogr . Ad . Gem . Arch . Amsterdam)<br />

len<strong>de</strong> punten beperkte <strong>de</strong>coratie . Het verzekeringskantoor De Algemeene (1892/<br />

94) aan her Damrak was een vroeg <strong>voor</strong>beeld van Berlages impressionistische<br />

bouwkunst .<br />

In 1895 werd Berlage vast me<strong>de</strong>werker van De Kroniek . In zijn artikelen daarin<br />

en in her Tweemaan<strong>de</strong>lijksch Tijdschrift toon<strong>de</strong> hij zich in dat jaar volop Negentiger<br />

en gemeenschapskunstenaar . Hij zette er een zeer i<strong>de</strong>alistische constructie<br />

uiteen : <strong>de</strong> ware, constructieve bouwkunst gedijt alleen in een maatschappij die<br />

door een gemeenschappelijk i<strong>de</strong>aal bezield wordt; zo'n maatschappij - <strong>de</strong> socialistische<br />

- kondigt zich aan, en <strong>de</strong> kunstenaar-als-profeet bereidt <strong>de</strong> toekomstige<br />

kunst <strong>voor</strong> . Deze moet echter <strong>voor</strong>tkomen uit <strong>het</strong> hele yolk . Dat wordt bereikt<br />

door samenwerking van architect, beel<strong>de</strong>nd kunstenaars en ambachtslie<strong>de</strong>n .<br />

In <strong>de</strong> Beurs kon Berlage zijn i<strong>de</strong>alen op monumentale schaal in praktijk brengen<br />

. Het gebouw was in 1903 voltooid . Bij alle complexheid van her geheel is er<br />

eenheid in <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, zoals in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> gevelvormen<br />

en venstergroeperingen, en door her doorlopend vlak van <strong>de</strong> bakstenen muren<br />

. Natuurstenen <strong>de</strong>taillering en <strong>de</strong>coratie is aan her muurvlak on<strong>de</strong>rgeschikt<br />

behan<strong>de</strong>ld, en gebruikt uit constructieve noodzaak of om een constructief accent<br />

to leggen . Aan oost- en noordzij<strong>de</strong> zijn uit <strong>de</strong> plattegrond <strong>voor</strong>tvloeien<strong>de</strong> onregelmatighe<strong>de</strong>n<br />

en verspringingen van bouwmassa's met gecamoufleerd . De `eenheid<br />

in veelheid' was ook gewaarborgd doordat <strong>de</strong> <strong>de</strong>coratie in han<strong>de</strong>n was van overtuig<strong>de</strong><br />

gemeenschapskunstenaars, die nauw samenwerkten met <strong>de</strong> architect . Derkin<strong>de</strong>ren,<br />

Roland Holst en Toorop maakten ramen, schil<strong>de</strong>ringen en tegeltableaus,<br />

Zijl en Men<strong>de</strong>s da Costa <strong>de</strong> sculptuur . Albert Verwey, bevriend met Berlage,<br />

droeg zorg <strong>voor</strong> her iconografisch programma en <strong>de</strong> spreuken . Terwijl Van<br />

9 9


Ee<strong>de</strong>n in De Kroniek (van april r 898) <strong>voor</strong>stel<strong>de</strong> <strong>de</strong> stem van her geweten to laten<br />

spreken door <strong>de</strong> `nieuwe roof-burcht' to <strong>voor</strong>zien van Oudhollandse spreuken als<br />

'Kleyne diefkens hangt men, <strong>de</strong> groote laat men loopen', trachtten Verwey en<br />

Berlage <strong>de</strong> opdracht to verenigen met een socialistische toekomstvisie. 3 Decoraties<br />

en spreuken profeteren een toekomst waarin een bents overbodig is omdat <strong>de</strong><br />

gemeenschap zelf <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van goe<strong>de</strong>ren verzorgt . De Beurs lokte een storm<br />

van verontwaardiging uit. Hij viel ook niet bij alle architecten van <strong>de</strong> revolutionaire<br />

gar<strong>de</strong> in <strong>de</strong> smaak . Lauweriks vond hem 'onest<strong>het</strong>isch en verwerpelijk' en De<br />

Bazel uitte ernstige be<strong>de</strong>nkingen . Her American Hotel van Kromhout (in samenwerking<br />

met H .G. Jansen, 1899/1902), met zijn speelse vormgeving, is ook wel<br />

als kritiek op <strong>de</strong> Beurs opgevat .<br />

Contacten tussen jonge architecten en Tachtigers<br />

Van <strong>de</strong> jongere architecten werd in <strong>de</strong> jaren negentig nauwelijks bouwkundig<br />

werk gerealiseerd . Zij leef<strong>de</strong>n hun <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n nit in toegepaste kunsten, prijsvraagontwerpen<br />

en artikelen, soms in De Kroniek . Willem Bauer kreeg tij<strong>de</strong>ns<br />

zijn korte loopbaan als praktizerend architect <strong>voor</strong>namelijk opdrachten uit <strong>de</strong><br />

kringen rond zijn broer Marius en zijn vriend en arts Van Ee<strong>de</strong>n . In 1898 ging hij<br />

op Wal<strong>de</strong>n wonen en ontwierp er verschillen<strong>de</strong> hutten . Daarbij volg<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> beschrijving<br />

die Thoreau in Wal<strong>de</strong>n gaf . De uiterst simpele bouwsels waren bestemd<br />

<strong>voor</strong> hemzelf, <strong>voor</strong> Van Ee<strong>de</strong>n, Carry van Hoogstraten en Nico van Suchtelen .<br />

Ook op Wal<strong>de</strong>n ontwierp hij `De Lelie' <strong>voor</strong> her gezin van Van Ee<strong>de</strong>n (1898/99)<br />

`De Maerle' <strong>voor</strong> Betsy van Hoogstraten-Van Hoytema (1899) en her huisje <strong>voor</strong><br />

Truida Everts (1900) . Bauers laatste werken <strong>voor</strong> zijn dood in 1904 waren een<br />

viertal villa's in Aer<strong>de</strong>nhout (alle nit 1902), <strong>voor</strong> Marius Bauer, Betsy van Hoogstraten,<br />

Betsy Witsen-van Vloten en Breitner . Zijn landhuisjes en villa's vallen in<br />

<strong>de</strong> toen gangbare villabouw op door soberheid . Met hun veelal witgepleister<strong>de</strong><br />

muren en strakke belijning sluiten ze aan bij een nieuwe traditie van landhuisbouw,<br />

waarvan <strong>de</strong> villa die Berlage <strong>voor</strong> Van Ee<strong>de</strong>n in Bussum bouw<strong>de</strong> (1892/93<br />

in 1902 verbouwd) <strong>het</strong> prototype was . Het huis `De Bremstruik' van Van Deyssel<br />

in Baarn (1 goo/o1) is een nog strenger <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong>ze opvatting . Her was <strong>de</strong><br />

vroegste bouwkundige opdracht die De Bazel kreeg, en wel op <strong>voor</strong>spraak van Jan<br />

Veth . Diens atelier en huis to Bussum verbouw<strong>de</strong> hij ingrijpend in 1902 en 1904 .<br />

Veth moet ook hebben bemid<strong>de</strong>ld bij zijn eerste grote opdracht, <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lboer<strong>de</strong>rij<br />

Oud-Bussum to Bussum (19oz/06) . De Bazels me<strong>de</strong>werking aan <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>alistische<br />

on<strong>de</strong>rneming was mogelijk <strong>voor</strong> Van Ee<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanleiding om hem na <strong>de</strong><br />

dood van Bauer aan to trekken als architect <strong>voor</strong> Wal<strong>de</strong>n . De Bazel ontwierp er<br />

een bakkerij en een chocola<strong>de</strong>fabriek (resp . 1905 en 1906) .<br />

De relaties die in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> jaren negentig tot stand kwamen zullen ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

<strong>voor</strong>tgevloeid zijn uit praktische omstandighe<strong>de</strong>n . Pas nu waren <strong>de</strong> <strong>voor</strong>malige<br />

Nieuwe Gidsers in <strong>de</strong> maatschappelijke positie om als opdrachtgever op to<br />

tre<strong>de</strong>n, en ontwerpen van aankomen<strong>de</strong> architecten waren waarschijnlijk relatief<br />

goedkoop . Van Ee<strong>de</strong>n was bij<strong>voor</strong>beeld zeer to spreken over <strong>de</strong> betrekkelijk be-<br />

100


schei<strong>de</strong>n som die Berlages villa hem kostte . Maar daarnaast was er, door <strong>de</strong> alge-<br />

mene vermaatschappelijking van <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n, ook sprake van werkelijke verwantschap<br />

. In <strong>de</strong> jaren tachtig beston<strong>de</strong>n er tussen Nieuwe Gidsers en architecten<br />

veel min<strong>de</strong>r contacten . 4 De Nieuwe Gids besteed<strong>de</strong> geen aandacht aan eigentijdse<br />

architectuur. Dat is geen won<strong>de</strong>r gezien <strong>het</strong> verschil in kunstopvatting dat er toen<br />

was : aan <strong>de</strong> ene kant individualisme en oorspronkelijkheid van gevoel, aan <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re kant afhankelijkheid van bestaan<strong>de</strong> vormen . Werd <strong>de</strong> in <strong>de</strong> jaren 188or895<br />

gerealiseer<strong>de</strong> architectuur door <strong>de</strong> Tachtigers genegeerd, door <strong>de</strong> Negentigers<br />

werd <strong>de</strong>ze bouwkunst verguisd. Vanuit hun optiek waren <strong>de</strong> vernieuwingen<br />

die zich daarin had<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gedaan - <strong>de</strong> opkomst van internationaal classicisme<br />

en <strong>voor</strong>al Hollandse renaissance - slechts schijnvernieuwingen . Toch heeft her<br />

gezicht dat Amsterdam toen kreeg natuurlijk betekenis . Het weerspiegelt <strong>de</strong> nieuwe<br />

geest van optimisme, zelfvertrouwen en on<strong>de</strong>rnemingslust die Amsterdam in<br />

die jaren beheerste.<br />

i Volgens <strong>de</strong> notulen van <strong>de</strong> redactieverga<strong>de</strong>ringen van De Nieuwe Gids was men in 1885<br />

wel van plan een artikel over her Rijksmuseum to plaatsen . Daartoe wer<strong>de</strong>n o .a . <strong>de</strong> heren<br />

Wijsman (Weissman?) en Posthumus Meyes uitgenodigd . Een <strong>de</strong>rgelijk stuk is echter nooit<br />

in De Nieuwe Gids gepubliceerd .<br />

z Zie omslag .<br />

3 Verwey zette zijn <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n hierover uiteen in zijn 'Bijdragen tot <strong>de</strong> versiering van <strong>de</strong><br />

Nieuwe Bents', Tweemaan<strong>de</strong>lijksch Tijdschrift afl . 5 (mei 1898), p . 183-ZTz<br />

4 On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van Flanor was een architect, C .B . Posthumus Meyes. Ver<strong>de</strong>r zijn er<br />

contacten geweest via <strong>de</strong> Bre<strong>de</strong>ro<strong>de</strong>-groep - ter gelegenheid van <strong>de</strong> Bre<strong>de</strong>ro<strong>de</strong>-feesten van<br />

1885 in her leven geroepen - die als een soort gezelligheidsvereniging bleef <strong>voor</strong>tbestaan .<br />

Tot <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n en regelmatige gasten behoor<strong>de</strong>n Tak, Van <strong>de</strong>r Goes, Van Deyssel, Verwey en<br />

<strong>de</strong> architecten Weissman, Jan Springer en Berlage .<br />

101


1 03arev,mRartmus N'#hotY<br />

`~~i,~y,,~q~ti .<br />

Prot. Koch ' in <strong>de</strong> hoop Let n eroeLJoro .wk enn Iitteonire aiekten to +rrtooeo . zoeLt naar <strong>de</strong> bacir<br />

4ee <strong>de</strong>endrotn.<br />

Professor Robert Koch, sinds 1885 Berlijns hoogleraar in <strong>de</strong> bacteriologie<br />

(en kort daar<strong>voor</strong> nog werkzaam in een krankzinnigengesticht to<br />

Langenhagen), zoekt na <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking van <strong>de</strong> tuberkulosebacil en die <strong>de</strong>r<br />

cholera ijverig ver<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> strijd tegen alles wat scha<strong>de</strong>lijk is <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

mensheid .


Sybrand Hekking<br />

Dat is weer <strong>de</strong> groote kwestie<br />

van voelen en niet voelen<br />

en niet voelen<br />

bet dilemma van <strong>de</strong> fotogra fie<br />

tussen r88o en r9oo


De Tachtigers, <strong>de</strong> Nieuwe Gidsers, vormen <strong>de</strong> eerste kunstenaarsgroep in Ne<strong>de</strong>r-<br />

land die me<strong>de</strong> bekend zijn door <strong>de</strong> vele foto's die er van hen gemaakt wer<strong>de</strong>n .<br />

Misschien is <strong>de</strong>ze groep door die foto's wel zo'n beken<strong>de</strong> stroming gewor<strong>de</strong>n . In<br />

ie<strong>de</strong>r geval zijn nu van vele Tachtigers <strong>de</strong> gezichten meer gezien dan her werk<br />

gekend .<br />

In <strong>de</strong> tijd dat De Nieuwe Gids werd opgericht, in 1885, werd <strong>de</strong> fotografie<br />

beheerst door <strong>de</strong> discussie of zeal dan niet een kunstvorm was . Sinds <strong>de</strong> uitvinding<br />

in 1839 verkeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> fotografie nu in een diepgaan<strong>de</strong> crisis waaruit ze pas om-<br />

streeks 19Zo weer- trouw aan haar eigen mid<strong>de</strong>len - te <strong>voor</strong>schijn zou komen .<br />

Tweespalt<br />

In plaats van zich to verenigen waren <strong>de</strong> fotografen in 1885 in twee kampen to<br />

ver<strong>de</strong>len . Enerzijds <strong>de</strong> fotografen die ervan overtuigd waren dat fotografie kunst<br />

was . Ze trachtten hun doel to verwezenlijken door een knieval to doen <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

kritiek uit <strong>de</strong> kunstwereld en zoveel mogelijk her uiterlijk van schil<strong>de</strong>rkunst to<br />

imiteren . Daarbij verloochen<strong>de</strong>n zij juist <strong>de</strong> karakteristieke eigenschappen van <strong>de</strong><br />

fotografie . Zij grepen persoonlijk zoveel mogelijk in, in her har<strong>de</strong>, realistische,<br />

niets verhullen<strong>de</strong> beeld dat <strong>de</strong> foto gaf . Ze verdoezel<strong>de</strong>n, retoucheer<strong>de</strong>n, arrangeer<strong>de</strong>n,<br />

knipten, plakten en monteer<strong>de</strong>n naar hartelust . Hun on<strong>de</strong>rwerpkeus<br />

werd bepaald door <strong>de</strong> gebruikelijke on<strong>de</strong>rwerpen van <strong>de</strong> in zwang zijn<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst<br />

van <strong>de</strong> 'Haagse School' of her roemrijke verle<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw .<br />

Landschappen, zeegezichten en genrestukken beheersten <strong>de</strong> tentoonstellingen,<br />

tijdschriften en werkbesprekingen .<br />

An<strong>de</strong>rzijds waren er <strong>de</strong> fotografen die juist een <strong>voor</strong>keur had<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> her<br />

De St Laurenskerk to Rotterdam (1890), door Charles Mogle .<br />

De Duitser Charles Mogle was een van <strong>de</strong> eersten die in Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> kunstfotografie<br />

introduceer<strong>de</strong>n . In tegenstelling tot <strong>de</strong> fotografie van Jacob Olie trachtte hij door<br />

persoonlijk ingrijpen in her fotografisch proce<strong>de</strong> <strong>de</strong> foto artistieke meerwaar<strong>de</strong> to geven .<br />

De fotografie probeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> technische verbeteringen van <strong>de</strong> optiek die tot haarscherpe<br />

beel<strong>de</strong>n leid<strong>de</strong> to verdoezelen . Her impressionisme was <strong>de</strong> leidraad <strong>voor</strong> <strong>de</strong> to bereiken<br />

resultaten . Mogle o .a . stimuleer<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze ommezwaai in <strong>de</strong> fotografie in Ne<strong>de</strong>rland,<br />

waarop door <strong>de</strong> kunstenaars in die tijd nogal fel werd gereageerd, zij wezen her<br />

imitatieve juist af . Dit was echter pas her begin van <strong>de</strong>ze ontwikkeling in <strong>de</strong> fotografie .<br />

1 0 5


scherpe, <strong>de</strong>tailrijke en niets verhullen<strong>de</strong> beeld dat hun technisch geperfectioneer<strong>de</strong><br />

camera's oplever<strong>de</strong>n . Voor hen was her documentaire karakter van <strong>de</strong> fotografie,<br />

<strong>het</strong> vastleggen van belangrijke gebeurtenissen en <strong>het</strong> scherp portretteren van tijdgenoten<br />

van belang. Waarom moest <strong>de</strong> natuur daarbij een handje geholpen wor<strong>de</strong>n?<br />

De eerste groep waren <strong>de</strong> `kunstfotografen', <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong> `vakfotografen', zoals<br />

ze zichzelf en elkaar noem<strong>de</strong>n . Of als <strong>de</strong> discussie hoog opliep, `dilettantes, die<br />

komen to staan tegenover produkten van foto(kunst), waarvan hij niets begrijpt,<br />

<strong>het</strong>geen met zijn schuld is, doch dat zijner opvoeding, hij krijgt concurrentievrees<br />

en bet stemt hem bitter ." De ruzies zou<strong>de</strong>n soms nog hoger oplaaien en lei<strong>de</strong>n tot<br />

her verbreken van vriendschappen .<br />

De ommezwaai<br />

Hoe was <strong>de</strong>ze situatie nu ontstaan? Idzerda, een bekend kunstfotograaf die een<br />

tweetal boeken over kunstfotografie op zijn naam heeft staan en zich vaak in <strong>de</strong><br />

discussie meng<strong>de</strong> als <strong>de</strong> `Stieglitz van Ne<strong>de</strong>rland" omschreef her in i9o8 in De<br />

Amsterdammer als volgt : 'Kan men dus zeggen, dat tot omstreeks her jaar 18zo<br />

[zetfout moet m .i . i86o zijn - SH] kunstfotografen beston<strong>de</strong>n ; na dien tijd, tot<br />

omstreeks 1888-go is dit niet bet geval . En dit ligt hoofdzakelijk en in <strong>de</strong> geliktheid,<br />

die <strong>de</strong> kunst in her algemeen in dien tijd had, en in bet verbeteren <strong>de</strong>r objectieven,<br />

war betreft hunne fouten, waardoor <strong>de</strong> zachte onscherpte ten gevolge <strong>de</strong>r<br />

sferische aberratie enz . die zoo mooi doet in portretten van vroeger, plaats maakte<br />

<strong>voor</strong> een schrikbaren<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijkheid, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wetenschap van groot gewicht,<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> kunst <strong>de</strong> gena<strong>de</strong>slag . [ . . .] De korrekte weergave <strong>de</strong>r objecten, <strong>de</strong> volledige<br />

<strong>de</strong>tailleering was met geschikt om <strong>de</strong> stemming, die <strong>de</strong> natuur op ons maakte to<br />

verhoogen . [ . . .] Omstreeks 18 9o wordt her an<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> dilettant, die nit <strong>de</strong>n aard<br />

<strong>de</strong>r zaak niets heeft to maken met <strong>de</strong> heerschen<strong>de</strong> opinie, daarbij hebben<strong>de</strong> kunstgevoel,<br />

trachtte eerst door her vin<strong>de</strong>n van positieve afdrukproce<strong>de</strong>s, die een persoonlijk<br />

ingrijpen toeliet her onpersoonlijke resultaat <strong>de</strong>r fotografie to vervangen<br />

door een persoonlijk lets, en zoo krijgen wij omstreeks '9o <strong>de</strong> "renaissance <strong>de</strong>r<br />

kunstfotografie", die zich langzaam maar zeker een weg heeft gebaand, in weerwil<br />

van haar heftige bestrijding tot op he<strong>de</strong>n toe .' Idzerda gaat daarna uitgebreid in op<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n persoonlijk in to grijpen in her negatief en her<br />

positiefproce<strong>de</strong> . Volgens hem is fotografie kunst als <strong>de</strong> fotograaf kunstenaar is,<br />

zijn werk dat kan belichamen war hij voelt en aan onze fantasie tegemoet kan<br />

komen .<br />

De kunstnorm van <strong>de</strong> Tachtigers<br />

Deze discussie, die in Ne<strong>de</strong>rland nu soms nog <strong>de</strong> kop opsteekt, zou tot <strong>de</strong> jaren<br />

twintig <strong>de</strong> kringen <strong>de</strong>r vakfotografen beheersen . Daarna verschoof ze naar her<br />

amateurniveau . Her was echter een serieuze discussie en tot op he<strong>de</strong>n heeft ze<br />

gevolgen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> fotografie en <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> fotograaf ten opzichte van <strong>de</strong><br />

ro 6


an<strong>de</strong>re beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunsten . De hele discussie draai<strong>de</strong> om <strong>de</strong> vraag : 'Wat is kunst?'<br />

Men moet echter in <strong>het</strong> achterhoofd hou<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze discussie door beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

kunstenaars vanuit een loopgravenstelling ver<strong>de</strong>digd werd. Graveurs, etsers, tekenaars,<br />

portret- en miniatuurschil<strong>de</strong>rs waren na <strong>de</strong> uitvinding van <strong>de</strong> fotografie van<br />

hun brood beroofd . Elke <strong>voor</strong>uitgang in <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> fotografie werd<br />

met argusogen gevolgd. Kleurenfotografie was weliswaar nog niet uitgevon<strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong> algemeen gebruik, maar kleurenproce<strong>de</strong>s beston<strong>de</strong>n er wel : on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong><br />

autochrom (een soort van grootbeeld dia) . De beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunstenaars zagen <strong>de</strong><br />

fotografie dus als vakvijand nummer een .<br />

In kort bestek kan <strong>de</strong> discussie als volgt samengevat wor<strong>de</strong>n : fotografie is geen<br />

kunst omdat een foto tot stand komt via een apparaat, een mechanisch proce<strong>de</strong>,<br />

dat met chemische mid<strong>de</strong>len, scheikundige reacties, tot haar uitein<strong>de</strong>lijke resultaat<br />

komt. De menselijke creativiteit ontbreekt hier helemaal, omdat <strong>de</strong> fotografie<br />

gebon<strong>de</strong>n is aan <strong>de</strong> werkelijkheid . Zij kan alleen dat opnemen wat men ziet, water<br />

al is, en bet alledaagse is banaal - dus Been kunst . Terwijl <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kunsten<br />

ontspruiten aan <strong>de</strong> menselijke geest, <strong>de</strong> fantasie, gevormd door cultuur en est<strong>het</strong>ische<br />

opvattingen, uitgevoerd wor<strong>de</strong>n met menselijke emotie en, als <strong>het</strong> een goed<br />

werk betreft, menselijke emoties op kunnen roepen . Of, zoals Kloos <strong>het</strong> zegt :<br />

'Kunst is <strong>de</strong> allerindividueelste expressie van <strong>de</strong> allerindividueelste emotie .' Met<br />

een machine is dit to enen male onmogelijk. Kloos propageer<strong>de</strong> hiermee een nog<br />

extremer individualisme dan hij eer<strong>de</strong>r gedaan had .<br />

Voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> omstreeks 1885-'9o is <strong>het</strong> echter mogelijk <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst<br />

tegenover <strong>de</strong> fotografie to zetten, door <strong>de</strong> vergelijking met <strong>de</strong> tegenstelling die er<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Tachtigers-literatoren was met betrekking tot naturalisme en romantiek,<br />

zoals Garmt Stuiveling in De Nieuwe Gids als Geestelijk Brandpunt stelt : 'Het is<br />

dui<strong>de</strong>lijk, dat her naturalisme naar zijn bedoeling absoluut objectivisme wil zijn<br />

en <strong>de</strong>rhalve volstrekt tegengesteld is aan <strong>het</strong> individualistisch-subjectivisme <strong>de</strong>r<br />

mo<strong>de</strong>rne dichters .' Wijzer gewor<strong>de</strong>n, waarschijnlijk door Netschers overtuigend<br />

betoog, schrijft Kloos dan ook in augustus 1886 : 'Eigenlijk zou men Ale dichters<br />

stemmingkunstenaars kunnen noemen, in zover zij met hun gevoel beginnen, en<br />

hierin staan zij tegenover <strong>de</strong> naturalisten die van <strong>de</strong> realiteit uitgaan .'<br />

Als men in <strong>de</strong>ze tekst <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n 'naturalisten' door 'fotografen', en 'dichters'<br />

door 'beel<strong>de</strong>nd kunstenaars' vervangt, heeft men <strong>het</strong> standpunt in een notedop .<br />

De kritiek van <strong>de</strong> Tachtigers<br />

In feite zijn Kloos' uitspraken op <strong>de</strong> dichtkunst gericht, maar er zijn ook een groot<br />

aantal uitspraken van Tachtigers over fotografie die hun standpunten dui<strong>de</strong>lijk<br />

maken . Hierbij moet opgemerkt wor<strong>de</strong>n dat zij niet onbekend waren met <strong>het</strong><br />

medium . Willem Witsen was in feite hun hoffotograaf en was meer dan als amateur<br />

met fotografie bezig. Zeker in <strong>het</strong> perspectief van zijn tijd gezien .<br />

Jan Veth schreef in De Nieuwe Gids in 1888 : `De meeste mensen <strong>de</strong>nken dat <strong>het</strong><br />

<strong>voor</strong>stellen van een vorm bereikt wordt door <strong>het</strong> heel correcte natekenen ervan .<br />

Als dat nu waar was, dan zou<strong>de</strong>n er geen beter geteken<strong>de</strong> dingen bestaan dan<br />

fotografieen . En waardoor komt <strong>het</strong> dan dat eene teekening van een groot kun-<br />

1 0 7


stenaar zoveel meer to zeggen heeft dan eene fotografie, die toch zo juist mogelijk<br />

weergeeft <strong>de</strong> lijnen en bet mo<strong>de</strong>le van cen lichaam? [ . . .] Dat is weer <strong>de</strong> groote<br />

kwestie van voelen en niet voelen en met voelen, [ . . . ] Zie eene maschine geeft, dom<br />

maar heel juist, war ie<strong>de</strong>reen zien kan . Maar een kunstenaar ziet, bij elk on<strong>de</strong>rwerp,<br />

her juiste karakter, <strong>de</strong> expressie die <strong>het</strong> geeft ; [ . . .] Begrijpt ge nu dat een<br />

fotografie dat nooit kan geven, dat wat er omgaat in <strong>de</strong> ziel van iemand, die veel<br />

omvat, noodzakelijk een an<strong>de</strong>ren vorm moet krijgen als wat ie<strong>de</strong>reen die goe<strong>de</strong><br />

ogen heeft, ook zien kan [ . . .] Teekenen is niet <strong>het</strong> nabootsen van <strong>de</strong> natuur, maar<br />

<strong>het</strong> weergeven van <strong>het</strong> gevoel<strong>de</strong> en doorleef<strong>de</strong> dingen in lijnen . Daarom heeft een<br />

krabbel van zijn hand meer to bedui<strong>de</strong>n dan alle fotografieen .'<br />

Willem Witsen<br />

Hoe vreemd <strong>het</strong> ook mag klinken, Witsen die zelf een verwoed fotograaf was hield<br />

er geen an<strong>de</strong>r standpunt op na . Hij was natuurlijk in <strong>de</strong> eerste plaats schil<strong>de</strong>r en<br />

beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> an<strong>de</strong>rmans werken ook naar maatstaven die <strong>voor</strong> schil<strong>de</strong>rkunst gol<strong>de</strong>n<br />

. In r 888 schreef hij in De Nieuwe Gids over `Jan Beers in <strong>het</strong> panorama' dat in<br />

diens werk 'met meer kunstwaar<strong>de</strong> is aan to wijzen dan in een fotografie naar <strong>de</strong><br />

natuur' en even later over fotograferen in her algemeen : 'fotograferen is een ambacht<br />

; <strong>het</strong> zal een hulpmid<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kunstenaar zijn, maar kan zelf onmogelijk<br />

"kunst" zijn .' Wie <strong>het</strong> fotowerk van Witsen kent zal dit vreemd in <strong>de</strong> oren klinken .<br />

Maar we zien dit werk nu vanuit <strong>het</strong> standpunt van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis en kunnen <strong>het</strong><br />

vergelijken met an<strong>de</strong>r fotografisch werk nit die tijd . Een vergelijking met contemporain<br />

werk valt mijns inziens steeds uit in bet <strong>voor</strong><strong>de</strong>el van Witsen, als men <strong>het</strong><br />

vergelijkt met als criteria <strong>de</strong> eisen die toen als nieuw gol<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> fotografie .<br />

Zij mocht haar eigen karakter niet verloochenen en er moest toch van een doorleefd<br />

kunstgevoel, <strong>het</strong> uitdrukken van <strong>het</strong> karakter van bet gefotografeer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp<br />

in een uitgewogen compositie sprake zijn .<br />

De fotografie was <strong>voor</strong> Witsen niet meet dan een hobby, waar hij wel meer dan<br />

als geinteresseer<strong>de</strong> leek mee bezig was . Als man van zijn tijd, verkerend in <strong>de</strong><br />

hogere klassen van <strong>de</strong> maatschappij en met voldoen<strong>de</strong> kapitaal kon hij zich <strong>de</strong>ze in<br />

die tijd zeker bijzon<strong>de</strong>r kostbare bezigheid permiteren . Hij heeft zijn werk echter<br />

nooit tentoongesteld, wat <strong>voor</strong> een man met zijn connecties toch niet al to moeilijk<br />

moet zijn geweest . Dit dient als uitgangspunt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> die hij zelf aan <strong>de</strong><br />

fotografie toeken<strong>de</strong>. Had hij namelijk wel geexposeerd, dan had hij er een hogere<br />

waar<strong>de</strong> aan toegekend en zou hij nooit zo'n opmerking als in <strong>het</strong> artikel over Beers<br />

gemaakt hebben . Voor hem was <strong>het</strong> belangrijk zijn familie, vrien<strong>de</strong>n en huisgenoten<br />

op `<strong>de</strong> gevoelige plaat' vast to leggen . Dar hij hierom zeer gewaar<strong>de</strong>erd werd<br />

blijkt uit correspon<strong>de</strong>ntie . P .L . Tak schreef in i 89z : 'lk wil<strong>de</strong> u komen bedanken<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> photographieen, die won<strong>de</strong>rmooi zijn . Vooral die met <strong>de</strong> gesloten oogen<br />

was <strong>voor</strong> mij een ware revelatie', en Lucy Broe<strong>de</strong>let schreef : 'Zaterdag kregen wij<br />

<strong>de</strong> portretten en von<strong>de</strong>n ze prachtig in alle opzichten . . .'Men vraagt om vergrotingen,<br />

meer<strong>de</strong>re afdrukken, om nieuwe foto's to maken etc . Ook Witsens meer dan<br />

normale interesse in technische aspecten van <strong>de</strong> fotografie wordt nit <strong>de</strong> briefwisseling<br />

dui<strong>de</strong>lijk . Jan Hofker schreef: `Van <strong>de</strong> portretten heb ik begrepen dat je <strong>de</strong><br />

ro 8


Willem Kloos (foto : Willem Witsen)<br />

<strong>de</strong>finitieve versie op an<strong>de</strong>r papier bedoelt to brengen' - omdat dat min<strong>de</strong>r glanst .<br />

Breitner vraagt hem : 'Ik verneem van Nol [Ising] dat je je tegenwoordig speciaal<br />

bezig houdt met vergrotingen . Ik zou je willen vragen : als je soms een stuk hei<strong>de</strong>-<br />

grond (<strong>voor</strong>grond) <strong>voor</strong> me had, zou ik je zeer dankbaar zijn . . .' Dit alles echter<br />

puur <strong>voor</strong> Witsens eigen plezier, in tegenstelling tot Breitner die, zeker in zijn<br />

latere werk, veel meer naar foto's werkte . Uit recent on<strong>de</strong>rzoek is dui<strong>de</strong>lijk geble-<br />

ken dat Witsen, op een uitzon<strong>de</strong>ring na - een ets van Kloos - met aanwijsbaar<br />

naar foto's schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> . 3 Hij on<strong>de</strong>rging wel <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> nieuwe compositie-<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> fotografie, zoals bij<strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong> perspectivische invals-<br />

hoek, <strong>de</strong> abrupte afsnijding van her ka<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> <strong>de</strong>tailrijkdom .<br />

Dit was al genoeg om <strong>de</strong> kunstkriticus Albert Plasschaert, een fel tegenstan<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> fotografie, tegen Witsen van leer to doen trekken . Hij liet haast geen gele-<br />

ro 9


genheid <strong>voor</strong>bij gaan om er op to wijzen, dat in Witsens kunst ie<strong>de</strong>re spontaniteit<br />

en ie<strong>de</strong>re menselijkheid door her gebruik van <strong>de</strong> fotografie vernietigd was, want<br />

'<strong>het</strong> is volkomen onbelangrijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> menselijke gevoelens, <strong>voor</strong> onze psychische<br />

waar<strong>de</strong>n, hoe een glazen onbewogen oog, zoals <strong>de</strong> fotografische lens is, lets weergeeft<br />

.'<br />

Breitner<br />

Plasschaert had inmid<strong>de</strong>ls achterhaal<strong>de</strong> i<strong>de</strong>een, want eigenschappen ontleend aan<br />

<strong>de</strong> fotografie waren al langer in gebruik in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst . Fotografie werd als<br />

hulpmid<strong>de</strong>l, als sc<strong>het</strong>s, als <strong>voor</strong>studie <strong>voor</strong> schil<strong>de</strong>rijen al bijna vanaf <strong>de</strong> uitvinding<br />

ervan toegepast . Breitner is hierom na zijn dood in bre<strong>de</strong>r kring bekend gewor<strong>de</strong>n<br />

. Her gaat to ver zijn foto's serieus in een discussie over fotografie to betrekken<br />

. Ze zijn technisch to onvolkomen, onscherp, bewogen . Hij drukte wel zelf af,<br />

maar liet zijn vergrotingen el<strong>de</strong>rs maken en gebruikte ze alleen als <strong>voor</strong>studie <strong>voor</strong><br />

zijn schil<strong>de</strong>rijen . De foto was <strong>voor</strong> hem <strong>voor</strong>al hulpmid<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>tails . Ze<br />

verving <strong>de</strong> uitgewerkte tekening, maar ze kon niet zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> sc<strong>het</strong>s en <strong>de</strong> eigen<br />

interpretatie .<br />

In zijn leertijd bij Willem Marls is Breitner waarschijnlijk met <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> van<br />

werken bekend geraakt . Na zijn komst naar Amsterdam en zijn kennismaking<br />

met Witsen is hij zelf gaan fotograferen waar<strong>voor</strong> hij zich diep in <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>n stak .<br />

Hij bezat meer<strong>de</strong>re toestellen, en dat in een tijd waarin her iets bijzon<strong>de</strong>rs was als<br />

iemand er een had . Van <strong>de</strong> foto's van zijn werk liet hij peperdure vergrotingen<br />

maken, die dan nog fraai wer<strong>de</strong>n opgeplakt ook . In totaal heeft hij zo'n z5o0<br />

foto's gemaakt .<br />

De charme van Breitners fotowerk zit hem in <strong>de</strong> sfeer en <strong>de</strong> directheid waarmee<br />

hij werkte. Een snellere camera had <strong>voor</strong> hem ongetwijfeld tot betere resultaten<br />

geleid . Het ging hem <strong>voor</strong>al om <strong>het</strong> vastleggen van war hij zag. Qua techniek zijn<br />

<strong>de</strong> foto's niet belangrijk maar qua on<strong>de</strong>rwerp zijn ze <strong>het</strong> op die manier wel : her<br />

bewijst dat <strong>de</strong> fotografie <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst volg<strong>de</strong> . Breitner fotografeer<strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />

jaren tachtig en negentig, maar pas in her begin van <strong>de</strong>ze eeuw werd <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong><br />

soort on<strong>de</strong>rwerpen door vakfotografen, nu wel scherp en technisch volmaakt,<br />

vastgelegd . Bij<strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong> Amsterdamse fotograaf Bernard F . Eilers die scenes<br />

zoals Breitner en Israels ze schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, fotografeer<strong>de</strong> .<br />

De Mesquita, fotograaf temid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Tachtigers<br />

De Tachtigers had<strong>de</strong>n niettemin een beroeps-fotograaf in hun mid<strong>de</strong>n : Joseph<br />

Jessurun <strong>de</strong> Mesquita .<br />

Uit hun kijk op hem en <strong>de</strong> manier waarop hij bena<strong>de</strong>rd werd blijkt <strong>de</strong> werkelijke<br />

houding van 'culturele lei<strong>de</strong>rs' tegenover een fotograaf en <strong>de</strong> fotografie in <strong>het</strong><br />

algemeen . Het oor<strong>de</strong>el wijkt niet of van <strong>de</strong> hier<strong>voor</strong> geciteer<strong>de</strong> meningen .<br />

De Mesquita's interesse <strong>voor</strong> <strong>de</strong> fotografie ontstond al vroeg . In 18 8 z kreeg hij,<br />

terwijl hij op her Ste<strong>de</strong>lijk Gymnasium in Amsterdam zat, bijlessen in <strong>de</strong> technolo-<br />

110


Portret van Herman Gorter (± 1888-<br />

1890), door J . Jessurun <strong>de</strong> Mesquita .<br />

Hoogdraven<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n kunnen bij <strong>de</strong>ze<br />

foto geschreven wor<strong>de</strong>n als 'pionier', 'zijn<br />

tijd ver <strong>voor</strong>uit', 'miskend', etc . Her is zeker<br />

waar, <strong>de</strong>ze foto heeft een vreem<strong>de</strong> invalshoek,<br />

her zgn . kikkerperspectief. Her<br />

geeft lets weer van <strong>de</strong> experimenteerdrift<br />

van <strong>de</strong> jonge Mesquita . Waarschijnlijk zijn<br />

<strong>de</strong> invloed van zijn omgeving en her contact<br />

met Witsen hier <strong>de</strong>bet aan . Vergeleken<br />

met <strong>de</strong> portretfotografie van die tijd, camera<br />

op ooghoogte en stram in <strong>de</strong> houding of<br />

gedwongen pose, is dit een unicum . De<br />

vrijheid waarmee Witsen werkte is zijn stimulans<br />

geweest. Tot een uitwerking van<br />

<strong>de</strong>ze visie is Mesquita door zijn korte leven<br />

met gekomen . Pas in <strong>de</strong> jaren twintig van<br />

<strong>de</strong>ze eeuw zou op <strong>de</strong>ze wijze ver<strong>de</strong>r gewerkt<br />

wor<strong>de</strong>n . Invloed heeft hij echter met<br />

gehad .<br />

gie - wat <strong>voor</strong> die tijd geen luxe was, wil<strong>de</strong> men fotograaf wor<strong>de</strong>n . Hi ; was<br />

bijzon<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> kunst van exotische lan<strong>de</strong>n geinteresseerd en schreef on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

stukjes over Japanse kunst . Ze wer<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> De Nieuwe Gids geweigerd, hoewel<br />

<strong>de</strong> Japanse kunst in die tijd juist in <strong>de</strong> belangstelling stond .<br />

De Mesquita ken<strong>de</strong> Albert Verwey van school . Later raakte hij bevriend met<br />

Isaac Israels die hem waarschijnlijk <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kunst bijgebracht heeft . In<br />

september 1888 verhuis<strong>de</strong> hij op 23-jarige leeftijd naar <strong>de</strong> Burmanstraat, vlak bij<br />

<strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Oosterparkstraat . Vanaf dat moment staat hij ingeschreven als'Photo-<br />

graaf' . In november volgt <strong>de</strong> publikatie van een portfolio met foto's van Egyptische<br />

beeldhouwkunst uit <strong>de</strong> verzameling van <strong>het</strong> Oudheidkundig Museum to Lei<strong>de</strong>n<br />

. Veth schreef in De Nieuwe Gids een zeer lovend artikel over <strong>de</strong> twintig<br />

foto's : 'Een artistiek fotograaf van een merkwaardigen "flair" komt in her Egyptisch<br />

Museum to Lei<strong>de</strong>n en maakt er met overwinning van groote moeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

een reeks fotografieen, omdat hij er lust in heeft afbeeldingen van dingen to maken<br />

die hij mooi vindt . [ . . .] Deze indirecte foto's hebben lets zeer bijzon<strong>de</strong>rs . De Omtrekken<br />

wor<strong>de</strong>n zwaar en ongenuanceerd als bree<strong>de</strong> kooltrekken ; men ziet geen<br />

lichtvalling op <strong>de</strong> figuur . [ . . .] ze zijn door <strong>het</strong> groote, wage, onstoffelijke als prachtige<br />

dissolving views van een gedroomd, woest, Redontisch Egypte .'<br />

De verkoop vlot echter met erg en <strong>de</strong> geplan<strong>de</strong> vervolg<strong>de</strong>len komen er dan ook<br />

niet. In <strong>de</strong>ze tijd raakte De Mesquita bevriend met 'Mau' van <strong>de</strong>r Valk die een<br />

houten atelier had aan <strong>de</strong> Amsteldijk waar hij zijn platen, negatieven en camera's<br />

mocht opslaan . In 1889 maakte hij een rein naar Parijs . Of dit van invloed is<br />

geweest op zijn fotografie is ondui<strong>de</strong>lijk, hoewel her gezien zijn bezighe<strong>de</strong>n niet<br />

onmogelijk is . Dat hij her er moeilijk had blijkt uit een wanhoopsbrief aan Van <strong>de</strong>r<br />

Valk en Isaac Israels waaruit zijn suicidale neiging naar voren komt . Ook Kloos,<br />

met wie hij bevriend raakte, hield hem eens van een zelfmoordpoging af . Een<br />

III


:1 (:~;T1'.RDAM. - tSBg. - A' . VFRSLUYS,<br />

twee<strong>de</strong> stuk <strong>voor</strong> De Nieuwe Gids wordt geweigerd en tot overmaat van ramp<br />

brandt op z6 september 1889 her houten atelier van Van <strong>de</strong>r Valk geheel af . Een<br />

aantal doeken van Van <strong>de</strong>r Valk en al <strong>de</strong> `stemmingsphotografieen', negatieven en<br />

camera's van De Mesquita gaan in <strong>de</strong> vlammen op . De verzekering bleek niet in<br />

or<strong>de</strong>. Frank van <strong>de</strong>r Goes bracht echter uitkomst via zijn contacten met een joodse<br />

maecenas . Vanwege <strong>de</strong> brand zijn er zo goed als geen foto's van De Mesquita<br />

bewaard gebleven . Een oor<strong>de</strong>el over zijn werk valt dus moeilijk to vellen . Slechts<br />

een aantal van zijn foto's van Tachtigers is bewaard gebleven .<br />

Omtrent zijn opvattingen is wel dui<strong>de</strong>lijkheid to krijgen . In her zelf<strong>de</strong> jaar,<br />

1889, verscheen bij W. Versluys zijn Gids van <strong>de</strong>n Amateur-Fotograa f, dat op her<br />

titelblad her volgen<strong>de</strong> motto meekrijgt : `En ce qui concerne les portraits et les<br />

paysages on en reviendra <strong>de</strong> ce que nous nommerons la finesse photographique<br />

qui permet <strong>de</strong> compter les cheveux d'un mo<strong>de</strong>le ou les feuilles d'un arbre ; autant<br />

cette extreme finesse <strong>de</strong>vra etre appreciee lorsque 1'epreuve est documentaire, au-<br />

tant it faudrait l'eviter si l'on veut mettre un peu d'art en photographie' (een citaat<br />

van Albert Lon<strong>de</strong>) . Dit is in feite <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> opvatting als die we verwoord zagen bij<br />

Idzerda . De lenzen waren kennelijk to scherp gewor<strong>de</strong>n . De techniek was dusda-<br />

nig verbeterd dat <strong>de</strong> scherpte pijn aan <strong>de</strong> ogen <strong>de</strong>ed . En dat sluit aan.bij <strong>de</strong> heersen-<br />

<strong>de</strong> `mo<strong>de</strong>' van dat moment : min<strong>de</strong>r realistisch en meet impressionistisch . De<br />

scherpte moest verme<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, wil<strong>de</strong> men een beetje kunst in <strong>de</strong> fotografie<br />

krijgen . Over zijn eigen visie praat De Mesquita niet . In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gids stelt hij zich<br />

enigszins terughou<strong>de</strong>nd op met betrekking tot her kunstenaarschap : 'Her fotograferen<br />

is geen kunst, maar zeker is her nodig zoo niet artiest dan toch enigszins<br />

artistiek to zijn om wezenlijk goe<strong>de</strong> fotografie to maken' . Hiermee verwoordt hij<br />

her <strong>voor</strong>behoud van zijn tijd dat op 5 <strong>de</strong>cember 1889 door Verb veel scherper<br />

11z<br />

D S<br />

AMATEUR-FO"TOGRAAF,<br />

J. JESSURUN DE MESQT.JTTA .


veroor<strong>de</strong>eld wordt in De Amsterdammer naar aanleuding van een door Van <strong>de</strong>r<br />

Goes georganiseerd benefiet-feest ten behoeve van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> brand onthan<strong>de</strong><br />

lie<strong>de</strong>n . Veth schreef dat bet toch to ver ging zoiets to organiseren <strong>voor</strong> iemand die<br />

weliswaar een eerzaam vak beoefent, 'waar<strong>voor</strong>, gelijk <strong>voor</strong> veele dingen, eenig<br />

artistiek benul wel een passen<strong>de</strong> verdienste is, maar een vak dat daardoor toch nog<br />

ganschelijk niet zelve eene kunst genoemd mag wor<strong>de</strong>n . Bovendien bestaat er<br />

hoegenaamd geen re<strong>de</strong>n waarom dit slachtoffer, nu her werkelijk enig Pech heeft<br />

gehad, niet zelf zijn han<strong>de</strong>n nit zijn mouwen zou kunnen steken om zich to red<strong>de</strong>n,<br />

en ik kan verzekeren dat men betrokkene tot op he<strong>de</strong>n gerust, zowel op zijn kraag<br />

als in zijn maag mag zien . Her wordt dus niet alleen belachelijk, maar ook min of<br />

meer stuitend, - als men weet hoeveel jonge talenten er waarlijk in een wanhoopigen<br />

strijd dreigen on<strong>de</strong>r to gaan - zoveel welmeenen<strong>de</strong>n zich <strong>voor</strong> dit speciale<br />

geval to zien uitsloven .' Waarna Veth met <strong>de</strong> doodklap <strong>voor</strong> <strong>de</strong> jonge fotograaf<br />

aankomt door tot besluit to stellen dat `<strong>de</strong> ongelukkige jonge artiest namelijk [ . . .]<br />

geen artiest [is]' . Van <strong>de</strong>r Goes is woe<strong>de</strong>nd en De Mesquita wordt in zijn kunstenaarshart<br />

getroffen . Eind <strong>de</strong>cember schrijft Veth dat De Mesquita <strong>het</strong> plan<br />

heeft opgevat weer een portfolio to maken die `zoo volmaakt mogelijke fotografisch<br />

gereproduceer<strong>de</strong> krabbels van Jozef Israels' zou bevatten . 'Zulk een collectie<br />

zou [ . . . ] <strong>de</strong> ware bewon<strong>de</strong>raars van Israels een uitgezocht genot kunnen berei<strong>de</strong>n .'<br />

Men kan dit zien als een tegemoetkoming ten opzichte van De Mesquita na Veths<br />

scherpe oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong>ze geen artiest is . 4 Maar bet oor<strong>de</strong>el van Verb is niets an<strong>de</strong>rs<br />

dan traditioneel . Het stamt uit <strong>de</strong> jaren veertig van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw . Fotografie<br />

was een aardig medium omdat <strong>het</strong> <strong>de</strong> wetenschap en <strong>de</strong> kunsten ten dienste kon<br />

staan, maar bet kon niet zelf 'kunst' zijn . Wel kon bet uitstekend documenteren,<br />

zeker nu <strong>de</strong> techniek zo sterk verbeterd was . Veth hield in zijn kritieken <strong>de</strong>ze<br />

twee<strong>de</strong>ling prachtig en consequent in stand : als her om <strong>de</strong> persoonlijke fotografie<br />

van De Mesquita gaat is hij geen `artiest', maar als hij Egyptische beel<strong>de</strong>n en<br />

sc<strong>het</strong>sen van Israels fotografeert is hij een uitstekend 'vakman' en gebruikt hij <strong>de</strong><br />

fotografie <strong>voor</strong> datgene waar<strong>voor</strong> ze is uitgevon<strong>de</strong>n .<br />

Later valt De Mesquita ook bij Van <strong>de</strong>r Goes in ongena<strong>de</strong>, <strong>de</strong>ze noemt hem een<br />

boef . An<strong>de</strong>ren vin<strong>de</strong>n hem een 'artiestenschuimer' .<br />

Begin april Ago pleegt De Mesquita zelfmoord . In <strong>de</strong> briefwisseling die om<br />

hem been ontstaat wordt hij `<strong>de</strong> luis van De Nieuwe Gids' genoemd door Van<br />

Looy . En in een brief aan Witsen (op dat moment in Lou<strong>de</strong>n) schrijft Van Looy dat<br />

Kloos hem al eens gered had en dat hij zo Iced omdat hij geen `artiest' was . Of <strong>de</strong><br />

tira<strong>de</strong> van Veth De Mesquita tot zijn daad gedreven heeft is natuurlijk twijfelachtig<br />

. Maar dat hij aansluiting miste en in die kringen weinig weerklank vond blijkt<br />

wel uit <strong>de</strong> vele verhalen omtrent zijn persoon . Deels verbrui<strong>de</strong> hij bet zelf . De enige<br />

met wie hij werkelijk contact had kunnen hebben was Witsen, zelf ook meer dan<br />

een amateurfotograaf . Die was er echter niet . Boeken schreef in oktober 1889 aan<br />

Witsen : 'Her kleine joodje wordt hoe langer hoe familiaar<strong>de</strong>r en vindt her zo<br />

jammer dat hij jou niet meer ziet, met wien hij zo spoedig intiem gewor<strong>de</strong>n was .'<br />

De weinige foto's van De Mesquita die resten tonen <strong>de</strong>els een beeld dat overeenkomt<br />

met <strong>de</strong> portretfotografie uit die dagen : drie/kwart profiel, maar soms ook<br />

een verrassend mo<strong>de</strong>rne kijk, (zoals bet portret van Gorter) ze vertonen overeenkomst<br />

met her werk van Witsen .<br />

11 3


'Rhythme in <strong>de</strong> arbeid' (gomdruk ; 1903), door Bernard Eilers .<br />

Samen met Henri Berssenbrugge en Adriaan Boer wordt Eilers gezien als een van <strong>de</strong><br />

meesterfotografen van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw . Het ingrijpen in bet resultaat, bet 'vere<strong>de</strong>len'<br />

van <strong>de</strong> foto was hun credo . Hij was ontegenzeggelijk artistiek begaafd, had een eigen<br />

visie en experimenteer<strong>de</strong> veel met fotografie, o .a. kleurenfotografie. Hoewel <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst<br />

nooit erger geimiteerd werd - hij gebruikte later o .a . olieverf en penseel om zijn<br />

foto's to kleuren - had Eilers dui<strong>de</strong>lijk een eigen visie op bet medium, en juist her<br />

overdragen van die visie door bet werk bepaalt her kunstenaarschap van een werk of<br />

persoon . Deze foto is al van 'ver' na <strong>de</strong> tijd van <strong>de</strong> Tachtigers, maar geeft een aardig<br />

inzicht in <strong>de</strong> snelle ontwikkeling van her medium . De achterstand op fotografisch gebied<br />

ten opzichte van her buitenland was ingelopen, getuige <strong>de</strong> tentoonstellingen die in <strong>het</strong><br />

begin van <strong>de</strong>ze eeuw gehou<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n en waar men her werk met dat van an<strong>de</strong>ren kon<br />

vergelijken .<br />

De fotogra fie 'pur sang'<br />

De Mesquita's positie als fotograaf is niet an<strong>de</strong>rs dan die van vakgenoten op dat<br />

moment . De an<strong>de</strong>re fotografen vochten echter vanuit hun eigen groep <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

erkenning van <strong>de</strong> fotografie en kon<strong>de</strong>n op elkaar terugvallen . De eerste fotografenverenigingen<br />

wer<strong>de</strong>n opgericht en <strong>de</strong> eerste tentoonstellingen wer<strong>de</strong>n georganiseerd<br />

. De Mesquita bevocht zijn positie temid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> critici en als eenling<br />

met een labiele structuur was hij niet opgewassen tegen zoveel onbegrip ; hij miste<br />

<strong>de</strong> nodige ruggesteun .<br />

De fotografie verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> jaren on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong><br />

Fransman Robert Demachy steeds meer van haar eigenlijke uitgangspunten . De<br />

fotografen pasten steeds meer ingrepen in bet proce<strong>de</strong> toe om toch maar <strong>voor</strong>al <strong>de</strong><br />

ziel van <strong>de</strong> kunstenaar in <strong>het</strong> werk to kunnen leggen . Op een gegeven moment<br />

waren <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> e<strong>de</strong>lproce<strong>de</strong>s zo ver ontwikkeld dat <strong>het</strong> zelfs mogelijk was<br />

om met olieverf in <strong>de</strong> gebleekte gelatinelaag to kunnen werken ; <strong>de</strong> fotograaf schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

zijn foto's!<br />

In <strong>het</strong> begin van <strong>de</strong>ze eeuw wer<strong>de</strong>n in verschillen<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n van Ne<strong>de</strong>rland grote<br />

ir 4


'Ou<strong>de</strong> Schans' (± 1865), door Jacob Olie .<br />

Olie was in feite een Amsterdams amateurfotograaf . Hij fotografeer<strong>de</strong> Amsterdam<br />

zoals hij dat wil<strong>de</strong> vastleggen, straatgezichten met of zon<strong>de</strong>r mensen, belangwekken<strong>de</strong><br />

gebeurtenissen, etc . Een zuiver documentaire werkwijze met soms een tikje artistieke<br />

inslag karakteriseert zijn werk . Met <strong>de</strong> huifkar als donkere kamer en een glasplatencamera<br />

trok hij door <strong>de</strong> stad . Dit soort stadsgezichten, sec afgedrukt, soms met een mooie<br />

compositie, vorm<strong>de</strong> een an<strong>de</strong>r hoofdstuk in <strong>de</strong> fotografiegeschie<strong>de</strong>nis . Men was nog to<br />

veel in <strong>de</strong> ban van <strong>de</strong> fotografie als toverlantaarn . Her was immers pas vijfentwintig jaar<br />

na <strong>de</strong> uitvinding . Tot artistieke prestaties was men in Ne<strong>de</strong>rland nog met gekomen .<br />

internationale tentoonstellingen <strong>voor</strong> kunstfotografie gehou<strong>de</strong>n . Impressionisme<br />

en genrestukken vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste inspiratiebron van <strong>de</strong> fotografen . Het<br />

onscherp fotograferen ontlokte Piet Zwart (vormgever van beroep ; hij gebruikte<br />

veel foto's maar kreeg van vakfotografen nooit een scherpe foto) in <strong>de</strong> jaren twintig<br />

<strong>de</strong> uitroep : `<strong>de</strong> vod<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> lens!', omdat men toen nog met gaasjes <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

'' 5


lens of vaseline op <strong>de</strong> lens werkte . Eind jaren twintig ging hij zelf fotograferen en<br />

werd een van <strong>de</strong> vernieuwers van <strong>de</strong> fotografie .<br />

Vanuit historisch standpunt bezien veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ook <strong>de</strong> mening van <strong>de</strong> Tachtigers .<br />

Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel schreef bij<strong>voor</strong>beeld in zijn Ge<strong>de</strong>nkschriften (19z4) : 'Willem<br />

Witsen heeft een aantal superieure photographische portretten van Kloos gemaakt<br />

[ . . .], afbeeldingen van lij<strong>de</strong>nsmomenten van een door <strong>de</strong> natuur tot lets<br />

god<strong>de</strong>lijks gemaakte mensch, gemarteld door <strong>de</strong> aanrakingen met dat speciale<br />

stoffelijke leven, waartoe hij door <strong>de</strong> omstandigheid van op aar<strong>de</strong> zekere wijze to<br />

verblijven gedoemd was' . Van Deyssel was <strong>de</strong>ze mening toegedaan 'omdat <strong>de</strong><br />

door hem gemaakte fotografieen <strong>de</strong> schoonste zijn die men zien kan, en omdat,<br />

meer dan nit welke an<strong>de</strong>re ook, nit <strong>de</strong>ze fotografieen blijkt, dat zo al een fotograaf<br />

net kunstenaar mocht kunnen zijn, een kunstenaar dan toch <strong>de</strong> beste fotograaf is .'<br />

Een zelf<strong>de</strong> mening als Van Deyssel in 1924 verkondig<strong>de</strong> zou men nu ten aanzien<br />

van Witsen mogen hebben . Vanuit historisch oogpunt bezien is <strong>de</strong> fotografie van<br />

Witsen in vergelijking met werk dat in zijn tijd ontstond superieur qua visie en<br />

bena<strong>de</strong>ring, hoewel her war betreft techniek soms wel ten achter blijft .<br />

Jacob Olie was amateurfotograaf maar zijn fotografische stijl, met her dui<strong>de</strong>lijk<br />

documentair karakter was `en vogue' naast <strong>de</strong> portretfotografie in ateliers met<br />

drukke geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> imitatie-achtergron<strong>de</strong>n . Witsens candid-achtige portretfotografie,<br />

zijn composities en <strong>de</strong> hoek van fotograferen zijn alle pas later in zwang<br />

gekomen . Enkele van zijn foto's als `<strong>de</strong> vrouw met fiets aan tafel' zijn van een<br />

hel<strong>de</strong>rheid die in die tijd zeldzaam was . An<strong>de</strong>re foto's zijn weer geposeerd maar<br />

van een dusdanige ongedwongenheid dat her een vera<strong>de</strong>ming is . Hij heeft zich<br />

echter ver gehou<strong>de</strong>n van tentoonstellingen van zijn werk en war <strong>de</strong> bekendheid<br />

van zijn werk bij an<strong>de</strong>re fotografen is geweest blijft een vraag. In <strong>de</strong> kring van zijn<br />

salons waren <strong>de</strong> foto's bekend . Via her uit<strong>de</strong>len van portretten ken<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong><br />

kennissen van zijn vrien<strong>de</strong>n ze en in zoverre ze gebruikt wer<strong>de</strong>n in boekpublikaties<br />

bereikten ze een ruimer publiek . Maar van een grote invloed is geen sprake .<br />

Her werk van <strong>de</strong> fotografen die in <strong>de</strong> tachtiger en negentiger jaren van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw opkwamen wordt nu weer op zijn waar<strong>de</strong> geschat . Her wordt niet<br />

meet in vergelijking met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kunsten gezien maar meer in her perspectief<br />

van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> fotografie en beoor<strong>de</strong>eld naar fotografische en beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

uitgangspunten . Op <strong>de</strong>ze wijze kan <strong>de</strong> ontroering, <strong>de</strong> emotie die men toen<br />

in her beeld probeer<strong>de</strong> to leggen nu ook, en niet alleen vanwege nostalgische re<strong>de</strong>nen,<br />

gevoeld wor<strong>de</strong>n .<br />

1 Idzerda, Schoonheid in <strong>de</strong> fotografie, Lei<strong>de</strong>n (1918) ; Neerlands Fotokunst, Amsterdam-<br />

Sloterdijk (1923)<br />

z Stieglitz, Amerikaans fotograaf, oprichter van Camerawork, fototijdschrift waarin hij<br />

internationale impressionistische fotografie naast mo<strong>de</strong>rne beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst, kubisme, publiceer<strong>de</strong>,<br />

die hij ook in zijn galerie `291' aan Sth Avenue tentoonstel<strong>de</strong> .<br />

3 Paul van Acker/Anthonie Caspers, Kunst en fotografle, Willem Witsen, Utrecht (1979)<br />

4 Van <strong>de</strong>r Wiel, Beel<strong>de</strong>n van Tachtig', De Revisor nr. 3 (1981) ziet hierin een nieuw scherp<br />

oor<strong>de</strong>el, een stap terug van Veth . Dit is beslist niet zo .<br />

116


Atte Jongstra<br />

Malaise!<br />

<strong>de</strong> burger in maatschappij en letteren in <strong>de</strong><br />

jaren tachtig van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw<br />

'Huiverend zette ik <strong>het</strong> vouwbeen<br />

tusschen <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren .'<br />

J .N . van Hall


De letterkundige geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> jaren tachtig van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw is een<br />

braakliggend terrein . Die uitspraak zal menigeen verbazen : er is toch ontzaglijk<br />

veel geschreven over <strong>de</strong> jongere generatie die zich in De Nieuwe Gids heeft gemanifesteerd?<br />

In die geschriften wordt toch - met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>geschie<strong>de</strong>nis - ongeveer<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vanaf 1879 bestreken?<br />

Het beschouwen van <strong>de</strong> jaren tachtig als <strong>de</strong> tijd van De Nieuwe Gids is een<br />

historisch misverstand . Wie <strong>de</strong> literatoren aan her woord laat, die in die jaren tot<br />

<strong>de</strong> 'gevestig<strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong>' wor<strong>de</strong>n gerekend, hoort allerminst positieve gelui<strong>de</strong>n<br />

over l'art pour l'art of individuele expressie. De beslommeringen van <strong>de</strong>ze letterkundigen<br />

hebben een sterk maatschappelijke achtergrond . Men is bezorgd over<br />

<strong>de</strong> toekomst en over her <strong>voor</strong>tbestaan van <strong>de</strong> eigen materiele welstand .<br />

Wil men De Nieuwe Gids situeren in <strong>de</strong> letterkundige geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> jaren<br />

tachtig, dan zal men zich moeten verplaatsen in <strong>de</strong> contemporaine letterkundige .<br />

Die letterkundige toont geen noemenswaardig verzet tegen <strong>de</strong> traditionele literatuur<br />

van zijn dagen . Dat verzet komt pas van enkele jongeren, die medio 1885 een<br />

eigen tijdschrift oprichten .<br />

Heeft, vanaf dat traditionele standpunt gezien, De Nieuwe Gids eigenlijk wel<br />

iets to betekenen?<br />

Zoenoffers <strong>voor</strong> bet egoisme<br />

'Er heerscht malaise op menig gebied [ . . .]', dat zegt <strong>de</strong> Groningse letterkundige<br />

Jan to Winkel in 1887 op bet Taal- en Letterkundig Congres to Amsterdam. Hij is<br />

met <strong>de</strong> enige die in <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>het</strong> gevoel heeft dat <strong>de</strong> maatschappij - <strong>de</strong><br />

kunsten inbegrepen - in een crisis verkeert . Uit kranten en tijdschriften klinken in<br />

allerlei toonaar<strong>de</strong>n angst en ongerustheid op . Veelal uiten die zich in vage klachten<br />

. Men spreekt van 'onze tijd van veelweterij en scepticisme, van ontgoocheling<br />

en cosmopolitisme', over `een koud egoisme', 'karakterschaarste', bet `ziekteverschijnsel<br />

van <strong>de</strong> volkomen onverschilligheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> godsdienst', etc . Volgens Jan<br />

to Winkel zijn dat <strong>de</strong> werkelijke oorzaken van <strong>de</strong> malaise : `De hoofdoorzaak<br />

schuilt in <strong>de</strong> menschen zelf . Lusteloosheid, onzekerheid, ontevre<strong>de</strong>nheid heerschen<br />

en on<strong>de</strong>rmijnen <strong>de</strong> geestkracht [ . . .]°I<br />

Jan to Winkel maakt <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> groep die her in <strong>de</strong> maatschappij <strong>voor</strong> her<br />

zeggen heeft : <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> burgerij . De verontruste stemmen in kranten en tijdschriften<br />

komen uit <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hoek . Her crisisgevoel stemt <strong>de</strong> burger angstig . Hij<br />

weet wat hij heeft en war hij kan verliezen .<br />

rr9


Spotprent van job . Braakensiek in De Amsterdammer van 9 april 1893<br />

Heer van stand en eigenaar van her weekblad De Amsterdammer Henry Tindal richt<br />

<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>lstok op bet bewijs van sociaal gevoel : <strong>de</strong> door hem opgerichte `Toevlucht <strong>voor</strong><br />

onbehuis<strong>de</strong>n' . De socialisten wen<strong>de</strong>n zich volgens De Amsterdammer af, to voelen zich<br />

<strong>voor</strong>bijgestreefd. De burger `plus socialiste que les socialistes'?<br />

Te Winkel spreekt ook over uiterlijke omstandighe<strong>de</strong>n : <strong>de</strong> economische, sociale<br />

en politieke situatie waarin ons land in <strong>de</strong> tachtiger jaren verkeert laat veel to<br />

wensen over . De economie staat er slecht <strong>voor</strong> . Sinds omstreeks 1875 heerst in her<br />

noor<strong>de</strong>n van her land een landbouwcrisis ; op her platteland lijdt men honger. Ook<br />

in an<strong>de</strong>re takken van <strong>de</strong> economie gaat her slecht. De scheepsbouw stagneert, net<br />

als <strong>de</strong> wol- en stoffenindustrie en <strong>de</strong> bouwsector . In her ste<strong>de</strong>lijke industrieproletariaat<br />

rommelt her . De woonsituatie is vaak erbarmelijk, <strong>de</strong> mensen hebben weinig<br />

en slecht to eten . De werkeloosheid groeit .<br />

De burgerij heeft <strong>het</strong> gevoel dat <strong>de</strong> zaak uit <strong>de</strong> hand begint to lopen . Sinds <strong>de</strong><br />

jaren vijftig is <strong>de</strong> welvaart toegenomen, <strong>de</strong> produktiemetho<strong>de</strong>n zijn sterk verbeterd,<br />

fabrieken zijn als pad<strong>de</strong>stoelen uit <strong>de</strong> grond geschoten . De ste<strong>de</strong>n zijn snel<br />

gegroeid . De wereld is groter gewor<strong>de</strong>n door her toegenomen internationale contact<br />

. En <strong>de</strong> enorme toename van her aantal kranten sinds <strong>de</strong> opheffing van her<br />

dagbladzegel in 1869 heeft <strong>de</strong> meningsuiting onoverzichtelijker gemaakt . Het<br />

spoorwegnet is eveneens enorm uitgebreid, men kan zich sneller dan ooit door her<br />

land <strong>voor</strong>tbewegen . Kan <strong>de</strong> burger dit allemaal nog wel bijhou<strong>de</strong>n?<br />

De welvaart mag dan zijn toegenomen, aan grote groepen van <strong>de</strong> bevolking is dat<br />

<strong>voor</strong>bijgegaan . De hongeren<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs juichen niet over <strong>de</strong> verworvenhe<strong>de</strong>n<br />

1zo


van hun tijd . Het socialisme groeit . De Sociaal Democratische Bond, met als lei<strong>de</strong>r<br />

Domela Nieuwenhuis, neemt sterk in aanhang toe . De overheid houdt die groepe-<br />

ring nauwlettend in <strong>de</strong> gaten .z Deze S .D .B . is een van <strong>de</strong> factoren die bij <strong>de</strong> burgerij<br />

bet i<strong>de</strong>e doen ontstaan dat men misschien lets mee moet geven met <strong>de</strong> druk nit<br />

<strong>de</strong> lagere klassen : '[ . . .] <strong>de</strong> angst begon hun gewillig to maken <strong>voor</strong> eisen, waartoe<br />

hun geweten alleen hen nimmer zou hebben gebracht .' 3 Maar er is een probleem .<br />

Wil men, althans ten <strong>de</strong>le, tegemoetkomen aan een van <strong>de</strong> belangrijkste eisen van<br />

die lagere klassen, namelijk uitbreiding van her kiesrecht, dan moet er iets wor<strong>de</strong>n<br />

veran<strong>de</strong>rd in <strong>de</strong> Grondwet . Daar<strong>voor</strong> ontbreekt een Kamermeer<strong>de</strong>rheid . In <strong>de</strong><br />

Twee<strong>de</strong> Kamer zijn twee kampen met een gelijk zetelaantal : <strong>de</strong> liberalen en <strong>de</strong><br />

confessionelen . De twee restzetels wor<strong>de</strong>n bezet door conservatieven . Veel schot<br />

zit er met in .<br />

In De Gids, onbekrompen en eerbiedwaardig tolk van <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijke <strong>voor</strong>uit-<br />

gang, verschijnt in juli 1886 een geruchtmakend artikel . Het komt uit <strong>de</strong> pen van<br />

redacteur H .P .G. Quack, een man met grote belangstelling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

van her socialisme. In zijn stuk `sociale rechtvaardigheid' pleit hij <strong>voor</strong> uitgebrei<strong>de</strong><br />

liefdadigheid . De bezitten<strong>de</strong> klasse hoeft geen afstand to doen van haar welstand,<br />

zegt Quack, maar moet veel meer dan op dat moment <strong>het</strong> geval is, geld schenken<br />

aan <strong>de</strong> lagere klassen : 'Wij gelooven dat zulke da<strong>de</strong>n van zelfopoffering en lief<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> stemming <strong>de</strong>r arme en mis<strong>de</strong>el<strong>de</strong> klassen zou<strong>de</strong>n omkeeren en sociale vre<strong>de</strong><br />

zou<strong>de</strong>n terugbrengen.' Geen structurele veran<strong>de</strong>ringen dus, maar geld om <strong>de</strong> on-<br />

vre<strong>de</strong> of to kopen: Quack noemt bet zelf ironisch genoeg 'een zoenoffer <strong>voor</strong> bet<br />

egoisme van <strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong> klassen' .<br />

In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> julimaand echter is er nog geen sprake van sociale vre<strong>de</strong> . In Amster-<br />

dam breekt <strong>het</strong> Palingoproer nit . De overheid grijpt hard in : z6 do<strong>de</strong>n en Too<br />

gewon<strong>de</strong>n . De S .D .B . mag dan niet <strong>de</strong> aanstichter zijn, <strong>de</strong> overheid begrijpt hoe<br />

explosief <strong>het</strong> proletariaat is gewor<strong>de</strong>n . Een paar maan<strong>de</strong>n later al, in oktober,<br />

besluit <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer tot een enquete naar <strong>de</strong> sociale misstan<strong>de</strong>n .<br />

In <strong>de</strong>cember van <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> jaar doet zich ein<strong>de</strong>lijk een mogelijkheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

charismatische lei<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> S .D .B . to arresteren . Her is <strong>de</strong> laatste ingreep van<br />

justitie na een serie van har<strong>de</strong> en zachte maatregelen tegen, en infiltraties van <strong>de</strong>ze<br />

socialistische groepering .' Voor <strong>de</strong> overheid valt <strong>de</strong> opsluiting van Domela gunstig<br />

uit : <strong>de</strong> S .D .B . raakt al spoedig ver<strong>de</strong>eld . Als Domela een jaar later in <strong>de</strong> Twee-<br />

<strong>de</strong> Kamer plaatsneemt is er een gevaarlijke lei<strong>de</strong>r terug op <strong>de</strong> door <strong>de</strong> traditie<br />

gebaan<strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n .<br />

Zo zijn <strong>de</strong> ergste troebelen in eerste instantie bezworen . Na <strong>de</strong> verkiezingen van<br />

18 87 bovendien komt er schot in <strong>de</strong> politieke situatie : <strong>de</strong> conservatieven verdwij-<br />

nen en <strong>de</strong> baan is vrij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gewenste Grondwetswijzigingen . Toch is <strong>de</strong> uitbrei-<br />

ding van bet kiesrecht zo beperkt, dat bet met meer lijkt dan 'een zoenoffer <strong>voor</strong><br />

bet egoisme van <strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong> klassen', om met Quack to spreken . De strijd van <strong>de</strong><br />

arbei<strong>de</strong>rsbeweging gaat door. Al voelt <strong>de</strong> burger zich wat rustiger nu enkele con-<br />

crete gevaren lijken to zijn geweken, <strong>het</strong> crisisgevoel is met verdwenen .<br />

Tz1


Fakkeldragers<br />

Het opkomend socialisme vormt een bedreiging <strong>voor</strong> <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong><br />

burgerij . Nu was dat wel al langer zo, maar in <strong>de</strong> verslechter<strong>de</strong> economische om-<br />

standighe<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs lui<strong>de</strong>r en daarmee <strong>de</strong> angst en onzeker-<br />

heid van <strong>de</strong> burgerij groter gewor<strong>de</strong>n . De socialisten betwisten her recht van <strong>de</strong><br />

gegoe<strong>de</strong> burger op <strong>de</strong> veel grotere materiele welstand . Waarop baseert die burgerij<br />

haar morele 'recht' op die grotere welstand eigenlijk? Her ingewikkel<strong>de</strong> normen-<br />

en waar<strong>de</strong>nsysteem waarmee <strong>de</strong> burgerij haar verworvenhe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>digt wordt<br />

dui<strong>de</strong>lijk, als men in kranten en tijdschriften nit <strong>de</strong> tachtiger jaren leest hoe wordt<br />

gereageerd op verschillen<strong>de</strong> uitingen van wat men noemt `<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische stro-<br />

ming onzer eeuw' .<br />

De Gids schreef al in 1879 : `De geheele <strong>voor</strong>uitgang van <strong>de</strong> mensch, haar ont-<br />

wikkeling uit barbaarsheid tot beschaving, is een <strong>voor</strong>tduren<strong>de</strong> poging om haar<br />

ze<strong>de</strong>lijke waardigheid to handhaven en to versterken .' le<strong>de</strong>r mens heeft <strong>de</strong> taak<br />

zijn steentje bij to dragen aan die ontwikkeling . Gelooft men in God, dan is <strong>de</strong><br />

beloning daar<strong>voor</strong> een plaats in <strong>de</strong> Hemel ; doet men dit met, dan heeft men ge-<br />

woon zijn morele plicht gedaan . le<strong>de</strong>r individu moet zijn best doen her eigen 'ze<strong>de</strong>-<br />

lijk peil' zo hoog mogelijk to laten wor<strong>de</strong>n. Maar als groep kun je meer . Bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

elementen in <strong>de</strong> groep (veelal 'her yolk') wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd . Geloofsverbon-<br />

<strong>de</strong>nheid en nationaal besef zijn hoog geachte gevoelens .<br />

In <strong>de</strong>ze visie is niet ie<strong>de</strong>reen even ver in zijn 'ze<strong>de</strong>lijke waardigheid' . Er zijn in<br />

een yolk `lager beschaaf<strong>de</strong>n', die zich niet bewust zijn van hun tack en die geen<br />

zicht hebben op her i<strong>de</strong>aal van <strong>de</strong> `hoog-ze<strong>de</strong>lijke' mens van <strong>de</strong> toekomst . Zij die<br />

ver<strong>de</strong>r zijn in hun ontwikkeling hebben <strong>de</strong> plicht om <strong>de</strong> lager beschaaf<strong>de</strong>n op to<br />

wekken ; om <strong>de</strong> slapen<strong>de</strong>n wakker to schud<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> waken<strong>de</strong>n wakker to hou-<br />

<strong>de</strong>n . Deze taak brengt een zware verantwoor<strong>de</strong>lijkheid met zich mee, maar er<br />

mogen ook zekere rechten aan wor<strong>de</strong>n ontleend . De kleine 'ze<strong>de</strong>lijke' elite moet<br />

zich met hoeven to bekommeren om 'lagere' zaken als voedsel en huisvesting . Zij<br />

moet zich in alle materiele rust kunnen wij<strong>de</strong>n aan haar plicht .<br />

Kunst - en dus ook <strong>de</strong> schone letteren - heeft een belangrijke maatschappelijke<br />

taak . De Gids omschrijft die zo : Ten letterkun<strong>de</strong>, die <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>lijke veerkracht<br />

met staalt, <strong>de</strong> intellectueele kracht met sterkt, niet troost en geen horizon wijst,<br />

kan door geen vormen, hoe schoon en wellui<strong>de</strong>nd ook, aandacht winnen op een<br />

aar<strong>de</strong> waar men werkt en strijdt en waar zooveel gele<strong>de</strong>n wordt .'4 Schrijvers en<br />

dichters wordt dan ook toegeroepen : 'Wendt U tot bet yolk, jonge dichters, hebt<br />

<strong>het</strong> lief, bestu<strong>de</strong>ert her in zijne eigenaardighe<strong>de</strong>n ; poogt her tot steun, tot troost,<br />

tot fakkeldrager to zijn .'5<br />

Zo ziet <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> burger zichzelf : hij maakt <strong>de</strong>el uit van een culturele en maat-<br />

schappelijke elite in her yolk, die opwekt, <strong>voor</strong>licht en opvoedt . Deze elite levert<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>trekkers op alle mogelijke gebied, zij stimuleert tot welvaart en draagt bij<br />

tot een toekomst, waarin <strong>de</strong> mens rondstapt als ze<strong>de</strong>lijk hoogstaand wezen .<br />

De opkomen<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsbeweging eist in eerste instantie gewoon meer geld en<br />

betere arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n . Dat voelt <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> burgerij in <strong>de</strong> portemonnee .<br />

Door <strong>de</strong> opwaar<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> factor arbeid die her socialisme propageert, wordt<br />

1 2 2


echter ook <strong>de</strong> positie van <strong>voor</strong>trekker en leidsman gerelativeerd . Dat maakt <strong>de</strong><br />

burger ongerust . Het leven gaat zo snel tegenwoordig, zo <strong>de</strong>nkt men, veran<strong>de</strong>ringen<br />

hoeven ook Been jaren op zich to laten wachten .<br />

Sombere gelui<strong>de</strong>n<br />

'Er heerscht malaise', ik liet <strong>het</strong> Jan to Winkel al zeggen . De lusteloosheid, onzekerheid<br />

en ontevre<strong>de</strong>nheid heersen volgens hem ook op letterkundig gebied . Op<br />

bet Taal- en Letterkundig Congres, dat in '87 in <strong>het</strong> Amsterdamse 'Felix Meritis'<br />

wordt gehou<strong>de</strong>n, zullen <strong>de</strong> cultuurdragers zich <strong>het</strong> afsluitend feestmaal ongetwijfeld<br />

goed hebben laten smaken . Maar <strong>de</strong> congressoep, <strong>de</strong> Friese ossehaas met<br />

uitgelezen pad<strong>de</strong>stoeltjes (met discussiesaus sterk gekruid) en <strong>de</strong> Quack-talingen<br />

volgen op sombere gelui<strong>de</strong>n . Niet alleen Jan to Winkel vindt dat <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> in<br />

<strong>het</strong> slop zit, ook <strong>de</strong> Amsterdamse IBs-leraar Taco H . <strong>de</strong> Beer mist in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> laatste jaren dat element, dat 'veerkracht en leven geeft, dat opwekt en<br />

aanspoort' : 'Daar klinkt ons uit <strong>de</strong> zangen <strong>de</strong>r laatste tij<strong>de</strong>n een toon van ziekelijk<br />

lij<strong>de</strong>n, van ongevoeld leed, van nooit on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n minnesmart tegen, die niet<br />

an<strong>de</strong>rs dan na<strong>de</strong>elig kan werken . Dat is met <strong>de</strong> Weltschmerz, bet lij<strong>de</strong>n omdat<br />

an<strong>de</strong>ren lij<strong>de</strong>n ;-onze tijd heeft mannen noodig en <strong>het</strong> zou zeer zeker be<strong>de</strong>nkelijk<br />

zijn, als we in een richting wer<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgestuwd, waarbij <strong>de</strong> ziekelijke sentimentaliteit<br />

eener vroegere perio<strong>de</strong> terugkeer<strong>de</strong> .' In 1884 had Gids-criticus J .N . van<br />

Hall er al over geklaagd dat er niets meer van enig gehalte op <strong>de</strong> boekenmarkt<br />

verscheen : 'Het is stil, doodstil op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche boekenmarkt .'<br />

Op datzelf<strong>de</strong> congres komt Te Winkel met een merkwaardige verklaring <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> kwijnen<strong>de</strong> toestand waarin <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> verkeert . Hij meent dat die moet<br />

wor<strong>de</strong>n toegeschreven aan een al jarenlang verkeerd functioneren<strong>de</strong> kritiek . Hij<br />

stelt dat <strong>de</strong> criticus flexibel moet reageren op <strong>de</strong> 'letterkundige conjunctuur' .<br />

Wordt er min<strong>de</strong>r van niveau geproduceerd, dan oor<strong>de</strong>le men mil<strong>de</strong>r ; is er sprake<br />

van een hausse in <strong>het</strong> letterkundig leven, dan mag er strenger wor<strong>de</strong>n opgetre<strong>de</strong>n .<br />

Te Winkels i<strong>de</strong>ale criticus ziet er ongeveer zo uit : 'Een vrien<strong>de</strong>lijke glimlach om<br />

<strong>de</strong>n mond, die ons overhaalt dankbaar aan to nemen, wat hij ons ter lezing biedt ;<br />

een hel<strong>de</strong>ren oogopslag, die ons vertrouwen inboezemt <strong>voor</strong> zijn gave ; eene levendigheid<br />

en opgewektheid, die ons toont dat hij er zich in verheugt, ons <strong>de</strong>elgenoot<br />

to kunnen maken van <strong>het</strong> door hem gesmaakte genot [ . . .]" Een nieuwe bloei in <strong>de</strong><br />

letterkun<strong>de</strong> zou moeten brengen, waar bet nu volgens <strong>de</strong> spreker aan ontbreekt :<br />

`[ . . .] geestdrift en welgevallen, verheffend en vere<strong>de</strong>lend kunstgenot ." Het gaat<br />

hier volgens Te Winkel om een 'volksbelang' . Zo noemt hij zijn re<strong>de</strong> ook . Hij<br />

roept met <strong>voor</strong> niets nu op tot positieve kritiek: 'Ik wenschte dat <strong>voor</strong>al in onzen<br />

tijd, in <strong>het</strong> belang <strong>de</strong>r fijnere geestbeschaving van ons volk .'<br />

Goe<strong>de</strong> smaak<br />

De ongerustheid van <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> burger ten aanzien van <strong>de</strong> maatschappelijke ontwikkelingen<br />

vin<strong>de</strong>n we terug in <strong>de</strong> letterkundige kolommen. Dat is met zo ver-<br />

1 2 3


won<strong>de</strong>rlijk, gezien <strong>de</strong> in zijn ogen sterk maatschappelijke gebon<strong>de</strong>nheid van <strong>de</strong><br />

literatuur . Zo schrijft Van Hall in <strong>de</strong>cember 1883 in zijn `Letterkundige Kroniek'<br />

in De Gids : 'Zou her waar zijn wat <strong>de</strong> ongeluksprofeten <strong>voor</strong>spellen? Zal <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische<br />

strooming onzer eeuw, vroeg of laat, ons voeren naar een tijd, waarin<br />

war wij thans schoonheid, grootheid, genie noemen min<strong>de</strong>r in eere zal zijn? Moet<br />

<strong>de</strong> verheffing van her maatschappelijk gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> noodzakelijk gepaard gaan met<br />

een verlaging van <strong>het</strong>geen uitsteekt? Zal eenmaal <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lmatigheid op <strong>de</strong>n<br />

troon zitten en ons <strong>de</strong> wet stellen? Ik weiger her <strong>voor</strong>alsnog to gelooven .'<br />

De <strong>de</strong>mocratische stroming van die tijd strekt zich ook nit tot <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> :<br />

her naturalisme wordt door velen gezien als <strong>de</strong> letterkundige pendant ervan . In<br />

Frankrijk is dat naturalisme al sinds <strong>de</strong> zestiger jaren opgetre<strong>de</strong>n, in Ne<strong>de</strong>rland<br />

begint dat in <strong>de</strong> jaren tachtig . Emants' Lilith werd al in 1879 een `Zola-romannetje'<br />

genoemd .<br />

Van meet of aan verzet <strong>de</strong> bourgeoisie-pers zich tegen her naturalisme . Men<br />

reageert met verbeten felheid . Daarin verschilt <strong>de</strong> situatie niet met die in Frankrijk,<br />

twintig jaar eer<strong>de</strong>r. Over her verzet van <strong>de</strong> behou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> pers aldaar tegen her<br />

naturalisme schrijft Hauser in zijn Sociale geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> kunst . `In <strong>de</strong> afwijzing<br />

van her naturalisme openbaart zich niets an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> zucht tot zelfbehoud<br />

van <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> klassen : hun volkomen juiste gevoel, dat ie<strong>de</strong>re kunst, die her<br />

leven zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>ingenomenheid en terughouding weergeeft, op zichzelf een revolutionaire<br />

daad is .' 6 De conservatieve pers geeft dit volgens Hauser ook onomwon<strong>de</strong>n<br />

toe . Zo noemt hij een uitspraak nit <strong>de</strong> Revue <strong>de</strong>s <strong>de</strong>ux Mon<strong>de</strong>s, her<br />

bolwerk bij uitstek van <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> literatuur : alleen le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mic<br />

Francaise werkten er aan mee . Criticus Auguste Planche schrijft hierin, dat <strong>de</strong><br />

tegenstand tegen her naturalisme een geloofsbelij<strong>de</strong>nis is ten gunste van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />

or<strong>de</strong> . Bovendien, zo schrijft Planche, verwerpt men met her afwijzen van<br />

<strong>het</strong> naturalisme tegelijkertijd her materialisme en <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie van een tijdperk .<br />

Her naturalisme bedreigt <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> burgerii . De theorie van <strong>de</strong>ze<br />

stroming ontkent dat er, bij welke maatschappelijke groep dan ook, een <strong>voor</strong>sprong<br />

in ze<strong>de</strong>lijk opzicht bestaat : op die <strong>voor</strong>sprong baseer<strong>de</strong> <strong>de</strong> elite nu net haar<br />

recht op grotere materiele welstand! Volgens her naturalisme is ie<strong>de</strong>r mens even<br />

slecht, van hoog tot laag, van minister tot straatma<strong>de</strong>lief . De sterkste drijfveer van<br />

her menselijk han<strong>de</strong>len is niet 'her ze<strong>de</strong>lijk gevoel' maar <strong>de</strong> dierlijke drift, <strong>de</strong><br />

erfelijke bepaaldheid, etc . De mens kan niet vrij kiezen <strong>voor</strong> her bewan<strong>de</strong>len van<br />

<strong>de</strong> beschaafdste pa<strong>de</strong>n . Hij heeft niets to kiezen, hij wordt bepaald . Met dit alles<br />

tast her naturalisme niet alleen her recht op materiele <strong>voor</strong>sprong aan, maar ook<br />

<strong>de</strong> zin van her bestaan . Voorzover <strong>de</strong> burgerij niet Gods Rijk als toekomstbeeld<br />

koester<strong>de</strong>, had her <strong>de</strong> blik gericht op een lichten<strong>de</strong> toekomst met een 'e<strong>de</strong>le' mens .<br />

Nu wordt ontkend dat na bijna 1900 jaar christelijke beschaving ook maar iets<br />

bereikt is : waar heeft men dan al die tijd <strong>voor</strong> geleefd? Her verzet van <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong><br />

literaire traditie tegen her naturalisme is meer dan slechts zucht tot behoud van<br />

materiele welstand . Accepteren van <strong>de</strong> leerstellingen van Zola en diens navolgers<br />

zou een diepgaan<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteitscrisis <strong>voor</strong> <strong>de</strong> burgerij betekenen . Zij is, nu <strong>voor</strong><br />

velen Gods Rijk als levensdoel is weggevallen, toch al op zoek naar een i<strong>de</strong>alisme,<br />

dat niet strijdig is met <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kkingen <strong>de</strong>r natuurwetenschappen .<br />

12. 4


Nog een opmerking van Hauser verdient hier <strong>de</strong> aandacht . Hij schrijft dat <strong>de</strong><br />

Franse conservatieve kritiek tracht <strong>de</strong> politieke en sociale <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>len, die haar<br />

anti-naturalistische houding bepalen, to bemantelen met est<strong>het</strong>ische bezwaren .<br />

Die est<strong>het</strong>ische bezwaren komen we in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse situatie natuurlijk eveneens<br />

tegen : <strong>de</strong> naturalistische geschriften hebben volgens vele critici slechts aandacht<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> lelijke, <strong>het</strong> vuile, <strong>het</strong> ziekelijke, etc . De mesthoop, en her gewroet<br />

daarin van <strong>de</strong> naturalisten, vindt men als motief in vele beeldspraken terug . Maar<br />

vrijwel onmid<strong>de</strong>llijk daarna keert men in zijn kritiek terug naar her vlak waarop<br />

<strong>de</strong> wezenlijke discussie wordt uitgevochten : <strong>de</strong> ethica . In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> traditionele<br />

kritiek is <strong>het</strong> niet goed, dat <strong>de</strong> kunstenaar zich leent als kroniekschrijver van<br />

<strong>de</strong> werkelijkheid . Hij moet uit die werkelijkheid datgene kiezen dat zijn kunstenaarsoog<br />

geschikt acht, en her dan in een schone vorm aan <strong>het</strong> publiek <strong>voor</strong>leggen<br />

. Dat moet er dan zijn <strong>voor</strong><strong>de</strong>el mee kunnen doen . Her kunstenaarsoog moet<br />

zich laten lei<strong>de</strong>n door iets dat wordt genoemd : `<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> smaak' .<br />

Letterkundig proletariaat<br />

Men zou kunnen <strong>de</strong>nken dat her merkwaardig is dat nog in 1887 van malaise op<br />

letterkundig gebied wordt gesproken . De Nieuwe Gids, teken van <strong>de</strong> `renaissance<br />

in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse letterkun<strong>de</strong>', is toch at in 1885 opgericht? De gevestig<strong>de</strong> literatoren<br />

zien er echter in eerste instantie geen `revival' van <strong>de</strong> letteren in . Er zijn<br />

immers at eer<strong>de</strong>r tijdschriften door jongeren opgericht die een vroege dood zijn<br />

gestorven . Zo had een blad als Astrea zich in 188i als podium <strong>voor</strong> jongeren<br />

aangekondigd ; <strong>het</strong> was echter at in 188z weer in kleurloosheid en gebrek aan<br />

kwaliteit ten on<strong>de</strong>r gegaan . In De Nieuwe Gids, dat ziet <strong>de</strong> kritiek wel, is meer<br />

talent verzameld . Maar <strong>de</strong> letterkundige bijdragen van revolutionaire aard, die <strong>de</strong><br />

jongeren had<strong>de</strong>n beloofd, stellen niet zo veel <strong>voor</strong> . De grote gelui<strong>de</strong>n die De Nieuwe<br />

Gids maakt, jagen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren met meteen op <strong>de</strong> vlucht . 'lk ben eene ou<strong>de</strong><br />

parapluie, waarop her al <strong>de</strong>rtig jaar geregend heeft . Een droppel meer of min<strong>de</strong>r<br />

komt er met op aan!' zegt Ten Brink in zijn boek De ou<strong>de</strong> gar<strong>de</strong> en <strong>de</strong> jongste<br />

school (1891) .<br />

Toch vindt men in <strong>de</strong> met al to uitgebrei<strong>de</strong> aandacht die aan her nieuwe tijdschrift<br />

wordt besteed at waarschuwingen . Zelfs Caret Vosmaer, een van <strong>de</strong> meest<br />

welwillen<strong>de</strong> waarnemers van <strong>de</strong> jongeren, schrijft in De Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator<br />

(19 <strong>de</strong>c . 1885) :<br />

'Voor alle dingen [moet men]<br />

i met <strong>de</strong> traditie afsnij<strong>de</strong>n [ . . .] ;<br />

z zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren overhoop to stormen [ . . .] beginnen met alvast in <strong>het</strong> goe<strong>de</strong><br />

ervan even ver to komen als zij zijn .'<br />

In dat goe<strong>de</strong> komt war in De Nieuwe Gids `nieuw' is nog met zover. En wat men<br />

goed vindt - Van Ee<strong>de</strong>ns De kleine Johannes - is weer niet nieuw . Voor <strong>de</strong><br />

bezorg<strong>de</strong>, gevestig<strong>de</strong> literatoren is er <strong>voor</strong>alsnog geen re<strong>de</strong>n De Nieuwe Gids als<br />

uitweg <strong>voor</strong> <strong>de</strong> malaise to zien .<br />

De uitweg die Te Winkel in 1887 <strong>voor</strong>stelt - <strong>de</strong> conjunctuurgevoelige kritiek-<br />

12. 5


wordt door <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> literatoren verre van juichend ontvangen . De Gids reageert<br />

scherp . Te Winkels criticus is geen gids <strong>voor</strong> zijn lezers, vindt Van Hall . Juist<br />

in tij<strong>de</strong>n van crisis moet hij stevig optre<strong>de</strong>n . Dan komt <strong>het</strong> er extra op aan war her<br />

yolk leest. Op zulke momenten moet <strong>de</strong> criticus stimuleren tot een juiste keuze van<br />

lectuur . Te Winkel komt met zijn visie op een slecht moment : her naturalisme<br />

dreigt ook in Ne<strong>de</strong>rland to gaan bloeien . Een Vuilnisroos, volgens De Gids, waar<br />

Te Winkel alleen maar met <strong>het</strong> gezicht afgewend omheen loopt : `Men ziet in her<br />

letterkundige een richting, welke men afkeurt, langzaam opkomen, veld winnen,<br />

en allengs een noodlottigen invloed uitoefenen op een aankomend geslacht . Zal<br />

men nu kunnen volstaan met die richting of dood to zwijgen, of alleen zij<strong>de</strong>lings,<br />

in her afgetrokkene, to bestrij<strong>de</strong>n?' De criticus moet volgens De Gids spreken<br />

waar zijn goe<strong>de</strong> smaak in opstand komt . De Nieuwe Gids - we zullen dat nog<br />

uitgebrei<strong>de</strong>r zien - komt in meer<strong>de</strong>re opzichten in aanvaring met die goe<strong>de</strong><br />

smaak . Her is dan ook geen won<strong>de</strong>r, dat dat blad met in eerste instantie wordt<br />

gezien als nieuwe impuls <strong>voor</strong> <strong>de</strong> 'geestkracht' of her 'ze<strong>de</strong>lijk peil', maar eer<strong>de</strong>r<br />

als her tegen<strong>de</strong>el .<br />

Voor her ontstaan van <strong>de</strong> mentaliteit van <strong>de</strong> jongere generatie, die ook in De<br />

Nieuwe Gids is terug to vin<strong>de</strong>n, heeft Ten Brink een opmerkelijke verklaring gegeven<br />

. Hij schrijft in De ou<strong>de</strong> gar<strong>de</strong> en <strong>de</strong> jongste school dat door <strong>de</strong> veel grotere<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwijs to genieten er nu een lichting jongeren is opgegroeid die<br />

weliswaar meer kennis hebben gekregen, maar die niet ook meer geld verdienen :<br />

'Niet ie<strong>de</strong>r, die een <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r nieuwe volksbeschaving verwierf, kon aanspraak maken<br />

op een evenredig <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>n gelijktijdig toenemen<strong>de</strong>n volksrijkdom . [ . . .]<br />

Zoo wer<strong>de</strong>n er ontevre<strong>de</strong>nen en teleurgestel<strong>de</strong>n gevormd, die zou<strong>de</strong>n aanwassen<br />

tot eene vrij talrijke klasse- <strong>de</strong> wetenschappelijke en letterkundige proletariers .'<br />

In <strong>de</strong>ze groep signaleert Ten Brink een pessimistisch individualisme . Men gelooft<br />

alleen maar in zichzelf, dat mag dan optimistisch zijn, her is wel egoistisch .<br />

'Her wetenschappelijk en letterkundig proletariaat bedient zich', zo zegt Ten<br />

Brink, ` - ook in Ne<strong>de</strong>rland - van twee gevaarlijke wapenen : haat tegen her<br />

verle<strong>de</strong>ne, tegen <strong>de</strong> traditie, tegen vroegere geslachten, en lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n kleinen<br />

<strong>voor</strong>raad zoogezeg<strong>de</strong> oorspronkelijke <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n, die her <strong>voor</strong>geeft zich to hebben<br />

eigen gemaakt.'<br />

Zeker niet in 1885, maar ook niet in <strong>de</strong> paar jaar daarna wordt De Nieuwe Gids<br />

gezien als orgaan van hoopvolle vernieuwing . In <strong>de</strong> eerste plaats propageert dit<br />

tijdschrift van her 'wetenschappelijk en letterkundig proletariaat' <strong>de</strong> eis van her<br />

an<strong>de</strong>re proletariaat : her algemeen kiesrecht. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats propageert De<br />

Nieuwe Gids her naturalisme . Naturalisme zomin als socialisme is in <strong>de</strong> ogen van<br />

<strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> klasse een bijdrage aan <strong>de</strong> toekomst . De uitgebrei<strong>de</strong> aandacht <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> sociale ellen<strong>de</strong>, zoals we die in naturalistische geschriften aantreffen, versterkt<br />

alleen maar die dingen die <strong>de</strong> malaise veroorzaken : scepticisme, lusteloosheid en<br />

ontevre<strong>de</strong>nheid . Her on<strong>de</strong>rmijnt <strong>de</strong> geestkracht . En <strong>de</strong> verhoudingen in her proletariaat,<br />

of in <strong>het</strong> bor<strong>de</strong>el, zijn nu niet meteen <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n van hoog ze<strong>de</strong>lijk gehalte<br />

. `Men kan <strong>de</strong> wereld niet verbeteren door <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> to beschrijven en <strong>de</strong> misdaad<br />

<strong>voor</strong> to stellen : er bestaat geen an<strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>l dan om een i<strong>de</strong>aal van reinheid en<br />

iz 6


Jan ten Brink (foto : Ned . Lett . Mus .)<br />

a<strong>de</strong>l to maken, of op to wekken nit <strong>de</strong>n doo<strong>de</strong>, waarheen zwakke oogen en armen<br />

zich richten kunnen,' schrijft De Gids dan ook . De Nieuwe Gids mag dan <strong>voor</strong><br />

leven in <strong>de</strong> brouwerij hebben gezorgd door bij <strong>voor</strong>tduring <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong><br />

goe<strong>de</strong> smaak to overtre<strong>de</strong>n door haar wijze van kritiekbeoefening: dat is absoluut<br />

geen verdienste . Ze voldoet met haar programma bovendien met aan <strong>de</strong> maatschappelijke<br />

eisen, waaraan in <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> opvattingen <strong>de</strong> literatuur moet voldoen<br />

.<br />

Behalve een metal to uitgebrei<strong>de</strong> bespreking van <strong>de</strong> eerste aflevering heeft De Gids<br />

geen aandacht aan De Nieuwe Gids besteed . Pas in 18 88 komt literaire-kroniekschrijver<br />

J .N . van Hall met een uitgebrei<strong>de</strong> analyse . De Gids is <strong>het</strong> eigenlijk ook<br />

wel aan haar stand verplicht : <strong>de</strong> jongeren had<strong>de</strong>n haar dood aangekondigd . De<br />

titel van Van Halls stuk `Groote gelui<strong>de</strong>n' wijst naar <strong>het</strong> lawaai dat <strong>de</strong> jongeren in<br />

De Nieuwe Gids maken : hij verzet zich tegen <strong>de</strong> ongemanierdheid waarmee zij<br />

hun tegenstan<strong>de</strong>rs bena<strong>de</strong>ren . Zo hebben ze zich onbehoorlijk gedragen in een<br />

reactie op een re<strong>de</strong> die Jan to Winkel over literaire kritiek hield op <strong>het</strong> Taal- en<br />

Letterkundig Congres to Amsterdam . . . De ongemanierdheid van De Nieuwe<br />

Gids-verschei<strong>de</strong>ne letterkundigen zijn hiervan <strong>het</strong> slachtoffer - is strijdig met<br />

<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> smaak. Alleen vanwege <strong>de</strong> 'grote gelui<strong>de</strong>n' zou her tijdschrift dan ook<br />

nooit <strong>de</strong> aandacht hebben verdiend, zo schrijft Van Hall . Door dat beledigen en<br />

tergen wordt <strong>de</strong> aandacht afgeleid `[ . . .] van <strong>de</strong> verstandige dingen, die <strong>de</strong>ze jonge<br />

mannen, vol geestdrift <strong>voor</strong> <strong>het</strong>geen in hunne oogen goed en schoon is, to zeggen<br />

kunnen hebben .' Dan sc<strong>het</strong>st hij <strong>de</strong> poezie-opvattingen van De Nieuwe Gids .<br />

Nieuw is her allemaal met : 'Noch hunne pretentie van her gezond verstand in <strong>de</strong><br />

kunst to vertegenwoordigen, noch hunne theorieen over klank-expressie en beeldspraak<br />

hebben lets revolutionnairs .' Dan komt Van Hall tot een veelzeggen<strong>de</strong> zin :<br />

`[ . . .] er [is] in <strong>de</strong>ze beschouwingen zooveel verstandigs, zooveel re<strong>de</strong>lijks, zoveel<br />

dat plaats kan vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n "gedachtenstoet" van een ou<strong>de</strong>r geslacht, dat men<br />

T 2 7


a= y.va .u a . ea.m¢ . Nu net wk <strong>de</strong> Go<strong>de</strong>n beer mbrosia en Nectar ho- .<br />

En ne trots iak <strong>de</strong> koningh, ja <strong>de</strong> keys ., mat sijn ho°,<br />

Met ene bangeott<br />

&ed a lpaaweMe Heaboe<strong>de</strong>e,<br />

{ e <strong>de</strong>al, 8<strong>de</strong> nitkauia:<br />

'Ik ben een ou<strong>de</strong> parapluie . . .', spotprent door J .H . in De Lantaarn<br />

verwijtend zou willen vragen, waarom die heeren ons zoo bang hebben gemaakt,<br />

toen zij spraken van <strong>de</strong> onvermij<strong>de</strong>lijke revolutie, welke zij vertegenwoordigen,<br />

en, als gevoig daarvan, - horribile dictu! - van <strong>de</strong>n aanstaan<strong>de</strong>n dood van ons<br />

tijdschrift .' De tweeslachtigheid van De Nieuwe Gids - podium <strong>voor</strong> zowel<br />

Tachtigers als naturalisten - wordt ook door Van Hall scherpzinnig on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n<br />

gebracht . Tegen <strong>het</strong> naturalisme heeft hij nog steeds groot bezwaar- hij blijft<br />

zijn beginselen trouw . In <strong>het</strong> februarinummer 1888 heeft De Nieuwe Gids-redactie<br />

- volgens Van Hall - een mooie kans laten liggen nu ein<strong>de</strong>lijk eens stelling to<br />

nemen <strong>voor</strong> haar eigen beginselen (namelijk die van Tachtig), en tegen <strong>het</strong> naturalisme<br />

. In dat nummer werd een lovend stuk van Van Deyssel over La terre van<br />

r 2 8


Zola opgenomen, tegelijkertijd werd Van Deyssels Een lief<strong>de</strong> door Willem Kloos<br />

besproken. En in plaats van stelling to nemen tegen `<strong>de</strong> vuile kunsten waarmee<br />

Van Deyssel zijn groot talent vermorst', '[ . . . ] plaatsten zij <strong>de</strong>ze meest schaamtelo-<br />

ze verheerlijking van <strong>de</strong> schaamteloosheid, waarin <strong>de</strong> lie<strong>de</strong>rlijke beginselen wor-<br />

<strong>de</strong>n verkondigd in <strong>de</strong> taal van een krankzinnige .'<br />

Her naturalisme in De Nieuwe Gids is ver<strong>de</strong>rfelijk, <strong>de</strong> beginselen van Tachtig<br />

brengen in principe niets dat onverenigbaar is met war eer<strong>de</strong>r werd geschreven .<br />

Van Hall sluit of met een lange zin . Her heeft war gerommeld in <strong>de</strong> letterkundige<br />

wereld stelt hij, meet met . Er was war onrust, maar daarvan is men al weer her-<br />

steld . Nu moet men weer ver<strong>de</strong>r : `En wanneer ik dan rondzie en bespeur dat er<br />

door <strong>de</strong>ze omwentelingsmannen, ondanks her onstuimige van hunnen aanval,<br />

niets is omvergegooid, dat her tot dusver <strong>de</strong> slachting welke zij in her letterkundige<br />

kamp zou<strong>de</strong>n aanrichten, is neergekomen op een paar schrammen en builen, zon-<br />

<strong>de</strong>r dat er bloed is vergoten of doo<strong>de</strong>n gevallen zijn ; dat <strong>het</strong>geen er in hun werk als<br />

treffend en oorspronkelijk <strong>de</strong> aandacht heeft getrokken en blijven zal, in<strong>de</strong>rdaad<br />

slechts <strong>voor</strong>tzet, zich aansluit aan war <strong>de</strong> besten van een vroeger geslacht, in ons<br />

land en daarbuiten, hebben bedacht en geschreven, dan vraag ik of al dat leven,<br />

dat marktgeschreeuw, die groote gelui<strong>de</strong>n hun tenslotte veel <strong>voor</strong><strong>de</strong>el hebben<br />

aangebracht, en of men niet, in hun belang en in dat van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche lette-<br />

ren, <strong>de</strong>n wensch behoort uit to spreken dat zij, woekerend met hunne talenten,<br />

mogen <strong>voor</strong>tarbei<strong>de</strong>n, niet om door schelle kleuren, grove woor<strong>de</strong>n en luid mis-<br />

baar <strong>de</strong> aandacht op zich to vestigen, maar om, in <strong>de</strong>zen tijd, waarin <strong>de</strong> harts-<br />

tochten <strong>de</strong>r partijen feller dan ooit woe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> stem <strong>de</strong>r kunst dreigen to over-<br />

stemmen, waarin een troosteloos materialisme al war er e<strong>de</strong>ls in jonge harten<br />

ontkiemt, tracht to verstikken, <strong>de</strong> groote poezie, die vere<strong>de</strong>lt en verheft, to dienen,<br />

zooals zij gediend wil zijn : met ernst en bezieling .'<br />

Domela Nieuwenhuis in <strong>de</strong> Kamer, <strong>de</strong> s .D .B . ver<strong>de</strong>eld, bet kiesrecht uitgebreid,<br />

<strong>de</strong> rust in her ste<strong>de</strong>lijk proletariaat <strong>voor</strong>lopig hersteld . De economie komt uit her<br />

ergste dal . De stoom is <strong>voor</strong>eerst van <strong>de</strong> ketel . De revolutie in <strong>de</strong> letteren die De<br />

Nieuwe Gids had uitgeroepen loopt zo'n vaart niet ; wat ze aan `goeds' produceert<br />

sluit aan bij <strong>de</strong> traditie . War er nog gaat gebeuren staat to bezien . Voorlopig lijkt<br />

<strong>de</strong> burger zon<strong>de</strong>r al to veel kleerscheuren door <strong>de</strong> crisis to komen .<br />

i Jan to Winkel, Een Volksbelang, brochure (1887)<br />

z Zie hierover her <strong>voor</strong>treffelijke proefschrift van J . Charite, De Sociaal-Democratische<br />

Bond als or<strong>de</strong>- en gezagsprobleem <strong>voor</strong> <strong>de</strong> overheid van I88o-2888, Den Haag (1972)<br />

3 Garmt Stuiveling, De Nieuwe Gids als geestelijk brandpunt . Der<strong>de</strong>, verbeter<strong>de</strong> druk,<br />

Amsterdam (1981), p .47<br />

4 De Gids 1879 w, P . 457<br />

5 De Gids 188z ii, p . ioi<br />

6 Arnold Hauser, Sociale geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> kunst, Nijmegen (1975 2 ) p, 5 z1 (oorspr . The<br />

Social History o f Art)<br />

129


1890 N'. 40 EEN DICHTER IN 'T LICHT .<br />

Uit4lave van Hartnms Niihof€<br />

(,Verzen door Herman (Sorter ;' b1z. 24 .)<br />

'Men heeft vaak, wanneer men lyrische verzen leest, <strong>het</strong> gevoel alsof men<br />

eene onbeschei<strong>de</strong>nheid begaat, of men bij ongeluk in een vreem<strong>de</strong><br />

woning <strong>de</strong> huiskamer binnentreedt en daar dingen hoort en ziet, die, hoe<br />

liefelijk, hoe treffend op zichzelf, niet <strong>voor</strong> vreem<strong>de</strong> ooren en oogen<br />

bestemd waren .' Dit is een van <strong>de</strong> gedachten in J .N . van Hall's bespreking<br />

van Goiter's Verzen, die hij overigens maar duister vindt .<br />

De Gids IV, p . 584 (1890)<br />

Ik ben alleen in hat lamplicht,<br />

<strong>de</strong> dingen kijken met een glad gezicht,<br />

om me in 't licbt.<br />

StemdrvkranJKranss'sfep


Atte Jongstra<br />

Een an<strong>de</strong>re smaak on<strong>de</strong>r koks<br />

en gasten?<br />

een boeken top-99 uit r89r


De redactie van De Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator heeft in 1891 her i<strong>de</strong>e dat <strong>de</strong> letterkundige<br />

smaak aan her veran<strong>de</strong>ren is . Uitein<strong>de</strong>lijk bestaat De Nieuwe Gids al<br />

weer ruim zes jaar. De Spectator-redactie wil nu wel eens weten war <strong>de</strong> invloed<br />

van dat tijdschrift is op <strong>de</strong> letterkundige smaak van her publiek . `In <strong>de</strong>zen tijd, nu<br />

<strong>de</strong> letterkundige smaak zich to ontworstelen tracht aan mo<strong>de</strong> en traditie, nu er<br />

zooveel verschil van opvatting is in <strong>de</strong> letterkunst - zoowel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> koks als<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gasten,- nu is <strong>het</strong>, naar onze meening, wel eens belangrijk to weten war<br />

in die letteren eenige duizen<strong>de</strong>n of hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n beschaaf<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs her meest<br />

aantrekt : Beets of Van Deyssel, of Withuys, of Gorter, Jorissen of Blok, Vosmaer<br />

of Aletrino, of Couperus, ten Brink, <strong>de</strong> Veer, Kaiser, van Heus<strong>de</strong>, Fruin, Bosscha,<br />

of wie ook .' Dit schrijft <strong>de</strong> redactie in <strong>het</strong> nummer van 5 <strong>de</strong>cember 1891 . Ze doet<br />

daarbij her verzoek aan <strong>de</strong> lezers en alle overige belangstellen<strong>de</strong>n een lijstje in to<br />

sturen met daarop tien werken van na 18oo, die <strong>het</strong> meest of her blijvendst geboeid<br />

hebben . De redactie wil <strong>voor</strong>al graag weten, welke werken van <strong>de</strong> laatste<br />

tien jaar daarbij zullen zijn : `Zoo kan dan b .v . blijken hoevelen gestreeld zijn door<br />

van Ee<strong>de</strong>n's "Ellen", door van Maurik's "Met z'n achten", door Joh . van Won<strong>de</strong>'s<br />

"Binnenhuisje", door Gorter's "Gedichten", door een roman van Ten Hoet,<br />

of iets an<strong>de</strong>rs .'<br />

In her eerste nummer van 1892 verschijnt <strong>de</strong> uitslag . Her zijn geen `duizen<strong>de</strong>n'<br />

beschaaf<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs die hebben gereageerd, maar dan toch tenminste 2.o6.<br />

dat is her aantal stemmen van nummer i, Hil<strong>de</strong>brand's Camera Obscura (1839) .<br />

War betekent een lijst zoals <strong>de</strong> Spectator die afdrukt? Heeft <strong>het</strong> felt dat Couperus'<br />

Eline Vere (1889) 63 stemmen kreeg iets to betekenen? En <strong>de</strong> 6o die Vorstengunst<br />

(1883) in <strong>de</strong> wacht sleepte? Heeft <strong>de</strong> redactie nu een beeld gekregen van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen<br />

in <strong>de</strong> letterkundige smaak?<br />

Van <strong>de</strong> negenennegentig werken zijn er zesen<strong>de</strong>rtig pas na 1879 verschenen . Ik<br />

noem dat jaar, omdat her meestal vanwege <strong>de</strong> discussie rond Emants' Lilith (met<br />

in <strong>de</strong>'top-99' opgenomen!) als begin wordt gezien van <strong>de</strong> beweging van en rond<br />

Tachtig. On<strong>de</strong>r die zesen<strong>de</strong>rtig werken zijn er veel, die met trachten zich `te ontworstelen<br />

aan mo<strong>de</strong> en traditie' . Ik noem u er enkele : Marine-sc<strong>het</strong>sen (18 81) van<br />

A. Werumeus Buning, Aya Sofia (x886) door H .J .A.M . Schaepman, Hermelijn<br />

(1885) door Melati van Java, Overijsselsche Novellen (1883) door P . Heering,<br />

Bogoriana (1891) door Annie Foore, Paedagogische Fragmenten (1888) door<br />

P .H . Ritter Jr ., Tom en ik (1889) van Johanna van Wou<strong>de</strong> en Etsen naar <strong>het</strong> leven<br />

(1883) door H . Holli<strong>de</strong>e .<br />

En war is <strong>de</strong> oogst van 'nieuwe' werken? Gorters Mei werd door zes lezers<br />

1 3 3


Portret van Jacques Perk door H . van <strong>de</strong>r<br />

Voort in <strong>de</strong> Betouw (Ned . Lett . Mus .)<br />

genoemd, net als Perks Gedichten . Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n kreeg <strong>voor</strong> De kleine<br />

Johannes maar liefst 65 stemmen, Couperus <strong>voor</strong> Eline Vere 6o. Noodlot, eveneens<br />

van Couperus, kreeg er 36 . Ver<strong>de</strong>r vin<strong>de</strong>n we van Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n Ellen<br />

en Studies . Van Jacobus van Looy Proza . Misschien moeten we Emants' Go<strong>de</strong>nschemering<br />

ook tot <strong>de</strong> 'nieuwe' werken rekenen, <strong>het</strong> bevat een filosofie die zeer<br />

goed in die van <strong>het</strong> door <strong>de</strong> 'ou<strong>de</strong> gar<strong>de</strong>' zo verfoei<strong>de</strong> naturalisme past . Toch is<br />

Go<strong>de</strong>nschemering, toen <strong>het</strong> in '83 verscheen, door <strong>de</strong> traditionele pers juist hemelhoog<br />

geprezen : bet was <strong>het</strong> werk van <strong>de</strong> beginjaren tachtig . Helene Swarth<br />

werd zowel door <strong>de</strong> traditionele pers als door De Nieuwe Gids zeer gewaar<strong>de</strong>erd .<br />

Met Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>ns De Kleine Johannes is weer bet probleem dat over bet<br />

`nieuwe' ervan grote twijfel is gerechtvaardigd . Maar goed, Van Ee<strong>de</strong>n was redacteur<br />

van De Nieuwe Gids . Als ik, ondanks <strong>de</strong>ze tegenwerpingen, toch her werk<br />

van Emants, Van Ee<strong>de</strong>n en Helene Swarth 'nieuw' noem dan bedraagt <strong>de</strong> oogst<br />

van 'nieuwe' werken tien stuks . Zesentwintig 'ou<strong>de</strong>' werken van na '79 blijven<br />

over . Mag men nu zeggen dat <strong>de</strong> letterkundige smaak is veran<strong>de</strong>rd?<br />

We kunnen ook an<strong>de</strong>rs tellen . Her 'nieuwe' werk verschijnt (op Emants en Perk<br />

na) niet eer<strong>de</strong>r dan 1887 . <strong>Bekijk</strong>en we <strong>de</strong> verhouding oud-nieuw na'87, dan is die<br />

tien tegen acht . Dat klinkt al an<strong>de</strong>rs, al is bet `nieuwe' nog steeds in <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rheid .<br />

Maar er is nog een test : we tellen <strong>de</strong> stemmen . De acht `nieuwe' werken van na<br />

1887 vergaar<strong>de</strong>n er z39, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> slechts z1o! Hebben we nu ein<strong>de</strong>lijk her bewijs<br />

geleverd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> doorbraak van <strong>de</strong> 'nieuwe' literatuur?<br />

In haar 5 <strong>de</strong>cembernummer 1891 zegt De Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator dat <strong>de</strong> uitslag<br />

van haar enquete een beeld zal geven van <strong>de</strong> letterkundige smaak <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs<br />

in <strong>de</strong> laatste tien jaar van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw . Het aantal inzendingen zal <strong>de</strong><br />

redactie zijn tegengevallen . Maar ook als duizen<strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n hebben<br />

gereageerd : naar <strong>de</strong> betekenis van een <strong>de</strong>rgelijke top-99 blijft <strong>het</strong> gissen .<br />

1 3 4


2<br />

Hil<strong>de</strong>brand, Camera Obscua, 206 .<br />

Multatuli, Max Havelaar, 134 .<br />

De Genestet, Gedichten, 112 .<br />

Bosboom Toussaint, Majoor Frans, 94 .<br />

Van Lennep, Ferdinand Huyck, 74 .<br />

Vosmaer, Amazone, 73 .<br />

F. van Ee<strong>de</strong>n, Kleine Johannes, 65 .<br />

Couperus, Eline Vere, 63.<br />

Wallis, Vorstengunst, 60 .<br />

Johanna van Wou<strong>de</strong>, Hollandsch Binnenhuisje, 55 .<br />

Van Limburg Brouwer, Akbar, 51 .<br />

Busken Rust, Litterarische Fantasies, 49 .<br />

Couperus, Noodlot, 36 .<br />

Bosboom Toussaint, Delftsche Won<strong>de</strong>rdokter, 35 .<br />

Jorissen, Historische Sc<strong>het</strong>sen, bla<strong>de</strong>n en studien,35 .<br />

Vosmaer, Inwijding, 35 .<br />

Vosmaer, Vogels, 35 .<br />

Fruin, Tien jaren nit <strong>de</strong>n tachtigjarigen oorlog, 34 .<br />

Potgieter, Proza, 33.<br />

Cremer, Betuwsche Novellen, 30 .<br />

Helen Swarth , Gedichten (Bouwviolen, Passiebloemen,<br />

enz .) 27 .<br />

Busken Huet, Land van Rembrandt, 26 .<br />

De Veer, Trou-ringh, 26.<br />

Multatuli, Woutertje Pietersen, 25 .<br />

Vosmaer, Nanno, 25 .<br />

Do Costa, Gedichten, 24.<br />

Multatuli, Vorstenschool, 23 .<br />

Bosboom Toussaint, Het huffs Lauernesse, 23 .<br />

Van Lennep, Roos van Dekama, 23 .<br />

Van Ee<strong>de</strong>n, Ellen, 23 .<br />

Wallis, In dagen van strijd, 23 .<br />

Schimmel, Sinjeur Semeyns, 20 .<br />

Schimmel, Mary Hollis, 20 .<br />

Van Walcheren, Zijn zuster, 21 .<br />

Multatuli, I<strong>de</strong>en, 17 .<br />

Geel, On<strong>de</strong>rzoek en fantasie, 16 .<br />

Hooijer, Novellen, 15 .<br />

Werumeus Boning, Marine-sc<strong>het</strong>sen, 45.<br />

Staring, Gedichten, 15.<br />

v. d . Lin<strong>de</strong>n, Gedichten van <strong>de</strong>n schoolmeester, 15 .<br />

Piet Paaltjes, Snikken en grimlachjes ; 15.<br />

Jonathan, Waarbeid en Droomen, 15 .<br />

Ten Kate, De Schepping, 15 .<br />

van Lennep, De pleegzoon, 15,<br />

van Lennep, Klaasje Zevenster, 15 .<br />

G. Keller, Novellen 15 .<br />

Schimmel, Milady Carlisle, 14 .<br />

Kneppelhout, Stu<strong>de</strong>nten-typen, 13 .<br />

van Walcheren, Vertaling van Aurora Leigh, 12 .<br />

DE NEDERLANDSCHE SPECTATOR .<br />

Jan ten Brink, Cost-Indische dames en heeren, 11,<br />

van Maurik, Novellen, 11 .<br />

De Genestet, Leekedichtjes, 40 .<br />

van Lennep, Onze <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs, 10.<br />

Annie Foore, Florence's droom, 10 .<br />

Johanna van Wou<strong>de</strong>, Tom en 1k, 10 .<br />

F. van Ee<strong>de</strong>n, Studies, 10 .<br />

Ritter, Paedagogische fmgmenten, 10 .<br />

Fiore <strong>de</strong>lla Neve, Een lief<strong>de</strong> in bet Zui<strong>de</strong>n, 10 .<br />

Ou<strong>de</strong> Beer Smits, Brieven en uitboezemingen, 10. .<br />

Ou<strong>de</strong> Heer Smite, Clementine, 10.<br />

Helene Mercier, Verbon<strong>de</strong>n schakels, 10 .<br />

Oltmans, De schaapher<strong>de</strong>r, 10 .<br />

Bosboom Toussaint, Langs een omweg, 9 .<br />

J . J. Cremer, Anna Booze r 9 .<br />

Multatuli, Milioenenstudien, 9 .<br />

Van Looy, Prom, 9.<br />

L. Mul<strong>de</strong>r, Jan Faessen, 9 .<br />

Emants, Go<strong>de</strong>nschemering, 9 .<br />

Annie Foore, Bogoriana, 9 .<br />

Busken Huet, Ou<strong>de</strong> romans, 9.<br />

Bil<strong>de</strong>rdijk, On<strong>de</strong>rgang <strong>de</strong>r eerste wereld, 8 .<br />

Holli<strong>de</strong>e, Etsen near bet leven, 6.<br />

Van Koetsveld, Pastorie van Mastland, 8 .<br />

Tollens, Nova Zembla, 8 .<br />

Vosmaer, Vertaling van Humerus, 8 .<br />

Schimmel, Kapitein van <strong>de</strong> Igfgar<strong>de</strong>, 8,<br />

Multatuli, Minnebrieven, 7 .<br />

Tony, Ernest Staas, 7 .<br />

Vosmaer, Vlugmaren, 7 .<br />

Melati van Java, Hermelyn, 7 .<br />

Beets, Gedichten, 7 .<br />

Boele van Hensbroek, Gedichten, 7 .<br />

Burgersdijk, Shakespeare-vertaling, 7 .<br />

Schaepman, Aya Sofia, 6 .<br />

Potgieter, Gedichten, 6 .<br />

Pierson, Geestelijke Voorou<strong>de</strong>rs, 6 .<br />

Jacques Perk, Gedichten, 6 .<br />

P. van Limburg Brouwer, Diophanes, 6 .<br />

Gorter, Mei, 6 .<br />

Bohl, Dante-vertaling, 6 .<br />

Heering, Overijsselsche Novellen, 6 .<br />

Ter Hear, Gedichten, 0 .<br />

Van Lennep, Elisabeth Munch, 6.<br />

Virginie Loveling, Sophie, 6 .<br />

Chr . Muller, Lief en feed nit een kleine wereld, 0 .<br />

Bosboom Toussaint, Leycester in Ne<strong>de</strong>rland, 6 .<br />

Bosboom Toussaint, Mejonkvrouw <strong>de</strong> Mauldon, 6 .<br />

Cosinus, Kippeveer, G .<br />

Cremer, Dokter Helmond, 6 .<br />

11 35


Nu weten wij <strong>het</strong><br />

In <strong>het</strong> Maartnummer van 'The Lad<strong>de</strong>r', eene nieuwe Engelsche revue, die<br />

overigens aardige overzichten geeft van vreem<strong>de</strong>, ook van Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

tijdschriften, vindt men <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> curieuse bericht : 'The Nieuwe Gids<br />

is the organ of the Jesuits, and seeks to stem the ti<strong>de</strong> of mo<strong>de</strong>rn culture<br />

by a sharp polemic against its ten<strong>de</strong>ncies' .<br />

in : 'Pluksel', De Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator (1891)<br />

De Engelsen constateren een nieuwe poging van gehaai<strong>de</strong> jezuieten <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse cultuur in katholieke zin to hervormen : De Nieuwe Gids als<br />

uitdrukking van <strong>de</strong> door J .A . Alberdingk Thijm zo nagestreef<strong>de</strong> katholieke<br />

emancipatie .


Geerte van <strong>de</strong> Groep en Peter J .A . Winkels<br />

De stille gemeente<br />

anekdoten, rod<strong>de</strong>ls, brieven en egodocumenten<br />

van en rond Tachtig<br />

`In donker, maar als her regent vervloek ik her, dan loop ik zoo'n uur of drie naar<br />

vrouwen to zoeken, want Mina is goed en wel, maar Jezus Christus, je wilt ook<br />

eens war an<strong>de</strong>rs en her kan niet eeuwig duren, en dan stag ik zoo ergens binnen in<br />

een inferieure gelegenheid en dan heb ik er in eens genoeg van . Dan stap [ik] er<br />

weer uit net als [ik] er in ben gekomen, zon<strong>de</strong>r een cent to verteren . Dan zie ik<br />

vrouwen met wij<strong>de</strong> mon<strong>de</strong>n en lagen poudre-<strong>de</strong>-riz en vrouwen met lange kou<strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>n, erg beenig - en vrouwen die me bang maken : Dik, bree<strong>de</strong> koppen als<br />

ossen, een flessie wijn, lievert? Ook ik ga wel eens met zoo'n vreemd lijk naar<br />

boven, maar gewoon naaien, daar komt niet van, dat wil bijna nooit lukken,<br />

zon<strong>de</strong>r dat ik zelf begrijp waar 't aan ligt'<br />

Arnold Ising in een brief aan Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel, 8 februari 1888


Binnen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse letteren vormen <strong>de</strong> Tachtigers een vreemd fenomeen . In<br />

hun Sturm-und-Drang-perio<strong>de</strong> - <strong>de</strong> eerste jaargangen van De Nieuwe Gids<br />

- trokken ze met hun werk <strong>de</strong> aandacht . Hoge oplagen haal<strong>de</strong>n ze echter niet .<br />

Tegenwoordig zijn er tentoonstellingen van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs rond De Nieuwe Gids en<br />

beleven <strong>de</strong> schrijvers vele herdrukken . Men kan zich echter afvragen of ze daardoor<br />

wel gelezen wor<strong>de</strong>n .<br />

Dankzij <strong>de</strong> vele bewaard gebleven foto's en <strong>de</strong> overvloed aan anekdotes bestaat<br />

<strong>voor</strong>al her beeld van Tachtigers als `rare kerels, met kachelpijpen op her hoofd",<br />

<strong>de</strong> ben<strong>de</strong> van zuipen<strong>de</strong> en an<strong>de</strong>rszins uitspatten<strong>de</strong> kunstenaars/bohemiens aan her<br />

ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw . Het werk lijkt naar <strong>de</strong> achtergrond geschoven, ten<br />

faveure van hun drankgebruik en seksuele uitspattingen . De anekdotiek verdringt<br />

<strong>de</strong> kunst .<br />

Wellicht is er zo'n beeld van Tachtig ontstaan omdat er (vrijwel) <strong>voor</strong> her eerst<br />

in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse cultuurgeschie<strong>de</strong>nis een aantal jonge kunstenaars dui<strong>de</strong>lijk als<br />

groep optrad, met verenigingen als Flanor, Sint Lucas en <strong>de</strong> Etsclub, een eigen<br />

tijdschrift, De Nieuwe Gids, en uitgesproken i<strong>de</strong>een op bet gebied van kunst en<br />

maatschappij . Een groep bovendien die zich vanuit zijn romantisch kunstenaarschap<br />

afzette tegen heersen<strong>de</strong> normen en moraal . En dat <strong>de</strong><strong>de</strong>n ze niet alleen in<br />

hun werk, maar ook in hun han<strong>de</strong>len en uiterlijke verschijning .<br />

Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel baar<strong>de</strong> veel opzien met zijn dandy-optre<strong>de</strong>n :<br />

"`Kom nou es kijken!" zei Stumpff, <strong>de</strong> directeur, toen ik <strong>voor</strong> her begin <strong>de</strong>r<br />

<strong>voor</strong>stelling van Fromont-jeune-et-Risler-aine in her Grand- Theatre-van-Lier op<br />

bet tooneel ronddrentel<strong>de</strong> om to kijken naar her rangeeren <strong>de</strong>r requisiten, "kom<br />

nou toch es kijken!" - terwijl hij mij naar bet kijkgaatje in bet scherm bracht . -<br />

"Daar zit hij al, dat etre, die vervloekte kwaje jongen met zijn verwaan<strong>de</strong> bakkes!<br />

Die" - met diepe minachting- "Witte Drop! Hij verpest <strong>de</strong> heele Stalles met zijn<br />

o<strong>de</strong>ur!"<br />

Ja, waarachtig, daar was hij met zijn witte pak en zijn hardnekkige vierkante<br />

kop, correct-nonchalant, alleen in een rij rood-met-zwarte fauteuils . Hij bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

zijn programma .<br />

Her leek mij toen in<strong>de</strong>rdaad een "Rare-kiek" in die halfverlichte zaal, waar hij<br />

zoo goed als alleen was .<br />

Hij zat half opzij gekeerd om bet licht van <strong>de</strong> gaskroon op zijn programma to<br />

hebben en her was zijn profiel met <strong>de</strong> sterke neus en <strong>de</strong> vastbera<strong>de</strong>n kin en zijn<br />

wasbleeke gelaatskleur, die mij imponeer<strong>de</strong>n, meer nog dan her witte costuum,<br />

dat, zooals ik later zag, door een vuurroo<strong>de</strong> bloem werd ge<strong>de</strong>coreerd . Het zou mij<br />

1 3 9


met verwon<strong>de</strong>ren, als ik van hem hoor<strong>de</strong>, dat hij toen een witte hooge hoed aan <strong>de</strong><br />

Ouvreuse in bewaring had gegeven . . . Ongetwijfeld had hij toen al gesnoept van<br />

<strong>de</strong> verhalen over Brummell, <strong>de</strong>n Record-dandy, en genoten van bet bevel, dat<br />

Bau<strong>de</strong>laire aan zijn kleermaker gaf, toen <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong> hem een <strong>voor</strong>treffelijk-zitten<strong>de</strong><br />

winterjas had gemaakt : "Maak er mij maar een douzijn van!"<br />

Het zal in vier-of-vijf-en-tachtig geweest zijn, dat <strong>de</strong> directeur zijn boosheid<br />

lucht gaf over <strong>de</strong> juiste opmerkingen van <strong>de</strong>n scherpen, niets-ontzien<strong>de</strong>n jongen<br />

criticus, toen reeds gevreesd om zijn tooneel-recensies in <strong>de</strong> Groene en gehaat<br />

door <strong>de</strong> Amsterdammers, om zijn verachting <strong>de</strong>r conventies, die hem in een open<br />

rijtuig met een beken<strong>de</strong> schoone vrouw <strong>de</strong>ed rondtouren door <strong>de</strong> stad, terwijl hij,<br />

zon<strong>de</strong>r ostentatie en zon<strong>de</strong>r zich om <strong>de</strong> afkeuren<strong>de</strong> blikken <strong>de</strong>r op-en-omzien<strong>de</strong><br />

passanten to bekommeren, een geanimeerd gesprek voer<strong>de</strong> . Her was geen afficheeren<br />

van <strong>de</strong>n nog zoo jongen man, doch alleen hooghartige minachting van <strong>het</strong><br />

verontwaardig<strong>de</strong> publiek, waartoe ik toen nog behoor<strong>de</strong> . Misschien dat <strong>de</strong> druiven<br />

. . . dock laten we in dit geval liever aan <strong>de</strong> zacht-fluweelen huid van blozen<strong>de</strong><br />

perziken <strong>de</strong>nken, waarvan <strong>de</strong> zwakke geur bet rijtuig begeleid<strong>de</strong>! Het was in<strong>de</strong>rdaad<br />

<strong>voor</strong>al zijn parfum, welke <strong>de</strong> Amsterdammers, die toen, evenals nu, maling<br />

had<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> literatuur en aan <strong>de</strong> halvegaren, die er zich mee bezig hiel<strong>de</strong>n,<br />

mishaag<strong>de</strong> .' (Aeg. Timmerman Tim's Herinneringen)<br />

Willem Kloos en Hein Boeken waren veel min<strong>de</strong>r rumoerig in hun optre<strong>de</strong>n :<br />

'[ . . .] men zag hen samen vaak achter elkaar langs <strong>de</strong> huizen stappen, alsmaar<br />

stappen . Hein in <strong>de</strong> ijle lucht starend boven zijn meter-lange schre<strong>de</strong>n en Willem<br />

<strong>de</strong> straatstenen bestu<strong>de</strong>erend tot ze doodmoe waren en rijp <strong>voor</strong> een glaasje van 't<br />

een-of-an<strong>de</strong>r en om ver<strong>de</strong>r to broe<strong>de</strong>n . . . Plotseling uitte Willem dan een paar<br />

woor<strong>de</strong>n, zooals : "Geloof je er iets van wat x gisteren vertel<strong>de</strong>?" En dan zei Hein :<br />

"Nee, niets", en dan zwegen ze <strong>voor</strong>t, tot er <strong>de</strong> avond op volg<strong>de</strong> . . .' (Uit : Tim's<br />

Herinneringen)<br />

Ook Frans Erens maakte curieuze wan<strong>de</strong>lingen, in gezelschap van Van Deyssel :<br />

'Er werd naar her Von<strong>de</strong>lpark gewan<strong>de</strong>ld . Wij bewogen ons daar meer dan een<br />

uur lang, maar her zwijgen bleef geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>ling gehandhaafd, terwijl wij<br />

strak <strong>voor</strong> ons uit staar<strong>de</strong>n . Wanneer wij vanuit bet park bij <strong>het</strong> groote hek op <strong>de</strong><br />

Stadhou<strong>de</strong>rska<strong>de</strong> waren teruggekomen, vond ik daar <strong>de</strong> geschikte plaats om afscheid<br />

to nemen . Wij bogen zwijgend <strong>voor</strong> elkaar . Evenzeer zon<strong>de</strong>r een woord to<br />

spreken gaven wij elkaar <strong>de</strong> hand . Ik ging rechts, naar huis, en hij links over bet<br />

Leidscheplein . Ik herinner mij, dat sommige <strong>voor</strong>bijgangers ons op die wan<strong>de</strong>ling<br />

nakeken en zich half omdraaiend bleven staan ; <strong>voor</strong> hen moeten die zwijgen<strong>de</strong><br />

mannen iets raadselachtigs hebben gehad .' (Uit : Vervlogen Jaren)<br />

De raadselachtige mannen van Tachtig waren vaak in <strong>de</strong>ze of gene kroeg to vin<strong>de</strong>n,<br />

achter een glaasje van her een of an<strong>de</strong>r . Willem Kloos had zo zijn gedachten<br />

over <strong>de</strong> entourage <strong>voor</strong> alcoholgebruik :<br />

' . . .Er is wat gepraat en gevochten en ook war gesc<strong>het</strong>terd om die gezellige leege<br />

portwijntonnen - maar om ons been ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voile - van Fricke's Bo<strong>de</strong>ga in<br />

<strong>de</strong> Kalverstraat bij <strong>de</strong> Munt, on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> drinken van een-of-meer glaasjes Een-en-<br />

Twintig . Want wij waren toen echte stadsmenschen en hiel<strong>de</strong>n van dat glaasje .<br />

1 4 0


Willem Kloos (zittend) en Hein Boeken (foto : Ned. Lett . Mus .)<br />

"Ik houd erg van een mooi uitzicht buiten", zei Willem eens in die dagen tot mij,<br />

"maar ik moet er lets bij to drinken hebben."'<br />

Ook <strong>de</strong>ze anekdote is afkomstig uit Tim's Herinneringen . Met VervIogen jaren<br />

vormt <strong>het</strong> <strong>de</strong> enige directe bron <strong>voor</strong> verhalen over en herinneringen aan Tachti-<br />

gers, zeker als <strong>het</strong> gaat om <strong>de</strong> eerste roemruchte jaren van De Nieuwe Gids . Vrij-<br />

wel alle verhalen rond <strong>de</strong> ben<strong>de</strong> van Kloos die in boeken of artikelen wor<strong>de</strong>n<br />

gememoreerd vin<strong>de</strong>n hun oorsprong in een van bei<strong>de</strong> boeken (met alle bewuste of<br />

onbewuste veran<strong>de</strong>ringen en vertekeningen) .<br />

Prominent aanwezig in <strong>de</strong>ze anekdoten zijn <strong>voor</strong>al Kloos, Boeken en Van Deys-<br />

sel . De eerste met name vanwege zijn vrijwel permanente alcoholprobleem . Of,<br />

zoals hij zelf stel<strong>de</strong> : `[ . . .] ik heb een glas wijn nodig om hel<strong>de</strong>r van hoofd to zijn .'<br />

r4'


Frank van <strong>de</strong>r Goes (foto : Willem Witsen)<br />

Dat zijn hoofd niet altijd ongeschon<strong>de</strong>n bleef valt to lezen in een brief van Arnold<br />

lsing aan Van Deyssel van zz augustus 1889 :<br />

`[ . . .] Ook zijn we [ . . .] naar <strong>de</strong> Berenbijt gewan<strong>de</strong>ld op een donker avondje in<br />

<strong>de</strong>n regen en daar waren Kloos, die op zijn neussie gevallen was, omdat hij ha ha<br />

bezopen was geweest en die dronken was, en Witsen, die bezopen was, en Boeken<br />

die to veel op had en zoo zijn we met ons zessen (Kloossies neussie meegerekend)<br />

ook nog naar <strong>de</strong> Steenen granietzuil op <strong>de</strong> Stadhou<strong>de</strong>rska<strong>de</strong> geweest .'<br />

Hein Boeken wordt vaak ten tonele gevoerd als `<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>rlinge intimus en accoliet<br />

van Willem Kloos' (Timmerman), een vreem<strong>de</strong>, dromerige man, die weinig<br />

aards was . In Tim's Herinneringen wordt over hem verteld :<br />

'Ik heb hem in een gure winternacht, begin <strong>de</strong>cember, plotseling gekleed en wel<br />

in <strong>het</strong> Rokin zien springen . Er voer in die tijd een pontje naar <strong>de</strong> stille zij<strong>de</strong>, dat<br />

's nachts natuurlijk buiten dienst was . "Ik verdom bet om dat hele eind om to<br />

lopen!" zei hij en sprong met zijn winterjas aan in bet vette, groene en stinken<strong>de</strong><br />

water.'<br />

Van Deyssel komt <strong>voor</strong>al naar voren als dandy . Zelfs <strong>de</strong> verhalen na zijn dood<br />

belichten nog dat aspect :<br />

`In <strong>de</strong> schier onafzienbare nalatenschap van Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel beyond zich<br />

ook een kistje met tientallen fijne, volkomen i<strong>de</strong>ntieke nikkelen sleuteltjes, raadselachtig,<br />

tenzij men wist dat Van Deyssel <strong>de</strong>ze (on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schuilnaam van Louis<br />

Poleslas : <strong>de</strong> "heroische-individualistische dandy" uit 1883) met Frank van <strong>de</strong>r<br />

Goes en Arnold Ising placht to kopen in een zaak op <strong>de</strong> Nieuwendijk, en dat hij<br />

<strong>de</strong>ze in <strong>de</strong> Kalverstraat, bij <strong>het</strong> zien van een mooie vrouw, uit zijn hand op <strong>het</strong><br />

plaveisel placht to laten vallen, om dan uit to roepen : "U verliest, geloof ik, iets",<br />

en een contact to kunnen leggen dat, wellicht, althans tij<strong>de</strong>lijk aangenaam zou<br />

mogen zijn .' (Michel van <strong>de</strong>r Plas)<br />

Annie Salomons, Godfried Bomans en Adriaan Roland Holst hebben <strong>voor</strong>al<br />

1 4 2


herinneringen aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Tachtigers vastgelegd . Bij hen krijgt meestal<br />

Van Deyssel <strong>de</strong> meeste aandacht . Roland Holst sc<strong>het</strong>st hem in vroegere tijd :<br />

`In zijn jonge jaren had hij met zijn vriend, Frank van <strong>de</strong>r Goes, die toen ook nog<br />

met was getrouwd, een huisje gehuurd in <strong>de</strong> Belgische Ar<strong>de</strong>nnen . Her was een<br />

zonnige zomermorgen en Van <strong>de</strong>r Goes stel<strong>de</strong> zijn vriend <strong>voor</strong> een wan<strong>de</strong>ling to<br />

gaan maken . Thijm excuseer<strong>de</strong> zich, hij wil<strong>de</strong> doorgaan met zijn werk ; hij bleef<br />

dus in zijn kamer op <strong>de</strong> eerste etage waar <strong>de</strong> ramen openston<strong>de</strong>n . Toen Van <strong>de</strong>r<br />

Goes <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur uit was gegaan zag hij een kleine bank die tegen her huis in <strong>de</strong> zon<br />

stond . Hij besloot daar eerst even to gaan zitten . Thijm, die dat met kon weten,<br />

waan<strong>de</strong> zich dus geheel alleen . Dui<strong>de</strong>lijk hoor<strong>de</strong> Van <strong>de</strong>r Goes zijn vriend boven<br />

hem op en veer lopen, naar woor<strong>de</strong>n zoekend . Er was maar een enkel geluid<br />

waardoor <strong>de</strong> zonnige stilte werd verstoord : in <strong>de</strong> verte kraai<strong>de</strong> weer en weer en<br />

zeer luid een haan . Dit kraaien moest zijn vriend hebben gestoord : zijn been en<br />

weer stappen stopte <strong>voor</strong> een <strong>de</strong>r open ramen en Van <strong>de</strong>r Goes hoor<strong>de</strong> zijn vriend<br />

in zijn won<strong>de</strong>rlijke intonatie van zijn kant <strong>de</strong> zonnige stilte verstoren : hij riep luid<br />

en als een bevel : "Genoeg kapoen!"' [Uit : In <strong>de</strong>n verle<strong>de</strong>n tijd; 1975]<br />

Uit <strong>de</strong> brieven die <strong>de</strong> Tachtigers veelvuldig wissel<strong>de</strong>n zijn prachtige verhalen to<br />

<strong>de</strong>stilleren . In een brief van Ising aan Van Deyssel (d .d . 31 <strong>de</strong>cember 1891) lezen<br />

we een en an<strong>de</strong>r aan rod<strong>de</strong>ls en leefomstandighe<strong>de</strong>n over een <strong>de</strong>r bentgenoten :<br />

'Zooals je weet woont onze vriend Chap Van Deventer met zijn hoogen hoed,<br />

zijn parapluie en zijn meissie op een bovenhuis in <strong>de</strong> Deymanstraat bij <strong>de</strong> Weesperzij<strong>de</strong>.<br />

Hij is wel aardig ingericht . Hij heeft zijn kamer <strong>voor</strong>-daar merk je niets<br />

van her meissie - daarachter een alkoof en daar weer achter <strong>de</strong> kamer van her<br />

meissie uit een ziogend koffiehuis in <strong>de</strong> Nes . Het meissie heeft <strong>het</strong> altijd razend<br />

druk met <strong>de</strong> huishouding en her verven van gangen en portalen en Chap brengt<br />

haar met in <strong>de</strong> circulatie, <strong>het</strong>geen ik Mina wel <strong>de</strong>ed . Het zussie van <strong>het</strong> meissie<br />

logeert tegenwoordig bij haar .'<br />

Buiten <strong>het</strong> felt dat brieven en ego-documenten een keur aan anekdoten verschaffen,<br />

bie<strong>de</strong>n ze een hoeveelheid informatie over leven en werken van schrijvers,<br />

over aangeschrevenen en beschrevenen die in <strong>de</strong> literatuurgeschie<strong>de</strong>nis<br />

meestal met to vin<strong>de</strong>n is .<br />

In zijn correspon<strong>de</strong>ntie met Van Ee<strong>de</strong>n bij<strong>voor</strong>beeld gaat Kloos vaak diep in op<br />

allerlei emotionele en lichamelijke reacties die hem in hoge mate verontrusten . Zo<br />

schrijft hij aan Van Ee<strong>de</strong>n over een zeer vreem<strong>de</strong> inzinking die hij kreeg nadat hij<br />

zich op een avond vreselijk aan Verwey had geergerd door zijn aanwezigheid . (Dit<br />

gebeur<strong>de</strong> vlak na <strong>de</strong> breuk met Verwey .)<br />

`[ . . .] Nu dan, <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n ochtend werd ik wakker met nog veel van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

kwaadheid en ik sprak daar een beetje over met Hein [Boeken], terwijl we in onze<br />

bed<strong>de</strong>n lagen . Maar opeens hield dat op, mijn hart begon ineens verschrikkelijk<br />

hard to kloppen, en ik werd door mijn heele lichaam heerlijk moe en aangenaam<br />

warm maar zwak, doodzwak . Ik dacht met meer aan doodgaan dan met een<br />

zacht : "nu goed" en ik herinner<strong>de</strong> me dat ik net zoo eens was geweest in een nacht<br />

toen ik gevaar liep van dood to gaan, zooals ik later hoor<strong>de</strong> . Dat weg voelen gaan<br />

van mijn lichaam in die verdooven<strong>de</strong> zwakte, werd hoe langer hoe erger en ik<br />

vroeg Hein, die bij mijn bed stond, om een dokter to halen . Maar ik bedacht me<br />

da<strong>de</strong>lijk daarop, dat dat niets zou geven, als ik werkelijk dood moest . En ik be-<br />

1 4 3


dacht me ook dat als ik daar in bed bleef liggen, Hein, die zoo goed <strong>voor</strong> mij was,<br />

heel veel last zou hebben, dat bet beter was op to staan en aangekleed of to wach-<br />

ten . Met verschrikkelijk veel moeite <strong>de</strong>ed ik dat, met behulp van Hein . Toen ging<br />

ik zitten maar kon niet blijven zitten . Ik kan her niet an<strong>de</strong>rs uitdrukken, dan of er<br />

een stuk van mijn bewustzijn werd afgetrokken, en dat ik bet grijpen moest, maar<br />

met kon . Ik dacht, zou ik gek wor<strong>de</strong>n, dat nooit, en voel<strong>de</strong> plotseling een heel-<br />

en ergen wit in me opkomen om heelemaal beret to wor<strong>de</strong>n . Ik zette me tegen al-<br />

les war in me gebeur<strong>de</strong> in, en na een minuut of tien, zei ik Goddank, 't is beter, ik<br />

ben beter en lachte en knikte tegen Hein, en liep heen en weer door <strong>de</strong> kamer . [ . . . ]'<br />

(13 okt . 1888)<br />

Van Ee<strong>de</strong>n schrijft hem daarover uitgebreid terug en geeft hem raad .<br />

'[ . . .] Je weet zelf hoe sterk, hoe onafhankelijk en hoe werkzaam jouw dubbel-ik<br />

is . Je geheele leven wordt er door beheerscht zon<strong>de</strong>r dat je bet beseft- ik <strong>de</strong>nk dat<br />

die meeningen, die opwellingen en gewaarwordingen die je nu niet begrijpt allen<br />

daaruit opdoemen en je doen schijnen alsof een vreem<strong>de</strong> invloed je beheerscht .<br />

Het is echter stellig niet goed to zeggen : "Ik word geleid door her Leven, door mijn<br />

dieper ziel- en ik kan her toch met lei<strong>de</strong>n, nu zal ik her maar opgeven en doen war<br />

mij invalt" . Dat is toch dwaasheid, Willem .'<br />

Psychiater Van Ee<strong>de</strong>n sc<strong>het</strong>st vervolgens een vergelijking om her allemaal nog<br />

eens to verdui<strong>de</strong>lijken.<br />

Ik zou ons dieper zijn bij een schip en zeilen willen vergelijken en wetend,<br />

overleggend bewustzijn bij her roer . Het roer is heel klein en moet maar mee, waar<br />

<strong>het</strong> schip gaat en blijft stil als her schip met <strong>voor</strong>tgaat . Het kan her schip niet<br />

bewegen en is maar een onbeteekenend stukje er van . Maar is her daarom goed her<br />

niet to gebruiken . Jij bent een groot schip, Willem, met groote, machtige zeilen -<br />

maar bet roer is <strong>de</strong>fect en her gaat mij aan 't hart <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kostelijke lading en her<br />

mooie schip .' (14 At . 1888)<br />

Hij raadt Kloos aan om met Willem Witsen mee naar Lon<strong>de</strong>n to gaan en bet<br />

daar rustig aan to doen . Geen uitspattingen, geen amusement (in <strong>de</strong> brieven die<br />

Witsen uit Lon<strong>de</strong>n schrijft kunnen we echter zien dat Kloos die laatste raad niet<br />

opgevolgd heeft .)<br />

Tij<strong>de</strong>ns zijn inzinking wordt Kloos door Van Ee<strong>de</strong>n thuis opgevangen . Hoe<br />

Kloos daarover <strong>de</strong>nkt kunnen we lezen in een brief die hij aan Van Deyssel<br />

schrijft :<br />

'Amicissime,<br />

Ik heb je een zeer interessante geschie<strong>de</strong>nis me<strong>de</strong> to <strong>de</strong>elen . Ik heb gepoogd<br />

mezelf om her leven to brengen, ben toen door v . Ee<strong>de</strong>n op een driewieler gezet en<br />

heb daarna in vier dagen an<strong>de</strong>rhalf vel mooie verzen geproduceerd, terwijl ik nu<br />

als comble met Willem Witsen in Lon<strong>de</strong>n samen ga wonen en daarna naar Japan<br />

vertrek . De conclusie uit dit alles is, dat er een streep door me loopt . Eerst was zij<br />

recht, maar nu begint er een gevaarlijke kromming in to komen, zie je . De opinies<br />

van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> lui over me zijn verschillend : Breitner zegt dat ik gesuceerd<br />

moet wor<strong>de</strong>n . Van Ee<strong>de</strong>n beweert, dat ik her <strong>de</strong>lirium heb en Mau van <strong>de</strong>r Valk<br />

houdt vol dat ik een enorme vent ben . En ik? Ik zit woest to fuifen, en bedaard<br />

verzen to maken her een na h a+t<strong>de</strong>re. [ . . .]' (r7 At. 1888)<br />

In <strong>de</strong>ze brief kunnen we lezen dat Van Ee<strong>de</strong>n zich terecht zorgen maakte over <strong>de</strong><br />

toestand van Kloos .<br />

11 44


In principe zijn brieven niet geschreven om gepubliceerd to wor<strong>de</strong>n en men mag<br />

veron<strong>de</strong>rstellen dat <strong>de</strong> gegeven informatie een informeel karakter draagt . Van<br />

Looy echter heeft hierover ten aanzien van zijn me<strong>de</strong>kunstenaars een an<strong>de</strong>re mening<br />

: `Die heeren litteratoren zijn au fond zoo gruwelijk ij<strong>de</strong>l en <strong>de</strong>nken geloof ik<br />

dat elke brief die ze schrijven na<strong>de</strong>rhand uitgegeven zal wor<strong>de</strong>n.' (6 april 1885) .<br />

Een <strong>voor</strong>beeld daarvan is, alweer, Kloos, die in <strong>de</strong> smartelijkste omstandighe<strong>de</strong>n<br />

aan Witsen schreef, dat hij geen kopie had van een brief . De passage in een ongedateer<strong>de</strong><br />

brief luidt : 'Kom, ik smeek je, kom en red me, en breng dan dit kladje<br />

mee . . . ik kan er geen copy van makers' .<br />

Ondanks <strong>de</strong>ze wetenschap blijft <strong>de</strong> correspon<strong>de</strong>ntie interessant omdat toch reserves<br />

ten aanzien van her ventileren van gevoelens en i<strong>de</strong>een min<strong>de</strong>r gel<strong>de</strong>n dan<br />

in, bij<strong>voor</strong>beeld, artikelen en omdat <strong>de</strong> Tachtigers elkaar toch per brief op <strong>de</strong><br />

hoogte moesten hou<strong>de</strong>n van allerlei zaken .<br />

Door her lezen van vraag en antwoord in <strong>de</strong>ze brieven krijgen <strong>de</strong> schrijvers meer<br />

gestalte en hun creatieve produkten een extra dimensie . Met <strong>de</strong> gegevens uit <strong>de</strong><br />

brieven van Kloos kan men bij<strong>voor</strong>beeld her eerste kwatrijn uit Verweys Van bet<br />

Leven beter begrijpen : `De toorn krieuwt in mijn keel : ik kan 't niet smoren, /'t<br />

Verdriet niet kroppe', als 'k zuiplappen en vraten / Zie wor<strong>de</strong>' uit kunstenaars, die<br />

hun kunst vergaten, / Hun lijf stuk-fuifen en hun ziel vergoren .'<br />

In een brief aan Kloos geeft Van Looy weer hoe hij zijn emoties verwerkt : `[ . . .]<br />

De vele indrukken maken een schrijver van me, zooals ik later weer rustig meer<br />

schil<strong>de</strong>r zal zijn . Maar, Kloos, ik ben nog Been stemmingsman, war schil<strong>de</strong>ren<br />

aangaat ; naar mijn oor<strong>de</strong>el is <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst iets to solieds, iets to plastisch <strong>voor</strong><br />

een rag van fijne impressie's . Schil<strong>de</strong>r krachtig, gezond, weef daarin al war in je is<br />

van kleuren enz., maar geen dingen, die in je hersens blijven hangen als een rilling,<br />

dat is poesie <strong>voor</strong> woor<strong>de</strong>n en tonen, weet ik veel, heeft een subtieler stof noodig .<br />

[ . . .1' (9 jan . 1887)<br />

De vele indrukken heeft hij eer<strong>de</strong>r in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> brief in een fraaie impressie gegeven,<br />

`[ . . .] ge<strong>de</strong>eltelijk <strong>voor</strong> tijdpassering en omdat her zoo frisch is, ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

ook omdat ik ongelukkig nooit nalaten kan, als iets me gefrappeerd heeft, 't zij<br />

van een beschrijving of van lets an<strong>de</strong>rs to bevallen . Er uit moet bet, daar helpt niets<br />

aan . [ . . .]'<br />

Vervolgens heeft Van Looy <strong>de</strong>ze brief omgewerkt tot een verhaal Ten reisindruk',<br />

gepubliceerd in Proza (1889) . De brief geeft echter veel spontaner en treffen<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> indrukken weer dan dat in her verhaal her geval is .<br />

Nu bestaat <strong>de</strong> correspon<strong>de</strong>ntie van <strong>de</strong> Tachtigers niet alleen uit verheven aandoeningen<br />

en emotionele problemen . Ruzies wor<strong>de</strong>n uitgevochten, misverstan<strong>de</strong>n<br />

gecreeerd (en weer rechtgezet), posities binnen De Nieuwe Gids aan <strong>de</strong> kaak<br />

gesteld en ver<strong>de</strong>digd en redactionele meningsverschillen toegelicht . Her hele Nieuwe<br />

Gids-bedrijf wordt, kortom, in <strong>de</strong> brieven doorgelicht . Ook is men niet to<br />

benauwd om elkaar flink to bekritiseren . Dit geldt <strong>voor</strong> zowel her werk van <strong>de</strong><br />

Tachtigers als <strong>voor</strong> <strong>de</strong> auteurs zelf .<br />

In een brief aan Kloos koelt Van Ee<strong>de</strong>n zijn woe<strong>de</strong> en toort hij zijn walging met<br />

betrekking tot Menschen en Bergen van Van Deyssel . Her prozastuk en Karel<br />

Alberdingk Thijm wor<strong>de</strong>n zwaar aangepakt :<br />

'Beste Willem - ik heb "Menschen en Bergen" gelezen en ik vind her ongeniet-<br />

1 4 5


aar en <strong>de</strong>goutant. Dar is geen schrijven meer, dat is analyseermanie . Daar kan<br />

geen sterveling plezier in hebben als <strong>de</strong> schrijver en iemand die gewoon is zoo to<br />

schrijven - <strong>voor</strong> een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> is <strong>het</strong> met to slikken . [ . . .] Er is een vervloekte, grove,<br />

walgelijke, bloote-billen-visie in, die mij vies maakt van mijn eigen lichaam toen ik<br />

't gelezen had . Ik vind her <strong>de</strong>monisch beroerd . Ik droom wel eens zulke akelige<br />

droomen, waarin alles zoo plakkerig vuil en walgelijk om me is, met dikke stinken<strong>de</strong><br />

menschen, ou<strong>de</strong> vrouwen en bloote mannen - zoo'n droom is afschuwelijk,<br />

alsof men niet uit't vuil komen kan . Dit geschrijf is als zoo'n droom en maakt<br />

mij ziek en misselijk . [ . . .] Karel zit in zijn eentje op zijn berg - en hoort niet van<br />

an<strong>de</strong>ren - en wordt met gestoord of uitgelachen of geergerd-hij zit zichzelf nit<br />

to broeien als een hoop nat hoof . En hij gaat maar door en voelt met meet dat er<br />

vuil en niet-vuil is in <strong>de</strong> wereld - hij verstompt <strong>voor</strong> stank als een anatoom - en<br />

<strong>voor</strong> vuiligheid als een dokter - hij krijgt perverse neigingen als een Chineesche<br />

lekkerbek die torte eieren eet . En moet ik nu dat lekkers maar meeeten omdat hij<br />

Karel is en meer kan clan een an<strong>de</strong>r . Ik doe her met Willem - en jij zult me geen<br />

ongelijk geven . [ . . .]' (z6 jan . 1889) Een oor<strong>de</strong>el dat men met snel in officiele<br />

kritieken zal aantreffen .<br />

Frans Netscher en zijn literaire aspiraties moeten bet eveneens ontgel<strong>de</strong>n, zij her<br />

min<strong>de</strong>r heftig . In een brief aan Verwey geeft Van Ee<strong>de</strong>n een weinig vleien<strong>de</strong> beschrijving<br />

van Netscher : `[ . . .] Er loopt geen beter kind op twee beenen . 't Is een<br />

nette uitgave van Paap, - op zwaar papier . Her paapt al wat er aan is . Groote<br />

plannen, zelfvertrouwen, een oor<strong>de</strong>el als een windwijzer en een bloed <strong>voor</strong> wie<br />

hem aandurft. Maar ik hou toch van hem, - en ik wou dat hij een roeping had tot<br />

billarten of schijfschieten of muziek, als't maar geen literaire was, want dat maakt<br />

hem zoo raar . [ . . .]' (z9 nov . 1886)<br />

Over Van Looy bestaat een rake beschrijving door Herman Gorter in een brief,<br />

waarschijnlijk aan Wies Cnoop Koopmans, ongedateerd . `[ . . .] Morgen heeft Van<br />

Looy mij geinviteerd zijn schil<strong>de</strong>rijen to komen zien . Hij is zeer geschikt, een klein<br />

rond ventje, een beertje dat in <strong>de</strong> verf gevallen is : hij zit altijd vol verf . Een<br />

openhartige naive vent, gunstig afstekend bij vele Nieuwe-Gids-mannen . Hij kan<br />

zoo gewoon war aardigs zeggen en heeft een guile manier van praten die erg gemakkelijk<br />

is . [ . . .]'<br />

Nadat Kloos zijn cyclus `Het Boek van Kind en God . Een passie-spel' (1888) heeft<br />

gepubliceerd, waar hij op superieure wijze in sonnetten gewag maakt van zijn<br />

teleurstelling betreffen<strong>de</strong> zijn verhouding met Verwey, is <strong>de</strong> laatste furieus . Hij<br />

reageert met een bun<strong>de</strong>l gedichten Van <strong>het</strong> Leven (1888) . Over Verweys aanval op<br />

Kloos heeft Van Ee<strong>de</strong>n her volgen<strong>de</strong> op to merken :<br />

`[ . . .] Ik dank je <strong>voor</strong> je boek - ik vind her mooi en groot- mooi, schitterend<br />

mooi en sterk, als een groot stalen zwaard, met goud ingelegd staal - maar ik<br />

vind her ook hard en koud . Zoo hoort staal to zijn, met waar?<br />

Ik wou dat jij her met was die ze gemaakt hebt- ik zou beret genieten . Nu moet<br />

ik met verdriet <strong>de</strong>nken aan dat mooie boek, met zooveel schoonheid en wijsheid<br />

en met zoo weinig hart .<br />

Waarom sla je then man terug, Albert - zoo fel, zoo weloverlegd met al her<br />

<strong>voor</strong><strong>de</strong>el van je kalme kracht, met al her overwicht van je zooveel grooter wereldwijsheid?<br />

146


Die Port van Cleve, aan <strong>de</strong> N.Z. Voorburgwal, een cafe waar <strong>de</strong> Tachtigers vaax<br />

vertoef<strong>de</strong>n (foto : Hist. Topogr . Ad . Gem . Arch . Amsterdam)<br />

O zeker, je hebt er her recht toe - je bent grievend beleedigd, je bent schan<strong>de</strong>lijk<br />

miskend in 't openbaar, met machtige wapens . Men zal je groot gelijk geven -<br />

maar ik zeg je dat her met goed is . Mij heeft bet bitter gespeten omdat ik zooveel<br />

van je houd en er op gesteld was, evenveel van je to blijven hou<strong>de</strong>n [ . . .]' (31 okt.<br />

1888)<br />

Bij her verschijnen van Verweys bun<strong>de</strong>l Verzamel<strong>de</strong> Gedichten in 1889, is Van<br />

Ee<strong>de</strong>n in zijn kritiek zelfs kwetsend . De verhouding tussen bei<strong>de</strong>n is inmid<strong>de</strong>ls war<br />

bekoeld :<br />

'Beste Albert,<br />

Bedankt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toezending van je Gedichten . Ik was zeer getroffen door een<br />

aantal sonnetten daarin, waarvan ik her bestaan met eens vermoed<strong>de</strong>, en die ik<br />

vind tot her allermooiste hooren war je geschreven hebt. Ik heb er van middag<br />

groot genot door gehad .<br />

Dat je bet boek ontsierd hebt door die nare, onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> versjes van <strong>de</strong>n<br />

laatsten tijd vind ik erg jammer en ik zal wel <strong>de</strong> eenigste met zijn . Die regeltjes aan<br />

Jan Piet [Veth] zijn toch al heel onnoozel en dat Goethe-vers vind ik infaam kin<strong>de</strong>rachtig<br />

.'t Is zoowat van bet genre dat je op <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van een beste kamer geschreven<br />

vindt met potlood . Vindt Kitty dat ook geestig of mooi? 't Is dikwijls ongeloofelijk<br />

hoe een schijnbaar sterke vrouw zich buigen kan naar haar man . Waarom<br />

wil je absoluut verzen maken als er geen emoties in je zijn waaruit ze alleen<br />

kunnen groeien. Je kunt evengoed een boom proberen to maken van zand, omdat<br />

an<strong>de</strong>re bomen uit't zand gegroeid zijn . Het is een prachtige brand geweest, maar<br />

nu is 't bosch afgebrand en schijn je to moeten wachten tot er weer wat gegroeid is .<br />

Waarom probeer je nu <strong>de</strong>n grond to laten bran<strong>de</strong>n? [ . . .]' (2i okt. 1889)<br />

Helaas is bet weerwoord van Verwey met bekend . Zijn brieven zijn niet <strong>voor</strong><br />

publikatie vrijgegeven .<br />

Door her publiceren van brieven-uitgaven en ego-documenten krijgt <strong>de</strong> lezer een<br />

re<strong>de</strong>lijk samenhangend beeld van <strong>de</strong> contacten in <strong>de</strong> bent van Tachtig .<br />

Nu zijn juist <strong>de</strong>ze persoonlijke getuigenissen met ontkomen aan <strong>de</strong> selectiecriteria<br />

van <strong>de</strong> bezorgers ervan . Een fraai <strong>voor</strong>beeld van rechtstreekse literatuurge-<br />

1 4 7


schie<strong>de</strong>nis-vervalsing geeft 's-Gravesan<strong>de</strong> 2 , waar hij praat over <strong>de</strong> verhouding<br />

tussen Kloos en Verwey . Brieven zijn vernietigd en an<strong>de</strong>re zorgvuldig geselecteerd<br />

door Kloos of zijn vrouw, zodat <strong>het</strong> gewenste beeld van Kloos gepresenteerd kon<br />

wor<strong>de</strong>n . Op <strong>de</strong>ze manier krijgt <strong>de</strong> lezer weliswaar een verrijkte kijk op <strong>het</strong> leven<br />

van <strong>de</strong> auteur, maar gezien door <strong>de</strong> morele bril van <strong>de</strong> bezorger .<br />

's-Gravesan<strong>de</strong> plaatst <strong>de</strong>rhalve een tot nu toe ongepubliceerd document, dat<br />

naar zijn mening `een belangrijke bron <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kennis van bet innerlijke leven van<br />

Kloos' is. Boven aan <strong>de</strong> brief staat ook 'confi<strong>de</strong>ntieel' :<br />

'Beste Fre [Van Ee<strong>de</strong>n],<br />

Deze brief heeft niets met <strong>de</strong> literatuur to maken, en ik zal je hier alleen on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n<br />

over mijzelf, en wet over mijn gezondheidstoestand . Verontrust je niet -<br />

ik ben met ziek : 't is alleen maar, dat ik zoo even we<strong>de</strong>rom een gewaarwording<br />

heb gehad, die mij mijn geheele leven, zoolang ik me bewust ben, met kortere of<br />

langere tusschenpoozen meer verbaasd dan gekweld heeft, en die ik steeds vruchteloos<br />

gepoogd heb on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n to brengen . Nu echter geloof ik, dat dit mij<br />

gelukt is en ik schrijf je dus <strong>de</strong>ze, met omdat ik geloof, dat je er mij van of zoudt<br />

helpen, maar omdat <strong>het</strong> je misschien als psychiater interesseren zal .<br />

Vroeger omschreef ik <strong>de</strong>ze sensatie zoo : Plotseling scheen <strong>het</strong> mij, of alle gelui<strong>de</strong>n,<br />

dichtbij en veraf zijn<strong>de</strong>, een an<strong>de</strong>ren klank kregen, of zij meer verwij<strong>de</strong>rd<br />

wer<strong>de</strong>n en een on<strong>de</strong>rtoon <strong>de</strong><strong>de</strong>n hooren, die jets spottends, iets "kichernds" had .<br />

Thans echter heb ik mijzelf nauwkeuriger nagegaan, en opgemerkt, dat ik in<br />

mezelf een hoop dooreenwarrelen<strong>de</strong> gelui<strong>de</strong>n verneem, die toch geen gelui<strong>de</strong>n<br />

zijn, en die zich telkens tot menschenstemmen ontwikkelen, die toch niet spreken,<br />

schreeuwen<strong>de</strong>, schel<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, vragen<strong>de</strong>, vermanen<strong>de</strong> menschenstemmen zon<strong>de</strong>r<br />

woor<strong>de</strong>n . Om 't je dui<strong>de</strong>lijk to maken : als ik goe<strong>de</strong> verzen lees, zacht <strong>voor</strong> mezelf,<br />

is 't net of ik in me een an<strong>de</strong>re, fraaie, luisterstem hoor meelezen, die elken klank<br />

zijn relief geeft, zoodat <strong>de</strong> expressie van bet vers to <strong>voor</strong>schijn komt : heb jij dat<br />

ook niet? Nu zoo zijn ook <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re stemmen in me, maar zon<strong>de</strong>r dat ik lees,<br />

zon<strong>de</strong>r beken<strong>de</strong> aanleiding en even plotseling ophou<strong>de</strong>nd . Ik had dat reeds als<br />

kind van zes jaar en vond bet toen zeer aardig . Op latere leeftijd, ik meen tot mijn<br />

vier en twintigste jaar ongeveer, had ik <strong>het</strong> min<strong>de</strong>r of niet, maar in <strong>de</strong>n laatsten tijd<br />

komt bet weer meer <strong>voor</strong> .<br />

Deze illusie on<strong>de</strong>rga ik met bewustzijn, door re<strong>de</strong>neering gaat zij niet weg, maar<br />

eindigt van zelf . Zooeven echter, toen ik haar we<strong>de</strong>r had, zooals ik je zei, heb ik<br />

een experiment op mezelf genomen : ik schonk mij een klein glaasje met rum in en<br />

dronk <strong>het</strong> in een teug half leeg, een zeer geringe hoeveelheid alkohol dus, en zie, op<br />

eens was ik weer normaat .<br />

Nog lets, <strong>de</strong>ze laatste aanval was zeer sterk, d .w .z . ik werd mij dui<strong>de</strong>lijk bewust,<br />

wat ik eigenlijk voel<strong>de</strong>, en tevens kreeg ik een vage <strong>voor</strong>stelling, dat, als <strong>het</strong> nog<br />

heel veel sterker werd, ik hallucinaties zou krijgen . Dit laatste vermoe<strong>de</strong>n is echter<br />

misschien zon<strong>de</strong>r grond . Weet jij nu ook mij lets to zeggen over dit verschijnsel? Is<br />

<strong>het</strong> soms ook bij an<strong>de</strong>ren geconstateerd en zou er, in dat geval, kans kunnen zijn,<br />

dat <strong>het</strong> erger werd? Ik behoef je niet to zeggen, dat je er met met an<strong>de</strong>ren over<br />

spreken moet, ook niet met Aletrino.' (z3 okt . 1886)<br />

Uit <strong>de</strong> laatste zinsne<strong>de</strong>n blijkt klaar, zegt 's-Gravesan<strong>de</strong>, dat Kloos vreest aan<br />

hallucinaties to lij<strong>de</strong>n, waardoor nog dui<strong>de</strong>lijker uitkomt, dat drank <strong>voor</strong> hem een<br />

1 4 8


mid<strong>de</strong>l was om aan die waan<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n to ontkomen . Ook nit <strong>de</strong> brief van<br />

Kloos aan Van Ee<strong>de</strong>n, na <strong>het</strong> afscheidsfeest van Witsen geschreven, zien we dui<strong>de</strong>lijk<br />

dat psychische afwijkingen van Kloos <strong>voor</strong>kwamen, evenals <strong>de</strong> vrees krankzinnig<br />

to wor<strong>de</strong>n .<br />

Waarorn die ene brief wel en <strong>de</strong>ze laatste brief met gepubliceerd is, is ondui<strong>de</strong>lijk<br />

. Ook <strong>de</strong> eerste brief gaf nu met direct een rooskleurig beeld van Kloos' innerlijk<br />

leven .<br />

Ondanks <strong>de</strong> selectie van brieven door ontvangers en latere bezorgers, geven <strong>de</strong><br />

bestaan<strong>de</strong> uitgaven re<strong>de</strong>lijk wat achtergrondinformatie en krijgt her kunstenaarsbedrijf<br />

van `<strong>de</strong> stille gemeente' relief :<br />

Paris, 8 Nov . 85, 3 1/z uur<br />

z<strong>de</strong> zendbrief - geschreven aan <strong>de</strong> stille gemeente to Amsterdam - van nit her<br />

cafe Vac<strong>het</strong>te, Brd . St . Michel .<br />

Beste Albertje [Verwey] - die ditmaal <strong>de</strong> eer geniet geadresseer<strong>de</strong> to zijn - ik<br />

hoop dat je <strong>de</strong> vorige aan Sam [Aletrino] al gelezen hebt, want ik vertel met graag<br />

iets tweernaal . - Het gaat mij uitstekend - een groote Angorakat met dikken<br />

staart wan<strong>de</strong>lt <strong>voor</strong> mij been en weer - en een druk gewoel van rooken<strong>de</strong> en<br />

borrelen<strong>de</strong> etudiants en etudiantes (<strong>de</strong>ze laatste rooken niet) omringt mij . Ik voel<br />

mij zeer welbehagelijk, want ik heb een zeer genoegelijk <strong>de</strong>jeuner bij Huet achter<br />

<strong>de</strong>n rug .<br />

De groote criticus (wat Goes ook moge beweren en moppen tappen) was allerminzaamst<br />

- je zult zeggen dat Goes nooit beweerd heeft dat hij met minzaam<br />

was - maar zooals ik zeg, her <strong>de</strong>jeuner was zeer smakelijk en zijn witte Bor<strong>de</strong>aux<br />

en cognac waren zeer goed - dus ben ik geneigd tegen Goes en <strong>de</strong>n duivel vol to<br />

hou<strong>de</strong>n, dat Huet minzaam en een groot criticus is . De zoon was ziek en ik heb<br />

hem slechts even aan zijn bed gesproken - en mevrouw - zij beweer<strong>de</strong> met<br />

nadruk : dat zij met zeer veel genoegen met mij kennis had gemaakt-wat kan ik<br />

an<strong>de</strong>rs als goeds van haar zeggen . Ik ben al Parijsch genoeg gewor<strong>de</strong>n in drie<br />

dagen - om een welwillen<strong>de</strong> glimlach ook door een laag poudre <strong>de</strong> riz to apprecieeren<br />

en een bout opgeschikt gewaad to bewon<strong>de</strong>ren, ook al hangt her om een<br />

eenigszins door <strong>de</strong> jaren beschadig<strong>de</strong> taille. In een woord, beste Albert, ik houd<br />

<strong>het</strong> zoo even genoten <strong>de</strong>jeuner <strong>voor</strong> een gewichtig moment in onze litteratuurgeschie<strong>de</strong>nis<br />

en <strong>de</strong> haas die <strong>het</strong> geluk had daar version<strong>de</strong>n to wor<strong>de</strong>n zal eenmaal<br />

naast <strong>de</strong> historische faisanten van da Costa geen kwaad figuur maken .<br />

Ik zal je vertellen hoe her met <strong>de</strong> N .G. ging. Mevrouw begon-over sonnetten,<br />

- ik moedig<strong>de</strong> wat aan - lokte uit - en jawel! daar kwam <strong>de</strong> ontlading . Een<br />

hevige don<strong>de</strong>rbui-<strong>het</strong> was merkbaar dat hij lang had gebroeid en bepaal<strong>de</strong>lijk er<br />

op was berekend om vandaag los to barsten . Verwaandheid - totaal gebrek aan<br />

historische kennis - "niet lief" van Doorenbos (een kostelijke term) "niet lief"<br />

van Doorenbos om ons, zijn jonge vrien<strong>de</strong>n zoo'n stuk to sturen . Kloos' verzen<br />

ridicuul ; Persefone mid<strong>de</strong>lmatig, repetitie van Keats' Endymion- Johannes grog<br />

van Woutertje - goed Hollandsch wordt niet meer geschreven - een dwaalweg!<br />

een droevige dwaalweg - jelui zult <strong>het</strong> berouwen - en toen bom! een slag op <strong>de</strong><br />

tafel . Daarop stilte - natuurlijk. Ik schil<strong>de</strong> een stukje peer, keek naar buiten en<br />

merkte op, dat <strong>het</strong> bier lief wonen was aan <strong>de</strong> Esplanada <strong>de</strong>s Invali<strong>de</strong>s, zoo goed<br />

1 4 9


Cafe-restaurant Willemsen, aan <strong>de</strong> Heiligeweg 'waar wij her meest bij elkaar<br />

kwamen' (Frans Erens) . Prent verschenen in De Bouwmeester 7, nr 27 .<br />

als buiten . Ja, zei<strong>de</strong> Mevrouw, wij gaan ook niet meer naar buiten's zomers sinds<br />

wij hier wonen . En daarop vlotte her gesprek uitstekend op huiselijken, gemoe<strong>de</strong>lijken<br />

toon . Over Parijs, over Chap [van Deventer] (die en parenthese ook <strong>het</strong><br />

noodige had gekregen over zijn duisterheid en slechte taal), over Martha [van<br />

Ee<strong>de</strong>n-van Vloten] en tal van an<strong>de</strong>re zaken . Mevrouw en ik wer<strong>de</strong>n beste maatjes .<br />

Over sonnetten werd niet an<strong>de</strong>rs meer als schertsend gesproken - mevrouw<br />

vroeg of er een soort van spiritisme achter stak - en ik stel<strong>de</strong> <strong>voor</strong> haar op een<br />

seance to magnetiseeren, natuurlijk in 't donker . Huet raakte uit <strong>de</strong> plooi - wij<br />

gingen naar zijn stu<strong>de</strong>erkamer, rookten een sigaar, praatten over Noordsche,<br />

1 5 0


Duitsche, Fransche litteratuur en ik ben overtuigd dat zij mij bei<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> een<br />

fatsoenlijk maar helaas verdwaald schaap begonnen to hou<strong>de</strong>n . En bij 't weggaan<br />

moest ik beloven <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n Zondag weer to komen en van tijd tot tijd nog<br />

eens naar Gi<strong>de</strong>on to komen zien .<br />

Begrijp je dat ik mij kostelijk geamuseerd heb? Zulk een gevoel als ik nu heb,<br />

krijg ik alleen wanneer ik mij bewust ben niet her gekst figuur van <strong>het</strong> gezelschap<br />

geslagen to hebben . Ik mag re<strong>de</strong>neeren hoe ik wil, zooiets merk ik alleen nit mijn<br />

stemming .<br />

0, o die groote kriticus - wij met ons vijven, driemaal genomen, kunnen niet<br />

tegen hem op - in kennis, geleerdheid, scherpzinnigheid - en toch - en toch zoo<br />

- enfin, zeg her zelf maar . Verbeeld je zulke uitvallen - alles in die don<strong>de</strong>rbui : -<br />

"Wat praat jelui van Shelley en zijn positie - Shelley die <strong>de</strong> <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>elen van<br />

een heel yolk trotseer<strong>de</strong>, die gestre<strong>de</strong>n en gele<strong>de</strong>n heeft, die een reus was in zijn tijd<br />

- en jullie die daar in Amsterdam hokken - niets doen en niets van <strong>de</strong> wereld<br />

gezien hebt . Dat hin<strong>de</strong>rt mij zoo in jullie verzen - her is verzonnen - allemaal<br />

leugen, war praat die mijnheer Kloos van <strong>de</strong> maan en van meisjes die hij nooit<br />

gezien heeft - dat zijn immers tastbare leugens, alles leugens!"<br />

"U woont hier lief aan <strong>de</strong> Esplanada <strong>de</strong>s Invali<strong>de</strong>s ."<br />

O Huet! Huet! - Her was precies <strong>de</strong> toon, <strong>de</strong> schampere manier waarop van<br />

Vloten over Vosmaer sprak . Ach <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom maakt ons toch allen gelijk . Wie<br />

weet hoe wij later nog to keer gaan . Nu ga ik <strong>de</strong> stad eens in . Van Goes heb ik niet<br />

gesproken . Hij leest her weekblad - en die slag op tafel kwam danig aan . Adieu,<br />

<strong>het</strong> laatste blaadje schrijf ik aanstonds vol .<br />

Bd . <strong>de</strong>s Italiens.- Je ziet ik leef een zwervend leven-<strong>het</strong> is won<strong>de</strong>rlijk 3 dagen<br />

lang door duizen<strong>de</strong> krioelen<strong>de</strong> menschen to hebben gedwaald zon<strong>de</strong>r een bekend<br />

gezicht - of zelfs een gezicht tweemaal ontmoet to hebben . Her is genoeglijk bier<br />

niets van <strong>de</strong> Zondag to merken - alles is even levendig en druk als altijd, ook zijn<br />

vele winkels nog open . Mijn hemel, ik word duizelig van al dat fransch . - Het<br />

spreken gaat wel beret als 't niet to lang duurt . - Die verbindingen van woor<strong>de</strong>n<br />

zijn lastig. Mais-z-oui! en <strong>de</strong>rgelijke . "Ah ce West qu'une liaison furtive" zei Barres<br />

"ca nous passe assez souvent, noun autres ." Jelgersma's stuk heb ik nog niet<br />

gelezen - mijn hemel! - hoe kon ik her hier meebrengen, zelfs in <strong>de</strong>n trein ging<br />

her niet.<br />

Ik heb nog pret als ik aan Huet <strong>de</strong>nk . Her werd "waar<strong>de</strong> vriend" en "beste van<br />

Ee<strong>de</strong>n" op 't laatst . Als hij verstandige dingen had gezegd, zou ik veel min<strong>de</strong>r schik<br />

gehad hebben . Dit zal Chap wel niet goedvin<strong>de</strong>n - maar enfin .<br />

Deze brief moet je ook aan Martha laten lezen, als 't kan .<br />

Adieu Albertje, dicht je nog bij <strong>de</strong> meter? tt . FRe'<br />

De anekdotiek wint her niet van <strong>de</strong> kunst, die is daar<strong>voor</strong> to waar<strong>de</strong>vol, maar ze<br />

vormt wel een kleurrijke achtergrond bij een veelbesproken stille gemeente .<br />

i Een beeld waar<strong>voor</strong> Biich zijn vrees uitsprak in zijn artikel `een portrettengalerij van rare<br />

kerels met kachelpijpen op <strong>het</strong> hoofd' in Folia Civitatis (z4-1o-1981)<br />

z De geschie<strong>de</strong>nis van De Nieuwe Gids en Supplement (zie volgend overzicht)<br />

1 5 1


,-, - ue Laatnrn N. s.<br />

EEN NIEUWE &108,<br />

Een jonge gids wijst <strong>het</strong> reisgezelschap, alien ervaren lees- of<br />

levenswijzers, op een nog niet eer<strong>de</strong>r overdachte eindbestemming . Beets<br />

kijkt wat er aan <strong>de</strong> hand is . De Genestet raakt <strong>het</strong> allemaal niet meer zo : hij<br />

is al dood sinds 1861 . Vosmaer bestu<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> reactie van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> heren<br />

die na hem komen . Ten Brink klaar <strong>voor</strong> een don<strong>de</strong>rend protest . En J .A .<br />

Alberdingk Thijm kijkt eens aandachtig naar <strong>de</strong> gids : kent hij die<br />

jongeman?


Biografieen<br />

Hier volgen een aantal korte levensbeschrijvingen van personen binnen en rond <strong>de</strong><br />

Beweging van Tachtig . Het zwaartepunt ligt op <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 188o-189 5 . Aan ie<strong>de</strong>re<br />

biografie is een beperkte bibliografie toegevoegd . Daarin is er zoveel mogelijk<br />

naar gestreefd waar mogelijk alleen monografieen op to voeren . De initialen on<strong>de</strong>raan<br />

<strong>de</strong> biografie geven <strong>de</strong> auteur aan .<br />

Alberdingk Thijm, Josephus Albertus<br />

Amsterdam 18zo - 1889<br />

letterkundige<br />

Alberdingk Thijm is opgeleid <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>l ; inzake cultuur was hij autodidact.<br />

Hij drijft in Amsterdam een zaak<br />

in scheepsproviand en verduurzaam<strong>de</strong><br />

levensmid<strong>de</strong>len . Later wordt hij directeur<br />

van een uitgeverij . Daarnaast<br />

werkt hij mee aan diverse letterkundige<br />

en an<strong>de</strong>rsoortige periodieken ; in 1 855<br />

richt hij <strong>de</strong> Dietsche Waran<strong>de</strong> op . In latere<br />

jaren werkt hij mee aan De Amsterdammer<br />

. Thijm wordt in 1876 benoemd<br />

tot hoogleraar in <strong>de</strong> kunstgeschie<strong>de</strong>nis<br />

en schoonheidsleer aan <strong>de</strong><br />

Amsterdamse Aca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kunsten.<br />

Er bestaat een soort haat-lief<strong>de</strong> verhouding<br />

tussen hem en zijn leerlingen .<br />

Met name Veth en Witsen zetten zich<br />

in hun latere kunstkritieken in De<br />

Nieuwe Gids tegen hem af.<br />

Samen met zijn zwager Cuypers is<br />

Thijm een <strong>voor</strong>vechter geweest <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

emancipatie van her rooms-katholieke<br />

volks<strong>de</strong>el pw<br />

Lit:<br />

A .J . (=Van Deyssel), J.A . Alberdingk<br />

Thijm (1893, 1985 2)<br />

G . Brom, Alberdingk Thijm (1956)<br />

Aletrino, Aaron<br />

(Arnold, Sam ; ps . P .A . Saaije Azn .)<br />

Amsterdam 1858-Chernex (Zwitserland)<br />

1916<br />

medicus, letterkundige<br />

Aletrino stamt uit een Portugees-joodse<br />

familie . Na <strong>het</strong> gymnasium gaat hij<br />

medicijnen stu<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> Universiteit<br />

van Amsterdam . Daar raakt hij bevriend<br />

met Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n, die<br />

hem introduceert bij Flanor. Aletrino<br />

wordt me<strong>de</strong>werker van De Nieuwe<br />

Gids .<br />

Hij schrijft zeer zwaarmoedig proza :<br />

Uit <strong>de</strong>n Dood en an<strong>de</strong>re Sc<strong>het</strong>sen<br />

(1889) en <strong>de</strong> romans Zuster Bertha<br />

(1891) en Martha (189 5 ) . Zij n artsexamen<br />

legt Aletrino of in 1886, waarna<br />

hij in 1889 promoveert . Als huisarts<br />

behan<strong>de</strong>lt hij vele van zijn Tachtigersvrien<strong>de</strong>n<br />

. Hij was zeer sociaal-voelend<br />

en kwam als Amsterdams gemeente-<br />

1 5 3


arts in aanraking met <strong>de</strong> meest mis<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> samenleving . In zijn wetenschappelijk<br />

werk en in zijn praktijk is<br />

hij baanbrekend geweest met zijn<br />

<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n over o .m . homo-seksualiteit<br />

en p rostitutie . pw<br />

Lit:<br />

Bzzlletin nr . 99 (oktober 198 z) themanummer<br />

Allebe, August<br />

Amsterdam 1838 - 1927<br />

schil<strong>de</strong>r, hoogleraar, graficus<br />

Allebe krijgt al jong les van Piet Greive .<br />

Hij volgt zijn tekenopleiding aan <strong>de</strong><br />

Koninklijke Aca<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kunsten, on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong> beeldhouwer<br />

L. Rouper . In 1858 vertrekt<br />

Allebe <strong>voor</strong> twee jaar naar Parijs . Daar<br />

houdt hij zich <strong>voor</strong>al met lithografie<br />

bezig . Na zijn terugkeer in Amsterdam<br />

probeert hij - zon<strong>de</strong>r succes - uitgevers<br />

hier<strong>voor</strong> to interesseren . In <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> wordt Allebe lid van Artis,<br />

waar hij veel sc<strong>het</strong>sen maakt, en gaat<br />

's zomers vaak in Brabant, in <strong>de</strong> omge-<br />

1 5 4<br />

ving van Dongen werken . Litho's van<br />

zijn hand verschenen on<strong>de</strong>r meer in De<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator .<br />

In 1868 vertrekt Allebe naar Brussel<br />

en Antwerpen . Onverwacht wordt hem<br />

in 1879 een professoraat aan <strong>de</strong> pas opgerichte<br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Kunsten in Amsterdam aangebo<strong>de</strong>n .<br />

Na enige aarzeling neemt hij dit aan .<br />

Her hoogleraarschap en her in i88o<br />

volgen<strong>de</strong> directeurschap do<strong>de</strong>n echter<br />

zijn creativiteit, <strong>het</strong>geen hem zeer frustreer<strong>de</strong><br />

.<br />

Allebe stelt als docent hoge eisen aan<br />

zijn leerlingen . Hun vernieuwingsdrang<br />

is hem vaak een gruwel . Niettemin<br />

on<strong>de</strong>rwijst hij hen zich to ontwikkelen<br />

in <strong>de</strong> richting die uit henzelf<br />

<strong>voor</strong>tkomt . Hij leid<strong>de</strong> vele generaties<br />

kunstenaars op, waaron<strong>de</strong>r Van Looy,<br />

Tholen, Voerman, Witsen, Haverman,<br />

Verb, Meiners, Van <strong>de</strong>r Valk, Toorop,<br />

Karsen, Derkin<strong>de</strong>ren en Roland Holst .<br />

In 19o6 legt Allebe zijn functie neer<br />

en wordt opgevolgd door zijn vroegere<br />

pupil Derkin<strong>de</strong>ren . Ondanks plannen<br />

in die richting komt hij echter met meet<br />

aan schil<strong>de</strong>ren toe . fb<br />

Lit:<br />

C .H . <strong>de</strong> Stuers, Het lithogra fische werk<br />

van August Allebe (1929)<br />

Bauer, Wilhelm Cornelis<br />

Den Haag 186z - Hilversum 1904<br />

architect<br />

Bauer bezoekt <strong>de</strong> ambachtsschool .<br />

Van 1881 tot 1887 is hij leerling van <strong>de</strong><br />

Haagse Kunstaca<strong>de</strong>mie . Na zijn opleiding<br />

is Bauer on<strong>de</strong>r meer werkzaam op<br />

<strong>het</strong> architectenbureau van Salm in Amsterdam<br />

. Hij maakt veel prijsvraagontwerpen,<br />

in een originele, als schil<strong>de</strong>rachtig<br />

opgevatte, eclectische trant .<br />

Bauer verhuist in 1893 naar Bussum .


Na een perio<strong>de</strong> met weinig opdrachten<br />

ontwerpt hij van 1898 tot 1903 een<br />

reeks landhuisjes en villa's, <strong>voor</strong>namelijk<br />

<strong>voor</strong> opdrachtgevers uit <strong>de</strong> kring<br />

van zijn broer Marius en zijn vriend<br />

Van Ee<strong>de</strong>n . Deze ontwerpen staan in<br />

scherp contrast met zijn eer<strong>de</strong>re werk<br />

door hun soberheid .<br />

In zijn i<strong>de</strong>een is Bauer sterk beinvloed<br />

door her opkomen<strong>de</strong> socialisme .<br />

De Bazel, Karel Petrus Cornelis<br />

Den Hel<strong>de</strong>r 1869 - Amsterdam 1923<br />

architect<br />

Na een timmermansopleiding volgt De<br />

Bazel een avondcursus aan <strong>de</strong> Haagse<br />

Aca<strong>de</strong>mie en is vervolgens on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

werkzaam op bet bureau van P .J .H .<br />

Cuypers in Amsterdam (van 1889 tot<br />

18 95) .<br />

Hij werd theosoof en had van 1895<br />

tot 19oo met zijn geestverwant en collega<br />

Lauweriks een atelier <strong>voor</strong> bouwkunst<br />

en toegepaste kunsten in Amsterdam<br />

. Vanaf 1902 woont hij in Bussum<br />

.<br />

De Bazels belangrijkste architectonische<br />

werken zijn <strong>de</strong> prijsvraagontwerpen<br />

<strong>voor</strong> een <strong>bibliotheek</strong>gebouw<br />

(1895) en een genootschapsgebouw<br />

<strong>voor</strong> architecten (1896/97), mo<strong>de</strong>lboer<strong>de</strong>rij<br />

Oud-Bussum (1902-1906),<br />

<strong>de</strong> kantoorgebouwen van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

Hei<strong>de</strong> Maatschappij in Arnhem<br />

(1912/13) en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Han<strong>de</strong>l<br />

Maatschappij in Amsterdam (1919-<br />

1926), naast vele villa's en arbei<strong>de</strong>rswoningen,<br />

met name in Bussum en<br />

Amsterdam .<br />

Zijn leven lang bleef De Bazel actief<br />

op her gebied van <strong>de</strong> toegepaste kunsten<br />

. as<br />

as<br />

Lit. :<br />

A.W . Reinink, K .P .C . <strong>de</strong> Bazel, archi-<br />

tect (1965)<br />

De Beer, Taco Hajo<br />

Maarseveen 1838 - Amsterdam 1923<br />

leraar, letterkundige<br />

Vanaf 1877 is De Beer als leraar Duitse<br />

Taal- en Letterkun<strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>n aan<br />

<strong>de</strong> HBS to Amsterdam . Hij is <strong>de</strong> schrijver<br />

van een aantal leerboeken <strong>voor</strong> her<br />

mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs . De Beer schrijft<br />

enkele novellen maar is toch <strong>voor</strong>al bekend<br />

gewor<strong>de</strong>n door zijn letterkundige<br />

studies en kritieken . Hij is <strong>de</strong> oprichter<br />

van <strong>de</strong> tijdschriften Noord en Zuid<br />

(1876), Taalstudie (1878), De Porte-<br />

feuille (1879), Onze Volkstaal (1881)<br />

en, samen met M .G .L . van Loghem,<br />

De Amsterdammer . Hij heeft Ten<br />

Brinks Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Noordne<strong>de</strong>rlandsche<br />

Letteren in <strong>de</strong> xixe Eeuw bewerkt<br />

en aangevuld . Ook heeft hij<br />

werken van Moliere en Lessing vertaald.<br />

aj<br />

1 5 5


Berlage, Hendrik Petrus<br />

Amsterdam 1856 - Den Haag 1 934<br />

architect<br />

Berlage stu<strong>de</strong>ert van 1875 tot 1878 aan<br />

<strong>het</strong> Polytechnikum to Zurich . Na werk-<br />

zaamhe<strong>de</strong>n in Frankfurt en na verschil-<br />

len<strong>de</strong> studiereizen, keert hij in 1881 terug<br />

naar Amsterdam waar hij architect<br />

wordt op bet bureau van Th . San<strong>de</strong>rs.<br />

Vanaf 1884 is hij diens compagnon .<br />

In 1889 vestigt Berlage zich als zelf-<br />

standig architect . Gelei<strong>de</strong>lijk begint hij<br />

zich los to maken van <strong>de</strong> gangbare ar-<br />

chitectuuropvattingen en ontwikkelt<br />

een sobere, constructieve bouwkunst .<br />

Over zijn vernieuwen<strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n<br />

publiceert hij in verschei<strong>de</strong>ne tijd-<br />

schriften (o .a . De Kroniek) en in boek-<br />

vorm (o .a . Gedanken fiber <strong>de</strong>n Stil in<br />

<strong>de</strong>r Baukunst - 1905 - en Studies<br />

over Bouwkunst, Stijl en Samenleving<br />

-1910-)<br />

Berlage ontwerpt veel kantoorge-<br />

bouwen, villa's en eenvoudige woning-<br />

bouw ; tot zijn belangrijkste werken be-<br />

horen <strong>de</strong> Beurs (1896-1903), bet ge-<br />

bouw van <strong>de</strong> Algemene Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

Diamantbewerkers Bond in Amsterdam<br />

(1898-1900) en her Haags Ge-<br />

meentemuseum (1931-1935) . Tevens<br />

is hij werkzaam op her terrein van <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>bouw en <strong>de</strong> toegepaste kunsten .<br />

Lit. : as<br />

Berlage, Ne<strong>de</strong>rlandse architectuur,<br />

18 56 - 1934, cat . Haags Gemeente-<br />

museum (1975)<br />

P. Singelenberg, H.P . Berlage, I<strong>de</strong>a and<br />

Style, the quest for mo<strong>de</strong>rn architec-<br />

ture (1972)<br />

P. Singelenberg, M . Boot e .a ., H.P . Ber-<br />

lage r8s6-1934 . Een Bouwmeester<br />

en zijn Tijd, Ne<strong>de</strong>rlands Kunsthisto-<br />

risch Jaarboek z5 (1974)<br />

1 5 6<br />

Boeken, Hendrik Jan (Hein)<br />

Amsterdam 1861 - 1 933<br />

classicus, letterkundige<br />

Hein Boeken doorloopt her gymna-<br />

sium en stu<strong>de</strong>ert in zijn geboorteplaats<br />

klassieke talen . Hij promoveert in<br />

1899 . Boeken wordt leraar en enige<br />

tijd later directeur aan een school in<br />

Hilversum . Al vroeg komt hij in aanra-<br />

king met <strong>de</strong> kring rond De Nieuwe<br />

Gids . In 1887 verschijnt zijn eerste<br />

sonnet in dit tijdschrift . Boeken is een<br />

boezemvriend van Willem Kloos .<br />

De verzen van Boeken wor<strong>de</strong>n in<br />

1895 on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel Go<strong>de</strong>n en Men-<br />

schen gepubliceerd. Zijn oeuvre is niet<br />

erg omvangrijk en bestaat groten<strong>de</strong>els<br />

uit vertalingen en bewerkingen . Boe-<br />

ken huwt in 1899 Adriana Coorengel .<br />

In 1916 verlost hij haar nit een slepen-<br />

<strong>de</strong> ziekte . Hij wordt hier<strong>voor</strong> veroor-<br />

<strong>de</strong>eld tot een gevangenisstraf . Dit felt<br />

en zijn vriendschap met Kloos hebben<br />

Boeken beken<strong>de</strong>r gemaakt dan zijn<br />

werk . In 1936 verschijnt een door Hen-<br />

riette Mooy samengestel<strong>de</strong> keur nit<br />

zijn proza en poezie . pw


Lit. :<br />

Bou<strong>de</strong>wijn Biich, Literaire Omreizen<br />

( 1 9 8 3)<br />

Max Nord, `De dichter Hein Boeken<br />

en zijn rampjaar 1916', Vrij Ne<strong>de</strong>rland<br />

(7 mei 1983)<br />

Breitner, George Hendrik<br />

Rotterdam 1857 - Amsterdam 1923<br />

schil<strong>de</strong>r<br />

Van 1876 tot 188o is Breitner leerling<br />

van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie van Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten<br />

in Den Haag, on<strong>de</strong>r J .Ph . Koelman<br />

. Ook krijgt hij in <strong>de</strong>ze tijd adviezen<br />

van <strong>de</strong> historieschil<strong>de</strong>r Ch . Rochussen<br />

.<br />

In 1878 geeft hij enige tijd les aan <strong>de</strong><br />

aca<strong>de</strong>mie 'Ars Aemula Natura' (Floris<br />

Verster is een van zijn leerlingen) en in<br />

<strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> jaren is hij lid van<br />

Pulchri Studio in Den Haag; hij legt<br />

contacten met Willem Maris, Willem<br />

<strong>de</strong> Zwart en Isaac Israels . In <strong>de</strong>ze tijd<br />

schil<strong>de</strong>rt Breitner <strong>voor</strong>al militaire manoeuvres<br />

to paard .<br />

In 188o werkt hij mee aan bet Panorama<br />

Mesdag en twee jaar later zwerft<br />

hij met Vincent van Gogh door Haagse<br />

buurtjes om volkstypen to sc<strong>het</strong>sen . Hij<br />

noemt zich wel 'peintre du peuple',<br />

maar zijn intentie verschilt van die van<br />

Van Gogh . Breitner werkt met met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

sociale bewogenheid, bet gaat<br />

hem op <strong>de</strong> eerste plaats om <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rachtige<br />

schoonheid van bet thema, om<br />

<strong>de</strong> vorm en <strong>de</strong> kleur .<br />

Breitner verblijft in 1884 enige tijd in<br />

Parijs en werkt bij F . Cormon . Met De<br />

Zwart maakt hij in 1885 een reis door<br />

Drente . Eind 1886 verhuist hij van Den<br />

Haag naar Amsterdam en gaat, ondanks<br />

zijn voltooi<strong>de</strong> opleiding, opnieuw<br />

les nemen bij Allebe, aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>me<br />

. In zijn nieuwe woonplaats vindt<br />

Breitner <strong>de</strong> thema's die hem bekend<br />

hebben gemaakt : stadsgezichten, bouwputten,<br />

<strong>de</strong> paar<strong>de</strong>tram en <strong>de</strong> dienstmeisjes<br />

. In <strong>de</strong> hoofdstad wordt hij opgenomen<br />

in <strong>de</strong> kring van <strong>de</strong> Tachtigers,<br />

die zijn realisme bewon<strong>de</strong>ren . De basis<br />

daar<strong>voor</strong> leg<strong>de</strong> hij o .a . met zijn fotocamera,<br />

waarmee hij opnamen maakte<br />

die, naast sc<strong>het</strong>sjes, als studie <strong>voor</strong> zijn<br />

schil<strong>de</strong>rijen dien<strong>de</strong>n . cw<br />

Lit . :<br />

P .H . Hefting, G .H . Breitner (1968)<br />

Id . G .H . Breitner in zijn Haagse tijd<br />

(1970)<br />

P .H . Hefting en C .C .G. Quarles van<br />

Ufford, Breitner als fotograa f (1966)<br />

A .B . Osterholt, Breitner en zijn foto's<br />

(1974)<br />

G.H. Breitner 1857-1923, aquarellen<br />

en tekeningen, cat. tent . Singer Museum<br />

Laren (1983)<br />

Ten Brink, Jan<br />

Appingedam 1834 - Lei<strong>de</strong>n 1901<br />

theoloog, letterkundige<br />

In 186z wordt Ten Brink leraar in Den<br />

Haag . Hij promoveert op een proefschrift<br />

over Coornhert . In 1884 wordt<br />

hij hoogleraar to Lei<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandse letterkun<strong>de</strong> en<br />

est<strong>het</strong>ische kritiek . Hij is een Bre<strong>de</strong>rokenner<br />

. Ten Brink propageert Zola<br />

zon<strong>de</strong>r her naturalisme aan to hangen,<br />

maar brengt op <strong>de</strong>ze manier natuurlijk<br />

wel bet naturalisme on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandacht<br />

van bet Ne<strong>de</strong>rlandse publiek .<br />

Ten Brink kan gerust een veelschrijver<br />

wor<strong>de</strong>n genoemd. Hij publiceert<br />

een grote hoeveelheid letterkundige<br />

studies en kritieken. Daarnaast is hij <strong>de</strong><br />

schrijver van veel novellen en romans .<br />

Hij is redacteur geweestvan verschei<strong>de</strong>ne<br />

tijdschriften, waaron<strong>de</strong>r : Ne<strong>de</strong>rland<br />

(1869-1887), Kunstkroniek (1869-<br />

1 5 7


1874) en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Kunstbo<strong>de</strong><br />

(1879-1881), en me<strong>de</strong>werker aan vele<br />

an<strong>de</strong>re .<br />

Tussen 1888 en 1889 verschijnt,<br />

in drie <strong>de</strong>len, zijn Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r<br />

Noord-Ne<strong>de</strong>rlandsche Letteren in <strong>de</strong><br />

xix Eeuw . aj<br />

Coenen, Frans jr<br />

(ps . H . ten Amstel)<br />

Amsterdam 1866 - 1936<br />

letterkundige<br />

Frans Coenen groeit op in een zeer muzikaal<br />

milieu, een traditie die hij niet<br />

heeft <strong>voor</strong>tgezet. Na bet gymnasium<br />

volgt hij een rechtenstudie aan <strong>de</strong> Universiteit<br />

van Amsterdam . Na eerst<br />

werkzaam to zijn geweest als journalist<br />

wordt hij in 1895 conservator van her<br />

museum Willet-Holthuysen aan <strong>de</strong> Herengracht<br />

to Amsterdam . Deze baan<br />

verlost hem van zijn financiele zorgen<br />

en stelt hem in <strong>de</strong> mogelijkheid zich<br />

aan bet schrijverschap to wij<strong>de</strong>n .<br />

Tussen 1891 en 19o5 schrijft Coenen<br />

acht prozawerken, die een sterk<br />

autobiografisch karakter hebben en getuigen<br />

van een pessimistische levensbeschouwing<br />

. Na 1905 legt Coenen zich<br />

toe op her schrijven van letterkundige<br />

kritieken, literair-historische studies,<br />

reisbeschrijvingen en commentaren op<br />

maatschappelijke ontwikkelingen . In<br />

Groot-Ne<strong>de</strong>rland publiceert hij belangrijke<br />

literair-historische beschouwingen,<br />

waaron<strong>de</strong>r `De Beweging van<br />

Tachtig' (in 1914 verschenen als Stu-<br />

dien van <strong>de</strong> Tachtiger Beweging) .<br />

Coenen heeft als literator geen intensieve<br />

contacten met <strong>de</strong> Nieuwe-Gidsers<br />

; Kloos ontraadt hem publikatie<br />

van zijn <strong>de</strong>buut Verveling, maar herziet<br />

zijn oor<strong>de</strong>el na <strong>het</strong> lezen van Een<br />

Zwakke . Uitgenodigd om in De Nieu-<br />

1 5 8<br />

we Gids to schrijven werd Coenen echter<br />

nooit . gg<br />

Lit. :<br />

J . Fontijn en G . Lod<strong>de</strong>rs, Frans Coenen<br />

(1981)<br />

K .F . Proost, Frans Coenen . Een beeld<br />

van zijn leven en werk (19 5 8 )<br />

Couperus, Louis Marie Anne<br />

Den Haag 1863 - De Steeg 1913<br />

schrijver<br />

Als jongste kind in een groot gezin van<br />

een Indisch bestuursambtenaar, groeit<br />

Couperus <strong>voor</strong>al op on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hoe<strong>de</strong><br />

van zijn moe<strong>de</strong>r en zijn zusters . Tot<br />

1878 brengt hij zes jaar door in Ne<strong>de</strong>rlands-Indie.<br />

Hij komt terug om in Den<br />

Haag <strong>de</strong> HBS to bezoeken, die hij echter<br />

niet afmaakt . In 1886 behaalt hij <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>lbare akte Ne<strong>de</strong>rlands (hij was<br />

een leerling van Ten Brink) .<br />

Zijn eerste werk is poezie, die in De<br />

Nieuwe Gids niet goed wordt bevon<strong>de</strong>n<br />

. Met <strong>de</strong> roman Eline Vere (1889),<br />

die eerst als feuilleton in Het Va<strong>de</strong>rland<br />

verschijnt, verwerft hij naam als<br />

literator . Hij groeit uit tot een van <strong>de</strong><br />

meest gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> romanciers van<br />

zijn tijd met een omvangrijk oeuvre.<br />

Lit . : pw<br />

F.L . Bastet, Een zuil in <strong>de</strong> mist (1980)<br />

W. Blok, Verhaal en lezer (1960)<br />

H . van Booven, Het leven en werken<br />

van Louis Couperus (1933 1 9 811 )<br />

H.W. van Tricht, Louis Couperus, een<br />

verkenning (1960)<br />

Elisabeth Visser, Couperus, Grieken en<br />

Barbaren (1969)<br />

Schrijversprentenboek nr . 9 (1963)<br />

Cuypers, Eduard Hendrik Hubert<br />

Roermond 1859 - Den Haag 19 z7<br />

architect


Cuypers krijgt zijn opleiding in her atelier<br />

van zijn beroem<strong>de</strong> oom Pierre Cuypers<br />

in zijn geboorteplaats . In 1878<br />

vestigt hij zich in Amsterdam, waar hij<br />

een drukbeklant bureau heeft . Aanvankelijk<br />

ontwerpt hij in neo-stijlen,<br />

bij<strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong> Rokin-gevel van her<br />

<strong>voor</strong>malig Hotel Polen en her kantoor<br />

van <strong>de</strong> Holland-Amerika-Lijn (later<br />

boekhan<strong>de</strong>l Scheltema en Holkema)<br />

aan her Spui (bei<strong>de</strong> in Amsterdam,<br />

1891/9 z) . Later gaat hij <strong>de</strong> traditionele<br />

weg bewan<strong>de</strong>len, rond <strong>de</strong> eeuwwisseling<br />

soms beinvloed door <strong>de</strong> Jugendstil,<br />

zoals bij her gebouw van <strong>het</strong> Algemeen<br />

Han<strong>de</strong>lsblad aan <strong>de</strong> Nieuwezijds<br />

Voorburgwal (van 19o2, later uitgebreid)<br />

. Cuypers ontwerpt ook landhuizen<br />

en an<strong>de</strong>re gebouwen in <strong>voor</strong>malig<br />

Ne<strong>de</strong>rlands-Indie . as<br />

Cuypers, Petrus Josephus Hubertus<br />

Roermond 1827 - 1921<br />

bouwmeester<br />

Na een opleiding aan <strong>de</strong> Antwerpse<br />

Aca<strong>de</strong>mie vestigt Cuypers zich in 1850<br />

als architect in Roermond . In 18 56 verhuist<br />

hij naar Amsterdam . Cuypers<br />

wijdt zich <strong>voor</strong>al aan <strong>de</strong> herleven<strong>de</strong> katholieke<br />

bouwkunst en introduceer<strong>de</strong><br />

in Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> neogotiek volgens <strong>de</strong><br />

rationalistische van Viollet-le-Duc . Hij<br />

streeft naar samenhang tussen gebouw,<br />

<strong>de</strong>coratie en inrichting. Cuypers<br />

opent in Roermond in 1852 een atelier<br />

<strong>voor</strong> beeldhouw- en meubelkunst en in<br />

1879 in Amsterdam een tekenschool<br />

<strong>voor</strong> toegepaste kunst, <strong>de</strong> latere Quellinusschool<br />

.<br />

Tot zijn talrijke katholieke kerken<br />

behoren <strong>de</strong> Catharinakerk in Eindhoven(1859),<br />

<strong>de</strong> Heilig Hartkerk to Amsterdam<br />

('Von<strong>de</strong>lkerk', 1870-1873),<br />

<strong>de</strong> Bonifaciuskerk to Leeuwar<strong>de</strong>n<br />

(1881-1885) en <strong>de</strong> St . Vitus in Hilversum<br />

(189o-1892) . Cuypers leid<strong>de</strong> ook<br />

veel restauraties, o .a . die van <strong>de</strong> St . Servaas<br />

in Maastricht, tussen 18 5 8 en<br />

1908, die van <strong>de</strong> kathedraal van Mainz<br />

(1872- 1875) .<br />

Het Rijksmuseum (1876-1885) en<br />

her Amsterdams Centraal Station (1881-<br />

1889, i .s .m . Van Gendt) zijn Cuypers'<br />

belangrijkste wereldlijke monumenten<br />

. Hij ontwerpt ook woonhuizen en<br />

leidt <strong>de</strong> herbouw van kasteel<br />

De Haar in Haarzuylen (1891-1896,<br />

i .s .m . J . Cuypers) . as<br />

Lit . :<br />

Gerard Brom, Herleving van <strong>de</strong> kerkelijke<br />

kunst in katholiek Ne<strong>de</strong>rland<br />

(1933) P- 1 43 -2-07<br />

J .Th .J . Cuypers, Het werk van Dr .<br />

P .J.H. Cuypers, 1 827- 1917 (1917)<br />

Dr . Cuypers Ge<strong>de</strong>nkboek, 1827-1927<br />

(1927)<br />

Derkin<strong>de</strong>ren, Antonius Johannes<br />

(Antoon, Toon)<br />

Den Bosch 1859 - Amsterdam 1925<br />

schil<strong>de</strong>r<br />

1 5 9


Na een opleiding tot on<strong>de</strong>rwijzer volgt<br />

Derkin<strong>de</strong>ren van 11878 tot 188o on<strong>de</strong>r-<br />

wijs aan <strong>de</strong> Koninklijke School <strong>voor</strong><br />

Nuttige en Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten in zijn<br />

geboorteplaats .<br />

In 188o wordt hij leerling aan <strong>de</strong><br />

Rijksaca<strong>de</strong>mie in Amsterdam . Derkin-<br />

<strong>de</strong>ren is in dat jaar een van <strong>de</strong> belang-<br />

rijkste figuren bij <strong>de</strong> oprichting van<br />

Sint Lucas . Met Toorop volgt hij in<br />

1882 enige tijd lessen aan <strong>de</strong> Brusselse<br />

Koninklijke Aca<strong>de</strong>mie . Met her cursus-<br />

jaar 1884/85 besluit hij zijn opleiding<br />

in Amsterdam . Hij krijgt zijn eerste<br />

monumentale opdrachten, die door<br />

hun omvang in Ne<strong>de</strong>rland ongewoon<br />

zijn . Van 1884 tot 1888 werkt Derkin-<br />

<strong>de</strong>ren aan zijn eerste grote project, De<br />

Processie van <strong>het</strong> heilig sacrament van<br />

mirakel, een schil<strong>de</strong>rij (z x 1i m) <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> Begijnhofkerk in Amsterdam .<br />

In <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> jaar krijgt hij opdracht<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> eerste Bossche Wand, wand-<br />

schil<strong>de</strong>ringen in her Bossche Stadhuis,<br />

bij gelegenheid van her zevenhon<strong>de</strong>rd-<br />

jarig bestaan van <strong>de</strong> stad in 1885 . De<br />

twee<strong>de</strong> wand volg<strong>de</strong> in <strong>de</strong> jaren 1893 -<br />

1896 . In verband met <strong>het</strong> eerste werk-<br />

stuk werd <strong>voor</strong> her eerst in navolging<br />

van Wagner over 'Gemeenschaps-<br />

kunst' gesproken . Deze karakteristiek<br />

is ook van toepassing op <strong>de</strong> <strong>de</strong>coraties<br />

die Derkin<strong>de</strong>ren maakt in <strong>het</strong> gebouw<br />

van <strong>de</strong> Levensverzekeringsmaatschap-<br />

pij De Algemeene (1896) en <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

Beurs van Berlage (1898) . Samen met<br />

Veth werkt Derkin<strong>de</strong>ren in 1892 mee<br />

aan <strong>de</strong> illustraties van <strong>de</strong> Gijsbrecht<br />

van Aemstel .<br />

Derkin<strong>de</strong>ren wordt in 1907 be-<br />

noemd tot directeur van <strong>de</strong> Amsterdamse<br />

Aca<strong>de</strong>mie . cw<br />

Lit . :<br />

H .P. Bremmer, Muurschil<strong>de</strong>ringen<br />

door Prof. Dr. A . Derkin<strong>de</strong>ren<br />

( 1 9 2 4)<br />

16o<br />

A.M . Hammacher, De levenstijd van<br />

Antoon Derkin<strong>de</strong>ren (1932)<br />

Antoon Derkin<strong>de</strong>ren 1859-1925 cat .<br />

tent . Noordbrabants Museum<br />

( 1 98 .o)<br />

Van Deventer, Charles Marius<br />

(Chap)<br />

Dordrecht 186o - Amsterdam 1931<br />

chemicus, letterkundige<br />

Van Deventer wordt grootgebracht in<br />

een literair milieu ; zijn moe<strong>de</strong>r is een<br />

zuster van Conrad Busken Huet . Zijn<br />

grote jeugdvriend is Jacques Perk . In<br />

188o gaat Van Deventer scheikun<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>ren in Amsterdam . Vanaf <strong>de</strong> op-<br />

richting in 1881 is hij lid van Flanor .<br />

Hij wordt opgenomen in <strong>de</strong> kring <strong>de</strong>r<br />

Tachtigers.<br />

De eerste aflevering van De Nieuwe<br />

Gids bevat een bijdrage over scheikun-<br />

<strong>de</strong> van zijn hand . Vanaf 1887 publi-<br />

ceert hij beschouwingen over filosofi-<br />

sche en cultuur-historische on<strong>de</strong>rwerpen<br />

. pw<br />

Lit . :<br />

J . Meijer, `Charles Marius ("Chap")<br />

van Deventer en Willem Kloos', De<br />

nieuwe taalgids nr . 1 (1974)<br />

Chemisch Weekblad (i1 <strong>de</strong>cember<br />

1909)<br />

Harry G .M . Prick, `Lo<strong>de</strong>wijk van<br />

Deyssel en Dr . Charles M . van De-<br />

venter', Han<strong>de</strong>lingen Kon . Zd. Ned .<br />

Mij <strong>voor</strong> Taal- en Letterk . 1969<br />

[19701<br />

Van Deyssel, Lo<strong>de</strong>wijk<br />

(=Karel Joan Lo<strong>de</strong>wijk Alberdingk<br />

Thijm ; ps . o .m . : A.J ., F . Hovius,<br />

L.M ., F .N.)<br />

Amsterdam 1864 - Haarlem 1952<br />

letterkundige


Karel Thijm is <strong>de</strong> jongste zoon van pro-<br />

fessor J .A . Alberdingk Thijm . Hij volgt<br />

een opleiding aan <strong>de</strong> kostschool Rol-<br />

duc (beschreven in De Kleine Repu-<br />

bliek, 1889) en na daar to zijn verwij-<br />

<strong>de</strong>rd, to Katwijk. Van 1879 tot 1881<br />

werkt hij in <strong>de</strong> boekhan<strong>de</strong>l/uitgeverij<br />

Van Langenhuysen, waarvan zijn va-<br />

<strong>de</strong>r directeur is .<br />

Vanaf i88o begint hij literaire aspi-<br />

raties to ontwikkelen . Her daarop vol-<br />

gen<strong>de</strong> jaar <strong>de</strong>buteert hij in <strong>de</strong> Dietsche<br />

Waran<strong>de</strong> . Tot 1889 werkt hij mee aan<br />

De Amsterdammer . In 1882 leert hij<br />

door hun gemeenschappelijke <strong>voor</strong>-<br />

keur <strong>voor</strong> theater, Frank van <strong>de</strong>r Goes<br />

kennen .In <strong>de</strong> daarop volgen<strong>de</strong> jaren<br />

raakt hij bevriend met Willem Kloos en<br />

<strong>de</strong> overige Tachtigers .<br />

Van Deyssel wijdt zich in <strong>de</strong>ze tijd<br />

geheel aan <strong>de</strong> letteren. In 1886 weigert<br />

Van Deyssel bet hem aangebo<strong>de</strong>n re-<br />

dacteurschap van De Nieuwe Gids .<br />

Wel wordt hij me<strong>de</strong>werker van bet tijd-<br />

schrift, totdat hij, na <strong>de</strong> crisis in <strong>de</strong> re-<br />

dactie in 1894, met Albert Verwey her<br />

Tweemaan<strong>de</strong>lijksch Tijdschri ft opzet,<br />

later <strong>voor</strong>tgezet als De Twintigste<br />

Eeuw.<br />

Zijn geruchtmaken<strong>de</strong> naturalistische<br />

roman Een Lie/<strong>de</strong> verschijnt in<br />

1887 . Van Deyssel is echter <strong>voor</strong>al,<br />

naast Willem Kloos, <strong>de</strong> grote criticus<br />

van De Nieuwe Gids, en <strong>de</strong> dandy die<br />

bet uiterlijke gezicht van <strong>de</strong> Tachtigers<br />

b epaalt . pw<br />

Lit . :<br />

F . Jansonius, Lo<strong>de</strong>wijk van Deyssel<br />

( 1 954)<br />

Harry G .M . Prick, Lo<strong>de</strong>wijk van<br />

Deyssel ; Dertien close-ups (1964)<br />

Id . De Adriaantjes ; Een on<strong>de</strong>rzoek<br />

naar wording en achtergron<strong>de</strong>n van<br />

Van Deyssels 'Kind-leven' (1977)<br />

Karel Reijn<strong>de</strong>rs, Couperus bij Van<br />

Deyssel (1969)<br />

Bzzlletin nr . 69 (oktober 1979) thema-<br />

nummer<br />

Diepenbrock, Alphons Joannes Maria<br />

(Fons)<br />

Amsterdam 186z - 1g1z<br />

componist, classicus<br />

Na bet Amsterdams gymnasium stu-<br />

<strong>de</strong>ert Diepenbrock klassieke talen aan<br />

<strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en pro-<br />

moveert in 1888 summa cum lau<strong>de</strong><br />

met een dissertatie over Seneca . Door<br />

familieban<strong>de</strong>n heeft hij veel contact<br />

met <strong>de</strong> familie Alberdingk Thijm . Tij-<br />

<strong>de</strong>ns zijn stu<strong>de</strong>ntenjaren raakt hij be-<br />

vriend met <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rs en schrijvers<br />

rond De Nieuwe Gids, met name met<br />

Kloos, Gorier, Timmerman en Derkin-<br />

<strong>de</strong>ren.<br />

Diepenbrock is van 1888 tot 1897<br />

docent aan her gymnasium van Den<br />

Bosch, daarna vestigt hij zich in Am-<br />

sterdam . Als componist is hij autodi-<br />

dact . Met zijn 'Missa in die festo' trekt<br />

hij in 1896 <strong>voor</strong> her eerst <strong>de</strong> aandacht .<br />

Veel titels van zijn composities zijn<br />

aan literaire werken ontleend . Hij<br />

heeft, naast Latijnse teksten, vele ge-<br />

dichten getoonzet van Goethe, Hol<strong>de</strong>r-<br />

lin, Nietzsche, Bau<strong>de</strong>laire, Verlaine,<br />

Van Deyssel en Perk . In <strong>de</strong>ze werken<br />

sluit hij zich aan bij <strong>de</strong> harmonische<br />

taal van Richard Wagner . Later on<strong>de</strong>r-<br />

gaat hij veel invloed van Clau<strong>de</strong> Debussy<br />

. is-pw<br />

Lit . :<br />

Wouter Paap, Alphons Diepenbrock<br />

(1980)<br />

Domela Nieuwenhuis, Ferdinand<br />

Amsterdam 1846 - Hilversum 1919<br />

theoloog, predikant<br />

1 6 1


Na zijn studie theologie aan her Luthersch<br />

Seminarium wordt Nieuwenhuis<br />

predikant to Haarlem en vervolgens<br />

in Beverwijk en Den Haag . In<br />

1879 besluit hij uit to tre<strong>de</strong>n . Vanaf dat<br />

moment kan hij zich, bemid<strong>de</strong>ld door<br />

een erfenis, inzetten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> opkomen<strong>de</strong><br />

arbei<strong>de</strong>rsbeweging . Hij richt <strong>de</strong> Sociaal<br />

Democratische Bond op en <strong>de</strong><br />

Bond <strong>voor</strong> Algemeen Kiesrecht; twee<br />

organen die <strong>de</strong> overheid steeds meet<br />

hoofdbrekens gaan bezorgen . Ook is<br />

hij <strong>de</strong> oprichter van Recht <strong>voor</strong> Allen,<br />

<strong>het</strong> eerste socialistische tijdschrift in<br />

Ne<strong>de</strong>rland .<br />

In 1886 ziet <strong>de</strong> overheid een mogelijkheid<br />

Nieuwenhuis wegens majesteitsschennis<br />

to arresteren . De rechter<br />

veroor<strong>de</strong>elt hem tot een jaar ; een gevangenisstraf<br />

die wordt verkort na<br />

protesten van <strong>voor</strong>aanstaan<strong>de</strong>n . Wanneer<br />

Nieuwenhuis vrijkomt, in 1887, is<br />

<strong>de</strong> Sociaal Democratische Bond ver<strong>de</strong>eld<br />

geraakt. Een nog sterkere ver<strong>de</strong>eldheid<br />

treedt op wanneer Nieuwen-<br />

16z<br />

huis in 1888 zitting neemt in <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Kamer . Hij raakt of van <strong>de</strong> overtuiging<br />

dat her parlementaire stelsel<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n kan bie<strong>de</strong>n tot verbetering<br />

van <strong>het</strong> lot van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>r . In<br />

1891 wordt hij niet herkozen . In 1898<br />

richt hij De Vrije Socialist op, een anarchistisch<br />

georienteerd tijdschrift .<br />

Tot aan zijn dood, en ook daarna,<br />

heeft Nieuwenhuis een felle aanhang,<br />

<strong>voor</strong>al in <strong>het</strong> noor<strong>de</strong>n van her land . aj<br />

Lit. :<br />

A . De Jong, Domela Nieuwenhuis<br />

(1966)<br />

F . Zandstra, Vrijheid. Het leven van F .<br />

Domela Nieuwenhuis (1968)<br />

Doorenbos, Willem<br />

Deersum i8zo - Den Haag 19o6<br />

classicus, letterkundige<br />

Doorenbos stu<strong>de</strong>ert klassieke en Oosterse<br />

talen in Groningen, Franeker en<br />

Lei<strong>de</strong>n . Hij wordt vervolgens leraar to<br />

Zaandam en later rector in Winschoten<br />

. Vanaf 1862 is hij leraar in Den<br />

Haag en in 1865 wordthij me<strong>de</strong>werker<br />

van De Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator . Hij<br />

aanvaardt een leraarschap Ne<strong>de</strong>rlands<br />

en geschie<strong>de</strong>nis aan <strong>de</strong> HBS in Amsterdam<br />

(thans <strong>het</strong> Ir. Lely-Lyceum), waar<br />

hij als leerlingen o .m . Perk, Kloos, Van<br />

<strong>de</strong>r Goes en Verwey heeft. Doorenbos<br />

oefent grote invloed op hen uit, daarnaast<br />

on<strong>de</strong>rhoudt hij vriendschappelijke<br />

ban<strong>de</strong>n met hen .<br />

Aan <strong>de</strong> eerste aflevering van De<br />

Nieuwe Gids draagt hij bij met her historische<br />

artikel 'Hendrik iv en <strong>de</strong> prinses<br />

Con<strong>de</strong>' . Hij wordt benoemd tot erelid<br />

van Flanor . Van 1884 tot 1891 verblijft<br />

Doorenbos met zijn gezin in Brussel,<br />

waar hij regelmatig bezoek krijgt<br />

van zijn vroegere leerlingen . pw


Lit. :<br />

C .G .L . Apeldoorn, Dr . Willem Doorenbos<br />

(11948)<br />

Elise A . Haighton, Dr . Willem Doorenbos<br />

(11906)<br />

Van Ee<strong>de</strong>n, Fre<strong>de</strong>rik Willem<br />

(Free, Kees ; ps . Cornelis Paradijs, Varius,<br />

Lieven Nijland)<br />

Haarlem 1186o - Bussum 193z<br />

schrijver, medicus<br />

Van Ee<strong>de</strong>n is afkomstig uit een gezin<br />

met veel belangstelling <strong>voor</strong> kunst en<br />

wetenschap . Zijn va<strong>de</strong>r is geinteresseerd<br />

in filosofen als Nietzsche en<br />

Schopenhauer . In 11878 gaat Van Ee<strong>de</strong>n<br />

medicijnen stu<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> Universiteit<br />

van Amsterdam . Vanaf i88z<br />

is hij praeses van her corps en draagt bij<br />

aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenalmanak . Zijn eerste<br />

letterkundige bijdragen verschijnen in<br />

i88z in Ne<strong>de</strong>rland en in 11883 in De<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator .<br />

Van Ee<strong>de</strong>n is vanaf <strong>het</strong> begin actief<br />

bij Flanor en bekleedt enige tijd her<br />

<strong>voor</strong>zitterschap van <strong>de</strong>ze vereniging .<br />

Tot <strong>de</strong> afsluiting van zijn studie in<br />

11886 is hij <strong>voor</strong>al populair als auteur<br />

van blijspelen als Het Sonnet (1883),<br />

Frans Hals (1884) en Het Poortje, of<br />

De Duivel to Kruimelberg (11884) .<br />

De eerste aflevering van De Nieuwe<br />

Gids, waarvan Van Ee<strong>de</strong>n me<strong>de</strong>oprichter<br />

is, opent met De Kleine Johannes<br />

(in 11887 in boekvorm verschenen) .<br />

In her verzet tegen <strong>de</strong> domineespoezie<br />

draagt Van Ee<strong>de</strong>n in 1885 bij met bet,<br />

on<strong>de</strong>r bet pseudoniem Cornelis Paradijs<br />

verschenen, bun<strong>de</strong>ltje Grassprietjes<br />

.<br />

Zijn studie sluit Van Ee<strong>de</strong>n in 11886<br />

of met een proefschrift Kunstmatige<br />

voeding bij tuberculose . Daarna vestigt<br />

hij zich als arts in Hilversum . Hij specialiseert<br />

zich in <strong>de</strong> psychiatrie en richt<br />

samen met dr. A.W. van Rentherghem<br />

in 1 887 her eerste instituut <strong>voor</strong> psychische<br />

therapie (therapeutische hypnose)<br />

in Amsterdam op ; <strong>het</strong> instituut<br />

krijgt internationale bekendheid .<br />

In <strong>de</strong> conflicten binnen <strong>de</strong> redactie<br />

van De Nieuwe Gids komt Van Ee<strong>de</strong>n<br />

steeds geisoleer<strong>de</strong>r to staan, met als gevolg<br />

dat hij na <strong>de</strong> breuk in 11893 vervreemdt<br />

van zijn vrien<strong>de</strong>n . De mystificatie<br />

in <strong>de</strong> 'Lieven Nijland-affaire"<br />

veroorzaakt een breuk met Kloos, die<br />

niettemin later door Van Ee<strong>de</strong>n zorgzaam<br />

wordt behan<strong>de</strong>ld bij psychische<br />

en fysieke instortingen .<br />

Na zijn romantische jeugdpoezie,<br />

<strong>de</strong>els verschenen in De Nieuwe Gids,<br />

ontwikkelt Van Ee<strong>de</strong>n zich ver<strong>de</strong>r als<br />

dichter, met als resultaat her in 1889<br />

verschenen Ellen . Als prozaist bereikt<br />

hij in 119oo zijn hoogtepunt met Van <strong>de</strong><br />

koele meren <strong>de</strong>s doods .<br />

In 11898 sticht Van Ee<strong>de</strong>n in Bussum<br />

<strong>de</strong> kolonie Wal<strong>de</strong>n, opgezet vanuit her<br />

commune-i<strong>de</strong>e . Daarnaast blijft hij actief<br />

als literator en als medicus . Op latere<br />

leeftijd gaat hij over tot her roomskatholieke<br />

geloof . pw<br />

I Zie : G .H . 's-Gravesan<strong>de</strong>, Het conflict tusschen<br />

Willem Kloos en Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n<br />

(1947)<br />

1 6 3


Lit . :<br />

G . Kalff jr, Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n, Psychologie<br />

van een Tachtiger (1927)<br />

J .S . <strong>de</strong> Ley en B . Luger, Wal<strong>de</strong>n in<br />

droom en daad (1981)<br />

H .C . Rumke, Over Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n's<br />

Van <strong>de</strong> koele meren <strong>de</strong>s doods<br />

(1964)<br />

H.W . van Tricht, Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n,<br />

<strong>de</strong>nker en strij<strong>de</strong>r ( 1 934)<br />

A. Verwey, Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n (1939)<br />

Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen van <strong>het</strong> Fre<strong>de</strong>rik van Ee<strong>de</strong>n-Genootschap<br />

Emants, Marcellus<br />

Voorburg 1948 - Ba<strong>de</strong>n (Zwitser-<br />

land) 1923<br />

letterkundige<br />

Emants stamt nit een oud juristenge-<br />

slacht . Tegen zijn zin gaat hij in Lei<strong>de</strong>n<br />

rechten stu<strong>de</strong>ren, tot <strong>de</strong> dood van zijn<br />

va<strong>de</strong>r in 1871 hem in <strong>de</strong> gelegenheid<br />

stelt ver<strong>de</strong>r van her familie-fortuin to<br />

leven . Als schrijver <strong>de</strong>buteert hij in<br />

1869 in Quator . Drie jaar later richt<br />

Emants met zijn vriend F . Smit Kleine<br />

<strong>het</strong> periodiek Spar en Hulst op, waar-<br />

van slechts twee afleveringen verschijnen<br />

. Zij vervolgen hun activiteiten met<br />

De Banier (1875) .<br />

Dankzij zijn fortuin was Emants in<br />

staat veel to reizen ; naar Amerika,<br />

Noord-Afrika, <strong>het</strong> Mid<strong>de</strong>n-Oosten,<br />

Japan, China en India, benevens door<br />

heel Europa . De sporen zijn terug to<br />

vin<strong>de</strong>n in zijn werk : Op reis door Zwe<strong>de</strong>n<br />

(1877), Langs <strong>de</strong>n Nijl (1884) en<br />

Uit Spanje (1886) . An<strong>de</strong>r proza uit<br />

<strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> : Jong Holland (1881),<br />

Juffrouw Lina, dat <strong>voor</strong>al bij <strong>de</strong> geves-<br />

tig<strong>de</strong> boekbesprekers in 1881 opzien<br />

baar<strong>de</strong>, en Een nagelaten bekentenis<br />

(1894), <strong>de</strong> roman die bet meest met zijn<br />

naam verbon<strong>de</strong>n is . pw<br />

1 6 4<br />

Lit . :<br />

F . Boerwinkel, De levensbeschouwing<br />

van Marcellus Emants ( 1 943,<br />

1981 2 )<br />

Pierre H . Dubois, Marcellus Emants,<br />

Een schrijversleven (1964, 19802 )<br />

Erens, Maria Joseph Franciscus Hu-<br />

bertus (Frans of Francois, bijgenaamd<br />

Trifouillard)<br />

Schaesberg 1857 - Houthem-Sint<br />

Gerlach 1935<br />

jurist, letterkundige<br />

Op twaalfjarige leeftijd wordt Frans<br />

Erens leerling van <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> kost-<br />

school Rolduc. Vanaf 1876 stu<strong>de</strong>ert hij<br />

rechten in Lei<strong>de</strong>n, en vervolgt die stu-<br />

die in 188o in Bonn en in 1881 in Pa-<br />

rijs . Daar raakt hij bevriend met o .a.<br />

Maurice Barres en Jean Moreas en legt<br />

visites of bij on<strong>de</strong>r meer Victor Hugo,<br />

Alphonse Dau<strong>de</strong>t en Conrad Busken<br />

Huet .<br />

Vanaf 1883 woont Erens in Amster-<br />

dam en stu<strong>de</strong>ert aan <strong>de</strong> Gemeentelijke<br />

Universiteit . Via een me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nt leert<br />

hij Van Deyssel kennen en raakt tevens<br />

bevriend met <strong>de</strong> toneelspeler Arnold


Ising . Hij werkt vanaf <strong>de</strong>ze tijd mee aan<br />

her weekblad De Amsterdammer en introduceert<br />

Bau<strong>de</strong>laires werk daar . In<br />

1884 neemt Van Deyssel hem mee naar<br />

Flanor . Erens is een van <strong>de</strong> aanwezigen<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong> souper ten huize van Frank<br />

van <strong>de</strong>r Goes ter gelegenheid van <strong>de</strong><br />

oprichting van De Nieuwe Gids . In dit<br />

tijdschrift <strong>de</strong>buteert hij in 1886 met<br />

creatief proza . Hij is dan inmid<strong>de</strong>ls<br />

ruimschoots opgenomen in <strong>de</strong> kring<br />

<strong>de</strong>r Tachtigers .<br />

Vanaf oktober 1888 is Erens een half<br />

jaar secretaris van Van Ee<strong>de</strong>n to Bussum<br />

. Zijn tot dan toe in De Nieuwe<br />

Gids verschenen proza-gedichten wor<strong>de</strong>n<br />

in 1893 gebun<strong>de</strong>ld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel<br />

Dansen en Rhytmen en wor<strong>de</strong>n uitgegeven<br />

met een bandontwerp van zijn<br />

vriend Isaac Israels . Erens is een van <strong>de</strong><br />

Tachtigers die na <strong>de</strong> vele conflicten<br />

meewerkt aan <strong>het</strong> Tweemaan<strong>de</strong>lijksch<br />

Tijdschrift van Van Deyssel en Verwey,<br />

maar ook blijft bijdragen aan De<br />

Nieuwe Gids .<br />

In 1897 wordt hij griffier to Veghel<br />

en later in Oostburg . Hij huwt in 1906<br />

Sofia Bouvy en vestigt zich na vele omzwervingen<br />

in 1926 weer in zijn geboortestreek<br />

Limburg . pw<br />

Lit. :<br />

P . Brachin (ed .), Un Hollandais au<br />

`chat noir', souvenirs <strong>de</strong> Paris litte-<br />

raire 188o-1883 (1960)<br />

Harry G.M . Prick, Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen v .d.<br />

doc . dienst v .h . Lett. Mus . en Doc.<br />

Centrum (1984)<br />

Van Gendt, Adolf Leonard<br />

Alkmaar 1835 - Amsterdam 19o1<br />

architect<br />

Van Gendt krijgt zijn opleiding aan <strong>de</strong><br />

Aca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kunsten in<br />

Amsterdam en in aansluiting daarop<br />

aan verschei<strong>de</strong>ne architectenbureaus .<br />

Als ingenieur-architect is hij van 1857<br />

tot 1861 werkzaam bij Rijks-Waterstaat<br />

en van 1861 tot 1874 bij <strong>de</strong><br />

Staats-Spoorwegen, waar<strong>voor</strong> hij stations<br />

lang <strong>de</strong> lijn Amsterdam-Den<br />

Haag ontwerpt.<br />

Vanaf 1874 tot aan zijn dood werkt<br />

Van Gendt als zelfstandig architect in<br />

Amsterdam, <strong>de</strong> laatste jaren samen met<br />

zijn zoons J .G . en A .D .N . van Gendt .<br />

Hij ontwerpt, wat betreft functie en<br />

stijl, sterk uiteenlopen<strong>de</strong> gebouwen . In<br />

Amsterdam bouwt hij bij<strong>voor</strong>beeld<br />

<strong>voor</strong> Vrouwelijke Jeugd Weteringschans<br />

31 (1879) in eclectische stijl, <strong>de</strong><br />

Hollandsche Manege (1881) in internationaal-classicistische<br />

stiji, <strong>het</strong> neorenaissancistische<br />

Burgerziekenhuis<br />

(1889) en - on<strong>de</strong>r invloed van <strong>de</strong> Jugendstil<br />

- <strong>de</strong> winkelgalerij aan <strong>de</strong><br />

Raadhuisstraat (1897, samen met zijn<br />

bei<strong>de</strong> zoons) . as<br />

Van <strong>de</strong>r Goes, Frank<br />

(ps . Ph . Hack van Outheus<strong>de</strong>n)<br />

Amsterdam 1859 - Laren (N .H .)<br />

1 939<br />

politicus, letterkundige<br />

Van <strong>de</strong>r Goes bezoekt <strong>de</strong> HBs aan <strong>de</strong><br />

Keizersgracht in zijn geboortestad, samen<br />

met zijn vriend Jacques Perk, en is<br />

een van <strong>de</strong> leerlingen van Dr . Doorenbos<br />

. Na school gaat hij als assura<strong>de</strong>ur<br />

in zaken . Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare<br />

schooltijd al is hij geinteresseerd in letteren<br />

en toneel . Van <strong>de</strong>r Goes is een van<br />

initiatiefnemers van Flanor, her in<br />

1881 opgerichte letterkundig genootschap<br />

. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze tijd gaf hij enige<br />

jaren les aan <strong>de</strong> toneelschool en<br />

schreef in De Amsterdammer over<br />

theater. Bij <strong>de</strong>ze laatste bezigheid leer<strong>de</strong><br />

hij Van Deyssel kennen .<br />

1 6 5


Met Paap zet Van <strong>de</strong>r Goes zich in<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> totstandkoming van De Nieuwe<br />

Gids . Hij droeg aan her blad bij met<br />

artikelen over toneel, letterkun<strong>de</strong> en<br />

politiek . Zijn belangstelling <strong>voor</strong> politiek<br />

werd steeds groter ; in 1[889 staat<br />

hij kandidaat (als socialist) <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad.<br />

Van <strong>de</strong>r Goes' sympathie<br />

<strong>voor</strong> her socialisme en zijn ver<strong>de</strong>diging<br />

van Domela Nieuwenhuis in <strong>de</strong> brochure<br />

Majesteitsschennis maken dat hij<br />

uitein<strong>de</strong>lijk zijn werk als assura<strong>de</strong>ur<br />

aan <strong>de</strong> bents moet staken . In 1[891[ polemiseert<br />

hij in De Nieuwe Gids met<br />

Van Deyssel over socialisme en kunst<br />

met zijn beschouwing `Over socialistische<br />

aest<strong>het</strong>iek' . Aanleiding was on<strong>de</strong>r<br />

meet Van <strong>de</strong>r Goes' vertaling In <strong>het</strong><br />

jaar 2000 van E . Bellamy (Looking<br />

Backward) . Frank van <strong>de</strong>r Goes wordt<br />

in 18 go lid van <strong>de</strong> Sociaal-Democratische<br />

Bond, waaruit hij twee jaar later<br />

weer wordt geroyeerd . In 1[894 is hij<br />

een van <strong>de</strong> oprichters van <strong>de</strong> S .D .A .P .<br />

In 1[939 verschenen zijn Herinneringen<br />

uit Den Nieuwe-Gids-tijd . pw<br />

Lit. :<br />

G . Stuiveling, `Van <strong>de</strong>r Goes als essayist',<br />

Rekenschap (1[941[)<br />

Bart van Heerikhuizen, `Wetenschappelijk<br />

leven', De Gids, jaargang 1[37,<br />

nr . 5 (1[974)<br />

Gorter, Herman<br />

Wormerveer 1[864 - Brussel 1[9<br />

1 7<br />

dichter<br />

Herman Gorter is <strong>de</strong> zoon van <strong>de</strong> predikant-letterkundige<br />

Simon Gorter . In<br />

1870 vestigt bet gezin zich in Amsterdam,<br />

waar Gorter in 1[883 klassieke talen<br />

gaat stu<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> Universiteit .<br />

Hij raakt bevriend met Diepenbrock,<br />

Boeken, Timmerman, en krijgt contact<br />

met Kloos. Tevens is Gorter tij <strong>de</strong>ns zijn<br />

1[66<br />

stu<strong>de</strong>ntenjaren actief in een letterkundig<br />

dispuut . Na zijn doctoraal in 1888<br />

promoveert hij uitein<strong>de</strong>lijk in 1[889,<br />

nadat in eerste instantie een eer<strong>de</strong>r<br />

proefschrift was afgewezen .<br />

Gorter <strong>de</strong>buteert in De Nieuwe Gids<br />

in 1889 met <strong>de</strong> eerste zang van Mei,<br />

vaak gezien als her hoogtepunt van <strong>de</strong><br />

Tachtiger-poezie . Mei is ontstaan on<strong>de</strong>r<br />

een zekere invloed van Keats . In <strong>het</strong><br />

tijdschrift volg<strong>de</strong>n lyrische gedichten,<br />

die in r 89o gebun<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n als Verzen,<br />

meestal aangeduid als 'sensitief' .<br />

Deze poezie <strong>de</strong>ed Kloos <strong>de</strong> typering'allerindividueelste<br />

expressie van <strong>de</strong> allerindividueelste<br />

emotie' formuleren .<br />

Inmid<strong>de</strong>ls was Gorter in 189o getrouwd<br />

met Wies Cnoop Koopman en<br />

was hij se<strong>de</strong>rt her jaar daar<strong>voor</strong> leraar<br />

klassieke talen aan <strong>het</strong> Amersfoorts<br />

gymnasium . Zijn eerste 'kenteringssonnetten'<br />

verschenen in 1[891[ in De<br />

Nieuwe Gids . Hij beeindig<strong>de</strong> in 1[893<br />

zijn leraarschap en vestig<strong>de</strong> zich in Bussum.<br />

In 1[897 werd hij lid van <strong>de</strong><br />

S .D .A .P . en is ver<strong>de</strong>r actief aan <strong>de</strong> linkervleugel<br />

van die partij, later binnen<br />

<strong>de</strong> C .P .H .


Gorter formuleer<strong>de</strong> in 1898 zijn Kri-<br />

tiek op <strong>de</strong> literaire beweging van 188o<br />

in Holland. pw<br />

Lit . :<br />

J .C . Brandt Cortius, Herman Gorter,<br />

<strong>de</strong> mens, <strong>de</strong> dichter (1934)<br />

E . Endt, Herman Gorter Documenta-<br />

tie over <strong>de</strong> jaren x864 tot en met<br />

1898(1964,I985 2)<br />

J . Klinge Doorenbos, Wisselend getij<br />

(1964)<br />

R .A . Hugenholtz, Gorter's Mei (1904)<br />

Herman <strong>de</strong> Liagre Bohl, Herman Gor-<br />

ter (1973)<br />

H . Marsman, Herman Gorter (1937)<br />

W. van Ravenstein, Herman Gorter,<br />

<strong>de</strong> dichter van Pan (1928)<br />

Henriette Roland Hoist, Herman Gor-<br />

ter (1933, 1 975 2 )<br />

G. Stuiveling, Herman Gorters Kente-<br />

ringssonnetten ( 1 945)<br />

Garmt Stuiveling (red .) Acht over Gor-<br />

ter (1973)<br />

G. Borgers e .a . Schrijversprentenboek<br />

1z (1966)<br />

Gosschalk, Izaac<br />

Amsterdam 1838 - Brussel 1907<br />

architect<br />

Gosschalk werkt in Amsterdam en<br />

brengt daar een uitgebreid oeuvre tot<br />

stand . Aanvankelijk bouwt hij in eclectische<br />

trant : <strong>de</strong> Brouwerij Heineken<br />

('De Hooiberg', 1867- 1871, ten <strong>de</strong>le<br />

nog aanwezig) en her Panorama-gebouw<br />

in <strong>de</strong> Plantage (188o, inmid<strong>de</strong>ls<br />

afgebroken) . Vervolgens werkt hij in<br />

neo-renaissancestijl in <strong>de</strong> ontwerpen van<br />

bijv . d e gasfabrieken aan <strong>de</strong> Haarlemmerweg<br />

en <strong>de</strong> Linnaeusstraat (18 5 5) .<br />

In zijn latere werk maakt hij vaak gebruik<br />

van gotische elementen, zoals bij<br />

Die Port van Cleve (1885-1888) en bij<br />

<strong>het</strong> station van Groningen (1893) . as<br />

Van Hall, J .N .<br />

Amsterdam 1840 - Bilthoven 1918<br />

jurist<br />

Van Hall heeft altijd grote belangstelling<br />

gekoesterd <strong>voor</strong> <strong>het</strong> toneel en <strong>de</strong><br />

letteren . In 1870 richt hij her Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

Tooneelverbond op ; hij wordt<br />

in datzelf<strong>de</strong> jaar ook redacteur van <strong>het</strong><br />

bijbehoren<strong>de</strong> orgaan Het Tooneel<br />

(1870-1878) .<br />

Daarnaast is hij actief in <strong>de</strong> gemeentelijke<br />

politiek . Vanaf 1883 is hij lid<br />

van <strong>de</strong> gemeenteraad van Amsterdam .<br />

Van 1895 tot 1907 is hij wethou<strong>de</strong>r<br />

van on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong>ze stad .<br />

Tussen 1883 en 1916 is hij redacteur<br />

van De Gids . Hij schrijft <strong>de</strong> `Letterkundige<br />

Kroniek' in dit tijdschrift en is als<br />

zodanig in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> Nieuwe<br />

Gids-kring <strong>de</strong> belichaming van <strong>de</strong> reactie<br />

. Toch is her juist Van Hall, die als<br />

samensteller van <strong>de</strong> veelgelezen bloemlezing<br />

Dichters van <strong>de</strong>zen tijd er <strong>voor</strong><br />

zorgt dat in bre<strong>de</strong> kring kennis wordt<br />

gemaakt met her werk van <strong>de</strong> Tachtigers<br />

.<br />

Van Hall is <strong>de</strong> eerste <strong>voor</strong>zitter ge-<br />

1 6 7


weest van <strong>de</strong> 'Vereniging Multatuli-<br />

Museum' (1910-19114), die beschouwd<br />

kan wor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> <strong>voor</strong>loper van <strong>het</strong><br />

'Multatuli-genootschap' .<br />

Haverman, Hendrik Johannes<br />

Amsterdam 1857 - Den Haag 1928<br />

schil<strong>de</strong>r<br />

Op zestienjarige leeftijd is Haverman<br />

werkzaam als huffs- en <strong>de</strong>coratieschil-<br />

<strong>de</strong>r en neemt hij lessen bij <strong>de</strong> interieur-<br />

schil<strong>de</strong>r Valkenburg. Van 1874 tot<br />

1878 is hij leerling van <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>-<br />

mie in Amsterdam . De Koninklijke<br />

Subsidie stelt hem in staat lessen to gaan<br />

volgen aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mies van Antwer-<br />

pen en Brussel. Vervolgens keert hij in<br />

1881 terug naar Amsterdam om tot<br />

1886 zijn studie aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

<strong>voor</strong>t to zetten .<br />

Samen met Van <strong>de</strong>r Waay en Wit-<br />

kamp schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij in 1883 allegori-<br />

sche <strong>voor</strong>stellingen <strong>voor</strong> Her Pershuis-<br />

je van <strong>de</strong> Wereldtentoonstelling . Van<br />

Looy introduceert hem in 1883 bij <strong>de</strong><br />

letterkundige vereniging Flanor, waar-<br />

van hij lid wordt . Hij gaf lessen aan <strong>de</strong><br />

tekenschool van Felix Meritis en raakt<br />

bevriend met Johan <strong>de</strong> Meester . In<br />

1889 maakt hij een studiereis naar<br />

Spanje en Tanger en in 1892 naar Al-<br />

giers . Daarna vestigt hij zich in Den<br />

Haag waar hij zich ontwikkelt tot een<br />

vermaard portretschil<strong>de</strong>r . Hij raakt<br />

<strong>voor</strong>al bekend door zijn geteken<strong>de</strong><br />

portretten in <strong>het</strong> tijdschrift Woord en<br />

Beeld. cw<br />

Lit. :<br />

J . <strong>de</strong> Meester, 'H.J. Haverman', Else-<br />

viers Geillustreerd Maandschrift xv<br />

(1898)<br />

G .H . Marius, 'H .J . Haverman', Onze<br />

Kunst (19oz)<br />

1 6 8<br />

aj<br />

G .H . 's-Gravesan<strong>de</strong>, H .J . Haverman,<br />

veiling cat. Van Marle & Bignell,<br />

's-Gravenhage (115 juli 1941)<br />

Ising, Arnold Paul Constant<br />

(Nol of Nokkie)<br />

Den Haag 1857 - Garmisch Parten-<br />

kirchen 1904<br />

acteur<br />

Zoon van <strong>de</strong> kamerstenograaf, letter-<br />

kundige en historicus Arnold L .H .<br />

Ising, redacteur van De Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

Spectator .<br />

Arnold junior verlaat in 1876 <strong>het</strong><br />

Haagse gymnasium om naar <strong>de</strong> Am-<br />

sterdamse toneelschool to gaan . In<br />

1877 speelt hij zijn eerste belangrijke<br />

rol . Een grote toneelcarriere heeft Ising<br />

echter niet gehad .<br />

In 1881 wordt hij lid van Flanor,<br />

waar hij velen van <strong>de</strong> Tachtigers leert<br />

kennen . pw<br />

Lit. :<br />

Zie briefwisseling Van Deyssel-Ising .<br />

Israels, Isaac Lazarus (Ietje)<br />

Amsterdam 1865 - Den Haag 1 934<br />

schil<strong>de</strong>r<br />

Israels is <strong>de</strong> zoon van een beroem<strong>de</strong> va<strong>de</strong>r<br />

: <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r Jozef . Hij is leerling<br />

aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie in Den Haag van<br />

188o tot 1882 . Israels schil<strong>de</strong>rt <strong>voor</strong>al<br />

damesportretten, processiestukken en<br />

militaire on<strong>de</strong>rwerpen . In 188z expo-<br />

seert hij al een schil<strong>de</strong>rij op <strong>de</strong> Parijse<br />

Salon . Van Deyssel leert hij kennen in<br />

1883, <strong>het</strong> jaar waarin hij tevens lid<br />

wordt van <strong>de</strong> Hollandsche Teeken<br />

Maatschappij . Een van zijn schil<strong>de</strong>rijen<br />

wordt in 1885 in Parijs bekroond .<br />

Evenals Breitner volgt Israels <strong>het</strong><br />

cursusjaar 1886/87 aan <strong>de</strong> Rijksaca<strong>de</strong>-


mie in Amsterdam, waar hij zich in<br />

1887 vestigt en lid wordt van Arti et<br />

Amicitiae . Hij raakt in <strong>de</strong>ze tijd bevriend<br />

met Erens . Israels sc<strong>het</strong>st en<br />

schil<strong>de</strong>rt veel portretten, straattypen,<br />

stadsgezichten met figuren, naakten en<br />

danshuizen in Amsterdam . In 1888 betrekt<br />

hij zijn <strong>de</strong>r<strong>de</strong> atelier, bij Haverman<br />

en Breitner (later bij Witsen) en<br />

wordt lid van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Etsclub<br />

.<br />

Met Erens bezoekt hij in 1889 we<strong>de</strong>rom<br />

Parijs en ontmoet Zola, Huysmans<br />

en Redon . Na jaren van stille arbeid<br />

exposeert Israels in 1890 . In zijn<br />

latere leven woont hij regelmatig in her<br />

buitenland en maakt vele reizen, zoals<br />