21.08.2013 Views

TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven

TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven

TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Jaargang 17, najaar 2010<br />

MATRIX<br />

KWARTAALBLAd vAn de <strong>Technische</strong> UniveRsiTeiT eindhoven<br />

<strong>Eindhoven</strong>se elektrische<br />

race-auto succesvol<br />

Alexander Rinnooy Kan over de Kennis innovatie Agenda<br />

onderzoek informatica scoort goed bij visitatie<br />

honors program voor excellente studenten


Colofon<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> eindhoven<br />

communicatie expertise centrum<br />

Postbus 513<br />

5600 MB eindhoven<br />

homepage: http://www.tue.nl<br />

e-mail: matrix@tue.nl<br />

hoofdredactie<br />

drs. han Konings<br />

Telefoon (040) 247 33 30/247 29 61<br />

e-mail: j.l.konings@tue.nl<br />

informatie over adverteren<br />

h&J Uitgevers<br />

Telefoon (010) 451 55 10<br />

Telefax (010) 451 53 80<br />

Medewerkers aan dit nummer<br />

cora van den Berg,<br />

chris van de Graaf, Jim heirbaut,<br />

Joep huiskamp, ingrid Magilsen,<br />

Frits van otterdijk, Paula van de Riet,<br />

enith vlooswijk<br />

eindredactie en coördinatie<br />

communicatiebureau corine Legdeur<br />

e-mail: corine@legdeurcommunicatie.nl<br />

Foto’s en illustraties<br />

vincent van den hoogen,<br />

oGc, Rien Meulman,<br />

Bart van overbeeke,<br />

vormgeving<br />

onnink Grafische comm. Bv,<br />

www.onninkgc.com<br />

druk<br />

e.M. de Jong, Baarle-nassau<br />

Redactieadviesgroep<br />

Mr.drs. B.c. donders, Prof.dr.ir. G.M.W.<br />

Kroesen, drs. d.W.T Meijers,<br />

Prof.dr. L.h.J. verhoef,<br />

<strong>Matrix</strong> wordt gemaakt door<br />

het communicatie expertise centrum<br />

van de TU/e en verschijnt vier keer per<br />

jaar. het blad wordt (na schriftelijk verzoek)<br />

kosteloos toegezonden aan TU/eingenieurs<br />

en aan een scala van andere,<br />

externe relaties.<br />

Gehele of gedeeltelijke overname van<br />

artikelen uit <strong>Matrix</strong> is alleen toegestaan<br />

na overleg met de redactie en met bronvermelding.<br />

voor het gebruik van de<br />

foto’s of andere illustraties is toestemming<br />

van de maker nodig.<br />

het eerstvolgende nummer van <strong>Matrix</strong><br />

verschijnt in december 2010.<br />

2<br />

Op de cover:<br />

Het team van URE (University Racing<br />

<strong>Eindhoven</strong>)beleefde de afgelopen<br />

maanden een succesvol raceseizoen.<br />

Lees verder op pag. 38.<br />

issn 1380-247X<br />

Inhoud<br />

4 Ontwerpersopleiding als ultiem innovatie-instrument<br />

Directeur prof.dr. Kees van Hee over de waarde van de ontwerpersopleidingen voor de<br />

technologische innovatie in Nederland.<br />

8 ‘Politiek is de onzekere factor in innovatiebeleid’<br />

Alexander Rinnooy Kan praat over de ambities van de KIA-coalitie (Kennis en Innovatie Agenda),<br />

de opvolger van het Innovatieplatform.<br />

12 Programma’s voor studenten die willen uitblinken<br />

Naast het Honors Horizon program biedt de TU/e eveneens een verdiepend programma aan, het<br />

Honors Star program voor studenten die een volgende stap op de academische ladder ambiëren.<br />

16 Positief rapport zet onderzoek bij Informatica in beweging<br />

Een internationale visitatiecommissie roemt de hoge kwaliteit en coherente focus op<br />

informatica en diepe problemen in het vakgebied en vormt een stimulans voor verdere<br />

ontwikkeling.<br />

18 Met bewuster gedrag veel energie besparen<br />

Op termijn kan de TU/e jaarlijks twee miljoen euro op haar energiekosten besparen met een<br />

aantal gerichte maatregelen.<br />

28 Met beide voeten in de praktijk<br />

Prof.dr. Philip de Goey verlegt de grenzen van de verbrandingstechnologie en niet zonder<br />

resultaat: binnenkort ontvangt hij de Simon Stevin Meester-onderscheiding.<br />

En verder in dit nummer<br />

Sluitstuk / 3 • TU/e in de pers / 7 • Nieuws bedrijfsleven / 11 • Student in het buitenland / 14<br />

Nieuws onderwijs / 15 • Nieuws onderzoek / 22 • Gesteld / 27 • Prof.dr. Jeu Schouten als<br />

‘honorary dean’ naar Zhejian University / 32 • Muziek op de Dommel / 35 • Patrick de Man handelt<br />

in elektriciteit / 36 • University Racing <strong>Eindhoven</strong> heeft succes met elektrische race-auto / 38<br />

E-coupons in ontwikkeling / 40 • Cellen groeien sneller na nieuwe behandeling / 42 • Nieuws<br />

alumni / 44 • Django Mathijsen, sciencefictionschrijver / 46 • Liesbeth Schellens en Jan Buis over<br />

Scouting Nederland / 48 • Thijs Janssen, gedreven medewerker bij Microsoft / 50 • Ontwerper in<br />

opleiding Kenzo Oijevaar / 52 • Agenda en service / 54<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0


TU/e-congrestip<br />

CVT-Hybrid International Conference 2010<br />

Datum:<br />

Van woensdag 17 november t/m vrijdag 19 november 2010.<br />

Plaats:<br />

MECC, Maastricht.<br />

Inhoud:<br />

Deze wetenschappelijke conferentie richt zich op de laatste technologische<br />

ontwikkelingen op het gebied van continu variabele<br />

transmissies inclusief hybride toepassingen daarvan. Deze technologie<br />

wordt met name zeer succesvol toegepast als brandstofbesparende<br />

en comfortabele versnellingsbak in automobielen.<br />

Doelgroep:<br />

Onderzoekers, bedrijven en andere geïnteresseerden in<br />

het vakgebied van de continu variabele transmissies.<br />

Organisatie:<br />

TU/e, prof.dr.ir. Maarten Steinbuch, hoogleraar Automotive<br />

Systems.<br />

Meer informatie en aanmelden:<br />

www.cvt2010.org<br />

Sluitstuk<br />

Afstudeerders vertellen over hun afstudeerwerk<br />

Fysicus Geert Vinken studeert binnenkort af aan de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde. Bij het KNMI<br />

bracht hij de effecten van de uitstoot van de internationale scheepvaart in kaart.<br />

Ongeveer negentig procent van alle goederen op de hele wereld wordt met schepen vervoerd. ‘Zodra<br />

schepen varen door emission control areas, zoals de Noordzee, schakelen ze over op minder vervuilende<br />

brandstoffen’, weet Vinken. ‘Maar bij de haven van Hong Kong stoten ze de grootst mogelijke<br />

rommel uit, zoals grote hoeveelheden stikstofoxides, die bijdragen aan de vorming van giftig ozongas.’<br />

Helaas zijn er nog nauwelijks internationale afspraken die deze uitstoot beperken.<br />

Om landen aan te zetten tot daden, zal eerst duidelijk moeten worden hoe erg de vervuiling is,<br />

zegt Vinken. Het huidige model dat deze vervuiling op wereldschaal beschrijft, is echter niet<br />

nauwkeurig. Hij ontwikkelde daarom allereerst een model dat de verspreiding van de rook na<br />

uitstoot in de omgeving beschrijft. Het vertelt bovendien hoeveel ozon er in die tijd wordt gevormd<br />

en hoeveel stikstofdioxide is afgebroken.<br />

Hij ontwikkelde het model tijdens zijn stage aan Harvard University, waar het bovendien<br />

werd getoetst aan vliegtuigmetingen. Dit kleine model past de afstudeerder nu toe in een<br />

chemisch transportmodel, dat de mondiale vervuiling door internationale scheepvaart<br />

omvat. De uitkomsten van het onderzoek kunnen op termijn bijdragen aan een schonere<br />

oceaanlucht en kustgebieden.<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 3<br />

Foto: Rien Meulman


4<br />

XXXXXXXXX<br />

BElEID<br />

Ontwerpersopleiding als<br />

ultiem innovatie-instrument<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0


Met de drieduizendste afgestudeerde ontwerper aan de 3TU<br />

School for Technological Design is in feite het drieduizendste<br />

innovatieproject sinds 1986 met succes afgerond. Daarmee<br />

levert het Stan Ackermans Institute (SAI) een belangrijke<br />

bijdrage aan innovatie in Nederland, stelt directeur prof.dr.<br />

Kees van Hee. Daarom ziet hij voor de opleidingen ook een<br />

belangrijke rol weggelegd in een Europese kenniseconomie.<br />

Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

In 1986 startten de drie TU’s met de ontwerpersopleidingen.<br />

Er was een reorganisatie<br />

in het onderwijs, de studieduur<br />

van ingenieursopleidingen ging terug van<br />

vijf naar vier jaar. Het bedrijfsleven vond<br />

dat te kort, er moest nog iets bovenop.<br />

Dat werden de tweejarige ontwerpersopleidingen<br />

die opleiden tot de graad<br />

Professional Doctorate in Engineering<br />

(PDEng). Het Stan Ackermans Institute<br />

coördineerde eerder de <strong>Eindhoven</strong>se<br />

opleidingen, maar heeft zijn werk een<br />

aantal jaren geleden verbreed naar de<br />

3TU. Federatie, waarin de <strong>Technische</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> Delft, <strong>Universiteit</strong> Twente en<br />

de TU/e samenwerken.<br />

Automotive<br />

Systems Design<br />

is een van de<br />

nieuwe ontwerpersopleidingen<br />

In het eerste jaar van de opleiding leert<br />

de student, een trainee genoemd, zaken<br />

die niet in een masteropleiding aan bod<br />

komen, maar die essentieel zijn voor het<br />

succesvol ontwerpen in de industrie. Het<br />

tweede deel van de opleiding, één jaar,<br />

werkt de trainee bij een industrieel bedrijf<br />

waar hij of zij iets ontwerpt dat het bedrijf<br />

daadwerkelijk wil gebruiken. Dat kan iets<br />

zijn voor de bouw, of een apparaat, maar<br />

ook software, organisatiestructuren of<br />

een logistiek systeem. Het zijn altijd<br />

actuele technische vraagstukken.<br />

Bijdrage aan innovatie<br />

De TU/e is over de afgelopen kwart eeuw<br />

verantwoordelijk voor bijna tweeduizend<br />

afgestudeerden, Delft en Twente ieder<br />

voor ruim vijfhonderd. Deze drieduizend<br />

afgestudeerden staan voor een gigantische<br />

investering in innovatie vanuit<br />

universiteiten en bedrijven, stelt directeur<br />

Van Hee. ‘De overheid zet een premie<br />

op het afleveren van een PDEng – de<br />

opleiding wordt door de staat mede bekostigd.<br />

De bedrijven waar de trainees<br />

hun ontwerpproject doen, doorlopen een<br />

innovatietraject van een maand of tien,<br />

warvoor ze zo’n veertig- à vijftigduizend<br />

euro betalen. Wanneer je deze bedragen<br />

optelt, kom je op een bedrag van grofweg<br />

300 miljoen euro! Dat is de afgelopen 25<br />

jaar geïnvesteerd in innovatie. Dit is een<br />

verborgen budget – het komt in geen enkele<br />

statistiek voor.’<br />

Het SAI biedt dus aan het bedrijfsleven<br />

zeer betaalbaar een innovatietraject met<br />

een ontwerper die in staat is samen met<br />

anderen tot een nieuw ontwerp te komen.<br />

‘Dat deze mensen intussen een opleiding<br />

doen aan het SAI, is voor het bedrijf eigen-<br />

lijk niet belangrijk’, zegt Van Hee. ‘Ze<br />

krijgen een topontwerper, daar gaat het<br />

om. Een ander voordeel voor de bedrijven<br />

is dat deze trainee na de opleiding het<br />

bedrijf en de producten al goed kent. Er<br />

volgt uit een innovatieproject dan ook<br />

vaak een vaste aanstelling.’<br />

Per jaar studeren er ongeveer honderd<br />

trainees af bij de elf opleidingen, waarvan<br />

er acht aan de TU/e verbonden zijn en<br />

drie aan de TUD. Het is de ambitie van<br />

3TU om dit aantal fors te laten groeien.<br />

Van Hee: ‘We willen een grotere instroom<br />

van studenten en dus een grotere uitstroom;<br />

de industrie zit hier op te wachten.<br />

We gaan dit realiseren door voor de<br />

bestaande opleidingen meer studenten<br />

te enthousiasmeren. Daarnaast willen<br />

we nieuwe opleidingen opzetten in zowel<br />

<strong>Eindhoven</strong>, Delft als Enschede.’<br />

Automotive<br />

Het Stan Ackermans Institute heeft het<br />

voornemen een nieuwe opleiding te starten<br />

met de naam Automotive Systems<br />

Design. De TU/e is zeer actief op het<br />

gebied van automotive, zowel in onderwijs<br />

als in onderzoek, met de nieuwe<br />

masteropleiding Automotive Technology<br />

als unieke multidisciplinaire opleiding.<br />

In de regio is de branche sterk vertegenwoordigd<br />

in de vorm van toeleveranciers<br />

voor de industrie, DAF, TomTom R&D,<br />

de High Tech Automotive Campus in<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 5


6<br />

BElEID<br />

Coördinator Ben Donders<br />

(links) en directeur<br />

Kees van Hee van<br />

de 3TU.School for<br />

Technological<br />

Design, Stan<br />

Ackermans<br />

Institute<br />

Helmond met onder meer de automotive<br />

activiteiten van TNO. Een logisch gevolg<br />

is dat er ook een ontwerpersopleiding in<br />

automotive wordt opgezet. De insteek<br />

van de opleiding is hetzelfde als die van<br />

de master Automotive Technology, vertelt<br />

prof.dr.ir. Maarten Steinbuch. ‘Die is<br />

uniek in zijn soort omdat die het systeemdenken<br />

en disciplinair werken stimuleert.<br />

De SAI-opleiding zal ook hierop steunen<br />

en verdiepen.’ Studenten doen een eerste<br />

module bij het Embedded Systems<br />

Institute, waarbij ze systeemdenken in<br />

het ingenieursvak brengen. Later gaan ze<br />

met een deelgebied van hightech automotive<br />

aan slag, zoals elektrisch rijden<br />

en human-machine interaction. In het<br />

tweede jaar doen ze de ontwerpopdracht,<br />

bij voorkeur in multidisciplinaire teams in<br />

de industrie.<br />

Steinbuch bekijkt of hij dit tweede jaar in<br />

de industrie gedeeltelijk gefinancierd kan<br />

krijgen door de innovatieprogramma’s<br />

zoals High Tech Automotive Systems<br />

(HTAS). ‘Daarmee sluiten we inhoudelijk<br />

aan bij de programma’s en het is tegelijk<br />

zeer aantrekkelijk voor het bedrijfsleven<br />

omdat deelname van de kennisinstelling<br />

ook met kortere periodes is in te plannen.’<br />

De SAI-opleiding zal het hierdoor<br />

mogelijk maken meer academische pro-<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />

SAI wil aansluiting<br />

bij Europees<br />

innovatie-initiatief<br />

jecten te doen in de automotive industrie<br />

van Zuid-Nederland, want sommige innovatieprojecten<br />

hebben een looptijd van<br />

twee of drie jaar, te lang voor een promotie<br />

en het is ook lastig om er postdocs<br />

voor te vinden.<br />

<strong>Universiteit</strong> Twente<br />

De <strong>Universiteit</strong> Twente stopte een aantal<br />

jaar geleden met haar laatste ontwerpersopleiding,<br />

maar besloot onlangs met<br />

vier nieuwe opleidingen van start te<br />

gaan. ‘Het is mooi om mensen op te<br />

leiden die direct bijdragen aan innovatie<br />

en waarmee wij als universiteit aan de<br />

industrie kunnen laten zien waar we toe<br />

in staat zijn’, zegt prof.dr. Rikus Eising,<br />

decaan van de faculteit Construerende<br />

<strong>Technische</strong> Wetenschappen aan de<br />

<strong>Universiteit</strong> Twente.<br />

Er komen opleidingen in de industriële<br />

bouw, een combinatie van industrieel<br />

ontwerpen en bouw; in revalidatie en<br />

robotica; in de bouw van complexe apparaten<br />

onder meer voor de procestechnologie<br />

en de vierde opleiding is in civiele<br />

techniek waarin de drie hoofdspecialisaties<br />

van de universiteit zijn vertegenwoordigd:<br />

bouwinfra, verkeer vervoer en<br />

ruimte, en waterengineering en management.<br />

Op dit moment worden industriële<br />

partners benaderd om plaatsen ter beschikking<br />

te stellen aan trainees.<br />

Eising: ‘Bedrijven zijn zeer enthousiast.<br />

Ze zijn blij met projecten die al op korte<br />

termijn een bruikbaar ontwerp kunnen<br />

opleveren. Het is ook een mooie oplossing<br />

voor projecten waar een vierjarige<br />

periode van een AIO te lang is. Ik verwacht<br />

dan ook dat er veel partijen zullen<br />

aansluiten.’<br />

Europese innovatie<br />

Het is de ambitie van het SAI om aan te<br />

sluiten bij een omvangrijk Europees<br />

innovatie-initiatief: het European<br />

Institute of Innovation and Technology<br />

(EIT). Dit is een instituut naar voorbeeld<br />

van het Massachusetts Institute of<br />

Technology (MIT) met een rijk ecosysteem<br />

van universiteiten, bedrijven in<br />

alle soorten en maten en onderzoeks-


instituten ter bevordering van innovatie.<br />

Er worden straks aan tal van universiteiten<br />

studen-ten opgeleid om met innovaties<br />

het bedrijfsleven te versterken en<br />

tegelijkertijd de grote maatschappelijke<br />

vragen in deze disciplines op te lossen.<br />

Er zijn drie thema’s geselecteerd: energie,<br />

ICT en klimaat. Op elk van deze<br />

gebieden is een zogenaamde Knowledge<br />

Innovation Community (KIC) gestart.<br />

De TU/e neemt deel aan twee KIC’s, die<br />

beide een fysieke locatie in <strong>Eindhoven</strong><br />

hebben. De <strong>Eindhoven</strong>se inbreng in<br />

deze KIC’s zal onder meer bestaan uit<br />

een nieuwe ontwerpersopleiding. ‘Deze<br />

opleidingen zouden toegankelijk moeten<br />

worden voor studenten van alle<br />

Europese universiteiten die aan de KIC’s<br />

deelnemen’, zegt Van Hee. Maar hij gaat<br />

nog een stap verder. ‘Mijn droom is dat<br />

aan de andere universiteiten ook<br />

ontwerpersopleidingen naar model van<br />

het SAI worden opgezet. We bepleiten<br />

dit in onze Europese netwerken.’ De<br />

deur staat in Europa overigens open<br />

voor Van Hee, want hij is namens de<br />

TU/e in de pers<br />

TU/e actief in de KIC ICT. Terwijl de directeur<br />

de ontwerpersopleidingen promoot<br />

binnen Europa wil hij meteen de titulatuur<br />

beter regelen. De graad die een afgestudeerde<br />

aan het SAI krijgt is PDEng,<br />

Professional Doctor in Engineering, een<br />

titel die bij weinigen bekend is. Daarom<br />

wil Van Hee tot een Europees erkende<br />

graad komen. Het zou een algemeen<br />

erkend doctoraat voor de industrie moeten<br />

worden, naar analogie van de PhD,<br />

de doctorsgraad voor de wetenschappelijke<br />

wereld.<br />

Mensen met ervaring<br />

Een andere nieuwe groep studenten wil<br />

Van Hee aanboren in de industrie. Die<br />

doelgroep heeft natuurlijk al kennis van<br />

samenwerken en innoveren, dus het<br />

eerste jaar van de opleiding zal voor<br />

hen anders worden ingericht. ‘Maar ze<br />

kunnen natuurlijk wel in hun bedrijf een<br />

mooi ontwerp volgens de regels van de<br />

wetenschappelijke kunst maken, onder<br />

supervisie van de TU/e. Er is vanuit de<br />

industrie veel interesse voor. Want je<br />

berichten uit landelijke en regionale bladen<br />

‘Voorraden zijn bij het CBS<br />

een sluitpost in de modellen.<br />

Het verschil tussen productie<br />

en verkoop wordt voorraad<br />

genoemd.’<br />

PROf.DR.IR. JAN fRANSOO,<br />

over te weinig aandacht voor<br />

voorraadbeheersing, in HET<br />

fINANCIElE DAgBlAD van<br />

19 augustus 2010.<br />

‘Elektrische aandrijving zal in<br />

de stedelijke gebieden de toon<br />

aangeven. Maar in het zware<br />

transport blijven dieselmotoren<br />

belangrijk. Het rendement zal<br />

omhooggaan.’<br />

PROf.DR. PHIlIP DE<br />

gOEy, hoogleraar<br />

Verbrandingstechnologie<br />

van de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde over<br />

de toekomst van verbrandingsmotoren,<br />

in NRC<br />

HANDElSBlAD van 8 mei<br />

2010.<br />

‘Toen ik hier achttien jaar<br />

geleden kwam, was het absoluut<br />

een mannenbolwerk.<br />

Tegenwoordig komen er steeds<br />

meer vrouwen, hoewel in de staf<br />

nog steeds weinig vrouwen aanwezig<br />

zijn. Ik heb een vrouwelijk<br />

rolmodel wel gemist. Daardoor<br />

ben ik door schade en schande<br />

wijs geworden.’<br />

PROf.DR. CARlIJN BOUTEN<br />

hoogleraar Cell-<strong>Matrix</strong><br />

Interactions aan de faculteit<br />

Biomedische Technologie. Ze<br />

staat in de <strong>Eindhoven</strong>se stadsglossy<br />

fRITS op nummer 3 van<br />

de top-50 voor topvrouwen in<br />

de regio.<br />

‘Het Nederlands elftal zwoegt<br />

als een stel robots door de<br />

groepswedstrijden, maar<br />

bij het WK voetbal voor<br />

echte robots was de<br />

Nederlandse vertegenwoordi-<br />

kunt tijdens een loopbaan gemakkelijk<br />

ergens een MBA doen, maar waar kun je<br />

een topopleiding in engineering krijgen?<br />

Hier aan het Stan Ackermans Institute.’<br />

Directeur Van Hee verwacht ook veel van<br />

de nieuw op te richten Graduate School<br />

TU/e. Dat is een initiatief om binnen de<br />

TU/e de masteropleidingen beter af te<br />

stemmen op de opleidingen die daarop<br />

volgen, zoals het PhD en de ontwerpersopleidingen<br />

van het SAI. Wanneer je de<br />

verschillende opleidingen achter elkaar<br />

doet, dan kost dat acht jaar. ‘Wanneer je<br />

ze bij elkaar neemt en je stemt het goed<br />

op elkaar af, dan zijn er mooie combinaties<br />

te maken die ook nog tijdwinst<br />

opleveren. We gaan dus kijken of we de<br />

opleidingen efficiënter kunnen inrichten.<br />

Bijvoorbeeld door een master te combineren<br />

met een PDEng, die je dan in drie<br />

en een half jaar doet.’ De verwachting<br />

is dat ook veel buitenlandse studenten<br />

interesse hebben in de gecombineerde<br />

opleidingen.<br />

Voor meer informatie, zie:<br />

www.3tu.nl/en/education/sai<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Prof.dr. Carlijn Bouten.<br />

ging een van de smaakmakers.’<br />

NRC HANDElSBlAD en NRC<br />

NEXT op 24 juni over Tech<br />

United, het robotvoetbalelftal<br />

van de TU/e.<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 7


Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

8<br />

XXXXXXXXX<br />

IN gESPREK<br />

Alexander Rinnooy Kan,<br />

voorzitter KIA-coalitie<br />

Politiek is de onzekere<br />

factor in innovatiebeleid<br />

Voor de zomer werd bekend dat het Innovatieplatform (IP) een doorstart maakt in<br />

de KIA-coalitie (Kennis- en Innovatie Agenda). De ambities van het platform worden<br />

meegenomen, maar de weg ernaar toe is anders. Met een groter maatschappelijk<br />

draagvlak en dichter bij de politieke besluitvorming moet dit nieuwe initiatief<br />

Nederland nu eindelijk bij de mondiale top in onderwijs en innovatie brengen.<br />

Voorzitter van de SER en van de KIA-coalitie Alexander Rinnooy Kan legt uit hoe en<br />

waarom dit nu wel gaat lukken.<br />

Zeer enthousiast is demissionair minister-president<br />

Jan Peter Balkenende over de verrichtingen van zijn<br />

Innovatieplatform in de periode 2003 - 2010. ‘Het IP<br />

was een unieke samenwerkingsvorm tussen overheid,<br />

bedrijfsleven en wetenschap die heeft gezorgd voor de<br />

permanente agendering van de kenniseconomie op de<br />

politieke en maatschappelijke agenda’, zei hij bij beëindiging<br />

van het Platform.<br />

Toch werd de doelstelling ‘internationaal in de top-5 op<br />

het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie’<br />

niet gehaald. Het Innovatieplatform kwam niet eens<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />

in de buurt. Er zijn tal van lijstjes te raadplegen, maar<br />

niet één laat zien dat Nederland zich in de top heeft genesteld.<br />

In de meeste is ons land zelfs gedaald.<br />

De nieuwe KIA-coalitie beoordeelt de prestaties van<br />

Nederland in de periode van het Innovatieplatform dan<br />

ook niet erg positief, zo blijkt uit de Kennis en Innovatie<br />

Agenda 2011 – 2020, het beleidstuk waarin de ambities<br />

en plannen van de samenwerkende partijen zijn vastgelegd.<br />

‘Ondanks de goede beleidsvoornemens gaat het<br />

met kennis en innovatie in Nederland niet goed’, stelt<br />

het vast. ‘Er is sprake van een kenniscrisis. Deze haalt


niet de krantenkoppen, maar wie de verschillende mondiale<br />

kennisranglijsten volgt, ziet dat Nederland daarop<br />

de laatste jaren wegzakt.’<br />

Dertig partijen<br />

Om het tij te keren werd de KIA-coalitie op de been<br />

gebracht. Het is een groep van ongeveer dertig partijen<br />

uit de wereld van onderwijs, bedrijfsleven en vakbonden.<br />

De leden van de voormalig KIA-werkgroep van het<br />

Innovatieplatform vormen het tijdelijk bestuur. Naast<br />

de voorzitter Alexander Rinnooy Kan zijn dat Philipstopman<br />

Gerard Kleisterlee, Kees Tetteroo van ROC<br />

<strong>Eindhoven</strong> en Robbert Dijkgraaf, wetenschapper en<br />

voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie<br />

van Wetenschappen.<br />

Er diende snel te worden gehandeld, vonden de initiatiefnemers,<br />

want de ambities moesten worden meegenomen<br />

bij de vorming van een nieuwe regering.<br />

De doelstellingen waarmee de coalitie naar de politiek<br />

ging, zijn als volgt vastgelegd. Rinnooy Kan: ‘Wij<br />

RINNOOy KAN: ‘In de verkiezingsprogramma’s<br />

zie je dat kennis positieve aandacht krijgt en wordt<br />

gevrijwaard van bezuinigingen.’<br />

spiegelen ons aan vijf landen die in veel kennisrankings<br />

tot de top behoren en ook in de laatste Global<br />

Competitiveness Index de vijf hoogst geplaatste OESOlanden<br />

zijn: de VS, Zwitserland, Zweden, Denemarken<br />

en Finland. Uitgangspunt daarbij is dat we de kennisinvesteringen<br />

in Nederland op een vergelijkbaar<br />

niveau willen brengen met dat van de best presterende<br />

kenniseconomieën.’ Er zijn daarbij vijf prioriteiten geformuleerd:<br />

een topdocent voor elke onderwijsdeelnemer;<br />

maatwerk in het onderwijs; een leergieriger cultuur;<br />

sterkere toppen in onderzoek en innovatie; meer innovatieve<br />

bedrijven.<br />

Alexander Rinnooy Kan gelooft in de missie van de KIAcoalitie.<br />

Het Innovatieplatform heeft hem laten zien<br />

dat er zeker wat te bereiken is, zegt hij. ‘Het platform<br />

heeft een groot aantal uitstekende ideeën opgeleverd<br />

waarvan een deel is geïmplementeerd.’ Hij is gelukkig<br />

met de Kennisinvesteringsagenda, door de KIA-coalitie<br />

omgedoopt in de Kennis en Innovatie Agenda. Net als<br />

met het sleutelgebiedenbeleid was dit het industriebeleid<br />

van het Innovatieplatform. Hij is tevreden over<br />

de nieuwe regels voor kennismigranten. Er is volgens<br />

hem veel bereikt voor het MKB, zoals de innovatievoucher<br />

en het slimmer werken. Hij is blij met wat rond<br />

duurzame energie tot stand is gebracht. Met de discussie<br />

rond het Tulpeiland (een nieuw kunstmatig eiland<br />

voor de kust waar energie wordt opgewekt met waterkracht<br />

- red.) is iets in beweging gezet dat een vervolg<br />

zal krijgen, is zijn overtuiging. ‘Kortom, ik vind het helemaal<br />

geen slechte lijst.’<br />

Ambities<br />

Bij de bestudering van de Kennis Innovatie<br />

Agenda van de KIA-coalitie, wordt duidelijk dat het<br />

Innovatieplatform volgens KIA niet succesvol is geweest:<br />

de ambities zijn niet waargemaakt. Rinnooy Kan:<br />

‘Dat heeft te maken met het beleid dat op ons advies<br />

is gevolgd. Dat is onvoldoende geweest, onder meer<br />

doordat het door de politiek onvoldoende is opgepakt.<br />

Dit als gevolg van fouten in het begin van de vorige<br />

kabinetsperiode. Dan wordt het geld verdeeld, en er<br />

ging wel wat naar onderwijs, maar niet voldoende. De<br />

politieke prioriteit was ontoereikend.’<br />

De politiek is ook voor KIA een onzekere factor. Hoe<br />

wordt daarmee omgegaan?<br />

‘Dat maakt het een hachelijk avontuur. Maar we laten<br />

ons er niet door weerhouden. We hebben met succes<br />

geprobeerd de coalitie in stand te houden. Daarbij de<br />

coalitie verbreed en verdiept. En we gaan nu in gezamenlijkheid<br />

de volgende ronde in en hopen tot betere<br />

resultaten te komen.’<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 9


1 0<br />

IN gESPREK<br />

De vraag is of de Nederlandse politiek kennis en innovatie nu<br />

werkelijk prioriteit zal geven. Rinnooy Kan is er optimistisch<br />

over. In de verkiezingsprogramma’s is te zien dat kennis positieve<br />

aandacht krijgt en wordt gevrijwaard van bezuinigingen<br />

– dat geldt voor weinig andere beleidsterreinen. Sommige<br />

partijen maken er zelfs substantieel meer geld voor vrij. Bij de<br />

start van het Innovatieplatform echter, was het geld al verdeeld.<br />

Rinnooy Kan: ‘Er wordt nu haast gemaakt met KIA zodat onze<br />

ambities en wensen bij de kabinetsonderhandelingen worden<br />

meegenomen.’ Het Innovatieplatform heeft in het verleden<br />

grote ambities geformuleerd die vervolgens moeilijk haalbaar<br />

zijn. De KIA-coalitie doet dit nu ook weer. De vraag is waarom<br />

de initiatiefnemers ervoor kiezen doelen te stellen die hoogstwaarschijnlijk<br />

niet wordt gerealiseerd. ‘Het gaat zoals bij elke<br />

politieke lobby. Je zoekt op de eerste plaats je bondgenoten,<br />

zo breed en sterk mogelijk. Je schrijft een inhoudelijk verhaal<br />

dat te meten is en waar iedereen in de coalitie zijn handtekening<br />

onder zet. Vervolgens moet je in de politiek bondgenoten<br />

zoeken. En dan is het toch een beetje op hoop van zegen.<br />

Desalniettemin staan de sterren op dit moment redelijk goed.’<br />

Top-5<br />

‘Het verschil met het Innovatieplatform is dat bij KIA op de eerste<br />

plaats de toonzetting van het verhaal beter is: we vragen<br />

niet alleen, we hebben ook iets te bieden. Daarbij wordt de ur-<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />

RINNOOy KAN: ‘De urgentie van de kennisambitie<br />

wordt nu heftiger beleefd in Nederland.’<br />

gentie van de kennisambitie heftiger beleefd in Nederland.’<br />

De top-5 waar het Innovatieplatform naartoe wil, is onder het<br />

Innovatieplatform juist verder buiten bereik gekomen. Rinnooy<br />

Kan is hier niet zo verbaasd over.<br />

‘Wanneer je wat langer rondloopt in deze wereld, dan zie je wel<br />

meer initiatieven die maar half worden gerealiseerd. Bovendien<br />

is het een sluipend proces geweest, dat al in het midden van de<br />

jaren negentig is ingezet. Helaas is pas in 2006 gebleken hoe<br />

Nederland er werkelijk voorstaat. Toen werden nieuwe cijfers op<br />

een rijtje gezet en bleek dat Nederland een achterstand heeft<br />

opgelopen. De tijd was te kort om deze trend opnieuw om te<br />

buigen. Het is zaak ervan te leren en door te gaan.<br />

Voor mij is de belangrijkste les die we geleerd hebben van het<br />

Innovatieplatform, dat je bij zo’n initiatief moet nadenken over<br />

de afstand tussen het platform en het feitelijke beleid. De betrokkenheid<br />

van het platform bij de verdeling van de middelen<br />

was heel beperkt. Daarom is het verstandig een apart gezelschap<br />

te belasten met het voorbereiden van beleid.’<br />

De ambitie van de KIA-coalitie is dat Nederland in 2020 op<br />

de innovatierankings ergens tussen de landen als de VS en<br />

Zwitserland staat. Wat zijn de gevolgen voor Nederland?<br />

Rinnooy Kan: ‘We worden er gelukkiger en welvarender door.<br />

Vooral dat laatste zie je duidelijk bij de succesvolle landen. Er<br />

loopt een rechtstreekse lijn van succesvol kennis- en innovatiebeleid<br />

naar additionele economische groei.<br />

Het blijkt dat een bloeiende economie zich in belangrijker mate<br />

laat organiseren. Er is zoiets als goed beleid, en er is slecht<br />

beleid. Goed beleid heeft er in Nederland toe geleid dat we<br />

sinds de jaren tachtig economisch een enorme sprong voorwaarts<br />

hebben gemaakt. Slecht beleid leidt tot situaties als in<br />

Griekenland en Zimbabwe. De landen in de top-5 zijn voor ons<br />

voorbeelden van goed beleid. We kunnen van deze landen leren<br />

hoe je op nationaal niveau prioriteiten stelt. We willen generiek<br />

beleid, en daarbij willen we scherpe keuzes maken voor kansrijke<br />

bedrijfstakken. Toch is het is ook geluk hebben. Finland<br />

heeft ongetwijfeld fantastisch beleid gevoerd, maar het heeft<br />

toevallig ook Nokia binnen haar grenzen.’<br />

Verstandig kiezen<br />

‘Op het gebied van innovatiebeleid heb ik de afgelopen jaren<br />

geleerd dat we verstandig moeten kiezen. Dat gebeurt niet alleen<br />

in Den Haag. Het is ook nodig anderen te betrekken en vanuit<br />

het land voorstellen te krijgen, zodat inzicht ontstaat in wat<br />

de private sector samen met de publieke sector voor elkaar kan<br />

krijgen. Die samenwerking zou de overheid vervolgens moeten<br />

stimuleren. Daar zijn al veel goede voorbeelden van, bijvoorbeeld<br />

rond Wageningen waar allerlei organisaties die zich bezighouden<br />

met voedsel, goed samenwerken. Het gaat ook goed in<br />

water, de chemie, de bloemen. Overigens brengt een voorzitter<br />

van een commissie geen innovatie tot stand. Hij kan alleen maar<br />

de omstandigheden zo beïnvloeden dat de grootste kans op vernieuwing<br />

ontstaat. Je maakt het zo gemakkelijk en aantrekkelijk<br />

mogelijk. En vervolgens hoop je er het beste van.’


Nieuws<br />

bedrijfsleven<br />

gOEDKOPER BOUwEN DANKzIJ<br />

‘PAPERClIPS’ IN BETON<br />

Met het instorten van een verdiepingsvloer is<br />

aangetoond dat een woningcasco van beton<br />

zonder wapeningsstaven pas opgeeft bij een<br />

belasting van bijna anderhalve ton per vierkante<br />

meter. Nog belangrijker is dat de scheuring<br />

volgens een voorspelling optreedt. Daarmee<br />

wordt het bouwen met staalvezels in plaats van<br />

met wapeningsnetten ook veilig en kan de traditionele<br />

bouwwereld haar scepsis laten varen.<br />

Dit onderzoek van de faculteit Bouwkunde zal<br />

leiden tot belangrijke kostenbesparingen in de<br />

bouw.<br />

Staalvezelbeton is een alternatief voor gewapend<br />

beton. In plaats van stalen wapeningsstaven<br />

of netten worden staalvezels met een<br />

lengte van zes centimeter toegevoegd voor het<br />

verkrijgen van constructieve eigenschappen. De<br />

betonbranche kan opgelucht ademhalen. Dat er<br />

nu bewezen is dat staalvezelbeton voorspelbaar<br />

gedrag vertoont, zal acceptatie bevorderen.<br />

Er zullen meer proeven volgen. De grootste vraag<br />

is nu wanneer de constructies in de bouwvoorschriften<br />

worden toegestaan. Doorslaggevend<br />

daarvoor is de betrouwbaarheid en objectiviteit<br />

van het onderzoek. Daarom hebben de projectpartners<br />

uit de betonbranche gekozen voor de<br />

TU/e, voor de daadkracht en de faciliteiten van<br />

het laboratorium van de faculteit Bouwkunde.<br />

ACHTTIEN MIlJOEN EURO VOOR DPI<br />

Het Dutch Polymer Institute (DPI) krijgt een<br />

extra financiële injectie om het lopende<br />

Polymeren Innovatie Programma met twee jaar<br />

te verlengen tot en met 2013. Het ministerie<br />

van Economische Zaken trekt hiervoor achttien<br />

miljoen euro uit. Het Polymeren Innovatie<br />

Programma (PIP) wordt beheerd door het DPI.<br />

In het PIP, gestart in 2008, investeren overheid,<br />

kennisinstellingen en bedrijfsleven samen in<br />

de ontwikkeling van kennis over polymeren.<br />

De nadruk ligt daarbij op het zogeheten precompetitieve<br />

onderzoek. Het ministerie had<br />

al vijftig miljoen euro beschikbaar gesteld.<br />

Volgens dr.ir. Jacques Joosten, managing director<br />

van het DPI, kunnen door deze extra impuls<br />

lopende onderzoeken worden voortgezet en<br />

enkele nieuwe worden gestart. Hij verwacht<br />

daarbij vooral veel van het onderzoek naar<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

bio-polymeren. Ook komt er de komende jaren<br />

meer aandacht voor internationalisering van de<br />

activiteiten van het DPI.<br />

TU/e wEER SUCCESVOl MET<br />

VAlORISATIESUBSIDIES<br />

De TU/e heeft vier grote en drie kleine<br />

Valorisation Grants toegewezen gekregen door<br />

Technologiestichting STW. De universiteit sleept<br />

daarmee bijna de helft van het totale subsidiebedrag<br />

binnen dat door STW is toegekend in<br />

de eerste ronde van 2010. De winnaars van de<br />

grote subsidies van tweehonderd duizend euro<br />

zijn de projecten Fluxicon, EmulTech, OptiMal<br />

Forming Solutions en UXsuite. De grote subsidies<br />

zijn bedoeld om op basis van een technische<br />

vinding in twee jaar tijd een bedrijf op te<br />

zetten. Fluxicon maakt bedrijfsprocessen inzichtelijk<br />

op basis van gegevens uit de IT-systemen<br />

van het bedrijf zelf. Met zogeheten process mining<br />

worden de bedrijfsprocessen automatisch<br />

Robin de Bruijn (l) en frank de Jong van EmulTech.<br />

gevisualiseerd, met objectieve data. EmulTech<br />

ontwikkelt medicijnafgifte-systemen. Met<br />

behulp van microkanalen worden polymeren<br />

microbolletjes gemaakt met medicijnen hierin<br />

opgesloten. OptiMal Forming Solutions is het<br />

bedrijf van Sebastiaan Boers, die tijdens zijn<br />

promotie aan de TU/e een kleine instelbare mal<br />

ontwikkelde. De Turkse Aylin Koça onderzocht in<br />

haar promotieonderzoek aan de TU/e zogeheten<br />

No Fault Found-problemen. Gebruikers van<br />

met name consumentenelektronica rapporteren<br />

steeds vaker problemen die niet herleidbaar zijn<br />

tot defecten aan het apparaat. De gebruiker had<br />

dan blijkbaar verwachtingen van het product.<br />

UXsuite is software die de ontwikkelaars helpt<br />

in kaart te brengen waar, wanneer, hoe, waarom<br />

en door wie hun producten worden gebruikt.<br />

STARTUP wERKTUIgBOUwKUNDE<br />

OPNIEUw SUCCESVOl<br />

Sorama, high-tech startup van de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde, is door New Venture<br />

verkozen tot een van de drie meest innovatieve<br />

en veelbelovende startende ondernemingen in<br />

Nederland. De startup kreeg in de finaleronde<br />

25.000 euro overhandigd door oud-staatssecretaris<br />

en huidig ABN-AMRO-bestuurslid Joop Wijn.<br />

Sorama is voortgekomen uit het promotieonderzoek<br />

van mede-oprichter dr.ir. Rick Scholte.<br />

Hij ontwikkelde een geluidscamera waarmee<br />

geluidsbronnen nauwkeurig gelokaliseerd en<br />

gevisualiseerd kunnen worden. Belangrijke toepassing<br />

van de geluidscamera is geluidsreductie<br />

van nieuwe apparaten. De vinding heeft al geleid<br />

tot aanpassingen aan een ventilatiesysteem en<br />

een beademingsapparaat. Sorama won eerder<br />

al duizend euro in de tweede ronde van New<br />

Venture. In oktober 2009 kreeg Scholte de Simon<br />

Steven Gezelprijs voor zijn onderzoek naar sound<br />

imaging.<br />

Maar liefst honderdzeventig beginnende ondernemingen<br />

dienden dit jaar een businessplan in bij<br />

New Venture, een initiatief van McKinsey en het<br />

ministerie van Economische Zaken.<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 1 1


1 2<br />

XXXXXXXXX<br />

ONDERwIJS<br />

Programma’s voor<br />

studenten die<br />

willen uitblinken<br />

In 2006 is de TU/e gestart met een speciaal ontwikkeld<br />

programma voor studenten die meer willen en kunnen<br />

dan alleen het reguliere onderwijsprogramma volgen, het<br />

Honors Horizon program. Dit programma is verbredend<br />

en interdisciplinair. Vanaf september 2010 biedt de TU/e<br />

eveneens een verdiepend programma aan, het Honors<br />

Star program voor studenten die een volgende stap op de<br />

academische ladder ambiëren.<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0


De TU/e startte enkele jaren geleden<br />

met Honors Horizon, een verbredend<br />

programma met diepgang, zoals de coördinator<br />

van het programma prof.dr. Alex<br />

van Herk het omschrijft. Het is een grensverkennend<br />

en grensverleggend traject<br />

dat studenten volgen naast het reguliere<br />

onderwijs in tweede en derde jaar van de<br />

bachelor. Een onderdeel zijn de Honors<br />

classes die actuele thema’s uit verschillende<br />

wetenschapsgebieden behandelen.<br />

De Honors studenten krijgen daarbij de<br />

mogelijkheid om al tijdens hun bachelorfase<br />

een uitdagende onderzoeksopdracht<br />

uit te voeren. Ook ligt in het programma<br />

de nadruk op academisch-wetenschappelijke<br />

vaardigheden, zoals onderzoeken en<br />

ontwerpen, het schrijven van essays, het<br />

houden van presentaties en het organiseren<br />

van symposia.<br />

Honors Star programma<br />

‘De studenten leren op hoog niveau te<br />

communiceren met studenten van andere<br />

faculteiten en andere disciplines’, vertelt<br />

Van Herk. Honors studenten zijn zelf medeverantwoordelijk<br />

voor de invulling van<br />

het programma. Zo nodigen ze sprekers<br />

uit, dragen ideeën aan voor Honors classes<br />

of bijeenkomsten, vullen zelf onderzoeksopdrachten<br />

in en organiseren een<br />

symposium.<br />

‘In de loop van de tijd merkten we dat<br />

veel studenten in het programma ook<br />

behoefte hebben aan het verdiepen van<br />

het vakgebied van hun studie’, vertelt<br />

Van Herk. Om die wens te honoreren is<br />

het Honors Star programma opgezet.<br />

In dit programma kunnen de studenten<br />

bijvoorbeeld kiezen voor uitdagende OGO<br />

(Ontwerp Gericht Onderwijs) - projecten<br />

met daarbinnen extra en bijzondere colleges<br />

waarin ze uitgebreider kennismaken<br />

met de fundamenten van hun vak. Ook<br />

kunnen ze kiezen voor minoren aan een<br />

buitenlandse universiteit en voor speciale<br />

eindprojecten. Voor de buitenlandse<br />

minoren komen op termijn beurzen beschikbaar.<br />

Ook worden bij verschillende<br />

tentamens extra zogenaamde Honors<br />

Star vragen gesteld.<br />

Publiceren<br />

In de eindprojecten worden deze studenten<br />

een onderdeel van een onderzoeksgroep,<br />

waarbij ze een publicatie schrijven<br />

in een tijdschrift. Van Herk: ‘Nu zijn de<br />

belangrijke bladen natuurlijk moeilijk<br />

haalbaar voor deze studenten. We richten<br />

daarom een e-journal op om onderzoek<br />

in de bachelorfase te publiceren.’ Met<br />

het Honors Star programma zijn door<br />

studenten geen extra studiepunten te<br />

verdienen en het is maar de vraag of studenten<br />

er veel extra tijd mee kwijt zijn,<br />

zegt Van Herk. ‘Wanneer je in een groep<br />

de Star studenten bij elkaar zet, zal het<br />

niveau vanzelf omhoog gaan zonder dat<br />

ze er veel extra moeite voor doen.’ Om<br />

die reden is het ook goed mogelijk om<br />

Honors Star en Honors Horizon naast elkaar<br />

te volgen.<br />

In september 2009 gingen eerstejaarsstudenten<br />

vrijblijvend met het Honors<br />

Star programma van start. In dit eerste<br />

jaar van de opleiding is nog moeilijk te<br />

voorspellen of een student in staat is tot<br />

een topprestatie, dat is van veel factoren<br />

afhankelijk die voor een groot deel<br />

buiten de studie liggen, zegt Van Herk.<br />

Daarom kiest een student pas vanaf het<br />

tweede jaar of hij definitief wil meedoen<br />

in de Honors programma’s. Dan kiest de<br />

student voor ofwel Horizon, ofwel Star,<br />

of beide. Vanaf september 2010 gaat de<br />

eerste generatie tweedejaars van start<br />

met Star. ‘Mijn wens is natuurlijk dat studenten<br />

zullen kiezen voor het hele pakket<br />

van Honors programma’s’, zegt Van Herk.<br />

Honors in master<br />

Na de succesvolle Honors voor bachelorstudenten<br />

wordt aan de TU/e gewerkt<br />

aan een speciaal programma voor de<br />

master. De onderwijswereld internationaliseert<br />

en streed de <strong>Eindhoven</strong>se universiteit<br />

in het verleden om de beste studenten<br />

van Zuid-Nederland, tegenwoordig<br />

‘Met het Honors<br />

program<br />

wil de TU/e de<br />

beste studenten<br />

aantrekken’<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 1 3


1 4<br />

ONDERwIJS<br />

vissen universiteiten in een vijver die de<br />

hele wereld beslaat, vertelt prof.dr. Jos<br />

Baeten. Jarenlang was hij hoogleraar en<br />

bestuurder aan de faculteit Wiskunde &<br />

Informatica, sinds april van dit jaar bekleedt<br />

hij een leerstoel aan de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde.<br />

‘We willen de beste studenten naar<br />

<strong>Eindhoven</strong> halen voor een master en graag<br />

ook voor een promotie. Deze markt wordt<br />

echter gedomineerd door Amerikaanse<br />

universiteiten die met hun graduate<br />

‘Ik verblijf momenteel in Jaraguá do Sul, in het<br />

zuiden van Brazilië, voor mijn stage bij WEG<br />

Tintas. WEG is een multinational en groot in de<br />

productie van elektromotoren. Deze motoren<br />

moeten ook geverfd worden, vandaar dat het<br />

bedrijf in de jaren tachtig een coatingdivisie<br />

oprichtte. Inmiddels telt deze divisie zo’n vijfhonderd<br />

werknemers. Ik houd me bezig met<br />

twee projecten: de ontwikkeling van een duurzame<br />

poedercoating en met onderzoek naar<br />

coatings van polyurethaan op waterbasis. Ik<br />

leer hier veel over chemie.<br />

Het leuke aan mijn stage is dat ik veel zelfstandigheid<br />

en verantwoordelijkheid heb en dat ik<br />

op verschillende plaatsen met verschillende<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />

programma’s een aantrekkelijk aanbod<br />

kunnen doen.’ Graduate staat voor een<br />

integratie van de master en PhD. Hiermee<br />

bieden universiteiten een programma<br />

waarmee studenten in een verkort traject<br />

tot een promotie kunnen komen. Om mee<br />

te kunnen dingen naar de internationale<br />

topstudenten ontwikkelt de TU/e ook graduate<br />

programma’s.<br />

Om de beste studenten een aantrekkelijk<br />

aanbod te kunnen doen, is er nu het<br />

Honors program voor de master. Baeten:<br />

‘In essentie komt het erop neer dat je<br />

studenten in de master voorbereidt op de<br />

vervolgopleiding door elementen uit dit<br />

vervolg in het programma op te nemen.<br />

Heel simpel gezegd: de afstudeerscriptie is<br />

het eerste hoofdstuk van een proefschrift.<br />

Deze masterstudenten zullen hiervoor<br />

meedoen in de onderzoeksprogramma’s en<br />

ze schrijven mee aan artikelen, et cetera.<br />

Het echte onderzoek in de master dus.’<br />

Deze masters kunnen worden aangeboden<br />

in combinatie met een PhD maar ook met<br />

de tweejarige ontwerpersopleidingen van<br />

het Stan Ackermans Institute. De master<br />

Student in het buitenland<br />

Student Scheikundige Technologie Benny luijsterburg<br />

verblijft in Brazilië voor een stage. Hij werkt aan coatings voor<br />

elektromotoren.<br />

mensen werk. Ik mag bijna alles zelf uitvoeren,<br />

wat wel flexibiliteit, planning en communicatie<br />

vereist. Ik heb geleerd in verschillende<br />

teams te werken, mijn tijd effectief in te delen<br />

en te communiceren in een andere taal. Het<br />

Portugees dat ze hier spreken, zorgde in het<br />

begin voor een communicatiebarrière, maar<br />

inmiddels heb ik me de taal redelijk eigen<br />

gemaakt. Zo goed zelfs dat ik mijn eindpresentatie<br />

in het Portugees ga doen.<br />

Voorafgaand aan deze stage was ik benieuwd<br />

hoe ik mezelf zou redden in een volkomen<br />

nieuwe situatie. Eigenlijk is me dit niet tegengevallen.<br />

Het valt me op dat de Brazilianen<br />

waar ik mee heb gewerkt, erg behulpzaam en<br />

kost de studenten ongeveer een dag extra<br />

in de week, is de ervaring van de opleiding<br />

Informatica, waar al enige tijd ervaring is<br />

met deze ambitieuze programma’s.<br />

Subsidie<br />

De TU/e heeft voor de Honors in de master<br />

een subsidie aangevraagd bij Sirius, een<br />

programma dat hogescholen en universiteiten<br />

in staat stelt de beste studenten<br />

uit te dagen meer uit zichzelf te halen. Het<br />

doel van dit programma is om inzicht te<br />

krijgen in hoe excellentie het beste bereikt<br />

kan worden. Het ministerie van OCW financiert<br />

het Sirius Programma, dat een onderdeel<br />

van het Platform Bèta Techniek is.<br />

Voor de subsidie heeft de TU/e een plan<br />

gemaakt waarin het zich in de Honors master<br />

mede richt op het opleiden van innovatoren<br />

en ondernemers, aansluitend bij het<br />

profiel van de TU/e. Met de subsidie kan<br />

de TU/e speciale onderwijsprogramma’s<br />

opzetten en beurzen beschikbaar stellen<br />

voor studenten. In november wordt bekend<br />

of de TU/e in aanmerking komt voor de<br />

subsidie.<br />

open zijn. In Brazilië ligt de nadruk toch wat<br />

meer op het persoonlijke contact. De hiërarchie<br />

is er wat meer uitgesproken, maar als stagiair<br />

heb ik regelmatig ook informele gesprekken<br />

gevoerd met managers. Een ander verschil is<br />

dat in Nederland naar mijn mening iets meer<br />

theoretische concepten worden uitgedacht,<br />

voordat er gehandeld wordt. In Brazilië is het<br />

wat dat betreft iets meer doen dan denken.<br />

De werkweek is er 44 uur, dus iets langer dan<br />

in Nederland. Tussen de middag eet iedereen<br />

(kosteloos) warm op het bedrijf, ook is er een<br />

dagelijks gymkwartiertje waarin verschillende<br />

oefeningen gedaan worden om RSI en dergelijke<br />

tegen te gaan.’


Nieuws<br />

onderwijs<br />

NIEUwE MINOR OVER<br />

DUURzAME ENERgIE<br />

Bachelorstudenten kunnen in september<br />

2010 deelnemen aan een nieuwe minor over<br />

duurzame energie. Een minor is een keuzeprogramma<br />

in het derde jaar van de bacheloropleiding.<br />

Het accent bij de minor duurzame<br />

energie ligt op vaardigheden om na de studie<br />

als zelfstandig ondernemer verder te gaan of<br />

binnen bestaande bedrijven een eigen start-up<br />

te maken. De minor onderscheidt zich van het<br />

overige aanbod door een zeer praktijkgerichte<br />

aanpak en de directe inbreng van bedrijven.<br />

De deelnemers gaan een half jaar in kleine<br />

groepjes werken aan uitdagingen die bedrijven<br />

en kennisinstellingen aan ze voorschotelen. Ze<br />

moeten een innovatief plan bedenken en een<br />

start-up ontwikkelen. Hoewel de nadruk iets<br />

minder op onderwijsoverdracht ligt dan bij andere<br />

minoren, kunnen de studenten rekenen op<br />

ondersteuning van inspirerende mensen uit het<br />

vakgebied. Ook bedrijven of kennisinstellingen<br />

die een uitdaging hebben voorgelegd, zorgen<br />

voor technische begeleiding en kennisoverdracht.<br />

De projecten binnen de minor zullen zich<br />

onder meer richten op energieopslag van<br />

gebouwen en steden, elektrisch vervoer en licht.<br />

TU/e EN fONTyS ICT<br />

SlAAN HANDEN INEEN<br />

De TU/e-faculteit Wiskunde & Informatica en de<br />

Fontys Hogeschool ICT gaan nauwer samenwerken.<br />

De krachtenbundeling houdt onder meer<br />

in dat vaker docenten worden uitgewisseld, dat<br />

onderwijs- en onderzoeksfaciliteiten worden<br />

gedeeld en dat studenten vlot moeten kunnen<br />

wisselen van instelling.<br />

De samenwerking komt onder meer tot uitdrukking<br />

in het delen van faciliteiten. Zo mag de<br />

TU/e gebruikmaken van de ‘Virtual Reality 3D<br />

Cave’ van Fontys; een leeromgeving waarin<br />

wordt geprojecteerd op muren om zo virtuele<br />

werelden te kunnen scheppen. De twee onderwijsinstellingen<br />

gaan ook nadrukkelijk samen<br />

de markt op om hun ICT-opleidingen te promoten.<br />

‘ICT doe je in <strong>Eindhoven</strong>’ wordt het<br />

gezamenlijke motto, waarbij ze willen benadrukken<br />

dat verkeerd kiezen er niet bij is:<br />

studenten moeten gemakkelijk van instelling<br />

kunnen wisselen als hun eerste keuze toch niet<br />

de juiste blijkt te zijn. Veel studenten die aan<br />

de TU/e <strong>Technische</strong> Informatica komen doen,<br />

merken halverwege het eerste jaar dat ze het<br />

toch iets te abstract en theoretisch vinden. Die<br />

kunnen horizontaal doorschuiven naar Fontys,<br />

zonder dat het reeds geleerde verloren gaat.<br />

Omgekeerd moeten speciale schakelklassen<br />

Fontys-studenten helpen die na hun bachelor<br />

juist door willen gaan met een master aan de<br />

TU/e. De instellingen kunnen veel van elkaar<br />

leren. Fontys heeft bijvoorbeeld een veel groter<br />

netwerk richting de industrie. Waar de TU/e<br />

overwegend behoorlijk fundamenteel onderzoek<br />

doet, heeft Fontys veel meer zicht op wat er leeft<br />

op de werkvloer en waaraan behoefte is. De<br />

ervaring en het netwerk van Fontys kan de TU/e<br />

inspireren tot nieuwe ideeën en richtingen.<br />

STUDENTEN KlAAR VOOR<br />

ONDERNEMERSCHAP<br />

In het kader van het certificaatprogramma<br />

Technology Entrepreneurship van de TU/e,<br />

hielden scheikundestudent Jesper van Berkel<br />

en student <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde Pieter<br />

Mooren een pleidooi voor hun bedrijf Biolink.<br />

Van Berkel en Mooren vertelden tijdens hun<br />

presentatie dat volgens onderzoek in 2050 de<br />

helft van de huidige aardolieproductie voor de<br />

productie van plastic zou moeten worden gebruikt.<br />

Als gevolg van de dalende olieproductie<br />

en de stijgende vraag, zal de plasticprijs dus<br />

ook toenemen. Daarnaast levert plastic een<br />

afvalprobleem op. Bioplastic is dé oplossing.<br />

Het is afbreekbaar en op termijn goedkoper<br />

dan uit olie geproduceerd plastic. Het bedrijf<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Prof.dr. wim Jochems, directeur van de <strong>Eindhoven</strong><br />

School of Education.<br />

Biolink heeft een nieuw bioplastic ontwikkeld.<br />

Het doel is om volgend jaar 225.000 euro aan<br />

STW-subsidie te verwerven. Daarmee willen<br />

de studenten het product verder ontwikkelen<br />

en Biolink op de kaart zetten. De presentaties<br />

vormden de afronding van het programma<br />

Technology Entrepreneurship, dat als doel heeft<br />

studenten klaar te stomen voor het ondernemerschap.<br />

EINDHOVEN SCHOOl Of<br />

EDUCATION SCOORT gOED<br />

De <strong>Eindhoven</strong> School of Education (ESoE) heeft<br />

een zelfstandige, tweejarige masteropleiding<br />

die onder meer opleidt tot leraar voorbereidend<br />

hoger onderwijs in wiskunde, natuurkunde,<br />

scheikunde of informatica. Het resultaat van<br />

de tussentijdse beoordeling door een internationale<br />

commissie die de <strong>Eindhoven</strong> School of<br />

Education onlangs ontving, stemt de directeur<br />

van het gemeenschappelijk instituut van de<br />

TU/e en Fontys, prof.dr. Wim Jochems, tevreden.<br />

De evaluatiecommissie had veel lof voor de<br />

doelstelling en de bereikte resultaten op het gebied<br />

van onderwijs, onderzoek en innovatie. De<br />

commissie rapporteert dat het curriculum coherent,<br />

uitgebalanceerd en consistent is en vervolgt<br />

met: ‘Alles bij elkaar heeft ESoE een hoog<br />

innovatieve aanpak geformuleerd. Al na twee<br />

jaar opereren alle secties succesvol en mag van<br />

de ESoE verwacht worden dat ze kan voldoen<br />

aan alle eisen uit dit rapport. De aanpak ten<br />

aanzien van het science- en techniekonderwijs<br />

is niet alleen innovatief, het is zo opgezet dat<br />

zowel de TU/e als Fontys ervan profiteert.’<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 1 5


1 6<br />

ONDERzOEK<br />

Positief rapport<br />

zet onderzoek bij<br />

Informatica in beweging<br />

Hoge kwaliteit en coherente focus op core informatica en op diepe problemen in het<br />

vakgebied. Dat waren enige conclusies van de internationale visitatiecommissie van het<br />

informaticaonderzoek aan de TU/e. De universiteit staat in de top-3 in Nederland en drie<br />

onderzoeksgroepen behoren aantoonbaar tot de wereldtop. ‘Het rapport zet dingen in beweging.’<br />

‘Alsof we een gesprek hadden met collega-onderzoekers’, vertelt<br />

opleidingsdirecteur dr.ir. Jan Friso Groote over het bezoek<br />

aan de visitatiecommissie. Groote is tevens voorzitter van<br />

de landelijke Informaticakamer, die de accreditatie van informaticaopleidingen<br />

en de visitatie voor informaticaonderzoek<br />

organiseert.<br />

De commissie heeft alle informaticaonderzoeksgroepen van<br />

negen universiteiten in heel Nederland onder de loep genomen<br />

voor de periode 2002-2008. In de commissie zaten zeven<br />

experts van de belangrijkste vakgebieden, afkomstig van<br />

onder meer MIT, Oxford University, University of Stuttgart en<br />

Politecnico di Milano.<br />

De commissie ontving vooraf van alle 59 informaticagroepen<br />

in Nederland informatie en belangrijke publicaties. Vervolgens<br />

kregen alle groepen één dag om zichzelf te presenteren aan de<br />

Rapport<br />

De onderzoeksgroepen van Informatica aan de TU/e kregen gemiddeld<br />

een 4,5 (op een schaal van 5) van de internationale visitatiecommissie.<br />

Uit het rapport:<br />

‘De commissie was verheugd over de kracht en kwaliteit van het onderzoek<br />

en over de coherente focus op core informatica en de studie van<br />

diepe problemen in het vakgebied. Het departement heeft over de<br />

jaren heen haar positie verstevigd. Hoewel de researchfocus wat smal<br />

en ongebalanceerd is, met een nadruk op formele methoden. Dat zou<br />

in de toekomst meer in evenwicht gebracht kunnen worden door meer<br />

nadruk op experimenteel en technisch onderzoek. ...<br />

Het management is effectief maar een beetje conservatief in de onderzoeksgroepen,<br />

die nog gedomineerd worden door een leiderschapsmodel<br />

met een conventionele fulltime professor.<br />

Het departement zou ook moeten streven naar meer evenwicht in gender,<br />

en de tendens richting inbreeding weerstaan.’<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />

commissieleden. Ze kwamen daarvoor allemaal langs op<br />

dezelfde locatie in Amersfoort.<br />

De commissie keek naar vijf aspecten: de onderzoeksprogramma’s,<br />

de kwaliteit, de productiviteit, de relevantie van het onderzoek,<br />

en de vitaliteit en uitvoerbaarheid, ofwel een inschatting<br />

naar de toekomst toe. Niet alleen de hoogleraren waren<br />

daarbij present, er waren ook gesprekken met de promovendi.<br />

‘Er was veel ruimte voor informele discussie’, vertelt Groote.<br />

‘De commissie wilde echt achterhalen wat de sfeer van het<br />

onderzoek is, hoe enthousiast de onderzoekers zijn, wat ze<br />

willen bereiken, hoe ze problemen aanpakken. De commissieleden<br />

gingen daar echt op in, waren oprecht geïnteresseerd.<br />

Het was een heel prettige sfeer. Uit het hele land zijn daar positieve<br />

reacties op gekomen.’<br />

wereldleider<br />

Over de TU/e was de commissie ronduit positief (zie kader).<br />

Alleen de TU Delft en de Radboud <strong>Universiteit</strong> Nijmegen scoorden<br />

hoger.<br />

Van de negen onderzoeksgroepen van de TU/e die beoordeeld<br />

zijn springen er drie uit. ‘Deze drie groepen zijn onbetwist<br />

wereldleider op hun gebied’, stelt Groote.<br />

De eerste groep is Business Informatiesystemen van prof.dr.ir.<br />

Wil van der Aalst. ‘Deze groep werkt aan wiskundige modellen<br />

over alles wat er in een organisatie gebeurt. Dat is in de praktijk<br />

vaak enorm ingewikkeld, want veel informatie zie je niet. Inzicht<br />

hierin kan een bedrijf of organisatie naar een hoger niveau tillen.’<br />

De tweede groep die erbovenuit stak is Algoritmiek van prof.dr.<br />

Mark de Berg. ‘In dit onderzoeksgebied gaat het om geometrische<br />

algoritmes: hoe kun je bijvoorbeeld een auto in één keer<br />

helemaal automatisch een parkeerplaats op laten rijden? Of<br />

hoe kun je de TomTom nog scherpere routes laten uitzoeken?’<br />

Hij laat een plaatje zien van Afrika, waar rondom het continent<br />

in gekleurde vlakken in één oogopslag te zien is wat het inter-


netgebruik per land is. ‘De beoordeling van de commissie ging<br />

om de diepe informatica die achter dit soort applicaties zit.’<br />

De derde uitstekende groep is Visualisatie van prof.dr.ir. Jack<br />

van Wijk. Hij houdt zich bezig met het toegankelijk maken van<br />

data. Hij kan van allerhande soorten gegevens inzichtelijke en<br />

zelfs mooie plaatjes maken. Zijn plaatjes verschijnen overal in<br />

de wereld en onlangs zelfs in een museum.<br />

Amerikaanse systeem<br />

De commissie keek niet alleen naar de kwaliteit van het onderzoek,<br />

maar ook naar de structuur ervan en deed daar aanbevelingen<br />

voor. ‘Nu is het aan ons om deze aanbevelingen te<br />

bespreken. Heeft de commissie een punt of niet? Daar moeten<br />

we zelf open naar kijken.’<br />

De commissie kwam bijvoorbeeld met de aanbeveling dat<br />

<strong>Eindhoven</strong> meer richting het Amerikaanse systeem zou moeten<br />

groeien. ‘Daar werken veel onderzoekers op individuele<br />

kracht, als ze maar goed zijn. Wij hebben hier een meer<br />

groepsgeoriënteerd systeem, bestaande uit een hoogleraar<br />

met een (hoofd)docent en promovendi om zich heen, die als<br />

Vlnr: prof.dr.ir. wil van der Aalst ( Business Information Systems), prof.dr.<br />

Mark de Berg (Algoritmiek) en prof.dr.ir. Jack van wijk (Visualisatie).<br />

groep bezig zijn. Aan een technische universiteit moeten we<br />

technische problemen oplossen en dat vergt meer mankracht.’<br />

Decaan prof.dr. Arjeh Cohen vult aan: ‘In Amerika hebben ze<br />

makkelijk praten, daar worden de hoogleraren benoemd voor<br />

het leven op persoonlijke titel. Daar zitten goede dingen in,<br />

maar wij hebben een ander systeem. Onze voltijds hoogleraar<br />

heeft meer taken dan alleen zijn eigen research. Zo is hij ook<br />

verantwoordelijk voor de financiering.’<br />

Wel wil de faculteit een paar goede dingen van het<br />

Amerikaanse systeem overnemen, laat Cohen weten. ‘We willen<br />

het zo inrichten dat iemand ook UHD kan worden op eigen<br />

positie, en niet meer hoeft te wachten tot die plek vrij is.’<br />

Ook het feit dat er maar één leerstoel per expertisegebied is,<br />

is verleden tijd. ‘We hebben sinds kort vier secties in plaats<br />

van negen expertisegebieden. Iedere sectie kan meerdere<br />

leerstoelen hebben. Dat is de kracht van de faculteit: dat<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 1 7<br />

Foto: Bart van Overbeeke


1 8<br />

ONDERzOEK<br />

Boven: Bij deze visualisatie is tegelijkertijd de hiërarchische structuur van<br />

een systeem (de buitenring) en de aanroepen tussen moleculen (de gekleurde<br />

lijnen) in beeld gebracht. Door de lijnen te bundelen ontstaat een duidelijk<br />

beeld.<br />

Onder: Hier wordt migratie in de Verenigde Staten getoond via lijnen die ver-<br />

trek- en aankomstplaats verbinden. Ook hier wordt een duidelijk beeld verkregen<br />

door de lijnen te bundelen.<br />

hoogleraren samenwerken. Zo wordt alles dus vlakker, minder<br />

verticaal gestructureerd. Dan kun je ook je vacatures ruimer<br />

openzetten.’<br />

Meer vrouwen<br />

Daarnaast vonden de commissieleden dat er meer vrouwen<br />

moeten komen. ‘Er is een instroom van vier procent vrouwen<br />

bij Informatica’, legt Cohen uit. ‘Dan hebben we te maken met<br />

de tegenstelling tussen harde informatica en de ‘zachtere’<br />

toepassingen. De harde vakken schrikken vrouwen vaak af.<br />

Terwijl er aan de buitenkant van het vakgebied veel goeds te<br />

doen is waar zij zich eerder voor zullen interesseren. Denk<br />

aan informatica om maatschappelijke processen te helpen<br />

verbeteren. Informatica is ook nog steeds geschikt om carrière<br />

te maken. Er is nog altijd een relatief hoog salaris te<br />

verwachten als informaticus. Wij willen op die extrinsieke<br />

motivatie gaan sturen.’<br />

In september 2011 start daarom de bacheloropleiding Web<br />

Science. ‘Er gebeurt zo ontzettend veel op het web’, zegt<br />

Groote. ‘Het verandert de manier waarop mensen met el-<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />

kaar praten, hoe ze handelen en communiceren. De hele<br />

wereld verandert erdoor. Dat vraagt om een heel ander<br />

aspect van informatica. Hoe krijgen we grip op deze mechanismen?<br />

Hoe kunnen we ze als wetenschappers begrijpen?’<br />

Als de visitatie er niet was geweest, was de opleiding Web<br />

Science waarschijnlijk ook wel gestart. ‘We zitten midden<br />

in dat proces’, zegt Groote. ‘Maar de visitatie werkt wel<br />

als trigger. Het geeft ons extra motivatie om het te doen.’<br />

formele methode<br />

Een andere aanbeveling van de commissie was de formele<br />

methode meer in evenwicht te brengen met experimenteel<br />

en technisch onderzoek. ‘Wij staan in <strong>Eindhoven</strong><br />

bekend als dé <strong>Eindhoven</strong>se school met onze formele methode,<br />

waarin we zoeken naar wiskundig bewijs voor de<br />

correctheid van een programma’, zegt Cohen. ‘Daar zijn<br />

we trots op en we zijn er heel sterk in geworden. We willen<br />

het goede behouden, maar ons ook openstellen voor<br />

de experimentele en technische aspecten. De vraag is<br />

ook of we niet teveel aan inbreeding doen, dat we te veel<br />

onze eigen mensen weer inhuren. We willen daarom meer<br />

vacatures openstellen op een breder terrein. De beste wetenschappers<br />

kunnen daarop reageren, waarbij de beste<br />

vrouwen daartoe door ons uitgenodigd worden.’<br />

Al met al een rapport om heel tevreden mee te zijn. ‘Maar<br />

het zet ook dingen in beweging’, zegt Cohen. ‘We moeten<br />

keuzes gaan maken. We moeten ons gaan concentreren,<br />

want we kunnen niet alles doen. Er is weinig financiële<br />

ruimte voor nieuwe gebieden, hooguit voor één. De rest is<br />

een kwestie van versterken van bestaande gebieden.’<br />

Revolutie<br />

Het rapport is overigens een ruggensteun voor de financiering<br />

van het onderzoek. ‘De commissie heeft haar<br />

verbazing uitgesproken dat informaticaonderzoek in<br />

Nederland zo onder druk staat’, staat in het rapport.<br />

Zeker omdat het één van de belangrijkste disciplines van<br />

de komende decennia is, zo omschrijft ze het.<br />

‘Wij zijn heel blij met deze steun in de rug’, zegt Cohen.<br />

‘De overheid zou veel meer gedurfd moeten investeren in<br />

dit vakgebied.’<br />

‘Informatica is niet meer weg te denken uit de industrie’,<br />

vult Groote aan. ‘De ontwikkeling van een auto bestaat<br />

binnenkort voor negentig procent uit informatica. Net als<br />

de ontwikkeling van het bankwezen. Hier gebeuren dingen<br />

in de maatschappij, hier komt de economische groei<br />

vandaan. Een up-to-date kennisinformatiestructuur is<br />

gewoon onmisbaar.’<br />

Cohen: ‘Informatica is zo belangrijk geworden dat<br />

het doorsijpelt in alle andere faculteiten. Bij BMT<br />

zit een hoogleraar die zich ermee bezighoudt, bij<br />

Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek, noem maar op.’<br />

Groote: ‘Alles is een groot informaticaprobleem geworden.<br />

Er zijn geen vakken meer zónder informatica. Over vijftien<br />

jaar zullen we zien dat de informaticarevolutie net zo’n<br />

groot effect op de maatschappij heeft gehad als de industriële<br />

revolutie.’


L A N D O F T H E<br />

INNOVATOR<br />

TU/eXperience<br />

3 OKTOBER 2010<br />

VAN 12.00 TOT 17.00 UUR<br />

www.tue.nl/tuexperience


Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

2 0<br />

lOOPBAAN<br />

BElEID<br />

Met bewuster gedrag<br />

veel energie besparen<br />

Hoewel de TU/e een kleine<br />

gemeenschap is die voornamelijk<br />

overdag de campus bevolkt, overstijgt<br />

het energieverbruik van de universiteit dat<br />

van een gemeente als Valkenswaard met ruim<br />

dertigduizend inwoners. Jaarlijks betaalt de TU/e<br />

ongeveer acht miljoen euro aan gas, water en stroom. Slordig<br />

omspringen met computers, verlichting, verwarming en ventilatie<br />

draagt bij aan die hoge rekening. Daarom wil de Dienst Huisvesting<br />

studenten en medewerkers komende jaren meer bewust maken van hun<br />

gedrag. Ook worden oude en nieuwe gebouwen energievriendelijker gemaakt. Op<br />

termijn kan de energienota met ruim twee miljoen euro per jaar omlaag.<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0


Eerst wat feiten op een rij. Metingen begin dit jaar wezen uit dat<br />

in het gebouw Potentiaal van de faculteit Electrical Engineering<br />

de helft van de desktops altijd aanstaat. Dat in hetzelfde gebouw<br />

op maandagochtend tussen tien en twaalf uur vijftig procent van<br />

de verlichting brandt achter gesloten deuren waar niemand aanwezig<br />

is. De faculteit Electrical Engineering is hierin niet uniek.<br />

De energieverspilling in Potentiaal is illustratief voor de gehele<br />

<strong>Eindhoven</strong>se universiteit.<br />

Iedereen kan op de achterkant van een bierviltje de kosten uitrekenen.<br />

Neem bijvoorbeeld de desktops. Gemiddeld gebruikt een<br />

dual-core pc met een 19 inch lcd-scherm 100 Watt. Dat verbruik is<br />

met Power Options van Windows eenvoudig terug te brengen. Het<br />

programma zorgt dat een pc automatisch in de stand-by modus<br />

komt (8 Watt) wanneer er bepaalde tijd niet aan wordt gewerkt.<br />

Als een computer dagelijks zes uur effectief wordt gebruikt, kan<br />

hij dus twee uur in stand-by staan. De besparing is dan 2 x 0,092<br />

kWh = 0,184 kWh per dag. Uitgaande van 225 werkdagen is de<br />

besparing 225 x 0,184 = 41,4 kWh per computer. Vermenigvuldigd<br />

met de drieduizend vaste werkplekken op de TU/e, komt dat neer<br />

op 124.200 kWh; het jaarlijks stroomverbruik van ongeveer twaalf<br />

tot dertien huishoudens. Weggegooid geld. Daarom stelt de<br />

Dienst ICT voortaan bij het uitgeven van een computer standaard<br />

Power Options in. De maatregel kost niets extra, maar levert wel<br />

een aardige besparing op.<br />

Het is slechts een van de oplossingen om het energieverbruik<br />

terug te dringen op de campus. ‘Wanneer het ons lukt om met<br />

gedragsverandering drie procent energie te besparen op de TU/e,<br />

dringen we de kosten flink terug. Drie procent op een jaarverbruik<br />

van 51.000.000 kWh is 1.530.000 kWh. Dat komt overeen met<br />

het verbruik van driehonderd gezinnen op jaarbasis’, zegt Thijs<br />

Meulen. De beleidsmedewerker gebouwenautomatisering en<br />

energiemanagement van de Dienst Huisvesting geeft op de TU/e<br />

geregeld presentaties over energiebesparing. ‘Aan het begin vraag<br />

ik altijd wie zijn licht op de werkkamer heeft uitgedaan voordat hij<br />

naar de presentatie kwam. Ik zie dan een paar handen omhooggaan.<br />

Mensen die een tweede presentatie van mij bezoeken, steken<br />

vrijwel allemaal hun hand op. Dat resultaat is verbluffend.’<br />

Meerjarenafspraak<br />

Intussen is met enige tussenstappen een nieuwe meerjaren-afspraak<br />

(MJA) gemaakt. Daarin zijn de doelstellingen van 2009 tot<br />

2020 vastgelegd. Ze zijn gestoeld op drie pijlers: Energie Efficiency<br />

Plannen (EEP), Energiezorg en Monitoring. Meulen: ‘De EEP moet<br />

je iedere vier jaar schrijven om de faciliteiten te krijgen van het<br />

ministerie van Economische Zaken en de VSNU. Je geeft aan waar<br />

je energie gaat besparen en welke maatregelen je neemt. De<br />

Milieudienst Regio <strong>Eindhoven</strong> toetst of wij voldoen aan wat wij opschrijven.<br />

Elk jaar vul je een elektronisch milieujaarverslag in met<br />

alle energiegegevens. Voldoe je aan de verplichtingen, dan krijg<br />

je vrijstelling van de energiebelasting voor zakelijk verbruik boven<br />

de tien miljoen kWh. In ons geval is dat veertigduizend euro.’ De<br />

doelstelling van de MJA is om tussen 2005-2020 een energie-efficiëntieverbetering<br />

te bereiken van dertig procent. Daarvan moet<br />

twintig procent binnen de instelling en tien procent buiten de instelling<br />

worden gehaald. ‘In dat laatste geval gaat het onder meer<br />

om mobiliteit. Kunnen we onze werknemers uit de auto krijgen<br />

en ze met openbaar vervoer of de fiets naar het werk lokken? Op<br />

welke manier regelen we dienstreizen? Maar het gaat bijvoorbeeld<br />

Thijs Meulen<br />

van de Dienst<br />

Huisvesting<br />

houdt zich bezig<br />

met energiemanagement.<br />

ook om duurzaam inkopen. Van catering tot gasflessen. Met dit<br />

soort verbredingthema’s beginnen we in 2011’, aldus Meulen.<br />

Bewustwording van gebruikers<br />

De energiebesparing van twintig procent binnen de instelling is<br />

opgedeeld in twee blokken. De grootste slag, vijftien procent, verwacht<br />

de Dienst Huisvesting (DH) te halen met Campus 2020. Met<br />

renovatie en nieuwbouw van TU/e-gebouwen wordt maximale<br />

inzet van WKO (Warmte Koude Opslag) en slimmer gebouwenbeheer<br />

mogelijk. Daar bovenop komt het inkrimpen van de werken<br />

onderwijsvloer van 330.000 naar 270.000 vierkante meter.<br />

Meulen: ‘Door de combinatie van 15 procent efficiëntie per vierkante<br />

meter en het verkleinen van de oppervlakte, kan een totale<br />

efficiëntie bereikt worden van 31 procent. Als je dat omslaat naar<br />

de totale TU/e-energiebegroting, kom je uit op een besparing van<br />

2,3 miljoen euro per jaar.’ De resterende vijf procent die binnen<br />

de instelling moet worden gehaald, komt uit de bestaande gebouwen.<br />

Dat moet gebeuren met technische maatregelen en door gedragsbeïnvloeding<br />

en bewustwording van gebruikers. Dit laatste<br />

is de belangrijkste stap om energieverspilling door gebruikers te<br />

voorkomen. Want hoeveel spaarlampen er ook worden gemonteerd,<br />

als niemand ze op tijd uitschakelt, heeft het weinig zin. Uit<br />

onderzoeken blijkt dat met een gedragscampagne het energieverbruik<br />

3 tot 5 procent afneemt. De Dienst Huisvesting start daarom<br />

in samenwerking met het Communicatie Expertise Centrum (CEC)<br />

in september de campagne. Meulen is optimistisch. ‘We hebben<br />

de mindset aan de TU/e mee. Iedereen wil zuiniger omgaan met<br />

energie. Helaas vallen mensen snel terug op hun oude gewoonten.<br />

Om structureel draagvlak te creëren, gaan we binnen iedere<br />

faculteit en dienst een ‘Energie Verbeterteam’ opzetten. De directeuren<br />

en hoofden richten de teams in. Ze kijken in hun eigen<br />

keuken welke mensen geschikt zijn. We willen zo het deel waar<br />

we geen invloed op hebben verleggen naar de teams zodat de<br />

oplossingen van binnenuit worden aangereikt.’<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 2 1


2 2<br />

ONDERzOEK<br />

Nieuws op onderzoeksgebied<br />

Instituut voor<br />

intelligent licht<br />

Licht zat ooit eens ‘gevangen’ in een gloeilamp<br />

maar tegenwoordig kan het met<br />

led-technologie overal en op de meest<br />

uiteenlopende manieren worden toegepast.<br />

De consument is zich nog amper bewust van<br />

de eindeloze mogelijkheden die dat biedt.<br />

Binnen het Intelligent Lighting Institute<br />

bundelen zes TU/e-faculteiten hun krachten<br />

Beter luisteren naar het heelal<br />

Een aantal geheimen dat het heelal<br />

verbergt kan mogelijk over vijftien jaar<br />

worden ontrafeld met een nieuwe generatie<br />

radiotelescopen. De nieuwe ‘ogen en oren’<br />

van de astronomen bestaan uit velden<br />

van kleine antennes. In diverse soorten,<br />

verspreid over een of meerdere continenten.<br />

Ze staan met een snelle glasvezelkabel in<br />

verbinding met een centraal cluster van<br />

computers die alle gegevens verwerkt.<br />

Bij de faculteit Electrical Engineering van<br />

de TU/e maakt dr.ir. Rob Maaskant voor<br />

dit instrument een elektromagnetische<br />

analyse van grote antenne arrays en deed<br />

hij onderzoek naar het modelleren van de<br />

ontvangstgevoeligheid van een compleet<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />

op het gebied van nieuwe intelligente toepassingen<br />

van licht. Het instituut richt zich<br />

primair op de ontwikkeling van nieuwe, intelligente<br />

lichtapplicaties die mogelijk zijn geworden<br />

door de grootschalige invoering van<br />

led-technologie. Het antwoord op de vraag<br />

hoe mensen licht ervaren, is volgens wetenschappelijk<br />

directeur prof.dr. Emile Aarts in<br />

antenne array systeem.<br />

Astronomen ‘luisteren’ met radiotelescopen<br />

naar een heel stille hemel. De ruis vanuit de<br />

kosmos is miniem. Om toch met voldoende<br />

nauwkeurigheid te meten, is daarom een<br />

systeem nodig dat zelf heel weinig storende<br />

ruis veroorzaakt. De uiteindelijke vraag is<br />

welke ontvangstgevoeligheid je in combinatie<br />

met de lage-ruisversterkers en een<br />

elektronische bundelvormer kunt halen. Je<br />

moet daarom niet alleen de antenne array,<br />

maar ook de versterkers en de ‘noise en<br />

power mismatch’ tussen beide modelleren.<br />

De interactie tussen systeemcomponenten<br />

bepaalt namelijk voor een groot deel de<br />

ontvangstgevoeligheid. Er zijn tal van as-<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

onderzoek echter vaak onderbelicht. Doel<br />

van het instituut, waarbinnen momenteel<br />

zo’n vijftig TU/e-onderzoekers werkzaam<br />

zijn, is dan ook het exploreren én valideren<br />

van nieuwe lichtconcepten.<br />

Samen, en in afstemming met een groot aantal<br />

bedrijven, deelden de betrokken facul-<br />

teiten het beoogde onderzoek op in vier<br />

strategische programma’s: Road Lighting<br />

2015 (intelligente straatverlichting), No<br />

Switches Allowed (nieuwe interactievormen<br />

tussen mens en licht), Zero Flux Lighting<br />

(natuurlijke lichtbronnen in de huiselijke<br />

omgeving) en Sound Spaces (de effecten<br />

van licht op welzijn en gezondheid).<br />

Daarnaast wordt een vijfde, meer open en<br />

experimentele lijn opgezet (Open Light).<br />

Belangrijk in het onderzoek naar licht<br />

zijn de zogeheten ‘testbeds’: realistische<br />

testomgevingen waarin nieuwe concepten<br />

en gebruikers zich in wisselwerking met<br />

elkaar ontwikkelen. Dit kunnen controleerbare<br />

laboratoriumachtige settings zijn,<br />

lijkend op bijvoorbeeld huizen, winkels<br />

en kantoren, maar ook oncontroleerbare<br />

realistische omgevingen zoals straten,<br />

gezondheidscentra en andere publieke<br />

omgevingen.<br />

pecten die van belang kunnen zijn bij het<br />

ontwerpen van dergelijke systemen. Denk<br />

aan de niet-uniforme ruistemperatuur van<br />

de hemel (achtergrondstraling), de verliezen<br />

in de antennegeleiders die het signaal<br />

verzwakken en die, indien ongekoeld, zelf<br />

thermische ruis produceren, of de polarisatiekarakteristieken<br />

van het instrument.<br />

Met elementaire metingen in een laboratorium<br />

en met behulp van zijn systeemsimulator<br />

wist Maaskant zijn onderzoek te valideren.<br />

Theorie en praktijk zijn gedurende die<br />

tijd voortdurend aan elkaar getoetst. Idee<br />

en uitvoering worden dus continu getoetst<br />

om uiteindelijk een gigantische radiotelescoop<br />

in 2015 gereed te hebben.


Foto: Bart van Overbeeke<br />

Een tandemcel haalt<br />

meer uit de zon<br />

Plastic zonnecellen hebben normaal<br />

slechts één actieve laag die het zonlicht<br />

absorbeert. Wil je alle kleuren licht optimaal<br />

benutten, dan is één laag echter niet<br />

voldoende. Zonlicht bevat alle kleuren<br />

van de regenboog, elk gekarakteriseerd<br />

door een specifieke golflengte van grofweg<br />

400 tot 2500 nanometer. Eigenlijk<br />

wil je al dit licht benutten in de zonnecel,<br />

maar dan stuit je op een probleem: de<br />

spanning over de zonnecel wordt beperkt<br />

door de energie van het geabsorbeerde<br />

licht met de langste golflengte. Hoe meer<br />

je van het rode en infrarode deel van het<br />

spectrum wilt meepakken, hoe lager die<br />

spanning wordt. En omdat het vermogen<br />

van de zonnecel evenredig is met de<br />

spanning, heeft dat ongunstige effecten<br />

voor het rendement van de cel. Toch is<br />

er een manier om het vermogen te maximaliseren.<br />

Promovendus Jan Gilot van de<br />

faculteit Scheikundige Technologie plakte<br />

verschillende plastics op elkaar en wist<br />

zo het rendement flink op te krikken. Een<br />

betrekkelijk simpel idee, maar nog niet zo<br />

gemakkelijk gerealiseerd. Je moet de twee<br />

(of meer) zonnecellen namelijk via een<br />

speciale tussenlaag met elkaar verbinden.<br />

Gilot gebruikte als verbindingslaag een<br />

laagje nanodeeltjes van zinkoxide met<br />

hierop aangebracht een flinterdun laagje<br />

plastic (enkele tientallen nanometers). De<br />

nanodeeltjes zijn in staat elektronen te<br />

transporteren, terwijl de plasticlaag ‘gaten’(positief<br />

geladen gebiedjes waar een<br />

elektron ontbreekt) collecteert. Samen<br />

zorgen ze voor een gesloten stroomkring.<br />

De volgende stap was om eens te kijken<br />

naar twee verschillende plastics die elkaar<br />

goed aanvullen. Om vervolgens de juiste<br />

verhouding tussen de diktes van deze<br />

lagen te bepalen. Daarvoor stelde Gilot<br />

een model op met een verrassend resultaat<br />

tot gevolg: men dacht altijd dat bij de<br />

optimale laagdikte de cellen elk dezelfde<br />

stroom leveren. Maar uit het model van<br />

Gilot bleek dat niet zo te zijn. Je kunt het<br />

zo ontwerpen dat de laag die de meeste<br />

stroom genereert, de andere als het ware<br />

helpt.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

De atmosfeer<br />

steeds beter<br />

in beeld<br />

De aswolk boven de IJslandse vulkaan volgen<br />

of de luchtkwaliteit bij Beijing voor en tijdens<br />

de Olympische Spelen onderzoeken. Het is<br />

allemaal mogelijk dankzij OMI, het Ozone<br />

Monitoring Instrument. Prof.dr. Pieternel<br />

Levelt, deeltijdhoogleraar aan de TU/e, leidt<br />

bij het KNMI het internationale onderzoeksteam<br />

dat er de atmosfeer mee bestudeert.<br />

De langgekoesterde wens van wetenschappers<br />

om in een etmaal de hele atmosfeer te<br />

kunnen bestuderen, ging in 2004 in vervulling<br />

met de lancering van OMI - het instrument<br />

waarmee wetenschappelijk onderzoek wordt<br />

gedaan naar de ozonlaag, luchtkwaliteit en<br />

het klimaat. Het instrument van Nederlands/<br />

Finse makelij bevindt zich aan boord van<br />

de satelliet EOS-Aura van de Amerikaanse<br />

ruimtevaartorganisatie NASA. Levelt en het<br />

team van ongeveer zeventig Amerikaanse en<br />

Europese wetenschappers waaraan ze als<br />

principal investigator leiding geeft, stellen<br />

onderzoeksvragen op en verzamelen en analyseren<br />

de data. OMI heeft al vaak zijn dienst<br />

bewezen. De toepassingen zijn legio. Zo is<br />

aangetoond dat de maatregelen die voor de<br />

Olympische Spelen in Beijing zijn getroffen<br />

wel degelijk effect hadden. De hoeveelheid<br />

stikstofdioxide bleek aanzienlijk verminderd.<br />

Onlangs kon de aswolk bij de IJslandse vulkaan<br />

goed worden gedetecteerd. Steeds beter<br />

is ook te achterhalen wat de bron is van een<br />

bepaalde stof in de atmosfeer. Verbranding<br />

van biomassa kan bijvoorbeeld worden onderscheiden<br />

van industriële verbranding.<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 2 3


2 4<br />

ONDERzOEK<br />

Energieboost met<br />

driedimensionale<br />

batterij en silicium<br />

Oplaadbare lithium-ionbatterijen zijn gemeengoed<br />

geworden in de consumentenelektronica.<br />

Ze hebben een relatief lange<br />

levensduur en geven qua formaat en gewicht<br />

veel energie. De prestaties kunnen<br />

echter nog veel beter.<br />

Binnen de groep Energy Materials en<br />

Devices wordt gezocht naar alternatieve<br />

vormen en materialen om een vastestofbatterij<br />

te maken die integreerbaar is<br />

met andere elektronica. Het eerste onderzoek<br />

richtte zich op de vraag of silicium<br />

als dunne film gebruikt kon worden. In<br />

de jaren daarna heeft onderzoeker Loïc<br />

Baggetto van de faculteit Scheikundige<br />

Technologie als promovendus gewerkt<br />

aan het concept. Hij verving de gebruikelijke<br />

koolstof in de batterijen door silicium<br />

en krikte de energie met bijna een factor<br />

tien omhoog. Behalve silicium onderzocht<br />

hij ook de eigenschappen van andere<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />

anodematerialen waaronder germanium<br />

en tin.<br />

Bij een van zijn eerste experimenten<br />

werd een éénkristallijnssiliciumwafer in<br />

lithiumelektrolyt gedompeld, er werd<br />

bedrading op aangesloten en hij werd<br />

beladen met lithiumionen. Het resultaat:<br />

het éénkristallijnsmateriaal ging helemaal<br />

kapot. Oorzaak: rondom een siliciumatoom<br />

gaan vier lithiumatomen zitten<br />

waardoor het kristalrooster enorm uitzet.<br />

Met deze enorme verhouding zou dus een<br />

relatief dunne film silicium volstaan om<br />

voldoende lithium op te nemen. Opnieuw<br />

volgden testen, ditmaal met dunne films<br />

silicium tussen de 50 en 500 nanometer.<br />

Het bleek dat ze niet stuk gingen. De films<br />

zitten als het ware gelijmd op een ondergrond<br />

en kunnen maar naar één kant uitzetten.<br />

Er is dus geen schade, zolang de<br />

film dun genoeg is.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Baggetto toonde tegelijkertijd het grote<br />

verschil met grafiet aan. In vergelijking<br />

met de koolstofachtige structuren die nu<br />

in lithium-ionbatterijen zitten, kan silicium<br />

bijna tien keer zoveel energie opslaan. De<br />

enige restrictie is dat het in bulk nog niet<br />

goed toepasbaar is, alleen in dunne film.<br />

Maar in combinatie met de andere ontwikkelingen,<br />

de 3D-batterij, is het prachtig<br />

materiaal om in een vaste-stofbatterij op<br />

te nemen.<br />

Naast de anodematerialen testte Baggetto<br />

diverse driedimensionale vormen. Hij vergrootte<br />

het oppervlak met gaatjes, sleufjes<br />

en honingraten. Honderden, wellicht<br />

duizenden kleine proefplaatjes gingen<br />

door zijn handen en belandden onder de<br />

elektronenmicroscoop. Uit de proeven<br />

bleek dat de energiecapaciteit inderdaad<br />

toeneemt naargelang de oppervlakte groter<br />

wordt, maar de resultaten waren nog<br />

niet altijd optimaal. Waar dat precies aan<br />

ligt, moet nader onderzoek uitwijzen.<br />

OMAR: over<br />

Stroomgeleidende plastics vinden<br />

razendsnel toepassing in displays<br />

en lichtgevende folies (op basis van<br />

zogeheten OLED’s) en zonnecellen.<br />

Maar daarmee zijn de grenzen van<br />

deze plastics, die in potentie snel,<br />

goedkoop en milieuvriendelijk<br />

kunnen worden geproduceerd, nog<br />

niet bereikt. Dr.ir. Wiebe Wagemans<br />

onderzocht in de groep Physics of<br />

Nanostructures de effecten van<br />

magneetvelden op geleidende<br />

plastics.<br />

De weerstand voor stroomgeleiding<br />

kan tot wel tientallen procenten veranderen<br />

bij magneetvelden kleiner<br />

dan een koelkastmagneet. En dat<br />

ook nog eens gewoon bij kamertemperatuur.<br />

Van vrijwel alle materialen<br />

verandert de elektrische weerstand<br />

onder invloed van magneetvelden,


Tot op het bot<br />

Miljoenen mensen lopen in hun leven<br />

een botbreuk op door botontkalking en<br />

dat kost de samenleving miljarden<br />

euro’s. Helaas is nog veel onduidelijk<br />

over hoe onze botten zichzelf onderhouden.<br />

Biomedisch ingenieur René<br />

van Oers van de faculteit Biomedische<br />

Technologie wijdde zijn promotieonderzoek<br />

aan het ontsluieren van de bouwwerkzaamheden<br />

in onze beenderen. Er<br />

gebeurt van alles in onze beenderen.<br />

Oud botweefsel wordt voortdurend afgebroken<br />

en vervangen door nieuw, sterk<br />

weefsel. Bij deze renovatiewerkzaamheden,<br />

die worden beïnvloed door de<br />

manier waarop het bot wordt belast, zijn<br />

drie soorten botcellen betrokken; de osteoclasten<br />

graven het oude bot weg, osteoblasten<br />

zetten in de ontstane ruimte<br />

nieuw botmateriaal af en osteocyten<br />

maar dat is vaak pas bij heel sterke<br />

magneetvelden of extreem lage temperaturen.<br />

Dat dit magnetische effect, OMAR<br />

gedoopt (van ‘organic magnetoresistance’),<br />

optreedt onder zulke milde omstandigheden<br />

maakt het zeer bruikbaar<br />

voor toepassing in magneetsensoren.<br />

coördineren de werkzaamheden. Het is<br />

niet eenvoudig deze processen te volgen<br />

in levend botweefsel. Het bot wordt afgegraven<br />

met een snelheid van ongeveer<br />

een millimeter per maand, en het is lastig<br />

om een stuk bot zo lang in leven te houden,<br />

inclusief de benodigde bloedvaten<br />

en actieve cellen. Computersimulaties<br />

zijn daarom een nuttige aanvulling om<br />

te leren hoe de bouwprojecten in ons<br />

bot verlopen. Bij botontkalking zijn de<br />

regelmechanismen in het bot ontregeld.<br />

Het is nog niet bekend welke signaalstoffen<br />

hierbij betrokken zijn, maar aan<br />

de hand van modellen kun je er wel iets<br />

over zeggen. En botonderzoek heeft niet<br />

alleen medisch nut. Ook paleoantropologen<br />

zijn erg geïnteresseerd in Van Oers’<br />

onderzoek. Als je de groeimechanismen<br />

begrijpt, kun je uit botten teruglezen hoe<br />

plastic en magneetvelden<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Het effect lijkt bovendien te bestaan bij<br />

alle geleidende plastics.<br />

Magnetoresistance is een term die ook<br />

bekend is uit de reguliere elektronica.<br />

Toch werkt OMAR heel anders dan zijn<br />

tegenhanger in metalen. Dat hangt<br />

samen met de manier waarop lading<br />

wordt getransporteerd in plastics. De<br />

elektronen zijn er minder vrij dan in metalen.<br />

Ze bewegen ze zich als het ware<br />

door een soort berglandschap, waar ze<br />

over bergpaadjes moeten wandelen.<br />

Hierdoor komen de elektronen elkaar<br />

ook regelmatig tegen. Als een elektron in<br />

een kuil is beland en een ander elektron<br />

er langs wil, dan lukt dat alleen als de<br />

twee elektronen een tegengestelde spin<br />

hebben. Omdat de magneetvelden van<br />

de omliggende waterstofatomen in willekeurige<br />

richting wijzen, komen de spins<br />

op een gegeven moment altijd in tegen-<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

ze zijn belast. En dus of een beest in de<br />

bomen heeft gehangen of rechtop liep,<br />

bij wijze van spreken.<br />

gestelde richting te staan. Behalve wanneer<br />

je een sterker extern magneetveld<br />

aanlegt; dan gaan alle elektronen daar<br />

op dezelfde manier omheen draaien en<br />

verandert de relatieve oriëntatie niet.<br />

Wagemans stelde een model op waarin<br />

slechts het elektron in de kuil en de<br />

wachtende voorbijganger figureren. Hij<br />

onderzocht ook of je geleidende plastics<br />

kunt gebruiken in GMR-sensoren. In<br />

principe werkt dit zelfs beter met organisch<br />

materiaal dan met koper, omdat de<br />

spin van de elektronen beter behouden<br />

blijft in organische materialen. Dat blijkt<br />

te kloppen, maar je hebt nog wel last<br />

van de wisselwerking tussen de elektronspins<br />

onderling. Toch concludeert<br />

Wagemans dat het zeker mogelijk is om<br />

afleeskoppen en andere magnetische<br />

elementen van organische materialen te<br />

maken.<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 2 5


2 6<br />

ONDERzOEK<br />

Nieuwe klimaatkamer<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

De nieuwe klimaatkamer van<br />

Bouwkunde waar ir. lisje<br />

Schellen onderzoek doet.<br />

Een derde deel van het energiegebruik in<br />

geïndustrialiseerde landen wordt verbruikt<br />

voor het verwarmen, koelen en ventileren<br />

van gebouwen. Als je daar enkele procenten<br />

wint, bespaar je veel geld en grondstoffen.<br />

‘Systemen die het energie- en exergieverbruik<br />

(zie uitleg verderop) verminderen,<br />

maar het thermisch comfort niet kunnen<br />

garanderen, worden echter niet verkocht.<br />

Daarom is het belangrijk al in de ontwerpfase<br />

het comfort te kunnen voorspellen’,<br />

stelt promovenda ir. Lisje Schellen die bij de<br />

faculteit Bouwkunde onderzoek doet naar<br />

een nieuwe klimaatkamer.<br />

Het principe van deze klimaatkamer is een<br />

zeer goed geïsoleerde koelcel. Aan de binnenzijde<br />

zijn aan de wanden panelen van<br />

Tripple Solar geplaatst, aluminium panelen<br />

die veel gebruikt worden als zonnecollector.<br />

Ze blijken door hun vorm en geleiding ook<br />

uitstekend geschikt voor een klimaatkamer.<br />

Omdat elk paneel apart gekoppeld is aan de<br />

verwarmings- en koelbron, kan elke wand<br />

een eigen temperatuur krijgen. Verder kan<br />

de luchttemperatuur exact geregeld worden,<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />

‘In de ontwerpfase<br />

moet je al het<br />

comfort in een<br />

ruimte kunnen<br />

voorspellen’<br />

evenals de relatieve luchtvochtigheid en de<br />

hoeveelheid ventilatie. Daarnaast kunnen<br />

twee verschillende type ventilatiesystemen<br />

onderzocht worden: meng- en verdringingsventilatie.<br />

Er is een infraroodcamera aanwezig<br />

die de warmteverdeling in de ruimte<br />

laat zien en sensoren meten de luchtvochtigheid,<br />

de temperatuur, luchtsnelheid en<br />

turbulentie-intensiteit. Onlangs is ook een<br />

3D-laser-doppler anemometer gekocht die<br />

luchtstromen in kaart brengt. Het onderzoek<br />

richt zich vooral op laag-exergetische verwarmings-<br />

en koelingsystemen. Exergie is<br />

de maximale hoeveelheid arbeid die (theo-<br />

retisch) uit een grondstof gewonnen kan<br />

worden bij het in evenwicht brengen met de<br />

omgeving. Modellen die nu vaak toegepast<br />

worden om thermisch comfort te voorspellen,<br />

zijn niet toepasbaar in niet-uniforme<br />

omgevingscondities. Bij niet-uniforme<br />

ruimtes, bijvoorbeeld een lage-temperatuurvloerverwarming<br />

in combinatie met veel<br />

grote ramen, gelden andere regels dan in<br />

standaardruimten. Als het ergens 21 graden<br />

moet zijn, is het onzin om het water eerst te<br />

verwarmen tot 60 graden om het dan weer<br />

af te koelen tot 21 graden. Dat kan efficiënter.<br />

Echter, door toepassing van een laagtemperatuur-verwarmingssysteem<br />

in combinatie<br />

met natuurlijke ventilatie, kunnen<br />

luchtstromingen met een lage temperatuur<br />

en relatief grote luchtsnelheid in de leefzone<br />

terechtkomen. Iemand die dan lang<br />

stilzit in zo’n ruimte, krijgt toch koude handen<br />

of voeten door deze luchtstromingen,<br />

ook al is de ruimtetemperatuur 21 graden.<br />

En dan voelt je hele lichaam koud aan. Juist<br />

met dat soort aspecten gaat deze methode<br />

rekening houden.


TU/e-onderzoekers betrokken<br />

bij terugkeer ruimtesonde<br />

Met een snelheid van ongeveer 44.000<br />

kilometer per uur keerde half juni -na een<br />

zeven jaar durende reis tot voorbij de baan<br />

van Mars- Hayabusa terug in onze dampkring.<br />

Kort voordat deze Japanse ruimtesonde<br />

in stukken uit elkaar viel, werd een<br />

capsule losgelaten met daarin een monster<br />

van de asteroïde Itokawa. Zo’n twintig<br />

onderzoekers van over de hele wereld,<br />

onder wie twee van het TU/e-wiskundelab<br />

LIME, gingen half juni de lucht in om de<br />

terugkeer van Hayabusa en haar capsule<br />

nauwgezet in beeld te brengen.<br />

De terugkeer van de ruimtesonde is bijzonder,<br />

het is de eerste keer dat een monster<br />

van een asteroïde vanuit de ruimte naar<br />

de aarde wordt gebracht. Er zijn wel eens<br />

ruimtesondes langer en verder weg geweest,<br />

maar die verdwenen stuk voor stuk<br />

uit beeld om nooit meer terug te keren. De<br />

vierhonderd kilo wegende sonde -inclusief<br />

de achttien kilo zware capsule- kwam met<br />

een snelheid van zo’n 12,2 kilometer per<br />

seconde en onder een hoek van twaalf<br />

graden de dampkring binnen. Dit gebeurde<br />

boven de woestijn van Australië.<br />

gesteld<br />

‘Focussen op de top brengt je in<br />

ieder geval een eind de berg op.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Realization of a<br />

Demonstrator Slave for Robotic Minimally Invasive<br />

Surgery’ van Linda van Bedem)<br />

‘Dat men in het Nederlandse bedrijfsleven elkaar<br />

tutoyeert, waar in Duitsland U gebruikelijk is,<br />

betekent niet automatisch dat Nederlandse<br />

bedrijven minder hiërarchisch zijn.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Ionic Liquids as<br />

Alternative Solvents for Aromatics Removal’ van<br />

Antje Hansmeier)<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Dr.ir. Bart Janssen (l) en dr.ir. Bas van der linden van lIME.<br />

TU/e-onderzoekers dr.ir. Bart Janssen,<br />

dr.ir. Bas van der Linden en dr. Christina<br />

Giannopapa van het TU/e-wiskundelab<br />

LIME hebben een goede eerste indruk<br />

van hun beelden van de terugkeer van<br />

Hayabusa. Ze stapten samen met andere<br />

onderzoekers van over de hele wereld, aan<br />

boord van een Douglas DC-8 om de rentree<br />

van het ruimtevaartuig met speciale ‘high<br />

frame rate’-camera’s in beeld te brengen.<br />

Volgens Janssen was duidelijk te zien hoe<br />

de capsule zich op een bepaald moment<br />

‘Resultaten uit het verleden dienen garanties te<br />

geven voor onderzoeksgelden in de toekomst.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Probing Dynamic<br />

Interfaces in Organic Electronics’ van Simon<br />

Mathijssen)<br />

‘Huidverjonging hoeft niet noodzakelijkerwijs te<br />

betekenen dat je het mooier maakt dan dat het in<br />

werkelijkheid ooit geweest is.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘The Effect of Heat<br />

Shocks in Skin Rejuvenation’ van Susanne Dams)<br />

afsplitste. De sonde zelf brak door de<br />

immense hitte waarmee de terugkeer gepaard<br />

ging, snel uiteen en verbrandde.<br />

Janssen had een speciale nachtzichtbril en<br />

kon de sonde als één van de eersten aan<br />

boord met de camera’s ‘vangen’. Terwijl<br />

in hoog tempo beelden uit vier parallelle<br />

camera’s binnenstroomden, zorgde<br />

Giannopapa ervoor dat de dataopslag het<br />

de hele tijd volhield. De eerste indruk van<br />

de beelden is dat het LIME-team erg gedetailleerde<br />

informatie heeft kunnen vangen.<br />

‘Writing a grant proposal should be<br />

a love affair with the future of your field.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Algorithms in<br />

Moderately Exponential Time’ van Matthias Mnich)<br />

‘Ook voor homogene katalysatoren<br />

geldt: Size does matter.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Molecular Weight<br />

Enlargement – A Molecular Approach to<br />

Continuous Homogeneous Catalysis’ van<br />

Michèle Janssen)<br />

M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 2 7


Foto’s: Vincent van den Hoogen<br />

2 8<br />

De Vonk<br />

Hoogleraar met zijn<br />

voeten in de praktijk<br />

Met een stevige basis in de theoretische fysica verlegt Bulander Philip de Goey<br />

de grenzen van de verbrandingstechnologie. en niet zonder succes, getuige zijn<br />

uitverkiezing tot Simon Stevin Meester. op 7 oktober ontvangt hij deze prestigieuze<br />

onderscheiding.<br />

‘Ik ben geboren in Budel en ik heb daar, met uitzondering<br />

van mijn studietijd, altijd gewoond. Tegenwoordig<br />

woon ik aan de rand van de dorpskern. Onze beroemdste<br />

local hero is de cabaretier Hans Teeuwen. Ik was<br />

kort geleden in mijn tuin bezig toen er een auto stopte.<br />

‘Hier woont toch Hans Teeuwen?’ Ik moest ze teleurstellen.<br />

Die heeft het dorp al lang geleden verlaten.<br />

Mijn vader had in Budel een groot landbouwbedrijf. Als<br />

er gewerkt moest worden, hielp ik een handje. Maar<br />

alleen als de studie dat toeliet, want daarvoor kreeg ik<br />

van mijn ouders alle ruimte. Ze zijn van een generatie<br />

die wel de potentie had om door te leren, maar de kans<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

niet kreeg. Die kans wilden ze ons niet ontnemen. Tot<br />

de zesde klas ging ik naar de dorpsschool. Maar de onderwijzer<br />

van de zesde klas, zo was de opinie, was geen<br />

didactische ster. Dus fietste ik dat laatste jaar in mijn<br />

eentje op en neer naar de lagere school in Weert. Ik kon<br />

goed leren en was als kind al geïnteresseerd in natuurkunde.<br />

Experimenteren trok me niet zo, de theorie juist<br />

wel. Op het gymnasium in Weert was ik vaak de beste in<br />

de bètavakken, in de talen was ik geen held. Ik was een<br />

kind van mijn tijd. Lange haren, kapotte spijkerbroeken,<br />

je kent dat wel.<br />

Na mijn eindexamen wilde ik gaan studeren en op ka-


Prof.dr. Philip de Goey (51),<br />

hoogleraar Combustion<br />

Technology<br />

mers. Naar <strong>Eindhoven</strong> wilde ik per se niet. Te technisch.<br />

Ik wilde echte natuurkunde studeren en ik vertrok in<br />

1977 naar Nijmegen. Het was een zwaar programma<br />

met wiskunde van het niveau waarmee je de huidige<br />

generatie studenten geen plezier doet. Met een groepje<br />

van zes zaten we na de colleges de opgaven te maken.<br />

Van de discussies in die groep heb ik ontzettend veel<br />

geleerd. Desnoods werkten we door tot middernacht en<br />

gingen we daarna nog uit. Ik heb nooit moeite gehad<br />

met hard werken, dat heeft waarschijnlijk te maken met<br />

mijn afkomst. Van samenwerken en discussiëren krijg ik<br />

positieve energie, ik ben geen kamergeleerde. Ik ben afgestudeerd<br />

in de theoretische natuurkunde op quantum<br />

chromodynamica. Een vrij fundamenteel, specialistisch<br />

thema. Niet iets wat je aan je oma kunt uitleggen. Ik<br />

kreeg in 1982 mijn diploma en wilde graag promoveren.<br />

Ik ging ervan uit dat ik samen met een andere student<br />

een project zou krijgen, maar er bleek maar één plaats<br />

te zijn. Die kreeg ik niet en ik raakte stevig gefrustreerd.<br />

De Goey: ‘Van samenwerken en<br />

discussiëren krijg ik positieve energie,<br />

ik ben geen kamergeleerde.’<br />

Van de weeromstuit besloot ik dan maar een ander pad<br />

in te slaan. Ik haalde mijn didactische aantekening en<br />

ging aan de slag als docent. Natuurkundeles geven<br />

vond ik geweldig en ik was, denk ik, een goede docent.<br />

Toen ik vertrok kreeg ik van alle dames in mijn klas een<br />

mooie tekening! Maar ik miste het onderzoek.<br />

Promotie in eindhoven<br />

Mijn afstudeerhoogleraar had iets goed te maken en<br />

hij tipte me over een promotieplaats in <strong>Eindhoven</strong>. Mijn<br />

afkeer van de TU was intussen verdwenen. Boudewijn<br />

Verhaar, hoogleraar Theoretische Natuurkunde,<br />

werd mijn promotor. Ik stortte me op de Bose-<br />

Einsteincondensatie van spin-gepolariseerde waterstof.<br />

Het doel was om een Bose-Einsteingas te maken, iets<br />

zoals superfluïde helium, maar dan voor een atomair<br />

waterstofgas. Ik ben daarvoor bij MIT en Harvard geweest.<br />

Verhaar was een uitstekende promotor en ik<br />

heb veel van hem geleerd. We zaten hele dagen samen<br />

achter een werkscherm van de Burroughscomputer<br />

samen te werken aan programma’s om botsingen<br />

van waterstofatomen uit te rekenen. Ik had na mijn<br />

promotie al twintig publicaties op mijn naam staan.<br />

Ik houd van diep graven, maar het wereldje waarin<br />

ik me bewoog werd te klein. Ik was op zoek naar wat<br />

praktischer onderzoek, liefst aan de universiteit. Ik<br />

werd vervolgens universitair docent in de groep van<br />

Hans Nieuwenhuizen, hoogleraar Apparatenbouw<br />

voor de procesindustrie bij Werktuigbouwkunde.<br />

Verbrandingstechnologie was voor mij een totaal nieuw<br />

vakgebied. In het begin kreeg ik vanuit Nijmegen verontruste<br />

vragen over wat ik daar bij de fietsenmakers<br />

ging zoeken. Zelf vroeg ik ook wel eens af waar ik<br />

terecht was gekomen. Veel werktuigbouwers werkten<br />

vanuit een praktische aanpak, op basis van een groot<br />

aantal aannames. Dat is nooit mijn werkwijze geweest.<br />

Ik wil eerst weten hoe iets in elkaar steekt. Daarvoor<br />

heb ik een goede wiskundige basis nodig. Vanuit de<br />

theorie beschrijf je dan het fysisch gedrag van vlammen<br />

en kun je het voorspellen. Ik denk dat ik op dat gebied<br />

in de loop der jaren een aantal significante stappen heb<br />

kunnen zetten. Eind jaren negentig werd er in Twente<br />

aan me getrokken. Daar kreeg de faculteit lucht van<br />

en in 2000 kreeg ik een persoonlijk hoogleraarschap,<br />

nadat ik een jaar in een topgroep in Aken had kunnen<br />

werken. In dat jaar begeleidde ik ook nog vijf promovendi<br />

in <strong>Eindhoven</strong>. Dat alles had me, zo bleek achteraf,<br />

veel energie gekost. Mijn eerste jaar als hoogleraar<br />

begon ik dus bijna met een burn-out. De groei van mijn<br />

groep en de positieve exposure hebben me snel uit dat<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 29


3 0<br />

De Vonk<br />

dal getrokken. Ik merk dat we nu op veel gebieden kunnen<br />

oogsten. De modellen die we ontwikkelen, stoelen<br />

op een theoretische basis en worden bijvoorbeeld<br />

gebruikt in het hart van de softwarecodes van de gasturbines<br />

van Rolls Royce. Hoewel je me kunt beschouwen<br />

als exponent van de verwetenschappelijking van de<br />

werktuigbouwkunde, vind ik dat je niet alles vanachter<br />

je computer moet doen. Je moet ook stevig met je voeten<br />

in de praktijk staan. De laatste jaren zie ik kennisvalorisatie<br />

en innovatie steeds meer als een uitdaging.<br />

Uit onze groep zijn sinds 2007 twee spin-offs ontstaan.<br />

Afstudeerder Jasper Winkes ontwikkelt in zijn bedrijf<br />

Fistuca een nieuw type schone heimachine. Een tweede<br />

spin-off is Progression Industry. Daar wordt gewerkt aan<br />

een poreuze injector, waarvoor Jos Reijnders in juni de<br />

TU/e Perspectiefprijs heeft gewonnen.<br />

Een van de andere uitvindingen uit onze groep is<br />

CyclOx, waarop Michael Boot recent is gepromoveerd.<br />

Door deze stof aan diesel toe te voegen vermindert<br />

de uitstoot van roet aanzienlijk. We denken dat we die<br />

stof kunnen produceren uit biomassa. De structuur van<br />

CyclOx lijkt namelijk sterk op die van lignine, een afvalproduct<br />

van biomassa. Kun je dat hergebruiken, dan<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

De Goey: ‘Ik vind het jammer dat er<br />

binnen de TU/e zo weinig intellectueel debat<br />

is over de aanpak van innovatie.’<br />

heb je een nette productieroute te pakken: geen roet,<br />

geen NOx en ook nog eens uit een duurzame bron.<br />

Simon Stevin Meester<br />

In oktober krijg ik de Simon Stevin Meester onderscheiding<br />

en daar ben ik best trots op. Net als mijn<br />

vrouw, kinderen en familie. Ik mag een half miljoen euro<br />

besteden aan onderzoek. Ik ga dat geld waarschijnlijk<br />

inzetten voor onderzoek aan flameballs. Heel kleine<br />

vlammetjes van een paar millimeter. Vele jaren werd gedacht<br />

dat je die alleen zou kunnen produceren onder de<br />

zwaartekrachtcondities zoals die in een ruimtestation<br />

aanwezig zijn. Dat is aangetoond in een experiment in<br />

het ISS-ruimtestation: het bleken perfect symmetrische,<br />

bolvormige systemen. We hebben ze nu, waarschijnlijk<br />

als eerste ter wereld, ook in ons lab kunnen maken. In<br />

de zomer presenteerden we de eerste resultaten op<br />

een groot congres in Beijing. Met het Stevingeld wil ik<br />

die vlammetjes nog meer tunen om nog nauwkeurigere<br />

modellen te maken.<br />

Ik geef nu leiding aan een van de grotere groepen binnen<br />

de faculteit, inclusief de afstudeerders zo’n zeventig<br />

man. Ik hoor nog net tot de generatie die wat in de<br />

luwte wordt gehouden wat betreft bestuurstaken. Ik<br />

vind het geweldig om allerlei onderzoeksinitiatieven te<br />

nemen en met bedrijven samen te werken. Ik ben in alle<br />

projecten de theoreticus op de achtergrond en daardoor<br />

de rode draad. Als ik achttien zou zijn, zou ik weer voor<br />

theoretische natuurkunde kiezen. Het maakt daarna niet<br />

zoveel uit welke richting je uitgaat.<br />

Wat ik over vijf jaar zal doen? Ik ben wetenschapper en<br />

dat blijf ik. Het starten van een eigen bedrijf zou me wel<br />

aanspreken, maar dan in combinatie met het hoogleraarschap<br />

en dat is in de praktijk niet eenvoudig. Ik zie<br />

vooralsnog geen reden een andere universiteit te zoeken.<br />

Vorig jaar heeft Aken aan me getrokken, waar een<br />

belangrijke leerstoel vrijkwam. Maar ik heb me gerealiseerd<br />

dat ik hier veel vrijheid heb en een goede groep,<br />

waarmee we kunnen blijven oogsten. Ik ben bezig met<br />

een kweekvijver van studenten die het leuk vinden om<br />

innovatieve dingen uit te proberen. Ik vind het overigens<br />

jammer dat er binnen de TU/e zo weinig intellectueel<br />

debat is over de aanpak van innovatie. De meeste collega’s<br />

houden toch liever vast aan de fundamentele aanpak<br />

van hun onderzoek. Ik denk dat we als Nederland<br />

een paar tandjes moeten bijzetten. Ik hoop dat ook het<br />

nieuwe energie-instituut een extra impuls kan geven.<br />

<strong>Eindhoven</strong> lijkt de centrale plek voor energieonderzoek<br />

te gaan worden in Nederland. We scoren<br />

wereldwijd al heel hoog. Met ECN en FOM er bij wordt<br />

het nog leuker. Ik hoop daar met onze groep inhoudelijk<br />

aan bij te dragen. We doen ons best!’


3TU. School for Technological Design STAN ACKERMANS INSTITUTE<br />

U loopt er in uw bedrijf ongetwijfeld regelmatig tegenaan: technische<br />

en/of logistieke vraagstukken die alleen via een gedegen, ontwerpgerichte<br />

aanpak verantwoord zijn op te lossen. In zo’n situatie kunt u een beroep<br />

doen op de expertise van 3TU.School for Technological Design,<br />

Stan Ackermans Instituut.<br />

Technologisch<br />

vraagstuk of<br />

ontwerpopdracht?<br />

Ontwerpersopleidingen<br />

Het Stan Ackermans Instituut verzorgt elf tweejarige ontwerpersopleidingen<br />

voor afgestudeerde ingenieurs. In het tweede jaar van de opleiding voert de<br />

technologisch-ontwerper-in-opleiding een ontwerpopdracht uit, zowel voor als<br />

binnen het bedrijfsleven. De technologisch-ontwerper-in-opleiding wordt daarbij<br />

uiteraard begeleid door deskundigen van het Stan Ackermans Instituut. Ook<br />

andere vormen van samenwerking, waarbij uw werknemer gedetacheerd wordt<br />

bij het Stan Ackermans Instituut, zijn bespreekbaar.<br />

Succes<br />

De ontwerpersopleidingen bestaan volgend jaar 25 jaar. Inmiddels hebben maar<br />

liefst 3000 ontwerpers hun opleiding succesvol afgerond, in september 2010 is<br />

het 3000 ste diploma uitgereikt. De meeste ontwerpers zijn in dienst getreden bij<br />

het bedrijf waar zij hun ontwerpopdracht uitvoerden en bekleden daar nu veelal<br />

leidinggevende functies.<br />

Meer informatie?<br />

U kunt contact opnemen met drs.ir. Pieter de Bock, 040 – 247 4166 of<br />

p.f.d.bock@tue.nl.<br />

Op www.3tu.nl/sai vindt u meer informatie over de ontwerpersopleidingen van<br />

het Stan Ackermans Instituut.


3 2<br />

beLeID<br />

China creëert ‘ID-living labs’<br />

naar eindhovens model<br />

Het gloednieuwe gebouw van Zhejiang University in Hangzhou staat al klaar: een enorme toren<br />

en een half rond glazen gebouw met een basis groter dan de piramide van Cheops. Professor<br />

dr.ir. Jeu Schouten, oud-decaan van de faculteit Industrial Design (ID), start dit najaar als<br />

‘honorary dean’ voor een periode van vijf jaar, om de strategie te bepalen voor een internationaal<br />

designinstituut naar voorbeeld van de ‘ID-Living labs’ in eindhoven. Schouten: ‘Ik heb het plaatje<br />

al in mijn hoofd, nu alleen nog de uitvoering.’<br />

Schouten gaat zich buigen over de<br />

gewenste onderwijs- en onderzoeksprogramma’s,<br />

mogelijke start-ups en<br />

samenwerkingsverbanden met industrie<br />

en kennisinstellingen, waaronder de<br />

TU/e, het Amerikaanse MIT en universiteiten<br />

in Japan en Singapore. Het plaatje<br />

van de faculteit heeft Schouten al in<br />

zijn hoofd: ‘Het nieuwe instituut en de<br />

faculteit krijgt drie clusters: als eerste<br />

onderwijs, met bachelor-, master- en<br />

PhD-opleidingen. Als tweede cluster<br />

het onderzoek, waarbij enerzijds het<br />

vakgebied wordt verkend, waar betere<br />

gereedschappen voor ontwerpers<br />

worden ontwikkeld en waar anderzijds<br />

natuurlijk ontwerpen worden gemaakt<br />

en getest. In de ‘ID-living labs’ worden<br />

hierbij nieuwe ontwerpen en prototypes<br />

gemaakt en in nagebootste alledaagse<br />

omgevingen getest. Het derde cluster<br />

tenslotte omvat het ontwikkelen van<br />

nieuwe bedrijvigheid.’<br />

De benoeming van hoogleraar Schouten<br />

valt binnen het zogeheten ‘Thousand-<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

Person program’ van de centrale regering<br />

in Beijing. Zij wil duizend internationale<br />

toponderzoekers en -strategen<br />

aantrekken als zwaargewichtadviseurs<br />

voor verschillende sectoren waarin<br />

China nadrukkelijk streeft naar vernieuwing.<br />

Schouten: ‘Op dit moment wordt China<br />

vooral gezien als productiefabriek. Op<br />

termijn is daarmee niet het meeste te<br />

verdienen. China wil daarom ook zelf<br />

gaan ontwerpen.’ Vertegenwoordigers<br />

van de Zhejiang University zijn volgens<br />

Schouten ‘ontzettend geboeid’ door<br />

wat Industrial Design in <strong>Eindhoven</strong> de<br />

afgelopen tien jaar heeft opgezet en de<br />

mogelijkheden voor de creatieve industrie<br />

die daaruit volgen. ‘Zoiets willen<br />

zij ook.’<br />

Internationale samenwerking<br />

‘Ik werk graag samen met Chinese collega’s’,<br />

vertelt Schouten. ‘Ze werken<br />

hard, zijn heel slim en innovatief en durven<br />

veel. En ze kunnen zich heel goed<br />

Het hightech jasje<br />

voor couveuse-<br />

baby’s dat de facul-<br />

teit ID samen met<br />

het Máxima Medisch<br />

Centrum ontworpen<br />

heeft.<br />

aanpassen aan de omstandigheden.’ De<br />

inbreng van Schouten helpt China vooruit,<br />

maar de hoogleraar benadrukt dat<br />

ook de TU/e erbij gebaat is. Hij denkt<br />

aan de uitwisseling van studenten en<br />

aan de kans om samen internationaal<br />

parallel onderzoek te doen, wat vooral<br />

in dit vakgebied van belang is. Veel<br />

consumentenproducten worden voor<br />

de wereldmarkt gemaakt en komen<br />

dus in heel verschillende culturen terecht.<br />

Het testen van die producten in<br />

labs in verschillende settings is dus<br />

belangrijk, aldus Schouten.<br />

‘Al is de achterliggende techniek gelijk,<br />

het kan per cultuur verschillen hoe je<br />

ermee omgaat. Dat kan binnen één<br />

project leiden tot verschillende producten<br />

of diensten voor de Chinese of<br />

de Europese markt. Zo wordt er bij ID<br />

in <strong>Eindhoven</strong> en ook door collega’s in<br />

China al gezamenlijk gewerkt aan intelligente<br />

producten en diensten waardoor<br />

ouderen zo lang mogelijk thuis<br />

kunnen blijven wonen. Schouten: ‘Nu<br />

kinderen werken of op afstand wonen,<br />

kunnen ze niet voor hun ouderen zorgen,<br />

zoals dat in de Chinese cultuur<br />

gebruikelijk was. Dat schuldgevoel<br />

zorgt ervoor dat ze heel wat over hebben<br />

voor goede producten die zorg op<br />

afstand kunnen vergemakkelijken.’<br />

Markant moment<br />

Schouten noemt zijn afscheid als decaan<br />

aan de faculteit ID in <strong>Eindhoven</strong><br />

tien jaar na de oprichting een ‘markant<br />

moment’. ‘We hebben met een geweldig<br />

team gedaan wat we vooraf zeiden


te gaan doen. Inmiddels heeft er een<br />

eerste onderwijsevaluatie en accreditatie<br />

plaatsgevonden. De onderzoeksvisitatie<br />

is net achter de rug. Voor mij<br />

is de cirkel nu rond.’ Het opzetten van<br />

ID vond Schouten een heel mooi project.<br />

‘Het is goed dat prof.dr.ir.<br />

Aarnout Brombacher het nu van me<br />

gaat overnemen. Er is nog veel te<br />

doen. Een faculteit als deze blijft nooit<br />

stilstaan. Bouwen en vernieuwen gaat<br />

in dit vakgebied altijd door omdat de<br />

maatschappij blijft veranderen.’<br />

Hij merkt op dat ID wel een ‘geschikter<br />

gebouw kan gebruiken dan het<br />

huidige hoofdgebouw.’ Schouten:<br />

‘Onderwijs, onderzoek en ontwerp<br />

gaan bij ID samen op. We hebben hier<br />

een mix van faciliteiten voor nodig,<br />

waarbij we zowel een principeontwerp<br />

kunnen maken als prototypes kunnen<br />

bouwen. Ruimtes waar we zowel kun-<br />

‘ontwerpers proberen via synthese<br />

tot iets nieuws te komen.’<br />

nen bouwen als testen. Waar de klant<br />

voor wie je ontwerpt er al bij zit als je<br />

het gaat bedenken. Onze faciliteiten in<br />

het living lab ondersteunen die manier<br />

van werken. Voor Industrial Design zou<br />

nieuwbouw beter zijn en dan eerder<br />

dan volgens de huidige planning in<br />

2016: een gebouw dat ontworpen is<br />

om ontwerpers op te leiden.’<br />

De oud-decaan heeft het altijd een<br />

uitdaging gevonden om de positie van<br />

Industrial Design aan de TU/e te verdedigen.<br />

‘Er blijft discussie bestaan over<br />

het bestaansrecht van ontwerpen op<br />

academisch niveau. Eigenlijk wonderlijk<br />

dat onder ingenieurs deze discussie nog<br />

bestaat’, vindt Schouten. ‘Analyserende<br />

onderzoekers proberen door analyse<br />

iets te begrijpen. Ontwerpers proberen<br />

via synthese tot iets nieuws te komen.<br />

Via beide sporen kun je kennis vergaren.<br />

Traditioneel gezien hebben we<br />

analyse altijd onderzoek genoemd. We<br />

zeggen altijd dat we aan onderwijs en<br />

onderzoek doen op de faculteit. Beter<br />

zou het zijn als we zeggen dat we aan<br />

onderwijs en kennisontwikkeling doen.<br />

Kennisontwikkeling gebeurt zowel door<br />

analyse als door synthese.’<br />

Schouten vertelt ten slotte wat hij zo<br />

speciaal vindt aan ID in <strong>Eindhoven</strong>: ‘Een<br />

mooi aspect vind ik de grote hoeveel-<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 33<br />

Foto’s: Bart van Overbeeke


• Hét landelijke<br />

carrière-event<br />

voor ingenieurs<br />

• Relevant, actief,<br />

persoonlijk<br />

dagprogramma<br />

• De top van het<br />

bedrijfsleven<br />

• Case studies,<br />

presentaties,<br />

workshops,<br />

diners<br />

3 4<br />

beLeID<br />

Het nieuwe gebouw van Zhejiang University in Hangzhou.<br />

heid technologie en wiskunde die voor<br />

de ontwerpen en producten nodig is,<br />

maar voor de eindgebruiker verborgen<br />

blijft. De eindgebruiker hoef je daar niet<br />

lastig mee te vallen. Neem het speciale<br />

hightech jasje voor couveusebaby’s dat<br />

is ontwikkeld in de capaciteitsgroep<br />

Designed Intelligence samen met het<br />

Maxima Medisch Centrum. De arts krijgt<br />

alle meetgegevens die hij of zij nodig<br />

heeft en de baby kan door de ouders gewoon<br />

worden vastgehouden, zonder dat<br />

ADVERTENTIE<br />

er allerlei stekkertjes en draadjes los<br />

moeten worden gehaald.’<br />

Hij roemt ook het feit dat de medewerkers<br />

van ID, ongeacht hun Engineering,<br />

Design of Social Sciences-achtergrond,<br />

prima samenwerken en elkaar daarbij<br />

goed begrijpen en ook willen begrijpen.<br />

Ook de internationale erkenning van de<br />

faculteit doet Schouten goed. ‘We waren<br />

voor het eerst en met veel succes bij<br />

CHI 2009 in Boston (een internationaal<br />

vooraanstaand congres over humancomputer<br />

interaction - red.). Inmiddels<br />

is Industrial Design van de TU/e internationaal<br />

een begrip geworden als het<br />

gaat om academisch ontwerpen. De<br />

uitnodiging die ik vanuit China kreeg,<br />

zie ik als een bevestiging van het succes<br />

van onze ID-faculteit en een mooi compliment<br />

voor alle pioniers van de eerste<br />

tien jaar.’<br />

techniekbedrijven s<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

Talent


UFe<br />

Muziek op de Dommel<br />

bezoekers, organisatie en sponsoren waren het er unaniem over eens: het festival Muziek op<br />

de Dommel is een blijvertje. Gratis, laagdrempelig en waardevol voor stad en universiteit. Het<br />

<strong>Universiteit</strong>sfonds eindhoven draagt er daarom graag aan bij. Het muzikale evenement ontving<br />

een bedrag van 4500 euro uit het fonds.<br />

‘Toen we op het idee van het festival kwamen, hebben we vrij<br />

snel contact gezocht met het <strong>Universiteit</strong>sfonds’, vertelt Erik de<br />

Jong (25), student Bouwkunde en lid van de lustrumcommissie<br />

van <strong>Eindhoven</strong>s Studenten Muziek Gezelschap Quadrivium.<br />

‘Dit jaar vieren we het negende lustrum van Quadrivium en om<br />

dat te vieren organiseerden we onder andere dit festival. Het<br />

<strong>Universiteit</strong>sfonds zag het gelukkig meteen zitten: een laagdrempelig<br />

festival van studenten, voor iedereen.’<br />

Dat het evenement gratis was, benadrukte de laagdrempeligheid<br />

nog eens, net als de locatie. Het drijvend podium lag<br />

midden in de stad, bij het Van Abbe Museum. De Jong: ‘Twee<br />

jaar geleden is het plan voor een drijvend podium ontstaan.<br />

Vanwege onze technische achtergrond wilden we ook graag zelf<br />

het podium ontwerpen. Uiteindelijk is dat niet doorgegaan en<br />

hebben we het podium gehuurd, maar het plan om een klassiek<br />

concert op een drijvend podium in <strong>Eindhoven</strong> te geven was zo<br />

inspirerend dat het festival er sowieso zou komen.’<br />

Alle bevriende amateurmuziekgezelschappen reageerden<br />

enthousiast op de vraag of ze mee wilden doen. De verschillende<br />

koren en orkesten stonden garant voor een dag lang<br />

muziek op de Dommel, voor iedereen. ‘We hadden een lijst gemaakt<br />

met verenigingen die we wilden vragen en stuk voor stuk<br />

waren ze enthousiast . Dus het programma voor 5 juni was snel<br />

gemaakt’, lacht De Jong.<br />

Schot in de roos<br />

Het festival bleek een schot in de roos. ‘Volgens de beveiliging<br />

zijn er in totaal bijna 5000 bezoekers geweest en stonden er<br />

tijdens het afsluitende slotconcert van Quadrivium zo’n 1500<br />

mensen. We hebben erg veel positieve reacties gehad. Het was<br />

dan ook bijna te perfect weer: behoorlijk warm. Omdat het<br />

gratis en openbaar was, kon je gelukkig rustig even verkoeling<br />

gaan zoeken en later weer terugkomen.’ Als afsluiting van het<br />

lustrumjaar gingen de leden op ‘Klippertournee’. De leden<br />

gaven half juli, zeilend op drie grote klippers, concerten in<br />

diverse pittoreske plaatsen rondom het IJsselmeer.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 35<br />

Foto: Bart van Overbeeke


Patrick de Man (Tilburg, 1974) is de TU/e<br />

dankbaar. Niet alleen voor het onderwijs,<br />

maar vooral ook voor de vrijheid die hij<br />

er kreeg om het buitenland op te zoeken.<br />

De scheikundig technoloog was actief bij<br />

studievereniging Japie en organiseerde<br />

onder meer een studiereis naar Turkije.<br />

‘Dat herinner ik me als één van de beste<br />

dingen van de TU/e: dat ze reizen tijdens<br />

de studie stimuleren’, vertelt hij. ‘Of het<br />

Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

3 6<br />

LooPbAAn<br />

Van de zuurkast<br />

naar Wall Street<br />

Zijn ‘travel bug’ deed hij op bij het organiseren van een studentenuitwisseling naar Turkije.<br />

Tijdens zijn studie Scheikundige Technologie ging Patrick de Man op stage naar de Verenigde<br />

Staten en de Filipijnen. Hij leerde zijn vrouw kennen in Japan, nam haar mee naar nederland en<br />

promoveerde aan MIT, in combinatie met een MbA. Twee jaar geleden zat hij in het epicentrum<br />

van de economische crisis, als handelaar in elektriciteit bij Lehman brothers in new york.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

nu was met de studievereniging of met<br />

een buitenlandse stage; de faculteit had<br />

er altijd wel wat geld voor over.’ Hij zat<br />

vervolgens drie maanden bij Shell in de<br />

Filipijnen en die bestemming heeft – in<br />

retrospectief – zijn leven veranderd. ‘Daar<br />

is mijn grote interesse in Azië ontstaan.’<br />

Na zijn afstuderen hoorde De Man van<br />

het Japan Prizewinners Program, een<br />

programma dat door het ministerie van<br />

Onderwijs in het leven geroepen is om<br />

de contacten tussen Japan en Nederland<br />

te verbeteren. Met ongeveer twintig anderen<br />

vertrok hij voor een jaar naar het<br />

land van de rijzende zon, na vijf maanden<br />

fulltime ondergedompeld te zijn geweest<br />

in de Japanse taal. ‘Het was zo verfrissend<br />

om na zes jaar bètaonderwijs weer<br />

een taal te leren vanaf nul!’ Wanneer De<br />

Man terugdenkt aan de aankomst op


het vliegveld van Tokio, moet hij nog<br />

altijd lachen. ‘We dachten dat we een<br />

aardig mondje Japans spraken, maar<br />

daar begreep niemand ons. Japans is<br />

een bijzondere taal. Afhankelijk van<br />

je werkkring, leeftijd of geslacht gebruiken<br />

mensen andere woorden en<br />

uitdrukkingen.’ Het Japan Prizewinners<br />

Program is inmiddels opgeheven, maar<br />

De Man won in het land zijn eigen<br />

hoofdprijs. Hij leerde er Mika kennen,<br />

‘We gingen<br />

failliet, maar<br />

wisten er niets<br />

van.’<br />

met wie hij inmiddels getrouwd is en<br />

een kind heeft. Het gezin woont in New<br />

York, in een appartement aan de Upper<br />

East Side.<br />

Promotie en MbA<br />

Samen gingen ze in 2000 op vakantie<br />

naar New York en Boston. Een vriendin<br />

leidde hen rond op MIT, bij Boston. De<br />

Man werkte inmiddels in Nederland<br />

in de procestechnologie en nam uit<br />

pure nieuwsgierigheid een kijkje bij<br />

de scheikundefaculteit van deze gerenommeerde<br />

universiteit. Hij raakte<br />

aan de praat met een secretaresse die<br />

hem vertelde over een gloednieuw programma:<br />

je kon in vijf jaar een promotie<br />

combineren met een MBA. De Man:<br />

‘Toevallig had ik toen op mijn werk<br />

steeds problemen met salesmensen.<br />

Wij leken elkaar niet te begrijpen. En<br />

voor een promotie was ik al vaker gevraagd.<br />

Ik dacht, als ik het nu niet doe,<br />

komt het er niet meer van.’<br />

Het was een openbaring, zo vertelt hij.<br />

‘Soms vraag ik me af waarom we in<br />

<strong>Eindhoven</strong> niet zoiets kunnen hebben<br />

als op MIT. Alle faciliteiten zijn er, maar<br />

ik miste aan de TU/e de energie van je<br />

medestudenten, die voortdurende drive<br />

om jezelf te verbeteren. Op MIT zat ik<br />

soms tot drie uur in de nacht met anderen<br />

aan het huiswerk, om het maar zo<br />

goed mogelijk te doen.’<br />

Na het behalen van zijn doctors- én<br />

MBA-graad bleek De Man met die combinatie<br />

zo’n beetje elke baan te kunnen<br />

krijgen. Vrienden van hem gingen aan<br />

de slag in de wereld van de aandelen<br />

of het durfkapitaal, sommigen gingen<br />

‘gewoon’ de chemie in, naar Exxon<br />

of Shell. De Man begon in 2006 bij<br />

Lehman Brothers. Daar had hij tijdens<br />

zijn MBA stage gelopen en ze wilden<br />

hem graag hebben. Volgens zijn toenmalige<br />

begeleider was hij zeer geschikt<br />

om in elektriciteit te gaan handelen.<br />

De Man: ‘Dat is één van de ingewikkeldste<br />

producten en mijn achtergrond<br />

als ingenieur maakt dat ik goed uit de<br />

voeten kan met complexiteit. Oog voor<br />

detail, het snel kunnen doorgronden<br />

van complexe vraagstukken, het gevoel<br />

voor ordegroottes, stuk voor stuk<br />

eigenschappen van de ingenieur die<br />

terugkomen in commodity trading, het<br />

handelen in grondstoffen. In mijn geval<br />

in gas en elektriciteit.’<br />

Failliet<br />

Toen hij in 2006 begon bij Lehman<br />

Brothers lag de crisis nog ver achter<br />

de horizon. ‘Alles ging maar beter en<br />

beter, dus ik zag er wel toekomst in.’<br />

Toen de financiële wereld in 2008 op<br />

zijn grondvesten schudde, werkte De<br />

Man tijdelijk in Houston, Texas. Zijn<br />

werkgever speelde in de crisis een<br />

sleutelrol. ‘In Texas raasde toen de<br />

orkaan Ike en thuis zaten we zonder<br />

stroom. Ik checkte internet op kantoor<br />

en probeerde zo het nieuws te volgen.<br />

Ik kon het nauwelijks geloven. Wij wisten<br />

ook niet méér dan de buitenwereld,<br />

want de bazen vertelden ons niets. Ik<br />

zat in een tijdelijk appartement en ben<br />

halsoverkop teruggevlogen naar New<br />

York. Daar ging ik naar de bank om een<br />

cheque te verzilveren voor een onkostenvergoeding,<br />

maar die werd al niet<br />

meer geaccepteerd.’<br />

Die dag deed hij zijn stropdas om –<br />

company policy – en ging als gewoonlijk<br />

om zeven uur ‘s morgens naar het<br />

kantoor in Midtown. ‘Het begon me pas<br />

te dagen dat het echt mis was toen collega’s<br />

in hun gewone kloffie begonnen<br />

binnen te druppelen. Maar niemand<br />

wist wat er precies aan de hand was.<br />

Sommige leveranciers wilden ons nog<br />

wel leveren, andere niet. De verwarring<br />

bij klanten was groot. Veel kleine be-<br />

drijfjes die gewoon hadden betaald, dus<br />

terecht vroegen: ‘Waar blijft mijn gas?’.<br />

Ik schaamde me, want ik kon het ze niet<br />

uitleggen. Wij waren failliet maar onze<br />

relaties kwamen er ook door in de problemen.<br />

En er was niets wat ik eraan kon<br />

doen. Dat voelde echt triest.’<br />

kick<br />

Nu werkt De Man in Stamford,<br />

Connecticut voor RBS Sempra<br />

Commodities en handelt hij weer in elektriciteit.<br />

Big business blijkbaar, want met<br />

ongeveer honderd man droegen ze in<br />

2009 voor enkele honderden miljoenen<br />

dollars bij aan de winst van het bedrijf.<br />

‘Dat was een wat minder jaar’, klinkt het<br />

met enige ironie.<br />

Op de vraag waar hij zijn voldoening uit<br />

haalt, komt de ingenieur naar boven. ‘Ik<br />

ontdek iets dat anderen nog niet zien,<br />

door data en modellen heel goed te bestuderen.<br />

Als ik op die manier vooruit<br />

kan kijken en geld kan verdienen voor het<br />

bedrijf, geeft dat een kick.’ Hij geeft een<br />

voorbeeld: ‘Texas bouwde in het westen<br />

van de staat veel windmolens, omdat het<br />

er zo vaak waait. Maar het oosten heeft<br />

de meeste vraag naar stroom. Dan kun<br />

je zien aankomen dat de prijzen over een<br />

tijdje lokaal gaan verschillen en daar kun<br />

je dan op inspelen door vroeg goedkoop<br />

in te kopen om later voor een hogere prijs<br />

te verkopen.’<br />

Het gaat De Man zeker niet alleen om<br />

het geld. ‘Ik werk nu samen met een<br />

man van tegen de zestig, die al zijn hele<br />

werkende leven handelt op het grootste<br />

Amerikaanse elektriciteitsnetwerk. Die<br />

weet er zóveel van! Nu merk ik: mijn nummer<br />

1-criterium voor een leuke baan is<br />

dat ik elke dag nog iets kan bijleren.’<br />

ProFIeL<br />

Opleiding: Afgestudeerd in<br />

Scheikundige Technologie aan de TU/e.<br />

Nadien gepromoveerd en een MBA-graad<br />

aan MIT behaald.<br />

Huidige werkplek: RBS Sempra<br />

Commodities in Stamford, Connecticut<br />

als handelaar in elektriciteit.<br />

aMbitie: Elke dag iets bijleren.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 37


Foto: Bart van Overbeeke<br />

3 8<br />

STUDenTenLeVen<br />

De kleinste<br />

autofabrikant<br />

van nederland<br />

University racing eindhoven (Ure) doet al zeven jaar mee aan studentenraces, maar het grote<br />

succes kwam pas dit jaar toen werd overgestapt op een elektrische raceauto. Deze zomer veroverde<br />

het team van de TU/e een eerste plaats in de Formula Student Competitie in het oostenrijkse Melk.<br />

op het engelse Silverstone circuit werd het team derde en bij de race in Duitsland tweede. Mooie<br />

successen, waar Arjan van der Linden, operations manager van Ure, met veel plezier op terugkijkt.<br />

‘Dit is een van de mooiste jaren van mijn leven geweest’, zegt hij enthousiast.<br />

Van der Linden rondt een heel druk, leerzaam en bevredigend<br />

bestuursjaar af. Want het URE heeft dit jaar niet alleen erg goed<br />

gepresteerd in races, maar sleepte als klap op de vuurpijl ook<br />

de Audi innovatieprijs voor elektrische auto’s (15.000 euro) in de<br />

wacht. ‘Ik ben heel blij dat we voor een elektrisch concept hebben<br />

gekozen’, vertelt Van der Linden.<br />

Het URE bestaat uit zestig studenten die samen een raceauto<br />

ontwerpen, bouwen, testen en ermee racen in de Formula<br />

Student Competitie. Een ideale manier voor studenten om hun<br />

wetenschappelijke kennis in de praktijk te toetsen, om de relatie<br />

van de TU/e met de buitenwereld te versterken en om een<br />

positieve bijdrage te leveren aan het <strong>Eindhoven</strong>s studentenklimaat.<br />

Het <strong>Universiteit</strong>sfonds <strong>Eindhoven</strong> steunt het URE, waardoor<br />

bijvoorbeeld beter materiaal gekocht kon worden.<br />

Waarschijnlijk is het URE de kleinste autofabrikant van<br />

Nederland. Een team van zo’n zestig <strong>Eindhoven</strong>se studenten<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

levert jaarlijks een Formule 1-wagen af. Elk jaar bouwt het<br />

URE een eigen raceauto, soms met gebruik van onderdelen<br />

van de vorige auto. Voor het eerst bouwde het team een<br />

geheel elektrische raceauto, de URE05. Afstudeerder Loek<br />

Marquenie van Werktuigbouwkunde droeg veel bij aan de<br />

techniek van de auto met vergaand vooronderzoek en aanbevelingen<br />

over de meest effectieve materialen. Ook de<br />

Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst (GTD) van de TU/e<br />

was van de partij als het ging om bijvoorbeeld de constructie.<br />

De EPE-(Electromechanics and Power Electronics) groep van<br />

de TU/e bood bijstand bij de fijnere elektrotechniek en bij<br />

problemen die door het jaar heen regelmatig opdoken. ‘Ik<br />

heb als student <strong>Technische</strong> Bedrijfskundige enorm veel over<br />

techniek geleerd dit jaar. Ik ben zo gegrepen door de automotive<br />

industrie dat ik overweeg na mijn studie in deze richting<br />

te solliciteren’, vertelt Van der Linden. De komende jaren


Foto: (C)FSG - Ingo Reichmann<br />

wil hij zich bekwamen in procestechnologie en supply chain<br />

management. Voor de technische prestatie van het URE was<br />

ook tijdens de recente Bavaria Race in Rotterdam veel aandacht.<br />

Daar kon het publiek de auto’s bekijken en een praatje maken<br />

met de teams. Ook het Renaultteam had volgens Van der Linden<br />

veel belangstelling voor de wagen. Een kleine afvaardiging van<br />

het URE heeft in Rotterdam coureurs als Doornbos, Albers en<br />

Petrov ontmoet. Met name de stilheid van de wagen vonden<br />

deze racetoppers aardig, want een normale Formule 1-auto hoort<br />

nu eenmaal veel lawaai te maken.<br />

Voor het eerst in de geschiedenis van de Formula Student is de<br />

‘endurance race’ in Oostenrijk voor elektrische auto’s ’s avonds<br />

gehouden, van 22.00 tot 01.00 uur. ‘Machtig mooi was dat.<br />

Overal zit je met geluidsnormen, maar de elektrische auto’s<br />

maken geen lawaai. Hoewel de teams vooraf wat kabaal hebben<br />

gemaakt, met muziek en motorgeluiden. De race werd verlicht<br />

met heliumballonnen.’<br />

regulatief remmen<br />

De topsnelheid van de elektrische raceauto van het URE ligt<br />

rond de 100 kilometer per uur, de acceleratie naar die snelheid<br />

kost ongeveer vier seconden. Een van de innovaties die wellicht<br />

komend jaar verder wordt uitgewerkt, kan de snelheid op 120 km<br />

brengen. Daarnaast wordt volgend jaar gekeken naar de remmen<br />

en naar de zwaarte van de auto. Er kan zeker een aantal kilo’s<br />

gewicht gewonnen worden, volgens Van der Linden. Natuurlijk<br />

moet er ook genoeg energie zijn om een race uit te rijden, wat<br />

lang niet alle deelnemende teams lukt. ‘We kunnen energie<br />

Links: Arjan van der Linden.<br />

rechts: Het team van<br />

University racing eindhoven<br />

2010.<br />

opslaan bij het remmen waardoor er een extra rendement is van<br />

zo’n twintig procent. Dat heet regulatief remmen, maar daarbij<br />

komt veel hitte vrij. Dit kan voor de elektrische auto brandgevaar<br />

opleveren’, weet hij. Hij wil in het nieuwe studiejaar graag<br />

teamcaptain worden. In plaats van alle beschikbare uren van<br />

de dag met URE bezig zijn, wil hij er twintig uur in de week aan<br />

besteden. Daarnaast wil hij zijn master Innovation Management<br />

afronden.<br />

Garageluchtje<br />

Tot nu toe oefent het ‘motor home’ nog weinig aantrekkingskracht<br />

uit op vrouwelijke studenten, behalve dan natuurlijk op<br />

de vriendinnen van de teamleden. Van der Linden hoopt dat<br />

komend jaar zich een meer gemêleerde groep gaat aanmelden.<br />

‘Elektrische auto’s gebruiken nu eenmaal geen olie. Dus dat speciale<br />

garageluchtje ontbreekt. Verder zijn de elektrische motoren<br />

heel stil. Dat geeft toch een andere sfeer in het ‘motor home’.<br />

Ik vind dat een werkplek meer leefbaar wordt als er niet alleen<br />

maar mannen rondlopen. Dat is belangrijk als je een jaar lang<br />

constant in een ruimte met zo’n wagen bezig bent.’<br />

Wie meedoet met URE kan zich op allerlei manieren inzetten.<br />

Er is veel kennis opgebouwd binnen het team. Maar wat elke<br />

student die hier aanklopt wil weten, is of hij aanleg heeft als<br />

autocoureur. Elk jaar doet een groepje mee met de coureurstraining<br />

van de TU/e. Ook de bestuurders moeten, net als de wagen,<br />

licht en liefst niet te lang zijn. Uit de aspirant-coureurs worden<br />

de beste vijf gekozen, vier vaste coureurs en een reserve-coureur.<br />

Maar uiteindelijk draait alles toch om techniek.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 39


Foto: Bart van Overbeeke<br />

Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

4 0<br />

XXXXXXXXX<br />

STArTerS<br />

‘De klant wordt<br />

nu echt koning’<br />

er komt een revolutie in de supermarktwereld en de manier waarop grootgrutters, A-merken en<br />

fabrikanten reclame maken. Althans, als het aan de gebroeders Paul en robin Maijers van het<br />

bedrijf boxplosive ligt. Pas afgestudeerd aan de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg is de ondernemende<br />

tweeling ervan overtuigd dat een scala aan mogelijkheden op internet en via mobiele telefonie<br />

klaar ligt om benut te worden. De onderhandelingen met diverse grootbedrijven zijn in een<br />

vergevorderd stadium, vandaar dat er geen namen mogen worden genoemd. Maar echt moeilijk<br />

raden naar de eventuele klanten van boxplosive is het niet.<br />

Om het idee van de tweeling technisch<br />

uit te werken, schoot LaQuSo (Laboratory<br />

for Quality Software) van de TU/e<br />

te hulp. Studentassistenten Sybren<br />

Roede (master Computer Science &<br />

Engineering) en Henri Hambartsumyan<br />

(master Information Security Technology)<br />

bekeken de voorstellen van Boxplosive.<br />

Door hun inbreng (samen met de inbreng<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

van nog twee andere studentassisten)<br />

werd het uitgewerkte business plan van<br />

Boxplosive technisch echt haalbaar en<br />

kwamen er verbeteringen in de beveiliging.<br />

Alle vier – studentassistenten en<br />

beginnende ondernemers – zijn enthousiast<br />

over de vruchtbare samenwerking.<br />

De pas afgestudeerde bedrijfskundigen<br />

zien grote mogelijkheden in de markt<br />

voor coupons. In België en de VS worden<br />

het meeste coupons geknipt, in<br />

Nederland is de traditionele coupon<br />

daarentegen bijna in de vergetelheid geraakt.<br />

De markt is in Nederland minimaal<br />

en werd nooit onderzocht, zo ontdekte<br />

Boxplosive. In België zijn vorig jaar 155<br />

‘klanten<br />

krijgen op hen<br />

toegespitste<br />

aanbiedingen’


miljoen bonnen ingeleverd. Dat betekent<br />

dat een veelvoud is uitgegeven. ‘België is<br />

relatief gezien het grootste ‘kortingsbonnenland’<br />

ter wereld. Amerika is het grootste<br />

qua aantallen. Dat is echt gigantisch’,<br />

weet Paul Maijers. ‘In Nederland vinden<br />

we kortingsbonnen vooral lastig. Ze zorgen<br />

voor oponthoud aan de kassa en veel<br />

administratieve rompslomp.’<br />

Een coupon wordt uit een krant(je) geknipt<br />

en in de winkel ingeleverd bij de<br />

aankoop van een bepaald product. De<br />

kassamedewerker scant de barcode.<br />

Zo’n bon bevat doorgaans alleen de informatie<br />

van, bijvoorbeeld, ‘50 eurocent<br />

korting’. Op welk product wordt meestal<br />

niet vermeld, dus als de kassamedewerker<br />

niet oplet, kan er gesjoemeld worden.<br />

De bonnen worden verzameld en in een<br />

zak gestopt. Op een centraal punt, een<br />

‘clearing house’, worden alle zakken<br />

leeggeschud en worden de bonnen geteld.<br />

‘Ongeveer zoals bij de Rotterdamse<br />

gemeenteraadsverkiezingen’, merkt<br />

Robin Maijers fijntjes op. ‘Deze totaal<br />

inefficiënte methode kost tijd en geld<br />

en is niet nodig als de coupon via internet<br />

wordt aangeboden en met speciale<br />

software wordt verwerkt. Dan kunnen<br />

tellingen automatisch gaan en krijgt de<br />

supermarkt allerlei informatie over koopgedrag.’<br />

online coupon<br />

‘Wij vinden dat producten niet alleen<br />

onder de aandacht moeten worden gebracht<br />

via reclamemateriaal. Op internet<br />

kunnen we klanten aanbiedingen doen<br />

met de e-coupon’, stelt Paul Maijers. Je<br />

kunt een e-coupon koppelen aan een<br />

specifiek product. De klant print de<br />

e-coupon uit en levert die in bij de winkel.’<br />

Zo kan de e-coupon een belangrijke<br />

aanvulling zijn op de traditionele manier<br />

van adverteren. ‘Waar wij op hopen is<br />

dat er meer wordt geïnvesteerd in het<br />

online kanaal. De mogelijkheden online<br />

en op termijn via smart phones zijn absoluut<br />

veel groter dan van de traditionele<br />

printmedia, en zijn zelfs bijna niet te vergelijken.<br />

Niet dat je de printmedia moet<br />

afschaffen. De introductie van de nieuwe<br />

kanalen moet stap voor stap’, legt hij uit.<br />

De tweelingbroers deden kennis en ervaring<br />

van de supermarktwereld op, onder<br />

meer bij het hoofdkantoor van Sligro.<br />

Daar werkten ze tijdens en na hun studie.<br />

Zo weten ze bij Boxplosive dat er jaarlijks<br />

Vlnr: Sybren roede, Harold Weffers, Henri Hambartsumyan (LaQuSo TU/e), robin en Paul Maijers<br />

(boxplosive)<br />

zo’n kleine duizend producten bijkomen,<br />

waarvan 85 procent na twee jaar weer<br />

verdwenen is. ‘Gewoon omdat de producten<br />

niet onder de aandacht komen van<br />

de klant, terwijl een product misschien<br />

perfect is voor een bepaalde doelgroep.<br />

Daar willen we verandering in brengen’,<br />

stelt Paul Maijers. Wat Boxplosive betreft<br />

wordt de klant dan ook echt koning. Zo<br />

krijgen klanten toegespitste aanbiedingen<br />

waar ze werkelijk wat aan hebben.<br />

Wetenschap<br />

De Maijers willen nu dé experts op het<br />

gebied van de e-coupon in Nederland<br />

worden. ‘Dat wordt onze core business,<br />

en dat hebben we bijna tot een wetenschap<br />

verheven. Er is veel onbekend over<br />

de werking van coupons en dat blijft ook<br />

zo als je dit marketingtool niet serieus<br />

neemt’, aldus Robin. Als e-coupons echte<br />

waarde vertegenwoordigen, moeten ze<br />

natuurlijk goed beveiligd worden. Dat<br />

was een van de onderwerpen die via<br />

een innovatievoucher op de TU/e werd<br />

uitgezocht. Boxplosive wilde dat de<br />

coupon maar één keer uit te printen viel<br />

en niet op het scherm te zien was, maar<br />

Sybren Roede raadde een ander aanpak<br />

aan. ‘Wij hebben gezegd, dat je het zo<br />

moet maken dat de bon maar een keer<br />

in te leveren is, niet maar een keer uit<br />

te printen. De beveiliging zit dus ergens<br />

anders in het proces’, legt de medewerker<br />

van LaQuSo uit. Het bedrijf wil ook<br />

het adres worden voor de techniek van<br />

de e-coupon, bijgestaan door de onderzoekers<br />

van LaQuSo. Het beginnende<br />

bedrijf wordt overigens ook door een<br />

klein groepje zeer ervaren vakmensen<br />

geadviseerd.<br />

De samenwerking met de mensen van<br />

LaQuSo dateert van begin dit jaar. De ene<br />

keer lossen Roede en Hambartsumyan<br />

een probleem in tien minuten op, met<br />

een ander vraagstuk zijn ze weken in<br />

de weer. Zij zijn niet alleen bezig moeilijkheden<br />

op te lossen, maar kijken<br />

ook hoe dat het beste zou kunnen. ‘Wij<br />

nemen zoveel mogelijk standpunten in<br />

om tot de beste oplossing te komen.<br />

Dat is ook de meerwaarde die universitaire<br />

onderzoekers meebrengen’, vindt<br />

Hambartsumyan. Roede vervolgt: ‘Wij<br />

zijn hier dit jaar vrij intensief mee bezig<br />

geweest. Eerst met de techniek ontwikkelen<br />

van het scannen van de e-coupon<br />

aan de kassa. We keken naar hoe we de<br />

controles waterdicht konden maken. In<br />

het verlengde daarvan ligt het aanpassen<br />

van kassasystemen zodat de kassa<br />

al het administratieve werk doet en een<br />

coupon na inname gewoon weg kan.’ De<br />

bevlogenheid en de praktische aanpak<br />

van de tweeling hebben indruk gemaakt<br />

bij financiers en bij toekomstige klanten<br />

– supermarkten, A-merkleveranciers en<br />

fabrikanten. De omzet in deze sector is<br />

jaarlijks zo’n 33 miljard euro, dus marketingbudgetten<br />

zijn navenant hoog. ‘De ecoupon<br />

biedt gigantische mogelijkheden<br />

maar vraagt ook om een andere kijk op<br />

marketinginspanningen en communicatie<br />

met klanten. De invoering moet heel<br />

secuur gebeuren’, concludeert Paul. De<br />

tweeling verwacht op korte termijn met<br />

de eerste pilots van de e-coupon te kunnen<br />

beginnen.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 41


4 2<br />

STArTerS<br />

Cellen groeien sneller na<br />

nieuwe behandeling<br />

Het begon met een onderzoek aan de faculteit electrical engineering naar een nieuwe<br />

manier om biologische cellen kapot te maken. In plaats daarvan trad een ander verschijnsel<br />

op: de cellen gingen sneller delen, zelfs met een factor twee tot drie. Dat biedt natuurlijk<br />

mogelijkheden, bijvoorbeeld voor het kweken van cellen voor medicijnen en celtherapieën. De<br />

start-up Vabrema bv ontwikkelt en verkoopt de revolutionaire technologie.<br />

De techniek om cellen te belasten met een elektrisch veld bestaat<br />

al ruim twee decennia. Men doet dit bijvoorbeeld bij het<br />

pasteuriseren van melk. De hoge spanning zorgt ervoor dat de<br />

cellen klappen; de bacteriën zijn dan dood. Een andere toepassing<br />

is transfectie, een techniek om de wand van een cel tijdelijk<br />

open te zetten waardoor er DNA of RNA kan worden ingebracht.<br />

Het wordt ook gebruikt bij onderzoek naar geneesmiddelen.<br />

erosie<br />

Cellen worden normaal gesproken onder spanning gezet door ze<br />

in vloeistof te dompelen en deze vloeistof in contact te brengen<br />

met twee metalen platen die de stroom geleiden. Deze methode<br />

heeft echter ook nadelen. Zo kun je last krijgen van erosie waarbij<br />

de metaalionen in de vloeistof met cellen komen, van vonken<br />

die overslaan tussen de platen en van grote temperatuurstijgingen<br />

in de vloeistof.<br />

Al deze problemen zijn op te lossen door het contact tussen de<br />

vloeistof en de platen weg te nemen. Met dat idee begint het<br />

verhaal van Vabrema. Een onderzoeksgroep van de faculteit<br />

Electrical Engineering wilde op een contactloze manier biologische<br />

cellen belasten met een elektrisch veld. Toenmalig onderzoeker<br />

ir. Jan Willem van Bree bedacht een methode om met extreem<br />

korte (een nanoseconde) elektrische velden diep in de cel<br />

door te dringen. De verwachting was dat de cellen kapot zouden<br />

Technostarter<br />

Vabrema met<br />

Joffry Maltha (l)<br />

en Jan Willem<br />

van bree.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

gaan. Maar er trad een onverwacht effect op. Bij een bepaalde<br />

spanning gingen de cellen niet dood, maar bleken zich in de<br />

weken erna juist veel sneller te delen. Er werden dus meer cellen<br />

geproduceerd dan onder normale omstandigheden. Samen<br />

met de faculteit Biomedische Technologie is de technologie met<br />

succes op verschillende cellen getest. Waarom cellen sneller<br />

delen is onderwerp van onderzoek, zegt ir. Joffry Maltha (30),<br />

samen met Van Bree (30) de directie van het bedrijf. Maltha<br />

studeerde <strong>Technische</strong> Innovatiewetenschappen aan de TU/e en<br />

komt uit het bedrijfsleven.<br />

De TU/e patenteerde de technologie en bracht het onder in<br />

een start-up: Vabrema. Er was zonder enige twijfel veel te doen<br />

met het sneller laten groeien van cellen, maar wát, dat moesten<br />

Maltha en Van Bree ontdekken. Ze gingen in gesprek met<br />

bedrijven en onderzoeksinstellingen die baat kunnen hebben<br />

bij de technologie. Ze richtten zich op de sector van biopharma,<br />

de industrie die zich bezighoudt met leven, geneesmiddelen en<br />

voeding. De biopharma is een opkomende tak binnen de farmaceutische<br />

industrie waarin men complexe stoffen in biologische<br />

cellen kweekt. De spectaculairste vorm van geneeskunde is het<br />

opkweken van cellen en deze terugplaatsen in het menselijk<br />

lichaam, bijvoorbeeld stamcellen voor het repareren van knieschijven<br />

of het kweken van hartkleppen. Voor al deze toepassingen<br />

kan de technologie van Vabrema een revolutie betekenen.<br />

Het maken van huid<br />

Van Bree en Maltha gingen als eerste aan de slag met tissue<br />

engineering, het maken van huid. Het duurt nu vaak bijna een<br />

maand voordat je een hoeveelheid cellen hebt gekweekt die voldoende<br />

is om testen op te doen of om wonden mee te genezen.<br />

Als dat proces versneld kan worden, scheelt dat in de kosten.<br />

Vabrema wordt in een onderzoek naar huid gesponsord door<br />

NGI, het Netherlands Genomics Initiative. Maltha: ‘Samen met<br />

de Vrije <strong>Universiteit</strong> Amsterdam willen we binnen twee jaar stukken<br />

huid produceren die gebruikt kunnen worden als alternatief<br />

voor dierproeven.’ De vooruitzichten voor deze toepassing zijn<br />

goed, want de Europese Unie heeft twee wetten aangenomen<br />

die de vraag naar huid explosief doen groeien. De eerste is dat<br />

binnen de cosmetica-industrie geen stoffen mogen worden ge-


iologische celstimulator ontwikkeld door Vabrema.<br />

bruikt die getest zijn op dieren. De andere is dat alle stoffen die<br />

gebruikt worden in de EU zijn gedocumenteerd. Ook dit zonder<br />

testen op dieren. Dankzij beide maatregelen is op korte termijn<br />

veel huid nodig.<br />

Vabrema doet inmiddels met vijftien partners onderzoek naar<br />

de mogelijkheden van de technologie. Dit zijn een groot aantal<br />

Nederlandse universiteiten zoals het VUmc en de Radboud<br />

<strong>Universiteit</strong> Nijmegen. Daarnaast zijn er kleinere bedrijven in<br />

de biopharma bij betrokken, vaak start-ups aan universiteiten.<br />

Al het onderzoek gebeurt op locatie van de potentiële klant en<br />

allemaal doen ze dit met een biologische celstimulator die door<br />

Vabrema is ontwikkeld.<br />

Apparaten leveren<br />

Dit is het apparaat dat Vabrema gaat verkopen wanneer de testen<br />

een succes zijn en de partners de techniek willen gaan gebruiken<br />

in hun productieproces. Er zijn verschillende machines.<br />

Een kleine voor onderzoek en een grote voor grootschalige pro-<br />

ductie van cellen. Daarnaast verkoopt het bedrijf zogenaamde<br />

disposables, steriele materialen zoals plastic zakken om een<br />

behandeling uit te voeren, vertelt Maltha. ‘Dit businessmodel<br />

past goed bij de vele kleine bedrijven die in de markt actief zijn.<br />

Wij willen natuurlijk door de kleine bedrijven, vaak universitaire<br />

spin-offs, gebruikt worden in het onderzoek. Wanneer het dan<br />

werkt zal onze technologie worden meegenomen bij verkoop<br />

aan een grotere partner en daarna wellicht aan nog een groter<br />

bedrijf. Zo komt onze technologie uiteindelijk ook in de grootschalige<br />

productie van cellen terecht.’<br />

De vooruitzichten voor het startende bedrijf zijn goed, stelt<br />

Maltha, maar haast is geboden, want het onderzoek kost veel<br />

geld en de jonge onderneming beschikt niet over een groot<br />

R&D-budget. De doelen zijn dan ook ambitieus. ‘Eind 2011 willen<br />

we een eerste productiefaciliteit inrichten en binnen twee<br />

jaar moeten we aan de cosmetica-industrie onze apparaten<br />

leveren.’<br />

www.vabrema.com<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 43


4 4<br />

Nieuws<br />

Alumni<br />

CoACH CAFé Voor JonGe ALUMnI<br />

Verder het carrièrepad vormgeven? Dat kan<br />

door in gesprek te gaan met mensen die er<br />

wat van weten. Mensen die zelf ook hebben<br />

geworsteld om hun eigen antwoorden te vinden.<br />

Tegenwoordig heten ze coaches. Met hen<br />

duikt het Alumnibureau het café in. Er komen<br />

gesprekken tot stand waardoor de deelnemers<br />

uitgedaagd worden te bewegen, zowel in<br />

het denken als in het doen. Door te sparren,<br />

spiegelen en reflecteren, worden mensen zich<br />

meer bewust van de eigen voorraadschuur aan<br />

talenten en kunnen zij beter hun koers bepalen.<br />

Het Alumnibureau organiseert een bijeenkomst<br />

in samenwerking met de collega’s van Delft en<br />

Twente. Interesse? De bijeenkomst vindt plaats<br />

op woensdag 17 november in <strong>Eindhoven</strong>, De<br />

Zwarte Doos op de TU/e-campus. Aanvang<br />

19.00 uur. Meer info via www.tue.nl/alumnus.<br />

MArInA VAn DAMMebeUrS 2011<br />

Op 3 maart 2011 zal de TU/e opnieuw de Marina<br />

van Damme Beurs toekennen aan een getalenteerde,<br />

aan de TU/e afgestudeerde en/of gepromoveerde<br />

vrouwelijke ingenieur, werkzaam<br />

in de wetenschap en/of het bedrijfsleven. De<br />

beurs bestaat uit een bedrag van negenduizend<br />

euro ter versterking van de loopbaan van betrokkene<br />

en een tweetal stimuleringsprijzen<br />

van duizend euro. Aan de TU/e afgestudeerde<br />

of gepromoveerde vrouwen, die werkzaam zijn<br />

in de wetenschap of het bedrijfsleven, kunnen<br />

zichzelf kandidaat stellen of door anderen voorgedragen<br />

worden voor de beurs. De sluitingstermijn<br />

voor de kandidaatsstelling eindigt op<br />

14 januari 2011. Nadere informatie volgt in het<br />

najaar via www.tue.nl/alumnus.<br />

Contactgegevens Alumnibureau<br />

WorkSHoPS SCHoUTen &<br />

neLISSen<br />

Voor alumni die interesse hebben om in de<br />

vertrouwde TU/e-omgeving te werken aan hun<br />

persoonlijke ontwikkeling, biedt de TU/e in<br />

samenwerking met het bekende trainings- en<br />

adviesbureau Schouten & Nelissen op maat<br />

gesneden workshops aan. In het najaar staan<br />

twee eendaagse workshops op het programma:<br />

‘Time Management’ op vrijdag 5 november en<br />

‘Leidinggeven in een technische omgeving’ op<br />

vrijdag 26 november. De cursussen zijn in eerste<br />

instantie gericht op ingenieurs die niet langer<br />

dan tien jaar geleden zijn afgestudeerd. Er<br />

kunnen maximaal twaalf personen aan de workshop<br />

deelnemen en de aanwezigen zijn allen<br />

TU/e-ingenieurs. Voor alumni geldt een speciaal<br />

tarief. In veel gevallen zal de werkgever bereid<br />

zijn om (een deel van) de kosten voor zijn rekening<br />

te nemen. Meer informatie en aanmelding<br />

is mogelijk via www.tue.nl/alumnus en klik op<br />

‘Personal Development’ onder het kopje Life<br />

Long Learning.<br />

Via www.tue.nl/alumnus komt u op de homepage van het Alumnibureau en krijgt u<br />

een idee wat de TU/e voor u als alumnus kan betekenen. Voor vragen kunt u het<br />

bureau bereiken via alumninet@tue.nl of via telefoon 040 247 3490. Bent u nog niet<br />

als alumnus geregistreerd? Ga dan naar de hierboven genoemde homepage en klik<br />

op ‘registreren als alumnus’ onder het kopje Alumninet. Hierna kunt u gebruikmaken<br />

van allerlei voordelen die de TU/e haar alumni biedt.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

reünIe TeCHnISCHe<br />

nATUUrkUnDe<br />

Op 8 oktober 2010 wordt ter gelegenheid van<br />

het 50-jarig bestaan van de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde een reünie georganiseerd voor<br />

alumni, studenten en (oud-)medewerkers.<br />

Het programma begint om 13.30 uur met een<br />

ontvangst in het Auditorium en een lezing van<br />

Vici-winnaar dr.ir. Erwin Kessels over nanotechnologie.<br />

Daarna staat een bezoek aan de faculteit<br />

op het programma. De lustrumborrel, het<br />

diner en het feest vinden plaats in het Sofitel<br />

Cocagne Hotel <strong>Eindhoven</strong>. Voor meer informatie<br />

en inschrijving zie www.veni.nl.<br />

Op 5 oktober 2010 zal de studievereniging<br />

J.D. van der Waals in het kader van het tiende<br />

lustrum een symposium organiseren met als<br />

thema ‘Particle Physics’. Voor meer informatie<br />

en inschrijving zie www.vdwaals.nl en klik op<br />

‘Symposium’ onder het kopje ‘Lustrum’.<br />

MAAk UW reünISTenACCoUnT<br />

AAn bIJ SSre<br />

Bent u lid geweest van de algemene studentenvereniging<br />

SSRE en hebt u nog geen account op<br />

de SSRE-site aangemaakt? Reünisten van SSRE<br />

kunnen een account aanmaken en in contact<br />

blijven met de vereniging. Ontvang de nieuwsbrief,<br />

update uw gegevens, blijf op de hoogte<br />

van reünistenactiviteiten en krijg toegang tot<br />

foto’s uit uw studententijd!<br />

Ga naar www.ssre.nl/activeer en maak uw account<br />

aan of neem contact op met de Ab-actis<br />

via ab-actis@ssre.nl. Op vrijdag 22 oktober


vindt er weer een regioborrel plaats voor reünisten<br />

van SSRE, ditmaal in Den Haag. De exacte<br />

locatie zal nog bekend gemaakt worden.<br />

ALUMnIbIJeenkoMST In berLIJn<br />

De gezamenlijke Nederlandse universiteiten organiseren<br />

op donderdag 18 november een alumnibijeenkomst<br />

op de Nederlandse Ambassade<br />

in Berlijn. Gastspreker is prof.dr. Henk van Os.<br />

Hij was onder andere hoogleraar Kunst- en<br />

Cultuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit<br />

Groningen, directeur van het Rijksmuseum<br />

Amsterdam en televisiepresentator van diverse<br />

kunstprogramma’s.<br />

Bent u TU/e-alumnus en woont u (in de buurt<br />

van) Berlijn dan kunt u voor meer informatie<br />

contact opnemen met het Alumnibureau via<br />

alumninet@tue.nl.<br />

eerVoLLe VerMeLDInG Voor<br />

TU/e-ALUMnA bIJ ArCHIPrIX<br />

TU/e-alumna Zineb Seghrouchni heeft een<br />

eervolle vermelding gekregen bij de verkiezing<br />

Archiprix NL 2010. Dit is een jaarlijkse prijs<br />

voor afstudeerders in de architectuur en<br />

stedenbouw. De Stichting Archiprix is een<br />

samenwerkingsverband van negen Nederlandse<br />

hoger-onderwijs-instellingen, waaronder<br />

Gezocht<br />

Goedkope sportkaart van de TU/e<br />

de TU/e, op het gebied van architectuur,<br />

stedenbouw en landschapsarchitectuur.<br />

De TU/e stuurde dit jaar het afstudeerwerk<br />

‘Urban Tactics’ van Zineb Seghrouchni in. Ze<br />

deed onderzoek naar de vervallen wijk São<br />

Cristóvão in Rio de Janeiro: een voorbeeld<br />

van een stad waar megaplannen domineren,<br />

waardoor sommige plekken uit beeld<br />

raken en worden gezien als locaties zonder<br />

potentie. Ondanks dat kan zo’n stad broeien<br />

Van de onderstaande alumni zoeken wij een actueel adres. Kunt u ons hieraan helpen, dan<br />

kunt u de gegevens telefonisch (040-247 3490) of per e-mail (alumninet@tue.nl) aan ons<br />

doorgeven. Alvast hartelijk dank.<br />

naam Studierichting Startjaar studie<br />

Esther Kavelaars Techniek en Maatschappij 1992<br />

Hans de Klerk Techniek en Maatschappij 1993<br />

Marco Konert Elektrotechniek 1991<br />

René van Poppel Bouwkunde 2004<br />

Arie Bosman Scheikundige Technologie 1969<br />

C.P. de Haas <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde 1978<br />

Degenen die langer dan één jaar zijn afgestudeerd en in Alumninet staan geregistreerd,<br />

kunnen bij het Sportcentrum voor 150 euro per collegejaar een sportkaart<br />

kopen. U dient dan wel uw identiteitsbewijs te tonen. Met de sportkaart kun u<br />

gebruikmaken van de sportfaciliteiten van het Studenten Sportcentrum (SSC) met<br />

uitzondering van de sportlessen van de studentensportverenigingen. In de zomermaanden<br />

zijn de kleedruimtes en sanitaire ruimtes van het SSC gerenoveerd.<br />

Afgelopen studiejaar maakten 120 alumni van de sportkaart gebruik. Voor meer<br />

informatie omtrent de mogelijkheden zie www.studentensportcentrumeindhoven.nl<br />

of neem contact op met SSC, telefoon 040- 247 3263.<br />

van activiteiten en initiatieven door mensen<br />

uit de omgeving, constateert Seghrouchni.<br />

Haar afstudeerplan onderzoekt hoe je die<br />

zelforganisatie met ontwerpinstrumenten<br />

kunt faciliteren. De jury roemt de ‘bottom-up<br />

benadering en overtuigende analyse’ van<br />

Seghrouchni: ‘De ambitie om een aanzet te<br />

leveren tot een discussie over het stimuleren<br />

van een zelfgeorganiseerde stadscultuur is goed<br />

geslaagd’.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 45


4 6<br />

XXXXXXXXX<br />

LooPbAAn<br />

Sciencefiction<br />

terug op de kaart<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Django Mathijsen met<br />

een demorobot en op<br />

de achtergrond de auto<br />

die ook in zijn boek<br />

‘Mando Vidé en het<br />

robotbevrijdingsfront’<br />

voorkomt.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0


Hij komt uit een gezin van muzikanten en speelt zelf Hammondorgel. Toch werd hij aan de TU/e een<br />

ingenieur, geïnspireerd door de verhalen van Jules Verne, de vader aller sciencefictionschrijvers.<br />

na zijn opleiding werktuigbouwkunde ging Django Mathijsen (1966) zelf ook schrijven: hij werd<br />

wetenschapsjournalist. om rond zijn veertigste te worden wat hij eigenlijk altijd al wilde zijn:<br />

schrijver van sciencefiction. Zijn eerste boek ligt inmiddels in de boekhandel.<br />

Hij studeerde werktuigbouwkunde, richting voertuigtechniek,<br />

met subspecialisatie verbrandingsmotoren. Na zijn afstuderen<br />

in 1993 richtte Mathijsen samen met twee andere studenten een<br />

sportwagenfabriekje op. ‘We wilden een driewielige sportwagen<br />

als bouwpakket op de markt brengen. Het was een geweldig idee,<br />

ook heel leuk om mee bezig te zijn, maar er was geen cent mee te<br />

verdienen. We zijn gekomen tot een rijdend prototype. Van zakendoen<br />

hadden we echter geen van drieën kaas gegeten.’<br />

robot Wars<br />

Mathijsen begon als student al met schrijven. Een docent Engels<br />

aan de TU/e maakte hem attent op zijn talent. Hij schreef een<br />

boek over het orgel dat hij bespeelt: het Hammondorgel, type<br />

B3. ‘Ik leg daarin uit waarom het orgel zo bijzonder is, vooral de<br />

technische eigenschappen van het instrument.’ Het boek werd geaccepteerd<br />

door een uitgeverij, maar die ging na korte tijd failliet.<br />

‘Vervolgens heb ik het boek omgeschreven naar een 25-delige<br />

serie voor het blad Orgel en Keyboard. Ik had op dat moment een<br />

rubriek over autotechniek in de Autokampioen. Ik ging ook schrijven<br />

voor De Ingenieur en voor Kijk.’<br />

Vanaf 1999 werkte Mathijsen voor Robot Wars, een BBCprogramma<br />

waarin zelfgebouwde robots in een arena de strijd<br />

met elkaar aangaan. Deze zeer gewelddadige vechtmachines<br />

hadden scharen, draaischrijven en andere vernietigende wapens<br />

om elkaar tot de laatste snipper te vermorzelen. Mathijsen zag<br />

het programma op tv en wilde met een robot meedoen. Hij zocht<br />

contact, maar in plaats van deelnemer werd hij medewerker van<br />

Robot Wars. Het programma werd verkocht aan verschillende<br />

landen, in Nederland aan BNN. ‘Ik heb het hier helpen opstarten.<br />

Ook keurde ik de robots en adviseerde de deelnemers.’ Hetzelfde<br />

deed hij voor een serie in Duitsland. Het programma stopte,<br />

uiteindelijk vanwege de grote organisatie en de robots die levensgevaarlijk<br />

werden: vechtmachines van honderd kilo. De veiligheid<br />

was steeds moeilijker te garanderen.<br />

Sciencefictionverhalen<br />

In die periode overleed de hoofdredactrice van het tijdschrift<br />

Kijk. Mathijsen kende haar al jaren. Ze was hooguit enkele<br />

maanden ouder dan hij. ‘Dat zette me aan het denken.<br />

Wetenschapsjournalistiek is leuk, maar wilde ik dit blijven doen?<br />

Ik stelde mezelf de vraag: ik ben straks 65, ik hoef niet meer te<br />

werken voor het geld en ik doe alleen nog wat ik leuk vind, wat<br />

doe ik dan? Mijn antwoord: dan schrijf ik alleen nog maar sciencefictionverhalen<br />

en romans. Daar moest het dus met mijn leven<br />

naartoe.’<br />

Het doel werd om een boek te schrijven. Maar in Nederland is<br />

het niet mogelijk om met sciencefiction je brood te verdienen.<br />

Uitgevers zijn ervan overtuigd dat het genre niet verkoopt en ze<br />

investeren er daarom niet in. ‘Ik belde de grootste genre-uitgever<br />

van Nederland en zei: ik ga een sciencefiction roman schrijven. Hij<br />

zei: “Dat is niet te verkopen. Het genre is hier dood.” Ik geloofde<br />

er niets van en wilde laten zien dat hij ongelijk heeft. Mijn doel<br />

is nu om sciencefiction weer op de kaart te zetten in Nederland.<br />

Ik ging fanatiek meedoen aan schrijfwedstrijden, waarvan ik<br />

er een aantal won. Toen kwam er de uitgever Books of Fantasy<br />

die me vroeg een boek te maken.’ Dat werd ‘Mando Vidé en het<br />

Robotbevrijdingsfront’. Volgens de uitgever is het een bloedstollende<br />

sciencefiction technothriller die speelt rond het jaar<br />

2040. De samenvatting van het verhaal: een programmeur van<br />

robotauto’s raakt alles kwijt als hij wordt verdacht van terrorisme.<br />

Opgejaagd door de politie, duikt Mando onder bij terroristen en<br />

ontdekt een gruwelijk massamoordcomplot. Wie zitten erachter<br />

en wat hebben het Robot Wars kampioenschap en een ontvoerde<br />

vechtrobot ermee te maken? Een race tegen de klok begint.<br />

naïef<br />

Sciencefiction was altijd het favoriete genre van de debuterend<br />

schrijver. Als kind las hij Jules Verne, Isaac Asimov, Arthur C.<br />

Clarcke en H.G. Wells. ‘Ik houd van sciencefiction waarin hedendaags<br />

onderzoek wordt doorgedacht in een toekomst van over<br />

een paar decennia. Het geeft een kijkje in hoe het in de toekomst<br />

zou kúnnen gaan. De vooruitziende blik van de schrijver vertelt<br />

ons iets over wat in een mogelijke toekomst ligt opgesloten.’<br />

Dankzij zijn passie voor toekomstscenario’s dacht hij als wetenschapsjournalist<br />

vooruit over technische ontwikkelingen. Deze<br />

verbeelding ontbreekt bij veel mensen, is zijn overtuiging. En dat<br />

is niet ongevaarlijk. ‘Wanneer je kijkt naar vingerafdrukregistratie,<br />

camerabewaking en opslag van data over internetgebruik<br />

en gegevens over gezondheid, zie je dat publiek en politici naïef<br />

zijn. Wanneer je 1984 hebt gelezen, dan weet je dat je de argumenten<br />

van de overheid altijd moet wantrouwen. Zelfs wanneer<br />

je ervan uitgaat dat onze huidige regering al deze gegevens<br />

niet zal misbruiken, is het gemakkelijk voor te stellen dat er<br />

binnen enkele jaren een mogendheid hier de zaak overneemt<br />

en dankbaar gebruik zal maken van al die gegevens. Voor de<br />

Tweede Wereldoorlog had de Nederlandse staat de religie van de<br />

Nederlanders vastgelegd. Dat was handig voor de kerkbelasting –<br />

op zichzelf een goede reden. Maar toen de nazi’s binnenkwamen<br />

was het voor hen heel prettig om dankzij deze database alle joden<br />

in Nederland op te sporen. Een vingerafdruk vastleggen door de<br />

Nederlandse overheid, kan alleen maar zonder kennis van het<br />

verleden en zonder verbeelding over een mogelijke toekomst. Een<br />

sciencefictionliefhebber zal hier niet zo snel intrappen.’<br />

ProFIeL<br />

Opleiding: Werktuigbouwkunde, afgestudeerd 1993.<br />

Huidige werkplek: Zelfstandig schrijver van sciencefiction.<br />

aMbitie: Sciencefiction weer op kaart zetten in Nederland.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 47


Ir. JAn bUIS en Ir. LIeSbeTH SCHeLLenS<br />

‘ Scouts nemen makkelijker<br />

verantwoordelijkheid’<br />

4 8<br />

XXXXXXXXX<br />

LooPbAAn<br />

Ze hebben een fulltime baan die veel van ze vraagt. en toch, wanneer Scouting nederland aanklopt,<br />

zijn ze bereid er vrijwillig een volle baan bij te nemen. Zoals voor het organiseren van het 100-jarig<br />

bestaan van de vereniging, afgelopen zomer. TU/e-alumni Jan buis (41) en Liesbeth Schellens (50)<br />

vertellen over hun liefde voor scouting en de kracht van een organisatie met tienduizenden doeners.<br />

Jan Buis en Liesbeth Schellens waren als<br />

kampleiding samen eindverantwoordelijk<br />

voor de organisatie van JubJam100,<br />

het internationale jeugdkamp ter ere<br />

van het 100-jarig bestaan van de club in<br />

Nederland. 12.000 kinderen en 1500 medewerkers<br />

vierden tien dagen feest.<br />

De geschiedenis van Buis met scouting<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

begint in zijn vroege jeugd. ‘Op mijn zevende<br />

werd ik welp in Apeldoorn. Daarna<br />

doorliep ik alle fases zoals verkenner,<br />

rowan en stam. Ik gaf leiding aan de bevers<br />

en aan de padvindsters en sherpa’s.<br />

Toen wilde ik wat doen voor de groep<br />

en werd groepsvoorzitter. Waarna ik<br />

tijdens mijn studie aan grote evenemen-<br />

ten zoals Wereld Jamboree, Nationale<br />

Jamborees en Nawaka’s mee ben gaan<br />

doen.’ Schellens ging na haar afstuderen<br />

aan de TU/e zeilen bij de zeeverkenners,<br />

een afdeling van scouting. Al snel kwam<br />

ze in het organiseren van evenementen<br />

terecht. ‘Ik werkte mee aan de wereldjamboree<br />

in 1995. Daarna ging ik met


een groep van 500 kinderen naar de<br />

Wereld Jamboree in Chili, een grote verantwoordelijkheid.’<br />

Ze was directeur van<br />

Scouting Nederland, maar toen ze werd<br />

gevraagd om mee te helpen met de organisatie<br />

van het eeuwfeest, liet ze dat<br />

even aan haar voorbijgaan. Tot november<br />

2009: ‘Twee van de drie kampleiders<br />

vielen uit. Een noodsituatie, en dan sta<br />

je toch klaar voor de scouting.’<br />

Monsterklus<br />

Voor Buis begonnen de voorbereidingen<br />

voor de organisatie van het evenement<br />

al in 2005. ‘Dan kom je terecht in een<br />

zeer tijdrovende klus, in de laatste<br />

maanden een fulltimebaan, naast mijn<br />

gewone baan. Het is balanceren met<br />

je privéleven, maar zeker ook met je<br />

werkleven. Ik heb gelukkig een flexibele<br />

werkgever, dat is noodzakelijk.’<br />

Waarom kiest iemand hiervoor? ‘De<br />

basis van mijn inspanning is dat de<br />

kinderen van de scouting tijdens zo’n<br />

evenement lachend rondlopen en een<br />

onvergetelijk kamp hebben. Ik geniet in<br />

die dagen en vergeet alle drukke maanden<br />

die achter ons liggen.’<br />

Schellens vond haar motivatie voor de<br />

monsterklus in de reis naar Chili. ‘De<br />

kinderen hebben daar in drie weken<br />

meer geleerd dan in twee jaar op school.<br />

Ze leren andere culturen kennen, ze<br />

leren aanpassen, ze leren organiseren,<br />

ze leren samenwerken. Dat is scouting:<br />

leren, en vooral verantwoordelijkheid<br />

nemen.’ De opleiding tot Scout geeft<br />

jonge mensen de bagage om later gemakkelijker<br />

verantwoordelijke functies<br />

aan te kunnen, is de overtuiging van<br />

beide alumni. Je vindt scouts ook op<br />

belangrijke plekken in de samenleving,<br />

zeker. Schellens: ‘Maar wij zijn niet<br />

zo goed in het uitdragen daarvan: de<br />

meeste mensen zeggen niet dat ze een<br />

achtergrond hebben in de scouting.<br />

Onze koningin bijvoorbeeld, of Jan Peter<br />

Balkenende, Wubbo Ockels. We moeten<br />

dat meer uitdragen, want er worden<br />

nog steeds kritische kanttekeningen geplaatst<br />

bij scouting.’<br />

Discipline<br />

Wanneer leken horen over scouting denken<br />

ze vooral aan de tradities, het militarisme<br />

en de discipline. ‘Dat is er ook<br />

allemaal, maar het is niet per definitie<br />

negatief’, zegt Schellens. ‘Bijvoorbeeld<br />

wanneer het gaat om de veiligheid bij<br />

grote evenementen. We zeggen dan<br />

tegen de burgemeester dat we die<br />

12.000 scouts zonder problemen heel<br />

snel van het kampterrein kunnen krijgen.<br />

Dat kunnen we dankzij onze organisatie<br />

en discipline. Bij JubJam100 zijn we<br />

met alle kinderen in Roermond geweest.<br />

En ook onze kids laten een flesje water<br />

vallen als ze in een groep zijn. Maar<br />

vervolgens zijn er dertig die zeggen: dit<br />

kan niet en ze vegen in één beweging<br />

zo’n plein schoon. Mooi. We hebben in<br />

tien dagen kamp met 12.000 scouts tien<br />

calamiteiten gehad. Dat is niks.’<br />

Buis: ‘Wat ik zo mooi vind aan scouting:<br />

je kunt als 18-jarige al leiding geven. Je<br />

bent dan verantwoordelijk voor een club<br />

met kinderen. Dat nam ik mee in mijn<br />

studie. Ik werd heel snel de trekker van<br />

clubjes. Als er iets georganiseerd moest<br />

worden, stond ik vooraan. Wanneer<br />

we ’s avonds waren doorgezakt op het<br />

Stratumseind, zorgde je dat je met zijn<br />

allen weer thuiskwam.’<br />

‘Scouting is samen dingen doen, het is<br />

het gevoel van een club’, zegt Schellens.<br />

‘Ik heb hier geleerd om teams te maken,<br />

mensen te selecteren. Ploegje maken,<br />

opdracht geven en gaan. Dat is wat we<br />

hier doen. Leidinggeven en dingen organiseren<br />

is wat scouting aantrekkelijk<br />

maakt. Het is ook een bepaald type dat<br />

hier werkt. Het zijn doeners.’<br />

‘Wij zijn niet de sterkste organisatie<br />

waar het gaat om strategie en daar plannen<br />

op maken’, vult Buis aan. ‘Maar<br />

wanneer het overgaat op operationeel,<br />

dan komt de hele organisatie in beweging.’<br />

eiland<br />

Schellens: ‘In de voorbereiding van zo’n<br />

evenement heeft iedereen een eigen<br />

eiland: eten, tentenbouw, zorg et cetera.<br />

Op het moment dat de opbouw van<br />

het kamp begint, verlaat iedereen zijn<br />

eiland en zorgen we met zijn allen dat<br />

het er gaat komen – want dat hebben<br />

we besloten. Dan staan kokers tenten<br />

te bouwen en tentenbouwers doen de<br />

zorg. Dan is iedereen flexibel en creatief.<br />

We staan er met zijn allen wanneer het<br />

nodig is. Die kracht van scouting is indrukwekkend.’<br />

ProFIeL<br />

Jan buis<br />

Opleiding: Techniek en Maatschappij afgestudeerd<br />

bij de faculteit Internationale<br />

Technologisch Ontwikkelings Kunde<br />

(ITOK) van 1994 - 1997 (VKO).<br />

Huidige werkplek: Director<br />

International Sales bij de Duitse onderneming<br />

LANCOM Systems GmbH.<br />

ProFIeL<br />

Liesbeth Schellens<br />

Opleiding: Faculteit Bouwkunde van<br />

1978 t/m 1984, 1984 afgestudeerd op<br />

bestuurlijke en juridische processen rond<br />

de natuurbescherming.<br />

Huidige werkplek: Senior strategisch<br />

adviseur bij Draaijer + partners bv op het<br />

gebied van huisvesting en vastgoed.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 49


5 0<br />

LooPbAAn<br />

Gedreven om het<br />

verschil te maken<br />

Hoe het komt dat hij na de jaarlijkse meeting van Microsoft in redmond, Washington staat te<br />

popelen om nog een stapje harder te lopen voor het bedrijf, weet ir. Thijs Janssen (28) niet. Hij<br />

kan er maar moeilijk de vinger achter krijgen, achter het aanstekelijke enthousiasme van de<br />

medewerkers van de softwaregigant. Feit is dat hij en alle anderen willen presteren. ‘niemand<br />

loopt er hier de kantjes vanaf – de cultuur is daar simpelweg niet naar.’<br />

In de entree van de hoofdvestiging van Microsoft in Nederland<br />

heten twee jonge receptionisten de gasten welkom met een<br />

grote glimlach. Een frisse dame hangt over de balie en zoekt<br />

via een touchscreen naar de juiste muziek voor deze ochtend,<br />

intussen bekijkt ze foto’s. Er staan schalen met fruit, kranten liggen<br />

losjes op een hoge tafel. Op de eerste etage is een koffiebar<br />

met koffie in alle denkbare variaties. Hier staan over honderden<br />

vierkante meters gezellige, afgeschermde zitjes, werkplekken<br />

met comfortabele bureaustoelen, tafels aan grote ramen en<br />

flitsende vergaderruimtes. Dit kantoor op Schiphol is het uithangbord<br />

van het concept Het Nieuwe Werken, zoals Microsoft<br />

dat noemt. Het is een filosofie waarin je werkt waar en wanneer<br />

je dat zelf wilt, niet waar je bureau staat. Microsoft hoopt dat<br />

ook andere bedrijven ermee aan de slag gaan, uiteraard ondersteund<br />

door de software en diensten van de multinational.<br />

Unified Communications<br />

In dit gebouw werkt Thijs Janssen. Kort na zijn afstuderen aan<br />

de faculteit <strong>Technische</strong> Informatica van de TU/e in 2006 begon<br />

hij bij Microsoft aan een traineeship voor talenten, ‘een programma<br />

van twee jaar om het bedrijf te leren kennen en er je<br />

weg te vinden’. De HR-medewerkers van Microsoft wilden hem<br />

niet bewegen in de richting van softwareontwikkeling, zoals in<br />

gesprekken met andere bedrijven wel gebeurde, herinnert hij.<br />

Janssen ging aan de slag met een nieuwe ontwikkeling binnen<br />

het bedrijf: Unified Communications: het samenbrengen van<br />

allerlei verschillende communicatiemedia zoals vaste telefoon,<br />

mobiele telefoon, e-mail, videoconference, online vergaderen,<br />

chat, et cetera. Microsoft heeft een dienst waarmee je al deze<br />

middelen integreert in een enkele oplossing met een interface<br />

die voor gebruikers heel gemakkelijk is te bedienen en gebruiken,<br />

legt Janssen uit.<br />

ProFIeL<br />

Opleiding: <strong>Technische</strong> Informatica aan de TU/e. Hij studeerde in<br />

2006 af op een probleem van de faculteit Biomedische Technologie.<br />

Huidige werkplek: Specialist in Unified Communications bij<br />

Microsoft op Schiphol.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

Inmiddels werkt Janssen als consultant. Hij helpt grootzakelijke<br />

klanten met het optimaal inzetten van deze technologie.<br />

‘Hoe kan een klant optimaal profiteren van deze technologie,<br />

hoe moeten ze de servers inrichten, op welke manieren kun je<br />

integreren met wat er al staat aan infrastructuur, hoe ziet het<br />

eruit op de werkplek, wat betekent het voor gebruikers? In deze<br />

markt kom je allerlei verschillende systemen tegen, vooral op het<br />

vlak van telefonie. De vele functies van deze systemen zijn voor<br />

eindgebruikers vaak lastig te gebruiken. Ons product is door de<br />

mogelijkheden van software echter goed te begrijpen voor een<br />

gemiddelde kenniswerker.’<br />

Janssen is enthousiast over Microsoft. Vanwege de open cultuur<br />

bijvoorbeeld. ‘Wanneer ik iets wil weten van een technisch detail<br />

in onze producten, dan stuur ik gewoon een mailtje naar een ontwikkelaar<br />

in de VS.’ Het is ook een internationaal bedrijf. ‘In de<br />

ochtend zit je in een conference call met Maleisië, ’s avonds met<br />

Amerika. Ik ben ook vaak op reis: regelmatig in de VS, ik was in<br />

India, Maleisië, IJsland en Noorwegen.’<br />

Drive<br />

Hij leeft te midden van hypermoderne producten die altijd de potentie<br />

hebben om een nieuwe hit te worden. ‘De verwachtingen<br />

van Microsoft zijn altijd hoog: onze software moet altijd beter<br />

dan die van de concurrentie zijn. Wij willen ook gewoon goed<br />

verkopen. En dat doe je door klanten ook echt tevreden te maken<br />

en te houden.’ Als student had hij niet gedacht dat verkopen ooit<br />

zo belangrijk zou worden. ‘Dat gevoel voor commercie heb ik bij<br />

Microsoft ontwikkeld. Er is hier een positieve sfeer om je best te<br />

doen en om goede resultaten neer te zetten. Iedereen wil succesvol<br />

zijn voor het bedrijf.’<br />

Niemand komt om negen uur en pakt om vijf uur zijn boeltje met<br />

de mededeling dat het voor die dag mooi is geweest. ‘Iedereen<br />

wil vooruit en wil het verschil maken. Die drive is altijd tastbaar<br />

en werkt aanstekelijk. Niemand loopt hier de kantjes ervan af –<br />

de cultuur is daar simpelweg niet naar.’ Het geeft hem energie<br />

om bij Microsoft te werken. ‘Mensen zijn opgewekt, ze zijn ambitieus,<br />

ze zijn positief. Dat is zonder twijfel de Amerikaanse invloed<br />

in dit bedrijf. Wanneer ik naar het jaarlijks congres in de VS<br />

ga, zie ik onze bestuurders zoals Steve Ballmer hun verhaal houden.<br />

Ik kom daar helemaal opgepept vandaan met het gevoel: we<br />

gaan het komend jaar weer doen! Dat is een bijzondere ervaring.’


Wat is het geheim van de Amerikaanse motivatiebijeenkomsten?<br />

‘Er staat iemand voor een zaal en die neemt je in een uur mee<br />

door de prestaties van het afgelopen jaar, de uitdagingen voor de<br />

komende tijd en de strategie om die uitdagingen aan te gaan. Ik<br />

luister naar dat verhaal en vervolgens verlaat je de zaal met het<br />

gevoel: ‘We gaan er een geweldig jaar van maken!’. Er zijn ook<br />

altijd demonstraties van de nieuwste ideeën en concepten die<br />

Thijs Janssen in het gebouw van Microsoft op Schiphol.<br />

in ontwikkeling zijn. Die wil je dan het liefst meteen aan klanten<br />

en partners laten zien om hen ook enthousiast te maken over de<br />

innovatie waar we mee bezig zijn. Na zo’n bijeenkomst in de VS<br />

ga ik opgeladen naar huis. Even slapen tegen de jetlag, en dan<br />

handenwrijvend er weer tegenaan. Voor buitenstaanders een<br />

beetje vreemd misschien, maar dit optimisme krijgt hier iedereen<br />

te pakken.’<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 51<br />

Foto: Bart van Overbeeke


5 2<br />

onTWerPer In oPLeIDInG<br />

Wat betekent het voor opdrachtgevers wanneer zij spreken over duurzaam bouwen? In het<br />

kader van zijn opleiding Architectural Design Management Systems (ADMS) onderzocht<br />

kenzo oijevaar MSc dit voor brink Groep; een management- en adviesbureau dat streeft naar<br />

vernieuwende en duurzame oplossingen voor complexe bouw-, huisvestings-, vastgoed- en<br />

automatiseringsopgaven. ‘Duurzaamheid is allesbehalve een eenduidig begrip’, aldus oijevaar.<br />

Hij droeg handvatten aan voor brink Groep om ‘duurzaamheid’ expliciet te maken bij haar<br />

klanten. ‘Hoe explicieter is besproken en besloten op welke wijze duurzaamheid zijn bijdrage<br />

moet leveren aan de ambitie van de opdrachtgever, des te scherper kan tijdens de bouw invulling<br />

worden gegeven aan passende oplossingen.’<br />

een protocol voor<br />

duurzame bouw<br />

Brink Groep richt zich onder meer op de<br />

gemeentelijke, provinciale en landelijke<br />

overheid, onderwijs- en zorginstellingen,<br />

woningcorporaties en de markt voor<br />

grond-, water- en wegenbouw (GWW). Het<br />

bedrijf verzorgt hierbij een breed scala<br />

aan diensten. Zij berekenen bijvoorbeeld<br />

kosten door van duurzame investeringen,<br />

leveren software voor de bouw,<br />

managen bouwprojecten of bekijken<br />

vooraf de haalbaarheid van een project.<br />

Enkele ‘parels’ waar Brink Groep bij betrokken<br />

is, zijn het nieuwe Provinciehuis<br />

Utrecht, het Internationaal Strafhof (ICC),<br />

Sportpaleis Ahoy en de High Tech Campus<br />

in <strong>Eindhoven</strong>. Brink Groep heeft sinds<br />

enige tijd een taskforce ‘Duurzaamheid’.<br />

De opdracht van de taskforce aan Oijevaar<br />

was te kijken hoe zij hun klanten kunnen<br />

adviseren ten aanzien van duurzaamheid.<br />

Dit richt zich enerzijds op een integrale besluitvorming<br />

in de initiatieffase en anderzijds<br />

op de inrichting van het daaropvolgende<br />

ontwikkelingsproces van de bouw.<br />

Visies op duurzaamheid<br />

Oijevaar onderscheidt drie visies op<br />

duurzaamheid: stel je de mens centraal,<br />

ofwel doe je wat goed is voor de mens op<br />

de lange termijn, kijk je ook naar de dieren<br />

en planten die niet direct van belang<br />

zijn voor mensen, of stel je de aarde als<br />

geheel centraal en wil je de ecosystemen<br />

op aarde zo min mogelijk verstoren?<br />

‘Indien deze drie visies worden vertaald<br />

voor een bouwproject, waarbij er verschillende<br />

partijen met afwijkende visies<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

aan tafel zitten, stelt iedere partij andere<br />

eisen aan de duurzaamheid van het project’,<br />

zo stelt Oijevaar. ‘Indien hier vooraf<br />

geen afspraken over worden gemaakt,<br />

ontstaan er later in het bouwtraject vrijwel<br />

zeker problemen.’<br />

Het is dus goed na te denken wat je<br />

bedoelt als je het over duurzaamheid<br />

hebt en wat je daarover wil afspreken.<br />

‘Enerzijds voor Brink Groep als bedrijf.<br />

Hoe staan zijzelf tegenover duurzaamheid?<br />

Hebben we een kantoor nodig of<br />

werken we digitaal vanuit huis, reizen we<br />

per auto of met het openbaar vervoer, en<br />

wat eten we en drinken we Fair Trade koffie?’<br />

Anderzijds is het volgens Oijevaar belangrijk<br />

helder te krijgen hoe Brink Groep<br />

klanten wil adviseren over duurzaamheid.<br />

‘Er zijn bureaus die daar heel dwingend in<br />

zijn en zelfs klanten weigeren, omdat die<br />

een te weinig duurzame oplossing kiezen.<br />

Brink Groep kiest er liever voor samen<br />

met de klant de duurzaamheidwens expliciet<br />

te maken en deze te ondersteunen.’<br />

Hiervoor heeft Oijevaar een protocol<br />

ontwikkeld, ofwel een stappenplan dat<br />

Brink Groep met een klant kan doorlopen.<br />

Globaal houdt dat in: achterhalen wat de<br />

duurzaamheidvisie van een opdrachtgever<br />

is en bekijken welke consequenties<br />

van deze visie de opdrachtgever bereid is<br />

te accepteren. ‘Bijvoorbeeld of een gunstige<br />

ligging ten opzichte van de zon ten<br />

koste mag gaan van het gebouw als zichtlocatie<br />

vanaf de snelweg’, zo verduidelijkt<br />

Oijevaar. Hierna wordt gekeken welke<br />

methodieken en instrumenten toereikend<br />

zijn om duurzaamheid gedurende het<br />

proces te meten. Verder kan Brink Groep<br />

nagaan welke specifieke expertise nodig<br />

is bij een opdracht. ‘Bijvoorbeeld als een<br />

bedrijf broedplaatsen voor vogels in de<br />

gevel wil creëren, zoals in het gebouw<br />

van het Wereld Natuur Fonds.’ Tenslotte<br />

moet je volgens Oijevaar kijken of de<br />

duurzaamheideisen tijdens het bouwproces<br />

daadwerkelijk worden gehaald.<br />

Oijevaar spreekt waarderend over de<br />

begeleiding die hij vanuit Brink Groep<br />

en vanuit het ADMS-programma heeft<br />

gekregen. ‘Richard de Lange en Geoffrey<br />

Timmer van Brink Groep gaven me<br />

goede inhoudelijke input en feedback en<br />

lieten me vrij in de uitvoering. Timmer<br />

heeft ook zelf het ADMS-programma<br />

gevolgd en wist daarom wat hij van me<br />

kon verwachten. Ook de begeleiding<br />

vanuit ADMS was intensief. Zowel een<br />

hoogleraar aan de faculteit Bouwkunde<br />

(een filosoof), als een bedrijfskundige<br />

keken mee. Een handige mix voor deze<br />

opdracht.’<br />

overzicht bouwproces<br />

Oijevaar heeft een bouwkundige achtergrond<br />

en is afgestudeerd als architect<br />

aan de TU Delft met een aantekening<br />

‘Techniek in Duurzame Ontwikkeling’.<br />

‘Ik vind het leuk om het complete bouwproces<br />

en de spelers daarin in de gaten<br />

te houden en te begrijpen hoe dat functioneert.<br />

Ik wilde daar meer van weten.’<br />

Daarom startte hij in 2008 aan de TU/e<br />

met de tweejarige ontwerpersopleiding


Architectural Design Management<br />

Systems (ADMS). ‘AMDS richt zich op het<br />

speelveld van de bouw, op de aannemer,<br />

de opdrachtgever, de architect en alle andere<br />

partijen die betrokken zijn bij de het<br />

bouwproces’, legt Oijevaar uit.<br />

Inmiddels heeft hij het ADMS-programma<br />

succesvol afgerond en half augustus<br />

is hij gestart bij bouwbedrijf Heijmans<br />

als systems engineer. ‘Het valt op dit<br />

moment niet mee een goede baan in<br />

de bouw te vinden. Enkele vrienden die<br />

per se als architect aan de slag willen,<br />

zitten zonder werk. Gelukkig vind ik het<br />

bouwproces zelf ook heel interessant. En<br />

de werkervaring die ik heb opgedaan via<br />

ADMS, heeft me zeker geholpen om al zo<br />

snel een leuke baan te vinden.’<br />

Vanaf september 2010 is het mogelijk de<br />

ADMS-opleiding in deeltijd te volgen. Door<br />

middel van deelcertificaten bepaalt de<br />

trainee zijn eigen tempo. De part-time<br />

opleiding duurt 3,5 jaar.<br />

Voor meer informatie: www.tue.nl/adms<br />

VM ea ct tr Oi rx / 43 / 2 0 01 80 53<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Foto: Bart van Overbeeke


5 4<br />

Nieuws<br />

Service<br />

HAPPy STreeT GenoMIneerD<br />

Voor DUTCH DeSIGn AWArD<br />

Onder de genomineerde ontwerpen die kans<br />

maken op een Dutch Design Award zit dit jaar<br />

ook Happy Street, het Nederlandse paviljoen op<br />

de Wereld Expo in Shanghai. TU/e-alumnus ir.<br />

John Körmeling en universitair docent ir. Rijk Blok<br />

van de faculteit Bouwkunde tekenden voor het<br />

ontwerp en de uitvoering. Eind oktober worden de<br />

winnaars bekendgemaakt.<br />

Happy Street doet mee in de categorie ‘Beste<br />

Publiek Exterieur’. De jury noemt Happy Street<br />

niet zozeer een weergave van Nederland<br />

zoals het is, maar eerder hoe het kan worden<br />

gedroomd. Als sterke onderdelen prijst men<br />

de routing en de goed gekozen zichtlijnen tussen<br />

de huisjes door. De Dutch Design Awards<br />

hebben als doel het brede publiek een groter<br />

bewustzijn te geven van de mogelijkheden en<br />

waardecreatie van design.<br />

ProMoVenDUS WInT<br />

PrIJS oUTSTAnDInG PAPer<br />

Ir.ing. Jasper Frunt, promovendus bij Electrical<br />

Engineering, heeft de Outstanding Ph.D.<br />

Paper Prize gewonnen. Hij won deze prijs op<br />

de International Conference on the European<br />

Energy Market die eind juni in Madrid is gehouden.<br />

In totaal waren er meer dan driehonderd<br />

papers ingezonden. Frunt won de prijs met zijn<br />

paper ‘Impact of design variables on balancing<br />

markets’. Het onderwerp zit op het grensvlak<br />

van techniek en markteconomie en sluit aan bij<br />

zijn promotieonderzoek. Frunt keek hoe keuzes<br />

voor handelsvoorwaarden invloed hebben op de<br />

balans tussen vraag en aanbod van elektriciteit.<br />

ACADeMISCHe<br />

JAArPrIJZen UITGereIkT<br />

Ir. Jos Reijnders van de opleiding Werktuigbouwkunde<br />

heeft tijdens de uitreiking<br />

van de Academische Jaarprijzen in juni de<br />

Perspectiefprijs gekregen van de TU/e. De<br />

onderzoeker ontving een onderscheiding en<br />

geldbedrag van vijfduizend euro voor zijn ontwerp<br />

van een poreuze brandstofinjector die de<br />

roetuitstoot van dieselmotoren flink vermindert.<br />

De afstudeerprijs ging naar ir. Timo Overboom<br />

van de faculteit Electrical Engineering.<br />

Overboom ontwikkelde een roterend systeem<br />

voor robots in productielijnen. De prijs voor het<br />

beste ontwerpproject gaat naar ir. Francisco<br />

Zaragoza Martin PDEng. Hij ontwierp een<br />

TU/ e-prof president europese organisatie<br />

programmeertalen<br />

Prof.dr. Mark van den Brand is benoemd tot president van de European Association for<br />

Programming Languages and Systems (EAPLS). De TU/e-hoogleraar Software Engineering<br />

and Technology was eerder al secretaris van het bestuur van EAPLS, dat meer dan achthonderd<br />

Europese onderzoekers op het gebied van programmeertalen verbindt en ondersteunt.<br />

De hoogleraar hoopt met het deels nieuwe bestuur de zichtbaarheid van EAPLS verder te<br />

vergroten en bij te dragen aan een levendiger omgeving voor onderzoekers op het gebied<br />

van programmeertalen.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

membraanreactor voor een elektriciteitscentrale<br />

om de uitstoot van kooldioxide te reduceren. De<br />

winnaar van de ontwerpprijs verrichtte zijn onderzoek<br />

in samenwerking met Energieonderzoek<br />

Centrum Nederland binnen de ontwerpersopleiding<br />

Process and Product Design.<br />

Dr.ir. Danny Holten van de faculteit Wiskunde<br />

& Informatica kreeg de promotieprijs voor zijn<br />

proefschrift ‘Visualization of graphs and trees<br />

for software analysis’. Doel van dit onderzoek<br />

is om mensen in staat te stellen de aanzienlijke<br />

hoeveelheden informatie te begrijpen die relevant<br />

zijn voor het begrijpen van programmatuur.<br />

Dat gebeurt door gebruik te maken van visuele<br />

representaties.<br />

HArWIG en FonVILLe kArTrekkerS<br />

TU/e-onDerZoekSTHeMA’S<br />

enerGIe en GeZonDHeID<br />

Voormalig Philips-topmanagers dr. Rick<br />

Harwig en drs. Roel Fonville gaan de vorming<br />

van de TU/e-onderzoeksclusters Energie en<br />

Gezondheid trekken. De universiteit hoopt dat<br />

binnen deze thema’s krachtige onderzoeksconcentraties<br />

ontstaan die kunnen concurreren met<br />

de sterkste onderzoekscentra in de wereld.<br />

Excellent en faculteitsoverschrijdend onderzoek,<br />

dat is waarmee de TU/e de komende<br />

decennia grote maatschappelijke uitdagingen<br />

te lijf wil gaan. De eerste twee strategische thema’s<br />

die de universiteit hierbij heeft gekozen,<br />

zijn Energie en Gezondheid.<br />

Directeur van het eerste gebied wordt dr. Rick<br />

Harwig, voormalig chief technology officer van<br />

Philips en momenteel onder meer presidentcommissaris<br />

van de Brabantse Ontwikkelings<br />

Maatschappij. Hij gaat de vorming van onderzoeksclusters<br />

binnen de TU/e coördineren en<br />

gestalte geven aan de beoogde samenwerking<br />

met externe partijen, zoals partners in de


Foto: Bart van Overbeeke<br />

Knowledge & Innovation Community (KIC)<br />

‘InnoEnergy’ en het onderzoeksinstituut FOM<br />

Rijnhuizen, dat over enkele jaren naar de TU/ecampus<br />

komt.<br />

Drs. Roel Fonville gaat de komende maanden de<br />

invulling van het onderzoeksthema Gezondheid<br />

voorbereiden. De plannen op dit gebied zijn<br />

volgens TU/e-bestuurswoordvoerder Peter van<br />

Dam nog minder ver uitgewerkt dan die voor<br />

Energie. Fonville is voorzitter van brancheorganisatie<br />

Holland Health Tech en was voorheen<br />

onder andere senior vicepresident en general<br />

manager van Philips Healthcare. Hij gaat de<br />

ontwikkeling van een ‘roadmap’ voor het TU/eonderzoek<br />

op gezondheidsgebied leiden; deze<br />

moet de basis vormen voor consortiumvorming<br />

en de ontwikkeling van gezamenlijke programma’s<br />

met andere partijen.<br />

Eind dit jaar wordt over de dan opgeleverde<br />

plannen besloten en moet een directeur worden<br />

benoemd die het onderzoekscluster Gezondheid<br />

verder gaat opbouwen, aldus Van Dam.<br />

onDerWIJSPrIJS eerSTe keer<br />

ook Voor VroUWeLIJke DoCenT<br />

De onderwijsprijzen voor de beste docent in de<br />

bachelorfase en in de masterfase zijn een vast<br />

onderdeel bij de opening van het academisch<br />

jaar. Studenten dragen kandidaten voor en een<br />

onafhankelijke jury bepaalt wie naar voren mag<br />

komen voor de loftuitingen en een cheque van<br />

vijfduizend euro. Rector Hans van Duijn was dit<br />

jaar zeer verheugd dat daar voor het eerst een<br />

vrouw bij zat. Dr. Irene Curulli van de faculteit<br />

Bouwkunde moest haar prijs voor beste masterdocent<br />

echter delen met kernfusiehoogleraar<br />

dr.ir. Niek Lopes Cardozo van <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde. De jury had het onmogelijk<br />

gevonden om tussen hen beiden te kiezen.<br />

Curulli kreeg onder meer waardering voor het<br />

organiseren van allerlei activiteiten buiten het<br />

Vlnr: Prof.dr.ir. niek Lopes Cardozo,<br />

dr. Irene Curulli en prof.dr. Jan Meuldijk.<br />

Agenda<br />

3 oktober, van 12.00 - 17.00 uur: TU/e-<br />

campus: TUexperience (voorheen publieksdag).<br />

Voor meer informatie:<br />

www.tue.nl/tuexperience.<br />

5 oktober, TU/e-campus: Symposium Particle<br />

Physics, georganiseerd door studievereniging<br />

Van der Waals van de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde. Voor meer informatie:<br />

www.vdwaals.nl, klik op ‘lustrum’.<br />

8 oktober, vanaf 13.30 uur: Faculteit<br />

<strong>Technische</strong> Natuurkunde en Sofitel Cocagne<br />

Hotel <strong>Eindhoven</strong>: Reünie voor alumni, studenten<br />

en medewerkers van de faculteit<br />

<strong>Technische</strong> Natuurkunde, ter ere van het 50jarig<br />

bestaan van de faculteit. Voor meer informatie:<br />

www.veni.nl.<br />

15 oktober, 16.00 uur: TU/e-auditorium:<br />

Afscheidscollege van prof.dr.ir. Jeu Schouten<br />

van de faculteit Industrial Design. De titel<br />

van zijn afscheidscollege luidt: ‘Design: from<br />

techno to human’. Voor meer informatie:<br />

www.tue.nl/agenda.<br />

curriculum om en voor haar persoonlijke contacten<br />

met de studenten. Lopes Cardozo maakt<br />

goed duidelijk welke technische uitdagingen<br />

er bestaan op zijn vakgebied en hoe die op<br />

een multidisciplinaire wijze kunnen worden<br />

aangepakt. Los daarvan vinden studenten zijn<br />

colleges ook gewoon erg leuk.<br />

De bachelorprijs was voor hoogleraar dr.<br />

Jan Meuldijk van de faculteit Scheikundige<br />

Technologie. De rijke ervaring die hij heeft op<br />

zijn vakgebied van thermodynamica en zijn<br />

talent om daar de finesses van over te brengen,<br />

leverden hem de eerste plaats op. Meuldijk zelf<br />

zegt er verrast door te zijn: ‘Maar ik vind het<br />

een grote eer om de prijs te krijgen. Het is ook<br />

goed voor de faculteit.’<br />

PrIJS Voor SneLLe<br />

DATATrAnSMISSIe<br />

Promovendus Mohammad Al Fiad, werkzaam<br />

in de vakgroep Electro-Optical Communication<br />

Systems, heeft de Telecommunicatieprijs 2010<br />

van ingenieursvereniging KIVI NIRIA ontvangen.<br />

Al Fiads werk werd beoordeeld als het<br />

29 en 30 oktober: TU/e-auditorium:<br />

Studievoorlichtingsdagen voor VWO’ers. Voor<br />

meer informatie: www.tue.nl, ga naar ‘studiekiezer’.<br />

5 november, 16.00 uur: TU/e-auditorium:<br />

Intreerede van prof.dr. Elena Lomonova van<br />

de faculteit Electrical Engineering. Voor meer<br />

informatie: www.tue.nl/agenda.<br />

8 november - 3 december, 9.00 - 18.00 uur:<br />

TU/e-hoofdgebouw: Expositie Bouw in Beeld<br />

met dit jaar als thema ‘Back Home’. Voor meer<br />

informatie: www.sg.nl.<br />

12 november, 16.00 uur: TU/e-auditorium:<br />

Intreerede van prof.dr. Herbert Zondag van de<br />

faculteit Werktuigbouwkunde. Voor meer informatie:<br />

www.tue.nl/agenda.<br />

2 december, 9.30 - 17.00 uur: TU/eauditorium:<br />

Jaarlijks symposium van het<br />

Embedded Systems Institute (ESI). Voor<br />

meer informatie en inschrijven: www.esi.nl/<br />

symposium/. Inschrijving is mogelijk tot 16<br />

november.<br />

beste promotieonderzoek op het vlak van de<br />

telecommunicatie in Nederland. Hij ontwikkelde<br />

efficiënte signaalcodeertechnieken voor<br />

hogere transmissiesnelheden in bestaande<br />

optische netwerken. Al Fiad bereikte zo snelheden<br />

van 200 Gigabit per seconde in glasvezelnetwerken<br />

ontworpen voor slechts 10 Gb/s.<br />

M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 55


ALExANDER RINNOOY KAN:<br />

‘Verstandig<br />

kiezen gebeurt<br />

niet alleen<br />

in Den Haag’<br />

Den Dolech 2<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Telefoon (040) 247 91 11<br />

e-mail: voorlichting@tue.nl<br />

Internet: http://www.tue.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!