TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven
TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven
TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jaargang 17, najaar 2010<br />
MATRIX<br />
KWARTAALBLAd vAn de <strong>Technische</strong> UniveRsiTeiT eindhoven<br />
<strong>Eindhoven</strong>se elektrische<br />
race-auto succesvol<br />
Alexander Rinnooy Kan over de Kennis innovatie Agenda<br />
onderzoek informatica scoort goed bij visitatie<br />
honors program voor excellente studenten
Colofon<br />
<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> eindhoven<br />
communicatie expertise centrum<br />
Postbus 513<br />
5600 MB eindhoven<br />
homepage: http://www.tue.nl<br />
e-mail: matrix@tue.nl<br />
hoofdredactie<br />
drs. han Konings<br />
Telefoon (040) 247 33 30/247 29 61<br />
e-mail: j.l.konings@tue.nl<br />
informatie over adverteren<br />
h&J Uitgevers<br />
Telefoon (010) 451 55 10<br />
Telefax (010) 451 53 80<br />
Medewerkers aan dit nummer<br />
cora van den Berg,<br />
chris van de Graaf, Jim heirbaut,<br />
Joep huiskamp, ingrid Magilsen,<br />
Frits van otterdijk, Paula van de Riet,<br />
enith vlooswijk<br />
eindredactie en coördinatie<br />
communicatiebureau corine Legdeur<br />
e-mail: corine@legdeurcommunicatie.nl<br />
Foto’s en illustraties<br />
vincent van den hoogen,<br />
oGc, Rien Meulman,<br />
Bart van overbeeke,<br />
vormgeving<br />
onnink Grafische comm. Bv,<br />
www.onninkgc.com<br />
druk<br />
e.M. de Jong, Baarle-nassau<br />
Redactieadviesgroep<br />
Mr.drs. B.c. donders, Prof.dr.ir. G.M.W.<br />
Kroesen, drs. d.W.T Meijers,<br />
Prof.dr. L.h.J. verhoef,<br />
<strong>Matrix</strong> wordt gemaakt door<br />
het communicatie expertise centrum<br />
van de TU/e en verschijnt vier keer per<br />
jaar. het blad wordt (na schriftelijk verzoek)<br />
kosteloos toegezonden aan TU/eingenieurs<br />
en aan een scala van andere,<br />
externe relaties.<br />
Gehele of gedeeltelijke overname van<br />
artikelen uit <strong>Matrix</strong> is alleen toegestaan<br />
na overleg met de redactie en met bronvermelding.<br />
voor het gebruik van de<br />
foto’s of andere illustraties is toestemming<br />
van de maker nodig.<br />
het eerstvolgende nummer van <strong>Matrix</strong><br />
verschijnt in december 2010.<br />
2<br />
Op de cover:<br />
Het team van URE (University Racing<br />
<strong>Eindhoven</strong>)beleefde de afgelopen<br />
maanden een succesvol raceseizoen.<br />
Lees verder op pag. 38.<br />
issn 1380-247X<br />
Inhoud<br />
4 Ontwerpersopleiding als ultiem innovatie-instrument<br />
Directeur prof.dr. Kees van Hee over de waarde van de ontwerpersopleidingen voor de<br />
technologische innovatie in Nederland.<br />
8 ‘Politiek is de onzekere factor in innovatiebeleid’<br />
Alexander Rinnooy Kan praat over de ambities van de KIA-coalitie (Kennis en Innovatie Agenda),<br />
de opvolger van het Innovatieplatform.<br />
12 Programma’s voor studenten die willen uitblinken<br />
Naast het Honors Horizon program biedt de TU/e eveneens een verdiepend programma aan, het<br />
Honors Star program voor studenten die een volgende stap op de academische ladder ambiëren.<br />
16 Positief rapport zet onderzoek bij Informatica in beweging<br />
Een internationale visitatiecommissie roemt de hoge kwaliteit en coherente focus op<br />
informatica en diepe problemen in het vakgebied en vormt een stimulans voor verdere<br />
ontwikkeling.<br />
18 Met bewuster gedrag veel energie besparen<br />
Op termijn kan de TU/e jaarlijks twee miljoen euro op haar energiekosten besparen met een<br />
aantal gerichte maatregelen.<br />
28 Met beide voeten in de praktijk<br />
Prof.dr. Philip de Goey verlegt de grenzen van de verbrandingstechnologie en niet zonder<br />
resultaat: binnenkort ontvangt hij de Simon Stevin Meester-onderscheiding.<br />
En verder in dit nummer<br />
Sluitstuk / 3 • TU/e in de pers / 7 • Nieuws bedrijfsleven / 11 • Student in het buitenland / 14<br />
Nieuws onderwijs / 15 • Nieuws onderzoek / 22 • Gesteld / 27 • Prof.dr. Jeu Schouten als<br />
‘honorary dean’ naar Zhejian University / 32 • Muziek op de Dommel / 35 • Patrick de Man handelt<br />
in elektriciteit / 36 • University Racing <strong>Eindhoven</strong> heeft succes met elektrische race-auto / 38<br />
E-coupons in ontwikkeling / 40 • Cellen groeien sneller na nieuwe behandeling / 42 • Nieuws<br />
alumni / 44 • Django Mathijsen, sciencefictionschrijver / 46 • Liesbeth Schellens en Jan Buis over<br />
Scouting Nederland / 48 • Thijs Janssen, gedreven medewerker bij Microsoft / 50 • Ontwerper in<br />
opleiding Kenzo Oijevaar / 52 • Agenda en service / 54<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0
TU/e-congrestip<br />
CVT-Hybrid International Conference 2010<br />
Datum:<br />
Van woensdag 17 november t/m vrijdag 19 november 2010.<br />
Plaats:<br />
MECC, Maastricht.<br />
Inhoud:<br />
Deze wetenschappelijke conferentie richt zich op de laatste technologische<br />
ontwikkelingen op het gebied van continu variabele<br />
transmissies inclusief hybride toepassingen daarvan. Deze technologie<br />
wordt met name zeer succesvol toegepast als brandstofbesparende<br />
en comfortabele versnellingsbak in automobielen.<br />
Doelgroep:<br />
Onderzoekers, bedrijven en andere geïnteresseerden in<br />
het vakgebied van de continu variabele transmissies.<br />
Organisatie:<br />
TU/e, prof.dr.ir. Maarten Steinbuch, hoogleraar Automotive<br />
Systems.<br />
Meer informatie en aanmelden:<br />
www.cvt2010.org<br />
Sluitstuk<br />
Afstudeerders vertellen over hun afstudeerwerk<br />
Fysicus Geert Vinken studeert binnenkort af aan de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde. Bij het KNMI<br />
bracht hij de effecten van de uitstoot van de internationale scheepvaart in kaart.<br />
Ongeveer negentig procent van alle goederen op de hele wereld wordt met schepen vervoerd. ‘Zodra<br />
schepen varen door emission control areas, zoals de Noordzee, schakelen ze over op minder vervuilende<br />
brandstoffen’, weet Vinken. ‘Maar bij de haven van Hong Kong stoten ze de grootst mogelijke<br />
rommel uit, zoals grote hoeveelheden stikstofoxides, die bijdragen aan de vorming van giftig ozongas.’<br />
Helaas zijn er nog nauwelijks internationale afspraken die deze uitstoot beperken.<br />
Om landen aan te zetten tot daden, zal eerst duidelijk moeten worden hoe erg de vervuiling is,<br />
zegt Vinken. Het huidige model dat deze vervuiling op wereldschaal beschrijft, is echter niet<br />
nauwkeurig. Hij ontwikkelde daarom allereerst een model dat de verspreiding van de rook na<br />
uitstoot in de omgeving beschrijft. Het vertelt bovendien hoeveel ozon er in die tijd wordt gevormd<br />
en hoeveel stikstofdioxide is afgebroken.<br />
Hij ontwikkelde het model tijdens zijn stage aan Harvard University, waar het bovendien<br />
werd getoetst aan vliegtuigmetingen. Dit kleine model past de afstudeerder nu toe in een<br />
chemisch transportmodel, dat de mondiale vervuiling door internationale scheepvaart<br />
omvat. De uitkomsten van het onderzoek kunnen op termijn bijdragen aan een schonere<br />
oceaanlucht en kustgebieden.<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 3<br />
Foto: Rien Meulman
4<br />
XXXXXXXXX<br />
BElEID<br />
Ontwerpersopleiding als<br />
ultiem innovatie-instrument<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0
Met de drieduizendste afgestudeerde ontwerper aan de 3TU<br />
School for Technological Design is in feite het drieduizendste<br />
innovatieproject sinds 1986 met succes afgerond. Daarmee<br />
levert het Stan Ackermans Institute (SAI) een belangrijke<br />
bijdrage aan innovatie in Nederland, stelt directeur prof.dr.<br />
Kees van Hee. Daarom ziet hij voor de opleidingen ook een<br />
belangrijke rol weggelegd in een Europese kenniseconomie.<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
In 1986 startten de drie TU’s met de ontwerpersopleidingen.<br />
Er was een reorganisatie<br />
in het onderwijs, de studieduur<br />
van ingenieursopleidingen ging terug van<br />
vijf naar vier jaar. Het bedrijfsleven vond<br />
dat te kort, er moest nog iets bovenop.<br />
Dat werden de tweejarige ontwerpersopleidingen<br />
die opleiden tot de graad<br />
Professional Doctorate in Engineering<br />
(PDEng). Het Stan Ackermans Institute<br />
coördineerde eerder de <strong>Eindhoven</strong>se<br />
opleidingen, maar heeft zijn werk een<br />
aantal jaren geleden verbreed naar de<br />
3TU. Federatie, waarin de <strong>Technische</strong><br />
<strong>Universiteit</strong> Delft, <strong>Universiteit</strong> Twente en<br />
de TU/e samenwerken.<br />
Automotive<br />
Systems Design<br />
is een van de<br />
nieuwe ontwerpersopleidingen<br />
In het eerste jaar van de opleiding leert<br />
de student, een trainee genoemd, zaken<br />
die niet in een masteropleiding aan bod<br />
komen, maar die essentieel zijn voor het<br />
succesvol ontwerpen in de industrie. Het<br />
tweede deel van de opleiding, één jaar,<br />
werkt de trainee bij een industrieel bedrijf<br />
waar hij of zij iets ontwerpt dat het bedrijf<br />
daadwerkelijk wil gebruiken. Dat kan iets<br />
zijn voor de bouw, of een apparaat, maar<br />
ook software, organisatiestructuren of<br />
een logistiek systeem. Het zijn altijd<br />
actuele technische vraagstukken.<br />
Bijdrage aan innovatie<br />
De TU/e is over de afgelopen kwart eeuw<br />
verantwoordelijk voor bijna tweeduizend<br />
afgestudeerden, Delft en Twente ieder<br />
voor ruim vijfhonderd. Deze drieduizend<br />
afgestudeerden staan voor een gigantische<br />
investering in innovatie vanuit<br />
universiteiten en bedrijven, stelt directeur<br />
Van Hee. ‘De overheid zet een premie<br />
op het afleveren van een PDEng – de<br />
opleiding wordt door de staat mede bekostigd.<br />
De bedrijven waar de trainees<br />
hun ontwerpproject doen, doorlopen een<br />
innovatietraject van een maand of tien,<br />
warvoor ze zo’n veertig- à vijftigduizend<br />
euro betalen. Wanneer je deze bedragen<br />
optelt, kom je op een bedrag van grofweg<br />
300 miljoen euro! Dat is de afgelopen 25<br />
jaar geïnvesteerd in innovatie. Dit is een<br />
verborgen budget – het komt in geen enkele<br />
statistiek voor.’<br />
Het SAI biedt dus aan het bedrijfsleven<br />
zeer betaalbaar een innovatietraject met<br />
een ontwerper die in staat is samen met<br />
anderen tot een nieuw ontwerp te komen.<br />
‘Dat deze mensen intussen een opleiding<br />
doen aan het SAI, is voor het bedrijf eigen-<br />
lijk niet belangrijk’, zegt Van Hee. ‘Ze<br />
krijgen een topontwerper, daar gaat het<br />
om. Een ander voordeel voor de bedrijven<br />
is dat deze trainee na de opleiding het<br />
bedrijf en de producten al goed kent. Er<br />
volgt uit een innovatieproject dan ook<br />
vaak een vaste aanstelling.’<br />
Per jaar studeren er ongeveer honderd<br />
trainees af bij de elf opleidingen, waarvan<br />
er acht aan de TU/e verbonden zijn en<br />
drie aan de TUD. Het is de ambitie van<br />
3TU om dit aantal fors te laten groeien.<br />
Van Hee: ‘We willen een grotere instroom<br />
van studenten en dus een grotere uitstroom;<br />
de industrie zit hier op te wachten.<br />
We gaan dit realiseren door voor de<br />
bestaande opleidingen meer studenten<br />
te enthousiasmeren. Daarnaast willen<br />
we nieuwe opleidingen opzetten in zowel<br />
<strong>Eindhoven</strong>, Delft als Enschede.’<br />
Automotive<br />
Het Stan Ackermans Institute heeft het<br />
voornemen een nieuwe opleiding te starten<br />
met de naam Automotive Systems<br />
Design. De TU/e is zeer actief op het<br />
gebied van automotive, zowel in onderwijs<br />
als in onderzoek, met de nieuwe<br />
masteropleiding Automotive Technology<br />
als unieke multidisciplinaire opleiding.<br />
In de regio is de branche sterk vertegenwoordigd<br />
in de vorm van toeleveranciers<br />
voor de industrie, DAF, TomTom R&D,<br />
de High Tech Automotive Campus in<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 5
6<br />
BElEID<br />
Coördinator Ben Donders<br />
(links) en directeur<br />
Kees van Hee van<br />
de 3TU.School for<br />
Technological<br />
Design, Stan<br />
Ackermans<br />
Institute<br />
Helmond met onder meer de automotive<br />
activiteiten van TNO. Een logisch gevolg<br />
is dat er ook een ontwerpersopleiding in<br />
automotive wordt opgezet. De insteek<br />
van de opleiding is hetzelfde als die van<br />
de master Automotive Technology, vertelt<br />
prof.dr.ir. Maarten Steinbuch. ‘Die is<br />
uniek in zijn soort omdat die het systeemdenken<br />
en disciplinair werken stimuleert.<br />
De SAI-opleiding zal ook hierop steunen<br />
en verdiepen.’ Studenten doen een eerste<br />
module bij het Embedded Systems<br />
Institute, waarbij ze systeemdenken in<br />
het ingenieursvak brengen. Later gaan ze<br />
met een deelgebied van hightech automotive<br />
aan slag, zoals elektrisch rijden<br />
en human-machine interaction. In het<br />
tweede jaar doen ze de ontwerpopdracht,<br />
bij voorkeur in multidisciplinaire teams in<br />
de industrie.<br />
Steinbuch bekijkt of hij dit tweede jaar in<br />
de industrie gedeeltelijk gefinancierd kan<br />
krijgen door de innovatieprogramma’s<br />
zoals High Tech Automotive Systems<br />
(HTAS). ‘Daarmee sluiten we inhoudelijk<br />
aan bij de programma’s en het is tegelijk<br />
zeer aantrekkelijk voor het bedrijfsleven<br />
omdat deelname van de kennisinstelling<br />
ook met kortere periodes is in te plannen.’<br />
De SAI-opleiding zal het hierdoor<br />
mogelijk maken meer academische pro-<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />
SAI wil aansluiting<br />
bij Europees<br />
innovatie-initiatief<br />
jecten te doen in de automotive industrie<br />
van Zuid-Nederland, want sommige innovatieprojecten<br />
hebben een looptijd van<br />
twee of drie jaar, te lang voor een promotie<br />
en het is ook lastig om er postdocs<br />
voor te vinden.<br />
<strong>Universiteit</strong> Twente<br />
De <strong>Universiteit</strong> Twente stopte een aantal<br />
jaar geleden met haar laatste ontwerpersopleiding,<br />
maar besloot onlangs met<br />
vier nieuwe opleidingen van start te<br />
gaan. ‘Het is mooi om mensen op te<br />
leiden die direct bijdragen aan innovatie<br />
en waarmee wij als universiteit aan de<br />
industrie kunnen laten zien waar we toe<br />
in staat zijn’, zegt prof.dr. Rikus Eising,<br />
decaan van de faculteit Construerende<br />
<strong>Technische</strong> Wetenschappen aan de<br />
<strong>Universiteit</strong> Twente.<br />
Er komen opleidingen in de industriële<br />
bouw, een combinatie van industrieel<br />
ontwerpen en bouw; in revalidatie en<br />
robotica; in de bouw van complexe apparaten<br />
onder meer voor de procestechnologie<br />
en de vierde opleiding is in civiele<br />
techniek waarin de drie hoofdspecialisaties<br />
van de universiteit zijn vertegenwoordigd:<br />
bouwinfra, verkeer vervoer en<br />
ruimte, en waterengineering en management.<br />
Op dit moment worden industriële<br />
partners benaderd om plaatsen ter beschikking<br />
te stellen aan trainees.<br />
Eising: ‘Bedrijven zijn zeer enthousiast.<br />
Ze zijn blij met projecten die al op korte<br />
termijn een bruikbaar ontwerp kunnen<br />
opleveren. Het is ook een mooie oplossing<br />
voor projecten waar een vierjarige<br />
periode van een AIO te lang is. Ik verwacht<br />
dan ook dat er veel partijen zullen<br />
aansluiten.’<br />
Europese innovatie<br />
Het is de ambitie van het SAI om aan te<br />
sluiten bij een omvangrijk Europees<br />
innovatie-initiatief: het European<br />
Institute of Innovation and Technology<br />
(EIT). Dit is een instituut naar voorbeeld<br />
van het Massachusetts Institute of<br />
Technology (MIT) met een rijk ecosysteem<br />
van universiteiten, bedrijven in<br />
alle soorten en maten en onderzoeks-
instituten ter bevordering van innovatie.<br />
Er worden straks aan tal van universiteiten<br />
studen-ten opgeleid om met innovaties<br />
het bedrijfsleven te versterken en<br />
tegelijkertijd de grote maatschappelijke<br />
vragen in deze disciplines op te lossen.<br />
Er zijn drie thema’s geselecteerd: energie,<br />
ICT en klimaat. Op elk van deze<br />
gebieden is een zogenaamde Knowledge<br />
Innovation Community (KIC) gestart.<br />
De TU/e neemt deel aan twee KIC’s, die<br />
beide een fysieke locatie in <strong>Eindhoven</strong><br />
hebben. De <strong>Eindhoven</strong>se inbreng in<br />
deze KIC’s zal onder meer bestaan uit<br />
een nieuwe ontwerpersopleiding. ‘Deze<br />
opleidingen zouden toegankelijk moeten<br />
worden voor studenten van alle<br />
Europese universiteiten die aan de KIC’s<br />
deelnemen’, zegt Van Hee. Maar hij gaat<br />
nog een stap verder. ‘Mijn droom is dat<br />
aan de andere universiteiten ook<br />
ontwerpersopleidingen naar model van<br />
het SAI worden opgezet. We bepleiten<br />
dit in onze Europese netwerken.’ De<br />
deur staat in Europa overigens open<br />
voor Van Hee, want hij is namens de<br />
TU/e in de pers<br />
TU/e actief in de KIC ICT. Terwijl de directeur<br />
de ontwerpersopleidingen promoot<br />
binnen Europa wil hij meteen de titulatuur<br />
beter regelen. De graad die een afgestudeerde<br />
aan het SAI krijgt is PDEng,<br />
Professional Doctor in Engineering, een<br />
titel die bij weinigen bekend is. Daarom<br />
wil Van Hee tot een Europees erkende<br />
graad komen. Het zou een algemeen<br />
erkend doctoraat voor de industrie moeten<br />
worden, naar analogie van de PhD,<br />
de doctorsgraad voor de wetenschappelijke<br />
wereld.<br />
Mensen met ervaring<br />
Een andere nieuwe groep studenten wil<br />
Van Hee aanboren in de industrie. Die<br />
doelgroep heeft natuurlijk al kennis van<br />
samenwerken en innoveren, dus het<br />
eerste jaar van de opleiding zal voor<br />
hen anders worden ingericht. ‘Maar ze<br />
kunnen natuurlijk wel in hun bedrijf een<br />
mooi ontwerp volgens de regels van de<br />
wetenschappelijke kunst maken, onder<br />
supervisie van de TU/e. Er is vanuit de<br />
industrie veel interesse voor. Want je<br />
berichten uit landelijke en regionale bladen<br />
‘Voorraden zijn bij het CBS<br />
een sluitpost in de modellen.<br />
Het verschil tussen productie<br />
en verkoop wordt voorraad<br />
genoemd.’<br />
PROf.DR.IR. JAN fRANSOO,<br />
over te weinig aandacht voor<br />
voorraadbeheersing, in HET<br />
fINANCIElE DAgBlAD van<br />
19 augustus 2010.<br />
‘Elektrische aandrijving zal in<br />
de stedelijke gebieden de toon<br />
aangeven. Maar in het zware<br />
transport blijven dieselmotoren<br />
belangrijk. Het rendement zal<br />
omhooggaan.’<br />
PROf.DR. PHIlIP DE<br />
gOEy, hoogleraar<br />
Verbrandingstechnologie<br />
van de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde over<br />
de toekomst van verbrandingsmotoren,<br />
in NRC<br />
HANDElSBlAD van 8 mei<br />
2010.<br />
‘Toen ik hier achttien jaar<br />
geleden kwam, was het absoluut<br />
een mannenbolwerk.<br />
Tegenwoordig komen er steeds<br />
meer vrouwen, hoewel in de staf<br />
nog steeds weinig vrouwen aanwezig<br />
zijn. Ik heb een vrouwelijk<br />
rolmodel wel gemist. Daardoor<br />
ben ik door schade en schande<br />
wijs geworden.’<br />
PROf.DR. CARlIJN BOUTEN<br />
hoogleraar Cell-<strong>Matrix</strong><br />
Interactions aan de faculteit<br />
Biomedische Technologie. Ze<br />
staat in de <strong>Eindhoven</strong>se stadsglossy<br />
fRITS op nummer 3 van<br />
de top-50 voor topvrouwen in<br />
de regio.<br />
‘Het Nederlands elftal zwoegt<br />
als een stel robots door de<br />
groepswedstrijden, maar<br />
bij het WK voetbal voor<br />
echte robots was de<br />
Nederlandse vertegenwoordi-<br />
kunt tijdens een loopbaan gemakkelijk<br />
ergens een MBA doen, maar waar kun je<br />
een topopleiding in engineering krijgen?<br />
Hier aan het Stan Ackermans Institute.’<br />
Directeur Van Hee verwacht ook veel van<br />
de nieuw op te richten Graduate School<br />
TU/e. Dat is een initiatief om binnen de<br />
TU/e de masteropleidingen beter af te<br />
stemmen op de opleidingen die daarop<br />
volgen, zoals het PhD en de ontwerpersopleidingen<br />
van het SAI. Wanneer je de<br />
verschillende opleidingen achter elkaar<br />
doet, dan kost dat acht jaar. ‘Wanneer je<br />
ze bij elkaar neemt en je stemt het goed<br />
op elkaar af, dan zijn er mooie combinaties<br />
te maken die ook nog tijdwinst<br />
opleveren. We gaan dus kijken of we de<br />
opleidingen efficiënter kunnen inrichten.<br />
Bijvoorbeeld door een master te combineren<br />
met een PDEng, die je dan in drie<br />
en een half jaar doet.’ De verwachting<br />
is dat ook veel buitenlandse studenten<br />
interesse hebben in de gecombineerde<br />
opleidingen.<br />
Voor meer informatie, zie:<br />
www.3tu.nl/en/education/sai<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Prof.dr. Carlijn Bouten.<br />
ging een van de smaakmakers.’<br />
NRC HANDElSBlAD en NRC<br />
NEXT op 24 juni over Tech<br />
United, het robotvoetbalelftal<br />
van de TU/e.<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 7
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
8<br />
XXXXXXXXX<br />
IN gESPREK<br />
Alexander Rinnooy Kan,<br />
voorzitter KIA-coalitie<br />
Politiek is de onzekere<br />
factor in innovatiebeleid<br />
Voor de zomer werd bekend dat het Innovatieplatform (IP) een doorstart maakt in<br />
de KIA-coalitie (Kennis- en Innovatie Agenda). De ambities van het platform worden<br />
meegenomen, maar de weg ernaar toe is anders. Met een groter maatschappelijk<br />
draagvlak en dichter bij de politieke besluitvorming moet dit nieuwe initiatief<br />
Nederland nu eindelijk bij de mondiale top in onderwijs en innovatie brengen.<br />
Voorzitter van de SER en van de KIA-coalitie Alexander Rinnooy Kan legt uit hoe en<br />
waarom dit nu wel gaat lukken.<br />
Zeer enthousiast is demissionair minister-president<br />
Jan Peter Balkenende over de verrichtingen van zijn<br />
Innovatieplatform in de periode 2003 - 2010. ‘Het IP<br />
was een unieke samenwerkingsvorm tussen overheid,<br />
bedrijfsleven en wetenschap die heeft gezorgd voor de<br />
permanente agendering van de kenniseconomie op de<br />
politieke en maatschappelijke agenda’, zei hij bij beëindiging<br />
van het Platform.<br />
Toch werd de doelstelling ‘internationaal in de top-5 op<br />
het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie’<br />
niet gehaald. Het Innovatieplatform kwam niet eens<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />
in de buurt. Er zijn tal van lijstjes te raadplegen, maar<br />
niet één laat zien dat Nederland zich in de top heeft genesteld.<br />
In de meeste is ons land zelfs gedaald.<br />
De nieuwe KIA-coalitie beoordeelt de prestaties van<br />
Nederland in de periode van het Innovatieplatform dan<br />
ook niet erg positief, zo blijkt uit de Kennis en Innovatie<br />
Agenda 2011 – 2020, het beleidstuk waarin de ambities<br />
en plannen van de samenwerkende partijen zijn vastgelegd.<br />
‘Ondanks de goede beleidsvoornemens gaat het<br />
met kennis en innovatie in Nederland niet goed’, stelt<br />
het vast. ‘Er is sprake van een kenniscrisis. Deze haalt
niet de krantenkoppen, maar wie de verschillende mondiale<br />
kennisranglijsten volgt, ziet dat Nederland daarop<br />
de laatste jaren wegzakt.’<br />
Dertig partijen<br />
Om het tij te keren werd de KIA-coalitie op de been<br />
gebracht. Het is een groep van ongeveer dertig partijen<br />
uit de wereld van onderwijs, bedrijfsleven en vakbonden.<br />
De leden van de voormalig KIA-werkgroep van het<br />
Innovatieplatform vormen het tijdelijk bestuur. Naast<br />
de voorzitter Alexander Rinnooy Kan zijn dat Philipstopman<br />
Gerard Kleisterlee, Kees Tetteroo van ROC<br />
<strong>Eindhoven</strong> en Robbert Dijkgraaf, wetenschapper en<br />
voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie<br />
van Wetenschappen.<br />
Er diende snel te worden gehandeld, vonden de initiatiefnemers,<br />
want de ambities moesten worden meegenomen<br />
bij de vorming van een nieuwe regering.<br />
De doelstellingen waarmee de coalitie naar de politiek<br />
ging, zijn als volgt vastgelegd. Rinnooy Kan: ‘Wij<br />
RINNOOy KAN: ‘In de verkiezingsprogramma’s<br />
zie je dat kennis positieve aandacht krijgt en wordt<br />
gevrijwaard van bezuinigingen.’<br />
spiegelen ons aan vijf landen die in veel kennisrankings<br />
tot de top behoren en ook in de laatste Global<br />
Competitiveness Index de vijf hoogst geplaatste OESOlanden<br />
zijn: de VS, Zwitserland, Zweden, Denemarken<br />
en Finland. Uitgangspunt daarbij is dat we de kennisinvesteringen<br />
in Nederland op een vergelijkbaar<br />
niveau willen brengen met dat van de best presterende<br />
kenniseconomieën.’ Er zijn daarbij vijf prioriteiten geformuleerd:<br />
een topdocent voor elke onderwijsdeelnemer;<br />
maatwerk in het onderwijs; een leergieriger cultuur;<br />
sterkere toppen in onderzoek en innovatie; meer innovatieve<br />
bedrijven.<br />
Alexander Rinnooy Kan gelooft in de missie van de KIAcoalitie.<br />
Het Innovatieplatform heeft hem laten zien<br />
dat er zeker wat te bereiken is, zegt hij. ‘Het platform<br />
heeft een groot aantal uitstekende ideeën opgeleverd<br />
waarvan een deel is geïmplementeerd.’ Hij is gelukkig<br />
met de Kennisinvesteringsagenda, door de KIA-coalitie<br />
omgedoopt in de Kennis en Innovatie Agenda. Net als<br />
met het sleutelgebiedenbeleid was dit het industriebeleid<br />
van het Innovatieplatform. Hij is tevreden over<br />
de nieuwe regels voor kennismigranten. Er is volgens<br />
hem veel bereikt voor het MKB, zoals de innovatievoucher<br />
en het slimmer werken. Hij is blij met wat rond<br />
duurzame energie tot stand is gebracht. Met de discussie<br />
rond het Tulpeiland (een nieuw kunstmatig eiland<br />
voor de kust waar energie wordt opgewekt met waterkracht<br />
- red.) is iets in beweging gezet dat een vervolg<br />
zal krijgen, is zijn overtuiging. ‘Kortom, ik vind het helemaal<br />
geen slechte lijst.’<br />
Ambities<br />
Bij de bestudering van de Kennis Innovatie<br />
Agenda van de KIA-coalitie, wordt duidelijk dat het<br />
Innovatieplatform volgens KIA niet succesvol is geweest:<br />
de ambities zijn niet waargemaakt. Rinnooy Kan:<br />
‘Dat heeft te maken met het beleid dat op ons advies<br />
is gevolgd. Dat is onvoldoende geweest, onder meer<br />
doordat het door de politiek onvoldoende is opgepakt.<br />
Dit als gevolg van fouten in het begin van de vorige<br />
kabinetsperiode. Dan wordt het geld verdeeld, en er<br />
ging wel wat naar onderwijs, maar niet voldoende. De<br />
politieke prioriteit was ontoereikend.’<br />
De politiek is ook voor KIA een onzekere factor. Hoe<br />
wordt daarmee omgegaan?<br />
‘Dat maakt het een hachelijk avontuur. Maar we laten<br />
ons er niet door weerhouden. We hebben met succes<br />
geprobeerd de coalitie in stand te houden. Daarbij de<br />
coalitie verbreed en verdiept. En we gaan nu in gezamenlijkheid<br />
de volgende ronde in en hopen tot betere<br />
resultaten te komen.’<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 9
1 0<br />
IN gESPREK<br />
De vraag is of de Nederlandse politiek kennis en innovatie nu<br />
werkelijk prioriteit zal geven. Rinnooy Kan is er optimistisch<br />
over. In de verkiezingsprogramma’s is te zien dat kennis positieve<br />
aandacht krijgt en wordt gevrijwaard van bezuinigingen<br />
– dat geldt voor weinig andere beleidsterreinen. Sommige<br />
partijen maken er zelfs substantieel meer geld voor vrij. Bij de<br />
start van het Innovatieplatform echter, was het geld al verdeeld.<br />
Rinnooy Kan: ‘Er wordt nu haast gemaakt met KIA zodat onze<br />
ambities en wensen bij de kabinetsonderhandelingen worden<br />
meegenomen.’ Het Innovatieplatform heeft in het verleden<br />
grote ambities geformuleerd die vervolgens moeilijk haalbaar<br />
zijn. De KIA-coalitie doet dit nu ook weer. De vraag is waarom<br />
de initiatiefnemers ervoor kiezen doelen te stellen die hoogstwaarschijnlijk<br />
niet wordt gerealiseerd. ‘Het gaat zoals bij elke<br />
politieke lobby. Je zoekt op de eerste plaats je bondgenoten,<br />
zo breed en sterk mogelijk. Je schrijft een inhoudelijk verhaal<br />
dat te meten is en waar iedereen in de coalitie zijn handtekening<br />
onder zet. Vervolgens moet je in de politiek bondgenoten<br />
zoeken. En dan is het toch een beetje op hoop van zegen.<br />
Desalniettemin staan de sterren op dit moment redelijk goed.’<br />
Top-5<br />
‘Het verschil met het Innovatieplatform is dat bij KIA op de eerste<br />
plaats de toonzetting van het verhaal beter is: we vragen<br />
niet alleen, we hebben ook iets te bieden. Daarbij wordt de ur-<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />
RINNOOy KAN: ‘De urgentie van de kennisambitie<br />
wordt nu heftiger beleefd in Nederland.’<br />
gentie van de kennisambitie heftiger beleefd in Nederland.’<br />
De top-5 waar het Innovatieplatform naartoe wil, is onder het<br />
Innovatieplatform juist verder buiten bereik gekomen. Rinnooy<br />
Kan is hier niet zo verbaasd over.<br />
‘Wanneer je wat langer rondloopt in deze wereld, dan zie je wel<br />
meer initiatieven die maar half worden gerealiseerd. Bovendien<br />
is het een sluipend proces geweest, dat al in het midden van de<br />
jaren negentig is ingezet. Helaas is pas in 2006 gebleken hoe<br />
Nederland er werkelijk voorstaat. Toen werden nieuwe cijfers op<br />
een rijtje gezet en bleek dat Nederland een achterstand heeft<br />
opgelopen. De tijd was te kort om deze trend opnieuw om te<br />
buigen. Het is zaak ervan te leren en door te gaan.<br />
Voor mij is de belangrijkste les die we geleerd hebben van het<br />
Innovatieplatform, dat je bij zo’n initiatief moet nadenken over<br />
de afstand tussen het platform en het feitelijke beleid. De betrokkenheid<br />
van het platform bij de verdeling van de middelen<br />
was heel beperkt. Daarom is het verstandig een apart gezelschap<br />
te belasten met het voorbereiden van beleid.’<br />
De ambitie van de KIA-coalitie is dat Nederland in 2020 op<br />
de innovatierankings ergens tussen de landen als de VS en<br />
Zwitserland staat. Wat zijn de gevolgen voor Nederland?<br />
Rinnooy Kan: ‘We worden er gelukkiger en welvarender door.<br />
Vooral dat laatste zie je duidelijk bij de succesvolle landen. Er<br />
loopt een rechtstreekse lijn van succesvol kennis- en innovatiebeleid<br />
naar additionele economische groei.<br />
Het blijkt dat een bloeiende economie zich in belangrijker mate<br />
laat organiseren. Er is zoiets als goed beleid, en er is slecht<br />
beleid. Goed beleid heeft er in Nederland toe geleid dat we<br />
sinds de jaren tachtig economisch een enorme sprong voorwaarts<br />
hebben gemaakt. Slecht beleid leidt tot situaties als in<br />
Griekenland en Zimbabwe. De landen in de top-5 zijn voor ons<br />
voorbeelden van goed beleid. We kunnen van deze landen leren<br />
hoe je op nationaal niveau prioriteiten stelt. We willen generiek<br />
beleid, en daarbij willen we scherpe keuzes maken voor kansrijke<br />
bedrijfstakken. Toch is het is ook geluk hebben. Finland<br />
heeft ongetwijfeld fantastisch beleid gevoerd, maar het heeft<br />
toevallig ook Nokia binnen haar grenzen.’<br />
Verstandig kiezen<br />
‘Op het gebied van innovatiebeleid heb ik de afgelopen jaren<br />
geleerd dat we verstandig moeten kiezen. Dat gebeurt niet alleen<br />
in Den Haag. Het is ook nodig anderen te betrekken en vanuit<br />
het land voorstellen te krijgen, zodat inzicht ontstaat in wat<br />
de private sector samen met de publieke sector voor elkaar kan<br />
krijgen. Die samenwerking zou de overheid vervolgens moeten<br />
stimuleren. Daar zijn al veel goede voorbeelden van, bijvoorbeeld<br />
rond Wageningen waar allerlei organisaties die zich bezighouden<br />
met voedsel, goed samenwerken. Het gaat ook goed in<br />
water, de chemie, de bloemen. Overigens brengt een voorzitter<br />
van een commissie geen innovatie tot stand. Hij kan alleen maar<br />
de omstandigheden zo beïnvloeden dat de grootste kans op vernieuwing<br />
ontstaat. Je maakt het zo gemakkelijk en aantrekkelijk<br />
mogelijk. En vervolgens hoop je er het beste van.’
Nieuws<br />
bedrijfsleven<br />
gOEDKOPER BOUwEN DANKzIJ<br />
‘PAPERClIPS’ IN BETON<br />
Met het instorten van een verdiepingsvloer is<br />
aangetoond dat een woningcasco van beton<br />
zonder wapeningsstaven pas opgeeft bij een<br />
belasting van bijna anderhalve ton per vierkante<br />
meter. Nog belangrijker is dat de scheuring<br />
volgens een voorspelling optreedt. Daarmee<br />
wordt het bouwen met staalvezels in plaats van<br />
met wapeningsnetten ook veilig en kan de traditionele<br />
bouwwereld haar scepsis laten varen.<br />
Dit onderzoek van de faculteit Bouwkunde zal<br />
leiden tot belangrijke kostenbesparingen in de<br />
bouw.<br />
Staalvezelbeton is een alternatief voor gewapend<br />
beton. In plaats van stalen wapeningsstaven<br />
of netten worden staalvezels met een<br />
lengte van zes centimeter toegevoegd voor het<br />
verkrijgen van constructieve eigenschappen. De<br />
betonbranche kan opgelucht ademhalen. Dat er<br />
nu bewezen is dat staalvezelbeton voorspelbaar<br />
gedrag vertoont, zal acceptatie bevorderen.<br />
Er zullen meer proeven volgen. De grootste vraag<br />
is nu wanneer de constructies in de bouwvoorschriften<br />
worden toegestaan. Doorslaggevend<br />
daarvoor is de betrouwbaarheid en objectiviteit<br />
van het onderzoek. Daarom hebben de projectpartners<br />
uit de betonbranche gekozen voor de<br />
TU/e, voor de daadkracht en de faciliteiten van<br />
het laboratorium van de faculteit Bouwkunde.<br />
ACHTTIEN MIlJOEN EURO VOOR DPI<br />
Het Dutch Polymer Institute (DPI) krijgt een<br />
extra financiële injectie om het lopende<br />
Polymeren Innovatie Programma met twee jaar<br />
te verlengen tot en met 2013. Het ministerie<br />
van Economische Zaken trekt hiervoor achttien<br />
miljoen euro uit. Het Polymeren Innovatie<br />
Programma (PIP) wordt beheerd door het DPI.<br />
In het PIP, gestart in 2008, investeren overheid,<br />
kennisinstellingen en bedrijfsleven samen in<br />
de ontwikkeling van kennis over polymeren.<br />
De nadruk ligt daarbij op het zogeheten precompetitieve<br />
onderzoek. Het ministerie had<br />
al vijftig miljoen euro beschikbaar gesteld.<br />
Volgens dr.ir. Jacques Joosten, managing director<br />
van het DPI, kunnen door deze extra impuls<br />
lopende onderzoeken worden voortgezet en<br />
enkele nieuwe worden gestart. Hij verwacht<br />
daarbij vooral veel van het onderzoek naar<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
bio-polymeren. Ook komt er de komende jaren<br />
meer aandacht voor internationalisering van de<br />
activiteiten van het DPI.<br />
TU/e wEER SUCCESVOl MET<br />
VAlORISATIESUBSIDIES<br />
De TU/e heeft vier grote en drie kleine<br />
Valorisation Grants toegewezen gekregen door<br />
Technologiestichting STW. De universiteit sleept<br />
daarmee bijna de helft van het totale subsidiebedrag<br />
binnen dat door STW is toegekend in<br />
de eerste ronde van 2010. De winnaars van de<br />
grote subsidies van tweehonderd duizend euro<br />
zijn de projecten Fluxicon, EmulTech, OptiMal<br />
Forming Solutions en UXsuite. De grote subsidies<br />
zijn bedoeld om op basis van een technische<br />
vinding in twee jaar tijd een bedrijf op te<br />
zetten. Fluxicon maakt bedrijfsprocessen inzichtelijk<br />
op basis van gegevens uit de IT-systemen<br />
van het bedrijf zelf. Met zogeheten process mining<br />
worden de bedrijfsprocessen automatisch<br />
Robin de Bruijn (l) en frank de Jong van EmulTech.<br />
gevisualiseerd, met objectieve data. EmulTech<br />
ontwikkelt medicijnafgifte-systemen. Met<br />
behulp van microkanalen worden polymeren<br />
microbolletjes gemaakt met medicijnen hierin<br />
opgesloten. OptiMal Forming Solutions is het<br />
bedrijf van Sebastiaan Boers, die tijdens zijn<br />
promotie aan de TU/e een kleine instelbare mal<br />
ontwikkelde. De Turkse Aylin Koça onderzocht in<br />
haar promotieonderzoek aan de TU/e zogeheten<br />
No Fault Found-problemen. Gebruikers van<br />
met name consumentenelektronica rapporteren<br />
steeds vaker problemen die niet herleidbaar zijn<br />
tot defecten aan het apparaat. De gebruiker had<br />
dan blijkbaar verwachtingen van het product.<br />
UXsuite is software die de ontwikkelaars helpt<br />
in kaart te brengen waar, wanneer, hoe, waarom<br />
en door wie hun producten worden gebruikt.<br />
STARTUP wERKTUIgBOUwKUNDE<br />
OPNIEUw SUCCESVOl<br />
Sorama, high-tech startup van de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde, is door New Venture<br />
verkozen tot een van de drie meest innovatieve<br />
en veelbelovende startende ondernemingen in<br />
Nederland. De startup kreeg in de finaleronde<br />
25.000 euro overhandigd door oud-staatssecretaris<br />
en huidig ABN-AMRO-bestuurslid Joop Wijn.<br />
Sorama is voortgekomen uit het promotieonderzoek<br />
van mede-oprichter dr.ir. Rick Scholte.<br />
Hij ontwikkelde een geluidscamera waarmee<br />
geluidsbronnen nauwkeurig gelokaliseerd en<br />
gevisualiseerd kunnen worden. Belangrijke toepassing<br />
van de geluidscamera is geluidsreductie<br />
van nieuwe apparaten. De vinding heeft al geleid<br />
tot aanpassingen aan een ventilatiesysteem en<br />
een beademingsapparaat. Sorama won eerder<br />
al duizend euro in de tweede ronde van New<br />
Venture. In oktober 2009 kreeg Scholte de Simon<br />
Steven Gezelprijs voor zijn onderzoek naar sound<br />
imaging.<br />
Maar liefst honderdzeventig beginnende ondernemingen<br />
dienden dit jaar een businessplan in bij<br />
New Venture, een initiatief van McKinsey en het<br />
ministerie van Economische Zaken.<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 1 1
1 2<br />
XXXXXXXXX<br />
ONDERwIJS<br />
Programma’s voor<br />
studenten die<br />
willen uitblinken<br />
In 2006 is de TU/e gestart met een speciaal ontwikkeld<br />
programma voor studenten die meer willen en kunnen<br />
dan alleen het reguliere onderwijsprogramma volgen, het<br />
Honors Horizon program. Dit programma is verbredend<br />
en interdisciplinair. Vanaf september 2010 biedt de TU/e<br />
eveneens een verdiepend programma aan, het Honors<br />
Star program voor studenten die een volgende stap op de<br />
academische ladder ambiëren.<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0
De TU/e startte enkele jaren geleden<br />
met Honors Horizon, een verbredend<br />
programma met diepgang, zoals de coördinator<br />
van het programma prof.dr. Alex<br />
van Herk het omschrijft. Het is een grensverkennend<br />
en grensverleggend traject<br />
dat studenten volgen naast het reguliere<br />
onderwijs in tweede en derde jaar van de<br />
bachelor. Een onderdeel zijn de Honors<br />
classes die actuele thema’s uit verschillende<br />
wetenschapsgebieden behandelen.<br />
De Honors studenten krijgen daarbij de<br />
mogelijkheid om al tijdens hun bachelorfase<br />
een uitdagende onderzoeksopdracht<br />
uit te voeren. Ook ligt in het programma<br />
de nadruk op academisch-wetenschappelijke<br />
vaardigheden, zoals onderzoeken en<br />
ontwerpen, het schrijven van essays, het<br />
houden van presentaties en het organiseren<br />
van symposia.<br />
Honors Star programma<br />
‘De studenten leren op hoog niveau te<br />
communiceren met studenten van andere<br />
faculteiten en andere disciplines’, vertelt<br />
Van Herk. Honors studenten zijn zelf medeverantwoordelijk<br />
voor de invulling van<br />
het programma. Zo nodigen ze sprekers<br />
uit, dragen ideeën aan voor Honors classes<br />
of bijeenkomsten, vullen zelf onderzoeksopdrachten<br />
in en organiseren een<br />
symposium.<br />
‘In de loop van de tijd merkten we dat<br />
veel studenten in het programma ook<br />
behoefte hebben aan het verdiepen van<br />
het vakgebied van hun studie’, vertelt<br />
Van Herk. Om die wens te honoreren is<br />
het Honors Star programma opgezet.<br />
In dit programma kunnen de studenten<br />
bijvoorbeeld kiezen voor uitdagende OGO<br />
(Ontwerp Gericht Onderwijs) - projecten<br />
met daarbinnen extra en bijzondere colleges<br />
waarin ze uitgebreider kennismaken<br />
met de fundamenten van hun vak. Ook<br />
kunnen ze kiezen voor minoren aan een<br />
buitenlandse universiteit en voor speciale<br />
eindprojecten. Voor de buitenlandse<br />
minoren komen op termijn beurzen beschikbaar.<br />
Ook worden bij verschillende<br />
tentamens extra zogenaamde Honors<br />
Star vragen gesteld.<br />
Publiceren<br />
In de eindprojecten worden deze studenten<br />
een onderdeel van een onderzoeksgroep,<br />
waarbij ze een publicatie schrijven<br />
in een tijdschrift. Van Herk: ‘Nu zijn de<br />
belangrijke bladen natuurlijk moeilijk<br />
haalbaar voor deze studenten. We richten<br />
daarom een e-journal op om onderzoek<br />
in de bachelorfase te publiceren.’ Met<br />
het Honors Star programma zijn door<br />
studenten geen extra studiepunten te<br />
verdienen en het is maar de vraag of studenten<br />
er veel extra tijd mee kwijt zijn,<br />
zegt Van Herk. ‘Wanneer je in een groep<br />
de Star studenten bij elkaar zet, zal het<br />
niveau vanzelf omhoog gaan zonder dat<br />
ze er veel extra moeite voor doen.’ Om<br />
die reden is het ook goed mogelijk om<br />
Honors Star en Honors Horizon naast elkaar<br />
te volgen.<br />
In september 2009 gingen eerstejaarsstudenten<br />
vrijblijvend met het Honors<br />
Star programma van start. In dit eerste<br />
jaar van de opleiding is nog moeilijk te<br />
voorspellen of een student in staat is tot<br />
een topprestatie, dat is van veel factoren<br />
afhankelijk die voor een groot deel<br />
buiten de studie liggen, zegt Van Herk.<br />
Daarom kiest een student pas vanaf het<br />
tweede jaar of hij definitief wil meedoen<br />
in de Honors programma’s. Dan kiest de<br />
student voor ofwel Horizon, ofwel Star,<br />
of beide. Vanaf september 2010 gaat de<br />
eerste generatie tweedejaars van start<br />
met Star. ‘Mijn wens is natuurlijk dat studenten<br />
zullen kiezen voor het hele pakket<br />
van Honors programma’s’, zegt Van Herk.<br />
Honors in master<br />
Na de succesvolle Honors voor bachelorstudenten<br />
wordt aan de TU/e gewerkt<br />
aan een speciaal programma voor de<br />
master. De onderwijswereld internationaliseert<br />
en streed de <strong>Eindhoven</strong>se universiteit<br />
in het verleden om de beste studenten<br />
van Zuid-Nederland, tegenwoordig<br />
‘Met het Honors<br />
program<br />
wil de TU/e de<br />
beste studenten<br />
aantrekken’<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 1 3
1 4<br />
ONDERwIJS<br />
vissen universiteiten in een vijver die de<br />
hele wereld beslaat, vertelt prof.dr. Jos<br />
Baeten. Jarenlang was hij hoogleraar en<br />
bestuurder aan de faculteit Wiskunde &<br />
Informatica, sinds april van dit jaar bekleedt<br />
hij een leerstoel aan de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde.<br />
‘We willen de beste studenten naar<br />
<strong>Eindhoven</strong> halen voor een master en graag<br />
ook voor een promotie. Deze markt wordt<br />
echter gedomineerd door Amerikaanse<br />
universiteiten die met hun graduate<br />
‘Ik verblijf momenteel in Jaraguá do Sul, in het<br />
zuiden van Brazilië, voor mijn stage bij WEG<br />
Tintas. WEG is een multinational en groot in de<br />
productie van elektromotoren. Deze motoren<br />
moeten ook geverfd worden, vandaar dat het<br />
bedrijf in de jaren tachtig een coatingdivisie<br />
oprichtte. Inmiddels telt deze divisie zo’n vijfhonderd<br />
werknemers. Ik houd me bezig met<br />
twee projecten: de ontwikkeling van een duurzame<br />
poedercoating en met onderzoek naar<br />
coatings van polyurethaan op waterbasis. Ik<br />
leer hier veel over chemie.<br />
Het leuke aan mijn stage is dat ik veel zelfstandigheid<br />
en verantwoordelijkheid heb en dat ik<br />
op verschillende plaatsen met verschillende<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />
programma’s een aantrekkelijk aanbod<br />
kunnen doen.’ Graduate staat voor een<br />
integratie van de master en PhD. Hiermee<br />
bieden universiteiten een programma<br />
waarmee studenten in een verkort traject<br />
tot een promotie kunnen komen. Om mee<br />
te kunnen dingen naar de internationale<br />
topstudenten ontwikkelt de TU/e ook graduate<br />
programma’s.<br />
Om de beste studenten een aantrekkelijk<br />
aanbod te kunnen doen, is er nu het<br />
Honors program voor de master. Baeten:<br />
‘In essentie komt het erop neer dat je<br />
studenten in de master voorbereidt op de<br />
vervolgopleiding door elementen uit dit<br />
vervolg in het programma op te nemen.<br />
Heel simpel gezegd: de afstudeerscriptie is<br />
het eerste hoofdstuk van een proefschrift.<br />
Deze masterstudenten zullen hiervoor<br />
meedoen in de onderzoeksprogramma’s en<br />
ze schrijven mee aan artikelen, et cetera.<br />
Het echte onderzoek in de master dus.’<br />
Deze masters kunnen worden aangeboden<br />
in combinatie met een PhD maar ook met<br />
de tweejarige ontwerpersopleidingen van<br />
het Stan Ackermans Institute. De master<br />
Student in het buitenland<br />
Student Scheikundige Technologie Benny luijsterburg<br />
verblijft in Brazilië voor een stage. Hij werkt aan coatings voor<br />
elektromotoren.<br />
mensen werk. Ik mag bijna alles zelf uitvoeren,<br />
wat wel flexibiliteit, planning en communicatie<br />
vereist. Ik heb geleerd in verschillende<br />
teams te werken, mijn tijd effectief in te delen<br />
en te communiceren in een andere taal. Het<br />
Portugees dat ze hier spreken, zorgde in het<br />
begin voor een communicatiebarrière, maar<br />
inmiddels heb ik me de taal redelijk eigen<br />
gemaakt. Zo goed zelfs dat ik mijn eindpresentatie<br />
in het Portugees ga doen.<br />
Voorafgaand aan deze stage was ik benieuwd<br />
hoe ik mezelf zou redden in een volkomen<br />
nieuwe situatie. Eigenlijk is me dit niet tegengevallen.<br />
Het valt me op dat de Brazilianen<br />
waar ik mee heb gewerkt, erg behulpzaam en<br />
kost de studenten ongeveer een dag extra<br />
in de week, is de ervaring van de opleiding<br />
Informatica, waar al enige tijd ervaring is<br />
met deze ambitieuze programma’s.<br />
Subsidie<br />
De TU/e heeft voor de Honors in de master<br />
een subsidie aangevraagd bij Sirius, een<br />
programma dat hogescholen en universiteiten<br />
in staat stelt de beste studenten<br />
uit te dagen meer uit zichzelf te halen. Het<br />
doel van dit programma is om inzicht te<br />
krijgen in hoe excellentie het beste bereikt<br />
kan worden. Het ministerie van OCW financiert<br />
het Sirius Programma, dat een onderdeel<br />
van het Platform Bèta Techniek is.<br />
Voor de subsidie heeft de TU/e een plan<br />
gemaakt waarin het zich in de Honors master<br />
mede richt op het opleiden van innovatoren<br />
en ondernemers, aansluitend bij het<br />
profiel van de TU/e. Met de subsidie kan<br />
de TU/e speciale onderwijsprogramma’s<br />
opzetten en beurzen beschikbaar stellen<br />
voor studenten. In november wordt bekend<br />
of de TU/e in aanmerking komt voor de<br />
subsidie.<br />
open zijn. In Brazilië ligt de nadruk toch wat<br />
meer op het persoonlijke contact. De hiërarchie<br />
is er wat meer uitgesproken, maar als stagiair<br />
heb ik regelmatig ook informele gesprekken<br />
gevoerd met managers. Een ander verschil is<br />
dat in Nederland naar mijn mening iets meer<br />
theoretische concepten worden uitgedacht,<br />
voordat er gehandeld wordt. In Brazilië is het<br />
wat dat betreft iets meer doen dan denken.<br />
De werkweek is er 44 uur, dus iets langer dan<br />
in Nederland. Tussen de middag eet iedereen<br />
(kosteloos) warm op het bedrijf, ook is er een<br />
dagelijks gymkwartiertje waarin verschillende<br />
oefeningen gedaan worden om RSI en dergelijke<br />
tegen te gaan.’
Nieuws<br />
onderwijs<br />
NIEUwE MINOR OVER<br />
DUURzAME ENERgIE<br />
Bachelorstudenten kunnen in september<br />
2010 deelnemen aan een nieuwe minor over<br />
duurzame energie. Een minor is een keuzeprogramma<br />
in het derde jaar van de bacheloropleiding.<br />
Het accent bij de minor duurzame<br />
energie ligt op vaardigheden om na de studie<br />
als zelfstandig ondernemer verder te gaan of<br />
binnen bestaande bedrijven een eigen start-up<br />
te maken. De minor onderscheidt zich van het<br />
overige aanbod door een zeer praktijkgerichte<br />
aanpak en de directe inbreng van bedrijven.<br />
De deelnemers gaan een half jaar in kleine<br />
groepjes werken aan uitdagingen die bedrijven<br />
en kennisinstellingen aan ze voorschotelen. Ze<br />
moeten een innovatief plan bedenken en een<br />
start-up ontwikkelen. Hoewel de nadruk iets<br />
minder op onderwijsoverdracht ligt dan bij andere<br />
minoren, kunnen de studenten rekenen op<br />
ondersteuning van inspirerende mensen uit het<br />
vakgebied. Ook bedrijven of kennisinstellingen<br />
die een uitdaging hebben voorgelegd, zorgen<br />
voor technische begeleiding en kennisoverdracht.<br />
De projecten binnen de minor zullen zich<br />
onder meer richten op energieopslag van<br />
gebouwen en steden, elektrisch vervoer en licht.<br />
TU/e EN fONTyS ICT<br />
SlAAN HANDEN INEEN<br />
De TU/e-faculteit Wiskunde & Informatica en de<br />
Fontys Hogeschool ICT gaan nauwer samenwerken.<br />
De krachtenbundeling houdt onder meer<br />
in dat vaker docenten worden uitgewisseld, dat<br />
onderwijs- en onderzoeksfaciliteiten worden<br />
gedeeld en dat studenten vlot moeten kunnen<br />
wisselen van instelling.<br />
De samenwerking komt onder meer tot uitdrukking<br />
in het delen van faciliteiten. Zo mag de<br />
TU/e gebruikmaken van de ‘Virtual Reality 3D<br />
Cave’ van Fontys; een leeromgeving waarin<br />
wordt geprojecteerd op muren om zo virtuele<br />
werelden te kunnen scheppen. De twee onderwijsinstellingen<br />
gaan ook nadrukkelijk samen<br />
de markt op om hun ICT-opleidingen te promoten.<br />
‘ICT doe je in <strong>Eindhoven</strong>’ wordt het<br />
gezamenlijke motto, waarbij ze willen benadrukken<br />
dat verkeerd kiezen er niet bij is:<br />
studenten moeten gemakkelijk van instelling<br />
kunnen wisselen als hun eerste keuze toch niet<br />
de juiste blijkt te zijn. Veel studenten die aan<br />
de TU/e <strong>Technische</strong> Informatica komen doen,<br />
merken halverwege het eerste jaar dat ze het<br />
toch iets te abstract en theoretisch vinden. Die<br />
kunnen horizontaal doorschuiven naar Fontys,<br />
zonder dat het reeds geleerde verloren gaat.<br />
Omgekeerd moeten speciale schakelklassen<br />
Fontys-studenten helpen die na hun bachelor<br />
juist door willen gaan met een master aan de<br />
TU/e. De instellingen kunnen veel van elkaar<br />
leren. Fontys heeft bijvoorbeeld een veel groter<br />
netwerk richting de industrie. Waar de TU/e<br />
overwegend behoorlijk fundamenteel onderzoek<br />
doet, heeft Fontys veel meer zicht op wat er leeft<br />
op de werkvloer en waaraan behoefte is. De<br />
ervaring en het netwerk van Fontys kan de TU/e<br />
inspireren tot nieuwe ideeën en richtingen.<br />
STUDENTEN KlAAR VOOR<br />
ONDERNEMERSCHAP<br />
In het kader van het certificaatprogramma<br />
Technology Entrepreneurship van de TU/e,<br />
hielden scheikundestudent Jesper van Berkel<br />
en student <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde Pieter<br />
Mooren een pleidooi voor hun bedrijf Biolink.<br />
Van Berkel en Mooren vertelden tijdens hun<br />
presentatie dat volgens onderzoek in 2050 de<br />
helft van de huidige aardolieproductie voor de<br />
productie van plastic zou moeten worden gebruikt.<br />
Als gevolg van de dalende olieproductie<br />
en de stijgende vraag, zal de plasticprijs dus<br />
ook toenemen. Daarnaast levert plastic een<br />
afvalprobleem op. Bioplastic is dé oplossing.<br />
Het is afbreekbaar en op termijn goedkoper<br />
dan uit olie geproduceerd plastic. Het bedrijf<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Prof.dr. wim Jochems, directeur van de <strong>Eindhoven</strong><br />
School of Education.<br />
Biolink heeft een nieuw bioplastic ontwikkeld.<br />
Het doel is om volgend jaar 225.000 euro aan<br />
STW-subsidie te verwerven. Daarmee willen<br />
de studenten het product verder ontwikkelen<br />
en Biolink op de kaart zetten. De presentaties<br />
vormden de afronding van het programma<br />
Technology Entrepreneurship, dat als doel heeft<br />
studenten klaar te stomen voor het ondernemerschap.<br />
EINDHOVEN SCHOOl Of<br />
EDUCATION SCOORT gOED<br />
De <strong>Eindhoven</strong> School of Education (ESoE) heeft<br />
een zelfstandige, tweejarige masteropleiding<br />
die onder meer opleidt tot leraar voorbereidend<br />
hoger onderwijs in wiskunde, natuurkunde,<br />
scheikunde of informatica. Het resultaat van<br />
de tussentijdse beoordeling door een internationale<br />
commissie die de <strong>Eindhoven</strong> School of<br />
Education onlangs ontving, stemt de directeur<br />
van het gemeenschappelijk instituut van de<br />
TU/e en Fontys, prof.dr. Wim Jochems, tevreden.<br />
De evaluatiecommissie had veel lof voor de<br />
doelstelling en de bereikte resultaten op het gebied<br />
van onderwijs, onderzoek en innovatie. De<br />
commissie rapporteert dat het curriculum coherent,<br />
uitgebalanceerd en consistent is en vervolgt<br />
met: ‘Alles bij elkaar heeft ESoE een hoog<br />
innovatieve aanpak geformuleerd. Al na twee<br />
jaar opereren alle secties succesvol en mag van<br />
de ESoE verwacht worden dat ze kan voldoen<br />
aan alle eisen uit dit rapport. De aanpak ten<br />
aanzien van het science- en techniekonderwijs<br />
is niet alleen innovatief, het is zo opgezet dat<br />
zowel de TU/e als Fontys ervan profiteert.’<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 1 5
1 6<br />
ONDERzOEK<br />
Positief rapport<br />
zet onderzoek bij<br />
Informatica in beweging<br />
Hoge kwaliteit en coherente focus op core informatica en op diepe problemen in het<br />
vakgebied. Dat waren enige conclusies van de internationale visitatiecommissie van het<br />
informaticaonderzoek aan de TU/e. De universiteit staat in de top-3 in Nederland en drie<br />
onderzoeksgroepen behoren aantoonbaar tot de wereldtop. ‘Het rapport zet dingen in beweging.’<br />
‘Alsof we een gesprek hadden met collega-onderzoekers’, vertelt<br />
opleidingsdirecteur dr.ir. Jan Friso Groote over het bezoek<br />
aan de visitatiecommissie. Groote is tevens voorzitter van<br />
de landelijke Informaticakamer, die de accreditatie van informaticaopleidingen<br />
en de visitatie voor informaticaonderzoek<br />
organiseert.<br />
De commissie heeft alle informaticaonderzoeksgroepen van<br />
negen universiteiten in heel Nederland onder de loep genomen<br />
voor de periode 2002-2008. In de commissie zaten zeven<br />
experts van de belangrijkste vakgebieden, afkomstig van<br />
onder meer MIT, Oxford University, University of Stuttgart en<br />
Politecnico di Milano.<br />
De commissie ontving vooraf van alle 59 informaticagroepen<br />
in Nederland informatie en belangrijke publicaties. Vervolgens<br />
kregen alle groepen één dag om zichzelf te presenteren aan de<br />
Rapport<br />
De onderzoeksgroepen van Informatica aan de TU/e kregen gemiddeld<br />
een 4,5 (op een schaal van 5) van de internationale visitatiecommissie.<br />
Uit het rapport:<br />
‘De commissie was verheugd over de kracht en kwaliteit van het onderzoek<br />
en over de coherente focus op core informatica en de studie van<br />
diepe problemen in het vakgebied. Het departement heeft over de<br />
jaren heen haar positie verstevigd. Hoewel de researchfocus wat smal<br />
en ongebalanceerd is, met een nadruk op formele methoden. Dat zou<br />
in de toekomst meer in evenwicht gebracht kunnen worden door meer<br />
nadruk op experimenteel en technisch onderzoek. ...<br />
Het management is effectief maar een beetje conservatief in de onderzoeksgroepen,<br />
die nog gedomineerd worden door een leiderschapsmodel<br />
met een conventionele fulltime professor.<br />
Het departement zou ook moeten streven naar meer evenwicht in gender,<br />
en de tendens richting inbreeding weerstaan.’<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />
commissieleden. Ze kwamen daarvoor allemaal langs op<br />
dezelfde locatie in Amersfoort.<br />
De commissie keek naar vijf aspecten: de onderzoeksprogramma’s,<br />
de kwaliteit, de productiviteit, de relevantie van het onderzoek,<br />
en de vitaliteit en uitvoerbaarheid, ofwel een inschatting<br />
naar de toekomst toe. Niet alleen de hoogleraren waren<br />
daarbij present, er waren ook gesprekken met de promovendi.<br />
‘Er was veel ruimte voor informele discussie’, vertelt Groote.<br />
‘De commissie wilde echt achterhalen wat de sfeer van het<br />
onderzoek is, hoe enthousiast de onderzoekers zijn, wat ze<br />
willen bereiken, hoe ze problemen aanpakken. De commissieleden<br />
gingen daar echt op in, waren oprecht geïnteresseerd.<br />
Het was een heel prettige sfeer. Uit het hele land zijn daar positieve<br />
reacties op gekomen.’<br />
wereldleider<br />
Over de TU/e was de commissie ronduit positief (zie kader).<br />
Alleen de TU Delft en de Radboud <strong>Universiteit</strong> Nijmegen scoorden<br />
hoger.<br />
Van de negen onderzoeksgroepen van de TU/e die beoordeeld<br />
zijn springen er drie uit. ‘Deze drie groepen zijn onbetwist<br />
wereldleider op hun gebied’, stelt Groote.<br />
De eerste groep is Business Informatiesystemen van prof.dr.ir.<br />
Wil van der Aalst. ‘Deze groep werkt aan wiskundige modellen<br />
over alles wat er in een organisatie gebeurt. Dat is in de praktijk<br />
vaak enorm ingewikkeld, want veel informatie zie je niet. Inzicht<br />
hierin kan een bedrijf of organisatie naar een hoger niveau tillen.’<br />
De tweede groep die erbovenuit stak is Algoritmiek van prof.dr.<br />
Mark de Berg. ‘In dit onderzoeksgebied gaat het om geometrische<br />
algoritmes: hoe kun je bijvoorbeeld een auto in één keer<br />
helemaal automatisch een parkeerplaats op laten rijden? Of<br />
hoe kun je de TomTom nog scherpere routes laten uitzoeken?’<br />
Hij laat een plaatje zien van Afrika, waar rondom het continent<br />
in gekleurde vlakken in één oogopslag te zien is wat het inter-
netgebruik per land is. ‘De beoordeling van de commissie ging<br />
om de diepe informatica die achter dit soort applicaties zit.’<br />
De derde uitstekende groep is Visualisatie van prof.dr.ir. Jack<br />
van Wijk. Hij houdt zich bezig met het toegankelijk maken van<br />
data. Hij kan van allerhande soorten gegevens inzichtelijke en<br />
zelfs mooie plaatjes maken. Zijn plaatjes verschijnen overal in<br />
de wereld en onlangs zelfs in een museum.<br />
Amerikaanse systeem<br />
De commissie keek niet alleen naar de kwaliteit van het onderzoek,<br />
maar ook naar de structuur ervan en deed daar aanbevelingen<br />
voor. ‘Nu is het aan ons om deze aanbevelingen te<br />
bespreken. Heeft de commissie een punt of niet? Daar moeten<br />
we zelf open naar kijken.’<br />
De commissie kwam bijvoorbeeld met de aanbeveling dat<br />
<strong>Eindhoven</strong> meer richting het Amerikaanse systeem zou moeten<br />
groeien. ‘Daar werken veel onderzoekers op individuele<br />
kracht, als ze maar goed zijn. Wij hebben hier een meer<br />
groepsgeoriënteerd systeem, bestaande uit een hoogleraar<br />
met een (hoofd)docent en promovendi om zich heen, die als<br />
Vlnr: prof.dr.ir. wil van der Aalst ( Business Information Systems), prof.dr.<br />
Mark de Berg (Algoritmiek) en prof.dr.ir. Jack van wijk (Visualisatie).<br />
groep bezig zijn. Aan een technische universiteit moeten we<br />
technische problemen oplossen en dat vergt meer mankracht.’<br />
Decaan prof.dr. Arjeh Cohen vult aan: ‘In Amerika hebben ze<br />
makkelijk praten, daar worden de hoogleraren benoemd voor<br />
het leven op persoonlijke titel. Daar zitten goede dingen in,<br />
maar wij hebben een ander systeem. Onze voltijds hoogleraar<br />
heeft meer taken dan alleen zijn eigen research. Zo is hij ook<br />
verantwoordelijk voor de financiering.’<br />
Wel wil de faculteit een paar goede dingen van het<br />
Amerikaanse systeem overnemen, laat Cohen weten. ‘We willen<br />
het zo inrichten dat iemand ook UHD kan worden op eigen<br />
positie, en niet meer hoeft te wachten tot die plek vrij is.’<br />
Ook het feit dat er maar één leerstoel per expertisegebied is,<br />
is verleden tijd. ‘We hebben sinds kort vier secties in plaats<br />
van negen expertisegebieden. Iedere sectie kan meerdere<br />
leerstoelen hebben. Dat is de kracht van de faculteit: dat<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 1 7<br />
Foto: Bart van Overbeeke
1 8<br />
ONDERzOEK<br />
Boven: Bij deze visualisatie is tegelijkertijd de hiërarchische structuur van<br />
een systeem (de buitenring) en de aanroepen tussen moleculen (de gekleurde<br />
lijnen) in beeld gebracht. Door de lijnen te bundelen ontstaat een duidelijk<br />
beeld.<br />
Onder: Hier wordt migratie in de Verenigde Staten getoond via lijnen die ver-<br />
trek- en aankomstplaats verbinden. Ook hier wordt een duidelijk beeld verkregen<br />
door de lijnen te bundelen.<br />
hoogleraren samenwerken. Zo wordt alles dus vlakker, minder<br />
verticaal gestructureerd. Dan kun je ook je vacatures ruimer<br />
openzetten.’<br />
Meer vrouwen<br />
Daarnaast vonden de commissieleden dat er meer vrouwen<br />
moeten komen. ‘Er is een instroom van vier procent vrouwen<br />
bij Informatica’, legt Cohen uit. ‘Dan hebben we te maken met<br />
de tegenstelling tussen harde informatica en de ‘zachtere’<br />
toepassingen. De harde vakken schrikken vrouwen vaak af.<br />
Terwijl er aan de buitenkant van het vakgebied veel goeds te<br />
doen is waar zij zich eerder voor zullen interesseren. Denk<br />
aan informatica om maatschappelijke processen te helpen<br />
verbeteren. Informatica is ook nog steeds geschikt om carrière<br />
te maken. Er is nog altijd een relatief hoog salaris te<br />
verwachten als informaticus. Wij willen op die extrinsieke<br />
motivatie gaan sturen.’<br />
In september 2011 start daarom de bacheloropleiding Web<br />
Science. ‘Er gebeurt zo ontzettend veel op het web’, zegt<br />
Groote. ‘Het verandert de manier waarop mensen met el-<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />
kaar praten, hoe ze handelen en communiceren. De hele<br />
wereld verandert erdoor. Dat vraagt om een heel ander<br />
aspect van informatica. Hoe krijgen we grip op deze mechanismen?<br />
Hoe kunnen we ze als wetenschappers begrijpen?’<br />
Als de visitatie er niet was geweest, was de opleiding Web<br />
Science waarschijnlijk ook wel gestart. ‘We zitten midden<br />
in dat proces’, zegt Groote. ‘Maar de visitatie werkt wel<br />
als trigger. Het geeft ons extra motivatie om het te doen.’<br />
formele methode<br />
Een andere aanbeveling van de commissie was de formele<br />
methode meer in evenwicht te brengen met experimenteel<br />
en technisch onderzoek. ‘Wij staan in <strong>Eindhoven</strong><br />
bekend als dé <strong>Eindhoven</strong>se school met onze formele methode,<br />
waarin we zoeken naar wiskundig bewijs voor de<br />
correctheid van een programma’, zegt Cohen. ‘Daar zijn<br />
we trots op en we zijn er heel sterk in geworden. We willen<br />
het goede behouden, maar ons ook openstellen voor<br />
de experimentele en technische aspecten. De vraag is<br />
ook of we niet teveel aan inbreeding doen, dat we te veel<br />
onze eigen mensen weer inhuren. We willen daarom meer<br />
vacatures openstellen op een breder terrein. De beste wetenschappers<br />
kunnen daarop reageren, waarbij de beste<br />
vrouwen daartoe door ons uitgenodigd worden.’<br />
Al met al een rapport om heel tevreden mee te zijn. ‘Maar<br />
het zet ook dingen in beweging’, zegt Cohen. ‘We moeten<br />
keuzes gaan maken. We moeten ons gaan concentreren,<br />
want we kunnen niet alles doen. Er is weinig financiële<br />
ruimte voor nieuwe gebieden, hooguit voor één. De rest is<br />
een kwestie van versterken van bestaande gebieden.’<br />
Revolutie<br />
Het rapport is overigens een ruggensteun voor de financiering<br />
van het onderzoek. ‘De commissie heeft haar<br />
verbazing uitgesproken dat informaticaonderzoek in<br />
Nederland zo onder druk staat’, staat in het rapport.<br />
Zeker omdat het één van de belangrijkste disciplines van<br />
de komende decennia is, zo omschrijft ze het.<br />
‘Wij zijn heel blij met deze steun in de rug’, zegt Cohen.<br />
‘De overheid zou veel meer gedurfd moeten investeren in<br />
dit vakgebied.’<br />
‘Informatica is niet meer weg te denken uit de industrie’,<br />
vult Groote aan. ‘De ontwikkeling van een auto bestaat<br />
binnenkort voor negentig procent uit informatica. Net als<br />
de ontwikkeling van het bankwezen. Hier gebeuren dingen<br />
in de maatschappij, hier komt de economische groei<br />
vandaan. Een up-to-date kennisinformatiestructuur is<br />
gewoon onmisbaar.’<br />
Cohen: ‘Informatica is zo belangrijk geworden dat<br />
het doorsijpelt in alle andere faculteiten. Bij BMT<br />
zit een hoogleraar die zich ermee bezighoudt, bij<br />
Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek, noem maar op.’<br />
Groote: ‘Alles is een groot informaticaprobleem geworden.<br />
Er zijn geen vakken meer zónder informatica. Over vijftien<br />
jaar zullen we zien dat de informaticarevolutie net zo’n<br />
groot effect op de maatschappij heeft gehad als de industriële<br />
revolutie.’
L A N D O F T H E<br />
INNOVATOR<br />
TU/eXperience<br />
3 OKTOBER 2010<br />
VAN 12.00 TOT 17.00 UUR<br />
www.tue.nl/tuexperience
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
2 0<br />
lOOPBAAN<br />
BElEID<br />
Met bewuster gedrag<br />
veel energie besparen<br />
Hoewel de TU/e een kleine<br />
gemeenschap is die voornamelijk<br />
overdag de campus bevolkt, overstijgt<br />
het energieverbruik van de universiteit dat<br />
van een gemeente als Valkenswaard met ruim<br />
dertigduizend inwoners. Jaarlijks betaalt de TU/e<br />
ongeveer acht miljoen euro aan gas, water en stroom. Slordig<br />
omspringen met computers, verlichting, verwarming en ventilatie<br />
draagt bij aan die hoge rekening. Daarom wil de Dienst Huisvesting<br />
studenten en medewerkers komende jaren meer bewust maken van hun<br />
gedrag. Ook worden oude en nieuwe gebouwen energievriendelijker gemaakt. Op<br />
termijn kan de energienota met ruim twee miljoen euro per jaar omlaag.<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0
Eerst wat feiten op een rij. Metingen begin dit jaar wezen uit dat<br />
in het gebouw Potentiaal van de faculteit Electrical Engineering<br />
de helft van de desktops altijd aanstaat. Dat in hetzelfde gebouw<br />
op maandagochtend tussen tien en twaalf uur vijftig procent van<br />
de verlichting brandt achter gesloten deuren waar niemand aanwezig<br />
is. De faculteit Electrical Engineering is hierin niet uniek.<br />
De energieverspilling in Potentiaal is illustratief voor de gehele<br />
<strong>Eindhoven</strong>se universiteit.<br />
Iedereen kan op de achterkant van een bierviltje de kosten uitrekenen.<br />
Neem bijvoorbeeld de desktops. Gemiddeld gebruikt een<br />
dual-core pc met een 19 inch lcd-scherm 100 Watt. Dat verbruik is<br />
met Power Options van Windows eenvoudig terug te brengen. Het<br />
programma zorgt dat een pc automatisch in de stand-by modus<br />
komt (8 Watt) wanneer er bepaalde tijd niet aan wordt gewerkt.<br />
Als een computer dagelijks zes uur effectief wordt gebruikt, kan<br />
hij dus twee uur in stand-by staan. De besparing is dan 2 x 0,092<br />
kWh = 0,184 kWh per dag. Uitgaande van 225 werkdagen is de<br />
besparing 225 x 0,184 = 41,4 kWh per computer. Vermenigvuldigd<br />
met de drieduizend vaste werkplekken op de TU/e, komt dat neer<br />
op 124.200 kWh; het jaarlijks stroomverbruik van ongeveer twaalf<br />
tot dertien huishoudens. Weggegooid geld. Daarom stelt de<br />
Dienst ICT voortaan bij het uitgeven van een computer standaard<br />
Power Options in. De maatregel kost niets extra, maar levert wel<br />
een aardige besparing op.<br />
Het is slechts een van de oplossingen om het energieverbruik<br />
terug te dringen op de campus. ‘Wanneer het ons lukt om met<br />
gedragsverandering drie procent energie te besparen op de TU/e,<br />
dringen we de kosten flink terug. Drie procent op een jaarverbruik<br />
van 51.000.000 kWh is 1.530.000 kWh. Dat komt overeen met<br />
het verbruik van driehonderd gezinnen op jaarbasis’, zegt Thijs<br />
Meulen. De beleidsmedewerker gebouwenautomatisering en<br />
energiemanagement van de Dienst Huisvesting geeft op de TU/e<br />
geregeld presentaties over energiebesparing. ‘Aan het begin vraag<br />
ik altijd wie zijn licht op de werkkamer heeft uitgedaan voordat hij<br />
naar de presentatie kwam. Ik zie dan een paar handen omhooggaan.<br />
Mensen die een tweede presentatie van mij bezoeken, steken<br />
vrijwel allemaal hun hand op. Dat resultaat is verbluffend.’<br />
Meerjarenafspraak<br />
Intussen is met enige tussenstappen een nieuwe meerjaren-afspraak<br />
(MJA) gemaakt. Daarin zijn de doelstellingen van 2009 tot<br />
2020 vastgelegd. Ze zijn gestoeld op drie pijlers: Energie Efficiency<br />
Plannen (EEP), Energiezorg en Monitoring. Meulen: ‘De EEP moet<br />
je iedere vier jaar schrijven om de faciliteiten te krijgen van het<br />
ministerie van Economische Zaken en de VSNU. Je geeft aan waar<br />
je energie gaat besparen en welke maatregelen je neemt. De<br />
Milieudienst Regio <strong>Eindhoven</strong> toetst of wij voldoen aan wat wij opschrijven.<br />
Elk jaar vul je een elektronisch milieujaarverslag in met<br />
alle energiegegevens. Voldoe je aan de verplichtingen, dan krijg<br />
je vrijstelling van de energiebelasting voor zakelijk verbruik boven<br />
de tien miljoen kWh. In ons geval is dat veertigduizend euro.’ De<br />
doelstelling van de MJA is om tussen 2005-2020 een energie-efficiëntieverbetering<br />
te bereiken van dertig procent. Daarvan moet<br />
twintig procent binnen de instelling en tien procent buiten de instelling<br />
worden gehaald. ‘In dat laatste geval gaat het onder meer<br />
om mobiliteit. Kunnen we onze werknemers uit de auto krijgen<br />
en ze met openbaar vervoer of de fiets naar het werk lokken? Op<br />
welke manier regelen we dienstreizen? Maar het gaat bijvoorbeeld<br />
Thijs Meulen<br />
van de Dienst<br />
Huisvesting<br />
houdt zich bezig<br />
met energiemanagement.<br />
ook om duurzaam inkopen. Van catering tot gasflessen. Met dit<br />
soort verbredingthema’s beginnen we in 2011’, aldus Meulen.<br />
Bewustwording van gebruikers<br />
De energiebesparing van twintig procent binnen de instelling is<br />
opgedeeld in twee blokken. De grootste slag, vijftien procent, verwacht<br />
de Dienst Huisvesting (DH) te halen met Campus 2020. Met<br />
renovatie en nieuwbouw van TU/e-gebouwen wordt maximale<br />
inzet van WKO (Warmte Koude Opslag) en slimmer gebouwenbeheer<br />
mogelijk. Daar bovenop komt het inkrimpen van de werken<br />
onderwijsvloer van 330.000 naar 270.000 vierkante meter.<br />
Meulen: ‘Door de combinatie van 15 procent efficiëntie per vierkante<br />
meter en het verkleinen van de oppervlakte, kan een totale<br />
efficiëntie bereikt worden van 31 procent. Als je dat omslaat naar<br />
de totale TU/e-energiebegroting, kom je uit op een besparing van<br />
2,3 miljoen euro per jaar.’ De resterende vijf procent die binnen<br />
de instelling moet worden gehaald, komt uit de bestaande gebouwen.<br />
Dat moet gebeuren met technische maatregelen en door gedragsbeïnvloeding<br />
en bewustwording van gebruikers. Dit laatste<br />
is de belangrijkste stap om energieverspilling door gebruikers te<br />
voorkomen. Want hoeveel spaarlampen er ook worden gemonteerd,<br />
als niemand ze op tijd uitschakelt, heeft het weinig zin. Uit<br />
onderzoeken blijkt dat met een gedragscampagne het energieverbruik<br />
3 tot 5 procent afneemt. De Dienst Huisvesting start daarom<br />
in samenwerking met het Communicatie Expertise Centrum (CEC)<br />
in september de campagne. Meulen is optimistisch. ‘We hebben<br />
de mindset aan de TU/e mee. Iedereen wil zuiniger omgaan met<br />
energie. Helaas vallen mensen snel terug op hun oude gewoonten.<br />
Om structureel draagvlak te creëren, gaan we binnen iedere<br />
faculteit en dienst een ‘Energie Verbeterteam’ opzetten. De directeuren<br />
en hoofden richten de teams in. Ze kijken in hun eigen<br />
keuken welke mensen geschikt zijn. We willen zo het deel waar<br />
we geen invloed op hebben verleggen naar de teams zodat de<br />
oplossingen van binnenuit worden aangereikt.’<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 2 1
2 2<br />
ONDERzOEK<br />
Nieuws op onderzoeksgebied<br />
Instituut voor<br />
intelligent licht<br />
Licht zat ooit eens ‘gevangen’ in een gloeilamp<br />
maar tegenwoordig kan het met<br />
led-technologie overal en op de meest<br />
uiteenlopende manieren worden toegepast.<br />
De consument is zich nog amper bewust van<br />
de eindeloze mogelijkheden die dat biedt.<br />
Binnen het Intelligent Lighting Institute<br />
bundelen zes TU/e-faculteiten hun krachten<br />
Beter luisteren naar het heelal<br />
Een aantal geheimen dat het heelal<br />
verbergt kan mogelijk over vijftien jaar<br />
worden ontrafeld met een nieuwe generatie<br />
radiotelescopen. De nieuwe ‘ogen en oren’<br />
van de astronomen bestaan uit velden<br />
van kleine antennes. In diverse soorten,<br />
verspreid over een of meerdere continenten.<br />
Ze staan met een snelle glasvezelkabel in<br />
verbinding met een centraal cluster van<br />
computers die alle gegevens verwerkt.<br />
Bij de faculteit Electrical Engineering van<br />
de TU/e maakt dr.ir. Rob Maaskant voor<br />
dit instrument een elektromagnetische<br />
analyse van grote antenne arrays en deed<br />
hij onderzoek naar het modelleren van de<br />
ontvangstgevoeligheid van een compleet<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />
op het gebied van nieuwe intelligente toepassingen<br />
van licht. Het instituut richt zich<br />
primair op de ontwikkeling van nieuwe, intelligente<br />
lichtapplicaties die mogelijk zijn geworden<br />
door de grootschalige invoering van<br />
led-technologie. Het antwoord op de vraag<br />
hoe mensen licht ervaren, is volgens wetenschappelijk<br />
directeur prof.dr. Emile Aarts in<br />
antenne array systeem.<br />
Astronomen ‘luisteren’ met radiotelescopen<br />
naar een heel stille hemel. De ruis vanuit de<br />
kosmos is miniem. Om toch met voldoende<br />
nauwkeurigheid te meten, is daarom een<br />
systeem nodig dat zelf heel weinig storende<br />
ruis veroorzaakt. De uiteindelijke vraag is<br />
welke ontvangstgevoeligheid je in combinatie<br />
met de lage-ruisversterkers en een<br />
elektronische bundelvormer kunt halen. Je<br />
moet daarom niet alleen de antenne array,<br />
maar ook de versterkers en de ‘noise en<br />
power mismatch’ tussen beide modelleren.<br />
De interactie tussen systeemcomponenten<br />
bepaalt namelijk voor een groot deel de<br />
ontvangstgevoeligheid. Er zijn tal van as-<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
onderzoek echter vaak onderbelicht. Doel<br />
van het instituut, waarbinnen momenteel<br />
zo’n vijftig TU/e-onderzoekers werkzaam<br />
zijn, is dan ook het exploreren én valideren<br />
van nieuwe lichtconcepten.<br />
Samen, en in afstemming met een groot aantal<br />
bedrijven, deelden de betrokken facul-<br />
teiten het beoogde onderzoek op in vier<br />
strategische programma’s: Road Lighting<br />
2015 (intelligente straatverlichting), No<br />
Switches Allowed (nieuwe interactievormen<br />
tussen mens en licht), Zero Flux Lighting<br />
(natuurlijke lichtbronnen in de huiselijke<br />
omgeving) en Sound Spaces (de effecten<br />
van licht op welzijn en gezondheid).<br />
Daarnaast wordt een vijfde, meer open en<br />
experimentele lijn opgezet (Open Light).<br />
Belangrijk in het onderzoek naar licht<br />
zijn de zogeheten ‘testbeds’: realistische<br />
testomgevingen waarin nieuwe concepten<br />
en gebruikers zich in wisselwerking met<br />
elkaar ontwikkelen. Dit kunnen controleerbare<br />
laboratoriumachtige settings zijn,<br />
lijkend op bijvoorbeeld huizen, winkels<br />
en kantoren, maar ook oncontroleerbare<br />
realistische omgevingen zoals straten,<br />
gezondheidscentra en andere publieke<br />
omgevingen.<br />
pecten die van belang kunnen zijn bij het<br />
ontwerpen van dergelijke systemen. Denk<br />
aan de niet-uniforme ruistemperatuur van<br />
de hemel (achtergrondstraling), de verliezen<br />
in de antennegeleiders die het signaal<br />
verzwakken en die, indien ongekoeld, zelf<br />
thermische ruis produceren, of de polarisatiekarakteristieken<br />
van het instrument.<br />
Met elementaire metingen in een laboratorium<br />
en met behulp van zijn systeemsimulator<br />
wist Maaskant zijn onderzoek te valideren.<br />
Theorie en praktijk zijn gedurende die<br />
tijd voortdurend aan elkaar getoetst. Idee<br />
en uitvoering worden dus continu getoetst<br />
om uiteindelijk een gigantische radiotelescoop<br />
in 2015 gereed te hebben.
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Een tandemcel haalt<br />
meer uit de zon<br />
Plastic zonnecellen hebben normaal<br />
slechts één actieve laag die het zonlicht<br />
absorbeert. Wil je alle kleuren licht optimaal<br />
benutten, dan is één laag echter niet<br />
voldoende. Zonlicht bevat alle kleuren<br />
van de regenboog, elk gekarakteriseerd<br />
door een specifieke golflengte van grofweg<br />
400 tot 2500 nanometer. Eigenlijk<br />
wil je al dit licht benutten in de zonnecel,<br />
maar dan stuit je op een probleem: de<br />
spanning over de zonnecel wordt beperkt<br />
door de energie van het geabsorbeerde<br />
licht met de langste golflengte. Hoe meer<br />
je van het rode en infrarode deel van het<br />
spectrum wilt meepakken, hoe lager die<br />
spanning wordt. En omdat het vermogen<br />
van de zonnecel evenredig is met de<br />
spanning, heeft dat ongunstige effecten<br />
voor het rendement van de cel. Toch is<br />
er een manier om het vermogen te maximaliseren.<br />
Promovendus Jan Gilot van de<br />
faculteit Scheikundige Technologie plakte<br />
verschillende plastics op elkaar en wist<br />
zo het rendement flink op te krikken. Een<br />
betrekkelijk simpel idee, maar nog niet zo<br />
gemakkelijk gerealiseerd. Je moet de twee<br />
(of meer) zonnecellen namelijk via een<br />
speciale tussenlaag met elkaar verbinden.<br />
Gilot gebruikte als verbindingslaag een<br />
laagje nanodeeltjes van zinkoxide met<br />
hierop aangebracht een flinterdun laagje<br />
plastic (enkele tientallen nanometers). De<br />
nanodeeltjes zijn in staat elektronen te<br />
transporteren, terwijl de plasticlaag ‘gaten’(positief<br />
geladen gebiedjes waar een<br />
elektron ontbreekt) collecteert. Samen<br />
zorgen ze voor een gesloten stroomkring.<br />
De volgende stap was om eens te kijken<br />
naar twee verschillende plastics die elkaar<br />
goed aanvullen. Om vervolgens de juiste<br />
verhouding tussen de diktes van deze<br />
lagen te bepalen. Daarvoor stelde Gilot<br />
een model op met een verrassend resultaat<br />
tot gevolg: men dacht altijd dat bij de<br />
optimale laagdikte de cellen elk dezelfde<br />
stroom leveren. Maar uit het model van<br />
Gilot bleek dat niet zo te zijn. Je kunt het<br />
zo ontwerpen dat de laag die de meeste<br />
stroom genereert, de andere als het ware<br />
helpt.<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
De atmosfeer<br />
steeds beter<br />
in beeld<br />
De aswolk boven de IJslandse vulkaan volgen<br />
of de luchtkwaliteit bij Beijing voor en tijdens<br />
de Olympische Spelen onderzoeken. Het is<br />
allemaal mogelijk dankzij OMI, het Ozone<br />
Monitoring Instrument. Prof.dr. Pieternel<br />
Levelt, deeltijdhoogleraar aan de TU/e, leidt<br />
bij het KNMI het internationale onderzoeksteam<br />
dat er de atmosfeer mee bestudeert.<br />
De langgekoesterde wens van wetenschappers<br />
om in een etmaal de hele atmosfeer te<br />
kunnen bestuderen, ging in 2004 in vervulling<br />
met de lancering van OMI - het instrument<br />
waarmee wetenschappelijk onderzoek wordt<br />
gedaan naar de ozonlaag, luchtkwaliteit en<br />
het klimaat. Het instrument van Nederlands/<br />
Finse makelij bevindt zich aan boord van<br />
de satelliet EOS-Aura van de Amerikaanse<br />
ruimtevaartorganisatie NASA. Levelt en het<br />
team van ongeveer zeventig Amerikaanse en<br />
Europese wetenschappers waaraan ze als<br />
principal investigator leiding geeft, stellen<br />
onderzoeksvragen op en verzamelen en analyseren<br />
de data. OMI heeft al vaak zijn dienst<br />
bewezen. De toepassingen zijn legio. Zo is<br />
aangetoond dat de maatregelen die voor de<br />
Olympische Spelen in Beijing zijn getroffen<br />
wel degelijk effect hadden. De hoeveelheid<br />
stikstofdioxide bleek aanzienlijk verminderd.<br />
Onlangs kon de aswolk bij de IJslandse vulkaan<br />
goed worden gedetecteerd. Steeds beter<br />
is ook te achterhalen wat de bron is van een<br />
bepaalde stof in de atmosfeer. Verbranding<br />
van biomassa kan bijvoorbeeld worden onderscheiden<br />
van industriële verbranding.<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 2 3
2 4<br />
ONDERzOEK<br />
Energieboost met<br />
driedimensionale<br />
batterij en silicium<br />
Oplaadbare lithium-ionbatterijen zijn gemeengoed<br />
geworden in de consumentenelektronica.<br />
Ze hebben een relatief lange<br />
levensduur en geven qua formaat en gewicht<br />
veel energie. De prestaties kunnen<br />
echter nog veel beter.<br />
Binnen de groep Energy Materials en<br />
Devices wordt gezocht naar alternatieve<br />
vormen en materialen om een vastestofbatterij<br />
te maken die integreerbaar is<br />
met andere elektronica. Het eerste onderzoek<br />
richtte zich op de vraag of silicium<br />
als dunne film gebruikt kon worden. In<br />
de jaren daarna heeft onderzoeker Loïc<br />
Baggetto van de faculteit Scheikundige<br />
Technologie als promovendus gewerkt<br />
aan het concept. Hij verving de gebruikelijke<br />
koolstof in de batterijen door silicium<br />
en krikte de energie met bijna een factor<br />
tien omhoog. Behalve silicium onderzocht<br />
hij ook de eigenschappen van andere<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />
anodematerialen waaronder germanium<br />
en tin.<br />
Bij een van zijn eerste experimenten<br />
werd een éénkristallijnssiliciumwafer in<br />
lithiumelektrolyt gedompeld, er werd<br />
bedrading op aangesloten en hij werd<br />
beladen met lithiumionen. Het resultaat:<br />
het éénkristallijnsmateriaal ging helemaal<br />
kapot. Oorzaak: rondom een siliciumatoom<br />
gaan vier lithiumatomen zitten<br />
waardoor het kristalrooster enorm uitzet.<br />
Met deze enorme verhouding zou dus een<br />
relatief dunne film silicium volstaan om<br />
voldoende lithium op te nemen. Opnieuw<br />
volgden testen, ditmaal met dunne films<br />
silicium tussen de 50 en 500 nanometer.<br />
Het bleek dat ze niet stuk gingen. De films<br />
zitten als het ware gelijmd op een ondergrond<br />
en kunnen maar naar één kant uitzetten.<br />
Er is dus geen schade, zolang de<br />
film dun genoeg is.<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Baggetto toonde tegelijkertijd het grote<br />
verschil met grafiet aan. In vergelijking<br />
met de koolstofachtige structuren die nu<br />
in lithium-ionbatterijen zitten, kan silicium<br />
bijna tien keer zoveel energie opslaan. De<br />
enige restrictie is dat het in bulk nog niet<br />
goed toepasbaar is, alleen in dunne film.<br />
Maar in combinatie met de andere ontwikkelingen,<br />
de 3D-batterij, is het prachtig<br />
materiaal om in een vaste-stofbatterij op<br />
te nemen.<br />
Naast de anodematerialen testte Baggetto<br />
diverse driedimensionale vormen. Hij vergrootte<br />
het oppervlak met gaatjes, sleufjes<br />
en honingraten. Honderden, wellicht<br />
duizenden kleine proefplaatjes gingen<br />
door zijn handen en belandden onder de<br />
elektronenmicroscoop. Uit de proeven<br />
bleek dat de energiecapaciteit inderdaad<br />
toeneemt naargelang de oppervlakte groter<br />
wordt, maar de resultaten waren nog<br />
niet altijd optimaal. Waar dat precies aan<br />
ligt, moet nader onderzoek uitwijzen.<br />
OMAR: over<br />
Stroomgeleidende plastics vinden<br />
razendsnel toepassing in displays<br />
en lichtgevende folies (op basis van<br />
zogeheten OLED’s) en zonnecellen.<br />
Maar daarmee zijn de grenzen van<br />
deze plastics, die in potentie snel,<br />
goedkoop en milieuvriendelijk<br />
kunnen worden geproduceerd, nog<br />
niet bereikt. Dr.ir. Wiebe Wagemans<br />
onderzocht in de groep Physics of<br />
Nanostructures de effecten van<br />
magneetvelden op geleidende<br />
plastics.<br />
De weerstand voor stroomgeleiding<br />
kan tot wel tientallen procenten veranderen<br />
bij magneetvelden kleiner<br />
dan een koelkastmagneet. En dat<br />
ook nog eens gewoon bij kamertemperatuur.<br />
Van vrijwel alle materialen<br />
verandert de elektrische weerstand<br />
onder invloed van magneetvelden,
Tot op het bot<br />
Miljoenen mensen lopen in hun leven<br />
een botbreuk op door botontkalking en<br />
dat kost de samenleving miljarden<br />
euro’s. Helaas is nog veel onduidelijk<br />
over hoe onze botten zichzelf onderhouden.<br />
Biomedisch ingenieur René<br />
van Oers van de faculteit Biomedische<br />
Technologie wijdde zijn promotieonderzoek<br />
aan het ontsluieren van de bouwwerkzaamheden<br />
in onze beenderen. Er<br />
gebeurt van alles in onze beenderen.<br />
Oud botweefsel wordt voortdurend afgebroken<br />
en vervangen door nieuw, sterk<br />
weefsel. Bij deze renovatiewerkzaamheden,<br />
die worden beïnvloed door de<br />
manier waarop het bot wordt belast, zijn<br />
drie soorten botcellen betrokken; de osteoclasten<br />
graven het oude bot weg, osteoblasten<br />
zetten in de ontstane ruimte<br />
nieuw botmateriaal af en osteocyten<br />
maar dat is vaak pas bij heel sterke<br />
magneetvelden of extreem lage temperaturen.<br />
Dat dit magnetische effect, OMAR<br />
gedoopt (van ‘organic magnetoresistance’),<br />
optreedt onder zulke milde omstandigheden<br />
maakt het zeer bruikbaar<br />
voor toepassing in magneetsensoren.<br />
coördineren de werkzaamheden. Het is<br />
niet eenvoudig deze processen te volgen<br />
in levend botweefsel. Het bot wordt afgegraven<br />
met een snelheid van ongeveer<br />
een millimeter per maand, en het is lastig<br />
om een stuk bot zo lang in leven te houden,<br />
inclusief de benodigde bloedvaten<br />
en actieve cellen. Computersimulaties<br />
zijn daarom een nuttige aanvulling om<br />
te leren hoe de bouwprojecten in ons<br />
bot verlopen. Bij botontkalking zijn de<br />
regelmechanismen in het bot ontregeld.<br />
Het is nog niet bekend welke signaalstoffen<br />
hierbij betrokken zijn, maar aan<br />
de hand van modellen kun je er wel iets<br />
over zeggen. En botonderzoek heeft niet<br />
alleen medisch nut. Ook paleoantropologen<br />
zijn erg geïnteresseerd in Van Oers’<br />
onderzoek. Als je de groeimechanismen<br />
begrijpt, kun je uit botten teruglezen hoe<br />
plastic en magneetvelden<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Het effect lijkt bovendien te bestaan bij<br />
alle geleidende plastics.<br />
Magnetoresistance is een term die ook<br />
bekend is uit de reguliere elektronica.<br />
Toch werkt OMAR heel anders dan zijn<br />
tegenhanger in metalen. Dat hangt<br />
samen met de manier waarop lading<br />
wordt getransporteerd in plastics. De<br />
elektronen zijn er minder vrij dan in metalen.<br />
Ze bewegen ze zich als het ware<br />
door een soort berglandschap, waar ze<br />
over bergpaadjes moeten wandelen.<br />
Hierdoor komen de elektronen elkaar<br />
ook regelmatig tegen. Als een elektron in<br />
een kuil is beland en een ander elektron<br />
er langs wil, dan lukt dat alleen als de<br />
twee elektronen een tegengestelde spin<br />
hebben. Omdat de magneetvelden van<br />
de omliggende waterstofatomen in willekeurige<br />
richting wijzen, komen de spins<br />
op een gegeven moment altijd in tegen-<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
ze zijn belast. En dus of een beest in de<br />
bomen heeft gehangen of rechtop liep,<br />
bij wijze van spreken.<br />
gestelde richting te staan. Behalve wanneer<br />
je een sterker extern magneetveld<br />
aanlegt; dan gaan alle elektronen daar<br />
op dezelfde manier omheen draaien en<br />
verandert de relatieve oriëntatie niet.<br />
Wagemans stelde een model op waarin<br />
slechts het elektron in de kuil en de<br />
wachtende voorbijganger figureren. Hij<br />
onderzocht ook of je geleidende plastics<br />
kunt gebruiken in GMR-sensoren. In<br />
principe werkt dit zelfs beter met organisch<br />
materiaal dan met koper, omdat de<br />
spin van de elektronen beter behouden<br />
blijft in organische materialen. Dat blijkt<br />
te kloppen, maar je hebt nog wel last<br />
van de wisselwerking tussen de elektronspins<br />
onderling. Toch concludeert<br />
Wagemans dat het zeker mogelijk is om<br />
afleeskoppen en andere magnetische<br />
elementen van organische materialen te<br />
maken.<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 2 5
2 6<br />
ONDERzOEK<br />
Nieuwe klimaatkamer<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
De nieuwe klimaatkamer van<br />
Bouwkunde waar ir. lisje<br />
Schellen onderzoek doet.<br />
Een derde deel van het energiegebruik in<br />
geïndustrialiseerde landen wordt verbruikt<br />
voor het verwarmen, koelen en ventileren<br />
van gebouwen. Als je daar enkele procenten<br />
wint, bespaar je veel geld en grondstoffen.<br />
‘Systemen die het energie- en exergieverbruik<br />
(zie uitleg verderop) verminderen,<br />
maar het thermisch comfort niet kunnen<br />
garanderen, worden echter niet verkocht.<br />
Daarom is het belangrijk al in de ontwerpfase<br />
het comfort te kunnen voorspellen’,<br />
stelt promovenda ir. Lisje Schellen die bij de<br />
faculteit Bouwkunde onderzoek doet naar<br />
een nieuwe klimaatkamer.<br />
Het principe van deze klimaatkamer is een<br />
zeer goed geïsoleerde koelcel. Aan de binnenzijde<br />
zijn aan de wanden panelen van<br />
Tripple Solar geplaatst, aluminium panelen<br />
die veel gebruikt worden als zonnecollector.<br />
Ze blijken door hun vorm en geleiding ook<br />
uitstekend geschikt voor een klimaatkamer.<br />
Omdat elk paneel apart gekoppeld is aan de<br />
verwarmings- en koelbron, kan elke wand<br />
een eigen temperatuur krijgen. Verder kan<br />
de luchttemperatuur exact geregeld worden,<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0<br />
‘In de ontwerpfase<br />
moet je al het<br />
comfort in een<br />
ruimte kunnen<br />
voorspellen’<br />
evenals de relatieve luchtvochtigheid en de<br />
hoeveelheid ventilatie. Daarnaast kunnen<br />
twee verschillende type ventilatiesystemen<br />
onderzocht worden: meng- en verdringingsventilatie.<br />
Er is een infraroodcamera aanwezig<br />
die de warmteverdeling in de ruimte<br />
laat zien en sensoren meten de luchtvochtigheid,<br />
de temperatuur, luchtsnelheid en<br />
turbulentie-intensiteit. Onlangs is ook een<br />
3D-laser-doppler anemometer gekocht die<br />
luchtstromen in kaart brengt. Het onderzoek<br />
richt zich vooral op laag-exergetische verwarmings-<br />
en koelingsystemen. Exergie is<br />
de maximale hoeveelheid arbeid die (theo-<br />
retisch) uit een grondstof gewonnen kan<br />
worden bij het in evenwicht brengen met de<br />
omgeving. Modellen die nu vaak toegepast<br />
worden om thermisch comfort te voorspellen,<br />
zijn niet toepasbaar in niet-uniforme<br />
omgevingscondities. Bij niet-uniforme<br />
ruimtes, bijvoorbeeld een lage-temperatuurvloerverwarming<br />
in combinatie met veel<br />
grote ramen, gelden andere regels dan in<br />
standaardruimten. Als het ergens 21 graden<br />
moet zijn, is het onzin om het water eerst te<br />
verwarmen tot 60 graden om het dan weer<br />
af te koelen tot 21 graden. Dat kan efficiënter.<br />
Echter, door toepassing van een laagtemperatuur-verwarmingssysteem<br />
in combinatie<br />
met natuurlijke ventilatie, kunnen<br />
luchtstromingen met een lage temperatuur<br />
en relatief grote luchtsnelheid in de leefzone<br />
terechtkomen. Iemand die dan lang<br />
stilzit in zo’n ruimte, krijgt toch koude handen<br />
of voeten door deze luchtstromingen,<br />
ook al is de ruimtetemperatuur 21 graden.<br />
En dan voelt je hele lichaam koud aan. Juist<br />
met dat soort aspecten gaat deze methode<br />
rekening houden.
TU/e-onderzoekers betrokken<br />
bij terugkeer ruimtesonde<br />
Met een snelheid van ongeveer 44.000<br />
kilometer per uur keerde half juni -na een<br />
zeven jaar durende reis tot voorbij de baan<br />
van Mars- Hayabusa terug in onze dampkring.<br />
Kort voordat deze Japanse ruimtesonde<br />
in stukken uit elkaar viel, werd een<br />
capsule losgelaten met daarin een monster<br />
van de asteroïde Itokawa. Zo’n twintig<br />
onderzoekers van over de hele wereld,<br />
onder wie twee van het TU/e-wiskundelab<br />
LIME, gingen half juni de lucht in om de<br />
terugkeer van Hayabusa en haar capsule<br />
nauwgezet in beeld te brengen.<br />
De terugkeer van de ruimtesonde is bijzonder,<br />
het is de eerste keer dat een monster<br />
van een asteroïde vanuit de ruimte naar<br />
de aarde wordt gebracht. Er zijn wel eens<br />
ruimtesondes langer en verder weg geweest,<br />
maar die verdwenen stuk voor stuk<br />
uit beeld om nooit meer terug te keren. De<br />
vierhonderd kilo wegende sonde -inclusief<br />
de achttien kilo zware capsule- kwam met<br />
een snelheid van zo’n 12,2 kilometer per<br />
seconde en onder een hoek van twaalf<br />
graden de dampkring binnen. Dit gebeurde<br />
boven de woestijn van Australië.<br />
gesteld<br />
‘Focussen op de top brengt je in<br />
ieder geval een eind de berg op.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Realization of a<br />
Demonstrator Slave for Robotic Minimally Invasive<br />
Surgery’ van Linda van Bedem)<br />
‘Dat men in het Nederlandse bedrijfsleven elkaar<br />
tutoyeert, waar in Duitsland U gebruikelijk is,<br />
betekent niet automatisch dat Nederlandse<br />
bedrijven minder hiërarchisch zijn.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Ionic Liquids as<br />
Alternative Solvents for Aromatics Removal’ van<br />
Antje Hansmeier)<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Dr.ir. Bart Janssen (l) en dr.ir. Bas van der linden van lIME.<br />
TU/e-onderzoekers dr.ir. Bart Janssen,<br />
dr.ir. Bas van der Linden en dr. Christina<br />
Giannopapa van het TU/e-wiskundelab<br />
LIME hebben een goede eerste indruk<br />
van hun beelden van de terugkeer van<br />
Hayabusa. Ze stapten samen met andere<br />
onderzoekers van over de hele wereld, aan<br />
boord van een Douglas DC-8 om de rentree<br />
van het ruimtevaartuig met speciale ‘high<br />
frame rate’-camera’s in beeld te brengen.<br />
Volgens Janssen was duidelijk te zien hoe<br />
de capsule zich op een bepaald moment<br />
‘Resultaten uit het verleden dienen garanties te<br />
geven voor onderzoeksgelden in de toekomst.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Probing Dynamic<br />
Interfaces in Organic Electronics’ van Simon<br />
Mathijssen)<br />
‘Huidverjonging hoeft niet noodzakelijkerwijs te<br />
betekenen dat je het mooier maakt dan dat het in<br />
werkelijkheid ooit geweest is.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘The Effect of Heat<br />
Shocks in Skin Rejuvenation’ van Susanne Dams)<br />
afsplitste. De sonde zelf brak door de<br />
immense hitte waarmee de terugkeer gepaard<br />
ging, snel uiteen en verbrandde.<br />
Janssen had een speciale nachtzichtbril en<br />
kon de sonde als één van de eersten aan<br />
boord met de camera’s ‘vangen’. Terwijl<br />
in hoog tempo beelden uit vier parallelle<br />
camera’s binnenstroomden, zorgde<br />
Giannopapa ervoor dat de dataopslag het<br />
de hele tijd volhield. De eerste indruk van<br />
de beelden is dat het LIME-team erg gedetailleerde<br />
informatie heeft kunnen vangen.<br />
‘Writing a grant proposal should be<br />
a love affair with the future of your field.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Algorithms in<br />
Moderately Exponential Time’ van Matthias Mnich)<br />
‘Ook voor homogene katalysatoren<br />
geldt: Size does matter.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Molecular Weight<br />
Enlargement – A Molecular Approach to<br />
Continuous Homogeneous Catalysis’ van<br />
Michèle Janssen)<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 2 7
Foto’s: Vincent van den Hoogen<br />
2 8<br />
De Vonk<br />
Hoogleraar met zijn<br />
voeten in de praktijk<br />
Met een stevige basis in de theoretische fysica verlegt Bulander Philip de Goey<br />
de grenzen van de verbrandingstechnologie. en niet zonder succes, getuige zijn<br />
uitverkiezing tot Simon Stevin Meester. op 7 oktober ontvangt hij deze prestigieuze<br />
onderscheiding.<br />
‘Ik ben geboren in Budel en ik heb daar, met uitzondering<br />
van mijn studietijd, altijd gewoond. Tegenwoordig<br />
woon ik aan de rand van de dorpskern. Onze beroemdste<br />
local hero is de cabaretier Hans Teeuwen. Ik was<br />
kort geleden in mijn tuin bezig toen er een auto stopte.<br />
‘Hier woont toch Hans Teeuwen?’ Ik moest ze teleurstellen.<br />
Die heeft het dorp al lang geleden verlaten.<br />
Mijn vader had in Budel een groot landbouwbedrijf. Als<br />
er gewerkt moest worden, hielp ik een handje. Maar<br />
alleen als de studie dat toeliet, want daarvoor kreeg ik<br />
van mijn ouders alle ruimte. Ze zijn van een generatie<br />
die wel de potentie had om door te leren, maar de kans<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
niet kreeg. Die kans wilden ze ons niet ontnemen. Tot<br />
de zesde klas ging ik naar de dorpsschool. Maar de onderwijzer<br />
van de zesde klas, zo was de opinie, was geen<br />
didactische ster. Dus fietste ik dat laatste jaar in mijn<br />
eentje op en neer naar de lagere school in Weert. Ik kon<br />
goed leren en was als kind al geïnteresseerd in natuurkunde.<br />
Experimenteren trok me niet zo, de theorie juist<br />
wel. Op het gymnasium in Weert was ik vaak de beste in<br />
de bètavakken, in de talen was ik geen held. Ik was een<br />
kind van mijn tijd. Lange haren, kapotte spijkerbroeken,<br />
je kent dat wel.<br />
Na mijn eindexamen wilde ik gaan studeren en op ka-
Prof.dr. Philip de Goey (51),<br />
hoogleraar Combustion<br />
Technology<br />
mers. Naar <strong>Eindhoven</strong> wilde ik per se niet. Te technisch.<br />
Ik wilde echte natuurkunde studeren en ik vertrok in<br />
1977 naar Nijmegen. Het was een zwaar programma<br />
met wiskunde van het niveau waarmee je de huidige<br />
generatie studenten geen plezier doet. Met een groepje<br />
van zes zaten we na de colleges de opgaven te maken.<br />
Van de discussies in die groep heb ik ontzettend veel<br />
geleerd. Desnoods werkten we door tot middernacht en<br />
gingen we daarna nog uit. Ik heb nooit moeite gehad<br />
met hard werken, dat heeft waarschijnlijk te maken met<br />
mijn afkomst. Van samenwerken en discussiëren krijg ik<br />
positieve energie, ik ben geen kamergeleerde. Ik ben afgestudeerd<br />
in de theoretische natuurkunde op quantum<br />
chromodynamica. Een vrij fundamenteel, specialistisch<br />
thema. Niet iets wat je aan je oma kunt uitleggen. Ik<br />
kreeg in 1982 mijn diploma en wilde graag promoveren.<br />
Ik ging ervan uit dat ik samen met een andere student<br />
een project zou krijgen, maar er bleek maar één plaats<br />
te zijn. Die kreeg ik niet en ik raakte stevig gefrustreerd.<br />
De Goey: ‘Van samenwerken en<br />
discussiëren krijg ik positieve energie,<br />
ik ben geen kamergeleerde.’<br />
Van de weeromstuit besloot ik dan maar een ander pad<br />
in te slaan. Ik haalde mijn didactische aantekening en<br />
ging aan de slag als docent. Natuurkundeles geven<br />
vond ik geweldig en ik was, denk ik, een goede docent.<br />
Toen ik vertrok kreeg ik van alle dames in mijn klas een<br />
mooie tekening! Maar ik miste het onderzoek.<br />
Promotie in eindhoven<br />
Mijn afstudeerhoogleraar had iets goed te maken en<br />
hij tipte me over een promotieplaats in <strong>Eindhoven</strong>. Mijn<br />
afkeer van de TU was intussen verdwenen. Boudewijn<br />
Verhaar, hoogleraar Theoretische Natuurkunde,<br />
werd mijn promotor. Ik stortte me op de Bose-<br />
Einsteincondensatie van spin-gepolariseerde waterstof.<br />
Het doel was om een Bose-Einsteingas te maken, iets<br />
zoals superfluïde helium, maar dan voor een atomair<br />
waterstofgas. Ik ben daarvoor bij MIT en Harvard geweest.<br />
Verhaar was een uitstekende promotor en ik<br />
heb veel van hem geleerd. We zaten hele dagen samen<br />
achter een werkscherm van de Burroughscomputer<br />
samen te werken aan programma’s om botsingen<br />
van waterstofatomen uit te rekenen. Ik had na mijn<br />
promotie al twintig publicaties op mijn naam staan.<br />
Ik houd van diep graven, maar het wereldje waarin<br />
ik me bewoog werd te klein. Ik was op zoek naar wat<br />
praktischer onderzoek, liefst aan de universiteit. Ik<br />
werd vervolgens universitair docent in de groep van<br />
Hans Nieuwenhuizen, hoogleraar Apparatenbouw<br />
voor de procesindustrie bij Werktuigbouwkunde.<br />
Verbrandingstechnologie was voor mij een totaal nieuw<br />
vakgebied. In het begin kreeg ik vanuit Nijmegen verontruste<br />
vragen over wat ik daar bij de fietsenmakers<br />
ging zoeken. Zelf vroeg ik ook wel eens af waar ik<br />
terecht was gekomen. Veel werktuigbouwers werkten<br />
vanuit een praktische aanpak, op basis van een groot<br />
aantal aannames. Dat is nooit mijn werkwijze geweest.<br />
Ik wil eerst weten hoe iets in elkaar steekt. Daarvoor<br />
heb ik een goede wiskundige basis nodig. Vanuit de<br />
theorie beschrijf je dan het fysisch gedrag van vlammen<br />
en kun je het voorspellen. Ik denk dat ik op dat gebied<br />
in de loop der jaren een aantal significante stappen heb<br />
kunnen zetten. Eind jaren negentig werd er in Twente<br />
aan me getrokken. Daar kreeg de faculteit lucht van<br />
en in 2000 kreeg ik een persoonlijk hoogleraarschap,<br />
nadat ik een jaar in een topgroep in Aken had kunnen<br />
werken. In dat jaar begeleidde ik ook nog vijf promovendi<br />
in <strong>Eindhoven</strong>. Dat alles had me, zo bleek achteraf,<br />
veel energie gekost. Mijn eerste jaar als hoogleraar<br />
begon ik dus bijna met een burn-out. De groei van mijn<br />
groep en de positieve exposure hebben me snel uit dat<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 29
3 0<br />
De Vonk<br />
dal getrokken. Ik merk dat we nu op veel gebieden kunnen<br />
oogsten. De modellen die we ontwikkelen, stoelen<br />
op een theoretische basis en worden bijvoorbeeld<br />
gebruikt in het hart van de softwarecodes van de gasturbines<br />
van Rolls Royce. Hoewel je me kunt beschouwen<br />
als exponent van de verwetenschappelijking van de<br />
werktuigbouwkunde, vind ik dat je niet alles vanachter<br />
je computer moet doen. Je moet ook stevig met je voeten<br />
in de praktijk staan. De laatste jaren zie ik kennisvalorisatie<br />
en innovatie steeds meer als een uitdaging.<br />
Uit onze groep zijn sinds 2007 twee spin-offs ontstaan.<br />
Afstudeerder Jasper Winkes ontwikkelt in zijn bedrijf<br />
Fistuca een nieuw type schone heimachine. Een tweede<br />
spin-off is Progression Industry. Daar wordt gewerkt aan<br />
een poreuze injector, waarvoor Jos Reijnders in juni de<br />
TU/e Perspectiefprijs heeft gewonnen.<br />
Een van de andere uitvindingen uit onze groep is<br />
CyclOx, waarop Michael Boot recent is gepromoveerd.<br />
Door deze stof aan diesel toe te voegen vermindert<br />
de uitstoot van roet aanzienlijk. We denken dat we die<br />
stof kunnen produceren uit biomassa. De structuur van<br />
CyclOx lijkt namelijk sterk op die van lignine, een afvalproduct<br />
van biomassa. Kun je dat hergebruiken, dan<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
De Goey: ‘Ik vind het jammer dat er<br />
binnen de TU/e zo weinig intellectueel debat<br />
is over de aanpak van innovatie.’<br />
heb je een nette productieroute te pakken: geen roet,<br />
geen NOx en ook nog eens uit een duurzame bron.<br />
Simon Stevin Meester<br />
In oktober krijg ik de Simon Stevin Meester onderscheiding<br />
en daar ben ik best trots op. Net als mijn<br />
vrouw, kinderen en familie. Ik mag een half miljoen euro<br />
besteden aan onderzoek. Ik ga dat geld waarschijnlijk<br />
inzetten voor onderzoek aan flameballs. Heel kleine<br />
vlammetjes van een paar millimeter. Vele jaren werd gedacht<br />
dat je die alleen zou kunnen produceren onder de<br />
zwaartekrachtcondities zoals die in een ruimtestation<br />
aanwezig zijn. Dat is aangetoond in een experiment in<br />
het ISS-ruimtestation: het bleken perfect symmetrische,<br />
bolvormige systemen. We hebben ze nu, waarschijnlijk<br />
als eerste ter wereld, ook in ons lab kunnen maken. In<br />
de zomer presenteerden we de eerste resultaten op<br />
een groot congres in Beijing. Met het Stevingeld wil ik<br />
die vlammetjes nog meer tunen om nog nauwkeurigere<br />
modellen te maken.<br />
Ik geef nu leiding aan een van de grotere groepen binnen<br />
de faculteit, inclusief de afstudeerders zo’n zeventig<br />
man. Ik hoor nog net tot de generatie die wat in de<br />
luwte wordt gehouden wat betreft bestuurstaken. Ik<br />
vind het geweldig om allerlei onderzoeksinitiatieven te<br />
nemen en met bedrijven samen te werken. Ik ben in alle<br />
projecten de theoreticus op de achtergrond en daardoor<br />
de rode draad. Als ik achttien zou zijn, zou ik weer voor<br />
theoretische natuurkunde kiezen. Het maakt daarna niet<br />
zoveel uit welke richting je uitgaat.<br />
Wat ik over vijf jaar zal doen? Ik ben wetenschapper en<br />
dat blijf ik. Het starten van een eigen bedrijf zou me wel<br />
aanspreken, maar dan in combinatie met het hoogleraarschap<br />
en dat is in de praktijk niet eenvoudig. Ik zie<br />
vooralsnog geen reden een andere universiteit te zoeken.<br />
Vorig jaar heeft Aken aan me getrokken, waar een<br />
belangrijke leerstoel vrijkwam. Maar ik heb me gerealiseerd<br />
dat ik hier veel vrijheid heb en een goede groep,<br />
waarmee we kunnen blijven oogsten. Ik ben bezig met<br />
een kweekvijver van studenten die het leuk vinden om<br />
innovatieve dingen uit te proberen. Ik vind het overigens<br />
jammer dat er binnen de TU/e zo weinig intellectueel<br />
debat is over de aanpak van innovatie. De meeste collega’s<br />
houden toch liever vast aan de fundamentele aanpak<br />
van hun onderzoek. Ik denk dat we als Nederland<br />
een paar tandjes moeten bijzetten. Ik hoop dat ook het<br />
nieuwe energie-instituut een extra impuls kan geven.<br />
<strong>Eindhoven</strong> lijkt de centrale plek voor energieonderzoek<br />
te gaan worden in Nederland. We scoren<br />
wereldwijd al heel hoog. Met ECN en FOM er bij wordt<br />
het nog leuker. Ik hoop daar met onze groep inhoudelijk<br />
aan bij te dragen. We doen ons best!’
3TU. School for Technological Design STAN ACKERMANS INSTITUTE<br />
U loopt er in uw bedrijf ongetwijfeld regelmatig tegenaan: technische<br />
en/of logistieke vraagstukken die alleen via een gedegen, ontwerpgerichte<br />
aanpak verantwoord zijn op te lossen. In zo’n situatie kunt u een beroep<br />
doen op de expertise van 3TU.School for Technological Design,<br />
Stan Ackermans Instituut.<br />
Technologisch<br />
vraagstuk of<br />
ontwerpopdracht?<br />
Ontwerpersopleidingen<br />
Het Stan Ackermans Instituut verzorgt elf tweejarige ontwerpersopleidingen<br />
voor afgestudeerde ingenieurs. In het tweede jaar van de opleiding voert de<br />
technologisch-ontwerper-in-opleiding een ontwerpopdracht uit, zowel voor als<br />
binnen het bedrijfsleven. De technologisch-ontwerper-in-opleiding wordt daarbij<br />
uiteraard begeleid door deskundigen van het Stan Ackermans Instituut. Ook<br />
andere vormen van samenwerking, waarbij uw werknemer gedetacheerd wordt<br />
bij het Stan Ackermans Instituut, zijn bespreekbaar.<br />
Succes<br />
De ontwerpersopleidingen bestaan volgend jaar 25 jaar. Inmiddels hebben maar<br />
liefst 3000 ontwerpers hun opleiding succesvol afgerond, in september 2010 is<br />
het 3000 ste diploma uitgereikt. De meeste ontwerpers zijn in dienst getreden bij<br />
het bedrijf waar zij hun ontwerpopdracht uitvoerden en bekleden daar nu veelal<br />
leidinggevende functies.<br />
Meer informatie?<br />
U kunt contact opnemen met drs.ir. Pieter de Bock, 040 – 247 4166 of<br />
p.f.d.bock@tue.nl.<br />
Op www.3tu.nl/sai vindt u meer informatie over de ontwerpersopleidingen van<br />
het Stan Ackermans Instituut.
3 2<br />
beLeID<br />
China creëert ‘ID-living labs’<br />
naar eindhovens model<br />
Het gloednieuwe gebouw van Zhejiang University in Hangzhou staat al klaar: een enorme toren<br />
en een half rond glazen gebouw met een basis groter dan de piramide van Cheops. Professor<br />
dr.ir. Jeu Schouten, oud-decaan van de faculteit Industrial Design (ID), start dit najaar als<br />
‘honorary dean’ voor een periode van vijf jaar, om de strategie te bepalen voor een internationaal<br />
designinstituut naar voorbeeld van de ‘ID-Living labs’ in eindhoven. Schouten: ‘Ik heb het plaatje<br />
al in mijn hoofd, nu alleen nog de uitvoering.’<br />
Schouten gaat zich buigen over de<br />
gewenste onderwijs- en onderzoeksprogramma’s,<br />
mogelijke start-ups en<br />
samenwerkingsverbanden met industrie<br />
en kennisinstellingen, waaronder de<br />
TU/e, het Amerikaanse MIT en universiteiten<br />
in Japan en Singapore. Het plaatje<br />
van de faculteit heeft Schouten al in<br />
zijn hoofd: ‘Het nieuwe instituut en de<br />
faculteit krijgt drie clusters: als eerste<br />
onderwijs, met bachelor-, master- en<br />
PhD-opleidingen. Als tweede cluster<br />
het onderzoek, waarbij enerzijds het<br />
vakgebied wordt verkend, waar betere<br />
gereedschappen voor ontwerpers<br />
worden ontwikkeld en waar anderzijds<br />
natuurlijk ontwerpen worden gemaakt<br />
en getest. In de ‘ID-living labs’ worden<br />
hierbij nieuwe ontwerpen en prototypes<br />
gemaakt en in nagebootste alledaagse<br />
omgevingen getest. Het derde cluster<br />
tenslotte omvat het ontwikkelen van<br />
nieuwe bedrijvigheid.’<br />
De benoeming van hoogleraar Schouten<br />
valt binnen het zogeheten ‘Thousand-<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
Person program’ van de centrale regering<br />
in Beijing. Zij wil duizend internationale<br />
toponderzoekers en -strategen<br />
aantrekken als zwaargewichtadviseurs<br />
voor verschillende sectoren waarin<br />
China nadrukkelijk streeft naar vernieuwing.<br />
Schouten: ‘Op dit moment wordt China<br />
vooral gezien als productiefabriek. Op<br />
termijn is daarmee niet het meeste te<br />
verdienen. China wil daarom ook zelf<br />
gaan ontwerpen.’ Vertegenwoordigers<br />
van de Zhejiang University zijn volgens<br />
Schouten ‘ontzettend geboeid’ door<br />
wat Industrial Design in <strong>Eindhoven</strong> de<br />
afgelopen tien jaar heeft opgezet en de<br />
mogelijkheden voor de creatieve industrie<br />
die daaruit volgen. ‘Zoiets willen<br />
zij ook.’<br />
Internationale samenwerking<br />
‘Ik werk graag samen met Chinese collega’s’,<br />
vertelt Schouten. ‘Ze werken<br />
hard, zijn heel slim en innovatief en durven<br />
veel. En ze kunnen zich heel goed<br />
Het hightech jasje<br />
voor couveuse-<br />
baby’s dat de facul-<br />
teit ID samen met<br />
het Máxima Medisch<br />
Centrum ontworpen<br />
heeft.<br />
aanpassen aan de omstandigheden.’ De<br />
inbreng van Schouten helpt China vooruit,<br />
maar de hoogleraar benadrukt dat<br />
ook de TU/e erbij gebaat is. Hij denkt<br />
aan de uitwisseling van studenten en<br />
aan de kans om samen internationaal<br />
parallel onderzoek te doen, wat vooral<br />
in dit vakgebied van belang is. Veel<br />
consumentenproducten worden voor<br />
de wereldmarkt gemaakt en komen<br />
dus in heel verschillende culturen terecht.<br />
Het testen van die producten in<br />
labs in verschillende settings is dus<br />
belangrijk, aldus Schouten.<br />
‘Al is de achterliggende techniek gelijk,<br />
het kan per cultuur verschillen hoe je<br />
ermee omgaat. Dat kan binnen één<br />
project leiden tot verschillende producten<br />
of diensten voor de Chinese of<br />
de Europese markt. Zo wordt er bij ID<br />
in <strong>Eindhoven</strong> en ook door collega’s in<br />
China al gezamenlijk gewerkt aan intelligente<br />
producten en diensten waardoor<br />
ouderen zo lang mogelijk thuis<br />
kunnen blijven wonen. Schouten: ‘Nu<br />
kinderen werken of op afstand wonen,<br />
kunnen ze niet voor hun ouderen zorgen,<br />
zoals dat in de Chinese cultuur<br />
gebruikelijk was. Dat schuldgevoel<br />
zorgt ervoor dat ze heel wat over hebben<br />
voor goede producten die zorg op<br />
afstand kunnen vergemakkelijken.’<br />
Markant moment<br />
Schouten noemt zijn afscheid als decaan<br />
aan de faculteit ID in <strong>Eindhoven</strong><br />
tien jaar na de oprichting een ‘markant<br />
moment’. ‘We hebben met een geweldig<br />
team gedaan wat we vooraf zeiden
te gaan doen. Inmiddels heeft er een<br />
eerste onderwijsevaluatie en accreditatie<br />
plaatsgevonden. De onderzoeksvisitatie<br />
is net achter de rug. Voor mij<br />
is de cirkel nu rond.’ Het opzetten van<br />
ID vond Schouten een heel mooi project.<br />
‘Het is goed dat prof.dr.ir.<br />
Aarnout Brombacher het nu van me<br />
gaat overnemen. Er is nog veel te<br />
doen. Een faculteit als deze blijft nooit<br />
stilstaan. Bouwen en vernieuwen gaat<br />
in dit vakgebied altijd door omdat de<br />
maatschappij blijft veranderen.’<br />
Hij merkt op dat ID wel een ‘geschikter<br />
gebouw kan gebruiken dan het<br />
huidige hoofdgebouw.’ Schouten:<br />
‘Onderwijs, onderzoek en ontwerp<br />
gaan bij ID samen op. We hebben hier<br />
een mix van faciliteiten voor nodig,<br />
waarbij we zowel een principeontwerp<br />
kunnen maken als prototypes kunnen<br />
bouwen. Ruimtes waar we zowel kun-<br />
‘ontwerpers proberen via synthese<br />
tot iets nieuws te komen.’<br />
nen bouwen als testen. Waar de klant<br />
voor wie je ontwerpt er al bij zit als je<br />
het gaat bedenken. Onze faciliteiten in<br />
het living lab ondersteunen die manier<br />
van werken. Voor Industrial Design zou<br />
nieuwbouw beter zijn en dan eerder<br />
dan volgens de huidige planning in<br />
2016: een gebouw dat ontworpen is<br />
om ontwerpers op te leiden.’<br />
De oud-decaan heeft het altijd een<br />
uitdaging gevonden om de positie van<br />
Industrial Design aan de TU/e te verdedigen.<br />
‘Er blijft discussie bestaan over<br />
het bestaansrecht van ontwerpen op<br />
academisch niveau. Eigenlijk wonderlijk<br />
dat onder ingenieurs deze discussie nog<br />
bestaat’, vindt Schouten. ‘Analyserende<br />
onderzoekers proberen door analyse<br />
iets te begrijpen. Ontwerpers proberen<br />
via synthese tot iets nieuws te komen.<br />
Via beide sporen kun je kennis vergaren.<br />
Traditioneel gezien hebben we<br />
analyse altijd onderzoek genoemd. We<br />
zeggen altijd dat we aan onderwijs en<br />
onderzoek doen op de faculteit. Beter<br />
zou het zijn als we zeggen dat we aan<br />
onderwijs en kennisontwikkeling doen.<br />
Kennisontwikkeling gebeurt zowel door<br />
analyse als door synthese.’<br />
Schouten vertelt ten slotte wat hij zo<br />
speciaal vindt aan ID in <strong>Eindhoven</strong>: ‘Een<br />
mooi aspect vind ik de grote hoeveel-<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 33<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke
• Hét landelijke<br />
carrière-event<br />
voor ingenieurs<br />
• Relevant, actief,<br />
persoonlijk<br />
dagprogramma<br />
• De top van het<br />
bedrijfsleven<br />
• Case studies,<br />
presentaties,<br />
workshops,<br />
diners<br />
3 4<br />
beLeID<br />
Het nieuwe gebouw van Zhejiang University in Hangzhou.<br />
heid technologie en wiskunde die voor<br />
de ontwerpen en producten nodig is,<br />
maar voor de eindgebruiker verborgen<br />
blijft. De eindgebruiker hoef je daar niet<br />
lastig mee te vallen. Neem het speciale<br />
hightech jasje voor couveusebaby’s dat<br />
is ontwikkeld in de capaciteitsgroep<br />
Designed Intelligence samen met het<br />
Maxima Medisch Centrum. De arts krijgt<br />
alle meetgegevens die hij of zij nodig<br />
heeft en de baby kan door de ouders gewoon<br />
worden vastgehouden, zonder dat<br />
ADVERTENTIE<br />
er allerlei stekkertjes en draadjes los<br />
moeten worden gehaald.’<br />
Hij roemt ook het feit dat de medewerkers<br />
van ID, ongeacht hun Engineering,<br />
Design of Social Sciences-achtergrond,<br />
prima samenwerken en elkaar daarbij<br />
goed begrijpen en ook willen begrijpen.<br />
Ook de internationale erkenning van de<br />
faculteit doet Schouten goed. ‘We waren<br />
voor het eerst en met veel succes bij<br />
CHI 2009 in Boston (een internationaal<br />
vooraanstaand congres over humancomputer<br />
interaction - red.). Inmiddels<br />
is Industrial Design van de TU/e internationaal<br />
een begrip geworden als het<br />
gaat om academisch ontwerpen. De<br />
uitnodiging die ik vanuit China kreeg,<br />
zie ik als een bevestiging van het succes<br />
van onze ID-faculteit en een mooi compliment<br />
voor alle pioniers van de eerste<br />
tien jaar.’<br />
techniekbedrijven s<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
Talent
UFe<br />
Muziek op de Dommel<br />
bezoekers, organisatie en sponsoren waren het er unaniem over eens: het festival Muziek op<br />
de Dommel is een blijvertje. Gratis, laagdrempelig en waardevol voor stad en universiteit. Het<br />
<strong>Universiteit</strong>sfonds eindhoven draagt er daarom graag aan bij. Het muzikale evenement ontving<br />
een bedrag van 4500 euro uit het fonds.<br />
‘Toen we op het idee van het festival kwamen, hebben we vrij<br />
snel contact gezocht met het <strong>Universiteit</strong>sfonds’, vertelt Erik de<br />
Jong (25), student Bouwkunde en lid van de lustrumcommissie<br />
van <strong>Eindhoven</strong>s Studenten Muziek Gezelschap Quadrivium.<br />
‘Dit jaar vieren we het negende lustrum van Quadrivium en om<br />
dat te vieren organiseerden we onder andere dit festival. Het<br />
<strong>Universiteit</strong>sfonds zag het gelukkig meteen zitten: een laagdrempelig<br />
festival van studenten, voor iedereen.’<br />
Dat het evenement gratis was, benadrukte de laagdrempeligheid<br />
nog eens, net als de locatie. Het drijvend podium lag<br />
midden in de stad, bij het Van Abbe Museum. De Jong: ‘Twee<br />
jaar geleden is het plan voor een drijvend podium ontstaan.<br />
Vanwege onze technische achtergrond wilden we ook graag zelf<br />
het podium ontwerpen. Uiteindelijk is dat niet doorgegaan en<br />
hebben we het podium gehuurd, maar het plan om een klassiek<br />
concert op een drijvend podium in <strong>Eindhoven</strong> te geven was zo<br />
inspirerend dat het festival er sowieso zou komen.’<br />
Alle bevriende amateurmuziekgezelschappen reageerden<br />
enthousiast op de vraag of ze mee wilden doen. De verschillende<br />
koren en orkesten stonden garant voor een dag lang<br />
muziek op de Dommel, voor iedereen. ‘We hadden een lijst gemaakt<br />
met verenigingen die we wilden vragen en stuk voor stuk<br />
waren ze enthousiast . Dus het programma voor 5 juni was snel<br />
gemaakt’, lacht De Jong.<br />
Schot in de roos<br />
Het festival bleek een schot in de roos. ‘Volgens de beveiliging<br />
zijn er in totaal bijna 5000 bezoekers geweest en stonden er<br />
tijdens het afsluitende slotconcert van Quadrivium zo’n 1500<br />
mensen. We hebben erg veel positieve reacties gehad. Het was<br />
dan ook bijna te perfect weer: behoorlijk warm. Omdat het<br />
gratis en openbaar was, kon je gelukkig rustig even verkoeling<br />
gaan zoeken en later weer terugkomen.’ Als afsluiting van het<br />
lustrumjaar gingen de leden op ‘Klippertournee’. De leden<br />
gaven half juli, zeilend op drie grote klippers, concerten in<br />
diverse pittoreske plaatsen rondom het IJsselmeer.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 35<br />
Foto: Bart van Overbeeke
Patrick de Man (Tilburg, 1974) is de TU/e<br />
dankbaar. Niet alleen voor het onderwijs,<br />
maar vooral ook voor de vrijheid die hij<br />
er kreeg om het buitenland op te zoeken.<br />
De scheikundig technoloog was actief bij<br />
studievereniging Japie en organiseerde<br />
onder meer een studiereis naar Turkije.<br />
‘Dat herinner ik me als één van de beste<br />
dingen van de TU/e: dat ze reizen tijdens<br />
de studie stimuleren’, vertelt hij. ‘Of het<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
3 6<br />
LooPbAAn<br />
Van de zuurkast<br />
naar Wall Street<br />
Zijn ‘travel bug’ deed hij op bij het organiseren van een studentenuitwisseling naar Turkije.<br />
Tijdens zijn studie Scheikundige Technologie ging Patrick de Man op stage naar de Verenigde<br />
Staten en de Filipijnen. Hij leerde zijn vrouw kennen in Japan, nam haar mee naar nederland en<br />
promoveerde aan MIT, in combinatie met een MbA. Twee jaar geleden zat hij in het epicentrum<br />
van de economische crisis, als handelaar in elektriciteit bij Lehman brothers in new york.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
nu was met de studievereniging of met<br />
een buitenlandse stage; de faculteit had<br />
er altijd wel wat geld voor over.’ Hij zat<br />
vervolgens drie maanden bij Shell in de<br />
Filipijnen en die bestemming heeft – in<br />
retrospectief – zijn leven veranderd. ‘Daar<br />
is mijn grote interesse in Azië ontstaan.’<br />
Na zijn afstuderen hoorde De Man van<br />
het Japan Prizewinners Program, een<br />
programma dat door het ministerie van<br />
Onderwijs in het leven geroepen is om<br />
de contacten tussen Japan en Nederland<br />
te verbeteren. Met ongeveer twintig anderen<br />
vertrok hij voor een jaar naar het<br />
land van de rijzende zon, na vijf maanden<br />
fulltime ondergedompeld te zijn geweest<br />
in de Japanse taal. ‘Het was zo verfrissend<br />
om na zes jaar bètaonderwijs weer<br />
een taal te leren vanaf nul!’ Wanneer De<br />
Man terugdenkt aan de aankomst op
het vliegveld van Tokio, moet hij nog<br />
altijd lachen. ‘We dachten dat we een<br />
aardig mondje Japans spraken, maar<br />
daar begreep niemand ons. Japans is<br />
een bijzondere taal. Afhankelijk van<br />
je werkkring, leeftijd of geslacht gebruiken<br />
mensen andere woorden en<br />
uitdrukkingen.’ Het Japan Prizewinners<br />
Program is inmiddels opgeheven, maar<br />
De Man won in het land zijn eigen<br />
hoofdprijs. Hij leerde er Mika kennen,<br />
‘We gingen<br />
failliet, maar<br />
wisten er niets<br />
van.’<br />
met wie hij inmiddels getrouwd is en<br />
een kind heeft. Het gezin woont in New<br />
York, in een appartement aan de Upper<br />
East Side.<br />
Promotie en MbA<br />
Samen gingen ze in 2000 op vakantie<br />
naar New York en Boston. Een vriendin<br />
leidde hen rond op MIT, bij Boston. De<br />
Man werkte inmiddels in Nederland<br />
in de procestechnologie en nam uit<br />
pure nieuwsgierigheid een kijkje bij<br />
de scheikundefaculteit van deze gerenommeerde<br />
universiteit. Hij raakte<br />
aan de praat met een secretaresse die<br />
hem vertelde over een gloednieuw programma:<br />
je kon in vijf jaar een promotie<br />
combineren met een MBA. De Man:<br />
‘Toevallig had ik toen op mijn werk<br />
steeds problemen met salesmensen.<br />
Wij leken elkaar niet te begrijpen. En<br />
voor een promotie was ik al vaker gevraagd.<br />
Ik dacht, als ik het nu niet doe,<br />
komt het er niet meer van.’<br />
Het was een openbaring, zo vertelt hij.<br />
‘Soms vraag ik me af waarom we in<br />
<strong>Eindhoven</strong> niet zoiets kunnen hebben<br />
als op MIT. Alle faciliteiten zijn er, maar<br />
ik miste aan de TU/e de energie van je<br />
medestudenten, die voortdurende drive<br />
om jezelf te verbeteren. Op MIT zat ik<br />
soms tot drie uur in de nacht met anderen<br />
aan het huiswerk, om het maar zo<br />
goed mogelijk te doen.’<br />
Na het behalen van zijn doctors- én<br />
MBA-graad bleek De Man met die combinatie<br />
zo’n beetje elke baan te kunnen<br />
krijgen. Vrienden van hem gingen aan<br />
de slag in de wereld van de aandelen<br />
of het durfkapitaal, sommigen gingen<br />
‘gewoon’ de chemie in, naar Exxon<br />
of Shell. De Man begon in 2006 bij<br />
Lehman Brothers. Daar had hij tijdens<br />
zijn MBA stage gelopen en ze wilden<br />
hem graag hebben. Volgens zijn toenmalige<br />
begeleider was hij zeer geschikt<br />
om in elektriciteit te gaan handelen.<br />
De Man: ‘Dat is één van de ingewikkeldste<br />
producten en mijn achtergrond<br />
als ingenieur maakt dat ik goed uit de<br />
voeten kan met complexiteit. Oog voor<br />
detail, het snel kunnen doorgronden<br />
van complexe vraagstukken, het gevoel<br />
voor ordegroottes, stuk voor stuk<br />
eigenschappen van de ingenieur die<br />
terugkomen in commodity trading, het<br />
handelen in grondstoffen. In mijn geval<br />
in gas en elektriciteit.’<br />
Failliet<br />
Toen hij in 2006 begon bij Lehman<br />
Brothers lag de crisis nog ver achter<br />
de horizon. ‘Alles ging maar beter en<br />
beter, dus ik zag er wel toekomst in.’<br />
Toen de financiële wereld in 2008 op<br />
zijn grondvesten schudde, werkte De<br />
Man tijdelijk in Houston, Texas. Zijn<br />
werkgever speelde in de crisis een<br />
sleutelrol. ‘In Texas raasde toen de<br />
orkaan Ike en thuis zaten we zonder<br />
stroom. Ik checkte internet op kantoor<br />
en probeerde zo het nieuws te volgen.<br />
Ik kon het nauwelijks geloven. Wij wisten<br />
ook niet méér dan de buitenwereld,<br />
want de bazen vertelden ons niets. Ik<br />
zat in een tijdelijk appartement en ben<br />
halsoverkop teruggevlogen naar New<br />
York. Daar ging ik naar de bank om een<br />
cheque te verzilveren voor een onkostenvergoeding,<br />
maar die werd al niet<br />
meer geaccepteerd.’<br />
Die dag deed hij zijn stropdas om –<br />
company policy – en ging als gewoonlijk<br />
om zeven uur ‘s morgens naar het<br />
kantoor in Midtown. ‘Het begon me pas<br />
te dagen dat het echt mis was toen collega’s<br />
in hun gewone kloffie begonnen<br />
binnen te druppelen. Maar niemand<br />
wist wat er precies aan de hand was.<br />
Sommige leveranciers wilden ons nog<br />
wel leveren, andere niet. De verwarring<br />
bij klanten was groot. Veel kleine be-<br />
drijfjes die gewoon hadden betaald, dus<br />
terecht vroegen: ‘Waar blijft mijn gas?’.<br />
Ik schaamde me, want ik kon het ze niet<br />
uitleggen. Wij waren failliet maar onze<br />
relaties kwamen er ook door in de problemen.<br />
En er was niets wat ik eraan kon<br />
doen. Dat voelde echt triest.’<br />
kick<br />
Nu werkt De Man in Stamford,<br />
Connecticut voor RBS Sempra<br />
Commodities en handelt hij weer in elektriciteit.<br />
Big business blijkbaar, want met<br />
ongeveer honderd man droegen ze in<br />
2009 voor enkele honderden miljoenen<br />
dollars bij aan de winst van het bedrijf.<br />
‘Dat was een wat minder jaar’, klinkt het<br />
met enige ironie.<br />
Op de vraag waar hij zijn voldoening uit<br />
haalt, komt de ingenieur naar boven. ‘Ik<br />
ontdek iets dat anderen nog niet zien,<br />
door data en modellen heel goed te bestuderen.<br />
Als ik op die manier vooruit<br />
kan kijken en geld kan verdienen voor het<br />
bedrijf, geeft dat een kick.’ Hij geeft een<br />
voorbeeld: ‘Texas bouwde in het westen<br />
van de staat veel windmolens, omdat het<br />
er zo vaak waait. Maar het oosten heeft<br />
de meeste vraag naar stroom. Dan kun<br />
je zien aankomen dat de prijzen over een<br />
tijdje lokaal gaan verschillen en daar kun<br />
je dan op inspelen door vroeg goedkoop<br />
in te kopen om later voor een hogere prijs<br />
te verkopen.’<br />
Het gaat De Man zeker niet alleen om<br />
het geld. ‘Ik werk nu samen met een<br />
man van tegen de zestig, die al zijn hele<br />
werkende leven handelt op het grootste<br />
Amerikaanse elektriciteitsnetwerk. Die<br />
weet er zóveel van! Nu merk ik: mijn nummer<br />
1-criterium voor een leuke baan is<br />
dat ik elke dag nog iets kan bijleren.’<br />
ProFIeL<br />
Opleiding: Afgestudeerd in<br />
Scheikundige Technologie aan de TU/e.<br />
Nadien gepromoveerd en een MBA-graad<br />
aan MIT behaald.<br />
Huidige werkplek: RBS Sempra<br />
Commodities in Stamford, Connecticut<br />
als handelaar in elektriciteit.<br />
aMbitie: Elke dag iets bijleren.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 37
Foto: Bart van Overbeeke<br />
3 8<br />
STUDenTenLeVen<br />
De kleinste<br />
autofabrikant<br />
van nederland<br />
University racing eindhoven (Ure) doet al zeven jaar mee aan studentenraces, maar het grote<br />
succes kwam pas dit jaar toen werd overgestapt op een elektrische raceauto. Deze zomer veroverde<br />
het team van de TU/e een eerste plaats in de Formula Student Competitie in het oostenrijkse Melk.<br />
op het engelse Silverstone circuit werd het team derde en bij de race in Duitsland tweede. Mooie<br />
successen, waar Arjan van der Linden, operations manager van Ure, met veel plezier op terugkijkt.<br />
‘Dit is een van de mooiste jaren van mijn leven geweest’, zegt hij enthousiast.<br />
Van der Linden rondt een heel druk, leerzaam en bevredigend<br />
bestuursjaar af. Want het URE heeft dit jaar niet alleen erg goed<br />
gepresteerd in races, maar sleepte als klap op de vuurpijl ook<br />
de Audi innovatieprijs voor elektrische auto’s (15.000 euro) in de<br />
wacht. ‘Ik ben heel blij dat we voor een elektrisch concept hebben<br />
gekozen’, vertelt Van der Linden.<br />
Het URE bestaat uit zestig studenten die samen een raceauto<br />
ontwerpen, bouwen, testen en ermee racen in de Formula<br />
Student Competitie. Een ideale manier voor studenten om hun<br />
wetenschappelijke kennis in de praktijk te toetsen, om de relatie<br />
van de TU/e met de buitenwereld te versterken en om een<br />
positieve bijdrage te leveren aan het <strong>Eindhoven</strong>s studentenklimaat.<br />
Het <strong>Universiteit</strong>sfonds <strong>Eindhoven</strong> steunt het URE, waardoor<br />
bijvoorbeeld beter materiaal gekocht kon worden.<br />
Waarschijnlijk is het URE de kleinste autofabrikant van<br />
Nederland. Een team van zo’n zestig <strong>Eindhoven</strong>se studenten<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
levert jaarlijks een Formule 1-wagen af. Elk jaar bouwt het<br />
URE een eigen raceauto, soms met gebruik van onderdelen<br />
van de vorige auto. Voor het eerst bouwde het team een<br />
geheel elektrische raceauto, de URE05. Afstudeerder Loek<br />
Marquenie van Werktuigbouwkunde droeg veel bij aan de<br />
techniek van de auto met vergaand vooronderzoek en aanbevelingen<br />
over de meest effectieve materialen. Ook de<br />
Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst (GTD) van de TU/e<br />
was van de partij als het ging om bijvoorbeeld de constructie.<br />
De EPE-(Electromechanics and Power Electronics) groep van<br />
de TU/e bood bijstand bij de fijnere elektrotechniek en bij<br />
problemen die door het jaar heen regelmatig opdoken. ‘Ik<br />
heb als student <strong>Technische</strong> Bedrijfskundige enorm veel over<br />
techniek geleerd dit jaar. Ik ben zo gegrepen door de automotive<br />
industrie dat ik overweeg na mijn studie in deze richting<br />
te solliciteren’, vertelt Van der Linden. De komende jaren
Foto: (C)FSG - Ingo Reichmann<br />
wil hij zich bekwamen in procestechnologie en supply chain<br />
management. Voor de technische prestatie van het URE was<br />
ook tijdens de recente Bavaria Race in Rotterdam veel aandacht.<br />
Daar kon het publiek de auto’s bekijken en een praatje maken<br />
met de teams. Ook het Renaultteam had volgens Van der Linden<br />
veel belangstelling voor de wagen. Een kleine afvaardiging van<br />
het URE heeft in Rotterdam coureurs als Doornbos, Albers en<br />
Petrov ontmoet. Met name de stilheid van de wagen vonden<br />
deze racetoppers aardig, want een normale Formule 1-auto hoort<br />
nu eenmaal veel lawaai te maken.<br />
Voor het eerst in de geschiedenis van de Formula Student is de<br />
‘endurance race’ in Oostenrijk voor elektrische auto’s ’s avonds<br />
gehouden, van 22.00 tot 01.00 uur. ‘Machtig mooi was dat.<br />
Overal zit je met geluidsnormen, maar de elektrische auto’s<br />
maken geen lawaai. Hoewel de teams vooraf wat kabaal hebben<br />
gemaakt, met muziek en motorgeluiden. De race werd verlicht<br />
met heliumballonnen.’<br />
regulatief remmen<br />
De topsnelheid van de elektrische raceauto van het URE ligt<br />
rond de 100 kilometer per uur, de acceleratie naar die snelheid<br />
kost ongeveer vier seconden. Een van de innovaties die wellicht<br />
komend jaar verder wordt uitgewerkt, kan de snelheid op 120 km<br />
brengen. Daarnaast wordt volgend jaar gekeken naar de remmen<br />
en naar de zwaarte van de auto. Er kan zeker een aantal kilo’s<br />
gewicht gewonnen worden, volgens Van der Linden. Natuurlijk<br />
moet er ook genoeg energie zijn om een race uit te rijden, wat<br />
lang niet alle deelnemende teams lukt. ‘We kunnen energie<br />
Links: Arjan van der Linden.<br />
rechts: Het team van<br />
University racing eindhoven<br />
2010.<br />
opslaan bij het remmen waardoor er een extra rendement is van<br />
zo’n twintig procent. Dat heet regulatief remmen, maar daarbij<br />
komt veel hitte vrij. Dit kan voor de elektrische auto brandgevaar<br />
opleveren’, weet hij. Hij wil in het nieuwe studiejaar graag<br />
teamcaptain worden. In plaats van alle beschikbare uren van<br />
de dag met URE bezig zijn, wil hij er twintig uur in de week aan<br />
besteden. Daarnaast wil hij zijn master Innovation Management<br />
afronden.<br />
Garageluchtje<br />
Tot nu toe oefent het ‘motor home’ nog weinig aantrekkingskracht<br />
uit op vrouwelijke studenten, behalve dan natuurlijk op<br />
de vriendinnen van de teamleden. Van der Linden hoopt dat<br />
komend jaar zich een meer gemêleerde groep gaat aanmelden.<br />
‘Elektrische auto’s gebruiken nu eenmaal geen olie. Dus dat speciale<br />
garageluchtje ontbreekt. Verder zijn de elektrische motoren<br />
heel stil. Dat geeft toch een andere sfeer in het ‘motor home’.<br />
Ik vind dat een werkplek meer leefbaar wordt als er niet alleen<br />
maar mannen rondlopen. Dat is belangrijk als je een jaar lang<br />
constant in een ruimte met zo’n wagen bezig bent.’<br />
Wie meedoet met URE kan zich op allerlei manieren inzetten.<br />
Er is veel kennis opgebouwd binnen het team. Maar wat elke<br />
student die hier aanklopt wil weten, is of hij aanleg heeft als<br />
autocoureur. Elk jaar doet een groepje mee met de coureurstraining<br />
van de TU/e. Ook de bestuurders moeten, net als de wagen,<br />
licht en liefst niet te lang zijn. Uit de aspirant-coureurs worden<br />
de beste vijf gekozen, vier vaste coureurs en een reserve-coureur.<br />
Maar uiteindelijk draait alles toch om techniek.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 39
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
4 0<br />
XXXXXXXXX<br />
STArTerS<br />
‘De klant wordt<br />
nu echt koning’<br />
er komt een revolutie in de supermarktwereld en de manier waarop grootgrutters, A-merken en<br />
fabrikanten reclame maken. Althans, als het aan de gebroeders Paul en robin Maijers van het<br />
bedrijf boxplosive ligt. Pas afgestudeerd aan de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg is de ondernemende<br />
tweeling ervan overtuigd dat een scala aan mogelijkheden op internet en via mobiele telefonie<br />
klaar ligt om benut te worden. De onderhandelingen met diverse grootbedrijven zijn in een<br />
vergevorderd stadium, vandaar dat er geen namen mogen worden genoemd. Maar echt moeilijk<br />
raden naar de eventuele klanten van boxplosive is het niet.<br />
Om het idee van de tweeling technisch<br />
uit te werken, schoot LaQuSo (Laboratory<br />
for Quality Software) van de TU/e<br />
te hulp. Studentassistenten Sybren<br />
Roede (master Computer Science &<br />
Engineering) en Henri Hambartsumyan<br />
(master Information Security Technology)<br />
bekeken de voorstellen van Boxplosive.<br />
Door hun inbreng (samen met de inbreng<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
van nog twee andere studentassisten)<br />
werd het uitgewerkte business plan van<br />
Boxplosive technisch echt haalbaar en<br />
kwamen er verbeteringen in de beveiliging.<br />
Alle vier – studentassistenten en<br />
beginnende ondernemers – zijn enthousiast<br />
over de vruchtbare samenwerking.<br />
De pas afgestudeerde bedrijfskundigen<br />
zien grote mogelijkheden in de markt<br />
voor coupons. In België en de VS worden<br />
het meeste coupons geknipt, in<br />
Nederland is de traditionele coupon<br />
daarentegen bijna in de vergetelheid geraakt.<br />
De markt is in Nederland minimaal<br />
en werd nooit onderzocht, zo ontdekte<br />
Boxplosive. In België zijn vorig jaar 155<br />
‘klanten<br />
krijgen op hen<br />
toegespitste<br />
aanbiedingen’
miljoen bonnen ingeleverd. Dat betekent<br />
dat een veelvoud is uitgegeven. ‘België is<br />
relatief gezien het grootste ‘kortingsbonnenland’<br />
ter wereld. Amerika is het grootste<br />
qua aantallen. Dat is echt gigantisch’,<br />
weet Paul Maijers. ‘In Nederland vinden<br />
we kortingsbonnen vooral lastig. Ze zorgen<br />
voor oponthoud aan de kassa en veel<br />
administratieve rompslomp.’<br />
Een coupon wordt uit een krant(je) geknipt<br />
en in de winkel ingeleverd bij de<br />
aankoop van een bepaald product. De<br />
kassamedewerker scant de barcode.<br />
Zo’n bon bevat doorgaans alleen de informatie<br />
van, bijvoorbeeld, ‘50 eurocent<br />
korting’. Op welk product wordt meestal<br />
niet vermeld, dus als de kassamedewerker<br />
niet oplet, kan er gesjoemeld worden.<br />
De bonnen worden verzameld en in een<br />
zak gestopt. Op een centraal punt, een<br />
‘clearing house’, worden alle zakken<br />
leeggeschud en worden de bonnen geteld.<br />
‘Ongeveer zoals bij de Rotterdamse<br />
gemeenteraadsverkiezingen’, merkt<br />
Robin Maijers fijntjes op. ‘Deze totaal<br />
inefficiënte methode kost tijd en geld<br />
en is niet nodig als de coupon via internet<br />
wordt aangeboden en met speciale<br />
software wordt verwerkt. Dan kunnen<br />
tellingen automatisch gaan en krijgt de<br />
supermarkt allerlei informatie over koopgedrag.’<br />
online coupon<br />
‘Wij vinden dat producten niet alleen<br />
onder de aandacht moeten worden gebracht<br />
via reclamemateriaal. Op internet<br />
kunnen we klanten aanbiedingen doen<br />
met de e-coupon’, stelt Paul Maijers. Je<br />
kunt een e-coupon koppelen aan een<br />
specifiek product. De klant print de<br />
e-coupon uit en levert die in bij de winkel.’<br />
Zo kan de e-coupon een belangrijke<br />
aanvulling zijn op de traditionele manier<br />
van adverteren. ‘Waar wij op hopen is<br />
dat er meer wordt geïnvesteerd in het<br />
online kanaal. De mogelijkheden online<br />
en op termijn via smart phones zijn absoluut<br />
veel groter dan van de traditionele<br />
printmedia, en zijn zelfs bijna niet te vergelijken.<br />
Niet dat je de printmedia moet<br />
afschaffen. De introductie van de nieuwe<br />
kanalen moet stap voor stap’, legt hij uit.<br />
De tweelingbroers deden kennis en ervaring<br />
van de supermarktwereld op, onder<br />
meer bij het hoofdkantoor van Sligro.<br />
Daar werkten ze tijdens en na hun studie.<br />
Zo weten ze bij Boxplosive dat er jaarlijks<br />
Vlnr: Sybren roede, Harold Weffers, Henri Hambartsumyan (LaQuSo TU/e), robin en Paul Maijers<br />
(boxplosive)<br />
zo’n kleine duizend producten bijkomen,<br />
waarvan 85 procent na twee jaar weer<br />
verdwenen is. ‘Gewoon omdat de producten<br />
niet onder de aandacht komen van<br />
de klant, terwijl een product misschien<br />
perfect is voor een bepaalde doelgroep.<br />
Daar willen we verandering in brengen’,<br />
stelt Paul Maijers. Wat Boxplosive betreft<br />
wordt de klant dan ook echt koning. Zo<br />
krijgen klanten toegespitste aanbiedingen<br />
waar ze werkelijk wat aan hebben.<br />
Wetenschap<br />
De Maijers willen nu dé experts op het<br />
gebied van de e-coupon in Nederland<br />
worden. ‘Dat wordt onze core business,<br />
en dat hebben we bijna tot een wetenschap<br />
verheven. Er is veel onbekend over<br />
de werking van coupons en dat blijft ook<br />
zo als je dit marketingtool niet serieus<br />
neemt’, aldus Robin. Als e-coupons echte<br />
waarde vertegenwoordigen, moeten ze<br />
natuurlijk goed beveiligd worden. Dat<br />
was een van de onderwerpen die via<br />
een innovatievoucher op de TU/e werd<br />
uitgezocht. Boxplosive wilde dat de<br />
coupon maar één keer uit te printen viel<br />
en niet op het scherm te zien was, maar<br />
Sybren Roede raadde een ander aanpak<br />
aan. ‘Wij hebben gezegd, dat je het zo<br />
moet maken dat de bon maar een keer<br />
in te leveren is, niet maar een keer uit<br />
te printen. De beveiliging zit dus ergens<br />
anders in het proces’, legt de medewerker<br />
van LaQuSo uit. Het bedrijf wil ook<br />
het adres worden voor de techniek van<br />
de e-coupon, bijgestaan door de onderzoekers<br />
van LaQuSo. Het beginnende<br />
bedrijf wordt overigens ook door een<br />
klein groepje zeer ervaren vakmensen<br />
geadviseerd.<br />
De samenwerking met de mensen van<br />
LaQuSo dateert van begin dit jaar. De ene<br />
keer lossen Roede en Hambartsumyan<br />
een probleem in tien minuten op, met<br />
een ander vraagstuk zijn ze weken in<br />
de weer. Zij zijn niet alleen bezig moeilijkheden<br />
op te lossen, maar kijken<br />
ook hoe dat het beste zou kunnen. ‘Wij<br />
nemen zoveel mogelijk standpunten in<br />
om tot de beste oplossing te komen.<br />
Dat is ook de meerwaarde die universitaire<br />
onderzoekers meebrengen’, vindt<br />
Hambartsumyan. Roede vervolgt: ‘Wij<br />
zijn hier dit jaar vrij intensief mee bezig<br />
geweest. Eerst met de techniek ontwikkelen<br />
van het scannen van de e-coupon<br />
aan de kassa. We keken naar hoe we de<br />
controles waterdicht konden maken. In<br />
het verlengde daarvan ligt het aanpassen<br />
van kassasystemen zodat de kassa<br />
al het administratieve werk doet en een<br />
coupon na inname gewoon weg kan.’ De<br />
bevlogenheid en de praktische aanpak<br />
van de tweeling hebben indruk gemaakt<br />
bij financiers en bij toekomstige klanten<br />
– supermarkten, A-merkleveranciers en<br />
fabrikanten. De omzet in deze sector is<br />
jaarlijks zo’n 33 miljard euro, dus marketingbudgetten<br />
zijn navenant hoog. ‘De ecoupon<br />
biedt gigantische mogelijkheden<br />
maar vraagt ook om een andere kijk op<br />
marketinginspanningen en communicatie<br />
met klanten. De invoering moet heel<br />
secuur gebeuren’, concludeert Paul. De<br />
tweeling verwacht op korte termijn met<br />
de eerste pilots van de e-coupon te kunnen<br />
beginnen.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 41
4 2<br />
STArTerS<br />
Cellen groeien sneller na<br />
nieuwe behandeling<br />
Het begon met een onderzoek aan de faculteit electrical engineering naar een nieuwe<br />
manier om biologische cellen kapot te maken. In plaats daarvan trad een ander verschijnsel<br />
op: de cellen gingen sneller delen, zelfs met een factor twee tot drie. Dat biedt natuurlijk<br />
mogelijkheden, bijvoorbeeld voor het kweken van cellen voor medicijnen en celtherapieën. De<br />
start-up Vabrema bv ontwikkelt en verkoopt de revolutionaire technologie.<br />
De techniek om cellen te belasten met een elektrisch veld bestaat<br />
al ruim twee decennia. Men doet dit bijvoorbeeld bij het<br />
pasteuriseren van melk. De hoge spanning zorgt ervoor dat de<br />
cellen klappen; de bacteriën zijn dan dood. Een andere toepassing<br />
is transfectie, een techniek om de wand van een cel tijdelijk<br />
open te zetten waardoor er DNA of RNA kan worden ingebracht.<br />
Het wordt ook gebruikt bij onderzoek naar geneesmiddelen.<br />
erosie<br />
Cellen worden normaal gesproken onder spanning gezet door ze<br />
in vloeistof te dompelen en deze vloeistof in contact te brengen<br />
met twee metalen platen die de stroom geleiden. Deze methode<br />
heeft echter ook nadelen. Zo kun je last krijgen van erosie waarbij<br />
de metaalionen in de vloeistof met cellen komen, van vonken<br />
die overslaan tussen de platen en van grote temperatuurstijgingen<br />
in de vloeistof.<br />
Al deze problemen zijn op te lossen door het contact tussen de<br />
vloeistof en de platen weg te nemen. Met dat idee begint het<br />
verhaal van Vabrema. Een onderzoeksgroep van de faculteit<br />
Electrical Engineering wilde op een contactloze manier biologische<br />
cellen belasten met een elektrisch veld. Toenmalig onderzoeker<br />
ir. Jan Willem van Bree bedacht een methode om met extreem<br />
korte (een nanoseconde) elektrische velden diep in de cel<br />
door te dringen. De verwachting was dat de cellen kapot zouden<br />
Technostarter<br />
Vabrema met<br />
Joffry Maltha (l)<br />
en Jan Willem<br />
van bree.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
gaan. Maar er trad een onverwacht effect op. Bij een bepaalde<br />
spanning gingen de cellen niet dood, maar bleken zich in de<br />
weken erna juist veel sneller te delen. Er werden dus meer cellen<br />
geproduceerd dan onder normale omstandigheden. Samen<br />
met de faculteit Biomedische Technologie is de technologie met<br />
succes op verschillende cellen getest. Waarom cellen sneller<br />
delen is onderwerp van onderzoek, zegt ir. Joffry Maltha (30),<br />
samen met Van Bree (30) de directie van het bedrijf. Maltha<br />
studeerde <strong>Technische</strong> Innovatiewetenschappen aan de TU/e en<br />
komt uit het bedrijfsleven.<br />
De TU/e patenteerde de technologie en bracht het onder in<br />
een start-up: Vabrema. Er was zonder enige twijfel veel te doen<br />
met het sneller laten groeien van cellen, maar wát, dat moesten<br />
Maltha en Van Bree ontdekken. Ze gingen in gesprek met<br />
bedrijven en onderzoeksinstellingen die baat kunnen hebben<br />
bij de technologie. Ze richtten zich op de sector van biopharma,<br />
de industrie die zich bezighoudt met leven, geneesmiddelen en<br />
voeding. De biopharma is een opkomende tak binnen de farmaceutische<br />
industrie waarin men complexe stoffen in biologische<br />
cellen kweekt. De spectaculairste vorm van geneeskunde is het<br />
opkweken van cellen en deze terugplaatsen in het menselijk<br />
lichaam, bijvoorbeeld stamcellen voor het repareren van knieschijven<br />
of het kweken van hartkleppen. Voor al deze toepassingen<br />
kan de technologie van Vabrema een revolutie betekenen.<br />
Het maken van huid<br />
Van Bree en Maltha gingen als eerste aan de slag met tissue<br />
engineering, het maken van huid. Het duurt nu vaak bijna een<br />
maand voordat je een hoeveelheid cellen hebt gekweekt die voldoende<br />
is om testen op te doen of om wonden mee te genezen.<br />
Als dat proces versneld kan worden, scheelt dat in de kosten.<br />
Vabrema wordt in een onderzoek naar huid gesponsord door<br />
NGI, het Netherlands Genomics Initiative. Maltha: ‘Samen met<br />
de Vrije <strong>Universiteit</strong> Amsterdam willen we binnen twee jaar stukken<br />
huid produceren die gebruikt kunnen worden als alternatief<br />
voor dierproeven.’ De vooruitzichten voor deze toepassing zijn<br />
goed, want de Europese Unie heeft twee wetten aangenomen<br />
die de vraag naar huid explosief doen groeien. De eerste is dat<br />
binnen de cosmetica-industrie geen stoffen mogen worden ge-
iologische celstimulator ontwikkeld door Vabrema.<br />
bruikt die getest zijn op dieren. De andere is dat alle stoffen die<br />
gebruikt worden in de EU zijn gedocumenteerd. Ook dit zonder<br />
testen op dieren. Dankzij beide maatregelen is op korte termijn<br />
veel huid nodig.<br />
Vabrema doet inmiddels met vijftien partners onderzoek naar<br />
de mogelijkheden van de technologie. Dit zijn een groot aantal<br />
Nederlandse universiteiten zoals het VUmc en de Radboud<br />
<strong>Universiteit</strong> Nijmegen. Daarnaast zijn er kleinere bedrijven in<br />
de biopharma bij betrokken, vaak start-ups aan universiteiten.<br />
Al het onderzoek gebeurt op locatie van de potentiële klant en<br />
allemaal doen ze dit met een biologische celstimulator die door<br />
Vabrema is ontwikkeld.<br />
Apparaten leveren<br />
Dit is het apparaat dat Vabrema gaat verkopen wanneer de testen<br />
een succes zijn en de partners de techniek willen gaan gebruiken<br />
in hun productieproces. Er zijn verschillende machines.<br />
Een kleine voor onderzoek en een grote voor grootschalige pro-<br />
ductie van cellen. Daarnaast verkoopt het bedrijf zogenaamde<br />
disposables, steriele materialen zoals plastic zakken om een<br />
behandeling uit te voeren, vertelt Maltha. ‘Dit businessmodel<br />
past goed bij de vele kleine bedrijven die in de markt actief zijn.<br />
Wij willen natuurlijk door de kleine bedrijven, vaak universitaire<br />
spin-offs, gebruikt worden in het onderzoek. Wanneer het dan<br />
werkt zal onze technologie worden meegenomen bij verkoop<br />
aan een grotere partner en daarna wellicht aan nog een groter<br />
bedrijf. Zo komt onze technologie uiteindelijk ook in de grootschalige<br />
productie van cellen terecht.’<br />
De vooruitzichten voor het startende bedrijf zijn goed, stelt<br />
Maltha, maar haast is geboden, want het onderzoek kost veel<br />
geld en de jonge onderneming beschikt niet over een groot<br />
R&D-budget. De doelen zijn dan ook ambitieus. ‘Eind 2011 willen<br />
we een eerste productiefaciliteit inrichten en binnen twee<br />
jaar moeten we aan de cosmetica-industrie onze apparaten<br />
leveren.’<br />
www.vabrema.com<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 43
4 4<br />
Nieuws<br />
Alumni<br />
CoACH CAFé Voor JonGe ALUMnI<br />
Verder het carrièrepad vormgeven? Dat kan<br />
door in gesprek te gaan met mensen die er<br />
wat van weten. Mensen die zelf ook hebben<br />
geworsteld om hun eigen antwoorden te vinden.<br />
Tegenwoordig heten ze coaches. Met hen<br />
duikt het Alumnibureau het café in. Er komen<br />
gesprekken tot stand waardoor de deelnemers<br />
uitgedaagd worden te bewegen, zowel in<br />
het denken als in het doen. Door te sparren,<br />
spiegelen en reflecteren, worden mensen zich<br />
meer bewust van de eigen voorraadschuur aan<br />
talenten en kunnen zij beter hun koers bepalen.<br />
Het Alumnibureau organiseert een bijeenkomst<br />
in samenwerking met de collega’s van Delft en<br />
Twente. Interesse? De bijeenkomst vindt plaats<br />
op woensdag 17 november in <strong>Eindhoven</strong>, De<br />
Zwarte Doos op de TU/e-campus. Aanvang<br />
19.00 uur. Meer info via www.tue.nl/alumnus.<br />
MArInA VAn DAMMebeUrS 2011<br />
Op 3 maart 2011 zal de TU/e opnieuw de Marina<br />
van Damme Beurs toekennen aan een getalenteerde,<br />
aan de TU/e afgestudeerde en/of gepromoveerde<br />
vrouwelijke ingenieur, werkzaam<br />
in de wetenschap en/of het bedrijfsleven. De<br />
beurs bestaat uit een bedrag van negenduizend<br />
euro ter versterking van de loopbaan van betrokkene<br />
en een tweetal stimuleringsprijzen<br />
van duizend euro. Aan de TU/e afgestudeerde<br />
of gepromoveerde vrouwen, die werkzaam zijn<br />
in de wetenschap of het bedrijfsleven, kunnen<br />
zichzelf kandidaat stellen of door anderen voorgedragen<br />
worden voor de beurs. De sluitingstermijn<br />
voor de kandidaatsstelling eindigt op<br />
14 januari 2011. Nadere informatie volgt in het<br />
najaar via www.tue.nl/alumnus.<br />
Contactgegevens Alumnibureau<br />
WorkSHoPS SCHoUTen &<br />
neLISSen<br />
Voor alumni die interesse hebben om in de<br />
vertrouwde TU/e-omgeving te werken aan hun<br />
persoonlijke ontwikkeling, biedt de TU/e in<br />
samenwerking met het bekende trainings- en<br />
adviesbureau Schouten & Nelissen op maat<br />
gesneden workshops aan. In het najaar staan<br />
twee eendaagse workshops op het programma:<br />
‘Time Management’ op vrijdag 5 november en<br />
‘Leidinggeven in een technische omgeving’ op<br />
vrijdag 26 november. De cursussen zijn in eerste<br />
instantie gericht op ingenieurs die niet langer<br />
dan tien jaar geleden zijn afgestudeerd. Er<br />
kunnen maximaal twaalf personen aan de workshop<br />
deelnemen en de aanwezigen zijn allen<br />
TU/e-ingenieurs. Voor alumni geldt een speciaal<br />
tarief. In veel gevallen zal de werkgever bereid<br />
zijn om (een deel van) de kosten voor zijn rekening<br />
te nemen. Meer informatie en aanmelding<br />
is mogelijk via www.tue.nl/alumnus en klik op<br />
‘Personal Development’ onder het kopje Life<br />
Long Learning.<br />
Via www.tue.nl/alumnus komt u op de homepage van het Alumnibureau en krijgt u<br />
een idee wat de TU/e voor u als alumnus kan betekenen. Voor vragen kunt u het<br />
bureau bereiken via alumninet@tue.nl of via telefoon 040 247 3490. Bent u nog niet<br />
als alumnus geregistreerd? Ga dan naar de hierboven genoemde homepage en klik<br />
op ‘registreren als alumnus’ onder het kopje Alumninet. Hierna kunt u gebruikmaken<br />
van allerlei voordelen die de TU/e haar alumni biedt.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
reünIe TeCHnISCHe<br />
nATUUrkUnDe<br />
Op 8 oktober 2010 wordt ter gelegenheid van<br />
het 50-jarig bestaan van de faculteit <strong>Technische</strong><br />
Natuurkunde een reünie georganiseerd voor<br />
alumni, studenten en (oud-)medewerkers.<br />
Het programma begint om 13.30 uur met een<br />
ontvangst in het Auditorium en een lezing van<br />
Vici-winnaar dr.ir. Erwin Kessels over nanotechnologie.<br />
Daarna staat een bezoek aan de faculteit<br />
op het programma. De lustrumborrel, het<br />
diner en het feest vinden plaats in het Sofitel<br />
Cocagne Hotel <strong>Eindhoven</strong>. Voor meer informatie<br />
en inschrijving zie www.veni.nl.<br />
Op 5 oktober 2010 zal de studievereniging<br />
J.D. van der Waals in het kader van het tiende<br />
lustrum een symposium organiseren met als<br />
thema ‘Particle Physics’. Voor meer informatie<br />
en inschrijving zie www.vdwaals.nl en klik op<br />
‘Symposium’ onder het kopje ‘Lustrum’.<br />
MAAk UW reünISTenACCoUnT<br />
AAn bIJ SSre<br />
Bent u lid geweest van de algemene studentenvereniging<br />
SSRE en hebt u nog geen account op<br />
de SSRE-site aangemaakt? Reünisten van SSRE<br />
kunnen een account aanmaken en in contact<br />
blijven met de vereniging. Ontvang de nieuwsbrief,<br />
update uw gegevens, blijf op de hoogte<br />
van reünistenactiviteiten en krijg toegang tot<br />
foto’s uit uw studententijd!<br />
Ga naar www.ssre.nl/activeer en maak uw account<br />
aan of neem contact op met de Ab-actis<br />
via ab-actis@ssre.nl. Op vrijdag 22 oktober
vindt er weer een regioborrel plaats voor reünisten<br />
van SSRE, ditmaal in Den Haag. De exacte<br />
locatie zal nog bekend gemaakt worden.<br />
ALUMnIbIJeenkoMST In berLIJn<br />
De gezamenlijke Nederlandse universiteiten organiseren<br />
op donderdag 18 november een alumnibijeenkomst<br />
op de Nederlandse Ambassade<br />
in Berlijn. Gastspreker is prof.dr. Henk van Os.<br />
Hij was onder andere hoogleraar Kunst- en<br />
Cultuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit<br />
Groningen, directeur van het Rijksmuseum<br />
Amsterdam en televisiepresentator van diverse<br />
kunstprogramma’s.<br />
Bent u TU/e-alumnus en woont u (in de buurt<br />
van) Berlijn dan kunt u voor meer informatie<br />
contact opnemen met het Alumnibureau via<br />
alumninet@tue.nl.<br />
eerVoLLe VerMeLDInG Voor<br />
TU/e-ALUMnA bIJ ArCHIPrIX<br />
TU/e-alumna Zineb Seghrouchni heeft een<br />
eervolle vermelding gekregen bij de verkiezing<br />
Archiprix NL 2010. Dit is een jaarlijkse prijs<br />
voor afstudeerders in de architectuur en<br />
stedenbouw. De Stichting Archiprix is een<br />
samenwerkingsverband van negen Nederlandse<br />
hoger-onderwijs-instellingen, waaronder<br />
Gezocht<br />
Goedkope sportkaart van de TU/e<br />
de TU/e, op het gebied van architectuur,<br />
stedenbouw en landschapsarchitectuur.<br />
De TU/e stuurde dit jaar het afstudeerwerk<br />
‘Urban Tactics’ van Zineb Seghrouchni in. Ze<br />
deed onderzoek naar de vervallen wijk São<br />
Cristóvão in Rio de Janeiro: een voorbeeld<br />
van een stad waar megaplannen domineren,<br />
waardoor sommige plekken uit beeld<br />
raken en worden gezien als locaties zonder<br />
potentie. Ondanks dat kan zo’n stad broeien<br />
Van de onderstaande alumni zoeken wij een actueel adres. Kunt u ons hieraan helpen, dan<br />
kunt u de gegevens telefonisch (040-247 3490) of per e-mail (alumninet@tue.nl) aan ons<br />
doorgeven. Alvast hartelijk dank.<br />
naam Studierichting Startjaar studie<br />
Esther Kavelaars Techniek en Maatschappij 1992<br />
Hans de Klerk Techniek en Maatschappij 1993<br />
Marco Konert Elektrotechniek 1991<br />
René van Poppel Bouwkunde 2004<br />
Arie Bosman Scheikundige Technologie 1969<br />
C.P. de Haas <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde 1978<br />
Degenen die langer dan één jaar zijn afgestudeerd en in Alumninet staan geregistreerd,<br />
kunnen bij het Sportcentrum voor 150 euro per collegejaar een sportkaart<br />
kopen. U dient dan wel uw identiteitsbewijs te tonen. Met de sportkaart kun u<br />
gebruikmaken van de sportfaciliteiten van het Studenten Sportcentrum (SSC) met<br />
uitzondering van de sportlessen van de studentensportverenigingen. In de zomermaanden<br />
zijn de kleedruimtes en sanitaire ruimtes van het SSC gerenoveerd.<br />
Afgelopen studiejaar maakten 120 alumni van de sportkaart gebruik. Voor meer<br />
informatie omtrent de mogelijkheden zie www.studentensportcentrumeindhoven.nl<br />
of neem contact op met SSC, telefoon 040- 247 3263.<br />
van activiteiten en initiatieven door mensen<br />
uit de omgeving, constateert Seghrouchni.<br />
Haar afstudeerplan onderzoekt hoe je die<br />
zelforganisatie met ontwerpinstrumenten<br />
kunt faciliteren. De jury roemt de ‘bottom-up<br />
benadering en overtuigende analyse’ van<br />
Seghrouchni: ‘De ambitie om een aanzet te<br />
leveren tot een discussie over het stimuleren<br />
van een zelfgeorganiseerde stadscultuur is goed<br />
geslaagd’.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 45
4 6<br />
XXXXXXXXX<br />
LooPbAAn<br />
Sciencefiction<br />
terug op de kaart<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Django Mathijsen met<br />
een demorobot en op<br />
de achtergrond de auto<br />
die ook in zijn boek<br />
‘Mando Vidé en het<br />
robotbevrijdingsfront’<br />
voorkomt.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0
Hij komt uit een gezin van muzikanten en speelt zelf Hammondorgel. Toch werd hij aan de TU/e een<br />
ingenieur, geïnspireerd door de verhalen van Jules Verne, de vader aller sciencefictionschrijvers.<br />
na zijn opleiding werktuigbouwkunde ging Django Mathijsen (1966) zelf ook schrijven: hij werd<br />
wetenschapsjournalist. om rond zijn veertigste te worden wat hij eigenlijk altijd al wilde zijn:<br />
schrijver van sciencefiction. Zijn eerste boek ligt inmiddels in de boekhandel.<br />
Hij studeerde werktuigbouwkunde, richting voertuigtechniek,<br />
met subspecialisatie verbrandingsmotoren. Na zijn afstuderen<br />
in 1993 richtte Mathijsen samen met twee andere studenten een<br />
sportwagenfabriekje op. ‘We wilden een driewielige sportwagen<br />
als bouwpakket op de markt brengen. Het was een geweldig idee,<br />
ook heel leuk om mee bezig te zijn, maar er was geen cent mee te<br />
verdienen. We zijn gekomen tot een rijdend prototype. Van zakendoen<br />
hadden we echter geen van drieën kaas gegeten.’<br />
robot Wars<br />
Mathijsen begon als student al met schrijven. Een docent Engels<br />
aan de TU/e maakte hem attent op zijn talent. Hij schreef een<br />
boek over het orgel dat hij bespeelt: het Hammondorgel, type<br />
B3. ‘Ik leg daarin uit waarom het orgel zo bijzonder is, vooral de<br />
technische eigenschappen van het instrument.’ Het boek werd geaccepteerd<br />
door een uitgeverij, maar die ging na korte tijd failliet.<br />
‘Vervolgens heb ik het boek omgeschreven naar een 25-delige<br />
serie voor het blad Orgel en Keyboard. Ik had op dat moment een<br />
rubriek over autotechniek in de Autokampioen. Ik ging ook schrijven<br />
voor De Ingenieur en voor Kijk.’<br />
Vanaf 1999 werkte Mathijsen voor Robot Wars, een BBCprogramma<br />
waarin zelfgebouwde robots in een arena de strijd<br />
met elkaar aangaan. Deze zeer gewelddadige vechtmachines<br />
hadden scharen, draaischrijven en andere vernietigende wapens<br />
om elkaar tot de laatste snipper te vermorzelen. Mathijsen zag<br />
het programma op tv en wilde met een robot meedoen. Hij zocht<br />
contact, maar in plaats van deelnemer werd hij medewerker van<br />
Robot Wars. Het programma werd verkocht aan verschillende<br />
landen, in Nederland aan BNN. ‘Ik heb het hier helpen opstarten.<br />
Ook keurde ik de robots en adviseerde de deelnemers.’ Hetzelfde<br />
deed hij voor een serie in Duitsland. Het programma stopte,<br />
uiteindelijk vanwege de grote organisatie en de robots die levensgevaarlijk<br />
werden: vechtmachines van honderd kilo. De veiligheid<br />
was steeds moeilijker te garanderen.<br />
Sciencefictionverhalen<br />
In die periode overleed de hoofdredactrice van het tijdschrift<br />
Kijk. Mathijsen kende haar al jaren. Ze was hooguit enkele<br />
maanden ouder dan hij. ‘Dat zette me aan het denken.<br />
Wetenschapsjournalistiek is leuk, maar wilde ik dit blijven doen?<br />
Ik stelde mezelf de vraag: ik ben straks 65, ik hoef niet meer te<br />
werken voor het geld en ik doe alleen nog wat ik leuk vind, wat<br />
doe ik dan? Mijn antwoord: dan schrijf ik alleen nog maar sciencefictionverhalen<br />
en romans. Daar moest het dus met mijn leven<br />
naartoe.’<br />
Het doel werd om een boek te schrijven. Maar in Nederland is<br />
het niet mogelijk om met sciencefiction je brood te verdienen.<br />
Uitgevers zijn ervan overtuigd dat het genre niet verkoopt en ze<br />
investeren er daarom niet in. ‘Ik belde de grootste genre-uitgever<br />
van Nederland en zei: ik ga een sciencefiction roman schrijven. Hij<br />
zei: “Dat is niet te verkopen. Het genre is hier dood.” Ik geloofde<br />
er niets van en wilde laten zien dat hij ongelijk heeft. Mijn doel<br />
is nu om sciencefiction weer op de kaart te zetten in Nederland.<br />
Ik ging fanatiek meedoen aan schrijfwedstrijden, waarvan ik<br />
er een aantal won. Toen kwam er de uitgever Books of Fantasy<br />
die me vroeg een boek te maken.’ Dat werd ‘Mando Vidé en het<br />
Robotbevrijdingsfront’. Volgens de uitgever is het een bloedstollende<br />
sciencefiction technothriller die speelt rond het jaar<br />
2040. De samenvatting van het verhaal: een programmeur van<br />
robotauto’s raakt alles kwijt als hij wordt verdacht van terrorisme.<br />
Opgejaagd door de politie, duikt Mando onder bij terroristen en<br />
ontdekt een gruwelijk massamoordcomplot. Wie zitten erachter<br />
en wat hebben het Robot Wars kampioenschap en een ontvoerde<br />
vechtrobot ermee te maken? Een race tegen de klok begint.<br />
naïef<br />
Sciencefiction was altijd het favoriete genre van de debuterend<br />
schrijver. Als kind las hij Jules Verne, Isaac Asimov, Arthur C.<br />
Clarcke en H.G. Wells. ‘Ik houd van sciencefiction waarin hedendaags<br />
onderzoek wordt doorgedacht in een toekomst van over<br />
een paar decennia. Het geeft een kijkje in hoe het in de toekomst<br />
zou kúnnen gaan. De vooruitziende blik van de schrijver vertelt<br />
ons iets over wat in een mogelijke toekomst ligt opgesloten.’<br />
Dankzij zijn passie voor toekomstscenario’s dacht hij als wetenschapsjournalist<br />
vooruit over technische ontwikkelingen. Deze<br />
verbeelding ontbreekt bij veel mensen, is zijn overtuiging. En dat<br />
is niet ongevaarlijk. ‘Wanneer je kijkt naar vingerafdrukregistratie,<br />
camerabewaking en opslag van data over internetgebruik<br />
en gegevens over gezondheid, zie je dat publiek en politici naïef<br />
zijn. Wanneer je 1984 hebt gelezen, dan weet je dat je de argumenten<br />
van de overheid altijd moet wantrouwen. Zelfs wanneer<br />
je ervan uitgaat dat onze huidige regering al deze gegevens<br />
niet zal misbruiken, is het gemakkelijk voor te stellen dat er<br />
binnen enkele jaren een mogendheid hier de zaak overneemt<br />
en dankbaar gebruik zal maken van al die gegevens. Voor de<br />
Tweede Wereldoorlog had de Nederlandse staat de religie van de<br />
Nederlanders vastgelegd. Dat was handig voor de kerkbelasting –<br />
op zichzelf een goede reden. Maar toen de nazi’s binnenkwamen<br />
was het voor hen heel prettig om dankzij deze database alle joden<br />
in Nederland op te sporen. Een vingerafdruk vastleggen door de<br />
Nederlandse overheid, kan alleen maar zonder kennis van het<br />
verleden en zonder verbeelding over een mogelijke toekomst. Een<br />
sciencefictionliefhebber zal hier niet zo snel intrappen.’<br />
ProFIeL<br />
Opleiding: Werktuigbouwkunde, afgestudeerd 1993.<br />
Huidige werkplek: Zelfstandig schrijver van sciencefiction.<br />
aMbitie: Sciencefiction weer op kaart zetten in Nederland.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 47
Ir. JAn bUIS en Ir. LIeSbeTH SCHeLLenS<br />
‘ Scouts nemen makkelijker<br />
verantwoordelijkheid’<br />
4 8<br />
XXXXXXXXX<br />
LooPbAAn<br />
Ze hebben een fulltime baan die veel van ze vraagt. en toch, wanneer Scouting nederland aanklopt,<br />
zijn ze bereid er vrijwillig een volle baan bij te nemen. Zoals voor het organiseren van het 100-jarig<br />
bestaan van de vereniging, afgelopen zomer. TU/e-alumni Jan buis (41) en Liesbeth Schellens (50)<br />
vertellen over hun liefde voor scouting en de kracht van een organisatie met tienduizenden doeners.<br />
Jan Buis en Liesbeth Schellens waren als<br />
kampleiding samen eindverantwoordelijk<br />
voor de organisatie van JubJam100,<br />
het internationale jeugdkamp ter ere<br />
van het 100-jarig bestaan van de club in<br />
Nederland. 12.000 kinderen en 1500 medewerkers<br />
vierden tien dagen feest.<br />
De geschiedenis van Buis met scouting<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
begint in zijn vroege jeugd. ‘Op mijn zevende<br />
werd ik welp in Apeldoorn. Daarna<br />
doorliep ik alle fases zoals verkenner,<br />
rowan en stam. Ik gaf leiding aan de bevers<br />
en aan de padvindsters en sherpa’s.<br />
Toen wilde ik wat doen voor de groep<br />
en werd groepsvoorzitter. Waarna ik<br />
tijdens mijn studie aan grote evenemen-<br />
ten zoals Wereld Jamboree, Nationale<br />
Jamborees en Nawaka’s mee ben gaan<br />
doen.’ Schellens ging na haar afstuderen<br />
aan de TU/e zeilen bij de zeeverkenners,<br />
een afdeling van scouting. Al snel kwam<br />
ze in het organiseren van evenementen<br />
terecht. ‘Ik werkte mee aan de wereldjamboree<br />
in 1995. Daarna ging ik met
een groep van 500 kinderen naar de<br />
Wereld Jamboree in Chili, een grote verantwoordelijkheid.’<br />
Ze was directeur van<br />
Scouting Nederland, maar toen ze werd<br />
gevraagd om mee te helpen met de organisatie<br />
van het eeuwfeest, liet ze dat<br />
even aan haar voorbijgaan. Tot november<br />
2009: ‘Twee van de drie kampleiders<br />
vielen uit. Een noodsituatie, en dan sta<br />
je toch klaar voor de scouting.’<br />
Monsterklus<br />
Voor Buis begonnen de voorbereidingen<br />
voor de organisatie van het evenement<br />
al in 2005. ‘Dan kom je terecht in een<br />
zeer tijdrovende klus, in de laatste<br />
maanden een fulltimebaan, naast mijn<br />
gewone baan. Het is balanceren met<br />
je privéleven, maar zeker ook met je<br />
werkleven. Ik heb gelukkig een flexibele<br />
werkgever, dat is noodzakelijk.’<br />
Waarom kiest iemand hiervoor? ‘De<br />
basis van mijn inspanning is dat de<br />
kinderen van de scouting tijdens zo’n<br />
evenement lachend rondlopen en een<br />
onvergetelijk kamp hebben. Ik geniet in<br />
die dagen en vergeet alle drukke maanden<br />
die achter ons liggen.’<br />
Schellens vond haar motivatie voor de<br />
monsterklus in de reis naar Chili. ‘De<br />
kinderen hebben daar in drie weken<br />
meer geleerd dan in twee jaar op school.<br />
Ze leren andere culturen kennen, ze<br />
leren aanpassen, ze leren organiseren,<br />
ze leren samenwerken. Dat is scouting:<br />
leren, en vooral verantwoordelijkheid<br />
nemen.’ De opleiding tot Scout geeft<br />
jonge mensen de bagage om later gemakkelijker<br />
verantwoordelijke functies<br />
aan te kunnen, is de overtuiging van<br />
beide alumni. Je vindt scouts ook op<br />
belangrijke plekken in de samenleving,<br />
zeker. Schellens: ‘Maar wij zijn niet<br />
zo goed in het uitdragen daarvan: de<br />
meeste mensen zeggen niet dat ze een<br />
achtergrond hebben in de scouting.<br />
Onze koningin bijvoorbeeld, of Jan Peter<br />
Balkenende, Wubbo Ockels. We moeten<br />
dat meer uitdragen, want er worden<br />
nog steeds kritische kanttekeningen geplaatst<br />
bij scouting.’<br />
Discipline<br />
Wanneer leken horen over scouting denken<br />
ze vooral aan de tradities, het militarisme<br />
en de discipline. ‘Dat is er ook<br />
allemaal, maar het is niet per definitie<br />
negatief’, zegt Schellens. ‘Bijvoorbeeld<br />
wanneer het gaat om de veiligheid bij<br />
grote evenementen. We zeggen dan<br />
tegen de burgemeester dat we die<br />
12.000 scouts zonder problemen heel<br />
snel van het kampterrein kunnen krijgen.<br />
Dat kunnen we dankzij onze organisatie<br />
en discipline. Bij JubJam100 zijn we<br />
met alle kinderen in Roermond geweest.<br />
En ook onze kids laten een flesje water<br />
vallen als ze in een groep zijn. Maar<br />
vervolgens zijn er dertig die zeggen: dit<br />
kan niet en ze vegen in één beweging<br />
zo’n plein schoon. Mooi. We hebben in<br />
tien dagen kamp met 12.000 scouts tien<br />
calamiteiten gehad. Dat is niks.’<br />
Buis: ‘Wat ik zo mooi vind aan scouting:<br />
je kunt als 18-jarige al leiding geven. Je<br />
bent dan verantwoordelijk voor een club<br />
met kinderen. Dat nam ik mee in mijn<br />
studie. Ik werd heel snel de trekker van<br />
clubjes. Als er iets georganiseerd moest<br />
worden, stond ik vooraan. Wanneer<br />
we ’s avonds waren doorgezakt op het<br />
Stratumseind, zorgde je dat je met zijn<br />
allen weer thuiskwam.’<br />
‘Scouting is samen dingen doen, het is<br />
het gevoel van een club’, zegt Schellens.<br />
‘Ik heb hier geleerd om teams te maken,<br />
mensen te selecteren. Ploegje maken,<br />
opdracht geven en gaan. Dat is wat we<br />
hier doen. Leidinggeven en dingen organiseren<br />
is wat scouting aantrekkelijk<br />
maakt. Het is ook een bepaald type dat<br />
hier werkt. Het zijn doeners.’<br />
‘Wij zijn niet de sterkste organisatie<br />
waar het gaat om strategie en daar plannen<br />
op maken’, vult Buis aan. ‘Maar<br />
wanneer het overgaat op operationeel,<br />
dan komt de hele organisatie in beweging.’<br />
eiland<br />
Schellens: ‘In de voorbereiding van zo’n<br />
evenement heeft iedereen een eigen<br />
eiland: eten, tentenbouw, zorg et cetera.<br />
Op het moment dat de opbouw van<br />
het kamp begint, verlaat iedereen zijn<br />
eiland en zorgen we met zijn allen dat<br />
het er gaat komen – want dat hebben<br />
we besloten. Dan staan kokers tenten<br />
te bouwen en tentenbouwers doen de<br />
zorg. Dan is iedereen flexibel en creatief.<br />
We staan er met zijn allen wanneer het<br />
nodig is. Die kracht van scouting is indrukwekkend.’<br />
ProFIeL<br />
Jan buis<br />
Opleiding: Techniek en Maatschappij afgestudeerd<br />
bij de faculteit Internationale<br />
Technologisch Ontwikkelings Kunde<br />
(ITOK) van 1994 - 1997 (VKO).<br />
Huidige werkplek: Director<br />
International Sales bij de Duitse onderneming<br />
LANCOM Systems GmbH.<br />
ProFIeL<br />
Liesbeth Schellens<br />
Opleiding: Faculteit Bouwkunde van<br />
1978 t/m 1984, 1984 afgestudeerd op<br />
bestuurlijke en juridische processen rond<br />
de natuurbescherming.<br />
Huidige werkplek: Senior strategisch<br />
adviseur bij Draaijer + partners bv op het<br />
gebied van huisvesting en vastgoed.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 49
5 0<br />
LooPbAAn<br />
Gedreven om het<br />
verschil te maken<br />
Hoe het komt dat hij na de jaarlijkse meeting van Microsoft in redmond, Washington staat te<br />
popelen om nog een stapje harder te lopen voor het bedrijf, weet ir. Thijs Janssen (28) niet. Hij<br />
kan er maar moeilijk de vinger achter krijgen, achter het aanstekelijke enthousiasme van de<br />
medewerkers van de softwaregigant. Feit is dat hij en alle anderen willen presteren. ‘niemand<br />
loopt er hier de kantjes vanaf – de cultuur is daar simpelweg niet naar.’<br />
In de entree van de hoofdvestiging van Microsoft in Nederland<br />
heten twee jonge receptionisten de gasten welkom met een<br />
grote glimlach. Een frisse dame hangt over de balie en zoekt<br />
via een touchscreen naar de juiste muziek voor deze ochtend,<br />
intussen bekijkt ze foto’s. Er staan schalen met fruit, kranten liggen<br />
losjes op een hoge tafel. Op de eerste etage is een koffiebar<br />
met koffie in alle denkbare variaties. Hier staan over honderden<br />
vierkante meters gezellige, afgeschermde zitjes, werkplekken<br />
met comfortabele bureaustoelen, tafels aan grote ramen en<br />
flitsende vergaderruimtes. Dit kantoor op Schiphol is het uithangbord<br />
van het concept Het Nieuwe Werken, zoals Microsoft<br />
dat noemt. Het is een filosofie waarin je werkt waar en wanneer<br />
je dat zelf wilt, niet waar je bureau staat. Microsoft hoopt dat<br />
ook andere bedrijven ermee aan de slag gaan, uiteraard ondersteund<br />
door de software en diensten van de multinational.<br />
Unified Communications<br />
In dit gebouw werkt Thijs Janssen. Kort na zijn afstuderen aan<br />
de faculteit <strong>Technische</strong> Informatica van de TU/e in 2006 begon<br />
hij bij Microsoft aan een traineeship voor talenten, ‘een programma<br />
van twee jaar om het bedrijf te leren kennen en er je<br />
weg te vinden’. De HR-medewerkers van Microsoft wilden hem<br />
niet bewegen in de richting van softwareontwikkeling, zoals in<br />
gesprekken met andere bedrijven wel gebeurde, herinnert hij.<br />
Janssen ging aan de slag met een nieuwe ontwikkeling binnen<br />
het bedrijf: Unified Communications: het samenbrengen van<br />
allerlei verschillende communicatiemedia zoals vaste telefoon,<br />
mobiele telefoon, e-mail, videoconference, online vergaderen,<br />
chat, et cetera. Microsoft heeft een dienst waarmee je al deze<br />
middelen integreert in een enkele oplossing met een interface<br />
die voor gebruikers heel gemakkelijk is te bedienen en gebruiken,<br />
legt Janssen uit.<br />
ProFIeL<br />
Opleiding: <strong>Technische</strong> Informatica aan de TU/e. Hij studeerde in<br />
2006 af op een probleem van de faculteit Biomedische Technologie.<br />
Huidige werkplek: Specialist in Unified Communications bij<br />
Microsoft op Schiphol.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
Inmiddels werkt Janssen als consultant. Hij helpt grootzakelijke<br />
klanten met het optimaal inzetten van deze technologie.<br />
‘Hoe kan een klant optimaal profiteren van deze technologie,<br />
hoe moeten ze de servers inrichten, op welke manieren kun je<br />
integreren met wat er al staat aan infrastructuur, hoe ziet het<br />
eruit op de werkplek, wat betekent het voor gebruikers? In deze<br />
markt kom je allerlei verschillende systemen tegen, vooral op het<br />
vlak van telefonie. De vele functies van deze systemen zijn voor<br />
eindgebruikers vaak lastig te gebruiken. Ons product is door de<br />
mogelijkheden van software echter goed te begrijpen voor een<br />
gemiddelde kenniswerker.’<br />
Janssen is enthousiast over Microsoft. Vanwege de open cultuur<br />
bijvoorbeeld. ‘Wanneer ik iets wil weten van een technisch detail<br />
in onze producten, dan stuur ik gewoon een mailtje naar een ontwikkelaar<br />
in de VS.’ Het is ook een internationaal bedrijf. ‘In de<br />
ochtend zit je in een conference call met Maleisië, ’s avonds met<br />
Amerika. Ik ben ook vaak op reis: regelmatig in de VS, ik was in<br />
India, Maleisië, IJsland en Noorwegen.’<br />
Drive<br />
Hij leeft te midden van hypermoderne producten die altijd de potentie<br />
hebben om een nieuwe hit te worden. ‘De verwachtingen<br />
van Microsoft zijn altijd hoog: onze software moet altijd beter<br />
dan die van de concurrentie zijn. Wij willen ook gewoon goed<br />
verkopen. En dat doe je door klanten ook echt tevreden te maken<br />
en te houden.’ Als student had hij niet gedacht dat verkopen ooit<br />
zo belangrijk zou worden. ‘Dat gevoel voor commercie heb ik bij<br />
Microsoft ontwikkeld. Er is hier een positieve sfeer om je best te<br />
doen en om goede resultaten neer te zetten. Iedereen wil succesvol<br />
zijn voor het bedrijf.’<br />
Niemand komt om negen uur en pakt om vijf uur zijn boeltje met<br />
de mededeling dat het voor die dag mooi is geweest. ‘Iedereen<br />
wil vooruit en wil het verschil maken. Die drive is altijd tastbaar<br />
en werkt aanstekelijk. Niemand loopt hier de kantjes ervan af –<br />
de cultuur is daar simpelweg niet naar.’ Het geeft hem energie<br />
om bij Microsoft te werken. ‘Mensen zijn opgewekt, ze zijn ambitieus,<br />
ze zijn positief. Dat is zonder twijfel de Amerikaanse invloed<br />
in dit bedrijf. Wanneer ik naar het jaarlijks congres in de VS<br />
ga, zie ik onze bestuurders zoals Steve Ballmer hun verhaal houden.<br />
Ik kom daar helemaal opgepept vandaan met het gevoel: we<br />
gaan het komend jaar weer doen! Dat is een bijzondere ervaring.’
Wat is het geheim van de Amerikaanse motivatiebijeenkomsten?<br />
‘Er staat iemand voor een zaal en die neemt je in een uur mee<br />
door de prestaties van het afgelopen jaar, de uitdagingen voor de<br />
komende tijd en de strategie om die uitdagingen aan te gaan. Ik<br />
luister naar dat verhaal en vervolgens verlaat je de zaal met het<br />
gevoel: ‘We gaan er een geweldig jaar van maken!’. Er zijn ook<br />
altijd demonstraties van de nieuwste ideeën en concepten die<br />
Thijs Janssen in het gebouw van Microsoft op Schiphol.<br />
in ontwikkeling zijn. Die wil je dan het liefst meteen aan klanten<br />
en partners laten zien om hen ook enthousiast te maken over de<br />
innovatie waar we mee bezig zijn. Na zo’n bijeenkomst in de VS<br />
ga ik opgeladen naar huis. Even slapen tegen de jetlag, en dan<br />
handenwrijvend er weer tegenaan. Voor buitenstaanders een<br />
beetje vreemd misschien, maar dit optimisme krijgt hier iedereen<br />
te pakken.’<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 51<br />
Foto: Bart van Overbeeke
5 2<br />
onTWerPer In oPLeIDInG<br />
Wat betekent het voor opdrachtgevers wanneer zij spreken over duurzaam bouwen? In het<br />
kader van zijn opleiding Architectural Design Management Systems (ADMS) onderzocht<br />
kenzo oijevaar MSc dit voor brink Groep; een management- en adviesbureau dat streeft naar<br />
vernieuwende en duurzame oplossingen voor complexe bouw-, huisvestings-, vastgoed- en<br />
automatiseringsopgaven. ‘Duurzaamheid is allesbehalve een eenduidig begrip’, aldus oijevaar.<br />
Hij droeg handvatten aan voor brink Groep om ‘duurzaamheid’ expliciet te maken bij haar<br />
klanten. ‘Hoe explicieter is besproken en besloten op welke wijze duurzaamheid zijn bijdrage<br />
moet leveren aan de ambitie van de opdrachtgever, des te scherper kan tijdens de bouw invulling<br />
worden gegeven aan passende oplossingen.’<br />
een protocol voor<br />
duurzame bouw<br />
Brink Groep richt zich onder meer op de<br />
gemeentelijke, provinciale en landelijke<br />
overheid, onderwijs- en zorginstellingen,<br />
woningcorporaties en de markt voor<br />
grond-, water- en wegenbouw (GWW). Het<br />
bedrijf verzorgt hierbij een breed scala<br />
aan diensten. Zij berekenen bijvoorbeeld<br />
kosten door van duurzame investeringen,<br />
leveren software voor de bouw,<br />
managen bouwprojecten of bekijken<br />
vooraf de haalbaarheid van een project.<br />
Enkele ‘parels’ waar Brink Groep bij betrokken<br />
is, zijn het nieuwe Provinciehuis<br />
Utrecht, het Internationaal Strafhof (ICC),<br />
Sportpaleis Ahoy en de High Tech Campus<br />
in <strong>Eindhoven</strong>. Brink Groep heeft sinds<br />
enige tijd een taskforce ‘Duurzaamheid’.<br />
De opdracht van de taskforce aan Oijevaar<br />
was te kijken hoe zij hun klanten kunnen<br />
adviseren ten aanzien van duurzaamheid.<br />
Dit richt zich enerzijds op een integrale besluitvorming<br />
in de initiatieffase en anderzijds<br />
op de inrichting van het daaropvolgende<br />
ontwikkelingsproces van de bouw.<br />
Visies op duurzaamheid<br />
Oijevaar onderscheidt drie visies op<br />
duurzaamheid: stel je de mens centraal,<br />
ofwel doe je wat goed is voor de mens op<br />
de lange termijn, kijk je ook naar de dieren<br />
en planten die niet direct van belang<br />
zijn voor mensen, of stel je de aarde als<br />
geheel centraal en wil je de ecosystemen<br />
op aarde zo min mogelijk verstoren?<br />
‘Indien deze drie visies worden vertaald<br />
voor een bouwproject, waarbij er verschillende<br />
partijen met afwijkende visies<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
aan tafel zitten, stelt iedere partij andere<br />
eisen aan de duurzaamheid van het project’,<br />
zo stelt Oijevaar. ‘Indien hier vooraf<br />
geen afspraken over worden gemaakt,<br />
ontstaan er later in het bouwtraject vrijwel<br />
zeker problemen.’<br />
Het is dus goed na te denken wat je<br />
bedoelt als je het over duurzaamheid<br />
hebt en wat je daarover wil afspreken.<br />
‘Enerzijds voor Brink Groep als bedrijf.<br />
Hoe staan zijzelf tegenover duurzaamheid?<br />
Hebben we een kantoor nodig of<br />
werken we digitaal vanuit huis, reizen we<br />
per auto of met het openbaar vervoer, en<br />
wat eten we en drinken we Fair Trade koffie?’<br />
Anderzijds is het volgens Oijevaar belangrijk<br />
helder te krijgen hoe Brink Groep<br />
klanten wil adviseren over duurzaamheid.<br />
‘Er zijn bureaus die daar heel dwingend in<br />
zijn en zelfs klanten weigeren, omdat die<br />
een te weinig duurzame oplossing kiezen.<br />
Brink Groep kiest er liever voor samen<br />
met de klant de duurzaamheidwens expliciet<br />
te maken en deze te ondersteunen.’<br />
Hiervoor heeft Oijevaar een protocol<br />
ontwikkeld, ofwel een stappenplan dat<br />
Brink Groep met een klant kan doorlopen.<br />
Globaal houdt dat in: achterhalen wat de<br />
duurzaamheidvisie van een opdrachtgever<br />
is en bekijken welke consequenties<br />
van deze visie de opdrachtgever bereid is<br />
te accepteren. ‘Bijvoorbeeld of een gunstige<br />
ligging ten opzichte van de zon ten<br />
koste mag gaan van het gebouw als zichtlocatie<br />
vanaf de snelweg’, zo verduidelijkt<br />
Oijevaar. Hierna wordt gekeken welke<br />
methodieken en instrumenten toereikend<br />
zijn om duurzaamheid gedurende het<br />
proces te meten. Verder kan Brink Groep<br />
nagaan welke specifieke expertise nodig<br />
is bij een opdracht. ‘Bijvoorbeeld als een<br />
bedrijf broedplaatsen voor vogels in de<br />
gevel wil creëren, zoals in het gebouw<br />
van het Wereld Natuur Fonds.’ Tenslotte<br />
moet je volgens Oijevaar kijken of de<br />
duurzaamheideisen tijdens het bouwproces<br />
daadwerkelijk worden gehaald.<br />
Oijevaar spreekt waarderend over de<br />
begeleiding die hij vanuit Brink Groep<br />
en vanuit het ADMS-programma heeft<br />
gekregen. ‘Richard de Lange en Geoffrey<br />
Timmer van Brink Groep gaven me<br />
goede inhoudelijke input en feedback en<br />
lieten me vrij in de uitvoering. Timmer<br />
heeft ook zelf het ADMS-programma<br />
gevolgd en wist daarom wat hij van me<br />
kon verwachten. Ook de begeleiding<br />
vanuit ADMS was intensief. Zowel een<br />
hoogleraar aan de faculteit Bouwkunde<br />
(een filosoof), als een bedrijfskundige<br />
keken mee. Een handige mix voor deze<br />
opdracht.’<br />
overzicht bouwproces<br />
Oijevaar heeft een bouwkundige achtergrond<br />
en is afgestudeerd als architect<br />
aan de TU Delft met een aantekening<br />
‘Techniek in Duurzame Ontwikkeling’.<br />
‘Ik vind het leuk om het complete bouwproces<br />
en de spelers daarin in de gaten<br />
te houden en te begrijpen hoe dat functioneert.<br />
Ik wilde daar meer van weten.’<br />
Daarom startte hij in 2008 aan de TU/e<br />
met de tweejarige ontwerpersopleiding
Architectural Design Management<br />
Systems (ADMS). ‘AMDS richt zich op het<br />
speelveld van de bouw, op de aannemer,<br />
de opdrachtgever, de architect en alle andere<br />
partijen die betrokken zijn bij de het<br />
bouwproces’, legt Oijevaar uit.<br />
Inmiddels heeft hij het ADMS-programma<br />
succesvol afgerond en half augustus<br />
is hij gestart bij bouwbedrijf Heijmans<br />
als systems engineer. ‘Het valt op dit<br />
moment niet mee een goede baan in<br />
de bouw te vinden. Enkele vrienden die<br />
per se als architect aan de slag willen,<br />
zitten zonder werk. Gelukkig vind ik het<br />
bouwproces zelf ook heel interessant. En<br />
de werkervaring die ik heb opgedaan via<br />
ADMS, heeft me zeker geholpen om al zo<br />
snel een leuke baan te vinden.’<br />
Vanaf september 2010 is het mogelijk de<br />
ADMS-opleiding in deeltijd te volgen. Door<br />
middel van deelcertificaten bepaalt de<br />
trainee zijn eigen tempo. De part-time<br />
opleiding duurt 3,5 jaar.<br />
Voor meer informatie: www.tue.nl/adms<br />
VM ea ct tr Oi rx / 43 / 2 0 01 80 53<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Foto: Bart van Overbeeke
5 4<br />
Nieuws<br />
Service<br />
HAPPy STreeT GenoMIneerD<br />
Voor DUTCH DeSIGn AWArD<br />
Onder de genomineerde ontwerpen die kans<br />
maken op een Dutch Design Award zit dit jaar<br />
ook Happy Street, het Nederlandse paviljoen op<br />
de Wereld Expo in Shanghai. TU/e-alumnus ir.<br />
John Körmeling en universitair docent ir. Rijk Blok<br />
van de faculteit Bouwkunde tekenden voor het<br />
ontwerp en de uitvoering. Eind oktober worden de<br />
winnaars bekendgemaakt.<br />
Happy Street doet mee in de categorie ‘Beste<br />
Publiek Exterieur’. De jury noemt Happy Street<br />
niet zozeer een weergave van Nederland<br />
zoals het is, maar eerder hoe het kan worden<br />
gedroomd. Als sterke onderdelen prijst men<br />
de routing en de goed gekozen zichtlijnen tussen<br />
de huisjes door. De Dutch Design Awards<br />
hebben als doel het brede publiek een groter<br />
bewustzijn te geven van de mogelijkheden en<br />
waardecreatie van design.<br />
ProMoVenDUS WInT<br />
PrIJS oUTSTAnDInG PAPer<br />
Ir.ing. Jasper Frunt, promovendus bij Electrical<br />
Engineering, heeft de Outstanding Ph.D.<br />
Paper Prize gewonnen. Hij won deze prijs op<br />
de International Conference on the European<br />
Energy Market die eind juni in Madrid is gehouden.<br />
In totaal waren er meer dan driehonderd<br />
papers ingezonden. Frunt won de prijs met zijn<br />
paper ‘Impact of design variables on balancing<br />
markets’. Het onderwerp zit op het grensvlak<br />
van techniek en markteconomie en sluit aan bij<br />
zijn promotieonderzoek. Frunt keek hoe keuzes<br />
voor handelsvoorwaarden invloed hebben op de<br />
balans tussen vraag en aanbod van elektriciteit.<br />
ACADeMISCHe<br />
JAArPrIJZen UITGereIkT<br />
Ir. Jos Reijnders van de opleiding Werktuigbouwkunde<br />
heeft tijdens de uitreiking<br />
van de Academische Jaarprijzen in juni de<br />
Perspectiefprijs gekregen van de TU/e. De<br />
onderzoeker ontving een onderscheiding en<br />
geldbedrag van vijfduizend euro voor zijn ontwerp<br />
van een poreuze brandstofinjector die de<br />
roetuitstoot van dieselmotoren flink vermindert.<br />
De afstudeerprijs ging naar ir. Timo Overboom<br />
van de faculteit Electrical Engineering.<br />
Overboom ontwikkelde een roterend systeem<br />
voor robots in productielijnen. De prijs voor het<br />
beste ontwerpproject gaat naar ir. Francisco<br />
Zaragoza Martin PDEng. Hij ontwierp een<br />
TU/ e-prof president europese organisatie<br />
programmeertalen<br />
Prof.dr. Mark van den Brand is benoemd tot president van de European Association for<br />
Programming Languages and Systems (EAPLS). De TU/e-hoogleraar Software Engineering<br />
and Technology was eerder al secretaris van het bestuur van EAPLS, dat meer dan achthonderd<br />
Europese onderzoekers op het gebied van programmeertalen verbindt en ondersteunt.<br />
De hoogleraar hoopt met het deels nieuwe bestuur de zichtbaarheid van EAPLS verder te<br />
vergroten en bij te dragen aan een levendiger omgeving voor onderzoekers op het gebied<br />
van programmeertalen.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
membraanreactor voor een elektriciteitscentrale<br />
om de uitstoot van kooldioxide te reduceren. De<br />
winnaar van de ontwerpprijs verrichtte zijn onderzoek<br />
in samenwerking met Energieonderzoek<br />
Centrum Nederland binnen de ontwerpersopleiding<br />
Process and Product Design.<br />
Dr.ir. Danny Holten van de faculteit Wiskunde<br />
& Informatica kreeg de promotieprijs voor zijn<br />
proefschrift ‘Visualization of graphs and trees<br />
for software analysis’. Doel van dit onderzoek<br />
is om mensen in staat te stellen de aanzienlijke<br />
hoeveelheden informatie te begrijpen die relevant<br />
zijn voor het begrijpen van programmatuur.<br />
Dat gebeurt door gebruik te maken van visuele<br />
representaties.<br />
HArWIG en FonVILLe kArTrekkerS<br />
TU/e-onDerZoekSTHeMA’S<br />
enerGIe en GeZonDHeID<br />
Voormalig Philips-topmanagers dr. Rick<br />
Harwig en drs. Roel Fonville gaan de vorming<br />
van de TU/e-onderzoeksclusters Energie en<br />
Gezondheid trekken. De universiteit hoopt dat<br />
binnen deze thema’s krachtige onderzoeksconcentraties<br />
ontstaan die kunnen concurreren met<br />
de sterkste onderzoekscentra in de wereld.<br />
Excellent en faculteitsoverschrijdend onderzoek,<br />
dat is waarmee de TU/e de komende<br />
decennia grote maatschappelijke uitdagingen<br />
te lijf wil gaan. De eerste twee strategische thema’s<br />
die de universiteit hierbij heeft gekozen,<br />
zijn Energie en Gezondheid.<br />
Directeur van het eerste gebied wordt dr. Rick<br />
Harwig, voormalig chief technology officer van<br />
Philips en momenteel onder meer presidentcommissaris<br />
van de Brabantse Ontwikkelings<br />
Maatschappij. Hij gaat de vorming van onderzoeksclusters<br />
binnen de TU/e coördineren en<br />
gestalte geven aan de beoogde samenwerking<br />
met externe partijen, zoals partners in de
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Knowledge & Innovation Community (KIC)<br />
‘InnoEnergy’ en het onderzoeksinstituut FOM<br />
Rijnhuizen, dat over enkele jaren naar de TU/ecampus<br />
komt.<br />
Drs. Roel Fonville gaat de komende maanden de<br />
invulling van het onderzoeksthema Gezondheid<br />
voorbereiden. De plannen op dit gebied zijn<br />
volgens TU/e-bestuurswoordvoerder Peter van<br />
Dam nog minder ver uitgewerkt dan die voor<br />
Energie. Fonville is voorzitter van brancheorganisatie<br />
Holland Health Tech en was voorheen<br />
onder andere senior vicepresident en general<br />
manager van Philips Healthcare. Hij gaat de<br />
ontwikkeling van een ‘roadmap’ voor het TU/eonderzoek<br />
op gezondheidsgebied leiden; deze<br />
moet de basis vormen voor consortiumvorming<br />
en de ontwikkeling van gezamenlijke programma’s<br />
met andere partijen.<br />
Eind dit jaar wordt over de dan opgeleverde<br />
plannen besloten en moet een directeur worden<br />
benoemd die het onderzoekscluster Gezondheid<br />
verder gaat opbouwen, aldus Van Dam.<br />
onDerWIJSPrIJS eerSTe keer<br />
ook Voor VroUWeLIJke DoCenT<br />
De onderwijsprijzen voor de beste docent in de<br />
bachelorfase en in de masterfase zijn een vast<br />
onderdeel bij de opening van het academisch<br />
jaar. Studenten dragen kandidaten voor en een<br />
onafhankelijke jury bepaalt wie naar voren mag<br />
komen voor de loftuitingen en een cheque van<br />
vijfduizend euro. Rector Hans van Duijn was dit<br />
jaar zeer verheugd dat daar voor het eerst een<br />
vrouw bij zat. Dr. Irene Curulli van de faculteit<br />
Bouwkunde moest haar prijs voor beste masterdocent<br />
echter delen met kernfusiehoogleraar<br />
dr.ir. Niek Lopes Cardozo van <strong>Technische</strong><br />
Natuurkunde. De jury had het onmogelijk<br />
gevonden om tussen hen beiden te kiezen.<br />
Curulli kreeg onder meer waardering voor het<br />
organiseren van allerlei activiteiten buiten het<br />
Vlnr: Prof.dr.ir. niek Lopes Cardozo,<br />
dr. Irene Curulli en prof.dr. Jan Meuldijk.<br />
Agenda<br />
3 oktober, van 12.00 - 17.00 uur: TU/e-<br />
campus: TUexperience (voorheen publieksdag).<br />
Voor meer informatie:<br />
www.tue.nl/tuexperience.<br />
5 oktober, TU/e-campus: Symposium Particle<br />
Physics, georganiseerd door studievereniging<br />
Van der Waals van de faculteit <strong>Technische</strong><br />
Natuurkunde. Voor meer informatie:<br />
www.vdwaals.nl, klik op ‘lustrum’.<br />
8 oktober, vanaf 13.30 uur: Faculteit<br />
<strong>Technische</strong> Natuurkunde en Sofitel Cocagne<br />
Hotel <strong>Eindhoven</strong>: Reünie voor alumni, studenten<br />
en medewerkers van de faculteit<br />
<strong>Technische</strong> Natuurkunde, ter ere van het 50jarig<br />
bestaan van de faculteit. Voor meer informatie:<br />
www.veni.nl.<br />
15 oktober, 16.00 uur: TU/e-auditorium:<br />
Afscheidscollege van prof.dr.ir. Jeu Schouten<br />
van de faculteit Industrial Design. De titel<br />
van zijn afscheidscollege luidt: ‘Design: from<br />
techno to human’. Voor meer informatie:<br />
www.tue.nl/agenda.<br />
curriculum om en voor haar persoonlijke contacten<br />
met de studenten. Lopes Cardozo maakt<br />
goed duidelijk welke technische uitdagingen<br />
er bestaan op zijn vakgebied en hoe die op<br />
een multidisciplinaire wijze kunnen worden<br />
aangepakt. Los daarvan vinden studenten zijn<br />
colleges ook gewoon erg leuk.<br />
De bachelorprijs was voor hoogleraar dr.<br />
Jan Meuldijk van de faculteit Scheikundige<br />
Technologie. De rijke ervaring die hij heeft op<br />
zijn vakgebied van thermodynamica en zijn<br />
talent om daar de finesses van over te brengen,<br />
leverden hem de eerste plaats op. Meuldijk zelf<br />
zegt er verrast door te zijn: ‘Maar ik vind het<br />
een grote eer om de prijs te krijgen. Het is ook<br />
goed voor de faculteit.’<br />
PrIJS Voor SneLLe<br />
DATATrAnSMISSIe<br />
Promovendus Mohammad Al Fiad, werkzaam<br />
in de vakgroep Electro-Optical Communication<br />
Systems, heeft de Telecommunicatieprijs 2010<br />
van ingenieursvereniging KIVI NIRIA ontvangen.<br />
Al Fiads werk werd beoordeeld als het<br />
29 en 30 oktober: TU/e-auditorium:<br />
Studievoorlichtingsdagen voor VWO’ers. Voor<br />
meer informatie: www.tue.nl, ga naar ‘studiekiezer’.<br />
5 november, 16.00 uur: TU/e-auditorium:<br />
Intreerede van prof.dr. Elena Lomonova van<br />
de faculteit Electrical Engineering. Voor meer<br />
informatie: www.tue.nl/agenda.<br />
8 november - 3 december, 9.00 - 18.00 uur:<br />
TU/e-hoofdgebouw: Expositie Bouw in Beeld<br />
met dit jaar als thema ‘Back Home’. Voor meer<br />
informatie: www.sg.nl.<br />
12 november, 16.00 uur: TU/e-auditorium:<br />
Intreerede van prof.dr. Herbert Zondag van de<br />
faculteit Werktuigbouwkunde. Voor meer informatie:<br />
www.tue.nl/agenda.<br />
2 december, 9.30 - 17.00 uur: TU/eauditorium:<br />
Jaarlijks symposium van het<br />
Embedded Systems Institute (ESI). Voor<br />
meer informatie en inschrijven: www.esi.nl/<br />
symposium/. Inschrijving is mogelijk tot 16<br />
november.<br />
beste promotieonderzoek op het vlak van de<br />
telecommunicatie in Nederland. Hij ontwikkelde<br />
efficiënte signaalcodeertechnieken voor<br />
hogere transmissiesnelheden in bestaande<br />
optische netwerken. Al Fiad bereikte zo snelheden<br />
van 200 Gigabit per seconde in glasvezelnetwerken<br />
ontworpen voor slechts 10 Gb/s.<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0 55
ALExANDER RINNOOY KAN:<br />
‘Verstandig<br />
kiezen gebeurt<br />
niet alleen<br />
in Den Haag’<br />
Den Dolech 2<br />
Postbus 513<br />
5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />
Telefoon (040) 247 91 11<br />
e-mail: voorlichting@tue.nl<br />
Internet: http://www.tue.nl