22.08.2013 Views

Paviljoen 'de Verbeelding' René van Zuuk - Acsu Buffalo

Paviljoen 'de Verbeelding' René van Zuuk - Acsu Buffalo

Paviljoen 'de Verbeelding' René van Zuuk - Acsu Buffalo

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />

<strong>Paviljoen</strong> <strong>'de</strong> <strong>Verbeelding'</strong><br />

<strong>René</strong> <strong>van</strong> <strong>Zuuk</strong><br />

Constructief Ontwerpen 5 (7P820)<br />

Begeleider: dr.ir. S.P.G. (Faas) Moonen<br />

Boaz <strong>van</strong> der Wal<br />

ID = 0633114<br />

Januari 2010 // Kwartiel 2


INHOUDSOPGAVE<br />

HOOFDSTUK 1 INLEIDING 2<br />

HOOFDSTUK 2 STABILITEIT 3<br />

HOOFDSTUK 3 ALUMINIUM 5<br />

HOOFDSTUK 4 CONSTRUCTIESCHEMA EN BELASTINGEN 12<br />

HOOFDSTUK 5 MAQUETTE 21<br />

1


HOOFDSTUK 1 INLEIDING<br />

Dit document vormt het vier weken bestrijkende, individuele gedeelte <strong>van</strong> de zelfstudie naar de<br />

multidisciplinaire relatie tussen constructie en architectuur/detaillering/materiaalkeuze/installaties/<br />

uitvoering. Het aan studie onderworpen gebouw is het <strong>Paviljoen</strong> 'De <strong>Verbeelding'</strong>, <strong>van</strong> <strong>René</strong> <strong>van</strong> <strong>Zuuk</strong>.<br />

In hoofdstuk 2 wordt de stabiliteit <strong>van</strong> het gebouw besproken.<br />

Hoofdstuk 3 gaat in op een alternatief constructiemateriaal voor de houten 3-scharnierspanten. Er is<br />

gekozen voor aluminium. Er wordt onder andere antwoord gegeven op de vraag wat de wijziging <strong>van</strong><br />

constructiemateriaal betekent voor: architectuur, detaillering, materiaalkeuze, installaties en uitvoering.<br />

Hoofdstuk 4 behandelt het 3-scharnierspant als kenmerkend element in de constructie.<br />

Het element wordt geschematiseerd alvorens de rele<strong>van</strong>te belastinggevallen en belastingcombinaties<br />

met factoren worden bepaald.<br />

Hoofdstuk 5 toont enkele foto's <strong>van</strong> de vervaardigde maquette.<br />

2


HOOFDSTUK 2 STABILITEIT<br />

De stabiliteit in de dwarsrichting wordt verzorgd door de in hun vlak stabiele vormvaste<br />

driescharnierspanten (zie figuur 2.1 en 2.2).<br />

De spanten zijn in staat horizontale belasting (wind) naar de funderings te verplaatsen door middel <strong>van</strong><br />

portaalwerking. Bij deze constructiewijze zijn geen aanvullende maatregelen nodig om stabiliteit in de<br />

dwarsrichting te waarborgen.<br />

Een driescharnierspant is statisch bepaald omdat de reactiekrachten aam de hand <strong>van</strong> de<br />

evenwichtsvoorwaarden (∑H=0, ∑V=0, ∑M=0) kunnen worden bepaald.<br />

Figuur 2.1 driescharnierspanten maquette<br />

Figuur 2.2 Driescharnierspanten isometrie<br />

3


De stabiliteit in de langsrichting wordt verzorgd door stalen geprobileerde dak-/gevelplaten.<br />

Figuur 2.3 Geprofileerde stalen dak-/gevelplaten<br />

4


HOOFDSTUK 3 ALUMINIUM<br />

De houten driescharnierspanten verwijzen naar de hallen elders in de polder waar dit constructietype<br />

ook veel wordt toegepast.<br />

De vorm <strong>van</strong> het gebouw en de aluminium dak- en gevelbekleding maken echter eerder een modern,<br />

bijna 'high-tech' indruk. Indien de houten driescharnierspanten dan ook in aluminium worden<br />

uitgevoerd zou dit de metallic, 'high-tech'-uitstraling kunnen versterken.<br />

Als alternatief constructiemateriaal is daarom gekozen voor aluminium.<br />

Voor het bereiken <strong>van</strong> een optimale sterkte worden in aluminiumconstructies altijd legeringen<br />

toegepast.<br />

Aluminium heeft een lage dichtheid, ongeveer drie keer zo laag als dat <strong>van</strong> staal: 2700 kg/m 3 vs 7850<br />

kg/m 3 . Evenals de dichtheid is ook de elasticiteitsmodulus drie keer zo laag als die <strong>van</strong> staal: 70.000<br />

N/mm 2 vs 210.000 N/mm 2 . Dit betekent dat indien een stalen ligger wordt ver<strong>van</strong>gen door een<br />

aluminium ligger met dezelfde dimensies, het gewicht <strong>van</strong> de ligger drie keer zo laag zal worden. De<br />

doorbuiging wordt dan echter drie keer zo hoog. De vervorming <strong>van</strong> een aluminium ligger kan dus<br />

worden gereduceerd door de doosnede zodanig aan te passen, dat het AKOM in voldoende mate<br />

toeneemt (EI=buigstijfheid).<br />

Aluminium is hiervoor geschikt omdat het zich door zijn eenvoudige bewerkbaarheid (extrusie), leent<br />

voor het maken <strong>van</strong> ingewikkelde doorsnedevormen. Extrusie <strong>van</strong> aluminium is mogelijk omdat<br />

aluminium -in tegenstelling tot staal- geen duidelijk vloeitraject heeft.<br />

Doorredenerend ligt het daarom voor de hand om de driescharnierspanten als aluminium vakwerken uit<br />

te voeren. Het gewicht blijft hierdoor laag, de stijfheid hoog (gunstig AKOM) en er kan gebruik worden<br />

gemaakt <strong>van</strong> extrusie-vormen.<br />

Voordelen aluminium spanten:<br />

• De spanten kunnen net als hout in de buitenlucht staan omdat aluminium en<br />

aluminiumlegeringen altijd met een dunne afsluitende oxydehuid bedekt zijn, die zich na<br />

beschadiging weer zal herstellen. In dit opzicht biedt aluminium een groot voordeel ten opzichte<br />

<strong>van</strong> staal.<br />

• Het lage eigen gewicht zorgt voor lagere transportkosten, montagekosten (lichter hijsmaterieel)<br />

en een betere handelbaarheid op de bouwplaats.<br />

Nadelen aluminium spanten:<br />

• Aluminium heeft een ongunstige brandwerendheid omdat de sterkte <strong>van</strong> aluminium en<br />

aluminiumlegeringen sterk afneemt bij hoge temperaturen. Er is daarom passieve en/of actieve<br />

brandbescherming nodig voor een aluminiumconstructie.<br />

• Aluminium vormt <strong>van</strong>wege de hoge thermische geleiding een koudebrug.<br />

Bij het ontwerp <strong>van</strong> een aluminium vakwerk in de vorm <strong>van</strong> een driescharnierspant zijn er twee<br />

uitgangspunten:<br />

• Het aluminium vakwerk wordt in hoofdzaak gelast in de werkplaats en komt prefab aan op de<br />

bouwplaats.<br />

• De onderdelen <strong>van</strong> het aluminium vakwerk worden hoofdzakelijk bevestigd m.b.v. mechanische<br />

verbindingsmiddelen. Dit kan zowel in de werkplaats als op de bouwplaats.<br />

De onderdelen <strong>van</strong> het vakwerk zijn in de fabriek vervaardigd m.b.v. walsen, extruderen of gieten.<br />

(bron: Prof. ir. F. Soetens, Ir. B.W.E.M. <strong>van</strong> Hove; Bouwen met aluminium (7P882) dictaat, blz. 35, 48-50)<br />

5


VAKWERKSPANT MET LASVERBINDINGEN<br />

• Het lassen <strong>van</strong> aluminiumlegeringen is kritischer dan het lassen <strong>van</strong> constuctiestaal.<br />

• Op de gietstukken na, is een dergelijke gelaste vakwerkconstructie ook mogelijk in staal. [1]<br />

• Het is mogelijk een veel stijver driedimensionaal vakwerkspant te vervaardigen (zie figuur 3.2).<br />

• Lassen leidt tot gewichtsbesparing. In aluminium constructies met geboute of geklinknagelde<br />

verbindingen is het gewicht <strong>van</strong> de verbindingen circa 10% <strong>van</strong> het totale gewicht <strong>van</strong> de<br />

draagconstructie. Wanneer gelaste verbindingen worden toegepast is dit gewicht slechts 4%.<br />

(bron: Prof. ir. F. Soetens, Ir. B.W.E.M. <strong>van</strong> Hove; Bouwen met aluminium (7P882) dictaat, blz 150)<br />

• Door de toepassing <strong>van</strong> een prefab gelast aluminium vakwerk kan de fabricage geconditioneerd<br />

plaatsvinden en de montage ter plaatse eenvoudig blijven, waardoor de totale bouwkosten<br />

worden gereduceeerd.<br />

• Buisprofielen leveren lastige aansluitingen op voor de diagonalen <strong>van</strong> het vakwerk, maar ook<br />

voor de kozijnen en de aluminium golfplaten. [1]<br />

Figuur 3.1 Aluminium 2D-vakwerkspant met lasverbindingen Figuur 3.2 Gelast aluminium 3D-vakwerkspant met<br />

lasverbindingen<br />

[1] Indien de profielen voor de boven- en onderregel <strong>van</strong> het 3D-vakwerkspant worden geëxtrudeerd is<br />

het mogelijk de aansluitingen <strong>van</strong> de diagonalen, de kozijnen, golfplaten enz. eenvoudiger uit te voeren.<br />

Deze doorsnedevormen zijn niet in staal mogelijk en maken het spantdaardoor kenmerkend voor<br />

aluminium. De doorsnede <strong>van</strong> het 3D-vakwerkspant met geëxtrudeerde boven- en onderregel is<br />

weergeven in figuur 3.3.<br />

6


Figuur 3.3 Doorsnede gelast 3D-vakwerkspant met extrusieprofielen.<br />

7


Figuur 3.4 Doorsnede aluminium vakwerkspant met lasverbindingen<br />

8


VAKWERKSPANT MET MECHANISCHE VERBINDINGSMIDDELEN<br />

• Vanwege het lage gewicht <strong>van</strong> de onderdelen is het spant ter plaatse te monteren met licht<br />

materieel.<br />

• Door de toepassing <strong>van</strong> verschillende soorten extrusieprofielen en het monteren <strong>van</strong> de<br />

onderdelen met een laag eigen gewicht, wordt optimaal gebruik gemaakt <strong>van</strong> de mogelijkheden<br />

<strong>van</strong> aluminium.<br />

• De ongesloten profielvormen maken het spant gevoelig voor corrosie en vuilophoping, in<br />

tegenstelling tot het vakwerkspant met lasverbindingen en gesloten profielen.<br />

Figuur 3.5 Doorsnede aluminium vakwerkspant met mechanische verbindingsmiddelen (zie ook bijlage).<br />

9


Indien het 3D-vakwerkspant uit figuur 3.2 uitgevoerd wordt met behulp <strong>van</strong> gegoten aluminium knopen<br />

(zie figuur 3.6) levert dit een licht en op de bouwplaats te monteren spant op.<br />

Echter is dit een kostbare en kwetsbare oplossing. Daarnaast vormt het ook een complexe puzzel omdat<br />

er drie soorten spanten worden toegepast, die elk verschillen in vorm en grootte.<br />

Figuur 3.6 3D-vakwerkspant met gegoten knopen<br />

10


INVLOED OP VERSCHILLENDE DISCIPLINES<br />

Kijkend naar de voor- en nadelen <strong>van</strong> de verschillende varianten wordt de conclusie getrokken dat het<br />

gelaste 3D-vakwerkspant met geëxtrudeerde aluminium profielen uit figuur 3.2 en 3.3 de meeste<br />

voordelen oplevert. Montagewijze, maakbaarheid, onderhoudsvrijheid, stijfheid en esthetiek zijn de<br />

doorslaggevende criteria.<br />

Figuur 3.7 KAL-Zip dakbedekking<br />

De geprofileerde aluminium dak-/gevelplaten (voorheen geprofileerd staal) zorgen voor stabiliteit in de<br />

dwarsrichting en worden met schietnagels op de spanten bevestigd. De gevel/dakbekleding blijft<br />

onveranderd, namelijk een KAL-Zip felssysteem (zie figuur 3.7)<br />

De invloeden op de verschillende disciplines zijn:<br />

• Architectuur: Het paviljoen krijgt een 'high-tech'-uitstraling. Vorm <strong>van</strong> het volume,<br />

functies, ed. blijven vrijwel ongewijzigd.<br />

• Detaillering: De bevestigingen moeten gal<strong>van</strong>ische corrosie voorkomen. Hierdoor<br />

wordt veel voor aluminium afwerking gekozen: kozijnen (i.p.v. hout),<br />

geprofileerde dak-/gevelplaten (i.p.v. staal), mechanische<br />

verbindingsmiddelen zoals schroeven en bouten (i.p.v. staal).<br />

• Materiaalkeuze: De verscheidenheid aan toegepaste materialen is beperkt. Hoofdzakelijk<br />

aluminium en glas.<br />

• Installaties: De installaties blijven ongewijzigd (natuurlijke ventilatie in combinatie<br />

met vloerverwarming). Er zou wel gekozen kunnen worden, mits de<br />

kosten dit toelaten, voor luchtkanalen door de diagonalen <strong>van</strong> de<br />

vakwerkspanten. Dit zou de 'high-tech'-uitstaling versterken en tevens<br />

een gecontroleerder binnenklimaat opleveren.<br />

• Uitvoering: De 3D-vakwerkspanten worden geprefabriceerd aangeleverd en<br />

gemonteerd op de bouwplaats. Dit principe blijft in vergelijking tot de<br />

situatie met de houten spanten ongewijzigd.<br />

11


HOOFDSTUK 4 CONSTRUCTIESCHEMA EN BELASTINGEN<br />

De varianten <strong>van</strong> de spanten worden achtereenvolgens gegeven met daarbij telkens de doorsnede met<br />

aansluitingen (scharnier/star/flexibel) en de mechanicaschema's met de verschillende<br />

belastingcombinaties. Tot slot worden de <strong>van</strong> toepassing zijnde belastinggevallen en<br />

belastingcombinaties met belastingfactoren benoemd.<br />

Figuur 4.1 Varianten spanten (#2, #6, #8, #10)<br />

12


Figuur 4.2 Spant #2 doorsnede<br />

Figuur 4.3 Spant #2 belastingcombinatie A<br />

Figuur 4.4 Spant #2 belastingcombinatie B<br />

SPANT #2<br />

13


Figuur 4.5 Spant #6 doorsnede<br />

Figuur 4.6 Spant #6 belastingcombinatie A<br />

Figuur 4.7 Spant #6 belastingcombinatie B<br />

SPANT #6<br />

14


Figuur 4.8 Spant #8 doorsnede<br />

Figuur 4.9 Spant #8 belastingcombinatie A<br />

Figuur 4.10 spant #8 belastingcombinatie B<br />

SPANT #8<br />

15


Figuur 4.11 Spant #10 doorsnede<br />

Figuur 4.12 Spant #10 belastingcombinatie A<br />

Figuur 4.13 Spant #11 belastingcombinatie B<br />

SPANT #10<br />

16


BELASTINGCOMBINATIES EN FACTOREN<br />

De ontwerpfilosofie voor aluminiumconstructies is gelijk aan die <strong>van</strong> alle andere bouwmaterialen<br />

(beton, staal, hout, steen, e.d.) en is geregeld in NEN 6700 "TGB 1990 Algemene Baiseisen".<br />

Dat wil zeggen dat de veiligheid <strong>van</strong> een draagconstructie op uniforme wijze is geregeld. De door de<br />

ontwerpbelasting veroorzaakte krachten in de constructie mogen nergens een grenstoestand <strong>van</strong> de<br />

constructie overschrijden. Door toepassing <strong>van</strong> de in NEN 6702 "TGB 1990 Belastingen en<br />

Vervormingen" voorgeschreven belastingen, combinaties <strong>van</strong> belastingen en belastingfactoren kan de<br />

genoemde ontwerpbelasting worden bepaald.<br />

Bij de toetsing of nergens in de constructie een grenstoestand wordt overschreden dient onderscheid te<br />

worden gemaakt tussen uiterste grenstoestanden (bezwijken <strong>van</strong> de constructie) en<br />

bruikbaarheidsgrenstoestanden (toelaatbare vervormingen, trillingen, e.d.).<br />

In NEN 6700 en NEN 6702 zijn eisen geformuleerd voor beide grenstoestanden, die verder zijn<br />

uitgewerkt in materiaalgebonden normen. In het geval <strong>van</strong> aluminium in NEN 6710 "TGB 1990<br />

Aluminiumconstructies".<br />

Voor uiterste grenstoestanden geldt dat de door de ontwerpbelasting Sd veroorzaakte krachten in de<br />

constuctie nergens de ontwerpsterkte Rd mogen overschrijden, waarbij geldt:<br />

R d = R k<br />

γ m<br />

Met: Rk = karakteristieke sterkte; en<br />

γM = pariële veiligheidsfactor, beide volgens NEN 6710<br />

De constructie voldoet indien geldt:<br />

Sd Rd ≤ 1<br />

Eenzelfde filosofie als hiervoor beschreven, is ook in Europees verband gevolgd voor bouwconstructies<br />

en heeft geleid tot een vergelijkbaar stelsel <strong>van</strong> normen, de zogenaamde Eurocodes (Eurocode 1 = NEN<br />

6700 + NEN 6702; Eurocode 3 = NEN 6770 TGB Staal; Eurocode 9 = NEN 6710 TGB Aluminium).<br />

Zowel belastingen als materiaaleigenschappen zijn variabel. Door de keuze <strong>van</strong> belastingenfactoren (γf)<br />

en materiaalfactoren (γm) kan in geval <strong>van</strong> uiterste grenstoestanden de kans op bezwijken <strong>van</strong> de de<br />

constructie <strong>van</strong> tevoren worden vastgelegd. Daartoe zijn in NEN 6702 drie veiligheidsklassen en in<br />

"Eurocode 0" tot nog toe drie gevolgklasen gedefinieerd.<br />

Veiligheidsklassen volgens NEN 6702:<br />

• Veiligheidsklasse 1: - schuren en loodsen;<br />

• Veiligheidsklasse 2: -eengezinswoningen, bedrijfsgebouwen met maximaal 2 bouwlagen;<br />

• Veiligheidsklasse 3: -hoge woongebouwen; tribunes; bruggen; kantoren.<br />

Gevolgklassen volgens Eurocode 0 (CC = Consequence Class)<br />

• CC 1: Geringe gevolgen ten aanzien <strong>van</strong> het verlies <strong>van</strong> mensenlevens, en/ of kleine of<br />

verwaarloosbare economische of sociale gevolgen of gevolgen voor de omgeving.<br />

(Landbouwbedrijfsgebouwen, Tuinbouwkassen, Standaard eengezinswoningen,<br />

Industriegebouwen (1 of 2 verdiepingen))<br />

• CC 2: Middelmatige gevolgen ten aanzien <strong>van</strong> het verlies <strong>van</strong> mensenlevens, en/of<br />

aanzienlijke economische of sociale gevolgen of gevolgen voor de omgeving.<br />

(Woongebouwen, Kantoorgebouwen, Openbare gebouwen, Industriegebouwen (3 of<br />

meer verdiepingen)<br />

17


• CC 3 Grote gevolgen ten aanzien <strong>van</strong> het verlies <strong>van</strong> mensenlevens (enkele tientallen), en/of<br />

zeer grote economische of sociale gevolgen of gevolgen voor de omgeving. (Hoogbouw<br />

(h > 70 m), Tribunes, Tentoonstellingsruimten, Concertzalen, Grote openbare<br />

gebouwen)<br />

De gevolgklassen in de Eurocodes corresponderen niet precies met de veiligheidsklassen volgens NEN<br />

6700:<br />

• Klasse CC 1 uit NEN-EN 1990 correspondeert met zowel veiligheidsklassen 1 als 2 volgens NEN<br />

6702;<br />

• Klasse CC 2 uit NEN-EN 1990 correspondeert met veiligheidsklasse 3 volgens NEN 6702;<br />

• Klasse CC 3 is een extra gevolgklasse bedoeld voor draagconstructies in zeer hoge of anderszins<br />

bijzondere bouwwerken, waarbij de gevolgen <strong>van</strong> bezwijken zeer groot kunnen zijn.<br />

De tentoonstellingsruimte <strong>van</strong> paviljoen 'De <strong>Verbeelding'</strong> valt volgens de Eurocode onder Gevolgklasse<br />

(CC) 2 en volgens NEN 6700 onder veilgheidsklasse 3.<br />

De belastingfactoren γf zijn afhankelijk <strong>van</strong>:<br />

• De veilgheidsklasse waartoe de constructie behoort (in 'Eurocode 0' de gevolgklasse CC1, CC2,<br />

CC3);<br />

• De referentieperiode <strong>van</strong> een constructie; normaal geldt voor bouwwerken 50 jaar, maar voor<br />

industriële gebouwen kan een periode <strong>van</strong> 15 jaar aangenomen zijn. In het laatste geval dienen<br />

de belastingfactoren te worden gereduceerd. De hoogte <strong>van</strong> de veranderlijke belastingen op<br />

een constructie hangt af <strong>van</strong> de referentieperiode. De kans dat bijvoorbeeld een extreme<br />

windebelasting eens in de 50 jaar voorkomt is uiteraard groter dan eens in de 15 jaar.<br />

De materiaalfactoren staan vermeld in de materiaal gebonden Eurcode.<br />

Voor aluminium en staal geldt: γm = 1,0.<br />

De verschillende soorten belastinggevallen zijn:<br />

• Permanente belasting (eigen gewicht)<br />

Deze dient te worden berekend aan de hand <strong>van</strong> de volumegewichten <strong>van</strong> de verschillende<br />

bouwdelen.<br />

• Veranderlijke belasting (personen, sneeuw, wind)<br />

Vloeren<br />

Belastingen door personen en meubilair worden in de 'Eurocode 1 -Belastingen op constructies'<br />

op basis <strong>van</strong> hun Gebruiksklasse bepaald.<br />

- Klasse A: Ruimten voor wonen en huishoudelijk gebruik<br />

- Klasse B: Kantoorruimtes<br />

- Klasse C: Ruimten waar mensen kunnen samenkomen<br />

- Klasse D: Winkelruimten<br />

De tentoonstellingsruimte <strong>van</strong> paviljoen 'De <strong>Verbeelding'</strong> valt volgens de Eurocode onder Klasse<br />

C3 : Ruimten zonder obstakels voor rondlopende mensen. Hiervoor geldt een gelijkmatig<br />

verdeelde vloerbelasting, pq;rep=5,0 kN/m 2 . In NEN 6702, 8.1 en 8.2 geldt hetzelfde.<br />

Daken<br />

Daken moeten volgens hun toegankelijkheid zijn ingedeeld in drie klassen (Eurocode 1):<br />

- Klasse H: Daken alleen toegankelijk voor gewoon onderhoud en herstelwerkzaamheden.<br />

- Klasse I: Daken toegankelijk voor gebruik volgens klasse A tot en met D.<br />

- Klasse K: Daken toegankelijk voor speciaal gebruik, oa. landingsplaatsen voor helikopters.<br />

18


De tentoonstellingsruimte <strong>van</strong> paviljoen 'De <strong>Verbeelding'</strong> valt volgens Eurocode 1 onder<br />

Klasse H. Hiervoor geldt de onderstaande tabel.<br />

dakhelling α qk a<br />

0 ≤ α ≤ 15º<br />

15 ≤ α ≤ 20º<br />

α ≥ 20º<br />

kN/m²<br />

1,0<br />

4 - 0,2 x {α}<br />

0<br />

Tabel 4.1 veranderlijke belasting dak, volgens Klasse H<br />

(bron: EurocBrisWarenhuis (2009) www.briswarenhuis.nl)<br />

De dakbelasting kan voor ieder spant verschillen <strong>van</strong>wege de verschillende hoeken waaronder<br />

deze staan. Voor het linker - en rechterdeel <strong>van</strong> het dak <strong>van</strong> spant #2 (figuur 4.2) geldt een<br />

extreme veranderelijke dakbelasting, pq;rep= 1,0 kN/m 2 (dakhelling: 5° en 13°).<br />

In NEN 6702, 8.1 en 8.2 geldt dezelfde tabel voor de veranderlijke dakbelasting op daken.<br />

Wind<br />

De windbelasting is een veranderlijke, vrije<br />

belasting. In belastingcombinaties geldt<br />

normaliter voor de windbelasting: Ψ=0.<br />

De soorten windbelasting zijn: winddruk,<br />

windzuiging, windwrijving, overdruk, onderdruk.<br />

Algemene formule volgens NEN 6702 voor<br />

gebouwen met h


In Nederland is de sneeuwbelasting gebaseerd op compacte sneeuw met een volumiek gewicht<br />

<strong>van</strong> 2,0 kN/m³. De dikte <strong>van</strong> het sneeuwpaket mag worden aangenomen op 350 mm, wat<br />

resulteert in sk = 0,7.<br />

• Bijzondere belasting (brand, explosie, botsing)<br />

Het gebouw valt onder veiligheidsklasse 3. Voor constructies in veiligheidsklasse 3 geldt als<br />

belastingfactor in de uiterste grenstoestand (UGT):<br />

- voor permanente belasting γf:g = 1,2 (0,9 als deze positief werkt)<br />

- voor veranderlijke belasting γf:q = 1,5<br />

- voor bijzondere belasting γf:q = 1,5<br />

Voor gebouwen uit 'categorie C: bijeenkomstruimten' (zie vloeren) gelden in de Eurocode dezelfde<br />

belastingfactoren. De <strong>van</strong> toepassing zijnde belastingcombinaties (met belastingfactoren) zijn:<br />

Combinatie A<br />

Permanente belasting + Veranderlijke belasting door personen<br />

Veiligheidsklasse 3: Pd = 1,2∙Peg + 1,5∙Pq;rep<br />

Pd = 1,35∙Peg (grootste waarde is maatgevend)<br />

Combinatie B<br />

Permanente belasting + Veranderlijke belasting door windzuiging<br />

Veiligheidklasse 3: Pd = 0,9∙Peg + 1,5∙Pwindzuiging;rep<br />

De windbelasting werkt loodrecht op het dakvlak. De permanente belasting werkt echter altijd verticaal<br />

en moet dus worden opgesplitst in twee componenten (zie schematisering figuur 4.4).<br />

Vanwege het lichte dakpakket moet bedacht worden dat de belastingcombinatie met windbelasting een<br />

grote rol kan spelen. Het dakvlak wordt daarbij belast op windzuiging, die slechts gedeeltelijk<br />

gecompenseerd wordt door de lagere tegengesteld gerichte permanente belasting. Daarbij komt nog<br />

een lagere belastingfactor voor de permanente belasting (0,9 in plaats <strong>van</strong> 1,2), omdat de permanente<br />

belasting bij deze combinatie gunstig werkt.<br />

Combinatie C<br />

Permanente belasting + Veranderlijke belasting door winddruk<br />

Veiligheidklasse 3: Pd = 1,2∙Peg + 1,5∙Pwinddruk;rep<br />

Combinatie C<br />

Permanente belasting + Veranderlijke belasting door sneeuw<br />

Veiligheidklasse 3: Pd = 1,2∙Peg + 1,5∙Psn;rep<br />

N.B. Op het dak behoeven een veranderlijke belasting en wind- of sneeuwbelasting niet tegelijkertijd te<br />

worden beschouwd.<br />

Aan de doorbuiging <strong>van</strong> het dak (berekend in de BGT met belastingfactoren: 1,0) wordt door NEN 6702<br />

de volgende vervormingseis gesteld voor de doorbuiging in de eindtoestand: ueind ≤ 0,004lrep<br />

Voor de Eurocode wordt vooralsnog naar NEN 6702 verwezen.<br />

bron 1: Eurocode 0 en 1, BrisWarenhuis (2009) www.briswarenhuis.nl)<br />

bron 2: Prof. ir. Frans <strong>van</strong> Herwijnen, Ir. Rijk Blok, Prof. ir. Dirk Martens; Belastingen, Constructief Ontwerpen 1, juli 2007)<br />

bron 3: A.H.L.G. Bone, T.N.W.G. Kemps, A.W. Peters, H. Post, Bouwkundig tabellenboek; Wolthers Noordhoff, tweede druk,<br />

eerste oplage 2007<br />

20


Figuur 5.1 Maquette foto 1<br />

HOOFDSTUK 5 MAQUETTE<br />

21


Figuur 5.2 Maquette foto 2<br />

22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!