22.08.2013 Views

2008. December - Stichting Anemoon

2008. December - Stichting Anemoon

2008. December - Stichting Anemoon

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

VOELSPRIET ANM-nieuwsblad 7 (2) december 2008 Pagina 1<br />

VOELSPRIET nieuws met een slakkengang<br />

Nieuwsblad Atlasproject Nederlandse Mollusken<br />

Landslakken Zeemollusken Brakwater Zoetwater Malacologen Wetenschap Literatuur<br />

Uitgave ANM/7e Jaargang nr. 2 / december 2008 / redactie: R.H. de Bruyne, I. van Lente, H. Roode, C.M. Neckheim<br />

& ANM. Kopij: anemoon@cistron.nl / rhdebruyne@yahoo.nl/ r.h.debruijne@uva.nl / website: www.anemoon.org<br />

2009 wordt het Darwinjaar en<br />

onze tuinslakken doen ook mee!<br />

LEIDEN: Volgend jaar, 2009, is uitgeroepen<br />

tot het internationale Darwinjaar. Dat<br />

is gedaan ter gelegenheid van Darwins<br />

200ste geboortedag en het 150-jarig<br />

bestaan van ‘On the Origin of Species’<br />

(het beroemdste boek in de biologie, waarin<br />

Darwin zijn Evolutieleer uiteen zette).<br />

Eén van de activiteiten is het zogenoemde<br />

"Evolutie-MegaLab", een interactieve,<br />

Europa-brede website over evolutie van het<br />

kleurpolymorfisme bij de twee bekendste<br />

tuinslakken uit het geslacht C e p a e a, te<br />

weten de gewone tuinslak Cepaea nemoral<br />

i s en de witgerande tuinslak Cepaea hort<br />

e n s i s. Naturalis verzorgt hiervoor de<br />

Nederlandse “knoop" (zie hiervoor ook:<br />

w w w . e v o l u t i o n m e g a l a b . o r g).<br />

Terschelling: je moet er heel wat veen voor slopen,<br />

maar -soms- héb je dan ook wat! (Zie voor de<br />

betreffende soort ook foto’s op pagina 2)<br />

Het ziet er naar uit dat dit een groot project<br />

gaat worden, waar veel scholen en particulieren<br />

verspreid door Nederland aan gaan<br />

meedoen.<br />

Om aan de initiatieven steun te bieden,<br />

doen de mensen van Naturalis de volgende<br />

oproep aan natuurliefhebbers, malacologen<br />

en andere slakkenkenners:<br />

Oproep: Slakken in het Darwinjaar<br />

Naturalis is begonnen een lijst op te stellen<br />

van experts die willen meehelpen. Gezocht<br />

wordt naar mensen die in iedere regio, in<br />

de periode april t/m september 2009, de<br />

amateurs, onderwijzers en leraren willen<br />

bijstaan (op afstand of in het veld) en als<br />

vraagbaak willen fungeren.<br />

Concreet wordt gezocht naar mensen die:<br />

1) basale kennis hebben van landslakken<br />

2) de C e p a e a-soorten kunnen onderscheiden<br />

van andere landslakkensoorten.<br />

3) de voornaamste kleurvormen van C e p aea<br />

nemoralis en C. hortensis uit elkaar<br />

kunnen houden.<br />

Interesse? Neem dan a.u.b. contact op met<br />

Menno Schilthuizen, Naturalis, e-mail:<br />

s c h i l t h u i z e n @ n a t u r a l i s . n l<br />

Telefoon 071-5687769; 06-22030313.<br />

( M S / R H B )<br />

Wordt nu ook de kleine boormossel Barnea parva<br />

wat algemener? Veen slopen op de Wa d d e n e i l a n d e n<br />

TERSCHELLING: Het is de tweede<br />

week van oktober. Een paar mensen zitten<br />

geknield op het strand bij paal 16.<br />

Wat doen ze daar? Ze maken wel veel<br />

rommel... Naderbijgekomen blijken ze<br />

aangespoelde veenbonken te slopen.<br />

Onder de veenslopers zitten bekende schelpenkenners<br />

als eilander Gerrit Doeksen<br />

(Midsland) en Herman Roode ( Zaandam).<br />

Ze hadden enkele dagen eerder van een<br />

andere malacoloog vernomen dat er veenbrokken<br />

op het strand lagen met daarin de<br />

Kleine boormossel Barnea parva. Deze<br />

geldt voor ons land nog altijd als een zeldzaamheid<br />

en levend aangespoelde dieren<br />

worden vrijwel nooit gevonden. De laatste<br />

vondst (eind 2006) op een ander Waddeneiland<br />

(Schiermonnikoog) betrof echter ook<br />

levende dieren. Zou ook deze soort bezig<br />

zijn met een opmars? (Zie verder pag. 2).<br />

Charles Darwin (boven), twee kleurvormen van de<br />

gewone tuinslak Cepaea nemoralis (midden)<br />

en idem van de witgerande tuinslak Cepaea<br />

h o r t e n s i s ( o n d e r a a n ) .<br />

Nut bij forensisch onderz o e k<br />

VAN DE R E D A C T I E : Regelmatig horen<br />

weekdier-geïnteresseerden de vraag: “wat<br />

heb je nou aan die beesten?” Of wordt er<br />

gemopperd dat zo’n rottig slakje bouwprojecten<br />

vertraagd. Natuurlijk kun je het dan<br />

hebben over de smakelijkheid voor mens<br />

en dier, de composteerkunst van slakken en<br />

de rol als vertegenwoordiger van zeldzame<br />

biotopen. Maar soms is het ook handig om<br />

nog andere pijlen op de boog te hebben.<br />

Een ‘nut’ waar niet veel mensen aan zullen<br />

denken is het gebruik van grootte en groeisnelheid<br />

van waterweekdieren bij bepalingen<br />

hoe lang voorwerpen in het water hebben<br />

gelegen. Hierover kon vanuit het ANM<br />

de afgelopen jaren echter wel degelijk aan<br />

het Nederlands Forensisch Instituut worden<br />

geadviseerd. Met name de afmetingen van<br />

driehoeksmossels bleken goed bruikbaar<br />

om een globale tijdsindicatie te geven van<br />

opgedregde voorwerpen die met een misdrijf<br />

te maken hadden. (Zie verder pag. 2)


HILLEGOM: U hebt interessante weekdieren<br />

waargenomen, deze gegevens genoteerd<br />

of via spreadsheets ingevoerd en<br />

opgestuurd naar <strong>Stichting</strong> A N E M O O N. Zo<br />

ging het en zo kan het ook blijven gaan,<br />

maar er komt een nieuwe mogelijkheid.<br />

Het is de bedoeling dat in de toekomst de<br />

website www. telmee.nl een belangrijke<br />

rol gaat spelen bij uw waarnemingen.<br />

Op de ‘telmee’ site kunt u in de toekomst<br />

al uw waarnemingen invoeren. Telmee is<br />

nu nog in ontwikkeling en de invoer verloopt<br />

nog niet vlekkeloos. Nadeel is dat nu<br />

alleen nog losse individuele waarnemingen<br />

kunnen ingevoerd en niet veel soorten in<br />

een keer zoals op de ANM-formulieren.<br />

Toch raden we u aan de ontwikkelingen<br />

goed in de gaten te houden en eventueel nu<br />

al op telmee.nl waarnemingen in te voeren.<br />

Uw molluskendata komen dan zeker ten<br />

goede aan het Atlasproject. Heel belangrijk<br />

is dat u uw ervaringen met de site aan ons<br />

doorgeeft, zodat wij de ontwikkelaars aanwijzingen<br />

ter verbetering geven. In de toekomst<br />

komen ook alle oude A N M-data in<br />

de telmee-database. U kunt dan zelf uw<br />

oude waarnemingen terugzien en zelfs op<br />

kaart zetten. Een belangrijk aspect waarin<br />

telmee zal gaan afwijken van vergelijkbare<br />

sites, is dat waarnemingen zullen worden<br />

gevalideerd, dat wil zeggen: dat een expert<br />

nagaat of een waarneming aannemelijk is.<br />

VOELSPRIET ANM-nieuwsblad 7 (2) december 2008 Pagina 2<br />

Data invoeren met www. t e l m e e . n l<br />

forensisch onderzoek (vervolg pag. 1)<br />

De hulp die het ANM de afgelopen jaren<br />

aan het Nederlands Forensisch Instituut<br />

heeft kunnen bieden bleef beperkt tot wat<br />

adviezen. Eenvoudig gezegd komt het er<br />

op neer dat vooral de oudste (of grootste)<br />

levende organismen (ook met andere voorwerpen,<br />

zoals zeepokken of bryozoa, sponzen<br />

etc. is dat mogelijk) die zich ergens op<br />

vasthechten een indicatie kunnen geven<br />

over hoe lang iets -minimaal- in het water<br />

heeft gelegen. Belangrijk daarbij is aanvullende<br />

details te hebben over locatie en stroming<br />

van het betreffende water en de groeisnelheid<br />

van de mosseltjes in het algemeen.<br />

De validator kan<br />

gebruik maken van<br />

toelichtingen in het<br />

opmerkingenveld en<br />

van geuploade foto’s.<br />

Als de validator twijfelt<br />

aan een waarneming,<br />

zal deze via email<br />

contact met de<br />

waarnemer opnemen<br />

om .e.e.a. te checken.<br />

Vanzelfsprekend zijn<br />

niet alle waarnemingen<br />

‘met de hand’ na<br />

te lopen. In de toekomst<br />

kunnen gegevens ook eerst automatisch<br />

worden gevalideerd, met behulp van<br />

kansberekeningen aan de hand van reeds<br />

ingevoerde waarnemingen..<br />

Onder andere deze methodiek maakt dat de<br />

site sterk zal afwijken van bijvoorbeeld<br />

w w w . w a a r n e m i n g e n . n l. Deze site wordt<br />

momenteel door veel mensen als een plezierig<br />

platvorm gezien om waarnemingen<br />

in te voeren. Nadeel is dat het platvorm<br />

niet afdwingt dat bepaalde velden worden<br />

ingevoerd en er van veel molluskenwaarnemingen<br />

niet af te lezen valt of het om<br />

levende dieren gaat, of aangespoelde doubletten<br />

of al dan niet duizenden jaren geleden<br />

overleden materiaal. Voor het Atlasproject<br />

hebben we dan ook lang niet aan<br />

alle weekdierwaarnemingen iets. Ook kunnen<br />

gemakkelijk onnauwkeurigheden o n tstaan,<br />

bijvoorbeeld met betrekking tot de<br />

locatie. Overigens komen de molluskenwaarnemingen<br />

die via w a a r n e m i n g e n . n l<br />

worden doorgegeven ook ten goede aan<br />

het A N M; daarover zijn inmiddels afspraken<br />

gemaakt. Dus als u daar reeds correcte<br />

data heeft ingevoerd, dan hoeft u dat niet<br />

nog eens bij www.telmee.nl te doen.<br />

In de volgende Voelspriet gaan we uitgebreider<br />

in op de site en de wijze waarop<br />

waarnemingen moeten worden ingevoerd.<br />

( A W G )<br />

Wat betreft mollusken zijn met name afmetingen<br />

van de grootste mossels bruikbaar,<br />

aangezien deze eenmaal vastgehecht, hun<br />

substraat niet meer verlaten. Voor veel<br />

kruipende slakkensoorten (zoals B i t h y n i a<br />

spec., diepslakken) geldt dat niet, al kunnen<br />

kapslakken (F e r r i s i a bijvoorbeeld) mogelijk<br />

wel weer op deze manier informatie<br />

verstrekken. Het spreekt vanzelf dat het<br />

NFI uiteraard alleen in zeer beperkte mate<br />

info over de betreffende zaken verstrekte<br />

‘in het belang van het nog lopende onderzoek’,<br />

zoals dat zo mooi heet. De ANM<br />

medewerkers kunnen dan ook geen verdere<br />

details over de betreffende zaken geven.<br />

[Red: zie ook Column pag 8]. ( I L / R H B )<br />

Kleine boormossel (vervolg pag. 1)<br />

De Kleine boormossel is in de afgelopen<br />

decennia weinig van de Nederlandse kust<br />

gemeld. Opvallend is dat veel vondsten van<br />

de Waddeneilanden stammen. De soort leeft<br />

in Groot Brittannië en Frankrijk, vooral in<br />

wat zuidelijker streken, vaak ingeboord in<br />

kalksteen. Bij ons moeten de dieren het echter<br />

doen met veen en -soms- hout.<br />

Over een deel van de Terschellingse vondst<br />

is al gepubliceerd door de Winter in Spirula<br />

365. Over de latere, levend gevonden dieren<br />

wordt nog apart gepubliceerd. Daarom hierbij<br />

alleen enkele foto’s. Voor een verdere<br />

beschrijving van de boormossel kan worden<br />

verwezen naar het boek ‘Schelpen van de<br />

Waddeneilanden’ (De Bruyne en De Boer,<br />

2009, uitgev.<br />

Fontaine).<br />

Het spreekt<br />

vanzelf dat we<br />

iedereen willen<br />

aanraden<br />

goed naar de<br />

soort uit te kijken.Zorgvuldig<br />

hout en<br />

veen openbreken<br />

dus!<br />

(Maar alleen<br />

op het strand<br />

a a n g e s p o e l d<br />

spul s.v.p.).<br />

( I L / R H B )<br />

Oogst: vele doubletjes boormossels, waaronder de<br />

Kleine. Onderste foto’s: Kleine boormossel Barnea<br />

parva (levend, met siphobuis). Onderaan: bovenaanzicht<br />

doublet met accessorisch schelpstuk.<br />

Geen redding meer mogelijk<br />

voor aangespoelde Pijlinktvis<br />

N o o r d w i j k : op 26 september 2008 werd<br />

door de Reddingsbrigade Katwijk-Noordwijk<br />

bij afrit 21 een aangespoelde ‘zeekat’<br />

gevonden. Nader onderzoek toonde echter<br />

aan dat het ging om een Pijlinktvis L o l i g o<br />

v u l g a r i s. Deze pijlvormige inktvis, die tot 75<br />

cm kan worden, is algemeen in de Noordzee,<br />

maar spoelt zeer weinig op het strand<br />

aan. Helaas kon de reddingsbrigade niets<br />

meer voor het al overleden dier doen. Het<br />

dier is uiteindelijk ingevroren. ( I L )


V A N D E REDACTIE: De in voorgaande<br />

Voelsprieten (6/2 en 7/1) en ook<br />

in andere tijdschriftartikelen, van de<br />

vindplaatsen Yerseke en Gorishoek<br />

genoemde stekelhorens waren ‘fout’.<br />

Nou ja fout, de determinatie was fout.<br />

De slakken waren natuurlijk gewoon<br />

z i c h z e l f .<br />

In een boeiend en met fraaie kleurenfoto’s<br />

geïllustreerd artikel in Spirula 365<br />

(pags.:134-136) worden door J. Goud,<br />

F.L.M. Titselaar en G.Mulder de recente<br />

vondsten van ‘stekelhorens’ onder de<br />

loep genomen. De laatste jaren leek in<br />

de oestergebieden in Zeeland opeens de<br />

voor Europese rotskusten ‘gewone’ Stekelhoren<br />

Ocenebra erinaceus sterk in<br />

opkomst. Hierover werd uiteraard zeer<br />

enthousiast gerapporteerd, aangezien de<br />

soort uit ons land alleen van fossielen en<br />

af en toe een aangevoerd slakje op drijvend<br />

materiaal bekend was. Aanvullend<br />

onderzoek en determinatie door de<br />

bekende malacoloog Geerat J. Vermeij<br />

leerde echter iets heel anders. Zowel de<br />

‘Ocenebra’s’ als Hexaplex trunculus,<br />

bleken tot een heel andere soort te behoren<br />

en wel Ocinebrellus inornatus<br />

(Récluz, 1851) die wel de ‘Japanse Stekelhoren’<br />

genoemd kan worden. Deze<br />

slak leeft oorspronkelijk in Japan en<br />

langs de Aziatische continentale kust<br />

vanaf het noorden van China tot Korea,<br />

alsmede op het eiland Sakhalin en op de<br />

Koerillen-eilandengroep tussen Rusland<br />

en Japan.<br />

Gedurende de 20e eeuw werd de soort<br />

diverse keren geïntroduceerd aangetroffen<br />

in uiteenlopende geografische<br />

regio's, waaronder de Puget Sound aan<br />

de Noord-Amerikaanse westkust. Langzaam<br />

breidde deze soort zijn areaal uit<br />

naar Brits Columbia in Canada, Oregon<br />

en Californie (alles voor WO II). Meer<br />

recent bleek het dier opeens aanwezig<br />

langs de Franse Atlantische kusten<br />

(Marennes-Oleron, 1995), terwijl deze<br />

stekelhoren inmiddels ook bekend is van<br />

de Ierse en Engelse zuidkust. Niet echt<br />

prettig, want het betreft hier een oesterpredator<br />

met o.a. mosselen en oesters op<br />

zijn menu. [En we ZIJN al een andere,<br />

eveneens geïmporteerde oesterboorder<br />

rijker in Zeeland, te weten Urosalpinx<br />

cinerea, de ‘Oesterboorder’, zie o.a.<br />

Voelspriet 7/1 red.] Uit Amerikaans<br />

onderzoek zou blijken dat de aanwezigheid<br />

van Ocinebrellus kan leiden tot<br />

behoorlijke verliezen voor de oesterteelt.<br />

Goud, Titselaar en Mulder namen dit<br />

najaar bij Yerseke en Gorishoek meer<br />

dan vijftig exemplaren waar, zowel<br />

juveniele (ca. 14 mm) als volwassen dieren<br />

(tot 46 mm). De slakken leven hier<br />

in ondiep water onder stenen. Ook dieren<br />

op recente eiafzettingen werden ge-<br />

VOELSPRIET ANM-nieuwsblad 7 (2) december 2008 Pagina 3<br />

S t e k e l h o rens ‘nieuwer’ dan gedacht:<br />

de Japanse stekelhoren Ocinebrellus inornatus (Récluz, 1851)<br />

zien. In Zeeland is het dier, net als in<br />

Groot Brittannië en Frankrijk, naar alle<br />

waarschijnlijkheid ongewild geïntroduceerd<br />

bij het importeren van schelpdieren,<br />

bestemd voor opkweek of doorvoer<br />

te Yerseke. De auteurs wijzen erop dat<br />

diverse eerder van deze lokaties gemelde<br />

waarnemingen ook betrekking hebben<br />

op de Japanse Stekelhoren. Doordat<br />

het bij de eerder vermelde exemplaren<br />

om juvenielen ging was de determinatie<br />

daarvan niet eenvoudig. B. Gras (Spirula<br />

363: 73) en De Bruyne & Gras (Voelspriet<br />

7(1): 3) vermelden de soort nog<br />

als Hexaplex trunculus (L., 1758), terwijl<br />

Ligthart & Faase (Zeepaard 67 (5):<br />

146-153) de soort als Ocenebra erinacea<br />

(Linnaeus, 1758) noemen. Het<br />

door Gras gevonden en afgebeelde<br />

exemplaar heeft drie opvallende kleurbanden,<br />

zoals inderdaad ook bij Hexaplex<br />

trunculus voorkomen. Maar ook bij<br />

jonge exemplaren van Ocinebrellus<br />

inornatus, blijkt dit een regelmatig voorkomend<br />

kleurpatroon.<br />

De ‘echte’ Stekelhoren Ocenebra erinaceus<br />

kan goed van de Japanse onderscheiden<br />

worden door het grotere aantal<br />

spirale koorden op de lichaamswinding,<br />

vaak bredere met smalle afgewisseld en<br />

ook van veel lamelletjes voorzien. De<br />

lichaamswinding, de spire, is verhoudingsgewijs<br />

hoger dan bij Ocinebrellus<br />

inornatus. Bovendien heeft Ocenebra<br />

erinacea aan de bovenkant op de<br />

‘schouder’ ook spirale koordjes, die bij<br />

Ocinebrellus inornatus afwezig zijn.<br />

Verschillende stekelhorens: Boven links: Japanse<br />

stekelhoren Ocinebrellus inornatus ( A r c a c h o n )<br />

rechts: ‘gewone’ Stekelhoren Ocenebra erinaceus<br />

(St. Jacut). Onder: juveniel exemplaar Japanse<br />

Stekelhoren met kleurbanden (Gorishoek, exemplaar<br />

B. Gras, aanvankelijk als juveniel van<br />

Hexaplex trunculus g e d e t e r m i n e e r d ) .<br />

Duidelijk bij het exemplaar van Gras<br />

zijn de ca. 8 radiale plooien op de laatste<br />

winding zichtbaar. Ook de nu verzamelde<br />

juveniele exemplaren vertonen steeds<br />

zo'n 8 tal geknobbelde plooien. Volwassen<br />

exemplaren van ‘de Japanse’ hebben<br />

verhoudingsgewijs ook een veel grotere<br />

lichaamswinding dan de ‘echte’. De<br />

plooien staan bij volwassen exemplaren<br />

veel verder uiteen en vertonen vaak een<br />

vlagvormige kam op de hoekige schouder,<br />

die steeds vooral naar boven en van<br />

de mond af gericht is. Dergelijke structuren<br />

zijn bij Hexaplex niet aanwezig.<br />

Bovendien heeft Hexaplex trunculus<br />

boven in de mond een duidelijke inkeping<br />

(sinus) en zijn hier de radiale plooien<br />

vaak voorzien van veel puntiger uitsteeksels,<br />

ook bij juvenielen.<br />

De auteurs wijzen tenslotte nog op een<br />

opvallend en goed determinatiekenmerk<br />

van Ocinebrellus inornatus. De mondrand<br />

van de Japanse stekelhoren bezit ca<br />

5 knobbeltjes, waarvan die ter hoogte<br />

van de vierde hoofdspiraal zelfs een<br />

heus tandje kan vormen (zie afbeelding).<br />

Volwassen exemplaren kunnen afmetingen<br />

bereiken tot 48 mm, afmetingen die<br />

bij de ‘gewone’ stekelhoren Ocenebra<br />

erinaceus slechts bij uitzondering gehaald<br />

worden. ( I L / R H B )<br />

Japanse stekelhoren Ocinebrellus inornatus,<br />

volwassen exemplaar in onder-zijaanzicht.<br />

Bij pijl: ‘tandje’ nabij de onderste spiraal.<br />

(Naar Goud, Titselaar en Mulder, Spirula 365).<br />

Tributyltin eindelijk verboden<br />

V A NO N Z E VERSLAGGEVER: O r g a n o t i nverbindingen<br />

zijn koolstofverbindingen met<br />

tin als giftige component. Deze stoffen zijn<br />

lang gebruikt in aangroeiwerende verf voor<br />

schepen. Enkele decennia geleden werden<br />

in druk bevaren delen van de Noordzee veel<br />

afwijkingen bij bodemdieren gevonden,<br />

zoals de ontwikkeling van mannelijke geslachtskenmerken<br />

bij vrouwelijke wulken<br />

en purperslakken, met als gevolg steriliteit<br />

en afname/verdwijnen van populaties. Bij<br />

oesters verstoort TBT de calciumhuishouding<br />

van het dier. Afwijkingen werden<br />

vooral in havens gevonden, waar het verband<br />

met de aangroeiwerende verf tributyltin<br />

het eerst werd aangetoond. Vanaf 2003<br />

is het wereldwijd verboden om tinhoudende<br />

verf op het onderwaterschip aan te brengen.<br />

Vanaf eind 2008 geldt wereldwijd (eindelijk)<br />

een totaalverbod op deze verf. ( A W G )


ZEELAND: De Brilletjesdijk ligt ten<br />

Noordoosten van Ovezande in km-hok<br />

047 x 384. Dat je hier heel aardig naar<br />

slakken kan gaan zoeken is duidelijk.<br />

Dat kan mét, maar óók zonder bril.<br />

Feitelijk valt de dijk onder het grondgebied<br />

van Nisse. Er was geen speciale aanleiding<br />

voor de Slakkenwerkgroep KNNV afd.<br />

Bevelanden om speciaal hier te gaan zoeken.<br />

Het kaartbeeld liet wel zien dat er hier<br />

mogelijk wat meer landschappelijke variatie<br />

was binnen het nog niet onderzochte<br />

VOELSPRIET ANM-nieuwsblad 7 (2) december 2008 Pagina 4<br />

Blind slakje op brilletjesdijk<br />

Vrije impressie op het blindlakje, Cecilioides acicula<br />

(Uit: Van Nonnetje tot Tonnetje, zie ook aldaar<br />

voor de verklaring van de schedel; de typering<br />

‘blinde bottenknager uit de onderwereld’)<br />

Zoetwaterneriet echt achteruit...<br />

LELYSTAD: In een artikel in De Kreukel<br />

[44 (9-10): 172-174] maakt Bert Janssen<br />

melding van de vondst van één (1!) zoetwaterneriet<br />

op een zogenaamde slibval<br />

van Rijkswaterstaat, aan de dijk bij Trintelhaven<br />

(IJsselmeer). De zoetwaterneriet<br />

Theodoxus fluviatilis was enige decennia<br />

geleden een zeer algemene bewoner van<br />

de dijkrotsblokken die overal rondom het<br />

IJsselmeer liggen. Waarnemers (waaronder<br />

redactieleden) herinneren zich dat je<br />

in een kwartiertje tijd met gemak 100<br />

exemplaren kon vinden. In de museumen<br />

privécollecties<br />

komen dan ook<br />

talloze monsters<br />

voor van deze zo<br />

interessante slak<br />

met het vreemde<br />

‘ n e r i e t - a c h t i g e ’<br />

huisje, de prach-<br />

Raken we dit prachtige<br />

slakje écht helemaal kwijt?<br />

tige tekening en<br />

het oranjerode<br />

Louis J.M. Butot overleden<br />

Bilthoven: op 26 oktober j.l. overleed op<br />

90 jarige leeftijd in zijn woonplaats Bilthoven<br />

Louis J.M. Butot. De malacologische<br />

wereld neemt met zijn heengaan afscheid<br />

van een bekende, gedreven natuuronderzoeker<br />

en malacoloog. Geboren op<br />

8 september 1918 op Ambon, kwam<br />

Louis op 2 jarige leeftijd naar Nederland,<br />

waar hij tijdens zijn opleiding in Haarlem<br />

lid werd van de Natuurhistorische studieclub<br />

‘Natura Docet’. In 1939 werd L o u i s<br />

lid van de NMV, hetgeen hij ruim 70 jaar<br />

atlasblok, maar redenen om op iets bijzonders<br />

te hopen waren er eigenlijk niet. Toch<br />

deed de groep van 5 waarnemers die op<br />

20-5-2008 de dijk afspeurde aardige vondsten:<br />

23 soorten landslakken en 5 waterslakken<br />

en onder de aangetroffen landslakken<br />

was de zwarte kielnaaktslak, waarvan<br />

de zeldzaamheid op Zuid-Beveland “wel<br />

meevalt, we komen hem regelmatig tegen”<br />

aldus waarnemer en verslaglegger Harry<br />

Raad. Minstens zo bijzonder was echter<br />

de vondst van een levend Blindslakje C e c ilioides<br />

acicula. Deze soort leeft ondergronds<br />

en gewoonlijk worden alleen lege<br />

huisjes aangetroffen. Vaak in molshopen<br />

en grondmonsters, soms onder plaggen. En<br />

inderdaad vaak op dijken. Vooral in de wat<br />

lossere Limburgse bodem zijn lege huisjes<br />

regelmatig te vinden. Elders in het land is<br />

de soort ook (ondergronds) aanwezig,<br />

maar bij meldingen gaat het vaak om kleine<br />

aantallen. Maar de waarnemingen van<br />

levende exemplaren zijn en blijven uiterst<br />

schaars. Of het slakje op de onderzochte<br />

dijk een brilletje op had, valt te betwijfelen.<br />

De dieren zijn, zoals de naam zegt, blind.<br />

( H A R / R H B )<br />

operculum met ‘vleugeltje’. Dat het erg<br />

snel kan gaan, blijkt wel uit de talloze<br />

tevergeefse zoektochten die in de laatste<br />

10 jaar door waarnemers langs met name<br />

de IJsselmeerkusten, maar ook veel andere<br />

grotere meren zijn gedaan. Gelukkig is<br />

de soort nog lang niet overal verdwenen,<br />

maar gezien de grootte van het IJsselmeer-biotoop<br />

is het wel heel hard gegaan.<br />

Ook in de grote rivieren is de soort aanzienlijk<br />

zeldzamer geworden. Janssen<br />

bevestigd de zeldzaamheid nog eens<br />

extra, wanneer hij meldt dat na de enthousiaste<br />

ontdekking van dat ene levende<br />

exemplaar, een direct uitgevoerde, gerichte<br />

excursie in de hele omgeving van de<br />

slibval, geen énkel ander exemplaar meer<br />

opleverde. De snelle achteruitgang van de<br />

soort in het IJsselmeer is nog gedeeltelijk<br />

een raadsel. Er is wel verondersteld dat<br />

vraatzuchtige, allesetende ‘invasive species’<br />

als de vlokreeften D i k e r o g a m m a r u s<br />

v i l l o s u s en sinds kort ook D i k e r o g a m m arus<br />

haemobaphes mede verantwoordelijk<br />

zijn. ( H R )<br />

zou blijven. Hij was o.a. bestuurslid en<br />

redacteur van het Correspondentieblad.<br />

Tijdens de oorlog ging hij bij het verzet,<br />

waarvoor hij meerdere onderscheidingen<br />

ontving. In 1957 begon hij met zijn werk<br />

bij het RIVON (later Rijks Instituut voor<br />

Natuurbeheer RIN) in Leersum. Hij publiceerde<br />

tientallen rapporten over natuurbescherming,<br />

waaronder veel met speciale<br />

aandacht voor de malacologie. In totaal<br />

omvat de lijst publicaties over land- en<br />

zoetwaterslakken ruim 150 titels. Zijn<br />

speciale aandacht ging o.a. uit naar de<br />

Wijngaardslak Helix pomatia. In 1971<br />

P rof. dr. Gittenberger geëerd<br />

LEIDEN: Tijdens een symposium ter<br />

gelegenheid van zijn emeritaat (pensionering),<br />

werd Prof. dr. Edi Gittenberger<br />

van Naturalis op 27 september 2008 speciaal<br />

geëerd en in het zonnetje gezet.<br />

Als dank voor zijn grote verdiensten voor<br />

de malacologie in het algemeen en voor de<br />

Nederlandse Malacologische Vereniging in<br />

het bijzonder, ontving hij uit handen van de<br />

voorzitter van de Nederlandse Malacologische<br />

Vereniging (R. Bank) de speciale<br />

NMV ere-penning. Maar ook de redactie<br />

van Basteria had een<br />

verrassing: een speciale<br />

feestbundel,<br />

(Festschrift) uitgegeven<br />

als speciaal nummer<br />

van Basteria<br />

(Vol. 72, nr. 46, met<br />

in totaal 304 pp).<br />

De bundel bevat 32<br />

artikelen, geschreven<br />

door 41 auteurs uit<br />

12 landen. Het kleinste<br />

artikel is 3 pp.,<br />

het langste 20 pp. Gemiddeld omvatten de<br />

artikelen 12 pp. De onderwerpen varieren<br />

sterk en gaan over: landmollusken (16 artikelen);<br />

zoetwatermollusken (6 artikelen) en<br />

mariene mollusken (5 artikelen).Nog eens<br />

5 artikelen zijn meer algemeen van aard en<br />

behandelen o.a. fossielen, de eerste liefde<br />

van de jubilaris. De geografische spreiding<br />

is wereldwijd. De artikelen gaan over Nederland<br />

en andere Europese landen, o.a.<br />

Zweden, Frankrijk, Spanje, Oostenrijk,<br />

Montenegro, Albanië, Bulgarije en de Canarische<br />

eilanden. De tropen zijn vertegenwoordigd<br />

door ZO-Azië, West en Centraal<br />

Afrika en Zuid-Amerika. De 32 artikelen<br />

gaan voornamelijk over Gastropoda en (2)<br />

over Bivalvia. De bundel is mogelijk<br />

gemaakt door de 'Leidse malacologen' en<br />

met name J. Goud en B. Kokshoorn hebben<br />

zeer veel werk verzet. Sprekers deze<br />

dag waren A.C. van Bruggen, Bram<br />

Breure, Ton de Winter, Menno Schilthuizen,<br />

Dennis Uit de Weerd, Geerat Vermeij<br />

en Ruud Bank. Nadat de officiële<br />

festiviteiten waren afgesloten konden de<br />

aanwezigen zich nog enige tijd met elkaar<br />

onderhouden onder het genot van<br />

een drankje, waarbij ongetwijfeld menige<br />

anecdote uit het rijke leven van Edi Gittenberger<br />

de revue passeerde. ( R H B )<br />

werd hij lid van het MC (Mollusken Comité)<br />

dat in feite de voorloper is van het<br />

huidige atlasproject. Louis ontving de erepenning<br />

van de Nederlandse Malacologische<br />

Vereniging (1994) en was als honorair<br />

medewerker verbonden aan het Zoölogisch<br />

Museum te Amsterdam. Hij was<br />

een markante, veel geziene gast op malacologische<br />

bijeenkomsten in binnen- (o.a.<br />

de Amsterdamse Kreukelwerkgroep en de<br />

NMV) en buitenland (Duitsland), over<br />

wie menigeen boeiende, vaak anecdotische<br />

herinneringen zal blijven houden.<br />

Hij ruste in vrede. ( R H B )


VOELSPRIET ANM-nieuwsblad 7 (2) december 2008 Pagina 5<br />

Ontbrak de brakwaterkokkel?<br />

V A N O N Z E VERSLAGGEVER: Op<br />

24-8-2008 bezocht de Slakkenwerkgroep<br />

KNNV-Afd. Bevelanden het<br />

Dorpsbos Stalland, Sint Annaland (kmhok<br />

065-403). Het slakkenwerk werd<br />

verricht door Barry Pel, Jaap Woets en<br />

Harry Raad.<br />

De inventarisatie werd uitgevoerd in het<br />

noordelijke deel van het dorpsbos en op de<br />

aangrenzende zeedijk, ten noorden van Sint<br />

Annaland. De locatie is gelegen in de<br />

Suzannepolder, die in 1670 bedijkt werd.<br />

Het dorpsbos is nog maar een paar jaar oud<br />

en bestaat uit gemengd loofhout en struweel,<br />

met open stukken ruige grasbegroeiing.<br />

Tegen de zeedijk aan ligt een water, dat<br />

vermoedelijk bij een dijkdoorbraak is ontstaan;<br />

de topografische kaart van 1913 laat<br />

hier een duidelijke kreek tot aan de Nieuwlandseweg<br />

zien. Het open water laat een<br />

sterk brak karakter zien, herkenbaar aan de<br />

daarvoor kenmerkende molluskenfauna. Er<br />

zal hier sprake zijn van forse kwel onder de<br />

dijk door. Het gebied watert af via een sloot<br />

naar een watergang ten zuiden van de<br />

Nieuwlandseweg. Deze sloot en de wegsloot<br />

aan de noordzijde van de betreffende<br />

weg tonen de bekende roestkleur, die eigen<br />

is aan kwelsituaties.<br />

De kleine groep slakkenrapers verzamelde<br />

in de omgeving 14 soorten landslakken en<br />

twee waterslakken. De waterslakken waren<br />

het meest bijzonder: als typische vertegenwoordigers<br />

van de brakwaterfauna troffen<br />

ze Ecrobia ventrosa (Opgezwollen brakwaterhorentje)<br />

en Cerastoderma lamarcki<br />

(ook wel Cerastoderma glaucum g e n o e m d )<br />

de Brakwaterkokkel. Met name deze laatste<br />

soort is in binnendijkse locaties zeker geen<br />

algemene vondst. Bij de kreek bleek met<br />

name de huishoudzeef een nuttig instrument;<br />

er kwamen zelfs wat brakwatergrondeltjes<br />

in terecht, herkenbaar aan de zeer<br />

dikke buikjes. Deze vondsten toonden de<br />

oude biologische kwaliteiten van dit water<br />

(brak, kwel), de verstoring door de recreatieve<br />

inrichting aan de overzijde is mogelijk<br />

beperkt gebleven. Harry Raad, uw verslaggever<br />

ter plaatse, zegt over de brakwatermollusken:<br />

“Het natuurbelang van de<br />

brakwaterkokkel is niet uit lijsten te halen,<br />

‘Nieuwe invasieslakken’ op<br />

Terschelling? (Of toch niet...?)<br />

TERSCHELLING: In een tweetal artikelen<br />

in het blad ‘Ellipsaria’ (vol.10/3) gaat Henk<br />

Mienis in op de opkomst van zoetwatermollusken<br />

op het eiland Terschelling. Met<br />

name zijn er diverse nieuwe vondsten van<br />

de soorten Ferrissia clessiniana ( J i c k e l i ,<br />

1882) en Haitia acuta (Draparnaus, 1805).<br />

U zegt? Nieuw voor ons land want onbekende<br />

namen? Na een vluchtige blik in de<br />

standaardliteratuur (bijv. Zoetwatermollusken<br />

van Nederland, Gittenberger et al.) zou<br />

je dat wel denken. Toch blijkt het niet om<br />

geheel nieuwe soorten te gaan, maar om<br />

naamsveranderingen. De eerstgenoemde is<br />

maar het is wel degelijk een belangrijke<br />

soort. Zeeland vormt nog een bolwerk voor<br />

deze soort door grote populaties 'binnendams',<br />

Veerse Meer en Grevelingenmeer.”<br />

Hij gaat door: “ Hoe het met deze populaties<br />

gaat onder de grotere inlaat van zout<br />

water, respectievelijk gerealiseerd en<br />

gepland, is mij niet bekend. Binnendijkse<br />

populaties zijn deels verdwenen door de<br />

slechte waterkwaliteit en verzoeting.”<br />

Zowel de slakkenrapers als de verslaggever<br />

(als ook uw redactie) zijn het eens dat hiermee<br />

de natuurwaarde van het Dorpsbosje<br />

Stalland, c.q. het ogenschijnlijk onbeduidende<br />

watertje op de grens met het zomerhuisjesterrein,<br />

voor het Atlasproject ‘goed<br />

op de kaart zijn gezet’. Het behoud van die<br />

kwaliteit verdient zeker alle aandacht.<br />

Overigens bleek niet alleen ‘de schepnetten’<br />

nodig om de brakwaterkokkel te ontdekken:<br />

in de rietzoom bleken veel bijeengespoelde<br />

kleppen en lege doosjes aanwezig.<br />

Grotere exemplaren, waardoor ze wat<br />

makkelijker te onderscheiden zijn van de<br />

gewone kokkel, die hoofdzakelijk buitendijks<br />

leeft.De onderscheidingskenmerken<br />

zijn in alle boeken terug te vinden: brakwaterkokkels<br />

zijn schever, de slotband is korter<br />

en vooral: ze zijn duidelijk dunschaliger.<br />

Geen wonder dat er regelmatig eentje doormidden<br />

‘brak’. (HAR / RHB)<br />

Brakwaterkokkel (Cerastoderma lamarcki/glaucum)<br />

Onderste links: smaller, langwerpiger, kortere slotband<br />

en vooral: dunner en breekbaarder dan de<br />

‘gewone’ kokkel Cerastoderma edule<br />

(= onderste rechts)<br />

niets anders dan de ‘smurfslak’, vroeger<br />

Ferrissia wautieri (Mirolli, 1960) g e n o e m d ,<br />

de tweede is de ‘puntige blaashoren’ die<br />

vroeger werd geplaatst in het geslacht P h ysella<br />

(of P h y s a). Het gaat hier echter wel<br />

degelijk om ‘invasive species’ en voor Terschelling<br />

is de uitbreiding met diverse vindplaatsen<br />

inderdaad geheel nieuw. Horen wij<br />

u daar verzuchten: “wéér een naamverandering,<br />

houdt het dan nooit op?” Nou, nee,<br />

waarschijnlijk niet. De ‘invasie aan nieuwe<br />

namen’ houdt vaste tred met nieuwe inzichten<br />

in de wetenschap en nieuw onderzoek.<br />

Zo lang de wetenschap in beweging is, zijn<br />

de namen dat ook. Gelukkig zijn er mensen<br />

die sterk de vinger aan de pols houden en<br />

de naamswijzigingen volgen. ( H M / H R )<br />

Gekielde loofslak-invasie<br />

PURMEREND: Hoewel vrij plat, en in<br />

vorm wel wat op een vliegende schotel lijkend,<br />

komt de Gekielde loofslak H y g r o m i a<br />

c i n c t e l l a uit het Middellandse Zeegebied.<br />

De invasie van deze soort stamt dus zeker<br />

niet uit de ruimte. Waarnemer Henk Mienis<br />

geeft in Spirula 364 een overzicht van vele<br />

tientallen ‘sightings’ die de afgelopen tijd<br />

gedaan zijn in Friesland, Utrecht, Noord-<br />

Brabant en Noord Holland. Met name in de<br />

provincie van de hoofdstad cirkelen ze nu al<br />

op ruim 50 plaatsen rond... ( H M / H R )<br />

Gooise slakken<br />

HILVERSUM: “Nee meneer, dit is n i e t<br />

een nieuwe naam voor de tv-serie ‘Gooise<br />

vrouwen”. Aan het woord is waarnemer<br />

Tello Neckheim, die meldt: “voor dat soort<br />

telefoontjes was ik bang, toen ik mijn artikel<br />

over de weekdieren van Het Gooi<br />

schreef. Ik heb daarom toch maar voor een<br />

saaiere, maar duidelijke titel gekozen”.<br />

Neckheim bespreekt in het betreffende<br />

artikel in Spirula 364 [‘De landslakkenfauna<br />

in het Gooi tussen Naarden en Huizen<br />

(Noord Holland, Nederland) nader bekek<br />

e n’, red.] maar liefst 35 soorten landslakken.<br />

Een bijzondere vondst was o.a. de<br />

Gestreepte korfslak Vertigo substriata o p<br />

landgoed De Beek. Neckheim: “dergelijke<br />

soorten heb ik inderdaad voor de voeten<br />

van Gooise vrouwen weggehaald. Maar<br />

die dames zagen deze zeldzaamheden tóch<br />

niet, met al die sjieke zonnebrillen op.”<br />

( C M N / I L )<br />

Monnikenwerk: kart u i z e r s<br />

V A N O N Z E CORRESPONDENT: 2 0 0 8<br />

was het jaar van het Religieus Erfgoed,<br />

met o.a. aandacht voor de uit 1084 stammende<br />

kloosterorde van de kartuizer monniken.<br />

Belangrijke elementen zijn persoonl<br />

i j k e eenzaamheid en streng stilzwijgen. In<br />

hoeverre dit er voor heeft gezorgd dat de<br />

(Nederlandse) naam voor meerdere planten<br />

en dieren steevast met ‘h’ (dus karthuizer)<br />

wordt geschreven, is niet bekend. Inmiddels<br />

zou dit echter niet meer de erkende<br />

spelling zijn. Voorgesteld wordt dan<br />

ook door Kees Margry in Spirula 364, de<br />

soorten Monacha cartusiana en M. cantian<br />

a voortaan resp. ‘kleine’ en ‘grote’ kartuizerslak’<br />

te noemen ( K M / I L )<br />

Pijlsnel achter pijlinktvissen aan<br />

AMSTERDAM: in kranten als de Volkskrant<br />

(17-5-2008) en het Noord Hollands<br />

Dagblad (20-5-08) was het te lezen: ‘Pijlinktvissen<br />

koloniseren de Noordzee’. Dit<br />

zou door het broeikaseffect veroorzaakt<br />

zijn (!) Vissers zijn er inmiddels als de kippen<br />

(haaien) bij om met nieuwe vangsttechnieken<br />

deze ‘buit’ binnen te halen. We<br />

gaan hier vast nog veel van horen! ( A W G )


V A N D E REDACTIE: Al geruime tijd<br />

speelt bij ons de vraag: “hoe doen ze dat<br />

t o c h?” Hoe precies heeft de Zeggekorfslak<br />

de minieme eilandjes in de laagveenmoerasgebieden<br />

weten te koloniseren, hoe<br />

spelen zulke kleine diertjes dat klaar?<br />

Natuurlijk zijn er wel theorieën te verzinnen.<br />

Eén daarvan is: via maaibalken van<br />

maai-machines? Een zeer voor de hand<br />

liggende wijze van verspreiden die zeker<br />

nader onderzocht dient te worden. Tijdens<br />

maaiwerkzaamheden zullen geregeld<br />

exemplaren op de maaibalken of andere<br />

delen van de machines terecht komen.<br />

Deze kunnen zo onbedoeld met de machines<br />

worden getransporteerd naar andere<br />

gebieden die gemaaid dienen te worden.<br />

Maar hoe komen ze dan op eilandjes waar<br />

nimmer gemaaid wordt? De boeken<br />

spreken vooral van vervoer via zoogdieren<br />

of vogels. Dat kan natuurlijk. Er blijven<br />

immers ook geregeld slakjes aan onze<br />

handen plakken tijdens het doorzoeken<br />

van de vegetatie. Maar zijn er nog andere<br />

manieren van verspreiding mogelijk?<br />

Tijdens inventarisatiewerkzaamheden in<br />

2007 in de Vechtstreek, werden diverse<br />

keren losse stukken drijvende zeggenvegetaties<br />

tegen de oevers van eilandjes aangetroffen<br />

waarin zich zeggekorfslakken<br />

bevonden. Deze wijze van verspreiding<br />

‘met hun hele hebben en houden’ leek ons<br />

best reëel. Alleen was het de vraag of die<br />

stukken vegetatie ter plekke losgekomen<br />

waren, of dat ze van elders waren komen<br />

aandobberen... Om antwoord op deze vragen<br />

te krijgen werd in 2008 speciaal gelet<br />

op dergelijke drijvende ‘eilandjes’.<br />

En met resultaat! In de natuurgebieden De<br />

Weerribben en De Wieden werden meerdere<br />

keren ‘dobberende eilandjes zeggenvegetatie’<br />

aangetroffen die op drift geraakt<br />

waren en waarin we populaties Zeggekorfslakken<br />

aantroffen. Eureka! Z o doen ze<br />

het dus (onder andere) ook!<br />

Het vrij algemeen tot algemeen voorkomen<br />

van de Zeggekorfslakken op eilandjes<br />

en in lange trajecten van rivieroevers deed<br />

vermoeden dat er nog andere manieren<br />

van verspreiden moeten zijn. Het losraken<br />

van stukken vegetatie gebeurt immers ver-<br />

VOELSPRIET ANM-nieuwsblad 7 (2) december 2008 Pagina 6<br />

Hoe d o e n ze dat nou toch? Manier van<br />

v e r s p reiding van de Zeggekorfslak<br />

Nog slakken in kas?<br />

A M S T E R D A M : “Hoeveel slakken heb ik<br />

nu in kas?” Met die vraag gluurt Tello Neckheim<br />

op plantjes en in de aarde van tropische<br />

kassen. Zo vond hij al diverse vreemde ‘lifters’<br />

in de kassen van o.a. Artis, de Hortus<br />

Botanicus en van Burgers Zoo. Voorbeelden<br />

zijn Subulina octona (Bruguière, 1798) en<br />

een veel grotere jongen/meisje: B r a d y b a e n a<br />

s i m i l a r i s (Férussac, 1821). Hij treedt hiermee<br />

in de voetsporen van kassenzoekers als<br />

Meeuse & Hubert (Basteria 13 (1-3) [1949].<br />

Publicatie in ‘De Kreukel’ volgt nog. ( H R ) .<br />

houdingsgewijs zelden. Tijdens inventarisaties<br />

was ons al eerder opgevallen dat<br />

de soort bij het zoeken in de vegetatie heel<br />

gemakkelijk van de zeggenplanten afgestoten<br />

kan worden. Wat nu als dit boven<br />

het water gebeurt en ze dus in het water<br />

terecht komen. Blijven de slakjes dan<br />

soms drijven? En ja hoor: dat blijken ze<br />

inderdaad te doen.<br />

Door proefjes met slakjes in flesjes werd<br />

duidelijk dat de huisjes geruime tijd blijven<br />

drijven wanneer deze te water geraken.<br />

Het topje waarin het diertje zich heeft<br />

teruggetrokken, duikelt naar beneden,<br />

maar de mondopening van het huisje<br />

blijft keurig boven water. Indien de slijmvliesjes<br />

beschadigd zijn, zinkt de Zeggekorfslak,<br />

afhankelijk van de beschadiging,<br />

relatief snel, tot hoogstens na een dag naar<br />

de bodem. Huisjes waarvan de slijmvliesjes<br />

onbeschadigd waren, bleven echter<br />

enkele dagen gewoon ronddrijven. Drie<br />

dagen maximaal bij deze proefjes. De<br />

flesjes waarin de slakjes gestopt waren<br />

werden meegedragen tijdens inventarisaties,<br />

zodat er een dynamische situatie werd<br />

gesimuleerd, met veel klotsend water.<br />

Tijdens beheerswerkzaamheden zoals<br />

maaien, begrazen of tijdens krachtige stormen,<br />

of wanneer de vegetatie of andere<br />

manieren door de natuur of door mensenwordt<br />

bewogen, zullen ongetwijfeld vaak<br />

dieren te water geraken en op drift raken.<br />

En dan is het gewoon een kwestie van<br />

overleven, op de juiste plek aanspoelen en<br />

weer te land gaan.<br />

slurkie<br />

Slakken pakken met kerst<br />

ACQUOY: Op het moment dat de familie<br />

aan tafel ging tijdens het kerstdiner, de tafel<br />

prachtig versierd met mooie zelfgemaakte<br />

kerststukken (waarbij veel materiaal uit de<br />

tuin was gebruikt) riep een neef van ons<br />

opeens: “Help! Herman, kom eens kijken?”<br />

Er kroop op tafel een ‘gevaarlijk uitziend,<br />

slak-achtig beest’ rond. Na het dier van een<br />

zeer voorzichtige afstand bekeken te hebben,<br />

kon ik aanvankelijk niets anders doen<br />

dan mijn mede-tafelgenoten melden dat we<br />

te maken hadden met een jong dier van een<br />

Biotoop van de Zeggekorfslak<br />

Moerasjes, rivieroevers etc., vooral op ‘eilandjes’<br />

met solitaire Zeggenpollen (Foto: P I C T A N)<br />

Maar hoe tonen we nu aan in welke mate<br />

deze wijze van verspreiding plaatsheeft?<br />

Door een tatoeage op de schouders van<br />

een hele reeks slakken? Nou, nee, toch<br />

maar niet. Door bepaalde huisjes met<br />

watervaste verf te merken en dan los te<br />

schudden? En dan maar volgen in de tijd<br />

en kijken naar welke eilandjes ze toedreven?<br />

En... z i j n we wel zo gek en erop<br />

gebrand om zulke proefjes te gaan doen?<br />

Wie weet.....<br />

In elk geval is er behalve de bekende ‘met<br />

vogels en andere dieren-theorie’ uit de<br />

boeken, nu een nieuwe methode van verplaatsing<br />

aangetoond. ( A B / H B )<br />

(Red.: En nou alleen nog slakken met kleine peddeltjes<br />

zien te vinden, zoals de vaste Slurkie-cartoonist<br />

van De Voelspriet het zich in het onderstaande<br />

plaatje voorstelt.)<br />

‘zeer gevaarlijke jonge tijger’ (-slak: L i m a x<br />

m a x i m us). Na een korte schrik ontstond er<br />

complete hilariteit aan tafel, al het eten<br />

stond al op tafel en de meeste moesten er<br />

niet aan denken dat de slak in het eten was<br />

gaan zitten, en dan onopgemerkt zou zijn<br />

o p g e g e t e n . . .<br />

Zo zie je dat het doen van waarnemingen<br />

niet altijd buiten (al dan niet in de kou, nattigheid<br />

of met een lege maag) hoeft te<br />

g e b e u r e n .<br />

( H R )<br />

(Herman Roode ‘de slakkenpakker’)


Publicaties<br />

Nog twee zoekkaarten: ‘Zoetwatermollusken’<br />

en ‘Landslakken’<br />

Zoals al aangekondigd in de vorige Voelspriet<br />

7(1) heeft de Nederlandse Malacologische<br />

Vereniging dit jaar 3 zoekkaarten<br />

voor de Nederlandse malacologische fauna<br />

uitgebracht, in samenwerking met ‘Haus<br />

der Natur’. De Kaart met mariene (zee-)<br />

soorten was reeds uit, de twee kaarten over<br />

zoetwater- en landmollusken zagen in september<br />

het licht. Alle afgebeelde soorten<br />

zijn volledig toegesneden op ‘Nederland’.<br />

Alle algemene, maar ook veel zeldzame<br />

soorten en (land-) naaktslakken staan<br />

overzichtelijk bij elkaar. De afbeeldingen<br />

zijn in kleur en de Nederlandse en wetenschappelijke<br />

namen staan er bij. Ook de<br />

familienamen zijn vermeld. De kaart is<br />

geplastificeerd en daardoor goed in het<br />

veld te gebruiken. Formaat A4, tweezijdig<br />

bedrukt in kleur, gelamineerd. Prijs 2,50<br />

euro per stuk plus porto. Voor meer informatie<br />

zie www.spirula.nl.<br />

Proefschrift raadsels C h o n d r i n i d a e<br />

Op 3-12-2008 verdedigde promovendus<br />

Bas Kokshoorn (systematische dierkunde,<br />

Leiden, tevens<br />

NMV-lid en<br />

A N M - w a a r n emer)<br />

zijn proefschrift<br />

‘R e s o l -<br />

ving riddles and<br />

presenting new<br />

puzzles in ChondrinidaePhylog<br />

e n e t i c s’. Het<br />

proefschrift behandelt<br />

de ver-<br />

slurkie<br />

VOELSPRIET ANM-nieuwsblad 7 (2) december 2008 Pagina 7<br />

Drie zoekkaarten:<br />

v.l.n.r.: L a n d s l a k k e n ,<br />

Z o e t w a t e r m o l l u s k e n<br />

en Schelpen van het<br />

Nederlandse strand<br />

wantschap in de landslakkenfamilie<br />

Chondrinidae. Uit DNA-onderzoek<br />

bleek o.a. het geslacht C h o n d r i n a, uit veel<br />

meer soorten te bestaat dan aangenomen.<br />

Vooral in Oost-Spanje zijn veel soorten<br />

gebonden aan hun eigen kalksteen-<br />

‘eiland(en)’. Een wijdverbreide soort,<br />

Abida secale (korenkorrelslak), is bekend<br />

van Spanje tot Maastricht (Aan de Belgische<br />

zijde van de St. Pietersberg). De<br />

extreme variatie in vooral het zuidwesten<br />

van het verspreidingsgebied is nu in kaart<br />

gebracht en DNA-onderzoek toonde aan<br />

dat de soort zich pas na de laatste ijstijd,<br />

over Europa heeft verspreid.<br />

Passie voor kleine beestjes<br />

In het kader van het 33,3 jarig jubileum<br />

van EIS-Nederland werd in september<br />

2008 het terrein van museum Naturalis in<br />

leiden geïnventariseerd. Op 6 september<br />

werd de tussenstand tijdens de speciale<br />

jubileumdag bekendgemaakt. Met allerlei<br />

technieken werden de tuin en de watertjes<br />

bemonsterd. De meest opvallende techniek<br />

was een zeppelin met net, waarmee luchtplanton<br />

werd gevangen. Zowel Vroege<br />

Vogels als de website w w w . n u . n l b e s t e e dden<br />

aandacht aan het jubileum, zie<br />

h t t p : / / w w w . n u v i d e o . n l / h o m e / v i d e o / s h o w / 1<br />

8013 en http://vroegevogels.vara.nl<br />

[uitzending van 7 september]<br />

Op de jubileumdag van het EIS (dat onderzoek<br />

doet naar het voorkomen van insecten<br />

en andere ongewervelde dieren) werd ook<br />

het boekje ‘Passie voor kleine beestjes’<br />

gepresenteerd. Zo'n 25 vertegenwoordigers<br />

van de diverse deelgroepen schrijven over<br />

opmerkelijke waarnemingen. Behalve een<br />

artikel over de grondwaterslak B y t h i o s -<br />

peum husmanni van malacoloog en ANM-<br />

EIS- waarnemer W. Kuyper, bevat het<br />

boekje veel leuke anecdotes over -met<br />

name- insecten. Het boekje kost 10 euro en<br />

is behalve bij het EIS, ook in de boekwinkel<br />

te koop.<br />

Brabants Landschap herftst 2008<br />

Het herfstnummer van het tijdschrift van<br />

Brabants Landschap (nr. 160 pags: 5-27) is<br />

voor bijna de helft gevuld met slakken. In<br />

een artikel getiteld: “sloom en slijmerig,<br />

maar ook heerlijk hermafrodiet. De wondere<br />

wereld van de slak” belicht T. Caspers<br />

de fysieke eigenschappen, biotoop, levenswijze<br />

en voorkomen van slakken in Nederland<br />

en in Brabant.<br />

ANM-er en malacoloog<br />

Kees Margry<br />

hielp bij het artikel.<br />

Zeer fraai zijn<br />

bijgevoegde foto’s<br />

van Marco Renes,<br />

waarop o.a. slakkenetende<br />

predatoren als<br />

egel, zanglijster en<br />

spitsmuis te zien zijn,<br />

alsmede een ‘slakkenkoning’(linksgewonden)<br />

A r i a n t a<br />

a r b u s t o r u m van de<br />

Heesterslak. [Dus nu<br />

eens géén foutdruk<br />

door een redactie].<br />

Malacologische Agenda 2008<br />

De ‘malacologische agenda’ op de website<br />

www.spirula.nl van de Nederlandse Malacologische<br />

Vereniging geeft een activiteitenoverzicht<br />

van:<br />

- Nederlandse Malacologische Vereniging<br />

- Atlasproject (ANM) en regiogroepen<br />

- Friese Schelpenwerkgroep<br />

- Malacologische contactgroep De Kreukel<br />

- Mollusken Studiegroep Limburg<br />

- Schelpenwerkgroep Delfzijl<br />

- Schelpenwerkgroep Eindhoven<br />

- Strandwerkgroep KNNV<br />

- Strandwerkgroep Waterweg Noord<br />

- Zeemuseum Den Haag<br />

ANM-waarnemers en leden van alle zusterorganisaties<br />

zijn welkom. Wie de agenda wil<br />

hebben maar niet beschikt over internet, kan<br />

een aan zichzelf gerichte envelop met een<br />

postzegel sturen naar de NMV-secretaris:<br />

Sylvia van Leeuwen<br />

Van der Helstlaan 19<br />

3723 EV Bilthoven<br />

e-mail: sylvia25@versatel.nl


Colofon/Adressen<br />

(voor taakomschrijvingen: zie website)<br />

Landelijke coördinatie / redactie 'Voelspriet'<br />

- R.H. de Bruyne (Rykel)<br />

Zoölogisch Museum Amsterdam, afd. malacologie.<br />

Postbus 94766, 1090 GT Amsterdam. T e l :<br />

0205256902, Fax: 020 5255402 e-mail: R.H.<br />

d e B r u i j n e @ u v a . n l ; R H d e B r u y n e @ g m a i l . c o m<br />

Dagelijkse begeleiding ANM<br />

- A.W. Gmelig Meyling (Adriaan)<br />

<strong>Stichting</strong> ANEMOON<br />

Postbus 29 2120 AA Bennebroek. Tel: 0252-<br />

531111 e-mail: anemoon@cistron.nl<br />

Uitvoerende medewerkers<br />

- I. van lente, H. Roode, R.H. de Bruyne, C.M.<br />

Neckheim (redactie 'Voelspriet'). E-mail:<br />

telloneckheim@wanadoo.nl<br />

- P.H. van Bragt (zeenaaktslakken, divers pr). email:<br />

vanbragt.phjm@hsbrabant.nl<br />

- J. Willemsen (jeugdcoördinatie, NJN-promotie<br />

ANM) e-mail: willemsen@wdbd.nl<br />

- A. Boesveld (gerichte inventarisaties) e-mail:<br />

aboesveld@zonnet.nl<br />

- Herman Roode (assistentie bij divers bureauwerk,<br />

redactie Voelspriet) e-mail: hroode@hotmail.com<br />

Overige medewerkers<br />

- V.I. Elbersen, I. Peeters<br />

A.N. van der Bijl , K. Jonges<br />

Wetenschappelijke raad (WR)<br />

- R.A. Bank (Ruud). Land- en zoetwatermollusken.<br />

- P. van Bragt (Peter); zeenaakt-slakken.<br />

- R. Dekker (Rob). Waddengebied, zeenaaktslakken<br />

VOELSPRIET ANM-nieuwsblad 7 (2) december 2008 Pagina 8<br />

Inhoud Voelspriet 7 (2) december 2008<br />

I n h o u d. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8<br />

C o l o f o n / A d r e s s e n . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8<br />

2009 wordt het Darwinjaar en onze tuinslakken doen ook mee! (MS/RHB) . . . . . . . . . . . . . 1<br />

Wordt nu ook de kleine boormossel Barnea parva wat algemener? Veen slopen op<br />

de Waddeneilanden (IL/RHB) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 (+2)<br />

Nut bij forensisch onderzoek (IL/RHB) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 (+2)<br />

Data invoeren met www.telmee.nl (AWG). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2<br />

Geen redding meer mogelijk voor aangespoelde Pijlinktvis (IL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2<br />

Stekelhorens ‘nieuwer’ dan gedacht: de Japanse stekelhoren Ocinebrellus inornatus<br />

Récluz, 1851)' (IL/RHB) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />

Tributyltin eindelijk verboden ( A W G ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />

Blind slakje op brilletjesdijk ( H A R / R H B ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4<br />

Prof. dr. Gittenberger geëerd ( R H B ) .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4<br />

Zoetwaterneriet echt achteruit. ( H R ). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4<br />

Louis J.M. Butot overleden ( R H B ). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4<br />

Ontbrak de brakwaterkokkel? ( H A R / R H B ). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5<br />

Gekielde loofslak-invasie ( H M / H R ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5<br />

Gooise slakken ( C M N / I L ). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5<br />

Pijlsnel achter pijlinktvissen aan ( A W G ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5<br />

Monnikenwerk: kartuizers ( K M / I L ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5<br />

‘Nieuwe invasieslakken’ op Terschelling? (Of toch niet?) ( H M / H R ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5<br />

Hoe doen ze dat nou toch? Manier van verspreiding van de Zeggekorfslak ( A B / H B ) . . . . . . . . . . . . 6<br />

Slurkie (Cartoon 1e) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />

Nog slakken in kas? ( H R ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />

Slakken pakken met kerst ( H R ). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />

Publikaties : Nog twee zoekkaarten: ‘Zoetwatermollusken’ en ‘Landslakken’ ( I L ) . . . . . . . . . . . . . 7<br />

Publikaties: Proefschrift raadsels Chondrinidae ( I L ). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7<br />

Publikaties: Passie voor kleine beestjes ( I L ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7<br />

Publikaties: Brabants Landschap herftst 2008 ( I L ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7<br />

Malacologische Agenda 2008 ( S v L ). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7<br />

Slurkie (Cartoon 2e) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7<br />

Column: ‘Met Cee-Ooh-Cee-Kaa’ (Larry Cook) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8<br />

Bijdragen in dit nummer: Arno Boesveld (AB); Harry Bosma (HB); Rykel de Bruyne (RHB); Larry Cook;<br />

Adriaan Gmelig Meyling (AGM); Sylvia van Leeuwen (SvL); Inge van Lente (IL); Kees Margry (KM); Henk<br />

Mienis (HM); Tello Neckheim (CMN), Herman Roode (HR); Menno Schilthuizen (MS). Met dank aan<br />

mensen die meehielpen, informatie verschaften en correctiewerk verrichtten.<br />

- A.W. Gmelig Meyling (Adriaan) & R. Daan<br />

(Rogier). Mariene mollusken.<br />

- G. van der Velde (Gerard). Aquatische ecologie en<br />

- mollusken.<br />

- H. Wallbrink (Hendrik): Aquatische mollusken,<br />

Bivalvia; Sphaeriidae.<br />

- A.J. de Winter (Ton). Landnaaktslakken.<br />

Begeleidingscommissie (BC)<br />

- R.A. Bank (Nederlandse Malacologische Verenig<br />

i n g ) .<br />

- P.H.F. Bor (Strandwerkgemeenschap).<br />

- A.W. Gmelig Meyling (<strong>Stichting</strong> ANEMOON).<br />

- V.J. Kalkman (EIS-Nederland).<br />

Adviseurs<br />

- R.W.M. van Soest; R.G. Moolenbeek (Zoölogisch<br />

Museum, Amsterdam).<br />

- E. Gittenberger, J. Goud (Nationaal Natuurhistorisch<br />

Museum Naturalis, Leiden).<br />

- L. van Duuren (Centraal Bureau Statistiek, Voorburg).<br />

- H. Dekker (Winkel, NH).<br />

Productontwikkeling<br />

- R.H. de Bruyne<br />

- I. van Lente<br />

Vormgeving/lay-out/advies<br />

- R.H. de Bruyne<br />

- R. Lipmann<br />

- E.A. Jansen<br />

EIS-Nederland<br />

- R.M.J. Kleukers<br />

- V.J. Kalkman<br />

Culumn<br />

Larry Cooke<br />

Het ANM werd in aanvang<br />

ondersteund door het<br />

Prins Bernhard Cultuurfonds<br />

en het VSBfonds<br />

Met Cee-Ooh-Cee-Kaa<br />

Er was een moord gepleegd. In Amsterdam<br />

where else? Uiteraard moest ondergetekende,<br />

uw verslaggever Larry Cook, daar ook heen. Ik<br />

was erbij toen een sjofel geklede inspecteur met<br />

hoedje op kwam aanlopen op de plaats delict. Mijn<br />

collega's verdrongen zich achter het politielint en<br />

bestookten de agenten met vragen. De pers werd<br />

kort te woord gestaan. De inspecteur stelde zich<br />

voor: "De Cockel, met cee-ooh-cee-kaa". Zijn assistent,<br />

Dick Klepper, keek nijdig in de camera en<br />

zei alleen: "we weten dat in het slachtoffer, een<br />

bekende juwelendief, geen leven meer zit. Alleen<br />

vleesresten zogezegd, verder een lege klep".<br />

In de periode hieropvolgend, beleefde ik de zaak<br />

mee, tot aan de onverwachte ontknoping. Ik zag<br />

hoe het lijk werd onderzocht door de coroner (sorry:<br />

mijn Engelstalige achtergrond pop-upt: ik bedoel<br />

lijkschouwer). Het taalgebruik van deze schouwarts,<br />

Ennaeus Regius (bijgenaamd Den Koninghe)<br />

was, zoals bij alle vakbroeders, doorspekt met<br />

moeilijke termen. Het slachtoffer was fiks toegetakeld,<br />

zijn gezicht was verwrongen -D i s t o r s i o, aldus<br />

Regius- in een pijngrimas. Hij was met een M a l l e u s<br />

(hamer) op het hoofd geslagen. En alsof dat niet<br />

genoeg was, bleek na sectie dat in het hart ook<br />

nog een T e r e b e l l u m (punt van een lans) aanwezig<br />

was. Opvallend genoeg was de buik met een<br />

E n s i s (gebogen scheermes) opengesneden.<br />

Ik volgde het onderzoek verder op het politieburo<br />

en zag hoe de Cockel’s collega's Vera Princeps<br />

(bijnaam Prins) en Ab Imperialis (bijnaam Keizer),<br />

al drinkend uit kleine flesjes, sporen natrokken en<br />

verdachten op het buro ondervroegen. Daarbij<br />

eerder gehinderd, dan bijgestaan door de commissaris<br />

van het buro.<br />

Aanvankelijk was er een spoor richting geestelijkheid<br />

en werden een kleine kartuizer en een nonnetje<br />

verhoord. Maar die bleken onschuldig. Vervolgens<br />

passeerde een reeks verdachten uit de<br />

Amsterdamse onderwereld de revue. Boeven als<br />

'Buikige Claus', 'Genavelde Ton', 'Rode Barny' en<br />

'De Plompe dwerg' werden allen verhoord. Ook<br />

vrouwen waren verdacht, waaronder 'Slanke<br />

Agaat' en 'Ruwe Alie'. Maar inclusief de laatstgenoemde,<br />

hadden ze allemaal een goed alibi.<br />

De Cockel en Klepper zagen het niet meer zitten.<br />

Ik trof ze in het Mokumse kroegje, waar ze altijd<br />

een neutje namen. Op de achtergrond draaide<br />

een liedje van de Jordanese Johnny. "Mooi hé"<br />

verzucht kroegbaas Oublietje. "Dit liedje heet: de<br />

Parel van de Jordaan". Opeens krijgt De Cockel<br />

een ingeving en springt van zijn barkruk. Klepper,<br />

glurend naar dames in rode raampjes tegenover<br />

de kroeg, moet meerennen. Dan volgt een spannende<br />

ontknoping. De Cockel stapt een juwelierszaak<br />

op het Rokin binnen. De eigenaresse, Margarita<br />

Vera Auricularia, sputtert wat tegen, maar<br />

valt al gauw door de mand. Ze blijkt niemand<br />

anders dan de beruchte "Margrietje met de Pareloortjes".<br />

Ze bekent alles. Het slachtoffer had dure<br />

parels gestolen door ze in te slikken, maar Margrietje<br />

had ze op haar manier teruggenomen...<br />

Deze dame zou eigenlijk al jaren achter de slanke<br />

tralies horen. Dat kon nu, dankzij Johnny Jordaan<br />

en De Cockel. Case closed.<br />

Ik opende mijn ogen en zette het inmiddels op de<br />

grond gevallen coffee-table schelpenboek in de<br />

kast. In de nu door mij uitgezette TV verstierf het<br />

geluid van Toots Thielemans' mondharmonica.<br />

Die nacht sliep ik een droomloze slaap.<br />

Larry Cooke<br />

(met cee-oooooo-kaa-eee)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!