Draaiboek: Aanvraag bijzondere faciliteiten wegens ... - Artesis

3 Standaardfaciliteiten versus departementale faciliteiten
Artesis - Aanvraag bijzondere faciliteiten wegens uitzonderlijke individuele omstandigheden versie 2012 09 03
Pagina 6 van 25
De laatste jaren nemen we een exponentiële groei waar in het aantal studenten aan Artesis
dat gebruikt wens te maken van bijzondere faciliteiten. Dit kenmerkt de globale tendens dat
steeds meer jongeren met een beperking hun weg vinden naar het hoger onderwijs
(“Studenten met handicap”, 2011).
Door deze stijging worden we echter geconfronteerd met het feit dat de huidige aanvraag-
en toekenningprocedures voor bijzondere faciliteiten niet langer efficiënt zijn. Het tijdspad
waarin de verschillende stappen gezet dienen te worden tussen het eerste contactmoment,
waarop een student zijn vraag naar redelijke aanpassingen bij de departementale
dossierbeheerder kenbaar maakt, en het moment dat de student een beslissing van de
departementsraad ontvangt, wordt steeds langer.
Door het invoeren van enerzijds standaardfaciliteiten en anderzijds departementale
faciliteiten, beogen we een aantal stappen te standaardiseren en te vereenvoudigen.
Hierdoor kan het totaalproces sneller worden doorlopen en trachten we tegemoet te komen
aan de noden van zowel de student, de betrokken departementale dossierbeheerder, de
leden van de Commissie Bijzondere faciliteiten, alsook de betrokken opleidingen.
3.1 Standaardfaciliteiten
Standaardfaciliteiten zijn faciliteiten die onafhankelijk zijn van de eindkwalificaties van een
opleiding zoals geformuleerd in de studiegids. Ze zijn volgens het VN-verdrag per definitie
"redelijk, aanvaardbaar en haalbaar zijn". De hogeschool heeft de plicht deze toe te kennen
aan de student met een beperking, op voorwaarde dat de student en de departementale
dossierbeheerder onderstaande aanvraagprocedures correct volgen en het dossier
ondersteund wordt door de vereiste bewijsstukken.
Standaardfaciliteiten aan Artesis kunnen betrekking hebben op één of meerdere van de
volgende drie niveaus:
leermiddelen
onderwijsactiviteiten
evaluatieactiviteiten.
Onderstaande standaardfaciliteiten worden in het persoonlijke dossier van de student
steeds verder gespecificeerd naar gelang het individuele studieprogramma van de student
en zijn of haar uitzonderlijke omstandigheid.
Leermiddelen: De student kan maatregelen nemen ter bescherming van de eigen
gezondheid en/of deze van derden.
Onderwijsactiviteiten:
De docent (of een andere aangeduide verantwoordelijke) leest hetgeen hij schriftelijk
aanbiedt aan de student voor.
De docent (of een andere aangeduide verantwoordelijke) waakt erover dat opmerkingen
e.a. persoonlijk aan de student meegedeeld worden.