22.08.2013 Views

download pdf deel 1 - Artesis

download pdf deel 1 - Artesis

download pdf deel 1 - Artesis

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

MAS<br />

TERS<br />

Royal Academy of Fine Arts, Antwerp — <strong>Artesis</strong> University College<br />

2010


Colofon<br />

TR 11/04 Masterboek 2010-2011<br />

Auteurs : Masterstudenten 2010-2011<br />

Concept & samenstelling : Nico Dockx & Jan Mast<br />

Departementshoofd : Eric Ubben<br />

Coördinatie bijdragen Masters Beeldende Kunsten : Els Van den Eynden<br />

Coördinatie bijdragen Masters Conservatie en Restauratie :<br />

Veerle Van der Linden, Apie Neven<br />

Coördinatie presentatie Masters Beeldende Kunsten : Peter Bosteels<br />

Speciale dank aan : <strong>Artesis</strong> Hogeschool Antwerpen<br />

Track Report is het cahier voor onderzoek in de beeldende kunsten van de<br />

Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen - <strong>Artesis</strong> Hogeschool<br />

Mutsaardstraat 31, 2000 Antwerpen, www.track-report.be<br />

Verantwoordelijke uitgever : Eric Ubben<br />

Redactie : Thomas Crombez, Bert Danckaert, Els De bruyn,<br />

Nico Dockx, Jan Mast, Sylvie Vandenhoucke<br />

Hoofdredactie : Johan Pas<br />

Coördinatie : Els De bruyn<br />

Grafisch concept : Jan Mast — in dialoog met Nico Dockx & Lieve Laporte<br />

Grafische vormgeving : Jan Mast, Gent, 05.2011<br />

Drukwerk : GuidoMaes.Printingdeluxe<br />

Oplage : 500<br />

D/2011/411/4<br />

NUR646<br />

ISBN 9789490521134


MAS<br />

TERS<br />

2010


MAS<br />

TERS<br />

201


MAS<br />

TERS<br />

20


MAS<br />

TERS<br />

2


MAS<br />

TERS


MAS<br />

TER


MAS<br />

TE


MAS<br />

T


MAS


MASTERPROEF<br />

“Het onderzoeken en behandelen van twee<br />

fotobuttons.”<br />

Fotobuttons of “simili-emaille” in het Frans,<br />

waren een populair fenomeen aan het begin<br />

van de 20e eeuw. Vanaf 1900 werden foto-<br />

buttons populair in de Verenigde Staten. Hun<br />

populariteit verspreidde zich vervolgens<br />

naar Engeland en Frankrijk waar zij tussen<br />

1910 en 1920 hun hoogtepunt beleefden. Een<br />

fotobutton bestaat uit een ronde of ovalen<br />

foto, geperst rond een metalen bolle mal,<br />

waarover een coating is aangebracht. Ze<br />

doen denken aan fotokeramische objecten<br />

waarvan men een zo goed mogelijke imitatie<br />

wou maken. Al snel werd daarom de naam<br />

“simili-emaille” of “fake-email” gebruikt.<br />

In deze masterproef werden twee fotobuttons<br />

onderzocht. Beide objecten hadden<br />

een spanningsscheur, veroorzaakt door het<br />

krimpen van de coating. Bij één fotobutton<br />

stond deze scheur volledig open. Om een<br />

betere kennis van de samenstelling van de<br />

materialen te krijgen werden de buttons geanalyseerd<br />

met FTIR en XRF. Verschillende<br />

mogelijke behandelingen werden uitgetest<br />

op stalen om uiteindelijk tot een geschikte<br />

behandeling te komen.<br />

SCRIPTIE<br />

“Een onderzoek naar de interacties tussen<br />

daguerreotypieplaat, behuizing en atmosfeer<br />

binnen de behuizing en het gebruik van<br />

voltammetrie als analysetechniek.”<br />

De daguerreotypie behoort tot één van de<br />

eerste fotografische technieken. Nadat een<br />

daguerreotypieplaat ontwikkeld was, werd<br />

de plaat meestal in een behuizing geplaatst.<br />

Deze behuizing diende niet enkel en alleen<br />

als een decoratieve omlijsting voor het beeld,<br />

maar vormde een bescherming door de plaat<br />

af te schermen van zijn omgeving. Tijdens<br />

de samenkomst van het Joint Network on<br />

Daguerreotypes te Antwerpen in april 2010<br />

kwam er echter een probleem naar voren.<br />

Uit de ervaring van de verschillende foto- en<br />

metaalrestauratoren die <strong>deel</strong> uitmaakten<br />

van deze groep, bleek dat een aantal<br />

daguerreotypieplaten schadekenmerken<br />

vertoonden die gelinkt konden worden aan<br />

hun behuizing. In de eerste plaats worden<br />

in deze scriptie een aantal voorbeelden<br />

aangehaald uit de praktijk die duiden op<br />

bepaalde interacties tussen de behuizing<br />

en de daguerreotypieplaat. Daarnaast<br />

worden er een aantal experimenten uitgevoerd<br />

om de invloed van het materiaal van<br />

een behuizing op de daguerreotypieplaat<br />

en het volume van de atmosfeer binnen<br />

in de behuizing verder te onderzoeken.<br />

De experimenten worden geanalyseerd<br />

met voltammetrie. Deze techniek werd nog<br />

niet eerder toegepast om daguerreotypiebehuizingen<br />

te evalueren. De experimenten<br />

zullen uitwijzen of voltammetrie hiervoor een<br />

geschikte techniek is. Er wordt een werkprotocol<br />

opgesteld dat gebruikt kan worden bij<br />

latere experimenten.<br />

04


10<br />

&<br />

61


11<br />

<<br />

MASTERPROEF<br />

De objecten behandeld in het kader van<br />

de masterproef hadden een uiteenlopende<br />

problematiek op materiaaltechnisch vlak.<br />

Echter bij elk van de objecten bleek het een<br />

aandachtspunt om een behandelingsstrate-<br />

gie met een minimum aan vocht, wegens te<br />

grote vochtgevoeligheid van de dragers en /<br />

of media, uit te stippelen.<br />

Het eerste object uit 1869 uitgevoerd door<br />

F. Arsant is een ingelijst kunstwerk met een<br />

emotionele waarde, uitzonderlijke presentatie<br />

en een gevoelige tekentechniek. Een<br />

ontmanteling van de inlijsting was noodzakelijk<br />

om de vooraf bepaalde leesbaarheid<br />

te verhogen en het degradatieproces van de<br />

diverse papieren dragers te stabiliseren.<br />

Een ander object is een historisch archiefdocument<br />

rond de dood van Franciscus<br />

Anneessens in 1719 dat bewaard wordt in<br />

de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.<br />

Het betreft een verzamelboekje dat naast<br />

gedrukte ook met ijzergallusinkt geschreven<br />

informatie bevat. Het is dit laatste dat het<br />

grootste probleem vormt aangezien dit door<br />

ernstige inktvraat is aangetast. Hierdoor<br />

werd de leesbaarheid en raadpleegbaarheid<br />

als archiefdocument onmogelijk gemaakt.<br />

Om het boekje al zijn historische informatie<br />

terug te laten prijsgeven en het bestendiger<br />

te maken tegen manipulatie dienden waar<br />

nodig de losse fragmenten terug gereconstrueerd<br />

en de verzwakte zones verstevigd<br />

te worden.<br />

Het laatste object is een ingelijste kaart met<br />

historische informatie over “De belegering<br />

van de stad Hulst” in 1645, vermoedelijk uit<br />

de 17de eeuw uitgevoerd door A. Santvoort.<br />

Het grafische document met een emotionele<br />

waarde als familiestuk heeft grote afmetingen,<br />

is gekleefd op een textiel en is niet<br />

meer volledig. De leesbaarheid is verstoord<br />

door fragmentatie, verzuring en dominante<br />

vroegere retouches. Wegens het risico tot<br />

toenemend verlies van beeldinformatie bij<br />

een uitgebreide, tijdrovende behandeling<br />

werd gekozen voor een minimale interventie.<br />

SCRIPTIE<br />

“De ontwaarding van affiches door een<br />

aangetast geheugen. De opbergingsproblematiek<br />

in beeld met een schade-inventaris<br />

van een recent gecentraliseerde collectie<br />

affiches.”<br />

De technische vooruitgang tijdens de industriële<br />

revolutie samen met een artistieke<br />

impuls leidde op het einde van de 19de eeuw<br />

tot het ontstaan van affiches. De primaire<br />

functie van affiches als boodschapoverbrengers<br />

aanvankelijk gekoppeld aan het esthetische,<br />

maakt dat dit medium geleidelijk<br />

geheel autonoom telkens de aandacht blijft<br />

trekken tot op heden.<br />

Als onder<strong>deel</strong> van het culturele patrimonium<br />

krijgt de grote hoeveelheid affiches<br />

voornamelijk een documentaire waarde<br />

toegeschreven. Deze eerder onderwaardering<br />

maakt dat ze meestal qua preservatie,<br />

conservatie en restauratie voorrang moeten<br />

geven aan voornamere kunstwerken zoals<br />

tekeningen en prenten.<br />

De literatuur toont aan dat hun fabricagemateriaal<br />

doorgaans een lage kwaliteit<br />

heeft waardoor het essentiële stabiele<br />

geheugen van deze papieren dragers sneller<br />

onderhevig is aan externe invloeden. Hoewel<br />

affiches niet het doel hadden een duurzaam<br />

leven te leiden zal de soms onherroepelijke<br />

degradatie dit zeker doen. De opberging als<br />

een belangrijk onder<strong>deel</strong> van de preservatie<br />

is essentieel voor de fragiele affiches en<br />

vaak de enige optie om hun levensduur te<br />

verlengen en hun waarde te behouden. De<br />

zeer grote hoeveelheid en het formaat van<br />

affiches dat geregeld groter is dan de voorziene<br />

opbergsystemen maakt de opberging<br />

niet evidenter om de schademechanismen<br />

te beperken. Een weinig optimaal opbergsysteem<br />

kan zelf de aanleiding vormen tot<br />

schade en verdere aantastingen.<br />

Aan de hand van een bestaande collectie<br />

affiches werd er gepeild naar het effect van<br />

de opbergwijze op de affiches. De affichecollectie<br />

in kwestie is een recent samengestelde<br />

collectie in het AMVC-Letterenhuis te<br />

Antwerpen met de drie meest toegepaste<br />

opbergsystemen nl. horizontaal, vertikaal<br />

of opgerolde bewaring. Door middel van<br />

een schade-inventaris wordt de specifieke<br />

degradatie bij affiches ten gevolge van deze


systemen aangetoond en verduidelijkt. Deze<br />

resultaten leidden tot het formuleren van<br />

aanbevelingen en richtlijnen voor een meer<br />

optimale, uniforme en duurzame opberging<br />

van de affichecollectie. Een marktonder-<br />

zoek naar beschikbare bewaarsystemen<br />

verdedigt de haalbaarheid tot het effectief<br />

uitvoeren en garandeert meer behoud van<br />

affiches voor de toekomstige generatie.<br />

11


13<br />

<<br />

MASTERPROEF<br />

Mijn eindproject omvat verschillende soor-<br />

ten ingelijste grafische documenten die een<br />

grondig onderzoek vereisen qua bewaring<br />

en presentatie.<br />

Het eerste object is een 19de eeuws ingelijst<br />

pastelportret van een jonge vrouw. Dit werk<br />

is vervaardigd met losse grafische media<br />

en heeft o.a. daarom een specifieke benadering<br />

nodig. In verband met mijn scriptie<br />

moest er een oplossing gezocht worden om<br />

een historisch correcte oplossing te vinden<br />

betreffende de bewaring van de montage en<br />

inlijsting.<br />

Vervolgens werd mij een gekleurde grafische<br />

prent “le baiser à la derobée”, naar een werk<br />

van Fragonard, toevertrouwd. Deze bevatte<br />

een grote microbiologische aantasting aan<br />

de voorzijde. Hierbij is een doorgedreven<br />

onderzoek naar de schimmel nodig. In verband<br />

met de toestand en de waarde van het<br />

werk werd er gezocht naar een passende<br />

restauratie -ingreep.<br />

Tenslotte werd er een reeks van preventieve<br />

behandelingen uitgevoerd op een reeks van<br />

vroeg 20ste eeuwse ingelijste objecten,<br />

afkomstig uit het museum van Diksmuide.<br />

Het betreft vijf aquareltekeningen van<br />

Ketty Gilsoul-Hoppe en één werk van A.<br />

Crespin. De voornaamste schadekenmerken<br />

hebben te maken met oude en slechte<br />

montagetechnieken.<br />

SCRIPTIE<br />

“Een historische compositie: de conservatieproblematiek<br />

van 19de eeuwse ingelijste<br />

werken op papier.”<br />

Een inlijsting heeft verschillende doelen:<br />

het beschermt, bewaart en presenteert een<br />

ingesloten object.<br />

In tegenstelling tot de conservatie en restauratie<br />

van schilderijen en oude foto’s is er<br />

binnen de papierrestauratie slechts weinig<br />

onderzoek gevoerd naar de behandeling<br />

van ingelijste grafische documenten. Naast<br />

een inlijsting bevatten deze ook een passepartout,<br />

een specifiek montagesysteem<br />

en een rugkarton met een mogelijke (kunst-)<br />

historische relevantie.<br />

In mijn onderzoek probeer ik me te beperken<br />

tot 19de eeuwse Belgische objecten.<br />

Vandaag de dag worden er grote vragen<br />

gesteld bij de bewaar- en beschermkwaliteiten<br />

van deze 19de eeuwse materialen.<br />

Daarom worden deze oude technieken en<br />

materialen vaak vervangen door moderne<br />

materialen en ophangsystemen. Toch is het<br />

onze rol als conservator / restaurator om respect<br />

te hebben voor het object in zijn geheel<br />

als reflectie van een bepaalde tijd.<br />

Dit onderzoek zal ik voeren door te verwijzen<br />

naar objecten uit mijn masterproef<br />

en naar objecten die ik onderzocht uit de<br />

collectie van het prentenkabinet van het<br />

Koninklijk Museum van het Leger en de<br />

Krijgsgeschiedenis te Brussel.<br />

Er wordt onderzocht in welke mate het<br />

mogelijk is de schadefenomenen te neutraliseren,<br />

zonder afbreuk te doen aan de<br />

historische opbouw van het ingelijste werk.<br />

Er moet een beslissing genomen worden in<br />

welke mate de historische opbouw belangrijk<br />

is voor het werk. Bij deze zal er verwezen<br />

worden naar de hedendaagse ethische<br />

normen rond conservatie en restauratie.


15<br />

&<br />

45


15<br />

&<br />

45


15<br />

&<br />

45


15<br />

&<br />

45


15<br />

&<br />

45


15<br />

&<br />

45


15<br />

&<br />

45


15<br />

&<br />

45


MASTERPROEF<br />

“De conservatie en restauratie van een<br />

18de eeuwse afgenomen muurschildering.”<br />

Deze muurschildering stamt uit het laat-<br />

ste kwart van de 18de eeuw en bevond<br />

zich op de schouwmantel in het huis van<br />

de voorlaatste Drossaard van Peer.<br />

De muurschildering, leed zware schade<br />

door een ontploffing in de kachel in<br />

1968, waardoor met name de onder-<br />

zijde zich in een extreem slechte staat<br />

bevond. Het beschadigde oppervlak<br />

werd destijds geëgaliseerd met mortel<br />

en overschilderd met olieverf net zoals<br />

de originele verflaag. In november 1969<br />

werd de muurschildering afgenomen<br />

omdat de muur aan verbouwingswerken<br />

onderworpen werd. De muurschildering<br />

werd op een nieuwe drager geplaatst<br />

van voornamelijk gips. Uiteindelijk kwam<br />

de muurschildering in het depot van het<br />

Openluchtmuseum Bokrijk terecht waar<br />

het tot en met oktober 2010 gestockeerd<br />

werd. Vanaf oktober 2010 werd gestart<br />

met een historisch en materiaaltechnisch<br />

onderzoek en de conservatie en restauratie<br />

werkzaamheden.<br />

De restauratie bestaat onder andere uit<br />

het verwijderen van de oude drager en<br />

het plaatsen van een nieuwe drager, het<br />

verwijderen van de overschilderingen<br />

zodat de originele schildering weer zichtbaar<br />

wordt, het fixeren en consolideren,<br />

het herpositioneren van de loszittende<br />

delen en het verwijderen van de vergeelde<br />

vernis. Vervolgens wordt de optie voor de<br />

invullingen en retouche besproken en uitgevoerd.<br />

Na de conservatie en restauratie<br />

gaat de afgenomen muurschildering weer<br />

terug naar het Openluchtmuseum Bokrijk.<br />

SCRIPTIE<br />

“Graffiti on the move. Technisch en ethisch<br />

onderzoek naar het behoud van graffiti<br />

door middel van een afname om het in<br />

een andere context te plaatsen.”<br />

Zowel graffiti als afnamepraktijken vinden<br />

hun oorsprong in de oudheid, maar de<br />

techniek van afnames werd verder ontwikkeld<br />

in de renaissance en de techniek<br />

van graffiti, zoals we die nu kennen is in de<br />

20ste eeuw verder ontwikkeld. Vandaag<br />

wordt graffiti steeds meer als kunstvorm<br />

erkend en kan men dit beschouwen als de<br />

hedendaagse muurschilderkunst.<br />

Om deze kunst in sommige gevallen te<br />

behouden, kan men overgaan tot een<br />

afname van graffiti. Deze afname kan<br />

indien gewenst tentoongesteld worden<br />

in een museum. Op deze manier worden<br />

de twee oude technieken herenigd tot één<br />

nieuwe techniek. Is hier behoefte aan, ja<br />

of nee? Is dit een verantwoorde ingreep?<br />

Op deze vragen wordt dieper ingegaan.<br />

Om tot de afname van graffiti te komen<br />

worden de termen graffiti en afname<br />

apart besproken en onderzocht. Dit om<br />

een duidelijk beeld te krijgen van wat men<br />

hieronder verstaat, wat hun geschiedenis<br />

is en onder welke vorm men deze<br />

twee technieken terug kan vinden in een<br />

museum. Vervolgens wordt er ingegaan<br />

op het materiaaltechnisch onderzoek wat<br />

uiteindelijk leidt tot de uitvoering van een<br />

graffiti afname.<br />

23


MASTERPROEF<br />

“Corrosie op de drager – Lacunes in de<br />

beeldlaag: Het behandelen van aan<br />

elkaar gerelateerde schadekenmerken op<br />

ferrotypieën”<br />

Een ferrotypie bestaat uit een beeld<br />

gevat in een collodium- of gelatinelaag,<br />

op een goedkope zwart- of bruingelakte<br />

ijzeren drager. De ferrotypieën die in dit<br />

onderzoek worden behandeld, bevatten<br />

een onderbelicht collodiumnegatief als<br />

beeldlaag en dateren allebei uit de periode<br />

tussen 1854 en ca. 1900.<br />

Een lacune in de beeldlaag kan storend<br />

zijn bij het aanschouwen van een fotografisch<br />

object of de afbeelding ervan. Dit<br />

is omdat de lacune de informatie op, en<br />

de eenheid en de esthetiek van het beeld<br />

verstoort. Bij voorkeur wordt deze lacune<br />

opnieuw ingestukt.<br />

Wanneer ferrotypieën lacunes in de<br />

beeldlaag vertonen, zal dit echter overwegend<br />

gepaard gaan met corrosie op<br />

de blikken drager. De moeilijkheid om<br />

corrosie op ferrotypieën te behandelen<br />

bestaat erin dat een ferrotypie een gelaagd<br />

object is, waarbij er altijd collodium<br />

grenst aan de plek waar de corrosie zich<br />

bevindt. De uitgekozen corrosiebehandeling<br />

moet dus met zulk een product<br />

gebeuren of zodanig worden uitgevoerd,<br />

dat het de omringende collodiumlaag niet<br />

aantast. Er zijn slechts enkele teksten<br />

gepubliceerd over het instukken van<br />

lacunes in de beeldlaag van ferrotypieën.<br />

Deze vermelden echter niet of in maar erg<br />

beperkte mate hoe corrosie op de blote<br />

drager, in de beeldlacune, gestabiliseerd<br />

of verwijderd moet worden vooraleer de<br />

lacune kan worden ingestukt.<br />

Na het uitvoeren van een kunsthistorisch<br />

en materiaaltechnisch onderzoek naar de<br />

twee historische ferrotypieën, wordt er in<br />

dit onderzoek eerst gezocht naar een geschikte<br />

behandeling om corrosie op ferrotypieën<br />

te verwijderen. Vervolgens wordt<br />

er een manier gezocht om de lacunes in<br />

de beeldlaag in te stukken, en wordt er<br />

gekeken welke corrosiebehandeling bij<br />

voorkeur gecombineerd kan worden met<br />

welke instukmethode. Deze onderzoeken<br />

gebeuren door middel van een literatuurstudie<br />

en op empirische wijze.<br />

SCRIPTIE<br />

“Conservatie- en restauratiebehandelingen<br />

op gelamineerde foto’s en de ethische<br />

vraagstukken die ze opwekken”<br />

Het lamineren van kunstfoto’s is een<br />

presentatietechniek waarbij een transparante,<br />

zelfklevende kunststoffolie op<br />

het oppervlak van de foto, dus op de<br />

beeldlaag, wordt aangebracht. De fotograaf<br />

kiest ervoor deze afwerking op zijn<br />

werken toe te passen, vanuit esthetische<br />

of praktische overwegingen.<br />

Aangezien het lamineren van foto’s nog<br />

maar sinds kort wordt toegepast, zijn nog<br />

niet alle mogelijke schade- en verouderingskenmerken<br />

van gelamineerde foto’s<br />

bekend. Daarnaast roept het dilemma om<br />

een beschadigde gelamineerde foto al<br />

dan niet te behandelen, heel wat vragen<br />

op omtrent de conservatie-restauratieethiek.<br />

Indien er ten slotte toch wordt<br />

beslist om over te gaan tot het conserveren/restaureren<br />

van een beschadigde gelamineerde<br />

foto, is er bovendien nog niet<br />

geweten hoe de verschillende materialen<br />

van dit foto-object zullen reageren op een<br />

specifieke behandeling.<br />

Dit scriptieonderzoek tracht enerzijds<br />

enkele cruciale materiaaltechnische<br />

kenmerken betreffende de materialen die<br />

aangewend worden bij het lamineren van<br />

foto’s, duidelijk te formuleren. Anderzijds<br />

wil het enkele praktische mogelijkheden<br />

omtrent conservatie-/restauratiebehandelingen<br />

onderzoeken, om deze<br />

vervolgens te toetsen aan de ethische<br />

vraagstukken en standpunten die hierbij<br />

een rol spelen. Dit gebeurt respectievelijk<br />

aan de hand van een praktisch onderzoek,<br />

uitgevoerd op teststalen, en een interview<br />

dat wordt afgenomen van museummedewerkers<br />

met een relevante specialisatie.<br />

30


31<br />

<<br />

MASTERPROEF<br />

Dit academiejaar kreeg ik twee heel<br />

diverse werken voor een conservatie/<br />

restauratiebehandeling. Met als rode<br />

draad de zeer zware beschadiging van<br />

deze werken. Deze zware beschadigingen<br />

verstoorden de leesbaarheid van beide<br />

werken. De problematieken waren echter<br />

zeer divers daar het om een werk op<br />

paneel en een werk op doek ging.<br />

Bij de restauratie van het paneel werd<br />

de leesbaarheid verstoord door de voorgaande<br />

restauraties die zeer duidelijk<br />

zichtbaar aanwezig waren en door de<br />

vele lacunes in de picturale laag. Ik werd<br />

geconfronteerd met zeer typerende schadeverschijnselen.<br />

Het fixeren van de verflaag,<br />

verwijderen van overschilderingen<br />

en oude retouches, het aanpassen van<br />

al bestaande vullingen zijn slechts enkele<br />

handelingen die aan bod kwamen tijdens<br />

deze restauratie.<br />

Bij het werk op doek, dit betreft een<br />

wandbespanning, ging het om een<br />

verderzetting van een restauratie, hierbij<br />

werd er XRF-onderzoek toegepast,…<br />

dit zijn slechts enkele handelingen die<br />

werden uitgevoerd voor deze restauraties.<br />

SCRIPTIE<br />

“Bernard Janssens en zijn restauraties.”<br />

Bij restauratie van schilderijen komen we<br />

meer en meer kunstwerken tegen waarbij<br />

er al oude restauraties aanwezig zijn. Het<br />

is dan ook interessant om deze oude<br />

ingrepen eens van naderbij te bekijken<br />

en een terugkoppeling te maken met de<br />

hedendaagse visie en aanpak van de aanwezige<br />

problematieken. Het doel van mijn<br />

scriptie is een inzicht krijgen in de toegepaste<br />

technieken en de hedendaagse<br />

staat van bewaring van deze werken te<br />

evalueren.<br />

Ik heb mij toegelegd op enkele restauraties<br />

uitgevoerd door Bernard Janssens,<br />

een veelzijdig kunstenaar en restaurator,<br />

vooral werkzaam als restaurator tijdens<br />

het interbellum. Hierbij maak ik gebruik<br />

van de originele foto’s voor behandeling<br />

gemaakt door Bernard Janssens zelf en<br />

zijn beschrijving van de restauratie die hij<br />

uitvoerde. De bestaande informatie vul<br />

ik aan door de hedendaagse staat van<br />

bewaring te analyseren. En een terugkoppeling<br />

te maken met de hedendaagse<br />

restauratie-ethiek.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!