Kleur- en knutselplaten - Bisdom Roermond

INHOUD
NUMMER 1:
MATERIALEN RONDOM KERST
VOOR PAROCHIES
Toelichting ......................................................................................... 3
1. Kerstspel bij de kribbe
- Kerstspel ......................................................................................... 4
- Liedjes bij het kerstspel ................................................................. 7
2. Kleur en knutselmateriaal
- Kleurplaat ....................................................................................... 9
- Zoek-de-verschillen kleurplaat ................................................... 10
- Kerstpuzzel ................................................................................... 11
3. Kinderzegen
- Liturgisch formulier ..................................................................... 12
- Extra voorbede bij kinderzegen ................................................. 20
4. Opdrachten voor een prijsvraag
- Driekoningenkleurplaat ............................................................... 21
- Rebus ............................................................................................ 21
1

TOELICHTING
KERST
1.
Kerstspel bij
de kribbe
2.
Kleur- en
knutselmateriaal
3.
Kinderzegen
4.
Prijsvraag
Waarschijnlijk heeft u met de kerstdagen al één of meerdere activiteiten gericht
op gezinnen. Hieronder een paar suggesties voor aanvullingen.
Op blz. 4 t/m 8 vindt u een uitgewerkt programma voor een kerstspel bij de
kribbe. Een goed moment om gezinnen daarvoor uit te nodigen is op Eerste of
Tweede Kerstdag in de middag. Zo vanaf een uur of drie is een goed tijdstip.
Op blz. 9 t/m 11 vindt u de volgende materialen die u vrij kunt kopiëren:
kleurplaat (voor de allerkleinsten)
zoek-de-verschillen kleurplaat
kerstpuzzel (vanaf groep 6)
Deze kunnen na afloop van de missen op kerstavond, Eerste en Tweede kerstdag
aan de kinderen worden uitgereikt. Zo kunnen kinderen tijdens de kerstdagen
ook thuis nog bezig zijn met de geboorte van Jezus.
Op blz. 12 t/m 20 vindt u teksten voor een kinderzegen, die u kunt geven op het
Feest van de Heilige Familie. Deze valt dit jaar op zondag 31 december. Deze
kunt u bijvoorbeeld organiseren op de zondagmiddag, bijvoorbeeld voor gezinnen
die het laatste jaar een kindje hebben laten dopen.
Om gezinnen extra uit te nodigen om ook ná kerstmis naar de mis te komen,
kunt u een prijsvraag uitschrijven met behulp van de materialen op blz. 21 en 22.
Er zijn twee opdrachten voor verschillende leeftijdsgroepen:
een Driekoningenkleurplaat (voor kinderen tot groep 4)
een rebus (voor kinderen vanaf groep 4)
Deze kunt u tijdens de diensten rond kerst (laten) uitdelen aan de kinderen tot
twaalf jaar. De prijsuitreiking kunt u dan na de zondagsmis van Driekoningen
(Hoogfeest van de openbaring van de Heer) op 7 januari doen. Dat betekent
natuurlijk dat er ook voor elke leeftijdsgroep een prijs moet zijn. Een kinderbijbel is
natuurlijk een heel geschikt cadeau in dit kader.
3

1. KERSTSPEL BIJ DE KRIBBE
Voorbereiding:
Kerstspel:
Alle opa’s, oma’s, ooms, tantes en ouders met kinderen worden op Eerste of
Tweede Kerstdag ’s middags (15.00 uur is een goede tijd) in de Kerk, bij het
kerststalletje uitgenodigd voor het ‘kerstspel bij de kribbe’.
De Kerk is een beetje verlicht, behalve de kerststal.
Het kerstspel kan gespeeld worden door een paar kinderen – dat is het leukste –
maar het kan ook beurtelings worden voorgelezen.
Lied: De herdertjes lagen bij nachte.
Tijdens het zingen komen de herders op met een lantaarn in de hand en
wat hout op de schouder.
Herder 1: Wat waait de wind toch en wat is het donker. Het is al lang niet meer
zó donker geweest.
Herder 2: Ja, ik zal gauw een vuurtje maken, dan krijgen we het tenminste weer
een beetje warm.
Het vuur wordt aangemaakt.
Herder 2: Hè, hè, daar kikkert een mens van op.
Herder 1: Tja, zo zie je maar dat er uit een klein vlammetje een groot vuur kan
komen en uit een klein kind een groot man kan groeien.
Herder 2: Kom, laten we de schapen gaan tellen. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 15, 16, 33, 34,
35, 56, 57, 58, 59, ja hoor, ze zijn compleet!
Herder 1: Kijk toch eens naar de hemel. Wat is het mooi hè, al die sterren. Dat
zijn er veel te veel om te tellen!
Herder 2: Weet je wat ik nu wel eens zou willen? Dat de Messias zou komen!
Herder 1: Ik ook wel. Maar ja, dat kan nog lang duren. En als Hij komt, dan toch
vast niet in zo’n klein dorpje als Bethlehem! Laten we maar wat gaan
slapen. De schapen zijn rustig en veilig.
4

Ze slapen…, dan schijnt er ineens een fel licht
van een lamp.
Herder
1+2: Wat is dat??!! Wat een licht, ik zie niets!!
Een engel komt het toneel op.
Engel: Wees niet bang. Ik kom jullie iets heel
moois vertellen, namelijk dat vannacht in
Betlehem de beloofde Messias is geboren.
Je vindt het kindje in doeken gewikkeld
in een kribbetje.
Lied: Gloria in excelsis Deo
Verteller: Stil staan de herders te luisteren. Ook al zijn de engelen weer verdwenen.
Herder 1: Kom, laten we naar Betlehem gaan om te zien wat er gebeurd is!
Verteller: En zo gingen de herders op weg (van het toneel af).
Nieuw tafereel: Jozef en Maria zitten in de stal bij het kribbetje waar kindje
Jezus in ligt.
Verteller: Maria heeft haar kindje in doeken gewikkeld en in de kribbe gelegd.
De os en de ezel kijken met grote ogen toe.
Maria: Weet je Jozef, de engel heeft tegen mij gezegd dat dit kindje Jezus
moet heten.
Jozef: Nou, dan moeten we hem zo maar noemen.
Verteller: Het is heel stil, zo midden in de nacht. Alle mensen slapen nog. Maar,
wat is dat? Wie klopt daar op de staldeur? Er komen een paar mannen
binnen: het zijn de herders van het dorp.
5

Herder 1: Is hier misschien de beloofde Zoon van God geboren? De Messias?
Jozef: Ja! Maar hoe weten jullie dat?
Verteller: En dan vertellen de herders aan Jozef en Maria hun verhaal (de
herders gebaren naar de lucht). Ze vertellen dat er engelen kwamen
die ze vertelden dat de Messias was geboren.
Eind scène: de herders knielen bij Jezus neer.
Lied: Midden in de winternacht.
Ter afsluiting kunnen mensen een kaarsje opsteken bij de kerststal.
6

LIEDJES BIJ HET TONEELSTUK
DE HERDERTJES LAGEN BIJ NACHTE
De herdertjes lagen bij nachte
zij lagen bij nacht in het veld
zij hielden vol trouwe de wachte
zij hadden hun schaapjes geteld.
Daar hoorden zij d’engelen zingen
hun liederen vloeiend en klaar
de herders naar Bethlehem gingen
‘t liep tegen het nieuwe jaar.
Toen zij er te Bethlehem kwamen
daar schoten drie stralen dooreen
een straal van omhoog, zij vernamen
een straal van ‘t kribje beneen.
Toen vlamd’er een straal uit hun ogen
en viel op het Kindeke teer
zij stonden tot schreiens bewogen
en knielden bij Jezus neer.
Maria die bloosde van weelde,
van ootmoed en lieflijke vreugd’;
de goede Sint-Jozef, hij streelde
Het Kindje der mensen geneugt’;
de herders bevalen te weiden
hun schaapkens aan d’engelenschaar
wij kunnen van ‘t kribje niet scheiden,
wij wachten het nieuwe jaar.
Och Kindje, och Kindje dat heden
in ‘t nederige stalletje kwaamt,
ach laat ons uw paden betreden,
want Gij hebt de wereld beschaamd.
Gij kwaamt om de wereld te winnen,
de machtigste vijand te slaan;
de kracht uwer liefde van binnen
kan wereld noch hel weerstaan
7
GLORIA IN EXCELSIS DEO
Refrein: Gloria, in excelsis Deo.
Gloria in excelsis Deo.
1. Hoort gij ginds de englenkoren. Zingen, juichen,
rein en klaar. Heden is Gods zoon
geboren, herders hoort, de blijde maar!
2. Wilt u spoeden van de velden, heel de wereld
is verblijd. Gaat naar gindse kleine stallen, ziet
het kind zo lang verbeid!
3. Mensen juicht nu Hem ter ere, In deez’ nacht
vol majesteit. Wilt de kleine Koning eren, Hij
de God van eeuwigheid!

MIDDEN IN DE WINTERNACHT
Midden in de winternacht
ging de hemel open
die ons heil ter wereld bracht
antwoord op ons hopen
Elke vogel zingt zijn lied
herders waarom zingt gij niet?
Laat de citers slaan
blaast de fluiten aan
Laat de bel, laat de trom
laat de beltrom horen
Christus is geboren
Vrede was het overal
wilde dieren kwamen
bij de schapen in de stal
en zij speelden samen
Elke vogel zingt zijn lied
herders waarom speelt gij niet?
Laat de citers slaan
blaast de fluiten aan
laat de bel, laat de trom
laat de beltrom boren
Christus is geboren
De herdertjes lagen bij nachten
J. en L. Alberdingk Thijm, Utrecht. 18 e eeuw
Gloria in excelsis Deo
IKS (muziek). Frans volkslied
Midden in de winternacht.
H. Prenen (tekst), A. Bank (muziek).
Catalaans kerstlied
8
Ondanks winter, sneeuw en ijs
bloeien alle bomen
want het aardse paradijs
is vannacht gekomen
Elke vogel zingt zijn lied
herders waarom danst gij niet?
Laat de citers slaan
blaast de fluiten aan
laat de bel, laat de trom
laat de beltrom boren
Christus is geboren
Ziet, reeds staat de morgenster
stralend in het duister
want de dag is niet meer ver
bode van de luister
die ons weldra op zal gaan
Herders blaast uw fluiten aan
laat de bel, bim-bam
laat de trom, rom-rom
kere om, kere om
laat de beltrom horen
Christus is geboren

2. KLEUR- EN
KNUTSELMATERIAAL
Kleurplaat voor de allerkleinsten
9

Zoek de
verschillen:
Hier zijn de 2 plaatjes
die er precies
hetzelfde uitzien.
Maar als je beter
kijkt, kun je de 10
verschillen ontdekken.
Teken er een
rondje omheen.
De koningen komen van ver.
Zij aanbidden Jezus ook.
Ze geven geschenken aan hem.
Jezus is de koning van hemel en aarde.
10
(Matteüs 2)

Kerstpuzzel
Weet jij de antwoorden in de juiste vakjes te plaatsen?
De grijze vakjes vormen samen een zin. Zet ze alleen nog in de juiste volgorde.
Heel veel succes
1. Hoe heet de aardse vader van Jezus?
2. Waarin werd Jezus te slapen gelegd?
3. Welk dier droeg Maria van Nazareth naar Bethlehem?
4. Wie was de keizer die zorgde voor de volkstelling?
5. Eén van de dieren die in de stal stond.
6. Hoeveel wijzen kwamen er uit het oosten?
7. Waar sliep Jezus op?
8. Wat is het eerste woord van het lied dat de engelen zongen?
9. In welk plaatsje is Jezus geboren?
10. Waar was geen plaats voor Jozef en Maria?
11. Waar kwamen de drie wijze koningen vandaan?
12. Wie hoorden de engelen zingen?
13. Wat namen de koningen mee voor Jezus? Goud, wierook en…...
14. Waar woonden Jozef en Maria voor de geboorte van Jezus?
11

3. KINDERZEGEN
Liturgisch formulier b.g.v. een kinderzegen in de kersttijd.
1.
Opening
2.
Begroeting
en inleiding
P = Priester / diaken
L = Lector(en)
A = Allen
K = Kinder(en)
Na het openingslied of openingsmuziek:
P: In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
A: Amen.
P: De Heer zij met u.
A: En met uw geest.
P: Welkom allemaal. Blij zijn wij samen. Waar mensen samenkomen is er
meestal iets bijzonders te doen. Op het feest van de Heilige Familie denken
we natuurlijk aan Jezus, Maria en Jozef. Maar we denken ook aan onze
eigen familie, zoals we thuis zijn: papa en mama, broertjes en zusjes, opa
en oma. En wie hoort er nog meer bij ons?
(hier kan men kinderen laten opsommen wie zij vinden dat bij hen hoort. In
dat geval slaat men de volgende alinea over.)
Sommige kinderen denken dan aan hun ‘knuffel’, of aan je huisdier: de poes,
een hond, een kanarie, vissen of je konijn. Sommige kinderen denken aan
hun speelgoed.
Maar je kunt ook denken aan andere mensen. Je vriendjes of vriendinnetjes.
De buren en andere mensen in de straat. De juffrouw of meester op school
en je klasgenoten, de mensen in de kerk, de mensen in de winkel, de mensen
die je op de televisie ziet, zelfs de mensen die je niet kent.
P: God zegt: ‘alle mensen van de hele wereld zijn één grote familie; Ik ben de
vader van alle mensen’.
K: Alle mensen zijn uw kinderen, ook wij en ook papa en mama zijn uw kinderen
en opa en oma.
P: En zo is het: wij allemaal worden kinderen van God genoemd, en wij zijn het
ook (1 Joh. 1).
En zoals kinderen met hun ouders praten, praten en bidden wij met God:
12

3.
Kyrie en
openingsgebed
4.
Lezing
P: Heer, die voor ons zorgt, ontferm U over ons.
A: eer, ontferm U over ons.
P: Christus, U bent mens geweest zoals wij, ontferm U over ons.
A: Christus, ontferm U over ons.
P: Heer, die bij ons wilt zijn, ontferm U over ons.
A: Heer, ontferm U over ons.
P: Laat ons bidden.
God, U bent goed en ook goed voor ons. U heeft ons de heilige Familie als
voorbeeld gegeven. Geef dat wij hen navolgen door een goed gezinsleven en
onderlinge liefde. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft
en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der
eeuwen.
A: Amen.
L: Inleiding
Jezus, Maria en Jozef waren een gezin, een familie. Ze woonden in het
dorpje Nazaret. Een keer per jaar gingen ze op reis, naar de tempel in
Jeruzalem. De tempel was een grote kerk. Niet zoals onze kerk. Men
bracht er offers aan God met brandoffers, groot vuur en wierook. Het was
er altijd heel druk. Je moest goed bij elkaar blijven, anders raak je elkaar
kwijt. Luisteren wij nu hoe het verhaal over Jezus, Maria en Jozef in de
Bijbel staat. (Zie: bijlage 1)
Verteller: Lezing uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus
volgens Lucas.
Elk jaar gingen de ouders van Jezus op reis naar Jeruzalem om er
het Paasfeest te vieren. Toen Hij twaalf jaar geworden was, gingen ze
er weer heen, zoals gebruikelijk was bij dit feest. Na afloop van de
feestdagen gingen zij naar huis terug.
Maar hun zoon Jezus bleef achter in Jeruzalem, zonder dat zijn
ouders het wisten. Ze dachten dat Hij bij de andere reizigers was.
Zo reisden zij een hele dag ver, voordat zij Hem gingen zoeken bij
familie en kennissen.
Toen zij Hem niet vonden, gingen ze naar Jeruzalem terug om Hem
te zoeken.
13

5.
Homilie
Pas na drie dagen vonden ze Hem in de tempel. Daar zat Hij midden
tussen de leraren. Hij luisterde naar hen en stelde hen vragen.
Ieder die Hem hoorde was verbaasd over zijn inzicht en zijn
antwoorden. Toen zijn ouders Hem daar zagen, stonden zij versteld.
Zijn moeder vroeg Hem:
Moeder: “Jongen, waarom heb Je ons dit aangedaan? Wat waren je vader en
ik toch ongerust, toen we naar Je zochten.”
Verteller: Maar Hij antwoordde:
Jezus: “Waarom hebben jullie toch naar Mij gezocht? Wisten jullie dan niet,
dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?”
Verteller: Maar zij begrepen niet wat Hij daarmee bedoelde. Hij ging met hen
mee naar Nazaret en was gehoorzaam aan hen. Zijn moeder bleef
nadenken over alles wat er was gebeurd. En Jezus werd met de
jaren steeds wijzer. Hij kwam meer en meer in de gunst bij God en de
mensen.
Zo spreekt de Heer.
(De homilie of preek kan ook geheel of gedeeltelijk in dialoogvorm met kinderen /
gezinnen geschieden [zie de motivatie dienaangaande in: Directorium voor
eucharistievieringen met kinderen, art. 48])
Enkele themata voor de verwerking van betreffend evangelie en de overgang
naar de zegen.
- Jezus als kind van Jozef en Maria
- Jezus als kind van God
- Jezus als Zoon van God
- De heilige familie als historisch gezin
- De heilige familie als voorbeeld van een gewoon gezin
- De heilige familie als voorbeeld van een ongewoon gezin
- Het gewone van het dagelijks leven
- Het bijzondere van het dagelijks leven
- Het gewone is ook bijzonder (als je het aan God relateert)
- Gehoorzaamheid
- Gehoorzaam aan je ouders
- Gehoorzaam aan jezelf en aan God
14

6.
Lied
7. Voorbede
- De Kerk (tempel) als leerschool
- De Bijbel als leerschool
- Andere mensen als leraren (geleerden en niet-geleerden)
- Het gezin als kerk (‘ecclesiola’)
- De parochie als kerk
- De wereld als kerkgemeenschap (als één grote familie)
- Zegenen is iets goeds van iemand zeggen
- Zegenen is ontvangen
- Zegenen is dat God nooit bij jou vandaan wil
-
-
-
(Bijvoorbeeld psalm 150); de psalm kan ook gebeden worden; eventueel volgt
instrumentale muziek).
Psalm 150
Looft de Heer in zijn paleis,
looft Hem in zijn hoge hemel.
Looft Hem om zijn grote daden,
looft Hem om zijn majesteit.
Looft Hem met bazuingeschal,
looft de Heer met harp en citer.
Looft Hem met timpaan en reidans,
looft Hem met gitaar en fluit.
Looft Hem met geklep van bekkens,
looft Hem met cimbaal-gerinkel:
al wat ademt: looft de Heer!
(Uit: het Getijdenboek, NRL)
P: Heer Jezus, U zelf bent kind geweest, later hebt U de kinderen bij U geroepen.
Luister nu naar onze gebeden:
L: Heer, blijf bij onze kinderen met uw liefde en trouw.
Laat ons bidden:
A: Heer, onze God, wij bidden U verhoor ons.
15

K.: God, laat ons uw liefde en trouw ervaren.
Laat ons bidden:
A: Heer, onze God, wij bidden U verhoor ons.
L: Laat ons trouw blijven aan wat wij beloofden bij ons huwelijk en bij het doopsel
van onze kinderen; dat wij hen zouden blijven liefhebben en in de geest
van Jezus Christus opvoeden.
Laat ons bidden:
A: Heer, onze God, wij bidden U verhoor ons.
K: Dat papa en mama altijd van ons blijven houden, en dat wij altijd van papa en
mama blijven houden.
K: Dat wij ook lief zijn voor alle andere mensen.
Laat ons bidden:
A: Heer, onze God, wij bidden U verhoor ons.
L: Bidden wij voor onze gezinnen. Dat wij als echtgenoten open blijven staan
voor elkaar. Dat ons huis voor allen open staat die onze hulp nodig hebben.
Geef ons open ogen en oren als wij in de wereld rondgaan.
Laat ons bidden:
A: Heer, onze God, wij bidden U verhoor ons.
K: (Kleine kinderen mogen hun tekening laten zien of iets wat ze gemaakt
hebben, of iets wat ze meegebracht hebben en mooi vinden; er kunnen nog
intenties naar voren gebracht worden, bijv.: uit het Getijdenboek p. 1744 en
verder….)
P: Bidden we in stilte voor alles wat onuitgesproken bleef…..
Laat ons bidden:
A: Heer, onze God, wij bidden U
P: Deze en al onze zorgen en vreugde leggen wij voor U neer, Heer God. Blijf
voor ons zorgen en leid ons eens uw hemel binnen, dat vragen wij U door
Christus onze Heer.
A: Amen.
16

8.
Zegen
P: (Inleiding:) Als er een kindje gedoopt wordt, maken priester, ouders en peter
en meter een kruisje op het voorhoofd van de dopeling. Dat hebben ze ook
bij jou gedaan. Als je ’s avonds naar bed gaat, herinnert een kruisje op je
voorhoofd aan het doopsel. Ook als je naar school gaat, of als er iets
spannends staat te gebeuren kunnen je ouders dat doen.
Men bracht kinderen bij Jezus, opdat Hij hen de handen zou opleggen en een
gebed over hen spreken. Maar bars wezen de leerlingen ze af. Jezus echter
zei: “Laat de kinderen toch begaan en verhindert ze niet om bij Mij te komen.
Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Rijk der hemelen”. Toen legde Hij
hun de handen op en vertrok naar een andere plaats. (Matteüs 19, 13-15)
(Indien het zegeninggebed wordt uitgesproken door een priester of diaken, doet
hij dit bij een grote groep kinderen met uitgestrekte handen, bij een of enkele
kinderen legt hij hun ieder afzonderlijk de handen op.)
ZEGENGEBED (Voor een grote groep:)
P: Laat ons bidden.
Heer Jezus Christus, U hebt gezegd: Laat de kinderen toch bij Mij komen!
En U hebt ze de handen opgelegd en gezegend. Zegen ook onze kinderen.
Bij hun doopsel al hebt U ze bij hun naam genoemd en ze als uw eigen kind
aanvaard. Mogen de engelen hen begeleiden en beschermen. Laat ze
geborgenheid vinden in onze gezinnen en uitgroeien tot volwassen christenen.
Moge de zegen van de Almachtige God, de Vader, de Zoon en de heilige
Geest over jullie neerdalen en altijd bij jullie blijven.
A: Amen.
(Daarna kan de bedienaar de kinderen met wijwater besprenkelen)
ZEGENGEBED (Afzonderlijke zegen:)
P: Moge onze Heer Jezus die kinderen liefheeft, jou,
(naam:)………………………….,
+ zegenen en bewaren in zijn liefde.
K: Amen.
17

9.
Gebed
des Heren
10.
Zegen en
zending
P: Laat ons nu het gebed des Heren bidden dat ons bij het doopsel aangereikt
is, dat wij van onze ouders leerden en dat wij zullen doorgeven aan onze
kinderen:
A: Onze Vader,
die in de hemel zijt:
uw naam worde geheiligd;
uw rijk kome;
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schuld,
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in bekoring;
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid.
Amen.
(Na een eventueel slotwoord / mededelingen:)
P: Buigt uw hoofd voor de zegen.
(met uitgestrekte handen vervolgt hij:)
Heer, mogen de gelovigen de weldaad ondervinden van uw zegen, rust hen
allen toe met uw geest en geef hun de kracht om uit liefde tot U hun taak als
christenen ten uitvoer te brengen. Door Christus onze Heer.
A: Amen.
P: Zegene u de almachtige God,
Vader, Zoon + en heilige Geest.
A: Amen.
P: Gaat nu allen heen in vrede.
A: Wij danken God.
18

Verantwoording
- Volgens het Duitste Benediktionale bestaat een Zegenritus uit 10 onderdelen,
welke men kan uitbreiden of inkorten afhankelijk van de situatie. De hier
gegeven Kinderzegen is een volledige uitgewerkte viering. De kortste vorm is
alleen het zegengebed, hier nr. 8. Men begint dit onderdeel dan met een
kruisteken. Uitbreiding van het gegeven kan gebeuren door kinderen eerder
gemaakte tekeningen, teksten of muziek te laten presenteren. De voorbede
kan worden uitgebreid en in plaats van of naast een Bijbellezing kan men
een bijbels tafereel laten uitbeelden in beperkte toneel-/spelvorm
(bibliodrama) of dans.
- Na de homilie / dialoog kan men de kinderen een kaarsje geven dat ze na de
voorbede naar de kerststal of Mariabeeld brengen.
- Het Romeinse Rituale geeft de voorbede vóór het zegengebed in tegenstelling
tot het Duitste rituale. De Romeinse versie is aangehouden.
- In deze modelviering is er van uit gegaan dat de voorganger een priester of
diaken is.
- De zegenformule aan het eind is genomen uit het altaarmissaal p. 739 en
744 (nr. 22).
19

EXTRA VOORBEDE BIJ EEN KINDERZEGEN
Leggen wij op voorspraak van de H. Familie aan God onze Vader al onze gebeden
en verlangens voor:
- Voor onze heilige Vader de paus Benedictus XVI, die grote waardering heeft
voor het gezin, dat hij zijn ambt met vreugde en toewijding mag vervullen.
Laat ons bidden…
- Dat alle bisschoppen, priesters en diakens zich oprecht wijden aan de dienst
van de Kerk en aan alle gezinnen. Laat ons bidden…
- Voor de ouders, dat zij de kinderen mogen voorgaan in liefde en eensgezindheid
en daarbij de overige gezinnen niet uit het oog verliezen.
Laat ons bidden…
- Voor de onvolledige gezinnen, de alleenstaanden, en de kinderloze echtparen,
dat zij zich aangesproken weten door het grote gezin van de kerk en
daar hun warmte en genegenheid mogen ontvangen. Laat ons bidden…
- Voor de jonge mensen die gaan trouwen, dat ze Gods liefde mogen ontdekken
en naar het voorbeeld van de heilige Familie een christelijk gezin mogen
stichten. Laat ons bidden…
- Voor de echtparen die het moeilijk hebben in hun onderlinge relatie, dat zij de
werkelijke waarden en de onderlinge liefde in een open dialoog mogen
beleven. Laat ons bidden…
- Voor de ouders, de opa’s en oma’s, dat zij zich bewust zijn van hun waarde
en betekenis voor hun kinderen en kleinkinderen en op hun manier meewerken
aan de opbouw van het christelijk gezin. Laat ons bidden…
Slotgebed:
God, in Uw ordening vindt de gemeenschap van het gezin haar hechte grondslag.
Luister in Uw barmhartigheid naar het gebed van Uw dienaars: geef dat wij het
voorbeeld navolgen van de H. Familie door een goed gezinsleven en door onderlinge
liefde, om eens in de vreugde van Uw huis het eeuwig geluk te mogen
genieten.
Door onze Heer Jezus Christus die met U en met de H. Geest leeft en heerst
door alle eeuwen. Amen.
20

4. PRIJSVRAAG
Naam:
Leeftijd:
Adres:
Plaats:
21

De oplossing van de rebus:
Naam:
Leeftijd:
Adres:
Plaats:
22

Colofon
Namens de voorbereidingsgroep themajaar huwelijk en gezin
Bezoekadres:
Centrum voor Huwelijk & Gezin
Swalmerstraat 100
6041 CZ Roermond
Postadres:
Postbus 75
6040 AB Roermond
T.: 0475 – 386 892
F.: 0475 – 386 801
E.: chg@bisdom-roermond.nl
W.: www.huwelijkengezin.nl
De gebruikte afbeeldingen zijn verspreid in het kader van het Jaar van Huwelijk &
Gezin en zijn afkomstig van:
- DVD ‘350.000 Powerclips’, uitgeverij Buhl
- Boek ‘Jezus’, uitgeverij Colomba
24