Bouwmaatstaven keukenvoorzieningen zorgsector - College bouw ...
Bouwmaatstaven keukenvoorzieningen zorgsector - College bouw ...
Bouwmaatstaven keukenvoorzieningen zorgsector - College bouw ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Regeling <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen tot vaststelling van <strong>bouw</strong>maatstaven ten behoeve van<br />
nieuw<strong>bouw</strong>plannen voor <strong>keukenvoorzieningen</strong> in de <strong>zorgsector</strong>, goedgekeurd door de Minister van<br />
Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />
Het bestuur van het <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen,<br />
gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen,<br />
heeft besloten:<br />
Artikel 1<br />
Bijlage 1.61 ‘Bouwkundig-functionele maatstaven centrale keuken’, behorende bij het Besluit <strong>bouw</strong>maatstaven<br />
Wet ziekenhuisvoorzieningen zoals dit besluit van kracht is op grond van artikel XVIII, derde lid, van<br />
de Wet uitvoeringsorganen volksgezondheid, komt te vervallen.<br />
Artikel 2<br />
Ten behoeve van nieuw<strong>bouw</strong>plannen voor <strong>keukenvoorzieningen</strong> in de <strong>zorgsector</strong> worden <strong>bouw</strong>maatsta-ven<br />
vastgesteld, welke een nadere omschrijving van de in artikel 15, tweede lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen<br />
genoemde criteria inhouden. Deze <strong>bouw</strong>maatstaven in het bij deze regeling gevoegde<br />
rapport worden als bijlage 0.61 toegevoegd aan het Besluit <strong>bouw</strong>maatstaven Wet ziekenhuisvoorzienin-gen<br />
zoals dit besluit van kracht is op grond van artikel XVIII, derde lid, van de Wet uitvoeringsorganen<br />
volksgezondheid.<br />
Artikel 3<br />
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant<br />
waarin mededeling van de terinzagelegging bij het <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen wordt gedaan.<br />
Artikel 4<br />
Deze regeling wordt aangehaald als: <strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong>.<br />
Aldus vastgesteld in de vergadering van het <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen d.d. 29 mei 2000.<br />
Ministeriële goedkeuring is verkeregen op grond van artikel 15a, lid 5, van de Wet ziekenhuisvoorzienin-<br />
gen.
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Toelichting<br />
Algemeen<br />
Op 1 januari 2000 trad de Wet uitvoeringsorganen volksgezondheid (Stb. 199, 185) voor de betreffende<br />
onderdelen van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) in werking. De bevoegdheid <strong>bouw</strong>maatstaven<br />
vast te stellen, als nadere omschrijving van de in artikel 15, tweede lid, WZV genoemde criteria tot weigering<br />
van de vergunning, is daarmee overgegaan van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en<br />
Sport naar het <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen (voorheen <strong>College</strong> voor ziekenhuisvoorzieningen).<br />
De bevoegdheid tot vaststelling van <strong>bouw</strong>maatstaven is geregeld in het nieuwe artikel 15a WZV. De<br />
<strong>bouw</strong>maatstaven behoeven, alvorens van kracht te worden, goedkeuring van de Minister.<br />
De <strong>bouw</strong>maatstaven zijn een nadere uitwerking van de wettelijke criteria van <strong>bouw</strong>kundig-functionele<br />
doelmatigheid, noodzakelijkheid van de bestanddelen en verantwoorde tariefsgevolgen.<br />
In het kader van de overgangsbepalingen van de Wet uitvoeringsorganen volksgezondheid zijn de in het<br />
verleden door de Minister vastgestelde <strong>bouw</strong>maatstaven op grond van artikel 15, vierde lid oud, WZV,<br />
zoals deze zijn gebundeld in het Besluit <strong>bouw</strong>maatstaven, gelijkgesteld met door de Minister goedgekeurde<br />
maatstaven op grond van artikel 15a. Deze maatstaven gelden dus nog onverkort.<br />
<strong>Bouwmaatstaven</strong> gelden als algemeen verbindende voorschriften die gelijkelijk moeten worden toege-past.<br />
Afwijking is toegestaan voor zover de <strong>bouw</strong>maatstaven daartoe de ruimte laten. Een afwijkende<br />
opzet is, mits goed gemotiveerd en niet conflicterend met voor ruimtelijke voorzieningen geldende kwaliteitseisen,<br />
in het algemeen mogelijk. Een <strong>bouw</strong>initiatief moet wel binnen de kostennormen worden gerealiseerd,<br />
zoals die zijn opgenomen in het algemeen deel van het Besluit <strong>bouw</strong>maatstaven en worden<br />
geactualiseerd door middel van de jaarlijkse zogenoemde Bouwkostennota van het <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> (of<br />
‘Bouwcollege’).<br />
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
In het kader van zijn taak <strong>bouw</strong>maatstaven te ontwikkelen heeft het Bouwcollege maatstaven ten behoe-ve<br />
van nieuw<strong>bouw</strong>plannen voor <strong>keukenvoorzieningen</strong> in de <strong>zorgsector</strong> vastgesteld. In tegenstelling tot de<br />
maatstaven in bijlage 1.61, die alleen voor ziekenhuizen golden, zijn de onderhavige maatstaven van<br />
toepassing op de gehele <strong>zorgsector</strong>, voor zover vallend onder de Wet ziekenhuisvoorzieningen. Bijlage<br />
1.61 uit 1985 is komen te vervallen, de nieuwe maatstaven zijn toegevoegd als bijlage 0.61.<br />
In de voorbereidingsfase zijn de maatstaven in ontwerp toegestuurd aan de Nederlandse Vereniging<br />
voor Technisch facilitair management in de Gezondheidszorg (NVTG), de Arbeidsinspectie en het Voedingscentrum<br />
(Voorlichtingsbureau voor de Voeding). Met de opmerkingen van deze organisaties is in<br />
de maatstaven rekening gehouden, met name in die zin dat formulering en oppervlakten per ruimte zijn<br />
bijgesteld.<br />
De standpuntbepaling van het Bouwcollege over het rapport in bijlage 0.61 is voorbereid door de Commissie<br />
Bouw en de werkcommissies voor de diverse <strong>zorgsector</strong>en.<br />
Naast het gebruik als referentiekader voor de toetsing van <strong>bouw</strong>aanvragen wil het rapport een advies<br />
geven aan initiatiefnemers en ontwerpers ten aanzien van de uitgangspunten voor ruimtelijke voorzie-ningen<br />
voor <strong>keukenvoorzieningen</strong> in de <strong>zorgsector</strong>. Dit houdt in dat de maatstaven in beginsel zijn ge-formuleerd<br />
overeenkomstig de methodiek van het sinds 1992 van kracht zijnde Bouwbesluit. Van de<br />
geformuleerde prestatie-eisen kan worden afgeweken, mits wordt aangetoond dat de gekozen oplossin-gen<br />
tot een kwalitatief ten minste gelijkwaardig resultaat leiden.<br />
In het algemeen geldt het uitgangspunt dat een overschrijding van de in de maatstaven aangegeven<br />
vloeroppervlakten op één of meer onderdelen elders in het programma van eisen voor de functiegroep<br />
als geheel wordt gecompenseerd.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
In de maatstaven is een verdeling gemaakt naar drie typen van <strong>keukenvoorzieningen</strong>: de productiekeu-ken,<br />
de satellietkeuken en de keuken in een kleinschalige woonvoorziening. De globale ruimtebehoefte<br />
per type keuken is in deze maatstaven gerelateerd aan het aantal te verstrekken warme patiënten- respectievelijk<br />
bewonersmaaltijden per dag. Met name deze maaltijden bepalen de ruimtebehoefte van een<br />
keukenvoorziening; dit in verband met het portioneren en distribueren, die in een beperkte tijd moeten<br />
plaatsvinden.<br />
Met betrekking tot de ruimtelijke aspecten van de maatstaven kan nog het volgende worden opgemerkt.<br />
De afgelopen jaren hebben zich wijzigingen voorgedaan in de ruimtebehoefte in zowel neerwaartse als<br />
opwaartse zin. Tot een verminderde ruimtebehoefte bij in deze maatstaven beschreven ruimtelijke<br />
voorzieningen heeft onder meer geleid het koken op basis van een ontkoppeld systeem. Tot een<br />
wijziging van de ruimtebehoefte hebben eveneens geleid de Arbo-regelgeving en de toename van koelingsvoorzieningen<br />
in de keukens.<br />
Per saldo is ten opzichte van de uit 1985 daterende maatstaven sprake van een in absolute zin met circa<br />
10% afgenomen ruimtebehoefte voor een productiekeuken, onder meer als gevolg van een sindsdien<br />
verbeterde efficiency en gewijzigd inkoopbeleid.<br />
Zoals hiervoor is vermeld, is de nuttige oppervlakte per warme patiëntmaaltijd, ten opzichte van de<br />
maatstaven uit 1985, voor een productiekeuken met 10% afgenomen. De investeringskosten zullen in<br />
absolute zin voor deze functiegroep op basis van de maatstaven eveneens met 10% afnemen, indien<br />
althans sprake is van een productiekeuken.<br />
Op grond van een kostenanalyse van initiatieven voor de nieuw<strong>bouw</strong> van zowel productie- als satellietkeukens<br />
kan voor de investeringskosten van deze voorzieningen worden uitgegaan van een richtbedrag<br />
van ƒ 6.250,-- per m 2 , inclusief 17,5% BTW, exclusief grond-, inventaris- en startkosten, <strong>bouw</strong>tijd 11<br />
maanden, prijspeil 1 januari 1999.<br />
Voor keukens in kleinschalige woonvoorzieningen kan op grond van een analyse van initiatieven worden<br />
uitgegaan van een richtbedrag voor de investeringskosten van ƒ 4.385,-- per m 2 , inclusief 17,5% BTW,<br />
exclusief grond-, inventaris- en startkosten, <strong>bouw</strong>tijd 11 maanden, prijspeil 1 januari 1999.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Indien een instelling kiest voor uitbesteding van de maaltijdvoorziening, dan betekent dit dat bij nieuw-<strong>bouw</strong><br />
van de instelling minder m 2 gerealiseerd behoeven te worden en tevens met een lager investe-ringsbedrag<br />
kan worden volstaan. Tegelijkertijd zal de instelling bij inkoop van maaltijden veelal een<br />
vergoeding vanuit het genormeerde budget moeten betalen, waarin tevens een component voor de kapitaallasten<br />
van maaltijdproducten is opgenomen. Voor deze situaties kan in de vergunning worden<br />
vastgelegd hoe groot de bespaarde oppervlakte en investeringen (op basis van normatieve investeringsbedragen)<br />
zijn, opdat het <strong>College</strong> Tarieven Gezondheidszorg in staat is een hiermee corresponderende<br />
kapitaallastencomponent aan het normeerde deel van het budget toe te voegen.<br />
Deze aanpak is ook toepasbaar in renovatiesituaties, waarbij de te berekenen bespaarde investeringskosten<br />
echter worden gecorrigeerd voor de boekwaarde van de aanwezige <strong>keukenvoorzieningen</strong>.<br />
De <strong>bouw</strong>maatstaven liggen voor een ieder bij het Bouwcollege ter inzage. Zij zijn ook verkrijgbaar bij het<br />
Bouwcollege.<br />
de algemeen secretaris de voorzitter<br />
<strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen<br />
drs. W.B. Meijer H.A. de Boer<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001
Bijlage 0.61<br />
BOUWMAATSTAVEN<br />
ten behoeve van nieuw<strong>bouw</strong>plannen voor<br />
KEUKENVOORZIENINGEN<br />
in de <strong>zorgsector</strong><br />
Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen<br />
Voorbereid door de Werkcommissie Ziekenhuizen, de Werkcommissie Verpleeghuizen, de<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001<br />
Werkcommissie Instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg, de Werk-<br />
commissie Gehandicaptenzorg en de Commissie Bouw<br />
Vastgesteld door het <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen op 3 april 2000<br />
Goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
INHOUDSOPGAVE<br />
INLEIDING 1<br />
Status van de maatstaven 1<br />
Gebruik van de maatstaven 1<br />
I INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN 2<br />
1. Inleiding 2<br />
2. Begrippenkader en uitgangspunten 2<br />
3. Zorginhoudelijke ontwikkelingen 3<br />
4. Organisatorische uitgangspunten 5<br />
5. De variatie in <strong>keukenvoorzieningen</strong> 6<br />
6. De omvang van <strong>keukenvoorzieningen</strong> 6<br />
II RUIMTEBEHOEFTE 8<br />
1. Inleiding 8<br />
2. Samenvatting ruimtebehoefte 10<br />
BIJLAGEN<br />
1. Nuttige oppervlakte<br />
2. Bruto vloeroppervlakte<br />
1. Beschrijving per ruimte<br />
2. Technische eisen<br />
3. Situering en onderlinge relatie van de ruimten<br />
4. Literatuur<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
INLEIDING<br />
Deze maatstaven hebben betrekking op <strong>keukenvoorzieningen</strong> in de <strong>zorgsector</strong>. Met deze maatstaven wordt<br />
niet beoogd een specifiek model voor de organisatie van de maaltijdverzorging voor te schrijven. Wel geven<br />
ze de inhoudelijke randvoorwaarden met hun ruimtelijke consequenties aan die bij het programma van de<br />
functie maaltijdverzorging in acht genomen moeten worden.<br />
Status van de maatstaven<br />
De maatstaven zijn vastgesteld door het <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen bij besluit van 3 april 2000,<br />
gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) en goedgekeurd door de Minister van<br />
Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van artikel 15a, lid 5, van de WZV. De maatstaven zijn een<br />
nadere uitwerking van de in artikel 15, tweede lid, van de WZV genoemde criteria van doelmatigheid,<br />
noodzakelijkheid van bestanddelen en in het algemeen belang verantwoorde tariefsgevolgen. De<br />
<strong>bouw</strong>maatstaven zullen als bijlage 0.61 onderdeel gaan uitmaken van het Besluit <strong>bouw</strong>maatstaven WZV.<br />
Verwezen wordt naar het algemeen deel van de toelichting bij de Regeling <strong>College</strong> <strong>bouw</strong><br />
ziekenhuisvoorzieningen ‘<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong>’.<br />
De maatstaven zijn bedoeld als hulpmiddel voor initiatiefnemers, architecten en adviseurs bij het<br />
ontwikkelen van een <strong>bouw</strong>initiatief voor nieuw te <strong>bouw</strong>en <strong>keukenvoorzieningen</strong> in de <strong>zorgsector</strong>.<br />
Het Bouwcollege hanteert de maatstaven als referentiekader bij de toetsing van <strong>bouw</strong>initiatieven krachtens<br />
de Wet ziekenhuisvoorzieningen.<br />
Indien bestaande voorzieningen afwijken van de in het rapport beschreven opzet, is een aanvraag tot<br />
aanpassing niet op voorhand gemotiveerd.<br />
De maatstaven, die vooral betrekking hebben op zorginhoudelijke en functionele aspecten, kunnen worden<br />
gezien als een aanvulling op het Bouwbesluit, dat een meer technisch karakter heeft.<br />
Gebruik van de maatstaven<br />
Met betrekking tot het gebruik van de maatstaven wordt het volgende opgemerkt:<br />
- de maatstaven zijn richtinggevend en sluiten andere mogelijkheden niet uit. Omstandigheden kunnen<br />
leiden tot een afwijkende opzet. Wel is hierbij een goede onder<strong>bouw</strong>ing noodzakelijk;<br />
- een <strong>bouw</strong>initiatief moet worden gerealiseerd binnen de kostennormen. In dit verband wordt verwezen<br />
naar de Bouwkostennota van het <strong>College</strong> <strong>bouw</strong> ziekenhuisvoorzieningen;<br />
- binnen de kostennormen is het toegestaan meer vloeroppervlakte te realiseren dan in de maatstaven is<br />
aangegeven, mits dit niet conflicteert met de aan de ruimtelijke voorzieningen gestelde kwaliteitseisen.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 1
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
I INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN<br />
1. Inleiding<br />
Het <strong>College</strong> voor ziekenhuisvoorzieningen heeft in 1985 <strong>bouw</strong>kundig-functionele maatstaven ontwikkeld voor<br />
centrale <strong>keukenvoorzieningen</strong> in algemene ziekenhuizen. Deze “Standaardgegevens voor het programma van<br />
eisen van algemene ziekenhuizen. Centrale keuken” werden gewoonlijk ook als toet-singskader gebruikt bij<br />
het beoordelen van nieuw- of ver<strong>bouw</strong>plannen van centrale <strong>keukenvoorzieningen</strong> in verpleeghuizen,<br />
instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en instellingen voor gehandicaptenzorg.<br />
Met name de laatste jaren hebben zich in de <strong>zorgsector</strong> in het algemeen, en op het terrein van de<br />
maaltijdbereiding in het bijzonder, ontwikkelingen voorgedaan die niet alleen aanleiding gaven de maat-<br />
staven voor <strong>keukenvoorzieningen</strong> te actualiseren, maar ook om het werkingsterrein ervan uit te breiden tot<br />
de gehele <strong>zorgsector</strong>.<br />
Op deze ontwikkelingen wordt in paragraaf 3 nader ingegaan.<br />
2. Begrippenkader en uitgangspunten<br />
Met betrekking tot het bereiden en verstrekken van maaltijden worden in het algemeen de volgende vier<br />
begrippen onderscheiden:<br />
- gekoppeld systeem;<br />
- ontkoppeld systeem;<br />
- convenience foods;<br />
- catering.<br />
Op deze begrippen wordt in deze paragraaf nader ingegaan.<br />
Gekoppeld systeem<br />
Bij een gekoppeld bereidingssysteem worden gerechten aansluitend aan de (voor)bereiding geportioneerd,<br />
tot warme maaltijd samengesteld, geserveerd en geconsumeerd. In verband met de kwaliteit moet de totale<br />
procesgang als een aaneengesloten handeling worden uitgevoerd. Het bereidingsproces is gekoppeld aan<br />
de consumptie.<br />
Ontkoppeld systeem<br />
Bij een ontkoppeld bereidingssysteem worden gerechten na bereiding, of portionering en samenstellen tot<br />
hoofdgerecht, enige tijd bewaard door middel van koelen of invriezen. Het bereidingsproces is ontkoppeld<br />
van het consumeren. Het distribueren en consumeren behoeft derhalve niet aan te sluiten op het berei-<br />
dings- c.q. kookproces.<br />
Dit productiesysteem is erop gericht de voedingsmiddelen langer houdbaar te maken door deze onmiddel-<br />
lijk na de bereiding geforceerd te koelen om vervolgens de producten koel te bewaren. De bewaartijd kan<br />
extra verlengd worden door de toepassing van speciale technieken.<br />
Ten opzichte van het gekoppelde systeem omvat de procesgang bij een ontkoppeld systeem extra fasen<br />
zoals:<br />
- koelen tot circa 2 à 3 o C of diepvriezen tot circa -30 o C;<br />
- gecodeerde gekoelde of diepvriesproducten opslaan in respectievelijk koel- of vriescellen;<br />
- gekoelde of diepvriesproducten verwarmen dan wel regenereren tot een temperatuur van 60-75 o C in de<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 2
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
kern. Dit laatste kan zowel centraal, voor het distribueren, als decentraal op de afdelingen plaatsvinden.<br />
Het regenereren vereist een hoge mate van deskundigheid om een qua smaak en temperatuur goed<br />
eindproduct te kunnen garanderen.<br />
Niet te regenereren maaltijdcomponenten, zoals salades, te frituren producten en nagerechten, worden<br />
afzonderlijk bereid en geportioneerd alvorens ze aan de geregenereerde diepvries- en/of gekoelde<br />
maaltijden worden toegevoegd en consumptiegereed worden gemaakt. Een ontkoppeld kooksysteem biedt<br />
de organisatie een grotere mate van vrijheid bij de samenstelling van de warme maaltijden ten opzichte van<br />
een gekoppeld kooksysteem.<br />
Convenience food<br />
Bij convenience food gaat het om kant en klare maaltijden, componenten of gerechten die door derden<br />
worden geleverd. Onder kant en klare maaltijden en componenten wordt verstaan bereide voedingsmiddelen<br />
en gerechten, respectievelijk geportioneerde samengestelde maaltijden, die alleen nog op de juiste<br />
temperatuur moeten worden gebracht.<br />
Uit praktische en kwalitatieve overwegingen blijft het bereiden en consumptiegereed maken van onder<br />
meer rauwkost, salades en soms toespijzen een activiteit binnen de instelling zelf. Dit geldt in het alge-<br />
meen ook voor de broodmaaltijden. Het brood en het beleg kunnen echter ook verpakt en in geportioneerde<br />
hoeveelheden - dus als “convenience foods” - geleverd worden vanuit een industriële voedselproductie-<br />
organisatie.<br />
Binnen de instelling kan derhalve met een beperkte keukenvoorziening worden volstaan.<br />
Catering<br />
Onder catering wordt de volledige toelevering van buiten verstaan van alle maaltijden die bestemd zijn voor<br />
patiënten/bewoners, personeel en eventueel bezoekers. Dit kan worden verzorgd door een cateringbedrijf<br />
(commerciële catering) of een (naburige) zorginstelling waarmee een samenwerkingsverband bestaat<br />
(coöperatieve catering).<br />
Bij catering zal een beperkte eigen opslagfunctie noodzakelijk zijn. Een instelling zal immers over een<br />
beperkte voorraad moeten kunnen beschikken. Bij zowel commerciële als coöperatieve catering worden de<br />
maaltijden geleverd, vlak voor het tijdstip van consumeren. De maaltijden voor patiënten worden gepor-<br />
tioneerd in speciaal daarvoor bestemde voedseltransportwagens aangevoerd en na controle rechtstreeks<br />
naar de consumenten gebracht.<br />
3. Zorginhoudelijke ontwikkelingen<br />
Binnen de <strong>zorgsector</strong> in het algemeen, maar ook specifiek op het terrein van de maaltijdproductie hebben<br />
zich de afgelopen jaren belangrijke ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op de wijze van maaltijd-<br />
verstrekking in zorginstellingen.<br />
Deconcentratie van voorzieningen<br />
Mede op instigatie van de overheid is de laatste jaren een deconcentratieproces van voorzieningen in gang<br />
gezet, met name in de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg.<br />
Zo ligt het volgens het door de minister d.d. 28 maart 1996 vastgestelde Beleidstoetsingskader<br />
Gehandicaptenzorg in de bedoeling om van de huidige intramurale capaciteit een substantieel deel om te<br />
zetten in woonvoorzieningen in de wijk buiten de hoofdlocatie. Daarbij wordt uitgegaan van kleinschalige,<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 3
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
op woning<strong>bouw</strong> gelijkende <strong>bouw</strong> met een eigen voordeur per groep van maximaal 6 personen. Dergelijke<br />
woonvoorzieningen beschikken in het kader van stimulering van genormaliseerd wonen over eigen, zij het<br />
beperkte, <strong>keukenvoorzieningen</strong>. Ook de overige, op de hoofdlocatie van een instelling voor<br />
gehandicaptenzorg aanwezige, intramurale capaciteit zal zo veel mogelijk gehuisvest worden in<br />
kleinschalige woonvoorzieningen. Afhankelijk van de zorgzwaarte van de bewoners is het wenselijk dat<br />
deze kleinschalige woonvoorzieningen ook over eigen <strong>keukenvoorzieningen</strong> beschikken.<br />
Volgens de door de minister d.d. 21 december 1998 vastgestelde beleidsvisie “Geestelijke Gezondheids-<br />
zorg 1999”, ligt het in de bedoeling dat Regionale Geestelijke Gezondheidscentra (voorheen MFE<br />
genoemd) worden gevormd. Voorts is het de bedoeling om enige grootschaliger complexen in de<br />
bevolkingscentra van het verzorgingsgebied van een APZ te creëren voor verblijfspatiënten met een minder<br />
intensieve begeleidingsbehoefte. Afhankelijk van de schaalgrootte en de zorgzwaarte van de<br />
patiëntenpopulatie beschikken dergelijke complexen in sommige gevallen over eigen (beperkte)<br />
<strong>keukenvoorzieningen</strong>.<br />
Als gevolg van het bovenstaande zullen de centrale <strong>keukenvoorzieningen</strong> op de hoofdlocaties van<br />
instellingen voor gehandicaptenzorg en APZ-en in omvang afnemen.<br />
Patiëntenpopulatie<br />
In ziekenhuizen is sprake van een sterk fluctuerend patiëntenbestand, waarbij zowel het percentage diëten<br />
als het aantal verschillende soorten maaltijden over het algemeen groter is dan in andere instellingen. Ook<br />
het aantal voedselcomponenten is in een ziekenhuis relatief groter. Derhalve zal ten opzichte van de<br />
andere zorginstellingen een uitgebreidere voedseladministratie noodzakelijk zijn. Menukeuze,<br />
assortimentsbreedte, samenstellingsmogelijkheden en ook ongeregelde eettijden, voor zowel normale<br />
maaltijden als diëten, betekenen extra berichtgeving, communicatie- en correctiemogelijkheden.<br />
Het verblijf in instellingen als verpleeghuizen, verzorgingshuizen, instellingen voor gehandicaptenzorg en<br />
instellingen voor geestelijke gezondheidszorg wordt gekenmerkt door een langere verblijfsduur.<br />
Het bezettingspercentage is over het algemeen constanter en het patiënten-/bewonersbestand is meer<br />
homogeen. Ten opzichte van ziekenhuizen zal het aantal te verstrekken diëten een meer stabiel karakter<br />
hebben.<br />
De verschillen kunnen van invloed zijn op de keuze van het productiesysteem en de organisatie en<br />
inrichting van de keukenvoorziening in een instelling.<br />
Verandering in attitude en wensen van patiënten/bewoners<br />
Patiënten/bewoners kunnen steeds vaker per maaltijdcomponent (voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht)<br />
uit alternatieven kiezen. Ook wordt steeds vaker meer flexibiliteit betracht ten aanzien van het tijdstip<br />
waarop en de plaats waar (eigen kamer of restauratieve voorziening) de koude en warme maaltijden<br />
genuttigd worden.<br />
Het ontkoppelde systeem en convenience foods bevatten, in tegenstelling tot het gekoppelde systeem,<br />
elementen die inspelen op deze gewenste flexibiliteit.<br />
De voedingsgewoonten binnen de instellingen zullen, op basis van levensstijl en culturele achtergronden,<br />
naar verwachting de komende jaren een belangrijkere rol gaan spelen. Het aanbod van gerechten zal hierop<br />
moeten worden afgestemd.<br />
In opdracht van het Voedingscentrum wordt regelmatig onderzoek gedaan naar de gezondheids- en<br />
voedingsdeskundige implicaties van de huidige voedselconsumptie in Nederland en de ontwikkelingen<br />
daarin.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 4
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
4. Organisatorische uitgangspunten<br />
Gemeenschappelijk gebruik van <strong>keukenvoorzieningen</strong><br />
Naast voornoemde trend valt te constateren de wens van instellingen om het portioneren en samenstellen<br />
van de maaltijden op locatie te handhaven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de economische voordelen<br />
van schaalvergroting door het (industrieel) laten bereiden van warme maaltijdcomponenten en kan men<br />
maatwerk leveren door zo dicht mogelijk bij de consument in tijd en plaats de maaltijden samen te stellen.<br />
Uitbesteding van <strong>keukenvoorzieningen</strong><br />
Naast het oprichten van gemeenschappelijke voorzieningen komt het ook voor dat instellingen besluiten<br />
maaltijden in te kopen van een producent. Bij uitbesteding worden de maaltijden ingekocht van een buiten<br />
de WZV vallende voorziening. Het inkopen op deze wijze zal voor de instelling in organisatorisch opzicht<br />
vrijwel overeenkomen met die van een voor gemeenschappelijk gebruik opgerichte voorziening. Doordat de<br />
instellingen in deze situatie niet zelf participeren in een gemeenschappelijke voorziening hebben zij wellicht<br />
minder sturingsmogelijkheden. Uitbesteden ligt dus meer voor de hand in die situaties waar voldoende<br />
aanbod van maaltijdproducenten is, zodat de mogelijkheid bestaat om van producent c.q. leverancier te<br />
veranderen. Een verschil met gemeenschappelijke voorzieningen is voorts dat een commerciële maaltijd-<br />
producent niet uitsluitend voor de gezondheidszorg actief is, zodat over de maaltijdprijs omzetbelasting zal<br />
moeten worden betaald. Uitbesteden is dan in financieel opzicht interessant indien de maaltijdprijs inclusief<br />
BTW concurrerend is met de prijs exclusief BTW van een maaltijd die door de instelling zelf of door een<br />
gemeenschappelijke voorziening wordt geproduceerd.<br />
Indien een instelling kiest voor uitbesteding van de maaltijdvoorziening betekent dit dat bij nieuw<strong>bouw</strong> van<br />
de instelling minder m 2 gerealiseerd behoeven te worden en tevens met een lager investeringsbedrag kan<br />
worden volstaan. Tegelijkertijd zal de instelling bij inkoop van maaltijden veelal een vergoeding vanuit het<br />
genormeerde budget moeten betalen, waarin tevens een component voor de kapitaallasten van maaltijdpro-<br />
ducten is opgenomen. Voor deze situaties kan in de vergunning worden vastgelegd hoe groot de bespaarde<br />
oppervlakte en investeringen (op basis van normatieve investeringsbedragen) zijn, opdat het CTG in staat is<br />
een hiermee corresponderende kapitaallastencomponent aan het genormeerde deel van het budget toe te<br />
voegen.<br />
Deze aanpak is ook toepasbaar in renovatiesituaties, waarbij de te betekenen bespaarde investerings-<br />
kosten echter worden gecorrigeerd voor de boekwaarde van de aanwezige <strong>keukenvoorzieningen</strong>.<br />
5. De variatie in <strong>keukenvoorzieningen</strong><br />
Op basis van de vigerende systemen inzake de bereiding en verstrekking van de maaltijden en rekening<br />
houdend met de hiervoor genoemde zorginhoudelijke ontwikkelingen, worden in deze maatstaven de<br />
volgende soorten <strong>keukenvoorzieningen</strong> onderscheiden.<br />
Productiekeuken<br />
Hieronder wordt verstaan een keukenvoorziening waarvan de productieschaal is vergroot door samen met of<br />
voor andere instellingen en organisaties maaltijden te bereiden en desgewenst samen te stellen. Bij de<br />
bereiding wordt uitgegaan van panklare producten en halffabrikaten. De productiekeuken kan in een<br />
instelling zijn ondergebracht; in dat geval kan een dergelijke keuken ook de broodmaaltijden voor deze<br />
instelling verzorgen en specifieke gerechten frituren.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 5
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Satellietkeuken<br />
Hieronder wordt verstaan een keukenvoorziening waar reeds geportioneerde en samengestelde maaltijden<br />
worden ingekocht, die worden geleverd vanuit een productiekeuken. In een dergelijke keuken worden de<br />
warme maaltijden geregenereerd, eventueel broodmaaltijden verzorgd en specifieke gerechten gefrituurd.<br />
Keuken in een kleinschalige woonvoorziening<br />
Een keuken in een kleinschalige woonvoorziening komt in het kader van genormaliseerd wonen groten-<br />
deels overeen met een keuken in een privé-huishouding, met voorbereidings-, kook- en afwasvoorzieningen,<br />
inclusief bergruimte voor servies en voedingsartikelen.<br />
Afhankelijk van de zorgzwaarte van de bewoners worden de warme maaltijden al of niet onder toezicht/<br />
begeleiding door de bewoners zelf bereid. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van panklare producten<br />
en/of halffabrikaten die centraal door de instelling worden ingekocht, dan wel van producten en ingrediënten<br />
die op basis van een huishoudbudget bij de plaatselijke leveranciers worden ingekocht.<br />
Ook een combinatie van beide vormen is mogelijk.<br />
6 De omvang van <strong>keukenvoorzieningen</strong><br />
Aan de omvang van de keukenvoorziening ligt primair het aantal (warme) patiëntenmaaltijden ten<br />
grondslag. Maaltijden die naar het restaurant gaan ten behoeve van personeel en bezoekers vergen in het<br />
algemeen geen extra ruimte binnen het totaal van de m 2 ’s van de keukenvoorziening, omdat deze<br />
maaltijden niet behoeven te worden geportioneerd en gedistribueerd en om die reden in bulk worden<br />
toegeleverd.<br />
Bij het bepalen van de capaciteit ten behoeve van de ruimtebehoefte moet rekening worden gehouden met<br />
te verwachten ontwikkelingen in de organisatie, zoals spreiding van de woonvoorzieningen of een reductie<br />
van de klinische opnamecapaciteit. Daarnaast speelt de vraag mee in hoeverre wel of niet in eigen beheer<br />
maaltijden zullen worden geproduceerd dan wel of deze door derden zullen of kunnen worden geleverd.<br />
Voor een instellingskeuken kan slechts een globale ruimtebehoefte per maaltijd worden gegeven.<br />
De reële behoefte is in hoge mate afhankelijk van de werkwijze bij de bereiding en de distributie.<br />
In het verlengde van in de vakliteratuur genoemde uitgangspunten is uitgegaan van een productiecapaciteit<br />
van minimaal 500 warme maaltijden per dag in een productiekeuken en van 50 tot circa 400 warme<br />
maaltijden per dag die moeten worden verwerkt in een satellietkeuken. Voor keukens in kleinschalige<br />
woonvoorzieningen is uitgegaan van een minimum-omvang van 8 warme maaltijden per dag.<br />
Deze aantallen zijn indicatief; de omvang van de keukenvoorziening wordt mede bepaald door lokale<br />
omstandigheden en specifieke eisen uit de <strong>zorgsector</strong> zelf.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 6
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
II RUIMTEBEHOEFTE<br />
1. Inleiding<br />
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de ruimtebehoefte van <strong>keukenvoorzieningen</strong> in de <strong>zorgsector</strong>.<br />
Bij de bepaling van de ruimtebehoefte is uitgegaan van de in tabel 1 aangegeven ruimten per type<br />
keukenvoorziening.<br />
Tabel 1 Benodigde ruimte per type keukenvoorziening<br />
omschrijving productie-<br />
ontvangst<br />
- ontvangstruimte goederen<br />
- tijdelijke opslag retourgoederen<br />
- werkkast<br />
werkbegeleiding<br />
- kantoor hoofd voeding<br />
- kantoor chef-kok<br />
- voedingsadministratie/automatisering<br />
productie/bereiding<br />
- broodkeuken<br />
- koude keuken<br />
- kookkeuken<br />
distributie<br />
- opslag serviesgoed/bestek<br />
- portioneerruimte/uitgifte<br />
- bewaarcel geportioneerde maaltijden<br />
(in wagens)<br />
- opstelruimte (transport)wagens<br />
- remise (retour-transport)wagens<br />
keuken<br />
satelliet-<br />
keuken<br />
keuken in klein-<br />
schaligewoon- voorziening<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 7<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+ +<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
opslag/koelen/vriezen<br />
- magazijn non food<br />
- voedingsmiddelenmagazijn<br />
- dag-/weekprovisie (voorraad)<br />
- koelcel onbewerkte producten<br />
- koelcel bewerkte producten<br />
koelcel zuivel<br />
- koelcel bereid product<br />
- koelcel t.b.v. broodmaaltijden<br />
- vriescel onbewerkte producten<br />
- vriescel bewerkte producten<br />
- inkoelcel(len)<br />
- bewaarcel(len)<br />
reinigen<br />
- afwaskeuken<br />
- zeepopslag<br />
- werkkast<br />
personeelsaccommodatie<br />
- garderobe dames/heren<br />
- douches dames/heren<br />
- toilet(ten) dames/heren<br />
- koffie-/instructie-/vergaderruimte<br />
diversen<br />
- emballageruimte (retouremballage)<br />
- afvalruimte(n)<br />
1 Koelkast(en)<br />
2 Vrieskist(en)<br />
3 Afwasmachine<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 8<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+ 1<br />
+ 2<br />
+ 3<br />
+
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
2. Samenvatting ruimtebehoefte<br />
2.1 Nuttige oppervlakte<br />
In de tabellen 2A tot en met 2C is de ruimtebehoefte van een keukenvoorziening in de <strong>zorgsector</strong> uitge-<br />
drukt in m 2 nuttige oppervlakte conform bijlage B van NEN 2580.<br />
Daarbij is een onderscheid gemaakt naar:<br />
- tabel 2A: benodigde ruimten bij eigen productie en/of productie voor derden (productiekeuken);<br />
- tabel 2B: benodigde ruimten voor een satellietkeuken;<br />
- tabel 2C: benodigde ruimten voor een keuken voor een kleinschalige woonvoorziening.<br />
Met betrekking tot de productiekeuken wordt daarbij het volgende opgemerkt.<br />
Indien sprake is van algehele of vervangende nieuw<strong>bouw</strong> kan de minimumbehoefte van een keuken met een<br />
productiecapaciteit die afwijkt van de in tabel 2A genoemde aantallen warme patiëntenmaaltijden per dag<br />
worden afgeleid van de in deze tabel vermelde waarden.<br />
Dit geldt eveneens indien sprake is van uitbreiding van de capaciteit van een bestaande keuken,onder de<br />
voorwaarde dat de capaciteit met ten minste 250 warme patiëntenmaaltijden per dag toeneemt. Een<br />
kleinere toename van de capaciteit blijkt als regel met organisatorische maatregelen te kunnen worden<br />
opgevangen.<br />
Tabel 2A Ruimtebehoefte productiekeuken<br />
omschrijving<br />
aantal warme patiëntenmaaltijden<br />
per dag:<br />
500 750 1000 1250<br />
nuttige oppervlakte in m 2<br />
totaal (afgerond) 580 660 740 820<br />
ontvangst<br />
- ontvangstruimte goederen<br />
- tijdelijke opslag retourgoederen<br />
- werkkast<br />
werkbegeleiding<br />
- kantoor hoofd voeding<br />
- kantoor chef-kok<br />
- voedingsadministratie/automatisering,<br />
inclusief archief<br />
productie/bereiding<br />
- broodkeuken<br />
- koude keuken<br />
- kookkeuken<br />
distributie<br />
- opslag serviesgoed/bestek<br />
- portioneerruimte/uitgifte<br />
- gekoelde bulkopslagruimte<br />
- opstelruimte (transport)wagens<br />
- remise (retour-<br />
)transportwagens<br />
20 25 25 30<br />
40 45 45 50<br />
105 110 120 125<br />
) ) ) )<br />
) 25 ) 25 ) 30 ) 30<br />
80 85 90 95<br />
220<br />
30<br />
70<br />
30<br />
) 90<br />
)<br />
265<br />
40<br />
75<br />
40<br />
) 110<br />
)<br />
310<br />
50<br />
80<br />
50<br />
) 130<br />
opmerkingen<br />
minimaal 12 m² per<br />
ruimte<br />
exclusief portioneerruimte/uitgifte<br />
en<br />
bewaarcel geportioneerde<br />
maaltijden<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 9<br />
)<br />
355<br />
60<br />
85<br />
60<br />
) 150<br />
)<br />
bij opslag in wagens
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
opslag/koelen/vriezen<br />
- magazijn non food<br />
- voedingsmiddelenmagazijn<br />
incl. dag-/weekendvoorraad<br />
- koelcel onbewerkte producten<br />
(brood-maaltijden)<br />
- idem, (warme maaltijden)<br />
- blastchiller<br />
- diepvries bewaarcel<br />
reiniging<br />
- afwaskeuken, incl. wagenwas<br />
- zeepopslag<br />
- werkkast<br />
personeelsaccommodatie<br />
- garderobe<br />
- douches en toiletten<br />
- kofie-/instructie-/vergaderruimte<br />
diversen<br />
- emballageruimte<br />
(retouremballage)<br />
- afvalruimte(n). (gescheiden naar<br />
voedselresten, emballage en<br />
papier)<br />
40<br />
) 15<br />
)<br />
)<br />
) 10<br />
)<br />
) 15<br />
)<br />
60<br />
) 40<br />
)<br />
20<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 10<br />
15<br />
50<br />
20<br />
15<br />
20<br />
20<br />
60<br />
20<br />
20<br />
25<br />
70<br />
25<br />
70 75 80 85 exclusief<br />
65<br />
40<br />
25<br />
70<br />
45<br />
25<br />
75<br />
45<br />
30<br />
25 25 30 30<br />
opstelruimte<br />
(transport)wagens<br />
en remise (retour-)<br />
wagens
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Tabel 2B Ruimtebehoefte satellietkeuken<br />
omschrijving<br />
aantal warme patiëntenmaaltijden<br />
per dag:<br />
50 200 400<br />
nuttige oppervlakte in m 2<br />
totaal (afgerond) 80 115 140<br />
ontvangst<br />
- ontvangstruimte goederen<br />
- tijdelijke opslag retourgoederen<br />
- werkkast<br />
productie/bereiding<br />
- koude/broodkeuken<br />
- regenereerruimte<br />
distributie<br />
- bewaarcel geportioneerde<br />
maaltijden<br />
- opstelruimte (transport)wagens<br />
- remise (retour-)transportwagens<br />
opslag/koelen/vriezen<br />
- magazijn non food<br />
- voedingsmiddelenmagazijn<br />
- koelcel(len)<br />
- vriescel<br />
reiniging<br />
- afwaskeuken<br />
- zeepopslag<br />
- werkkast<br />
personeelsaccommodatie<br />
- garderobe dames/heren<br />
- douches dames/heren<br />
- toilet(ten) dames/heren<br />
diversen<br />
- emballageruimte (retouremballage)<br />
- afvalruimte(n)<br />
*)<br />
8 10 10<br />
20 30 35<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 11<br />
20<br />
4<br />
) 16<br />
)<br />
5<br />
) 5<br />
)<br />
10<br />
)<br />
4<br />
)<br />
)<br />
6<br />
)<br />
20<br />
4<br />
16<br />
15<br />
)<br />
5<br />
)<br />
)<br />
10<br />
)<br />
20<br />
6<br />
16<br />
15 20 30<br />
p.m.*) 12 15<br />
12 12 15<br />
Een eventuele ruimtebehoefte hiervoor binnen de satellietkeuken moet worden aangetoond.
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Tabel 2C Ruimtebehoefte keuken in een kleinschalige woonvoorziening<br />
totaal<br />
omschrijving<br />
- (beperkte) kookkeuken, inclusief<br />
voedingsmiddelen-kast,<br />
koelkast(en), vrieskast of -<br />
kistopslag<br />
- serviesgoed<br />
- ruimte voor afwasmachine<br />
- werkkast<br />
aantal warme patiëntenmaaltijden per dag bij 8 tot 12<br />
plaatsen<br />
nuttige opp.<br />
in m 2<br />
20<br />
Grafiek 1 Ruimtebehoefte productiekeuken<br />
900<br />
800<br />
700<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
0 500 750 1000 1250 1500<br />
Grafiek 2 Ruimtebehoefte satellietkeuken<br />
160<br />
140<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
14<br />
aantal warme patiëntenmaaltijden per dag<br />
0 50 100 150 200 250 300 350 400 450<br />
aantal warme patiëntenmaaltijden per dag<br />
2<br />
2<br />
2<br />
opmerkingen<br />
totale nuttige<br />
opp. in m2<br />
totale nuttige<br />
opp. in m2<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 12
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
2.2 Bruto vloeroppervlakte<br />
In het schema hieronder is de relatie tussen de diverse vloeroppervlakten overeenkomstig NEN 2580<br />
weergegeven.<br />
Schema vloeroppervlakten volgens NEN 2580<br />
bruto<br />
vloeroppervlakte<br />
netto<br />
vloeroppervlakte<br />
nuttige oppervlakte,<br />
volgens <strong>bouw</strong>plan<br />
verkeersoppervlakte<br />
installatie-oppervlakte<br />
nuttige oppervlakte,<br />
geprogrammeerd<br />
ontwerpverliezen<br />
tarra<br />
constructie-oppervlakte<br />
vloeroppervlakte ruimten lager dan 1,5 m<br />
De bruto vloeroppervlakte van de <strong>keukenvoorzieningen</strong> wordt als volgt berekend:<br />
*totale nuttige oppervlakte 1) , geprogrammeerd<br />
*ontwerpverliezen<br />
100%<br />
Totale nuttige oppervlakte*), volgens <strong>bouw</strong>plan 104%<br />
*verkeersoppervlakte 2)<br />
)<br />
ca. 4% t.o.v. nuttige opp.,<br />
geprogrammeerd<br />
*installatie-oppervlakte ) hierover: max. 10% t.o.v. nuttige opp.<br />
volgens <strong>bouw</strong>plan<br />
Totale netto vloeroppervlakte max. 115% t.o.v. nuttige opp.,<br />
geprogrammeerd<br />
*tarra vloeroppervlakte (constructie) hierover: ca. 10% t.o.v. netto opp.<br />
Totale bruto vloeroppervlakte<br />
(betreft uitsluitend aan alle zijden omsloten en<br />
overdekte oppervlakte, conform NEN 2580)<br />
ca. 125% t.o.v. nuttige opp.,<br />
geprogrammeerd<br />
1) De nuttige oppervlakte, overeenkomstig bijlage B bij NEN 2580, komt globaal overeen met het begrip<br />
gebruiksoppervlakte zoals omschreven in die norm.<br />
2) Betreft uitsluitend afdelingsverkeer, hoofdverkeersruimte van de instelling is hier derhalve niet bij<br />
inbegrepen.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 13
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
BIJLAGE 1<br />
BESCHRIJVING PER RUIMTE<br />
In deze bijlage zijn voor ruimten die specifiek zijn voor <strong>keukenvoorzieningen</strong> in de <strong>zorgsector</strong> <strong>bouw</strong>kundig-<br />
functionele eisen en aanbevelingen geformuleerd, alsmede voor die ruimten geldende, specifieke<br />
technische eisen.<br />
De technische eisen voor de functiegroep als geheel zijn in bijlage 2 beschreven.<br />
1. Ontvangst<br />
Ontvangstruimte goederen<br />
In deze ruimte worden voor de keuken bestemde goederen, zoals kruidenierswaren en dagverse (eventueel)<br />
voor consumptie gerede producten gecontroleerd op kwaliteit en kwantiteit, en (tijdelijk) opgeslagen.<br />
2. Werkbegeleiding<br />
Voedingsadministratie/automatisering<br />
Een afzonderlijke ruimte is over het algemeen pas noodzakelijk bij een productie van minimaal 500 warme<br />
maaltijden per dag.<br />
3. Productie/bereiding<br />
Broodkeuken<br />
Deze ruimte moet koel zijn, omdat er producten worden verwerkt die niet meer worden verhit, waardoor de<br />
kans op besmetting niet uitgesloten is.<br />
Gezien de aard van de werkzaamheden is het mogelijk om de broodkeuken en de koude keuken te<br />
combineren.<br />
Koude keuken<br />
De noodzaak van deze ruimte die bedoeld is voor het bereiden van koude voor- en nagerechten, wordt<br />
bepaald door het aantal maaltijden. Indien minder dan 200 tot 250 maaltijden serveergereed worden<br />
gemaakt, is het gebruikelijk dat de koude keuken wordt gecombineerd met de broodkeuken.<br />
Kookkeuken<br />
Het aantal verstrekkingseenheden bepaalt mede het kookvolume en derhalve ook de benodigde apparatuur.<br />
Vast moet derhalve staan uit hoeveel verstrekkingseenheden een portie bestaat (verwezen wordt naar de<br />
publicaties van het Voedingscentrum/Voorlichtingsbureau voor de Voeding).<br />
De nodige apparatuur kan bestaan uit:<br />
- conventionele apparatuur, zoals kookketels, braadslede, bak- en braadoven, friteuse;<br />
- geavanceerde apparatuur, zoals steamer, heteluchtoven, drukkookapparatuur of combinaties daarvan.<br />
4. Distributie<br />
Hieronder wordt verstaan het proces vanaf het portioneren van de maaltijden tot het afleveren ervan bij de<br />
consument. Dit houdt onder meer in het transport-klaarmaken van de verstrekkingen in de gewenste<br />
hoeveelheid.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 1
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Voor het transport in de keuken en daarbuiten zijn diverse soorten wagens nodig. In de organisatorische<br />
opzet moet een onderscheid worden gemaakt naar schone en vuile wagens.<br />
Opslagruimte serviesgoed<br />
Servies en bestek worden gewoonlijk nabij de portioneer- of uitgifteruimte gesorteerd opgeslagen, en wel<br />
zoveel mogelijk in stapelautomaten.<br />
Portioneerruimte/uitgifte<br />
Onder het portioneren wordt het transportgereed maken van gerechten in de gewenste hoeveelheid<br />
verstaan.<br />
In geval van een ontkoppeld bereidingssysteem in combinatie met koud portioneren verdient een aparte,<br />
gekoelde portioneerruimte de voorkeur. Het regenereren van maaltijden die op basis van een ontkoppeld<br />
kooksysteem zijn bereid, kan centraal of decentraal plaatsvinden. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt<br />
van hete lucht, microgolven (magnetron) en regenereerwagens.<br />
Bewaarcel geportioneerde maaltijden<br />
Voor het tijdelijk opslaan van koud geportioneerde maaltijden is een bewaarcel nodig. In afwachting van<br />
verder transport zijn de maaltijden reeds in de transportwagens geplaatst.<br />
Opstelruimte (transport) wagens<br />
Voor het transport in de keuken en daarbuiten zijn diverse soorten wagens nodig zoals dienbladenwagens,<br />
koffiewagens, palletwagens, etc.<br />
Voedseltransportwagens moeten soms voorverwarmd worden alvorens ze worden beladen.<br />
Remise retour-transportwagens<br />
Vuile voedseltransportwagens, die bijvoorbeeld terugkomen van afdelingen of van andere instellingen indien<br />
aan derden wordt geleverd, en vuile servieswagens worden tijdelijk geparkeerd in het vuile gedeelte van de<br />
afwaskeuken.<br />
5. Opslag/koelen/vriezen<br />
Omdat niet alle goederen direct verwerkt worden, zijn per categorie van goederen ruimten voor tijdelijke<br />
opslag nodig. Het gaat hierbij om een assortiment dat varieert van bijvoorbeeld kruidenierswaren, dagverse<br />
producten tot schoonmaakmiddelen en serviesgoed.<br />
Door de grote verscheidenheid aan producten en/of grondstoffen moet een keuken kunnen beschikken over<br />
diverse magazijn-, koel- en vriesvoorzieningen. Het is gewenst om de diverse magazijnen/koel-,<br />
vriesvoorzieningen te plannen in de nabijheid van de ruimten waar de goederen worden verwerkt.<br />
Een onderscheid kan worden gemaakt naar ruimten voor niet-gekoelde producten en producten die gekoeld<br />
of als diepvriesproduct worden opgeslagen.<br />
Voedingsmiddelenmagazijn<br />
Voor het bepalen van de omvang van het voedingsmiddelenmagazijn moet bekend zijn voor welke periode<br />
wordt ingekocht, voor hoeveel maaltijden per dag bereiding plaatsvindt, in welke hoeveelheden wordt<br />
ingekocht en of de aflevering met palletwagens plaatsvindt. Eventueel kan een deel van de ruimte worden<br />
bestemd voor de tijdelijke opslag van emballagemateriaal.<br />
Dag-/weekprovisie<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 2
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Deze ruimte is bedoeld voor de opslag van artikelen die direct voor de bereiding noodzakelijk zijn.<br />
De keuze tussen een dag- of een weekprovisieruimte is afhankelijk van de omvang van de organisatie.<br />
Magazijn non-food<br />
Deze ruimte, bedoeld voor de opslag van bijvoorbeeld reinigings- en onthardingsmiddelen en schoon-<br />
maakmateriaal, mag niet worden gecombineerd met ruimten waar voedingsmiddelen worden opgeslagen.<br />
Koelcel(len)<br />
De koelcellen kunnen <strong>bouw</strong>kundig worden gerealiseerd, en óf in een prefabvorm óf als kast tot de uitrusting<br />
van de keuken behoren.<br />
De temperatuur in de koelcellen varieert van de 2 0 tot 4 0 C. Een eventuele voorkoelruimte heeft een tempe-<br />
ratuur die varieert van de 8 0 tot 10 0 C. Laatstgenoemde ruimte fungeert als een bufferzone.<br />
Vriescel(len)<br />
De ruimte is bedoeld voor de opslag van ingekochte diepvriesproducten. De temperatuur in de<br />
diepvriesruimte bedraagt -20 0 C.<br />
Inkoelcel (blastchiller)<br />
Na de bereiding kunnen maaltijden bijvoorbeeld bij een ontkoppeld kooksysteem snel worden ingekoeld.<br />
Op grond van hygiëne-eisen moet binnen 2 uur na de bereiding de temperatuur gelijk aan of lager dan 10 0 C<br />
zijn. Wanneer de voedingsmiddelen niet dezelfde dag worden geconsumeerd, moeten ze binnen 5 uur tot<br />
gelijk aan of lager dan 7 0 C en binnen 24 uur tot 2 - 3 0 C worden teruggekoeld. Dit kan met bijvoorbeeld<br />
behulp van een inkoelcel.<br />
In een productiekeuken waar in principe ontkoppeld wordt geproduceerd, is een inkoelvoorziening noodza-<br />
kelijk, opdat aan de hygiëne-eisen kan worden voldaan.<br />
Bewaarcel(len)<br />
De ruimte is bedoeld voor het tijdelijk, bij een temperatuur van 2-4 o C, opslaan van gerede producten die<br />
bijvoorbeeld in een inkoelcel versneld zijn gekoeld. Eventueel worden de voedingsmiddelen uit de bewaarcel<br />
in een gekoelde ruimte geportioneerd alvorens te worden gedistribueerd (zogenaamd koud portioneren). De<br />
omvang van de bewaarcel(len) is afhankelijk van de productiewijze bij een ontkoppeld systeem.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 3
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
6. Reinigen<br />
Afwaskeuken<br />
Het serviesgoed dan wel het vaatwerk kan centraal, decentraal of een combinatie van beide worden<br />
afgewassen.<br />
Bij de organisatie van het afwassen geldt op grond van hygiëne-eisen een strikte <strong>bouw</strong>kundige scheiding<br />
tussen vuile en schone werkzaamheden. Dit is uiteraard van invloed op de routing van de af te wassen<br />
goederen maar ook op de inzet van het personeel, door deze alleen aan de vuile kant of aan de schone<br />
kant van de afwasmachine te laten werken.<br />
In het algemeen geldt dat in de afwaskeuken kruisende lijnen van goederenstromen en personeel moeten<br />
worden voorkomen in verband met een verhoogd risico van verontreiniging van schone goederen.<br />
Zeepopslag<br />
Uit een oogpunt van hygiëne is een aparte ruimte voor zeep en dergelijke gewenst.<br />
7. Personeelsaccommodatie<br />
In de directe nabijheid van de keukenvoorziening moeten kleed- en sanitaire ruimten, alsmede een koffie-<br />
/instructie-/vergaderruimte voor het keukenpersoneel aanwezig zijn.<br />
Garderobe, douches en toiletten moeten gescheiden zijn naar dames en heren.<br />
8. Diversen<br />
Emballageruimte<br />
Behalve voor het gescheiden in bulk opslaan van verpakkingsmateriaal, moet de ruimte geschikt zijn voor<br />
het stallen van lege palletwagens waarop goederen voor de keuken zijn aangevoerd.<br />
Afvalruimte<br />
Op grond van milieu- en Arbo-eisen moet het afval gesorteerd worden aangeboden aan interne en externe<br />
transporteurs: groenteafval en etensresten, huishoudelijk afval zoals papier, kartonnen dozen en blikken,<br />
medicijnen van patiënten, die eventueel terugkomen op de dienbladen, olie- en vetresten dan wel residuen.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 4
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
BIJLAGE 2<br />
TECHNISCHE EISEN<br />
In deze bijlage zijn de technische eisen voor de <strong>keukenvoorzieningen</strong> als geheel beschreven.<br />
Voor technische eisen die gelden voor individuele ruimten wordt verwezen naar bijlage 1.<br />
Bij <strong>keukenvoorzieningen</strong> worden eisen gesteld op grond van het Bouwbesluit, de Warenwet, de HACCP,<br />
de Wet Milieubeheer en de Arbeidsomstandighedenwet, alsmede de diverse van toepassing zijnde NEN-<br />
normen.<br />
Afwerking<br />
De vloeren, wanden en plafonds moeten voldoen aan de eisen zoals geformuleerd in de Warenwet,<br />
Algemeen besluit, artikel 1.<br />
Verlichting<br />
Voor gangen en sanitaire ruimten is een minimumniveau van 150 lux volgens NEN 3006 een vereiste. Voor<br />
de algemene ruimten wordt 250 lux aanbevolen.<br />
Voor detailinformatie ten aanzien van de verlichtingssterkte wordt verwezen naar de aanbevolen<br />
verlichtingssterkte per soort werkzaamheden in de Codex Alimentarius Informatie, en internationale<br />
richtlijnen voor de praktijk grondbeginselen van de levensmiddelenhygiëne. Verder wordt verwezen naar het<br />
Bouwbesluit (artikel 180).<br />
Brandveiligheid<br />
Verwezen wordt naar het Bouwbesluit (artikelen 184 t/m 192) respectievelijk het ontwerp- Bouwbesluit<br />
gezondheidszorgge<strong>bouw</strong>en (artikel 7.3.2 t/m 7.3.7)<br />
Geluidwering<br />
De geluidsisolatie ten behoeve van medewerkers moet voldoen aan de eisen gesteld in de NEN 1070.<br />
Verder wordt verwezen naar het Bouwbesluit (artikelen 194, 195 en 196), respectievelijk het ontwerp<br />
Bouwbesluit gezondheidszorgge<strong>bouw</strong>en (artikel 7.3.8).<br />
Verwarming en koeling<br />
Het dak van de centrale keuken moet voldoen aan eisen van thermische isolatie overeenkomstig de<br />
vigerende <strong>bouw</strong>regelgeving. Platte daken moeten voldoende massa bezitten om doorwarmen naar<br />
ondergelegen ruimten te beperken. Er moet worden uitgegaan van afzuiging van de warmtebronnen.<br />
Wat betreft de toelaatbare ruimtetemperaturen wordt verwezen naar de regelgeving in het kader van de<br />
Warenwet en de Arbeidsomstandighedenwet.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 1
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
In het algemeen kunnen de volgende temperaturen worden aangehouden:<br />
omschrijving temp. in o C<br />
ontvangst<br />
- ontvangstruimte goederen 15/26<br />
distributie<br />
- werkruimten (warm portioneren)<br />
- werkruimten (koud portioneren)<br />
bereiding<br />
- werkruimten<br />
- broodkeuken<br />
opslag/koelen/vriezen<br />
- koelcellen<br />
- diepvriescellen<br />
20/25<br />
10/12<br />
18/26<br />
15/18<br />
2/3<br />
-18/-20<br />
werkbegeleiding<br />
- kantoren en administratieruimten 20/26<br />
reinigen<br />
- werkruimten 18/26<br />
personeelsaccommodatie<br />
- garderobe en sanitaire ruimten<br />
- koffie-/instructie-/vergaderruimten<br />
18/26<br />
20/26<br />
diensten<br />
- opslagruimten voedingsmiddelen 16/20<br />
overige<br />
- magazijnen en werkkasten<br />
- afvalverwerking<br />
Ventilatie<br />
15/26<br />
18/26<br />
Met natuurlijke ventilatie kan worden volstaan wanneer er geen bijzondere omstandigheden zijn om hiervan<br />
af te wijken. Om hygiënische en veiligheidsredenen wordt mechanische ventilatie in een keukenvoorziening<br />
toegepast om stank en dampen af te voeren en voor de realisatie van een behaaglijk binnenklimaat. De<br />
ventilatiecapaciteit zal hoofdzakelijk bepaald worden door de te elimineren warmte-emissie van in de ruimte<br />
opgestelde apparatuur, verlichting en in de ruimte aanwezige personen. De ruimtetemperatuur moet<br />
instelbaar zijn. In het algemeen wordt hiervoor 18-26 o C aangehouden bij een relatieve vochtigheid van 40-<br />
70%. Het luchttoevoersysteem mag niet tot tochtklachten leiden.<br />
Warmteterugwinning uit ventilatielucht is alleen verantwoord wanneer dit een duidelijk voordeel biedt en<br />
geen aanleiding kan geven tot vervuiling. Het ventilatiesysteem moet goed reinigbaar en corrosiebestendig<br />
zijn. Wat betreft de milieuvergunningseisen, zoals toelaatbare geluidsbelasting voor de omliggende<br />
ge<strong>bouw</strong>en en geuroverlast, wordt verwezen naar regelgeving in het kader van de Wet Milieubeheer.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 2
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Als richtgetallen voor ventilatievouden kunnen de in de volgende tabel vermelde waarden worden aange-<br />
houden. Daarbij wordt onder het ventilatievoud van een ruimte verstaan het aantal luchtwisselingen per uur<br />
met verse buitenlucht. Onder een ventilatievoud van bijvoorbeeld 3 wordt verstaan dat de inhoud van de<br />
ruimte driemaal per uur wordt ververst. Overigens is het noodzakelijke ventilatievoud voor veel ruimten een<br />
afgeleide eis.<br />
distributie<br />
omschrijving ventilatievoud<br />
- werkruimten 3-10<br />
bereiding<br />
- werkruimten<br />
- broodkeuken<br />
werkbegeleiding<br />
10-15*<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 3<br />
3-5<br />
- kantoren en administratieruimten 3-5<br />
reinigen<br />
- werkruimten 15-20<br />
personeelsaccommodatie<br />
- garderobe en sanitaire ruimten<br />
- koffie-/instructie-/vergaderruimten<br />
diensten<br />
- magazijnen<br />
- werkkasten<br />
8-10<br />
4-6<br />
3-5*<br />
8-10<br />
* Het ventilatievoud moet mogelijk hoger zijn onder bepaalde omstandigheden.<br />
De in te blazen luchthoeveelheid is niet alleen afhankelijk van het maximaal aantal gelijktijdig aanwezige<br />
personen in de ruimten, maar ook van de warmtebelasting in de ruimten; luchthoeveelheid, luchtsnelheid<br />
en temperatuurverschil tussen inblaaslucht en ruimtelucht zijn medebepalende factoren voor een goed en<br />
tochtvrij binnenklimaat.<br />
Met betrekking tot de geluidsproductie van de technische installaties (met name mechanische ventilatie)<br />
geldt een toelaatbaar geluidsniveau van 35dB(A).<br />
Verwezen wordt naar het Bouwbesluit (artikelen 201 en 202).
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Energievoorzieningen<br />
Het benodigde vermogen en de aansluitvoorzieningen zijn afhankelijk van de toe te passen keukenappa-<br />
ratuur. Uit oogpunt van klimaat, energiebesparing en milieubelasting wordt toepassing van energiezuinige<br />
apparatuur voorgestaan. Als energiedrager kunnen gas en zo mogelijk stoom voor een deel van de appara-<br />
tuur overwogen worden. Een aansluitvoorziening in de hoofdverdeelinrichting voor een mobiel noodstroom-<br />
aggregaat is noodzakelijk.<br />
Verder wordt verwezen naar het Bouwbesluit (artikel 179).<br />
Watervoorziening<br />
Alle werkruimten in een keukenvoorziening moeten van een handenwasgelegenheid voorzien zijn.<br />
Ter voorkoming van verbranding moet de temperatuur van het uitstromende warme water op 40 o C begrensd<br />
zijn. In werkruimten die uitsluitend voor personeel toegankelijk zijn, is de aanwezigheid van heet water van<br />
minimaal 60 o C vereist.<br />
Verder wordt verwezen wordt naar het Bouwbesluit (artikelen 207, 208 en 209).<br />
Afvoervoorzieningen<br />
De afvoerleidingen moeten schoonmaakmiddel- en heetwaterbestendig zijn. De afvoeren moeten van<br />
toegankelijke ontstoppingspunten en adequate beluchtingen voorzien zijn. Vloerputten en afvoergoten zijn<br />
voorzien van reinigbare afdekroosters. Wat betreft de wijze van afvalverwerking wordt tevens verwezen naar<br />
de regelgeving in het kader van de Wet Milieubeheer.<br />
Daglichttoetreding<br />
Een (centrale) keuken moet ten minste voldoen aan hetgeen daarover in Arbo-wetgeving en het Bouw-<br />
besluit is opgenomen. Personeelsruimten zullen alleen dan direct daglicht vereisen indien ze langdurig ge-<br />
bruikt worden. In andere gevallen is (indirect) visueel contact met buiten wenselijk.<br />
Verder wordt verwezen wordt naar het Bouwbesluit (artikel 210).<br />
Zonwering<br />
Uit oogpunt van behaaglijkheid en eisen met betrekking tot de maximaal toegestane temperatuur in som-<br />
mige ruimten is het van belang dat zoninstraling vroegtijdig wordt beperkt. Ingeval van binnentredend<br />
zonlicht moet uit oogpunt van warmtewerend vermogen en hygiëne buitenzonwering worden toegepast.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 4
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
BIJLAGE 3<br />
SITUERING EN ONDERLINGE RELATIES VAN DE RUIMTEN<br />
Met het oog op de houdbaarheid van voor de maaltijdbereiding dan wel voor de consumptie gerede<br />
producten is het wenselijk dat de portioneerruimte, de broodkeuken, de koude keuken, het voedingsmid-<br />
delenmagazijn en de dag-/weekvoorraadberging niet aan direct zonlicht worden blootgesteld. Uit hygiënisch<br />
oogpunt geldt dit ook voor de afvalruimte en de emballageruimte.<br />
Behalve om redenen van efficiëntie, is de situering van de diverse keukenruimten onderling ook op<br />
hygiënische gronden belangrijk. Wat dit laatste betreft, moeten kruisende lijnen van personeels- en<br />
goederenstromen, in het bijzonder van schone en vuile goederen, worden voorkomen.<br />
In het volgende schema is de onderlinge relatie van de tot de <strong>keukenvoorzieningen</strong> behorende ruimten<br />
weergegeven.<br />
Op de na het schema volgende bladzijden zijn voorbeelden weergegeven van de opzet van de<br />
<strong>keukenvoorzieningen</strong> per soort van keuken.<br />
Deze voorbeelden zijn nadrukkelijk niet als model bedoeld, maar geven de onderlinge relatie van de ruimten<br />
weer.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 1
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 2
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 3
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 4
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 5
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 6
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 7
<strong>Bouwmaatstaven</strong> <strong>keukenvoorzieningen</strong> <strong>zorgsector</strong><br />
BIJLAGE 4<br />
LITERATUUR<br />
- <strong>College</strong> voor ziekenhuisvoorzieningen: Maatstaven algemene en kantoorruimten. Utrecht, 1995.<br />
- Voedingscentrum/voorlichtingsbureau voor de voeding: Hygiëne-code, kadercode voor de voedings-<br />
verzorging in instellingen in de gezondheidszorg en ouderenzorg. VoVo publicatie, ‘s-Gravenhage, 1996.<br />
- Voedingscentrum/Voorlichtingsbureau voor de voeding: Voedingsbeleid, een handleiding bij het<br />
aanpassen van het voedingsbeleid aan veranderende omstandigheden. VoVo publicatie,<br />
‘s-Gravenhage, 1997.<br />
- Voedingscentrum/Voorlichtingsbureau voor de voeding: Hygiënecode voor de privé-huishouding. VoVo<br />
publicatie 760, ‘s Gravenhage, 1999.<br />
- Werkgroep Infectie Preventie. Preventie van voedselinfecties en voedselintoxicaties. Leiden, juli 1994.<br />
Cbz/nr. KEUKENSB-2001 1