27.08.2013 Views

Antwoorden Kennistoets havo bij hoofdstuk 2 (pdf) - Examenkatern ...

Antwoorden Kennistoets havo bij hoofdstuk 2 (pdf) - Examenkatern ...

Antwoorden Kennistoets havo bij hoofdstuk 2 (pdf) - Examenkatern ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Examenkatern</strong> <strong>havo</strong> en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H2 <strong>havo</strong> antwoorden<br />

De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702<br />

De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702<br />

<strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> <strong>hoofdstuk</strong> 2<br />

Havo<br />

Opdracht 1<br />

Bron 1<br />

‘In Valencijn werden Faveau en Maillart gearresteerd, die kousenmakers waren en het calvinistische<br />

geloof begonnen te prediken. Ze werden uit de gevangenis naar de marktplaats gebracht waar alles<br />

gereed was voor de strafuitvoering. Terwijl de beul dan Simon Faveau aan de paal bond, trok een<br />

vrouw haar schoen uit en wierp die naar de brandstapel. Dat was het afgesproken teken, en dadelijk<br />

was er beweging onder de menigte zichtbaar. Een hoop volk wierp zich op de slagbomen die rondom<br />

de markt waren opgericht. Sommigen maakten zich meester van de takkenbossen die reeds<br />

ontstoken waren en wierpen die in alle richtingen weg. Anderen braken de straatstenen op.'<br />

Louis Paul Boon, Het Geuzenboek (Amsterdam 1979).<br />

Lees bron 1.<br />

Boon vertelt hoe de burgers van Valenciennes voorkwamen dat twee calvinisten werden verbrand. Is<br />

deze gebeurtenis representatief voor de houding van burgers ten opzichte van de bestraffingen door<br />

de inquisitie?<br />

A Ja. Calvinisten en andere protestanten waren zodanig in de meerderheid dat de katholieke<br />

minderheid zich op de vlakte hield. Daardoor konden protestanten 'hun eigen mensen' bevrijden<br />

wanneer zij berecht dreigden te worden.<br />

B Ja. Protestanten en katholieken waren buren, vrienden, collega's. Er was geen scherpe<br />

scheiding tussen beide groepen. De verbrandingen van protestanten riep niet alleen <strong>bij</strong><br />

medeprotestanten afkeer op, maar ook <strong>bij</strong> veel katholieken. Die afkeer resulteerde geregeld in het<br />

voorkomen van executies.<br />

C Nee. De straffen die op dergelijke sabotageacties stonden, waren zodanig zwaar dat de<br />

burgers doorgaans het risico niet wilden lopen. Ze kwamen daarom zelden tot actief verzet. Alleen<br />

wanneer een zeer geliefde burger gedood dreigde te worden (zoals in het voorbeeld dat Boon<br />

aanhaalt), kwam het tot een volksoproer.<br />

D Nee. De protestanten vormden een zodanig kleine minderheid dat iedere poging tot het<br />

voorkomen van executies van hun geloofsgenoten kon worden voorkomen door de katholieken, die<br />

sterk in de meerderheid waren.<br />

Het juiste antwoord is B.<br />

Normering: 3 punten<br />

Opdracht 2<br />

Zet de zinnen in de juiste chronologische volgorde.<br />

A Margaretha deed een vage belofte: de kettervervolgingen zouden op termijn verzacht worden.<br />

B Filips II schreef 'de brieven uit het bos van Segovia'.<br />

C Protestantse ballingen keerden terug en eisten vrijheid van godsdienst.<br />

D Protestantse en katholieke edelen richtten het Verbond der Edelen op.<br />

E In Steenvoorde vond de eerste Beeldenstorm plaats.<br />

F Het Verbond der Edelen bood aan Margaretha een Smeekschrift aan.<br />

De juiste volgorde is: B-D-F-A-C-E.<br />

Normering: 3 punten.<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, <strong>havo</strong> en vwo 1 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2011


<strong>Examenkatern</strong> <strong>havo</strong> en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H2 <strong>havo</strong> antwoorden<br />

De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702<br />

Bron 2<br />

Opdracht 3<br />

Bekijk bron 2.<br />

Kies de juiste combinatie.<br />

A Op de troon zit Filips II (1). De mannen die blootshoofds voor hem staan (2) zijn Willem van<br />

Oranje en diens broer Adolf. De knielende vrouwen (3) stellen de gewesten voor.<br />

B Op de troon zit Filips II (1). De mannen die blootshoofds voor hem staan (2) zijn Egmont en<br />

Horne. De knielende vrouwen (3) stellen de gewesten voor.<br />

C Op de troon zit de hertog van Alva (1). De mannen die blootshoofds voor hem staan (2) zijn<br />

Egmont en Horne. De knielende vrouwen (3) smeken om de invrijheidstelling van hun (calvinistische)<br />

echtgenoten.<br />

D Op de troon zit de hertog van Alva (1). De mannen die blootshoofds voor hem staan (2) zijn<br />

Egmont en Horne. De knielende vrouwen (3) stellen de gewesten voor.<br />

E Op de troon zit Filips II (1). De mannen die blootshoofds voor hem staan (2) zijn Willem van<br />

Oranje en diens broer Adolf. De knielende vrouwen (3) smeken om de invrijheidstelling van hun<br />

(calvinistische) echtgenoten.<br />

Het juiste antwoord is D.<br />

Normering: 3 punten<br />

Bron 3<br />

‘Want gheeft men dick van thienen één,<br />

Daer blijft ten lesten één noch gheen;<br />

Wol mach een herder stillen,<br />

Dees wolf is met wol noch melck te vreen:<br />

Hy wil de schaepkens villen.’<br />

Help nu u self, so helpt u Godt, in: Een nieu Geusen Liedenboecxken<br />

(Enkhuizen 1625).<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, <strong>havo</strong> en vwo 2 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2011


<strong>Examenkatern</strong> <strong>havo</strong> en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H2 <strong>havo</strong> antwoorden<br />

De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702<br />

Opdracht 4<br />

Lees bron 3.<br />

De tekst in de bron is een deel van een lied over de Tiende Penning. Geef twee redenen voor de felle<br />

woede die de Tiende Penning <strong>bij</strong> veel mensen losmaakte.<br />

De Tiende Penning was een belasting die Alva in de Nederlanden wilde instellen. Het kwam er op<br />

neer dat op alle verplaatsbare goederen 10% accijns betaald moest gaan worden. De hoogte van dit<br />

percentage was reden tot boosheid: voor het arme volk zou het leven 10% duurder worden; de<br />

handelaren verwachtten dat de accijns de handelspositie zou verslechteren.<br />

Tweede reden voor de boosheid was dat de Tiende Penning centraal geheven zou gaan worden. Dit<br />

was in de optiek van de gewesten een aantasting van hun privileges.<br />

Meer uitleg vind je op bladzijde 35.<br />

Normering: 6 punten (3 voor elke oorzaak van de boosheid).<br />

Opdracht 5<br />

Haarlem, Alkmaar, Den Briel, Leiden.<br />

Welke stad hoort in het rijtje niet thuis?<br />

Beargumenteer je antwoord.<br />

Haarlem, Alkmaar, Den Briel en Leiden kwamen in handen van de opstandelingen. De enige van deze<br />

steden die door de Spanjaarden heroverd werd, is Haarlem. Die hoort dan ook niet in het rijtje thuis.<br />

Ook goed: Den Briel hoort niet in het rijtje thuis, omdat de Spanjaarden (in tegenstelling tot Haarlem,<br />

Alkmaar en Leiden) niet actief geprobeerd hebben die plaats te heroveren.<br />

Meer informatie vind je op bladzijde 35 en 36.<br />

Normering: 3 punten.<br />

Opdracht 6<br />

Koppel de omschrijvingen aan het juiste document.<br />

De gewesten spreken af dat ze gaan<br />

samenwerken om de Spaanse soldaten te<br />

verjagen.<br />

De zuidelijke gewesten gaan<br />

samenwerken met Filips II.<br />

Onafhankelijkheidsverklaring van de<br />

Noordelijke Nederlanden.<br />

Samenwerkingsverdrag tussen de<br />

noordelijke gewesten.<br />

De gewesten spreken af dat ze gaan<br />

samenwerken om de Spaanse soldaten te<br />

verjagen.<br />

De zuidelijke gewesten gaan<br />

samenwerken met Filips II.<br />

Onafhankelijkheidsverklaring van de<br />

Noordelijke Nederlanden.<br />

Samenwerkingsverdrag tussen de<br />

noordelijke gewesten.<br />

Acte van<br />

Verlatinghe<br />

Acte van<br />

Verlatinghe<br />

Normering: 3 punten, voor iedere fout 1 punt eraf.<br />

Pacificatie van<br />

Gent<br />

Pacificatie van<br />

Gent<br />

Unie van<br />

Utrecht<br />

Unie van<br />

Utrecht<br />

Unie van<br />

Atrecht<br />

Unie van<br />

Atrecht<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, <strong>havo</strong> en vwo 3 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2011<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X


<strong>Examenkatern</strong> <strong>havo</strong> en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H2 <strong>havo</strong> antwoorden<br />

De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702<br />

Opdracht 7<br />

In de Republiek was één openbare kerk: de calvinistische. De katholieken werden met rust gelaten; ze<br />

werden 'gedoogd'. Waarom werd het katholicisme niet verboden? Geef drie redenen.<br />

1. Er waren veel katholieken in de Republiek. Een verbod op het katholicisme zou tot een<br />

burgeroorlog kunnen leiden.<br />

2. Geloofsvervolging zou schadelijk voor de handel kunnen zijn.<br />

3. Eén van de oorzaken van de opstand tegen de Spanjaarden was de vervolging van de<br />

protestanten. Nu de kaarten anders geschud waren en de macht in handen van protestanten was,<br />

wilden zij niet hetzelfde doen als de Spanjaarden eerder hadden gedaan.<br />

Zie ook bladzijde 44.<br />

Normering: 6 punten. Ieder onjuist of ontbrekend antwoord: 2 punten eraf.<br />

Opdracht 8<br />

De economische bloei van – met name – Holland in de Gouden Eeuw had verschillende oorzaken.<br />

Van iedere oorzaak is een kernwoord gegeven. Omschrijf aan de hand van de kernwoorden wat de<br />

oorzaken van de bloei waren.<br />

a. feodalisme<br />

b. moedernegotie<br />

c. gilden<br />

d. Antwerpen<br />

e. arbeiders<br />

a. Het ontbreken van een feodaal systeem in grote delen van de Nederlanden. Daardoor werd er meer<br />

marktgericht gewerkt.<br />

b. De moedernegotie had een basis gelegd voor commerciële landbouw. Tevens was er belangrijke<br />

praktijkervaring opgedaan in het internationaal handelen.<br />

c. De gilden hadden relatief weinig macht, waardoor er effectiever geconcurreerd kon worden. Dit<br />

kwam de handelspositie ten goede.<br />

d. De val van Antwerpen in 1585 leidde ertoe dat veel handelaren uit die stad verhuisden naar<br />

Amsterdam.<br />

e. De binnenlandse markt kon niet voldoen aan de vraag naar arbeid. Dit zou een remmend effect op<br />

de economie hebben gehad, ware het niet dat er grote aantallen arbeiders uit het buitenland naar de<br />

Republiek kwamen.<br />

Normering: 5 punten. Voor ieder fout of ontbrekend antwoord: 1 punt eraf.<br />

Opdracht 9<br />

De steden en gewesten in de Republiek hadden een particularistische traditie. Het eigenbelang gold<br />

vaak als belangrijker dan het gezamenlijke belang. Protectionistische maatregelen als het instellen<br />

van tolbarrières kwamen veel voor. Toch werd er tussen verschillende steden en gewesten wel<br />

samengewerkt wanneer dat nuttig werd gevonden. Geef twee voorbeelden van economische<br />

samenwerking tussen steden en/of gewesten.<br />

De waterbeheersing was een terrein waarop vaak werd samengewerkt. Afdammen van rivieren, dijken<br />

aanleggen en/of onderhouden, het inpolderen van een gebied: om dit soort activiteiten effectief te<br />

laten zijn, moet er samengewerkt worden en dat gebeurde dan ook.<br />

Een andere vorm van samenwerking is gelegen in de specialisatie die veel steden en regio's hadden.<br />

In de linkerkolom van bladzijde 52 wordt hier een aantal voorbeelden van gegeven.<br />

Een derde vorm van samenwerking is de oprichting van de VOC. In de VOC werkten handelaren en<br />

investeerders uit verschillende gewesten samen om de handel op Azië effectiever en winstgevender te<br />

maken. De kosten en risico's werden gedeeld.<br />

Normering: 4 punten, voor ieder fout of ontbrekend antwoord 2 punten eraf.<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, <strong>havo</strong> en vwo 4 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2011


<strong>Examenkatern</strong> <strong>havo</strong> en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H2 <strong>havo</strong> antwoorden<br />

De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702<br />

Bron 4<br />

Opdracht 10<br />

Bekijk bron 4.<br />

Welke beweringen zijn juist?<br />

A De gevechten die je op bron 4 ziet, vonden plaats in het jaar 1585.<br />

B Alva sloot de Schelde af met een schipbrug. Deze schipbrug zou ervoor moeten zorgen dat<br />

Antwerpen niet meer bevoorraad kon worden.<br />

C De schipbrug zou verschillende keren aangevallen worden. Uiteindelijk waren deze aanvallen<br />

effectief: de Spanjaarden konden de schipbrug niet behouden.<br />

D De verdedigers van Antwerpen staken een dijk door, zodat de stad (ondanks de schipbrug)<br />

toch bevoorraad kon worden.<br />

De juiste antwoorden zijn A en D.<br />

Normering: 4 punten. Voor iedere fout 2 punten eraf.<br />

Totaal 40 punten te behalen.<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, <strong>havo</strong> en vwo 5 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!