Leidraad - Favv

PB 02 – LD 07 – REV 0 – 2008 - 20/66
• Interpretatie :
a) het bedrijf moet een controleerbaar verband kunnen leggen
tussen de in de inrichting aangevoerde en de eruit afgevoerde
producten.
b) de oren van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren
waaraan reglementair een identificatieoormerk moet zijn
bevestigd, moeten aan het geslachte dier worden gelaten tot
minstens het einde van de keuring. Maatregelen moeten
worden genomen om contaminatie te voorkomen,
c) het bedrijf moet een register bijhouden betreffende het ophalen
van bijproducten (een chronologische rangschikking van de
afhaalbonnen volstaat).
Alle voor de traceerbaarheid belangrijke documenten moeten ten
minste twee jaar na de datum van minimale houdbaarheid of bij
ontstentenis daarvan twee jaar onder bevredigende
veiligheidsvoorwaarden worden bewaard.
Bedrijven die ten hoogste 2 voltijdsequivalenten tewerkstellen, moeten
de documenten echter slechts gedurende 6 maand na de datum van
minimale houdbaarheid van de producten of bij ontstentenis daarvan
6 maand bewaren.
(S.I.17.) Worden de bijzondere voorschriften op het vlak van de
traceerbaarheid van runderen gerespecteerd ?
• Criterium in de gids : deel I, 3; deel I, 6; deel I, 8; deel I, 14;
deel I, 15; deel II, 10; B 30
• Wetgeving : VO 1825/2000
VO 1760/2000
MB 24-10-2005
• Interpretatie :
a) het slachthuis dient te beschikken over een registratiesysteem
dat toelaat om op elk moment:
I. de officiële nummers van de runderen die
binnenkomen of binnengekomen zijn in de inrichting
terug te vinden,
II. de bestemming van alle karkassen, halve karkassen
of kwartieren terug te vinden die van hieruit
vertrekken,
b) het systeem herneemt en garandeert bovendien het verband
tussen :
I. het officiële nummer van het rund dat binnenkomt in
het slachthuis,
II. de datum van binnenkomen,
III. de slachtdatum,
IV. het officiële nummer van het karkas, halve karkas of
kwartier dat de inrichting verlaat,
V. het gewicht van elk deel van het karkas,
VI. de datum van vertrek van elk deel van het karkas,