29.08.2013 Views

Niet-ronde kettingbladen - Fiets

Niet-ronde kettingbladen - Fiets

Niet-ronde kettingbladen - Fiets

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ovaal<br />

in de<br />

<strong>Niet</strong>-<strong>ronde</strong><br />

<strong>kettingbladen</strong><br />

herkansing<br />

Sastre reed met een Q-Ring-kettingblad in de Tour<br />

van 2008 als snelste de Alpe d’Huez op, Marianne<br />

Vos won er wedstrijd na wedstrijd mee en Bradley<br />

Wiggins reed met zijn O.symetric de klinkers uit de<br />

straat in de proloog van de Giro van 2009. Maar zijn<br />

ovale <strong>kettingbladen</strong> nou echt efficiënt?<br />

Tekst: Adrie van Diemen / Foto’s: Cor Vos<br />

Ovale <strong>kettingbladen</strong> zijn niet nieuw. De eerste niet-<strong>ronde</strong><br />

<strong>kettingbladen</strong> bij fietsen dateren al van 1890. Tegenwoordig<br />

zijn er ovale kettingwielen in verschillende vormen op de<br />

markt. Een interessant overzicht hiervan vind je op www.highpath.co.uk.<br />

Tot op heden is het concept van de ovale <strong>kettingbladen</strong> echter nooit<br />

omarmd door de professionele wielrennerij en dus ook niet door de<br />

‘gewone’ wielrenner. Komt dit doordat het simpelweg geen verbetering<br />

van de prestatie oplevert, of is het een voorbeeld van de conservatieve<br />

instelling van de wielerwereld? Of is er misschien sprake van tegenwerking<br />

door financieel sterke constructeurs en sponsors van <strong>ronde</strong><br />

kettingwielen?<br />

Biopace<br />

Verreweg het bekendste ovale kettingblad is de Biopace van Shimano. Al<br />

in de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam Shimano met dit ‘revolutionaire’<br />

kettingwiel, een concept dat met veel marketing inspanning op de<br />

markt werd gebracht. De verkoop ervan is echter al in 1992 gestopt: te<br />

veel klachten met betrekking tot knieblessures. De toon was meteen<br />

gezet. <strong>Niet</strong>-<strong>ronde</strong> <strong>kettingbladen</strong> geven knieklachten! Wat was hier aan<br />

de hand? Had Shimano geen gedegen onderzoek gedaan naar het<br />

concept? Of waren wielrenners er nog niet aan toe en hebben ze de<br />

vernieuwde tandbladen geen eerlijke kans gegeven?<br />

De twee opvallendste niet-<strong>ronde</strong> kettingwielen die nu te koop zijn, zijn<br />

de O.symetric en de Q-Ring, respectievelijk een Frans en een Spaans<br />

ontwerp. Maar in hoeverre wijken deze af van de jammerlijk geflopte<br />

Biopace?<br />

Eerst even een stukje theorie. Een ovaal kettingblad heeft twee assen.<br />

De lengte van die assen hebben een bepaalde verhouding, die de ovaliteit<br />

bepaalt (zie figuur 1).<br />

Het kettingblad Ovum heeft een ovaliteit van 24 procent (er is ook een<br />

versie met een ovaliteit van 18 procent), dus de lengte van as 1 gedeeld<br />

door de lengte van as 2 is in dit voorbeeld 1.24.<br />

Figuur 1. Ovaliteit<br />

is de verhouding<br />

tussen de twee<br />

assen van een ovaal<br />

kettingblad<br />

Biopace had een te<br />

lage ovaliteit en<br />

vooral een<br />

verkeerde oriëntatie<br />

Profs en techniek<br />

Betere efficiëntie<br />

De meest gangbare gedachte achter de ovale<br />

<strong>kettingbladen</strong> is dat je beter gebruik kunt maken van<br />

de krachten die je voet op het pedaal levert tijdens<br />

het fietsen. Dit geeft een betere efficiëntie dan bij<br />

<strong>ronde</strong> <strong>kettingbladen</strong>. Als de kracht op zijn grootst is<br />

en de goede richting heeft, moet het pedaal niet zo<br />

snel rondgaan. Die arbeidsfase willen we zo lang<br />

mogelijk benutten. Het verzet moet dan groot zijn.<br />

Daarentegen moet de fase dat de kracht klein is en<br />

een minder goede richting heeft, snel voorbij zijn.<br />

Het verzet moet dan klein zijn. Dit is ook precies wat<br />

ovale <strong>kettingbladen</strong> doen. Binnen één omwenteling<br />

verandert het verzet continu. Een O.symetric<br />

52-tandblad (ovaliteit 21,5 procent) ‘schakelt’ bij één<br />

hele omwenteling virtueel twee keer tussen 46,4 en<br />

57,6 tanden.<br />

44 www.fiets.nl / juli 2009<br />

www.fiets.nl / juli 2009 45


De pijl geeft de richting aan waarin het pedaal<br />

beweegt. In region 1 (figuur 2), met de crank verticaal<br />

en in de buurt van het bovenste dode punt wordt<br />

minder kracht geleverd en is de richting van de kracht<br />

ook niet optimaal ten opzichte van de crank. Hier<br />

moet je een klein verzet hebben, waardoor de crank<br />

deze zone snel voorbij is. In region 2 is de trapkracht<br />

op zijn grootst en is de richting van de kracht beter<br />

gericht ten opzichte van de crank. Hier moet je een<br />

groot verzet hebben.<br />

Ovaliteit<br />

Het verschil in de verschillende soorten ketting<br />

bladen zit hem in de mate van ovaliteit, de vorm en<br />

de oriëntatie waarmee het tandblad wordt gemonteerd<br />

ten opzichte van de crank. De ovaliteit zegt wat<br />

over de grootte van het verschil tussen het virtuele<br />

minimale en maximale verzet. Dus eigenlijk hoeveel<br />

zwaarder het wordt als het zwaarder zou moeten<br />

worden. Een te lage ovaliteit (verhouding van de<br />

assen dicht bij 1) heeft geen groot effect ten opzichte<br />

van een rond kettingblad. Een te hoge ovaliteit zorgt<br />

ervoor dat het fietsen als minder prettig wordt<br />

ervaren. Het verschil tussen het minimale en<br />

maximale verzet per omwenteling is dan te groot.<br />

Oriëntatie<br />

De oriëntatie van het kettingwiel ten opzichte van de<br />

crank is de tweede belangrijke variabele van een ovaal<br />

tandblad. Het maakt uit of je de crank loodrecht op<br />

de richting van de grootste as monteert of dat je de<br />

crank eerst een aantal graden draait en dan monteert.<br />

Grofweg moet het zo zijn, dat als de kracht het<br />

grootst is en de richting van de kracht ten opzichte<br />

van de crank het gunstigst is – ergens in region 2 –,<br />

het verzet het grootst moet zijn. Dus dan moet de<br />

afstand van de crankas en daar waar de ketting<br />

aangrijpt aan dit kettingblad het grootst zijn.<br />

Vorm<br />

Een derde variabele is de vorm van het ovaal. Zo<br />

benadert de vorm van de Q-Ring zeer dicht een ellips.<br />

46<br />

Profs en techniek<br />

Info<br />

www.osymetric.com<br />

www.rotorbike.com<br />

www.highpath.co.uk<br />

www.fiets.nl / juli 2009<br />

Bij O.symetric is de vorm meer complex en samengesteld uit gedeeltelijk<br />

een spiraal van Archimedes, een cirkelboog en een quasi recht stuk.<br />

De ingenieurs Malfait, Storme en Derdeyn hebben in 2006 een vergelijkende<br />

biomechanische studie gemaakt van acht ovale kettingwielen en<br />

die ook vergeleken met het <strong>ronde</strong> tandblad door middel van een<br />

geavanceerd computermodel. Zij onderzochten de Q-Ring, de<br />

O.symetric, de Rasmussen oval, de Hull oval, de Ogival, de Polchlopek<br />

oval, de Ovum en de Biopace.<br />

Computermodel<br />

Een groot voordeel van het gebruiken van een computermodel ten<br />

opzichte van een onderzoek waarbij we daadwerkelijk mensen laten<br />

fietsen met en zonder deze tandbladen is dat alle storingsfactoren die<br />

het bestuderen van het menselijk lichaam met zich meebrengt worden<br />

Op voorwaarde dat dit kettingblad optimaal wordt gemonteerd<br />

(crankoriëntatie) valt er in theorie een winst te behalen van<br />

3 procent<br />

geëlimineerd. Een vereiste bij onderzoek met computermodellen is<br />

natuurlijk dat het model wel moet aansluiten bij de realiteit. Als het<br />

computermodel niet deugt, zijn er geen goede conclusies te trekken. Als<br />

je gedegen onderzoek met mensen wilt doen, dan moet je met veel<br />

proefpersonen een zeer groot aantal keren meten. Dat is een enorme<br />

arbeidsintensieve klus en daardoor ook erg duur. Er zijn wel pogingen<br />

gedaan door onder anderen de professoren Cullen en Hull (beiden<br />

afkomstig uit de VS) en Ratel (Frankrijk), maar deze vonden geen<br />

significante toename in maximaal vermogen of een afname van de<br />

zuurstofopname of hartslagfrequentie tijdens submaximale belastingen<br />

bij getrainde wielrenners. Het kan zijn dat er geen verschillen zijn<br />

gevonden eenvoudigweg omdat ze er niet zijn. Maar het kan ook zijn dat<br />

de methode waarmee getracht wordt de verschillen tussen <strong>ronde</strong> en<br />

ovale <strong>kettingbladen</strong> aan te tonen niet nauwkeurig genoeg is. Of dat de<br />

testgroep te klein was, en er te weinig meetgegevens waren… Een<br />

computersimulatie kent deze problemen niet en kan eventuele kleine<br />

verschillen wél aantonen.<br />

In de studie van de drie ingenieurs worden twee dingen onderzocht. Ten<br />

eerste wordt berekend wat er met het piekvermogen in de heup- en<br />

315º<br />

225º<br />

0º<br />

Region1<br />

Region4 Region2<br />

Region3<br />

De Rotor Q-Ring Figuur 2. De verschillende fasen van een<br />

crankomwenteling<br />

180º<br />

45º<br />

135º<br />

De vorm van de Q-Ring benadert zeer dicht<br />

een ellips<br />

kniegewrichten gebeurt als er een uitwendig vermogen wordt geleverd<br />

dat over de hele cyclus (360 graden) gelijk loopt bij circulair en nietcirculair.<br />

Ten tweede wordt er berekend hoe het uitwendige vermogen<br />

reageert op een gelijke belasting van de knie- en heupgewrichten bij het<br />

gebruik van de verschillende <strong>kettingbladen</strong>.<br />

De uitkomsten zijn zeer interessant. Het falen van de Biopace van Shimano<br />

wordt ineens erg logisch. De oriëntatie van het tandblad is ongeveer het<br />

tegenovergestelde van wat efficiënt zou zijn en heeft hierdoor zelfs<br />

negatieve effecten ten opzichte van een rond kettingblad. Zo is er sprake<br />

van vermogenverlies en overbelasting van het kniegewricht.<br />

Van de ovale <strong>kettingbladen</strong> die op dit moment te koop zijn, is de O.<br />

symetric het meest efficiënt. Op voorwaarde dat dit kettingblad<br />

optimaal wordt gemonteerd (crankoriëntatie) valt er in theorie een<br />

winst te behalen van 3 procent als er evenveel kracht wordt gegeven in<br />

het knie- en heupgewricht. Andersom hoeft er maar 92,5 procent van<br />

het oorspronkelijke knie piekvermogen te worden gegeven bij een<br />

gelijkblijvend uitwendig vermogen. Dit alles blijkt uit bovenvermeld<br />

theoretisch onderzoek.<br />

Vakmanschap<br />

De Q-Ring van Rotor is een prachtig staaltje vakmanschap. Maar de<br />

ovaliteit van dit kettingblad is echter niet groot genoeg en er is ook geen<br />

optimale oriëntatie geadviseerd door de constructeur om zeer efficiënt<br />

te zijn. Toch is ook dit kettingblad met een optimale crankpositionering<br />

volgens het computermodel beter dan een rond tandblad.<br />

Een renner als<br />

Christian Vande<br />

Velde zou met<br />

O.symetric op een<br />

klim van 40<br />

minuten bijna een<br />

minuut tijdwinst<br />

kunnen halen!<br />

Profs en techniek<br />

De optimale vorm van het tandwiel is afhankelijk van de<br />

trapfrequentie. De solide (zwart), de streepjes (groen) en punten<br />

(rood) geven de optimale vorm van het kettingblad<br />

achtereenvolgens bij 60, 90 en 120 omwentelingen. De blauwe lijn<br />

is het <strong>ronde</strong> kettingblad<br />

Voor elk van de acht onderzochte niet-<strong>ronde</strong><br />

kettingwielen blijkt bij een optimale crankoriëntering<br />

de grote as van het ovaal verticaal te staan en staat de<br />

crank er ongeveer loodrecht op.<br />

Een biomechanische analyse in 2008 uitgevoerd door<br />

de professoren Rankin en Neptune (VS) komt tot<br />

ongeveer dezelfde conclusies als Malfait, Storme en<br />

Derdeyn. Rankin en Neptune geven echter aan dat de<br />

optimale vorm en stand van het ovale kettingblad<br />

ook afhangt van de trapfrequentie waarmee wordt<br />

gefietst (zie figuur 4). Daarnaast speelt het spiervezeltype<br />

en het geleverde vermogen blijkbaar ook<br />

nog een rol.<br />

Er zijn ook nadelen aan niet-<strong>ronde</strong> <strong>kettingbladen</strong>. Bij<br />

<strong>kettingbladen</strong> met een grote ovaliteit kan het<br />

schakelen moeilijker zijn, vooral als er geen kettinglifters<br />

noch kettingdoorgangen voorzien zijn en<br />

als de tandvorm niet correct is (O.symetric). De<br />

voorderailleur moet dus goed worden afgesteld. Maar<br />

met een beetje huisvlijt is het wel op te lossen.<br />

De Q-Ring maar vooral de O.symetric (beide bij<br />

optimale crankoriëntatie) zijn een stap in de goede<br />

richting ter verbetering van de efficiëntie van het<br />

fietsen als we dit vergelijken met <strong>ronde</strong> <strong>kettingbladen</strong>.<br />

Rankin en Neptune berekenen het voordeel van<br />

een optimaal vormgegeven kettingblad ook op zo’n 3<br />

procent ten opzichte van een rond kettingblad. Een<br />

renner als Christian Vande Velde zou met O.symetric<br />

op een klim van 40 minuten bijna een minuut<br />

tijdwinst kunnen halen…<br />

Wat de toekomst ons gaat brengen? Ik denk dat<br />

uiteindelijk topatleten een op hun eigen fysiek<br />

gemaakt kettingblad krijgen. Hierbij wordt dan<br />

rekening gehouden met hun lichaamsbouw, voorkeur<br />

van trapfrequentie, maar ook met de activatie- en<br />

déactivatie dynamica van hun spiervezels en<br />

kracht-lengte relaties van hun spieren. Hiervoor zal<br />

nauwe samenwerking nodig zijn tussen specialisten<br />

op het gebied van fysiologie, biomechanica en<br />

mechanica.<br />

www.fiets.nl / juli 2009 47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!