Reisverslag Costa Rica, Panama & Havana (december 2006)
Reisverslag Costa Rica, Panama & Havana (december 2006)
Reisverslag Costa Rica, Panama & Havana (december 2006)
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
<strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> is reeds jaren onze persoonlijke voorkeursbestemming voor een rustige ontspannen vakantie.<br />
We ontdekten het reeds lang voor de grote massa en vermijden zelfs de actueel platgelopen paden als<br />
Monteverde en Manuel Antonio omdat <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> daarnaast nog zoveel andere rustige plekken te bieden<br />
heeft. Dat ondervonden we de voorbije Kerstvakantie wanneer we <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> combineerden met een stuk<br />
van <strong>Panama</strong> en <strong>Havana</strong>. Ik wil mijn passie voor de Cubaanse hoofdstad delen met Christine, die er nog<br />
nooit is geweest, zeker nu het regime van de zieke Fidel Castro wellicht ten einde loopt.<br />
<strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong><br />
We vliegen met Martinair waarmee (net zoals met Iberia) een internationaal circuit<br />
met San José en <strong>Havana</strong> mogelijk is. Na een nacht in het ons vertrouwde Real<br />
Quality Hotel (voorheen Real Comfort) nabij de luchthaven rijden we met een<br />
huurwagen via de alternatieve Route of the Saints door valleien met koffi eplantages<br />
naar de Interamericana richting San Isidro, die we nabij km 60 vervoegen. Net ervoor<br />
ontdekken we het familiale El Toucanet Lodge dat zich evenals Trogon Lodge in de<br />
Savegre-vallei toelegt op vogelobservatie en meer bepaald van de door ornithologen<br />
gezochte Resplendid Quetzal. We laten onze geliefde vallei en lodge voor de<br />
terugreis, want nu willen we enkele dagen doorbrengen in de Talari Mountain Lodge<br />
dat de Belgische familie Westra net verkocht heeft aan een jong Engels koppel.<br />
We gaan er de verschillende gesuggereerde dagexcursies uittesten. We beginnen<br />
met het Los Cusingos reservaat met het woonhuis van Dr. Alexander Skutch, die<br />
de vogels van <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> voor het eerst in boek bracht. Voor een wandeling in het<br />
heuvelachtig terrein is het reeds te warm en we beperken ons tot de voederplaats<br />
waarbij we een green honey creeper kunnen vastleggen.<br />
In San Isidro zelf, een landbouwcentrum, zoeken we tevergeefs naar de groenten-<br />
en fruitmarkt. ’s Namiddags bezoeken we Las Quebradas, een hoger gelegen<br />
waterwinningsgebied vergelijkbaar met Monteverde. Een klimpad van 1500 meter<br />
brengt ons naar een waterval. Het pad klimt verder naar de Pico de Zoncho, een<br />
goede oefening voor de populaire beklimming van de Chirripo, met 3819 meter <strong>Costa</strong><br />
<strong>Rica</strong>’s hoogste bergtop. We ontlopen net op tijd hevige namiddagregens, hoewel<br />
het nu ‘het droge seizoen’ is. De volgende dag begeven we ons daadwerkelijk in de<br />
richting van de Chirripo in de Sierra de Talamanca, maar we beperken ons tot een<br />
wandeling in het Cloudbridge Reserve Project, een poging tot herbebossing van een<br />
open plek in het nevelwoud. Op de terugweg bezoeken we in San Gerardo de Rivas<br />
warmwaterbronnen en thermale baden. De smalle toegangsweg is uitstekend voor<br />
birdwatching. Wie op zoek is naar meer comfort dan het bescheiden Talari kan terecht<br />
in het Rio Chirripo Hotel, dat lid is van een hotelvereniging die zich Charming Nature<br />
Lodges noemt. Een alternatief voor de correcte eenvoud van Talari kan Pelicano zijn,<br />
maar Talari Mountain Lodge ligt meest centraal voor wie houdt van bergwandelingen<br />
in een vogelrijke regio. In Rivas kan je de noodzakelijke permit kopen om de Chirripo te<br />
beklimmen in een tweedaagse trektocht met overnachting in een gemeenschappelijke<br />
<strong>Reisverslag</strong><br />
<strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> - <strong>Panama</strong> - <strong>Havana</strong><br />
<strong>december</strong> <strong>2006</strong>
erghut. Je stuurt er best een local heen die voor enkele dollars voor jou in de lange<br />
wachtrij gaat staan. Aan ons is deze krachttoer echter niet besteed en wij gaan de<br />
zon opzoeken aan de Pacifi co. We bereizen nu onbekend terrein met de Tico Times,<br />
een locale zeer actuele reisgids, als enige toeverlaat, maar zelfs die geeft weinig<br />
informatie want de transitzone naar <strong>Panama</strong> is toeristisch bijna niet ontwikkeld. De<br />
zuidelijke fl anken van de Sierra de Talamanca zijn gecultiveerd met ananasplantages.<br />
In Buenos Aires kan je naar l’Amistad rijden, een grensoverschrijdend nationaal park<br />
met <strong>Panama</strong>. San Vito is een slordig koffi ecentrum van waaruit we de gereputeerde<br />
Wilson Botanical Garden bezoeken. Op 10 ha vind je hier een grote verzameling<br />
palmbomen, bromelia’s, varens, gingerplanten, heliconia’s, 400 vogelsoorten, 800<br />
vlinders, 28 vleermuizen… en je kan er ook relatief comfortabel overnachten. Wij<br />
zijn nu vlakbij de grens van <strong>Panama</strong>. Huurwagens mogen de grens nog steeds niet<br />
oversteken zodat we daarom terug moeten naar San José, echter niet alvorens<br />
de kuststreek van Golfi to tot Uvita met het Ballena National Marine Park grondig<br />
te exploreren. Golfi to heeft wildwest allures nadat het vanwege de bananenziekte<br />
in verval geraakt is als exporthaven. Een taksvrije ‘Deposito Libro’ zone moet het<br />
stadje nieuw leven inblazen. Busladingen <strong>Costa</strong>ricanen komen er vooral elektrische<br />
huishoudapparatuur kopen. We verblijven in La Gaviota, een knus driesterrenhotelletje<br />
gelegen aan een modderige baai zonder strand maar met zwembad, waaraan we de<br />
namiddag doorbrengen, ditmaal zonder regen maar veel zon. We dineren in de door<br />
Tico Times aanbevolen Bahia Banano Marina waar enkele mooie jachten liggen<br />
aangemeerd. Amerikaanse toestanden maar een voortreffelijke keuken. Het is aan<br />
de kust erg warm en dus zijn we de volgende morgen al om 06u30 op pad. We testen<br />
de 4x4 uitrusting van onze Daihatsu Terios op de piste naar Gamba waar we een<br />
wandeling maken naar de Avellan- waterval. Die ligt op een privé terrein van 40 ha<br />
dat te koop is. Voor 100.000 USD word je eigenaar van een prachtig stuk natuur. Het<br />
zal de volgende dagen duidelijk worden dat eigenlijk heel <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> te koop staat<br />
en opgekocht wordt door vooral Amerikanen en Canadezen. De natuurbescherming<br />
waarmee de <strong>Costa</strong>ricaanse politici trots uitpakken is maar een voorwendsel voor<br />
roekeloos geldgewin. Bouwpromotoren commercialiseren de hele kustlijn en<br />
maagdelijk regenwoud wordt daar zonder enige scrupules voor opgeofferd. Sinds<br />
vijf jaar is er een uitstekende brede asfaltweg aangelegd tussen Palmar Norte en<br />
Uvita, de <strong>Costa</strong>nera, waarmee deze tot voor kort weinig bezochte regio toeristisch<br />
wordt ontsloten. Hotels rijzen er als paddestoelen uit de grond. We logeren één nacht<br />
in Finca Bavaria, lid van Charming Nature Hotels, familiaal gerund met zes kamers,<br />
allen met een terras met zicht op de Stille Oceaan. We dineren in Crystal Ballenas,<br />
een viersterrenhotel van internationale klasse, maar geef ons maar de kleinschalige<br />
charme van Bavaria. ’s Anderendaags verhuizen we maar een twintigtal kilometer<br />
- het is tenslotte vakantie - naar Dolphin & Whales Hotel waar we vooruit hebben<br />
gereserveerd voor twee nachten. Het kijkt uit op de Whale Tail, een natuurlijke door<br />
stranden en een rif gevormde walvisstaart in het Ballenas Marine National Park. We<br />
boeken er twee excursies. We beginnen met een Dolphin & Whales bootexcursie in<br />
het nationaal park, een gedurfde verwoording, want vier uur varen levert geen enkel<br />
zeezoogdier. Landschappelijk hebben we wel genoten van de woeste rotskust met<br />
primair regenwoud, spoelgaten, grotten… en vooral van de eilanden Tres Gemelos<br />
en Ballena Island, broedplaats van fregatvogels, bruine pelikanen en brown boobies.<br />
‘Vaut au moins le détour’ zou de Guide Michelin vermelden. De tweede excursie is<br />
een mangrovenboottocht die pas kan doorgaan rond 10u00 morgenvroeg als het getij<br />
hoog genoeg is. Daarom besluiten we eerst te gaan wandelen in een stukje primair<br />
regenwoud, eigendom van de La Cusinga Lodge die een eco-lodge blijkt te zijn van<br />
het zuiverste soort. De manager leidt ons persoonlijk door een oeroud stuk bos<br />
met imposante boomreuzen waarin brul- en capucijnapen en red capped Amazon<br />
papegaaien met hun gehuil en gekrijs een Hitchcock-sfeer creëren. De manager,<br />
Geince Guzman klaagt over onverantwoordelijke bouwpromotoren en politici die<br />
<strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong>’s natuur bedreigen. Dat bevestigt ook de eigenaar van Cuna del Angel,<br />
een idyllisch charmehotel met de klasse van een hemels paradijs, waar we toevallig<br />
belandden na een aanvankelijk ergerlijke mangrovenboottocht. Die werd uitgevoerd<br />
door twee jonge <strong>Costa</strong>ricanen die enkel oog hadden voor de twee vriendinnen die<br />
ze mee hebben uitgenodigd. Na verloop van tijd raakten ze blijkbaar toch onder de<br />
indruk van ons vogelenthousiasme want vogels zien we inderdaad in overvloed:<br />
caracara, bruine pelikaan, royal en sandwich tern, een tiental reigersoorten, green<br />
en ringed kingfi sher, prothonory warbler, mangrovezwaluwen….en een paar<br />
prehistorisch uitziende boomleguanen. Eigenlijk op zoek naar een restaurantje voor<br />
de lunch, wordt onze aandacht getrokken door het nieuwe Cuna del Angel Hotel, één
jaar oud, gebouwd door een 55-jarige Duitser met visie. Zijn hotel in Ibiza beu en zijn<br />
centen opnieuw geïnvesteerd in zijn’ Engelenwieg’ als pensioen om de oude dag<br />
door te brengen. Ik word geconfronteerd met een levensdroom. Ondanks het naar<br />
<strong>Costa</strong>ricaanse normen dure prijskaartje aarzelen we geen ogenblik om hier onze<br />
laatste nacht aan de Pacifi co door te brengen en dat hebben we ons geen ogenblik<br />
beklaagd. Integendeel, genoten als we hebben van de hemel op aarde, omringd door<br />
engelen, sterren aan het fi rmament, een romantische hotelkamer en, op het ontbijt<br />
na, één van de beste keukens van <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong>. Morgen rijden we helaas terug naar<br />
San José en verlaten <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> even voor een intermezzo in <strong>Panama</strong>.<br />
We rijden via Dominical terug naar San Isidro waar we de Interamericana vervoegen.<br />
Voorbij de Cerro del Muerte dalen we nu wel af in de Savegre-vallei en gaan kolibries<br />
fotograferen bij de nectarfeeders van Trogon Lodge en Savegre Hotel. Op gevoel<br />
rijden we door de drukke ongeordende voorsteden van de hoofdstad naar het<br />
Savana-park waar we de autopista 27 richting Cuidad Colon nemen voorbij Marriott<br />
Courtyard en het moderne Multiplaza shoppingcomplex. De exit naar Santa Anna<br />
brengt ons onverhoopt terug in het Real Quality Hotel, waar men de huurwagen komt<br />
ophalen.<br />
<strong>Panama</strong><br />
De nacht is kort, want om 05u30 brengt de eerste gratis shuttlebus ons reeds naar<br />
de luchthaven. Copa Airlines vliegt ons om 08u20 in slechts een uurtje naar <strong>Panama</strong><br />
City. Dat werd als een van de eerste plaatsen aan de Pacifi co gesticht in 1519 door<br />
Balboa, naar wie de nationale munt is genoemd, en ontwikkelde zich als belangrijke<br />
doorvoerhaven van de Zuid-Amerikaanse Inca-schatten. Via de Camino Real werden<br />
die toen nog over land naar Portobelo aan de Caribische kust vervoerd, vanwaar het<br />
Inca-goud naar Spanje vertrok. Bij aankomst worden we onmiddellijk naar de oudste<br />
ruïnes gebracht van wat ooit <strong>Panama</strong> Viejo was. Dat werd in 1671 platgebrand door<br />
de respectabele zeerover, Sir Henry Morgan. <strong>Panama</strong> City werd herbouwd op een<br />
beter te verdedigen plaats aan de Baai van <strong>Panama</strong>, het koloniale Casco Viejo,<br />
dat we bezoeken via de zeeboulevard Avenida Balboa. Je moet daarvoor door het<br />
contrasterende moderne <strong>Panama</strong> City vol wolkenkrabbers, waar de <strong>Panama</strong>kanaaldollars<br />
worden geïnvesteerd. Casco Viejo bekoort ons onmiddellijk met zijn koloniale<br />
gebouwen en kraakpanden bezet door Afro-Latino’s, wat ons aan <strong>Havana</strong> doet<br />
denken. Buitenlandse investeringen blijven uit omdat men wacht op een gerechtelijke<br />
uitspraak i.v.m. een oude wet die wordt aangevochten omdat die krakers na 15 jaar<br />
bezetting het eigendomsrecht geeft. Dat heeft allemaal te maken met de dictatuur<br />
van Noriega die in 1989 gewelddadig aan de kant werd gezet door de Amerikanen<br />
die hun belangen in het <strong>Panama</strong>kanaal bedreigd zagen. In afwachting heeft Unesco<br />
alvast Casco Viejo op de werelderfgoedlijst geplaatst, en terecht. We lopen voorbij<br />
het Palacio van Simon Bolivar die hier zijn droom van een verenigd Zuid-Amerika in<br />
Gran Colombia kort verwezenlijkt zag. Vandaag is er een ministerie in ondergebracht.<br />
In de Iglesia de San José bewonderen we het gouden altaar dat in de periode van<br />
<strong>Panama</strong> Viejo als enige kunstschat niet in de handen van zeerovers is terecht<br />
gekomen. Het Teatro Nacional lijkt wel een miniatuur van het Scala in Milaan. De<br />
straten vol kraakpanden met houten balkons die als waslijnen fungeren zijn dankbaar<br />
en kleurrijk fotomateriaal. Aan de andere kant van de baai van <strong>Panama</strong> schittert de<br />
skyline van het moderne <strong>Panama</strong> City in de zon. We moeten ons helaas beperken<br />
tot een impressie want we worden in het Soberania National Park verwacht waar we<br />
twee nachten reserveerden in de unieke Canopy Tower, een voormalig radarstation<br />
van de US Air Force. Voor vogelliefhebbers is dit dé place to be, althans dat beweren<br />
de eigenaars, die hiervoor een exuberante pakketprijs hebben berekend. Voor 350<br />
USD per persoon per dag krijg je een eenvoudige kamer en karige maaltijden. Er zijn<br />
twee dagactiviteiten inbegrepen, weliswaar onder begeleiding van erg professionele<br />
natuurgidsen, maar die worden buiten het privé-domein georganiseerd. Het Gamboaresort,<br />
een gerenoveerde militaire residentie waar de Amerikanen tot de overdracht<br />
van het <strong>Panama</strong>-kanaal in 1999 verbleven, blijkt achteraf een goedkopere optie te<br />
zijn die ook beter gelegen is voor een hele of gedeeltelijke kanaal-transit, want die<br />
mag in een <strong>Panama</strong>-reis niet ontbreken. Als inleiding hierop bezoek je best eerst<br />
het Mirafl ores Visitor Center met een viewdeck op de vierde verdieping met uitzicht<br />
op de Mirafl ores Locks, één van de sluizen waarmee schepen in drie fasen een<br />
hoogteverschil van 24 meter overbruggen. Rekening houdend met de beschikbare<br />
technologie van rond de 19e eeuwwisseling is de aanleg van het <strong>Panama</strong>kanaal een<br />
huzarenstuk en technologisch wereldwonder. Een dam op de Gatum rivier zorgde<br />
voor een bevaarbaar meer, maar dan diende een 14 km lange strook uitgehakt te<br />
worden in het graniet van de Continental Devide, de zogenaamde Culebra Cut.
Keizer Karel V was de eerste die het idee van een waterweg dwars door de landengte<br />
van de Caribische Zee naar de Stille Oceaan opperde, een project waaraan pas<br />
vier eeuwen later werd begonnen in 1880 onder de auspiciën van de Fransman<br />
Lesseps, de bouwer van het Suez-kanaal. Hier faalde hij vanwege de vochtige<br />
jungleomstandigheden, tropische ziekten en fi nanciële problemen. Uiteindelijk waren<br />
het de Amerikanen die na 10 jaar de klus klaarden in 1914. Het cargoschip Ancon<br />
lukte als eerste in de 85 km lange passage door het kanaal. De sluizen waardoor<br />
de schepen worden versast zijn 330 meter lang en 33,5 meter breed en bijna alle<br />
internationale vrachtschepen houden hiermee rekening. Een doorvaart is hierbij<br />
millimeterwerk. Jaarlijks passeren er ongeveer 13.000 schepen die gemiddeld 45.000<br />
$ tol betalen, slechts een fractie van wat een zeereis rond Kaap Hoorn zou kosten.<br />
Een cruiseschip met 2.000 passagiers betaalt een slordige 200.000 $ of zowat 3.000<br />
oude Belgische franken per persoon. Omdat het kanaal aan zijn maximale capaciteit<br />
zit werd vorig jaar via een referendum de bouw van een bredere en diepere extra<br />
sluis goedgekeurd, een project dat begroot is op 5,2 biljoen USD.<br />
Vanuit Gamboa nemen we deel aan een toeristische partiële transit waarbij we beide<br />
sluizen passeren en de cijfers en dimensies van dit technische meesterwerk pas<br />
goed doordringen. In vier uur worden we door de sluizen gesast en varen onder<br />
de nieuwe Centennial en oude Americas brug om aan te meren bij de Flamenco<br />
Marina, een tax free zone met vele restaurants op het einde van de Causeway die<br />
een aantal eilanden met het vasteland verbindt. In de omgeving liggen nog meer<br />
woonresidenties van vertrokken Amerikanen. De USA had immers bij de bouw van<br />
het kanaal een concessie land afgedwongen bij het <strong>Panama</strong>kanaal, 50 mijl lang en<br />
10 mijl breed, dat het pas in 1999 terug heeft overgedragen aan <strong>Panama</strong>, samen met<br />
het beheer over het kanaal. In een residentie nabij Gamboa woont nu een dame die<br />
er al jaren de tafel dekt voor vogels uit het nabijgelegen Soberania National Park en<br />
die komen er in een bonte variëteit aan kleuren op bezoek. In één kwartier meldden<br />
zich een vijftiental soorten… eigenlijk meer dan we zagen langsheen de Pipeline<br />
Road (Oleoducto). Dit is een 18 km lange oliepijplijn die in WOII door de Amerikanen<br />
is aangelegd in maagdelijk regenwoud, maar nooit in gebruik is genomen. Nu staat<br />
deze bosweg bij vogelaars bekend als één der beste birding spots ter wereld. Carlos,<br />
een bekwame canopy-gids, lokt er met bandopnames en persoonlijke imitaties een<br />
aantal zeldzame soorten. We zien er ook een luiaard en een agouti. In het wild kan<br />
hier de Harpy gezien worden, <strong>Panama</strong>’s vogelsymbool en ’s werelds grootste arend.<br />
Dat wordt bevestigd door een enthousiaste Japanner die we tijdens onze wandeling<br />
ontmoeten en die hem hier gisteren heeft gezien. Dat geluk hebben wij niet en dus<br />
troosten we ons maar met een bezoek aan de Botanical Garden. Die heeft een Harpy<br />
Eagle Exhibit met een video en enkele gekooide exemplaren.<br />
Kerstavond brengen we door in het Country Inn Amedor, binnen de voormalige<br />
Amerikaanse zone. Het ligt mooi aan de waterkant met zicht op de America Bridge<br />
van het kanaal. De lokale agente komt er ons vaarwel zeggen, want morgen vliegen<br />
we terug naar <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong>. Voor een volgend bezoek – en dat wordt de komende<br />
Kerstperiode – suggereert zij de <strong>Panama</strong> Canal Railway naar Colon, moderne<br />
cruisehaven, en Portobelo, de Spaanse koloniale uitvoerhaven van weleer, El Valle<br />
de Anton aan de voet van Cerro Gaital in de Cocle provincie, een must voor vogel-<br />
en natuurliefhebbers, Laguna de Chiriqui voor zijn stranden en walvisobservatie;<br />
Bocas del Toro voor zijn koraalriffen en regenwouden en Kuna Yala voor traditionele<br />
indianenstammen. We genieten van een kerstavondmenu in tropische temperaturen<br />
op een buitenterras van het aangename Penca Restaurant: inktvisringen, zeebaars<br />
en vanille ijs, begeleid door Spaanse Cava. Eens wat anders dan kalkoen op een<br />
winterse avond, maar we kunnen niet zeggen dat we die missen.<br />
Terug naar <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong><br />
Voor onszelf zijn we minder veeleisend dan voor onze klanten, want we maken onszelf<br />
slachtoffer van een organisatorische fout. Er bestaat immers een rechtstreekse<br />
vlucht tussen <strong>Panama</strong> City en <strong>Havana</strong>, en het was dus overbodig om terug te keren<br />
naar <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> waar we nu ons verblijf hebben opgesplitst. Bovendien is ons<br />
vliegtuigticket hierdoor een stuk duurder uitgevallen. So be it… dus landen we op<br />
Kerstdag terug in San José waar men ons opnieuw een Daihatsu Terios levert voor<br />
een traject noordoostelijk van de hoofdstad. Het wordt een valse start want na 15 km<br />
hebben we lekke band. In een nagel gereden … of het slachtoffer van een poging om<br />
ons van onze bagage te beroven? We zullen het nooit weten want gelukkig komen<br />
we in bonafi de handen terecht. Twee mannen helpen ons bereidwillig om het wiel<br />
te verwisselen, dat wij op onze beurt onmiddellijk terugbrengen naar het Adobe<br />
wagenhuur depot. De tweede start lukt wel, tenminste tot Vara Blanca richting La Paz
Waterfall Gardens, waar de weg is geblokkeerd wegens een ongeluk. Na een half<br />
uur kunnen we verder en laten de geplande stop in het vogelcafeetje in Chinchona<br />
vallen omdat we vrezen dat we anders onze eindbestemming Laguna Lagarto in<br />
het donker zullen bereiken. De piste die er twee jaar geleden erbarmelijk bijlag is nu<br />
geasfalteerd tot Pital. De laatste 38 km naar Boca Tapada zijn daarentegen nog erger<br />
geworden zodat we er twee uur over doen en net vóór zonsondergang arriveren in de<br />
eenvoudige toucanlodge. Ik laat de meegebrachte rosé cava koud zetten, uiteindelijk<br />
is het ook voor ons Navidad. Het diner is beter dan vorige keer, maar het is ons<br />
om morgenochtend te doen en Laguna Lagarto Lodge vult onze hooggespannen<br />
verwachtingen in. Zodra de bananen in de vertrouwde bomen worden gehesen komen<br />
ze van overal aangevlogen: Aracaris, keel billed en chesnut mandibled toucans,<br />
papegaaien allerhande, de luidruchtige oropendula’s, tanagers, chesnut sided<br />
warbler, black cheeked woodpecker… en zelfs variagated squirrel gaan allemaal de<br />
digitale plaat op, sommige zelfs in de vlucht, want onze Canon Eos 30D is snel. We<br />
genieten de rest van de ochtend na, nemen een siësta en tekenen ’s middags voor de<br />
regenwoudwandeling georganiseerd door de lodge. Die levert coati’s (neusberen),<br />
spider monkeys, bull ants en blauwrode pijlgifkikkertjes. ’s Anderendaags begeven<br />
we ons opnieuw naar onbekend terrein. Het is bemoedigend dat bijna 15 jaar reizen<br />
in <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> nog zoveel nieuws te bieden heeft. We rijden naar Bajas del Toro ten<br />
zuidoosten van de Poas-vulkaan met zijn azuurblauw kratermeer en bereiken dat<br />
via Pital, Aguas Zarcas en Rio Cuarto. Daar worden we verrast door de Catarata<br />
del Toro, een mooie bijna 130 meter hoge waterval waarrond naar voorbeeld van<br />
de La Paz Waterfall Gardens een tuincomplex wordt uitgebouwd. We kunnen er de<br />
voor <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> endemische black bellied hummingbird fotograferen tussen enkele<br />
mistfl arden door, want we bevinden ons reeds in het nevelwoud waar ook Bosque de<br />
Paz zich bevindt, een 1000 ha groot privaat natuurreservaat, dat de gereserveerde<br />
eigenaar, in tegenstelling tot de algemene trend in <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong>, absoluut wil vrijwaren<br />
voor het nageslacht. Het kost ons dan ook heel wat moeite om het reservaat te<br />
vinden. Het is niet aangeduid en enkele geraadpleegde dorpelingen in Bajos del Toro<br />
blijken het niet te kennen. Uiteindelijk vinden we het toch, afgesloten met een hek<br />
en bewaakt door een portier. De eigenaar wil geen pottenkijkers in zijn maagdelijk<br />
stukje cloud forest, waarin 22 km goed onderhouden wandelpaden zijn aangelegd.<br />
Bij de lodge trekken nectarfeeders en voederplanken tal van kolibries en een aantal<br />
bijzondere vogelsoorten aan zoals black guan, rufous motmot en zelfs voor mij twee<br />
nieuwe soorten (en dat is al een tijdje geleden): orange bellied trogon en rufous<br />
capped bush fi nch. Het nevelwoud deed tijdens gans ons verblijf zijn naam alle eer<br />
aan: het motregent bijna permanent, maar dat stoort niet om enkele wandelpaden uit<br />
te testen. Daar blijkt dat de wereld toch wel heel klein is: ik ontmoet er immers Pieter<br />
Westra – je weet wel, die van Talari Mountain Lodge, dat verkocht werd omdat papa<br />
medische hulp, die beter is in San José, nodig had. Bosque de Paz wordt een ware<br />
ontdekking voor wie houdt van wandelen in een rustige omgeving. Vogelaars vinden<br />
er tal van soorten, eigen aan het regenwoud. Ondanks de relatief kleine oppervlakte<br />
van <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> kennen we nu materie genoeg om er gemakkelijk enkele weken<br />
door te brengen. Wie ooit door <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> werd gecharmeerd zoals wij, kan gerust<br />
terugkomen. We bezorgen u een totaal alternatieve reisweg!<br />
<strong>Havana</strong>, Cuba<br />
We keren nu defi nitief terug naar San José en breien morgen nog een cultureel<br />
verlengstuk aan deze bijzonder geslaagde natuurreis. We eindigen onze reis in<br />
de hoofdstad van Cuba, het verleidelijk levendige aparte <strong>Havana</strong>, resultaat van de<br />
confrontatie tussen Fidels sociale revolutie en het vroegere westers kapitalisme.<br />
Via El Salvador, een verrassend drukke draaischijf in Centraal Amerika, vliegen we<br />
naar <strong>Havana</strong>, waar de tijd wel blijkt te hebben stilgestaan sinds mijn laatste bezoek<br />
in 2001. De toen modern ogende luchthaven komt nu versleten over, net zoals het<br />
hele straatbeeld van verkrotte huizen waarin sporadisch nog een oldtimer voorbij<br />
rijdt. Naarmate we de hoofdstad naderen wordt het drukker en in het centrum bij<br />
het Capitool vinden we het levendige kleurrijke Afro-Caribische gewriemel waarvoor<br />
we gekomen zijn. De taxi dropt ons bij het Saratoga Hotel, <strong>Havana</strong>’s nieuwste<br />
vijfsterrenhotel met zicht op het indrukwekkende El Capitolio, een kopij van het Witte<br />
Huis in Washington, voor Castro het symbool van westerse decadentie. Hij heeft het<br />
gelukkig wel laten staan en dat geldt ook voor de vele andere prachtige gebouwen<br />
die <strong>Havana</strong> Vieja rijk is en die met Unesco-gelden een opknapbeurt ondergaan. Cuba<br />
heeft vandaag zijn eigen munt, de Cuba Convertible (Cuc) die de vergruisde USD<br />
offi cieel volledig moet verbannen uit het dagelijks betalingsverkeer. Omwisselen van<br />
USD naar Cuc wordt bestraft met 10%, zodat je beter euro’s meebrengt.
Een taxi van de luchthaven naar <strong>Havana</strong> Vieja kost offi cieel 25 Cuc (± 20 euro).<br />
Vermits we nog geen plaatselijke munten hebben, presenteren we de chauffeur 30<br />
USD die hij met de glimlach in zijn zak steekt. Het is duidelijk dat naast het offi ciële<br />
Castro-systeem nog steeds een alternatieve economie draait.<br />
We logeren in een juniorsuite die buitengewoon mooi oogt. Men verwelkomt ons<br />
met een fl es wijn en hapjes die niet onmiddellijk evenredig zijn aan de vijfsterren<br />
infrastructuur, maar dat hadden we ook niet verwacht. Uiteindelijk zullen we in Cuba<br />
beter eten dan we ooit tevoren hebben gedaan, vooral de uitgebreide ontbijtbuffetten<br />
zijn fi jn.<br />
La <strong>Havana</strong> Vieja bezoek je best te voet en het is nog steeds een openluchtmuseum<br />
van kraakpanden waar de Cubanen zich na de Revolutie, intussen 50 jaar geleden,<br />
hebben gevestigd. Voor het Capitolio pronken oldtimers die als taxi fungeren. Je kan<br />
je als toerist ook laten rondrijden met paard en koets. De lokale bevolking neemt de<br />
eigenaardige ‘kamelenbus’ voor hun transfers. De grote kooi op wielen is gemonteerd<br />
als een truck, een voorbeeld van Cubaanse creativiteit die noodzakelijk was en nog<br />
steeds is na het door Amerika ingestelde handelsembargo. We wandelen vanuit<br />
Parque Central via de Paseo de Prado, dat de allures van de Ramblas heeft, naar de<br />
Malecon zeepromenade. We passeren het Gran Teatro en vele historische panden<br />
die omgebouwd zijn tot aantrekkelijke hotels: Inglaterra, Golden Tulip, Telegrafo,<br />
Sevilla… sommige met een mooi dakterras. Edifi cio Baccardi, het voormalige<br />
optrekje van de rumbaron, ligt in een zijstraatje. Ik word er aangesproken door een<br />
(authentieke?) artiest van de Buena Vista Social Club, die me een persoonlijke<br />
uitnodiging op een servetje geeft in ruil voor een fl es melk.<br />
De haveningang wordt bewaakt door forten of wat daar van overblijft. Alle historische<br />
onafhankelijkheids-strijders zijn nationale helden en hebben hun standbeeld in<br />
<strong>Havana</strong> en de rest van Cuba, zo ook Máximo Gómez Báez, el Genaralísimo. Het<br />
Palacio de la Revolución herbergt de Granma, het schip waarmee Castro in zijn<br />
overtocht vanuit Mexico lukte en de revolutie begon. Via Hemingway’s favoriete<br />
cafeetje, El Bodeguita, bereiken we de levendige Plaza de la Catedral waar we een<br />
mojito uitproberen, een cocktail met rum en muntblaadjes. Op de Plaza de Armas<br />
ligt hotel Santa Isabel, ooit een vijfsterren charmehotel, maar daarvan heeft de tand<br />
des tijds op zijn minst reeds één ster afgeknaagd. Ik mis een beetje de ritmische<br />
straatmuziek van de live orkestjes die voorheen op bijna elke hoek naar een fooi<br />
van voorbijgaande toeristen speelden. Via het drukke Obispo-straatje met de hotels<br />
Ambos Mundos (waar Hemingway verbleef) en de vijfsterren Florida, een mooie<br />
apotheek en verschillende winkels, cafés en cremerias, beëindigen we onze eerste<br />
impressie van Castro’s <strong>Havana</strong>.<br />
We dineren in het hotel, de ene schotel al beter dan de andere, en nemen een<br />
degustief in de stijlvolle Mezzanine Bar waar een live bandje nu wel voor de sfeer<br />
zorgt.<br />
De volgende dag zetten we de verkenning van <strong>Havana</strong> verder en begeven ons<br />
in meer volkse buurten als China Town en Vedado waar de typische Cubaanse<br />
sfeer nog nadrukkelijker aanwezig is. In alle eenvoud trekken ze allemaal hun plan,<br />
meestal met nietsdoen, hangend uit hun raam of een praatje makend met de buren.<br />
Unesco fondsen zijn hier nog niet aangekomen en de kraakpanden worden versierd<br />
met afbladderende verf, scheuren en gaten afgedekt met planken. Oldtimers en<br />
sidecars blinken wel als juweeltjes voor de deurposten en waar nodig wordt er<br />
gesleuteld. Er zijn modellen bij uit de jaren ’30 en ’40 die het nog steeds doen. Op<br />
een lokale fruitmarkt betalen de Habaneros met pesos, 24 keer goedkoper dan de<br />
toeristen-cuc. We pauzeren bij Hotel Nacionál, <strong>Havana</strong>’s hoteltrots, waar we ooit<br />
nog een wereldwijd congres organiseerden voor de (waterdichte) fi rma De Boer. De<br />
Galleria Historica toont de portretten van alle prominente fi guren die hier de revue<br />
passeerden, waaronder ook onze eigenste koning Leopold III. We wandelen dan<br />
naar Coppelia, <strong>Havana</strong>’s ice cream park, waar toeristen betalen in cuc, Habaneros<br />
in peso. We nemen er de coco-taxi, de Cubaanse versie van de Aziatische tuktuk,<br />
naar het Cementario Colon: een necropolis van 56 ha met 500 mausolea. Het<br />
werd uitgeroepen tot nationaal monument zodat toeristen ook hier moeten betalen.<br />
Ouderen bezoeken hun overleden familieleden met een oldtimer. Het graf van La<br />
Milagrosa is bedekt met bloemen. Zij wordt bezocht door kinderloze vrouwen. We<br />
wandelen dan naar de Plaza de la Revolución waar Fidel jaarlijks, onder het wakend<br />
ook van José Martí, zijn onderdanen met urenlange speeches bestookt(e). We nemen<br />
een andere coco-taxi naar de Plaza San Francisco, die zeven jaar geleden in volle<br />
restauratie was en veelbelovend oogde, maar daar is intussen weinig vooruitgang<br />
geboekt. In deze buurt is het Hostel Valencia een budgetvriendelijke optie. Op straat
wordt ik al enkele malen als een nazaat van Hemingway begroet. En ik die dacht dat<br />
Hemingway minder volumineus was…<br />
De rest van de namiddag brengen we door aan het zwembad op het dakterras van<br />
ons Hotel Saratoga. Heerlijk, met het levendige <strong>Havana</strong> aan onze voeten, nippend<br />
aan een Crystal of Bucanero-biertje. ’s Avonds dineren we naast het meer bekende<br />
El Floridita – de wieg van de daiquiri cocktail en andere favoriet van Hemingway<br />
– in Zaragozana, waar we ons een overheerlijke seafood paella laten serveren.<br />
Twee overbejaarde heren, supporters van het Spaanse Zaragoza, runnen de zaak<br />
professioneel alsof er nooit een revolutie heeft plaatsgehad.<br />
En zo nadert stilaan het einde van een buitengewone drieweekse persoonlijke<br />
vakantie, waarin we heel wat ideeën opdeden, vooral voor individuele reizen op<br />
maat, maar ook voor de organisatie van de 7 e editie van het Global Contacts Medisch<br />
Symposium in 2008. De deelnemers zijn een origineel decor gewoon en dat hebben<br />
we met deze combinatiereis vast en zeker gevonden. Hopelijk kunnen we daarbij<br />
een welkomstspeech van Fidel vermijden. We betalen nog 25 cuc exittaksen aan het<br />
regime en kijken al uit naar onze volgende vakantie met Kerst wanneer we <strong>Panama</strong><br />
verder zullen uitdiepen om daarna in <strong>Costa</strong> <strong>Rica</strong> uit te rusten bij onze landgenoten<br />
van La Mansion Inn en Tango Mar, beide hoogwaardige en idyllische vakantieoorden,<br />
respectievelijk aan het Arenal stuwmeer en aan de Pacifi co, waarvan reeds zoveel<br />
klanten ontspannen terugkeerden naar onze westerse stressmolen. Vergeet niet dat<br />
we zouden moeten werken om te leven en dat zouden we zoveel mogelijk vandaag<br />
moeten doen…en daar hebben ze in Centraal Amerika wel verstand van.