29.08.2013 Views

gebouwen - Historisch Centrum Overijssel

gebouwen - Historisch Centrum Overijssel

gebouwen - Historisch Centrum Overijssel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De restauratie van het oude stadhuis bood de gelegenheid een bouwhistorisch<br />

onderzoek te verrichten, waarvan de belangrijkste resultaten, na een<br />

behandeling van de historische gegevens, hieronder beschreven worden.<br />

De nieuwbouw van het stadhuis had twee ingrepen in het oude gebouw<br />

tot gevolg: in het achterstuk van het Mosterthuis kwam een nieuw trappenhuis,<br />

terwijl het achterstuk van het Meentehuis (voor zover dit dieper was<br />

dan het Mosterthuis) werd gesloopt (met uitzondering van de kelder); ook<br />

hier kwam een nieuwe trappartij.<br />

2. De voorgeschiedenis tot 1447<br />

Uit oude akterr' kan worden opgemaakt, dat het Raadhuis en het Wijnhuis<br />

in 1447-'49 verrezen zijn op de plaats van drie oudere panden die, gelet<br />

op de directe nabijheid van de koorpartij van de kerk, gezamenlijk dezelfde<br />

gevelbreedte aan de Sassenstraat moeten hebben gehad. In die akten<br />

worden die oudere huizen meestal met hun belendingen vermeld, zodat hun<br />

ruimtelijke opvolging kan worden vastgesteld (zie fig. Ia).<br />

Op de hoek, bij het koor van de kerk, stond het oude stadhuis, dat al in<br />

1330 vermeld wordt als 'domus dicte civitatis'. In 1398 wordt dit huis 'onse<br />

wijnkelre' genoemd en in 1441 'der Stat wijnhuys'. Het 'Raethuys' wordt in<br />

1444 genoemd aan het 'KerckhofT' (het huidige Grote Kerkplein); blijkbaar<br />

stonden toen Wijnhuis en Raadhuis naast elkaar op het hoekperceel.<br />

Hiernaast aan de Sassenstraat stond in 1330 het huis van Cristantius, dat<br />

in of voor 1392 in stedelijk bezit kwam. In 1398 schreven Schepenen en<br />

Raad, dat zij met dit huis 'onse stad wijnkelre vermeret hebben'; in een ongedateerd<br />

stuk uit ongeveer dezelfde tijd is dan ook sprake van 'Kerstans<br />

huys dat nu die c1eyne wijnkelre is'.<br />

Het derde huis behoorde in 1330 aan een zekere Schyring en later in dezelfde<br />

eeuwaan Kremer Arend (alias Arent Kremer Arendeszoen), wiens<br />

naam nog tot ver in de ISe eeuwaan dit huis verbonden zou blijven, hoewel<br />

het pand reeds in of vóór 1374 eigendom was geworden van Kerstken<br />

Engebertszoon en diens vrouw Alijd. In 1419 verkochten Maes Heorixsoen,<br />

diens vrouw Wobbe en zoon Gherbert dit huis aan de stad. In 1444 blijkt<br />

het als stadstimmerhuis ('der stat tymmer') dienst te doen.<br />

Het vierde huis behoorde in 1374 en 1392 aan Seyne Wolbertszoen, in<br />

1419 aan Grete Rolofsdochter van Ittersim en in 1444 aan de stadssecretaris<br />

Johannes Tiel en zijn vrouw Zwenelt, die het toen aan de stad verkochten.<br />

Het volgende jaar woonde Johannes Tiel er nog, maar in 1448 werd<br />

het verbouwd en sedertdien fungeerde het als 'Meentehuys'.<br />

Het vijfde huis behoorde in 1444 en '45 aan Dirck Mostert en diens<br />

vrouw Lutgart; in 1459 kwam het in het bezit van de stad.<br />

Het huis van Kerstan (fig. Ia or 2) grensde (in 1441) aan de achterzijde<br />

aan de Latijnse School (fig. Ia or 7), terwijl het buurhuis (fig. Ia or 3) in<br />

1419 aan die zijde aan een straat grensde, bij de wedeme (fig. Ia or 8).<br />

Hiermee is de omvang van de school, die aan het Grote Kerkplein gestaan<br />

moet hebben, bepaald. In 1445 en '46 werd de school door een groter ge-<br />

100

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!