Arend baron Sloet van Tweenijenhuizen (1722 - 1786) - Historisch ...
Arend baron Sloet van Tweenijenhuizen (1722 - 1786) - Historisch ...
Arend baron Sloet van Tweenijenhuizen (1722 - 1786) - Historisch ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Een erfgenaam?<br />
Het is begrijpelijk dat <strong>Arend</strong> <strong>Sloet</strong> en zijn vrouw Anna Dannenbergh zich<br />
hebben afgevraagd wat er na Anna's overlijden zou moeten gebeuren met<br />
dit grote vermogen." Zij bedachten toen een plan: <strong>Arend</strong>s broer, Lodewijk<br />
<strong>Arend</strong> <strong>Sloet</strong> tot Platten burg, die toen nog ritmeester was in het regiment<br />
<strong>van</strong> de graaf <strong>van</strong> Rechteren, was getrouwd met Johanna Geertruid Juliana<br />
<strong>van</strong> Sytzama, uit welk huwelijk al een dochtertje was geboren op 22 februari<br />
1756. Het tweede kind zou wel eens een jongetje kunnen zijn. Zo gebeurde<br />
het ook. Op 6 juni 1757 werd het geboren. Afgesproken werd dat<br />
het de volledige namen, dus voor- en achternaam, zou krijgen <strong>van</strong> Anna's<br />
overleden broer en dat Anna petemoei zou worden. Zo werd de eerste<br />
zoon <strong>van</strong> het echtpaar <strong>Sloet</strong>- Van Sytzama niet naar één <strong>van</strong> de grootvaders<br />
genoemd, maar kreeg het bij de doop de namen Egbertus Dannenbergh<br />
<strong>Sloet</strong> tot Platten burg. Helaas mislukte de opzet omdat het jongetje<br />
na een ziekte <strong>van</strong> elf dagen reeds op 4 maart 1759 overleed. Later zijn er<br />
geen soortgelijke pogingen ondernomen.<br />
Overlijden <strong>van</strong> Anna Dannenbergh<br />
Anna Dannenbergh overleed op 27 december 1765. Voorafgaande maakte<br />
zij op 22 november een acte <strong>van</strong> donatie op <strong>van</strong> haar roerend goed. Op 20<br />
december maakte zij een beschikking dat haar man en Hilbrand Tuttel<br />
beiden evenveel zouden erven. Als gevolg daar<strong>van</strong> troffen <strong>Arend</strong> en Hilbrand<br />
op 21 juli 1766 een regeling waarbij de boedel werd verdeeld en Tuttel<br />
160.000 gulden kreeg.<br />
In 1789, toen de Inventaris <strong>van</strong> <strong>Arend</strong>s bezit werd opgemaakt, bleek dat<br />
hij veel meer gekregen had. Degenen die de inventaris opmaakten, te weten<br />
broer Lodewijk <strong>Arend</strong> <strong>Sloet</strong> tot Platten burg, oomzegger Reint Wolter<br />
<strong>Sloet</strong> tot Marxveld en Willem Jan Nessink, voorheen schout <strong>van</strong> Vollenhave<br />
en Blokzijl, tastten ook in het duister en de weduwe verklaarde dat<br />
zij niet wist hoe de zaken tussen haar man en zijn eerste vrouw precies geregeld<br />
waren. Uit een onbekend gebleven kasboek <strong>van</strong> Anna bleken er 78<br />
vorderingen bestaan te hebben variërend <strong>van</strong> 310 tot 51.875 gulden, met<br />
een totaal <strong>van</strong> 581.570 gulden. Volgens het verdelingsaccoord moest<br />
<strong>Arend</strong> de kosten <strong>van</strong> de 'zeer splendide begrafenis' betalen, alsmede de<br />
kostbare grafsteen in de Grote Kerk te Steenwijk en de lopende schulden,<br />
die alles bij elkaar 7.088 gulden bedroegen. Aan legaten werd nog eens<br />
21.400 gulden uitgekeerd. Aan <strong>baron</strong> de Breteuil, de erfgenaam <strong>van</strong> de<br />
markies de Louvois, werd op 9 januari 178480.803 gulden uitbetaald (later<br />
wordt hierop teruggekomen). Vermoedelijk betrof het hier geld dat oorspronkelijk<br />
aan Andrea Dannenbergh, respectievelijk Harmanna Vriesen<br />
toekwam.<br />
Het uiteindelijke vermogen dat Anna bij haar overlijden aan <strong>Arend</strong> naliet,<br />
is dus veel groter geweest dan aan de hand <strong>van</strong> de afzonderlijke posten<br />
<strong>van</strong> de boedelbeschrijving was op te maken. Hoe dat kon, zal bij gebrek<br />
aan gegevens wel altijd een raadsel blijven. Met dat vele geld dat er<br />
50