29.08.2013 Views

Scenarioanalyse MRA - I amsterdam

Scenarioanalyse MRA - I amsterdam

Scenarioanalyse MRA - I amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Metropoolregio Amsterdam<br />

2025<br />

<strong>Scenarioanalyse</strong> voor de <strong>MRA</strong><br />

Amsterdam Economic Board | 12 februari 2013


60291798-15396547-3567<br />

2


Managementsamenvatting<br />

In 2011 kondigde de Board aan om een lange termijn strategie te ontwikkelen met als doel de<br />

economische ontwikkeling en het innovatief vermogen van de metropoolregio te stimuleren. De aanzet<br />

tot een discussie over deze lange termijn strategie en economische agenda wordt in het onderhavige<br />

discussiedocument gegeven. Dit discussiedocument heeft ten doel de geesten rijp te maken voor<br />

verandering, door systematisch na te denken over een toekomstig business model voor de regio. Om een<br />

toekomstig business model te kunnen beschrijven is allereerst een uitgebreide studie gedaan van de<br />

externe omgeving waarin de <strong>MRA</strong> is geplaatst . Er zijn vier toekomstscenario’s ontwikkeld, die de context<br />

bieden voor een discussie over een toekomstig business model en kansen, bedreigingen en uitdagingen<br />

voor de <strong>MRA</strong> voor het voetlicht brengen.<br />

Scenarioset <strong>MRA</strong><br />

Scenario’s zijn krachtige beelden van de toekomst, die besluitvormers helpen om bij het formuleren van<br />

strategie de kansen en bedreigingen die de toekomst zal brengen mee te wegen. Scenario’s kunnen<br />

worden gedefinieerd als tekeningen van de toekomst, die op basis van huidige onzekerheden kunnen<br />

ontstaan. Scenario’s zijn derhalve geen voorspellingen, maar ‘voorstellingen’. Het zijn verkenningen van<br />

verschillende hypothetische omstandigheden waar toekomstig beleid op in moet kunnen spelen. Het zijn<br />

geen keuzes, maar bieden een toetsingskader voor de strategische opties die besluitvormers binnen de<br />

<strong>MRA</strong> ter beschikking hebben.<br />

De scenario’s die zijn opgesteld zijn gebaseerd op een tweetal kernonzekerheden, die veel impact zullen<br />

hebben op de ontwikkeling van de externe omgeving van de <strong>MRA</strong>. De eerste kernonzekerheid die uit het<br />

onderzoek naar voren is gekomen is de stabiliteit van Europa. De verdere ontwikkeling van Europa is<br />

bijzonder onzeker, door de omvangrijke schuldenproblematiek bij een aantal lidstaten én een groeiend<br />

negatief sentiment onder de bevolking van lidstaten ten aanzien van Europa. Aan de ene kant zijn er<br />

redenen om aan te nemen dat Europa als gevolg van de huidige schuldencrisis zal komen tot<br />

verregaande politieke en economische integratie, aan de andere kant is het mogelijk dat de (monetaire)<br />

unie desintegreert als gevolg van het uittreden van lidstaten en een terugkeer naar bilaterale<br />

handelsafspraken.<br />

De tweede kernonzekerheid die uit de trendanalyse naar voren is gekomen is de toekomst van het<br />

industrieel en bedrijfseconomisch ecosysteem. Het huidige push-driven industrieel en economisch<br />

ecosysteem is aanbodsgedreven en gebaseerd op massaproductie. Hoewel de trend naar massa en<br />

schaal dominant is, tekent zich er een tegentrend af. Onder invloed van technologische en<br />

maatschappelijke ontwikkelingen neemt de vraag naar maatwerk, decentrale productie en een meer<br />

vraaggericht industrieel profiel toe. De trend naar mass customisation en cocreatie kan leiden tot een<br />

sterke verandering naar een pull-driven industrieel en bedrijfseconomisch ecosysteem.<br />

De basis voor de scenario’s voor de toekomt van de <strong>MRA</strong> is tot stand gekomen door beide<br />

kernonzekerheden tegen elkaar af te zetten op een assenkruis. De vier kwadranten van het figuur<br />

representeren de verschillende scenario’s. Zo wordt het scenario in de linker bovenhoek (“Global<br />

Giants”) gekenmerkt door een combinatie van een push-driven ecosysteem (massa) en een sterk<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 2


geïntegreerd Europa . In het “European Renewal” scenario (rechtsboven) wordt uitgegaan van een pulldriven<br />

ecosystem (maatwerk) in combinatie met geïntegreerd Europa. De onderste scenario’s<br />

(“International Alliances” en “Local for Local”) visualiseren een toekomst waarin er sprake is van een<br />

gedifferentieerd Europa en waarbij het ecosysteem zich push-driven (linkerzijde), dan wel pull-driven<br />

(rechterzijde) ontwikkeld.<br />

Figuur 1: Scenarioraamwerk <strong>MRA</strong><br />

Het Global Giants scenario<br />

Het is 2025. Na jaren van onrust en dynamiek is de rust teruggekeerd. De schuldencrisis van de jaren<br />

2010-2015 heeft de aanzet gegeven tot een sterker en meer geïntegreerd Europa. Europa heeft een<br />

federatief karakter gekregen en Nederland heeft een aantal bevoegdheden overgedragen aan Brussel. Zo<br />

is er inmiddels sprake van een Europese president, een Europees leger en één Europees beleid voor<br />

economische en buitenlandse zaken. Europa doet zijn best om de kracht van haar economie te herstellen<br />

en richt zich hierbij op het voltooien van de interne markt en het creëren van gespecialiseerde mondiaal<br />

competitieve ‘city regions’. Onderzoeks- en ontwikkelingsgelden worden aangewend om specialisatie in<br />

Europese metropoolregio’s, rondom specifieke thema’s en sectoren, te promoten.<br />

De integratie binnen Europa mag een klein wonder heten gezien de grote onrust in de periode 2010-<br />

2020. Dat het een dubbeltje op zijn kant is geweest wordt geïllustreerd door het feit dat Duitsland in<br />

2015 ternauwernood kan worden bewogen om niet uit de Eurozone te treden. De schuldencrisis is<br />

opgelost, maar de verworven stabiliteit heeft veel pijn gedaan. Het massaal afstempelen van schulden<br />

aan de Zuidelijke eurolanden en het overeind houden van systeembanken hebben de Noordelijke<br />

lidstaten veel tijd en geld gekost en heeft geleid tot een matige economische ontwikkeling in de periode<br />

2015-2020, hoge staatsschulden en een versobering van verzorgingsstaten.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 3


De economie groeit weer en handelsstromen tussen landen nemen sneller toe dan de productie van<br />

afzonderlijke economieën. Multinationale ondernemingen produceren hun goederen en diensten op<br />

centraal en op grote schaal en optimaliseren hun supply chain door deze op te knippen en<br />

deelactiviteiten uit te voeren op de kostprijstechnisch optimale locatie. Nederland profiteert van de<br />

wereldwijde massaproductie en haar bijbehorende handelsstromen. De wederuitvoer is historisch hoog<br />

en Nederland is een goede uitvalsbasis voor hoofdkantoren van multinationale ondernemingen.<br />

In het Global Giants scenario is het belang van het regionale bestuur ten opzichte van het landelijke<br />

bestuur verder toegenomen. De <strong>MRA</strong> werkt nauw samen met Brussel bij de totstandkoming van een<br />

economische agenda. De Europese focus op specialisatie is voor de <strong>MRA</strong>, met haar gefragmenteerde<br />

economische profiel, echter niet zondermeer positief. Bepaalde clusters, zoals het life science cluster en<br />

het financiële cluster ondervinden hinder van door Europa gesubsidieerde concurrentie uit andere<br />

metropoolregio’s.<br />

Gestimuleerd door Brussel ontwikkelt de economie van de <strong>MRA</strong> zich in het Global Giants scenario tot<br />

een diensteneconomie ‘pur sang’. De populariteit van <strong>MRA</strong> als vestigingslocatie voor hoofdkantoren<br />

vormt een impuls voor de ontwikkeling van een internationaal hoogwaardige dienstensector.<br />

Dienstverleners op het vlak van logistiek, supply chain management, fiscaliteit, kwaliteitszorg en ICT<br />

profiteren sterk. Ook de handel en logistiek ontwikkelen zich sterk in het Global Giants scenario en de<br />

<strong>MRA</strong> is in toenemende mate een internationale hub. Minpunt is dat ondanks de aantrekkelijkheid voor<br />

hoofdkantoren, bedrijfsfuncties als productie, maar ook engineering en R&D in toenemende mate uit de<br />

<strong>MRA</strong> verdwijnen.<br />

Het European Renewal scenario<br />

Het is 2025. Hoewel de economische situatie fragiel is, is er sprake van nieuw Europees elan. Na een<br />

periode van grote maatschappelijke onrust is Europa er in geslaagd verregaande stappen te zetten in de<br />

richting van financiële en economische integratie. Het zelfvertrouwen in de Europese Unie is<br />

teruggekeerd, mede onder invloed van de heldere economische investeringsagenda. De EU zet sterk in<br />

op een duurzame low-carbon economie en investeert in krachtige en slimme energie- en<br />

communicatiesystemen. De doelstelling is om miljoenen banen te creëren op het vlak van<br />

energietechnologie, groen bouwen, IT, nanotechnologie, biochemie, brandstofcelontwikkeling, gridmanagement,<br />

elektrisch vervoer, mass-customization en dergelijke.<br />

De sterke mate van Europese integratie is te danken aan doortastendheid van Europese regeringsleiders.<br />

Nadat beleggers hun vertrouwen in de euro verliezen wordt besloten een gemeenschappelijk financieel,<br />

fiscaal en economisch beleid te voeren. Dit betekent dat de eurolanden gezamenlijk de kapitaalmarkt<br />

betreden, gezamenlijk belasting heffen en een uniform beleid voeren op het vlak van sociale<br />

voorzieningen, pensioenen en arbeidsmarkt. De financiële markten reageren enthousiast, de euro neemt<br />

snel toe in waarde en de rente op eurobonds daalt gestaag. De integratie brengt zoveel stabiliteit dat<br />

niet-eurolanden zoals Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden besluiten toe te treden tot de eurozone.<br />

De inzet van Europa op de ‘derde industriële revolutie’ wordt breed ondersteund. De maatschappij en de<br />

economie zijn fundamenteel veranderd. Er is sprake van een breed gedragen afkeer van de negatieve<br />

effecten van het kapitalisme en er wordt kritisch gekeken naar verdere globalisering. Een snel groeiende<br />

groep consumenten kiest voor een duurzame levensstijl en eist maatschappelijk verantwoord gedrag van<br />

de ondernemingen. Bedrijven zijn steeds vaker genoodzaakt hun waardeketens opnieuw in te richten,<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 4


waarbij local sourcing, het minimaliseren van hun CO2- en watervoetafdruk en andere vormen van<br />

stakeholder value centraal staan.<br />

De <strong>MRA</strong> maakt langzaam de transitie naar een meer vraaggestuurde economie. Mede door Brussel<br />

gefinancierde investeringen in digitale infrastructuur en smart grids, maken dat de economische<br />

ontwikkeling steeds meer bottom-up wordt gevoed. De tijd dat de economische samenstelling werd<br />

bepaald in bestuurskamers van internationale bedrijven, overheden en wetenschappelijke instellingen is<br />

definitief voorbij. De sterke digitale infrastructuur en sociale netwerken maken dat individuen soms<br />

volledig virtueel hun bijdrage bieden aan de regionale economie. De sterke mate van digitalisering, de<br />

sterke behoefte aan geïndividualiseerde producten en diensten en de nadruk op een koolstofarme<br />

economie, heeft impact op vrijwel elke sector binnen de <strong>MRA</strong>.<br />

De rode draad in de ontwikkeling van de economie van de <strong>MRA</strong> is een omslag van het denken in massa<br />

naar het denken in maatwerk. De energiesector kent een omslag van centrale naar decentrale productie<br />

van energie. De maakindustrie kent een revival in de <strong>MRA</strong>, gevoed door nieuwe productietechnieken,<br />

zoals 3D-printing en mass-customization. Binnen de voedselproductie staat voedselveiligheid,<br />

traceerbaarheid van ingrediënten, duurzaamheid van importstromen en local sourcing centraal. De <strong>MRA</strong><br />

is met haar hoog opgeleide bevolking bovendien goed gepositioneerd als als proeftuin voor nieuwe<br />

concepten en producten (elektrisch vervoer, mobiliteitsoplossingen, mass-customization, ICT, etc.) en<br />

deze kennis kan uitstekende internationaal worden gekapitaliseerd.<br />

Het International Alliances scenario<br />

Het is 2025. Europa is gefragmenteerd en kwetsbaar. De economische crisis houdt de wereld nog steeds<br />

in de ban. Europese natiestaten proberen hun eigen economieën te beschermen en zijn onderling meer<br />

verdeeld geraakt. Onder invloed van financiële schandalen en de voortwoekerende schuldencrisis is de<br />

eurozone uiteengevallen. Het gevolg hiervan is dat Europa op politiek en economisch vlak een beduidend<br />

mindere rol van betekenis speelt en het mondiale zwaartepunt is verschoven naar de nieuwe<br />

economieën van China, India, Brazilië, maar ook van Turkije, Polen, Indonesië en een aantal Afrikaanse<br />

landen.<br />

Nederland is een van de eerste lidstaten die koos voor een vertrek uit de eurozone, maar heeft veel<br />

moeite zijn economisch profiel aan te passen aan de nieuwe realiteit. Het klassieke economische beleid<br />

van loonmatiging, heeft in een wereld van protectionisme niet langer het beoogde effect. De uitdaging<br />

voor Nederland ligt in het stimuleren van particuliere consumptie en het specialiseren in niches waarin<br />

het in de wereldtop kan concurreren en verbindingen kan slaan met economische groeiregio’s. De<br />

economie draait in toenemende mate op exclusieve internationale ‘ecosystemen’ van bedrijven en<br />

kennisinstellingen.<br />

De situatie van Nederland is lange tijd zorgelijk. De transactiekosten in de Europese markt zijn na de val<br />

van de euro structureel toegenomen en de concurrentiepositie van landen is sterk gewijzigd als gevolg<br />

van protectionisme en nieuwe wisselkoersen. Het is voor landen als Frankrijk en Spanje relatief duur om<br />

goederen te importeren uit Nederland, terwijl voor eigen producten gemakkelijker een exportmarkt te<br />

vinden is. Door het uiteenvallen van de euro is de Nederlandse economie sterk gekrompen. De<br />

werkloosheid is scherp opgelopen, de huizenmarkt is verder weggezakt en pensioenfondsen zijn door de<br />

lage rente genoopt te korten op oudedagvoorzieningen.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 5


Ook aan de economie van de metropoolregio Amsterdam is een grote slag toegebracht. Het uiteenvallen<br />

van de eurozone en het vertrek van veel hoofdkantoren hebben de zakelijke en financiële<br />

dienstverlening sterk getroffen. Als logistiek knooppunt is Nederland te duur en de ontwikkeling van<br />

hubs in Dubai, Frankfurt en Parijs heeft een zware wissel getrokken op het personenvervoer via Schiphol.<br />

In het algemeen kan worden geconstateerd dat de <strong>MRA</strong> eigenlijk alleen in kennisintensieve sectoren<br />

haar concurrentiepositie weet te behouden en uit te bouwen.<br />

De economische clusters waarin een sterke internationale verbondenheid tussen kennisinstellingen en<br />

bedrijfsleven is gerealiseerd zijn het beste gepositioneerd. Met name bèta clusters als Flowers, Food en<br />

Life Sciences creëren veel economische toegevoegde waarde en in hun slip stream liggen er veel kansen<br />

voor clusters als logistiek en ICT/eScience. De succesformule in deze moeilijke omstandigheden ligt in het<br />

bouwen van sterke en exclusieve internationale ecosystemen rondom inhoudelijke thema’s. De nauwe<br />

samenwerking van bedrijven en kennisinstellingen binnen deze ecosystemen biedt de noodzakelijke<br />

toegang tot hoogwaardige kennis, betrouwbare partners en nieuwe groeimarkten.<br />

Het Local for Local scenario<br />

Het is 2025. Europa is gefragmenteerd geraakt, maar inmiddels stabiel. De schuldencrisis in de jaren<br />

2010-2020 heeft geleid tot het uittreden van een groot aantal lidstaten uit de eurozone en Europese<br />

Unie. Door nieuwe vormen van interstatelijke rivaliteit heeft Europa zijn slagkracht, dynamiek en cohesie<br />

verloren en is zijn positie ten opzichte van de nieuwe economische machten van China, India en Brazilië,<br />

maar ook tegenover de Verenigde Staten gemarginaliseerd. Europese landen verenigen zich in kleine<br />

verbanden en kiezen voor het pad van protectionisme en zelfvoorzienendheid.<br />

Bij veel landen, burgers en bedrijven zit de schrik er goed in. De tekortkomingen van een globale<br />

verwevenheid van economische en financiële systemen zijn de afgelopen decennia pijnlijk duidelijk<br />

geworden. De tijden van eenzijdige offshoring vanuit de westerse wereld naar elders lijken voorbij. De<br />

dynamiek en onstuimige veranderingen op het wereldtoneel hebben geleid tot een versterkt en<br />

oplevend besef dat een sterke en duurzame industriële basis van levensbelang is voor een stabiele<br />

economische basisstructuur.<br />

De sterke regionalisering van de economie die vanaf 2015 optreedt is niet louter het gevolg van politieke<br />

en economische ontwikkelingen. In de maatschappij neemt de roep om duurzaamheid en<br />

maatschappelijk verantwoord ondernemen sterk toe en technologisch is steeds meer mogelijk. De<br />

ontwikkelde economieën van Europa en de Verenigde Staten zetten zwaar in op het verduurzamen van<br />

hun energievoorziening, lokale productie van goederen en verwerking van halffabricaten. Herziening van<br />

bedrijfsstrategie, organisatie en investeringsportfolio’s leidt tot meer inshoring en hervestiging van<br />

productieactiviteiten op thuismarkten.<br />

De Nederlandse economie gaat een grote transitie door van een op wederuitvoer gebaseerde economie<br />

met een groot handelsoverschot, tot een op productie gebaseerde economie met hoge lonen een sterke<br />

munt en een negatieve handelsbalans. Nederland profiteert van het poldermodel. Eensgezind maken<br />

overheden, bedrijven en werknemers plannen voor een duurzame low-carbon economie. De<br />

Nederlandse overheid investeert in slimme energie- en communicatiesystemen, in een duurzame<br />

maakindustrie en bovenal in het stimuleren van innovatie en ondernemerschap. Nederlandse<br />

multinationals stappen af van centrale productie en bouwen in verschillende regio’s lokaal gevoede<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 6


aanbodketens opbouwen. Ze transformeren zichzelf van multinationale bedrijven (MNC’s) naar multicommited<br />

bedrijven (MCC’s).<br />

In de <strong>MRA</strong> is de zakelijke en financiële dienstverlening sterk getroffen door het vertrek van veel<br />

internationale hoofdkantoren. Ook de afname van de (weder)export heeft grote impact op de regio.<br />

Importheffingen hebben Nederlandse voedingsproducten en bloemen in het buitenland tot<br />

onbetaalbare luxeproducten gemaakt. De decentrale energiemarkt maakt een opmars, mede mogelijk<br />

gemaakt door de ontwikkelingen op ICT-gebied. Consumenten worden energieproducenten. Deze<br />

energierevolutie ontketent een ware sociale revolutie. Naast energiecoöperaties ontstaan lokale<br />

samenwerkingsverbanden op het gebied van verzekeringen, zorg, etc. Sociaal ondernemerschap komt<br />

op. Bedrijven investeren in nieuwe technologie en bieden steeds meer duurzame en op maat<br />

geproduceerde producten.<br />

Naar een toekomstgericht business model<br />

De vier beschreven scenario’s verschaffen een beeld van een aantal extreme, maar denkbare<br />

toekomstige situaties waar de <strong>MRA</strong> in terecht kan komen. De bedoeling van de scenario’s is om mentale<br />

denkkaders op te rekken en een helder beeld te vormen van de kansen en bedreigingen die onder<br />

invloed van externe ontwikkelingen kunnen ontstaan. In de afzonderlijke scenario’s is een optimaal<br />

bijpassend business model opgetekend, waaruit vervolgens een geambieerd toekomstig business model<br />

voor de <strong>MRA</strong> is afgeleid. Dit toekomstige business model legt de nadruk op economische clusters,<br />

onderscheidende aspecten en randvoorwaarden met potentie, die in alle scenario’s veel relevantie<br />

bezitten.<br />

Figuur 2 toont het optimale toekomstige business model voor de <strong>MRA</strong>. Aan de rechterkant van het<br />

business model is de toekomstpotentie van de economische clusters – in termen van bijdrage aan de<br />

concurrentiekracht van de <strong>MRA</strong> – geïllustreerd. De clusters vertegenwoordigen economische<br />

zwaartepunten van bedrijvigheid, gegroepeerd rondom een sector of competentie. Wanneer gekeken<br />

wordt naar de clusters met bovengemiddelde potentie in termen van concurrentiekracht valt op dat de<br />

clusters ICT/eScience en Logistiek koploper zijn. In vrijwel alle omstandigheden zijn dit clusters met de<br />

potentie om een bovengemiddelde bijdrage te leveren aan de concurrentiekracht van de regio. Naast<br />

deze twee koplopers zijn er meer economische clusters waarin de <strong>MRA</strong> veel potentie heeft. De<br />

energiesector, de groothandelssector, de creatieve industrie en de zakelijke dienstverlening, zijn allen<br />

goed gepositioneerd om in meerdere scenario’s een rol van betekenis te spelen en onderscheidend<br />

vermogen voor de regio te creëren.<br />

Het middelste vlak van de figuur illustreert de onderscheidende aspecten (of waardepropositie), die in<br />

het toekomstgerichte business model van belang zijn. De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> verwoordt de<br />

aspecten die de stad en regio uniek en onderscheidend maken voor haar bewoners en clusters van<br />

bedrijvigheid. In een goed samenhangend en zelfversterkend business model zijn de elementen van de<br />

waardepropositie optimaal afgestemd op de belangrijkste economische clusters. In het licht van de<br />

scenario’s en de belangrijkste clusters komt een aantal belangrijke onderscheidende aspecten naar<br />

voren. Voor het toekomstig succes van de <strong>MRA</strong> zijn de aspecten ‘connectiviteit’, ‘human capital’,<br />

‘innovatieve cultuur’, ‘kennisinfrastructuur’ en ‘dienstensector’ van groot belang. Ook ‘quality of life’ en<br />

‘brand name’ dragen bovengemiddeld bij aan het onderscheidend vermogen van de <strong>MRA</strong>.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 7


Figuur 2: Toekomstgericht business model <strong>MRA</strong><br />

De linkerkant van het business model raamwerk, tenslotte, illustreert het onderlinge belang van<br />

verschillende randvoorwaarden. De randvoorwaarden zijn de sturingsmechanismen die kunnen worden<br />

ingezet om de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> te versterken. Veruit de belangrijkste randvoorwaarde<br />

onder het toekomstgerichte business model ligt in de kwaliteit van onderwijs en onderzoek in de regio.<br />

Hoewel de aard en inhoud per scenario verschilt, is in ieder denkbaar toekomstbeeld kwalitatief<br />

hoogwaardig onderzoek en hoogstaande educatie van doorslaggevend belang. Naast deze<br />

randvoorwaarden, is ook de kwaliteit van de fysieke en digitale infrastructuur in ieder scenario bijzonder<br />

relevant. Tenslotte dragen ook de randvoorwaarden ‘arbeidsmarkt’ en ‘leefbaarheid’ in belangrijke mate<br />

bij aan de waardepropositie die de regio na wil streven in het toekomstgerichte business model.<br />

Roadmap 2013<br />

Het onderhavige discussiedocument heeft ten doel een strategische conversatie te stimuleren tussen de<br />

Board en haar stakeholders over de lange termijn strategie van de <strong>MRA</strong>. De gepresenteerde scenario’s<br />

zijn een belangrijk hulpmiddel om externe onzekerheid en toekomstoriëntatie centraal te stellen in een<br />

dialoog tussen stakeholders. Ze kunnen dienen als decor bij het voeren van een gesprek over<br />

toekomststrategie. De visualisatie van het toekomstig business model dat op basis van de scenario’s tot<br />

stand is gekomen, heeft ten doel een indicatie te geven over de belangrijkste focusgebieden voor een<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 8


lange termijn strategie van de <strong>MRA</strong>. Figuur 3 geeft een indicatie van het traject dat de Board voorstaat<br />

om in 2013 samen met de belangrijkste stakeholders in de metropoolregio te komen tot een brede en<br />

gewogen lange termijn strategie.<br />

Figuur 3: Road map 2013<br />

Presentatie<br />

•<strong>MRA</strong>-congres<br />

•Overige events<br />

•Scenarioboek<br />

Prioritering<br />

•Focusgebieden<br />

Consultatie<br />

•Clusters<br />

•Domeinen<br />

•Gemeenten<br />

Lange termijn<br />

strategie<br />

•Toetsing<br />

•Confirmatie<br />

•Effectuering<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 9


Inhoudsopgave<br />

Managementsamenvatting 2<br />

Inhoudsopgave 10<br />

1 Inleiding 12<br />

1.1 Stedelijke dynamiek 12<br />

1.2 De Amsterdam Economic Board 14<br />

1.3 Het business model van de <strong>MRA</strong> 15<br />

1.4 Scenarioplanning 16<br />

2 <strong>Scenarioanalyse</strong> 19<br />

2.1 Scope van de scenarioanalyse 19<br />

2.2 Omgevingsanalyse 20<br />

2.3 Kernonzekerheid 1: stabiliteit Europa 21<br />

2.4 Kernonzekerheid 2: Industrieel en bedrijfseconomisch ecosysteem 22<br />

2.5 Scenarioframe 22<br />

3 Scenario I – Global Giants 24<br />

4 Scenario II – European Renewal 37<br />

5 Scenario III – International Alliances 49<br />

6 Scenario IV – Local for Local 61<br />

7 Naar een toekomstgericht business model 73<br />

7.1 Toekomstgericht business model 73<br />

7.2 Een strategische conversatie 75<br />

7.3 Clusterstrategieën 75<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 10


7.4 Waardepropositie 77<br />

7.5 Randvoorwaarden 79<br />

8 Roadmap en besturing 81<br />

8.1 Road map 81<br />

8.2 Sturingsbenadering 82<br />

8.3 Dashboard 84<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 11


1 Inleiding<br />

1.1 Stedelijke dynamiek<br />

Rond 1900 leefde 10% van de wereldbevolking in steden. Nu is dat al 50% en de verwachting is dat het<br />

aandeel stedelingen alleen maar zal toenemen. Niet alleen het aantal inwoners is gegroeid, ook het<br />

stedelijk oppervlak. Steden worden steeds groter en uitgestrekter. Dit doet zich ook in Nederland voor, al<br />

zijn de steden in Nederland nog zeer klein en overzichtelijk wanneer bijvoorbeeld vergeleken met steden<br />

als Tokio (35,5 miljoen inwoners), Mexico City (18,7), New York City (18,3), São Paulo (17,9) of Mumbai<br />

(17,4 miljoen). Amsterdam steekt hier schril bij af met haar 756.000 inwoners (O+S, 2010).<br />

Het proces van urbanisatie begon in Europa rond de industriële revolutie. De stad werd aantrekkelijker<br />

omdat de werkgelegenheid zich hier concentreerde. De stad trok ook om andere redenen: het leven was<br />

er vrijer dan op het platteland, er was minder sociale controle en er was van alles te koop en te doen.<br />

Steden zijn oudsher een verzamelplek van rijkdom, artistiek talent, wetenschap, nijverheid en vermaak.<br />

Dit trok kunstenaars, wetenschappers en ook arbeiders. Tot ongeveer de Tweede Wereldoorlog waren<br />

steden vrij compact: wonen, werken en recreatie gebeurden allemaal bij elkaar in de buurt. Er was<br />

weinig dynamiek: de meeste mensen woonden hun hele leven op dezelfde plek of in dezelfde buurt.<br />

De stad kende ook een schaduwkant: eenzaamheid, armoede, criminaliteit en vervuiling. Alleen de<br />

welgestelden konden zich veroorloven om buiten de grote stad te gaan wonen. Zo vestigden rijke<br />

Amsterdammers zich al in de 17e eeuw in Hilversum. Na de aanleg van spoorwegen, aan het einde van<br />

de 19e eeuw, groeide Hilversum pas echt snel. De uitbreiding bestond zowel uit groei van de<br />

werkgelegenheid (eerst de textielindustrie en later de omroepen) als uit een toename van de bewoners.<br />

Vanaf de jaren vijftig en zestig verlieten steeds meer mensen de traditionele steden om in het<br />

ommeland, het gebied rondom de steden te gaan wonen. Na de periode van suburbanisatie, die duurde<br />

van 1960 tot 1985, is de stad weer in trek gekomen als plek om te wonen en werken. Er werd meer<br />

gebouwd voor de (hogere) middenklasse, vooral veel koopwoningen. Het aandeel koopwoningen steeg<br />

in Amsterdam tot 25% van de totale woningvoorraad. Ook de andere steden in de Metropoolregio doen<br />

hun best om voor een gedifferentieerde bevolking te bouwen, en streven er naar om mensen met een<br />

hoger inkomen te trekken (O+S, 2009).<br />

Mede als gevolg van de de-industrialisatie, maar ook als gevolg van gebrek aan uitbreidingsruimte,<br />

trokken in de tweede helft van de vorige eeuw met name de wat grotere industriële en<br />

groothandelsbedrijven de stad uit. Steeds meer voorzieningen (zoals leisure en grootschalige winkels in<br />

de Amsterdam Arena) en vooral kantoren vestigden zich aan de randen van de stad. De stad kreeg<br />

hierdoor een ander gezicht, en in sommige gevallen zelfs verschillende kernen. Sinds de jaren ‘80 nam<br />

ook de bedrijvigheid in de stad weer toe. De leeggekomen plekken werden opgevuld door<br />

dienstverlening, ICT en creatieve industrie en in de centra van steden vooral door horeca en<br />

detailhandel.<br />

Tegenwoordig telt de metropoolregio Amsterdam 2,3 miljoen inwoners, verdeeld over 36 gemeenten<br />

(O+S Amsterdam, 2010). Amsterdam is veruit de grootste gemeente met 756.000 inwoners. Andere<br />

grote gemeenten zijn Almere (186.000), Amstelveen (80.000), Haarlem (148.000), Haarlemmermeer<br />

(142.000), Hilversum (84.000), Purmerend (79.000) en Zaanstad (144.000). De metropoolregio heeft<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 12


vooral een economische functie. Om de concurrentie met andere metropolen in het buitenland aan te<br />

kunnen, is onderkend dat afzonderlijke steden hiervoor te klein zijn. De totale metropoolregio is groter<br />

en meer divers en daarom beter in staat de concurrentie aan te gaan. Binnen de metropoolregio is er<br />

vooral veel interactie op het gebied van wonen en werken, waarbij een goede bereikbaarheid een<br />

cruciale randvoorwaarde is.<br />

Kijkend naar de economie van de <strong>MRA</strong> kan worden geconcludeerd dat de zakelijke dienstverlening zowel<br />

in termen van toegevoegde waarde en in het aantal werkzame personen de meest omvangrijke sector is<br />

(zie figuur 4 en 5). In termen van toegevoegde waarde staat de groothandelssector op nummer 2 en de<br />

financiële sector op nummer 3. Kijkend naar het aantal werkzame personen zijn echter de sectoren zorg<br />

en detailhandel belangrijk.<br />

Zakelijke diensten<br />

Groothandel<br />

Financiële diensten<br />

Exploitatie onroerend goed<br />

Zorg<br />

Informatie en communicatie<br />

Industrie<br />

Vervoer en opslag<br />

Overheid<br />

Onderwijs<br />

Detailhandel<br />

Bouw<br />

Horeca<br />

Nutsbedrijven<br />

Overige persoonlijke dienstverlening<br />

Cultuur, sport en recreatie<br />

Landbouw<br />

Delfstoffen<br />

3%<br />

2%<br />

2%<br />

1%<br />

1%<br />

1%<br />

0%<br />

Figuur 4: Verdeling toegevoegde waarde <strong>MRA</strong> over sectoren (2011)<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 13<br />

5%<br />

4%<br />

7%<br />

7%<br />

6%<br />

6%<br />

9%<br />

9%<br />

11%<br />

12%<br />

15%<br />

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16%


Zakelijke diensten<br />

Zorg<br />

Detailhandel<br />

Vervoer en opslag<br />

Groothandel<br />

Financiële diensten<br />

Industrie<br />

Onderwijs<br />

Overige persoonlijke dienstverlening<br />

Informatie en communicatie<br />

Overheid<br />

Horeca<br />

Bouw<br />

Cultuur, sport en recreatie<br />

Exploitatie onroerend goed<br />

Nutsbedrijven<br />

Landbouw<br />

Delfstoffen<br />

6%<br />

6%<br />

6%<br />

6%<br />

5%<br />

5%<br />

5%<br />

5%<br />

4%<br />

4%<br />

2%<br />

1%<br />

1%<br />

1%<br />

0%<br />

Figuur 5: Verdeling werkzame personen <strong>MRA</strong> over sectoren (2011)<br />

1.2 De Amsterdam Economic Board<br />

In november 2010 is de Amsterdam Economic Board opgericht. De triple helix filosofie staat centraal<br />

binnen de Amsterdam Economic Board. Clustervorming waarbij de overheid, kennisinstellingen en<br />

bedrijven elkaar versterken. De Board werkt daarom volgens een gedeelde Kennis en Innovatie Agenda<br />

(KIA, 2011). Focus ligt specifiek op zeven clusters: Logistiek, ICT/EScience, Financiële & Zakelijke<br />

dienstverlening, Rode Life Sciences, Creatieve sector, Toerisme & Congressen, Food en Flowers. Met de<br />

oprichting van de Amsterdam Economic Board in 2010 hebben overheden, kennisinstellingen en<br />

bedrijfsleven gezamenlijk de verantwoordelijkheid genomen voor de versterking van de economie van de<br />

metropoolregio Amsterdam. De doelstelling van de Board is om in 2020 tot de top-5 van sterke Europese<br />

vestigingsregio’s te behoren en hiermee substantiële groei van welvaart en werkgelegenheid te<br />

realiseren. De board probeert deze doelstelling te realiseren door de samenwerking tussen relevante<br />

partijen in het economische domein te bevorderen en door obstakels voor de groei van kansrijke<br />

economische clusters weg te nemen 1 .<br />

In 2011 kondigde de Board aan om een lange termijn strategie te ontwikkelen met als doel de<br />

economische ontwikkeling en het innovatief vermogen van de metropoolregio te stimuleren. De aanzet<br />

tot een discussie over deze lange termijn strategie en economische agenda wordt in het onderhavige<br />

discussiedocument gegeven. Het discussiedocument heeft ten doel de geesten rijp te maken voor<br />

verandering, door systematisch na te denken over een toekomstig business model voor de regio. De<br />

1 In de kennis- en innovatieagenda (KIA) die in 2011 is opgesteld staan de ambities, doelen en rollen van de Board beschreven.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 14<br />

10%<br />

14%<br />

21%<br />

0% 5% 10% 15% 20% 25%


Board heeft hiertoe een uitgebreide scenariostudie uitgevoerd. In een viertal scenario’s worden kansen,<br />

bedreigingen en uitdagingen voor het business model van de <strong>MRA</strong> uitgediept.<br />

1.3 Het business model van de <strong>MRA</strong><br />

Hoewel het woord businessmodel in een publieke context wellicht vreemd in de oren klinkt, kan elke<br />

stad of regio – net als ieder bedrijf – worden beschreven in termen van een businessmodel. Een<br />

businessmodel is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de regio<br />

ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische actoren<br />

zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De waardepropositie<br />

beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie of woonplaats. De<br />

waardepropositie van de regio kan bijvoorbeeld liggen in quality of life, een sterk aanbod van<br />

internationale dienstverleners, sterke vestigingsfactoren, de aanwezigheid van een volledige supply<br />

chain of een creatief en ondernemend klimaat. Het business model van de stad illustreert verder welke<br />

bronnen de waardepropositie voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische<br />

toegevoegde waarde wordt gecreëerd. Het denken in termen van een businessmodel maakt het voor<br />

beleidsvormers mogelijk om zich te verdiepen in de wijze waarop de stad bronnen aanwendt, haar<br />

waardepropositie verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie contant maken.<br />

Figuur 6 geeft een visuele illustratie van het huidige business model van de <strong>MRA</strong> 2 . Het middelste vlak van<br />

het raamwerk representeert de waardepropositie van de <strong>MRA</strong>. De waardepropositie bestaat uit een<br />

combinatie van locatiefactoren die de stad aantrekkelijk maken voor economische actoren. In het geval<br />

van de <strong>MRA</strong> worden ‘connectiviteit’, ‘quality of life’, een goed ontwikkelde ‘dienstensector’ en een<br />

sterke ‘brand name’ op dit moment als de meest onderscheidende aspecten van haar waardepropositie<br />

beschouwd. Een innovatieve en ondernemende ‘cultuur’ en ‘human capital’ dragen eveneens<br />

bovengemiddeld bij aan de waardepropositie van de regio.<br />

2 De waarden binnen het businessmodel zijn tot stand gekomen op basis van een uitgebreide enquête onder stakeholder in de<br />

<strong>MRA</strong>.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 15


Figuur 6: Huidig businessmodel <strong>MRA</strong><br />

De waardepropositie wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan de linkerzijde<br />

van het canvas zijn weergegeven. Randvoorwaarden zijn in de regel te beïnvloeden door gericht beleid<br />

en dragen bij aan het versterken van specifieke onderdelen van de waardepropositie van de regio. De<br />

belangrijkste randvoorwaarden voor de <strong>MRA</strong> zijn haar niveau van voorzieningen, de kwaliteit van het<br />

nationale vestigingsklimaat en in mindere mate ‘infrastructuur’ en ‘arbeidsmarkt’. De waardepropositie<br />

van de stad wordt op aangewend door haar economische clusters die werkgelegenheid en economische<br />

toegevoegde waarde creëren. In de <strong>MRA</strong> worden de clusters ‘financiële dienstverlening’, ‘zakelijke<br />

dienstverlening’, ‘toerisme en congressen’ en ‘logistiek’ als het meest onderscheidend beschouwd, op de<br />

voet gevolgd door de clusters ‘creatieve industrie’, ‘ICT/eScience’ en ‘flowers’.<br />

Het gepresenteerde raamwerk biedt een structuur waarin het businessmodel van de regio kan worden<br />

beschreven, gevisualiseerd en beoordeeld op kracht en samenhang. Het laat zien op welke wijze<br />

investeringen in bronnen zich uiteindelijk vertalen in economisch product en werkgelegenheid. Een goed<br />

beschreven businessmodel biedt hiermee inzicht in sterke punten en natuurlijke voordelen van de regio,<br />

maar ook in verbeterpunten en kwetsbaarheden. Het beschrijven van het business model van stad of<br />

regio vormt een belangrijk startpunt voor een scenarioanalyse. Het werpt namelijk niet alleen licht op de<br />

sterke en zwakke punten van het business model, maar biedt eveneens een basis de ‘gap’ te berekenen<br />

die moet worden overbrugd om een geambieerd business model te kunnen realiseren.<br />

1.4 Scenarioplanning<br />

Economisch beleid wordt meestal geformuleerd als reactie op een economisch of maatschappelijk<br />

probleem in het hier en nu. Echter tegen de tijd dat nieuw beleid wordt ingezet, kan de situatie al sterk<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 16


gewijzigd zijn als gevolg van bijvoorbeeld economische, sociaal-maatschappelijke of technologische<br />

ontwikkelingen. Om hier rekening mee te houden is het van belang nu al in te spelen op problematiek<br />

die in de toekomst kan ontstaan. Scenario’s zijn hierbij krachtige hulpmiddelen. Scenario’s kunnen<br />

worden gedefinieerd als tekeningen van toekomsten, die op basis van huidige onzekerheden kunnen<br />

ontstaan. Scenario’s zijn geen voorspellingen, maar ‘voorstellingen’. Het zijn verkenningen van<br />

verschillende hypothetische omstandigheden. Scenario’s schetsen een (economische en<br />

maatschappelijke) context waar toekomstig beleid op in moet kunnen spelen. Een goede scenarioset<br />

exploreert een aantal onderling afwijkende extremiteiten, waar rekening mee moet worden gehouden<br />

bij opstellen van strategie. Ze bieden geen keuzes, maar een toetsingskader. Ze dienen dan ook niet<br />

verward te worden met voorspellingen of extrapolaties.<br />

De scenario’s die in dit discussiedocument de revue passeren vormen een toetsingskader voor de<br />

strategische overwegingen die besluitvormers binnen de <strong>MRA</strong> ter beschikking hebben. In haar lange<br />

termijn strategie zal de Board op basis van de scenario’s een aantal economische keuzes maken en<br />

toelichten.<br />

Toekomst<br />

Heden<br />

Figuur 7: Het outside-in perspectief van scenarioplanning<br />

Macro-omgeving<br />

politiek, economie, technologie, ecologie, demografie<br />

Directe omgeving<br />

Metropoolregio<br />

Amsterdam<br />

Buiten<br />

Binnen<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 17


2 <strong>Scenarioanalyse</strong><br />

Het werken met scenario’s, oftewel scenarioplanning, is vooral krachtig in situaties waarin bestuurders<br />

worden geconfronteerd met een turbulente externe omgeving. In deze situatie volstaat het niet langer<br />

om te denken vanuit historische uitgangspunten, maar is het van belang rekening te houden met<br />

verandering. Hoewel de afgelopen decennia relatief stabiel zijn geweest, is het een gegeven dat de<br />

komende decennia gekenmerkt zullen worden door sprongveranderingen en fundamentele<br />

onzekerheden. De Westerse wereld is momenteel mondjesmaat aan het herstellen van de zwaarste<br />

financiële crisis in 70 jaar tijd en zal de komende decennia haar schuldenlast moeten afbouwen door<br />

drastisch te bezuinigen. Opkomende economieën groeien door en eisen steeds meer hun plek op in het<br />

wereldtoneel. Tegelijkertijd vergroot toenemende politieke verdeeldheid tussen landen en binnen<br />

landen de kans op onvoorspelbaar politiek gedrag. Een nieuwe ronde van protectionisme en<br />

nationalisme valt niet uit te sluiten. Als gevolg van een groeiende wereldbevolking en de stijgende vraag<br />

naar grondstoffen ligt inflatie wereldwijd op de loer, hetgeen kan leiden tot ongewenste<br />

inkomensherverdeling en sterke maatschappelijke onrust.<br />

Een belangrijke oorzaak voor de toenemende volatiliteit is de groeiende verwevenheid die de huidige<br />

(netwerk)economie kenmerkt, waardoor niet tijdig voorziene ontwikkelingen op duizenden kilometers<br />

afstand een directe impact kunnen hebben op de eigen stad en regio. Hoe dynamischer en veranderlijker<br />

de omgeving, hoe meer aandacht er moet worden besteed aan het structureel monitoren van de externe<br />

omgeving op trends en onzekerheden en het duiden van hun mogelijke consequenties op de economie<br />

van de metropoolregio. Om grip te verkrijgen op haar volatiele externe omgeving heeft de Board een<br />

scenarioset opgesteld om de impact van de veranderende wereld op het economisch profiel van de <strong>MRA</strong><br />

te duiden. Leden en betrokkenen hebben in een groot aantal workshops en strategische conferenties<br />

bepaald wat de strategische vragen zijn voor de economie van de stad, welke externe ontwikkelingen<br />

ingrijpen op de economische ontwikkeling van de <strong>MRA</strong> en wat de meest dominante veranderdrijvers zijn.<br />

In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van dit proces.<br />

2.1 Scope van de scenarioanalyse<br />

De eerste stap in het opstellen van scenario’s is het zorgdragen van een scope of afbakening. Een heldere<br />

scope vormt een belangrijk referentiepunt voor de ontwikkeling van de scenario’s. Bij het beoordelen<br />

van de relevantie van trends en onzekerheden wordt voortdurend teruggegrepen op de scope van de<br />

scenarioanalyse. Een goede scope bestaat een drietal elementen, namelijk een set strategische vragen,<br />

een adequaat tijdsframe en een heldere begrenzing.<br />

Strategische vragen<br />

Het formuleren van scherpe strategische vragen is van groot belang om tijdens de ontwikkeling van de<br />

scenario’s hun relevantie goed te kunnen bewaken en uiteindelijk tot scherpe strategische opties te<br />

komen. In het kader van het scenarioproject heeft de stuurgroep het huidige business model van de<br />

<strong>MRA</strong> centraal gesteld. Per onderdeel van het businessmodel zijn als referentiepunt voor de<br />

scenarioanalyse de volgende vragen gesteld:<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 19


Strategische vragen ten aanzien van de waardepropositie<br />

Is onze schaal voldoende om daadwerkelijke economische voordelen te genieten?<br />

Hoe verbeteren wij onze kennisinfrastructuur om hiermee internationale hoofdkantoren binnen<br />

te halen en te houden?<br />

Hoe kunnen wij op een slimme manier aanpassen aan mondiale ‘game changers’?<br />

Welke verbindingen moet Amsterdam op slaan op mondiaal, europees, nationaal en regionaal<br />

niveau, om haar concurrentievermogen te versterken?<br />

Strategische vragen ten aanzien van de randvoorwaarden<br />

Hoe realiseren wij een positie binnen het internationale wetenschappelijk ecosysteem?<br />

Hoe zijn wij in staat een aantrekkelijk regio te blijven voor hoogopgeleid talent?<br />

Hoe kunnen we onze internationale bereikbaarheid op peil houden?<br />

Welke randvoorwaarden dienen in ‘triple helix’ verband te zijn gerealiseerd om de meest<br />

kansrijke clusters maximaal te faciliteren in hun groei?<br />

Strategische vragen ten aanzien van de economische clusters<br />

Welke clusters hebben bovengemiddelde potentie?<br />

Tijdsframe<br />

De strategische vraagstelling geeft richting aan de scenario’s. Om het onderzoek verder te structureren is<br />

het van belang een adequaat tijdsframe te hanteren. De Board heeft besloten het jaar 2025 als doeljaar<br />

te zien voor de scenarioanalyse. Door na te denken over de mogelijke economische realiteit over ruim 10<br />

jaar is er voldoende ruimte het effect van belangrijke trends en onzekerheden op de <strong>MRA</strong> te analyseren.<br />

Anderzijds ligt het doeljaar voldoende dichtbij om concrete en voor besluitvorming geschikte scenario’s<br />

te vervaardigen.<br />

Begrenzing<br />

De concreetheid en toepasbaarheid van de scenario’s kunnen verder worden vergroot door de analyse<br />

verder af te bakenen en bijvoorbeeld prioriteiten aan te brengen op het gebied van te analyseren<br />

sectoren, geografie, technologieën en dergelijke. In het kader van de scenarioanalyse is besloten om een<br />

brede inventarisatie van trends en ontwikkelingen te maken, maar bijzondere aandacht te schenken aan<br />

de ontwikkelingen met effect op het groei- en concurrentievermogen, de innovatierichting, de<br />

samenwerkingverbanden en de noodzakelijke talentontwikkeling van de regio.<br />

2.2 Omgevingsanalyse<br />

In de scenarioanalyse zijn op een systematische wijze vier toekomstbeelden geschetst die gebaseerd zijn<br />

op een uitgebreid trendonderzoek. In het trendonderzoek zijn macrotrends onderzocht op hun mogelijke<br />

impact op het business model van de <strong>MRA</strong>. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van<br />

brainstormsessies met de leden van de Board en betrokken partijen, een documentstudie en een reeks<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 20


interviews. Voor een overzicht van de geraadpleegde literatuur en gehouden interviews wordt verwezen<br />

naar de appendix bij dit rapport. De belangrijkste trends die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen,<br />

worden in de onderstaande tabel kort opgesomd.<br />

1. Verregaande politieke en marktintegratie binnen Europa<br />

2. Toename globalisering en wereldhandel<br />

3. Stijging inertie bij overheid en bedrijfsleven<br />

4. Ontwikkeling van een flexibele mondiale arbeidsmarkt<br />

5. Verschuiving van economische en politieke macht naar emerging economies<br />

6. Ontwikkeling internationale ecosystemen op basis van economische en intellectuele<br />

afhankelijkheden tussen steden.<br />

7. Toenemende geografische specialisatie in sectoren en functies binnen Nederland<br />

8. Toenemende mismatch tussen vraag naar en aanbod van grondstoffen<br />

9. Snelle opkomst netwerkeconomie<br />

10. Toename individualisering<br />

11. Toename impact digitalisering<br />

12. Toenemende polarisatie tussen groepen in de maatschappij<br />

13. Afname engineering capaciteit en absorptievermogen om nieuwe technologie toe te passen.<br />

14. Toename in decentrale productie & mass-customization<br />

Tabel 1: Overzicht belangrijkste trendclusters<br />

De trends zijn gegroepeerd naar trendclusters en deze trendclusters zijn nader geanalyseerd op zowel<br />

hun impact op de metropoolregio als de mate van onzekerheid over hun verloop. Op deze wijze zijn<br />

kernonzekerheden afgeleid, die fungeren als veranderdrivers voor de economische ontwikkeling van de<br />

<strong>MRA</strong>.<br />

2.3 Kernonzekerheid 1: stabiliteit Europa<br />

De eerste kernonzekerheid die uit het onderzoek naar voren is gekomen is de stabiliteit van Europa. Een<br />

stabiel Europa met een sterke gemeenschappelijke munt is van groot belang voor een open economie als<br />

die van Nederland en de <strong>MRA</strong>. De verdere ontwikkeling van Europa is echter bijzonder onzeker, door de<br />

omvangrijke schuldenproblematiek bij een aantal lidstaten én een groeiend negatief sentiment onder de<br />

bevolking van lidstaten ten aanzien van Europa. Er zijn vergaande Europese plannen in de maak die<br />

uitgaan van meer macht voor Europese instellingen, een Europees toezichtorgaan voor de bankensector,<br />

een harmonisatie van het begrotings-, belastings- en buitenlandbeleid van de EU-lidstaten, de instelling<br />

van eurobonds en de hervorming van sociale programma’s. Aan de ene kant zijn er redenen om aan te<br />

nemen dat Europa als gevolg van de huidige schuldencrisis zal komen tot verregaande politieke en<br />

economische integratie, aan de andere kant is het mogelijk dat de (monetaire) unie desintegreert als<br />

gevolg van het uittreden van lidstaten en een terugkeer naar bilaterale handelsafspraken. De<br />

ontwikkeling van de stabiliteit van Europa is een kernonzekerheid die de <strong>MRA</strong> sterk raakt en bepalend is<br />

voor de verbanden die het dient te slaan om haar economie verder te ontwikkelen.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 21


2.4 Kernonzekerheid 2: Industrieel en bedrijfseconomisch<br />

ecosysteem<br />

De tweede kernonzekerheid die uit de trendanalyse naar voren is gekomen is de toekomst van het<br />

industrieel en bedrijfseconomisch ecosysteem. Het huidige push-driven industrieel en economisch<br />

ecosysteem is aanbodsgedreven en gebaseerd op massaproductie. Multinationale onderneming<br />

produceren hun goederen en diensten op grote schaal en optimaliseren hun supply chain door deze op<br />

te knippen en uit te voeren op de locatie die vanuit kostprijs (fiscaliteit, arbeidskosten) het meest<br />

relevant is. De productie verdwijnt uit Westerse steden en er ontwikkelt zich een economie van<br />

geavanceerde dienstverlening. De ontwikkeling van massaproductie is nog lang niet ten einde. Mede<br />

onder invloed van het huidige economische klimaat optimaliseren ondernemingen hun supply chain<br />

verder, onder meer door het bundelen van ondersteunende functies in shared service centra’s in<br />

lagekostenlanden. Daarnaast kunnen mogelijk ook meer kennisintensieve functies verschuiven naar<br />

andere landen (zoals China), omdat deze aantrekkelijk worden in termen van kennis, talent en kapitaal.<br />

Hoewel de trend naar massa en schaal dominant is, tekent zich er een tegentrend af. Onder invloed van<br />

technologische en maatschappelijke ontwikkelingen neemt de vraag naar maatwerk, decentrale<br />

productie en een meer vraaggericht industrieel profiel toe. Productietechnologie (bijv. 3D printing)<br />

maakt het steeds meer mogelijk om tegen een fractie van de kosten in kleine batches hoogwaardige<br />

producten te produceren die maximaal inspelen op de behoefte van de klant. Communicatietechnologie<br />

stelt de gebruiker in staat om betrokken te zijn bij het ontwerp van producten (cocreatie). De trend naar<br />

mass customisation en cocreatie kan leiden tot een sterke verandering naar een pull-driven industrieel<br />

en bedrijfseconomisch ecosysteem. Het zijn niet langer geavanceerde zakelijke dienstverlening en sterke<br />

vestigingsvoorwaarden die ondernemingen aan de stad binden, maar veel meer de aanwezigheid van<br />

een intelligente en receptieve creatieve klasse die haar eigen vraag creëert. Het gaat niet langer om<br />

schaal maar om scope, waarbij ‘slimme’ en duurzame stedelijke regio’s zich kunnen onderscheiden als<br />

proeftuin en testlab voor nieuwe ontwikkelingen.<br />

2.5 Scenarioframe<br />

De basis voor de scenario’s voor de toekomt van de <strong>MRA</strong> is tot stand gekomen door beide<br />

kernonzekerheden van extreme waarden te voorzien en tegen elkaar af te zetten op een assenkruis.<br />

Hierdoor ontstaat de figuur op de volgende bladzijde, met vanuit bedrijfsperspectief het industrieel en<br />

bedrijfseconomisch ecosyteem op de x-as en vanuit macro perspectief de Europese stabiliteit op de y-as<br />

De vier kwadranten van het figuur representeren de verschillende scenario’s. Zo wordt het scenario in de<br />

linker bovenhoek (“Global Giants”) gekenmerkt door een combinatie van een push-driven ecosysteem<br />

(massa) en een sterk geïntegreerd Europa . In het “European Renewal” scenario (rechtsboven) wordt<br />

uitgegaan van een pull-driven ecosystem (maatwerk) in combinative met geïntegreerd Europa. De<br />

onderste scenario’s (“International Alliances” en “Local for Local”) visualiseren een toekomst waarin er<br />

sprake is van een gedifferentieerd Europa en waarbij het ecosysteem zich pull-driven (rechterzijde), dan<br />

wel push-driven (linkerzijde) ontwikkeld. In de hoofdstukken 3-6 worden de scenario’s inhoudelijk<br />

beschreven.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 22


Tabel 2: Scenario frame <strong>MRA</strong><br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 23


3 Scenario I – Global Giants<br />

Belangrijkste karakteristieken<br />

Integratie binnen Europa<br />

Europa heeft federatief karakter (Verenigde Staten van Europa)<br />

Meer nadruk op stedelijke regio’s<br />

London en Frankfurt zijn financiële centra<br />

Economie gebaseerd op pushstrategieën<br />

Verdere ontwikkeling van productie- naar transactiebanen<br />

Massaproductie en centralisatie hebben overhand<br />

Zakelijke dienstverlening, ICT, logistiek en groothandelsector zeer kansrijk<br />

Toekomstbeeld<br />

Het is 2025. De economische situatie in de <strong>MRA</strong> is redelijk te noemen. Na jaren van onrust en dynamiek is<br />

de rust teruggekeerd. De schuldencrisis van de jaren 2010-2015 heeft de aanzet gegeven tot een sterker<br />

en meer geïntegreerd Europa. Europa heeft een federatief karakter gekregen en Nederland heeft een<br />

aantal bevoegdheden overgedragen aan Brussel. Zo is er inmiddels sprake van een Europese president,<br />

een Europees leger en één Europees beleid voor economische en buitenlandse zaken. De Nederlandse<br />

staat is echter nog steeds verantwoordelijk voor het onderwijs, de sociale zekerheid, het pensioenstelsel<br />

en fiscaliteit. De schuldencrisis is opgelost, maar de verworven stabiliteit heeft veel pijn gedaan. Het<br />

massaal afstempelen van schulden aan de Zuidelijke eurolanden en het overeind houden van<br />

systeembanken hebben de Noordelijke lidstaten veel tijd en geld gekost en heeft geleid tot een zeer<br />

sobere economische ontwikkeling in de periode 2015-2020. Er is in deze periode veel bezuinigd en weinig<br />

geïnvesteerd in bijvoorbeeld energie- en communicatie-infrastructuur. Europa doet zijn best om de kracht<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 24


van haar economie te versterken en richt zich hierbij op het creëren van gespecialiseerde mondiaal<br />

competitieve ‘city regions’. Onderzoeks- en ontwikkelingsgelden worden aangewend om specialisatie<br />

rondom specifieke thema’s en sectoren te promoten. De Metropoolregio Amsterdam is vooral succesvol<br />

in het verwerven van middelen voor sectoren waarin het traditioneel concurrentievoordelen geniet. Met<br />

name het ICT cluster, het logistieke cluster en de zakelijke dienstverlening profiteren. De aantrekkelijkheid<br />

van de regio voor (regionale) hoofdkantoren van multinationale bedrijven is bijzonder hoog door de<br />

aanwezigheid van veel hooggekwalificeerde, ondersteunende zakelijke diensten, zoals juridische en<br />

financiële advisering en de ICT. Ondanks de aantrekkelijkheid van de <strong>MRA</strong> voor hoofdkantoren,<br />

verdwijnen bedrijfsfuncties als productie, maar ook engineering in toenemende mate uit Nederland. De<br />

belangrijkste reden hiervoor is dat bedrijven om economische redenen hun supply chain dusdanig<br />

inrichten dat de verschillende functies plaatsvinden waar dat fiscaal het meest aantrekkelijk is.<br />

Tijdslijn<br />

In tabel 3 zijn de belangrijkste gebeurtenissen opgenomen die ten grondslag liggen aan het ‘Global<br />

Giants’ scenario. Deze gebeurtenissen ‘verklaren’ hoe het scenario zich in de periode tot 2025 heeft<br />

ontwikkeld.<br />

2012-<br />

2013<br />

2014-<br />

2015<br />

2016-<br />

2017<br />

2018-<br />

2019<br />

2020-<br />

2021<br />

Val kabinet over de bezuinigingsdoelstellingen vanuit Brussel.<br />

Protesten in Zuidelijke lidstaten tegen de bezuinigingen en de hoge werkloosheid.<br />

Europese Unie start reddingsoperatie om Duitsland binnen de Eurozone te houden.<br />

Om Griekenland te redden, koopt het Europese noodfonds massaal Griekse staatsobligaties<br />

op.<br />

Financiële markten reageren kritisch en verlagen de kredietwaardigheid van meerdere<br />

eurolanden.<br />

Europese noodfonds wordt stopgezet en schulden Zuidelijke eurolanden worden<br />

afgestempeld.<br />

Financiële markten reageren positief en de Europese schuldencrisis loopt op z’n eind.<br />

Veel politieke onrust in Den Haag zorgt voor de val van het kabinet met VVD en PvdA.<br />

De Chinese economie is voor het eerst groter dan die van de hele Eurozone bij elkaar.<br />

In Nederland treedt een nieuw zakenkabinet aan met een pro-Europese regeringsagenda.<br />

De provincies worden afgeschaft wat leidt tot een machtsverschuiving naar gemeentelijke<br />

regio’s.<br />

Op een Europese top wordt het startschot gegeven voor een federatief Europa.<br />

Het vertrouwen in Europa en met name in landen als Duitsland en Nederland neemt<br />

voorzichtig toe. Voor het eerst sinds jaren is het consumenten- en ondernemersvertrouwen<br />

weer positief.<br />

Op mondiaal niveau komen vooral India en Brazilië als economieën sterk opzetten.<br />

De interne Europese markt wordt verder voltooid.<br />

Door volledig vrij verkeer van personen en grensoverschrijdende pensioenopbouw wordt<br />

het voor Nederland makkelijker om kenniswerkers aan te trekken.<br />

Door de toetreding van Polen en Hongarije tot de Eurozone wint de Euro aan kracht.<br />

China haalt de Verenigde Staten in als land met de grootste economie.<br />

Het beleid van de ‘city regions’ krijgt zijn beslag; vanuit Europa wordt fors in de <strong>MRA</strong><br />

geïnvesteerd om een belangrijke ‘hub’ te worden op het gebied van handel en logistiek.<br />

De groei van de Europese economie komt voor het eerst sinds de schuldencrisis boven de<br />

1,5%.<br />

De basis voor één Europees beleid voor economische en buitenlandse zaken wordt gelegd.<br />

Een experiment met robots in de op- en overslag van goederen in de <strong>MRA</strong> is een groot<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 25


2022-<br />

2023<br />

2024-<br />

2025<br />

succes.<br />

De wederuitvoer is groter dan de export van in het binnenland geproduceerde producten.<br />

Door het goede vestigingsklimaat van de <strong>MRA</strong> neemt het aantal buitenlandse kantoren toe.<br />

De integratie van de nationale legers tot één Europees leger is een feit; IJmuiden wordt<br />

aangewezen als één van de belangrijkste maritieme havens.<br />

De Europese economie trekt verder aan en het vertrouwen in de Europese economie neemt<br />

toe.<br />

De <strong>MRA</strong> kenmerkt zich als ‘city region’ binnen Europa vooral als een sterke<br />

diensteneconomie.<br />

Door de investeringen in kennisinfrastructuur, worden steeds meer Nederlandse<br />

universiteiten gezien als topuniversiteiten in Europa, waardoor het aantal buitenlandse<br />

studenten toeneemt.<br />

“Integratie van economisch en buitenlandbeleid staat aan de basis van een sterk federatief<br />

Europa”<br />

Tabel 3: Tijdslijn scenario Global Giants<br />

Een terugblik<br />

Om de situatie die in het ‘Global Giants’ scenario is ontstaan goed te kunnen begrijpen, is het van belang<br />

kort terug te blikken op haar ontstaansgeschiedenis. De oorsprong van de huidige situatie is te herleiden<br />

tot de eerste helft van het tweede decennium, waarin de economische crisis en schuldencrisis een<br />

dieptepunt bereiken. De afspraken die de Europese lidstaten maken om hun schuldenlast terug te<br />

dringen, begrotingen op orde te maken en de monetaire unie te redden trekken een zware wissel op de<br />

reële economie in Europa. Stringente overheidsbezuinigingen, een hoge en oplopende werkloosheid,<br />

een historisch laag consumenten- en ondernemersvertrouwen in de lidstaten van de EU, leiden tot een<br />

verzwakking van de solidariteit binnen Europa. In zowel Noordelijke als Zuidelijke lidstaten steken<br />

nationalistische sentimenten de kop op en moeten regeringen alle zeilen bijzetten om noodzakelijke<br />

reddingsoperaties door hun nationale parlementen te loodsen. Ternauwernood kan worden voorkomen<br />

dat Duitsland uit de Europese Monetaire Unie treedt. In Nederland sneuvelt zowel in 2012 als in 2015<br />

een kabinet op onenigheid over door Europa opgelegde bezuinigingsdoelstellingen en de door Brussel<br />

voorgestane overdracht van nationale soevereiniteit.<br />

Hoewel de periode 2012-2015 zeer turbulent is en het project Europa soms een dubbeltje op z’n kant<br />

lijkt, houdt Europa de gelederen uiteindelijk gesloten. Uitgebreide studies en analyses maken de<br />

lidstaten duidelijk dat Europa in de periode 1995-2010 zeer veel voordelen heeft gebracht. Ook in<br />

Nederland dringt het besef door dat er in het recente verleden bovenmatig is geprofiteerd van de<br />

Europese integratie. Nederland kent al jaren een handelsoverschot van meer dan 5% van het BBP en<br />

haar export is historisch vrijwel volledig gericht op Europese landen. Het zakenkabinet dat in Nederland<br />

in 2016 na een langdurig formatieperiode wordt geïnstalleerd, neemt een aantal belangrijke besluiten<br />

richting verdere Europese integratie. Het besef dat in toenemende mate zwaarwichtige vraagstukken als<br />

economische en financiële problemen, infectieziektes, milieuproblematiek, bescherming van natuurlijke<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 26


ecosystemen en terrorisme buiten het bereik van de nationale politiek vallen draagt bij aan een<br />

onvoorwaardelijke keuze voor Europa.<br />

Vanaf de tweede helft van het tweede decennium vindt de verdere Europese integratie plaats. De<br />

interne markt wordt verder voltooid. Het volledig vrij verkeer van personen wordt een feit, er ontstaat<br />

een volledig gereguleerd systeem van overheidsaanbestedingen. Harmonisering van het Europese<br />

privaatrecht (o.a., d.m.v. regelgeving op het vlak van e-handel, vennootschaps- en contractrecht,<br />

wederzijdse erkenning van rechtsinstrumenten, corporate governance, intellectueel eigendom en<br />

gegevensbescherming) stellen ondernemingen in staat om binnen de gehele Europese thuismarkt<br />

doelmatig te opereren. Het wegnemen van fiscale belemmeringen voor grensoverschrijdende<br />

pensioenopbouw en meer Europese samenwerking bij de toelating van hooggekwalificeerde migranten<br />

van buiten Europa creëert een Europese markt voor toptalent. Ter versteviging van de Europese<br />

Monetaire Unie treden in deze periode ook Polen en Hongarije toe.<br />

Naast het verder optimaliseren van de interne markt, neemt Europa eveneens het voortouw in de<br />

ontwikkeling van economisch beleid en ‘buitenlandse zaken’. Zo zet Europa door middel van<br />

ontwikkeling- en onderzoeksgelden zwaar in op de ontwikkeling van sterk concurrerende stedelijke<br />

gebieden en vergemakkelijkt het grensoverschrijdende samenwerking. Europa streeft specialisatie na om<br />

het qua concurrentiekracht op te kunnen nemen tegen de economische machtsblokken van Azië en de<br />

Verenigde Staten. Brussel is eveneens verantwoordelijk voor het buitenlandbeleid van de verschillende<br />

lidstaten en de coördinatie van militaire activiteiten. Regelmatig intervenieert Europa in politiek<br />

onrustige gebieden of levert het een bijdrage aan de internationale bestrijding van terrorisme. Door de<br />

hoge mate van integratie is Europa in staat om sneller en beter in te spelen op de snel veranderende<br />

wereldorde, dan in het verleden het geval was, toen alles door middel van verdragen tussen lidstaten<br />

werd geregeld.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 27


Nederland op het wereldtoneel<br />

In 2025 is Nederland een natiestaat in een sterk Europees democratisch verband. Hoewel een aantal<br />

taken door Brussel wordt uitgevoerd, is Den Haag nog steeds verantwoordelijk voor zaken als fiscaliteit,<br />

onderwijs, sociale zekerheid en pensioenen. Den Haag heeft met andere woorden veel invloed op het<br />

nationale vestigingsklimaat en probeert de vestigingsvoorwaarden voortdurend te verbeteren. Door<br />

middel van fiscale arrangementen en investeringen in kennisinfrastructuur en fysieke infrastructuur<br />

probeert Nederland haar aantrekkelijkheid voor hoofdkantoren van multinationale ondernemingen te<br />

vergroten. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat Nederland vooral moet blijven profiteren van<br />

buitenlandse investeringen en wederuitvoer. Binnenlandse investeringen en consumptie zijn als gevolg<br />

van de omvangrijke bezuinigingsprogramma’s, de loonmatigingen en de sterke vermogensdaling in de<br />

periode 2010-2020 nog steeds zeer beperkt.<br />

Als gevolg van de sterke Europese integratie en de versteviging van de euro zet globalisering in ‘Global<br />

Giants’ scenario sterk door. Handelsstromen tussen landen groeien sneller dan de productie van<br />

afzonderlijke nationale economieën als gevolg van ontwikkelingen in ICT, goedkoop transport en de<br />

opdeling van werkprocessen. Een groot deel van de Nederlandse export vindt nog steeds plaats naar<br />

Europa en de Verenigde Staten, maar de uitdaging voor de logistieke sector is om ook in de handel met<br />

de nieuwe economieën in Azië, Rusland en Zuid-Amerika haar marktaandeel te vergroten.<br />

Multinationale ondernemingen produceren hun goederen en diensten op grote schaal en optimaliseren<br />

hun supply chain door deze op te knippen en activiteiten uit te voeren op de locatie die vanuit kostprijs<br />

(fiscaliteit en arbeidskosten) het meest relevant is. Mede onder invloed van het economisch klimaat<br />

bundelen ondernemingen hun ondersteunende functies in shared service centra in lage lonen landen.<br />

Nederland profiteert van de wereldwijde massaproductie en haar bijbehorende handelsstromen. De<br />

wederuitvoer is inmiddels –onder meer door containerisatie– beduidend groter dan de export van in het<br />

binnenland geproduceerde producten. De Nederlandse industrie staat überhaupt onder druk door de<br />

sterk toegenomen energieprijs. Nederland is geen koploper op het vlak van verduurzaming en<br />

conformeert zich met moeite aan de minimale Europese vereisten met betrekking tot het aandeel<br />

hernieuwbare energie in de energiemix. Om het aandeel van 20% te kunnen behalen importeert<br />

Nederland inmiddels energie uit landen als Brazilië, Engeland en Scandinavië, die wel de benodigde<br />

transformatie hebben kunnen maken. De investeringen die in Nederland nog wel zijn gedaan beperken<br />

zich tot energie-efficiency, variërend van het aanlengen van fossiele brandstoffen tot het beter isoleren<br />

van woningen en utiliteitsgebouwen. Van alle Nederlandse industriële weten de fabrikanten van<br />

hoogwaardige eindproducten hun exportpositie het gemakkelijkst te behouden.<br />

De Nederlandse overheid is als gevolg van diverse hervormingsrondes en de overdracht van taken aan<br />

Brussel beduidend kleiner geworden. In toenemende mate legt de overheid taken neer bij marktpartijen<br />

of maatschappelijke instellingen. Het wordt steeds duidelijker dat door het versterken van partnerships<br />

het beter mogelijk is om complexe vraagstukken op het vlak van onderwijs, zorg, en verduurzaming op<br />

te lossen of grootschalige investeringen te realiseren. Burgers hebben in de regel bovendien meer<br />

vertrouwen in maatschappelijke organisaties of bedrijven dan in de overheid, en de expertise van<br />

burgers op specifieke gebieden is erg groot.<br />

De economie van de <strong>MRA</strong><br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 28


Het ‘Global Giants’ scenario heeft de nodige implicaties voor de metropoolregio Amsterdam. Allereerst is<br />

het belang van het regionale bestuur ten opzicht van het landelijke bestuur verder toegenomen. De 30<br />

stedelijke regio’s die Nederland kent zijn sterk toegenomen in belang en werken nauw samen met<br />

Brussel bij de totstandkoming van hun economische agenda. Brussel, dat zich richt op een verdere<br />

voltooiing van de interne markt en het creëren van sterke ‘city regions’, streeft een hoge mate van<br />

specialisatie na. In tegenstelling tot historisch Europees economisch beleid, dat nogal eens<br />

marktverstorend werkte, kiest Brussel er in dit scenario voor om clustering van activiteiten te stimuleren<br />

in gebieden met historische en natuurlijke concurrentievoordelen. De Europese focus op specialisatie is<br />

voor de <strong>MRA</strong>, met haar gefragmenteerde economische profiel, niet zondermeer positief. Bepaalde<br />

clusters, zoals het life science cluster en het financiële cluster ondervinden hinder van door Europa<br />

gesubsidieerde concurrentie uit andere city regions.<br />

“Binnen het Global Giants scenario ontwikkelt de <strong>MRA</strong> zich als ‘City Region’ vooral sterk op<br />

het gebied van zakelijke dienstverlening ”<br />

Gestimuleerd door Brussel en profiterend van de hoge mate van marktintegratie binnen Europa<br />

ontwikkelt de economie van de <strong>MRA</strong> zich in het Global Giants scenario tot een diensteneconomie ‘pur<br />

sang’. Binnen een sterk geïntegreerd Europa is Amsterdam voor veel multinationale ondernemingen een<br />

ideale uitvalsbasis voor het (regionale) hoofdkantoor. De relatieve populariteit van de <strong>MRA</strong> als<br />

vestigingslocatie voor hoofdkantoren vormt een impuls voor de ontwikkeling van een internationaal<br />

hoogwaardige dienstensector, hetgeen op haar beurt de aantrekkingskracht voor hoofdkantoren<br />

vergroot. De <strong>MRA</strong> is kansrijk en succesvol in de ontwikkeling van dienstverlening op het vlak van supply<br />

chain management, fiscaliteit en ICT. Hoewel multinationale ondernemingen doorgaan met het<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 29


offshoren van r&d en productie, vindt de regie van de in toenemende mate complexe supply chains<br />

plaats in de <strong>MRA</strong>.<br />

Naast de goede uitgangspunten voor de dienstensector, heeft de <strong>MRA</strong> in het Global Giants scenario<br />

eveneens goede kaarten op het vlak van logistiek en handel. Nederland is binnen dit scenario als geheel<br />

een logistiek knooppunt met zwaartepunten in Rotterdam, Amsterdam, Noord-Brabant en in<br />

toenemende mate in Noord-Limburg. De <strong>MRA</strong> onderscheid zich echter door de relatief hoogwaardige<br />

logistieke oplossingen. De aanwezigheid van Schiphol, een sterke zeehaven en de hoogwaardige<br />

logistieke kennis, maakt dat bedrijven binnen de <strong>MRA</strong> in staat zijn logistieke oplossingen te bieden voor<br />

zeer complexe supply chains. De <strong>MRA</strong> blinkt vooral uit in die gebieden waar ze cross-overs kan slaan<br />

tussen verschillende clusters. Ze heeft ze goede mogelijkheden om in de food- en flowersector en op het<br />

vlak van life sciences een zeer belangrijke groothandelsfunctie voor de rest van Europa te vormen. In de<br />

<strong>MRA</strong> wordt nog weinig geproduceerd, maar vindt er des te meer activiteit plaats op het vlak van logistiek<br />

en handel. Ondersteunend aan de vestiging van hoofdkantoren en de activiteiten op het gebied van<br />

logistiek en handel gedijen juridische dienstverleners (complex transactiemanagement) en ICTondernemingen<br />

(digitalisering informatiestromen binnen supply chains).<br />

Tezamen met branchevereningen, het bedrijfsleven, Den Haag en Brussel zet de <strong>MRA</strong> in op het<br />

vermarkten van haar regio als vestigingsplaats voor multinationals en als gateway to Europe voor<br />

buitenlandse producten. Het versterken van relaties met de nieuwe economieën in Azië en Latijns-<br />

Amerika is hierbij een topprioriteit voor de regio.<br />

Het business model van de <strong>MRA</strong><br />

Elke stad of regio – net als ieder bedrijf – kan worden beschreven in termen van een business model. Een<br />

business model is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de<br />

regio ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische<br />

actoren zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De<br />

waardepropositie beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie<br />

of woonplaats. Het business model van de regio illustreert verder welke randvoorwaarden de<br />

waardepropositie voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische toegevoegde<br />

waarde wordt gecreëerd. Het denken in termen van een business model maakt het voor beleidsvormers<br />

mogelijk om zich te verdiepen in de wijze waarop de stad randvoorwaarden aanwendt, haar<br />

waardepropositie verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie contant maken.<br />

Figuur 1 toont het ‘optimale’ business model voor de <strong>MRA</strong> binnen het ‘Global Giants’ scenario.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 30


Figuur 8: Optimaal business model in scenario 'Global Giants'<br />

Waardepropositie<br />

De figuur geeft een visuele illustratie van het optimale business model van de <strong>MRA</strong> in het ‘Global Giants’<br />

scenario. Het middelste vlak van het raamwerk representeert de waardepropositie van de regio. De<br />

waardepropositie bestaat uit een combinatie van locatiefactoren die de regio aantrekkelijk maakt voor<br />

economische actoren, zoals bedrijven, kennisinstellingen en inwoners. Wanneer er wordt gekeken naar<br />

de onderdelen van de waardepropositie die in het ‘Global Giants’ scenario van groot belang zijn, zijn dit<br />

de onderdelen ‘connectiviteit’ en ‘internationale dienstensector’, gevolgd door de onderdelen ‘quality of<br />

life’, ‘vestigingsfactoren’ en ‘brand name’.<br />

Connectiviteit<br />

Connectiviteit is een elementaire voorwaarde voor structurele economische groei in dit scenario. Drie<br />

knooppunten van betekenis liggen in de <strong>MRA</strong>, te weten de luchthaven Schiphol, de haven van<br />

Amsterdam en de bloemenveiling in Aalsmeer. Daarnaast zal ook de digitale connectiviteit een rol van<br />

betekenis spelen in de ontwikkeling van de regio en dan vooral als katalysator voor de groei van de<br />

dienstensector. Door de invoering van nieuwe (technische) oplossingen ondersteund door een goede<br />

ICT-infrastructuur zal Het Nieuwe Werken een vlucht<br />

nemen. Dit zal leiden tot veranderingen in het<br />

ruimtegebruik (kleinere kantoren), het onderwijs “In het Global Giants scenario zijn<br />

(deels op afstand), de logistiek en de zorg (deels op<br />

connectiviteit en een sterk<br />

afstand). Om in dit scenario succesvol te zijn, zal de<br />

ontwikkelde internationale<br />

<strong>MRA</strong> zowel moeten investeren in fysieke capaciteit dienstensector van cruciaal belang”<br />

en<br />

bereikbaarheid, als in verbetering van digitale<br />

netwerken. Connectiviteit tussen de <strong>MRA</strong> en Europese distributiecentra in Nederland wordt eveneens<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 31


steeds belangrijker, aangezien de regio met haar hoge grondprijzen waarschijnlijk geen grote rol van<br />

betekenis zal spelen op dit gebied. Voor een optimale bediening van het Europese achterland en de rest<br />

van de wereld is daarnaast een optimale samenhang van Rotterdam, Amsterdam en Noord-Brabant<br />

noodzakelijk.<br />

Internationale dienstensector<br />

In het ‘Global Giants’ scenario is eveneens een goed ontwikkelde internationale dienstensector van groot<br />

belang. Hooggekwalificeerde zakelijke diensten, zoals juridische en financiële advisering, maar ook ICTdienstverlening<br />

en logistieke dienstverlening zijn van groot belang om internationale hoofdkantoren te<br />

faciliteren. De huidige ontwikkeling, waarin de financiële en zakelijke dienstverlening onder druk staat,<br />

ondermeer onder invloed van aangescherpte regels voor banken en een daling van bedrijfsinvesteringen,<br />

is gevaarlijk. De <strong>MRA</strong> zal haar sterke, maar mobiele internationale dienstensector moeten koesteren, om<br />

goed gepositioneerd te zijn voor succes in het ‘Global Giants’ scenario.<br />

Quality of life<br />

De <strong>MRA</strong> is in het ‘Global Giants’ scenario in hoge mate afhankelijk van de vestiging van (regionale)<br />

hoofdkantoren. Om onderscheidend te zijn voor bedrijven en talent zal een regio zodoende steeds meer<br />

moeten investeren in een hoogwaardige quality of life. Werknemers zijn steeds flexibeler en steeds<br />

minder gebonden aan een woonplaats, waardoor een hoogwaardige quality of life kansen biedt. Quality<br />

of life kan worden gecreëerd door goede voorzieningen, zoals een ruim cultureel aanbod, voldoende<br />

woningaanbod, goede onderwijsvoorzieningen, goede groenvoorzieningen, voldoende sportfaciliteiten,<br />

maar ook goede zorgvoorzieningen en de beschikbaarheid van schone energie.<br />

Vestigingsfactoren<br />

Naast het realiseren van een goede quality of life is het in dit scenario van groot belang zorg te dragen<br />

voor excellente vestigingsfactoren voor ondernemingen. Voor Nederland in het algemeen en de <strong>MRA</strong> in<br />

het bijzonder is een goed vestigingsklimaat cruciaal. Hoewel Nederland en de <strong>MRA</strong> een goede<br />

uitgangspositie hebben, is dit richting de toekomst geen vanzelfsprekendheid. Voor een flexibele<br />

arbeidsmarkt en een aantrekkelijk fiscaal klimaat is de <strong>MRA</strong> afhankelijk van het beleid van de<br />

Rijksoverheid. Gelet op het belang voor de regionale economie, zal de <strong>MRA</strong> druk moeten blijven houden<br />

op de Nederlandse overheid om ervoor te zorgen dat het verbeteren van het vestigingsklimaat hoog op<br />

de agenda blijft staan.<br />

Brand name<br />

Het laatste onderdeel met een bovengemiddelde relevantie in het Global Giants scenario is het<br />

waarborgen van een sterke ‘brand name’. Amsterdam is reeds zeer succesvol op het vlak van city<br />

branding en zal voort moeten bouwen op haar ervaringen. Een goede consistente brandbeleving is in het<br />

Global Giants scenario van groot belang om de aantrekkingskracht van de regio Amsterdam op inwoners<br />

en bedrijvigheid te bestendigen.<br />

Randvoorwaarden<br />

De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan<br />

de linkerzijde van het raamwerk zijn weergegeven. De linkerzijde van het raamwerk heeft zijn financiële<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 32


consequenties in termen van kosten en investeringen die noodzakelijk zijn om randvoorwaarden te<br />

verwezenlijken. In de regel zijn randvoorwaarden namelijk te creëren door gericht beleid en specifieke<br />

investeringen. Binnen het Global Giants scenario liggen de belangrijkste randvoorwaarden op het vlak<br />

van infrastructuur, het nationale vestigingsklimaat en de arbeidsmarkt. De randvoorwaarde<br />

‘infrastructuur’ is direct gelinkt aan het belang van een uitstekende connectiviteit. De bereikbaarheid van<br />

de regio Groot-Amsterdam is cruciaal en investeringen op dit vlak dienen te worden voortgezet. Het is in<br />

dit kader positief dat het wegennet tussen Schiphol, Amsterdam en Almere tussen 2011 en 2020 wordt<br />

aangepakt en dat de Noord-Zuidlijn zal worden opgeleverd. De kwaliteit van het nationale<br />

vestigingsklimaat is in het Global Giants scenario eveneens van groot belang en vormt de basis voor<br />

regiospecifieke locatiefactoren. Hoewel de <strong>MRA</strong> geen directe invloed kan uitoefenen op het nationale<br />

vestigingsklimaat, is het voor haar van groot belang om in Den Haag aan te blijven dringen op goede<br />

nationale voorwaarden. Met betrekking tot de randvoorwaarde ‘arbeidsmarkt’ ten slotte, is het in dit<br />

scenario van groot belang om een kwalitatief hoogwaardige en kwantitatief ruime arbeidsmarkt te<br />

creëren. Hoogwaardige onderwijsinstellingen, goede voorzieningen en andere zaken die de <strong>MRA</strong> een<br />

aantrekkelijke plek om te werken en te wonen maken, dienen te worden gecultiveerd. Naast het<br />

vasthouden van wat goed is, is het echter van groot belang de ontwikkeling van talent te intensiveren.<br />

Enerzijds ligt er een uitdaging een cultuur te creëren waarin uitblinken mag en toptalent veel meer dan<br />

nu het geval is, wordt gewaardeerd. Anderzijds kan het talent in de arbeidsmarkt van de <strong>MRA</strong> worden<br />

bevorderd door kennisimmigratie te bevorderen. Op dit moment blijft het aandeel hooggekwalificeerde<br />

immigranten in de Nederlandse beroepsbevolking met 2,4% sterk achter bij het gemiddelde van de<br />

OESO-landen van 4,2%. De immigranten zijn bovendien minder vaak hoogopgeleid dan in andere OESOlanden.<br />

Hoewel aandacht voor ‘onderwijs en onderzoek’, ‘leefbaarheid’, ‘voorzieningen’ en de<br />

‘woningvoorraad’ ook relevant zijn in het Global Giants scenario, dient dit ondergeschikt te zijn aan<br />

aandacht voor ‘infrastructuur’, ‘vestigingsklimaat’ en het creëren van een hoogwaardige en flexibele<br />

arbeidsmarkt.<br />

“Kan de <strong>MRA</strong> de kwaliteit van haar internationale dienstensector op niveau houden zonder<br />

de beschikking te hebben over een grote financiële sector?”<br />

Economische clusters<br />

De besproken randvoorwaarden, zijn als het ware de ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ om de<br />

waardepropositie van de <strong>MRA</strong> dusdanig in te richten dat ze aantrekkelijk is voor bedrijven en inwoners<br />

om zich in Groot-Amsterdam te vestigen. Aan de rechterkant van het business model raamwerk worden<br />

de economische clusters weergegeven die in het Global Giants scenario de meeste potentie bieden voor<br />

waardecreatie. De economische clusters‘zakelijke dienstverlening’, ‘logistiek’ en ‘groothandel’, alsmede<br />

de clusters ‘ICT/eScience’ en ‘creatieve industrie’ zijn in het Global Giants scenario het meest van belang.<br />

Zakelijke dienstverlening<br />

In het Global Giants scenario ligt er veel potentie voor het cluster zakelijke dienstverlening. De <strong>MRA</strong><br />

heeft een goede uitgangspositie om binnen het paradigma van mondiale arbeidsdeling buitenlandse<br />

hoofdkantoren binnen te halen. Kwalitatief hoogstaande dienstverleners als advocaten, notarissen,<br />

fiscalisten, accountants en consultants zijn van belang om deze internationale bedrijven optimaal te<br />

faciliteren. Op dit moment heeft de regio Groot-Amsterdam een goed ontwikkelde internationale<br />

dienstensector, maar de vraag is hoe dit cluster zich de komende jaren zal ontwikkelen nu de groeimotor<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 33


van het geheel, de financiële sector, een forse pas op de plaats moet maken. De <strong>MRA</strong> zal zich moeten<br />

buigen over de vraag in hoeverre het mogelijk is om een sterke zakelijk dienstverlenende sector te<br />

ontwikkelen, zonder de beschikking te hebben over een grote en internationaal beduidende financiële<br />

sector?<br />

Logistiek<br />

Er liggen in het Global Giants scenario veel kansen voor de logistieke sector om de gateway functie van<br />

de regio uit te breiden. Global sourcing en centrale productie en distributie zijn gemeengoed in bijna alle<br />

markten en value chains in het Global Giants scenario. Voor internationale ondernemingen is de kwaliteit<br />

van hun logistieke netwerken en relaties een belangrijk onderdeel van hun concurrentiepositie. Klanten<br />

willen namelijk gemak, eenvoud, snelheid en flexibiliteit en complexe logistieke oplossingen zijn cruciaal<br />

voor klantretentie. Voor de <strong>MRA</strong> is het in het Global Giants scenario cruciaal haar fysieke bereikbaarheid<br />

te verbeteren. Investeringen in infrastructuur zijn cruciaal. Daarnaast liggen er echter veel kansen voor<br />

specialistische logistieke dienstverlening. Internationale ondernemingen hebben in toenemende mate<br />

behoefte aan logistiek advies om een antwoord te hebben op de complexiteit en snelheid van<br />

verandering in hun markten. Bij het bepalen van vestigingslocaties speelt de beschikbaarheid van<br />

hoogwaardige logistieke dienstverleners een cruciale rol. De <strong>MRA</strong> heeft in dit scenario kansen om haar<br />

logistieke expertise verder te ontwikkelen en zich bovendien op te werpen als proeftuin voor nieuwe<br />

logistieke concepten. Te denken valt aan intelligente transportsystemen (onbemande vrachtwagens,<br />

inzet tram voor stedelijke distributie) en verkeersmanagementsystemen. Ook het verwerven van kennis<br />

op het vlak van operations planning, veiligheid in logistieke netwerken, en de inzet van technologische<br />

innovaties biedt veel kansen.<br />

“In het Global Giants scenario heeft de <strong>MRA</strong> een sterke functie als internationale ‘hub’ voor<br />

groothandel en logistiek”<br />

Groothandel<br />

De internationale verwevenheid van het Global Giants scenario biedt eveneens veel kansen voor de<br />

groothandelsfunctie van de <strong>MRA</strong>. De <strong>MRA</strong> heeft de potentie om haar ‘hubfunctie’ te versterken en is<br />

daarmee de aangewezen plek voor een handelsfunctie binnen verschillende sectoren. De <strong>MRA</strong> heeft met<br />

name kansen om groothandelsfuncties op te bouwen binnen complexe supply chains, waarbij het kan<br />

profiteren van de logistieke infrastructuur en expertise in de regio. Zo liggen er bijvoorbeeld in het<br />

bijzonder kansen in de food & flowers sector, waarbij thematiek als vers, volledigheid, snelheid en<br />

voorspelbaarheid voorop staan bij de inrichting van logistieke netwerken. Ook in de life sciences liggen<br />

veel mogelijkheden, aangezien zaken als tijdsplanning, betrouwbaarheid, veiligheid en geconditioneerd<br />

vervoer hier van groot belang zijn. De fysieke capaciteit die noodzakelijk is voor een verdere ontwikkeling<br />

van de groothandelsector kan wellicht worden gevonden in steden als Almere of Lelystad.<br />

ICT/eScience<br />

Een cluster met veel potentie in het Global Giants scenario is het ICT/eScience cluster. Dit cluster heeft<br />

veel potentie in ondersteunen van de regiefunctie binnen supply chains en het realiseren van real time<br />

informatiesystemen. Ondernemingen zijn in dit scenario’s maximaal afhankelijk van logistieke diensten<br />

en ondersteunende modellen en systemen, die de noodzakelijke informatie aanleveren over zaken als<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 34


vraag, aanbod, productkwaliteit, duurzaamheidaspecten, et cetera. Ook op het vlak van beveiliging van<br />

data in logistieke ketens liggen veel uitdagingen voor het ICT/eScience cluster.<br />

Creatieve industrie<br />

Het laatste cluster met een bovengemiddeld belang in het Global Giants scenario is de creatieve<br />

industrie. De creatieve industrie heeft bijvoorbeeld veel kansen om hoofdkantoren en logistieke<br />

dienstverleners te ondersteunen met de ontwikkeling van software en ‘apps’ die informatie ontsluiten<br />

en de interactie tussen producent en gebruiker verbeteren. Hiernaast speelt de creatieve industrie<br />

eveneens een rol in het verbeteren van de waardepropositie van de regio door het effect op het<br />

culturele klimaat in de regio.<br />

Naast de genoemde clusters zal het cluster toerisme en congressen naar alle waarschijnlijkheid<br />

profiteren van de internationale toegankelijkheid van Amsterdam. Zij profiteren van de inspanningen die<br />

moeten worden gedaan om de regio aantrekkelijk te maken als vestigingsplaats voor bedrijven en<br />

bewoners. Vooral op cultureel gebied gebeurt liggen er veel mogelijkheden. Om de toestroom van<br />

toeristen beter aan te kunnen en spreiding van toeristen te bevorderen kan er bijvoorbeeld een Dutch<br />

Design museum worden geopend in Almere. Ook biedt toerisme op het water veel kansen. Zo valt er te<br />

denken aan een directe veerdienst van Centraal Station naar Almere die toeristen naar het<br />

Designmuseum vaart.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 35


4 Scenario II – European Renewal<br />

Belangrijkste karakteristieken<br />

Integratie binnen Europa<br />

Financiële, fiscale en economische integratie<br />

Groot Brittannië, Denemarken en Zweden treden toe tot EMU en voeren de euro succesvol in<br />

Duurzame low carbon economie staat centraal in EU<br />

Economie gebaseerd op vraagsturing<br />

Nederland omarmt derde industriële revolutie<br />

Consument leidend in productieproces<br />

Mass-customization en decentralisatie hebben de overhand<br />

Toekomstbeeld<br />

Het is 2025. Hoewel de economische situatie nog steeds fragiel is, lijkt er sprake van nieuw Europees elan.<br />

Na een periode van grote maatschappelijke onrust, waarin onder meer Griekenland uit de eurozone is<br />

getreden, is Europa er in geslaagd om verregaande stappen te zetten in de richting van financiële en<br />

economische integratie. Nadat beleggers hun vertrouwen in de euro volledig verliezen en de munt<br />

massaal dumpen, nemen de regeringsleiders van de eurolanden een aantal draconische maatregelen. Er<br />

wordt besloten een gemeenschappelijk financieel, fiscaal en economisch beleid te voeren. In de praktijk<br />

betekent dit onder meer dat de eurolanden gezamenlijk de kapitaalmarkt betreden, gezamenlijk<br />

belasting heffen en een uniform beleid voeren op het vlak van sociale voorzieningen, pensioenen en<br />

arbeidsmarkt. Hoewel de keuze voor verregaande financiële en economische integratie tot veel ophef<br />

leidt binnen met name de noordelijke eurolanden, reageren de financiële markten zeer enthousiast. De<br />

euro neemt snel toe in waarde en de rente op eurobonds daalt gestaag. De integratie brengt zoveel<br />

stabiliteit dat niet-eurolanden zoals Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden besluiten toe te treden tot<br />

de eurozone. Het zelfvertrouwen in de Europese Unie keert langzaam terug en Europa adopteert een<br />

heldere economische investeringsagenda. De EU zet sterk in op een duurzame low-carbon economie en<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 37


investeert in alle lidstaten in krachtige en slimme energie- en communicatiesystemen. De doelstelling is<br />

om miljoenen banen te creëren op het vlak van hernieuwbare energietechnologie, groen bouwen, IT,<br />

nanotechnologie, biochemie, brandstofcelontwikkeling, grid-management, elektrisch vervoer, cocreatie,<br />

mass-customization, et cetera. Onderzoeks- en ontwikkelingsgelden worden ingezet om de ‘derde<br />

industriële revolutie’ naderbij te brengen. Ook in Nederland en in de <strong>MRA</strong> is duidelijk merkbaar dat een<br />

nieuw tijdperk is aangebroken. Consumenten leggen veel nadruk op waarden als duurzaamheid,<br />

zelfvoorzienendheid, cocreatie, decentrale productie en uniciteit. Bedrijven spelen langzaam in op deze<br />

ontwikkelingen door in te zetten op lokale productie, vergroening, mass-customization en cocreatie met<br />

afnemers. In de <strong>MRA</strong> zijn het vooral de creatieve industrie, de clusters ICT/eScience en handel & logistiek<br />

en in mindere mate de industrie die profiteren. Door de hoge mate van decentralisatie neemt het aantal<br />

wereldwijde hoofdkantoren in de metropoolregio af.<br />

Tijdslijn<br />

In tabel 4 zijn de belangrijkste gebeurtenissen opgenomen die ten grondslag liggen aan het ‘European<br />

Renewal’ scenario. Deze gebeurtenissen ‘verklaren’ hoe het scenario zich in de periode tot 2025 heeft<br />

ontwikkeld.<br />

2012-<br />

2013<br />

2014-<br />

2015<br />

2016-<br />

2017<br />

2018-<br />

2019<br />

2020-<br />

2021<br />

2022-<br />

2023<br />

2024-<br />

2025<br />

Het kabinet valt over de begrotingsnormen vanuit Brussel.<br />

De werkloosheid onder jongeren in de Zuidelijke lidstaten loopt op tot recordhoogtes.<br />

Ook in de Noordelijke lidstaten neemt het aantal werklozen snel toe.<br />

Nederland kampt met dalende exportvolumes door een krimpende uitvoer naar Duitsland<br />

en de VS.<br />

Griekenland ziet zich gedwongen de eurozone te verlaten.<br />

Door de grote maatschappelijke onrust en de devaluatie van de euro verkeert Europa in<br />

een diepe crisis.<br />

Om het tij te keren zet Europa verregaande stappen in de richting van financiële en<br />

economische integratie door overdracht van soevereiniteit op financieel, fiscaal en<br />

economisch vlak.<br />

Op de financiële markten neemt het vertrouwen in Europa en de euro toe.<br />

Groot-Brittannië, Zweden en Denemarken treden toe tot de eurozone.<br />

In Europa wordt een nieuw systeem ingevoerd voor de verhandeling van emissierechten.<br />

Europa zet sterk in op een duurzame low-carbon economie en investeert in krachtige en<br />

slimme energie- en communicatiesystemen.<br />

Ook particulieren en bedrijven investeren steeds meer in de opwekking van lokale<br />

duurzame energie.<br />

Nederlandse bedrijven halen hun productielocaties vanuit het buitenland steeds vaker<br />

terug naar Nederland; dit zorgt voor een revival van de Nederlandse maakindustrie.<br />

Ontwikkelingen op het gebied van 3D-printen maakt de techniek betaalbaar voor de massa.<br />

Het openbaar vervoer en het personenvervoer in de <strong>MRA</strong> is volledig elektrisch.<br />

Door het koppelen van de elektriciteitsnetten en met gebruikmaking van slimme<br />

technologie ontstaat één groot Europees smart grid.<br />

Nederland zet in op derde industriële revolutie met gerichte subsidiëring van<br />

kennisinstellingen en toegepast onderzoek.<br />

De high tech industrie in Nederland maakt een grote groei door.<br />

Steeds meer bedrijven en huishoudens in Nederland maken gebruik van lokale<br />

energieproducten.<br />

Europa is sterk geïntegreerd, heeft een concurrerende economie en een sterke<br />

munteenheid.<br />

De <strong>MRA</strong> is succesvol als proeftuin voor de Nederlandse technologische industrie.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 38


Tabel 4: Tijdlijn European Renewal scenario<br />

Een terugblik<br />

Om de situatie die in het ‘European Renewal’ scenario is ontstaan goed te kunnen begrijpen, is het van<br />

belang kort terug te blikken op haar ontstaansgeschiedenis. De oorsprong van de huidige situatie is te<br />

herleiden tot de eerste helft van het tweede decennium, waarin de economische crisis en schuldencrisis<br />

een dieptepunt bereikt. De rente op staatsobligaties loopt in een aantal zuidelijke lidstaten op tot<br />

onhoudbare proporties. Hoewel Europa de zuidelijke eurolanden te hulp schiet, gaat dit gepaard met<br />

aflossingsverplichtingen en hervormingsvereisten die nauwelijks haalbaar zijn. Massale werkloosheid,<br />

armoede, maatschappelijke ontwrichting en een snelle opkomst van populistische partijen nopen de<br />

regeringen van Spanje, Italië en Griekenland om politieke powerplay te spelen. De Spaanse regering<br />

weigert in 2014 uitvoering te geven aan een nieuw verplicht hervormingspakket, de Italiaanse regering<br />

probeert zaken te doen met China en Griekenland neemt de beslissing om uit de eurozone te stappen.<br />

In de tweede helft van 2014 verkeert Europa in een diepe crisis. De koers van de euro staat sterk onder<br />

druk en ook in de Noordelijke EU-lidstaten is de werkloosheid inmiddels hoog opgelopen. Bedrijven<br />

durven niet te investeren of te lenen en ook consumenten houden de hand op de knip. Overheden zijn<br />

vooral bezig met begrotingsdiscipline en hebben geen aandacht voor het creëren van banen. Al bijna een<br />

decennium zijn er geen noemenswaardige investeringen gedaan in het moderniseren van de Europese<br />

economie en dit begint zijn tol te eisen. In plaats daarvan moeten overheden fors bijdragen aan<br />

financiële steun aan de overgebleven zwakke eurolanden om onbeheersbare kapitaalvlucht uit deze<br />

landen tegen te gaan. De nood is hoog en de bom barst wanneer de financiële wereld, ondanks de vele<br />

miljarden aan garanties en schuldsaneringen, het vertrouwen in de euro verliest. Lapmiddelen volstaan<br />

niet langer en na 14 dagen achter gesloten deuren vergaderen nemen de regeringsleiders van de<br />

lidstaten die de euro voeren een drastische stap. Onder hoge politieke druk wordt er gekozen voor een<br />

vrijwel volledige economische en financiële integratie: de eurolanden leveren hun soevereiniteit in op<br />

het vlak van fiscaliteit, begrotingsvrijheid, treasury, pensioenen en zelfs sociale voorzieningen en<br />

arbeidsmarkt.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 39


De financiële markten zijn onder de indruk van de plotselinge daadkracht in Europa en het vertrouwen in<br />

de euro stijgt snel. Nieuwe lidstaten treden toe tot de eurozone en in toenemende mate vervangt de<br />

euro de dollar als reservevaluta. Belangrijker nog, de Europese Unie en haar lidstaten komen eindelijk<br />

toe aan een fundamentele herbezinning op de toekomst. Er zijn banen nodig, dat staat vast, maar dit zijn<br />

niet langer de banen uit het verleden. De maatschappij en de economie zijn tussen 2005 en 2014<br />

fundamenteel veranderd. Er is sprake van een breed gedragen afkeer van de negatieve effecten van het<br />

kapitalisme en er wordt kritisch gekeken naar verdere globalisering. Een snel groeiende groep<br />

consumenten kiest voor een duurzame levensstijl en eist maatschappelijk verantwoord gedrag van de<br />

ondernemingen. Bedrijven zijn steeds vaker genoodzaakt hun waardeketens opnieuw in te richten,<br />

waarbij local sourcing, het minimaliseren van hun CO2- en watervoetafdruk en andere vormen van<br />

stakeholder value centraal staan. De consument eist bovendien maximale betrokkenheid bij de<br />

totstandkoming van zijn of haar product. Ontwikkelingen in de ICT maken cocreatie steeds beter<br />

mogelijk en nieuwe ideeën op het vlak van mass-customization stellen consumenten in staat producten<br />

samen te stellen die maximaal zijn geïndividualiseerd.<br />

In haar roadmap 2050 probeert Europa zo goed<br />

mogelijk in te spelen op de kansen die de nieuwe<br />

industriële revolutie biedt. De Europese Unie stelt zich<br />

ten doel een competitieve CO2 neutrale economie te<br />

ontwikkelen. In dit kader wordt een groot aantal<br />

maatregelen getroffen. Allereerst ontwikkelt de EU een<br />

effectief emissierechtensysteem en bestrijdt het<br />

“De industrie doet zijn herintrede in<br />

Nederland met een sterke focus op<br />

build-to-order productieprocessen”<br />

oneerlijke buiten-Europese concurrentie door een effectief systeem van importheffingen en<br />

exportsubsidies. Daarnaast kiest Europa voor een aantal grootschalige investeringsprogramma’s op het<br />

vlak van ICT-infrastructuur (glasvezel) en energie-infrastructuur (slimme energienetten). Een radicale<br />

verandering van het elektriciteitsnetwerk is noodzakelijk om definitief de overstap naar duurzaam<br />

opgewekte energie te kunnen maken. Een belangrijke doelstelling hierbij is empowerment van de<br />

consument. Een moderne energie-infrastructuur maakt het voor de consument mogelijk zijn eigen<br />

energie op te wekken en uit te wisselen met het elektriciteitsnet. Door krachtige ICT is de consument in<br />

staat een eigen rol te spelen in het productieproces van consumentengoederen. Europese<br />

ontwikkelingsgelden worden vrijgemaakt om technologische vraagstukken op het gebied van<br />

bijvoorbeeld elektrisch vervoer, 3D-printen en energieopslag op te lossen.<br />

Nederland op het wereldtoneel<br />

De nieuwe economische realiteit die zich ontvouwt binnen Europa, heeft veel effect op de open<br />

economie van Nederland. De ontwikkelde economieën van Europa zetten zwaar in op het verduurzamen<br />

van hun energievoorziening, de lokale productie van goederen en de verwerking van halffabricaten tot<br />

maximaal geïndividualiseerde producten. Kwaliteit en duurzaamheid staan centraal en de predominantie<br />

met voortdurende groei lijkt verleden tijd. Nieuwe productietechnieken leiden ertoe dat schaaleffecten<br />

minder relevant zijn. Bovendien loont het minder om productie uit te besteden naar Azië. Dit als gevolg<br />

van hoge transportkosten, importheffingen en stijgende lonen in die landen. Ondanks het feit dat de<br />

mondiale economie groeit, is er een terugval van wereldhandelsvolumes zichtbaar doordat er dichter bij<br />

de eindgebruiker wordt geproduceerd. De overslag van bulkgoederen en containers daalt dan ook<br />

aanzienlijk. Ook zijn multinationale ondernemingen minder geneigd te werken met zware internationale<br />

hoofdkantoren. Om maximaal in te kunnen spelen op de klantbehoefte kiezen ze steeds vaker voor een<br />

decentraal besturingsmodel, waarin gebruik wordt gemaakt van regionale hoofdkantoren met veel<br />

autonomie.<br />

Hoewel Nederland uiteindelijk weet te profiteren van de transitie van de Europese economie, heeft de<br />

verandering veel pijn gedaan. In de open Nederlandse economie, wordt aanvankelijk zwaar ingezet op<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 40


handel en wederuitvoer. Hoewel Nederland hier in het verleden veel van heeft geprofiteerd, staan deze<br />

activiteiten in toenemende mate onder druk. Landen met een serieuze maakindustrie zoals Duitsland<br />

presteren veel beter dan handelsnaties als Nederland. De Nederlandse triple-helix lijkt zich steeds beter<br />

te beseffen dat her-industrialisatie zo gek nog niet is. Nadat de Nederlandse overheid beduidend kleiner<br />

is geworden en een groot aantal bevoegdheden op financieel-economisch gebied heeft overgedragen<br />

aan Brussel, wordt maximaal ingezet op modernisering van de Nederlandse industrie. Nederland stelt<br />

zich ten doel een rol van betekenis te spelen in de derde industriële revolutie.<br />

Op het gebied van verduurzaming van energiegebruik is door de oplopende grondstofprijzen veel geld te<br />

verdienen. In het European Renewal scenario legt de ontwikkeling van smart grids de basis voor een<br />

economie met nieuwe spelregels, stakeholders die nieuw zijn in de energiesector, nieuwe consortia, en<br />

nieuwe modaliteiten voor de wijze waarop met energie wordt omgegaan. Door de introductie van ICT in<br />

het energiesysteem zijn meer mogelijkheden ontstaan voor het balanceren van vraag en aanbod en kan<br />

de energie-infrastructuur kosteneffectiever worden ontworpen en beheerd. Daardoor is er meer ruimte<br />

voor decentrale opwekking, is er een geringere investering nodig in conventionele energiecentrales en is<br />

een betere benutting van deze centrales en een efficiënter gebruik van de energienetten mogelijk. Dit<br />

leidt tot minder CO2-emissie, meer concurrerende prijzen en ruime mogelijkheden voor particulieren om<br />

zelf energie op te wekken en te verhandelen. De veelheid aan initiatieven en proeftuinen die over de<br />

jaren in heel Nederland zijn gestart om ‘intelligente netten’ te ontwikkelen, bieden kansen voor<br />

bedrijven en kennisinstellingen. Opvallend is dat het MKB vooral in de regionale initiatieven sterk is<br />

vertegenwoordigd. Hoewel de Nederlandse energiesector achter blijft lopen in vergelijking met landen<br />

als Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, waar al langer sprake was van een brede ambitie<br />

om tot verduurzaming en innovatie te komen, is Nederland aan een serieuze inhaalslag bezig. De<br />

Nederlandse overheid stimuleert niet alleen de opwekking van schone energie, maar het probeert het<br />

land eveneens te positioneren als proefland voor allerlei vormen van elektrisch vervoer. Nederland<br />

ontwikkelt zich tot proeftuin en kan haar ervaringen en cijfers internationaal goed te gelde maken.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 41


Niet alleen de energiesector is in het European Renewal scenario in beweging. Met behulp van gerichte<br />

subsidiëring worden kennisinstellingen gestimuleerd verder onderzoek te doen naar software, nieuwe<br />

materialen, nieuwe productieprocessen en webapplicaties die het mogelijk maken klantspecifiek massamaatwerk<br />

te vervaardigen. Organisaties als TNO lopen al jaren voorop op het vlak van technieken voor<br />

3D-printen of Additive Manufacturing (AM) waarmee verschillende producten, zoals sieraden,<br />

gehoorapparaten, consumentenelektronica, telefoonhoesjes en reserveonderdelen voor auto’s en<br />

machines, maar ook lichtgewicht bouwconstructies in massa, maar op maat, kunnen worden geprint. 3Dprinters<br />

brengen de productiekosten van een enkel product sterk naar beneden, waardoor<br />

schaalvoordelen van massaproducties onderuit worden gehaald. Bijkomend voordeel van deze moderne<br />

productiemethode is dat er veel minder restafval is en dat het economisch rendabel is de productie dicht<br />

bij huis te laten plaatsvinden. De nieuwe high tech kennis die in Nederland wordt ontwikkeld, leidt ertoe<br />

dat hoge lonen steeds minder een bedreiging vormen. Veel producten kunnen in Nederland slimmer en<br />

beter worden geproduceerd dan bij buitenlandse concurrenten. De grootste uitdaging in het European<br />

Renewal scenario blijft liggen in het up-to-date houden van kennis. Met verouderde producten is het<br />

onmogelijk om te concurreren. Hoewel het ook in dit scenario moeilijk is een goede balans te vinden<br />

tussen fundamentele en toegepaste wetenschap brengt consistent en langjarig Europees<br />

overheidsbeleid structuur en zorgt ervoor dat de innovatiegraad in de Nederlandse industrie sterk is<br />

toegenomen.<br />

De economie van de <strong>MRA</strong><br />

Het ‘European Renewal’ scenario heeft de nodige implicaties voor de metropoolregio Amsterdam. De<br />

sterke regierol die Brussel voert op de financieel-economische agenda van de lidstaten van de EU heeft<br />

het belang van het regionale bestuur versterkt. Hoewel Den Haag faciliteert, is het de <strong>MRA</strong> die<br />

zelfstandig onderhandelt met Brussel over de economische ontwikkeling van de metropoolregio. De<br />

Amsterdamse universiteiten bundelen krachten in nationale samenwerkingsverbanden en proberen<br />

onderzoeksgelden binnen te halen voor onderzoek op het vlak van ICT, gebruikersinteractie, energie en<br />

nieuwe productietechnieken. Overheden doen een<br />

beroep op Brusselse structuurfondsen om de<br />

“Nederland en in het bijzonder de<br />

<strong>MRA</strong> worden gezien als ideale<br />

proeftuin voor het introduceren van<br />

nieuwe concepten en producten”<br />

In het European Renewal scenario maakt de <strong>MRA</strong><br />

langzaam de transitie naar een meer vraaggestuurde<br />

economie. Door de grote investeringen in digitale<br />

infrastructuur en smart grids wordt de economische<br />

ontwikkeling steeds meer bottom-up gevoed. De tijd<br />

dat de economische samenstelling werd bepaald in<br />

bestuurskamers van internationale bedrijven,<br />

overheden en wetenschappelijke instellingen is<br />

economische transitie naar een hoogstaande industriële<br />

regio te vergemakkelijken. Triple-helix samenwerking is<br />

van cruciaal belang bij het zetten van prioriteiten voor de<br />

metropoolregio en het voeren van effectieve<br />

onderhandelingen met Europa.<br />

“Een belangrijke uitdaging in dit scenario<br />

is het up-to-date houden van de kennis<br />

die nodig is om productleider te kunnen<br />

blijven in specifieke sectoren”<br />

definitief voorbij. De sterke digitale infrastructuur en sociale netwerken maken dat individuen soms<br />

volledig virtueel hun bijdrage kunnen bieden aan de regionale economie. De sterke mate van<br />

digitalisering, de sterke behoefte aan geïndividualiseerde producten en diensten en de nadruk op een<br />

koolstofarme economie, heeft impact op vrijwel elke sector binnen de <strong>MRA</strong>.<br />

In de energiesector zorgt een combinatie van gerichte wetgeving vanuit Brussel en technologische<br />

doorbraken voor een snelle verduurzaming en een omslag van centrale naar decentrale productie van<br />

energie. Individuen en kleine consortia produceren hun eigen energie en de vraag naar nieuwe<br />

technologie, financiering, projectmanagement, gebruikersinterfaces en gridmanagement neemt snel toe.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 42


De maakindustrie kent een revival in de <strong>MRA</strong>. Enerzijds is dit het gevolg van nieuwe<br />

productietechnieken, zoals 3D-printing. Anderzijds brengt mass-customization veel kansen. Zo is de regio<br />

met haar hoogopgeleide bevolking en sterke logistieke positie uitstekend gepositioneerd om de laatste<br />

productieslag te verrichten aan smart phones, tablets en allerhanden consumentenelektronica, teneinde<br />

maximaal geïndividualiseerde producten te assembleren. Binnen de voedselproductie staat<br />

voedselveiligheid, traceerbaarheid van ingrediënten, duurzaamheid van importstromen, resource<br />

efficiency in de keten, local sourcing en het terugdringen van de watervoetafdruk centraal. In de<br />

logistieke sector is het van groot belang de voetafdruk terug te dringen. In toenemende mate eisen<br />

afnemers klimaatneutraliteit van hun logistieke partners. Amsterdam heeft belangrijke stappen gezet in<br />

de ontwikkeling van een duurzame haven. Schiphol legt zich toe op complexe logistieke oplossingen voor<br />

hoogwaardige elektronica. De sterke digitale verbondenheid maakt reizen echter minder noodzakelijk en<br />

heeft effect op het personenvervoer dat via Schiphol loopt. De ontwikkeling van driverless cars is<br />

eveneens een forse bedreiging voor de luchthaven.<br />

De transitie binnen de meeste sectoren van het denken in massa naar het denken in maatwerk, brengt<br />

ook voor de dienstensector van de <strong>MRA</strong> de nodige kansen. Dienstverleners profiteren aanzienlijk van de<br />

nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden op het vlak van ICT. Bedrijven doen hun uiterste best om<br />

eindgebruikers een centrale rol te geven in de productie van goederen en dit vraagt nieuwe<br />

samenwerkingsmodellen, gebruikersinterfaces, logistieke oplossingen en dergelijke. Ook op het vlak van<br />

het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen, het beschermen van intellectueel eigendom en het<br />

internationaal vermarkten van nieuwe expertise ontwikkelt zich veel vraag. De <strong>MRA</strong> wordt steeds vaker<br />

door bedrijven geselecteerd als proeftuin voor nieuwe concepten en producten (elektrisch vervoer,<br />

mobiliteitsoplossingen, mass-customization, ICT, etc.) en deze kennis kan in toenemende mate<br />

internationaal worden gekapitaliseerd. De werkgelegenheid in de dienstensector ontwikkelt zich sterk in<br />

het European Renewal scenario.<br />

Hoewel het karakter van de financiële sector sterk is veranderd, is het belang van funding groot. De<br />

ontwikkeling van een hoogwaardige kennisinfrastructuur en de ontwikkeling van kansrijke start-ups is<br />

namelijk voor een groot deel afhankelijk van de aanwezigheid van investeerders. Bedrijven verenigen<br />

zich steeds vaker in coöperatieve structuren en kiezen minder vaak voor bancaire financiering. Private<br />

equity en crowd funding vormen een alternatief voor de bank.<br />

Het Business Model van de <strong>MRA</strong><br />

Elke stad of regio kan – net als ieder bedrijf – worden beschreven in termen van een business model. Een<br />

business model is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de<br />

regio ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische<br />

actoren zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De<br />

waardepropositie beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie<br />

of woonplaats. Het business model illustreert verder welke randvoorwaarden de waardepropositie<br />

voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische toegevoegde waarde wordt<br />

gecreëerd. Het denken in termen van een business model maakt het voor beleidsvormers mogelijk om<br />

zich te verdiepen in de wijze waarop de regio randvoorwaarden aanwendt, haar waardepropositie<br />

verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie ‘contant’ maken. Figuur 1 toont<br />

het ‘optimale’ business model voor de <strong>MRA</strong> binnen het ‘European Renewal’ scenario.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 43


Figuur 9: Optimaal business model in scenario 'European Renewal'<br />

Waardepropositie<br />

De figuur geeft een visuele illustratie van het optimale<br />

business model van de <strong>MRA</strong> in het ‘European Renewal’<br />

scenario. Het middelste vlak van het raamwerk<br />

representeert de waardepropositie van de regio. De<br />

waardepropositie bestaat uit een combinatie van<br />

locatiefactoren die de regio aantrekkelijk maakt voor<br />

economische actoren, zoals bedrijven en inwoners. Wanneer er wordt gekeken naar de onderdelen van<br />

de waardepropositie die in het ‘European Renewal’ scenario van het grootste belang zijn, dan zijn dit de<br />

onderdelen ‘kennisinfrastructuur’ en een ‘innovatieve en ondernemende cultuur’. Daarnaast zijn de<br />

onderdelen ‘human capital’, ‘internationale dienstensector’ en ‘connectiviteit’ van groot belang.<br />

Kennisinfrastructuur<br />

Een van de meest cruciale onderdelen van de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> ligt in dit scenario in het<br />

realiseren van een zeer hoogwaardige kennisinfrastructuur. De <strong>MRA</strong> is in dit scenario in toenemende<br />

mate afhankelijk van het innovatiegehalte van kennisinstellingen en start-ups om de uitdagingen op het<br />

gebied van energie, zorg en ICT om te zetten in innovatieve producten en diensten. Zo kan bijvoorbeeld<br />

de 3D-printer niet alleen worden ingezet voor complete gebouwdelen van bioplastics, maar ook voor de<br />

vervanging van kniegewrichten, organen en bloedvaten. De oprichting van een grootschalig en<br />

hoogwaardige technologisch instituut is in dit scenario een absolute pre. Er kan bijvoorbeeld gedacht<br />

worden aan een samenwerkingsverband tussen de VU, UvA, de Universiteit Eindhoven en TNO.<br />

Daarnaast is het van belang de regio te ontwikkelen tot de ideale proeftuinlocatie voor nieuwe<br />

producten en concepten. Hoewel de positie van de <strong>MRA</strong> als mondiale speler steeds beperkter wordt,<br />

heeft het goede uitgangspunten op een aantal vlakken het laboratorium van Europa te worden.<br />

Innovatieve vormen van financieren zoals publiek-private afspraken, de inbreng van private equity en<br />

crowd funding dienen te worden ingezet om de kwaliteit van de kennisinfrastructuur te bewaken.<br />

Innovatieve cultuur<br />

“Hoe slaagt de <strong>MRA</strong> er in een<br />

marktleider op het vlak van technologie<br />

te acquireren voor de regio?”<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 44


Naast een zeer hoogwaardige kennisinfrastructuur is het waarborgen van een innovatieve en<br />

ondernemende cultuur van het hoogste belang in het European Renewal scenario. De regio is meer dan<br />

ooit afhankelijk van voortdurende innovatie en de creativiteit, het vernieuwtalent en<br />

aanpassingsvermogen van individuen. Ondernemerschap dient gestimuleerd te worden door<br />

belemmeringen te elimineren, fiscale stimuleringsmaatregelen te treffen en zorg te dragen voor<br />

voldoende toegang tot risicokapitaal. Naast deze zaken is het belangrijk dat de regio zelf ook de nieuwe<br />

generatie innovatieve bedrijven huisvest. Momenteel draait bijvoorbeeld de creatieve en high tech<br />

industrie door de afwezigheid van een tech-reus zoals Google in de Verenigde Staten vooral op een grote<br />

hoeveelheid start-ups, die niet zelden worden opgekocht door grote technologiebedrijven. Er ligt in dit<br />

scenario een grote uitdaging voor de <strong>MRA</strong> om ook voldoende grootschalige bedrijvigheid te realiseren.<br />

Human capital<br />

Bedrijven zijn in dit scenario naast een hoogwaardige kennisinfrastructuur op zoek naar een ruime<br />

beschikbaarheid van hoogopgeleid personeel. Human capital is cruciaal in een wereld waarin ketens<br />

worden omgedraaid, bedrijfsmodellen op nieuw worden uitgevonden en voortdurende verandering de<br />

enige constante is. Talent is echter steeds flexibeler en kan kiezen uit een breed scala aan internationale<br />

smart hubs. Voor de <strong>MRA</strong> is het naast het aanwezig zijn in de relevante kennisecosystemen, van belang<br />

een goed leefklimaat te waarborgen. Het aanbieden van een gezond en aantrekkelijk leefklimaat kan<br />

mensen overtuigen om te kiezen voor een regio met minder massa maar meer woongenot. Het cluster<br />

toerisme kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren door te investeren in beleving op maat. Vrije tijd<br />

is (ook) in 2025 een schaars goed. Op de vrijetijdsagenda staat zelfontwikkeling op de eerste plaats.<br />

Verdieping in interesses en het opdoen van nieuwe ervaringen zijn essentieel. De regio moet deze<br />

mogelijkheden ruimschoots bieden en mensen de mogelijkheid geven om zelfstandig een<br />

belevingspakket samen te stellen.<br />

Internationale dienstensector<br />

Hoewel het belang van een sterke regionale kennisinfrastructuur, een innovatieve cultuur en voldoende<br />

toegang tot hoogwaardige human capital van het grootste belang is, bevindt de <strong>MRA</strong> zich niet op een<br />

eiland. Een krachtig internationaal netwerk is cruciaal; zowel om te kunnen beschikken over<br />

hoogwaardige actuele kennis als om nieuwe producten en diensten goed te vermarkten. Op<br />

energiegebied bijvoorbeeld is mondiale samenwerking onvermijdelijk. Om internationaal een rol van<br />

betekenis te blijven spelen, dient de <strong>MRA</strong> in te blijven zetten op een goed ontwikkelde internationale<br />

dienstensector. Enerzijds helpt een ruime beschikbaarheid van professional services firms bij het<br />

acquireren van relevante hoofdkantoren voor de regio. Anderzijds helpt de dienstensector bij de<br />

ontwikkeling en het vermarkten van innovatieve producten, het beschermen van intellectueel eigendom<br />

en het slaan van internationale samenwerking.<br />

Connectiviteit<br />

Naast een goed ontwikkelde dienstensector valt ook het belang van goede connectiviteit niet te<br />

onderschatten in het European Renewal scenario. Niet alleen de digitale infrastructuur, maar ook de<br />

fysieke infrastructuur en kennis van logistieke processen is van groot belang bij het realiseren van een<br />

attractief internationaal aanbod. Om bijvoorbeeld te kunnen profiteren van de trend richting masscustomization<br />

zijn hoogwaardige logistieke oplossingen van belang. Een goede interne connectiviteit is<br />

hierbij een belangrijke voorwaarde. In de zich sterk ontwikkelde energiesector en de nieuwe<br />

maakindustrie is daarbij digitale connectiviteit cruciaal.<br />

Randvoorwaarden<br />

De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan<br />

de linkerzijde van het raamwerk zijn weergegeven. De linkerzijde van het raamwerk heeft zijn financiële<br />

consequenties in termen van kosten en investeringen die noodzakelijk zijn om randvoorwaarden te<br />

verwezenlijken. In de regel zijn randvoorwaarden namelijk te creëren door gericht beleid en specifieke<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 45


investeringen. Binnen het European Renewal scenario is er sprake van één dominante randvoorwaarde<br />

voor succes, namelijk de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Er is veel onderwijs in wetenschap en<br />

wiskunde nodig om economische kansen te kunnen verzilveren. Creativiteit in het onderwijs is in het<br />

European Renewal scenario dan ook belangrijk. Het trainen van leerlingen in ‘out of the box’ denken,<br />

interdisciplinair probleem oplossen en het opzetten van start-ups dient breed te worden gestimuleerd.<br />

Kansen ontstaan in toenemende mate door het snel in de markt zetten van nieuwe ideeën. Ideeën die<br />

kunnen leiden tot gestandaardiseerde producten en diensten dienen snel te worden herkend en<br />

opgeschaald.<br />

Economische clusters<br />

De besproken randvoorwaarden, zijn als het ware de ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ om de<br />

waardepropositie van de <strong>MRA</strong> dusdanig in te richten dat ze aantrekkelijk is voor bedrijven en inwoners<br />

om zich in Groot Amsterdam te vestigen. Aan de rechterkant van het business model raamwerk worden<br />

de economische clusters weergegeven die in het European Renewal scenario de meeste potentie bieden<br />

voor waardecreatie. Het cluster ‘ICT/eScience’, de creatieve industrie, het energiecluster en het<br />

logistieke cluster bieden in het European Renewal scenario de meeste potentie.<br />

ICT/eScience<br />

In bijna elke sector bestaat in het European Renewal scenario de behoefte aan maatwerk,<br />

duurzaamheid, transparantie en het optimaliseren van de inbreng van de gebruiker. Of het nu gaat om<br />

kleding, voedsel, pensioenopbouw, energievoorziening, woningen, voertuigen, zorg,<br />

consumentenelektronica of dienstverlening, de gebruiker wil een duurzaam product en maximale<br />

inbreng bij de totstandkoming. De vraag naar ICT/eScience is cruciaal bij het realiseren van build-to-order<br />

productieprocessen, tracking en tracing van voedsel, het creëren van smart grids, machine-to-machine<br />

communicatie, domotica, zorg op afstand en het waarborgen van veiligheid en privacy. Steeds meer<br />

voorzieningen worden uiterst afhankelijk van goed functionerende ICT, veilige dataopslag en goede<br />

datamining en de <strong>MRA</strong> is goed gepositioneerd om te profiteren.<br />

Creatieve industrie<br />

Onder invloed van vergrijzing, nieuwe technologie en consumentenwensen is de situatie in het European<br />

Renewal scenario sterk veranderd ten opzichte van 2013. De creatieve industrie kan in samenwerking<br />

met het ICT/eScience cluster een cruciale rol spelen in het vergroten van gebruikersinteractie, het<br />

realiseren van cocreatie, maar ook in het creëren van toepassingen van smart grid technologieën, zoals<br />

slimme apparaten en apps voor gebruikers. In een wereld van maatwerk, geïndividualiseerde producten<br />

en diensten en optimale gebruikersinteractie is de creatieve industrie een belangrijke katalysator om<br />

andere sectoren de transitie te laten maken naar een pull-driven business model.<br />

“De clusters ICT/eScience en Logistiek, maar ook de creatieve industrie en de energiesector<br />

hebben veel potentie.”<br />

Energie<br />

Energiebronnen als zon en wind worden in het European Renewal scenario massaal ingezet voor lokale<br />

energieproductie. Nieuwe technologie maakt dat zonnepanelen gelijktijdig kunnen worden aangewend<br />

voor de productie van elektriciteit en van warmte. De metropoolregio kan als proeftuin dienen voor<br />

concepten die het gebruik van deze bronnen door huishoudens stimuleert. De nieuwe duurzame<br />

energiesector zal naar verwachting duizenden banen opleveren in gebieden als hernieuwbare<br />

energietechnologie, batterijtechnologie, grid-management, elektrisch vervoer en dergelijke. Door voorop<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 46


te lopen in de modernisering van de energiesector kan de <strong>MRA</strong> belangrijke kennis op doen, die kan<br />

worden geëxporteerd naar andere stedelijke regio’s.<br />

Logistiek<br />

De logistieke sector dient zich in het European Renewal scenario opnieuw uit te vinden. Desondanks<br />

liggen er veel mogelijkheden om een hoogwaardige gateway functie te vervullen voor Europa. Historisch<br />

is de logistieke sector reeds sterk gericht op de EU-lidstaten en de vervolmaking van de interne markt<br />

heeft in dit scenario de laatste transactiekosten weggenomen. De uitdaging voor de sector ligt in het feit<br />

dat er in dit scenario meer gebruik wordt gemaakt van local sourcing en dat industriële bedrijven waar<br />

mogelijk een lokale aanbodketen opbouwen. De markt wordt derhalve kleiner, maar de kansen van de<br />

<strong>MRA</strong> om in Noord-West Europa een rol van belang te spelen zijn groot. Hiertoe is het wel van groot<br />

belang te specialiseren in relevante sectoren. Ondernemingen in bijvoorbeeld de maakindustrie, de<br />

consumentenelektronica of de voedingsindustrie hebben in toenemende mate behoefte aan logistiek<br />

advies om een antwoord te hebben op de complexiteit die local sourcing en mass-customization<br />

oproept. De <strong>MRA</strong> heeft in dit scenario kansen zich op te werpen als proeftuin voor nieuwe logistieke<br />

concepten in haar belangrijkste sectoren.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 47


5 Scenario III – International Alliances<br />

Belangrijkste karakteristieken<br />

Fragmentatie en differentiatie binnen Europa<br />

Nederland stapt in navolging van enkele Duitsland uit de eurozone<br />

Mondiale zwaartepunt verschoven naar China, India, Brazilië, Turkije, Polen, Indonesië en Afrika<br />

Economie gebaseerd op pushstrategieën<br />

Economische positie Nederland zeer kwetsbaar<br />

Allianties met economische groeiregio’s cruciaal<br />

Internationale ecosystemen van bedrijven en kennisinstellingen spelen sleutelrol<br />

Gateway rol van <strong>MRA</strong> is overgenomen door Frankfurt en Parijs<br />

De <strong>MRA</strong> sectoren creatieve industrie en financiële dienstverlening in zwaar weer<br />

Toekomstbeeld<br />

Het is 2025. Europa is gefragmenteerd en kwetsbaar. Bij gebrek aan draagvlak onder het electoraat<br />

hebben Europese regeringsleiders de afgelopen 15 jaar geen grote stappen willen en kunnen zetten in de<br />

richting van verdere integratie van de Europese Unie. Sterker nog, onder invloed van nieuwe financiële<br />

schandalen en de aanhoudende schuldencrisis is een aantal lidstaten, waaronder Nederland, uit de<br />

eurozone gestapt met het volledig uiteenvallen van de eurozone tot gevolg. De economische crisis houdt<br />

de wereld nog steeds in de ban. Europese natiestaten proberen hun eigen economieën te beschermen en<br />

zijn onderling meer verdeeld geraakt. Het gevolg hiervan is dat Europa op politiek en economisch vlak een<br />

beduidend mindere rol van betekenis speelt en het mondiale zwaartepunt is verschoven naar de nieuwe<br />

economieën van China, India, Brazilië, maar ook van Turkije, Polen, Indonesië en een aantal Afrikaanse<br />

landen. Waar China in dertig jaar tijd van een gesloten planeconomie is uitgegroeid tot de industriële<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 49


werkplaats van de wereld en de nummer één goederenexporteur, ziet de westerse wereld zich<br />

geconfronteerd met een versnelde de-industrialisatie. Voor Westerse producenten is het niet alleen<br />

vanuit kostenoptiek interessant om zich in Azië of Latijns-Amerika te vestigen, maar eveneens vanuit het<br />

belang om zich in de grootste consumentenmarkten ter wereld te bevinden. De Nederlandse economie is<br />

in 2025 buitengewoon kwetsbaar. Politieke onrusten bepalen de agenda en Nederland komt niet toe aan<br />

het vernieuwen van zijn economisch profiel. In plaats daarvan voert Nederland zijn klassieke economische<br />

beleid van loonmatiging en probeert het door middel van fiscale arrangementen hoofdkantoren aan zich<br />

te binden. Vanwege de desintegratie van Europa en de moordende concurrentie van omliggende regio’s<br />

is het voor Nederland cruciaal nieuwe allianties te slaan met economische groeiregio’s. De economie<br />

draait in toenemende mate op exclusieve internationale ‘ecosystemen’ van bedrijven en<br />

kennisinstellingen. De <strong>MRA</strong> zet alles op alles om zijn internationale logistieke positie te behouden, maar<br />

verliest zijn Europese gateway functie op het vlak van personenvervoer aan Frankfurt, Parijs en Dubai.<br />

Tijdslijn<br />

In tabel 5 zijn de belangrijkste gebeurtenissen opgenomen die ten grondslag liggen aan het ‘International<br />

Alliances’ scenario. Deze gebeurtenissen ‘verklaren’ hoe het scenario zich in de periode tot 2025 heeft<br />

ontwikkeld.<br />

2012-<br />

2013<br />

2014-<br />

2015<br />

2016-<br />

2017<br />

2018-<br />

2019<br />

2020-<br />

2021<br />

2022-<br />

2023<br />

De werkloosheid onder jongeren in de Zuidelijke lidstaten loopt op tot recordhoogtes.<br />

De opgelegde bezuinigingen en toenemende werkloosheid creëert een anti-Europa<br />

stemming.<br />

In Nederland valt de regering door grote onenigheid over een nieuwe steunronde voor de<br />

Zuidelijke lidstaten.<br />

Om de eigen economie te beschermen stapt Duitsland uit de eurozone.<br />

De exit van Duitsland zorgt voor grote onrust op de financiële markten en zet de Euro onder<br />

druk.<br />

Na een korte opleving, is er opnieuw sprake van een mondiale economische recessie.<br />

De Nederlandse export krimpt snel<br />

Na een volksraadpleging kiest het kabinet van PVV, SP en ChristenUnie voor het uittreden<br />

van Nederland uit de eurozone.<br />

In plaats van de Euro wordt de Nederlandse gulden opnieuw als valuta ingevoerd.<br />

In het kielzog van Duitsland en Nederland, kiezen meer lidstaten voor een vrijwillige exit<br />

waardoor de eurozone volledig uiteen valt.<br />

Na een zeer volatiele periode wordt de Nederlandse gulden gekoppeld aan de Duitse Mark.<br />

De sterke depreciatie van de euro leidt tot veranderende concurrentieverhoudingen in<br />

Europa.<br />

Naast China komen op mondiaal niveau de economieën van India, Brazilië, Turkije, Polen,<br />

Indonesië en enkele Afrikaanse landen sterk opzetten.<br />

Nederlandse bedrijven verplaatsen hun productielocaties steeds meer naar Aziatische of<br />

Latijns-Amerikaanse landen; in Nederland vindt nog nauwelijks productie plaats.<br />

In de <strong>MRA</strong> neemt het aantal buitenlandse (hoofd)kantoren af.<br />

Een combinatie van UvA/VU gaat een exclusieve samenwerking aan met een Chinese<br />

topuniversiteit.<br />

Overslagvolumes van Schiphol bereiken een historisch dieptepunt.<br />

Nieuwe deal met China; Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen gaan Chinese<br />

voedingsindustrie opleiden in voedselveiligheid.<br />

2024- Europa is sterk gefragmenteerd.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 50


2025 <strong>MRA</strong> speelt een rol van betekenis in hoogwaardige supply chains.<br />

Tabel 5: Tijdlijn scenario International Alliances<br />

Een terugblik<br />

Om de situatie die in het ‘International Alliances’ scenario is ontstaan goed te kunnen begrijpen, is het<br />

van belang kort terug te blikken op zijn ontstaansgeschiedenis. De oorsprong van de huidige situatie is te<br />

herleiden tot de eerste helft van het tweede decennium, waarin de effecten van de internationale<br />

financiële crisis goed voelbaar worden in Europa. De ‘double dip’ en niet veel later de ‘triple dip’ van de<br />

wereldeconomie raken exporteconomieën zoals die van Duitsland en Nederland hard. Hun<br />

handelsoverschot en economische groei decimeert en het fragiele draagvlak voor financiële steun aan de<br />

zuidelijke EU-lidstaten neemt in snel tempo af. De terughoudendheid van de financieel sterkere lidstaten<br />

in het uitspreken van onvoorwaardelijke steun leidt tot veel onrust in de financiële markten. De rentes<br />

die landen als Spanje, Italië en Portugal moeten betalen lopen op tot boven de 9%, ondanks interventies<br />

van de Europese Centrale Bank.<br />

De situatie op de kapitaalmarkten gijzelt Europa. In de Zuidelijke lidstaten ontstaat als gevolg van de<br />

verplichte grootschalige bezuinigingsoperaties een anti-Europees sentiment. In de Noordelijke lidstaten<br />

smelt het draagvlak voor financiële hulp en gedijen populistische partijen. In Nederland zijn vooral de SP,<br />

PVV en ChristenUnie fel gekant tegen verdere financiële steun aan landen als Spanje en Griekenland. Zij<br />

hebben steeds minder vertrouwen in de aanpak van de eurocrisis en steken dat niet onder stoelen of<br />

banken. In 2017 is voor Nederland de maat vol. Wanneer Italië na een injectie van honderden miljarden<br />

door de EU weigert toezichthouders toe te laten en dreigt met uittreden, kiest Nederland er in navolging<br />

van Duitsland voor om zelf uit de eurozone te treden. Het kabinet, geleid door de SP, dat in de<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 51


verkiezingen een historische overwinning heeft geboekt op de gevestigde politieke orde, acht de situatie<br />

niet langer houdbaar en kiest voor het verlaten van de monetaire unie.<br />

“Het vormen van allianties met<br />

economische groeiregio’s in Azië en<br />

Latijns-Amerika is cruciaal”<br />

Het uittreden van zowel sterke als zwakke eurolanden leidt<br />

een periode van chaos in. Handelaren verliezen het<br />

vertrouwen in de euro volledig en dumpen de munt. Banken<br />

die leningen in euro’s hebben uitstaan worden<br />

geconfronteerd met massale verliezen en zien zich<br />

genoodzaakt aan te kloppen bij hun nationale overheid. Eurolanden zien hun munt devalueren, hetgeen<br />

veel impact heeft op de koopkracht van consumenten, de kosten van kapitaal en de winstgevendheid<br />

van het bedrijfsleven. Landen zoals Nederland die zijn uitgetreden voeren hun nationale valuta in en<br />

koppelen die in de regel aan een sterke munt, zoals de dollar, de yuan of de rijksmark. De euro valt. De<br />

transactiekosten in de Europese interne markt nemen enorm toe en de concurrentiepositie van landen<br />

wijzigt sterk als gevolg van de nieuwe wisselkoersen. De omwisselkosten gaan weer omhoog en de<br />

wisselkoersrisico’s nemen toe. Daarnaast wordt de interne markt afgebroken en worden<br />

handelsbarrières weer ingevoerd. De concurrentiepositie ten opzichte van de Zuidelijke Europese landen<br />

verslechtert voor Nederland en Duitsland, vanwege de sterke devaluatie van de Zuid-Europese valuta. Er<br />

vindt aanzienlijk minder export naar deze landen plaats. Ook internationale beleggers heroverwegen hun<br />

positie. De internationale kapitaalmarkt wordt minder goed toegankelijk en minder groot voor<br />

Nederlandse bedrijven.<br />

Binnen het nieuwe gefragmenteerde Europa zoeken de verschillende landen naar nieuwe groeikansen.<br />

De prioriteit ligt voor de meeste landen in het creëren van banen om de hoge werkloosheid te lijf te<br />

gaan. Landen en steden concurreren sterk bij het binnenhalen van nieuwe hoofdkantoren of<br />

productielocaties van Aziatische en Latijns-Amerikaanse bedrijven. Substantiële belastingvrijstellingen,<br />

loonkortingen en subsidies worden in het vooruitzicht gesteld aan geïnteresseerde bedrijven. Sommige<br />

landen en steden werken in de nieuwe werkelijkheid nauw samen en er ontstaan nieuwe en soms<br />

exclusieve handels- en kennisnetwerken rondom bepaalde kennisgebieden en technologieën. Deze<br />

coalities waarin multinationale bedrijven vaak als netwerkregisseur acteren, worden ook wel<br />

ecosystemen genoemd. Maatschappelijke vraagstukken, zoals vergrijzing, zorg, veiligheid en<br />

klimaatverandering staan binnen Europa minder hoog op de agenda en worden vooral door mondiale<br />

organisaties opgepakt.<br />

Nederland op het wereldtoneel<br />

De situatie van Nederland in het ‘International Alliances’ scenario is zorgelijk te noemen. Als open<br />

economie heeft Nederland altijd bovenmatig geprofiteerd van Europese integratie. Met het uittreden uit<br />

de eurozone is deze tijd echter voorbij. De val van de euro in een steun is in sommige opzichten een<br />

steun voor zwakkere eurolanden. Het is voor landen als Frankrijk en Spanje relatief duur om goederen te<br />

importeren uit Nederland, terwijl voor eigen producten gemakkelijker een exportmarkt te vinden is. Om<br />

zijn economie op gang te kunnen houden is het voor Nederland bittere noodzaak om handelsrelaties aan<br />

te knopen en te intensiveren met de nieuwe economische grootmachten als China, India, Brazilië, Turkije<br />

en Polen. Bovendien is het van groot belang internationale hoofdkantoren aan te trekken en ook de<br />

interne consumptie te stimuleren.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 52


Door het uiteenvallen van de euro is de Nederlandse economie sterk gekrompen. De werkloosheid is<br />

hierdoor scherp opgelopen. De huizenmarkt is door de desintegratie van de eurozone verder weggezakt.<br />

De rente in Nederland is na het uiteenvallen van de eurozone sterk gedaald, maar dit leidt tot lage<br />

dekkingsgraden bij pensioenfondsen en nieuwe herstelplannen. Hoewel handel, logistiek, zakelijke en<br />

financiële dienstverlening ook in de nieuwe werkelijkheid belangrijk zijn, worden deze sectoren<br />

aanvankelijk zwaar getroffen. Als logistiek knooppunt is Nederland duur, de export naar Europese landen<br />

valt goeddeels weg en pas na jaren van investeren wordt geprofiteerd van de nieuwe allianties in binnen-<br />

en buitenland. In het ‘International Alliances’ scenario is het karakter van de Nederlandse economie<br />

veranderd. Het klassieke economische beleid van loonmatiging, heeft in een wereld van protectionisme<br />

niet langer het beoogde effect. De uitdaging voor Nederland ligt in het stimuleren van particuliere<br />

consumptie en het specialiseren in niches waarin het in de wereldtop kan concurreren. Exclusieve<br />

allianties tussen bedrijven, kennisinstellingen en stedelijke regio’s zijn hierbij cruciaal.<br />

“Exclusieve internationale ecosystemen van bedrijven en kennisinstellingen spelen in dit scenario een<br />

sleutelrol”<br />

De inbreng van Nederlandse kennisinstellingen bij het creëren van gerichte nationale en internationale<br />

allianties is van groot belang. Steeds vaker vormen afspraken over kennisoverdracht, training en<br />

gezamenlijk onderzoek een onderdeel van bredere handelsafspraken. Binnen Nederland weten de<br />

diverse partijen in de kenniseconomie elkaar steeds beter te vinden en bovendien worden er exclusieve<br />

samenwerkingsverbanden ontwikkelt met universiteiten met steden in Duitsland, China en de Verenigde<br />

Staten. Regio’s als Eindhoven en Wageningen zijn internationale voorbeelden van aantrekkelijke<br />

campussen met een duidelijke focus waar open innovatie tussen bedrijven en universiteiten centraal<br />

staat. Hoewel de concurrentie van landen als de Verenigde Staten, Duitsland, Finland, Zweden en Canada<br />

groot is en publieke uitgaven aan onderwijs, onderzoek en innovatie in Nederland lager zijn dan vroeger,<br />

werpt de toenemende focus en exclusieve samenwerking zijn vruchten af. Ook de Nederlandse overheid<br />

draagt bij aan deze focus. Door vestigingsklimaat, investeringen en randvoorwaarden optimaal af te<br />

stemmen op de behoefte van kansrijke sectoren en ecosystemen, weet Nederland zich op deelgebieden<br />

te onderscheiden. Nog steeds wordt ingezet op de acquisitie van hoofdkantoren, maar wel vooral<br />

degene die bijdragen aan de economische structuur die zich langzaam ontvouwt.<br />

De nauwe samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen werpt met name op een<br />

aantal bèta-gebieden zijn vruchten af. Nederland weet zich steeds beter te onderscheiden op het vlak<br />

van life sciences, high tech, en voedingstechnologie. Sinds enkele jaren is de volledige codering van het<br />

DNA in de mens in kaart gebracht, wat het mogelijk maakt om aangeboren afwijkingen nog veel beter op<br />

te sporen en om risicogroepen voor bepaalde ziekten vast te stellen. Door het vervangen van niet goed<br />

functionerende genen zal het nu steeds meer mogelijk zijn om allerlei ziekten te behandelen en te<br />

voorkómen. Gebaseerd op deze kennis kunnen ook hele nieuwe generaties medicijnen worden<br />

ontwikkeld om ziekten en verouderingsprocessen tegen te gaan. Ook op het gebied van de landbouw,<br />

veeteelt, visserij en natuurbeheer vindt in toenemende mate toegepast biologisch onderzoek plaats in<br />

speciaal daarvoor opgezette onderzoeksinstituten en in het bedrijfsleven.<br />

De economie van de <strong>MRA</strong><br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 53


Het ‘International Alliances’ scenario heeft een grote slag toegebracht aan de economie van de<br />

metropoolregio Amsterdam. Het uiteenvallen van de eurozone en het vertrek van veel hoofdkantoren<br />

hebben de zakelijke en financiële dienstverlening en zodoende ook een groot deel van de creatieve<br />

sector sterk getroffen. De groothandelssector heeft zichzelf opnieuw moeten uitvinden om een<br />

internationale positie van betekenis te houden. Door de verslechterde Nederlandse handelspositie en<br />

de ontwikkeling van hubs in Dubai, Frankfurt en Parijs is het personenverkeer via Schiphol voor de helft<br />

afgenomen. Op het vlak van personenvervoer dreigt van Schiphol niet veel meer over te blijven dan een<br />

nationale luchthaven. De Nederlandse invloed in KLM-Air France is al langer beperkt en overgedragen<br />

aan Parijs, dat een veel grotere thuismarkt heeft en meer politieke macht. Voor partijen binnen het<br />

logistieke cluster is het van groot belang in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en<br />

kennisinstellingen nieuwe relaties aan te gaan. De vraag die bestuurders in deze clusters dienen te<br />

beantwoorden is met welke nieuwe economieën verbindingen kunnen worden gelegd en hoe de <strong>MRA</strong><br />

hier maximaal van kan profiteren?<br />

De kennisintensieve sectoren zoals ICT/eScience, Life Sciences, Flowers en in mindere mate Food worden<br />

minder getroffen door de ontwikkelingen in dit scenario. De clusters Life Sciences en Flowers zijn het<br />

best gepositioneerd, op de voet gevolgd door het ICT/eScience cluster. Door de sterke internationale<br />

verbondenheid van de kennisinstellingen en bedrijven binnen deze clusters worden internationale<br />

‘ecosystemen’ opgebouwd, die toegang bieden tot kennis en markten. Zo verkent het Life Sciences<br />

cluster de grenzen van kennis en technologie op zoek naar nieuwe, economisch en maatschappelijk<br />

kansrijke oplossingen. Dit doet zij nationaal in nauwe samenwerking met de clusters in Leiden,<br />

Rotterdam, Delft en Utrecht en internationaal met clusters in New York, Wenen en Jeruzalem. Zowel<br />

toepassingen als de kennis- en technologiebasis bieden nieuwe, grote kansen, des te meer door de<br />

recente ontdekkingen in de coderingen van DNA. De high tech sector levert ook een actieve bijdrage<br />

door de ontwikkeling van snelle en nauwkeurige medisch-beeldvormende apparatuur die tot op<br />

moleculair niveau aandoeningen kan opsporen, volgen en behandelen. De robotisering in de zorg begint<br />

vorm te krijgen, voornamelijk voor de verzorging van een groeiende groep ouderen.<br />

Hoewel de ICT-, logistieke en zakelijke dienstverlening in de metropoolregio aanvankelijk is geslonken,<br />

kent deze dienstverlening de laatste 5 jaar weer een redelijke groei. Door te specialiseren in de<br />

kennisintensieve sectoren waarin de <strong>MRA</strong> een rol van betekenis speelt, voegen deze ondersteunende<br />

clusters veel waarde toe. ICT ondersteunt met steeds snellere processoren en technieken zoals<br />

patroonherkenning bij high-throughput en high-content metingen en analyses. De logistieke sector biedt<br />

hoogwaardige oplossingen voor complexe waardeketens, waarin zaken als tijdsplanning,<br />

betrouwbaarheid, traceerbaarheid, veiligheid en geconditioneerd vervoer van groot belang zijn. In het<br />

International Alliances scenario speelt ook de groothandel, gesteund door een goede logistieke<br />

infrastructuur, een belangrijke rol op het gebied van complexe supply chains voor specifieke sectoren.<br />

Zakelijke dienstverleners ten slotte helpen bedrijven bij het fiscaal effectief inrichten van hun supply<br />

chains en het beschermen van intellectueel eigendom. De funding van onderzoek en innovatie wordt<br />

steeds vaker gevonden in de nieuwe economieën van China, India en Brazilië.<br />

“De creatieve industrie en de financiële dienstverlening staan zwaar onder druk”<br />

Het business model van de <strong>MRA</strong><br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 54


Elke stad of regio – net als ieder bedrijf – kan worden beschreven in termen van een business model. Een<br />

business model is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de<br />

regio ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische<br />

actoren zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De<br />

waardepropositie beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie<br />

of woonplaats. Het business model van de regio illustreert verder welke randvoorwaarden de<br />

waardepropositie voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische toegevoegde<br />

waarde wordt gecreëerd. Het denken in termen van een business model maakt het voor beleidsvormers<br />

mogelijk om zich te verdiepen in de wijze waarop de regio randvoorwaarden aanwendt, haar<br />

waardepropositie verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie contant maken.<br />

Figuur 1 toont het ‘optimale’ business model voor de <strong>MRA</strong> binnen het International Alliances scenario.<br />

Waardepropositie<br />

De figuur geeft een visuele illustratie van het optimale<br />

business model van de <strong>MRA</strong> in het International Alliances<br />

scenario. Het middelste vlak van het raamwerk representeert<br />

de waardepropositie van de regio. De waardepropositie<br />

bestaat uit een combinatie van locatiefactoren die de regio<br />

aantrekkelijk maakt voor economische actoren, zoals bedrijven en inwoners. Wanneer er wordt gekeken<br />

naar de onderdelen van de waardepropositie die in het International Alliances scenario van groot belang<br />

zijn, zijn dit de onderdelen, ‘kennisinfrastructuur’, ‘human capital’, ‘brand name’, ‘internationale<br />

dienstensector’ en ‘connectiviteit’. Ook een innovatieve en ondernemende cultuur is van belang.<br />

Kennisinfrastructuur<br />

“De clusters Life Sciences, Flowers<br />

en ICT/eScience zijn goed<br />

gepositioneerd”<br />

In het International Alliances scenario realiseren besluitvormers zich dat Nederland zonder<br />

hoogwaardige kennis louter een doorvoerland zou zijn voor het Duitse Ruhrgebied. Alleen door het<br />

bouwen van hoogwaardige ‘ecosystemen’ van kennis en handel binnen kennisintensieve clusters als Life<br />

Sciences, Food en Flowers kan de <strong>MRA</strong> zich onderscheiden van concurrerende regio’s. Een sterke<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 55


kennisinfrastructuur is noodzakelijk en dient zich te<br />

kenmerken door een goede samenwerking tussen<br />

universiteiten in het bètadomein, een sterke<br />

kennistransfer tussen wetenschap en bedrijfsleven en de<br />

vorming van consortia van kennisinstellingen, bedrijven<br />

en overheden rondom maatschappelijke relevante<br />

thema’s. Kennis is in toenemende mate nodig voor het<br />

oplossen van maatschappelijke vraagstukken (bijvoorbeeld ziektes, schaarste) en voor het voorzien in<br />

publieke goederen (nationale veiligheid, openbare veiligheid, rechtszekerheid, infrastructuur, het droog<br />

houden van de polder, enzovoorts). In veel gevallen is het van groot belang om bij de ontwikkeling van<br />

kennis in internationaal verband op te trekken. Veelal overstijgt het noodzakelijke onderzoek de<br />

mogelijkheden van individuele partijen en landen. Door internationale samenwerking ontstaat eveneens<br />

meer kennis van markten, spelers en kansen.<br />

Human capital<br />

“In het International Alliances scenario<br />

zijn ‘kennisinfrastructuur’, ‘human<br />

capital’, ‘connectiviteit’, ‘internationale<br />

dienstensector’ en ‘brand name’ van<br />

cruciaal belang”<br />

Om een hoogwaardige kennisinfrastructuur te realiseren met een goede internationale verankering is<br />

het in het International Alliances scenario cruciaal een voldoende mate van human capital te<br />

waarborgen. Juist op dit vlak liggen er echter grote uitdagingen in dit scenario. Als gevolg van<br />

bezuinigingen in de jaren 2010-2020 heeft de Nederlandse wetenschap minder vlees op de botten.<br />

Wetenschappelijk talent trekt in toenemende mate naar landen als de Verenigde Staten, China, Finland,<br />

Duitsland en Zwitserland. Het aantal onderzoekers in Nederland was altijd al relatief laag vergeleken bij<br />

landen als Finland en Zweden en er zullen maatregelen moeten volgen om talent aan de regio te binden.<br />

Naast het zorgdragen voor een aantrekkelijke regio, met goede huisvesting en een attractief leefklimaat<br />

is het van groot belang dat de Amsterdamse universiteiten hun positie binnen relevante internationale<br />

kennisecosystemen versterken, zodat de <strong>MRA</strong> een relevante uitvalsbasis kan vormen voor toptalent.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 56


Brand name<br />

Een gefragmenteerd Europa, met wedijverende steden en staten, maakt het belang van een sterke brand<br />

name voor de <strong>MRA</strong> bijzonder groot. Om binnen geselecteerde niches succesvolle ecosystemen op te<br />

bouwen, is het niet alleen van belang onderdeel te zijn van een adequate kennisinfrastructuur, maar is<br />

het eveneens van belang relevante bedrijven uit binnen- en buitenland te acquireren en te behouden. De<br />

city branding van de <strong>MRA</strong> is goed ontwikkeld en dient binnen dit scenario minimaal op niveau te worden<br />

gehouden. Door de <strong>MRA</strong> – vooral binnen relevante ecosystemen – te blijven branden als regio waarin<br />

creativiteit, handelsgeest en innovatie centraal staan, wordt de mogelijkheid om relevante<br />

(internationale) bedrijvigheid aan te trekken beduidend groter.<br />

Internationale dienstensector<br />

Evenals een sterke brand name blijft een goed ontwikkelde internationale dienstensector van groot<br />

belang voor de <strong>MRA</strong> in het International Alliances scenario. Anders dan in het verleden het geval was, zal<br />

de dienstensector zich echter meer moeten specialiseren in de relevante ‘ecosystemen’ rondom<br />

bijvoorbeeld het Food, Flowers en Life Sciences cluster. Hooggekwalificeerde zakelijke diensten, zoals<br />

juridische advisering (bescherming intellectueel eigendom), maar ook transfer pricing advies, ICTdienstverlening<br />

en logistieke dienstverlening blijven van belang om hoofdkantoren van relevante<br />

ondernemingen te werven en te behouden.<br />

Connectiviteit<br />

Ook in het International Alliances scenario is connectiviteit van groot belang. Hoewel Amsterdam zijn<br />

positie als hub op het vlak van internationaal personenvervoer heeft verloren en ook de wederexport<br />

naar Europese landen sterk is teruggelopen, zijn er belangrijke nieuwe groeigebieden. Zo is er binnen het<br />

Life Sciences cluster, het Food cluster en het Flowers cluster vraag naar specifieke en hoogwaardige<br />

logistieke oplossingen en staat thematiek als vers, volledigheid, snelheid en voorspelbaarheid centraal bij<br />

de inrichting van logistieke netwerken.<br />

“Een goede infrastructuur en onderwijs & onderzoek zijn belangrijke randvoorwaarden”<br />

Randvoorwaarden<br />

De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan<br />

de linkerzijde van het raamwerk zijn weergegeven. De linkerzijde van het raamwerk heeft zijn financiële<br />

consequenties in termen van kosten en investeringen die noodzakelijk zijn om randvoorwaarden te<br />

verwezenlijken. In de regel zijn randvoorwaarden te creëren door gericht beleid en specifieke<br />

investeringen. Binnen het International Alliances scenario liggen de belangrijkste randvoorwaarden op<br />

het vlak van infrastructuur en onderwijs & onderzoek. De randvoorwaarde ‘infrastructuur’ is direct<br />

gelinkt aan het belang van een uitstekende connectiviteit. Naast fysieke infrastructuur is nadrukkelijk ook<br />

de digitale infrastructuur van belang in het International Alliances scenario. De randvoorwaarde<br />

‘onderwijs & onderzoek’ ligt aan de basis van een goede kennisinfrastructuur en de ontwikkeling van<br />

voldoende human capital. Globalisering gaat niet alleen om handel en kapitaal; kenniswerkers<br />

komen steeds vaker samen op plekken waar infrastructuur, voorzieningen en kritische massa zich<br />

verzamelen. In dit scenario wordt wereldwijde samenwerking om oplossingen voor zwaarwegende<br />

maatschappelijke vraagstukken te vinden steeds normaler. De <strong>MRA</strong> is erbij gebaat om deze<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 57


samenwerking in grootschalige internationale onderzoeksprojecten te bevorderen. Naast<br />

internationale samenwerking blijven constante investeringen in het nationale onderwijs en onderzoek<br />

essentieel. Dat begint al in het basisonderwijs. Er kan bijvoorbeeld sterker worden ingezet op het<br />

aantrekken van universitair geschoolde docenten naar Fins model, ook in het basisonderwijs. Finland zet<br />

zwaar in op de kwaliteit van het onderwijs en het vermogen tot kennisabsorptie in brede zin. Daarnaast<br />

moeten er voldoende publieke en private investeringen beschikbaar zijn voor innovatieve ondernemers.<br />

Teneinde innovatie te bevorderen kunnen ondernemers ook beter worden betrokken bij onderzoek,<br />

bijvoorbeeld door het makkelijker beschikbaar maken van patenten.<br />

Economische clusters<br />

De besproken randvoorwaarden zijn als het ware de ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ om de<br />

waardepropositie van de <strong>MRA</strong> dusdanig in te richten dat ze aantrekkelijk is voor bedrijven en inwoners<br />

om zich in Groot Amsterdam te vestigen. Aan de rechterkant van het business model raamwerk worden<br />

de economische clusters weergegeven die in het International Alliances scenario de meeste potentie<br />

bieden voor waardecreatie. In willekeurige volgorde zijn de clusters Life Sciences, Food, Flowers,<br />

ICT/eScience, Logistiek, Groothandel en Zakelijke dienstverlening van bovengemiddeld belang.<br />

Life Sciences<br />

Om internationaal toonaangevend te blijven en de welvaart in de metropoolregio te beschermen, is het<br />

van groot belang om (internationale) ‘ecosystemen’ van bedrijven en kennisinstellingen te bouwen<br />

rondom kennisintensieve domeinen. Het Life Sciences cluster lijkt in dit kader veel potentie te bieden,<br />

met name op de vlakken waarin het overige clusters binnen de metropoolregio versterkt. De kennis van<br />

Life Sciences over metabolische processen is in toenemende mate onmisbaar voor het begrijpen en<br />

bewijzen van het effect van (gezonde) voeding op mens en dier. Life Sciences biedt andere clusters de<br />

biotechnologie en onderliggende kennis van organismen en hun bouwstenen. Zo liggen er bijvoorbeeld<br />

veel kansen om samen met het Food cluster gezonde voeding te ontwikkelen, met ingrediënten die<br />

cholesterol verlagen, het risico op kanker verkleinen of zelf therapeutisch werken. Grote<br />

voedingsbedrijven zoals Nestlé of Danone zijn hierbij onmisbare investeerders en dienen een onderdeel<br />

te zijn van een (al dan niet) exclusief ecosysteem. Het Flowers cluster kan bijvoorbeeld gebruik maken<br />

van Life Sciences technieken om genetische informatie snel in kaart te brengen en te verwerken om<br />

planten effectiever te veredelen. De chemische sector kan leren van de talloze mogelijkheden om biokunststoffen<br />

te winnen uit plantaardige grondstoffen.<br />

Food & Flowers<br />

Los van de inzet van Life Sciences technieken op het gebied van gezonde voeding liggen er voor de <strong>MRA</strong><br />

in het International Alliances scenario meer mogelijkheden om een internationaal onderscheidend Food<br />

en Flowers cluster op te bouwen. In de metropoolregio is de kennis op het gebied van kassen en<br />

veredeling sterk ontwikkeld. De <strong>MRA</strong> kan een voorloperrol innemen bij de toepassing van de recente<br />

ontwikkelingen in de biotechnologie voor de verdere veredeling van planten en zaden. In het<br />

International Alliances scenario is het cruciaal dat deze kennis wordt behouden om internationaal aan de<br />

top te blijven. Om dit te waarborgen is het van belang dat een gedeelte van de productie in de regio<br />

gewaarborgd blijft en dat er genoeg veredelaars worden opgeleid om het kennisniveau op peil te<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 58


houden. Andere ontwikkelingsgebieden liggen op het vlak van de inzet van robotica ten behoeve van<br />

kostenbeheersing, de inzet van ICT op het vlak van traceerbaarheid, de inzet van marketing (fooddesign)<br />

om voedingsconcepten te ontwikkelen en de inzet op energiebesparing om de kosten van grondstoffen<br />

te beperken.<br />

ICT/eScience<br />

Een cluster met veel potentie in het International Alliances scenario is het ICT/eScience cluster. Dit<br />

cluster heeft veel potentie in ondersteunen van de regiefunctie binnen kennisintensieve supply chains en<br />

het realiseren van real time informatiesystemen. Ondernemingen zijn in dit scenario’s maximaal<br />

afhankelijk van logistieke diensten en ondersteunende modellen en systemen, die de noodzakelijke<br />

informatie aanleveren over zaken als vraag, aanbod, productkwaliteit, timing, et cetera. Ook op het vlak<br />

van beveiliging van data in logistieke ketens, tracking en tracing voor de foodsector liggen veel<br />

uitdagingen voor het ICT/eScience cluster. Een belangrijk onderwerp is bovendien het faciliteren van een<br />

optimale kennisdeling. Technologische oplossingen worden steeds meer ontwikkeld en toegepast in<br />

intensieve samenwerkingsverbanden van bedrijven, kennisinstellingen en gebruikers, waarbij een<br />

optimale ontsluiting van informatie van het grootste belang is.<br />

Logistiek<br />

Er liggen in het International Alliances scenario met name kansen voor specialistische logistieke<br />

dienstverlening. Internationale ondernemingen hebben in toenemende mate behoefte aan logistiek<br />

advies om een antwoord te hebben op de complexiteit en snelheid van verandering in hun sector. Bij het<br />

bepalen van vestigingslocaties speelt de beschikbaarheid van hoogwaardige logistieke dienstverleners<br />

een cruciale rol. De <strong>MRA</strong> heeft in dit scenario kansen om haar logistieke expertise verder te ontwikkelen<br />

en zich bovendien te specialiseren in specifieke sectoren. Zo liggen er bijvoorbeeld in het bijzonder<br />

kansen in Food en Flowers sectoren, waarbij thematiek als vers, volledigheid, snelheid en<br />

voorspelbaarheid voorop staan bij de inrichting van logistieke netwerken. Ook in de Life Sciences sector<br />

spelen zaken als tijdsplanning, betrouwbaarheid, veiligheid en geconditioneerd vervoer een belangrijke<br />

rol.<br />

Groothandel<br />

De nieuwe internationale allianties bieden eveneens veel kansen voor de groothandelsfunctie van de<br />

<strong>MRA</strong>. De <strong>MRA</strong> heeft de potentie om haar ‘hubfunctie’ te versterken in specifieke sectoren. De <strong>MRA</strong> heeft<br />

met name kansen om groothandelsfuncties op te bouwen binnen complexe supply chains, waarbij het<br />

kan profiteren van de logistieke infrastructuur en expertise in de regio.<br />

Zakelijke dienstverlening<br />

In het International Alliances scenario ligt er eveneens veel potentie voor het cluster zakelijke<br />

dienstverlening. Gespecialiseerde dienstverleners als advocaten, notarissen, fiscalisten, accountants en<br />

consultants zijn van belang om internationale bedrijven in de sectoren Life Sciences, Food, Flowers en<br />

Energie optimaal te faciliteren. Op dit moment heeft de regio Groot-Amsterdam een goed ontwikkelde<br />

internationale dienstensector, maar de vraag is hoe dit cluster zich de komende jaren zal ontwikkelen nu<br />

de groeimotor van het geheel, de financiële sector wegvalt. Zonder een voldoende sterke financiële en<br />

dienstensector is de kans echter groot dat bedrijven en uiteindelijk kennis uit de regio zullen wegtrekken.<br />

Grote farmaceutische bedrijven vestigen zich al in toenemende mate in Aziatische landen, en start-ups<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 59


worden steeds vaker overgenomen door deze multinationals waardoor ook die toegepaste kennis uit de<br />

regio wegvloeit. Om de <strong>MRA</strong> interessant te houden voor talent is, naast voldoende investeringen in<br />

kennis en ontwikkeling, goede samenwerking tussen de kennisintensieve clusters en de zakelijke en<br />

financiële dienstverlening hard nodig om vraag en aanbod te optimaliseren.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 60


6 Scenario IV – Local for Local<br />

Belangrijkste karakteristieken<br />

Fragmentatie en differentiatie binnen Europa<br />

Wereldhandelssysteem is verslechterd<br />

Bilaterale handelsakkoorden en samenwerking tussen individuele natiestaten<br />

Inshoring en herinvestering van productieactiviteiten op thuismarkten<br />

Economie gebaseerd op pull-strategieën<br />

Focus op duurzaamheid en circulaire economie<br />

Mass-customization en decentralisatie hebben overhand<br />

Nieuwe organisatievormen: coöperaties maken opmars<br />

Creatieve industrie, ICT/eScience en energiesector zeer kansrijk<br />

Toekomstbeeld<br />

Het is 2025. Europa is gefragmenteerd geraakt, maar inmiddels stabiel. De schuldencrisis in de jaren<br />

2010-2020 heeft geleid tot het uittreden van een groot aantal lidstaten uit de eurozone en Europese<br />

Unie. Door nieuwe vormen van interstatelijke rivaliteit heeft Europa zijn slagkracht, dynamiek en<br />

cohesie verloren en is zijn positie ten opzichte van de nieuwe economische machten van China, India en<br />

Brazilië, maar ook tegenover de Verenigde Staten gemarginaliseerd. De rol van het<br />

wereldhandelssysteem, met als centrale spil de World Trade Organisation (WTO) is uitgespeeld en<br />

wordt in toenemende mate overgenomen door bilaterale handelsakkoorden. Natiestaten verenigen<br />

zich in kleine verbanden en kiezen voor het pad van protectionisme en zelfvoorzienendheid. De<br />

tekortkomingen van een globale verwevenheid van economische en financiële systemen zijn de<br />

afgelopen decennia pijnlijk duidelijk geworden. De tijden van eenzijdige offshoring vanuit de westerse<br />

wereld naar elders lijken voorbij. De dynamiek en onstuimige veranderingen op het wereldtoneel<br />

hebben geleid tot een versterkt en oplevend besef dat een sterke en duurzame industriële basis van<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 61


levensbelang is voor een stabiele economische basisstructuur. Herziening van bedrijfsstrategie,<br />

organisatie en investeringsportfolio’s leidt tot meer inshoring en hervestiging van productieactiviteiten<br />

op thuismarkten. Nederland kent een revival van het poldermodel. Eensgezind maken overheden,<br />

bedrijven en werknemers plannen voor een duurzame low-carbon economie. De Nederlandse overheid<br />

investeert in slimme energie- en communicatiesystemen en in een duurzame maakindustrie. In de <strong>MRA</strong><br />

is duidelijk merkbaar dat een nieuw tijdperk is aangebroken. De voedingssector, de clusters<br />

ICT/eScience, de energiesector en de creatieve industrie profiteren. De andere clusters vinden het<br />

moeilijker om de transformatie te maken.<br />

Tijdslijn<br />

In tabel 6 zijn de belangrijkste gebeurtenissen opgenomen die ten grondslag liggen aan het ‘Local for<br />

Local’ scenario. Deze gebeurtenissen ‘verklaren’ hoe het scenario zich in de periode tot 2025 heeft<br />

ontwikkeld.<br />

2012-<br />

2013<br />

2014-<br />

2015<br />

2016-<br />

2017<br />

2018-<br />

2019<br />

2020-<br />

2021<br />

2022-<br />

2023<br />

2024-<br />

De afgedwongen begrotingsdiscipline vanuit Brussel leidt tot grote interne onrust.<br />

De werkloosheid onder jongeren in de Zuidelijke lidstaten loopt op tot recordhoogtes.<br />

De opgelegde bezuinigingen en toenemende werkloosheid creëren een anti-Europa<br />

stemming.<br />

In Duitsland wordt de roep om de Duitse economie te beschermen steeds groter.<br />

Griekenland stapt noodgedwongen uit de Eurozone.<br />

De exit van Griekenland zorgt voor aanhoudende onrust op de financiële markten.<br />

Ook Spanje, Portugal, Italië en Ierland zijn gedwongen uit de Eurozone te stappen.<br />

De lasten voor de restende eurolanden lopen hoog op, de Europese Unie desintegreert.<br />

De West-Europese lidstaten treffen protectionistische maatregelen om hun nationale<br />

economieën te beschermen.<br />

Het klimaatrapport van het IPCC zet duurzaamheid weer hoog op de agenda.<br />

Nederland stapt tegelijkertijd met Duitsland uit de Eurozone.<br />

Focus op regionale productie zorgt voor een opleving van de maakindustrie.<br />

Nederlandse export op laagste niveau van de afgelopen 25 jaar.<br />

Revitalisatie poldermodel: overheid, werkgevers en werknemers stellen een toekomstvisie<br />

op.<br />

Particulieren en bedrijven investeren massaal in lokale duurzame energie.<br />

Nederlandse economie veert op als gevolg van particuliere consumptie en<br />

bedrijfsbestedingen.<br />

De Nederlandse arbeidsmarkt wordt hervormd om de arbeidsmarktflexibiliteit te verhogen.<br />

De decentrale opwekking van energie is goed voor zo’n 20% van de totale energieproductie.<br />

Het vertrouwen in West-Europa en met name landen als Duitsland en Nederland neemt toe.<br />

Door de enorme toename van wind- en met name zonne-energie zijn de grootste<br />

Nederlandse elektriciteitsproducenten genoodzaakt de deuren van hun kolencentrales te<br />

sluiten.<br />

Het openbaar vervoer en het personenvervoer in de <strong>MRA</strong> is volledig elektrisch.<br />

In de wetenschap worden belangrijke stappen gezet op het gebied van nanotechnologie,<br />

biotechnologie en nieuwe materialen.<br />

De bouw van nieuwe windparken op zee versterkt de vergroening van de energiesector.<br />

In de zomermaanden is Nederland netto exporteur van duurzame energie.<br />

In de <strong>MRA</strong> vindt een groot internationaal congres over drijvend wonen plaats.<br />

Na jaren van planvorming wordt gestart met de bouw van een lightrail systeem in de<br />

Randstad.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 62


2025 De <strong>MRA</strong> vermarkt haar kennis op het gebied van ‘urban farming’.<br />

Europa is gefragmenteerd maar stabiel.<br />

Tabel 6: Tijdslijn scenario Local for Local<br />

Een terugblik<br />

Om de situatie die in het ‘Local for Local’ scenario is ontstaan goed te kunnen begrijpen is het van belang<br />

kort terug te blikken op zijn ontstaansgeschiedenis. De oorsprong van de huidige situatie ligt in een<br />

aantal politieke, economische, technologische en ecologische ontwikkelingen die in het tweede<br />

decennium bij elkaar komen en een kleine industriële revolutie veroorzaken. Een eerste belangrijke<br />

ontwikkeling ligt in het onvermogen van de Europese regeringsleiders om de schuldencrisis op te lossen.<br />

De financieel sterkere landen in de eurozone zijn steeds terughoudender bij het bieden van financiële<br />

steun en bedingen bovendien hoge rentes, forse hervormingen en substantiële boetes bij vertraging. In<br />

de Zuidelijke landen leidt de situatie tot grote sociaal-maatschappelijke problematiek. De economie<br />

krimpt fors, werkloosheid neemt toe tot boven de 30%, nationalisme steekt de kop op en de anti-Europa<br />

tendensen worden steeds groter.<br />

In 2014 is de situatie in Europa niet langer houdbaar. Zowel in de Noordelijke als in de Zuidelijke lidstaten<br />

ontstaat het besef dat ‘Project Europa’ is mislukt. Het vertrek van Griekenland uit de euro heeft grote<br />

economische gevolgen vanwege zijn precedentwerking. Financiële instellingen en particulieren<br />

realiseren zich dat de euro wel degelijk omkeerbaar is en vragen zich af of misschien meer landen de<br />

eurozone gaan verlaten. In 2015 volgen vier andere perifere eurolanden Griekenland, te weten Italië,<br />

Spanje, Portugal en Ierland. De lasten voor de resterende landen lopen hierdoor hoog op. De<br />

valutarisico’s stijgen en de kredietrisico’s nemen sterk toe. Behalve de kosten voor de verliezen, moesten<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 63


ook de claims en bijbehorende risico’s onder de overblijvende landen worden verdeeld. Dit resulteert<br />

voor de Nederlandse overheid in € 120 miljard (20% van het BBP) aan claims op de uittredende<br />

eurolanden. Het merendeel hiervan, zo’n € 100 miljard, bestaat uit claims van De Nederlandsche Bank,<br />

het restant bestaat uit bilaterale leningen en het Nederlandse aandeel in het noodfonds EFSF.<br />

De resterende Europese landen herbezinnen zich op hun toekomst. Een breed gedragen afkeer van de<br />

uitwassen van het kapitalisme en mondiale (financiële) afhankelijkheden leidt ertoe dat landen en<br />

groepen mensen zich vooral richten op zelfvoorzienendheid. Autarkie is het nieuwe toverwoord en<br />

landen proberen hun afhankelijkheid van de wereldmarkt te beperken door protectionistische<br />

maatregelen te treffen. Sommige Europese landen besluiten niet alleen de eurozone vaarwel te zeggen,<br />

maar hun lidmaatschap van de Europese Unie in het geheel op te zeggen aangezien ze zich niet langer<br />

willen conformeren aan interne marktvereisten. De sterke regionalisering van de economie die vanaf<br />

2015 optreedt, is echter niet louter het gevolg van politieke en economische ontwikkelingen. In de<br />

maatschappij neemt de roep om duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen sterk toe<br />

en technologisch is steeds meer mogelijk. De ontwikkelde economieën van Europa en de Verenigde<br />

Staten zetten zwaar in op het verduurzamen van hun energievoorziening, lokale productie van goederen<br />

en verwerking van halffabricaten.<br />

Als gevolg van wereldproblematiek rond voedselschaarste, het opraken van energiebronnen,<br />

klimaatverandering en vervuiling, kiest een snel groeiende groep consumenten voor een duurzame<br />

leefstijl. Bedrijven zijn steeds vaker genoodzaakt hun waardeketens opnieuw in te richten, waarbij local<br />

sourcing, het minimaliseren van CO2 en hun watervoetafdruk en andere vormen van stakeholder value<br />

centraal staan. In de West-Europese economieën wint de ‘inshoring’ en hervestiging van maakindustrie<br />

snel terrein. Als gevolg van forse looninflatie in de voormalige lage lonen landen, stijgende kosten van<br />

transport, invoerheffingen en een stijging van arbeidsproductiviteit in West-Europa en de Verenigde<br />

Staten is het inmiddels ook uit kostenoogpunt lonend om lokaal te produceren.<br />

De Westerse economieën zetten als gevolg van de hoge werkloosheid sterk in op een vergroting van de<br />

arbeidsmarktflexibiliteit en doordat overheden actieve prikkels geven voor (re)industrialisatie heeft er<br />

rond 2020 een convergentie van de netto arbeidskosten plaatsgevonden tussen Westerse en Aziatische<br />

economieën.<br />

Hoewel kan worden gesproken van een hernieuwde industrialisatie van Europa, is de aard van industrie<br />

sterk veranderd. In plaats van zich te richten op massa en schaal, richten bedrijven zich op maatwerk en<br />

verantwoorde decentrale productie. Ontwikkelingen in de ICT dragen bij aan de inbreng van gebruikers<br />

in het ontwerp van producten en het democratiseren van kennis. Virtuele samenwerking tussen<br />

verschillende disciplines zorgt voor technologische innovaties die bijdragen aan een sterke groei van<br />

kwaliteit en productiviteit. De consument staat centaal in vrijwel alle sectoren. In de energiesector ligt de<br />

nadruk op decentrale opwekking van energie. De voedingssector maakt gebruik van local sourcing en<br />

green labelling. In de mediasector heeft massareclame plaats gemaakt voor interactiviteit en een<br />

persoonsgerichte benadering. In de industrie staat mass-customization centraal in plaats van<br />

massaproductie. In de financiële wereld wordt veel meer gebruik gemaakt van concepten als crowd<br />

funding en ook zakelijke diensverleners zetten in op maximale interactie met consumenten.<br />

Pensioenfondsen investeren meer in lokaal vastgoed en keren pensioen deels in natura uit. Op het<br />

gebied van wetenschap en technologie doen zich belangrijke ontwikkelingen voor, onder andere op het<br />

gebied van nanotechnologie, biotechnologie en nieuwe materialen.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 64


Nederland op het wereldtoneel<br />

De nieuwe politieke en economische realiteit heeft veel<br />

effect op de positie van Nederland. Het vertrek uit de<br />

euro van de vijf perifere landen heeft geleid tot grote<br />

vermogensverliezen. De Nederlandse overheid dient<br />

een schuld ter hoogte van 20% van het BBP af te<br />

schrijven en ook in de private sector lopen de verliezen<br />

hoog op. Als gevolg van het oplaaiend protectionisme dalen de handelsvolumes gestaag en wordt<br />

Nederland getroffen door een sterke krimp in de overslag van bulkgoederen. Nederland gaat vanaf 2020<br />

door een langzaam en pijnlijk transformatieproces. Nederlandse bedrijven, werknemers, pensioenen,<br />

verzekeraars en banken worden diep geraakt door de kelderende exporten en de verkruimeling van de<br />

waarde van de beleggingen en bezittingen in de Europese Unie. De grote overschotten op de<br />

handelsbalans behoren tot het verleden en Nederland realiseert zich dat het haar industriële profiel<br />

moet herijken en binnenlandse consumptie en investeringen moet zien te vergroten.<br />

In alle hectiek profiteert Nederland van een herleving van het poldermodel. Dit model is op maat<br />

gesneden voor duurzame economische ontwikkeling en heeft zich inmiddels ontwikkeld tot het<br />

internationale voorkeursmodel. Door middel van nauw overleg tussen overheden, werkgevers en<br />

werknemers wordt een toekomstagenda opgesteld voor Nederland, waarin wordt gefocust op kansrijke<br />

sectoren en maximale benutting van arbeidspotentieel. In de maakindustrie probeert Nederland in te<br />

zetten op mass-customization, de ontwikkeling van software, nieuwe materialen, nieuwe<br />

productieprocessen en webapplicaties die het mogelijk maken om op grote schaal en volledig<br />

geautomatiseerd maatwerk te vervaardigen. In de foodsector wordt ingezet op de ontwikkeling van local<br />

sourcing, een trend die vanuit de Verenigde Staten, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk naar Nederland<br />

is overgewaaid. Voor veel telers was Nederland altijd aanvullend op de exportproductie, maar nu<br />

ontstaat er in Noord-West Europa een groeiende markt voor producten met een ambachtelijk en<br />

regionaal karakter. Hoewel het klassieke exportmodel verleden tijd is, is het de kunst om ook in het<br />

buitenland een positie te blijven bekleden door ook daar gebruik te maken van lokale ingrediënten en<br />

productieketens.<br />

Door ontwikkelingen op het gebied van klimaatverandering en het opraken van olie en andere fossiele<br />

brandstoffen ontstaan vanaf 2015 in toenemende mate lokale gemeenschappen die zelf aan de slag gaan<br />

om hun manier van wonen, werken en leven duurzamer te maken. In navolging van de Transition Town<br />

beweging in het Verenigd Koninkrijk ontstaan soortgelijke lokale initiatieven in onder meer Amerika,<br />

Japan en diverse Europese landen waaronder Nederland. Steeds meer mensen bevestigen zonnepalen<br />

op het dak van hun huis of participeren in lokale energiecoöperaties om zo minder afhankelijk te zijn van<br />

grote energieleveranciers. Het energieoverschot wordt verkocht en de winst geïnvesteerd in lokale<br />

initiatieven. De decentralisering van de energiemarkt is het startpunt voor een bredere ontwikkeling<br />

richting een socialer systeem, waarin ook zaken als zorg en verzekeringen meer en meer in eigen handen<br />

worden genomen. Het wantrouwen in traditionele<br />

instituten versterkt de opkomst van een nieuwe,<br />

democratische economie waarin kleinschaligheid en<br />

ruilhandel de boventoon voeren. Langzaamaan begint een<br />

nieuwe maak- en kenniseconomie te ontstaan rondom<br />

duurzaamheid. Speerpunten zijn: klimaatadaptief<br />

“Nederland is als geen ander Europees<br />

land in staat om met behulp van het<br />

poldermodel de omslag te maken naar de<br />

nieuwe economische realiteit”<br />

“De Nederlandse economie is vraag<br />

gestuurd en kenmerkt zich door mass<br />

customization en een focus op<br />

decentrale productie”<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 65


ontwikkelen, deltatechnologie, drijvend bouwen, groene chemie en duurzame kennis.<br />

Door de dalende concurrentiekracht van Nederlandse bedrijven in het buitenland en de beperktere<br />

mogelijkheden om internationaal talent te binden wordt het in het ‘Local for Local’ scenario belangrijk<br />

om een flexibele en hoogwaardige arbeidsmarkt en een sterke R&D infrastructuur te realiseren.<br />

Nederland is een duur land geworden met een sterke munt en een negatieve handelsbalans. Om<br />

internationaal aantrekkelijk te blijven, kijken Nederlandse bedrijven niet langer primair naar het matigen<br />

van loonkosten. Zij investeren vooral in de kennis en expertise die nodig is om de markt met<br />

hoogwaardige en maximaal geïndividualiseerde producten te kunnen bedienen. Nederland is geen<br />

concurrent op massamarkten, maar komt goed mee op nichemarkten, variërend van het produceren van<br />

klantspecifieke kunststofprofielen voor producten op het gebied van automotive, huishoudelijke<br />

apparatuur en sanitair tot en met de ontwikkeling van specifieke software om de gebruikersinbreng in<br />

productieprocessen te optimaliseren. Om de concurrentiekracht binnen selectieve markten te vergroten,<br />

zet Nederland sterk in op eigen ondernemerschap en op zaken als een leven lang leren. Nederlanders<br />

beschikken in toenemende mate over een flexibel en verschuivend portfolio van activiteiten, sommige<br />

betaald, sommige onbetaald. Deze activiteiten zijn allemaal gericht op het ten volle benutten van<br />

individuele competenties. Het in stand houden van een solide kennisinfrastructuur is echter een<br />

zorgpunt door het wegvallen van Europese onderzoeksbudgetten en private budgetten van<br />

multinationals. Innovatie en verdere specialisatie vraagt meer dan ooit om ondernemerschap en<br />

ondersteuning door financiële instellingen, kennisinstellingen en overheden.<br />

De economie van de <strong>MRA</strong><br />

Het Local for Local scenario heeft veel effect op de economie van de metropoolregio Amsterdam. De<br />

uittreding van Nederland uit de eurozone en het vertrek van hoofdkantoren van buitenlandse<br />

ondernemingen hebben de traditionele dienstverlening in het zakelijke en financiële segment sterk<br />

getroffen. Ook de afname van de (weder)export heeft grote impact op de regio. Importheffingen en<br />

andere protectionistische maatregelen hebben Nederlandse voedingsproducten en bloemen in het<br />

buitenland tot onbetaalbare luxeproducten gemaakt. Hoewel de nieuwe rijken in Azië en Zuid-Amerika<br />

nog steeds producten afnemen, kiezen de meeste consumenten voor lokaal geproduceerde<br />

alternatieven. De logistieke sector, die bovendien wordt geconfronteerd met sterk gestegen<br />

brandstofprijzen, bevindt zich in zwaar weer. Zowel het vracht- als het personenvervoer vanaf<br />

Schiphol is in 2025 gehalveerd ten opzichte van 2012. Voor alle genoemde sectoren is het in het ‘Local<br />

for Local’ scenario van groot belang om hun mondiale business model te herzien. Multinationals stappen<br />

af van centrale productie en bouwen in verschillende regio’s lokaal gevoede aanbodketens opbouwen.<br />

Ze transformeren zichzelf van multinationale bedrijven (MNC’s) naar multi-commited bedrijven (MCC’s).<br />

De zakelijke en financiële dienstverlening dient de switch te maken van mondiale oplossingen naar het<br />

initiëren en ondersteunen van regionale economische initiatieven. Groothandels en logistieke partijen<br />

dienen zich te specialiseren in fijnmazige oplossingen voor specifieke regio’s.<br />

Fossiele brandstoffen en energie worden steeds duurder. Bedrijven zijn in hun bestaan meer en meer<br />

afhankelijk van de energiekosten. Consumenten betalen bijna net zoveel voor hun energiekosten als<br />

voor hun huur. De decentrale energiemarkt maakt een opmars, mede mogelijk gemaakt door de<br />

ontwikkelingen op ICT-gebied. Consumenten worden producenten. Lokale coöperaties wekken in<br />

toenemende mate energie op uit wind, zon, vergisting, biogasinstallaties of stoken op streekhout.<br />

Amsterdam en Almere kennen veel actieve coöperaties die energie opwekken uit wind. Hilversumse en<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 66


Haarlemse coöperaties zijn vaak meer gericht op zonne-energie. Deze energierevolutie ontketent een<br />

ware sociale revolutie. Naast energiecoöperaties ontstaan lokale samenwerkingsverbanden op het<br />

gebied van verzekeringen, zorg, etc. Sociaal ondernemerschap komt op. Bedrijven bieden steeds meer<br />

duurzame producten aan. Het delen van auto’s en parkeerplaatsen verwordt tot een van de meest<br />

ingeburgerde duurzame vormen van ondernemerschap, maar steeds meer producten worden in een<br />

nieuwe duurzame vorm aangeboden. Bestaande betaalmethoden worden ten dele overbodig door de<br />

opkomst van de ruilhandel. Diensten, kleding en woningen worden steeds vaker uitgeruild. Internet is<br />

hierbij een onmisbaar medium.<br />

Deze nieuwe vorm van werken en leven zorgt voor grote verschuivingen in de huidige economie van de<br />

metropoolregio. Steeds vaker leggen veel centraal georganiseerde bedrijven zoals Nuon en Essent het af<br />

tegen de veelvoud aan coöperaties die als paddenstoelen uit de grond lijken te schieten. De traditionele<br />

zakelijke en financiële dienstverlening is grotendeels lamgeslagen en is genoodzaakt om alternatieve<br />

verdienmodellen te ontwikkelen om het hoofd boven water te houden. De grotere banken en<br />

verzekeraars zien zich genoodzaakt zich op te splitsen in kleinere gespecialiseerde bedrijfsonderdelen die<br />

de markt bedienen vanuit regionale kantoren. Met speciaal op de consument of coöperatie toegespitste<br />

dienstverlening en geavanceerde internet- en smart phone diensten hopen zij klanten aan zich gebonden<br />

te houden. Door de afkeer van de grote traditionele banken in nasleep van de crisis en het onvermogen<br />

van deze banken om effectief in te spelen op de wens om meer maatwerk vanuit met name particuliere<br />

klanten, worden bankzaken steeds meer via coöperaties of andere sociale netwerken geregeld.<br />

Intermediair functies in de zakelijke dienstverlening zoals makelaars verdwijnen. Ook inkomsten uit<br />

postbussenbeheer waar de regio altijd sterk van profiteerde, lossen grotendeels op. De regio blijft<br />

aantrekkelijk voor toeristen, maar vooral het nationale toerisme neemt toe.<br />

De overstap naar duurzame energie, de toename van het sociaal ondernemerschap en de ontwikkeling<br />

van hechtere sociale gemeenschappen heeft de kwaliteit van leven in de regio doen toenemen. ICTontwikkelingen<br />

hebben een buitengewoon belangrijke bijdrage geleverd aan de huidige manier van<br />

leven en mogelijkheden om zaken als energie en zorg meer lokaal en decentraal te regelen. De<br />

toegenomen zelfredzaamheid en de strijd om de stem van het volk heeft daarnaast tot een verdere<br />

versnippering geleid van overheden en semi-overheidsinstanties. Voor een aantal randvoorwaarden<br />

zoals onderwijs, onderzoek, fysieke en digitale infrastructuur is centrale sturing en investering nog altijd<br />

nodig. Hiervoor moeten nieuwe samenwerkingsverbanden worden gevonden die recht blijven doen aan<br />

de lokale stem van de burgers. Ook de bekostiging van overheden en kennisinstellingen komt ter<br />

discussie te staan, alhoewel de belasting op vervuilende producten en diensten, de uitstoot van<br />

broeikasgassen en andere controleerbare bronnen nog altijd een belangrijke inkomstenbron is.<br />

Het business model van de <strong>MRA</strong><br />

Elke stad of regio – net als ieder bedrijf – kan worden beschreven in termen van een business model. Een<br />

business model is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de<br />

regio ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische<br />

actoren zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De<br />

waardepropositie beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie<br />

of woonplaats. Het business model illustreert verder welke randvoorwaarden de waardepropositie<br />

voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische toegevoegde waarde wordt<br />

gecreëerd. Het denken in termen van een business model maakt het voor beleidsvormers mogelijk om<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 67


zich te verdiepen in de wijze waarop de regio randvoorwaarden aanwendt, haar waardepropositie<br />

verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie contant maken. Figuur 1 toont het<br />

‘optimale’ business model voor de <strong>MRA</strong> binnen het Local for Local scenario.<br />

Figuur 10: Optimaal business model in het scenario Local for Local<br />

Waardepropositie<br />

De figuur geeft een visuele illustratie van het optimale business model van de <strong>MRA</strong> in het Local for Local<br />

scenario. Het middelste vlak van het raamwerk representeert de waardepropositie van de regio. De<br />

waardepropositie bestaat uit een combinatie van locatiefactoren die de regio aantrekkelijk maakt voor<br />

economische actoren, zoals bedrijven en inwoners. Wanneer er wordt gekeken naar de onderdelen van<br />

de waardepropositie die in het Local for Local scenario van groot belang zijn, zijn dit de onderdelen<br />

‘duurzaamheid’, een ‘innovatieve en ondernemende cultuur’ en ‘human capital’. Ook de<br />

‘kennisinfrastructuur’ is in dit scenario bovengemiddeld van belang.<br />

Duurzaamheid<br />

“Lokale Energiecoöperaties nemen het voortouw in het vergroenen van de regionale<br />

energieproductie”<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 68


In het Local for Local scenario is duurzaamheid in de breedste zin van het woord een essentieel<br />

onderdeel van de waardepropositie van de <strong>MRA</strong>. Om in staat te zijn een creatief ondernemende en<br />

maatschappelijk bewuste klasse aan de regio te binden zijn investeringen in kennis en het bieden van<br />

concrete oplossingen van groot belang. Elektrisch vervoer, klimaatneutrale woningen en bedrijfspanden,<br />

gratis openbaar vervoer, lokaal verankerde rechtsvormen en leerstoelen op het vlak van sustainability<br />

zijn cruciale stappen richting een duurzame samenleving. In het Local for Local scenario maakt de<br />

economie van de <strong>MRA</strong> een metamorfose door. De energiesector verandert volledig onder invloed van<br />

lokale opwekking van duurzame energie. Rondom de nieuwe duurzame maakindustrie ontstaan<br />

combinaties van leren, werken en ondernemen. Ook op buurtniveau zijn veel gezamenlijke diensten<br />

zoals wasserijen, catering, accu-omruilpunten, apparaatverhuur. Er is een levendige lokale, maar zeker<br />

ook internationale ruileconomie ontstaan.<br />

“In het Local for Local scenario is een innovatieve cultuur, hoogwaardige human capital en een focus<br />

op duurzaamheid van cruciaal belang”<br />

Innovatieve en ondernemende cultuur<br />

De wereld in het Local for Local scenario is een wereld waarin ondernemerschap en creativiteit van groot<br />

belang zijn. Burgers worden zelfstandiger en arbeidsrelaties worden in toenemende mate flexibel.<br />

Mensen zijn afhankelijk van hun creativiteit, vernieuwingstalent en aanpassingsvermogen bij het<br />

genereren van een inkomen. Buurten houden zich actief bezig met het lokaal opwekken van energie, het<br />

verbouwen van voedsel en het gezamenlijk regelen van de zorg voor de oude dag. Onderlinge<br />

uitwisseling over nieuwe vormen van opwekking en verbouwen, etc. vindt plaats via social media en<br />

interactieve fora. De <strong>MRA</strong> doet er in het Local for Local scenario verstandig aan om ondernemerschap te<br />

stimuleren. Concrete interventies kunnen liggen in het bevoordelen van kleine ondernemingen in<br />

openbare aanbestedingen, het beperken van de aansprakelijkheid van ondernemingen bij faillissement,<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 69


het verbeteren van toegang to financiering voor ondernemingen en ondernemers en het<br />

vereenvoudigen van regelgeving voor startende ondernemers.<br />

Human capital<br />

In het Local for Local scenario is de beschikbaarheid van creatief talent van het grootste belang. De<br />

wereld verandert snel, ketens worden omgedraaid en bedrijfsmodellen opnieuw uitgevonden. Toptalent<br />

wordt echter steeds mobieler en de <strong>MRA</strong> zal er in dit scenario werk van moeten maken een interessante<br />

en uitdagende regio te blijven bieden. Wanneer de <strong>MRA</strong> hierin slaagt neemt de kans dat talent zich aan<br />

de regio bindt beduidend toe. Onderzoek toont aan dat de generatie ‘Y’ en ‘Z’ wonen en leven vaak<br />

belangrijker vinden dan werken. De <strong>MRA</strong> heeft daarmee grote kansen om zich te profileren als<br />

vestigingslocatie voor toptalent. Goede huisvesting, een leefbare regio, een hoge quality of life en<br />

voldoende ruimte voor ondernemerschap zijn belangrijke voorwaarden om talent te binden.<br />

Kennisinfrastructuur<br />

In de bottom-up georganiseerde wereld van het Local for Local scenario maakt het talent en<br />

ondernemerschap van de creatieve klasse het verschil. De kwaliteit van de kennisinfrastructuur is<br />

daarom van groot belang in dit scenario. Innovatie loont en hoogwaardig onderwijs en onderzoek, de<br />

ruime aanwezigheid van wetenschappelijk talent zijn cruciaal. Voor echt toptalent dienen opleidingen op<br />

niveau te worden aangeboden. Binnen de huidige onderwijsinstellingen dient meer aandacht te zijn voor<br />

excellentie. De voorgenomen samenwerking tussen de bèta-faculteiten van de UvA en VU zijn zeer<br />

relevant en de combinatie zou er naar moeten streven om leidende expertise te ontwikkelen in een<br />

select aantal bèta domeinen. Onderwijsinstellingen dienen voorts voldoende aandacht te hebben voor<br />

het aanleren van flexibiliteit en dienen studenten te stimuleren hun kennis voortdurend up-to-date te<br />

houden. Nieuwe modellen, zoals ‘distributed learning’ zijn hierbij behulpzaam. Ook de interface tussen<br />

wetenschap en bedrijfsleven dient beter te worden georganiseerd om vernieuwing te stimuleren en<br />

concurrentievoordeel op te bouwen.<br />

Connectiviteit<br />

Hoewel in dit scenario niet van het allerhoogste belang, blijft connectiviteit een belangrijk onderdeel van<br />

de waardepropositie van de <strong>MRA</strong>. Het karakter van de economie is weliswaar een stuk regionaler<br />

geworden en de wederexport staat op een lager pitje, maar de <strong>MRA</strong> blijft afhankelijk van de export van<br />

hoogwaardige producten. Met name in de duurzame supply chains van de voedingsindustrie en de<br />

complexe supply chains van op massa geïndividualiseerde consumentenelektronica liggen er veel<br />

kansen. Doordat de individuele klant de keten bestuurt, dienen vele processen, zoals orderverwerking,<br />

assemblage, installatie, training, facturatie, after sales en retourstomen optimaal op elkaar te worden<br />

afgestemd. Goede infrastructuur blijft hierbij van groot belang, zowel fysiek als digitaal. De<br />

transportsector heeft een belangrijke uitdaging om verder te vergroenen en te investeren in low-carbon<br />

vormen van vervoer, bijvoorbeeld over water en spoor. Ook het vervoer van personen vraagt om nieuwe<br />

oplossingen. Zo kan er bijvoorbeeld worden gedacht aan een geavanceerd lightrail-systeem als duurzaam<br />

transportmiddel in de Randstad, voor lange en korte afstand, met een hoge dichtheid en regelmatige<br />

diensten.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 70


Randvoorwaarden<br />

De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan<br />

de linkerzijde van het raamwerk zijn weergegeven. De linkerzijde van het raamwerk heeft zijn financiële<br />

consequenties in termen van kosten en investeringen die noodzakelijk zijn om randvoorwaarden te<br />

verwezenlijken. In de regel zijn randvoorwaarden namelijk te creëren door gericht beleid en specifieke<br />

investeringen. Binnen het Local for Local scenario liggen de belangrijkste randvoorwaarden op het vlak<br />

van ‘onderwijs en onderzoek’ en ‘leefbaarheid’. Daarnaast zijn de randvoorwaarden ‘voorzieningen’,<br />

‘huisvesting’, ‘arbeidsmarkt’, ‘ruimte voor ondernemerschap’ en ‘governance’ van belang in dit scenario.<br />

Het belang van onderwijs en onderzoek is evident aangezien het de manier is om toptalent op te leiden.<br />

In het Local for Local scenario is het van belang vooral aandacht te hebben voor bèta-opleidingen,<br />

fundamenteel onderzoek, een betere overdracht van kennis tussen instellingen en bedrijfsleven en het<br />

stimuleren van een leven lang leren. Naast het opleiden van toptalent is het eveneens van groot belang<br />

om te zorgen dat talent verbonden blijft aan de regio. Investeringen in leefbaarheid zijn in dit kader<br />

cruciaal, evenals het verbeteren van de kwaliteit van de woningmarkt en het op peil houden van het<br />

voorzieningenniveau. Een goed aanbod van huurwoningen voor midden en hogere segmenten is van<br />

groot belang om talent vast te houden. Hiernaast is het belangrijk aantrekkelijk te zijn voor zowel<br />

startende ondernemers als bestaande ondernemingen die overwegen zich in de <strong>MRA</strong> te vestigen. Korte<br />

snelle procedures, één loket en aanspreekpunt en een goede governance zijn belangrijke vereisten.<br />

Economische clusters<br />

De besproken randvoorwaarden, zijn als het ware de ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ om de<br />

waardepropositie van de <strong>MRA</strong> dusdanig in te richten dat ze aantrekkelijk is voor bedrijven en inwoners<br />

om zich in Groot Amsterdam te vestigen. Aan de rechterkant van het business model raamwerk worden<br />

de economische clusters weergegeven die in het Local for Local scenario de meeste potentie bieden voor<br />

waardecreatie. De creatieve industrie, het cluster ‘ICT/eScience’, de energiesector en in mindere mate<br />

de foodsector zijn in het Local for Local scenario van groot belang voor de economie van de <strong>MRA</strong>.<br />

Creatieve industrie<br />

De kern van de creatieve industrie ligt in bedrijven die hun bestaansrecht vinden in creativiteit, innovatie<br />

en ondernemerschap. De creatieve industrie is hiermee in het Local for Local scenario van het grootste<br />

belang. Sectoren die onder meer tot de creatieve<br />

industrie worden gerekend zijn: architectuur, mode,<br />

gaming, design, reclame en nieuwe media. In een<br />

wereld van maatwerk, geïndividualiseerde producten<br />

en diensten en optimale gebruikersinteractie is de<br />

creatieve industrie een belangrijke katalysator om<br />

andere sectoren de transitie te laten maken naar een<br />

pull-driven business model. De <strong>MRA</strong> zal in het Local for Local scenario moeten waarborgen dat creatieve<br />

bedrijven ook wanneer ze meer omvang krijgen in de regio gevestigd blijven.<br />

ICT/eScience<br />

“Belangrijke randvoorwaarden om<br />

toptalent aan te trekken in het Local for<br />

Local scenario zijn leefbaarheid en<br />

onderwijs en onderzoek”<br />

Het cluster ICT/eScience heeft zeer omvangrijke kansen in het Local for Local scenario. De grootste<br />

kansen liggen in het realiseren van smart grid technologie voor de energiesector, hoogwaardige<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 71


logistieke oplossingen en tracking en tracing systemen voor de foodsector en technologie voor masscustomization.<br />

Gebruikersinbreng in productieprocessen en hoogwaardige interactie tussen producent<br />

en consument is van het grootste belang in het Local for Local scenario.<br />

Energiesector<br />

In 2020 is de <strong>MRA</strong> steeds minder afhankelijk van fossiele brandstoffen (olie, kolen en gas). Het aandeel<br />

schone energie, zoals zonne- en windenergie, aardwarmte en bepaalde soorten biobrandstof is sterk<br />

toegenomen. In de gebouwde omgeving wekken woningen, kantoren en kleine fabrieken hun eigen<br />

duurzame energie op, waarmee deze gebouwen worden verwarmd, gekoeld en voorzien van elektriciteit<br />

voor apparaten en elektrische vervoersmiddelen. De nieuwe duurzame energiesector levert naar<br />

verwachting duizenden banen op in gebieden als hernieuwbare energietechnologie,<br />

brandstofcelontwikkeling, grid-management, elektrisch vervoer en dergelijke. Door voorop te lopen in de<br />

modernisering van de energiesector kan de <strong>MRA</strong> bovendien belangrijke kennis op doen, die kan worden<br />

geëxporteerd naar andere stedelijke regio’s.<br />

Foodsector<br />

Door tijdig in te spelen op duurzame ontwikkelingen kan Nederland in het Local for Local scenario een<br />

voorloperrol bemachtigen in de voedselindustrie, bijvoorbeeld door de ontwikkeling en productie van<br />

nieuwe duurzame eiwitproducten zoals algen. De regio heeft een goede uitgangspositie om zich te<br />

onderscheiden als een proeftuin waarin innovatie en duurzaamheid gelijk op kunnen gaan. Duurzaam<br />

geteelde groenten, fruit en bloemen, alsmede hoogwaardige verwerkte producten blijven een belangrijk<br />

regionaal exportproduct in dit scenario. Ook urban farming, het verbouwen van groenten en fruit in<br />

stedelijke omgevingen, biedt in het Local for Local scenario een belangrijke kans. Op dit moment wordt<br />

nog steeds een substantieel deel van de behoefte aan groente en fruit geïmporteerd en het creëren van<br />

vertical farms in de <strong>MRA</strong> kan wellicht de afhankelijkheid van import verkleinen.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 72


7 Naar een toekomstgericht business model<br />

De vier beschreven scenario’s verschaffen een beeld van een aantal extreme, maar denkbare<br />

toekomstige situaties waar de <strong>MRA</strong> in terecht kan komen. De bedoeling van de scenario’s is om mentale<br />

denkkaders op te rekken en een helder beeld te vormen van de kansen en bedreigingen die onder<br />

invloed van externe ontwikkelingen kunnen ontstaan. In de afzonderlijke scenario’s is een optimaal<br />

bijpassend business model opgetekend. Uit deze vier business modellen, is het mogelijk om een<br />

toekomstig business model voor de <strong>MRA</strong> af te leiden. Het toekomstig business model is gebaseerd op de<br />

factoren die er in de verschillende scenario’s positief of negatief uitspringen. Het toekomstige business<br />

model legt de nadruk op economische clusters, onderscheidende aspecten en randvoorwaarden met<br />

potentie, en niet zozeer op de scenario’s zelf. De individuele scenario’s zijn vooral bedoeld om een beeld<br />

te vormen van de uiteenlopende realiteiten waar de <strong>MRA</strong> in terecht kan komen. Door een<br />

overkoepelend business model te ontwikkelen dat in alle scenario’s waarde heeft, wordt voorkomen dat<br />

er te exclusief wordt ingezet op één scenario.<br />

In dit hoofdstuk wordt het overkoepelende toekomstgerichte business model voor de <strong>MRA</strong><br />

gepresenteerd, dat aan de basis ligt van een discussie over een lange termijn strategie voor de<br />

metropoolregio. In het eerste deel van dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de risicotolerantie die is<br />

gehanteerd bij het opstellen van het toekomstgerichte business model, vervolgens wordt het business<br />

model inhoudelijk besproken en tenslotte wordt ingegaan op de uitdagingen die uit het model<br />

voortkomen voor de economische clusters, de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> en de te onderscheiden<br />

randvoorwaarden.<br />

7.1 Toekomstgericht business model<br />

Het toekomstig business model dient een goede uitwerking te kennen in de scenario’s die de Board heeft<br />

opgesteld. Belangrijk hierbij is hoeveel waarde er wordt toegekend aan de afzonderlijke scenario’s. Dit is<br />

in feite een uitspraak over de risicotolerantie: bij een lage risicotolerantie wordt aan alle vier scenario’s<br />

evenveel belang gehecht, bij een hoge risicotolerantie wordt meer ingezet op 1 of 2 specifieke<br />

scenario’s. In dit discussiedocument is op basis van een gelijk gewicht van de vier scenario’s (ieder 25%),<br />

een toekomstgericht business model voor de <strong>MRA</strong> geconstrueerd. Figuur 11 illustreert dit business<br />

model.<br />

Aan de rechterkant van het business model is de toekomstpotentie van de economische clusters – in<br />

termen van bijdrage aan de concurrentiekracht van de <strong>MRA</strong> – geïllustreerd. De clusters<br />

vertegenwoordigen economische zwaartepunten van bedrijvigheid, gegroepeerd rondom een sector of<br />

competentie. Wanneer gekeken wordt naar de clusters met bovengemiddelde potentie in termen van<br />

concurrentiekracht valt op dat de clusters ICT/eScience en Logistiek koploper zijn. In vrijwel alle<br />

omstandigheden zijn dit clusters met de potentie om een bovengemiddelde bijdrage te leveren aan de<br />

concurrentiekracht van de regio. Naast deze<br />

twee koplopers zijn er meer economische<br />

clusters waarin de <strong>MRA</strong> veel potentie heeft.<br />

De energiesector, de groothandelssector, de<br />

creatieve industrie en de zakelijke<br />

“De clusters ICT/eScience en Logistiek hebben<br />

de potentie zeer sterk bij te dragen aan de<br />

toekomstige concurrentiekracht van de <strong>MRA</strong>.”<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 73


dienstverlening, zijn allen goed gepositioneerd om in meerdere scenario’s een rol van betekenis te<br />

spelen en onderscheidend vermogen voor de regio te creëren. Hoewel in sommige individuele scenario’s<br />

goed gepositioneerd, is de potentie van de clusters ‘bouw en vastgoed’, ‘financiële dienstverlening’ en<br />

‘life sciences’ over de scenario’s heen ondergemiddeld.<br />

Figuur 11: Toekomstgericht business model <strong>MRA</strong><br />

Het middelste vlak van de figuur illustreert de onderscheidende aspecten (of waardepropositie), die in<br />

het toekomstgerichte business model van belang zijn. De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> verwoordt de<br />

aspecten die de stad en regio uniek en onderscheidend maken voor haar bewoners en clusters van<br />

bedrijvigheid. In een goed samenhangend en zelfversterkend business model zijn de elementen van de<br />

waardepropositie optimaal afgestemd op de belangrijkste economische clusters. In het licht van de<br />

scenario’s en de belangrijkste clusters komt een aantal belangrijke onderscheidende aspecten naar<br />

voren. Voor het toekomstig succes van de <strong>MRA</strong> zijn de aspecten ‘connectiviteit’, ‘human capital’,<br />

‘innovatieve cultuur’, ‘kennisinfrastructuur’ en ‘dienstensector’ van groot belang. Ook ‘quality of life’ en<br />

‘brand name’ dragen bovengemiddeld bij aan het onderscheidend vermogen van de <strong>MRA</strong>.<br />

De linkerkant van het business model raamwerk, tenslotte, illustreert het onderlinge belang van<br />

verschillende randvoorwaarden. De randvoorwaarden zijn de sturingsmechanismen die kunnen worden<br />

ingezet om de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> te versterken. Veruit de belangrijkste randvoorwaarde<br />

onder het toekomstgerichte business model<br />

ligt in de kwaliteit van onderwijs en onderzoek<br />

De kwaliteit van onderwijs en onderzoek en<br />

van de fysieke en digitale infrastructuur in de<br />

<strong>MRA</strong> is van doorslaggevend belang in<br />

toekomstgerichte businessmodel.<br />

in de regio. Hoewel de aard en inhoud per<br />

scenario verschilt, is in ieder denkbaar<br />

toekomstbeeld kwalitatief hoogwaardig<br />

onderzoek en hoogstaande educatie van<br />

doorslaggevend belang. Naast deze<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 74


andvoorwaarden, is ook de kwaliteit van de fysieke en digitale infrastructuur in ieder scenario bijzonder<br />

relevant. Tenslotte dragen ook de randvoorwaarden ‘arbeidsmarkt’ en ‘leefbaarheid’ in belangrijke mate<br />

bij aan de waardepropositie die de regio na wil streven in het toekomstgerichte business model.<br />

7.2 Een strategische conversatie<br />

Het toekomstgerichte business model dat in de vorige paragraaf is gepresenteerd vormt een belangrijk<br />

baken aan de horizon, het geeft een impressie van de prioriteiten die de triple-helix partijen moeten<br />

zetten om te komen tot toekomstig succes. Om een inschatting te kunnen maken van het werk dat<br />

verzet moet worden om het toekomstgerichte business model op te bouwen, is het van belang om het<br />

verschil met het huidige business model, dat in paragraaf 1.3 is besproken te overbruggen. De<br />

afwijkingen tussen de huidige situatie en de gewenste toekomstige situatie kunnen worden overbrugd<br />

door het formuleren van een strategische agenda met gerichte interventies. In de volgende paragrafen<br />

worden de belangrijkste verbetergebieden gepresenteerd waar de <strong>MRA</strong> haar business model zal moeten<br />

versterken. Ook wordt een aantal eerste suggesties voor verbetering aangereikt. De gepresenteerde<br />

focusgebieden vormen het startpunt voor de strategische conversatie die in 2013 zal plaatsvinden over<br />

de strategische economische agenda voor de <strong>MRA</strong> op langere termijn.<br />

7.3 Clusterstrategieën<br />

Bij het nadenken over strategische opties om het toekomstige business model te verwezenlijken, wordt<br />

in dit discussiedocument gestart bij de positie van de economische clusters. Zoals aangegeven zijn er<br />

twee zaken van belang bij het nadenken over het type en de omvang van investeringen in economische<br />

clusters. Aan de ene kant is dit het relatieve belang van het cluster in het toekomstgerichte business<br />

model. Aan de ander kant is dit het verschil tussen de toekomstige relevantie en de huidige relevantie.<br />

Dit verschil noemen we de ‘gap’. Figuur 12 illustreert het belang (x-as) en de gap (y-as) per economisch<br />

cluster.<br />

In de figuur wordt geïllustreerd dat het cluster ‘ICT/eScience’ het hoogste belang vertegenwoordigd in<br />

het toekomstgerichte business model van de <strong>MRA</strong>. Tegelijkertijd wordt er echter geconstateerd dat er<br />

een gap bestaat tussen de huidige kracht van cluster en het toekomstig belang. Deze gap zal moeten<br />

worden overbrugd, door gerichte investeringen in de kwaliteit van dit cluster. De verschillende scenario’s<br />

geven richting aan een discussie over relevante strategieën. Zo liggen er in de scenario’s die uitgaan van<br />

een aanbodsgestuurde economie kansen op het vlak van het ondersteunen van de regiefunctie binnen<br />

kennisintensieve aanbodsketens en het realiseren van real time informatiesystemen. Mondiaal<br />

opererende ondernemingen zijn in deze scenario’s zeer afhankelijk van logistieke diensten en<br />

ondersteunende modellen en systemen, die de noodzakelijke informatie aanleveren over zaken als<br />

vraag, aanbod, productkwaliteit, timing, et cetera. In de scenario’s met een vraaggestuurde economie<br />

liggen er voor het cluster ICT/eScience met name kansen op het vlak van build-to-order<br />

productieprocessen, de creatie van smart grids en tracking en tracing systemen voor onder meer de food<br />

sector.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 75


Gap huidige - toekomstige business model<br />

Bouw en vastgoed<br />

Life Sciences<br />

Financiële<br />

dienstverlening<br />

Figuur 12: Belang en 'Gap' economische clusters<br />

Food<br />

Toerisme<br />

De energiesector laat een interessante positie<br />

zien. De sector heeft een zeer hoge potentie,<br />

maar de gap tussen de huidige kracht van<br />

cluster en het toekomstig belang voor de<br />

concurrentiepositie van de regio is erg groot.<br />

De ontwikkelingen in de energiesector vergen<br />

Creatieve industrie<br />

Flowers<br />

Zakelijke<br />

dienstverlening<br />

Groothandel<br />

Logistiek<br />

Energie<br />

ICT / eScience<br />

Belang in toekomstige business model<br />

“De ontwikkelingen in de energiesector vergen<br />

buitengewone aandacht van strategen en<br />

besluitvormers.”<br />

derhalve buitengewone aandacht van strategen en besluitvormers. Voor het cluster is de (mate van)<br />

transitie van fossiele energiebronnen naar alternatieve energiebronnen van zeer grote invloed. In de<br />

scenario’s met een vraaggestuurde economie (European Renewal en Local for Local) wordt uitgegaan dat<br />

het aandeel schone energie in de energiemix, zoals zonne- en windenergie, aardwarmte en bepaalde<br />

soorten biobrandstof, sterk toeneemt. In de gebouwde omgeving wekken woningen, kantoren en kleine<br />

fabrieken hun eigen duurzame energie op, waarmee deze gebouwen worden verwarmd, gekoeld en<br />

voorzien van elektriciteit voor apparaten en elektrische vervoersmiddelen. Wanneer de <strong>MRA</strong> er in slaagt<br />

voorop te lopen in de verduurzaming van de energiesector levert dit naar verwachting duizenden banen<br />

op in gebieden als hernieuwbare energietechnologie, brandstofcelontwikkeling, grid-management,<br />

elektrisch vervoer en dergelijke. Bovendien zou een stabiele en lage energieprijs veel potentie bieden<br />

voor bestaande cluster en het aantrekken van nieuwe industriële bedrijven.<br />

Het logistieke cluster biedt in het toekomstgerichte business model nagenoeg evenveel potentie als het<br />

energiecluster. Echter op logistiek gebied is de ‘gap’ tussen het huidige en geambieerde toekomstige<br />

business model veel kleiner. Er is reeds veel expertise aanwezig en bedrijven en kennisinstellingen<br />

dienen deze in te zetten op steeds hoogwaardiger oplossingen te creëren. Zo biedt verdere specialisatie<br />

in bijvoorbeeld sectoren als food, flowers of life sciences, de mogelijkheden om complexe logisitieke<br />

netwerken in te richten rond thematiek als versheid, volledigheid, betrouwbaarheid, veiligheid en<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 76


geconditioneerd vervoer. In de vraaggestuurde scenario’s liggen er mogelijkheden voor de logistieke<br />

sector om oplossingen te bieden voor vraagstukken als mass-customization (maakindustrie en<br />

consumentenelektronica) of local sourcing (food en flowers busines). Ook ligt hier veel potentie voor het<br />

inrichten van proeftuinen voor nieuwe logistieke concepten en nieuwe technologieën, zoals elektrisch<br />

vervoer.<br />

Ook de groothandelsector heeft bovengemiddeld potentie in het toekomstgerichte business model van<br />

de <strong>MRA</strong>. De ‘gap’ die overbrugd dient te worden is groter dan binnen de logistieke sector. De grootste<br />

bedreiging voor de groothandelsector ligt in het feit dat het geografische zwaartepunt van de<br />

wereldhandel langzaam verschuift en Nederland haar positie op het vlak van global sourcing dreigt te<br />

verliezen. Voor de groothandelsector is het van belang zich te richten op nieuwe kansen op het vlak van<br />

in- en verkoop in de nieuwe economieën van China, India, Brazilië en Rusland. Daarnaast dient de<br />

groothandelsector haar positie te beschermen door efficiënter te opereren en nauwer samen te werken<br />

met klanten. In dit kader zijn zowel horizontale (delen van processen tussen groothandels) als verticale<br />

(digitaliseren relaties met klanten) van groot belang.<br />

De creatieve industrie combineert een bovengemiddelde potentie met een relatief kleine gap. De positie<br />

van de creatieve industrie is in de <strong>MRA</strong> redelijk ontwikkelt en er liggen in alle scenario’s veel kansen voor<br />

toekomstig succes. In een wereld van massa liggen er kansen om hoofdkantoren en logistieke<br />

dienstverleners te ondersteunen met de ontwikkeling van software en ‘apps’ die informatie ontsluiten<br />

en de interactie tussen producent en gebruiker verbeteren. In een wereld van maatwerk,<br />

geïndividualiseerde producten en diensten en optimale gebruikersinteractie is de creatieve industrie een<br />

belangrijke katalysator om andere sectoren de transitie te laten maken naar een vraaggestuurde<br />

economie.<br />

Het cluster zakelijke dienstverlening heeft in de meeste scenario’s een belangrijke rol om de<br />

economische dynamiek in de regio te waarborgen. Gespecialiseerde dienstverleners als advocaten,<br />

notarissen, fiscalisten, accountants en consultants zijn onder meer van belang om bedrijven te<br />

ondersteunen bij de inrichting van hun supply chains, bij het beschermen van intellectueel eigendom en<br />

bij het bepalen van groeistrategieën. Op dit moment heeft de regio Groot-Amsterdam een goed<br />

ontwikkelde internationale dienstensector, maar de vraag is hoe dit cluster zich de komende jaren zal<br />

ontwikkelen nu de groeimotor van het geheel, de financiële sector wegvalt. Zonder een voldoende<br />

sterke financiële en dienstensector is de kans groot dat bedrijven en uiteindelijk kennis uit de regio<br />

zullen wegtrekken.<br />

Belangrijke constatering uit bovenstaande analyse is dat de <strong>MRA</strong> vooral ook op zoek moet naar de<br />

kansen in cross-overs tussen clusters. Juist in de kruisbestuiving tussen sterke clusters kan de <strong>MRA</strong> zich<br />

onderscheiden. ICT is daarbij een belangrijke driver voor innovatie en vernieuwing in andere sectoren.<br />

7.4 Waardepropositie<br />

Nu helder is welke economische clusters de meeste potentie bieden, is het waardevol om te bezien<br />

welke elementen van de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> de meeste ontwikkeling behoeven. Zoals reeds<br />

beschreven en gevisualiseerd in figuur 11 ligt de de kern van de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> in haar<br />

‘kennisinfrastructuur’, ‘innovatieve cultuur’,‘human capital’, ‘connectiviteit’, ‘internationale<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 77


dienstensector’ en in mindere mate ‘quality of life’ en ‘brand name’. Opvallend is echter dat er bij de<br />

twee belangrijkste aspecten van de geambieerde waardepropositie eveneens sprake is van de grootste<br />

gap tussen de huidige en geambieerde toekomstige waarde. De kwaliteit van de kennisinfrastructuur en<br />

de mate van innovativiteit en ondernemendheid in de regionale cultuur is met andere woorden op dit<br />

moment onvoldoende om de transitie te maken naar het gewenste business model. Ook op het gebied<br />

van ‘human capital’ ligt ruimte voor verbetering. Op het vlak van connectiviteit, internationale<br />

dienstensector, brand name en quality of life lijkt de <strong>MRA</strong> haar zaken echter goed voor elkaar te hebben.<br />

Opvallend is verder dat het aspect duurzaamheid in het toekomstgerichte business model van<br />

ondergemiddeld belang is, maar dat er op dit vlak desondanks een flink gat overbrugd moet worden. Er<br />

is derhalve ook voor dit onderdeel veel aandacht gewenst.<br />

Gap huidige - toekomstige business model<br />

Economische schaal<br />

Duurzaamheid<br />

Vestigingsfactoren<br />

Figuur 13: Belang en 'Gap' onderscheidende aspecten waardepropositie<br />

Brand name<br />

Kennisinfrastructuur<br />

Innovatieve cultuur<br />

Human Capital<br />

Int. dienstensector<br />

Connectiviteit<br />

Quality of life Belang in toekomstig business model<br />

De bovenstaande analyse maakt duidelijk dat het relevant is de strategische conversatie over de<br />

strategie van de Board te focussen op de wijze waarop de <strong>MRA</strong> haar kennisinfrastructuur kan verbeteren<br />

en een innovatieve en ondernemende cultuur kan vestigen. De scenario’s bieden in dit kader inspiratie<br />

om na te denken over concrete strategisch opties. Zo kan de kennisinfrastructuur bijvoorbeeld gediend<br />

zijn bij de oprichting van een grootschalig en hoogwaardige bèta-instituut. Er kan bijvoorbeeld gedacht<br />

worden aan een samenwerkingsverband tussen de VU, UvA, de Universiteit Eindhoven en TNO.<br />

Daarnaast dient er aandacht te zijn voor een sterke kennistransfer tussen wetenschap en bedrijfsleven<br />

en de vorming van consortia van kennisinstellingen, bedrijven en overheden rondom maatschappelijke<br />

relevante thema’s, zoals ziektes, schaarste, nationale veiligheid, infrastructuur, watermanagement,<br />

etcetera. Er liggen kansen om de regio te ontwikkelen tot de ideale proeftuinlocatie voor nieuwe<br />

producten en concepten. Een goede internationale verankering is hierbij van belang, alsmede ruime<br />

beschikking over innovatieve financieringsvormen zoals publiek-private afspraken, de inbreng van<br />

private equity en crowd funding.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 78


Het waarborgen van een innovatieve<br />

en ondernemende cultuur is<br />

“De huidige kennisinfrastructuur innovatieve cultuur is<br />

eveneens een ‘no regret’ optie. De<br />

nog onvoldoende om de transitie naar een<br />

regio is meer dan ooit afhankelijk van<br />

voortdurende innovatie en de<br />

toekomstgericht business model te maken.”<br />

creativiteit, het vernieuwtalent en<br />

aanpassingsvermogen van individuen. Ondernemerschap dient gestimuleerd te worden door<br />

belemmeringen te elimineren, fiscale stimuleringsmaatregelen te treffen en zorg te dragen voor<br />

voldoende toegang tot risicokapitaal. Concrete interventies kunnen liggen in het bevoordelen van kleine<br />

ondernemingen in openbare aanbestedingen, het beperken van de aansprakelijkheid van<br />

ondernemingen bij faillissement en het vereenvoudigen van regelgeving voor startende ondernemers.<br />

Naast deze zaken is het belangrijk dat de regio zelf ook grote innovatieve bedrijven weet te acquireren.<br />

7.5 Randvoorwaarden<br />

Nu duidelijk is waar het verbeterpotentieel in de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> zich bevindt, kan ook<br />

worden nagedacht over (beleids)opties binnen randvoorwaardelijke domeinen. In het toekomstgerichte<br />

business model worden met name de randvoorwaarden ‘onderwijs & onderzoek’, ‘infrastructuur’,<br />

‘leefbaarheid’ en ‘arbeidsmarkt’ als meest belangrijke onderwerpen genoemd.<br />

Gap huidige - toekomstige business model<br />

Governance<br />

Huisvesting<br />

Vestigingsklimaat<br />

Figuur 14: Belang en 'gap' randvoorwaarden<br />

Ondernemingsruimte<br />

Voorzieningen<br />

Kapitaal<br />

Arbeidsmarkt<br />

Onderwijs &<br />

Onderzoek<br />

Leefbaarheid<br />

Infrastructuur<br />

Belang in toekomstige business model<br />

Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. illustreert dat de kwaliteit van onderwijs en onderzoek in de regio<br />

e meeste prioriteit moet krijgen. Het is veruit de belangrijkste randvoorwaarde voor succes en<br />

bovendien moet er een groot gat worden overbrugt om het geambieerde niveau te behalen. De grote<br />

noodzaak tot ontwikkeling is niet zonder reden. Veel landen die voorheen nauwelijks deelnamen aan<br />

kennisproductie ontwikkelen zich in razendsnel tempo tot volwaardige kennissamenlevingen.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 79


Voorbeelden zijn China, India, Korea maar ook de Latijns-Amerikaanse landen. Er is een verdergaande<br />

internationalisering van wetenschappelijke informatie en kennis, met wereldwijde bijna onmiddellijke<br />

toegankelijkheid van grote hoeveelheden open kennis en informatie, waardoor wereldwijd nieuwe<br />

producten en diensten sneller op de markt komen. Om op mondiaal niveau mee te kunnen komen zijn<br />

investeringen in onderwijs & onderzoek zodoende cruciaal. De scenario’s illustreren dat er legio kansen<br />

liggen voor innovatie, variërend van nieuwe concepten voor de zorg, tot nieuwe productiemethoden,<br />

nieuwe vormen van energie en nieuwe vormen van digitale interactie. Met name béta-kennis is in<br />

toenemende mate van belang. De <strong>MRA</strong> kan op deze gebieden een sterke mondiale positie innemen,<br />

maar hiervoor zijn investeringen nodig in zowel onderwijs als onderzoek die veel verder gaan dan het<br />

huidige beleid voorstaat. Samenwerking met andere Nederlandse regio’s is bijvoorbeeld noodzakelijk om<br />

de doorstroom van fundamenteel onderzoek naar innovatie en vermarkting te verbeteren. Vooral op het<br />

gebied van fundamenteel onderzoek en vermarkting van innovaties kan de regio een belangrijke bijdrage<br />

leveren. Tenslotte zou, gezien de grote nadruk op menselijk kapitaal in de economie van de <strong>MRA</strong>,<br />

onderwijs tot een hoofdonderwerp verklaard moeten worden. Het onderwijssysteem van Finland kan<br />

hierbij als voorbeeld dienen: meer investeren in docenten en breed en creatief leren, personalisering,<br />

professionele verantwoordelijkheid, onderwijskundig leiderschap en samenwerking en vertrouwen.<br />

Op het gebied van infrastructuur is de ‘gap’ kleiner, maar het belang erg hoog. De <strong>MRA</strong> zal zich moeten<br />

blijven inzetten voor de fysieke en digitale bereikbaarheid van de regio, aangezien dit een belangrijke<br />

basis biedt voor de ontwikkeling van haar belangrijkste sectoren. Investeringen in leefbaarheid zijn<br />

eveneens van groot belang en hier is de gap tussen de huidige situatie en de geambieerde situatie<br />

aanzienlijk. Om als regio aantrekkelijk te zijn voor inwoners en talent is het van groot belang zorg te<br />

dragen voor een aantrekkelijke en leefbare stad. Dit punt is eveneens van belang het realiseren van een<br />

kwalitatief hoogwaardige arbeidsmarkt. Voor de <strong>MRA</strong> is een kwalitatief hoogwaardige arbeidsmarkt van<br />

groot belang, daarom kan er naast het verbeteren van de kwaliteit en het aanbod van educatie, verder<br />

worden ingezet op het verder terugdringen van schooluitval, het verkleinen van de afstand tot de<br />

arbeidsmarkt voor arbeidspotentieel, betere aansluiting tussen vraag vanuit het bedrijfsleven en aanbod<br />

van kennisinstellingen, het aantrekken van kennismigranten, en het verder flexibiliseren van de<br />

arbeidsmarkt. Tenslotte, dient de Board aandacht te houden voor het verbeteren van de<br />

beschikbaarheid van kapitaal om kennis, innovatie en ondernemerschap te kunnen stimuleren.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 80


8 Roadmap en besturing<br />

In het vorige hoofdstuk is op basis van de vier scenario’s voor de metropoolregio Amsterdam een<br />

toekomstgericht business model opgesteld. Er is in dit hoofdstuk eveneens ingegaan op de onderdelen<br />

van het business model waar het meeste verbeterpotentieel ligt voor de <strong>MRA</strong>. In 2013 zal de Board een<br />

traject inzetten, waarin een lange termijn strategie wordt ontworpen die de zwakheden in het huidige<br />

business model zal adresseren en zal voortbouwen op de onderdelen waarin de <strong>MRA</strong> excellente kansen<br />

heeft. In dit hoofdstuk wordt in hoofdlijnen de road map voor 2013 gepresenteerd. Eveneens wordt<br />

ingegaan op de wijze waarop de Board in de toekomst sturing wil geven aan haar activiteiten, onder<br />

meer door de inzet van de in dit discussiedocument gepresenteerde denkmodellen.<br />

8.1 Road map<br />

Het onderhavige discussiedocument heeft ten doel een strategische conversatie te stimuleren tussen de<br />

Board en haar stakeholders over de lange termijn strategie van de <strong>MRA</strong>. De gepresenteerde scenario’s<br />

zijn een belangrijk hulpmiddel om externe onzekerheid en toekomstoriëntatie centraal te stellen in een<br />

dialoog tussen stakeholders. Ze kunnen dienen als decor bij het voeren van een gesprek over<br />

toekomststrategie. De visualisatie van het toekomstig business model dat op basis van de scenario’s tot<br />

stand is gekomen, heeft ten doel een indicatie te geven over de belangrijkste focusgebieden voor een<br />

lange termijn strategie van de <strong>MRA</strong>. Figuur 15 geeft een indicatie van het traject dat de Board voorstaat<br />

om in 2013 samen met de belangrijkste stakeholders in de metropoolregio te komen tot een brede en<br />

gewogen lange termijn strategie.<br />

Figuur 15: Road map 2013<br />

Presentatie<br />

•<strong>MRA</strong>-congres<br />

•Overige events<br />

•Scenarioboek<br />

Prioritering<br />

•Focusgebieden<br />

Consultatie<br />

•Clusters<br />

•Domeinen<br />

•Gemeenten<br />

Lange termijn<br />

strategie<br />

•Toetsing<br />

•Confirmatie<br />

•Effectuering<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 81


De eerste stap in bestaat uit het presenteren van het onderliggende materiaal dat de discussie over<br />

strategiebepaling dient te voeden. De Board zal de eerste maanden van 2013 gebruiken om met behulp<br />

van verschillende media en tijdens verschillende bijeenkomsten een toelichting te geven op de<br />

scenarioset en de contouren van een geambieerd toekomstgericht business model. In dit kader zal een<br />

website worden ingericht, een pakkend boekje met de scenario’s worden opgesteld en een toelichting<br />

gegeven tijdens verschillende bijeenkomsten, waaronder het <strong>MRA</strong>-congres.<br />

Na de presentatie van en eerste dialoog over de scenario’s en het geambieerde business model, zal de<br />

Board de kaders scheppen voor een strategische conversatie met betrokkenen. De Board zal op basis van<br />

de gedane analyse een uitspraak doen over de belangrijkste thema’s en sectoren, die in de lange termijn<br />

strategie dienen te worden geadresseerd. Hiermee creëert de Board als het ware zoekvelden,<br />

waarbinnen betrokken bedrijven, kennisinstellingen en overheden kunnen nadenken over<br />

toekomstgerichte interventies.<br />

Nadat de Board de kaders van de strategische opdracht heeft geformuleerd, wordt aangevangen met<br />

een uitgebreide stakeholder consultatie. Leden van de Board gaan graag het gesprek aan met<br />

representanten van de economische clusters, de belangrijkste domeinen en de verschillende gemeenten<br />

binnen de <strong>MRA</strong>. In deze gesprekken kan worden nagedacht over concrete strategische mogelijkheden<br />

om de ambities in te vullen, te verfijnen en te concretiseren. Er wordt met andere woorden nagedacht<br />

over hoe en door wie interventies moeten worden gepleegd om het geambieerde toekomstige business<br />

model te kunnen verwezenlijken.<br />

Op basis van de uitkomsten van de consultatieronde zal in het najaar 2013 een voorstel worden gedaan<br />

voor de lange termijn economische strategie van de <strong>MRA</strong>. De verschillende strategische opties zullen in<br />

het licht van het business model en de scenario’s worden getoetst op relevantie en bovendien worden<br />

beoordeeld op uitvoerbaarheid en samenhang met bestaande meerjarenstrategieën. De lange termijn<br />

strategie die zich in deze fase uitkristalliseert zal voorts door de Board worden geratificeerd, waarna de<br />

implementatie en monitoring zal starten.<br />

8.2 Sturingsbenadering<br />

Het scenarioplanning en strategietraject dat de board verricht is geen stand alone activiteit, maar is een<br />

integraal onderdeel van de sturingsfilosofie van de Board. De Board acht het haar belangrijkste taak om<br />

het business model van de <strong>MRA</strong> te blijven verbeteren en beschermen en hiermee de waarde die wordt<br />

gecreëerd in de regio te vergroten. In haar sturingsbenadering focust de Board zowel op de creatie en<br />

validatie van een toekomstvaste strategie als op een effectieve uitvoering hiervan. Hiertoe maakt het<br />

gebruik van een tweetal sturingslussen (zie figuur 16).<br />

De externe lus (linkerzijde) illustreert de stappen die Board met regelmaat zal zetten om de validiteit van<br />

haar strategie te bewaken. Het met regelmaat scannen van de externe omgeving en het updaten van de<br />

scenario’s heeft ten doel te garanderen dat er een helder beeld blijft bestaan bij de gewenste<br />

eigenschappen van het business model van de stad en de geëigende strategie om dit business model te<br />

verwezenlijken. Met behulp van een early warning systeem kunnen veranderingen in de<br />

waarschijnlijkheid van scenario’s worden gemonitord en de implicaties op het business model en<br />

strategie worden geduid.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 82


Figuur 16: Sturingsbenadering Board<br />

De tweede lus –de interne lus- is even belangrijk en heeft ten doel het gewenste business model<br />

daadwerkelijk te realiseren. Op basis van de karakteristieken van het optimale business model wordt in<br />

deze lus een concrete strategie geformuleerd en voorzien van heldere en meetbare prestatie-indicatoren<br />

(KPI’s). Op basis van deze indicatoren, heldere streefwaarden voor de komende jaren en duidelijk<br />

benoemde eigenaren worden middelen gealloceerd en de strategie daadwerkelijk uitgevoerd. De Board<br />

acht zich hierbij verantwoordelijk om jaarlijks te monitoren hoe de realisatie van de strategie zich<br />

verhoudt tot doelstellingen en streefwaarden. De leereffecten die ontstaan door de jaarlijkse evaluatie<br />

van uitvoeringsdoelen vormen op hun beurt input voor een eventuele bijstelling van het geambieerde<br />

business model.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 83


8.3 Dashboard<br />

De Board zal het komende jaar een integraal dashboard ontwikkelen, om op vier niveaus de voortgang<br />

en geboekte resultaten op een transparante wijze inzichtelijk te maken voor alle stakeholders. Kern van<br />

het dashboard wordt een kwantitatieve monitor met economische data voor de <strong>MRA</strong> en de clusters. in<br />

onderstaande figuur is dit schematisch weergegeven.<br />

Figuur 17: Opzet dashboard<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 84


Bibliografie<br />

Agentschap NL (2011), Bio-based economie in Duitsland: sterk in kennis en natuurlijke bronnen,<br />

gepubliceerd op www.agentschap.nl, 5 december 2011.<br />

AIM (2009), Life Sciences in Business, AIM Amsterdam Innovation Motor, October 2009.<br />

Amsterdam Economic Board (2011), Kennis & innovatieagenda, te downloaden via:<br />

http://www.i<strong>amsterdam</strong>.com/nl-NL/Business/Amsterdam-Economic-Board/About-the-Amsterdam-<br />

Economic-Board/Knowledge-and-Innovation-Agenda.<br />

AWT (2012), De wedloop om kennis. De kennissamenleving in internationaal perspectief, Adviesraad<br />

voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid, juni 2012.<br />

Balkenende, Prof. dr. Jan Peter (2011), Over governance en maatschappelijke verantwoordelijkheid:<br />

hoe verder? Oratie 24 maart 2011, Erasmus Universiteit Rotterdam.<br />

Breunesse E.A. en M.F. de Vries (2011), Strategic control: het professionaliseren van intern toezicht<br />

op strategievorming, Kluwer.<br />

CPB (2010), The Netherlands 2040. De toekomst van de Nederlandse economie in vier scenario’s, te<br />

downloaden via: http://www.nl2040.nl/downloads.htm.<br />

Deloitte (2011), The Netherlands “Gateway to Europe”, Rotterdam: Deloitte The Netherlands.<br />

Dynamar (2011), Toetsing Goederenstroomprognose 2020-2040. Noordzeekanaalgebied achter de<br />

zeesluis. Dynamar B.V., april 2011.<br />

Entzinger, H. en P. Scheffer (2012), De staat van integratie in Amsterdam en Rotterdam, onderzoek<br />

uitgevoerd door COS en O+S in opdracht van de Gemeente Rotterdam en de Gemeente Amsterdam,<br />

te downloaden via: http://www.os.<strong>amsterdam</strong>.nl/pdf/2012_destaatvanintegratie.pdf.<br />

Ernst & Young (2011), Trading places. The emergence of new patterns of international trade.<br />

Published in collaboration with Oxford Economics.<br />

Geenhuizen, M. van (2011), Valoriseren van kennis vraagt om meer verankering. Op weg naar hoger<br />

profijt van universiteit in stad en regio, onderzoek in opdracht van TU Delft en NICIS, augustus 2011.<br />

Haven Amsterdam (2009), Slimme haven. Havenvisie gemeente Amsterdam 2008-2020, te<br />

downloaden via:<br />

http://www.portof<strong>amsterdam</strong>.nl/docs/nl/Havenvisie/Slimme%20Haven%20havenvisie%20gemeente<br />

%20Amsterdam%202008-2020%2028112008.pdf.<br />

Havenbedrijf Rotterdam (2011), Havenvisie 2030 Port Compass, te downloaden via:<br />

http://www.portofrotterdam.com/nl/Over-de-haven/havenrotterdam/havenvisie2030/Documents/Havenvisie2030/index.html.<br />

Het Financieele Dagblad (2012), Ruilhandel grijpt om zich heen, dinsdag 21 februari 2012.<br />

Het Parool (2012), Partners vullen KLM’s witte plekken op, Het Parool, zaterdag 20 oktober 2012.<br />

Holland Financial Centre (2012), Future for Financial Services. Young HFC, verkregen via:<br />

http://www.hollandfinancialcentre.com/news.php?id=2133&language=NL<br />

ING Equity Markets(2010), Third industrial revolution. Multi-committed company (MCC): the<br />

archetype to capture consumer loyalty, te downloaden via:<br />

http://www.verduurzamingvoedsel.nl/files/publicaties/third-industrial-revolution-ing1.pdf.<br />

ING (2011), Opheffen euro breekt ons op. Handel en financien maken Nederland kwetsbaar, ING<br />

Economisch Bureau, 6 december 2011.<br />

ING Economisch Bureau (2012), Ondernemen naar 2020. Kansen voor ambitieuze ondernemers, te<br />

downloaden via: www.fghs.nl/files_content/ING-Ondernemen.pdf.<br />

ING (2012), Eurocrisis: liever oplossen dan opbreken, ING Economisch Bureau, 4 september 2012.<br />

ING (2012), Toeleveren aan de Duitse maakindustrie. Een wereld te winnen. ING Economisch Bureau,<br />

18 september 2012.<br />

ING (2012), My Industry 2030.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 85


Jeremy Rifkin (2011), The third industrial revolution: how lateral power is transforming energy, the<br />

economy, and world, New York: Palgrave Macmillan.<br />

Kamer van Koophandel (2009), Ruimtelijk economisch ontwikkelingsplan metropoolregio<br />

Amsterdam.<br />

Kerngroep Logistiek (2012), Programma Smart Logistics Amsterdam 2012-2015, Kerngroep Logistiek<br />

Amsterdam Economic Board, mei 2012.<br />

NRC (2009), Nederland is nu nog een kennisland, column van Robbert Dijkgraaf NRC Handelsblad, 1<br />

maart 2009.<br />

McKinsey (2011), Towards a Circular Economy. Economic and business rationale for an accelerated<br />

transition, initiative by the Ellen MacArthur Foundation, retrieved from:<br />

http://www.ellenmacarthurfoundation.org/circular-economy/circular-economy.<br />

NRC (2012), Stemwijzer, NRC Weekend zaterdag 8 september & zondag 9 september 2012<br />

NRC (2012), De torenhoge ambities van Silicon Alley, Economie, NRC weekend zaterdag 3 november<br />

& zondag 4 november 2012.<br />

O+S (2010), Metropoolregio Amsterdam 2010. De beleving en het gebruik van de Metropoolregio<br />

door haar inwoners, onderzoek in opdracht van de gemeenten Almere, Amstelveen, Amsterdam,<br />

Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad, te downloaden via:<br />

http://www.os.<strong>amsterdam</strong>.nl/pdf/2010_metropoolregio.pd.<br />

O+S (2010), Monitor creatieve industrie 2010, in opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling<br />

en CCAA, Dienst Onderzoek & Statistiek, augustus 2010.<br />

O+S (2011), De Staat van de stad Amsterdam VI. Ontwikkeling in participatie en leefsituatie,<br />

Amsterdam: Dienst Onderzoek en Statistiek.<br />

Planbureau voor de Leefomgeving (2012), Climate and Energy Roadmaps towards 2050 in northwestern<br />

Europe, Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.<br />

Planbureau voor de Leefomgeving (2012), De international concurrentiepositie van de topsectoren,<br />

te downloaden via: http://www.pbl.nl/publicaties/2012/de-internationale-concurrentiepositie-vande-topsectoren<br />

Planbureau voor de Leefomgeving (2012), De ratio van ruimtelijk-economisch topsectorenbeleid, te<br />

downloaden via: http://www.pbl.nl/publicaties/2012/de-ratio-van-ruimtelijk-economischtopsectorenbeleid<br />

PwC (2010), Seizing the day. The impact of the global financial crisis on cities and local public<br />

services, Government and Public Sector, te downloaden via:<br />

http://www.pwc.com/en_GX/gx/psrc/pdf/seizing_the_day.pdf.<br />

Sassen, S. (2006), Cities in a World Economy, Fourth Edition, Thousand Oaks: SAGE Publication Inc.<br />

SEO Economisch Onderzoek (2009), OECD-Review of Higher Education Institutions in Regional and<br />

City Development: Self-evaluation report of Amsterdam, IMHE, te downloaden via:<br />

http://www.oecd.org/edu/imhe/regionaldevelopment/ of http://www.seo.nl/en/page/article/oecdreview-of-higher-education-institutions-in-regional-and-city-development-self-evaluation-repor/<br />

SER (2011), Strategische agenda hoger onderwijs, onderzoek en wetenschap, Commissie<br />

Arbeidsmarkt- en onderwijsvraagstukken, adviesnr. 2011/07, te downloaden via:<br />

http://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010-2019/2011/b29702.aspx.<br />

Stichting Urgenda (2010), Samen sneller duurzaam. Urgenda visie 2050, Amsterdam, januari 2010.<br />

Tegenlicht (2012), Power to the People, Tegenlicht documentaire uitgezonden op 8 oktober 2012, te<br />

bekijken via: http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2012-2013/power-to-the-people.html.<br />

The economist (2012), Manufacturing and Innovation, Special Report, 21 April 2012.<br />

TNO (2010), Megatrends: A Broad Outlook on Innovation, te downloaden via:<br />

http://www.tno.nl/content.cfm?context=thema&content=prop_publicatie&laag1=897&laag2=918&l<br />

aag3=113&item_id=797.<br />

TNO (2012), Wetenschap is de motor van innovatie. Negen vragen aan Robbert Dijkgraaf, President<br />

van de KNAW, TNO Time, voorjaar 2012, pp. 12-15.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 86


TNO, VU en Ernst & Young (2012), Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2012, in<br />

opdracht van Economische Zaken van de Gemeente Amsterdam en Kamer van Koophandel<br />

Amsterdam, te downloaden via:<br />

http://www.os.<strong>amsterdam</strong>.nl/pdf/2012_economische_verkenningen_mra.pdf.<br />

Topteam Agro & Food (2012), Topsector Agro & Food. Internationaliseringsoffensief, 5 april 2012.<br />

Topteam Energie (2011), Rapportage bij innovatiecontracten Topsector Energie maart 2012,<br />

gepubliceerd op www.top-sectoren.nl, april 2012.<br />

Topteam Hoofdkantoren (2011), Met hoofdkantoren naar de top. Actie-agenda opgesteld door het<br />

Topteam Hoofdkantoren, juni 2011.<br />

Topteam Life Sciences & Health (2011), Topsectorplan Life Sciences & Health. Voor een gezond en<br />

welvarend Nederland, Agentschap NL , 17 juni 2011.<br />

Topteam Logistiek (2011), Partituur naar de top. Adviesrapport Topteam Logistiek. Juni 2011.<br />

VGB (2010), Dynamiek in perspectief. De VGB visie op de sierteeltgroothandel 2010-2020,<br />

Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten, te downloaden via:<br />

http://www.vgb.nl/tiny_mce_upload/Organisatie/Visie/Visie%20rapport%20def.pdf.<br />

VNO-NCW (2012), Nederland leeft van Europa, gezamenlijk initiatief van VNO-NCW, MKB-Nederland<br />

en LTO Nederland, augustus 2012.<br />

Vries, M.F. de en I. van Hanswijk Pennink, City Strategy (2012). Het ontwikkelen van een robuuste<br />

toekomststrategie voor stad en regio, Delft: Uitgeverij Eburon.<br />

Waal, J. van der, Stedelijke economieën in een tijd van mondialisering. Arbeidsmarktkansen en<br />

etnocentrisme van laaggeschoolden in Nederlandse steden, NICIS Institute, Amsterdam: Amsterdam<br />

University Press.<br />

WRR (2010), Aan het buitenland gehecht. Over verankering en strategie van Nederlands<br />

buitenlandbeleid, WRR rapporten aan de regering 85, te downloaden via:<br />

http://www.wrr.nl/fileadmin/nl/publicaties/PDF-Rapporten/Aan_het_buitenland_gehecht.pdf<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 87


Interviews<br />

Expert Organization Position<br />

Jan Peter Balkenende Ernst & Young, Erasmus Universiteit<br />

Rotterdam, International Advisory Board<br />

Rotterdam<br />

Frans Berkhout The Amsterdam Global Change Institute,<br />

Vrije Universiteit Amsterdam<br />

Arnout Boot Amsterdam Center for Law & Economics,<br />

Universiteit van Amsterdam<br />

Victor van der Chijs Architecture and design office OMA,<br />

Topteam Creatieve Industrie<br />

Consultant/Partner, Professor,<br />

Voorzitter<br />

Directeur, Professor of Innovation<br />

and Sustainability<br />

Directeur, Hoogleraar<br />

Ondernemingsfinanciering en<br />

financiële markten<br />

Algemeen directeur/ Partner,<br />

Boegbeeld<br />

Mark Cliffe ING Group Chief Economist<br />

Robbert Dijkgraaf Institute for Advanced Study, Princeton President<br />

Marry de Gaay Fortman Houthoff Buruma Advocaat/Partner<br />

Dany Jacobs Amsterdam School of Economics,<br />

Universiteit van Amsterdam<br />

Sjoerd van Keulen Holland Financial Centre, Topteam<br />

Hoofdkantoren<br />

Professor Industrial Dynamics<br />

and Innovation Policy<br />

Voorzitter, Boegbeeld<br />

Joop Krul Kamer van Koophandel Lid Algemeen Bestuur<br />

Amandus Lundqvist SURF, HTSP, Topteam High Tech Voorzitter, Boegbeeld<br />

Gerard Menting FrieslandCampina Directeur Corporate<br />

Organizational Development<br />

Peter Nijkamp Ruimtelijke Economie, Vrije Universiteit<br />

Amsterdam<br />

Jan Nijman Centre for Urban Studies, University of<br />

Amsterdam<br />

Professor of Regional, Urban and<br />

Environmental Economics<br />

Directeur, Professor of Urban<br />

Studies<br />

Koos van Oord Van Oord NV Voorzitter (voormalig boegbeeld<br />

topteam Water)<br />

Alexander Rinnooy Kan Universiteit van Amsterdam Hoogleraar Policy Analysis in the<br />

Private and Public Sectors,<br />

Voormalig Voorzitter SER<br />

Joop Sistermans Brainport Development Eindhoven Voorzitter Raad van<br />

Commissarissen<br />

Paul Tang Boer & Croon, De Groene Amsterdammer Associé, Columnist<br />

Pieter Tordoir Universiteit van Amsterdam Hoogleraar Economische<br />

geografie en planologie<br />

Jeroen van der Veer ING Group Voorzitter, (voormalig boegbeeld<br />

topteam Energie)<br />

Rein Willems Essent, VLBG, Kon Joh Enschede Voorzitter (voormalig boegbeeld<br />

topteam Chemie)<br />

Leo van Wijk Air France-KLM Vice-voorzitter (voormalig<br />

boegbeeld topteam Logistiek)<br />

Leo van Wissen NIDI, Rijksuniversiteit Groningen Directeur, Hoogleraar<br />

Economische Demografie<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 88


Dankwoord<br />

De scenariostudie voor de Metropoolregio Amsterdam is uitgevoerd in opdracht van de Amsterdam<br />

Economic Board en had niet mogelijk geweest zonder de nadrukkelijke inzet van Antonio Carretero –<br />

Amsterdam Economic Board, Dick Freling – Kamer van Koophandel Amsterdam, Patricia van Hemert –<br />

Vrije Universiteit, Rico Luman – ING Economisch Bureau, Linda Koeman – Economische Zaken<br />

Amsterdam, Steef de Looze – Metropoolregio Amsterdam, Maurits Schaafsma – Schiphol Group, Martijn<br />

van Vliet – Economische Zaken Amsterdam, Michiel de Vries – Ernst & Young. Ook de leden van de<br />

stuurgroep vanuit de Amsterdam Economic Board hebben in zeer belangrijke mate bijgedragen aan de<br />

totstandkoming van de scenarioanalyse. Daarvoor dank aan Marja Zonnevylle - Shell, Hans van der<br />

Noordaa - ING, Arthur van Dijk - Gemeente Haarlemmermeer en Peter Nijkamp – Vrije Universiteit.<br />

Voor de scenariostudie zijn experts geïnterviewd. De Amsterdam Economic Board stelt in het bijzonder<br />

de input op prijs van Alexander Rinnooy Kan, Amandus Lundqvist, Dany Jacobs, Frans Berkhout, Jan Peter<br />

Balkenende, Jan Nijman, Jeroen van der Veer, Joop Krul, Koos van Oord, Leo van Wissen, Marie de Gaay<br />

Fortman, Mark Cliffe, Paul Tang, Pieter Tordoir, Rein Willems, Robbert Dijkgraaf, Sjoerd van Keulen,<br />

Victor van der Chijs en de ondersteuners van de economische clusters in de <strong>MRA</strong>.<br />

Voor de totstandkoming van deze publicatie leverden Economische Zaken Gemeente Amsterdam, Vrije<br />

Universiteit Amsterdam en het Stadsarchief Gemeente Amsterdam belangrijke bijdragen. De Amsterdam<br />

Economic Board wil hen hiervoor hartelijk danken.<br />

AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 89

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!