Scenarioanalyse MRA - I amsterdam
Scenarioanalyse MRA - I amsterdam
Scenarioanalyse MRA - I amsterdam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Metropoolregio Amsterdam<br />
2025<br />
<strong>Scenarioanalyse</strong> voor de <strong>MRA</strong><br />
Amsterdam Economic Board | 12 februari 2013
60291798-15396547-3567<br />
2
Managementsamenvatting<br />
In 2011 kondigde de Board aan om een lange termijn strategie te ontwikkelen met als doel de<br />
economische ontwikkeling en het innovatief vermogen van de metropoolregio te stimuleren. De aanzet<br />
tot een discussie over deze lange termijn strategie en economische agenda wordt in het onderhavige<br />
discussiedocument gegeven. Dit discussiedocument heeft ten doel de geesten rijp te maken voor<br />
verandering, door systematisch na te denken over een toekomstig business model voor de regio. Om een<br />
toekomstig business model te kunnen beschrijven is allereerst een uitgebreide studie gedaan van de<br />
externe omgeving waarin de <strong>MRA</strong> is geplaatst . Er zijn vier toekomstscenario’s ontwikkeld, die de context<br />
bieden voor een discussie over een toekomstig business model en kansen, bedreigingen en uitdagingen<br />
voor de <strong>MRA</strong> voor het voetlicht brengen.<br />
Scenarioset <strong>MRA</strong><br />
Scenario’s zijn krachtige beelden van de toekomst, die besluitvormers helpen om bij het formuleren van<br />
strategie de kansen en bedreigingen die de toekomst zal brengen mee te wegen. Scenario’s kunnen<br />
worden gedefinieerd als tekeningen van de toekomst, die op basis van huidige onzekerheden kunnen<br />
ontstaan. Scenario’s zijn derhalve geen voorspellingen, maar ‘voorstellingen’. Het zijn verkenningen van<br />
verschillende hypothetische omstandigheden waar toekomstig beleid op in moet kunnen spelen. Het zijn<br />
geen keuzes, maar bieden een toetsingskader voor de strategische opties die besluitvormers binnen de<br />
<strong>MRA</strong> ter beschikking hebben.<br />
De scenario’s die zijn opgesteld zijn gebaseerd op een tweetal kernonzekerheden, die veel impact zullen<br />
hebben op de ontwikkeling van de externe omgeving van de <strong>MRA</strong>. De eerste kernonzekerheid die uit het<br />
onderzoek naar voren is gekomen is de stabiliteit van Europa. De verdere ontwikkeling van Europa is<br />
bijzonder onzeker, door de omvangrijke schuldenproblematiek bij een aantal lidstaten én een groeiend<br />
negatief sentiment onder de bevolking van lidstaten ten aanzien van Europa. Aan de ene kant zijn er<br />
redenen om aan te nemen dat Europa als gevolg van de huidige schuldencrisis zal komen tot<br />
verregaande politieke en economische integratie, aan de andere kant is het mogelijk dat de (monetaire)<br />
unie desintegreert als gevolg van het uittreden van lidstaten en een terugkeer naar bilaterale<br />
handelsafspraken.<br />
De tweede kernonzekerheid die uit de trendanalyse naar voren is gekomen is de toekomst van het<br />
industrieel en bedrijfseconomisch ecosysteem. Het huidige push-driven industrieel en economisch<br />
ecosysteem is aanbodsgedreven en gebaseerd op massaproductie. Hoewel de trend naar massa en<br />
schaal dominant is, tekent zich er een tegentrend af. Onder invloed van technologische en<br />
maatschappelijke ontwikkelingen neemt de vraag naar maatwerk, decentrale productie en een meer<br />
vraaggericht industrieel profiel toe. De trend naar mass customisation en cocreatie kan leiden tot een<br />
sterke verandering naar een pull-driven industrieel en bedrijfseconomisch ecosysteem.<br />
De basis voor de scenario’s voor de toekomt van de <strong>MRA</strong> is tot stand gekomen door beide<br />
kernonzekerheden tegen elkaar af te zetten op een assenkruis. De vier kwadranten van het figuur<br />
representeren de verschillende scenario’s. Zo wordt het scenario in de linker bovenhoek (“Global<br />
Giants”) gekenmerkt door een combinatie van een push-driven ecosysteem (massa) en een sterk<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 2
geïntegreerd Europa . In het “European Renewal” scenario (rechtsboven) wordt uitgegaan van een pulldriven<br />
ecosystem (maatwerk) in combinatie met geïntegreerd Europa. De onderste scenario’s<br />
(“International Alliances” en “Local for Local”) visualiseren een toekomst waarin er sprake is van een<br />
gedifferentieerd Europa en waarbij het ecosysteem zich push-driven (linkerzijde), dan wel pull-driven<br />
(rechterzijde) ontwikkeld.<br />
Figuur 1: Scenarioraamwerk <strong>MRA</strong><br />
Het Global Giants scenario<br />
Het is 2025. Na jaren van onrust en dynamiek is de rust teruggekeerd. De schuldencrisis van de jaren<br />
2010-2015 heeft de aanzet gegeven tot een sterker en meer geïntegreerd Europa. Europa heeft een<br />
federatief karakter gekregen en Nederland heeft een aantal bevoegdheden overgedragen aan Brussel. Zo<br />
is er inmiddels sprake van een Europese president, een Europees leger en één Europees beleid voor<br />
economische en buitenlandse zaken. Europa doet zijn best om de kracht van haar economie te herstellen<br />
en richt zich hierbij op het voltooien van de interne markt en het creëren van gespecialiseerde mondiaal<br />
competitieve ‘city regions’. Onderzoeks- en ontwikkelingsgelden worden aangewend om specialisatie in<br />
Europese metropoolregio’s, rondom specifieke thema’s en sectoren, te promoten.<br />
De integratie binnen Europa mag een klein wonder heten gezien de grote onrust in de periode 2010-<br />
2020. Dat het een dubbeltje op zijn kant is geweest wordt geïllustreerd door het feit dat Duitsland in<br />
2015 ternauwernood kan worden bewogen om niet uit de Eurozone te treden. De schuldencrisis is<br />
opgelost, maar de verworven stabiliteit heeft veel pijn gedaan. Het massaal afstempelen van schulden<br />
aan de Zuidelijke eurolanden en het overeind houden van systeembanken hebben de Noordelijke<br />
lidstaten veel tijd en geld gekost en heeft geleid tot een matige economische ontwikkeling in de periode<br />
2015-2020, hoge staatsschulden en een versobering van verzorgingsstaten.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 3
De economie groeit weer en handelsstromen tussen landen nemen sneller toe dan de productie van<br />
afzonderlijke economieën. Multinationale ondernemingen produceren hun goederen en diensten op<br />
centraal en op grote schaal en optimaliseren hun supply chain door deze op te knippen en<br />
deelactiviteiten uit te voeren op de kostprijstechnisch optimale locatie. Nederland profiteert van de<br />
wereldwijde massaproductie en haar bijbehorende handelsstromen. De wederuitvoer is historisch hoog<br />
en Nederland is een goede uitvalsbasis voor hoofdkantoren van multinationale ondernemingen.<br />
In het Global Giants scenario is het belang van het regionale bestuur ten opzichte van het landelijke<br />
bestuur verder toegenomen. De <strong>MRA</strong> werkt nauw samen met Brussel bij de totstandkoming van een<br />
economische agenda. De Europese focus op specialisatie is voor de <strong>MRA</strong>, met haar gefragmenteerde<br />
economische profiel, echter niet zondermeer positief. Bepaalde clusters, zoals het life science cluster en<br />
het financiële cluster ondervinden hinder van door Europa gesubsidieerde concurrentie uit andere<br />
metropoolregio’s.<br />
Gestimuleerd door Brussel ontwikkelt de economie van de <strong>MRA</strong> zich in het Global Giants scenario tot<br />
een diensteneconomie ‘pur sang’. De populariteit van <strong>MRA</strong> als vestigingslocatie voor hoofdkantoren<br />
vormt een impuls voor de ontwikkeling van een internationaal hoogwaardige dienstensector.<br />
Dienstverleners op het vlak van logistiek, supply chain management, fiscaliteit, kwaliteitszorg en ICT<br />
profiteren sterk. Ook de handel en logistiek ontwikkelen zich sterk in het Global Giants scenario en de<br />
<strong>MRA</strong> is in toenemende mate een internationale hub. Minpunt is dat ondanks de aantrekkelijkheid voor<br />
hoofdkantoren, bedrijfsfuncties als productie, maar ook engineering en R&D in toenemende mate uit de<br />
<strong>MRA</strong> verdwijnen.<br />
Het European Renewal scenario<br />
Het is 2025. Hoewel de economische situatie fragiel is, is er sprake van nieuw Europees elan. Na een<br />
periode van grote maatschappelijke onrust is Europa er in geslaagd verregaande stappen te zetten in de<br />
richting van financiële en economische integratie. Het zelfvertrouwen in de Europese Unie is<br />
teruggekeerd, mede onder invloed van de heldere economische investeringsagenda. De EU zet sterk in<br />
op een duurzame low-carbon economie en investeert in krachtige en slimme energie- en<br />
communicatiesystemen. De doelstelling is om miljoenen banen te creëren op het vlak van<br />
energietechnologie, groen bouwen, IT, nanotechnologie, biochemie, brandstofcelontwikkeling, gridmanagement,<br />
elektrisch vervoer, mass-customization en dergelijke.<br />
De sterke mate van Europese integratie is te danken aan doortastendheid van Europese regeringsleiders.<br />
Nadat beleggers hun vertrouwen in de euro verliezen wordt besloten een gemeenschappelijk financieel,<br />
fiscaal en economisch beleid te voeren. Dit betekent dat de eurolanden gezamenlijk de kapitaalmarkt<br />
betreden, gezamenlijk belasting heffen en een uniform beleid voeren op het vlak van sociale<br />
voorzieningen, pensioenen en arbeidsmarkt. De financiële markten reageren enthousiast, de euro neemt<br />
snel toe in waarde en de rente op eurobonds daalt gestaag. De integratie brengt zoveel stabiliteit dat<br />
niet-eurolanden zoals Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden besluiten toe te treden tot de eurozone.<br />
De inzet van Europa op de ‘derde industriële revolutie’ wordt breed ondersteund. De maatschappij en de<br />
economie zijn fundamenteel veranderd. Er is sprake van een breed gedragen afkeer van de negatieve<br />
effecten van het kapitalisme en er wordt kritisch gekeken naar verdere globalisering. Een snel groeiende<br />
groep consumenten kiest voor een duurzame levensstijl en eist maatschappelijk verantwoord gedrag van<br />
de ondernemingen. Bedrijven zijn steeds vaker genoodzaakt hun waardeketens opnieuw in te richten,<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 4
waarbij local sourcing, het minimaliseren van hun CO2- en watervoetafdruk en andere vormen van<br />
stakeholder value centraal staan.<br />
De <strong>MRA</strong> maakt langzaam de transitie naar een meer vraaggestuurde economie. Mede door Brussel<br />
gefinancierde investeringen in digitale infrastructuur en smart grids, maken dat de economische<br />
ontwikkeling steeds meer bottom-up wordt gevoed. De tijd dat de economische samenstelling werd<br />
bepaald in bestuurskamers van internationale bedrijven, overheden en wetenschappelijke instellingen is<br />
definitief voorbij. De sterke digitale infrastructuur en sociale netwerken maken dat individuen soms<br />
volledig virtueel hun bijdrage bieden aan de regionale economie. De sterke mate van digitalisering, de<br />
sterke behoefte aan geïndividualiseerde producten en diensten en de nadruk op een koolstofarme<br />
economie, heeft impact op vrijwel elke sector binnen de <strong>MRA</strong>.<br />
De rode draad in de ontwikkeling van de economie van de <strong>MRA</strong> is een omslag van het denken in massa<br />
naar het denken in maatwerk. De energiesector kent een omslag van centrale naar decentrale productie<br />
van energie. De maakindustrie kent een revival in de <strong>MRA</strong>, gevoed door nieuwe productietechnieken,<br />
zoals 3D-printing en mass-customization. Binnen de voedselproductie staat voedselveiligheid,<br />
traceerbaarheid van ingrediënten, duurzaamheid van importstromen en local sourcing centraal. De <strong>MRA</strong><br />
is met haar hoog opgeleide bevolking bovendien goed gepositioneerd als als proeftuin voor nieuwe<br />
concepten en producten (elektrisch vervoer, mobiliteitsoplossingen, mass-customization, ICT, etc.) en<br />
deze kennis kan uitstekende internationaal worden gekapitaliseerd.<br />
Het International Alliances scenario<br />
Het is 2025. Europa is gefragmenteerd en kwetsbaar. De economische crisis houdt de wereld nog steeds<br />
in de ban. Europese natiestaten proberen hun eigen economieën te beschermen en zijn onderling meer<br />
verdeeld geraakt. Onder invloed van financiële schandalen en de voortwoekerende schuldencrisis is de<br />
eurozone uiteengevallen. Het gevolg hiervan is dat Europa op politiek en economisch vlak een beduidend<br />
mindere rol van betekenis speelt en het mondiale zwaartepunt is verschoven naar de nieuwe<br />
economieën van China, India, Brazilië, maar ook van Turkije, Polen, Indonesië en een aantal Afrikaanse<br />
landen.<br />
Nederland is een van de eerste lidstaten die koos voor een vertrek uit de eurozone, maar heeft veel<br />
moeite zijn economisch profiel aan te passen aan de nieuwe realiteit. Het klassieke economische beleid<br />
van loonmatiging, heeft in een wereld van protectionisme niet langer het beoogde effect. De uitdaging<br />
voor Nederland ligt in het stimuleren van particuliere consumptie en het specialiseren in niches waarin<br />
het in de wereldtop kan concurreren en verbindingen kan slaan met economische groeiregio’s. De<br />
economie draait in toenemende mate op exclusieve internationale ‘ecosystemen’ van bedrijven en<br />
kennisinstellingen.<br />
De situatie van Nederland is lange tijd zorgelijk. De transactiekosten in de Europese markt zijn na de val<br />
van de euro structureel toegenomen en de concurrentiepositie van landen is sterk gewijzigd als gevolg<br />
van protectionisme en nieuwe wisselkoersen. Het is voor landen als Frankrijk en Spanje relatief duur om<br />
goederen te importeren uit Nederland, terwijl voor eigen producten gemakkelijker een exportmarkt te<br />
vinden is. Door het uiteenvallen van de euro is de Nederlandse economie sterk gekrompen. De<br />
werkloosheid is scherp opgelopen, de huizenmarkt is verder weggezakt en pensioenfondsen zijn door de<br />
lage rente genoopt te korten op oudedagvoorzieningen.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 5
Ook aan de economie van de metropoolregio Amsterdam is een grote slag toegebracht. Het uiteenvallen<br />
van de eurozone en het vertrek van veel hoofdkantoren hebben de zakelijke en financiële<br />
dienstverlening sterk getroffen. Als logistiek knooppunt is Nederland te duur en de ontwikkeling van<br />
hubs in Dubai, Frankfurt en Parijs heeft een zware wissel getrokken op het personenvervoer via Schiphol.<br />
In het algemeen kan worden geconstateerd dat de <strong>MRA</strong> eigenlijk alleen in kennisintensieve sectoren<br />
haar concurrentiepositie weet te behouden en uit te bouwen.<br />
De economische clusters waarin een sterke internationale verbondenheid tussen kennisinstellingen en<br />
bedrijfsleven is gerealiseerd zijn het beste gepositioneerd. Met name bèta clusters als Flowers, Food en<br />
Life Sciences creëren veel economische toegevoegde waarde en in hun slip stream liggen er veel kansen<br />
voor clusters als logistiek en ICT/eScience. De succesformule in deze moeilijke omstandigheden ligt in het<br />
bouwen van sterke en exclusieve internationale ecosystemen rondom inhoudelijke thema’s. De nauwe<br />
samenwerking van bedrijven en kennisinstellingen binnen deze ecosystemen biedt de noodzakelijke<br />
toegang tot hoogwaardige kennis, betrouwbare partners en nieuwe groeimarkten.<br />
Het Local for Local scenario<br />
Het is 2025. Europa is gefragmenteerd geraakt, maar inmiddels stabiel. De schuldencrisis in de jaren<br />
2010-2020 heeft geleid tot het uittreden van een groot aantal lidstaten uit de eurozone en Europese<br />
Unie. Door nieuwe vormen van interstatelijke rivaliteit heeft Europa zijn slagkracht, dynamiek en cohesie<br />
verloren en is zijn positie ten opzichte van de nieuwe economische machten van China, India en Brazilië,<br />
maar ook tegenover de Verenigde Staten gemarginaliseerd. Europese landen verenigen zich in kleine<br />
verbanden en kiezen voor het pad van protectionisme en zelfvoorzienendheid.<br />
Bij veel landen, burgers en bedrijven zit de schrik er goed in. De tekortkomingen van een globale<br />
verwevenheid van economische en financiële systemen zijn de afgelopen decennia pijnlijk duidelijk<br />
geworden. De tijden van eenzijdige offshoring vanuit de westerse wereld naar elders lijken voorbij. De<br />
dynamiek en onstuimige veranderingen op het wereldtoneel hebben geleid tot een versterkt en<br />
oplevend besef dat een sterke en duurzame industriële basis van levensbelang is voor een stabiele<br />
economische basisstructuur.<br />
De sterke regionalisering van de economie die vanaf 2015 optreedt is niet louter het gevolg van politieke<br />
en economische ontwikkelingen. In de maatschappij neemt de roep om duurzaamheid en<br />
maatschappelijk verantwoord ondernemen sterk toe en technologisch is steeds meer mogelijk. De<br />
ontwikkelde economieën van Europa en de Verenigde Staten zetten zwaar in op het verduurzamen van<br />
hun energievoorziening, lokale productie van goederen en verwerking van halffabricaten. Herziening van<br />
bedrijfsstrategie, organisatie en investeringsportfolio’s leidt tot meer inshoring en hervestiging van<br />
productieactiviteiten op thuismarkten.<br />
De Nederlandse economie gaat een grote transitie door van een op wederuitvoer gebaseerde economie<br />
met een groot handelsoverschot, tot een op productie gebaseerde economie met hoge lonen een sterke<br />
munt en een negatieve handelsbalans. Nederland profiteert van het poldermodel. Eensgezind maken<br />
overheden, bedrijven en werknemers plannen voor een duurzame low-carbon economie. De<br />
Nederlandse overheid investeert in slimme energie- en communicatiesystemen, in een duurzame<br />
maakindustrie en bovenal in het stimuleren van innovatie en ondernemerschap. Nederlandse<br />
multinationals stappen af van centrale productie en bouwen in verschillende regio’s lokaal gevoede<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 6
aanbodketens opbouwen. Ze transformeren zichzelf van multinationale bedrijven (MNC’s) naar multicommited<br />
bedrijven (MCC’s).<br />
In de <strong>MRA</strong> is de zakelijke en financiële dienstverlening sterk getroffen door het vertrek van veel<br />
internationale hoofdkantoren. Ook de afname van de (weder)export heeft grote impact op de regio.<br />
Importheffingen hebben Nederlandse voedingsproducten en bloemen in het buitenland tot<br />
onbetaalbare luxeproducten gemaakt. De decentrale energiemarkt maakt een opmars, mede mogelijk<br />
gemaakt door de ontwikkelingen op ICT-gebied. Consumenten worden energieproducenten. Deze<br />
energierevolutie ontketent een ware sociale revolutie. Naast energiecoöperaties ontstaan lokale<br />
samenwerkingsverbanden op het gebied van verzekeringen, zorg, etc. Sociaal ondernemerschap komt<br />
op. Bedrijven investeren in nieuwe technologie en bieden steeds meer duurzame en op maat<br />
geproduceerde producten.<br />
Naar een toekomstgericht business model<br />
De vier beschreven scenario’s verschaffen een beeld van een aantal extreme, maar denkbare<br />
toekomstige situaties waar de <strong>MRA</strong> in terecht kan komen. De bedoeling van de scenario’s is om mentale<br />
denkkaders op te rekken en een helder beeld te vormen van de kansen en bedreigingen die onder<br />
invloed van externe ontwikkelingen kunnen ontstaan. In de afzonderlijke scenario’s is een optimaal<br />
bijpassend business model opgetekend, waaruit vervolgens een geambieerd toekomstig business model<br />
voor de <strong>MRA</strong> is afgeleid. Dit toekomstige business model legt de nadruk op economische clusters,<br />
onderscheidende aspecten en randvoorwaarden met potentie, die in alle scenario’s veel relevantie<br />
bezitten.<br />
Figuur 2 toont het optimale toekomstige business model voor de <strong>MRA</strong>. Aan de rechterkant van het<br />
business model is de toekomstpotentie van de economische clusters – in termen van bijdrage aan de<br />
concurrentiekracht van de <strong>MRA</strong> – geïllustreerd. De clusters vertegenwoordigen economische<br />
zwaartepunten van bedrijvigheid, gegroepeerd rondom een sector of competentie. Wanneer gekeken<br />
wordt naar de clusters met bovengemiddelde potentie in termen van concurrentiekracht valt op dat de<br />
clusters ICT/eScience en Logistiek koploper zijn. In vrijwel alle omstandigheden zijn dit clusters met de<br />
potentie om een bovengemiddelde bijdrage te leveren aan de concurrentiekracht van de regio. Naast<br />
deze twee koplopers zijn er meer economische clusters waarin de <strong>MRA</strong> veel potentie heeft. De<br />
energiesector, de groothandelssector, de creatieve industrie en de zakelijke dienstverlening, zijn allen<br />
goed gepositioneerd om in meerdere scenario’s een rol van betekenis te spelen en onderscheidend<br />
vermogen voor de regio te creëren.<br />
Het middelste vlak van de figuur illustreert de onderscheidende aspecten (of waardepropositie), die in<br />
het toekomstgerichte business model van belang zijn. De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> verwoordt de<br />
aspecten die de stad en regio uniek en onderscheidend maken voor haar bewoners en clusters van<br />
bedrijvigheid. In een goed samenhangend en zelfversterkend business model zijn de elementen van de<br />
waardepropositie optimaal afgestemd op de belangrijkste economische clusters. In het licht van de<br />
scenario’s en de belangrijkste clusters komt een aantal belangrijke onderscheidende aspecten naar<br />
voren. Voor het toekomstig succes van de <strong>MRA</strong> zijn de aspecten ‘connectiviteit’, ‘human capital’,<br />
‘innovatieve cultuur’, ‘kennisinfrastructuur’ en ‘dienstensector’ van groot belang. Ook ‘quality of life’ en<br />
‘brand name’ dragen bovengemiddeld bij aan het onderscheidend vermogen van de <strong>MRA</strong>.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 7
Figuur 2: Toekomstgericht business model <strong>MRA</strong><br />
De linkerkant van het business model raamwerk, tenslotte, illustreert het onderlinge belang van<br />
verschillende randvoorwaarden. De randvoorwaarden zijn de sturingsmechanismen die kunnen worden<br />
ingezet om de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> te versterken. Veruit de belangrijkste randvoorwaarde<br />
onder het toekomstgerichte business model ligt in de kwaliteit van onderwijs en onderzoek in de regio.<br />
Hoewel de aard en inhoud per scenario verschilt, is in ieder denkbaar toekomstbeeld kwalitatief<br />
hoogwaardig onderzoek en hoogstaande educatie van doorslaggevend belang. Naast deze<br />
randvoorwaarden, is ook de kwaliteit van de fysieke en digitale infrastructuur in ieder scenario bijzonder<br />
relevant. Tenslotte dragen ook de randvoorwaarden ‘arbeidsmarkt’ en ‘leefbaarheid’ in belangrijke mate<br />
bij aan de waardepropositie die de regio na wil streven in het toekomstgerichte business model.<br />
Roadmap 2013<br />
Het onderhavige discussiedocument heeft ten doel een strategische conversatie te stimuleren tussen de<br />
Board en haar stakeholders over de lange termijn strategie van de <strong>MRA</strong>. De gepresenteerde scenario’s<br />
zijn een belangrijk hulpmiddel om externe onzekerheid en toekomstoriëntatie centraal te stellen in een<br />
dialoog tussen stakeholders. Ze kunnen dienen als decor bij het voeren van een gesprek over<br />
toekomststrategie. De visualisatie van het toekomstig business model dat op basis van de scenario’s tot<br />
stand is gekomen, heeft ten doel een indicatie te geven over de belangrijkste focusgebieden voor een<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 8
lange termijn strategie van de <strong>MRA</strong>. Figuur 3 geeft een indicatie van het traject dat de Board voorstaat<br />
om in 2013 samen met de belangrijkste stakeholders in de metropoolregio te komen tot een brede en<br />
gewogen lange termijn strategie.<br />
Figuur 3: Road map 2013<br />
Presentatie<br />
•<strong>MRA</strong>-congres<br />
•Overige events<br />
•Scenarioboek<br />
Prioritering<br />
•Focusgebieden<br />
Consultatie<br />
•Clusters<br />
•Domeinen<br />
•Gemeenten<br />
Lange termijn<br />
strategie<br />
•Toetsing<br />
•Confirmatie<br />
•Effectuering<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 9
Inhoudsopgave<br />
Managementsamenvatting 2<br />
Inhoudsopgave 10<br />
1 Inleiding 12<br />
1.1 Stedelijke dynamiek 12<br />
1.2 De Amsterdam Economic Board 14<br />
1.3 Het business model van de <strong>MRA</strong> 15<br />
1.4 Scenarioplanning 16<br />
2 <strong>Scenarioanalyse</strong> 19<br />
2.1 Scope van de scenarioanalyse 19<br />
2.2 Omgevingsanalyse 20<br />
2.3 Kernonzekerheid 1: stabiliteit Europa 21<br />
2.4 Kernonzekerheid 2: Industrieel en bedrijfseconomisch ecosysteem 22<br />
2.5 Scenarioframe 22<br />
3 Scenario I – Global Giants 24<br />
4 Scenario II – European Renewal 37<br />
5 Scenario III – International Alliances 49<br />
6 Scenario IV – Local for Local 61<br />
7 Naar een toekomstgericht business model 73<br />
7.1 Toekomstgericht business model 73<br />
7.2 Een strategische conversatie 75<br />
7.3 Clusterstrategieën 75<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 10
7.4 Waardepropositie 77<br />
7.5 Randvoorwaarden 79<br />
8 Roadmap en besturing 81<br />
8.1 Road map 81<br />
8.2 Sturingsbenadering 82<br />
8.3 Dashboard 84<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 11
1 Inleiding<br />
1.1 Stedelijke dynamiek<br />
Rond 1900 leefde 10% van de wereldbevolking in steden. Nu is dat al 50% en de verwachting is dat het<br />
aandeel stedelingen alleen maar zal toenemen. Niet alleen het aantal inwoners is gegroeid, ook het<br />
stedelijk oppervlak. Steden worden steeds groter en uitgestrekter. Dit doet zich ook in Nederland voor, al<br />
zijn de steden in Nederland nog zeer klein en overzichtelijk wanneer bijvoorbeeld vergeleken met steden<br />
als Tokio (35,5 miljoen inwoners), Mexico City (18,7), New York City (18,3), São Paulo (17,9) of Mumbai<br />
(17,4 miljoen). Amsterdam steekt hier schril bij af met haar 756.000 inwoners (O+S, 2010).<br />
Het proces van urbanisatie begon in Europa rond de industriële revolutie. De stad werd aantrekkelijker<br />
omdat de werkgelegenheid zich hier concentreerde. De stad trok ook om andere redenen: het leven was<br />
er vrijer dan op het platteland, er was minder sociale controle en er was van alles te koop en te doen.<br />
Steden zijn oudsher een verzamelplek van rijkdom, artistiek talent, wetenschap, nijverheid en vermaak.<br />
Dit trok kunstenaars, wetenschappers en ook arbeiders. Tot ongeveer de Tweede Wereldoorlog waren<br />
steden vrij compact: wonen, werken en recreatie gebeurden allemaal bij elkaar in de buurt. Er was<br />
weinig dynamiek: de meeste mensen woonden hun hele leven op dezelfde plek of in dezelfde buurt.<br />
De stad kende ook een schaduwkant: eenzaamheid, armoede, criminaliteit en vervuiling. Alleen de<br />
welgestelden konden zich veroorloven om buiten de grote stad te gaan wonen. Zo vestigden rijke<br />
Amsterdammers zich al in de 17e eeuw in Hilversum. Na de aanleg van spoorwegen, aan het einde van<br />
de 19e eeuw, groeide Hilversum pas echt snel. De uitbreiding bestond zowel uit groei van de<br />
werkgelegenheid (eerst de textielindustrie en later de omroepen) als uit een toename van de bewoners.<br />
Vanaf de jaren vijftig en zestig verlieten steeds meer mensen de traditionele steden om in het<br />
ommeland, het gebied rondom de steden te gaan wonen. Na de periode van suburbanisatie, die duurde<br />
van 1960 tot 1985, is de stad weer in trek gekomen als plek om te wonen en werken. Er werd meer<br />
gebouwd voor de (hogere) middenklasse, vooral veel koopwoningen. Het aandeel koopwoningen steeg<br />
in Amsterdam tot 25% van de totale woningvoorraad. Ook de andere steden in de Metropoolregio doen<br />
hun best om voor een gedifferentieerde bevolking te bouwen, en streven er naar om mensen met een<br />
hoger inkomen te trekken (O+S, 2009).<br />
Mede als gevolg van de de-industrialisatie, maar ook als gevolg van gebrek aan uitbreidingsruimte,<br />
trokken in de tweede helft van de vorige eeuw met name de wat grotere industriële en<br />
groothandelsbedrijven de stad uit. Steeds meer voorzieningen (zoals leisure en grootschalige winkels in<br />
de Amsterdam Arena) en vooral kantoren vestigden zich aan de randen van de stad. De stad kreeg<br />
hierdoor een ander gezicht, en in sommige gevallen zelfs verschillende kernen. Sinds de jaren ‘80 nam<br />
ook de bedrijvigheid in de stad weer toe. De leeggekomen plekken werden opgevuld door<br />
dienstverlening, ICT en creatieve industrie en in de centra van steden vooral door horeca en<br />
detailhandel.<br />
Tegenwoordig telt de metropoolregio Amsterdam 2,3 miljoen inwoners, verdeeld over 36 gemeenten<br />
(O+S Amsterdam, 2010). Amsterdam is veruit de grootste gemeente met 756.000 inwoners. Andere<br />
grote gemeenten zijn Almere (186.000), Amstelveen (80.000), Haarlem (148.000), Haarlemmermeer<br />
(142.000), Hilversum (84.000), Purmerend (79.000) en Zaanstad (144.000). De metropoolregio heeft<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 12
vooral een economische functie. Om de concurrentie met andere metropolen in het buitenland aan te<br />
kunnen, is onderkend dat afzonderlijke steden hiervoor te klein zijn. De totale metropoolregio is groter<br />
en meer divers en daarom beter in staat de concurrentie aan te gaan. Binnen de metropoolregio is er<br />
vooral veel interactie op het gebied van wonen en werken, waarbij een goede bereikbaarheid een<br />
cruciale randvoorwaarde is.<br />
Kijkend naar de economie van de <strong>MRA</strong> kan worden geconcludeerd dat de zakelijke dienstverlening zowel<br />
in termen van toegevoegde waarde en in het aantal werkzame personen de meest omvangrijke sector is<br />
(zie figuur 4 en 5). In termen van toegevoegde waarde staat de groothandelssector op nummer 2 en de<br />
financiële sector op nummer 3. Kijkend naar het aantal werkzame personen zijn echter de sectoren zorg<br />
en detailhandel belangrijk.<br />
Zakelijke diensten<br />
Groothandel<br />
Financiële diensten<br />
Exploitatie onroerend goed<br />
Zorg<br />
Informatie en communicatie<br />
Industrie<br />
Vervoer en opslag<br />
Overheid<br />
Onderwijs<br />
Detailhandel<br />
Bouw<br />
Horeca<br />
Nutsbedrijven<br />
Overige persoonlijke dienstverlening<br />
Cultuur, sport en recreatie<br />
Landbouw<br />
Delfstoffen<br />
3%<br />
2%<br />
2%<br />
1%<br />
1%<br />
1%<br />
0%<br />
Figuur 4: Verdeling toegevoegde waarde <strong>MRA</strong> over sectoren (2011)<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 13<br />
5%<br />
4%<br />
7%<br />
7%<br />
6%<br />
6%<br />
9%<br />
9%<br />
11%<br />
12%<br />
15%<br />
0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16%
Zakelijke diensten<br />
Zorg<br />
Detailhandel<br />
Vervoer en opslag<br />
Groothandel<br />
Financiële diensten<br />
Industrie<br />
Onderwijs<br />
Overige persoonlijke dienstverlening<br />
Informatie en communicatie<br />
Overheid<br />
Horeca<br />
Bouw<br />
Cultuur, sport en recreatie<br />
Exploitatie onroerend goed<br />
Nutsbedrijven<br />
Landbouw<br />
Delfstoffen<br />
6%<br />
6%<br />
6%<br />
6%<br />
5%<br />
5%<br />
5%<br />
5%<br />
4%<br />
4%<br />
2%<br />
1%<br />
1%<br />
1%<br />
0%<br />
Figuur 5: Verdeling werkzame personen <strong>MRA</strong> over sectoren (2011)<br />
1.2 De Amsterdam Economic Board<br />
In november 2010 is de Amsterdam Economic Board opgericht. De triple helix filosofie staat centraal<br />
binnen de Amsterdam Economic Board. Clustervorming waarbij de overheid, kennisinstellingen en<br />
bedrijven elkaar versterken. De Board werkt daarom volgens een gedeelde Kennis en Innovatie Agenda<br />
(KIA, 2011). Focus ligt specifiek op zeven clusters: Logistiek, ICT/EScience, Financiële & Zakelijke<br />
dienstverlening, Rode Life Sciences, Creatieve sector, Toerisme & Congressen, Food en Flowers. Met de<br />
oprichting van de Amsterdam Economic Board in 2010 hebben overheden, kennisinstellingen en<br />
bedrijfsleven gezamenlijk de verantwoordelijkheid genomen voor de versterking van de economie van de<br />
metropoolregio Amsterdam. De doelstelling van de Board is om in 2020 tot de top-5 van sterke Europese<br />
vestigingsregio’s te behoren en hiermee substantiële groei van welvaart en werkgelegenheid te<br />
realiseren. De board probeert deze doelstelling te realiseren door de samenwerking tussen relevante<br />
partijen in het economische domein te bevorderen en door obstakels voor de groei van kansrijke<br />
economische clusters weg te nemen 1 .<br />
In 2011 kondigde de Board aan om een lange termijn strategie te ontwikkelen met als doel de<br />
economische ontwikkeling en het innovatief vermogen van de metropoolregio te stimuleren. De aanzet<br />
tot een discussie over deze lange termijn strategie en economische agenda wordt in het onderhavige<br />
discussiedocument gegeven. Het discussiedocument heeft ten doel de geesten rijp te maken voor<br />
verandering, door systematisch na te denken over een toekomstig business model voor de regio. De<br />
1 In de kennis- en innovatieagenda (KIA) die in 2011 is opgesteld staan de ambities, doelen en rollen van de Board beschreven.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 14<br />
10%<br />
14%<br />
21%<br />
0% 5% 10% 15% 20% 25%
Board heeft hiertoe een uitgebreide scenariostudie uitgevoerd. In een viertal scenario’s worden kansen,<br />
bedreigingen en uitdagingen voor het business model van de <strong>MRA</strong> uitgediept.<br />
1.3 Het business model van de <strong>MRA</strong><br />
Hoewel het woord businessmodel in een publieke context wellicht vreemd in de oren klinkt, kan elke<br />
stad of regio – net als ieder bedrijf – worden beschreven in termen van een businessmodel. Een<br />
businessmodel is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de regio<br />
ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische actoren<br />
zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De waardepropositie<br />
beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie of woonplaats. De<br />
waardepropositie van de regio kan bijvoorbeeld liggen in quality of life, een sterk aanbod van<br />
internationale dienstverleners, sterke vestigingsfactoren, de aanwezigheid van een volledige supply<br />
chain of een creatief en ondernemend klimaat. Het business model van de stad illustreert verder welke<br />
bronnen de waardepropositie voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische<br />
toegevoegde waarde wordt gecreëerd. Het denken in termen van een businessmodel maakt het voor<br />
beleidsvormers mogelijk om zich te verdiepen in de wijze waarop de stad bronnen aanwendt, haar<br />
waardepropositie verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie contant maken.<br />
Figuur 6 geeft een visuele illustratie van het huidige business model van de <strong>MRA</strong> 2 . Het middelste vlak van<br />
het raamwerk representeert de waardepropositie van de <strong>MRA</strong>. De waardepropositie bestaat uit een<br />
combinatie van locatiefactoren die de stad aantrekkelijk maken voor economische actoren. In het geval<br />
van de <strong>MRA</strong> worden ‘connectiviteit’, ‘quality of life’, een goed ontwikkelde ‘dienstensector’ en een<br />
sterke ‘brand name’ op dit moment als de meest onderscheidende aspecten van haar waardepropositie<br />
beschouwd. Een innovatieve en ondernemende ‘cultuur’ en ‘human capital’ dragen eveneens<br />
bovengemiddeld bij aan de waardepropositie van de regio.<br />
2 De waarden binnen het businessmodel zijn tot stand gekomen op basis van een uitgebreide enquête onder stakeholder in de<br />
<strong>MRA</strong>.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 15
Figuur 6: Huidig businessmodel <strong>MRA</strong><br />
De waardepropositie wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan de linkerzijde<br />
van het canvas zijn weergegeven. Randvoorwaarden zijn in de regel te beïnvloeden door gericht beleid<br />
en dragen bij aan het versterken van specifieke onderdelen van de waardepropositie van de regio. De<br />
belangrijkste randvoorwaarden voor de <strong>MRA</strong> zijn haar niveau van voorzieningen, de kwaliteit van het<br />
nationale vestigingsklimaat en in mindere mate ‘infrastructuur’ en ‘arbeidsmarkt’. De waardepropositie<br />
van de stad wordt op aangewend door haar economische clusters die werkgelegenheid en economische<br />
toegevoegde waarde creëren. In de <strong>MRA</strong> worden de clusters ‘financiële dienstverlening’, ‘zakelijke<br />
dienstverlening’, ‘toerisme en congressen’ en ‘logistiek’ als het meest onderscheidend beschouwd, op de<br />
voet gevolgd door de clusters ‘creatieve industrie’, ‘ICT/eScience’ en ‘flowers’.<br />
Het gepresenteerde raamwerk biedt een structuur waarin het businessmodel van de regio kan worden<br />
beschreven, gevisualiseerd en beoordeeld op kracht en samenhang. Het laat zien op welke wijze<br />
investeringen in bronnen zich uiteindelijk vertalen in economisch product en werkgelegenheid. Een goed<br />
beschreven businessmodel biedt hiermee inzicht in sterke punten en natuurlijke voordelen van de regio,<br />
maar ook in verbeterpunten en kwetsbaarheden. Het beschrijven van het business model van stad of<br />
regio vormt een belangrijk startpunt voor een scenarioanalyse. Het werpt namelijk niet alleen licht op de<br />
sterke en zwakke punten van het business model, maar biedt eveneens een basis de ‘gap’ te berekenen<br />
die moet worden overbrugd om een geambieerd business model te kunnen realiseren.<br />
1.4 Scenarioplanning<br />
Economisch beleid wordt meestal geformuleerd als reactie op een economisch of maatschappelijk<br />
probleem in het hier en nu. Echter tegen de tijd dat nieuw beleid wordt ingezet, kan de situatie al sterk<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 16
gewijzigd zijn als gevolg van bijvoorbeeld economische, sociaal-maatschappelijke of technologische<br />
ontwikkelingen. Om hier rekening mee te houden is het van belang nu al in te spelen op problematiek<br />
die in de toekomst kan ontstaan. Scenario’s zijn hierbij krachtige hulpmiddelen. Scenario’s kunnen<br />
worden gedefinieerd als tekeningen van toekomsten, die op basis van huidige onzekerheden kunnen<br />
ontstaan. Scenario’s zijn geen voorspellingen, maar ‘voorstellingen’. Het zijn verkenningen van<br />
verschillende hypothetische omstandigheden. Scenario’s schetsen een (economische en<br />
maatschappelijke) context waar toekomstig beleid op in moet kunnen spelen. Een goede scenarioset<br />
exploreert een aantal onderling afwijkende extremiteiten, waar rekening mee moet worden gehouden<br />
bij opstellen van strategie. Ze bieden geen keuzes, maar een toetsingskader. Ze dienen dan ook niet<br />
verward te worden met voorspellingen of extrapolaties.<br />
De scenario’s die in dit discussiedocument de revue passeren vormen een toetsingskader voor de<br />
strategische overwegingen die besluitvormers binnen de <strong>MRA</strong> ter beschikking hebben. In haar lange<br />
termijn strategie zal de Board op basis van de scenario’s een aantal economische keuzes maken en<br />
toelichten.<br />
Toekomst<br />
Heden<br />
Figuur 7: Het outside-in perspectief van scenarioplanning<br />
Macro-omgeving<br />
politiek, economie, technologie, ecologie, demografie<br />
Directe omgeving<br />
Metropoolregio<br />
Amsterdam<br />
Buiten<br />
Binnen<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 17
2 <strong>Scenarioanalyse</strong><br />
Het werken met scenario’s, oftewel scenarioplanning, is vooral krachtig in situaties waarin bestuurders<br />
worden geconfronteerd met een turbulente externe omgeving. In deze situatie volstaat het niet langer<br />
om te denken vanuit historische uitgangspunten, maar is het van belang rekening te houden met<br />
verandering. Hoewel de afgelopen decennia relatief stabiel zijn geweest, is het een gegeven dat de<br />
komende decennia gekenmerkt zullen worden door sprongveranderingen en fundamentele<br />
onzekerheden. De Westerse wereld is momenteel mondjesmaat aan het herstellen van de zwaarste<br />
financiële crisis in 70 jaar tijd en zal de komende decennia haar schuldenlast moeten afbouwen door<br />
drastisch te bezuinigen. Opkomende economieën groeien door en eisen steeds meer hun plek op in het<br />
wereldtoneel. Tegelijkertijd vergroot toenemende politieke verdeeldheid tussen landen en binnen<br />
landen de kans op onvoorspelbaar politiek gedrag. Een nieuwe ronde van protectionisme en<br />
nationalisme valt niet uit te sluiten. Als gevolg van een groeiende wereldbevolking en de stijgende vraag<br />
naar grondstoffen ligt inflatie wereldwijd op de loer, hetgeen kan leiden tot ongewenste<br />
inkomensherverdeling en sterke maatschappelijke onrust.<br />
Een belangrijke oorzaak voor de toenemende volatiliteit is de groeiende verwevenheid die de huidige<br />
(netwerk)economie kenmerkt, waardoor niet tijdig voorziene ontwikkelingen op duizenden kilometers<br />
afstand een directe impact kunnen hebben op de eigen stad en regio. Hoe dynamischer en veranderlijker<br />
de omgeving, hoe meer aandacht er moet worden besteed aan het structureel monitoren van de externe<br />
omgeving op trends en onzekerheden en het duiden van hun mogelijke consequenties op de economie<br />
van de metropoolregio. Om grip te verkrijgen op haar volatiele externe omgeving heeft de Board een<br />
scenarioset opgesteld om de impact van de veranderende wereld op het economisch profiel van de <strong>MRA</strong><br />
te duiden. Leden en betrokkenen hebben in een groot aantal workshops en strategische conferenties<br />
bepaald wat de strategische vragen zijn voor de economie van de stad, welke externe ontwikkelingen<br />
ingrijpen op de economische ontwikkeling van de <strong>MRA</strong> en wat de meest dominante veranderdrijvers zijn.<br />
In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van dit proces.<br />
2.1 Scope van de scenarioanalyse<br />
De eerste stap in het opstellen van scenario’s is het zorgdragen van een scope of afbakening. Een heldere<br />
scope vormt een belangrijk referentiepunt voor de ontwikkeling van de scenario’s. Bij het beoordelen<br />
van de relevantie van trends en onzekerheden wordt voortdurend teruggegrepen op de scope van de<br />
scenarioanalyse. Een goede scope bestaat een drietal elementen, namelijk een set strategische vragen,<br />
een adequaat tijdsframe en een heldere begrenzing.<br />
Strategische vragen<br />
Het formuleren van scherpe strategische vragen is van groot belang om tijdens de ontwikkeling van de<br />
scenario’s hun relevantie goed te kunnen bewaken en uiteindelijk tot scherpe strategische opties te<br />
komen. In het kader van het scenarioproject heeft de stuurgroep het huidige business model van de<br />
<strong>MRA</strong> centraal gesteld. Per onderdeel van het businessmodel zijn als referentiepunt voor de<br />
scenarioanalyse de volgende vragen gesteld:<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 19
Strategische vragen ten aanzien van de waardepropositie<br />
Is onze schaal voldoende om daadwerkelijke economische voordelen te genieten?<br />
Hoe verbeteren wij onze kennisinfrastructuur om hiermee internationale hoofdkantoren binnen<br />
te halen en te houden?<br />
Hoe kunnen wij op een slimme manier aanpassen aan mondiale ‘game changers’?<br />
Welke verbindingen moet Amsterdam op slaan op mondiaal, europees, nationaal en regionaal<br />
niveau, om haar concurrentievermogen te versterken?<br />
Strategische vragen ten aanzien van de randvoorwaarden<br />
Hoe realiseren wij een positie binnen het internationale wetenschappelijk ecosysteem?<br />
Hoe zijn wij in staat een aantrekkelijk regio te blijven voor hoogopgeleid talent?<br />
Hoe kunnen we onze internationale bereikbaarheid op peil houden?<br />
Welke randvoorwaarden dienen in ‘triple helix’ verband te zijn gerealiseerd om de meest<br />
kansrijke clusters maximaal te faciliteren in hun groei?<br />
Strategische vragen ten aanzien van de economische clusters<br />
Welke clusters hebben bovengemiddelde potentie?<br />
Tijdsframe<br />
De strategische vraagstelling geeft richting aan de scenario’s. Om het onderzoek verder te structureren is<br />
het van belang een adequaat tijdsframe te hanteren. De Board heeft besloten het jaar 2025 als doeljaar<br />
te zien voor de scenarioanalyse. Door na te denken over de mogelijke economische realiteit over ruim 10<br />
jaar is er voldoende ruimte het effect van belangrijke trends en onzekerheden op de <strong>MRA</strong> te analyseren.<br />
Anderzijds ligt het doeljaar voldoende dichtbij om concrete en voor besluitvorming geschikte scenario’s<br />
te vervaardigen.<br />
Begrenzing<br />
De concreetheid en toepasbaarheid van de scenario’s kunnen verder worden vergroot door de analyse<br />
verder af te bakenen en bijvoorbeeld prioriteiten aan te brengen op het gebied van te analyseren<br />
sectoren, geografie, technologieën en dergelijke. In het kader van de scenarioanalyse is besloten om een<br />
brede inventarisatie van trends en ontwikkelingen te maken, maar bijzondere aandacht te schenken aan<br />
de ontwikkelingen met effect op het groei- en concurrentievermogen, de innovatierichting, de<br />
samenwerkingverbanden en de noodzakelijke talentontwikkeling van de regio.<br />
2.2 Omgevingsanalyse<br />
In de scenarioanalyse zijn op een systematische wijze vier toekomstbeelden geschetst die gebaseerd zijn<br />
op een uitgebreid trendonderzoek. In het trendonderzoek zijn macrotrends onderzocht op hun mogelijke<br />
impact op het business model van de <strong>MRA</strong>. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van<br />
brainstormsessies met de leden van de Board en betrokken partijen, een documentstudie en een reeks<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 20
interviews. Voor een overzicht van de geraadpleegde literatuur en gehouden interviews wordt verwezen<br />
naar de appendix bij dit rapport. De belangrijkste trends die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen,<br />
worden in de onderstaande tabel kort opgesomd.<br />
1. Verregaande politieke en marktintegratie binnen Europa<br />
2. Toename globalisering en wereldhandel<br />
3. Stijging inertie bij overheid en bedrijfsleven<br />
4. Ontwikkeling van een flexibele mondiale arbeidsmarkt<br />
5. Verschuiving van economische en politieke macht naar emerging economies<br />
6. Ontwikkeling internationale ecosystemen op basis van economische en intellectuele<br />
afhankelijkheden tussen steden.<br />
7. Toenemende geografische specialisatie in sectoren en functies binnen Nederland<br />
8. Toenemende mismatch tussen vraag naar en aanbod van grondstoffen<br />
9. Snelle opkomst netwerkeconomie<br />
10. Toename individualisering<br />
11. Toename impact digitalisering<br />
12. Toenemende polarisatie tussen groepen in de maatschappij<br />
13. Afname engineering capaciteit en absorptievermogen om nieuwe technologie toe te passen.<br />
14. Toename in decentrale productie & mass-customization<br />
Tabel 1: Overzicht belangrijkste trendclusters<br />
De trends zijn gegroepeerd naar trendclusters en deze trendclusters zijn nader geanalyseerd op zowel<br />
hun impact op de metropoolregio als de mate van onzekerheid over hun verloop. Op deze wijze zijn<br />
kernonzekerheden afgeleid, die fungeren als veranderdrivers voor de economische ontwikkeling van de<br />
<strong>MRA</strong>.<br />
2.3 Kernonzekerheid 1: stabiliteit Europa<br />
De eerste kernonzekerheid die uit het onderzoek naar voren is gekomen is de stabiliteit van Europa. Een<br />
stabiel Europa met een sterke gemeenschappelijke munt is van groot belang voor een open economie als<br />
die van Nederland en de <strong>MRA</strong>. De verdere ontwikkeling van Europa is echter bijzonder onzeker, door de<br />
omvangrijke schuldenproblematiek bij een aantal lidstaten én een groeiend negatief sentiment onder de<br />
bevolking van lidstaten ten aanzien van Europa. Er zijn vergaande Europese plannen in de maak die<br />
uitgaan van meer macht voor Europese instellingen, een Europees toezichtorgaan voor de bankensector,<br />
een harmonisatie van het begrotings-, belastings- en buitenlandbeleid van de EU-lidstaten, de instelling<br />
van eurobonds en de hervorming van sociale programma’s. Aan de ene kant zijn er redenen om aan te<br />
nemen dat Europa als gevolg van de huidige schuldencrisis zal komen tot verregaande politieke en<br />
economische integratie, aan de andere kant is het mogelijk dat de (monetaire) unie desintegreert als<br />
gevolg van het uittreden van lidstaten en een terugkeer naar bilaterale handelsafspraken. De<br />
ontwikkeling van de stabiliteit van Europa is een kernonzekerheid die de <strong>MRA</strong> sterk raakt en bepalend is<br />
voor de verbanden die het dient te slaan om haar economie verder te ontwikkelen.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 21
2.4 Kernonzekerheid 2: Industrieel en bedrijfseconomisch<br />
ecosysteem<br />
De tweede kernonzekerheid die uit de trendanalyse naar voren is gekomen is de toekomst van het<br />
industrieel en bedrijfseconomisch ecosysteem. Het huidige push-driven industrieel en economisch<br />
ecosysteem is aanbodsgedreven en gebaseerd op massaproductie. Multinationale onderneming<br />
produceren hun goederen en diensten op grote schaal en optimaliseren hun supply chain door deze op<br />
te knippen en uit te voeren op de locatie die vanuit kostprijs (fiscaliteit, arbeidskosten) het meest<br />
relevant is. De productie verdwijnt uit Westerse steden en er ontwikkelt zich een economie van<br />
geavanceerde dienstverlening. De ontwikkeling van massaproductie is nog lang niet ten einde. Mede<br />
onder invloed van het huidige economische klimaat optimaliseren ondernemingen hun supply chain<br />
verder, onder meer door het bundelen van ondersteunende functies in shared service centra’s in<br />
lagekostenlanden. Daarnaast kunnen mogelijk ook meer kennisintensieve functies verschuiven naar<br />
andere landen (zoals China), omdat deze aantrekkelijk worden in termen van kennis, talent en kapitaal.<br />
Hoewel de trend naar massa en schaal dominant is, tekent zich er een tegentrend af. Onder invloed van<br />
technologische en maatschappelijke ontwikkelingen neemt de vraag naar maatwerk, decentrale<br />
productie en een meer vraaggericht industrieel profiel toe. Productietechnologie (bijv. 3D printing)<br />
maakt het steeds meer mogelijk om tegen een fractie van de kosten in kleine batches hoogwaardige<br />
producten te produceren die maximaal inspelen op de behoefte van de klant. Communicatietechnologie<br />
stelt de gebruiker in staat om betrokken te zijn bij het ontwerp van producten (cocreatie). De trend naar<br />
mass customisation en cocreatie kan leiden tot een sterke verandering naar een pull-driven industrieel<br />
en bedrijfseconomisch ecosysteem. Het zijn niet langer geavanceerde zakelijke dienstverlening en sterke<br />
vestigingsvoorwaarden die ondernemingen aan de stad binden, maar veel meer de aanwezigheid van<br />
een intelligente en receptieve creatieve klasse die haar eigen vraag creëert. Het gaat niet langer om<br />
schaal maar om scope, waarbij ‘slimme’ en duurzame stedelijke regio’s zich kunnen onderscheiden als<br />
proeftuin en testlab voor nieuwe ontwikkelingen.<br />
2.5 Scenarioframe<br />
De basis voor de scenario’s voor de toekomt van de <strong>MRA</strong> is tot stand gekomen door beide<br />
kernonzekerheden van extreme waarden te voorzien en tegen elkaar af te zetten op een assenkruis.<br />
Hierdoor ontstaat de figuur op de volgende bladzijde, met vanuit bedrijfsperspectief het industrieel en<br />
bedrijfseconomisch ecosyteem op de x-as en vanuit macro perspectief de Europese stabiliteit op de y-as<br />
De vier kwadranten van het figuur representeren de verschillende scenario’s. Zo wordt het scenario in de<br />
linker bovenhoek (“Global Giants”) gekenmerkt door een combinatie van een push-driven ecosysteem<br />
(massa) en een sterk geïntegreerd Europa . In het “European Renewal” scenario (rechtsboven) wordt<br />
uitgegaan van een pull-driven ecosystem (maatwerk) in combinative met geïntegreerd Europa. De<br />
onderste scenario’s (“International Alliances” en “Local for Local”) visualiseren een toekomst waarin er<br />
sprake is van een gedifferentieerd Europa en waarbij het ecosysteem zich pull-driven (rechterzijde), dan<br />
wel push-driven (linkerzijde) ontwikkeld. In de hoofdstukken 3-6 worden de scenario’s inhoudelijk<br />
beschreven.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 22
Tabel 2: Scenario frame <strong>MRA</strong><br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 23
3 Scenario I – Global Giants<br />
Belangrijkste karakteristieken<br />
Integratie binnen Europa<br />
Europa heeft federatief karakter (Verenigde Staten van Europa)<br />
Meer nadruk op stedelijke regio’s<br />
London en Frankfurt zijn financiële centra<br />
Economie gebaseerd op pushstrategieën<br />
Verdere ontwikkeling van productie- naar transactiebanen<br />
Massaproductie en centralisatie hebben overhand<br />
Zakelijke dienstverlening, ICT, logistiek en groothandelsector zeer kansrijk<br />
Toekomstbeeld<br />
Het is 2025. De economische situatie in de <strong>MRA</strong> is redelijk te noemen. Na jaren van onrust en dynamiek is<br />
de rust teruggekeerd. De schuldencrisis van de jaren 2010-2015 heeft de aanzet gegeven tot een sterker<br />
en meer geïntegreerd Europa. Europa heeft een federatief karakter gekregen en Nederland heeft een<br />
aantal bevoegdheden overgedragen aan Brussel. Zo is er inmiddels sprake van een Europese president,<br />
een Europees leger en één Europees beleid voor economische en buitenlandse zaken. De Nederlandse<br />
staat is echter nog steeds verantwoordelijk voor het onderwijs, de sociale zekerheid, het pensioenstelsel<br />
en fiscaliteit. De schuldencrisis is opgelost, maar de verworven stabiliteit heeft veel pijn gedaan. Het<br />
massaal afstempelen van schulden aan de Zuidelijke eurolanden en het overeind houden van<br />
systeembanken hebben de Noordelijke lidstaten veel tijd en geld gekost en heeft geleid tot een zeer<br />
sobere economische ontwikkeling in de periode 2015-2020. Er is in deze periode veel bezuinigd en weinig<br />
geïnvesteerd in bijvoorbeeld energie- en communicatie-infrastructuur. Europa doet zijn best om de kracht<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 24
van haar economie te versterken en richt zich hierbij op het creëren van gespecialiseerde mondiaal<br />
competitieve ‘city regions’. Onderzoeks- en ontwikkelingsgelden worden aangewend om specialisatie<br />
rondom specifieke thema’s en sectoren te promoten. De Metropoolregio Amsterdam is vooral succesvol<br />
in het verwerven van middelen voor sectoren waarin het traditioneel concurrentievoordelen geniet. Met<br />
name het ICT cluster, het logistieke cluster en de zakelijke dienstverlening profiteren. De aantrekkelijkheid<br />
van de regio voor (regionale) hoofdkantoren van multinationale bedrijven is bijzonder hoog door de<br />
aanwezigheid van veel hooggekwalificeerde, ondersteunende zakelijke diensten, zoals juridische en<br />
financiële advisering en de ICT. Ondanks de aantrekkelijkheid van de <strong>MRA</strong> voor hoofdkantoren,<br />
verdwijnen bedrijfsfuncties als productie, maar ook engineering in toenemende mate uit Nederland. De<br />
belangrijkste reden hiervoor is dat bedrijven om economische redenen hun supply chain dusdanig<br />
inrichten dat de verschillende functies plaatsvinden waar dat fiscaal het meest aantrekkelijk is.<br />
Tijdslijn<br />
In tabel 3 zijn de belangrijkste gebeurtenissen opgenomen die ten grondslag liggen aan het ‘Global<br />
Giants’ scenario. Deze gebeurtenissen ‘verklaren’ hoe het scenario zich in de periode tot 2025 heeft<br />
ontwikkeld.<br />
2012-<br />
2013<br />
2014-<br />
2015<br />
2016-<br />
2017<br />
2018-<br />
2019<br />
2020-<br />
2021<br />
Val kabinet over de bezuinigingsdoelstellingen vanuit Brussel.<br />
Protesten in Zuidelijke lidstaten tegen de bezuinigingen en de hoge werkloosheid.<br />
Europese Unie start reddingsoperatie om Duitsland binnen de Eurozone te houden.<br />
Om Griekenland te redden, koopt het Europese noodfonds massaal Griekse staatsobligaties<br />
op.<br />
Financiële markten reageren kritisch en verlagen de kredietwaardigheid van meerdere<br />
eurolanden.<br />
Europese noodfonds wordt stopgezet en schulden Zuidelijke eurolanden worden<br />
afgestempeld.<br />
Financiële markten reageren positief en de Europese schuldencrisis loopt op z’n eind.<br />
Veel politieke onrust in Den Haag zorgt voor de val van het kabinet met VVD en PvdA.<br />
De Chinese economie is voor het eerst groter dan die van de hele Eurozone bij elkaar.<br />
In Nederland treedt een nieuw zakenkabinet aan met een pro-Europese regeringsagenda.<br />
De provincies worden afgeschaft wat leidt tot een machtsverschuiving naar gemeentelijke<br />
regio’s.<br />
Op een Europese top wordt het startschot gegeven voor een federatief Europa.<br />
Het vertrouwen in Europa en met name in landen als Duitsland en Nederland neemt<br />
voorzichtig toe. Voor het eerst sinds jaren is het consumenten- en ondernemersvertrouwen<br />
weer positief.<br />
Op mondiaal niveau komen vooral India en Brazilië als economieën sterk opzetten.<br />
De interne Europese markt wordt verder voltooid.<br />
Door volledig vrij verkeer van personen en grensoverschrijdende pensioenopbouw wordt<br />
het voor Nederland makkelijker om kenniswerkers aan te trekken.<br />
Door de toetreding van Polen en Hongarije tot de Eurozone wint de Euro aan kracht.<br />
China haalt de Verenigde Staten in als land met de grootste economie.<br />
Het beleid van de ‘city regions’ krijgt zijn beslag; vanuit Europa wordt fors in de <strong>MRA</strong><br />
geïnvesteerd om een belangrijke ‘hub’ te worden op het gebied van handel en logistiek.<br />
De groei van de Europese economie komt voor het eerst sinds de schuldencrisis boven de<br />
1,5%.<br />
De basis voor één Europees beleid voor economische en buitenlandse zaken wordt gelegd.<br />
Een experiment met robots in de op- en overslag van goederen in de <strong>MRA</strong> is een groot<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 25
2022-<br />
2023<br />
2024-<br />
2025<br />
succes.<br />
De wederuitvoer is groter dan de export van in het binnenland geproduceerde producten.<br />
Door het goede vestigingsklimaat van de <strong>MRA</strong> neemt het aantal buitenlandse kantoren toe.<br />
De integratie van de nationale legers tot één Europees leger is een feit; IJmuiden wordt<br />
aangewezen als één van de belangrijkste maritieme havens.<br />
De Europese economie trekt verder aan en het vertrouwen in de Europese economie neemt<br />
toe.<br />
De <strong>MRA</strong> kenmerkt zich als ‘city region’ binnen Europa vooral als een sterke<br />
diensteneconomie.<br />
Door de investeringen in kennisinfrastructuur, worden steeds meer Nederlandse<br />
universiteiten gezien als topuniversiteiten in Europa, waardoor het aantal buitenlandse<br />
studenten toeneemt.<br />
“Integratie van economisch en buitenlandbeleid staat aan de basis van een sterk federatief<br />
Europa”<br />
Tabel 3: Tijdslijn scenario Global Giants<br />
Een terugblik<br />
Om de situatie die in het ‘Global Giants’ scenario is ontstaan goed te kunnen begrijpen, is het van belang<br />
kort terug te blikken op haar ontstaansgeschiedenis. De oorsprong van de huidige situatie is te herleiden<br />
tot de eerste helft van het tweede decennium, waarin de economische crisis en schuldencrisis een<br />
dieptepunt bereiken. De afspraken die de Europese lidstaten maken om hun schuldenlast terug te<br />
dringen, begrotingen op orde te maken en de monetaire unie te redden trekken een zware wissel op de<br />
reële economie in Europa. Stringente overheidsbezuinigingen, een hoge en oplopende werkloosheid,<br />
een historisch laag consumenten- en ondernemersvertrouwen in de lidstaten van de EU, leiden tot een<br />
verzwakking van de solidariteit binnen Europa. In zowel Noordelijke als Zuidelijke lidstaten steken<br />
nationalistische sentimenten de kop op en moeten regeringen alle zeilen bijzetten om noodzakelijke<br />
reddingsoperaties door hun nationale parlementen te loodsen. Ternauwernood kan worden voorkomen<br />
dat Duitsland uit de Europese Monetaire Unie treedt. In Nederland sneuvelt zowel in 2012 als in 2015<br />
een kabinet op onenigheid over door Europa opgelegde bezuinigingsdoelstellingen en de door Brussel<br />
voorgestane overdracht van nationale soevereiniteit.<br />
Hoewel de periode 2012-2015 zeer turbulent is en het project Europa soms een dubbeltje op z’n kant<br />
lijkt, houdt Europa de gelederen uiteindelijk gesloten. Uitgebreide studies en analyses maken de<br />
lidstaten duidelijk dat Europa in de periode 1995-2010 zeer veel voordelen heeft gebracht. Ook in<br />
Nederland dringt het besef door dat er in het recente verleden bovenmatig is geprofiteerd van de<br />
Europese integratie. Nederland kent al jaren een handelsoverschot van meer dan 5% van het BBP en<br />
haar export is historisch vrijwel volledig gericht op Europese landen. Het zakenkabinet dat in Nederland<br />
in 2016 na een langdurig formatieperiode wordt geïnstalleerd, neemt een aantal belangrijke besluiten<br />
richting verdere Europese integratie. Het besef dat in toenemende mate zwaarwichtige vraagstukken als<br />
economische en financiële problemen, infectieziektes, milieuproblematiek, bescherming van natuurlijke<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 26
ecosystemen en terrorisme buiten het bereik van de nationale politiek vallen draagt bij aan een<br />
onvoorwaardelijke keuze voor Europa.<br />
Vanaf de tweede helft van het tweede decennium vindt de verdere Europese integratie plaats. De<br />
interne markt wordt verder voltooid. Het volledig vrij verkeer van personen wordt een feit, er ontstaat<br />
een volledig gereguleerd systeem van overheidsaanbestedingen. Harmonisering van het Europese<br />
privaatrecht (o.a., d.m.v. regelgeving op het vlak van e-handel, vennootschaps- en contractrecht,<br />
wederzijdse erkenning van rechtsinstrumenten, corporate governance, intellectueel eigendom en<br />
gegevensbescherming) stellen ondernemingen in staat om binnen de gehele Europese thuismarkt<br />
doelmatig te opereren. Het wegnemen van fiscale belemmeringen voor grensoverschrijdende<br />
pensioenopbouw en meer Europese samenwerking bij de toelating van hooggekwalificeerde migranten<br />
van buiten Europa creëert een Europese markt voor toptalent. Ter versteviging van de Europese<br />
Monetaire Unie treden in deze periode ook Polen en Hongarije toe.<br />
Naast het verder optimaliseren van de interne markt, neemt Europa eveneens het voortouw in de<br />
ontwikkeling van economisch beleid en ‘buitenlandse zaken’. Zo zet Europa door middel van<br />
ontwikkeling- en onderzoeksgelden zwaar in op de ontwikkeling van sterk concurrerende stedelijke<br />
gebieden en vergemakkelijkt het grensoverschrijdende samenwerking. Europa streeft specialisatie na om<br />
het qua concurrentiekracht op te kunnen nemen tegen de economische machtsblokken van Azië en de<br />
Verenigde Staten. Brussel is eveneens verantwoordelijk voor het buitenlandbeleid van de verschillende<br />
lidstaten en de coördinatie van militaire activiteiten. Regelmatig intervenieert Europa in politiek<br />
onrustige gebieden of levert het een bijdrage aan de internationale bestrijding van terrorisme. Door de<br />
hoge mate van integratie is Europa in staat om sneller en beter in te spelen op de snel veranderende<br />
wereldorde, dan in het verleden het geval was, toen alles door middel van verdragen tussen lidstaten<br />
werd geregeld.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 27
Nederland op het wereldtoneel<br />
In 2025 is Nederland een natiestaat in een sterk Europees democratisch verband. Hoewel een aantal<br />
taken door Brussel wordt uitgevoerd, is Den Haag nog steeds verantwoordelijk voor zaken als fiscaliteit,<br />
onderwijs, sociale zekerheid en pensioenen. Den Haag heeft met andere woorden veel invloed op het<br />
nationale vestigingsklimaat en probeert de vestigingsvoorwaarden voortdurend te verbeteren. Door<br />
middel van fiscale arrangementen en investeringen in kennisinfrastructuur en fysieke infrastructuur<br />
probeert Nederland haar aantrekkelijkheid voor hoofdkantoren van multinationale ondernemingen te<br />
vergroten. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat Nederland vooral moet blijven profiteren van<br />
buitenlandse investeringen en wederuitvoer. Binnenlandse investeringen en consumptie zijn als gevolg<br />
van de omvangrijke bezuinigingsprogramma’s, de loonmatigingen en de sterke vermogensdaling in de<br />
periode 2010-2020 nog steeds zeer beperkt.<br />
Als gevolg van de sterke Europese integratie en de versteviging van de euro zet globalisering in ‘Global<br />
Giants’ scenario sterk door. Handelsstromen tussen landen groeien sneller dan de productie van<br />
afzonderlijke nationale economieën als gevolg van ontwikkelingen in ICT, goedkoop transport en de<br />
opdeling van werkprocessen. Een groot deel van de Nederlandse export vindt nog steeds plaats naar<br />
Europa en de Verenigde Staten, maar de uitdaging voor de logistieke sector is om ook in de handel met<br />
de nieuwe economieën in Azië, Rusland en Zuid-Amerika haar marktaandeel te vergroten.<br />
Multinationale ondernemingen produceren hun goederen en diensten op grote schaal en optimaliseren<br />
hun supply chain door deze op te knippen en activiteiten uit te voeren op de locatie die vanuit kostprijs<br />
(fiscaliteit en arbeidskosten) het meest relevant is. Mede onder invloed van het economisch klimaat<br />
bundelen ondernemingen hun ondersteunende functies in shared service centra in lage lonen landen.<br />
Nederland profiteert van de wereldwijde massaproductie en haar bijbehorende handelsstromen. De<br />
wederuitvoer is inmiddels –onder meer door containerisatie– beduidend groter dan de export van in het<br />
binnenland geproduceerde producten. De Nederlandse industrie staat überhaupt onder druk door de<br />
sterk toegenomen energieprijs. Nederland is geen koploper op het vlak van verduurzaming en<br />
conformeert zich met moeite aan de minimale Europese vereisten met betrekking tot het aandeel<br />
hernieuwbare energie in de energiemix. Om het aandeel van 20% te kunnen behalen importeert<br />
Nederland inmiddels energie uit landen als Brazilië, Engeland en Scandinavië, die wel de benodigde<br />
transformatie hebben kunnen maken. De investeringen die in Nederland nog wel zijn gedaan beperken<br />
zich tot energie-efficiency, variërend van het aanlengen van fossiele brandstoffen tot het beter isoleren<br />
van woningen en utiliteitsgebouwen. Van alle Nederlandse industriële weten de fabrikanten van<br />
hoogwaardige eindproducten hun exportpositie het gemakkelijkst te behouden.<br />
De Nederlandse overheid is als gevolg van diverse hervormingsrondes en de overdracht van taken aan<br />
Brussel beduidend kleiner geworden. In toenemende mate legt de overheid taken neer bij marktpartijen<br />
of maatschappelijke instellingen. Het wordt steeds duidelijker dat door het versterken van partnerships<br />
het beter mogelijk is om complexe vraagstukken op het vlak van onderwijs, zorg, en verduurzaming op<br />
te lossen of grootschalige investeringen te realiseren. Burgers hebben in de regel bovendien meer<br />
vertrouwen in maatschappelijke organisaties of bedrijven dan in de overheid, en de expertise van<br />
burgers op specifieke gebieden is erg groot.<br />
De economie van de <strong>MRA</strong><br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 28
Het ‘Global Giants’ scenario heeft de nodige implicaties voor de metropoolregio Amsterdam. Allereerst is<br />
het belang van het regionale bestuur ten opzicht van het landelijke bestuur verder toegenomen. De 30<br />
stedelijke regio’s die Nederland kent zijn sterk toegenomen in belang en werken nauw samen met<br />
Brussel bij de totstandkoming van hun economische agenda. Brussel, dat zich richt op een verdere<br />
voltooiing van de interne markt en het creëren van sterke ‘city regions’, streeft een hoge mate van<br />
specialisatie na. In tegenstelling tot historisch Europees economisch beleid, dat nogal eens<br />
marktverstorend werkte, kiest Brussel er in dit scenario voor om clustering van activiteiten te stimuleren<br />
in gebieden met historische en natuurlijke concurrentievoordelen. De Europese focus op specialisatie is<br />
voor de <strong>MRA</strong>, met haar gefragmenteerde economische profiel, niet zondermeer positief. Bepaalde<br />
clusters, zoals het life science cluster en het financiële cluster ondervinden hinder van door Europa<br />
gesubsidieerde concurrentie uit andere city regions.<br />
“Binnen het Global Giants scenario ontwikkelt de <strong>MRA</strong> zich als ‘City Region’ vooral sterk op<br />
het gebied van zakelijke dienstverlening ”<br />
Gestimuleerd door Brussel en profiterend van de hoge mate van marktintegratie binnen Europa<br />
ontwikkelt de economie van de <strong>MRA</strong> zich in het Global Giants scenario tot een diensteneconomie ‘pur<br />
sang’. Binnen een sterk geïntegreerd Europa is Amsterdam voor veel multinationale ondernemingen een<br />
ideale uitvalsbasis voor het (regionale) hoofdkantoor. De relatieve populariteit van de <strong>MRA</strong> als<br />
vestigingslocatie voor hoofdkantoren vormt een impuls voor de ontwikkeling van een internationaal<br />
hoogwaardige dienstensector, hetgeen op haar beurt de aantrekkingskracht voor hoofdkantoren<br />
vergroot. De <strong>MRA</strong> is kansrijk en succesvol in de ontwikkeling van dienstverlening op het vlak van supply<br />
chain management, fiscaliteit en ICT. Hoewel multinationale ondernemingen doorgaan met het<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 29
offshoren van r&d en productie, vindt de regie van de in toenemende mate complexe supply chains<br />
plaats in de <strong>MRA</strong>.<br />
Naast de goede uitgangspunten voor de dienstensector, heeft de <strong>MRA</strong> in het Global Giants scenario<br />
eveneens goede kaarten op het vlak van logistiek en handel. Nederland is binnen dit scenario als geheel<br />
een logistiek knooppunt met zwaartepunten in Rotterdam, Amsterdam, Noord-Brabant en in<br />
toenemende mate in Noord-Limburg. De <strong>MRA</strong> onderscheid zich echter door de relatief hoogwaardige<br />
logistieke oplossingen. De aanwezigheid van Schiphol, een sterke zeehaven en de hoogwaardige<br />
logistieke kennis, maakt dat bedrijven binnen de <strong>MRA</strong> in staat zijn logistieke oplossingen te bieden voor<br />
zeer complexe supply chains. De <strong>MRA</strong> blinkt vooral uit in die gebieden waar ze cross-overs kan slaan<br />
tussen verschillende clusters. Ze heeft ze goede mogelijkheden om in de food- en flowersector en op het<br />
vlak van life sciences een zeer belangrijke groothandelsfunctie voor de rest van Europa te vormen. In de<br />
<strong>MRA</strong> wordt nog weinig geproduceerd, maar vindt er des te meer activiteit plaats op het vlak van logistiek<br />
en handel. Ondersteunend aan de vestiging van hoofdkantoren en de activiteiten op het gebied van<br />
logistiek en handel gedijen juridische dienstverleners (complex transactiemanagement) en ICTondernemingen<br />
(digitalisering informatiestromen binnen supply chains).<br />
Tezamen met branchevereningen, het bedrijfsleven, Den Haag en Brussel zet de <strong>MRA</strong> in op het<br />
vermarkten van haar regio als vestigingsplaats voor multinationals en als gateway to Europe voor<br />
buitenlandse producten. Het versterken van relaties met de nieuwe economieën in Azië en Latijns-<br />
Amerika is hierbij een topprioriteit voor de regio.<br />
Het business model van de <strong>MRA</strong><br />
Elke stad of regio – net als ieder bedrijf – kan worden beschreven in termen van een business model. Een<br />
business model is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de<br />
regio ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische<br />
actoren zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De<br />
waardepropositie beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie<br />
of woonplaats. Het business model van de regio illustreert verder welke randvoorwaarden de<br />
waardepropositie voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische toegevoegde<br />
waarde wordt gecreëerd. Het denken in termen van een business model maakt het voor beleidsvormers<br />
mogelijk om zich te verdiepen in de wijze waarop de stad randvoorwaarden aanwendt, haar<br />
waardepropositie verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie contant maken.<br />
Figuur 1 toont het ‘optimale’ business model voor de <strong>MRA</strong> binnen het ‘Global Giants’ scenario.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 30
Figuur 8: Optimaal business model in scenario 'Global Giants'<br />
Waardepropositie<br />
De figuur geeft een visuele illustratie van het optimale business model van de <strong>MRA</strong> in het ‘Global Giants’<br />
scenario. Het middelste vlak van het raamwerk representeert de waardepropositie van de regio. De<br />
waardepropositie bestaat uit een combinatie van locatiefactoren die de regio aantrekkelijk maakt voor<br />
economische actoren, zoals bedrijven, kennisinstellingen en inwoners. Wanneer er wordt gekeken naar<br />
de onderdelen van de waardepropositie die in het ‘Global Giants’ scenario van groot belang zijn, zijn dit<br />
de onderdelen ‘connectiviteit’ en ‘internationale dienstensector’, gevolgd door de onderdelen ‘quality of<br />
life’, ‘vestigingsfactoren’ en ‘brand name’.<br />
Connectiviteit<br />
Connectiviteit is een elementaire voorwaarde voor structurele economische groei in dit scenario. Drie<br />
knooppunten van betekenis liggen in de <strong>MRA</strong>, te weten de luchthaven Schiphol, de haven van<br />
Amsterdam en de bloemenveiling in Aalsmeer. Daarnaast zal ook de digitale connectiviteit een rol van<br />
betekenis spelen in de ontwikkeling van de regio en dan vooral als katalysator voor de groei van de<br />
dienstensector. Door de invoering van nieuwe (technische) oplossingen ondersteund door een goede<br />
ICT-infrastructuur zal Het Nieuwe Werken een vlucht<br />
nemen. Dit zal leiden tot veranderingen in het<br />
ruimtegebruik (kleinere kantoren), het onderwijs “In het Global Giants scenario zijn<br />
(deels op afstand), de logistiek en de zorg (deels op<br />
connectiviteit en een sterk<br />
afstand). Om in dit scenario succesvol te zijn, zal de<br />
ontwikkelde internationale<br />
<strong>MRA</strong> zowel moeten investeren in fysieke capaciteit dienstensector van cruciaal belang”<br />
en<br />
bereikbaarheid, als in verbetering van digitale<br />
netwerken. Connectiviteit tussen de <strong>MRA</strong> en Europese distributiecentra in Nederland wordt eveneens<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 31
steeds belangrijker, aangezien de regio met haar hoge grondprijzen waarschijnlijk geen grote rol van<br />
betekenis zal spelen op dit gebied. Voor een optimale bediening van het Europese achterland en de rest<br />
van de wereld is daarnaast een optimale samenhang van Rotterdam, Amsterdam en Noord-Brabant<br />
noodzakelijk.<br />
Internationale dienstensector<br />
In het ‘Global Giants’ scenario is eveneens een goed ontwikkelde internationale dienstensector van groot<br />
belang. Hooggekwalificeerde zakelijke diensten, zoals juridische en financiële advisering, maar ook ICTdienstverlening<br />
en logistieke dienstverlening zijn van groot belang om internationale hoofdkantoren te<br />
faciliteren. De huidige ontwikkeling, waarin de financiële en zakelijke dienstverlening onder druk staat,<br />
ondermeer onder invloed van aangescherpte regels voor banken en een daling van bedrijfsinvesteringen,<br />
is gevaarlijk. De <strong>MRA</strong> zal haar sterke, maar mobiele internationale dienstensector moeten koesteren, om<br />
goed gepositioneerd te zijn voor succes in het ‘Global Giants’ scenario.<br />
Quality of life<br />
De <strong>MRA</strong> is in het ‘Global Giants’ scenario in hoge mate afhankelijk van de vestiging van (regionale)<br />
hoofdkantoren. Om onderscheidend te zijn voor bedrijven en talent zal een regio zodoende steeds meer<br />
moeten investeren in een hoogwaardige quality of life. Werknemers zijn steeds flexibeler en steeds<br />
minder gebonden aan een woonplaats, waardoor een hoogwaardige quality of life kansen biedt. Quality<br />
of life kan worden gecreëerd door goede voorzieningen, zoals een ruim cultureel aanbod, voldoende<br />
woningaanbod, goede onderwijsvoorzieningen, goede groenvoorzieningen, voldoende sportfaciliteiten,<br />
maar ook goede zorgvoorzieningen en de beschikbaarheid van schone energie.<br />
Vestigingsfactoren<br />
Naast het realiseren van een goede quality of life is het in dit scenario van groot belang zorg te dragen<br />
voor excellente vestigingsfactoren voor ondernemingen. Voor Nederland in het algemeen en de <strong>MRA</strong> in<br />
het bijzonder is een goed vestigingsklimaat cruciaal. Hoewel Nederland en de <strong>MRA</strong> een goede<br />
uitgangspositie hebben, is dit richting de toekomst geen vanzelfsprekendheid. Voor een flexibele<br />
arbeidsmarkt en een aantrekkelijk fiscaal klimaat is de <strong>MRA</strong> afhankelijk van het beleid van de<br />
Rijksoverheid. Gelet op het belang voor de regionale economie, zal de <strong>MRA</strong> druk moeten blijven houden<br />
op de Nederlandse overheid om ervoor te zorgen dat het verbeteren van het vestigingsklimaat hoog op<br />
de agenda blijft staan.<br />
Brand name<br />
Het laatste onderdeel met een bovengemiddelde relevantie in het Global Giants scenario is het<br />
waarborgen van een sterke ‘brand name’. Amsterdam is reeds zeer succesvol op het vlak van city<br />
branding en zal voort moeten bouwen op haar ervaringen. Een goede consistente brandbeleving is in het<br />
Global Giants scenario van groot belang om de aantrekkingskracht van de regio Amsterdam op inwoners<br />
en bedrijvigheid te bestendigen.<br />
Randvoorwaarden<br />
De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan<br />
de linkerzijde van het raamwerk zijn weergegeven. De linkerzijde van het raamwerk heeft zijn financiële<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 32
consequenties in termen van kosten en investeringen die noodzakelijk zijn om randvoorwaarden te<br />
verwezenlijken. In de regel zijn randvoorwaarden namelijk te creëren door gericht beleid en specifieke<br />
investeringen. Binnen het Global Giants scenario liggen de belangrijkste randvoorwaarden op het vlak<br />
van infrastructuur, het nationale vestigingsklimaat en de arbeidsmarkt. De randvoorwaarde<br />
‘infrastructuur’ is direct gelinkt aan het belang van een uitstekende connectiviteit. De bereikbaarheid van<br />
de regio Groot-Amsterdam is cruciaal en investeringen op dit vlak dienen te worden voortgezet. Het is in<br />
dit kader positief dat het wegennet tussen Schiphol, Amsterdam en Almere tussen 2011 en 2020 wordt<br />
aangepakt en dat de Noord-Zuidlijn zal worden opgeleverd. De kwaliteit van het nationale<br />
vestigingsklimaat is in het Global Giants scenario eveneens van groot belang en vormt de basis voor<br />
regiospecifieke locatiefactoren. Hoewel de <strong>MRA</strong> geen directe invloed kan uitoefenen op het nationale<br />
vestigingsklimaat, is het voor haar van groot belang om in Den Haag aan te blijven dringen op goede<br />
nationale voorwaarden. Met betrekking tot de randvoorwaarde ‘arbeidsmarkt’ ten slotte, is het in dit<br />
scenario van groot belang om een kwalitatief hoogwaardige en kwantitatief ruime arbeidsmarkt te<br />
creëren. Hoogwaardige onderwijsinstellingen, goede voorzieningen en andere zaken die de <strong>MRA</strong> een<br />
aantrekkelijke plek om te werken en te wonen maken, dienen te worden gecultiveerd. Naast het<br />
vasthouden van wat goed is, is het echter van groot belang de ontwikkeling van talent te intensiveren.<br />
Enerzijds ligt er een uitdaging een cultuur te creëren waarin uitblinken mag en toptalent veel meer dan<br />
nu het geval is, wordt gewaardeerd. Anderzijds kan het talent in de arbeidsmarkt van de <strong>MRA</strong> worden<br />
bevorderd door kennisimmigratie te bevorderen. Op dit moment blijft het aandeel hooggekwalificeerde<br />
immigranten in de Nederlandse beroepsbevolking met 2,4% sterk achter bij het gemiddelde van de<br />
OESO-landen van 4,2%. De immigranten zijn bovendien minder vaak hoogopgeleid dan in andere OESOlanden.<br />
Hoewel aandacht voor ‘onderwijs en onderzoek’, ‘leefbaarheid’, ‘voorzieningen’ en de<br />
‘woningvoorraad’ ook relevant zijn in het Global Giants scenario, dient dit ondergeschikt te zijn aan<br />
aandacht voor ‘infrastructuur’, ‘vestigingsklimaat’ en het creëren van een hoogwaardige en flexibele<br />
arbeidsmarkt.<br />
“Kan de <strong>MRA</strong> de kwaliteit van haar internationale dienstensector op niveau houden zonder<br />
de beschikking te hebben over een grote financiële sector?”<br />
Economische clusters<br />
De besproken randvoorwaarden, zijn als het ware de ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ om de<br />
waardepropositie van de <strong>MRA</strong> dusdanig in te richten dat ze aantrekkelijk is voor bedrijven en inwoners<br />
om zich in Groot-Amsterdam te vestigen. Aan de rechterkant van het business model raamwerk worden<br />
de economische clusters weergegeven die in het Global Giants scenario de meeste potentie bieden voor<br />
waardecreatie. De economische clusters‘zakelijke dienstverlening’, ‘logistiek’ en ‘groothandel’, alsmede<br />
de clusters ‘ICT/eScience’ en ‘creatieve industrie’ zijn in het Global Giants scenario het meest van belang.<br />
Zakelijke dienstverlening<br />
In het Global Giants scenario ligt er veel potentie voor het cluster zakelijke dienstverlening. De <strong>MRA</strong><br />
heeft een goede uitgangspositie om binnen het paradigma van mondiale arbeidsdeling buitenlandse<br />
hoofdkantoren binnen te halen. Kwalitatief hoogstaande dienstverleners als advocaten, notarissen,<br />
fiscalisten, accountants en consultants zijn van belang om deze internationale bedrijven optimaal te<br />
faciliteren. Op dit moment heeft de regio Groot-Amsterdam een goed ontwikkelde internationale<br />
dienstensector, maar de vraag is hoe dit cluster zich de komende jaren zal ontwikkelen nu de groeimotor<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 33
van het geheel, de financiële sector, een forse pas op de plaats moet maken. De <strong>MRA</strong> zal zich moeten<br />
buigen over de vraag in hoeverre het mogelijk is om een sterke zakelijk dienstverlenende sector te<br />
ontwikkelen, zonder de beschikking te hebben over een grote en internationaal beduidende financiële<br />
sector?<br />
Logistiek<br />
Er liggen in het Global Giants scenario veel kansen voor de logistieke sector om de gateway functie van<br />
de regio uit te breiden. Global sourcing en centrale productie en distributie zijn gemeengoed in bijna alle<br />
markten en value chains in het Global Giants scenario. Voor internationale ondernemingen is de kwaliteit<br />
van hun logistieke netwerken en relaties een belangrijk onderdeel van hun concurrentiepositie. Klanten<br />
willen namelijk gemak, eenvoud, snelheid en flexibiliteit en complexe logistieke oplossingen zijn cruciaal<br />
voor klantretentie. Voor de <strong>MRA</strong> is het in het Global Giants scenario cruciaal haar fysieke bereikbaarheid<br />
te verbeteren. Investeringen in infrastructuur zijn cruciaal. Daarnaast liggen er echter veel kansen voor<br />
specialistische logistieke dienstverlening. Internationale ondernemingen hebben in toenemende mate<br />
behoefte aan logistiek advies om een antwoord te hebben op de complexiteit en snelheid van<br />
verandering in hun markten. Bij het bepalen van vestigingslocaties speelt de beschikbaarheid van<br />
hoogwaardige logistieke dienstverleners een cruciale rol. De <strong>MRA</strong> heeft in dit scenario kansen om haar<br />
logistieke expertise verder te ontwikkelen en zich bovendien op te werpen als proeftuin voor nieuwe<br />
logistieke concepten. Te denken valt aan intelligente transportsystemen (onbemande vrachtwagens,<br />
inzet tram voor stedelijke distributie) en verkeersmanagementsystemen. Ook het verwerven van kennis<br />
op het vlak van operations planning, veiligheid in logistieke netwerken, en de inzet van technologische<br />
innovaties biedt veel kansen.<br />
“In het Global Giants scenario heeft de <strong>MRA</strong> een sterke functie als internationale ‘hub’ voor<br />
groothandel en logistiek”<br />
Groothandel<br />
De internationale verwevenheid van het Global Giants scenario biedt eveneens veel kansen voor de<br />
groothandelsfunctie van de <strong>MRA</strong>. De <strong>MRA</strong> heeft de potentie om haar ‘hubfunctie’ te versterken en is<br />
daarmee de aangewezen plek voor een handelsfunctie binnen verschillende sectoren. De <strong>MRA</strong> heeft met<br />
name kansen om groothandelsfuncties op te bouwen binnen complexe supply chains, waarbij het kan<br />
profiteren van de logistieke infrastructuur en expertise in de regio. Zo liggen er bijvoorbeeld in het<br />
bijzonder kansen in de food & flowers sector, waarbij thematiek als vers, volledigheid, snelheid en<br />
voorspelbaarheid voorop staan bij de inrichting van logistieke netwerken. Ook in de life sciences liggen<br />
veel mogelijkheden, aangezien zaken als tijdsplanning, betrouwbaarheid, veiligheid en geconditioneerd<br />
vervoer hier van groot belang zijn. De fysieke capaciteit die noodzakelijk is voor een verdere ontwikkeling<br />
van de groothandelsector kan wellicht worden gevonden in steden als Almere of Lelystad.<br />
ICT/eScience<br />
Een cluster met veel potentie in het Global Giants scenario is het ICT/eScience cluster. Dit cluster heeft<br />
veel potentie in ondersteunen van de regiefunctie binnen supply chains en het realiseren van real time<br />
informatiesystemen. Ondernemingen zijn in dit scenario’s maximaal afhankelijk van logistieke diensten<br />
en ondersteunende modellen en systemen, die de noodzakelijke informatie aanleveren over zaken als<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 34
vraag, aanbod, productkwaliteit, duurzaamheidaspecten, et cetera. Ook op het vlak van beveiliging van<br />
data in logistieke ketens liggen veel uitdagingen voor het ICT/eScience cluster.<br />
Creatieve industrie<br />
Het laatste cluster met een bovengemiddeld belang in het Global Giants scenario is de creatieve<br />
industrie. De creatieve industrie heeft bijvoorbeeld veel kansen om hoofdkantoren en logistieke<br />
dienstverleners te ondersteunen met de ontwikkeling van software en ‘apps’ die informatie ontsluiten<br />
en de interactie tussen producent en gebruiker verbeteren. Hiernaast speelt de creatieve industrie<br />
eveneens een rol in het verbeteren van de waardepropositie van de regio door het effect op het<br />
culturele klimaat in de regio.<br />
Naast de genoemde clusters zal het cluster toerisme en congressen naar alle waarschijnlijkheid<br />
profiteren van de internationale toegankelijkheid van Amsterdam. Zij profiteren van de inspanningen die<br />
moeten worden gedaan om de regio aantrekkelijk te maken als vestigingsplaats voor bedrijven en<br />
bewoners. Vooral op cultureel gebied gebeurt liggen er veel mogelijkheden. Om de toestroom van<br />
toeristen beter aan te kunnen en spreiding van toeristen te bevorderen kan er bijvoorbeeld een Dutch<br />
Design museum worden geopend in Almere. Ook biedt toerisme op het water veel kansen. Zo valt er te<br />
denken aan een directe veerdienst van Centraal Station naar Almere die toeristen naar het<br />
Designmuseum vaart.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 35
4 Scenario II – European Renewal<br />
Belangrijkste karakteristieken<br />
Integratie binnen Europa<br />
Financiële, fiscale en economische integratie<br />
Groot Brittannië, Denemarken en Zweden treden toe tot EMU en voeren de euro succesvol in<br />
Duurzame low carbon economie staat centraal in EU<br />
Economie gebaseerd op vraagsturing<br />
Nederland omarmt derde industriële revolutie<br />
Consument leidend in productieproces<br />
Mass-customization en decentralisatie hebben de overhand<br />
Toekomstbeeld<br />
Het is 2025. Hoewel de economische situatie nog steeds fragiel is, lijkt er sprake van nieuw Europees elan.<br />
Na een periode van grote maatschappelijke onrust, waarin onder meer Griekenland uit de eurozone is<br />
getreden, is Europa er in geslaagd om verregaande stappen te zetten in de richting van financiële en<br />
economische integratie. Nadat beleggers hun vertrouwen in de euro volledig verliezen en de munt<br />
massaal dumpen, nemen de regeringsleiders van de eurolanden een aantal draconische maatregelen. Er<br />
wordt besloten een gemeenschappelijk financieel, fiscaal en economisch beleid te voeren. In de praktijk<br />
betekent dit onder meer dat de eurolanden gezamenlijk de kapitaalmarkt betreden, gezamenlijk<br />
belasting heffen en een uniform beleid voeren op het vlak van sociale voorzieningen, pensioenen en<br />
arbeidsmarkt. Hoewel de keuze voor verregaande financiële en economische integratie tot veel ophef<br />
leidt binnen met name de noordelijke eurolanden, reageren de financiële markten zeer enthousiast. De<br />
euro neemt snel toe in waarde en de rente op eurobonds daalt gestaag. De integratie brengt zoveel<br />
stabiliteit dat niet-eurolanden zoals Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden besluiten toe te treden tot<br />
de eurozone. Het zelfvertrouwen in de Europese Unie keert langzaam terug en Europa adopteert een<br />
heldere economische investeringsagenda. De EU zet sterk in op een duurzame low-carbon economie en<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 37
investeert in alle lidstaten in krachtige en slimme energie- en communicatiesystemen. De doelstelling is<br />
om miljoenen banen te creëren op het vlak van hernieuwbare energietechnologie, groen bouwen, IT,<br />
nanotechnologie, biochemie, brandstofcelontwikkeling, grid-management, elektrisch vervoer, cocreatie,<br />
mass-customization, et cetera. Onderzoeks- en ontwikkelingsgelden worden ingezet om de ‘derde<br />
industriële revolutie’ naderbij te brengen. Ook in Nederland en in de <strong>MRA</strong> is duidelijk merkbaar dat een<br />
nieuw tijdperk is aangebroken. Consumenten leggen veel nadruk op waarden als duurzaamheid,<br />
zelfvoorzienendheid, cocreatie, decentrale productie en uniciteit. Bedrijven spelen langzaam in op deze<br />
ontwikkelingen door in te zetten op lokale productie, vergroening, mass-customization en cocreatie met<br />
afnemers. In de <strong>MRA</strong> zijn het vooral de creatieve industrie, de clusters ICT/eScience en handel & logistiek<br />
en in mindere mate de industrie die profiteren. Door de hoge mate van decentralisatie neemt het aantal<br />
wereldwijde hoofdkantoren in de metropoolregio af.<br />
Tijdslijn<br />
In tabel 4 zijn de belangrijkste gebeurtenissen opgenomen die ten grondslag liggen aan het ‘European<br />
Renewal’ scenario. Deze gebeurtenissen ‘verklaren’ hoe het scenario zich in de periode tot 2025 heeft<br />
ontwikkeld.<br />
2012-<br />
2013<br />
2014-<br />
2015<br />
2016-<br />
2017<br />
2018-<br />
2019<br />
2020-<br />
2021<br />
2022-<br />
2023<br />
2024-<br />
2025<br />
Het kabinet valt over de begrotingsnormen vanuit Brussel.<br />
De werkloosheid onder jongeren in de Zuidelijke lidstaten loopt op tot recordhoogtes.<br />
Ook in de Noordelijke lidstaten neemt het aantal werklozen snel toe.<br />
Nederland kampt met dalende exportvolumes door een krimpende uitvoer naar Duitsland<br />
en de VS.<br />
Griekenland ziet zich gedwongen de eurozone te verlaten.<br />
Door de grote maatschappelijke onrust en de devaluatie van de euro verkeert Europa in<br />
een diepe crisis.<br />
Om het tij te keren zet Europa verregaande stappen in de richting van financiële en<br />
economische integratie door overdracht van soevereiniteit op financieel, fiscaal en<br />
economisch vlak.<br />
Op de financiële markten neemt het vertrouwen in Europa en de euro toe.<br />
Groot-Brittannië, Zweden en Denemarken treden toe tot de eurozone.<br />
In Europa wordt een nieuw systeem ingevoerd voor de verhandeling van emissierechten.<br />
Europa zet sterk in op een duurzame low-carbon economie en investeert in krachtige en<br />
slimme energie- en communicatiesystemen.<br />
Ook particulieren en bedrijven investeren steeds meer in de opwekking van lokale<br />
duurzame energie.<br />
Nederlandse bedrijven halen hun productielocaties vanuit het buitenland steeds vaker<br />
terug naar Nederland; dit zorgt voor een revival van de Nederlandse maakindustrie.<br />
Ontwikkelingen op het gebied van 3D-printen maakt de techniek betaalbaar voor de massa.<br />
Het openbaar vervoer en het personenvervoer in de <strong>MRA</strong> is volledig elektrisch.<br />
Door het koppelen van de elektriciteitsnetten en met gebruikmaking van slimme<br />
technologie ontstaat één groot Europees smart grid.<br />
Nederland zet in op derde industriële revolutie met gerichte subsidiëring van<br />
kennisinstellingen en toegepast onderzoek.<br />
De high tech industrie in Nederland maakt een grote groei door.<br />
Steeds meer bedrijven en huishoudens in Nederland maken gebruik van lokale<br />
energieproducten.<br />
Europa is sterk geïntegreerd, heeft een concurrerende economie en een sterke<br />
munteenheid.<br />
De <strong>MRA</strong> is succesvol als proeftuin voor de Nederlandse technologische industrie.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 38
Tabel 4: Tijdlijn European Renewal scenario<br />
Een terugblik<br />
Om de situatie die in het ‘European Renewal’ scenario is ontstaan goed te kunnen begrijpen, is het van<br />
belang kort terug te blikken op haar ontstaansgeschiedenis. De oorsprong van de huidige situatie is te<br />
herleiden tot de eerste helft van het tweede decennium, waarin de economische crisis en schuldencrisis<br />
een dieptepunt bereikt. De rente op staatsobligaties loopt in een aantal zuidelijke lidstaten op tot<br />
onhoudbare proporties. Hoewel Europa de zuidelijke eurolanden te hulp schiet, gaat dit gepaard met<br />
aflossingsverplichtingen en hervormingsvereisten die nauwelijks haalbaar zijn. Massale werkloosheid,<br />
armoede, maatschappelijke ontwrichting en een snelle opkomst van populistische partijen nopen de<br />
regeringen van Spanje, Italië en Griekenland om politieke powerplay te spelen. De Spaanse regering<br />
weigert in 2014 uitvoering te geven aan een nieuw verplicht hervormingspakket, de Italiaanse regering<br />
probeert zaken te doen met China en Griekenland neemt de beslissing om uit de eurozone te stappen.<br />
In de tweede helft van 2014 verkeert Europa in een diepe crisis. De koers van de euro staat sterk onder<br />
druk en ook in de Noordelijke EU-lidstaten is de werkloosheid inmiddels hoog opgelopen. Bedrijven<br />
durven niet te investeren of te lenen en ook consumenten houden de hand op de knip. Overheden zijn<br />
vooral bezig met begrotingsdiscipline en hebben geen aandacht voor het creëren van banen. Al bijna een<br />
decennium zijn er geen noemenswaardige investeringen gedaan in het moderniseren van de Europese<br />
economie en dit begint zijn tol te eisen. In plaats daarvan moeten overheden fors bijdragen aan<br />
financiële steun aan de overgebleven zwakke eurolanden om onbeheersbare kapitaalvlucht uit deze<br />
landen tegen te gaan. De nood is hoog en de bom barst wanneer de financiële wereld, ondanks de vele<br />
miljarden aan garanties en schuldsaneringen, het vertrouwen in de euro verliest. Lapmiddelen volstaan<br />
niet langer en na 14 dagen achter gesloten deuren vergaderen nemen de regeringsleiders van de<br />
lidstaten die de euro voeren een drastische stap. Onder hoge politieke druk wordt er gekozen voor een<br />
vrijwel volledige economische en financiële integratie: de eurolanden leveren hun soevereiniteit in op<br />
het vlak van fiscaliteit, begrotingsvrijheid, treasury, pensioenen en zelfs sociale voorzieningen en<br />
arbeidsmarkt.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 39
De financiële markten zijn onder de indruk van de plotselinge daadkracht in Europa en het vertrouwen in<br />
de euro stijgt snel. Nieuwe lidstaten treden toe tot de eurozone en in toenemende mate vervangt de<br />
euro de dollar als reservevaluta. Belangrijker nog, de Europese Unie en haar lidstaten komen eindelijk<br />
toe aan een fundamentele herbezinning op de toekomst. Er zijn banen nodig, dat staat vast, maar dit zijn<br />
niet langer de banen uit het verleden. De maatschappij en de economie zijn tussen 2005 en 2014<br />
fundamenteel veranderd. Er is sprake van een breed gedragen afkeer van de negatieve effecten van het<br />
kapitalisme en er wordt kritisch gekeken naar verdere globalisering. Een snel groeiende groep<br />
consumenten kiest voor een duurzame levensstijl en eist maatschappelijk verantwoord gedrag van de<br />
ondernemingen. Bedrijven zijn steeds vaker genoodzaakt hun waardeketens opnieuw in te richten,<br />
waarbij local sourcing, het minimaliseren van hun CO2- en watervoetafdruk en andere vormen van<br />
stakeholder value centraal staan. De consument eist bovendien maximale betrokkenheid bij de<br />
totstandkoming van zijn of haar product. Ontwikkelingen in de ICT maken cocreatie steeds beter<br />
mogelijk en nieuwe ideeën op het vlak van mass-customization stellen consumenten in staat producten<br />
samen te stellen die maximaal zijn geïndividualiseerd.<br />
In haar roadmap 2050 probeert Europa zo goed<br />
mogelijk in te spelen op de kansen die de nieuwe<br />
industriële revolutie biedt. De Europese Unie stelt zich<br />
ten doel een competitieve CO2 neutrale economie te<br />
ontwikkelen. In dit kader wordt een groot aantal<br />
maatregelen getroffen. Allereerst ontwikkelt de EU een<br />
effectief emissierechtensysteem en bestrijdt het<br />
“De industrie doet zijn herintrede in<br />
Nederland met een sterke focus op<br />
build-to-order productieprocessen”<br />
oneerlijke buiten-Europese concurrentie door een effectief systeem van importheffingen en<br />
exportsubsidies. Daarnaast kiest Europa voor een aantal grootschalige investeringsprogramma’s op het<br />
vlak van ICT-infrastructuur (glasvezel) en energie-infrastructuur (slimme energienetten). Een radicale<br />
verandering van het elektriciteitsnetwerk is noodzakelijk om definitief de overstap naar duurzaam<br />
opgewekte energie te kunnen maken. Een belangrijke doelstelling hierbij is empowerment van de<br />
consument. Een moderne energie-infrastructuur maakt het voor de consument mogelijk zijn eigen<br />
energie op te wekken en uit te wisselen met het elektriciteitsnet. Door krachtige ICT is de consument in<br />
staat een eigen rol te spelen in het productieproces van consumentengoederen. Europese<br />
ontwikkelingsgelden worden vrijgemaakt om technologische vraagstukken op het gebied van<br />
bijvoorbeeld elektrisch vervoer, 3D-printen en energieopslag op te lossen.<br />
Nederland op het wereldtoneel<br />
De nieuwe economische realiteit die zich ontvouwt binnen Europa, heeft veel effect op de open<br />
economie van Nederland. De ontwikkelde economieën van Europa zetten zwaar in op het verduurzamen<br />
van hun energievoorziening, de lokale productie van goederen en de verwerking van halffabricaten tot<br />
maximaal geïndividualiseerde producten. Kwaliteit en duurzaamheid staan centraal en de predominantie<br />
met voortdurende groei lijkt verleden tijd. Nieuwe productietechnieken leiden ertoe dat schaaleffecten<br />
minder relevant zijn. Bovendien loont het minder om productie uit te besteden naar Azië. Dit als gevolg<br />
van hoge transportkosten, importheffingen en stijgende lonen in die landen. Ondanks het feit dat de<br />
mondiale economie groeit, is er een terugval van wereldhandelsvolumes zichtbaar doordat er dichter bij<br />
de eindgebruiker wordt geproduceerd. De overslag van bulkgoederen en containers daalt dan ook<br />
aanzienlijk. Ook zijn multinationale ondernemingen minder geneigd te werken met zware internationale<br />
hoofdkantoren. Om maximaal in te kunnen spelen op de klantbehoefte kiezen ze steeds vaker voor een<br />
decentraal besturingsmodel, waarin gebruik wordt gemaakt van regionale hoofdkantoren met veel<br />
autonomie.<br />
Hoewel Nederland uiteindelijk weet te profiteren van de transitie van de Europese economie, heeft de<br />
verandering veel pijn gedaan. In de open Nederlandse economie, wordt aanvankelijk zwaar ingezet op<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 40
handel en wederuitvoer. Hoewel Nederland hier in het verleden veel van heeft geprofiteerd, staan deze<br />
activiteiten in toenemende mate onder druk. Landen met een serieuze maakindustrie zoals Duitsland<br />
presteren veel beter dan handelsnaties als Nederland. De Nederlandse triple-helix lijkt zich steeds beter<br />
te beseffen dat her-industrialisatie zo gek nog niet is. Nadat de Nederlandse overheid beduidend kleiner<br />
is geworden en een groot aantal bevoegdheden op financieel-economisch gebied heeft overgedragen<br />
aan Brussel, wordt maximaal ingezet op modernisering van de Nederlandse industrie. Nederland stelt<br />
zich ten doel een rol van betekenis te spelen in de derde industriële revolutie.<br />
Op het gebied van verduurzaming van energiegebruik is door de oplopende grondstofprijzen veel geld te<br />
verdienen. In het European Renewal scenario legt de ontwikkeling van smart grids de basis voor een<br />
economie met nieuwe spelregels, stakeholders die nieuw zijn in de energiesector, nieuwe consortia, en<br />
nieuwe modaliteiten voor de wijze waarop met energie wordt omgegaan. Door de introductie van ICT in<br />
het energiesysteem zijn meer mogelijkheden ontstaan voor het balanceren van vraag en aanbod en kan<br />
de energie-infrastructuur kosteneffectiever worden ontworpen en beheerd. Daardoor is er meer ruimte<br />
voor decentrale opwekking, is er een geringere investering nodig in conventionele energiecentrales en is<br />
een betere benutting van deze centrales en een efficiënter gebruik van de energienetten mogelijk. Dit<br />
leidt tot minder CO2-emissie, meer concurrerende prijzen en ruime mogelijkheden voor particulieren om<br />
zelf energie op te wekken en te verhandelen. De veelheid aan initiatieven en proeftuinen die over de<br />
jaren in heel Nederland zijn gestart om ‘intelligente netten’ te ontwikkelen, bieden kansen voor<br />
bedrijven en kennisinstellingen. Opvallend is dat het MKB vooral in de regionale initiatieven sterk is<br />
vertegenwoordigd. Hoewel de Nederlandse energiesector achter blijft lopen in vergelijking met landen<br />
als Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, waar al langer sprake was van een brede ambitie<br />
om tot verduurzaming en innovatie te komen, is Nederland aan een serieuze inhaalslag bezig. De<br />
Nederlandse overheid stimuleert niet alleen de opwekking van schone energie, maar het probeert het<br />
land eveneens te positioneren als proefland voor allerlei vormen van elektrisch vervoer. Nederland<br />
ontwikkelt zich tot proeftuin en kan haar ervaringen en cijfers internationaal goed te gelde maken.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 41
Niet alleen de energiesector is in het European Renewal scenario in beweging. Met behulp van gerichte<br />
subsidiëring worden kennisinstellingen gestimuleerd verder onderzoek te doen naar software, nieuwe<br />
materialen, nieuwe productieprocessen en webapplicaties die het mogelijk maken klantspecifiek massamaatwerk<br />
te vervaardigen. Organisaties als TNO lopen al jaren voorop op het vlak van technieken voor<br />
3D-printen of Additive Manufacturing (AM) waarmee verschillende producten, zoals sieraden,<br />
gehoorapparaten, consumentenelektronica, telefoonhoesjes en reserveonderdelen voor auto’s en<br />
machines, maar ook lichtgewicht bouwconstructies in massa, maar op maat, kunnen worden geprint. 3Dprinters<br />
brengen de productiekosten van een enkel product sterk naar beneden, waardoor<br />
schaalvoordelen van massaproducties onderuit worden gehaald. Bijkomend voordeel van deze moderne<br />
productiemethode is dat er veel minder restafval is en dat het economisch rendabel is de productie dicht<br />
bij huis te laten plaatsvinden. De nieuwe high tech kennis die in Nederland wordt ontwikkeld, leidt ertoe<br />
dat hoge lonen steeds minder een bedreiging vormen. Veel producten kunnen in Nederland slimmer en<br />
beter worden geproduceerd dan bij buitenlandse concurrenten. De grootste uitdaging in het European<br />
Renewal scenario blijft liggen in het up-to-date houden van kennis. Met verouderde producten is het<br />
onmogelijk om te concurreren. Hoewel het ook in dit scenario moeilijk is een goede balans te vinden<br />
tussen fundamentele en toegepaste wetenschap brengt consistent en langjarig Europees<br />
overheidsbeleid structuur en zorgt ervoor dat de innovatiegraad in de Nederlandse industrie sterk is<br />
toegenomen.<br />
De economie van de <strong>MRA</strong><br />
Het ‘European Renewal’ scenario heeft de nodige implicaties voor de metropoolregio Amsterdam. De<br />
sterke regierol die Brussel voert op de financieel-economische agenda van de lidstaten van de EU heeft<br />
het belang van het regionale bestuur versterkt. Hoewel Den Haag faciliteert, is het de <strong>MRA</strong> die<br />
zelfstandig onderhandelt met Brussel over de economische ontwikkeling van de metropoolregio. De<br />
Amsterdamse universiteiten bundelen krachten in nationale samenwerkingsverbanden en proberen<br />
onderzoeksgelden binnen te halen voor onderzoek op het vlak van ICT, gebruikersinteractie, energie en<br />
nieuwe productietechnieken. Overheden doen een<br />
beroep op Brusselse structuurfondsen om de<br />
“Nederland en in het bijzonder de<br />
<strong>MRA</strong> worden gezien als ideale<br />
proeftuin voor het introduceren van<br />
nieuwe concepten en producten”<br />
In het European Renewal scenario maakt de <strong>MRA</strong><br />
langzaam de transitie naar een meer vraaggestuurde<br />
economie. Door de grote investeringen in digitale<br />
infrastructuur en smart grids wordt de economische<br />
ontwikkeling steeds meer bottom-up gevoed. De tijd<br />
dat de economische samenstelling werd bepaald in<br />
bestuurskamers van internationale bedrijven,<br />
overheden en wetenschappelijke instellingen is<br />
economische transitie naar een hoogstaande industriële<br />
regio te vergemakkelijken. Triple-helix samenwerking is<br />
van cruciaal belang bij het zetten van prioriteiten voor de<br />
metropoolregio en het voeren van effectieve<br />
onderhandelingen met Europa.<br />
“Een belangrijke uitdaging in dit scenario<br />
is het up-to-date houden van de kennis<br />
die nodig is om productleider te kunnen<br />
blijven in specifieke sectoren”<br />
definitief voorbij. De sterke digitale infrastructuur en sociale netwerken maken dat individuen soms<br />
volledig virtueel hun bijdrage kunnen bieden aan de regionale economie. De sterke mate van<br />
digitalisering, de sterke behoefte aan geïndividualiseerde producten en diensten en de nadruk op een<br />
koolstofarme economie, heeft impact op vrijwel elke sector binnen de <strong>MRA</strong>.<br />
In de energiesector zorgt een combinatie van gerichte wetgeving vanuit Brussel en technologische<br />
doorbraken voor een snelle verduurzaming en een omslag van centrale naar decentrale productie van<br />
energie. Individuen en kleine consortia produceren hun eigen energie en de vraag naar nieuwe<br />
technologie, financiering, projectmanagement, gebruikersinterfaces en gridmanagement neemt snel toe.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 42
De maakindustrie kent een revival in de <strong>MRA</strong>. Enerzijds is dit het gevolg van nieuwe<br />
productietechnieken, zoals 3D-printing. Anderzijds brengt mass-customization veel kansen. Zo is de regio<br />
met haar hoogopgeleide bevolking en sterke logistieke positie uitstekend gepositioneerd om de laatste<br />
productieslag te verrichten aan smart phones, tablets en allerhanden consumentenelektronica, teneinde<br />
maximaal geïndividualiseerde producten te assembleren. Binnen de voedselproductie staat<br />
voedselveiligheid, traceerbaarheid van ingrediënten, duurzaamheid van importstromen, resource<br />
efficiency in de keten, local sourcing en het terugdringen van de watervoetafdruk centraal. In de<br />
logistieke sector is het van groot belang de voetafdruk terug te dringen. In toenemende mate eisen<br />
afnemers klimaatneutraliteit van hun logistieke partners. Amsterdam heeft belangrijke stappen gezet in<br />
de ontwikkeling van een duurzame haven. Schiphol legt zich toe op complexe logistieke oplossingen voor<br />
hoogwaardige elektronica. De sterke digitale verbondenheid maakt reizen echter minder noodzakelijk en<br />
heeft effect op het personenvervoer dat via Schiphol loopt. De ontwikkeling van driverless cars is<br />
eveneens een forse bedreiging voor de luchthaven.<br />
De transitie binnen de meeste sectoren van het denken in massa naar het denken in maatwerk, brengt<br />
ook voor de dienstensector van de <strong>MRA</strong> de nodige kansen. Dienstverleners profiteren aanzienlijk van de<br />
nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden op het vlak van ICT. Bedrijven doen hun uiterste best om<br />
eindgebruikers een centrale rol te geven in de productie van goederen en dit vraagt nieuwe<br />
samenwerkingsmodellen, gebruikersinterfaces, logistieke oplossingen en dergelijke. Ook op het vlak van<br />
het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen, het beschermen van intellectueel eigendom en het<br />
internationaal vermarkten van nieuwe expertise ontwikkelt zich veel vraag. De <strong>MRA</strong> wordt steeds vaker<br />
door bedrijven geselecteerd als proeftuin voor nieuwe concepten en producten (elektrisch vervoer,<br />
mobiliteitsoplossingen, mass-customization, ICT, etc.) en deze kennis kan in toenemende mate<br />
internationaal worden gekapitaliseerd. De werkgelegenheid in de dienstensector ontwikkelt zich sterk in<br />
het European Renewal scenario.<br />
Hoewel het karakter van de financiële sector sterk is veranderd, is het belang van funding groot. De<br />
ontwikkeling van een hoogwaardige kennisinfrastructuur en de ontwikkeling van kansrijke start-ups is<br />
namelijk voor een groot deel afhankelijk van de aanwezigheid van investeerders. Bedrijven verenigen<br />
zich steeds vaker in coöperatieve structuren en kiezen minder vaak voor bancaire financiering. Private<br />
equity en crowd funding vormen een alternatief voor de bank.<br />
Het Business Model van de <strong>MRA</strong><br />
Elke stad of regio kan – net als ieder bedrijf – worden beschreven in termen van een business model. Een<br />
business model is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de<br />
regio ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische<br />
actoren zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De<br />
waardepropositie beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie<br />
of woonplaats. Het business model illustreert verder welke randvoorwaarden de waardepropositie<br />
voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische toegevoegde waarde wordt<br />
gecreëerd. Het denken in termen van een business model maakt het voor beleidsvormers mogelijk om<br />
zich te verdiepen in de wijze waarop de regio randvoorwaarden aanwendt, haar waardepropositie<br />
verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie ‘contant’ maken. Figuur 1 toont<br />
het ‘optimale’ business model voor de <strong>MRA</strong> binnen het ‘European Renewal’ scenario.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 43
Figuur 9: Optimaal business model in scenario 'European Renewal'<br />
Waardepropositie<br />
De figuur geeft een visuele illustratie van het optimale<br />
business model van de <strong>MRA</strong> in het ‘European Renewal’<br />
scenario. Het middelste vlak van het raamwerk<br />
representeert de waardepropositie van de regio. De<br />
waardepropositie bestaat uit een combinatie van<br />
locatiefactoren die de regio aantrekkelijk maakt voor<br />
economische actoren, zoals bedrijven en inwoners. Wanneer er wordt gekeken naar de onderdelen van<br />
de waardepropositie die in het ‘European Renewal’ scenario van het grootste belang zijn, dan zijn dit de<br />
onderdelen ‘kennisinfrastructuur’ en een ‘innovatieve en ondernemende cultuur’. Daarnaast zijn de<br />
onderdelen ‘human capital’, ‘internationale dienstensector’ en ‘connectiviteit’ van groot belang.<br />
Kennisinfrastructuur<br />
Een van de meest cruciale onderdelen van de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> ligt in dit scenario in het<br />
realiseren van een zeer hoogwaardige kennisinfrastructuur. De <strong>MRA</strong> is in dit scenario in toenemende<br />
mate afhankelijk van het innovatiegehalte van kennisinstellingen en start-ups om de uitdagingen op het<br />
gebied van energie, zorg en ICT om te zetten in innovatieve producten en diensten. Zo kan bijvoorbeeld<br />
de 3D-printer niet alleen worden ingezet voor complete gebouwdelen van bioplastics, maar ook voor de<br />
vervanging van kniegewrichten, organen en bloedvaten. De oprichting van een grootschalig en<br />
hoogwaardige technologisch instituut is in dit scenario een absolute pre. Er kan bijvoorbeeld gedacht<br />
worden aan een samenwerkingsverband tussen de VU, UvA, de Universiteit Eindhoven en TNO.<br />
Daarnaast is het van belang de regio te ontwikkelen tot de ideale proeftuinlocatie voor nieuwe<br />
producten en concepten. Hoewel de positie van de <strong>MRA</strong> als mondiale speler steeds beperkter wordt,<br />
heeft het goede uitgangspunten op een aantal vlakken het laboratorium van Europa te worden.<br />
Innovatieve vormen van financieren zoals publiek-private afspraken, de inbreng van private equity en<br />
crowd funding dienen te worden ingezet om de kwaliteit van de kennisinfrastructuur te bewaken.<br />
Innovatieve cultuur<br />
“Hoe slaagt de <strong>MRA</strong> er in een<br />
marktleider op het vlak van technologie<br />
te acquireren voor de regio?”<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 44
Naast een zeer hoogwaardige kennisinfrastructuur is het waarborgen van een innovatieve en<br />
ondernemende cultuur van het hoogste belang in het European Renewal scenario. De regio is meer dan<br />
ooit afhankelijk van voortdurende innovatie en de creativiteit, het vernieuwtalent en<br />
aanpassingsvermogen van individuen. Ondernemerschap dient gestimuleerd te worden door<br />
belemmeringen te elimineren, fiscale stimuleringsmaatregelen te treffen en zorg te dragen voor<br />
voldoende toegang tot risicokapitaal. Naast deze zaken is het belangrijk dat de regio zelf ook de nieuwe<br />
generatie innovatieve bedrijven huisvest. Momenteel draait bijvoorbeeld de creatieve en high tech<br />
industrie door de afwezigheid van een tech-reus zoals Google in de Verenigde Staten vooral op een grote<br />
hoeveelheid start-ups, die niet zelden worden opgekocht door grote technologiebedrijven. Er ligt in dit<br />
scenario een grote uitdaging voor de <strong>MRA</strong> om ook voldoende grootschalige bedrijvigheid te realiseren.<br />
Human capital<br />
Bedrijven zijn in dit scenario naast een hoogwaardige kennisinfrastructuur op zoek naar een ruime<br />
beschikbaarheid van hoogopgeleid personeel. Human capital is cruciaal in een wereld waarin ketens<br />
worden omgedraaid, bedrijfsmodellen op nieuw worden uitgevonden en voortdurende verandering de<br />
enige constante is. Talent is echter steeds flexibeler en kan kiezen uit een breed scala aan internationale<br />
smart hubs. Voor de <strong>MRA</strong> is het naast het aanwezig zijn in de relevante kennisecosystemen, van belang<br />
een goed leefklimaat te waarborgen. Het aanbieden van een gezond en aantrekkelijk leefklimaat kan<br />
mensen overtuigen om te kiezen voor een regio met minder massa maar meer woongenot. Het cluster<br />
toerisme kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren door te investeren in beleving op maat. Vrije tijd<br />
is (ook) in 2025 een schaars goed. Op de vrijetijdsagenda staat zelfontwikkeling op de eerste plaats.<br />
Verdieping in interesses en het opdoen van nieuwe ervaringen zijn essentieel. De regio moet deze<br />
mogelijkheden ruimschoots bieden en mensen de mogelijkheid geven om zelfstandig een<br />
belevingspakket samen te stellen.<br />
Internationale dienstensector<br />
Hoewel het belang van een sterke regionale kennisinfrastructuur, een innovatieve cultuur en voldoende<br />
toegang tot hoogwaardige human capital van het grootste belang is, bevindt de <strong>MRA</strong> zich niet op een<br />
eiland. Een krachtig internationaal netwerk is cruciaal; zowel om te kunnen beschikken over<br />
hoogwaardige actuele kennis als om nieuwe producten en diensten goed te vermarkten. Op<br />
energiegebied bijvoorbeeld is mondiale samenwerking onvermijdelijk. Om internationaal een rol van<br />
betekenis te blijven spelen, dient de <strong>MRA</strong> in te blijven zetten op een goed ontwikkelde internationale<br />
dienstensector. Enerzijds helpt een ruime beschikbaarheid van professional services firms bij het<br />
acquireren van relevante hoofdkantoren voor de regio. Anderzijds helpt de dienstensector bij de<br />
ontwikkeling en het vermarkten van innovatieve producten, het beschermen van intellectueel eigendom<br />
en het slaan van internationale samenwerking.<br />
Connectiviteit<br />
Naast een goed ontwikkelde dienstensector valt ook het belang van goede connectiviteit niet te<br />
onderschatten in het European Renewal scenario. Niet alleen de digitale infrastructuur, maar ook de<br />
fysieke infrastructuur en kennis van logistieke processen is van groot belang bij het realiseren van een<br />
attractief internationaal aanbod. Om bijvoorbeeld te kunnen profiteren van de trend richting masscustomization<br />
zijn hoogwaardige logistieke oplossingen van belang. Een goede interne connectiviteit is<br />
hierbij een belangrijke voorwaarde. In de zich sterk ontwikkelde energiesector en de nieuwe<br />
maakindustrie is daarbij digitale connectiviteit cruciaal.<br />
Randvoorwaarden<br />
De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan<br />
de linkerzijde van het raamwerk zijn weergegeven. De linkerzijde van het raamwerk heeft zijn financiële<br />
consequenties in termen van kosten en investeringen die noodzakelijk zijn om randvoorwaarden te<br />
verwezenlijken. In de regel zijn randvoorwaarden namelijk te creëren door gericht beleid en specifieke<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 45
investeringen. Binnen het European Renewal scenario is er sprake van één dominante randvoorwaarde<br />
voor succes, namelijk de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Er is veel onderwijs in wetenschap en<br />
wiskunde nodig om economische kansen te kunnen verzilveren. Creativiteit in het onderwijs is in het<br />
European Renewal scenario dan ook belangrijk. Het trainen van leerlingen in ‘out of the box’ denken,<br />
interdisciplinair probleem oplossen en het opzetten van start-ups dient breed te worden gestimuleerd.<br />
Kansen ontstaan in toenemende mate door het snel in de markt zetten van nieuwe ideeën. Ideeën die<br />
kunnen leiden tot gestandaardiseerde producten en diensten dienen snel te worden herkend en<br />
opgeschaald.<br />
Economische clusters<br />
De besproken randvoorwaarden, zijn als het ware de ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ om de<br />
waardepropositie van de <strong>MRA</strong> dusdanig in te richten dat ze aantrekkelijk is voor bedrijven en inwoners<br />
om zich in Groot Amsterdam te vestigen. Aan de rechterkant van het business model raamwerk worden<br />
de economische clusters weergegeven die in het European Renewal scenario de meeste potentie bieden<br />
voor waardecreatie. Het cluster ‘ICT/eScience’, de creatieve industrie, het energiecluster en het<br />
logistieke cluster bieden in het European Renewal scenario de meeste potentie.<br />
ICT/eScience<br />
In bijna elke sector bestaat in het European Renewal scenario de behoefte aan maatwerk,<br />
duurzaamheid, transparantie en het optimaliseren van de inbreng van de gebruiker. Of het nu gaat om<br />
kleding, voedsel, pensioenopbouw, energievoorziening, woningen, voertuigen, zorg,<br />
consumentenelektronica of dienstverlening, de gebruiker wil een duurzaam product en maximale<br />
inbreng bij de totstandkoming. De vraag naar ICT/eScience is cruciaal bij het realiseren van build-to-order<br />
productieprocessen, tracking en tracing van voedsel, het creëren van smart grids, machine-to-machine<br />
communicatie, domotica, zorg op afstand en het waarborgen van veiligheid en privacy. Steeds meer<br />
voorzieningen worden uiterst afhankelijk van goed functionerende ICT, veilige dataopslag en goede<br />
datamining en de <strong>MRA</strong> is goed gepositioneerd om te profiteren.<br />
Creatieve industrie<br />
Onder invloed van vergrijzing, nieuwe technologie en consumentenwensen is de situatie in het European<br />
Renewal scenario sterk veranderd ten opzichte van 2013. De creatieve industrie kan in samenwerking<br />
met het ICT/eScience cluster een cruciale rol spelen in het vergroten van gebruikersinteractie, het<br />
realiseren van cocreatie, maar ook in het creëren van toepassingen van smart grid technologieën, zoals<br />
slimme apparaten en apps voor gebruikers. In een wereld van maatwerk, geïndividualiseerde producten<br />
en diensten en optimale gebruikersinteractie is de creatieve industrie een belangrijke katalysator om<br />
andere sectoren de transitie te laten maken naar een pull-driven business model.<br />
“De clusters ICT/eScience en Logistiek, maar ook de creatieve industrie en de energiesector<br />
hebben veel potentie.”<br />
Energie<br />
Energiebronnen als zon en wind worden in het European Renewal scenario massaal ingezet voor lokale<br />
energieproductie. Nieuwe technologie maakt dat zonnepanelen gelijktijdig kunnen worden aangewend<br />
voor de productie van elektriciteit en van warmte. De metropoolregio kan als proeftuin dienen voor<br />
concepten die het gebruik van deze bronnen door huishoudens stimuleert. De nieuwe duurzame<br />
energiesector zal naar verwachting duizenden banen opleveren in gebieden als hernieuwbare<br />
energietechnologie, batterijtechnologie, grid-management, elektrisch vervoer en dergelijke. Door voorop<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 46
te lopen in de modernisering van de energiesector kan de <strong>MRA</strong> belangrijke kennis op doen, die kan<br />
worden geëxporteerd naar andere stedelijke regio’s.<br />
Logistiek<br />
De logistieke sector dient zich in het European Renewal scenario opnieuw uit te vinden. Desondanks<br />
liggen er veel mogelijkheden om een hoogwaardige gateway functie te vervullen voor Europa. Historisch<br />
is de logistieke sector reeds sterk gericht op de EU-lidstaten en de vervolmaking van de interne markt<br />
heeft in dit scenario de laatste transactiekosten weggenomen. De uitdaging voor de sector ligt in het feit<br />
dat er in dit scenario meer gebruik wordt gemaakt van local sourcing en dat industriële bedrijven waar<br />
mogelijk een lokale aanbodketen opbouwen. De markt wordt derhalve kleiner, maar de kansen van de<br />
<strong>MRA</strong> om in Noord-West Europa een rol van belang te spelen zijn groot. Hiertoe is het wel van groot<br />
belang te specialiseren in relevante sectoren. Ondernemingen in bijvoorbeeld de maakindustrie, de<br />
consumentenelektronica of de voedingsindustrie hebben in toenemende mate behoefte aan logistiek<br />
advies om een antwoord te hebben op de complexiteit die local sourcing en mass-customization<br />
oproept. De <strong>MRA</strong> heeft in dit scenario kansen zich op te werpen als proeftuin voor nieuwe logistieke<br />
concepten in haar belangrijkste sectoren.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 47
5 Scenario III – International Alliances<br />
Belangrijkste karakteristieken<br />
Fragmentatie en differentiatie binnen Europa<br />
Nederland stapt in navolging van enkele Duitsland uit de eurozone<br />
Mondiale zwaartepunt verschoven naar China, India, Brazilië, Turkije, Polen, Indonesië en Afrika<br />
Economie gebaseerd op pushstrategieën<br />
Economische positie Nederland zeer kwetsbaar<br />
Allianties met economische groeiregio’s cruciaal<br />
Internationale ecosystemen van bedrijven en kennisinstellingen spelen sleutelrol<br />
Gateway rol van <strong>MRA</strong> is overgenomen door Frankfurt en Parijs<br />
De <strong>MRA</strong> sectoren creatieve industrie en financiële dienstverlening in zwaar weer<br />
Toekomstbeeld<br />
Het is 2025. Europa is gefragmenteerd en kwetsbaar. Bij gebrek aan draagvlak onder het electoraat<br />
hebben Europese regeringsleiders de afgelopen 15 jaar geen grote stappen willen en kunnen zetten in de<br />
richting van verdere integratie van de Europese Unie. Sterker nog, onder invloed van nieuwe financiële<br />
schandalen en de aanhoudende schuldencrisis is een aantal lidstaten, waaronder Nederland, uit de<br />
eurozone gestapt met het volledig uiteenvallen van de eurozone tot gevolg. De economische crisis houdt<br />
de wereld nog steeds in de ban. Europese natiestaten proberen hun eigen economieën te beschermen en<br />
zijn onderling meer verdeeld geraakt. Het gevolg hiervan is dat Europa op politiek en economisch vlak een<br />
beduidend mindere rol van betekenis speelt en het mondiale zwaartepunt is verschoven naar de nieuwe<br />
economieën van China, India, Brazilië, maar ook van Turkije, Polen, Indonesië en een aantal Afrikaanse<br />
landen. Waar China in dertig jaar tijd van een gesloten planeconomie is uitgegroeid tot de industriële<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 49
werkplaats van de wereld en de nummer één goederenexporteur, ziet de westerse wereld zich<br />
geconfronteerd met een versnelde de-industrialisatie. Voor Westerse producenten is het niet alleen<br />
vanuit kostenoptiek interessant om zich in Azië of Latijns-Amerika te vestigen, maar eveneens vanuit het<br />
belang om zich in de grootste consumentenmarkten ter wereld te bevinden. De Nederlandse economie is<br />
in 2025 buitengewoon kwetsbaar. Politieke onrusten bepalen de agenda en Nederland komt niet toe aan<br />
het vernieuwen van zijn economisch profiel. In plaats daarvan voert Nederland zijn klassieke economische<br />
beleid van loonmatiging en probeert het door middel van fiscale arrangementen hoofdkantoren aan zich<br />
te binden. Vanwege de desintegratie van Europa en de moordende concurrentie van omliggende regio’s<br />
is het voor Nederland cruciaal nieuwe allianties te slaan met economische groeiregio’s. De economie<br />
draait in toenemende mate op exclusieve internationale ‘ecosystemen’ van bedrijven en<br />
kennisinstellingen. De <strong>MRA</strong> zet alles op alles om zijn internationale logistieke positie te behouden, maar<br />
verliest zijn Europese gateway functie op het vlak van personenvervoer aan Frankfurt, Parijs en Dubai.<br />
Tijdslijn<br />
In tabel 5 zijn de belangrijkste gebeurtenissen opgenomen die ten grondslag liggen aan het ‘International<br />
Alliances’ scenario. Deze gebeurtenissen ‘verklaren’ hoe het scenario zich in de periode tot 2025 heeft<br />
ontwikkeld.<br />
2012-<br />
2013<br />
2014-<br />
2015<br />
2016-<br />
2017<br />
2018-<br />
2019<br />
2020-<br />
2021<br />
2022-<br />
2023<br />
De werkloosheid onder jongeren in de Zuidelijke lidstaten loopt op tot recordhoogtes.<br />
De opgelegde bezuinigingen en toenemende werkloosheid creëert een anti-Europa<br />
stemming.<br />
In Nederland valt de regering door grote onenigheid over een nieuwe steunronde voor de<br />
Zuidelijke lidstaten.<br />
Om de eigen economie te beschermen stapt Duitsland uit de eurozone.<br />
De exit van Duitsland zorgt voor grote onrust op de financiële markten en zet de Euro onder<br />
druk.<br />
Na een korte opleving, is er opnieuw sprake van een mondiale economische recessie.<br />
De Nederlandse export krimpt snel<br />
Na een volksraadpleging kiest het kabinet van PVV, SP en ChristenUnie voor het uittreden<br />
van Nederland uit de eurozone.<br />
In plaats van de Euro wordt de Nederlandse gulden opnieuw als valuta ingevoerd.<br />
In het kielzog van Duitsland en Nederland, kiezen meer lidstaten voor een vrijwillige exit<br />
waardoor de eurozone volledig uiteen valt.<br />
Na een zeer volatiele periode wordt de Nederlandse gulden gekoppeld aan de Duitse Mark.<br />
De sterke depreciatie van de euro leidt tot veranderende concurrentieverhoudingen in<br />
Europa.<br />
Naast China komen op mondiaal niveau de economieën van India, Brazilië, Turkije, Polen,<br />
Indonesië en enkele Afrikaanse landen sterk opzetten.<br />
Nederlandse bedrijven verplaatsen hun productielocaties steeds meer naar Aziatische of<br />
Latijns-Amerikaanse landen; in Nederland vindt nog nauwelijks productie plaats.<br />
In de <strong>MRA</strong> neemt het aantal buitenlandse (hoofd)kantoren af.<br />
Een combinatie van UvA/VU gaat een exclusieve samenwerking aan met een Chinese<br />
topuniversiteit.<br />
Overslagvolumes van Schiphol bereiken een historisch dieptepunt.<br />
Nieuwe deal met China; Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen gaan Chinese<br />
voedingsindustrie opleiden in voedselveiligheid.<br />
2024- Europa is sterk gefragmenteerd.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 50
2025 <strong>MRA</strong> speelt een rol van betekenis in hoogwaardige supply chains.<br />
Tabel 5: Tijdlijn scenario International Alliances<br />
Een terugblik<br />
Om de situatie die in het ‘International Alliances’ scenario is ontstaan goed te kunnen begrijpen, is het<br />
van belang kort terug te blikken op zijn ontstaansgeschiedenis. De oorsprong van de huidige situatie is te<br />
herleiden tot de eerste helft van het tweede decennium, waarin de effecten van de internationale<br />
financiële crisis goed voelbaar worden in Europa. De ‘double dip’ en niet veel later de ‘triple dip’ van de<br />
wereldeconomie raken exporteconomieën zoals die van Duitsland en Nederland hard. Hun<br />
handelsoverschot en economische groei decimeert en het fragiele draagvlak voor financiële steun aan de<br />
zuidelijke EU-lidstaten neemt in snel tempo af. De terughoudendheid van de financieel sterkere lidstaten<br />
in het uitspreken van onvoorwaardelijke steun leidt tot veel onrust in de financiële markten. De rentes<br />
die landen als Spanje, Italië en Portugal moeten betalen lopen op tot boven de 9%, ondanks interventies<br />
van de Europese Centrale Bank.<br />
De situatie op de kapitaalmarkten gijzelt Europa. In de Zuidelijke lidstaten ontstaat als gevolg van de<br />
verplichte grootschalige bezuinigingsoperaties een anti-Europees sentiment. In de Noordelijke lidstaten<br />
smelt het draagvlak voor financiële hulp en gedijen populistische partijen. In Nederland zijn vooral de SP,<br />
PVV en ChristenUnie fel gekant tegen verdere financiële steun aan landen als Spanje en Griekenland. Zij<br />
hebben steeds minder vertrouwen in de aanpak van de eurocrisis en steken dat niet onder stoelen of<br />
banken. In 2017 is voor Nederland de maat vol. Wanneer Italië na een injectie van honderden miljarden<br />
door de EU weigert toezichthouders toe te laten en dreigt met uittreden, kiest Nederland er in navolging<br />
van Duitsland voor om zelf uit de eurozone te treden. Het kabinet, geleid door de SP, dat in de<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 51
verkiezingen een historische overwinning heeft geboekt op de gevestigde politieke orde, acht de situatie<br />
niet langer houdbaar en kiest voor het verlaten van de monetaire unie.<br />
“Het vormen van allianties met<br />
economische groeiregio’s in Azië en<br />
Latijns-Amerika is cruciaal”<br />
Het uittreden van zowel sterke als zwakke eurolanden leidt<br />
een periode van chaos in. Handelaren verliezen het<br />
vertrouwen in de euro volledig en dumpen de munt. Banken<br />
die leningen in euro’s hebben uitstaan worden<br />
geconfronteerd met massale verliezen en zien zich<br />
genoodzaakt aan te kloppen bij hun nationale overheid. Eurolanden zien hun munt devalueren, hetgeen<br />
veel impact heeft op de koopkracht van consumenten, de kosten van kapitaal en de winstgevendheid<br />
van het bedrijfsleven. Landen zoals Nederland die zijn uitgetreden voeren hun nationale valuta in en<br />
koppelen die in de regel aan een sterke munt, zoals de dollar, de yuan of de rijksmark. De euro valt. De<br />
transactiekosten in de Europese interne markt nemen enorm toe en de concurrentiepositie van landen<br />
wijzigt sterk als gevolg van de nieuwe wisselkoersen. De omwisselkosten gaan weer omhoog en de<br />
wisselkoersrisico’s nemen toe. Daarnaast wordt de interne markt afgebroken en worden<br />
handelsbarrières weer ingevoerd. De concurrentiepositie ten opzichte van de Zuidelijke Europese landen<br />
verslechtert voor Nederland en Duitsland, vanwege de sterke devaluatie van de Zuid-Europese valuta. Er<br />
vindt aanzienlijk minder export naar deze landen plaats. Ook internationale beleggers heroverwegen hun<br />
positie. De internationale kapitaalmarkt wordt minder goed toegankelijk en minder groot voor<br />
Nederlandse bedrijven.<br />
Binnen het nieuwe gefragmenteerde Europa zoeken de verschillende landen naar nieuwe groeikansen.<br />
De prioriteit ligt voor de meeste landen in het creëren van banen om de hoge werkloosheid te lijf te<br />
gaan. Landen en steden concurreren sterk bij het binnenhalen van nieuwe hoofdkantoren of<br />
productielocaties van Aziatische en Latijns-Amerikaanse bedrijven. Substantiële belastingvrijstellingen,<br />
loonkortingen en subsidies worden in het vooruitzicht gesteld aan geïnteresseerde bedrijven. Sommige<br />
landen en steden werken in de nieuwe werkelijkheid nauw samen en er ontstaan nieuwe en soms<br />
exclusieve handels- en kennisnetwerken rondom bepaalde kennisgebieden en technologieën. Deze<br />
coalities waarin multinationale bedrijven vaak als netwerkregisseur acteren, worden ook wel<br />
ecosystemen genoemd. Maatschappelijke vraagstukken, zoals vergrijzing, zorg, veiligheid en<br />
klimaatverandering staan binnen Europa minder hoog op de agenda en worden vooral door mondiale<br />
organisaties opgepakt.<br />
Nederland op het wereldtoneel<br />
De situatie van Nederland in het ‘International Alliances’ scenario is zorgelijk te noemen. Als open<br />
economie heeft Nederland altijd bovenmatig geprofiteerd van Europese integratie. Met het uittreden uit<br />
de eurozone is deze tijd echter voorbij. De val van de euro in een steun is in sommige opzichten een<br />
steun voor zwakkere eurolanden. Het is voor landen als Frankrijk en Spanje relatief duur om goederen te<br />
importeren uit Nederland, terwijl voor eigen producten gemakkelijker een exportmarkt te vinden is. Om<br />
zijn economie op gang te kunnen houden is het voor Nederland bittere noodzaak om handelsrelaties aan<br />
te knopen en te intensiveren met de nieuwe economische grootmachten als China, India, Brazilië, Turkije<br />
en Polen. Bovendien is het van groot belang internationale hoofdkantoren aan te trekken en ook de<br />
interne consumptie te stimuleren.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 52
Door het uiteenvallen van de euro is de Nederlandse economie sterk gekrompen. De werkloosheid is<br />
hierdoor scherp opgelopen. De huizenmarkt is door de desintegratie van de eurozone verder weggezakt.<br />
De rente in Nederland is na het uiteenvallen van de eurozone sterk gedaald, maar dit leidt tot lage<br />
dekkingsgraden bij pensioenfondsen en nieuwe herstelplannen. Hoewel handel, logistiek, zakelijke en<br />
financiële dienstverlening ook in de nieuwe werkelijkheid belangrijk zijn, worden deze sectoren<br />
aanvankelijk zwaar getroffen. Als logistiek knooppunt is Nederland duur, de export naar Europese landen<br />
valt goeddeels weg en pas na jaren van investeren wordt geprofiteerd van de nieuwe allianties in binnen-<br />
en buitenland. In het ‘International Alliances’ scenario is het karakter van de Nederlandse economie<br />
veranderd. Het klassieke economische beleid van loonmatiging, heeft in een wereld van protectionisme<br />
niet langer het beoogde effect. De uitdaging voor Nederland ligt in het stimuleren van particuliere<br />
consumptie en het specialiseren in niches waarin het in de wereldtop kan concurreren. Exclusieve<br />
allianties tussen bedrijven, kennisinstellingen en stedelijke regio’s zijn hierbij cruciaal.<br />
“Exclusieve internationale ecosystemen van bedrijven en kennisinstellingen spelen in dit scenario een<br />
sleutelrol”<br />
De inbreng van Nederlandse kennisinstellingen bij het creëren van gerichte nationale en internationale<br />
allianties is van groot belang. Steeds vaker vormen afspraken over kennisoverdracht, training en<br />
gezamenlijk onderzoek een onderdeel van bredere handelsafspraken. Binnen Nederland weten de<br />
diverse partijen in de kenniseconomie elkaar steeds beter te vinden en bovendien worden er exclusieve<br />
samenwerkingsverbanden ontwikkelt met universiteiten met steden in Duitsland, China en de Verenigde<br />
Staten. Regio’s als Eindhoven en Wageningen zijn internationale voorbeelden van aantrekkelijke<br />
campussen met een duidelijke focus waar open innovatie tussen bedrijven en universiteiten centraal<br />
staat. Hoewel de concurrentie van landen als de Verenigde Staten, Duitsland, Finland, Zweden en Canada<br />
groot is en publieke uitgaven aan onderwijs, onderzoek en innovatie in Nederland lager zijn dan vroeger,<br />
werpt de toenemende focus en exclusieve samenwerking zijn vruchten af. Ook de Nederlandse overheid<br />
draagt bij aan deze focus. Door vestigingsklimaat, investeringen en randvoorwaarden optimaal af te<br />
stemmen op de behoefte van kansrijke sectoren en ecosystemen, weet Nederland zich op deelgebieden<br />
te onderscheiden. Nog steeds wordt ingezet op de acquisitie van hoofdkantoren, maar wel vooral<br />
degene die bijdragen aan de economische structuur die zich langzaam ontvouwt.<br />
De nauwe samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen werpt met name op een<br />
aantal bèta-gebieden zijn vruchten af. Nederland weet zich steeds beter te onderscheiden op het vlak<br />
van life sciences, high tech, en voedingstechnologie. Sinds enkele jaren is de volledige codering van het<br />
DNA in de mens in kaart gebracht, wat het mogelijk maakt om aangeboren afwijkingen nog veel beter op<br />
te sporen en om risicogroepen voor bepaalde ziekten vast te stellen. Door het vervangen van niet goed<br />
functionerende genen zal het nu steeds meer mogelijk zijn om allerlei ziekten te behandelen en te<br />
voorkómen. Gebaseerd op deze kennis kunnen ook hele nieuwe generaties medicijnen worden<br />
ontwikkeld om ziekten en verouderingsprocessen tegen te gaan. Ook op het gebied van de landbouw,<br />
veeteelt, visserij en natuurbeheer vindt in toenemende mate toegepast biologisch onderzoek plaats in<br />
speciaal daarvoor opgezette onderzoeksinstituten en in het bedrijfsleven.<br />
De economie van de <strong>MRA</strong><br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 53
Het ‘International Alliances’ scenario heeft een grote slag toegebracht aan de economie van de<br />
metropoolregio Amsterdam. Het uiteenvallen van de eurozone en het vertrek van veel hoofdkantoren<br />
hebben de zakelijke en financiële dienstverlening en zodoende ook een groot deel van de creatieve<br />
sector sterk getroffen. De groothandelssector heeft zichzelf opnieuw moeten uitvinden om een<br />
internationale positie van betekenis te houden. Door de verslechterde Nederlandse handelspositie en<br />
de ontwikkeling van hubs in Dubai, Frankfurt en Parijs is het personenverkeer via Schiphol voor de helft<br />
afgenomen. Op het vlak van personenvervoer dreigt van Schiphol niet veel meer over te blijven dan een<br />
nationale luchthaven. De Nederlandse invloed in KLM-Air France is al langer beperkt en overgedragen<br />
aan Parijs, dat een veel grotere thuismarkt heeft en meer politieke macht. Voor partijen binnen het<br />
logistieke cluster is het van groot belang in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en<br />
kennisinstellingen nieuwe relaties aan te gaan. De vraag die bestuurders in deze clusters dienen te<br />
beantwoorden is met welke nieuwe economieën verbindingen kunnen worden gelegd en hoe de <strong>MRA</strong><br />
hier maximaal van kan profiteren?<br />
De kennisintensieve sectoren zoals ICT/eScience, Life Sciences, Flowers en in mindere mate Food worden<br />
minder getroffen door de ontwikkelingen in dit scenario. De clusters Life Sciences en Flowers zijn het<br />
best gepositioneerd, op de voet gevolgd door het ICT/eScience cluster. Door de sterke internationale<br />
verbondenheid van de kennisinstellingen en bedrijven binnen deze clusters worden internationale<br />
‘ecosystemen’ opgebouwd, die toegang bieden tot kennis en markten. Zo verkent het Life Sciences<br />
cluster de grenzen van kennis en technologie op zoek naar nieuwe, economisch en maatschappelijk<br />
kansrijke oplossingen. Dit doet zij nationaal in nauwe samenwerking met de clusters in Leiden,<br />
Rotterdam, Delft en Utrecht en internationaal met clusters in New York, Wenen en Jeruzalem. Zowel<br />
toepassingen als de kennis- en technologiebasis bieden nieuwe, grote kansen, des te meer door de<br />
recente ontdekkingen in de coderingen van DNA. De high tech sector levert ook een actieve bijdrage<br />
door de ontwikkeling van snelle en nauwkeurige medisch-beeldvormende apparatuur die tot op<br />
moleculair niveau aandoeningen kan opsporen, volgen en behandelen. De robotisering in de zorg begint<br />
vorm te krijgen, voornamelijk voor de verzorging van een groeiende groep ouderen.<br />
Hoewel de ICT-, logistieke en zakelijke dienstverlening in de metropoolregio aanvankelijk is geslonken,<br />
kent deze dienstverlening de laatste 5 jaar weer een redelijke groei. Door te specialiseren in de<br />
kennisintensieve sectoren waarin de <strong>MRA</strong> een rol van betekenis speelt, voegen deze ondersteunende<br />
clusters veel waarde toe. ICT ondersteunt met steeds snellere processoren en technieken zoals<br />
patroonherkenning bij high-throughput en high-content metingen en analyses. De logistieke sector biedt<br />
hoogwaardige oplossingen voor complexe waardeketens, waarin zaken als tijdsplanning,<br />
betrouwbaarheid, traceerbaarheid, veiligheid en geconditioneerd vervoer van groot belang zijn. In het<br />
International Alliances scenario speelt ook de groothandel, gesteund door een goede logistieke<br />
infrastructuur, een belangrijke rol op het gebied van complexe supply chains voor specifieke sectoren.<br />
Zakelijke dienstverleners ten slotte helpen bedrijven bij het fiscaal effectief inrichten van hun supply<br />
chains en het beschermen van intellectueel eigendom. De funding van onderzoek en innovatie wordt<br />
steeds vaker gevonden in de nieuwe economieën van China, India en Brazilië.<br />
“De creatieve industrie en de financiële dienstverlening staan zwaar onder druk”<br />
Het business model van de <strong>MRA</strong><br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 54
Elke stad of regio – net als ieder bedrijf – kan worden beschreven in termen van een business model. Een<br />
business model is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de<br />
regio ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische<br />
actoren zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De<br />
waardepropositie beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie<br />
of woonplaats. Het business model van de regio illustreert verder welke randvoorwaarden de<br />
waardepropositie voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische toegevoegde<br />
waarde wordt gecreëerd. Het denken in termen van een business model maakt het voor beleidsvormers<br />
mogelijk om zich te verdiepen in de wijze waarop de regio randvoorwaarden aanwendt, haar<br />
waardepropositie verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie contant maken.<br />
Figuur 1 toont het ‘optimale’ business model voor de <strong>MRA</strong> binnen het International Alliances scenario.<br />
Waardepropositie<br />
De figuur geeft een visuele illustratie van het optimale<br />
business model van de <strong>MRA</strong> in het International Alliances<br />
scenario. Het middelste vlak van het raamwerk representeert<br />
de waardepropositie van de regio. De waardepropositie<br />
bestaat uit een combinatie van locatiefactoren die de regio<br />
aantrekkelijk maakt voor economische actoren, zoals bedrijven en inwoners. Wanneer er wordt gekeken<br />
naar de onderdelen van de waardepropositie die in het International Alliances scenario van groot belang<br />
zijn, zijn dit de onderdelen, ‘kennisinfrastructuur’, ‘human capital’, ‘brand name’, ‘internationale<br />
dienstensector’ en ‘connectiviteit’. Ook een innovatieve en ondernemende cultuur is van belang.<br />
Kennisinfrastructuur<br />
“De clusters Life Sciences, Flowers<br />
en ICT/eScience zijn goed<br />
gepositioneerd”<br />
In het International Alliances scenario realiseren besluitvormers zich dat Nederland zonder<br />
hoogwaardige kennis louter een doorvoerland zou zijn voor het Duitse Ruhrgebied. Alleen door het<br />
bouwen van hoogwaardige ‘ecosystemen’ van kennis en handel binnen kennisintensieve clusters als Life<br />
Sciences, Food en Flowers kan de <strong>MRA</strong> zich onderscheiden van concurrerende regio’s. Een sterke<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 55
kennisinfrastructuur is noodzakelijk en dient zich te<br />
kenmerken door een goede samenwerking tussen<br />
universiteiten in het bètadomein, een sterke<br />
kennistransfer tussen wetenschap en bedrijfsleven en de<br />
vorming van consortia van kennisinstellingen, bedrijven<br />
en overheden rondom maatschappelijke relevante<br />
thema’s. Kennis is in toenemende mate nodig voor het<br />
oplossen van maatschappelijke vraagstukken (bijvoorbeeld ziektes, schaarste) en voor het voorzien in<br />
publieke goederen (nationale veiligheid, openbare veiligheid, rechtszekerheid, infrastructuur, het droog<br />
houden van de polder, enzovoorts). In veel gevallen is het van groot belang om bij de ontwikkeling van<br />
kennis in internationaal verband op te trekken. Veelal overstijgt het noodzakelijke onderzoek de<br />
mogelijkheden van individuele partijen en landen. Door internationale samenwerking ontstaat eveneens<br />
meer kennis van markten, spelers en kansen.<br />
Human capital<br />
“In het International Alliances scenario<br />
zijn ‘kennisinfrastructuur’, ‘human<br />
capital’, ‘connectiviteit’, ‘internationale<br />
dienstensector’ en ‘brand name’ van<br />
cruciaal belang”<br />
Om een hoogwaardige kennisinfrastructuur te realiseren met een goede internationale verankering is<br />
het in het International Alliances scenario cruciaal een voldoende mate van human capital te<br />
waarborgen. Juist op dit vlak liggen er echter grote uitdagingen in dit scenario. Als gevolg van<br />
bezuinigingen in de jaren 2010-2020 heeft de Nederlandse wetenschap minder vlees op de botten.<br />
Wetenschappelijk talent trekt in toenemende mate naar landen als de Verenigde Staten, China, Finland,<br />
Duitsland en Zwitserland. Het aantal onderzoekers in Nederland was altijd al relatief laag vergeleken bij<br />
landen als Finland en Zweden en er zullen maatregelen moeten volgen om talent aan de regio te binden.<br />
Naast het zorgdragen voor een aantrekkelijke regio, met goede huisvesting en een attractief leefklimaat<br />
is het van groot belang dat de Amsterdamse universiteiten hun positie binnen relevante internationale<br />
kennisecosystemen versterken, zodat de <strong>MRA</strong> een relevante uitvalsbasis kan vormen voor toptalent.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 56
Brand name<br />
Een gefragmenteerd Europa, met wedijverende steden en staten, maakt het belang van een sterke brand<br />
name voor de <strong>MRA</strong> bijzonder groot. Om binnen geselecteerde niches succesvolle ecosystemen op te<br />
bouwen, is het niet alleen van belang onderdeel te zijn van een adequate kennisinfrastructuur, maar is<br />
het eveneens van belang relevante bedrijven uit binnen- en buitenland te acquireren en te behouden. De<br />
city branding van de <strong>MRA</strong> is goed ontwikkeld en dient binnen dit scenario minimaal op niveau te worden<br />
gehouden. Door de <strong>MRA</strong> – vooral binnen relevante ecosystemen – te blijven branden als regio waarin<br />
creativiteit, handelsgeest en innovatie centraal staan, wordt de mogelijkheid om relevante<br />
(internationale) bedrijvigheid aan te trekken beduidend groter.<br />
Internationale dienstensector<br />
Evenals een sterke brand name blijft een goed ontwikkelde internationale dienstensector van groot<br />
belang voor de <strong>MRA</strong> in het International Alliances scenario. Anders dan in het verleden het geval was, zal<br />
de dienstensector zich echter meer moeten specialiseren in de relevante ‘ecosystemen’ rondom<br />
bijvoorbeeld het Food, Flowers en Life Sciences cluster. Hooggekwalificeerde zakelijke diensten, zoals<br />
juridische advisering (bescherming intellectueel eigendom), maar ook transfer pricing advies, ICTdienstverlening<br />
en logistieke dienstverlening blijven van belang om hoofdkantoren van relevante<br />
ondernemingen te werven en te behouden.<br />
Connectiviteit<br />
Ook in het International Alliances scenario is connectiviteit van groot belang. Hoewel Amsterdam zijn<br />
positie als hub op het vlak van internationaal personenvervoer heeft verloren en ook de wederexport<br />
naar Europese landen sterk is teruggelopen, zijn er belangrijke nieuwe groeigebieden. Zo is er binnen het<br />
Life Sciences cluster, het Food cluster en het Flowers cluster vraag naar specifieke en hoogwaardige<br />
logistieke oplossingen en staat thematiek als vers, volledigheid, snelheid en voorspelbaarheid centraal bij<br />
de inrichting van logistieke netwerken.<br />
“Een goede infrastructuur en onderwijs & onderzoek zijn belangrijke randvoorwaarden”<br />
Randvoorwaarden<br />
De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan<br />
de linkerzijde van het raamwerk zijn weergegeven. De linkerzijde van het raamwerk heeft zijn financiële<br />
consequenties in termen van kosten en investeringen die noodzakelijk zijn om randvoorwaarden te<br />
verwezenlijken. In de regel zijn randvoorwaarden te creëren door gericht beleid en specifieke<br />
investeringen. Binnen het International Alliances scenario liggen de belangrijkste randvoorwaarden op<br />
het vlak van infrastructuur en onderwijs & onderzoek. De randvoorwaarde ‘infrastructuur’ is direct<br />
gelinkt aan het belang van een uitstekende connectiviteit. Naast fysieke infrastructuur is nadrukkelijk ook<br />
de digitale infrastructuur van belang in het International Alliances scenario. De randvoorwaarde<br />
‘onderwijs & onderzoek’ ligt aan de basis van een goede kennisinfrastructuur en de ontwikkeling van<br />
voldoende human capital. Globalisering gaat niet alleen om handel en kapitaal; kenniswerkers<br />
komen steeds vaker samen op plekken waar infrastructuur, voorzieningen en kritische massa zich<br />
verzamelen. In dit scenario wordt wereldwijde samenwerking om oplossingen voor zwaarwegende<br />
maatschappelijke vraagstukken te vinden steeds normaler. De <strong>MRA</strong> is erbij gebaat om deze<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 57
samenwerking in grootschalige internationale onderzoeksprojecten te bevorderen. Naast<br />
internationale samenwerking blijven constante investeringen in het nationale onderwijs en onderzoek<br />
essentieel. Dat begint al in het basisonderwijs. Er kan bijvoorbeeld sterker worden ingezet op het<br />
aantrekken van universitair geschoolde docenten naar Fins model, ook in het basisonderwijs. Finland zet<br />
zwaar in op de kwaliteit van het onderwijs en het vermogen tot kennisabsorptie in brede zin. Daarnaast<br />
moeten er voldoende publieke en private investeringen beschikbaar zijn voor innovatieve ondernemers.<br />
Teneinde innovatie te bevorderen kunnen ondernemers ook beter worden betrokken bij onderzoek,<br />
bijvoorbeeld door het makkelijker beschikbaar maken van patenten.<br />
Economische clusters<br />
De besproken randvoorwaarden zijn als het ware de ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ om de<br />
waardepropositie van de <strong>MRA</strong> dusdanig in te richten dat ze aantrekkelijk is voor bedrijven en inwoners<br />
om zich in Groot Amsterdam te vestigen. Aan de rechterkant van het business model raamwerk worden<br />
de economische clusters weergegeven die in het International Alliances scenario de meeste potentie<br />
bieden voor waardecreatie. In willekeurige volgorde zijn de clusters Life Sciences, Food, Flowers,<br />
ICT/eScience, Logistiek, Groothandel en Zakelijke dienstverlening van bovengemiddeld belang.<br />
Life Sciences<br />
Om internationaal toonaangevend te blijven en de welvaart in de metropoolregio te beschermen, is het<br />
van groot belang om (internationale) ‘ecosystemen’ van bedrijven en kennisinstellingen te bouwen<br />
rondom kennisintensieve domeinen. Het Life Sciences cluster lijkt in dit kader veel potentie te bieden,<br />
met name op de vlakken waarin het overige clusters binnen de metropoolregio versterkt. De kennis van<br />
Life Sciences over metabolische processen is in toenemende mate onmisbaar voor het begrijpen en<br />
bewijzen van het effect van (gezonde) voeding op mens en dier. Life Sciences biedt andere clusters de<br />
biotechnologie en onderliggende kennis van organismen en hun bouwstenen. Zo liggen er bijvoorbeeld<br />
veel kansen om samen met het Food cluster gezonde voeding te ontwikkelen, met ingrediënten die<br />
cholesterol verlagen, het risico op kanker verkleinen of zelf therapeutisch werken. Grote<br />
voedingsbedrijven zoals Nestlé of Danone zijn hierbij onmisbare investeerders en dienen een onderdeel<br />
te zijn van een (al dan niet) exclusief ecosysteem. Het Flowers cluster kan bijvoorbeeld gebruik maken<br />
van Life Sciences technieken om genetische informatie snel in kaart te brengen en te verwerken om<br />
planten effectiever te veredelen. De chemische sector kan leren van de talloze mogelijkheden om biokunststoffen<br />
te winnen uit plantaardige grondstoffen.<br />
Food & Flowers<br />
Los van de inzet van Life Sciences technieken op het gebied van gezonde voeding liggen er voor de <strong>MRA</strong><br />
in het International Alliances scenario meer mogelijkheden om een internationaal onderscheidend Food<br />
en Flowers cluster op te bouwen. In de metropoolregio is de kennis op het gebied van kassen en<br />
veredeling sterk ontwikkeld. De <strong>MRA</strong> kan een voorloperrol innemen bij de toepassing van de recente<br />
ontwikkelingen in de biotechnologie voor de verdere veredeling van planten en zaden. In het<br />
International Alliances scenario is het cruciaal dat deze kennis wordt behouden om internationaal aan de<br />
top te blijven. Om dit te waarborgen is het van belang dat een gedeelte van de productie in de regio<br />
gewaarborgd blijft en dat er genoeg veredelaars worden opgeleid om het kennisniveau op peil te<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 58
houden. Andere ontwikkelingsgebieden liggen op het vlak van de inzet van robotica ten behoeve van<br />
kostenbeheersing, de inzet van ICT op het vlak van traceerbaarheid, de inzet van marketing (fooddesign)<br />
om voedingsconcepten te ontwikkelen en de inzet op energiebesparing om de kosten van grondstoffen<br />
te beperken.<br />
ICT/eScience<br />
Een cluster met veel potentie in het International Alliances scenario is het ICT/eScience cluster. Dit<br />
cluster heeft veel potentie in ondersteunen van de regiefunctie binnen kennisintensieve supply chains en<br />
het realiseren van real time informatiesystemen. Ondernemingen zijn in dit scenario’s maximaal<br />
afhankelijk van logistieke diensten en ondersteunende modellen en systemen, die de noodzakelijke<br />
informatie aanleveren over zaken als vraag, aanbod, productkwaliteit, timing, et cetera. Ook op het vlak<br />
van beveiliging van data in logistieke ketens, tracking en tracing voor de foodsector liggen veel<br />
uitdagingen voor het ICT/eScience cluster. Een belangrijk onderwerp is bovendien het faciliteren van een<br />
optimale kennisdeling. Technologische oplossingen worden steeds meer ontwikkeld en toegepast in<br />
intensieve samenwerkingsverbanden van bedrijven, kennisinstellingen en gebruikers, waarbij een<br />
optimale ontsluiting van informatie van het grootste belang is.<br />
Logistiek<br />
Er liggen in het International Alliances scenario met name kansen voor specialistische logistieke<br />
dienstverlening. Internationale ondernemingen hebben in toenemende mate behoefte aan logistiek<br />
advies om een antwoord te hebben op de complexiteit en snelheid van verandering in hun sector. Bij het<br />
bepalen van vestigingslocaties speelt de beschikbaarheid van hoogwaardige logistieke dienstverleners<br />
een cruciale rol. De <strong>MRA</strong> heeft in dit scenario kansen om haar logistieke expertise verder te ontwikkelen<br />
en zich bovendien te specialiseren in specifieke sectoren. Zo liggen er bijvoorbeeld in het bijzonder<br />
kansen in Food en Flowers sectoren, waarbij thematiek als vers, volledigheid, snelheid en<br />
voorspelbaarheid voorop staan bij de inrichting van logistieke netwerken. Ook in de Life Sciences sector<br />
spelen zaken als tijdsplanning, betrouwbaarheid, veiligheid en geconditioneerd vervoer een belangrijke<br />
rol.<br />
Groothandel<br />
De nieuwe internationale allianties bieden eveneens veel kansen voor de groothandelsfunctie van de<br />
<strong>MRA</strong>. De <strong>MRA</strong> heeft de potentie om haar ‘hubfunctie’ te versterken in specifieke sectoren. De <strong>MRA</strong> heeft<br />
met name kansen om groothandelsfuncties op te bouwen binnen complexe supply chains, waarbij het<br />
kan profiteren van de logistieke infrastructuur en expertise in de regio.<br />
Zakelijke dienstverlening<br />
In het International Alliances scenario ligt er eveneens veel potentie voor het cluster zakelijke<br />
dienstverlening. Gespecialiseerde dienstverleners als advocaten, notarissen, fiscalisten, accountants en<br />
consultants zijn van belang om internationale bedrijven in de sectoren Life Sciences, Food, Flowers en<br />
Energie optimaal te faciliteren. Op dit moment heeft de regio Groot-Amsterdam een goed ontwikkelde<br />
internationale dienstensector, maar de vraag is hoe dit cluster zich de komende jaren zal ontwikkelen nu<br />
de groeimotor van het geheel, de financiële sector wegvalt. Zonder een voldoende sterke financiële en<br />
dienstensector is de kans echter groot dat bedrijven en uiteindelijk kennis uit de regio zullen wegtrekken.<br />
Grote farmaceutische bedrijven vestigen zich al in toenemende mate in Aziatische landen, en start-ups<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 59
worden steeds vaker overgenomen door deze multinationals waardoor ook die toegepaste kennis uit de<br />
regio wegvloeit. Om de <strong>MRA</strong> interessant te houden voor talent is, naast voldoende investeringen in<br />
kennis en ontwikkeling, goede samenwerking tussen de kennisintensieve clusters en de zakelijke en<br />
financiële dienstverlening hard nodig om vraag en aanbod te optimaliseren.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 60
6 Scenario IV – Local for Local<br />
Belangrijkste karakteristieken<br />
Fragmentatie en differentiatie binnen Europa<br />
Wereldhandelssysteem is verslechterd<br />
Bilaterale handelsakkoorden en samenwerking tussen individuele natiestaten<br />
Inshoring en herinvestering van productieactiviteiten op thuismarkten<br />
Economie gebaseerd op pull-strategieën<br />
Focus op duurzaamheid en circulaire economie<br />
Mass-customization en decentralisatie hebben overhand<br />
Nieuwe organisatievormen: coöperaties maken opmars<br />
Creatieve industrie, ICT/eScience en energiesector zeer kansrijk<br />
Toekomstbeeld<br />
Het is 2025. Europa is gefragmenteerd geraakt, maar inmiddels stabiel. De schuldencrisis in de jaren<br />
2010-2020 heeft geleid tot het uittreden van een groot aantal lidstaten uit de eurozone en Europese<br />
Unie. Door nieuwe vormen van interstatelijke rivaliteit heeft Europa zijn slagkracht, dynamiek en<br />
cohesie verloren en is zijn positie ten opzichte van de nieuwe economische machten van China, India en<br />
Brazilië, maar ook tegenover de Verenigde Staten gemarginaliseerd. De rol van het<br />
wereldhandelssysteem, met als centrale spil de World Trade Organisation (WTO) is uitgespeeld en<br />
wordt in toenemende mate overgenomen door bilaterale handelsakkoorden. Natiestaten verenigen<br />
zich in kleine verbanden en kiezen voor het pad van protectionisme en zelfvoorzienendheid. De<br />
tekortkomingen van een globale verwevenheid van economische en financiële systemen zijn de<br />
afgelopen decennia pijnlijk duidelijk geworden. De tijden van eenzijdige offshoring vanuit de westerse<br />
wereld naar elders lijken voorbij. De dynamiek en onstuimige veranderingen op het wereldtoneel<br />
hebben geleid tot een versterkt en oplevend besef dat een sterke en duurzame industriële basis van<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 61
levensbelang is voor een stabiele economische basisstructuur. Herziening van bedrijfsstrategie,<br />
organisatie en investeringsportfolio’s leidt tot meer inshoring en hervestiging van productieactiviteiten<br />
op thuismarkten. Nederland kent een revival van het poldermodel. Eensgezind maken overheden,<br />
bedrijven en werknemers plannen voor een duurzame low-carbon economie. De Nederlandse overheid<br />
investeert in slimme energie- en communicatiesystemen en in een duurzame maakindustrie. In de <strong>MRA</strong><br />
is duidelijk merkbaar dat een nieuw tijdperk is aangebroken. De voedingssector, de clusters<br />
ICT/eScience, de energiesector en de creatieve industrie profiteren. De andere clusters vinden het<br />
moeilijker om de transformatie te maken.<br />
Tijdslijn<br />
In tabel 6 zijn de belangrijkste gebeurtenissen opgenomen die ten grondslag liggen aan het ‘Local for<br />
Local’ scenario. Deze gebeurtenissen ‘verklaren’ hoe het scenario zich in de periode tot 2025 heeft<br />
ontwikkeld.<br />
2012-<br />
2013<br />
2014-<br />
2015<br />
2016-<br />
2017<br />
2018-<br />
2019<br />
2020-<br />
2021<br />
2022-<br />
2023<br />
2024-<br />
De afgedwongen begrotingsdiscipline vanuit Brussel leidt tot grote interne onrust.<br />
De werkloosheid onder jongeren in de Zuidelijke lidstaten loopt op tot recordhoogtes.<br />
De opgelegde bezuinigingen en toenemende werkloosheid creëren een anti-Europa<br />
stemming.<br />
In Duitsland wordt de roep om de Duitse economie te beschermen steeds groter.<br />
Griekenland stapt noodgedwongen uit de Eurozone.<br />
De exit van Griekenland zorgt voor aanhoudende onrust op de financiële markten.<br />
Ook Spanje, Portugal, Italië en Ierland zijn gedwongen uit de Eurozone te stappen.<br />
De lasten voor de restende eurolanden lopen hoog op, de Europese Unie desintegreert.<br />
De West-Europese lidstaten treffen protectionistische maatregelen om hun nationale<br />
economieën te beschermen.<br />
Het klimaatrapport van het IPCC zet duurzaamheid weer hoog op de agenda.<br />
Nederland stapt tegelijkertijd met Duitsland uit de Eurozone.<br />
Focus op regionale productie zorgt voor een opleving van de maakindustrie.<br />
Nederlandse export op laagste niveau van de afgelopen 25 jaar.<br />
Revitalisatie poldermodel: overheid, werkgevers en werknemers stellen een toekomstvisie<br />
op.<br />
Particulieren en bedrijven investeren massaal in lokale duurzame energie.<br />
Nederlandse economie veert op als gevolg van particuliere consumptie en<br />
bedrijfsbestedingen.<br />
De Nederlandse arbeidsmarkt wordt hervormd om de arbeidsmarktflexibiliteit te verhogen.<br />
De decentrale opwekking van energie is goed voor zo’n 20% van de totale energieproductie.<br />
Het vertrouwen in West-Europa en met name landen als Duitsland en Nederland neemt toe.<br />
Door de enorme toename van wind- en met name zonne-energie zijn de grootste<br />
Nederlandse elektriciteitsproducenten genoodzaakt de deuren van hun kolencentrales te<br />
sluiten.<br />
Het openbaar vervoer en het personenvervoer in de <strong>MRA</strong> is volledig elektrisch.<br />
In de wetenschap worden belangrijke stappen gezet op het gebied van nanotechnologie,<br />
biotechnologie en nieuwe materialen.<br />
De bouw van nieuwe windparken op zee versterkt de vergroening van de energiesector.<br />
In de zomermaanden is Nederland netto exporteur van duurzame energie.<br />
In de <strong>MRA</strong> vindt een groot internationaal congres over drijvend wonen plaats.<br />
Na jaren van planvorming wordt gestart met de bouw van een lightrail systeem in de<br />
Randstad.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 62
2025 De <strong>MRA</strong> vermarkt haar kennis op het gebied van ‘urban farming’.<br />
Europa is gefragmenteerd maar stabiel.<br />
Tabel 6: Tijdslijn scenario Local for Local<br />
Een terugblik<br />
Om de situatie die in het ‘Local for Local’ scenario is ontstaan goed te kunnen begrijpen is het van belang<br />
kort terug te blikken op zijn ontstaansgeschiedenis. De oorsprong van de huidige situatie ligt in een<br />
aantal politieke, economische, technologische en ecologische ontwikkelingen die in het tweede<br />
decennium bij elkaar komen en een kleine industriële revolutie veroorzaken. Een eerste belangrijke<br />
ontwikkeling ligt in het onvermogen van de Europese regeringsleiders om de schuldencrisis op te lossen.<br />
De financieel sterkere landen in de eurozone zijn steeds terughoudender bij het bieden van financiële<br />
steun en bedingen bovendien hoge rentes, forse hervormingen en substantiële boetes bij vertraging. In<br />
de Zuidelijke landen leidt de situatie tot grote sociaal-maatschappelijke problematiek. De economie<br />
krimpt fors, werkloosheid neemt toe tot boven de 30%, nationalisme steekt de kop op en de anti-Europa<br />
tendensen worden steeds groter.<br />
In 2014 is de situatie in Europa niet langer houdbaar. Zowel in de Noordelijke als in de Zuidelijke lidstaten<br />
ontstaat het besef dat ‘Project Europa’ is mislukt. Het vertrek van Griekenland uit de euro heeft grote<br />
economische gevolgen vanwege zijn precedentwerking. Financiële instellingen en particulieren<br />
realiseren zich dat de euro wel degelijk omkeerbaar is en vragen zich af of misschien meer landen de<br />
eurozone gaan verlaten. In 2015 volgen vier andere perifere eurolanden Griekenland, te weten Italië,<br />
Spanje, Portugal en Ierland. De lasten voor de resterende landen lopen hierdoor hoog op. De<br />
valutarisico’s stijgen en de kredietrisico’s nemen sterk toe. Behalve de kosten voor de verliezen, moesten<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 63
ook de claims en bijbehorende risico’s onder de overblijvende landen worden verdeeld. Dit resulteert<br />
voor de Nederlandse overheid in € 120 miljard (20% van het BBP) aan claims op de uittredende<br />
eurolanden. Het merendeel hiervan, zo’n € 100 miljard, bestaat uit claims van De Nederlandsche Bank,<br />
het restant bestaat uit bilaterale leningen en het Nederlandse aandeel in het noodfonds EFSF.<br />
De resterende Europese landen herbezinnen zich op hun toekomst. Een breed gedragen afkeer van de<br />
uitwassen van het kapitalisme en mondiale (financiële) afhankelijkheden leidt ertoe dat landen en<br />
groepen mensen zich vooral richten op zelfvoorzienendheid. Autarkie is het nieuwe toverwoord en<br />
landen proberen hun afhankelijkheid van de wereldmarkt te beperken door protectionistische<br />
maatregelen te treffen. Sommige Europese landen besluiten niet alleen de eurozone vaarwel te zeggen,<br />
maar hun lidmaatschap van de Europese Unie in het geheel op te zeggen aangezien ze zich niet langer<br />
willen conformeren aan interne marktvereisten. De sterke regionalisering van de economie die vanaf<br />
2015 optreedt, is echter niet louter het gevolg van politieke en economische ontwikkelingen. In de<br />
maatschappij neemt de roep om duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen sterk toe<br />
en technologisch is steeds meer mogelijk. De ontwikkelde economieën van Europa en de Verenigde<br />
Staten zetten zwaar in op het verduurzamen van hun energievoorziening, lokale productie van goederen<br />
en verwerking van halffabricaten.<br />
Als gevolg van wereldproblematiek rond voedselschaarste, het opraken van energiebronnen,<br />
klimaatverandering en vervuiling, kiest een snel groeiende groep consumenten voor een duurzame<br />
leefstijl. Bedrijven zijn steeds vaker genoodzaakt hun waardeketens opnieuw in te richten, waarbij local<br />
sourcing, het minimaliseren van CO2 en hun watervoetafdruk en andere vormen van stakeholder value<br />
centraal staan. In de West-Europese economieën wint de ‘inshoring’ en hervestiging van maakindustrie<br />
snel terrein. Als gevolg van forse looninflatie in de voormalige lage lonen landen, stijgende kosten van<br />
transport, invoerheffingen en een stijging van arbeidsproductiviteit in West-Europa en de Verenigde<br />
Staten is het inmiddels ook uit kostenoogpunt lonend om lokaal te produceren.<br />
De Westerse economieën zetten als gevolg van de hoge werkloosheid sterk in op een vergroting van de<br />
arbeidsmarktflexibiliteit en doordat overheden actieve prikkels geven voor (re)industrialisatie heeft er<br />
rond 2020 een convergentie van de netto arbeidskosten plaatsgevonden tussen Westerse en Aziatische<br />
economieën.<br />
Hoewel kan worden gesproken van een hernieuwde industrialisatie van Europa, is de aard van industrie<br />
sterk veranderd. In plaats van zich te richten op massa en schaal, richten bedrijven zich op maatwerk en<br />
verantwoorde decentrale productie. Ontwikkelingen in de ICT dragen bij aan de inbreng van gebruikers<br />
in het ontwerp van producten en het democratiseren van kennis. Virtuele samenwerking tussen<br />
verschillende disciplines zorgt voor technologische innovaties die bijdragen aan een sterke groei van<br />
kwaliteit en productiviteit. De consument staat centaal in vrijwel alle sectoren. In de energiesector ligt de<br />
nadruk op decentrale opwekking van energie. De voedingssector maakt gebruik van local sourcing en<br />
green labelling. In de mediasector heeft massareclame plaats gemaakt voor interactiviteit en een<br />
persoonsgerichte benadering. In de industrie staat mass-customization centraal in plaats van<br />
massaproductie. In de financiële wereld wordt veel meer gebruik gemaakt van concepten als crowd<br />
funding en ook zakelijke diensverleners zetten in op maximale interactie met consumenten.<br />
Pensioenfondsen investeren meer in lokaal vastgoed en keren pensioen deels in natura uit. Op het<br />
gebied van wetenschap en technologie doen zich belangrijke ontwikkelingen voor, onder andere op het<br />
gebied van nanotechnologie, biotechnologie en nieuwe materialen.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 64
Nederland op het wereldtoneel<br />
De nieuwe politieke en economische realiteit heeft veel<br />
effect op de positie van Nederland. Het vertrek uit de<br />
euro van de vijf perifere landen heeft geleid tot grote<br />
vermogensverliezen. De Nederlandse overheid dient<br />
een schuld ter hoogte van 20% van het BBP af te<br />
schrijven en ook in de private sector lopen de verliezen<br />
hoog op. Als gevolg van het oplaaiend protectionisme dalen de handelsvolumes gestaag en wordt<br />
Nederland getroffen door een sterke krimp in de overslag van bulkgoederen. Nederland gaat vanaf 2020<br />
door een langzaam en pijnlijk transformatieproces. Nederlandse bedrijven, werknemers, pensioenen,<br />
verzekeraars en banken worden diep geraakt door de kelderende exporten en de verkruimeling van de<br />
waarde van de beleggingen en bezittingen in de Europese Unie. De grote overschotten op de<br />
handelsbalans behoren tot het verleden en Nederland realiseert zich dat het haar industriële profiel<br />
moet herijken en binnenlandse consumptie en investeringen moet zien te vergroten.<br />
In alle hectiek profiteert Nederland van een herleving van het poldermodel. Dit model is op maat<br />
gesneden voor duurzame economische ontwikkeling en heeft zich inmiddels ontwikkeld tot het<br />
internationale voorkeursmodel. Door middel van nauw overleg tussen overheden, werkgevers en<br />
werknemers wordt een toekomstagenda opgesteld voor Nederland, waarin wordt gefocust op kansrijke<br />
sectoren en maximale benutting van arbeidspotentieel. In de maakindustrie probeert Nederland in te<br />
zetten op mass-customization, de ontwikkeling van software, nieuwe materialen, nieuwe<br />
productieprocessen en webapplicaties die het mogelijk maken om op grote schaal en volledig<br />
geautomatiseerd maatwerk te vervaardigen. In de foodsector wordt ingezet op de ontwikkeling van local<br />
sourcing, een trend die vanuit de Verenigde Staten, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk naar Nederland<br />
is overgewaaid. Voor veel telers was Nederland altijd aanvullend op de exportproductie, maar nu<br />
ontstaat er in Noord-West Europa een groeiende markt voor producten met een ambachtelijk en<br />
regionaal karakter. Hoewel het klassieke exportmodel verleden tijd is, is het de kunst om ook in het<br />
buitenland een positie te blijven bekleden door ook daar gebruik te maken van lokale ingrediënten en<br />
productieketens.<br />
Door ontwikkelingen op het gebied van klimaatverandering en het opraken van olie en andere fossiele<br />
brandstoffen ontstaan vanaf 2015 in toenemende mate lokale gemeenschappen die zelf aan de slag gaan<br />
om hun manier van wonen, werken en leven duurzamer te maken. In navolging van de Transition Town<br />
beweging in het Verenigd Koninkrijk ontstaan soortgelijke lokale initiatieven in onder meer Amerika,<br />
Japan en diverse Europese landen waaronder Nederland. Steeds meer mensen bevestigen zonnepalen<br />
op het dak van hun huis of participeren in lokale energiecoöperaties om zo minder afhankelijk te zijn van<br />
grote energieleveranciers. Het energieoverschot wordt verkocht en de winst geïnvesteerd in lokale<br />
initiatieven. De decentralisering van de energiemarkt is het startpunt voor een bredere ontwikkeling<br />
richting een socialer systeem, waarin ook zaken als zorg en verzekeringen meer en meer in eigen handen<br />
worden genomen. Het wantrouwen in traditionele<br />
instituten versterkt de opkomst van een nieuwe,<br />
democratische economie waarin kleinschaligheid en<br />
ruilhandel de boventoon voeren. Langzaamaan begint een<br />
nieuwe maak- en kenniseconomie te ontstaan rondom<br />
duurzaamheid. Speerpunten zijn: klimaatadaptief<br />
“Nederland is als geen ander Europees<br />
land in staat om met behulp van het<br />
poldermodel de omslag te maken naar de<br />
nieuwe economische realiteit”<br />
“De Nederlandse economie is vraag<br />
gestuurd en kenmerkt zich door mass<br />
customization en een focus op<br />
decentrale productie”<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 65
ontwikkelen, deltatechnologie, drijvend bouwen, groene chemie en duurzame kennis.<br />
Door de dalende concurrentiekracht van Nederlandse bedrijven in het buitenland en de beperktere<br />
mogelijkheden om internationaal talent te binden wordt het in het ‘Local for Local’ scenario belangrijk<br />
om een flexibele en hoogwaardige arbeidsmarkt en een sterke R&D infrastructuur te realiseren.<br />
Nederland is een duur land geworden met een sterke munt en een negatieve handelsbalans. Om<br />
internationaal aantrekkelijk te blijven, kijken Nederlandse bedrijven niet langer primair naar het matigen<br />
van loonkosten. Zij investeren vooral in de kennis en expertise die nodig is om de markt met<br />
hoogwaardige en maximaal geïndividualiseerde producten te kunnen bedienen. Nederland is geen<br />
concurrent op massamarkten, maar komt goed mee op nichemarkten, variërend van het produceren van<br />
klantspecifieke kunststofprofielen voor producten op het gebied van automotive, huishoudelijke<br />
apparatuur en sanitair tot en met de ontwikkeling van specifieke software om de gebruikersinbreng in<br />
productieprocessen te optimaliseren. Om de concurrentiekracht binnen selectieve markten te vergroten,<br />
zet Nederland sterk in op eigen ondernemerschap en op zaken als een leven lang leren. Nederlanders<br />
beschikken in toenemende mate over een flexibel en verschuivend portfolio van activiteiten, sommige<br />
betaald, sommige onbetaald. Deze activiteiten zijn allemaal gericht op het ten volle benutten van<br />
individuele competenties. Het in stand houden van een solide kennisinfrastructuur is echter een<br />
zorgpunt door het wegvallen van Europese onderzoeksbudgetten en private budgetten van<br />
multinationals. Innovatie en verdere specialisatie vraagt meer dan ooit om ondernemerschap en<br />
ondersteuning door financiële instellingen, kennisinstellingen en overheden.<br />
De economie van de <strong>MRA</strong><br />
Het Local for Local scenario heeft veel effect op de economie van de metropoolregio Amsterdam. De<br />
uittreding van Nederland uit de eurozone en het vertrek van hoofdkantoren van buitenlandse<br />
ondernemingen hebben de traditionele dienstverlening in het zakelijke en financiële segment sterk<br />
getroffen. Ook de afname van de (weder)export heeft grote impact op de regio. Importheffingen en<br />
andere protectionistische maatregelen hebben Nederlandse voedingsproducten en bloemen in het<br />
buitenland tot onbetaalbare luxeproducten gemaakt. Hoewel de nieuwe rijken in Azië en Zuid-Amerika<br />
nog steeds producten afnemen, kiezen de meeste consumenten voor lokaal geproduceerde<br />
alternatieven. De logistieke sector, die bovendien wordt geconfronteerd met sterk gestegen<br />
brandstofprijzen, bevindt zich in zwaar weer. Zowel het vracht- als het personenvervoer vanaf<br />
Schiphol is in 2025 gehalveerd ten opzichte van 2012. Voor alle genoemde sectoren is het in het ‘Local<br />
for Local’ scenario van groot belang om hun mondiale business model te herzien. Multinationals stappen<br />
af van centrale productie en bouwen in verschillende regio’s lokaal gevoede aanbodketens opbouwen.<br />
Ze transformeren zichzelf van multinationale bedrijven (MNC’s) naar multi-commited bedrijven (MCC’s).<br />
De zakelijke en financiële dienstverlening dient de switch te maken van mondiale oplossingen naar het<br />
initiëren en ondersteunen van regionale economische initiatieven. Groothandels en logistieke partijen<br />
dienen zich te specialiseren in fijnmazige oplossingen voor specifieke regio’s.<br />
Fossiele brandstoffen en energie worden steeds duurder. Bedrijven zijn in hun bestaan meer en meer<br />
afhankelijk van de energiekosten. Consumenten betalen bijna net zoveel voor hun energiekosten als<br />
voor hun huur. De decentrale energiemarkt maakt een opmars, mede mogelijk gemaakt door de<br />
ontwikkelingen op ICT-gebied. Consumenten worden producenten. Lokale coöperaties wekken in<br />
toenemende mate energie op uit wind, zon, vergisting, biogasinstallaties of stoken op streekhout.<br />
Amsterdam en Almere kennen veel actieve coöperaties die energie opwekken uit wind. Hilversumse en<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 66
Haarlemse coöperaties zijn vaak meer gericht op zonne-energie. Deze energierevolutie ontketent een<br />
ware sociale revolutie. Naast energiecoöperaties ontstaan lokale samenwerkingsverbanden op het<br />
gebied van verzekeringen, zorg, etc. Sociaal ondernemerschap komt op. Bedrijven bieden steeds meer<br />
duurzame producten aan. Het delen van auto’s en parkeerplaatsen verwordt tot een van de meest<br />
ingeburgerde duurzame vormen van ondernemerschap, maar steeds meer producten worden in een<br />
nieuwe duurzame vorm aangeboden. Bestaande betaalmethoden worden ten dele overbodig door de<br />
opkomst van de ruilhandel. Diensten, kleding en woningen worden steeds vaker uitgeruild. Internet is<br />
hierbij een onmisbaar medium.<br />
Deze nieuwe vorm van werken en leven zorgt voor grote verschuivingen in de huidige economie van de<br />
metropoolregio. Steeds vaker leggen veel centraal georganiseerde bedrijven zoals Nuon en Essent het af<br />
tegen de veelvoud aan coöperaties die als paddenstoelen uit de grond lijken te schieten. De traditionele<br />
zakelijke en financiële dienstverlening is grotendeels lamgeslagen en is genoodzaakt om alternatieve<br />
verdienmodellen te ontwikkelen om het hoofd boven water te houden. De grotere banken en<br />
verzekeraars zien zich genoodzaakt zich op te splitsen in kleinere gespecialiseerde bedrijfsonderdelen die<br />
de markt bedienen vanuit regionale kantoren. Met speciaal op de consument of coöperatie toegespitste<br />
dienstverlening en geavanceerde internet- en smart phone diensten hopen zij klanten aan zich gebonden<br />
te houden. Door de afkeer van de grote traditionele banken in nasleep van de crisis en het onvermogen<br />
van deze banken om effectief in te spelen op de wens om meer maatwerk vanuit met name particuliere<br />
klanten, worden bankzaken steeds meer via coöperaties of andere sociale netwerken geregeld.<br />
Intermediair functies in de zakelijke dienstverlening zoals makelaars verdwijnen. Ook inkomsten uit<br />
postbussenbeheer waar de regio altijd sterk van profiteerde, lossen grotendeels op. De regio blijft<br />
aantrekkelijk voor toeristen, maar vooral het nationale toerisme neemt toe.<br />
De overstap naar duurzame energie, de toename van het sociaal ondernemerschap en de ontwikkeling<br />
van hechtere sociale gemeenschappen heeft de kwaliteit van leven in de regio doen toenemen. ICTontwikkelingen<br />
hebben een buitengewoon belangrijke bijdrage geleverd aan de huidige manier van<br />
leven en mogelijkheden om zaken als energie en zorg meer lokaal en decentraal te regelen. De<br />
toegenomen zelfredzaamheid en de strijd om de stem van het volk heeft daarnaast tot een verdere<br />
versnippering geleid van overheden en semi-overheidsinstanties. Voor een aantal randvoorwaarden<br />
zoals onderwijs, onderzoek, fysieke en digitale infrastructuur is centrale sturing en investering nog altijd<br />
nodig. Hiervoor moeten nieuwe samenwerkingsverbanden worden gevonden die recht blijven doen aan<br />
de lokale stem van de burgers. Ook de bekostiging van overheden en kennisinstellingen komt ter<br />
discussie te staan, alhoewel de belasting op vervuilende producten en diensten, de uitstoot van<br />
broeikasgassen en andere controleerbare bronnen nog altijd een belangrijke inkomstenbron is.<br />
Het business model van de <strong>MRA</strong><br />
Elke stad of regio – net als ieder bedrijf – kan worden beschreven in termen van een business model. Een<br />
business model is een tekening van het DNA van de regio. In het hart van het business model van de<br />
regio ligt haar waardepropositie, de toegevoegde waarde die ze te bieden heeft aan economische<br />
actoren zoals bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen, werknemers en studenten. De<br />
waardepropositie beschrijft de redenen waarom deze actoren kiezen voor de regio als vestigingslocatie<br />
of woonplaats. Het business model illustreert verder welke randvoorwaarden de waardepropositie<br />
voeden en via welke economische clusters daadwerkelijk economische toegevoegde waarde wordt<br />
gecreëerd. Het denken in termen van een business model maakt het voor beleidsvormers mogelijk om<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 67
zich te verdiepen in de wijze waarop de regio randvoorwaarden aanwendt, haar waardepropositie<br />
verbetert en economische clusters creëert die haar waardepropositie contant maken. Figuur 1 toont het<br />
‘optimale’ business model voor de <strong>MRA</strong> binnen het Local for Local scenario.<br />
Figuur 10: Optimaal business model in het scenario Local for Local<br />
Waardepropositie<br />
De figuur geeft een visuele illustratie van het optimale business model van de <strong>MRA</strong> in het Local for Local<br />
scenario. Het middelste vlak van het raamwerk representeert de waardepropositie van de regio. De<br />
waardepropositie bestaat uit een combinatie van locatiefactoren die de regio aantrekkelijk maakt voor<br />
economische actoren, zoals bedrijven en inwoners. Wanneer er wordt gekeken naar de onderdelen van<br />
de waardepropositie die in het Local for Local scenario van groot belang zijn, zijn dit de onderdelen<br />
‘duurzaamheid’, een ‘innovatieve en ondernemende cultuur’ en ‘human capital’. Ook de<br />
‘kennisinfrastructuur’ is in dit scenario bovengemiddeld van belang.<br />
Duurzaamheid<br />
“Lokale Energiecoöperaties nemen het voortouw in het vergroenen van de regionale<br />
energieproductie”<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 68
In het Local for Local scenario is duurzaamheid in de breedste zin van het woord een essentieel<br />
onderdeel van de waardepropositie van de <strong>MRA</strong>. Om in staat te zijn een creatief ondernemende en<br />
maatschappelijk bewuste klasse aan de regio te binden zijn investeringen in kennis en het bieden van<br />
concrete oplossingen van groot belang. Elektrisch vervoer, klimaatneutrale woningen en bedrijfspanden,<br />
gratis openbaar vervoer, lokaal verankerde rechtsvormen en leerstoelen op het vlak van sustainability<br />
zijn cruciale stappen richting een duurzame samenleving. In het Local for Local scenario maakt de<br />
economie van de <strong>MRA</strong> een metamorfose door. De energiesector verandert volledig onder invloed van<br />
lokale opwekking van duurzame energie. Rondom de nieuwe duurzame maakindustrie ontstaan<br />
combinaties van leren, werken en ondernemen. Ook op buurtniveau zijn veel gezamenlijke diensten<br />
zoals wasserijen, catering, accu-omruilpunten, apparaatverhuur. Er is een levendige lokale, maar zeker<br />
ook internationale ruileconomie ontstaan.<br />
“In het Local for Local scenario is een innovatieve cultuur, hoogwaardige human capital en een focus<br />
op duurzaamheid van cruciaal belang”<br />
Innovatieve en ondernemende cultuur<br />
De wereld in het Local for Local scenario is een wereld waarin ondernemerschap en creativiteit van groot<br />
belang zijn. Burgers worden zelfstandiger en arbeidsrelaties worden in toenemende mate flexibel.<br />
Mensen zijn afhankelijk van hun creativiteit, vernieuwingstalent en aanpassingsvermogen bij het<br />
genereren van een inkomen. Buurten houden zich actief bezig met het lokaal opwekken van energie, het<br />
verbouwen van voedsel en het gezamenlijk regelen van de zorg voor de oude dag. Onderlinge<br />
uitwisseling over nieuwe vormen van opwekking en verbouwen, etc. vindt plaats via social media en<br />
interactieve fora. De <strong>MRA</strong> doet er in het Local for Local scenario verstandig aan om ondernemerschap te<br />
stimuleren. Concrete interventies kunnen liggen in het bevoordelen van kleine ondernemingen in<br />
openbare aanbestedingen, het beperken van de aansprakelijkheid van ondernemingen bij faillissement,<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 69
het verbeteren van toegang to financiering voor ondernemingen en ondernemers en het<br />
vereenvoudigen van regelgeving voor startende ondernemers.<br />
Human capital<br />
In het Local for Local scenario is de beschikbaarheid van creatief talent van het grootste belang. De<br />
wereld verandert snel, ketens worden omgedraaid en bedrijfsmodellen opnieuw uitgevonden. Toptalent<br />
wordt echter steeds mobieler en de <strong>MRA</strong> zal er in dit scenario werk van moeten maken een interessante<br />
en uitdagende regio te blijven bieden. Wanneer de <strong>MRA</strong> hierin slaagt neemt de kans dat talent zich aan<br />
de regio bindt beduidend toe. Onderzoek toont aan dat de generatie ‘Y’ en ‘Z’ wonen en leven vaak<br />
belangrijker vinden dan werken. De <strong>MRA</strong> heeft daarmee grote kansen om zich te profileren als<br />
vestigingslocatie voor toptalent. Goede huisvesting, een leefbare regio, een hoge quality of life en<br />
voldoende ruimte voor ondernemerschap zijn belangrijke voorwaarden om talent te binden.<br />
Kennisinfrastructuur<br />
In de bottom-up georganiseerde wereld van het Local for Local scenario maakt het talent en<br />
ondernemerschap van de creatieve klasse het verschil. De kwaliteit van de kennisinfrastructuur is<br />
daarom van groot belang in dit scenario. Innovatie loont en hoogwaardig onderwijs en onderzoek, de<br />
ruime aanwezigheid van wetenschappelijk talent zijn cruciaal. Voor echt toptalent dienen opleidingen op<br />
niveau te worden aangeboden. Binnen de huidige onderwijsinstellingen dient meer aandacht te zijn voor<br />
excellentie. De voorgenomen samenwerking tussen de bèta-faculteiten van de UvA en VU zijn zeer<br />
relevant en de combinatie zou er naar moeten streven om leidende expertise te ontwikkelen in een<br />
select aantal bèta domeinen. Onderwijsinstellingen dienen voorts voldoende aandacht te hebben voor<br />
het aanleren van flexibiliteit en dienen studenten te stimuleren hun kennis voortdurend up-to-date te<br />
houden. Nieuwe modellen, zoals ‘distributed learning’ zijn hierbij behulpzaam. Ook de interface tussen<br />
wetenschap en bedrijfsleven dient beter te worden georganiseerd om vernieuwing te stimuleren en<br />
concurrentievoordeel op te bouwen.<br />
Connectiviteit<br />
Hoewel in dit scenario niet van het allerhoogste belang, blijft connectiviteit een belangrijk onderdeel van<br />
de waardepropositie van de <strong>MRA</strong>. Het karakter van de economie is weliswaar een stuk regionaler<br />
geworden en de wederexport staat op een lager pitje, maar de <strong>MRA</strong> blijft afhankelijk van de export van<br />
hoogwaardige producten. Met name in de duurzame supply chains van de voedingsindustrie en de<br />
complexe supply chains van op massa geïndividualiseerde consumentenelektronica liggen er veel<br />
kansen. Doordat de individuele klant de keten bestuurt, dienen vele processen, zoals orderverwerking,<br />
assemblage, installatie, training, facturatie, after sales en retourstomen optimaal op elkaar te worden<br />
afgestemd. Goede infrastructuur blijft hierbij van groot belang, zowel fysiek als digitaal. De<br />
transportsector heeft een belangrijke uitdaging om verder te vergroenen en te investeren in low-carbon<br />
vormen van vervoer, bijvoorbeeld over water en spoor. Ook het vervoer van personen vraagt om nieuwe<br />
oplossingen. Zo kan er bijvoorbeeld worden gedacht aan een geavanceerd lightrail-systeem als duurzaam<br />
transportmiddel in de Randstad, voor lange en korte afstand, met een hoge dichtheid en regelmatige<br />
diensten.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 70
Randvoorwaarden<br />
De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> wordt gevoed door een aantal randvoorwaarden of bronnen, die aan<br />
de linkerzijde van het raamwerk zijn weergegeven. De linkerzijde van het raamwerk heeft zijn financiële<br />
consequenties in termen van kosten en investeringen die noodzakelijk zijn om randvoorwaarden te<br />
verwezenlijken. In de regel zijn randvoorwaarden namelijk te creëren door gericht beleid en specifieke<br />
investeringen. Binnen het Local for Local scenario liggen de belangrijkste randvoorwaarden op het vlak<br />
van ‘onderwijs en onderzoek’ en ‘leefbaarheid’. Daarnaast zijn de randvoorwaarden ‘voorzieningen’,<br />
‘huisvesting’, ‘arbeidsmarkt’, ‘ruimte voor ondernemerschap’ en ‘governance’ van belang in dit scenario.<br />
Het belang van onderwijs en onderzoek is evident aangezien het de manier is om toptalent op te leiden.<br />
In het Local for Local scenario is het van belang vooral aandacht te hebben voor bèta-opleidingen,<br />
fundamenteel onderzoek, een betere overdracht van kennis tussen instellingen en bedrijfsleven en het<br />
stimuleren van een leven lang leren. Naast het opleiden van toptalent is het eveneens van groot belang<br />
om te zorgen dat talent verbonden blijft aan de regio. Investeringen in leefbaarheid zijn in dit kader<br />
cruciaal, evenals het verbeteren van de kwaliteit van de woningmarkt en het op peil houden van het<br />
voorzieningenniveau. Een goed aanbod van huurwoningen voor midden en hogere segmenten is van<br />
groot belang om talent vast te houden. Hiernaast is het belangrijk aantrekkelijk te zijn voor zowel<br />
startende ondernemers als bestaande ondernemingen die overwegen zich in de <strong>MRA</strong> te vestigen. Korte<br />
snelle procedures, één loket en aanspreekpunt en een goede governance zijn belangrijke vereisten.<br />
Economische clusters<br />
De besproken randvoorwaarden, zijn als het ware de ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ om de<br />
waardepropositie van de <strong>MRA</strong> dusdanig in te richten dat ze aantrekkelijk is voor bedrijven en inwoners<br />
om zich in Groot Amsterdam te vestigen. Aan de rechterkant van het business model raamwerk worden<br />
de economische clusters weergegeven die in het Local for Local scenario de meeste potentie bieden voor<br />
waardecreatie. De creatieve industrie, het cluster ‘ICT/eScience’, de energiesector en in mindere mate<br />
de foodsector zijn in het Local for Local scenario van groot belang voor de economie van de <strong>MRA</strong>.<br />
Creatieve industrie<br />
De kern van de creatieve industrie ligt in bedrijven die hun bestaansrecht vinden in creativiteit, innovatie<br />
en ondernemerschap. De creatieve industrie is hiermee in het Local for Local scenario van het grootste<br />
belang. Sectoren die onder meer tot de creatieve<br />
industrie worden gerekend zijn: architectuur, mode,<br />
gaming, design, reclame en nieuwe media. In een<br />
wereld van maatwerk, geïndividualiseerde producten<br />
en diensten en optimale gebruikersinteractie is de<br />
creatieve industrie een belangrijke katalysator om<br />
andere sectoren de transitie te laten maken naar een<br />
pull-driven business model. De <strong>MRA</strong> zal in het Local for Local scenario moeten waarborgen dat creatieve<br />
bedrijven ook wanneer ze meer omvang krijgen in de regio gevestigd blijven.<br />
ICT/eScience<br />
“Belangrijke randvoorwaarden om<br />
toptalent aan te trekken in het Local for<br />
Local scenario zijn leefbaarheid en<br />
onderwijs en onderzoek”<br />
Het cluster ICT/eScience heeft zeer omvangrijke kansen in het Local for Local scenario. De grootste<br />
kansen liggen in het realiseren van smart grid technologie voor de energiesector, hoogwaardige<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 71
logistieke oplossingen en tracking en tracing systemen voor de foodsector en technologie voor masscustomization.<br />
Gebruikersinbreng in productieprocessen en hoogwaardige interactie tussen producent<br />
en consument is van het grootste belang in het Local for Local scenario.<br />
Energiesector<br />
In 2020 is de <strong>MRA</strong> steeds minder afhankelijk van fossiele brandstoffen (olie, kolen en gas). Het aandeel<br />
schone energie, zoals zonne- en windenergie, aardwarmte en bepaalde soorten biobrandstof is sterk<br />
toegenomen. In de gebouwde omgeving wekken woningen, kantoren en kleine fabrieken hun eigen<br />
duurzame energie op, waarmee deze gebouwen worden verwarmd, gekoeld en voorzien van elektriciteit<br />
voor apparaten en elektrische vervoersmiddelen. De nieuwe duurzame energiesector levert naar<br />
verwachting duizenden banen op in gebieden als hernieuwbare energietechnologie,<br />
brandstofcelontwikkeling, grid-management, elektrisch vervoer en dergelijke. Door voorop te lopen in de<br />
modernisering van de energiesector kan de <strong>MRA</strong> bovendien belangrijke kennis op doen, die kan worden<br />
geëxporteerd naar andere stedelijke regio’s.<br />
Foodsector<br />
Door tijdig in te spelen op duurzame ontwikkelingen kan Nederland in het Local for Local scenario een<br />
voorloperrol bemachtigen in de voedselindustrie, bijvoorbeeld door de ontwikkeling en productie van<br />
nieuwe duurzame eiwitproducten zoals algen. De regio heeft een goede uitgangspositie om zich te<br />
onderscheiden als een proeftuin waarin innovatie en duurzaamheid gelijk op kunnen gaan. Duurzaam<br />
geteelde groenten, fruit en bloemen, alsmede hoogwaardige verwerkte producten blijven een belangrijk<br />
regionaal exportproduct in dit scenario. Ook urban farming, het verbouwen van groenten en fruit in<br />
stedelijke omgevingen, biedt in het Local for Local scenario een belangrijke kans. Op dit moment wordt<br />
nog steeds een substantieel deel van de behoefte aan groente en fruit geïmporteerd en het creëren van<br />
vertical farms in de <strong>MRA</strong> kan wellicht de afhankelijkheid van import verkleinen.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 72
7 Naar een toekomstgericht business model<br />
De vier beschreven scenario’s verschaffen een beeld van een aantal extreme, maar denkbare<br />
toekomstige situaties waar de <strong>MRA</strong> in terecht kan komen. De bedoeling van de scenario’s is om mentale<br />
denkkaders op te rekken en een helder beeld te vormen van de kansen en bedreigingen die onder<br />
invloed van externe ontwikkelingen kunnen ontstaan. In de afzonderlijke scenario’s is een optimaal<br />
bijpassend business model opgetekend. Uit deze vier business modellen, is het mogelijk om een<br />
toekomstig business model voor de <strong>MRA</strong> af te leiden. Het toekomstig business model is gebaseerd op de<br />
factoren die er in de verschillende scenario’s positief of negatief uitspringen. Het toekomstige business<br />
model legt de nadruk op economische clusters, onderscheidende aspecten en randvoorwaarden met<br />
potentie, en niet zozeer op de scenario’s zelf. De individuele scenario’s zijn vooral bedoeld om een beeld<br />
te vormen van de uiteenlopende realiteiten waar de <strong>MRA</strong> in terecht kan komen. Door een<br />
overkoepelend business model te ontwikkelen dat in alle scenario’s waarde heeft, wordt voorkomen dat<br />
er te exclusief wordt ingezet op één scenario.<br />
In dit hoofdstuk wordt het overkoepelende toekomstgerichte business model voor de <strong>MRA</strong><br />
gepresenteerd, dat aan de basis ligt van een discussie over een lange termijn strategie voor de<br />
metropoolregio. In het eerste deel van dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de risicotolerantie die is<br />
gehanteerd bij het opstellen van het toekomstgerichte business model, vervolgens wordt het business<br />
model inhoudelijk besproken en tenslotte wordt ingegaan op de uitdagingen die uit het model<br />
voortkomen voor de economische clusters, de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> en de te onderscheiden<br />
randvoorwaarden.<br />
7.1 Toekomstgericht business model<br />
Het toekomstig business model dient een goede uitwerking te kennen in de scenario’s die de Board heeft<br />
opgesteld. Belangrijk hierbij is hoeveel waarde er wordt toegekend aan de afzonderlijke scenario’s. Dit is<br />
in feite een uitspraak over de risicotolerantie: bij een lage risicotolerantie wordt aan alle vier scenario’s<br />
evenveel belang gehecht, bij een hoge risicotolerantie wordt meer ingezet op 1 of 2 specifieke<br />
scenario’s. In dit discussiedocument is op basis van een gelijk gewicht van de vier scenario’s (ieder 25%),<br />
een toekomstgericht business model voor de <strong>MRA</strong> geconstrueerd. Figuur 11 illustreert dit business<br />
model.<br />
Aan de rechterkant van het business model is de toekomstpotentie van de economische clusters – in<br />
termen van bijdrage aan de concurrentiekracht van de <strong>MRA</strong> – geïllustreerd. De clusters<br />
vertegenwoordigen economische zwaartepunten van bedrijvigheid, gegroepeerd rondom een sector of<br />
competentie. Wanneer gekeken wordt naar de clusters met bovengemiddelde potentie in termen van<br />
concurrentiekracht valt op dat de clusters ICT/eScience en Logistiek koploper zijn. In vrijwel alle<br />
omstandigheden zijn dit clusters met de potentie om een bovengemiddelde bijdrage te leveren aan de<br />
concurrentiekracht van de regio. Naast deze<br />
twee koplopers zijn er meer economische<br />
clusters waarin de <strong>MRA</strong> veel potentie heeft.<br />
De energiesector, de groothandelssector, de<br />
creatieve industrie en de zakelijke<br />
“De clusters ICT/eScience en Logistiek hebben<br />
de potentie zeer sterk bij te dragen aan de<br />
toekomstige concurrentiekracht van de <strong>MRA</strong>.”<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 73
dienstverlening, zijn allen goed gepositioneerd om in meerdere scenario’s een rol van betekenis te<br />
spelen en onderscheidend vermogen voor de regio te creëren. Hoewel in sommige individuele scenario’s<br />
goed gepositioneerd, is de potentie van de clusters ‘bouw en vastgoed’, ‘financiële dienstverlening’ en<br />
‘life sciences’ over de scenario’s heen ondergemiddeld.<br />
Figuur 11: Toekomstgericht business model <strong>MRA</strong><br />
Het middelste vlak van de figuur illustreert de onderscheidende aspecten (of waardepropositie), die in<br />
het toekomstgerichte business model van belang zijn. De waardepropositie van de <strong>MRA</strong> verwoordt de<br />
aspecten die de stad en regio uniek en onderscheidend maken voor haar bewoners en clusters van<br />
bedrijvigheid. In een goed samenhangend en zelfversterkend business model zijn de elementen van de<br />
waardepropositie optimaal afgestemd op de belangrijkste economische clusters. In het licht van de<br />
scenario’s en de belangrijkste clusters komt een aantal belangrijke onderscheidende aspecten naar<br />
voren. Voor het toekomstig succes van de <strong>MRA</strong> zijn de aspecten ‘connectiviteit’, ‘human capital’,<br />
‘innovatieve cultuur’, ‘kennisinfrastructuur’ en ‘dienstensector’ van groot belang. Ook ‘quality of life’ en<br />
‘brand name’ dragen bovengemiddeld bij aan het onderscheidend vermogen van de <strong>MRA</strong>.<br />
De linkerkant van het business model raamwerk, tenslotte, illustreert het onderlinge belang van<br />
verschillende randvoorwaarden. De randvoorwaarden zijn de sturingsmechanismen die kunnen worden<br />
ingezet om de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> te versterken. Veruit de belangrijkste randvoorwaarde<br />
onder het toekomstgerichte business model<br />
ligt in de kwaliteit van onderwijs en onderzoek<br />
De kwaliteit van onderwijs en onderzoek en<br />
van de fysieke en digitale infrastructuur in de<br />
<strong>MRA</strong> is van doorslaggevend belang in<br />
toekomstgerichte businessmodel.<br />
in de regio. Hoewel de aard en inhoud per<br />
scenario verschilt, is in ieder denkbaar<br />
toekomstbeeld kwalitatief hoogwaardig<br />
onderzoek en hoogstaande educatie van<br />
doorslaggevend belang. Naast deze<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 74
andvoorwaarden, is ook de kwaliteit van de fysieke en digitale infrastructuur in ieder scenario bijzonder<br />
relevant. Tenslotte dragen ook de randvoorwaarden ‘arbeidsmarkt’ en ‘leefbaarheid’ in belangrijke mate<br />
bij aan de waardepropositie die de regio na wil streven in het toekomstgerichte business model.<br />
7.2 Een strategische conversatie<br />
Het toekomstgerichte business model dat in de vorige paragraaf is gepresenteerd vormt een belangrijk<br />
baken aan de horizon, het geeft een impressie van de prioriteiten die de triple-helix partijen moeten<br />
zetten om te komen tot toekomstig succes. Om een inschatting te kunnen maken van het werk dat<br />
verzet moet worden om het toekomstgerichte business model op te bouwen, is het van belang om het<br />
verschil met het huidige business model, dat in paragraaf 1.3 is besproken te overbruggen. De<br />
afwijkingen tussen de huidige situatie en de gewenste toekomstige situatie kunnen worden overbrugd<br />
door het formuleren van een strategische agenda met gerichte interventies. In de volgende paragrafen<br />
worden de belangrijkste verbetergebieden gepresenteerd waar de <strong>MRA</strong> haar business model zal moeten<br />
versterken. Ook wordt een aantal eerste suggesties voor verbetering aangereikt. De gepresenteerde<br />
focusgebieden vormen het startpunt voor de strategische conversatie die in 2013 zal plaatsvinden over<br />
de strategische economische agenda voor de <strong>MRA</strong> op langere termijn.<br />
7.3 Clusterstrategieën<br />
Bij het nadenken over strategische opties om het toekomstige business model te verwezenlijken, wordt<br />
in dit discussiedocument gestart bij de positie van de economische clusters. Zoals aangegeven zijn er<br />
twee zaken van belang bij het nadenken over het type en de omvang van investeringen in economische<br />
clusters. Aan de ene kant is dit het relatieve belang van het cluster in het toekomstgerichte business<br />
model. Aan de ander kant is dit het verschil tussen de toekomstige relevantie en de huidige relevantie.<br />
Dit verschil noemen we de ‘gap’. Figuur 12 illustreert het belang (x-as) en de gap (y-as) per economisch<br />
cluster.<br />
In de figuur wordt geïllustreerd dat het cluster ‘ICT/eScience’ het hoogste belang vertegenwoordigd in<br />
het toekomstgerichte business model van de <strong>MRA</strong>. Tegelijkertijd wordt er echter geconstateerd dat er<br />
een gap bestaat tussen de huidige kracht van cluster en het toekomstig belang. Deze gap zal moeten<br />
worden overbrugd, door gerichte investeringen in de kwaliteit van dit cluster. De verschillende scenario’s<br />
geven richting aan een discussie over relevante strategieën. Zo liggen er in de scenario’s die uitgaan van<br />
een aanbodsgestuurde economie kansen op het vlak van het ondersteunen van de regiefunctie binnen<br />
kennisintensieve aanbodsketens en het realiseren van real time informatiesystemen. Mondiaal<br />
opererende ondernemingen zijn in deze scenario’s zeer afhankelijk van logistieke diensten en<br />
ondersteunende modellen en systemen, die de noodzakelijke informatie aanleveren over zaken als<br />
vraag, aanbod, productkwaliteit, timing, et cetera. In de scenario’s met een vraaggestuurde economie<br />
liggen er voor het cluster ICT/eScience met name kansen op het vlak van build-to-order<br />
productieprocessen, de creatie van smart grids en tracking en tracing systemen voor onder meer de food<br />
sector.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 75
Gap huidige - toekomstige business model<br />
Bouw en vastgoed<br />
Life Sciences<br />
Financiële<br />
dienstverlening<br />
Figuur 12: Belang en 'Gap' economische clusters<br />
Food<br />
Toerisme<br />
De energiesector laat een interessante positie<br />
zien. De sector heeft een zeer hoge potentie,<br />
maar de gap tussen de huidige kracht van<br />
cluster en het toekomstig belang voor de<br />
concurrentiepositie van de regio is erg groot.<br />
De ontwikkelingen in de energiesector vergen<br />
Creatieve industrie<br />
Flowers<br />
Zakelijke<br />
dienstverlening<br />
Groothandel<br />
Logistiek<br />
Energie<br />
ICT / eScience<br />
Belang in toekomstige business model<br />
“De ontwikkelingen in de energiesector vergen<br />
buitengewone aandacht van strategen en<br />
besluitvormers.”<br />
derhalve buitengewone aandacht van strategen en besluitvormers. Voor het cluster is de (mate van)<br />
transitie van fossiele energiebronnen naar alternatieve energiebronnen van zeer grote invloed. In de<br />
scenario’s met een vraaggestuurde economie (European Renewal en Local for Local) wordt uitgegaan dat<br />
het aandeel schone energie in de energiemix, zoals zonne- en windenergie, aardwarmte en bepaalde<br />
soorten biobrandstof, sterk toeneemt. In de gebouwde omgeving wekken woningen, kantoren en kleine<br />
fabrieken hun eigen duurzame energie op, waarmee deze gebouwen worden verwarmd, gekoeld en<br />
voorzien van elektriciteit voor apparaten en elektrische vervoersmiddelen. Wanneer de <strong>MRA</strong> er in slaagt<br />
voorop te lopen in de verduurzaming van de energiesector levert dit naar verwachting duizenden banen<br />
op in gebieden als hernieuwbare energietechnologie, brandstofcelontwikkeling, grid-management,<br />
elektrisch vervoer en dergelijke. Bovendien zou een stabiele en lage energieprijs veel potentie bieden<br />
voor bestaande cluster en het aantrekken van nieuwe industriële bedrijven.<br />
Het logistieke cluster biedt in het toekomstgerichte business model nagenoeg evenveel potentie als het<br />
energiecluster. Echter op logistiek gebied is de ‘gap’ tussen het huidige en geambieerde toekomstige<br />
business model veel kleiner. Er is reeds veel expertise aanwezig en bedrijven en kennisinstellingen<br />
dienen deze in te zetten op steeds hoogwaardiger oplossingen te creëren. Zo biedt verdere specialisatie<br />
in bijvoorbeeld sectoren als food, flowers of life sciences, de mogelijkheden om complexe logisitieke<br />
netwerken in te richten rond thematiek als versheid, volledigheid, betrouwbaarheid, veiligheid en<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 76
geconditioneerd vervoer. In de vraaggestuurde scenario’s liggen er mogelijkheden voor de logistieke<br />
sector om oplossingen te bieden voor vraagstukken als mass-customization (maakindustrie en<br />
consumentenelektronica) of local sourcing (food en flowers busines). Ook ligt hier veel potentie voor het<br />
inrichten van proeftuinen voor nieuwe logistieke concepten en nieuwe technologieën, zoals elektrisch<br />
vervoer.<br />
Ook de groothandelsector heeft bovengemiddeld potentie in het toekomstgerichte business model van<br />
de <strong>MRA</strong>. De ‘gap’ die overbrugd dient te worden is groter dan binnen de logistieke sector. De grootste<br />
bedreiging voor de groothandelsector ligt in het feit dat het geografische zwaartepunt van de<br />
wereldhandel langzaam verschuift en Nederland haar positie op het vlak van global sourcing dreigt te<br />
verliezen. Voor de groothandelsector is het van belang zich te richten op nieuwe kansen op het vlak van<br />
in- en verkoop in de nieuwe economieën van China, India, Brazilië en Rusland. Daarnaast dient de<br />
groothandelsector haar positie te beschermen door efficiënter te opereren en nauwer samen te werken<br />
met klanten. In dit kader zijn zowel horizontale (delen van processen tussen groothandels) als verticale<br />
(digitaliseren relaties met klanten) van groot belang.<br />
De creatieve industrie combineert een bovengemiddelde potentie met een relatief kleine gap. De positie<br />
van de creatieve industrie is in de <strong>MRA</strong> redelijk ontwikkelt en er liggen in alle scenario’s veel kansen voor<br />
toekomstig succes. In een wereld van massa liggen er kansen om hoofdkantoren en logistieke<br />
dienstverleners te ondersteunen met de ontwikkeling van software en ‘apps’ die informatie ontsluiten<br />
en de interactie tussen producent en gebruiker verbeteren. In een wereld van maatwerk,<br />
geïndividualiseerde producten en diensten en optimale gebruikersinteractie is de creatieve industrie een<br />
belangrijke katalysator om andere sectoren de transitie te laten maken naar een vraaggestuurde<br />
economie.<br />
Het cluster zakelijke dienstverlening heeft in de meeste scenario’s een belangrijke rol om de<br />
economische dynamiek in de regio te waarborgen. Gespecialiseerde dienstverleners als advocaten,<br />
notarissen, fiscalisten, accountants en consultants zijn onder meer van belang om bedrijven te<br />
ondersteunen bij de inrichting van hun supply chains, bij het beschermen van intellectueel eigendom en<br />
bij het bepalen van groeistrategieën. Op dit moment heeft de regio Groot-Amsterdam een goed<br />
ontwikkelde internationale dienstensector, maar de vraag is hoe dit cluster zich de komende jaren zal<br />
ontwikkelen nu de groeimotor van het geheel, de financiële sector wegvalt. Zonder een voldoende<br />
sterke financiële en dienstensector is de kans groot dat bedrijven en uiteindelijk kennis uit de regio<br />
zullen wegtrekken.<br />
Belangrijke constatering uit bovenstaande analyse is dat de <strong>MRA</strong> vooral ook op zoek moet naar de<br />
kansen in cross-overs tussen clusters. Juist in de kruisbestuiving tussen sterke clusters kan de <strong>MRA</strong> zich<br />
onderscheiden. ICT is daarbij een belangrijke driver voor innovatie en vernieuwing in andere sectoren.<br />
7.4 Waardepropositie<br />
Nu helder is welke economische clusters de meeste potentie bieden, is het waardevol om te bezien<br />
welke elementen van de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> de meeste ontwikkeling behoeven. Zoals reeds<br />
beschreven en gevisualiseerd in figuur 11 ligt de de kern van de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> in haar<br />
‘kennisinfrastructuur’, ‘innovatieve cultuur’,‘human capital’, ‘connectiviteit’, ‘internationale<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 77
dienstensector’ en in mindere mate ‘quality of life’ en ‘brand name’. Opvallend is echter dat er bij de<br />
twee belangrijkste aspecten van de geambieerde waardepropositie eveneens sprake is van de grootste<br />
gap tussen de huidige en geambieerde toekomstige waarde. De kwaliteit van de kennisinfrastructuur en<br />
de mate van innovativiteit en ondernemendheid in de regionale cultuur is met andere woorden op dit<br />
moment onvoldoende om de transitie te maken naar het gewenste business model. Ook op het gebied<br />
van ‘human capital’ ligt ruimte voor verbetering. Op het vlak van connectiviteit, internationale<br />
dienstensector, brand name en quality of life lijkt de <strong>MRA</strong> haar zaken echter goed voor elkaar te hebben.<br />
Opvallend is verder dat het aspect duurzaamheid in het toekomstgerichte business model van<br />
ondergemiddeld belang is, maar dat er op dit vlak desondanks een flink gat overbrugd moet worden. Er<br />
is derhalve ook voor dit onderdeel veel aandacht gewenst.<br />
Gap huidige - toekomstige business model<br />
Economische schaal<br />
Duurzaamheid<br />
Vestigingsfactoren<br />
Figuur 13: Belang en 'Gap' onderscheidende aspecten waardepropositie<br />
Brand name<br />
Kennisinfrastructuur<br />
Innovatieve cultuur<br />
Human Capital<br />
Int. dienstensector<br />
Connectiviteit<br />
Quality of life Belang in toekomstig business model<br />
De bovenstaande analyse maakt duidelijk dat het relevant is de strategische conversatie over de<br />
strategie van de Board te focussen op de wijze waarop de <strong>MRA</strong> haar kennisinfrastructuur kan verbeteren<br />
en een innovatieve en ondernemende cultuur kan vestigen. De scenario’s bieden in dit kader inspiratie<br />
om na te denken over concrete strategisch opties. Zo kan de kennisinfrastructuur bijvoorbeeld gediend<br />
zijn bij de oprichting van een grootschalig en hoogwaardige bèta-instituut. Er kan bijvoorbeeld gedacht<br />
worden aan een samenwerkingsverband tussen de VU, UvA, de Universiteit Eindhoven en TNO.<br />
Daarnaast dient er aandacht te zijn voor een sterke kennistransfer tussen wetenschap en bedrijfsleven<br />
en de vorming van consortia van kennisinstellingen, bedrijven en overheden rondom maatschappelijke<br />
relevante thema’s, zoals ziektes, schaarste, nationale veiligheid, infrastructuur, watermanagement,<br />
etcetera. Er liggen kansen om de regio te ontwikkelen tot de ideale proeftuinlocatie voor nieuwe<br />
producten en concepten. Een goede internationale verankering is hierbij van belang, alsmede ruime<br />
beschikking over innovatieve financieringsvormen zoals publiek-private afspraken, de inbreng van<br />
private equity en crowd funding.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 78
Het waarborgen van een innovatieve<br />
en ondernemende cultuur is<br />
“De huidige kennisinfrastructuur innovatieve cultuur is<br />
eveneens een ‘no regret’ optie. De<br />
nog onvoldoende om de transitie naar een<br />
regio is meer dan ooit afhankelijk van<br />
voortdurende innovatie en de<br />
toekomstgericht business model te maken.”<br />
creativiteit, het vernieuwtalent en<br />
aanpassingsvermogen van individuen. Ondernemerschap dient gestimuleerd te worden door<br />
belemmeringen te elimineren, fiscale stimuleringsmaatregelen te treffen en zorg te dragen voor<br />
voldoende toegang tot risicokapitaal. Concrete interventies kunnen liggen in het bevoordelen van kleine<br />
ondernemingen in openbare aanbestedingen, het beperken van de aansprakelijkheid van<br />
ondernemingen bij faillissement en het vereenvoudigen van regelgeving voor startende ondernemers.<br />
Naast deze zaken is het belangrijk dat de regio zelf ook grote innovatieve bedrijven weet te acquireren.<br />
7.5 Randvoorwaarden<br />
Nu duidelijk is waar het verbeterpotentieel in de waardepropositie van de <strong>MRA</strong> zich bevindt, kan ook<br />
worden nagedacht over (beleids)opties binnen randvoorwaardelijke domeinen. In het toekomstgerichte<br />
business model worden met name de randvoorwaarden ‘onderwijs & onderzoek’, ‘infrastructuur’,<br />
‘leefbaarheid’ en ‘arbeidsmarkt’ als meest belangrijke onderwerpen genoemd.<br />
Gap huidige - toekomstige business model<br />
Governance<br />
Huisvesting<br />
Vestigingsklimaat<br />
Figuur 14: Belang en 'gap' randvoorwaarden<br />
Ondernemingsruimte<br />
Voorzieningen<br />
Kapitaal<br />
Arbeidsmarkt<br />
Onderwijs &<br />
Onderzoek<br />
Leefbaarheid<br />
Infrastructuur<br />
Belang in toekomstige business model<br />
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. illustreert dat de kwaliteit van onderwijs en onderzoek in de regio<br />
e meeste prioriteit moet krijgen. Het is veruit de belangrijkste randvoorwaarde voor succes en<br />
bovendien moet er een groot gat worden overbrugt om het geambieerde niveau te behalen. De grote<br />
noodzaak tot ontwikkeling is niet zonder reden. Veel landen die voorheen nauwelijks deelnamen aan<br />
kennisproductie ontwikkelen zich in razendsnel tempo tot volwaardige kennissamenlevingen.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 79
Voorbeelden zijn China, India, Korea maar ook de Latijns-Amerikaanse landen. Er is een verdergaande<br />
internationalisering van wetenschappelijke informatie en kennis, met wereldwijde bijna onmiddellijke<br />
toegankelijkheid van grote hoeveelheden open kennis en informatie, waardoor wereldwijd nieuwe<br />
producten en diensten sneller op de markt komen. Om op mondiaal niveau mee te kunnen komen zijn<br />
investeringen in onderwijs & onderzoek zodoende cruciaal. De scenario’s illustreren dat er legio kansen<br />
liggen voor innovatie, variërend van nieuwe concepten voor de zorg, tot nieuwe productiemethoden,<br />
nieuwe vormen van energie en nieuwe vormen van digitale interactie. Met name béta-kennis is in<br />
toenemende mate van belang. De <strong>MRA</strong> kan op deze gebieden een sterke mondiale positie innemen,<br />
maar hiervoor zijn investeringen nodig in zowel onderwijs als onderzoek die veel verder gaan dan het<br />
huidige beleid voorstaat. Samenwerking met andere Nederlandse regio’s is bijvoorbeeld noodzakelijk om<br />
de doorstroom van fundamenteel onderzoek naar innovatie en vermarkting te verbeteren. Vooral op het<br />
gebied van fundamenteel onderzoek en vermarkting van innovaties kan de regio een belangrijke bijdrage<br />
leveren. Tenslotte zou, gezien de grote nadruk op menselijk kapitaal in de economie van de <strong>MRA</strong>,<br />
onderwijs tot een hoofdonderwerp verklaard moeten worden. Het onderwijssysteem van Finland kan<br />
hierbij als voorbeeld dienen: meer investeren in docenten en breed en creatief leren, personalisering,<br />
professionele verantwoordelijkheid, onderwijskundig leiderschap en samenwerking en vertrouwen.<br />
Op het gebied van infrastructuur is de ‘gap’ kleiner, maar het belang erg hoog. De <strong>MRA</strong> zal zich moeten<br />
blijven inzetten voor de fysieke en digitale bereikbaarheid van de regio, aangezien dit een belangrijke<br />
basis biedt voor de ontwikkeling van haar belangrijkste sectoren. Investeringen in leefbaarheid zijn<br />
eveneens van groot belang en hier is de gap tussen de huidige situatie en de geambieerde situatie<br />
aanzienlijk. Om als regio aantrekkelijk te zijn voor inwoners en talent is het van groot belang zorg te<br />
dragen voor een aantrekkelijke en leefbare stad. Dit punt is eveneens van belang het realiseren van een<br />
kwalitatief hoogwaardige arbeidsmarkt. Voor de <strong>MRA</strong> is een kwalitatief hoogwaardige arbeidsmarkt van<br />
groot belang, daarom kan er naast het verbeteren van de kwaliteit en het aanbod van educatie, verder<br />
worden ingezet op het verder terugdringen van schooluitval, het verkleinen van de afstand tot de<br />
arbeidsmarkt voor arbeidspotentieel, betere aansluiting tussen vraag vanuit het bedrijfsleven en aanbod<br />
van kennisinstellingen, het aantrekken van kennismigranten, en het verder flexibiliseren van de<br />
arbeidsmarkt. Tenslotte, dient de Board aandacht te houden voor het verbeteren van de<br />
beschikbaarheid van kapitaal om kennis, innovatie en ondernemerschap te kunnen stimuleren.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 80
8 Roadmap en besturing<br />
In het vorige hoofdstuk is op basis van de vier scenario’s voor de metropoolregio Amsterdam een<br />
toekomstgericht business model opgesteld. Er is in dit hoofdstuk eveneens ingegaan op de onderdelen<br />
van het business model waar het meeste verbeterpotentieel ligt voor de <strong>MRA</strong>. In 2013 zal de Board een<br />
traject inzetten, waarin een lange termijn strategie wordt ontworpen die de zwakheden in het huidige<br />
business model zal adresseren en zal voortbouwen op de onderdelen waarin de <strong>MRA</strong> excellente kansen<br />
heeft. In dit hoofdstuk wordt in hoofdlijnen de road map voor 2013 gepresenteerd. Eveneens wordt<br />
ingegaan op de wijze waarop de Board in de toekomst sturing wil geven aan haar activiteiten, onder<br />
meer door de inzet van de in dit discussiedocument gepresenteerde denkmodellen.<br />
8.1 Road map<br />
Het onderhavige discussiedocument heeft ten doel een strategische conversatie te stimuleren tussen de<br />
Board en haar stakeholders over de lange termijn strategie van de <strong>MRA</strong>. De gepresenteerde scenario’s<br />
zijn een belangrijk hulpmiddel om externe onzekerheid en toekomstoriëntatie centraal te stellen in een<br />
dialoog tussen stakeholders. Ze kunnen dienen als decor bij het voeren van een gesprek over<br />
toekomststrategie. De visualisatie van het toekomstig business model dat op basis van de scenario’s tot<br />
stand is gekomen, heeft ten doel een indicatie te geven over de belangrijkste focusgebieden voor een<br />
lange termijn strategie van de <strong>MRA</strong>. Figuur 15 geeft een indicatie van het traject dat de Board voorstaat<br />
om in 2013 samen met de belangrijkste stakeholders in de metropoolregio te komen tot een brede en<br />
gewogen lange termijn strategie.<br />
Figuur 15: Road map 2013<br />
Presentatie<br />
•<strong>MRA</strong>-congres<br />
•Overige events<br />
•Scenarioboek<br />
Prioritering<br />
•Focusgebieden<br />
Consultatie<br />
•Clusters<br />
•Domeinen<br />
•Gemeenten<br />
Lange termijn<br />
strategie<br />
•Toetsing<br />
•Confirmatie<br />
•Effectuering<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 81
De eerste stap in bestaat uit het presenteren van het onderliggende materiaal dat de discussie over<br />
strategiebepaling dient te voeden. De Board zal de eerste maanden van 2013 gebruiken om met behulp<br />
van verschillende media en tijdens verschillende bijeenkomsten een toelichting te geven op de<br />
scenarioset en de contouren van een geambieerd toekomstgericht business model. In dit kader zal een<br />
website worden ingericht, een pakkend boekje met de scenario’s worden opgesteld en een toelichting<br />
gegeven tijdens verschillende bijeenkomsten, waaronder het <strong>MRA</strong>-congres.<br />
Na de presentatie van en eerste dialoog over de scenario’s en het geambieerde business model, zal de<br />
Board de kaders scheppen voor een strategische conversatie met betrokkenen. De Board zal op basis van<br />
de gedane analyse een uitspraak doen over de belangrijkste thema’s en sectoren, die in de lange termijn<br />
strategie dienen te worden geadresseerd. Hiermee creëert de Board als het ware zoekvelden,<br />
waarbinnen betrokken bedrijven, kennisinstellingen en overheden kunnen nadenken over<br />
toekomstgerichte interventies.<br />
Nadat de Board de kaders van de strategische opdracht heeft geformuleerd, wordt aangevangen met<br />
een uitgebreide stakeholder consultatie. Leden van de Board gaan graag het gesprek aan met<br />
representanten van de economische clusters, de belangrijkste domeinen en de verschillende gemeenten<br />
binnen de <strong>MRA</strong>. In deze gesprekken kan worden nagedacht over concrete strategische mogelijkheden<br />
om de ambities in te vullen, te verfijnen en te concretiseren. Er wordt met andere woorden nagedacht<br />
over hoe en door wie interventies moeten worden gepleegd om het geambieerde toekomstige business<br />
model te kunnen verwezenlijken.<br />
Op basis van de uitkomsten van de consultatieronde zal in het najaar 2013 een voorstel worden gedaan<br />
voor de lange termijn economische strategie van de <strong>MRA</strong>. De verschillende strategische opties zullen in<br />
het licht van het business model en de scenario’s worden getoetst op relevantie en bovendien worden<br />
beoordeeld op uitvoerbaarheid en samenhang met bestaande meerjarenstrategieën. De lange termijn<br />
strategie die zich in deze fase uitkristalliseert zal voorts door de Board worden geratificeerd, waarna de<br />
implementatie en monitoring zal starten.<br />
8.2 Sturingsbenadering<br />
Het scenarioplanning en strategietraject dat de board verricht is geen stand alone activiteit, maar is een<br />
integraal onderdeel van de sturingsfilosofie van de Board. De Board acht het haar belangrijkste taak om<br />
het business model van de <strong>MRA</strong> te blijven verbeteren en beschermen en hiermee de waarde die wordt<br />
gecreëerd in de regio te vergroten. In haar sturingsbenadering focust de Board zowel op de creatie en<br />
validatie van een toekomstvaste strategie als op een effectieve uitvoering hiervan. Hiertoe maakt het<br />
gebruik van een tweetal sturingslussen (zie figuur 16).<br />
De externe lus (linkerzijde) illustreert de stappen die Board met regelmaat zal zetten om de validiteit van<br />
haar strategie te bewaken. Het met regelmaat scannen van de externe omgeving en het updaten van de<br />
scenario’s heeft ten doel te garanderen dat er een helder beeld blijft bestaan bij de gewenste<br />
eigenschappen van het business model van de stad en de geëigende strategie om dit business model te<br />
verwezenlijken. Met behulp van een early warning systeem kunnen veranderingen in de<br />
waarschijnlijkheid van scenario’s worden gemonitord en de implicaties op het business model en<br />
strategie worden geduid.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 82
Figuur 16: Sturingsbenadering Board<br />
De tweede lus –de interne lus- is even belangrijk en heeft ten doel het gewenste business model<br />
daadwerkelijk te realiseren. Op basis van de karakteristieken van het optimale business model wordt in<br />
deze lus een concrete strategie geformuleerd en voorzien van heldere en meetbare prestatie-indicatoren<br />
(KPI’s). Op basis van deze indicatoren, heldere streefwaarden voor de komende jaren en duidelijk<br />
benoemde eigenaren worden middelen gealloceerd en de strategie daadwerkelijk uitgevoerd. De Board<br />
acht zich hierbij verantwoordelijk om jaarlijks te monitoren hoe de realisatie van de strategie zich<br />
verhoudt tot doelstellingen en streefwaarden. De leereffecten die ontstaan door de jaarlijkse evaluatie<br />
van uitvoeringsdoelen vormen op hun beurt input voor een eventuele bijstelling van het geambieerde<br />
business model.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 83
8.3 Dashboard<br />
De Board zal het komende jaar een integraal dashboard ontwikkelen, om op vier niveaus de voortgang<br />
en geboekte resultaten op een transparante wijze inzichtelijk te maken voor alle stakeholders. Kern van<br />
het dashboard wordt een kwantitatieve monitor met economische data voor de <strong>MRA</strong> en de clusters. in<br />
onderstaande figuur is dit schematisch weergegeven.<br />
Figuur 17: Opzet dashboard<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 84
Bibliografie<br />
Agentschap NL (2011), Bio-based economie in Duitsland: sterk in kennis en natuurlijke bronnen,<br />
gepubliceerd op www.agentschap.nl, 5 december 2011.<br />
AIM (2009), Life Sciences in Business, AIM Amsterdam Innovation Motor, October 2009.<br />
Amsterdam Economic Board (2011), Kennis & innovatieagenda, te downloaden via:<br />
http://www.i<strong>amsterdam</strong>.com/nl-NL/Business/Amsterdam-Economic-Board/About-the-Amsterdam-<br />
Economic-Board/Knowledge-and-Innovation-Agenda.<br />
AWT (2012), De wedloop om kennis. De kennissamenleving in internationaal perspectief, Adviesraad<br />
voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid, juni 2012.<br />
Balkenende, Prof. dr. Jan Peter (2011), Over governance en maatschappelijke verantwoordelijkheid:<br />
hoe verder? Oratie 24 maart 2011, Erasmus Universiteit Rotterdam.<br />
Breunesse E.A. en M.F. de Vries (2011), Strategic control: het professionaliseren van intern toezicht<br />
op strategievorming, Kluwer.<br />
CPB (2010), The Netherlands 2040. De toekomst van de Nederlandse economie in vier scenario’s, te<br />
downloaden via: http://www.nl2040.nl/downloads.htm.<br />
Deloitte (2011), The Netherlands “Gateway to Europe”, Rotterdam: Deloitte The Netherlands.<br />
Dynamar (2011), Toetsing Goederenstroomprognose 2020-2040. Noordzeekanaalgebied achter de<br />
zeesluis. Dynamar B.V., april 2011.<br />
Entzinger, H. en P. Scheffer (2012), De staat van integratie in Amsterdam en Rotterdam, onderzoek<br />
uitgevoerd door COS en O+S in opdracht van de Gemeente Rotterdam en de Gemeente Amsterdam,<br />
te downloaden via: http://www.os.<strong>amsterdam</strong>.nl/pdf/2012_destaatvanintegratie.pdf.<br />
Ernst & Young (2011), Trading places. The emergence of new patterns of international trade.<br />
Published in collaboration with Oxford Economics.<br />
Geenhuizen, M. van (2011), Valoriseren van kennis vraagt om meer verankering. Op weg naar hoger<br />
profijt van universiteit in stad en regio, onderzoek in opdracht van TU Delft en NICIS, augustus 2011.<br />
Haven Amsterdam (2009), Slimme haven. Havenvisie gemeente Amsterdam 2008-2020, te<br />
downloaden via:<br />
http://www.portof<strong>amsterdam</strong>.nl/docs/nl/Havenvisie/Slimme%20Haven%20havenvisie%20gemeente<br />
%20Amsterdam%202008-2020%2028112008.pdf.<br />
Havenbedrijf Rotterdam (2011), Havenvisie 2030 Port Compass, te downloaden via:<br />
http://www.portofrotterdam.com/nl/Over-de-haven/havenrotterdam/havenvisie2030/Documents/Havenvisie2030/index.html.<br />
Het Financieele Dagblad (2012), Ruilhandel grijpt om zich heen, dinsdag 21 februari 2012.<br />
Het Parool (2012), Partners vullen KLM’s witte plekken op, Het Parool, zaterdag 20 oktober 2012.<br />
Holland Financial Centre (2012), Future for Financial Services. Young HFC, verkregen via:<br />
http://www.hollandfinancialcentre.com/news.php?id=2133&language=NL<br />
ING Equity Markets(2010), Third industrial revolution. Multi-committed company (MCC): the<br />
archetype to capture consumer loyalty, te downloaden via:<br />
http://www.verduurzamingvoedsel.nl/files/publicaties/third-industrial-revolution-ing1.pdf.<br />
ING (2011), Opheffen euro breekt ons op. Handel en financien maken Nederland kwetsbaar, ING<br />
Economisch Bureau, 6 december 2011.<br />
ING Economisch Bureau (2012), Ondernemen naar 2020. Kansen voor ambitieuze ondernemers, te<br />
downloaden via: www.fghs.nl/files_content/ING-Ondernemen.pdf.<br />
ING (2012), Eurocrisis: liever oplossen dan opbreken, ING Economisch Bureau, 4 september 2012.<br />
ING (2012), Toeleveren aan de Duitse maakindustrie. Een wereld te winnen. ING Economisch Bureau,<br />
18 september 2012.<br />
ING (2012), My Industry 2030.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 85
Jeremy Rifkin (2011), The third industrial revolution: how lateral power is transforming energy, the<br />
economy, and world, New York: Palgrave Macmillan.<br />
Kamer van Koophandel (2009), Ruimtelijk economisch ontwikkelingsplan metropoolregio<br />
Amsterdam.<br />
Kerngroep Logistiek (2012), Programma Smart Logistics Amsterdam 2012-2015, Kerngroep Logistiek<br />
Amsterdam Economic Board, mei 2012.<br />
NRC (2009), Nederland is nu nog een kennisland, column van Robbert Dijkgraaf NRC Handelsblad, 1<br />
maart 2009.<br />
McKinsey (2011), Towards a Circular Economy. Economic and business rationale for an accelerated<br />
transition, initiative by the Ellen MacArthur Foundation, retrieved from:<br />
http://www.ellenmacarthurfoundation.org/circular-economy/circular-economy.<br />
NRC (2012), Stemwijzer, NRC Weekend zaterdag 8 september & zondag 9 september 2012<br />
NRC (2012), De torenhoge ambities van Silicon Alley, Economie, NRC weekend zaterdag 3 november<br />
& zondag 4 november 2012.<br />
O+S (2010), Metropoolregio Amsterdam 2010. De beleving en het gebruik van de Metropoolregio<br />
door haar inwoners, onderzoek in opdracht van de gemeenten Almere, Amstelveen, Amsterdam,<br />
Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad, te downloaden via:<br />
http://www.os.<strong>amsterdam</strong>.nl/pdf/2010_metropoolregio.pd.<br />
O+S (2010), Monitor creatieve industrie 2010, in opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling<br />
en CCAA, Dienst Onderzoek & Statistiek, augustus 2010.<br />
O+S (2011), De Staat van de stad Amsterdam VI. Ontwikkeling in participatie en leefsituatie,<br />
Amsterdam: Dienst Onderzoek en Statistiek.<br />
Planbureau voor de Leefomgeving (2012), Climate and Energy Roadmaps towards 2050 in northwestern<br />
Europe, Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.<br />
Planbureau voor de Leefomgeving (2012), De international concurrentiepositie van de topsectoren,<br />
te downloaden via: http://www.pbl.nl/publicaties/2012/de-internationale-concurrentiepositie-vande-topsectoren<br />
Planbureau voor de Leefomgeving (2012), De ratio van ruimtelijk-economisch topsectorenbeleid, te<br />
downloaden via: http://www.pbl.nl/publicaties/2012/de-ratio-van-ruimtelijk-economischtopsectorenbeleid<br />
PwC (2010), Seizing the day. The impact of the global financial crisis on cities and local public<br />
services, Government and Public Sector, te downloaden via:<br />
http://www.pwc.com/en_GX/gx/psrc/pdf/seizing_the_day.pdf.<br />
Sassen, S. (2006), Cities in a World Economy, Fourth Edition, Thousand Oaks: SAGE Publication Inc.<br />
SEO Economisch Onderzoek (2009), OECD-Review of Higher Education Institutions in Regional and<br />
City Development: Self-evaluation report of Amsterdam, IMHE, te downloaden via:<br />
http://www.oecd.org/edu/imhe/regionaldevelopment/ of http://www.seo.nl/en/page/article/oecdreview-of-higher-education-institutions-in-regional-and-city-development-self-evaluation-repor/<br />
SER (2011), Strategische agenda hoger onderwijs, onderzoek en wetenschap, Commissie<br />
Arbeidsmarkt- en onderwijsvraagstukken, adviesnr. 2011/07, te downloaden via:<br />
http://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010-2019/2011/b29702.aspx.<br />
Stichting Urgenda (2010), Samen sneller duurzaam. Urgenda visie 2050, Amsterdam, januari 2010.<br />
Tegenlicht (2012), Power to the People, Tegenlicht documentaire uitgezonden op 8 oktober 2012, te<br />
bekijken via: http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2012-2013/power-to-the-people.html.<br />
The economist (2012), Manufacturing and Innovation, Special Report, 21 April 2012.<br />
TNO (2010), Megatrends: A Broad Outlook on Innovation, te downloaden via:<br />
http://www.tno.nl/content.cfm?context=thema&content=prop_publicatie&laag1=897&laag2=918&l<br />
aag3=113&item_id=797.<br />
TNO (2012), Wetenschap is de motor van innovatie. Negen vragen aan Robbert Dijkgraaf, President<br />
van de KNAW, TNO Time, voorjaar 2012, pp. 12-15.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 86
TNO, VU en Ernst & Young (2012), Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2012, in<br />
opdracht van Economische Zaken van de Gemeente Amsterdam en Kamer van Koophandel<br />
Amsterdam, te downloaden via:<br />
http://www.os.<strong>amsterdam</strong>.nl/pdf/2012_economische_verkenningen_mra.pdf.<br />
Topteam Agro & Food (2012), Topsector Agro & Food. Internationaliseringsoffensief, 5 april 2012.<br />
Topteam Energie (2011), Rapportage bij innovatiecontracten Topsector Energie maart 2012,<br />
gepubliceerd op www.top-sectoren.nl, april 2012.<br />
Topteam Hoofdkantoren (2011), Met hoofdkantoren naar de top. Actie-agenda opgesteld door het<br />
Topteam Hoofdkantoren, juni 2011.<br />
Topteam Life Sciences & Health (2011), Topsectorplan Life Sciences & Health. Voor een gezond en<br />
welvarend Nederland, Agentschap NL , 17 juni 2011.<br />
Topteam Logistiek (2011), Partituur naar de top. Adviesrapport Topteam Logistiek. Juni 2011.<br />
VGB (2010), Dynamiek in perspectief. De VGB visie op de sierteeltgroothandel 2010-2020,<br />
Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten, te downloaden via:<br />
http://www.vgb.nl/tiny_mce_upload/Organisatie/Visie/Visie%20rapport%20def.pdf.<br />
VNO-NCW (2012), Nederland leeft van Europa, gezamenlijk initiatief van VNO-NCW, MKB-Nederland<br />
en LTO Nederland, augustus 2012.<br />
Vries, M.F. de en I. van Hanswijk Pennink, City Strategy (2012). Het ontwikkelen van een robuuste<br />
toekomststrategie voor stad en regio, Delft: Uitgeverij Eburon.<br />
Waal, J. van der, Stedelijke economieën in een tijd van mondialisering. Arbeidsmarktkansen en<br />
etnocentrisme van laaggeschoolden in Nederlandse steden, NICIS Institute, Amsterdam: Amsterdam<br />
University Press.<br />
WRR (2010), Aan het buitenland gehecht. Over verankering en strategie van Nederlands<br />
buitenlandbeleid, WRR rapporten aan de regering 85, te downloaden via:<br />
http://www.wrr.nl/fileadmin/nl/publicaties/PDF-Rapporten/Aan_het_buitenland_gehecht.pdf<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 87
Interviews<br />
Expert Organization Position<br />
Jan Peter Balkenende Ernst & Young, Erasmus Universiteit<br />
Rotterdam, International Advisory Board<br />
Rotterdam<br />
Frans Berkhout The Amsterdam Global Change Institute,<br />
Vrije Universiteit Amsterdam<br />
Arnout Boot Amsterdam Center for Law & Economics,<br />
Universiteit van Amsterdam<br />
Victor van der Chijs Architecture and design office OMA,<br />
Topteam Creatieve Industrie<br />
Consultant/Partner, Professor,<br />
Voorzitter<br />
Directeur, Professor of Innovation<br />
and Sustainability<br />
Directeur, Hoogleraar<br />
Ondernemingsfinanciering en<br />
financiële markten<br />
Algemeen directeur/ Partner,<br />
Boegbeeld<br />
Mark Cliffe ING Group Chief Economist<br />
Robbert Dijkgraaf Institute for Advanced Study, Princeton President<br />
Marry de Gaay Fortman Houthoff Buruma Advocaat/Partner<br />
Dany Jacobs Amsterdam School of Economics,<br />
Universiteit van Amsterdam<br />
Sjoerd van Keulen Holland Financial Centre, Topteam<br />
Hoofdkantoren<br />
Professor Industrial Dynamics<br />
and Innovation Policy<br />
Voorzitter, Boegbeeld<br />
Joop Krul Kamer van Koophandel Lid Algemeen Bestuur<br />
Amandus Lundqvist SURF, HTSP, Topteam High Tech Voorzitter, Boegbeeld<br />
Gerard Menting FrieslandCampina Directeur Corporate<br />
Organizational Development<br />
Peter Nijkamp Ruimtelijke Economie, Vrije Universiteit<br />
Amsterdam<br />
Jan Nijman Centre for Urban Studies, University of<br />
Amsterdam<br />
Professor of Regional, Urban and<br />
Environmental Economics<br />
Directeur, Professor of Urban<br />
Studies<br />
Koos van Oord Van Oord NV Voorzitter (voormalig boegbeeld<br />
topteam Water)<br />
Alexander Rinnooy Kan Universiteit van Amsterdam Hoogleraar Policy Analysis in the<br />
Private and Public Sectors,<br />
Voormalig Voorzitter SER<br />
Joop Sistermans Brainport Development Eindhoven Voorzitter Raad van<br />
Commissarissen<br />
Paul Tang Boer & Croon, De Groene Amsterdammer Associé, Columnist<br />
Pieter Tordoir Universiteit van Amsterdam Hoogleraar Economische<br />
geografie en planologie<br />
Jeroen van der Veer ING Group Voorzitter, (voormalig boegbeeld<br />
topteam Energie)<br />
Rein Willems Essent, VLBG, Kon Joh Enschede Voorzitter (voormalig boegbeeld<br />
topteam Chemie)<br />
Leo van Wijk Air France-KLM Vice-voorzitter (voormalig<br />
boegbeeld topteam Logistiek)<br />
Leo van Wissen NIDI, Rijksuniversiteit Groningen Directeur, Hoogleraar<br />
Economische Demografie<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 88
Dankwoord<br />
De scenariostudie voor de Metropoolregio Amsterdam is uitgevoerd in opdracht van de Amsterdam<br />
Economic Board en had niet mogelijk geweest zonder de nadrukkelijke inzet van Antonio Carretero –<br />
Amsterdam Economic Board, Dick Freling – Kamer van Koophandel Amsterdam, Patricia van Hemert –<br />
Vrije Universiteit, Rico Luman – ING Economisch Bureau, Linda Koeman – Economische Zaken<br />
Amsterdam, Steef de Looze – Metropoolregio Amsterdam, Maurits Schaafsma – Schiphol Group, Martijn<br />
van Vliet – Economische Zaken Amsterdam, Michiel de Vries – Ernst & Young. Ook de leden van de<br />
stuurgroep vanuit de Amsterdam Economic Board hebben in zeer belangrijke mate bijgedragen aan de<br />
totstandkoming van de scenarioanalyse. Daarvoor dank aan Marja Zonnevylle - Shell, Hans van der<br />
Noordaa - ING, Arthur van Dijk - Gemeente Haarlemmermeer en Peter Nijkamp – Vrije Universiteit.<br />
Voor de scenariostudie zijn experts geïnterviewd. De Amsterdam Economic Board stelt in het bijzonder<br />
de input op prijs van Alexander Rinnooy Kan, Amandus Lundqvist, Dany Jacobs, Frans Berkhout, Jan Peter<br />
Balkenende, Jan Nijman, Jeroen van der Veer, Joop Krul, Koos van Oord, Leo van Wissen, Marie de Gaay<br />
Fortman, Mark Cliffe, Paul Tang, Pieter Tordoir, Rein Willems, Robbert Dijkgraaf, Sjoerd van Keulen,<br />
Victor van der Chijs en de ondersteuners van de economische clusters in de <strong>MRA</strong>.<br />
Voor de totstandkoming van deze publicatie leverden Economische Zaken Gemeente Amsterdam, Vrije<br />
Universiteit Amsterdam en het Stadsarchief Gemeente Amsterdam belangrijke bijdragen. De Amsterdam<br />
Economic Board wil hen hiervoor hartelijk danken.<br />
AMSTERDAM ECONOMIC BOARD FEBRUARI 2013 89