Programmaboek - Franz Liszt Kring
Programmaboek - Franz Liszt Kring
Programmaboek - Franz Liszt Kring
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
LW A8, die Schumann door middel van<br />
een correctieverwijzing in zin Düsseldorfer<br />
tijd had ingevoegd:“(Allegro in<br />
C moll)” en in de uitgave in de uitgave<br />
van 1827 staat boven deze nr. 8 de tempoaanduiding<br />
“Allegro con spirito”; het<br />
stuk staat in c-klein.<br />
Hoe staat het nu met <strong>Liszt</strong>? Wanneer<br />
verscheen Schumann in zijn blikveld?<br />
Het moet al omstreeks 1834 zijn<br />
geweest dat <strong>Liszt</strong> het eerste werk van<br />
Schumann heeft leren kennen, want<br />
Pixis schreef op 21 februari 1834 aan de<br />
uitgever Hofmeister:<br />
“Vor ein Paar Tagen hat <strong>Liszt</strong>, dem ich<br />
Schumann’s Variationen brachte, dieselben<br />
vorgelesen; aber so etwas kann sich kein<br />
Mensch vorstellen! von Anfang bis ans Ende<br />
ohne einen Anstoß, nicht drei falsche Noten,<br />
alle nur denkbaren und alle dastehenden<br />
Ausdrücke, ein Feuer und Geist, daß ich<br />
erstaunt dastand und nicht wußte, was zu<br />
sagen! Schumann wäre außer sich gerathen,<br />
hätte er sein Werk so vortragen hören! <strong>Liszt</strong><br />
ist sehr damit zufrieden und hat mich gebeten,<br />
ihm ja alle Werke dieses jungen<br />
Tonsetzers kommen zu lassen.”<br />
Hier gaat het hoogstwaarschijnlijk<br />
niet om Schumanns opus 1, de Abegg-<br />
Variationen, zoals in de Schumann-literatuur<br />
te lezen is, maar tamelijk zeker om<br />
zijn opus 5, het vroegste, te Parijs in<br />
1834 door uitgever Richault gepubliceerde<br />
werk van Schumann. Zeker dacht<br />
deze bij de uitgave aan de bekendheid<br />
van de naam Clara Wieck, wat teweeggebracht<br />
was door haar reis naar Parijs<br />
in 1832, want de titel van opus 5 luidt<br />
Impromptus sur une romance de Clara<br />
Wieck.<br />
Dit was de eerste kennismaking. Ik<br />
maak nu een geweldige sprong in de tijd<br />
van het begin naar het einde. Hoe was<br />
het met beide componisten gesteld aan<br />
het einde van ieders leven? We weten dat<br />
het omstreeks het midden van de negentiende<br />
eeuw kookte in de muziekesthetiek,<br />
en dat er vanaf 1860 een verbitterde<br />
strijd was uitgebroken tussen de ‘Neudeutschen’<br />
(<strong>Liszt</strong> en Wagner) en de<br />
‘Conservatieven’ (Brahms en Schumann).<br />
Als Schumann niet in 1856 zou zijn<br />
gestorven had hij zich zeker aangesloten<br />
bij het Brahms-kamp, als hij daar al niet<br />
de aanvoerder van was geworden, want<br />
3<br />
aan het eind van zijn leven kunnen we<br />
bij hem een sterk kritische houding ten<br />
aanzien van <strong>Liszt</strong> constateren. Zo schreef<br />
hij, nadat hij Johannes Brahms had leren<br />
kennen, in een brief aan Joseph Joachim<br />
op 7 oktober 1853:<br />
“Nun ich glaube, Johannes ist der wahre<br />
Apostel, der auch Offenbarungen schreiben<br />
wird, die viele Pharisäer, wie die alten, auch<br />
nach Jahrhunderten noch nicht enträthseln<br />
werden; nur die andern Apostel verstehen<br />
ihn, auch vielleicht Judas Ischarioth, der aber<br />
getrost an der Ilm dociren mag. Dies alles ist<br />
nur für den Apostel Joseph.”<br />
<strong>Liszt</strong>, de Judas Iskarioth van Weimar<br />
(aan de Ilm), gold voor Schumann dus<br />
als een verrader binnen het ‘Nieuwe<br />
Testament’ van de Romantici! Slechts<br />
een maand voor zijn ineenstorting uitte<br />
Schumann zich nog explicieter tegenover<br />
Richard Pohl in een brief van 6<br />
februari 1854:<br />
“Daß Sie der Hoplit waren, wußt ich<br />
gar nicht. Denn ich harmoniere nicht sonderlich<br />
mit seinem und seiner Partheÿ <strong>Liszt</strong>-<br />
Wagnerschen Enthusiasmus.Was Sie für<br />
Zukunftsmusiker halten, das halt’ ich für<br />
Gegenwartsmusiker, und was Sie für<br />
Vergangenheitsmusiker (Bach, Händel,<br />
Beethoven), das scheinen mir die besten<br />
Zukunftsmusiker. Geistige Schönheit in<br />
<strong>Liszt</strong> als dirigent,<br />
omstreeks 1853<br />
(cat. 68).