XV-5080 Gebruikers Handleiding - Roland
XV-5080 Gebruikers Handleiding - Roland
XV-5080 Gebruikers Handleiding - Roland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Handleiding</strong><br />
Van harte bedankt voor uw aankoop van de <strong>Roland</strong> <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Synthesizer<br />
Module.<br />
Alvorens met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te werken zou u de hoofdstukken “Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op<br />
blz. 3 en “Belangrijke opmerkingen” op blz. 5 moeten lezen. Daar vindt u namelijk belangrijke inlichtingen<br />
over wat u wel en niet mag doen en over het juiste gebruik. Bewaar deze handleiding<br />
op een veilige plaats op omdat u ze later beslist nog een nodig hebt.<br />
Deze oorspronkelijke engelstalige handleiding omvat drie delen: “Quick Start”, “Owner’s Manual”<br />
en “Q&A, Sound List” Die hebben we in het Nederlands samengevat tot één (vrij lijvig) boek.<br />
Het voordeel daarvan is dat u alles bij de hand hebt.<br />
Microsoft en MS-DOS zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.<br />
Microsoft, Windows en Windows NT zijn geregistreerde handlesmerken van Microsoft Corporation.<br />
MacOS is een handlesmerk van Apple Computer, Inc.<br />
Zip is een handelsmerk van Iomega Corporation.<br />
SmartMedia is een handelsmerk van Toshiba Corporation.<br />
Alle andere hadelsmerken en productnamen in deze handleiding zijn eigendom van de betreffende<br />
bedrijven en worden uitdrukkelijk erkend.<br />
* De afbeeldingen in deze handleiding berusten op de fabrieksinstellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en komen<br />
dus niet altijd overeen met wat u op uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Desondanks zijn we ervan overtuigd dat u meteen<br />
snapt wat de bedoeling is.<br />
Copyright © 2000 ROLAND CORPORATION<br />
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag, geheel of gedeeltelijk, gekopieerd<br />
worden zonder de schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
Opmerkingen voor uw veiligheid<br />
2<br />
CAUTION<br />
RISK OF ELECTRIC SHOCK<br />
DO NOT OPEN<br />
ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR<br />
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK,<br />
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).<br />
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.<br />
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.<br />
De bliksemschicht in een een driehoek wijst de gebruiker op<br />
niet geïsoleerde "gevaarlijke spanningen" in het inwendige<br />
van dit instrument die sterk genoeg zijn om voor ernstige<br />
elektrokutie te zorgen.<br />
Het uitroepteken in een driehoek wijst de gebruiker op het<br />
feit dat alle voor het juiste gebruik van dit apparaat<br />
noodzakelijke instructies te vinden zijn in de bijgeleverde<br />
handleiding.<br />
TIPS VOOR HET VERMIJDEN VAN BRAND, ELEKTROKUTIE EN VERWONDINGEN VAN PERSONEN<br />
OPMERKINGEN VOOR UW VEILIGHEID<br />
Lees deze instructies aandachtig door.<br />
WAARSCHUWING - Tijdens het gebruik van elektronische apparaten moet u altijd op de volgende punten letten:<br />
1. Lees alle instructies aandachtig door.<br />
2. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.<br />
3. Volg alle waarschuwingen op.<br />
4. Lees alle instructies aandachtig door.<br />
5. Gebruik dit instrument nooit in de buurt van water.<br />
6. Maak het apparaat enkel schoon met een zachte droge<br />
doek.<br />
7. Blokkeer nooit de ventilatie-openingen van het apparaat<br />
(indien aanwezig). Stel het enkel overeenkomstig de<br />
instructies van de fabrikant op.<br />
8. Plaats het instrument nooit vlak bij warmtebronnen, zoals<br />
stoven, ovens, radiatoren of gelijk welk ander apparaat dat<br />
veel warmte genereert.<br />
9. Sluit dit instrument enkel aan op een stroomnet dat, hetzij<br />
in de handleiding, hetzij op het naamplaatje aan de<br />
achterkant, uitdrukkelijk wordt vermeld.<br />
10. Zorg ervoor dat niemand over het netsnoer kan struikelen.<br />
Dat is met name gevaarlijk in de buurt van het stopcontact,<br />
maar kan ook in de buurt van de aansluitingen op het<br />
instrument ervoor zorgen dat de aders breken.<br />
11. Gebruik enkel de uitdrukkelijk door de fabrikant<br />
aanbevolen opties en uitbreidingen.<br />
12. Gebruik enkel karretjes, stands, houders<br />
enz. die door de fabrikant uitdrukkelijk<br />
worden aanbevolen. Andere stands e.d.<br />
kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.<br />
13. Verbreek de aansluiting op het lichtnet tijdens een onweer<br />
of wanneer u het instrument langere tijd niet wenst te<br />
gebruiken.<br />
14. Laat alle onderhoudswerken en herstellingen over aan een<br />
door <strong>Roland</strong> erkende herstellingsdienst. Als het netsnoer<br />
beschadigd is of wanneer er vloeistoffen of regenwater in<br />
het inwendige terecht zijn gekomen, moet u het instrument<br />
onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met een<br />
erkende herstellingsdienst.<br />
For the U.K.<br />
IMPORTANT: THE WIRES IN THIS MAINS LEAD ARE COLOURED IN ACCORDANCE WITH THE FOLLOWING CODE.<br />
BLUE:<br />
BROWN:<br />
NEUTRAL<br />
LIVE<br />
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying<br />
the terminals in your plug, proceed as follows:<br />
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.<br />
The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.<br />
Under no circumstances must either of the above wires be connected to the earth terminal of a three pin plug.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN<br />
Over de VOORZICHTIG en LET OP labels Over de symbolen<br />
VOORZICHTIG<br />
LET OP!<br />
Wijst de gebruiker op het risico op<br />
dodelijke ongevallen of zware verwondingen<br />
als gevolg van een fout<br />
gebruik van dit apparaat.<br />
Het foute gebruik van dit apparaat kan<br />
leiden tot verwondingen en of materi le<br />
schade.<br />
* "Materi le" schade heeft betrekking op<br />
het beschadigen van het meubilair of<br />
andere huishoudelijke voorwerpen<br />
evenals huisdieren enz.<br />
VOORZICHTIG<br />
• Lees eerst de volgende punten door en<br />
gebruik dan pas uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Zo bent u er<br />
zeker van dat u hem op de juiste manier bedient.<br />
....................................................................................................<br />
• Open nooit de behuizing van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of<br />
van het bijgeleverde netsnoer.<br />
....................................................................................................<br />
• Probeer nooit de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zelf te herstellen<br />
(tenzij u in de handleiding uitdrukkelijke<br />
instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle<br />
herstellings- en onderhoudswerken over aan<br />
een door <strong>Roland</strong> erkende technische dienst.<br />
....................................................................................................<br />
• Zet de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nooit op plaatsen die de volgende<br />
kenmerken vertonen:<br />
• Plaatsen die onderhevig zijn aan sterke temperatuurschommelingen<br />
(bv. in het directe<br />
zonlicht), in een gesloten auto waar de zon<br />
op staat, in de buurt van een radiator of een<br />
airco-kanaal, op een warmtebron (stoof<br />
e.d.).<br />
• Op vochtige plaatsen (badkamer, wasruimte,<br />
op de natte grond, in de regen e.d.)<br />
• Op bijzonder stoffige plaatsen<br />
• Op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke<br />
trillingen.<br />
....................................................................................................<br />
VOORZICHTIG<br />
006<br />
• Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in een rack schroeft of op<br />
een stand monteert, moet u deze laatste op<br />
een vlak en stabiel oppervlak plaatsen. Het<br />
rack en de stand mogen tijdens het normale<br />
gebruik niet verschuiven. De keuze van een<br />
veilige opstellingsplaats geldt overigens ook<br />
voor situaties waarin u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet<br />
gebruikt.<br />
....................................................................................................<br />
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN<br />
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke<br />
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het<br />
symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het<br />
links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene<br />
waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.<br />
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit<br />
mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan<br />
wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links<br />
getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het<br />
toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.<br />
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten<br />
worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt<br />
aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde<br />
symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de<br />
uitgang moet worden losgekoppeld.<br />
• Beschadig nooit het netsnoer. Plooi het niet te<br />
veel, trap er niet op, plaats er geen zware<br />
voorwerpen op enz. Een beschadigde kabel<br />
kan brand of elektrocutie veroorzaken.<br />
Gebruik nooit een stroomkabel die reeds<br />
beschadigd is.<br />
....................................................................................................<br />
VOORZICHTIG<br />
• Dit instrument kan hetzij van zich uit, hetzij in<br />
combinatie met een externe versterker, voor<br />
een volume zorgen dat uw gehoor kan aantasten.<br />
Werk dus nooit lange tijd op een pittig<br />
volume of op een volume dat net aan de pijngrens<br />
ligt. Zodra u ook maar de indruk hebt<br />
dat uw gehoor begint te verzwakken, moet u<br />
onmiddellijk een oorarts raadplegen.<br />
....................................................................................................<br />
• Zorg dat er geen kleine voorwerpen (uit<br />
metaal, brandbare stoffen, muntstukken, naalden<br />
e.d.) in het inwendige van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
terechtkomen. Plaats nooit glazen, koppen e.d.<br />
op de behuizing.<br />
....................................................................................................<br />
• Verbreek, in de volgende situaties, onmiddellijk<br />
de aansluiting op het lichtnet en neem contact<br />
op met een erkende herstellingsdienst of<br />
uw <strong>Roland</strong>-dealer:<br />
• Als het netsnoer zichtbaar beschadigd is.<br />
• Als er een voorwerp of vloeistof in het<br />
inwendige van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> terecht is gekomen.<br />
• Als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de regen heeft gestaan (of<br />
op een andere manier nat is geworden).<br />
• Als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet naar behoren lijkt te<br />
werken of het helemaal niet meer doet.<br />
....................................................................................................<br />
3
4<br />
Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
• In gezinnen met kleine kinderen dient een volwassene<br />
toezicht te houden tot de kinderen in<br />
staat zijn om dit toestel in overeenstemming<br />
met de veiligheidsvoorschriften te gebruiken.<br />
....................................................................................................<br />
• Bescherm de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> tegen overdreven<br />
schokken. (Laat hem nooit vallen!)<br />
....................................................................................................<br />
• Sluit het netsnoer niet samen met een overdreven<br />
aantal andere apparaten aan op hetzelfde<br />
stopcontact. Wees voorzichtig met verlengsnoeren<br />
— het totale vermogen van alle toestellen<br />
aangesloten op het verlengsnoer mag<br />
nooit het nominale vermogen (watt/ampère)<br />
van het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven<br />
belasting kan de isolatie van het snoer<br />
doen opwarmen en zelfs doen doorsmelten.<br />
....................................................................................................<br />
• Alvorens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in het buitenland te<br />
gebruiken, neemt u het best contact op met<br />
uw <strong>Roland</strong>-dealer om te weten te komen welk<br />
voltage er in het betreffende land wordt<br />
gehanteerd en of u al dan niet voor een<br />
geschikte stroomvoorziening moet zorgen.<br />
....................................................................................................<br />
LET OP<br />
• Plaats de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> altijd zo dat de verluchting<br />
niet in het gedrang wordt gebracht.<br />
....................................................................................................<br />
• Neem de stroomkabel uitsluitend met de stekker<br />
vast wanneer u hem in een stopcontact of<br />
in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.<br />
....................................................................................................<br />
• Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> langere tijd niet wenst te<br />
gebruiken, verbreekt u het best de aansluiting<br />
op het lichtnet.<br />
....................................................................................................<br />
• Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren<br />
verstrikt geraken. Houd alle kabels en snoeren<br />
buiten het bereik van kinderen.<br />
....................................................................................................<br />
• Ga nooit op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> staan en plaats er<br />
geen zware voorwerpen op.<br />
....................................................................................................<br />
• Neem het netsnoer of de stekkers nooit vast<br />
met natte handen wanneer u ze in een stopcontact<br />
of in de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> steekt, of wanneer u<br />
ze uittrekt.<br />
....................................................................................................<br />
• Trek de stekker uit het stopcontact en koppel<br />
alle externe apparaten af, alvorens het toestel<br />
te verplaatsen.<br />
....................................................................................................<br />
• Zet de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit en trek de stroomkabel uit,<br />
alvorens hem toestel schoon te maken.<br />
....................................................................................................<br />
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u<br />
gevaar voor blikseminslagen vermoedt.<br />
....................................................................................................
Belangrijke opmerkingen<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Lees, naast de overige voorzorgsmaatregelen aan het begin van deze handleiding, ook het volgende:<br />
Voeding<br />
• Sluit de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet samen met apparaten, die ruis<br />
veroorzaken (zoals een elektrische motor of een<br />
regelbaar lichtsysteem), op eenzelfde stroomkring<br />
aan.<br />
• Alvorens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op andere apparaten aan te<br />
sluiten schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt<br />
u defecten en/of schade aan luidsprekers of<br />
andere apparaten.<br />
Opstelling<br />
• Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gebruikt nabij een vermogensversterker<br />
(of een ander apparaat met grote transformators),<br />
kan er brom ontstaan. Oriënteer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
dan anders of verwijder hem van de interferentiebron.<br />
• De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan de radio- of TV-ontvangst verstoren.<br />
Gebruik hem niet in de nabijheid van dergelijke ontvangers.<br />
• Gebruik de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet op een plaats die blootgesteld<br />
is aan de regen, of in een andere vochtige omgeving.<br />
Onderhoud<br />
• Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een<br />
zachte droge doek of een lichtjes met water bevochtigde<br />
doek. Gebruik voor hardnekkig vuil een doek<br />
met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg<br />
de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nadien goed af met een zachte droge<br />
doek.<br />
• Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk<br />
oplosmiddel om verkleuring of vervorming te voorkomen.<br />
Herstellingen en uw data<br />
• Jammer genoeg kan het gebeuren dat de data in het<br />
interne geheugen niet kunnen worden hersteld wanneer<br />
ze eenmaal gewist zijn. <strong>Roland</strong> Corporation is<br />
niet aansprakelijk voor dergelijk dataverlies. Sla uw<br />
instellingen zo vaak mogelijk op een kaart of via<br />
MIDI op.<br />
Geheugen<br />
• De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat een batterij die het geheugen van<br />
stroom voorziet wanneer u hem uitschakelt. Als deze<br />
batterij bijna uitgeput is, verschijnt de melding<br />
Battery Low in het display. Neem in dat geval zo<br />
snel mogelijk contact op met uw <strong>Roland</strong>-dealer om<br />
de batterij te laten vervangen.<br />
Bijkomende voorzorgen<br />
• Houd er rekening mee dat de inhoud van het geheugen<br />
onherroepelijk verloren kan gaan ten gevolge<br />
van een defect of een foute bediening van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Daarom raden we aan om van belangrijke<br />
data regelmatig een Backup te maken via MIDI.<br />
• Ga voorzichtig te werk wanneer u de knoppen, regelaars<br />
en andere bedieningsorganen of aansluitingen<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen<br />
kan defecten veroorzaken.<br />
• Sla of druk nooit op het display.<br />
• Neem bij het aan- en afkoppelen van de kabels steeds<br />
de connector zelf vast – trek nooit aan de kabel. Zo<br />
voorkomt u kortsluitingen en schade aan de aders.<br />
• Tijdens het gebruik wordt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> warm. Dit is<br />
volkomen normaal.<br />
• Om uw buren niet te storen houdt u het volume best<br />
op een redelijk niveau. U kunt ook een hoofdtelefoon<br />
gebruiken zodat u zich geen zorgen hoeft te maken<br />
over de mensen rondom u (vooral in de late uren).<br />
• Om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te transporteren gebruikt u best de<br />
oorspronkelijke verpakking (inclusief opvulling).<br />
Anders dient u te zorgen voor een gelijkwaardige<br />
verpakking of een degelijke flightcase e.d.<br />
Alvorens SmartMediakaarten<br />
te gebruiken<br />
• Steek de kaart helemaal in de DATA-poort tot u de<br />
indruk hebt dat ze goed vastzit.<br />
De gouden connector moet<br />
naar boven wijzen<br />
• Raak de connector van de kaart nooit aan en zorg<br />
ervoor dat hij niet vuil kan worden.<br />
5
6<br />
Voornaamste kenmerken<br />
Voornaamste kenmerken<br />
128-stemmig polyfoon en 32-Parts<br />
multitimbraal<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is 128-stemmig polyfoon, wat meteen<br />
betekent dat hij dubbel zoveel stemmen heeft als zijn<br />
voorganger-modellen. Dit zou u moeten toelaten om<br />
zelfs gul gearrangeerde stukken moeiteloos weer te<br />
geven. Bovendien kan hij 32 verschillende klanken<br />
tegelijk weergeven. Hij is, met andere woorden, 32-<br />
Parts multitimbraal.<br />
Bijzonder expressieve Patches<br />
De Patches van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunnen tot 4 Stereo-Tones<br />
bevatten, terwijl ook de nootnummers van de Rhythm<br />
Sets een beroep kunnen doen op vier verschillende<br />
Tones. Dat zijn er dus telkens acht die voor een bijzonder<br />
realistisch geluid zorgen, omdat u de overschakeling<br />
bv. in functie kunt stellen van de aanslag.<br />
Krachtige interne effecten (waaronder<br />
COSM-effecten)<br />
Het effectconcept van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is helemaal herwerkt:<br />
het Reverb-blok werkt bv. met algoritmen (en<br />
de DSP) van de SRV-3030 en zorgt op die manier voor<br />
een bijzonder realistisch galmeffect.<br />
Bovendien biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> 3 MFX’en (multi-effecten)<br />
met maar liefst 90 verschillende algoritmen, waaronder<br />
RSS, 3D Delay, Slicer en een Formant Filter. Bovendien<br />
bevatten sommige algoritmen aaneenschakelingen<br />
van verschillende effecten. Voorbeelden zijn hier<br />
de Guitar Amp Simulator (die op de COSM-technologie<br />
berust), de Guitar Multi met alles wat u nodig hebt<br />
om een overtuigend gitaargeluid neer te zetten; dit<br />
kunt u ook met bas- en klaviergeluiden doen, omdat er<br />
ook een Bass Multi- en Keyboard Multi-algoritme zijn.<br />
In de Performance-mode kunt u drie MFX-blokken<br />
simultaan gebruiken, zodat drie Parts (want de<br />
MFX’en zijn Insert-effecten) tot in de puntjes kunnen<br />
worden verfijnd.<br />
Verder beschikt elke uitgang van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> over een<br />
tweebands EQ voor eventueel noodzakelijke tooncorrecties.<br />
Maak gebruik van samples<br />
Door één of twee SIMMs in te bouwen (zie blz. 37)<br />
voorziet u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> van extra RAM-geheugen – en<br />
daar kunt u sampledata van bv. een sampler van de<br />
S-700-serie van <strong>Roland</strong> of van Akai in kwijt. Deze kunt<br />
u van een CD-ROM-drive laden. De mogelijkheden in<br />
dit verband zijn bijzonder flexibel. Aangezien u de<br />
geladen samples op een SmartMedia-kaart kunt<br />
opslaan, hebt u ze altijd bij – en is er nagenoeg geen<br />
verschil met de golfvormen in het interne geheugen of<br />
op een Wave Expansion Board.<br />
Digitale uitgang plus R-BUS-aansluiting:<br />
compatibel met “all-digital” setups<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is al voorzien van 8 analoge uitgangen die<br />
u eventueel ook als 4 stereoparen kunt gebruiken.<br />
Bovendien zitten er standaard twee S/P DIF-aansluitingen<br />
(coaxiaal en optisch) op, plus een R-BUS-aansluiting.<br />
R-BUS is het <strong>Roland</strong>-protocol waarvoor er<br />
enerzijds convertors naar andere digitale formaten<br />
bestaan, en dat anderzijds door de digitale mixers van<br />
de VM-serie (en de VSR-880) wordt ondersteund.<br />
Verder is er ook een Wordclock-ingang (standaard)<br />
voorzien om te zorgen dat alle digitale apparaten van<br />
uw setup synchroon lopen.<br />
Compatibel met de Wave Expansion Boards<br />
van de SR-JV80- en SRX-serie<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> biedt 4 aansluitingen voor de nieuwe<br />
Wave Expansion Boards van de SRX-serie. Bovendien<br />
zitten er 4 aansluitingen voor de printen van de<br />
SR-JV80-serie op, zodat u tevens kunt putten uit het al<br />
rijk gevulde klankenarsenaal voor bv. de XP-60/30 en<br />
JV-1080/2080. Het voordeel van deze aanpak is dat u –<br />
in tegenstelling tot een sampler– meteen toegang hebt<br />
tot deze bijkomende klanken/golfvormen en die dus<br />
niet eerst hoeft te laden.<br />
General MIDI- en General MIDI 2compatibel<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt niet alleen het General MIDI-<br />
(Level 1), maar ook het General MIDI 2-formaat, wat<br />
de uitwisseling van sequences met vrienden en collega’s<br />
beduidend vereenvoudigt.<br />
Slim gebruikersinterface<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is uitgerust met de Patch Finder-, Phrase<br />
Preview- en Favorite List-functie die van de XP-30 een<br />
daverend succes hebben gemaakt. Met de Patch Finder-functie<br />
vindt u heel snel een passende klank voor<br />
een bepaalde toepassing, omdat u volgens categorie<br />
kunt werken. Druk op [PHRASE≈PREVIEW] om een passend<br />
fragmentje te starten dat toelaat om de gekozen<br />
klank te beoordelen (zie blz. 19). De Favorite List tenslotte<br />
(zie blz. 42) laat toe om de 64 vaakst gebruikte<br />
Patches en Rhythm Sets aan een lijst toe te wijzen en zo<br />
beduidend sneller op te roepen.
Inhoud<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Inhoud<br />
HANDLEIDING<br />
Belangrijke opmerkingen .................................................................... 5<br />
Voornaamste kenmerken .................................................................... 6<br />
EERSTE KENNISMAKING<br />
Voorbereidingen................................................................................ 12<br />
Wave Expansion Boards installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aansluiten op externe apparaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15<br />
In- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16<br />
Factory Reset: fabrieksinstellingen laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17<br />
Demosongs beluisteren...................................................................... 18<br />
En dan nu muziek… ........................................................................... 19<br />
Phrase Preview: Patches met een riedeltje beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19<br />
Patch Finder: Patches volgens categorie kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20<br />
Andere mode kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23<br />
Werken met “Sound Libraries” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25<br />
Klanken via MIDI aansturen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26<br />
Verschillende Patches samen aansturen (Layer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27<br />
Werken met Splits (gescheiden zones) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30<br />
Via MIDI Patches kiezen en andere instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32<br />
Effecten gebruiken ............................................................................. 35<br />
Werken met Samples......................................................................... 37<br />
SIMMs installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37<br />
CD-ROM-drive aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39<br />
Sample-Patches laden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40<br />
Sample-Patches gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41<br />
Lijst van favoriete Patches gebruiken ................................................. 42<br />
Live-gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ............................................................ 44<br />
Aansturen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> via MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44<br />
MFX-parameters via MIDI beïnvloeden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44<br />
REFERENTIEHANDBOEK<br />
1. Voorzieningen op de panelen ........................................................ 48<br />
1.1 Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48<br />
1.2 Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50<br />
2. Algemene dingen........................................................................... 51<br />
2.1 Opmerkingen bij de Phrase Preview-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51<br />
2.2 Categorieën van de Patch Finder-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51<br />
2.3 Modes via MIDI kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52<br />
2.4 Andere handige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52<br />
Octave: transponeren in octaafstappen .............................................................................................. 52<br />
Key Assign: monofoon of polyfoon spelen ........................................................................................ 52<br />
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ............................................................... 54<br />
3.1 Effectparameters voor de Patch-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54<br />
Effectaandeel voor de Tones................................................................................................................. 55<br />
MFX-parameters..................................................................................................................................... 55<br />
Chorus-parameters ................................................................................................................................ 56<br />
7
8<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> – Inhoud<br />
Reverb-parameters .................................................................................................................................57<br />
3.2 Effecten in de Performance-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58<br />
Effects General-pagina...........................................................................................................................59<br />
MFX-parameters voor de Parts ............................................................................................................59<br />
Chorus-parameters.................................................................................................................................60<br />
Reverb-parameters .................................................................................................................................60<br />
3.3 Effecten in de Rhythm Set-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60<br />
Effects General-pagina...........................................................................................................................61<br />
MFX-parameters.....................................................................................................................................61<br />
3.4 MFX-parameters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61<br />
3.5 Effectinstellingen kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109<br />
4. Patches programmeren ............................................................... 110<br />
4.1 Structuur van een Patch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110<br />
Patches bestaande uit vier Tones (4Tone).........................................................................................110<br />
Multi-Partial Patches............................................................................................................................110<br />
Structuur van een Partial.....................................................................................................................111<br />
4.2 Tones in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112<br />
4.3 Parameters voor de hele Patch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112<br />
Common (Patch Common) .................................................................................................................112<br />
(Patch) Control......................................................................................................................................114<br />
Structure.................................................................................................................................................116<br />
K. Range.................................................................................................................................................117<br />
V. Range.................................................................................................................................................118<br />
4.4 Programmeren van 4Tone-Patches . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118<br />
Tips voor het programmeren van Patches........................................................................................118<br />
Geavanceerde editfuncties voor de Tones........................................................................................119<br />
Opmerkingen i.v.m. de golfvormen ..................................................................................................120<br />
WG: golfvorm en toonhoogte .............................................................................................................120<br />
TVF (filter) .............................................................................................................................................124<br />
TVA: volume en panorama.................................................................................................................127<br />
LFO-parameters....................................................................................................................................129<br />
4.5 Multi-Partial Patches programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132<br />
Partials toewijzen .................................................................................................................................132<br />
Partials editen .......................................................................................................................................133<br />
Samples editen ......................................................................................................................................133<br />
TVF (filter) voor de Partials ................................................................................................................135<br />
TVA: volume.........................................................................................................................................137<br />
LFO en controle van de Partials .........................................................................................................138<br />
4.6 Andere dingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139<br />
Instellingen van een andere Patch kopiëren.....................................................................................139<br />
5. Performances programeren ......................................................... 141<br />
5.1 Structuur van een Performance . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141<br />
5.2 Parts selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141<br />
5.3 Performance-parameters (Common). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142<br />
5.4 Instellingen voor de Parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142<br />
Palette: Parts per 8 editen....................................................................................................................142<br />
Part-zones instellen ..............................................................................................................................143<br />
Patch kiezen, volume, Pan enz. ..........................................................................................................143<br />
Patch-/Rhythm Set-wijzigingen binnen een Performance.............................................................144<br />
MIDI-parameters van de Parts ...........................................................................................................145<br />
Info: kijken welke Part wat ontvangt ................................................................................................147<br />
5.5 Andere instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147<br />
5.6 Part Copy: parameters kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147<br />
5.7 Patch/Rhythm Set op Performance-niveau editen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147<br />
6. Rhythm Sets programmeren ....................................................... 148<br />
6.1 Over Rhythm Sets… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148<br />
6.2 Rhythm Tones via MIDI kiezen of niet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148<br />
6.3 Common-parameters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Inhoud<br />
6.4 Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149<br />
Opgelet tijdens het kiezen van een golfvorm .................................................................................. 150<br />
Golfvorm, panorama en toonhoogte................................................................................................. 150<br />
Tune ....................................................................................................................................................... 151<br />
WMT FXM............................................................................................................................................. 151<br />
TVF (filter)............................................................................................................................................. 153<br />
TVA: volume en stereopositie............................................................................................................ 154<br />
Andere parameters .............................................................................................................................. 155<br />
6.5 Andere dingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156<br />
Rhythm Tone Copy: instellingen kopiëren ...................................................................................... 156<br />
7. Samples, golfvormen, data laden ................................................ 157<br />
7.1 Sample-data enz. van een CD-ROM laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157<br />
Delete: Patches of Performances wissen........................................................................................... 158<br />
Welke data worden er geladen?......................................................................................................... 158<br />
Categorieën voor de S-700-data ......................................................................................................... 158<br />
Sample Load ......................................................................................................................................... 159<br />
Auto Load ............................................................................................................................................. 159<br />
7.2 Geladen Samples voor het spelen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160<br />
7.3 Data van een Zip-schijf laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160<br />
Patches, Performances of Rhythm Sets één voor één laden........................................................... 160<br />
7.4 Data van een geheugenkaart laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161<br />
7.5 Handige functies voor Samples . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161<br />
Sample Dump)...................................................................................................................................... 161<br />
Emphasis in-/uitschakelen................................................................................................................. 162<br />
Create Patch .......................................................................................................................................... 162<br />
8. Data opslaan (Save) .................................................................... 163<br />
8.1 Write: instellingen in het interne geheugen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163<br />
8.2 Werken met SmartMedia-kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164<br />
Format: SmartMedia-kaart formateren............................................................................................. 164<br />
Save: data op een SmartMedia-kaart archiveren............................................................................. 164<br />
Beheer van de data op een SmartMedia-kaart................................................................................. 165<br />
8.3 Alle data naar een Zip-schijf wegschrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167<br />
Format: Zip- of harde schijf formatteren .......................................................................................... 167<br />
Data opslaan ......................................................................................................................................... 167<br />
Databeher op een Zip-schijf................................................................................................................ 168<br />
8.4 Initialize: fabrieks- of neutrale instellingen oproepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168<br />
Patches/Performance initialiseren .................................................................................................... 168<br />
Rhythm Set of Rhythm Tone initialiseren ........................................................................................ 169<br />
MIDI-ontvangst via MIDI IN 2 .......................................................................................................... 169<br />
8.5 Data Transfer: instellingen oversassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169<br />
Data via MIDI archiveren ................................................................................................................... 169<br />
8.6 Protect: geheugenbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171<br />
8.7 Factory Reset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171<br />
8.8 Patches/Rhythm Sets aan de Favorite List toewijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172<br />
9. System-mode............................................................................... 173<br />
9.1 General: algemene instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173<br />
Setup-parameters ................................................................................................................................. 173<br />
Master-parameters ............................................................................................................................... 173<br />
System Tempo-parameters ................................................................................................................. 173<br />
Scale Tune-parameters ........................................................................................................................ 174<br />
9.2 Equalizer (toonregeling) instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175<br />
9.3 MIDI-parameters en -schakelaars. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175<br />
MIDI Receive Ch .................................................................................................................................. 175<br />
MIDI Tx ................................................................................................................................................. 175<br />
Rx Switch............................................................................................................................................... 175<br />
System Exclusive-parameters............................................................................................................. 176<br />
Stack: meer polyfonie door twee <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s te gebruiken.............................................................. 176<br />
9.4 Over de MIDI IN-connectors . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176<br />
9
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> – Inhoud<br />
10<br />
9.5 System Control: speelhulpen definiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178<br />
9.6 Info . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178<br />
10. GM-mode .................................................................................. 179<br />
10.1 GM-mode selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179<br />
10.2 GM-sequences weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179<br />
10.3 GM-instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180<br />
Effecten in-/uitschakelen ....................................................................................................................180<br />
Andere parameters...............................................................................................................................180<br />
Info-functie voor GM-Parts.................................................................................................................182<br />
10.4 GM Utility: handige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 182<br />
11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk......................................................... 184<br />
11.1 <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>in Realtime beïnvloeden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184<br />
MFX-parameters via MIDI beïnvloeden ...........................................................................................184<br />
Tone-instellingen via MIDI beïnvloeden ..........................................................................................184<br />
11.2 Toepassingen voor Patches. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185<br />
LFO met het System-tempo synchroniseren ....................................................................................185<br />
MFX met het System-tempo synchroniseren ...................................................................................185<br />
Tone Delay-functie met het System-tempo synchroniseren ..........................................................186<br />
Snelheid van het Rotary-effect met een voetschakelaar veranderen ............................................186<br />
Phrase Loops synchroniseren met het System-tempo of een extern MIDI Clock-signaal.........186<br />
11.3 Part-instellingen via MIDI veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187<br />
Nuttige MIDI-adressen........................................................................................................................187<br />
11.4 Concrete Matrix Control-toepassingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187<br />
12. Uitgangen kiezen ...................................................................... 189<br />
Toewijzingen in de Patch-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189<br />
Parameters.............................................................................................................................................190<br />
Voorbeeld ..............................................................................................................................................191<br />
12.2 Uitgangstoewijzingen in de Performance-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 192<br />
Parameters.............................................................................................................................................192<br />
Voorbeeld ..............................................................................................................................................193<br />
12.3 Uitgangstoewijzingen in de Rhythm Set-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194<br />
Parameters.............................................................................................................................................194<br />
RHYTHM Common-pagina................................................................................................................194<br />
12.4 Instellingen in de GM-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196<br />
Parameters.............................................................................................................................................196<br />
12.5 Digitale verbindingen via R-BUS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197<br />
Parameters.............................................................................................................................................197<br />
Gebruik maken van de 8 digitale uitgangen (R-BUS).....................................................................197<br />
Werken met andere digitale formaten ..............................................................................................197<br />
13. Appendix .................................................................................. 200<br />
13.1 Verhelpen van storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200<br />
13.2 Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202<br />
13.3 Wat u over SCSI moet weten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204<br />
Parameteroverzicht ......................................................................... 207<br />
Golfvormoverzicht ........................................................................... 242<br />
Specificaties..................................................................................... 248<br />
Index .............................................................................................. 249
Eerste kennismaking<br />
Van harte bedankt voor uw aankoop van de <strong>Roland</strong> <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Synthesizer<br />
Module.<br />
Alvorens met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te werken zou u de hoofdstukken “Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op<br />
blz. 3 en “Belangrijke opmerkingen” op blz. 5 moeten lezen. Daar vindt u namelijk belangrijke inlichtingen<br />
over wat u wel en niet mag doen en over het juiste gebruik. Bewaar deze handleiding<br />
op een veilige plaats op omdat u ze later beslist nog een nodig hebt.<br />
* De afbeeldingen in deze handleiding berusten op de fabrieksinstellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en komen<br />
dus niet altijd overeen met wat u op uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Desondanks zijn we ervan overtuigd dat u meteen<br />
snapt wat de bedoeling is.<br />
Copyright © 2000 ROLAND CORPORATION
Voorbereidingen<br />
Wave Expansion Boards installeren<br />
12<br />
Voorbereidingen<br />
Het golfvormgeheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u uitbreiden met 8 optionele “Wave<br />
Expansion Boards”: 4 borden van de SRX-serie en 4 borden van de SR-JV80-serie.<br />
Naast nieuwe golfvormen bevatten beide soorten printen ook Patches en Rhythm<br />
Sets die een beroep doen op die golfvormen. De nieuwe “klanken” zijn na het<br />
installeren van een bord direct beschikbaar.<br />
Opgelet tijdens het installeren of verwijderen van<br />
Wave Expansion Boards<br />
• Ontladingen van statische elektriciteit kunnen dodelijk zijn voor een print.<br />
Neem daarom tijdens het inbouwen of verwijderen van een print van de SRX- of<br />
SR-JV80-serie het volgende in acht:<br />
❍ Pak eerst altijd een metalen voorwerp vast (bv. een waterleiding) om eventueel<br />
aanwezige statische elektriciteit uit uw lichaam af te leiden. Haal dan pas de print<br />
uit de verpakking.<br />
❍ Raak nooit de contacten of schakelkringen van een print aan. Pak de print altijd<br />
op plaatsen aan de rand vast waar zich geen contacten bevinden.<br />
❍ Bewaar het plastic tasje op waar de kaart zich bij levering in bevindt. Als u een<br />
print namelijk later weer verwijdert, moet u ze meteen weer in dit tasje steken.<br />
• Gebruik, voor het verwijderen van de schroeven van de afdekplaat, enkel een<br />
passende schroevendraaier (kruiskop/Philips, maat “2”). Anders zou u<br />
namelijk de koppen van de schroeven kunnen beschadigen.<br />
• Draai de schroeven in tegenwijzerzin om ze te kunnen verwijderen. Draai ze in<br />
wijzerzin om ze weer vast te draaien.<br />
losdraaien<br />
vastdraaien<br />
• Draai enkel de schroeven los die de beschermplaat vasthouden. De overige<br />
schroeven hoeft u voor het inbouwen of verwijderen van een Wave Expansion<br />
Board niet los te draaien.<br />
• Wees voorzichtig met losgedraaide schroeven. Leg ze op een veilige plaats en<br />
laat ze vooral nooit in het inwendige van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> vallen.<br />
• Na het inbouwen of verwijderen van een Wave Expansion Board moet u weer<br />
de beschermplaat van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aanbrengen. Gebruik hiervoor de schroeven<br />
die u daarnet hebt losgedraaid.<br />
• Wees bij het inbouwen of verwijderen van een Wave Expansion Board<br />
voorzichtig dat u zich niet verwondt aan de behuizing.<br />
• Rak nooit de schakelkringen op een print of de stekkers binnenin de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
aan.<br />
• Druk een print nooit met geweld op de aansluiting. Als u hem niet kunt<br />
aansluiten, moet u hem nog eens uit de aansluiting halen en het opnieuw<br />
proberen.<br />
• Controleer na het aansluiten van een print of hij goed vastzit.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Voorbereidingen<br />
Voor het installeren van optionele Wave Expansion Boards (SR-JV80- en SRXserie)<br />
moet u de beschermplaat aan de bovenkant verwijderen. De printen van de<br />
twee series mag u niet op gelijk welke connector aansluiten:<br />
Expansion Boards van de<br />
SRX-serie<br />
moet u op de connectors EXP-E~H aansluiten. Printen van de<br />
SR-JV80-serie<br />
daarentegen mag u enkel op EXP-A~D aansluiten.<br />
Wave Expansion Boards installeren<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en alle daarop aangesloten apparaten/instrumenten<br />
uit.<br />
Verwijder de schroeven van de beschermplaat aan de bovenkant.<br />
Verwijder de beschermplaat.<br />
Draai de print zoals hierna getoond en schuif de connector van de<br />
print op de connector binnenin de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Zorg er tevens voor<br />
dat de pennen van de houders in de daarvoor voorziene openingen<br />
op de print schuiven.<br />
Aansluiting<br />
Pennen<br />
SRX-serie SR-JV80-serie<br />
Gebruik de bij de print geleverde pennendraaier om de pennen zo<br />
ver te draaien tot de print goed vastzit (een halve draai is waarschijnlijk<br />
voldoende).<br />
VAST<br />
Breng de beschermplaat weer aan en bevestig ze met de schroeven<br />
die u eerder hebt losgedraaid.<br />
Nu moet u controleren of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de ingebouwde print(en) herkent:<br />
13<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
Voorbereidingen<br />
1<br />
2<br />
14<br />
Zie “Inschakelen” op blz. 16 voor het inschakelen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
Druk op [SYSTEM] (indicator licht op) en vervolgens op [F6≈(Info)].<br />
Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />
* Als de indicator knippert, bevindt u zich in de Utility-mode. Druk dan nog een keer op<br />
[SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende indicator oplicht.<br />
3 Kijk in het display of de naam van het Wave Expansion Board<br />
naast de letter van deslot verschijnt waarop u de print hebt aangesloten.<br />
Bevat die connector geen Wave Expansion Board c.q. wordt de print niet herkend,<br />
dan wordt er voor die aansluiting —————- afgebeeld:<br />
* Als u zeker weet dat u een print op een connector hebt aangesloten waarvoor het display<br />
————— afbeeldt, zie dan “Uitschakelen” op blz. 16 om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit te schakelen en<br />
sluit de print naar behoren aan.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Voorbereidingen<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aansluiten op externe apparaten<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat geen interne versterker of luidsprekers. U moet hem dus op<br />
een externe versterker, actieve luidsprekers, een mengpaneel e.d. aansluiten om<br />
het geluid te horen. U zou echter ook met een optionele hoofdtelefoon (RH-80,<br />
RH-25 of RH-50) kunnen werken.<br />
Eindtrap<br />
Extern MIDI-instrument<br />
(klavier, sequencer enz..)<br />
naar stopcontact<br />
Mengpaneel enz. Actieve<br />
luidsprekers<br />
MIDI OUT<br />
MIDI IN 1<br />
Sluit hier een CD-ROMdrive,<br />
Zip“ enz. aan.<br />
HiFi-keten enz.<br />
Zie blz. 197.<br />
1 Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en de overige instrumenten/apparaten uit<br />
alvorens ze op elkaar aan te sluiten of de aansluitingen te verbreken.<br />
2 Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN-connector achterop<br />
de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en verbind het andere einde met een stopcontact.<br />
3 Sluit de audio- en MIDI-kabels aan zoals hierboven getoond.<br />
Gebruik audiokabels zonder weerstanden voor de audioverbindingen en hoogwaardige<br />
MIDI-kabels voor de MIDI-verbindingen. Een optionele hoofdtelefoon<br />
moet u aansluiten op de PHONES-connector.<br />
kies hier voor de<br />
A(MIX) OUTPUT-aansluitingen<br />
Stereo-hoofdtelefoon<br />
15<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
Voorbereidingen<br />
In- en uitschakelen<br />
Inschakelen<br />
Eens u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> naar behoren hebt aangesloten (zie blz. 15) kunt u hem en de<br />
overige apparaten/instrumenten inschakelen. Doe dit echter in de hier opgegeven<br />
volgorde om de luidsprekers, versterker e.d. niet onnodig te beschadigen.<br />
1 Controleer eerst even de volgende punten:<br />
• Hebt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en de overige apparaten naar behoren aangesloten?<br />
• Hebt u het volume van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, de versterker enz. op de minimumwaarde<br />
gezet?<br />
2 Schakel de aangesloten SCSI-apparaten in.<br />
3 Druk op [POWER] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in te schakelen.<br />
4 Schakel vervolgens de overige apparaten in.<br />
Uitschakelen<br />
1 Alvorens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit te schakelen moet u het volgende doen:<br />
16<br />
• Zet het volume van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, het mengpaneel, de versterker e.d. op de<br />
minimumwaarde.<br />
• Sla alle instellingen, die u later nog eens wilt gebruiken, op (zie blz. 163).<br />
2 Schakel eerst de versterker, de actieve luidsprekers enz. (d.w.z. het<br />
apparaat dat het geluid uiteindelijk weergeeft) uit.<br />
3 Druk op de [POWER]-knop van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> om hem uit te schakelen.<br />
OPGELET<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is uitgerust<br />
met een veiligheidscircuit.<br />
Na het<br />
inschakelen duurt het<br />
dus even voordat u iets<br />
hoort.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Voorbereidingen<br />
Factory Reset: fabrieksinstellingen laden<br />
Als uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet recht uit de doos komt –of als u na verloop van tijd weer de<br />
voorgeprogrammeerde instellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wilt laden–, moet u hem<br />
eerst initialiseren. Dit doet u als volgt:<br />
1 Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende indicator<br />
knippert.<br />
* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEM-mode. Druk dan nog een keer op<br />
[SYSTEM/UTILITY].<br />
2 Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 3 te selecteren.<br />
3 Druk op [F1≈(Factory)].<br />
Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />
4 Druk op [F6≈(EXEC)] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te initialiseren.<br />
Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> toch niet wilt initialiseren, moet op [EXIT] drukken. Zodra de initialisatie<br />
voltooid is, verschijnt de PATCH PLAY-pagina.<br />
* Misschien wordt op een bepaald moment de boodschap “Write Protect ON” afgebeeld.<br />
Die betrekent dat het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> beveiligd is (zie blz. 171). Om die<br />
beveiliging tijdelijk uit te schakelen moet u op [DEC] om “OFF” te kiezen en druk op<br />
[F6≈(OK)]. Druk vervolgens nog een keer op [F6≈(Factory)] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te initialiseren.<br />
De geheugenbeveiliging blijft nu uit tot u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weer uitschakelt.<br />
OPGELET<br />
Tijdens het initialiseren<br />
worden uw eigen<br />
instellingen (Patches,<br />
Performances e.d.)<br />
gewist. Als u die later<br />
nog eens nodig hebt,<br />
moet u ze eerst naar<br />
een SmartMediakaart<br />
wegschrijven c.q.<br />
als Bulk Dump naar een<br />
sequencer zenden en<br />
daar dan archiveren.<br />
17<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
Demosongs beluisteren<br />
18<br />
Demosongs beluisteren<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt geleverd met demosongs die u een goede indruk geven van<br />
wat u er allemaal mee kunt doen. Laten we die dus eerst beluisteren.<br />
1 Houd [EXIT] ingedrukt, terwijl u op [√] drukt.<br />
2 Kies met [ß] of [†] de demosong die u wilt beluisteren.<br />
Kies “Chain of Songs” om alle demosongs na elkaar af te spelen.<br />
3 Start de weergave door op [F6≈(Start)] te drukken.<br />
4 Met [F5≈(Stop)] kunt u de weergave weer stoppen.<br />
5 Druk op [EXIT] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weer “normaal” te kunnen gebruiken.<br />
* De data van de demosongs worden niet naar de MIDI OUT-connector van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
uitgestuurd.<br />
* Zolang de DEMO PLAY-pagina wordt afgebeeld, ontvangt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> geen MIDIdata.<br />
OPGELET<br />
Alle rechten voorbehouden.<br />
Deze demosongs<br />
mogen enkel in<br />
de privésfeer worden<br />
afgespeeld. Het gebruik<br />
van dit materiaal in het<br />
openbaar c.q. het verdelen<br />
ervan, in welke<br />
vorm dan ook, vormt<br />
een inbreuk op het<br />
auteursrecht en de<br />
copyright-wetgeving.
En dan nu muziek…<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> En dan nu muziek…<br />
De klanken van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heten “Patches”. Deze bestaan uit een aantal bouwstenen<br />
die verderop worden voorgesteld. Maar dat wilt u hier waarschijnlijk nog<br />
niet weten. Laten we dus eerst kijken hoe je Patches kiest. In de regel hebt u voor<br />
het aansturen van die Patches een externe MIDI-stuurbron nodig. Hij biedt echter<br />
ook de volgende handige functie:<br />
Phrase Preview: Patches met een riedeltje<br />
beluisteren<br />
Als u geen zin hebt om zelf te spelen, kunt u dit aan de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> overlaten door<br />
gebruik te maken van de Phrase Preview-functie. Die functie bevat een aantal riedeltjes<br />
die perfect passen bij bepaalde Patch-types en dus een betere indruk<br />
geven van hoe die Patches uiteindlijk klinken.<br />
1 Druk op [PATCH] (indicator licht op) om naar de PATCH PLAYpagina<br />
te gaan.<br />
2 Houd de [VOLUME]-regelaar ingedrukt.<br />
U hoort nu het riedeltje dat het best bij de momenteel gekozen Patch past. Laat de<br />
regelaar weer los om de weergave te stoppen.<br />
Met de [VALUE]-regelaar en [DEC] [INC] kunt u andere Patches kiezen. Verder kunt<br />
u de volgende knoppen gebruiken:<br />
* De akkoordenriedeltjes lijken nergens op wanneer u een Patch kiest waarvoor u<br />
“MONO” als Key Assign Mode hebt gekozen (zie blz. 114).<br />
OPGELET<br />
Sommige Patches (of<br />
Rhythm Sets op de<br />
<strong>XV</strong>-88) worden eventueel<br />
in een te hoog/te<br />
laag octaaf weergegeven.<br />
Druk in voorkomend<br />
geval op [ß]/[†]<br />
om een ander octaaf te<br />
kiezen. Zie ook “Octave:<br />
transponeren in<br />
octaafstappen” op<br />
blz. 52.<br />
19<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
En dan nu muziek…<br />
Patch Finder: Patches volgens categorie kiezen<br />
20<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat een indrukwekkend aantal Patches, zodat de zoektocht naar de<br />
benodigde klank wel eens iets langer zou kunnen duren dan u denkt… ware het<br />
niet dat er ook een pienter systeem is om met categorieën te werken. Daarvan zijn<br />
er 38, die in 10 groepen onderverdeeld zijn (zie blz. 51).<br />
1 Druk op [PATCH] (indicator licht op) om naar de PATCH PLAYpagina<br />
te gaan.<br />
2 Druk op [PATCH≈FINDER] (indicator licht op).<br />
Kies met [ß]/[†] de gewenste categorie (zie ook blz. 51).<br />
Met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] kunt u nu Patches binnen de geselecteerde<br />
categorie kiezen. Om nog meer informatie in te winnen doet u het volgende:<br />
3 Druk op de [VALUE]-regelaar.<br />
4 Kies met de [VALUE]-regelaar een groep.<br />
5 Druk op [F6≈(Select)] om het Category-venster te openen.<br />
6 Kies met de [VALUE]-regelaar een categorie en druk op [F6≈(Select)]<br />
om te zorgen dat er een overzicht van alle bij deze categorie behorende<br />
Patches wordt afgebeeld (in groepen van 10).<br />
7 Breng de cursor met de [VALUE]-regelaar naar de benodigde Patch.<br />
Hiervoor kunt u ook [√][ß][ß] [†] gebruiken.<br />
8 Druk op [VALUE]-regelaar (SOUND LIST) om terug te keren naar de<br />
PATCH PLAY-pagina.<br />
OPGELET<br />
Druk op de [VOLUME]regelaar<br />
(PHRASE<br />
PREVIEW) om het bijbehorende<br />
riedeltje af<br />
te spelen.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Phrase Preview: Patches met een riedeltje beluisteren<br />
9 Druk nog een keer op [PATCH≈FINDER] om te zorgen dat de indicator<br />
weer dooft.<br />
Wat is een Patch (en wat zijn Tones)?<br />
Een “Patch” is de kleinste klankeenheid die u voor het muziekmaken kunt<br />
gebruiken. Per Patch kunt u vier Tones aansturen. Hoe meer Tones een Patch<br />
bevat, hoe “voller” het geluid wordt. Het leuke aan de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is dat u die<br />
Tones aan afzonderlijke klavierzones kunt toewijzen, zodat u reeds op Patchniveau<br />
met splits kuntwerken. Een net zo muzikantvriendelijke toepassing is<br />
het gebruik van zgn. “Velocity Switches” waarbij u van de ene Tone naar de<br />
andere overschakelt door gewoon harder of zachter aan te slaan.<br />
Hoewel u ook Patches kunt editen (en hoewel dit een belangrijke invloed op<br />
het geluid heeft), houden de belangrijkste “klankparameters” verband met de<br />
Tones. Hieruit valt al op te maken dat u elke Tone van een Patch apart kunt<br />
editen.<br />
Zoals gezegd, biedt elke Patch vier Tones (1~4) die u afzonderlijk kunt editen.<br />
Dat geldt zelfs voor het effectaandeel en voor de uitgangstoewijzing.<br />
Natuurlijk is het ook mogelijk om enkel de daadwerkelijk benodigde Tones in<br />
te schakelen en de overige 3 (2 of 1) Tone(s) uit te schakelen.<br />
Patch<br />
Tone<br />
1<br />
Tone<br />
2<br />
Tone<br />
3<br />
Tone<br />
4<br />
Voorbeeld 1: seze Patch gebruikt maar<br />
1 Tone (2~4 zijn uitgeschakeld)<br />
Patch<br />
Tone<br />
1<br />
Tone<br />
2<br />
Tone<br />
3<br />
Tone<br />
4<br />
Voorbeeld 2: deze Patch spreekt alle<br />
vier de Tones aan.<br />
Verder zijn er “Multi-Partial Patches” die uit zgn. Partials bestaan. Eén Patch<br />
kan er zo maximaal 88 bevatten (1 per MIDI-noot). Daar horen, naast golfvormen,<br />
ook een reeks parameters bij. Wanneer u een Patch van een sampler van<br />
de S-700-serie laadt, wordt die automatisch als “Multi-Partial Patch”<br />
beschouwd.<br />
Wat is een Partial?<br />
Partials zijn combinaties van maximaal vier samples plus een reeks parameters<br />
(bv. de begin en einde van de “Loop”). Dit zijn dus de bouwstenen van “Multi-<br />
Partial Patches”.<br />
21<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
En dan nu muziek…<br />
Patches uit de “Sound List” kiezen<br />
22<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan ook een lijst van de beschikbare Patches afbeelden, zodat u ook<br />
op deze manier sneller bij de benodigde Patch terechtkomt.<br />
1 Zorg er eerst voor dat de PATCH PLAY-pagina wordt afgebeeld<br />
(druk op [PATCH]).<br />
2 Kijk even of de [PATCH≈FINDER] uit is en druk erop als dat niet het<br />
geval is.<br />
3 Druk op de [VALUE]-regelaar (SOUND LIST).<br />
Nu verschijnt er een venster dat tien Patches bevat. Daarin komt ook de naam van<br />
de momenteel geselecteerde Patch voor.<br />
[F3≈(–Bank)]/[F4≈(+Bank)]: Dienen voor het kiezen van een andere bank.<br />
[F5≈(-10)]/[F6≈(+10)]: Laten toe om de volgende groep van 10 Patches op te roepen.<br />
4 Breng de cursor met de [VALUE]-regelaar of [√][ß][ß][†] naar de<br />
gewenste Patch.<br />
5 Druk op de [VALUE]-regelaar om het Sound List-venster weer te<br />
sluiten.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere mode kiezen<br />
Belangrijkste functies voor het werken met de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
VALUE-regelaar<br />
INC/DEC-knoppen<br />
Zolang de PATCH PLAY-pagina wordt afgebeeld:<br />
Werken met de [VALUE]-regelaar<br />
Draai aan de [VALUE]-regelaar om de benodigde Patch te selecteren. Als u hem<br />
indrukt, terwijl u eraan draait, gaat u in stappen van tien Patches vooruit of achteruit<br />
(hetzelfde resultaat bereikt u door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u aan<br />
de [VALUE]-regelaar draait).<br />
Patches kiezen met de [DEC] [INC] knoppen<br />
Druk op [DEC] of [INC] om de vorige of volgende Patch te kiezen. U kunt deze<br />
knoppen ook ingedrukt houden om sneller naar een Patch met een beduidend<br />
groter of kleiner nummer te haan.<br />
Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [DEC] [INC] drukt om in stappen van tien achteruit<br />
of vooruit te gaan.<br />
Als u [DEC] of [INC] ingedrukt houdt, kunt u sneller voor- of achteruit gaan. Maar<br />
in dat geval stopt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> sowieso even aan het begin (001) van de huidige of<br />
de volgende bank (A~H). Om dan verder te gaan moet u de betreffende knop nog<br />
eens indrukken.<br />
Andere mode kiezen<br />
SHIFT-knop<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> werkt niet enkel met Patches, maar heeft ook Performances en<br />
Rhythm Sets aan boord. En bovendien zit er een GM-mode op. Laten we dus even<br />
stilstaan bij de modes.<br />
De benodigde mode kiest u met één van de volgende knoppen:<br />
[PERFORM]: Deze knop laat toe om de Performance-mode op te roepen. De Performance-mode<br />
is bedoeld voor het multitimbrale gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of om<br />
verschillende Patches samen (als Layers of multitimbraal) aan te sturen.<br />
Wat is een Performance?<br />
Performances laten toe om maximaal 32 verschillende Patches en Rhythm Sets<br />
tegelijk aan te sturen (de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is dus “32-Parts multitimbraal”).<br />
[PATCH]: Via deze knop kiest u de Patch-mode. Hier kunt u telkens één Patch (een<br />
verzameling van maximaal vier Tones) aansturen. In wezen doet de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in<br />
deze mode dienst als één instrument, terwijl hij in de Performance-mode als<br />
“orkest” kan fungeren.<br />
23<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
En dan nu muziek…<br />
24<br />
[RHYTHM]: Druk op deze knop om de Rhythm-mode op te roepen. Die laat toe om<br />
te drummen, waarbij dan aan elke noot een andere slagwerkklank is toegewezen.<br />
Dit is dus de tegenhanger van de Patch-mode, omdat u hier enkel en alleen kunt<br />
drummen. U kunt echter ook in de Performance-mode met een Rhythm Set werken<br />
en de melodische partijen van de Parts/Patches voorzien van een ritmische<br />
begeleiding. In de Rhythm-mode hebben we het niet over “Patches”, maar over<br />
“Rhythm Sets”.<br />
Wat is een Rhythm Set?<br />
Rhythm Sets zijn verzamelingen van slagwerkklanken (drums en percussie)<br />
die u kunt bespelen door verschillende toetsen in te drukken. In tegenstelling<br />
tot een Patch wijst een Rhythm Set aan elke noot/toets een andere klank toe,<br />
zodat u geen melodieën kunt spelen. In ruil daarvoor stuurt u met de ene<br />
toets/noot de basdrum, met de volgende de Snare, met nog een andere de<br />
HiHat aan enz. In zekere zin biedt een Rhythm Set evenveel Splits als er noten<br />
worden ondersteund (maximaal 71). Trouwens… een Snare-melodie zal in de<br />
regel toch nergens op slaan.<br />
[GM]: In tegenstelling tot wat deze knop laat vermoeden, kiest u hiermee de General<br />
MIDI 2-mode (dus niet louter “General MIDI”). Het General MIDI-systeem<br />
( ) omvat een reeks aanbevelingen voor het overbruggen van de verschillen<br />
tussen de verschillende klankopwekkingssystemen. Hierbij horen alle MIDIfuncties<br />
waarover een GM-compatibel instrument moet beschikken. Klankbronnen,<br />
die aan deze voorschriften beantwoorden, zijn voorzien van het General<br />
MIDI-logo. Dat is ook voor data het geval die voor dit soort klankbronnen werden<br />
geprogrammeerd. Zo bent u er zeker van dat een GM-compatibel stuk op<br />
elke GM-klankbron ongeveer hetzelfde klinkt.<br />
De aanbevelingen van het opwaarts compatibele General MIDI 2-systeem ( )<br />
gaan nog een grote stap verder dan het oorspronkelijke General MIDI-formaat.<br />
GM2 garandeert een bredere waaier aan expressieve mogelijkheden en een nóg<br />
verder doorgedreven compatibiliteit. Functies, die General MIDI buiten beschouwing<br />
laat, waaronder parameters voor het veranderen (“editen”) van klanken,<br />
zijn nu eveneens vastgelegd. Bovendien moet een GM2-compatibel instrument<br />
een groter aantal interne klanken bevatten. General MIDI 2-compatibele klankbronnen<br />
kunnen niet alleen GM2-, maar ook GM-muziekdata precies volgens<br />
verwachting weergeven. Links en rechts wordt de eerste versie van General MIDI<br />
ook wel “General MIDI (Level) 1” genoemd. Dat is inzoverre een slimme zet,<br />
omdat je dan meteen weet dat men het duidelijk niet over General MIDI 2 heeft.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere mode kiezen<br />
Werken met “Sound Libraries”<br />
De Patches, Performances en Rhythm Sets van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevinden zich in<br />
aparte delen van het geheugen. Deze “delen” heten Sound Libraries. Dit zijn verzamelingen<br />
die u via de volgende vier knoppen bereikt: USER, CARD, PRESET<br />
en EXP.<br />
Door op één van deze knoppen te drukken roept u dus de betreffende Sound<br />
Library/Group op. De reden waarom het woordje “bank” hier niet wordt gehanteerd<br />
is dat elke Sound Library/Group al een aantal banken bevat. Maar laten we<br />
eerst kijken welke data er zich in de verschillende Sound Libraries/Groups<br />
bevinden:<br />
USER: Dit gedeelte is voorbehouden aan uw eigen creaties (Patches, Performances,<br />
Rhythm Sets).<br />
CARD: Deze Sound Library/Group kunt u enkel selecteren na een geformatteerde<br />
SmartMedia-kaart in de MEMORY CARD-poort gestopt te hebben. Hier<br />
vindt u de banken CD-A~H.<br />
PRESET: Hier vindt u alle voorgeprogrammeerde Patches, Performances en<br />
Rhythm Sets. Die kunt u weliswaar editen, maar u kunt geen eigen creaties in<br />
deze geheugens opslaan.<br />
EXP: Deze Sound Library/Group biedt toegang tot de Patches en Rhythm Sets<br />
van een Wave Expansion Board. Voorwaarde hiervoor is echter wel dat u minstens<br />
één Wave Expansion Board hebt ingebouwd (zie blz. 12). Er zijn twee soorten<br />
Wave Expansion Boards: die van de SR-JV80-serie (die ook compatibel is met<br />
bv. een JV-2080) en die van de SRX-serie (voorlopig voor de <strong>XV</strong>-3080, <strong>XV</strong>-88 en<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>).<br />
Banken: EXP-A~D (SR-JV80) en EXP-E & H (SRX)<br />
Ziehier wat de verschillende Sound Libraries kunnen bevatten:<br />
PATCH RHYTHM PERFORM<br />
USER 1~128 1, 2, 3, 4 1~64<br />
CARD * * *<br />
PR-A 1~128 1, 2 1~32<br />
PR-B 1~128 1, 2 1~32<br />
PR-C 1~128 1, 2 —<br />
PR-D 1~128 1, 2 —<br />
PR-E 1~128 1, 2 —<br />
PR-F 1~128 1, 2 —<br />
PR-G 1~128 1, 2 —<br />
PR-H 1~256 1, 2, 3, 4 —<br />
XP-A * * —<br />
: : : :<br />
XP-H * * —<br />
–: Niets *: naar gelang het gekozen type<br />
25<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
En dan nu muziek…<br />
Klanken via MIDI aansturen<br />
26<br />
Voor de <strong>XV</strong>-3080 is het natuurlijk van groot belang om er een MIDI-klavier of<br />
sequencer op aan te sluiten om hem te kunnen gebruiken.<br />
MIDI-klavier aansluiten<br />
Sluit het MIDI-klavier (of de sequencer) als volgt op de <strong>XV</strong>-3080 aan:<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
MIDI-klavier<br />
MIDI-kanalen instellen<br />
MIDI IN<br />
MIDI OUT<br />
De communicatie tussen het klavier en de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> werkt alleen wanneer het<br />
zendkanaal van het klavier overeenkomt met het ontvangstkanaal van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (1 kanaal in de Patch-/Rhythm Set-mode, 16 kanalen in de Performancemode).<br />
1 Zorg dat het externe MIDI-klavier op kanaal “1” zendt.<br />
De betreffende parameter heet waarschijnlijk “Tx Channel” of “Transmit Channel”.<br />
Zie de handleiding van het gebruikte klavier.<br />
2 Druk op [PATCH] (indicator moet oplichten).<br />
Speel nu op het externe MIDI-klavier en ga na of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> iets weergeeft.<br />
3 Druk op [SYSTEM] (indicator moet oplichten).<br />
4 Druk op [F3≈(MIDI)].<br />
Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />
5 Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Patch/Rhy Rx Channel”.<br />
OPGELET<br />
Na het initialiseren<br />
(Factory Reset) wordt<br />
dit kanaalnummer<br />
weer op “1” gezet.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />
6 Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] MIDI-kanaal “1”.<br />
7 Druk op [EXIT].<br />
De <strong>XV</strong>-3080 geeft nu alles weer wat u op MIDI-klavier speelt. (Als u een sequencer<br />
gebruikt, moet u zorgen dat het gewenste spoor op MIDI-kanaal “1” zendt.)<br />
Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />
Een verzameling van Patches en/of Rhythm Sets (maximaal 32), die samen kunnen<br />
worden aangestuurd, noemen we een “Performance”.<br />
Performance<br />
Part 1<br />
Part11<br />
Part 10<br />
4Tone Patch,<br />
Multi Percial Patch<br />
of Rhythm set<br />
Part 9<br />
4Tone Patch,<br />
Multi Percial Patch<br />
of Rhythm set<br />
Part 32<br />
Als u aan verschillende Patches binnen een Performance hetzelfde MIDI-kanaal<br />
toewijst, weerklinken ze telkens samen wanneer u op het externe klavier speelt.<br />
Dat zorgt dus voor een stapel van geluid die in het Engels Layer heet.<br />
Een en ander gaan we hier uitproberen met de Performance “PR-B:01 Dulcimar&Gtr”.<br />
Performance “PR-B:01 Dulcimar&Gtr” kiezen<br />
1 Druk op [PERFORM] (indicator moet oplichten).<br />
2 Druk op [PRESET] en vervolgens op [B].<br />
In het display ziet u nu dat er een Performance van de Sound Library Preset-B<br />
actief is:<br />
3 Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de Performance<br />
“PR-B:001 Dulcimar&Gtr” als die nog niet wordt afgebeeld.<br />
Speel op het (externe) klavier. U hoort nu telkens twee Patches (namelijk degene<br />
die aan de Parts 1 en 2 toegewezen zijn).<br />
OPGELET<br />
Door op de [VALUE]regelaar<br />
(SOUND LIST)<br />
te drukken kunt u de<br />
benodigde Performance<br />
uit een lijst selecteren.<br />
Dit is hetzelfde<br />
als voor Patches (zie<br />
blz. 22).<br />
27<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
En dan nu muziek…<br />
Parts in-/uitschakelen<br />
28<br />
Wet hadden het er daarnet al over dat de “Parts” de muzikanten (MIDI-kanalen)<br />
zijn die een bepaald instrument (Patch/Rhythm Set) bespelen. Ziehier wat u<br />
moet doen om te zorgen dat een bepaalde Part van een Performance niet meer<br />
klinkt. We werken wel met de zonet gekozen Performance (“PR-B:001 Dulcimar&Gtr”).<br />
In deze Performance zijn de Parts 1, 2 en 10 actief. Laten we Part 2 uitschakelen:<br />
1 Kies de Performance “PR-B:001 Dulcimar&Gtr”.<br />
2 Druk op [RX] (indicator moet oplichten).<br />
3 Zorg dat de [1-16/17-32]-indicator uit is en druk op PART SELECT<br />
[2/18].<br />
4 Druk deze knop nog een keer in om Part 2 weer te activeren.<br />
Andere Patches aan de Parts toewijzen<br />
Natuurlijk kunt u ook andere Patches aan de Parts toewijzen.<br />
Bij wijze van voorbeeld gaan we hier de Patch “018 (Slap Bass)” aan Part 2 van de<br />
Performance “PR-A:01Seq:Template” toewijzen.<br />
Om toegang te hebben<br />
tot de Parts 17~32 moet<br />
u op [1-16/17-32] drukken<br />
om te zorgen dat<br />
de bijbehorende indicator<br />
oplicht. Druk vervolgens<br />
op de benodigde<br />
PART SELECT-knop<br />
[1/17]~[16/32].
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />
1 Druk (indien nodig) op [PERFORM] en kies op de PERFORM PLAYpagina<br />
de Performance “PR-A:01Seq:Template”.<br />
2 Druk op [F3≈(PART)].<br />
3 Kijk even of de [1-16/17-32]-indicator uit is en druk op PART<br />
SELECT [2/18] om Part 2 te kiezen.<br />
De bijbehorende indicator licht op en het Part-nummer verschijnt boven links in<br />
het display. Voor het kiezen van een andere Part kunt u nu de [VALUE]-regelaar<br />
gebruiken.<br />
4 Breng de cursor met [ß] of [†] naar “Patch/Number”.<br />
5 Kies met de [VALUE]-regelaar de Patch “018” (Slap Bass).<br />
Speel een paar noten op het externe MIDI-klavier om te weten te komen hoe deze<br />
Patch klinkt.<br />
* Als u nu op [UNDO] drukt, keert de geselecteerde Part terug naar de oorspronkelijk<br />
geselecteerde Patch.<br />
6 Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFORM Play-Pagina.<br />
MIDI-kanalen van de Parts<br />
1 Kies eerst de Performance die u nodig hebt.<br />
2 Druk op [F4≈(MIDI)].<br />
Het display beeldt nu de Part MIDI-pagina af.<br />
3 Kies met PART SELECT [1/17]~[16/32] de Part wiens MIDI-kanaal u<br />
wilt wijzigen.<br />
Om toegang te hebben tot de Parts 17~32 moet u op [1-16/17-32] drukken om te<br />
zorgen dat de bijbehorende indicator oplicht. Druk vervolgens op de benodigde<br />
PART SELECT-knop [1/17]~[16/32].<br />
De indicator knippert en het nummer van de geselecteerde Part verschijnt linksboven<br />
in het display.<br />
4 Breng de cursor met [ß] of [†] naar “Receive Channel”.<br />
5 Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het nummer van het<br />
gewenste MIDI-kanaal in.<br />
6 Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFORM Play-pagina.<br />
Op de PERFORM Playpagina<br />
kunt u de benodigde<br />
Part ook met [√]<br />
of [®] kiezen. Het nummer<br />
van de Part en de<br />
naam van de daaraan<br />
toegewezen Patch of<br />
Rhythm Set verschijnen<br />
in de bovenste display-regel.<br />
Om toegang te hebben<br />
tot de Parts 17~32 moet<br />
u op [1-16/17-32] drukken<br />
om te zorgen dat<br />
de bijbehorende indicator<br />
oplicht. Druk vervolgens<br />
op de benodigde<br />
PART SELECT-knop<br />
[1/17]~[16/32].<br />
29<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
En dan nu muziek…<br />
Werken met Splits (gescheiden zones)<br />
30<br />
Een andere toepassing van de Performances is dat u kunt zorgen dat de Parts<br />
maar op bepaalde nootnummers reageren, zodat u met de linker hand een andere<br />
Patch kunt aansturen dan met de rechter hand. U moet dan zorgen dat beide<br />
Parts op hetzelfde MIDI-kanaal ontvangen en met Key Range Lower en Upper het<br />
nootbereik zo instellen dat deze Parts nooit samen klinken. U kunt natuurlijk ook<br />
meer dan één Split programmeren om over verschillende zones te beschikken.<br />
(Bovendien kunt u meer dan één Part aan de linker en/of rechter helft toewijzen.)<br />
Het splitprincipe wordt hier uitgelegd aan de hand van de Performance “PR-B:<br />
29 Organ/Lead”.<br />
1 Druk op [PERFORM] (indicator moet oplichten).<br />
2 Druk op [PRESET] (indicator moet oplichten).<br />
3 Druk op [B] om te zorgen dat hij oplicht. Het display ziet er nu<br />
ongeveer als volgt uit:<br />
4 Kies met de [VALUE]-regelaar “29”.<br />
Speel op het MIDI-klavier (zet diens MIDI-zendkanaal op “1”). In deze Performance<br />
worden twee Parts (2 en 3) aangesproken – maar niet samen (d.w.z. als<br />
Layer). Het nootbereik van deze twee Parts staat namelijk als volgt ingesteld:<br />
Part 2: C4~G9<br />
Part 3: C–1~B3
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />
Key Range: nootbereik van de Parts instellen<br />
De geselecteerde Performance is dus al gesplit – maar misschien niet op de<br />
gewenste plaats. Laten we het bereik van de Parts 2 en 3 daarom op respectievelijk<br />
C5~G9 (Part 2) en C–1~B4 (Part 3) zetten. (U kunt echter ook andere waarden<br />
kiezen.)<br />
1 Selecteer de Performance “PR-B:29 Organ/Lead”.<br />
2 Druk op [F2≈(K.Range)].<br />
3 Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de “K.L”-waarde van Part 2.<br />
4 Kies met de [VALUE]-regelaar “C5”.<br />
5 Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de “K.U”-waarde van Part 3.<br />
6 Kies met de [VALUE]-regelaar “B4.”<br />
7 Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFORM PLAY-pagina.<br />
Speel een paar noten op het externe MIDI-klavier om uw kersverse Split te controleren.<br />
31<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
En dan nu muziek…<br />
Via MIDI Patches kiezen en andere instellingen<br />
wijzigen<br />
Patches/Rhythm Sets via MIDI kiezen<br />
32<br />
Omdat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een MIDI-compatibele module is, kunt u er ook vanop<br />
afstand voor zorgen dat hij op het juiste moment een andere Patch (of Rhythm<br />
Set) kiest – dit lukt zelfs voor de Parts van een Performance.<br />
Voor het volgende moet u zorgen dat het externe MIDI-apparaat op MIDI-kanaal<br />
“1” zendt (of op het kanaal dat u aan “Patch/Rhy Rx Ch”, blz. 26, hebt toegewezen).<br />
Bij wijze van voorbeeld tonen we u hier hoe u de Patch “PR-A:002 Bright<br />
Piano” via MIDI kunt kiezen.<br />
1 Verbind de MIDI OUT-connector van het externe MIDI-klavier/de<br />
sequencer met de MIDI IN-aansluiting van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
2 Druk op [PATCH] (indicator licht op).<br />
3 Zorg dat het externe MIDI-instrument op het ontvangstkanaal van<br />
de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zendt (zie blz. 26).<br />
Aangezien we de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> eerder geïnitialiseerd hebben, luidt zijn ontvangstkanaal<br />
op dit moment (waarschijnlijk) “1”.<br />
4 Zendt nu eerst CC00 met de waarde “87” naar de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
Om een andere Rhythm Set te kiezen moet u een CC00-commando met de<br />
waarde “86” zenden.<br />
5 Zendt nu een CC32-commando met de waarde van de benodigde<br />
bank (zie de tabel verderop). Hier is dat “64.”<br />
6 Zend tenslotte een MIDI-programmanummer (“2”)<br />
In het display ziet u nu dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de gevraagde Patch (hier “PR-A:002<br />
Bright Piano”) gekozen heeft.<br />
* De Patches en Rhythm Sets hebben de volgende MIDI-adressen:<br />
Patches Banknummers<br />
Group Number CC00 CC31 Programmanummer<br />
USER 001~128 87 00 001~128<br />
PR-A 001~128 87 64 001~128<br />
PR-B 001~128 87 65 001~128<br />
PR-C 001~128 87 66 001~128<br />
PR-D 001~128 87 67 001~128<br />
PR-E 001~128 87 68 001~128<br />
PR-F 001~128 87 69 001~128<br />
PR-G 001~128 87 70 001~128<br />
CD-A 001~128 87 32 001~128<br />
: : : ::<br />
CD-H 001~128 87 39 001~128<br />
XP-A *1 *1 *1 *1<br />
: : : : :<br />
XP-H *1 *1 *1 *1<br />
* 1 Verschilt naar gelang het geïnstalleerde Wave Expansion Board. Ook de Wave
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />
Expansion Boards hebben vaste banknummers. Bovendien heeft elke print zijn eigen<br />
bankadres (CC00 en CC32):<br />
SR-JV80-serie Patch-nr. CC00 CC32<br />
SR-JV80-01 1~128 89 00<br />
SR-JV80-01 129~256 89 01<br />
SR-JV80-02 1~128 89 02<br />
SR-JV80-02 129~256 89 03<br />
:<br />
SR-JV80-65 1~128 91 00<br />
SR-JV80-65 129~256 91 01<br />
* De adressen van de SRX-serie vindt u in de handleiding van de gebruikte print(en).<br />
Rhythm Sets<br />
Bankadres<br />
Groep Nummer CC00 CC32 Programmanummer<br />
USER 1, 2, 3, 4 86 00 1, 2, 3, 4<br />
PR-A 001, 002 86 64 001, 002<br />
PR-B 001, 002 86 65 001, 002<br />
PR-C 001, 002 86 66 001, 002<br />
PR-D 001, 002 86 67 001, 002<br />
PR-E 001, 002 86 68 001, 002<br />
PR-F 001, 002 86 69 001, 002<br />
PR-G 001, 002 86 70 001, 002<br />
CD-A 1, 2, 3, 4 86 32 1, 2, 3, 4<br />
: : : : :<br />
CD-H 1, 2, 3, 4 86 39 1, 2, 3, 4<br />
XP-A *1 *1 *1 *1<br />
: : : : :<br />
XP-H *1 *1 *1 *1<br />
* 1 Verschilt naar gelang het geïnstalleerde Wave Expansion Board. Ook de Wave<br />
Expansion Boards hebben vaste banknummers. Bovendien heeft elke print zijn eigen<br />
bankadres (CC00 en CC32):<br />
SR-JV80-serie Rhythm Set CC00 CC32<br />
SR-JV80-01 1~128 88 00<br />
SR-JV80-01 129~256 88 01<br />
SR-JV80-02 1~128 88 02<br />
SR-JV80-02<br />
:<br />
129~256 88 03<br />
SR-JV80-65 1~128 90 00<br />
SR-JV80-65 129~256 90 01<br />
* De adressen van de SRX-serie vindt u in de handleiding van de gebruikte print(en).<br />
Performances via MIDI kiezen<br />
U kunt ook Performances via MIDI kiezen. Het principe is in wezen identiek aan<br />
dat voor de keuze van Patches/Rhythm Sets. De belangrijke verschillen zijn echter:<br />
• U moet de banknummers en het programmanummer op het Performance Ctrl-Ch<br />
zenden (bij levering/na het initialiseren is dit MIDI-kanaal 16).<br />
• U moet op [PERFORM] drukken (indicator moet oplichten) om te zorgen dat de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich in de Performance-mode bevindt.<br />
• U moet een CC00-commando met de waarde 85 zenden.<br />
Eén en ander gaan we hier uitproberen met de Performance “PR-A:02 Seq:Pop”.<br />
1 Verbind de MIDI OUT-connector van het externe MIDI-klavier/de<br />
sequencer met de MIDI IN-aansluiting van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
2 Druk op de [PERFORM]-knop (indicator licht op).<br />
33<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
En dan nu muziek…<br />
34<br />
Het display beeldt nu de PERFORM Play-pagina af:<br />
3 Zet het zenkanaal van het externe instrument op “16”.<br />
Zie hiervoor de handleiding van het gebruikte externe instrument.<br />
4 Zend een CC00-commando met waarde “85” naar de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
5 Zend vervolgens een CC32-commando met de waarde die aan de<br />
benodigde bank is toegewezen (hier “64”).<br />
6 Zend het programmanummer van de benodigde Performance<br />
(hier “2”).<br />
De Performance-naam in het display verandert nu in “PR-A:02 Seq:Pop”.<br />
De Performances van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hebben de volgende MIDI-adressen:<br />
Performances<br />
Bankkeuze<br />
Groep Nummer CC00 CC32 Programmanummer<br />
USER 001~064 85 00 001~064<br />
PR-A 001~032 85 64 001~032<br />
PR-B 001~032 85 65 001~032<br />
CD-A 001~064 85 32 001~064<br />
: : : : :<br />
CD-H 001~064 85 39 001~064
Effecten gebruiken<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effecten gebruiken<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat drie effectblokken die ervoor zorgen dat de Patches (Performances<br />
en Rhythm Sets) nóg beter klinken. De instellingen voor deze effecten<br />
kunnen per Patch (of Performance) worden opgeslagen, wat dus ook betekent dat<br />
elke Patch meteen van de juiste effecten kan worden voorzien.<br />
Hier gaan we u alleen tonen hoe u de effectblokken in en uit kunt schakelen. De<br />
hier gekozen status van de effectblokken geldt voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n geheel: dus<br />
voor alle Patches, maar bovendien ook voor de Performances, Rhythm Sets en de<br />
GM-mode. Deze parameters staan dus nog boven de modes (Performance, Patch,<br />
Rhythm Set, GM).<br />
1 Druk op [EFFECTS≈ON/OFF] (indicator licht op).<br />
Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />
2 Druk op [F1]~[F5] om het betreffende effectblok uit te schakelen.<br />
Het display beeldt telkens de status van de effectblokken (“On” of “Off”) af.<br />
3 Druk nog een keer op [EFFECTS≈ON/OFF] om te zorgen dat de bijbehorende<br />
indicator weer dooft.<br />
MFX (Multi-effect)<br />
De MFX is een effectblok met 90 verschillende effecttypes (ook wel algoritmen<br />
genaamd) waarvan u er telkens één kunt kiezen. In sommige gevallen bevat één<br />
type op zich al twee effecten (bv. Chorus en Delay). Hier vindt u zowat alles tussen<br />
vervorming, Rotary en andere vaak benodigde effecten. Ook voor de MFX<br />
kunt u een Chorus- of Reverb-effect kiezen. Echt nodig is dit alleen als u met de<br />
volgende twee blokken niet toekomt. De MFX fungeert als zgn. “Insert-effect”,<br />
wat dus betekent dat hij ook het signaalpad van de toegewezen Patches beïnvloedt.<br />
* In feite bevat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> 3 dergelijke MFX-circuits. Met de functie hierboven schakelt u<br />
ze alle drie samen in en uit.<br />
Chorus<br />
Ziehier een apart effectblok waarmee u de benodigde Patches van modulatie<br />
kunt voorzien. Het meest opvallende gevolg daarvan is vaak dat de betreffende<br />
Patch “stereo” lijkt te zijn en bovendien warmer klinkt.<br />
35<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
Effecten gebruiken<br />
36<br />
Reverb<br />
Reverb tenslotte voorziet het geluid van galm, zodat het lijkt alsof de betreffende<br />
Patch in een kerk, concertzaal e.d. wordt bespeeld.<br />
EQ<br />
Ziehier een Equalizer (toonregeling) waarmee u bepaalde frequenties kunt ophalen<br />
of afzwakken.<br />
* De EQ kan voor alle uitgangen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> apart worden ingesteld. Met de hier<br />
beschreven werkwijze schakelt u echter telkens alles Equalizers in en uit.
Werken met Samples<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Werken met Samples<br />
In dit hoofdstuk komt u te weten hoe u sampledata (bv. van een optionele CD-<br />
ROM van de L-CDX-serie) kun laden en gebruiken.<br />
Hiervoor hebt u een CD-ROM-drive met SCSI-aansluiting plus minstens één<br />
SIMM nodig (deze laatste vindt u bv. in een computerzaak).<br />
* Gebruik enkel SIMMs van minstens 16MB (of liever 32MB).<br />
SIMMs installeren<br />
Voor het laden van samples moet u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> van bijkomend RAM-geheugen<br />
voorzien. Dit doet u door SIMMs te installeren. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> biedt twee SIMMaansluitingen<br />
en laat toe om maximaal 128MB (d.w.z. twee SIMMs van 64MB) te<br />
gebruiken. Als u dus uw eerste SIMM koopt, kiest u het best geen te “kleine”,<br />
want daarna hebt u nog maar één slot over. Ook al is een 64MB SIMM duurder:<br />
als u een 16MB SIMM op een later tijdstip moet vervangen, kost het nog meer<br />
(niemand wil uw 16MB SIMM nog hebben, zodat u hem zelfs niet kunt verkopen).<br />
De SIMMs die u in de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt inbouwen moeten aan de volgende voorwaarden<br />
voldoen:<br />
Aantal pennen: 72<br />
Snelheid: 60 ns of sneller<br />
Protocol: FPM of EDO<br />
Voltage: 5 V<br />
Capaciteit: 64 MB, 32 MB of 16 MB (naar keuze, met of zonder pariteit)<br />
Hoogte van de SIMM-print: 36 mm of meer.<br />
* Voor het inbouwen van SIMMs gelden dezelfde voorzorgsmaatregelen als voor het<br />
inbouwen van een Wave Expansion Board. Zie dus blz. 12.<br />
1 Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en alle daarop aangesloten apparaten uit en<br />
verbreek alle aansluitingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
2 Verwijder de afdekplaat aan de bovenkant van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
Schroeven die u moet verwijderen<br />
Een SIMM kunt u niet in gelijk welke slot stoppen: als u er meteen twee installeert,<br />
moet u ze op “A” en “B” aansluiten. Bouwt u er maar één in, dan moet u ze<br />
op “A” aansluiten.<br />
A<br />
B<br />
U kunt ook sampledata<br />
van een Akai S1000/<br />
3000 CD-ROM laden.<br />
Meer details hierover<br />
vindt u onder “Samples,<br />
golfvormen, data<br />
laden” op blz. 157.<br />
37<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
Werken met Samples<br />
3 Kijk even waar de inkeping van de SIMM zich bevindt en schuif de<br />
SIMM schuin in de slot.<br />
4 Druk de bovenkant van de SIMM-print nu zo ver tot de SIMM<br />
rechtop staat.<br />
De twee klemmen links en rechts van de print klikken nu vast en voorkomen dat<br />
de SIMM kan verschuiven.<br />
5 Herhaal de stappen 3 en 4 als u meteen een tweede SIMM wilt<br />
installeren.<br />
6 Schroef de afdekplaat weer vast aan de bovenkant van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
SIMM verwijderen<br />
38<br />
Voor het verwijderen van een SIMM moet u precies in omgekeerde volgorde te<br />
werk gaan als tijdens het inbouwen ervan (begin echter niet met het vastschroeven<br />
van de afdekplaat…).<br />
1 Duw de twee zilveren klemmen aan weerszijden van de SIMM<br />
tegelijkertijd naar buiten.<br />
De SIMM-print komt nu los te zitten, maar blijft schuin in de slot liggen.<br />
2 Haal de SIMM uit de betreffende slot.<br />
A<br />
A<br />
A<br />
OPGELET<br />
Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en<br />
alle daarop aangesloten<br />
apparaten eerst uit.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> CD-ROM-drive aansluiten<br />
Controle of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de SIMM(s) herkent<br />
1 Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator licht op).<br />
* Als de indicator knippert, bevindt u zich in de Utility-mode. Druk dan nog een keer op<br />
[SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende indicator oplicht.<br />
2 Druk op de [F6≈(Info)] knop.<br />
Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />
Kijk rechts of de zopas geïnstalleerde slot herkend wordt.<br />
* Als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nog geen SIMM bevat of als de geïnstalleerde SIMM niet wordt herkend,<br />
beeldt het display “----------” af.<br />
CD-ROM-drive aansluiten<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
CD-ROM-drive<br />
SCSI ID = 1 SCSI- SCSI ID = 3<br />
kabel<br />
1 Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en alle aangesloten apparaten uit.<br />
2 Verbind de CD-ROM-drive via een SCSI-kabel met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
3 Stel het SCSI-nummer (“ID”) van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> met de schakelaar op<br />
het achterpaneel in. Kies altijd een nummer dat u nog aan geen<br />
enkel ander apparaat in de SCSI-keten hebt toegewezen.<br />
* Meer details over de instelling van het SCSI-adres op de CD-ROM-drive vindt u in diens<br />
handleiding.<br />
SCSI ID<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>: 1<br />
CD-ROM-Drive: 3<br />
4 Activeer (of installeer) de terminator op de CD-ROM-drive.<br />
* Meer details hierover vindt u in de handleiding van de CD-ROM-drive.<br />
* Op blz. 204 komt u meer te weten over de dingen die u bij gebruik van de SCSIaansluiting<br />
in de gaten moet houden.<br />
Op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u<br />
de nummers “8” en “9”<br />
niet instellen.<br />
Het SCSI-nummer van<br />
de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u op<br />
de SYSTEM Info-pagina<br />
controleren (zie<br />
blz. 178).<br />
39<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
Werken met Samples<br />
Sample-Patches laden<br />
40<br />
Ziehier hoe u Patches van een optionele CD-ROM (bv. de L-CDX-serie) kunt<br />
laden. Meer bepaald gaat het om data die ook met een S-760 sampler kunnen<br />
worden geladen.<br />
1 Schakel eerst de CD-ROM-drive en vervolgens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.<br />
2 Leg de CD-ROM met de sampledata in de CD-ROM-drive.<br />
3 Druk op [DISK].<br />
Het display beeldt nu het DISK Menu af:<br />
4 Druk op [F1≈(Load)].<br />
Nu verschijnt de Load-pagina.<br />
5 Druk op [F1≈(Drive)] om het Drive-venster op te roepen.<br />
6 Kies met de [VALUE]-regelaar “SCSI3: (Volume Name)” (of het juiste<br />
SCSI-nummer van de CD-ROM-drive).<br />
7 Druk op [F6≈(OK)].<br />
In het display verschijnt nu een overzicht van de data die zich op de CD-ROM<br />
bevinden. Mappen (“folders”) worden tussen < > afgebeeld. Mappen kunt u niet<br />
laden.<br />
De aard van de mappen verschilt naar gelang de gebruikte CD-ROM.<br />
8 Kies met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of [ß][†] de map die de te laden data bevat.<br />
9 Breng de cursor met [®] naar de te laden bestanden.<br />
* Met [√] keert u terug naar het vorige (hogere) niveau.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Sample-Patches gebruiken<br />
10 Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] een te laden Patch en druk op<br />
[F5≈(Mark)] om te zorgen dat er een “✔” naast de naam van die Patch<br />
verschijnt.<br />
Om meteen alle Patches te markeren, moet u op [F4≈(Mk≈All)] drukken. Druk er nog<br />
een tweede keer op om alle Markers (selecties) weer te wissen.<br />
11 Druk op [F6≈(Select)] en vervolgens op [F6≈(Load)].<br />
Het display beeldt nu de vraag “Overwrite the following USER data. Sure?” en<br />
een lijst van de Patches in de User-groep af die tijdens het laden van de CD-ROMdata<br />
overschreven worden.<br />
In dit venster kunt u echter ook andere Patches van bestemming kiezen om te<br />
voorkomen dat Patches, die u vaak nodig hebt, overschreven worden.<br />
12 Druk hier gewoon op [F6≈(OK)] om de opgegeven Patches te overschrijven.<br />
* Om toch geen data van de CD-ROM te laden moet u op [EXIT] drukken.<br />
Sample-Patches gebruiken<br />
Patches en Performances die u van een CD-ROM laadt komen in de USER-groep<br />
terecht. Om een dergelijke Patch/Performance te kunnen gebruiken moet u<br />
hem/ze selecteren.<br />
1 Druk op [PATCH] of [PERFORM] om te zorgen dat de betreffende indicator<br />
oplicht.<br />
2 Druk op [USER] (indicator licht op).<br />
3 Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde Patch/Performance.<br />
Deze Patch/Performance (met sampledata) kunt u vanop uw MIDI-klavier aansturen.<br />
* U zou echter ook op de [VOLUME]-regelaar kunnen drukken om een paar noten te spelen.<br />
Als u een Performance geselecteerd hebt, mag u niet vergeten de juiste Part te kiezen.<br />
Om daarna weer de in<br />
de fabriek geprogrammeerde<br />
Patches te<br />
laden moet u de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> initialiseren<br />
(zie blz. 17).<br />
41<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
Lijst van favoriete Patches gebruiken<br />
Patch toewijzen aan de “Favorite List”<br />
42<br />
Lijst van favoriete Patches gebruiken<br />
Alle vaak benodigde Patches kunt u verzamelen in een “Favorite List” (althans<br />
de adressen van die Patches, niet de data). Deze Patches kunnen afkomstig zijn<br />
uit het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, van Wave Expansion Boards en van<br />
geheugenkaarten. De Favorite List kan maximaal 64 Patches bevatten.<br />
1 Ga naar de PATCH PLAY-pagina en kies een Patch di u in de<br />
Favorite List wilt opnemen.<br />
2 Druk op de [VALUE]-regelaar.<br />
Het display beeldt nu het Sound List- of Favorite List-venster af. Gaat het om de<br />
Sound List, dan moet u op [F2≈(F-List)] drukken om naar de Favorite List te gaan.<br />
3 Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de positie (01~64) binnen<br />
de Favorite List waar u de Patch aan wilt toewijzen.<br />
* Bij levering bevat de Favorite List nog geen toewijzingen.<br />
4 Druk op [F3(Regist)] om de toewijzing van de Patch aan de Favorite<br />
List op te slaan.<br />
Als u dat toch niet wilt doen, moet u op [EXIT] drukken.<br />
* Om een eerder toegewezen Patch weer uit de Favorite List te verwijderen, moet u zijn<br />
naam selecteren en op [F4≈(Remove)] drukken.<br />
5 Druk op [EXIT] of op de [VALUE]-regelaar om terug te keren naar de<br />
PATCH PLAY-pagina.<br />
Zolang deze pagina<br />
wordt afgebeeld, kunt<br />
u de geselecteerde<br />
Patch beluisteren door<br />
op de [VOLUME]-regelaar<br />
te drukken.<br />
Rhythm Sets kunnen<br />
eveneens aan de Favorite<br />
List worden toegewezen.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Lijst van favoriete Patches gebruiken<br />
Onmiddellijke toewijzing op de PATCH/RHYTHM PLAY-pagina<br />
Als u, op de PATCH/RHYTHM PLAY-pagina, op [SHIFT] drukt, verschijnt de<br />
volgende display-pagina:<br />
Nu hoeft u enkel nog op [F6≈(Register)] te drukken om de momenteel geselecteerde<br />
Patch/Rhythm Set aan het grootste Favorite List-nummer toe te wijzen<br />
waarvoor u nog geen “favoriet” gekozen hebt.<br />
De boodschap “COMPLETED” betekent dat de toewijzing uitgevoerd werden.<br />
Als de boodschap “Favorite List Full” verschijnt, was er geen vrij Favorite<br />
List-nummer weer. De nieuwe toewijzing werden dan ook niet opgeslagen.<br />
Patches via de Favorite List kiezen<br />
2<br />
1 Druk op de [VALUE]-regelaar.<br />
Het display beeldt nu de Sound List of Favorite List af. Gaat het om de Sound<br />
List, dan moet u nu nog op [F2≈(F-List)] drukken.<br />
2 Kies met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of [DEC] [INC] de benodigde Patch in de Favorite<br />
List.<br />
* Als u die Patch toch niet nodig hebt, kunt u uw keuze met [UNDO] ongedaan maken. U<br />
hoort dan weer de vorige instellingen.<br />
3 Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige pagina.<br />
43<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
Live-gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Aansturen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> via MIDI<br />
De bedoeling van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is natuurlijk dat u hem via MIDI (vanop een synthesizer,<br />
Masterkeyboard, sequencer e.d.) aanstuurt. Laten we hier even overlopen<br />
wat u daarvoor moet doen:<br />
1 Verbind de MIDI OUT-connector van het externe MIDI-klavier/de<br />
sequencer met de MIDI IN-aansluiting van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
2 Kies, indien nodig, een klank op de synthesizer.<br />
3 Kies vervolgens een Patch op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zelf (om te voorkomen<br />
dat ook de synthesizer een andere klank kiest).<br />
4 Zorg dat de MIDI-stuurbron op het MIDI-kanaal zendt waarop de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ontvangt.<br />
Als u alles naar wens hebt ingesteld, kunt u beginnen spelen.<br />
MFX-parameters via MIDI beïnvloeden<br />
44<br />
Live-gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Sommige MFX-parameters van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunnen ook via MIDI worden beïnvloed<br />
(bv. met de MODULATION-hendel, een voetschakelaar of een zwelpedaal).<br />
Bij wijze van voorbeeld tonen we u hier hoe u dat met de MODULATION-hendel<br />
van een synthesizer e.d. kunt doen.<br />
1 Kies, op de PATCH Play-pagina, de Patch “PR-A:050 Perky B”.<br />
Deze Patch gebruikt het MFX-algoritme “8: ROTARY”.<br />
2 Druk op [F6≈(Effects)].<br />
3 Druk op [F3≈(MFX≈Ctl)].<br />
4 Breng de cursor met [ß][†] naar de benodigde parameter en stel met<br />
de [VALUE]-regelaar de volgende waarden in:
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters via MIDI beïnvloeden<br />
MFX Control 1<br />
Source: MODULATION<br />
Destination: SPEED<br />
Sens: +63<br />
Speel nu op de externe stuurbron en beweeg de MODULATION-hendel: de snelheid<br />
van het Rotary-effect zou nu moeten veranderen.<br />
Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Play-pagina.<br />
45<br />
<strong>Gebruikers</strong>handboek
Live-gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
46
Referentiehandboek<br />
Van harte bedankt voor uw aankoop van de <strong>Roland</strong> <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Synthesizer<br />
Module.<br />
Alvorens met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te werken zou u de hoofdstukken “Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op<br />
blz. 3 en “Belangrijke opmerkingen” op blz. 5 moeten lezen. Daar vindt u namelijk belangrijke inlichtingen<br />
over wat u wel en niet mag doen en over het juiste gebruik. Bewaar deze handleiding<br />
op een veilige plaats op omdat u ze later beslist nog een nodig hebt.<br />
Deze oorspronkelijke engelstalige handleiding omvat drie delen: “Quick Start”, “Owner’s Manual”<br />
en “Q&A, Sound List” Die hebben we in het Nederlands samengevat tot één (vrij lijvig) boek.<br />
Het voordeel daarvan is dat u alles bij de hand hebt.<br />
* De afbeeldingen in deze handleiding berusten op de fabrieksinstellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en komen<br />
dus niet altijd overeen met wat u op uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Desondanks zijn we ervan overtuigd dat u meteen<br />
snapt wat de bedoeling is.<br />
Copyright © 2000 ROLAND CORPORATION
1. Voorzieningen op de panelen<br />
1.1 Frontpaneel<br />
A<br />
VOLUME-regelaar (PHRASE PREVIEW)<br />
Met deze regelaar bepaalt u het uitgangsvolume voor<br />
de A (MIX) OUTPUT-aansluitingen en de PHONESconnector.<br />
Het volume van de aansluitingen OUTPUT<br />
B, C en D kan niet worden veranderd.<br />
Druk op deze knop om een riedeltje voor de momenteel<br />
geselecteerde Patch/Part te starten. Hierdoor start<br />
u de Phrase Preview-functie (zie blz. 19).<br />
48<br />
1. Voorzieningen op de panelen<br />
PHONES-connector<br />
Sluit hier een optionele hoofdtelefoon aan als u geen<br />
versterker/mengpaneel bij de hand hebt.<br />
B<br />
Display<br />
Het display houdt u op de hoogte van wat u aan het<br />
doen bent, welke Patch enz. u gekozen hebt en hoe de<br />
parameters staan ingesteld.<br />
C<br />
[SYSTEM/UTILITY]<br />
Met deze knop selecteert u afwisselend de SYSTEMen<br />
de UTILITY-mode. Bovendien kunt u met deze<br />
knop ook weer naar de Play-pagina terugkeren na de<br />
SYSTEM- of UTILITY-mode gekozen te hebben.<br />
SYSTEM-mode (indicator licht op): In deze mode hebt<br />
u toegang tot alle functies die voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n<br />
geheel gelden.<br />
UTILITY-mode (indicator knippert): Hier vindt u handige<br />
functie bv. voor het opslaan, kopiëren en oversassen<br />
van data, het beveiligen, formateren van datakaarten,<br />
het initialiseren van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> enz.<br />
[F1]~[F6]<br />
Dit zijn knoppen wier functies afhangen van de<br />
momenteel geselecteerde display-pagina. De functies<br />
staan telkens boven de (actieve) functieknoppen vermeld.<br />
Als er naast de functienamen een “ ” symbool wordt<br />
afgebeeld, zijn er nog meer pagina’s dan u momenteel<br />
vermoedt. Druk dan op de functieknop die aan dit<br />
symbool is toegewezen om toegang te hebben tot de<br />
verborgen pagina’s.<br />
B<br />
A C<br />
D E F<br />
G<br />
H I<br />
[EXIT]<br />
Druk op deze knop om naar de vorige display-pagina<br />
terug te keren of om een geselecteerd commando e.d.<br />
toch niet uit te voeren.<br />
Houd [EXIT] ingedrukt, terwijl u op [√] drukt om de<br />
demosongs te kunnen beluisteren (zie blz. 18).<br />
D<br />
VALUE-regelaar (SOUND LIST)<br />
Met deze regelaar kunt u geheugens (Patches, Performances,<br />
Rhythm Sets) kiezen en waarden instellen. Zie<br />
ook “Belangrijkste functies voor het werken met de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op blz. 23.<br />
Als u de regelaar in de Patch/Rhythm Set-mode<br />
indrukt, verschijnt de lijst van uw favoriete Patches<br />
(zie blz. 42). Na het drukken op de [VALUE]-regelaar<br />
verschijnt er een “ ” rechtsboven in het display (van<br />
“List”).<br />
[PATCH FINDER]<br />
Met deze knop kunt u de zoektocht naar een Patch<br />
bespoedigen (blz. 20).<br />
[INC]/[DEC]<br />
Met deze knoppen kunt u de vorige c.q. volgende<br />
waarde van een geheugen een parameter e.d. instellen.<br />
Zie ook “Belangrijkste functies voor het werken met de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op blz. 23.<br />
[√][®][ß][†]<br />
Met deze knoppen verplaatst u de cursor naar de benodigde<br />
functie of parameter.<br />
E (MODE)<br />
[PERFORM] (Performance)<br />
Druk op deze knop om de Performance-mode te activeren<br />
(blz. 23). Als u [SHIFT] ingedrukt houdt, terwijl u<br />
op [PERFORM] drukt, roept u de Part Play-mode op. Die<br />
laat toe om bepaalde Patch- en Rhythm Set-instellingen<br />
voor de Parts van een Performance naar wens in te<br />
stellen (blz. 147).<br />
[PATCH]<br />
Met deze knop selecteert u de Patch-mode (blz. 23).<br />
J
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Frontpaneel<br />
[RHYTHM] (Rhythm Set)<br />
Hiermee selecteert u de Rhythm Set-mode (blz. 23).<br />
[GM]<br />
Hiermee selecteert u de General MIDI-mode (blz. 23).<br />
F (SOUND LIBRARY)<br />
[USER]<br />
Hiermee kiest u de USER-geheugens binnen de geselecteerde<br />
mode (blz. 25).<br />
[CARD]<br />
Hiermee selecteert u de aangesloten SmartMediakaart<br />
om toegang te hebben op de Patches, Performances<br />
enz. van die kaart (blz. 25).<br />
[PRESET]<br />
Hiermee selecteert u de PRSET-geheugens (blz. 25).<br />
[EXP]<br />
Druk op deze knop om toegang te hebben tot de Patches,<br />
golfvormen e.d. van een geïnstalleerd Wave<br />
Expansion Board (blz. 25).<br />
G<br />
PART SELECT [1/17]–[16/32]<br />
Hiermee selecteert u de Part binnen de actieve Performance<br />
die u wilt editen (blz. 142). Bovendien kunt de<br />
Parts hiermee in- en uitschakelen (blz. 141).<br />
TONE SWITCH [1]~[4]<br />
Hiermee kunt u de Tones van een Patch in- en uitschakelen<br />
(blz. 112).<br />
TONE SELECT [1]~[4]<br />
Hiermee selecteert u de Tone(s) die u wilt editen<br />
(blz. 118).<br />
[A]~[H]<br />
Deze knoppen dienen voor het kiezen van een bank<br />
binnen de actieve “Sound Library”.<br />
H<br />
[SHIFT]<br />
Houd deze knop ingedrukt om de functie van<br />
bepaalde andere knoppen (en de [VALUE]-regelaar) tijdelijk<br />
te veranderen.<br />
[UNDO]<br />
Druk op deze knop om de laatst doorgevoerde wijziging<br />
weer ongedaan te maken.<br />
[DISK]<br />
Met deze knop hebt u toegang tot de Disk-mode.<br />
[EFFECTS ON/OFF]<br />
Hiermee kunt u de interne effecten (MFX, Chorus,<br />
Reverb) in- en uitschakelen (blz. 35).<br />
I<br />
MEMORY CARD-poort<br />
Hierop kunt u een optionele geheugenkaart (Smart-<br />
Media) aan sluiten (blz. 164).<br />
J<br />
[MIDI MESSAGE/RX]<br />
MIDI MESSAGE: Deze knop licht op wanneer de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MIDI-commando’s ontvangt. (Dat betekent<br />
echter nog niet dat een bepaalde Part of Patch dan<br />
klinkt: u moet n.l. zorgen dat het externe instrument<br />
op het juiste kanaal zendt.)<br />
RX: Druk op deze knop om de niet benodigde Parts in<br />
de Performance- of GM2-mode uit (of weer in) te schakelen<br />
(blz. 141).<br />
[1-16/17-32]<br />
Hiermee bepaalt u of de PART SELECT-knoppen<br />
[1/17]~[16/32] voor het kiezen van de Parts 1~16 dan<br />
wel 17~32 dienen. Wanneer hij oplicht, hebt u toegang<br />
tot de Parts 17~32.<br />
POWER-schakelaar<br />
Hiermee schakelt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in en uit.<br />
49<br />
Referentiehandboek
1. Voorzieningen op de panelen<br />
1.2 Achterpaneel<br />
K<br />
AC IN-aansluiting<br />
Sluit hier de bijgeleverde stroomkabel aan.<br />
L (MIDI)<br />
MIDI-connectors (IN 1/2, OUT, THRU)<br />
Via deze connectors kunt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op andere<br />
MIDI-apparaten aansluiten.<br />
IN 1, 2: Dienen voor het ontvangen van MIDI-data van<br />
externe MIDI-instrumenten.<br />
OUT: Dient voor het zenden van MIDI-commando’s<br />
naar een externe MIDI-instrument.<br />
THRU: De via MIDI IN1 ontvangen MIDI-commando’s<br />
worden via deze connector naar andere<br />
MIDI-instrumenten uitgestuurd (en wel in ongewijzigde<br />
vorm).<br />
M (OUTPUT)<br />
A (MIX) OUTPUT-aansluitingen (L (MONO), R)<br />
Ziehier de algemene stereo-uitgangen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
(L/R). Sluit deze aan op de ingangen van uw mengpaneel,<br />
keyboardversterker enz.<br />
Deze uitgangen worden aangesproken wanneer u de<br />
parameter “Output Mix/Parallel” op blz. 190 op MIX<br />
zet (zie verder blz. 190, 196).<br />
* Bij levering (en na het initialiseren) van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> worden<br />
de PRESET-Patches enkel naar deze aansluitingen uitgestuurd.<br />
N (OUTPUT)<br />
B, C, D OUTPUT-aansluitingen (L, R)<br />
Dit zijn de zgn. individuele uitgangen die u eveneens<br />
op uw mengpaneel, versterker e.d. kunt aansluiten (zie<br />
blz. 15). In dat geval doen ze dienst als 4 stereoparen.<br />
O (OUTPUT)<br />
INDIVIDUAL OUTPUT-connectors 1~8<br />
U kunt de zonet voorgestelde uitgangen ook individueel<br />
(dus niet als stereoparen) gebruiken. In dat geval<br />
gelden dan de benamingen onder deze connectors.<br />
50<br />
K L<br />
Q<br />
N M<br />
O<br />
P (DIGITAL AUDIO OUT)<br />
R-BUS (RMDB 2) aansluiting (OUTPUT A~D/1~8)<br />
Ziehier een digitale aansluiting voor 8 uitgangen in het<br />
24-bits formaat. Deze kunt u rechtstreeks aansluiten op<br />
bv. de <strong>Roland</strong> VM-3100Pro of een DIF-AT interface<br />
(conversie naar ADAT).<br />
Opgelet: Hier u mag enkel apparaten aansluiten die in<br />
deze handleiding uitdrukkelijk worden vermeld. Sluit<br />
hier nooit andere interfaces aan (bv. een SCSI- of<br />
RS-232C), ook al ziet deze connector er hetzelfde uit.<br />
* “RMDB II”, “RMDB 2” en “R-BUS” verwijzen naar hetzelfde<br />
protocol.<br />
WORD CLOCK IN-aansluiting (44.1/48 kHz)<br />
Deze aansluiting hebt u nodig om de digitale frequentie<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te synchroniseren met die van het<br />
Master-apparaat in uw digitale keten (BNC-type). Zie<br />
ook blz. 199.<br />
* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt enkel en alleen de sampling-frequenties<br />
44.1 en 48 kHz.<br />
S/P DIF OUT-connector<br />
Ziehier twee digitale (2-kanaals) uitgangen die beantwoorden<br />
aan het S/P DIF-formaat (“Consumer”).<br />
Plastic-kap van de OPTICAL-aansluiting: Zolang u<br />
geen kabel op de OPTICAL-connector aansluit, mag u<br />
de kap niet verwijderen. Sluit u hierop wel een kabel<br />
aan, dan moet u de kap op een veilige plaats bewaren.<br />
Zorg er wel voor dat kleine kinderen niet met deze kap<br />
kunnen spelen of hem inslikken.<br />
Q<br />
SCSI-aansluiting<br />
Ziehier een DB-25 SCSI-aansluiting waarop u een CD--<br />
ROM-drive, een externe harde schijf, een Zip-drive<br />
enz. kunt aansluiten.<br />
Met de kleine schakelaar links van deze connector<br />
kunt u het SCSI-adres van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> instellen (zie<br />
blz. 204).<br />
* De waarden “8” en “9” van de ID-schakelaar kunnen niet<br />
worden gebruikt (omdat de SCSI-standaard dit niet toelaat).<br />
P
2. Algemene dingen<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
2.1 Opmerkingen bij de<br />
Phrase Preview-functie<br />
• In de Performance-mode hoort u bij gebruik van de<br />
Phrase Preview-functie enkel de Patch die door de<br />
momenteel gekozen Part wordt aangesproken.<br />
• In de Rhythm Set-mode wordt er een kort drumfragment<br />
afgespeeld.<br />
• Als de toonomvang van een Phrase groter is dan het<br />
bereik van de aangestuurde Tone(s) van de Patch/<br />
Rhythm Set c.q. als de noten van de Phrase buiten het<br />
nootbereik van de aangestuurde Part vallen hoort u<br />
die noten niet. M.a.w. de Patch Preview-functie houdt<br />
wel degelijk rekening met de Key Range-instellingen.<br />
Verder kunt u instellen wat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> precies speelt<br />
wanneer u de Phrase Preview-functie gebruikt:<br />
Misschien vindt u de riedeltjes niet altijd even handig.<br />
Verander in dat geval de manier waarop de Phrase<br />
Preview-functie werkt.<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (zorg dat de indicator oplicht<br />
– hij mag niet knipperen).<br />
2. Druk op [F5≈(PREVIEW)].<br />
3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen<br />
4. Wijzig de waarde van die parameter met de [VALUE]regelaar<br />
of [DEC] [INC].<br />
5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige<br />
pagina.<br />
Preview Mode<br />
Met deze parameter bepaalt u wat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bij<br />
gebruik van de Phrase Preview-functie speelt:<br />
SINGLE Door de “Preview” herhaaldelijk te starten hoort<br />
u achtereenvolgens de voor “Preview Key” ingestelde<br />
noten. Voor deze noten kunt u tevens de<br />
gewenste aanslagwaarde instellen (“Velocity”).<br />
CHORD De voor “Note” ingestelde noten worden samen<br />
(als akkoord) weergegeven.<br />
PHRASE U hoort de frase die aan het type/de categorie<br />
van de geselecteerde Patch is toegewezen.<br />
Als u SINGLE of CHORD gekozen hebt, kunt u met<br />
Note de noten kiezen die bij gebruik van de Phrase<br />
Preview-functie moeten worden afgespeeld (C–1~G9).<br />
In het geval van SINGLE worden ze na elkaar (bij herhaaldelijk<br />
indrukken van de [VOLUME]-regelaar) afgespeeld,<br />
in de CHORD-mode daarentegen samen.<br />
Verder kunt u met Velocity de aanslagwaarde van de<br />
vier Phrase Preview-noten bepalen (1~127). Dat is<br />
waarschijnlijk alleen handig wanneer u voor Note 1~4<br />
dezelfde noot kiest. Dan hoort u namelijk het best<br />
welke invloed de aanslag op de gekozen Patch e.d. zal<br />
hebben.<br />
* De toewijzing van de frasen aan de Patches (wanneer u<br />
PHRASE kiest) is vast ingesteld en wordt bepaald door de<br />
categorie die aan de betreffende Patch is toegewezen.<br />
2.2 Categorieën van de<br />
Patch Finder-functie<br />
De bediening van de Patch Finder-functie vindt u op<br />
blz. 20. Hier kijken we enkel nog naar dingen die daar<br />
niet aan bod zijn gekomen, te weten de beschikbare<br />
categorieën:<br />
Groep Categorie Inhoud<br />
--- NO ASSIGN Geen toewijzing<br />
Piano<br />
PNO AC.PIANO Akoestische piano<br />
EP EL.PIANO Elektrische piano<br />
Keys&Organ<br />
KEY KEYBOARDS Andere klavierinstrumenten<br />
(Clavi, klavecimbel e.d.)<br />
BEL BELL Klokken, klokachtige klanken<br />
MLT MALLET Chromatische percussie<br />
ORG ORGAN Elektrisch en kerkorgel<br />
ACD ACCORDION Accordeon<br />
HRM HARMONICA Mondharmonica<br />
Guitar<br />
AGT AC.GUITAR Akoestische gitaar<br />
EGT EL.GUITAR Elektrische gitaar<br />
DGT DIST.GUITAR Scheurgitaar (vervormd)<br />
Bass<br />
BS BASS Akoestische & elektr. bas<br />
SBS SYNTH BASS Synthesizerbas<br />
Orchestral<br />
STR STRINGS Strijkers<br />
ORC ORCHESTRA Orkest<br />
HIT HIT&STAB Orkest-"Hits"<br />
WND WIND Houtblazers (hobo, e.d.)<br />
FLT FLUTE Fluit, Piccolo<br />
Brass<br />
BRS AC.BRASS Koperblazers<br />
SBR SYNTH BRASS Synthesizer-kopers<br />
SAX SAX Saxofoon<br />
Synth<br />
HLD HARD LEAD Harde solosynthesizers<br />
SLD SOFT LEAD Warme solosynthesizers<br />
TEK TECHNO SYNTH Techno-synthesizers<br />
PLS PULSATING "Pulserende" synthesizers<br />
FX SYNTH FX Ruis, wind e.d.<br />
SYN OTHER SYNTH Synthesizer-Layers<br />
Pad<br />
BPD BRIGHT PAD Heldere synth-tapijten<br />
SPD SOFT PAD Warme synth-tapijten<br />
VOX VOX Solostemmen, koor<br />
Ethnic<br />
PLK PLUCKED Tokkelinstrumenten (harp e.d.)<br />
ETH ETHNIC Andere ethnische geluiden<br />
FRT FRETTED Instrumenten met frets<br />
(mandoline e.d.)<br />
51<br />
Referentiehandboek
2. Algemene dingen<br />
52<br />
Rhythm&SFX<br />
PRC PERCUSSION Percussie<br />
SFX SOUND FX Geluidseffecten<br />
BTS BEAT&GROOVE Beats & Grooves (Loops)<br />
DRM DRUMS Drum Set<br />
CMB COMBINATION Patches die Splits gebruiken<br />
of Layers (stapels) zijn<br />
Interne geheugenstructuur<br />
Wanneer u een Patch of Rhythm Set kiest worden<br />
de data ervan gekopieerd naar een buffer die “Temporary<br />
Area” heet. De data in die buffer kunt u nog<br />
editen. Het geluid dat u hoort wordt namelijk<br />
bepaald door de instellingen in het buffergeheugen.<br />
De inhoud van de buffer verandert in de volgende<br />
gevallen:<br />
•Wanneer u een andere Patch/Rhythm Set/Performance<br />
kiest, worden gaan de vorige instellingen<br />
van de buffer overschreven.<br />
•Schakelt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, dan worden de data in de<br />
buffer gewist.<br />
RAM-geheugen<br />
USER<br />
Kiezen<br />
Kiezen<br />
DATA-kaart<br />
Intern geheugen<br />
Opslag<br />
Opslag<br />
ROM-geheugen<br />
PR-A, B, C, E<br />
PR-D (General MIDI)<br />
Temporary Area (buffer)<br />
Performance<br />
Kiezen<br />
Patch<br />
Rhythm Set<br />
Kiezen<br />
XP-A, B, C, D, E, F, G, H<br />
Wave Expansion Board<br />
Als u de wijzigingen van het buffergeheugen<br />
(“Temporary Area”) later nog eens nodig hebt,<br />
moet u ze in een Patch-, Rhythm Set- of Performance-geheugen<br />
opslaan. De instellingen worden<br />
dan naar dat geheugen gekopieerd – en blijven<br />
bewaard. Zie blz. 163 voor de opslag.<br />
2.3 Modes via MIDI<br />
kiezen<br />
Op blz. 32 hebben we u al getoond hoe u via MIDI Patches,<br />
Rhythm Sets en Performances kunt kiezen. Het is<br />
echter ook mogelijk om via MIDI van mode te veranderen<br />
(Patch, Performance en General MIDI 2) – als u<br />
tenminste niet vies bent van SysEx. Ziehier wat u daarvoor<br />
moet invoeren:<br />
Oproepen van de Patch/Rhythm Set-mode:<br />
F0 41 10 00 10 12 00 00 00 00 01 7F F7<br />
Performance-mode kiezen:<br />
F0 41 10 00 10 12 00 00 00 00 00 00 F7<br />
GM2-mode kiezen:<br />
F0 41 10 00 10 12 00 00 00 00 03 7F F7<br />
De derde byte (“10”) slaat op het Device ID-nummer.<br />
Omdat we hier over SysEx praten, gaat het om een<br />
hexadecimale waarde die, naar decimaal vertaald,<br />
voor “16” staat. Maar opgelet: in het display van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt deze waarde als “17” afgebeeld.<br />
Dat betekent dat u tijdens het programmeren van het<br />
Device ID telkens “1” van de gewenste waarde moet<br />
aftrekken (omdat “00H” door de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt opgevat<br />
als “1”). Als u een ander Device ID-nummer voor<br />
de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gekozen hebt (blz. 176), moet u voor de<br />
derde byte in bovenstaande strings dus de overeenkomstige<br />
hexadecimale waarde (min “1”) invullen.<br />
2.4 Andere handige<br />
functies<br />
Octave: transponeren in<br />
octaafstappen<br />
Met de OCTAVE-functie kunt u de toonhoogte van de<br />
geselecteerde Patch in octaafstappen verhogen of verminderen.<br />
Het instelbereik luidt –3~+3 octaven. Met<br />
name voor het spelen van zeer lage baspartijen is het<br />
soms handig om de toonhoogte 1 of 2 octaven lager te<br />
transponeren.<br />
Het octaaf kiest u met [ß] en [†].<br />
Key Assign: monofoon of polyfoon<br />
spelen<br />
Met de Key Assign-functie stelt u in of u maar enkelvoudige<br />
noten (MODO) of akkoorden (POLY) kunt<br />
spelen.<br />
1. Kies eerst de benodigde Patch.<br />
2. Druk op [F1≈(Common)].
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere handige functies<br />
3. Druk op [F2≈(Control)].<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar MONO of POLY<br />
(Key Assign).<br />
5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de andere<br />
Key Assign-instelling (POLY of MONO).<br />
6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />
53<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
54<br />
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat vier afzonderlijke effectblokken die<br />
echter wel samen kunnen worden gebruikt. Deze hebben<br />
we reeds op blz. 35 voorgesteld. Daar komt u ook<br />
te weten hoe u de effecten in- en uitschakelt.<br />
* Tijdens het programmeren van Patches verdient het vaak<br />
aanbeveling om zonder effecten te beginnen om eerst het<br />
basisgeluid naar uw hand te zetten. Schakel de effecten aanvankelijk<br />
dus uit.<br />
3.1 Effectparameters<br />
voor de Patch-mode<br />
Op blz. 21 hadden we het er al over dat er twee soorten<br />
Patches zijn: Patches bestaande uit vier Tones (zoals<br />
bv. op de JV-2080, <strong>XV</strong>-3080 enz.) en “Multi-Partial”-<br />
Patches die berusten op geladen samples. De effecten<br />
kunnen voor elke Patch afzonderlijk worden geprogrammeerd.<br />
Voor de Tones c.q. Partials van een dergelijke<br />
Patch kunt u dan bepalen in welke mate ze de<br />
MFX, Chorus en/of Reverb moeten aanspreken.<br />
Belangrijk is hier tevens dat u de effectinstellingen ook<br />
drastisch kunt veranderen door gewoon een andere<br />
Patch te kiezen.<br />
C8<br />
4 TONE Patch<br />
TONE MFX<br />
Multi-Partial Patch<br />
A0<br />
Chorus<br />
Reverb<br />
Partial MFX<br />
88 Partials<br />
Chorus<br />
Reverb<br />
De manier waarop de effecten kunnen worden aangesproken<br />
verschilt naar gelang de gehanteerde Tone<br />
Output Assign-instelling (4 Tone-Patches) c.q. de<br />
Split Key Output Assign-instelling (Multi-Partial).<br />
Daarom moet u dus eerst de juiste uitgangstoewijzing<br />
kiezen alvorens met de effecten beginnen te “spelen”.<br />
Ziehier wat u daarvoor moet doen:<br />
1. Kies de benodigde Patch.<br />
2. Druk op [F6(Effects)] om naar de Patch Effects-pagina te<br />
gaan.<br />
3. Druk op [F1≈(General)] om de General-pagina op te roepen.<br />
* Na het oproepen van de General-pagina kunt u [F6≈(Palette)]<br />
drukken om een “Palette”-overzicht van alle vier de Tones<br />
te krijgen. Dat laat toe om de effectparameters meteen voor<br />
alle Tones in te stellen. Wilt u daarna weer met één enkele<br />
Tone werken, dan moet u –op de Palette-pagina– op<br />
[F6≈(≈Tone≈1)] drukken.<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
Kies hier “Tone Output Assign”.<br />
5. Kies met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of [DEC] [INC] de gewenste instelling:<br />
MFX: Betekent dat het signaal naar de MFX, de Chorus<br />
en de galm (Reverb) wordt gestuurd.<br />
A~D: Betekent dat het signaal naar het betreffende uitgangspaar<br />
(stereo), naar de Chorus en Reverb wordt<br />
gestuurd.<br />
1~8: Betekent dat het signaal naar de betreffende INDI-<br />
VIDUAL-uitgang (1 aansluiting), de Chorus en de<br />
Reverb wordt gestuurd. Het van Chorus en/of Reverb<br />
voorziene signaal wordt naar de uitgangen gestuurd<br />
dat u aan het Chorus- of Reverb-blok hebt toegewezen<br />
(Chorus Output Assign c.q. Reverb Output Assign).<br />
* Als u zich tijdens het instellen vergist of de wijziging toch<br />
niet zo geslaagd vindt, kunt u met [UNDO] weer naar de<br />
vorige instelling teruggaan.<br />
6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />
In het display verschijnt nu een “*” naast de Patchnaam<br />
om duidelijk te maken dat de instellingen van de<br />
Patch niet meer overeenkomen met de opgeslagen versie.<br />
* Vergeet niet deze Patch opnieuw op te slaan als u de instellingen<br />
later nog eens wilt gebruiken (zie blz. 163).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effectparameters voor de Patch-mode<br />
* Tijdens het editen van Multi-Partial Patches kunt u de te<br />
wijzigen Partial vanop uw MIDI-klavier kiezen door een<br />
noot in het bereik van die Partial te spelen, terwijl u<br />
[F6≈(MIDISel)] ingedrukt houdt.<br />
* Op de hierboven getoond display-pagina’s ziet u altijd meteen<br />
welke effectblokken er momenteel in- of uitgeschakeld<br />
zijn (zie blz. 35): een stippellijn op de General-pagina verwijst<br />
naar een uitgeschakelde processor, terwijl een doorlopende<br />
lijn betekent dat de processor actief is.<br />
Split Key Edit Mode<br />
Tijdens het editen van een Multi-Partial Patch kies u<br />
met deze parameter de zone waarop de te maken<br />
effectinstellingen betrekking hebben.<br />
De mogelijkheden luiden:<br />
1KEY: De instellingen gelden telkens maar voor één<br />
toets.<br />
PTL: De instellingen gelden voor alle toetsen die aan<br />
de betreffende Partial zijn toegewezen.<br />
ALL: De instellingen gelden voor alle toetsen en dus<br />
alle Partials.<br />
Effectaandeel voor de Tones<br />
Uit het voorgaande blijkt (hopelijk) al dat de toewijzing<br />
(“routing”) aan de effecten en uitgangenvoor elke<br />
Tone/Partial apart kan worden ingesteld. Maar dat is<br />
nog niet alles wat u op de Effects General-pagina kunt<br />
doen. U kunt namelijk ook het volume instellen van<br />
het Tone-signaal dat naar de beschikbare effecten<br />
wordt gestuurd. Daarmee bepaalt u dan hoe sterk de<br />
betreffende Tone van effect wordt voorzien (“effectaandeel”).<br />
Ziehier de beschikbare parameters:<br />
Dry Send Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van het Tonesignaal<br />
dat rechtstreeks naar de met Output Assign<br />
gekozen uitgang(en) wordt gestuurd.<br />
Chorus Send Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het Chorus-aandeel van de<br />
geselecteerde Tone. Kies “0” als de Tone niet door de<br />
Chorus mag worden gehaald.<br />
Reverb Send Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het galmaandeel van de<br />
Tones.<br />
MFX-parameters<br />
General-pagina<br />
Op Effects General-pagina (zie hierboven) kunt u naast<br />
de uitgangstoewijzing en het effectaandeel van de<br />
Tones ook de volgende dingen instellen:<br />
MFX Type<br />
Met deze parameter kiest u een algoritme voor de MFX<br />
(in de Patch-mode is er maar één MFX). Er zijn 90 algoritmen.<br />
Zie “MFX-parameters” op blz. 61 voor meer<br />
details.<br />
MFX Dry Send Level<br />
(0~127) De naam is ietwat verwarrend, maar het gaat<br />
hier wel degelijk om de parameter waarmee u het uitgangsvolume<br />
van de MFX (dus mét) effect bepaalt. Dit<br />
volume wordt door de gekozen OUTPUT-aansluitingen<br />
gehanteerd.<br />
MFX Chorus Send Level<br />
(0~127) Met deze parameter bepaalt u hoe sterk het<br />
MFX-signaal nog door het Chorus-blok wordt<br />
bewerkt. Kies “0” als dat niet nodig is.<br />
MFX Reverb Send Level<br />
(0~127) Het MFX-signaal kan tevens naar het Reverbblok<br />
worden gestuurd om nog een beetje “ruimte” aan<br />
het signaal te geven.<br />
MFX Output Assign A~D<br />
Hiermee kiest u de uitgang waar het MFX-signaal<br />
(zonder Chorus of Reverb) naartoe wordt gestuurd. De<br />
Chorus en de Reverb hebben een aparte Output<br />
Assign-parameter.<br />
* Aangezien de MFX, Chorus en Reverb stereo zijn, kunt<br />
u ze enkel aan uitgangsparen (A~D) toewijzen. De<br />
INDIVIDUAL-opties zijn dus niet beschikbaar.<br />
MFX Param-pagina<br />
Door op de Effects General-pagina op [F2≈(MFX≈Prm)] te<br />
drukken springt u naar de MFX Param-pagina waar de<br />
volgende dingen kunnen worden ingesteld:<br />
MFX A~D Parameter<br />
Dit zijn de parameters van het gekozen Type. De aard<br />
en het aantal van de parameters verschillen naar<br />
gelang het gekozen algoritme. Zie “MFX-parameters”<br />
op blz. 61 voor een overzicht van deze parameters.<br />
MFX Control-pagina<br />
Door op de Effects General-pagina op [F3≈(MFX≈Ctl)] te<br />
drukken gaat u naar de MFX Control-pagina. Daar<br />
vindt u alle parameters i.v.m. de speelhulpen voor het<br />
beïnvloeden van bepaalde MFX-parameters en de<br />
mate waarin dat gebeurt.<br />
Bestaansreden van MFX Control<br />
De MFX CTRL-functie vervangt gedeeltelijk de bijzonder<br />
ingewikkelde SysEx-commando’s die u normaliter<br />
voor het wijzigen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>-parameters zou<br />
moeten gebruiken. Deze commando’s zijn daarom niet<br />
minder belangrijk (en kunnen voor dezelfde doeleinden<br />
worden gebruikt), omdat er telkens maar een<br />
bepaald aantal MFX-parameters via controle- en<br />
55<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
56<br />
andere MIDI-commando’s kunnen worden aangestuurd.<br />
Maar de parameters, die dat wél toelaten, zijn<br />
dankzij dit systeem veel gebruiksvriendelijker. In de<br />
regel gaat het om parameters die de meeste gebruikers<br />
spontaan zouden willen beïnvloeden.<br />
Dankzij MFX Control kunt u de vervormingsgraad<br />
van een Distortion-type bv. met de Pitch Bend-hendel<br />
(of het overeenkomstige MIDI-commando) veranderen,<br />
of de vertragingstijd van een Delay-type via de<br />
aanslagwaarden beïnvloeden. Zo bent u moeiteloos in<br />
staat om nóg expressiever te musiceren.<br />
Zoals gezegd, gaat het om een beperkt aantal parameters<br />
per MFX-Type die bovendien voorgeprogrammeerd<br />
zijn. Met “Destination” kunt u echter kiezen<br />
welke parameter er wordt aangestuurd.<br />
* In plaats van met MFX CTRL kunt u ook werken met de<br />
Matrix Control-functie. In dat geval is het parameteraanbod<br />
echter ietwat beperkter.<br />
* Wanneer u voor als MFX “Type” 00:THROUGH kiest, is<br />
deze display-pagina niet beschikbaar.<br />
MFX Control 1~4 Source<br />
Hiermee kiest u het MIDI-commando of de functie die<br />
u voor het aansturen van de met “Destination” gekozen<br />
parameter wilt gebruiken. Kies hier OFF als u het<br />
betreffende MFX CTRL-kanaal (1~4) niet wilt gebruiken.<br />
Ziehier de mogelijkheden:<br />
• Controlecommando’s CC01~31, CC33~95. Meer<br />
details hierover vindt u onder “MIDI Implementation”<br />
op blz. 282 in de Engelstalige handleiding.<br />
• Pitch Bend<br />
• Aftertouch<br />
• SYS-CTRL1~SYS-CTRL4: MIDI-commando’s die<br />
overal op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunnen worden gebruikt. Dit<br />
zijn dus “algemene Controllers”. Zie ook “Source” op<br />
blz. 178.<br />
MFX Control Destination 1~4<br />
Kies hier de MFX-parameter die u met het geselecteerde<br />
MFX Control-kanaal wilt aansturen De mogelijkheden<br />
verschillen naar gelang het gekozen MFXtype.<br />
Meer bepaald gaat het om de parameters die<br />
vanaf blz. 61 met een “#” gemerkt zijn.<br />
MFX Control 1~4 Sens<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk u de gekozen<br />
parameter kunt beïnvloeden. Om de waarde ervan te<br />
verhogen (snelheid, intensiteit e.d.) of het panorama<br />
naar rechts te verschuiven moet u hier een positieve<br />
waarde kiezen. Stel een negatieve waarde in om de<br />
parameterwaarde te kunnen verminderen. Kies “0” als<br />
de parameter niet mag worden beïnvloed (maar<br />
waarom zit u dan in godsnaam op deze pagina te editen?).<br />
Chorus-parameters<br />
Op de Effects General-pagina kunt u de volgende Chorus-parameters<br />
instellen:<br />
Chorus Type<br />
Kies hier hoe u de Chorus-processor wilt gebruiken:<br />
OFF (noch Chorus, noch Delay), 1 Chorus of 2 Delay (dit<br />
laatste is een echo-effect).<br />
Chorus Output Select<br />
Hiermee kunt u instellen of het Chorus-uitgangssignaal<br />
enkel in stereo naar de uitgangen (MAIN), enkel<br />
in mono naar de Reverb-processor (REV) of naar beide<br />
moet worden uitgestuurd (M+R).<br />
MAIN<br />
Chorus-ingang<br />
REV<br />
Chorus-ingang<br />
M + R<br />
Chorus-ingang<br />
Reverb-ingang<br />
Chorus<br />
Chorus<br />
Chorus<br />
Reverb<br />
* “MAIN” (in MAIN en M+R) slaat op de uitgangen die u<br />
met “Output Assign” gekozen hebt.<br />
Chorus Level<br />
Hiermee regelt u het uitgangsvolume van het Choruseffect<br />
(0~127).<br />
Chorus Output Assign A~D<br />
Kies hier de uitgangen waar de bewerkte signalen van<br />
de Chorus naartoe worden gestuurd: A, B, C of D.<br />
* Deze instelling wordt niet gebruikt wanneer u “Select” (zie<br />
hierboven) op REV zet.<br />
* Als u “Mix/Parallel” op MIX hebt gezet (blz. 190), worden<br />
alle signalen naar de OUTPUT A (MIX)-aansluitingen<br />
gestuurd.<br />
Chorus-pagina<br />
Als u op de Effects General-pagina op [F4≈(Chorus)]<br />
drukt, komt u op de Chorus-pagina terecht. Daar vindt<br />
u de volgende parameters:<br />
Als Type= 1 (CHORUS)<br />
Reverb<br />
OUTPUT<br />
OUTPUT<br />
OUTPUT<br />
OUTPUT<br />
Rate (Chorus Rate)<br />
(0.05~10.00 Hz) Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid<br />
van de Chorus.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de intensiteit van de Chorus<br />
(0~127).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effectparameters voor de Patch-mode<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Chorus-signaal nog<br />
een keer naar de Chorus wordt gestuurd. Hoe groter<br />
de waarde, hoe complexer het Chorus-geluid wordt<br />
(0~127).<br />
Phase<br />
Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />
Chorus-signaal (0~180˚).<br />
Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />
Type<br />
Hiermee kiest u het filtertype dat op het Chorus-effect<br />
van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />
hoge tonen doorlaat, terwijl een LPF alleen de frequenties<br />
onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies OFF<br />
als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />
Cutoff freq<br />
Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />
(LPF of HPF) moet beginnen werken. Als u OFF kiest,<br />
hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen (200, 250,<br />
315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500,<br />
3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz).<br />
Als Type= 2 (DELAY)<br />
Center<br />
Dit is de snelheid van de herhalingen die zich in het<br />
midden bevinden. Als u een nootwaarde kiest, wordt<br />
de modulatie met een MIDI Clock-signaal gesynchroniseerd<br />
(200~1000 ms).<br />
Left<br />
Dit is de snelheid van de herhalingen die zich links<br />
bevinden. Als u een nootwaarde kiest, wordt de vertraging<br />
met een MIDI Clock-signaal gesynchroniseerd<br />
(200~1000 ms).<br />
Right<br />
Dit is de snelheid van de herhalingen die zich rechts<br />
bevinden (200~1000 ms).<br />
U kunt voor deze drie parameters ook een nootwaarde<br />
instellen om de herhalingen synchroon te laten lopen<br />
met het tempo. Hiervoor wordt hetzij het Patch-, hetzij<br />
het System-tempo gehanteerd.<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />
helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
Center, Left, Right<br />
Hiermee bepaalt u het volume van de drie Delay-lijnen<br />
(0~127).<br />
Reverb-parameters<br />
General-pagina<br />
Reverb Type<br />
Kies hier het soort galm dat het beste bij de gebruikte<br />
klank(en) past. Dit is een soort “Master-instelling”voor<br />
de “Type”-parameter op de REV PRM-pagina<br />
(zie verderop).<br />
1 OFF De Reverb-processor wordt niet gebruikt<br />
(Bypass).<br />
2 REVERB Gewone galm (zoals op de JV-2080).<br />
3 ROOM Een galm met alle kenmerken van een woonkamer<br />
e.d.<br />
4 HALL Galm van een concertzaal.<br />
5 PLATE Galm van een mechanische plaat die vóór de<br />
komst van digitale effecten bijzonder in trek<br />
was en ook vandaag de dag nog gretig wordt<br />
gebruikt voor bv. percussieve klanken.<br />
Reverb Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de Reverbprocessor<br />
(0~127).<br />
Reverb Output Assign<br />
Kies hier de uitgangen waar de bewerkte signalen van<br />
de Reverb naartoe worden gestuurd: A, B, C of D.<br />
* Als u “Mix/Parallel” op MIX hebt gezet (blz. 190), worden<br />
alle signalen naar de OUTPUT A (MIX)-aansluitingen<br />
gestuurd.<br />
Reverb-pagina<br />
Als u op de Effects General-pagina op [F5≈(Reverb)]<br />
drukt, komt u op de Reverb-pagina terecht. Daar vindt<br />
u de volgende parameters:<br />
Als Type= 1 (REVERB)<br />
Type<br />
Kies hier het type “gewone galm” dat u wilt gebruiken:<br />
ROOM1 Dichte galm van een kamer.<br />
ROOM2 Iets “transparantere” galm van een kamer.<br />
STAGE1 Lange galm (van een bühne).<br />
STAGE2 Galm met nadrukkelijk aanwezige eerste reflecties.<br />
HALL1 Transparante galm van een concertzaal e.d.<br />
HALL2 Volle galm van een concertzaal.<br />
DELAY Conventioneel Delay-effect.<br />
PAN- Delay met herhalingen die afwisselend via het lin-<br />
DLY ker en het rechter kanaal worden weergegeven.<br />
Time<br />
Wanneer u voor “Type” ROOM1~HALL2 kiest,<br />
bepaalt u hiermee de lengte van de galm. In het geval<br />
van DELAY of PAN-DLY slaat dit op de vertragingstijd<br />
(0~127).<br />
57<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
58<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de galm doffer<br />
klinkt. Als u niet wilt dat de herhalingen al te helder<br />
zijn, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in<br />
(BYPASS, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250,<br />
1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz).<br />
Feedback<br />
In het geval van DELAY en PAN-DLY slaat deze parameter<br />
op het aantal herhalingen. Hoe groter deze<br />
waarde, hoe vaker de gespeelde noten worden herhaald<br />
(0~127).<br />
Als Type= 2 (SRV ROOM)/3 (SRV HALL)/4 (SRV<br />
PLATE)<br />
Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de galm in (0,0~100,0 ms).<br />
Time<br />
Hiermee bepaalt u de lengte van de galm (0~127).<br />
Size<br />
Hiermee stelt u de grootte van de gesimuleerde kamer<br />
of zaal in (1~8).<br />
High Cut<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de galm al te helder<br />
is, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in<br />
(160~12500 Hz, BYPASS).<br />
Density<br />
Hiermee bepaalt u de densiteit van de galm. Hoe groter<br />
deze waarde, hoe “voller” de galm wordt (0~127).<br />
Diffusion<br />
Hiermee bepaalt u hoe de densiteit van de galm mettertijd<br />
verandert. Hoe groter waarde, hoe dichter de<br />
galm na verloop van tijd wordt. Dit hoort u waarschijnlijk<br />
alleen als u een betrekkelijk lange “Time”waarde<br />
kiest (0~127).<br />
LF Damp Freq<br />
Kies hier de frequentie die als bovengrens voor de<br />
“lage tonen” moet doorgaan. Die kunt u met de volgende<br />
parameter dempen (50~4000 Hz).<br />
LF Damp Gain<br />
Hiermee bepaald u hoe snel de lage tonen van de galm<br />
worden gedempt. Hiermee kunt u voorkomen dat de<br />
galm het geluidsbeeld ondoorzichtig maakt (–36~0<br />
dB).<br />
HF Damp Freq<br />
Kies hier de frequentie die als ondergrens voor de<br />
“hoge tonen” moet doorgaan. Die kunt u met de volgende<br />
parameter dempen (4000, 5000, 6400, 8000,<br />
10000, 12500 Hz).<br />
HF Damp Gain<br />
Hiermee bepaald u hoe snel de hoge tonen van de<br />
galm worden gedempt. Hiermee kunt u voorkomen<br />
dat de galm het geluidsbeeld ondoorzichtig maakt<br />
(–36~0 dB).<br />
3.2 Effecten in de<br />
Performance-mode<br />
In een Performance beschikt u over dezelfde effectblokken,<br />
maar er zijn wel 3 MFX-blokken i.p.v. één. De<br />
toewijzing van een Part aan een MFX gebeurt via de<br />
“Part Output MFX Select”-parameter. Een ander verschil<br />
op MFX-vlak zit hem in het feit dat u ook verschillende<br />
Parts aan eenzelfde MFX kunt toewijzen en met<br />
de bijbehorende Send-parameter bepaalt hoe sterk de<br />
Parts door de betreffende MFX moeten worden<br />
bewerkt. In het totaal zou u dus 32 Parts over 3 MFX’en<br />
kunnen verdelen – maar dat is niet altijd zinvol.<br />
Wanneer u Output Assign op “MFX” zet, worden de<br />
effectinstellingen van de Tones in de aangesproken<br />
Patches genegeerd<br />
Performance<br />
Part32<br />
Part 1<br />
Patch<br />
TONE Multi-effect<br />
Chorus<br />
Reverb<br />
U kunt er echter ook voor zorgen dat een Part rekening<br />
houdt met de effectinstellingen van de aangesproken<br />
Patch (en diens Tones). Het is zelfs mogelijk om de<br />
effectinstellingen van één Patch over te nemen in de<br />
Performance, zodat u de Chorus, Reverb en een MFX<br />
niet opnieuw hoeft te programmeren.<br />
Als Output Assign= “PAT”<br />
Performance<br />
Part32<br />
Part 1<br />
Patch<br />
TONE<br />
Multi-effect<br />
Chorus<br />
Reverb<br />
De belangrijkste parameter voor het bepalen welke<br />
Part welke effecten (hoe) kan aanspreken heet Part<br />
Output Assign. Hiervoor kunt u kiezen uit de volgende<br />
instellingen:<br />
MFX: De Part spreekt de gekozen MFX, de Chorus en<br />
de Reverb aan.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effecten in de Performance-mode<br />
A~D en 1~8: Zie blz. 54.<br />
PAT: De uitgangstoewijzing van de Part wordt<br />
bepaald door de Tone-instellingen van de toegewezen<br />
Patch. Die worden m.a.w. gewoon overgenomen,<br />
zodat u niets meer hoeft te programmeren. (Dit werkt<br />
ook voor Rhythm Sets.)<br />
Naar gelang de gekozen uitgangstoewijzing ziet het<br />
display er als volgt uit:<br />
“MFX”<br />
“A”~“D”:<br />
“1”~“8”:<br />
En ziehier dan de basiswerkwijze:<br />
1. Kies de benodigde Performance.<br />
2. Druk op [F5≈(Effects)] om naar de PERFORMANCE<br />
Effects-pagina te gaan.<br />
3. Druk op [F1≈(General)] om de Effect General-pagina op<br />
te roepen (zie de voorbeelden hierboven).<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen en wijzig er met de [VALUE]-regelaar of<br />
[DEC] [INC] de waarde van.<br />
* Met [UNDO] kunt u de laatste wijziging telkens weer ongedaan<br />
maken.<br />
5. Stel ook de overige parameters in.<br />
6. Druk op [EXIT] om terug te gaan naar de PERFORM<br />
Play-pagina.<br />
Links van de Performance-naam verschijnt een “*” om<br />
u erop te wijzen dat u de Performance gewijzigd hebt:<br />
* Vergeet dus niet de Performance op te slaan als u ze later<br />
nog eens in deze staat nodig hebt (blz. 163). Zodra u de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> namelijk uitschakelt of een andere Performance<br />
kiest, bent u de wijzigingen in de buffer weer kwijt.<br />
* Ook op deze General-pagina worden uitgeschakelde effecten<br />
(MFX, CHO en REV) d.m.v. stippellijnen aangeduid.<br />
* Op de General-pagina kunt u gebruik maken van de<br />
Palette-functie om telkens acht Parts tegelijk te kunnen<br />
instellen. Zie “Palette: Parts per 8 editen” op blz. 142 voor<br />
meer details.<br />
Effects General-pagina<br />
De PERFORMANCE Effects General-pagina bevat al<br />
een heleboel parameters die u kunt editen:<br />
Part Output Assign<br />
Zie blz. 58.<br />
Part Output MFX Select A~C<br />
Hiermee kiest u welke van de drie MFX’en door de<br />
geselecteerde Part moeten worden aangesproken (A, B<br />
of C).<br />
Part Dry Send Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het Partsignaal<br />
dat niet door de effecten wordt bewerkt (het<br />
“droge” signaal) (0~127).<br />
Part Chorus Send Level<br />
Hiermee bepaalt u het Chorus-aandeel van de Part<br />
(d.w.z. hoe sterk hij door de Chorus wordt bewerkt)<br />
(0~127).<br />
Part Reverb Send Level<br />
Hiermee bepaalt u het galmaandeel van de Part<br />
(0~127).<br />
MFX-parameters voor de Parts<br />
De meeste van deze parameters (die eveneens deel uitmaken<br />
van de Effects General-pagina) zijn identiek<br />
aan degene van de Patch-mode. Zie dus blz. 55.<br />
MFX A~C Source<br />
In de Performance-mode bepaalt u met deze parameter<br />
of u de gekozen MFX (A, B of C) helemaal opnieuw<br />
gaat programmeren (kies PRF) of gewoon de MFXinstellingen<br />
van een aangesproken Patch/Rhythm Set<br />
wilt overnemen (kies het nummer van de Part waar die<br />
Patch/Rhythm Set aan toegewezen is: P1~32).<br />
MFX Param-pagina<br />
Deze pagina bereikt u door op de Effects Generalpagina<br />
op [F2≈(MFX)] te drukken.<br />
* Als u daarna nog eens op [F2≈(MFX)] drukt, gaat u naar de<br />
MFX Control-pagina.<br />
MFX A~C Parameter<br />
Dit zijn de parameters van het gekozen Type. De aard<br />
en het aantal van de parameters verschillen naar<br />
gelang het gekozen algoritme. Zie “MFX-parameters”<br />
op blz. 61 voor een overzicht van deze parameters.<br />
MFX Control-pagina<br />
Deze pagina bereikt u door op de MFX Param-pagina<br />
op [F2] te drukken. Hier beschikt u over de volgende<br />
parameters.<br />
MFX A~C Control 1~4 Source<br />
Zie blz. 56.<br />
MFX A~C Control Destination 1~4<br />
Zie blz. 56.<br />
59<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
60<br />
MFX A~C Control 1~4 Sens<br />
Zie blz. 56.<br />
Chorus-parameters<br />
Het Chorus-blok kunt u hetzij als Chorus, hetzij als<br />
Delay gebruiken. Hier bespreken we enkel de parameters<br />
die nog niet elders aan bod zijn gekomen. Zie<br />
“Chorus-parameters” op blz. 56 voor de overige.<br />
Chorus Source PRF/P1~32<br />
Ziehier een tweede parameter die ditmaal toelaat om<br />
de Chorus van de gekozen Performance hetzij helemaal<br />
opnieuw te programmeren (PRF), hetzij de instellingen<br />
van een Part (met name dan de daaraan toegewezen<br />
Patch) over te nemen (P1~32).<br />
Reverb-parameters<br />
Ook voor wat de Reverb-parameters op de PERFOR-<br />
MANCE Effects General-pagina betreft is er met uitzondering<br />
van de volgende parameter niets nieuws<br />
onder de zon. Zie dus “Reverb-parameters” op blz. 57.<br />
Reverb Source<br />
Ziehier een derde parameter die ditmaal toelaat om de<br />
Reverb van de gekozen Performance hetzij helemaal<br />
opnieuw te programmeren (PRF), hetzij de instellingen<br />
van een Part (met name dan de daaraan toegewezen<br />
Patch) over te nemen (P1~32).<br />
3.3 Effecten in de Rhythm<br />
Set-mode<br />
Een Rhythm Set is een speciaal soort Patch dat aan elke<br />
noot/toets een aparte Tone (“Rhythm Tone”) toewijst.<br />
Aangezien percussie-instrumenten in de regel geen<br />
melodieën hoeven te spelen, zou één drumklank per<br />
Patch dus een waanzinnige verspilling zijn (en het<br />
geheel bijzonder onoverzichtelijk maken). Daarom<br />
wordt gezorgd dat elke noot/toets een ander geluid<br />
voortbrengt, zodat u op het (externe) klavier kunt<br />
drummen.<br />
Dat biedt een grote flexibiliteit – ook op het vlak van<br />
effecten, omdat u voor elke Rhythm Tone apart kunt<br />
instellen of en hoe sterk hij door de MFX, Chorus en<br />
Reverb moet worden bewerkt.<br />
Laten we eerst een naar een schema kijken:<br />
D7<br />
De belangrijkste parameter voor het bepalen welke<br />
Part welke effecten (hoe) kan aanspreken heet Rhythm<br />
Tone Output Assign. Hiervoor kunt u kiezen uit de volgende<br />
instellingen:<br />
MFX: De Rhythm spreekt de MFX, de Chorus en de<br />
Reverb aan.<br />
A~D en 1~8: Zie blz. 54.<br />
Naar gelang de gekozen uitgangstoewijzing ziet het<br />
display er als volgt uit:<br />
MFX:<br />
“A”~“D”:<br />
“1”~“8”:<br />
Rhythm Set<br />
B1<br />
RHYTHM<br />
TONE<br />
Ziehier de basiswerkwijze:<br />
Multi-effect<br />
Chorus<br />
Reverb
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
1. Kies de Rhythm Tone wiens effectparameters u wilt<br />
instellen.<br />
2. Druk op [F6≈(Effects)] om naar de RHYTHM Effectspagina<br />
te gaan.<br />
3. Druk op [F1≈(General)] om de RHYTHM Effects General-pagina<br />
op te roepen:<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen en stel er met de [VALUE]-regelaar of [DEC]<br />
[INC] de waarde van in.<br />
* Met [UNDO] kunt u de laatste wijziging weer terugdraaien<br />
als ze op niets uitdraait.<br />
5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />
Play-pagina.<br />
Daar ziet u nu links van de Rhythm Set-naam een “*”.<br />
Dat betekent dat de Rhythm Set-instellingen niet meer<br />
met de gewijzigde versie overeenstemmen:<br />
* Vergeet niet de Rhythm Set op te slaan als u de gewijzigde<br />
versie later nog eens nodig hebt (blz. 163).<br />
* Ook op deze General-pagina worden uitgeschakelde effecten<br />
(MFX, CHO en REV) d.m.v. stippellijnen aangeduid.<br />
Effects General-pagina<br />
Op de Effects General-pagina vindt u al een heleboel<br />
parameters die u kunt editen. We willen er nogmaals<br />
op wijzen dat een groot aantal van deze parameters<br />
voor elke Rhythm Tone apart kunnen worden ingesteld.<br />
Kies die dus eerst om te voorkomen dat u de verkeerde<br />
percussieklank van effecten voorziet.<br />
Rhythm Tone Output Assign<br />
Zie links.<br />
Rhythm Tone Dry Send Level<br />
Hiermee bepaalt u het volume van het Rhythm Tonesignaal<br />
dat rechtstreeks naar de gekozen uitgang(en)<br />
wordt gestuurd (0~127).<br />
Rhythm Tone Chorus Send Level<br />
Hiermee bepaalt u het Chorus-aandeel van de geselecteerde<br />
Rhythm Tone (0~127).<br />
Rhythm Tone Reverb Send Level<br />
Hiermee bepaalt u het galmaandeel van de geselecteerde<br />
Rhythm Tone (0~127).<br />
MFX-parameters<br />
De MFX-parameters van de Rhythm Set-mode (General-,<br />
MFX Parm- en MFX Ctl-pagina) werken op<br />
dezelfde manier als die van de Patches. Zie dus “MFXparameters”<br />
op blz. 55 en volgende. Belangrijk is hier<br />
echter dat u ook hier over drie MFX-blokken (A~C)<br />
beschikt, wat dus overeenkomt met de Performancemode.<br />
Ook op Chorus- en Reverb-vlak zijn de bediening en<br />
de parameters gelijk aan die van de Patch-mode. Maar<br />
nogmaals: ze gelden telkens voor Rhythm Tones dus<br />
niet voor de Rhythm Set in z’n geheel.<br />
3.4 MFX-parameters<br />
Er zijn 90 MFX-algoritmen waarvan u er telkens één (in<br />
de Performance-mode: per MFX) kunt gebruiken. In<br />
het volgende gaan we die één voor één –samen met<br />
hun parameters– voorstellen. We hadden het er al over<br />
dat de parameters met een “#” via de MFX CTRLkanalen<br />
(1~4) in Realtime kunnen worden beïnvloed.<br />
(* In het geval van “#1” en “#2” veranderen er telkens<br />
twee parameterwaarden.)<br />
Ziehier de beschikbare Types en de plaats waar u er<br />
meer over te weten komt:<br />
1: STEREO EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 63)<br />
2: OVERDRIVE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 63)<br />
3: DISTORTION. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 63)<br />
4: PHASER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 64)<br />
5: SPECTRUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 64)<br />
6: ENHANCER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 65)<br />
7: AUTO WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 65)<br />
8: ROTARY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 65)<br />
9: COMPRESSOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 66)<br />
10: LIMITER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 66)<br />
11: HEXA-CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 67)<br />
12: TREMOLO CHORUS . . . . . . . . . . . . . . (blz. 67)<br />
13: SPACE-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 67)<br />
14: STEREO CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 68)<br />
15: STEREO FLANGER . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 68)<br />
16: STEP FLANGER . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 69)<br />
17: STEREO DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 70)<br />
18: MODULATION DELAY . . . . . . . . . . . (blz. 70)<br />
19: TRIPLE TAP DELAY . . . . . . . . . . . . . . (blz. 71)<br />
20: QUADRUPLE TAP DELAY . . . . . . . . (blz. 72)<br />
21: TIME CONTROL DELAY . . . . . . . . . . (blz. 72)<br />
22: 2VOICE PITCH SHIFTER . . . . . . . . . . (blz. 73)<br />
23: FBK PITCH SHIFTER . . . . . . . . . . . . . . (blz. 74)<br />
24: REVERB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 74)<br />
25: GATED REVERB . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 75)<br />
26: OVERDRIVE -> CHORUS . . . . . . . . . . (blz. 75)<br />
27: OVERDRIVE -> FLANGER . . . . . . . . . (blz. 75)<br />
28: OVERDRIVE -> DELAY. . . . . . . . . . . . (blz. 76)<br />
29: DISTORTION -> CHORUS . . . . . . . . . (blz. 76)<br />
30: DISTORTION -> FLANGER . . . . . . . . (blz. 76)<br />
31: DISTORTION -> DELAY . . . . . . . . . . . (blz. 77)<br />
32: ENHANCER -> CHORUS . . . . . . . . . . (blz. 77)<br />
33: ENHANCER -> FLANGER . . . . . . . . . (blz. 77)<br />
34: ENHANCER -> DELAY. . . . . . . . . . . . (blz. 78)<br />
35: CHORUS -> DELAY . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 78)<br />
36: FLANGER -> DELAY. . . . . . . . . . . . . . (blz. 78)<br />
37: CHORUS -> FLANGER . . . . . . . . . . . . (blz. 79)<br />
38: CHORUS/DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 80)<br />
39: FLANGER/DELAY . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 80)<br />
40: CHORUS/FLANGER. . . . . . . . . . . . . . (blz. 80)<br />
41: STEREO PHASER . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 80)<br />
42: KEYSYNC FLANGER. . . . . . . . . . . . . . (blz. 81)<br />
43: FORMANT FILTER . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 82)<br />
44: RING MODULATOR . . . . . . . . . . . . . . (blz. 82)<br />
45: MULTI TAP DELAY. . . . . . . . . . . . . . . (blz. 83)<br />
46: REVERSE DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 83)<br />
47: SHUFFLE DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 84)<br />
61<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
62<br />
48: 3D DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 84)<br />
49: 3VOICE PITCH SHIFTER . . . . . . . . . . (blz. 85)<br />
50: LOFI COMPRESS . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 85)<br />
51: LOFI NOISE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 86)<br />
52: SPEAKER SIMULATOR . . . . . . . . . . . (blz. 86)<br />
53: OVERDRIVE 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 87)<br />
54: DISTORTION 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 87)<br />
55: STEREO COMPRESSOR . . . . . . . . . . . (blz. 87)<br />
56: STEREO LIMITER. . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 87)<br />
57: GATE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 88)<br />
58: SLICER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 88)<br />
59: ISOLATOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 89)<br />
60: 3D CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 89)<br />
61: 3D FLANGER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 90)<br />
62: TREMOLO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 91)<br />
63: AUTO PAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 91)<br />
64: STEREO PHASER 2 . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 92)<br />
65: STEREO AUTO WAH . . . . . . . . . . . . . (blz. 92)<br />
66: ST FORMANT FILTER. . . . . . . . . . . . . (blz. 92)<br />
67: MULTI TAP DELAY 2 . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />
68: REVERSE DELAY 2 . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />
69: SHUFFLE DELAY 2 . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />
70: 3D DELAY 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />
71: ROTARY 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />
72: ROTARY MULTI. . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 94)<br />
73: KEYBOARD MULTI. . . . . . . . . . . . . . . (blz. 95)<br />
74: RHODES MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 96)<br />
75: JD MULTI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 97)<br />
76: STEREO LOFI COMPRESS . . . . . . . . . (blz. 98)<br />
77: STEREO LOFI NOISE. . . . . . . . . . . . . . (blz. 98)<br />
78: GUITAR AMP SIMULATOR . . . . . . . (blz. 99)<br />
79: STEREO OVERDRIVE . . . . . . . . . . . . . (blz. 99)<br />
80: STEREO DISTORTION . . . . . . . . . . . . (blz. 100)<br />
81: GUITAR MULTI A . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 100)<br />
82: GUITAR MULTI B . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 102)<br />
83: GUITAR MULTI C . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 102)<br />
84: CLEAN GUITAR MULTI A . . . . . . . . (blz. 104)<br />
85: CLEAN GUITAR MULTI B. . . . . . . . . (blz. 105)<br />
86: BASS MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 106)<br />
87: ISOLATOR 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 107)<br />
88: STEREO SPECTRUM . . . . . . . . . . . . . . (blz. 107)<br />
89: 3D AUTO SPIN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 108)<br />
90: 3D MANUAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 108)<br />
Uiteraard gaat het hier niet om 90 totaal verschillende<br />
algoritmen. Daarom kunt ze ook volgens categorie<br />
rangschikken om sneller bij het benodigde algoritme<br />
uit te komen: roep de MFX Param-pagina op en druk<br />
vervolgens op [PATCH≈FINDER]. Ziehier hoe de algoritmen<br />
dan gerangschikt worden:<br />
Modulation (behalve Chorus)<br />
4: PHASER<br />
7: AUTO WAH<br />
41: STEREO PHASER<br />
42: KEYSYNC FLANGER<br />
43: FORMANT FILTER<br />
44: RING MODULATOR<br />
64: STEREO PHASER 2<br />
65: STEREO AUTO WAH<br />
66: ST FORMANT FILTER<br />
Delay (echo-effecten)<br />
17: STEREO DELAY<br />
18: MODULATION DELAY<br />
19: TRIPLE TAP DELAY<br />
20: QUADRUPLE TAP DELAY<br />
21: TIME CONTROL DELAY<br />
22: 2VOICE PITCH SHIFTER<br />
23: FBK PITCH SHIFTER<br />
34: ENHANCER -> DELAY<br />
45: MULTI TAP DELAY<br />
46: REVERSE DELAY<br />
47: SHUFFLE DELAY<br />
48: 3D DELAY<br />
49: 3VOICE PITCH SHIFTER<br />
67: MULTI TAP DELAY 2<br />
68: REVERSE DELAY 2<br />
69: SHUFFLE DELAY 2<br />
70: 3D DELAY 2<br />
Keyboard (effecten voor “toetsen”)<br />
08: ROTARY<br />
71: ROTARY 2<br />
72: ROTARY MULTI<br />
73: KEYBOARD MULTI<br />
74: RHODES MULTI<br />
75: JD MULTI<br />
LoFi (effecten die de geluidskwaliteit opzettelijk<br />
slechter maken, belangrijk voor Dance, Techno<br />
e.d.)<br />
50: LOFI COMPRESS<br />
51: LOFI NOISE<br />
76: STEREO LOFI COMPRESS<br />
77: STEREO LOFI NOISE<br />
Guitar and Bass (de naam zegt het al)<br />
2: OVERDRIVE<br />
3: DISTORTION<br />
26: OVERDRIVE -> CHORUS<br />
27: OVERDRIVE -> FLANGER<br />
28: OVERDRIVE -> DELAY<br />
29: DISTORTION -> CHORUS<br />
30: DISTORTION -> FLANGER<br />
31: DISTORTION -> DELAY<br />
52: SPEAKER SIMULATOR<br />
53: OVERDRIVE 2<br />
54: DISTORTION 2<br />
78: GUITAR AMP SIMULATOR<br />
79: STEREO OVERDRIVE<br />
80: STEREO DISTORTION<br />
81: GUITAR MULTI A<br />
82: GUITAR MULTI B<br />
83: GUITAR MULTI C<br />
84: CLEAN GUITAR MULTI A<br />
85: CLEAN GUITAR MULTI B<br />
86: BASS MULTI<br />
Compressor (effecten die de dynamiek<br />
beïnvloeden)<br />
9: COMPRESSOR<br />
10: LIMITER<br />
55: STEREO COMPRESSOR<br />
56: STEREO LIMITER<br />
57: GATE<br />
58: SLICER<br />
Chorus<br />
11: HEXA-CHORUS<br />
12: TREMOLO CHORUS<br />
13: SPACE-D<br />
14: STEREO CHORUS<br />
15: STEREO FLANGER<br />
16: STEP FLANGER<br />
32: ENHANCER -> CHORUS<br />
33: ENHANCER -> FLANGER<br />
35: CHORUS -> DELAY<br />
36: FLANGER -> DELAY<br />
37: CHORUS -> FLANGER<br />
38: CHORUS/DELAY<br />
39: FLANGER/DELAY<br />
40: CHORUS/FLANGER<br />
60: 3D CHORUS
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
61: 3D FLANGER<br />
Dimension (effecten die het volume/de<br />
stereopositie beïnvloeden)<br />
62: TREMOLO<br />
63: AUTO PAN<br />
89: 3D AUTO SPIN<br />
90: 3D MANUAL<br />
Filter (effecten die de klankkleur beïnvloeden)<br />
1: STEREO EQ<br />
5: SPECTRUM<br />
6: ENHANCER<br />
59: ISOLATOR<br />
87: ISOLATOR 2<br />
88: STEREO SPECTRUM<br />
Reverb<br />
24: REVERB<br />
25: GATED REVERB<br />
01: STEREO EQ (Stereo Equalizer)<br />
Ziehier een vierbands-EQ met de banden Low (laag)<br />
Mid 1/2 en Hi (hoog).<br />
L in<br />
R in<br />
4-Band EQ<br />
4-Band EQ<br />
LowFreq<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie van de lage<br />
tonen die moeten worden bewerkt (200 Hz/400 Hz).<br />
LowGain<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de gekozen frequentie<br />
moet worden opgehaald/afgezwakt (–15~+15 dB).<br />
Hi Freq<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie van de hoge<br />
tonen die moeten worden bewerkt (4000 Hz/8000 Hz).<br />
Hi Gain (High Gain)<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de gekozen Hi-frequentie<br />
moet worden opgehaald/afgezwakt (–15~+15 dB).<br />
Mid1 Freq<br />
Kies hier de centrale frequentie van de Mid 1-band<br />
200Hz~ 8kHz). Zoals u ziet, hoeft dit filter niet noodzakelijk<br />
te worden gebruikt als “Mid”: u kunt er namelijk<br />
ook lage en hoge tonen mee bewerken (200~8000 Hz).<br />
Mid1 Q<br />
Met deze parameter stelt u de bandbreedte van de te<br />
bewerken frequentie (Mid1 Freq) in. Hoe groter de Qwaarde,<br />
hoe minder frequenties er links en rechts van<br />
deze frequentie mee worden bewerkt (0.5, 1.0, 2.0, 4.0,<br />
8.0).<br />
Mid1 Gain<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de gekozen Mid1-frequentie<br />
moet worden opgehaald/afgezwakt (–15~+15<br />
dB).<br />
Mid2 Freq, Mid2 Q, Mid2 Gain<br />
Zie de gelijknamige Mid1-parameters.<br />
L out<br />
R out<br />
Level #<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume. Dat is soms<br />
nodig omdat drastische EQ-instellingen wel eens voor<br />
een veel luider/stiller geluid kunnen zorgen (0~127).<br />
02: OVERDRIVE<br />
Dit effect simuleert de typische vervorming van een<br />
gitaar-buizenversterker.<br />
L in<br />
R in<br />
Drive #<br />
Hiermee bepaalt u in welke mate het geluid moet/mag<br />
vervormen. Dat heeft ook consequenties voor het uitgangsvolume<br />
(0~127).<br />
(Amp Simulator) Type<br />
Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />
Small: Kleine comboversterker<br />
Built-in: Grote comboversterker.<br />
2-Stack: Versterker met twee kasten<br />
3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Met deze parameter kunt u al te grote volumeverschillen<br />
tussen “zonder” en “met” effect compenseren<br />
(0~127).<br />
Pan #<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).<br />
03: DISTORTION<br />
Amp<br />
Simulator<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Dit effect zorgt voor een ruigere vervorming dan<br />
“Overdrive”.<br />
L in<br />
R in<br />
Over<br />
drive<br />
Distortion<br />
Amp<br />
Simulator<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
Drive #<br />
Hiermee bepaalt u in welke mate het geluid moet/mag<br />
vervormen. Dat heeft ook consequenties voor het uitgangsvolume<br />
(0~127).<br />
Amp Type<br />
Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />
63<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
64<br />
Small: Kleine comboversterker<br />
Built-in: Grote comboversterker.<br />
2-Stack: Versterker met twee kasten<br />
3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Met deze parameter kunt u al te grote volumeverschillen<br />
tussen “zonder” en “met” effect compenseren<br />
(0~127).<br />
Pan #<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).<br />
04: PHASER<br />
Een Phaser voegt een uit fase gezette kopie van het<br />
ingangssignaal bij het origineel. Omwille van de beweging<br />
van dit effect verkrijgt u een “golvend” geluid.<br />
L in<br />
R in<br />
Phaser<br />
Resonance<br />
Manual #<br />
Hiermee stelt u het frequentiebereik in waarbinnen het<br />
golvende effect werkzaam is (100~8000 Hz).<br />
Rate #<br />
De frequentie van de golfbeweging kan in stappen van<br />
1,1 Hz worden ingesteld. Hoe groter de waarde, hoe<br />
sneller het golfeffect (0.05~10.00 Hz).<br />
Depth<br />
De diepte van het golfeffect. Hogere waarden veroorzaken<br />
een “diepere” golfbeweging in het geluid<br />
(0~127).<br />
Resonance<br />
Hiermee stelt u het Feedback-volume (de “terugkoppeling”)<br />
in. Hoe hoger het Feedback-volume, des te<br />
sterker het Phaser-effect (0~127).<br />
Mix Level<br />
Stelt de verhouding in tussen de uit-fase klank en het<br />
originele signaal. Hoe groter de Mix-waarde, des te<br />
hoger het volume van het effect. Wanneer de waarde<br />
“0” is ingesteld, wordt geen geluid uitgestuurd (tenzij<br />
het Phaser-effect niet is ingeschakeld) (0~127).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Mix<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
Pan<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).<br />
05: SPECTRUM<br />
Het Spectrum-effect is eveneens een filter dat echter<br />
iets anders werkt dan de Stereo Equalizer. Hier zijn de<br />
frequentiebanden namelijk voorgeprogrammeerd en<br />
zodanig gekozen dat telkens “karakteristieke” frequenties<br />
kunnen worden opgehaald of afgezwakt.<br />
L in<br />
R in<br />
Spectrum<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
250Hz<br />
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />
250Hz in (–15~+15 dB).<br />
500Hz<br />
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />
500Hz in (–15~+15 dB).<br />
1000Hz<br />
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />
1kHz in (–15~+15 dB).<br />
1250Hz<br />
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />
1,25kHz in (–15~+15 dB).<br />
2000Hz<br />
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />
2kHz in (–15~+15 dB).<br />
3150Hz<br />
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />
3,15kHz in (–15~+15 dB).<br />
4000Hz<br />
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />
4kHz in (–15~+15 dB).<br />
8000Hz<br />
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />
8kHz in (–15~+15 dB).<br />
Q<br />
Met deze instelling bepaalt u de bandbreedte van de<br />
filterfrequenties. Hoe groter de waarde, hoe “smaller”<br />
de frequentiebanden worden (0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0).<br />
Level #<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Pan #<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Een Enhancer zorgt voor een versterking van de<br />
boventonen, wat het geluid transparanter (“beter<br />
hoorbaar”) maakt.<br />
L in<br />
R in<br />
06: ENHANCER<br />
Sens #<br />
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van de Enhancer<br />
(0~127).<br />
Mix Level #<br />
Met deze parameter bepaalt u de verhouding tussen<br />
het originele signaal en het signaal dat door de Enhancer<br />
wordt gehaald (0~127).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
07: AUTO WAH<br />
Ziehier een WahWah-effect dat volledig automatisch<br />
wordt gestuurd.<br />
L in<br />
R in<br />
Enhancer<br />
Enhancer<br />
Mix<br />
Mix<br />
Auto Wah<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
R out<br />
L out<br />
R out<br />
Filter Type<br />
Met deze parameter kiest u het filtertype van het Auto<br />
Wah-effect. Kiest u LPF, dan heeft het effect betrekking<br />
op een groot frequentiespectrum. BPF daarentegen<br />
betekent dat slechts een beperkt aantal frequenties<br />
worden bewerkt (LPF, BPF).<br />
Sens<br />
Dit is de gevoeligheid (Sensitivity) van de Auto Wah<br />
(0~127).<br />
Manual #<br />
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van de Auto<br />
Wah (0~127).<br />
Peak<br />
Met deze parameter bepaalt u hoe sterk het Auto Waheffect<br />
de centrale frequentie bewerkt. Hoe kleiner deze<br />
waarde, hoe meer frequenties er rond het centrale punt<br />
eveneens van WahWah worden voorzien (0~127).<br />
Rate #<br />
Met deze parameter bepaalt u de modulatiesnelheid<br />
van de Auto Wah. Het gaat dus om een regelmatige<br />
modulatie van de gekozen frequenties (0,05~10,00 Hz).<br />
Depth<br />
Hiermee stelt u de intensiteit van de LFO in. Hoe groter<br />
deze waarde, hoe uitdrukkelijker de modulatie<br />
wordt (0~127).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
08: ROTARY<br />
Dit effect simuleert een stel draaiende luidsprekers die<br />
men in de regel met een orgel van een wel bepaald<br />
merk associeert. Daarom verdient het aanbeveling dit<br />
effect vooral voor orgel- of orgelachtige klanken te<br />
gebruiken. Het effect is apart instelbaar voor de hoge<br />
en de lage frequenties.<br />
L in<br />
R in<br />
Rotary<br />
L out<br />
R out<br />
Speed #<br />
Hiermee kiest u de draaisnelheid van het effect (Slow<br />
of Fast). Welke snelheid op dat moment bereikt wordt,<br />
stelt u in met de Low/Hi Slow en Low/Hi Fast.<br />
Dit effect vraagt natuurlijk om het gebruik van een<br />
speelhulp, die u aan een MFX CTR-kanaal moet toewijzen.<br />
Misschien gebruikt u hiervoor graag een voetschakelaar<br />
(bv. Foot, CC04) om afwisselend de Fast en<br />
de Slow stand te kiezen. Zie hiervoor “Snelheid van<br />
het Rotary-effect met een voetschakelaar veranderen”<br />
op blz. 186.<br />
(Woofer) Slow Rate<br />
Hiermee stelt u de “draaisnelheid” van de lage tonen<br />
voor de “Slow”-stand in (0,05~10,00 Hz).<br />
(Woofer) Fast Rate<br />
Hiermee stelt u de “draaisnelheid” van de lage tonen<br />
voor de “Fast”-stand in. (Kies wel een andere waarde<br />
dan voor Low Slow.) (0,05~10,00 Hz)<br />
(Woofer) Acceleration<br />
Hiermee stelt u de overgangssnelheid van Fast naar<br />
Slow en vice versa in – maar enkel voor de lage tonen<br />
(0~15).<br />
(Woofer) Level<br />
Met deze parameter bepaalt u het volume van de lage<br />
tonen (de “basluidspreker”) (0~127).<br />
Separation<br />
Met deze parameter bepaalt u de “breedte” van het<br />
geluidsbeeld (0~127).<br />
(Tweeter) Slow Rate, Fast Rate, Acceleration, Level<br />
Zie respectievelijke “Woofer”-parameters. Deze keer<br />
gelden ze echter voor de hoge frequenties.<br />
65<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
66<br />
(Output) Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Een compressor dient in de regel voor het verwijderen<br />
van volumepieken uit een signaal en voor het ophalen<br />
van lage volumes. Toch wordt dit effect ook vaak als<br />
dusdanig (als effect dus) gebruikt om een geluid meer<br />
“punch” te geven. Dit doet u voornamelijk door Attack<br />
op verschillende manieren in te stellen.<br />
L in<br />
R in<br />
09: COMPRESSOR<br />
Compressor<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
Attack<br />
Met deze parameter bepaalt u hoe snel de compressor<br />
begint te werken. Hoe groter de waarde, hoe langzamer<br />
de compressor in werking treedt (0~127).<br />
Sustain<br />
Hiermee bepaalt u hoe lang de compressor actief is<br />
(0~127).<br />
Post Gain<br />
Hiermee stelt u het uitgangsniveau in (0 dB, +6 dB, +12<br />
dB, +18 dB).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u het volume van de lage effecttonen<br />
ophalen of afzwakken. Hoe groter deze waarde, hoe<br />
meer het laag naar de voorgrond schuift (–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u het volume van de hoge effecttonen<br />
ophalen of afzwakken (–15~+15 dB).<br />
Level #<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Pan #<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).<br />
10: LIMITER<br />
Terwijl een compressor enerzijds een te laag volume<br />
ophaalt en een te hoog volume afzwakt, werkt een<br />
Limiter enkel op te hoge volumes. Lage volumes worden<br />
dus niet bijgestuurd. Gebruik dit effect om signaalpieken<br />
te vermijden.<br />
L in<br />
R in<br />
Limiter<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
Threshold<br />
Hiermee stelt u het volume in dat het ingangssignaal<br />
moet halen om de Limiter in werking te laten treden.<br />
Dit is dus de “drempelwaarde” (0~127).<br />
Ratio<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk signalen, die op of boven<br />
de Threshold-waarde liggen, afgezwakt worden (1.5:1,<br />
2:1, 4:1, 100:1).<br />
Release<br />
Hiermee bepaalt u wanneer de Limiter uitgeschakeld<br />
wordt nadat het volume weer onder de Threshold<br />
waarde is gedaald (0~127).<br />
Post Gain<br />
Hiermee stelt u het uitgangsniveau in (0 dB, +6 dB, +12<br />
dB, +18 dB).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u het volume van de lage effecttonen<br />
ophalen of afzwakken. Hoe groter deze waarde, hoe<br />
meer het laag naar de voorgrond schuift (–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u het volume van de hoge effecttonen<br />
ophalen of afzwakken (–15~+15 dB).<br />
Level #<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Pan #<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
11: HEXA-CHORUS<br />
Chorus is een effect waarmee u een geluid “breder” en<br />
warmer kunt maken, zodat het lijkt alsof er twee of<br />
meer instrumenten unisono zitten te spelen. Dit exemplaar<br />
is een opeenstapeling van zes Chorus-lijnen.<br />
L in<br />
R in<br />
Balance D<br />
Hexa-Chorus<br />
Balance D<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
Rate #<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />
Depth Dev<br />
Dit is een “afwijkingsparameter” voor de diepte van<br />
de verschillende effectsignalen. Hoe groter deze<br />
waarde, hoe groter het verschil in diepte van de Chorus-signalen<br />
(–20~+20).<br />
Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />
Pre Delay Dev<br />
We hebben hier te maken met een “Hexa” Chorus. Dat<br />
betekent dat het effectsignaal zes verschillende “Chorussen”<br />
bevat. Met deze parameter bepaalt u de<br />
afstand tussen de afzonderlijke effecten. Hoe groter<br />
deze waarde, hoe verder de Chorus-signalen uiteenliggen.<br />
Dit is dus een aanvulling op de Pre Dly parameter<br />
(0~20).<br />
Pan Dev<br />
Ook dit is weer een “afwijkingsparameter”, ditmaal<br />
echter voor de stereopositie van de verschillende<br />
effectsignalen. Hiermee kunt u dus voor een spreiding<br />
van de Chorus-signalen in het stereobeeld zorgen.<br />
Hierbij komt de waarde 20 overeen met een spreiding<br />
van 30°, uitgaande van het midden (0~20).<br />
Balance<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen het oorspronkelijke en het effectsignaal.<br />
“D100:0W” betekent dat u enkel het originele signaal<br />
(zonder effect) hoort. “D0:100W” staat voor “enkel<br />
Chorus-geluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
12: TREMOLO CHORUS<br />
Dit is een Chorus met een tremolo erbij, zodat naast de<br />
toonhoogte ook het volume wordt gemoduleerd.<br />
L in<br />
R in<br />
Balance D<br />
Tremolo Chorus<br />
Balance D<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
(Chorus) Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
(Chorus) Depth<br />
Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />
(Chorus) Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />
(Tremolo) Rate #<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van het tremolo-effect.<br />
Hoe groter de waarde, hoe sneller de tremolo<br />
(0,05~10,00 Hz).<br />
(Tremolo) Phase<br />
Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />
Chorus-effect (0~180˚).<br />
Separation<br />
Hiermee stelt u de “breedte” van het tremolo-effect in<br />
(0~127).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen het oorspronkelijke en het effectsignaal.<br />
“D100:0W” betekent dat u enkel het originele signaal<br />
(zonder effect) hoort. “D0:100W” staat voor “enkel<br />
Chorus-geluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
67<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
68<br />
Dit is ook weer een veelvuldige Chorus, die een tweefasen<br />
modulatie in stereo toepast. Het voordeel van dit<br />
effect is dat de luisteraar duidelijk de indruk heeft dat<br />
het om een Chorus gaat, maar dat de toonhoogte<br />
betrekkelijk stabiel blijft.<br />
L in<br />
R in<br />
Rate #<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
Depth<br />
Modulatiediepte (intensiteit) van het effect (0~127).<br />
Phase<br />
Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />
effectsignaal (0~180˚).<br />
Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen het oorspronkelijke en het effectsignaal.<br />
“D100:0W” betekent dat u enkel het originele signaal<br />
(zonder effect) hoort. “D0:100W” staat voor “enkel<br />
Chorus-geluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Dit is een Chorus met stereoweergave, zodat het<br />
geluid veel breder wordt.<br />
L in<br />
R in<br />
13: SPACE-D<br />
Space-D<br />
Space-D<br />
14: STEREO CHORUS<br />
Chorus<br />
Chorus<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Rate #<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
L out<br />
R out<br />
L out<br />
R out<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />
hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />
Phase<br />
Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />
effectsignaal (0~180˚).<br />
Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />
(Filter) Type<br />
Hiermee kiest u het filtertype dat op het Chorus-effect<br />
van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />
hogetonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de frequenties<br />
onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies<br />
OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />
Cutoff<br />
Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />
(LPF of HPF) moet beginnen werken. Voor Filter<br />
Type= OFF hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />
(200~ 8000Hz).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen het oorspronkelijke en het effectsignaal.<br />
“D100:0W” betekent dat u enkel het originele signaal<br />
(zonder effect) hoort. “D0:100W” staat voor “enkel<br />
Chorus-geluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
15: STEREO FLANGER<br />
Wat een Flanger is, hoeven we u beslist niet uit te leggen:<br />
het is het bekende “straaljager”-effect, maar het<br />
kan ook subtieler werken. Interessant is wel dat het<br />
hier om een stereo Flanger gaat, die dus lekker breed<br />
kan werken.<br />
L in<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Flanger<br />
Balance W<br />
Feedback<br />
Feedback<br />
Flanger<br />
Balance W<br />
R in<br />
2-Band<br />
R out<br />
Balance D EQ<br />
Rate #<br />
Dit is de snelheid waarmee het effect wordt gemoduleerd<br />
(0,05~10,00 Hz).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />
hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />
nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd, wat<br />
algemeen bekend staat als “terugkoppeling”. Een<br />
negatieve waarde betekent dat de fase van het Flangersignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er<br />
geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
Phase<br />
Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />
effectsignaal (0~180˚).<br />
Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />
(Filter) Type<br />
Hiermee kiest u het filtertype dat op het Flanger-effect<br />
van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />
hogetonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de frequenties<br />
onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies<br />
OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />
Cutoff<br />
Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />
(LPF of HPF) moet beginnen werken. Bij Filter Type=<br />
OFF hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />
(200~8000 Hz).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
16: STEP FLANGER<br />
Een Step Flanger is een effect dat het geluid in duidelijk<br />
hoorbare stappen moduleert. Als u een nootwaarde<br />
voor de Step-parameter kiest, kan de modulatie via<br />
MIDI worden gesynchroniseerd.<br />
L in<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Step Flanger Balance W<br />
Feedback<br />
Feedback<br />
Step Flanger<br />
Balance W<br />
R in<br />
2-Band<br />
R out<br />
Balance D EQ<br />
Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee het effect wordt gemoduleerd<br />
(0,05~10,00 Hz).<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />
hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />
nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een<br />
negatieve waarde betekent dat de fase van het Flangersignaal<br />
omgekeerd wordt (–98~+98%).<br />
Phase<br />
Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />
effectsignaal (0~180˚).<br />
Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />
Step Rate #<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte (in stappen<br />
dus) gemoduleerd wordt (0,10~20,00 Hz, nootwaarde).<br />
Als u een nootwaarde kiest, wordt de modulatie met<br />
een MIDI Clock-signaal gesynchroniseerd. Dat betekent<br />
uiteraard dat u de “leverancier” van het synchronisatiesignaal<br />
moet kiezen. Let wel: als u een cijferwaarde<br />
kiest, wordt de Step Flanger niet via MIDI<br />
gesynchroniseerd. Als u daarentegen een noot kiest,<br />
terwijl de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, in de MIDI-stand, geen MIDI-synchronisatiesignaal<br />
ontvangt, dan hanteert hij zijn eigen<br />
tempo (Patch-/System-tempo, zie blz. 114 en 173).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
69<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
70<br />
Balance<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
17: STEREO DELAY<br />
Dit is een Delay die volledig stereo is, wat u dus de<br />
mogelijkheid geeft om betrekkelijk complexe herhalingen<br />
te programmeren.<br />
Wanneer Mode= NORMAL:<br />
L in<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Delay<br />
Balance W<br />
Feedback<br />
Feedback<br />
Delay<br />
R in<br />
2-Band<br />
R out<br />
Balance D EQ<br />
Wanneer Mode= CROSS:<br />
Balance W<br />
L in<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Delay<br />
Balance W<br />
Feedback<br />
Feedback<br />
Delay<br />
Balance W<br />
R in<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
R out<br />
Left<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
voor het linker kanaal (0,0~500,0 ms).<br />
Right<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
voor het rechter kanaal (0,0~500,0 ms).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. In de natuur houdt dit verband met de<br />
oppervlakte van de voorwerpen die het geluid weerkaatsen.<br />
Laten we het niet teveel over de natuur hebben,<br />
want daar bestaan geen Delays (wel echo’s<br />
natuurlijk): als u niet wilt dat de herhalingen al te helder<br />
zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
FBK Mode<br />
Hiermee kiest u de Feedback mode (zie bovenstaande<br />
tekeningen). Cross betekent dat het vertraagde signaal<br />
van het linker kanaal naar het rechter wordt gestuurd<br />
en vice versa, wat de herhalingen complexer maakt<br />
(NORMAL, CROSS).<br />
Phase Left<br />
Hiermee stelt u de fase van de vertraging in (linker<br />
kanaal). INVERT betekent dat de fase gewoon omgekeerd<br />
wordt (NORMAL, INVERT).<br />
Phase Right<br />
Hiermee stelt u de fase van de vertraging in (rechter<br />
kanaal) (NORMAL, INVERT).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
18: MODULATION DELAY<br />
Dit is een Delay die de toonhoogte van de herhalingen<br />
moduleert en dus duidelijk iets weg heeft van een<br />
Flanger.<br />
Wanneer Mode= NORMAL:<br />
L in<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Delay Modulation Balance W<br />
Feedback<br />
Feedback<br />
Delay Modulation Balance W<br />
R in<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
R out<br />
Wanneer Mode= CROSS:<br />
L in<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Delay Modulation Balance W<br />
Feedback<br />
Feedback<br />
Delay Modulation<br />
Balance W<br />
R in<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
R out
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Left<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
voor het linker kanaal (0,0~500,0 ms).<br />
Right<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
voor het rechter kanaal (0,0~500,0 ms).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />
helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
FBK Mode<br />
Hiermee kiest u de Feedback mode (zie bovenstaande<br />
tekeningen). CROSS betekent dat het vertraagde signaal<br />
van het linker kanaal naar het rechter wordt<br />
gestuurd en vice versa, wat de herhalingen complexer<br />
maakt (NORMAL, CROSS).<br />
Rate #<br />
Rate is de snelheid van de toonhoogtemodulatie (0,05~<br />
10,00 Hz).<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het modulatie-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de modulatie (0~127).<br />
Phase<br />
Hiermee stelt u de fase van de modulatie en dus de<br />
spreiding van het effect in (0~180˚).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Dit Delay effect laat toe om drie vertragingen in te stellen<br />
(links, midden, rechts). Als u een nootwaarde<br />
instelt, wordt de betreffende vertragingslijn met een<br />
MIDI-Clock signaal gesynchroniseerd, wat natuurlijk<br />
interessant is.<br />
L in<br />
19: TRIPLE TAP DELAY<br />
R in<br />
Triple Tap Delay<br />
Feedback<br />
Left Tap<br />
Right Tap<br />
Balance D<br />
Center Tap<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Center<br />
Dit is de snelheid van de herhalingen die zich in het<br />
midden bevinden (200~1000 ms).<br />
Left<br />
Dit is de snelheid van de herhalingen die zich links<br />
bevinden (200~1000 ms).<br />
Right<br />
Dit is de snelheid van de herhalingen die zich rechts<br />
bevinden (200~1000 ms).<br />
U kunt voor deze drie parameters ook een nootwaarde<br />
instellen om de herhalingen synchroon te laten lopen<br />
met het tempo. Hiervoor wordt hetzij het Patch-<br />
(blz. 114), hetzij het System-tempo (blz. 173) gehanteerd.<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt. Als u niet wilt dat de<br />
herhalingen al te helder zijn, stelt u het best een andere<br />
waarde dan BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd, wat algemeen<br />
bekend staat als “terugkoppeling”. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback<br />
(–98~+98%).<br />
(Level) Center, Left, Right<br />
Met deze drie parameters bepaalt u het volume van de<br />
herhalingen voor de drie Delay-lijnen (0~127).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
L out<br />
R out<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
71<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
72<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
20: QUADRUPLE TAP DELAY<br />
Dit Delay-effect laat toe om vier herhalingen in te stellen.<br />
Ook dit effect kunt u weer via MIDI synchroniseren.<br />
L in<br />
R in<br />
Feedback<br />
Quadruple Tap Delay<br />
Let wel: de stereopositie van de Delay-lijnen staat vast<br />
ingesteld:<br />
1<br />
L<br />
Delay 1<br />
Delay 4<br />
Delay 2<br />
Delay 3<br />
2 3<br />
Delay 1<br />
Dit is de snelheid van Delay 1. Als u een nootwaarde<br />
kiest, wordt de vertraging met een MIDI Clock-signaal<br />
gesynchroniseerd (200~1000 ms, nootwaarde).<br />
Delay 2<br />
Dit is de snelheid van Delay 2. Als u een nootwaarde<br />
kiest, wordt de vertraging met een MIDI Clock-signaal<br />
gesynchroniseerd (200~1000 ms, nootwaarde).<br />
Delay 3<br />
Dit is de snelheid van Delay 3. Als u een nootwaarde<br />
kiest, wordt de vertraging met een MIDI Clock-signaal<br />
gesynchroniseerd (200~1000 ms, nootwaarde).<br />
Delay 4<br />
Dit is de snelheid van Delay 4. Als u een nootwaarde<br />
kiest, wordt de vertraging met een MIDI Clock-signaal<br />
gesynchroniseerd (200~1000 ms, nootwaarde).<br />
* Als tempowaarde kunt u hetzij het Patch- (blz. 114), hetzij<br />
het System-tempo gebruiken (blz. 173).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt. Als u niet wilt dat de<br />
herhalingen al te helder zijn, stelt u het best een andere<br />
waarde dan BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
R<br />
4<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
Level 1, 2, 3, 4<br />
Met deze vier parameters bepaalt u het volume van de<br />
herhalingen voor de Delay-lijnen (0~127).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Dit Delay-effect laat toe om de herhalingssnelheid in<br />
Realtime (“echte tijd”) in te stellen. Gebruik hiervoor<br />
de MFX CTRL-functie (blz. 55). Als u de vertragingstijd<br />
opdrijft, stijgt ook de toonhoogte tijdelijk. Vermindert<br />
u de vertragingstijd, dan daalt de toonhoogte<br />
even.<br />
Zie ook “MFX-parameters via MIDI beïnvloeden” op<br />
blz. 184.<br />
L in<br />
R in<br />
21: TIME CONTROL DELAY<br />
Balance D<br />
Time Control Delay<br />
Feedback<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
R out<br />
Let wel: dit effect komt pas echt tot z’n recht als u de<br />
vertragingstijd tijdens het spelen wijzigt. Pas dan verandert<br />
namelijk de toonhoogte.<br />
Delay #<br />
Dit is de snelheid van de herhalingen en natuurlijk de<br />
vertraging tussen het originele en het effectsignaal<br />
(200~ 1000ms).<br />
Acceleration<br />
Hiermee bepaalt u of de snelheid van de herhalingen<br />
toeneemt. Kiest u de waarde 15, dan is dat niet het<br />
geval (0~15).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt. Als u niet wilt dat de<br />
herhalingen al te helder zijn, stelt u het best een andere<br />
waarde dan BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Pan<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Dit is een effect met een heel bekende (maar helaas<br />
wettelijk beschermde) naam, dat iedereen (behalve het<br />
betrokken merk zelf) Pitch Shifter noemt. Het gaat om<br />
een transpositie-effect – in dit geval met twee toonhoogtes.<br />
L in<br />
R in<br />
22: 2VOICE PITCH SHIFTER<br />
Level Balance A<br />
PanA R<br />
2Voice Pitch Shifter<br />
PanB L<br />
Level Balance B<br />
Balance D<br />
PanA L<br />
PanB R<br />
Balance D<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
(Pitch A) Coarse #1<br />
Hiermee stelt u het interval van het eerste transpositiekanaal<br />
in. De instelling gebeurt in stappen van een<br />
halve toon. Zoals u ziet, kunt u maximaal 1 octaaf<br />
hoger en 2 octaven lager transponeren (–24~+12 halve<br />
tonen).<br />
(Pitch A) Fine #1<br />
Deze parameter laat een lichte ontstemming van het Akanaal<br />
toe. De waarde slaat op een verandering in Cent<br />
(1/100 van een halve toon). U zou Pitch Shift dus ook<br />
kunnen gebruiken om een “stereosignaal” van een<br />
monosignaal te maken. Dat is ongeveer hetzelfde als<br />
een Chorus-effect, alleen wordt het signaal hier niet<br />
gemoduleerd en blijft het dus stabiel (–100~+100<br />
Cent).<br />
Pan A<br />
Met deze parameter bepaalt u de plaats waar de transpositie<br />
zich bevindt. L64 betekent helemaal links en<br />
63R helemaal rechts (L64~0~63R).<br />
Pre Delay A<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging van het A-kanaal<br />
t.o.v. het oorspronkelijke signaal (0,0~500,0 ms).<br />
(Pitch Shift) Mode<br />
Hiermee kiest u de Pitch Shift-mode. Hoe groter deze<br />
waarde, hoe lomer de transpositie wordt, maar de<br />
kwaliteit gaat er alleen maar op vooruit (1~5).<br />
(Pitch B) Coarse #2<br />
Hiermee stelt u het interval van het tweede transpositiekanaal<br />
in. De instelling gebeurt in stappen van een<br />
halve toon. Zoals u ziet, kunt u maximaal 1 octaaf<br />
hoger en 2 octaven lager transponeren (–24~+12 halve<br />
tonen).<br />
(Pitch B) Fine #2<br />
Deze parameter laat een lichte ontstemming van het Bkanaal<br />
toe. De waarde slaat op een verandering in Cent<br />
(1/100 van een halve toon) (–100~+100 Cent).<br />
Pan B<br />
Met deze parameter bepaalt u de plaats waar de transpositie<br />
zich bevindt. “L64” betekent helemaal links en<br />
“63R” helemaal rechts (L64~0~63R).<br />
Pre Delay B<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging van het B-kanaal<br />
t.o.v. het oorspronkelijke signaal (0,0~500,0 ms).<br />
Level Balance<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen het signaal van Pitch Shift A en Pitch Shift B<br />
(A100:0B~A0:100B).<br />
Balance<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
73<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
74<br />
Dit is een Pitch Shifter met een Feedback-lus, wat dus<br />
het gebruik van terugkoppeling (lees: stijgende/<br />
dalende herhalingen) toelaat.<br />
L in<br />
R in<br />
23: FBK PITCH SHIFTER<br />
Pitch Shifter<br />
Feedback<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
R out<br />
Coarse #1<br />
Hiermee stelt u het interval voor de transpositie in<br />
(–24~+12 halve tonen).<br />
Fine #1<br />
Deze parameter laat een lichte ontstemming van het<br />
originele signaal toe. De waarde slaat op een verandering<br />
in Cent (1/100 van een halve toon) (–100~+100<br />
Cent).<br />
Pre Delay<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging van de transpositie<br />
t.o.v. het oorspronkelijke signaal (0,0~500,0 ms).<br />
Mode<br />
Naarmate u voor deze parameter een hogere waarde<br />
kiest reageert de Pitch Shifter trager, maar met een stabielere<br />
toonhoogte (1~5).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het effectsignaal nog<br />
een keer naar de Pitch Shifter wordt gestuurd. Een<br />
negatieve waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er<br />
geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Pan<br />
Met deze parameter bepaalt u de plaats waar de transpositie<br />
zich bevindt. “L64” betekent helemaal links en<br />
“63R” helemaal rechts (L64~0~63R).<br />
24: REVERB<br />
Dit is een galmeffect dat iets opgebouwd is dan het<br />
“voltijds” Reverb-effect van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Dat zou u dus<br />
kunnen gebruiken om het geluid te variëren of om<br />
bepaalde Tones extra in de verf te zetten.<br />
L in<br />
R in<br />
Balance D<br />
Reverb<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Type<br />
Hiermee kiest u het type galm dat u nodig hebt:<br />
Room 1 Korte, maar zeer dichte galm. Typisch voor een<br />
kamer<br />
Room 2 Korte en iets “lichtere” galm.<br />
Stage 1 Galm met lang nazinderende reflecties.<br />
Stage 2 Galm met een sterke eerste reflectie.<br />
Hall 1 Transparante galm.<br />
Hall 2 Volle galm.<br />
L out<br />
R out<br />
Pre Delay<br />
Met deze parameter bepaalt u de vertraging tussen het<br />
originele signaal en het effectsignaal (0,0~100,0 ms).<br />
Time #<br />
Hiermee bepaalt u de lengte van de galm (de galmtijd)<br />
(0~127).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt. Als u niet wilt dat de<br />
galm al te helder is, stelt u het best een andere waarde<br />
dan BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Ziehier een galmeffect waar nog een “schakeling” achter<br />
zit die het geluid plots uitschakelt. De galm sterft<br />
dus niet natuurlijk uit.<br />
L in<br />
R in<br />
25: GATED REVERB<br />
Balance D<br />
Gated Reverb<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Type<br />
Met deze parameter kiest u het type galm dat voor dit<br />
effect wordt gebruikt.<br />
Normal Dit is een normale galm<br />
Reverse Omgekeerde galm.<br />
Sweep1 Stereogalm die van rechts naar links springt.<br />
Sweep2 Stereogalm die van links naar rechts springt.<br />
Pre Delay<br />
Met deze parameter bepaalt u de vertraging tussen het<br />
originele signaal en het effectsignaal (0,0~100,0 ms).<br />
Gate Time<br />
Met deze parameter stelt u in hoe lang de galm moet<br />
klinken. Hoe kleiner deze waarde, hoe korter de galm<br />
is (5~500ms).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
L out<br />
R out<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level #<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
26: OVERDRIVE→ CHORUS<br />
Dit effectalgoritme bevat een Overdrive, die vervolgens<br />
een Chorus passeert.<br />
(Overdrive) Drive<br />
Met deze parameter bepaalt u de intensiteit van de vervorming<br />
(0~127).<br />
(Overdrive) Pan #<br />
Met deze parameter stelt u de stereopositie van het<br />
Overdrive-effect in. Daarbij betekent “63R” dat de<br />
Overdrive zich helemaal rechts bevindt (L64~0~63R).<br />
Cho Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />
Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
(Chorus) Depth<br />
Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />
(Chorus) Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen de Overdrive en de Chorus. “D100:0W” betekent<br />
dat u alleen de Overdrive hoort. “D0:100W” betekent<br />
dat u enkel de Chorus hoort<br />
(D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
27: OVERDRIVE→ FLANGER<br />
Dit effectalgoritme bevat een Overdrive, die vervolgens<br />
een Flanger passeert.<br />
L in<br />
L in<br />
R in<br />
R in<br />
Overdrive<br />
Overdrive<br />
Balance D<br />
Chorus<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
Feedback<br />
Flanger<br />
Balance D<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
(Overdrive) Drive<br />
Met deze parameter bepaalt u de intensiteit van de vervorming<br />
(0~127).<br />
(Overdrive) Pan #<br />
Met deze parameter stelt u de stereopositie van het<br />
Overdrive-effect in. Daarbij betekent “63R” dat de<br />
Overdrive zich helemaal rechts bevindt (L64~0~63R).<br />
75<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
76<br />
(Flanger) Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />
(Flanger) Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het Flanger-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het effectsignaal nog<br />
een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
(Flanger) Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen de Overdrive en de Flanger. “D100:0W” betekent<br />
dat u alleen de Overdrive hoort. “D0:100W” betekent<br />
dat u enkel de Flanger hoort<br />
(D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
28: OVERDRIVE→ DELAY<br />
Dit effectalgoritme bevat een Overdrive, die vervolgens<br />
een Delay passeert.<br />
L in<br />
R in<br />
Overdrive<br />
Balance D<br />
Delay<br />
Feedback<br />
Balance D<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
(Overdrive) Drive<br />
Met deze parameter bepaalt u de intensiteit van de vervorming<br />
(0~127).<br />
(Overdrive) Pan #<br />
Met deze parameter stelt u de stereopositie van het<br />
Overdrive-effect in. Daarbij betekent “63R” dat de<br />
Overdrive zich helemaal rechts bevindt (L64~0~63R).<br />
Time<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
en de vertraging tussen het originele en het<br />
effectsignaal (0,0~500,0 ms).<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
(Delay) HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. In de natuur houdt dit verband met de<br />
oppervlakte van de voorwerpen die het geluid weerkaatsen.<br />
Als u niet wilt dat de herhalingen al te helder<br />
zijn, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in<br />
(200~8000 Hz, BYPASS).<br />
(Delay) Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen de Overdrive en de Delay. “D100:0W” betekent<br />
dat u alleen de Overdrive hoort. “D0:100W” betekent<br />
dat u enkel de Delay hoort (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
29: DISTORTION→ CHORUS<br />
Dit is een combinatie van het Distortion-effect en een<br />
Chorus. De parameters zijn dezelfde als voor “26:<br />
OVERDRIVE→ CHORUS”. Enige uitzondering:<br />
OD Drive→ Dist Drive (intensiteit van de vervorming)<br />
OD Pan→ Dist Pan (stereopositie van het Distortionsignaal)<br />
L in<br />
R in<br />
Distortion<br />
Balance D<br />
Chorus<br />
Balance D<br />
30: DISTORTION→ FLANGER<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
Dit is een combinatie van het Distortion-effect en een<br />
Flanger. De parameters zijn dezelfde als voor “27:<br />
OVERDRIVE→ FLANGER”. Enige uitzondering:<br />
OD Drive→ Dist Drive (intensiteit van de vervorming.)<br />
OD Pan→ Dist Pan (stereopositie van het Distortionsignaal)<br />
L in<br />
R in<br />
Distortion<br />
Balance D<br />
Feedback<br />
Flanger<br />
Balance D<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Dit is een combinatie van het Distortion-effect en een<br />
Delay. De parameters zijn dezelfde als voor “28:<br />
OVERDRIVE→ DELAY”. Enige uitzondering:<br />
OD Drive→ Dist Drive (intensiteit van de vervorming)<br />
OD Pan→ Dist Pan (stereopositie van het Distortionsignaal)<br />
L in<br />
R in<br />
31: DISTORTION→ DELAY<br />
32: ENHANCER→ CHORUS<br />
Ziehier een combinatie van een Enhancer die vervolgens<br />
een Chorus-effect passeert.<br />
L in<br />
R in<br />
Distortion<br />
Enhancer<br />
Enhancer<br />
Mix<br />
Mix<br />
Balance D<br />
Delay<br />
Feedback<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
Chorus<br />
Balance D<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
(Enhancer) Sens #<br />
Hiermee stelt u de diepte van het Enhancer-effect in<br />
(0~127).<br />
(Enhancer) Mix Level<br />
Met deze parameter bepaalt u de verhouding tussen<br />
het originele signaal en het signaal dat door de Enhancer<br />
wordt gehaald (0~127).<br />
(Chorus) Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />
Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />
(Chorus) Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen de Enhancer en de Chorus. “D100:0W” betekent<br />
dat u alleen de Enhancer hoort. “D0:100W” betekent<br />
dat u enkel de Chorus hoort (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
33: ENHANCER→ FLANGER<br />
Dit is een combinatie van een Enhancer die vervolgens<br />
een Flanger-effect passeert.<br />
L in<br />
R in<br />
Enhancer<br />
Enhancer<br />
Mix<br />
Mix<br />
Balance D<br />
Feedback<br />
Flanger<br />
Balance D<br />
(Enhancer) Sens #<br />
Hiermee stelt u de diepte van het Enhancer-effect in<br />
(0~127).<br />
(Enhancer) Mix Level<br />
Met deze parameter bepaalt u de verhouding tussen<br />
het originele signaal en het signaal dat door de Enhancer<br />
wordt gehaald (0~127).<br />
(Flanger) Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />
Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het Flanger-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-uitgangssignaal<br />
nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd.<br />
Een negatieve waarde betekent dat de fase van het<br />
effectsignaal omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent<br />
dat er geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
(Flanger) Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen de Enhancer en de Flanger. “D100:0W” betekent<br />
dat u alleen de Enhancer hoort. “D0:100W” betekent<br />
dat u enkel de Flanger hoort<br />
(D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
77<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
78<br />
34: ENHANCER→ DELAY<br />
Ziehier een combinatie van een Enhancer die vervolgens<br />
een Delay passeert.<br />
L in<br />
R in<br />
(Enhancer) Sens #, Mix Level<br />
Zie hierboven.<br />
(Delay) Time<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
en de vertraging tussen het originele en het<br />
effectsignaal (0,0~500,0 ms).<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />
helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
(Delay) Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen de Enhancer en de Delay. “D100:0W” betekent<br />
dat u alleen de Enhancer hoort. “D0:100W” betekent<br />
dat u enkel de Delay hoort (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
35: CHORUS→ DELAY<br />
Hier worden een Chorus en een Delay in serie geschakeld,<br />
zodat een met Chorus voorzien signaal wordt<br />
herhaald.<br />
L in<br />
R in<br />
Enhancer<br />
Enhancer<br />
Mix<br />
Mix<br />
Balance D<br />
Balance W<br />
Chorus<br />
Balance W<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
Delay<br />
Feedback<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
Delay<br />
Feedback<br />
Balance D<br />
(Chorus) Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />
Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
(Chorus) Depth<br />
Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />
(Chorus) Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen het binnenkomende signaal en de Chorus.<br />
“D100:0W” betekent dat u alleen het originele (niet<br />
bewerkte) signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u<br />
enkel de Chorus hoort (D100:0W~D0:100W).<br />
(Delay) Time<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
en de vertraging tussen het originele en het<br />
effectsignaal (0,0~500,0 ms).<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
(Delay) HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />
helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
(Delay) Balance #<br />
Bepaalt de balans tussen het Chorus-signaal dat wél<br />
naar de Delay wordt gestuurd en het Chorus-signaal<br />
dat rechtstreeks naar de gekozen uitgangen gaat.<br />
“D100:0W” betekent dat u alleen het niet vertraagde<br />
Chorus-signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u enkel<br />
het Chorus-signaal hoort dat daarna nog de Delay passeert<br />
– en dus wordt herhaald (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
36: FLANGER→ DELAY<br />
Hier worden een Flanger en een Delay in serie geschakeld,<br />
zodat een met Flanger voorzien signaal wordt<br />
herhaald.<br />
L in<br />
R in<br />
Balance D<br />
Feedback<br />
Flanger<br />
Balance D<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
Balance D<br />
Delay<br />
Feedback<br />
Balance D<br />
(Flanger) Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />
Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het Flanger-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />
(Flanger) Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />
nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een<br />
negatieve waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat<br />
er geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
(Flanger) Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen het binnenkomende signaal en de Flanger.<br />
“D100:0W” betekent dat u alleen het originele (niet<br />
bewerkte) signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u<br />
enkel de Flanger hoort (D100:0W~D0:100W).<br />
(Delay) Time<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
en de vertraging tussen het originele en het<br />
effectsignaal (0,0~500,0 ms).<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />
helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
(Delay Balance) #<br />
Bepaalt de balans tussen het Flanger-signaal dat wél<br />
naar de Delay wordt gestuurd en het Flanger-signaal<br />
dat rechtstreeks naar de gekozen uitgangen gaat.<br />
“D100:0W” betekent dat u alleen het niet vertraagde<br />
Flanger-signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u enkel<br />
het Flanger-signaal hoort dat daarna nog de Delay passeert<br />
– en dus wordt herhaald (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
37: CHORUS→ FLANGER<br />
Hier worden een Chorus en een Flanger in serie<br />
geschakeld, zodat een met Chorus voorzien signaal<br />
ook nog eens door een Flanger kan worden gemoduleerd.<br />
Misschien interessant voor gitaargeluiden.<br />
L in<br />
R in<br />
Balance D<br />
Balance W<br />
Chorus<br />
Balance W<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
Feedback<br />
Flanger<br />
Balance D<br />
(Chorus) Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />
Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />
(Chorus) Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />
tussen het binnenkomende signaal en de Chorus.<br />
“D100:0W” betekent dat u alleen het originele (niet<br />
bewerkte) signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u<br />
enkel de Chorus hoort (D100:0W~D0:100W).<br />
(Flanger) Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />
(Flanger) Rate<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />
effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />
L out<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R out<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het Flanger-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />
nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een<br />
negatieve waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat<br />
er geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
(Flanger) Balance #<br />
Bepaalt de balans tussen het Chorus-signaal dat wél<br />
naar de Flanger wordt gestuurd en het Chorus-signaal<br />
dat rechtstreeks naar de gekozen uitgangen gaat.<br />
“D100:0W” betekent dat u alleen het niet door de Flanger<br />
gemoduleerde Chorus-signaal hoort. “D0:100W”<br />
betekent dat u enkel het Chorus-signaal hoort dat<br />
daarna nog de Flanger passeert (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
79<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
80<br />
38: CHORUS/DELAY<br />
Hier zijn een Chorus en een Delay-effect parallel te<br />
gebruiken. De parameters zijn precies dezelfde als<br />
voor “35: CHORUS→ DELAY”. “Delay Balance” slaat<br />
hier op de volumeverhouding tussen het droge en het<br />
Delay-signaal.<br />
Balance D<br />
L in L out<br />
Chorus<br />
Feedback<br />
Delay<br />
R in R out<br />
Balance D<br />
39: FLANGER/DELAY<br />
Hier zijn een Flanger en een Delay-effect parallel te<br />
gebruiken. De parameters zijn precies dezelfde als<br />
voor “36: FLANGER→ DELAY”. “Delay Balance”<br />
slaat hier op de volumeverhouding tussen het droge<br />
en het Delay-signaal.<br />
40: CHORUS/FLANGER<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
Balance D<br />
L in L out<br />
Flanger<br />
Feedback<br />
Feedback<br />
Delay<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R in R out<br />
Balance D<br />
Hier zijn een Chorus en een Flanger-effect parallel te<br />
gebruiken. De parameters zijn precies dezelfde als<br />
voor “37: CHORUS→ FLANGER”. “Flanger Balance”<br />
slaat hier op de volumeverhouding tussen het droge<br />
en het Flanger-signaal.<br />
Balance D<br />
L in L out<br />
Chorus<br />
Feedback<br />
Flanger<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
R in R out<br />
Balance D<br />
41: STEREO PHASER<br />
Ziehier een Stereo-Phaser die ook een “Step”-parameter<br />
biedt waarmee u kunt zorgen dat het effect in duidelijke<br />
trappen werkt.<br />
L in<br />
2-Band<br />
Phaser<br />
L out<br />
EQ<br />
Mix<br />
Mix<br />
R in Phaser<br />
2-Band<br />
R out<br />
EQ<br />
Type<br />
Hiermee kiest u het Phaser-type. Het verschil tussen<br />
“1” en “2” is dat “2” eerder de hoge frequenties<br />
bewerkt (en dus beter geschikt is voor een bas bv.) (1,<br />
2).<br />
Mode<br />
Hiermee kiest u het aantal trappen (4 of 8) voor de faseverschuivingen<br />
(4-STAGE, 8-STAGE).<br />
Polarity<br />
Met deze parameter bepaalt u of de twee Phasers (links<br />
en rechts) dezelfde (SYNCHRO) of de tegenovergestelde<br />
fase (INVERSE) hanteren. Kies SYNCHRO wanneer<br />
het te bewerken signaal stereo is (INVERSE, SYN-<br />
CHRO).<br />
Manual #<br />
Hiermee stelt u het frequentiebereik in waarbinnen het<br />
golvende effect werkzaam is (0~127).<br />
Rate #<br />
De frequentie van de golfbeweging kan in stappen van<br />
1,1 Hz worden ingesteld. Hoe hoger de waarde, hoe<br />
sneller het golfeffect (0,05~10,00 Hz).<br />
Hiervoor kunt u ook een nootwaarde instellen om de<br />
modulatie synchroon te laten lopen met het tempo.<br />
Daarvoor wordt hetzij het Patch- (blz. 114), hetzij het<br />
System-tempo (blz. 173) gehanteerd.<br />
Depth<br />
De diepte van het golfeffect. Hogere waarden veroorzaken<br />
een “diepere” golfbeweging van het geluid<br />
(0~127).<br />
Resonance<br />
Hiermee stelt u het Feedback-volume (de “terugkoppeling”)<br />
in. Hoe hoger het Feedback-volume, des te<br />
sterker het Phaser-effect (0~127).<br />
X-Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Phaser-geluid nog<br />
eens naar de Phaser wordt gestuurd. Een positieve<br />
waarde (+) betekent dat het signaal met de oorspronkelijke<br />
fase naar het effect wordt gestuurd, negatieve<br />
waarden (–) daarentegen betekenen dat de fase wordt<br />
omgekeerd (–98~+98%).<br />
Mix Level<br />
Hiermee bepaalt u de volumebalans tussen het Phaser-<br />
en het “droge” signaal (0~127).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
(Step Rate) Switch #<br />
Met deze parameter kunt u bepalen of de Phaser in<br />
duidelijk hoorbare trappen (waarde) moet werken of<br />
niet (OFF). Stelt u een waarde in, dan bepaalt die hoe<br />
snel de trappen worden doorlopen (OFF, ON:0,1~20,0<br />
Hz).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />
trappen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114) of<br />
System-tempo (blz. 173).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u het volume van de lage effecttonen<br />
ophalen of afzwakken. Hoe groter deze waarde, hoe<br />
meer het laag naar de voorgrond schuift (–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u het volume van de hoge effecttonen<br />
ophalen of afzwakken (–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
42: KEYSYNC FLANGER<br />
De Keysync Flanger is een effect dat telkens vanaf het<br />
begin wordt gestart wanneer het binnenkomende signaal<br />
een bepaalde volumewaarde haalt. Bijgevolg kunt<br />
u het effect via de aanslag sturen.<br />
L in<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Flanger<br />
Feedback<br />
Feedback<br />
Flanger<br />
R in<br />
2-Band<br />
EQ<br />
R out<br />
Pre Dly<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />
Rate #<br />
Dit is de snelheid waarmee het effect wordt gemoduleerd<br />
(0,05~10,00 Hz).<br />
U kunt ook een nootwaarde instellen om de snelheid<br />
synchroon te laten lopen met het tempo. Hiervoor<br />
wordt hetzij het Patch- (blz. 114), hetzij het Systemtempo<br />
(blz. 173) gehanteerd.<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />
hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />
nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een<br />
negatieve waarde betekent dat de fase van het Flangersignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er<br />
geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
Phase<br />
Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />
effectsignaal (0~180˚).<br />
Filter<br />
Hiermee kiest u het filtertype dat op het Flanger-effect<br />
van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />
hoge tonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de<br />
frequenties onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat.<br />
Kies OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />
Cutoff<br />
Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />
(LPF of HPF) moet beginnen werken. Als u OFF kiest,<br />
hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />
(200~8000 Hz).<br />
Step Rate #<br />
Met deze parameter kunt u bepalen of de Flanger in<br />
duidelijk hoorbare trappen (waarde) moet werken of<br />
niet (OFF). Stelt u een waarde in, dan bepaalt die hoe<br />
snel de trappen worden doorlopen (OFF, ON:0,1~20,0<br />
Hz).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />
trappen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114) of<br />
System-tempo (blz. 173).<br />
Keysync<br />
Met deze parameter bepaalt u of de LFO al (ON) dan<br />
niet (OFF) vanaf het begin moet beginnen, wanneer het<br />
volume van de gespeelde noten de “Thre”-waarde<br />
bereikt of erboven ligt (OFF, ON).<br />
Thre<br />
Stel hier het volume in dat het binnenkomende signaal<br />
moet hebben om te zorgen dat de LFO weer vanaf het<br />
begin begint (indien u “Keysync” op ON hebt gezet)<br />
(0~127).<br />
Keysync Phase<br />
Hiermeet kiest u de fase die de LFO bij de terugkeer<br />
naar het begin van de golfvorm hanteert (0~360˚).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
81<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
82<br />
Hiermee voorziet u het binnenkomende signaal van<br />
klinkers, wat “sprekend” op een menselijke stem lijkt.<br />
L in<br />
R in<br />
43: FORMANT FILTER<br />
Overdrive<br />
Formant<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
(Overdrive) Switch<br />
Hiermee kunt u bepalen of de Overdrive via het<br />
niveau van het inkomende signaal kan worden teruggezet<br />
(“Reset”) of niet. (OFF, ON).<br />
Drive<br />
Hiermee kunt u de vervorming in of uitschakelen. Als<br />
ze ingeschakeld is, ligt het volume een stuk hoger<br />
(OFF, ON: 0~127).<br />
Vowel 1, 2<br />
Hiermee kunt u twee klinkers kiezen. “1” is de linker<br />
klinker, en “2” de rechter (a, e, i, o, u).<br />
Rate<br />
Hiermee bepaalt u hoe snel er van de ene klinker naar<br />
de andere wordt overgeschakeld (0,05~10,00 Hz).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat<br />
overschakeling synchroon loopt met het Patch-<br />
(blz. 114) of System-tempo (blz. 173).<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de diepte (intensiteit) van het “klinkereffect”<br />
(0~127).<br />
Manual<br />
Met deze parameter bepaalt u de lengte van de twee<br />
klinkers voor de automatische wissels: kies “50” om te<br />
zorgen dat klinker “1” en “2” dezelfde lengte hebben.<br />
Met grotere waarden zorgt u dat klinker “1” langer<br />
wordt aangehouden dan klinker “2”. Met een waarde<br />
kleiner dan “50” zorgt u dat klinker “2” langer duurt<br />
(0~100).<br />
(Keysync) Switch<br />
Met deze parameter bepaalt u of de LFO al (ON) dan<br />
niet (OFF) vanaf het begin moet beginnen, wanneer het<br />
volume van de gespeelde noten de “Threshold”waarde<br />
bereikt of erboven ligt (OFF, ON).<br />
Thres<br />
Stel hier het volume in dat het binnenkomende signaal<br />
moet hebben om te zorgen dat de LFO weer vanaf het<br />
begin begint (indien u “Keysync” op ON hebt gezet)<br />
(0~127).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Pan<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).<br />
44: RING MODULATOR<br />
Een Ring Modulator voorziet het bewerkte signaal via<br />
een interne oscillator van frequentie-modulatie en<br />
zorgt zo voor een bel-achtig geluid. Dit effect kan via<br />
het volume van een signaal naar wens worden gecontroleerd.<br />
L in<br />
R in<br />
Ring Mod<br />
Ring Mod<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
L out<br />
R out<br />
Freq #<br />
Met deze parameter kiest u de frequentie van het inkomende<br />
signaal die gemoduleerd wordt (0~127).<br />
Modulator<br />
Met deze parameter kiest u het signaal dat als “Side<br />
Chain/Trigger” moet fungeren voor het activeren/uitschakelen<br />
van de Ring Modulator. Hiervoor kunt u<br />
één van de beschikbare uitgangsparen (A, B, C, D),<br />
OFF (geen controle) of SOURCE (het binnenkomende<br />
signaal zelf) kiezen.<br />
Monitor<br />
Nog zo’n handige parameter: kies ON wanneer het als<br />
Trigger gebruikte “Modulator”-signaal eveneens naar<br />
de uitgang van de Ring Modulator moet worden<br />
gestuurd. Kies OFF als dat niet nodig is (OFF, ON).<br />
Sens #<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequentie moet worden<br />
gemoduleerd (0~127).<br />
Polarity<br />
Kies hier of de frequentiemodulatie geluiden moet<br />
voortbrengen die boven (UP) of onder (DOWN) het<br />
originele signaal liggen.<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
45: MULTI TAP DELAY<br />
Ziehier een Delay met vier Delay-lijnen (voor evenveel<br />
herhalingen).<br />
L in<br />
R in<br />
Feed<br />
back<br />
Delay 1<br />
Multi Tap Delay<br />
Delay 2<br />
Delay 3<br />
Delay 4<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
2-Band<br />
EQ<br />
(Delay) 1, 2, 3, 4<br />
Hiermee bepaalt u de vertragingstijd van de betreffende<br />
Delay-lijn (1~4), d.w.z. de afstand tussen het binnenkomende<br />
signaal en de eerste herhaling<br />
(0~1800 ms).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />
vertragingen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114)<br />
of System-tempo (blz. 173).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het vertraagde signaal<br />
nog eens naar de ingang van de Delay wordt<br />
gestuurd, zodat het aantal herhalingen toeneemt. Positieve<br />
waarden (+) betekenen dat het signaal nog eens<br />
met normale fase naar de ingang van de Delay wordt<br />
gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />
fase van opnieuw “geïnjecteerde” signalen wordt<br />
omgekeerd (–98~+98%).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. In de natuur houdt dit verband met de<br />
oppervlakte van de voorwerpen die het geluid weerkaatsen.<br />
Als u niet wilt dat de herhalingen al te helder<br />
zijn, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in<br />
(200~8000 Hz, BYPASS).<br />
Level 1, 2, 3, 4<br />
Hiermee kunt u het volume van de vier Delay-lijnen<br />
instellen (0~127).<br />
Pan 1, 2, 3, 4<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van de Delay-lijnen.<br />
Aangezien u elke lijn ergens anders in het stereobeeld<br />
kunt plaatsen, kunt u voor een behoorlijk complex<br />
geluidsbeeld zorgen. Kies “0” voor een lijn die<br />
zich in het midden moet bevinden (L64~0~63R).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
L out<br />
R out<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
(Output) Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
46: REVERSE DELAY<br />
Reverse Delay is een effect dat het binnenkomende signaal<br />
omkeert (achterstevoren) en die versie dan herhaalt.<br />
L in<br />
R in<br />
Feedback<br />
Rev. Delay<br />
D1<br />
D2<br />
Delay<br />
D3<br />
D4<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
R out<br />
(Delay) 1, 2, 3, 4<br />
Hiermee bepaalt u de vertragingstijd van de betreffende<br />
Delay-lijn, d.w.z. de afstand tussen het binnenkomende<br />
signaal en de eerste herhaling (0~900 ms).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />
vertragingen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114)<br />
of System-tempo (blz. 173).<br />
Feedback 1:4 #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van de Delay-lijnen “1” en<br />
“4” nog eens naar de ingang van het effect wordt<br />
gestuurd. Met negatieve waarden keert u de fase van<br />
deze signalen om (–98~+98%).<br />
HF Damp 1: 4<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen van Delay “1” en “4” worden gedempt,<br />
zodat de herhalingen doffer klinken. Als u niet wilt dat<br />
de herhalingen al te helder zijn, stelt u het best een<br />
andere waarde dan BYPASS in (200~8000 Hz,<br />
BYPASS).<br />
Level 1:2:3<br />
Hiermee stelt u het volume van de Delay-lijnen “1”,<br />
“2” en “3” in (0~127).<br />
Pan 1:2:3<br />
Hiermee stelt u de stereopositie van de Delay-lijnen<br />
“1”, “2” en “3” in. “0” staat voor “midden”<br />
(L64~0~63R).<br />
Threshold<br />
Hiermee kiest u de drempelwaarde die het volume<br />
van het binnenkomende signaal moet halen om de<br />
omgekeerde Delay te starten (0~127).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
1<br />
2<br />
3<br />
83<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
84<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
(Output) Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
De Shuffle Delay zorgt eveneens voor herhalingen,<br />
maar die worden dan gesyncopeerd, zodat er een<br />
Shuffle-ritme ontstaat (vandaar de naam).<br />
L in<br />
R in<br />
47: SHUFFLE DELAY<br />
Feedback<br />
Delay<br />
Delay 1<br />
Delay 2<br />
(Delay) Time #<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
(0~1800 ms).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />
vertragingen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114)<br />
of System-tempo (blz. 173).<br />
Shuffle Rate #<br />
Hiermee bepaalt u de verschuiving van Delay “B” in<br />
verhouding tot Delay “A”. De waarde “100%” betekent<br />
dat Delay “A” en “B” dezelfde vertragingstijd<br />
hanteren (0~100%).<br />
Acceleration<br />
Met deze parameter bepaalt u hoe snel de “Delay”parameter<br />
van de huidige waarde in de nieuwe overgaat.<br />
De snelheid van deze overgang is bepalend voor<br />
de mate waarin de toonhoogte verandert (0~15).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />
helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
Pan A<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van Delay “A”<br />
(L64~0~63R).<br />
Pan B<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van Delay “B”<br />
(L64~0~63R).<br />
1<br />
2<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
R out<br />
Balance<br />
Hiermee bepaalt u de volumeverhouding tussen Delay<br />
“A” en “B” (A100:0B~A0:100B).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Ziehier een Delay met een duidelijk driedimensioneel<br />
tintje (naast links/rechts ook voor/achter). Het Delaygeluid<br />
bevindt zich 90° links en 90° rechts.<br />
L<br />
48: 3D DELAY<br />
R<br />
3D Delay L<br />
3D Delay C<br />
3D Delay R<br />
Level<br />
* Zie ook “Tips voor de “3D”-effecten” op blz. 108.<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Center<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
voor de Delay in het midden van het geluidsbeeld<br />
(0~1800 ms).<br />
Left<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
voor het linker kanaal (0~1800 ms).<br />
Right<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />
voor het rechter kanaal (0~1800 ms).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />
vertragingen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114)<br />
of System-tempo (blz. 173).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />
helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
(Level) Center, Left, Right<br />
Hiermee bepaalt u het volume van de drie Delay-lijnen<br />
(0~127).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Out<br />
Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />
zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />
verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />
een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />
een hoofdtelefoon werkt.<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
49: 3VOICE PITCH SHIFTER<br />
Zoals u weet (zie blz. 73), zijn er ook nog andere Pitch<br />
Shifters. Dit exemplaar voegt drie getransponeerde<br />
en/of ontstemde stemmen toe aan het binnenkomende<br />
signaal.<br />
L<br />
R<br />
Pitch 1<br />
Pitch 2<br />
Pitch 3<br />
(Pch Coarse) 1:2:3 #1<br />
Hiermee kunt u de drie Pitch Shift-lijnen in stappen<br />
van halve tonen transponeren (–24~+12 halve tonen).<br />
(Pch Fine) 1:2:3 #1<br />
Hiermee kunt u de drie Pitch Shift-lijnen in stappen<br />
van 2 Cent ontstemmen om een voller/vetter geluid te<br />
bereiken (–100~+100 Cent).<br />
Mode<br />
Kies hier de kwaliteit van de transpositie: hoe groter de<br />
waarde, hoe beter de kwaliteit – maar dan reageert het<br />
effect ook trager.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
L out<br />
R out<br />
Fbk 1:2:3<br />
Hiermee zorgt u voor herhalingen van de drie Pitch<br />
Shift-lijnen en navenant dalende/klimmende noten (–<br />
98~+98%).<br />
Pre Delay 1:2:3<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />
signaal en de drie Pitch Shift-lijnen (0,0~500,0<br />
ms).<br />
Balance<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level 1:2:3<br />
Hiermee stelt u het volume van de drie Pitch Shift-lijnen<br />
in (0~127).<br />
Pan 1:2:3<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van de<br />
drie Pitch Shift-lijnen. “L64” betekent helemaal links,<br />
“0” staat voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
50: LOFI COMPRESS<br />
Het Lo-Fi-effect verandert de geluidskwaliteit tot u die<br />
smerige, “organische” Sound overhoudt die zo typerend<br />
is voor veel moderne dansproducties.<br />
L in<br />
R in<br />
Lo-Fi<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
(Lo-Fi) Type<br />
Hiermee stelt u in hoe “smerig” het geluid moet zijn.<br />
Hoe groter de waarde, hoe slechter de klankkwaliteit<br />
(1~9).<br />
(Pre Filter) Type<br />
Kies hier het filter waarmee het inkomende geluid<br />
wordt bewerkt voordat het door de LoFi-processor<br />
onder handen wordt genomen. Jammer genoeg hebben<br />
de filters alleen nummers (1~6). U moet dus zelf<br />
even uitproberen welke het beste resultaat oplevert.<br />
(Post Filter 1) Type<br />
Kies hier het filter waarmee het geluid aan de uitgang<br />
van de LoFi-processor wordt bewerkt: 1~6.<br />
(Post Filter 2) Type<br />
Hier luiden de mogelijkheden OFF (geen tweede filter),<br />
LPF en HPF. (OFF, LPF, HPF).<br />
Cutoff<br />
Hiermee kunt u de frequentie instellen waarboven/<br />
waaronder het filter actief moet zijn<br />
85<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
86<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Pan<br />
Met deze parameter kiest u de plaats van het effect in<br />
het stereobeeld. “L64” betekent helemaal links en<br />
“63R” helemaal rechts (L64~0~63R).<br />
51: LOFI NOISE<br />
Naast kwaliteitsvermindering via het LoFi-effect bevat<br />
dit algoritme tevens een aantal parameters waarmee u<br />
kunt zorgen dat het geluid “prettig gestoord” door het<br />
leven gaat.<br />
L in<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Lo-Fi<br />
Radio<br />
Noise Gen.<br />
Lo-Fi<br />
R in<br />
2-Band<br />
EQ<br />
R out<br />
(Lo-Fi) Type<br />
Hiermee stelt u in hoe “smerig” het geluid moet zijn.<br />
Hoe groter de waarde, hoe slechter de klankkwaliteit<br />
(1~9).<br />
(Post Filter) Type<br />
Ziehier een filter voor het bewerken van he LoFi Noisesignaal<br />
alvorens het de buitenwereld bereikt. Hier luiden<br />
de mogelijkheden OFF, LPF en HPF (OFF, LPF,<br />
HPF).<br />
Cutoff<br />
Hiermee kunt u de frequentie instellen waarboven/<br />
waaronder het filter actief moet zijn<br />
(Radio) Detune<br />
Dit zijn eigenlijk twee parameters: met de linker<br />
waarde bepaalt u hoe “slecht” de MFX op de “zender”<br />
staat afgestemd (0~127).<br />
(Radio) Level<br />
Met deze parameter bepaalt u het volume van de achtergrondruis<br />
(0~127).<br />
(Disc) Type<br />
Hiermee stelt u in welk soort (virtuele) vinylplaat u<br />
aan het “afspelen” bent: LP, EP, SP, RND.<br />
LPF<br />
Hiermee stelt u de grensfrequentie in voor de LPF die<br />
de plaatruis vanaf een bepaalde frequentie onderdrukt<br />
(200~8000 Hz, BYPASS).<br />
(Disc) Level<br />
Hiermee stelt u het volume van de vinyl-bijgeluiden in<br />
(0~127).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het binnenkomende<br />
Tone/Rhythm Tone-signaal en de “slechterikken”<br />
(LoFi, radio en/of pickup) (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Pan<br />
Met deze parameter kiest u de plaats van het effect in<br />
het stereobeeld. “L64” betekent helemaal links en<br />
“63R” helemaal rechts (L64~0~63R).<br />
52: SPEAKER SIMULATOR<br />
Dit effect simuleert een gitaarversterker en de virtuele<br />
micro die voor de “opname” van dit geluid wordt<br />
gebruikt.<br />
L in<br />
R in<br />
Speaker<br />
Speaker<br />
L out<br />
R out<br />
(Speaker) Type<br />
Kies hier het type luidspreker. Bovendien kunt u bepalen<br />
in wat voor kast hij zit, hoe groot hij is en met welk<br />
type microfoon hij wordt “opgenomen”.<br />
Type . . . . . . . . . . . .Behuizing. . . . . . . . . . . . . . Speaker. . . . Microfoon<br />
SMALL 1 . . . . . . .Klein (open) . . . . . . . . . . . 10. . . . . . . . dynamisch<br />
SMALL 2 . . . . . . .Klein (open) . . . . . . . . . . . 10. . . . . . . . dynamisch<br />
MIDDLE . . . . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 1. . . . . dynamisch<br />
JC-120 . . . . . . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . dynamisch<br />
BUILT IN 1. . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . dynamisch<br />
BUILT IN 2. . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />
BUILT IN 3. . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />
BUILT IN 4. . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />
BG STACK 1 . . . .Gesloten . . . . . . . . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />
BG STACK 2 . . . .Groot, gesloten . . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />
MS STACK 1 . . . .Groot, gesloten . . . . . . . . 12 x 4. . . . . condensator<br />
MS STACK 2 . . . .groot, gesloten . . . . . . . . . 12 x 4. . . . . condensator<br />
METAL STACK. .twee speakers . . . . . . . . . 12 x 4. . . . . condensator<br />
2-STACK. . . . . . . .grote, gesloten kast . . . . . 12 x 4. . . . . condensator<br />
3-STACK. . . . . . . .grote, gesloten kast . . . . . 12 x 4. . . . . condensator
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
(MIC) Setting<br />
Met deze parameter stelt u in waar de microfoon staat<br />
opgesteld die u voor het “opnemen” van het geluid<br />
gebruikt (virtueel, wel te verstaan). Hoe groter de<br />
waarde, hoe verder zich de denkbeeldige microfoon<br />
van de denkbeeldige speakerkast vandaan bevindt<br />
(1~3).<br />
Level #<br />
Hiermee stelt u het volume van het microfoongeluid<br />
in.<br />
Direct Level #<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
53: OVERDRIVE 2<br />
In tegenstelling tot de “gewone” Overdrive (zie<br />
blz. 63) kunt u hier rekenen op een veel extremere vervorming.<br />
L in<br />
R in<br />
Overdrive<br />
Amp<br />
Simulator<br />
2-Band<br />
EQ<br />
(Overdrive) Drive #<br />
Hiermee bepaalt u in welke mate het geluid moet/mag<br />
vervormen. Dat heeft ook consequenties voor het uitgangsvolume<br />
(0~127).<br />
Tone<br />
Hiermee kunt u de klankkleur van het Overdriveeffect<br />
instellen (0~127).<br />
Switch<br />
Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
(Amp) Type<br />
Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />
Small: Kleine comboversterker<br />
Built-in: Grote comboversterker.<br />
2-Stack: Versterker met twee kasten<br />
3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />
Bovendien kunt u deze simulatie uitschakelen als u ze<br />
niet nodig hebt.<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
Pan #<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).<br />
54: DISTORTION 2<br />
Ziehier een bijtendere versie van het “gewone” Distortion-effect<br />
(zie blz. 63).<br />
L in<br />
R in<br />
Drive #, Level, LowGain, Hi Gain, Amp Type<br />
Zie blz. 63 (of hierboven).<br />
Tone<br />
Hiermee kunt u de klankkleur van het Distortioneffect<br />
instellen (0~127).<br />
Pan #<br />
Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />
effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />
voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />
(L64~0~63R).<br />
55: STEREO COMPRESSOR<br />
L in<br />
R in<br />
Sustain, Attack, Post Gain, LowGain, Hi Gain,<br />
Level #<br />
Zie blz. 66 voor een verklaring van deze parameters.<br />
Onthoud echter dat deze Compressor stereo is.<br />
56: STEREO LIMITER<br />
Ziehier de stereo-versie van de “gewone” Limiter (zie<br />
blz. 66).<br />
L in<br />
R in<br />
Distortion<br />
Compressor<br />
Compressor<br />
Limiter<br />
Limiter<br />
Amp<br />
Simulator<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
L out<br />
R out<br />
L out<br />
R out<br />
Threshold<br />
Hiermee stelt u het volume in dat het ingangssignaal<br />
moet halen om de Limiter in werking te laten treden.<br />
Dit is dus de “drempelwaarde” (0~127).<br />
Ratio<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk signalen, die op of boven<br />
de Threshold waarde liggen, afgezwakt worden (1.5:1,<br />
2:1, 4:1, 100:1).<br />
Release<br />
Hiermee bepaalt u wanneer de Limiter uitgeschakeld<br />
wordt nadat het volume weer onder de Thre-waarde is<br />
gedaald (0~127).<br />
Post Gain<br />
Hiermee stelt u het uitgangsniveau in (0 dB, +6 dB, +12<br />
dB, +18 dB).<br />
87<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
88<br />
Low<br />
Hiermee kunt u het volume van de lage effecttonen<br />
ophalen of afzwakken. Hoe groter deze waarde, hoe<br />
meer het laag naar de voorgrond schuift (–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level #<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
57: GATE<br />
Een Gate was oorspronkelijk bedoeld als ruisonderdrukker<br />
(net zoals een Noise Suppressor). Hij moest<br />
voorkomen dat je de gitaarversterker e.d. ook op plaatsen<br />
hoort brommen waar de gitaar helemaal niet<br />
speelt. Al snel begon men dit echter ook als “effect” te<br />
gebruiken om lang nazinderende klanken wat “compacter”<br />
te maken. Dit Gate-effect is vooral voor dit<br />
soort toepassingen bedoeld.<br />
L in<br />
R in<br />
Gate<br />
Gate<br />
Mode<br />
Hiermee bepaalt u hoe dit effect moet werken: als<br />
GATE, d.w.z. een schakeling die signalen pas doorlaat<br />
wanneer ze (of het controlesignaal) de “Thre”-waarde<br />
halen; ofwel als DUCK (eigenlijk “Ducking Filter”)<br />
d.w.z. een schakeling die het binnenkomende signaal<br />
onderdrukt zodra er een controlesignaal is (GATE,<br />
DUCK).<br />
Een te gekke toepassing voor deze Gate is (in de Performance-mode):<br />
stuur een tapijtklank (Patch) naar het<br />
effect en wijs de HiHat (van een Rhythm Set) aan een<br />
aparte uitgang toe. Kies die uitgang als “Key”. Speel<br />
nu “platte” akkoorden met de tapijtklank. Naar gelang<br />
de “Mode”-instelling wordt de tapijt nu ritmisch weergeven<br />
en klinkt enkel wanneer de HiHat speelt<br />
(GATE) of wanneer de HiHat niet speelt (DUCK).<br />
* Vergeet niet “Monitor” op OFF te zetten.<br />
L out<br />
R out<br />
Attack Time<br />
Hiermee bepaalt u hoe snel het binnenkomende signaal<br />
hoorbaar wordt eens de Gate open is gegaan<br />
(0~127).<br />
Hold Time<br />
Hiermee bepaalt u hoe lang de Gate sowieso open blijft<br />
eens ze is geopend (0~127).<br />
Release<br />
Hiermee bepaalt u hoe snel de Gate weer dichtgaat<br />
eens het controlesignaal (“Key”) onder de “Thre”waarde<br />
is kommen te liggen (en na verstrijken van de<br />
“Hold”-duur) (0~127).<br />
Key<br />
Net zoals op een “professionele” Gate kunt u met deze<br />
parameter het signaal kiezen dat bepaalt wanneer de<br />
Gate open en dicht gaat (wordt ook wel “Side Chain”<br />
genoemd). Hiervoor kunt u één van de beschikbare<br />
uitgangsparen (A, B, C, D), OFF (geen controle) of SRC<br />
(het binnenkomende signaal zelf) kiezen.<br />
Threshold<br />
Hiermee bepaalt u de “drempel”, d.w.z. de volumewaarde<br />
die het controlesignaal minimaal moet halen<br />
om te zorgen dat de Gate opengaat (0~127).<br />
Monitor<br />
Nog zo’n handige parameter: kies ON wanneer het als<br />
Trigger gebruikte “Key”-signaal eveneens naar de uitgang<br />
van de Gate moet worden gestuurd. Kies OFF als<br />
dat niet nodig is (OFF, ON).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
58: SLICER<br />
Dit effect kapt het geluid “in stukjes”. Zo kunt u van<br />
tapijten (lang aangehouden akkoorden) e.d. ritmisch<br />
gespeelde partijen maken. Dit sluit aan bij de Gate van<br />
daarnet, maar wordt niet door een ander signaal beïnvloed.<br />
L in<br />
R in<br />
Slicer<br />
Slicer<br />
L out<br />
R out<br />
Beat 1~4<br />
Hier kunt u voor elke zestiende van een tel (vier per<br />
4/4-tel) het volume instellen. “0” betekent dat het<br />
geluid niet wordt weergegeven (0~127).<br />
Rate #<br />
Hiermee bepaalt u de snelheid van één Slicer-cyclus<br />
(maat) (0,05~10,00 Hz).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />
snelheid synchroon loopt met het Patch- (blz. 114) of<br />
System-tempo (blz. 173).<br />
Attack<br />
Hiermee bepaalt u hoe snel het volume tussen de tellen<br />
verandert. Hoe groter de waarde, hoe sneller de volumeveranderingen<br />
(0~127).<br />
Trigger #<br />
Kies hier één van de beschikbare uitgangsparen (A, B,<br />
C, D), OFF (geen controle) of SOURCE (het binnenkomende<br />
signaal zelf). Dát signaal wordt gebruikt om te<br />
zorgen dat het motiefje (“Pattern”) weer vanaf het<br />
begin begint.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Threshold<br />
Hiermee bepaalt u de “drempel”, d.w.z. de volumewaarde<br />
die het controlesignaal minimaal moet halen<br />
om te zorgen dat het motiefje naar het begin terugkeert<br />
(0~127).<br />
Monitor<br />
Kies ON wanneer het als Trigger gebruikte “Reset”signaal<br />
eveneens naar de uitgang van de Slicer moet<br />
worden gestuurd. Kies OFF als dat niet nodig is (OFF,<br />
ON).<br />
Mode<br />
Met deze parameter bepaalt u de overgang van één tel<br />
naar de volgende. Kies LEGATO als het om “vloeiende”<br />
volumeveranderingen moet gaan. Kies SLASH<br />
als het volume vóór de eerstvolgende tel even op “0”<br />
moet worden gezet, om een duidelijke “breuk” te veroorzaken<br />
(LEGATO, SLASH).<br />
Shuffle #<br />
Met deze parameter kunt u instellen hoe sterk de telkens<br />
tweede zestiende (1-2, 1-4, 2-2, 2-4…) moet worden<br />
vertraagd. Naar gelang de instelling zorgt dit voor<br />
een Shuffle- of Swing-ritme. Hoe groter de waarde,<br />
hoe meer de telkens tweede zestiende wordt vertraagd<br />
(0~127).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
59: ISOLATOR<br />
Ziehier een bijzonder krachtige Equalizer waarmee u<br />
de gewenste frequentiebanden kunt onderdrukken,<br />
terwijl een andere band wordt doorgelaten.<br />
L in<br />
R in<br />
Isolator<br />
Isolator<br />
Low Boost<br />
Low Boost<br />
L out<br />
R out<br />
High #, Middle #, Low #<br />
Hiermee kunt u het volume van de betreffende frequentieband<br />
ophalen (tot +4dB) en afzwakken (tot<br />
–60dB). In het tweede geval is die band niet meer hoorbaar.<br />
“0” betekent dat het volume van de betreffende<br />
band niet verandert (–60~+4 dB).<br />
(Anti Phase Low) Switch<br />
Hiermee schakelt u de Anti-Phase-functie in of uit en<br />
bepaalt u tevens hoe sterk ze de Low- of Mid-band<br />
moet beïnvloeden. Als u ON kiest, wordt het andere<br />
kanaal van het stereosignaal in tegenfase geplaatst en<br />
aan het signaal toegevoegd. Met de Level-parameter<br />
kunt u dan –mits een geschikte instelling– zorgen dat<br />
enkel een welbepaalde partij hoorbaar is. (Dit werkt<br />
enkel voor stereo-signalen.) (OFF, ON:0~127)<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
(Low Level) Boost<br />
Hiermee bepaalt u het volume van het ultra-laag<br />
(0~127). Met de schakelaar (ON/OFF) bepaalt u of dit<br />
filter überhaupt wordt gebruikt. Naar gelang de overige<br />
Isolator-instellingen valt de werking van deze<br />
parameter echter niet altijd op (OFF, ON:0~127).<br />
Ziehier een Chorus met een duidelijk driedimensioneel<br />
tintje (naast links/rechts ook vóór/achter). Het<br />
Chorus-geluid bevindt zich 90° links en 90° rechts.<br />
L<br />
R<br />
60: 3D CHORUS<br />
3D Chorus<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
R out<br />
Rate #<br />
Met deze parameter bepaalt u de modulatiesnelheid<br />
van de Chorus (0,05~10,00 Hz).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />
snelheid synchroon loopt met het Patch- (blz. 114) of<br />
System-tempo (blz. 173).<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />
waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />
Phase<br />
Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />
effectsignaal (0~180˚).<br />
Pre Delay<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />
(Filter) Type<br />
Hiermee kiest u het filtertype dat op het Chorus-effect<br />
van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />
hogetonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de frequenties<br />
onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies<br />
OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />
Cutoff<br />
Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />
(LPF of HPF) moet beginnen werken. Als u OFF kiest,<br />
hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />
(200~8000 Hz).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
89<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
90<br />
Out<br />
Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />
zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />
verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />
een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />
een hoofdtelefoon werkt.<br />
Lev<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
* Zie ook “Tips voor de “3D”-effecten” op blz. 108<br />
Ziehier een Flanger met een duidelijk driedimensioneel<br />
tintje (naast links/rechts ook vóór/achter). Het<br />
Flanger-geluid bevindt zich 90° links en 90° rechts.<br />
L<br />
R<br />
61: 3D FLANGER<br />
3D Flanger<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
R out<br />
Rate #<br />
Met deze parameter bepaalt u de modulatiesnelheid<br />
van de Flanger (0,05~10,00 Hz).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />
snelheid synchroon loopt met het Patch- (blz. 114) of<br />
System-tempo (blz. 173).<br />
Depth<br />
Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />
hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />
nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd, wat<br />
algemeen bekend staat als “terugkoppeling”. Een<br />
negatieve waarde betekent dat de fase van het Flangersignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er<br />
geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
Phase<br />
Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />
effectsignaal (0~180˚).<br />
Pre Dly<br />
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />
en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />
(Filter) Type<br />
Hiermee kiest u het filtertype dat op het Flanger-effect<br />
van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />
hogetonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de frequenties<br />
onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies<br />
OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />
Cutoff<br />
Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />
(LPF of HPF) moet beginnen werken. Als u OFF kiest,<br />
hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />
(200~8000 Hz).<br />
(Step Rate) Switch<br />
Hiermee bepaalt u of de toonhoogte al (ON) dan niet<br />
(OFF) in hoorbare trappen verandert.<br />
Step Rate#<br />
Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte (in stappen<br />
dus) gemoduleerd wordt (0,1~20,0 Hz, nootwaarde).<br />
Als u een nootwaarde kiest, wordt de modulatie met<br />
een MIDI Clock-signaal gesynchroniseerd. Dat betekent<br />
uiteraard dat u de “leverancier” van het synchronisatiesignaal<br />
moet kiezen. Let wel: als u een cijferwaarde<br />
kiest, wordt de Step Flanger niet via MIDI<br />
gesynchroniseerd. Als u daarentegen een noot kiest,<br />
terwijl de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, in de MIDI-stand, geen MIDI-synchronisatiesignaal<br />
ontvangt, dan kiest hij zijn eigen<br />
tempo (Patch-/System-tempo, zie blz. 114 en 173).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Out<br />
Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />
zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />
verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />
een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />
een hoofdtelefoon werkt.<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
* Zie ook “Tips voor de “3D”-effecten” op blz. 108
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
62: TREMOLO<br />
Dit effect lijkt ergens wel op de Slicer (blz. 88), maar<br />
het werkt minder radicaal – en bovendien geldt het<br />
voor alle frequenties. Hiermee kunt u het geluid regelmatig<br />
laten opkomen en uitdeinen.<br />
L in<br />
R in<br />
Mod Wave<br />
Kies hier de golfvorm die voor de modulatie van het<br />
volume wordt gebruikt. Die keuze is bepalend voor de<br />
aard van de overgangen (vloeiend of trapsgewijs). De<br />
mogelijkheden zijn TRI (driehoek), SQR (blokgolf),<br />
SIN (sinus) en SAW1/2 (zaagtand 1/2). Ziehier hoe de<br />
twee “SAW”-golfvormen er uitzien:<br />
Rate #<br />
Met deze parameter bepaalt u de modulatiesnelheid<br />
van de Tremolo (0,05~10,00 Hz).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om de modulatie<br />
synchroon te laten lopen met het Patch- (blz. 114) of<br />
System-tempo (blz. 173).<br />
Depth #<br />
Hiermee bepaalt u hoe groot de volumeverschillen van<br />
deze automatische modulatie zijn (0~127).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
63: AUTO PAN<br />
Hiermee laat u het geluid automatisch heen en weer<br />
bewegen door het stereobeeld. Als u de MFX nog voor<br />
iets anders zou willen gebruiken, kunt u een vergelijkbaar<br />
effect via de Matrix Control-functie programmeren.<br />
Zie blz. 185.<br />
L in<br />
R in<br />
Tremolo<br />
Tremolo<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
SAW1 SAW2<br />
Auto Pan<br />
Auto Pan<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
L out<br />
R out<br />
L out<br />
R out<br />
Mod Wave<br />
Kies hier de golfvorm die voor de modulatie van de<br />
stereopositie wordt gebruikt. Die keuze is bepalend<br />
voor de aard van de sprongen (vloeiend of trapsge-<br />
wijs). De mogelijkheden zijn TRI (driehoek), SQR<br />
(blokgolf), SIN (sinus) en SAW1/2 (zaagtand 1/2). Ziehier<br />
hoe de twee “SAW”-golfvormen er uitzien:<br />
SAW1 SAW2<br />
Rate #<br />
Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de<br />
bewegingen (0,05~10,00 Hz).<br />
U kunt ook een nootwaarde kiezen om de modulatie<br />
synchroon te laten lopen met het Patch- (blz. 114) of<br />
System-tempo (blz. 173).<br />
Depth #<br />
Hiermee bepaalt u de diepte (intensiteit) van het effect<br />
(0~127).<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />
(0~127).<br />
64: STEREO PHASER 2<br />
Ziehier een stereo Phaser.<br />
L in<br />
2-Band<br />
Phaser<br />
L out<br />
EQ<br />
Mix<br />
Mix<br />
R in Phaser<br />
2-Band<br />
R out<br />
EQ<br />
(Phaser) Type<br />
Hiermee kiest u het type Phaser. “2” zorgt voor een<br />
intenser effect in de hoge tonen dan “1”.<br />
Mode<br />
Hiermee kiest u het aantal stappen waarin de Phaser<br />
werkt (4/8/12/16).<br />
Polarity<br />
Hiermee bepaalt u of de linker en rechter fase (kanaal)<br />
gelijk of tegengesteld lopen.<br />
INVERSE: De twee kanalen werken in tegenfase, wat<br />
voor een breder en ruimtelijker geluid zorgt.<br />
SYNCHRO: De linker en rechter fase lopen gelijk. Kies<br />
deze stand voor een stereosignaal.<br />
Manual #<br />
Hiermee kiest u de frequentie die vooral door de Phaser<br />
wordt bewerkt.<br />
91<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
92<br />
Rate #<br />
Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid van de Phaser.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />
Resonance<br />
Hiermee stelt u de terugkoppelingsgraad van de Phaser<br />
in. Hoe groter de waarde, hoe meer er sprake is van<br />
een toegevoegd “effect”.<br />
X-Feedback<br />
Hiermee kunt u de hoeveelheid (%) van het Phaser-signaal<br />
instellen dat nog een keer naar de ingang van het<br />
effect wordt gestuurd. Positieve waarden (+) betekenen<br />
dat de fase van het terugkoppelingssignaal<br />
gehandhaafd blijft. Een negatieve instelling daarentegen<br />
(–) betekent dat de fase van het terugkoppelingssignaal<br />
omgekeerd wordt.<br />
Mix Level<br />
Hiermee bepaalt u het volume van het uit-fase gezette<br />
signaal in verhouding tot het originele signaal.<br />
(Step Rate) Switch<br />
Hiermee kunt u bepalen of de toonhoogte al (ON) dan<br />
niet (OFF) in duidelijk hoorbare trappen verandert.<br />
Rate #<br />
Hiermee regelt u de snelheid (periode) van de toonhoogteveranderingen.<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
65: STEREO AUTO WAH<br />
Zie hier de stereoversie van de al eerder (zie blz. 65)<br />
besproken Auto Wah. Hier bespreken we enkel de<br />
parameters die daar nog niet aan bod zijn gekomen.<br />
L in<br />
R in<br />
Auto Wah<br />
Auto Wah<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
L out<br />
R out<br />
Polarity<br />
Hiermee kiest u in welke richting de frequentie verandert<br />
wanneer de Auto Wah gemoduleerd wordt: kies<br />
UP als de filterfrequentie moet worden verhoogd, of<br />
DOWN om de filterfrequentie te verminderen.<br />
Phase #<br />
Hiermee bepaalt u de faseverschuiving tussen het linker<br />
en rechter kanaal van het Wah-effect.<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
66: ST FORMANT FILTER<br />
Ziehier de stereoversie van het al besproken (zie<br />
blz. 82).<br />
L in<br />
R in<br />
Overdrive<br />
Overdrive<br />
Formant<br />
Formant<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
(Overdrive) Switch<br />
Hiermee schakelt u de Overdrive in of uit.<br />
Drive #<br />
Hiermee bepaalt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />
ook invloed op het uitgangssignaal.<br />
Vowel1, Vowel, 2, Rate #, Depth #, Manual #<br />
Zie blz. 82.<br />
Phase #<br />
Hiermee bepaalt u de faseverschuiving tussen het linker<br />
en rechter kanaal tijdens de “klinker-overschakeling”.<br />
Switch<br />
Hiermee kiest u of de LFO voor de klinker-overschakeling<br />
door het inkomende signaal al (ON) dan niet<br />
(OFF) kan worden teruggezet.<br />
Thres<br />
Hiermee kiest u het volume van waaraf de terugstelling<br />
gebeurt.<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
L out<br />
R out<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
67: MULTI TAP DELAY 2<br />
Ziehier een Multi-Tap-Delay met een beduidend langere<br />
vertragingstijd (tot 3000 ms oftewel 3 seconden).<br />
L in<br />
R in<br />
Feed<br />
back<br />
Delay 1<br />
Multi Tap Delay<br />
Delay 2<br />
Delay 3<br />
Delay 4<br />
Balance D<br />
Balance D<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Balance W<br />
Balance W<br />
2-Band<br />
EQ<br />
1~4<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />
signaal en het begin van de betreffende Delaylijn<br />
(1~4).<br />
Feedback #<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />
een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />
waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />
omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />
sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />
helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
(Level) 1~4<br />
Hiermee stelt u het volume van de betreffende Delaylijn<br />
(1~4) in.<br />
(Pan) 1~4<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van de betreffende<br />
Delay-lijn (1~4). “L64” is helemaal links, “0” vertegenwoordigt<br />
het midden en “63R” is helemaal rechts.<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
L out<br />
R out<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Balance #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />
en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />
enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />
“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Ziehier een tweede omgekeerde Delay met een veel<br />
langere vertragingstijd (tot 1500 ms). Zie blz. 83 voor<br />
meer details.<br />
Ziehier een tweede Shuffle Delay. U raadt het al: ook<br />
deze heeft een langere vertragingstijd (tot 3000 ms)<br />
dan zijn collega op blz. 84.<br />
L in<br />
68: REVERSE DELAY 2<br />
69: SHUFFLE DELAY 2<br />
R in<br />
L in<br />
R in<br />
Feedback<br />
Rev. Delay<br />
70: 3D DELAY 2<br />
Ziehier een 3D Delay met een langere vertragingstijd<br />
(max. 3000 ms). Zie blz. 84 voor een verklaring van de<br />
parameters.<br />
L<br />
R<br />
71: ROTARY 2<br />
D1<br />
D2<br />
Delay<br />
D3<br />
D4<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
R out<br />
Ziehier een Rotary-effect met een nadrukkelijk laaggehalte<br />
(meer dan de versie op blz. 65. Dit effect heeft<br />
dezelfde specificaties als het effect van het VK-7 orgel.<br />
L in<br />
R in<br />
Feedback<br />
Delay<br />
Delay 1<br />
Delay 2<br />
3D Delay L<br />
3D Delay C<br />
3D Delay R<br />
Rotary<br />
(Rotary) Speed #<br />
Hiermee kiest schakelt u om van de ene snelheid naar<br />
de andere.<br />
SLOW: de Woofer “draait” op de voor “Woofer Slow”<br />
ingestelde snelheid, terwijl de Tweeter de “Tweeter<br />
Slow”-waarde hanteert.<br />
FAST: de Woofer hanteert de “Woofer Fast”-snelheid<br />
en de Tweeter de “Tweeter Fast”-snelheid.<br />
1<br />
2<br />
Level<br />
1<br />
2<br />
3<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
R out<br />
L out<br />
R out<br />
L out<br />
R out<br />
93<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
94<br />
Brake #<br />
Hiermee kunt u de draaiing van de roterende luidsprekers<br />
stoppen. Dat gebeurt dan geleidelijk aan. Als u de<br />
draaiing daarna weer inschakelt, komt de “luidspreker”<br />
geleidelijk aan weer op snelheid.<br />
(Spread) Value<br />
Hiermee bepaalt u de stereobreedte van het Rotaryeffect.<br />
Hoe groter de waarde, hoe breder het geluidsbeeld<br />
wordt.<br />
(Woofer) Slow<br />
Hiermee stelt kiest u de snelheid die de Woofer bij<br />
keuze van de trage snelheid hanteert.<br />
(Woofer) Fast<br />
Hiermee stelt kiest u de snelheid die de Woofer bij<br />
keuze van de hoge snelheid hanteert.<br />
(Woofer) Level<br />
Hiermee bepaalt u het volume van de Woofer.<br />
(Woofer) Trans Up<br />
Hiermee stelt u in hoe lang het duurt tot de Woofer de<br />
Fast-snelheid bereikt wanneer u die kiest. Hoe groter<br />
de waarde, hoe sneller de overgang.<br />
(Woofer) Trans Down<br />
Hiermee stelt u in hoe lang het duurt tot de Woofer de<br />
Slow-snelheid bereikt wanneer u die kiest. Hoe groter<br />
de waarde, hoe sneller de overgang.<br />
(Tweeter) Slow, Fast, Level, Trans Up, Trans Down<br />
Ziehier dezelfde parameters als voor de Woofer. Deze<br />
gelden echter voor de Tweeter.<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level #<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
72: ROTARY MULTI<br />
Ziehier een multi-effect met een Overdrive/Distortion<br />
(ODDS), een 3-bands EQ en een Rotary-effect (RT).<br />
Deze zijn in serie geschakeld.<br />
L in<br />
R in<br />
Overdrive/<br />
Distortion<br />
Rotary<br />
Amp<br />
Simulator<br />
OD/Dist<br />
Hiermee schakelt u het Overdrive-/Distortion-effect<br />
in of uit.<br />
Amp Sim<br />
Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />
3 Band EQ<br />
Hiermee schakelt u de 3-bands EQ in of uit.<br />
Rotary<br />
Hiermee schakelt u het Rotary-effect in of uit.<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type<br />
Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />
nodig hebt.<br />
Drive #<br />
Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />
tevens invloed op het volume.<br />
Tone<br />
Hiermee regelt u de klankkleur van het Overdrive-/<br />
Distortion-effect.<br />
Level<br />
Hiermee regelt u het uitgangsniveau van het Overdrive-/Distortion-effect.<br />
(Amp Simulator) Type<br />
Kies hier het Amp Simulator-type.<br />
Pan<br />
3-Band EQ<br />
L out<br />
R out<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken.<br />
Mid<br />
Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />
EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />
High (EQ High Gain)<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />
Mid Freq<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Mid Q (EQ Mid Q)<br />
Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />
d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />
Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />
deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />
(Rotary) Speed #<br />
Hiermee kiest u de “draaisnelheid” van de denkbeeldige<br />
Woofer en Tweeter (SLOW of FAST).<br />
Slow: De snelheid van “RT L Slow”/“RT H Slow”<br />
wordt gehanteerd).<br />
Fast: De snelheid van “RT L Fast”/“RT H Fast” wordt<br />
gehanteerd.<br />
Separation<br />
Hiermee bepaalt u de stereobreedte van het Rotarygeluid.<br />
Woofer<br />
Slow<br />
Snelheid van de lagetonen-rotor die bij keuze van de<br />
Slow-instelling wordt gehanteerd.<br />
Fast<br />
Snelheid van de lagetonen-rotor die bij keuze van de<br />
Fast-snelheid wordt gehanteerd.<br />
Accel<br />
Overgangssnelheid van Fast naar Slow en vice versa<br />
voor de lagetonen-rotor. Hoe kleiner de waarde, hoe<br />
trager de overgang.<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het volume van de lagetonen-rotor.<br />
Tweeter<br />
Slow, Fast, Accel, Level<br />
Ziehier dezelfde parameters als voor de lagetonenrotor.<br />
Deze hebben echter betrekking op de hogetonen-rotor<br />
(alias “Tweeter”).<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Pan<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />
73: KEYBOARD MULTI<br />
De Keyboard Multi bevat de volgene in serie geschakelde<br />
effecten: Ring Modulator (RM), Equalizer (EQ),<br />
Pitch Shifter (PS), Phaser (PH) en Delay (Dly).<br />
De Ring Modulator voorziet het inkomende signaal<br />
van amplitudemodulatie (AM) en zorg zo voor klokkenachtige<br />
geluiden.<br />
L in<br />
R in<br />
Ring Mod<br />
Ring Mod<br />
Phaser<br />
Resonance<br />
3-Band EQ<br />
3-Band EQ<br />
Sequence<br />
Ring Mod<br />
Hiermee schakelt u de Ring Modulator in of uit.<br />
3 Band EQ Sw<br />
Hiermee schakelt u de Equalizer in of uit.<br />
Pch Shift<br />
Hiermee schakelt u de Pitch Shifter in of uit.<br />
Mix<br />
Pitch<br />
Shifter<br />
Feedback<br />
Feedback<br />
Delay<br />
Phaser<br />
Hiermee schakelt u de Phaser in of uit.<br />
L out<br />
R out<br />
Delay<br />
Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />
* Kies het benodigde effect met de [VALUE]-regelaar en verplaats<br />
hem, indien nodig, met [F1] of [F2] naar een andere<br />
plaats in de keten.<br />
Ring Modulator (RM)<br />
Freq #<br />
Hiermee kiest u de frequentie die moet worden gemoduleerd.<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het rechtstreekse en<br />
het Ring Modulator-geluid.<br />
EQ Gain<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />
Mid<br />
Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />
EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />
95<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
96<br />
Mid<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.<br />
Mid Q (EQ Mid Q)<br />
Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />
d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />
Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />
deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />
Pitch Shifter<br />
Mode<br />
Hoe groter de hier gekozen waarde, hoe beter de kwaliteit<br />
van de transpositie. Maar het effect is dan ook iets<br />
trager.<br />
Coarse Tune # *1<br />
Hiermee stelt u het interval voor de toonhoogteverschuiving<br />
in (–2±+1 octaaf).<br />
Fine Tune # *1<br />
Hiermee kunt u het inkomende signaal in stappen van<br />
2 Cent ontstemmen (–100~+100 Cent).<br />
* 1 Tijdens de Realtime-sturing worden de hier ingestelde<br />
waarden beïnvloed.<br />
Delay<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />
signaal en het begin van de transpositie.<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Pitch Shiftersignaal<br />
nog eens naar dit effect wordt gestuurd. De<br />
toonhoogte verandert dan in openeenvolgende trappen.<br />
Balance<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />
signaal en het Pitch Shifter-signaal.<br />
Phaser<br />
Mode<br />
Hiermee kiest u het aantal trappen van de Phaser.<br />
Manual #<br />
Hiermee kiest u de frequentie die vooral door de Phaser<br />
wordt gemoduleerd.<br />
Rate #<br />
Hiermee regelt u de modulatiesnelheid.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de modulatiediepte.<br />
Resonance<br />
Hiermee kunt u het volume van de frequenties rond de<br />
PH Man(ual)-waarde nog extra ophalen.<br />
Mix Level<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />
en het Phaser-signaal.<br />
Delay<br />
Left Time<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging van het linker Delaykanaal.<br />
Right Time<br />
Hiermee bepaalt u vertraging van het rechter Delaykanaal.<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />
nog eens naar dit effect wordt gestuurd. Dat zorgt voor<br />
een groter aantal herhalingen.<br />
HF Damp<br />
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />
doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />
helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />
BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het directe signaal<br />
en het Delay-signaal.<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
De Rhodes Multi bevat de volgende in serie geschakelde<br />
effecten: Enhancer (EH), Phaser (PH), Chorus of<br />
Flanger (CF), Tremolo of Pan (TP).<br />
L in<br />
R in<br />
74: RHODES MULTI<br />
Enhancer<br />
Enhancer<br />
Mix<br />
Mix<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
Feedback<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
Resonance<br />
Phaser<br />
Tremolo/<br />
Pan<br />
Tremolo/<br />
Pan<br />
Sequence<br />
Enhancer<br />
Hiermee schakelt u de Enhancer in en uit.<br />
Phaser<br />
Hiermee schakelt u de Phaser in en uit.<br />
CF Sw<br />
Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />
Mix<br />
L out<br />
R out<br />
TP Sw (TP Switch)<br />
Hiermee schakelt u de Tremolo of Pan in en uit.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Enhancer<br />
Sens #<br />
Hiermee regelt u de gevoeligheid van de Enhancer.<br />
Mix Level<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen de toegevoegde<br />
hogetonen en het binnenkomende signaal.<br />
Phaser<br />
Zie blz. 96.<br />
Chorus/Flanger<br />
Type<br />
Hiermee kiest u hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />
Rate<br />
Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de diepte van het modulatieeffect.<br />
Feedback<br />
Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />
(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />
gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />
fase omgekeerd wordt.<br />
PreDly<br />
Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />
signaal en het begin van de Chorus of Flanger.<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het originele en het<br />
Chorus-/Flanger-signaal.<br />
Type<br />
Hiermee kiest u het filtertype: OFF (geen filter), LPF<br />
(hoog-af filter) of HPF (laag-af filter).<br />
Cutoff<br />
Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />
Tremolo/Pan<br />
Type<br />
Kies hier hetzij Tremolo, herzij Pan.<br />
ModWave<br />
Kies hier de golfvorm die voor de modulatie van het<br />
volume wordt gebruikt. Die keuze is bepalend voor de<br />
aard van de overgangen (vloeiend of trapsgewijs). De<br />
mogelijkheden zijn TRI (driehoek), SQR (blokgolf),<br />
SIN (sinus) en SAW1/2 (zaagtand 1/2). Ziehier hoe de<br />
twee “SAW”-golfvormen er uitzien:<br />
SAW1 SAW2<br />
Rate #<br />
Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />
Depth #<br />
Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
75: JD MULTI<br />
Ziehier de effectcombinatie die u bv. ook op een JD-990<br />
aantreft: Distortion (DS), Phaser (PH), Spectrum (SP)<br />
en Enhancer (EH). Deze effecten zijn in serie geschakeld,<br />
maar kunnen in gelijk welke volgorde worden<br />
gebruikt.<br />
L in<br />
R in<br />
Distortion<br />
Phaser<br />
Spectrum Enhancer<br />
SEQUENCE<br />
Dist<br />
Hiermee schakelt u het Distortion-effect in en uit.<br />
Phaser<br />
Hiermee schakelt u de Phaser in en uit.<br />
Spectrum<br />
Hiermee schakelt u het Spectrum-effect in en uit.<br />
Enhancer Sw<br />
Hiermee schakelt u de Enhancer in en uit.<br />
* Om een effect te verplaatsen: kies het met de [VALUE]-regelaar<br />
en schuif het met [F1] of [F2] naar links of rechts.<br />
Distortion<br />
Type<br />
Hiermee kiest u het benodigde vervormingstype:<br />
MELLOW DRIVE: Een ronde, betrekkelijk doffe vervorming.<br />
OVERDRIVE: Het klassieke geluid van een overstuurde<br />
buizenversterker.<br />
CRY DRIVE: Betrekkelijk felle vervorming (met veel<br />
hoge tonen).<br />
MELLOW DIST: Lijkt op de vervorming die enkel met<br />
een grote versterker mogelijk is.<br />
LIGHT DIST: Vervorming met een intens, maar helder<br />
karakter.<br />
FAT DIST: De lage en hoge tonen worden extra benadruk,<br />
zodat deze vervorming meer b… lijkt te hebben.<br />
FUZZ DIST: Lijkt op FAT DIST, maar vervormt het<br />
geluid nog veel sterker.<br />
Drive #<br />
Hiermee regelt u de vervormingsintensiteit.<br />
L out<br />
R out<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het vervormingseffect.<br />
97<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
98<br />
Phaser<br />
Manual #<br />
Hiermee kiest u de frequentie die vooral wordt<br />
bewerkt.<br />
Mix Level #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />
en het Phaser-signaal.<br />
Rate #<br />
Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />
Depth #<br />
Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />
Resonance #<br />
Hiermee zorgt u dat de Phaser een “neuziger” en<br />
onmiskenbaar geluid krijgt. Hoe groter de waarde, hoe<br />
meer het “effect” op de voorgrond treedt.<br />
Spectrum<br />
Band Width<br />
Hiermee bepaalt u de breedte van de volgende frequentiebanden.<br />
Dit heeft een belangrijke invloed op<br />
het geluid.<br />
250Hz<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />
250Hz worden beïnvloed.<br />
500Hz (500Hz Gain)<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />
500Hz worden beïnvloed.<br />
1000Hz (1000Hz Gain)<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />
1000Hz worden beïnvloed.<br />
2000Hz (2000Hz Gain)<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />
2000Hz worden beïnvloed.<br />
4000Hz (4000Hz Gain)<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />
4000Hz worden beïnvloed.<br />
8000Hz (8000Hz Gain)<br />
Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />
8000Hz worden beïnvloed.<br />
Enhancer<br />
Sens<br />
Hiermee regelt u de gevoeligheid van de Enhancer.<br />
Mix Level #<br />
Hiermee bepaalt u de balans tussen de door de Enhancer<br />
toegevoegde frequenties en het originele signaal.<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Pan<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />
76: STEREO LOFI COMPRESS<br />
Ziehier de stereo-versie van de Lo-Fi compressor die al<br />
op blz. 85 aan bod is gekomen. Zie daar voor een verklaring<br />
van de parameters.<br />
L in<br />
R in<br />
Lo-Fi<br />
Lo-Fi<br />
77: STEREO LO-FI NOISE<br />
2-Band EQ<br />
2-Band EQ<br />
Ziehier de stereo-versie van het Lo-Fi Noise-effect dat<br />
u al van blz. 86 kent. Zie daar voor een verklaring van<br />
de parameters die hier niet aan bod komen.<br />
Hum<br />
Type<br />
Als u niet vies bent van een beetje brom, kunt u daar<br />
hier het type van kiezen.<br />
LPF<br />
Kies hier de kantelfrequentie voor het filter dat op het<br />
Hum-signaal wordt losgelaten (om lagetonen te<br />
onderdrukken).<br />
(Hum) Level<br />
Hiermee bepaalt u het volume van de brom.<br />
Noise<br />
Noise Type<br />
Als u tussen de Radio- en Disc-ruis niet uw gading<br />
vindt, kunt u hiermee witte of roze ruis kiezen.<br />
LPF<br />
Kies hier de kantelfrequentie voor het filter dat op het<br />
Noise-signaal wordt losgelaten (om lagetonen te<br />
onderdrukken).<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het volume van de ruis.<br />
L out<br />
R out<br />
L in<br />
2-Band<br />
EQ<br />
L out<br />
Lo-Fi<br />
Radio<br />
Lo-Fi<br />
Noise Gen.<br />
R in<br />
2-Band<br />
R out<br />
EQ
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
78: GUITAR AMP SIMULATOR<br />
Ziehier een effect dat een complete gitaarversterker<br />
simuleert (COSM).<br />
L in<br />
R in<br />
Pre Amp Speaker<br />
Amp Simulator<br />
Switch<br />
Hiermee schakelt u der versterke in of uit.<br />
Type<br />
Kies hier het Amp Simulator-type.<br />
Amp Level<br />
Volume #<br />
Hiermee regelt u het volume van de “voorversterker”<br />
en dus de vervormingsgraad.<br />
Master #<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de voorversterker.<br />
Gain<br />
Hiermee regelt u de vervormingsintensiteit van de<br />
“voorversterker” (Low, Middle en High).<br />
Amp Tone<br />
Presence<br />
Hiermee regelt u het volume van de ultra-hoge frequenties.<br />
Voor de meeste types luidt het instelbereik<br />
0~127. Kiest u echter “Match Drive”, dan luidt het<br />
instelbereik –127~0.<br />
Bright<br />
Kies hier “On” als u een bijtender en dus feller geluid<br />
nodig hebt. Deze parameter is enkel beschikbaar voor<br />
de Pre-Amp-types “JC-120”, “Clean Twin” en “BG<br />
Lead”.<br />
Bass<br />
Hiermee bepaalt u het volume van de lagetonen.<br />
L out<br />
Pan L<br />
Pan R<br />
R out<br />
Middle<br />
Hiermee bepaalt u het volume van den middentonen.<br />
Voor “Match Drive” is deze parameter niet beschikbaar.<br />
Treble<br />
Hiermee bepaalt u het volume van de hogetonen.<br />
Speaker<br />
Switch<br />
Hiermee bepaalt u of het voorversterkergeluid als<br />
(ON) dan niet (OFF) naar de Speaker-simulatie wordt<br />
gestuurd.<br />
Speaker Type<br />
Kies hier het type van de gesimuleerde luidspreker(s).<br />
Zie ook blz. 86.<br />
Mic<br />
Setting<br />
Met deze parameter stelt u in waar de microfoon staat<br />
opgesteld die u voor het “opnemen” van het geluid<br />
gebruikt (virtueel, wel te verstaan). Hoe groter de<br />
waarde, hoe verder zich de denkbeeldige microfoon<br />
van de denkbeeldige speakerkast vandaan bevindt<br />
(1~3).<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het volume van het microfoongeluid<br />
in.<br />
Direct<br />
Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het niet<br />
bewerkte (“droge”) signaal.<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Pan #<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het effectgeluid.<br />
“L64” betekent helemaal links, “0” slaat op het<br />
midden en “63R” betekent helemaal rechts.<br />
79: STEREO OVERDRIVE<br />
Ziehier een stereo Overdrive.<br />
L in<br />
R in<br />
Overdrive<br />
Overdrive<br />
Amp<br />
Simulator<br />
Amp<br />
Simulator<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Overdrive<br />
Drive #<br />
Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />
tevens invloed op het volume.<br />
Tone<br />
Hiermee bepaalt u de klankkleur van het Overdrivesignaal.<br />
Amp Simulator<br />
Switch<br />
Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />
Type<br />
Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />
Small: Kleine comboversterker<br />
Built-in: Grote comboversterker.<br />
2-Stack: Versterker met twee kasten<br />
3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />
EQ Gain<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
L out<br />
R out<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
99<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Maak hiervan gebruik als blijkt dat het geluid onder<br />
invloed van de vervormer beduidend luider of stiller is<br />
geworden.<br />
100<br />
80: STEREO DISTORTION<br />
Ziehier een stereo Distortion-effect.<br />
L in<br />
R in<br />
Distortion<br />
Distortion<br />
Amp<br />
Simulator<br />
Amp<br />
Simulator<br />
2-Band<br />
EQ<br />
2-Band<br />
EQ<br />
Distortion<br />
Drive #<br />
Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />
tevens invloed op het volume.<br />
Tone<br />
Hiermee bepaalt u de klankkleur van het Distortioneffect.<br />
Amp Simulator<br />
Switch<br />
Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />
Type<br />
Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />
Small: Kleine comboversterker<br />
Built-in: Grote comboversterker.<br />
2-Stack: Versterker met twee kasten<br />
3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
L out<br />
R out<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />
(–15~+15 dB).<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
81: GUITAR MULTI A<br />
De Guitar Multi 1 bevat een Compressor (Cmp), Overdrive<br />
of Distortion (ODDS), Amp Simulator (Amp),<br />
Delay (Dly), en Chorus of Flanger (CF) die in serie<br />
geschakeld zijn.<br />
L in<br />
R in<br />
Delay<br />
Compressor<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
Feedback<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
Feedback<br />
Delay<br />
Delay<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
Overdrive/<br />
Distortion<br />
Pan<br />
* Hierboven ziet u een schema van de Delay en de Chorus/<br />
Flanger. Die worden verderop voor de verklaring gebruikt.<br />
Sequence<br />
Comp<br />
Hiermee schakelt u de Compressor in of uit.<br />
OD/Dist<br />
Hiermee schakelt u het Overdrive-/Distortion-effect<br />
in of uit.<br />
Amp Sim<br />
Hiermee schakelt u de Compressor in of uit.<br />
Delay<br />
Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />
L out<br />
R out<br />
Amp<br />
Simulator<br />
L out<br />
R out
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Cho/Flg<br />
Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />
Compressor<br />
Attack<br />
Hiermee bepaalt u de duur van het begin van het signaal<br />
(“Attack”) dat niet door de Compressor wordt<br />
beïnvloedt.<br />
Sustain<br />
Hiermee bepaalt u hoe lang het volume door de Compressor<br />
constant wordt gehouden (en, indien nodig,<br />
dus wordt opgekrikt). Hoe groter de waarde, hoe korter<br />
de Sustain.<br />
Level #<br />
Hiermee bepaalt u het volume van de Compressor.<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type<br />
Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />
nodig hebt.<br />
Drive #<br />
Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />
tevens invloed op het volume.<br />
Tone<br />
Hiermee regelt u de klankkleur van het Overdrive-/<br />
Distortion-effect.<br />
Level<br />
Hiermee regelt u het uitgangsniveau van het Overdrive-/Distortion-effect.<br />
Amp Simulator<br />
Amp Type<br />
Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />
Small: Kleine comboversterker<br />
Built-in: Grote comboversterker.<br />
2-Stack: Versterker met twee kasten<br />
3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />
Delay<br />
Left Time<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />
signaal en het moment waarop de linker vertraging<br />
hoorbaar wordt.<br />
Right Time<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />
signaal en het moment waarop de rechter vertraging<br />
hoorbaar wordt.<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />
nog eens naar dit effect wordt gestuurd.<br />
HF Damp<br />
Bepaalt de frequentie waarboven het Feedback-signaal<br />
wordt gefilterd. Als dat niet nodig is, moet u hier<br />
BYPASS kiezen.<br />
Balance (Delay Balance) #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />
en het Delay-signaal.<br />
Chorus/Flanger<br />
Type<br />
Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />
Rate<br />
Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />
Feedback<br />
Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />
(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />
gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />
fase omgekeerd wordt.<br />
Pre Delay<br />
Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />
signaal en het begin van de Chorus.<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />
het Chorus-/Flanger-signaal.<br />
Filter<br />
Type<br />
Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />
van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />
de hogetonen).<br />
Cutoff<br />
Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />
Output<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Pan #<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />
101<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Guitar Multi 2 bevat de volgende in serie geschakelde<br />
effecten: Compressor (Cmp), Overdrive of Distortion<br />
(ODDS), Amp Simulator (Amp), Equalizer (EQ) en<br />
Chorus of Flanger (CF).<br />
Sequence<br />
Comp<br />
Hiermee schakelt u u de Compressor in en uit.<br />
OD/Dist<br />
Hiermee schakelt u het Overdrive- of Distortion-effect<br />
in en uit.<br />
Amp Sim<br />
Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />
3 Band EQ<br />
Hiermee schakelt u de Equalizer in en uit.<br />
Cho/Flg<br />
Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />
Compressor<br />
Attack, Sustain, Level #<br />
Zie blz. 101.<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type<br />
Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />
nodig hebt.<br />
Drive #<br />
Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />
tevens invloed op het volume.<br />
Tone<br />
Hiermee regelt u de klankkleur van het Overdrive-/<br />
Distortion-effect.<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het volume van het Overdrive-/<br />
Distortion-effect.<br />
Amp Simulator<br />
Type<br />
Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />
Small: Kleine comboversterker<br />
Built-in: Grote comboversterker.<br />
102<br />
82: GUITAR MULTI B<br />
L in<br />
R in<br />
3-Band EQ<br />
Compressor<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
Overdrive/<br />
Distortion<br />
Amp<br />
Simulator<br />
L out<br />
R out<br />
2-Stack: Versterker met twee kasten<br />
3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />
Mid<br />
Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />
EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />
High<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakkenophalen<br />
of afzwakken.<br />
Mid<br />
Mid (EQ Mid Frequency)<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.<br />
Mid Q<br />
Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />
d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />
Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />
deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />
Chorus/Flanger<br />
Zie blz. 101.<br />
Filter<br />
Zie blz. 101.<br />
Output<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Pan<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />
83: GUITAR MULTI C<br />
Guitar Multi C bevat de volgende in serie geschakelde<br />
effecten: Overdrive of Distortion (ODDS), Wah (Wah),<br />
Amp Simulator (Amp), Delay (Dly) en Chorus of Flanger<br />
(CF).<br />
L in<br />
R in<br />
Overdrive/<br />
Distortion<br />
Delay<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
Wah<br />
Pan<br />
Amp<br />
Simulator<br />
Sequence<br />
OD Sw<br />
Hiermee schakelt u het Overdrive-/Distortion-effect<br />
in of uit.<br />
Amp Sim<br />
Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />
L out<br />
R out
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Wah<br />
Hiermee schakelt u de WahWah in of uit.<br />
Delay<br />
Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />
Cho/Flg<br />
Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in of uit.<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type<br />
Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />
nodig hebt.<br />
Drive #<br />
Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />
tevens invloed op het volume.<br />
Tone<br />
Hiermee regelt u de klankkleur van het Overdrive-/<br />
Distortion-effect.<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het volume van het Overdrive-/<br />
Distortion-effect.<br />
Wah<br />
Filter Type<br />
Kies hier het benodigde filtertype voor de WahWah:<br />
LPF (beïnvloeding van een groot frequentiebereik) of<br />
BPF (beïnvloeding van een beperkter frequentiebereik).<br />
Rate<br />
Hiermee regelt u de modulatiesnelheid.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />
Sens<br />
Hiermee stelt u de gevoeligheid van het filter in (d.w.z.<br />
wanneer het begin te reageren).<br />
Manual #<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie waarrond de<br />
WahWah vooral actief moet zijn.<br />
Peak<br />
Hiermee bepaalt u de mate waarin het WahWah-effect<br />
tot de Manual-frequentie beperkt wordt. Hoe kleiner<br />
de waarde, hoe meer frequenties er links en rechts van<br />
de Manual-frequentie mee worden beïnvloed. Met een<br />
grote waarde zorgt u er daarentegen voor dat het Wah-<br />
Wah-effect nagenoeg tot de Manual-frequentie<br />
beperkt blijft.<br />
Amp Simulator<br />
Type (Amp Simulator Type)<br />
Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />
Small: Kleine comboversterker<br />
Built-in: Grote comboversterker.<br />
2-Stack: Versterker met twee kasten<br />
3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />
Delay<br />
Left Time<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />
signaal en het moment waarop de linker vertraging<br />
hoorbaar wordt.<br />
Right Time<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />
signaal en het moment waarop de rechter vertraging<br />
hoorbaar wordt.<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />
nog eens naar dit effect wordt gestuurd.<br />
HF Damp<br />
Bepaalt de frequentie waarboven het Feedback-signaal<br />
wordt gefilterd. Als dat niet nodig is, moet u hier<br />
BYPASS kiezen.<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />
en het Delay-signaal.<br />
Chorus/Flanger<br />
Type<br />
Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />
Rate<br />
Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />
Feedback<br />
Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />
(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />
gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />
fase omgekeerd wordt.<br />
Pre Delay<br />
Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />
signaal en het begin van de Chorus.<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />
het Chorus-/Flanger-signaal.<br />
Filter<br />
Type<br />
Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />
van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />
de hogetonen).<br />
Cutoff<br />
Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Pan<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />
103<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Clean Guitar Multi 1 bevat de volgende in serie<br />
geschakelde effecten: Compressor (Cmp), Equalizer<br />
(EQ), Delay (Dly) en Chorus of Flanger (CF).<br />
Sequence<br />
Comp<br />
Hiermee schakelt u de Compressor in of uit.<br />
3 Band EQ<br />
Hiermee schakelt u de Equalizer in of uit.<br />
Delay<br />
Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />
Cho/Flg<br />
Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in of uit.<br />
Compressor<br />
Attack, Sustain, Level #<br />
Zie blz. 101.<br />
EQ Gain<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />
EQ M Gain<br />
Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />
EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />
High (EQ High Gain)<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />
Mid<br />
Mid Freq<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.<br />
Mid Q (EQ Mid Q)<br />
Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />
d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />
Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />
deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />
Delay<br />
Left Time<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />
signaal en het moment waarop de linker vertraging<br />
hoorbaar wordt.<br />
104<br />
84: CLEAN GUITAR MULTI A<br />
L in<br />
R in<br />
Delay<br />
Compressor<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
3-Band EQ<br />
Pan<br />
L out<br />
R out<br />
Right Time<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />
signaal en het moment waarop de rechter vertraging<br />
hoorbaar wordt.<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />
nog eens naar dit effect wordt gestuurd.<br />
HF Damp<br />
Bepaalt de frequentie waarboven het Feedback-signaal<br />
wordt gefilterd. Als dat niet nodig is, moet u hier<br />
BYPASS kiezen.<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />
en het Delay-signaal.<br />
Chorus/Flanger<br />
Type<br />
Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />
Rate<br />
Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />
Feedback<br />
Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />
(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />
gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />
fase omgekeerd wordt.<br />
Pre Dly<br />
Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />
signaal en het begin van de Chorus.<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />
het Chorus-/Flanger-signaal.<br />
Filter<br />
Type<br />
Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />
van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />
de hogetonen).<br />
Cutoff<br />
Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />
Output<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Pan (Output Pan)<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
85: CLEAN GUITAR MULTI B<br />
Clean Guitar Multi 2 bevat de volgende in serie<br />
geschakelde effecten: Auto-Wah (AW), Equalizer<br />
(EQ), Delay (Dly) en Chorus of Flanger (CF).<br />
L in<br />
R in<br />
Delay<br />
Wah<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
3-Band EQ<br />
Pan<br />
Sequence<br />
Wah<br />
Hiermee schakelt u de Auto Wah in of uit.<br />
3 Band EQ<br />
Hiermee schakelt u de 3-bands EQ in of uit.<br />
Delay<br />
Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />
Cho/Flg Sw<br />
Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />
Wah<br />
Filter Type<br />
Kies hier het benodigde filtertype voor de Wah: LPF<br />
(beïnvloeding van een groot frequentiebereik) of BPF<br />
(beïnvloeding van een beperkter frequentiebereik).<br />
Rate<br />
Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid van de Auto-<br />
Wah.<br />
Depth<br />
Hiermee stelt u in hoe intensief de Auto-Wah het<br />
geluid moet beïnvloeden.<br />
L out<br />
R out<br />
Sens<br />
Hiermee regelt u de gevoeligheid van het filter voor<br />
volumeverschillen.<br />
Manual #<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie waarrond de<br />
Auto-Wah vooral actief is.<br />
Peak<br />
Hiermee bepaalt u de mate waarin het WahWah-effect<br />
tot de Manual-frequentie beperkt wordt. Hoe kleiner<br />
de waarde, hoe meer frequenties er links en rechts van<br />
de Manual-frequentie mee worden beïnvloed. Met een<br />
grote waarde zorgt u er daarentegen voor dat het Wah-<br />
Wah-effect nagenoeg tot de Manual-frequentie<br />
beperkt blijft.<br />
EQ Gain<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />
Mid (EQ Mid Gain)<br />
Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />
EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />
High (EQ High Gain)<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakkenophalen<br />
of afzwakken.<br />
Mid<br />
Mid Freq<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.<br />
Mid Q<br />
Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />
d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />
Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />
deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />
Delay<br />
Left Time<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />
signaal en het moment waarop de linker vertraging<br />
hoorbaar wordt.<br />
Right Time (Delay Time Right)<br />
Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />
signaal en het moment waarop de rechter vertraging<br />
hoorbaar wordt.<br />
Feedback<br />
Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />
nog eens naar dit effect wordt gestuurd.<br />
HF Damp<br />
Bepaalt de frequentie waarboven het Feedback-signaal<br />
wordt gefilterd. Als dat niet nodig is, moet u hier<br />
BYPASS kiezen.<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />
en het Delay-signaal.<br />
Chorus/Flanger<br />
Type<br />
Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />
Rate<br />
Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />
Feedback<br />
Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />
(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />
gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />
fase omgekeerd wordt.<br />
Pre Dly<br />
Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />
signaal en het begin van de Chorus.<br />
105<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />
het Chorus-/Flanger-signaal.<br />
Filter<br />
Type (Filter Type)<br />
Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />
van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />
de hogetonen).<br />
Cutoff<br />
Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />
Output<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Pan #<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />
De Bass Multi bevat de volgende in serie geschakelde<br />
effecten: Compressor (Comp), Overdrive of Distortion<br />
(OD/Dist), Equalizer (3 Band EQ) en Chorus of Flanger<br />
(Cho/Flg).<br />
Sequence<br />
Comp (Compressor Switch)<br />
Hiermee schakelt u u de Compressor in en uit.<br />
OD/Dist<br />
Hiermee schakelt u het Overdrive-/Distortion-effect<br />
in of uit.<br />
Amp Sim<br />
Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />
3 Band EQ (3 Band EQ Switch)<br />
Hiermee schakelt u de 3-bands EQ in of uit.<br />
Cho/Flg<br />
Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />
Compressor<br />
Attack, Sustain, Level #<br />
Zie blz. 101.<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type<br />
Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />
nodig hebt.<br />
106<br />
86: BASS MULTI<br />
L in<br />
R in<br />
Compressor<br />
3-Band<br />
EQ<br />
Overdrive/<br />
Distortion<br />
Chorus/<br />
Flanger<br />
Amp<br />
Simulator<br />
L out<br />
R out<br />
Drive #<br />
Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />
tevens invloed op het volume.<br />
Level #<br />
Hiermee bepaalt u het volume van het Overdrive-/<br />
Distortion-effect.<br />
Amp Simulator<br />
Type (Amp Simulator Type)<br />
Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />
Small: Kleine comboversterker<br />
Built-in: Grote comboversterker.<br />
2-Stack: Versterker met twee kasten<br />
3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />
3 Band EQ<br />
Low<br />
Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken.<br />
Mid (EQ Mid Gain)<br />
Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />
EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />
High (EQ High Gain)<br />
Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />
Mid<br />
Mid Freq (EQ Mid Frequency)<br />
Hiermee kiest u de centrale frequentie van het middengebied.<br />
Mid Q (EQ Mid Q)<br />
Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />
d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />
Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />
deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />
Chorus/Flanger<br />
Type<br />
Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />
Rate<br />
Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />
Depth<br />
Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />
Feedback<br />
Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />
(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />
gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />
fase omgekeerd wordt.<br />
Pre Dly<br />
Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />
signaal en het begin van de Chorus.<br />
Balance #<br />
Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />
het Chorus-/Flanger-signaal.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />
Filter<br />
Type<br />
Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />
van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />
de hogetonen).<br />
Cutoff<br />
Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />
Output<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Pan #<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />
87: ISOLATOR 2<br />
Ziehier een Isolator-effect met filter. Een isolator dient<br />
voor het onderdrukken van bepaalde frequentiebereiken,<br />
wat voor een drastische wijziging van het geluid<br />
zorgt – en dat kunt u daarna dus nog filteren.<br />
L in<br />
R in<br />
Isolator Filter<br />
Isolator Filter<br />
Boost/Cut<br />
Low (Level Low) #<br />
Mid (Level Middle) #<br />
High (Level High) #<br />
Hiermee kunt u de lage-, midden- en/of hogetonen<br />
ophalen of afzwakken. Bij –60dB is de betreffende frequentieband<br />
onhoorbaar. “0dB” betekent daarentegen<br />
dat het volume van de betreffende band niet verandert.<br />
Anti Phase Low<br />
Anti Phase Low Sw<br />
Anti Phase Low Level<br />
Low<br />
Boost<br />
Low<br />
Boost<br />
Anti Phase Mid<br />
Switch<br />
Level<br />
Hiermee schakelt u de Anti-Phase-functie (tegenfase)<br />
in /uit en bepaalt u het volume van de Low- c.q. Midband.<br />
Als deze functie ingeschakeld is, wordt de fase<br />
van de stereokanalen omgekeerd en bij het telkens<br />
andere kanaal opgeteld. Door het volume van deze<br />
functie voor bepaalde frequentiebereiken op te halen<br />
kunt u bepaalde partijen bijzonder in de verf zetten.<br />
(Het geheel hoort u echter alleen wanneer u er een stereo-signaalbron<br />
mee bewerkt.)<br />
Post Filter<br />
Switch<br />
Hiermee schakelt u het filter in of uit.<br />
L out<br />
R out<br />
Type (Filter Type)<br />
Kies hier het filtertype.<br />
LPF: Enkel de frequenties onder de Cutoff-waarde<br />
worden doorgelaten.<br />
BPF: Enkel de frequenties rond de Cutoff-waarde worden<br />
doorgelaten.<br />
HPF: Enkel de frequenties boven de Cutoff-waarde<br />
worden doorgelaten.<br />
NOTCH: Enkel de frequenties boven en onder de<br />
Cutoff-waarde worden doorgelaten.<br />
Cutoff<br />
Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter. Hoe<br />
kleiner de waarde, hoe lager de grens- of bewerkte frequentie.<br />
De waarde “127” vertegenwoordigt de hoogste<br />
frequentie.<br />
Resonance<br />
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid resonantie van het<br />
filter. Hoe groter de waarde, hoe meer de frequenties<br />
rond de Cutoff-waarde in de verf worden gezet. Die<br />
zorgt in de regel voor een “synthetischer” karakter.<br />
Slope<br />
Hiermee bepaalt u de helling van het filter: –24 dB per<br />
octaaf (drastisch) of –12 dB per octaaf (veel zachter).<br />
Gain<br />
Laat toe om het volume van het bewerkte signaal op te<br />
halen of af te zwakken als het onder invloed van dit<br />
effect veel luider of veel stiller wordt.<br />
Low Boost<br />
Switch<br />
Hiermee schakelt u de “Low Booster” in of uit. Deze<br />
schakeling kan de bassen dramatisch opkrikken en zo<br />
voor een bijzonder krachtig basgeluid zorgen.<br />
Level<br />
Met deze parameter bepaalt u het volume van de Low<br />
Booster. (Bij bepaalde Isolator-instellingen hoort u echter<br />
nauwelijks een verschil.)<br />
Output<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
88: STEREO SPECTRUM<br />
Ziehier de stereo-versie van het op blz. 64 voorgestelde<br />
effect. Daar vindt u een verklaring van de parameters.<br />
L in<br />
R in<br />
Spectrum<br />
Spectrum<br />
L out<br />
R out<br />
107<br />
Referentiehandboek
3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Het 3D Auto Spin-effect zorgt voor een automatische<br />
verschuiving van het geluid in een 3D-ruimte (dus ook<br />
boven/onder en vóór/achter).<br />
Auto Spin<br />
Azimuth<br />
Hiermee kiest u de plaats waar de draaiing stopt. De<br />
waarde “0” betekent dat het geluid zich aan het einde<br />
van de draaiing precies in het midden bevindt.<br />
Speed #<br />
Hiermee bepaalt u de snelheid vaan de draaiing.<br />
Clockwise<br />
Hiermee kiest u de richting van de beweging. De<br />
instelling “–” vertegenwoordigt een beweging in<br />
tegenwijzerszin, terwijl “+” voor een beweging in wijzerszin<br />
staat.<br />
Turn #<br />
Hiermee stopt of start u de beweging. Kiest u “On”,<br />
dan beweegt het geluid zich door de 3D-ruimte. Kiest<br />
u “Off”, dan springt het geluid naar de voor Azimuth<br />
ingestelde plaats.<br />
Output<br />
Out<br />
Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />
zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />
verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />
een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />
een hoofdtelefoon werkt.<br />
Level<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Hiermee kunt u het geluid op de gewenste plaats in het<br />
3D-geluidsbeeld plaatsen.<br />
Auto Spin<br />
Azimuth #<br />
Hiermee kiest u de positie. De waarde “0” betekent dat<br />
het geluid zich precies in het midden bevindt.<br />
108<br />
89: 3D AUTO SPIN<br />
L in<br />
R in<br />
90: 3D MANUAL<br />
L in<br />
R in<br />
3D Auto<br />
3D Manual<br />
L out<br />
R out<br />
L out<br />
R out<br />
Output<br />
Out<br />
Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />
zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />
verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />
een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />
een hoofdtelefoon werkt.<br />
Level (Output Level)<br />
Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />
Tips voor de “3D”-effecten<br />
Er zijn verschillende 3D-effecten. Deze maken<br />
gebruik van de RSS-technologie van <strong>Roland</strong> die voor<br />
een driedimensionele geluidsindruk zorgt, ook al<br />
gebruikt u maar twee luidsprekers. Dat zorgt op z’n<br />
minst voor een nóg breder effect. Meer bepaald gaat<br />
het om de volgende effecten:<br />
48: 3D DELAY<br />
60: 3D CHORUS<br />
61: 3D FLANGER<br />
70: 3D DELAY 2<br />
89: 3D AUTO SPIN<br />
90: 3D MANUAL<br />
Voor een optimaal resultaat verdient het aanbeveling<br />
om de luidsprekers als volgt op te stellen. Let er<br />
bovendien op dat ze zich niet te dicht bij de muren<br />
bevinden om geen onnodige reflecties te veroorzaken.<br />
30˚ 30˚<br />
Als de luidsprekers zich te ver uit elkaar bevinden<br />
c.q. als de plaats, waar u het geluid beluistert, sterk<br />
galmt, blijft er niet zoveel over van het 3D-effect.<br />
Onthoud bovendien dat de 3D-effecten een “Out”parameter<br />
bevatten die u op SPEAKER of PHONES<br />
kunt zetten. Kies de eerste optie wanneer u met een<br />
versterker werkt en de tweede wanneer u een hoofdtelefoon<br />
gebruikt.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effectinstellingen kopi ren<br />
3.5 Effectinstellingen<br />
kopiëren<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat ook toe om de effectinstellingen van<br />
een Patch, Performance of Rhythm Set naar de<br />
momenteel geselecteerde Patch, Performance of<br />
Rhythm Set te kopiëren. Op die manier bespaart u heel<br />
wet tijd.<br />
Voor het kopiëren beschikt u over de volgende opties<br />
(Copy Types):<br />
ALL: Alle multi-effect-, Chorus- en Reverb-instellingen.<br />
MFX: Enkel de MFX-parameters van de Generalpagina.<br />
CHORUS: Enkel de Chorus-parameters.<br />
REVERB: Enkel de Reverb-parameters<br />
CHO&REV: De Chorus- en Reverb-parameters.<br />
* Wanneer u voor het kopiëren van de MFX-parameters een<br />
Performance als bron kiest, worden de parameters (MFX<br />
1~3) van de Performance zelf gekopieerd (d.w.z. de parameters<br />
die gehanteerd worden wanneer u MFX 1~3 Source op<br />
“PERFORM” zet). U kunt dus niet de parameters kopiëren<br />
die een Performance van een Patch overneemt. Dat<br />
geldt ook in tegenovergestelde richting: wanneer u de<br />
MFX-parameters van een Patch naar een Performance<br />
kopieert, belanden ze in het “PERFORM”-gedeelte van de<br />
Performance en worden dus niet “doorgekopieerd” naar de<br />
Patch die eventueel als MFX-leverancier fungeert.<br />
1. Kies eerst de Patch, Performance of Rhythm Set waar<br />
de bestaande effectparameters naartoe moeten worden<br />
gekopieerd.<br />
2. Druk zo vaak op [SYSTEM/UTILITY] tot de bijbehorende<br />
indicator begint te knipperen.<br />
Het display ziet er nu als volgt uit:<br />
* Als de indicator van de knop oplicht, bevindt u zich in de<br />
SYSTEM-mode. Daar hebt u hier geen boodschap aan.<br />
Druk dus nogmaals op [SYSTEM/UTILITY].<br />
3. Druk op [F2≈(Copy)].<br />
4. Breng de cursor met [ß] naar “Type” en kies EFFECT.<br />
Nu verschijnt de bij de actieve mode behorende Effect<br />
Copy-pagina:<br />
“Temporary” slaat op het buffergeheugen – oftewel de<br />
Patch/Performance/Rhythm Set die u eerder geselecteerd<br />
hebt.<br />
5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />
instellingen.<br />
7. Druk op [F6≈(Copy)] om de gekozen data te kopiëren.<br />
8. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />
109<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
4. Patches programmeren<br />
4.1 Structuur van een<br />
Patch<br />
Patches bestaande uit vier Tones<br />
(4Tone)<br />
Tones – de kleinste eenheid<br />
De kleinste klankeenheid van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt een<br />
Tone genoemd. Een Tone is eigenlijk een volwaardige<br />
klank (zoals die op andere synthesizers wordt<br />
gebruikt). Op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u echter niet met Tones<br />
alleen werken. De Tones zitten namelijk “ingepakt” in<br />
een Patch. Daarbij bevat elke Patch telkens vier Tones,<br />
die u niet allemaal hoeft te gebruiken. De Tones die u<br />
niet nodig hebt, kunt u dus uitschakelen (zie blz. 112),<br />
wat de polyfonie ten goede komt.<br />
De PCM-golfvormen (of samples) in het interne geheugen<br />
(of op een Expansion Board) kunnen dus op verschillende<br />
manieren bewerkt worden, waarbij de<br />
meest ingrijpende wijzigingen afkomstig zijn van de<br />
TVF (filter) en de TVA (en met name dan diens Envelope).<br />
Tegenwoordig kan zo goed als elk geluid (akoestisch<br />
of “vintage” synthetisch) dienst doen als basis voor<br />
een klank. Gelukkig (voor de verknochte synthesizerfanaten)<br />
biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> echter ook een aantal basisgolfvormen<br />
(zaagtand, blokgolf enz.). Sommige golfvormen<br />
zijn “geloopt”, wat betekent dat ze nooit uitsterven,<br />
terwijl andere golfvormen maar heel kort zijn<br />
(bv. Snares e.d.).<br />
• WG (Wave Generator)<br />
Hiermee kiest u een golfvorm en bepaalt u de toonhoogte<br />
ervan.<br />
• TVF (Time Variant Filter)<br />
Met dit filter verandert u de frequentie-inhoud (en<br />
dus de klankkleur) van het geluid.<br />
• TVA (Time Variant Amplifier)<br />
Hiermee bepaalt u het volume en de stereopositie van<br />
het geluid.<br />
110<br />
Tone<br />
WG<br />
Pitch<br />
Envelope<br />
audiosignaal<br />
LFO 1 LFO 2<br />
TVF<br />
TVF<br />
Envelope<br />
TVA<br />
controlesignaal<br />
TVA<br />
Envelope<br />
• ENV (Envelope)<br />
Hiermee kunt u het verloop van een golfvorm over<br />
een bepaalde tijdspanne beïnvloeden. Er zijn aparte<br />
Envelopes voor de WG (toonhoogte), de TVF (grensfrequentie<br />
van het filter) en de TVA (volume). Wilt u<br />
bijvoorbeeld het volume van een klank laten toe- en<br />
afnemen, dan moet u hiervoor de TVA ENV gebruiken.<br />
• LFO (Low Frequency Oscillator)<br />
De twee LFO’s gebruikt u voor de modulatie (cyclische<br />
waardeverandering) van een aantal parameters.<br />
U kunt de WG (toonhoogte), de TVF (grensfrequentie<br />
van het filter), en de TVA (volume) moduleren.<br />
Modulatie van de WG-toonhoogte levert u vibrato op,<br />
modulatie van het TVA-volume zorgt voor een tremolo-effect.<br />
Patches – combinaties van maximaal 4 Tones<br />
Hoewel een Patch ook met één Tone functioneert, ligt<br />
het geheim van een goed geluid hem vaak in de combinatie<br />
van meerdere Tones. De voorgeprogrammeerde<br />
Patches van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> spreken in dit verband<br />
boekdelen. Ze zijn trouwens lang niet allemaal<br />
opeenstapelingen van verschillende Tones: soms zijn<br />
verschillende Tones aan verschillende zones of aanslagwaarden<br />
toegewezen.<br />
Bovendien levert de combinatie van verschillende<br />
Tones veel meer op dan enkel de optelsom ervan: door<br />
goed te programmeren kunt u er volledig nieuwe klanken<br />
van maken. De Patch-parameters houden verband<br />
met de weergave van alle vier de Tones: hier vindt u<br />
dan ook de effecten, het panorama van de Patch in z’n<br />
geheel en enkele andere nuttige parameters.<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat ook toe met Structures te werken,<br />
zodat u telkens twee Tones met elkaar kunt combineren<br />
(zie blz. 116), wat ook weer veel meer mogelijkheden<br />
biedt dan u op het eerste zicht zou vermoeden.<br />
Multi-Partial Patches<br />
Ziehier een tweede (en nieuw) soort Patch. Hier praten<br />
we over Patches die Samples bevatten en die van een<br />
CD-ROM e.d. kunnen worden geladen. Dit soort Patches<br />
werken met “Partials” (omdat dit de term is die<br />
bv. op een S-760 sampler van <strong>Roland</strong> wordt gehanteerd).<br />
Multi-Partial Patch<br />
B1<br />
D7 Sample 1<br />
Sample 2<br />
Sample 3<br />
Sample 4<br />
88 Partials<br />
Partial
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Structuur van een Patch<br />
Multi-Partial Patches bevatten dus een reeks Partials<br />
die afzonderlijke golfvormen (samples) aanspreken en<br />
die u aan een klavierzone kunt toewijzen. Per Patch<br />
kunt u maximaal 88 Partials gebruiken – maar verplicht<br />
is ook dit niet.<br />
Terwijl Tones uit maximaal twee (voorgeprogrammeerde)<br />
golfvormen bestaan, kunnen Partials tot vier<br />
samples aanspreken, wat meestal voor Velocity<br />
Switch-doeleinden wordt gebruikt.<br />
* De Partials van een Multi-Partial Patch spreken samples<br />
aan die u eerst naar het interne geheugen (SIMMs) moet<br />
kopiëren. Ze kunnen namelijk geen interne golfvormen<br />
gebruiken. Dit betekent echter ook dat u die samples van<br />
een CD-ROM of andere datadrager moet laden.<br />
Structuur van een Partial<br />
Als u even naar het volgende schema kijkt, merkt u<br />
meteen dat het verschil in opbouw tussen een Partial<br />
en een Tone eigenlijk niet zo groot is:<br />
Partial<br />
LFO<br />
SMT TVF<br />
TVF<br />
Envelope<br />
audiosignaal controlesignaal<br />
TVA<br />
TVA<br />
Envelope<br />
SMT (Sample Mix Table)<br />
Via deze tabel worden er samples aan een Partial toegewezen.<br />
Als u meer dan één Sample aan een Partial<br />
toewijst, kunt u bepalen, op welke aanslagwaarden de<br />
samples moeten reageren. U kunt echter ook andere<br />
MIDI-commando’s gebruiken voor het overschakelen<br />
van de ene Sample naar de andere. Dat verklaart meteen<br />
de “Mix” in Sample Mix Table.<br />
TVF (Time Variant Filter)<br />
Met dit filter verandert u de frequentie-inhoud (en dus<br />
de klankkleur) van het geluid.<br />
TVA (Time Variant Amplifier)<br />
Hiermee bepaalt u het volume en de stereopositie van<br />
het geluid.<br />
Envelope<br />
Hiermee kunt u het verloop van een golfvorm over een<br />
bepaalde tijdspanne beïnvloeden. Er zijn aparte Envelopes<br />
voor de TVF (grensfrequentie van het filter) en<br />
de TVA (volume). Wilt u bijvoorbeeld het volume van<br />
een klank laten toe- en afnemen, dan moet u hiervoor<br />
de TVA ENV gebruiken.<br />
LFO (Low Frequency Oscillator)<br />
De LFO gebruikt u voor de modulatie (cyclische waardeverandering)<br />
van een aantal parameters. U kunt de<br />
WG (toonhoogte), de TVF (grensfrequentie van het fil-<br />
ter), en de TVA (volume) moduleren. Modulatie van<br />
de toonhoogte levert u vibrato op, modulatie van het<br />
TVA-volume zorgt voor een tremolo-effect.<br />
111<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
4.2 Tones in- en<br />
uitschakelen<br />
Ziehier hoe u bepaalt welke Tones in de Patch worden<br />
gebruikt (aan) en welke niet (uit). Kies eerst de benodigde<br />
Patch.<br />
1. Ga naar de PATCH Play-pagina.<br />
2. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op TONE SW [1]~[4]<br />
drukt om de overeenkomstige Tone in (indicator licht<br />
op) of uit (indicator dooft) te schakelen.<br />
3. Op de PATCH Play-pagina komt u op de volgende<br />
manier te weten welke Tones er momenteel ingeschakeld<br />
zijn (voor degene, die uitgeschakeld zijn, wordt<br />
er “–” afgebeeld):<br />
4.3 Parameters voor de<br />
hele Patch<br />
En ziehier dan de parameters van de Patch-mode.<br />
Sommige parameters hebben betrekking op de Patch<br />
in z’n geheel, terwijl u andere voor elke Tone apart<br />
moet/kunt instellen. Denk aan de Copy-functie (zie<br />
blz. 139) omdat u daarmee veel tijd kunt besparen.<br />
Laten we even naar de werkwijze kijken:<br />
1. Kies de Patch die u wilt editen.<br />
2. Druk op [F1≈(COMMON)].<br />
3. Kies met [1]~[5] de display-pagina die de parameter<br />
bevat die u wilt editen.<br />
* Zolang het display een parameterpagina afbeeldt, kunt u<br />
met de TONE SWITCH-knoppen [1]~[4] de benodigde<br />
Tones in-/uitschakelen (om ze niet te horen).<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde<br />
parameter.<br />
5. Stel de waarde in met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC].<br />
* Als u de nieuwe waarde toch niet goed vindt, kunt u op<br />
[UNDO] drukken om de wijziging te annuleren.<br />
6. Druk op [EXIT] om naar de PATCH Play-pagina terug<br />
te gaan.<br />
Links van de Patch-naam verschijnt er nu een “*” om u<br />
erop te wijzen dat de Patch niet meer overeenkomt met<br />
de opgeslagen versie:<br />
112<br />
* Vergeet niet de Patch op te slaan alvorens er een andere te<br />
kiezen of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit te schakelen. Anders verliest u<br />
uw instellingen namelijk weer. Zie blz. 163 voor het<br />
opslaan van Patches.<br />
Common (Patch Common)<br />
PATCH Common General #1-pagina<br />
([PATCH] - [F1≈(General)])<br />
Common<br />
Name<br />
Hiermee kunt u een nieuwe naam aan een geëdite<br />
Patch geven (maximaal 12 tekens). Breng de cursor<br />
met [√] of [®] naar de benodigde positie en kies er met<br />
de [VALUE]-regelaar en [DEC] [INC] een ander teken voor.<br />
Beschikbare tekens:<br />
spatie, A~Z, a~z, 0-9, ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; < = > ?<br />
@ [ \ ] ^ _ ` { | } → ←<br />
* Druk op de [VALUE]-regelaar om een venster te openen waar<br />
u bovendien toegang hebt tot de volgende functies:<br />
[F2 (←Prev)]: Eén teken terug gaan.<br />
[F3 (Next→)]: Eén teken vooruit gaan.<br />
[F4 (Insert)]: Spatie op de plaats van de cursor invoegen.<br />
[F5 (Delete)]: Wissen van het door de cursor aangeduide<br />
teken.<br />
[F6 (OK)]: Bevestigen van de ingevoerd naam.<br />
Category (Patch Category)<br />
Deze parameter laat toe om uw (binnenkort) kersverse<br />
Patch aan een categorie toe te wijzen en via de Patch<br />
Finder-functie te zoeken. Verder is deze keuze bepalend<br />
voor het riedeltje dat wordt afgespeeld wanneer u<br />
deze Patch met de Phrase Preview-functie beluistert.<br />
Meer details over de beschikbare categorienamen<br />
vindt u op blz. 51.<br />
Patch Type<br />
(4TONES/MULTI-PARTIAL) Hiermee bepaalt u of u<br />
met voorgeprogrammeerde golfvormen (4Tone) dan<br />
wel met samples wilt werken. Dat heeft belangrijke<br />
consequentie voor de structuur van de Patch.<br />
Level<br />
Hiermee bepaalt u het algemene volume van de gekozen<br />
Patch. Gebruik deze parameter om te voorkomen<br />
dat bepaalde Patches veel harder klinken dan de<br />
andere. Met deze parameter zorgt u dus voor de “juiste<br />
balans” tussen de Patches.<br />
* Het volume van individuele Tones bepaalt u met de Tone<br />
Level- (blz. 127) of Partial Level-parameter (blz. 137).<br />
Pan<br />
(L64~0~63R) Hiermee bepaalt u de stereopositie van<br />
de Patch. “L64” betekent dat de Patch zich helemaal<br />
links in het stereobeeld bevindt, maar niet dat u rechts<br />
helemaal niets meer hoort. Deze parameter “verschuift”<br />
namelijk alleen de voor de Tones/Partials<br />
geprogrammeerde Pan-waarde (blz. 127, 137), maar<br />
doet hem niet helemaal teniet.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Parameters voor de hele Patch<br />
Output Assign<br />
Hiermee bepaalt u de uitgangstoewijzing van de<br />
Patch. Zie blz. 189. “TONE” is enkel beschikbaar voor<br />
4Tone-Patches, terwijl “KEY” enkel voor Multi-Partial-<br />
Patches gehanteerd wordt. Maar ze betekenen beide<br />
dat de Patch de uitgangstoewijzingen van de Tones<br />
c.q. de Partials hanteert.<br />
Octave&Tune (Patch Octave & Tune)<br />
Octave Shift<br />
(–3~+3) Hiermee kunt u de Toonhoogte van alle Tones<br />
(de volledige Patch) maximaal 3 octaven verhogen of<br />
verlagen.<br />
* Deze instelling kunt u ook op de PATCH Play-pagina wijzigen<br />
(zie blz. 52).<br />
Coarse Tune<br />
Hiermee kunt u de Patch in stappen van halve tonen<br />
hoger of lager stemmen (met “+7” zorgt u bv. voor een<br />
quintverschuiving). (–4~+4 octaven).<br />
* Ook voor de Tones bestaat er een Coarse-parameter<br />
(blz. 122). Gebruik (Patch) Coarse dus enkel voor het corrigeren<br />
van complexe Coarse-instellingen voor de Tones.<br />
Fine Tune<br />
Dit laat toe om de Patch fijn te stemmen, wat u in principe<br />
enkel nodig hebt bij gebruik van een complexe<br />
“Structure” en navenante parameterinstellingen die<br />
een licht valse toonhoogte tot gevolg hebben. In alle<br />
andere gevallen laat u deze parameter het best op “0”<br />
staan. Het instelbereik bedraagt –50~+50 cent.<br />
* Ook op Tone-niveau bestaat er een Fine-parameter<br />
(blz. 122). Die zou u kunnen gebruiken om te zorgen voor<br />
lichte zwevingen die het geluid vetter maken (als u minstens<br />
twee Tones gebruikt).<br />
Stretch Tune Depth<br />
Met deze parameter kunt u de stemming van de Patch<br />
iets “uitrekken”, wat betekent dat de lage noten lager<br />
en de hoge noten iets hoger dan de “norm” worden<br />
gestemd. Dit principe wordt al sinds jaren met veel<br />
succes op onze digitale piano’s gebruikt. Daar wordt er<br />
dan telkens bij verteld dat Stretch Tuning tegemoet<br />
komt aan onze subjectieve indruk dat de bas en de diskant<br />
bij een exacte stemming als te laag/te hoog worden<br />
ondervonden. (OFF, 1, 2, 3)<br />
Laten we even kijken naar een tekening die één en<br />
ander zal verduidelijken.<br />
Toonhoogte wijkt af<br />
van de gelijkzwevende stemming Parameterwaarde<br />
OFF<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Lage noten<br />
Analog Feel<br />
Hiermee bepaalt u de diepte van het Analog Feeleffect.<br />
Dit effect zorgt voor lichte zwevingen van de<br />
toonhoogte d.m.v. 1/f-modulatie die in de regel geassocieerd<br />
wordt met analoge synthesizers. Naar gelang<br />
de instelling voor Analog Feel kan het een zeer subtiele<br />
of bijzonder overdreven “instabiliteit” opleveren.<br />
PATCH Common General #2-pagina<br />
([PATCH] - [F1≈(General)])<br />
Modify<br />
Cutoff Offset<br />
(–63~+63) Met deze parameter kunt u de Cutoff-waarden<br />
van de aan de geselecteerde Patch toegewezen<br />
Tones/Partials wijzigen, als het geluid te dof of te fel<br />
blijkt. Hiermee beïnvloedt u de “Cutoff”-parameter<br />
van de Tones/Partials.<br />
* In sommige gevallen hoort u geen verschil meer, omdat de<br />
Cutoff-frequentie van alle Tones/Partials al op de minimum-/maximumwaarde<br />
staat.<br />
Resonance Offset<br />
Met deze parameter kunt u de Resonance-waarden<br />
van de aan de geselecteerde Patch toegewezen Tones/<br />
Partials globaal veranderen als het geluid te neuzig –of<br />
net niet “synthetisch” genoeg– blijkt. Hiermee beïnvloedt<br />
u de “Resonance”-parameter van de Tones/<br />
Partials.<br />
Attack Offset<br />
Met deze parameter kunt u de Attack (aanzet/begin)<br />
van de TVA-Envelope (T1) sneller of trager maken als<br />
de Tones iets te “loom” of te agressief overkomen. De<br />
uiteindelijke Attack van een Patch is de optelsom van<br />
deze parameter met de T1-waarden van de aangesproken<br />
Tones (blz. 128).<br />
3<br />
2<br />
1<br />
OFF<br />
Hoge noten<br />
113<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
Release Offset<br />
Met deze parameter kunt u de Release (“uiteinde”) van<br />
de TVA-Envelope (T4) sneller of trager maken als de<br />
toegewezen Tones/Partials te lang nazinderen of te<br />
abrupt stoppen. De uiteindelijke Release van een Patch<br />
is de optelsom van deze parameter met de T4-waarden<br />
van de aangesproken Tones/Partials.<br />
Velocity Sens<br />
(–63~+63) Hiermee kunt u de aanslaggevoeligheid van<br />
de aan de Patch toegewezen Tones veranderen. Als het<br />
volume/de klankkleur bij hard aangeslagen noten nog<br />
harder/feller moet zijn, moet u hier een positieve (+)<br />
waarde instellen. Kies een negatieve waarde (–) als u<br />
de Tones te sterk op verschillen in aanslag vindt reageren.<br />
De uiteindelijke aanslaggevoeligheid is de optelsom<br />
van deze waarde met de aanslaggevoeligheid van<br />
de aangesproken Tones.<br />
Tempo<br />
Clock Source<br />
Wanneer u “Clock Source” op PATCH zet, kunt u met<br />
deze parameter de te hanteren tempowaarde instellen.<br />
Deze tempowaarde wordt echter niet via MIDI OUT<br />
uitgestuurd, zodat u er geen externe instrumenten mee<br />
kunt synchroniseren.<br />
Kies SYSTEM om te zorgen dat de Patch het “System<br />
Tempo” overneemt of synchroon loopt met een via<br />
MIDI IN ontvangen MIDI Clock-signaal (dit kan met<br />
name belangrijk zijn voor bepaalde MFX-effecten).<br />
Tempo<br />
(20~250) Als u hierboven PATCH gekozen hebt, kunt<br />
u met deze parameter het tempo voor de geselecteerde<br />
Patch instellen.<br />
* De Patch Tempo-waarde wordt niet als MIDI Clock-data<br />
naar MIDI OUT gestuurd.<br />
Voice Priority<br />
Met deze parameter bepaalt u wat er gebeurt als de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet meer voldoende polyfonie heeft om alle<br />
noten weer te geven (let wel: in het slechtste geval kunt<br />
u 128 stemmen : 4 Tones :4 golfvormen= 8 noten tegelijk<br />
spelen).<br />
LOUDEST: De noten met de grootste aanslagwaarde<br />
blijven klinken, terwijl de noten met de kleinste aanslagwaarde<br />
uitgeschakeld worden.<br />
114<br />
Last De laatst gespeelde noten hebben altijd voorrang.<br />
Desnoods worden dus “oudere” noten uitgeschakeld.<br />
Loudest In dit geval hebben de noten met de grootste aanslagwaarde<br />
voorrang. Zacht gespeelde noten worden<br />
dus uitgeschakeld als de polyfonie niet meer<br />
toereikend is.<br />
One Shot Mode<br />
(OFF, ON) Hiermee zorgt u dat alle Samples, die aan<br />
een Patch toegewezen zijn, die zich in de Loop-mode<br />
bevindt (blz. 135), samen worden afgespeeld (One<br />
Shot).<br />
* Deze functie is niet beschikbaar voor de interne golfvormen,<br />
noch voor de golfvormen op een eventueel geïnstalleerd<br />
Wave Expansion Board.<br />
* De Loop-instellingen kunt u niet voor elke Sample apart<br />
veranderen.<br />
(Patch) Control<br />
PATCH Common Control-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(Control)])<br />
Key Mode<br />
Key Assign<br />
Hiermee bepaalt u of de Patch polyfoon (POLY) of<br />
monofoon (MONO) gespeeld kan worden. MONO is<br />
handig voor solopartijen – en dan met name voor synthesizersolo’s<br />
of houtblazers e.d. Kies POLY als u<br />
akkoorden wilt spelen.<br />
Legato Switch<br />
(OFF, ON) Kies hier ON, wanneer u de Legato-functie<br />
wilt gebruiken, en OFF als dat niet het geval is. Legato<br />
werkt enkel wanneer u Key Assign op MONO gezet<br />
hebt. Wanneer u een noot speelt, terwijl u een andere<br />
toets ingedrukt houdt, gaat de ene noot in de andere<br />
over (d.w.z. de Envelope en de LFO van de eerste noot<br />
gaan gewoon door en worden dus niet opnieuw<br />
gestart). Deze functie is met name handig voor het<br />
simuleren van de Hammering-On techniek van gitaristen.<br />
Legato Retrigger<br />
“Legato Retrigger” kunt u enkel gebruiken wanneer u<br />
“Assign” op MONO en “Legato” op ON hebt gezet.<br />
Met deze parameter regelt u de “golfvorm-uitlezing”<br />
tijdens het spelen van gebonden noten (Legato). Kiest<br />
u hier ON, dan begint de golfvorm voor elke nieuwe<br />
noot vanaf het begin. Kiest u daarentegen OFF, dan<br />
loopt de golfvorm bij gebonden gespeelde noten<br />
gewoon door (terwijl de toonhoogte wel verandert),<br />
wat soms voor een onnatuurlijk geluid kan zorgen. In<br />
de regel kiest u het best ON.<br />
* Als u voor Legato Switch “OFF” kiest, wordt deze parameter<br />
genegeerd.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Parameters voor de hele Patch<br />
* Stel dat u Legato Switch op “ON” en Legato Retrigger op<br />
“OFF” gezet hebt. Als u dan gebonden noten (“legato”)<br />
speelt, kan het gebeuren dat de toonhoogte niet altijd tot de<br />
verwachte frequentie klimt of daalt (en dus ergens halverwege<br />
stopt). Dat is met name het geval wanneer het golfvormniveau<br />
een dergelijke klim niet toelaat. Wanneer de<br />
Patch bovendien verschillende golfvormen (via afzonderlijke<br />
Tones) aanspreekt, kan het gebeuren dat deze bovengrens<br />
niet voor elke golfvorm dezelfde is, zodat de Patch<br />
niet langer in MONO wordt weergegeven. Als u een dergelijke<br />
Patch voor het spelen van grote intervallen gebruikt,<br />
zet u Legato Retrigger het best op “ON”<br />
Bender<br />
Hiermee bepaalt u het Pitch Bend-interval.<br />
Bend Range Up<br />
(0~48 halve tonen) Hiermee bepaalt u hoeveel halve<br />
tonen de toonhoogte verschuift wanneer u de Benderhendel<br />
van het externe MIDI-klavier helemaal naar<br />
rechts schuift. Zet u de waarde op “12” en schuift u de<br />
hendel helemaal naar rechts, dan gaat de toonhoogte<br />
één octaaf omhoog.<br />
Bend Range Down<br />
(0~48 halve tonen) Hiermee bepaalt u hoeveel halve<br />
tonen de toonhoogte omlaag gaat wanneer u de Bender-hendel<br />
van het externe MIDI-klavier helemaal<br />
naar links schuift. De waarde “48” slaat op 4 octaven.<br />
Portament<br />
Portamento is een effect dat voor geleidelijke toonhoogte-overgangen<br />
tussen twee noten zorgt. Wanneer<br />
u “Key Assign” op MONO zet, zorgt het Portamentoeffect<br />
voor de typische schuivers van bv. een trombone<br />
of zigeunergitaar. Portamento is echter ook beschikbaar<br />
wanneer u “Key Assign” op POLY zet.<br />
Switch<br />
Hiermee kunt u bepalen of het Portamento-effect al<br />
(ON) dan niet (OFF) wordt toegepast.<br />
* De overige parameters op deze pagina zijn enkel beschikbaar,<br />
wanneer u hier ON kiest.<br />
Mode<br />
Met deze parameter bepaalt u wanneer het Portamento-effect<br />
wordt toegepast:<br />
NORMAL: Portamento voor alle noten.<br />
LEGATO: Enkel gebonden gespeelde noten worden<br />
van Portamento voorzien (d.w.z. als u de volgende<br />
toets indrukt alvorens de vorige los te laten).<br />
Type<br />
Hiermee bepaalt u hoe het Portamento-effect moet<br />
werken:<br />
RATE: De snelheid van de toonhoogte-verandering<br />
verschilt naar gelang het interval tussen de eerste en de<br />
tweede noot die u speelt. Bij kleinere intervallen duurt<br />
de overgang relatief gezien langer dan bij grote intervallen.<br />
(Hier wordt de Time-waarde dus aan het interval<br />
aangepast om al te lange “schuivers” te vermijden.)<br />
TIME: De “Time”-waarde (zie hierboven) wordt voor<br />
alle noten gehanteerd, of u nu kleine of grote intervallen<br />
speelt.<br />
Start (Portamento Start)<br />
Als u een andere toets indrukt, terwijl het Portamentoeffect<br />
al naar de eerder gespeelde noot aan het schuiven<br />
is, begint er een nieuwe overgang naar de zopas<br />
ingedrukte toets. Met “Start” bepaalt u op welke toonhoogte<br />
de nieuwe overgang begint.<br />
PITCH: Als u op een andere toets drukt, terwijl de<br />
toonhoogte aan het verschuiven is, begint de nieuwe<br />
overgang vanaf de op dat moment bereikte toonhoogte.<br />
C5<br />
D4<br />
C4<br />
NOTE: Het Portamento-effect begint vanaf de toonhoogte<br />
die na voltooien van de vorige overgang zou<br />
zijn bereikt, indien u de betreffende toets lang genoeg<br />
ingedrukt had gehouden.<br />
C5<br />
D4<br />
C4<br />
Toonhoogte<br />
Derde noot: D4<br />
Tweede noot: C5<br />
Eerste noot: C4<br />
Toonhoogte<br />
Overgang vanaf de<br />
bereikte toonhoogte<br />
Overgang begint bij de C5<br />
Derde noot: D4<br />
Tweede noot: C5<br />
Eerste noot: C4<br />
Tijd<br />
Tijd<br />
Time<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u de overgangssnelheid naar<br />
de telkens volgende noot. Hoe groter de waarde, hoe<br />
trager de overgang.<br />
115<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
Structure<br />
Met deze parameters kiest u de structuur (opbouw,<br />
verbinding) van de Tones. De keuze van de structuur<br />
heeft ingrijpende gevolgen voor het uiteindelijke<br />
geluid. Aangezien bepaalde structuren (2~10) met<br />
Tone-paren werken, kunt u de betreffende Tones niet<br />
meer afzonderlijk kiezen tijdens het editen (TONE<br />
SELECT).<br />
PATCH Common Structure-pagina<br />
([PATCH] - [F3≈(Struct)])<br />
Tone 1&2/Tone 3&4<br />
Hiermee bepaalt u hoe Tone 1 & 2 enerzijds en Tone 3<br />
& 4 anderzijds met elkaar worden verbonden.<br />
Type (1~10)<br />
* In het display ziet u telkens hoe de Tones met elkaar verbonden<br />
zijn. De afkortingen hebben de volgende betekenis:<br />
W1 (WG1), W2 (WG2), F1 (TVF1), F2 (TVF2), A1<br />
(TVA1), A2 (TVA2), B (Booster), R (Ring Modulator).<br />
De Tones zijn geheel onafhankelijk van elkaar.<br />
Gebruik deze structuur wanneer u zoveel mogelijk<br />
PCM-klanken wilt gebruiken, of wanneer u gestapelde<br />
Patches wilt maken waarbij iedere Tone een andere<br />
klank heeft.<br />
116<br />
TYPE 1<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
TYPE 2<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
TYPE 3<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
TYPE 4<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
WG<br />
TVF<br />
TVA<br />
WG TVF TVA<br />
WG<br />
TVA TVF<br />
WG TVF TVA<br />
WG<br />
TVA TVF<br />
WG TVF TVA<br />
WG<br />
B<br />
TVA TVF<br />
B<br />
WG TVF TVA<br />
TYPE 5<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
TYPE 6<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
TYPE 7<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
TYPE 8<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
TYPE 9<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
TYPE 10<br />
TONE 1 (3)<br />
TONE 2 (4)<br />
WG<br />
TVA TVF<br />
WG TVF TVA<br />
WG<br />
* Als u Type 2~10 selecteert en één Tone van een koppel uitschakelt,<br />
dan klinkt de andere Tone automatisch zoals hij<br />
volgens Type 1 zou klinken, ongeacht wat er in het display<br />
wordt afgebeeld. Dit is ook het geval wanneer één van de<br />
twee Tones niet klinkt omdat u zijn noot- of aanslagbereik<br />
(blz. 117) hebt beperkt.<br />
Booster<br />
Met deze parameter bepaalt u het niveau van de Booster<br />
(bij TYPE 3 of TYPE 4). Hoe groter de waarde, hoe<br />
sterker de golfvormen worden bewerkt. De Booster<br />
zorgt voor vervorming die wel iets weg heeft van een<br />
scheurgitaar. (0/+6/+12/+18)<br />
R<br />
TVA TVF<br />
R<br />
WG TVF TVA<br />
WG<br />
TVF<br />
TVA<br />
WG TVF TVA<br />
WG<br />
TVF<br />
TVA<br />
WG TVF TVA<br />
WG<br />
TVF<br />
TVA<br />
WG TVF TVA<br />
WG<br />
TVF<br />
TVA<br />
WG TVF TVA<br />
R<br />
R<br />
R<br />
R
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Parameters voor de hele Patch<br />
Wat is een Booster? (B)<br />
Een Booster is een schakeling die het ingangssignaal<br />
vervormt (misschien herinnert u zich nog die gitaarvervormers<br />
die dezelfde benaming hadden).<br />
Booster-niveau<br />
Dit kunt u niet alleen gebruiken voor vervorming,<br />
maar ook voor effecten die lijken op PWM (Pulse<br />
Width Modulation, een bewerking waarbij de harmonische<br />
structuur voortdurend verandert). Voor dit<br />
laatste moet u een uiterst lage (subsonische) frequentie<br />
voor WG1 (Tone 1 of 3) instellen en de toonhoogte van<br />
WG2 (Tone 2 of 4) laten variëren d.m.v. de LFO.<br />
Wat is een Ring Modulator? (R)<br />
Ringmodulatie combineert de golfvormen van twee<br />
Tones. Hierdoor ontstaat een nieuwe golfvorm met<br />
boventonen die niet gelijk zijn aan gehele veelvouden<br />
van de grondtoon en die niet bestonden in één van de<br />
originele golfvormen (in het algemeen is het zo dat,<br />
wanneer u uitgaat van een golfvorm die geen sinus is,<br />
de boventonen niet gelijkmatig verdeeld zijn over het<br />
totale geluidsspectrum). Hierdoor ontstaan metaalachtige<br />
klanken waarin vaak nauwelijks een bepaalde<br />
toonhoogte te ontdekken is, omdat de boventonen<br />
anders zijn voor iedere mogelijke toonhoogte van de<br />
golfvorm.<br />
De Ring Modulator is het ideale hulpmiddel bij het<br />
maken van metaalachtige klanken met klok- of belachtige<br />
timbres.<br />
+<br />
=<br />
K. Range<br />
De volgende Parameters kunt u enkel voor 4-Tone-Patches<br />
instellen.<br />
* In het geval van een Multi-Partial Patch kan deze pagina<br />
zelfs niet worden opgeroepen.<br />
PATCH Common TMT Key Range-pagina<br />
([PATCH] - [F4≈(K.Range)])<br />
U kunt de “mix” van de gebruikte Tones in functie stellen<br />
van de toonhoogte van de gespeelde noten, de aanslag<br />
en een reeks MIDI-commando’s. Deze dynamische<br />
mixfunctie heet op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> TMT (Tone Mix<br />
Table).<br />
L.F (TMT-volumebereik ondergrens)<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />
de geselecteerde Tone gebeurt, wanneer u een noot<br />
speelt die beneden de ondergrens van de Tone ligt.<br />
Hoe groter de hier ingestelde waarde, hoe geleidelijker<br />
het volume van de Tone onder de ondergrens afneemt.<br />
Als de Tone niet meer mag klinken, wanneer u een<br />
noot beneden de ondergrens speelt, moet u hier “0”<br />
kiezen.<br />
Volume<br />
L.Fade-waarde U.Fade-waarde<br />
Nootnummer<br />
0 Lower Upper 127<br />
K.L (ondergrens)<br />
(C–1~UPPER) Hiermee kiest u het laagste nootnummer<br />
waarmee de geselecteerde Tone kan worden aangestuurd.<br />
K.U (bovengrens)<br />
(LOWER~G9) Hiermee kiest u het hoogste nootnummer<br />
waarmee de geselecteerde Tone kan worden aangestuurd.<br />
* De K.L-waarde kan nooit groter zijn dan de K.U-waarde en<br />
vice versa. Probeert u dat toch te doen, dan wordt voor<br />
beide parameters dezelfde waarde ingesteld.<br />
U.F (TMT-volumebereik bovengrens)<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />
de Tone gebeurt wanneer u noten boven de K.Uwaarde<br />
speelt. Kies “0” als de Tone dan niet meer te<br />
horen mag zijn. Met andere waarden zorgt u ervoor<br />
dat het volume van de geselecteerde Tone vanaf de<br />
K.U-noot geleidelijk aan afneemt.<br />
117<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
V. Range<br />
De volgende Parameters kunt u enkel voor 4-Tone-Patches<br />
instellen.<br />
* In het geval van een Multi-Partial Patch kan deze pagina<br />
zelfs niet worden opgeroepen.<br />
PATCH Common TMT Vel Range-pagina<br />
([PATCH] - [F5≈(V.Range)])<br />
Control<br />
U kunt de “mix” van de gebruikte Tones ook in functie<br />
stellen van de aanslag.<br />
Velocity-Ctrl<br />
Met deze parameter stelt u in of u via de aanslag kunt<br />
bepalen (ON) wanneer een Tone moet klinken of niet<br />
(OFF). Er bestaat ook een RANDOM-optie die zorgt<br />
dat de Tones in willekeurige combinaties klinken die<br />
dan niet meer afhangen van de aanslagwaarden.<br />
Matrix-Ctrl<br />
Ziehier de schakelaar waarmee u bepaalt of de Tones<br />
via de Matrix Control-functie (zie verderop) kunnen<br />
worden beïnvloed. Kies ON als u dat wilt en OFF als<br />
dat niet nodig is.<br />
Tone<br />
Hier verschijnt het Tone-nummer.<br />
L.F (TMT-aanslagbereik ondergrens)<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />
de geselecteerde Tone gebeurt wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
een kleinere aanslagwaarde dan V.L ontvangt. Hoe<br />
groter de hier ingestelde waarde, hoe geleidelijker de<br />
Tone bij kleine aanslagwaarden verdwijnt. Kies “0” als<br />
de Tone bij aanslagwaarden beneden de ondergrens<br />
(V.L) niet meer te horen mag zijn.<br />
V.L (TMT-aanslagondergrens)<br />
(1~127) Hiermee kiest u de kleinste aanslagwaarde<br />
waarmee de geselecteerde Tone kan worden aangestuurd.<br />
Dat hebt u waarschijnlijk enkel nodig voor uitgekiende<br />
Velocity Switch-effecten.<br />
118<br />
Volume<br />
1<br />
V.L<br />
V.U<br />
L.Fade-waarde U.Fade-waarde<br />
Aanslag<br />
V.U (TMT-aanslagbovengrens)<br />
(0~127) Hiermee kiest u de grootste aanslagwaarde<br />
waarmee de geselecteerde Tone kan worden aangestuurd.<br />
Tijdens het programmeren van een velocity<br />
Switch moet u erop letten dat deze waarde net onder<br />
de V.L-waarde van de Tone ligt die u met grotere aanslagwaarden<br />
wilt aansturen.<br />
* De V.L-waarde kan niet groter zijn dan de V.U-waarde.<br />
probeert u dat toch, dan wordt voor beide parameters<br />
dezelfde waarde ingesteld.<br />
U.F (TMT-aanslagbreedte bovengrens)<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u hoe snel het volume van de<br />
geselecteerde Tone afneemt wanneer u grotere aanslagwaarden<br />
dan de V.U-waarde op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
afvuurt. Hoe groter de waarde, hoe geleidelijker deze<br />
Tone verdwijnt. Kies “0”, als de Tone boven de V.Uwaarde<br />
niet meer te horen mag zijn.<br />
4.4 Programmeren van<br />
4Tone-Patches<br />
Tips voor het programmeren van<br />
Patches<br />
Kies een Patch die in de buurt komt bij wat u<br />
zoekt<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heeft één groot voordeel en –voor aspirant-programmeurs<br />
misschien ook wel– één groot<br />
nadeel. Het voordeel is dat hij veel parameters biedt,<br />
zodat u precies het gewenste geluid kunt programmeren.<br />
En het nadeel is dat hij veel parameters heeft. De<br />
moraal van dit verhaal is dat u, wanneer uw tijd kostbaar<br />
is, best altijd een Patch kiest die al aardig in de<br />
buurt komt bij het geluid dat u in uw hoofd hebt. Vertrek<br />
dus nooit van een koperblazersgeluid, als u een<br />
elektrische piano wilt maken. Op die manier wordt het<br />
editwerk dus een “aanpassing”, omdat de basis al<br />
gelegd is.<br />
Bepaal hoeveel Tones u nodig hebt<br />
U weet al dat iedere Patch tot vier Tones kan bevatten.<br />
Beluister iedere Tone apart (blz. 112) en beoordeel<br />
welke invloed hij op het totaalgeluid heeft. Op die<br />
manier komt u er snel achter welke Tones u moet editen.<br />
Kijk welke Structure de Patch gebruikt (blz. 116)<br />
De Structure Type-parameter bepaalt of en hoe de vier<br />
Tones met elkaar verbonden zijn. Het is uiteraard erg<br />
belangrijk dat u dit weet voordat u de Tones begint te<br />
editen.<br />
Schakel de effecten uit (blz. 54)<br />
De ingebouwde effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunnen een<br />
verregaande invloed op het geluid hebben. Het uitschakelen<br />
van deze effecten zal in een aantal gevallen<br />
dan ook een drastisch geluidsverschil tot gevolg hebben.<br />
Het verdient aanbeveling om tijdens het editen de<br />
effecten uit te schakelen, omdat u dan tenminste de
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />
basisklank van de Patch hoort en de veranderingen<br />
beter kunt beoordelen. Soms kan een ander effectgeluid<br />
zelfs al volstaan om de klank helemaal naar uw<br />
hand te zetten.<br />
Geavanceerde editfuncties voor de<br />
Tones<br />
De Tones binnen een Patch kunt u tot in de puntjes editen.<br />
De hiervoor beschikbare parameters bereikt u via<br />
de functieknoppen [F1]~[F5]:<br />
[F2 (WG)]<br />
[F1≈(WG≈Prm)] Golfvorm, FXM, Tone Delay (blz. 120)<br />
[F2≈(Pitch)] Basistoonhoogte (blz. 122)<br />
[F3≈(Pch≈Env)] Pitch Envelope (blz. 123)<br />
[F4≈(Sample)] Editen van de samples (blz. 123)<br />
[F3 (TVF)]<br />
[F1≈(TVF≈Prm)] Klankkleur van de golfvorm/Tone (filter,<br />
blz. 124)<br />
[F2≈(TVF≈Env)] TVF Envelope (blz. 125)<br />
[F4 (TVA)]<br />
[F1≈(TVA≈Prm)] Volume en stereopositie (blz. 127)<br />
[F2≈(TVA≈Env)] TVA Envelope (blz. 128)<br />
[F5 (LFO&CTL)]<br />
[F1≈(LFO1)] Vibrato, WahWah, Tremolo (blz. 129)<br />
[F2≈(LFO2)] Applies vibrato or tremolo (blz. 129)<br />
[F3≈(Control)] Matrix-controle (blz. 130)<br />
[F4≈(Ctrl≈Sw)] MIDI-ontvangstschakelaars (blz. 131)<br />
* Kies nooit een ander Patch-type tijdens het editen<br />
(blz. 112). Dat zorgt er namelijk voor dat u dan plots niets<br />
meer hoort, omdat alle parameters in zekere zin worden<br />
geïnitialiseerd.*<br />
De basiswerkwijze voor het editen luidt als volgt. Op<br />
de hierboven vermelde pagina’s vindt u meer details<br />
over de beschikbare parameters.<br />
1. Kies de te editen Patch.<br />
2. Kies met de functieknoppen [F1]~[F5] de benodigde<br />
parametergroep.<br />
3. Druk vervolgens op [F1]~[F4] om naar de benodigde<br />
display-pagina te gaan.<br />
4. Kies met TONE SELECT [1]~[4] de Tone die u wilt editen.<br />
De indicator van de betreffende knop knippert en het<br />
nummer van de geselecteerde Tone verschijnt linksboven<br />
in het display.<br />
5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
6. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
waarde in.<br />
* Als u de ingestelde waarde toch niet goed vindt of de verkeerde<br />
parameterwaarde wijzigt, kunt u dat met [UNDO]<br />
weer rechtzetten.<br />
7. Herhaal de stappen 2~6 om ook de overige Patchparameters<br />
te editen.<br />
8. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />
Links van de Patch-naam verschijnt een “*”-symbool<br />
om duidelijk te maken dat u de Patch gewijzigd hebt.<br />
* Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitschakelt of een andere Patch kiest,<br />
terwijl het sterretje wo9rdt afgebeeld, gaan alle wijzigingen<br />
weer verloren. Vergeet dus niet de geëdite versie op te slaan<br />
(blz. 163).<br />
Palette: Tones samen editen<br />
Voor sommige parameters kan het handig zijn om telkens<br />
de waarde van alle vier de Tones te zien en eventueel<br />
bij te sturen, zonder de hierboven beschreven<br />
Tone-keuzeprocedure uit te voeren. Daarom vindt u<br />
ook in de Patch-mode een Palette-pagina. Ziehier hoe<br />
u die selecteert:<br />
1. Druk tijdens het editen van een Tone op [F6≈(Palette)]<br />
om de Palette-pagina op te roepen:<br />
2. Kies met TONE SELECT [1]~[4] of [√][®] de Tone die u<br />
wilt editen.<br />
De indicator van de ingedrukte TONE SELECT-knop<br />
begint te knipperen.<br />
Als u dezelfde parameter voor twee of meer Tones<br />
samen wilt editen, moet u één TONE SELECT-knop<br />
([1]~[4]) ingedrukt houden, terwijl u op de knop van de<br />
overige Tones drukt wier waarde eveneens moet veranderen.<br />
3. Breng de cursor met [ß][†] naar de parameter die u wilt<br />
editen.<br />
4. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
waarde in.<br />
Als u twee of meer Tones geselecteerd hebt, veranderen<br />
de parameterwaarden van alle Tones op dezelfde<br />
manier.<br />
Om voor alle geselecteerde Tones dezelfde waarde in<br />
te stellen moet u de cursor met [√][®] naar de Tone brengen<br />
waarvoor al de gewenste waarde is ingesteld en<br />
vervolgens [SHIFT] ingedrukt houden, terwijl u aan de<br />
[VALUE]-regelaar draait.<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u de laatste wijziging met<br />
[UNDO] weer ongedaan maken.<br />
5. Om vervolgens een andere parameter te kunnen editen<br />
moet u hem met [ß][†] selecteren.<br />
6. herhaal de stappen 2~5 om ook de overige parameters<br />
te editen.<br />
7. Om de Palette-pagina weer te verlaten moet u nog een<br />
keer op [F6] drukken.<br />
119<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
U keert nu terug naar de parameters voor de Tone die<br />
u vóór het drukken op [F6] had geselecteerd.<br />
8. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />
Opmerkingen i.v.m. de golfvormen<br />
De geluiden van de Tones berusten op complexe PCMgolfvormen<br />
waar u een aantal dingen mee kunt uithalen.<br />
Er zijn met name twee soorten golfvormen:<br />
One-Shot: Dit zijn golfvormen die snel uitsterven. In<br />
het geval van percussieve klanken gebeurt dat op een<br />
natuurlijke manier. Andere One-Shots daarentegen<br />
bevatten maar een fractie van een ander geluid (bv. het<br />
aanvankelijke krassen over de snaren, het aanblazen,<br />
het strijkgeluid, de aanslag van een pianohamertje<br />
e.d.). Deze “Partials” zijn bedoeld om bij een andere<br />
Tone te worden gevoegd om het realisme te vergroten<br />
of een speciaal effect te bereiken. Hoe dan ook, One-<br />
Shots kunt u niet gebruiken voor “tapijtklanken”<br />
omdat ze daarvoor gewoon te kort zijn.<br />
Looped: Dit zijn golfvormen zoals ze op de meeste<br />
samplers worden gebruikt: het begin van het geluid is<br />
de “echte” opname en daarna volgt een gedeelte dat<br />
voortdurend wordt herhaald (“geloopt”) tot u de<br />
betreffende noot weer uitschakelt of de toets loslaat. In<br />
tegenstelling tot voornoemde samplers bevatten sommige<br />
golfvormen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> echter ook andere<br />
(bij)geluiden die pas in de “Loop” hoorbaar worden,<br />
met name de resonantie van harmonisch verwante<br />
snaren, het “holle” geluid van een koperinstrument<br />
e.d.<br />
In de volgende tekening ziet u hoe u, door een One-<br />
Shot (“Key Click”) en een Looped-golfvorm met elkaar<br />
te combineren, een bijzonder realistisch resultaat<br />
bereikt:<br />
TVA ENV voor het eigenlijke<br />
orgelgeluid (de "klank")<br />
Level<br />
Tone 1 Tone 2 Tone 1+2<br />
Opmerking over One-Shot-golfvormen<br />
Een One-Shot-golfvorm is van nature betrekkelijk kort.<br />
Ha, denkt u, maar daar passen we met de TVA-Envelope<br />
wel een mouw aan om voor een langere Sustain te<br />
zorgen. Wel, beste vriend(in), dat lukt niet. In het<br />
gedeelte waar u de Envelope wilt verlengen bevat de<br />
golfvorm namelijk geen data meer en klinkt bijgevolg<br />
ook niet meer. Houd dat goed in de gaten.<br />
Opmerking voor Loop-golfvormen<br />
Als u echt op zoek bent naar een super-realistisch<br />
geluid, laat u het begin van de golfvorm (alias de<br />
“Attack”) het best ongemoeid. Daar bevinden zich in<br />
de regel namelijk de meest complexe en karakteristieke<br />
frequentieveranderingen. Dat is met name voor<br />
piano- en saxofoonklanken het geval. Verander in dat<br />
gedeelte dus noch het filter (TVF), noch de snelheid<br />
120<br />
Noot uit<br />
Tijd<br />
TVA ENV voor het klikken<br />
van de toetsen<br />
+ =<br />
Het resulterende geluid<br />
(klik + klank)<br />
Note uit<br />
waarmee het geluid opkomt (T1 van de TVA Envelope).<br />
Anders “mist” uw piano/sax namelijk “iets”.<br />
Ziehier een voorbeeld:<br />
Volume<br />
Oorspronkelijk geluid<br />
(klankkleur en volume)<br />
Verandering van de<br />
TVF-Envelope<br />
Resultaat<br />
WG: golfvorm en toonhoogte<br />
([F2≈(WG)])<br />
Via deze parametergroep kiest u de PCM-golfvorm die<br />
het basisgeluid voor de geselecteerde Tone levert en<br />
wijzigt u ze via bepaalde effecten en door er de toonhoogte<br />
van te bepalen.<br />
PATCH WG Parameter-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F1≈(WG≈Prm)])<br />
Loop-gedeelte<br />
Tijd<br />
WAVE<br />
Group<br />
Met deze parameter kiest u de Group (Sound Library)<br />
die de benodigde golfvorm bevat. Hier hebt u twee<br />
mogelijkheden: INT (intern golfvormgeheugen) of XP<br />
(golfvorm van een geïnstalleerd Wave Expansion<br />
Board): A~H.<br />
* U kunt enkel XP-banken van daadwerkelijk geïnstalleerde<br />
Wave Expansion Boards kiezen.<br />
SAMPLE: Samples (golfvormdata) die u van een<br />
CD-ROM of andere datadrager in het RAM-geheugen<br />
(SIMMs) geladen hebt.<br />
L (golfvormnummer links)<br />
(1~1083) Hiermee kunt u de benodigde golfvorm volgens<br />
nummer kiezen. Deze doet dienst als “linker<br />
kanaal”.<br />
De naam van de golfvorm wordt tussen haakjes ([ ])<br />
afgebeeld.<br />
R (golfvormnummer rechts)<br />
(1~1083) hiermee kiest u het nummer van de rechter<br />
golfvorm. De naam van die golfvorm wordt eveneens<br />
tussen haakjes ([ ]) afgebeeld.<br />
* Als u voor “R” de instelling "----" kiest, wordt de golfvorm<br />
van de Tone automatisch op MONO gezet.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />
* Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [F6] drukt,<br />
kunt u snel overschakelen tussen STEREO en MONO.<br />
Gain<br />
Deze parameter verandert het ingangsvolume van de<br />
golfvorm. Het uitgangsvolume ervan kunt u met de<br />
Level-parameter van de Tone veranderen. Bovendien<br />
bewijst deze parameter zijn nut wanneer u beroep doet<br />
op de Booster (blz. 116). De Gain-waarde wordt in dB<br />
afgebeeld. (–6, 0, +6, +12)<br />
Tempo Sync<br />
Zgn. “Phrase Loops” kunnen met het tempo worden<br />
gesynchroniseerd door hier ON te kiezen. Dergelijke<br />
golfvormen bestaan enkel op bepaalde printen van de<br />
SR-JV80-serie (bv. “10 BASS&DRUMS”) – en ook dan<br />
enkel wanneer u aan de geselecteerde Tone een golfvorm<br />
met een BPM-waarde hebt toegewezen.<br />
Wat is een Phrase Loop?<br />
Dit zijn golfvormen die niet één klank (van een<br />
bepaalde toonhoogte), maar een fragment van bv.<br />
een Groove, een baslijn e.d. bevatten. Dit is met<br />
name voor Dance-toepassingen van belang, maar<br />
wordt ook door andere muzikanten gretig gebruikt.<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe om dergelijke Loops met het<br />
tempo te synchroniseren.<br />
FXM<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is met een Frequency Cross Modulationfunctie<br />
(FXM) uitgerust die soms leuk kan zijn voor<br />
speciale (meestal “vreemde”) effecten. Deze bewerking<br />
resulteert in een golfvorm met veel boventonen.<br />
U zou het een “instapversie” van het Structuresysteem<br />
(zie blz. 116) kunnen noemen. Niets belet u<br />
echter om zowel de FXM van de golfvormen als de<br />
ringmodulatie van een Structure te gebruiken. De<br />
resultaten daarvan zijn onvoorspelbaar. Let wel: hier<br />
moduleert de golfvorm zichzelf, terwijl de ringmodulatie<br />
twee verschillende golfvormen gebruikt.<br />
Switch<br />
Hiermee schakelt u de FXM-functie in (ON) of uit<br />
(OFF).<br />
Color<br />
Met deze parameter bepaalt u het karakter van de frequentie-intermodulatie.<br />
Hoe groter deze waarde, hoe<br />
“ruiger” het geluid wordt, terwijl u met een kleine<br />
waarde net een metaalachtig geluid verkrijgt. (1~4)<br />
Depth<br />
Hier stelt u de diepte van de intermodulatie in. (0~16)<br />
Tone Delay<br />
Tones kunnen worden vertraagd. Dat is niet noodzakelijk<br />
hetzelfde als het gebruik van een Delay-effect<br />
omdat u met de Tone Delay-functie een arpeggioeffect<br />
kunt programmeren door bv. vier Tones te<br />
gebruiken en voor de 2e, 3e en 4e een steeds langere<br />
vertraging in te stellen. De arpeggio werkt echter<br />
alleen indien de toonhoogte van de vier Tones niet<br />
dezelfde is. Zie hiervoor “Coarse” op blz. 122.<br />
Het tempo van de vertraging kan bovendien worden<br />
gesynchroniseerd met de tempowaarde (zelfs afkomstig<br />
van een externe sequencer).<br />
* Als u de Tones niet wilt vertragen, moet u voor “Mode”<br />
NORMAL kiezen en “Time” op 0 zetten.<br />
Mode<br />
Hier kunt u het type Tone-vertraging kiezen:<br />
Noot aan<br />
NORMAL: Betekent dat de vertraging zelfs uitgevoerd<br />
wordt indien u de toetsen meteen weer loslaat.<br />
NORMAL<br />
noot aan<br />
Noot uit<br />
HOLD: Betekent dat de vertraging alleen uitgevoerd<br />
wordt indien u de toets(en) lang genoeg ingedrukt<br />
houdt.<br />
HOLD<br />
Noot aan<br />
Delay-tijd<br />
Vertraging<br />
noot uit<br />
Noot uit<br />
Geen vertraging<br />
KEY-OFF NORMAL: Betekent dat de Tone pas klinkt<br />
zodra u de betreffende toets weer loslaat. In zekere zin<br />
is dit een noot-uit Trigger. Dit is handig voor klik- of<br />
knarsgeluiden die bv. aan het einde van elke orgel- of<br />
klavecimbelnoot te horen zijn.<br />
KEY-OFF-NORMAL<br />
Noot aan<br />
Noot uit<br />
Vertraging<br />
Geen geluid<br />
121<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
KEY-OFF DECAY: De TVA Envelope begint zodra u<br />
een toets indrukt, maar de Tone klinkt pas wanneer u<br />
die toets weer loslaat. Op dat moment hoort u dus<br />
enkel nog de Release van die Tone. Dat vereist natuurlijk<br />
een betrekkelijk hoge T4-waarde van de TVA (zie<br />
blz. 128).<br />
Als u een betrekkelijk snel uitstervende golfvorm<br />
gekozen hebt, hoort u het effect van KEY-OFF NOR-<br />
MAL of KEY-OFF DECAY soms niet.<br />
Time<br />
Hiermee stelt u de vertragingstijd van de Tone Delayfunctie<br />
in (uitgangspunt: het noot-aan commando of,<br />
voor de twee Key-Off opties, het noot-uit commando).<br />
Hier kunt u niet alleen een numerieke waarde, maar<br />
ook een nootwaarde instellen. Time kan namelijk ook<br />
worden gebruikt voor het bepalen van de “tellen” in<br />
verhouding tot de BPM (MIDI Clock, tempowaarde)<br />
die de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> van een externe sequencer ontvangt.<br />
* Wanneer u met “Type” (blz. 116) een structuur 2~10<br />
kiest, geeft Tone 2 het gecombineerde signaal van Tone 1 +<br />
2 weer, terwijl Tone 4 dat met de combinatie van Tone 3 +<br />
4 doet. Daarom volgt Tone 1 de instelling van Tone 2, terwijl<br />
Tone 3 de instelling van Tone 4 hanteert.<br />
122<br />
KEY-OFF-DELAY<br />
Noot aan<br />
Noot uit<br />
Vertraging<br />
PATCH WG Pitch-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F2≈(Pitch)])<br />
Pitch<br />
Hier bepaalt u de toonhoogte van de geselecteerde<br />
Tone.<br />
Coarse<br />
(–48~+48) Met deze parameter kunt u de geselecteerde<br />
Tone in stappen van halve tonen hoger of lager stemmen<br />
(tot ±4 octaven). Deze waarde wordt bij “Coarse<br />
Tune” op blz. 113 opgeteld, zodat de uiteindelijke<br />
toonhoogte van de Patch (en de Tones) afhangt van de<br />
som van de twee.<br />
Fine<br />
(–50~+50) Hiermee kunt u de Tone in stappen van 1<br />
Cent (d.w.z. 1/100e van een halve toon) hoger of lager<br />
stemmen. Deze waarde wordt opgeteld bij “Fine<br />
Tune” op blz. 113.<br />
Random Pitch<br />
Depth<br />
(0~1200) Deze parameter voegt een willekeurige onregelmatigheid<br />
toe aan de toonhoogte van de klank.<br />
Hiermee kunt u het “onstabiele” effect simuleren dat<br />
conventionele analoge synthesizers vertoonden onder<br />
invloed van fluctuaties van de lichtnetspanning. De<br />
toonhoogte zal verschillend zijn bij ieder noot-aancommando.<br />
De hier gekozen waarde slaat op de afwijking<br />
in Cent (1/100 halve toon).<br />
Pitch Keyfollow<br />
(–200~+200) Pitch Keyfollow bepaalt hoe de toonhoogte<br />
verandert naarmate u hogere of lagere toetsen<br />
op het klavier indrukt. De instelling “100%” is de normale<br />
situatie. Wanneer u afwisselend een C4 en een C5<br />
speelt, produceert de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> klanken die exact één<br />
octaaf uit elkaar liggen. Een instelling van 200% betekent<br />
dat de toonhoogte 12 toetsen verderop niet één,<br />
maar twee octaven verschilt van de huidige noot.<br />
“0%” betekent dat de toonhoogte voor alle toetsen/<br />
nootcommando’s dezelfde is.<br />
Toonhoogte<br />
+200<br />
+100<br />
+50<br />
-200 -100<br />
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7<br />
0<br />
-50<br />
Noot
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />
PATCH WG Pitch Envelope-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F3≈(Pch≈Env)])<br />
Pitch Envelope<br />
Met de volgende parameters bepaalt u welke invloed<br />
de Pitch Envelope op de toonhoogte heeft (wat voor<br />
dynamische veranderingen zorgt), in welke mate de<br />
Pitch Envelope via de aanslag kan worden beïnvloed<br />
en nog een aantal andere kenmerken van de Pitch<br />
Envelope.<br />
Toonhoogte L0<br />
L1<br />
Noot-aan<br />
T1 T2 T3 T4<br />
L2<br />
Depth<br />
(–12~+12) Deze parameter werkt als een soort vermenigvuldigingsfactor<br />
(versterker) voor de toonhoogteverschillen<br />
die kunnen worden ingesteld met de Pitch<br />
Envelope (zie verderop). Grotere positieve waarden<br />
zorgen voor grotere toonhoogteverschillen. Negatieve<br />
waarden hebben hetzelfde effect, maar in omgekeerde<br />
richting. Dit houdt in dat de toonhoogte daalt, wanneer<br />
een noot volgens de Pitch Envelope hoger zou<br />
moeten klinken. De waarde “0” betekent dat de Pitch<br />
Envelope geen toonhoogteverandering veroorzaakt,<br />
ongeacht de instelling van de Envelope.<br />
Time Keyfollow<br />
(–100~+100) Met deze parameter kunt u zorgen dat de<br />
snelheid van de Pitch Envelope (T2~T4) in functie staat<br />
van de noten die u speelt. De C4 is het nulpunt. Positieve<br />
waarden betekenen dat de Envelope sneller<br />
wordt naarmate u hogere noten speelt. Negatieve<br />
waarden betekenen dat de Envelope korter wordt<br />
naarmate u lagere noten speelt.<br />
Time (Pitch Envelope Time 1~4)<br />
(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />
van de Pitch Envelope (Envelope van de toonhoogte)<br />
in. Met de “T”-waarden bepaalt u de overgangssnelheid<br />
van de ene “L”-waarde naar de volgende. Een<br />
voorbeeld: met T2 bepaalt u de overgangssnelheid van<br />
L1 naar L2. Hoe groter de “T”-waarde, hoe trager de<br />
overgang.<br />
Level (Pitch Envelope Level 0~4)<br />
(–63~+63) “L” staat eigenlijk voor “Level” (d.w.z.<br />
niveau), maar dat neemt niet weg dat de “L”-waarden<br />
van de Pitch Envelope op de toonhoogte slaan. Wie<br />
nog met analoge synthesizers gewerkt heeft, zal hier<br />
iets aan hebben: T1/L1 beantwoorden aan “A”, T2/L2<br />
L3<br />
Noot-uit<br />
L4<br />
Tijd<br />
aan “D”, T3/L3 aan “S” en T4/L4 aan “R” (Attack,<br />
Decay, Sustain, Release). Opmerkelijk is dat u hier ook<br />
een waarde voor de Release (de uitsterftijd, L4) kunt<br />
instellen, zodat de uiteindelijke toonhoogte niet noodzakelijk<br />
gelijk hoeft te zijn aan de voor Coarse ingestelde<br />
waarde.<br />
Met Level 0 bepaalt u de toonhoogte die een noot bij<br />
het aanslaan heeft – dit is een wijziging van de Coarseen<br />
Fine-parameters (zie blz. 122). Een positieve waarde<br />
(+) betekent dat de toonhoogte hoger is dan normaal,<br />
een negatieve waarde (–) betekent het tegenovergestelde.<br />
Deze parameter is bijzonder belangrijk voor<br />
koperblazers.<br />
Velocity Sens<br />
Amount<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />
waarin de Level-waarden van de Pitch Envelope aanslaggevoelig<br />
zijn. Positieve waarden zorgen voor grotere<br />
variaties van de toonhoogte bij een hogere aanslagwaarde.<br />
Negatieve waarden hebben bij een hogere<br />
aanslagwaarde juist kleinere variaties tot gevolg. De<br />
waarde “0” betekent dat de Pitch Envelope niet via de<br />
aanslag kan worden beïnvloed.<br />
Time1<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />
van de Pitch Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 1-parameter afneemt (tragere Attack)<br />
naarmate u harder aanslaat. De waarde “0” betekent<br />
dat de Time 1-waarde niet aanslaggevoelig is.<br />
Time4<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />
van de Pitch Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />
aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 4waarde<br />
niet aanslaggevoelig is.<br />
PATCH WG Sample-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F4≈(Sample)])<br />
Met de parameters op deze pagina kunt u de samples<br />
in het SIMM-geheugen editen. Die moet u na het<br />
inschakelen telkens laden (omdat ze na uitschakelen<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weer gewist worden).<br />
* Deze parameters zijn enkel beschikbaar voor Multi-Partial<br />
Patches.<br />
123<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
Sample<br />
Sampling Freq.<br />
Hier komt u te weten welke Sampling-frequentie de<br />
geladen sample heeft.<br />
Original Key<br />
Hier komt u te weten welke noot u moet spelen om de<br />
sample op zijn originele (gesampelde) toonhoogte te<br />
horen.<br />
Loop<br />
Mode<br />
Hier staat de Loop-mode van de geladen sample vermeld:<br />
Tune<br />
(–50~50) Hiermee kunt u de lus (het gedeelte dat herhaald<br />
wordt) in stappen van een 1/100e halve toon<br />
stemmen.<br />
Start-Fine<br />
• Start Point<br />
(0~…) Hiermee kunt u de positie kiezen van waaraf de<br />
sample moet worden gelezen (het begin).<br />
• Start Point Fine<br />
(0~255) Hiermee kunt u het Start-punt in kleinere stappen<br />
instellen.<br />
Loop Point Start-Fine<br />
• Loop Start Point<br />
(0~…) Hiermee stelt u in waar de lus (Loop) van de<br />
gekozen sample moet beginnen.<br />
• Loop Start Point Fine<br />
(0~255) Hiermee kunt u de Loop Start-positie in kleinere<br />
stappen instellen om precies de “juiste” plek te<br />
vinden (bv. net achter een klik).<br />
End-Fine<br />
• End Point<br />
(0~…) Hiermee bepaalt u het einde van de Loop (tot<br />
waar de sample wordt herhaald).<br />
124<br />
FWD (Forward)<br />
De sample wordt eerst van het Start- tot het<br />
Loop-punt afgespeeld. vervolgens wordt het<br />
gedeelte tussen het Loop- en het Loop Endpunt<br />
zo lang herhaald tot u de ingedrukte toetsen<br />
weer loslaat.<br />
ONE-SHOT De sample wordt één keer tussen het Start- en<br />
het Loop End-punt afgespeeld.<br />
ALT<br />
(Alternate)<br />
REV-ONE<br />
(Reverse<br />
One-shot)<br />
REV<br />
(Reverse)<br />
de sample wordt tussen het Start- en Loop Endpunt<br />
afgespeeld. Vervolgens springt de weergave<br />
terug naar het Loop Start-punt en vervolgt<br />
tot aan het Loop End-punt. Dan gaat ze in<br />
omgekeerde richting naar het Loop Start-punt,<br />
weer naar het Loop End-punt enz.<br />
De sample wordt één keer tussen het Loop End-<br />
en het Start-punt (en dus achterstevoren) afgespeeld.<br />
De samplewordt van het Loop End- tot aan het<br />
Start-punt afgespeeld en vervolgens in een<br />
omgekeerde lus tussen het Loop Start- en het<br />
Start-punt afgespeeld.<br />
• End Point Fine<br />
(0~255) Hiermee kunt u het eindpunt van de Loop in<br />
kleinere stappen instellen (om te zorgen dat de Loop<br />
“onhoorbaar” is).<br />
TVF (filter)<br />
([F3≈(TVF)])<br />
Met behulp van de volgende parameters maakt u de<br />
belangrijkste instellingen voor de klankkleur van de<br />
geselecteerde Tone(s). We willen er nogmaals op wijzen<br />
dat de kwaliteit van deze filters wel degelijk<br />
indrukwekkend is, maar dat de TVF niet toelaat om<br />
van een triangel-golfvorm een akoestische vleugel te<br />
maken.<br />
PATCH TVF Parameter-pagina<br />
([PATCH] - [F3≈(TVF)] - [F1≈(TVF Prm)])<br />
TVF<br />
Filter Type<br />
Hiermee kiest u het filtertype. Ieder type filtert frequenties<br />
in een bepaald gebied. Hiermee kunt u de<br />
klank helderder, warmer, dunner of voller maken:<br />
OFF Er wordt geen filter gebruikt.<br />
LPF (Low Pass<br />
Filter)<br />
BPF (Band Pass<br />
Filter)<br />
HPF (High Pass<br />
Filter)<br />
Dient om alle frequenties boven de Cutoffwaarde<br />
te onderdrukken. Zo verdwijnen de<br />
heldere boventonen en wordt de klank ronder<br />
en warmer.<br />
Filter dat frequenties binnen een bepaald<br />
bereik (band) doorlaat. Alle frequenties,<br />
behalve die in de directe omgeving van de<br />
ingestelde Cutoff-waarde worden gefilterd.<br />
Gebruik een BPF om een bepaalde klankkarakteristiek<br />
extra te benadrukken.<br />
Filter dat hoge frequenties doorlaat. Alle frequenties<br />
beneden de Cutoff-waarde worden<br />
verwijderd. Bruikbaar voor het creëren van<br />
heldere percussieve klanken.<br />
PKG (Peaking) Dit filter legt de nadruk op de frequenties<br />
rond het gekozen Cutoff-punt. Deze stand is<br />
bv. voor bepaalde trommels geschikt, maar<br />
zou ook kunnen worden gebruikt als “Wah-<br />
Wah”-effect.<br />
LPF2<br />
(geen Resonance)<br />
LPF3<br />
(geen Resonance)<br />
Een “mildere” versie van LPF hierboven. Er<br />
wordt m.a.w. minder brutaal gefilterd, wat<br />
voor het “ronder-maken” van een vleugelklank<br />
e.d. geschikt is.<br />
De werking van dit filter verschilt naar<br />
gelang de gekozen Cutoff-waarde. Ook dit<br />
filter werkt echter ander dan van LPF (en<br />
uiteraard LPF2).<br />
* Nog even voor alle duidelijkheid: als u LPF2 of LPF3 kiest,<br />
is de Resonance-parameter niet beschikbaar. Dit zijn<br />
m.a.w. geen echte “synthesizerfilters”.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />
Cutoff Freq<br />
(0~127)<br />
Hiermee kiest u de grensfrequentie van het filter. In<br />
het geval van LPF/LPF2/LPF3 bepaalt u hiermee de<br />
frequentie waarboven er wordt gefilterd. Hoe groter<br />
de waarde, hoe helderder het geluid wordt.<br />
In het geval van BPF kiest u hiermee de frequenties die<br />
worden doorgelaten, wat voor bepaalde “speciale”<br />
klanken noodzakelijk is.<br />
In het geval van HPF kiest u hiermee de waarde waaronder<br />
de frequenties worden gefilterd, wat het geluid<br />
“dunner” maakt. Voor PKG tenslotte bepaalt u met<br />
deze parameter welke frequenties er worden benadrukt<br />
(dus het tegenovergestelde van “gefilterd”).<br />
Resonance<br />
(0~127) Geeft een typisch “synthesizer”-karakter aan<br />
de klank door de boventonen in het gebied rond de<br />
Cutoff-frequentie te benadrukken. Hoe hoger de<br />
waarde, des te sterker het effect. Bij een grote waarde<br />
kan de oscillator worden overstuurd, waardoor vervorming<br />
optreedt. Soms wordt dit als effect gebruikt.<br />
* Ook deze parameter kunt u voor de Patch in z’n geheel wijzigen.<br />
Zie hiervoor “Resonance Offset” op blz. 113.<br />
LPF<br />
Niveau<br />
Groot<br />
BPF HPF PKG<br />
Frequentie<br />
Parameterwaarde<br />
Klein<br />
Cutoff<br />
Resonance Velo<br />
Sens<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u hoe sterk de<br />
Resonance-parameter via de aanslag kan worden beïnvloed.<br />
Kies een positieve waarde (+) om te zorgen dat<br />
de Resonance-waarde toeneemt naarmate u harder<br />
aanslaat. Kiest u een negatieve waarde, dan neemt de<br />
Resonance bij een harde aanslag af.<br />
Cutoff Keyfollow<br />
(–200~+200) Deze parameter laat toe om de grensfrequentie<br />
in functie te stellen van de noten die u speelt.<br />
C4 is altijd het nulpunt, d.w.z. dat de grensfrequentie<br />
van deze noot overeenkomt met de voor “Cutoff Freq”<br />
ingestelde waarde (plus of min de Envelope-parameters<br />
weliswaar). Positieve waarden betekenen dat de<br />
grensfrequentie toeneemt naarmate u hogere noten<br />
speelt. Negatieve waarden betekenen het tegenovergestelde<br />
– en dus ook dat de grensfrequentie toeneemt<br />
naarmate u lagere noten speelt.<br />
Cutoff Velo<br />
Curv<br />
(FIXED/1~7) Met deze parameter kiest u de curve die<br />
voor de interpretatie van de aanslagwaarden wordt<br />
gebruikt. Kies FIXED wanneer de Cutoff-waarde niet<br />
aanslaggevoelig hoeft te zijn.<br />
1 2 3 4 5 6 7<br />
Sens<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />
de “Cutoff Freq”-waarde via de aanslag kan worden<br />
beïnvloed. Om te zorgen dat de noten bij een hardere<br />
aanslag helderder klinken dan bij een zachtere aanslag<br />
moet u een positieve (+) waarde instellen. Kies een<br />
negatieve (–) waarde om te zorgen dat het geluid bij<br />
een hardere aanslag doffer wordt.<br />
* U kunt deze parameter ook met “Velocity Sens” op blz. 114<br />
beïnvloeden. Dat geldt dan voor alle Tones, maar heeft wel<br />
het nadeel dat ook de TVA erdoor wordt gewijzigd.<br />
Beschouw die Patch-parameter dus eerder als redder in de<br />
nood wanneer u er net een hele nacht programmeren hebt<br />
opzitten…<br />
PATCH TVF Envelope-pagina<br />
([PATCH] - [F3≈(TVF)] - [F2≈(TVF Env)])<br />
TVF Envelope<br />
Ziehier dan de TVF Envelope waarmee u voor dynamische<br />
veranderingen van de Cutoff-waarde kunt zorgen.<br />
Cutoff<br />
(filterfrequ.) L0<br />
L1<br />
Noot-aan<br />
T1 T2 T3 T4<br />
L2 L3<br />
L4<br />
Noot-uit<br />
Tijd<br />
Depth<br />
(–63~+63) Hiermee kiest u de maximale wijzigingsgraad<br />
die u met de TVF Envelope kunt bereiken. Hoe<br />
groter de hier ingestelde waarde, hoe hoger de grensfrequentie.<br />
Met negatieve waarden keert u de TVF<br />
Envelope om.<br />
Time Keyfollow<br />
(–100~+100) Met deze parameter kunt u zorgen dat de<br />
snelheid van de TVF Envelope (Time 2~4) in functie<br />
staat van de noten die u speelt. Ook hier is de C4 weer<br />
het nulpunt. Positieve waarden betekenen dat de<br />
125<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
Envelope sneller wordt naarmate u hogere noten<br />
speelt. Negatieve waarden betekenen dat de Envelope<br />
sneller wordt naarmate u lagere noten speelt.<br />
Time 1~4<br />
(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />
van de TVF Envelope (Envelope van het filter) in. Met<br />
de “Time”-waarden bepaalt u de overgangssnelheid<br />
van de ene “Level”-waarde naar de volgende. Hoe<br />
groter de “Time”-waarde, hoe trager de overgang.<br />
Level 0~4<br />
(0~127) “Level” staat eigenlijk voor “niveau”, maar dat<br />
neemt niet weg dat de “Level”-waarden van de TVF<br />
Envelope op de grensfrequentie (Cutoff) slaan.<br />
Opmerkelijk is dat u hier ook een waarde voor de<br />
Release (de uitsterftijd, Level 4) kunt instellen, zodat<br />
de uiteindelijke filteropening niet noodzakelijk gelijk<br />
hoeft te zijn aan de voor “Cutoff Freq” ingestelde<br />
waarde.<br />
Met Level 0 bepaalt u de grensfrequentie die een noot<br />
bij het inschakelen/aanslaan heeft – dit is een wijziging<br />
van de Cutoff Freq -parameter (zie blz. 125). Een<br />
positieve waarde (+) betekent dat de Cutoff-waarde<br />
hoger is dan normaal, een negatieve waarde (–) betekent<br />
het tegenovergestelde.<br />
Velo Sens<br />
Amount<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />
waarin de TVF Envelope waarden Level 1~4 aanslaggevoelig<br />
zijn. Positieve waarden zorgen voor grotere<br />
variaties van de TVF Envelope bij een hardere aanslag.<br />
Negatieve waarden hebben bij een hardere aanslag<br />
juist kleinere variaties tot gevolg. Wanneer de waarde<br />
“0” is ingesteld, verandert de TVF Envelope niet, ongeacht<br />
de aanslag.<br />
Time1<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />
van de TVF Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 1-parameter afneemt naarmate u harder<br />
aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 1waarde<br />
niet aanslaggevoelig is.<br />
126<br />
+100<br />
+50<br />
C1 C2 C3 C4 C5 C6<br />
-100<br />
C7<br />
0<br />
-50<br />
Noot<br />
Time 4<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />
van de TVF Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />
aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 4waarde<br />
niet aanslaggevoelig is.<br />
Velo Curve<br />
(FIXED/1~7) Ziehier een parameter waarmee u kunt<br />
instellen op welke manier de aanslag de TVF Envelope<br />
(Level- en sommige Time-waarden) mag beïnvloeden.<br />
Kies FIXED als de Envelope niet op de aanslagwaarden<br />
mag reageren.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />
TVA: volume en panorama<br />
([F4≈(TVA)])<br />
Met deze parameters bepaalt u het volume van de versterker<br />
(TVA) en de stereopositie van de geselecteerde<br />
Tone.<br />
PATCH TVA Parameter-pagina<br />
([PATCH] - [F4≈(TVA)] - [F1≈(TVA Prm)])<br />
TVA<br />
Level (Tone Level)<br />
(0~127) Gebruik deze parameter om de balans tussen<br />
de Tones optimaal te regelen. Wanneer een Patch maar<br />
één Tone bevat, kiest u het best de waarde “127”. U<br />
kunt het algemene volume van de Patch namelijk met<br />
“Level” op blz. 112 instellen.<br />
V-Curve<br />
(FIXED/1~7) Met deze parameter kiest u de curve die<br />
voor de interpretatie van de aanslagwaarden wordt<br />
gebruikt. Kies FIXED wanneer de TVA Envelope niet<br />
aanslaggevoelig hoeft te zijn.<br />
V-Sens<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />
waarin het Tone-volume aanslaggevoelig is. Positieve<br />
waarden zorgen voor grotere variaties van het volume<br />
bij een hardere aanslag. Negatieve waarden hebben bij<br />
een hardere aanslag juist kleinere variaties tot gevolg.<br />
Wanneer de waarde “0” is ingesteld, verandert het<br />
Tone-volume niet, ongeacht de aanslag.<br />
Bias<br />
Bij bepaalde akoestische instrumenten verandert het<br />
volume bij hogere of lagere noten. U kunt dit simuleren<br />
met de juiste instelling van “Direction” en “Position”.<br />
LOWER UPPER<br />
Volume +<br />
0<br />
Volume<br />
–<br />
Noot<br />
Noot<br />
C-1 Bias Point G9 C-1 Bias Point G9<br />
–<br />
0<br />
+<br />
LOWER&UPPER<br />
ALL<br />
Volume +<br />
Volume<br />
0<br />
–<br />
Noot<br />
Noot<br />
C-1 Bias Point G9 C-1 Bias Point G9<br />
0<br />
+<br />
0<br />
+<br />
0<br />
+<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Level<br />
(–100~+100) Deze parameter bepaalt de sterkte van de<br />
volumeverandering vóór en achter de Bias Position.<br />
Positieve waarden zorgen voor een toename in<br />
volume, terwijl negatieve waarden het volume doen<br />
afnemen. Bij een waarde van “0” heeft de positie van<br />
de gespeelde noot geen invloed op het volume.<br />
Position<br />
(C–1~G9) Hier kiest u het nootnummer (de toets) van<br />
waaraf het volume zal veranderen wanneer u omhoog<br />
of omlaag speelt. Deze noot fungeert dus als “nulpunt”.<br />
Direction<br />
Deze parameter geeft aan in welke richting het volume<br />
zal afwijken van het ingestelde standaardvolume.<br />
LOWER Het volume verandert wanneer u vanaf het Bias<br />
Point lagere noten speelt.<br />
UPPER Het volume verandert wanneer u vanaf het Bias<br />
Point hogere noten speelt.<br />
LOWER&<br />
UPPER<br />
Het volume verandert in beide richtingen van het<br />
Bias-punt.<br />
ALL Het volume verandert lineair van laag naar hoog.<br />
Het Bias Point bevindt zich precies in het midden.<br />
Pan<br />
Pan (Tone Pan)<br />
(L64~0~63R) Met deze parameter bepaalt u de stereopositie<br />
van de Tone. “L64” betekent helemaal links en<br />
“63R” helemaal rechts. Let wel: deze instelling geldt<br />
enkel voor de gekozen Tone (en dus niet voor de hele<br />
Patch, zoals “Pan” op blz. 112).<br />
* Wanneer u met “Type” (blz. 116) een structuur 2~10<br />
kiest, geeft Tone 2 het gecombineerde signaal van Tone 1 +<br />
2 weer, terwijl Tone 4 dat met de combinatie van Tone 3 +<br />
4 doet. Daarom volgt Tone 1 de instelling van Tone 2, terwijl<br />
Tone 3 de instelling van Tone 4 hanteert.<br />
Keyfollow<br />
(–100~+100) Zet Pan gewoon op 0 (midden), maar stel<br />
voor deze parameter de waarde “+100” of in. Speel<br />
vervolgens op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. U zal merken dat de lage<br />
noten zich links bevinden, terwijl de hoge noten zich<br />
rechts in het stereobeeld bevinden.<br />
Met deze parameter kunt u zorgen dat de stereopositie<br />
van de Tone in functie staat van de noten die u speelt.<br />
Ook hier is de C4 weer het nulpunt. Wanneer u hier de<br />
waarde “0” instelt, is de stereopositie voor alle noten<br />
gelijk.<br />
* Dit is enkel zinvol voor golfvormen die niet stereo zijn.<br />
Random<br />
(0~63) Met deze parameter kunt u zorgen dat de stereopositie<br />
voor elke noot die u speelt op een willekeurige<br />
manier verandert. Hoe groter deze waarde, hoe<br />
ruimer de “sprongen” over het stereobeeld worden<br />
verdeeld.<br />
127<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
Alternate<br />
(L63~R63) Deze parameter heeft ongeveer dezelfde<br />
functie als Random. Hier gebeuren de sprongen echter<br />
op een voorspelbare manier, waarbij de ingestelde<br />
waarde (≠0) de uitgangspositie van de betreffende<br />
Tone is. Vervolgens springt de Tone bij elke noot heen<br />
en weer tussen het linker en rechter kanaal (of vice<br />
versa). De waarde 0 betekent dat de Tone niet alterneert<br />
tussen de twee kanalen.<br />
Door tegenovergestelde waarden voor twee Tones te<br />
programmeren kunt u zorgen dat de ene zich links<br />
bevindt, terwijl de andere rechts klinkt – en dat die verdeling<br />
bij de eerstkomende noot wordt omgekeerd.<br />
PATCH TVA Envelope-pagina<br />
([PATCH] - [F4≈(TVA)] - [F2≈(TVA≈Env)])<br />
TVA Envelope<br />
Op deze pagina vindt u twee parameters waarmee u<br />
de TVA Envelope via de aanslag kunt beïnvloeden<br />
plus een parameter waarmee u de Time-waarden in<br />
functie kunt stellen van de gespeelde noten.<br />
Time Keyfollow<br />
(–100~+100) Met deze parameter kunt u zorgen dat de<br />
snelheid van de TVA Envelope (Time 2~4) in functie<br />
staat van de noten die u speelt. Ook hier is de C4 weer<br />
het nulpunt. Positieve waarden betekenen dat de<br />
Envelope sneller wordt naarmate u hogere noten<br />
speelt. Negatieve waarden betekenen dat de Envelope<br />
korter wordt naarmate u lagere noten speelt.<br />
Time 1~4<br />
(0~127 Met deze parameters stelt u de tijdwaarden van<br />
de TVA Envelope in. Met de “Time”-waarden bepaalt<br />
u de overgangssnelheid van de ene “Level”-waarde<br />
naar de volgende. Een voorbeeld: met Time 2 bepaalt<br />
u de overgangssnelheid van Level 1 naar Level 2. Hoe<br />
groter de “Time”-waarde, hoe trager de overgang.<br />
128<br />
Volume<br />
T1 T2 T3 T4<br />
L1 L2<br />
Noot-aan<br />
* Met “Attack Offset” op blz. 113 kunt u de T1-waarden van<br />
alle Tones van de geselecteerde Patch in één klap instellen.<br />
Eventuele onderlinge Time 1-verschillen op Tone-niveau<br />
blijven dan behouden, terwijl de Patch in z’n geheel sneller<br />
of trager wordt. Hetzelfde systeem kunt u ook voor de Time<br />
4-parameter hanteren door “Release Offset” op blz. 114 te<br />
gebruiken.<br />
L3<br />
Noot-uit<br />
Tijd<br />
Level 1~3<br />
(0~127) Hiermee kunt u het volume eveneens beïnvloeden.<br />
De meeste percussieklanken (bv. marimba)<br />
zijn veel korter dan bv. strijkersklanken. Bovendien is<br />
het niet zeker dat u door een aangepaste manier van<br />
spelen het gewenste geluid bereikt. Daarom zijn alle<br />
synthesizers met een TVA Envelope uitgerust. Percussieklanken<br />
hebben meestal een lage Level 2- en Level<br />
3-waarde met een betrekkelijk snelle Time 2 en Time 3<br />
zodat je een “tik” hoort. De lengte van dergelijke geluiden<br />
bepaalt u met Time 2 en 3.<br />
Zoals u ziet, is er geen L4-waarde. Dat komt omdat het<br />
geluid bij een hogere waarde dan 0 niet meer zou stoppen<br />
– en daar heeft niemand een boodschap aan.<br />
Velocity Sens<br />
Time 1<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />
van de TVA Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van Time 1 afneemt naarmate u harder aanslaat. De<br />
waarde “0” betekent dat de Time 1-waarde niet aanslaggevoelig<br />
is.<br />
Time 4<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />
van de TVA Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />
aanslaat. De waarde “0” betekent dat Time 4 niet aanslaggevoelig<br />
is.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />
LFO-parameters<br />
([F5≈(LFO&CTL)])<br />
Een LFO (Low Frequency Oscillator) zorgt voor een<br />
regelmatige modulatie van een bepaalde klankaspect.<br />
In de regel wordt een LFO voor de modulatie van de<br />
toonhoogte (vibrato) gebruikt, maar u kunt er ook het<br />
filter (WahWah) en het volume (tremolo) mee moduleren.<br />
Op deze display-pagina’s stelt u de parameters<br />
van de twee LFO’s (per Tone) in. Beide LFO’s hebben<br />
dezelfde parameters, die we dus ook maar één keer<br />
bespreken. Bovendien kan de LFO voor Pan-effecten<br />
en als stuurbron voor de Matrix-controle worden<br />
gebruikt (blz. 130).<br />
PATCH LFO&Ctrl LFO1/2-pagina<br />
([PATCH] - [F5≈(LFO&CTL)] - [F1≈(LFO1)]/[F2≈(LFO2)])<br />
LFO1/LFO2 Wave<br />
Form<br />
Kies hier de golfvorm voor de LFO-modulatie.<br />
SIN: Sinus<br />
TRI: Driehoek<br />
SAW-UP: Zaagtand<br />
SAW-DW: Omgekeerde zaagtand<br />
SQR: Blokgolf<br />
RND: Random (willekeurig veranderende golfvorm)<br />
BEND-UP: De aanzet van de golfvorm ontwikkelt zich<br />
zoals gewoonlijk tot aan het hoogtepunt (van de golfvorm!)<br />
en verandert daarna niet meer.<br />
BEND-DW: De golfvorm mag normaal afdalen. Eens<br />
dat is gebeurd, verandert de golfvorm echter niet<br />
meer.<br />
TRP: Trapezoïde golfvorm<br />
S&H: Sample & Hold-golfvorm (de LFO-waarde verandert<br />
één keer per cyclus).<br />
CHAOS: Chaos-golfvorm<br />
* Als u “BEND-UP” of “BEND-DW” kiest, zet u Key Sync<br />
het best op ON. Doet u dat namelijk niet, dan hoort u geen<br />
LFO.<br />
Offset<br />
(–100~+100) Met de Offset-parameter kunt u de golfvorm<br />
van de LFO op de horizontale as (positief of<br />
negatief) verschuiven.<br />
Rate<br />
(0~127/nootwaarde) Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid<br />
van de LFO (dus hoe snel hij “trilt”). Door<br />
een nootwaarde in te stellen kunt u de LFO-snelheid<br />
ook met het tempo synchroniseren. Naar gelang de<br />
instelling voor “Clock Source” kan dit het Patch<br />
Tempo, het System Tempo of een extern MIDI Clocksignaal<br />
zijn (zie “Clock Source” op blz. 114 en<br />
blz. 173.).<br />
* Kiest u CHAOS als “Form”, dan houdt de Tone geen rekening<br />
met deze instelling.<br />
Detune<br />
(0~127) LFO Detune zorgt voor subtiele verschillen<br />
van de LFO-cyclus (zie “Rate”) wanneer u een toets<br />
indrukt. Hoe groter deze waarde (0~127), hoe opvallender<br />
de verschillen zijn.<br />
Delay<br />
Time (LFO Delay Time)<br />
(0~127) Meestal begint het modulatie-effect van een<br />
natuurklank niet meteen bij het begin van de noot. Op<br />
de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zorgt de Delay Time-parameter voor de<br />
vertraging tussen het begin van de noot en het begin<br />
van de LFO. Als u hierboven “On-Out” gekozen hebt,<br />
bepaalt u met deze parameter de duur van de maximale<br />
modulatie (vóór de Fade dus). In het geval van<br />
“Off-In” bepaalt deze parameter de tijd die verstrijkt<br />
tussen het moment dat u een toets loslaat en het<br />
moment dat u de LFO begint te werken. In het geval<br />
van “On-Out” slaat deze parameter weer op de tijd dat<br />
de LFO aangehouden wordt.<br />
Keyfolw<br />
(–100~+100) Hiermee kunt u zorgen dat de Delay<br />
Time-waarde in functie staat van de toonhoogte van de<br />
gespeelde noten, zodat de vertraging bij hoge noten<br />
bv. korter is dan bij lage noten (of omgekeerd). De C4<br />
fungeert in dit verband als nulpunt (waar daadwerkelijk<br />
de Delay Time-waarde wordt gehanteerd. Kies hier<br />
een positieve waarde, wanneer de Delay Time-waarde<br />
bij hogere noten alsmaar kleiner moet zijn (minder vertraging).<br />
Met een negatieve waarde zorgt u dat de vertraging<br />
bij hoge noten net langer is. Kies “0” als de vertraging<br />
voor alle noten (bas en diskant) dezelfde moet<br />
zijn.<br />
Fade<br />
Mode (LFO Fade Mode)<br />
Met deze parameter kiest u de manier waarop LFO1<br />
werkt.<br />
ON-IN: Zodra u een toets indrukt, komt de LFO geleidelijk<br />
aan op.<br />
groot (meer)<br />
Pitch<br />
TVF<br />
TVA<br />
Pan<br />
klein (minder)<br />
Delay<br />
Time Fade Time<br />
Noot-aan<br />
ON-OUT: De LFO “draait” meteen op maximale<br />
diepte, maar deint dan stilaan uit.<br />
groot (meer)<br />
Pitch<br />
TVF<br />
TVA<br />
Pan<br />
Noot-aan<br />
Delay Time Fade Time<br />
klein (minder)<br />
Depth<br />
Depth<br />
129<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
OFF-IN: De komt LFO pas na het loslaten van een<br />
toets/uitschakelen van een noot op.<br />
OFF-OUT: De LFO begint te moduleren, zodra u een<br />
toets indrukt en deint uit, wanneer u de toets weer loslaat.<br />
Time (LFO Fade Time)<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u hoe snel de LFO zijn maximale<br />
amplitude moet bereiken eens hij wordt gestart.<br />
KeySync<br />
Wanneer u de ON-stand kiest, loopt de golfvorm van<br />
de LFO synchroon met de noot-aan commando’s,<br />
zodat de LFO, voor elke noot die u speelt, telkens bij 0<br />
begint. Dat zorgt voor een rijkere modulatie die vooral<br />
geschikt is voor akkoordenwerk (omdat elke noot net<br />
iets anders gemoduleerd wordt).<br />
Depth<br />
Hier kunt u voor elk klankaspect (toonhoogte, filter,<br />
volume) bepalen in welke mate het door de LFO wordt<br />
beïnvloed.<br />
Pitch<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de betreffende<br />
LFO de toonhoogte mag moduleren. Dit heet<br />
“vibrato”.<br />
TVF<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de betreffende<br />
LFO de Cutoff-waarde van het filter mag moduleren.<br />
Dit het “WahWah”.<br />
TVA<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de betreffende<br />
LFO het volume mag moduleren. Dit heet “tremolo”.<br />
Pan<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de betreffende<br />
LFO de stereopositie van de geselecteerde Tone mag<br />
moduleren. Door voor één Tone een positieve (+) en<br />
voor een tweede dezelfde negatieve waarde (–) te kiezen<br />
kunt u het geluid heen en weer laten gaan in het<br />
stereobeeld. Dit werkt het best wanneer u de twee<br />
Tones tevens met “Fine” op blz. 122 “complementair”<br />
ontstemt (dw.z. voor de ene een positieve en voor de<br />
andere dezelfde negatieve waarde).<br />
130<br />
groot (meer)<br />
Pitch<br />
TVF<br />
TVA<br />
Pan<br />
klein (minder)<br />
groot (meer)<br />
Pitch<br />
TVF<br />
TVA<br />
Pan<br />
klein (minder)<br />
Nootaan<br />
Nootuit<br />
Noot-aan<br />
Delay<br />
Time Fade Time<br />
Noot-uit<br />
Delay<br />
Time Fade Time<br />
Depth<br />
Depth<br />
* Wanneer u met “Type” (blz. 116) een structuur 2~10<br />
kiest, geeft Tone 2 het gecombineerde signaal van Tone 1 +<br />
2 weer, terwijl Tone 4 dat met de combinatie van Tone 3 +<br />
4 doet. Daarom volgt Tone 1 de instelling van Tone 2, terwijl<br />
Tone 3 de instelling van Tone 4 hanteert.<br />
PATCH LFO&Ctrl #1/#2-pagina<br />
([PATCH] - [F5(LFO&Ctl)] - [F3(Control)])<br />
Matrix Control 1–4<br />
Wat is Matrix Control?<br />
Bij de meeste instrumenten kunt u alle parameters via<br />
MIDI editen – maar dat vereist dan wel een goede kennis<br />
van de SysEx-codes, d.w.z. betrekkelijk ingewikkelde<br />
cijferreeksen die je niet op 1-2-3 snapt. Op de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is dat niet anders. Toch vonden we dat een<br />
beetje “abstract”. Daarom kunt u telkens vier parameters<br />
via veel gebruiksvriendelijkere controlecommando’s<br />
beïnvloeden. Zo kunt u de LFO-snelheid bv.<br />
via de Pitch Bend-hendel veranderen of met uw aanslag<br />
de Cutoff-frequentie van het filter opvoeren c.q.<br />
verminderen.<br />
De functie waarmee u bepaalt welke parameters op<br />
deze manier kunnen worden aangestuurd heet<br />
“Matrix Control”. Per Patch kunt u vier Matrix Control-toewijzingen<br />
programmeren.<br />
Met “Destination” kiest u de aan te sturen parameter,<br />
met “Sens” zijn gevoeligheid en met “Source 1~4” de<br />
MIDI-commando’s die moeten worden gebruikt.<br />
Opgelet: u kunt voor elke Tone apart instellen of hij al<br />
dan niet via Matrix Control kan worden beïnvloed.<br />
Source (Matrix Control Source)<br />
Hier kiest u voor elke “Controller” (1~4) het MIDIcommando<br />
voor de controle van een interne parameter.<br />
Kies OFF wanneer u de betreffende Matrix Controller<br />
niet nodig hebt.<br />
U kunt de volgende functies kiezen:<br />
• Controlecommando’s CC01~31, CC33~95.<br />
• Pitch Bend<br />
• Aftertouch<br />
• SYS-CTRL1~SYS-CTRL4: speelhulpen die u in de<br />
System-mode definieert (blz. 178)<br />
• Aanslag (VELOCITY)<br />
• Toonhoogte van de gespeelde noten (KEYFOLLOW);<br />
hierbij fungeert de C4 als nulpunt (geen verandering)<br />
• Tempo (Patch-/System-tempo of MIDI Clock) Ook<br />
het tempo kan dus dienst doen als Matrix Controller.<br />
Dit laat toe om het geluid in de maat van de muziek te<br />
beïnvloeden.<br />
• LFO 1<br />
• LFO 2<br />
• Pitch Envelope<br />
• TVF Envelope
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />
• TVA Envelope<br />
* “Velocity” en “Keyfollow” houden verband met nootcommando’s<br />
(aanslag voor de eerste, nootnummer voor de tweede).<br />
* De functies LFO 1~TVA Envelope zijn eigenlijk geen MIDIcommando’s,<br />
maar kunnen desondanks dienst doen als<br />
Matrix Controllers. Deze zorgen dus voor een “geautomatiseerde”<br />
controle.<br />
Destination<br />
Kies hier de parameter die via de Matrix-controle moet<br />
worden beïnvloed. Kies OFF als u het betreffende<br />
Matrix Control-“kanaal” geen parameter mag aansturen.<br />
Per Matrix Controller kunt u vier parameters (Destination<br />
Matrix Control 1~4) definiëren, die simultaan<br />
worden aangestuurd. Zie blz. 185 voor de aanstuurbare<br />
parameters.<br />
Sens (Sensitivity)<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />
de toegewezen functie door het Matrix Control-<br />
“kanaal” (1~4) wordt beïnvloed. Om de waarde van de<br />
aangestuurde parameter te verhogen moet u hier een<br />
positieve waarde instellen. Kies een negatieve waarde<br />
om de waarde van de aangestuurde parameter te kunnen<br />
verminderen. Hoe groter de (positieve of negatieve)<br />
waarde, hoe sterker de aangestuurde parameter(s)<br />
kan/kunnen worden beïnvloed. Kies “0” als de<br />
parameterwaarden niet mogen veranderen.<br />
Tone<br />
Kijk nog eens even naar bovenstaande display-pagina.<br />
Met de “Tone”-parameter kiest u namelijk de Tones<br />
die via het momenteel geselecteerde Matrix Control-<br />
“kanaal” (hier “1”) kunnen worden beïnvloed. De vier<br />
Tones verschijnen niet als zodanig. Daarom moet u de<br />
volgende symbolen van links (Tone 1) naar rechts<br />
(Tone 4) lezen om te weten te komen welke Tone wel<br />
en welke niet op dit kanaal reageert. “o” betekent dat<br />
de betreffende Tone kan worden aangestuurd. “_”<br />
daarentegen betekent “geen controle”. U kunt echter<br />
ook R kiezen; dit betekent dat de Tone omgekeerd<br />
wordt aangetuurd (dus positief wanneer de Senswaarde<br />
negatief is en vice versa).<br />
PATCH LFO&Ctrl Control Sw-pagina<br />
([PATCH] - [F5≈(LFO&CTL)] - [F4≈(Ctrl≈Sw)])<br />
MIDI Rx Switch<br />
Bender Sw<br />
Als u wilt dat de geselecteerde Tone op Pitch Bendcommando’s<br />
reageert, moet u hier ON kiezen. Anders<br />
moet u OFF kiezen.<br />
Expression Sw<br />
Als u wilt dat de geselecteerde Tone op Expressioncommando’s<br />
(CC11) reageert, moet u hier ON kiezen.<br />
Anders moet u OFF kiezen.<br />
Hold-1 Sw<br />
Als u wilt dat de geselecteerde Tone op Hold 1-commando’s<br />
(Sustain, CC64) reageert, moet u hier ON kiezen.<br />
Anders moet u OFF kiezen.<br />
Redamper<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een Hold 1-commando ontvangt<br />
nadat u een toets hebt losgelaten, maar terwijl de geselecteerde<br />
Tone nog aan het uitsterven is, kunt u hier<br />
ON kiezen om te zorgen dat de Tone in zijn uitsterffase<br />
(“Release”) blijft doorklinken tot u de voetschakelaar<br />
weer loslaat.<br />
Pan Mode<br />
Hiermee bepaalt u wanneer een Tone Pan-commando’s<br />
(CC10) uitvoert indien de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> deze ontvangt:<br />
CONT De Tone voert de Pan-commando’s uit zodra deze<br />
ontvangen worden. Dit laat toe om creatief met<br />
Pan-commando’s te “spelen”.<br />
KEY-ON De stereopositie van de Tone verandert pas tijdens<br />
het volgende noot-aan-commando. Als de Tone<br />
daarvóór al een Pan-commando ontvangt, bereidt<br />
hij alles voor de nieuwe stereopositie voor, maar<br />
de verandering vindt pas plaats wanneer u de volgende<br />
noot speelt (of door een sequencer laat spelen).<br />
In tegenstelling tot de vorige optie is het dus<br />
niet mogelijk om lang aangehouden noten van<br />
plaats doen te veranderen.<br />
Tone Env Mode<br />
(NO-SUS/SUSTAIN) Wanneer u met een Loop-golfvorm<br />
werkt, blijft die normaliter zo lang klinken tot u<br />
de betreffende toets(en) weer loslaat. Wilt u echter dat<br />
elke gespeelde noot echt natuurlijk klinkt (dus zonder<br />
“Loop”), dan moet u hier “NO-SUS” kiezen.<br />
* Deze parameter heeft geen enkele invloed op One-Shot-golfvormen<br />
(met SUSTAIN zorgt u dus niet voor een Loop –<br />
die is er gewoon niet).<br />
131<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
4.5 Multi-Partial Patches<br />
programmeren<br />
Multi-Partial Patches kunt u enkel programmeren als u<br />
minstens één sample van een externe datadrager (CD-<br />
ROM, harde schijf e.d.) laadt. Met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zelf kunt<br />
u namelijk niet sampelen.<br />
* Begin altijd met het laden van een Patch of Performance<br />
van een CD-ROM e.d. (bv. van de optionele L-CDX-serie)<br />
en pas vervolgens de instellingen aan die u minder<br />
geslaagd vindt.<br />
Het bewerken van geladen sample Patches/Performances<br />
met de interne effecten kan al een indrukwekkende<br />
invloed op het geluid hebben.<br />
* Voor het laden van sampledata hebt u een extern SCSIapparaat<br />
nodig dat de samples bevat.<br />
* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> lat ook toe om automatisch een Patch aan te<br />
maken op basis van een Sample, .WAV- of .AIF-bestand<br />
die/dat u van een SCSI-datadrager hebt geladen.<br />
* Kies tijdens het editen van een Multi-Partial Patch nooit<br />
het “andere” Patch-type (4Tone, blz. 110). Aangezien de<br />
structuur van dat Patch-type er helemaal anders uitziet,<br />
zou de Multi-Partial Patch namelijk geïnitialiseerd worden<br />
– en dan bent u een hoop werk kwijt.<br />
1.<br />
Ziehier de basiswerkwijze:<br />
Kies de Patch die u wilt editen.<br />
2. Kies met [F2]~[F5] de benodigde parametergroep.<br />
3. Druk vervolgens op [F1]~[F4] om naar de benodigde<br />
display-pagina te gaan.<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt editen.<br />
5. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
parameterwaarde in.<br />
* Als u zich tijdens het editen vergist, kunt u de laatste wijziging<br />
met [UNDO] weer ongedaan maken.<br />
6. Herhaal de stappen 2~5 tot u helemaal tevreden bent<br />
met de PATCH.<br />
7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />
Het “*” symbool links van de Patch-naam wijst er nu<br />
op dat de Patch niet meer overeenkomt met de laatst<br />
opgeslagen versie.<br />
132<br />
* Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nu vooral niet uit en kies ook geen<br />
andere Patch. Sla deze Patch eerst op als u er later nog eens<br />
iets mee wilt doen (blz. 163).<br />
Partials toewijzen<br />
De Multi-Partial Patches van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hanteren hetzelfde<br />
systeem als de samplers van de S-serie van <strong>Roland</strong><br />
(S-770, S-750 en S-760). Dit systeem berust op Samples<br />
als kleinste eenheid. Deze moet u aan Partials toewijzen.<br />
En de Partials maken op hun beurt deel uit van<br />
een Patch. Belangrijk om te onthouden is dat Partials<br />
op klavierzones berusten – en dat u nooit twee Partials<br />
aan eenzelfde zone kunt toewijzen. (U kunt echter wel<br />
met maximaal vier Samples per Partial werken.)<br />
PATCH Common Split-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F3≈(Split)])<br />
* Druk o [F5] om de mode te kiezen die tijdens het instellen<br />
van de Splits moet worden gehanteerd. Door herhaaldelijk<br />
op deze knop te drukken kiest u achtereenvolgens de volgende<br />
opties. Bevestig uw keuze door op [F6≈(Set)] te drukken.<br />
O.W: De gekozen zone wordt overschreven.<br />
Move: De reeds gesplitte zone wordt gewijzigd.<br />
1Key: De nieuwe Split (Partial) omvat maar één noot.<br />
Note<br />
(A0~C8) Hier komt u te weten welke toets u het laatst<br />
hebt ingedrukt. In sommige gevallen betekent dit ook<br />
dat u door het spelen van een noot automatisch de aan<br />
die zone toegewezen Partial kiest.<br />
No.<br />
Kies hier de Partial die u aan een klavierzone wilt toewijzen.<br />
Partial Name<br />
Hier komt u te weten hoe de gekozen Partial heet.<br />
L.P<br />
(A0~C8) Kies hier de laagste noot waarmee u de Partial<br />
wilt aansturen. Dit is dus de ondergrens van de<br />
Partial-zone).<br />
U.P<br />
(A0~C8) Kies hier de bovengrens van de Partial-zone,<br />
d.w.z. de hoogste noot waarmee u de geselecteerde<br />
Partial kunt aansturen.<br />
Mute<br />
(OFF/1~31) Hiermee kunt u –net zoals bij een Rhythm<br />
Set/Drum Kit– zorgen dat bepaalde Partials nooit<br />
samen klinken. Echt zinvol is dat vooral voor percussie<br />
(bv. open en gesloten HiHat of kort/lange triangel): als<br />
de ene Sample klinkt, wordt andere automatisch uitgeschakeld<br />
en vice versa. Misschien vindt u echter ook
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Multi-Partial Patches programmeren<br />
nog andere toepassingen voor deze “Exclusive<br />
Switch” (dit is een andere benaming voor deze functie<br />
die op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> echter niet wordt gehanteerd).<br />
Assign<br />
Hiermee kiest u of de Split-instellingen voor alle Partial<br />
(SINGLE) moeten gelden.<br />
MIDI<br />
(OFF/SELECT/SET) Hiermee bepaalt u of u de noten<br />
en bepaalde parameterwaarden ook via MIDI (d.w.z.<br />
een externe stuurbron) kunt kiezen.<br />
OFF: U kunt geen instellingen via MIDI maken.<br />
SELECT: Dingen, zoals noten en klavierzones, kunnen<br />
via MIDI-commando’s worden ingesteld (dus vanop<br />
een extern MIDI-klavier).<br />
* Druk op [F6≈(Set)] om uw instelling te bevestigen.<br />
SET: Laat toe om te waarde in te voeren die overeenkomt<br />
met de ingedrukte toets.<br />
Partials editen<br />
PATCH WG Parameter-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F1≈(WG≈Prm)])<br />
Partial<br />
Name<br />
Hier kunt u een naam geven aan de geselecteerde Partial<br />
(maximaal 15 tekens).<br />
* De werkwijze hiervoor is dezelfde als voor het benoemen<br />
van Patches (blz. 112).<br />
Coarse Tune<br />
(–48~+48) Hiermee kunt u de toonhoogte van de gekozen<br />
Partial in stappen van halve tonen (max. ±4 octaven)<br />
veranderen.<br />
Fine Tune<br />
(–50~+50) Hiermee kunt u de stemming van de gekozen<br />
Partial in stappen van 1/100e halve toon (“Cent”)<br />
veranderen als blijkt dat de daaraan toegewezen Samples<br />
vals klinken (of als u net die indruk wilt wekken).<br />
* Met [F5≈Global)] schakelt u de Global-parameter in (let op<br />
de “✔” links van de functienaam). Dat betekent dat de wijziging<br />
door alle Partials binnen de geselecteerde Patch<br />
wordt gehanteerd. Schakelt u Global weer uit dan heeft de<br />
wijziging enkel betrekking op de momenteel gekozen Partial.<br />
Druk op [F6≈(MIDISel)] (let op het "✔") om te zorgen<br />
dat u de Partials kunt kiezen door gewoon een noot op het<br />
externe MIDI-klavier te spelen (of dit door een externe<br />
sequencer te laten doen).<br />
Samples editen<br />
PATCH WG SMT#1-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F2≈(SMT)])<br />
SMT<br />
Hier verschijnt het SMT-nummer. Deze “tabel” heeft<br />
veel weg van de Matrix-controle, hoewel ze lang niet<br />
zo flexibel is. Hiermee bepaalt u namelijk welke Samples<br />
er op welk moment klinken, hoe ze worden aangestuurd<br />
e.d.)<br />
No.<br />
Kies hier het nummer van de Sample die u aan de geselecteerde<br />
Partial wilt toewijzen.<br />
Name<br />
Hier verschijnt de naam van de gekozen Sample.<br />
Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de gekozen<br />
Sample.<br />
Pan<br />
(L32~32R/RANDOM/Key+/Key–) Hiermee stelt u de<br />
stereopositie voor elke Sample van een Partial apart in.<br />
Hier kunt u kiezen tussen een vaste stereopositie tussen<br />
uiterst links (L32), uiterst rechts (R32) of het midden.<br />
Als u RANDOM kiest, verandert het tempo voor<br />
elke noot op onvoorspelbare manier.<br />
U kunt er echter ook voor zorgen dat de stereopositie<br />
afhankelijk is van de gespeelde noten, wat voor een<br />
betere spreiding in het stereobeeld zorgt. Kies “Key+”<br />
om te zorgen dat hoge noten zich steeds verder rechts<br />
bevinden (terwijl lage noten zich alsmaar verder links<br />
bevinden). Met “Key–” keert u dit systeem om: lage<br />
noten bevinden zich rechts en hoge noten links.<br />
“LFO+” en “LFO–” betekenen dat elke noot zich aanvankelijk<br />
in het midden (“0”) bevindt en dan onder<br />
invloed van de LFO van links naar rechts in het stereobeeld<br />
gaat. Hoe sterk de stereopositie verandert, wordt<br />
bepaald door de “Pan TVA Depth”-parameter. De<br />
instelling “LFO–” betekent dat de fase wordt omgekeerd<br />
in verhouding tot “LFO+”.<br />
“Alt” tenslotte betekent dat de stereopositie voor elke<br />
gespeelde noot naar links of rechts springt.<br />
C.T<br />
(–48~+48) Hiermee kunt u de gekozen Sample in stappen<br />
van een halve toon hoger of lager stemmen. Het<br />
instelbereik bedraagt ±4 octaven.<br />
133<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
F.T<br />
(–50~+50) Hiermee kunt u de gekozen Sample fijnstemmen<br />
(in Cent) om enerzijds een voller geluid te<br />
bereiken of er anderzijds voor te zorgen dat de Sample<br />
goed gestemd is.<br />
P.KF<br />
(–16~+16) Hiermee bepaalt u in welke mate de toonhoogte<br />
van de Sample verandert in verhouding tot het<br />
ontvangen nootnummer (d.w.z. de toonhoogte van de<br />
gespeelde noten). Deze parameter laat toe om af te wijken<br />
van het systeem volgens hetwelke de afstand tussen<br />
twee nootnummers een halve toon bedraagt.<br />
* De toonhoogte van de Sample verandert altijd in verhouding<br />
tot de toonhoogte van de Sample zelf (de “Original<br />
Key”).<br />
134<br />
16/8 Tijdens het spelen van octaafafstanden stijgt of<br />
daalt de toonhoogte met twee octaven.<br />
Norm (8/8) Wanneer het nootnummer met één octaaf toeneemt,<br />
stijgt ook de toonhoogte één octaaf (dit is<br />
de normale werkwijze).<br />
Off (0/8) De toonhoogte is voor alle ontvangen nootnummers<br />
dezelfde.<br />
–8/8 Wanneer het nootnummer met één octaaf toeneemt,<br />
daalt de toonhoogte één octaaf (omkering<br />
van de normale werking).<br />
–16/8 Wanneer het nootnummer met één octaaf toeneemt,<br />
daalt de toonhoogte twee octaven.<br />
Toonhoogte<br />
Original Key<br />
8<br />
8<br />
Off<br />
8<br />
8<br />
Positie op<br />
het klavier<br />
PATCH WG SMT#2-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F2≈(SMT)])<br />
SMT Ctrl Vel Matrix<br />
Hiermee bepaalt u of er rekening wordt gehouden met<br />
de aanslagwaarden van een extern MIDI-klavier of een<br />
MIDI-sequencer.<br />
L.F (SMT-aanslagondergrens)<br />
(0~125) Hiermee bepaalt u in welke mate het volume<br />
vanaf de V.U-waarde afneemt.<br />
V.L<br />
(1~126) Hiermee kiest u de kleinste aanslagwaarde<br />
waarmee de Samples van de geselecteerde Partial kunnen<br />
worden aangestuurd. Via deze matrix kunt u dus<br />
zorgen dat de aanslag bepalend is voor de Sample die<br />
u op een bepaald moment hoort (wat overeenkomt met<br />
een Velocity Switch).<br />
V.U (SMT-aanslagbovengrens)<br />
(2~127) Hiermee kiest u de grootste aanslagwaarde<br />
waarmee de betreffende Sample kan worden aangestuurd.<br />
Dit is dan ook de tegenhanger van V.L. Velocity<br />
Switches verkrijgt u door de zorgen de V.Uwaarde<br />
van één Sample net onder de V.L-waarde van<br />
een andere Sample ligt.<br />
* De V.L-waarde kan nooit groter zijn dan de V.U-waarde en<br />
vice versa. Probeert u dat toch, dan wordt voor beide parameters<br />
van een Sample dezelfde waarde ingesteld.<br />
U.F<br />
(0~125) Hiermee bepaalt u in welke mate het volume<br />
van de Sample boven de V.U-waarde afneemt.<br />
PATCH WG Sample-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F3≈(Sample)])<br />
Sample<br />
Sample<br />
Kies hier de te editen Sample.<br />
Sampling Freq.<br />
Hier wordt de Sampling-frequentie van de geladen<br />
Sample afgebeeld.<br />
Original Key<br />
Hier vindt u de noot die u moet spelen om de Sample<br />
op zijn originele toonhoogte te horen.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Multi-Partial Patches programmeren<br />
Loop<br />
Mode<br />
Hier kiest u de methode voor de weergave van de<br />
Loop binnen de Sample.<br />
FORWARD: De Sample wordt eerst vanaf het Starttot<br />
aan het Loop End-punt afgespeeld en vervolgens<br />
herhaald tussen het Loop Start- en het Loop End-punt.<br />
Start<br />
ONE SHOT: De Sample wordt één keer vanaf Start- tot<br />
aan het Loop End-punt afgspeeld.<br />
Start<br />
ALT (Alternate): de Sample wordt eerst vanaf het<br />
Start- tot aan het Loop End-punt afgespeeld. vervolgens<br />
keert de weergave terug naar het Loop Start-punt<br />
en gaat dan heen en weer tussen het Loop Start- en het<br />
Loop End-punt.<br />
Start<br />
REV ONE (Reverse One-Shot): De Sample wordt één<br />
keer tussen het Loop End- en het Start-punt afgespeeld.<br />
Start<br />
Loop<br />
Start P.<br />
Loop<br />
Start P.<br />
Loop<br />
Start P.<br />
Loop<br />
Start P.<br />
Loop<br />
End P.<br />
Loop<br />
End P.<br />
Loop<br />
End P.<br />
Loop<br />
End P.<br />
REVERSE: Zodra de Sample voor de eerste keer tussen<br />
het Loop End- en het Start-punt is afgespeeld,<br />
wordt hij tussen het Loop Start- en het Start-punt<br />
voortdurend herhaald.<br />
Start<br />
Tune<br />
(–50~50) Hiermee kunt u de toonhoogte van de Loop<br />
stemmen. Dit is soms nodig, wanneer de Loop op zich<br />
perfect is (en dus geen kik bevat), maar wel vals klinkt.<br />
deze parameter kunt u in Cent (1/100e halve toon)<br />
instellen.<br />
Start-Fine (Start Point - Start Point Fine)<br />
Start Point, Start Point Fine<br />
Zie blz. 124<br />
Loop Point Start-Fine<br />
Zie blz. 124.<br />
Loop<br />
Start P.<br />
End-Fine<br />
• End Point<br />
(0~…) Hiermee stelt u het einde van de Loop in (tot<br />
waar de Sample weergegeven wordt).<br />
• End Point Fine<br />
(0~255) Hiermee kunt u de Loop End-positie in kleinere<br />
stappen instellen.<br />
TVF (filter) voor de Partials<br />
([F3 (TVF)])<br />
Loop<br />
End P.<br />
Met dit filter kunt u de klankkleur van de gekozen Partial<br />
(en de daaraan toegewezen) Samples wijzigen. Via<br />
de Envelope kunt u zorgen dat dit op een dynamische<br />
manier gebeurt.<br />
Druk op [F5≈(Global)] om de Global-functie in te schakelen<br />
(links van de functienaam verschijnt dan een “✔”).<br />
dat betekent dat de wijzigingen voor alle Partials binnen<br />
de momenteel geselecteerde Patch gelden. Als<br />
deze functie uitgeschakeld is, hebben de wijzigingen<br />
enkel betrekking op de omenteel geselecteerde Partial.<br />
Druk op [F6≈(MIDISel)] om deze functie in te schakelen<br />
(let op de “✔”). Dit betekent dat u de benodigde Partial<br />
kunt selecteren door een noot op een extern te klavier<br />
te spelen die binnen het bereik van de benodigde Patch<br />
ligt.<br />
135<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
PATCH TVF Parameter-pagina<br />
([PATCH] - [F3≈(TVF)] - [F1≈(TVF≈Prm)])<br />
TVF<br />
Filter Type<br />
Hiermee bepaalt u de werking van het filter (TVF). Een<br />
filter dient voor het afzwakken van bepaalde frequenties,<br />
zodat de overige frequenties beter te horen zijn.<br />
Cutoff Freq<br />
(0~127) Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter,<br />
oftewel de frequentie waarboven (LPF), waaronder<br />
(HPF) of links/rechts waarvan (BPF) de frequenties<br />
worden onderdrukt.<br />
Resonance<br />
(0~127) Hiermee kunt u de kantelfrequentie (Cutoff)<br />
extra benadrukken. Dit zorgt voor een iets synthetischer<br />
geluid. Als u een bijzonder grote waarde kiest,<br />
begint het filter te “fluiten”. Dit wordt ook wel “zelfoscillatie”<br />
genoemd.<br />
136<br />
OFF Er wordt geen filter gebruikt.<br />
LPF Low Pass Filter. Dit filter vermindert het volume van<br />
alle frequenties boven de ingestelde Cutoff-waarde.<br />
dat zorgt ervoor dat het geluid van de Partial doffer<br />
wordt. Dit is ongetwijfeld het vaakst gebruikte filtertype.<br />
BPF Band Pass Filter. Dit filtertype laat enkel de frequenties<br />
van een bepaalde band door. De frequenties<br />
boven en onder de Cutoff-waarde worden afgezwakt.<br />
Hiermee zorgt u voor een onmiskenbaar<br />
geluid.<br />
HPF High Pass Filter. Dit filtertype laat enkel de frequenties<br />
boven de ingestelde Cutoff-waarde door. Het<br />
geluid wordt dan ook dunner. Dit type is vooral<br />
geschikt voor percussieve geluiden.<br />
LPF<br />
Niveau<br />
Groot<br />
BPF HPF<br />
Parameterwaarde<br />
Klein<br />
Cutoff Freq.<br />
Frequentie<br />
Cutoff<br />
Keyfollow Point<br />
(A0~C8) Hiermee kiest u de noot die als “nulpunt”<br />
voor de Keyfollow-parameter moet fungeren. De twee<br />
parameters, die door de Keyfollow-parameter worden<br />
beïnvloed (Cutoff Freq. en Time-waarden van de<br />
Envelope), hanteren deze noot als uitgangspunt.<br />
Keyfollow<br />
(–63~+63) Hiermee zorgt u de dat Cutoff Freq.-waarde<br />
automatisch daalt of stijgt naarmate u hogere of lagere<br />
noten speelt. Positieve waarden (+) betekenen dat de<br />
noten rechts van de Point-noot de Cutoff-waarde geleidelijk<br />
aan doen toenemen. Negatieve waarden (–)<br />
daarentegen betekenen dat de Cutoff-waarde daalt<br />
naarmate de gespeelde noten zich verder rechts van de<br />
Point-noot bevinden. Hoe groter de waarde, hoe drastischer<br />
de verandering.<br />
TVF Velo<br />
Curve<br />
(1~4) Kies hier de curve die voor de interpretatie van<br />
de aanslagwaarden moet worden gehanteerd. Rechts<br />
van de ingestelde waarde wordt er een grafiek van de<br />
gekozen curve afgebeeld. Kies “1” om te zorgen dat de<br />
aanslag geen invloed heeft op de Cutoff Freq.-waarde.<br />
Sens<br />
(–63~+63) Hiermee stelt u de diepte en de polariteit<br />
(positieve/negatieve invloed) van de aanslagcurve in.<br />
Om de werking van de curve helemaal te benutten<br />
moet u een waarde rond “63” instellen. Hoe dichter<br />
zich de waarde bij “0” bevindt, hoe minder invloed de<br />
aanslag op de Cutoff Freq.-waarde heeft. Met negatieve<br />
waarden keert u de werking om.<br />
PATCH TVF Envelope-pagina<br />
([PATCH] - [F3≈(TVF)] - [F2≈(TVF≈Env)])<br />
Met deze parameters stelt u in of en hoe het filter door<br />
de Envelope wordt beïnvloed. Dit zorgt voor dynamische<br />
veranderingen van de Cutoff-waarde. Bovendien<br />
kunt u hier instellen hoe sterk de Cutoff-waarde afhankelijk<br />
is van de aanslagwaarden en hoe de TVF überhaupt<br />
moet werken.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Multi-Partial Patches programmeren<br />
TVF Envelope<br />
L0<br />
Cutofffrequentie<br />
Depth<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt hoe groot de invloed van<br />
de Envelope op de Cutoff-frequentie mag zijn. Hoe<br />
groter de waarde, hoe sterker de Cutoff-frequentie kan<br />
worden beïnvloed. Negatieve waarden betekenen dat<br />
de TVF Envelope wordt omgekeerd.<br />
Time Keyfollow<br />
(–63~+63) Hiermee kunt u zorgen dat de snelheid van<br />
de Envelope (Time 1~4) in functie staat van de toonhoogte<br />
van de gespeelde noten. Hoe groter de hier<br />
ingestelde, hoe groter de verschillen van de Timewaarden<br />
waneer u hoge of lage noten speelt. Positieve<br />
(+) waarden betekenen dat de overgangen sneller worden<br />
naarmate u hogere noten speelt. Negatieve waarden<br />
(–) daarentegen beteken dat de overgangen trager<br />
worden naarmate u hogere noten speelt.<br />
Time 1~4<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u de overgangssnelheid tussen<br />
de verschillende Level-waarden (Level 1~4).<br />
Level 0~3<br />
(0~127) Met deze parameters bepaalt u hoe de Cutofffrequentie<br />
op de beschikbare plaatsen varieert. Bij het<br />
starten van een noot wordt de waarde L0 gehanteerd.<br />
Velo Sens<br />
Amount<br />
(–63~+63) Zie blz. 126.<br />
Time1, Time 4<br />
(–63~+63) blz. 126.<br />
Pitch Depth<br />
(–63~+63) De TVF Envelope van Multi-Partial Patches<br />
kan ook worden gebruikt voor het beïnvloeden van de<br />
toonhoogte. Met deze parameter bepaalt in welke mate<br />
dat gebeurt. Kies een negatieve waarde om de werken<br />
van de TVF Envelope om te keren. Kies “0” als u geen<br />
toonhoogtevariaties nodig hebt.<br />
TVA: volume<br />
([F4≈(TVA)])<br />
T1 T2 T3 T4<br />
L1<br />
L2<br />
Noot-aan<br />
(toets ingedrukt)<br />
* Met [F5≈(Global)] schakelt u de Global-functie in (let op het<br />
"✔"-symbool). Dat betekent dat elke waardewijziging, die<br />
u vanaf nu instelt, voor alle Partials van de geselecteerde<br />
Patch geldt. Als deze functie uitgeschakeld is, gelden de<br />
wijzigingen telkens maar voor de momenteel geselecteerde<br />
Partial.<br />
L3<br />
L4<br />
Tijd<br />
Noot-uit<br />
(toets losgelaten)<br />
* Druk op [F6≈(MIDISel)] (“✔”) wanneer u de benodigde Partials<br />
wilt kiezen door gewoon een noot binnen hun zone op<br />
een extern MIDI-klavier te spelen.<br />
PATCH TVA Parameter-pagina<br />
([PATCH] - [F4≈(TVA)] - [F1≈(TVA≈Prm)])<br />
TVA<br />
Level<br />
(0~127) hiermee bepaalt u het volume van de geselecteerde<br />
Partial (dus van de som van de toegewezen<br />
Samples).<br />
Pan<br />
(L64~0~63R) Hiermee stelt u de stereopositie van de<br />
Partial in.<br />
Level<br />
Keyfollow Point<br />
(A0~C8) Kies hier de noot die als nulpunt voor het<br />
Keyfollow-effect moet fungeren. Dit laatste kunt u<br />
gebruiken voor het beïnvloeden van het volume en de<br />
Time-waarden van de TVA Envelope. Op de hier<br />
gekozen noot komen het volume en de Time-waarden<br />
precies overeen met wat u hebt ingesteld.<br />
Level<br />
(–63~+63) Hiermee kunt u bepalen hoe sterk het Partial-volume<br />
links en rechts van het Keyfollow Point<br />
mag variëren. Hoe groter de waarde, hoe sterker het<br />
volume varieert. Positieve waarden betekenen dat het<br />
volume toeneemt naarmate u hogere noten speelt, terwijl<br />
negatieve waarden het tegenovergestelde effect<br />
hebben.<br />
TVA Velo<br />
Curve<br />
(0~30 Kies hier de curve aan de hand waarvan het<br />
volume in functie van de aanslagwaarden wordt beïnvloed.<br />
De waarde “1” betekent dat de aanslagwaarden<br />
geen invloed op het volume hebben.<br />
Sens<br />
(–63~+63) Hiermee stelt u de diepte van de gekozen<br />
aanslagcurve in. Kies “0” als u precies de respons van<br />
de gekozen curve wilt hanteren. Met positieve waarden<br />
(+) wordt het effect van de curve nog versterkt,<br />
terwijl het met negatieve waarden wordt afgezwakt. “–<br />
63” betekent dan ook dat de aanslag geen invloed heeft<br />
op het volume.<br />
137<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
PATCH TVA Envelope-pagina<br />
([PATCH] - [F4≈(TVA)] - [F2≈(TVA≈Env)])<br />
TVA Envelope<br />
Met deze parameters stelt u de “vorm” van de TV<br />
Envelope in. Dit zorgt voor dynamische volumeveranderingen<br />
van het Partial-volume.<br />
Time Keyfollow<br />
(–63~+63) Zie blz. 128.<br />
Time 1~4<br />
(0~127) Zie blz. 128.<br />
Level 1~3<br />
(0~127) Zie blz. 128.<br />
138<br />
Velocity Sens<br />
Time1, Time 4<br />
(–63~+63) Zie blz. 128.<br />
LFO en controle van de Partials<br />
([F5≈(LFO&CTL)])<br />
* Met [F5≈(Global)] schakelt u de Global-functie in (let op het<br />
"✔"-symbool). Dat betekent dat elke waardewijziging, die<br />
u vanaf nu instelt, voor alle Partials van de geselecteerde<br />
Patch geldt. Als deze functie uitgeschakeld is, gelden de<br />
wijzigingen telkens maar voor de momenteel geselecteerde<br />
Partial.<br />
* Druk op [F6≈(MIDISel)] (“✔”) wanneer u de benodigde Partials<br />
wilt kiezen door gewoon een noot binnen hun zone op<br />
een extern MIDI-klavier te spelen.<br />
PATCH LFO&Ctrl LFO-pagina<br />
([PATCH] - [F5≈(LFO&Ctl)] - [F1≈(LFO)])<br />
Wave (LFO Wave)<br />
Form (LFO Form)<br />
Kies hier de golfvorm voor de LFO-modulatie.<br />
SIN: Sinus<br />
TRI: Driehoek<br />
SAW-UP: Zaagtand<br />
SAW-DW: Omgekeerde zaagtand<br />
SQR: Blokgolf<br />
RND: Random (willekeurig veranderende golfvorm)<br />
BEND-UP: De aanzet van de golfvorm ontwikkelt zich<br />
zoals gewoonlijk tot aan het hoogtepunt (van de golfvorm!)<br />
en verandert daarna niet meer.<br />
BEND-DW: De golfvorm mag normaal afdalen. Eens<br />
dat is gebeurd, verandert de golfvorm echter niet<br />
meer.<br />
* Als u “BEND-UP” of “BEND-DW” kiest, zet u Key Sync<br />
het best op ON. Doet u dat namelijk niet, dan hoort u geen<br />
LFO.<br />
Rate (LFO Rate)<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid van<br />
de LFO.<br />
Detune<br />
(0~127) Hiermee kunt u een afwijking van de LFOsnelheid<br />
(Rate) programmeren.<br />
Delay (LFO Delay)<br />
Time<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u hoe lang het na indrukken<br />
van een toets (starten van een noot) duurt tot de LFO<br />
begint te “draaien”.<br />
Keyfolw<br />
(–63~+63) Hiermee kunt u instellen in welke mate de<br />
Delay Time-parameer van LFO1 varieert in functie van<br />
de toonhoogte van de gespeelde noten. De noot “C4”<br />
vormt het nulpunt (geen variatie). Kies hier een posi-
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere dingen<br />
tieve waarde om de vertraging van de LFO te verkleinen<br />
naarmate u verder rechts van de C4 (hogere noten)<br />
speelt. Met een negatieve waarde zorgt u dat de vertraging<br />
toeneemt naarmate u hogere noten speelt. Als de<br />
Delay Time-waarde voor alle noten dezelfde moet zijn,<br />
moet u hier “0” kiezen.<br />
Key Sync<br />
Hiermee steelt u in of de oscillatie van de LFO al (ON)<br />
dan niet (OFF) opnieuw moet worden gestart wanneer<br />
u een toets indrukt.<br />
Depth<br />
Pitch<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u in welke mate de LFO de<br />
toonhoogte beïnvloedt (vibrato).<br />
TVF<br />
\de<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk (en in welke<br />
richting) de LFO de Cutoff-frequentie moduleert<br />
(WahWah).<br />
TVA<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de LFO het<br />
volume van de Partial moduleert (tremolo).<br />
Pan<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u de invloed van de LFO<br />
op de stereopositie (panorama) van de Partial.<br />
PATCH LFO&Ctrl Control #1/#2-pagina<br />
([PATCH] - [F5≈(LFO&Ctl)] - [F2≈(Control)])<br />
Matrix Control 1~4<br />
Source<br />
Hier kiest u voor elke “Controller” (1~4) het MIDIcommando<br />
voor de controle van een interne parameter.<br />
Kies OFF wanneer u de betreffende Matrix Controller<br />
niet nodig hebt.<br />
• Controlecommando’s CC01~31, CC33~95.<br />
• Pitch Bend<br />
• Aftertouch<br />
• SYS-CTRL1~SYS-CTRL4: speelhulpen die u in de<br />
System-mode definieert (blz. 178).<br />
• Aanslag (VELOCITY)<br />
• Toonhoogte van de gespeelde noten (KEYFOLLOW);<br />
hierbij fungeert de C4 als nulpunt (geen verandering)<br />
• Tempo<br />
• LFO1<br />
• LFO2 *1<br />
• Pitch Envelope *1<br />
• TVF Envelope<br />
• TVA Envelope<br />
* Parameters met een “*1” zijn niet van toepassing op<br />
Multi-Partial Patches.<br />
Destination<br />
Kies hier de parameter die via de Matrix-controle moet<br />
worden beïnvloed. Kies OFF als u het betreffende<br />
Matrix Control-“kanaal” geen parameter mag aansturen.<br />
Per Matrix Controller kunt u vier parameters (Destination<br />
Matrix Control 1~4) definiëren, die simultaan<br />
worden aangestuurd. Zie blz. 185 voor de aanstuurbare<br />
parameters.<br />
Sens<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />
de toegewezen functie door het Matrix Control-<br />
“kanaal” (1~4) wordt beïnvloed. Om de waarde van de<br />
aangestuurde parameter te verhogen moet u hier een<br />
positieve waarde instellen. Kies een negatieve waarde<br />
om de waarde van de aangestuurde parameter te kunnen<br />
verminderen. Hoe groter de (positieve of negatieve)<br />
waarde, hoe sterker de aangestuurde parameter(s)<br />
kan/kunnen worden beïnvloed. Kies “0” als de<br />
parameterwaarden niet mogen veranderen.<br />
4.6 Andere dingen<br />
• Effecten: zie “Effectparameters voor de Patch-mode”<br />
op blz. 54.<br />
• Patches opslaan: zie blz. 163.<br />
Instellingen van een andere Patch<br />
kopiëren<br />
U kunt de instellingen van een andere Patch naar de<br />
momenteel geselecteerde Patch kopiëren en op die<br />
manier veel tijd besparen wanneer u precies weet wat<br />
u nodig hebt en waar u dat vindt.<br />
1. Kies eerst de Patch waar u de instellingen naartoe wilt<br />
kopiëren.<br />
2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (de bijbehorende indicator<br />
moet beginnen knipperen).<br />
* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />
Druk dan nog een keer op [SYSTEM/UTILITY].<br />
3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />
4. Druk op [F2≈(Copy)].<br />
5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Type”.<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar “TONE”.<br />
7. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
8. Stel de gewenste waarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />
[DEC] [INC].<br />
9. Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren.<br />
139<br />
Referentiehandboek
4. Patches programmeren<br />
Patch Name Copy<br />
Door in stap 6 hierboven “Name” te kiezen kunt u de<br />
naam van een andere Patch naar de huidige Patch<br />
kopiëren.<br />
140<br />
Compare-functie<br />
Tijdens het kopiëren van Tones kunt u gebruik<br />
maken van de Compare-functie en dus even tijdelijk<br />
de Patch aan het klavier toewijzen waarvan u<br />
instellingen wilt kopiëren. Zo bent u er helemaal<br />
zeker van dat u wel degelijk de juiste Patch gekozen<br />
hebt. Druk dus op [F1≈(Compare)] om naar de<br />
“Patch Compare”-pagina te gaan. Op die pagina<br />
kunt u zelfs een andere Patch kiezen – als het tenminste<br />
om een interne gaat, want de banken XP-<br />
A~H kunt u hier niet kiezen. Speel een paar noten<br />
en druk dan weer op [F1] om naar de vorige pagina<br />
terug te keren.<br />
* Als u de Patch in het buffergeheugen (TEMP) als bron<br />
(Source) gekozen hebt, kunt u de Compare-functie niet<br />
gebruiken.<br />
* Houd goed in de gaten dat een Patch na het activeren<br />
van de Compare-functie soms iets anders klinkt dan<br />
onder normale omstandigheden.
5. Performances programeren<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
De Performance-mode van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is bedoeld voor<br />
het multitimbrale gebruik waarbij de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> dus<br />
meer dan één partij met verschillende klanken weergeeft.<br />
Na verloop van tijd zal u ook wel zelf Performances<br />
willen programmeren. Een “Performance” is<br />
een geheel van 32 Parts die elk een Patch of Rhythm Set<br />
naar keuze aansturen.<br />
5.1 Structuur van een<br />
Performance<br />
Een “Performance” is een geheel van instellingen dat<br />
toelaat om verschillende Patches tegelijk (al dan niet<br />
op verschillende MIDI-kanalen) aan te sturen. Er zijn<br />
16 Parts waar u evenveel Patches/Rhythm Sets aan<br />
kunt toewijzen. Tevens is het mogelijk om het nootbereik<br />
van de Parts te beperken, wat toelaat om Splits te<br />
programmeren. Met 16 Parts zou u dus behoorlijk<br />
complexe Splits kunnen programmeren… maar u kunt<br />
eenzelfde klavierzone ook aan meerdere Parts toewijzen<br />
om binnen een zone met Layers te werken.<br />
Performance<br />
Part 1<br />
Part11<br />
Part 10<br />
4Tone Patch,<br />
Multi-Partial Patch<br />
of Rhythm set<br />
Part 9<br />
4Tone Patch,<br />
Multi-Partial Patch<br />
of Rhythm set<br />
Part 32<br />
Meer details over het gebruik van Performances vindt<br />
u op blz. 27.<br />
Multitimbraal gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Naast het gebruik van Layers en Splits (blz. 27) kunt u<br />
Performances ook gebruiken om verschillende partijen<br />
met verschillende klanken tegelijk weer te geven. Dat<br />
heet dan “multitimbraal gebruik”. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is 32-<br />
Parts multitimbraal en kan dan ook 32 verschillende<br />
partijen tegelijk weergeven.<br />
Het maakt echter niet uit hoe u een Performance wilt<br />
gebruiken – de volgende stappen zijn in bijna alle<br />
gevallen noodzakelijk:<br />
• Part kiezen die moet worden aangestuur (blz. 141).<br />
• Toewijzen van een Patch of Rhythm Set aan de Parts<br />
(blz. 143).<br />
• Instellen van het MIDI-kanaal om te zorgen dat de<br />
benodigde Parts de binnenkomende noten ook weergeven<br />
(blz. 145).<br />
• Bepalen via welke MIDI IN-aansluiting de Parts<br />
MIDI-commando’s ontvangen (blz. 145).<br />
Eens u die dingen hebt ingesteld, kunt u de benodigde<br />
(externe) sequence op uw kersverse Performance loslaten.<br />
Ziehier nog een aantal tips:<br />
• Binnen een Performance kunt u drie multi-effecten<br />
gebruiken (blz. 58).<br />
• Patches, die u aan een Part hebt toegewezen, kunt u in<br />
de Performance-mode editen. U hoeft dus niet naar de<br />
Patch-mode te gaan (blz. 147).<br />
5.2 Parts selecteren<br />
Parts, die u wilt horen, moet u inschakelen:<br />
1. Kies de benodigde Performance.<br />
2. Druk op [RX] om te zorgen dat de bijbehorende indicator<br />
oplicht.<br />
3. Druk op PART SELECT [1/17]~[16/32] om de bijbehorende<br />
Part in (of uit) te schakelen.<br />
Deze knoppen zijn telkens aan twee Parts toegewezen.<br />
Om toegang te hebben tot de Parts 17~32, moet u op<br />
[1-16/17-32] drukken (indicator licht op).<br />
4. Druk nog een keer op [RX] (indicator dooft weer).<br />
* Deze knop is met de Part MIDI Receive Switch-parameter<br />
verbonden (blz. 145).<br />
* Als de [RX]-indicator oplicht, terwijl een actieve Part<br />
MIDI-commando’s ontvangt, begint de indicator van die<br />
Part te knipperen.<br />
Na uitvoeren van stap verschijnt de volgende displaypagina:<br />
Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde Part<br />
en schakel hem met [DEC] [INC] in of uit.<br />
Met [F5≈(All≈Off)] en [F6≈(All≈On)] kunt u alle Parts in één<br />
klap uit- c.q. inschakelen.<br />
Door op [F1≈(#Solo)] te drukken activeert u de “Solomode”.<br />
In dat geval hoort u enkel nog de Part waar de<br />
cursor zich momenteel bevindt. Om de Solo-mode<br />
weer uit te schakelen, moet u nog een keer op<br />
[F1≈(#Solo)] drukken.<br />
* Deze instelling is verbonden met de Solo Part Select-parameter<br />
(blz. 142).<br />
* Zelfs na het activeren van de Solo Part-functie kan het<br />
gebeuren dat u de door de cursor aangeduide Part niet<br />
hoort. Dat houdt dan verband met het feit dat zijn MIDI<br />
Rx-parameter (Performance MIDI #1-pagina) op “OFF”<br />
staat.<br />
141<br />
Referentiehandboek
5. Performances programeren<br />
5.3 Performanceparameters<br />
(Common)<br />
Ziehier de werkwijze voor het instellen van de algemene<br />
(Common) Performance-parameters:<br />
1. Kies de Performance die u wilt editen.<br />
2. Druk op [F1≈(Common)].<br />
3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
4. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
waarde in.<br />
5. Druk op [EXIT] om terug te gaan naar de PERFOR-<br />
MANCE Play-pagina.<br />
PERFORMANCE Common-pagina<br />
([PERFORM] - [F1≈(Common)])<br />
Name<br />
Hier kunt u een naam geven aan een Performance<br />
(maximaal 12 tekens). Zie blz. 112 voor meer details.<br />
Solo Part Select<br />
(OFF/PART 1~32) Indien nodig, kunt u er met deze<br />
parameter voor zorgen dat enkel de momenteel gekozen<br />
Part klinkt, ook al worden er ook MIDI-commando’s<br />
voor andere Parts ontvangen.<br />
5.4 Instellingen voor de<br />
Parts<br />
De parameters, die u voor elke Part apart kunt instellen,<br />
bereikt u via de knoppen [F2]~[F5]:<br />
[F2 (K.Range)]<br />
Hiermee bepaalt u welke noten de betreffende Part<br />
ontvangt en weergeeft (blz. 143).<br />
[F3 (Part)]<br />
Hier kunt u een Patch aan een Part toewijzen en er het<br />
volume, de stereopositie en het aantal beschikbare<br />
polyfoniestemmen van instellen (blz. 143).<br />
Bovendien kunt u de Attack (Time 1) en Release (Time<br />
4) van de toegewezen Patch binnen deze Performance<br />
(en dus niet definitief) wijzigen (blz. 144).<br />
[F4 (MIDI)]<br />
Hier vindt u de MIDI-parameters van de geselecteerde<br />
Part (blz. 145).<br />
[F5 (Effect)]<br />
Hier kunt u de effecten, het effectaandeel enz. instellen<br />
(blz. 58).<br />
142<br />
[F6 (Info)]<br />
Hier kunt u kijken welke MIDI-data de Parts momenteel<br />
ontvangen (blz. 147).<br />
En dan nu de werkwijze:<br />
1. Kies de Performance die u wilt editen.<br />
2. Druk op de functieknop ([F2]~[F5]) via dewelke u de<br />
benodigde parametergroep bereikt.<br />
Op bepaalde pagina’s moet u de functieknop eventueel<br />
verschillende keren indrukken om bij de benodigde<br />
parametergroep uit te komen.<br />
3. Kies de te editen Part met PART SELECT [1/17]~[16/32]<br />
en eventueel [1-16/17-32].<br />
* Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [√] drukt om te zorgen<br />
dat de cursor naar het Part-nummer linksboven in het display<br />
springt. Vervolgens kunt u dan met de [VALUE]-regelaar<br />
of [DEC] [INC] de benodigde Part kiezen.<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
5. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />
waarde in.<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />
instelling oproepen.<br />
6. Herhaal de stappen 2~5 om ook de overige parameters<br />
in te stellen.<br />
7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFOR-<br />
MANCE Play-pagina.<br />
Links naast de Performance-naam ziet u nu een “*” dat<br />
u erop wijst dat er iets aan de Performance veranderd<br />
is.<br />
* Als u nu een andere Performance kiest of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitschakelt,<br />
bent u alle wijzigingen kwijt. Sla ze dus eerst op<br />
als u ze later nog eens nodig hebt (blz. 163).<br />
Palette: Parts per 8 editen<br />
Tijdens het editen van een Part kan het soms handig<br />
zijn om meteen ook de instellingen van andere Parts te<br />
zien en zo nodig bij te sturen. Dit werkt telkens voor de<br />
Parts van de momenteel geselecteerde groep (1~8,<br />
9~16, 17~24 of 25~32).<br />
1. Breng de cursor met [√] of [®] naar de Part-parameter<br />
die u wilt editen.<br />
2. Druk op [F6≈(Palette)] om te zorgen dat het display er<br />
ongeveer als volgt uitziet:<br />
* [F6≈(Palette)] verschijnt enkel op pagina’s waar de Palettefunctie<br />
beschikbaar is.<br />
3. Kies met [√][®] of PART SELECT [1/17]~[16/32] en<br />
[1-16/17-32] de Part die u wilt editen.<br />
Met [F1] kunt u telkens naar de pagina met de volgende<br />
Part-groep (1~8, 9~16, 17~24 en 25~32) gaan.<br />
4. Kies met [ß][†] een andere parameter.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de Parts<br />
Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [ß] drukt om meteen<br />
naar de bovenste parameter in het display te gaan.<br />
Met [SHIFT]+[†] springt u naar de onderste parameter in<br />
het display.<br />
5. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
waarde in.<br />
* Druk op [UNDO] om de laatste wijziging weer ongedaan te<br />
maken.<br />
6. Herhaal de stappen 2~5 om ook de overige parameters<br />
naar wens te editen.<br />
7. Druk op [F6] om de Palette-pagina weer te verlaten.<br />
Net boven de [F6]-knop verschijnt nu de naam van de<br />
laatst geselecteerde Part.<br />
Part-zones instellen<br />
PERFORMANCE Key Range-pagina<br />
([PERFORM] - [F2≈(K.Range)])<br />
F.L<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />
de geselecteerde Part gebeurt, wanneer u een noot<br />
speelt die beneden de ondergrens van de Part ligt. Hoe<br />
groter de hier ingestelde waarde, hoe geleidelijker het<br />
volume van de Part onder de ondergrens afneemt. Als<br />
de Part niet meer mag klinken, wanneer u een noot<br />
beneden de ondergrens speelt, moet u hier “0” kiezen.<br />
K.L (Part-ondergrens)<br />
(C–1~G9) Hiermee kiest u het laagste nootnummer<br />
waarmee de geselecteerde Part kan worden aangestuurd.<br />
K.U (Part-bovengrens)<br />
(C–1~G9) Hiermee kiest u het hoogste nootnummer<br />
waarmee de geselecteerde Part kan worden aangestuurd.<br />
* K.L-waarde kan nooit groter zijn dan de K.U-waarde en<br />
vice versa. Probeert u dat toch te doen, dan wordt voor<br />
beide parameters dezelfde waarde ingesteld.<br />
U.F<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />
de Part gebeurt wanneer u noten boven de K.Uwaarde<br />
speelt. Kies “0” als de Part dan niet meer te<br />
horen mag zijn. Met andere waarden zorgt u ervoor<br />
dat het volume van de geselecteerde Part vanaf de<br />
K.U-noot geleidelijk aan afneemt.<br />
Patch kiezen, volume, Pan enz.<br />
PERFORMANCE Part #1-pagina<br />
([PERFORM] - [F3≈(Part)])<br />
Patch<br />
Type<br />
(PAT/RHY) Met deze parameter bepaalt u of de Part<br />
een Patch (PAT) of Rhythm Set (RHY) moet aansturen.<br />
Per Performance gebruikt u waarschijnlijk maar een<br />
beperkt aantal Rhythm Sets (bv. 2), maar het kunnen er<br />
ook meer zijn.<br />
Group<br />
Kies hier de Group waarin de benodigde Patch/<br />
Rhythm Set zich bevindt.<br />
* Hiervoor kunt u ook de Patch Finder-functie gebruiken (zie<br />
blz. 20) of een beroep doen op de FAVORITE LIST.<br />
* De groepen XP-A~H staan enkel ter beschikking als de<br />
betreffende aansluiting een Wave Expansion Board bevat.<br />
* Patches/Rhythm Sets van een kaart kunt u enkel selecteren<br />
als u er één op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hebt aangesloten.<br />
Number<br />
Hiermee kiest u het geheugennummer van de benodigde<br />
Patch of Rhythm Set.<br />
* Hiervoor kunt u ook de Patch Finder-functie gebruiken (zie<br />
blz. 20) of een beroep doen op de FAVORITE LIST.<br />
Level & Pan<br />
Part Level<br />
Met deze parameter bepaalt u het volume van de geselecteerde<br />
Part. Gebruik deze parameter om de Parts<br />
met elkaar in balans te brengen. Hiervoor zou u<br />
gebruik kunnen/moeten maken van de Palette Editfunctie<br />
(blz. 142).<br />
Pan<br />
Met deze parameter bepaalt u de plaatsing van de<br />
geselecteerde Part in het stereobeeld. “L64” staat voor<br />
helemaal links en “63R” voor helemaal rechts. Dit is<br />
een soort “Master-parameter” die de stereopositie van<br />
de Tones/Rhythm Tones van de aangesproken Patch/<br />
Rhythm Set wijzigt. De Part is dus lang niet altijd<br />
“mono” (als de gebruikte Patch/Rhythm Set dat niet<br />
is).<br />
Tune<br />
Octave Shift<br />
(–3~+3) Met deze parameter kunt u de toonhoogte van<br />
de Part (en dus de aangesproken Patch) in octaafstappen<br />
transponeren (±3 octaven). Dit lukt ook wel voor<br />
Rhythm Sets, alleen betekent dit dan dat u andere<br />
drum-/percussieklanken aanstuurt dan normaal (de<br />
“gewone” klanken worden dus niet hoger/lager<br />
gestemd).<br />
143<br />
Referentiehandboek
5. Performances programeren<br />
Coarse<br />
(–48~+48) Hiermee kunt u de toonhoogte van de Part<br />
in stappen van halve tonen hoger of lager stemmen (±4<br />
octaven).<br />
Fine<br />
Hiermee kunt u de Part ontstemmen, wat alleen zinvol<br />
is wanneer de gebruikte Patch duidelijk vals klinkt of<br />
wanneer u dezelfde Patch aan twee Parts toewijst en<br />
nu voor een zweving wilt zorgen die het geluid vetter<br />
maakt. (±50 Cent).<br />
Bend Range<br />
(0~48/PATCH) Hiermee bepaalt u het Pitch Bendinterval<br />
van de Part. Kies hier PATCH wanneer er<br />
niets hoeft te veranderen aan het op Patch-niveau ingestelde<br />
interval. Stel een andere waarde in wanneer u de<br />
Patch binnen de Performance verder (of minder sterk)<br />
wilt buigen dan oorspronkelijk voor de Patch geprogrammeerd.<br />
Voice Reserve<br />
Met deze parameter kunt u instellen hoeveel stemmen<br />
een Pat minimaal ter beschikking moet hebben als de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op een bepaald moment meer dan 128 stemmen<br />
moet weergeven.<br />
Het totale aantal stemmen dat u over de 32 Parts kunt<br />
verdelen is 128. De “Rest”-parameter houdt u telkens<br />
op de hoogte van de stemmen die u nog kunt reserveren.<br />
Polyfonie (aantal stemmen)<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan in theorie 128 noten tegelijk weergeven.<br />
Hij is namelijk 128-stemmig polyfoon. Laten we<br />
even kijken wat dat precies betekent en wat er gebeurt<br />
wanneer de klankbron op een bepaald moment meer<br />
dan 128 stemmen moet weergeven.<br />
Rekensommetjes maken<br />
De polyfonie van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> slaat niet op het aantal<br />
noten die gelijktijdig kunnen worden gespeeld, maar<br />
op het aantal generatoren die voor de klankopwekking<br />
worden gebruikt. Per Tone van een Patch hebt u één<br />
stem nodig. En per Patch kunt u vier Tones aanspreken.<br />
Doet u dat, dan hebt u voor elke noot vier stemmen<br />
nodig. Klopt dit? Nog niet helemaal… Sommige<br />
“Waves” bevatten namlijk tot 4 golfvormen. In dat<br />
geval moet u dus per Tone evenveel stemmen voorzien<br />
als er golfvormen worden gebruikt. Het rekensommetje<br />
moet er dan ook als volgt uitzien:<br />
144<br />
Coarse en Octave<br />
U hebt waarschijnlijk meteen door dat u met<br />
“Coarse” hetzelfde resultaat kunt bereiken als met<br />
“Octave” – en dat u met “Coarse” zelfs nog een<br />
octaaf hoger kunt gaan. Maar intern gaat het wel<br />
degelijk om verschillende aspecten, die soms weliswaar<br />
hetzelfde resultaat hebben. “Octave” slaat<br />
namelijk op het klavier (d.w.z. de nootnummers).<br />
Maar “Coarse” slaat op de toonhoogte van de Part<br />
zelf – en geldt dus ook voor nootcommando’s die via<br />
MIDI worden ontvangen.<br />
(Aantal Patches) x (aantal Tones per aangesproken<br />
Patch) x (aantal golfvormen per Patch)<br />
Wanneer u bv. een Patch gebruikt die vier Tones met<br />
elk “twee-golfvorm” Waves aanspreekt, dan hebt u<br />
voor elke noot 8 stemmen (!) nodig, zelfs al hoort u telkens<br />
maar één golfvorm per “Wave”. Met name wanneer<br />
u in de Performance-mode werkt en bovendien<br />
uitbundig gebruik maakt van het Hold-pedaal kan<br />
deze som dus flink oplopen.<br />
Voorrangsregeling in de Patch-mode<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op een gegeven moment meer<br />
dan 128 stemmen zou moeten weergeven, vallen er<br />
noten weg, omdat dat niet kan. U kunt echter zelf<br />
bepalen welke noten dan verdwijnen. Dit doet u met de<br />
Priority-parameter. Zet u die op LAST, dan vallen de<br />
eerst gespeelde (en nog klinkende) noten weg om te<br />
zorgen dat er maar 128 stemmen worden gebruikt. Een<br />
andere mogelijkheid is het kiezen van LOUDEST; dit<br />
betekent dat de noten met de kleinste aanslagwaarde<br />
wegvallen (dus bv. “Ghost Notes” die omwille van een<br />
iets ongelukkige vingerzetting zijn beginnen klinken).<br />
In veruit de meeste gevallen is LAST de betere keuze.<br />
Voorrangsregeling in de Performance-mode<br />
In de Performance-mode worden er in de regel verschillende<br />
partijen tegelijk weergegeven. In geval van<br />
een conflict is het dus uiterst belangrijk om te bepalen<br />
welke noten er wel en niet mogen wegvallen. Dit doet<br />
u met de Voice Reserve-parameter. Bepalend voor<br />
welke noten er worden uitgeschakeld is de Priorityinstelling<br />
van de aangesproken Patches (zie hierboven).<br />
De Voice Reserve-parameter van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe<br />
om in te stellen hoeveel stemmen elke Part minimaal<br />
moet hebben. Voorbeeld: als u voor Part 16 “10” stemmen<br />
reserveert, dan kan hij die zelfs dan weergeven,<br />
wanneer de klankbron meer dan 128 stemmen tegelijk<br />
zou moeten weergeven en dus moet beginnen “ziften”.<br />
Voor het verdelen van het aantal stemmen dient u<br />
rekening te houden met het aantal gebruikte Tones<br />
plus de “complexiteit” van de gehanteerde golfvormen.<br />
Zie het rekensommetje hierboven.<br />
Patch-/Rhythm Set-wijzigingen<br />
binnen een Performance<br />
PERFORMANCE Part #2-pagina<br />
([PERFORM] - [F3≈(Part)])<br />
Modify<br />
Cutoff Offset<br />
(–64~+63) Met deze parameter kunt u de Cutoff-waarden<br />
van de aan de geselecteerde Part toegewezen<br />
Patch of Rhythm Set wijzigen, als de Patch/Rhythm<br />
Set binnen de Performance te dof of te fel blijkt. Hier-
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de Parts<br />
mee beïnvloedt u de “Cut”-parameter van de Patch<br />
(blz. 113) en uiteindelijk ook de filterfrequentie van de<br />
door die Patch gebruikte Tone(s).<br />
* In sommige gevallen hoort u geen verschil meer, omdat de<br />
Cutoff-frequentie van alle Tones al op de minimum-/maximumwaarde<br />
staat.<br />
Resonance Offset (Part Resonance Offset)<br />
(–64~+63) Met deze parameter kunt u de Resonancewaarde(n)<br />
van de aan de geselecteerde Part toegewezen<br />
Patch of Rhythm Set wijzigen, als de Patch/<br />
Rhythm Set binnen de Performance te nasaal –of net<br />
niet “synthetisch” genoeg– blijkt. Hiermee beïnvloedt<br />
u de “Resonance Offset”-parameter van de Patch<br />
(blz. 113) en uiteindelijk ook de Resonance-parameters<br />
van de door die Patch gebruikte Tone(s).<br />
Attack Time Offset<br />
(–64~+63) Met deze parameter kunt u de Attack (aanzet/begin)<br />
van de TVA- en TVF-Envelope (Time 1)<br />
sneller of trager maken als de toegewezen Patch/<br />
Rhythm iets te “loom” of agressief overkomt. Een<br />
gelijknamige parameter bestaat ook op Patch-niveau<br />
(blz. 113). De uiteindelijke Attack van een Patch is de<br />
optelsom van deze twee parameters plus de Time 1waarden<br />
van de aangesproken Tones.<br />
Release Offset<br />
(–64~+63) Met deze parameter kunt u de Release (het<br />
“uiteinde”) van de TVA- en TVF-Envelope (Time 4)<br />
sneller of trager maken als de toegewezen Patch/<br />
Rhythm iets te lang nazindert of te abrupt stopt. Een<br />
gelijknamige parameter bestaat ook op Patch-niveau.<br />
De uiteindelijke Release van een Patch is de optelsom<br />
van deze twee parameters plus de Time 4-waarden<br />
van de aangesproken Tones.<br />
Velocity Sens Offset<br />
(–63~+63) Hiermee kunt u de aanslaggevoeligheid<br />
(TVF Velocity V-Cutoff en TVA V-Sens) van de aan de<br />
Part toegewezen Patch/Rhythm Set veranderen. Als<br />
het volume/de klankkleur bij hard aangeslagen noten<br />
nog harder/feller moet zijn, moet u hier een positieve<br />
(+) waarde instellen. Kies een negatieve waarde (–) als<br />
u de Patch/Rhythm Set te sterk op verschillen in aanslag<br />
vindt reageren.<br />
Ook op Patch-niveau vindt u een gelijknamige parameter.<br />
De uiteindelijke aanslaggevoeligheid is de<br />
optelsom van deze twee waarden plus de aanslaggevoeligheid<br />
van de aangesproken Tones.<br />
Key Mode<br />
Mono/Poly<br />
Kies hier MONO wanneer deze Part telkens maar één<br />
noot mag weergeven. Kies POLY als hij akkoorden<br />
mag spelen. Wilt u niets aan de Patch-instelling veranderen,<br />
dan moet u hier PATCH kiezen.<br />
* Deze instelling wordt genegeerd door “RHY”-Parts (zie<br />
“Type” op blz. 143).<br />
Legato Switch<br />
Voor een monofone Part (MONO, zie hierboven) kunt<br />
u ook deze Legato-functie activeren. Deze functie<br />
houdt in dat de TVF-/TVA-Envelope bij gebonden<br />
gespeelde noten niet telkens opnieuw wordt gestart,<br />
maar gewoon doorloopt. Daarmee kunt u bv. een<br />
gitaartechniek simuleren (“Hammering-On”/“Pulling-Off”)<br />
waar telkens maar de eerste noot van een<br />
groep wordt aangeslagen.<br />
Kies ON als u deze functie wilt gebruiken, OFF als u ze<br />
niet nodig hebt en PATCH om de instelling van de<br />
aangesproken Patch over te nemen.<br />
* Deze instelling wordt genegeerd door “RHY”-Parts (zie<br />
“Type” op blz. 143).<br />
Portamento<br />
Switch<br />
Kies ON om met Portamento te werken, OFF als dat<br />
niet nodig is en PATCH om de instelling van de aangesproken<br />
Patch te hanteren.<br />
Time<br />
(0~127/PATCH) Hiermee kunt u de overgangssnelheid<br />
tussen de noten instellen. Hoe groter de waarde,<br />
hoe langer het duurt tot de toonhoogte van de nieuwe<br />
noot wordt bereikt. Kies PATCH om de instelling van<br />
de aangesproken Patch over te nemen.<br />
* Deze instelling wordt genegeerd door “RHY”-Parts (zie<br />
“Type” op blz. 143).<br />
MIDI-parameters van de Parts<br />
PERFORMANCE MIDI #1-pagina<br />
([PERFORM] - [F4≈(MIDI)])<br />
Part MIDI<br />
Receive Channel<br />
(1~16) Met deze parameter kiest u het MIDI-ontvangstkanaal<br />
van de geselecteerde Part. Als u hier hetzelfde<br />
nummer kiest als voor het “Control Channel”<br />
(blz. 175), dan worden programma- en bankkeuzecommando’s<br />
op dat kanaal gebruikt voor het kiezen<br />
van een andere Performance i.p.v. een andere Patch/<br />
Rhythm Set voor deze Part. Houd dat dus even in de<br />
gaten.<br />
Part MIDI Receive Switch<br />
MIDI Rx<br />
Met deze parameter bepaalt u of de geselecteerde Part<br />
al (ON) dan niet (OFF) MIDI-commando’s ontvangt.<br />
MIDI IN1<br />
Hiermee bepaalt u of de geselecteerde Part MIDI-commando’s<br />
ontvangt, die via de MIDI IN 1-connector binnenkomen.<br />
MIDI IN2<br />
Hiermee bepaalt u of de geselecteerde Part MIDI-commando’s<br />
ontvangt, die via de MIDI IN 2-connector binnenkomen.<br />
145<br />
Referentiehandboek
5. Performances programeren<br />
Part Mute<br />
Switch<br />
Met deze parameter kunt u de weergave van de geselecteerde<br />
Part tijdelijk uitschakelen (MUTE) en daarna<br />
weer activeren (OFF).<br />
Dit kunt u bv. gebruiken voor zgn. “Minus-One” -toepassingen,<br />
d.w.z. voor het uitschakelen van een partij<br />
die u zelf wilt spelen. Met deze Mute-parameter zet u<br />
het volume van de betreffende Part op 0 – hij blijft ze<br />
dus nog ontvangen, maar u hoort er het resultaat niet<br />
meer van. (Dit gaat wel ten koste van de polyfonie en<br />
is dus eerder als tijdelijke maatregel bedoeld.)<br />
PERFORMANCE MIDI #2 MIDI Filter-pagina<br />
([PERFORM] - [F4≈(MIDI)])<br />
MIDI Message<br />
Met de parameters op deze pagina kunt u de ontvangst<br />
van een hele reeks MIDI-commando’s uitschakelen<br />
(OFF) of toelaten (ON).<br />
Ziehier de beschikbare schakelaars:<br />
Program Change: Deze parameter slaat op de ontvangst<br />
van programmakeuze-commando’s voor het kiezen<br />
van een Patch-/Rhythm Set-geheugen.<br />
Bank Select: Dit zijn controlecommando’s (CC00 en<br />
CC32) voor het kiezen van de Group/Sound Library<br />
en bank) waarin zich een Patch bevindt. Als u niet wilt<br />
dat de bank/groep verandert, moet u hier OFF kiezen.<br />
Pitch Bend: Ontvangstschakelaar voor Pitch Bend-commando’s.<br />
Channel Pressure: Ontvangstschakelaar voor kanaal<br />
Aftertouch. Dit zijn Aftertouch-commando’s met één<br />
waarde per MIDI-kanaal.<br />
Poly Key Pressure: Ontvangstschakelaar voor polyfone<br />
Aftertouch. Dit zijn Aftertouch-commando’s die voor<br />
elke gespeelde noot apart worden verzonden.<br />
Modulation: Ontvangstschakelaar voor modulatiecommando’s<br />
(CC01).<br />
146<br />
PERFORMANCE MIDI #3 MIDI Filter-pagina<br />
([PERFORM] - [F4≈(MIDI)])<br />
MIDI Message<br />
Ziehier deel 2 van de filterbare MIDI-commando’s:<br />
Volume: Volume-commando’s (CC07).<br />
Pan: Ontvangstschakelaar voor panorama-commando’s<br />
(CC10) waarmee u de stereopositie van de<br />
Part kunt veranderen.<br />
Expression: Ontvangstschakelaar voor Expressioncommando’s<br />
(CC11) waarmee het volume van een Part<br />
tijdelijk kan worden gewijzigd. Laten we even de analogie<br />
van een mengtafel gebruiken: de Gain-regelaar<br />
van een kanaal komt overeen met het Volume-commando<br />
(CC07), terwijl de Fader van het kanaal in de<br />
MIDI-standaard “Expression” (CC11) heet. Als u<br />
Volume op “0” zet, dan hoort u de Part ook dan niet,<br />
wanneer zijn Expression-waarde op 127 staat.<br />
Hold-1: Ontvangstschakelaar voor Hold 1-commando’s<br />
(CC64) die voor het aanhouden van de<br />
gespeelde noten dienen (Sustain/demperpedaal).<br />
Phase Lock<br />
Dit is een parameter die ervoor zorgt dat alle Parts, die<br />
op hetzelfde MIDI-kanaal ontvangen, ook op hetzelfde<br />
moment klinken. Zo wordt een vreemde klankkleur<br />
vermeden die te wijten is aan lichte faseverschuivingen.<br />
Kies ON als u de Parts synchroon wilt schakelen,<br />
en OFF als dat niet nodig is.<br />
* Wanneer u hier ON kiest, wordt de timing van alle Parts,<br />
die op hetzelfde MIDI-kanaal ontvangen, gelijkgeschakeld.<br />
Dat betekent dan echter wel dat deze Parts ook een fractie<br />
van een seconde later beginnen dan normaal. In de regel<br />
werkt u dus het best met OFF, tenzij er echt sprake is van<br />
een storend effect.<br />
Velocity Curve<br />
Hiermee kiest u voor elke Part één van de vier mogelijke<br />
manieren waarop de via MIDI ontvangen aanslagwaarden<br />
worden geïnterpreteerd (en eventueel<br />
gewijzigd). Dit kan nodig zijn wanneer u een Patch<br />
met een ander klavier hebt ingespeeld en tijdens de<br />
weergave van een sequence de indruk hebt dat alle<br />
noten te luid/fel of te stil/dof zijn. Kies OFF wanneer<br />
u niets aan de binnenkomende aanslagwaarden wilt<br />
veranderen. Ziehier de curven:<br />
1 2 3 4
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere instellingen<br />
Info: kijken welke Part wat ontvangt<br />
PERFORMANCE Part Information-pagina<br />
([PERFORM] - [F6≈(Info)])<br />
Omdat er met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heel wat MIDI-informatie<br />
gemoeid is en de instellingen soms niet van de eerste<br />
keer kloppen, biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een diagnosefunctie<br />
die toelaat om te controleren welk soort commando’s<br />
de geselecteerde Part allemaal ontvangt. Zo kunt u uitmaken<br />
of de fout te wijten is aan de instellingen of het<br />
feit dat de betreffende data zelfs niet bij de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
toekomen. Ziehier de verschillende “zichtbare” MIDIcommando’s:<br />
Deze pagina is over drie schermen verdeeld. Met<br />
[F6≈(Menu)] kiest u telkens het benodigde menu:<br />
Menu 1<br />
• [F1] Mod (modulatie)<br />
• [F2] Breath (Breath Control)<br />
• [F3] Foot (Foot Controller)<br />
• [F4] Vol (Volume)<br />
• [F5] Pan (panorama)<br />
Menu 2<br />
• [F1] Exp (Expression)<br />
• [F2] Hold (Hold 1)<br />
• [F3] Bend (Pitch Bend)<br />
• [F4] Aft (Aftertouch)<br />
• [F5] Voices (aantal stemmen)<br />
Menu 3<br />
• [F1] Sys1 (System Control 1)<br />
• [F2] Sys2 (System Control 2)<br />
• [F3] Sys3 (System Control 3)<br />
• [F4] Sys4 (System Control 4)<br />
5.5 Andere instellingen<br />
• Effecten: zie “Effecten in de Performance-mode” op<br />
blz. 58.<br />
• Performance opslaan: zie blz. 163.<br />
5.6 Part Copy:<br />
parameters kopiëren<br />
In bepaalde gevallen kan het handig zijn om de instellingen<br />
van één Part als uitgangspunt voor het instellen<br />
van een andere Part te gebruiken. Ziehier hoe u daarvoor<br />
te werk moet gaan:<br />
1. Kies de Performance die u wilt editen (als u dat nog<br />
niet hebt gedaan, anders mag u zeker geen andere<br />
Performance kiezen).<br />
2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (de bijbehorende indicator<br />
moet beginnen knipperen).<br />
* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />
Druk dan nog een keer op [SYSTEM/UTILITY].<br />
3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />
4. Druk op [F2≈(Copy)].<br />
5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Type”.<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar “PART”.<br />
7. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
8. Stel de gewenste waarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />
[DEC] [INC].<br />
9. Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren.<br />
Performance Name Copy<br />
Door in stap 6 hierboven “Name” te kiezen kunt u de<br />
naam van een andere Patch naar de huidige Patch<br />
kopiëren.<br />
5.7 Patch/Rhythm Set op<br />
Performance-niveau<br />
editen<br />
Ziehier een methode die toelaat om een Patch/Rhythm<br />
Set in Performance-verband te editen. Dat is vooral<br />
belangrijk wanneer er u nog “een tikkeltje” aan wilt<br />
wijzigen c.q. de Patch/Rhythm Set wilt editen terwijl<br />
hij door de effectinstellingen van de Performance i.p.v.<br />
de Patch wordt beïnvloed. Dat kan namelijk dramatische<br />
verschillen tot gevolg hebben. Werkt u via de hier<br />
beschreven methode, dan bent u er zeker van dat uw<br />
Patch/Rhythm Set ook binnen de huidige Performance<br />
oevereind blijft.<br />
1. Selecteer de PERFORM Play-pagina.<br />
2. Kies de Part waaraan de Patch is toegewezen die u<br />
wilt editen.<br />
3. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [PERFORM] drukt.<br />
4. Druk op [PATCH] om een Patch te editen, of op<br />
[RHYTHM] om een Rhythm Set te kunnen editen.<br />
5. Edit de Patch. Deze werkwijze is identiek aan het werken<br />
in de Patch-/Rhythm Set-mode. Zie dus blz. 110<br />
of blz. 148.<br />
6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />
* Als u de Patch zo OK vindt, moet u hem opslaan (blz. 163).<br />
Kies geen andere Patch voor deze Part c.q. geen andere Performance<br />
zolang dat niet hebt gedaan.<br />
7. Druk op [PERFORM] om terug te keren naar de PER-<br />
FORM Play-pagina.<br />
147<br />
Referentiehandboek
6. Rhythm Sets programmeren<br />
6. Rhythm Sets programmeren<br />
En dan is het nu de beurt aan de Rhythm Set-parameters.<br />
Ook die kunt u tot in de puntjes editen. Zoals u zal<br />
merken, hebt u hier nog meer controle dan bv. op een<br />
XP-80 of een JV-2080.<br />
6.1 Over Rhythm Sets…<br />
Een Rhythm Set is een verzameling slagwerkklanken<br />
waarbij ieder instrument een eigen MIDI-nootnummer<br />
krijgt. De opbouw van ieder individueel instrument<br />
ziet er als volgt uit:<br />
Een Rhythm Set bevat ook weer Tones – maar veel<br />
meer dan 4. Deze Tones heten “Rhythm Tones”.<br />
• WG (Wave Generator)<br />
Hier kiest u de PCM golfvorm die de basis vormt van<br />
het geluid. Bovendien bepaalt u hier het toonhoogteverloop<br />
van die golfvorm. Aan elke Rhythm Tone<br />
kunt u maximaal vier golfvormen toewijzen.<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> beschikt over 1.083 golfvormen (blz. 242).<br />
Alle slagwerkklanken zijn gebaseerd op één van deze<br />
golfvormen.<br />
• TVF (Time Variant Filter)<br />
Hiermee wijzigt u de klankkleur van de golfvorm.<br />
• TVA (Time Variant Amplifier)<br />
Hiermee programmeert u volume- en panoramavariaties.<br />
• Envelopes<br />
Envelopes dienen om de beweging van de toonhoogte<br />
(Pitch), het filter (TVF) en het volume (TVA) te veranderen.<br />
6.2 Rhythm Tones via<br />
MIDI kiezen of niet?<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe om te bepalen of de Rhythm Tones<br />
enkel via het frontpaneel of ook via MIDI (door een<br />
toets in te drukken) kunnen worden geselecteerd. Dit<br />
doet u als volgt:<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator moet oplichten).<br />
* Als de indicator knippert, hebt u de Utility-mode geselecteerd.<br />
Druk dan nog een keer op [SYSTEM/UTILITY].<br />
2. Druk zo vaal op [F1≈(General)] tot de SYSTEM General<br />
#1-pagina verschijnt.<br />
148<br />
Rhythm Set<br />
nootnummer 98 (D7)<br />
nootnummer 97 (C#7)<br />
nootnummer 36 (C2)<br />
nootnummer 35 (B1)<br />
Rhythm Tone (Percussie-instrumentklank)<br />
3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Rhythm Edit<br />
Key”.<br />
4. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] één van de<br />
volgende twee opties:<br />
PANEL U moet de Rhythm Tone via het frontpaneel<br />
kiezen (TONE SELECT [1]~[4]).<br />
Kies deze stand wanneer u tijdens het editen<br />
via MIDI wilt “drummen”, maar niet wilt dat<br />
het display telkens de parameters voor de hierdoor<br />
gekozen Rhythm Tones afbeeldt.<br />
PNL & MIDI U kunt de benodigde Rhythm Tone zowel met<br />
TONE SELECT [1]~[4] als door het indrukken<br />
van een toets op het externe klavier selecteren.<br />
* Als u de Rhythm-instrumenten graag met de knoppen<br />
[E]~[H] kiest, terwijl u op het externe MIDI-klavier speelt,<br />
moet u hier “PANEL” kiezen.<br />
* Eventuele fouten kunt u meteen weer annuleren door op<br />
[UNDO] te drukken.<br />
5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />
Play-pagina.<br />
6.3 Common-parameters<br />
1. Kies de te editen Rhythm Set.<br />
2. Druk op [F1≈(Common)].<br />
3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter<br />
wiens waarde u wilt wijzigen.<br />
4. Stel er met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de waarde<br />
van in.<br />
* Eventuele fouten kunt u meteen weer annuleren door op<br />
[UNDO] te drukken.<br />
5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />
Play-pagina.<br />
Het sterretje * naast de Rhythm Set-naam betekent dat<br />
de Rhythm Set in het buffergeheugen niet meer overeenkomt<br />
met de opgeslagen versie. Sla de nieuwe versie<br />
eerst op alvorens een andere Rhythm Set te kiezen<br />
(blz. 163).<br />
RHYTHM Common-pagina<br />
([RHYTHM] - [F1≈(Common)])<br />
Common<br />
Name<br />
De naam van een Rhythm Set kan maximaal 12 tekens<br />
bevatten. Zie blz. 112 voor meer details.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones<br />
Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het algemene volume van<br />
de Rhythm Set. Op een mengpaneel zou je dit een<br />
“Master”- of “Group/Bus”-Fader noemen. Gebruik<br />
deze parameter enkel als correctie van het volume –<br />
dus enkel als het echt niet anders kan. Houd bovendien<br />
in de gaten dat u het volume van de Rhythm<br />
Tones apart kunt instellen – en wel met twee parameters:<br />
“Level” op blz. 154 en “Level” op blz. 150.<br />
Output Assign<br />
Met deze parameter bepaalt u naar welke uitgangen<br />
het Rhythm Set-signaal (dus van alle Rhythm Tones)<br />
wordt uitgestuurd:<br />
MFX: Het Rhythm Set-signaal wordt in stereo naar de<br />
MFX (multi-effect) gestuurd en kan dus met een passend<br />
effect worden bewerkt (bv. een alternatieve galm<br />
voor de Snare). Het MFX-signaal kan dan op zijn beurt<br />
van Chorus en Reverb worden voorzien.<br />
OUTPUT A~D: Het signaal wordt naar de OUTPUT A<br />
(MIX) of OUTPUT B (MIX) aansluitingen gestuurd<br />
(stereo) en dus niet door de MFX bewerkt.<br />
INDIV 1~8: Het signaal wordt in mono naar de gekozen<br />
INDIVIDUAL-uitgang uitgestuurd.<br />
TONE: De Rhythm Set hanteert de uitgangstoewijzing<br />
van de Rhythm Tones.<br />
Tempo<br />
Clock Source<br />
Sommige parameters werken met een tijdswaarde.<br />
Deze parameters zijn: een aantal MFX-parameters en<br />
Phrase Loops. Met “Clock Source” kiest u de bron die<br />
de tempowaarde voor het tempo levert.<br />
RHYTHM De voor “Tempo” ingestelde waarde wordt<br />
gehanteerd.<br />
SYSTEM De Rhythm Set wordt gesynchroniseerd met het<br />
systeemtempo van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of met MIDI<br />
Clock-commando’s van een externe sequencer.<br />
Tempo<br />
(20~250) Wanneer u voor “Clock Source” RHYTHM<br />
kiest, wordt de hier ingestelde tempowaarde gehanteerd.<br />
Opgelet: deze tempowaarde wordt niet naar<br />
MIDI OUT uitgestuurd.<br />
One Shot Mode<br />
Switch<br />
Hiermee zorgt u dat alle Samples, die aan een Rhythm<br />
Tone toegewezen en waarvoor de Loop-mode<br />
(blz. 153) gekozen is, samen worden afgespeeld (One<br />
Shot).<br />
* Deze functie is niet beschikbaar voor de interne golfvormen<br />
of de golfvormen op een Wave Expansion Board.<br />
* De Loop-instellingen van de Samples kunt u niet veranderen.<br />
6.4 Instellingen voor de<br />
afzonderlijke Rhythm<br />
Tones<br />
Ziehier de parameters die u voor elke Rhythm Tone<br />
apart kunt instellen en die u met de knoppen [F2]~[F5]<br />
kunt selecteren:<br />
[F2 (Key WG)]<br />
[F1≈(WG≈Prm)] Keuze van de golfvormen, FXM, Pan en<br />
stemming (blz. 150)<br />
[F2≈(Pitch)] Toonhoogte (blz. 151)<br />
[F3≈(Pch≈Env)] Pitch Envelope (blz. 151)<br />
[F4≈(V.Range)] WMT-aanslagbereik (blz. 152)<br />
[F5≈(Sample)] Sample Edit (blz. 153)<br />
[F3 (Key TVF)]<br />
[F1≈(TVF≈Prm)] Filterinstellingen (blz. 153)<br />
[F2≈(TVF≈Env)] TVF Envelope (blz. 154)<br />
[F4 (Key TVA)]<br />
[F1≈TVA≈Prm)] Volumeïnstellingen (blz. 154)<br />
[F2≈(TVA≈Env)] TVA Envelope (blz. 155)<br />
[F5 (Key Ctl)]<br />
Andere parameters (blz. 155)<br />
1. Kies de te editen Rhythm Set.<br />
2. Druk op [F2]~[F5] om de benodigde parametergroep te<br />
kiezen.<br />
In bepaalde gevallen moet u daarna met [F1]~[F4] naar<br />
de juiste display-pagina gaan.<br />
3. Kies met TONE SELECT [1]~[4] de benodigde Rhythm<br />
Tone (deze knoppen heten ook E, F, G en H).<br />
TONE SELECT [1] toets/noot die één octaaf lager is<br />
TONE SELECT [2] halve toon lager (zwarte/witte toets<br />
rechts van de huidige)<br />
TONE SELECT [3] halve toon hoger<br />
TONE SELECT [4] toets/noot die één octaaf hoger is<br />
* Als u wilt, kunt u de Rhythm Tone ook via MIDI kiezen<br />
(blz. 148).<br />
* Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [√] drukt om te zorgen<br />
dat de cursor naar het Rhythm Tone-nummer linksboven<br />
in het display springt. Vervolgens kunt u dan met de<br />
[VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde Rhythm Tone<br />
kiezen.<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
5. Stel met de [VALUE]-regelaar en [DEC] [INC] de benodigde<br />
waarde voor deze parameter in.<br />
* Met [UNDO] kunt u de laatste wijziging weer ongedaan<br />
maken.<br />
6. Herhaal de stappen 2~5 tot u alles naar wens hebt<br />
ingesteld.<br />
7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />
Play-pagina.<br />
149<br />
Referentiehandboek
6. Rhythm Sets programmeren<br />
Het sterretje * betekent dat de Rhythm Set in het buffergeheugen<br />
niet meer overeenkomt met de opgeslagen<br />
versie. Sla de nieuwe versie eerst op alvorens een<br />
andere Rhythm Set te kiezen (blz. 163).<br />
Opgelet tijdens het kiezen van een<br />
golfvorm<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hanteert twee soorten golfvormen: One-<br />
Shot en Looped. Dat heeft bepaalde consequenties<br />
voor de Envelopes en het resulterende geluid. Zelfs<br />
met een “lange” Envelope kunt u een One-Shot-golfvorm<br />
namelijk niet langer maken dan het digitale<br />
audiomateriaal ervan. Wat we hiermee bedoelen is:<br />
zelfs met de Envelope van een orgel kunt u van een<br />
korte “pats” geen “paaaaaats” maken. Zie ook blz. 120.<br />
Golfvorm, panorama en toonhoogte<br />
RHYTHM WG Parameter-pagina<br />
([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F1≈(WG≈Prm)])<br />
Rhythm Tone<br />
Name<br />
Als u wilt, kunt u aan elke Rhythm Tone een naam van<br />
maximaal 12 tekens geven. Dat is iets voor lange avonden<br />
wanneer er helemaal niets op de buis te bespeuren<br />
valt… Zie blz. 112 voor het “druk-werk”.<br />
150<br />
* Dankzij de WMT-functie laat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> toe om aan elke<br />
Rhythm Tone maximaal vier golfvormen toe te wijzen.<br />
WAVE<br />
Alvorens dieper op de volgende parameters in te gaan,<br />
willen we even het volgende kwijt: in tegenstelling tot<br />
de Tones van een Patch kunt u aan elke Rhythm Tone 4<br />
(al dan niet) stereo-golfvormen toewijzen. Dit doet u<br />
door achtereenvolgens “WMT1”, “WMT2”, WMT3”<br />
en “WMT4” te kiezen. Het volgende kunt/moet u dus<br />
eventueel maal vier doen.<br />
Group<br />
Met deze parameter kiest u de Group (Sound Library)<br />
die de benodigde golfvorm bevat. Hier hebt u drie<br />
mogelijkheden: INT (intern golfvormgeheugen), XP-<br />
A~H (golfvorm van een geïnstalleerd Wave Expansion)<br />
en SAMPLE (Samples die u van een CD-ROM of<br />
andere datadrager in het SIMM-geheugen van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hebt geladen.<br />
L, R<br />
(1~…)<br />
Met deze parameters kiest u een golfvorm van de met<br />
Group geselecteerde groep. Gaat het om een monogolfvorm,<br />
dan wordt de naam ervan in de bovenste<br />
regel afgebeeld. Bij stereo-golfvormen verschijnen er<br />
twee namen: één met een “(L)” en een tweede met een<br />
“(R)”.<br />
Als u even in het golfvormoverzicht op blz. 242 begint<br />
te neuzen, zal u merken dat er (naar het einde toe) verschillende<br />
drumklanken zijn, die weliswaar dezelfde<br />
naam hebben, maar ook een “p” (piano), “mf” (mezzoforte)<br />
enz. bevatten. Dat zijn samples met licht verschillende<br />
klankkleuren (omdat de drummer hard c.q.<br />
zacht op de betreffende trommel gemept heeft) die u<br />
achtereenvolgens (van “p” tot “ff”) aan de vier WMTgolfvormen<br />
zou kunnen toewijzen voor een bijzonder<br />
realistisch drumgeluid.<br />
* Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [F6] drukt,<br />
kunt u snel tussen “mono” en “stereo” heen en weer schakelen.<br />
Tempo Sync<br />
De zgn. “Phrase Loops” kunnen met het tempo worden<br />
gesynchroniseerd door hier ON te kiezen. Dergelijke<br />
golfvormen bestaan enkel op bepaalde printen<br />
van de SR-JV80-serie (bv. “10 BASS&DRUMS”) – en<br />
ook dan enkel wanneer u aan de geselecteerde Tone<br />
een golfvorm met een BPM-waarde hebt toegewezen.<br />
Zie ook “Phrase Loops synchroniseren met het<br />
System-tempo of een extern MIDI Clock-signaal” op<br />
blz. 186.<br />
Gain & Level<br />
Gain<br />
Deze parameter verandert het ingangsvolume van de<br />
golfvorm. Het uitgangsvolume ervan kunt u met de<br />
Level-parameter van de Rhythm Tone veranderen. De<br />
Gain-waarde wordt in dB afgebeeld. (–6, 0, +6, +12)<br />
Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van elke WMTgolfvorm<br />
van de geselecteerde Rhythm Tone. De<br />
“mix” hiervan kunt u met “Level” op blz. 154 (TVA) in<br />
z’n totaliteit ophalen of afzwakken. Verder kunt u ook<br />
het volume van de hele Rhythm Set nog bijsturen als<br />
dat nodig is (blz. 149) en met Gain (zie hierboven) het<br />
volume van de WMT-golfvormen beïnvloeden. Keuze<br />
en mogelijkheden te over dus…<br />
Pan<br />
(L64~63R)<br />
Hiermee zet u elke WMT-golfvorm op de gewenste<br />
plaats in het stereobeeld. “L64” staat voor helemaal<br />
links en “63R” voor helemaal rechts. Hoewel dit kan,<br />
lijkt het slimmer om geen al te verschillende Pan-waarden<br />
voor de verschillende WMT-golfvormen van een<br />
Rhythm Tone te programmeren.<br />
* De “Master-stereopositie” van de Rhythm Tone stelt u in<br />
met “Pan” op blz. 154.<br />
Random<br />
Met deze parameter zorgt u ervoor dat de betreffende<br />
WMT-golfvorm bij elke noot naar een andere plaats in<br />
het stereobeeld springt. Kies OFF als dat niet nodig is.<br />
Met “Random” op blz. 155 kunt u de breedte/diepte<br />
van die panorama-effect instellen.<br />
Alternate<br />
Met deze parameter zorgt u dat de WMT-golfvorm bij<br />
elke gespeelde noot telkens naar links of naar rechts<br />
springt. Waar deze sprongen beginnen, stelt u in met
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones<br />
“Alternate” op blz. 155 – en dat geldt dan voor de hele<br />
Rhythm Tone, alias de vier WMT-golfvormen. U kunt<br />
echter voor elke WMT-golfvorm apart instellen of ze al<br />
(ON) dan niet (OFF) heen en weer moet springen. De<br />
breedte/diepte van dit effect bepaalt u met “Alternate”<br />
op blz. 155.<br />
Tune<br />
Coarse<br />
(–48~+48) Met deze parameter kunt u de geselecteerde<br />
WMT-golfvorm in stappen van halve tonen hoger of<br />
lager stemmen (tot ±4 octaven). Deze waarde wordt bij<br />
“Coarse Tune” op blz. 151 opgeteld, zodat de uiteindelijke<br />
toonhoogte afhangt van de som van de twee. U<br />
kunt de toonhoogte dus enerzijds voor alle WMT-golfvormen<br />
apart en anderzijds voor de betreffende<br />
Rhythm Tone in z’n geheel instellen.<br />
Fine<br />
(–50~+50) Hiermee kunt u de WMT-golfvorm in stappen<br />
van 1 Cent (d.w.z. 1/100e van een halve toon)<br />
hoger of lager stemmen. Deze waarde wordt opgeteld<br />
bij “Fine Tune” op blz. 151.<br />
WMT FXM<br />
Ziehier de FXM-parameters van de WMT-golfvormen<br />
(jawel, voor elke WMT apart). Hiermee zorgt u voor<br />
heel speciale geluiden.<br />
Switch, Color, Depth<br />
Zie blz. 121 voor meer details over deze parameters.<br />
RHYTHM WG Pitch-pagina<br />
([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F2≈(Pitch)])<br />
Pitch-parameters<br />
Met deze parameters stelt u alles in wat met de toonhoogte<br />
van een Rhythm Tone (dus alle vier WMT-golfvormen<br />
samen) te maken heeft.<br />
Coarse Tune<br />
(–48~+48) Met deze parameter bepaalt u de toonhoogte<br />
van de Rhythm Tone. Als niet alle WMT-golfvormen<br />
dezelfde toonhoogte mogen hebben, moet u<br />
dat met “Coarse” hierboven instellen.<br />
Fine Tune<br />
Ziehier een parameter waarmee u de toonhoogte van<br />
de Rhythm Tone in stappen van 1 Cent kunt instellen<br />
(bereik: ±50 Cent). Ook deze parameter bestaat op<br />
WMT-niveau. Zie “Fine” links.<br />
Random Pitch<br />
Depth<br />
(0~1200) Met deze parameter kunt u zorgen dat de<br />
toonhoogte van deze Rhythm Tone voor elke<br />
gespeelde noot licht verschilt, wat soms voor een<br />
natuurlijkere indruk zorgt. In andere gevallen kan<br />
deze parameter echter een soort Phasing-effect veroorzaken<br />
(met name bij roffels). Kies in dat geval de<br />
waarde “0”. Ook deze waarde slaat op Cent.<br />
RHYTHM WG Pitch Envelope-pagina<br />
([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F3≈(Pch≈Env)])<br />
Pitch Envelope<br />
Met de parameters op deze pagina’s programmeert u<br />
de Pitch Envelope van de geselecteerde Rhythm Tone.<br />
Met name voor pauken en “Talking Drums” kan dit<br />
leuke effecten opleveren. In andere gevallen is het eerder<br />
een gimmick.<br />
Depth<br />
(–12~+12) Deze parameter werkt als een soort vermenigvuldigingsfactor<br />
(versterker) voor de toonhoogteverschillen<br />
die kunnen worden ingesteld met de Pitch<br />
Envelope (zie verderop). Grotere positieve waarden<br />
zorgen voor grotere toonhoogteverschillen. Negatieve<br />
waarden hebben hetzelfde effect, maar ze resulteren in<br />
een omgekeerde Pitch Envelope. Dit houdt in dat de<br />
toonhoogte daalt, wanneer een noot volgens de Pitch<br />
Envelope hoger zou moeten klinken. De waarde “0”<br />
betekent dat de Pitch Envelope geen toonhoogteverandering<br />
veroorzaakt, ongeacht de instelling van de<br />
Envelope.<br />
Time 1~4<br />
(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />
van de Pitch Envelope (Envelope van de toonhoogte)<br />
in. Met de Time-waarden bepaalt u de overgangssnelheid<br />
van de ene Level-waarde naar de volgende. Een<br />
voorbeeld: met Time 2 bepaalt u de overgangssnelheid<br />
van L1 naar L2. Hoe groter de Time-waarde, hoe trager<br />
de overgang.<br />
Level 0~4<br />
(–63~+63) Deze Level-waarden van de Pitch Envelope<br />
slaan op de toonhoogte. Wie nog met analoge synthesizers<br />
gewerkt heeft, zal hier iets aan hebben: Time 1/<br />
Level 1 beantwoorden aan “A”, Time 2/Level 2 aan<br />
“D”, Time 3/Level 3 aan “S” en Time 4/Level 4 aan<br />
“R” (Attack, Decay, Sustain, Release).<br />
Met Level 0 bepaalt u de toonhoogte die een noot bij<br />
het aanslaan heeft – dit is een wijziging van de Coarseen<br />
Fine-parameters (zie blz. 122).<br />
151<br />
Referentiehandboek
6. Rhythm Sets programmeren<br />
Velocity Sens<br />
Amount<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />
waarin de Pitch Envelope-waarden van L0, L1, L3 en<br />
L4 aanslaggevoelig zijn. Positieve waarden zorgen<br />
voor grotere variaties van de toonhoogte bij een hogere<br />
aanslagwaarde. Negatieve waarden hebben bij een<br />
hogere aanslagwaarde juist kleinere variaties tot<br />
gevolg. De waarde “0” betekent dat de Pitch Envelope<br />
niet via de aanslag kan worden beïnvloed.<br />
Time 1<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />
van de Pitch Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 1-parameter afneemt (tragere Attack)<br />
naarmate u harder aanslaat. De waarde “0” betekent<br />
dat de Time 1-waarde niet aanslaggevoelig is.<br />
Time 4<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />
van de Pitch Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />
aanslaat.<br />
RHYTHM WG WMT Vel Range-pagina<br />
([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F4≈(V.Range)])<br />
Velocity Control<br />
Switch<br />
Hiermee bepaalt u of de omschakeling tussen de vier<br />
WMT-golfvormen via de aanslag wel degelijk moet<br />
werken (ON) of niet (OFF). Als gimmick kunt u hier<br />
ook nog kiezen voor RANDOM. Dit betekent dat de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zelf uitmaakt wanneer welke WMT-golfvorm<br />
klinkt – en dat houdt dan geen verband meer met de<br />
aanslagwaarden, maar kan wel voor meer realisme<br />
zorgen.<br />
152<br />
Tijd (T2~T4)<br />
+100<br />
+50<br />
C1 C2 C3 C4 C5 C6<br />
-100<br />
C7<br />
0<br />
-50<br />
Noot<br />
L.F<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />
de geselecteerde Rhythm Tone gebeurt wanneer de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een kleinere aanslagwaarde dan V.L ontvangt.<br />
Hoe groter de hier ingestelde waarde, hoe geleidelijker<br />
de Rhythm Tone bij kleine aanslagwaarden<br />
verdwijnt. Kies “0” als de Tone bij aanslagwaarden<br />
beneden de ondergrens (V.L) niet meer te horen mag<br />
zijn.<br />
Volume<br />
1<br />
V.L<br />
V.U<br />
L.Fade-waarde U.Fade-waarde<br />
Aanslag<br />
V.L<br />
(1~UPPER) Hiermee kiest u de kleinste aanslagwaarde<br />
waarmee de geselecteerde Rhythm Tone kan worden<br />
aangestuurd.<br />
V.U<br />
(LOWER~127) Hiermee kiest u het hoogste nootnummer<br />
waarmee de geselecteerde Rhythm Tone kan worden<br />
aangestuurd.<br />
* V.L-waarde kan nooit groter zijn dan de V.U-waarde en<br />
vice versa. Probeert u dat toch te doen, dan wordt voor<br />
beide parameters dezelfde waarde ingesteld.<br />
U.F<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />
de Tone gebeurt wanneer u noten boven de V.Uwaarde<br />
speelt. Kies “0” als de Tone dan niet meer te<br />
horen mag zijn. Met andere waarden zorgt u ervoor<br />
dat het volume van de geselecteerde Tone vanaf de<br />
V.U-noot geleidelijk aan afneemt.<br />
Velocity Range<br />
Hier worden de instellingen van de vier WMT-golfvormzones<br />
grafisch afgebeeld.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones<br />
RHYTHM WG Sample-pagina<br />
([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F5≈(Sample)])<br />
Ook in de Rhythm Set-mode kunt u de Samples editen<br />
die u van een CD-ROM e.d. in het SIMM-geheugen<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hebt geladen.<br />
* Vergeet niet eerst minstens één Sample te laden.<br />
Sample<br />
Sampling Freq., Original Key, Loop, Mode<br />
Zie blz. 124.<br />
Tune<br />
(–50~50) Hiermee kunt u de lus (het gedeelte dat herhaald<br />
wordt) in stappen van een 1/100e halve toon<br />
stemmen. Voor Rhythm Tones kunt u hiermee zorgen<br />
dat een Groove precies het juiste tempo heeft (maar<br />
dan verandert ook zijn toonhoogte).<br />
Start-Fine, Loop Point Start-Fine, End-Fine<br />
Zie blz. 124.<br />
TVF (filter)<br />
([F3≈(Key≈TVF)])<br />
Met behulp van de volgende parameters maakt u de<br />
belangrijkste instellingen voor de klankkleur van de<br />
geselecteerde Tone(s).<br />
RHYTHM TVF Parameter-pagina<br />
([RHYTHM] - [F3≈(Key≈TVF)] - [F1≈(TVF≈Prm)])<br />
TVF<br />
Filter Type<br />
Hiermee kiest u het type filter. Ieder type filtert frequenties<br />
in een bepaald gebied. Hiermee kunt u de<br />
klank helderder, warmer, dunner of voller maken. Zie<br />
“Filter Type” op blz. 136 voor meer details. (OFF,<br />
LPF, HPF, PKG, LPF2, LPF3)<br />
Cutoff Freq<br />
(0~127) Hiermee kiest u de grensfrequentie van het filter.<br />
In het geval van LPF/LPF2/LPF3 bepaalt u hiermee<br />
de frequentie waarboven er wordt gefilterd. Hoe<br />
groter de waarde, hoe helderder het geluid wordt.<br />
In het geval van BPF kiest u hiermee de frequenties die<br />
worden doorgelaten, wat voor bepaalde “speciale”<br />
klanken noodzakelijk is.<br />
In het geval van HPF kiest u hiermee de waarde waaronder<br />
de frequenties worden gefilterd, wat het geluid<br />
“dunner” maakt. Voor PKG tenslotte bepaalt u met<br />
deze parameter welke frequenties er worden benadrukt<br />
(dus het tegenovergestelde van “gefilterd”).<br />
Resonance<br />
(0~127) Geeft een kenmerkend “synthesizer”-karakter<br />
aan de klank door de boventonen in het gebied rond de<br />
Cutoff-frequentie te benadrukken. Hoe hoger de<br />
waarde, des te sterker het effect. Soms wordt dit wel<br />
als effect gebruikt.<br />
LPF<br />
Niveau<br />
Groot<br />
BPF HPF PKG<br />
Frequentie<br />
Parameterwaarde<br />
Klein<br />
Cutoff<br />
Resonance Velo<br />
Sens<br />
(–63~63) Met deze parameter bepaalt u hoe sterk de<br />
Resonance-parameter via de aanslag kan worden beïnvloed.<br />
Kies een positieve waarde (+) om te zorgen dat<br />
de Resonance-waarde toeneemt naarmate u harder<br />
aanslaat. Kiest u een negatieve waarde, dan neemt de<br />
Resonance bij een harde aanslag af.<br />
Cutoff Velo<br />
Curv<br />
(FIXED/1~7) Met deze parameter kiest u de curve die<br />
voor de interpretatie van de aanslagwaarden wordt<br />
gebruikt. Kies FIXED wanneer de Cutoff-waarde van<br />
de TVF niet aanslaggevoelig hoeft te zijn.<br />
1 2 3 4 5 6 7<br />
Sens<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />
de Cutoff-waarde via de aanslag kan worden beïnvloed.<br />
Om te zorgen dat de noten bij een hardere aanslag<br />
helderder klinken dan bij een zachtere aanslag<br />
moet u een positieve (+) waarde instellen. Kies een<br />
negatieve (–) waarde om te zorgen dat het geluid bij<br />
een hardere aanslag doffer wordt.<br />
153<br />
Referentiehandboek
6. Rhythm Sets programmeren<br />
RHYTHM TVF Envelope-pagina<br />
([RHYTHM] - [F3≈(Key≈TVF)] - [F2≈(TVF≈Env)])<br />
TVF Envelope<br />
Met deze parameters kunt u letterlijk gestalte geven<br />
aan de evolutie van de Cutoff-frequentie.<br />
Depth<br />
(–63~+63) Hiermee bepaalt u de maximale wijzigingsgraad<br />
die u met de TVF Envelope kunt bereiken. Hoe<br />
groter de hier ingestelde waarde, hoe hoger de grensfrequentie.<br />
Met negatieve waarden keert u de TVF<br />
Envelope om.<br />
Time 1~4<br />
(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />
van de TVF Envelope (Envelope van het filter) in. Met<br />
de Time-waarden bepaalt u de overgangssnelheid van<br />
de ene Level-waarde naar de volgende. Een voorbeeld:<br />
met Time 2 bepaalt u de overgangssnelheid van Level<br />
1 naar Level 2. Hoe groter de Time-waarde, hoe trager<br />
de overgang.<br />
Level 0~4<br />
(0~127) “Level” staat eigenlijk voor “niveau”, maar dat<br />
neemt niet weg dat de “Level”-waarden van de TVF<br />
Envelope op de grensfrequentie (Cutoff) slaan.<br />
Opmerkelijk is dat u hier ook een waarde voor de<br />
Release (de uitsterftijd, Level 4) kunt instellen, zodat<br />
de uiteindelijke filteropening niet noodzakelijk gelijk<br />
hoeft te zijn aan de voor “Cutoff Freq” ingestelde<br />
waarde.<br />
Met Level 0 bepaalt u de grensfrequentie die een noot<br />
bij het inschakelen/aanslaan heeft. Een positieve<br />
waarde (+) betekent dat de Cutoff-waarde hoger is dan<br />
normaal, een negatieve waarde (–) betekent het tegenovergestelde.<br />
Velo Sens<br />
Amount<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />
waarin de TVF Envelope waarden Level 1~4 aanslaggevoelig<br />
zijn. Positieve waarden zorgen voor grotere<br />
variaties van de TVF Envelope bij een hardere aanslag.<br />
Negatieve waarden hebben bij een hardere aanslag<br />
juist kleinere variaties tot gevolg. Wanneer de waarde<br />
“0” is ingesteld, verandert de TVF Envelope niet, ongeacht<br />
de aanslag.<br />
Time 1<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />
van de TVF Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 1-parameter afneemt naarmate u harder<br />
aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 1waarde<br />
niet aanslaggevoelig is.<br />
154<br />
Time 4<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />
van de TVF Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />
aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 4waarde<br />
niet aanslaggevoelig is.<br />
Amount V-Crv<br />
(FIXED/1~7) Ziehier een parameter waarmee u kunt<br />
instellen op welke manier de aanslag de TVF Envelope<br />
(Level- en sommige Time-waarden) mag beïnvloeden.<br />
Kies FIXED als de Envelope niet op de aanslagwaarden<br />
mag reageren.<br />
TVA: volume en stereopositie<br />
([F4≈(Key≈TVA)])<br />
RHYTHM TVA Parameter-pagina<br />
([RHYTHM] - [F4≈(Key≈TVA)] - [F1≈(TVA≈Prm)])<br />
TVA<br />
Level<br />
(0~127) Gebruik deze parameter om de balans tussen<br />
de Rhythm Tones optimaal te regelen. Dit is een soort<br />
“Master-regelaar” voor de vier WMT-golfvormen. Het<br />
volume van de golfvormen kunt u ook apart instellen<br />
(zie “Level” op blz. 150). Het volume van de hele<br />
Rhythm Set (d.w.z. alle Rhythm Tones) daarentegen<br />
stelt u in met… ook weer “Level” op blz. 149.<br />
V-Curve<br />
(FIXED/1~7) Met deze parameter kiest u de curve die<br />
voor de interpretatie van de aanslagwaarden wordt<br />
gebruikt. Kies FIXED wanneer de TVA Envelope niet<br />
aanslaggevoelig hoeft te zijn.<br />
V-Sens<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />
waarin de TVA Envelope Level-waarden aanslaggevoelig<br />
zijn. Positieve waarden zorgen voor grotere<br />
variaties van de TVA Envelope bij een hardere aanslag.<br />
Negatieve waarden hebben bij een hardere aanslag<br />
juist kleinere variaties tot gevolg. Wanneer de waarde<br />
“0” is ingesteld, verandert de TVA Envelope niet,<br />
ongeacht de aanslag.<br />
Pan<br />
Pan<br />
(L64~63R) Ziehier een parameter die op Rhythm Tonevlak<br />
dezelfde functie heeft als de Pan-parameter van<br />
een Part (in een Performance): u verschuift er de stereopositie<br />
van alle actieve WMT-golfvormen mee. De
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones<br />
stereoplaatsing van deze laatste stelt u in met “Pan” op<br />
blz. 150. “L64” betekent helemaal links en “63R” helemaal<br />
rechts.<br />
Random<br />
(0~63) Met deze parameter kunt u zorgen dat de stereopositie<br />
voor elke noot op een willekeurige manier<br />
verandert. Hoe groter deze waarde, hoe ruimer de<br />
“sprongen” over het stereobeeld worden verdeeld.<br />
Alternate<br />
(L63~63R) Deze parameter heeft ongeveer dezelfde<br />
functie als Random. Hier gebeuren de sprongen echter<br />
op een voorspelbare manier, waarbij de ingestelde<br />
waarde (≠0) de uitgangspositie van de betreffende<br />
Tone is. Vervolgens springt de Rhythm Tone bij elke<br />
noot heen en weer tussen het linker en rechter kanaal<br />
(of vice versa). De waarde “0” betekent dat de Rhythm<br />
Tone niet alterneert tussen de twee kanalen.<br />
* Met “Alternate” op blz. 150 kunt u voor elke WMT-golfvorm<br />
apart instellen of ze al dan niet meespringt.<br />
RHYTHM TVA Envelope-pagina<br />
([RHYTHM] - [F4≈(Key≈TVA)] - [F2≈(TVA≈Env)])<br />
TVA Envelope<br />
Time 1~4<br />
(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />
van de TVA Envelope in. Met de Time-waarden<br />
bepaalt u de overgangssnelheid van de ene Levelwaarde<br />
naar de volgende. Hoe groter de Time-waarde,<br />
hoe trager de overgang.<br />
Level 1~3<br />
(0~127) Hiermee kunt u het volume eveneens beïnvloeden.<br />
De meeste percussieklanken (bv. marimba)<br />
zijn veel korter dan bv. strijkersklanken. Met deze<br />
Level-waarden stelt u afwijkingen in t.o.v. het volume<br />
(Level) van de geselecteerde Rhythm Tone.<br />
Velocity Sens<br />
Time 1<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />
van de TVA Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van Time 1 afneemt naarmate u harder aanslaat. De<br />
waarde “0” betekent dat de Time 1-waarde niet aanslaggevoelig<br />
is.<br />
Time 4<br />
(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />
van de TVA Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />
Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />
de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />
Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />
van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />
aanslaat. De waarde “0” betekent dat Time 4 niet aanslaggevoelig<br />
is.<br />
Andere parameters<br />
([F5≈(Key≈Ctl)])<br />
RHYTHM Key Control-pagina<br />
([RHYTHM] - [F5≈(Key≈Ctl)])<br />
Control<br />
Bend Range<br />
(0~48) Hiermee bepaalt u hoeveel halve tonen de toonhoogte<br />
verschuift wanneer u de BENDER-hendel helemaal<br />
naar rechts (c.q. naar links) schuift. (Deze Rangewaarde<br />
geldt zowel voor opwaartse als neerwaartse<br />
buigingen.)<br />
Mute Group<br />
(OFF/1~31) Zoals de meeste <strong>Roland</strong>-instrumenten<br />
met drumklanken, biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> verschillende<br />
“Mute Groups” waarmee u kunt zorgen dat telkens<br />
maar één instrument van de betreffende groep klinkt.<br />
Dit is met name handig voor de HiHat-klanken omdat<br />
een HiHat nooit tegelijkertijd open en gesloten kan<br />
zijn. Wanneer u hier eenzelfde nummer aan bv. de<br />
open HiHat en een andere Tone toekent (bv. de gesloten<br />
HiHat), kan telkens maar één van beide klinken. Er<br />
zijn 31 groepen. Als u deze “exclusiviteit” niet nodig<br />
hebt, moet u OFF kiezen voor de Tones die niet door<br />
andere mogen worden uitgeschakeld.<br />
Assign Type<br />
(MULTI/SINGLE) Met deze parameter bepaalt u wat<br />
er gebeurt wanneer eenzelfde Rhythm Tone meerdere<br />
keren na elkaar wordt aangestuurd. De juiste keuze<br />
zorgt voor een groter realisme.<br />
MULTI: Tijdens roffels e.d. wordt er voor elke noot<br />
een andere toongenerator gebruikt, zodat alle noten<br />
natuurlijk (volgens de golfvorm en de Envelope) uitsterven.<br />
Er worden dus geen geluiden plots uitgeschakeld.<br />
Dit is de aangewezen keuze voor cimbalen en<br />
lang nazinderende toms.<br />
SINGLE: Tijdens roffels e.d. klinkt telkens maar de<br />
noot die als laatste werd gespeeld. Met name voor cimbalen<br />
kan dit lastig zijn, omdat het geluid dan erg<br />
mechanisch (“kunstmatig”) overkomt.<br />
Envelope Mode<br />
(NO SUS/SUSTAIN) Wanneer de geselecteerde<br />
Rhythm Tone een Looped-golfvorm gebruikt, klinkt<br />
hij zo lang tot u de toetsen weer loslaat/de noten weer<br />
uitschakelt. Wilt u echter dat het geluid natuurlijk uitsterft<br />
(dus zonder Loop), dan moet u hier NO<br />
SUSTAIN kiezen.<br />
* Op One-Shot-golfvormen heeft deze parameter geen enkele<br />
invloed (dus ook niet wanneer u SUSTAIN kiest).<br />
155<br />
Referentiehandboek
6. Rhythm Sets programmeren<br />
MIDI Rx Switch<br />
Met deze parameters bepaalt u of en hoe de Rhythm<br />
Tones op bepaalde controlecommando’s reageren.<br />
Expression Sw<br />
Hier bepaalt u voor de geselecteerde Rhythm Tone of<br />
hij al (ON) dan niet (OFF) op Expression-commando’s<br />
(CC11) reageert.<br />
Hold-1 Sw<br />
Hiermee bepaalt u of de betreffende Tone op Hold 1commando’s<br />
(CC64) reageert (ON) of niet (OFF).<br />
156<br />
* Als u “Envelope Mode” (zie hierboven) op NO SUSTAIN<br />
zet, wordt de hier gemaakte keuze niet gehanteerd.<br />
Pan Mode<br />
CONTINUOUS: De stereopositie van de aangestuurde<br />
Rhythm Tone verandert meteen bij ontvangst<br />
van nieuwe Pan-commando’s (dus ook wanneer u een<br />
noot lang aanhoudt).<br />
KEY-ON: De stereopositie van de aangestuurde<br />
Rhythm Tone verandert pas wanneer u de volgende<br />
noot speelt (of dit door de sequencer e.d. laat doen).<br />
Dit laat dus niet toe om aangehouden noten heen en<br />
weer te bewegen.<br />
* Dit is geen filter. U kunt dus niet zorgen dat een Rhythm<br />
Tone helemaal geen Pan-commando’s ontvangt.<br />
6.5 Andere dingen<br />
• Effecten: Zie “Effecten in de Rhythm Set-mode” op<br />
blz. 60.<br />
• Rhythm Set opslaan: Zie blz. 163.<br />
Rhythm Tone Copy: instellingen<br />
kopiëren<br />
Ook in de Rhythm-mode kunt u instellingen van de<br />
momenteel geselecteerde of een andere Rhythm Set<br />
naar een Rhythm Tone van de Set in het buffergeheugen<br />
(degene die u net aan het editen bent) kopiëren.<br />
1. Kies de te editen Rhythm Set.<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator moet knipperen).<br />
* Als de indicator oplicht, hebt u de SYSTEM-mode geselecteerd.<br />
Druk dan nog een keer op [SYSTEM/UTILITY].<br />
2. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />
3. Druk op [F2≈(Copy)].<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Type”.<br />
5. Kies met de [VALUE]-regelaar “KEY”.<br />
6. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
7. Stel de gewenste waarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />
[DEC] [INC].<br />
8. Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren.<br />
* Met TONE SELECT [1]~[4] kunt u de te kopiëren Tone eveneens<br />
selecteren. Gebruik TONE SWITCH [1]~[4] voor het kiezen<br />
van de Tone van bestemming. Hoe deze knoppen werken<br />
komt u te weten in de tabel op blz. 149.<br />
* De te kopiëren Rhythm Tone (“Key”) kunt u ook kiezen door<br />
een toets in te drukken. (Zie ook “Rhythm Tones via MIDI<br />
kiezen of niet?” op blz. 148.) Breng de cursor echter eerst<br />
naar “Key”.<br />
Rhythm Set Name Copy<br />
Door in stap 6 hierboven “Name” te kiezen kunt u de<br />
naam van een andere Rhythm Set naar de huidige<br />
Rhythm Set kopiëren.<br />
Compare-functie<br />
Tijdens het kopiëren van Rhythm Tones kunt u<br />
gebruik maken van de Compare-functie en dus<br />
even tijdelijk de Patch aan het klavier toewijzenn<br />
waarvan u instellingen wilt kopiëren. Zo bent u er<br />
helemaal zeker van dat u wel degelijk de juiste<br />
Patch gekozen hebt. Druk dus op [F1≈(Compare)] om<br />
naar de “Rhythm Compare”-pagina te gaan. Op die<br />
pagina kunt u zelfs een andere Rhythm Set kiezen<br />
– als het tenminste om een interne gaat, want de<br />
banken XP-A~H kunt u hier niet kiezen. Speel een<br />
paar noten en druk dan weer op [F1] om naar de<br />
vorige pagina terug te keren.<br />
* Als u een Rhythm Tone in het buffergeheugen (TEMP)<br />
als bron (Source) gekozen hebt, kunt u de Comparefunctie<br />
niet gebruiken.<br />
* Houd goed in de gaten dat een Rhythm Tone na het<br />
activeren van de de Compare-functie soms iets anders<br />
klinkt dan onder normale omstandigheden.
7. Samples, golfvormen, data laden<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
7.1 Sample-data enz.<br />
van een CD-ROM laden<br />
Laten we nu kijken hoe je data van een CD-ROM (bv.<br />
van de L-CDX-serie) in het interne geheugen van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laadt.<br />
Hiervoor hebt u een SCSI-compatibele CD-ROM-drive<br />
(bv. een optionele CDR-88RW-2) en SIMMs nodig. Zie<br />
blz. 37 voor het installeren van SIMMs en “CD-ROMdrive<br />
aansluiten” op blz. 39 en volgende voor het aansluiten<br />
van de CD-ROM-drive.<br />
* Voor het laden van Sample-data hebt u een RAM-geheugen<br />
(SIMMs) van minstens 16MB nodig.<br />
* U kunt ook data van een AKAI S1000/3000 CD-ROM<br />
laden (blz. 158).<br />
Sample-Patches laden<br />
Zie hiervoor blz. 40.<br />
[F5≈(Refresh)]<br />
Druk op deze knop om het interne cache-geheugen<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te wissen. Als u bv. een Zip-drive<br />
zowel op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als op een ander apparaat aansluit,<br />
moet u op deze knop drukken alvorens opnieuw<br />
data te laden (om een “actueel” overzicht van de<br />
bestanden te krijgen).<br />
View<br />
Met [F2≈(View)] kunt u een categorie kiezen om te zorgen<br />
dat enkel nog bestanden worden afgebeeld die in<br />
deze categorie thuishoren.<br />
Kies vervolgens met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de<br />
benodigde categorie en druk op [F5≈(On/Off)]. Met<br />
[F4≈(All)] kunt u alle categorieën selecteren. Druk vervolgens<br />
op [F6≈(OK)] om de keuze van de categorie te<br />
bevestigen.<br />
* Meer details over het opvragen van de inhoudsopgave vindt<br />
u op blz. 158.<br />
Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] een Patch en druk<br />
op [F5≈(Mark)] om te zorgen dat er een “✔” naast de<br />
naam van die Patch verschijnt.<br />
Om meteen alle categorieën te markeren moet u op<br />
[F4≈(Mk≈All)] drukken. Druk er nog een tweede keer op<br />
om alle Markers (selecties) weer te wissen.<br />
Sort<br />
Met [F3≈(Sort)] kunt u de bestandsnamen bovendien<br />
rangschikken. Kies vervolgens met de [VALUE]-regelaar<br />
of [ß][†] het systeem voor de rangschikking en druk op<br />
[F6≈(OK)]:<br />
Without de volgorde waarin de bestanden worden afgebeeld<br />
komt overeen met de volgorde waarin ze<br />
werden opgeslagen.<br />
Name De bestandsnamen worden in alfabetische volgord<br />
afgebeeld.<br />
Size [ß] De bestanden worden volgens dataomvang (van<br />
klein naar groot) gerangschikt.<br />
Size [†] De bestanden worden volgens dataomvang (van<br />
groot naar klein) gerangschikt.<br />
Tijdens het laden van de data:<br />
1. Druk op [F6≈(Load)].<br />
Als u een Volume, Performances of Patches kiest,<br />
vraagt het display u nu: “Overwrite in User Group.<br />
OK?”. In dat venster ziet u ook de nummer en naam<br />
van de Patch/Performance van de User Group:<br />
Tussen haakjes: “Volumes” en “Performances” zijn<br />
concepten van de S-samplers van <strong>Roland</strong>. Volumes<br />
kunnen verschillende Performances (en dus ook Patches,<br />
Partials en Samples) bevatten. Performances kunnen<br />
verschillende Patches, Partials en Samples bevatten.<br />
Het gaat dus voornamelijk om “administratieve”<br />
groepen die echter bijzonder handig kunnen zijn.<br />
* Wilt u de data in het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
niet overschrijven, dan moet u nu op [EXIT] drukken.<br />
* Tijdens het laden van een Patch of een Performance kunt u<br />
het geheugen kiezen waar die intern terecht moet komen.<br />
2. Als u de data in het interne geheugen wilt overschijven,<br />
moet u nu op [F6≈(OK)] drukken. Om de nieuwe<br />
data naar nog vrije geheugenplaatsen te kopiëren<br />
moet u op [F5≈(NxtUsr)] drukken.<br />
* Als het User-geheugen niet meer volstaat voor het laden<br />
van nieuwe data, verschijnt de melding “User Performances<br />
(Patches) Full/Choose User location and OK to<br />
overwrite”. Druk dan op [F4≈(JmpDel)] om naar de Deletepagina<br />
te springen en wis een niet meer benodigde Patch/<br />
Performance uit het interne geheugen.<br />
Nu verschijnt er een venster waar u kunt bepalen of<br />
eventueel reeds in het interne geheugen aanwezige<br />
Samples en Partials met dezelfde naam als nieuw te<br />
laden Partials c.q. mogen worden overschreven SIMM<br />
(OK) of in vrije geheugenlocaties terecht moet komen<br />
(Append).<br />
* Druk op [EXIT] om toch geen data te laden.<br />
157<br />
Referentiehandboek
7. Samples, golfvormen, data laden<br />
158<br />
* Als het interne geheugen niet meer volstaat voor het laden<br />
van nieuwe Partials en Sample, kunt u met [F4≈(JumpDel)]<br />
naar een pagina springen waar u niet benodigde Partials en<br />
Samples kunt kiezen en vervolgens wissen.<br />
* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan intern maximaal 4.096 Partials en 8.192<br />
Samples beheren. In de praktijk wordt dit aantal waarschijnlijk<br />
nooit gehaald, omdat de geheugencapaciteit van<br />
de SIMM daar te klein voor is (een Sample van 16MB legt<br />
bv. al beslag op 16MB enz.).<br />
Na het laden van de data verschijnt de “File Selection”pagina.<br />
* Indien nodig, kunt u een geladen .WAV-, .AIF- of Samplebestand<br />
beluisteren door op de [VOLUME]-regelaar (Preview).<br />
* Tijdens het laden van een Volume, een Performance, een<br />
Patch, een Partial of Program-bestanden worden de ondergeschikte<br />
bestanden (in de zonet gegeven volgorde) eveneens<br />
geladen. Dus: als u een Performance laadt, worden (in<br />
het geval van S-data van <strong>Roland</strong>) ook de bijbehorende Patches,<br />
Partials en Samples geladen.<br />
Free Area<br />
SIMM<br />
Hier komt u te weten hoeveel MBs er intern (in de<br />
SIMM) nog vrij zijn.<br />
Disk<br />
Hier ziet u hoeveel plaats er nog op de gekozen SCSIdatadrager<br />
is.<br />
Marked<br />
Hier komt u te weten hoeveel bestanden u met Mark<br />
geselecteerd hebt en hoeveel plaats u daarvoor intern<br />
nodig hebt.<br />
Delete: Patches of Performances<br />
wissen<br />
Tijdens het laden wordt u soms gevraagd of bepaalde<br />
bestanden in het interne geheugen mogen worden<br />
overschreven. Als deze functie beschikbaar is, kunt u<br />
op [F4≈(JumpDel)] drukken om naar de UTILITY Deletepagina<br />
te gaan:<br />
1. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de eerste te wissen<br />
Patch of Performance (in het interne geheugen) en<br />
druk op [F5≈(Mark)]. Om alle Patches of Performances<br />
voor het wissen te selecteren kunt u ook op [F4(Mk≈All)]<br />
drukken. Druk daar nog eens op om de selectie van<br />
alle Patches/Performances weer te annuleren.<br />
2. Druk op [F6≈(Delete)] om de geselecteerde Patch(es)/<br />
Performance(s) te wissen.<br />
* Druk op [EXIT] om deze pagina te verlaten zonder iets te<br />
wissen.<br />
* Houd goed in de gaten dat u niet alleen Patches, maar ook<br />
de aangesproken Partials en Samples wist (tenzij deze ook<br />
door andere Patches worden gebruikt).<br />
* Met [F3≈(View)] kunt u het overzicht beperken tot een<br />
bepaalde categorie. Zie ook de vorige pagina.<br />
* Ook Partials en Samples kunt u volgens de hier beschreven<br />
procedure wissen. U moet de cursor dan echter wel naar<br />
“Type” brengen en het juiste bestandstype (Partial of Sample)<br />
kiezen.<br />
* De Delete-pagina kunt u ook oproepen door op<br />
[SYSTEM/UTILITY] (indicator moet knipperen) en vervolgens<br />
op [F4≈(Delete)] te drukken.<br />
Welke data worden er geladen?<br />
Voor de S-700-serie van <strong>Roland</strong>:<br />
: Volumes (en de bijbehorende mappen).<br />
: Slaat op Performances.<br />
: Slaat op Patches.<br />
: Slaat op Partials.<br />
: Slaat op Samples.<br />
Voor de S1000/3000 van AKAI:<br />
: Slaat op Partition-mappen.<br />
: Slaat op Volume-mappen. Deze mappen<br />
kunnen een naam naar keuze hebben. Zie het boekje bij<br />
de CD-ROM met de data die u wilt laden.<br />
* Program-bestanden worden als “Patches” geïmporteerd. In<br />
het display wordt aan de namen van dit soort bestanden de<br />
extensie “.AKP” toegevoegd. Ook de bijbehorende sampledata<br />
worden naar het interne geheugen gekopieerd. Die<br />
krijgen in het display de extensie “.AKS”.<br />
Laden van AIFF-/.WAV-data<br />
Het aantal niveaus binnen een map en de namen van<br />
de mappen verschilt van CD-ROM tot CD-ROM. Zie<br />
dus het boekje bij de betreffende CD-ROM voor meer<br />
details.<br />
Categorieën voor de S-700-data<br />
Om de zoektocht naar de benodigde data te vergemakkelijken<br />
heeft <strong>Roland</strong> indertijd een categoriesysteem<br />
ontwikkeld voor de S-700 serie. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt<br />
dit systeem eveneens. Ziehier wat de verschillende<br />
opties betekenen:<br />
• other: geen toewijzing<br />
• BEL: klokken, bel-achtige tapijten e.d.<br />
• BRS: koperblazers (synth en akoestisch)<br />
• BS: bassen<br />
• BTS: Grooves en Loops<br />
• CMB: Combinaties (met Splits en Layers)<br />
• CYM: Cimbalen<br />
• DRM: Drums<br />
• FLT: Fluiten<br />
• GTR: Gitaren<br />
• HAT: HiHats<br />
• HIT: Hits (orkest, groep e.d.)
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Sample-data enz. van een CD-ROM laden<br />
• KEY: Toetseninstrumenten (Clavinet e.d.)<br />
• KIK: Basdrums<br />
• KIT: Complete drumsets<br />
• MLT: Melodische percussie<br />
• ORC: Symfonisch orkest<br />
• ORG: orgels<br />
• PAD: Synthesizertapijten<br />
• PNO: Akoestische piano<br />
• PRC: Percussie<br />
• SAX: Saxen<br />
• SFX: Geluidseffecten<br />
• SNR: Snares<br />
• STR: Strijkers<br />
• TOM: Toms<br />
• VOX: Stemmen (solozang, koor)<br />
• WND: Houtblaasinstrumenten<br />
De CD-ROMs voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> voegen daar nog een<br />
categorie aan toe:<br />
• SVD: Instellingen voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
• AIFF: AIFF-bestanden<br />
• WAV: WAV-bestanden<br />
• AS: AKAI-Samples<br />
• AP: AKAI-Patches<br />
Sample Load<br />
Ziehier hoe u samples (golfvormdata) van een geheugenkaart<br />
(SmartMedia) in het interne geheugen van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt laden. Als u een Patch of een Performance<br />
op een geheugenkaart kiest, hoort u die maar<br />
indien u eerst de benodigde Samples in het interne<br />
geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laadt.<br />
1. Druk op [DISK] (indicator licht op).<br />
2. Druk op [F3≈(SampLd)].<br />
Nu verschijnt de vraag of de Partials en Samples in het<br />
interne geheugen mogen worden overschreven. Doe<br />
het nodige.<br />
3. Druk op [F6≈(Load)] om de data te laden.<br />
Zodra alle benodigde data geladen zijn, verschijnt de<br />
boodschap “Completed!” in het display.<br />
4. Druk nog een keer op [DISK] om terug te keren naar de<br />
vorige display-pagina.<br />
Free Area<br />
SIMM, Disk<br />
Zie blz. 158.<br />
Total<br />
Hier komt u te weten hoeveel MBs er al in het intere<br />
geheugen aanwezig zijn.<br />
Auto Load<br />
Hiermee kunt u een map () kiezen waar de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bij het inschakelen automatisch gaat kijken of<br />
er Samples inzitten. Is dat het geval, dan kunnen die<br />
geladen worden.<br />
* Als u de Auto Load-functie activeert, verschijnt na het<br />
inschakelen telkens de boodschap “Samples for automatic<br />
loading were found. Execute automatic loading?”. Druk<br />
dan op [F6≈(Yes)] om de Samples te laden, of op [EXIT] als dat<br />
niet nodig is. Deze boodschap wordt echter maar 10 seconden<br />
afgebeeld. Doet u gedurende die periode niets, dan<br />
begint de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de data automatisch te laden.<br />
1. Druk op [DISK] (indicator licht op).<br />
2. Druk op [F4≈(Auto≈Ld)].<br />
3. Druk op [F1≈(Drive)]. Het display beeldt nu het Drivevenster<br />
af.<br />
Het SCSI-nummer en de naam (“Volume Label”) van<br />
het gekozen SCSI-apparaat verschijnen eveneens in<br />
het display.<br />
4. Kies met de [VALUE]-regelaar het SCSI-nummer van de<br />
datadrager die de automatisch te laden Samples<br />
bevat.<br />
5. Druk op [F6≈(OK)].<br />
Met [F2≈(View)] kunt u de categorie van de te tonen<br />
bestanden kiezen. Zie ook blz. 157 en links.<br />
* Zolang maar de bestanden van één categorie worden afgebeeld<br />
(zie de afkorting rechtsboven in het display) wijst de<br />
boodschap “View(Filterd)” u erop dat u lang niet alle<br />
bestanden van de gekozen datadrager te zien krijgt.<br />
* U kunt de bestanden ook rangschikken door op [F3≈(Sort)] te<br />
drukken. Zie hiervoor blz. 157.<br />
6. Ga naar een Sample die automatisch geladen moet<br />
worden en druk op [F6≈(SELECT)].<br />
* Druk op [F5≈(OFF)] om deze instellingen weer te wissen.<br />
Onder “Auto Load Path” komt u te weten waar de te<br />
laden data zich precies op de datadrager bevinden.<br />
7. Druk op [DISK] om terug te keren naar de vorige<br />
pagina.<br />
Free Area<br />
SIMM, Disk, Total<br />
Zie blz. 158.<br />
Target<br />
Hier komt u de capaciteit te weten die u nodig zou hebben<br />
om alle Samples van de gekozen map te laden.<br />
159<br />
Referentiehandboek
7. Samples, golfvormen, data laden<br />
7.2 Geladen Samples<br />
voor het spelen<br />
gebruiken<br />
Patches en Performances die u van een CD-ROM laadt<br />
bevinden zich in de USER-groep. Die moet u dus selecteren<br />
om de Patches en Performances ervan te kunnen<br />
gebruiken.<br />
1. Druk op [USER] (indicator licht op).<br />
2. Druk op [PATCH] of [PERFORM] om de betreffende mode<br />
te kiezen.<br />
3. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de Patch of<br />
Performance die u wilt gebruiken. Die kunt u nu<br />
vanop het externe klavier of een sequencer aansturen.<br />
* U kunt tevens op de [VOLUME]-regelaar drukken om de<br />
geluiden te beluisteren (Preview). As u een Performance<br />
gekozen hebt, hoort u dan de Patch die aan de momenteel<br />
geselecteerde Part is toegewezen.<br />
7.3 Data van een Zipschijf<br />
laden<br />
U kunt uw Patches, Performances, Rhythm Sets,<br />
System-instellingen en Favorite List (.SVD) en geladen<br />
golfvormdata (.WAV/.AIF) ook naar Zip-disks wegschrijven<br />
(blz. 167).<br />
Deze data kunt u natuurlijk ook weer in het interne<br />
geheugen laden (de bijbehorende golfvormdata in de<br />
betreffende Sample-map worden dan automatisch in<br />
het SIMM-geheugen geladen).<br />
* Een voor Windows 98/95/3.1 of MS-DOS kunt u meteen<br />
gebruiken. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> herkent echter geen voor Mac<br />
geformatteerde Zip-schijven.<br />
1. Schakel eerst de Zip-drive en vervolgens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
in.<br />
2. Stop de Zip-schijf met de benodigde data in de drive.<br />
3. Druk op [DISK] om het Disk Menu op te roepen.<br />
4. Druk op [F1≈(Load)].<br />
5. Druk op [F1≈(Drive)] om het Drive-venster te openen.<br />
Hier worden het SCSI-nummer en de naam van de<br />
momenteel gekozen datadrager afgebeeld.<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar het SCSI-nummer van de<br />
Zip-drive.<br />
7. Druk op [F6≈(OK)] om een overzicht van de data op de<br />
Zip-schijf op te roepen.<br />
160<br />
* Namen tussen “< >” slaan op mappen. Die kunt u als<br />
zodanig niet laden.<br />
8. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de map die de te<br />
laden bestanden bevat.<br />
9. Druk op [®] om naar een overzicht van de beschikbare<br />
.SVD-bestanden te gaan.<br />
* Met [√] kunt u weer naar een hoger niveau in de hiërarchie<br />
gaan.<br />
10.Breng de cursor naar het benodigde bestand en druk<br />
op [F6≈(Select)].<br />
11.Druk op [F6≈(Load)]. Alle instellingen, die zich tijdens<br />
de opslag van dit bestand in het interne geheugen<br />
bevonden, worden nu weer geladen.<br />
* De data in het User-geheugen worden overschreven.<br />
Patches, Performances of Rhythm<br />
Sets één voor één laden<br />
Het is tevens mogelijk om maar één Patch, Performance<br />
of Rhythm Set te laden.<br />
1. Breng de cursor naar het benodigde .SVD-bestand (zie<br />
stap (10) hierboven) en druk op [®].<br />
Nu ziet u een overzicht van de Patch-, Performance- en<br />
Rhythm Set-mappen.<br />
2. Breng de cursor naar het te laden datatype en druk op<br />
[®]. Nu ziet u een overzicht van alle bestanden die u<br />
kunt laden.<br />
3. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] het eerste bestand<br />
dat u wilt laden en druk op [F5≈(Mark)] om het te selecteren<br />
(“✔”).<br />
* Om meteen alle beschikbare bestanden te selecteren, kunt u<br />
op [F4≈(Mk≈ALL)] drukken. Doet dat nog eens om alle vinkjes<br />
weer te wissen.<br />
* U kunt de bestanden ook sorteren. Zie hiervoor blz. 157.<br />
4. Druk op [F6≈(Load)].<br />
Nu verschijnt eerst de vraag of de instellingen van de<br />
User-groep mogen worden overschreven:<br />
“Overwriting to the User Group. OK?”. Bovendien<br />
verschijnt er een venster waar de nummers van de<br />
User-Patches en User-Performances verschijnen die<br />
worden gewist. Doe het nodige of druk op [EXIT] om de<br />
daarnet gekozen data toch niet te laden.<br />
* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laadt telkens maar de benodigde bestanden en<br />
golfvormen. Zo hoeft u dus niet te vrezen dat u tijdens het<br />
laden van één Patch/Performance/Rhythm Set meteen het<br />
volledige SIMM-geheugen met data vult.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Data van een geheugenkaart laden<br />
7.4 Data van een<br />
geheugenkaart laden<br />
.SVD-bestanden met Patch-, Performance, Rhythm<br />
Set- en System-data kunnen ook naar een SmartMediakaart<br />
worden weggeschreven. En natuurlijk kunt u die<br />
ook weer laden. Als die data gebruik maken van golfvormdata<br />
(Samples), dan worden die eveneens geladen.<br />
Trouwens: de data in het User-geheugen moet u<br />
absoluut naar een kaart wegschrijven, als u er later nog<br />
eens iets mee wilt doen – en wel alvorens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
uit te schakelen of nieuwe data van een kaart te laden.<br />
Anders bent u die Samples namelijk kwijt.<br />
1. Druk op [DISK].<br />
2. Druk op [F1≈(Load)].<br />
3. Druk op [F1≈(Drive)].<br />
4. Kies met de [VALUE]-regelaar “CARD”.<br />
5. Druk op [F6≈(OK)]. Nu wordt de inhoud van de kaart<br />
afgebeeld.<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar het bestandstype dat u<br />
wilt laden.<br />
7. Breng de cursor naar het benodigde .SVD-bestand en<br />
druk op [F6≈(Select)].<br />
8. Druk op [F6≈(Load)]. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laadt nu alle instellingen<br />
van het gekozen bestand.<br />
* Als het gekozen bestand ook beroep doet op Sample- en Partial-data,<br />
verschijnt eerst nog de vraag of de Samples in het<br />
SIMM-geheugen mogen worden overschreven. Druk op<br />
[F6≈(OK)] als dat mag, of op [EXIT] om de data toch niet te<br />
laden.<br />
* Als u maar bepaalde instellingen van een bestand wilt<br />
laden, zie dan “Patches, Performances of Rhythm Sets één<br />
voor één laden” op blz. 160 en “Transfer to User: data naar<br />
het interne geheugen overhevelen” op blz. 170)."<br />
* Patches, Performances en Rhythm Sets op een SmartMedia-kaart<br />
kunt u ook rechtstreeks aanspreken. U hoeft ze<br />
dus niet per se in het intere geheugen te laden… tenzij u<br />
natuurlijk graag met SysEx-data “rommelt”. Dat kan<br />
namelijk niet voor data op een kaart.<br />
7.5 Handige functies<br />
voor Samples<br />
Sample Dump)<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt teven het Sample Dump-formaat<br />
en laat dus toe om Sample-data (golfvormen) via<br />
MIDI te ontvangen of naar een ander apparaat te zenden.<br />
In dat geval worden de Samples met de Looppunten<br />
enz. overgesast. Maar opgelet: MIDI Sample<br />
Dump is iets voor lange avonden, want echt snel is het<br />
niet.<br />
* De naam en de Key Range-data wordenn niet verzonden/<br />
ontvangen. Die moet u dus opnieuw instellen.<br />
* Sample-data die via MIDI worden ontvangen krijgen op de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> automatisch de naam “MIDI******”.<br />
Samples dumpen<br />
1. Sluit het externe apparaat (sampler, computer, tweede<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>) aan op de MIDI OUT-poort van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
Zorg op het externe apparaat dat het Sample Dumpdata<br />
ontvangt (zie diens handleiding).<br />
2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] en zorg dat de indicator knippert.<br />
* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />
Druk dan nog eens op [SYSTEM/UTILITY].<br />
3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 2 te selecteren.<br />
4. Druk op [F2 (S-Dump)].<br />
5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de Sample wiens<br />
data u via MIDI wilt verzenden. Druk op [F5(Mark)] om<br />
hem te selecteren en selecteer vervolgens nog andere<br />
Samples, indien nodig. Met [F4≈(Mk≈All)] kunt u alle<br />
Samples selecteren.<br />
* Onder “Marked komt u te weten hoeveel kilobyte er moeten<br />
wordenn verzonden.<br />
6. Druk op [F6≈(Trans)] om de data te verzenden. Zolang<br />
de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> daarmee bezig is, beeldt het display de<br />
boodschap “Transmitting…” af.<br />
Sample Dumps ontvangen<br />
1. Sluit de MIDI OUT-poort van het externe apparaat op<br />
een MIDI IN-connector van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aan.<br />
2. Zie de stappen (2)~(4) hierboven.<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is nu klaar voor de ontvangst van Sample<br />
Dump-data (dat trouwens enkel op deze pagina).<br />
3. Start de overdracht van de Sample Dump op het<br />
externe apparaat (zie diens handleiding). Zodra<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de eerste data ontvangt, verschijnt de melding<br />
“Receiving....”<br />
Free Area<br />
SIMM<br />
This displays the amount of free space in the SIMM.<br />
161<br />
Referentiehandboek
7. Samples, golfvormen, data laden<br />
Emphasis in-/uitschakelen<br />
Sommige samples die u van een CD-ROM (of als Sample<br />
Dump) laadt klinken betrekkelijk dof. Anderzijds<br />
kan het ook gebeuren dat de data van een <strong>Roland</strong>-sampler<br />
net te fel lijken wanneer u ze op een andere sampler<br />
gebruikt. Precies daarom biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ook<br />
een Emphasis-parameter waarmee u doffe Samples<br />
helderder en te fell Samples doffer kunt maken (alvorens<br />
deze laatste dan via MIDI Sample Dump naar een<br />
ander apparaat te sturen):<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] en zorg dat de indicator knippert.<br />
* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />
Druk dan nog eens op [SYSTEM/UTILITY].<br />
2. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 2 te selecteren.<br />
3. Druk op [F4≈(Emphasis)].<br />
4. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de Sample waarvoor<br />
u de Emphasis-functie wilt in- of uitschakelen.<br />
Druk vervolgens op [F4≈(Mark)] om hem te selecteren.<br />
Indien nodig, kunt u nu nog andere (of met<br />
[F3≈(Mk≈All)] zelfs alle) Samples selecteren.<br />
5. Om het hoog van de gekozen Sample(s) wat op te<br />
krikken moet u op [F6≈(+Emphas)] druken. Om het hoog<br />
af te zakken moet u op [F5≈(-Emphas)] drukken.<br />
Processing<br />
Hier komt u te weten hoe lang het ophalen of afzwakken<br />
van het ultra-hoog ongeveer zal duren.<br />
Create Patch<br />
Hiermee kunt u zorgen dat er voor elke Sample in het<br />
SIMM-geheugen een Partial (met telkens één noot,<br />
namelijk “Original Key”) wordt aangemaakt die dan<br />
automatisch aan een Patch wordenn toegewezen. Om<br />
die manier beschikt u in een mum van tijd over een<br />
nieuwe Multi-Partial Patch.<br />
* Als verschillende Samples in het SIMM-geheugen dezelfde<br />
“Original Key” hanteren, wordt enkel de laatste Sample<br />
(annex Partial) in de Patch gebruikt. De hiervoor gehanteerde<br />
volgorde berust op de Sample-namen.<br />
* Zo’n nieuwe Multi-Partial Patch wrdt in het buffergeheugen<br />
(TEMP) aangemaakt. Als de buffer dus nog een niet<br />
opgeslagen 4Tone Patch bevat, slaat u die het best eerst op.<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] en zorg dat de indicator knippert.<br />
* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />
Druk dan nog eens op [SYSTEM/UTILITY].<br />
2. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 2 te selecteren.<br />
162<br />
3. Druk op [F5≈(Create)].<br />
4. Kies met de [VALUE]-regelaar en [ß][†] des Samples die<br />
deel moeten uitmaken van de Patch en bevestig uw<br />
keuze door op [F5≈(Mark)] te drukken. (Druk op<br />
[F4≈(Mk≈All)] om alle Samples te selecteren.)<br />
5. Druk op [F6≈(Create)]. Nu wordt de vraag “Creates a<br />
Patch in Temporary area. Sure?” afgebeeld.<br />
6. Druk op [F6≈(OK)] om de Patch (en de Partials) aan te<br />
maken.<br />
7. Vervolgens kunt u dan de gewenste zones voor de<br />
Partials instellen.<br />
Marked<br />
Hier komt u de totale omvang van alle geselecteerde<br />
Samples te weten.
8. Data opslaan (Save)<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
8.1 Write: instellingen in<br />
het interne geheugen<br />
opslaan<br />
Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, na een Patch, Performance of<br />
Rhythm Set gewijzigd te hebben, uitschakelt, worden<br />
uw wijzigingen weer gewist. Wilt u die dus later nog<br />
eens gebruiken, dan moet u ze in het USER-geheugen<br />
opslaan.<br />
Dit geheugen biedt plaats aan 128 Patches, 64 Performances<br />
en and 4 Rhythm Sets.<br />
* Als u met Multi-Partial Patches werkt, moet u die met<br />
Write intern opslaan en vervolgens in hun geheel (alle<br />
betrokken data in het SIMM-geheugen) naar een SmartMedia-kaart<br />
of Zip-schijf wegschrijven (blz. 164, 167).<br />
* Als u in stap 5 een bestand (.SVD) met CARD- of<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>-instellingen kiest, kunt u de data meteen naar<br />
een SmartMedia-kaart wegschrijven.<br />
1. Kies de Patch/Performance/Rhythm Set die u wilt<br />
opslaan.<br />
2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator moet knipperen).<br />
Hierdoor kiest u de UTILITY-mode.<br />
* Als de indicator oplicht, hebt u de SYSTEM-mode gekozen.<br />
Druk dan nog eens op [SYSTEM/UTILITY].<br />
3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />
4. Druk op [F1≈(Write)].<br />
5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het geheugen<br />
waar u de instellingen wilt opslaan.<br />
* Tijdens de opslag van een Patch of Rhythm Set kunt u met<br />
de Compare-functie nagaan of de Patch/Rhythm Set in het<br />
gekozen Destination-geheugen wel degelijk mag worden<br />
overschreven (blz. 163).<br />
* Om data op een kaart op te slaan (CARD) moet u een<br />
bestand van die kaart kiezen en dat dan overschrijven.<br />
Bevat de kaart nog geen bestand, dan moet u eerst de Savefunctie<br />
gebruiken (blz. 164, 167) te gebruiken. In dat geval<br />
worden alle interne instellingen naar de kaart weggeschreven.<br />
* Andere bestanden dan .SVD of data voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> worden<br />
nooit in het display afgebeeld.<br />
6. Druk op [F6≈(Execute)] om de instellingen op te slaan.<br />
Vervolgens keert de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> terug naar de Playpagina<br />
van de actieve mode.<br />
* Druk op [EXIT] als u de instellingen toch niet wilt opslaan.<br />
* Tijdens de opslag zou de boodschap “Write Protect ON”<br />
kunnen verschijnen. Als u daadwerkelijk iets wilt opslaan,<br />
moet u op [DEC] drukken om de geheugenbeveiliging uit te<br />
schakelen. Druk daarna op [F6≈(OK)] om het venster weer te<br />
sluiten. Druk tenslotte op [F6≈(Execute)] om de data op te<br />
slaan. OPGELET: Write Protect wordt enkel tijdens het<br />
inschakelen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> automatisch geactiveerd.<br />
* In stap 5 kunt u op de [VALUE]-regelaar drukken (SOUND<br />
LIST) en het geheugen van bestemming via de “Sound<br />
List” kiezen:<br />
• Met [F5≈(-10)] en [F6≈(+10)] kunt u telkens de vorige/<br />
volgende groep van 10 geheugens kiezen.<br />
• Als u een SmartMedia-kaart aangesloten hebt, moet u<br />
eerst op [F2] drukken om de Sound List op te roepen<br />
en dan met [-Bank] of [+Bank] de benodigde bank kiezen.<br />
• Druk op de [VALUE]-regelaar of [F6≈(Execute)] om de data<br />
op te slaan of op [EXIT] als u dat toch niet wilt.<br />
Compare-functie<br />
Met de Compare-functie kunt u nagaan welke Patch of<br />
Rhythm Set er zich in het gekozen geheugen van<br />
bestemming bevindt (deze functie is niet beschikbaar<br />
voor Performances). Die Patch/Rhythm Set wordt<br />
namelijk overschreven – en dus is het handig om even<br />
te controleren of u die echt niet meer nodig hebt. Druk<br />
dus op [F1≈(Compare)]:<br />
Op dexe pagina kunt u –indien nodig– nog een ander<br />
“Destination”-geheugen kiezen. Druk daarna op<br />
[F1≈(Write)] of [EXIT] om terug te keren naar de Writepagina.<br />
* Bij gebruik van Compare-functie is het mogelijk dat de<br />
Patch/Rhythm Set in het geheugen van bestemming niet<br />
precies klinkt zoals u (of <strong>Roland</strong>) hem had geprogrammeerd.<br />
Patch/Rhythm Set opslaan die u via de<br />
Performance-mode geëdit hebt<br />
Als u de instellingen van een Patch of Rhythm Set wijzigt,<br />
die deel uitmaakt van een Performance, verschijnt<br />
tijdens het opslaan van de Performance soms de volgende<br />
boodschap. Die betekent dat de betreffende<br />
Patch/Rhythm Set nog moet worden opgeslagen:<br />
• Nu krijgt u dus de kans op die Patch/Rhythm Set alsnog<br />
op te slaan. Druk dus op [F6≈(OK)] om dat te doen.<br />
Als u dat niet nodig acht, drukt u op [F5≈(PERF)] om<br />
enkel de Performance op te slaan (dat gebeurt echter<br />
niet automatisch). Veiligheidshalve moet u dat even<br />
bevestigen.<br />
163<br />
Referentiehandboek
8. Data opslaan (Save)<br />
Als u de Patch/Rhythm Set wilt opslaan, moet u als<br />
volgt te werk gaan –alvorens de Performance zelf op te<br />
slaan:<br />
1. Druk op [F3≈(Patch)] of [F4≈(Rhythm)].<br />
2. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het geheugen<br />
van bestemming (“Destination”).<br />
* Indien nodig, kunt u nu gebruik maken van de Comparefunctie<br />
(blz. 163).<br />
3. Druk op [F6≈(Execute)] om de Patch/Rhythm Set op te<br />
slaan. Het “*” verandert nu in een “–”. Als u meer dan<br />
één Patch/Rhythm Set moet opslaan, wordt voor<br />
“Source” automatisch de telkens volgende Patch/<br />
Rhythm Set afgebeeld.<br />
* U kunt de cursor ook naar “Source” brengen en de instellingen<br />
kiezen die moeten worden opgeslagen.<br />
4. Herhaal de stappen 2 en 3 tot alle gewijzigde Patches/<br />
Rhythm Sets opgeslagen zijn.<br />
Druk op [EXIT] om terig te keren naar de “Perform<br />
Write”-pagina zonder de Patch(es)/Rhythm Set(s) op<br />
te slaan.<br />
5. Druk op [F6≈(Execute)] om uiteindelijk ook de Performance<br />
zelf op te slaan.<br />
8.2 Werken met<br />
SmartMedia-kaarten<br />
([DISK] - [F2≈(SAVE)])<br />
De Patches, Performances, Rhythm Sets en Systeminstellingen<br />
in het interne geheugen kunt u ook naar<br />
een in de handel verkrijgbare geheugenkaart wehschrijven<br />
(SmartMedia 3.3/5 V). Als u dat doet, worden<br />
ook de Samples in het SIMM-geheugen mee weggeschreven.<br />
Dergelijke kaarten kunt u gebruiken voor het archiveren<br />
van de interne instellen – bv. als alle geheugens<br />
instellingen bevatten die u niet wilt verliezen, terwijl u<br />
ook nog nieuwe dingen moet programmeren.<br />
* Als de kaart al Sample-data bevat, moet u die eerst naar<br />
een andere kaart wegschrijven. Tijdens het wegschrijven<br />
van de interne geheugeninhoud worden die namelijk overschreven.<br />
* Zie ook “Alvorens SmartMedia-kaarten te gebruiken” op<br />
blz. 5.<br />
* Verwijder een kaart nooit/schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nooit uit,<br />
zolang er data naar de kaart worden weggeschreven c.q.<br />
wanneer de kaart wordt geformatterd (d.w.z. zolang de<br />
CARD-indicator knippert). Anders beschadigt u namelijk<br />
de kaart en misschien zelfs het interne geheugen.<br />
* Verwijder, indien nodig, de schrijfbeveiligings-sticker van<br />
de SmartMedia-kaart. Zolang u dat niet doet, kunt u geen<br />
data naar de kaart wegschrijven en de kaart ook niet formatteren.<br />
164<br />
Format: SmartMedia-kaart<br />
formateren<br />
Met deze functie kunt u een nieuwe of eerst op een<br />
ander apparaat gebruikte SmartMedia-kaart formateren.<br />
* Tijdens het formateren wist u alle data op de betreffende<br />
kaart. Controleer dus altijd of ze daadwerkelijk geen data<br />
meer bevat die u nog eens nodig hebt.<br />
1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />
2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />
3. Druk op [F1(Format)] en vervolgens op [F1≈(Drive)].<br />
4. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß]/[†] “CARD”.<br />
5. Druk op [F6≈(OK)].<br />
* Indien nodig, kunt u op [F4≈(V.Label)] drukken om de naam<br />
van de kaart (“Volume Label”) te veranderen.<br />
6. Druk op [F6≈(Quick)]. Nu verschijnt de vraag “Format,<br />
OK?”.<br />
7. Druk op [F6≈(OK)] om de kaart te formateren, of op<br />
[EXIT] als u dat toch niet wilt.<br />
* U kunt de kaart ook met [F5 (Full)] formateren.<br />
Save: data op een SmartMediakaart<br />
archiveren<br />
Gebruik deze functie om de complete inhoud van alle<br />
User-geheugens, het System-geheugen en de Favorite<br />
List als “bestand” naar een SmartMedia-kaart weg te<br />
schrijven. Dat bestand vormt dan een CARD-bank<br />
(A~H) waartoe u rechtstreeks toegang hebt.<br />
* Als bepaalde Patches/Rhythm Sets beroep doen op Samples<br />
in het SIMM-geheugen, dan worden die Samples eveneens<br />
gearchiveerd.<br />
* Als er veel Patches in het interne geheugen Samples<br />
gebruiken, zou het kunnen gebeuren dat de capaciteit van<br />
de SmartMedia-kaart onvoldoende is. Schrijf de data dan<br />
weg naar een Zip-schijf of een andere SCSI-datadrager.<br />
1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />
2. Druk op [F2≈(SAVE)].<br />
3. Druk op [F1≈(Drive)].<br />
4. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] “CARD”.<br />
5. Druk op [F6(OK)] en daarna op [F6≈(SAVE)].<br />
Geef een naam aan het bestand en druk op [F6≈(OK)].<br />
Voor het benoemen dient u de [VALUE]-regelaar of<br />
[√][®][ß][†] te gebruiken om het eerste teken te kiezen.<br />
Druk vervolgens op [F3] om naar de volgende positie te<br />
gaan. Met [F2] keert u terug naar een reeds ingegeven<br />
teken. Met [F4] kunt u een “_” invoegen en met [F5] wist<br />
u het door de cursor aangeduide teken.<br />
Nu verschijnt het volgende venster:
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Werken met SmartMedia-kaarten<br />
WAV + PARAMETERS: Dit betekent dat alle instellingen<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> opgeslagen worden. De Samples<br />
in het SIMM-geheugen worden bovendien als<br />
.WAV-bestanden naar de kaart weggeschreven.<br />
AIFF + PARAMETERS: Dit betekent dat alle instellingen<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> opgeslagen worden. De Samples<br />
in het SIMM-geheugen worden bovendien als AIFFbestanden<br />
naar de kaart weggeschreven.<br />
PARAMETERS ONLY: Alle instellingen –met uitzondering<br />
van de Samples in het SIMM-geheugen– worden<br />
naar de SIMM-kaart weggeschreven.<br />
* “PARAMETERS ONLY” zou u kunnen kiezen als u de<br />
eerste keer “WAV + PARAMETERS” of “AIFF + PARA-<br />
METERS” gebruikt hebt en er nu achterkomt dat de ene of<br />
andere Patch nog niet helemaal perfect was. Daarmee<br />
bespaart u namelijk heel wat tijd.<br />
6. Na het benoemen van het bestand moet u op [F5≈(Full)]<br />
of [F6≈(Quick)] drukken om de data op te slaan:<br />
Full: Alle Samples in het SIMM-geheugen worden<br />
eveneens naar de SmartMedia-kaart weggeschreven<br />
en overschrijven dus de Samples die zich eventueel al<br />
op de kaart bevonden.<br />
Quick: Enkel Samples, die zich nog niet (in die vorm)<br />
op de kaart bevinden, worden weggeschreven. Bepalend<br />
hiervoor zijn de naam en de omvang van de<br />
betreffende Samples. Afwijkingen worden beschouwd<br />
als wijzigingen en leiden er dus toe dat een dergelijke<br />
Sample wordt weggeschreven. En opgelet: als de<br />
SmartMedia-kaart Samples bevat, die zich niet in het<br />
SIMM-geheugen bevinden, dan worden die van de<br />
kaart gewist.<br />
De overige data (Patches, Performances…) worden<br />
automatisch in een bank (CARD A~H) opgeslagen die<br />
nog geen data bevat.<br />
* Druk op [EXIT] om uw instellingen toch niet te archiveren.<br />
Beheer van de data op een<br />
SmartMedia-kaart<br />
Rename: nieuwe naam voor een bestand<br />
1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />
2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />
3. Druk op [F2≈(Rename)] om naar de “Card&Disk<br />
Rename”-pagina te gaan<br />
4. Druk op [F1≈(Drive)] en kies met de [VALUE]-regelaar of<br />
[ß][†] “CARD”.<br />
5. Druk op [F6≈(OK)].<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar het bestand waarvan u<br />
de naam wilt veranderen.<br />
* Met [F2≈(View)] kunt u een categorie activeren en enkel de<br />
bestanden van de betreffende categorie bekijken (die moet u<br />
met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] selecteren).<br />
* Met [F3≈(Sort)] kunt u de bestanden ook rangschikken. Zie<br />
blz. 157.<br />
7. Druk op [F6≈(Rename)] om het “Rename”-venster te<br />
openen.<br />
8. Voer met de [VALUE]-regelaar en/of [√][®][ß][†] de<br />
nieuwe naam in. Zie blz. 164.<br />
9. Druk tenslotte op [F6≈(OK)] (of op [EXIT] als u de<br />
bestandsnaam toch niet wilt veranderen).<br />
Delete: bestand van een kaart wissen<br />
1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />
2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />
3. Druk op [F2≈(Delete)] om naar de “Card&Disk Delete”pagina<br />
te gaan.<br />
4. Druk op [F1≈(Drive)] en kies met de [VALUE]-regelaar of<br />
[ß][†] “CARD”.<br />
5. Druk op [F6≈(OK)].<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] het eerste te wissen<br />
bestand en druk op [F5≈(Mark)]. Herhaal dit voor<br />
alle benodigde bestanden. Met [F4≈(Mk≈All)] kunt u alle<br />
bestanden in één klap selecteren.<br />
* U kunt de cursor ook naar een map brengen en die dan met<br />
[√] openen. Met [®] kunt u de map dan weer sluiten.<br />
* Hoewel u ook mappen kunt markeren, worden de betreffende<br />
vinkjes meteen weer verwijderd.<br />
* Met [F2≈(View)] kunt u de bestanden volgens categorie bekijken.<br />
Zie ook blz. 157.<br />
* Met [F3≈(Sort)] kunt u de bestanden naar wens rangschikken.<br />
Zie “Sort” op blz. 157.<br />
7. Druk op [F6≈(Delete)]. Het display beeldt nu de vraag<br />
“Delete Sure?” af.<br />
8. Druk op [F6≈(OK)] om de geselecteerde bestanden te<br />
wissen of op [EXIT] als u dat toch niet wilt.<br />
* Het is niet mogelijk om individuele Patches of Performances<br />
van een .SVD-bestand te wissen.<br />
Marked<br />
Hier komt u te weten hoeveel bestanden u geselecteerd<br />
hebt en hoeveel plaats u wint wanneer u die wist.<br />
Cp/Move: bestanden kopiëren/<br />
verplaatsen<br />
1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />
2. Druk op [F1≈(Crd&Dsk)].<br />
3. Druk op [F5≈(Tool)] om naar de “Card&Disk Copy<br />
Source”-pagina te gaan.<br />
4. Druk op [F1≈(Drive)] en kies met de [VALUE]-regelaar of<br />
[ß][†] “CARD”.<br />
5. Druk op [F6≈(OK)].<br />
6. Kies de te kopiëren bestanden met de [VALUE]-regelaar<br />
of [ß][†] en selecteer ze met [F5≈(Mark)]. Met [F4≈(Mk≈All)]<br />
kunt u alle bestanden selecteren.<br />
* Met [F2≈(View)] kunt u de bestanden volgens categorie bekijken.<br />
Zie ook blz. 157.<br />
* Met [F3≈(Sort)] kunt u de bestanden naar wens rangschikken.<br />
Zie “Sort” op blz. 157.<br />
7. Druk op [F6≈(Select)] om naar de “Card&Disk Copy<br />
Destination”-pagina te gaan.<br />
* Daar komt u ook te weten hoeveel plaats er nog op de datadrager<br />
van bestemming (“Destination”) is. Zo weet u meteen<br />
of u de geselecteerde bestanden kunt kopiëren.<br />
165<br />
Referentiehandboek
8. Data opslaan (Save)<br />
8. Druk op [F1≈(Drive)] en kies met de [VALUE]-regelaar of<br />
[ß][†] de datadrager die de kopie/data na uitvoeren<br />
van dit commando moet bevatten.<br />
Met [ß][†] kunt u ook een map selecteren. Druk daarna<br />
op [®] om de map te sluiten.<br />
9. Druk op [F6≈(OK)].<br />
10.Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren, of op<br />
[F5≈(Move)] om ze te erplaatsen (zodat ze zich achteraf<br />
niet meer op de oorspronkelijke plaats bevinden.<br />
* Druk op [EXIT] als u de data toch niet wilt kopiëren/verplaatsen.<br />
* Het is niet mogelijk om afzonderlijke Patches/Performances<br />
van een .SVD-bestand te kopiëren/verplaatsen.<br />
Registration: bestanden op een kaart<br />
toewijzen aan banken<br />
1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />
2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />
3. Druk op [F5≈(Regstry)].<br />
* Gemakkelijkheidshalve ziet u hier ook, hoeveel RAM-geheugen<br />
(SIMM) u hebt en hoeveel plaats de Samples op de<br />
SmartMedia-kaart innemen.<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de bank waar u<br />
een bestand aan wilt toewijzen.<br />
5. Druk op [F1≈(List)] om naar de “Sound File List”-pagina<br />
te gaan.<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar het .SVD-bestand dat u<br />
aan de geselecteerde bank (A~H) wilt toewijzen en<br />
druk op [F6≈(OK)].<br />
* Druk op [EXIT] als u toch geen bestanden aan kaartbanken<br />
wilt toewijzen.<br />
* Als alle banken al “bezet” zijn, kunt u een niet meer benodigde<br />
toewijzing (bank) selecteren en op [F5≈(Cancel)] drukken<br />
om die toewijzing te wissen. Die bank is nu weer vrij –<br />
en daar kunt u een ander bestand aan toewijzen.<br />
Card Cpy: bestanden van één kaart naar<br />
een andere kopiëren<br />
Indien nodig, kunt u ook bestanden van één SmartMedia-kaart<br />
naar een andere kopiëren. De kaart van<br />
bestemming moet al geformateerd zijn.<br />
* Lees aandachtig de boodschappen die in het display verschijnen.<br />
Als u zich namelijk op een bepaald moment van<br />
kaart vergist, kan het gebeuren dat u die kaart beschadigt.<br />
1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />
2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />
3. Druk op [F6≈(CardCpy)].<br />
166<br />
4. Steek dus de kaart met het te kopiëren bestand in de<br />
poort en druk op [F6≈(OK)].<br />
5. Kies met de [VALUE]-regelaar het bestand dat moet<br />
worden gekopieerd en druk op [F6≈(Select)].<br />
6. Zodra de bovenstaande pagina verschijnt, moet u de<br />
kaart van bestemming in de poort steken en op<br />
[F6≈(OK)] drukken.<br />
Het display beeldt dus een lijst van de reeds op de<br />
kaart aanwezige bestanden af. Bestanden met een “+”<br />
vóór hun naam worden helemaal bovenaan de lijst<br />
afgebeeld. Het “+” symbool slaat op het bestand dat zo<br />
meteen gekopieerd wordt.<br />
* Druk op [F5≈(Name)] om de naam van het nieuwe bestand te<br />
wijzigen. Zie “Rename: nieuwe naam voor een bestand” op<br />
blz. 165. U zou echter ook een bestandsnbaam zonder “+”<br />
kunnen kiezen. Die naam wordt dan door de kopie gehanteerd,<br />
terwijl de oorspronkelijke data van dat bestand overschreven<br />
worden.<br />
Druk op [F6≈(OK)] om door te gaan met het kopiëren.<br />
7. Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren. Het display<br />
beeldt dan de volgende pagina af:<br />
* Druk op [EXIT] als u de data toch niet wilt kopiëren.<br />
8. Druk op [F6≈(Yes)] als u nu nog andere bestanden wilt<br />
kopiëren.<br />
Druk op [EXIT] als dat niet het geval is.<br />
* Met deze Copy-functie kunt u geen Sample-data kopiëren.<br />
Om die naar een andere kaart over te hevelen, moet u ze<br />
eerst in het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laden<br />
(blz. 159) en vervolgens naar de andere kaart wegschrijven<br />
(blz. 164).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Alle data naar een Zip-schijf wegschrijven<br />
8.3 Alle data naar een<br />
Zip-schijf wegschrijven<br />
([DISK] - [F2≈(SAVE)])<br />
U kunt een SCSI-compatibele Zip-drive (bv. een optionele<br />
ZIP-EXT-2S) op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aansluiten en die<br />
gebruiken voor het archiveren van de interne Patches,<br />
Performances, Rhythm Sets, System- en Favorite Listdata.<br />
In tegenstelling tot een SmartMedia-kaart kunt u<br />
de data op een Zip-schijf echter niet rechtstreeks aanspreken.<br />
* Als de interne Patches of Rhythm Sets Samples aanspreken,<br />
dan worden die eveneens naar de Zip-schijf (in een<br />
aparte map) weggeschreven.<br />
Format: Zip- of harde schijf<br />
formatteren<br />
Met deze parameter zorgt u ervoor dat een Zip- of<br />
harde schijf voor de opslag van <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>-data kan worden<br />
gebruikt. Formateert u hem niet, dan kunt u hem<br />
ook niet met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gebruiken.<br />
* Tijdens het formatteren van een Zip- of harde schijf worden<br />
alle eventueel daarop aanwezige data gewist.<br />
Voor het formatteren kunt u kiezen uit twee opties:<br />
Quick en Full. Voor een Zip-schijf zou u eerst “Quick”<br />
kunnen proberen. Als dat niet lukt, verschijnt de vraag<br />
om “Full” te gebruiken.<br />
Druk vervolgens op [F6≈(OK)] om de Zip/harde schijf te<br />
formatteren, of op [EXIT] als u dat toch niet wilt.<br />
Tips voor het formateren van een harde schijf<br />
Als de harde schijf al voor een ander apparaat werd<br />
geformatteerd, moet u even het volgende lezen:<br />
• Bevat de harde maar één partitie, dan kunt u “Quick”<br />
kiezen.<br />
• Als de harde schijf verschillende partities bevat waarvan<br />
u er maar één wilt fomateren:<br />
Kies eerst het nummer van de benodigde partitie en<br />
vervolgens “Quick”.<br />
• Als de harde schijf verschillende partities bevat, die u<br />
allemaal wilt wissen, moet u “Full” kiezen.<br />
* Sommige datadragers zijn met een schrijfbeveiliging uitgerust.<br />
Als u die met “Quick” probeert te formateren, verschijnt<br />
misschien de vraag om het eens met “Full” te proberen.<br />
Druk dan op [F6≈(OK)] om dat te doen, of op [EXIT] om<br />
die datadrager niet te formateren.<br />
* Een voor/met Windows 98/95/3.1 of MS-DOS geformatteerde<br />
datadrager hoeft u niet te formatteren. Voor een Mac<br />
geformatteerde datadragers kunt u echter niet gebruiken.<br />
* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> biedt geen functie voor het aanmaken van<br />
partities op een datadrager.<br />
1. Sluit de te formateren drive/datadrager aan en schakel<br />
eerst hem en daarna de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.<br />
1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />
2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />
3. Druk op [F1≈(Format)].<br />
4. Druk op [F1≈(Drive)].<br />
5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de datadrager of<br />
de partitie.<br />
Als u een gepartitioneerde harde schijf kiest, worden<br />
de partities op de volgende manier afgebeeld:<br />
“SCSI1:PO*******”.<br />
6. Druk op [F6≈(OK)].<br />
* Indien nodig, kunt u een naam geven aan de nieuw geformatteerde<br />
datadrager/partitie.<br />
7. Druk op [F5≈(Full)] of [F6≈(Quick)]. Het display beeldt nu<br />
de vraag “Format. OK?” af.<br />
* Als u eerst een partitie en vervolgens “Full kiest, wordt<br />
desondanks de volledige harde schijf geformateerd.<br />
8. Druk op [F6≈(OK)] om het formateren te starten.<br />
* Druk op [EXIT] om de gekozen datadrager toch niet te formatteren.<br />
9. druk op [EXIT] om naar de vroige pagina terug te keren.<br />
Data opslaan<br />
1. Druk achtereenvolgens op [DISK], [F2≈(Save)] en<br />
[F1≈(Drive)].<br />
2. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] “SCSI *: *******”.<br />
* Om de data in een bestaande map op te slaan, moet u de<br />
map met [ß][†] kiezen en de map daarna met [®] openen.<br />
3. Druk op [F6≈(OK)].<br />
4. Druk op [F6≈(SAVE)].<br />
Hier kunt u het nieuwe bestand een naam geven (zie<br />
blz. 164). Druk daarna op [F6≈(OK)].<br />
In het display verschijnt nu het volgende venster:<br />
Zie blz. 165 voor de betekenis van de drie opties.<br />
5. Druk vervolgens op [F5≈(Full)] of [F6≈(Quick)]. Zie ook<br />
blz. 165 voor de betekenis hiervan. Hier praten we<br />
echter over Zip-schijven i.p.v. martMedia-kaarten,<br />
maar het systeem werkt wel op dezelfde manier.<br />
* Druk op [EXIT] als u de data toch niet wilt opslaan.<br />
6. Druk op [DISK] om terug te keren naar de vorige<br />
pagina.<br />
Create New Folder (nieuwe map aanmaken)<br />
Ziehier wat u moet doen om op de Zip-schijf of een<br />
andere datadrager een nieuwe map aan te maken waar<br />
u de instellingen dan kunt opslaan.<br />
Maak van deze mogelijkheid gebruik als u de Patches,<br />
Performances,… en Samples (die automatisch mee<br />
worden opgeslagen) graag op eenzelfde plaats opslaat.<br />
Druk op [F2≈(New)] om het volgende venster op te roepen:<br />
167<br />
Referentiehandboek
8. Data opslaan (Save)<br />
Voer de naam van de nieuwe map in en druk op<br />
[F6≈(OK)].<br />
Free Area<br />
SIMM<br />
Hier komt u te weten hoeveel plaats er nog in het<br />
SIMM-geheugen is.<br />
Disk<br />
Hier staat vermeld hoeveel plaats er nog op de SCSIdatadrager<br />
is.<br />
Databeher op een Zip-schijf<br />
Rename: bestanden/mappen<br />
herbenoemen<br />
De werkwijze hiervoor is precies dezelfde als voor de<br />
gelijknamige functie voor SmartMedia-kaarten. Zie<br />
dus blz. 165.<br />
Delete: bestanden/mappen wissen<br />
De werkwijze hiervoor is precies dezelfde als voor de<br />
gelijknamige functie voor SmartMedia-kaarten. Zie<br />
dus blz. 165.<br />
Cp/Move: bestanden/mappen kopiëren<br />
Zie blz. 165, omdat de werkwijze precies dezelfde is.<br />
168<br />
8.4 Initialize: fabrieks- of<br />
neutrale instellingen<br />
oproepen<br />
Met de volgende functie kunt u de geselecteerde Patch,<br />
Performance, Rhythm Tone of Rhythm Set initialiseren<br />
om voor het programmeren van nieuwe instellingen<br />
vanuit een “basisuitgangspunt” te vertrekken.<br />
* Tijdens het initialiseren verandert er niets aan de inhoud<br />
van de User-geheugens. Deze functie heeft enkel betrekking<br />
op het buffergeheugen (Temporary). Om de Usergeheugens<br />
te initialiseren moet u “Factory Reset” op<br />
blz. 171 gebruiken.<br />
* Zie “INIT: GM-mode initialiseren” op blz. 183 voor het<br />
initialiseren van de GM-mode.<br />
Type<br />
Voor het initialiseren kunt u kiezen uit twee methodes.<br />
Kies altijd degene waarmee u het snelst de gewenste<br />
klank e.d. kunt programmeren.<br />
DEFAULT: Betekent dat de “neutrale” instellingen<br />
voor de Patch-, Rhythm Set- of Performance-mode<br />
worden gehanteerd. Kies deze instelling wanneer u<br />
echt alles zelf wilt programmeren.<br />
PRESET: Laadt weer de instellingen van het Usergeheugen<br />
waarvan u tijdens het editen bent vertrokken.<br />
Gaat het niet om een User-geheugen, maar om een<br />
Preset-geheugen (PR-A~G), dan verwacht u misschien<br />
dat de data van dat Preset-geheugen worden geladen.<br />
Maar dat is niet zo: in dat geval gebruikt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
namelijk de data van het User-geheugen met hetzelfde<br />
nummer. “Preset” dekt dus niet helemaal de lading.<br />
Patches/Performance initialiseren<br />
1. Kies de Patch/Performance die u wilt initialiseren.<br />
Als u de “PRESET”-optie hanteert voor het initialiseren,<br />
moet u de Patch/Performance in het USER-geheugenblok<br />
keuzen wiens instellingen naar het buffergeheugen<br />
moeten worden gekopieerd.<br />
* Als u de “DEFAULT”-optie gebruik, maakt het niet uit<br />
welke Patch/Performance u kiest.<br />
* In de Patch-mode zijn er twee Default-opties: “DEFAULT<br />
(4 TONES)“ en “DEFAULT (MULTI-PARTIAL)“. Kies<br />
de tweede als de Patch een beroep moet doen op Samples in<br />
het SIMM-geheugen.<br />
2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de indicator<br />
knippert (hij mag niet oplichten).<br />
3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />
4. Druk op [F3≈(Initialize)]. Het display beeldt nu de Initialize-pagina<br />
van de geselecteerde mode af:<br />
5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de instelling<br />
“DEFAULT” of “PRESET”.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Data Transfer: instellingen oversassen<br />
6. Druk op [F6≈(Execute)] om het buffergeheugen te initialiseren<br />
en terug te keren naar de Play-pagina van de<br />
gekozen mode.<br />
Als u “DEFAULT” gekozen hebt, heet de geselecteerde<br />
Patch c.q. Performance nu “INIT PATCH” c.q. “INIT<br />
PERFORM”.<br />
* Naast die “naam” wordt bovendien een “*” afgebeeld,<br />
omdat er iets veranderd is aan de Patch/Performance. Programmeer<br />
nu eerst de benodigde parameters en sla de<br />
Patch/Performance vervolgens op (blz. 163).<br />
Rhythm Set of Rhythm Tone<br />
initialiseren<br />
In dit geval zijn nog meer opties: u hoeft niet meteen de<br />
volledige Rhythm Set te initialiseren: u kunt ook telkens<br />
maar de Rhythm Tone initialiseren die u opnieuw<br />
wilt programmeren:<br />
1. Kies de Rhythm Set die u wilt initialiseren.<br />
Als u de “PRESET”-optie hanteert voor het initialiseren,<br />
moet u de Rhythm Set in het USER-geheugenblok<br />
keuzen wiens instellingen naar het buffergeheugen<br />
moeten worden gekopieerd.<br />
* Als u de “DEFAULT”-optie gebruik, maakt het niet uit<br />
welke Rhythm Set u kiest.<br />
2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de indicator<br />
knippert (hij mag niet oplichten).<br />
3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />
4. Druk op [F3≈(Initialize)]. Het display beeldt nu de Initialize-pagina<br />
van de Rhythm Set-mode af.<br />
5. Bepaal wat u precies wilt initialiseren:<br />
Initialiseren van een Rhythm Tone<br />
a) Druk op [F1≈(Key)].<br />
b) Breng de cursor met [ß][†] naar “Key” en kies de noot<br />
(Rhythm Tone) waarvan u de instellingen wilt initialiseren.<br />
Dit kunt u via het klavier (blz. 148) of met TONE<br />
SELECT [1]~[4] doen. Zie ook blz. 149. U kunt echter<br />
ook de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] gebruiken.<br />
Initialiseren van de hele Rhythm Set<br />
a) Druk op [F2≈(All)].<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de instelling<br />
“DEFAULT” of “PRESET”.<br />
7. Druk op [F6≈(Execute)] om het buffergeheugen te initialiseren<br />
en terug te keren naar de RHYTHM Playpagina.<br />
Als u “DEFAULT” gekozen hebt, heet de Rhythm Set<br />
nu “INIT SET”.<br />
* Naast die “naam” wordt bovendien een “*” afgebeeld,<br />
omdat er iets veranderd is aan de Rhythm Set. Programmeer<br />
nu eerst de benodigde parameters en sla de Patch/Performance<br />
vervolgens op (blz. 163).<br />
MIDI-ontvangst via MIDI IN 2<br />
Door op de INITIALIZE-pagina op [F2≈(MIDI≈IN2)] te<br />
drukken gaat u naar een pagina waar u kunt bepalen<br />
wat er met de via MIDI IN 2 ontvangen data gebeurt.<br />
Kies de instelling met de [VALUE]-regelaar en druk op<br />
[F6≈(Init)] om ze te activeren. Zie ook blz. 177.<br />
MIDI IN 2<br />
Mode<br />
GM OFF: Performances, Patches en Rhythm Sets kunnen<br />
met de via MIDI IN 1 ontvangen commando’s<br />
worden aangestuurd.<br />
GM: Roept de basisinstellingen van de GM-standaard<br />
op. De GM-klankbron (MIDI IN 2) staat los van de Performances,<br />
Patches en Rhythm Sets, zodat u beide<br />
“maps” en parametergroepen kunt gebruiken. (De<br />
Performances, Patches en Rhythm Sets moeten via<br />
MIDI IN 1 worden aangestuurd.)<br />
GM2: Roept de basisinstellingen van de GM2-standaard<br />
op. De GM-klankbron (MIDI IN 2) staat los van<br />
de Performances, Patches en Rhythm Sets, zodat u<br />
beide “maps” en parametergroepen kunt gebruiken.<br />
(De Performances, Patches en Rhythm Sets moeten via<br />
MIDI IN 1 worden aangestuurd.)<br />
8.5 Data Transfer:<br />
instellingen oversassen<br />
Data Transfer dient u te gebruiken om de instellingen<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> geheel of gedeeltelijk als zgn. “Bulk”<br />
naar een externe sequencer, een tweede <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> e.d. te<br />
zenden.<br />
Data via MIDI archiveren<br />
U kunt de benodigde instellingen ook via MIDI naar<br />
bv. een tweede <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of een externe sequencer zenden<br />
en daar dan archiveren (eventueel zelfs in de<br />
sequence zelf). Dit wordt ook wel “Bulk Dump”<br />
genoemd.<br />
De benodigde display-pagina ziet er als volgt uit:<br />
Source<br />
Kies hier welke data er moeten worden verzonden. De<br />
mogelijkheden vindt u verderop. Om bv. de Patches<br />
001~020 van de USER-groep door te seinen, moet u<br />
hier “PATCH USER: 001–020” kiezen.<br />
169<br />
Referentiehandboek
8. Data opslaan (Save)<br />
170<br />
Opties:<br />
Type Block<br />
ALL USER TEMP<br />
PERFORM USER 01–64<br />
TEMP<br />
CTRL<br />
–PATCH *1<br />
+PATCH *2<br />
PATCH USER 001~128<br />
TEMP<br />
RHYTHM USER 001~004<br />
TEMP<br />
SYSTEM USER<br />
* 1 Performance in het Temp-geheugen<br />
* 2 Performance plus de instellingen van de toegewezen Patches<br />
en Rhythm Sets.<br />
* “ALL” betekent dat alle Patches, Performances en Rhythm<br />
Sets van het USER- of TEMP-geheugenblok verzonden<br />
worden. TEMP slaat op het buffergeheugen.<br />
* CTRL betekent dat enkel het adres (programma- en bankkeuze)<br />
van de Performance plus de Volume- (CC07) en<br />
Pan-commando’s (CC10) van de Parts worden doorgeseind<br />
wier Rx-parameter op ON staat. (Dus geen SysExdata!)<br />
* De instellingen van de GM-mode kunt u hiermee niet doorseinen.<br />
Destination<br />
Sluit de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als volgt op de externe ontvanger<br />
(sequencer, tweede <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>) aan:<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />
indicator knippert (hij mag niet oplichten).<br />
2. Kies met [F6≈(Menu)] Menu 2.<br />
3. Druk op [F2≈(Xfer)].<br />
4. Druk op [F1≈(to≈MIDI)].<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Sequencer enz.<br />
MIDI OUT<br />
MIDI IN<br />
5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />
instellingen.<br />
7. Druk op [F6≈(Trans)] om de overdracht te starten. (Of op<br />
[EXIT] als u de data toch niet wilt doorseinen).<br />
Transfer to User: data naar het interne<br />
geheugen overhevelen<br />
De “Transfer To User”-functie is bijzonder flexibel,<br />
zoals u zo meteen zal zien. Hiermee kunt u namelijk<br />
data van een SmartMedia-kaart, SCSI-datadrager,<br />
Wave Expansion Board of een Preset-geheugen naar<br />
het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kopiëren. Meer<br />
details hierover vindt u verderop. Maar opgelet: de<br />
meeste van deze opties betekenen dat u alle of bepaalde instellingen<br />
in de User-geheugens overschrijft. Het is dan ook<br />
van groot belang dat u de data in het interne geheugen<br />
eerst via MIDI archiveert of naar een kaart wegschrijft<br />
alvorens met “Transfer To User” te werken – als u de<br />
momenteel in het interne geheugen aanwezige data<br />
tenminste later nog eens nodig hebt.<br />
U kunt zelf kiezen welke data er precies moeten worden<br />
gekopieerd. In tegenstelling tot oudere <strong>Roland</strong>modellen<br />
(bv de JV-80/880) hoeft u bv. de Patches van<br />
een Wave Expansion Board niet meer als blokken/<br />
groepen te kopiëren. Instellingen zoals “PATCH PR-<br />
A:001-001” (kopieer Patch 001 van de Preset-bank “A”)<br />
zijn dus zonder meer mogelijk.<br />
Als de gekozen data te groot zijn voor het interne<br />
geheugen (zo passen bv. niet alle Patches van een<br />
Wave Expansion Board in het interne geheugen),<br />
wordt er zoveel mogelijk gekopieerd – maar het gaat<br />
dan wel maar om een gedeeltelijke groep van data.<br />
Ziehier een voorbeeld: “Type”= PATCH, “Block”= PR-<br />
A:001–005, “Destination”= User: 127 (kopieer de Patches<br />
1~5 naar het User-geheugen, te beginnen bij Patch<br />
127). Dit lukt dus maar gedeeltelijk, omdat er nog maar<br />
twee geheugens overblijven: 127 en 128.<br />
Ziehier de verschillende opties:<br />
Type Block<br />
ALL PR-A, B *1<br />
PERFORM USER 01–64 *2<br />
PR-A, B 01–32 *1<br />
CARD ** *3<br />
PATCH USER 001–128 *2<br />
PR-A–G 001–128 *3<br />
XP-A–H 001–*** *4<br />
CARD ** *3<br />
RHYTHM USER 001–004 *2<br />
PR-A–G 001–002 *3<br />
XP-A–H 001–*** *5<br />
CARD **<br />
SYSTEM Card ** *6<br />
F-LIST Card ** *6<br />
* 1 Enkel PR-A en B bevatten Performances. Hier kunt u<br />
niets kiezen.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Protect: geheugenbeveiliging<br />
* 2 Binnen het User-geheugen worden de data “en bloc” verschoven.<br />
De betreffende Performances, Patches of Rhythm<br />
Sets in de geheugens van bestemming worden overschreven.<br />
* 3 De data van PR-H zijn GM-data die niet kunnen worden<br />
gekopieerd.<br />
* 4 aar gelang het gekozen (en geïnstalleerde) Wave Expansion<br />
Board.<br />
* 4 Depends on the Wave Expansion Board installed<br />
* 5 Kies eerst het bestandsnummer en stel vervolgens de<br />
geheugens in die moeten worden overgeheveld naar het<br />
User-geheugen.<br />
* 6 Kies het bestandsnummer (elk bestand bevat maar één<br />
dergelijk “geheugen”).<br />
Destination<br />
Hiermee kiest u het (eerste) USER-geheugen van<br />
bestemming. Voor “ALL”, “SYSTEM” of “F-LIST” is<br />
deze parameter niet beschikbaar.<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />
indicator knippert (hij mag niet oplichten).<br />
2. Kies met [F6≈(Menu)] Menu 2.<br />
3. Druk op [F2≈(Xfer)].<br />
4. Druk op [F1≈(to≈USER)].<br />
5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />
instellingen.<br />
7. Druk op [F6≈(Trans)] om de overdracht te starten. (Of op<br />
[EXIT] als u de data toch niet naar het interne USERgeheugen<br />
wilt overhevelen).<br />
8.6 Protect:<br />
geheugenbeveiliging<br />
Ziehier een “grendelfunctie” waarmee u het interne<br />
geheugen kunt beveiligen tegen onvoorziene ingrepen<br />
van “collega’s” die van uw afwezigheid profiteren, of<br />
een sequencer. Zo bent u er zeker van dat uw Patches,<br />
Performances, Rhythm Sets e.d. niet veranderen<br />
zolang u dat niet zelf wilt.<br />
Internal<br />
De “Internal”-functie beveiligt het interne geheugen<br />
en maakt het opslaan van data nagenoeg onmogelijk.<br />
Deze functie wordt automatisch geactiveerd wanneer<br />
u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> inschakelt. We zeiden daarnet “nagenoeg”,<br />
omdat u telkens de kans krijgt om de beveiliging<br />
tijdelijk uit te schakelen zodra het display de<br />
waarschuwing afbeeldt. (Daarvoor moet u gewoon<br />
zorgen dat ON verandert in OFF.)<br />
Exclusive<br />
Met het Exclusive-filter kunt u zorgen (OFF) of voorkomen<br />
(ON) dat de instellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> veranderen<br />
wanneer hij via MIDI SysEx-data ontvangt.<br />
Sommige SysEx-data gaan naar het TEMP-geheugen<br />
en overschrijven in eerste instantie dus geen opgeslagen<br />
instellingen. Heuse datablokken (“Bulks”) daarentegen<br />
worden rechtstreeks naar de betreffende interne<br />
geheugens gestuurd en zouden dus wel eens waardevol<br />
materiaal kunnen doen verdwijnen. Daarom laat u<br />
deze schakelaar in de regel het best op ON staan. Maar<br />
vergeet niet dat hij bestaat, want anders vraagt u zich<br />
op een bepaald moment misschien af waarom de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hoegenaamd geen SysEx aanvaardt.<br />
* De “Internal”-instelling is geen “Master-schakelaar” voor<br />
deze “Exclusive”-parameter. U moet dus beide apart instellen.<br />
M.a.w. SysEx-data kunnen ook worden ontvangen<br />
(met alle nefaste gevolgen van dien), als u “Internal” op<br />
ON gezet hebt.<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />
indicator knippert (hij mag niet oplichten).<br />
2. Kies met [F6≈(Menu)] Menu 1.<br />
3. Druk op [F5≈(Protect)] om naar de “User Memory Protect”-pagina<br />
te gaan.<br />
4. Breng de cursor met [√][®] naar de parameter die u wilt<br />
instellen.<br />
5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodide<br />
optie.<br />
6. Druk zo vaak op [EXIT] tot u weer op de oorspronkelijke<br />
Play-pagina belandt.<br />
8.7 Factory Reset<br />
Ziehier wat u moet doen om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n geheel<br />
te initialiseren en te zorgen dat hij weer precies<br />
dezelfde instellingen bevat als bij levering. Hebt u zelf<br />
al dingen geprogrammeerd, dan slaat u die het best<br />
eerst via MIDI (blz. 169) of op een SmartMedia-kaart/<br />
SCSI-datadrager (blz. 164, 167) op. Zo voorkomt u<br />
pijnlijke vergissingen…<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />
indicator knippert (hij mag niet oplichten).<br />
2. Kies met [F6≈(Menu)] Menu 3.<br />
3. Druk op [F5≈(Factory)].<br />
4. Druk op [F6≈(Execute)] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> volledig te initialiseren<br />
(of op [EXIT] als u dat toch niet wilt).<br />
Zodra dit commando uitgevoerd is, keer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
terug naar de PATCH PLay-pagina.<br />
* Als nu de boodschap “Write Protect ON” verschijnt, moet<br />
u op [DEC] drukken om “OFF” te kiezen. Druk daarna op<br />
[F6≈(OK)] om het venster weer te sluiten en vervolgens nog<br />
een keer op [F6≈(Factory)] once more to execute the Factory<br />
Reset.<br />
171<br />
Referentiehandboek
8. Data opslaan (Save)<br />
8.8 Patches/Rhythm Sets<br />
aan de Favorite List<br />
toewijzen<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe om alle regelmatig benodigde Patches/Rhythm<br />
Sets te verzamelen in en zgn. “Favorite<br />
List”. Dit vereenvoudigt de keuze van dergelijke<br />
geheugens aanzienlijk. Het leuke aan deze functie is<br />
dat het niet uitmaakt waar de Patches/Rhythm Sets<br />
zich bevinden: in het interne geheugen van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, op een SmartMedia-kaart of op een Wave<br />
Expansion Board. Deze lijst kan tot 64 Patches bevatten.<br />
* U kunt ook Rhythm Sets aan de Favorite List toewijzen.<br />
1. Kies op de PATCH Play-pagina de Patch die u in de<br />
Favorite List wilt opnemen.<br />
2. Druk op de [VALUE]-regelaar om het Sound List-venster<br />
te openen.<br />
* Als nu SOUND LIST in het display verschijnt, moet u op<br />
[F2≈(Favorit)] drukken.<br />
3. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het Favoritegeheugen<br />
waaraan u de Patch wilt toewijzen. Bij levering<br />
bevat deze lijst geen toewijzingen.<br />
* U kunt op de [VOLUME]-regelaar drukken om de gekozen<br />
Patch even te beluisteren (Preview).<br />
4. Druk op [F3≈(Register)] om de toewijzing te bevestigen.<br />
Druk op [EXIT] als u zich bedacht hebt.<br />
* Om een eerder gemaakte toewijzing weer te wissen moet u<br />
het betreffende Favorite-geheugennummer kiezen en op<br />
[F4≈(Remove)] drukken.<br />
5. Druk op [EXIT] of de [VALUE]-regelaar om terug te keren<br />
naar de PATCH Play-pagina.<br />
Snellere toewijzing via de PATCH/RHYTHM<br />
PLAY-pagina<br />
Wanneer u op de PLay-pagina op [SHIFT] drukt, verschijnt<br />
het volgende venster:<br />
Druk op [F6≈(Register)] om de momenteel geselecteerde<br />
Patch/Rhythm Set aan het laagste Favorite-nummer<br />
toe te kennen dat nog niet toegewezen is (dit werkt<br />
enkel als er nog minstens één vrij Favorite-geheugen<br />
is).<br />
172
9. System-mode<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat tevens een aantal parameters die voor<br />
het instrument in z’n geheel gelden. Hier vindt u dingen<br />
zoals de stemming, de MIDI-parameters enz. Daarom<br />
heet deze mode ook “System-mode”.<br />
9.1 General: algemene<br />
instellingen<br />
([SYSTEM/UTILITY] - [F1≈(General)])<br />
Werkwijze voor het editen in de System-mode<br />
1. Druk op[SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />
indicator oplicht (hij mag niet knipperen).<br />
2. Druk zo vaak op [F1≈(General)] tot de “SYSTEM General<br />
#1”-pagina verschijnt.<br />
3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt editen.<br />
4. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
waarde/optie in.<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u op [UNDO] drukken om weer<br />
de vorige waarde/optie op te roepen.<br />
5. Druk op [EXIT] om naar de oorspronkelijke Play-pagina<br />
terug te gaan.<br />
Setup-parameters<br />
LCD Contrast<br />
(1~10) Met deze parameter kunt u het contrast van het<br />
display veranderen als u het maar moeilijk kunt aflezen.<br />
Patch Remain<br />
Hiermee bepaalt u of reeds klinkende noten al (ON)<br />
dan niet (OFF) blijven doorklinken wanneer u een<br />
andere Patch of Rhythm Set kiest.<br />
* Dit geldt enkel voor de gespeelde noten van de vorige<br />
Patch/Rhythm Set. De effect- en overige instellingen veranderen<br />
namelijk meteen en houden geen rekening met de<br />
Patch Remain-instelling. Dit kan er soms toe leiden dat<br />
bepaalde noten plots wegvallen, wat bv. met de Output<br />
Assign-instellingen van de effecten te maken heeft.<br />
Power Up Mode<br />
Hiermee stelt u in welk geheugen de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> meteen<br />
na het inschakelen oproept:<br />
LAST Na het opstarten wordt de laatst gekozen Patch<br />
of Performance geladen.<br />
DEFAULT Na het opstarten wordt de Patch “USER:001”<br />
geladen.<br />
Character Style<br />
Hiermee kiest u de lettergroote die voor de nummers<br />
en namen op de verschillende Play-pagina’s gehanteerd<br />
worden.<br />
TYPE 1: Vetjes, vaste spatiëring tussenruimte tussen<br />
de tekens.<br />
TYPE 2: Normale tekens, vaste spatiëring .<br />
TYPE 3: Vetjes, variabele spatiëring tussen de letters.<br />
TYPE 4: Normale tekens, variabele vaste spatiëring.<br />
Rhythm Edit Key<br />
Hiermee stelt u in of u de Rhythm Tones (Rhythm Setmode)<br />
enkel via de knoppen op het frontpaneel of ook<br />
via MIDI kunt kiezen. Zie blz. 148.<br />
SCSI Probe Time<br />
(1~10) Hiermee stelt u in hoe lang de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> naar<br />
eventueel aangesloten SCSI-datadrahers mag zoeken<br />
en kijken welke data ze bevatten. In de regel kiest u<br />
hier het best “1”.<br />
* Als een SCSI-datadrager zelfs bij keuze van een veel grotere<br />
waarde niet wordt herkend, moet u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitschakelen.<br />
Schakel dan eerst de SCSI-datadrager (indien<br />
nodig) en vervolgens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.<br />
Master-parameters<br />
* De Tune- en Key Shift-parameters van deze groep gelden<br />
voor alle Patches, Performances, Rhythm Sets en de GMmode.<br />
Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de<br />
hele <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Dat is meestal niet echt nodig, omdat u<br />
dat ook met de [VOLUME]-regelaar kunt doen.<br />
Tune<br />
(415.3~466.2 kHz) Hiermee kunt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n<br />
geheel stemmen. De afgebeelde waarde slaat op de frequentie<br />
van de noot A4.<br />
Key Shift<br />
(–24~+24) Deze parameter laat toe om alle secties van<br />
de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te transponeren. Gebruik deze parameter<br />
wanneer u de externe sequence (of het externe klavier)<br />
om de één of andere reden niet kunt transponeren.<br />
System Tempo-parameters<br />
Clock Source<br />
Er zijn verschillende parameters waarvan u de snelheid<br />
met een tempowaarde kunt synchroniseren: de<br />
LFO-snelheid, bepaalde MFX-parameters, de Phrase<br />
Loops en de Tone Delay-waarden. Als “bron” (Source)<br />
kunt u hetzij het voor de betreffende Patch ingestelde<br />
tempo gebruiken, hetzij de voor “Tempo” ingestelde<br />
waarde (zie hieronder).<br />
Met Clock Source kunt u dan weer instellen of de<br />
“System Tempo”-waarde daadwerkelijk wordt gehanteerd<br />
(INT) dan wel of de MIDI Clock-signalen van de<br />
op MIDI IN aangesloten sequencer gebruikt worden.<br />
173<br />
Referentiehandboek
9. System-mode<br />
Tempo<br />
(20~250) Als u “Clock Source” hierboven op INT hebt<br />
gezet, kunt u hier de tempowaarde instellen die als<br />
“systeemtempo” wordt gehanteerd ( = 20~250). Hebt<br />
u voor “Clock Source” MIDI gekozen, dan moet de<br />
tempowaarde van buitenaf komen en wordt dan tussen<br />
haakjes afgebeeld.<br />
Scale Tune-parameters<br />
([SYSTEM/UTILITY] - [F1≈(General)])<br />
Scale Tune is een functie die toelaat om de toonhoogte<br />
van alle noten van een octaaf te veranderen (hoger of<br />
lager te stemmen). Een voor de “A” ingestelde stemming<br />
geldt voor alle A’s van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Hetzelfde<br />
systeem geldt uiteraard ook voor de andere noten die<br />
u op de volgende display-pagina’s kunt stemmen.<br />
U kunt zowel voor de Patch-mode (Patch Scale) als<br />
voor de Performance-/GM-mode (Key Scale) een<br />
stemming programmeren.<br />
* De ingestelde toonladder geldt voor nootcommando’s die<br />
via MIDI worden ontvangen.<br />
Switch<br />
Kies hier ON wanneer u de Scale Tune-instellingen<br />
(i.p.v. de voorgeprogrammeerde stemming van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>) wilt gebruiken.<br />
Patch Scale C~B<br />
(–64~+63) Deze pagina roept u op door in de Patchmode<br />
op [SYSTEM/UTILITY] te drukken.<br />
* de Patch Scale-instellingen worden ook door Part 1 van een<br />
Performance gebruikt.<br />
1. Druk op [PATCH] (indicator moet oplichten), op<br />
[SYSTEM/UTILITY] (indicator moet oplichten) en zo vaak<br />
op [F1≈(General)] tot de “SYSTEM General #2”-pagina<br />
verschijnt.<br />
2. Kies met [√][®][ß][†] de noot waarvan u de stemming<br />
wilt veranderen.<br />
3. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
stemming in.<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />
instelling oproepen.<br />
4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />
Key Scale C~B<br />
(–64~+63) Ziehier de werkwijze voor het stemmen van<br />
de noten in de Performance- of GM-mode.<br />
1. Druk op [PERFORM] of [GM] (dicator moet oplichten.<br />
2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator Press moet oplichten).<br />
3. Druk zo vaak op [F1≈(General)] tot de “SYSTEM General<br />
#2”-pagina wordt afgebeeld.<br />
174<br />
4. Kies met PART SELECT [1/17]~[16/32] de Part die u<br />
anders wilt stemmen. Indiendien nodig, moet u met<br />
[1-16/17-32] eerst de andere Part-groep kiezen.<br />
5. Kies met [√][®][ß][†] de noot waarvan u de stemming<br />
wilt veranderen.<br />
6. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
stemming in.<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />
instelling oproepen.<br />
7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />
Gelijkzwevende stemming<br />
Deze toonladder verdeelt elke octaaf in gelijk grote<br />
intervallen. Dat is niet “echt juist”, maar het wordt wel<br />
het vaakst gebruikt in de westerse wereld. Deze stemming<br />
wordt gehanteerd wanneer u “Scale Tune” op<br />
OFF zet.<br />
Reine stemming (in C)<br />
Deze stemming zorgt voor een voller geluid van de<br />
drie basisakkoorden. U moet deze stemming echter<br />
altijd aanpassen aan de toonaard waarin u speelt (het<br />
voorbeeld verderop geldt bv. enkel voor de toonaard<br />
van C).<br />
Arabische stemming<br />
In deze toonladder staan de E en B een kwarttoon lager<br />
gestemd, terwijl de C#, F# en G# een kwarttoon hoger<br />
zijn dan volgens de gelijkzwevende stemming. De<br />
intervallen tussen G en B, C en E, F en G#, Bb en C#<br />
evenals Eb en F# vertegenwoordigen natuurlijke tertsen<br />
– en die houden het midden tussen een grote en<br />
een kleine terts. De hieronder getoonde Arabische<br />
stemming kunt u in G, C en F gebruiken.<br />
NootGelijk- Reine stemming Arabische<br />
naamzwevend (in C) toonladder<br />
C 0 0 -6<br />
C# 0 -8 +45<br />
D 0 +4 -2<br />
Eb 0 +16 -12<br />
E 0 -14 -51<br />
F 0 -2 -8<br />
F# 0 -10 +43<br />
G 0 +2 -4<br />
G# 0 +14 +47<br />
A 0 -16 0<br />
Bb 0 +14 -10<br />
B 0 -12 -49
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Equalizer (toonregeling) instellen<br />
9.2 Equalizer<br />
(toonregeling) instellen<br />
([SYSTEM/UTILITY] - [F2≈(Outp&EQ)] - [F2≈(EQ)])<br />
Voor alle uitgangen van de is er een toonregeling (EQ)<br />
voorzien. Ziehier hoe u die instelt.<br />
* Naast de effecten kunt u ook de Equalizer uitschakelen (zie<br />
blz. 35). Als u dus geen verschilt hoort, zou u even op<br />
[EFFECT≈ON/OFF] moeten drukken en kijken wat er gebeurt.<br />
Output-A (1/2)~D (7/8)<br />
L.F<br />
(200/400 Hz) Hiermee kiest u de kantelfrequentie van<br />
de lage tonen.<br />
L.G<br />
(–15~+15) Hiermee kunt u het volume van de lage<br />
tonen ophalen (+) of afzwakken (–).<br />
H.F<br />
(2000/4000/8000 Hz) Hiermee kiest u de kantelfrequentie<br />
van de hoge tonen.<br />
H.G<br />
(–15~+15) Hiermee kunt u het volume van de hoge<br />
tonen ophalen (+) of afzwakken (–).<br />
Werkwijze<br />
1. Ga naar de “SYSTEM EQ”-pagina.<br />
2. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
3. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
stemming in.<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />
instelling oproepen.<br />
4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina<br />
waar u vandaan gekomen bent.<br />
9.3 MIDI-parameters en<br />
-schakelaars<br />
([SYSTEM/UTILITY] - [F3≈(MIDI)])<br />
1. Druk op[SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />
indicator oplicht (hij mag niet knipperen).<br />
2. Druk op [F3≈(MIDI)] om naar de “SYSTEM MIDI”pagina<br />
te gaan.<br />
3. Kies met [√][®][ß][†] de parameter die u wilt instellen.<br />
4. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />
waarde in.<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />
instelling oproepen.<br />
5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina<br />
waar u vandaan gekomen bent.<br />
MIDI Receive Ch<br />
Ziehier de betrekkelijk algemene MIDI-parameters. Er<br />
zijn er echter ook die u voor elke Performance apart<br />
kunt instellen (eigenlijk voor elke Part van een Performance).<br />
Perf Ctl Ch<br />
Dit is het MIDI-kanaal dat kan worden gebruikt om<br />
Performances via MIDI te selecteren (met programma-<br />
en bankkeuze-commando’s). Kies hier OFF als u niet<br />
wilt dat er tijdens het werken met een sequencer plots<br />
een andere Performance wordt gekozen. In de regel<br />
(en na het initialiseren van de hele <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (Factory<br />
Reset) luigt het nummer “16”.<br />
* Aangezien er 16 Parts zijn, kan het gebeuren dat alle 16<br />
MIDI-kanalen al worden gebruikt. Als u dan ook nog een<br />
“Control Channel” definieert, heeft dit laatste voorrang,<br />
zodat één van de Parts niet naar behoren lijkt te reageren.<br />
Patch Rhy Rx Ch<br />
Hiermee kiest stelt u het MIDI-kanaal in waarop de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de Patch- en Rhythm Set-mode ontvangt.<br />
In die modes is hij, zoals bekend, niet multitimbraal.<br />
MIDI Tx<br />
Edit Data<br />
Met deze schakelaar bepaalt u of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de wijzigingen<br />
van de Patch-, Performance- en Rhythm Setparameters<br />
tijdens het editen al (ON) dan niet (OFF)<br />
via zijn MIDI OUT-connector uitstuurt. Als u “ON”<br />
kiest, zendt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> tijdens het editen SysEx-data<br />
die u bv. met een sequencer zou kunnen opnemen.<br />
Rx Switch<br />
Program Change<br />
Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />
er programmakeuze-commando’s worden ontvangen.<br />
Bank Select<br />
Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />
er bankkeuze-commando’s (CC00 en CC32) worden<br />
ontvangen.<br />
GM System ON<br />
Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />
er “General MIDI System On”-commando’s worden<br />
ontvangen. Die zorgen ervoor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de GMmode<br />
kiest en alle GM-Parts navenant initialiseert.<br />
GM2 System On<br />
Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />
er “General MIDI 2 System On”-commando’s worden<br />
ontvangen. Die zorgen ervoor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de GM2mode<br />
kiest en alle GM-Parts navenant initialiseert.<br />
175<br />
Referentiehandboek
9. System-mode<br />
GS Reset (Receive GS Reset Exclusive Switch)<br />
Stel hier in of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> “GS Reset”-commando’s<br />
mag ontvangen (ON) of niet (OFF). Deze commando’s<br />
zorgen ervoor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich ongeveer gedraagt<br />
als een GS-module.<br />
System Exclusive-parameters<br />
Device ID<br />
(17~32) SysEx-data worden door de ontvanger alleen<br />
aanvaard als hij hetzelfde Device ID-nummer heeft als<br />
de zender (of de binnenkomende SysEx-data). Verander<br />
dit nummer zo weinig mogelijk (tenzij u twee<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s gebruikt) – en als u dat doet, moet u het<br />
nieuwe nummer noteren en bewaren. Dat hebt u later<br />
beslist nog eens nodig.<br />
Receive<br />
Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />
de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> SysEx-commando’s (Bulk Dumps e.d.)<br />
ontvangt. Kiest u OFF, dan bent u er zeker van dat de<br />
instellingen nooit overwacht kunnen veranderen.<br />
MIDI-ontvangst van de Tones, Parts,<br />
Rhythm Tones<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe om voor elke Part van een Performance,<br />
elke Tone van een Patch en elke Rhythm Tone<br />
van een Rhythm Set in te stellen welke MIDI-commando’s<br />
hij mag ontvangen. Ziehier waar u deze parameters<br />
vindt:<br />
• Performances: “MIDI-parameters van de Parts” op<br />
blz. 145<br />
• Patches: “MIDI Rx Switch” op blz. 131<br />
• Rhythm Tones: “MIDI Rx Switch” op blz. 156<br />
Stack: meer polyfonie door twee<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s te gebruiken<br />
De Stack-functie laat toe om het aantal polyfoniestemmen<br />
te vergroten door meerdere <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s (maximaal<br />
8) aan elkaar te koppelen. Wanneer u bijvoorbeeld drie<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s bezit, sluit u ze als volgt op elkaar aan:<br />
Werken met drie <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>'s (voorbeeld)<br />
176<br />
MIDI OUT<br />
MIDI IN<br />
Klavier<br />
THRU IN THRU IN<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (1/3) <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (2/3) <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (3/3)<br />
Stack Mode: 3<br />
Stack Number: 1<br />
Stack Mode: 3<br />
Stack Number: 2<br />
Stack Mode: 3<br />
Stack Number: 3<br />
Volgorde voor de weergave<br />
van de noten:<br />
In te stellen waarden<br />
1 2 3<br />
4 5 6<br />
7<br />
10<br />
8 9<br />
Mode (Stack Mode)<br />
(OFF/2~8) Met deze parameter stelt u in hoeveel<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s u als “één grote Super-<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” wilt<br />
gebruiken. Zijn dat er bv. twee, dan moet u hier “2”<br />
instellen. Gebruikt u maar één <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, dan moet u<br />
hier OFF kiezen.<br />
* Als u met verschillende <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s werkt en OFF kiest,<br />
geven ze allemaal dezelfde noten weer.<br />
Number<br />
(1~8) Hiermee bepaalt u de rangorde van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s<br />
in uw “Stack”. Elk nummer mag u uiteraard maar één<br />
keer toekennen (net zoals bij een SCSI ID). Het nummer<br />
bepaalt welke groep van 128 stemmen er als eerste<br />
wordt gebruikt, welke daarna enz.<br />
* De Stack-functie is niet beschikbaar voor (a) Patches wier<br />
“Key Assign”-parameter op MONO staat, (b) Patches wier<br />
Portamento-schakelaar op ON staat. Dergelijke Patches<br />
worden altijd door de eerste <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weergegeven.<br />
Rhythm Sets daarentegen worden altijd door de tweede<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weergegeven.<br />
* Multi-Partial Patches worden altijd door de eerste<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weergegeven.<br />
9.4 Over de MIDI INconnectors<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is met twee MIDI IN-connectors uitgerust.<br />
Die kunt u op verschillende manieren gebruiken.<br />
In de regel dient MIDI IN 1 voor de ontvangst van data<br />
van een MIDI-klavier enz., terwijl MIDI IN 2 eigenlijk<br />
als “hulpingang” – en dus voor een sequencer –<br />
bedoeld is.<br />
* Als u maar één MIDI IN-aansluiting nodig hebt (maar dan<br />
beschikt u maar over 16 Parts), kiest u het best voor MIDI<br />
IN 1.<br />
In de Patch/Rhythm Set-mode<br />
De via MIDI IN 1 & 2 ontvangen data worden uitgevoerd.<br />
IN 1<br />
Patch<br />
IN 2
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Over de MIDI IN-connectors<br />
In de Performance-mode<br />
De via MIDI IN 1 & 2 worden naar verschillende Parts<br />
verzonden, zodat u 32 Parts tegelijk kunt gebruiken. U<br />
kunt echter elke Part apart met de gewenste MIDIingang<br />
verbinden (blz. 145). Om het geheel overzichtelijk<br />
te houden zou u de Parts 1~16 aan MIDI IN 1 en de<br />
Parts 17~32 aan MIDI IN 2 kunnen/moeten toewijzen.<br />
IN 1<br />
Part IN1<br />
RX Switch<br />
Performance<br />
IN 2<br />
Part IN2<br />
RX Switch<br />
In de GM-mode<br />
• Als u de GM-mode selecteert door op de [GM] op het<br />
frontpaneel te drukken, worden de via MIDI IN 1 en 2<br />
ontvangen commando’s (naar gelang hun MIDIkanaal)<br />
over 16 GM2-Parts verdeeld:<br />
IN 1 IN 2<br />
GM2 16Parts<br />
• Bij ontvangst van een GM ON- of GS Reset-commando<br />
is de MIDI IN-aansluiting, via dewelke het<br />
commando binnenkomt, bepalend voor wat er<br />
gebeurt:<br />
Ontvangst van GM ON of GS Reset via MIDI IN 1:<br />
Zelfde werking aks wanneer u op [GM] drukt.<br />
IN 1 IN 2<br />
GM2 16Part<br />
Ontvangst van GM ON of GS Reset via MIDI IN 2:<br />
a) In de Patch-/Rhythm Set-mode<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gedraagt zich als een 16-Parts multitimbrale<br />
GM2-module, maar er worden wel “normale”<br />
Patches gebruikt. Voor de klankbronsectie van MIDI<br />
IN 2 kunt u via het frontpaneel geen andere Patches/<br />
Rhythm Sets kiezen, noch de Patches/Rhythm Sets<br />
editen (dat lukt enkel via MIDI).<br />
IN 1 IN 2<br />
Patch<br />
GM2 16Parts<br />
b) In de Performance-mode<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gedraagt zich zoals een complete <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
in de Performance-mode (32 Parts) plus een GM2module<br />
(nog eens 16 Parts) en is dus 48-Parts multitimbraal.<br />
In dat geval zijn de Receive Switch-instellingen<br />
voor de aan MIDI IN 2 toegewezen Performance-<br />
Parts echter niet beschikbaar (en staan ze op “OFF”).<br />
Aan de GM2-Parts kunt u via het frontpaneel geen<br />
andere klanken toewijzen, noch deze editen (dat lukt<br />
enkel via MIDI).<br />
IN 1 IN 2<br />
Performance<br />
GM2 16Parts<br />
c) In de GM-mode gedraagt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich als twee<br />
gescheiden GM2-modules (één per MIDI IN-aansluiting):<br />
IN 1 IN 2<br />
GM2 16Parts<br />
GM2 16Parts<br />
* Voor de MIDI IN2 GM-klankbronsectie kunt u initialiseren<br />
en de “GM OFF”-status kiezen via de “Initialize”pagina<br />
([SYSTEM/UTILITY] - [Init] - [MIDI≈In2], zie blz. 169).<br />
177<br />
Referentiehandboek
9. System-mode<br />
9.5 System Control:<br />
speelhulpen definiëren<br />
([SYSTEM/UTILITY] - [F4≈(Control)])<br />
Zoals u weet, kunt u de gewenste Tone-parameters<br />
ook via de Matrix Control-functie (blz. 130) beïnvloeden.<br />
Een vergelijkbaar systeem bestaat tevens voor de<br />
multi-effecten en heet dan MFX CTRL (blz. 55). In<br />
beide gevallen kunt u als stuurbron naast parameters<br />
ook MIDI-commando’s gebruiken.<br />
Dat is bijzonder expressief, maar soms ook omslachtig,<br />
omdat u deze controle voor elke Performance, Patch of<br />
Rhythm Set apart kunt/moet programmeren. Daarom<br />
biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> vier zgn. “System Controllers” (Control<br />
1~4) waar u het gewenste MIDI-commando aan<br />
kunt toewijzen. Binnen de Patch, Performance,<br />
Rhythm Set of MFX kiest u dan gewoon SYS CTRL 1~4<br />
en klaar is Kees. Voordeel: als u op een bepaald<br />
moment beslist om toch CC02 i.p.v. CC01 te gebruiken<br />
hoeft u dat maar één keer (i.p.v. voor alle Patches enz.)<br />
te veranderen.<br />
System Control 1~4<br />
Source<br />
Kies eerst de benodigde Controller (1~4) en wijs er vervolgens<br />
een MIDI-commando aan toe.<br />
Kies de benodigde Control-parameter met [√][®][ß][†] en<br />
wijs er met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] een optie<br />
aan toe.<br />
9.6 Info<br />
178<br />
CC01~31, 33~95<br />
Controlecommando met het gekozen nummer<br />
(1~31 of 33~95)<br />
PITCH BEND Pitch Bend<br />
AFTERTOUCH Aftertouch<br />
([SYSTEM/UTILITY] - [F6≈(Info)])<br />
Wave Expansion A~D<br />
Met deze functie kunt u controleren welke Wave<br />
Expansion Boards van de SR-JV80-serie er (naar behoren)<br />
zijn ingebouwd. Voor connectors die geen print<br />
bevatten of printen die niet naar behoren worden herkend<br />
beeldt het display “------” af. Zie ook blz. 12<br />
en volgende.<br />
SRX<br />
Met deze functie kunt u controleren welke Wave<br />
Expansion Boards van de SRX-serie er (naar behoren)<br />
zijn ingebouwd. Voor connectors die geen print bevatten<br />
of printen die niet naar behoren worden herkend<br />
beeldt het display “------” af. Zie ook blz. 12 en volgende.<br />
SIMM<br />
Hier komt u te weten of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> SIMMs bevat en<br />
welke geheugencapaciteit dat oplevert voor het laden<br />
van Samples.<br />
Battery Check<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat een batterij die de User-geheugens<br />
en het System-geheugen voedt wanneer hij uitgeschakeld<br />
is. Dat zorgt er precies voor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uw<br />
instellingen niet “vergeet”. Na verloop van tijd raakt<br />
deze batterij echter uitgeput en is ze aan vervanging<br />
toe. Daarom verdient het aanbeveling om regelmatig<br />
eens te kijken of de spanning nog voldoet. Zolang hier<br />
“OK” wordt afgebeeld, is alles in orde. Verschijnt echter<br />
de melding “LOW”, dan moet u de batterij zo snel<br />
mogelijk door uw <strong>Roland</strong>-dealer laten vervangen.<br />
SCSI ID<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Self<br />
Hier komt u te weten welk SCSI-nummer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
momenteel hanteert. Dat kunt u enkel met de schakelaar<br />
op het achterpaneel veranderen. Doet echter enkel<br />
wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitgeschakeld is.
10. GM-mode<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
In de GM-mode is de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> General MIDI-compatibel.<br />
Dat heeft het voordeel dat u in de handel verkrijgbare<br />
sequences met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt weergeven zonder<br />
eerst de programmanummers te veranderen.<br />
Waarschijnlijk is de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet uw eerste module,<br />
dus weet u dat er in het verleden nogal wat problemen<br />
waren met de weergave van sequences op andermans<br />
apparatuur. Het grootste probleem waren de MIDIprogrammanummers<br />
die meestal de verkeerde klanken<br />
opriepen. Met de komst van GM is dat voor een<br />
groot deel opgelost.<br />
10.1 GM-mode<br />
selecteren<br />
De GM-mode lijkt verdraaid veel op de Performancemode<br />
omdat hij eveneens multitimbraal is. Er zijn echter<br />
twee verschillen: de “Performance” is GM-compatibel<br />
en de Patches en Rhythm Sets die worden<br />
gebruikt zijn dat eveneens. Maar u kunt eventuele wijzigingen<br />
niet intern opslaan.<br />
Op de GM PLAY-pagina komt u te weten welke Patches<br />
(of Rhythm Sets) er aan welke Parts toegewezen<br />
zijn.<br />
Door de GM-mode op te roepen initialiseert u hem.<br />
Dat betekent dat de “GM2 Standard”-Rhythm Set aan<br />
Part 10 wordt toegewezen, terwijl alle andere Parts de<br />
Patch “Piano 1” aanspreken. Dit kunt u natuurlijk veranderen.<br />
In de regel volstaat het echter om de weergave<br />
van een GM- of GM2-compatibele sequence te<br />
starten om dit te laten doen. Maar zover zijn we nog<br />
niet – we moeten de GM-mode eerst oproepen:<br />
1. Druk op [GM] om naar de GM Play-pagina te gaan.<br />
De klankbron van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt nu geïnitialiseerd<br />
en gedraagt zich als GM-module. Zie echter ook<br />
“MIDI-ontvangst via MIDI IN 2” op blz. 169 en<br />
blz. 177.<br />
2. Kies met [√][®] de benodigde Part.<br />
3. Voor het toewijzen van een Patch of Rhythm Set kunt<br />
u op dezelfde manier te werk gaan als in de Performance-mode.<br />
GM-mode initialiseren<br />
Een GM-sequence kan maar naar behoren worden<br />
weergegeven als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> eerst weer de uitgangsinstellingen<br />
van de GM-mode oproept. Daarom wordt<br />
de GM-mode in de volgende gevallen automatisch<br />
geïnitialiseerd:<br />
• Bij het oproepen van de GM-mode.<br />
• Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een GM System On-/GM2<br />
System On-commando ontvangt (via een sequencer of<br />
een GM instrument).<br />
• Wanneer u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> inschakelt.<br />
• Wanneer u de “GM/GM2 Initialize”-functie gebruikt<br />
(blz. 183).<br />
General MIDI/General MIDI 2 System On<br />
Dit commando (één voor de GM- en het andere voor<br />
de GM2-mode) zorgt ervoor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich als<br />
een GM/GM2-module gedraagt. De klankbron<br />
wordt dan ook geïnitialiseerd.<br />
* Als u wilt dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> dit commando via MIDI ontvangt,<br />
moet u zorgen dat de parameter “GM System ON”<br />
of “GM2 System On” op blz. 175 op ON staat, want<br />
anders wordt het commando genegeerd.<br />
10.2 GM-sequences<br />
weergeven<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is GM-compatibel, wat betekent dat hij een<br />
GM-sequence naar behoren zal weergeven. Toch is hij<br />
met een aantal functies uitgerust die andere GMinstrumenten<br />
niet ondersteunen. Dat betekent dus dat<br />
het kan gebeuren dat een met behulp van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
aangemaakte GM-sequence op een ander GM-instrument<br />
anders klinkt. Moraal van het verhaal: gebruik de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nooit om “standaard” GM-sequences aan te<br />
maken, want dat lukt waarschijnlijk niet (omdat de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> meer kan dan andere GM-instrumenten).<br />
* Als u een GM-Song niet vanaf het begin weergeeft, mist de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> waarschijnlijk het GM System On-/GM2 System<br />
On-commando. Het verdient dan ook aanbeveling om de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> manueel in de GM-mode te zetten voordat u zo’n<br />
Song weergeeft. Op die manier bent u zeker.<br />
* Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een “GS Reset”-commando ontvangt,<br />
werkt hij min of meer als een module, die het GSformaat<br />
hanteert (dit is een formaat dat door <strong>Roland</strong> werd<br />
ontwikkeld). Het voordeel daarvan is dat u ook Standard<br />
MIDI Files voor GS-compatibele klankbronnen kunt afspelen.<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is echter geen “echte” GS-module. Verwacht<br />
dus niet dat hij zich net zo flexibel opstelt als bv. een<br />
SC-8850 of SC-8820 Sound Canvas. Hij kan echter talrijke<br />
dingen die de Sound Canvas’sen niet kunnen.<br />
Parts uitschakelen<br />
Telkens wanneer de GM-mode wordt geïnitialiseerd<br />
(zie links) staan alle Parts zo ingesteld dat ze MIDIdata<br />
ontvangen. Misschien hebt u echter al van<br />
“Minus-One” gehoord en wilt u dat ook wel eens uitproberen.<br />
Dit houdt in dat u één Part uitschakelt om de<br />
betreffende partij zelf te kunnen spelen.<br />
Druk op [RX] (alias MIDI MESSAGE). De indicator<br />
moet oplichten. Gebruik vervolgens PART SELECT<br />
[1/17]~[16/32] om de niet benodigde Part uit te schakelen.<br />
* In de GM-mode kunt u [1-16/17-32] niet gebruiken (er zijn<br />
namelijk (telkens) maar 16 Parts.<br />
179<br />
Referentiehandboek
10. GM-mode<br />
10.3 GM-instellingen<br />
wijzigen<br />
Effecten in-/uitschakelen<br />
1. Druk op [EFFECTS≈ON/OFF].<br />
2. Breng de cursor met [√][®] naar het effectblok dat u<br />
wilt in- of uitschakelen.<br />
3. Schakel het blok met [DEC] [INC] uit of in.<br />
In de GM-mode kunt u de GM-Chorus, de GM-Reverb<br />
en een EQ gebruiken. De eerste twee zijn weliswaar<br />
processors die u ook in de overige modes aantreft,<br />
maar hier werken ze wel iets anders. En bovendien<br />
staan ze los van de “algemene” processors.<br />
180<br />
* De MFX is in de GM-mode niet beschikbaar.<br />
Andere parameters<br />
Ziehier dan de parameters die u voor elke Part in de<br />
GM-mode kunt instellen. Zoals u zal merken, gaat het<br />
hier om een aantal basisaspecten die echter voldoende<br />
flexibel zijn.<br />
Onthoud goed dat u de volgende instellingen niet<br />
intern of op een SmartMedia-kaart kunt opslaan. U<br />
kunt ze echter wel via MIDI naar een sequencer sturen.<br />
Zie “Data Transfer (XFER): instellingen via<br />
MIDI verzenden” op blz. 183.<br />
Ziehier hoe u het best te werk gaat voor het editen van<br />
de effecten.<br />
1. Druk op [GM] om de GM-mode op te roepen (als u dat<br />
nog niet hebt gedaan).<br />
2. Kies met [F2]~[F5] de benodigde parametergroep.<br />
Als u een pagina oproept met parameters, die u voor<br />
elke Part (1~16) apart kunt instellen, moet u de benodigde<br />
Part met PART SELECT [1/17]~[16/32] kiezen.<br />
3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar een parameter.<br />
4. Stel de waarde in met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC].<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u de laatste wijziging met<br />
[UNDO] weer ongedaan maken.<br />
5. Druk op [F2]~[F5] om een andere parametergroep te<br />
kiezen en wijzig die instellingen eveneens.<br />
* U kunt ook [SHIFT] ingedrukt houden, terwijl u met [√] of [®]<br />
naar een andere parametergroep gaat.<br />
6. Herhaal de stappen 2~5 tot u alles naar wens hebt<br />
ingesteld.<br />
7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de GM PLAYpagina.<br />
* Als u wilt, kunt u ook in de GM-mode de Palette-functie<br />
gebruiken. Die werkt precies zoals in de Performance-mode.<br />
Zie dus blz. 142.<br />
GM Control<br />
([F2≈(Control)])<br />
Modify-parameters<br />
Ziehier een aantal “relatieve” parameters (vandaar de<br />
benaming “Offset”). Dit betekent dat u iets van de<br />
voorgeprogrammeerde waarde kunt aftrekken (–) of<br />
erbij optellen (+). Het instelbereik bedraagt –64~+63.<br />
In sommige gevallen is echter de minimum- c.q. maximumwaarde<br />
ingesteld, zodat u die met de volgende<br />
parameters niet nog verder kunt verlagen/verhogen.<br />
Cutoff Offset<br />
Dit is een LPF-filter waarmee u het geluid eventueel<br />
helderder en doffer kunt maken.<br />
Resonance Offset<br />
Met deze parameter kunt u de voorgeprogrammeerde<br />
resonantie van het filter verhogen of verminderen.<br />
Ook dit kunt u per Part instellen.<br />
Attack Time Offset<br />
Hiermee kunt u de aanzet (het begin) van de TVF/<br />
TVA Envelope veranderen om te zorgen dat de klank<br />
agressiever wordt of geleidelijk aan opkomt.<br />
Release Offset<br />
Hiermee kunt u instellen hoe snel de geselecteerde<br />
Part moet uitsterven als blijkt dat hij er te lang of net<br />
niet lang genoeg over doet.<br />
Key Mode<br />
Mono/Poly<br />
Kies hier MONO, wanneer de geselecteerde Part telkens<br />
maar één noot mag weergeven (monofoon), ook<br />
al ontvangt hij er everschillende tegelijk. Als de Part<br />
ook akkoorden moet spelen, moet u hier POLY kiezen.<br />
* Parts waar u een Rhythm Set aan toewijst negeren deze<br />
instelling (en zijn altijd “polyfoon”).<br />
Portament (Portamento)<br />
Switch<br />
Portamento zorgt voor geleidelijke overgangen tussen<br />
de gespeelde noten. Met deze parameter schakelt u<br />
deze functie in/uit.<br />
Time<br />
(0~127) Hiermee kiest u de snelheid van de overgangen,<br />
die wordt gehanteerd wanneer u de “Switch” op<br />
ON hebt gezet. De werking van deze Portamento-functie<br />
verschilt voor MONO- en POLY-Parts (net zoals de<br />
Portamento-functie in de overige modes).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> GM-instellingen wijzigen<br />
Patch, Level & Pan, Tune<br />
([F3≈(Part)])<br />
Patch<br />
Type<br />
Kies hier of de betreffende Part moet fungeren voor het<br />
spelen van melodieën met een Patch (PAT) dan wel of<br />
hij voor een drumpartij gebruikt wordt (RHY). Het<br />
gebruik van meerdere Rhythm-Parts is enkel in de<br />
GM2-mode mogelijk (in de GM-mode fungeert enkel<br />
Part 10 als Rhythm-Part).<br />
Number<br />
Kies hier de Patch (1~256) of Rhythm Set (1~4) die u<br />
aan de geselecteerde Part wilt toewijzen. De naam van<br />
die Patch/Rhythm Set wordt tussen haakjes afgebeeld.<br />
Level & Pan<br />
Part Volume<br />
(0~127) De naam zegt het al: hiermee stelt u het<br />
volume van de geselecteerde Part in om de gewenste<br />
balans te bereiken. Hiervoor is bv. het gebruik van de<br />
Palette-functie zinvol.<br />
Part Pan<br />
(RANDOM/L63~63R) Hiermee stelt u de stereopositie<br />
van de geselecteerde Part in. “L64” is helemaal links,<br />
“0” het midden” en “63R” helemaal rechts.<br />
* De instellingen van de Volume- en Pan-parameters worden<br />
ook op de INFO-pagina getoond (blz. 182).<br />
Tune<br />
Coarse<br />
(–48~+48) Hiermee kunt u de geselecteerde Part in<br />
stappen van halve tonen hoger of lager transponeren<br />
(maximaal ±4 octaven).<br />
Fine<br />
(–50~+50) Hiermee kunt u de geselecteerde Part fijnstemmen<br />
(±50 Cent). In regel is dat enkel zinvol, wanneer<br />
u twee gelijkaardige Patches aanstuurt en voor<br />
een voller geluid wilt zorgen.<br />
Bend Range<br />
Value<br />
(0~24) Hiermee kunt u het buigingsinterval van de<br />
Part instellen. Dat interval is bepalend voor de toonhoogteverschillen<br />
die ontstaan, wanneer de Part Pitch<br />
Bend-commando’s ontvangt. Het instelbereik<br />
bedraagt 0~24 halve tonen (dus twee octaven). Dit<br />
interval wordt enkel gehanteerd wanneer u de BEN-<br />
DER-hendel helemaal naar links en naar rechts schuift.<br />
GM MIDI<br />
([F4≈(MIDI)])<br />
Part MIDI<br />
Receive Channel<br />
Stel hier het MIDI-kanaal van de geselecteerde Part in<br />
(1~16). Hoewel dit perfect mogelijk is, verdient het in<br />
de regel aanbeveling om het bij de Preset-instellingen<br />
te houden, omdat u anders na verloop van tijd niet<br />
meer in de gaten hebt welke Part welke partij speelt.<br />
Part MIDI Receive Switch<br />
Receive Switch<br />
Hiermee stelt u in of de geselecteerde Part al (ON) dan<br />
niet (OFF) MIDI-commando’s van een extern apparaat<br />
ontvangt.<br />
Part Mute<br />
Switch<br />
Wanneer u deze parameter op ON zet (Mute ingeschakeld),<br />
doet de betreffende Part helemaal niets meer.<br />
Eigenlijk hebt u daar niet zoveel aan. Tenslotte speelt<br />
een Part, waarvoor u hier Switch= ON instelt, nog<br />
steeds mee – alleen hoort u dat niet meer, omdat het<br />
volume op 0 werd gezet. De enige zinnige toepassing<br />
lijkt dan ook om te controleren hoe het arrangement<br />
met en zonder die Part klinkt zonder te hoeven vrezen<br />
dat hij –wanneer u hem weer inschakelt– niet meer de<br />
juiste klank, het juiste volume, de correcte modulatie<br />
e.d. hanteert. Onthoud echter wel dat een met deze<br />
functie uitgeschakelde Part nog steeds beslag legt op<br />
het benodigde aantal polyfoniestemmen. Een “definitieve”<br />
oplossing is deze parameter dus zeker niet.<br />
Effectinstellingen<br />
Ziehier de effectparameters van de GM-mode. Vergeet<br />
niet het betreffende effectblok in te schakelen, want<br />
anders hoort u de wijzigingen niet. Zie daarvoor<br />
blz. 180. Een effectblok met stippellijnen is uitgeschakeld.<br />
GM Effects General-pagina ([F5≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />
Part Output Assign<br />
(A~D) Kies hier het uitgangspaar voor de geselecteerde<br />
Part. Zie ook blz. 196.<br />
Part Dry Send Level, Part Chorus Send Level, Part<br />
Reverb Send Level<br />
(0~127) Zie blz. 196.<br />
181<br />
Referentiehandboek
10. GM-mode<br />
Reverb Send Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het galmaandeel van het<br />
Chorus-signaal (d.w.z. hoe sterk het Chorus-uitgangssignaal<br />
op zijn beurt van galm wordt voorzien). Dat<br />
“mix-signaal” wordt via de aan de Reverb toegewezen<br />
uitgangen naar de buitenwereld gestuurd.<br />
Chorus Output Assign, Output Reverb Assign<br />
(A~D) Hiermee wijst u de uitgangen van het Chorus-<br />
c.q. Reverb-blok aan de gewenste Output-connectors<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> toe.<br />
GM Effects Chorus-pagina<br />
([F5≈(Effects)] - [F2≈(Chorus)])<br />
Hier kunt u het Chorus-effect van de GM-mode programmeren.<br />
182<br />
* In bepaalde gevallen (zie “b) In de Performance-mode” op<br />
blz. 177) kunt u ook een “gewone” Patch aan een Part toewijzen.<br />
Diens Chorus-instellingen worden dan echter genegeerd.<br />
Type<br />
U raadt het al: hiermee kiest u het type Chorus. De<br />
mogelijkheden zijn: Chorus 1~4, FB Chorus en Flanger.<br />
Rate<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid van<br />
de Chorus.<br />
Depth<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u hoe intensief de Chorus het<br />
geluid moduleert (dus hoe “vals” hij klinkt).<br />
Feedback<br />
(0~127) Hiermee stelt u in hoeveel van het Chorus-signaal<br />
nog eens naar de Chorus wordt gestuurd. Hoe<br />
groter de waarde, hoe complexer het Chorus-geluid<br />
wordt.<br />
GM Effects-pagina<br />
([F5≈(Effects)] - [F3≈(Reverb)])<br />
Hier kunt u het Reverb-effect van de GM-mode programmeren.<br />
* In bepaalde gevallen (zie “b) In de Performance-mode” op<br />
blz. 177) kunt u ook een “gewone” Patch aan een Part toewijzen.<br />
Diens Reverb-instellingen worden dan echter genegeerd.<br />
Type<br />
En hier kiest u dus het type galm voor de GM-Song:<br />
Small Room: galm van een kleine kamer.<br />
Medium Room: galm van een ietwat grotere kamer.<br />
Large Room: galm van een grote kamer.<br />
Medium Hall: galm van een al betrekkelijk grote concertzaal.<br />
Large Hall: galm van een grote concertzaal.<br />
Plate: simulatie van een plaatgalm.<br />
Time (Reverb Time)<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u de lengte van de galm.<br />
Info-functie voor GM-Parts<br />
([F6≈(Info)])<br />
Ook in de GM-mode bestaat er een Info-functie waarmee<br />
u kunt controleren welke MIDI-commando’s de<br />
geselecteerde Part op dat moment ontvangt. Zo kunt u<br />
meteen uitmaken of u alles naar behoren hebt ingesteld.<br />
Met uitzondering van de “Voices”-parameter kunt u<br />
hier ook waarden instellen die dan via MIDI OUT verzonden<br />
worden. Die commando’s zou u kunnen opnemen<br />
in uw sequence. Op die manier kan de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
dus ook fungeren als afstandsbediening voor het programmeren<br />
van bepaalde MIDI-commando’s. De<br />
beschikbare commando’s zijn:<br />
Mod (modulatie), Breath (CC02-commando’s), Foot<br />
(voetschakelaar, CC04), Vol (CC07), Pan (stereopositie,<br />
CC10), Exp (Expression, CC11), Hold (CC64), Bend<br />
(Pitch Bend-commando’s), Aftertouch en Voices (het<br />
aantal stemmen dat de GM-Part op dat moment<br />
gebruikt).<br />
* Met [ß][†] kunt u de pagina met de parameters kiezen die u<br />
momenteel niet ziet.<br />
10.4 GM Utility: handige<br />
functies<br />
In de GM-mode zijn er twee Utility-functies: één voor<br />
het initialiseren van de GM-mode en een tweede voor<br />
het verzenden van de momenteel gehanteerde GMinstellingen.<br />
1. Kies eerst de GM-mode (als u dat nog niet hebt<br />
gedaan) en druk vervolgens op [SYSTEM/UTILITY] (indicator<br />
moet oplichten). (De indicator mag niet knipperen.)<br />
2. Druk op [F6≈(Menu)] om de functie te kiezen.<br />
3. Druk op [F?].<br />
4. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om terug te keren naar de<br />
GM PLAY-pagina.<br />
De functies van Menu 2 (UTIL 2) zijn eveneens in de<br />
GM-mode beschikbaar. Deze werken net als in de overige<br />
modes.<br />
5. Kies de benodigde parameter en druk op [F6≈(Init)].<br />
Om toch niets te veranderen moet u op [EXIT] drukken.<br />
6. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om terug te keren naar de<br />
GM PLAY-pagina.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> GM Utility: handige functies<br />
* Als u uw keuze met [F6≈(Init)] bevestigt, verschijnt even de<br />
boodschap “COMPLETED”. Daarna keert de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
terug naar de GM PLAY-pagina.<br />
INIT: GM-mode initialiseren<br />
Deze initialiseringsfunctie heeft enkel betrekking op<br />
de GM-mode. De User-geheugens veranderen dus<br />
niet. Om dat te doen moet u gebruik maken van “Factory<br />
Reset” (blz. 171).<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat het gebruik van twee aparte GMmodules<br />
toe, die via aparte MIDI IN-poorten (1 & 2)<br />
kunnen worden aangesproken.<br />
Wanneer u op [F1≈(GM)] drukt<br />
Mode<br />
U kunt de GM-mode op twee manieren initialiseren.<br />
Met GM zorgt u dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich gedraagt als een<br />
GM-klankbron. De tweede optie is het initialiseren<br />
voor de GM2-mode.<br />
* Deze twee commando’s hebben hetzelfde effect als het zenden<br />
van een “GM System On”- of een “GM2 System On”commando<br />
via MIDI.<br />
Wanneer u op [F2≈(MIDI≈In2)] drukt<br />
Mode<br />
Met GM zorgt u dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich gedraagt als een<br />
GM-klankbron. De tweede optie is het initialiseren<br />
voor de GM2-mode. GM OFF tenslotte betekent dat de<br />
klankbronsectie, die met de MIDI IN2-connector is<br />
verbonden, wordt uitgeschakeld. Daarom werken<br />
MIDI IN 1 en MIDI IN 2 parallel en spreken ze dezelfde<br />
GM-klankbron aan (u beschikt dus maar over 16<br />
Parts).<br />
Druk op [F6≈(Init)] om de parameters te initialiseren.<br />
Data Transfer (XFER): instellingen via MIDI<br />
verzenden<br />
We hadden het er al over dat u de instellingen van de<br />
GM-mode noch intern, noch op een kaart kunt<br />
opslaan. U kunt ze echter wel als Bulk-data naar de<br />
externe sequencer zenden en daar dus (als onderdeel<br />
van een Song) opslaan.<br />
Vergeet niet, de MIDI IN-connector van de sequencer<br />
aan te sluiten op de MIDI OUT-connector van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Druk vervolgens op [F6≈(Trans)].<br />
* Meer details over de verzonden data vindt u in de “MIDI<br />
Implementation” op blz. 282 van de Engelstalige handleiding.<br />
* Als u de instellingen van bepaalde Parts niet samen met die<br />
van de overige wilt verzenden, moet u hun “Part MIDI<br />
Receive Switch” op blz. 181 op “OFF” zetten.<br />
183<br />
Referentiehandboek
11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk<br />
11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk<br />
11.1 <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>in Realtime<br />
beïnvloeden<br />
Sommige MFX-parameters (multi-effect) kunnen via<br />
externe speelhulpen (modulatie wiel enz.) en controlecommando’s<br />
worden beïnvloed.<br />
MFX-parameters via MIDI<br />
beïnvloeden<br />
Elk MFX-algoritme bevat een aantal parameters die tijdens<br />
het spelen (“in Realtime”) kunnen worden beïnvloed.<br />
Meer bepaald gaat het om de parameters die<br />
met een “#” gemerkt zijn (zie blz. 61~108).<br />
Deze controle is voor alle drie de “klankgroepen”<br />
mogelijk: Patches, Performances en Rhythm Sets.<br />
1. Kies eerst het MFX-algoritme dat u wilt gebruiken.<br />
De werkwijze hiervoor vindt u vanaf blz. 54.<br />
2. Druk, op de Play-pagina van de gekozen mode, op de<br />
volgende knoppen om naar de betreffende “Effects<br />
MFX #2”-pagina te gaan.<br />
Voor Patches en Rhythm Sets:<br />
[F6≈(Effects)] - [F3≈(MFX≈Ctl)]<br />
Voor Performances en de GM-mode:<br />
[F5≈(Effects)] - [F3≈(MFX≈Ctl)]<br />
In de Performance-mode beschikt u over drie MFXeffecten.<br />
In bepaalde gevallen moet u dus verschillende<br />
keren op [F3≈(MFX≈Ctl)] drukken om MFX-A,<br />
MFX-B of MFX-C te selecteren.<br />
Het MIDI-kanaal dat voor de controle van de MFX kan<br />
worden gebruikt, kiest u met “MFX A~C Source” op<br />
blz. 59. Als u daar “PERF” kiest, dan wordt het “Performance<br />
MFX Ctrl Channel” gehanteerd. U zou echter<br />
ook “Part 1”~”Part 32” kunnen kiezen om het ontvangstkanaal<br />
van de betreffende Part te gebruiken.<br />
184<br />
3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
* Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [√] drukt,<br />
zorgt u dat de cursor naar de parameter helemaal links<br />
springt.<br />
4. Stel de parameterwaarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />
[DEC] [INC].<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de oorspronkelijke<br />
waarde oproepen.<br />
5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />
* Links van de naam verschijnt nu een “*”, omdat de versie<br />
in het buffergeheugen niet meer overeenkomt met de opgeslagen<br />
versie. Sla de Patch/Performance/Rhythm Set dus<br />
op (blz. 163).<br />
* Wanneer u voor Performance “Source” een “Part”-instelling<br />
kiest (1~32), verschijnt de naam van die Part rechtsboven<br />
in het display. Dat betekent dat de volgende parameters<br />
betrekking hebben op de Patch die aan die Part is toegewezen.<br />
MFX Control-pagina<br />
([PATCH] - [F6≈(Effects)] - [F3≈(MFX≈Ctl)]/<br />
[PERFORM] - [F5≈(Effects)] - [F3≈(MFX≈Ctl)])<br />
MFX Control Source<br />
Kies hier de speelhulp of het controlecommando dat u<br />
voor het beïnvloeden van de MFX-parameters wilt<br />
gebruiken:<br />
OFF: Geen controle<br />
CC01~95: Controlecommando CC01~31 of 33~95<br />
PITCH BEND: Pitch Bend<br />
AFTERTOUCH: Aftertouch<br />
SYS-CTRL 1~4: System Control 1~4<br />
MFX Control Sens<br />
(–63~+63) Hiermee beepalt u of de parameterwaarde<br />
in positieve richting (+, grotere waarden) of negatieve<br />
richting (–, kleinere waarden) moet worden beïnvloed.<br />
Hoe groter de ingestelde positieve/negatieve waarde,<br />
hoe meer invloed u op de MFX-parameter kunt uitoefenen.<br />
MFX Control Destination<br />
Kies hier de MFX-parameter die u met het geselecteerde<br />
MFX Control-kanaal wilt aansturen De mogelijkheden<br />
verschillen naar gelang het gekozen MFXtype.<br />
Meer bepaald gaat het om de parameters die<br />
vanaf blz. 61 met een “#” gemerkt zijn.<br />
Tone-instellingen via MIDI<br />
beïnvloeden<br />
Via de Matrix-controle kunt u de Tone-parameters in<br />
Realtime beïnvloeden, wat voor een nóg dynamischer<br />
geheel zorgt.<br />
MIDI-commando kiezen en parameter<br />
toewijzen<br />
1. Kies de Patch die u wilt gebruiken.<br />
2. Druk op [F5≈(LFO&CTL)].<br />
3. Druk op [F3≈(Control)].
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Toepassingen voor Patches<br />
4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />
instelling.<br />
* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de oorspronkelijke<br />
waarde oproepen.<br />
6. Druk op [EXIT] om terug te gaan naar de PATCH Playpagina.<br />
Matrix Control 1~4<br />
Source (Matrix Control Source)<br />
Zie blz. 130.<br />
Destination<br />
Hiermee kiest u de parameter die u via het gekozen<br />
MIDI-commando moet worden aangestuurd:<br />
OFF: geen controle<br />
PITCH: Toonhoogte<br />
TMT: Tone Matrix Table<br />
Effectparameters ([PATCH] - [F6≈(Effects)], blz. 55)<br />
DRY LEVEL<br />
CHORUS SEND<br />
REVERB SEND<br />
MFX CTRL1~4<br />
WG-parameter ([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F1≈(WG≈Prm)],<br />
blz. 120)<br />
FXM DEPTH<br />
LFO-parameters ([PATCH] - [F5≈LFO&CTL)], blz. 129)<br />
LFO1 PCH DEPTH<br />
LFO2 PCH DEPTH<br />
LFO1 TVF DEPTH<br />
LFO2 TVF DEPTH<br />
LFO1 TVA DEPTH<br />
LFO2 TVA DEPTH<br />
LFO1 PAN DEPTH<br />
LFO2 PAN DEPTH<br />
LFO1 RATE<br />
LFO2 RATE<br />
PITCH-parameters ([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F1≈(Pch≈Env)],<br />
blz. 122)<br />
PIT ENV A-TIME<br />
PIT ENV D-TIME<br />
PIT ENV R-TIME<br />
TVF-parameters ([PATCH] - [F3≈(TVF)], blz. 124)<br />
CUTOFF<br />
RESONANCE<br />
TVF ENV A-TIME<br />
TVF ENV D-TIME<br />
TVF ENV R-TIME<br />
TVA-parameters ([PATCH] - [F4≈(TVA)], blz. 127)<br />
LEVEL<br />
PAN<br />
TVA ENV A-TIME<br />
TVA ENV D-TIME<br />
TVA ENV R-TIME<br />
Sens<br />
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />
de toegewezen functie door het Matrix Control-<br />
“kanaal” (1~4) wordt beïnvloed. Om de waarde van de<br />
aangestuurde parameter te verhogen moet u hier een<br />
positieve waarde instellen. Kies een negatieve waarde<br />
om de waarde van de aangestuurde parameter te kunnen<br />
verminderen. Hoe groter de (positieve of negatieve)<br />
waarde, hoe sterker de aangestuurde parameter(s)<br />
kan/kunnen worden beïnvloed. Kies “0” als de<br />
parameterwaarden niet mogen veranderen.<br />
Tone<br />
Zie blz. 131.<br />
11.2 Toepassingen voor<br />
Patches<br />
LFO met het System-tempo<br />
synchroniseren<br />
Natuurlijk is het ook mogelijk om de LFO te synchroniseren<br />
met het System-tempo. Als u wilt, kunt u zelfs<br />
zorgen dat de LFO synchroon loopt met een extern<br />
MIDI Clock-signaal.<br />
1. Ga naar de PATCH Play-pagina en kies de Patch<br />
wiens LFO u wilt synchroniseren.<br />
2. Zet de “Clock Source”-parameter op SYSTEM<br />
(blz. 114).<br />
3. Zet “Rate” op blz. 129 op de nootwaarde die overeenkomt<br />
met het gewenste aantal cycli per tel.<br />
4. Zet “Clock Source” op blz. 173 op INT.<br />
* Wanneer u hier MIDI kiest, wordt het System-tempo met<br />
een extern MIDI-apparaat gesynchroniseerd en dat betekent<br />
dan (op basis van de hier gemaakte instellingen) dat<br />
ook de LFO met het tempo van bv. een externe sequencer<br />
synchroon loopt.<br />
5. Speel op het klavier, terwijl u het System-tempo verandert<br />
(zie “System Tempo-parameters” op blz. 173).<br />
U zal meteen merken dat ook de modulatie van de<br />
Tones nu sneller of trager gaat lopen – en dat die dus<br />
op elk moment het System-tempo volgt.<br />
6. Stel de modulatiediepte voor elke Tone naar wens in<br />
(PATCH LFO&CTL LFO 1, 2 page).<br />
* De temposynchronisatie is niet beschikbaar voor Multi-<br />
Partial Patches.<br />
MFX met het System-tempo<br />
synchroniseren<br />
Laten we nu kijken hoe je de MFX-parameters met het<br />
tempo synchroon kunt laten lopen. De volgende algoritmen<br />
bevatten synchroniseerbare parameters:<br />
MFX Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .MFX parameter<br />
16:STEP FLANGER. . . . . . . . . . . . . . .Step Rate<br />
19:TRIPLE TAP DELAY . . . . . . . . . . .Delay L-R<br />
20:QUADRUPLE TAP DELAY . . . . .Delay 1~4<br />
41:STEREO PHASER . . . . . . . . . . . . .Rate, Step Rate<br />
42:KEYSYNC FLANGER . . . . . . . . . .Rate, Step Rate<br />
43:FORMANT FILTER . . . . . . . . . . . .Rate<br />
45:MULTI TAP DELAY . . . . . . . . . . .Delay 1~4<br />
46:REVERSE DELAY . . . . . . . . . . . . .Delay 1~4<br />
47:SHUFFLE DELAY . . . . . . . . . . . . .Delay<br />
48:3D DELAY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Delay Left/Right/Center<br />
58:SLICER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Rate<br />
60:3D CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . .Rate<br />
185<br />
Referentiehandboek
11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk<br />
61:3D FLANGER . . . . . . . . . . . . . . . . Rate, Step Rate<br />
62:TREMOLO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate<br />
63:AUTO PAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate<br />
64:STEREO PHASER2 . . . . . . . . . . . . Rate, Step Rate<br />
65:STEREO AUTO WAH . . . . . . . . . Rate<br />
66:ST FORMANT FILTER. . . . . . . . . Rate<br />
67:MULTI TAP DELAY 2 . . . . . . . . . Delay1-4<br />
68:REVERSE DELAY 2 . . . . . . . . . . . Delay1-4<br />
69:SHUFFLE DELAY 2 . . . . . . . . . . . Delay<br />
70:3D DELAY 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . Delay Left/Right/Center<br />
71:ROTARY 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Woofer Speed Slow/<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fast, Tweeter Speed Slow/<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fast<br />
72:ROTARY MULTI. . . . . . . . . . . . . . Rotary High/Low Slow<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate, Rotary High/Low Fast<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate<br />
73:KEYBOARD MULTI . . . . . . . . . . . Phaser Rate, Delay Time<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Left/Right<br />
74:RHODES MULTI. . . . . . . . . . . . . . Phaser Rate, CF Rate, TP Rate<br />
81:GUITAR MULTI A . . . . . . . . . . . . Delay Time Left/Right, CF<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate<br />
82:GUITAR MULTI B . . . . . . . . . . . . CF Rate<br />
83:GUITAR MULTI C . . . . . . . . . . . . AW Rate, Delay Time Left/<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Right, CF Rate<br />
84:CLEAN GUITAR MULTI A. . . . . Delay Left/Right, CF Rate<br />
85:CLEAN GUITAR MULTI B . . . . . AW Rate, Delay Left/Right,<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CF Rate<br />
86:BASS MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . CF Rate<br />
89:3D AUTO SPIN . . . . . . . . . . . . . . . Speed<br />
In het volgende voorbeeld gaan we de “Step Rate”parameter<br />
van het STEP FLANGER-algoritme met het<br />
System-tempo synchroniseren.<br />
1. Kies de Patch die u wilt gebruiken.<br />
2. Zet “Clock Source” op blz. 114 op “SYSTEM”.<br />
3. Kijk even of de Patch het MFX Type “STEP FLAN-<br />
GER” gebruikt (PATCH Effects General-pagina).<br />
Selecteer dat anders.<br />
4. Zet de Step Rate-parameter (op de nootwaarde die<br />
beantwoordt aan het gewenste veelvoud van het<br />
System-tempo (blz. 69).<br />
5. Zet “Clock Source” op blz. 173 op INT.<br />
* U zou hier ook MIDI kunnen kiezen om te zorgen dat het<br />
tempo door een extern MIDI Clock-signaal wordt bepaald.<br />
6. Speel op het klavier, terwijl u het System-tempo verandert.<br />
U zal merken dat dit ook consequenties heeft<br />
voor de snelheid van het Flanger-effect.<br />
Tone Delay-functie met het Systemtempo<br />
synchroniseren<br />
* De Tone Delay-functie is enkel voor 4TONE Patches<br />
beschikbaar.<br />
1. Kies de Patch die u wilt gebruiken.<br />
2. Zet “Clock Source” op blz. 114 op “SYSTEM”.<br />
3. Zet “Time” op blz. 122 op de nootwaarde die in verhouding<br />
tot het tempo moet worden gehanteerd.<br />
4. Zet “Clock Source” op blz. 173 op INT.<br />
* U zou hier ook MIDI kunnen kiezen om te zorgen dat het<br />
tempo door een extern MIDI Clock-signaal wordt bepaald.<br />
5. Speel op het klavier, terwijl u het System-tempo verandert.<br />
U zal merken dat de vertraging van Tone 1 bij<br />
elke gekozen tempowaarde bruikbaar blijft.<br />
186<br />
Snelheid van het Rotary-effect met<br />
een voetschakelaar veranderen<br />
Laten we nu kijken wat u moet doen om met een optionele<br />
voetschakelaar van de “Slow”- naar de “Fast”snelheid<br />
over te schakelen en vice versa. Hiervoor<br />
gaan we gebruik maken van de MFX CTRL-functie.<br />
1. Sluit een optionele voetschakelaar (DP-2, DP-6 enz.)<br />
aan op de voetschakelaaraansluiting van het externe<br />
MIDI-klavier.<br />
2. Zorg op het externe instrument dat de voetschakelaar<br />
CC04-commando’s zendt (zie de handleiding bij het<br />
externe instrument).<br />
3. Kies de Patch “PR-A: 050 Perky B”. Deze Patch maakt<br />
gebruik van het Rotary-effect.<br />
4. Zet “MFX Control 1~4 Source” op blz. 56 op<br />
“CC04:FOOT TYPE”.<br />
5. Zet “Destination” op SPEED en “Sens” op +63.<br />
6. Speel op het (externe) klavier, terwijl u de voetschakelaar<br />
intrapt om de snelheid van het effect te veranderen.<br />
Wanneer de voetschakelaar ingetrapt is, wordt de<br />
“Fast”-snelheid gehanteerd. Laat u hem weer los, dan<br />
kiest de MFX weer de “Slow”-snelheid.<br />
Phrase Loops synchroniseren met<br />
het System-tempo of een extern<br />
MIDI Clock-signaal<br />
“Phrase Loops” zijn golfvormen op bepaalde SR-JV80<br />
Wave Expansion Boards die een “Groove” of ander ritmisch<br />
fragment/riff bevatten, wat met name voor<br />
Dance en Techno van belang is. Als u met zo’n golfvorm<br />
toonladders speelt, veranderen de toonhoogte en<br />
het tempo ervan, omdat de betreffende golfvorm sneller<br />
of trager wordt gelezen. (De VariPhrase-technologie<br />
heeft daar een meer dan overtuigende oplossing<br />
voor gevonden.) Maar er bestaat nog een andere<br />
manier om te zorgen dat dergelijke Grooves van bv.<br />
een “SR-JV80-10: BASS&DRUMS” synchroon lopen<br />
met het System-tempo of zelfs een extern MIDI Clocksignaal.<br />
Vanzelfsprekend is dit nog lang geen Vari-<br />
Phrase, omdat de toonhoogte van de Phrase Loops<br />
rechtstreeks afhankelijk is van het tempo, maar tenminste<br />
hebt u iets aan dergelijke Loops.<br />
1. Kies de Patch die u wilt gebruiken.<br />
2. Zet “Clock Source” op blz. 114 op “SYSTEM”.<br />
3. Ga naar de PATCH WG-pagina (zie blz. 120).<br />
4. Kies alle Tones, die een Phrase Loop aanspreken, met<br />
TONE [1]~[4].<br />
Golfvormen die een Phrase Loop bevatten herkent u<br />
aan de BPM-waarde rechts van het golfvormnummer.<br />
5. Zet “Tempo Sync” op blz. 121 op ON.<br />
6. Zet “Time” op blz. 122 op “0” (geen vertraging van de<br />
betreffende Tones).<br />
* Kiest u een andere waarde dan “0”, dan lijkt het wel alsof<br />
de synchronisatie van de Phrase Loops niet werkt, hoewel<br />
deze “storing” heel eenvoudig te verklaren en te verhelpen<br />
is.<br />
7. Zet “Clock Source” op blz. 173 op INT.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Part-instellingen via MIDI veranderen<br />
* U zou hier ook MIDI kunnen kiezen om te zorgen dat het<br />
tempo door een extern MIDI Clock-signaal wordt bepaald.<br />
8. Speel op het (externe) klavier en verander het Systemtempo.<br />
U zal merken dat de Phrase Loops het tempo<br />
keurig volgen.<br />
* Welke toets u indrukt is van geen belang, omdat de Phrase<br />
Loop nu synchroon loopt met het System-tempo. Bovendien<br />
wordt er geen rekening gehouden met de instellingen voor<br />
“Pitch” op blz. 122 en “FXM” op blz. 121.<br />
11.3 Part-instellingen via<br />
MIDI veranderen<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat ook toe om de Part-instellingen van<br />
een Performance via MIDI te veranderen. Hiervoor<br />
worden controlecommando’s (CC) gebruikt.<br />
Verderop komt u te weten welke parameters met dit<br />
systeem kunnen worden beïnvloed. Meer details over<br />
de parameters vindt u in het hoofdstuk “MIDI Implementation”<br />
vanaf blz. 282 in de Engelstalige handleiding.<br />
* De parameters van de MFX, Chorus en Reverb kunt u<br />
enkel met SysEx-commando’s veranderen. Zie blz. 285 in<br />
de Engelstalige handleiding.<br />
Nuttige MIDI-adressen<br />
Wie zoekt, die vindt natuurlijk. Maar omdat zoeken<br />
waarschijnlijk het laatste is dat u van plan bent na de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitgepakt te hebben (en al zeker niet wanneer<br />
het om een handleiding gaat), hebben we hier even een<br />
aantal controlecommando’s voor u op een rijtje gezet.<br />
* Zoals u zal merken, beïnvloedt u met sommige CC’s<br />
bepaalde “Modify-parameters” van een Patch of Part (zie<br />
“Modify” op blz. 144).<br />
Volumeveranderingen: CC07<br />
Stereopositie (panorama): CC10<br />
Portamento: CC65 (schakelaar) en CC05 (tijd)<br />
Release (Time 4): CC72<br />
Attack (Time 1): CC73<br />
Cutoff-frequentie: CC74<br />
Resonance: CC71<br />
Chorus-aandeel (Send): CC93<br />
Reverb-aandeel (Send): CC91<br />
Toonhoogte veranderen (RPN)<br />
Dit doet u met zgn. RPN-commando’s. Dat zijn combinaties<br />
van CC100 (waarde 2) en CC101 (waarde 0) voor<br />
het parameteradres en CC06 en CC38 voor het doorseinen<br />
van de gewenste waarde. De waarde tussen haakjes<br />
slaat op de waarde die u voor het betreffende CCcommando<br />
moet of kunt instellen:<br />
Coarse: CC100 (0), CC101 (2), CC06 (16~112)<br />
Fine: CC100 (0), CC101 (1), CC06 (32~96), CC38 (0~127)<br />
* De waarde “64” voor CC64 betekent dat de Coarse- of<br />
Fine-toonhoogte niet verandert (voor “Fine” moet CC38<br />
bovendien op “0” staan). Met kleinere waarden vermindert<br />
u de toonhoogte, met grotere waarden verhoogt u ze.<br />
Pitch Bend Range: CC100 (0), CC101 (0), CC06 (0~12)<br />
De RPN-“uitsmijter”<br />
Eens u een RPN-adres hebt ingevuld en met CC06/<br />
CC38 de waarde van de betreffende parameter hebt<br />
gewijzigd, gaat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ervan uit dat hij bij ontvangst<br />
van nieuwe CC06- en CC38-commando’s<br />
weer de instelling van de gekozen parameter moet<br />
wijzigen. Misschien is dat echter helemaal niet de<br />
bedoeling.<br />
Daarom verdient het aanbeveling om na een RPNsequens<br />
de waarde “127” voor CC100 en CC101 te<br />
zenden (dus CC100= 127 en CC101= 127). Dit commando<br />
betekent namelijk “vergeet het parameteradres”.<br />
Eventueel later ontvangen CC06- en CC38waarden<br />
hebben dan geen invloed meer op de<br />
Coarse-, Fine- of Pitch Bend Range-parameter.<br />
* Het display beeldt telkens de waarde af die via MIDI werd<br />
ingesteld. Zo weet u dus op elk moment hoe de parameters<br />
ingesteld zijn.<br />
11.4 Concrete Matrix<br />
Control-toepassingen<br />
TMT via de LFO beïnvloeden<br />
Kiest u “TMT” (Tone Mix Table) als “Destination”<br />
(bestemming) voor de Matrix-controle, dan kunt u via<br />
MIDI bepalen wanneer de aangestuurde Tone binnen<br />
de geselecteerde Patch precies moet klinken.<br />
Bij wijze van voorbeeld willen we u hier tonen hoe u<br />
dat met LFO1 kunt doen.<br />
1. Ga naar de PATCH Play-pagina en kies de Patch “PR-<br />
E: 043 Morph Pad”.<br />
2. Spring naar de “PATCH Common TMT Vel Rangepagina”<br />
op blz. 118) en stel de volgende V.L- en V.Uwaarden<br />
voor Tone 1 en Tone 2 in:<br />
V.L V.U<br />
Tone 1 0 64<br />
Tone 2 65 127<br />
3. Zet L.F en U.F van Tone 1 & 2 op “10”.<br />
Zo bent u er zeker van de Tones in de grensgebieden<br />
van de aanslagwaarden mooi in elkaar overgaan.<br />
4. Zet “TMT Control Switch Velocity-Ctrl” op OFF.<br />
Hierdoor deactiveert u de aanslagwaarden van stap 2.<br />
Beide Tones klinken dus telkens samen (de aanslag<br />
wordt niet meer gebruikt om over te schakelen.<br />
5. Zet “TMT Control Switch Matrix-Ctrl” op ON.<br />
Hiermee zorgt u dat de TMT (Tone Mix Table) via de<br />
Matrix-controle wordt beïnvloed. Ziehier de benodigde<br />
instellingen voor “Velocity-Ctrl” (TMT Control<br />
Switch) en “Matrix-Ctrl”:<br />
(1) (2) (3) (4)<br />
[Velocity-Ctrl] ON OFF ON OFF<br />
[Matrix-Ctrl] OFF OFF ON ON<br />
(1) (3): de controle via de aanslag is mogelijk, zodat u<br />
via de aanslag kunt bepalen welke van de twee Tones<br />
er telkens klinkt.<br />
187<br />
Referentiehandboek
11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk<br />
(2): De controle via de aanslag en de TMT-controle via<br />
de Matrix Control-functie is uit, zodat de twee Tones<br />
altijd samen klinken (de aanslagwaarden worden niet<br />
gehanteerd).<br />
(4): “TMT Matrix Control” is actief. De Timing van de<br />
Tones kan dus worden bepaalde via de speelhulp<br />
(“Source”).<br />
6. Kies “LFO1” als Matrix Control 1 “Source” (blz. 130).<br />
7. Stel één “Destination :Sns–Tone” van Matrix Control 1<br />
als volgt in:<br />
8. Ga naar de “PATCH LFO&Ctrl LFO1/2-pagina” op<br />
blz. 129 en kies voor “Form” (Wave) en “Value” (Rate)<br />
de volgende instellingen:<br />
* Op de PATCH WG Parameter-pagina (blz. 120) kunt u de<br />
gewenste golfvormen aan Tone 1 en 2 toewijzen. Indien<br />
nodig, kunt u daarvoor de Palette-functie gebruiken<br />
(blz. 119), omdat dat eventueel sneller werkt.<br />
9. Druk [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />
* Andere mogelijkheden zijn: synchronisatie van de LFO met<br />
het tempo, de stuurbron voor de modulatie gebruiken enz.,<br />
zodat nog een veel uitgekiendere controle van het Tonegeluid<br />
mogelijk wordt.<br />
188<br />
Destination: TMT<br />
Sns: +63<br />
Tone: o o _ _ (Tone 1 & 2 worden beïnvloed)<br />
Tone 1 Tone 2<br />
Form: SIN SIN<br />
Value: 64 127
12. Uitgangen kiezen<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat het gebruik van vier soorten uitgangen toe.<br />
Op die manier kunt u o.a. bepaalde signalen “uit de stereomix” van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> halen en aan aparte uitgangen (of uitgangsparen)<br />
toewijzen. Zo zou u bv. twee Rhythm Tones naar één uitgangspaar kunnen sturen om de drumklanken nog<br />
met een extern effect te bewerken. Die vier uitgangsparen (A, B, C, D) kunt u echter ook als individuele uitgangen<br />
gebruiken en er individuele Tones (Patch-mode), Rhythm Tones en Parts naartoe sturen. En dit is pas de analoge uitgangssectie.<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat namelijk ook nog twee soorten digitale uitgangen: R-BUS en S/P DIF.<br />
In dit hoofdstuk willen we aan de hand van een aantal voorbeelden duidelijk maken hoe u bepaalde signalen naar de<br />
gewenste uitgangen kunt sturen.<br />
De digitale uitgangen (R-BUS en S/P DIF) kunnen dezelfde functies hebben als de analoge uitgangen (OUTPUT A~D<br />
of INDIVIDUAL 1~8, zie verderop).<br />
R-BUS 1~8: OUTPUT A~D (INDIVIDUAL 1~8)<br />
S/P DIF: OUTPUT A (MIX) (INDIVIDUAL 1~2)<br />
* De naar de PHONES-connector uitgestuurde signalen komen overeen met wat u via OUTPUT A (MIX) naar buiten stuurt.<br />
12.1 Toewijzingen in de Patch-mode<br />
Signaalpad (voor de TONES)<br />
TONE<br />
Output Assign<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
M-FX<br />
M-FX<br />
Output Assign<br />
CHO<br />
REV<br />
Chorus<br />
Output Assign<br />
Reverb<br />
Output Assign<br />
OUTPUT A<br />
OUTPUT B<br />
OUTPUT C<br />
OUTPUT D<br />
189<br />
Referentiehandboek
12. Uitgangen kiezen<br />
Parameters<br />
De parameters voor de uitgangstoewijzing zijn eigenlijk<br />
al bekend van het vorige hoofdstuk:<br />
PATCH Effects General-pagina<br />
([PATCH] - [F6≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />
Op deze pagina kiest u de routing van de geselecteerde<br />
Tone(s) naar de effecten, maar ook naar de uitgangen:<br />
Tone Output Assign<br />
MFX: Betekent dat het signaal naar de MFX, de Chorus<br />
en de galm (Reverb) wordt gestuurd.<br />
A~D: Betekent dat het signaal naar het betreffende uitgangspaar<br />
(stereo), naar de Chorus en Reverb wordt<br />
gestuurd.<br />
1~8: Betekent dat het signaal naar de betreffende INDI-<br />
VIDUAL-uitgang (1 aansluiting), de Chorus en de<br />
Reverb wordt gestuurd. Het van Chorus en/of Reverb<br />
voorziene signaal wordt naar de uitgangen gestuurd<br />
dat u aan het Chorus- of Reverb-blok hebt toegewezen<br />
(Chorus Output Assign c.q. Reverb Output Assign).<br />
Tone Dry Send Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de gekozen<br />
Tone in de toegewezen uitgang. Door deze parameter<br />
voor verschillende Tones in te stellen zorgt u dus voor<br />
de juiste “mix”.<br />
* Verder vindt u hier de parameters Tone Chorus Send Level,<br />
Tone Reverb Send Level, MFX Dry Send Level enz. Zie<br />
hiervoor blz. 55.<br />
* Ook de Chorus (Chorus Output Select), de MFX (MFX<br />
Output Assign) en Reverb (Reverb Output Assign) kunt u<br />
aan de gewenste uitgangen toewijzen. Zie bv. blz. 57.<br />
PATCH Common Genera-pagina<br />
([PATCH] - [F1≈(COMMON)] - [F1≈(General)])<br />
Naast parameters die u voor elke Tone apart kunt<br />
instellen bevat elke Patch ook parameters die voor alle<br />
Tones samen (en dus voor de Patch in z’n geheel) gelden.<br />
Common<br />
Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de Patch<br />
(alias de optelsom van de Tone-volumes).<br />
* Het volume van de Tones stelt u met de Tone Level-parameter<br />
(van de TVA) in (zie blz. 127).<br />
Pan<br />
Hiermee bepaalt u de stereopositie van de Patch. “L64”<br />
betekent dat de Patch zich helemaal links in het stereobeeld<br />
bevindt, maar niet dat u rechts helemaal niets<br />
meer hoort. Deze parameter “verschuift” namelijk<br />
alleen de voor de Tones geprogrammeerde Panwaarde<br />
(zie blz. 127), maar doet hem niet helemaal<br />
teniet.<br />
190<br />
* Pan wordt niet gebruikt wanneer u voor “Mode” (zie verderop)<br />
een INDIV-optie hebt gekozen.<br />
Output Assign<br />
Hiermee wijst u de Patch aan de gewenste uitgangen<br />
toe. Zolang u niet TONE kiest, hoeft u de uitgangstoewijzing<br />
van de Tones zelfs niet te bekijken, omdat ze<br />
toch geen invloed hebben op de uitgangstoewijzing.<br />
MFX Het Patch-signaal wordt naar de MFX<br />
gestuurd (maar ook naar de Chorus en de<br />
Reverb). Daarom wordt de uitgangstoewijzing<br />
van de MFX gehanteerd i.p.v. die van de<br />
Patch.<br />
OUTPUT<br />
A~D<br />
De Patch wordt in stereo naar het gekozen<br />
paar (OUTPUT A, B, C of D) gestuurd.<br />
INDIV 1~8 De Patch wordt in mono naar de gekozen uitgang<br />
(INDIVIDUAL OUTPUT 1~8) gestuurd.<br />
TONE/KEY De Patch hanteert de uitgangstoewijzing voor<br />
de Tones (zie “Tone Output Assign”).<br />
SYSTEM Output-pagina<br />
([SYSTEM] - [F2≈(OutP&EQ)])<br />
Digital Interface<br />
Master Freq<br />
(44.1/48 kHz) Stel hier de sampling-frequentie voor de<br />
signalen in die naar de digitale uitgangen worden uitgestuurd.<br />
Master Clock<br />
Met deze parameter bepaalt u wie als Master voor de<br />
digitale synchronisatie (Wordclock) moet fungeren.<br />
INTERNAL De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gebruikt zijn eigen Wordclocksignaal.<br />
De digitale mixer e.d. moet dus als<br />
Slave met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> worden gesynchroniseerd.<br />
R-BUS De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hanteert het via de R-BUS-aansluiting<br />
ontvangen Wordclock-signaal (en<br />
fungeert dus als Slave).<br />
WORD<br />
CLOCK IN<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> loopt synchroon met het via<br />
deze aansluiting ontvangen Wordclock-signaal.<br />
* De Wordclock-synchronisatie heeft niets met het tempo te<br />
maken.<br />
* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan alleen synchroon lopen met Wordclocksignalen<br />
die een frequentie van 44.1 of 48 kHz hebben.<br />
Output Mix/Parallel<br />
Mode<br />
Ziehier een Master-parameter waarmee u de voor de<br />
Tones, Rhythm Tones, Parts, effecten e.d. geprogrammeerde<br />
uitgangstoewijzing (“Output Assign”) mogelijk<br />
of net onmogelijk maakt:<br />
MIX: Kies deze instelling als u maar twee uitgangen<br />
van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wilt gebruiken: OUTPUT A (MIX). Dit<br />
betekent dat signalen, die eigenlijk voor INDIVIDUAL<br />
3, 5 of 7 bedoeld zijn, via de linker (L) OUTPUT A<br />
(MIX) connector worden weergegeven. Signalen die u<br />
aan INDIVIDUAL 4, 6 of 8 hebt toegewezen, worden<br />
via OUTPUT A (MIX) R weergegeven.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Toewijzingen in de Patch-mode<br />
* In de op PHONES aangesloten hoofdtelefoon hoort u telkens<br />
maar de aan de OUTPUT A (MIX) connectors toegewezen<br />
signalen. Tijdens het gebruik van een hoofdtelefoon<br />
kiest u hier dan ook beter MIX om alle signalen te horen.<br />
SYSTEM General #1-pagina<br />
([SYSTEM] - [F1≈(General)])<br />
Master<br />
Level (Master Level)<br />
(0~127) Hiermee regelt u de uitgangsvolume van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n geheel.<br />
Voorbeeld<br />
Tones aan afzonderlijke uitgangen<br />
toewijzen<br />
In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat onze Patch<br />
inderdaad alle vier de Tones gebruikt (wat niet altijd<br />
het geval hoeft te zijn). Die Tones willen we nu aan<br />
aparte uitgangen toewijzen, en wel als volgt: Tone 1=<br />
A, Tone 2= B, Tone 3= INDIVIDUAL 5 en Tone 4=<br />
INDIVIDUAL 6. Het Chorus- en Reverb-effect gaan<br />
we daarentegen aan het uitgangspaar B OUTPUT toewijzen.<br />
Laten we beginnen met de Tones:<br />
1. Kies de Patch die u wilt editen.<br />
2. Druk op [F6≈(Effects)].<br />
3. Druk op [F1≈(General)] om naar de PATCH Effects<br />
General-pagina te gaan.<br />
4. Kies met TONE SELECT [1]~[4] de Tone wiens uitgangstoewijzing<br />
u wilt wijzigen.<br />
5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde<br />
parameter en wijzig er met de [VALUE]-regelaar of [DEC]<br />
[INC] de waarde van.<br />
Stel de volgende dingen in:<br />
Tone Output Tone Dry Tone Chorus Tone Reverb<br />
Assign Send Level Send Level Send Level<br />
Tone 1 A 127 100 100<br />
Tone 2 B 127 100 100<br />
Tone 3 5 127 100 100<br />
Tone 4 6 127 100 100<br />
* Voor Chorus en Reverb Send kunt u ook andere waarden<br />
instellen als dat beter uitkomt.<br />
6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />
7. Druk op [F1≈(Common)].<br />
8. Breng de cursor met [ß] of [†] naar Output Assign.<br />
9. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “TONE”.<br />
10.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />
Nu gaan we het volume en de uitgangstoewijzing van<br />
de Chorus instellen:<br />
11.Druk op [F6≈(Effects)].<br />
12.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Chorus Output<br />
Assign”.<br />
13.Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “B”.<br />
14.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Chorus Level”.<br />
15.Kies met de [VALUE]-regelaar “100”.<br />
16.Breng de cursor met [ß] of [†] naar “Chorus Output<br />
Select”.<br />
17.Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “MAIN”.<br />
En tenslotte moeten we de Reverb nog aan de<br />
gewenste uitgangen toewijzen:<br />
18.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Reverb Output<br />
Assign”.<br />
19.Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “B”.<br />
20.Brengen de cursor met [√][®][ß][†] naar “Reverb Level”.<br />
21.Kies met de [VALUE]-regelaar “100”.<br />
22.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />
191<br />
Referentiehandboek
12. Uitgangen kiezen<br />
12.2 Uitgangstoewijzingen in de Performancemode<br />
Signaalpad voor de Parts<br />
Parameters<br />
Ziehier welke parameters u voor de uitgangstoewijzingen<br />
van de Parts nodig hebt.<br />
PERFORMANCE Effects General-pagina<br />
([PERFORM] - [F6≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />
Hier wijst u de geselecteerde Part aan een uitgang.<br />
Tevens kunt u er het volume en het effectaandeel van<br />
instellen.<br />
Part Output Assign<br />
Ziehier de mogelijkheden:<br />
MFX: Betekent dat het signaal naar de MFX, de Chorus<br />
en de galm (Reverb) wordt gestuurd.<br />
A~D: Betekent dat het signaal naar het betreffende uitgangspaar<br />
(stereo), naar de Chorus en Reverb wordt<br />
gestuurd.<br />
192<br />
PART<br />
Output Assign<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
M-FX A<br />
M-FX<br />
Output Assign<br />
M-FX B<br />
M-FX C<br />
CHO<br />
Chorus<br />
Output Assign<br />
REV<br />
Reverb<br />
Output Assign<br />
OUTPUT A<br />
OUTPUT B<br />
OUTPUT C<br />
OUTPUT D<br />
1~8: Betekent dat het signaal naar de betreffende INDI-<br />
VIDUAL-uitgang (1 aansluiting), de Chorus en de<br />
Reverb wordt gestuurd. Het van Chorus en/of Reverb<br />
voorziene signaal wordt naar de uitgangen gestuurd<br />
dat u aan het Chorus- of Reverb-blok hebt toegewezen<br />
(Chorus Output Assign c.q. Reverb Output Assign).<br />
PAT: De Part neemt de uitgangstoewijzing van de toegewezen<br />
Patch/Rhythm Set (en eventueel diens<br />
Tones) gewoon over.<br />
Part Output MFX Select<br />
(A~C) Hiermee bepaalt door welke van de drie<br />
MFX’en de geselecteerde Part zal worden bewerkt (als<br />
u tenminste MFX hebt gekozen, of PAT, terwijl de<br />
betreffende Patch de MFX aanspreekt).<br />
Part Dry Send Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van het niet<br />
bewerkte Part-signaal dat rechtstreeks naar de uitgangen<br />
wordt gestuurd.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Uitgangstoewijzingen in de Performance-mode<br />
Part Chorus Send Level, Part Reverb Send Level,<br />
MFX Dry Send Level, enz.<br />
Zie blz. 59 en volgende. Ook de MFX, Chorus en<br />
Reverb kunt u aan de gewenste uitgangen toewijzen.<br />
* Aangezien de MFX, Chorus en Reverb stereo zijn, kunt<br />
u ze enkel aan uitgangsparen (A~D) toewijzen. De<br />
INDIVIDUAL-opties zijn dus niet beschikbaar.<br />
SYSTEM Output-pagina<br />
([SYSTEM] - [F2≈(OutP&EQ)]) Zie “Output Mix/Parallel”<br />
op blz. 190.<br />
SYSTEM General #1-pagina<br />
([SYSTEM] - [F1≈(General)]) Zie “Master” op blz. 191.<br />
Voorbeeld<br />
In dit voorbeeld gaan we u tonen hoe u Part 1 aan de<br />
uitgangen A (MIX) OUTPUT toewijst (zonder de<br />
interne effecten aan te spreken), Part 2 aan MFX A (die<br />
dan via OUTPUT B wordt uitgestuurd) en Part 3 aan<br />
INDIVIDUAL 5 (zonder interne effecten aan te spreken).<br />
Laten we beginnen met Part 1.<br />
1. Kies de benodigde Performance.<br />
2. Druk op [F6≈(Effects)].<br />
3. Druk zo vaak op [F1≈(General)] tot de Performance<br />
Effects General #1-pagina verschijnt.<br />
4. Druk op PART SELECT [1/17] om te zorgen dat de<br />
indicator oplicht.<br />
* De indicator van [1-16/17-32] mag niet oplichten, omdat u<br />
anders Part 17 zou selecteren. Druk desgevallend op deze<br />
knop om te zorgen dat zijn indicator dooft.<br />
5. Kies met [√][®][ß][†] “Part Output Assign”.<br />
6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “A”.<br />
7. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Part Dry Send<br />
Level” en stel met de [VALUE]-regelaar “100” in.<br />
8. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Part Chorus Send<br />
Level” en stel met de [VALUE]-regelaar “0” in.<br />
9. Kies voor “Part Reverb Send Level” de instelling “0”.<br />
Part Output Part Dry Part Chorus Part Reverb<br />
Assign Send Level Send Level Send Level<br />
MFX-A 100 0 0<br />
En dan gaan we nu Part 2 instellen:<br />
10.Druk op PART SELECT [2/18] (indicator moet oplichten).<br />
* De indicator van [1-16/17-32] mag niet oplichten, omdat u<br />
anders Part 18 zou selecteren. Druk desgevallend op deze<br />
knop om te zorgen dat zijn indicator dooft.<br />
11.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde<br />
parameter en stel er met de [VALUE]-regelaar of [DEC]<br />
[INC] de waarde van in.<br />
Meer bepaald zou u –voor dit voorbeeld– de volgende<br />
waarden moeten instellen:<br />
Part Output Part Dry Part Chorus Part Reverb<br />
Assign Send Level Send Level Send Level<br />
MFX-B 100 0 0<br />
Tenslotte moeten we Part 3 nog instellen:<br />
12.Druk op PART SELECT [3/19] om te zorgen dat de<br />
indicator oplicht.<br />
* De indicator van [1-16/17-32] mag niet oplichten, omdat u<br />
anders Part 19 zou selecteren.<br />
13.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde<br />
parameter en stel er met de [VALUE]-regelaar of [DEC]<br />
[INC] de waarde van in.<br />
Ziehier wat u voor ons voorbeeld moet instellen:<br />
Part Output Part Chorus Part Reverb<br />
Assign Send Level Send Level<br />
5 0 0<br />
14.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFORM<br />
Play-pagina.<br />
193<br />
Referentiehandboek
12. Uitgangen kiezen<br />
12.3 Uitgangstoewijzingen in de Rhythm Set-mode<br />
Signaalpad van de Rhythm Tones<br />
Parameters<br />
Ziehier de parameters die u in de Rhythm Set-mode<br />
kunt instellen.<br />
RHYTHM Effects General-pagina<br />
([RHYTHM] - [F6≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />
Hiermee kiest u of de geselecteerde Rhythm Tone al<br />
dan niet naar de MFX wordt uitgestuurd. Bovendien<br />
kunt u hier het Chorus- en Reverb-aandeel instellen.<br />
Even ter herinnering: een “Rhythm Tone” is één noot<br />
van een Rhythm Set.<br />
Rhythm Tone Output Assign<br />
MFX: Betekent dat het signaal naar de MFX, de Chorus<br />
en de galm (Reverb) wordt gestuurd.<br />
A~D: Betekent dat het signaal naar het betreffende uitgangspaar<br />
(stereo), naar de Chorus en Reverb wordt<br />
gestuurd.<br />
1~8: Betekent dat het signaal naar de betreffende INDI-<br />
VIDUAL-uitgang (1 aansluiting), de Chorus en de<br />
Reverb wordt gestuurd. Het van Chorus en/of Reverb<br />
voorziene signaal wordt naar de uitgangen gestuurd<br />
dat u aan het Chorus- of Reverb-blok hebt toegewezen<br />
(Chorus Output Assign c.q. Reverb Output Assign).<br />
194<br />
RHYTHM<br />
TONE<br />
Output Assign<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
M-FX<br />
Output Assign<br />
M-FX<br />
CHO<br />
Chorus<br />
Output Assign<br />
REV<br />
Reverb<br />
Output Assign<br />
OUTPUT A<br />
OUTPUT B<br />
OUTPUT C<br />
OUTPUT D<br />
Rhythm Tone Dry Send Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de gekozen<br />
Tone in de toegewezen uitgang. Door deze parameter<br />
voor verschillende Tones in te stellen zorgt u dus voor<br />
de juiste “mix”.<br />
* Verder vindt u hier de parameters Tone Chorus Send Level,<br />
Tone Reverb Send Level, MFX Dry Send Level enz. Zie<br />
hiervoor blz. 55.<br />
* Ook de Chorus (Chorus Output Select), de MFX (MFX<br />
Output Assign) en Reverb (Reverb Output Assign) kunt u<br />
aan de gewenste uitgangen toewijzen. Zie bv. blz. 57.<br />
Aangezien de MFX, Chorus en Reverb stereo zijn,<br />
kunt u ze enkel aan uitgangsparen (A~D) toewijzen.<br />
De INDIVIDUAL-opties zijn dus niet beschikbaar.<br />
RHYTHM Common-pagina<br />
([RHYTHM] - [F1≈(Common)])<br />
Common<br />
Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de Rhythm<br />
Set (dus alle Rhythm Tones) in z’n geheel.<br />
* Binnen een Rhythm Set kunt u het volume van de Rhythm<br />
Tones eveneens individueel instellen (zie blz. 154).
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Uitgangstoewijzingen in de Rhythm Set-mode<br />
Output Assign<br />
Met deze parameter wijst u de gehele Rhythm Set aan<br />
de gewenste uitgangen toe. De mogelijkheden zijn<br />
voor het merendeel bekend:<br />
MFX Het Rhythm Set-signaal wordt naar de MFX<br />
gestuurd (maar ook naar de Chorus en de<br />
Reverb). Daarom wordt de uitgangstoewijzing<br />
van de MFX gehanteerd i.p.v. die van de<br />
Patch.<br />
OUTPUT<br />
A~D<br />
De Rhythm Set wordt in stereo naar het gekozen<br />
paar (OUTPUT A, B, C of D) gestuurd.<br />
INDIV 1~8 De Rhythm Set wordt in mono naar de gekozen<br />
uitgang (INDIVIDUAL OUTPUT 1~8)<br />
gestuurd.<br />
TONE De Rhythm Set hanteert de uitgangstoewijzing<br />
voor de Rhythm Tones (zie “Rhythm<br />
Tone Output Assign”).<br />
SYSTEM Output-pagina<br />
([SYSTEM] - [F2≈(OutP&EQ)]) Zie blz. 190.<br />
SYSTEM General #1-pagina<br />
([SYSTEM] - [F1≈(General)]) Zie blz. 191.<br />
Voorbeeld<br />
Laten we hier kijken hoe je een bepaalde Rhythm Tone<br />
(binnen een Rhythm Set) aan de gewenste uitgang toewijst.<br />
Meer bepaald gaan we de Rhythm Tone C4 naar<br />
de uitgang INDIVIDUAL 3 sturen en geen gebruik<br />
maken van de interne effecten.<br />
1. Kies de benodigde Rhythm Set.<br />
2. Druk op [F6≈(Effects)].<br />
3. Druk op [F1≈(General)] om naar de Rhythm Effects<br />
General-pagina te gaan.<br />
4. Kies met TONE SELECT [1]~[4] de Rhythm Tone (alias<br />
de noot “C4”; deze moet linksboven in het display<br />
verschijnen).<br />
* Als u een MIDI-klavier op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aangesloten hebt,<br />
kunt u ook gewoon de noot C4 indrukken om de betreffende<br />
Rhythm Tone te selecteren.<br />
5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Rhythm Tone<br />
Output Assign”.<br />
6. Kies met de [EDIT] of [DEC] [INC] “3”<br />
7. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Rhythm Tone<br />
Dry Send Level” en stel met de [VALUE]-regelaar “100”<br />
in.<br />
8. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Rhythm Tone<br />
Chorus Send Level” en stel met [VALUE]-regelaar “0”<br />
in.<br />
9. Zet vervolgens ook “Rhythm Tone Reverb Send<br />
Level” op “0”.<br />
10.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />
Play-pagina.<br />
11.Druk op [F1≈(Common)].<br />
12.Breng de cursor met [ß] of [†] naar “Output Assign”.<br />
13.Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “TONE”.<br />
14.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />
Play-pagina.<br />
195<br />
Referentiehandboek
12. Uitgangen kiezen<br />
12.4 Instellingen in de GM-mode<br />
Signaalpad van de Parts<br />
Parameters<br />
GM Effects General-pagina<br />
([GM] - [F6≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />
Op deze pagina kunt u de geselecteerde Part aan de<br />
gewenste uitgang toewijzen en er het Chorus- en<br />
Reverb-aandeel van instellen. Zoals u in bovenstaand<br />
schema ziet, is de MFX in de GM-mode niet beschikbaar.<br />
Part Output Assign<br />
Hiermee wijst u de gekozen Part aan het gewenste uitgangspaar<br />
toe (hier zijn enkel A, B, C en D beschikbaar).<br />
Part Dry Send Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van het GM<br />
Part-signaal dat naar de gekozen uitgang wordt<br />
gestuurd.<br />
Part Chorus Send Level<br />
(0~127) Hiermee regelt u het Chorus-aandeel van de<br />
geselecteerde Part. De uitgangstoewijzing van de Chorus<br />
is eveneens instelbaar (zie verderop).<br />
Part Reverb Send Level<br />
(0~127) Hiermee regelt u het galmaandeel van de geselecteerde<br />
Part.<br />
Chorus Output Assign<br />
(A~D) Hiermee wijst u de Chorus aan het gewenste<br />
uitgangspaar toe.<br />
196<br />
Part<br />
Output Assign<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
Rev (GM CHORUS)<br />
CHO<br />
Out (GM CHORUS)<br />
REV<br />
Out (GM REVERB)<br />
Reverb Send Level<br />
(0~127) Hiermee bepaalt u het galmaandeel van het<br />
Chorus-signaal (d.w.z. hoe sterk het Chorus-uitgangssignaal<br />
op zijn beurt van galm wordt voorzien). Dat<br />
“mix-signaal” wordt via de aan de Reverb toegewezen<br />
uitgangen naar de buitenwereld gestuurd.<br />
Reverb Output Assign<br />
(A~D) Hiermee wijst u de Reverb aan het gewenste<br />
uitgangspaar toe.<br />
SYSTEM Output-pagina<br />
([SYSTEM] - [F2≈(OutP&EQ)])<br />
Output Mix/Parallel<br />
Zie blz. 190.<br />
SYSTEM General #1-pagina<br />
([SYSTEM] - [F1≈(General)]) Zie blz. 191.<br />
OUTPUT A<br />
OUTPUT B<br />
OUTPUT C<br />
OUTPUT D
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Digitale verbindingen via R-BUS<br />
12.5 Digitale<br />
verbindingen via R-BUS<br />
Zoals u weet, is de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> voorzien van een R-BUSaansluiting.<br />
Die laat toe om acht kanalen met digitale<br />
audiosignalen uit te sturen. Daarvoor hebt u een R-<br />
BUS-kabel (RBC-1/RBC-5; optie) nodig. Deze connector<br />
kunt u aansluiten op een DIF-AT (interface voor de<br />
conversie naar ADAT), een AE-7000 (conversie naar<br />
AES/EBU) en op andere digitale apparaten (bv, van de<br />
VM-serie van <strong>Roland</strong>).<br />
* Verbind de R-BUS-connector (RMDB2) van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
enkel met uitdrukkelijk in deze handleiding vermelde apparaten.<br />
Sluit hem nooit aan op een SCSI- of RS-232C-poort,<br />
ook al ziet die er hetzelfde uit. Gebruik enkel R-BUS-kabels<br />
voor de verbinding.<br />
Parameters<br />
SYSTEM Output-pagina<br />
([SYSTEM] - [F2 (Outp&EQ)]) Zie blz. 190.<br />
* De sync-status voor het Wordclock-signaal wordt tussen<br />
haakjes afgebeeld. “Unlocked” betekent dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
geen (bruikbaar) Wordclock-signaal ontvangt.<br />
Master Freq (Master Frequency)<br />
Hiermee stelt u de frequentie in voor de digitale signalen<br />
die de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitstuurt (44,1 of 48kHz).<br />
DIF Control<br />
DIF-AT Clk Select<br />
Hiermee selecteert u de Wordclock-bron wanneer u de<br />
R-BUS-aansluiting op een DIF-AT-convertor hebt aangesloten.<br />
Deze instelling heeft betrekking op de<br />
DIF-AT.<br />
* Deze parameter hoeft u enkel in te stellen, wanneer u de<br />
DIF-AT op zijn beurt met een ADAT of DA-88 verbindt<br />
om de signalen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in het digitale domein te<br />
kunnen opnemen.<br />
R-BUS Het via de R-BUS-aansluiting van de DIF-AT ontvangen<br />
Wordclock-signaal wordt als Master<br />
gebruikt.<br />
ADAT Het via de ADAT-aansluiting van de DIF-AT ontvangen<br />
signaal wordt als Wordclock-Master gehanteerd.<br />
DA-88 Het via de DA-88-aansluiting van de DIF-AT ontvangen<br />
Wordclock-signaal wordt als Master<br />
gebruikt.<br />
Ziehier de basiswerkwijze voor het maken van deze<br />
instelling:<br />
1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />
indicator oplicht (hij mag niet knipperen).<br />
2. Druk op [F2≈(Outp&EQ)] om naar de SYSTEM Outputpagina<br />
te gaan.<br />
3. Breng de cursor met [ß] of [†] naar de parameter die u<br />
wilt instellen.<br />
4. Stel de gewenste waarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />
[DEC] [INC].<br />
* Als u zich vergist, kunt u de wijziging met [UNDO] weer<br />
ongedaan maken.<br />
5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />
Output Gain<br />
Gain<br />
(–12, -6, 0, +6, +12 dB) Hiermee bepaalt u het uitgangsniveau<br />
van de analoge en digitale uitgangen van de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Zolang u de polyfonie (128 stemmen) bv.<br />
maar voor de helft gebruikt, kunt u het niveau opkrikken<br />
om een betere signaal/ruis-verhouding te verkrijgen.<br />
Met name bij het gebruik van digitale signalen<br />
kan deze parameter betrekkelijk handig zijn. Werkt u<br />
alleen analoog, dan verandert u hier het best niets.<br />
Gebruik maken van de 8 digitale<br />
uitgangen (R-BUS)<br />
VM-3100Pro<br />
R-BUS<br />
Wordclock<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Wordclock-Master is:<br />
Instellingen op de<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />
Master Clock: INTERNAL<br />
Master Freq: 44.1 of 48.0 kHz (naar gelang de sampling-frequentie<br />
van de externe Slave.<br />
R-BUS-instellingen op de VM-3100 Pro:<br />
Master Clk: RMDB-2<br />
R-BUS-instellingen voor de VM-7100/7200:<br />
Word Clock Source: MULTI 1–8<br />
R-BUS-instellingen op de VSR-880<br />
SYS: MasterClk: R-BUS<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Wordclock-Slave is:<br />
Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />
Master Clock: RBUS<br />
R-BUS-instellingen op de VM-3100 Pro:<br />
MasterClk: INTERNAL<br />
Instellingen op de VM-7100/7200:<br />
Word Clock Source: INTERNAL<br />
Instellingen op de VSR-880:<br />
SYS: MasterClk: INT<br />
Werken met andere digitale<br />
formaten<br />
Werken met een ADAT<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan enkel via een DIF-AT (optie) op een<br />
ADAT-compatibel apparaat worden aangesloten.<br />
197<br />
Referentiehandboek
12. Uitgangen kiezen<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Master<br />
fungeert<br />
Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />
Master Clock: INTERNAL<br />
Master Freq: 44.1 of 48.0 kHz (kies de frequentie die<br />
door het externe apparaat wordt ondersteund)<br />
DIF-AT Clk Select: R-BUS<br />
Instellingen op de ADAT:<br />
CLOCK: DIG<br />
INPUT: DIGITAL<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Slave<br />
fungeert<br />
Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />
Master Clock: R-BUS<br />
DIF-AT Clk Select: ADAT<br />
Instellingen op de ADAT:<br />
CLOCK: INT<br />
INPUT: DIGITAL<br />
Werken met een DA-apparaat van Tascam<br />
Ook voor de verbinding met een DA van Tascam hebt<br />
u een optionele DIF-AT nodig. De aansluitingen moeten<br />
er als volgt uitzien:<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Master<br />
De DIF-AT laat dit niet toe. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan dan ook<br />
geen Master zijn.<br />
198<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
R-BUS<br />
Wordclock<br />
Wordclock<br />
R-BUS<br />
IN<br />
OUT<br />
DIF-AT<br />
adat<br />
Wordclock<br />
OUT<br />
IN<br />
DIF-AT<br />
POWER<br />
TDIF<br />
W<br />
POWER<br />
DA-serie van Tascam<br />
OPTICAL<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Slave<br />
fungeert<br />
Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />
Master Clock: R-BUS<br />
DIF-AT Clk Select: DA-88<br />
Instellingen op de DA:<br />
CLOCK: INT<br />
DIGITAL IN: ON<br />
Werken met een AES/EBU-apparaat<br />
De R-BUS-aansluiting van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u rechtstreeks<br />
met een AE-7000 verbinden. Die zet de signalen<br />
om in 4 x 2 AES/EBU-kanalen.<br />
W<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Slave<br />
fungeert<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Word Clock<br />
R-BUS<br />
W<br />
DIGITAL INPUT A<br />
(AES/EBU)<br />
AES/EBU OUT<br />
AE-7000<br />
888 I/O<br />
ProTools<br />
DIGITAL OUT<br />
(AES/EBU)<br />
AES/EBU IN<br />
Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />
Master Clock: R-BUS<br />
Instelling op de AE-7000:<br />
Clock Source Select: WORD CLOCK of INPUT A (zie<br />
de handleiding bij de AE-7000).<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Master<br />
fungeert<br />
Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />
Master Clock: INTERNAL<br />
Master Freq: 44.1 of 48.0 kHz (kies de frequentie die<br />
door het externe apparaat wordt ondersteund)<br />
Instelling op de AE-7000:<br />
Clock Source Select: R-BUS<br />
W<br />
B/C/D
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Digitale verbindingen via R-BUS<br />
Synchronisatie van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> met een<br />
via WORD CLOCK IN ontvangen<br />
Wordclock-signaal<br />
VM-3100Pro<br />
Wordclock<br />
R-BUS<br />
WORDCLOCK-MASTER<br />
W WORD CLOCK<br />
OUT<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
WORD CLOCK IN<br />
Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />
Master Clock: WORD CLOCK IN<br />
Instellingen op de Wordclock-Master:<br />
Kies 44.1 of 48kHz.<br />
* De via WORD CLOCK IN ontvangen Wordclock-signalen<br />
worden via de R-BUS en de S/P DIF-aansluitingen ook<br />
weer uitgestuurd.<br />
199<br />
Referentiehandboek
13. Appendix<br />
13. Appendix<br />
13.1 Verhelpen van<br />
storingen<br />
Als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet volgens verwachting lijkt te werken,<br />
moet u eerst de volgende punten controleren.<br />
Biedt ook dat geen uitkomst, dan neemt u het best contact<br />
op met een erkende <strong>Roland</strong>-dealer of hersteldienst.<br />
* Bovendien kan het gebeuren dat het display een foutmelding<br />
afbeeldt. Onder “Foutmeldingen” op blz. 202 komt u<br />
te weten wat die betekent en hoe u het probleem kunt verhelpen.<br />
Inschakelen onmogelijk<br />
Hebt u het netsnoer op een stopcontact aangesloten<br />
dat stroom afgeeft? Is het snoer goed op de connector<br />
achterop de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aangesloten?<br />
U hoort niets<br />
Hebt u ook de versterker, het mengpaneel e.d. aangesloten?<br />
Als de versterking uit is, kunt u niets horen.<br />
Hebt u de VOLUME-regelaar op de minimumwaarde<br />
gezet?<br />
Hebt u alle apparaten naar behoren aangesloten?<br />
Als u enkel met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> werkt, moet u de audioverbindingen<br />
controleren of kijken of u de hoofdtelefoon<br />
wel degelijk hebt aangesloten.<br />
Hoort u het geluid in de hoofdtelefoon?<br />
Als u in de hoofdtelefoon wel iets hoort, dan hebt u de<br />
versterker misschien niet ingeschakeld of de audiokabels<br />
op de verkeerde ingangen aangesloten. Ga dit<br />
even na.<br />
Hebt u een Patch/Performance gekozen waarin alle<br />
Tones/Parts uitgeschakeld zijn?<br />
Druk op TONE SWITCH [1]~[4] om te zorgen dat minstens<br />
één van deze knoppen oplicht.<br />
Hebt u een bijzonder laag volume voor de Tones, de<br />
Patch, de Rhythm Set of de betreffende Part gekozen?<br />
Ga even de instelling van de betreffende Level-parameter<br />
na: Tone (blz. 127), Patch (blz. 112), Part<br />
(blz. 143).<br />
Hebt u het/de juiste MIDI-kanaal/kanalen gekozen?<br />
Kijk even of de MIDI-stuurbron (klavier, sequencer<br />
enz.) op het juiste MIDI-kanaal zendt.<br />
Kloppen de zones (Key Range)?<br />
Ga dit even na. Misschien zendt u noten die door geen<br />
enkele Tone/Part worden uitgevoerd omdat ze de<br />
betreffende nootcommando’s negeren.<br />
Hebt u een pedaal gebruikt en het volume daardoor<br />
op nul gezet?<br />
In de Performance-mode kunt u gebruik maken van de<br />
INFO-pagina om de “Vol”- en “Exp”-instelling te controleren<br />
(blz. 147, 182).<br />
200<br />
Kloppen de effectinstellingen?<br />
Kijk even of de effecten wel ingeschakeld zijn en op<br />
welke waarde hun uitgangsvolume staat ingesteld.<br />
Controleer bovendien het effectaandeel (Send-waarde)<br />
van de betrokken Tones, Patch e.d.<br />
Hebt u de juiste uitgangen gekozen?<br />
Controleer even de “Output Assign”-instellingen.<br />
U kunt geen Performances of Parts kiezen<br />
Is [RX] ingeschakeld?<br />
Als [RX] oplicht kunt u na het kiezen van de PERFORM<br />
Play-pagina, met [A]~[H] (PART SELECT [1/17]~[16/32])<br />
Parts in-/uitschakelen.<br />
De toonhoogte klopt niet<br />
Hebt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op een bepaald moment anders<br />
gestemd?<br />
Controleer even de instelling voor “Tune” op blz. 173.<br />
Hebt u de Scale Tune-functie geactiveerd?<br />
Ga dit even na (blz. 174).<br />
Hebt u de Coarse/Fine-parameters e.d. van de Tones/<br />
Parts naar behoren ingesteld?<br />
ga dit even na.<br />
Is de toonhoogte misschien veranderd onder invloed<br />
van een pedaal Pitch Bend-commando’s?<br />
Als u momenteel in de Performance-mode werkt, kunt<br />
u de INFO-pagina oproepen en even kijken welke<br />
“Bend”-waarde er wordt afgebeeld (blz. 147, 182).<br />
De effecten “doen het niet”<br />
Hebt u de MFX, de Chorus en de Reverb uitgeschakeld?<br />
Controleer dit even (blz. 35).<br />
Weet u zeker dat u de effectparameters naar wens<br />
ingesteld hebt?<br />
Als het effectaandeel (Send) voor de drie effecten op<br />
“0” staat, worden de betreffende (Rhythm) Tones of<br />
Parts niet van effect voorzien. Bovendien mag het uitgangsvolume<br />
van de drie effecten niet gelijk zijn aan<br />
“0”.<br />
Een Tone, Rhythm Tone of Part wordt maar door de<br />
MFX bewerkt wanneer u voor “Output Assign” MFX<br />
kiest.<br />
Wanneer u de “Output Assign”-parameter van een<br />
Part in een Performance op PATCH zet, wordt de<br />
“Output Assign”-instelling van de Patch gebruikt. En<br />
die staat misschien niet naar wens ingesteld.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verhelpen van storingen<br />
De Song-data van een externe sequencer<br />
worden niet naar behoren weergegeven<br />
Weet u zeker dat u de juiste MIDI-kanalen gekozen<br />
en alle MIDI-schakelaars naar behoren ingesteld<br />
hebt?<br />
Ga dit even na.<br />
Ontvangt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wel SysEx-commando’s?<br />
Kies ON voor “Exclusive” op blz. 171. Bovendien mag<br />
het interne geheugen niet beveiligd zijn (blz. 171).<br />
Wordt momenteel de DEMO PLAY-pagina afgebeeld?<br />
Zolang dat het geval is ontvangt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> geen<br />
MIDI-data.<br />
De SmartMedia-kaart werkt niet<br />
Is de kaart geformatteerd?<br />
Een niet geformatteerde kaart kunt u niet gebruiken.<br />
Doe dat dus eerst (blz. 164).<br />
Gebruikt u misschien een kart die de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet<br />
ondersteunt?<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> leest enkel data van kaarten die naar behoren<br />
zijn geformatteerd. Bovendien kunt u naar “fout”<br />
geformatteerde kaarten geen data wegschrijven.<br />
De Song-data van een externe sequencer<br />
worden niet naar behoren weergegeven<br />
Weet u zeker dat de GM-mode geselecteerd is (als het<br />
tenminste om een GM-compatibele Song gaat)?<br />
Kies de GM-mode (blz. 179) indien nodig.<br />
Hebt u de weergave ergens halverwege de Song<br />
gestart?<br />
Het GM System On- of GM2 System On-commando<br />
bevindt zich altijd aan het begin van een sequence. U<br />
moet de weergave dan ook minstens één keer vanaf<br />
het begin starten.<br />
Speelt u een Song in het GS-formaat af?<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een GS Reset-commando ontvangt,<br />
gedraagt hij zich zo goed hij kan als een GSmodule.<br />
Maar dat betekent nog niet dat hij alle commando’s<br />
uitvoert die bv. een module van de Sound<br />
Canvas-serie moeiteloos de baas kan. (Daar staat echter<br />
tegenover dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op talrijke andere vlakken<br />
meer in huis heeft.)<br />
Misschien hebt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zo ingesteld dat hij<br />
geen GM System On- of GM2 System On-commando’s<br />
ontvangt.<br />
Controleer de instelling van “Rx GM On”/”Rx GM2<br />
On” (blz. 175). Die moet op ON staan.<br />
Het aangesloten SCSI-apparaat wordt niet<br />
herkend<br />
U moet eerst de SCSI-apparaten en pas daarna de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> inschakelen.<br />
Sommige SCSI-apparaten worden niet meteen herkend.<br />
Als dat bij u het geval is, zou u een grotere “SCSI Probe<br />
Time”-waarde (blz. 173) moeten hanteren. Als dat niet<br />
helpt, moet u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en het SCSI-apparaat uitschakelen.<br />
Schakel vervolgens eerst het SCSI-apparaat<br />
en daarna de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.<br />
Weet u zeker dat elke SCSI ID-nummer maar één<br />
keer wordt gebruikt?<br />
U mag eenzelfde SCSI ID nooit aan twee apparaten<br />
binnen uw SCSI-keten toekennen.<br />
U kunt niet eender welke samples importeren.<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> leest CD-ROMs voor de S-700-serie van<br />
<strong>Roland</strong> en voor de S-1000/3000 van Akai. CD-ROMs<br />
voor andere merken of types worden niet ondersteund.<br />
Akai-data worden tijdens het laden geconverteerd en<br />
klinken eventueel iets anders dan op een S-1000/3000.<br />
De digitale uitgangen geven geen signaal<br />
of enkel ruis weer<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt enkel de sampling-frequenties<br />
44.1kHz en 48kHz. Eventueel binnenkomende<br />
Wordclock-signalen moeten één van deze twee waarden<br />
hanteren.<br />
Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> digitale signalen uitstuurt, bevatten<br />
zijn signalen soms ruis. Dit heeft in de regel te<br />
maken met de keuze van minder gunstige verbindingen.<br />
Sluit de externe apparaten eens op een andere<br />
manier aan.<br />
201<br />
Referentiehandboek
13. Appendix<br />
13.2 Foutmeldingen<br />
In bepaalde gevallen beeldt het display een waarschuwing<br />
af om u erop attent te maken dat een bepaalde<br />
functie niet kan worden uitgevoerd. Ziehier wat de<br />
verschillende boodschappen betekenen:<br />
All Data on the Drive Will Be<br />
Lost.It Will Take a Long Time.Are<br />
You Sure?<br />
U wilt een datadrager met de “Full”- of “Quick”-optie<br />
formatteren. Als u dat doet, worden alle data, die er<br />
eventueel op staan, gewist. Weet u zeker dat u dat<br />
wilt?<br />
Druk op [F1≈(CANCEL)] als u dat niet wilt, of op<br />
[F6≈(FORMAT)] om de datadrager te formatteren.<br />
Battery Low<br />
De lithiumbatterij, die het geheugen van stroom voorziet<br />
wanneer u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitschakelt, is bijna uitgeput.<br />
Laat de batterij zo snel mogelijk vervangen door uw<br />
<strong>Roland</strong>-dealer.<br />
Cannot Find Target File!<br />
De voor het “Auto Load”-commando benodigde Performance<br />
werd niet gevonden.<br />
Kijk of de benodigde datadrager aangesloten en ingeschakeld<br />
is. In het geval van een Zip mag u niet vergeten<br />
de betreffende schijf in de drive te stoppen.<br />
Dest Disk Incorrect!<br />
De gekozen “Destination”-datadrager hanteert een<br />
formaat dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet ondersteunt. Gebruik een<br />
datadrager die wel wordt herkend.<br />
Disk Full!<br />
De gekozen datadrager is vol. U kunt er dus geen data<br />
meer naar wegschrijven. Wis alle niet meer benodigde<br />
bestanden (blz. 165) of gebruik een andere datadrager.<br />
Disk Not Ready!<br />
U hebt geen schijf in de betreffende drive gestopt. Doe<br />
dat nu.<br />
DISK, Read Error!<br />
De datadrager kan niet volledig worden gelezen.<br />
Gebruik een andere datadrager.<br />
DISK, Write Error!<br />
Tijdens het wegschrijven van data is er een fout opgetreden.<br />
Deze datadrager mag u niet meer gebruiken.<br />
File Format Error<br />
Dit bestand kan de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet lezen.<br />
File I/O Error<br />
Het betreffende bestand kan niet weggeschreven/<br />
geladen worden. Probeer het nog een keer. Als deze<br />
boodschap dan weer verschijnt, is het bestand beschadigd.<br />
Wis het van de datadrager.<br />
202<br />
FILE NAME DUPLICATE, File (XYZ)<br />
Already Exists!<br />
Er bestaat reeds een bestand/map met die naam. Wis<br />
het oude bestand (als u het tenminste niet meer nodig<br />
hebt), geen een andere naam aan het nieuwe bestand<br />
of sla dit laatste op een andere datadrager op.<br />
File Name (Folder, Volume)Format<br />
Error<br />
U hebt nog geen naam aan uw bestand gegeven. Doe<br />
dat nu.<br />
File not Found<br />
Het gevraagde bestand werd niet gevonden. Weet u<br />
zeker dat u de juiste SmartMedia-kaart of datadrager<br />
gekozen hebt?<br />
File Read Error!<br />
Het bestand is beschadigd en kan niet worden geladen.<br />
Er is een probleem met de betreffende SCSCI-datadrager.<br />
Controleer de aansluitingen en ga even na of de<br />
datadrager wel ingeschakeld is.<br />
File Write Error!<br />
De datadrager hanteert een formaat dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
niet ondersteunt. Gebruik een datadrager die de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wéel kan gebruiken.<br />
Er is een probleem met de betreffende SCSCI-datadrager.<br />
Controleer de aansluitingen en ga even na of de<br />
datadrager wel ingeschakeld is.<br />
Folder Level Too Deep!<br />
U probeert nóg een ondergeschikte map in een reeds<br />
diep ondergeschikte map aan te maken. Dat kan niet<br />
meer. Maak een nieuwe map aan.<br />
Format Completed!<br />
De datadrager is geformatteerd. Druk op [F6≈(ACCEPT)]<br />
om te kennen te geven dat u de boodschap begrepen<br />
hebt.<br />
IMPROPER DISK, This Disk is not for<br />
the <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt het formaat van de gekozen<br />
datadrager niet. Gebruik een andere datadrager<br />
(schijf).<br />
Illegal Format!<br />
Het bestand hanteert een formaat dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet<br />
aankan. Kies een ander bestand.<br />
Illegal PCM Wave! Cannot Load This<br />
Wave.<br />
Het bestand hanteert een compressietype dat de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet begrijpt. Converteer het bestand in het 8-<br />
of 16-bit-formaat.<br />
Memory Card Full<br />
De resterende capaciteit op de kaart volstaat niet meer<br />
om de data weg te schrijven. Gebruik hetzij een andere<br />
kaart of wis een niet meer benodigd bestand. Probeer<br />
het daarna nog een keer.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Foutmeldingen<br />
Memory Card I/O Error<br />
Misschien staat er een kras op de SmartMedia-kaart of<br />
is ze op een andere manier beschadigd. Gebruik die<br />
kaart dus niet meer, maar gooi ze nog niet meteen weg,<br />
want: als deze melding ook voor andere kaarten wordt<br />
afgebeeld, is er waarschijnlijk een ander probleem.<br />
Neem dan zo snel mogelijk contact op met uw <strong>Roland</strong>dealer.<br />
Memory Card not Ready<br />
U hebt de SmartMedia-kaart niet (goed) op de<br />
MEMORY CARD-poort aangesloten. Schakel de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit en zet dat even recht.<br />
Memory Card Write Protected<br />
De schrijfbeveiligings-sticker kleeft nog op de kaart. U<br />
kunt er dus geen data naar wegschrijven. Verwijder de<br />
sticker (schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> eerst uit) of gebruik een<br />
andere kaart.<br />
Memory Error!<br />
Om de één of andere reden kan het SIMM-geheugen<br />
niet worden aangesproken. Installeer de SIMM<br />
opnieuw of gebruik een andere SIMM.<br />
Memory Full!<br />
Het interne geheugen volstaat niet meer voor het laden<br />
van de gevraagde bestanden. Wis alle Samples die u<br />
niet meer nodig hebt (blz. 165).<br />
MIDI Buffer Full<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heeft teveel MIDI-commando’s in één keer<br />
ontvangen en kan ze niet naar behoren verwerken.<br />
Probeer de data in kleinere stukken te zenden.<br />
MIDI Communication Error<br />
Er is een probleem met de MIDI-aansluitingen (misschien<br />
een defecte kabel of een verbroken aansluiting).<br />
Ga dit even na en corrigeer de fout.<br />
Number ‘****’ Will Be Deleted. Are<br />
You Sure?<br />
De Sample met het nummer ‘****’ wordt gewist. Gaat u<br />
daarmee akkoord? Druk op [F1≈(CANCEL)] als u dat niet<br />
wilt. Druk op [F6≈(DELETE)] om de Sample te wissen.<br />
PASSWORD PROTECTED, This Zip Disk is<br />
Protected by Password!<br />
De Zip-schijf is met een paswoord beveiligd. Daar<br />
kunt u op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niets aan veranderen. Schakel de<br />
beveiliging met een extern apparaat uit of gebruik een<br />
andere Zip-schijf.<br />
Path Duplicate!<br />
U probeert data naar hetzelfde hiërarchische niveau<br />
weg te schreven. Dat kan niet.<br />
Path Name Too Long!<br />
De naam van het pad is te lang. Maak de namen van de<br />
afzonderlijke mappen korter of schrijf de data naar een<br />
hoger niveau weg.<br />
* Het “pad” slaat op het adres van de bestanden (het aantal<br />
ondergeschikte mappen die moeten worden doorlopen).<br />
Performance (Patch/Partial/Sample)<br />
Full!<br />
De gevraagde data werden weliswaar geladen, maar<br />
er is geen plaats meer voor de Performance (Patch/<br />
Partial/Sample). Wis niet meer benodigde Performances<br />
(Patches/Partials/Samples) uit het interne geheugen<br />
en probeer het nog een keer.<br />
Receive Data Error<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heeft een onbegrijpelijk stukje SysEx ontvangen,<br />
wat zou kunnen betekenen dat het de verkeerde<br />
data zijn of dat ze beschadigd zijn. Probeer de<br />
juiste data te zenden of –als u kaas gegeten hebt van<br />
SysEx– controleer de data even op de externe sequencer<br />
e.d.<br />
Source Disk Incorrect!<br />
U hebt de verkeerde datadrager in de drive/poort<br />
gestopt (een andere dan de eerste keer). Stop de juiste<br />
datadrager/kaart) in de poort.<br />
This Will Clear the File(s)/<br />
Folder(s).Are You Sure?<br />
de bestaden/mappen worden zo meteen gewist. Druk<br />
op [F1≈(CANCEL)] als u dat niet wilt, of op [F6≈(DELETE)] als<br />
u daarmee akkoord gaat.<br />
Too Many Files!<br />
U kunt geen bestanden meer in de gekozen map<br />
opslaan, omdat het maximale aantal al is bereikt. Wis<br />
eventueel niet meer benodigde bestanden (blz. 165) of<br />
schrijf de data naar een andere map weg.<br />
Too Many Folders!<br />
Er kunnen geen mappen meer op de gekozen datadrager<br />
worden aangemaakt. Wis alle niet meer benodigde<br />
mappen (blz. 168) of maak een map binnen een reeds<br />
bestaande map aan.<br />
Unformatted Memory Card<br />
De SmartMedia-kaart is niet voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> geformatteerd<br />
en kan dus niet worden gelezen. Formateer<br />
de kaart op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of gebruik een andere kaart.<br />
(Als u de kaart formatteert, bent u alle data die erop<br />
staan kwijt!)<br />
Unknown Disk Error!<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heeft een onbekende fout op de datadrager<br />
ontdekt. Neem contact op met uw <strong>Roland</strong>-dealer.<br />
User Memory Damaged<br />
De data in het User-geheugen zijn verdwenen of kunnen<br />
niet meer worden gelezen. Het enige wat u nu nog<br />
kunt doen is de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n geheel initialiseren. Zie<br />
“Factory Reset” op blz. 171.<br />
User Memory Write Protected<br />
Het interne geheugen is beveiligd (zie “Internal” op<br />
blz. 171). Schakel die beveiliging uit.<br />
OF: de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ontvangt momenteel geen SysEx-data<br />
(zie “Exclusive” op blz. 171). Schakel die beveiliging<br />
uit om te zorgen dat de SysEx-data toekomen.<br />
203<br />
Referentiehandboek
13. Appendix<br />
13.3 Wat u over SCSI<br />
moet weten<br />
SCSI-apparaten aansluiten<br />
Samples, Partials enz. en golfvormdata kunt u enkel<br />
via SCSI laden. U hebt, met andere woorden, een SCSIdatadrager<br />
nodig, die u op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> moet aansluiten.<br />
Voor SCSI-apparaten gelden bepaalde regels die u<br />
moet kennen en naleven, want anders werkt de communicatie<br />
niet. Bovendien bestaat anders het gevaar<br />
dat de data op de SCSI-datadrager beschadigd worden.<br />
Voor het volgende hebt u ook de handleiding van<br />
het SCSI-apparaat nodig dat u aansluit.<br />
SCSI-apparaten die u kunt gebruiken<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat het gebruik van de volgende datadragers<br />
toe:<br />
• Zip-drive<br />
• MO-drive<br />
• Harde schijven<br />
* Als u een SCSI-datadrager voor twee <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s gebruikt,<br />
mag u er nooit op hetzelfde moment data naar wegschrijven<br />
c.q. er data van lezen (schrijven/lezen mag telkens maar<br />
met één <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> tegelijk).<br />
• CD-ROM<br />
SCSI-kabels en SCSI-aansluitingen<br />
De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is met één SCSI-poort (DB 25-pin (SCSI-<br />
A)) uitgerust:<br />
Er bestaan echter verschillende SCSI-connectors.<br />
Gebruik dus altijd SCSI-kabels met de juiste stekkers,<br />
want ander werkt het niet.<br />
SCSI-kabels moeten zo kort mogelijk zijn en een impedantie<br />
van 110Ω (±10%) hebben. De totale lengte (van<br />
alle SCSI-kabels samen) mag niet meer zijn dan 6,5<br />
meter.<br />
SCSI-ketens<br />
Binnen één keten mag u maximaal zeven SCSI-apparaten<br />
gebruiken. Die kunt u heel gemakkelijk op elkaar<br />
aansluiten, omdat de meeste externe SCSI-apparaten<br />
twee poorten hebben. Welke poort u als in- of uitgang<br />
gebruikt maakt niet zoveel uit. U moet alleen zorgen<br />
dat alle apparaten op de één of andere manier met<br />
elkaar verbonden zijn.<br />
204<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Datadrager 1<br />
(Zip enz.)<br />
Datadrager 7<br />
(CD-ROM enz.)<br />
Over Terminators<br />
Aan de twee uiteinden van een SCSI-keten moet u duidelijk<br />
maken dat er geen andere apparaten meer aangesloten<br />
zijn. Dit doet u met een zgn. “Terminator”.<br />
Sommige apparaten bevatten een interne Terminator<br />
die u met een parameter kunt in- en uitschakelen.<br />
Andere SCSI-apparaten hebben geen dergelijke Terminator-functie,<br />
zodat u een hardware Terminator moet<br />
gebruiken. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat echter een interne Terminator.<br />
Als u een hardware Terminator gebruikt, kiest u het<br />
best voor het actieve type.<br />
* Bij bepaalde SCSI-apparaten (zoals de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>) is de Terminator<br />
altijd ingeschakeld. Dergelijke apparaten sluit u<br />
het best aan het einde van de SCSI-keten aan.<br />
* Gebruik nooit een “dubbel” Terminator-systeem, d.w.z.<br />
sluit geen hardware Terminator aan op een apparaat dat al<br />
een interne Terminator bevat.<br />
SCSI ID<br />
Elk apparaat binnen een SCSI-keten moet een nummer<br />
(“ID”) hebben dat nog door geen ander apparaat<br />
wordt gebruikt (0~7). Anders werkt de SCSI-keten<br />
namelijk niet en worden bepaalde datadragers niet<br />
herkend.<br />
Dit nummer stelt u met een schakelaar op het SCSIapparaat<br />
in. De schakelaar van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ziet er als<br />
volgt uit:<br />
Als u een SCSI-apparaat met het ID-nummer “7”<br />
gebruikt en als dat apparaat niet toelaat dat nummer te<br />
veranderen, moet u de instellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
(“7”) veranderen. Schakel hem echter eerst uit.<br />
Aansluitingen<br />
Voor het aansluiten van SCSI-apparaten moet u als<br />
volgt te werk gaan:<br />
• Schakel alle betrokken apparaten uit.<br />
• Sluit de SCSI-kabels en eventueel de Terminator aan.<br />
• Stel het SCSI ID-nummer van het externe SCSI-apparaat<br />
in (maar niet op “7”).<br />
• Schakel eerst de SCSI-datadrager en vervolgens de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Wat u over SCSI moet weten<br />
Werken met één SCSI-apparaat<br />
Twee of meer SCSI-apparaten aansluiten<br />
Terminator ON<br />
Terminator ON<br />
Terminator ON<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Datadrager 1<br />
Terminator OFF Terminator ON<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Datadrager 1 Datadrager 2<br />
205<br />
Referentiehandboek
13. Appendix<br />
206
Parameteroverzicht<br />
■Patch Parameters<br />
PATCH Common General #1 ([PATCH]-[F1(Common)]-[F1(General)])(p. 112)<br />
Group Parameter Value<br />
Common Name Patch name ASCII Characters (max. 12)<br />
Category Patch category (*1)<br />
Patch Type Patch Type 4 TONES, MULTI-PARTIAL<br />
Level Patch Level 0–127<br />
Pan Patch Pan L64–0–63R<br />
Output Assign Patch output assign MFX, OUTPUT A–D, INDIV 1–8, TONE<br />
Octave & Tune Octave shift Octave shift -3–0–+3<br />
Coarce Tune Coarce tune -48–+48<br />
Fine Tune Fine tune -50–+50<br />
Stretch Tune Depth Stretch tune depth OFF, 1, 2, 3<br />
Analog Feel Analog feel depth 0–127<br />
*1:NO ASSIGN, AC.PIANO, EL.PIANO, KEYBOARDS, BELL, MALLET, ORGAN, ACCORDION, HARMONICA, AC.GUITAR, EL.GUITAR, DIST.GUITAR, BASS,<br />
SYNTH BASS, STRINGS, ORCHESTRA, HIT&STAB, WIND, FLUTE, AC.BRASS, SYNTH BRASS, SAX, HARD LEAD, SOFT LEAD, TECHNO SYNTH,<br />
PULSATING, SYNTH FX, OTHER SYNTH, BRIGHT PAD, SOFT PAD, VOX, PLUCKED, ETHNIC, FRETTED, PERCUSSION, SOUND FX, BEAT&GROOVE,<br />
DRUMS, COMBINATION<br />
PATCH Common General #2 ([PATCH]-[F1(Common)]-[F1(General)])(p. 113)<br />
Group Parameter Value<br />
Modify Cutoff offset Patch cutoff offset -63–+63<br />
Resonance offset Patch resonance offset -63–+63<br />
Attack offset Patch attack time offset -63–+63<br />
Release offset Patch release time offset -63–+63<br />
Velo Sens offset Patch velocity sens -63–+63<br />
Tempo Clock Source Patch clock source PATCH, SYSETEM<br />
Tempo Patch tempo 20–250<br />
Voice priority Mode Voice priority mode LAST, LOUDEST<br />
One shot Mode Switch Switch OFF, ON<br />
PATCH Common Control ([PATCH]-[F1(Common)]-[F2(Control)])(p. 114)<br />
Group Parameter Value<br />
Key Mode Key Assign Key assign mode POLY, MONO<br />
Legato Switch Legato switch OFF, ON<br />
Legato Retrigger Legato retrigger switch OFF, ON<br />
Bender Bend Range Bend range up 0–+48<br />
Bend range down -48–0<br />
Portamento Switch Portament switch OFF, ON<br />
Mode Portament mode NORMAL, LEGATO<br />
Type Portament type RATE, TIME<br />
Start Portament start pitch PITCH, NOTE<br />
Time Portament time 0–127<br />
PATCH Common Structure ([PATCH]-[F1(Common)]-[F3(Struct)])(p. 116)<br />
Group Parameter Value<br />
Tone 1 & 2 Type Structure type1&2, 3&4 1–10<br />
Tone 3 & 4 Type Structure type1&2, 3&4 1–10<br />
Booster Booster gain1&2, 3&4 0, +6, +12, +18 dB<br />
PATCH Common TMT Key Range ([PATCH]-[F1(Common)]-[F4(K.Range)])(p. 117)<br />
Group Parameter Value<br />
F.L Key fade width lower 0–127<br />
K.L Key range lower C-1–UPPER<br />
K.U Key range upper LOWER–G9<br />
F.U Key fade width upper 0–127<br />
207
Parameteroverzicht<br />
PATCH Common TMT Vel Range ([PATCH]-[F1(Common)]-[F5(V.Range)])(p. 118)<br />
Group Parameter Value<br />
TMT Velocity Control Switch TMT Velocity control switch OFF, ON, RANDOM<br />
TMT Matrix Control Switch TMT Matrix control switch OFF, ON<br />
TMT VEL RANG L.F Velocity fade width lower 0–127<br />
V.L Velocity range lower 1–UPPER<br />
V.U Velocity range upper LOWER–127<br />
U.F Velocity fade width upper 0–127<br />
PATCH WG Parameter ([PATCH]-[F2(WG)]-[F1(WG Prm)])(p. 120)<br />
Group Parameter Value<br />
Wave Group Wave group INT, XP-A–H, SMPL<br />
Number Wave number(L, R) 0001–1083<br />
Gain Wave gain -6, 0, +6, +12 dB<br />
Tempo Sync Wave tempo sync OFF, ON<br />
FXM Switch Frequency cross modulation switch OFF, ON<br />
Color Frequency cross modulation color 1–4<br />
Depth Frequency cross modulation depth 0–16<br />
Tone Delay Mode Tone delay mode (*1)<br />
Time Tone delay time 0–127(*2)<br />
1:NORMAL, HOLD, KEY-OFF-NORMAL, KEY-OFF-DECAY<br />
2:It can also be set in terms of notes.<br />
(Sixty-fourth-note triplet), (Sixty-fourth note), (Thirty-second-note triplet), (Thirty-second note), (Sixteenth-note triplet), (Dotted thirty-second note),<br />
(Sixteenth note), (Eighth-note triplet), (Dotted sixteenth note),<br />
(Eighth note), (Quarter-note triplet), (Dotted eighth note), (Quarter note), (Half-note triplet),<br />
(Dotted quarter note), (Half note), (Whole-note triplet), (Dotted half note), (Whole note), (Double-note triplet), (Dotted whole note), (Double note)<br />
PATCH WG Pitch ([PATCH]-[F2(WG)]-[F2(Pitch)])(p. 122)<br />
Group Parameter Value<br />
Pitch Coarse Tune Coarse tune -48–+48 semitone<br />
Fine Tune Fine tune -50–+50 cent<br />
Random pitch Depth Random pitch depth 0–1200 cent(*1)<br />
Keyfollow Value Pitch keyfollow -200–+200(*2)<br />
1:0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100, 200, 300, 400, 500, 600, 700, 800, 900, 1000, 1100, 1200<br />
2:-200, -190, -180, -170, -160, -150, -140, -130, -120, -110, -100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100,<br />
+110, +120, +130, +140, +150, +160, +170, +180, +190, +200<br />
PATCH WG Pitch Envelope ([PATCH]-[F2(WG)]-[F3(Pch Env)])(p. 123)<br />
Group Parameter Value<br />
Pitch Envelope Depth Pitch envelope depth -12–+12<br />
Time Keyfollow Pitch envelope time keyfollow -100–+100(*1)<br />
T1, T2, T3, T4 Pitch envelope time 1–4 0–127<br />
L0, L1, L2, L3, L4 Pitch envelope level 0–4 -63–+63<br />
V-Sens Amount Pitch envelope velocity sens -63–+63<br />
Time1 Pitch envelope time1 velocity sens -63–+63<br />
Time 4 Pitch envelope time4 velocity sens -63–+63<br />
208<br />
*1:-100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100<br />
PATCH WG Sample ([PATCH]-[F2(WG)]-[F4(Sample)])(p. 123)<br />
Group Parameter Value<br />
Sample Original Key Original Key C-1–G9<br />
Loop Mode Loop Mode FORWARD, ONE SHOT, ALT, REV ONE, REVERSE<br />
Loop Tune Loop Tune -50–50<br />
Start-Fine --- Start Point -Start Point Fine 0–/0–255<br />
Loop Point Start Fine --- Loop Point Start Point -Loop Point Start Point Fine 0–/0–255<br />
End-Fine --- End Point - End Point Fine 0–/0–255
PATCH TVF Parameter ([PATCH]-[F3(TVF)]-[F1(TVF Prm)])(p. 124)<br />
Parameteroverzicht<br />
Group Parameter Value<br />
TVF Filter type Filter type OFF, LPF, BPF, HPF, PKG, LPF2, LPF3<br />
Cutoff freq Cutoff frequency 0–127<br />
Resonance Resonance 0–127<br />
Resonance Velo Sens Resonance Velocity Sens 0–127<br />
Cutoff keyfollow Keyfollow Cutoff frequency keyfollow -200–+200(*1)<br />
Cutoff Velo Curve TVF cutoff velocity curve FIXED, 1–7<br />
Sens Resonance Velocity Sens -63–+63<br />
1:-200, -190, -180, -170, -160, -150, -140, -130, -120, -110, -100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100,<br />
+110, +120, +130, +140, +150, +160, +170, +180, +190, +200<br />
PATCH TVF Envelope ([PATCH]-[F3(TVF)]-[F2(TVF Env)])(p. 125)<br />
Group Parameter Value<br />
TVF Envelope Depth TVF envelope depth -63–+63<br />
Time Keyfollow TVF envelope time keyfollow -100–+100(*1)<br />
T1, T2, T3, T4 TVF envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />
L0, L1, L2, L3, L4 TVF envelope level 0, 1, 2, 3, 4 0–127<br />
Velo Sens Amount TVF envelope velocity amount -63–+63<br />
Time 1 TVF envelope time1 velocity sens -63–+63<br />
Time 4 TVF envelope time4 velocity sens -63–+63<br />
Velo Curve Amount TVF envelope velocity curve FIXED, 1–7<br />
*1:-100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100<br />
PATCH TVA Parameter ([PATCH]-[F4(TVA)]-[F1(TVA Prm)])(p. 127)<br />
Group Parameter Value<br />
TVA Level Level 0–127<br />
V-Curve TVA envelope velocity curve FIXED, 1–7<br />
V-Sens TVA envelope velocity sens -63–+63<br />
Bias Level TVA Bias level -100–+100(*1)<br />
Position TVA Bias position C-1–G9<br />
Direction TVA Bias direction LOWER, UPPER, LOWER&UPPER, ALL<br />
Pan Pan Tone Pan L64–0–63R<br />
Keyfollow Tone Pan keyfollow -100–+100(*1)<br />
Random Tone Random pan depth 0–63<br />
Alternate Tone Alternate pan depth L63–0–63R<br />
PATCH TVA Envelope ([PATCH]-[F4(TVA)]-[F2(TVA Env)])(p. 128)<br />
Group Parameter Value<br />
TVA Envelope Time Keyfollow TVA envelope time keyfollow -100–+100(*1)<br />
T1, T2, T3, T4 TVA envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />
L1, L2, L3 TVA envelope level 1, 2, 3 0–127<br />
Velocity Sens Time 1 TVA envelope time1 velocity sens -63–+63<br />
Time 4 TVA envelope time4 velocity sens -63–+63<br />
1:-100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100<br />
209
Parameteroverzicht<br />
PATCH LFO&Ctrl LFO1, LFO2 ([PATCH]-[F5(LFO&CTL)]-[F1(LFO1)])(p. 129)<br />
Group Parameter Value<br />
Wave Form LFO form SIN,TRI, SAW-UP, SAW-DW, SQR, RND,<br />
BEND-UP, BEND-DW, TRP, S&H, CHAOS<br />
Offset LFO offset -100, -50, 0, +50, +100<br />
Rate Value LFO rate 0–127(*1)<br />
Detune LFO detune 0–127<br />
Delay Time LFO delay time 0–127<br />
Keyfollow LFO delay keyfollow -100–+100<br />
Fade Mode LFO fade mode ON-IN, ON-OUT, OFF-IN, OFF-OUT<br />
Time LFO fade time 0–127<br />
Key Sync Switch LFO key sync switch OFF, ON<br />
Depth Pitch Pitch LFO depth1, 2 -63–+63<br />
TVF TVF LFO depth 1, 2 -63–+63<br />
TVA TVA LFO depth 1, 2 -63–+63<br />
Pan Pan LFO depth1, 2 -63–+63<br />
1:It can also be set in terms of notes.<br />
(Sixty-fourth-note triplet), (Sixty-fourth note), (Thirty-second-note triplet), (Thirty-second note), (Sixteenth-note triplet), (Dotted thirty-second note),<br />
(Sixteenth note), (Eighth-note triplet), (Dotted sixteenth note),<br />
(Eighth note), (Quarter-note triplet), (Dotted eighth note), (Quarter note), (Half-note triplet),<br />
(Dotted quarter note), (Half note), (Whole-note triplet), (Dotted half note), (Whole note), (Double-note triplet), (Dotted whole note), (Double note)<br />
PATCH LFO&Ctrl #1 ([PATCH]-[F5(LFO&CTL)]-[F3(Control)])(p. 130)<br />
Group Parameter Value<br />
Matrix Control 1 Source Control source1 (*1)<br />
Destination Destination Control1 Destination1–4 (*2)<br />
Sns Control1 sens1–4 -63–+63<br />
Tone Tone select1–4 OFF, ON, R<br />
Matrix Control 2 Source Control source2 (*1)<br />
Destination Destination Control2 Destination1–4 (*2)<br />
Sns Control2 sens1–4 -63–+63<br />
Tone Tone select1–4 OFF, ON, R<br />
PATCH LFO&Ctrl #2 ([PATCH]-[F5(LFO&CTL)]-[F3(Control)])(p. 130)<br />
Group Parameter Value<br />
Matrix Control 3 Source Control source3 (*1)<br />
Destination Destination Control3 Destination1–4 (*2)<br />
Sns Control3 sens1–4 -63–+63<br />
Tone Tone select1–4 OFF, ON, R<br />
Matrix Control 4 Source Control source4 (*1)<br />
Destination Destination Control4 Destination1–4 (*2)<br />
Sns Control4 sens1–4 -63–+63<br />
Tone Tone select1–4 OFF, ON, R<br />
*1:OFF, CC01–95 (except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3,SYS-CTRL4, VELOCITY, KEYFOLLOW, TEMPO, LFO1,<br />
LFO2, PITCH ENV, TVF ENV, TVA ENV<br />
*2:OFF, PITCH, CUTOFF, RESONANCE, LEVEL, PAN, DRY LEVEL, CHORUS SEND, REVERB SEND, LFO1 PCH DEPTH, LFO2 PCH DEPTH, LFO1 TVF<br />
DEPTH, LFO2 TVF DEPTH, LFO1 TVA DEPTH, LFO2 TVA DEPTH, LFO1 PAN DEPTH, LFO2 PAN DEPTH, LFO1 RATE, LFO2 RATE, PIT ENV A-TIME, PIT<br />
ENV D-TIME, PIT ENV R-TIME, TVF ENV A-TIME, TVF ENV D-TIME, TVF ENV R-TIME, TVA ENV A-TIME, TVA ENV D-TIME, TVA ENV R-TIME, TMT, FXM<br />
DEPTH, MFX CTRL1, MFX CTRL2, MFX CTRL3, MFX CTRL4<br />
PATCH LFO&Ctrl Control Sw ([PATCH]-[F5(LFO&CTL)]-[F4(Ctrl Sw)])(p. 131)<br />
Group Parameter Value<br />
MIDI Rx Switch Bender Sw Recieve pitch bend switch OFF, ON<br />
Expression Sw Recieve expression switch OFF, ON<br />
Hold-1 Sw Recieve hold-1 switch OFF, ON<br />
Redamper Recieve redamper switch OFF, ON<br />
Pan Mode Recieve pan mode switch CONTINUOUS, KEY-ON<br />
Tone Env Mode Envelope mode NO SUSTAIN, SUSTAIN<br />
210
PATCH Effects General ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F1(General)])(p. 55)<br />
Group Parameter Value<br />
Patch Output Assign MFX, A–D, 1–8, TONE<br />
Tone Output Assign MFX, OUTPUT A–D, INDIV1–8<br />
Tone Dry Send Level 0–127<br />
Tone Chorus Send Level<br />
(non MFX/MFX)<br />
0–127<br />
Tone Reverb Send Level<br />
(non MFX/MFX)<br />
0–127<br />
MFX Type 0–90<br />
MFX Dry Send Level 0–127<br />
MFX Chorus Send Level 0–127<br />
MFX Reverb Send Level 0–127<br />
Chorus Type OFF, Chrus, Delay<br />
Chorus Output Select MAIN, REV, M+R<br />
Chorus Level 0–127<br />
Reverb Type OFF, Revrb, Room, Hall, Plate<br />
Reverb Level 0–127<br />
MFX Output Assign A, B, C, D<br />
Chorus Output Assign A, B, C, D<br />
Reverb Output Assign A, B, C, D<br />
PATCH Effects MFX Control ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F2(MFX Prm)])(p. 55)<br />
* Refer to MFX Parameters (p. 61)<br />
PATCH Effects MFX Control ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F3(MFX Ctl)])(p. 55)<br />
Group Parameter Value<br />
MFX CTRL Source MFX Control Source 1, 2, 3, 4 (*1)<br />
Destination MFX Control Destination 1, 2, 3, 4 (*2)<br />
Sens MFX Control Sens 1, 2, 3, 4 -63–+63<br />
*1: OFF, CC01–95 (except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3, SYS-CTRL4<br />
*2: Refer to MFX Parameters (p. 61)<br />
PATCH Effects Chorus ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F4(Chorus)])(p. 56)<br />
* Refer to Chorus Parameters (p. 56)<br />
PATCH Effects Reverb ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F2(Reverb)])(p. 57)<br />
* Refer to Reverb Parameters (p. 57)<br />
Parameteroverzicht<br />
211
Parameteroverzicht<br />
■ Multi Partial Patch Parameters<br />
PATCH Common Split ([PATCH]-[F1(Common)]-[F3(Split)])(p. 132)<br />
Group Parameter Value<br />
Note --- Note Number A0–C8<br />
No. --- Partial Number ---<br />
Partial Name --- Partial Name ---<br />
L.P --- Lower Key Point A0–C8<br />
U.P --- Upper Key Point A0–C8<br />
Mute --- Mute Group OFF, 1–31<br />
Assign --- Assign Type Mute, Single<br />
MIDI --- MIDI Switch OFF, Select, Set<br />
PATCH WG Partial ([PATCH]-[F2(WG)]-[F1(WG Prm)])(p. 133)<br />
Group Parameter Value<br />
Partial Name Partial Name ASCII Character (max 12 Characters)<br />
Course Tune Partial Course Tune -48–+48<br />
Fine Tune Partial Fine Tune -50–+50<br />
PATCH WG SMT #1 ([PATCH]-[F2(WG)]-[F2(SMT)])(p. 133)<br />
Group Parameter Value<br />
No. --- Sample Number ---<br />
Name --- Sample Name ---<br />
Level --- Sample Level 0–127<br />
Pan --- Sample Pan L32–32R, RANDOM, Key+, Key-, LFO+, LFO-, ALT<br />
C.T --- Sample Course Tune -48–+48<br />
F.T --- Sample Fine Tune -50–+50<br />
P.KF --- Pitch Keyfollow -16–+16<br />
PATCH WG SMT #2 ([PATCH]-[F2(WG)]-[F2(SMT)])(p. 134)<br />
Group Parameter Value<br />
SMT Vel Control Switch SMT Velocity Control Switch OFF, ON<br />
L.F --- Velocity Fade width Lower 0–127<br />
L.F --- Velocity Range Lower 1–Upper<br />
L.F --- Velocity Range Upper Lower–127<br />
U.F --- Velocity Fade width Upper 0–127<br />
PATCH WG Sample ([PATCH]-[F2(WG)]-[F3(SMT)]-[F3(Sample)])(p. 134)<br />
Group Parameter Value<br />
Sample Original Key Original Key C-1–G9<br />
Loop Mode Loop Mode FORWARD, ONE SHOT, ALT, REV ONE, REVERSE<br />
Loop Tune Loop Tune -50–50<br />
Start-Fine --- Start Point - Start Point Fine 0-/0–255<br />
Loop Point Start Fine --- Loop Point Start Point - Loop Point StartPoint Fine 0-/0–255<br />
End - Fine --- End Point - End Point Fine 0-/0–255<br />
PATCH TVF Parameter ([PATCH]-[F3(TVF)]-[F1(TVF Prm)])(p. 136)<br />
Group Parameter Value<br />
TVF Filter type Filter type OFF, LPF, BPF, HPF<br />
Cutoff freq Cutoff frequency 0–127<br />
Resonance Resonance 0–127<br />
Cutoff Keyfollow Point Cutoff frequency keyfollow Point A0–C8<br />
Keyfollow Cutoff frequency keyfollow -63–+63<br />
TVF Velo Curve TVF cutoff velocity curve 1–4<br />
Sens Resonance Velocity Sens 0–127<br />
212
PATCH TVF Envelope ([PATCH]-[F3(TVF)]-[F2(TVF Env)])(p. 136)<br />
Group Parameter Value<br />
TVF Envelope Depth TVF envelope depth -63–+63<br />
Time Keyfollow TVF envelope time keyfollow -63–+63<br />
T1, T2, T3, T4 TVF envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />
L0, L1, L2, L3 TVF envelope level 0, 1, 2, 3 0–127<br />
Velo Sens Amount TVF envelope velocity sens -63–+63<br />
Time 1 TVF envelope time1 velocity sens -63–+63<br />
Time 4 TVF envelope time4 velocity sens -63–+63<br />
Pitch Depth TVF envelope pitch Depth -63–+63<br />
PATCH TVA Parameter ([PATCH]-[F4(TVA)]-[F1(TVA Prm)])(p. 137)<br />
Group Parameter Value<br />
TVA Level Partial Level 0–127<br />
Pan Partial Pan -64–+63<br />
Level Key follow Point Key follow Point A0–C8<br />
Key follow Level Key follow -63–+63<br />
TVA Velo Curve TVA velocity curve FIXED, 1–7<br />
Sens TVA velocity curve sens -63–+63<br />
PATCH TVA Envelope ([PATCH]-[F4(TVA)]-[F2(TVA Env)])(p. 138)<br />
Group Parameter Value<br />
TVA Envelope Time Keyfollow TVA envelope time keyfollow -63–+63<br />
T1, T2, T3, T4 TVA envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />
L1, L2, L3 TVA envelope level 1, 2, 3 0–127<br />
Velocity Sens Time 1 TVA envelope time1 velocity sens -63–+63<br />
Time 4 TVA envelope time4 velocity sens -63–+63<br />
PATCH LFO&Ctrl LFO ([PATCH]-[F5(LFO&Ctl)]-[F1(LFO1)])(p. 138)<br />
Parameteroverzicht<br />
Group Parameter Value<br />
Wave Form LFO form SIN,TRI, SAW-UP, SAW-DW, SQR, RND,<br />
BEND-UP, BEND-DW<br />
Rate Value LFO rate 0–127<br />
Detune LFO detune 0–127<br />
Delay Time LFO delay time 0–127<br />
Keyfollow LFO delay keyfollow -63–+63<br />
Key Sync Switch LFO key sync switch OFF, ON<br />
Depth Pitch Pitch LFO depth1, 2 -63–+63<br />
TVF TVF LFO depth 1, 2 -63–+63<br />
TVA TVA LFO depth 1, 2 -63–+63<br />
Pan Pan LFO depth1, 2 -63–+63<br />
PATCH LFO&Ctrl Control #1 ([PATCH]-[F5(LFO&Ctl)]-[F2(Control)])(p. 139)<br />
Group Parameter Value<br />
Matrix Control 1 Source Control source1 (*1)<br />
Destination Destination Control1 Destination1–4 (*2)<br />
Sens Control1 sens1–4 -63–+63<br />
Matrix Control 2 Source Control source2 (*1)<br />
Destination Destination Control2 Destination1–4 (*2)<br />
Sens Control2 sens1–4 -63–+63<br />
213
Parameteroverzicht<br />
PATCH LFO&Ctrl Control #2 ([PATCH]-[F5(LFO&Ctl)]-[F2(Control)])(p. 139)<br />
Group Parameter Value<br />
Matrix Control 3 Source Control source3 (*1)<br />
Destination Destination Control3 Destination1–4 (*2)<br />
Sens Control3 sens1–4 -63–+63<br />
Matrix Control 4 Source Control source4 (*1)<br />
Destination Destination Control4 Destination1–4 (*2)<br />
Sens Control4 sens1–4 -63–+63<br />
*1:OFF, CC01–95(except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3,SYS-CTRL4, VELOCITY, KEYFOLLOW, TEMPO, LFO1,<br />
LFO2, PITCH ENV, TVF ENV, TVA ENV<br />
*2:OFF, PITCH, CUTOFF, RESONANCE, LEVEL, PAN, DRY LEVEL, CHORUS SEND, REVERB SEND, LFO1 PCH DEPTH, LFO2 PCH DEPTH, LFO1 TVF<br />
DEPTH, LFO2 TVF DEPTH, LFO1 TVA DEPTH, LFO2 TVA DEPTH, LFO1 PAN DEPTH, LFO2 PAN DEPTH, LFO1 RATE, LFO2 RATE, PIT ENV A-TIME, PIT<br />
ENV D-TIME, PIT ENV R-TIME, TVF ENV A-TIME, TVF ENV D-TIME, TVF ENV R-TIME, TVA ENV A-TIME, TVA ENV D-TIME, TVA ENV R-TIME, TMT, FXM<br />
DEPTH, MFX CTRL1, MFX CTRL2, MFX CTRL3, MFX CTRL4<br />
■Performance Parameters<br />
PERFORMANCE Common ([PERFORMANCE]-[F1(Common)])(p. 142)<br />
Group Parameter Value<br />
Performance Name Name Performance Name ASCII Character (12 characters max)<br />
Solo Part Select Number Solo Part Number OFF, PART1-32<br />
PERFORMANCE Key Range ([PERFORMANCE]-[F2(K.Range)])(p. 143)<br />
Group Parameter Value<br />
F.L Key fade width lower 0–127<br />
K.L Key range lower C-1–UPPER<br />
K.U Key range upper LOWER–G9<br />
F.U Key fade width upper 0–127<br />
PERFORMANCE Part #1 ([PERFORMANCE]-[F3(Part)])(p. 143)<br />
Group Parameter Value<br />
Patch Type Part type PATCH/RHYTHM<br />
Group Patch group USER, PR-A, PR-B, PR-C, PR-D, PR-E, PR-F, PR-G, GM<br />
XP-A–H, CD-A–H<br />
Number Patch number 001–256<br />
Level & Pan Level Part Level 0–127<br />
Pan Part Pan L64–0–63R<br />
Bend Range Value Pitch bend range 0–24, PATCH<br />
Tune Octave Octave shift -3–+3<br />
Coarse Coarse tune -48–+48 semitone<br />
Fine Fine tune -50–+50 cent<br />
Voice Reserve --- --- 0–63, FULL<br />
PERFORMANCE Part # 2 ([PERFORMANCE]-[F3(Part)])(p. 144)<br />
Group Parameter Value<br />
Modify Cutoff Offset Part cutoff offset -64–+63<br />
Resonance Offset Part resonance offset -64–+63<br />
Attack Time Offset Part attack time offset -64–+63<br />
Release Offset Part release time offset -64–+63<br />
Velocity Sens OffsetPart velocity sens offset -64–+63<br />
Key Mode Mono/Poly Part MONO/POLY MONO, POLY, PATCH<br />
Legato Switch Legato switch OFF, ON, PATCH<br />
Portamento Switch Portamento switch OFF, ON, PATCH<br />
Time Portamento Time 0–127, PATCH<br />
214
PERFORMANCE MIDI #1 ([PERFORMANCE]-[F4(MIDI)])(p. 145)<br />
Group Parameter Value<br />
Part MIDI Receive Channel MIDI Receive Channel 1–16<br />
Part Mute Switch Part Mute switch OFF, MUTE<br />
Part MIDI Receive SwitchMIDI Rx Receive switch OFF, ON<br />
MIDI IN 1 MIDI IN 1 Receive switch OFF, ON<br />
MIDI IN 2 MIDI IN 2 Receive switch OFF, ON<br />
PERFORMANCE MIDI #2 MIDI Filter ([PERFORMANCE]-[F4(MIDI)])(p. 146)<br />
Group Parameter Value<br />
MIDI Message Program Change Receive program change switch OFF, ON<br />
Bank Select Receive bank select switch OFF, ON<br />
Pitch Bend Receive bend switch OFF, ON<br />
Channel Pressure Receive channel pressure switch OFF, ON<br />
Poly Key Pressure Receive polyphonic key pressure switch OFF, ON<br />
Modulation Receive modulation switch OFF, ON<br />
PERFORMANCE MIDI #3 MIDI Filter ([PERFORMANCE]-[F4(MIDI)])(p. 146)<br />
Group Parameter Value<br />
MIDI Message Volume Receive volume switch OFF, ON<br />
Pan Receive pan switch OFF, ON<br />
Expression Receive expression switch OFF, ON<br />
Hold-1 Receive hold-1 switch OFF, ON<br />
Phase Lock Phase lock OFF, ON<br />
Velocity Curve Velocity curve OFF, 1, 2, 3, 4<br />
Parameteroverzicht<br />
PERFORMANCE Effects General #1 ([PERFORMANCE]-[F5(Effects)]-[F1(General)])(p.<br />
59)<br />
Group Parameter Value<br />
Part Output Assign MFX, A–D, 1–8, PAT<br />
Part Output MFX Select A–C<br />
Part Dry Send Level 0–127<br />
Part Chorus Send Level<br />
(non MFX/MFX)<br />
0–127<br />
Part Reverb Send Level<br />
(non MFX/MFX)<br />
0–127<br />
MFX Type 0–90<br />
MFX Source PRF, P1–32<br />
MFX Dry Send Level 0–127<br />
MFX Chorus Send Level 0–127<br />
MFX Reverb Send Level 0–127<br />
Chorus Type OFF, Chrus, Delay<br />
Chorus Source PRF, P1–32<br />
Chorus Output Select MAIN, REV, M+R<br />
Chorus Level 0–127<br />
Reverb Type OFF, Revrb, Room, Hall, Plate<br />
Reverb Source PRF, P1–32<br />
Reverb Level 0–127<br />
MFX Output Assign A, B, C, D<br />
Chorus Output Assign A, B, C, D<br />
Reverb Output Assign A, B, C, D<br />
PERFORMANCE Effects General #2 ([PERFORMANCE]-[F5(Effects)]-[F1(General)])(p.<br />
59)<br />
Group Parameter Value<br />
Output Assign Output Output assign MFX, A–D, 1–8, PAT<br />
Output MFX Select MFX Output MFX select MFX-A–C<br />
MFX Source MFX-A MFX-A source PERFORM, PART 1–16<br />
MFX-B MFX-B source PERFORM, PART 1–16<br />
MFX-C MFX-C source PERFORM, PART 1–16<br />
MFX Type MFX-A MFX-A type 0–90<br />
MFX-B MFX-B type 0–90<br />
MFX-C MFX-C type 0–90<br />
215
Parameteroverzicht<br />
PERFORMANCE Effects MFX Control #2 ([PERFORMANCE]-[F5(Effects)]-[F3(MFX<br />
Ctl)])(p. 59)<br />
Group Parameter Value<br />
Source Control 1 MFX control source 1 (*1)<br />
Control 2 MFX control source 2 (*1)<br />
Control 3 MFX control source 3 (*1)<br />
Control 4 MFX control source 4 (*1)<br />
Destination Control 1 MFX control Destination 1 (*2)<br />
Control 2 MFX control Destination 2 (*2)<br />
Control 3 MFX control Destination 3 (*2)<br />
Control 4 MFX control Destination 4 (*2)<br />
Sens Control 1 MFX control sens 1 -63–+63<br />
Control 2 MFX control sens 2 -63–+63<br />
Control 3 MFX control sens 3 -63–+63<br />
Performance MFX<br />
Control 4 MFX control sens 4 -63–+63<br />
Ctrl Channel MIDI Channel MFX control channel 1–16, OFF<br />
Receive MIDI IN1 Switch Receive MIDI IN1 Switch OFF, ON<br />
Receive MIDI IN2 Switch Receive MIDI IN2 Switch OFF, ON<br />
*1: OFF, CC01–95 (except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3, SYS-CTRL4<br />
*2: Refer to MFX Parameters (p. 61)<br />
PERFORMANCE Effects Chorus ([PERFORMANCE]-[F5(Effect)]-[F4(Chorus)])<br />
* Refer to Chorus Parameters (p. 60))<br />
PERFORMANCE Effects Reverb ([PERFORMANCE]-[F5(Effect)]-[F5(Reverb)])<br />
* Refer to Reverb Parameters (p. 60)<br />
PERFORMANCE Part Information ([PERFORMANCE]-[F6 (Info)])<br />
Group Parameter Value<br />
INFO Mod Modulation information 0–127<br />
Breath Breath information 0–127<br />
Foot Foot information 0–127<br />
Volume Volume information 0–127<br />
Pan Pan information L64–0–63R<br />
Exp Expression information 0–127<br />
Hold Hold1 information 0–127<br />
Bend Pitch bend information -128–+127<br />
Aft Aftertouch information 0–127<br />
Voices Voice information 0–64<br />
Sys 1 System control 1 information 0–127/-128–+127<br />
Sys 2 System control 2 information 0–127/-128–+127<br />
Sys 3 System control 3 information 0–127/-128–+127<br />
Sys 4 System control 4 information 0–127/-128–+127<br />
216
■Rhythm Set Parameters<br />
RHYTHM Common ([RHYTHM]-[F1(Common)])(p. 148)<br />
Parameteroverzicht<br />
Group Parameter Value<br />
Common Name Rhythm set name ASCII Characters (max. 12)<br />
Level Rhythm level 0–127<br />
Output Assign Rhythm output assign MFX, OUTPUT A–D, INDIV 1–8, TONE<br />
Tempo Clock Source Rhythm clock source RHYTHM, SYSETEM<br />
Tempo Rhythm tempo 20–250<br />
One Shot Mode Switch One Shot Mode OFF, ON<br />
RHYTHM WG Parameter ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F1(WG Prm)])(p. 150)<br />
Group Parameter Value<br />
Rhythm Tone ---- Tone name ASCII Characters (max. 12)<br />
Tempo Sync Wave tempo sync OFF, ON<br />
Wave Group Wave group INT, XP-A–H, SAMPLE<br />
L, R Wave number(L, R) 1–****<br />
Gain&Level Gain Wave gain -6, 0, 6, 12 dB<br />
Level Level 0–127<br />
Pan Value Value L64–0–63R<br />
Random Random pan switch OFF, ON<br />
Alternate Alternate pan switch OFF, ON<br />
Tune Course Course Tune -48–+48<br />
Fine Fine Tune -50–+50<br />
FXM Switch FXM switch OFF, ON<br />
Color FXM color 1–4<br />
Depth FXM depth 0–16<br />
RHYTHM WG Pitch ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F2(Pitch)])(p. 151)<br />
Group Parameter Value<br />
Pitch Coarse Tune Coarse tune C-1–G9<br />
Fine Tune Fine tune -50–+50 cent<br />
Random Pitch Depth Random pitch depth 0–1200 cent(*1)<br />
*1: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100, 200, 300, 400, 500, 600, 700, 800, 900, 1000, 1100, 1200<br />
RHYTHM WG Pitch Envelope ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F3(Pch Env)])(p. 151)<br />
Group Parameter Value<br />
Pitch Envelope Depth Pitch envelope depth -12–+12<br />
L0 Pitch envelope level 0 -63–+63<br />
T1, T2, T3, T4 Pitch envelope time 1–4 0–127<br />
L1, L2, L3, L4 Pitch envelope level 1–4 -63–+63<br />
Velocity Sens Amount Pitch envelope velocity sens -63–+63<br />
Time1 Pitch envelope time 1 velocity sens -63–+63<br />
Time 4 Pitch envelope time 4 velocity sens -63–+63<br />
217
Parameteroverzicht<br />
RHYTHM WG WMT Vel Range ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F4(V.Range)])(p. 152)<br />
Group Parameter Value<br />
Velocity Control Switch Velocity Control Switch OFF, ON, RANDOM<br />
L.F Velocity fade width lower 0–127<br />
V.L Velocity range lower 1–UPPER<br />
V.U Velocity range upper LOWER–127<br />
U.F Velocity fade width upper 0–127<br />
RHYTHM WG Sample ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F5(Sample)])(p. 153)<br />
Group Parameter Value<br />
Sample Original Key Original Key C-1–G9<br />
Loop Mode Loop Mode FORWARD, ONE SHOT, ALT, REV ONE, REVERSE<br />
Loop Tune Loop Tune -50–50<br />
Start-Fine --- Start Point -Start Point Fine 0–/0–255<br />
Loop Point Start Fine --- Loop Point Start Point -Loop Point Start Point Fine 0–/0–255<br />
End-Fine --- End Point - End Point Fine 0–/0–255<br />
RHYTHM TVF Parameter ([RHYTHM]-[F3(Key TVF)]-[F1(TVF Prm)])(p. 153)<br />
Group Parameter Value<br />
TVF FILTER Type Filter type OFF, LPF, BPF, HPF, PKG, LPF2, LPF3<br />
Cutoff Cutoff frequency 0–127<br />
Resonance Resonance 0–127<br />
TVF VELOCITY V-Cutoff TVF cutoff velocity sens -63–+63<br />
V-Curve TVF cutoff velocity curve FIXED, 1–7<br />
V-Resonance TVF resonance velocity sens -63–+63<br />
RHYTHM TVF Envelope ([RHYTHM]-[F3(Key TVF)]-[F2(TVF Env)])(p. 154)<br />
Group Parameter Value<br />
TVF ENVELOPE Depth TVF Envelope depth -63–+63<br />
V-Sens TVF envelope velocity sens -63–+63<br />
V-Curve TVF envelope velocity curve FIXED, 1–7<br />
V-T1 TVF envelope time 1 velocity sens -63–+63<br />
V-T4 TVF envelope time 4 velocity sens -63–+63<br />
L0 TVF envelope level 0 0–127<br />
T1, T2, T3, T4 TVF envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />
L1, L2, L3, L4 TVF envelope level 1, 2, 3, 4 0–127<br />
RHYTHM TVA Parameter ([RHYTHM]-[F4(Key TVA)]-[F1(TVA Prm)])(p. 154)<br />
Group Parameter Value<br />
TVA Level Level 0–127<br />
Pan Pan L64–0–63R<br />
Random Random pan depth 0–63<br />
Alternate Alternate pan depth L63–0–63R<br />
TVA VELOCITY Velocity Sens TVA envelope velocity sens -63–+63<br />
Velocity Curve TVA envelope velocity curve FIXED, 1–7<br />
RHYTHM TVA Envelope ([RHYTHM]-[F4(Key TVA)]-[F2(TVA Env)])(p. 155)<br />
Group Parameter Value<br />
TVA TIME ENV V-T1 TVA envelope time 1 velocity sens -63–+63<br />
V-T4 TVA envelope time 4 velocity sens -63–+63<br />
TVA ENVELOPE T1–4 TVA envelope time 1–4 0–127<br />
L1–3 TVA envelope level 1–3 0–127<br />
218
RHYTHM Key Control ([RHYTHM]-[F5(Key Ctl)])(p. 155)<br />
Group Parameter Value<br />
CONTROL Bend Range Bend range 0–48<br />
Envelope Mode Envelope mode NO SUS, SUSTAIN<br />
Mute Group Mute group OFF, 1–31<br />
Assign Type Assign type MULTI, SINGLE<br />
Rx MIDI Expression Receive expression switch OFF, ON<br />
Pan Receive pan control switch CONTINUOUS, KEY-ON<br />
Hold-1 Receive hold-1 switch OFF, ON<br />
RHYTHM Effects General ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F1(General)])(p. 61)<br />
Group Parameter Value<br />
Rhythm Output Assign MFX, A–D, 1–8, TONE<br />
Rhythm Tone Output Assign MFX, A–D, 1–8<br />
Rhythm Tone Dry Send Level 0–127<br />
Rhythm Tone Chorus Send Level<br />
(non MFX/MFX)<br />
0–127<br />
Rhythm Tone Reverb Send Level<br />
(non MFX/MFX)<br />
0–127<br />
MFX Type 0–90<br />
MFX Dry Send Level 0–127<br />
MFX Chorus Send Level 0–127<br />
MFX Reverb Send Level 0–127<br />
Chorus Type OFF, Chrus, Delay<br />
Chorus Output Select MAIN, REV, M+R<br />
Chorus Level 0–127<br />
Reverb Type OFF, Revrb, Room, Hall, Plate<br />
Reverb Level 0–127<br />
MFX Output Assign A, B, C, D<br />
Chorus Output Assign A, B, C, D<br />
Reverb Output Assign A, B, C, D<br />
RHYTHM Effects MFX ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F2(MFX Prm)])(p. 61)<br />
Group Parameter Value<br />
(Refer to MFX parameters)<br />
Parameteroverzicht<br />
RHYTHM Effects MFX Control ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F3(MFX Ctl)])(p. 61)<br />
Group Parameter Value<br />
MFX CTRL Source MFX Control Source 1, 2, 3, 4 (*1)<br />
Destination Destination 1, 2, 3, 4 (*2)<br />
Sens MFX Control Sens 1, 2, 3, 4 -63–+63<br />
*1: OFF, CC01–95 (except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3, SYS-CTRL4<br />
*2: Refer to MFX Parameters<br />
RHYTHM Effects Chorus ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F3(Chorus)])<br />
* Refer to Chorus Parameters (p. 60)<br />
RHYTHM Effects Reverb ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F4(Reverb)])<br />
* Refer to Reverb parameters (p. 60)<br />
219
Parameteroverzicht<br />
■GM Mode Parameters<br />
GM Control ([GM]-[F2(Control)])(p. 180)<br />
Group Parameter Value<br />
Modify Cutoff offset Cutoff offset -64–+63<br />
Resonance offset Resonance offset -64–+63<br />
Attack time offset Attack time offset -64–+63<br />
Release time offset Release time offset -64–+63<br />
Key Mode Mono/Poly MONO/POLY MONO, POLY<br />
Portamento Switch Portament Switch OFF, ON<br />
Time Portament Time 0–127<br />
GM Part ([GM]-[F3(Part)])(p. 181)<br />
Group Parameter Value<br />
Patch Type Part Type PATCH, RHYTHM<br />
Number GM patch number 001–256<br />
Bend Range Value Pitch bend range value 0–24<br />
Level & Pan Part Volume Part Volume 0–127<br />
Part Pan Part Pan RND, L63–0–63R<br />
Tune Coarse Coarse tune -48–+48 semitone<br />
Fine Fine tune -50–+50 cent<br />
GM MIDI ([GM]-[F4(MIDI)])(p. 181)<br />
Group Parameter Value<br />
Part MIDI Receive Channel MIDI channel 1–16, OFF<br />
Part Mute Switch Mute switch OFF, MUTE<br />
Part MIDI Receive Switch MIDI receive switch OFF, ON<br />
GM Effects General ([GM]-[F5(Effects)])(p. 181)<br />
Group Parameter Value<br />
Part Output Assign A–D<br />
Part Dry Send Level 0–127<br />
Part Chorus Send Level 0–127<br />
Part Reverb Send Level 0–127<br />
Chorus Type Cho1–4, FBCho, Flang<br />
Chorus Output Assign A–D<br />
Reverb Send Level 0–127<br />
Reverb Type SRoom, MRoom, LRoom, MHall, LHall, Plate<br />
Reverb Output Assign A–D<br />
GM Effects Chorus ([GM]-[F5(Effect)]-[F2(Chorus)])<br />
Group Parameter Value<br />
GM Effect Chorus Type Chorus type CHORUS 1–4, FB CHORUS, FLANGER<br />
Chorus Rate Chorus rate 0–127<br />
Depth Chorus depth 0–127<br />
Feedback Chorus feedback level 0–127<br />
GM Effects Reverb ([GM]-[F5(Effect)]-[F3(Reverb)])(p. 182)<br />
Group Parameter Value<br />
GM Effect Reverb Type Reverb type SMALL ROOM, MEDIUM ROOM, LARGE ROOM,<br />
MEDIUM HALL, LARGE HALL, PLATE<br />
Reverb Time Reverb time 0–127<br />
220
GM Effects General ([GM]-[F6(Info)])(p. 182)<br />
Group Parameter Value<br />
Infometion Mod Modulation information 0–127<br />
Breath Breath information 0–127<br />
Foot Foot information 0–127<br />
Volume Volume information 0–127<br />
Pan Pan information L64–0–63R<br />
Exp Expression information 0–127<br />
Hold Hold1 information 0–127<br />
Bend Pitch bend information -128–+127<br />
Aft Aftertouch information 0–127<br />
Voices Voice information 0–64<br />
Parameteroverzicht<br />
221
■MFX Prameters<br />
1:STEREO EQ (p. 63)<br />
Parameter Value<br />
Freq/Gain<br />
LowFreq Low frequency 200, 400 Hz<br />
LowGain Low gain -15–+15 dB<br />
Mid1 Freq Middle 1 frequency 200–8000Hz(*1)<br />
Mid1 Gain Middle 1 gain -15–+15 dB<br />
Mid2 Freq Middle 2 frequency 200–8000 Hz(*1)<br />
Mid2 Gain Middle 2 gain -15–+15 dB<br />
High Freq High frequency 4000, 8000 Hz<br />
High Gain High gain -15–+15 dB<br />
Band Width<br />
Mid1 Q Mid1 Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Mid2 Q Mid2 Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Output<br />
Level Output level 0–127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
2:OVERDRIVE (p. 63)<br />
Parameter Value<br />
Overdrive<br />
Drive Drive 0-127<br />
Amp simulator<br />
Type Amp simulator type SMALL, BUILT-IN,<br />
2-STACK, 3-STACK<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
3:DISTORTION (p. 63)<br />
Parameter Value<br />
Overdrive<br />
Drive Drive 0-127<br />
Amp simulator<br />
Type Amp simulator type SMALL, BUILT-IN,<br />
2-STACK, 3-STACK<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
4:PHASER (p. 64)<br />
Parameteroverzicht<br />
Parameter Value<br />
Phaser<br />
Manual Manual 100-8000 Hz<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Depth 0-127<br />
Resonance Resonance 0-127<br />
Mix Level Mix level 0-127<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
5:SPECTRUM(p. 64)<br />
Parameter Value<br />
Gain<br />
250Hz 250Hz gain -15-+15 dB<br />
500Hz 500Hz gain -15-+15 dB<br />
1000Hz 1000Hz gain -15-+15 dB<br />
1250Hz 1250Hz gain -15-+15 dB<br />
2000Hz 2000Hz gain -15-+15 dB<br />
3150Hz 3150Hz gain -15-+15 dB<br />
4000Hz 4000Hz gain -15-+15 dB<br />
8000Hz 8000Hz gain -15-+15 dB<br />
Band Width<br />
Q Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
6:ENHANCER(p. 65)<br />
Parameter Value<br />
Enhancer<br />
Sens Sens 0-127<br />
Mix Level Mix level 0-127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
7:AUTO WAH(p. 65)<br />
Parameter Value<br />
Auto Wah<br />
Filter type Filter type LPF, BPF<br />
Sens Sens 0-127<br />
Manual Manual 0-127<br />
Peak Peak 0-127<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Depth 0-127<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
222
8:ROTARY(p. 65)<br />
Parameter Value<br />
Rotary<br />
Speed Speed SLOW, FAST<br />
Woofer<br />
Slow Rate Low frequency slow rate 0.05-10.00 Hz<br />
Fast Rate Low frequency fast rate 0.05-10.00 Hz<br />
Acceleration Low frequency acceleration 0-15<br />
Level Low frequency level 0-127<br />
Separation<br />
Separation 0-127<br />
Tweeter<br />
Slow Rate High frequency slow rate 0.05-10.00 Hz<br />
Fast Rate High frequency fast rate 0.05-10.00 Hz<br />
Accelerationl High frequency acceleration 0-15<br />
Level High frequency level 0-127<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
9:COMPRESSOR(p. 66)<br />
Parameter Value<br />
Compressor<br />
Attack Attack 0-127<br />
Sustain Sustain 0-127<br />
Post Gain Post gain 0, +6, +12, +18 dB<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
10:LIMITER(p. 66)<br />
Parameter Value<br />
Limiter<br />
Threshold Threshold level 0-127<br />
Ratio Compression ratio 1.5:1, 2:1, 4:1, 100:1<br />
Release Release time 0-127<br />
Post gain Post gain 0, +6, +12, +18 dB<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
11:HEXA-CHORUS(p. 67)<br />
Parameter Value<br />
Hexa Chorus<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Depth 0-127<br />
Depth Dev Depth deviation -20-+20<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Pre Delay Dev Pre delay deviation 0-127<br />
Pan Dev Pan deviation 0-127<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Parameteroverzicht<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
12:TREMOLO CHORUS(p. 67)<br />
Parameter Value<br />
Chorus<br />
Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Chorus depth 0-127<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Tremolo<br />
Rate Tremolo rate 0.05-10.00 Hz<br />
Phase Tremolo phase 0-180 degree<br />
Separation Tremolo separation 0-127<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
13:SPACE-D(p. 68)<br />
Parameter Value<br />
Chorus<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Depth 0-127<br />
Phase Phase 0-180 degree<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
14:STEREO CHORUS(p. 68)<br />
Parameter Value<br />
Chorus<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Depth 0-127<br />
Phase Phase 0-180 degree<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Filter<br />
Type Filter type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff frequency 200-8000 Hz (*1)<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
223
Parameteroverzicht<br />
15:STEREO FLANGER(p. 68)<br />
Parameter Value<br />
Flanger<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Depth 0-127<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
Phase Phase 0-180 degree<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Filter<br />
Type Filter type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff frequency 200-8000 Hz (*1)<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
224<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
16:STEP FLANGER(p. 69)<br />
Parameter Value<br />
Flanger<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Depth 0-127<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
Phase Phase 0-180 degree<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Step Rate<br />
Step rate 0.10-20.00 Hz, note *1<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
17:STEREO DELAY(p. 70)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
Left Delay time left 0.0-500.0 ms<br />
Right Delay time right 0.0-500.0 ms<br />
HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
FBK Mode Feedback mode NORMAL, CROSS<br />
Phase<br />
Phase Left Feedback phase left NORMAL, INVERT<br />
Phase Right Feedback phase right NORMAL, INVERT<br />
BYPASS (*1)<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
18:MODULATION DELAY(p. 70)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
Left Delay time left 0.0-500.0 ms<br />
Right Delay time right 0.0-500.0 ms<br />
HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
FBK Mode Feedback mode NORMAL, CROSS<br />
Modulation<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Depth 0-127<br />
Phase Phase 0-180 degree<br />
BYPASS (*1)<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Level<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
19:TRIPLE TAP DELAY(p. 71)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
Center Delay time center 200-1000 ms, note *1<br />
Left Delay time left 200-1000 ms, note *1<br />
Right Delay time right 200-1000 ms, note *1<br />
HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
Delay Level<br />
Center Center level 0-127<br />
Left Left level 0-127<br />
Right Right level 0-127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Level<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS
20:QUADRUPLE TAP DELAY(p. 72)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
Delay 1 Delay time 1 200-1000 ms, note *1<br />
Delay 2 Delay time 2 200-1000 ms, note *1<br />
Delay 3 Delay time 3 200-1000 ms, note *1<br />
Delay 4 Delay time 4 200-1000 ms, note *1<br />
HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
Delay Level<br />
Level 1 Level 1 0-127<br />
Level 2 Level 2 0-127<br />
Level 3 Level 3 0-127<br />
Level 4 Level 4 0-127<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Level<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
21:TIME CONTROL DELAY(p. 72)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
Time Delay time 200-1000 ms<br />
Acceleration Acceleration 0-15<br />
HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
22:2VOICE PITCH SHIFTER(p. 73)<br />
Parameter Value<br />
Pitch A<br />
Coarse Coarse pitch -24-+12 semitone<br />
Fine Fine pitch -100-+100 cent<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-500.0 ms<br />
Pitch Shift<br />
Mode Pitch shifter mode 1, 2, 3, 4, 5<br />
Pitch B<br />
Coarse Coarse pitch -24-+12 semitone<br />
Fine Fine pitch -100-+100 cent<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-500.0 ms<br />
Level Balance<br />
Level balance A100:0B-A0:100B<br />
Balance<br />
Level<br />
Parameteroverzicht<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output level 0-127<br />
23:FBK PITCH SHIFTER(p. 74)<br />
Parameter Value<br />
Pitch<br />
Coarse Coarse pitch -24-+12 semitone<br />
Fine Fine pitch -100-+100 cent<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-500.0 ms<br />
Mode Pitch shifter mode 1, 2, 3, 4, 5<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
Pan Output pan L64-0-63R<br />
24:REVERB(p. 74)<br />
Parameter Value<br />
Reverb<br />
Type Reverb type ROOM1, ROOM2,<br />
STAGE1, STAGE2,<br />
HALL1, HALL2<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Time Gate time 0-127<br />
HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
25:GATED REVERB(p. 75)<br />
Parameter Value<br />
Reverb<br />
Type Gated Reverb type NORMAL, REVERSE,<br />
SWEEP1, SWEEP2<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Gate Time Gate time 5-500 ms<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
225
Parameteroverzicht<br />
26:OVERDRIVE→CHORUS (p. 75)<br />
Parameter Value<br />
Overdrive<br />
Drive Drive 0-127<br />
Pan Pan L64-0-63R<br />
Chorus<br />
Pre Delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Rate Chorus Rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Chorus depth 0-127<br />
Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
27:OVERDRIVE→FLANGER(p. 75)<br />
Parameter Value<br />
Overdrive<br />
Drive Drive 0-127<br />
Pan Pan L64-0-63R<br />
Flanger<br />
Pre Delay Flanger pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Rate Flanger rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Flanger depth 0-127<br />
Feedback Flanger feedback level -98-+98%<br />
Balance Flanger balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
28:OVERDRIVE→DELAY(p. 76)<br />
Parameter Value<br />
Overdrive<br />
Drive Drive 0-127<br />
Pan Pan L64-0-63R<br />
Delay<br />
Time Delay time 0.0-500.0 ms<br />
Feedback Delay feedback level -98-+98%<br />
HF Damp Delay HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Balance Delay balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
29:DISTORTION→CHORUS(p. 76)<br />
The parameters are essentially the same as "26: OVERDRIVE→CHORUS,"<br />
with the exception of the following two.<br />
30:DISTORTION→FLANGER(p. 76)<br />
The parameters are essentially the same as "27: OVERDRIVE→FLANGER,"<br />
with the exception of the following two.<br />
31:DISTORTION→DELAY(p. 77)<br />
The parameters are essentially the same as "28: OVERDRIVE→DELAY," with<br />
the exception of the following two.<br />
226<br />
32:ENHANCER→CHORUS(p. 77)<br />
Parameter Value<br />
Enhanser<br />
Sens Enhancer sens 0-127<br />
Mix Level Enhancer mix level 0-127<br />
Chorus<br />
Pre delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Chorus depth 0-127<br />
Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
33:ENHANSER→FLANGER(p. 77)<br />
Parameter Value<br />
Enhanser<br />
Sens Enhancer sens 0-127<br />
Mix Level Enhancer mix level 0-127<br />
Flanger<br />
Pre Delay Flanger pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Rate Flanger rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Flanger depth 0-127<br />
Feedback Flanger feedback level -98-+98%<br />
Balance Flanger balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
34:ENHANCER→DELAY(p. 78)<br />
Parameter Value<br />
Enhanser<br />
Sens Enhancer sens 0-127<br />
Mix Level Enhancer mix level 0-127<br />
Delay<br />
Time Delay time 0.0-500.0 ms<br />
Feedback Delay feedback level -98-+98%<br />
HF Damp Delay HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Balance Delay balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS
35:CHORUS→DELAY(p. 78)<br />
Parameter Value<br />
Chorus<br />
Pre Delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Chorus depth 0-127<br />
Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />
Delay<br />
Time Delay time 0.0-500.0 ms<br />
Feedback Delay Feedback level -98-+98%<br />
HF Damp Delay HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Balance Delay balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
36:FLANGER→DELAY(p. 78)<br />
Parameter Value<br />
Flanger<br />
Pre Delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Chorus depth 0-127<br />
Feedback Delay Feedback level -98-+98%<br />
Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />
Delay<br />
Time Delay time 0.0-500.0 ms<br />
Feedback Delay Feedback level -98-+98%<br />
HF Damp Delay HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Balance Delay balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
37:CHORUS→FLANGER(p. 79)<br />
Parameter Value<br />
Chorus<br />
Pre Delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Chorus depth 0-127<br />
Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />
Flanger<br />
Pre Delay Flanger pre delay time 0.0-100.0 ms<br />
Rate Flanger rate 0.05-10.00 Hz<br />
Depth Flanger depth 0-127<br />
Feedback Flanger feedback level -98-+98%<br />
Balance Flanger balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
38:CHORUS/DELAY(p. 80)<br />
Refer to "35: CHORUS/DELAY."<br />
39:FLANGER/DELAY(p. 80)<br />
Refer to "36: FLANGER/DELAY."<br />
Parameteroverzicht<br />
40:CHORUS/FLANGER(p. 80)<br />
Refer to "37: CHORUS/FLANGER."<br />
41:STEREO PHASER(p. 80)<br />
Parameter Value<br />
Phaser<br />
Type Phaser type 1, 2<br />
Mode Mode 4-STAGE, 8-STAGE<br />
Polarity Polarity INVERSE, SYNCHRO<br />
Manual Manual 0 – 127<br />
Rate Phaser rate 0.05 – 10.00 Hz , note<br />
*2<br />
Depth Phaser depth 0 – 127<br />
Resonance Phaser resonance 0 – 127<br />
X-Feedback Cross feedback level -98 – +98 %<br />
Mix Level Mix level 0 – 127<br />
Step Rate<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Rate Step rate 0.1–20.0 Hz , note *2<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
42:KEYSYNC FLANGER(p. 81)<br />
Parameter Value<br />
Flanger<br />
PrDly Pre delay time 0.0 – 100 ms<br />
Rate LFO rate 0.05 – 10.00 Hz , note<br />
*2<br />
Depth LFO depth 0 – 127<br />
Fbk Feedback -98 – +98 %<br />
Phase Phase 0 – 180 degree<br />
Filter<br />
Type Filter type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff frequency 200–8000 H(*1)<br />
Step Rate<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Rate Step rate (*2) 0.1–20.0 Hz , note *2<br />
Keysync<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Thres Keysync threshold 0 – 127<br />
Phase Keysync phase 0 – 360 degree<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Balance D100:0W – D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
227
Parameteroverzicht<br />
43:FORMANT FILTER(p. 82)<br />
Parameter Value<br />
Overdrive<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Drive Drive 0 – 127<br />
Filter<br />
Vowel 1 Vowel 1 a, e, i, o, u<br />
Vowel 2 Vowel 2 a, e, i, o, u<br />
Rate Rate 0.05 – 10.00 Hz , note<br />
*2<br />
Depth Depth 0 – 127<br />
Manual Manual 0 – 100<br />
Keysync<br />
Switch Keysync switch OFF, ON<br />
Thres Keysync threshold 0 – 127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
Pan Output pan L64 – 63R<br />
44:RING MODULATOR(p. 82)<br />
Parameter Value<br />
Ring Modulator<br />
Freq Frequency 0 – 127<br />
Modulator Modulator source OFF, SOURCE, A, B,<br />
C, D<br />
Modulator Monitor Modulator monitor OFF, ON<br />
Sens Sens 0 – 127<br />
Polarity Polarity UP, DOWN<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
228<br />
Effect balance D100:0W – D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
45:MULTI TAP DELAY(p. 83)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
1 Delay time 1 0 – 1800 ms , note *2<br />
2 Delay time 2 0 – 1800 ms , note *2<br />
3 Delay time 3 0 – 1800 ms , note *2<br />
4 Delay time 4 0 – 1800 ms , note *2<br />
Feedback Feedback -98 – +98 %<br />
HF Damp HF Damp 200–8000 Hz,<br />
BYPASS(*1)<br />
Level<br />
1 Level 1 0 – 127<br />
2 Level 2 0 – 127<br />
3 Level 3 0 – 127<br />
4 Level 4 0 – 127<br />
Pan<br />
1 Output pan 1 L64 – 63R<br />
2 Output pan 2 L64 – 63R<br />
3 Output pan 3 L64 – 63R<br />
4 Output pan 4 L64 – 63R<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W – D0:100W<br />
Level<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
46:REVERSE DELAY(p. 83)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
1 Delay time 1 0 – 900 ms , note *2<br />
2 Delay time 2 0 – 900 ms , note *2<br />
3 Delay time 3 0 – 900 ms , note *2<br />
4 Delay time 4 0 – 900 ms , note *2<br />
Feedback<br />
1 Feedback 1 -98 – +98 %<br />
4 Feedback 4 -98 – +98 %<br />
HF Damp<br />
1 HF Damp 1 200–8000 Hz,<br />
BYPASS(*1)<br />
4 HF Damp 4 200–8000 Hz,<br />
BYPASS(*1)<br />
Level<br />
1 Level 1 0 – 127<br />
2 Level 2 0 – 127<br />
3 Level 3 0 – 127<br />
Pan<br />
1 Output pan 1 L64 – 63R<br />
2 Output pan 2 L64 – 63R<br />
3 Output pan 3 L64 – 63R<br />
Threshold<br />
Threshold level 0 – 127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W – D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS
47:SHUFFLE DELAY(p. 84)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
Time Delay time 0 – 1800 ms , note *2<br />
Shuffle Rate Shuffle rate 0 – 100 %<br />
Acceleration Acceleration 0 – 15<br />
Feedback Feedback -98 – +98 %<br />
HF Damp HF Damp 200–8000 Hz,<br />
BYPASS(*1)<br />
Pan<br />
A Pan A L64 – 63R<br />
B Pan B L64 – 63R<br />
Balance<br />
Level balance A100:0B – A0:100B<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0E – D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
48:3D DELAY(p. 84)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
Center Delay time center 0 – 1800 ms, note *2<br />
Left Delay time left 0 – 1800 ms, note *2<br />
Right Delay time right 0 – 1800 ms, note *2<br />
HF Damp HF Damp 200–8000 Hz,<br />
BYPASS(*1)<br />
Feedback Feedback -98 – +98 %<br />
Delay Level<br />
Center Level center 0 – 127<br />
Left Level left 0 – 127<br />
Right Level right 0 – 127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0E – D0:100W<br />
Output<br />
Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
Parameteroverzicht<br />
49:3VOICE PITCH SHIFTER(p. 85)<br />
Parameter Value<br />
Pch Coarse<br />
1-3 Coarse pitch 1-3 -24 – +12<br />
Pch Fine<br />
1-3 Fine pitch 1-3 -100 – +100 [cent]<br />
Pitch Shift<br />
Mode Pitch shifter mode 1, 2, 3, 4, 5<br />
Fbk<br />
1-3 Feedback level 1-3 -98 – +98 %<br />
Pre Delay<br />
1-3 Pre Delay time 1-3 0.0 – 500 [ms]<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0E – D0:100W<br />
Level<br />
1-3 Level 1-3 0 – 127<br />
Pan<br />
1-3 Output pan 1-3 L64 – 63R<br />
Output<br />
Output level 0 – 127<br />
50:LOFI COMPRESS(p. 85)<br />
Parameter Value<br />
Lo-Fi<br />
Type LOFI type 1 – 9<br />
Pre Filter<br />
Type Pre Filter type 1 – 6<br />
Post Filter 1<br />
Type Post Filter 1 type 1 – 6<br />
Post Filter 2<br />
Type Post Filter 2 type OFF, LPF, HPF:(*1)<br />
Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0E – D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
Pan Output pan L64 – 63R<br />
1: Post Filter cutoff frequency:200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000,<br />
1250, 1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
229
Parameteroverzicht<br />
51:LOFI NOISE(p. 86)<br />
Parameter Value<br />
Lo-Fi<br />
Type LOFI type 1 – 9<br />
Post Filter<br />
Type Post Filter Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />
Radio Noise<br />
Detune Radio detune 0 – 127:0 – 127 (*2)<br />
Level Output level 0 – 127<br />
Disk Noise<br />
Type Disc noise type (*3)<br />
LPF Disc noise LPF (*4)<br />
Level Level (*5)<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
230<br />
Effect balance D100:0E – D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
Pan Output pan L64 – 63R<br />
*1: Post Filter cutoff frequency:200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000,<br />
1250, 1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
*2: Radio detune:Radio noise level<br />
*3: Disc noise type:LP, EP, SP, RND<br />
*4: Disc noise LPF:200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600,<br />
2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
*5: Disc noise level:0 – 127<br />
52:SPEAKER SIMULATOR(p. 86)<br />
Parameter Value<br />
Speaker<br />
Type Speaker type (*1)<br />
Mic<br />
Setting Mic setting 1, 2, 3<br />
Level Mic level 0 – 127<br />
Direct Level Direct level 0 – 127<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: Small 1, Small 2, Middle, JC-120, Built In 1, Built In 2, Built In 3, Built In 4,<br />
Built In 5, BG Stack 1, BG Stack 2, MS Stack 1, MS Stack 2, Metal Stack, 2<br />
Stack, 3 Stack<br />
53:OVERDRIVE 2(p. 87)<br />
Parameter Value<br />
Overdrive<br />
Drive Drive 0 – 127<br />
Tone Tone 0 – 127<br />
Amp simulator<br />
Amp Type Amp. simulator type OFF,ON:SMALL,<br />
BUILT-IN, 2-STACK,<br />
3-STACK<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
Pan Output pan L64 – 63R<br />
54:DISTORTION 2(p. 87)<br />
Parameter Value<br />
Distortion<br />
Drive Drive 0 – 127<br />
Tone Tone 0 – 127<br />
Amp simulator<br />
Amp Type Amp. simulator type OFF,ON:SMALL,<br />
BUILT-IN, 2-STACK,<br />
3-STACK<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
Pan Output pan L64 – 63R<br />
55:STEREO COMPRESSOR(p. 87)<br />
Parameter Value<br />
Compressor<br />
Attack Attack time 0 – 127<br />
Sustain Sustain 0 – 127<br />
Post Gain Post gain 0, +6, +12, +18<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
56:STEREO LIMITER(p. 87)<br />
Parameter Value<br />
Limiter<br />
Threshold Threshold level 0 – 127<br />
Ratio Compression ratio 1.5:1, 2:1, 4:1, 100:1<br />
Release Release time 0 – 127<br />
Post Gain Post gain 0, +6, +12, +18<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127
57:GATE(p. 88)<br />
Parameter Value<br />
Gate<br />
Mode Mode GATE, DUCK<br />
Attack Time Attack time 0 – 127<br />
Hold Time Hold time 0 – 127<br />
Release Time Release time 0 – 127<br />
Gate<br />
Key Key Key SOURCE, A, B, C, D<br />
Threshold Key threshold 0 – 127<br />
Monitor Key monitor OFF, ON<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0E – D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
58:SLICER(p. 88)<br />
Parameter Value<br />
Level 1, 2, 3, 4<br />
Beat 1– 4 Beat 1– 4 0 –127<br />
Rate<br />
Attack<br />
Rate 0.05 – 10.0 , note *2<br />
Attack 0 – 127<br />
Reset<br />
Trigger Trigger OFF, Source, A, B, C,<br />
D<br />
Threshold Reset threshold 0 – 127<br />
Monitor Reset monitor switch OFF, ON<br />
Beat Change<br />
Mode Mode LEGATO, SLASH<br />
Shuffle Shuffle 0 – 127<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
59:ISOLATOR(p. 89)<br />
Parameter Value<br />
Boost/Cut<br />
Low Level low -60 – +4 dB<br />
Mid Level middle -60 – +4 dB<br />
High Level high -60 – +4 dB<br />
Anti Phase Low<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Level Level 0 – 127<br />
Anti Phase Mid<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Level Level 0 – 127<br />
Low Boost<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Level Level 0 – 127<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: Anti phase middle switch:level<br />
2: Anti phase low switch:level<br />
60:3D CHORUS(p. 89)<br />
Parameteroverzicht<br />
Parameter Value<br />
Chorus<br />
Rate LFO rate 0.05 – 10.00 Hz,<br />
note *1<br />
Depth LFO depth 0 – 127<br />
Phase Phase 0 – 180 degree<br />
Pre Delay Pre delay time 0.0 – 100 ms<br />
Filter<br />
Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff frequency 200–8000 Hz (*1)<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W – D0:100W<br />
Output<br />
Output mode SPEAKER, PHONES<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
61:3D FLANGER(p. 90)<br />
Parameter Value<br />
Flanger<br />
Rate LFO rate 0.05 – 10.00 Hz,<br />
note *1<br />
Depth LFO depth 0 – 127<br />
Feedback Feedback -98 – +98 %<br />
Phase Phase 0 – 180 degree<br />
PrDly Pre delay time 0.0 – 100 ms<br />
Filter<br />
Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff frequency 200–8000 Hz (*1)<br />
Step Rate<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Rate Step Rate (*2) 0.1–20.0 Hz, note *2<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W – D0:100W<br />
Output<br />
Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
231
Parameteroverzicht<br />
62:TREMOLO(p. 91)<br />
Parameter Value<br />
Tremolo<br />
Mod Wave Modulation wave TRI, SQR, SIN, SAW1,<br />
SAW2<br />
Rate Rate 0.05 – 10.0 Hz, note *2<br />
Depth Depth 0 – 127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
63:AUTO PAN(p. 91)<br />
Parameter Value<br />
Auto Pan<br />
Mod Wave Modulation wave TRI, SQR, SIN, SAW1,<br />
SAW2<br />
Rate Rate 0.05 – 10.0 Hz, note *2<br />
Depth Depth 0 – 127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
64:STEREO PHASER 2(p. 91)<br />
Parameter Value<br />
Phaser<br />
Type Type 1, 2<br />
Mode Mode 4 stage, 8 stage,<br />
12 stage, 16 stage<br />
Polarity Polarity INVERSE, SYNCHRO<br />
Manual Manual 0 - 127<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Depth Depth 0-127<br />
Resonance Resonance 0-127<br />
X-Feedback Cross Feedback -98 - +98 [%]<br />
Mix Level Mix level 0-127<br />
Step Rate<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Rate Step rate 0.1–20.0 Hz, note *2<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
65:STEREO AUTO WAH(p. 92)<br />
Parameter Value<br />
Auto Wah<br />
Filter type Filter type LPF, BPF<br />
Sens Sens 0-127<br />
Manual Manual 0-127<br />
Peak Peak 0-127<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Depth Depth 0-127<br />
Polarity Polarity UP, DOWN<br />
Phase Phase 0 - 180<br />
232<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
66:ST FORMANT FILTER(p. 92)<br />
Parameter Value<br />
Overdrive<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Drive Drive 0 – 127<br />
Filter<br />
Vowel 1 Vowel 1 a, e, i, o, u<br />
Vowel 2 Vowel 2 a, e, i, o, u<br />
Rate Rate 0.05 – 10.00 Hz, note*2<br />
Depth Depth 0 – 127<br />
Manual Manual 0 – 100<br />
Phase Formant phase 0-180 degree<br />
Keysync<br />
Switch Keysync switch OFF, ON<br />
Thres Keysync threshold 0 – 127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
67:MULTI TAP DELAY(p. 93)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
1-4 Delay time 1-4 0-3000 ms, note *2<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Level<br />
1-4 Level 1-4 0-127<br />
Pan<br />
1-4 Pan 1-4 L64-0-R63<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Level<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS
68:REVERSE DELAY 2(p. 93)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
1-4 Delay time 1-4 0-1500 ms, note *2<br />
Feedback<br />
1, 4 Feedback level 1, 4 -98-+98%<br />
HF Damp<br />
1, 4 HF damp 1, 4 200-8000 Hz, BYPASS<br />
(*1)<br />
Level<br />
1-3 Level 1-3 0-127<br />
Pan<br />
1-3 Pan 1-3 L64-0-R63<br />
Threshold<br />
Value Value 0-127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
69:SHUFFLE DELAY 2(p. 93)<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
Time Delay time 0-3000 ms, note *2<br />
Shuffle Rate Shuffle Rate 0-100%<br />
Acceleration Acceleration 0-15<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Delay Pan<br />
A, B Pan A, B L64-0-R63<br />
Balance<br />
Level Balance A100:0B-A0:100B<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
70:3D DELAY 2(p. 93)<br />
Parameteroverzicht<br />
Parameter Value<br />
Delay<br />
Center Delay time center 0-3000 ms, note *2<br />
Left Delay time left 0-3000 ms, note *2<br />
Right Delay time right 0-3000 ms, note *2<br />
HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />
BYPASS (*1)<br />
Feedback Feedback level -98-+98%<br />
Delay Level<br />
Center Center level 0-127<br />
Left Left level 0-127<br />
Right Right level 0-127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W-D0:100W<br />
Level<br />
Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />
Level Output level 0-127<br />
71:ROTARY 2(p. 93)<br />
Parameter Value<br />
Rotary<br />
Speed Speed SLOW, FAST<br />
Brake Brake OFF,ON<br />
Spread<br />
Value Value 0-127<br />
Woofer<br />
Slow Woofer slow rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Fast Woofer fast rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Level Woofer level 0-127<br />
Trans Up Woofer transition up 0-127<br />
Trans Down Woofer transition down 0-127<br />
Tweeter<br />
Slow Tweeter slow rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Fast Tweeter fast rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Level Tweeter level 0-127<br />
Trans Up Tweeter transition up 0-127<br />
Trans Down Tweeter transition down 0-127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
233
Parameteroverzicht<br />
72:ROTARY MULTI(p. 94)<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF,ON<br />
Amp Sim Amp Simulator Switch OFF,ON<br />
3 Band EQ 3 Band EQ Switch OFF,ON<br />
Rotary Rotary Switch OFF,ON<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type Type Overdrive, Distortion<br />
Drive Drive 0-127<br />
Tone Tone 0-127<br />
Level Level 0-127<br />
Amp Simulator<br />
Type Type SMALL, BUILT-IN,<br />
2-STACK, 3-STACK<br />
EQ Gain<br />
Low EQ Low Gain -15 - +15<br />
Mid EQ Mid Gain -15 - +15<br />
High EQ High Gain -15 - +15<br />
Mid<br />
Mid Freq EQ Mid Freq (*1)<br />
Mid Q EQ Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Rotary<br />
Speed Speed SLOW, FAST<br />
Separation Separation 0-127<br />
Woofer<br />
Slow Low frequency slow rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Fast Low frequency fast rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Accel Low frequency acceleration 0-15<br />
Level Low frequency level 0-127<br />
Tweeter<br />
Slow High frequency slow rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Fast High frequency fast rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Accel High frequency acceleration 0-15<br />
Level High frequency level 0-127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
234<br />
73:KEYBOARD MULTI(p. 95)<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
Ring Mod Ring Mod. Sw OFF,ON<br />
3 Band EQ EQ Sw OFF,ON<br />
Pch Shft Pitch Shifter Sw OFF,ON<br />
Phaser Phaser Sw OFF,ON<br />
Delay Delay Sw OFF,ON<br />
Ring Modulator<br />
Freq Ring Mod. Freq 0 - 127<br />
Balance Ring Mod. Balance D100:0W - D0:100W<br />
EQ Gain<br />
Low EQ Low Gain -15 - +15<br />
Mid EQ Mid Gain -15 - +15<br />
High EQ High Gain -15 - +15<br />
Mid<br />
Mid Freq EQ Mid Freq (*1)<br />
Mid Q EQ Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Pitch Shifter<br />
Mode Mode 1, 2, 3, 4, 5<br />
Coarse Tune Coarse Tune -24 - +12<br />
Fine Tune Fine Tune -100 - +100<br />
Delay Delay 0.0 - 500<br />
Feedback Feedback -98 - +98<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Phaser<br />
Mode Mode 4 stage, 8 stage<br />
Manual Manual 0 - 127<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0, note *2<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Resonance Resonance 0 - 127<br />
Mix Level Mix Level 0 - 127<br />
Delay<br />
Left Time Left Time 0 - 3000, note *2<br />
Right Time Right Time 0 - 3000, note *2<br />
Feedback Feedback -98 - +98<br />
HF Damp HF Damp (*2)<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Output<br />
Level<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS
74:RHODES MULTI(p. 96)<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
Enhancer Enhancer Switch OFF, ON<br />
Phaser Phaser Switch OFF, ON<br />
Cho/Flg Chorus/Flanger Switch OFF, ON<br />
Tre/Pan Tremolo/Pan Switch OFF, ON<br />
Enhancer<br />
Sens Sens 0 - 127<br />
Mix Level Mix Level 0 - 127<br />
Phaser<br />
Mode Mode 4 stage, 8 stage<br />
Manual Manual 0 - 127<br />
Mix Level Mix Level 0 - 127<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0, note *2<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Resonance Resonance 0 - 127<br />
Chorus/Flanger<br />
Type Type CHORUS,FLANGER<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0, note *2<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Feedback Feedback -98 - +98<br />
PreDly PreDelay 0.0 - 100<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Filter<br />
Type Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />
Tremolo/Auto Pan<br />
Type Type TREMOLO, PAN<br />
ModWave ModWave TRI, SQU, SIN, SAW1,<br />
SAW2<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0, note *2<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
75:JD MULTI(p. 97)<br />
Parameteroverzicht<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
Dist Distortion Switch OFF, ON<br />
Phaser Phaser Switch OFF, ON<br />
Spectrum Spectrum Switch OFF, ON<br />
Enhancer Enhancer Switch OFF, ON<br />
Distortion<br />
Type Type *1<br />
Drive Drive 0 - 100<br />
Level Level 0 - 100<br />
Phaser<br />
Manual Manual 50 - 15000 Hz<br />
Mix Level Mix Level 0 - 100<br />
Rate Rate 0.1 - 10.0 Hz<br />
Depth Depth 0 - 100<br />
Resonance Resonance 0 - 100<br />
Spectrum<br />
Band Width Band Width 1, 2, 3, 4, 5<br />
Band Gain<br />
250Hz Band1 -15 - +15<br />
500Hz Band2 -15 - +15<br />
1000Hz Band3 -15 - +15<br />
2000Hz Band4 -15 - +15<br />
4000Hz Band5 -15 - +15<br />
8000Hz Band6 -15 - +15<br />
Enhancer<br />
Sens Sens 0 - 100<br />
Mix Level Mix Level 0 - 100<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
Pan Output pan L64 – 63R<br />
*1: MELLOW DRIVE, OVERDRIVE, CRY DRIVE, MELLOW DIST, LIGHT<br />
DIST, FAT DIST, FUZZ DIST<br />
76:STEREO LOFI COMPRESS(p. 98)<br />
Parameter Value<br />
Lo-Fi<br />
Type LOFI type 1 – 9<br />
Pre Filter<br />
Type Pre Filter type 1 – 6<br />
Post Filter 1<br />
Type Post Filter 1 type 1 – 6<br />
Post Filter 2<br />
Type Post Filter 2 type OFF, LPF, HPF:(*1)<br />
Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
Effect balance D100:0W – D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
1: Post Filter cutoff frequency:200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000,<br />
1250, 1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
235
Parameteroverzicht<br />
77:STEREO LOFI NOISE(p. 98)<br />
Parameter Value<br />
Lo-Fi<br />
Type LOFI type 1 – 9<br />
Hum<br />
Type Hum Type 50, 60 [Hz]<br />
LPF Hum LPF (*1)<br />
Level Hum Level 0 – 127<br />
Post Filter<br />
Type Post Filter Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff Frequency (*2)<br />
Disc Noise<br />
Type Disc noise type WHITE, PINK<br />
LPF Disc noise LPF (*1)<br />
Level Disc noise Level 0 – 127<br />
Radio Noise<br />
Detune Radio detune 0 – 127<br />
Level Radio Noise Level 0 – 127<br />
Noise<br />
Type White/Pink Noise Type (*3)<br />
LPF White/Pink Noise LPF (*1)<br />
Level White/Pink Noise Level 0 – 127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Balance<br />
236<br />
Effect balance D100:0W – D0:100W<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />
*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />
78:GUITAR AMP SIMULATOR(p. 99)<br />
Parameter Value<br />
Amp Simulator<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Type Pre Amp Type (*1)<br />
Amp Level<br />
Volume Pre Amp Volume 0-127<br />
Master Pre Amp Master 0-127<br />
Gain Pre Amp Gain LOW, MID, HIGH<br />
Amp Tone<br />
Presence Pre Amp Presence 0 - 127<br />
(Match Drive -127 - 0)<br />
Bright Pre Amp Bright OFF,ON<br />
Bass Pre Amp Bass 0 - 127<br />
Middle Pre Amp Middle 0 - 127<br />
Treble Pre Amp Treble 0 - 127<br />
Speaker<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Speaker Type Speaker Type (*2)<br />
Mic<br />
Setting Mic Setting 1,2,3<br />
Level Mic Level 0 – 127<br />
Direct Output level 0 – 127<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
Pan Output pan L64 – 63R<br />
*1: JC-120,Clean Twin,Match Drive, BG Lead,MS1959I,MS1959II,<br />
MS1959I+II,SLDN Lead,Metal 5150, Metal Lead,OD-1,OD-2 Turbo,<br />
Distortion,Fuzz<br />
*2: Small1,Small2,Middle,JC-120, Built In 1,Built In 2,Built In 3, Built In 4, Built<br />
In 5, BG Stack 1,BG Stack 2, MS Stack 1,MS Stack 2, Metal Stack, 2 Stack, 3<br />
Stack<br />
79:STEREO OVERDRIVE(p. 99)<br />
Parameter Value<br />
Overdrive<br />
Drive Drive 0-127<br />
Tone Tone 0-127<br />
Amp simulator<br />
Switch Amp Switch OFF, ON<br />
Type Amp simulator type SMALL, BUILT-IN,<br />
2-STACK, 3-STACK<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
80:STEREO DISTORTION(p. 100)<br />
Parameter Value<br />
Distortion<br />
Drive Drive 0-127<br />
Tone Tone 0-127<br />
Amp simulator<br />
Switch Amp Switch OFF, ON<br />
Type Amp simulator type SMALL, BUILT-IN,<br />
2-STACK, 3-STACK<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15-+15 dB<br />
High High gain -15-+15 dB<br />
Output<br />
Level Output level 0-127
81:GUITAR MULTI A(p. 100)<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
Comp Cmp Switch OFF,ON<br />
OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF,ON<br />
Amp Sim Amp Simulator Switch OFF,ON<br />
Delay Delay Switch OFF,ON<br />
Cho/Flg Chorus/FlangerF Switch OFF,ON<br />
Compressor<br />
Attack Attack 0 - 127<br />
Sustain Sustain 0 - 127<br />
Level Level 0 - 127<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type Type OVERDRIVE,<br />
DISTORTION<br />
Drive Drive 0 - 127<br />
Tone Tone 0 - 127<br />
Level Level 0 - 127<br />
Amp Simulator<br />
Type Type SMALL, BUILT-IN,<br />
2STACK, 3STACK<br />
Delay<br />
Left Time Left Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />
Right Time Right Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
HF Damp HF Damp (*1)<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Chorus/Flanger<br />
Type Type CHORUS,FLANGER<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Filter<br />
Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff Freq (*2)<br />
Output<br />
Level Level 0 - 127<br />
Pan Pan L64 - 63R<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS<br />
*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
82:GUITAR MULTI B(p. 102)<br />
Parameteroverzicht<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
Comp Compressor Switch OFF,ON<br />
OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF,ON<br />
Amp Sim Amp Simulator Switch OFF,ON<br />
3 Band EQ 3 Band EQ Switch OFF,ON<br />
Cho/Flg Chorus/Flanger Switch OFF,ON<br />
Compressor<br />
Attack Attack 0 - 127<br />
Sustain Sustain 0 - 127<br />
Level Level 0 - 127<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type Type OVERDRIVE,<br />
DISTORTION<br />
Drive Drive 0 - 127<br />
Tone Tone 0 - 127<br />
Level Level 0 - 127<br />
Amp Simulator<br />
Type Type SMALL, BUILT-IN,<br />
2STACK, 3STACK<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
Mid Mid gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Mid<br />
Mid Freq Mid Freq (*1)<br />
Mid Q Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Chorus/Flanger<br />
Type Type CHORUS,FLANGER<br />
Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Filter<br />
Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff Freq (*2)<br />
Output<br />
Level Level 0 - 127<br />
Pan Pan L64 - 63R<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
237
Parameteroverzicht<br />
83:GUITAR MULTI C(p. 102)<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF,ON<br />
Wah Wah Switch OFF,ON<br />
Amp Sim Amp Simulator Switch OFF,ON<br />
Delay Delay Switch OFF,ON<br />
Cho/Flg Chorus/FlangerF Switch OFF,ON<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type Type OVERDRIVE,<br />
DISTORTION<br />
Drive Drive 0 - 127<br />
Tone Tone 0 - 127<br />
Level Level 0 - 127<br />
Wah<br />
Filter type Filter type LPF, BPF<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Depth Depth 0-127<br />
Sens Sens 0-127<br />
Manual Manual 0-127<br />
Peak Peak 0-127<br />
Amp Simulator<br />
Type Type SMALL, BUILT-IN,<br />
2STACK, 3STACK<br />
Delay<br />
Left Time Left Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />
Right Time Right Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
HF Damp HF Damp (*1)<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Chorus/Flanger<br />
Type Type CHORUS,FLANGER<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Filter<br />
Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff Freq (*2)<br />
Output<br />
Level Level 0 - 127<br />
Pan Pan L64 - 63R<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS<br />
*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
238<br />
84:CLEAN GUITAR MULTI A(p. 104)<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
Comp Compressor Sw OFF, ON<br />
3 Band EQ 3 Band EQ Sw OFF, ON<br />
Delay Delay Sw OFF, ON<br />
Cho/Flg Chorus/Flanger Sw OFF, ON<br />
Compressor<br />
Attack Attack 0 - 127<br />
Sustain Sustain 0 - 127<br />
Level Level 0 - 127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
Mid Mid gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Mid<br />
Mid Freq Mid Freq (*1)<br />
Mid Q Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Delay<br />
Left Time Left Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />
Right Time Right Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
HF Damp HF Damp (*2)<br />
Balance Balance D100:0E - D0:100E<br />
Chorus/Flanger<br />
Type Type CHORUS,FLANGER<br />
Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz]<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
Balance Balance D100:0E - D0:100E<br />
Filter<br />
Type Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />
Output<br />
Level Level 0 - 127<br />
Pan Pan L64 - 63R<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS
85:CLEAN GUITAR MULTI B(p. 105)<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
Wah Wah Switch OFF, ON<br />
3 Band EQ 3 Band EQ Switch OFF, ON<br />
Delay Delay Switch OFF, ON<br />
Cho/Flg Chorus/Flanger Switch OFF, ON<br />
Wah<br />
Filter type Filter type LPF, BPF<br />
Rate Rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />
Depth Depth 0-127<br />
Sens Sens 0-127<br />
Manual Manual 0-127<br />
Peak Peak 0-127<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
Mid Mid gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Mid<br />
Mid Freq Mid Freq (*1)<br />
Mid Q Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Delay<br />
Left Time Left Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />
Right Time Right Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
HF Damp HF Damp (*2)<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Chorus/Flanger<br />
Select Select CHORUS,FLANGER<br />
Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
Balance Balance D100:0E - D0:100E<br />
Filter<br />
Type Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />
Output<br />
Level Level 0 - 127<br />
Pan Pan L64 - 63R<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS<br />
86:BASS MULTI(p. 106)<br />
Parameter Value<br />
Sequence<br />
Comp Compressor Switch OFF, ON<br />
OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF, ON<br />
Amp Sim Amp Simulator Switch OFF, ON<br />
3 Band EQ 3 Band EQSwitch OFF, ON<br />
Cho/Flg Chorus/Flanger Switch OFF, ON<br />
Compressor<br />
Attack Attack 0 - 127<br />
Sustain Sustain 0 - 127<br />
Level Level 0 - 127<br />
Parameteroverzicht<br />
Overdrive/Distortion<br />
Type Type OVERDRIVE, DISTORTION<br />
Drive Drive 0 - 127<br />
Tone Tone 0 - 127<br />
Level Level 0 - 127<br />
Amp Simulator<br />
Type Type SMALL, BUILT-IN, 2-STACK<br />
EQ Gain<br />
Low Low gain -15 – +15 dB<br />
Mid Mid gain -15 – +15 dB<br />
High High gain -15 – +15 dB<br />
Mid<br />
Mid Freq Mid Freq (*1)<br />
Mid Q Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Chorus/Flanger<br />
Type Type CHORUS,FLANGER<br />
Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />
Depth Depth 0 - 127<br />
Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />
Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />
Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />
Filter<br />
Type Type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />
Output<br />
Level Level 0 - 127<br />
Pan Pan L64 - 63R<br />
*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />
4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />
87:ISOLATOR 2(p. 107)<br />
Parameter Value<br />
Boost/Cut<br />
Low Level low -60 – +4 dB<br />
Mid Level middle -60 – +4 dB<br />
High Level high -60 – +4 dB<br />
Anti Phase Low<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Level Level 0 – 127<br />
Anti Phase Mid<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Level Level 0 – 127<br />
Post Filter<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Type Filter type OFF, LPF, HPF<br />
Cutoff Cutoff frequency 0-127<br />
Resonance Resonance 0-127<br />
Slope Slope -12, -24 dB<br />
Gain Gain 0-24 dB<br />
Low Boost<br />
Switch Switch OFF, ON<br />
Level Level 0 – 127<br />
Output<br />
Level Output level 0 – 127<br />
239
Parameteroverzicht<br />
88:STEREO SPECTRUM(p. 107)<br />
Parameter Value<br />
Band Gain<br />
250Hz 250Hz gain -15-+15 dB<br />
500Hz 500Hz gain -15-+15 dB<br />
1000Hz 1000Hz gain -15-+15 dB<br />
1250Hz 1250Hz gain -15-+15 dB<br />
2000Hz 2000Hz gain -15-+15 dB<br />
3150Hz 3150Hz gain -15-+15 dB<br />
4000Hz 4000Hz gain -15-+15 dB<br />
8000Hz 8000Hz gain -15-+15 dB<br />
Band Width<br />
Q Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />
Output<br />
Level Output level 0-127<br />
89:3D AUTO SPIN(p. 108)<br />
Parameter Value<br />
Auto Spin<br />
Azimuth Azimuth (*1)<br />
Speed Speed 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />
Clockwise Clockwise -, +<br />
Turn Turn OFF, ON<br />
Output<br />
Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />
Level Output level 0 – 127<br />
*1, *2: L180, L168, L156, L144, L132, L120, L108, L96, L84, L72, L60, L48,<br />
L36, L24, L12, 0, R12, R24, R36, R48, R60, R72, R84, R96, R108, R120,<br />
R132, R144, R156, R168, R180<br />
90:3D MANUAL(p. 108)<br />
Parameter Value<br />
Auto Spin<br />
Azimuth Azimuth (*1)<br />
Output<br />
Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />
Level Output level 0 – 127<br />
*1: L180, L168, L156, L144, L132, L120, L108, L96, L84, L72, L60, L48, L36,<br />
L24, L12, 0, R12, R24, R36, R48, R60, R72, R84, R96, R108, R120, R132,<br />
R144, R156, R168, R180<br />
240<br />
note *1:<br />
(Sixteenth note), (Eighth-note triplet), (Dotted sixteenth note),<br />
(Half-note triplet),<br />
note *2:<br />
(Dotted eighth note),<br />
(Dotted quarter note), (Half note),<br />
(Dotted half note),<br />
(Dotted whole note),<br />
(Quarter note),<br />
(Double note)<br />
(Eighth note),<br />
(Half-note triplet),<br />
(Sixty-fourth-note triplet), (Sixty-fourth note), (Thirty-second-note triplet),<br />
(Thirty-second note),<br />
(Double-note triplet),<br />
(Sixteenth-note triplet),<br />
(Dotted thirty-second note),<br />
(Sixteenth note), (Eighth-note triplet), (Dotted sixteenth note),<br />
(Eighth note),<br />
(Quarter-note triplet),<br />
(Dotted eighth note),<br />
(Quarter note), (Half-note triplet), (Dotted quarter note),<br />
(Whole-note triplet),<br />
(Whole note),<br />
(Half note),
■System Parameters<br />
SYSTEM General #1 ([SYSTEM/UTILITY]-[F1(General)])(p. 174)<br />
Group Parameter Value<br />
Setup LCD contrast LCD contrast 1–10<br />
Patch Remain Patch remain switch OFF, ON<br />
Power Up Mode Power up mode LAST-SET, DEFAULT<br />
Character Style Character Style TYPE1–4<br />
Rhythm Edit Key Rhythm edit key PANEL, PANEL&MIDI<br />
SCSI Probe Time SCSI probe time 1–10<br />
Master Level Master level 0–127<br />
Tune Master Tune 415.3–466.2Hz<br />
Key Shift Key Shift -24–+24 semitones<br />
System Tempo Clock Source Clock source INT, MID<br />
Tempo System tempo 20–250<br />
SYSTEM General #2 ([SYSTEM/UTILITY]-[F1(General)])(p. 175)<br />
Group Parameter Value<br />
Scale Tune Switch Scale tune switch OFF, ON<br />
PATCH SCALE C–B Scale tune C–B -64–+63<br />
KEY SCALE C–B Scale tune C–B -64–+63<br />
SYSTEM Output ([SYSTEM/UTILITY]-[F2(Outp&EQ)-[F2(Output)])(p. 175)<br />
Group Parameter Value<br />
Digital Interface Master Clock Master Clock INTERNAL/R-BUS/WORD CLOCK IN<br />
Master Freq Master Frequency 44.1/48.0kHz<br />
DIF Control DIF-AT Clk Select DIF-AT Clock select R-BUS/ADAT/DA-88<br />
Output Mix/Parallel Mode Mix/Parallel MIX, PARALLEL<br />
SYSTEM EQ ([SYSTEM/UTILITY]-[F2(Outp&EQ)-[F2(EQ)])(p. 175)<br />
Group Parameter Value<br />
Output A-D L.F Low Frequency 200/400Hz<br />
L.G Low Gain -15–+15<br />
H.F High Frequency 2000/4000/8000Hz<br />
H.G High Gain -15–+15<br />
SYSTEM MIDI ([SYSTEM/UTILITY]-[F3(MIDI)])(p. 175)<br />
Group Parameter Value<br />
MIDI Receive Ch Perform Ctrl Ch Performance control channel 1–16, OFF<br />
Patch/Rhy Rx Ch Patch/Rhythm set receive channel 1–16<br />
System Exclusive Device ID Device ID number 17–32<br />
Receive Sw Receive exclusive switch OFF, ON<br />
MIDI Tx Transmit Edit Data Transmit edit data switch OFF, ON<br />
Stack Mode Stack mode OFF, 2–8<br />
Number Stack number 1–8<br />
Rx Switch Program Change Program Change OFF, ON<br />
Rx Bank Select Receive bank select switch OFF, ON<br />
Rx GM1 On Receive GM1-ON switch OFF, ON<br />
Rx GM2 On Receive GM2-ON switch OFF, ON<br />
Rx GS Reset Receive GS Reset switch OFF, ON<br />
SYSTEM Control ([SYSTEM/UTILITY]-[F4(Control)])(p. 178)<br />
Parameteroverzicht<br />
Group Parameter Value<br />
System Control 1-4 Source System control assign 1-4 OFF, CC01–95(except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH<br />
241
242<br />
Golfvormoverzicht<br />
No. Wave Name<br />
1 StGrand pA L<br />
2 StGrand pA R<br />
3 StGrand pB L<br />
4 StGrand pB R<br />
5 StGrand pC L<br />
6 StGrand pC R<br />
7 StGrand fA L<br />
8 StGrand fA R<br />
9 StGrand fB L<br />
10 StGrand fB R<br />
11 StGrand fC L<br />
12 StGrand fC R<br />
13 Ac Piano2 pA<br />
14 Ac Piano2 pB<br />
15 Ac Piano2 pC<br />
16 Ac Piano2 fA<br />
17 Ac Piano2 fB<br />
18 Ac Piano2 fC<br />
19 Ac Piano1 A<br />
20 Ac Piano1 B<br />
21 Ac Piano1 C<br />
22 Piano Thump<br />
23 Piano Up TH<br />
24 Piano Atk<br />
25 MKS-20 P3 A<br />
26 MKS-20 P3 B<br />
27 MKS-20 P3 C<br />
28 SA Rhodes 1A<br />
29 SA Rhodes 1B<br />
30 SA Rhodes 1C<br />
31 SA Rhodes 2A<br />
32 SA Rhodes 2B<br />
33 SA Rhodes 2C<br />
34 Dyn Rhd mp A<br />
35 Dyn Rhd mp B<br />
36 Dyn Rhd mp C<br />
37 Dyn Rhd mf A<br />
38 Dyn Rhd mf B<br />
39 Dyn Rhd mf C<br />
40 Dyn Rhd ff A<br />
41 Dyn Rhd ff B<br />
42 Dyn Rhd ff C<br />
43 Wurly soft A<br />
44 Wurly soft B<br />
45 Wurly soft C<br />
46 Wurly hard A<br />
47 Wurly hard B<br />
48 Wurly hard C<br />
49 E.Piano 1A<br />
50 E.Piano 1B<br />
No. Wave Name<br />
51 E.Piano 1C<br />
52 E.Piano 2A<br />
53 E.Piano 2B<br />
54 E.Piano 2C<br />
55 E.Piano 3A<br />
56 E.Piano 3B<br />
57 E.Piano 3C<br />
58 MK-80 EP A<br />
59 MK-80 EP B<br />
60 MK-80 EP C<br />
61 EP Hard<br />
62 EP Distone<br />
63 Clear Keys<br />
64 D-50 EP A<br />
65 D-50 EP B<br />
66 D-50 EP C<br />
67 Celesta<br />
68 Music Box<br />
69 Music Box 2<br />
70 Clav 1A<br />
71 Clav 1B<br />
72 Clav 1C<br />
73 Clav 2A<br />
74 Clav 2B<br />
75 Clav 2C<br />
76 Clav 3A<br />
77 Clav 3B<br />
78 Clav 3C<br />
79 Clav 4A<br />
80 Clav 4B<br />
81 Clav 4C<br />
82 Clav Wave<br />
83 MIDI Clav<br />
84 HarpsiWave A<br />
85 HarpsiWave B<br />
86 HarpsiWave C<br />
87 Jazz Organ 1<br />
88 Jazz Organ 2<br />
89 Organ 1<br />
90 Organ 2<br />
91 Organ 3<br />
92 Organ 4<br />
93 60's Organ1<br />
94 60's Organ2<br />
95 60's Organ3<br />
96 60's Organ4<br />
97 Full Organ<br />
98 Full Draw<br />
99 Rock Organ<br />
100 RockOrg1 A L<br />
No. Wave Name<br />
101 RockOrg1 A R<br />
102 RockOrg1 B L<br />
103 RockOrg1 B R<br />
104 RockOrg1 C L<br />
105 RockOrg1 C R<br />
106 RockOrg2 A L<br />
107 RockOrg2 A R<br />
108 RockOrg2 B L<br />
109 RockOrg2 B R<br />
110 RockOrg2 C L<br />
111 RockOrg2 C R<br />
112 RockOrg3 A L<br />
113 RockOrg3 A R<br />
114 RockOrg3 B L<br />
115 RockOrg3 B R<br />
116 RockOrg3 C L<br />
117 RockOrg3 C R<br />
118 Dist. Organ<br />
119 Rot.Org Slw<br />
120 Rot.Org Fst<br />
121 Pipe Organ<br />
122 Soft Nylon A<br />
123 Soft Nylon B<br />
124 Soft Nylon C<br />
125 Nylon Gtr A<br />
126 Nylon Gtr B<br />
127 Nylon Gtr C<br />
128 Nylon Str<br />
129 6-Str Gtr A<br />
130 6-Str Gtr B<br />
131 6-Str Gtr C<br />
132 StlGtr mp A<br />
133 StlGtr mp B<br />
134 StlGtr mp C<br />
135 StlGtr mf A<br />
136 StlGtr mf B<br />
137 StlGtr mf C<br />
138 StlGtr ff A<br />
139 StlGtr ff B<br />
140 StlGtr ff C<br />
141 StlGtr sld A<br />
142 StlGtr sld B<br />
143 StlGtr sld C<br />
144 StlGtr Hrm A<br />
145 StlGtr Hrm B<br />
146 StlGtr Hrm C<br />
147 Gtr Harm A<br />
148 Gtr Harm B<br />
149 Gtr Harm C<br />
150 Jazz Gtr A<br />
No. Wave Name<br />
151 Jazz Gtr B<br />
152 Jazz Gtr C<br />
153 LP Rear A<br />
154 LP Rear B<br />
155 LP Rear C<br />
156 Rock lead 1<br />
157 Rock lead 2<br />
158 Comp Gtr A<br />
159 Comp Gtr B<br />
160 Comp Gtr C<br />
161 Comp Gtr A+<br />
162 Mute Gtr 1<br />
163 Mute Gtr 2A<br />
164 Mute Gtr 2B<br />
165 Mute Gtr 2C<br />
166 Muters<br />
167 Pop Strat A<br />
168 Pop Strat B<br />
169 Pop Strat C<br />
170 JC Strat A<br />
171 JC Strat B<br />
172 JC Strat C<br />
173 JC Strat A+<br />
174 JC Strat B+<br />
175 JC Strat C+<br />
176 Clean Gtr A<br />
177 Clean Gtr B<br />
178 Clean Gtr C<br />
179 Stratus A<br />
180 Stratus B<br />
181 Stratus C<br />
182 Scrape Gut<br />
183 Strat Sust<br />
184 Strat Atk<br />
185 OD Gtr A<br />
186 OD Gtr B<br />
187 OD Gtr C<br />
188 OD Gtr A+<br />
189 Heavy Gtr A<br />
190 Heavy Gtr B<br />
191 Heavy Gtr C<br />
192 Heavy Gtr A+<br />
193 Heavy Gtr B+<br />
194 Heavy Gtr C+<br />
195 PowerChord A<br />
196 PowerChord B<br />
197 PowerChord C<br />
198 EG Harm<br />
199 Gt.FretNoise<br />
200 Syn Gtr A<br />
No. Wave Name<br />
201 Syn Gtr B<br />
202 Syn Gtr C<br />
203 Harp 1A<br />
204 Harp 1B<br />
205 Harp 1C<br />
206 Harp Harm<br />
207 Pluck Harp<br />
208 Banjo A<br />
209 Banjo B<br />
210 Banjo C<br />
211 Sitar A<br />
212 Sitar B<br />
213 Sitar C<br />
214 E.Sitar A<br />
215 E.Sitar B<br />
216 E.Sitar C<br />
217 Santur A<br />
218 Santur B<br />
219 Santur C<br />
220 Dulcimer A<br />
221 Dulcimer B<br />
222 Dulcimer C<br />
223 Shamisen A<br />
224 Shamisen B<br />
225 Shamisen C<br />
226 Koto A<br />
227 Koto B<br />
228 Koto C<br />
229 Taishokoto A<br />
230 Taishokoto B<br />
231 Taishokoto C<br />
232 Pick Bass A<br />
233 Pick Bass B<br />
234 Pick Bass C<br />
235 Fingerd Bs A<br />
236 Fingerd Bs B<br />
237 Fingerd Bs C<br />
238 E.Bass<br />
239 P.Bass 1<br />
240 P.Bass 2<br />
241 Stick<br />
242 Fretless A<br />
243 Fretless B<br />
244 Fretless C<br />
245 Fretless 2A<br />
246 Fretless 2B<br />
247 Fretless 2C<br />
248 UprightBs 1<br />
249 UprightBs 2A<br />
250 UprightBs 2B
No. Wave Name<br />
251 UprightBs 2C<br />
252 Ac.Bass A<br />
253 Ac.Bass B<br />
254 Ac.Bass C<br />
255 Slap Bass 1<br />
256 Slap & Pop<br />
257 Slap Bass 2<br />
258 Slap Bass 3<br />
259 Jz.Bs Thumb<br />
260 Jz.Bs Slap 1<br />
261 Jz.Bs Slap 2<br />
262 Jz.Bs Slap 3<br />
263 Jz.Bs Pop<br />
264 Funk Bass1<br />
265 Funk Bass2<br />
266 Syn Bass A<br />
267 Syn Bass C<br />
268 Syn Bass<br />
269 Syn Bass 2 A<br />
270 Syn Bass 2 B<br />
271 Syn Bass 2 C<br />
272 Mini Bs 1A<br />
273 Mini Bs 1B<br />
274 Mini Bs 1C<br />
275 Mini Bs 2<br />
276 Mini Bs 2+<br />
277 MC-202 Bs A<br />
278 MC-202 Bs B<br />
279 MC-202 Bs C<br />
280 Hollow Bs<br />
281 Flute 1A<br />
282 Flute 1B<br />
283 Flute 1C<br />
284 Jazz Flute A<br />
285 Jazz Flute B<br />
286 Jazz Flute C<br />
287 Flute Tone<br />
288 Piccolo A<br />
289 Piccolo B<br />
290 Piccolo C<br />
291 Blow Pipe<br />
292 Pan Pipe<br />
293 BottleBlow<br />
294 Rad Hose<br />
295 Shakuhachi<br />
296 Shaku Atk<br />
297 Flute Push<br />
298 Clarinet A<br />
299 Clarinet B<br />
300 Clarinet C<br />
No. Wave Name<br />
301 Oboe mf A<br />
302 Oboe mf B<br />
303 Oboe mf C<br />
304 Oboe f A<br />
305 Oboe f B<br />
306 Oboe f C<br />
307 E.Horn A<br />
308 E.Horn B<br />
309 E.Horn C<br />
310 Bassoon A<br />
311 Bassoon B<br />
312 Bassoon C<br />
313 T_Recorder A<br />
314 T_Recorder B<br />
315 T_Recorder C<br />
316 Sop.Sax A<br />
317 Sop.Sax B<br />
318 Sop.Sax C<br />
319 Sop.Sax mf A<br />
320 Sop.Sax mf B<br />
321 Sop.Sax mf C<br />
322 Alto mp A<br />
323 Alto mp B<br />
324 Alto mp C<br />
325 Alto Sax 1A<br />
326 Alto Sax 1B<br />
327 Alto Sax 1C<br />
328 T.Breathy A<br />
329 T.Breathy B<br />
330 T.Breathy C<br />
331 SoloSax A<br />
332 SoloSax B<br />
333 SoloSax C<br />
334 Tenor Sax A<br />
335 Tenor Sax B<br />
336 Tenor Sax C<br />
337 T.Sax mf A<br />
338 T.Sax mf B<br />
339 T.Sax mf C<br />
340 Bari.Sax f A<br />
341 Bari.Sax f B<br />
342 Bari.Sax f C<br />
343 Bari.Sax A<br />
344 Bari.Sax B<br />
345 Bari.Sax C<br />
346 Syn Sax<br />
347 Chanter<br />
348 Harmonica A<br />
349 Harmonica B<br />
350 Harmonica C<br />
No. Wave Name<br />
351 OrcUnisonA L<br />
352 OrcUnisonA R<br />
353 OrcUnisonB L<br />
354 OrcUnisonB R<br />
355 OrcUnisonC L<br />
356 OrcUnisonC R<br />
357 BrassSectA L<br />
358 BrassSectA R<br />
359 BrassSectB L<br />
360 BrassSectB R<br />
361 BrassSectC L<br />
362 BrassSectC R<br />
363 Tpt Sect. A<br />
364 Tpt Sect. B<br />
365 Tpt Sect. C<br />
366 Tb Sect A<br />
367 Tb Sect B<br />
368 Tb Sect C<br />
369 T.Sax Sect A<br />
370 T.Sax Sect B<br />
371 T.Sax Sect C<br />
372 Flugel A<br />
373 Flugel B<br />
374 Flugel C<br />
375 FlugelWave<br />
376 Trumpet 1A<br />
377 Trumpet 1B<br />
378 Trumpet 1C<br />
379 Trumpet 2A<br />
380 Trumpet 2B<br />
381 Trumpet 2C<br />
382 HarmonMute1A<br />
383 HarmonMute1B<br />
384 HarmonMute1C<br />
385 Trombone 1<br />
386 Trombone 2 A<br />
387 Trombone 2 B<br />
388 Trombone 2 C<br />
389 Tuba A<br />
390 Tuba B<br />
391 Tuba C<br />
392 French 1A<br />
393 French 1C<br />
394 F.Horns A<br />
395 F.Horns B<br />
396 F.Horns C<br />
397 Violin A<br />
398 Violin B<br />
399 Violin C<br />
400 Violin 2 A<br />
No. Wave Name<br />
401 Violin 2 B<br />
402 Violin 2 C<br />
403 Cello A<br />
404 Cello B<br />
405 Cello C<br />
406 Cello 2 A<br />
407 Cello 2 B<br />
408 Cello 2 C<br />
409 Cello Wave<br />
410 Pizz<br />
411 STR Attack A<br />
412 STR Attack B<br />
413 STR Attack C<br />
414 DolceStr.A L<br />
415 DolceStr.A R<br />
416 DolceStr.B L<br />
417 DolceStr.B R<br />
418 DolceStr.C L<br />
419 DolceStr.C R<br />
420 JV Strings L<br />
421 JV Strings R<br />
422 JV Strings A<br />
423 JV Strings C<br />
424 JP Strings1A<br />
425 JP Strings1B<br />
426 JP Strings1C<br />
427 JP Strings2A<br />
428 JP Strings2B<br />
429 JP Strings2C<br />
430 PWM<br />
431 Pulse Mod<br />
432 Soft Pad A<br />
433 Soft Pad B<br />
434 Soft Pad C<br />
435 Fantasynth A<br />
436 Fantasynth B<br />
437 Fantasynth C<br />
438 D-50 HeavenA<br />
439 D-50 HeavenB<br />
440 D-50 HeavenC<br />
441 Fine Wine<br />
442 D-50 Brass A<br />
443 D-50 Brass B<br />
444 D-50 Brass C<br />
445 D-50 BrassA+<br />
446 Doo<br />
447 Pop Voice<br />
448 Syn Vox 1<br />
449 Syn Vox 2<br />
450 Voice Aahs A<br />
Golfvormoverzicht<br />
No. Wave Name<br />
451 Voice Aahs B<br />
452 Voice Aahs C<br />
453 Voice Oohs1A<br />
454 Voice Oohs1B<br />
455 Voice Oohs1C<br />
456 Voice Oohs2A<br />
457 Voice Oohs2B<br />
458 Voice Oohs2C<br />
459 Choir 1A<br />
460 Choir 1B<br />
461 Choir 1C<br />
462 Oohs Chord L<br />
463 Oohs Chord R<br />
464 Male Ooh A<br />
465 Male Ooh B<br />
466 Male Ooh C<br />
467 Org Vox A<br />
468 Org Vox B<br />
469 Org Vox C<br />
470 Org Vox<br />
471 ZZZ Vox<br />
472 Bell VOX<br />
473 Kalimba<br />
474 JD Kalimba<br />
475 Klmba Atk<br />
476 Wood Crak<br />
477 Block<br />
478 Gamelan 1<br />
479 Gamelan 2<br />
480 Gamelan 3<br />
481 Log Drum<br />
482 Hooky<br />
483 Tabla<br />
484 Marimba Wave<br />
485 Xylo<br />
486 Xylophone<br />
487 Vibes<br />
488 Bottle Hit<br />
489 Glockenspiel<br />
490 Tubular<br />
491 Steel Drums<br />
492 Pole lp<br />
493 Fanta Bell A<br />
494 Fanta Bell B<br />
495 Fanta Bell C<br />
496 FantaBell A+<br />
497 Org Bell<br />
498 AgogoBells<br />
499 FingerBell<br />
500 DIGI Bell 1<br />
243
Golfvormoverzicht<br />
No. Wave Name<br />
501 DIGI Bell 1+<br />
502 JD Cowbell<br />
503 Bell Wave<br />
504 Chime<br />
505 Crystal<br />
506 2.2 Bellwave<br />
507 2.2 Vibwave<br />
508 Digiwave<br />
509 DIGI Chime<br />
510 JD DIGIChime<br />
511 BrightDigi<br />
512 Can Wave 1<br />
513 Can Wave 2<br />
514 Vocal Wave<br />
515 Wally Wave<br />
516 Brusky lp<br />
517 Wave Scan<br />
518 Wire String<br />
519 Nasty<br />
520 Wave Table<br />
521 Klack Wave<br />
522 Spark VOX<br />
523 JD Spark VOX<br />
524 Cutters<br />
525 EML 5th<br />
526 MMM VOX<br />
527 Lead Wave<br />
528 Synth Reed<br />
529 Synth Saw 1<br />
530 Synth Saw 2<br />
531 Syn Saw 2inv<br />
532 Synth Saw 3<br />
533 JD Syn Saw 2<br />
534 FAT Saw<br />
535 JP-8 Saw A<br />
536 JP-8 Saw B<br />
537 JP-8 Saw C<br />
538 P5 Saw A<br />
539 P5 Saw B<br />
540 P5 Saw C<br />
541 P5 Saw2 A<br />
542 P5 Saw2 B<br />
543 P5 Saw2 C<br />
544 D-50 Saw A<br />
545 D-50 Saw B<br />
546 D-50 Saw C<br />
547 Synth Square<br />
548 JP-8 SquareA<br />
549 JP-8 SquareB<br />
550 JP-8 SquareC<br />
244<br />
No. Wave Name<br />
551 DualSquare A<br />
552 DualSquare C<br />
553 DualSquareA+<br />
554 JD SynPulse1<br />
555 JD SynPulse2<br />
556 JD SynPulse3<br />
557 JD SynPulse4<br />
558 Synth Pulse1<br />
559 Synth Pulse2<br />
560 JD SynPulse5<br />
561 Sync Sweep<br />
562 Triangle<br />
563 JD Triangle<br />
564 Sine<br />
565 Metal Wind<br />
566 Wind Agogo<br />
567 Feedbackwave<br />
568 Spectrum<br />
569 CrunchWind<br />
570 ThroatWind<br />
571 Pitch Wind<br />
572 JD Vox Noise<br />
573 Vox Noise<br />
574 BreathNoise<br />
575 Voice Breath<br />
576 White Noise<br />
577 Pink Noise<br />
578 Rattles<br />
579 Ice Rain<br />
580 Tin Wave<br />
581 Anklungs<br />
582 Wind Chimes<br />
583 Orch. Hit<br />
584 Tekno Hit<br />
585 Back Hit<br />
586 Philly Hit<br />
587 Scratch 1<br />
588 Scratch 2<br />
589 Scratch 3<br />
590 Shami<br />
591 Org Atk 1<br />
592 Org Atk 2<br />
593 Sm Metal<br />
594 StrikePole<br />
595 Thrill<br />
596 Switch<br />
597 Tuba Slap<br />
598 Plink<br />
599 Plunk<br />
600 EP Atk<br />
No. Wave Name<br />
601 TVF_Trig<br />
602 Org Click<br />
603 Cut Noiz<br />
604 Bass Body<br />
605 Flute Click<br />
606 Gt&BsNz MENU<br />
607 Ac.BassNz 1<br />
608 Ac.BassNz 2<br />
609 El.BassNz 1<br />
610 El.BassNz 2<br />
611 DistGtrNz 1<br />
612 DistGtrNz 2<br />
613 DistGtrNz 3<br />
614 DistGtrNz 4<br />
615 SteelGtrNz 1<br />
616 SteelGtrNz 2<br />
617 SteelGtrNz 3<br />
618 SteelGtrNz 4<br />
619 SteelGtrNz 5<br />
620 SteelGtrNz 6<br />
621 SteelGtrNz 7<br />
622 Sea<br />
623 Thunder<br />
624 Windy<br />
625 Stream<br />
626 Bubble<br />
627 Bird<br />
628 Dog Bark<br />
629 Horse<br />
630 Telephone 1<br />
631 Telephone 2<br />
632 Creak<br />
633 Door Slam<br />
634 Engine<br />
635 Car Stop<br />
636 Car Pass<br />
637 Crash<br />
638 Gun Shot<br />
639 Siren<br />
640 Train<br />
641 Jetplane<br />
642 Starship<br />
643 Breath<br />
644 Laugh<br />
645 Scream<br />
646 Punch<br />
647 Heart<br />
648 Steps<br />
649 Machine Gun<br />
650 Laser<br />
No. Wave Name<br />
651 Thunder 2<br />
652 AmbientSN pL<br />
653 AmbientSN pR<br />
654 AmbientSN fL<br />
655 AmbientSN fR<br />
656 Wet SN p L<br />
657 Wet SN p R<br />
658 Wet SN f L<br />
659 Wet SN f R<br />
660 Dry SN p<br />
661 Dry SN f<br />
662 Sharp SN<br />
663 Piccolo SN<br />
664 Maple SN<br />
665 Old Fill SN<br />
666 70s SN<br />
667 SN Roll<br />
668 Natural SN1<br />
669 Natural SN2<br />
670 Ballad SN<br />
671 Rock SN p L<br />
672 Rock SN p R<br />
673 Rock SN mf L<br />
674 Rock SN mf R<br />
675 Rock SN f L<br />
676 Rock SN f R<br />
677 Rock Rim p L<br />
678 Rock Rim p R<br />
679 Rock Rim mfL<br />
680 Rock Rim mfR<br />
681 Rock Rim f L<br />
682 Rock Rim f R<br />
683 Rock Gst L<br />
684 Rock Gst R<br />
685 Snare Ghost<br />
686 Jazz SN p L<br />
687 Jazz SN p R<br />
688 Jazz SN mf L<br />
689 Jazz SN mf R<br />
690 Jazz SN f L<br />
691 Jazz SN f R<br />
692 Jazz SN ff L<br />
693 Jazz SN ff R<br />
694 Jazz Rim p L<br />
695 Jazz Rim p R<br />
696 Jazz Rim mfL<br />
697 Jazz Rim mfR<br />
698 Jazz Rim f L<br />
699 Jazz Rim f R<br />
700 Jazz Rim ffL<br />
No. Wave Name<br />
701 Jazz Rim ffR<br />
702 Brush Slap<br />
703 Brush Swish<br />
704 Jazz Swish p<br />
705 Jazz Swish f<br />
706 909 SN 1<br />
707 909 SN 2<br />
708 808 SN<br />
709 Rock Roll L<br />
710 Rock Roll R<br />
711 Jazz Roll<br />
712 Brush Roll<br />
713 Dry Stick<br />
714 Dry Stick 2<br />
715 Side Stick<br />
716 Woody Stick<br />
717 RockStick pL<br />
718 RockStick pR<br />
719 RockStick fL<br />
720 RockStick fR<br />
721 Dry Kick<br />
722 Maple Kick<br />
723 Rock Kick p<br />
724 Rock Kick mf<br />
725 Rock Kick f<br />
726 Jazz Kick p<br />
727 Jazz Kick mf<br />
728 Jazz Kick f<br />
729 Jazz Kick<br />
730 Pillow Kick<br />
731 JazzDry Kick<br />
732 Lite Kick<br />
733 Old Kick<br />
734 Hybrid Kick<br />
735 Hybrid Kick2<br />
736 Verb Kick<br />
737 Round Kick<br />
738 MplLmtr Kick<br />
739 70s Kick 1<br />
740 70s Kick 2<br />
741 Dance Kick<br />
742 808 Kick<br />
743 909 Kick 1<br />
744 909 Kick 2<br />
745 Rock TomL1 p<br />
746 Rock TomL2 p<br />
747 Rock Tom M p<br />
748 Rock Tom H p<br />
749 Rock TomL1 f<br />
750 Rock TomL2 f
No. Wave Name<br />
751 Rock Tom M f<br />
752 Rock Tom H f<br />
753 Rock Flm L1<br />
754 Rock Flm L2<br />
755 Rock Flm M<br />
756 Rock Flm H<br />
757 Jazz Tom L p<br />
758 Jazz Tom M p<br />
759 Jazz Tom H p<br />
760 Jazz Tom L f<br />
761 Jazz Tom M f<br />
762 Jazz Tom H f<br />
763 Jazz Flm L<br />
764 Jazz Flm M<br />
765 Jazz Flm H<br />
766 Maple Tom 1<br />
767 Maple Tom 2<br />
768 Maple Tom 3<br />
769 Maple Tom 4<br />
770 808 Tom<br />
771 Verb Tom Hi<br />
772 Verb Tom Lo<br />
773 Dry Tom Hi<br />
774 Dry Tom Lo<br />
775 Rock ClHH1 p<br />
776 Rock ClHH1mf<br />
777 Rock ClHH1 f<br />
778 Rock ClHH2 p<br />
779 Rock ClHH2mf<br />
780 Rock ClHH2 f<br />
781 Jazz ClHH1 p<br />
782 Jazz ClHH1mf<br />
783 Jazz ClHH1 f<br />
784 Jazz ClHH2 p<br />
785 Jazz ClHH2mf<br />
786 Jazz ClHH2 f<br />
787 Cl HiHat 1<br />
788 Cl HiHat 2<br />
789 Cl HiHat 3<br />
790 Cl HiHat 4<br />
791 Cl HiHat 5<br />
792 Rock OpHH p<br />
793 Rock OpHH f<br />
794 Jazz OpHH p<br />
795 Jazz OpHH mf<br />
796 Jazz OpHH f<br />
797 Op HiHat<br />
798 Op HiHat 2<br />
799 Rock PdHH p<br />
800 Rock PdHH f<br />
No. Wave Name<br />
801 Jazz PdHH p<br />
802 Jazz PdHH f<br />
803 Pedal HiHat<br />
804 Pedal HiHat2<br />
805 Dance Cl HH<br />
806 909 NZ HiHat<br />
807 70s Cl HiHat<br />
808 70s Op HiHat<br />
809 606 Cl HiHat<br />
810 606 Op HiHat<br />
811 909 Cl HiHat<br />
812 909 Op HiHat<br />
813 808 Claps<br />
814 HumanClapsEQ<br />
815 Tight Claps<br />
816 Hand Claps<br />
817 Finger Snaps<br />
818 Rock RdCym1p<br />
819 Rock RdCym1f<br />
820 Rock RdCym2p<br />
821 Rock RdCym2f<br />
822 Jazz RdCym p<br />
823 Jazz RdCymmf<br />
824 Jazz RdCym f<br />
825 Ride 1<br />
826 Ride 2<br />
827 Ride Bell<br />
828 Rock CrCym1p<br />
829 Rock CrCym1f<br />
830 Rock CrCym2p<br />
831 Rock CrCym2f<br />
832 Rock Splash<br />
833 Jazz CrCym p<br />
834 Jazz CrCym f<br />
835 Crash Cymbal<br />
836 Crash 1<br />
837 Rock China<br />
838 China Cym<br />
839 Cowbell<br />
840 Wood Block<br />
841 Claves<br />
842 Bongo Hi<br />
843 Bongo Lo<br />
844 Cga Open Hi<br />
845 Cga Open Lo<br />
846 Cga Mute Hi<br />
847 Cga Mute Lo<br />
848 Cga Slap<br />
849 Timbale<br />
850 Cabasa Up<br />
No. Wave Name<br />
851 Cabasa Down<br />
852 Cabasa Cut<br />
853 Maracas<br />
854 Long Guiro<br />
855 Tambourine 1<br />
856 Tambourine 2<br />
857 Open Triangl<br />
858 Cuica<br />
859 Vibraslap<br />
860 Timpani<br />
861 Timp3 pp<br />
862 Timp3 mp<br />
863 Applause<br />
864 Syn FX Loop<br />
865 Loop 1<br />
866 Loop 2<br />
867 Loop 3<br />
868 Loop 4<br />
869 Loop 5<br />
870 Loop 6<br />
871 Loop 7<br />
872 R8 Click<br />
873 Metronome 1<br />
874 Metronome 2<br />
875 MC500 Beep 1<br />
876 MC500 Beep 2<br />
877 Low Saw<br />
878 Low Saw inv<br />
879 Low P5 Saw<br />
880 Low Pulse 1<br />
881 Low Pulse 2<br />
882 Low Square<br />
883 Low Sine<br />
884 Low Triangle<br />
885 Low White NZ<br />
886 Low Pink NZ<br />
887 DC<br />
888 REV Orch.Hit<br />
889 REV TeknoHit<br />
890 REV Back Hit<br />
891 REV PhillHit<br />
892 REV Steel DR<br />
893 REV Tin Wave<br />
894 REV AmbiSNpL<br />
895 REV AmbiSNpR<br />
896 REV AmbiSNfL<br />
897 REV AmbiSNfR<br />
898 REV Wet SNpL<br />
899 REV Wet SNpR<br />
900 REV Wet SNfL<br />
No. Wave Name<br />
901 REV Wet SNfR<br />
902 REV Dry SN<br />
903 REV PiccloSN<br />
904 REV Maple SN<br />
905 REV OldFilSN<br />
906 REV 70s SN<br />
907 REV SN Roll<br />
908 REV NatrlSN1<br />
909 REV NatrlSN2<br />
910 REV BalladSN<br />
911 REV RkSNpL<br />
912 REV RkSNpR<br />
913 REV RkSNmfL<br />
914 REV RkSNmfR<br />
915 REV RkSNfL<br />
916 REV RkSNfR<br />
917 REV RkRimpL<br />
918 REV RkRimpR<br />
919 REV RkRimmfL<br />
920 REV RkRimmfR<br />
921 REV RkRimfL<br />
922 REV RkRimfR<br />
923 REV RkGstL<br />
924 REV RkGstR<br />
925 REV SnareGst<br />
926 REV JzSNpL<br />
927 REV JzSNpR<br />
928 REV JzSNmfL<br />
929 REV JzSNmfR<br />
930 REV JzSNfL<br />
931 REV JzSNfR<br />
932 REV JzSNffL<br />
933 REV JzSNffR<br />
934 REV JzRimpL<br />
935 REV JzRimpR<br />
936 REV JzRimmfL<br />
937 REV JzRimmfR<br />
938 REV JzRimfL<br />
939 REV JzRimfR<br />
940 REV JzRimffL<br />
941 REV JzRimffR<br />
942 REV Brush 1<br />
943 REV Brush 2<br />
944 REV Brush 3<br />
945 REV JzSwish1<br />
946 REV JzSwish2<br />
947 REV 909 SN 1<br />
948 REV 909 SN 2<br />
949 REV RkRoll L<br />
950 REV RkRoll R<br />
Golfvormoverzicht<br />
No. Wave Name<br />
951 REV JzRoll<br />
952 REV Dry Stk<br />
953 REV DrySick<br />
954 REV Side Stk<br />
955 REV Wdy Stk<br />
956 REV RkStk1L<br />
957 REV RkStk1R<br />
958 REV RkStk2L<br />
959 REV RkStk2R<br />
960 REV Thrill<br />
961 REV Dry Kick<br />
962 REV Mpl Kick<br />
963 REV RkKik p<br />
964 REV RkKik mf<br />
965 REV RkKik f<br />
966 REV JzKik p<br />
967 REV JzKik mf<br />
968 REV JzKik f<br />
969 REV Jaz Kick<br />
970 REV Pillow K<br />
971 REV Jz Dry K<br />
972 REV LiteKick<br />
973 REV Old Kick<br />
974 REV Hybrid K<br />
975 REV HybridK2<br />
976 REV 70s K 1<br />
977 REV 70s K 2<br />
978 REV Dance K<br />
979 REV 909 K 2<br />
980 REV RkTomL1p<br />
981 REV RkTomL2p<br />
982 REV RkTomM p<br />
983 REV RkTomH p<br />
984 REV RkTomL1f<br />
985 REV RkTomL2f<br />
986 REV RkTomM f<br />
987 REV RkTomH f<br />
988 REV RkFlmL1<br />
989 REV RkFlmL2<br />
990 REV RkFlm M<br />
991 REV RkFlm H<br />
992 REV JzTomL p<br />
993 REV JzTomM p<br />
994 REV JzTomH p<br />
995 REV JzTomL f<br />
996 REV JzTomM f<br />
997 REV JzTomH f<br />
998 REV JzFlm L<br />
999 REV JzFlm M<br />
1000 REV JzFlm H<br />
245
Golfvormoverzicht<br />
No. Wave Name<br />
1001 REV MplTom2<br />
1002 REV MplTom4<br />
1003 REV 808Tom<br />
1004 REV VerbTomH<br />
1005 REV VerbTomL<br />
1006 REV DryTom H<br />
1007 REV DryTom M<br />
1008 REV RkClH1 p<br />
1009 REV RkClH1mf<br />
1010 REV RkClH1 f<br />
1011 REV RkClH2 p<br />
1012 REV RkClH2mf<br />
1013 REV RkClH2 f<br />
1014 REV JzClH1 p<br />
1015 REV JzClH1mf<br />
1016 REV JzClH1 f<br />
1017 REV JzClH2 p<br />
1018 REV JzClH2mf<br />
1019 REV JzClH2 f<br />
1020 REV Cl HH 1<br />
1021 REV Cl HH 2<br />
1022 REV Cl HH 3<br />
1023 REV Cl HH 4<br />
1024 REV Cl HH 5<br />
1025 REV RkOpHH p<br />
1026 REV RkOpHH f<br />
1027 REV JzOpHH p<br />
1028 REV JzOpHHmf<br />
1029 REV JzOpHH f<br />
1030 REV Op HiHat<br />
1031 REV OpHiHat2<br />
1032 REV RkPdHH p<br />
1033 REV RkPdHH f<br />
1034 REV JzPdHH p<br />
1035 REV JzPdHH f<br />
1036 REV PedalHH<br />
1037 REV PedalHH2<br />
1038 REV Dance HH<br />
1039 REV 70s ClHH<br />
1040 REV 70s OpHH<br />
1041 REV 606 ClHH<br />
1042 REV 606 OpHH<br />
1043 REV 909 NZHH<br />
1044 REV 909 OpHH<br />
1045 REV HClapsEQ<br />
1046 REV TghtClps<br />
1047 REV FingSnap<br />
1048 REV RealCLP<br />
1049 REV RkRCym1p<br />
1050 REV RkRCym1f<br />
246<br />
No. Wave Name<br />
1051 REV RkRCym2p<br />
1052 REV RkRCym2f<br />
1053 REV JzRCym p<br />
1054 REV JzRCymmf<br />
1055 REV JzRCym f<br />
1056 REV Ride 1<br />
1057 REV Ride 2<br />
1058 REV RideBell<br />
1059 REV RkCCym1p<br />
1060 REV RkCCym1f<br />
1061 REV RkCCym2p<br />
1062 REV RkCCym2f<br />
1063 REV RkSplash<br />
1064 REV JzCCym p<br />
1065 REV JzCCym f<br />
1066 REV CrashCym<br />
1067 REV Crash 1<br />
1068 REV RkChina<br />
1069 REV China<br />
1070 REV Cowbell<br />
1071 REV WoodBlck<br />
1072 REV Claves<br />
1073 REV Conga<br />
1074 REV Timbale<br />
1075 REV Maracas<br />
1076 REV Guiro<br />
1077 REV Tamb 1<br />
1078 REV Tamb 2<br />
1079 REV Cuica<br />
1080 REV Timpani<br />
1081 REV Timp3 pp<br />
1082 REV Timp3 mp<br />
1083 REV Metro
SYNTHESIZER MODULE<br />
Model <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Basic<br />
Channel<br />
Mode<br />
Note<br />
Number :<br />
Velocity<br />
After<br />
Touch<br />
Pitch Bend<br />
Control<br />
Change<br />
Program<br />
Change<br />
Function...<br />
System Exclusive<br />
System<br />
Common<br />
System<br />
Real Time<br />
Aux<br />
Messages<br />
Notes<br />
Default<br />
Changed<br />
Default<br />
Messages<br />
Altered<br />
True Voice<br />
Note On<br />
Note Off<br />
Key's<br />
Channel's<br />
0, 32 1245<br />
6, 38 7<br />
10<br />
11<br />
64<br />
65<br />
66<br />
67<br />
68<br />
69<br />
71<br />
72<br />
73<br />
74<br />
75<br />
76<br />
77<br />
78<br />
80<br />
81<br />
82<br />
83<br />
84<br />
91<br />
93<br />
1–5, 7–31, 64–95 *3<br />
1–5, 7–31, 64–95 *3<br />
98, 99<br />
100, 101<br />
: True Number<br />
: Song Position<br />
: Song Select<br />
: Tune Request<br />
: Clock<br />
: Commands<br />
: All Sound Off<br />
: Reset All Controllers<br />
: Local On/Off<br />
: All Notes Off<br />
: Active Sensing<br />
: System Reset<br />
Mode 1 : OMNI ON, POLY<br />
Mode 3 : OMNI OFF, POLY<br />
X<br />
X<br />
X<br />
X<br />
**************<br />
X<br />
**************<br />
X<br />
X<br />
X<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
X<br />
X<br />
O<br />
X<br />
X<br />
X<br />
X<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
X<br />
X<br />
X<br />
X<br />
X<br />
O<br />
O<br />
X<br />
X<br />
X<br />
O<br />
Transmitted Recognized Remarks<br />
O *4<br />
**************<br />
O<br />
X<br />
X<br />
X<br />
X<br />
X<br />
MIDI Implementation Chart<br />
*7<br />
*7<br />
X<br />
X<br />
X<br />
X<br />
O *1<br />
X<br />
1–16<br />
1–16<br />
Mode 3<br />
Mode 3, 4 (M = 1)<br />
0–127<br />
0–127<br />
O<br />
O<br />
O *1<br />
O *1<br />
O *1<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O (Tone 1 Level)<br />
O (Tone 2 Level)<br />
O (Tone 3 Level)<br />
O (Tone 4 Level)<br />
O<br />
O (Reverb)<br />
O (Chorus)<br />
O<br />
O<br />
X<br />
O<br />
O *1<br />
0–127<br />
O *1<br />
X<br />
X<br />
X<br />
* 1 O X is selectable.<br />
* 2 Recognized as M=1 even if M≠1.<br />
* 3 Can be changed settings.<br />
* 4 Transmits when GM Data Transfer is excuted .<br />
Mode 2 : OMNI ON, MONO<br />
Mode 4 : OMNI OFF, MONO<br />
*4<br />
*7<br />
*7<br />
*7<br />
*4<br />
*4<br />
*4, *7<br />
*4, *7<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*4<br />
*5<br />
X<br />
O (120, 126, 127)<br />
O<br />
X<br />
O (123–127)<br />
O<br />
X<br />
*1<br />
*1<br />
*1<br />
*1<br />
*1<br />
*1<br />
*6<br />
*6<br />
*6<br />
*6<br />
*1<br />
Date : May. 20, 2000<br />
Version : 1.00<br />
* 2<br />
Bank select<br />
Modulation<br />
Breath type<br />
Foot type<br />
Portamento time<br />
Data entry<br />
Volume<br />
Panpot<br />
Expression<br />
Hold 1<br />
Portamento<br />
Sostenuto<br />
Soft<br />
Legato Foot Switch<br />
Hold 2<br />
Resonance<br />
Release Time<br />
Attack Time<br />
Cutoff<br />
Decay Time<br />
Vibrato Rate<br />
Vibrato Depth<br />
Vibrato Delay<br />
General Purpose Controller 5<br />
General Purpose Controller 6<br />
General Purpose Controller 7<br />
General Purpose Controller 8<br />
Portamento control<br />
General purpose effects 1<br />
General purpose effects 3<br />
CC1, 2 (General purpose controller 1, 2)<br />
CC3, 4 (General purpose controller 3, 4)<br />
NRPN LSB, MSB<br />
RPN LSB, MSB<br />
Program No. 1–128<br />
* 5 Transmits when Data Transfer is excuted or RQ1<br />
received.<br />
* 6 GM Mode only.<br />
* 7 Transmits when Part Information value changed.<br />
O : Yes<br />
X : No
Specificaties<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> 128 voice sound module<br />
GM Level 2-compatibel<br />
● Parts<br />
32<br />
● Maximale polyfonie<br />
128 stemmen<br />
● Golfvormgeheugen<br />
64MB (16-bit lineair formaat)<br />
● Aansluitingen voor uitbreidingen<br />
Wave Expansion Board SR-JV80: 4slots<br />
Wave Expansion Board SRX: 4slots<br />
Twee SIMM-aansluitingen (compatibel met 72-pin<br />
FP/EDO 16/32/64 MB SIMMs; maximale uitbreiding:<br />
128 MB)<br />
● Preset-geheugen:<br />
Patch: 896 (128 x 7 banken) + GM2-Patches: 256<br />
Performance: 64 (32 x 2 banken)<br />
Rhythm Sets: 14 (2 x 7 banken) + GM2 Rhythm Sets: 9<br />
● User-geheugen<br />
Patches: 128<br />
Performances: 64<br />
Rhythm Sets: 4<br />
● Externe opslag<br />
SmartMedia-kaart (1 slot): (2 - 128 MB, 5 of 3.3 V)<br />
● Effecten<br />
Multi-effect (MFX): 90 types<br />
(3 MFX-blokken in de Performance-mode)<br />
Reverb: 4 types<br />
Chorus: 2 types<br />
2-band EQ (instelbaar voor de 8 individuele uitgangen)<br />
● Display<br />
320 x 80 punten, grafisch LCD (verlicht)<br />
● Aansluitingen<br />
A (MIX) Output (L(MONO), R)<br />
B Output (L, R)<br />
C Output (L, R)<br />
D Output (L, R)<br />
(of Individual 1~8)<br />
Digital Audio Out S/P DIF 44.1/48kHz<br />
(COAXIAL 1, OPTICAL 1)<br />
Word Clock In (BNC)<br />
SCSI-connector (D-SUB 25pin)<br />
R-BUS-connector (Output Only)<br />
MIDI-connector (IN, OUT, THRU)<br />
Hoofdtelefoonaansluiting (stereo)<br />
● Voeding<br />
AC117, 230, 240 V<br />
● Opgenomen vermogen<br />
25 W<br />
248<br />
● Afmetingen<br />
482 (B) x 281 (D) x 88 (H) mm<br />
(EIA-2U rack)<br />
● Gewicht<br />
4,9 kg<br />
● Accessoires<br />
Quickstart manual<br />
Owner's manual<br />
Q&A, Sound List<br />
Nederlandstalige handleiding,<br />
Stroomkabel<br />
● Opties<br />
Wave Expansion Board (SRX-serie, SR-JV80-serie)<br />
* Wijzigingen van het uiterlijk en de specificaties zonder<br />
voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
Index<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />
Cijfers<br />
2-voice Pitch Shifter, 73<br />
3D<br />
AUTO SPIN, 108<br />
Chorus, 89<br />
Delay, 84<br />
DELAY 2, 93<br />
Flanger, 90<br />
MANUAL, 108<br />
3-voice Pitch Shifter, 85<br />
44,1kHz, 197<br />
48kHz, 197<br />
4Tone, 112<br />
A<br />
ADAT, 197<br />
ADSR, 123, 151<br />
AE-7000, 198<br />
AES/EBU, 197, 198<br />
Aftertouch, 130, 178<br />
GM-Part, 182<br />
MFX-controle, 56<br />
AIFF, 158, 165<br />
Akai, 159<br />
Alternate Pan, 128, 150, 155<br />
Amount, 154<br />
Amp<br />
Simulator, 87<br />
Type, 63<br />
Analog Feel, 113<br />
Analoogsimulatie, 122<br />
Anti-Phase, 89<br />
Arabische stemming, 174<br />
Archiveren, 169<br />
Arpeggio, 121<br />
Assign Type, 155<br />
Attack<br />
GM-Part, 180<br />
Patch, 113<br />
Auto<br />
Load, 159<br />
Pan, 91<br />
Wah, 65<br />
B<br />
Bank Select, 175<br />
Rx Switch, 146<br />
Bankkeuze, 32<br />
BASS MULTI, 106<br />
Battery Check, 178<br />
Bend<br />
GM-Part, 182<br />
Range, Part, 144<br />
Rhythm Tone, 155<br />
Rng, 181<br />
Up/DW, 129, 138<br />
Bender, 115<br />
Bias, 127<br />
Booster, 116, 117<br />
BPF, 124<br />
BPM, 122<br />
Bulk Dump, 183<br />
C<br />
Card, 161<br />
Categorie, 51, 157<br />
CD-ROM, 39, 157<br />
Chaos, 129<br />
Character Style, 173<br />
Chord, 51<br />
Chorus, 56, 60<br />
Aan/uit, 35<br />
GM, 182<br />
Level, 191<br />
MFX, 79, 89<br />
Rhythm Tone, 61<br />
Send, 196<br />
Send Level, 55, 59<br />
Uitgangstoewijzing, 191<br />
CLEAN GUITAR MULTI A, 104<br />
CLEAN GUITAR MULTI B, 105<br />
Clock Source, 114, 173<br />
Rhythm Set, 149<br />
Coarse<br />
GM-Part, 181<br />
Part, 144<br />
Partial, 133<br />
Patch, 113<br />
Rhythm Tone, 151<br />
Rhythm Wave (WMT), 151<br />
Tone, 122<br />
Color, FXM, 121, 151<br />
Common, 112, 142<br />
Performance, 142<br />
Rhythm Set, 148<br />
Compare, 140, 156, 163<br />
Compressor, 66, 87<br />
Continuous, 156<br />
Contrast, 173<br />
Control<br />
Channel, 175<br />
Patch, 114<br />
Rhythm Tone, 155<br />
Controlecommando (CC), 187<br />
Controllers, 178<br />
Copy<br />
Effecten, 109<br />
Kaart, 166<br />
Name, 140, 147, 156<br />
Part, 147<br />
Patch, 139<br />
Rhythm Tone, 156<br />
SmartMedia, 165<br />
Create<br />
New Folder, 167<br />
Patch, 162<br />
Cutoff<br />
GM-Part, 180<br />
Offset, 113<br />
Partial, 136<br />
Rhythm Tone, 153<br />
Tone, 125<br />
D<br />
DA-88, 197<br />
Data Transfer, 183<br />
Default, 168<br />
Delay, 76<br />
Chorus, 56<br />
Effect, 70, 72<br />
LFO, 129<br />
Tone, 121<br />
Delete, 165<br />
Demosongs, 18, 19<br />
Depth<br />
FXM, 121, 151<br />
Pitch Envelope, 123, 151<br />
TVF Envelope, 125, 154<br />
Detune, 129<br />
Device ID, 52, 176<br />
Diagnose, 147<br />
DIF Control, 197<br />
Diffusion, 58<br />
Digitaal, 197<br />
Digital Interface, 190<br />
Dimension D, 68<br />
Direction, 127<br />
Disc, 86<br />
Disk, 157<br />
Distortion, 63<br />
2, 87<br />
→ Chorus, 76<br />
→ Delay, 77<br />
→ Flanger, 76<br />
Drive, 160<br />
Dry, 55, 196<br />
Dry Send Level, 192<br />
Duck, 88<br />
Dump, Samples, 161<br />
E<br />
Edit Data, 175<br />
Effect, 54<br />
Aan/uit, 35<br />
Aan/uit (GM-mode), 180<br />
Kopiëren, 109<br />
Part, 59<br />
Patch, 54<br />
Performance, 58<br />
Rhythm Set, 60<br />
Send, 55<br />
Synchronisatie via MIDI, 69<br />
Emphasis, 162<br />
Enhancer, 65, 77, 78<br />
Envelope<br />
Mode, 155<br />
Pitch, 123, 151<br />
TVF, 125, 126, 154<br />
EQ, 36, 175<br />
Stereo, 63<br />
Equal, 174<br />
Equalizer, 175<br />
Exclusive, 171<br />
Group, 155<br />
Exp<br />
GM-Part, 182<br />
Rx Switch, 146<br />
Expression<br />
Rhythm Tone, 156<br />
F<br />
F.L, 143<br />
249<br />
Referentiehandboek
Index<br />
Fabrieksinstellingen, 17, 168, 171<br />
Factory Reset, 17, 171<br />
Fade, 117<br />
Favorite List, 42, 172<br />
Feedback Pitch Shifter, 74<br />
Filter, 124<br />
MIDI, 146<br />
MIDI (Tone), 131<br />
Rhythm Tone, 153<br />
SysEx, 171<br />
TVF, 124, 153<br />
Fine<br />
GM-Part, 181<br />
Part, 144<br />
Partial, 133<br />
Rhythm Tone, 151<br />
Rhythm Wave (WMT), 151<br />
Tone, 122<br />
Tune (Patch), 113<br />
Fixed, 125, 127, 153, 154<br />
Flanger, 68, 69, 81, 182<br />
→ Delay, 78<br />
Folder, 167<br />
Foot (GM-Part), 182<br />
Form, 129<br />
Formant Filter, 82<br />
Format, 164, 167<br />
Four-Tone Patch, 110<br />
Foutmeldingen, 202<br />
Frontpaneel, 48<br />
Full, 165<br />
FXM, 121, 151<br />
G<br />
Gain, 197<br />
Rhythm Wave, 150<br />
Wave, 121<br />
Gate, 88<br />
Reverb, 75<br />
Geheugen<br />
Beveiliging, 163, 171<br />
Structuur, 52<br />
Geheugenkaart<br />
Laden, 161<br />
Gelijkzwevende temperatuur, 174<br />
General, 54, 173<br />
General MIDI, 24, 179<br />
General MIDI 2, 24<br />
GM, 175, 196<br />
MIDI IN 2, 169<br />
MIDI-ingangen, 177<br />
Mode, 179<br />
Parameters, 180<br />
System On, 175<br />
Utility, 182<br />
GM2, 175<br />
Golfvorm, 110<br />
Group<br />
Patch/Rhythm Set, 143<br />
Rhythm Wave, 150<br />
GS, 179<br />
Reset, 176<br />
Guitar Amp, 86, 87<br />
GUITAR AMP SIMULATOR, 99<br />
GUITAR MULTI A, 100<br />
GUITAR MULTI B, 102<br />
250<br />
GUITAR MULTI C, 102<br />
H<br />
H.F, 175<br />
H.G, 175<br />
Harde schijf, 167<br />
Hexa Chorus, 67<br />
High Pass, 124<br />
Hld, 146<br />
Hold<br />
1, 156<br />
GM-Part, 182<br />
Rx Switch, 146<br />
Hoofdtelefoon, 191<br />
I<br />
Info, 147<br />
GM, 182<br />
System, 178<br />
INIT, 183<br />
Initialiseren, 17, 168, 171<br />
GM, 179<br />
Internal, 171<br />
Invert, 70<br />
Isolator, 89<br />
ISOLATOR 2, 107<br />
J<br />
JD MULTI, 97<br />
JD-990, 97<br />
JmpDel, 157<br />
K<br />
K. Range<br />
Patch, 117<br />
K.L, 31, 117, 143<br />
K.U, 31, 117, 143<br />
Kaart<br />
Installeren, 12<br />
Key<br />
Assign, 52, 114<br />
Mode, 180<br />
Off (Decay), 122<br />
On, 156<br />
Output Assign, 113<br />
Range, 30, 31, 117, 143<br />
Shift, 173<br />
Sync, 130<br />
Key Scale, 174<br />
KEYBOARD MULTI, 95<br />
Keyfollow<br />
Pan, 127<br />
Pitch, 122<br />
Keysync Flanger, 81<br />
Kopiëren, zie Copy,<br />
109<br />
Koppelen, 176<br />
L<br />
L.F, 117, 118, 152, 175<br />
L.G, 175<br />
Laden, 157<br />
Last, 114<br />
Last-Set, 173<br />
Layer, 27<br />
LCD Contrast, 173<br />
Legato, 114<br />
Part, 145<br />
Portamento, 115<br />
Retrigger, 114<br />
Level<br />
Chorus, 191<br />
Master, 173, 191<br />
Patch, 112, 190<br />
Reverb, 191<br />
Rhythm Set, 149, 194<br />
Rhythm Tone, 154<br />
Rhythm Wave, 150<br />
Tone, 127<br />
Level 1~3 (TVA), 128<br />
Level 1~4<br />
Pitch Envelope, 123<br />
TVF Envelope, 126, 154<br />
LFO, 129, 187<br />
1/2, 129<br />
Synchroniseren, 185<br />
Tempo Sync (voorbeeld), 185<br />
Wave, 129<br />
Library, 25<br />
Limiter, 66, 87<br />
Load, 157, 160<br />
Auto, 159<br />
Sample, 159<br />
LoFi<br />
Compress, 85<br />
Noise, 86<br />
Loop, 124, 135<br />
Looped, 120<br />
Loops, 121<br />
Loudest, 114<br />
Lower, 30<br />
LPF, 124<br />
M<br />
Map, 167<br />
Mark, 41, 157<br />
Master<br />
Clock, 190<br />
Freq, 190, 197<br />
Level, 173, 191<br />
Tune, 173<br />
Matrix Control, 118, 178, 185, 187<br />
MFX, 54, 190, 192, 194<br />
Aan/uit, 35<br />
CTRL, 178, 186<br />
Kiezen voor Part, 192<br />
MIDI-beïnvloeding, 44<br />
Param, 55<br />
Parameters, 61<br />
Praktijk, 184<br />
Prm, 55<br />
Select, 59<br />
Source, 59<br />
Synchronisatie, 185<br />
Type, 55
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Index<br />
MIDI<br />
Adressen, 187<br />
Bankkeuze, 32<br />
Controlecommando’s, 187<br />
Filter, 146<br />
GM-Parts, 181<br />
IN, 176<br />
IN 2, 169<br />
Kanaal (Part), 29<br />
Kanalen, 26<br />
Mode kiezen, 52<br />
Monitor, 147<br />
Multitimbraliteit, 177<br />
Parameters, 175<br />
Part-controle, 187<br />
Programmakeuze, 32<br />
Rx, 145, 156<br />
Rx Switch, 131, 146<br />
Sample Dump, 161<br />
Synchronisatie, 69, 173<br />
SysEx, 176<br />
SysEx-filter, 171<br />
Tx, 175<br />
Minus-One, 146, 179<br />
Mix, 190<br />
Mod<br />
GM-Part, 182<br />
Rx Switch, 146<br />
Mode, 23<br />
GM Init, 183<br />
Kiezen (MIDI), 52<br />
Tone Delay, 121<br />
Modify<br />
GM, 180<br />
Part, 144<br />
Modulatie, 146<br />
Modulation Delay, 70<br />
Module, 177<br />
Monitor, 147<br />
Mono, 52, 114<br />
Mono/Poly, 145, 180<br />
Moving, 165<br />
MULTI, 93<br />
Multi, 155<br />
Tap Delay, 83<br />
Tap Delay 2, 93<br />
Multi-effect, 55, 61<br />
Multi-Partial, 21, 112, 132<br />
Multi-partial Patch, 110<br />
Multitimbraliteit, 177<br />
Mute, 132<br />
Group, 155<br />
Part, 181<br />
Sw, 146<br />
N<br />
Naam<br />
Kopiëren, 140, 147, 156<br />
Name<br />
Rhythm Set, 148<br />
Rhythm Tone, 150<br />
Noise, 86<br />
Normal, 115<br />
Number<br />
GM Patch/Rhythm Set, 181<br />
Performance-mode, 143<br />
Rhythm Wave, 150<br />
O<br />
Octave, 52<br />
Part, 143<br />
Patch, 113<br />
Offset, 113, 129, 145<br />
One Shot Mode, 114<br />
One-Shot, 120, 149<br />
Ontstemmen, zie Fine<br />
Original<br />
Key, 124<br />
Output<br />
Toonregeling, 175<br />
Output Assign, 54, 58, 59, 61, 190<br />
GM, 181<br />
Part, 192<br />
Patch, 190<br />
Rhythm Set, 149, 195<br />
Rhythm Tone, 194<br />
Output Gain, 197<br />
Overdrive, 63<br />
2, 87<br />
→ Chorus, 75<br />
→ Delay, 76<br />
→ Flanger, 75<br />
P<br />
Palette, 54, 119<br />
Edit, 142<br />
Tones, 119<br />
Pan<br />
GM-Part, 181<br />
GM-Part (Info), 182<br />
LFO, 130<br />
MFX (auto), 91<br />
Part, 143<br />
Patch, 112, 190<br />
Rhythm Tone, 154, 156<br />
Rhythm Wave (WMT), 150<br />
Rx Switch, 146<br />
Tone, 127<br />
Panel (& MIDI), 148<br />
Parallel, 190<br />
Part<br />
48 tegelijk, 177<br />
Aan/uit, 28<br />
Dry Send, 59<br />
Dry Send Level, 196<br />
Effecten, 59<br />
Instellingen, 142<br />
Kopiëren, 147<br />
MFX kiezen, 192<br />
MIDI, 181<br />
MIDI-controle, 187<br />
MIDI-kanaal, 29<br />
Modify, 144<br />
Mono/Poly, 145<br />
Mute, 181<br />
Output Assign, 58, 192, 196<br />
Patch toewijzen, 28<br />
Pitch, 144<br />
Type, 143<br />
Uitgangstoewijzing, 192<br />
Partial, 132, 158<br />
PAT, 192<br />
Patch, 110<br />
Aan Part toewijzen, 143<br />
Create (Multi-Partial), 162<br />
Definitie, 21<br />
Editen (Performance), 147<br />
Effecten, 54<br />
Favorite, 42<br />
Finder, 20, 51, 112<br />
Initialiseren, 168<br />
Kiezen, 19<br />
Kopiëren, 139<br />
Level, 112<br />
MIDI, 32<br />
Multi-Partial, 21<br />
Opslaan, 163<br />
Pan, 190<br />
Part (toewijzen), 28<br />
Remain, 173<br />
Rhy Rx Ch, 175<br />
Scale Tune, 174<br />
Tempo, 185<br />
Type, 112<br />
Uitgangen, 190<br />
Voorstelling, 110<br />
Patch Finder<br />
Effecten (MFX), 62<br />
Peaking, 124<br />
Performance, 141<br />
Definitie, 141<br />
Effect, 58<br />
Initialiseren, 168<br />
Kiezen, 27<br />
MIDI, 33<br />
Mode, 141<br />
Naam, 142<br />
Opslaan, 163<br />
Parameters, 142<br />
S-serie, 157<br />
Uitgangstoewijzing, 192<br />
Phase Lock, 146<br />
Phaser, 64<br />
Stereo, 80<br />
251<br />
Referentiehandboek
Index<br />
Phrase, 51<br />
Loop, 121, 150<br />
Loop, Synchronisatie, 186<br />
Preview, 19, 51<br />
Pianostemming, 113<br />
Pickup, 86<br />
Pitch, 122, 151<br />
Bend, 115, 144<br />
Envelope, 123<br />
Keyfollow, 122<br />
LFO, 130<br />
Rhythm Tone, 151<br />
Pitch Shifter, 73, 74, 85<br />
PKG, 124<br />
Poly, 52, 114<br />
Polyfonie, 114, 144<br />
Stack, 176<br />
Porta Sw:Time, 180<br />
Portamento, 115<br />
Part, 145<br />
Patch, 115<br />
Power Up Mode, 173<br />
Presence, 99<br />
Preview, 19, 51<br />
Mode, 51<br />
PRF, 59<br />
Priority, 114<br />
Program Change<br />
Rx Switch, 146, 175<br />
Programmakeuze, 32<br />
Protect, 171<br />
PWM, 117<br />
Q<br />
Quadruple Tap Delay, 72<br />
Quick, 164<br />
R<br />
Radio Detune, 86<br />
Random, 118<br />
Pan, 127, 150, 155<br />
Rhythm Tone, 151<br />
Rhythm Wave (WMT), 152<br />
Tone, 122<br />
Rate<br />
LFO, 129<br />
Portamento, 115<br />
R-BUS, 197<br />
Receive Channel, 29<br />
Receive Switch, 181<br />
Redamper, 131<br />
Refresh, 157<br />
Regist, 42<br />
Registry, 166<br />
Release, 180<br />
Patch, 114<br />
Remove, 172<br />
Rename, 165<br />
Reset, 88<br />
Resonance<br />
GM-Part, 180<br />
Offset, 113<br />
Phaser, 64<br />
Rhythm Tone, 153<br />
Tone, 125<br />
Rest, 144<br />
252<br />
Reverb, 57, 60<br />
Aan/uit, 36<br />
Level, 191<br />
MFX-algoritme, 74<br />
Send, 196<br />
Send Level, 59, 61<br />
Uitgangstoewijzing, 191<br />
Reverse<br />
Delay 2, 93<br />
Reverse Delay, 83<br />
RHODES MULTI, 96<br />
Rhythm Edit Key, 173<br />
Rhythm Set<br />
Editen, 148<br />
Editen (Performance), 147<br />
Effecten, 60<br />
Initialiseren, 169<br />
MIDI, 32<br />
Opslaan, 163<br />
Samples gebruiken, 153<br />
Rhythm Tone<br />
Output Assign, 60<br />
Uitgangstoewijzing, 194<br />
Ring Modulator, 117<br />
Effect, 82<br />
Rnd Pan, 150<br />
Rotary, 65, 186<br />
ROTARY 2, 93<br />
ROTARY MULTI, 94<br />
RPN, 187<br />
Rx<br />
Bank Select, 175<br />
Ch, 175<br />
Program Change, 175<br />
S<br />
S-1000/3000, 158<br />
S-700 series, 158<br />
Sample, 123, 133, 153, 158<br />
Dump, 161<br />
Load, 159<br />
Rhythm Tone, 153<br />
Tone, 124<br />
Sampler Libraries, 157<br />
Samples, 37<br />
Sampling-Frequentie, 197<br />
Save, 164, 169<br />
Saving, 163, 164, 167<br />
SAW, 91<br />
Scale Tune, 174<br />
Scale Tuning, 174<br />
SCSI, 39, 204<br />
ID, 178<br />
Probe Time, 173<br />
SCSI Probe Time, 173<br />
Select, 41<br />
Self, 178<br />
Send, 55, 59<br />
Setup, 173<br />
Shuffle Delay, 84<br />
SHUFFLE DELAY 2, 93<br />
SIMM, 37, 178<br />
SIN, 91<br />
Single, 51, 155<br />
Size, 58<br />
Slash, 89<br />
Slicer, 88<br />
SmartMedia, 164<br />
Formateren, 164<br />
Laden, 161<br />
SMT, 133<br />
Solo, 114, 141<br />
Sort, 157<br />
Sound Library, 25<br />
Sound List, 22, 163<br />
Source<br />
MFX, 59<br />
Space-D, 68<br />
Speaker Simulator, 86<br />
Specificaties, 248<br />
Spectrum, 64<br />
Split, 30<br />
Part, 143<br />
Tone, 117<br />
Split Key Output Assign, 54<br />
SQR, 91<br />
SR-JV80, 12<br />
SRX, 12<br />
ST FORMANT FILTER, 92<br />
Stack, 176<br />
Start, 115<br />
Step, 69<br />
Stereo<br />
Chorus, 68<br />
Compressor, 87<br />
Delay, 70<br />
EQ, 63<br />
Flanger, 68<br />
Limiter, 87<br />
Phaser, 80<br />
STEREO AUTO WAH, 92<br />
STEREO DISTORTION, 100<br />
STEREO LOFI COMPRESS, 98<br />
STEREO LO-FI NOISE, 98<br />
STEREO OVERDRIVE, 99<br />
STEREO PHASER 2, 91<br />
STEREO SPECTRUM, 107<br />
Stereopositie, zie Pan<br />
Stretch Tune, 113<br />
Structure, 116<br />
Structuur, 52<br />
Switch<br />
FXM, 121, 151<br />
Synchronisatie, 173<br />
MFX, 185<br />
Phrase Loop, 186<br />
Wave, 121<br />
SysEx, 175, 176<br />
Filter, 171<br />
Mode kiezen, 52<br />
System, 173<br />
Tempo, 173<br />
System Exclusive, 176<br />
T<br />
Tap Delay, 71<br />
Tascam, 198
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Index<br />
Tempo<br />
LFO (synchr.), 185<br />
Rhythm Set, 149<br />
Sync (Wave), 121<br />
System, 173<br />
Wave, 150<br />
Temporary Area, 52<br />
Terminator, 204<br />
Threshold, 66<br />
Time<br />
Control Delay, 72<br />
Keyfollow, 123, 128, 137<br />
Portamento, 115<br />
Tone Delay, 122<br />
Time 1~4<br />
Multi-Partial, 137<br />
Pitch Envelope, 123<br />
Pitch Envelope, Rh. Set, 151<br />
TVA Envelope, 128, 155<br />
TVF Envelope, 126, 154<br />
TMT, 117, 187<br />
Tone<br />
Aan/uit, 112<br />
Definitie, 21<br />
Delay, 121, 186<br />
Effectaandeel, 55<br />
Kopiëren, 139<br />
Matrix-controle, 185<br />
Mix Table, 117<br />
Name, 150<br />
Output Assign, 54, 190<br />
Praktijk, 184<br />
Voorstelling, 110<br />
Tool, 164, 165, 166<br />
Toonhoogte, zie Pitch<br />
Toonregeling, 175<br />
Transfer, 169<br />
To MIDI, 183<br />
To User, 170<br />
Transmitting, 169<br />
Transmitting Samples, 161<br />
Tremolo, 91, 129<br />
Chorus, 67<br />
TRI, 91<br />
Triple Tap Delay, 71<br />
Tune, 113, 151<br />
Loop, 124, 153<br />
TVA<br />
Multi-Partial, 137<br />
Rhythm Tone, 154<br />
Tone, 127<br />
TVF, 153<br />
Envelope, 125, 126, 154<br />
LFO, 130<br />
Rhythm Tones, 153<br />
Tones, 124<br />
2-voice Pitch Shifter, 73<br />
Type, 55<br />
Chorus, 56, 182<br />
Initialize, 168<br />
Part, 143, 181<br />
TVF, 153<br />
U<br />
U.F, 117, 118, 143, 152<br />
Uitgangen<br />
Digitaal, 197<br />
Patch-mode, 189<br />
Performance-mode, 192<br />
Rhythm Set-mode, 194<br />
Uitgangstoewijzing, 54, 189<br />
General MIDI Mode, 196<br />
Upper, 30<br />
User, 160, 163<br />
Utility, 163<br />
GM, 182<br />
Initialize, 168<br />
V<br />
V. Range<br />
Patch, 118<br />
V.L, 118, 152<br />
V.U, 118, 152<br />
Value-regelaar, 23<br />
Velocity<br />
Curve, 146, 154<br />
Patch, 118<br />
Sens, 114, 123, 145, 152, 154<br />
Switch, 118, 134<br />
Vertragingstijd, 122<br />
Vervorming (Booster), 116<br />
Vibrato, 129, 130<br />
View, 157<br />
VK-7, 93<br />
Voetschakelaar<br />
Rotary-effect, 186<br />
Voice<br />
Priority, 114<br />
Reserve, 144<br />
Voices (Info GM-Part), 182<br />
Vol<br />
GM-Part, 182<br />
Rx Switch, 146<br />
Volume, 127, 191<br />
GM Part, 181<br />
S-serie, 157<br />
Zie ook Level<br />
W<br />
WahWah, 129<br />
Effect, 65<br />
WAV, 158<br />
WAVE, 120<br />
Wave<br />
Expansion Board, 12<br />
Generator, 110<br />
LFO, 129<br />
Matrix Table, 150<br />
Tempo Sync, 121, 150<br />
Wave Expansion<br />
Info, 178<br />
WG, 110, 120<br />
Without, 157<br />
WMT, 150<br />
Tune, 151<br />
Wordclock, 190, 197<br />
Write, 163<br />
Protect, 163, 171<br />
X<br />
Xfer, 170, 171, 183<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Self, 178<br />
Z<br />
Zip, 157, 160<br />
Databeheer, 168<br />
253<br />
Referentiehandboek
Index<br />
254