30.08.2013 Views

XV-5080 Gebruikers Handleiding - Roland

XV-5080 Gebruikers Handleiding - Roland

XV-5080 Gebruikers Handleiding - Roland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Handleiding</strong><br />

Van harte bedankt voor uw aankoop van de <strong>Roland</strong> <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Synthesizer<br />

Module.<br />

Alvorens met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te werken zou u de hoofdstukken “Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op<br />

blz. 3 en “Belangrijke opmerkingen” op blz. 5 moeten lezen. Daar vindt u namelijk belangrijke inlichtingen<br />

over wat u wel en niet mag doen en over het juiste gebruik. Bewaar deze handleiding<br />

op een veilige plaats op omdat u ze later beslist nog een nodig hebt.<br />

Deze oorspronkelijke engelstalige handleiding omvat drie delen: “Quick Start”, “Owner’s Manual”<br />

en “Q&A, Sound List” Die hebben we in het Nederlands samengevat tot één (vrij lijvig) boek.<br />

Het voordeel daarvan is dat u alles bij de hand hebt.<br />

Microsoft en MS-DOS zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.<br />

Microsoft, Windows en Windows NT zijn geregistreerde handlesmerken van Microsoft Corporation.<br />

MacOS is een handlesmerk van Apple Computer, Inc.<br />

Zip is een handelsmerk van Iomega Corporation.<br />

SmartMedia is een handelsmerk van Toshiba Corporation.<br />

Alle andere hadelsmerken en productnamen in deze handleiding zijn eigendom van de betreffende<br />

bedrijven en worden uitdrukkelijk erkend.<br />

* De afbeeldingen in deze handleiding berusten op de fabrieksinstellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en komen<br />

dus niet altijd overeen met wat u op uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Desondanks zijn we ervan overtuigd dat u meteen<br />

snapt wat de bedoeling is.<br />

Copyright © 2000 ROLAND CORPORATION<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag, geheel of gedeeltelijk, gekopieerd<br />

worden zonder de schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.


Opmerkingen voor uw veiligheid<br />

2<br />

CAUTION<br />

RISK OF ELECTRIC SHOCK<br />

DO NOT OPEN<br />

ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR<br />

CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK,<br />

DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).<br />

NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.<br />

REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.<br />

De bliksemschicht in een een driehoek wijst de gebruiker op<br />

niet geïsoleerde "gevaarlijke spanningen" in het inwendige<br />

van dit instrument die sterk genoeg zijn om voor ernstige<br />

elektrokutie te zorgen.<br />

Het uitroepteken in een driehoek wijst de gebruiker op het<br />

feit dat alle voor het juiste gebruik van dit apparaat<br />

noodzakelijke instructies te vinden zijn in de bijgeleverde<br />

handleiding.<br />

TIPS VOOR HET VERMIJDEN VAN BRAND, ELEKTROKUTIE EN VERWONDINGEN VAN PERSONEN<br />

OPMERKINGEN VOOR UW VEILIGHEID<br />

Lees deze instructies aandachtig door.<br />

WAARSCHUWING - Tijdens het gebruik van elektronische apparaten moet u altijd op de volgende punten letten:<br />

1. Lees alle instructies aandachtig door.<br />

2. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.<br />

3. Volg alle waarschuwingen op.<br />

4. Lees alle instructies aandachtig door.<br />

5. Gebruik dit instrument nooit in de buurt van water.<br />

6. Maak het apparaat enkel schoon met een zachte droge<br />

doek.<br />

7. Blokkeer nooit de ventilatie-openingen van het apparaat<br />

(indien aanwezig). Stel het enkel overeenkomstig de<br />

instructies van de fabrikant op.<br />

8. Plaats het instrument nooit vlak bij warmtebronnen, zoals<br />

stoven, ovens, radiatoren of gelijk welk ander apparaat dat<br />

veel warmte genereert.<br />

9. Sluit dit instrument enkel aan op een stroomnet dat, hetzij<br />

in de handleiding, hetzij op het naamplaatje aan de<br />

achterkant, uitdrukkelijk wordt vermeld.<br />

10. Zorg ervoor dat niemand over het netsnoer kan struikelen.<br />

Dat is met name gevaarlijk in de buurt van het stopcontact,<br />

maar kan ook in de buurt van de aansluitingen op het<br />

instrument ervoor zorgen dat de aders breken.<br />

11. Gebruik enkel de uitdrukkelijk door de fabrikant<br />

aanbevolen opties en uitbreidingen.<br />

12. Gebruik enkel karretjes, stands, houders<br />

enz. die door de fabrikant uitdrukkelijk<br />

worden aanbevolen. Andere stands e.d.<br />

kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.<br />

13. Verbreek de aansluiting op het lichtnet tijdens een onweer<br />

of wanneer u het instrument langere tijd niet wenst te<br />

gebruiken.<br />

14. Laat alle onderhoudswerken en herstellingen over aan een<br />

door <strong>Roland</strong> erkende herstellingsdienst. Als het netsnoer<br />

beschadigd is of wanneer er vloeistoffen of regenwater in<br />

het inwendige terecht zijn gekomen, moet u het instrument<br />

onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met een<br />

erkende herstellingsdienst.<br />

For the U.K.<br />

IMPORTANT: THE WIRES IN THIS MAINS LEAD ARE COLOURED IN ACCORDANCE WITH THE FOLLOWING CODE.<br />

BLUE:<br />

BROWN:<br />

NEUTRAL<br />

LIVE<br />

As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying<br />

the terminals in your plug, proceed as follows:<br />

The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.<br />

The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.<br />

Under no circumstances must either of the above wires be connected to the earth terminal of a three pin plug.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN<br />

Over de VOORZICHTIG en LET OP labels Over de symbolen<br />

VOORZICHTIG<br />

LET OP!<br />

Wijst de gebruiker op het risico op<br />

dodelijke ongevallen of zware verwondingen<br />

als gevolg van een fout<br />

gebruik van dit apparaat.<br />

Het foute gebruik van dit apparaat kan<br />

leiden tot verwondingen en of materi le<br />

schade.<br />

* "Materi le" schade heeft betrekking op<br />

het beschadigen van het meubilair of<br />

andere huishoudelijke voorwerpen<br />

evenals huisdieren enz.<br />

VOORZICHTIG<br />

• Lees eerst de volgende punten door en<br />

gebruik dan pas uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Zo bent u er<br />

zeker van dat u hem op de juiste manier bedient.<br />

....................................................................................................<br />

• Open nooit de behuizing van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of<br />

van het bijgeleverde netsnoer.<br />

....................................................................................................<br />

• Probeer nooit de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zelf te herstellen<br />

(tenzij u in de handleiding uitdrukkelijke<br />

instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle<br />

herstellings- en onderhoudswerken over aan<br />

een door <strong>Roland</strong> erkende technische dienst.<br />

....................................................................................................<br />

• Zet de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nooit op plaatsen die de volgende<br />

kenmerken vertonen:<br />

• Plaatsen die onderhevig zijn aan sterke temperatuurschommelingen<br />

(bv. in het directe<br />

zonlicht), in een gesloten auto waar de zon<br />

op staat, in de buurt van een radiator of een<br />

airco-kanaal, op een warmtebron (stoof<br />

e.d.).<br />

• Op vochtige plaatsen (badkamer, wasruimte,<br />

op de natte grond, in de regen e.d.)<br />

• Op bijzonder stoffige plaatsen<br />

• Op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke<br />

trillingen.<br />

....................................................................................................<br />

VOORZICHTIG<br />

006<br />

• Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in een rack schroeft of op<br />

een stand monteert, moet u deze laatste op<br />

een vlak en stabiel oppervlak plaatsen. Het<br />

rack en de stand mogen tijdens het normale<br />

gebruik niet verschuiven. De keuze van een<br />

veilige opstellingsplaats geldt overigens ook<br />

voor situaties waarin u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet<br />

gebruikt.<br />

....................................................................................................<br />

HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN<br />

Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke<br />

instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het<br />

symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het<br />

links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene<br />

waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.<br />

Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit<br />

mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan<br />

wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links<br />

getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het<br />

toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.<br />

Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten<br />

worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt<br />

aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde<br />

symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de<br />

uitgang moet worden losgekoppeld.<br />

• Beschadig nooit het netsnoer. Plooi het niet te<br />

veel, trap er niet op, plaats er geen zware<br />

voorwerpen op enz. Een beschadigde kabel<br />

kan brand of elektrocutie veroorzaken.<br />

Gebruik nooit een stroomkabel die reeds<br />

beschadigd is.<br />

....................................................................................................<br />

VOORZICHTIG<br />

• Dit instrument kan hetzij van zich uit, hetzij in<br />

combinatie met een externe versterker, voor<br />

een volume zorgen dat uw gehoor kan aantasten.<br />

Werk dus nooit lange tijd op een pittig<br />

volume of op een volume dat net aan de pijngrens<br />

ligt. Zodra u ook maar de indruk hebt<br />

dat uw gehoor begint te verzwakken, moet u<br />

onmiddellijk een oorarts raadplegen.<br />

....................................................................................................<br />

• Zorg dat er geen kleine voorwerpen (uit<br />

metaal, brandbare stoffen, muntstukken, naalden<br />

e.d.) in het inwendige van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

terechtkomen. Plaats nooit glazen, koppen e.d.<br />

op de behuizing.<br />

....................................................................................................<br />

• Verbreek, in de volgende situaties, onmiddellijk<br />

de aansluiting op het lichtnet en neem contact<br />

op met een erkende herstellingsdienst of<br />

uw <strong>Roland</strong>-dealer:<br />

• Als het netsnoer zichtbaar beschadigd is.<br />

• Als er een voorwerp of vloeistof in het<br />

inwendige van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> terecht is gekomen.<br />

• Als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de regen heeft gestaan (of<br />

op een andere manier nat is geworden).<br />

• Als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet naar behoren lijkt te<br />

werken of het helemaal niet meer doet.<br />

....................................................................................................<br />

3


4<br />

Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

• In gezinnen met kleine kinderen dient een volwassene<br />

toezicht te houden tot de kinderen in<br />

staat zijn om dit toestel in overeenstemming<br />

met de veiligheidsvoorschriften te gebruiken.<br />

....................................................................................................<br />

• Bescherm de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> tegen overdreven<br />

schokken. (Laat hem nooit vallen!)<br />

....................................................................................................<br />

• Sluit het netsnoer niet samen met een overdreven<br />

aantal andere apparaten aan op hetzelfde<br />

stopcontact. Wees voorzichtig met verlengsnoeren<br />

— het totale vermogen van alle toestellen<br />

aangesloten op het verlengsnoer mag<br />

nooit het nominale vermogen (watt/ampère)<br />

van het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven<br />

belasting kan de isolatie van het snoer<br />

doen opwarmen en zelfs doen doorsmelten.<br />

....................................................................................................<br />

• Alvorens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in het buitenland te<br />

gebruiken, neemt u het best contact op met<br />

uw <strong>Roland</strong>-dealer om te weten te komen welk<br />

voltage er in het betreffende land wordt<br />

gehanteerd en of u al dan niet voor een<br />

geschikte stroomvoorziening moet zorgen.<br />

....................................................................................................<br />

LET OP<br />

• Plaats de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> altijd zo dat de verluchting<br />

niet in het gedrang wordt gebracht.<br />

....................................................................................................<br />

• Neem de stroomkabel uitsluitend met de stekker<br />

vast wanneer u hem in een stopcontact of<br />

in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.<br />

....................................................................................................<br />

• Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> langere tijd niet wenst te<br />

gebruiken, verbreekt u het best de aansluiting<br />

op het lichtnet.<br />

....................................................................................................<br />

• Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren<br />

verstrikt geraken. Houd alle kabels en snoeren<br />

buiten het bereik van kinderen.<br />

....................................................................................................<br />

• Ga nooit op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> staan en plaats er<br />

geen zware voorwerpen op.<br />

....................................................................................................<br />

• Neem het netsnoer of de stekkers nooit vast<br />

met natte handen wanneer u ze in een stopcontact<br />

of in de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> steekt, of wanneer u<br />

ze uittrekt.<br />

....................................................................................................<br />

• Trek de stekker uit het stopcontact en koppel<br />

alle externe apparaten af, alvorens het toestel<br />

te verplaatsen.<br />

....................................................................................................<br />

• Zet de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit en trek de stroomkabel uit,<br />

alvorens hem toestel schoon te maken.<br />

....................................................................................................<br />

• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u<br />

gevaar voor blikseminslagen vermoedt.<br />

....................................................................................................


Belangrijke opmerkingen<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Lees, naast de overige voorzorgsmaatregelen aan het begin van deze handleiding, ook het volgende:<br />

Voeding<br />

• Sluit de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet samen met apparaten, die ruis<br />

veroorzaken (zoals een elektrische motor of een<br />

regelbaar lichtsysteem), op eenzelfde stroomkring<br />

aan.<br />

• Alvorens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op andere apparaten aan te<br />

sluiten schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt<br />

u defecten en/of schade aan luidsprekers of<br />

andere apparaten.<br />

Opstelling<br />

• Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gebruikt nabij een vermogensversterker<br />

(of een ander apparaat met grote transformators),<br />

kan er brom ontstaan. Oriënteer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

dan anders of verwijder hem van de interferentiebron.<br />

• De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan de radio- of TV-ontvangst verstoren.<br />

Gebruik hem niet in de nabijheid van dergelijke ontvangers.<br />

• Gebruik de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet op een plaats die blootgesteld<br />

is aan de regen, of in een andere vochtige omgeving.<br />

Onderhoud<br />

• Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een<br />

zachte droge doek of een lichtjes met water bevochtigde<br />

doek. Gebruik voor hardnekkig vuil een doek<br />

met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg<br />

de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nadien goed af met een zachte droge<br />

doek.<br />

• Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk<br />

oplosmiddel om verkleuring of vervorming te voorkomen.<br />

Herstellingen en uw data<br />

• Jammer genoeg kan het gebeuren dat de data in het<br />

interne geheugen niet kunnen worden hersteld wanneer<br />

ze eenmaal gewist zijn. <strong>Roland</strong> Corporation is<br />

niet aansprakelijk voor dergelijk dataverlies. Sla uw<br />

instellingen zo vaak mogelijk op een kaart of via<br />

MIDI op.<br />

Geheugen<br />

• De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat een batterij die het geheugen van<br />

stroom voorziet wanneer u hem uitschakelt. Als deze<br />

batterij bijna uitgeput is, verschijnt de melding<br />

Battery Low in het display. Neem in dat geval zo<br />

snel mogelijk contact op met uw <strong>Roland</strong>-dealer om<br />

de batterij te laten vervangen.<br />

Bijkomende voorzorgen<br />

• Houd er rekening mee dat de inhoud van het geheugen<br />

onherroepelijk verloren kan gaan ten gevolge<br />

van een defect of een foute bediening van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Daarom raden we aan om van belangrijke<br />

data regelmatig een Backup te maken via MIDI.<br />

• Ga voorzichtig te werk wanneer u de knoppen, regelaars<br />

en andere bedieningsorganen of aansluitingen<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen<br />

kan defecten veroorzaken.<br />

• Sla of druk nooit op het display.<br />

• Neem bij het aan- en afkoppelen van de kabels steeds<br />

de connector zelf vast – trek nooit aan de kabel. Zo<br />

voorkomt u kortsluitingen en schade aan de aders.<br />

• Tijdens het gebruik wordt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> warm. Dit is<br />

volkomen normaal.<br />

• Om uw buren niet te storen houdt u het volume best<br />

op een redelijk niveau. U kunt ook een hoofdtelefoon<br />

gebruiken zodat u zich geen zorgen hoeft te maken<br />

over de mensen rondom u (vooral in de late uren).<br />

• Om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te transporteren gebruikt u best de<br />

oorspronkelijke verpakking (inclusief opvulling).<br />

Anders dient u te zorgen voor een gelijkwaardige<br />

verpakking of een degelijke flightcase e.d.<br />

Alvorens SmartMediakaarten<br />

te gebruiken<br />

• Steek de kaart helemaal in de DATA-poort tot u de<br />

indruk hebt dat ze goed vastzit.<br />

De gouden connector moet<br />

naar boven wijzen<br />

• Raak de connector van de kaart nooit aan en zorg<br />

ervoor dat hij niet vuil kan worden.<br />

5


6<br />

Voornaamste kenmerken<br />

Voornaamste kenmerken<br />

128-stemmig polyfoon en 32-Parts<br />

multitimbraal<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is 128-stemmig polyfoon, wat meteen<br />

betekent dat hij dubbel zoveel stemmen heeft als zijn<br />

voorganger-modellen. Dit zou u moeten toelaten om<br />

zelfs gul gearrangeerde stukken moeiteloos weer te<br />

geven. Bovendien kan hij 32 verschillende klanken<br />

tegelijk weergeven. Hij is, met andere woorden, 32-<br />

Parts multitimbraal.<br />

Bijzonder expressieve Patches<br />

De Patches van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunnen tot 4 Stereo-Tones<br />

bevatten, terwijl ook de nootnummers van de Rhythm<br />

Sets een beroep kunnen doen op vier verschillende<br />

Tones. Dat zijn er dus telkens acht die voor een bijzonder<br />

realistisch geluid zorgen, omdat u de overschakeling<br />

bv. in functie kunt stellen van de aanslag.<br />

Krachtige interne effecten (waaronder<br />

COSM-effecten)<br />

Het effectconcept van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is helemaal herwerkt:<br />

het Reverb-blok werkt bv. met algoritmen (en<br />

de DSP) van de SRV-3030 en zorgt op die manier voor<br />

een bijzonder realistisch galmeffect.<br />

Bovendien biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> 3 MFX’en (multi-effecten)<br />

met maar liefst 90 verschillende algoritmen, waaronder<br />

RSS, 3D Delay, Slicer en een Formant Filter. Bovendien<br />

bevatten sommige algoritmen aaneenschakelingen<br />

van verschillende effecten. Voorbeelden zijn hier<br />

de Guitar Amp Simulator (die op de COSM-technologie<br />

berust), de Guitar Multi met alles wat u nodig hebt<br />

om een overtuigend gitaargeluid neer te zetten; dit<br />

kunt u ook met bas- en klaviergeluiden doen, omdat er<br />

ook een Bass Multi- en Keyboard Multi-algoritme zijn.<br />

In de Performance-mode kunt u drie MFX-blokken<br />

simultaan gebruiken, zodat drie Parts (want de<br />

MFX’en zijn Insert-effecten) tot in de puntjes kunnen<br />

worden verfijnd.<br />

Verder beschikt elke uitgang van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> over een<br />

tweebands EQ voor eventueel noodzakelijke tooncorrecties.<br />

Maak gebruik van samples<br />

Door één of twee SIMMs in te bouwen (zie blz. 37)<br />

voorziet u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> van extra RAM-geheugen – en<br />

daar kunt u sampledata van bv. een sampler van de<br />

S-700-serie van <strong>Roland</strong> of van Akai in kwijt. Deze kunt<br />

u van een CD-ROM-drive laden. De mogelijkheden in<br />

dit verband zijn bijzonder flexibel. Aangezien u de<br />

geladen samples op een SmartMedia-kaart kunt<br />

opslaan, hebt u ze altijd bij – en is er nagenoeg geen<br />

verschil met de golfvormen in het interne geheugen of<br />

op een Wave Expansion Board.<br />

Digitale uitgang plus R-BUS-aansluiting:<br />

compatibel met “all-digital” setups<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is al voorzien van 8 analoge uitgangen die<br />

u eventueel ook als 4 stereoparen kunt gebruiken.<br />

Bovendien zitten er standaard twee S/P DIF-aansluitingen<br />

(coaxiaal en optisch) op, plus een R-BUS-aansluiting.<br />

R-BUS is het <strong>Roland</strong>-protocol waarvoor er<br />

enerzijds convertors naar andere digitale formaten<br />

bestaan, en dat anderzijds door de digitale mixers van<br />

de VM-serie (en de VSR-880) wordt ondersteund.<br />

Verder is er ook een Wordclock-ingang (standaard)<br />

voorzien om te zorgen dat alle digitale apparaten van<br />

uw setup synchroon lopen.<br />

Compatibel met de Wave Expansion Boards<br />

van de SR-JV80- en SRX-serie<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> biedt 4 aansluitingen voor de nieuwe<br />

Wave Expansion Boards van de SRX-serie. Bovendien<br />

zitten er 4 aansluitingen voor de printen van de<br />

SR-JV80-serie op, zodat u tevens kunt putten uit het al<br />

rijk gevulde klankenarsenaal voor bv. de XP-60/30 en<br />

JV-1080/2080. Het voordeel van deze aanpak is dat u –<br />

in tegenstelling tot een sampler– meteen toegang hebt<br />

tot deze bijkomende klanken/golfvormen en die dus<br />

niet eerst hoeft te laden.<br />

General MIDI- en General MIDI 2compatibel<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt niet alleen het General MIDI-<br />

(Level 1), maar ook het General MIDI 2-formaat, wat<br />

de uitwisseling van sequences met vrienden en collega’s<br />

beduidend vereenvoudigt.<br />

Slim gebruikersinterface<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is uitgerust met de Patch Finder-, Phrase<br />

Preview- en Favorite List-functie die van de XP-30 een<br />

daverend succes hebben gemaakt. Met de Patch Finder-functie<br />

vindt u heel snel een passende klank voor<br />

een bepaalde toepassing, omdat u volgens categorie<br />

kunt werken. Druk op [PHRASE≈PREVIEW] om een passend<br />

fragmentje te starten dat toelaat om de gekozen<br />

klank te beoordelen (zie blz. 19). De Favorite List tenslotte<br />

(zie blz. 42) laat toe om de 64 vaakst gebruikte<br />

Patches en Rhythm Sets aan een lijst toe te wijzen en zo<br />

beduidend sneller op te roepen.


Inhoud<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Inhoud<br />

HANDLEIDING<br />

Belangrijke opmerkingen .................................................................... 5<br />

Voornaamste kenmerken .................................................................... 6<br />

EERSTE KENNISMAKING<br />

Voorbereidingen................................................................................ 12<br />

Wave Expansion Boards installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aansluiten op externe apparaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15<br />

In- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16<br />

Factory Reset: fabrieksinstellingen laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17<br />

Demosongs beluisteren...................................................................... 18<br />

En dan nu muziek… ........................................................................... 19<br />

Phrase Preview: Patches met een riedeltje beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19<br />

Patch Finder: Patches volgens categorie kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20<br />

Andere mode kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23<br />

Werken met “Sound Libraries” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25<br />

Klanken via MIDI aansturen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26<br />

Verschillende Patches samen aansturen (Layer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27<br />

Werken met Splits (gescheiden zones) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30<br />

Via MIDI Patches kiezen en andere instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32<br />

Effecten gebruiken ............................................................................. 35<br />

Werken met Samples......................................................................... 37<br />

SIMMs installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37<br />

CD-ROM-drive aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39<br />

Sample-Patches laden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40<br />

Sample-Patches gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41<br />

Lijst van favoriete Patches gebruiken ................................................. 42<br />

Live-gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ............................................................ 44<br />

Aansturen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> via MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44<br />

MFX-parameters via MIDI beïnvloeden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44<br />

REFERENTIEHANDBOEK<br />

1. Voorzieningen op de panelen ........................................................ 48<br />

1.1 Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48<br />

1.2 Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50<br />

2. Algemene dingen........................................................................... 51<br />

2.1 Opmerkingen bij de Phrase Preview-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51<br />

2.2 Categorieën van de Patch Finder-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51<br />

2.3 Modes via MIDI kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52<br />

2.4 Andere handige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52<br />

Octave: transponeren in octaafstappen .............................................................................................. 52<br />

Key Assign: monofoon of polyfoon spelen ........................................................................................ 52<br />

3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ............................................................... 54<br />

3.1 Effectparameters voor de Patch-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54<br />

Effectaandeel voor de Tones................................................................................................................. 55<br />

MFX-parameters..................................................................................................................................... 55<br />

Chorus-parameters ................................................................................................................................ 56<br />

7


8<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> – Inhoud<br />

Reverb-parameters .................................................................................................................................57<br />

3.2 Effecten in de Performance-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58<br />

Effects General-pagina...........................................................................................................................59<br />

MFX-parameters voor de Parts ............................................................................................................59<br />

Chorus-parameters.................................................................................................................................60<br />

Reverb-parameters .................................................................................................................................60<br />

3.3 Effecten in de Rhythm Set-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60<br />

Effects General-pagina...........................................................................................................................61<br />

MFX-parameters.....................................................................................................................................61<br />

3.4 MFX-parameters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61<br />

3.5 Effectinstellingen kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109<br />

4. Patches programmeren ............................................................... 110<br />

4.1 Structuur van een Patch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110<br />

Patches bestaande uit vier Tones (4Tone).........................................................................................110<br />

Multi-Partial Patches............................................................................................................................110<br />

Structuur van een Partial.....................................................................................................................111<br />

4.2 Tones in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112<br />

4.3 Parameters voor de hele Patch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112<br />

Common (Patch Common) .................................................................................................................112<br />

(Patch) Control......................................................................................................................................114<br />

Structure.................................................................................................................................................116<br />

K. Range.................................................................................................................................................117<br />

V. Range.................................................................................................................................................118<br />

4.4 Programmeren van 4Tone-Patches . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118<br />

Tips voor het programmeren van Patches........................................................................................118<br />

Geavanceerde editfuncties voor de Tones........................................................................................119<br />

Opmerkingen i.v.m. de golfvormen ..................................................................................................120<br />

WG: golfvorm en toonhoogte .............................................................................................................120<br />

TVF (filter) .............................................................................................................................................124<br />

TVA: volume en panorama.................................................................................................................127<br />

LFO-parameters....................................................................................................................................129<br />

4.5 Multi-Partial Patches programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132<br />

Partials toewijzen .................................................................................................................................132<br />

Partials editen .......................................................................................................................................133<br />

Samples editen ......................................................................................................................................133<br />

TVF (filter) voor de Partials ................................................................................................................135<br />

TVA: volume.........................................................................................................................................137<br />

LFO en controle van de Partials .........................................................................................................138<br />

4.6 Andere dingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139<br />

Instellingen van een andere Patch kopiëren.....................................................................................139<br />

5. Performances programeren ......................................................... 141<br />

5.1 Structuur van een Performance . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141<br />

5.2 Parts selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141<br />

5.3 Performance-parameters (Common). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142<br />

5.4 Instellingen voor de Parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142<br />

Palette: Parts per 8 editen....................................................................................................................142<br />

Part-zones instellen ..............................................................................................................................143<br />

Patch kiezen, volume, Pan enz. ..........................................................................................................143<br />

Patch-/Rhythm Set-wijzigingen binnen een Performance.............................................................144<br />

MIDI-parameters van de Parts ...........................................................................................................145<br />

Info: kijken welke Part wat ontvangt ................................................................................................147<br />

5.5 Andere instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147<br />

5.6 Part Copy: parameters kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147<br />

5.7 Patch/Rhythm Set op Performance-niveau editen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147<br />

6. Rhythm Sets programmeren ....................................................... 148<br />

6.1 Over Rhythm Sets… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148<br />

6.2 Rhythm Tones via MIDI kiezen of niet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148<br />

6.3 Common-parameters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Inhoud<br />

6.4 Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149<br />

Opgelet tijdens het kiezen van een golfvorm .................................................................................. 150<br />

Golfvorm, panorama en toonhoogte................................................................................................. 150<br />

Tune ....................................................................................................................................................... 151<br />

WMT FXM............................................................................................................................................. 151<br />

TVF (filter)............................................................................................................................................. 153<br />

TVA: volume en stereopositie............................................................................................................ 154<br />

Andere parameters .............................................................................................................................. 155<br />

6.5 Andere dingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156<br />

Rhythm Tone Copy: instellingen kopiëren ...................................................................................... 156<br />

7. Samples, golfvormen, data laden ................................................ 157<br />

7.1 Sample-data enz. van een CD-ROM laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157<br />

Delete: Patches of Performances wissen........................................................................................... 158<br />

Welke data worden er geladen?......................................................................................................... 158<br />

Categorieën voor de S-700-data ......................................................................................................... 158<br />

Sample Load ......................................................................................................................................... 159<br />

Auto Load ............................................................................................................................................. 159<br />

7.2 Geladen Samples voor het spelen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160<br />

7.3 Data van een Zip-schijf laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160<br />

Patches, Performances of Rhythm Sets één voor één laden........................................................... 160<br />

7.4 Data van een geheugenkaart laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161<br />

7.5 Handige functies voor Samples . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161<br />

Sample Dump)...................................................................................................................................... 161<br />

Emphasis in-/uitschakelen................................................................................................................. 162<br />

Create Patch .......................................................................................................................................... 162<br />

8. Data opslaan (Save) .................................................................... 163<br />

8.1 Write: instellingen in het interne geheugen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163<br />

8.2 Werken met SmartMedia-kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164<br />

Format: SmartMedia-kaart formateren............................................................................................. 164<br />

Save: data op een SmartMedia-kaart archiveren............................................................................. 164<br />

Beheer van de data op een SmartMedia-kaart................................................................................. 165<br />

8.3 Alle data naar een Zip-schijf wegschrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167<br />

Format: Zip- of harde schijf formatteren .......................................................................................... 167<br />

Data opslaan ......................................................................................................................................... 167<br />

Databeher op een Zip-schijf................................................................................................................ 168<br />

8.4 Initialize: fabrieks- of neutrale instellingen oproepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168<br />

Patches/Performance initialiseren .................................................................................................... 168<br />

Rhythm Set of Rhythm Tone initialiseren ........................................................................................ 169<br />

MIDI-ontvangst via MIDI IN 2 .......................................................................................................... 169<br />

8.5 Data Transfer: instellingen oversassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169<br />

Data via MIDI archiveren ................................................................................................................... 169<br />

8.6 Protect: geheugenbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171<br />

8.7 Factory Reset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171<br />

8.8 Patches/Rhythm Sets aan de Favorite List toewijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172<br />

9. System-mode............................................................................... 173<br />

9.1 General: algemene instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173<br />

Setup-parameters ................................................................................................................................. 173<br />

Master-parameters ............................................................................................................................... 173<br />

System Tempo-parameters ................................................................................................................. 173<br />

Scale Tune-parameters ........................................................................................................................ 174<br />

9.2 Equalizer (toonregeling) instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175<br />

9.3 MIDI-parameters en -schakelaars. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175<br />

MIDI Receive Ch .................................................................................................................................. 175<br />

MIDI Tx ................................................................................................................................................. 175<br />

Rx Switch............................................................................................................................................... 175<br />

System Exclusive-parameters............................................................................................................. 176<br />

Stack: meer polyfonie door twee <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s te gebruiken.............................................................. 176<br />

9.4 Over de MIDI IN-connectors . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176<br />

9


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> – Inhoud<br />

10<br />

9.5 System Control: speelhulpen definiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178<br />

9.6 Info . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178<br />

10. GM-mode .................................................................................. 179<br />

10.1 GM-mode selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179<br />

10.2 GM-sequences weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179<br />

10.3 GM-instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180<br />

Effecten in-/uitschakelen ....................................................................................................................180<br />

Andere parameters...............................................................................................................................180<br />

Info-functie voor GM-Parts.................................................................................................................182<br />

10.4 GM Utility: handige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 182<br />

11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk......................................................... 184<br />

11.1 <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>in Realtime beïnvloeden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184<br />

MFX-parameters via MIDI beïnvloeden ...........................................................................................184<br />

Tone-instellingen via MIDI beïnvloeden ..........................................................................................184<br />

11.2 Toepassingen voor Patches. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185<br />

LFO met het System-tempo synchroniseren ....................................................................................185<br />

MFX met het System-tempo synchroniseren ...................................................................................185<br />

Tone Delay-functie met het System-tempo synchroniseren ..........................................................186<br />

Snelheid van het Rotary-effect met een voetschakelaar veranderen ............................................186<br />

Phrase Loops synchroniseren met het System-tempo of een extern MIDI Clock-signaal.........186<br />

11.3 Part-instellingen via MIDI veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187<br />

Nuttige MIDI-adressen........................................................................................................................187<br />

11.4 Concrete Matrix Control-toepassingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187<br />

12. Uitgangen kiezen ...................................................................... 189<br />

Toewijzingen in de Patch-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189<br />

Parameters.............................................................................................................................................190<br />

Voorbeeld ..............................................................................................................................................191<br />

12.2 Uitgangstoewijzingen in de Performance-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 192<br />

Parameters.............................................................................................................................................192<br />

Voorbeeld ..............................................................................................................................................193<br />

12.3 Uitgangstoewijzingen in de Rhythm Set-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194<br />

Parameters.............................................................................................................................................194<br />

RHYTHM Common-pagina................................................................................................................194<br />

12.4 Instellingen in de GM-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196<br />

Parameters.............................................................................................................................................196<br />

12.5 Digitale verbindingen via R-BUS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197<br />

Parameters.............................................................................................................................................197<br />

Gebruik maken van de 8 digitale uitgangen (R-BUS).....................................................................197<br />

Werken met andere digitale formaten ..............................................................................................197<br />

13. Appendix .................................................................................. 200<br />

13.1 Verhelpen van storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200<br />

13.2 Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202<br />

13.3 Wat u over SCSI moet weten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204<br />

Parameteroverzicht ......................................................................... 207<br />

Golfvormoverzicht ........................................................................... 242<br />

Specificaties..................................................................................... 248<br />

Index .............................................................................................. 249


Eerste kennismaking<br />

Van harte bedankt voor uw aankoop van de <strong>Roland</strong> <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Synthesizer<br />

Module.<br />

Alvorens met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te werken zou u de hoofdstukken “Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op<br />

blz. 3 en “Belangrijke opmerkingen” op blz. 5 moeten lezen. Daar vindt u namelijk belangrijke inlichtingen<br />

over wat u wel en niet mag doen en over het juiste gebruik. Bewaar deze handleiding<br />

op een veilige plaats op omdat u ze later beslist nog een nodig hebt.<br />

* De afbeeldingen in deze handleiding berusten op de fabrieksinstellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en komen<br />

dus niet altijd overeen met wat u op uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Desondanks zijn we ervan overtuigd dat u meteen<br />

snapt wat de bedoeling is.<br />

Copyright © 2000 ROLAND CORPORATION


Voorbereidingen<br />

Wave Expansion Boards installeren<br />

12<br />

Voorbereidingen<br />

Het golfvormgeheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u uitbreiden met 8 optionele “Wave<br />

Expansion Boards”: 4 borden van de SRX-serie en 4 borden van de SR-JV80-serie.<br />

Naast nieuwe golfvormen bevatten beide soorten printen ook Patches en Rhythm<br />

Sets die een beroep doen op die golfvormen. De nieuwe “klanken” zijn na het<br />

installeren van een bord direct beschikbaar.<br />

Opgelet tijdens het installeren of verwijderen van<br />

Wave Expansion Boards<br />

• Ontladingen van statische elektriciteit kunnen dodelijk zijn voor een print.<br />

Neem daarom tijdens het inbouwen of verwijderen van een print van de SRX- of<br />

SR-JV80-serie het volgende in acht:<br />

❍ Pak eerst altijd een metalen voorwerp vast (bv. een waterleiding) om eventueel<br />

aanwezige statische elektriciteit uit uw lichaam af te leiden. Haal dan pas de print<br />

uit de verpakking.<br />

❍ Raak nooit de contacten of schakelkringen van een print aan. Pak de print altijd<br />

op plaatsen aan de rand vast waar zich geen contacten bevinden.<br />

❍ Bewaar het plastic tasje op waar de kaart zich bij levering in bevindt. Als u een<br />

print namelijk later weer verwijdert, moet u ze meteen weer in dit tasje steken.<br />

• Gebruik, voor het verwijderen van de schroeven van de afdekplaat, enkel een<br />

passende schroevendraaier (kruiskop/Philips, maat “2”). Anders zou u<br />

namelijk de koppen van de schroeven kunnen beschadigen.<br />

• Draai de schroeven in tegenwijzerzin om ze te kunnen verwijderen. Draai ze in<br />

wijzerzin om ze weer vast te draaien.<br />

losdraaien<br />

vastdraaien<br />

• Draai enkel de schroeven los die de beschermplaat vasthouden. De overige<br />

schroeven hoeft u voor het inbouwen of verwijderen van een Wave Expansion<br />

Board niet los te draaien.<br />

• Wees voorzichtig met losgedraaide schroeven. Leg ze op een veilige plaats en<br />

laat ze vooral nooit in het inwendige van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> vallen.<br />

• Na het inbouwen of verwijderen van een Wave Expansion Board moet u weer<br />

de beschermplaat van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aanbrengen. Gebruik hiervoor de schroeven<br />

die u daarnet hebt losgedraaid.<br />

• Wees bij het inbouwen of verwijderen van een Wave Expansion Board<br />

voorzichtig dat u zich niet verwondt aan de behuizing.<br />

• Rak nooit de schakelkringen op een print of de stekkers binnenin de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

aan.<br />

• Druk een print nooit met geweld op de aansluiting. Als u hem niet kunt<br />

aansluiten, moet u hem nog eens uit de aansluiting halen en het opnieuw<br />

proberen.<br />

• Controleer na het aansluiten van een print of hij goed vastzit.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Voorbereidingen<br />

Voor het installeren van optionele Wave Expansion Boards (SR-JV80- en SRXserie)<br />

moet u de beschermplaat aan de bovenkant verwijderen. De printen van de<br />

twee series mag u niet op gelijk welke connector aansluiten:<br />

Expansion Boards van de<br />

SRX-serie<br />

moet u op de connectors EXP-E~H aansluiten. Printen van de<br />

SR-JV80-serie<br />

daarentegen mag u enkel op EXP-A~D aansluiten.<br />

Wave Expansion Boards installeren<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en alle daarop aangesloten apparaten/instrumenten<br />

uit.<br />

Verwijder de schroeven van de beschermplaat aan de bovenkant.<br />

Verwijder de beschermplaat.<br />

Draai de print zoals hierna getoond en schuif de connector van de<br />

print op de connector binnenin de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Zorg er tevens voor<br />

dat de pennen van de houders in de daarvoor voorziene openingen<br />

op de print schuiven.<br />

Aansluiting<br />

Pennen<br />

SRX-serie SR-JV80-serie<br />

Gebruik de bij de print geleverde pennendraaier om de pennen zo<br />

ver te draaien tot de print goed vastzit (een halve draai is waarschijnlijk<br />

voldoende).<br />

VAST<br />

Breng de beschermplaat weer aan en bevestig ze met de schroeven<br />

die u eerder hebt losgedraaid.<br />

Nu moet u controleren of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de ingebouwde print(en) herkent:<br />

13<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


Voorbereidingen<br />

1<br />

2<br />

14<br />

Zie “Inschakelen” op blz. 16 voor het inschakelen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

Druk op [SYSTEM] (indicator licht op) en vervolgens op [F6≈(Info)].<br />

Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />

* Als de indicator knippert, bevindt u zich in de Utility-mode. Druk dan nog een keer op<br />

[SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende indicator oplicht.<br />

3 Kijk in het display of de naam van het Wave Expansion Board<br />

naast de letter van deslot verschijnt waarop u de print hebt aangesloten.<br />

Bevat die connector geen Wave Expansion Board c.q. wordt de print niet herkend,<br />

dan wordt er voor die aansluiting —————- afgebeeld:<br />

* Als u zeker weet dat u een print op een connector hebt aangesloten waarvoor het display<br />

————— afbeeldt, zie dan “Uitschakelen” op blz. 16 om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit te schakelen en<br />

sluit de print naar behoren aan.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Voorbereidingen<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aansluiten op externe apparaten<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat geen interne versterker of luidsprekers. U moet hem dus op<br />

een externe versterker, actieve luidsprekers, een mengpaneel e.d. aansluiten om<br />

het geluid te horen. U zou echter ook met een optionele hoofdtelefoon (RH-80,<br />

RH-25 of RH-50) kunnen werken.<br />

Eindtrap<br />

Extern MIDI-instrument<br />

(klavier, sequencer enz..)<br />

naar stopcontact<br />

Mengpaneel enz. Actieve<br />

luidsprekers<br />

MIDI OUT<br />

MIDI IN 1<br />

Sluit hier een CD-ROMdrive,<br />

Zip“ enz. aan.<br />

HiFi-keten enz.<br />

Zie blz. 197.<br />

1 Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en de overige instrumenten/apparaten uit<br />

alvorens ze op elkaar aan te sluiten of de aansluitingen te verbreken.<br />

2 Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN-connector achterop<br />

de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en verbind het andere einde met een stopcontact.<br />

3 Sluit de audio- en MIDI-kabels aan zoals hierboven getoond.<br />

Gebruik audiokabels zonder weerstanden voor de audioverbindingen en hoogwaardige<br />

MIDI-kabels voor de MIDI-verbindingen. Een optionele hoofdtelefoon<br />

moet u aansluiten op de PHONES-connector.<br />

kies hier voor de<br />

A(MIX) OUTPUT-aansluitingen<br />

Stereo-hoofdtelefoon<br />

15<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


Voorbereidingen<br />

In- en uitschakelen<br />

Inschakelen<br />

Eens u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> naar behoren hebt aangesloten (zie blz. 15) kunt u hem en de<br />

overige apparaten/instrumenten inschakelen. Doe dit echter in de hier opgegeven<br />

volgorde om de luidsprekers, versterker e.d. niet onnodig te beschadigen.<br />

1 Controleer eerst even de volgende punten:<br />

• Hebt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en de overige apparaten naar behoren aangesloten?<br />

• Hebt u het volume van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, de versterker enz. op de minimumwaarde<br />

gezet?<br />

2 Schakel de aangesloten SCSI-apparaten in.<br />

3 Druk op [POWER] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in te schakelen.<br />

4 Schakel vervolgens de overige apparaten in.<br />

Uitschakelen<br />

1 Alvorens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit te schakelen moet u het volgende doen:<br />

16<br />

• Zet het volume van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, het mengpaneel, de versterker e.d. op de<br />

minimumwaarde.<br />

• Sla alle instellingen, die u later nog eens wilt gebruiken, op (zie blz. 163).<br />

2 Schakel eerst de versterker, de actieve luidsprekers enz. (d.w.z. het<br />

apparaat dat het geluid uiteindelijk weergeeft) uit.<br />

3 Druk op de [POWER]-knop van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> om hem uit te schakelen.<br />

OPGELET<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is uitgerust<br />

met een veiligheidscircuit.<br />

Na het<br />

inschakelen duurt het<br />

dus even voordat u iets<br />

hoort.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Voorbereidingen<br />

Factory Reset: fabrieksinstellingen laden<br />

Als uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet recht uit de doos komt –of als u na verloop van tijd weer de<br />

voorgeprogrammeerde instellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wilt laden–, moet u hem<br />

eerst initialiseren. Dit doet u als volgt:<br />

1 Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende indicator<br />

knippert.<br />

* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEM-mode. Druk dan nog een keer op<br />

[SYSTEM/UTILITY].<br />

2 Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 3 te selecteren.<br />

3 Druk op [F1≈(Factory)].<br />

Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />

4 Druk op [F6≈(EXEC)] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te initialiseren.<br />

Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> toch niet wilt initialiseren, moet op [EXIT] drukken. Zodra de initialisatie<br />

voltooid is, verschijnt de PATCH PLAY-pagina.<br />

* Misschien wordt op een bepaald moment de boodschap “Write Protect ON” afgebeeld.<br />

Die betrekent dat het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> beveiligd is (zie blz. 171). Om die<br />

beveiliging tijdelijk uit te schakelen moet u op [DEC] om “OFF” te kiezen en druk op<br />

[F6≈(OK)]. Druk vervolgens nog een keer op [F6≈(Factory)] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te initialiseren.<br />

De geheugenbeveiliging blijft nu uit tot u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weer uitschakelt.<br />

OPGELET<br />

Tijdens het initialiseren<br />

worden uw eigen<br />

instellingen (Patches,<br />

Performances e.d.)<br />

gewist. Als u die later<br />

nog eens nodig hebt,<br />

moet u ze eerst naar<br />

een SmartMediakaart<br />

wegschrijven c.q.<br />

als Bulk Dump naar een<br />

sequencer zenden en<br />

daar dan archiveren.<br />

17<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


Demosongs beluisteren<br />

18<br />

Demosongs beluisteren<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt geleverd met demosongs die u een goede indruk geven van<br />

wat u er allemaal mee kunt doen. Laten we die dus eerst beluisteren.<br />

1 Houd [EXIT] ingedrukt, terwijl u op [√] drukt.<br />

2 Kies met [ß] of [†] de demosong die u wilt beluisteren.<br />

Kies “Chain of Songs” om alle demosongs na elkaar af te spelen.<br />

3 Start de weergave door op [F6≈(Start)] te drukken.<br />

4 Met [F5≈(Stop)] kunt u de weergave weer stoppen.<br />

5 Druk op [EXIT] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weer “normaal” te kunnen gebruiken.<br />

* De data van de demosongs worden niet naar de MIDI OUT-connector van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

uitgestuurd.<br />

* Zolang de DEMO PLAY-pagina wordt afgebeeld, ontvangt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> geen MIDIdata.<br />

OPGELET<br />

Alle rechten voorbehouden.<br />

Deze demosongs<br />

mogen enkel in<br />

de privésfeer worden<br />

afgespeeld. Het gebruik<br />

van dit materiaal in het<br />

openbaar c.q. het verdelen<br />

ervan, in welke<br />

vorm dan ook, vormt<br />

een inbreuk op het<br />

auteursrecht en de<br />

copyright-wetgeving.


En dan nu muziek…<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> En dan nu muziek…<br />

De klanken van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heten “Patches”. Deze bestaan uit een aantal bouwstenen<br />

die verderop worden voorgesteld. Maar dat wilt u hier waarschijnlijk nog<br />

niet weten. Laten we dus eerst kijken hoe je Patches kiest. In de regel hebt u voor<br />

het aansturen van die Patches een externe MIDI-stuurbron nodig. Hij biedt echter<br />

ook de volgende handige functie:<br />

Phrase Preview: Patches met een riedeltje<br />

beluisteren<br />

Als u geen zin hebt om zelf te spelen, kunt u dit aan de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> overlaten door<br />

gebruik te maken van de Phrase Preview-functie. Die functie bevat een aantal riedeltjes<br />

die perfect passen bij bepaalde Patch-types en dus een betere indruk<br />

geven van hoe die Patches uiteindlijk klinken.<br />

1 Druk op [PATCH] (indicator licht op) om naar de PATCH PLAYpagina<br />

te gaan.<br />

2 Houd de [VOLUME]-regelaar ingedrukt.<br />

U hoort nu het riedeltje dat het best bij de momenteel gekozen Patch past. Laat de<br />

regelaar weer los om de weergave te stoppen.<br />

Met de [VALUE]-regelaar en [DEC] [INC] kunt u andere Patches kiezen. Verder kunt<br />

u de volgende knoppen gebruiken:<br />

* De akkoordenriedeltjes lijken nergens op wanneer u een Patch kiest waarvoor u<br />

“MONO” als Key Assign Mode hebt gekozen (zie blz. 114).<br />

OPGELET<br />

Sommige Patches (of<br />

Rhythm Sets op de<br />

<strong>XV</strong>-88) worden eventueel<br />

in een te hoog/te<br />

laag octaaf weergegeven.<br />

Druk in voorkomend<br />

geval op [ß]/[†]<br />

om een ander octaaf te<br />

kiezen. Zie ook “Octave:<br />

transponeren in<br />

octaafstappen” op<br />

blz. 52.<br />

19<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


En dan nu muziek…<br />

Patch Finder: Patches volgens categorie kiezen<br />

20<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat een indrukwekkend aantal Patches, zodat de zoektocht naar de<br />

benodigde klank wel eens iets langer zou kunnen duren dan u denkt… ware het<br />

niet dat er ook een pienter systeem is om met categorieën te werken. Daarvan zijn<br />

er 38, die in 10 groepen onderverdeeld zijn (zie blz. 51).<br />

1 Druk op [PATCH] (indicator licht op) om naar de PATCH PLAYpagina<br />

te gaan.<br />

2 Druk op [PATCH≈FINDER] (indicator licht op).<br />

Kies met [ß]/[†] de gewenste categorie (zie ook blz. 51).<br />

Met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] kunt u nu Patches binnen de geselecteerde<br />

categorie kiezen. Om nog meer informatie in te winnen doet u het volgende:<br />

3 Druk op de [VALUE]-regelaar.<br />

4 Kies met de [VALUE]-regelaar een groep.<br />

5 Druk op [F6≈(Select)] om het Category-venster te openen.<br />

6 Kies met de [VALUE]-regelaar een categorie en druk op [F6≈(Select)]<br />

om te zorgen dat er een overzicht van alle bij deze categorie behorende<br />

Patches wordt afgebeeld (in groepen van 10).<br />

7 Breng de cursor met de [VALUE]-regelaar naar de benodigde Patch.<br />

Hiervoor kunt u ook [√][ß][ß] [†] gebruiken.<br />

8 Druk op [VALUE]-regelaar (SOUND LIST) om terug te keren naar de<br />

PATCH PLAY-pagina.<br />

OPGELET<br />

Druk op de [VOLUME]regelaar<br />

(PHRASE<br />

PREVIEW) om het bijbehorende<br />

riedeltje af<br />

te spelen.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Phrase Preview: Patches met een riedeltje beluisteren<br />

9 Druk nog een keer op [PATCH≈FINDER] om te zorgen dat de indicator<br />

weer dooft.<br />

Wat is een Patch (en wat zijn Tones)?<br />

Een “Patch” is de kleinste klankeenheid die u voor het muziekmaken kunt<br />

gebruiken. Per Patch kunt u vier Tones aansturen. Hoe meer Tones een Patch<br />

bevat, hoe “voller” het geluid wordt. Het leuke aan de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is dat u die<br />

Tones aan afzonderlijke klavierzones kunt toewijzen, zodat u reeds op Patchniveau<br />

met splits kuntwerken. Een net zo muzikantvriendelijke toepassing is<br />

het gebruik van zgn. “Velocity Switches” waarbij u van de ene Tone naar de<br />

andere overschakelt door gewoon harder of zachter aan te slaan.<br />

Hoewel u ook Patches kunt editen (en hoewel dit een belangrijke invloed op<br />

het geluid heeft), houden de belangrijkste “klankparameters” verband met de<br />

Tones. Hieruit valt al op te maken dat u elke Tone van een Patch apart kunt<br />

editen.<br />

Zoals gezegd, biedt elke Patch vier Tones (1~4) die u afzonderlijk kunt editen.<br />

Dat geldt zelfs voor het effectaandeel en voor de uitgangstoewijzing.<br />

Natuurlijk is het ook mogelijk om enkel de daadwerkelijk benodigde Tones in<br />

te schakelen en de overige 3 (2 of 1) Tone(s) uit te schakelen.<br />

Patch<br />

Tone<br />

1<br />

Tone<br />

2<br />

Tone<br />

3<br />

Tone<br />

4<br />

Voorbeeld 1: seze Patch gebruikt maar<br />

1 Tone (2~4 zijn uitgeschakeld)<br />

Patch<br />

Tone<br />

1<br />

Tone<br />

2<br />

Tone<br />

3<br />

Tone<br />

4<br />

Voorbeeld 2: deze Patch spreekt alle<br />

vier de Tones aan.<br />

Verder zijn er “Multi-Partial Patches” die uit zgn. Partials bestaan. Eén Patch<br />

kan er zo maximaal 88 bevatten (1 per MIDI-noot). Daar horen, naast golfvormen,<br />

ook een reeks parameters bij. Wanneer u een Patch van een sampler van<br />

de S-700-serie laadt, wordt die automatisch als “Multi-Partial Patch”<br />

beschouwd.<br />

Wat is een Partial?<br />

Partials zijn combinaties van maximaal vier samples plus een reeks parameters<br />

(bv. de begin en einde van de “Loop”). Dit zijn dus de bouwstenen van “Multi-<br />

Partial Patches”.<br />

21<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


En dan nu muziek…<br />

Patches uit de “Sound List” kiezen<br />

22<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan ook een lijst van de beschikbare Patches afbeelden, zodat u ook<br />

op deze manier sneller bij de benodigde Patch terechtkomt.<br />

1 Zorg er eerst voor dat de PATCH PLAY-pagina wordt afgebeeld<br />

(druk op [PATCH]).<br />

2 Kijk even of de [PATCH≈FINDER] uit is en druk erop als dat niet het<br />

geval is.<br />

3 Druk op de [VALUE]-regelaar (SOUND LIST).<br />

Nu verschijnt er een venster dat tien Patches bevat. Daarin komt ook de naam van<br />

de momenteel geselecteerde Patch voor.<br />

[F3≈(–Bank)]/[F4≈(+Bank)]: Dienen voor het kiezen van een andere bank.<br />

[F5≈(-10)]/[F6≈(+10)]: Laten toe om de volgende groep van 10 Patches op te roepen.<br />

4 Breng de cursor met de [VALUE]-regelaar of [√][ß][ß][†] naar de<br />

gewenste Patch.<br />

5 Druk op de [VALUE]-regelaar om het Sound List-venster weer te<br />

sluiten.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere mode kiezen<br />

Belangrijkste functies voor het werken met de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

VALUE-regelaar<br />

INC/DEC-knoppen<br />

Zolang de PATCH PLAY-pagina wordt afgebeeld:<br />

Werken met de [VALUE]-regelaar<br />

Draai aan de [VALUE]-regelaar om de benodigde Patch te selecteren. Als u hem<br />

indrukt, terwijl u eraan draait, gaat u in stappen van tien Patches vooruit of achteruit<br />

(hetzelfde resultaat bereikt u door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u aan<br />

de [VALUE]-regelaar draait).<br />

Patches kiezen met de [DEC] [INC] knoppen<br />

Druk op [DEC] of [INC] om de vorige of volgende Patch te kiezen. U kunt deze<br />

knoppen ook ingedrukt houden om sneller naar een Patch met een beduidend<br />

groter of kleiner nummer te haan.<br />

Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [DEC] [INC] drukt om in stappen van tien achteruit<br />

of vooruit te gaan.<br />

Als u [DEC] of [INC] ingedrukt houdt, kunt u sneller voor- of achteruit gaan. Maar<br />

in dat geval stopt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> sowieso even aan het begin (001) van de huidige of<br />

de volgende bank (A~H). Om dan verder te gaan moet u de betreffende knop nog<br />

eens indrukken.<br />

Andere mode kiezen<br />

SHIFT-knop<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> werkt niet enkel met Patches, maar heeft ook Performances en<br />

Rhythm Sets aan boord. En bovendien zit er een GM-mode op. Laten we dus even<br />

stilstaan bij de modes.<br />

De benodigde mode kiest u met één van de volgende knoppen:<br />

[PERFORM]: Deze knop laat toe om de Performance-mode op te roepen. De Performance-mode<br />

is bedoeld voor het multitimbrale gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of om<br />

verschillende Patches samen (als Layers of multitimbraal) aan te sturen.<br />

Wat is een Performance?<br />

Performances laten toe om maximaal 32 verschillende Patches en Rhythm Sets<br />

tegelijk aan te sturen (de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is dus “32-Parts multitimbraal”).<br />

[PATCH]: Via deze knop kiest u de Patch-mode. Hier kunt u telkens één Patch (een<br />

verzameling van maximaal vier Tones) aansturen. In wezen doet de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in<br />

deze mode dienst als één instrument, terwijl hij in de Performance-mode als<br />

“orkest” kan fungeren.<br />

23<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


En dan nu muziek…<br />

24<br />

[RHYTHM]: Druk op deze knop om de Rhythm-mode op te roepen. Die laat toe om<br />

te drummen, waarbij dan aan elke noot een andere slagwerkklank is toegewezen.<br />

Dit is dus de tegenhanger van de Patch-mode, omdat u hier enkel en alleen kunt<br />

drummen. U kunt echter ook in de Performance-mode met een Rhythm Set werken<br />

en de melodische partijen van de Parts/Patches voorzien van een ritmische<br />

begeleiding. In de Rhythm-mode hebben we het niet over “Patches”, maar over<br />

“Rhythm Sets”.<br />

Wat is een Rhythm Set?<br />

Rhythm Sets zijn verzamelingen van slagwerkklanken (drums en percussie)<br />

die u kunt bespelen door verschillende toetsen in te drukken. In tegenstelling<br />

tot een Patch wijst een Rhythm Set aan elke noot/toets een andere klank toe,<br />

zodat u geen melodieën kunt spelen. In ruil daarvoor stuurt u met de ene<br />

toets/noot de basdrum, met de volgende de Snare, met nog een andere de<br />

HiHat aan enz. In zekere zin biedt een Rhythm Set evenveel Splits als er noten<br />

worden ondersteund (maximaal 71). Trouwens… een Snare-melodie zal in de<br />

regel toch nergens op slaan.<br />

[GM]: In tegenstelling tot wat deze knop laat vermoeden, kiest u hiermee de General<br />

MIDI 2-mode (dus niet louter “General MIDI”). Het General MIDI-systeem<br />

( ) omvat een reeks aanbevelingen voor het overbruggen van de verschillen<br />

tussen de verschillende klankopwekkingssystemen. Hierbij horen alle MIDIfuncties<br />

waarover een GM-compatibel instrument moet beschikken. Klankbronnen,<br />

die aan deze voorschriften beantwoorden, zijn voorzien van het General<br />

MIDI-logo. Dat is ook voor data het geval die voor dit soort klankbronnen werden<br />

geprogrammeerd. Zo bent u er zeker van dat een GM-compatibel stuk op<br />

elke GM-klankbron ongeveer hetzelfde klinkt.<br />

De aanbevelingen van het opwaarts compatibele General MIDI 2-systeem ( )<br />

gaan nog een grote stap verder dan het oorspronkelijke General MIDI-formaat.<br />

GM2 garandeert een bredere waaier aan expressieve mogelijkheden en een nóg<br />

verder doorgedreven compatibiliteit. Functies, die General MIDI buiten beschouwing<br />

laat, waaronder parameters voor het veranderen (“editen”) van klanken,<br />

zijn nu eveneens vastgelegd. Bovendien moet een GM2-compatibel instrument<br />

een groter aantal interne klanken bevatten. General MIDI 2-compatibele klankbronnen<br />

kunnen niet alleen GM2-, maar ook GM-muziekdata precies volgens<br />

verwachting weergeven. Links en rechts wordt de eerste versie van General MIDI<br />

ook wel “General MIDI (Level) 1” genoemd. Dat is inzoverre een slimme zet,<br />

omdat je dan meteen weet dat men het duidelijk niet over General MIDI 2 heeft.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere mode kiezen<br />

Werken met “Sound Libraries”<br />

De Patches, Performances en Rhythm Sets van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevinden zich in<br />

aparte delen van het geheugen. Deze “delen” heten Sound Libraries. Dit zijn verzamelingen<br />

die u via de volgende vier knoppen bereikt: USER, CARD, PRESET<br />

en EXP.<br />

Door op één van deze knoppen te drukken roept u dus de betreffende Sound<br />

Library/Group op. De reden waarom het woordje “bank” hier niet wordt gehanteerd<br />

is dat elke Sound Library/Group al een aantal banken bevat. Maar laten we<br />

eerst kijken welke data er zich in de verschillende Sound Libraries/Groups<br />

bevinden:<br />

USER: Dit gedeelte is voorbehouden aan uw eigen creaties (Patches, Performances,<br />

Rhythm Sets).<br />

CARD: Deze Sound Library/Group kunt u enkel selecteren na een geformatteerde<br />

SmartMedia-kaart in de MEMORY CARD-poort gestopt te hebben. Hier<br />

vindt u de banken CD-A~H.<br />

PRESET: Hier vindt u alle voorgeprogrammeerde Patches, Performances en<br />

Rhythm Sets. Die kunt u weliswaar editen, maar u kunt geen eigen creaties in<br />

deze geheugens opslaan.<br />

EXP: Deze Sound Library/Group biedt toegang tot de Patches en Rhythm Sets<br />

van een Wave Expansion Board. Voorwaarde hiervoor is echter wel dat u minstens<br />

één Wave Expansion Board hebt ingebouwd (zie blz. 12). Er zijn twee soorten<br />

Wave Expansion Boards: die van de SR-JV80-serie (die ook compatibel is met<br />

bv. een JV-2080) en die van de SRX-serie (voorlopig voor de <strong>XV</strong>-3080, <strong>XV</strong>-88 en<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>).<br />

Banken: EXP-A~D (SR-JV80) en EXP-E & H (SRX)<br />

Ziehier wat de verschillende Sound Libraries kunnen bevatten:<br />

PATCH RHYTHM PERFORM<br />

USER 1~128 1, 2, 3, 4 1~64<br />

CARD * * *<br />

PR-A 1~128 1, 2 1~32<br />

PR-B 1~128 1, 2 1~32<br />

PR-C 1~128 1, 2 —<br />

PR-D 1~128 1, 2 —<br />

PR-E 1~128 1, 2 —<br />

PR-F 1~128 1, 2 —<br />

PR-G 1~128 1, 2 —<br />

PR-H 1~256 1, 2, 3, 4 —<br />

XP-A * * —<br />

: : : :<br />

XP-H * * —<br />

–: Niets *: naar gelang het gekozen type<br />

25<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


En dan nu muziek…<br />

Klanken via MIDI aansturen<br />

26<br />

Voor de <strong>XV</strong>-3080 is het natuurlijk van groot belang om er een MIDI-klavier of<br />

sequencer op aan te sluiten om hem te kunnen gebruiken.<br />

MIDI-klavier aansluiten<br />

Sluit het MIDI-klavier (of de sequencer) als volgt op de <strong>XV</strong>-3080 aan:<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

MIDI-klavier<br />

MIDI-kanalen instellen<br />

MIDI IN<br />

MIDI OUT<br />

De communicatie tussen het klavier en de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> werkt alleen wanneer het<br />

zendkanaal van het klavier overeenkomt met het ontvangstkanaal van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (1 kanaal in de Patch-/Rhythm Set-mode, 16 kanalen in de Performancemode).<br />

1 Zorg dat het externe MIDI-klavier op kanaal “1” zendt.<br />

De betreffende parameter heet waarschijnlijk “Tx Channel” of “Transmit Channel”.<br />

Zie de handleiding van het gebruikte klavier.<br />

2 Druk op [PATCH] (indicator moet oplichten).<br />

Speel nu op het externe MIDI-klavier en ga na of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> iets weergeeft.<br />

3 Druk op [SYSTEM] (indicator moet oplichten).<br />

4 Druk op [F3≈(MIDI)].<br />

Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />

5 Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Patch/Rhy Rx Channel”.<br />

OPGELET<br />

Na het initialiseren<br />

(Factory Reset) wordt<br />

dit kanaalnummer<br />

weer op “1” gezet.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />

6 Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] MIDI-kanaal “1”.<br />

7 Druk op [EXIT].<br />

De <strong>XV</strong>-3080 geeft nu alles weer wat u op MIDI-klavier speelt. (Als u een sequencer<br />

gebruikt, moet u zorgen dat het gewenste spoor op MIDI-kanaal “1” zendt.)<br />

Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />

Een verzameling van Patches en/of Rhythm Sets (maximaal 32), die samen kunnen<br />

worden aangestuurd, noemen we een “Performance”.<br />

Performance<br />

Part 1<br />

Part11<br />

Part 10<br />

4Tone Patch,<br />

Multi Percial Patch<br />

of Rhythm set<br />

Part 9<br />

4Tone Patch,<br />

Multi Percial Patch<br />

of Rhythm set<br />

Part 32<br />

Als u aan verschillende Patches binnen een Performance hetzelfde MIDI-kanaal<br />

toewijst, weerklinken ze telkens samen wanneer u op het externe klavier speelt.<br />

Dat zorgt dus voor een stapel van geluid die in het Engels Layer heet.<br />

Een en ander gaan we hier uitproberen met de Performance “PR-B:01 Dulcimar&Gtr”.<br />

Performance “PR-B:01 Dulcimar&Gtr” kiezen<br />

1 Druk op [PERFORM] (indicator moet oplichten).<br />

2 Druk op [PRESET] en vervolgens op [B].<br />

In het display ziet u nu dat er een Performance van de Sound Library Preset-B<br />

actief is:<br />

3 Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de Performance<br />

“PR-B:001 Dulcimar&Gtr” als die nog niet wordt afgebeeld.<br />

Speel op het (externe) klavier. U hoort nu telkens twee Patches (namelijk degene<br />

die aan de Parts 1 en 2 toegewezen zijn).<br />

OPGELET<br />

Door op de [VALUE]regelaar<br />

(SOUND LIST)<br />

te drukken kunt u de<br />

benodigde Performance<br />

uit een lijst selecteren.<br />

Dit is hetzelfde<br />

als voor Patches (zie<br />

blz. 22).<br />

27<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


En dan nu muziek…<br />

Parts in-/uitschakelen<br />

28<br />

Wet hadden het er daarnet al over dat de “Parts” de muzikanten (MIDI-kanalen)<br />

zijn die een bepaald instrument (Patch/Rhythm Set) bespelen. Ziehier wat u<br />

moet doen om te zorgen dat een bepaalde Part van een Performance niet meer<br />

klinkt. We werken wel met de zonet gekozen Performance (“PR-B:001 Dulcimar&Gtr”).<br />

In deze Performance zijn de Parts 1, 2 en 10 actief. Laten we Part 2 uitschakelen:<br />

1 Kies de Performance “PR-B:001 Dulcimar&Gtr”.<br />

2 Druk op [RX] (indicator moet oplichten).<br />

3 Zorg dat de [1-16/17-32]-indicator uit is en druk op PART SELECT<br />

[2/18].<br />

4 Druk deze knop nog een keer in om Part 2 weer te activeren.<br />

Andere Patches aan de Parts toewijzen<br />

Natuurlijk kunt u ook andere Patches aan de Parts toewijzen.<br />

Bij wijze van voorbeeld gaan we hier de Patch “018 (Slap Bass)” aan Part 2 van de<br />

Performance “PR-A:01Seq:Template” toewijzen.<br />

Om toegang te hebben<br />

tot de Parts 17~32 moet<br />

u op [1-16/17-32] drukken<br />

om te zorgen dat<br />

de bijbehorende indicator<br />

oplicht. Druk vervolgens<br />

op de benodigde<br />

PART SELECT-knop<br />

[1/17]~[16/32].


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />

1 Druk (indien nodig) op [PERFORM] en kies op de PERFORM PLAYpagina<br />

de Performance “PR-A:01Seq:Template”.<br />

2 Druk op [F3≈(PART)].<br />

3 Kijk even of de [1-16/17-32]-indicator uit is en druk op PART<br />

SELECT [2/18] om Part 2 te kiezen.<br />

De bijbehorende indicator licht op en het Part-nummer verschijnt boven links in<br />

het display. Voor het kiezen van een andere Part kunt u nu de [VALUE]-regelaar<br />

gebruiken.<br />

4 Breng de cursor met [ß] of [†] naar “Patch/Number”.<br />

5 Kies met de [VALUE]-regelaar de Patch “018” (Slap Bass).<br />

Speel een paar noten op het externe MIDI-klavier om te weten te komen hoe deze<br />

Patch klinkt.<br />

* Als u nu op [UNDO] drukt, keert de geselecteerde Part terug naar de oorspronkelijk<br />

geselecteerde Patch.<br />

6 Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFORM Play-Pagina.<br />

MIDI-kanalen van de Parts<br />

1 Kies eerst de Performance die u nodig hebt.<br />

2 Druk op [F4≈(MIDI)].<br />

Het display beeldt nu de Part MIDI-pagina af.<br />

3 Kies met PART SELECT [1/17]~[16/32] de Part wiens MIDI-kanaal u<br />

wilt wijzigen.<br />

Om toegang te hebben tot de Parts 17~32 moet u op [1-16/17-32] drukken om te<br />

zorgen dat de bijbehorende indicator oplicht. Druk vervolgens op de benodigde<br />

PART SELECT-knop [1/17]~[16/32].<br />

De indicator knippert en het nummer van de geselecteerde Part verschijnt linksboven<br />

in het display.<br />

4 Breng de cursor met [ß] of [†] naar “Receive Channel”.<br />

5 Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het nummer van het<br />

gewenste MIDI-kanaal in.<br />

6 Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFORM Play-pagina.<br />

Op de PERFORM Playpagina<br />

kunt u de benodigde<br />

Part ook met [√]<br />

of [®] kiezen. Het nummer<br />

van de Part en de<br />

naam van de daaraan<br />

toegewezen Patch of<br />

Rhythm Set verschijnen<br />

in de bovenste display-regel.<br />

Om toegang te hebben<br />

tot de Parts 17~32 moet<br />

u op [1-16/17-32] drukken<br />

om te zorgen dat<br />

de bijbehorende indicator<br />

oplicht. Druk vervolgens<br />

op de benodigde<br />

PART SELECT-knop<br />

[1/17]~[16/32].<br />

29<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


En dan nu muziek…<br />

Werken met Splits (gescheiden zones)<br />

30<br />

Een andere toepassing van de Performances is dat u kunt zorgen dat de Parts<br />

maar op bepaalde nootnummers reageren, zodat u met de linker hand een andere<br />

Patch kunt aansturen dan met de rechter hand. U moet dan zorgen dat beide<br />

Parts op hetzelfde MIDI-kanaal ontvangen en met Key Range Lower en Upper het<br />

nootbereik zo instellen dat deze Parts nooit samen klinken. U kunt natuurlijk ook<br />

meer dan één Split programmeren om over verschillende zones te beschikken.<br />

(Bovendien kunt u meer dan één Part aan de linker en/of rechter helft toewijzen.)<br />

Het splitprincipe wordt hier uitgelegd aan de hand van de Performance “PR-B:<br />

29 Organ/Lead”.<br />

1 Druk op [PERFORM] (indicator moet oplichten).<br />

2 Druk op [PRESET] (indicator moet oplichten).<br />

3 Druk op [B] om te zorgen dat hij oplicht. Het display ziet er nu<br />

ongeveer als volgt uit:<br />

4 Kies met de [VALUE]-regelaar “29”.<br />

Speel op het MIDI-klavier (zet diens MIDI-zendkanaal op “1”). In deze Performance<br />

worden twee Parts (2 en 3) aangesproken – maar niet samen (d.w.z. als<br />

Layer). Het nootbereik van deze twee Parts staat namelijk als volgt ingesteld:<br />

Part 2: C4~G9<br />

Part 3: C–1~B3


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />

Key Range: nootbereik van de Parts instellen<br />

De geselecteerde Performance is dus al gesplit – maar misschien niet op de<br />

gewenste plaats. Laten we het bereik van de Parts 2 en 3 daarom op respectievelijk<br />

C5~G9 (Part 2) en C–1~B4 (Part 3) zetten. (U kunt echter ook andere waarden<br />

kiezen.)<br />

1 Selecteer de Performance “PR-B:29 Organ/Lead”.<br />

2 Druk op [F2≈(K.Range)].<br />

3 Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de “K.L”-waarde van Part 2.<br />

4 Kies met de [VALUE]-regelaar “C5”.<br />

5 Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de “K.U”-waarde van Part 3.<br />

6 Kies met de [VALUE]-regelaar “B4.”<br />

7 Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFORM PLAY-pagina.<br />

Speel een paar noten op het externe MIDI-klavier om uw kersverse Split te controleren.<br />

31<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


En dan nu muziek…<br />

Via MIDI Patches kiezen en andere instellingen<br />

wijzigen<br />

Patches/Rhythm Sets via MIDI kiezen<br />

32<br />

Omdat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een MIDI-compatibele module is, kunt u er ook vanop<br />

afstand voor zorgen dat hij op het juiste moment een andere Patch (of Rhythm<br />

Set) kiest – dit lukt zelfs voor de Parts van een Performance.<br />

Voor het volgende moet u zorgen dat het externe MIDI-apparaat op MIDI-kanaal<br />

“1” zendt (of op het kanaal dat u aan “Patch/Rhy Rx Ch”, blz. 26, hebt toegewezen).<br />

Bij wijze van voorbeeld tonen we u hier hoe u de Patch “PR-A:002 Bright<br />

Piano” via MIDI kunt kiezen.<br />

1 Verbind de MIDI OUT-connector van het externe MIDI-klavier/de<br />

sequencer met de MIDI IN-aansluiting van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

2 Druk op [PATCH] (indicator licht op).<br />

3 Zorg dat het externe MIDI-instrument op het ontvangstkanaal van<br />

de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zendt (zie blz. 26).<br />

Aangezien we de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> eerder geïnitialiseerd hebben, luidt zijn ontvangstkanaal<br />

op dit moment (waarschijnlijk) “1”.<br />

4 Zendt nu eerst CC00 met de waarde “87” naar de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

Om een andere Rhythm Set te kiezen moet u een CC00-commando met de<br />

waarde “86” zenden.<br />

5 Zendt nu een CC32-commando met de waarde van de benodigde<br />

bank (zie de tabel verderop). Hier is dat “64.”<br />

6 Zend tenslotte een MIDI-programmanummer (“2”)<br />

In het display ziet u nu dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de gevraagde Patch (hier “PR-A:002<br />

Bright Piano”) gekozen heeft.<br />

* De Patches en Rhythm Sets hebben de volgende MIDI-adressen:<br />

Patches Banknummers<br />

Group Number CC00 CC31 Programmanummer<br />

USER 001~128 87 00 001~128<br />

PR-A 001~128 87 64 001~128<br />

PR-B 001~128 87 65 001~128<br />

PR-C 001~128 87 66 001~128<br />

PR-D 001~128 87 67 001~128<br />

PR-E 001~128 87 68 001~128<br />

PR-F 001~128 87 69 001~128<br />

PR-G 001~128 87 70 001~128<br />

CD-A 001~128 87 32 001~128<br />

: : : ::<br />

CD-H 001~128 87 39 001~128<br />

XP-A *1 *1 *1 *1<br />

: : : : :<br />

XP-H *1 *1 *1 *1<br />

* 1 Verschilt naar gelang het geïnstalleerde Wave Expansion Board. Ook de Wave


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verschillende Patches samen aansturen (Layer)<br />

Expansion Boards hebben vaste banknummers. Bovendien heeft elke print zijn eigen<br />

bankadres (CC00 en CC32):<br />

SR-JV80-serie Patch-nr. CC00 CC32<br />

SR-JV80-01 1~128 89 00<br />

SR-JV80-01 129~256 89 01<br />

SR-JV80-02 1~128 89 02<br />

SR-JV80-02 129~256 89 03<br />

:<br />

SR-JV80-65 1~128 91 00<br />

SR-JV80-65 129~256 91 01<br />

* De adressen van de SRX-serie vindt u in de handleiding van de gebruikte print(en).<br />

Rhythm Sets<br />

Bankadres<br />

Groep Nummer CC00 CC32 Programmanummer<br />

USER 1, 2, 3, 4 86 00 1, 2, 3, 4<br />

PR-A 001, 002 86 64 001, 002<br />

PR-B 001, 002 86 65 001, 002<br />

PR-C 001, 002 86 66 001, 002<br />

PR-D 001, 002 86 67 001, 002<br />

PR-E 001, 002 86 68 001, 002<br />

PR-F 001, 002 86 69 001, 002<br />

PR-G 001, 002 86 70 001, 002<br />

CD-A 1, 2, 3, 4 86 32 1, 2, 3, 4<br />

: : : : :<br />

CD-H 1, 2, 3, 4 86 39 1, 2, 3, 4<br />

XP-A *1 *1 *1 *1<br />

: : : : :<br />

XP-H *1 *1 *1 *1<br />

* 1 Verschilt naar gelang het geïnstalleerde Wave Expansion Board. Ook de Wave<br />

Expansion Boards hebben vaste banknummers. Bovendien heeft elke print zijn eigen<br />

bankadres (CC00 en CC32):<br />

SR-JV80-serie Rhythm Set CC00 CC32<br />

SR-JV80-01 1~128 88 00<br />

SR-JV80-01 129~256 88 01<br />

SR-JV80-02 1~128 88 02<br />

SR-JV80-02<br />

:<br />

129~256 88 03<br />

SR-JV80-65 1~128 90 00<br />

SR-JV80-65 129~256 90 01<br />

* De adressen van de SRX-serie vindt u in de handleiding van de gebruikte print(en).<br />

Performances via MIDI kiezen<br />

U kunt ook Performances via MIDI kiezen. Het principe is in wezen identiek aan<br />

dat voor de keuze van Patches/Rhythm Sets. De belangrijke verschillen zijn echter:<br />

• U moet de banknummers en het programmanummer op het Performance Ctrl-Ch<br />

zenden (bij levering/na het initialiseren is dit MIDI-kanaal 16).<br />

• U moet op [PERFORM] drukken (indicator moet oplichten) om te zorgen dat de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich in de Performance-mode bevindt.<br />

• U moet een CC00-commando met de waarde 85 zenden.<br />

Eén en ander gaan we hier uitproberen met de Performance “PR-A:02 Seq:Pop”.<br />

1 Verbind de MIDI OUT-connector van het externe MIDI-klavier/de<br />

sequencer met de MIDI IN-aansluiting van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

2 Druk op de [PERFORM]-knop (indicator licht op).<br />

33<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


En dan nu muziek…<br />

34<br />

Het display beeldt nu de PERFORM Play-pagina af:<br />

3 Zet het zenkanaal van het externe instrument op “16”.<br />

Zie hiervoor de handleiding van het gebruikte externe instrument.<br />

4 Zend een CC00-commando met waarde “85” naar de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

5 Zend vervolgens een CC32-commando met de waarde die aan de<br />

benodigde bank is toegewezen (hier “64”).<br />

6 Zend het programmanummer van de benodigde Performance<br />

(hier “2”).<br />

De Performance-naam in het display verandert nu in “PR-A:02 Seq:Pop”.<br />

De Performances van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hebben de volgende MIDI-adressen:<br />

Performances<br />

Bankkeuze<br />

Groep Nummer CC00 CC32 Programmanummer<br />

USER 001~064 85 00 001~064<br />

PR-A 001~032 85 64 001~032<br />

PR-B 001~032 85 65 001~032<br />

CD-A 001~064 85 32 001~064<br />

: : : : :<br />

CD-H 001~064 85 39 001~064


Effecten gebruiken<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effecten gebruiken<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat drie effectblokken die ervoor zorgen dat de Patches (Performances<br />

en Rhythm Sets) nóg beter klinken. De instellingen voor deze effecten<br />

kunnen per Patch (of Performance) worden opgeslagen, wat dus ook betekent dat<br />

elke Patch meteen van de juiste effecten kan worden voorzien.<br />

Hier gaan we u alleen tonen hoe u de effectblokken in en uit kunt schakelen. De<br />

hier gekozen status van de effectblokken geldt voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n geheel: dus<br />

voor alle Patches, maar bovendien ook voor de Performances, Rhythm Sets en de<br />

GM-mode. Deze parameters staan dus nog boven de modes (Performance, Patch,<br />

Rhythm Set, GM).<br />

1 Druk op [EFFECTS≈ON/OFF] (indicator licht op).<br />

Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />

2 Druk op [F1]~[F5] om het betreffende effectblok uit te schakelen.<br />

Het display beeldt telkens de status van de effectblokken (“On” of “Off”) af.<br />

3 Druk nog een keer op [EFFECTS≈ON/OFF] om te zorgen dat de bijbehorende<br />

indicator weer dooft.<br />

MFX (Multi-effect)<br />

De MFX is een effectblok met 90 verschillende effecttypes (ook wel algoritmen<br />

genaamd) waarvan u er telkens één kunt kiezen. In sommige gevallen bevat één<br />

type op zich al twee effecten (bv. Chorus en Delay). Hier vindt u zowat alles tussen<br />

vervorming, Rotary en andere vaak benodigde effecten. Ook voor de MFX<br />

kunt u een Chorus- of Reverb-effect kiezen. Echt nodig is dit alleen als u met de<br />

volgende twee blokken niet toekomt. De MFX fungeert als zgn. “Insert-effect”,<br />

wat dus betekent dat hij ook het signaalpad van de toegewezen Patches beïnvloedt.<br />

* In feite bevat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> 3 dergelijke MFX-circuits. Met de functie hierboven schakelt u<br />

ze alle drie samen in en uit.<br />

Chorus<br />

Ziehier een apart effectblok waarmee u de benodigde Patches van modulatie<br />

kunt voorzien. Het meest opvallende gevolg daarvan is vaak dat de betreffende<br />

Patch “stereo” lijkt te zijn en bovendien warmer klinkt.<br />

35<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


Effecten gebruiken<br />

36<br />

Reverb<br />

Reverb tenslotte voorziet het geluid van galm, zodat het lijkt alsof de betreffende<br />

Patch in een kerk, concertzaal e.d. wordt bespeeld.<br />

EQ<br />

Ziehier een Equalizer (toonregeling) waarmee u bepaalde frequenties kunt ophalen<br />

of afzwakken.<br />

* De EQ kan voor alle uitgangen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> apart worden ingesteld. Met de hier<br />

beschreven werkwijze schakelt u echter telkens alles Equalizers in en uit.


Werken met Samples<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Werken met Samples<br />

In dit hoofdstuk komt u te weten hoe u sampledata (bv. van een optionele CD-<br />

ROM van de L-CDX-serie) kun laden en gebruiken.<br />

Hiervoor hebt u een CD-ROM-drive met SCSI-aansluiting plus minstens één<br />

SIMM nodig (deze laatste vindt u bv. in een computerzaak).<br />

* Gebruik enkel SIMMs van minstens 16MB (of liever 32MB).<br />

SIMMs installeren<br />

Voor het laden van samples moet u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> van bijkomend RAM-geheugen<br />

voorzien. Dit doet u door SIMMs te installeren. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> biedt twee SIMMaansluitingen<br />

en laat toe om maximaal 128MB (d.w.z. twee SIMMs van 64MB) te<br />

gebruiken. Als u dus uw eerste SIMM koopt, kiest u het best geen te “kleine”,<br />

want daarna hebt u nog maar één slot over. Ook al is een 64MB SIMM duurder:<br />

als u een 16MB SIMM op een later tijdstip moet vervangen, kost het nog meer<br />

(niemand wil uw 16MB SIMM nog hebben, zodat u hem zelfs niet kunt verkopen).<br />

De SIMMs die u in de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt inbouwen moeten aan de volgende voorwaarden<br />

voldoen:<br />

Aantal pennen: 72<br />

Snelheid: 60 ns of sneller<br />

Protocol: FPM of EDO<br />

Voltage: 5 V<br />

Capaciteit: 64 MB, 32 MB of 16 MB (naar keuze, met of zonder pariteit)<br />

Hoogte van de SIMM-print: 36 mm of meer.<br />

* Voor het inbouwen van SIMMs gelden dezelfde voorzorgsmaatregelen als voor het<br />

inbouwen van een Wave Expansion Board. Zie dus blz. 12.<br />

1 Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en alle daarop aangesloten apparaten uit en<br />

verbreek alle aansluitingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

2 Verwijder de afdekplaat aan de bovenkant van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

Schroeven die u moet verwijderen<br />

Een SIMM kunt u niet in gelijk welke slot stoppen: als u er meteen twee installeert,<br />

moet u ze op “A” en “B” aansluiten. Bouwt u er maar één in, dan moet u ze<br />

op “A” aansluiten.<br />

A<br />

B<br />

U kunt ook sampledata<br />

van een Akai S1000/<br />

3000 CD-ROM laden.<br />

Meer details hierover<br />

vindt u onder “Samples,<br />

golfvormen, data<br />

laden” op blz. 157.<br />

37<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


Werken met Samples<br />

3 Kijk even waar de inkeping van de SIMM zich bevindt en schuif de<br />

SIMM schuin in de slot.<br />

4 Druk de bovenkant van de SIMM-print nu zo ver tot de SIMM<br />

rechtop staat.<br />

De twee klemmen links en rechts van de print klikken nu vast en voorkomen dat<br />

de SIMM kan verschuiven.<br />

5 Herhaal de stappen 3 en 4 als u meteen een tweede SIMM wilt<br />

installeren.<br />

6 Schroef de afdekplaat weer vast aan de bovenkant van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

SIMM verwijderen<br />

38<br />

Voor het verwijderen van een SIMM moet u precies in omgekeerde volgorde te<br />

werk gaan als tijdens het inbouwen ervan (begin echter niet met het vastschroeven<br />

van de afdekplaat…).<br />

1 Duw de twee zilveren klemmen aan weerszijden van de SIMM<br />

tegelijkertijd naar buiten.<br />

De SIMM-print komt nu los te zitten, maar blijft schuin in de slot liggen.<br />

2 Haal de SIMM uit de betreffende slot.<br />

A<br />

A<br />

A<br />

OPGELET<br />

Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en<br />

alle daarop aangesloten<br />

apparaten eerst uit.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> CD-ROM-drive aansluiten<br />

Controle of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de SIMM(s) herkent<br />

1 Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator licht op).<br />

* Als de indicator knippert, bevindt u zich in de Utility-mode. Druk dan nog een keer op<br />

[SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende indicator oplicht.<br />

2 Druk op de [F6≈(Info)] knop.<br />

Het display beeldt nu de volgende pagina af:<br />

Kijk rechts of de zopas geïnstalleerde slot herkend wordt.<br />

* Als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nog geen SIMM bevat of als de geïnstalleerde SIMM niet wordt herkend,<br />

beeldt het display “----------” af.<br />

CD-ROM-drive aansluiten<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

CD-ROM-drive<br />

SCSI ID = 1 SCSI- SCSI ID = 3<br />

kabel<br />

1 Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en alle aangesloten apparaten uit.<br />

2 Verbind de CD-ROM-drive via een SCSI-kabel met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

3 Stel het SCSI-nummer (“ID”) van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> met de schakelaar op<br />

het achterpaneel in. Kies altijd een nummer dat u nog aan geen<br />

enkel ander apparaat in de SCSI-keten hebt toegewezen.<br />

* Meer details over de instelling van het SCSI-adres op de CD-ROM-drive vindt u in diens<br />

handleiding.<br />

SCSI ID<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>: 1<br />

CD-ROM-Drive: 3<br />

4 Activeer (of installeer) de terminator op de CD-ROM-drive.<br />

* Meer details hierover vindt u in de handleiding van de CD-ROM-drive.<br />

* Op blz. 204 komt u meer te weten over de dingen die u bij gebruik van de SCSIaansluiting<br />

in de gaten moet houden.<br />

Op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u<br />

de nummers “8” en “9”<br />

niet instellen.<br />

Het SCSI-nummer van<br />

de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u op<br />

de SYSTEM Info-pagina<br />

controleren (zie<br />

blz. 178).<br />

39<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


Werken met Samples<br />

Sample-Patches laden<br />

40<br />

Ziehier hoe u Patches van een optionele CD-ROM (bv. de L-CDX-serie) kunt<br />

laden. Meer bepaald gaat het om data die ook met een S-760 sampler kunnen<br />

worden geladen.<br />

1 Schakel eerst de CD-ROM-drive en vervolgens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.<br />

2 Leg de CD-ROM met de sampledata in de CD-ROM-drive.<br />

3 Druk op [DISK].<br />

Het display beeldt nu het DISK Menu af:<br />

4 Druk op [F1≈(Load)].<br />

Nu verschijnt de Load-pagina.<br />

5 Druk op [F1≈(Drive)] om het Drive-venster op te roepen.<br />

6 Kies met de [VALUE]-regelaar “SCSI3: (Volume Name)” (of het juiste<br />

SCSI-nummer van de CD-ROM-drive).<br />

7 Druk op [F6≈(OK)].<br />

In het display verschijnt nu een overzicht van de data die zich op de CD-ROM<br />

bevinden. Mappen (“folders”) worden tussen < > afgebeeld. Mappen kunt u niet<br />

laden.<br />

De aard van de mappen verschilt naar gelang de gebruikte CD-ROM.<br />

8 Kies met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of [ß][†] de map die de te laden data bevat.<br />

9 Breng de cursor met [®] naar de te laden bestanden.<br />

* Met [√] keert u terug naar het vorige (hogere) niveau.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Sample-Patches gebruiken<br />

10 Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] een te laden Patch en druk op<br />

[F5≈(Mark)] om te zorgen dat er een “✔” naast de naam van die Patch<br />

verschijnt.<br />

Om meteen alle Patches te markeren, moet u op [F4≈(Mk≈All)] drukken. Druk er nog<br />

een tweede keer op om alle Markers (selecties) weer te wissen.<br />

11 Druk op [F6≈(Select)] en vervolgens op [F6≈(Load)].<br />

Het display beeldt nu de vraag “Overwrite the following USER data. Sure?” en<br />

een lijst van de Patches in de User-groep af die tijdens het laden van de CD-ROMdata<br />

overschreven worden.<br />

In dit venster kunt u echter ook andere Patches van bestemming kiezen om te<br />

voorkomen dat Patches, die u vaak nodig hebt, overschreven worden.<br />

12 Druk hier gewoon op [F6≈(OK)] om de opgegeven Patches te overschrijven.<br />

* Om toch geen data van de CD-ROM te laden moet u op [EXIT] drukken.<br />

Sample-Patches gebruiken<br />

Patches en Performances die u van een CD-ROM laadt komen in de USER-groep<br />

terecht. Om een dergelijke Patch/Performance te kunnen gebruiken moet u<br />

hem/ze selecteren.<br />

1 Druk op [PATCH] of [PERFORM] om te zorgen dat de betreffende indicator<br />

oplicht.<br />

2 Druk op [USER] (indicator licht op).<br />

3 Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde Patch/Performance.<br />

Deze Patch/Performance (met sampledata) kunt u vanop uw MIDI-klavier aansturen.<br />

* U zou echter ook op de [VOLUME]-regelaar kunnen drukken om een paar noten te spelen.<br />

Als u een Performance geselecteerd hebt, mag u niet vergeten de juiste Part te kiezen.<br />

Om daarna weer de in<br />

de fabriek geprogrammeerde<br />

Patches te<br />

laden moet u de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> initialiseren<br />

(zie blz. 17).<br />

41<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


Lijst van favoriete Patches gebruiken<br />

Patch toewijzen aan de “Favorite List”<br />

42<br />

Lijst van favoriete Patches gebruiken<br />

Alle vaak benodigde Patches kunt u verzamelen in een “Favorite List” (althans<br />

de adressen van die Patches, niet de data). Deze Patches kunnen afkomstig zijn<br />

uit het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, van Wave Expansion Boards en van<br />

geheugenkaarten. De Favorite List kan maximaal 64 Patches bevatten.<br />

1 Ga naar de PATCH PLAY-pagina en kies een Patch di u in de<br />

Favorite List wilt opnemen.<br />

2 Druk op de [VALUE]-regelaar.<br />

Het display beeldt nu het Sound List- of Favorite List-venster af. Gaat het om de<br />

Sound List, dan moet u op [F2≈(F-List)] drukken om naar de Favorite List te gaan.<br />

3 Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de positie (01~64) binnen<br />

de Favorite List waar u de Patch aan wilt toewijzen.<br />

* Bij levering bevat de Favorite List nog geen toewijzingen.<br />

4 Druk op [F3(Regist)] om de toewijzing van de Patch aan de Favorite<br />

List op te slaan.<br />

Als u dat toch niet wilt doen, moet u op [EXIT] drukken.<br />

* Om een eerder toegewezen Patch weer uit de Favorite List te verwijderen, moet u zijn<br />

naam selecteren en op [F4≈(Remove)] drukken.<br />

5 Druk op [EXIT] of op de [VALUE]-regelaar om terug te keren naar de<br />

PATCH PLAY-pagina.<br />

Zolang deze pagina<br />

wordt afgebeeld, kunt<br />

u de geselecteerde<br />

Patch beluisteren door<br />

op de [VOLUME]-regelaar<br />

te drukken.<br />

Rhythm Sets kunnen<br />

eveneens aan de Favorite<br />

List worden toegewezen.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Lijst van favoriete Patches gebruiken<br />

Onmiddellijke toewijzing op de PATCH/RHYTHM PLAY-pagina<br />

Als u, op de PATCH/RHYTHM PLAY-pagina, op [SHIFT] drukt, verschijnt de<br />

volgende display-pagina:<br />

Nu hoeft u enkel nog op [F6≈(Register)] te drukken om de momenteel geselecteerde<br />

Patch/Rhythm Set aan het grootste Favorite List-nummer toe te wijzen<br />

waarvoor u nog geen “favoriet” gekozen hebt.<br />

De boodschap “COMPLETED” betekent dat de toewijzing uitgevoerd werden.<br />

Als de boodschap “Favorite List Full” verschijnt, was er geen vrij Favorite<br />

List-nummer weer. De nieuwe toewijzing werden dan ook niet opgeslagen.<br />

Patches via de Favorite List kiezen<br />

2<br />

1 Druk op de [VALUE]-regelaar.<br />

Het display beeldt nu de Sound List of Favorite List af. Gaat het om de Sound<br />

List, dan moet u nu nog op [F2≈(F-List)] drukken.<br />

2 Kies met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of [DEC] [INC] de benodigde Patch in de Favorite<br />

List.<br />

* Als u die Patch toch niet nodig hebt, kunt u uw keuze met [UNDO] ongedaan maken. U<br />

hoort dan weer de vorige instellingen.<br />

3 Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige pagina.<br />

43<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


Live-gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Aansturen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> via MIDI<br />

De bedoeling van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is natuurlijk dat u hem via MIDI (vanop een synthesizer,<br />

Masterkeyboard, sequencer e.d.) aanstuurt. Laten we hier even overlopen<br />

wat u daarvoor moet doen:<br />

1 Verbind de MIDI OUT-connector van het externe MIDI-klavier/de<br />

sequencer met de MIDI IN-aansluiting van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

2 Kies, indien nodig, een klank op de synthesizer.<br />

3 Kies vervolgens een Patch op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zelf (om te voorkomen<br />

dat ook de synthesizer een andere klank kiest).<br />

4 Zorg dat de MIDI-stuurbron op het MIDI-kanaal zendt waarop de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ontvangt.<br />

Als u alles naar wens hebt ingesteld, kunt u beginnen spelen.<br />

MFX-parameters via MIDI beïnvloeden<br />

44<br />

Live-gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Sommige MFX-parameters van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunnen ook via MIDI worden beïnvloed<br />

(bv. met de MODULATION-hendel, een voetschakelaar of een zwelpedaal).<br />

Bij wijze van voorbeeld tonen we u hier hoe u dat met de MODULATION-hendel<br />

van een synthesizer e.d. kunt doen.<br />

1 Kies, op de PATCH Play-pagina, de Patch “PR-A:050 Perky B”.<br />

Deze Patch gebruikt het MFX-algoritme “8: ROTARY”.<br />

2 Druk op [F6≈(Effects)].<br />

3 Druk op [F3≈(MFX≈Ctl)].<br />

4 Breng de cursor met [ß][†] naar de benodigde parameter en stel met<br />

de [VALUE]-regelaar de volgende waarden in:


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters via MIDI beïnvloeden<br />

MFX Control 1<br />

Source: MODULATION<br />

Destination: SPEED<br />

Sens: +63<br />

Speel nu op de externe stuurbron en beweeg de MODULATION-hendel: de snelheid<br />

van het Rotary-effect zou nu moeten veranderen.<br />

Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Play-pagina.<br />

45<br />

<strong>Gebruikers</strong>handboek


Live-gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

46


Referentiehandboek<br />

Van harte bedankt voor uw aankoop van de <strong>Roland</strong> <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Synthesizer<br />

Module.<br />

Alvorens met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te werken zou u de hoofdstukken “Veilig gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op<br />

blz. 3 en “Belangrijke opmerkingen” op blz. 5 moeten lezen. Daar vindt u namelijk belangrijke inlichtingen<br />

over wat u wel en niet mag doen en over het juiste gebruik. Bewaar deze handleiding<br />

op een veilige plaats op omdat u ze later beslist nog een nodig hebt.<br />

Deze oorspronkelijke engelstalige handleiding omvat drie delen: “Quick Start”, “Owner’s Manual”<br />

en “Q&A, Sound List” Die hebben we in het Nederlands samengevat tot één (vrij lijvig) boek.<br />

Het voordeel daarvan is dat u alles bij de hand hebt.<br />

* De afbeeldingen in deze handleiding berusten op de fabrieksinstellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en komen<br />

dus niet altijd overeen met wat u op uw <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Desondanks zijn we ervan overtuigd dat u meteen<br />

snapt wat de bedoeling is.<br />

Copyright © 2000 ROLAND CORPORATION


1. Voorzieningen op de panelen<br />

1.1 Frontpaneel<br />

A<br />

VOLUME-regelaar (PHRASE PREVIEW)<br />

Met deze regelaar bepaalt u het uitgangsvolume voor<br />

de A (MIX) OUTPUT-aansluitingen en de PHONESconnector.<br />

Het volume van de aansluitingen OUTPUT<br />

B, C en D kan niet worden veranderd.<br />

Druk op deze knop om een riedeltje voor de momenteel<br />

geselecteerde Patch/Part te starten. Hierdoor start<br />

u de Phrase Preview-functie (zie blz. 19).<br />

48<br />

1. Voorzieningen op de panelen<br />

PHONES-connector<br />

Sluit hier een optionele hoofdtelefoon aan als u geen<br />

versterker/mengpaneel bij de hand hebt.<br />

B<br />

Display<br />

Het display houdt u op de hoogte van wat u aan het<br />

doen bent, welke Patch enz. u gekozen hebt en hoe de<br />

parameters staan ingesteld.<br />

C<br />

[SYSTEM/UTILITY]<br />

Met deze knop selecteert u afwisselend de SYSTEMen<br />

de UTILITY-mode. Bovendien kunt u met deze<br />

knop ook weer naar de Play-pagina terugkeren na de<br />

SYSTEM- of UTILITY-mode gekozen te hebben.<br />

SYSTEM-mode (indicator licht op): In deze mode hebt<br />

u toegang tot alle functies die voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n<br />

geheel gelden.<br />

UTILITY-mode (indicator knippert): Hier vindt u handige<br />

functie bv. voor het opslaan, kopiëren en oversassen<br />

van data, het beveiligen, formateren van datakaarten,<br />

het initialiseren van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> enz.<br />

[F1]~[F6]<br />

Dit zijn knoppen wier functies afhangen van de<br />

momenteel geselecteerde display-pagina. De functies<br />

staan telkens boven de (actieve) functieknoppen vermeld.<br />

Als er naast de functienamen een “ ” symbool wordt<br />

afgebeeld, zijn er nog meer pagina’s dan u momenteel<br />

vermoedt. Druk dan op de functieknop die aan dit<br />

symbool is toegewezen om toegang te hebben tot de<br />

verborgen pagina’s.<br />

B<br />

A C<br />

D E F<br />

G<br />

H I<br />

[EXIT]<br />

Druk op deze knop om naar de vorige display-pagina<br />

terug te keren of om een geselecteerd commando e.d.<br />

toch niet uit te voeren.<br />

Houd [EXIT] ingedrukt, terwijl u op [√] drukt om de<br />

demosongs te kunnen beluisteren (zie blz. 18).<br />

D<br />

VALUE-regelaar (SOUND LIST)<br />

Met deze regelaar kunt u geheugens (Patches, Performances,<br />

Rhythm Sets) kiezen en waarden instellen. Zie<br />

ook “Belangrijkste functies voor het werken met de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op blz. 23.<br />

Als u de regelaar in de Patch/Rhythm Set-mode<br />

indrukt, verschijnt de lijst van uw favoriete Patches<br />

(zie blz. 42). Na het drukken op de [VALUE]-regelaar<br />

verschijnt er een “ ” rechtsboven in het display (van<br />

“List”).<br />

[PATCH FINDER]<br />

Met deze knop kunt u de zoektocht naar een Patch<br />

bespoedigen (blz. 20).<br />

[INC]/[DEC]<br />

Met deze knoppen kunt u de vorige c.q. volgende<br />

waarde van een geheugen een parameter e.d. instellen.<br />

Zie ook “Belangrijkste functies voor het werken met de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” op blz. 23.<br />

[√][®][ß][†]<br />

Met deze knoppen verplaatst u de cursor naar de benodigde<br />

functie of parameter.<br />

E (MODE)<br />

[PERFORM] (Performance)<br />

Druk op deze knop om de Performance-mode te activeren<br />

(blz. 23). Als u [SHIFT] ingedrukt houdt, terwijl u<br />

op [PERFORM] drukt, roept u de Part Play-mode op. Die<br />

laat toe om bepaalde Patch- en Rhythm Set-instellingen<br />

voor de Parts van een Performance naar wens in te<br />

stellen (blz. 147).<br />

[PATCH]<br />

Met deze knop selecteert u de Patch-mode (blz. 23).<br />

J


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Frontpaneel<br />

[RHYTHM] (Rhythm Set)<br />

Hiermee selecteert u de Rhythm Set-mode (blz. 23).<br />

[GM]<br />

Hiermee selecteert u de General MIDI-mode (blz. 23).<br />

F (SOUND LIBRARY)<br />

[USER]<br />

Hiermee kiest u de USER-geheugens binnen de geselecteerde<br />

mode (blz. 25).<br />

[CARD]<br />

Hiermee selecteert u de aangesloten SmartMediakaart<br />

om toegang te hebben op de Patches, Performances<br />

enz. van die kaart (blz. 25).<br />

[PRESET]<br />

Hiermee selecteert u de PRSET-geheugens (blz. 25).<br />

[EXP]<br />

Druk op deze knop om toegang te hebben tot de Patches,<br />

golfvormen e.d. van een geïnstalleerd Wave<br />

Expansion Board (blz. 25).<br />

G<br />

PART SELECT [1/17]–[16/32]<br />

Hiermee selecteert u de Part binnen de actieve Performance<br />

die u wilt editen (blz. 142). Bovendien kunt de<br />

Parts hiermee in- en uitschakelen (blz. 141).<br />

TONE SWITCH [1]~[4]<br />

Hiermee kunt u de Tones van een Patch in- en uitschakelen<br />

(blz. 112).<br />

TONE SELECT [1]~[4]<br />

Hiermee selecteert u de Tone(s) die u wilt editen<br />

(blz. 118).<br />

[A]~[H]<br />

Deze knoppen dienen voor het kiezen van een bank<br />

binnen de actieve “Sound Library”.<br />

H<br />

[SHIFT]<br />

Houd deze knop ingedrukt om de functie van<br />

bepaalde andere knoppen (en de [VALUE]-regelaar) tijdelijk<br />

te veranderen.<br />

[UNDO]<br />

Druk op deze knop om de laatst doorgevoerde wijziging<br />

weer ongedaan te maken.<br />

[DISK]<br />

Met deze knop hebt u toegang tot de Disk-mode.<br />

[EFFECTS ON/OFF]<br />

Hiermee kunt u de interne effecten (MFX, Chorus,<br />

Reverb) in- en uitschakelen (blz. 35).<br />

I<br />

MEMORY CARD-poort<br />

Hierop kunt u een optionele geheugenkaart (Smart-<br />

Media) aan sluiten (blz. 164).<br />

J<br />

[MIDI MESSAGE/RX]<br />

MIDI MESSAGE: Deze knop licht op wanneer de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MIDI-commando’s ontvangt. (Dat betekent<br />

echter nog niet dat een bepaalde Part of Patch dan<br />

klinkt: u moet n.l. zorgen dat het externe instrument<br />

op het juiste kanaal zendt.)<br />

RX: Druk op deze knop om de niet benodigde Parts in<br />

de Performance- of GM2-mode uit (of weer in) te schakelen<br />

(blz. 141).<br />

[1-16/17-32]<br />

Hiermee bepaalt u of de PART SELECT-knoppen<br />

[1/17]~[16/32] voor het kiezen van de Parts 1~16 dan<br />

wel 17~32 dienen. Wanneer hij oplicht, hebt u toegang<br />

tot de Parts 17~32.<br />

POWER-schakelaar<br />

Hiermee schakelt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in en uit.<br />

49<br />

Referentiehandboek


1. Voorzieningen op de panelen<br />

1.2 Achterpaneel<br />

K<br />

AC IN-aansluiting<br />

Sluit hier de bijgeleverde stroomkabel aan.<br />

L (MIDI)<br />

MIDI-connectors (IN 1/2, OUT, THRU)<br />

Via deze connectors kunt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op andere<br />

MIDI-apparaten aansluiten.<br />

IN 1, 2: Dienen voor het ontvangen van MIDI-data van<br />

externe MIDI-instrumenten.<br />

OUT: Dient voor het zenden van MIDI-commando’s<br />

naar een externe MIDI-instrument.<br />

THRU: De via MIDI IN1 ontvangen MIDI-commando’s<br />

worden via deze connector naar andere<br />

MIDI-instrumenten uitgestuurd (en wel in ongewijzigde<br />

vorm).<br />

M (OUTPUT)<br />

A (MIX) OUTPUT-aansluitingen (L (MONO), R)<br />

Ziehier de algemene stereo-uitgangen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

(L/R). Sluit deze aan op de ingangen van uw mengpaneel,<br />

keyboardversterker enz.<br />

Deze uitgangen worden aangesproken wanneer u de<br />

parameter “Output Mix/Parallel” op blz. 190 op MIX<br />

zet (zie verder blz. 190, 196).<br />

* Bij levering (en na het initialiseren) van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> worden<br />

de PRESET-Patches enkel naar deze aansluitingen uitgestuurd.<br />

N (OUTPUT)<br />

B, C, D OUTPUT-aansluitingen (L, R)<br />

Dit zijn de zgn. individuele uitgangen die u eveneens<br />

op uw mengpaneel, versterker e.d. kunt aansluiten (zie<br />

blz. 15). In dat geval doen ze dienst als 4 stereoparen.<br />

O (OUTPUT)<br />

INDIVIDUAL OUTPUT-connectors 1~8<br />

U kunt de zonet voorgestelde uitgangen ook individueel<br />

(dus niet als stereoparen) gebruiken. In dat geval<br />

gelden dan de benamingen onder deze connectors.<br />

50<br />

K L<br />

Q<br />

N M<br />

O<br />

P (DIGITAL AUDIO OUT)<br />

R-BUS (RMDB 2) aansluiting (OUTPUT A~D/1~8)<br />

Ziehier een digitale aansluiting voor 8 uitgangen in het<br />

24-bits formaat. Deze kunt u rechtstreeks aansluiten op<br />

bv. de <strong>Roland</strong> VM-3100Pro of een DIF-AT interface<br />

(conversie naar ADAT).<br />

Opgelet: Hier u mag enkel apparaten aansluiten die in<br />

deze handleiding uitdrukkelijk worden vermeld. Sluit<br />

hier nooit andere interfaces aan (bv. een SCSI- of<br />

RS-232C), ook al ziet deze connector er hetzelfde uit.<br />

* “RMDB II”, “RMDB 2” en “R-BUS” verwijzen naar hetzelfde<br />

protocol.<br />

WORD CLOCK IN-aansluiting (44.1/48 kHz)<br />

Deze aansluiting hebt u nodig om de digitale frequentie<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te synchroniseren met die van het<br />

Master-apparaat in uw digitale keten (BNC-type). Zie<br />

ook blz. 199.<br />

* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt enkel en alleen de sampling-frequenties<br />

44.1 en 48 kHz.<br />

S/P DIF OUT-connector<br />

Ziehier twee digitale (2-kanaals) uitgangen die beantwoorden<br />

aan het S/P DIF-formaat (“Consumer”).<br />

Plastic-kap van de OPTICAL-aansluiting: Zolang u<br />

geen kabel op de OPTICAL-connector aansluit, mag u<br />

de kap niet verwijderen. Sluit u hierop wel een kabel<br />

aan, dan moet u de kap op een veilige plaats bewaren.<br />

Zorg er wel voor dat kleine kinderen niet met deze kap<br />

kunnen spelen of hem inslikken.<br />

Q<br />

SCSI-aansluiting<br />

Ziehier een DB-25 SCSI-aansluiting waarop u een CD--<br />

ROM-drive, een externe harde schijf, een Zip-drive<br />

enz. kunt aansluiten.<br />

Met de kleine schakelaar links van deze connector<br />

kunt u het SCSI-adres van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> instellen (zie<br />

blz. 204).<br />

* De waarden “8” en “9” van de ID-schakelaar kunnen niet<br />

worden gebruikt (omdat de SCSI-standaard dit niet toelaat).<br />

P


2. Algemene dingen<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

2.1 Opmerkingen bij de<br />

Phrase Preview-functie<br />

• In de Performance-mode hoort u bij gebruik van de<br />

Phrase Preview-functie enkel de Patch die door de<br />

momenteel gekozen Part wordt aangesproken.<br />

• In de Rhythm Set-mode wordt er een kort drumfragment<br />

afgespeeld.<br />

• Als de toonomvang van een Phrase groter is dan het<br />

bereik van de aangestuurde Tone(s) van de Patch/<br />

Rhythm Set c.q. als de noten van de Phrase buiten het<br />

nootbereik van de aangestuurde Part vallen hoort u<br />

die noten niet. M.a.w. de Patch Preview-functie houdt<br />

wel degelijk rekening met de Key Range-instellingen.<br />

Verder kunt u instellen wat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> precies speelt<br />

wanneer u de Phrase Preview-functie gebruikt:<br />

Misschien vindt u de riedeltjes niet altijd even handig.<br />

Verander in dat geval de manier waarop de Phrase<br />

Preview-functie werkt.<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (zorg dat de indicator oplicht<br />

– hij mag niet knipperen).<br />

2. Druk op [F5≈(PREVIEW)].<br />

3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen<br />

4. Wijzig de waarde van die parameter met de [VALUE]regelaar<br />

of [DEC] [INC].<br />

5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige<br />

pagina.<br />

Preview Mode<br />

Met deze parameter bepaalt u wat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bij<br />

gebruik van de Phrase Preview-functie speelt:<br />

SINGLE Door de “Preview” herhaaldelijk te starten hoort<br />

u achtereenvolgens de voor “Preview Key” ingestelde<br />

noten. Voor deze noten kunt u tevens de<br />

gewenste aanslagwaarde instellen (“Velocity”).<br />

CHORD De voor “Note” ingestelde noten worden samen<br />

(als akkoord) weergegeven.<br />

PHRASE U hoort de frase die aan het type/de categorie<br />

van de geselecteerde Patch is toegewezen.<br />

Als u SINGLE of CHORD gekozen hebt, kunt u met<br />

Note de noten kiezen die bij gebruik van de Phrase<br />

Preview-functie moeten worden afgespeeld (C–1~G9).<br />

In het geval van SINGLE worden ze na elkaar (bij herhaaldelijk<br />

indrukken van de [VOLUME]-regelaar) afgespeeld,<br />

in de CHORD-mode daarentegen samen.<br />

Verder kunt u met Velocity de aanslagwaarde van de<br />

vier Phrase Preview-noten bepalen (1~127). Dat is<br />

waarschijnlijk alleen handig wanneer u voor Note 1~4<br />

dezelfde noot kiest. Dan hoort u namelijk het best<br />

welke invloed de aanslag op de gekozen Patch e.d. zal<br />

hebben.<br />

* De toewijzing van de frasen aan de Patches (wanneer u<br />

PHRASE kiest) is vast ingesteld en wordt bepaald door de<br />

categorie die aan de betreffende Patch is toegewezen.<br />

2.2 Categorieën van de<br />

Patch Finder-functie<br />

De bediening van de Patch Finder-functie vindt u op<br />

blz. 20. Hier kijken we enkel nog naar dingen die daar<br />

niet aan bod zijn gekomen, te weten de beschikbare<br />

categorieën:<br />

Groep Categorie Inhoud<br />

--- NO ASSIGN Geen toewijzing<br />

Piano<br />

PNO AC.PIANO Akoestische piano<br />

EP EL.PIANO Elektrische piano<br />

Keys&Organ<br />

KEY KEYBOARDS Andere klavierinstrumenten<br />

(Clavi, klavecimbel e.d.)<br />

BEL BELL Klokken, klokachtige klanken<br />

MLT MALLET Chromatische percussie<br />

ORG ORGAN Elektrisch en kerkorgel<br />

ACD ACCORDION Accordeon<br />

HRM HARMONICA Mondharmonica<br />

Guitar<br />

AGT AC.GUITAR Akoestische gitaar<br />

EGT EL.GUITAR Elektrische gitaar<br />

DGT DIST.GUITAR Scheurgitaar (vervormd)<br />

Bass<br />

BS BASS Akoestische & elektr. bas<br />

SBS SYNTH BASS Synthesizerbas<br />

Orchestral<br />

STR STRINGS Strijkers<br />

ORC ORCHESTRA Orkest<br />

HIT HIT&STAB Orkest-"Hits"<br />

WND WIND Houtblazers (hobo, e.d.)<br />

FLT FLUTE Fluit, Piccolo<br />

Brass<br />

BRS AC.BRASS Koperblazers<br />

SBR SYNTH BRASS Synthesizer-kopers<br />

SAX SAX Saxofoon<br />

Synth<br />

HLD HARD LEAD Harde solosynthesizers<br />

SLD SOFT LEAD Warme solosynthesizers<br />

TEK TECHNO SYNTH Techno-synthesizers<br />

PLS PULSATING "Pulserende" synthesizers<br />

FX SYNTH FX Ruis, wind e.d.<br />

SYN OTHER SYNTH Synthesizer-Layers<br />

Pad<br />

BPD BRIGHT PAD Heldere synth-tapijten<br />

SPD SOFT PAD Warme synth-tapijten<br />

VOX VOX Solostemmen, koor<br />

Ethnic<br />

PLK PLUCKED Tokkelinstrumenten (harp e.d.)<br />

ETH ETHNIC Andere ethnische geluiden<br />

FRT FRETTED Instrumenten met frets<br />

(mandoline e.d.)<br />

51<br />

Referentiehandboek


2. Algemene dingen<br />

52<br />

Rhythm&SFX<br />

PRC PERCUSSION Percussie<br />

SFX SOUND FX Geluidseffecten<br />

BTS BEAT&GROOVE Beats & Grooves (Loops)<br />

DRM DRUMS Drum Set<br />

CMB COMBINATION Patches die Splits gebruiken<br />

of Layers (stapels) zijn<br />

Interne geheugenstructuur<br />

Wanneer u een Patch of Rhythm Set kiest worden<br />

de data ervan gekopieerd naar een buffer die “Temporary<br />

Area” heet. De data in die buffer kunt u nog<br />

editen. Het geluid dat u hoort wordt namelijk<br />

bepaald door de instellingen in het buffergeheugen.<br />

De inhoud van de buffer verandert in de volgende<br />

gevallen:<br />

•Wanneer u een andere Patch/Rhythm Set/Performance<br />

kiest, worden gaan de vorige instellingen<br />

van de buffer overschreven.<br />

•Schakelt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, dan worden de data in de<br />

buffer gewist.<br />

RAM-geheugen<br />

USER<br />

Kiezen<br />

Kiezen<br />

DATA-kaart<br />

Intern geheugen<br />

Opslag<br />

Opslag<br />

ROM-geheugen<br />

PR-A, B, C, E<br />

PR-D (General MIDI)<br />

Temporary Area (buffer)<br />

Performance<br />

Kiezen<br />

Patch<br />

Rhythm Set<br />

Kiezen<br />

XP-A, B, C, D, E, F, G, H<br />

Wave Expansion Board<br />

Als u de wijzigingen van het buffergeheugen<br />

(“Temporary Area”) later nog eens nodig hebt,<br />

moet u ze in een Patch-, Rhythm Set- of Performance-geheugen<br />

opslaan. De instellingen worden<br />

dan naar dat geheugen gekopieerd – en blijven<br />

bewaard. Zie blz. 163 voor de opslag.<br />

2.3 Modes via MIDI<br />

kiezen<br />

Op blz. 32 hebben we u al getoond hoe u via MIDI Patches,<br />

Rhythm Sets en Performances kunt kiezen. Het is<br />

echter ook mogelijk om via MIDI van mode te veranderen<br />

(Patch, Performance en General MIDI 2) – als u<br />

tenminste niet vies bent van SysEx. Ziehier wat u daarvoor<br />

moet invoeren:<br />

Oproepen van de Patch/Rhythm Set-mode:<br />

F0 41 10 00 10 12 00 00 00 00 01 7F F7<br />

Performance-mode kiezen:<br />

F0 41 10 00 10 12 00 00 00 00 00 00 F7<br />

GM2-mode kiezen:<br />

F0 41 10 00 10 12 00 00 00 00 03 7F F7<br />

De derde byte (“10”) slaat op het Device ID-nummer.<br />

Omdat we hier over SysEx praten, gaat het om een<br />

hexadecimale waarde die, naar decimaal vertaald,<br />

voor “16” staat. Maar opgelet: in het display van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt deze waarde als “17” afgebeeld.<br />

Dat betekent dat u tijdens het programmeren van het<br />

Device ID telkens “1” van de gewenste waarde moet<br />

aftrekken (omdat “00H” door de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt opgevat<br />

als “1”). Als u een ander Device ID-nummer voor<br />

de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gekozen hebt (blz. 176), moet u voor de<br />

derde byte in bovenstaande strings dus de overeenkomstige<br />

hexadecimale waarde (min “1”) invullen.<br />

2.4 Andere handige<br />

functies<br />

Octave: transponeren in<br />

octaafstappen<br />

Met de OCTAVE-functie kunt u de toonhoogte van de<br />

geselecteerde Patch in octaafstappen verhogen of verminderen.<br />

Het instelbereik luidt –3~+3 octaven. Met<br />

name voor het spelen van zeer lage baspartijen is het<br />

soms handig om de toonhoogte 1 of 2 octaven lager te<br />

transponeren.<br />

Het octaaf kiest u met [ß] en [†].<br />

Key Assign: monofoon of polyfoon<br />

spelen<br />

Met de Key Assign-functie stelt u in of u maar enkelvoudige<br />

noten (MODO) of akkoorden (POLY) kunt<br />

spelen.<br />

1. Kies eerst de benodigde Patch.<br />

2. Druk op [F1≈(Common)].


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere handige functies<br />

3. Druk op [F2≈(Control)].<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar MONO of POLY<br />

(Key Assign).<br />

5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de andere<br />

Key Assign-instelling (POLY of MONO).<br />

6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />

53<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

54<br />

3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat vier afzonderlijke effectblokken die<br />

echter wel samen kunnen worden gebruikt. Deze hebben<br />

we reeds op blz. 35 voorgesteld. Daar komt u ook<br />

te weten hoe u de effecten in- en uitschakelt.<br />

* Tijdens het programmeren van Patches verdient het vaak<br />

aanbeveling om zonder effecten te beginnen om eerst het<br />

basisgeluid naar uw hand te zetten. Schakel de effecten aanvankelijk<br />

dus uit.<br />

3.1 Effectparameters<br />

voor de Patch-mode<br />

Op blz. 21 hadden we het er al over dat er twee soorten<br />

Patches zijn: Patches bestaande uit vier Tones (zoals<br />

bv. op de JV-2080, <strong>XV</strong>-3080 enz.) en “Multi-Partial”-<br />

Patches die berusten op geladen samples. De effecten<br />

kunnen voor elke Patch afzonderlijk worden geprogrammeerd.<br />

Voor de Tones c.q. Partials van een dergelijke<br />

Patch kunt u dan bepalen in welke mate ze de<br />

MFX, Chorus en/of Reverb moeten aanspreken.<br />

Belangrijk is hier tevens dat u de effectinstellingen ook<br />

drastisch kunt veranderen door gewoon een andere<br />

Patch te kiezen.<br />

C8<br />

4 TONE Patch<br />

TONE MFX<br />

Multi-Partial Patch<br />

A0<br />

Chorus<br />

Reverb<br />

Partial MFX<br />

88 Partials<br />

Chorus<br />

Reverb<br />

De manier waarop de effecten kunnen worden aangesproken<br />

verschilt naar gelang de gehanteerde Tone<br />

Output Assign-instelling (4 Tone-Patches) c.q. de<br />

Split Key Output Assign-instelling (Multi-Partial).<br />

Daarom moet u dus eerst de juiste uitgangstoewijzing<br />

kiezen alvorens met de effecten beginnen te “spelen”.<br />

Ziehier wat u daarvoor moet doen:<br />

1. Kies de benodigde Patch.<br />

2. Druk op [F6(Effects)] om naar de Patch Effects-pagina te<br />

gaan.<br />

3. Druk op [F1≈(General)] om de General-pagina op te roepen.<br />

* Na het oproepen van de General-pagina kunt u [F6≈(Palette)]<br />

drukken om een “Palette”-overzicht van alle vier de Tones<br />

te krijgen. Dat laat toe om de effectparameters meteen voor<br />

alle Tones in te stellen. Wilt u daarna weer met één enkele<br />

Tone werken, dan moet u –op de Palette-pagina– op<br />

[F6≈(≈Tone≈1)] drukken.<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

Kies hier “Tone Output Assign”.<br />

5. Kies met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of [DEC] [INC] de gewenste instelling:<br />

MFX: Betekent dat het signaal naar de MFX, de Chorus<br />

en de galm (Reverb) wordt gestuurd.<br />

A~D: Betekent dat het signaal naar het betreffende uitgangspaar<br />

(stereo), naar de Chorus en Reverb wordt<br />

gestuurd.<br />

1~8: Betekent dat het signaal naar de betreffende INDI-<br />

VIDUAL-uitgang (1 aansluiting), de Chorus en de<br />

Reverb wordt gestuurd. Het van Chorus en/of Reverb<br />

voorziene signaal wordt naar de uitgangen gestuurd<br />

dat u aan het Chorus- of Reverb-blok hebt toegewezen<br />

(Chorus Output Assign c.q. Reverb Output Assign).<br />

* Als u zich tijdens het instellen vergist of de wijziging toch<br />

niet zo geslaagd vindt, kunt u met [UNDO] weer naar de<br />

vorige instelling teruggaan.<br />

6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />

In het display verschijnt nu een “*” naast de Patchnaam<br />

om duidelijk te maken dat de instellingen van de<br />

Patch niet meer overeenkomen met de opgeslagen versie.<br />

* Vergeet niet deze Patch opnieuw op te slaan als u de instellingen<br />

later nog eens wilt gebruiken (zie blz. 163).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effectparameters voor de Patch-mode<br />

* Tijdens het editen van Multi-Partial Patches kunt u de te<br />

wijzigen Partial vanop uw MIDI-klavier kiezen door een<br />

noot in het bereik van die Partial te spelen, terwijl u<br />

[F6≈(MIDISel)] ingedrukt houdt.<br />

* Op de hierboven getoond display-pagina’s ziet u altijd meteen<br />

welke effectblokken er momenteel in- of uitgeschakeld<br />

zijn (zie blz. 35): een stippellijn op de General-pagina verwijst<br />

naar een uitgeschakelde processor, terwijl een doorlopende<br />

lijn betekent dat de processor actief is.<br />

Split Key Edit Mode<br />

Tijdens het editen van een Multi-Partial Patch kies u<br />

met deze parameter de zone waarop de te maken<br />

effectinstellingen betrekking hebben.<br />

De mogelijkheden luiden:<br />

1KEY: De instellingen gelden telkens maar voor één<br />

toets.<br />

PTL: De instellingen gelden voor alle toetsen die aan<br />

de betreffende Partial zijn toegewezen.<br />

ALL: De instellingen gelden voor alle toetsen en dus<br />

alle Partials.<br />

Effectaandeel voor de Tones<br />

Uit het voorgaande blijkt (hopelijk) al dat de toewijzing<br />

(“routing”) aan de effecten en uitgangenvoor elke<br />

Tone/Partial apart kan worden ingesteld. Maar dat is<br />

nog niet alles wat u op de Effects General-pagina kunt<br />

doen. U kunt namelijk ook het volume instellen van<br />

het Tone-signaal dat naar de beschikbare effecten<br />

wordt gestuurd. Daarmee bepaalt u dan hoe sterk de<br />

betreffende Tone van effect wordt voorzien (“effectaandeel”).<br />

Ziehier de beschikbare parameters:<br />

Dry Send Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van het Tonesignaal<br />

dat rechtstreeks naar de met Output Assign<br />

gekozen uitgang(en) wordt gestuurd.<br />

Chorus Send Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het Chorus-aandeel van de<br />

geselecteerde Tone. Kies “0” als de Tone niet door de<br />

Chorus mag worden gehaald.<br />

Reverb Send Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het galmaandeel van de<br />

Tones.<br />

MFX-parameters<br />

General-pagina<br />

Op Effects General-pagina (zie hierboven) kunt u naast<br />

de uitgangstoewijzing en het effectaandeel van de<br />

Tones ook de volgende dingen instellen:<br />

MFX Type<br />

Met deze parameter kiest u een algoritme voor de MFX<br />

(in de Patch-mode is er maar één MFX). Er zijn 90 algoritmen.<br />

Zie “MFX-parameters” op blz. 61 voor meer<br />

details.<br />

MFX Dry Send Level<br />

(0~127) De naam is ietwat verwarrend, maar het gaat<br />

hier wel degelijk om de parameter waarmee u het uitgangsvolume<br />

van de MFX (dus mét) effect bepaalt. Dit<br />

volume wordt door de gekozen OUTPUT-aansluitingen<br />

gehanteerd.<br />

MFX Chorus Send Level<br />

(0~127) Met deze parameter bepaalt u hoe sterk het<br />

MFX-signaal nog door het Chorus-blok wordt<br />

bewerkt. Kies “0” als dat niet nodig is.<br />

MFX Reverb Send Level<br />

(0~127) Het MFX-signaal kan tevens naar het Reverbblok<br />

worden gestuurd om nog een beetje “ruimte” aan<br />

het signaal te geven.<br />

MFX Output Assign A~D<br />

Hiermee kiest u de uitgang waar het MFX-signaal<br />

(zonder Chorus of Reverb) naartoe wordt gestuurd. De<br />

Chorus en de Reverb hebben een aparte Output<br />

Assign-parameter.<br />

* Aangezien de MFX, Chorus en Reverb stereo zijn, kunt<br />

u ze enkel aan uitgangsparen (A~D) toewijzen. De<br />

INDIVIDUAL-opties zijn dus niet beschikbaar.<br />

MFX Param-pagina<br />

Door op de Effects General-pagina op [F2≈(MFX≈Prm)] te<br />

drukken springt u naar de MFX Param-pagina waar de<br />

volgende dingen kunnen worden ingesteld:<br />

MFX A~D Parameter<br />

Dit zijn de parameters van het gekozen Type. De aard<br />

en het aantal van de parameters verschillen naar<br />

gelang het gekozen algoritme. Zie “MFX-parameters”<br />

op blz. 61 voor een overzicht van deze parameters.<br />

MFX Control-pagina<br />

Door op de Effects General-pagina op [F3≈(MFX≈Ctl)] te<br />

drukken gaat u naar de MFX Control-pagina. Daar<br />

vindt u alle parameters i.v.m. de speelhulpen voor het<br />

beïnvloeden van bepaalde MFX-parameters en de<br />

mate waarin dat gebeurt.<br />

Bestaansreden van MFX Control<br />

De MFX CTRL-functie vervangt gedeeltelijk de bijzonder<br />

ingewikkelde SysEx-commando’s die u normaliter<br />

voor het wijzigen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>-parameters zou<br />

moeten gebruiken. Deze commando’s zijn daarom niet<br />

minder belangrijk (en kunnen voor dezelfde doeleinden<br />

worden gebruikt), omdat er telkens maar een<br />

bepaald aantal MFX-parameters via controle- en<br />

55<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

56<br />

andere MIDI-commando’s kunnen worden aangestuurd.<br />

Maar de parameters, die dat wél toelaten, zijn<br />

dankzij dit systeem veel gebruiksvriendelijker. In de<br />

regel gaat het om parameters die de meeste gebruikers<br />

spontaan zouden willen beïnvloeden.<br />

Dankzij MFX Control kunt u de vervormingsgraad<br />

van een Distortion-type bv. met de Pitch Bend-hendel<br />

(of het overeenkomstige MIDI-commando) veranderen,<br />

of de vertragingstijd van een Delay-type via de<br />

aanslagwaarden beïnvloeden. Zo bent u moeiteloos in<br />

staat om nóg expressiever te musiceren.<br />

Zoals gezegd, gaat het om een beperkt aantal parameters<br />

per MFX-Type die bovendien voorgeprogrammeerd<br />

zijn. Met “Destination” kunt u echter kiezen<br />

welke parameter er wordt aangestuurd.<br />

* In plaats van met MFX CTRL kunt u ook werken met de<br />

Matrix Control-functie. In dat geval is het parameteraanbod<br />

echter ietwat beperkter.<br />

* Wanneer u voor als MFX “Type” 00:THROUGH kiest, is<br />

deze display-pagina niet beschikbaar.<br />

MFX Control 1~4 Source<br />

Hiermee kiest u het MIDI-commando of de functie die<br />

u voor het aansturen van de met “Destination” gekozen<br />

parameter wilt gebruiken. Kies hier OFF als u het<br />

betreffende MFX CTRL-kanaal (1~4) niet wilt gebruiken.<br />

Ziehier de mogelijkheden:<br />

• Controlecommando’s CC01~31, CC33~95. Meer<br />

details hierover vindt u onder “MIDI Implementation”<br />

op blz. 282 in de Engelstalige handleiding.<br />

• Pitch Bend<br />

• Aftertouch<br />

• SYS-CTRL1~SYS-CTRL4: MIDI-commando’s die<br />

overal op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunnen worden gebruikt. Dit<br />

zijn dus “algemene Controllers”. Zie ook “Source” op<br />

blz. 178.<br />

MFX Control Destination 1~4<br />

Kies hier de MFX-parameter die u met het geselecteerde<br />

MFX Control-kanaal wilt aansturen De mogelijkheden<br />

verschillen naar gelang het gekozen MFXtype.<br />

Meer bepaald gaat het om de parameters die<br />

vanaf blz. 61 met een “#” gemerkt zijn.<br />

MFX Control 1~4 Sens<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk u de gekozen<br />

parameter kunt beïnvloeden. Om de waarde ervan te<br />

verhogen (snelheid, intensiteit e.d.) of het panorama<br />

naar rechts te verschuiven moet u hier een positieve<br />

waarde kiezen. Stel een negatieve waarde in om de<br />

parameterwaarde te kunnen verminderen. Kies “0” als<br />

de parameter niet mag worden beïnvloed (maar<br />

waarom zit u dan in godsnaam op deze pagina te editen?).<br />

Chorus-parameters<br />

Op de Effects General-pagina kunt u de volgende Chorus-parameters<br />

instellen:<br />

Chorus Type<br />

Kies hier hoe u de Chorus-processor wilt gebruiken:<br />

OFF (noch Chorus, noch Delay), 1 Chorus of 2 Delay (dit<br />

laatste is een echo-effect).<br />

Chorus Output Select<br />

Hiermee kunt u instellen of het Chorus-uitgangssignaal<br />

enkel in stereo naar de uitgangen (MAIN), enkel<br />

in mono naar de Reverb-processor (REV) of naar beide<br />

moet worden uitgestuurd (M+R).<br />

MAIN<br />

Chorus-ingang<br />

REV<br />

Chorus-ingang<br />

M + R<br />

Chorus-ingang<br />

Reverb-ingang<br />

Chorus<br />

Chorus<br />

Chorus<br />

Reverb<br />

* “MAIN” (in MAIN en M+R) slaat op de uitgangen die u<br />

met “Output Assign” gekozen hebt.<br />

Chorus Level<br />

Hiermee regelt u het uitgangsvolume van het Choruseffect<br />

(0~127).<br />

Chorus Output Assign A~D<br />

Kies hier de uitgangen waar de bewerkte signalen van<br />

de Chorus naartoe worden gestuurd: A, B, C of D.<br />

* Deze instelling wordt niet gebruikt wanneer u “Select” (zie<br />

hierboven) op REV zet.<br />

* Als u “Mix/Parallel” op MIX hebt gezet (blz. 190), worden<br />

alle signalen naar de OUTPUT A (MIX)-aansluitingen<br />

gestuurd.<br />

Chorus-pagina<br />

Als u op de Effects General-pagina op [F4≈(Chorus)]<br />

drukt, komt u op de Chorus-pagina terecht. Daar vindt<br />

u de volgende parameters:<br />

Als Type= 1 (CHORUS)<br />

Reverb<br />

OUTPUT<br />

OUTPUT<br />

OUTPUT<br />

OUTPUT<br />

Rate (Chorus Rate)<br />

(0.05~10.00 Hz) Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid<br />

van de Chorus.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de intensiteit van de Chorus<br />

(0~127).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effectparameters voor de Patch-mode<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Chorus-signaal nog<br />

een keer naar de Chorus wordt gestuurd. Hoe groter<br />

de waarde, hoe complexer het Chorus-geluid wordt<br />

(0~127).<br />

Phase<br />

Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />

Chorus-signaal (0~180˚).<br />

Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />

Type<br />

Hiermee kiest u het filtertype dat op het Chorus-effect<br />

van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />

hoge tonen doorlaat, terwijl een LPF alleen de frequenties<br />

onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies OFF<br />

als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />

Cutoff freq<br />

Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />

(LPF of HPF) moet beginnen werken. Als u OFF kiest,<br />

hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen (200, 250,<br />

315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500,<br />

3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz).<br />

Als Type= 2 (DELAY)<br />

Center<br />

Dit is de snelheid van de herhalingen die zich in het<br />

midden bevinden. Als u een nootwaarde kiest, wordt<br />

de modulatie met een MIDI Clock-signaal gesynchroniseerd<br />

(200~1000 ms).<br />

Left<br />

Dit is de snelheid van de herhalingen die zich links<br />

bevinden. Als u een nootwaarde kiest, wordt de vertraging<br />

met een MIDI Clock-signaal gesynchroniseerd<br />

(200~1000 ms).<br />

Right<br />

Dit is de snelheid van de herhalingen die zich rechts<br />

bevinden (200~1000 ms).<br />

U kunt voor deze drie parameters ook een nootwaarde<br />

instellen om de herhalingen synchroon te laten lopen<br />

met het tempo. Hiervoor wordt hetzij het Patch-, hetzij<br />

het System-tempo gehanteerd.<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />

helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

Center, Left, Right<br />

Hiermee bepaalt u het volume van de drie Delay-lijnen<br />

(0~127).<br />

Reverb-parameters<br />

General-pagina<br />

Reverb Type<br />

Kies hier het soort galm dat het beste bij de gebruikte<br />

klank(en) past. Dit is een soort “Master-instelling”voor<br />

de “Type”-parameter op de REV PRM-pagina<br />

(zie verderop).<br />

1 OFF De Reverb-processor wordt niet gebruikt<br />

(Bypass).<br />

2 REVERB Gewone galm (zoals op de JV-2080).<br />

3 ROOM Een galm met alle kenmerken van een woonkamer<br />

e.d.<br />

4 HALL Galm van een concertzaal.<br />

5 PLATE Galm van een mechanische plaat die vóór de<br />

komst van digitale effecten bijzonder in trek<br />

was en ook vandaag de dag nog gretig wordt<br />

gebruikt voor bv. percussieve klanken.<br />

Reverb Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de Reverbprocessor<br />

(0~127).<br />

Reverb Output Assign<br />

Kies hier de uitgangen waar de bewerkte signalen van<br />

de Reverb naartoe worden gestuurd: A, B, C of D.<br />

* Als u “Mix/Parallel” op MIX hebt gezet (blz. 190), worden<br />

alle signalen naar de OUTPUT A (MIX)-aansluitingen<br />

gestuurd.<br />

Reverb-pagina<br />

Als u op de Effects General-pagina op [F5≈(Reverb)]<br />

drukt, komt u op de Reverb-pagina terecht. Daar vindt<br />

u de volgende parameters:<br />

Als Type= 1 (REVERB)<br />

Type<br />

Kies hier het type “gewone galm” dat u wilt gebruiken:<br />

ROOM1 Dichte galm van een kamer.<br />

ROOM2 Iets “transparantere” galm van een kamer.<br />

STAGE1 Lange galm (van een bühne).<br />

STAGE2 Galm met nadrukkelijk aanwezige eerste reflecties.<br />

HALL1 Transparante galm van een concertzaal e.d.<br />

HALL2 Volle galm van een concertzaal.<br />

DELAY Conventioneel Delay-effect.<br />

PAN- Delay met herhalingen die afwisselend via het lin-<br />

DLY ker en het rechter kanaal worden weergegeven.<br />

Time<br />

Wanneer u voor “Type” ROOM1~HALL2 kiest,<br />

bepaalt u hiermee de lengte van de galm. In het geval<br />

van DELAY of PAN-DLY slaat dit op de vertragingstijd<br />

(0~127).<br />

57<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

58<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de galm doffer<br />

klinkt. Als u niet wilt dat de herhalingen al te helder<br />

zijn, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in<br />

(BYPASS, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250,<br />

1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz).<br />

Feedback<br />

In het geval van DELAY en PAN-DLY slaat deze parameter<br />

op het aantal herhalingen. Hoe groter deze<br />

waarde, hoe vaker de gespeelde noten worden herhaald<br />

(0~127).<br />

Als Type= 2 (SRV ROOM)/3 (SRV HALL)/4 (SRV<br />

PLATE)<br />

Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de galm in (0,0~100,0 ms).<br />

Time<br />

Hiermee bepaalt u de lengte van de galm (0~127).<br />

Size<br />

Hiermee stelt u de grootte van de gesimuleerde kamer<br />

of zaal in (1~8).<br />

High Cut<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de galm al te helder<br />

is, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in<br />

(160~12500 Hz, BYPASS).<br />

Density<br />

Hiermee bepaalt u de densiteit van de galm. Hoe groter<br />

deze waarde, hoe “voller” de galm wordt (0~127).<br />

Diffusion<br />

Hiermee bepaalt u hoe de densiteit van de galm mettertijd<br />

verandert. Hoe groter waarde, hoe dichter de<br />

galm na verloop van tijd wordt. Dit hoort u waarschijnlijk<br />

alleen als u een betrekkelijk lange “Time”waarde<br />

kiest (0~127).<br />

LF Damp Freq<br />

Kies hier de frequentie die als bovengrens voor de<br />

“lage tonen” moet doorgaan. Die kunt u met de volgende<br />

parameter dempen (50~4000 Hz).<br />

LF Damp Gain<br />

Hiermee bepaald u hoe snel de lage tonen van de galm<br />

worden gedempt. Hiermee kunt u voorkomen dat de<br />

galm het geluidsbeeld ondoorzichtig maakt (–36~0<br />

dB).<br />

HF Damp Freq<br />

Kies hier de frequentie die als ondergrens voor de<br />

“hoge tonen” moet doorgaan. Die kunt u met de volgende<br />

parameter dempen (4000, 5000, 6400, 8000,<br />

10000, 12500 Hz).<br />

HF Damp Gain<br />

Hiermee bepaald u hoe snel de hoge tonen van de<br />

galm worden gedempt. Hiermee kunt u voorkomen<br />

dat de galm het geluidsbeeld ondoorzichtig maakt<br />

(–36~0 dB).<br />

3.2 Effecten in de<br />

Performance-mode<br />

In een Performance beschikt u over dezelfde effectblokken,<br />

maar er zijn wel 3 MFX-blokken i.p.v. één. De<br />

toewijzing van een Part aan een MFX gebeurt via de<br />

“Part Output MFX Select”-parameter. Een ander verschil<br />

op MFX-vlak zit hem in het feit dat u ook verschillende<br />

Parts aan eenzelfde MFX kunt toewijzen en met<br />

de bijbehorende Send-parameter bepaalt hoe sterk de<br />

Parts door de betreffende MFX moeten worden<br />

bewerkt. In het totaal zou u dus 32 Parts over 3 MFX’en<br />

kunnen verdelen – maar dat is niet altijd zinvol.<br />

Wanneer u Output Assign op “MFX” zet, worden de<br />

effectinstellingen van de Tones in de aangesproken<br />

Patches genegeerd<br />

Performance<br />

Part32<br />

Part 1<br />

Patch<br />

TONE Multi-effect<br />

Chorus<br />

Reverb<br />

U kunt er echter ook voor zorgen dat een Part rekening<br />

houdt met de effectinstellingen van de aangesproken<br />

Patch (en diens Tones). Het is zelfs mogelijk om de<br />

effectinstellingen van één Patch over te nemen in de<br />

Performance, zodat u de Chorus, Reverb en een MFX<br />

niet opnieuw hoeft te programmeren.<br />

Als Output Assign= “PAT”<br />

Performance<br />

Part32<br />

Part 1<br />

Patch<br />

TONE<br />

Multi-effect<br />

Chorus<br />

Reverb<br />

De belangrijkste parameter voor het bepalen welke<br />

Part welke effecten (hoe) kan aanspreken heet Part<br />

Output Assign. Hiervoor kunt u kiezen uit de volgende<br />

instellingen:<br />

MFX: De Part spreekt de gekozen MFX, de Chorus en<br />

de Reverb aan.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effecten in de Performance-mode<br />

A~D en 1~8: Zie blz. 54.<br />

PAT: De uitgangstoewijzing van de Part wordt<br />

bepaald door de Tone-instellingen van de toegewezen<br />

Patch. Die worden m.a.w. gewoon overgenomen,<br />

zodat u niets meer hoeft te programmeren. (Dit werkt<br />

ook voor Rhythm Sets.)<br />

Naar gelang de gekozen uitgangstoewijzing ziet het<br />

display er als volgt uit:<br />

“MFX”<br />

“A”~“D”:<br />

“1”~“8”:<br />

En ziehier dan de basiswerkwijze:<br />

1. Kies de benodigde Performance.<br />

2. Druk op [F5≈(Effects)] om naar de PERFORMANCE<br />

Effects-pagina te gaan.<br />

3. Druk op [F1≈(General)] om de Effect General-pagina op<br />

te roepen (zie de voorbeelden hierboven).<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen en wijzig er met de [VALUE]-regelaar of<br />

[DEC] [INC] de waarde van.<br />

* Met [UNDO] kunt u de laatste wijziging telkens weer ongedaan<br />

maken.<br />

5. Stel ook de overige parameters in.<br />

6. Druk op [EXIT] om terug te gaan naar de PERFORM<br />

Play-pagina.<br />

Links van de Performance-naam verschijnt een “*” om<br />

u erop te wijzen dat u de Performance gewijzigd hebt:<br />

* Vergeet dus niet de Performance op te slaan als u ze later<br />

nog eens in deze staat nodig hebt (blz. 163). Zodra u de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> namelijk uitschakelt of een andere Performance<br />

kiest, bent u de wijzigingen in de buffer weer kwijt.<br />

* Ook op deze General-pagina worden uitgeschakelde effecten<br />

(MFX, CHO en REV) d.m.v. stippellijnen aangeduid.<br />

* Op de General-pagina kunt u gebruik maken van de<br />

Palette-functie om telkens acht Parts tegelijk te kunnen<br />

instellen. Zie “Palette: Parts per 8 editen” op blz. 142 voor<br />

meer details.<br />

Effects General-pagina<br />

De PERFORMANCE Effects General-pagina bevat al<br />

een heleboel parameters die u kunt editen:<br />

Part Output Assign<br />

Zie blz. 58.<br />

Part Output MFX Select A~C<br />

Hiermee kiest u welke van de drie MFX’en door de<br />

geselecteerde Part moeten worden aangesproken (A, B<br />

of C).<br />

Part Dry Send Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het Partsignaal<br />

dat niet door de effecten wordt bewerkt (het<br />

“droge” signaal) (0~127).<br />

Part Chorus Send Level<br />

Hiermee bepaalt u het Chorus-aandeel van de Part<br />

(d.w.z. hoe sterk hij door de Chorus wordt bewerkt)<br />

(0~127).<br />

Part Reverb Send Level<br />

Hiermee bepaalt u het galmaandeel van de Part<br />

(0~127).<br />

MFX-parameters voor de Parts<br />

De meeste van deze parameters (die eveneens deel uitmaken<br />

van de Effects General-pagina) zijn identiek<br />

aan degene van de Patch-mode. Zie dus blz. 55.<br />

MFX A~C Source<br />

In de Performance-mode bepaalt u met deze parameter<br />

of u de gekozen MFX (A, B of C) helemaal opnieuw<br />

gaat programmeren (kies PRF) of gewoon de MFXinstellingen<br />

van een aangesproken Patch/Rhythm Set<br />

wilt overnemen (kies het nummer van de Part waar die<br />

Patch/Rhythm Set aan toegewezen is: P1~32).<br />

MFX Param-pagina<br />

Deze pagina bereikt u door op de Effects Generalpagina<br />

op [F2≈(MFX)] te drukken.<br />

* Als u daarna nog eens op [F2≈(MFX)] drukt, gaat u naar de<br />

MFX Control-pagina.<br />

MFX A~C Parameter<br />

Dit zijn de parameters van het gekozen Type. De aard<br />

en het aantal van de parameters verschillen naar<br />

gelang het gekozen algoritme. Zie “MFX-parameters”<br />

op blz. 61 voor een overzicht van deze parameters.<br />

MFX Control-pagina<br />

Deze pagina bereikt u door op de MFX Param-pagina<br />

op [F2] te drukken. Hier beschikt u over de volgende<br />

parameters.<br />

MFX A~C Control 1~4 Source<br />

Zie blz. 56.<br />

MFX A~C Control Destination 1~4<br />

Zie blz. 56.<br />

59<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

60<br />

MFX A~C Control 1~4 Sens<br />

Zie blz. 56.<br />

Chorus-parameters<br />

Het Chorus-blok kunt u hetzij als Chorus, hetzij als<br />

Delay gebruiken. Hier bespreken we enkel de parameters<br />

die nog niet elders aan bod zijn gekomen. Zie<br />

“Chorus-parameters” op blz. 56 voor de overige.<br />

Chorus Source PRF/P1~32<br />

Ziehier een tweede parameter die ditmaal toelaat om<br />

de Chorus van de gekozen Performance hetzij helemaal<br />

opnieuw te programmeren (PRF), hetzij de instellingen<br />

van een Part (met name dan de daaraan toegewezen<br />

Patch) over te nemen (P1~32).<br />

Reverb-parameters<br />

Ook voor wat de Reverb-parameters op de PERFOR-<br />

MANCE Effects General-pagina betreft is er met uitzondering<br />

van de volgende parameter niets nieuws<br />

onder de zon. Zie dus “Reverb-parameters” op blz. 57.<br />

Reverb Source<br />

Ziehier een derde parameter die ditmaal toelaat om de<br />

Reverb van de gekozen Performance hetzij helemaal<br />

opnieuw te programmeren (PRF), hetzij de instellingen<br />

van een Part (met name dan de daaraan toegewezen<br />

Patch) over te nemen (P1~32).<br />

3.3 Effecten in de Rhythm<br />

Set-mode<br />

Een Rhythm Set is een speciaal soort Patch dat aan elke<br />

noot/toets een aparte Tone (“Rhythm Tone”) toewijst.<br />

Aangezien percussie-instrumenten in de regel geen<br />

melodieën hoeven te spelen, zou één drumklank per<br />

Patch dus een waanzinnige verspilling zijn (en het<br />

geheel bijzonder onoverzichtelijk maken). Daarom<br />

wordt gezorgd dat elke noot/toets een ander geluid<br />

voortbrengt, zodat u op het (externe) klavier kunt<br />

drummen.<br />

Dat biedt een grote flexibiliteit – ook op het vlak van<br />

effecten, omdat u voor elke Rhythm Tone apart kunt<br />

instellen of en hoe sterk hij door de MFX, Chorus en<br />

Reverb moet worden bewerkt.<br />

Laten we eerst een naar een schema kijken:<br />

D7<br />

De belangrijkste parameter voor het bepalen welke<br />

Part welke effecten (hoe) kan aanspreken heet Rhythm<br />

Tone Output Assign. Hiervoor kunt u kiezen uit de volgende<br />

instellingen:<br />

MFX: De Rhythm spreekt de MFX, de Chorus en de<br />

Reverb aan.<br />

A~D en 1~8: Zie blz. 54.<br />

Naar gelang de gekozen uitgangstoewijzing ziet het<br />

display er als volgt uit:<br />

MFX:<br />

“A”~“D”:<br />

“1”~“8”:<br />

Rhythm Set<br />

B1<br />

RHYTHM<br />

TONE<br />

Ziehier de basiswerkwijze:<br />

Multi-effect<br />

Chorus<br />

Reverb


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

1. Kies de Rhythm Tone wiens effectparameters u wilt<br />

instellen.<br />

2. Druk op [F6≈(Effects)] om naar de RHYTHM Effectspagina<br />

te gaan.<br />

3. Druk op [F1≈(General)] om de RHYTHM Effects General-pagina<br />

op te roepen:<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen en stel er met de [VALUE]-regelaar of [DEC]<br />

[INC] de waarde van in.<br />

* Met [UNDO] kunt u de laatste wijziging weer terugdraaien<br />

als ze op niets uitdraait.<br />

5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />

Play-pagina.<br />

Daar ziet u nu links van de Rhythm Set-naam een “*”.<br />

Dat betekent dat de Rhythm Set-instellingen niet meer<br />

met de gewijzigde versie overeenstemmen:<br />

* Vergeet niet de Rhythm Set op te slaan als u de gewijzigde<br />

versie later nog eens nodig hebt (blz. 163).<br />

* Ook op deze General-pagina worden uitgeschakelde effecten<br />

(MFX, CHO en REV) d.m.v. stippellijnen aangeduid.<br />

Effects General-pagina<br />

Op de Effects General-pagina vindt u al een heleboel<br />

parameters die u kunt editen. We willen er nogmaals<br />

op wijzen dat een groot aantal van deze parameters<br />

voor elke Rhythm Tone apart kunnen worden ingesteld.<br />

Kies die dus eerst om te voorkomen dat u de verkeerde<br />

percussieklank van effecten voorziet.<br />

Rhythm Tone Output Assign<br />

Zie links.<br />

Rhythm Tone Dry Send Level<br />

Hiermee bepaalt u het volume van het Rhythm Tonesignaal<br />

dat rechtstreeks naar de gekozen uitgang(en)<br />

wordt gestuurd (0~127).<br />

Rhythm Tone Chorus Send Level<br />

Hiermee bepaalt u het Chorus-aandeel van de geselecteerde<br />

Rhythm Tone (0~127).<br />

Rhythm Tone Reverb Send Level<br />

Hiermee bepaalt u het galmaandeel van de geselecteerde<br />

Rhythm Tone (0~127).<br />

MFX-parameters<br />

De MFX-parameters van de Rhythm Set-mode (General-,<br />

MFX Parm- en MFX Ctl-pagina) werken op<br />

dezelfde manier als die van de Patches. Zie dus “MFXparameters”<br />

op blz. 55 en volgende. Belangrijk is hier<br />

echter dat u ook hier over drie MFX-blokken (A~C)<br />

beschikt, wat dus overeenkomt met de Performancemode.<br />

Ook op Chorus- en Reverb-vlak zijn de bediening en<br />

de parameters gelijk aan die van de Patch-mode. Maar<br />

nogmaals: ze gelden telkens voor Rhythm Tones dus<br />

niet voor de Rhythm Set in z’n geheel.<br />

3.4 MFX-parameters<br />

Er zijn 90 MFX-algoritmen waarvan u er telkens één (in<br />

de Performance-mode: per MFX) kunt gebruiken. In<br />

het volgende gaan we die één voor één –samen met<br />

hun parameters– voorstellen. We hadden het er al over<br />

dat de parameters met een “#” via de MFX CTRLkanalen<br />

(1~4) in Realtime kunnen worden beïnvloed.<br />

(* In het geval van “#1” en “#2” veranderen er telkens<br />

twee parameterwaarden.)<br />

Ziehier de beschikbare Types en de plaats waar u er<br />

meer over te weten komt:<br />

1: STEREO EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 63)<br />

2: OVERDRIVE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 63)<br />

3: DISTORTION. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 63)<br />

4: PHASER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 64)<br />

5: SPECTRUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 64)<br />

6: ENHANCER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 65)<br />

7: AUTO WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 65)<br />

8: ROTARY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 65)<br />

9: COMPRESSOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 66)<br />

10: LIMITER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 66)<br />

11: HEXA-CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 67)<br />

12: TREMOLO CHORUS . . . . . . . . . . . . . . (blz. 67)<br />

13: SPACE-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 67)<br />

14: STEREO CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 68)<br />

15: STEREO FLANGER . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 68)<br />

16: STEP FLANGER . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 69)<br />

17: STEREO DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 70)<br />

18: MODULATION DELAY . . . . . . . . . . . (blz. 70)<br />

19: TRIPLE TAP DELAY . . . . . . . . . . . . . . (blz. 71)<br />

20: QUADRUPLE TAP DELAY . . . . . . . . (blz. 72)<br />

21: TIME CONTROL DELAY . . . . . . . . . . (blz. 72)<br />

22: 2VOICE PITCH SHIFTER . . . . . . . . . . (blz. 73)<br />

23: FBK PITCH SHIFTER . . . . . . . . . . . . . . (blz. 74)<br />

24: REVERB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 74)<br />

25: GATED REVERB . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 75)<br />

26: OVERDRIVE -> CHORUS . . . . . . . . . . (blz. 75)<br />

27: OVERDRIVE -> FLANGER . . . . . . . . . (blz. 75)<br />

28: OVERDRIVE -> DELAY. . . . . . . . . . . . (blz. 76)<br />

29: DISTORTION -> CHORUS . . . . . . . . . (blz. 76)<br />

30: DISTORTION -> FLANGER . . . . . . . . (blz. 76)<br />

31: DISTORTION -> DELAY . . . . . . . . . . . (blz. 77)<br />

32: ENHANCER -> CHORUS . . . . . . . . . . (blz. 77)<br />

33: ENHANCER -> FLANGER . . . . . . . . . (blz. 77)<br />

34: ENHANCER -> DELAY. . . . . . . . . . . . (blz. 78)<br />

35: CHORUS -> DELAY . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 78)<br />

36: FLANGER -> DELAY. . . . . . . . . . . . . . (blz. 78)<br />

37: CHORUS -> FLANGER . . . . . . . . . . . . (blz. 79)<br />

38: CHORUS/DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 80)<br />

39: FLANGER/DELAY . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 80)<br />

40: CHORUS/FLANGER. . . . . . . . . . . . . . (blz. 80)<br />

41: STEREO PHASER . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 80)<br />

42: KEYSYNC FLANGER. . . . . . . . . . . . . . (blz. 81)<br />

43: FORMANT FILTER . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 82)<br />

44: RING MODULATOR . . . . . . . . . . . . . . (blz. 82)<br />

45: MULTI TAP DELAY. . . . . . . . . . . . . . . (blz. 83)<br />

46: REVERSE DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 83)<br />

47: SHUFFLE DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 84)<br />

61<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

62<br />

48: 3D DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 84)<br />

49: 3VOICE PITCH SHIFTER . . . . . . . . . . (blz. 85)<br />

50: LOFI COMPRESS . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 85)<br />

51: LOFI NOISE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 86)<br />

52: SPEAKER SIMULATOR . . . . . . . . . . . (blz. 86)<br />

53: OVERDRIVE 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 87)<br />

54: DISTORTION 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 87)<br />

55: STEREO COMPRESSOR . . . . . . . . . . . (blz. 87)<br />

56: STEREO LIMITER. . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 87)<br />

57: GATE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 88)<br />

58: SLICER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 88)<br />

59: ISOLATOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 89)<br />

60: 3D CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 89)<br />

61: 3D FLANGER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 90)<br />

62: TREMOLO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 91)<br />

63: AUTO PAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 91)<br />

64: STEREO PHASER 2 . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 92)<br />

65: STEREO AUTO WAH . . . . . . . . . . . . . (blz. 92)<br />

66: ST FORMANT FILTER. . . . . . . . . . . . . (blz. 92)<br />

67: MULTI TAP DELAY 2 . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />

68: REVERSE DELAY 2 . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />

69: SHUFFLE DELAY 2 . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />

70: 3D DELAY 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />

71: ROTARY 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 93)<br />

72: ROTARY MULTI. . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 94)<br />

73: KEYBOARD MULTI. . . . . . . . . . . . . . . (blz. 95)<br />

74: RHODES MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 96)<br />

75: JD MULTI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 97)<br />

76: STEREO LOFI COMPRESS . . . . . . . . . (blz. 98)<br />

77: STEREO LOFI NOISE. . . . . . . . . . . . . . (blz. 98)<br />

78: GUITAR AMP SIMULATOR . . . . . . . (blz. 99)<br />

79: STEREO OVERDRIVE . . . . . . . . . . . . . (blz. 99)<br />

80: STEREO DISTORTION . . . . . . . . . . . . (blz. 100)<br />

81: GUITAR MULTI A . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 100)<br />

82: GUITAR MULTI B . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 102)<br />

83: GUITAR MULTI C . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 102)<br />

84: CLEAN GUITAR MULTI A . . . . . . . . (blz. 104)<br />

85: CLEAN GUITAR MULTI B. . . . . . . . . (blz. 105)<br />

86: BASS MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 106)<br />

87: ISOLATOR 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 107)<br />

88: STEREO SPECTRUM . . . . . . . . . . . . . . (blz. 107)<br />

89: 3D AUTO SPIN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 108)<br />

90: 3D MANUAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (blz. 108)<br />

Uiteraard gaat het hier niet om 90 totaal verschillende<br />

algoritmen. Daarom kunt ze ook volgens categorie<br />

rangschikken om sneller bij het benodigde algoritme<br />

uit te komen: roep de MFX Param-pagina op en druk<br />

vervolgens op [PATCH≈FINDER]. Ziehier hoe de algoritmen<br />

dan gerangschikt worden:<br />

Modulation (behalve Chorus)<br />

4: PHASER<br />

7: AUTO WAH<br />

41: STEREO PHASER<br />

42: KEYSYNC FLANGER<br />

43: FORMANT FILTER<br />

44: RING MODULATOR<br />

64: STEREO PHASER 2<br />

65: STEREO AUTO WAH<br />

66: ST FORMANT FILTER<br />

Delay (echo-effecten)<br />

17: STEREO DELAY<br />

18: MODULATION DELAY<br />

19: TRIPLE TAP DELAY<br />

20: QUADRUPLE TAP DELAY<br />

21: TIME CONTROL DELAY<br />

22: 2VOICE PITCH SHIFTER<br />

23: FBK PITCH SHIFTER<br />

34: ENHANCER -> DELAY<br />

45: MULTI TAP DELAY<br />

46: REVERSE DELAY<br />

47: SHUFFLE DELAY<br />

48: 3D DELAY<br />

49: 3VOICE PITCH SHIFTER<br />

67: MULTI TAP DELAY 2<br />

68: REVERSE DELAY 2<br />

69: SHUFFLE DELAY 2<br />

70: 3D DELAY 2<br />

Keyboard (effecten voor “toetsen”)<br />

08: ROTARY<br />

71: ROTARY 2<br />

72: ROTARY MULTI<br />

73: KEYBOARD MULTI<br />

74: RHODES MULTI<br />

75: JD MULTI<br />

LoFi (effecten die de geluidskwaliteit opzettelijk<br />

slechter maken, belangrijk voor Dance, Techno<br />

e.d.)<br />

50: LOFI COMPRESS<br />

51: LOFI NOISE<br />

76: STEREO LOFI COMPRESS<br />

77: STEREO LOFI NOISE<br />

Guitar and Bass (de naam zegt het al)<br />

2: OVERDRIVE<br />

3: DISTORTION<br />

26: OVERDRIVE -> CHORUS<br />

27: OVERDRIVE -> FLANGER<br />

28: OVERDRIVE -> DELAY<br />

29: DISTORTION -> CHORUS<br />

30: DISTORTION -> FLANGER<br />

31: DISTORTION -> DELAY<br />

52: SPEAKER SIMULATOR<br />

53: OVERDRIVE 2<br />

54: DISTORTION 2<br />

78: GUITAR AMP SIMULATOR<br />

79: STEREO OVERDRIVE<br />

80: STEREO DISTORTION<br />

81: GUITAR MULTI A<br />

82: GUITAR MULTI B<br />

83: GUITAR MULTI C<br />

84: CLEAN GUITAR MULTI A<br />

85: CLEAN GUITAR MULTI B<br />

86: BASS MULTI<br />

Compressor (effecten die de dynamiek<br />

beïnvloeden)<br />

9: COMPRESSOR<br />

10: LIMITER<br />

55: STEREO COMPRESSOR<br />

56: STEREO LIMITER<br />

57: GATE<br />

58: SLICER<br />

Chorus<br />

11: HEXA-CHORUS<br />

12: TREMOLO CHORUS<br />

13: SPACE-D<br />

14: STEREO CHORUS<br />

15: STEREO FLANGER<br />

16: STEP FLANGER<br />

32: ENHANCER -> CHORUS<br />

33: ENHANCER -> FLANGER<br />

35: CHORUS -> DELAY<br />

36: FLANGER -> DELAY<br />

37: CHORUS -> FLANGER<br />

38: CHORUS/DELAY<br />

39: FLANGER/DELAY<br />

40: CHORUS/FLANGER<br />

60: 3D CHORUS


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

61: 3D FLANGER<br />

Dimension (effecten die het volume/de<br />

stereopositie beïnvloeden)<br />

62: TREMOLO<br />

63: AUTO PAN<br />

89: 3D AUTO SPIN<br />

90: 3D MANUAL<br />

Filter (effecten die de klankkleur beïnvloeden)<br />

1: STEREO EQ<br />

5: SPECTRUM<br />

6: ENHANCER<br />

59: ISOLATOR<br />

87: ISOLATOR 2<br />

88: STEREO SPECTRUM<br />

Reverb<br />

24: REVERB<br />

25: GATED REVERB<br />

01: STEREO EQ (Stereo Equalizer)<br />

Ziehier een vierbands-EQ met de banden Low (laag)<br />

Mid 1/2 en Hi (hoog).<br />

L in<br />

R in<br />

4-Band EQ<br />

4-Band EQ<br />

LowFreq<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie van de lage<br />

tonen die moeten worden bewerkt (200 Hz/400 Hz).<br />

LowGain<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de gekozen frequentie<br />

moet worden opgehaald/afgezwakt (–15~+15 dB).<br />

Hi Freq<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie van de hoge<br />

tonen die moeten worden bewerkt (4000 Hz/8000 Hz).<br />

Hi Gain (High Gain)<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de gekozen Hi-frequentie<br />

moet worden opgehaald/afgezwakt (–15~+15 dB).<br />

Mid1 Freq<br />

Kies hier de centrale frequentie van de Mid 1-band<br />

200Hz~ 8kHz). Zoals u ziet, hoeft dit filter niet noodzakelijk<br />

te worden gebruikt als “Mid”: u kunt er namelijk<br />

ook lage en hoge tonen mee bewerken (200~8000 Hz).<br />

Mid1 Q<br />

Met deze parameter stelt u de bandbreedte van de te<br />

bewerken frequentie (Mid1 Freq) in. Hoe groter de Qwaarde,<br />

hoe minder frequenties er links en rechts van<br />

deze frequentie mee worden bewerkt (0.5, 1.0, 2.0, 4.0,<br />

8.0).<br />

Mid1 Gain<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de gekozen Mid1-frequentie<br />

moet worden opgehaald/afgezwakt (–15~+15<br />

dB).<br />

Mid2 Freq, Mid2 Q, Mid2 Gain<br />

Zie de gelijknamige Mid1-parameters.<br />

L out<br />

R out<br />

Level #<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume. Dat is soms<br />

nodig omdat drastische EQ-instellingen wel eens voor<br />

een veel luider/stiller geluid kunnen zorgen (0~127).<br />

02: OVERDRIVE<br />

Dit effect simuleert de typische vervorming van een<br />

gitaar-buizenversterker.<br />

L in<br />

R in<br />

Drive #<br />

Hiermee bepaalt u in welke mate het geluid moet/mag<br />

vervormen. Dat heeft ook consequenties voor het uitgangsvolume<br />

(0~127).<br />

(Amp Simulator) Type<br />

Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />

Small: Kleine comboversterker<br />

Built-in: Grote comboversterker.<br />

2-Stack: Versterker met twee kasten<br />

3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Met deze parameter kunt u al te grote volumeverschillen<br />

tussen “zonder” en “met” effect compenseren<br />

(0~127).<br />

Pan #<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).<br />

03: DISTORTION<br />

Amp<br />

Simulator<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Dit effect zorgt voor een ruigere vervorming dan<br />

“Overdrive”.<br />

L in<br />

R in<br />

Over<br />

drive<br />

Distortion<br />

Amp<br />

Simulator<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

Drive #<br />

Hiermee bepaalt u in welke mate het geluid moet/mag<br />

vervormen. Dat heeft ook consequenties voor het uitgangsvolume<br />

(0~127).<br />

Amp Type<br />

Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />

63<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

64<br />

Small: Kleine comboversterker<br />

Built-in: Grote comboversterker.<br />

2-Stack: Versterker met twee kasten<br />

3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Met deze parameter kunt u al te grote volumeverschillen<br />

tussen “zonder” en “met” effect compenseren<br />

(0~127).<br />

Pan #<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).<br />

04: PHASER<br />

Een Phaser voegt een uit fase gezette kopie van het<br />

ingangssignaal bij het origineel. Omwille van de beweging<br />

van dit effect verkrijgt u een “golvend” geluid.<br />

L in<br />

R in<br />

Phaser<br />

Resonance<br />

Manual #<br />

Hiermee stelt u het frequentiebereik in waarbinnen het<br />

golvende effect werkzaam is (100~8000 Hz).<br />

Rate #<br />

De frequentie van de golfbeweging kan in stappen van<br />

1,1 Hz worden ingesteld. Hoe groter de waarde, hoe<br />

sneller het golfeffect (0.05~10.00 Hz).<br />

Depth<br />

De diepte van het golfeffect. Hogere waarden veroorzaken<br />

een “diepere” golfbeweging in het geluid<br />

(0~127).<br />

Resonance<br />

Hiermee stelt u het Feedback-volume (de “terugkoppeling”)<br />

in. Hoe hoger het Feedback-volume, des te<br />

sterker het Phaser-effect (0~127).<br />

Mix Level<br />

Stelt de verhouding in tussen de uit-fase klank en het<br />

originele signaal. Hoe groter de Mix-waarde, des te<br />

hoger het volume van het effect. Wanneer de waarde<br />

“0” is ingesteld, wordt geen geluid uitgestuurd (tenzij<br />

het Phaser-effect niet is ingeschakeld) (0~127).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Mix<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

Pan<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).<br />

05: SPECTRUM<br />

Het Spectrum-effect is eveneens een filter dat echter<br />

iets anders werkt dan de Stereo Equalizer. Hier zijn de<br />

frequentiebanden namelijk voorgeprogrammeerd en<br />

zodanig gekozen dat telkens “karakteristieke” frequenties<br />

kunnen worden opgehaald of afgezwakt.<br />

L in<br />

R in<br />

Spectrum<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

250Hz<br />

Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />

250Hz in (–15~+15 dB).<br />

500Hz<br />

Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />

500Hz in (–15~+15 dB).<br />

1000Hz<br />

Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />

1kHz in (–15~+15 dB).<br />

1250Hz<br />

Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />

1,25kHz in (–15~+15 dB).<br />

2000Hz<br />

Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />

2kHz in (–15~+15 dB).<br />

3150Hz<br />

Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />

3,15kHz in (–15~+15 dB).<br />

4000Hz<br />

Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />

4kHz in (–15~+15 dB).<br />

8000Hz<br />

Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond<br />

8kHz in (–15~+15 dB).<br />

Q<br />

Met deze instelling bepaalt u de bandbreedte van de<br />

filterfrequenties. Hoe groter de waarde, hoe “smaller”<br />

de frequentiebanden worden (0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0).<br />

Level #<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Pan #<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Een Enhancer zorgt voor een versterking van de<br />

boventonen, wat het geluid transparanter (“beter<br />

hoorbaar”) maakt.<br />

L in<br />

R in<br />

06: ENHANCER<br />

Sens #<br />

Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van de Enhancer<br />

(0~127).<br />

Mix Level #<br />

Met deze parameter bepaalt u de verhouding tussen<br />

het originele signaal en het signaal dat door de Enhancer<br />

wordt gehaald (0~127).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

07: AUTO WAH<br />

Ziehier een WahWah-effect dat volledig automatisch<br />

wordt gestuurd.<br />

L in<br />

R in<br />

Enhancer<br />

Enhancer<br />

Mix<br />

Mix<br />

Auto Wah<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

R out<br />

L out<br />

R out<br />

Filter Type<br />

Met deze parameter kiest u het filtertype van het Auto<br />

Wah-effect. Kiest u LPF, dan heeft het effect betrekking<br />

op een groot frequentiespectrum. BPF daarentegen<br />

betekent dat slechts een beperkt aantal frequenties<br />

worden bewerkt (LPF, BPF).<br />

Sens<br />

Dit is de gevoeligheid (Sensitivity) van de Auto Wah<br />

(0~127).<br />

Manual #<br />

Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van de Auto<br />

Wah (0~127).<br />

Peak<br />

Met deze parameter bepaalt u hoe sterk het Auto Waheffect<br />

de centrale frequentie bewerkt. Hoe kleiner deze<br />

waarde, hoe meer frequenties er rond het centrale punt<br />

eveneens van WahWah worden voorzien (0~127).<br />

Rate #<br />

Met deze parameter bepaalt u de modulatiesnelheid<br />

van de Auto Wah. Het gaat dus om een regelmatige<br />

modulatie van de gekozen frequenties (0,05~10,00 Hz).<br />

Depth<br />

Hiermee stelt u de intensiteit van de LFO in. Hoe groter<br />

deze waarde, hoe uitdrukkelijker de modulatie<br />

wordt (0~127).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

08: ROTARY<br />

Dit effect simuleert een stel draaiende luidsprekers die<br />

men in de regel met een orgel van een wel bepaald<br />

merk associeert. Daarom verdient het aanbeveling dit<br />

effect vooral voor orgel- of orgelachtige klanken te<br />

gebruiken. Het effect is apart instelbaar voor de hoge<br />

en de lage frequenties.<br />

L in<br />

R in<br />

Rotary<br />

L out<br />

R out<br />

Speed #<br />

Hiermee kiest u de draaisnelheid van het effect (Slow<br />

of Fast). Welke snelheid op dat moment bereikt wordt,<br />

stelt u in met de Low/Hi Slow en Low/Hi Fast.<br />

Dit effect vraagt natuurlijk om het gebruik van een<br />

speelhulp, die u aan een MFX CTR-kanaal moet toewijzen.<br />

Misschien gebruikt u hiervoor graag een voetschakelaar<br />

(bv. Foot, CC04) om afwisselend de Fast en<br />

de Slow stand te kiezen. Zie hiervoor “Snelheid van<br />

het Rotary-effect met een voetschakelaar veranderen”<br />

op blz. 186.<br />

(Woofer) Slow Rate<br />

Hiermee stelt u de “draaisnelheid” van de lage tonen<br />

voor de “Slow”-stand in (0,05~10,00 Hz).<br />

(Woofer) Fast Rate<br />

Hiermee stelt u de “draaisnelheid” van de lage tonen<br />

voor de “Fast”-stand in. (Kies wel een andere waarde<br />

dan voor Low Slow.) (0,05~10,00 Hz)<br />

(Woofer) Acceleration<br />

Hiermee stelt u de overgangssnelheid van Fast naar<br />

Slow en vice versa in – maar enkel voor de lage tonen<br />

(0~15).<br />

(Woofer) Level<br />

Met deze parameter bepaalt u het volume van de lage<br />

tonen (de “basluidspreker”) (0~127).<br />

Separation<br />

Met deze parameter bepaalt u de “breedte” van het<br />

geluidsbeeld (0~127).<br />

(Tweeter) Slow Rate, Fast Rate, Acceleration, Level<br />

Zie respectievelijke “Woofer”-parameters. Deze keer<br />

gelden ze echter voor de hoge frequenties.<br />

65<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

66<br />

(Output) Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Een compressor dient in de regel voor het verwijderen<br />

van volumepieken uit een signaal en voor het ophalen<br />

van lage volumes. Toch wordt dit effect ook vaak als<br />

dusdanig (als effect dus) gebruikt om een geluid meer<br />

“punch” te geven. Dit doet u voornamelijk door Attack<br />

op verschillende manieren in te stellen.<br />

L in<br />

R in<br />

09: COMPRESSOR<br />

Compressor<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

Attack<br />

Met deze parameter bepaalt u hoe snel de compressor<br />

begint te werken. Hoe groter de waarde, hoe langzamer<br />

de compressor in werking treedt (0~127).<br />

Sustain<br />

Hiermee bepaalt u hoe lang de compressor actief is<br />

(0~127).<br />

Post Gain<br />

Hiermee stelt u het uitgangsniveau in (0 dB, +6 dB, +12<br />

dB, +18 dB).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u het volume van de lage effecttonen<br />

ophalen of afzwakken. Hoe groter deze waarde, hoe<br />

meer het laag naar de voorgrond schuift (–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u het volume van de hoge effecttonen<br />

ophalen of afzwakken (–15~+15 dB).<br />

Level #<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Pan #<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).<br />

10: LIMITER<br />

Terwijl een compressor enerzijds een te laag volume<br />

ophaalt en een te hoog volume afzwakt, werkt een<br />

Limiter enkel op te hoge volumes. Lage volumes worden<br />

dus niet bijgestuurd. Gebruik dit effect om signaalpieken<br />

te vermijden.<br />

L in<br />

R in<br />

Limiter<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

Threshold<br />

Hiermee stelt u het volume in dat het ingangssignaal<br />

moet halen om de Limiter in werking te laten treden.<br />

Dit is dus de “drempelwaarde” (0~127).<br />

Ratio<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk signalen, die op of boven<br />

de Threshold-waarde liggen, afgezwakt worden (1.5:1,<br />

2:1, 4:1, 100:1).<br />

Release<br />

Hiermee bepaalt u wanneer de Limiter uitgeschakeld<br />

wordt nadat het volume weer onder de Threshold<br />

waarde is gedaald (0~127).<br />

Post Gain<br />

Hiermee stelt u het uitgangsniveau in (0 dB, +6 dB, +12<br />

dB, +18 dB).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u het volume van de lage effecttonen<br />

ophalen of afzwakken. Hoe groter deze waarde, hoe<br />

meer het laag naar de voorgrond schuift (–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u het volume van de hoge effecttonen<br />

ophalen of afzwakken (–15~+15 dB).<br />

Level #<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Pan #<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

11: HEXA-CHORUS<br />

Chorus is een effect waarmee u een geluid “breder” en<br />

warmer kunt maken, zodat het lijkt alsof er twee of<br />

meer instrumenten unisono zitten te spelen. Dit exemplaar<br />

is een opeenstapeling van zes Chorus-lijnen.<br />

L in<br />

R in<br />

Balance D<br />

Hexa-Chorus<br />

Balance D<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

Rate #<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />

Depth Dev<br />

Dit is een “afwijkingsparameter” voor de diepte van<br />

de verschillende effectsignalen. Hoe groter deze<br />

waarde, hoe groter het verschil in diepte van de Chorus-signalen<br />

(–20~+20).<br />

Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />

Pre Delay Dev<br />

We hebben hier te maken met een “Hexa” Chorus. Dat<br />

betekent dat het effectsignaal zes verschillende “Chorussen”<br />

bevat. Met deze parameter bepaalt u de<br />

afstand tussen de afzonderlijke effecten. Hoe groter<br />

deze waarde, hoe verder de Chorus-signalen uiteenliggen.<br />

Dit is dus een aanvulling op de Pre Dly parameter<br />

(0~20).<br />

Pan Dev<br />

Ook dit is weer een “afwijkingsparameter”, ditmaal<br />

echter voor de stereopositie van de verschillende<br />

effectsignalen. Hiermee kunt u dus voor een spreiding<br />

van de Chorus-signalen in het stereobeeld zorgen.<br />

Hierbij komt de waarde 20 overeen met een spreiding<br />

van 30°, uitgaande van het midden (0~20).<br />

Balance<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen het oorspronkelijke en het effectsignaal.<br />

“D100:0W” betekent dat u enkel het originele signaal<br />

(zonder effect) hoort. “D0:100W” staat voor “enkel<br />

Chorus-geluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

12: TREMOLO CHORUS<br />

Dit is een Chorus met een tremolo erbij, zodat naast de<br />

toonhoogte ook het volume wordt gemoduleerd.<br />

L in<br />

R in<br />

Balance D<br />

Tremolo Chorus<br />

Balance D<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

(Chorus) Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

(Chorus) Depth<br />

Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />

(Chorus) Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />

(Tremolo) Rate #<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van het tremolo-effect.<br />

Hoe groter de waarde, hoe sneller de tremolo<br />

(0,05~10,00 Hz).<br />

(Tremolo) Phase<br />

Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />

Chorus-effect (0~180˚).<br />

Separation<br />

Hiermee stelt u de “breedte” van het tremolo-effect in<br />

(0~127).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen het oorspronkelijke en het effectsignaal.<br />

“D100:0W” betekent dat u enkel het originele signaal<br />

(zonder effect) hoort. “D0:100W” staat voor “enkel<br />

Chorus-geluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

67<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

68<br />

Dit is ook weer een veelvuldige Chorus, die een tweefasen<br />

modulatie in stereo toepast. Het voordeel van dit<br />

effect is dat de luisteraar duidelijk de indruk heeft dat<br />

het om een Chorus gaat, maar dat de toonhoogte<br />

betrekkelijk stabiel blijft.<br />

L in<br />

R in<br />

Rate #<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

Depth<br />

Modulatiediepte (intensiteit) van het effect (0~127).<br />

Phase<br />

Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />

effectsignaal (0~180˚).<br />

Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen het oorspronkelijke en het effectsignaal.<br />

“D100:0W” betekent dat u enkel het originele signaal<br />

(zonder effect) hoort. “D0:100W” staat voor “enkel<br />

Chorus-geluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Dit is een Chorus met stereoweergave, zodat het<br />

geluid veel breder wordt.<br />

L in<br />

R in<br />

13: SPACE-D<br />

Space-D<br />

Space-D<br />

14: STEREO CHORUS<br />

Chorus<br />

Chorus<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Rate #<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

L out<br />

R out<br />

L out<br />

R out<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />

hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />

Phase<br />

Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />

effectsignaal (0~180˚).<br />

Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />

(Filter) Type<br />

Hiermee kiest u het filtertype dat op het Chorus-effect<br />

van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />

hogetonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de frequenties<br />

onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies<br />

OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />

Cutoff<br />

Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />

(LPF of HPF) moet beginnen werken. Voor Filter<br />

Type= OFF hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />

(200~ 8000Hz).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen het oorspronkelijke en het effectsignaal.<br />

“D100:0W” betekent dat u enkel het originele signaal<br />

(zonder effect) hoort. “D0:100W” staat voor “enkel<br />

Chorus-geluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

15: STEREO FLANGER<br />

Wat een Flanger is, hoeven we u beslist niet uit te leggen:<br />

het is het bekende “straaljager”-effect, maar het<br />

kan ook subtieler werken. Interessant is wel dat het<br />

hier om een stereo Flanger gaat, die dus lekker breed<br />

kan werken.<br />

L in<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Flanger<br />

Balance W<br />

Feedback<br />

Feedback<br />

Flanger<br />

Balance W<br />

R in<br />

2-Band<br />

R out<br />

Balance D EQ<br />

Rate #<br />

Dit is de snelheid waarmee het effect wordt gemoduleerd<br />

(0,05~10,00 Hz).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />

hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />

nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd, wat<br />

algemeen bekend staat als “terugkoppeling”. Een<br />

negatieve waarde betekent dat de fase van het Flangersignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er<br />

geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

Phase<br />

Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />

effectsignaal (0~180˚).<br />

Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />

(Filter) Type<br />

Hiermee kiest u het filtertype dat op het Flanger-effect<br />

van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />

hogetonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de frequenties<br />

onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies<br />

OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />

Cutoff<br />

Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />

(LPF of HPF) moet beginnen werken. Bij Filter Type=<br />

OFF hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />

(200~8000 Hz).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

16: STEP FLANGER<br />

Een Step Flanger is een effect dat het geluid in duidelijk<br />

hoorbare stappen moduleert. Als u een nootwaarde<br />

voor de Step-parameter kiest, kan de modulatie via<br />

MIDI worden gesynchroniseerd.<br />

L in<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Step Flanger Balance W<br />

Feedback<br />

Feedback<br />

Step Flanger<br />

Balance W<br />

R in<br />

2-Band<br />

R out<br />

Balance D EQ<br />

Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee het effect wordt gemoduleerd<br />

(0,05~10,00 Hz).<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />

hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />

nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een<br />

negatieve waarde betekent dat de fase van het Flangersignaal<br />

omgekeerd wordt (–98~+98%).<br />

Phase<br />

Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />

effectsignaal (0~180˚).<br />

Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />

Step Rate #<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte (in stappen<br />

dus) gemoduleerd wordt (0,10~20,00 Hz, nootwaarde).<br />

Als u een nootwaarde kiest, wordt de modulatie met<br />

een MIDI Clock-signaal gesynchroniseerd. Dat betekent<br />

uiteraard dat u de “leverancier” van het synchronisatiesignaal<br />

moet kiezen. Let wel: als u een cijferwaarde<br />

kiest, wordt de Step Flanger niet via MIDI<br />

gesynchroniseerd. Als u daarentegen een noot kiest,<br />

terwijl de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, in de MIDI-stand, geen MIDI-synchronisatiesignaal<br />

ontvangt, dan hanteert hij zijn eigen<br />

tempo (Patch-/System-tempo, zie blz. 114 en 173).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

69<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

70<br />

Balance<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

17: STEREO DELAY<br />

Dit is een Delay die volledig stereo is, wat u dus de<br />

mogelijkheid geeft om betrekkelijk complexe herhalingen<br />

te programmeren.<br />

Wanneer Mode= NORMAL:<br />

L in<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Delay<br />

Balance W<br />

Feedback<br />

Feedback<br />

Delay<br />

R in<br />

2-Band<br />

R out<br />

Balance D EQ<br />

Wanneer Mode= CROSS:<br />

Balance W<br />

L in<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Delay<br />

Balance W<br />

Feedback<br />

Feedback<br />

Delay<br />

Balance W<br />

R in<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

R out<br />

Left<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

voor het linker kanaal (0,0~500,0 ms).<br />

Right<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

voor het rechter kanaal (0,0~500,0 ms).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. In de natuur houdt dit verband met de<br />

oppervlakte van de voorwerpen die het geluid weerkaatsen.<br />

Laten we het niet teveel over de natuur hebben,<br />

want daar bestaan geen Delays (wel echo’s<br />

natuurlijk): als u niet wilt dat de herhalingen al te helder<br />

zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

FBK Mode<br />

Hiermee kiest u de Feedback mode (zie bovenstaande<br />

tekeningen). Cross betekent dat het vertraagde signaal<br />

van het linker kanaal naar het rechter wordt gestuurd<br />

en vice versa, wat de herhalingen complexer maakt<br />

(NORMAL, CROSS).<br />

Phase Left<br />

Hiermee stelt u de fase van de vertraging in (linker<br />

kanaal). INVERT betekent dat de fase gewoon omgekeerd<br />

wordt (NORMAL, INVERT).<br />

Phase Right<br />

Hiermee stelt u de fase van de vertraging in (rechter<br />

kanaal) (NORMAL, INVERT).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

18: MODULATION DELAY<br />

Dit is een Delay die de toonhoogte van de herhalingen<br />

moduleert en dus duidelijk iets weg heeft van een<br />

Flanger.<br />

Wanneer Mode= NORMAL:<br />

L in<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Delay Modulation Balance W<br />

Feedback<br />

Feedback<br />

Delay Modulation Balance W<br />

R in<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

R out<br />

Wanneer Mode= CROSS:<br />

L in<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Delay Modulation Balance W<br />

Feedback<br />

Feedback<br />

Delay Modulation<br />

Balance W<br />

R in<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

R out


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Left<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

voor het linker kanaal (0,0~500,0 ms).<br />

Right<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

voor het rechter kanaal (0,0~500,0 ms).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />

helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

FBK Mode<br />

Hiermee kiest u de Feedback mode (zie bovenstaande<br />

tekeningen). CROSS betekent dat het vertraagde signaal<br />

van het linker kanaal naar het rechter wordt<br />

gestuurd en vice versa, wat de herhalingen complexer<br />

maakt (NORMAL, CROSS).<br />

Rate #<br />

Rate is de snelheid van de toonhoogtemodulatie (0,05~<br />

10,00 Hz).<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het modulatie-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de modulatie (0~127).<br />

Phase<br />

Hiermee stelt u de fase van de modulatie en dus de<br />

spreiding van het effect in (0~180˚).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Dit Delay effect laat toe om drie vertragingen in te stellen<br />

(links, midden, rechts). Als u een nootwaarde<br />

instelt, wordt de betreffende vertragingslijn met een<br />

MIDI-Clock signaal gesynchroniseerd, wat natuurlijk<br />

interessant is.<br />

L in<br />

19: TRIPLE TAP DELAY<br />

R in<br />

Triple Tap Delay<br />

Feedback<br />

Left Tap<br />

Right Tap<br />

Balance D<br />

Center Tap<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Center<br />

Dit is de snelheid van de herhalingen die zich in het<br />

midden bevinden (200~1000 ms).<br />

Left<br />

Dit is de snelheid van de herhalingen die zich links<br />

bevinden (200~1000 ms).<br />

Right<br />

Dit is de snelheid van de herhalingen die zich rechts<br />

bevinden (200~1000 ms).<br />

U kunt voor deze drie parameters ook een nootwaarde<br />

instellen om de herhalingen synchroon te laten lopen<br />

met het tempo. Hiervoor wordt hetzij het Patch-<br />

(blz. 114), hetzij het System-tempo (blz. 173) gehanteerd.<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt. Als u niet wilt dat de<br />

herhalingen al te helder zijn, stelt u het best een andere<br />

waarde dan BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd, wat algemeen<br />

bekend staat als “terugkoppeling”. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback<br />

(–98~+98%).<br />

(Level) Center, Left, Right<br />

Met deze drie parameters bepaalt u het volume van de<br />

herhalingen voor de drie Delay-lijnen (0~127).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

L out<br />

R out<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

71<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

72<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

20: QUADRUPLE TAP DELAY<br />

Dit Delay-effect laat toe om vier herhalingen in te stellen.<br />

Ook dit effect kunt u weer via MIDI synchroniseren.<br />

L in<br />

R in<br />

Feedback<br />

Quadruple Tap Delay<br />

Let wel: de stereopositie van de Delay-lijnen staat vast<br />

ingesteld:<br />

1<br />

L<br />

Delay 1<br />

Delay 4<br />

Delay 2<br />

Delay 3<br />

2 3<br />

Delay 1<br />

Dit is de snelheid van Delay 1. Als u een nootwaarde<br />

kiest, wordt de vertraging met een MIDI Clock-signaal<br />

gesynchroniseerd (200~1000 ms, nootwaarde).<br />

Delay 2<br />

Dit is de snelheid van Delay 2. Als u een nootwaarde<br />

kiest, wordt de vertraging met een MIDI Clock-signaal<br />

gesynchroniseerd (200~1000 ms, nootwaarde).<br />

Delay 3<br />

Dit is de snelheid van Delay 3. Als u een nootwaarde<br />

kiest, wordt de vertraging met een MIDI Clock-signaal<br />

gesynchroniseerd (200~1000 ms, nootwaarde).<br />

Delay 4<br />

Dit is de snelheid van Delay 4. Als u een nootwaarde<br />

kiest, wordt de vertraging met een MIDI Clock-signaal<br />

gesynchroniseerd (200~1000 ms, nootwaarde).<br />

* Als tempowaarde kunt u hetzij het Patch- (blz. 114), hetzij<br />

het System-tempo gebruiken (blz. 173).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt. Als u niet wilt dat de<br />

herhalingen al te helder zijn, stelt u het best een andere<br />

waarde dan BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

R<br />

4<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

Level 1, 2, 3, 4<br />

Met deze vier parameters bepaalt u het volume van de<br />

herhalingen voor de Delay-lijnen (0~127).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Dit Delay-effect laat toe om de herhalingssnelheid in<br />

Realtime (“echte tijd”) in te stellen. Gebruik hiervoor<br />

de MFX CTRL-functie (blz. 55). Als u de vertragingstijd<br />

opdrijft, stijgt ook de toonhoogte tijdelijk. Vermindert<br />

u de vertragingstijd, dan daalt de toonhoogte<br />

even.<br />

Zie ook “MFX-parameters via MIDI beïnvloeden” op<br />

blz. 184.<br />

L in<br />

R in<br />

21: TIME CONTROL DELAY<br />

Balance D<br />

Time Control Delay<br />

Feedback<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

R out<br />

Let wel: dit effect komt pas echt tot z’n recht als u de<br />

vertragingstijd tijdens het spelen wijzigt. Pas dan verandert<br />

namelijk de toonhoogte.<br />

Delay #<br />

Dit is de snelheid van de herhalingen en natuurlijk de<br />

vertraging tussen het originele en het effectsignaal<br />

(200~ 1000ms).<br />

Acceleration<br />

Hiermee bepaalt u of de snelheid van de herhalingen<br />

toeneemt. Kiest u de waarde 15, dan is dat niet het<br />

geval (0~15).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt. Als u niet wilt dat de<br />

herhalingen al te helder zijn, stelt u het best een andere<br />

waarde dan BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Pan<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Dit is een effect met een heel bekende (maar helaas<br />

wettelijk beschermde) naam, dat iedereen (behalve het<br />

betrokken merk zelf) Pitch Shifter noemt. Het gaat om<br />

een transpositie-effect – in dit geval met twee toonhoogtes.<br />

L in<br />

R in<br />

22: 2VOICE PITCH SHIFTER<br />

Level Balance A<br />

PanA R<br />

2Voice Pitch Shifter<br />

PanB L<br />

Level Balance B<br />

Balance D<br />

PanA L<br />

PanB R<br />

Balance D<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

(Pitch A) Coarse #1<br />

Hiermee stelt u het interval van het eerste transpositiekanaal<br />

in. De instelling gebeurt in stappen van een<br />

halve toon. Zoals u ziet, kunt u maximaal 1 octaaf<br />

hoger en 2 octaven lager transponeren (–24~+12 halve<br />

tonen).<br />

(Pitch A) Fine #1<br />

Deze parameter laat een lichte ontstemming van het Akanaal<br />

toe. De waarde slaat op een verandering in Cent<br />

(1/100 van een halve toon). U zou Pitch Shift dus ook<br />

kunnen gebruiken om een “stereosignaal” van een<br />

monosignaal te maken. Dat is ongeveer hetzelfde als<br />

een Chorus-effect, alleen wordt het signaal hier niet<br />

gemoduleerd en blijft het dus stabiel (–100~+100<br />

Cent).<br />

Pan A<br />

Met deze parameter bepaalt u de plaats waar de transpositie<br />

zich bevindt. L64 betekent helemaal links en<br />

63R helemaal rechts (L64~0~63R).<br />

Pre Delay A<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging van het A-kanaal<br />

t.o.v. het oorspronkelijke signaal (0,0~500,0 ms).<br />

(Pitch Shift) Mode<br />

Hiermee kiest u de Pitch Shift-mode. Hoe groter deze<br />

waarde, hoe lomer de transpositie wordt, maar de<br />

kwaliteit gaat er alleen maar op vooruit (1~5).<br />

(Pitch B) Coarse #2<br />

Hiermee stelt u het interval van het tweede transpositiekanaal<br />

in. De instelling gebeurt in stappen van een<br />

halve toon. Zoals u ziet, kunt u maximaal 1 octaaf<br />

hoger en 2 octaven lager transponeren (–24~+12 halve<br />

tonen).<br />

(Pitch B) Fine #2<br />

Deze parameter laat een lichte ontstemming van het Bkanaal<br />

toe. De waarde slaat op een verandering in Cent<br />

(1/100 van een halve toon) (–100~+100 Cent).<br />

Pan B<br />

Met deze parameter bepaalt u de plaats waar de transpositie<br />

zich bevindt. “L64” betekent helemaal links en<br />

“63R” helemaal rechts (L64~0~63R).<br />

Pre Delay B<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging van het B-kanaal<br />

t.o.v. het oorspronkelijke signaal (0,0~500,0 ms).<br />

Level Balance<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen het signaal van Pitch Shift A en Pitch Shift B<br />

(A100:0B~A0:100B).<br />

Balance<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

73<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

74<br />

Dit is een Pitch Shifter met een Feedback-lus, wat dus<br />

het gebruik van terugkoppeling (lees: stijgende/<br />

dalende herhalingen) toelaat.<br />

L in<br />

R in<br />

23: FBK PITCH SHIFTER<br />

Pitch Shifter<br />

Feedback<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

R out<br />

Coarse #1<br />

Hiermee stelt u het interval voor de transpositie in<br />

(–24~+12 halve tonen).<br />

Fine #1<br />

Deze parameter laat een lichte ontstemming van het<br />

originele signaal toe. De waarde slaat op een verandering<br />

in Cent (1/100 van een halve toon) (–100~+100<br />

Cent).<br />

Pre Delay<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging van de transpositie<br />

t.o.v. het oorspronkelijke signaal (0,0~500,0 ms).<br />

Mode<br />

Naarmate u voor deze parameter een hogere waarde<br />

kiest reageert de Pitch Shifter trager, maar met een stabielere<br />

toonhoogte (1~5).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het effectsignaal nog<br />

een keer naar de Pitch Shifter wordt gestuurd. Een<br />

negatieve waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er<br />

geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Pan<br />

Met deze parameter bepaalt u de plaats waar de transpositie<br />

zich bevindt. “L64” betekent helemaal links en<br />

“63R” helemaal rechts (L64~0~63R).<br />

24: REVERB<br />

Dit is een galmeffect dat iets opgebouwd is dan het<br />

“voltijds” Reverb-effect van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Dat zou u dus<br />

kunnen gebruiken om het geluid te variëren of om<br />

bepaalde Tones extra in de verf te zetten.<br />

L in<br />

R in<br />

Balance D<br />

Reverb<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Type<br />

Hiermee kiest u het type galm dat u nodig hebt:<br />

Room 1 Korte, maar zeer dichte galm. Typisch voor een<br />

kamer<br />

Room 2 Korte en iets “lichtere” galm.<br />

Stage 1 Galm met lang nazinderende reflecties.<br />

Stage 2 Galm met een sterke eerste reflectie.<br />

Hall 1 Transparante galm.<br />

Hall 2 Volle galm.<br />

L out<br />

R out<br />

Pre Delay<br />

Met deze parameter bepaalt u de vertraging tussen het<br />

originele signaal en het effectsignaal (0,0~100,0 ms).<br />

Time #<br />

Hiermee bepaalt u de lengte van de galm (de galmtijd)<br />

(0~127).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt. Als u niet wilt dat de<br />

galm al te helder is, stelt u het best een andere waarde<br />

dan BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Ziehier een galmeffect waar nog een “schakeling” achter<br />

zit die het geluid plots uitschakelt. De galm sterft<br />

dus niet natuurlijk uit.<br />

L in<br />

R in<br />

25: GATED REVERB<br />

Balance D<br />

Gated Reverb<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Type<br />

Met deze parameter kiest u het type galm dat voor dit<br />

effect wordt gebruikt.<br />

Normal Dit is een normale galm<br />

Reverse Omgekeerde galm.<br />

Sweep1 Stereogalm die van rechts naar links springt.<br />

Sweep2 Stereogalm die van links naar rechts springt.<br />

Pre Delay<br />

Met deze parameter bepaalt u de vertraging tussen het<br />

originele signaal en het effectsignaal (0,0~100,0 ms).<br />

Gate Time<br />

Met deze parameter stelt u in hoe lang de galm moet<br />

klinken. Hoe kleiner deze waarde, hoe korter de galm<br />

is (5~500ms).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

L out<br />

R out<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level #<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

26: OVERDRIVE→ CHORUS<br />

Dit effectalgoritme bevat een Overdrive, die vervolgens<br />

een Chorus passeert.<br />

(Overdrive) Drive<br />

Met deze parameter bepaalt u de intensiteit van de vervorming<br />

(0~127).<br />

(Overdrive) Pan #<br />

Met deze parameter stelt u de stereopositie van het<br />

Overdrive-effect in. Daarbij betekent “63R” dat de<br />

Overdrive zich helemaal rechts bevindt (L64~0~63R).<br />

Cho Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />

Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

(Chorus) Depth<br />

Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />

(Chorus) Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen de Overdrive en de Chorus. “D100:0W” betekent<br />

dat u alleen de Overdrive hoort. “D0:100W” betekent<br />

dat u enkel de Chorus hoort<br />

(D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

27: OVERDRIVE→ FLANGER<br />

Dit effectalgoritme bevat een Overdrive, die vervolgens<br />

een Flanger passeert.<br />

L in<br />

L in<br />

R in<br />

R in<br />

Overdrive<br />

Overdrive<br />

Balance D<br />

Chorus<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

Feedback<br />

Flanger<br />

Balance D<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

(Overdrive) Drive<br />

Met deze parameter bepaalt u de intensiteit van de vervorming<br />

(0~127).<br />

(Overdrive) Pan #<br />

Met deze parameter stelt u de stereopositie van het<br />

Overdrive-effect in. Daarbij betekent “63R” dat de<br />

Overdrive zich helemaal rechts bevindt (L64~0~63R).<br />

75<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

76<br />

(Flanger) Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />

(Flanger) Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het Flanger-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het effectsignaal nog<br />

een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

(Flanger) Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen de Overdrive en de Flanger. “D100:0W” betekent<br />

dat u alleen de Overdrive hoort. “D0:100W” betekent<br />

dat u enkel de Flanger hoort<br />

(D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

28: OVERDRIVE→ DELAY<br />

Dit effectalgoritme bevat een Overdrive, die vervolgens<br />

een Delay passeert.<br />

L in<br />

R in<br />

Overdrive<br />

Balance D<br />

Delay<br />

Feedback<br />

Balance D<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

(Overdrive) Drive<br />

Met deze parameter bepaalt u de intensiteit van de vervorming<br />

(0~127).<br />

(Overdrive) Pan #<br />

Met deze parameter stelt u de stereopositie van het<br />

Overdrive-effect in. Daarbij betekent “63R” dat de<br />

Overdrive zich helemaal rechts bevindt (L64~0~63R).<br />

Time<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

en de vertraging tussen het originele en het<br />

effectsignaal (0,0~500,0 ms).<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

(Delay) HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. In de natuur houdt dit verband met de<br />

oppervlakte van de voorwerpen die het geluid weerkaatsen.<br />

Als u niet wilt dat de herhalingen al te helder<br />

zijn, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in<br />

(200~8000 Hz, BYPASS).<br />

(Delay) Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen de Overdrive en de Delay. “D100:0W” betekent<br />

dat u alleen de Overdrive hoort. “D0:100W” betekent<br />

dat u enkel de Delay hoort (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

29: DISTORTION→ CHORUS<br />

Dit is een combinatie van het Distortion-effect en een<br />

Chorus. De parameters zijn dezelfde als voor “26:<br />

OVERDRIVE→ CHORUS”. Enige uitzondering:<br />

OD Drive→ Dist Drive (intensiteit van de vervorming)<br />

OD Pan→ Dist Pan (stereopositie van het Distortionsignaal)<br />

L in<br />

R in<br />

Distortion<br />

Balance D<br />

Chorus<br />

Balance D<br />

30: DISTORTION→ FLANGER<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

Dit is een combinatie van het Distortion-effect en een<br />

Flanger. De parameters zijn dezelfde als voor “27:<br />

OVERDRIVE→ FLANGER”. Enige uitzondering:<br />

OD Drive→ Dist Drive (intensiteit van de vervorming.)<br />

OD Pan→ Dist Pan (stereopositie van het Distortionsignaal)<br />

L in<br />

R in<br />

Distortion<br />

Balance D<br />

Feedback<br />

Flanger<br />

Balance D<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Dit is een combinatie van het Distortion-effect en een<br />

Delay. De parameters zijn dezelfde als voor “28:<br />

OVERDRIVE→ DELAY”. Enige uitzondering:<br />

OD Drive→ Dist Drive (intensiteit van de vervorming)<br />

OD Pan→ Dist Pan (stereopositie van het Distortionsignaal)<br />

L in<br />

R in<br />

31: DISTORTION→ DELAY<br />

32: ENHANCER→ CHORUS<br />

Ziehier een combinatie van een Enhancer die vervolgens<br />

een Chorus-effect passeert.<br />

L in<br />

R in<br />

Distortion<br />

Enhancer<br />

Enhancer<br />

Mix<br />

Mix<br />

Balance D<br />

Delay<br />

Feedback<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

Chorus<br />

Balance D<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

(Enhancer) Sens #<br />

Hiermee stelt u de diepte van het Enhancer-effect in<br />

(0~127).<br />

(Enhancer) Mix Level<br />

Met deze parameter bepaalt u de verhouding tussen<br />

het originele signaal en het signaal dat door de Enhancer<br />

wordt gehaald (0~127).<br />

(Chorus) Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />

Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />

(Chorus) Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen de Enhancer en de Chorus. “D100:0W” betekent<br />

dat u alleen de Enhancer hoort. “D0:100W” betekent<br />

dat u enkel de Chorus hoort (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

33: ENHANCER→ FLANGER<br />

Dit is een combinatie van een Enhancer die vervolgens<br />

een Flanger-effect passeert.<br />

L in<br />

R in<br />

Enhancer<br />

Enhancer<br />

Mix<br />

Mix<br />

Balance D<br />

Feedback<br />

Flanger<br />

Balance D<br />

(Enhancer) Sens #<br />

Hiermee stelt u de diepte van het Enhancer-effect in<br />

(0~127).<br />

(Enhancer) Mix Level<br />

Met deze parameter bepaalt u de verhouding tussen<br />

het originele signaal en het signaal dat door de Enhancer<br />

wordt gehaald (0~127).<br />

(Flanger) Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />

Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het Flanger-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-uitgangssignaal<br />

nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd.<br />

Een negatieve waarde betekent dat de fase van het<br />

effectsignaal omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent<br />

dat er geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

(Flanger) Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen de Enhancer en de Flanger. “D100:0W” betekent<br />

dat u alleen de Enhancer hoort. “D0:100W” betekent<br />

dat u enkel de Flanger hoort<br />

(D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

77<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

78<br />

34: ENHANCER→ DELAY<br />

Ziehier een combinatie van een Enhancer die vervolgens<br />

een Delay passeert.<br />

L in<br />

R in<br />

(Enhancer) Sens #, Mix Level<br />

Zie hierboven.<br />

(Delay) Time<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

en de vertraging tussen het originele en het<br />

effectsignaal (0,0~500,0 ms).<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />

helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

(Delay) Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen de Enhancer en de Delay. “D100:0W” betekent<br />

dat u alleen de Enhancer hoort. “D0:100W” betekent<br />

dat u enkel de Delay hoort (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

35: CHORUS→ DELAY<br />

Hier worden een Chorus en een Delay in serie geschakeld,<br />

zodat een met Chorus voorzien signaal wordt<br />

herhaald.<br />

L in<br />

R in<br />

Enhancer<br />

Enhancer<br />

Mix<br />

Mix<br />

Balance D<br />

Balance W<br />

Chorus<br />

Balance W<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

Delay<br />

Feedback<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

Delay<br />

Feedback<br />

Balance D<br />

(Chorus) Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />

Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

(Chorus) Depth<br />

Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />

(Chorus) Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen het binnenkomende signaal en de Chorus.<br />

“D100:0W” betekent dat u alleen het originele (niet<br />

bewerkte) signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u<br />

enkel de Chorus hoort (D100:0W~D0:100W).<br />

(Delay) Time<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

en de vertraging tussen het originele en het<br />

effectsignaal (0,0~500,0 ms).<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

(Delay) HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />

helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

(Delay) Balance #<br />

Bepaalt de balans tussen het Chorus-signaal dat wél<br />

naar de Delay wordt gestuurd en het Chorus-signaal<br />

dat rechtstreeks naar de gekozen uitgangen gaat.<br />

“D100:0W” betekent dat u alleen het niet vertraagde<br />

Chorus-signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u enkel<br />

het Chorus-signaal hoort dat daarna nog de Delay passeert<br />

– en dus wordt herhaald (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

36: FLANGER→ DELAY<br />

Hier worden een Flanger en een Delay in serie geschakeld,<br />

zodat een met Flanger voorzien signaal wordt<br />

herhaald.<br />

L in<br />

R in<br />

Balance D<br />

Feedback<br />

Flanger<br />

Balance D<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

Balance D<br />

Delay<br />

Feedback<br />

Balance D<br />

(Flanger) Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />

Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het Flanger-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />

(Flanger) Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />

nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een<br />

negatieve waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat<br />

er geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

(Flanger) Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen het binnenkomende signaal en de Flanger.<br />

“D100:0W” betekent dat u alleen het originele (niet<br />

bewerkte) signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u<br />

enkel de Flanger hoort (D100:0W~D0:100W).<br />

(Delay) Time<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

en de vertraging tussen het originele en het<br />

effectsignaal (0,0~500,0 ms).<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />

helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

(Delay Balance) #<br />

Bepaalt de balans tussen het Flanger-signaal dat wél<br />

naar de Delay wordt gestuurd en het Flanger-signaal<br />

dat rechtstreeks naar de gekozen uitgangen gaat.<br />

“D100:0W” betekent dat u alleen het niet vertraagde<br />

Flanger-signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u enkel<br />

het Flanger-signaal hoort dat daarna nog de Delay passeert<br />

– en dus wordt herhaald (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

37: CHORUS→ FLANGER<br />

Hier worden een Chorus en een Flanger in serie<br />

geschakeld, zodat een met Chorus voorzien signaal<br />

ook nog eens door een Flanger kan worden gemoduleerd.<br />

Misschien interessant voor gitaargeluiden.<br />

L in<br />

R in<br />

Balance D<br />

Balance W<br />

Chorus<br />

Balance W<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

Feedback<br />

Flanger<br />

Balance D<br />

(Chorus) Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />

Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />

(Chorus) Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding)<br />

tussen het binnenkomende signaal en de Chorus.<br />

“D100:0W” betekent dat u alleen het originele (niet<br />

bewerkte) signaal hoort. “D0:100W” betekent dat u<br />

enkel de Chorus hoort (D100:0W~D0:100W).<br />

(Flanger) Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />

(Flanger) Rate<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte van het<br />

effect wordt gemoduleerd (0,05~10,00 Hz).<br />

L out<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R out<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het Flanger-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />

nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een<br />

negatieve waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat<br />

er geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

(Flanger) Balance #<br />

Bepaalt de balans tussen het Chorus-signaal dat wél<br />

naar de Flanger wordt gestuurd en het Chorus-signaal<br />

dat rechtstreeks naar de gekozen uitgangen gaat.<br />

“D100:0W” betekent dat u alleen het niet door de Flanger<br />

gemoduleerde Chorus-signaal hoort. “D0:100W”<br />

betekent dat u enkel het Chorus-signaal hoort dat<br />

daarna nog de Flanger passeert (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

79<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

80<br />

38: CHORUS/DELAY<br />

Hier zijn een Chorus en een Delay-effect parallel te<br />

gebruiken. De parameters zijn precies dezelfde als<br />

voor “35: CHORUS→ DELAY”. “Delay Balance” slaat<br />

hier op de volumeverhouding tussen het droge en het<br />

Delay-signaal.<br />

Balance D<br />

L in L out<br />

Chorus<br />

Feedback<br />

Delay<br />

R in R out<br />

Balance D<br />

39: FLANGER/DELAY<br />

Hier zijn een Flanger en een Delay-effect parallel te<br />

gebruiken. De parameters zijn precies dezelfde als<br />

voor “36: FLANGER→ DELAY”. “Delay Balance”<br />

slaat hier op de volumeverhouding tussen het droge<br />

en het Delay-signaal.<br />

40: CHORUS/FLANGER<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

Balance D<br />

L in L out<br />

Flanger<br />

Feedback<br />

Feedback<br />

Delay<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R in R out<br />

Balance D<br />

Hier zijn een Chorus en een Flanger-effect parallel te<br />

gebruiken. De parameters zijn precies dezelfde als<br />

voor “37: CHORUS→ FLANGER”. “Flanger Balance”<br />

slaat hier op de volumeverhouding tussen het droge<br />

en het Flanger-signaal.<br />

Balance D<br />

L in L out<br />

Chorus<br />

Feedback<br />

Flanger<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

R in R out<br />

Balance D<br />

41: STEREO PHASER<br />

Ziehier een Stereo-Phaser die ook een “Step”-parameter<br />

biedt waarmee u kunt zorgen dat het effect in duidelijke<br />

trappen werkt.<br />

L in<br />

2-Band<br />

Phaser<br />

L out<br />

EQ<br />

Mix<br />

Mix<br />

R in Phaser<br />

2-Band<br />

R out<br />

EQ<br />

Type<br />

Hiermee kiest u het Phaser-type. Het verschil tussen<br />

“1” en “2” is dat “2” eerder de hoge frequenties<br />

bewerkt (en dus beter geschikt is voor een bas bv.) (1,<br />

2).<br />

Mode<br />

Hiermee kiest u het aantal trappen (4 of 8) voor de faseverschuivingen<br />

(4-STAGE, 8-STAGE).<br />

Polarity<br />

Met deze parameter bepaalt u of de twee Phasers (links<br />

en rechts) dezelfde (SYNCHRO) of de tegenovergestelde<br />

fase (INVERSE) hanteren. Kies SYNCHRO wanneer<br />

het te bewerken signaal stereo is (INVERSE, SYN-<br />

CHRO).<br />

Manual #<br />

Hiermee stelt u het frequentiebereik in waarbinnen het<br />

golvende effect werkzaam is (0~127).<br />

Rate #<br />

De frequentie van de golfbeweging kan in stappen van<br />

1,1 Hz worden ingesteld. Hoe hoger de waarde, hoe<br />

sneller het golfeffect (0,05~10,00 Hz).<br />

Hiervoor kunt u ook een nootwaarde instellen om de<br />

modulatie synchroon te laten lopen met het tempo.<br />

Daarvoor wordt hetzij het Patch- (blz. 114), hetzij het<br />

System-tempo (blz. 173) gehanteerd.<br />

Depth<br />

De diepte van het golfeffect. Hogere waarden veroorzaken<br />

een “diepere” golfbeweging van het geluid<br />

(0~127).<br />

Resonance<br />

Hiermee stelt u het Feedback-volume (de “terugkoppeling”)<br />

in. Hoe hoger het Feedback-volume, des te<br />

sterker het Phaser-effect (0~127).<br />

X-Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Phaser-geluid nog<br />

eens naar de Phaser wordt gestuurd. Een positieve<br />

waarde (+) betekent dat het signaal met de oorspronkelijke<br />

fase naar het effect wordt gestuurd, negatieve<br />

waarden (–) daarentegen betekenen dat de fase wordt<br />

omgekeerd (–98~+98%).<br />

Mix Level<br />

Hiermee bepaalt u de volumebalans tussen het Phaser-<br />

en het “droge” signaal (0~127).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

(Step Rate) Switch #<br />

Met deze parameter kunt u bepalen of de Phaser in<br />

duidelijk hoorbare trappen (waarde) moet werken of<br />

niet (OFF). Stelt u een waarde in, dan bepaalt die hoe<br />

snel de trappen worden doorlopen (OFF, ON:0,1~20,0<br />

Hz).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />

trappen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114) of<br />

System-tempo (blz. 173).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u het volume van de lage effecttonen<br />

ophalen of afzwakken. Hoe groter deze waarde, hoe<br />

meer het laag naar de voorgrond schuift (–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u het volume van de hoge effecttonen<br />

ophalen of afzwakken (–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

42: KEYSYNC FLANGER<br />

De Keysync Flanger is een effect dat telkens vanaf het<br />

begin wordt gestart wanneer het binnenkomende signaal<br />

een bepaalde volumewaarde haalt. Bijgevolg kunt<br />

u het effect via de aanslag sturen.<br />

L in<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Flanger<br />

Feedback<br />

Feedback<br />

Flanger<br />

R in<br />

2-Band<br />

EQ<br />

R out<br />

Pre Dly<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en het effect in (0,0~100,0 ms).<br />

Rate #<br />

Dit is de snelheid waarmee het effect wordt gemoduleerd<br />

(0,05~10,00 Hz).<br />

U kunt ook een nootwaarde instellen om de snelheid<br />

synchroon te laten lopen met het tempo. Hiervoor<br />

wordt hetzij het Patch- (blz. 114), hetzij het Systemtempo<br />

(blz. 173) gehanteerd.<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />

hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />

nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd. Een<br />

negatieve waarde betekent dat de fase van het Flangersignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er<br />

geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

Phase<br />

Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />

effectsignaal (0~180˚).<br />

Filter<br />

Hiermee kiest u het filtertype dat op het Flanger-effect<br />

van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />

hoge tonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de<br />

frequenties onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat.<br />

Kies OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />

Cutoff<br />

Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />

(LPF of HPF) moet beginnen werken. Als u OFF kiest,<br />

hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />

(200~8000 Hz).<br />

Step Rate #<br />

Met deze parameter kunt u bepalen of de Flanger in<br />

duidelijk hoorbare trappen (waarde) moet werken of<br />

niet (OFF). Stelt u een waarde in, dan bepaalt die hoe<br />

snel de trappen worden doorlopen (OFF, ON:0,1~20,0<br />

Hz).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />

trappen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114) of<br />

System-tempo (blz. 173).<br />

Keysync<br />

Met deze parameter bepaalt u of de LFO al (ON) dan<br />

niet (OFF) vanaf het begin moet beginnen, wanneer het<br />

volume van de gespeelde noten de “Thre”-waarde<br />

bereikt of erboven ligt (OFF, ON).<br />

Thre<br />

Stel hier het volume in dat het binnenkomende signaal<br />

moet hebben om te zorgen dat de LFO weer vanaf het<br />

begin begint (indien u “Keysync” op ON hebt gezet)<br />

(0~127).<br />

Keysync Phase<br />

Hiermeet kiest u de fase die de LFO bij de terugkeer<br />

naar het begin van de golfvorm hanteert (0~360˚).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

81<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

82<br />

Hiermee voorziet u het binnenkomende signaal van<br />

klinkers, wat “sprekend” op een menselijke stem lijkt.<br />

L in<br />

R in<br />

43: FORMANT FILTER<br />

Overdrive<br />

Formant<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

(Overdrive) Switch<br />

Hiermee kunt u bepalen of de Overdrive via het<br />

niveau van het inkomende signaal kan worden teruggezet<br />

(“Reset”) of niet. (OFF, ON).<br />

Drive<br />

Hiermee kunt u de vervorming in of uitschakelen. Als<br />

ze ingeschakeld is, ligt het volume een stuk hoger<br />

(OFF, ON: 0~127).<br />

Vowel 1, 2<br />

Hiermee kunt u twee klinkers kiezen. “1” is de linker<br />

klinker, en “2” de rechter (a, e, i, o, u).<br />

Rate<br />

Hiermee bepaalt u hoe snel er van de ene klinker naar<br />

de andere wordt overgeschakeld (0,05~10,00 Hz).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat<br />

overschakeling synchroon loopt met het Patch-<br />

(blz. 114) of System-tempo (blz. 173).<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de diepte (intensiteit) van het “klinkereffect”<br />

(0~127).<br />

Manual<br />

Met deze parameter bepaalt u de lengte van de twee<br />

klinkers voor de automatische wissels: kies “50” om te<br />

zorgen dat klinker “1” en “2” dezelfde lengte hebben.<br />

Met grotere waarden zorgt u dat klinker “1” langer<br />

wordt aangehouden dan klinker “2”. Met een waarde<br />

kleiner dan “50” zorgt u dat klinker “2” langer duurt<br />

(0~100).<br />

(Keysync) Switch<br />

Met deze parameter bepaalt u of de LFO al (ON) dan<br />

niet (OFF) vanaf het begin moet beginnen, wanneer het<br />

volume van de gespeelde noten de “Threshold”waarde<br />

bereikt of erboven ligt (OFF, ON).<br />

Thres<br />

Stel hier het volume in dat het binnenkomende signaal<br />

moet hebben om te zorgen dat de LFO weer vanaf het<br />

begin begint (indien u “Keysync” op ON hebt gezet)<br />

(0~127).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Pan<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).<br />

44: RING MODULATOR<br />

Een Ring Modulator voorziet het bewerkte signaal via<br />

een interne oscillator van frequentie-modulatie en<br />

zorgt zo voor een bel-achtig geluid. Dit effect kan via<br />

het volume van een signaal naar wens worden gecontroleerd.<br />

L in<br />

R in<br />

Ring Mod<br />

Ring Mod<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

L out<br />

R out<br />

Freq #<br />

Met deze parameter kiest u de frequentie van het inkomende<br />

signaal die gemoduleerd wordt (0~127).<br />

Modulator<br />

Met deze parameter kiest u het signaal dat als “Side<br />

Chain/Trigger” moet fungeren voor het activeren/uitschakelen<br />

van de Ring Modulator. Hiervoor kunt u<br />

één van de beschikbare uitgangsparen (A, B, C, D),<br />

OFF (geen controle) of SOURCE (het binnenkomende<br />

signaal zelf) kiezen.<br />

Monitor<br />

Nog zo’n handige parameter: kies ON wanneer het als<br />

Trigger gebruikte “Modulator”-signaal eveneens naar<br />

de uitgang van de Ring Modulator moet worden<br />

gestuurd. Kies OFF als dat niet nodig is (OFF, ON).<br />

Sens #<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequentie moet worden<br />

gemoduleerd (0~127).<br />

Polarity<br />

Kies hier of de frequentiemodulatie geluiden moet<br />

voortbrengen die boven (UP) of onder (DOWN) het<br />

originele signaal liggen.<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

45: MULTI TAP DELAY<br />

Ziehier een Delay met vier Delay-lijnen (voor evenveel<br />

herhalingen).<br />

L in<br />

R in<br />

Feed<br />

back<br />

Delay 1<br />

Multi Tap Delay<br />

Delay 2<br />

Delay 3<br />

Delay 4<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

2-Band<br />

EQ<br />

(Delay) 1, 2, 3, 4<br />

Hiermee bepaalt u de vertragingstijd van de betreffende<br />

Delay-lijn (1~4), d.w.z. de afstand tussen het binnenkomende<br />

signaal en de eerste herhaling<br />

(0~1800 ms).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />

vertragingen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114)<br />

of System-tempo (blz. 173).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het vertraagde signaal<br />

nog eens naar de ingang van de Delay wordt<br />

gestuurd, zodat het aantal herhalingen toeneemt. Positieve<br />

waarden (+) betekenen dat het signaal nog eens<br />

met normale fase naar de ingang van de Delay wordt<br />

gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />

fase van opnieuw “geïnjecteerde” signalen wordt<br />

omgekeerd (–98~+98%).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. In de natuur houdt dit verband met de<br />

oppervlakte van de voorwerpen die het geluid weerkaatsen.<br />

Als u niet wilt dat de herhalingen al te helder<br />

zijn, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in<br />

(200~8000 Hz, BYPASS).<br />

Level 1, 2, 3, 4<br />

Hiermee kunt u het volume van de vier Delay-lijnen<br />

instellen (0~127).<br />

Pan 1, 2, 3, 4<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van de Delay-lijnen.<br />

Aangezien u elke lijn ergens anders in het stereobeeld<br />

kunt plaatsen, kunt u voor een behoorlijk complex<br />

geluidsbeeld zorgen. Kies “0” voor een lijn die<br />

zich in het midden moet bevinden (L64~0~63R).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

L out<br />

R out<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

(Output) Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

46: REVERSE DELAY<br />

Reverse Delay is een effect dat het binnenkomende signaal<br />

omkeert (achterstevoren) en die versie dan herhaalt.<br />

L in<br />

R in<br />

Feedback<br />

Rev. Delay<br />

D1<br />

D2<br />

Delay<br />

D3<br />

D4<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

R out<br />

(Delay) 1, 2, 3, 4<br />

Hiermee bepaalt u de vertragingstijd van de betreffende<br />

Delay-lijn, d.w.z. de afstand tussen het binnenkomende<br />

signaal en de eerste herhaling (0~900 ms).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />

vertragingen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114)<br />

of System-tempo (blz. 173).<br />

Feedback 1:4 #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van de Delay-lijnen “1” en<br />

“4” nog eens naar de ingang van het effect wordt<br />

gestuurd. Met negatieve waarden keert u de fase van<br />

deze signalen om (–98~+98%).<br />

HF Damp 1: 4<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen van Delay “1” en “4” worden gedempt,<br />

zodat de herhalingen doffer klinken. Als u niet wilt dat<br />

de herhalingen al te helder zijn, stelt u het best een<br />

andere waarde dan BYPASS in (200~8000 Hz,<br />

BYPASS).<br />

Level 1:2:3<br />

Hiermee stelt u het volume van de Delay-lijnen “1”,<br />

“2” en “3” in (0~127).<br />

Pan 1:2:3<br />

Hiermee stelt u de stereopositie van de Delay-lijnen<br />

“1”, “2” en “3” in. “0” staat voor “midden”<br />

(L64~0~63R).<br />

Threshold<br />

Hiermee kiest u de drempelwaarde die het volume<br />

van het binnenkomende signaal moet halen om de<br />

omgekeerde Delay te starten (0~127).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

1<br />

2<br />

3<br />

83<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

84<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

(Output) Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

De Shuffle Delay zorgt eveneens voor herhalingen,<br />

maar die worden dan gesyncopeerd, zodat er een<br />

Shuffle-ritme ontstaat (vandaar de naam).<br />

L in<br />

R in<br />

47: SHUFFLE DELAY<br />

Feedback<br />

Delay<br />

Delay 1<br />

Delay 2<br />

(Delay) Time #<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

(0~1800 ms).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />

vertragingen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114)<br />

of System-tempo (blz. 173).<br />

Shuffle Rate #<br />

Hiermee bepaalt u de verschuiving van Delay “B” in<br />

verhouding tot Delay “A”. De waarde “100%” betekent<br />

dat Delay “A” en “B” dezelfde vertragingstijd<br />

hanteren (0~100%).<br />

Acceleration<br />

Met deze parameter bepaalt u hoe snel de “Delay”parameter<br />

van de huidige waarde in de nieuwe overgaat.<br />

De snelheid van deze overgang is bepalend voor<br />

de mate waarin de toonhoogte verandert (0~15).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />

helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

Pan A<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van Delay “A”<br />

(L64~0~63R).<br />

Pan B<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van Delay “B”<br />

(L64~0~63R).<br />

1<br />

2<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

R out<br />

Balance<br />

Hiermee bepaalt u de volumeverhouding tussen Delay<br />

“A” en “B” (A100:0B~A0:100B).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Ziehier een Delay met een duidelijk driedimensioneel<br />

tintje (naast links/rechts ook voor/achter). Het Delaygeluid<br />

bevindt zich 90° links en 90° rechts.<br />

L<br />

48: 3D DELAY<br />

R<br />

3D Delay L<br />

3D Delay C<br />

3D Delay R<br />

Level<br />

* Zie ook “Tips voor de “3D”-effecten” op blz. 108.<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Center<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

voor de Delay in het midden van het geluidsbeeld<br />

(0~1800 ms).<br />

Left<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

voor het linker kanaal (0~1800 ms).<br />

Right<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de herhalingen<br />

voor het rechter kanaal (0~1800 ms).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />

vertragingen synchroon lopen met het Patch- (blz. 114)<br />

of System-tempo (blz. 173).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />

helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

(Level) Center, Left, Right<br />

Hiermee bepaalt u het volume van de drie Delay-lijnen<br />

(0~127).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Out<br />

Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />

zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />

verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />

een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />

een hoofdtelefoon werkt.<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

49: 3VOICE PITCH SHIFTER<br />

Zoals u weet (zie blz. 73), zijn er ook nog andere Pitch<br />

Shifters. Dit exemplaar voegt drie getransponeerde<br />

en/of ontstemde stemmen toe aan het binnenkomende<br />

signaal.<br />

L<br />

R<br />

Pitch 1<br />

Pitch 2<br />

Pitch 3<br />

(Pch Coarse) 1:2:3 #1<br />

Hiermee kunt u de drie Pitch Shift-lijnen in stappen<br />

van halve tonen transponeren (–24~+12 halve tonen).<br />

(Pch Fine) 1:2:3 #1<br />

Hiermee kunt u de drie Pitch Shift-lijnen in stappen<br />

van 2 Cent ontstemmen om een voller/vetter geluid te<br />

bereiken (–100~+100 Cent).<br />

Mode<br />

Kies hier de kwaliteit van de transpositie: hoe groter de<br />

waarde, hoe beter de kwaliteit – maar dan reageert het<br />

effect ook trager.<br />

1<br />

2<br />

3<br />

L out<br />

R out<br />

Fbk 1:2:3<br />

Hiermee zorgt u voor herhalingen van de drie Pitch<br />

Shift-lijnen en navenant dalende/klimmende noten (–<br />

98~+98%).<br />

Pre Delay 1:2:3<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />

signaal en de drie Pitch Shift-lijnen (0,0~500,0<br />

ms).<br />

Balance<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level 1:2:3<br />

Hiermee stelt u het volume van de drie Pitch Shift-lijnen<br />

in (0~127).<br />

Pan 1:2:3<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van de<br />

drie Pitch Shift-lijnen. “L64” betekent helemaal links,<br />

“0” staat voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

50: LOFI COMPRESS<br />

Het Lo-Fi-effect verandert de geluidskwaliteit tot u die<br />

smerige, “organische” Sound overhoudt die zo typerend<br />

is voor veel moderne dansproducties.<br />

L in<br />

R in<br />

Lo-Fi<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

(Lo-Fi) Type<br />

Hiermee stelt u in hoe “smerig” het geluid moet zijn.<br />

Hoe groter de waarde, hoe slechter de klankkwaliteit<br />

(1~9).<br />

(Pre Filter) Type<br />

Kies hier het filter waarmee het inkomende geluid<br />

wordt bewerkt voordat het door de LoFi-processor<br />

onder handen wordt genomen. Jammer genoeg hebben<br />

de filters alleen nummers (1~6). U moet dus zelf<br />

even uitproberen welke het beste resultaat oplevert.<br />

(Post Filter 1) Type<br />

Kies hier het filter waarmee het geluid aan de uitgang<br />

van de LoFi-processor wordt bewerkt: 1~6.<br />

(Post Filter 2) Type<br />

Hier luiden de mogelijkheden OFF (geen tweede filter),<br />

LPF en HPF. (OFF, LPF, HPF).<br />

Cutoff<br />

Hiermee kunt u de frequentie instellen waarboven/<br />

waaronder het filter actief moet zijn<br />

85<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

86<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Pan<br />

Met deze parameter kiest u de plaats van het effect in<br />

het stereobeeld. “L64” betekent helemaal links en<br />

“63R” helemaal rechts (L64~0~63R).<br />

51: LOFI NOISE<br />

Naast kwaliteitsvermindering via het LoFi-effect bevat<br />

dit algoritme tevens een aantal parameters waarmee u<br />

kunt zorgen dat het geluid “prettig gestoord” door het<br />

leven gaat.<br />

L in<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Lo-Fi<br />

Radio<br />

Noise Gen.<br />

Lo-Fi<br />

R in<br />

2-Band<br />

EQ<br />

R out<br />

(Lo-Fi) Type<br />

Hiermee stelt u in hoe “smerig” het geluid moet zijn.<br />

Hoe groter de waarde, hoe slechter de klankkwaliteit<br />

(1~9).<br />

(Post Filter) Type<br />

Ziehier een filter voor het bewerken van he LoFi Noisesignaal<br />

alvorens het de buitenwereld bereikt. Hier luiden<br />

de mogelijkheden OFF, LPF en HPF (OFF, LPF,<br />

HPF).<br />

Cutoff<br />

Hiermee kunt u de frequentie instellen waarboven/<br />

waaronder het filter actief moet zijn<br />

(Radio) Detune<br />

Dit zijn eigenlijk twee parameters: met de linker<br />

waarde bepaalt u hoe “slecht” de MFX op de “zender”<br />

staat afgestemd (0~127).<br />

(Radio) Level<br />

Met deze parameter bepaalt u het volume van de achtergrondruis<br />

(0~127).<br />

(Disc) Type<br />

Hiermee stelt u in welk soort (virtuele) vinylplaat u<br />

aan het “afspelen” bent: LP, EP, SP, RND.<br />

LPF<br />

Hiermee stelt u de grensfrequentie in voor de LPF die<br />

de plaatruis vanaf een bepaalde frequentie onderdrukt<br />

(200~8000 Hz, BYPASS).<br />

(Disc) Level<br />

Hiermee stelt u het volume van de vinyl-bijgeluiden in<br />

(0~127).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het binnenkomende<br />

Tone/Rhythm Tone-signaal en de “slechterikken”<br />

(LoFi, radio en/of pickup) (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Pan<br />

Met deze parameter kiest u de plaats van het effect in<br />

het stereobeeld. “L64” betekent helemaal links en<br />

“63R” helemaal rechts (L64~0~63R).<br />

52: SPEAKER SIMULATOR<br />

Dit effect simuleert een gitaarversterker en de virtuele<br />

micro die voor de “opname” van dit geluid wordt<br />

gebruikt.<br />

L in<br />

R in<br />

Speaker<br />

Speaker<br />

L out<br />

R out<br />

(Speaker) Type<br />

Kies hier het type luidspreker. Bovendien kunt u bepalen<br />

in wat voor kast hij zit, hoe groot hij is en met welk<br />

type microfoon hij wordt “opgenomen”.<br />

Type . . . . . . . . . . . .Behuizing. . . . . . . . . . . . . . Speaker. . . . Microfoon<br />

SMALL 1 . . . . . . .Klein (open) . . . . . . . . . . . 10. . . . . . . . dynamisch<br />

SMALL 2 . . . . . . .Klein (open) . . . . . . . . . . . 10. . . . . . . . dynamisch<br />

MIDDLE . . . . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 1. . . . . dynamisch<br />

JC-120 . . . . . . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . dynamisch<br />

BUILT IN 1. . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . dynamisch<br />

BUILT IN 2. . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />

BUILT IN 3. . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />

BUILT IN 4. . . . . .Open achterkant . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />

BG STACK 1 . . . .Gesloten . . . . . . . . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />

BG STACK 2 . . . .Groot, gesloten . . . . . . . . 12 x 2. . . . . condensator<br />

MS STACK 1 . . . .Groot, gesloten . . . . . . . . 12 x 4. . . . . condensator<br />

MS STACK 2 . . . .groot, gesloten . . . . . . . . . 12 x 4. . . . . condensator<br />

METAL STACK. .twee speakers . . . . . . . . . 12 x 4. . . . . condensator<br />

2-STACK. . . . . . . .grote, gesloten kast . . . . . 12 x 4. . . . . condensator<br />

3-STACK. . . . . . . .grote, gesloten kast . . . . . 12 x 4. . . . . condensator


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

(MIC) Setting<br />

Met deze parameter stelt u in waar de microfoon staat<br />

opgesteld die u voor het “opnemen” van het geluid<br />

gebruikt (virtueel, wel te verstaan). Hoe groter de<br />

waarde, hoe verder zich de denkbeeldige microfoon<br />

van de denkbeeldige speakerkast vandaan bevindt<br />

(1~3).<br />

Level #<br />

Hiermee stelt u het volume van het microfoongeluid<br />

in.<br />

Direct Level #<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

53: OVERDRIVE 2<br />

In tegenstelling tot de “gewone” Overdrive (zie<br />

blz. 63) kunt u hier rekenen op een veel extremere vervorming.<br />

L in<br />

R in<br />

Overdrive<br />

Amp<br />

Simulator<br />

2-Band<br />

EQ<br />

(Overdrive) Drive #<br />

Hiermee bepaalt u in welke mate het geluid moet/mag<br />

vervormen. Dat heeft ook consequenties voor het uitgangsvolume<br />

(0~127).<br />

Tone<br />

Hiermee kunt u de klankkleur van het Overdriveeffect<br />

instellen (0~127).<br />

Switch<br />

Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

(Amp) Type<br />

Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />

Small: Kleine comboversterker<br />

Built-in: Grote comboversterker.<br />

2-Stack: Versterker met twee kasten<br />

3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />

Bovendien kunt u deze simulatie uitschakelen als u ze<br />

niet nodig hebt.<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

Pan #<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).<br />

54: DISTORTION 2<br />

Ziehier een bijtendere versie van het “gewone” Distortion-effect<br />

(zie blz. 63).<br />

L in<br />

R in<br />

Drive #, Level, LowGain, Hi Gain, Amp Type<br />

Zie blz. 63 (of hierboven).<br />

Tone<br />

Hiermee kunt u de klankkleur van het Distortioneffect<br />

instellen (0~127).<br />

Pan #<br />

Met deze parameter bepaalt u de stereopositie van het<br />

effectsignaal. “L64” betekent helemaal links, “0” staat<br />

voor het midden, “63R” is helemaal rechts<br />

(L64~0~63R).<br />

55: STEREO COMPRESSOR<br />

L in<br />

R in<br />

Sustain, Attack, Post Gain, LowGain, Hi Gain,<br />

Level #<br />

Zie blz. 66 voor een verklaring van deze parameters.<br />

Onthoud echter dat deze Compressor stereo is.<br />

56: STEREO LIMITER<br />

Ziehier de stereo-versie van de “gewone” Limiter (zie<br />

blz. 66).<br />

L in<br />

R in<br />

Distortion<br />

Compressor<br />

Compressor<br />

Limiter<br />

Limiter<br />

Amp<br />

Simulator<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

L out<br />

R out<br />

L out<br />

R out<br />

Threshold<br />

Hiermee stelt u het volume in dat het ingangssignaal<br />

moet halen om de Limiter in werking te laten treden.<br />

Dit is dus de “drempelwaarde” (0~127).<br />

Ratio<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk signalen, die op of boven<br />

de Threshold waarde liggen, afgezwakt worden (1.5:1,<br />

2:1, 4:1, 100:1).<br />

Release<br />

Hiermee bepaalt u wanneer de Limiter uitgeschakeld<br />

wordt nadat het volume weer onder de Thre-waarde is<br />

gedaald (0~127).<br />

Post Gain<br />

Hiermee stelt u het uitgangsniveau in (0 dB, +6 dB, +12<br />

dB, +18 dB).<br />

87<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

88<br />

Low<br />

Hiermee kunt u het volume van de lage effecttonen<br />

ophalen of afzwakken. Hoe groter deze waarde, hoe<br />

meer het laag naar de voorgrond schuift (–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level #<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

57: GATE<br />

Een Gate was oorspronkelijk bedoeld als ruisonderdrukker<br />

(net zoals een Noise Suppressor). Hij moest<br />

voorkomen dat je de gitaarversterker e.d. ook op plaatsen<br />

hoort brommen waar de gitaar helemaal niet<br />

speelt. Al snel begon men dit echter ook als “effect” te<br />

gebruiken om lang nazinderende klanken wat “compacter”<br />

te maken. Dit Gate-effect is vooral voor dit<br />

soort toepassingen bedoeld.<br />

L in<br />

R in<br />

Gate<br />

Gate<br />

Mode<br />

Hiermee bepaalt u hoe dit effect moet werken: als<br />

GATE, d.w.z. een schakeling die signalen pas doorlaat<br />

wanneer ze (of het controlesignaal) de “Thre”-waarde<br />

halen; ofwel als DUCK (eigenlijk “Ducking Filter”)<br />

d.w.z. een schakeling die het binnenkomende signaal<br />

onderdrukt zodra er een controlesignaal is (GATE,<br />

DUCK).<br />

Een te gekke toepassing voor deze Gate is (in de Performance-mode):<br />

stuur een tapijtklank (Patch) naar het<br />

effect en wijs de HiHat (van een Rhythm Set) aan een<br />

aparte uitgang toe. Kies die uitgang als “Key”. Speel<br />

nu “platte” akkoorden met de tapijtklank. Naar gelang<br />

de “Mode”-instelling wordt de tapijt nu ritmisch weergeven<br />

en klinkt enkel wanneer de HiHat speelt<br />

(GATE) of wanneer de HiHat niet speelt (DUCK).<br />

* Vergeet niet “Monitor” op OFF te zetten.<br />

L out<br />

R out<br />

Attack Time<br />

Hiermee bepaalt u hoe snel het binnenkomende signaal<br />

hoorbaar wordt eens de Gate open is gegaan<br />

(0~127).<br />

Hold Time<br />

Hiermee bepaalt u hoe lang de Gate sowieso open blijft<br />

eens ze is geopend (0~127).<br />

Release<br />

Hiermee bepaalt u hoe snel de Gate weer dichtgaat<br />

eens het controlesignaal (“Key”) onder de “Thre”waarde<br />

is kommen te liggen (en na verstrijken van de<br />

“Hold”-duur) (0~127).<br />

Key<br />

Net zoals op een “professionele” Gate kunt u met deze<br />

parameter het signaal kiezen dat bepaalt wanneer de<br />

Gate open en dicht gaat (wordt ook wel “Side Chain”<br />

genoemd). Hiervoor kunt u één van de beschikbare<br />

uitgangsparen (A, B, C, D), OFF (geen controle) of SRC<br />

(het binnenkomende signaal zelf) kiezen.<br />

Threshold<br />

Hiermee bepaalt u de “drempel”, d.w.z. de volumewaarde<br />

die het controlesignaal minimaal moet halen<br />

om te zorgen dat de Gate opengaat (0~127).<br />

Monitor<br />

Nog zo’n handige parameter: kies ON wanneer het als<br />

Trigger gebruikte “Key”-signaal eveneens naar de uitgang<br />

van de Gate moet worden gestuurd. Kies OFF als<br />

dat niet nodig is (OFF, ON).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

58: SLICER<br />

Dit effect kapt het geluid “in stukjes”. Zo kunt u van<br />

tapijten (lang aangehouden akkoorden) e.d. ritmisch<br />

gespeelde partijen maken. Dit sluit aan bij de Gate van<br />

daarnet, maar wordt niet door een ander signaal beïnvloed.<br />

L in<br />

R in<br />

Slicer<br />

Slicer<br />

L out<br />

R out<br />

Beat 1~4<br />

Hier kunt u voor elke zestiende van een tel (vier per<br />

4/4-tel) het volume instellen. “0” betekent dat het<br />

geluid niet wordt weergegeven (0~127).<br />

Rate #<br />

Hiermee bepaalt u de snelheid van één Slicer-cyclus<br />

(maat) (0,05~10,00 Hz).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />

snelheid synchroon loopt met het Patch- (blz. 114) of<br />

System-tempo (blz. 173).<br />

Attack<br />

Hiermee bepaalt u hoe snel het volume tussen de tellen<br />

verandert. Hoe groter de waarde, hoe sneller de volumeveranderingen<br />

(0~127).<br />

Trigger #<br />

Kies hier één van de beschikbare uitgangsparen (A, B,<br />

C, D), OFF (geen controle) of SOURCE (het binnenkomende<br />

signaal zelf). Dát signaal wordt gebruikt om te<br />

zorgen dat het motiefje (“Pattern”) weer vanaf het<br />

begin begint.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Threshold<br />

Hiermee bepaalt u de “drempel”, d.w.z. de volumewaarde<br />

die het controlesignaal minimaal moet halen<br />

om te zorgen dat het motiefje naar het begin terugkeert<br />

(0~127).<br />

Monitor<br />

Kies ON wanneer het als Trigger gebruikte “Reset”signaal<br />

eveneens naar de uitgang van de Slicer moet<br />

worden gestuurd. Kies OFF als dat niet nodig is (OFF,<br />

ON).<br />

Mode<br />

Met deze parameter bepaalt u de overgang van één tel<br />

naar de volgende. Kies LEGATO als het om “vloeiende”<br />

volumeveranderingen moet gaan. Kies SLASH<br />

als het volume vóór de eerstvolgende tel even op “0”<br />

moet worden gezet, om een duidelijke “breuk” te veroorzaken<br />

(LEGATO, SLASH).<br />

Shuffle #<br />

Met deze parameter kunt u instellen hoe sterk de telkens<br />

tweede zestiende (1-2, 1-4, 2-2, 2-4…) moet worden<br />

vertraagd. Naar gelang de instelling zorgt dit voor<br />

een Shuffle- of Swing-ritme. Hoe groter de waarde,<br />

hoe meer de telkens tweede zestiende wordt vertraagd<br />

(0~127).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

59: ISOLATOR<br />

Ziehier een bijzonder krachtige Equalizer waarmee u<br />

de gewenste frequentiebanden kunt onderdrukken,<br />

terwijl een andere band wordt doorgelaten.<br />

L in<br />

R in<br />

Isolator<br />

Isolator<br />

Low Boost<br />

Low Boost<br />

L out<br />

R out<br />

High #, Middle #, Low #<br />

Hiermee kunt u het volume van de betreffende frequentieband<br />

ophalen (tot +4dB) en afzwakken (tot<br />

–60dB). In het tweede geval is die band niet meer hoorbaar.<br />

“0” betekent dat het volume van de betreffende<br />

band niet verandert (–60~+4 dB).<br />

(Anti Phase Low) Switch<br />

Hiermee schakelt u de Anti-Phase-functie in of uit en<br />

bepaalt u tevens hoe sterk ze de Low- of Mid-band<br />

moet beïnvloeden. Als u ON kiest, wordt het andere<br />

kanaal van het stereosignaal in tegenfase geplaatst en<br />

aan het signaal toegevoegd. Met de Level-parameter<br />

kunt u dan –mits een geschikte instelling– zorgen dat<br />

enkel een welbepaalde partij hoorbaar is. (Dit werkt<br />

enkel voor stereo-signalen.) (OFF, ON:0~127)<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

(Low Level) Boost<br />

Hiermee bepaalt u het volume van het ultra-laag<br />

(0~127). Met de schakelaar (ON/OFF) bepaalt u of dit<br />

filter überhaupt wordt gebruikt. Naar gelang de overige<br />

Isolator-instellingen valt de werking van deze<br />

parameter echter niet altijd op (OFF, ON:0~127).<br />

Ziehier een Chorus met een duidelijk driedimensioneel<br />

tintje (naast links/rechts ook vóór/achter). Het<br />

Chorus-geluid bevindt zich 90° links en 90° rechts.<br />

L<br />

R<br />

60: 3D CHORUS<br />

3D Chorus<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

R out<br />

Rate #<br />

Met deze parameter bepaalt u de modulatiesnelheid<br />

van de Chorus (0,05~10,00 Hz).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />

snelheid synchroon loopt met het Patch- (blz. 114) of<br />

System-tempo (blz. 173).<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het Chorus-effect. Hoe groter de<br />

waarde, hoe uitdrukkelijker de Chorus werkt (0~127).<br />

Phase<br />

Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />

effectsignaal (0~180˚).<br />

Pre Delay<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Chorus in (0,0~100,0 ms).<br />

(Filter) Type<br />

Hiermee kiest u het filtertype dat op het Chorus-effect<br />

van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />

hogetonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de frequenties<br />

onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies<br />

OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />

Cutoff<br />

Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />

(LPF of HPF) moet beginnen werken. Als u OFF kiest,<br />

hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />

(200~8000 Hz).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

89<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

90<br />

Out<br />

Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />

zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />

verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />

een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />

een hoofdtelefoon werkt.<br />

Lev<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

* Zie ook “Tips voor de “3D”-effecten” op blz. 108<br />

Ziehier een Flanger met een duidelijk driedimensioneel<br />

tintje (naast links/rechts ook vóór/achter). Het<br />

Flanger-geluid bevindt zich 90° links en 90° rechts.<br />

L<br />

R<br />

61: 3D FLANGER<br />

3D Flanger<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

R out<br />

Rate #<br />

Met deze parameter bepaalt u de modulatiesnelheid<br />

van de Flanger (0,05~10,00 Hz).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om te zorgen dat de<br />

snelheid synchroon loopt met het Patch- (blz. 114) of<br />

System-tempo (blz. 173).<br />

Depth<br />

Dit is de diepte van het effect. Hoe groter de waarde,<br />

hoe uitdrukkelijker de Flanger werkt (0~127).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Flanger-signaal<br />

nog een keer naar de Flanger wordt gestuurd, wat<br />

algemeen bekend staat als “terugkoppeling”. Een<br />

negatieve waarde betekent dat de fase van het Flangersignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde 0 betekent dat er<br />

geen sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

Phase<br />

Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het<br />

effectsignaal (0~180˚).<br />

Pre Dly<br />

Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele signaal<br />

en de Flanger in (0,0~100,0 ms).<br />

(Filter) Type<br />

Hiermee kiest u het filtertype dat op het Flanger-effect<br />

van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de<br />

hogetonen doorlaat, terwijl een LPF-filter alleen de frequenties<br />

onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies<br />

OFF als u geen filter nodig hebt (OFF, LPF, HPF).<br />

Cutoff<br />

Hiermee stelt u de frequentie in van waaraf het filter<br />

(LPF of HPF) moet beginnen werken. Als u OFF kiest,<br />

hoeft u natuurlijk geen frequentie in te stellen<br />

(200~8000 Hz).<br />

(Step Rate) Switch<br />

Hiermee bepaalt u of de toonhoogte al (ON) dan niet<br />

(OFF) in hoorbare trappen verandert.<br />

Step Rate#<br />

Dit is de snelheid waarmee de toonhoogte (in stappen<br />

dus) gemoduleerd wordt (0,1~20,0 Hz, nootwaarde).<br />

Als u een nootwaarde kiest, wordt de modulatie met<br />

een MIDI Clock-signaal gesynchroniseerd. Dat betekent<br />

uiteraard dat u de “leverancier” van het synchronisatiesignaal<br />

moet kiezen. Let wel: als u een cijferwaarde<br />

kiest, wordt de Step Flanger niet via MIDI<br />

gesynchroniseerd. Als u daarentegen een noot kiest,<br />

terwijl de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, in de MIDI-stand, geen MIDI-synchronisatiesignaal<br />

ontvangt, dan kiest hij zijn eigen<br />

tempo (Patch-/System-tempo, zie blz. 114 en 173).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Out<br />

Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />

zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />

verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />

een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />

een hoofdtelefoon werkt.<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

* Zie ook “Tips voor de “3D”-effecten” op blz. 108


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

62: TREMOLO<br />

Dit effect lijkt ergens wel op de Slicer (blz. 88), maar<br />

het werkt minder radicaal – en bovendien geldt het<br />

voor alle frequenties. Hiermee kunt u het geluid regelmatig<br />

laten opkomen en uitdeinen.<br />

L in<br />

R in<br />

Mod Wave<br />

Kies hier de golfvorm die voor de modulatie van het<br />

volume wordt gebruikt. Die keuze is bepalend voor de<br />

aard van de overgangen (vloeiend of trapsgewijs). De<br />

mogelijkheden zijn TRI (driehoek), SQR (blokgolf),<br />

SIN (sinus) en SAW1/2 (zaagtand 1/2). Ziehier hoe de<br />

twee “SAW”-golfvormen er uitzien:<br />

Rate #<br />

Met deze parameter bepaalt u de modulatiesnelheid<br />

van de Tremolo (0,05~10,00 Hz).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om de modulatie<br />

synchroon te laten lopen met het Patch- (blz. 114) of<br />

System-tempo (blz. 173).<br />

Depth #<br />

Hiermee bepaalt u hoe groot de volumeverschillen van<br />

deze automatische modulatie zijn (0~127).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

63: AUTO PAN<br />

Hiermee laat u het geluid automatisch heen en weer<br />

bewegen door het stereobeeld. Als u de MFX nog voor<br />

iets anders zou willen gebruiken, kunt u een vergelijkbaar<br />

effect via de Matrix Control-functie programmeren.<br />

Zie blz. 185.<br />

L in<br />

R in<br />

Tremolo<br />

Tremolo<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

SAW1 SAW2<br />

Auto Pan<br />

Auto Pan<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

L out<br />

R out<br />

L out<br />

R out<br />

Mod Wave<br />

Kies hier de golfvorm die voor de modulatie van de<br />

stereopositie wordt gebruikt. Die keuze is bepalend<br />

voor de aard van de sprongen (vloeiend of trapsge-<br />

wijs). De mogelijkheden zijn TRI (driehoek), SQR<br />

(blokgolf), SIN (sinus) en SAW1/2 (zaagtand 1/2). Ziehier<br />

hoe de twee “SAW”-golfvormen er uitzien:<br />

SAW1 SAW2<br />

Rate #<br />

Met deze parameter bepaalt u de snelheid van de<br />

bewegingen (0,05~10,00 Hz).<br />

U kunt ook een nootwaarde kiezen om de modulatie<br />

synchroon te laten lopen met het Patch- (blz. 114) of<br />

System-tempo (blz. 173).<br />

Depth #<br />

Hiermee bepaalt u de diepte (intensiteit) van het effect<br />

(0~127).<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het MFXeffect<br />

(0~127).<br />

64: STEREO PHASER 2<br />

Ziehier een stereo Phaser.<br />

L in<br />

2-Band<br />

Phaser<br />

L out<br />

EQ<br />

Mix<br />

Mix<br />

R in Phaser<br />

2-Band<br />

R out<br />

EQ<br />

(Phaser) Type<br />

Hiermee kiest u het type Phaser. “2” zorgt voor een<br />

intenser effect in de hoge tonen dan “1”.<br />

Mode<br />

Hiermee kiest u het aantal stappen waarin de Phaser<br />

werkt (4/8/12/16).<br />

Polarity<br />

Hiermee bepaalt u of de linker en rechter fase (kanaal)<br />

gelijk of tegengesteld lopen.<br />

INVERSE: De twee kanalen werken in tegenfase, wat<br />

voor een breder en ruimtelijker geluid zorgt.<br />

SYNCHRO: De linker en rechter fase lopen gelijk. Kies<br />

deze stand voor een stereosignaal.<br />

Manual #<br />

Hiermee kiest u de frequentie die vooral door de Phaser<br />

wordt bewerkt.<br />

91<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

92<br />

Rate #<br />

Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid van de Phaser.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />

Resonance<br />

Hiermee stelt u de terugkoppelingsgraad van de Phaser<br />

in. Hoe groter de waarde, hoe meer er sprake is van<br />

een toegevoegd “effect”.<br />

X-Feedback<br />

Hiermee kunt u de hoeveelheid (%) van het Phaser-signaal<br />

instellen dat nog een keer naar de ingang van het<br />

effect wordt gestuurd. Positieve waarden (+) betekenen<br />

dat de fase van het terugkoppelingssignaal<br />

gehandhaafd blijft. Een negatieve instelling daarentegen<br />

(–) betekent dat de fase van het terugkoppelingssignaal<br />

omgekeerd wordt.<br />

Mix Level<br />

Hiermee bepaalt u het volume van het uit-fase gezette<br />

signaal in verhouding tot het originele signaal.<br />

(Step Rate) Switch<br />

Hiermee kunt u bepalen of de toonhoogte al (ON) dan<br />

niet (OFF) in duidelijk hoorbare trappen verandert.<br />

Rate #<br />

Hiermee regelt u de snelheid (periode) van de toonhoogteveranderingen.<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

65: STEREO AUTO WAH<br />

Zie hier de stereoversie van de al eerder (zie blz. 65)<br />

besproken Auto Wah. Hier bespreken we enkel de<br />

parameters die daar nog niet aan bod zijn gekomen.<br />

L in<br />

R in<br />

Auto Wah<br />

Auto Wah<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

L out<br />

R out<br />

Polarity<br />

Hiermee kiest u in welke richting de frequentie verandert<br />

wanneer de Auto Wah gemoduleerd wordt: kies<br />

UP als de filterfrequentie moet worden verhoogd, of<br />

DOWN om de filterfrequentie te verminderen.<br />

Phase #<br />

Hiermee bepaalt u de faseverschuiving tussen het linker<br />

en rechter kanaal van het Wah-effect.<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

66: ST FORMANT FILTER<br />

Ziehier de stereoversie van het al besproken (zie<br />

blz. 82).<br />

L in<br />

R in<br />

Overdrive<br />

Overdrive<br />

Formant<br />

Formant<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

(Overdrive) Switch<br />

Hiermee schakelt u de Overdrive in of uit.<br />

Drive #<br />

Hiermee bepaalt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />

ook invloed op het uitgangssignaal.<br />

Vowel1, Vowel, 2, Rate #, Depth #, Manual #<br />

Zie blz. 82.<br />

Phase #<br />

Hiermee bepaalt u de faseverschuiving tussen het linker<br />

en rechter kanaal tijdens de “klinker-overschakeling”.<br />

Switch<br />

Hiermee kiest u of de LFO voor de klinker-overschakeling<br />

door het inkomende signaal al (ON) dan niet<br />

(OFF) kan worden teruggezet.<br />

Thres<br />

Hiermee kiest u het volume van waaraf de terugstelling<br />

gebeurt.<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

L out<br />

R out<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

67: MULTI TAP DELAY 2<br />

Ziehier een Multi-Tap-Delay met een beduidend langere<br />

vertragingstijd (tot 3000 ms oftewel 3 seconden).<br />

L in<br />

R in<br />

Feed<br />

back<br />

Delay 1<br />

Multi Tap Delay<br />

Delay 2<br />

Delay 3<br />

Delay 4<br />

Balance D<br />

Balance D<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Balance W<br />

Balance W<br />

2-Band<br />

EQ<br />

1~4<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />

signaal en het begin van de betreffende Delaylijn<br />

(1~4).<br />

Feedback #<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel van het Delay-signaal nog<br />

een keer naar de Delay wordt gestuurd. Een negatieve<br />

waarde betekent dat de fase van het effectsignaal<br />

omgekeerd wordt. De waarde “0” betekent dat er geen<br />

sprake is van Feedback (–98~+98%).<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />

helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

(Level) 1~4<br />

Hiermee stelt u het volume van de betreffende Delaylijn<br />

(1~4) in.<br />

(Pan) 1~4<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van de betreffende<br />

Delay-lijn (1~4). “L64” is helemaal links, “0” vertegenwoordigt<br />

het midden en “63R” is helemaal rechts.<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

L out<br />

R out<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Balance #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen het oorspronkelijke<br />

en het effectsignaal. “D100:0W” betekent dat u<br />

enkel het originele signaal hoort. “D0:100W” staat voor<br />

“enkel effectgeluid” (D100:0W~D0:100W).<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Ziehier een tweede omgekeerde Delay met een veel<br />

langere vertragingstijd (tot 1500 ms). Zie blz. 83 voor<br />

meer details.<br />

Ziehier een tweede Shuffle Delay. U raadt het al: ook<br />

deze heeft een langere vertragingstijd (tot 3000 ms)<br />

dan zijn collega op blz. 84.<br />

L in<br />

68: REVERSE DELAY 2<br />

69: SHUFFLE DELAY 2<br />

R in<br />

L in<br />

R in<br />

Feedback<br />

Rev. Delay<br />

70: 3D DELAY 2<br />

Ziehier een 3D Delay met een langere vertragingstijd<br />

(max. 3000 ms). Zie blz. 84 voor een verklaring van de<br />

parameters.<br />

L<br />

R<br />

71: ROTARY 2<br />

D1<br />

D2<br />

Delay<br />

D3<br />

D4<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

R out<br />

Ziehier een Rotary-effect met een nadrukkelijk laaggehalte<br />

(meer dan de versie op blz. 65. Dit effect heeft<br />

dezelfde specificaties als het effect van het VK-7 orgel.<br />

L in<br />

R in<br />

Feedback<br />

Delay<br />

Delay 1<br />

Delay 2<br />

3D Delay L<br />

3D Delay C<br />

3D Delay R<br />

Rotary<br />

(Rotary) Speed #<br />

Hiermee kiest schakelt u om van de ene snelheid naar<br />

de andere.<br />

SLOW: de Woofer “draait” op de voor “Woofer Slow”<br />

ingestelde snelheid, terwijl de Tweeter de “Tweeter<br />

Slow”-waarde hanteert.<br />

FAST: de Woofer hanteert de “Woofer Fast”-snelheid<br />

en de Tweeter de “Tweeter Fast”-snelheid.<br />

1<br />

2<br />

Level<br />

1<br />

2<br />

3<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

R out<br />

L out<br />

R out<br />

L out<br />

R out<br />

93<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

94<br />

Brake #<br />

Hiermee kunt u de draaiing van de roterende luidsprekers<br />

stoppen. Dat gebeurt dan geleidelijk aan. Als u de<br />

draaiing daarna weer inschakelt, komt de “luidspreker”<br />

geleidelijk aan weer op snelheid.<br />

(Spread) Value<br />

Hiermee bepaalt u de stereobreedte van het Rotaryeffect.<br />

Hoe groter de waarde, hoe breder het geluidsbeeld<br />

wordt.<br />

(Woofer) Slow<br />

Hiermee stelt kiest u de snelheid die de Woofer bij<br />

keuze van de trage snelheid hanteert.<br />

(Woofer) Fast<br />

Hiermee stelt kiest u de snelheid die de Woofer bij<br />

keuze van de hoge snelheid hanteert.<br />

(Woofer) Level<br />

Hiermee bepaalt u het volume van de Woofer.<br />

(Woofer) Trans Up<br />

Hiermee stelt u in hoe lang het duurt tot de Woofer de<br />

Fast-snelheid bereikt wanneer u die kiest. Hoe groter<br />

de waarde, hoe sneller de overgang.<br />

(Woofer) Trans Down<br />

Hiermee stelt u in hoe lang het duurt tot de Woofer de<br />

Slow-snelheid bereikt wanneer u die kiest. Hoe groter<br />

de waarde, hoe sneller de overgang.<br />

(Tweeter) Slow, Fast, Level, Trans Up, Trans Down<br />

Ziehier dezelfde parameters als voor de Woofer. Deze<br />

gelden echter voor de Tweeter.<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level #<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

72: ROTARY MULTI<br />

Ziehier een multi-effect met een Overdrive/Distortion<br />

(ODDS), een 3-bands EQ en een Rotary-effect (RT).<br />

Deze zijn in serie geschakeld.<br />

L in<br />

R in<br />

Overdrive/<br />

Distortion<br />

Rotary<br />

Amp<br />

Simulator<br />

OD/Dist<br />

Hiermee schakelt u het Overdrive-/Distortion-effect<br />

in of uit.<br />

Amp Sim<br />

Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />

3 Band EQ<br />

Hiermee schakelt u de 3-bands EQ in of uit.<br />

Rotary<br />

Hiermee schakelt u het Rotary-effect in of uit.<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type<br />

Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />

nodig hebt.<br />

Drive #<br />

Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />

tevens invloed op het volume.<br />

Tone<br />

Hiermee regelt u de klankkleur van het Overdrive-/<br />

Distortion-effect.<br />

Level<br />

Hiermee regelt u het uitgangsniveau van het Overdrive-/Distortion-effect.<br />

(Amp Simulator) Type<br />

Kies hier het Amp Simulator-type.<br />

Pan<br />

3-Band EQ<br />

L out<br />

R out<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken.<br />

Mid<br />

Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />

EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />

High (EQ High Gain)<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />

Mid Freq<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Mid Q (EQ Mid Q)<br />

Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />

d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />

Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />

deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />

(Rotary) Speed #<br />

Hiermee kiest u de “draaisnelheid” van de denkbeeldige<br />

Woofer en Tweeter (SLOW of FAST).<br />

Slow: De snelheid van “RT L Slow”/“RT H Slow”<br />

wordt gehanteerd).<br />

Fast: De snelheid van “RT L Fast”/“RT H Fast” wordt<br />

gehanteerd.<br />

Separation<br />

Hiermee bepaalt u de stereobreedte van het Rotarygeluid.<br />

Woofer<br />

Slow<br />

Snelheid van de lagetonen-rotor die bij keuze van de<br />

Slow-instelling wordt gehanteerd.<br />

Fast<br />

Snelheid van de lagetonen-rotor die bij keuze van de<br />

Fast-snelheid wordt gehanteerd.<br />

Accel<br />

Overgangssnelheid van Fast naar Slow en vice versa<br />

voor de lagetonen-rotor. Hoe kleiner de waarde, hoe<br />

trager de overgang.<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het volume van de lagetonen-rotor.<br />

Tweeter<br />

Slow, Fast, Accel, Level<br />

Ziehier dezelfde parameters als voor de lagetonenrotor.<br />

Deze hebben echter betrekking op de hogetonen-rotor<br />

(alias “Tweeter”).<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Pan<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />

73: KEYBOARD MULTI<br />

De Keyboard Multi bevat de volgene in serie geschakelde<br />

effecten: Ring Modulator (RM), Equalizer (EQ),<br />

Pitch Shifter (PS), Phaser (PH) en Delay (Dly).<br />

De Ring Modulator voorziet het inkomende signaal<br />

van amplitudemodulatie (AM) en zorg zo voor klokkenachtige<br />

geluiden.<br />

L in<br />

R in<br />

Ring Mod<br />

Ring Mod<br />

Phaser<br />

Resonance<br />

3-Band EQ<br />

3-Band EQ<br />

Sequence<br />

Ring Mod<br />

Hiermee schakelt u de Ring Modulator in of uit.<br />

3 Band EQ Sw<br />

Hiermee schakelt u de Equalizer in of uit.<br />

Pch Shift<br />

Hiermee schakelt u de Pitch Shifter in of uit.<br />

Mix<br />

Pitch<br />

Shifter<br />

Feedback<br />

Feedback<br />

Delay<br />

Phaser<br />

Hiermee schakelt u de Phaser in of uit.<br />

L out<br />

R out<br />

Delay<br />

Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />

* Kies het benodigde effect met de [VALUE]-regelaar en verplaats<br />

hem, indien nodig, met [F1] of [F2] naar een andere<br />

plaats in de keten.<br />

Ring Modulator (RM)<br />

Freq #<br />

Hiermee kiest u de frequentie die moet worden gemoduleerd.<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het rechtstreekse en<br />

het Ring Modulator-geluid.<br />

EQ Gain<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />

Mid<br />

Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />

EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />

95<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

96<br />

Mid<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.<br />

Mid Q (EQ Mid Q)<br />

Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />

d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />

Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />

deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />

Pitch Shifter<br />

Mode<br />

Hoe groter de hier gekozen waarde, hoe beter de kwaliteit<br />

van de transpositie. Maar het effect is dan ook iets<br />

trager.<br />

Coarse Tune # *1<br />

Hiermee stelt u het interval voor de toonhoogteverschuiving<br />

in (–2±+1 octaaf).<br />

Fine Tune # *1<br />

Hiermee kunt u het inkomende signaal in stappen van<br />

2 Cent ontstemmen (–100~+100 Cent).<br />

* 1 Tijdens de Realtime-sturing worden de hier ingestelde<br />

waarden beïnvloed.<br />

Delay<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />

signaal en het begin van de transpositie.<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Pitch Shiftersignaal<br />

nog eens naar dit effect wordt gestuurd. De<br />

toonhoogte verandert dan in openeenvolgende trappen.<br />

Balance<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />

signaal en het Pitch Shifter-signaal.<br />

Phaser<br />

Mode<br />

Hiermee kiest u het aantal trappen van de Phaser.<br />

Manual #<br />

Hiermee kiest u de frequentie die vooral door de Phaser<br />

wordt gemoduleerd.<br />

Rate #<br />

Hiermee regelt u de modulatiesnelheid.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de modulatiediepte.<br />

Resonance<br />

Hiermee kunt u het volume van de frequenties rond de<br />

PH Man(ual)-waarde nog extra ophalen.<br />

Mix Level<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />

en het Phaser-signaal.<br />

Delay<br />

Left Time<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging van het linker Delaykanaal.<br />

Right Time<br />

Hiermee bepaalt u vertraging van het rechter Delaykanaal.<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />

nog eens naar dit effect wordt gestuurd. Dat zorgt voor<br />

een groter aantal herhalingen.<br />

HF Damp<br />

Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven<br />

de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen<br />

doffer klinken. Als u niet wilt dat de herhalingen al te<br />

helder zijn, stelt u het best een andere waarde dan<br />

BYPASS in (200~8000 Hz, BYPASS).<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het directe signaal<br />

en het Delay-signaal.<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

De Rhodes Multi bevat de volgende in serie geschakelde<br />

effecten: Enhancer (EH), Phaser (PH), Chorus of<br />

Flanger (CF), Tremolo of Pan (TP).<br />

L in<br />

R in<br />

74: RHODES MULTI<br />

Enhancer<br />

Enhancer<br />

Mix<br />

Mix<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

Feedback<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

Resonance<br />

Phaser<br />

Tremolo/<br />

Pan<br />

Tremolo/<br />

Pan<br />

Sequence<br />

Enhancer<br />

Hiermee schakelt u de Enhancer in en uit.<br />

Phaser<br />

Hiermee schakelt u de Phaser in en uit.<br />

CF Sw<br />

Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />

Mix<br />

L out<br />

R out<br />

TP Sw (TP Switch)<br />

Hiermee schakelt u de Tremolo of Pan in en uit.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Enhancer<br />

Sens #<br />

Hiermee regelt u de gevoeligheid van de Enhancer.<br />

Mix Level<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen de toegevoegde<br />

hogetonen en het binnenkomende signaal.<br />

Phaser<br />

Zie blz. 96.<br />

Chorus/Flanger<br />

Type<br />

Hiermee kiest u hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />

Rate<br />

Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de diepte van het modulatieeffect.<br />

Feedback<br />

Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />

(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />

gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />

fase omgekeerd wordt.<br />

PreDly<br />

Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />

signaal en het begin van de Chorus of Flanger.<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het originele en het<br />

Chorus-/Flanger-signaal.<br />

Type<br />

Hiermee kiest u het filtertype: OFF (geen filter), LPF<br />

(hoog-af filter) of HPF (laag-af filter).<br />

Cutoff<br />

Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />

Tremolo/Pan<br />

Type<br />

Kies hier hetzij Tremolo, herzij Pan.<br />

ModWave<br />

Kies hier de golfvorm die voor de modulatie van het<br />

volume wordt gebruikt. Die keuze is bepalend voor de<br />

aard van de overgangen (vloeiend of trapsgewijs). De<br />

mogelijkheden zijn TRI (driehoek), SQR (blokgolf),<br />

SIN (sinus) en SAW1/2 (zaagtand 1/2). Ziehier hoe de<br />

twee “SAW”-golfvormen er uitzien:<br />

SAW1 SAW2<br />

Rate #<br />

Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />

Depth #<br />

Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

75: JD MULTI<br />

Ziehier de effectcombinatie die u bv. ook op een JD-990<br />

aantreft: Distortion (DS), Phaser (PH), Spectrum (SP)<br />

en Enhancer (EH). Deze effecten zijn in serie geschakeld,<br />

maar kunnen in gelijk welke volgorde worden<br />

gebruikt.<br />

L in<br />

R in<br />

Distortion<br />

Phaser<br />

Spectrum Enhancer<br />

SEQUENCE<br />

Dist<br />

Hiermee schakelt u het Distortion-effect in en uit.<br />

Phaser<br />

Hiermee schakelt u de Phaser in en uit.<br />

Spectrum<br />

Hiermee schakelt u het Spectrum-effect in en uit.<br />

Enhancer Sw<br />

Hiermee schakelt u de Enhancer in en uit.<br />

* Om een effect te verplaatsen: kies het met de [VALUE]-regelaar<br />

en schuif het met [F1] of [F2] naar links of rechts.<br />

Distortion<br />

Type<br />

Hiermee kiest u het benodigde vervormingstype:<br />

MELLOW DRIVE: Een ronde, betrekkelijk doffe vervorming.<br />

OVERDRIVE: Het klassieke geluid van een overstuurde<br />

buizenversterker.<br />

CRY DRIVE: Betrekkelijk felle vervorming (met veel<br />

hoge tonen).<br />

MELLOW DIST: Lijkt op de vervorming die enkel met<br />

een grote versterker mogelijk is.<br />

LIGHT DIST: Vervorming met een intens, maar helder<br />

karakter.<br />

FAT DIST: De lage en hoge tonen worden extra benadruk,<br />

zodat deze vervorming meer b… lijkt te hebben.<br />

FUZZ DIST: Lijkt op FAT DIST, maar vervormt het<br />

geluid nog veel sterker.<br />

Drive #<br />

Hiermee regelt u de vervormingsintensiteit.<br />

L out<br />

R out<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het vervormingseffect.<br />

97<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

98<br />

Phaser<br />

Manual #<br />

Hiermee kiest u de frequentie die vooral wordt<br />

bewerkt.<br />

Mix Level #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />

en het Phaser-signaal.<br />

Rate #<br />

Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />

Depth #<br />

Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />

Resonance #<br />

Hiermee zorgt u dat de Phaser een “neuziger” en<br />

onmiskenbaar geluid krijgt. Hoe groter de waarde, hoe<br />

meer het “effect” op de voorgrond treedt.<br />

Spectrum<br />

Band Width<br />

Hiermee bepaalt u de breedte van de volgende frequentiebanden.<br />

Dit heeft een belangrijke invloed op<br />

het geluid.<br />

250Hz<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />

250Hz worden beïnvloed.<br />

500Hz (500Hz Gain)<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />

500Hz worden beïnvloed.<br />

1000Hz (1000Hz Gain)<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />

1000Hz worden beïnvloed.<br />

2000Hz (2000Hz Gain)<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />

2000Hz worden beïnvloed.<br />

4000Hz (4000Hz Gain)<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />

4000Hz worden beïnvloed.<br />

8000Hz (8000Hz Gain)<br />

Hiermee bepaalt u hoe sterk de frequenties rond<br />

8000Hz worden beïnvloed.<br />

Enhancer<br />

Sens<br />

Hiermee regelt u de gevoeligheid van de Enhancer.<br />

Mix Level #<br />

Hiermee bepaalt u de balans tussen de door de Enhancer<br />

toegevoegde frequenties en het originele signaal.<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Pan<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />

76: STEREO LOFI COMPRESS<br />

Ziehier de stereo-versie van de Lo-Fi compressor die al<br />

op blz. 85 aan bod is gekomen. Zie daar voor een verklaring<br />

van de parameters.<br />

L in<br />

R in<br />

Lo-Fi<br />

Lo-Fi<br />

77: STEREO LO-FI NOISE<br />

2-Band EQ<br />

2-Band EQ<br />

Ziehier de stereo-versie van het Lo-Fi Noise-effect dat<br />

u al van blz. 86 kent. Zie daar voor een verklaring van<br />

de parameters die hier niet aan bod komen.<br />

Hum<br />

Type<br />

Als u niet vies bent van een beetje brom, kunt u daar<br />

hier het type van kiezen.<br />

LPF<br />

Kies hier de kantelfrequentie voor het filter dat op het<br />

Hum-signaal wordt losgelaten (om lagetonen te<br />

onderdrukken).<br />

(Hum) Level<br />

Hiermee bepaalt u het volume van de brom.<br />

Noise<br />

Noise Type<br />

Als u tussen de Radio- en Disc-ruis niet uw gading<br />

vindt, kunt u hiermee witte of roze ruis kiezen.<br />

LPF<br />

Kies hier de kantelfrequentie voor het filter dat op het<br />

Noise-signaal wordt losgelaten (om lagetonen te<br />

onderdrukken).<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het volume van de ruis.<br />

L out<br />

R out<br />

L in<br />

2-Band<br />

EQ<br />

L out<br />

Lo-Fi<br />

Radio<br />

Lo-Fi<br />

Noise Gen.<br />

R in<br />

2-Band<br />

R out<br />

EQ


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

78: GUITAR AMP SIMULATOR<br />

Ziehier een effect dat een complete gitaarversterker<br />

simuleert (COSM).<br />

L in<br />

R in<br />

Pre Amp Speaker<br />

Amp Simulator<br />

Switch<br />

Hiermee schakelt u der versterke in of uit.<br />

Type<br />

Kies hier het Amp Simulator-type.<br />

Amp Level<br />

Volume #<br />

Hiermee regelt u het volume van de “voorversterker”<br />

en dus de vervormingsgraad.<br />

Master #<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de voorversterker.<br />

Gain<br />

Hiermee regelt u de vervormingsintensiteit van de<br />

“voorversterker” (Low, Middle en High).<br />

Amp Tone<br />

Presence<br />

Hiermee regelt u het volume van de ultra-hoge frequenties.<br />

Voor de meeste types luidt het instelbereik<br />

0~127. Kiest u echter “Match Drive”, dan luidt het<br />

instelbereik –127~0.<br />

Bright<br />

Kies hier “On” als u een bijtender en dus feller geluid<br />

nodig hebt. Deze parameter is enkel beschikbaar voor<br />

de Pre-Amp-types “JC-120”, “Clean Twin” en “BG<br />

Lead”.<br />

Bass<br />

Hiermee bepaalt u het volume van de lagetonen.<br />

L out<br />

Pan L<br />

Pan R<br />

R out<br />

Middle<br />

Hiermee bepaalt u het volume van den middentonen.<br />

Voor “Match Drive” is deze parameter niet beschikbaar.<br />

Treble<br />

Hiermee bepaalt u het volume van de hogetonen.<br />

Speaker<br />

Switch<br />

Hiermee bepaalt u of het voorversterkergeluid als<br />

(ON) dan niet (OFF) naar de Speaker-simulatie wordt<br />

gestuurd.<br />

Speaker Type<br />

Kies hier het type van de gesimuleerde luidspreker(s).<br />

Zie ook blz. 86.<br />

Mic<br />

Setting<br />

Met deze parameter stelt u in waar de microfoon staat<br />

opgesteld die u voor het “opnemen” van het geluid<br />

gebruikt (virtueel, wel te verstaan). Hoe groter de<br />

waarde, hoe verder zich de denkbeeldige microfoon<br />

van de denkbeeldige speakerkast vandaan bevindt<br />

(1~3).<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het volume van het microfoongeluid<br />

in.<br />

Direct<br />

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het niet<br />

bewerkte (“droge”) signaal.<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Pan #<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van het effectgeluid.<br />

“L64” betekent helemaal links, “0” slaat op het<br />

midden en “63R” betekent helemaal rechts.<br />

79: STEREO OVERDRIVE<br />

Ziehier een stereo Overdrive.<br />

L in<br />

R in<br />

Overdrive<br />

Overdrive<br />

Amp<br />

Simulator<br />

Amp<br />

Simulator<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Overdrive<br />

Drive #<br />

Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />

tevens invloed op het volume.<br />

Tone<br />

Hiermee bepaalt u de klankkleur van het Overdrivesignaal.<br />

Amp Simulator<br />

Switch<br />

Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />

Type<br />

Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />

Small: Kleine comboversterker<br />

Built-in: Grote comboversterker.<br />

2-Stack: Versterker met twee kasten<br />

3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />

EQ Gain<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

L out<br />

R out<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

99<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Maak hiervan gebruik als blijkt dat het geluid onder<br />

invloed van de vervormer beduidend luider of stiller is<br />

geworden.<br />

100<br />

80: STEREO DISTORTION<br />

Ziehier een stereo Distortion-effect.<br />

L in<br />

R in<br />

Distortion<br />

Distortion<br />

Amp<br />

Simulator<br />

Amp<br />

Simulator<br />

2-Band<br />

EQ<br />

2-Band<br />

EQ<br />

Distortion<br />

Drive #<br />

Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />

tevens invloed op het volume.<br />

Tone<br />

Hiermee bepaalt u de klankkleur van het Distortioneffect.<br />

Amp Simulator<br />

Switch<br />

Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />

Type<br />

Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />

Small: Kleine comboversterker<br />

Built-in: Grote comboversterker.<br />

2-Stack: Versterker met twee kasten<br />

3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

L out<br />

R out<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken<br />

(–15~+15 dB).<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

81: GUITAR MULTI A<br />

De Guitar Multi 1 bevat een Compressor (Cmp), Overdrive<br />

of Distortion (ODDS), Amp Simulator (Amp),<br />

Delay (Dly), en Chorus of Flanger (CF) die in serie<br />

geschakeld zijn.<br />

L in<br />

R in<br />

Delay<br />

Compressor<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

Feedback<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

Feedback<br />

Delay<br />

Delay<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

Overdrive/<br />

Distortion<br />

Pan<br />

* Hierboven ziet u een schema van de Delay en de Chorus/<br />

Flanger. Die worden verderop voor de verklaring gebruikt.<br />

Sequence<br />

Comp<br />

Hiermee schakelt u de Compressor in of uit.<br />

OD/Dist<br />

Hiermee schakelt u het Overdrive-/Distortion-effect<br />

in of uit.<br />

Amp Sim<br />

Hiermee schakelt u de Compressor in of uit.<br />

Delay<br />

Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />

L out<br />

R out<br />

Amp<br />

Simulator<br />

L out<br />

R out


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Cho/Flg<br />

Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />

Compressor<br />

Attack<br />

Hiermee bepaalt u de duur van het begin van het signaal<br />

(“Attack”) dat niet door de Compressor wordt<br />

beïnvloedt.<br />

Sustain<br />

Hiermee bepaalt u hoe lang het volume door de Compressor<br />

constant wordt gehouden (en, indien nodig,<br />

dus wordt opgekrikt). Hoe groter de waarde, hoe korter<br />

de Sustain.<br />

Level #<br />

Hiermee bepaalt u het volume van de Compressor.<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type<br />

Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />

nodig hebt.<br />

Drive #<br />

Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />

tevens invloed op het volume.<br />

Tone<br />

Hiermee regelt u de klankkleur van het Overdrive-/<br />

Distortion-effect.<br />

Level<br />

Hiermee regelt u het uitgangsniveau van het Overdrive-/Distortion-effect.<br />

Amp Simulator<br />

Amp Type<br />

Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />

Small: Kleine comboversterker<br />

Built-in: Grote comboversterker.<br />

2-Stack: Versterker met twee kasten<br />

3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />

Delay<br />

Left Time<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />

signaal en het moment waarop de linker vertraging<br />

hoorbaar wordt.<br />

Right Time<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />

signaal en het moment waarop de rechter vertraging<br />

hoorbaar wordt.<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />

nog eens naar dit effect wordt gestuurd.<br />

HF Damp<br />

Bepaalt de frequentie waarboven het Feedback-signaal<br />

wordt gefilterd. Als dat niet nodig is, moet u hier<br />

BYPASS kiezen.<br />

Balance (Delay Balance) #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />

en het Delay-signaal.<br />

Chorus/Flanger<br />

Type<br />

Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />

Rate<br />

Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />

Feedback<br />

Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />

(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />

gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />

fase omgekeerd wordt.<br />

Pre Delay<br />

Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />

signaal en het begin van de Chorus.<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />

het Chorus-/Flanger-signaal.<br />

Filter<br />

Type<br />

Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />

van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />

de hogetonen).<br />

Cutoff<br />

Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />

Output<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Pan #<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />

101<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Guitar Multi 2 bevat de volgende in serie geschakelde<br />

effecten: Compressor (Cmp), Overdrive of Distortion<br />

(ODDS), Amp Simulator (Amp), Equalizer (EQ) en<br />

Chorus of Flanger (CF).<br />

Sequence<br />

Comp<br />

Hiermee schakelt u u de Compressor in en uit.<br />

OD/Dist<br />

Hiermee schakelt u het Overdrive- of Distortion-effect<br />

in en uit.<br />

Amp Sim<br />

Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />

3 Band EQ<br />

Hiermee schakelt u de Equalizer in en uit.<br />

Cho/Flg<br />

Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />

Compressor<br />

Attack, Sustain, Level #<br />

Zie blz. 101.<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type<br />

Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />

nodig hebt.<br />

Drive #<br />

Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />

tevens invloed op het volume.<br />

Tone<br />

Hiermee regelt u de klankkleur van het Overdrive-/<br />

Distortion-effect.<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het volume van het Overdrive-/<br />

Distortion-effect.<br />

Amp Simulator<br />

Type<br />

Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />

Small: Kleine comboversterker<br />

Built-in: Grote comboversterker.<br />

102<br />

82: GUITAR MULTI B<br />

L in<br />

R in<br />

3-Band EQ<br />

Compressor<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

Overdrive/<br />

Distortion<br />

Amp<br />

Simulator<br />

L out<br />

R out<br />

2-Stack: Versterker met twee kasten<br />

3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />

Mid<br />

Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />

EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />

High<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakkenophalen<br />

of afzwakken.<br />

Mid<br />

Mid (EQ Mid Frequency)<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.<br />

Mid Q<br />

Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />

d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />

Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />

deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />

Chorus/Flanger<br />

Zie blz. 101.<br />

Filter<br />

Zie blz. 101.<br />

Output<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Pan<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />

83: GUITAR MULTI C<br />

Guitar Multi C bevat de volgende in serie geschakelde<br />

effecten: Overdrive of Distortion (ODDS), Wah (Wah),<br />

Amp Simulator (Amp), Delay (Dly) en Chorus of Flanger<br />

(CF).<br />

L in<br />

R in<br />

Overdrive/<br />

Distortion<br />

Delay<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

Wah<br />

Pan<br />

Amp<br />

Simulator<br />

Sequence<br />

OD Sw<br />

Hiermee schakelt u het Overdrive-/Distortion-effect<br />

in of uit.<br />

Amp Sim<br />

Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />

L out<br />

R out


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Wah<br />

Hiermee schakelt u de WahWah in of uit.<br />

Delay<br />

Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />

Cho/Flg<br />

Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in of uit.<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type<br />

Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />

nodig hebt.<br />

Drive #<br />

Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />

tevens invloed op het volume.<br />

Tone<br />

Hiermee regelt u de klankkleur van het Overdrive-/<br />

Distortion-effect.<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het volume van het Overdrive-/<br />

Distortion-effect.<br />

Wah<br />

Filter Type<br />

Kies hier het benodigde filtertype voor de WahWah:<br />

LPF (beïnvloeding van een groot frequentiebereik) of<br />

BPF (beïnvloeding van een beperkter frequentiebereik).<br />

Rate<br />

Hiermee regelt u de modulatiesnelheid.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />

Sens<br />

Hiermee stelt u de gevoeligheid van het filter in (d.w.z.<br />

wanneer het begin te reageren).<br />

Manual #<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie waarrond de<br />

WahWah vooral actief moet zijn.<br />

Peak<br />

Hiermee bepaalt u de mate waarin het WahWah-effect<br />

tot de Manual-frequentie beperkt wordt. Hoe kleiner<br />

de waarde, hoe meer frequenties er links en rechts van<br />

de Manual-frequentie mee worden beïnvloed. Met een<br />

grote waarde zorgt u er daarentegen voor dat het Wah-<br />

Wah-effect nagenoeg tot de Manual-frequentie<br />

beperkt blijft.<br />

Amp Simulator<br />

Type (Amp Simulator Type)<br />

Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />

Small: Kleine comboversterker<br />

Built-in: Grote comboversterker.<br />

2-Stack: Versterker met twee kasten<br />

3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />

Delay<br />

Left Time<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />

signaal en het moment waarop de linker vertraging<br />

hoorbaar wordt.<br />

Right Time<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />

signaal en het moment waarop de rechter vertraging<br />

hoorbaar wordt.<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />

nog eens naar dit effect wordt gestuurd.<br />

HF Damp<br />

Bepaalt de frequentie waarboven het Feedback-signaal<br />

wordt gefilterd. Als dat niet nodig is, moet u hier<br />

BYPASS kiezen.<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />

en het Delay-signaal.<br />

Chorus/Flanger<br />

Type<br />

Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />

Rate<br />

Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />

Feedback<br />

Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />

(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />

gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />

fase omgekeerd wordt.<br />

Pre Delay<br />

Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />

signaal en het begin van de Chorus.<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />

het Chorus-/Flanger-signaal.<br />

Filter<br />

Type<br />

Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />

van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />

de hogetonen).<br />

Cutoff<br />

Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Pan<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />

103<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Clean Guitar Multi 1 bevat de volgende in serie<br />

geschakelde effecten: Compressor (Cmp), Equalizer<br />

(EQ), Delay (Dly) en Chorus of Flanger (CF).<br />

Sequence<br />

Comp<br />

Hiermee schakelt u de Compressor in of uit.<br />

3 Band EQ<br />

Hiermee schakelt u de Equalizer in of uit.<br />

Delay<br />

Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />

Cho/Flg<br />

Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in of uit.<br />

Compressor<br />

Attack, Sustain, Level #<br />

Zie blz. 101.<br />

EQ Gain<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />

EQ M Gain<br />

Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />

EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />

High (EQ High Gain)<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />

Mid<br />

Mid Freq<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.<br />

Mid Q (EQ Mid Q)<br />

Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />

d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />

Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />

deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />

Delay<br />

Left Time<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />

signaal en het moment waarop de linker vertraging<br />

hoorbaar wordt.<br />

104<br />

84: CLEAN GUITAR MULTI A<br />

L in<br />

R in<br />

Delay<br />

Compressor<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

3-Band EQ<br />

Pan<br />

L out<br />

R out<br />

Right Time<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />

signaal en het moment waarop de rechter vertraging<br />

hoorbaar wordt.<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />

nog eens naar dit effect wordt gestuurd.<br />

HF Damp<br />

Bepaalt de frequentie waarboven het Feedback-signaal<br />

wordt gefilterd. Als dat niet nodig is, moet u hier<br />

BYPASS kiezen.<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />

en het Delay-signaal.<br />

Chorus/Flanger<br />

Type<br />

Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />

Rate<br />

Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />

Feedback<br />

Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />

(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />

gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />

fase omgekeerd wordt.<br />

Pre Dly<br />

Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />

signaal en het begin van de Chorus.<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />

het Chorus-/Flanger-signaal.<br />

Filter<br />

Type<br />

Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />

van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />

de hogetonen).<br />

Cutoff<br />

Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />

Output<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Pan (Output Pan)<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

85: CLEAN GUITAR MULTI B<br />

Clean Guitar Multi 2 bevat de volgende in serie<br />

geschakelde effecten: Auto-Wah (AW), Equalizer<br />

(EQ), Delay (Dly) en Chorus of Flanger (CF).<br />

L in<br />

R in<br />

Delay<br />

Wah<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

3-Band EQ<br />

Pan<br />

Sequence<br />

Wah<br />

Hiermee schakelt u de Auto Wah in of uit.<br />

3 Band EQ<br />

Hiermee schakelt u de 3-bands EQ in of uit.<br />

Delay<br />

Hiermee schakelt u de Delay in of uit.<br />

Cho/Flg Sw<br />

Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />

Wah<br />

Filter Type<br />

Kies hier het benodigde filtertype voor de Wah: LPF<br />

(beïnvloeding van een groot frequentiebereik) of BPF<br />

(beïnvloeding van een beperkter frequentiebereik).<br />

Rate<br />

Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid van de Auto-<br />

Wah.<br />

Depth<br />

Hiermee stelt u in hoe intensief de Auto-Wah het<br />

geluid moet beïnvloeden.<br />

L out<br />

R out<br />

Sens<br />

Hiermee regelt u de gevoeligheid van het filter voor<br />

volumeverschillen.<br />

Manual #<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie waarrond de<br />

Auto-Wah vooral actief is.<br />

Peak<br />

Hiermee bepaalt u de mate waarin het WahWah-effect<br />

tot de Manual-frequentie beperkt wordt. Hoe kleiner<br />

de waarde, hoe meer frequenties er links en rechts van<br />

de Manual-frequentie mee worden beïnvloed. Met een<br />

grote waarde zorgt u er daarentegen voor dat het Wah-<br />

Wah-effect nagenoeg tot de Manual-frequentie<br />

beperkt blijft.<br />

EQ Gain<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />

Mid (EQ Mid Gain)<br />

Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />

EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />

High (EQ High Gain)<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakkenophalen<br />

of afzwakken.<br />

Mid<br />

Mid Freq<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie van het midden?gebied.<br />

Mid Q<br />

Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />

d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />

Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />

deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />

Delay<br />

Left Time<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />

signaal en het moment waarop de linker vertraging<br />

hoorbaar wordt.<br />

Right Time (Delay Time Right)<br />

Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het inkomende<br />

signaal en het moment waarop de rechter vertraging<br />

hoorbaar wordt.<br />

Feedback<br />

Hiermee bepaalt u hoeveel (%) van het Delay-signaal<br />

nog eens naar dit effect wordt gestuurd.<br />

HF Damp<br />

Bepaalt de frequentie waarboven het Feedback-signaal<br />

wordt gefilterd. Als dat niet nodig is, moet u hier<br />

BYPASS kiezen.<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het binnenkomende<br />

en het Delay-signaal.<br />

Chorus/Flanger<br />

Type<br />

Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />

Rate<br />

Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />

Feedback<br />

Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />

(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />

gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />

fase omgekeerd wordt.<br />

Pre Dly<br />

Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />

signaal en het begin van de Chorus.<br />

105<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />

het Chorus-/Flanger-signaal.<br />

Filter<br />

Type (Filter Type)<br />

Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />

van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />

de hogetonen).<br />

Cutoff<br />

Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />

Output<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Pan #<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />

De Bass Multi bevat de volgende in serie geschakelde<br />

effecten: Compressor (Comp), Overdrive of Distortion<br />

(OD/Dist), Equalizer (3 Band EQ) en Chorus of Flanger<br />

(Cho/Flg).<br />

Sequence<br />

Comp (Compressor Switch)<br />

Hiermee schakelt u u de Compressor in en uit.<br />

OD/Dist<br />

Hiermee schakelt u het Overdrive-/Distortion-effect<br />

in of uit.<br />

Amp Sim<br />

Hiermee schakelt u de Amp Simulator in of uit.<br />

3 Band EQ (3 Band EQ Switch)<br />

Hiermee schakelt u de 3-bands EQ in of uit.<br />

Cho/Flg<br />

Hiermee schakelt u de Chorus of Flanger in en uit.<br />

Compressor<br />

Attack, Sustain, Level #<br />

Zie blz. 101.<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type<br />

Stel hier in of u een Overdrive- of Distortion-effect<br />

nodig hebt.<br />

106<br />

86: BASS MULTI<br />

L in<br />

R in<br />

Compressor<br />

3-Band<br />

EQ<br />

Overdrive/<br />

Distortion<br />

Chorus/<br />

Flanger<br />

Amp<br />

Simulator<br />

L out<br />

R out<br />

Drive #<br />

Hiermee regelt u de vervormingsgraad. Dat heeft<br />

tevens invloed op het volume.<br />

Level #<br />

Hiermee bepaalt u het volume van het Overdrive-/<br />

Distortion-effect.<br />

Amp Simulator<br />

Type (Amp Simulator Type)<br />

Kies hier het versterkertype dat moet worden gesimuleerd:<br />

Small: Kleine comboversterker<br />

Built-in: Grote comboversterker.<br />

2-Stack: Versterker met twee kasten<br />

3-Stack: Versterker met 3 kasten<br />

3 Band EQ<br />

Low<br />

Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken.<br />

Mid (EQ Mid Gain)<br />

Hiermee kunt u het middengebied (frequenties volgens<br />

EQ M Fq en EQ M Q) ophalen of afzwakken.<br />

High (EQ High Gain)<br />

Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.<br />

Mid<br />

Mid Freq (EQ Mid Frequency)<br />

Hiermee kiest u de centrale frequentie van het middengebied.<br />

Mid Q (EQ Mid Q)<br />

Hiermee bepaalt u de breedte van de middenband,<br />

d.w.z. hoevel frequenties er links en rechts van “EQ M<br />

Fq” mee opgehaald/afgezwakt worden. Hoe groter<br />

deze waarde, hoe smaller de frequentieband.<br />

Chorus/Flanger<br />

Type<br />

Kies hier hetzij de Chorus, hetzij de Flanger.<br />

Rate<br />

Hiermee kiest u de modulatiesnelheid.<br />

Depth<br />

Hiermee bepaalt u de modulatie-intensiteit.<br />

Feedback<br />

Hiermee stelt u in hoeveel (%) van het Flanger-signaal<br />

(indien gekozen) nog eens naar het effect wordt<br />

gestuurd. Een negatieve waarde (–) betekent dat de<br />

fase omgekeerd wordt.<br />

Pre Dly<br />

Hiermee regelt u de vertraging tussen het binnenkomende<br />

signaal en het begin van de Chorus.<br />

Balance #<br />

Hiermee regelt u de balans tussen het inkomende en<br />

het Chorus-/Flanger-signaal.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> MFX-parameters<br />

Filter<br />

Type<br />

Kies hier het filtertype: OFF (geen filter), LPF (onderdrukken<br />

van de lagetonen), HPF (onderdrukken van<br />

de hogetonen).<br />

Cutoff<br />

Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter.<br />

Output<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Pan #<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van het uitgangsgeluid.<br />

87: ISOLATOR 2<br />

Ziehier een Isolator-effect met filter. Een isolator dient<br />

voor het onderdrukken van bepaalde frequentiebereiken,<br />

wat voor een drastische wijziging van het geluid<br />

zorgt – en dat kunt u daarna dus nog filteren.<br />

L in<br />

R in<br />

Isolator Filter<br />

Isolator Filter<br />

Boost/Cut<br />

Low (Level Low) #<br />

Mid (Level Middle) #<br />

High (Level High) #<br />

Hiermee kunt u de lage-, midden- en/of hogetonen<br />

ophalen of afzwakken. Bij –60dB is de betreffende frequentieband<br />

onhoorbaar. “0dB” betekent daarentegen<br />

dat het volume van de betreffende band niet verandert.<br />

Anti Phase Low<br />

Anti Phase Low Sw<br />

Anti Phase Low Level<br />

Low<br />

Boost<br />

Low<br />

Boost<br />

Anti Phase Mid<br />

Switch<br />

Level<br />

Hiermee schakelt u de Anti-Phase-functie (tegenfase)<br />

in /uit en bepaalt u het volume van de Low- c.q. Midband.<br />

Als deze functie ingeschakeld is, wordt de fase<br />

van de stereokanalen omgekeerd en bij het telkens<br />

andere kanaal opgeteld. Door het volume van deze<br />

functie voor bepaalde frequentiebereiken op te halen<br />

kunt u bepaalde partijen bijzonder in de verf zetten.<br />

(Het geheel hoort u echter alleen wanneer u er een stereo-signaalbron<br />

mee bewerkt.)<br />

Post Filter<br />

Switch<br />

Hiermee schakelt u het filter in of uit.<br />

L out<br />

R out<br />

Type (Filter Type)<br />

Kies hier het filtertype.<br />

LPF: Enkel de frequenties onder de Cutoff-waarde<br />

worden doorgelaten.<br />

BPF: Enkel de frequenties rond de Cutoff-waarde worden<br />

doorgelaten.<br />

HPF: Enkel de frequenties boven de Cutoff-waarde<br />

worden doorgelaten.<br />

NOTCH: Enkel de frequenties boven en onder de<br />

Cutoff-waarde worden doorgelaten.<br />

Cutoff<br />

Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter. Hoe<br />

kleiner de waarde, hoe lager de grens- of bewerkte frequentie.<br />

De waarde “127” vertegenwoordigt de hoogste<br />

frequentie.<br />

Resonance<br />

Hiermee bepaalt u de hoeveelheid resonantie van het<br />

filter. Hoe groter de waarde, hoe meer de frequenties<br />

rond de Cutoff-waarde in de verf worden gezet. Die<br />

zorgt in de regel voor een “synthetischer” karakter.<br />

Slope<br />

Hiermee bepaalt u de helling van het filter: –24 dB per<br />

octaaf (drastisch) of –12 dB per octaaf (veel zachter).<br />

Gain<br />

Laat toe om het volume van het bewerkte signaal op te<br />

halen of af te zwakken als het onder invloed van dit<br />

effect veel luider of veel stiller wordt.<br />

Low Boost<br />

Switch<br />

Hiermee schakelt u de “Low Booster” in of uit. Deze<br />

schakeling kan de bassen dramatisch opkrikken en zo<br />

voor een bijzonder krachtig basgeluid zorgen.<br />

Level<br />

Met deze parameter bepaalt u het volume van de Low<br />

Booster. (Bij bepaalde Isolator-instellingen hoort u echter<br />

nauwelijks een verschil.)<br />

Output<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

88: STEREO SPECTRUM<br />

Ziehier de stereo-versie van het op blz. 64 voorgestelde<br />

effect. Daar vindt u een verklaring van de parameters.<br />

L in<br />

R in<br />

Spectrum<br />

Spectrum<br />

L out<br />

R out<br />

107<br />

Referentiehandboek


3. Effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Het 3D Auto Spin-effect zorgt voor een automatische<br />

verschuiving van het geluid in een 3D-ruimte (dus ook<br />

boven/onder en vóór/achter).<br />

Auto Spin<br />

Azimuth<br />

Hiermee kiest u de plaats waar de draaiing stopt. De<br />

waarde “0” betekent dat het geluid zich aan het einde<br />

van de draaiing precies in het midden bevindt.<br />

Speed #<br />

Hiermee bepaalt u de snelheid vaan de draaiing.<br />

Clockwise<br />

Hiermee kiest u de richting van de beweging. De<br />

instelling “–” vertegenwoordigt een beweging in<br />

tegenwijzerszin, terwijl “+” voor een beweging in wijzerszin<br />

staat.<br />

Turn #<br />

Hiermee stopt of start u de beweging. Kiest u “On”,<br />

dan beweegt het geluid zich door de 3D-ruimte. Kiest<br />

u “Off”, dan springt het geluid naar de voor Azimuth<br />

ingestelde plaats.<br />

Output<br />

Out<br />

Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />

zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />

verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />

een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />

een hoofdtelefoon werkt.<br />

Level<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Hiermee kunt u het geluid op de gewenste plaats in het<br />

3D-geluidsbeeld plaatsen.<br />

Auto Spin<br />

Azimuth #<br />

Hiermee kiest u de positie. De waarde “0” betekent dat<br />

het geluid zich precies in het midden bevindt.<br />

108<br />

89: 3D AUTO SPIN<br />

L in<br />

R in<br />

90: 3D MANUAL<br />

L in<br />

R in<br />

3D Auto<br />

3D Manual<br />

L out<br />

R out<br />

L out<br />

R out<br />

Output<br />

Out<br />

Ziehier een parameter die toelaat om de 3D-indruk<br />

zodanig “voor te bereiden” dat hij ook optimaal uit de<br />

verf komt. Kies SPEAKER als u het geluid van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (via de OUTPUT-connectors) met behulp van<br />

een eindtrap e.d. uitversterkt. Kies PHONES als u met<br />

een hoofdtelefoon werkt.<br />

Level (Output Level)<br />

Hiermee stelt u het uitgangsvolume van het effect in.<br />

Tips voor de “3D”-effecten<br />

Er zijn verschillende 3D-effecten. Deze maken<br />

gebruik van de RSS-technologie van <strong>Roland</strong> die voor<br />

een driedimensionele geluidsindruk zorgt, ook al<br />

gebruikt u maar twee luidsprekers. Dat zorgt op z’n<br />

minst voor een nóg breder effect. Meer bepaald gaat<br />

het om de volgende effecten:<br />

48: 3D DELAY<br />

60: 3D CHORUS<br />

61: 3D FLANGER<br />

70: 3D DELAY 2<br />

89: 3D AUTO SPIN<br />

90: 3D MANUAL<br />

Voor een optimaal resultaat verdient het aanbeveling<br />

om de luidsprekers als volgt op te stellen. Let er<br />

bovendien op dat ze zich niet te dicht bij de muren<br />

bevinden om geen onnodige reflecties te veroorzaken.<br />

30˚ 30˚<br />

Als de luidsprekers zich te ver uit elkaar bevinden<br />

c.q. als de plaats, waar u het geluid beluistert, sterk<br />

galmt, blijft er niet zoveel over van het 3D-effect.<br />

Onthoud bovendien dat de 3D-effecten een “Out”parameter<br />

bevatten die u op SPEAKER of PHONES<br />

kunt zetten. Kies de eerste optie wanneer u met een<br />

versterker werkt en de tweede wanneer u een hoofdtelefoon<br />

gebruikt.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Effectinstellingen kopi ren<br />

3.5 Effectinstellingen<br />

kopiëren<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat ook toe om de effectinstellingen van<br />

een Patch, Performance of Rhythm Set naar de<br />

momenteel geselecteerde Patch, Performance of<br />

Rhythm Set te kopiëren. Op die manier bespaart u heel<br />

wet tijd.<br />

Voor het kopiëren beschikt u over de volgende opties<br />

(Copy Types):<br />

ALL: Alle multi-effect-, Chorus- en Reverb-instellingen.<br />

MFX: Enkel de MFX-parameters van de Generalpagina.<br />

CHORUS: Enkel de Chorus-parameters.<br />

REVERB: Enkel de Reverb-parameters<br />

CHO&REV: De Chorus- en Reverb-parameters.<br />

* Wanneer u voor het kopiëren van de MFX-parameters een<br />

Performance als bron kiest, worden de parameters (MFX<br />

1~3) van de Performance zelf gekopieerd (d.w.z. de parameters<br />

die gehanteerd worden wanneer u MFX 1~3 Source op<br />

“PERFORM” zet). U kunt dus niet de parameters kopiëren<br />

die een Performance van een Patch overneemt. Dat<br />

geldt ook in tegenovergestelde richting: wanneer u de<br />

MFX-parameters van een Patch naar een Performance<br />

kopieert, belanden ze in het “PERFORM”-gedeelte van de<br />

Performance en worden dus niet “doorgekopieerd” naar de<br />

Patch die eventueel als MFX-leverancier fungeert.<br />

1. Kies eerst de Patch, Performance of Rhythm Set waar<br />

de bestaande effectparameters naartoe moeten worden<br />

gekopieerd.<br />

2. Druk zo vaak op [SYSTEM/UTILITY] tot de bijbehorende<br />

indicator begint te knipperen.<br />

Het display ziet er nu als volgt uit:<br />

* Als de indicator van de knop oplicht, bevindt u zich in de<br />

SYSTEM-mode. Daar hebt u hier geen boodschap aan.<br />

Druk dus nogmaals op [SYSTEM/UTILITY].<br />

3. Druk op [F2≈(Copy)].<br />

4. Breng de cursor met [ß] naar “Type” en kies EFFECT.<br />

Nu verschijnt de bij de actieve mode behorende Effect<br />

Copy-pagina:<br />

“Temporary” slaat op het buffergeheugen – oftewel de<br />

Patch/Performance/Rhythm Set die u eerder geselecteerd<br />

hebt.<br />

5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />

instellingen.<br />

7. Druk op [F6≈(Copy)] om de gekozen data te kopiëren.<br />

8. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />

109<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

4. Patches programmeren<br />

4.1 Structuur van een<br />

Patch<br />

Patches bestaande uit vier Tones<br />

(4Tone)<br />

Tones – de kleinste eenheid<br />

De kleinste klankeenheid van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt een<br />

Tone genoemd. Een Tone is eigenlijk een volwaardige<br />

klank (zoals die op andere synthesizers wordt<br />

gebruikt). Op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u echter niet met Tones<br />

alleen werken. De Tones zitten namelijk “ingepakt” in<br />

een Patch. Daarbij bevat elke Patch telkens vier Tones,<br />

die u niet allemaal hoeft te gebruiken. De Tones die u<br />

niet nodig hebt, kunt u dus uitschakelen (zie blz. 112),<br />

wat de polyfonie ten goede komt.<br />

De PCM-golfvormen (of samples) in het interne geheugen<br />

(of op een Expansion Board) kunnen dus op verschillende<br />

manieren bewerkt worden, waarbij de<br />

meest ingrijpende wijzigingen afkomstig zijn van de<br />

TVF (filter) en de TVA (en met name dan diens Envelope).<br />

Tegenwoordig kan zo goed als elk geluid (akoestisch<br />

of “vintage” synthetisch) dienst doen als basis voor<br />

een klank. Gelukkig (voor de verknochte synthesizerfanaten)<br />

biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> echter ook een aantal basisgolfvormen<br />

(zaagtand, blokgolf enz.). Sommige golfvormen<br />

zijn “geloopt”, wat betekent dat ze nooit uitsterven,<br />

terwijl andere golfvormen maar heel kort zijn<br />

(bv. Snares e.d.).<br />

• WG (Wave Generator)<br />

Hiermee kiest u een golfvorm en bepaalt u de toonhoogte<br />

ervan.<br />

• TVF (Time Variant Filter)<br />

Met dit filter verandert u de frequentie-inhoud (en<br />

dus de klankkleur) van het geluid.<br />

• TVA (Time Variant Amplifier)<br />

Hiermee bepaalt u het volume en de stereopositie van<br />

het geluid.<br />

110<br />

Tone<br />

WG<br />

Pitch<br />

Envelope<br />

audiosignaal<br />

LFO 1 LFO 2<br />

TVF<br />

TVF<br />

Envelope<br />

TVA<br />

controlesignaal<br />

TVA<br />

Envelope<br />

• ENV (Envelope)<br />

Hiermee kunt u het verloop van een golfvorm over<br />

een bepaalde tijdspanne beïnvloeden. Er zijn aparte<br />

Envelopes voor de WG (toonhoogte), de TVF (grensfrequentie<br />

van het filter) en de TVA (volume). Wilt u<br />

bijvoorbeeld het volume van een klank laten toe- en<br />

afnemen, dan moet u hiervoor de TVA ENV gebruiken.<br />

• LFO (Low Frequency Oscillator)<br />

De twee LFO’s gebruikt u voor de modulatie (cyclische<br />

waardeverandering) van een aantal parameters.<br />

U kunt de WG (toonhoogte), de TVF (grensfrequentie<br />

van het filter), en de TVA (volume) moduleren.<br />

Modulatie van de WG-toonhoogte levert u vibrato op,<br />

modulatie van het TVA-volume zorgt voor een tremolo-effect.<br />

Patches – combinaties van maximaal 4 Tones<br />

Hoewel een Patch ook met één Tone functioneert, ligt<br />

het geheim van een goed geluid hem vaak in de combinatie<br />

van meerdere Tones. De voorgeprogrammeerde<br />

Patches van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> spreken in dit verband<br />

boekdelen. Ze zijn trouwens lang niet allemaal<br />

opeenstapelingen van verschillende Tones: soms zijn<br />

verschillende Tones aan verschillende zones of aanslagwaarden<br />

toegewezen.<br />

Bovendien levert de combinatie van verschillende<br />

Tones veel meer op dan enkel de optelsom ervan: door<br />

goed te programmeren kunt u er volledig nieuwe klanken<br />

van maken. De Patch-parameters houden verband<br />

met de weergave van alle vier de Tones: hier vindt u<br />

dan ook de effecten, het panorama van de Patch in z’n<br />

geheel en enkele andere nuttige parameters.<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat ook toe met Structures te werken,<br />

zodat u telkens twee Tones met elkaar kunt combineren<br />

(zie blz. 116), wat ook weer veel meer mogelijkheden<br />

biedt dan u op het eerste zicht zou vermoeden.<br />

Multi-Partial Patches<br />

Ziehier een tweede (en nieuw) soort Patch. Hier praten<br />

we over Patches die Samples bevatten en die van een<br />

CD-ROM e.d. kunnen worden geladen. Dit soort Patches<br />

werken met “Partials” (omdat dit de term is die<br />

bv. op een S-760 sampler van <strong>Roland</strong> wordt gehanteerd).<br />

Multi-Partial Patch<br />

B1<br />

D7 Sample 1<br />

Sample 2<br />

Sample 3<br />

Sample 4<br />

88 Partials<br />

Partial


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Structuur van een Patch<br />

Multi-Partial Patches bevatten dus een reeks Partials<br />

die afzonderlijke golfvormen (samples) aanspreken en<br />

die u aan een klavierzone kunt toewijzen. Per Patch<br />

kunt u maximaal 88 Partials gebruiken – maar verplicht<br />

is ook dit niet.<br />

Terwijl Tones uit maximaal twee (voorgeprogrammeerde)<br />

golfvormen bestaan, kunnen Partials tot vier<br />

samples aanspreken, wat meestal voor Velocity<br />

Switch-doeleinden wordt gebruikt.<br />

* De Partials van een Multi-Partial Patch spreken samples<br />

aan die u eerst naar het interne geheugen (SIMMs) moet<br />

kopiëren. Ze kunnen namelijk geen interne golfvormen<br />

gebruiken. Dit betekent echter ook dat u die samples van<br />

een CD-ROM of andere datadrager moet laden.<br />

Structuur van een Partial<br />

Als u even naar het volgende schema kijkt, merkt u<br />

meteen dat het verschil in opbouw tussen een Partial<br />

en een Tone eigenlijk niet zo groot is:<br />

Partial<br />

LFO<br />

SMT TVF<br />

TVF<br />

Envelope<br />

audiosignaal controlesignaal<br />

TVA<br />

TVA<br />

Envelope<br />

SMT (Sample Mix Table)<br />

Via deze tabel worden er samples aan een Partial toegewezen.<br />

Als u meer dan één Sample aan een Partial<br />

toewijst, kunt u bepalen, op welke aanslagwaarden de<br />

samples moeten reageren. U kunt echter ook andere<br />

MIDI-commando’s gebruiken voor het overschakelen<br />

van de ene Sample naar de andere. Dat verklaart meteen<br />

de “Mix” in Sample Mix Table.<br />

TVF (Time Variant Filter)<br />

Met dit filter verandert u de frequentie-inhoud (en dus<br />

de klankkleur) van het geluid.<br />

TVA (Time Variant Amplifier)<br />

Hiermee bepaalt u het volume en de stereopositie van<br />

het geluid.<br />

Envelope<br />

Hiermee kunt u het verloop van een golfvorm over een<br />

bepaalde tijdspanne beïnvloeden. Er zijn aparte Envelopes<br />

voor de TVF (grensfrequentie van het filter) en<br />

de TVA (volume). Wilt u bijvoorbeeld het volume van<br />

een klank laten toe- en afnemen, dan moet u hiervoor<br />

de TVA ENV gebruiken.<br />

LFO (Low Frequency Oscillator)<br />

De LFO gebruikt u voor de modulatie (cyclische waardeverandering)<br />

van een aantal parameters. U kunt de<br />

WG (toonhoogte), de TVF (grensfrequentie van het fil-<br />

ter), en de TVA (volume) moduleren. Modulatie van<br />

de toonhoogte levert u vibrato op, modulatie van het<br />

TVA-volume zorgt voor een tremolo-effect.<br />

111<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

4.2 Tones in- en<br />

uitschakelen<br />

Ziehier hoe u bepaalt welke Tones in de Patch worden<br />

gebruikt (aan) en welke niet (uit). Kies eerst de benodigde<br />

Patch.<br />

1. Ga naar de PATCH Play-pagina.<br />

2. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op TONE SW [1]~[4]<br />

drukt om de overeenkomstige Tone in (indicator licht<br />

op) of uit (indicator dooft) te schakelen.<br />

3. Op de PATCH Play-pagina komt u op de volgende<br />

manier te weten welke Tones er momenteel ingeschakeld<br />

zijn (voor degene, die uitgeschakeld zijn, wordt<br />

er “–” afgebeeld):<br />

4.3 Parameters voor de<br />

hele Patch<br />

En ziehier dan de parameters van de Patch-mode.<br />

Sommige parameters hebben betrekking op de Patch<br />

in z’n geheel, terwijl u andere voor elke Tone apart<br />

moet/kunt instellen. Denk aan de Copy-functie (zie<br />

blz. 139) omdat u daarmee veel tijd kunt besparen.<br />

Laten we even naar de werkwijze kijken:<br />

1. Kies de Patch die u wilt editen.<br />

2. Druk op [F1≈(COMMON)].<br />

3. Kies met [1]~[5] de display-pagina die de parameter<br />

bevat die u wilt editen.<br />

* Zolang het display een parameterpagina afbeeldt, kunt u<br />

met de TONE SWITCH-knoppen [1]~[4] de benodigde<br />

Tones in-/uitschakelen (om ze niet te horen).<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde<br />

parameter.<br />

5. Stel de waarde in met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC].<br />

* Als u de nieuwe waarde toch niet goed vindt, kunt u op<br />

[UNDO] drukken om de wijziging te annuleren.<br />

6. Druk op [EXIT] om naar de PATCH Play-pagina terug<br />

te gaan.<br />

Links van de Patch-naam verschijnt er nu een “*” om u<br />

erop te wijzen dat de Patch niet meer overeenkomt met<br />

de opgeslagen versie:<br />

112<br />

* Vergeet niet de Patch op te slaan alvorens er een andere te<br />

kiezen of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit te schakelen. Anders verliest u<br />

uw instellingen namelijk weer. Zie blz. 163 voor het<br />

opslaan van Patches.<br />

Common (Patch Common)<br />

PATCH Common General #1-pagina<br />

([PATCH] - [F1≈(General)])<br />

Common<br />

Name<br />

Hiermee kunt u een nieuwe naam aan een geëdite<br />

Patch geven (maximaal 12 tekens). Breng de cursor<br />

met [√] of [®] naar de benodigde positie en kies er met<br />

de [VALUE]-regelaar en [DEC] [INC] een ander teken voor.<br />

Beschikbare tekens:<br />

spatie, A~Z, a~z, 0-9, ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; < = > ?<br />

@ [ \ ] ^ _ ` { | } → ←<br />

* Druk op de [VALUE]-regelaar om een venster te openen waar<br />

u bovendien toegang hebt tot de volgende functies:<br />

[F2 (←Prev)]: Eén teken terug gaan.<br />

[F3 (Next→)]: Eén teken vooruit gaan.<br />

[F4 (Insert)]: Spatie op de plaats van de cursor invoegen.<br />

[F5 (Delete)]: Wissen van het door de cursor aangeduide<br />

teken.<br />

[F6 (OK)]: Bevestigen van de ingevoerd naam.<br />

Category (Patch Category)<br />

Deze parameter laat toe om uw (binnenkort) kersverse<br />

Patch aan een categorie toe te wijzen en via de Patch<br />

Finder-functie te zoeken. Verder is deze keuze bepalend<br />

voor het riedeltje dat wordt afgespeeld wanneer u<br />

deze Patch met de Phrase Preview-functie beluistert.<br />

Meer details over de beschikbare categorienamen<br />

vindt u op blz. 51.<br />

Patch Type<br />

(4TONES/MULTI-PARTIAL) Hiermee bepaalt u of u<br />

met voorgeprogrammeerde golfvormen (4Tone) dan<br />

wel met samples wilt werken. Dat heeft belangrijke<br />

consequentie voor de structuur van de Patch.<br />

Level<br />

Hiermee bepaalt u het algemene volume van de gekozen<br />

Patch. Gebruik deze parameter om te voorkomen<br />

dat bepaalde Patches veel harder klinken dan de<br />

andere. Met deze parameter zorgt u dus voor de “juiste<br />

balans” tussen de Patches.<br />

* Het volume van individuele Tones bepaalt u met de Tone<br />

Level- (blz. 127) of Partial Level-parameter (blz. 137).<br />

Pan<br />

(L64~0~63R) Hiermee bepaalt u de stereopositie van<br />

de Patch. “L64” betekent dat de Patch zich helemaal<br />

links in het stereobeeld bevindt, maar niet dat u rechts<br />

helemaal niets meer hoort. Deze parameter “verschuift”<br />

namelijk alleen de voor de Tones/Partials<br />

geprogrammeerde Pan-waarde (blz. 127, 137), maar<br />

doet hem niet helemaal teniet.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Parameters voor de hele Patch<br />

Output Assign<br />

Hiermee bepaalt u de uitgangstoewijzing van de<br />

Patch. Zie blz. 189. “TONE” is enkel beschikbaar voor<br />

4Tone-Patches, terwijl “KEY” enkel voor Multi-Partial-<br />

Patches gehanteerd wordt. Maar ze betekenen beide<br />

dat de Patch de uitgangstoewijzingen van de Tones<br />

c.q. de Partials hanteert.<br />

Octave&Tune (Patch Octave & Tune)<br />

Octave Shift<br />

(–3~+3) Hiermee kunt u de Toonhoogte van alle Tones<br />

(de volledige Patch) maximaal 3 octaven verhogen of<br />

verlagen.<br />

* Deze instelling kunt u ook op de PATCH Play-pagina wijzigen<br />

(zie blz. 52).<br />

Coarse Tune<br />

Hiermee kunt u de Patch in stappen van halve tonen<br />

hoger of lager stemmen (met “+7” zorgt u bv. voor een<br />

quintverschuiving). (–4~+4 octaven).<br />

* Ook voor de Tones bestaat er een Coarse-parameter<br />

(blz. 122). Gebruik (Patch) Coarse dus enkel voor het corrigeren<br />

van complexe Coarse-instellingen voor de Tones.<br />

Fine Tune<br />

Dit laat toe om de Patch fijn te stemmen, wat u in principe<br />

enkel nodig hebt bij gebruik van een complexe<br />

“Structure” en navenante parameterinstellingen die<br />

een licht valse toonhoogte tot gevolg hebben. In alle<br />

andere gevallen laat u deze parameter het best op “0”<br />

staan. Het instelbereik bedraagt –50~+50 cent.<br />

* Ook op Tone-niveau bestaat er een Fine-parameter<br />

(blz. 122). Die zou u kunnen gebruiken om te zorgen voor<br />

lichte zwevingen die het geluid vetter maken (als u minstens<br />

twee Tones gebruikt).<br />

Stretch Tune Depth<br />

Met deze parameter kunt u de stemming van de Patch<br />

iets “uitrekken”, wat betekent dat de lage noten lager<br />

en de hoge noten iets hoger dan de “norm” worden<br />

gestemd. Dit principe wordt al sinds jaren met veel<br />

succes op onze digitale piano’s gebruikt. Daar wordt er<br />

dan telkens bij verteld dat Stretch Tuning tegemoet<br />

komt aan onze subjectieve indruk dat de bas en de diskant<br />

bij een exacte stemming als te laag/te hoog worden<br />

ondervonden. (OFF, 1, 2, 3)<br />

Laten we even kijken naar een tekening die één en<br />

ander zal verduidelijken.<br />

Toonhoogte wijkt af<br />

van de gelijkzwevende stemming Parameterwaarde<br />

OFF<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Lage noten<br />

Analog Feel<br />

Hiermee bepaalt u de diepte van het Analog Feeleffect.<br />

Dit effect zorgt voor lichte zwevingen van de<br />

toonhoogte d.m.v. 1/f-modulatie die in de regel geassocieerd<br />

wordt met analoge synthesizers. Naar gelang<br />

de instelling voor Analog Feel kan het een zeer subtiele<br />

of bijzonder overdreven “instabiliteit” opleveren.<br />

PATCH Common General #2-pagina<br />

([PATCH] - [F1≈(General)])<br />

Modify<br />

Cutoff Offset<br />

(–63~+63) Met deze parameter kunt u de Cutoff-waarden<br />

van de aan de geselecteerde Patch toegewezen<br />

Tones/Partials wijzigen, als het geluid te dof of te fel<br />

blijkt. Hiermee beïnvloedt u de “Cutoff”-parameter<br />

van de Tones/Partials.<br />

* In sommige gevallen hoort u geen verschil meer, omdat de<br />

Cutoff-frequentie van alle Tones/Partials al op de minimum-/maximumwaarde<br />

staat.<br />

Resonance Offset<br />

Met deze parameter kunt u de Resonance-waarden<br />

van de aan de geselecteerde Patch toegewezen Tones/<br />

Partials globaal veranderen als het geluid te neuzig –of<br />

net niet “synthetisch” genoeg– blijkt. Hiermee beïnvloedt<br />

u de “Resonance”-parameter van de Tones/<br />

Partials.<br />

Attack Offset<br />

Met deze parameter kunt u de Attack (aanzet/begin)<br />

van de TVA-Envelope (T1) sneller of trager maken als<br />

de Tones iets te “loom” of te agressief overkomen. De<br />

uiteindelijke Attack van een Patch is de optelsom van<br />

deze parameter met de T1-waarden van de aangesproken<br />

Tones (blz. 128).<br />

3<br />

2<br />

1<br />

OFF<br />

Hoge noten<br />

113<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

Release Offset<br />

Met deze parameter kunt u de Release (“uiteinde”) van<br />

de TVA-Envelope (T4) sneller of trager maken als de<br />

toegewezen Tones/Partials te lang nazinderen of te<br />

abrupt stoppen. De uiteindelijke Release van een Patch<br />

is de optelsom van deze parameter met de T4-waarden<br />

van de aangesproken Tones/Partials.<br />

Velocity Sens<br />

(–63~+63) Hiermee kunt u de aanslaggevoeligheid van<br />

de aan de Patch toegewezen Tones veranderen. Als het<br />

volume/de klankkleur bij hard aangeslagen noten nog<br />

harder/feller moet zijn, moet u hier een positieve (+)<br />

waarde instellen. Kies een negatieve waarde (–) als u<br />

de Tones te sterk op verschillen in aanslag vindt reageren.<br />

De uiteindelijke aanslaggevoeligheid is de optelsom<br />

van deze waarde met de aanslaggevoeligheid van<br />

de aangesproken Tones.<br />

Tempo<br />

Clock Source<br />

Wanneer u “Clock Source” op PATCH zet, kunt u met<br />

deze parameter de te hanteren tempowaarde instellen.<br />

Deze tempowaarde wordt echter niet via MIDI OUT<br />

uitgestuurd, zodat u er geen externe instrumenten mee<br />

kunt synchroniseren.<br />

Kies SYSTEM om te zorgen dat de Patch het “System<br />

Tempo” overneemt of synchroon loopt met een via<br />

MIDI IN ontvangen MIDI Clock-signaal (dit kan met<br />

name belangrijk zijn voor bepaalde MFX-effecten).<br />

Tempo<br />

(20~250) Als u hierboven PATCH gekozen hebt, kunt<br />

u met deze parameter het tempo voor de geselecteerde<br />

Patch instellen.<br />

* De Patch Tempo-waarde wordt niet als MIDI Clock-data<br />

naar MIDI OUT gestuurd.<br />

Voice Priority<br />

Met deze parameter bepaalt u wat er gebeurt als de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet meer voldoende polyfonie heeft om alle<br />

noten weer te geven (let wel: in het slechtste geval kunt<br />

u 128 stemmen : 4 Tones :4 golfvormen= 8 noten tegelijk<br />

spelen).<br />

LOUDEST: De noten met de grootste aanslagwaarde<br />

blijven klinken, terwijl de noten met de kleinste aanslagwaarde<br />

uitgeschakeld worden.<br />

114<br />

Last De laatst gespeelde noten hebben altijd voorrang.<br />

Desnoods worden dus “oudere” noten uitgeschakeld.<br />

Loudest In dit geval hebben de noten met de grootste aanslagwaarde<br />

voorrang. Zacht gespeelde noten worden<br />

dus uitgeschakeld als de polyfonie niet meer<br />

toereikend is.<br />

One Shot Mode<br />

(OFF, ON) Hiermee zorgt u dat alle Samples, die aan<br />

een Patch toegewezen zijn, die zich in de Loop-mode<br />

bevindt (blz. 135), samen worden afgespeeld (One<br />

Shot).<br />

* Deze functie is niet beschikbaar voor de interne golfvormen,<br />

noch voor de golfvormen op een eventueel geïnstalleerd<br />

Wave Expansion Board.<br />

* De Loop-instellingen kunt u niet voor elke Sample apart<br />

veranderen.<br />

(Patch) Control<br />

PATCH Common Control-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(Control)])<br />

Key Mode<br />

Key Assign<br />

Hiermee bepaalt u of de Patch polyfoon (POLY) of<br />

monofoon (MONO) gespeeld kan worden. MONO is<br />

handig voor solopartijen – en dan met name voor synthesizersolo’s<br />

of houtblazers e.d. Kies POLY als u<br />

akkoorden wilt spelen.<br />

Legato Switch<br />

(OFF, ON) Kies hier ON, wanneer u de Legato-functie<br />

wilt gebruiken, en OFF als dat niet het geval is. Legato<br />

werkt enkel wanneer u Key Assign op MONO gezet<br />

hebt. Wanneer u een noot speelt, terwijl u een andere<br />

toets ingedrukt houdt, gaat de ene noot in de andere<br />

over (d.w.z. de Envelope en de LFO van de eerste noot<br />

gaan gewoon door en worden dus niet opnieuw<br />

gestart). Deze functie is met name handig voor het<br />

simuleren van de Hammering-On techniek van gitaristen.<br />

Legato Retrigger<br />

“Legato Retrigger” kunt u enkel gebruiken wanneer u<br />

“Assign” op MONO en “Legato” op ON hebt gezet.<br />

Met deze parameter regelt u de “golfvorm-uitlezing”<br />

tijdens het spelen van gebonden noten (Legato). Kiest<br />

u hier ON, dan begint de golfvorm voor elke nieuwe<br />

noot vanaf het begin. Kiest u daarentegen OFF, dan<br />

loopt de golfvorm bij gebonden gespeelde noten<br />

gewoon door (terwijl de toonhoogte wel verandert),<br />

wat soms voor een onnatuurlijk geluid kan zorgen. In<br />

de regel kiest u het best ON.<br />

* Als u voor Legato Switch “OFF” kiest, wordt deze parameter<br />

genegeerd.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Parameters voor de hele Patch<br />

* Stel dat u Legato Switch op “ON” en Legato Retrigger op<br />

“OFF” gezet hebt. Als u dan gebonden noten (“legato”)<br />

speelt, kan het gebeuren dat de toonhoogte niet altijd tot de<br />

verwachte frequentie klimt of daalt (en dus ergens halverwege<br />

stopt). Dat is met name het geval wanneer het golfvormniveau<br />

een dergelijke klim niet toelaat. Wanneer de<br />

Patch bovendien verschillende golfvormen (via afzonderlijke<br />

Tones) aanspreekt, kan het gebeuren dat deze bovengrens<br />

niet voor elke golfvorm dezelfde is, zodat de Patch<br />

niet langer in MONO wordt weergegeven. Als u een dergelijke<br />

Patch voor het spelen van grote intervallen gebruikt,<br />

zet u Legato Retrigger het best op “ON”<br />

Bender<br />

Hiermee bepaalt u het Pitch Bend-interval.<br />

Bend Range Up<br />

(0~48 halve tonen) Hiermee bepaalt u hoeveel halve<br />

tonen de toonhoogte verschuift wanneer u de Benderhendel<br />

van het externe MIDI-klavier helemaal naar<br />

rechts schuift. Zet u de waarde op “12” en schuift u de<br />

hendel helemaal naar rechts, dan gaat de toonhoogte<br />

één octaaf omhoog.<br />

Bend Range Down<br />

(0~48 halve tonen) Hiermee bepaalt u hoeveel halve<br />

tonen de toonhoogte omlaag gaat wanneer u de Bender-hendel<br />

van het externe MIDI-klavier helemaal<br />

naar links schuift. De waarde “48” slaat op 4 octaven.<br />

Portament<br />

Portamento is een effect dat voor geleidelijke toonhoogte-overgangen<br />

tussen twee noten zorgt. Wanneer<br />

u “Key Assign” op MONO zet, zorgt het Portamentoeffect<br />

voor de typische schuivers van bv. een trombone<br />

of zigeunergitaar. Portamento is echter ook beschikbaar<br />

wanneer u “Key Assign” op POLY zet.<br />

Switch<br />

Hiermee kunt u bepalen of het Portamento-effect al<br />

(ON) dan niet (OFF) wordt toegepast.<br />

* De overige parameters op deze pagina zijn enkel beschikbaar,<br />

wanneer u hier ON kiest.<br />

Mode<br />

Met deze parameter bepaalt u wanneer het Portamento-effect<br />

wordt toegepast:<br />

NORMAL: Portamento voor alle noten.<br />

LEGATO: Enkel gebonden gespeelde noten worden<br />

van Portamento voorzien (d.w.z. als u de volgende<br />

toets indrukt alvorens de vorige los te laten).<br />

Type<br />

Hiermee bepaalt u hoe het Portamento-effect moet<br />

werken:<br />

RATE: De snelheid van de toonhoogte-verandering<br />

verschilt naar gelang het interval tussen de eerste en de<br />

tweede noot die u speelt. Bij kleinere intervallen duurt<br />

de overgang relatief gezien langer dan bij grote intervallen.<br />

(Hier wordt de Time-waarde dus aan het interval<br />

aangepast om al te lange “schuivers” te vermijden.)<br />

TIME: De “Time”-waarde (zie hierboven) wordt voor<br />

alle noten gehanteerd, of u nu kleine of grote intervallen<br />

speelt.<br />

Start (Portamento Start)<br />

Als u een andere toets indrukt, terwijl het Portamentoeffect<br />

al naar de eerder gespeelde noot aan het schuiven<br />

is, begint er een nieuwe overgang naar de zopas<br />

ingedrukte toets. Met “Start” bepaalt u op welke toonhoogte<br />

de nieuwe overgang begint.<br />

PITCH: Als u op een andere toets drukt, terwijl de<br />

toonhoogte aan het verschuiven is, begint de nieuwe<br />

overgang vanaf de op dat moment bereikte toonhoogte.<br />

C5<br />

D4<br />

C4<br />

NOTE: Het Portamento-effect begint vanaf de toonhoogte<br />

die na voltooien van de vorige overgang zou<br />

zijn bereikt, indien u de betreffende toets lang genoeg<br />

ingedrukt had gehouden.<br />

C5<br />

D4<br />

C4<br />

Toonhoogte<br />

Derde noot: D4<br />

Tweede noot: C5<br />

Eerste noot: C4<br />

Toonhoogte<br />

Overgang vanaf de<br />

bereikte toonhoogte<br />

Overgang begint bij de C5<br />

Derde noot: D4<br />

Tweede noot: C5<br />

Eerste noot: C4<br />

Tijd<br />

Tijd<br />

Time<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u de overgangssnelheid naar<br />

de telkens volgende noot. Hoe groter de waarde, hoe<br />

trager de overgang.<br />

115<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

Structure<br />

Met deze parameters kiest u de structuur (opbouw,<br />

verbinding) van de Tones. De keuze van de structuur<br />

heeft ingrijpende gevolgen voor het uiteindelijke<br />

geluid. Aangezien bepaalde structuren (2~10) met<br />

Tone-paren werken, kunt u de betreffende Tones niet<br />

meer afzonderlijk kiezen tijdens het editen (TONE<br />

SELECT).<br />

PATCH Common Structure-pagina<br />

([PATCH] - [F3≈(Struct)])<br />

Tone 1&2/Tone 3&4<br />

Hiermee bepaalt u hoe Tone 1 & 2 enerzijds en Tone 3<br />

& 4 anderzijds met elkaar worden verbonden.<br />

Type (1~10)<br />

* In het display ziet u telkens hoe de Tones met elkaar verbonden<br />

zijn. De afkortingen hebben de volgende betekenis:<br />

W1 (WG1), W2 (WG2), F1 (TVF1), F2 (TVF2), A1<br />

(TVA1), A2 (TVA2), B (Booster), R (Ring Modulator).<br />

De Tones zijn geheel onafhankelijk van elkaar.<br />

Gebruik deze structuur wanneer u zoveel mogelijk<br />

PCM-klanken wilt gebruiken, of wanneer u gestapelde<br />

Patches wilt maken waarbij iedere Tone een andere<br />

klank heeft.<br />

116<br />

TYPE 1<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

TYPE 2<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

TYPE 3<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

TYPE 4<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

WG<br />

TVF<br />

TVA<br />

WG TVF TVA<br />

WG<br />

TVA TVF<br />

WG TVF TVA<br />

WG<br />

TVA TVF<br />

WG TVF TVA<br />

WG<br />

B<br />

TVA TVF<br />

B<br />

WG TVF TVA<br />

TYPE 5<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

TYPE 6<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

TYPE 7<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

TYPE 8<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

TYPE 9<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

TYPE 10<br />

TONE 1 (3)<br />

TONE 2 (4)<br />

WG<br />

TVA TVF<br />

WG TVF TVA<br />

WG<br />

* Als u Type 2~10 selecteert en één Tone van een koppel uitschakelt,<br />

dan klinkt de andere Tone automatisch zoals hij<br />

volgens Type 1 zou klinken, ongeacht wat er in het display<br />

wordt afgebeeld. Dit is ook het geval wanneer één van de<br />

twee Tones niet klinkt omdat u zijn noot- of aanslagbereik<br />

(blz. 117) hebt beperkt.<br />

Booster<br />

Met deze parameter bepaalt u het niveau van de Booster<br />

(bij TYPE 3 of TYPE 4). Hoe groter de waarde, hoe<br />

sterker de golfvormen worden bewerkt. De Booster<br />

zorgt voor vervorming die wel iets weg heeft van een<br />

scheurgitaar. (0/+6/+12/+18)<br />

R<br />

TVA TVF<br />

R<br />

WG TVF TVA<br />

WG<br />

TVF<br />

TVA<br />

WG TVF TVA<br />

WG<br />

TVF<br />

TVA<br />

WG TVF TVA<br />

WG<br />

TVF<br />

TVA<br />

WG TVF TVA<br />

WG<br />

TVF<br />

TVA<br />

WG TVF TVA<br />

R<br />

R<br />

R<br />

R


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Parameters voor de hele Patch<br />

Wat is een Booster? (B)<br />

Een Booster is een schakeling die het ingangssignaal<br />

vervormt (misschien herinnert u zich nog die gitaarvervormers<br />

die dezelfde benaming hadden).<br />

Booster-niveau<br />

Dit kunt u niet alleen gebruiken voor vervorming,<br />

maar ook voor effecten die lijken op PWM (Pulse<br />

Width Modulation, een bewerking waarbij de harmonische<br />

structuur voortdurend verandert). Voor dit<br />

laatste moet u een uiterst lage (subsonische) frequentie<br />

voor WG1 (Tone 1 of 3) instellen en de toonhoogte van<br />

WG2 (Tone 2 of 4) laten variëren d.m.v. de LFO.<br />

Wat is een Ring Modulator? (R)<br />

Ringmodulatie combineert de golfvormen van twee<br />

Tones. Hierdoor ontstaat een nieuwe golfvorm met<br />

boventonen die niet gelijk zijn aan gehele veelvouden<br />

van de grondtoon en die niet bestonden in één van de<br />

originele golfvormen (in het algemeen is het zo dat,<br />

wanneer u uitgaat van een golfvorm die geen sinus is,<br />

de boventonen niet gelijkmatig verdeeld zijn over het<br />

totale geluidsspectrum). Hierdoor ontstaan metaalachtige<br />

klanken waarin vaak nauwelijks een bepaalde<br />

toonhoogte te ontdekken is, omdat de boventonen<br />

anders zijn voor iedere mogelijke toonhoogte van de<br />

golfvorm.<br />

De Ring Modulator is het ideale hulpmiddel bij het<br />

maken van metaalachtige klanken met klok- of belachtige<br />

timbres.<br />

+<br />

=<br />

K. Range<br />

De volgende Parameters kunt u enkel voor 4-Tone-Patches<br />

instellen.<br />

* In het geval van een Multi-Partial Patch kan deze pagina<br />

zelfs niet worden opgeroepen.<br />

PATCH Common TMT Key Range-pagina<br />

([PATCH] - [F4≈(K.Range)])<br />

U kunt de “mix” van de gebruikte Tones in functie stellen<br />

van de toonhoogte van de gespeelde noten, de aanslag<br />

en een reeks MIDI-commando’s. Deze dynamische<br />

mixfunctie heet op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> TMT (Tone Mix<br />

Table).<br />

L.F (TMT-volumebereik ondergrens)<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />

de geselecteerde Tone gebeurt, wanneer u een noot<br />

speelt die beneden de ondergrens van de Tone ligt.<br />

Hoe groter de hier ingestelde waarde, hoe geleidelijker<br />

het volume van de Tone onder de ondergrens afneemt.<br />

Als de Tone niet meer mag klinken, wanneer u een<br />

noot beneden de ondergrens speelt, moet u hier “0”<br />

kiezen.<br />

Volume<br />

L.Fade-waarde U.Fade-waarde<br />

Nootnummer<br />

0 Lower Upper 127<br />

K.L (ondergrens)<br />

(C–1~UPPER) Hiermee kiest u het laagste nootnummer<br />

waarmee de geselecteerde Tone kan worden aangestuurd.<br />

K.U (bovengrens)<br />

(LOWER~G9) Hiermee kiest u het hoogste nootnummer<br />

waarmee de geselecteerde Tone kan worden aangestuurd.<br />

* De K.L-waarde kan nooit groter zijn dan de K.U-waarde en<br />

vice versa. Probeert u dat toch te doen, dan wordt voor<br />

beide parameters dezelfde waarde ingesteld.<br />

U.F (TMT-volumebereik bovengrens)<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />

de Tone gebeurt wanneer u noten boven de K.Uwaarde<br />

speelt. Kies “0” als de Tone dan niet meer te<br />

horen mag zijn. Met andere waarden zorgt u ervoor<br />

dat het volume van de geselecteerde Tone vanaf de<br />

K.U-noot geleidelijk aan afneemt.<br />

117<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

V. Range<br />

De volgende Parameters kunt u enkel voor 4-Tone-Patches<br />

instellen.<br />

* In het geval van een Multi-Partial Patch kan deze pagina<br />

zelfs niet worden opgeroepen.<br />

PATCH Common TMT Vel Range-pagina<br />

([PATCH] - [F5≈(V.Range)])<br />

Control<br />

U kunt de “mix” van de gebruikte Tones ook in functie<br />

stellen van de aanslag.<br />

Velocity-Ctrl<br />

Met deze parameter stelt u in of u via de aanslag kunt<br />

bepalen (ON) wanneer een Tone moet klinken of niet<br />

(OFF). Er bestaat ook een RANDOM-optie die zorgt<br />

dat de Tones in willekeurige combinaties klinken die<br />

dan niet meer afhangen van de aanslagwaarden.<br />

Matrix-Ctrl<br />

Ziehier de schakelaar waarmee u bepaalt of de Tones<br />

via de Matrix Control-functie (zie verderop) kunnen<br />

worden beïnvloed. Kies ON als u dat wilt en OFF als<br />

dat niet nodig is.<br />

Tone<br />

Hier verschijnt het Tone-nummer.<br />

L.F (TMT-aanslagbereik ondergrens)<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />

de geselecteerde Tone gebeurt wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

een kleinere aanslagwaarde dan V.L ontvangt. Hoe<br />

groter de hier ingestelde waarde, hoe geleidelijker de<br />

Tone bij kleine aanslagwaarden verdwijnt. Kies “0” als<br />

de Tone bij aanslagwaarden beneden de ondergrens<br />

(V.L) niet meer te horen mag zijn.<br />

V.L (TMT-aanslagondergrens)<br />

(1~127) Hiermee kiest u de kleinste aanslagwaarde<br />

waarmee de geselecteerde Tone kan worden aangestuurd.<br />

Dat hebt u waarschijnlijk enkel nodig voor uitgekiende<br />

Velocity Switch-effecten.<br />

118<br />

Volume<br />

1<br />

V.L<br />

V.U<br />

L.Fade-waarde U.Fade-waarde<br />

Aanslag<br />

V.U (TMT-aanslagbovengrens)<br />

(0~127) Hiermee kiest u de grootste aanslagwaarde<br />

waarmee de geselecteerde Tone kan worden aangestuurd.<br />

Tijdens het programmeren van een velocity<br />

Switch moet u erop letten dat deze waarde net onder<br />

de V.L-waarde van de Tone ligt die u met grotere aanslagwaarden<br />

wilt aansturen.<br />

* De V.L-waarde kan niet groter zijn dan de V.U-waarde.<br />

probeert u dat toch, dan wordt voor beide parameters<br />

dezelfde waarde ingesteld.<br />

U.F (TMT-aanslagbreedte bovengrens)<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u hoe snel het volume van de<br />

geselecteerde Tone afneemt wanneer u grotere aanslagwaarden<br />

dan de V.U-waarde op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

afvuurt. Hoe groter de waarde, hoe geleidelijker deze<br />

Tone verdwijnt. Kies “0”, als de Tone boven de V.Uwaarde<br />

niet meer te horen mag zijn.<br />

4.4 Programmeren van<br />

4Tone-Patches<br />

Tips voor het programmeren van<br />

Patches<br />

Kies een Patch die in de buurt komt bij wat u<br />

zoekt<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heeft één groot voordeel en –voor aspirant-programmeurs<br />

misschien ook wel– één groot<br />

nadeel. Het voordeel is dat hij veel parameters biedt,<br />

zodat u precies het gewenste geluid kunt programmeren.<br />

En het nadeel is dat hij veel parameters heeft. De<br />

moraal van dit verhaal is dat u, wanneer uw tijd kostbaar<br />

is, best altijd een Patch kiest die al aardig in de<br />

buurt komt bij het geluid dat u in uw hoofd hebt. Vertrek<br />

dus nooit van een koperblazersgeluid, als u een<br />

elektrische piano wilt maken. Op die manier wordt het<br />

editwerk dus een “aanpassing”, omdat de basis al<br />

gelegd is.<br />

Bepaal hoeveel Tones u nodig hebt<br />

U weet al dat iedere Patch tot vier Tones kan bevatten.<br />

Beluister iedere Tone apart (blz. 112) en beoordeel<br />

welke invloed hij op het totaalgeluid heeft. Op die<br />

manier komt u er snel achter welke Tones u moet editen.<br />

Kijk welke Structure de Patch gebruikt (blz. 116)<br />

De Structure Type-parameter bepaalt of en hoe de vier<br />

Tones met elkaar verbonden zijn. Het is uiteraard erg<br />

belangrijk dat u dit weet voordat u de Tones begint te<br />

editen.<br />

Schakel de effecten uit (blz. 54)<br />

De ingebouwde effecten van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunnen een<br />

verregaande invloed op het geluid hebben. Het uitschakelen<br />

van deze effecten zal in een aantal gevallen<br />

dan ook een drastisch geluidsverschil tot gevolg hebben.<br />

Het verdient aanbeveling om tijdens het editen de<br />

effecten uit te schakelen, omdat u dan tenminste de


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />

basisklank van de Patch hoort en de veranderingen<br />

beter kunt beoordelen. Soms kan een ander effectgeluid<br />

zelfs al volstaan om de klank helemaal naar uw<br />

hand te zetten.<br />

Geavanceerde editfuncties voor de<br />

Tones<br />

De Tones binnen een Patch kunt u tot in de puntjes editen.<br />

De hiervoor beschikbare parameters bereikt u via<br />

de functieknoppen [F1]~[F5]:<br />

[F2 (WG)]<br />

[F1≈(WG≈Prm)] Golfvorm, FXM, Tone Delay (blz. 120)<br />

[F2≈(Pitch)] Basistoonhoogte (blz. 122)<br />

[F3≈(Pch≈Env)] Pitch Envelope (blz. 123)<br />

[F4≈(Sample)] Editen van de samples (blz. 123)<br />

[F3 (TVF)]<br />

[F1≈(TVF≈Prm)] Klankkleur van de golfvorm/Tone (filter,<br />

blz. 124)<br />

[F2≈(TVF≈Env)] TVF Envelope (blz. 125)<br />

[F4 (TVA)]<br />

[F1≈(TVA≈Prm)] Volume en stereopositie (blz. 127)<br />

[F2≈(TVA≈Env)] TVA Envelope (blz. 128)<br />

[F5 (LFO&CTL)]<br />

[F1≈(LFO1)] Vibrato, WahWah, Tremolo (blz. 129)<br />

[F2≈(LFO2)] Applies vibrato or tremolo (blz. 129)<br />

[F3≈(Control)] Matrix-controle (blz. 130)<br />

[F4≈(Ctrl≈Sw)] MIDI-ontvangstschakelaars (blz. 131)<br />

* Kies nooit een ander Patch-type tijdens het editen<br />

(blz. 112). Dat zorgt er namelijk voor dat u dan plots niets<br />

meer hoort, omdat alle parameters in zekere zin worden<br />

geïnitialiseerd.*<br />

De basiswerkwijze voor het editen luidt als volgt. Op<br />

de hierboven vermelde pagina’s vindt u meer details<br />

over de beschikbare parameters.<br />

1. Kies de te editen Patch.<br />

2. Kies met de functieknoppen [F1]~[F5] de benodigde<br />

parametergroep.<br />

3. Druk vervolgens op [F1]~[F4] om naar de benodigde<br />

display-pagina te gaan.<br />

4. Kies met TONE SELECT [1]~[4] de Tone die u wilt editen.<br />

De indicator van de betreffende knop knippert en het<br />

nummer van de geselecteerde Tone verschijnt linksboven<br />

in het display.<br />

5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

6. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

waarde in.<br />

* Als u de ingestelde waarde toch niet goed vindt of de verkeerde<br />

parameterwaarde wijzigt, kunt u dat met [UNDO]<br />

weer rechtzetten.<br />

7. Herhaal de stappen 2~6 om ook de overige Patchparameters<br />

te editen.<br />

8. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />

Links van de Patch-naam verschijnt een “*”-symbool<br />

om duidelijk te maken dat u de Patch gewijzigd hebt.<br />

* Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitschakelt of een andere Patch kiest,<br />

terwijl het sterretje wo9rdt afgebeeld, gaan alle wijzigingen<br />

weer verloren. Vergeet dus niet de geëdite versie op te slaan<br />

(blz. 163).<br />

Palette: Tones samen editen<br />

Voor sommige parameters kan het handig zijn om telkens<br />

de waarde van alle vier de Tones te zien en eventueel<br />

bij te sturen, zonder de hierboven beschreven<br />

Tone-keuzeprocedure uit te voeren. Daarom vindt u<br />

ook in de Patch-mode een Palette-pagina. Ziehier hoe<br />

u die selecteert:<br />

1. Druk tijdens het editen van een Tone op [F6≈(Palette)]<br />

om de Palette-pagina op te roepen:<br />

2. Kies met TONE SELECT [1]~[4] of [√][®] de Tone die u<br />

wilt editen.<br />

De indicator van de ingedrukte TONE SELECT-knop<br />

begint te knipperen.<br />

Als u dezelfde parameter voor twee of meer Tones<br />

samen wilt editen, moet u één TONE SELECT-knop<br />

([1]~[4]) ingedrukt houden, terwijl u op de knop van de<br />

overige Tones drukt wier waarde eveneens moet veranderen.<br />

3. Breng de cursor met [ß][†] naar de parameter die u wilt<br />

editen.<br />

4. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

waarde in.<br />

Als u twee of meer Tones geselecteerd hebt, veranderen<br />

de parameterwaarden van alle Tones op dezelfde<br />

manier.<br />

Om voor alle geselecteerde Tones dezelfde waarde in<br />

te stellen moet u de cursor met [√][®] naar de Tone brengen<br />

waarvoor al de gewenste waarde is ingesteld en<br />

vervolgens [SHIFT] ingedrukt houden, terwijl u aan de<br />

[VALUE]-regelaar draait.<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u de laatste wijziging met<br />

[UNDO] weer ongedaan maken.<br />

5. Om vervolgens een andere parameter te kunnen editen<br />

moet u hem met [ß][†] selecteren.<br />

6. herhaal de stappen 2~5 om ook de overige parameters<br />

te editen.<br />

7. Om de Palette-pagina weer te verlaten moet u nog een<br />

keer op [F6] drukken.<br />

119<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

U keert nu terug naar de parameters voor de Tone die<br />

u vóór het drukken op [F6] had geselecteerd.<br />

8. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />

Opmerkingen i.v.m. de golfvormen<br />

De geluiden van de Tones berusten op complexe PCMgolfvormen<br />

waar u een aantal dingen mee kunt uithalen.<br />

Er zijn met name twee soorten golfvormen:<br />

One-Shot: Dit zijn golfvormen die snel uitsterven. In<br />

het geval van percussieve klanken gebeurt dat op een<br />

natuurlijke manier. Andere One-Shots daarentegen<br />

bevatten maar een fractie van een ander geluid (bv. het<br />

aanvankelijke krassen over de snaren, het aanblazen,<br />

het strijkgeluid, de aanslag van een pianohamertje<br />

e.d.). Deze “Partials” zijn bedoeld om bij een andere<br />

Tone te worden gevoegd om het realisme te vergroten<br />

of een speciaal effect te bereiken. Hoe dan ook, One-<br />

Shots kunt u niet gebruiken voor “tapijtklanken”<br />

omdat ze daarvoor gewoon te kort zijn.<br />

Looped: Dit zijn golfvormen zoals ze op de meeste<br />

samplers worden gebruikt: het begin van het geluid is<br />

de “echte” opname en daarna volgt een gedeelte dat<br />

voortdurend wordt herhaald (“geloopt”) tot u de<br />

betreffende noot weer uitschakelt of de toets loslaat. In<br />

tegenstelling tot voornoemde samplers bevatten sommige<br />

golfvormen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> echter ook andere<br />

(bij)geluiden die pas in de “Loop” hoorbaar worden,<br />

met name de resonantie van harmonisch verwante<br />

snaren, het “holle” geluid van een koperinstrument<br />

e.d.<br />

In de volgende tekening ziet u hoe u, door een One-<br />

Shot (“Key Click”) en een Looped-golfvorm met elkaar<br />

te combineren, een bijzonder realistisch resultaat<br />

bereikt:<br />

TVA ENV voor het eigenlijke<br />

orgelgeluid (de "klank")<br />

Level<br />

Tone 1 Tone 2 Tone 1+2<br />

Opmerking over One-Shot-golfvormen<br />

Een One-Shot-golfvorm is van nature betrekkelijk kort.<br />

Ha, denkt u, maar daar passen we met de TVA-Envelope<br />

wel een mouw aan om voor een langere Sustain te<br />

zorgen. Wel, beste vriend(in), dat lukt niet. In het<br />

gedeelte waar u de Envelope wilt verlengen bevat de<br />

golfvorm namelijk geen data meer en klinkt bijgevolg<br />

ook niet meer. Houd dat goed in de gaten.<br />

Opmerking voor Loop-golfvormen<br />

Als u echt op zoek bent naar een super-realistisch<br />

geluid, laat u het begin van de golfvorm (alias de<br />

“Attack”) het best ongemoeid. Daar bevinden zich in<br />

de regel namelijk de meest complexe en karakteristieke<br />

frequentieveranderingen. Dat is met name voor<br />

piano- en saxofoonklanken het geval. Verander in dat<br />

gedeelte dus noch het filter (TVF), noch de snelheid<br />

120<br />

Noot uit<br />

Tijd<br />

TVA ENV voor het klikken<br />

van de toetsen<br />

+ =<br />

Het resulterende geluid<br />

(klik + klank)<br />

Note uit<br />

waarmee het geluid opkomt (T1 van de TVA Envelope).<br />

Anders “mist” uw piano/sax namelijk “iets”.<br />

Ziehier een voorbeeld:<br />

Volume<br />

Oorspronkelijk geluid<br />

(klankkleur en volume)<br />

Verandering van de<br />

TVF-Envelope<br />

Resultaat<br />

WG: golfvorm en toonhoogte<br />

([F2≈(WG)])<br />

Via deze parametergroep kiest u de PCM-golfvorm die<br />

het basisgeluid voor de geselecteerde Tone levert en<br />

wijzigt u ze via bepaalde effecten en door er de toonhoogte<br />

van te bepalen.<br />

PATCH WG Parameter-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F1≈(WG≈Prm)])<br />

Loop-gedeelte<br />

Tijd<br />

WAVE<br />

Group<br />

Met deze parameter kiest u de Group (Sound Library)<br />

die de benodigde golfvorm bevat. Hier hebt u twee<br />

mogelijkheden: INT (intern golfvormgeheugen) of XP<br />

(golfvorm van een geïnstalleerd Wave Expansion<br />

Board): A~H.<br />

* U kunt enkel XP-banken van daadwerkelijk geïnstalleerde<br />

Wave Expansion Boards kiezen.<br />

SAMPLE: Samples (golfvormdata) die u van een<br />

CD-ROM of andere datadrager in het RAM-geheugen<br />

(SIMMs) geladen hebt.<br />

L (golfvormnummer links)<br />

(1~1083) Hiermee kunt u de benodigde golfvorm volgens<br />

nummer kiezen. Deze doet dienst als “linker<br />

kanaal”.<br />

De naam van de golfvorm wordt tussen haakjes ([ ])<br />

afgebeeld.<br />

R (golfvormnummer rechts)<br />

(1~1083) hiermee kiest u het nummer van de rechter<br />

golfvorm. De naam van die golfvorm wordt eveneens<br />

tussen haakjes ([ ]) afgebeeld.<br />

* Als u voor “R” de instelling "----" kiest, wordt de golfvorm<br />

van de Tone automatisch op MONO gezet.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />

* Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [F6] drukt,<br />

kunt u snel overschakelen tussen STEREO en MONO.<br />

Gain<br />

Deze parameter verandert het ingangsvolume van de<br />

golfvorm. Het uitgangsvolume ervan kunt u met de<br />

Level-parameter van de Tone veranderen. Bovendien<br />

bewijst deze parameter zijn nut wanneer u beroep doet<br />

op de Booster (blz. 116). De Gain-waarde wordt in dB<br />

afgebeeld. (–6, 0, +6, +12)<br />

Tempo Sync<br />

Zgn. “Phrase Loops” kunnen met het tempo worden<br />

gesynchroniseerd door hier ON te kiezen. Dergelijke<br />

golfvormen bestaan enkel op bepaalde printen van de<br />

SR-JV80-serie (bv. “10 BASS&DRUMS”) – en ook dan<br />

enkel wanneer u aan de geselecteerde Tone een golfvorm<br />

met een BPM-waarde hebt toegewezen.<br />

Wat is een Phrase Loop?<br />

Dit zijn golfvormen die niet één klank (van een<br />

bepaalde toonhoogte), maar een fragment van bv.<br />

een Groove, een baslijn e.d. bevatten. Dit is met<br />

name voor Dance-toepassingen van belang, maar<br />

wordt ook door andere muzikanten gretig gebruikt.<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe om dergelijke Loops met het<br />

tempo te synchroniseren.<br />

FXM<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is met een Frequency Cross Modulationfunctie<br />

(FXM) uitgerust die soms leuk kan zijn voor<br />

speciale (meestal “vreemde”) effecten. Deze bewerking<br />

resulteert in een golfvorm met veel boventonen.<br />

U zou het een “instapversie” van het Structuresysteem<br />

(zie blz. 116) kunnen noemen. Niets belet u<br />

echter om zowel de FXM van de golfvormen als de<br />

ringmodulatie van een Structure te gebruiken. De<br />

resultaten daarvan zijn onvoorspelbaar. Let wel: hier<br />

moduleert de golfvorm zichzelf, terwijl de ringmodulatie<br />

twee verschillende golfvormen gebruikt.<br />

Switch<br />

Hiermee schakelt u de FXM-functie in (ON) of uit<br />

(OFF).<br />

Color<br />

Met deze parameter bepaalt u het karakter van de frequentie-intermodulatie.<br />

Hoe groter deze waarde, hoe<br />

“ruiger” het geluid wordt, terwijl u met een kleine<br />

waarde net een metaalachtig geluid verkrijgt. (1~4)<br />

Depth<br />

Hier stelt u de diepte van de intermodulatie in. (0~16)<br />

Tone Delay<br />

Tones kunnen worden vertraagd. Dat is niet noodzakelijk<br />

hetzelfde als het gebruik van een Delay-effect<br />

omdat u met de Tone Delay-functie een arpeggioeffect<br />

kunt programmeren door bv. vier Tones te<br />

gebruiken en voor de 2e, 3e en 4e een steeds langere<br />

vertraging in te stellen. De arpeggio werkt echter<br />

alleen indien de toonhoogte van de vier Tones niet<br />

dezelfde is. Zie hiervoor “Coarse” op blz. 122.<br />

Het tempo van de vertraging kan bovendien worden<br />

gesynchroniseerd met de tempowaarde (zelfs afkomstig<br />

van een externe sequencer).<br />

* Als u de Tones niet wilt vertragen, moet u voor “Mode”<br />

NORMAL kiezen en “Time” op 0 zetten.<br />

Mode<br />

Hier kunt u het type Tone-vertraging kiezen:<br />

Noot aan<br />

NORMAL: Betekent dat de vertraging zelfs uitgevoerd<br />

wordt indien u de toetsen meteen weer loslaat.<br />

NORMAL<br />

noot aan<br />

Noot uit<br />

HOLD: Betekent dat de vertraging alleen uitgevoerd<br />

wordt indien u de toets(en) lang genoeg ingedrukt<br />

houdt.<br />

HOLD<br />

Noot aan<br />

Delay-tijd<br />

Vertraging<br />

noot uit<br />

Noot uit<br />

Geen vertraging<br />

KEY-OFF NORMAL: Betekent dat de Tone pas klinkt<br />

zodra u de betreffende toets weer loslaat. In zekere zin<br />

is dit een noot-uit Trigger. Dit is handig voor klik- of<br />

knarsgeluiden die bv. aan het einde van elke orgel- of<br />

klavecimbelnoot te horen zijn.<br />

KEY-OFF-NORMAL<br />

Noot aan<br />

Noot uit<br />

Vertraging<br />

Geen geluid<br />

121<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

KEY-OFF DECAY: De TVA Envelope begint zodra u<br />

een toets indrukt, maar de Tone klinkt pas wanneer u<br />

die toets weer loslaat. Op dat moment hoort u dus<br />

enkel nog de Release van die Tone. Dat vereist natuurlijk<br />

een betrekkelijk hoge T4-waarde van de TVA (zie<br />

blz. 128).<br />

Als u een betrekkelijk snel uitstervende golfvorm<br />

gekozen hebt, hoort u het effect van KEY-OFF NOR-<br />

MAL of KEY-OFF DECAY soms niet.<br />

Time<br />

Hiermee stelt u de vertragingstijd van de Tone Delayfunctie<br />

in (uitgangspunt: het noot-aan commando of,<br />

voor de twee Key-Off opties, het noot-uit commando).<br />

Hier kunt u niet alleen een numerieke waarde, maar<br />

ook een nootwaarde instellen. Time kan namelijk ook<br />

worden gebruikt voor het bepalen van de “tellen” in<br />

verhouding tot de BPM (MIDI Clock, tempowaarde)<br />

die de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> van een externe sequencer ontvangt.<br />

* Wanneer u met “Type” (blz. 116) een structuur 2~10<br />

kiest, geeft Tone 2 het gecombineerde signaal van Tone 1 +<br />

2 weer, terwijl Tone 4 dat met de combinatie van Tone 3 +<br />

4 doet. Daarom volgt Tone 1 de instelling van Tone 2, terwijl<br />

Tone 3 de instelling van Tone 4 hanteert.<br />

122<br />

KEY-OFF-DELAY<br />

Noot aan<br />

Noot uit<br />

Vertraging<br />

PATCH WG Pitch-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F2≈(Pitch)])<br />

Pitch<br />

Hier bepaalt u de toonhoogte van de geselecteerde<br />

Tone.<br />

Coarse<br />

(–48~+48) Met deze parameter kunt u de geselecteerde<br />

Tone in stappen van halve tonen hoger of lager stemmen<br />

(tot ±4 octaven). Deze waarde wordt bij “Coarse<br />

Tune” op blz. 113 opgeteld, zodat de uiteindelijke<br />

toonhoogte van de Patch (en de Tones) afhangt van de<br />

som van de twee.<br />

Fine<br />

(–50~+50) Hiermee kunt u de Tone in stappen van 1<br />

Cent (d.w.z. 1/100e van een halve toon) hoger of lager<br />

stemmen. Deze waarde wordt opgeteld bij “Fine<br />

Tune” op blz. 113.<br />

Random Pitch<br />

Depth<br />

(0~1200) Deze parameter voegt een willekeurige onregelmatigheid<br />

toe aan de toonhoogte van de klank.<br />

Hiermee kunt u het “onstabiele” effect simuleren dat<br />

conventionele analoge synthesizers vertoonden onder<br />

invloed van fluctuaties van de lichtnetspanning. De<br />

toonhoogte zal verschillend zijn bij ieder noot-aancommando.<br />

De hier gekozen waarde slaat op de afwijking<br />

in Cent (1/100 halve toon).<br />

Pitch Keyfollow<br />

(–200~+200) Pitch Keyfollow bepaalt hoe de toonhoogte<br />

verandert naarmate u hogere of lagere toetsen<br />

op het klavier indrukt. De instelling “100%” is de normale<br />

situatie. Wanneer u afwisselend een C4 en een C5<br />

speelt, produceert de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> klanken die exact één<br />

octaaf uit elkaar liggen. Een instelling van 200% betekent<br />

dat de toonhoogte 12 toetsen verderop niet één,<br />

maar twee octaven verschilt van de huidige noot.<br />

“0%” betekent dat de toonhoogte voor alle toetsen/<br />

nootcommando’s dezelfde is.<br />

Toonhoogte<br />

+200<br />

+100<br />

+50<br />

-200 -100<br />

C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7<br />

0<br />

-50<br />

Noot


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />

PATCH WG Pitch Envelope-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F3≈(Pch≈Env)])<br />

Pitch Envelope<br />

Met de volgende parameters bepaalt u welke invloed<br />

de Pitch Envelope op de toonhoogte heeft (wat voor<br />

dynamische veranderingen zorgt), in welke mate de<br />

Pitch Envelope via de aanslag kan worden beïnvloed<br />

en nog een aantal andere kenmerken van de Pitch<br />

Envelope.<br />

Toonhoogte L0<br />

L1<br />

Noot-aan<br />

T1 T2 T3 T4<br />

L2<br />

Depth<br />

(–12~+12) Deze parameter werkt als een soort vermenigvuldigingsfactor<br />

(versterker) voor de toonhoogteverschillen<br />

die kunnen worden ingesteld met de Pitch<br />

Envelope (zie verderop). Grotere positieve waarden<br />

zorgen voor grotere toonhoogteverschillen. Negatieve<br />

waarden hebben hetzelfde effect, maar in omgekeerde<br />

richting. Dit houdt in dat de toonhoogte daalt, wanneer<br />

een noot volgens de Pitch Envelope hoger zou<br />

moeten klinken. De waarde “0” betekent dat de Pitch<br />

Envelope geen toonhoogteverandering veroorzaakt,<br />

ongeacht de instelling van de Envelope.<br />

Time Keyfollow<br />

(–100~+100) Met deze parameter kunt u zorgen dat de<br />

snelheid van de Pitch Envelope (T2~T4) in functie staat<br />

van de noten die u speelt. De C4 is het nulpunt. Positieve<br />

waarden betekenen dat de Envelope sneller<br />

wordt naarmate u hogere noten speelt. Negatieve<br />

waarden betekenen dat de Envelope korter wordt<br />

naarmate u lagere noten speelt.<br />

Time (Pitch Envelope Time 1~4)<br />

(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />

van de Pitch Envelope (Envelope van de toonhoogte)<br />

in. Met de “T”-waarden bepaalt u de overgangssnelheid<br />

van de ene “L”-waarde naar de volgende. Een<br />

voorbeeld: met T2 bepaalt u de overgangssnelheid van<br />

L1 naar L2. Hoe groter de “T”-waarde, hoe trager de<br />

overgang.<br />

Level (Pitch Envelope Level 0~4)<br />

(–63~+63) “L” staat eigenlijk voor “Level” (d.w.z.<br />

niveau), maar dat neemt niet weg dat de “L”-waarden<br />

van de Pitch Envelope op de toonhoogte slaan. Wie<br />

nog met analoge synthesizers gewerkt heeft, zal hier<br />

iets aan hebben: T1/L1 beantwoorden aan “A”, T2/L2<br />

L3<br />

Noot-uit<br />

L4<br />

Tijd<br />

aan “D”, T3/L3 aan “S” en T4/L4 aan “R” (Attack,<br />

Decay, Sustain, Release). Opmerkelijk is dat u hier ook<br />

een waarde voor de Release (de uitsterftijd, L4) kunt<br />

instellen, zodat de uiteindelijke toonhoogte niet noodzakelijk<br />

gelijk hoeft te zijn aan de voor Coarse ingestelde<br />

waarde.<br />

Met Level 0 bepaalt u de toonhoogte die een noot bij<br />

het aanslaan heeft – dit is een wijziging van de Coarseen<br />

Fine-parameters (zie blz. 122). Een positieve waarde<br />

(+) betekent dat de toonhoogte hoger is dan normaal,<br />

een negatieve waarde (–) betekent het tegenovergestelde.<br />

Deze parameter is bijzonder belangrijk voor<br />

koperblazers.<br />

Velocity Sens<br />

Amount<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />

waarin de Level-waarden van de Pitch Envelope aanslaggevoelig<br />

zijn. Positieve waarden zorgen voor grotere<br />

variaties van de toonhoogte bij een hogere aanslagwaarde.<br />

Negatieve waarden hebben bij een hogere<br />

aanslagwaarde juist kleinere variaties tot gevolg. De<br />

waarde “0” betekent dat de Pitch Envelope niet via de<br />

aanslag kan worden beïnvloed.<br />

Time1<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />

van de Pitch Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 1-parameter afneemt (tragere Attack)<br />

naarmate u harder aanslaat. De waarde “0” betekent<br />

dat de Time 1-waarde niet aanslaggevoelig is.<br />

Time4<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />

van de Pitch Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />

aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 4waarde<br />

niet aanslaggevoelig is.<br />

PATCH WG Sample-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F4≈(Sample)])<br />

Met de parameters op deze pagina kunt u de samples<br />

in het SIMM-geheugen editen. Die moet u na het<br />

inschakelen telkens laden (omdat ze na uitschakelen<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weer gewist worden).<br />

* Deze parameters zijn enkel beschikbaar voor Multi-Partial<br />

Patches.<br />

123<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

Sample<br />

Sampling Freq.<br />

Hier komt u te weten welke Sampling-frequentie de<br />

geladen sample heeft.<br />

Original Key<br />

Hier komt u te weten welke noot u moet spelen om de<br />

sample op zijn originele (gesampelde) toonhoogte te<br />

horen.<br />

Loop<br />

Mode<br />

Hier staat de Loop-mode van de geladen sample vermeld:<br />

Tune<br />

(–50~50) Hiermee kunt u de lus (het gedeelte dat herhaald<br />

wordt) in stappen van een 1/100e halve toon<br />

stemmen.<br />

Start-Fine<br />

• Start Point<br />

(0~…) Hiermee kunt u de positie kiezen van waaraf de<br />

sample moet worden gelezen (het begin).<br />

• Start Point Fine<br />

(0~255) Hiermee kunt u het Start-punt in kleinere stappen<br />

instellen.<br />

Loop Point Start-Fine<br />

• Loop Start Point<br />

(0~…) Hiermee stelt u in waar de lus (Loop) van de<br />

gekozen sample moet beginnen.<br />

• Loop Start Point Fine<br />

(0~255) Hiermee kunt u de Loop Start-positie in kleinere<br />

stappen instellen om precies de “juiste” plek te<br />

vinden (bv. net achter een klik).<br />

End-Fine<br />

• End Point<br />

(0~…) Hiermee bepaalt u het einde van de Loop (tot<br />

waar de sample wordt herhaald).<br />

124<br />

FWD (Forward)<br />

De sample wordt eerst van het Start- tot het<br />

Loop-punt afgespeeld. vervolgens wordt het<br />

gedeelte tussen het Loop- en het Loop Endpunt<br />

zo lang herhaald tot u de ingedrukte toetsen<br />

weer loslaat.<br />

ONE-SHOT De sample wordt één keer tussen het Start- en<br />

het Loop End-punt afgespeeld.<br />

ALT<br />

(Alternate)<br />

REV-ONE<br />

(Reverse<br />

One-shot)<br />

REV<br />

(Reverse)<br />

de sample wordt tussen het Start- en Loop Endpunt<br />

afgespeeld. Vervolgens springt de weergave<br />

terug naar het Loop Start-punt en vervolgt<br />

tot aan het Loop End-punt. Dan gaat ze in<br />

omgekeerde richting naar het Loop Start-punt,<br />

weer naar het Loop End-punt enz.<br />

De sample wordt één keer tussen het Loop End-<br />

en het Start-punt (en dus achterstevoren) afgespeeld.<br />

De samplewordt van het Loop End- tot aan het<br />

Start-punt afgespeeld en vervolgens in een<br />

omgekeerde lus tussen het Loop Start- en het<br />

Start-punt afgespeeld.<br />

• End Point Fine<br />

(0~255) Hiermee kunt u het eindpunt van de Loop in<br />

kleinere stappen instellen (om te zorgen dat de Loop<br />

“onhoorbaar” is).<br />

TVF (filter)<br />

([F3≈(TVF)])<br />

Met behulp van de volgende parameters maakt u de<br />

belangrijkste instellingen voor de klankkleur van de<br />

geselecteerde Tone(s). We willen er nogmaals op wijzen<br />

dat de kwaliteit van deze filters wel degelijk<br />

indrukwekkend is, maar dat de TVF niet toelaat om<br />

van een triangel-golfvorm een akoestische vleugel te<br />

maken.<br />

PATCH TVF Parameter-pagina<br />

([PATCH] - [F3≈(TVF)] - [F1≈(TVF Prm)])<br />

TVF<br />

Filter Type<br />

Hiermee kiest u het filtertype. Ieder type filtert frequenties<br />

in een bepaald gebied. Hiermee kunt u de<br />

klank helderder, warmer, dunner of voller maken:<br />

OFF Er wordt geen filter gebruikt.<br />

LPF (Low Pass<br />

Filter)<br />

BPF (Band Pass<br />

Filter)<br />

HPF (High Pass<br />

Filter)<br />

Dient om alle frequenties boven de Cutoffwaarde<br />

te onderdrukken. Zo verdwijnen de<br />

heldere boventonen en wordt de klank ronder<br />

en warmer.<br />

Filter dat frequenties binnen een bepaald<br />

bereik (band) doorlaat. Alle frequenties,<br />

behalve die in de directe omgeving van de<br />

ingestelde Cutoff-waarde worden gefilterd.<br />

Gebruik een BPF om een bepaalde klankkarakteristiek<br />

extra te benadrukken.<br />

Filter dat hoge frequenties doorlaat. Alle frequenties<br />

beneden de Cutoff-waarde worden<br />

verwijderd. Bruikbaar voor het creëren van<br />

heldere percussieve klanken.<br />

PKG (Peaking) Dit filter legt de nadruk op de frequenties<br />

rond het gekozen Cutoff-punt. Deze stand is<br />

bv. voor bepaalde trommels geschikt, maar<br />

zou ook kunnen worden gebruikt als “Wah-<br />

Wah”-effect.<br />

LPF2<br />

(geen Resonance)<br />

LPF3<br />

(geen Resonance)<br />

Een “mildere” versie van LPF hierboven. Er<br />

wordt m.a.w. minder brutaal gefilterd, wat<br />

voor het “ronder-maken” van een vleugelklank<br />

e.d. geschikt is.<br />

De werking van dit filter verschilt naar<br />

gelang de gekozen Cutoff-waarde. Ook dit<br />

filter werkt echter ander dan van LPF (en<br />

uiteraard LPF2).<br />

* Nog even voor alle duidelijkheid: als u LPF2 of LPF3 kiest,<br />

is de Resonance-parameter niet beschikbaar. Dit zijn<br />

m.a.w. geen echte “synthesizerfilters”.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />

Cutoff Freq<br />

(0~127)<br />

Hiermee kiest u de grensfrequentie van het filter. In<br />

het geval van LPF/LPF2/LPF3 bepaalt u hiermee de<br />

frequentie waarboven er wordt gefilterd. Hoe groter<br />

de waarde, hoe helderder het geluid wordt.<br />

In het geval van BPF kiest u hiermee de frequenties die<br />

worden doorgelaten, wat voor bepaalde “speciale”<br />

klanken noodzakelijk is.<br />

In het geval van HPF kiest u hiermee de waarde waaronder<br />

de frequenties worden gefilterd, wat het geluid<br />

“dunner” maakt. Voor PKG tenslotte bepaalt u met<br />

deze parameter welke frequenties er worden benadrukt<br />

(dus het tegenovergestelde van “gefilterd”).<br />

Resonance<br />

(0~127) Geeft een typisch “synthesizer”-karakter aan<br />

de klank door de boventonen in het gebied rond de<br />

Cutoff-frequentie te benadrukken. Hoe hoger de<br />

waarde, des te sterker het effect. Bij een grote waarde<br />

kan de oscillator worden overstuurd, waardoor vervorming<br />

optreedt. Soms wordt dit als effect gebruikt.<br />

* Ook deze parameter kunt u voor de Patch in z’n geheel wijzigen.<br />

Zie hiervoor “Resonance Offset” op blz. 113.<br />

LPF<br />

Niveau<br />

Groot<br />

BPF HPF PKG<br />

Frequentie<br />

Parameterwaarde<br />

Klein<br />

Cutoff<br />

Resonance Velo<br />

Sens<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u hoe sterk de<br />

Resonance-parameter via de aanslag kan worden beïnvloed.<br />

Kies een positieve waarde (+) om te zorgen dat<br />

de Resonance-waarde toeneemt naarmate u harder<br />

aanslaat. Kiest u een negatieve waarde, dan neemt de<br />

Resonance bij een harde aanslag af.<br />

Cutoff Keyfollow<br />

(–200~+200) Deze parameter laat toe om de grensfrequentie<br />

in functie te stellen van de noten die u speelt.<br />

C4 is altijd het nulpunt, d.w.z. dat de grensfrequentie<br />

van deze noot overeenkomt met de voor “Cutoff Freq”<br />

ingestelde waarde (plus of min de Envelope-parameters<br />

weliswaar). Positieve waarden betekenen dat de<br />

grensfrequentie toeneemt naarmate u hogere noten<br />

speelt. Negatieve waarden betekenen het tegenovergestelde<br />

– en dus ook dat de grensfrequentie toeneemt<br />

naarmate u lagere noten speelt.<br />

Cutoff Velo<br />

Curv<br />

(FIXED/1~7) Met deze parameter kiest u de curve die<br />

voor de interpretatie van de aanslagwaarden wordt<br />

gebruikt. Kies FIXED wanneer de Cutoff-waarde niet<br />

aanslaggevoelig hoeft te zijn.<br />

1 2 3 4 5 6 7<br />

Sens<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />

de “Cutoff Freq”-waarde via de aanslag kan worden<br />

beïnvloed. Om te zorgen dat de noten bij een hardere<br />

aanslag helderder klinken dan bij een zachtere aanslag<br />

moet u een positieve (+) waarde instellen. Kies een<br />

negatieve (–) waarde om te zorgen dat het geluid bij<br />

een hardere aanslag doffer wordt.<br />

* U kunt deze parameter ook met “Velocity Sens” op blz. 114<br />

beïnvloeden. Dat geldt dan voor alle Tones, maar heeft wel<br />

het nadeel dat ook de TVA erdoor wordt gewijzigd.<br />

Beschouw die Patch-parameter dus eerder als redder in de<br />

nood wanneer u er net een hele nacht programmeren hebt<br />

opzitten…<br />

PATCH TVF Envelope-pagina<br />

([PATCH] - [F3≈(TVF)] - [F2≈(TVF Env)])<br />

TVF Envelope<br />

Ziehier dan de TVF Envelope waarmee u voor dynamische<br />

veranderingen van de Cutoff-waarde kunt zorgen.<br />

Cutoff<br />

(filterfrequ.) L0<br />

L1<br />

Noot-aan<br />

T1 T2 T3 T4<br />

L2 L3<br />

L4<br />

Noot-uit<br />

Tijd<br />

Depth<br />

(–63~+63) Hiermee kiest u de maximale wijzigingsgraad<br />

die u met de TVF Envelope kunt bereiken. Hoe<br />

groter de hier ingestelde waarde, hoe hoger de grensfrequentie.<br />

Met negatieve waarden keert u de TVF<br />

Envelope om.<br />

Time Keyfollow<br />

(–100~+100) Met deze parameter kunt u zorgen dat de<br />

snelheid van de TVF Envelope (Time 2~4) in functie<br />

staat van de noten die u speelt. Ook hier is de C4 weer<br />

het nulpunt. Positieve waarden betekenen dat de<br />

125<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

Envelope sneller wordt naarmate u hogere noten<br />

speelt. Negatieve waarden betekenen dat de Envelope<br />

sneller wordt naarmate u lagere noten speelt.<br />

Time 1~4<br />

(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />

van de TVF Envelope (Envelope van het filter) in. Met<br />

de “Time”-waarden bepaalt u de overgangssnelheid<br />

van de ene “Level”-waarde naar de volgende. Hoe<br />

groter de “Time”-waarde, hoe trager de overgang.<br />

Level 0~4<br />

(0~127) “Level” staat eigenlijk voor “niveau”, maar dat<br />

neemt niet weg dat de “Level”-waarden van de TVF<br />

Envelope op de grensfrequentie (Cutoff) slaan.<br />

Opmerkelijk is dat u hier ook een waarde voor de<br />

Release (de uitsterftijd, Level 4) kunt instellen, zodat<br />

de uiteindelijke filteropening niet noodzakelijk gelijk<br />

hoeft te zijn aan de voor “Cutoff Freq” ingestelde<br />

waarde.<br />

Met Level 0 bepaalt u de grensfrequentie die een noot<br />

bij het inschakelen/aanslaan heeft – dit is een wijziging<br />

van de Cutoff Freq -parameter (zie blz. 125). Een<br />

positieve waarde (+) betekent dat de Cutoff-waarde<br />

hoger is dan normaal, een negatieve waarde (–) betekent<br />

het tegenovergestelde.<br />

Velo Sens<br />

Amount<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />

waarin de TVF Envelope waarden Level 1~4 aanslaggevoelig<br />

zijn. Positieve waarden zorgen voor grotere<br />

variaties van de TVF Envelope bij een hardere aanslag.<br />

Negatieve waarden hebben bij een hardere aanslag<br />

juist kleinere variaties tot gevolg. Wanneer de waarde<br />

“0” is ingesteld, verandert de TVF Envelope niet, ongeacht<br />

de aanslag.<br />

Time1<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />

van de TVF Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 1-parameter afneemt naarmate u harder<br />

aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 1waarde<br />

niet aanslaggevoelig is.<br />

126<br />

+100<br />

+50<br />

C1 C2 C3 C4 C5 C6<br />

-100<br />

C7<br />

0<br />

-50<br />

Noot<br />

Time 4<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />

van de TVF Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />

aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 4waarde<br />

niet aanslaggevoelig is.<br />

Velo Curve<br />

(FIXED/1~7) Ziehier een parameter waarmee u kunt<br />

instellen op welke manier de aanslag de TVF Envelope<br />

(Level- en sommige Time-waarden) mag beïnvloeden.<br />

Kies FIXED als de Envelope niet op de aanslagwaarden<br />

mag reageren.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />

TVA: volume en panorama<br />

([F4≈(TVA)])<br />

Met deze parameters bepaalt u het volume van de versterker<br />

(TVA) en de stereopositie van de geselecteerde<br />

Tone.<br />

PATCH TVA Parameter-pagina<br />

([PATCH] - [F4≈(TVA)] - [F1≈(TVA Prm)])<br />

TVA<br />

Level (Tone Level)<br />

(0~127) Gebruik deze parameter om de balans tussen<br />

de Tones optimaal te regelen. Wanneer een Patch maar<br />

één Tone bevat, kiest u het best de waarde “127”. U<br />

kunt het algemene volume van de Patch namelijk met<br />

“Level” op blz. 112 instellen.<br />

V-Curve<br />

(FIXED/1~7) Met deze parameter kiest u de curve die<br />

voor de interpretatie van de aanslagwaarden wordt<br />

gebruikt. Kies FIXED wanneer de TVA Envelope niet<br />

aanslaggevoelig hoeft te zijn.<br />

V-Sens<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />

waarin het Tone-volume aanslaggevoelig is. Positieve<br />

waarden zorgen voor grotere variaties van het volume<br />

bij een hardere aanslag. Negatieve waarden hebben bij<br />

een hardere aanslag juist kleinere variaties tot gevolg.<br />

Wanneer de waarde “0” is ingesteld, verandert het<br />

Tone-volume niet, ongeacht de aanslag.<br />

Bias<br />

Bij bepaalde akoestische instrumenten verandert het<br />

volume bij hogere of lagere noten. U kunt dit simuleren<br />

met de juiste instelling van “Direction” en “Position”.<br />

LOWER UPPER<br />

Volume +<br />

0<br />

Volume<br />

–<br />

Noot<br />

Noot<br />

C-1 Bias Point G9 C-1 Bias Point G9<br />

–<br />

0<br />

+<br />

LOWER&UPPER<br />

ALL<br />

Volume +<br />

Volume<br />

0<br />

–<br />

Noot<br />

Noot<br />

C-1 Bias Point G9 C-1 Bias Point G9<br />

0<br />

+<br />

0<br />

+<br />

0<br />

+<br />

–<br />

–<br />

–<br />

Level<br />

(–100~+100) Deze parameter bepaalt de sterkte van de<br />

volumeverandering vóór en achter de Bias Position.<br />

Positieve waarden zorgen voor een toename in<br />

volume, terwijl negatieve waarden het volume doen<br />

afnemen. Bij een waarde van “0” heeft de positie van<br />

de gespeelde noot geen invloed op het volume.<br />

Position<br />

(C–1~G9) Hier kiest u het nootnummer (de toets) van<br />

waaraf het volume zal veranderen wanneer u omhoog<br />

of omlaag speelt. Deze noot fungeert dus als “nulpunt”.<br />

Direction<br />

Deze parameter geeft aan in welke richting het volume<br />

zal afwijken van het ingestelde standaardvolume.<br />

LOWER Het volume verandert wanneer u vanaf het Bias<br />

Point lagere noten speelt.<br />

UPPER Het volume verandert wanneer u vanaf het Bias<br />

Point hogere noten speelt.<br />

LOWER&<br />

UPPER<br />

Het volume verandert in beide richtingen van het<br />

Bias-punt.<br />

ALL Het volume verandert lineair van laag naar hoog.<br />

Het Bias Point bevindt zich precies in het midden.<br />

Pan<br />

Pan (Tone Pan)<br />

(L64~0~63R) Met deze parameter bepaalt u de stereopositie<br />

van de Tone. “L64” betekent helemaal links en<br />

“63R” helemaal rechts. Let wel: deze instelling geldt<br />

enkel voor de gekozen Tone (en dus niet voor de hele<br />

Patch, zoals “Pan” op blz. 112).<br />

* Wanneer u met “Type” (blz. 116) een structuur 2~10<br />

kiest, geeft Tone 2 het gecombineerde signaal van Tone 1 +<br />

2 weer, terwijl Tone 4 dat met de combinatie van Tone 3 +<br />

4 doet. Daarom volgt Tone 1 de instelling van Tone 2, terwijl<br />

Tone 3 de instelling van Tone 4 hanteert.<br />

Keyfollow<br />

(–100~+100) Zet Pan gewoon op 0 (midden), maar stel<br />

voor deze parameter de waarde “+100” of in. Speel<br />

vervolgens op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. U zal merken dat de lage<br />

noten zich links bevinden, terwijl de hoge noten zich<br />

rechts in het stereobeeld bevinden.<br />

Met deze parameter kunt u zorgen dat de stereopositie<br />

van de Tone in functie staat van de noten die u speelt.<br />

Ook hier is de C4 weer het nulpunt. Wanneer u hier de<br />

waarde “0” instelt, is de stereopositie voor alle noten<br />

gelijk.<br />

* Dit is enkel zinvol voor golfvormen die niet stereo zijn.<br />

Random<br />

(0~63) Met deze parameter kunt u zorgen dat de stereopositie<br />

voor elke noot die u speelt op een willekeurige<br />

manier verandert. Hoe groter deze waarde, hoe<br />

ruimer de “sprongen” over het stereobeeld worden<br />

verdeeld.<br />

127<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

Alternate<br />

(L63~R63) Deze parameter heeft ongeveer dezelfde<br />

functie als Random. Hier gebeuren de sprongen echter<br />

op een voorspelbare manier, waarbij de ingestelde<br />

waarde (≠0) de uitgangspositie van de betreffende<br />

Tone is. Vervolgens springt de Tone bij elke noot heen<br />

en weer tussen het linker en rechter kanaal (of vice<br />

versa). De waarde 0 betekent dat de Tone niet alterneert<br />

tussen de twee kanalen.<br />

Door tegenovergestelde waarden voor twee Tones te<br />

programmeren kunt u zorgen dat de ene zich links<br />

bevindt, terwijl de andere rechts klinkt – en dat die verdeling<br />

bij de eerstkomende noot wordt omgekeerd.<br />

PATCH TVA Envelope-pagina<br />

([PATCH] - [F4≈(TVA)] - [F2≈(TVA≈Env)])<br />

TVA Envelope<br />

Op deze pagina vindt u twee parameters waarmee u<br />

de TVA Envelope via de aanslag kunt beïnvloeden<br />

plus een parameter waarmee u de Time-waarden in<br />

functie kunt stellen van de gespeelde noten.<br />

Time Keyfollow<br />

(–100~+100) Met deze parameter kunt u zorgen dat de<br />

snelheid van de TVA Envelope (Time 2~4) in functie<br />

staat van de noten die u speelt. Ook hier is de C4 weer<br />

het nulpunt. Positieve waarden betekenen dat de<br />

Envelope sneller wordt naarmate u hogere noten<br />

speelt. Negatieve waarden betekenen dat de Envelope<br />

korter wordt naarmate u lagere noten speelt.<br />

Time 1~4<br />

(0~127 Met deze parameters stelt u de tijdwaarden van<br />

de TVA Envelope in. Met de “Time”-waarden bepaalt<br />

u de overgangssnelheid van de ene “Level”-waarde<br />

naar de volgende. Een voorbeeld: met Time 2 bepaalt<br />

u de overgangssnelheid van Level 1 naar Level 2. Hoe<br />

groter de “Time”-waarde, hoe trager de overgang.<br />

128<br />

Volume<br />

T1 T2 T3 T4<br />

L1 L2<br />

Noot-aan<br />

* Met “Attack Offset” op blz. 113 kunt u de T1-waarden van<br />

alle Tones van de geselecteerde Patch in één klap instellen.<br />

Eventuele onderlinge Time 1-verschillen op Tone-niveau<br />

blijven dan behouden, terwijl de Patch in z’n geheel sneller<br />

of trager wordt. Hetzelfde systeem kunt u ook voor de Time<br />

4-parameter hanteren door “Release Offset” op blz. 114 te<br />

gebruiken.<br />

L3<br />

Noot-uit<br />

Tijd<br />

Level 1~3<br />

(0~127) Hiermee kunt u het volume eveneens beïnvloeden.<br />

De meeste percussieklanken (bv. marimba)<br />

zijn veel korter dan bv. strijkersklanken. Bovendien is<br />

het niet zeker dat u door een aangepaste manier van<br />

spelen het gewenste geluid bereikt. Daarom zijn alle<br />

synthesizers met een TVA Envelope uitgerust. Percussieklanken<br />

hebben meestal een lage Level 2- en Level<br />

3-waarde met een betrekkelijk snelle Time 2 en Time 3<br />

zodat je een “tik” hoort. De lengte van dergelijke geluiden<br />

bepaalt u met Time 2 en 3.<br />

Zoals u ziet, is er geen L4-waarde. Dat komt omdat het<br />

geluid bij een hogere waarde dan 0 niet meer zou stoppen<br />

– en daar heeft niemand een boodschap aan.<br />

Velocity Sens<br />

Time 1<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />

van de TVA Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van Time 1 afneemt naarmate u harder aanslaat. De<br />

waarde “0” betekent dat de Time 1-waarde niet aanslaggevoelig<br />

is.<br />

Time 4<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />

van de TVA Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />

aanslaat. De waarde “0” betekent dat Time 4 niet aanslaggevoelig<br />

is.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />

LFO-parameters<br />

([F5≈(LFO&CTL)])<br />

Een LFO (Low Frequency Oscillator) zorgt voor een<br />

regelmatige modulatie van een bepaalde klankaspect.<br />

In de regel wordt een LFO voor de modulatie van de<br />

toonhoogte (vibrato) gebruikt, maar u kunt er ook het<br />

filter (WahWah) en het volume (tremolo) mee moduleren.<br />

Op deze display-pagina’s stelt u de parameters<br />

van de twee LFO’s (per Tone) in. Beide LFO’s hebben<br />

dezelfde parameters, die we dus ook maar één keer<br />

bespreken. Bovendien kan de LFO voor Pan-effecten<br />

en als stuurbron voor de Matrix-controle worden<br />

gebruikt (blz. 130).<br />

PATCH LFO&Ctrl LFO1/2-pagina<br />

([PATCH] - [F5≈(LFO&CTL)] - [F1≈(LFO1)]/[F2≈(LFO2)])<br />

LFO1/LFO2 Wave<br />

Form<br />

Kies hier de golfvorm voor de LFO-modulatie.<br />

SIN: Sinus<br />

TRI: Driehoek<br />

SAW-UP: Zaagtand<br />

SAW-DW: Omgekeerde zaagtand<br />

SQR: Blokgolf<br />

RND: Random (willekeurig veranderende golfvorm)<br />

BEND-UP: De aanzet van de golfvorm ontwikkelt zich<br />

zoals gewoonlijk tot aan het hoogtepunt (van de golfvorm!)<br />

en verandert daarna niet meer.<br />

BEND-DW: De golfvorm mag normaal afdalen. Eens<br />

dat is gebeurd, verandert de golfvorm echter niet<br />

meer.<br />

TRP: Trapezoïde golfvorm<br />

S&H: Sample & Hold-golfvorm (de LFO-waarde verandert<br />

één keer per cyclus).<br />

CHAOS: Chaos-golfvorm<br />

* Als u “BEND-UP” of “BEND-DW” kiest, zet u Key Sync<br />

het best op ON. Doet u dat namelijk niet, dan hoort u geen<br />

LFO.<br />

Offset<br />

(–100~+100) Met de Offset-parameter kunt u de golfvorm<br />

van de LFO op de horizontale as (positief of<br />

negatief) verschuiven.<br />

Rate<br />

(0~127/nootwaarde) Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid<br />

van de LFO (dus hoe snel hij “trilt”). Door<br />

een nootwaarde in te stellen kunt u de LFO-snelheid<br />

ook met het tempo synchroniseren. Naar gelang de<br />

instelling voor “Clock Source” kan dit het Patch<br />

Tempo, het System Tempo of een extern MIDI Clocksignaal<br />

zijn (zie “Clock Source” op blz. 114 en<br />

blz. 173.).<br />

* Kiest u CHAOS als “Form”, dan houdt de Tone geen rekening<br />

met deze instelling.<br />

Detune<br />

(0~127) LFO Detune zorgt voor subtiele verschillen<br />

van de LFO-cyclus (zie “Rate”) wanneer u een toets<br />

indrukt. Hoe groter deze waarde (0~127), hoe opvallender<br />

de verschillen zijn.<br />

Delay<br />

Time (LFO Delay Time)<br />

(0~127) Meestal begint het modulatie-effect van een<br />

natuurklank niet meteen bij het begin van de noot. Op<br />

de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zorgt de Delay Time-parameter voor de<br />

vertraging tussen het begin van de noot en het begin<br />

van de LFO. Als u hierboven “On-Out” gekozen hebt,<br />

bepaalt u met deze parameter de duur van de maximale<br />

modulatie (vóór de Fade dus). In het geval van<br />

“Off-In” bepaalt deze parameter de tijd die verstrijkt<br />

tussen het moment dat u een toets loslaat en het<br />

moment dat u de LFO begint te werken. In het geval<br />

van “On-Out” slaat deze parameter weer op de tijd dat<br />

de LFO aangehouden wordt.<br />

Keyfolw<br />

(–100~+100) Hiermee kunt u zorgen dat de Delay<br />

Time-waarde in functie staat van de toonhoogte van de<br />

gespeelde noten, zodat de vertraging bij hoge noten<br />

bv. korter is dan bij lage noten (of omgekeerd). De C4<br />

fungeert in dit verband als nulpunt (waar daadwerkelijk<br />

de Delay Time-waarde wordt gehanteerd. Kies hier<br />

een positieve waarde, wanneer de Delay Time-waarde<br />

bij hogere noten alsmaar kleiner moet zijn (minder vertraging).<br />

Met een negatieve waarde zorgt u dat de vertraging<br />

bij hoge noten net langer is. Kies “0” als de vertraging<br />

voor alle noten (bas en diskant) dezelfde moet<br />

zijn.<br />

Fade<br />

Mode (LFO Fade Mode)<br />

Met deze parameter kiest u de manier waarop LFO1<br />

werkt.<br />

ON-IN: Zodra u een toets indrukt, komt de LFO geleidelijk<br />

aan op.<br />

groot (meer)<br />

Pitch<br />

TVF<br />

TVA<br />

Pan<br />

klein (minder)<br />

Delay<br />

Time Fade Time<br />

Noot-aan<br />

ON-OUT: De LFO “draait” meteen op maximale<br />

diepte, maar deint dan stilaan uit.<br />

groot (meer)<br />

Pitch<br />

TVF<br />

TVA<br />

Pan<br />

Noot-aan<br />

Delay Time Fade Time<br />

klein (minder)<br />

Depth<br />

Depth<br />

129<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

OFF-IN: De komt LFO pas na het loslaten van een<br />

toets/uitschakelen van een noot op.<br />

OFF-OUT: De LFO begint te moduleren, zodra u een<br />

toets indrukt en deint uit, wanneer u de toets weer loslaat.<br />

Time (LFO Fade Time)<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u hoe snel de LFO zijn maximale<br />

amplitude moet bereiken eens hij wordt gestart.<br />

KeySync<br />

Wanneer u de ON-stand kiest, loopt de golfvorm van<br />

de LFO synchroon met de noot-aan commando’s,<br />

zodat de LFO, voor elke noot die u speelt, telkens bij 0<br />

begint. Dat zorgt voor een rijkere modulatie die vooral<br />

geschikt is voor akkoordenwerk (omdat elke noot net<br />

iets anders gemoduleerd wordt).<br />

Depth<br />

Hier kunt u voor elk klankaspect (toonhoogte, filter,<br />

volume) bepalen in welke mate het door de LFO wordt<br />

beïnvloed.<br />

Pitch<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de betreffende<br />

LFO de toonhoogte mag moduleren. Dit heet<br />

“vibrato”.<br />

TVF<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de betreffende<br />

LFO de Cutoff-waarde van het filter mag moduleren.<br />

Dit het “WahWah”.<br />

TVA<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de betreffende<br />

LFO het volume mag moduleren. Dit heet “tremolo”.<br />

Pan<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de betreffende<br />

LFO de stereopositie van de geselecteerde Tone mag<br />

moduleren. Door voor één Tone een positieve (+) en<br />

voor een tweede dezelfde negatieve waarde (–) te kiezen<br />

kunt u het geluid heen en weer laten gaan in het<br />

stereobeeld. Dit werkt het best wanneer u de twee<br />

Tones tevens met “Fine” op blz. 122 “complementair”<br />

ontstemt (dw.z. voor de ene een positieve en voor de<br />

andere dezelfde negatieve waarde).<br />

130<br />

groot (meer)<br />

Pitch<br />

TVF<br />

TVA<br />

Pan<br />

klein (minder)<br />

groot (meer)<br />

Pitch<br />

TVF<br />

TVA<br />

Pan<br />

klein (minder)<br />

Nootaan<br />

Nootuit<br />

Noot-aan<br />

Delay<br />

Time Fade Time<br />

Noot-uit<br />

Delay<br />

Time Fade Time<br />

Depth<br />

Depth<br />

* Wanneer u met “Type” (blz. 116) een structuur 2~10<br />

kiest, geeft Tone 2 het gecombineerde signaal van Tone 1 +<br />

2 weer, terwijl Tone 4 dat met de combinatie van Tone 3 +<br />

4 doet. Daarom volgt Tone 1 de instelling van Tone 2, terwijl<br />

Tone 3 de instelling van Tone 4 hanteert.<br />

PATCH LFO&Ctrl #1/#2-pagina<br />

([PATCH] - [F5(LFO&Ctl)] - [F3(Control)])<br />

Matrix Control 1–4<br />

Wat is Matrix Control?<br />

Bij de meeste instrumenten kunt u alle parameters via<br />

MIDI editen – maar dat vereist dan wel een goede kennis<br />

van de SysEx-codes, d.w.z. betrekkelijk ingewikkelde<br />

cijferreeksen die je niet op 1-2-3 snapt. Op de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is dat niet anders. Toch vonden we dat een<br />

beetje “abstract”. Daarom kunt u telkens vier parameters<br />

via veel gebruiksvriendelijkere controlecommando’s<br />

beïnvloeden. Zo kunt u de LFO-snelheid bv.<br />

via de Pitch Bend-hendel veranderen of met uw aanslag<br />

de Cutoff-frequentie van het filter opvoeren c.q.<br />

verminderen.<br />

De functie waarmee u bepaalt welke parameters op<br />

deze manier kunnen worden aangestuurd heet<br />

“Matrix Control”. Per Patch kunt u vier Matrix Control-toewijzingen<br />

programmeren.<br />

Met “Destination” kiest u de aan te sturen parameter,<br />

met “Sens” zijn gevoeligheid en met “Source 1~4” de<br />

MIDI-commando’s die moeten worden gebruikt.<br />

Opgelet: u kunt voor elke Tone apart instellen of hij al<br />

dan niet via Matrix Control kan worden beïnvloed.<br />

Source (Matrix Control Source)<br />

Hier kiest u voor elke “Controller” (1~4) het MIDIcommando<br />

voor de controle van een interne parameter.<br />

Kies OFF wanneer u de betreffende Matrix Controller<br />

niet nodig hebt.<br />

U kunt de volgende functies kiezen:<br />

• Controlecommando’s CC01~31, CC33~95.<br />

• Pitch Bend<br />

• Aftertouch<br />

• SYS-CTRL1~SYS-CTRL4: speelhulpen die u in de<br />

System-mode definieert (blz. 178)<br />

• Aanslag (VELOCITY)<br />

• Toonhoogte van de gespeelde noten (KEYFOLLOW);<br />

hierbij fungeert de C4 als nulpunt (geen verandering)<br />

• Tempo (Patch-/System-tempo of MIDI Clock) Ook<br />

het tempo kan dus dienst doen als Matrix Controller.<br />

Dit laat toe om het geluid in de maat van de muziek te<br />

beïnvloeden.<br />

• LFO 1<br />

• LFO 2<br />

• Pitch Envelope<br />

• TVF Envelope


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Programmeren van 4Tone-Patches<br />

• TVA Envelope<br />

* “Velocity” en “Keyfollow” houden verband met nootcommando’s<br />

(aanslag voor de eerste, nootnummer voor de tweede).<br />

* De functies LFO 1~TVA Envelope zijn eigenlijk geen MIDIcommando’s,<br />

maar kunnen desondanks dienst doen als<br />

Matrix Controllers. Deze zorgen dus voor een “geautomatiseerde”<br />

controle.<br />

Destination<br />

Kies hier de parameter die via de Matrix-controle moet<br />

worden beïnvloed. Kies OFF als u het betreffende<br />

Matrix Control-“kanaal” geen parameter mag aansturen.<br />

Per Matrix Controller kunt u vier parameters (Destination<br />

Matrix Control 1~4) definiëren, die simultaan<br />

worden aangestuurd. Zie blz. 185 voor de aanstuurbare<br />

parameters.<br />

Sens (Sensitivity)<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />

de toegewezen functie door het Matrix Control-<br />

“kanaal” (1~4) wordt beïnvloed. Om de waarde van de<br />

aangestuurde parameter te verhogen moet u hier een<br />

positieve waarde instellen. Kies een negatieve waarde<br />

om de waarde van de aangestuurde parameter te kunnen<br />

verminderen. Hoe groter de (positieve of negatieve)<br />

waarde, hoe sterker de aangestuurde parameter(s)<br />

kan/kunnen worden beïnvloed. Kies “0” als de<br />

parameterwaarden niet mogen veranderen.<br />

Tone<br />

Kijk nog eens even naar bovenstaande display-pagina.<br />

Met de “Tone”-parameter kiest u namelijk de Tones<br />

die via het momenteel geselecteerde Matrix Control-<br />

“kanaal” (hier “1”) kunnen worden beïnvloed. De vier<br />

Tones verschijnen niet als zodanig. Daarom moet u de<br />

volgende symbolen van links (Tone 1) naar rechts<br />

(Tone 4) lezen om te weten te komen welke Tone wel<br />

en welke niet op dit kanaal reageert. “o” betekent dat<br />

de betreffende Tone kan worden aangestuurd. “_”<br />

daarentegen betekent “geen controle”. U kunt echter<br />

ook R kiezen; dit betekent dat de Tone omgekeerd<br />

wordt aangetuurd (dus positief wanneer de Senswaarde<br />

negatief is en vice versa).<br />

PATCH LFO&Ctrl Control Sw-pagina<br />

([PATCH] - [F5≈(LFO&CTL)] - [F4≈(Ctrl≈Sw)])<br />

MIDI Rx Switch<br />

Bender Sw<br />

Als u wilt dat de geselecteerde Tone op Pitch Bendcommando’s<br />

reageert, moet u hier ON kiezen. Anders<br />

moet u OFF kiezen.<br />

Expression Sw<br />

Als u wilt dat de geselecteerde Tone op Expressioncommando’s<br />

(CC11) reageert, moet u hier ON kiezen.<br />

Anders moet u OFF kiezen.<br />

Hold-1 Sw<br />

Als u wilt dat de geselecteerde Tone op Hold 1-commando’s<br />

(Sustain, CC64) reageert, moet u hier ON kiezen.<br />

Anders moet u OFF kiezen.<br />

Redamper<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een Hold 1-commando ontvangt<br />

nadat u een toets hebt losgelaten, maar terwijl de geselecteerde<br />

Tone nog aan het uitsterven is, kunt u hier<br />

ON kiezen om te zorgen dat de Tone in zijn uitsterffase<br />

(“Release”) blijft doorklinken tot u de voetschakelaar<br />

weer loslaat.<br />

Pan Mode<br />

Hiermee bepaalt u wanneer een Tone Pan-commando’s<br />

(CC10) uitvoert indien de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> deze ontvangt:<br />

CONT De Tone voert de Pan-commando’s uit zodra deze<br />

ontvangen worden. Dit laat toe om creatief met<br />

Pan-commando’s te “spelen”.<br />

KEY-ON De stereopositie van de Tone verandert pas tijdens<br />

het volgende noot-aan-commando. Als de Tone<br />

daarvóór al een Pan-commando ontvangt, bereidt<br />

hij alles voor de nieuwe stereopositie voor, maar<br />

de verandering vindt pas plaats wanneer u de volgende<br />

noot speelt (of door een sequencer laat spelen).<br />

In tegenstelling tot de vorige optie is het dus<br />

niet mogelijk om lang aangehouden noten van<br />

plaats doen te veranderen.<br />

Tone Env Mode<br />

(NO-SUS/SUSTAIN) Wanneer u met een Loop-golfvorm<br />

werkt, blijft die normaliter zo lang klinken tot u<br />

de betreffende toets(en) weer loslaat. Wilt u echter dat<br />

elke gespeelde noot echt natuurlijk klinkt (dus zonder<br />

“Loop”), dan moet u hier “NO-SUS” kiezen.<br />

* Deze parameter heeft geen enkele invloed op One-Shot-golfvormen<br />

(met SUSTAIN zorgt u dus niet voor een Loop –<br />

die is er gewoon niet).<br />

131<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

4.5 Multi-Partial Patches<br />

programmeren<br />

Multi-Partial Patches kunt u enkel programmeren als u<br />

minstens één sample van een externe datadrager (CD-<br />

ROM, harde schijf e.d.) laadt. Met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zelf kunt<br />

u namelijk niet sampelen.<br />

* Begin altijd met het laden van een Patch of Performance<br />

van een CD-ROM e.d. (bv. van de optionele L-CDX-serie)<br />

en pas vervolgens de instellingen aan die u minder<br />

geslaagd vindt.<br />

Het bewerken van geladen sample Patches/Performances<br />

met de interne effecten kan al een indrukwekkende<br />

invloed op het geluid hebben.<br />

* Voor het laden van sampledata hebt u een extern SCSIapparaat<br />

nodig dat de samples bevat.<br />

* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> lat ook toe om automatisch een Patch aan te<br />

maken op basis van een Sample, .WAV- of .AIF-bestand<br />

die/dat u van een SCSI-datadrager hebt geladen.<br />

* Kies tijdens het editen van een Multi-Partial Patch nooit<br />

het “andere” Patch-type (4Tone, blz. 110). Aangezien de<br />

structuur van dat Patch-type er helemaal anders uitziet,<br />

zou de Multi-Partial Patch namelijk geïnitialiseerd worden<br />

– en dan bent u een hoop werk kwijt.<br />

1.<br />

Ziehier de basiswerkwijze:<br />

Kies de Patch die u wilt editen.<br />

2. Kies met [F2]~[F5] de benodigde parametergroep.<br />

3. Druk vervolgens op [F1]~[F4] om naar de benodigde<br />

display-pagina te gaan.<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt editen.<br />

5. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

parameterwaarde in.<br />

* Als u zich tijdens het editen vergist, kunt u de laatste wijziging<br />

met [UNDO] weer ongedaan maken.<br />

6. Herhaal de stappen 2~5 tot u helemaal tevreden bent<br />

met de PATCH.<br />

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />

Het “*” symbool links van de Patch-naam wijst er nu<br />

op dat de Patch niet meer overeenkomt met de laatst<br />

opgeslagen versie.<br />

132<br />

* Schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nu vooral niet uit en kies ook geen<br />

andere Patch. Sla deze Patch eerst op als u er later nog eens<br />

iets mee wilt doen (blz. 163).<br />

Partials toewijzen<br />

De Multi-Partial Patches van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hanteren hetzelfde<br />

systeem als de samplers van de S-serie van <strong>Roland</strong><br />

(S-770, S-750 en S-760). Dit systeem berust op Samples<br />

als kleinste eenheid. Deze moet u aan Partials toewijzen.<br />

En de Partials maken op hun beurt deel uit van<br />

een Patch. Belangrijk om te onthouden is dat Partials<br />

op klavierzones berusten – en dat u nooit twee Partials<br />

aan eenzelfde zone kunt toewijzen. (U kunt echter wel<br />

met maximaal vier Samples per Partial werken.)<br />

PATCH Common Split-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F3≈(Split)])<br />

* Druk o [F5] om de mode te kiezen die tijdens het instellen<br />

van de Splits moet worden gehanteerd. Door herhaaldelijk<br />

op deze knop te drukken kiest u achtereenvolgens de volgende<br />

opties. Bevestig uw keuze door op [F6≈(Set)] te drukken.<br />

O.W: De gekozen zone wordt overschreven.<br />

Move: De reeds gesplitte zone wordt gewijzigd.<br />

1Key: De nieuwe Split (Partial) omvat maar één noot.<br />

Note<br />

(A0~C8) Hier komt u te weten welke toets u het laatst<br />

hebt ingedrukt. In sommige gevallen betekent dit ook<br />

dat u door het spelen van een noot automatisch de aan<br />

die zone toegewezen Partial kiest.<br />

No.<br />

Kies hier de Partial die u aan een klavierzone wilt toewijzen.<br />

Partial Name<br />

Hier komt u te weten hoe de gekozen Partial heet.<br />

L.P<br />

(A0~C8) Kies hier de laagste noot waarmee u de Partial<br />

wilt aansturen. Dit is dus de ondergrens van de<br />

Partial-zone).<br />

U.P<br />

(A0~C8) Kies hier de bovengrens van de Partial-zone,<br />

d.w.z. de hoogste noot waarmee u de geselecteerde<br />

Partial kunt aansturen.<br />

Mute<br />

(OFF/1~31) Hiermee kunt u –net zoals bij een Rhythm<br />

Set/Drum Kit– zorgen dat bepaalde Partials nooit<br />

samen klinken. Echt zinvol is dat vooral voor percussie<br />

(bv. open en gesloten HiHat of kort/lange triangel): als<br />

de ene Sample klinkt, wordt andere automatisch uitgeschakeld<br />

en vice versa. Misschien vindt u echter ook


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Multi-Partial Patches programmeren<br />

nog andere toepassingen voor deze “Exclusive<br />

Switch” (dit is een andere benaming voor deze functie<br />

die op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> echter niet wordt gehanteerd).<br />

Assign<br />

Hiermee kiest u of de Split-instellingen voor alle Partial<br />

(SINGLE) moeten gelden.<br />

MIDI<br />

(OFF/SELECT/SET) Hiermee bepaalt u of u de noten<br />

en bepaalde parameterwaarden ook via MIDI (d.w.z.<br />

een externe stuurbron) kunt kiezen.<br />

OFF: U kunt geen instellingen via MIDI maken.<br />

SELECT: Dingen, zoals noten en klavierzones, kunnen<br />

via MIDI-commando’s worden ingesteld (dus vanop<br />

een extern MIDI-klavier).<br />

* Druk op [F6≈(Set)] om uw instelling te bevestigen.<br />

SET: Laat toe om te waarde in te voeren die overeenkomt<br />

met de ingedrukte toets.<br />

Partials editen<br />

PATCH WG Parameter-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F1≈(WG≈Prm)])<br />

Partial<br />

Name<br />

Hier kunt u een naam geven aan de geselecteerde Partial<br />

(maximaal 15 tekens).<br />

* De werkwijze hiervoor is dezelfde als voor het benoemen<br />

van Patches (blz. 112).<br />

Coarse Tune<br />

(–48~+48) Hiermee kunt u de toonhoogte van de gekozen<br />

Partial in stappen van halve tonen (max. ±4 octaven)<br />

veranderen.<br />

Fine Tune<br />

(–50~+50) Hiermee kunt u de stemming van de gekozen<br />

Partial in stappen van 1/100e halve toon (“Cent”)<br />

veranderen als blijkt dat de daaraan toegewezen Samples<br />

vals klinken (of als u net die indruk wilt wekken).<br />

* Met [F5≈Global)] schakelt u de Global-parameter in (let op<br />

de “✔” links van de functienaam). Dat betekent dat de wijziging<br />

door alle Partials binnen de geselecteerde Patch<br />

wordt gehanteerd. Schakelt u Global weer uit dan heeft de<br />

wijziging enkel betrekking op de momenteel gekozen Partial.<br />

Druk op [F6≈(MIDISel)] (let op het "✔") om te zorgen<br />

dat u de Partials kunt kiezen door gewoon een noot op het<br />

externe MIDI-klavier te spelen (of dit door een externe<br />

sequencer te laten doen).<br />

Samples editen<br />

PATCH WG SMT#1-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F2≈(SMT)])<br />

SMT<br />

Hier verschijnt het SMT-nummer. Deze “tabel” heeft<br />

veel weg van de Matrix-controle, hoewel ze lang niet<br />

zo flexibel is. Hiermee bepaalt u namelijk welke Samples<br />

er op welk moment klinken, hoe ze worden aangestuurd<br />

e.d.)<br />

No.<br />

Kies hier het nummer van de Sample die u aan de geselecteerde<br />

Partial wilt toewijzen.<br />

Name<br />

Hier verschijnt de naam van de gekozen Sample.<br />

Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de gekozen<br />

Sample.<br />

Pan<br />

(L32~32R/RANDOM/Key+/Key–) Hiermee stelt u de<br />

stereopositie voor elke Sample van een Partial apart in.<br />

Hier kunt u kiezen tussen een vaste stereopositie tussen<br />

uiterst links (L32), uiterst rechts (R32) of het midden.<br />

Als u RANDOM kiest, verandert het tempo voor<br />

elke noot op onvoorspelbare manier.<br />

U kunt er echter ook voor zorgen dat de stereopositie<br />

afhankelijk is van de gespeelde noten, wat voor een<br />

betere spreiding in het stereobeeld zorgt. Kies “Key+”<br />

om te zorgen dat hoge noten zich steeds verder rechts<br />

bevinden (terwijl lage noten zich alsmaar verder links<br />

bevinden). Met “Key–” keert u dit systeem om: lage<br />

noten bevinden zich rechts en hoge noten links.<br />

“LFO+” en “LFO–” betekenen dat elke noot zich aanvankelijk<br />

in het midden (“0”) bevindt en dan onder<br />

invloed van de LFO van links naar rechts in het stereobeeld<br />

gaat. Hoe sterk de stereopositie verandert, wordt<br />

bepaald door de “Pan TVA Depth”-parameter. De<br />

instelling “LFO–” betekent dat de fase wordt omgekeerd<br />

in verhouding tot “LFO+”.<br />

“Alt” tenslotte betekent dat de stereopositie voor elke<br />

gespeelde noot naar links of rechts springt.<br />

C.T<br />

(–48~+48) Hiermee kunt u de gekozen Sample in stappen<br />

van een halve toon hoger of lager stemmen. Het<br />

instelbereik bedraagt ±4 octaven.<br />

133<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

F.T<br />

(–50~+50) Hiermee kunt u de gekozen Sample fijnstemmen<br />

(in Cent) om enerzijds een voller geluid te<br />

bereiken of er anderzijds voor te zorgen dat de Sample<br />

goed gestemd is.<br />

P.KF<br />

(–16~+16) Hiermee bepaalt u in welke mate de toonhoogte<br />

van de Sample verandert in verhouding tot het<br />

ontvangen nootnummer (d.w.z. de toonhoogte van de<br />

gespeelde noten). Deze parameter laat toe om af te wijken<br />

van het systeem volgens hetwelke de afstand tussen<br />

twee nootnummers een halve toon bedraagt.<br />

* De toonhoogte van de Sample verandert altijd in verhouding<br />

tot de toonhoogte van de Sample zelf (de “Original<br />

Key”).<br />

134<br />

16/8 Tijdens het spelen van octaafafstanden stijgt of<br />

daalt de toonhoogte met twee octaven.<br />

Norm (8/8) Wanneer het nootnummer met één octaaf toeneemt,<br />

stijgt ook de toonhoogte één octaaf (dit is<br />

de normale werkwijze).<br />

Off (0/8) De toonhoogte is voor alle ontvangen nootnummers<br />

dezelfde.<br />

–8/8 Wanneer het nootnummer met één octaaf toeneemt,<br />

daalt de toonhoogte één octaaf (omkering<br />

van de normale werking).<br />

–16/8 Wanneer het nootnummer met één octaaf toeneemt,<br />

daalt de toonhoogte twee octaven.<br />

Toonhoogte<br />

Original Key<br />

8<br />

8<br />

Off<br />

8<br />

8<br />

Positie op<br />

het klavier<br />

PATCH WG SMT#2-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F2≈(SMT)])<br />

SMT Ctrl Vel Matrix<br />

Hiermee bepaalt u of er rekening wordt gehouden met<br />

de aanslagwaarden van een extern MIDI-klavier of een<br />

MIDI-sequencer.<br />

L.F (SMT-aanslagondergrens)<br />

(0~125) Hiermee bepaalt u in welke mate het volume<br />

vanaf de V.U-waarde afneemt.<br />

V.L<br />

(1~126) Hiermee kiest u de kleinste aanslagwaarde<br />

waarmee de Samples van de geselecteerde Partial kunnen<br />

worden aangestuurd. Via deze matrix kunt u dus<br />

zorgen dat de aanslag bepalend is voor de Sample die<br />

u op een bepaald moment hoort (wat overeenkomt met<br />

een Velocity Switch).<br />

V.U (SMT-aanslagbovengrens)<br />

(2~127) Hiermee kiest u de grootste aanslagwaarde<br />

waarmee de betreffende Sample kan worden aangestuurd.<br />

Dit is dan ook de tegenhanger van V.L. Velocity<br />

Switches verkrijgt u door de zorgen de V.Uwaarde<br />

van één Sample net onder de V.L-waarde van<br />

een andere Sample ligt.<br />

* De V.L-waarde kan nooit groter zijn dan de V.U-waarde en<br />

vice versa. Probeert u dat toch, dan wordt voor beide parameters<br />

van een Sample dezelfde waarde ingesteld.<br />

U.F<br />

(0~125) Hiermee bepaalt u in welke mate het volume<br />

van de Sample boven de V.U-waarde afneemt.<br />

PATCH WG Sample-pagina<br />

([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F3≈(Sample)])<br />

Sample<br />

Sample<br />

Kies hier de te editen Sample.<br />

Sampling Freq.<br />

Hier wordt de Sampling-frequentie van de geladen<br />

Sample afgebeeld.<br />

Original Key<br />

Hier vindt u de noot die u moet spelen om de Sample<br />

op zijn originele toonhoogte te horen.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Multi-Partial Patches programmeren<br />

Loop<br />

Mode<br />

Hier kiest u de methode voor de weergave van de<br />

Loop binnen de Sample.<br />

FORWARD: De Sample wordt eerst vanaf het Starttot<br />

aan het Loop End-punt afgespeeld en vervolgens<br />

herhaald tussen het Loop Start- en het Loop End-punt.<br />

Start<br />

ONE SHOT: De Sample wordt één keer vanaf Start- tot<br />

aan het Loop End-punt afgspeeld.<br />

Start<br />

ALT (Alternate): de Sample wordt eerst vanaf het<br />

Start- tot aan het Loop End-punt afgespeeld. vervolgens<br />

keert de weergave terug naar het Loop Start-punt<br />

en gaat dan heen en weer tussen het Loop Start- en het<br />

Loop End-punt.<br />

Start<br />

REV ONE (Reverse One-Shot): De Sample wordt één<br />

keer tussen het Loop End- en het Start-punt afgespeeld.<br />

Start<br />

Loop<br />

Start P.<br />

Loop<br />

Start P.<br />

Loop<br />

Start P.<br />

Loop<br />

Start P.<br />

Loop<br />

End P.<br />

Loop<br />

End P.<br />

Loop<br />

End P.<br />

Loop<br />

End P.<br />

REVERSE: Zodra de Sample voor de eerste keer tussen<br />

het Loop End- en het Start-punt is afgespeeld,<br />

wordt hij tussen het Loop Start- en het Start-punt<br />

voortdurend herhaald.<br />

Start<br />

Tune<br />

(–50~50) Hiermee kunt u de toonhoogte van de Loop<br />

stemmen. Dit is soms nodig, wanneer de Loop op zich<br />

perfect is (en dus geen kik bevat), maar wel vals klinkt.<br />

deze parameter kunt u in Cent (1/100e halve toon)<br />

instellen.<br />

Start-Fine (Start Point - Start Point Fine)<br />

Start Point, Start Point Fine<br />

Zie blz. 124<br />

Loop Point Start-Fine<br />

Zie blz. 124.<br />

Loop<br />

Start P.<br />

End-Fine<br />

• End Point<br />

(0~…) Hiermee stelt u het einde van de Loop in (tot<br />

waar de Sample weergegeven wordt).<br />

• End Point Fine<br />

(0~255) Hiermee kunt u de Loop End-positie in kleinere<br />

stappen instellen.<br />

TVF (filter) voor de Partials<br />

([F3 (TVF)])<br />

Loop<br />

End P.<br />

Met dit filter kunt u de klankkleur van de gekozen Partial<br />

(en de daaraan toegewezen) Samples wijzigen. Via<br />

de Envelope kunt u zorgen dat dit op een dynamische<br />

manier gebeurt.<br />

Druk op [F5≈(Global)] om de Global-functie in te schakelen<br />

(links van de functienaam verschijnt dan een “✔”).<br />

dat betekent dat de wijzigingen voor alle Partials binnen<br />

de momenteel geselecteerde Patch gelden. Als<br />

deze functie uitgeschakeld is, hebben de wijzigingen<br />

enkel betrekking op de omenteel geselecteerde Partial.<br />

Druk op [F6≈(MIDISel)] om deze functie in te schakelen<br />

(let op de “✔”). Dit betekent dat u de benodigde Partial<br />

kunt selecteren door een noot op een extern te klavier<br />

te spelen die binnen het bereik van de benodigde Patch<br />

ligt.<br />

135<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

PATCH TVF Parameter-pagina<br />

([PATCH] - [F3≈(TVF)] - [F1≈(TVF≈Prm)])<br />

TVF<br />

Filter Type<br />

Hiermee bepaalt u de werking van het filter (TVF). Een<br />

filter dient voor het afzwakken van bepaalde frequenties,<br />

zodat de overige frequenties beter te horen zijn.<br />

Cutoff Freq<br />

(0~127) Hiermee kiest u de kantelfrequentie van het filter,<br />

oftewel de frequentie waarboven (LPF), waaronder<br />

(HPF) of links/rechts waarvan (BPF) de frequenties<br />

worden onderdrukt.<br />

Resonance<br />

(0~127) Hiermee kunt u de kantelfrequentie (Cutoff)<br />

extra benadrukken. Dit zorgt voor een iets synthetischer<br />

geluid. Als u een bijzonder grote waarde kiest,<br />

begint het filter te “fluiten”. Dit wordt ook wel “zelfoscillatie”<br />

genoemd.<br />

136<br />

OFF Er wordt geen filter gebruikt.<br />

LPF Low Pass Filter. Dit filter vermindert het volume van<br />

alle frequenties boven de ingestelde Cutoff-waarde.<br />

dat zorgt ervoor dat het geluid van de Partial doffer<br />

wordt. Dit is ongetwijfeld het vaakst gebruikte filtertype.<br />

BPF Band Pass Filter. Dit filtertype laat enkel de frequenties<br />

van een bepaalde band door. De frequenties<br />

boven en onder de Cutoff-waarde worden afgezwakt.<br />

Hiermee zorgt u voor een onmiskenbaar<br />

geluid.<br />

HPF High Pass Filter. Dit filtertype laat enkel de frequenties<br />

boven de ingestelde Cutoff-waarde door. Het<br />

geluid wordt dan ook dunner. Dit type is vooral<br />

geschikt voor percussieve geluiden.<br />

LPF<br />

Niveau<br />

Groot<br />

BPF HPF<br />

Parameterwaarde<br />

Klein<br />

Cutoff Freq.<br />

Frequentie<br />

Cutoff<br />

Keyfollow Point<br />

(A0~C8) Hiermee kiest u de noot die als “nulpunt”<br />

voor de Keyfollow-parameter moet fungeren. De twee<br />

parameters, die door de Keyfollow-parameter worden<br />

beïnvloed (Cutoff Freq. en Time-waarden van de<br />

Envelope), hanteren deze noot als uitgangspunt.<br />

Keyfollow<br />

(–63~+63) Hiermee zorgt u de dat Cutoff Freq.-waarde<br />

automatisch daalt of stijgt naarmate u hogere of lagere<br />

noten speelt. Positieve waarden (+) betekenen dat de<br />

noten rechts van de Point-noot de Cutoff-waarde geleidelijk<br />

aan doen toenemen. Negatieve waarden (–)<br />

daarentegen betekenen dat de Cutoff-waarde daalt<br />

naarmate de gespeelde noten zich verder rechts van de<br />

Point-noot bevinden. Hoe groter de waarde, hoe drastischer<br />

de verandering.<br />

TVF Velo<br />

Curve<br />

(1~4) Kies hier de curve die voor de interpretatie van<br />

de aanslagwaarden moet worden gehanteerd. Rechts<br />

van de ingestelde waarde wordt er een grafiek van de<br />

gekozen curve afgebeeld. Kies “1” om te zorgen dat de<br />

aanslag geen invloed heeft op de Cutoff Freq.-waarde.<br />

Sens<br />

(–63~+63) Hiermee stelt u de diepte en de polariteit<br />

(positieve/negatieve invloed) van de aanslagcurve in.<br />

Om de werking van de curve helemaal te benutten<br />

moet u een waarde rond “63” instellen. Hoe dichter<br />

zich de waarde bij “0” bevindt, hoe minder invloed de<br />

aanslag op de Cutoff Freq.-waarde heeft. Met negatieve<br />

waarden keert u de werking om.<br />

PATCH TVF Envelope-pagina<br />

([PATCH] - [F3≈(TVF)] - [F2≈(TVF≈Env)])<br />

Met deze parameters stelt u in of en hoe het filter door<br />

de Envelope wordt beïnvloed. Dit zorgt voor dynamische<br />

veranderingen van de Cutoff-waarde. Bovendien<br />

kunt u hier instellen hoe sterk de Cutoff-waarde afhankelijk<br />

is van de aanslagwaarden en hoe de TVF überhaupt<br />

moet werken.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Multi-Partial Patches programmeren<br />

TVF Envelope<br />

L0<br />

Cutofffrequentie<br />

Depth<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt hoe groot de invloed van<br />

de Envelope op de Cutoff-frequentie mag zijn. Hoe<br />

groter de waarde, hoe sterker de Cutoff-frequentie kan<br />

worden beïnvloed. Negatieve waarden betekenen dat<br />

de TVF Envelope wordt omgekeerd.<br />

Time Keyfollow<br />

(–63~+63) Hiermee kunt u zorgen dat de snelheid van<br />

de Envelope (Time 1~4) in functie staat van de toonhoogte<br />

van de gespeelde noten. Hoe groter de hier<br />

ingestelde, hoe groter de verschillen van de Timewaarden<br />

waneer u hoge of lage noten speelt. Positieve<br />

(+) waarden betekenen dat de overgangen sneller worden<br />

naarmate u hogere noten speelt. Negatieve waarden<br />

(–) daarentegen beteken dat de overgangen trager<br />

worden naarmate u hogere noten speelt.<br />

Time 1~4<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u de overgangssnelheid tussen<br />

de verschillende Level-waarden (Level 1~4).<br />

Level 0~3<br />

(0~127) Met deze parameters bepaalt u hoe de Cutofffrequentie<br />

op de beschikbare plaatsen varieert. Bij het<br />

starten van een noot wordt de waarde L0 gehanteerd.<br />

Velo Sens<br />

Amount<br />

(–63~+63) Zie blz. 126.<br />

Time1, Time 4<br />

(–63~+63) blz. 126.<br />

Pitch Depth<br />

(–63~+63) De TVF Envelope van Multi-Partial Patches<br />

kan ook worden gebruikt voor het beïnvloeden van de<br />

toonhoogte. Met deze parameter bepaalt in welke mate<br />

dat gebeurt. Kies een negatieve waarde om de werken<br />

van de TVF Envelope om te keren. Kies “0” als u geen<br />

toonhoogtevariaties nodig hebt.<br />

TVA: volume<br />

([F4≈(TVA)])<br />

T1 T2 T3 T4<br />

L1<br />

L2<br />

Noot-aan<br />

(toets ingedrukt)<br />

* Met [F5≈(Global)] schakelt u de Global-functie in (let op het<br />

"✔"-symbool). Dat betekent dat elke waardewijziging, die<br />

u vanaf nu instelt, voor alle Partials van de geselecteerde<br />

Patch geldt. Als deze functie uitgeschakeld is, gelden de<br />

wijzigingen telkens maar voor de momenteel geselecteerde<br />

Partial.<br />

L3<br />

L4<br />

Tijd<br />

Noot-uit<br />

(toets losgelaten)<br />

* Druk op [F6≈(MIDISel)] (“✔”) wanneer u de benodigde Partials<br />

wilt kiezen door gewoon een noot binnen hun zone op<br />

een extern MIDI-klavier te spelen.<br />

PATCH TVA Parameter-pagina<br />

([PATCH] - [F4≈(TVA)] - [F1≈(TVA≈Prm)])<br />

TVA<br />

Level<br />

(0~127) hiermee bepaalt u het volume van de geselecteerde<br />

Partial (dus van de som van de toegewezen<br />

Samples).<br />

Pan<br />

(L64~0~63R) Hiermee stelt u de stereopositie van de<br />

Partial in.<br />

Level<br />

Keyfollow Point<br />

(A0~C8) Kies hier de noot die als nulpunt voor het<br />

Keyfollow-effect moet fungeren. Dit laatste kunt u<br />

gebruiken voor het beïnvloeden van het volume en de<br />

Time-waarden van de TVA Envelope. Op de hier<br />

gekozen noot komen het volume en de Time-waarden<br />

precies overeen met wat u hebt ingesteld.<br />

Level<br />

(–63~+63) Hiermee kunt u bepalen hoe sterk het Partial-volume<br />

links en rechts van het Keyfollow Point<br />

mag variëren. Hoe groter de waarde, hoe sterker het<br />

volume varieert. Positieve waarden betekenen dat het<br />

volume toeneemt naarmate u hogere noten speelt, terwijl<br />

negatieve waarden het tegenovergestelde effect<br />

hebben.<br />

TVA Velo<br />

Curve<br />

(0~30 Kies hier de curve aan de hand waarvan het<br />

volume in functie van de aanslagwaarden wordt beïnvloed.<br />

De waarde “1” betekent dat de aanslagwaarden<br />

geen invloed op het volume hebben.<br />

Sens<br />

(–63~+63) Hiermee stelt u de diepte van de gekozen<br />

aanslagcurve in. Kies “0” als u precies de respons van<br />

de gekozen curve wilt hanteren. Met positieve waarden<br />

(+) wordt het effect van de curve nog versterkt,<br />

terwijl het met negatieve waarden wordt afgezwakt. “–<br />

63” betekent dan ook dat de aanslag geen invloed heeft<br />

op het volume.<br />

137<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

PATCH TVA Envelope-pagina<br />

([PATCH] - [F4≈(TVA)] - [F2≈(TVA≈Env)])<br />

TVA Envelope<br />

Met deze parameters stelt u de “vorm” van de TV<br />

Envelope in. Dit zorgt voor dynamische volumeveranderingen<br />

van het Partial-volume.<br />

Time Keyfollow<br />

(–63~+63) Zie blz. 128.<br />

Time 1~4<br />

(0~127) Zie blz. 128.<br />

Level 1~3<br />

(0~127) Zie blz. 128.<br />

138<br />

Velocity Sens<br />

Time1, Time 4<br />

(–63~+63) Zie blz. 128.<br />

LFO en controle van de Partials<br />

([F5≈(LFO&CTL)])<br />

* Met [F5≈(Global)] schakelt u de Global-functie in (let op het<br />

"✔"-symbool). Dat betekent dat elke waardewijziging, die<br />

u vanaf nu instelt, voor alle Partials van de geselecteerde<br />

Patch geldt. Als deze functie uitgeschakeld is, gelden de<br />

wijzigingen telkens maar voor de momenteel geselecteerde<br />

Partial.<br />

* Druk op [F6≈(MIDISel)] (“✔”) wanneer u de benodigde Partials<br />

wilt kiezen door gewoon een noot binnen hun zone op<br />

een extern MIDI-klavier te spelen.<br />

PATCH LFO&Ctrl LFO-pagina<br />

([PATCH] - [F5≈(LFO&Ctl)] - [F1≈(LFO)])<br />

Wave (LFO Wave)<br />

Form (LFO Form)<br />

Kies hier de golfvorm voor de LFO-modulatie.<br />

SIN: Sinus<br />

TRI: Driehoek<br />

SAW-UP: Zaagtand<br />

SAW-DW: Omgekeerde zaagtand<br />

SQR: Blokgolf<br />

RND: Random (willekeurig veranderende golfvorm)<br />

BEND-UP: De aanzet van de golfvorm ontwikkelt zich<br />

zoals gewoonlijk tot aan het hoogtepunt (van de golfvorm!)<br />

en verandert daarna niet meer.<br />

BEND-DW: De golfvorm mag normaal afdalen. Eens<br />

dat is gebeurd, verandert de golfvorm echter niet<br />

meer.<br />

* Als u “BEND-UP” of “BEND-DW” kiest, zet u Key Sync<br />

het best op ON. Doet u dat namelijk niet, dan hoort u geen<br />

LFO.<br />

Rate (LFO Rate)<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid van<br />

de LFO.<br />

Detune<br />

(0~127) Hiermee kunt u een afwijking van de LFOsnelheid<br />

(Rate) programmeren.<br />

Delay (LFO Delay)<br />

Time<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u hoe lang het na indrukken<br />

van een toets (starten van een noot) duurt tot de LFO<br />

begint te “draaien”.<br />

Keyfolw<br />

(–63~+63) Hiermee kunt u instellen in welke mate de<br />

Delay Time-parameer van LFO1 varieert in functie van<br />

de toonhoogte van de gespeelde noten. De noot “C4”<br />

vormt het nulpunt (geen variatie). Kies hier een posi-


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere dingen<br />

tieve waarde om de vertraging van de LFO te verkleinen<br />

naarmate u verder rechts van de C4 (hogere noten)<br />

speelt. Met een negatieve waarde zorgt u dat de vertraging<br />

toeneemt naarmate u hogere noten speelt. Als de<br />

Delay Time-waarde voor alle noten dezelfde moet zijn,<br />

moet u hier “0” kiezen.<br />

Key Sync<br />

Hiermee steelt u in of de oscillatie van de LFO al (ON)<br />

dan niet (OFF) opnieuw moet worden gestart wanneer<br />

u een toets indrukt.<br />

Depth<br />

Pitch<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u in welke mate de LFO de<br />

toonhoogte beïnvloedt (vibrato).<br />

TVF<br />

\de<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk (en in welke<br />

richting) de LFO de Cutoff-frequentie moduleert<br />

(WahWah).<br />

TVA<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u hoe sterk de LFO het<br />

volume van de Partial moduleert (tremolo).<br />

Pan<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u de invloed van de LFO<br />

op de stereopositie (panorama) van de Partial.<br />

PATCH LFO&Ctrl Control #1/#2-pagina<br />

([PATCH] - [F5≈(LFO&Ctl)] - [F2≈(Control)])<br />

Matrix Control 1~4<br />

Source<br />

Hier kiest u voor elke “Controller” (1~4) het MIDIcommando<br />

voor de controle van een interne parameter.<br />

Kies OFF wanneer u de betreffende Matrix Controller<br />

niet nodig hebt.<br />

• Controlecommando’s CC01~31, CC33~95.<br />

• Pitch Bend<br />

• Aftertouch<br />

• SYS-CTRL1~SYS-CTRL4: speelhulpen die u in de<br />

System-mode definieert (blz. 178).<br />

• Aanslag (VELOCITY)<br />

• Toonhoogte van de gespeelde noten (KEYFOLLOW);<br />

hierbij fungeert de C4 als nulpunt (geen verandering)<br />

• Tempo<br />

• LFO1<br />

• LFO2 *1<br />

• Pitch Envelope *1<br />

• TVF Envelope<br />

• TVA Envelope<br />

* Parameters met een “*1” zijn niet van toepassing op<br />

Multi-Partial Patches.<br />

Destination<br />

Kies hier de parameter die via de Matrix-controle moet<br />

worden beïnvloed. Kies OFF als u het betreffende<br />

Matrix Control-“kanaal” geen parameter mag aansturen.<br />

Per Matrix Controller kunt u vier parameters (Destination<br />

Matrix Control 1~4) definiëren, die simultaan<br />

worden aangestuurd. Zie blz. 185 voor de aanstuurbare<br />

parameters.<br />

Sens<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />

de toegewezen functie door het Matrix Control-<br />

“kanaal” (1~4) wordt beïnvloed. Om de waarde van de<br />

aangestuurde parameter te verhogen moet u hier een<br />

positieve waarde instellen. Kies een negatieve waarde<br />

om de waarde van de aangestuurde parameter te kunnen<br />

verminderen. Hoe groter de (positieve of negatieve)<br />

waarde, hoe sterker de aangestuurde parameter(s)<br />

kan/kunnen worden beïnvloed. Kies “0” als de<br />

parameterwaarden niet mogen veranderen.<br />

4.6 Andere dingen<br />

• Effecten: zie “Effectparameters voor de Patch-mode”<br />

op blz. 54.<br />

• Patches opslaan: zie blz. 163.<br />

Instellingen van een andere Patch<br />

kopiëren<br />

U kunt de instellingen van een andere Patch naar de<br />

momenteel geselecteerde Patch kopiëren en op die<br />

manier veel tijd besparen wanneer u precies weet wat<br />

u nodig hebt en waar u dat vindt.<br />

1. Kies eerst de Patch waar u de instellingen naartoe wilt<br />

kopiëren.<br />

2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (de bijbehorende indicator<br />

moet beginnen knipperen).<br />

* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />

Druk dan nog een keer op [SYSTEM/UTILITY].<br />

3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />

4. Druk op [F2≈(Copy)].<br />

5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Type”.<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar “TONE”.<br />

7. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

8. Stel de gewenste waarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />

[DEC] [INC].<br />

9. Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren.<br />

139<br />

Referentiehandboek


4. Patches programmeren<br />

Patch Name Copy<br />

Door in stap 6 hierboven “Name” te kiezen kunt u de<br />

naam van een andere Patch naar de huidige Patch<br />

kopiëren.<br />

140<br />

Compare-functie<br />

Tijdens het kopiëren van Tones kunt u gebruik<br />

maken van de Compare-functie en dus even tijdelijk<br />

de Patch aan het klavier toewijzen waarvan u<br />

instellingen wilt kopiëren. Zo bent u er helemaal<br />

zeker van dat u wel degelijk de juiste Patch gekozen<br />

hebt. Druk dus op [F1≈(Compare)] om naar de<br />

“Patch Compare”-pagina te gaan. Op die pagina<br />

kunt u zelfs een andere Patch kiezen – als het tenminste<br />

om een interne gaat, want de banken XP-<br />

A~H kunt u hier niet kiezen. Speel een paar noten<br />

en druk dan weer op [F1] om naar de vorige pagina<br />

terug te keren.<br />

* Als u de Patch in het buffergeheugen (TEMP) als bron<br />

(Source) gekozen hebt, kunt u de Compare-functie niet<br />

gebruiken.<br />

* Houd goed in de gaten dat een Patch na het activeren<br />

van de Compare-functie soms iets anders klinkt dan<br />

onder normale omstandigheden.


5. Performances programeren<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

De Performance-mode van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is bedoeld voor<br />

het multitimbrale gebruik waarbij de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> dus<br />

meer dan één partij met verschillende klanken weergeeft.<br />

Na verloop van tijd zal u ook wel zelf Performances<br />

willen programmeren. Een “Performance” is<br />

een geheel van 32 Parts die elk een Patch of Rhythm Set<br />

naar keuze aansturen.<br />

5.1 Structuur van een<br />

Performance<br />

Een “Performance” is een geheel van instellingen dat<br />

toelaat om verschillende Patches tegelijk (al dan niet<br />

op verschillende MIDI-kanalen) aan te sturen. Er zijn<br />

16 Parts waar u evenveel Patches/Rhythm Sets aan<br />

kunt toewijzen. Tevens is het mogelijk om het nootbereik<br />

van de Parts te beperken, wat toelaat om Splits te<br />

programmeren. Met 16 Parts zou u dus behoorlijk<br />

complexe Splits kunnen programmeren… maar u kunt<br />

eenzelfde klavierzone ook aan meerdere Parts toewijzen<br />

om binnen een zone met Layers te werken.<br />

Performance<br />

Part 1<br />

Part11<br />

Part 10<br />

4Tone Patch,<br />

Multi-Partial Patch<br />

of Rhythm set<br />

Part 9<br />

4Tone Patch,<br />

Multi-Partial Patch<br />

of Rhythm set<br />

Part 32<br />

Meer details over het gebruik van Performances vindt<br />

u op blz. 27.<br />

Multitimbraal gebruik van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Naast het gebruik van Layers en Splits (blz. 27) kunt u<br />

Performances ook gebruiken om verschillende partijen<br />

met verschillende klanken tegelijk weer te geven. Dat<br />

heet dan “multitimbraal gebruik”. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is 32-<br />

Parts multitimbraal en kan dan ook 32 verschillende<br />

partijen tegelijk weergeven.<br />

Het maakt echter niet uit hoe u een Performance wilt<br />

gebruiken – de volgende stappen zijn in bijna alle<br />

gevallen noodzakelijk:<br />

• Part kiezen die moet worden aangestuur (blz. 141).<br />

• Toewijzen van een Patch of Rhythm Set aan de Parts<br />

(blz. 143).<br />

• Instellen van het MIDI-kanaal om te zorgen dat de<br />

benodigde Parts de binnenkomende noten ook weergeven<br />

(blz. 145).<br />

• Bepalen via welke MIDI IN-aansluiting de Parts<br />

MIDI-commando’s ontvangen (blz. 145).<br />

Eens u die dingen hebt ingesteld, kunt u de benodigde<br />

(externe) sequence op uw kersverse Performance loslaten.<br />

Ziehier nog een aantal tips:<br />

• Binnen een Performance kunt u drie multi-effecten<br />

gebruiken (blz. 58).<br />

• Patches, die u aan een Part hebt toegewezen, kunt u in<br />

de Performance-mode editen. U hoeft dus niet naar de<br />

Patch-mode te gaan (blz. 147).<br />

5.2 Parts selecteren<br />

Parts, die u wilt horen, moet u inschakelen:<br />

1. Kies de benodigde Performance.<br />

2. Druk op [RX] om te zorgen dat de bijbehorende indicator<br />

oplicht.<br />

3. Druk op PART SELECT [1/17]~[16/32] om de bijbehorende<br />

Part in (of uit) te schakelen.<br />

Deze knoppen zijn telkens aan twee Parts toegewezen.<br />

Om toegang te hebben tot de Parts 17~32, moet u op<br />

[1-16/17-32] drukken (indicator licht op).<br />

4. Druk nog een keer op [RX] (indicator dooft weer).<br />

* Deze knop is met de Part MIDI Receive Switch-parameter<br />

verbonden (blz. 145).<br />

* Als de [RX]-indicator oplicht, terwijl een actieve Part<br />

MIDI-commando’s ontvangt, begint de indicator van die<br />

Part te knipperen.<br />

Na uitvoeren van stap verschijnt de volgende displaypagina:<br />

Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde Part<br />

en schakel hem met [DEC] [INC] in of uit.<br />

Met [F5≈(All≈Off)] en [F6≈(All≈On)] kunt u alle Parts in één<br />

klap uit- c.q. inschakelen.<br />

Door op [F1≈(#Solo)] te drukken activeert u de “Solomode”.<br />

In dat geval hoort u enkel nog de Part waar de<br />

cursor zich momenteel bevindt. Om de Solo-mode<br />

weer uit te schakelen, moet u nog een keer op<br />

[F1≈(#Solo)] drukken.<br />

* Deze instelling is verbonden met de Solo Part Select-parameter<br />

(blz. 142).<br />

* Zelfs na het activeren van de Solo Part-functie kan het<br />

gebeuren dat u de door de cursor aangeduide Part niet<br />

hoort. Dat houdt dan verband met het feit dat zijn MIDI<br />

Rx-parameter (Performance MIDI #1-pagina) op “OFF”<br />

staat.<br />

141<br />

Referentiehandboek


5. Performances programeren<br />

5.3 Performanceparameters<br />

(Common)<br />

Ziehier de werkwijze voor het instellen van de algemene<br />

(Common) Performance-parameters:<br />

1. Kies de Performance die u wilt editen.<br />

2. Druk op [F1≈(Common)].<br />

3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

4. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

waarde in.<br />

5. Druk op [EXIT] om terug te gaan naar de PERFOR-<br />

MANCE Play-pagina.<br />

PERFORMANCE Common-pagina<br />

([PERFORM] - [F1≈(Common)])<br />

Name<br />

Hier kunt u een naam geven aan een Performance<br />

(maximaal 12 tekens). Zie blz. 112 voor meer details.<br />

Solo Part Select<br />

(OFF/PART 1~32) Indien nodig, kunt u er met deze<br />

parameter voor zorgen dat enkel de momenteel gekozen<br />

Part klinkt, ook al worden er ook MIDI-commando’s<br />

voor andere Parts ontvangen.<br />

5.4 Instellingen voor de<br />

Parts<br />

De parameters, die u voor elke Part apart kunt instellen,<br />

bereikt u via de knoppen [F2]~[F5]:<br />

[F2 (K.Range)]<br />

Hiermee bepaalt u welke noten de betreffende Part<br />

ontvangt en weergeeft (blz. 143).<br />

[F3 (Part)]<br />

Hier kunt u een Patch aan een Part toewijzen en er het<br />

volume, de stereopositie en het aantal beschikbare<br />

polyfoniestemmen van instellen (blz. 143).<br />

Bovendien kunt u de Attack (Time 1) en Release (Time<br />

4) van de toegewezen Patch binnen deze Performance<br />

(en dus niet definitief) wijzigen (blz. 144).<br />

[F4 (MIDI)]<br />

Hier vindt u de MIDI-parameters van de geselecteerde<br />

Part (blz. 145).<br />

[F5 (Effect)]<br />

Hier kunt u de effecten, het effectaandeel enz. instellen<br />

(blz. 58).<br />

142<br />

[F6 (Info)]<br />

Hier kunt u kijken welke MIDI-data de Parts momenteel<br />

ontvangen (blz. 147).<br />

En dan nu de werkwijze:<br />

1. Kies de Performance die u wilt editen.<br />

2. Druk op de functieknop ([F2]~[F5]) via dewelke u de<br />

benodigde parametergroep bereikt.<br />

Op bepaalde pagina’s moet u de functieknop eventueel<br />

verschillende keren indrukken om bij de benodigde<br />

parametergroep uit te komen.<br />

3. Kies de te editen Part met PART SELECT [1/17]~[16/32]<br />

en eventueel [1-16/17-32].<br />

* Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [√] drukt om te zorgen<br />

dat de cursor naar het Part-nummer linksboven in het display<br />

springt. Vervolgens kunt u dan met de [VALUE]-regelaar<br />

of [DEC] [INC] de benodigde Part kiezen.<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

5. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />

waarde in.<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />

instelling oproepen.<br />

6. Herhaal de stappen 2~5 om ook de overige parameters<br />

in te stellen.<br />

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFOR-<br />

MANCE Play-pagina.<br />

Links naast de Performance-naam ziet u nu een “*” dat<br />

u erop wijst dat er iets aan de Performance veranderd<br />

is.<br />

* Als u nu een andere Performance kiest of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitschakelt,<br />

bent u alle wijzigingen kwijt. Sla ze dus eerst op<br />

als u ze later nog eens nodig hebt (blz. 163).<br />

Palette: Parts per 8 editen<br />

Tijdens het editen van een Part kan het soms handig<br />

zijn om meteen ook de instellingen van andere Parts te<br />

zien en zo nodig bij te sturen. Dit werkt telkens voor de<br />

Parts van de momenteel geselecteerde groep (1~8,<br />

9~16, 17~24 of 25~32).<br />

1. Breng de cursor met [√] of [®] naar de Part-parameter<br />

die u wilt editen.<br />

2. Druk op [F6≈(Palette)] om te zorgen dat het display er<br />

ongeveer als volgt uitziet:<br />

* [F6≈(Palette)] verschijnt enkel op pagina’s waar de Palettefunctie<br />

beschikbaar is.<br />

3. Kies met [√][®] of PART SELECT [1/17]~[16/32] en<br />

[1-16/17-32] de Part die u wilt editen.<br />

Met [F1] kunt u telkens naar de pagina met de volgende<br />

Part-groep (1~8, 9~16, 17~24 en 25~32) gaan.<br />

4. Kies met [ß][†] een andere parameter.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de Parts<br />

Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [ß] drukt om meteen<br />

naar de bovenste parameter in het display te gaan.<br />

Met [SHIFT]+[†] springt u naar de onderste parameter in<br />

het display.<br />

5. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

waarde in.<br />

* Druk op [UNDO] om de laatste wijziging weer ongedaan te<br />

maken.<br />

6. Herhaal de stappen 2~5 om ook de overige parameters<br />

naar wens te editen.<br />

7. Druk op [F6] om de Palette-pagina weer te verlaten.<br />

Net boven de [F6]-knop verschijnt nu de naam van de<br />

laatst geselecteerde Part.<br />

Part-zones instellen<br />

PERFORMANCE Key Range-pagina<br />

([PERFORM] - [F2≈(K.Range)])<br />

F.L<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />

de geselecteerde Part gebeurt, wanneer u een noot<br />

speelt die beneden de ondergrens van de Part ligt. Hoe<br />

groter de hier ingestelde waarde, hoe geleidelijker het<br />

volume van de Part onder de ondergrens afneemt. Als<br />

de Part niet meer mag klinken, wanneer u een noot<br />

beneden de ondergrens speelt, moet u hier “0” kiezen.<br />

K.L (Part-ondergrens)<br />

(C–1~G9) Hiermee kiest u het laagste nootnummer<br />

waarmee de geselecteerde Part kan worden aangestuurd.<br />

K.U (Part-bovengrens)<br />

(C–1~G9) Hiermee kiest u het hoogste nootnummer<br />

waarmee de geselecteerde Part kan worden aangestuurd.<br />

* K.L-waarde kan nooit groter zijn dan de K.U-waarde en<br />

vice versa. Probeert u dat toch te doen, dan wordt voor<br />

beide parameters dezelfde waarde ingesteld.<br />

U.F<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />

de Part gebeurt wanneer u noten boven de K.Uwaarde<br />

speelt. Kies “0” als de Part dan niet meer te<br />

horen mag zijn. Met andere waarden zorgt u ervoor<br />

dat het volume van de geselecteerde Part vanaf de<br />

K.U-noot geleidelijk aan afneemt.<br />

Patch kiezen, volume, Pan enz.<br />

PERFORMANCE Part #1-pagina<br />

([PERFORM] - [F3≈(Part)])<br />

Patch<br />

Type<br />

(PAT/RHY) Met deze parameter bepaalt u of de Part<br />

een Patch (PAT) of Rhythm Set (RHY) moet aansturen.<br />

Per Performance gebruikt u waarschijnlijk maar een<br />

beperkt aantal Rhythm Sets (bv. 2), maar het kunnen er<br />

ook meer zijn.<br />

Group<br />

Kies hier de Group waarin de benodigde Patch/<br />

Rhythm Set zich bevindt.<br />

* Hiervoor kunt u ook de Patch Finder-functie gebruiken (zie<br />

blz. 20) of een beroep doen op de FAVORITE LIST.<br />

* De groepen XP-A~H staan enkel ter beschikking als de<br />

betreffende aansluiting een Wave Expansion Board bevat.<br />

* Patches/Rhythm Sets van een kaart kunt u enkel selecteren<br />

als u er één op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hebt aangesloten.<br />

Number<br />

Hiermee kiest u het geheugennummer van de benodigde<br />

Patch of Rhythm Set.<br />

* Hiervoor kunt u ook de Patch Finder-functie gebruiken (zie<br />

blz. 20) of een beroep doen op de FAVORITE LIST.<br />

Level & Pan<br />

Part Level<br />

Met deze parameter bepaalt u het volume van de geselecteerde<br />

Part. Gebruik deze parameter om de Parts<br />

met elkaar in balans te brengen. Hiervoor zou u<br />

gebruik kunnen/moeten maken van de Palette Editfunctie<br />

(blz. 142).<br />

Pan<br />

Met deze parameter bepaalt u de plaatsing van de<br />

geselecteerde Part in het stereobeeld. “L64” staat voor<br />

helemaal links en “63R” voor helemaal rechts. Dit is<br />

een soort “Master-parameter” die de stereopositie van<br />

de Tones/Rhythm Tones van de aangesproken Patch/<br />

Rhythm Set wijzigt. De Part is dus lang niet altijd<br />

“mono” (als de gebruikte Patch/Rhythm Set dat niet<br />

is).<br />

Tune<br />

Octave Shift<br />

(–3~+3) Met deze parameter kunt u de toonhoogte van<br />

de Part (en dus de aangesproken Patch) in octaafstappen<br />

transponeren (±3 octaven). Dit lukt ook wel voor<br />

Rhythm Sets, alleen betekent dit dan dat u andere<br />

drum-/percussieklanken aanstuurt dan normaal (de<br />

“gewone” klanken worden dus niet hoger/lager<br />

gestemd).<br />

143<br />

Referentiehandboek


5. Performances programeren<br />

Coarse<br />

(–48~+48) Hiermee kunt u de toonhoogte van de Part<br />

in stappen van halve tonen hoger of lager stemmen (±4<br />

octaven).<br />

Fine<br />

Hiermee kunt u de Part ontstemmen, wat alleen zinvol<br />

is wanneer de gebruikte Patch duidelijk vals klinkt of<br />

wanneer u dezelfde Patch aan twee Parts toewijst en<br />

nu voor een zweving wilt zorgen die het geluid vetter<br />

maakt. (±50 Cent).<br />

Bend Range<br />

(0~48/PATCH) Hiermee bepaalt u het Pitch Bendinterval<br />

van de Part. Kies hier PATCH wanneer er<br />

niets hoeft te veranderen aan het op Patch-niveau ingestelde<br />

interval. Stel een andere waarde in wanneer u de<br />

Patch binnen de Performance verder (of minder sterk)<br />

wilt buigen dan oorspronkelijk voor de Patch geprogrammeerd.<br />

Voice Reserve<br />

Met deze parameter kunt u instellen hoeveel stemmen<br />

een Pat minimaal ter beschikking moet hebben als de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op een bepaald moment meer dan 128 stemmen<br />

moet weergeven.<br />

Het totale aantal stemmen dat u over de 32 Parts kunt<br />

verdelen is 128. De “Rest”-parameter houdt u telkens<br />

op de hoogte van de stemmen die u nog kunt reserveren.<br />

Polyfonie (aantal stemmen)<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan in theorie 128 noten tegelijk weergeven.<br />

Hij is namelijk 128-stemmig polyfoon. Laten we<br />

even kijken wat dat precies betekent en wat er gebeurt<br />

wanneer de klankbron op een bepaald moment meer<br />

dan 128 stemmen moet weergeven.<br />

Rekensommetjes maken<br />

De polyfonie van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> slaat niet op het aantal<br />

noten die gelijktijdig kunnen worden gespeeld, maar<br />

op het aantal generatoren die voor de klankopwekking<br />

worden gebruikt. Per Tone van een Patch hebt u één<br />

stem nodig. En per Patch kunt u vier Tones aanspreken.<br />

Doet u dat, dan hebt u voor elke noot vier stemmen<br />

nodig. Klopt dit? Nog niet helemaal… Sommige<br />

“Waves” bevatten namlijk tot 4 golfvormen. In dat<br />

geval moet u dus per Tone evenveel stemmen voorzien<br />

als er golfvormen worden gebruikt. Het rekensommetje<br />

moet er dan ook als volgt uitzien:<br />

144<br />

Coarse en Octave<br />

U hebt waarschijnlijk meteen door dat u met<br />

“Coarse” hetzelfde resultaat kunt bereiken als met<br />

“Octave” – en dat u met “Coarse” zelfs nog een<br />

octaaf hoger kunt gaan. Maar intern gaat het wel<br />

degelijk om verschillende aspecten, die soms weliswaar<br />

hetzelfde resultaat hebben. “Octave” slaat<br />

namelijk op het klavier (d.w.z. de nootnummers).<br />

Maar “Coarse” slaat op de toonhoogte van de Part<br />

zelf – en geldt dus ook voor nootcommando’s die via<br />

MIDI worden ontvangen.<br />

(Aantal Patches) x (aantal Tones per aangesproken<br />

Patch) x (aantal golfvormen per Patch)<br />

Wanneer u bv. een Patch gebruikt die vier Tones met<br />

elk “twee-golfvorm” Waves aanspreekt, dan hebt u<br />

voor elke noot 8 stemmen (!) nodig, zelfs al hoort u telkens<br />

maar één golfvorm per “Wave”. Met name wanneer<br />

u in de Performance-mode werkt en bovendien<br />

uitbundig gebruik maakt van het Hold-pedaal kan<br />

deze som dus flink oplopen.<br />

Voorrangsregeling in de Patch-mode<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op een gegeven moment meer<br />

dan 128 stemmen zou moeten weergeven, vallen er<br />

noten weg, omdat dat niet kan. U kunt echter zelf<br />

bepalen welke noten dan verdwijnen. Dit doet u met de<br />

Priority-parameter. Zet u die op LAST, dan vallen de<br />

eerst gespeelde (en nog klinkende) noten weg om te<br />

zorgen dat er maar 128 stemmen worden gebruikt. Een<br />

andere mogelijkheid is het kiezen van LOUDEST; dit<br />

betekent dat de noten met de kleinste aanslagwaarde<br />

wegvallen (dus bv. “Ghost Notes” die omwille van een<br />

iets ongelukkige vingerzetting zijn beginnen klinken).<br />

In veruit de meeste gevallen is LAST de betere keuze.<br />

Voorrangsregeling in de Performance-mode<br />

In de Performance-mode worden er in de regel verschillende<br />

partijen tegelijk weergegeven. In geval van<br />

een conflict is het dus uiterst belangrijk om te bepalen<br />

welke noten er wel en niet mogen wegvallen. Dit doet<br />

u met de Voice Reserve-parameter. Bepalend voor<br />

welke noten er worden uitgeschakeld is de Priorityinstelling<br />

van de aangesproken Patches (zie hierboven).<br />

De Voice Reserve-parameter van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe<br />

om in te stellen hoeveel stemmen elke Part minimaal<br />

moet hebben. Voorbeeld: als u voor Part 16 “10” stemmen<br />

reserveert, dan kan hij die zelfs dan weergeven,<br />

wanneer de klankbron meer dan 128 stemmen tegelijk<br />

zou moeten weergeven en dus moet beginnen “ziften”.<br />

Voor het verdelen van het aantal stemmen dient u<br />

rekening te houden met het aantal gebruikte Tones<br />

plus de “complexiteit” van de gehanteerde golfvormen.<br />

Zie het rekensommetje hierboven.<br />

Patch-/Rhythm Set-wijzigingen<br />

binnen een Performance<br />

PERFORMANCE Part #2-pagina<br />

([PERFORM] - [F3≈(Part)])<br />

Modify<br />

Cutoff Offset<br />

(–64~+63) Met deze parameter kunt u de Cutoff-waarden<br />

van de aan de geselecteerde Part toegewezen<br />

Patch of Rhythm Set wijzigen, als de Patch/Rhythm<br />

Set binnen de Performance te dof of te fel blijkt. Hier-


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de Parts<br />

mee beïnvloedt u de “Cut”-parameter van de Patch<br />

(blz. 113) en uiteindelijk ook de filterfrequentie van de<br />

door die Patch gebruikte Tone(s).<br />

* In sommige gevallen hoort u geen verschil meer, omdat de<br />

Cutoff-frequentie van alle Tones al op de minimum-/maximumwaarde<br />

staat.<br />

Resonance Offset (Part Resonance Offset)<br />

(–64~+63) Met deze parameter kunt u de Resonancewaarde(n)<br />

van de aan de geselecteerde Part toegewezen<br />

Patch of Rhythm Set wijzigen, als de Patch/<br />

Rhythm Set binnen de Performance te nasaal –of net<br />

niet “synthetisch” genoeg– blijkt. Hiermee beïnvloedt<br />

u de “Resonance Offset”-parameter van de Patch<br />

(blz. 113) en uiteindelijk ook de Resonance-parameters<br />

van de door die Patch gebruikte Tone(s).<br />

Attack Time Offset<br />

(–64~+63) Met deze parameter kunt u de Attack (aanzet/begin)<br />

van de TVA- en TVF-Envelope (Time 1)<br />

sneller of trager maken als de toegewezen Patch/<br />

Rhythm iets te “loom” of agressief overkomt. Een<br />

gelijknamige parameter bestaat ook op Patch-niveau<br />

(blz. 113). De uiteindelijke Attack van een Patch is de<br />

optelsom van deze twee parameters plus de Time 1waarden<br />

van de aangesproken Tones.<br />

Release Offset<br />

(–64~+63) Met deze parameter kunt u de Release (het<br />

“uiteinde”) van de TVA- en TVF-Envelope (Time 4)<br />

sneller of trager maken als de toegewezen Patch/<br />

Rhythm iets te lang nazindert of te abrupt stopt. Een<br />

gelijknamige parameter bestaat ook op Patch-niveau.<br />

De uiteindelijke Release van een Patch is de optelsom<br />

van deze twee parameters plus de Time 4-waarden<br />

van de aangesproken Tones.<br />

Velocity Sens Offset<br />

(–63~+63) Hiermee kunt u de aanslaggevoeligheid<br />

(TVF Velocity V-Cutoff en TVA V-Sens) van de aan de<br />

Part toegewezen Patch/Rhythm Set veranderen. Als<br />

het volume/de klankkleur bij hard aangeslagen noten<br />

nog harder/feller moet zijn, moet u hier een positieve<br />

(+) waarde instellen. Kies een negatieve waarde (–) als<br />

u de Patch/Rhythm Set te sterk op verschillen in aanslag<br />

vindt reageren.<br />

Ook op Patch-niveau vindt u een gelijknamige parameter.<br />

De uiteindelijke aanslaggevoeligheid is de<br />

optelsom van deze twee waarden plus de aanslaggevoeligheid<br />

van de aangesproken Tones.<br />

Key Mode<br />

Mono/Poly<br />

Kies hier MONO wanneer deze Part telkens maar één<br />

noot mag weergeven. Kies POLY als hij akkoorden<br />

mag spelen. Wilt u niets aan de Patch-instelling veranderen,<br />

dan moet u hier PATCH kiezen.<br />

* Deze instelling wordt genegeerd door “RHY”-Parts (zie<br />

“Type” op blz. 143).<br />

Legato Switch<br />

Voor een monofone Part (MONO, zie hierboven) kunt<br />

u ook deze Legato-functie activeren. Deze functie<br />

houdt in dat de TVF-/TVA-Envelope bij gebonden<br />

gespeelde noten niet telkens opnieuw wordt gestart,<br />

maar gewoon doorloopt. Daarmee kunt u bv. een<br />

gitaartechniek simuleren (“Hammering-On”/“Pulling-Off”)<br />

waar telkens maar de eerste noot van een<br />

groep wordt aangeslagen.<br />

Kies ON als u deze functie wilt gebruiken, OFF als u ze<br />

niet nodig hebt en PATCH om de instelling van de<br />

aangesproken Patch over te nemen.<br />

* Deze instelling wordt genegeerd door “RHY”-Parts (zie<br />

“Type” op blz. 143).<br />

Portamento<br />

Switch<br />

Kies ON om met Portamento te werken, OFF als dat<br />

niet nodig is en PATCH om de instelling van de aangesproken<br />

Patch te hanteren.<br />

Time<br />

(0~127/PATCH) Hiermee kunt u de overgangssnelheid<br />

tussen de noten instellen. Hoe groter de waarde,<br />

hoe langer het duurt tot de toonhoogte van de nieuwe<br />

noot wordt bereikt. Kies PATCH om de instelling van<br />

de aangesproken Patch over te nemen.<br />

* Deze instelling wordt genegeerd door “RHY”-Parts (zie<br />

“Type” op blz. 143).<br />

MIDI-parameters van de Parts<br />

PERFORMANCE MIDI #1-pagina<br />

([PERFORM] - [F4≈(MIDI)])<br />

Part MIDI<br />

Receive Channel<br />

(1~16) Met deze parameter kiest u het MIDI-ontvangstkanaal<br />

van de geselecteerde Part. Als u hier hetzelfde<br />

nummer kiest als voor het “Control Channel”<br />

(blz. 175), dan worden programma- en bankkeuzecommando’s<br />

op dat kanaal gebruikt voor het kiezen<br />

van een andere Performance i.p.v. een andere Patch/<br />

Rhythm Set voor deze Part. Houd dat dus even in de<br />

gaten.<br />

Part MIDI Receive Switch<br />

MIDI Rx<br />

Met deze parameter bepaalt u of de geselecteerde Part<br />

al (ON) dan niet (OFF) MIDI-commando’s ontvangt.<br />

MIDI IN1<br />

Hiermee bepaalt u of de geselecteerde Part MIDI-commando’s<br />

ontvangt, die via de MIDI IN 1-connector binnenkomen.<br />

MIDI IN2<br />

Hiermee bepaalt u of de geselecteerde Part MIDI-commando’s<br />

ontvangt, die via de MIDI IN 2-connector binnenkomen.<br />

145<br />

Referentiehandboek


5. Performances programeren<br />

Part Mute<br />

Switch<br />

Met deze parameter kunt u de weergave van de geselecteerde<br />

Part tijdelijk uitschakelen (MUTE) en daarna<br />

weer activeren (OFF).<br />

Dit kunt u bv. gebruiken voor zgn. “Minus-One” -toepassingen,<br />

d.w.z. voor het uitschakelen van een partij<br />

die u zelf wilt spelen. Met deze Mute-parameter zet u<br />

het volume van de betreffende Part op 0 – hij blijft ze<br />

dus nog ontvangen, maar u hoort er het resultaat niet<br />

meer van. (Dit gaat wel ten koste van de polyfonie en<br />

is dus eerder als tijdelijke maatregel bedoeld.)<br />

PERFORMANCE MIDI #2 MIDI Filter-pagina<br />

([PERFORM] - [F4≈(MIDI)])<br />

MIDI Message<br />

Met de parameters op deze pagina kunt u de ontvangst<br />

van een hele reeks MIDI-commando’s uitschakelen<br />

(OFF) of toelaten (ON).<br />

Ziehier de beschikbare schakelaars:<br />

Program Change: Deze parameter slaat op de ontvangst<br />

van programmakeuze-commando’s voor het kiezen<br />

van een Patch-/Rhythm Set-geheugen.<br />

Bank Select: Dit zijn controlecommando’s (CC00 en<br />

CC32) voor het kiezen van de Group/Sound Library<br />

en bank) waarin zich een Patch bevindt. Als u niet wilt<br />

dat de bank/groep verandert, moet u hier OFF kiezen.<br />

Pitch Bend: Ontvangstschakelaar voor Pitch Bend-commando’s.<br />

Channel Pressure: Ontvangstschakelaar voor kanaal<br />

Aftertouch. Dit zijn Aftertouch-commando’s met één<br />

waarde per MIDI-kanaal.<br />

Poly Key Pressure: Ontvangstschakelaar voor polyfone<br />

Aftertouch. Dit zijn Aftertouch-commando’s die voor<br />

elke gespeelde noot apart worden verzonden.<br />

Modulation: Ontvangstschakelaar voor modulatiecommando’s<br />

(CC01).<br />

146<br />

PERFORMANCE MIDI #3 MIDI Filter-pagina<br />

([PERFORM] - [F4≈(MIDI)])<br />

MIDI Message<br />

Ziehier deel 2 van de filterbare MIDI-commando’s:<br />

Volume: Volume-commando’s (CC07).<br />

Pan: Ontvangstschakelaar voor panorama-commando’s<br />

(CC10) waarmee u de stereopositie van de<br />

Part kunt veranderen.<br />

Expression: Ontvangstschakelaar voor Expressioncommando’s<br />

(CC11) waarmee het volume van een Part<br />

tijdelijk kan worden gewijzigd. Laten we even de analogie<br />

van een mengtafel gebruiken: de Gain-regelaar<br />

van een kanaal komt overeen met het Volume-commando<br />

(CC07), terwijl de Fader van het kanaal in de<br />

MIDI-standaard “Expression” (CC11) heet. Als u<br />

Volume op “0” zet, dan hoort u de Part ook dan niet,<br />

wanneer zijn Expression-waarde op 127 staat.<br />

Hold-1: Ontvangstschakelaar voor Hold 1-commando’s<br />

(CC64) die voor het aanhouden van de<br />

gespeelde noten dienen (Sustain/demperpedaal).<br />

Phase Lock<br />

Dit is een parameter die ervoor zorgt dat alle Parts, die<br />

op hetzelfde MIDI-kanaal ontvangen, ook op hetzelfde<br />

moment klinken. Zo wordt een vreemde klankkleur<br />

vermeden die te wijten is aan lichte faseverschuivingen.<br />

Kies ON als u de Parts synchroon wilt schakelen,<br />

en OFF als dat niet nodig is.<br />

* Wanneer u hier ON kiest, wordt de timing van alle Parts,<br />

die op hetzelfde MIDI-kanaal ontvangen, gelijkgeschakeld.<br />

Dat betekent dan echter wel dat deze Parts ook een fractie<br />

van een seconde later beginnen dan normaal. In de regel<br />

werkt u dus het best met OFF, tenzij er echt sprake is van<br />

een storend effect.<br />

Velocity Curve<br />

Hiermee kiest u voor elke Part één van de vier mogelijke<br />

manieren waarop de via MIDI ontvangen aanslagwaarden<br />

worden geïnterpreteerd (en eventueel<br />

gewijzigd). Dit kan nodig zijn wanneer u een Patch<br />

met een ander klavier hebt ingespeeld en tijdens de<br />

weergave van een sequence de indruk hebt dat alle<br />

noten te luid/fel of te stil/dof zijn. Kies OFF wanneer<br />

u niets aan de binnenkomende aanslagwaarden wilt<br />

veranderen. Ziehier de curven:<br />

1 2 3 4


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Andere instellingen<br />

Info: kijken welke Part wat ontvangt<br />

PERFORMANCE Part Information-pagina<br />

([PERFORM] - [F6≈(Info)])<br />

Omdat er met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heel wat MIDI-informatie<br />

gemoeid is en de instellingen soms niet van de eerste<br />

keer kloppen, biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een diagnosefunctie<br />

die toelaat om te controleren welk soort commando’s<br />

de geselecteerde Part allemaal ontvangt. Zo kunt u uitmaken<br />

of de fout te wijten is aan de instellingen of het<br />

feit dat de betreffende data zelfs niet bij de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

toekomen. Ziehier de verschillende “zichtbare” MIDIcommando’s:<br />

Deze pagina is over drie schermen verdeeld. Met<br />

[F6≈(Menu)] kiest u telkens het benodigde menu:<br />

Menu 1<br />

• [F1] Mod (modulatie)<br />

• [F2] Breath (Breath Control)<br />

• [F3] Foot (Foot Controller)<br />

• [F4] Vol (Volume)<br />

• [F5] Pan (panorama)<br />

Menu 2<br />

• [F1] Exp (Expression)<br />

• [F2] Hold (Hold 1)<br />

• [F3] Bend (Pitch Bend)<br />

• [F4] Aft (Aftertouch)<br />

• [F5] Voices (aantal stemmen)<br />

Menu 3<br />

• [F1] Sys1 (System Control 1)<br />

• [F2] Sys2 (System Control 2)<br />

• [F3] Sys3 (System Control 3)<br />

• [F4] Sys4 (System Control 4)<br />

5.5 Andere instellingen<br />

• Effecten: zie “Effecten in de Performance-mode” op<br />

blz. 58.<br />

• Performance opslaan: zie blz. 163.<br />

5.6 Part Copy:<br />

parameters kopiëren<br />

In bepaalde gevallen kan het handig zijn om de instellingen<br />

van één Part als uitgangspunt voor het instellen<br />

van een andere Part te gebruiken. Ziehier hoe u daarvoor<br />

te werk moet gaan:<br />

1. Kies de Performance die u wilt editen (als u dat nog<br />

niet hebt gedaan, anders mag u zeker geen andere<br />

Performance kiezen).<br />

2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (de bijbehorende indicator<br />

moet beginnen knipperen).<br />

* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />

Druk dan nog een keer op [SYSTEM/UTILITY].<br />

3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />

4. Druk op [F2≈(Copy)].<br />

5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Type”.<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar “PART”.<br />

7. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

8. Stel de gewenste waarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />

[DEC] [INC].<br />

9. Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren.<br />

Performance Name Copy<br />

Door in stap 6 hierboven “Name” te kiezen kunt u de<br />

naam van een andere Patch naar de huidige Patch<br />

kopiëren.<br />

5.7 Patch/Rhythm Set op<br />

Performance-niveau<br />

editen<br />

Ziehier een methode die toelaat om een Patch/Rhythm<br />

Set in Performance-verband te editen. Dat is vooral<br />

belangrijk wanneer er u nog “een tikkeltje” aan wilt<br />

wijzigen c.q. de Patch/Rhythm Set wilt editen terwijl<br />

hij door de effectinstellingen van de Performance i.p.v.<br />

de Patch wordt beïnvloed. Dat kan namelijk dramatische<br />

verschillen tot gevolg hebben. Werkt u via de hier<br />

beschreven methode, dan bent u er zeker van dat uw<br />

Patch/Rhythm Set ook binnen de huidige Performance<br />

oevereind blijft.<br />

1. Selecteer de PERFORM Play-pagina.<br />

2. Kies de Part waaraan de Patch is toegewezen die u<br />

wilt editen.<br />

3. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [PERFORM] drukt.<br />

4. Druk op [PATCH] om een Patch te editen, of op<br />

[RHYTHM] om een Rhythm Set te kunnen editen.<br />

5. Edit de Patch. Deze werkwijze is identiek aan het werken<br />

in de Patch-/Rhythm Set-mode. Zie dus blz. 110<br />

of blz. 148.<br />

6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />

* Als u de Patch zo OK vindt, moet u hem opslaan (blz. 163).<br />

Kies geen andere Patch voor deze Part c.q. geen andere Performance<br />

zolang dat niet hebt gedaan.<br />

7. Druk op [PERFORM] om terug te keren naar de PER-<br />

FORM Play-pagina.<br />

147<br />

Referentiehandboek


6. Rhythm Sets programmeren<br />

6. Rhythm Sets programmeren<br />

En dan is het nu de beurt aan de Rhythm Set-parameters.<br />

Ook die kunt u tot in de puntjes editen. Zoals u zal<br />

merken, hebt u hier nog meer controle dan bv. op een<br />

XP-80 of een JV-2080.<br />

6.1 Over Rhythm Sets…<br />

Een Rhythm Set is een verzameling slagwerkklanken<br />

waarbij ieder instrument een eigen MIDI-nootnummer<br />

krijgt. De opbouw van ieder individueel instrument<br />

ziet er als volgt uit:<br />

Een Rhythm Set bevat ook weer Tones – maar veel<br />

meer dan 4. Deze Tones heten “Rhythm Tones”.<br />

• WG (Wave Generator)<br />

Hier kiest u de PCM golfvorm die de basis vormt van<br />

het geluid. Bovendien bepaalt u hier het toonhoogteverloop<br />

van die golfvorm. Aan elke Rhythm Tone<br />

kunt u maximaal vier golfvormen toewijzen.<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> beschikt over 1.083 golfvormen (blz. 242).<br />

Alle slagwerkklanken zijn gebaseerd op één van deze<br />

golfvormen.<br />

• TVF (Time Variant Filter)<br />

Hiermee wijzigt u de klankkleur van de golfvorm.<br />

• TVA (Time Variant Amplifier)<br />

Hiermee programmeert u volume- en panoramavariaties.<br />

• Envelopes<br />

Envelopes dienen om de beweging van de toonhoogte<br />

(Pitch), het filter (TVF) en het volume (TVA) te veranderen.<br />

6.2 Rhythm Tones via<br />

MIDI kiezen of niet?<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe om te bepalen of de Rhythm Tones<br />

enkel via het frontpaneel of ook via MIDI (door een<br />

toets in te drukken) kunnen worden geselecteerd. Dit<br />

doet u als volgt:<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator moet oplichten).<br />

* Als de indicator knippert, hebt u de Utility-mode geselecteerd.<br />

Druk dan nog een keer op [SYSTEM/UTILITY].<br />

2. Druk zo vaal op [F1≈(General)] tot de SYSTEM General<br />

#1-pagina verschijnt.<br />

148<br />

Rhythm Set<br />

nootnummer 98 (D7)<br />

nootnummer 97 (C#7)<br />

nootnummer 36 (C2)<br />

nootnummer 35 (B1)<br />

Rhythm Tone (Percussie-instrumentklank)<br />

3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Rhythm Edit<br />

Key”.<br />

4. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] één van de<br />

volgende twee opties:<br />

PANEL U moet de Rhythm Tone via het frontpaneel<br />

kiezen (TONE SELECT [1]~[4]).<br />

Kies deze stand wanneer u tijdens het editen<br />

via MIDI wilt “drummen”, maar niet wilt dat<br />

het display telkens de parameters voor de hierdoor<br />

gekozen Rhythm Tones afbeeldt.<br />

PNL & MIDI U kunt de benodigde Rhythm Tone zowel met<br />

TONE SELECT [1]~[4] als door het indrukken<br />

van een toets op het externe klavier selecteren.<br />

* Als u de Rhythm-instrumenten graag met de knoppen<br />

[E]~[H] kiest, terwijl u op het externe MIDI-klavier speelt,<br />

moet u hier “PANEL” kiezen.<br />

* Eventuele fouten kunt u meteen weer annuleren door op<br />

[UNDO] te drukken.<br />

5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />

Play-pagina.<br />

6.3 Common-parameters<br />

1. Kies de te editen Rhythm Set.<br />

2. Druk op [F1≈(Common)].<br />

3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter<br />

wiens waarde u wilt wijzigen.<br />

4. Stel er met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de waarde<br />

van in.<br />

* Eventuele fouten kunt u meteen weer annuleren door op<br />

[UNDO] te drukken.<br />

5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />

Play-pagina.<br />

Het sterretje * naast de Rhythm Set-naam betekent dat<br />

de Rhythm Set in het buffergeheugen niet meer overeenkomt<br />

met de opgeslagen versie. Sla de nieuwe versie<br />

eerst op alvorens een andere Rhythm Set te kiezen<br />

(blz. 163).<br />

RHYTHM Common-pagina<br />

([RHYTHM] - [F1≈(Common)])<br />

Common<br />

Name<br />

De naam van een Rhythm Set kan maximaal 12 tekens<br />

bevatten. Zie blz. 112 voor meer details.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones<br />

Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het algemene volume van<br />

de Rhythm Set. Op een mengpaneel zou je dit een<br />

“Master”- of “Group/Bus”-Fader noemen. Gebruik<br />

deze parameter enkel als correctie van het volume –<br />

dus enkel als het echt niet anders kan. Houd bovendien<br />

in de gaten dat u het volume van de Rhythm<br />

Tones apart kunt instellen – en wel met twee parameters:<br />

“Level” op blz. 154 en “Level” op blz. 150.<br />

Output Assign<br />

Met deze parameter bepaalt u naar welke uitgangen<br />

het Rhythm Set-signaal (dus van alle Rhythm Tones)<br />

wordt uitgestuurd:<br />

MFX: Het Rhythm Set-signaal wordt in stereo naar de<br />

MFX (multi-effect) gestuurd en kan dus met een passend<br />

effect worden bewerkt (bv. een alternatieve galm<br />

voor de Snare). Het MFX-signaal kan dan op zijn beurt<br />

van Chorus en Reverb worden voorzien.<br />

OUTPUT A~D: Het signaal wordt naar de OUTPUT A<br />

(MIX) of OUTPUT B (MIX) aansluitingen gestuurd<br />

(stereo) en dus niet door de MFX bewerkt.<br />

INDIV 1~8: Het signaal wordt in mono naar de gekozen<br />

INDIVIDUAL-uitgang uitgestuurd.<br />

TONE: De Rhythm Set hanteert de uitgangstoewijzing<br />

van de Rhythm Tones.<br />

Tempo<br />

Clock Source<br />

Sommige parameters werken met een tijdswaarde.<br />

Deze parameters zijn: een aantal MFX-parameters en<br />

Phrase Loops. Met “Clock Source” kiest u de bron die<br />

de tempowaarde voor het tempo levert.<br />

RHYTHM De voor “Tempo” ingestelde waarde wordt<br />

gehanteerd.<br />

SYSTEM De Rhythm Set wordt gesynchroniseerd met het<br />

systeemtempo van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of met MIDI<br />

Clock-commando’s van een externe sequencer.<br />

Tempo<br />

(20~250) Wanneer u voor “Clock Source” RHYTHM<br />

kiest, wordt de hier ingestelde tempowaarde gehanteerd.<br />

Opgelet: deze tempowaarde wordt niet naar<br />

MIDI OUT uitgestuurd.<br />

One Shot Mode<br />

Switch<br />

Hiermee zorgt u dat alle Samples, die aan een Rhythm<br />

Tone toegewezen en waarvoor de Loop-mode<br />

(blz. 153) gekozen is, samen worden afgespeeld (One<br />

Shot).<br />

* Deze functie is niet beschikbaar voor de interne golfvormen<br />

of de golfvormen op een Wave Expansion Board.<br />

* De Loop-instellingen van de Samples kunt u niet veranderen.<br />

6.4 Instellingen voor de<br />

afzonderlijke Rhythm<br />

Tones<br />

Ziehier de parameters die u voor elke Rhythm Tone<br />

apart kunt instellen en die u met de knoppen [F2]~[F5]<br />

kunt selecteren:<br />

[F2 (Key WG)]<br />

[F1≈(WG≈Prm)] Keuze van de golfvormen, FXM, Pan en<br />

stemming (blz. 150)<br />

[F2≈(Pitch)] Toonhoogte (blz. 151)<br />

[F3≈(Pch≈Env)] Pitch Envelope (blz. 151)<br />

[F4≈(V.Range)] WMT-aanslagbereik (blz. 152)<br />

[F5≈(Sample)] Sample Edit (blz. 153)<br />

[F3 (Key TVF)]<br />

[F1≈(TVF≈Prm)] Filterinstellingen (blz. 153)<br />

[F2≈(TVF≈Env)] TVF Envelope (blz. 154)<br />

[F4 (Key TVA)]<br />

[F1≈TVA≈Prm)] Volumeïnstellingen (blz. 154)<br />

[F2≈(TVA≈Env)] TVA Envelope (blz. 155)<br />

[F5 (Key Ctl)]<br />

Andere parameters (blz. 155)<br />

1. Kies de te editen Rhythm Set.<br />

2. Druk op [F2]~[F5] om de benodigde parametergroep te<br />

kiezen.<br />

In bepaalde gevallen moet u daarna met [F1]~[F4] naar<br />

de juiste display-pagina gaan.<br />

3. Kies met TONE SELECT [1]~[4] de benodigde Rhythm<br />

Tone (deze knoppen heten ook E, F, G en H).<br />

TONE SELECT [1] toets/noot die één octaaf lager is<br />

TONE SELECT [2] halve toon lager (zwarte/witte toets<br />

rechts van de huidige)<br />

TONE SELECT [3] halve toon hoger<br />

TONE SELECT [4] toets/noot die één octaaf hoger is<br />

* Als u wilt, kunt u de Rhythm Tone ook via MIDI kiezen<br />

(blz. 148).<br />

* Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u op [√] drukt om te zorgen<br />

dat de cursor naar het Rhythm Tone-nummer linksboven<br />

in het display springt. Vervolgens kunt u dan met de<br />

[VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde Rhythm Tone<br />

kiezen.<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

5. Stel met de [VALUE]-regelaar en [DEC] [INC] de benodigde<br />

waarde voor deze parameter in.<br />

* Met [UNDO] kunt u de laatste wijziging weer ongedaan<br />

maken.<br />

6. Herhaal de stappen 2~5 tot u alles naar wens hebt<br />

ingesteld.<br />

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />

Play-pagina.<br />

149<br />

Referentiehandboek


6. Rhythm Sets programmeren<br />

Het sterretje * betekent dat de Rhythm Set in het buffergeheugen<br />

niet meer overeenkomt met de opgeslagen<br />

versie. Sla de nieuwe versie eerst op alvorens een<br />

andere Rhythm Set te kiezen (blz. 163).<br />

Opgelet tijdens het kiezen van een<br />

golfvorm<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hanteert twee soorten golfvormen: One-<br />

Shot en Looped. Dat heeft bepaalde consequenties<br />

voor de Envelopes en het resulterende geluid. Zelfs<br />

met een “lange” Envelope kunt u een One-Shot-golfvorm<br />

namelijk niet langer maken dan het digitale<br />

audiomateriaal ervan. Wat we hiermee bedoelen is:<br />

zelfs met de Envelope van een orgel kunt u van een<br />

korte “pats” geen “paaaaaats” maken. Zie ook blz. 120.<br />

Golfvorm, panorama en toonhoogte<br />

RHYTHM WG Parameter-pagina<br />

([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F1≈(WG≈Prm)])<br />

Rhythm Tone<br />

Name<br />

Als u wilt, kunt u aan elke Rhythm Tone een naam van<br />

maximaal 12 tekens geven. Dat is iets voor lange avonden<br />

wanneer er helemaal niets op de buis te bespeuren<br />

valt… Zie blz. 112 voor het “druk-werk”.<br />

150<br />

* Dankzij de WMT-functie laat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> toe om aan elke<br />

Rhythm Tone maximaal vier golfvormen toe te wijzen.<br />

WAVE<br />

Alvorens dieper op de volgende parameters in te gaan,<br />

willen we even het volgende kwijt: in tegenstelling tot<br />

de Tones van een Patch kunt u aan elke Rhythm Tone 4<br />

(al dan niet) stereo-golfvormen toewijzen. Dit doet u<br />

door achtereenvolgens “WMT1”, “WMT2”, WMT3”<br />

en “WMT4” te kiezen. Het volgende kunt/moet u dus<br />

eventueel maal vier doen.<br />

Group<br />

Met deze parameter kiest u de Group (Sound Library)<br />

die de benodigde golfvorm bevat. Hier hebt u drie<br />

mogelijkheden: INT (intern golfvormgeheugen), XP-<br />

A~H (golfvorm van een geïnstalleerd Wave Expansion)<br />

en SAMPLE (Samples die u van een CD-ROM of<br />

andere datadrager in het SIMM-geheugen van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hebt geladen.<br />

L, R<br />

(1~…)<br />

Met deze parameters kiest u een golfvorm van de met<br />

Group geselecteerde groep. Gaat het om een monogolfvorm,<br />

dan wordt de naam ervan in de bovenste<br />

regel afgebeeld. Bij stereo-golfvormen verschijnen er<br />

twee namen: één met een “(L)” en een tweede met een<br />

“(R)”.<br />

Als u even in het golfvormoverzicht op blz. 242 begint<br />

te neuzen, zal u merken dat er (naar het einde toe) verschillende<br />

drumklanken zijn, die weliswaar dezelfde<br />

naam hebben, maar ook een “p” (piano), “mf” (mezzoforte)<br />

enz. bevatten. Dat zijn samples met licht verschillende<br />

klankkleuren (omdat de drummer hard c.q.<br />

zacht op de betreffende trommel gemept heeft) die u<br />

achtereenvolgens (van “p” tot “ff”) aan de vier WMTgolfvormen<br />

zou kunnen toewijzen voor een bijzonder<br />

realistisch drumgeluid.<br />

* Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [F6] drukt,<br />

kunt u snel tussen “mono” en “stereo” heen en weer schakelen.<br />

Tempo Sync<br />

De zgn. “Phrase Loops” kunnen met het tempo worden<br />

gesynchroniseerd door hier ON te kiezen. Dergelijke<br />

golfvormen bestaan enkel op bepaalde printen<br />

van de SR-JV80-serie (bv. “10 BASS&DRUMS”) – en<br />

ook dan enkel wanneer u aan de geselecteerde Tone<br />

een golfvorm met een BPM-waarde hebt toegewezen.<br />

Zie ook “Phrase Loops synchroniseren met het<br />

System-tempo of een extern MIDI Clock-signaal” op<br />

blz. 186.<br />

Gain & Level<br />

Gain<br />

Deze parameter verandert het ingangsvolume van de<br />

golfvorm. Het uitgangsvolume ervan kunt u met de<br />

Level-parameter van de Rhythm Tone veranderen. De<br />

Gain-waarde wordt in dB afgebeeld. (–6, 0, +6, +12)<br />

Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van elke WMTgolfvorm<br />

van de geselecteerde Rhythm Tone. De<br />

“mix” hiervan kunt u met “Level” op blz. 154 (TVA) in<br />

z’n totaliteit ophalen of afzwakken. Verder kunt u ook<br />

het volume van de hele Rhythm Set nog bijsturen als<br />

dat nodig is (blz. 149) en met Gain (zie hierboven) het<br />

volume van de WMT-golfvormen beïnvloeden. Keuze<br />

en mogelijkheden te over dus…<br />

Pan<br />

(L64~63R)<br />

Hiermee zet u elke WMT-golfvorm op de gewenste<br />

plaats in het stereobeeld. “L64” staat voor helemaal<br />

links en “63R” voor helemaal rechts. Hoewel dit kan,<br />

lijkt het slimmer om geen al te verschillende Pan-waarden<br />

voor de verschillende WMT-golfvormen van een<br />

Rhythm Tone te programmeren.<br />

* De “Master-stereopositie” van de Rhythm Tone stelt u in<br />

met “Pan” op blz. 154.<br />

Random<br />

Met deze parameter zorgt u ervoor dat de betreffende<br />

WMT-golfvorm bij elke noot naar een andere plaats in<br />

het stereobeeld springt. Kies OFF als dat niet nodig is.<br />

Met “Random” op blz. 155 kunt u de breedte/diepte<br />

van die panorama-effect instellen.<br />

Alternate<br />

Met deze parameter zorgt u dat de WMT-golfvorm bij<br />

elke gespeelde noot telkens naar links of naar rechts<br />

springt. Waar deze sprongen beginnen, stelt u in met


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones<br />

“Alternate” op blz. 155 – en dat geldt dan voor de hele<br />

Rhythm Tone, alias de vier WMT-golfvormen. U kunt<br />

echter voor elke WMT-golfvorm apart instellen of ze al<br />

(ON) dan niet (OFF) heen en weer moet springen. De<br />

breedte/diepte van dit effect bepaalt u met “Alternate”<br />

op blz. 155.<br />

Tune<br />

Coarse<br />

(–48~+48) Met deze parameter kunt u de geselecteerde<br />

WMT-golfvorm in stappen van halve tonen hoger of<br />

lager stemmen (tot ±4 octaven). Deze waarde wordt bij<br />

“Coarse Tune” op blz. 151 opgeteld, zodat de uiteindelijke<br />

toonhoogte afhangt van de som van de twee. U<br />

kunt de toonhoogte dus enerzijds voor alle WMT-golfvormen<br />

apart en anderzijds voor de betreffende<br />

Rhythm Tone in z’n geheel instellen.<br />

Fine<br />

(–50~+50) Hiermee kunt u de WMT-golfvorm in stappen<br />

van 1 Cent (d.w.z. 1/100e van een halve toon)<br />

hoger of lager stemmen. Deze waarde wordt opgeteld<br />

bij “Fine Tune” op blz. 151.<br />

WMT FXM<br />

Ziehier de FXM-parameters van de WMT-golfvormen<br />

(jawel, voor elke WMT apart). Hiermee zorgt u voor<br />

heel speciale geluiden.<br />

Switch, Color, Depth<br />

Zie blz. 121 voor meer details over deze parameters.<br />

RHYTHM WG Pitch-pagina<br />

([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F2≈(Pitch)])<br />

Pitch-parameters<br />

Met deze parameters stelt u alles in wat met de toonhoogte<br />

van een Rhythm Tone (dus alle vier WMT-golfvormen<br />

samen) te maken heeft.<br />

Coarse Tune<br />

(–48~+48) Met deze parameter bepaalt u de toonhoogte<br />

van de Rhythm Tone. Als niet alle WMT-golfvormen<br />

dezelfde toonhoogte mogen hebben, moet u<br />

dat met “Coarse” hierboven instellen.<br />

Fine Tune<br />

Ziehier een parameter waarmee u de toonhoogte van<br />

de Rhythm Tone in stappen van 1 Cent kunt instellen<br />

(bereik: ±50 Cent). Ook deze parameter bestaat op<br />

WMT-niveau. Zie “Fine” links.<br />

Random Pitch<br />

Depth<br />

(0~1200) Met deze parameter kunt u zorgen dat de<br />

toonhoogte van deze Rhythm Tone voor elke<br />

gespeelde noot licht verschilt, wat soms voor een<br />

natuurlijkere indruk zorgt. In andere gevallen kan<br />

deze parameter echter een soort Phasing-effect veroorzaken<br />

(met name bij roffels). Kies in dat geval de<br />

waarde “0”. Ook deze waarde slaat op Cent.<br />

RHYTHM WG Pitch Envelope-pagina<br />

([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F3≈(Pch≈Env)])<br />

Pitch Envelope<br />

Met de parameters op deze pagina’s programmeert u<br />

de Pitch Envelope van de geselecteerde Rhythm Tone.<br />

Met name voor pauken en “Talking Drums” kan dit<br />

leuke effecten opleveren. In andere gevallen is het eerder<br />

een gimmick.<br />

Depth<br />

(–12~+12) Deze parameter werkt als een soort vermenigvuldigingsfactor<br />

(versterker) voor de toonhoogteverschillen<br />

die kunnen worden ingesteld met de Pitch<br />

Envelope (zie verderop). Grotere positieve waarden<br />

zorgen voor grotere toonhoogteverschillen. Negatieve<br />

waarden hebben hetzelfde effect, maar ze resulteren in<br />

een omgekeerde Pitch Envelope. Dit houdt in dat de<br />

toonhoogte daalt, wanneer een noot volgens de Pitch<br />

Envelope hoger zou moeten klinken. De waarde “0”<br />

betekent dat de Pitch Envelope geen toonhoogteverandering<br />

veroorzaakt, ongeacht de instelling van de<br />

Envelope.<br />

Time 1~4<br />

(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />

van de Pitch Envelope (Envelope van de toonhoogte)<br />

in. Met de Time-waarden bepaalt u de overgangssnelheid<br />

van de ene Level-waarde naar de volgende. Een<br />

voorbeeld: met Time 2 bepaalt u de overgangssnelheid<br />

van L1 naar L2. Hoe groter de Time-waarde, hoe trager<br />

de overgang.<br />

Level 0~4<br />

(–63~+63) Deze Level-waarden van de Pitch Envelope<br />

slaan op de toonhoogte. Wie nog met analoge synthesizers<br />

gewerkt heeft, zal hier iets aan hebben: Time 1/<br />

Level 1 beantwoorden aan “A”, Time 2/Level 2 aan<br />

“D”, Time 3/Level 3 aan “S” en Time 4/Level 4 aan<br />

“R” (Attack, Decay, Sustain, Release).<br />

Met Level 0 bepaalt u de toonhoogte die een noot bij<br />

het aanslaan heeft – dit is een wijziging van de Coarseen<br />

Fine-parameters (zie blz. 122).<br />

151<br />

Referentiehandboek


6. Rhythm Sets programmeren<br />

Velocity Sens<br />

Amount<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />

waarin de Pitch Envelope-waarden van L0, L1, L3 en<br />

L4 aanslaggevoelig zijn. Positieve waarden zorgen<br />

voor grotere variaties van de toonhoogte bij een hogere<br />

aanslagwaarde. Negatieve waarden hebben bij een<br />

hogere aanslagwaarde juist kleinere variaties tot<br />

gevolg. De waarde “0” betekent dat de Pitch Envelope<br />

niet via de aanslag kan worden beïnvloed.<br />

Time 1<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />

van de Pitch Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 1-parameter afneemt (tragere Attack)<br />

naarmate u harder aanslaat. De waarde “0” betekent<br />

dat de Time 1-waarde niet aanslaggevoelig is.<br />

Time 4<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />

van de Pitch Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />

aanslaat.<br />

RHYTHM WG WMT Vel Range-pagina<br />

([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F4≈(V.Range)])<br />

Velocity Control<br />

Switch<br />

Hiermee bepaalt u of de omschakeling tussen de vier<br />

WMT-golfvormen via de aanslag wel degelijk moet<br />

werken (ON) of niet (OFF). Als gimmick kunt u hier<br />

ook nog kiezen voor RANDOM. Dit betekent dat de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zelf uitmaakt wanneer welke WMT-golfvorm<br />

klinkt – en dat houdt dan geen verband meer met de<br />

aanslagwaarden, maar kan wel voor meer realisme<br />

zorgen.<br />

152<br />

Tijd (T2~T4)<br />

+100<br />

+50<br />

C1 C2 C3 C4 C5 C6<br />

-100<br />

C7<br />

0<br />

-50<br />

Noot<br />

L.F<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />

de geselecteerde Rhythm Tone gebeurt wanneer de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een kleinere aanslagwaarde dan V.L ontvangt.<br />

Hoe groter de hier ingestelde waarde, hoe geleidelijker<br />

de Rhythm Tone bij kleine aanslagwaarden<br />

verdwijnt. Kies “0” als de Tone bij aanslagwaarden<br />

beneden de ondergrens (V.L) niet meer te horen mag<br />

zijn.<br />

Volume<br />

1<br />

V.L<br />

V.U<br />

L.Fade-waarde U.Fade-waarde<br />

Aanslag<br />

V.L<br />

(1~UPPER) Hiermee kiest u de kleinste aanslagwaarde<br />

waarmee de geselecteerde Rhythm Tone kan worden<br />

aangestuurd.<br />

V.U<br />

(LOWER~127) Hiermee kiest u het hoogste nootnummer<br />

waarmee de geselecteerde Rhythm Tone kan worden<br />

aangestuurd.<br />

* V.L-waarde kan nooit groter zijn dan de V.U-waarde en<br />

vice versa. Probeert u dat toch te doen, dan wordt voor<br />

beide parameters dezelfde waarde ingesteld.<br />

U.F<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u wat er met het volume van<br />

de Tone gebeurt wanneer u noten boven de V.Uwaarde<br />

speelt. Kies “0” als de Tone dan niet meer te<br />

horen mag zijn. Met andere waarden zorgt u ervoor<br />

dat het volume van de geselecteerde Tone vanaf de<br />

V.U-noot geleidelijk aan afneemt.<br />

Velocity Range<br />

Hier worden de instellingen van de vier WMT-golfvormzones<br />

grafisch afgebeeld.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones<br />

RHYTHM WG Sample-pagina<br />

([RHYTHM] - [F2≈(WG)] - [F5≈(Sample)])<br />

Ook in de Rhythm Set-mode kunt u de Samples editen<br />

die u van een CD-ROM e.d. in het SIMM-geheugen<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hebt geladen.<br />

* Vergeet niet eerst minstens één Sample te laden.<br />

Sample<br />

Sampling Freq., Original Key, Loop, Mode<br />

Zie blz. 124.<br />

Tune<br />

(–50~50) Hiermee kunt u de lus (het gedeelte dat herhaald<br />

wordt) in stappen van een 1/100e halve toon<br />

stemmen. Voor Rhythm Tones kunt u hiermee zorgen<br />

dat een Groove precies het juiste tempo heeft (maar<br />

dan verandert ook zijn toonhoogte).<br />

Start-Fine, Loop Point Start-Fine, End-Fine<br />

Zie blz. 124.<br />

TVF (filter)<br />

([F3≈(Key≈TVF)])<br />

Met behulp van de volgende parameters maakt u de<br />

belangrijkste instellingen voor de klankkleur van de<br />

geselecteerde Tone(s).<br />

RHYTHM TVF Parameter-pagina<br />

([RHYTHM] - [F3≈(Key≈TVF)] - [F1≈(TVF≈Prm)])<br />

TVF<br />

Filter Type<br />

Hiermee kiest u het type filter. Ieder type filtert frequenties<br />

in een bepaald gebied. Hiermee kunt u de<br />

klank helderder, warmer, dunner of voller maken. Zie<br />

“Filter Type” op blz. 136 voor meer details. (OFF,<br />

LPF, HPF, PKG, LPF2, LPF3)<br />

Cutoff Freq<br />

(0~127) Hiermee kiest u de grensfrequentie van het filter.<br />

In het geval van LPF/LPF2/LPF3 bepaalt u hiermee<br />

de frequentie waarboven er wordt gefilterd. Hoe<br />

groter de waarde, hoe helderder het geluid wordt.<br />

In het geval van BPF kiest u hiermee de frequenties die<br />

worden doorgelaten, wat voor bepaalde “speciale”<br />

klanken noodzakelijk is.<br />

In het geval van HPF kiest u hiermee de waarde waaronder<br />

de frequenties worden gefilterd, wat het geluid<br />

“dunner” maakt. Voor PKG tenslotte bepaalt u met<br />

deze parameter welke frequenties er worden benadrukt<br />

(dus het tegenovergestelde van “gefilterd”).<br />

Resonance<br />

(0~127) Geeft een kenmerkend “synthesizer”-karakter<br />

aan de klank door de boventonen in het gebied rond de<br />

Cutoff-frequentie te benadrukken. Hoe hoger de<br />

waarde, des te sterker het effect. Soms wordt dit wel<br />

als effect gebruikt.<br />

LPF<br />

Niveau<br />

Groot<br />

BPF HPF PKG<br />

Frequentie<br />

Parameterwaarde<br />

Klein<br />

Cutoff<br />

Resonance Velo<br />

Sens<br />

(–63~63) Met deze parameter bepaalt u hoe sterk de<br />

Resonance-parameter via de aanslag kan worden beïnvloed.<br />

Kies een positieve waarde (+) om te zorgen dat<br />

de Resonance-waarde toeneemt naarmate u harder<br />

aanslaat. Kiest u een negatieve waarde, dan neemt de<br />

Resonance bij een harde aanslag af.<br />

Cutoff Velo<br />

Curv<br />

(FIXED/1~7) Met deze parameter kiest u de curve die<br />

voor de interpretatie van de aanslagwaarden wordt<br />

gebruikt. Kies FIXED wanneer de Cutoff-waarde van<br />

de TVF niet aanslaggevoelig hoeft te zijn.<br />

1 2 3 4 5 6 7<br />

Sens<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />

de Cutoff-waarde via de aanslag kan worden beïnvloed.<br />

Om te zorgen dat de noten bij een hardere aanslag<br />

helderder klinken dan bij een zachtere aanslag<br />

moet u een positieve (+) waarde instellen. Kies een<br />

negatieve (–) waarde om te zorgen dat het geluid bij<br />

een hardere aanslag doffer wordt.<br />

153<br />

Referentiehandboek


6. Rhythm Sets programmeren<br />

RHYTHM TVF Envelope-pagina<br />

([RHYTHM] - [F3≈(Key≈TVF)] - [F2≈(TVF≈Env)])<br />

TVF Envelope<br />

Met deze parameters kunt u letterlijk gestalte geven<br />

aan de evolutie van de Cutoff-frequentie.<br />

Depth<br />

(–63~+63) Hiermee bepaalt u de maximale wijzigingsgraad<br />

die u met de TVF Envelope kunt bereiken. Hoe<br />

groter de hier ingestelde waarde, hoe hoger de grensfrequentie.<br />

Met negatieve waarden keert u de TVF<br />

Envelope om.<br />

Time 1~4<br />

(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />

van de TVF Envelope (Envelope van het filter) in. Met<br />

de Time-waarden bepaalt u de overgangssnelheid van<br />

de ene Level-waarde naar de volgende. Een voorbeeld:<br />

met Time 2 bepaalt u de overgangssnelheid van Level<br />

1 naar Level 2. Hoe groter de Time-waarde, hoe trager<br />

de overgang.<br />

Level 0~4<br />

(0~127) “Level” staat eigenlijk voor “niveau”, maar dat<br />

neemt niet weg dat de “Level”-waarden van de TVF<br />

Envelope op de grensfrequentie (Cutoff) slaan.<br />

Opmerkelijk is dat u hier ook een waarde voor de<br />

Release (de uitsterftijd, Level 4) kunt instellen, zodat<br />

de uiteindelijke filteropening niet noodzakelijk gelijk<br />

hoeft te zijn aan de voor “Cutoff Freq” ingestelde<br />

waarde.<br />

Met Level 0 bepaalt u de grensfrequentie die een noot<br />

bij het inschakelen/aanslaan heeft. Een positieve<br />

waarde (+) betekent dat de Cutoff-waarde hoger is dan<br />

normaal, een negatieve waarde (–) betekent het tegenovergestelde.<br />

Velo Sens<br />

Amount<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />

waarin de TVF Envelope waarden Level 1~4 aanslaggevoelig<br />

zijn. Positieve waarden zorgen voor grotere<br />

variaties van de TVF Envelope bij een hardere aanslag.<br />

Negatieve waarden hebben bij een hardere aanslag<br />

juist kleinere variaties tot gevolg. Wanneer de waarde<br />

“0” is ingesteld, verandert de TVF Envelope niet, ongeacht<br />

de aanslag.<br />

Time 1<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />

van de TVF Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 1-parameter afneemt naarmate u harder<br />

aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 1waarde<br />

niet aanslaggevoelig is.<br />

154<br />

Time 4<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />

van de TVF Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />

aanslaat. De waarde “0” betekent dat de Time 4waarde<br />

niet aanslaggevoelig is.<br />

Amount V-Crv<br />

(FIXED/1~7) Ziehier een parameter waarmee u kunt<br />

instellen op welke manier de aanslag de TVF Envelope<br />

(Level- en sommige Time-waarden) mag beïnvloeden.<br />

Kies FIXED als de Envelope niet op de aanslagwaarden<br />

mag reageren.<br />

TVA: volume en stereopositie<br />

([F4≈(Key≈TVA)])<br />

RHYTHM TVA Parameter-pagina<br />

([RHYTHM] - [F4≈(Key≈TVA)] - [F1≈(TVA≈Prm)])<br />

TVA<br />

Level<br />

(0~127) Gebruik deze parameter om de balans tussen<br />

de Rhythm Tones optimaal te regelen. Dit is een soort<br />

“Master-regelaar” voor de vier WMT-golfvormen. Het<br />

volume van de golfvormen kunt u ook apart instellen<br />

(zie “Level” op blz. 150). Het volume van de hele<br />

Rhythm Set (d.w.z. alle Rhythm Tones) daarentegen<br />

stelt u in met… ook weer “Level” op blz. 149.<br />

V-Curve<br />

(FIXED/1~7) Met deze parameter kiest u de curve die<br />

voor de interpretatie van de aanslagwaarden wordt<br />

gebruikt. Kies FIXED wanneer de TVA Envelope niet<br />

aanslaggevoelig hoeft te zijn.<br />

V-Sens<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate<br />

waarin de TVA Envelope Level-waarden aanslaggevoelig<br />

zijn. Positieve waarden zorgen voor grotere<br />

variaties van de TVA Envelope bij een hardere aanslag.<br />

Negatieve waarden hebben bij een hardere aanslag<br />

juist kleinere variaties tot gevolg. Wanneer de waarde<br />

“0” is ingesteld, verandert de TVA Envelope niet,<br />

ongeacht de aanslag.<br />

Pan<br />

Pan<br />

(L64~63R) Ziehier een parameter die op Rhythm Tonevlak<br />

dezelfde functie heeft als de Pan-parameter van<br />

een Part (in een Performance): u verschuift er de stereopositie<br />

van alle actieve WMT-golfvormen mee. De


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Instellingen voor de afzonderlijke Rhythm Tones<br />

stereoplaatsing van deze laatste stelt u in met “Pan” op<br />

blz. 150. “L64” betekent helemaal links en “63R” helemaal<br />

rechts.<br />

Random<br />

(0~63) Met deze parameter kunt u zorgen dat de stereopositie<br />

voor elke noot op een willekeurige manier<br />

verandert. Hoe groter deze waarde, hoe ruimer de<br />

“sprongen” over het stereobeeld worden verdeeld.<br />

Alternate<br />

(L63~63R) Deze parameter heeft ongeveer dezelfde<br />

functie als Random. Hier gebeuren de sprongen echter<br />

op een voorspelbare manier, waarbij de ingestelde<br />

waarde (≠0) de uitgangspositie van de betreffende<br />

Tone is. Vervolgens springt de Rhythm Tone bij elke<br />

noot heen en weer tussen het linker en rechter kanaal<br />

(of vice versa). De waarde “0” betekent dat de Rhythm<br />

Tone niet alterneert tussen de twee kanalen.<br />

* Met “Alternate” op blz. 150 kunt u voor elke WMT-golfvorm<br />

apart instellen of ze al dan niet meespringt.<br />

RHYTHM TVA Envelope-pagina<br />

([RHYTHM] - [F4≈(Key≈TVA)] - [F2≈(TVA≈Env)])<br />

TVA Envelope<br />

Time 1~4<br />

(0~127) Met deze parameters stelt u de tijdwaarden<br />

van de TVA Envelope in. Met de Time-waarden<br />

bepaalt u de overgangssnelheid van de ene Levelwaarde<br />

naar de volgende. Hoe groter de Time-waarde,<br />

hoe trager de overgang.<br />

Level 1~3<br />

(0~127) Hiermee kunt u het volume eveneens beïnvloeden.<br />

De meeste percussieklanken (bv. marimba)<br />

zijn veel korter dan bv. strijkersklanken. Met deze<br />

Level-waarden stelt u afwijkingen in t.o.v. het volume<br />

(Level) van de geselecteerde Rhythm Tone.<br />

Velocity Sens<br />

Time 1<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 1waarde<br />

van de TVA Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 1-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van Time 1 afneemt naarmate u harder aanslaat. De<br />

waarde “0” betekent dat de Time 1-waarde niet aanslaggevoelig<br />

is.<br />

Time 4<br />

(–63~+63) Deze parameter laat toe om de Time 4waarde<br />

van de TVA Envelope via de aanslag te wijzigen.<br />

Positieve waarden betekenen dat de snelheid van<br />

de Time 4-parameter toeneemt naarmate u harder aanslaat.<br />

Negatieve waarden betekenen dat de snelheid<br />

van de Time 4-parameter afneemt naarmate u harder<br />

aanslaat. De waarde “0” betekent dat Time 4 niet aanslaggevoelig<br />

is.<br />

Andere parameters<br />

([F5≈(Key≈Ctl)])<br />

RHYTHM Key Control-pagina<br />

([RHYTHM] - [F5≈(Key≈Ctl)])<br />

Control<br />

Bend Range<br />

(0~48) Hiermee bepaalt u hoeveel halve tonen de toonhoogte<br />

verschuift wanneer u de BENDER-hendel helemaal<br />

naar rechts (c.q. naar links) schuift. (Deze Rangewaarde<br />

geldt zowel voor opwaartse als neerwaartse<br />

buigingen.)<br />

Mute Group<br />

(OFF/1~31) Zoals de meeste <strong>Roland</strong>-instrumenten<br />

met drumklanken, biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> verschillende<br />

“Mute Groups” waarmee u kunt zorgen dat telkens<br />

maar één instrument van de betreffende groep klinkt.<br />

Dit is met name handig voor de HiHat-klanken omdat<br />

een HiHat nooit tegelijkertijd open en gesloten kan<br />

zijn. Wanneer u hier eenzelfde nummer aan bv. de<br />

open HiHat en een andere Tone toekent (bv. de gesloten<br />

HiHat), kan telkens maar één van beide klinken. Er<br />

zijn 31 groepen. Als u deze “exclusiviteit” niet nodig<br />

hebt, moet u OFF kiezen voor de Tones die niet door<br />

andere mogen worden uitgeschakeld.<br />

Assign Type<br />

(MULTI/SINGLE) Met deze parameter bepaalt u wat<br />

er gebeurt wanneer eenzelfde Rhythm Tone meerdere<br />

keren na elkaar wordt aangestuurd. De juiste keuze<br />

zorgt voor een groter realisme.<br />

MULTI: Tijdens roffels e.d. wordt er voor elke noot<br />

een andere toongenerator gebruikt, zodat alle noten<br />

natuurlijk (volgens de golfvorm en de Envelope) uitsterven.<br />

Er worden dus geen geluiden plots uitgeschakeld.<br />

Dit is de aangewezen keuze voor cimbalen en<br />

lang nazinderende toms.<br />

SINGLE: Tijdens roffels e.d. klinkt telkens maar de<br />

noot die als laatste werd gespeeld. Met name voor cimbalen<br />

kan dit lastig zijn, omdat het geluid dan erg<br />

mechanisch (“kunstmatig”) overkomt.<br />

Envelope Mode<br />

(NO SUS/SUSTAIN) Wanneer de geselecteerde<br />

Rhythm Tone een Looped-golfvorm gebruikt, klinkt<br />

hij zo lang tot u de toetsen weer loslaat/de noten weer<br />

uitschakelt. Wilt u echter dat het geluid natuurlijk uitsterft<br />

(dus zonder Loop), dan moet u hier NO<br />

SUSTAIN kiezen.<br />

* Op One-Shot-golfvormen heeft deze parameter geen enkele<br />

invloed (dus ook niet wanneer u SUSTAIN kiest).<br />

155<br />

Referentiehandboek


6. Rhythm Sets programmeren<br />

MIDI Rx Switch<br />

Met deze parameters bepaalt u of en hoe de Rhythm<br />

Tones op bepaalde controlecommando’s reageren.<br />

Expression Sw<br />

Hier bepaalt u voor de geselecteerde Rhythm Tone of<br />

hij al (ON) dan niet (OFF) op Expression-commando’s<br />

(CC11) reageert.<br />

Hold-1 Sw<br />

Hiermee bepaalt u of de betreffende Tone op Hold 1commando’s<br />

(CC64) reageert (ON) of niet (OFF).<br />

156<br />

* Als u “Envelope Mode” (zie hierboven) op NO SUSTAIN<br />

zet, wordt de hier gemaakte keuze niet gehanteerd.<br />

Pan Mode<br />

CONTINUOUS: De stereopositie van de aangestuurde<br />

Rhythm Tone verandert meteen bij ontvangst<br />

van nieuwe Pan-commando’s (dus ook wanneer u een<br />

noot lang aanhoudt).<br />

KEY-ON: De stereopositie van de aangestuurde<br />

Rhythm Tone verandert pas wanneer u de volgende<br />

noot speelt (of dit door de sequencer e.d. laat doen).<br />

Dit laat dus niet toe om aangehouden noten heen en<br />

weer te bewegen.<br />

* Dit is geen filter. U kunt dus niet zorgen dat een Rhythm<br />

Tone helemaal geen Pan-commando’s ontvangt.<br />

6.5 Andere dingen<br />

• Effecten: Zie “Effecten in de Rhythm Set-mode” op<br />

blz. 60.<br />

• Rhythm Set opslaan: Zie blz. 163.<br />

Rhythm Tone Copy: instellingen<br />

kopiëren<br />

Ook in de Rhythm-mode kunt u instellingen van de<br />

momenteel geselecteerde of een andere Rhythm Set<br />

naar een Rhythm Tone van de Set in het buffergeheugen<br />

(degene die u net aan het editen bent) kopiëren.<br />

1. Kies de te editen Rhythm Set.<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator moet knipperen).<br />

* Als de indicator oplicht, hebt u de SYSTEM-mode geselecteerd.<br />

Druk dan nog een keer op [SYSTEM/UTILITY].<br />

2. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />

3. Druk op [F2≈(Copy)].<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Type”.<br />

5. Kies met de [VALUE]-regelaar “KEY”.<br />

6. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

7. Stel de gewenste waarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />

[DEC] [INC].<br />

8. Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren.<br />

* Met TONE SELECT [1]~[4] kunt u de te kopiëren Tone eveneens<br />

selecteren. Gebruik TONE SWITCH [1]~[4] voor het kiezen<br />

van de Tone van bestemming. Hoe deze knoppen werken<br />

komt u te weten in de tabel op blz. 149.<br />

* De te kopiëren Rhythm Tone (“Key”) kunt u ook kiezen door<br />

een toets in te drukken. (Zie ook “Rhythm Tones via MIDI<br />

kiezen of niet?” op blz. 148.) Breng de cursor echter eerst<br />

naar “Key”.<br />

Rhythm Set Name Copy<br />

Door in stap 6 hierboven “Name” te kiezen kunt u de<br />

naam van een andere Rhythm Set naar de huidige<br />

Rhythm Set kopiëren.<br />

Compare-functie<br />

Tijdens het kopiëren van Rhythm Tones kunt u<br />

gebruik maken van de Compare-functie en dus<br />

even tijdelijk de Patch aan het klavier toewijzenn<br />

waarvan u instellingen wilt kopiëren. Zo bent u er<br />

helemaal zeker van dat u wel degelijk de juiste<br />

Patch gekozen hebt. Druk dus op [F1≈(Compare)] om<br />

naar de “Rhythm Compare”-pagina te gaan. Op die<br />

pagina kunt u zelfs een andere Rhythm Set kiezen<br />

– als het tenminste om een interne gaat, want de<br />

banken XP-A~H kunt u hier niet kiezen. Speel een<br />

paar noten en druk dan weer op [F1] om naar de<br />

vorige pagina terug te keren.<br />

* Als u een Rhythm Tone in het buffergeheugen (TEMP)<br />

als bron (Source) gekozen hebt, kunt u de Comparefunctie<br />

niet gebruiken.<br />

* Houd goed in de gaten dat een Rhythm Tone na het<br />

activeren van de de Compare-functie soms iets anders<br />

klinkt dan onder normale omstandigheden.


7. Samples, golfvormen, data laden<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

7.1 Sample-data enz.<br />

van een CD-ROM laden<br />

Laten we nu kijken hoe je data van een CD-ROM (bv.<br />

van de L-CDX-serie) in het interne geheugen van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laadt.<br />

Hiervoor hebt u een SCSI-compatibele CD-ROM-drive<br />

(bv. een optionele CDR-88RW-2) en SIMMs nodig. Zie<br />

blz. 37 voor het installeren van SIMMs en “CD-ROMdrive<br />

aansluiten” op blz. 39 en volgende voor het aansluiten<br />

van de CD-ROM-drive.<br />

* Voor het laden van Sample-data hebt u een RAM-geheugen<br />

(SIMMs) van minstens 16MB nodig.<br />

* U kunt ook data van een AKAI S1000/3000 CD-ROM<br />

laden (blz. 158).<br />

Sample-Patches laden<br />

Zie hiervoor blz. 40.<br />

[F5≈(Refresh)]<br />

Druk op deze knop om het interne cache-geheugen<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te wissen. Als u bv. een Zip-drive<br />

zowel op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als op een ander apparaat aansluit,<br />

moet u op deze knop drukken alvorens opnieuw<br />

data te laden (om een “actueel” overzicht van de<br />

bestanden te krijgen).<br />

View<br />

Met [F2≈(View)] kunt u een categorie kiezen om te zorgen<br />

dat enkel nog bestanden worden afgebeeld die in<br />

deze categorie thuishoren.<br />

Kies vervolgens met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de<br />

benodigde categorie en druk op [F5≈(On/Off)]. Met<br />

[F4≈(All)] kunt u alle categorieën selecteren. Druk vervolgens<br />

op [F6≈(OK)] om de keuze van de categorie te<br />

bevestigen.<br />

* Meer details over het opvragen van de inhoudsopgave vindt<br />

u op blz. 158.<br />

Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] een Patch en druk<br />

op [F5≈(Mark)] om te zorgen dat er een “✔” naast de<br />

naam van die Patch verschijnt.<br />

Om meteen alle categorieën te markeren moet u op<br />

[F4≈(Mk≈All)] drukken. Druk er nog een tweede keer op<br />

om alle Markers (selecties) weer te wissen.<br />

Sort<br />

Met [F3≈(Sort)] kunt u de bestandsnamen bovendien<br />

rangschikken. Kies vervolgens met de [VALUE]-regelaar<br />

of [ß][†] het systeem voor de rangschikking en druk op<br />

[F6≈(OK)]:<br />

Without de volgorde waarin de bestanden worden afgebeeld<br />

komt overeen met de volgorde waarin ze<br />

werden opgeslagen.<br />

Name De bestandsnamen worden in alfabetische volgord<br />

afgebeeld.<br />

Size [ß] De bestanden worden volgens dataomvang (van<br />

klein naar groot) gerangschikt.<br />

Size [†] De bestanden worden volgens dataomvang (van<br />

groot naar klein) gerangschikt.<br />

Tijdens het laden van de data:<br />

1. Druk op [F6≈(Load)].<br />

Als u een Volume, Performances of Patches kiest,<br />

vraagt het display u nu: “Overwrite in User Group.<br />

OK?”. In dat venster ziet u ook de nummer en naam<br />

van de Patch/Performance van de User Group:<br />

Tussen haakjes: “Volumes” en “Performances” zijn<br />

concepten van de S-samplers van <strong>Roland</strong>. Volumes<br />

kunnen verschillende Performances (en dus ook Patches,<br />

Partials en Samples) bevatten. Performances kunnen<br />

verschillende Patches, Partials en Samples bevatten.<br />

Het gaat dus voornamelijk om “administratieve”<br />

groepen die echter bijzonder handig kunnen zijn.<br />

* Wilt u de data in het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

niet overschrijven, dan moet u nu op [EXIT] drukken.<br />

* Tijdens het laden van een Patch of een Performance kunt u<br />

het geheugen kiezen waar die intern terecht moet komen.<br />

2. Als u de data in het interne geheugen wilt overschijven,<br />

moet u nu op [F6≈(OK)] drukken. Om de nieuwe<br />

data naar nog vrije geheugenplaatsen te kopiëren<br />

moet u op [F5≈(NxtUsr)] drukken.<br />

* Als het User-geheugen niet meer volstaat voor het laden<br />

van nieuwe data, verschijnt de melding “User Performances<br />

(Patches) Full/Choose User location and OK to<br />

overwrite”. Druk dan op [F4≈(JmpDel)] om naar de Deletepagina<br />

te springen en wis een niet meer benodigde Patch/<br />

Performance uit het interne geheugen.<br />

Nu verschijnt er een venster waar u kunt bepalen of<br />

eventueel reeds in het interne geheugen aanwezige<br />

Samples en Partials met dezelfde naam als nieuw te<br />

laden Partials c.q. mogen worden overschreven SIMM<br />

(OK) of in vrije geheugenlocaties terecht moet komen<br />

(Append).<br />

* Druk op [EXIT] om toch geen data te laden.<br />

157<br />

Referentiehandboek


7. Samples, golfvormen, data laden<br />

158<br />

* Als het interne geheugen niet meer volstaat voor het laden<br />

van nieuwe Partials en Sample, kunt u met [F4≈(JumpDel)]<br />

naar een pagina springen waar u niet benodigde Partials en<br />

Samples kunt kiezen en vervolgens wissen.<br />

* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan intern maximaal 4.096 Partials en 8.192<br />

Samples beheren. In de praktijk wordt dit aantal waarschijnlijk<br />

nooit gehaald, omdat de geheugencapaciteit van<br />

de SIMM daar te klein voor is (een Sample van 16MB legt<br />

bv. al beslag op 16MB enz.).<br />

Na het laden van de data verschijnt de “File Selection”pagina.<br />

* Indien nodig, kunt u een geladen .WAV-, .AIF- of Samplebestand<br />

beluisteren door op de [VOLUME]-regelaar (Preview).<br />

* Tijdens het laden van een Volume, een Performance, een<br />

Patch, een Partial of Program-bestanden worden de ondergeschikte<br />

bestanden (in de zonet gegeven volgorde) eveneens<br />

geladen. Dus: als u een Performance laadt, worden (in<br />

het geval van S-data van <strong>Roland</strong>) ook de bijbehorende Patches,<br />

Partials en Samples geladen.<br />

Free Area<br />

SIMM<br />

Hier komt u te weten hoeveel MBs er intern (in de<br />

SIMM) nog vrij zijn.<br />

Disk<br />

Hier ziet u hoeveel plaats er nog op de gekozen SCSIdatadrager<br />

is.<br />

Marked<br />

Hier komt u te weten hoeveel bestanden u met Mark<br />

geselecteerd hebt en hoeveel plaats u daarvoor intern<br />

nodig hebt.<br />

Delete: Patches of Performances<br />

wissen<br />

Tijdens het laden wordt u soms gevraagd of bepaalde<br />

bestanden in het interne geheugen mogen worden<br />

overschreven. Als deze functie beschikbaar is, kunt u<br />

op [F4≈(JumpDel)] drukken om naar de UTILITY Deletepagina<br />

te gaan:<br />

1. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de eerste te wissen<br />

Patch of Performance (in het interne geheugen) en<br />

druk op [F5≈(Mark)]. Om alle Patches of Performances<br />

voor het wissen te selecteren kunt u ook op [F4(Mk≈All)]<br />

drukken. Druk daar nog eens op om de selectie van<br />

alle Patches/Performances weer te annuleren.<br />

2. Druk op [F6≈(Delete)] om de geselecteerde Patch(es)/<br />

Performance(s) te wissen.<br />

* Druk op [EXIT] om deze pagina te verlaten zonder iets te<br />

wissen.<br />

* Houd goed in de gaten dat u niet alleen Patches, maar ook<br />

de aangesproken Partials en Samples wist (tenzij deze ook<br />

door andere Patches worden gebruikt).<br />

* Met [F3≈(View)] kunt u het overzicht beperken tot een<br />

bepaalde categorie. Zie ook de vorige pagina.<br />

* Ook Partials en Samples kunt u volgens de hier beschreven<br />

procedure wissen. U moet de cursor dan echter wel naar<br />

“Type” brengen en het juiste bestandstype (Partial of Sample)<br />

kiezen.<br />

* De Delete-pagina kunt u ook oproepen door op<br />

[SYSTEM/UTILITY] (indicator moet knipperen) en vervolgens<br />

op [F4≈(Delete)] te drukken.<br />

Welke data worden er geladen?<br />

Voor de S-700-serie van <strong>Roland</strong>:<br />

: Volumes (en de bijbehorende mappen).<br />

: Slaat op Performances.<br />

: Slaat op Patches.<br />

: Slaat op Partials.<br />

: Slaat op Samples.<br />

Voor de S1000/3000 van AKAI:<br />

: Slaat op Partition-mappen.<br />

: Slaat op Volume-mappen. Deze mappen<br />

kunnen een naam naar keuze hebben. Zie het boekje bij<br />

de CD-ROM met de data die u wilt laden.<br />

* Program-bestanden worden als “Patches” geïmporteerd. In<br />

het display wordt aan de namen van dit soort bestanden de<br />

extensie “.AKP” toegevoegd. Ook de bijbehorende sampledata<br />

worden naar het interne geheugen gekopieerd. Die<br />

krijgen in het display de extensie “.AKS”.<br />

Laden van AIFF-/.WAV-data<br />

Het aantal niveaus binnen een map en de namen van<br />

de mappen verschilt van CD-ROM tot CD-ROM. Zie<br />

dus het boekje bij de betreffende CD-ROM voor meer<br />

details.<br />

Categorieën voor de S-700-data<br />

Om de zoektocht naar de benodigde data te vergemakkelijken<br />

heeft <strong>Roland</strong> indertijd een categoriesysteem<br />

ontwikkeld voor de S-700 serie. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt<br />

dit systeem eveneens. Ziehier wat de verschillende<br />

opties betekenen:<br />

• other: geen toewijzing<br />

• BEL: klokken, bel-achtige tapijten e.d.<br />

• BRS: koperblazers (synth en akoestisch)<br />

• BS: bassen<br />

• BTS: Grooves en Loops<br />

• CMB: Combinaties (met Splits en Layers)<br />

• CYM: Cimbalen<br />

• DRM: Drums<br />

• FLT: Fluiten<br />

• GTR: Gitaren<br />

• HAT: HiHats<br />

• HIT: Hits (orkest, groep e.d.)


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Sample-data enz. van een CD-ROM laden<br />

• KEY: Toetseninstrumenten (Clavinet e.d.)<br />

• KIK: Basdrums<br />

• KIT: Complete drumsets<br />

• MLT: Melodische percussie<br />

• ORC: Symfonisch orkest<br />

• ORG: orgels<br />

• PAD: Synthesizertapijten<br />

• PNO: Akoestische piano<br />

• PRC: Percussie<br />

• SAX: Saxen<br />

• SFX: Geluidseffecten<br />

• SNR: Snares<br />

• STR: Strijkers<br />

• TOM: Toms<br />

• VOX: Stemmen (solozang, koor)<br />

• WND: Houtblaasinstrumenten<br />

De CD-ROMs voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> voegen daar nog een<br />

categorie aan toe:<br />

• SVD: Instellingen voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

• AIFF: AIFF-bestanden<br />

• WAV: WAV-bestanden<br />

• AS: AKAI-Samples<br />

• AP: AKAI-Patches<br />

Sample Load<br />

Ziehier hoe u samples (golfvormdata) van een geheugenkaart<br />

(SmartMedia) in het interne geheugen van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt laden. Als u een Patch of een Performance<br />

op een geheugenkaart kiest, hoort u die maar<br />

indien u eerst de benodigde Samples in het interne<br />

geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laadt.<br />

1. Druk op [DISK] (indicator licht op).<br />

2. Druk op [F3≈(SampLd)].<br />

Nu verschijnt de vraag of de Partials en Samples in het<br />

interne geheugen mogen worden overschreven. Doe<br />

het nodige.<br />

3. Druk op [F6≈(Load)] om de data te laden.<br />

Zodra alle benodigde data geladen zijn, verschijnt de<br />

boodschap “Completed!” in het display.<br />

4. Druk nog een keer op [DISK] om terug te keren naar de<br />

vorige display-pagina.<br />

Free Area<br />

SIMM, Disk<br />

Zie blz. 158.<br />

Total<br />

Hier komt u te weten hoeveel MBs er al in het intere<br />

geheugen aanwezig zijn.<br />

Auto Load<br />

Hiermee kunt u een map () kiezen waar de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bij het inschakelen automatisch gaat kijken of<br />

er Samples inzitten. Is dat het geval, dan kunnen die<br />

geladen worden.<br />

* Als u de Auto Load-functie activeert, verschijnt na het<br />

inschakelen telkens de boodschap “Samples for automatic<br />

loading were found. Execute automatic loading?”. Druk<br />

dan op [F6≈(Yes)] om de Samples te laden, of op [EXIT] als dat<br />

niet nodig is. Deze boodschap wordt echter maar 10 seconden<br />

afgebeeld. Doet u gedurende die periode niets, dan<br />

begint de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de data automatisch te laden.<br />

1. Druk op [DISK] (indicator licht op).<br />

2. Druk op [F4≈(Auto≈Ld)].<br />

3. Druk op [F1≈(Drive)]. Het display beeldt nu het Drivevenster<br />

af.<br />

Het SCSI-nummer en de naam (“Volume Label”) van<br />

het gekozen SCSI-apparaat verschijnen eveneens in<br />

het display.<br />

4. Kies met de [VALUE]-regelaar het SCSI-nummer van de<br />

datadrager die de automatisch te laden Samples<br />

bevat.<br />

5. Druk op [F6≈(OK)].<br />

Met [F2≈(View)] kunt u de categorie van de te tonen<br />

bestanden kiezen. Zie ook blz. 157 en links.<br />

* Zolang maar de bestanden van één categorie worden afgebeeld<br />

(zie de afkorting rechtsboven in het display) wijst de<br />

boodschap “View(Filterd)” u erop dat u lang niet alle<br />

bestanden van de gekozen datadrager te zien krijgt.<br />

* U kunt de bestanden ook rangschikken door op [F3≈(Sort)] te<br />

drukken. Zie hiervoor blz. 157.<br />

6. Ga naar een Sample die automatisch geladen moet<br />

worden en druk op [F6≈(SELECT)].<br />

* Druk op [F5≈(OFF)] om deze instellingen weer te wissen.<br />

Onder “Auto Load Path” komt u te weten waar de te<br />

laden data zich precies op de datadrager bevinden.<br />

7. Druk op [DISK] om terug te keren naar de vorige<br />

pagina.<br />

Free Area<br />

SIMM, Disk, Total<br />

Zie blz. 158.<br />

Target<br />

Hier komt u de capaciteit te weten die u nodig zou hebben<br />

om alle Samples van de gekozen map te laden.<br />

159<br />

Referentiehandboek


7. Samples, golfvormen, data laden<br />

7.2 Geladen Samples<br />

voor het spelen<br />

gebruiken<br />

Patches en Performances die u van een CD-ROM laadt<br />

bevinden zich in de USER-groep. Die moet u dus selecteren<br />

om de Patches en Performances ervan te kunnen<br />

gebruiken.<br />

1. Druk op [USER] (indicator licht op).<br />

2. Druk op [PATCH] of [PERFORM] om de betreffende mode<br />

te kiezen.<br />

3. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de Patch of<br />

Performance die u wilt gebruiken. Die kunt u nu<br />

vanop het externe klavier of een sequencer aansturen.<br />

* U kunt tevens op de [VOLUME]-regelaar drukken om de<br />

geluiden te beluisteren (Preview). As u een Performance<br />

gekozen hebt, hoort u dan de Patch die aan de momenteel<br />

geselecteerde Part is toegewezen.<br />

7.3 Data van een Zipschijf<br />

laden<br />

U kunt uw Patches, Performances, Rhythm Sets,<br />

System-instellingen en Favorite List (.SVD) en geladen<br />

golfvormdata (.WAV/.AIF) ook naar Zip-disks wegschrijven<br />

(blz. 167).<br />

Deze data kunt u natuurlijk ook weer in het interne<br />

geheugen laden (de bijbehorende golfvormdata in de<br />

betreffende Sample-map worden dan automatisch in<br />

het SIMM-geheugen geladen).<br />

* Een voor Windows 98/95/3.1 of MS-DOS kunt u meteen<br />

gebruiken. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> herkent echter geen voor Mac<br />

geformatteerde Zip-schijven.<br />

1. Schakel eerst de Zip-drive en vervolgens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

in.<br />

2. Stop de Zip-schijf met de benodigde data in de drive.<br />

3. Druk op [DISK] om het Disk Menu op te roepen.<br />

4. Druk op [F1≈(Load)].<br />

5. Druk op [F1≈(Drive)] om het Drive-venster te openen.<br />

Hier worden het SCSI-nummer en de naam van de<br />

momenteel gekozen datadrager afgebeeld.<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar het SCSI-nummer van de<br />

Zip-drive.<br />

7. Druk op [F6≈(OK)] om een overzicht van de data op de<br />

Zip-schijf op te roepen.<br />

160<br />

* Namen tussen “< >” slaan op mappen. Die kunt u als<br />

zodanig niet laden.<br />

8. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de map die de te<br />

laden bestanden bevat.<br />

9. Druk op [®] om naar een overzicht van de beschikbare<br />

.SVD-bestanden te gaan.<br />

* Met [√] kunt u weer naar een hoger niveau in de hiërarchie<br />

gaan.<br />

10.Breng de cursor naar het benodigde bestand en druk<br />

op [F6≈(Select)].<br />

11.Druk op [F6≈(Load)]. Alle instellingen, die zich tijdens<br />

de opslag van dit bestand in het interne geheugen<br />

bevonden, worden nu weer geladen.<br />

* De data in het User-geheugen worden overschreven.<br />

Patches, Performances of Rhythm<br />

Sets één voor één laden<br />

Het is tevens mogelijk om maar één Patch, Performance<br />

of Rhythm Set te laden.<br />

1. Breng de cursor naar het benodigde .SVD-bestand (zie<br />

stap (10) hierboven) en druk op [®].<br />

Nu ziet u een overzicht van de Patch-, Performance- en<br />

Rhythm Set-mappen.<br />

2. Breng de cursor naar het te laden datatype en druk op<br />

[®]. Nu ziet u een overzicht van alle bestanden die u<br />

kunt laden.<br />

3. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] het eerste bestand<br />

dat u wilt laden en druk op [F5≈(Mark)] om het te selecteren<br />

(“✔”).<br />

* Om meteen alle beschikbare bestanden te selecteren, kunt u<br />

op [F4≈(Mk≈ALL)] drukken. Doet dat nog eens om alle vinkjes<br />

weer te wissen.<br />

* U kunt de bestanden ook sorteren. Zie hiervoor blz. 157.<br />

4. Druk op [F6≈(Load)].<br />

Nu verschijnt eerst de vraag of de instellingen van de<br />

User-groep mogen worden overschreven:<br />

“Overwriting to the User Group. OK?”. Bovendien<br />

verschijnt er een venster waar de nummers van de<br />

User-Patches en User-Performances verschijnen die<br />

worden gewist. Doe het nodige of druk op [EXIT] om de<br />

daarnet gekozen data toch niet te laden.<br />

* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laadt telkens maar de benodigde bestanden en<br />

golfvormen. Zo hoeft u dus niet te vrezen dat u tijdens het<br />

laden van één Patch/Performance/Rhythm Set meteen het<br />

volledige SIMM-geheugen met data vult.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Data van een geheugenkaart laden<br />

7.4 Data van een<br />

geheugenkaart laden<br />

.SVD-bestanden met Patch-, Performance, Rhythm<br />

Set- en System-data kunnen ook naar een SmartMediakaart<br />

worden weggeschreven. En natuurlijk kunt u die<br />

ook weer laden. Als die data gebruik maken van golfvormdata<br />

(Samples), dan worden die eveneens geladen.<br />

Trouwens: de data in het User-geheugen moet u<br />

absoluut naar een kaart wegschrijven, als u er later nog<br />

eens iets mee wilt doen – en wel alvorens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

uit te schakelen of nieuwe data van een kaart te laden.<br />

Anders bent u die Samples namelijk kwijt.<br />

1. Druk op [DISK].<br />

2. Druk op [F1≈(Load)].<br />

3. Druk op [F1≈(Drive)].<br />

4. Kies met de [VALUE]-regelaar “CARD”.<br />

5. Druk op [F6≈(OK)]. Nu wordt de inhoud van de kaart<br />

afgebeeld.<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar het bestandstype dat u<br />

wilt laden.<br />

7. Breng de cursor naar het benodigde .SVD-bestand en<br />

druk op [F6≈(Select)].<br />

8. Druk op [F6≈(Load)]. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laadt nu alle instellingen<br />

van het gekozen bestand.<br />

* Als het gekozen bestand ook beroep doet op Sample- en Partial-data,<br />

verschijnt eerst nog de vraag of de Samples in het<br />

SIMM-geheugen mogen worden overschreven. Druk op<br />

[F6≈(OK)] als dat mag, of op [EXIT] om de data toch niet te<br />

laden.<br />

* Als u maar bepaalde instellingen van een bestand wilt<br />

laden, zie dan “Patches, Performances of Rhythm Sets één<br />

voor één laden” op blz. 160 en “Transfer to User: data naar<br />

het interne geheugen overhevelen” op blz. 170)."<br />

* Patches, Performances en Rhythm Sets op een SmartMedia-kaart<br />

kunt u ook rechtstreeks aanspreken. U hoeft ze<br />

dus niet per se in het intere geheugen te laden… tenzij u<br />

natuurlijk graag met SysEx-data “rommelt”. Dat kan<br />

namelijk niet voor data op een kaart.<br />

7.5 Handige functies<br />

voor Samples<br />

Sample Dump)<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt teven het Sample Dump-formaat<br />

en laat dus toe om Sample-data (golfvormen) via<br />

MIDI te ontvangen of naar een ander apparaat te zenden.<br />

In dat geval worden de Samples met de Looppunten<br />

enz. overgesast. Maar opgelet: MIDI Sample<br />

Dump is iets voor lange avonden, want echt snel is het<br />

niet.<br />

* De naam en de Key Range-data wordenn niet verzonden/<br />

ontvangen. Die moet u dus opnieuw instellen.<br />

* Sample-data die via MIDI worden ontvangen krijgen op de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> automatisch de naam “MIDI******”.<br />

Samples dumpen<br />

1. Sluit het externe apparaat (sampler, computer, tweede<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>) aan op de MIDI OUT-poort van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

Zorg op het externe apparaat dat het Sample Dumpdata<br />

ontvangt (zie diens handleiding).<br />

2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] en zorg dat de indicator knippert.<br />

* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />

Druk dan nog eens op [SYSTEM/UTILITY].<br />

3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 2 te selecteren.<br />

4. Druk op [F2 (S-Dump)].<br />

5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de Sample wiens<br />

data u via MIDI wilt verzenden. Druk op [F5(Mark)] om<br />

hem te selecteren en selecteer vervolgens nog andere<br />

Samples, indien nodig. Met [F4≈(Mk≈All)] kunt u alle<br />

Samples selecteren.<br />

* Onder “Marked komt u te weten hoeveel kilobyte er moeten<br />

wordenn verzonden.<br />

6. Druk op [F6≈(Trans)] om de data te verzenden. Zolang<br />

de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> daarmee bezig is, beeldt het display de<br />

boodschap “Transmitting…” af.<br />

Sample Dumps ontvangen<br />

1. Sluit de MIDI OUT-poort van het externe apparaat op<br />

een MIDI IN-connector van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aan.<br />

2. Zie de stappen (2)~(4) hierboven.<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is nu klaar voor de ontvangst van Sample<br />

Dump-data (dat trouwens enkel op deze pagina).<br />

3. Start de overdracht van de Sample Dump op het<br />

externe apparaat (zie diens handleiding). Zodra<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de eerste data ontvangt, verschijnt de melding<br />

“Receiving....”<br />

Free Area<br />

SIMM<br />

This displays the amount of free space in the SIMM.<br />

161<br />

Referentiehandboek


7. Samples, golfvormen, data laden<br />

Emphasis in-/uitschakelen<br />

Sommige samples die u van een CD-ROM (of als Sample<br />

Dump) laadt klinken betrekkelijk dof. Anderzijds<br />

kan het ook gebeuren dat de data van een <strong>Roland</strong>-sampler<br />

net te fel lijken wanneer u ze op een andere sampler<br />

gebruikt. Precies daarom biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ook<br />

een Emphasis-parameter waarmee u doffe Samples<br />

helderder en te fell Samples doffer kunt maken (alvorens<br />

deze laatste dan via MIDI Sample Dump naar een<br />

ander apparaat te sturen):<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] en zorg dat de indicator knippert.<br />

* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />

Druk dan nog eens op [SYSTEM/UTILITY].<br />

2. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 2 te selecteren.<br />

3. Druk op [F4≈(Emphasis)].<br />

4. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de Sample waarvoor<br />

u de Emphasis-functie wilt in- of uitschakelen.<br />

Druk vervolgens op [F4≈(Mark)] om hem te selecteren.<br />

Indien nodig, kunt u nu nog andere (of met<br />

[F3≈(Mk≈All)] zelfs alle) Samples selecteren.<br />

5. Om het hoog van de gekozen Sample(s) wat op te<br />

krikken moet u op [F6≈(+Emphas)] druken. Om het hoog<br />

af te zakken moet u op [F5≈(-Emphas)] drukken.<br />

Processing<br />

Hier komt u te weten hoe lang het ophalen of afzwakken<br />

van het ultra-hoog ongeveer zal duren.<br />

Create Patch<br />

Hiermee kunt u zorgen dat er voor elke Sample in het<br />

SIMM-geheugen een Partial (met telkens één noot,<br />

namelijk “Original Key”) wordt aangemaakt die dan<br />

automatisch aan een Patch wordenn toegewezen. Om<br />

die manier beschikt u in een mum van tijd over een<br />

nieuwe Multi-Partial Patch.<br />

* Als verschillende Samples in het SIMM-geheugen dezelfde<br />

“Original Key” hanteren, wordt enkel de laatste Sample<br />

(annex Partial) in de Patch gebruikt. De hiervoor gehanteerde<br />

volgorde berust op de Sample-namen.<br />

* Zo’n nieuwe Multi-Partial Patch wrdt in het buffergeheugen<br />

(TEMP) aangemaakt. Als de buffer dus nog een niet<br />

opgeslagen 4Tone Patch bevat, slaat u die het best eerst op.<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] en zorg dat de indicator knippert.<br />

* Als de indicator oplicht, bevindt u zich in de SYSTEMmode.<br />

Druk dan nog eens op [SYSTEM/UTILITY].<br />

2. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 2 te selecteren.<br />

162<br />

3. Druk op [F5≈(Create)].<br />

4. Kies met de [VALUE]-regelaar en [ß][†] des Samples die<br />

deel moeten uitmaken van de Patch en bevestig uw<br />

keuze door op [F5≈(Mark)] te drukken. (Druk op<br />

[F4≈(Mk≈All)] om alle Samples te selecteren.)<br />

5. Druk op [F6≈(Create)]. Nu wordt de vraag “Creates a<br />

Patch in Temporary area. Sure?” afgebeeld.<br />

6. Druk op [F6≈(OK)] om de Patch (en de Partials) aan te<br />

maken.<br />

7. Vervolgens kunt u dan de gewenste zones voor de<br />

Partials instellen.<br />

Marked<br />

Hier komt u de totale omvang van alle geselecteerde<br />

Samples te weten.


8. Data opslaan (Save)<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

8.1 Write: instellingen in<br />

het interne geheugen<br />

opslaan<br />

Als u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, na een Patch, Performance of<br />

Rhythm Set gewijzigd te hebben, uitschakelt, worden<br />

uw wijzigingen weer gewist. Wilt u die dus later nog<br />

eens gebruiken, dan moet u ze in het USER-geheugen<br />

opslaan.<br />

Dit geheugen biedt plaats aan 128 Patches, 64 Performances<br />

en and 4 Rhythm Sets.<br />

* Als u met Multi-Partial Patches werkt, moet u die met<br />

Write intern opslaan en vervolgens in hun geheel (alle<br />

betrokken data in het SIMM-geheugen) naar een SmartMedia-kaart<br />

of Zip-schijf wegschrijven (blz. 164, 167).<br />

* Als u in stap 5 een bestand (.SVD) met CARD- of<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>-instellingen kiest, kunt u de data meteen naar<br />

een SmartMedia-kaart wegschrijven.<br />

1. Kies de Patch/Performance/Rhythm Set die u wilt<br />

opslaan.<br />

2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator moet knipperen).<br />

Hierdoor kiest u de UTILITY-mode.<br />

* Als de indicator oplicht, hebt u de SYSTEM-mode gekozen.<br />

Druk dan nog eens op [SYSTEM/UTILITY].<br />

3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />

4. Druk op [F1≈(Write)].<br />

5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het geheugen<br />

waar u de instellingen wilt opslaan.<br />

* Tijdens de opslag van een Patch of Rhythm Set kunt u met<br />

de Compare-functie nagaan of de Patch/Rhythm Set in het<br />

gekozen Destination-geheugen wel degelijk mag worden<br />

overschreven (blz. 163).<br />

* Om data op een kaart op te slaan (CARD) moet u een<br />

bestand van die kaart kiezen en dat dan overschrijven.<br />

Bevat de kaart nog geen bestand, dan moet u eerst de Savefunctie<br />

gebruiken (blz. 164, 167) te gebruiken. In dat geval<br />

worden alle interne instellingen naar de kaart weggeschreven.<br />

* Andere bestanden dan .SVD of data voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> worden<br />

nooit in het display afgebeeld.<br />

6. Druk op [F6≈(Execute)] om de instellingen op te slaan.<br />

Vervolgens keert de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> terug naar de Playpagina<br />

van de actieve mode.<br />

* Druk op [EXIT] als u de instellingen toch niet wilt opslaan.<br />

* Tijdens de opslag zou de boodschap “Write Protect ON”<br />

kunnen verschijnen. Als u daadwerkelijk iets wilt opslaan,<br />

moet u op [DEC] drukken om de geheugenbeveiliging uit te<br />

schakelen. Druk daarna op [F6≈(OK)] om het venster weer te<br />

sluiten. Druk tenslotte op [F6≈(Execute)] om de data op te<br />

slaan. OPGELET: Write Protect wordt enkel tijdens het<br />

inschakelen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> automatisch geactiveerd.<br />

* In stap 5 kunt u op de [VALUE]-regelaar drukken (SOUND<br />

LIST) en het geheugen van bestemming via de “Sound<br />

List” kiezen:<br />

• Met [F5≈(-10)] en [F6≈(+10)] kunt u telkens de vorige/<br />

volgende groep van 10 geheugens kiezen.<br />

• Als u een SmartMedia-kaart aangesloten hebt, moet u<br />

eerst op [F2] drukken om de Sound List op te roepen<br />

en dan met [-Bank] of [+Bank] de benodigde bank kiezen.<br />

• Druk op de [VALUE]-regelaar of [F6≈(Execute)] om de data<br />

op te slaan of op [EXIT] als u dat toch niet wilt.<br />

Compare-functie<br />

Met de Compare-functie kunt u nagaan welke Patch of<br />

Rhythm Set er zich in het gekozen geheugen van<br />

bestemming bevindt (deze functie is niet beschikbaar<br />

voor Performances). Die Patch/Rhythm Set wordt<br />

namelijk overschreven – en dus is het handig om even<br />

te controleren of u die echt niet meer nodig hebt. Druk<br />

dus op [F1≈(Compare)]:<br />

Op dexe pagina kunt u –indien nodig– nog een ander<br />

“Destination”-geheugen kiezen. Druk daarna op<br />

[F1≈(Write)] of [EXIT] om terug te keren naar de Writepagina.<br />

* Bij gebruik van Compare-functie is het mogelijk dat de<br />

Patch/Rhythm Set in het geheugen van bestemming niet<br />

precies klinkt zoals u (of <strong>Roland</strong>) hem had geprogrammeerd.<br />

Patch/Rhythm Set opslaan die u via de<br />

Performance-mode geëdit hebt<br />

Als u de instellingen van een Patch of Rhythm Set wijzigt,<br />

die deel uitmaakt van een Performance, verschijnt<br />

tijdens het opslaan van de Performance soms de volgende<br />

boodschap. Die betekent dat de betreffende<br />

Patch/Rhythm Set nog moet worden opgeslagen:<br />

• Nu krijgt u dus de kans op die Patch/Rhythm Set alsnog<br />

op te slaan. Druk dus op [F6≈(OK)] om dat te doen.<br />

Als u dat niet nodig acht, drukt u op [F5≈(PERF)] om<br />

enkel de Performance op te slaan (dat gebeurt echter<br />

niet automatisch). Veiligheidshalve moet u dat even<br />

bevestigen.<br />

163<br />

Referentiehandboek


8. Data opslaan (Save)<br />

Als u de Patch/Rhythm Set wilt opslaan, moet u als<br />

volgt te werk gaan –alvorens de Performance zelf op te<br />

slaan:<br />

1. Druk op [F3≈(Patch)] of [F4≈(Rhythm)].<br />

2. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het geheugen<br />

van bestemming (“Destination”).<br />

* Indien nodig, kunt u nu gebruik maken van de Comparefunctie<br />

(blz. 163).<br />

3. Druk op [F6≈(Execute)] om de Patch/Rhythm Set op te<br />

slaan. Het “*” verandert nu in een “–”. Als u meer dan<br />

één Patch/Rhythm Set moet opslaan, wordt voor<br />

“Source” automatisch de telkens volgende Patch/<br />

Rhythm Set afgebeeld.<br />

* U kunt de cursor ook naar “Source” brengen en de instellingen<br />

kiezen die moeten worden opgeslagen.<br />

4. Herhaal de stappen 2 en 3 tot alle gewijzigde Patches/<br />

Rhythm Sets opgeslagen zijn.<br />

Druk op [EXIT] om terig te keren naar de “Perform<br />

Write”-pagina zonder de Patch(es)/Rhythm Set(s) op<br />

te slaan.<br />

5. Druk op [F6≈(Execute)] om uiteindelijk ook de Performance<br />

zelf op te slaan.<br />

8.2 Werken met<br />

SmartMedia-kaarten<br />

([DISK] - [F2≈(SAVE)])<br />

De Patches, Performances, Rhythm Sets en Systeminstellingen<br />

in het interne geheugen kunt u ook naar<br />

een in de handel verkrijgbare geheugenkaart wehschrijven<br />

(SmartMedia 3.3/5 V). Als u dat doet, worden<br />

ook de Samples in het SIMM-geheugen mee weggeschreven.<br />

Dergelijke kaarten kunt u gebruiken voor het archiveren<br />

van de interne instellen – bv. als alle geheugens<br />

instellingen bevatten die u niet wilt verliezen, terwijl u<br />

ook nog nieuwe dingen moet programmeren.<br />

* Als de kaart al Sample-data bevat, moet u die eerst naar<br />

een andere kaart wegschrijven. Tijdens het wegschrijven<br />

van de interne geheugeninhoud worden die namelijk overschreven.<br />

* Zie ook “Alvorens SmartMedia-kaarten te gebruiken” op<br />

blz. 5.<br />

* Verwijder een kaart nooit/schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nooit uit,<br />

zolang er data naar de kaart worden weggeschreven c.q.<br />

wanneer de kaart wordt geformatterd (d.w.z. zolang de<br />

CARD-indicator knippert). Anders beschadigt u namelijk<br />

de kaart en misschien zelfs het interne geheugen.<br />

* Verwijder, indien nodig, de schrijfbeveiligings-sticker van<br />

de SmartMedia-kaart. Zolang u dat niet doet, kunt u geen<br />

data naar de kaart wegschrijven en de kaart ook niet formatteren.<br />

164<br />

Format: SmartMedia-kaart<br />

formateren<br />

Met deze functie kunt u een nieuwe of eerst op een<br />

ander apparaat gebruikte SmartMedia-kaart formateren.<br />

* Tijdens het formateren wist u alle data op de betreffende<br />

kaart. Controleer dus altijd of ze daadwerkelijk geen data<br />

meer bevat die u nog eens nodig hebt.<br />

1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />

2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />

3. Druk op [F1(Format)] en vervolgens op [F1≈(Drive)].<br />

4. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß]/[†] “CARD”.<br />

5. Druk op [F6≈(OK)].<br />

* Indien nodig, kunt u op [F4≈(V.Label)] drukken om de naam<br />

van de kaart (“Volume Label”) te veranderen.<br />

6. Druk op [F6≈(Quick)]. Nu verschijnt de vraag “Format,<br />

OK?”.<br />

7. Druk op [F6≈(OK)] om de kaart te formateren, of op<br />

[EXIT] als u dat toch niet wilt.<br />

* U kunt de kaart ook met [F5 (Full)] formateren.<br />

Save: data op een SmartMediakaart<br />

archiveren<br />

Gebruik deze functie om de complete inhoud van alle<br />

User-geheugens, het System-geheugen en de Favorite<br />

List als “bestand” naar een SmartMedia-kaart weg te<br />

schrijven. Dat bestand vormt dan een CARD-bank<br />

(A~H) waartoe u rechtstreeks toegang hebt.<br />

* Als bepaalde Patches/Rhythm Sets beroep doen op Samples<br />

in het SIMM-geheugen, dan worden die Samples eveneens<br />

gearchiveerd.<br />

* Als er veel Patches in het interne geheugen Samples<br />

gebruiken, zou het kunnen gebeuren dat de capaciteit van<br />

de SmartMedia-kaart onvoldoende is. Schrijf de data dan<br />

weg naar een Zip-schijf of een andere SCSI-datadrager.<br />

1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />

2. Druk op [F2≈(SAVE)].<br />

3. Druk op [F1≈(Drive)].<br />

4. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] “CARD”.<br />

5. Druk op [F6(OK)] en daarna op [F6≈(SAVE)].<br />

Geef een naam aan het bestand en druk op [F6≈(OK)].<br />

Voor het benoemen dient u de [VALUE]-regelaar of<br />

[√][®][ß][†] te gebruiken om het eerste teken te kiezen.<br />

Druk vervolgens op [F3] om naar de volgende positie te<br />

gaan. Met [F2] keert u terug naar een reeds ingegeven<br />

teken. Met [F4] kunt u een “_” invoegen en met [F5] wist<br />

u het door de cursor aangeduide teken.<br />

Nu verschijnt het volgende venster:


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Werken met SmartMedia-kaarten<br />

WAV + PARAMETERS: Dit betekent dat alle instellingen<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> opgeslagen worden. De Samples<br />

in het SIMM-geheugen worden bovendien als<br />

.WAV-bestanden naar de kaart weggeschreven.<br />

AIFF + PARAMETERS: Dit betekent dat alle instellingen<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> opgeslagen worden. De Samples<br />

in het SIMM-geheugen worden bovendien als AIFFbestanden<br />

naar de kaart weggeschreven.<br />

PARAMETERS ONLY: Alle instellingen –met uitzondering<br />

van de Samples in het SIMM-geheugen– worden<br />

naar de SIMM-kaart weggeschreven.<br />

* “PARAMETERS ONLY” zou u kunnen kiezen als u de<br />

eerste keer “WAV + PARAMETERS” of “AIFF + PARA-<br />

METERS” gebruikt hebt en er nu achterkomt dat de ene of<br />

andere Patch nog niet helemaal perfect was. Daarmee<br />

bespaart u namelijk heel wat tijd.<br />

6. Na het benoemen van het bestand moet u op [F5≈(Full)]<br />

of [F6≈(Quick)] drukken om de data op te slaan:<br />

Full: Alle Samples in het SIMM-geheugen worden<br />

eveneens naar de SmartMedia-kaart weggeschreven<br />

en overschrijven dus de Samples die zich eventueel al<br />

op de kaart bevonden.<br />

Quick: Enkel Samples, die zich nog niet (in die vorm)<br />

op de kaart bevinden, worden weggeschreven. Bepalend<br />

hiervoor zijn de naam en de omvang van de<br />

betreffende Samples. Afwijkingen worden beschouwd<br />

als wijzigingen en leiden er dus toe dat een dergelijke<br />

Sample wordt weggeschreven. En opgelet: als de<br />

SmartMedia-kaart Samples bevat, die zich niet in het<br />

SIMM-geheugen bevinden, dan worden die van de<br />

kaart gewist.<br />

De overige data (Patches, Performances…) worden<br />

automatisch in een bank (CARD A~H) opgeslagen die<br />

nog geen data bevat.<br />

* Druk op [EXIT] om uw instellingen toch niet te archiveren.<br />

Beheer van de data op een<br />

SmartMedia-kaart<br />

Rename: nieuwe naam voor een bestand<br />

1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />

2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />

3. Druk op [F2≈(Rename)] om naar de “Card&Disk<br />

Rename”-pagina te gaan<br />

4. Druk op [F1≈(Drive)] en kies met de [VALUE]-regelaar of<br />

[ß][†] “CARD”.<br />

5. Druk op [F6≈(OK)].<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar het bestand waarvan u<br />

de naam wilt veranderen.<br />

* Met [F2≈(View)] kunt u een categorie activeren en enkel de<br />

bestanden van de betreffende categorie bekijken (die moet u<br />

met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] selecteren).<br />

* Met [F3≈(Sort)] kunt u de bestanden ook rangschikken. Zie<br />

blz. 157.<br />

7. Druk op [F6≈(Rename)] om het “Rename”-venster te<br />

openen.<br />

8. Voer met de [VALUE]-regelaar en/of [√][®][ß][†] de<br />

nieuwe naam in. Zie blz. 164.<br />

9. Druk tenslotte op [F6≈(OK)] (of op [EXIT] als u de<br />

bestandsnaam toch niet wilt veranderen).<br />

Delete: bestand van een kaart wissen<br />

1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />

2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />

3. Druk op [F2≈(Delete)] om naar de “Card&Disk Delete”pagina<br />

te gaan.<br />

4. Druk op [F1≈(Drive)] en kies met de [VALUE]-regelaar of<br />

[ß][†] “CARD”.<br />

5. Druk op [F6≈(OK)].<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] het eerste te wissen<br />

bestand en druk op [F5≈(Mark)]. Herhaal dit voor<br />

alle benodigde bestanden. Met [F4≈(Mk≈All)] kunt u alle<br />

bestanden in één klap selecteren.<br />

* U kunt de cursor ook naar een map brengen en die dan met<br />

[√] openen. Met [®] kunt u de map dan weer sluiten.<br />

* Hoewel u ook mappen kunt markeren, worden de betreffende<br />

vinkjes meteen weer verwijderd.<br />

* Met [F2≈(View)] kunt u de bestanden volgens categorie bekijken.<br />

Zie ook blz. 157.<br />

* Met [F3≈(Sort)] kunt u de bestanden naar wens rangschikken.<br />

Zie “Sort” op blz. 157.<br />

7. Druk op [F6≈(Delete)]. Het display beeldt nu de vraag<br />

“Delete Sure?” af.<br />

8. Druk op [F6≈(OK)] om de geselecteerde bestanden te<br />

wissen of op [EXIT] als u dat toch niet wilt.<br />

* Het is niet mogelijk om individuele Patches of Performances<br />

van een .SVD-bestand te wissen.<br />

Marked<br />

Hier komt u te weten hoeveel bestanden u geselecteerd<br />

hebt en hoeveel plaats u wint wanneer u die wist.<br />

Cp/Move: bestanden kopiëren/<br />

verplaatsen<br />

1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />

2. Druk op [F1≈(Crd&Dsk)].<br />

3. Druk op [F5≈(Tool)] om naar de “Card&Disk Copy<br />

Source”-pagina te gaan.<br />

4. Druk op [F1≈(Drive)] en kies met de [VALUE]-regelaar of<br />

[ß][†] “CARD”.<br />

5. Druk op [F6≈(OK)].<br />

6. Kies de te kopiëren bestanden met de [VALUE]-regelaar<br />

of [ß][†] en selecteer ze met [F5≈(Mark)]. Met [F4≈(Mk≈All)]<br />

kunt u alle bestanden selecteren.<br />

* Met [F2≈(View)] kunt u de bestanden volgens categorie bekijken.<br />

Zie ook blz. 157.<br />

* Met [F3≈(Sort)] kunt u de bestanden naar wens rangschikken.<br />

Zie “Sort” op blz. 157.<br />

7. Druk op [F6≈(Select)] om naar de “Card&Disk Copy<br />

Destination”-pagina te gaan.<br />

* Daar komt u ook te weten hoeveel plaats er nog op de datadrager<br />

van bestemming (“Destination”) is. Zo weet u meteen<br />

of u de geselecteerde bestanden kunt kopiëren.<br />

165<br />

Referentiehandboek


8. Data opslaan (Save)<br />

8. Druk op [F1≈(Drive)] en kies met de [VALUE]-regelaar of<br />

[ß][†] de datadrager die de kopie/data na uitvoeren<br />

van dit commando moet bevatten.<br />

Met [ß][†] kunt u ook een map selecteren. Druk daarna<br />

op [®] om de map te sluiten.<br />

9. Druk op [F6≈(OK)].<br />

10.Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren, of op<br />

[F5≈(Move)] om ze te erplaatsen (zodat ze zich achteraf<br />

niet meer op de oorspronkelijke plaats bevinden.<br />

* Druk op [EXIT] als u de data toch niet wilt kopiëren/verplaatsen.<br />

* Het is niet mogelijk om afzonderlijke Patches/Performances<br />

van een .SVD-bestand te kopiëren/verplaatsen.<br />

Registration: bestanden op een kaart<br />

toewijzen aan banken<br />

1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />

2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />

3. Druk op [F5≈(Regstry)].<br />

* Gemakkelijkheidshalve ziet u hier ook, hoeveel RAM-geheugen<br />

(SIMM) u hebt en hoeveel plaats de Samples op de<br />

SmartMedia-kaart innemen.<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de bank waar u<br />

een bestand aan wilt toewijzen.<br />

5. Druk op [F1≈(List)] om naar de “Sound File List”-pagina<br />

te gaan.<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar het .SVD-bestand dat u<br />

aan de geselecteerde bank (A~H) wilt toewijzen en<br />

druk op [F6≈(OK)].<br />

* Druk op [EXIT] als u toch geen bestanden aan kaartbanken<br />

wilt toewijzen.<br />

* Als alle banken al “bezet” zijn, kunt u een niet meer benodigde<br />

toewijzing (bank) selecteren en op [F5≈(Cancel)] drukken<br />

om die toewijzing te wissen. Die bank is nu weer vrij –<br />

en daar kunt u een ander bestand aan toewijzen.<br />

Card Cpy: bestanden van één kaart naar<br />

een andere kopiëren<br />

Indien nodig, kunt u ook bestanden van één SmartMedia-kaart<br />

naar een andere kopiëren. De kaart van<br />

bestemming moet al geformateerd zijn.<br />

* Lees aandachtig de boodschappen die in het display verschijnen.<br />

Als u zich namelijk op een bepaald moment van<br />

kaart vergist, kan het gebeuren dat u die kaart beschadigt.<br />

1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />

2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />

3. Druk op [F6≈(CardCpy)].<br />

166<br />

4. Steek dus de kaart met het te kopiëren bestand in de<br />

poort en druk op [F6≈(OK)].<br />

5. Kies met de [VALUE]-regelaar het bestand dat moet<br />

worden gekopieerd en druk op [F6≈(Select)].<br />

6. Zodra de bovenstaande pagina verschijnt, moet u de<br />

kaart van bestemming in de poort steken en op<br />

[F6≈(OK)] drukken.<br />

Het display beeldt dus een lijst van de reeds op de<br />

kaart aanwezige bestanden af. Bestanden met een “+”<br />

vóór hun naam worden helemaal bovenaan de lijst<br />

afgebeeld. Het “+” symbool slaat op het bestand dat zo<br />

meteen gekopieerd wordt.<br />

* Druk op [F5≈(Name)] om de naam van het nieuwe bestand te<br />

wijzigen. Zie “Rename: nieuwe naam voor een bestand” op<br />

blz. 165. U zou echter ook een bestandsnbaam zonder “+”<br />

kunnen kiezen. Die naam wordt dan door de kopie gehanteerd,<br />

terwijl de oorspronkelijke data van dat bestand overschreven<br />

worden.<br />

Druk op [F6≈(OK)] om door te gaan met het kopiëren.<br />

7. Druk op [F6≈(Copy)] om de data te kopiëren. Het display<br />

beeldt dan de volgende pagina af:<br />

* Druk op [EXIT] als u de data toch niet wilt kopiëren.<br />

8. Druk op [F6≈(Yes)] als u nu nog andere bestanden wilt<br />

kopiëren.<br />

Druk op [EXIT] als dat niet het geval is.<br />

* Met deze Copy-functie kunt u geen Sample-data kopiëren.<br />

Om die naar een andere kaart over te hevelen, moet u ze<br />

eerst in het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laden<br />

(blz. 159) en vervolgens naar de andere kaart wegschrijven<br />

(blz. 164).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Alle data naar een Zip-schijf wegschrijven<br />

8.3 Alle data naar een<br />

Zip-schijf wegschrijven<br />

([DISK] - [F2≈(SAVE)])<br />

U kunt een SCSI-compatibele Zip-drive (bv. een optionele<br />

ZIP-EXT-2S) op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aansluiten en die<br />

gebruiken voor het archiveren van de interne Patches,<br />

Performances, Rhythm Sets, System- en Favorite Listdata.<br />

In tegenstelling tot een SmartMedia-kaart kunt u<br />

de data op een Zip-schijf echter niet rechtstreeks aanspreken.<br />

* Als de interne Patches of Rhythm Sets Samples aanspreken,<br />

dan worden die eveneens naar de Zip-schijf (in een<br />

aparte map) weggeschreven.<br />

Format: Zip- of harde schijf<br />

formatteren<br />

Met deze parameter zorgt u ervoor dat een Zip- of<br />

harde schijf voor de opslag van <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>-data kan worden<br />

gebruikt. Formateert u hem niet, dan kunt u hem<br />

ook niet met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gebruiken.<br />

* Tijdens het formatteren van een Zip- of harde schijf worden<br />

alle eventueel daarop aanwezige data gewist.<br />

Voor het formatteren kunt u kiezen uit twee opties:<br />

Quick en Full. Voor een Zip-schijf zou u eerst “Quick”<br />

kunnen proberen. Als dat niet lukt, verschijnt de vraag<br />

om “Full” te gebruiken.<br />

Druk vervolgens op [F6≈(OK)] om de Zip/harde schijf te<br />

formatteren, of op [EXIT] als u dat toch niet wilt.<br />

Tips voor het formateren van een harde schijf<br />

Als de harde schijf al voor een ander apparaat werd<br />

geformatteerd, moet u even het volgende lezen:<br />

• Bevat de harde maar één partitie, dan kunt u “Quick”<br />

kiezen.<br />

• Als de harde schijf verschillende partities bevat waarvan<br />

u er maar één wilt fomateren:<br />

Kies eerst het nummer van de benodigde partitie en<br />

vervolgens “Quick”.<br />

• Als de harde schijf verschillende partities bevat, die u<br />

allemaal wilt wissen, moet u “Full” kiezen.<br />

* Sommige datadragers zijn met een schrijfbeveiliging uitgerust.<br />

Als u die met “Quick” probeert te formateren, verschijnt<br />

misschien de vraag om het eens met “Full” te proberen.<br />

Druk dan op [F6≈(OK)] om dat te doen, of op [EXIT] om<br />

die datadrager niet te formateren.<br />

* Een voor/met Windows 98/95/3.1 of MS-DOS geformatteerde<br />

datadrager hoeft u niet te formatteren. Voor een Mac<br />

geformatteerde datadragers kunt u echter niet gebruiken.<br />

* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> biedt geen functie voor het aanmaken van<br />

partities op een datadrager.<br />

1. Sluit de te formateren drive/datadrager aan en schakel<br />

eerst hem en daarna de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.<br />

1. Druk op [DISK] om te zorgen dat de indicator oplicht.<br />

2. Druk op [F5≈(Tool)].<br />

3. Druk op [F1≈(Format)].<br />

4. Druk op [F1≈(Drive)].<br />

5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] de datadrager of<br />

de partitie.<br />

Als u een gepartitioneerde harde schijf kiest, worden<br />

de partities op de volgende manier afgebeeld:<br />

“SCSI1:PO*******”.<br />

6. Druk op [F6≈(OK)].<br />

* Indien nodig, kunt u een naam geven aan de nieuw geformatteerde<br />

datadrager/partitie.<br />

7. Druk op [F5≈(Full)] of [F6≈(Quick)]. Het display beeldt nu<br />

de vraag “Format. OK?” af.<br />

* Als u eerst een partitie en vervolgens “Full kiest, wordt<br />

desondanks de volledige harde schijf geformateerd.<br />

8. Druk op [F6≈(OK)] om het formateren te starten.<br />

* Druk op [EXIT] om de gekozen datadrager toch niet te formatteren.<br />

9. druk op [EXIT] om naar de vroige pagina terug te keren.<br />

Data opslaan<br />

1. Druk achtereenvolgens op [DISK], [F2≈(Save)] en<br />

[F1≈(Drive)].<br />

2. Kies met de [VALUE]-regelaar of [ß][†] “SCSI *: *******”.<br />

* Om de data in een bestaande map op te slaan, moet u de<br />

map met [ß][†] kiezen en de map daarna met [®] openen.<br />

3. Druk op [F6≈(OK)].<br />

4. Druk op [F6≈(SAVE)].<br />

Hier kunt u het nieuwe bestand een naam geven (zie<br />

blz. 164). Druk daarna op [F6≈(OK)].<br />

In het display verschijnt nu het volgende venster:<br />

Zie blz. 165 voor de betekenis van de drie opties.<br />

5. Druk vervolgens op [F5≈(Full)] of [F6≈(Quick)]. Zie ook<br />

blz. 165 voor de betekenis hiervan. Hier praten we<br />

echter over Zip-schijven i.p.v. martMedia-kaarten,<br />

maar het systeem werkt wel op dezelfde manier.<br />

* Druk op [EXIT] als u de data toch niet wilt opslaan.<br />

6. Druk op [DISK] om terug te keren naar de vorige<br />

pagina.<br />

Create New Folder (nieuwe map aanmaken)<br />

Ziehier wat u moet doen om op de Zip-schijf of een<br />

andere datadrager een nieuwe map aan te maken waar<br />

u de instellingen dan kunt opslaan.<br />

Maak van deze mogelijkheid gebruik als u de Patches,<br />

Performances,… en Samples (die automatisch mee<br />

worden opgeslagen) graag op eenzelfde plaats opslaat.<br />

Druk op [F2≈(New)] om het volgende venster op te roepen:<br />

167<br />

Referentiehandboek


8. Data opslaan (Save)<br />

Voer de naam van de nieuwe map in en druk op<br />

[F6≈(OK)].<br />

Free Area<br />

SIMM<br />

Hier komt u te weten hoeveel plaats er nog in het<br />

SIMM-geheugen is.<br />

Disk<br />

Hier staat vermeld hoeveel plaats er nog op de SCSIdatadrager<br />

is.<br />

Databeher op een Zip-schijf<br />

Rename: bestanden/mappen<br />

herbenoemen<br />

De werkwijze hiervoor is precies dezelfde als voor de<br />

gelijknamige functie voor SmartMedia-kaarten. Zie<br />

dus blz. 165.<br />

Delete: bestanden/mappen wissen<br />

De werkwijze hiervoor is precies dezelfde als voor de<br />

gelijknamige functie voor SmartMedia-kaarten. Zie<br />

dus blz. 165.<br />

Cp/Move: bestanden/mappen kopiëren<br />

Zie blz. 165, omdat de werkwijze precies dezelfde is.<br />

168<br />

8.4 Initialize: fabrieks- of<br />

neutrale instellingen<br />

oproepen<br />

Met de volgende functie kunt u de geselecteerde Patch,<br />

Performance, Rhythm Tone of Rhythm Set initialiseren<br />

om voor het programmeren van nieuwe instellingen<br />

vanuit een “basisuitgangspunt” te vertrekken.<br />

* Tijdens het initialiseren verandert er niets aan de inhoud<br />

van de User-geheugens. Deze functie heeft enkel betrekking<br />

op het buffergeheugen (Temporary). Om de Usergeheugens<br />

te initialiseren moet u “Factory Reset” op<br />

blz. 171 gebruiken.<br />

* Zie “INIT: GM-mode initialiseren” op blz. 183 voor het<br />

initialiseren van de GM-mode.<br />

Type<br />

Voor het initialiseren kunt u kiezen uit twee methodes.<br />

Kies altijd degene waarmee u het snelst de gewenste<br />

klank e.d. kunt programmeren.<br />

DEFAULT: Betekent dat de “neutrale” instellingen<br />

voor de Patch-, Rhythm Set- of Performance-mode<br />

worden gehanteerd. Kies deze instelling wanneer u<br />

echt alles zelf wilt programmeren.<br />

PRESET: Laadt weer de instellingen van het Usergeheugen<br />

waarvan u tijdens het editen bent vertrokken.<br />

Gaat het niet om een User-geheugen, maar om een<br />

Preset-geheugen (PR-A~G), dan verwacht u misschien<br />

dat de data van dat Preset-geheugen worden geladen.<br />

Maar dat is niet zo: in dat geval gebruikt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

namelijk de data van het User-geheugen met hetzelfde<br />

nummer. “Preset” dekt dus niet helemaal de lading.<br />

Patches/Performance initialiseren<br />

1. Kies de Patch/Performance die u wilt initialiseren.<br />

Als u de “PRESET”-optie hanteert voor het initialiseren,<br />

moet u de Patch/Performance in het USER-geheugenblok<br />

keuzen wiens instellingen naar het buffergeheugen<br />

moeten worden gekopieerd.<br />

* Als u de “DEFAULT”-optie gebruik, maakt het niet uit<br />

welke Patch/Performance u kiest.<br />

* In de Patch-mode zijn er twee Default-opties: “DEFAULT<br />

(4 TONES)“ en “DEFAULT (MULTI-PARTIAL)“. Kies<br />

de tweede als de Patch een beroep moet doen op Samples in<br />

het SIMM-geheugen.<br />

2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de indicator<br />

knippert (hij mag niet oplichten).<br />

3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />

4. Druk op [F3≈(Initialize)]. Het display beeldt nu de Initialize-pagina<br />

van de geselecteerde mode af:<br />

5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de instelling<br />

“DEFAULT” of “PRESET”.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Data Transfer: instellingen oversassen<br />

6. Druk op [F6≈(Execute)] om het buffergeheugen te initialiseren<br />

en terug te keren naar de Play-pagina van de<br />

gekozen mode.<br />

Als u “DEFAULT” gekozen hebt, heet de geselecteerde<br />

Patch c.q. Performance nu “INIT PATCH” c.q. “INIT<br />

PERFORM”.<br />

* Naast die “naam” wordt bovendien een “*” afgebeeld,<br />

omdat er iets veranderd is aan de Patch/Performance. Programmeer<br />

nu eerst de benodigde parameters en sla de<br />

Patch/Performance vervolgens op (blz. 163).<br />

Rhythm Set of Rhythm Tone<br />

initialiseren<br />

In dit geval zijn nog meer opties: u hoeft niet meteen de<br />

volledige Rhythm Set te initialiseren: u kunt ook telkens<br />

maar de Rhythm Tone initialiseren die u opnieuw<br />

wilt programmeren:<br />

1. Kies de Rhythm Set die u wilt initialiseren.<br />

Als u de “PRESET”-optie hanteert voor het initialiseren,<br />

moet u de Rhythm Set in het USER-geheugenblok<br />

keuzen wiens instellingen naar het buffergeheugen<br />

moeten worden gekopieerd.<br />

* Als u de “DEFAULT”-optie gebruik, maakt het niet uit<br />

welke Rhythm Set u kiest.<br />

2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de indicator<br />

knippert (hij mag niet oplichten).<br />

3. Druk op [F6≈(Menu)] om Menu 1 te selecteren.<br />

4. Druk op [F3≈(Initialize)]. Het display beeldt nu de Initialize-pagina<br />

van de Rhythm Set-mode af.<br />

5. Bepaal wat u precies wilt initialiseren:<br />

Initialiseren van een Rhythm Tone<br />

a) Druk op [F1≈(Key)].<br />

b) Breng de cursor met [ß][†] naar “Key” en kies de noot<br />

(Rhythm Tone) waarvan u de instellingen wilt initialiseren.<br />

Dit kunt u via het klavier (blz. 148) of met TONE<br />

SELECT [1]~[4] doen. Zie ook blz. 149. U kunt echter<br />

ook de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] gebruiken.<br />

Initialiseren van de hele Rhythm Set<br />

a) Druk op [F2≈(All)].<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de instelling<br />

“DEFAULT” of “PRESET”.<br />

7. Druk op [F6≈(Execute)] om het buffergeheugen te initialiseren<br />

en terug te keren naar de RHYTHM Playpagina.<br />

Als u “DEFAULT” gekozen hebt, heet de Rhythm Set<br />

nu “INIT SET”.<br />

* Naast die “naam” wordt bovendien een “*” afgebeeld,<br />

omdat er iets veranderd is aan de Rhythm Set. Programmeer<br />

nu eerst de benodigde parameters en sla de Patch/Performance<br />

vervolgens op (blz. 163).<br />

MIDI-ontvangst via MIDI IN 2<br />

Door op de INITIALIZE-pagina op [F2≈(MIDI≈IN2)] te<br />

drukken gaat u naar een pagina waar u kunt bepalen<br />

wat er met de via MIDI IN 2 ontvangen data gebeurt.<br />

Kies de instelling met de [VALUE]-regelaar en druk op<br />

[F6≈(Init)] om ze te activeren. Zie ook blz. 177.<br />

MIDI IN 2<br />

Mode<br />

GM OFF: Performances, Patches en Rhythm Sets kunnen<br />

met de via MIDI IN 1 ontvangen commando’s<br />

worden aangestuurd.<br />

GM: Roept de basisinstellingen van de GM-standaard<br />

op. De GM-klankbron (MIDI IN 2) staat los van de Performances,<br />

Patches en Rhythm Sets, zodat u beide<br />

“maps” en parametergroepen kunt gebruiken. (De<br />

Performances, Patches en Rhythm Sets moeten via<br />

MIDI IN 1 worden aangestuurd.)<br />

GM2: Roept de basisinstellingen van de GM2-standaard<br />

op. De GM-klankbron (MIDI IN 2) staat los van<br />

de Performances, Patches en Rhythm Sets, zodat u<br />

beide “maps” en parametergroepen kunt gebruiken.<br />

(De Performances, Patches en Rhythm Sets moeten via<br />

MIDI IN 1 worden aangestuurd.)<br />

8.5 Data Transfer:<br />

instellingen oversassen<br />

Data Transfer dient u te gebruiken om de instellingen<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> geheel of gedeeltelijk als zgn. “Bulk”<br />

naar een externe sequencer, een tweede <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> e.d. te<br />

zenden.<br />

Data via MIDI archiveren<br />

U kunt de benodigde instellingen ook via MIDI naar<br />

bv. een tweede <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of een externe sequencer zenden<br />

en daar dan archiveren (eventueel zelfs in de<br />

sequence zelf). Dit wordt ook wel “Bulk Dump”<br />

genoemd.<br />

De benodigde display-pagina ziet er als volgt uit:<br />

Source<br />

Kies hier welke data er moeten worden verzonden. De<br />

mogelijkheden vindt u verderop. Om bv. de Patches<br />

001~020 van de USER-groep door te seinen, moet u<br />

hier “PATCH USER: 001–020” kiezen.<br />

169<br />

Referentiehandboek


8. Data opslaan (Save)<br />

170<br />

Opties:<br />

Type Block<br />

ALL USER TEMP<br />

PERFORM USER 01–64<br />

TEMP<br />

CTRL<br />

–PATCH *1<br />

+PATCH *2<br />

PATCH USER 001~128<br />

TEMP<br />

RHYTHM USER 001~004<br />

TEMP<br />

SYSTEM USER<br />

* 1 Performance in het Temp-geheugen<br />

* 2 Performance plus de instellingen van de toegewezen Patches<br />

en Rhythm Sets.<br />

* “ALL” betekent dat alle Patches, Performances en Rhythm<br />

Sets van het USER- of TEMP-geheugenblok verzonden<br />

worden. TEMP slaat op het buffergeheugen.<br />

* CTRL betekent dat enkel het adres (programma- en bankkeuze)<br />

van de Performance plus de Volume- (CC07) en<br />

Pan-commando’s (CC10) van de Parts worden doorgeseind<br />

wier Rx-parameter op ON staat. (Dus geen SysExdata!)<br />

* De instellingen van de GM-mode kunt u hiermee niet doorseinen.<br />

Destination<br />

Sluit de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als volgt op de externe ontvanger<br />

(sequencer, tweede <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>) aan:<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />

indicator knippert (hij mag niet oplichten).<br />

2. Kies met [F6≈(Menu)] Menu 2.<br />

3. Druk op [F2≈(Xfer)].<br />

4. Druk op [F1≈(to≈MIDI)].<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Sequencer enz.<br />

MIDI OUT<br />

MIDI IN<br />

5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />

instellingen.<br />

7. Druk op [F6≈(Trans)] om de overdracht te starten. (Of op<br />

[EXIT] als u de data toch niet wilt doorseinen).<br />

Transfer to User: data naar het interne<br />

geheugen overhevelen<br />

De “Transfer To User”-functie is bijzonder flexibel,<br />

zoals u zo meteen zal zien. Hiermee kunt u namelijk<br />

data van een SmartMedia-kaart, SCSI-datadrager,<br />

Wave Expansion Board of een Preset-geheugen naar<br />

het interne geheugen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kopiëren. Meer<br />

details hierover vindt u verderop. Maar opgelet: de<br />

meeste van deze opties betekenen dat u alle of bepaalde instellingen<br />

in de User-geheugens overschrijft. Het is dan ook<br />

van groot belang dat u de data in het interne geheugen<br />

eerst via MIDI archiveert of naar een kaart wegschrijft<br />

alvorens met “Transfer To User” te werken – als u de<br />

momenteel in het interne geheugen aanwezige data<br />

tenminste later nog eens nodig hebt.<br />

U kunt zelf kiezen welke data er precies moeten worden<br />

gekopieerd. In tegenstelling tot oudere <strong>Roland</strong>modellen<br />

(bv de JV-80/880) hoeft u bv. de Patches van<br />

een Wave Expansion Board niet meer als blokken/<br />

groepen te kopiëren. Instellingen zoals “PATCH PR-<br />

A:001-001” (kopieer Patch 001 van de Preset-bank “A”)<br />

zijn dus zonder meer mogelijk.<br />

Als de gekozen data te groot zijn voor het interne<br />

geheugen (zo passen bv. niet alle Patches van een<br />

Wave Expansion Board in het interne geheugen),<br />

wordt er zoveel mogelijk gekopieerd – maar het gaat<br />

dan wel maar om een gedeeltelijke groep van data.<br />

Ziehier een voorbeeld: “Type”= PATCH, “Block”= PR-<br />

A:001–005, “Destination”= User: 127 (kopieer de Patches<br />

1~5 naar het User-geheugen, te beginnen bij Patch<br />

127). Dit lukt dus maar gedeeltelijk, omdat er nog maar<br />

twee geheugens overblijven: 127 en 128.<br />

Ziehier de verschillende opties:<br />

Type Block<br />

ALL PR-A, B *1<br />

PERFORM USER 01–64 *2<br />

PR-A, B 01–32 *1<br />

CARD ** *3<br />

PATCH USER 001–128 *2<br />

PR-A–G 001–128 *3<br />

XP-A–H 001–*** *4<br />

CARD ** *3<br />

RHYTHM USER 001–004 *2<br />

PR-A–G 001–002 *3<br />

XP-A–H 001–*** *5<br />

CARD **<br />

SYSTEM Card ** *6<br />

F-LIST Card ** *6<br />

* 1 Enkel PR-A en B bevatten Performances. Hier kunt u<br />

niets kiezen.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Protect: geheugenbeveiliging<br />

* 2 Binnen het User-geheugen worden de data “en bloc” verschoven.<br />

De betreffende Performances, Patches of Rhythm<br />

Sets in de geheugens van bestemming worden overschreven.<br />

* 3 De data van PR-H zijn GM-data die niet kunnen worden<br />

gekopieerd.<br />

* 4 aar gelang het gekozen (en geïnstalleerde) Wave Expansion<br />

Board.<br />

* 4 Depends on the Wave Expansion Board installed<br />

* 5 Kies eerst het bestandsnummer en stel vervolgens de<br />

geheugens in die moeten worden overgeheveld naar het<br />

User-geheugen.<br />

* 6 Kies het bestandsnummer (elk bestand bevat maar één<br />

dergelijk “geheugen”).<br />

Destination<br />

Hiermee kiest u het (eerste) USER-geheugen van<br />

bestemming. Voor “ALL”, “SYSTEM” of “F-LIST” is<br />

deze parameter niet beschikbaar.<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />

indicator knippert (hij mag niet oplichten).<br />

2. Kies met [F6≈(Menu)] Menu 2.<br />

3. Druk op [F2≈(Xfer)].<br />

4. Druk op [F1≈(to≈USER)].<br />

5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />

instellingen.<br />

7. Druk op [F6≈(Trans)] om de overdracht te starten. (Of op<br />

[EXIT] als u de data toch niet naar het interne USERgeheugen<br />

wilt overhevelen).<br />

8.6 Protect:<br />

geheugenbeveiliging<br />

Ziehier een “grendelfunctie” waarmee u het interne<br />

geheugen kunt beveiligen tegen onvoorziene ingrepen<br />

van “collega’s” die van uw afwezigheid profiteren, of<br />

een sequencer. Zo bent u er zeker van dat uw Patches,<br />

Performances, Rhythm Sets e.d. niet veranderen<br />

zolang u dat niet zelf wilt.<br />

Internal<br />

De “Internal”-functie beveiligt het interne geheugen<br />

en maakt het opslaan van data nagenoeg onmogelijk.<br />

Deze functie wordt automatisch geactiveerd wanneer<br />

u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> inschakelt. We zeiden daarnet “nagenoeg”,<br />

omdat u telkens de kans krijgt om de beveiliging<br />

tijdelijk uit te schakelen zodra het display de<br />

waarschuwing afbeeldt. (Daarvoor moet u gewoon<br />

zorgen dat ON verandert in OFF.)<br />

Exclusive<br />

Met het Exclusive-filter kunt u zorgen (OFF) of voorkomen<br />

(ON) dat de instellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> veranderen<br />

wanneer hij via MIDI SysEx-data ontvangt.<br />

Sommige SysEx-data gaan naar het TEMP-geheugen<br />

en overschrijven in eerste instantie dus geen opgeslagen<br />

instellingen. Heuse datablokken (“Bulks”) daarentegen<br />

worden rechtstreeks naar de betreffende interne<br />

geheugens gestuurd en zouden dus wel eens waardevol<br />

materiaal kunnen doen verdwijnen. Daarom laat u<br />

deze schakelaar in de regel het best op ON staan. Maar<br />

vergeet niet dat hij bestaat, want anders vraagt u zich<br />

op een bepaald moment misschien af waarom de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hoegenaamd geen SysEx aanvaardt.<br />

* De “Internal”-instelling is geen “Master-schakelaar” voor<br />

deze “Exclusive”-parameter. U moet dus beide apart instellen.<br />

M.a.w. SysEx-data kunnen ook worden ontvangen<br />

(met alle nefaste gevolgen van dien), als u “Internal” op<br />

ON gezet hebt.<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />

indicator knippert (hij mag niet oplichten).<br />

2. Kies met [F6≈(Menu)] Menu 1.<br />

3. Druk op [F5≈(Protect)] om naar de “User Memory Protect”-pagina<br />

te gaan.<br />

4. Breng de cursor met [√][®] naar de parameter die u wilt<br />

instellen.<br />

5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodide<br />

optie.<br />

6. Druk zo vaak op [EXIT] tot u weer op de oorspronkelijke<br />

Play-pagina belandt.<br />

8.7 Factory Reset<br />

Ziehier wat u moet doen om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n geheel<br />

te initialiseren en te zorgen dat hij weer precies<br />

dezelfde instellingen bevat als bij levering. Hebt u zelf<br />

al dingen geprogrammeerd, dan slaat u die het best<br />

eerst via MIDI (blz. 169) of op een SmartMedia-kaart/<br />

SCSI-datadrager (blz. 164, 167) op. Zo voorkomt u<br />

pijnlijke vergissingen…<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />

indicator knippert (hij mag niet oplichten).<br />

2. Kies met [F6≈(Menu)] Menu 3.<br />

3. Druk op [F5≈(Factory)].<br />

4. Druk op [F6≈(Execute)] om de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> volledig te initialiseren<br />

(of op [EXIT] als u dat toch niet wilt).<br />

Zodra dit commando uitgevoerd is, keer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

terug naar de PATCH PLay-pagina.<br />

* Als nu de boodschap “Write Protect ON” verschijnt, moet<br />

u op [DEC] drukken om “OFF” te kiezen. Druk daarna op<br />

[F6≈(OK)] om het venster weer te sluiten en vervolgens nog<br />

een keer op [F6≈(Factory)] once more to execute the Factory<br />

Reset.<br />

171<br />

Referentiehandboek


8. Data opslaan (Save)<br />

8.8 Patches/Rhythm Sets<br />

aan de Favorite List<br />

toewijzen<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe om alle regelmatig benodigde Patches/Rhythm<br />

Sets te verzamelen in en zgn. “Favorite<br />

List”. Dit vereenvoudigt de keuze van dergelijke<br />

geheugens aanzienlijk. Het leuke aan deze functie is<br />

dat het niet uitmaakt waar de Patches/Rhythm Sets<br />

zich bevinden: in het interne geheugen van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, op een SmartMedia-kaart of op een Wave<br />

Expansion Board. Deze lijst kan tot 64 Patches bevatten.<br />

* U kunt ook Rhythm Sets aan de Favorite List toewijzen.<br />

1. Kies op de PATCH Play-pagina de Patch die u in de<br />

Favorite List wilt opnemen.<br />

2. Druk op de [VALUE]-regelaar om het Sound List-venster<br />

te openen.<br />

* Als nu SOUND LIST in het display verschijnt, moet u op<br />

[F2≈(Favorit)] drukken.<br />

3. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het Favoritegeheugen<br />

waaraan u de Patch wilt toewijzen. Bij levering<br />

bevat deze lijst geen toewijzingen.<br />

* U kunt op de [VOLUME]-regelaar drukken om de gekozen<br />

Patch even te beluisteren (Preview).<br />

4. Druk op [F3≈(Register)] om de toewijzing te bevestigen.<br />

Druk op [EXIT] als u zich bedacht hebt.<br />

* Om een eerder gemaakte toewijzing weer te wissen moet u<br />

het betreffende Favorite-geheugennummer kiezen en op<br />

[F4≈(Remove)] drukken.<br />

5. Druk op [EXIT] of de [VALUE]-regelaar om terug te keren<br />

naar de PATCH Play-pagina.<br />

Snellere toewijzing via de PATCH/RHYTHM<br />

PLAY-pagina<br />

Wanneer u op de PLay-pagina op [SHIFT] drukt, verschijnt<br />

het volgende venster:<br />

Druk op [F6≈(Register)] om de momenteel geselecteerde<br />

Patch/Rhythm Set aan het laagste Favorite-nummer<br />

toe te kennen dat nog niet toegewezen is (dit werkt<br />

enkel als er nog minstens één vrij Favorite-geheugen<br />

is).<br />

172


9. System-mode<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat tevens een aantal parameters die voor<br />

het instrument in z’n geheel gelden. Hier vindt u dingen<br />

zoals de stemming, de MIDI-parameters enz. Daarom<br />

heet deze mode ook “System-mode”.<br />

9.1 General: algemene<br />

instellingen<br />

([SYSTEM/UTILITY] - [F1≈(General)])<br />

Werkwijze voor het editen in de System-mode<br />

1. Druk op[SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />

indicator oplicht (hij mag niet knipperen).<br />

2. Druk zo vaak op [F1≈(General)] tot de “SYSTEM General<br />

#1”-pagina verschijnt.<br />

3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt editen.<br />

4. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

waarde/optie in.<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u op [UNDO] drukken om weer<br />

de vorige waarde/optie op te roepen.<br />

5. Druk op [EXIT] om naar de oorspronkelijke Play-pagina<br />

terug te gaan.<br />

Setup-parameters<br />

LCD Contrast<br />

(1~10) Met deze parameter kunt u het contrast van het<br />

display veranderen als u het maar moeilijk kunt aflezen.<br />

Patch Remain<br />

Hiermee bepaalt u of reeds klinkende noten al (ON)<br />

dan niet (OFF) blijven doorklinken wanneer u een<br />

andere Patch of Rhythm Set kiest.<br />

* Dit geldt enkel voor de gespeelde noten van de vorige<br />

Patch/Rhythm Set. De effect- en overige instellingen veranderen<br />

namelijk meteen en houden geen rekening met de<br />

Patch Remain-instelling. Dit kan er soms toe leiden dat<br />

bepaalde noten plots wegvallen, wat bv. met de Output<br />

Assign-instellingen van de effecten te maken heeft.<br />

Power Up Mode<br />

Hiermee stelt u in welk geheugen de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> meteen<br />

na het inschakelen oproept:<br />

LAST Na het opstarten wordt de laatst gekozen Patch<br />

of Performance geladen.<br />

DEFAULT Na het opstarten wordt de Patch “USER:001”<br />

geladen.<br />

Character Style<br />

Hiermee kiest u de lettergroote die voor de nummers<br />

en namen op de verschillende Play-pagina’s gehanteerd<br />

worden.<br />

TYPE 1: Vetjes, vaste spatiëring tussenruimte tussen<br />

de tekens.<br />

TYPE 2: Normale tekens, vaste spatiëring .<br />

TYPE 3: Vetjes, variabele spatiëring tussen de letters.<br />

TYPE 4: Normale tekens, variabele vaste spatiëring.<br />

Rhythm Edit Key<br />

Hiermee stelt u in of u de Rhythm Tones (Rhythm Setmode)<br />

enkel via de knoppen op het frontpaneel of ook<br />

via MIDI kunt kiezen. Zie blz. 148.<br />

SCSI Probe Time<br />

(1~10) Hiermee stelt u in hoe lang de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> naar<br />

eventueel aangesloten SCSI-datadrahers mag zoeken<br />

en kijken welke data ze bevatten. In de regel kiest u<br />

hier het best “1”.<br />

* Als een SCSI-datadrager zelfs bij keuze van een veel grotere<br />

waarde niet wordt herkend, moet u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitschakelen.<br />

Schakel dan eerst de SCSI-datadrager (indien<br />

nodig) en vervolgens de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.<br />

Master-parameters<br />

* De Tune- en Key Shift-parameters van deze groep gelden<br />

voor alle Patches, Performances, Rhythm Sets en de GMmode.<br />

Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de<br />

hele <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Dat is meestal niet echt nodig, omdat u<br />

dat ook met de [VOLUME]-regelaar kunt doen.<br />

Tune<br />

(415.3~466.2 kHz) Hiermee kunt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n<br />

geheel stemmen. De afgebeelde waarde slaat op de frequentie<br />

van de noot A4.<br />

Key Shift<br />

(–24~+24) Deze parameter laat toe om alle secties van<br />

de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> te transponeren. Gebruik deze parameter<br />

wanneer u de externe sequence (of het externe klavier)<br />

om de één of andere reden niet kunt transponeren.<br />

System Tempo-parameters<br />

Clock Source<br />

Er zijn verschillende parameters waarvan u de snelheid<br />

met een tempowaarde kunt synchroniseren: de<br />

LFO-snelheid, bepaalde MFX-parameters, de Phrase<br />

Loops en de Tone Delay-waarden. Als “bron” (Source)<br />

kunt u hetzij het voor de betreffende Patch ingestelde<br />

tempo gebruiken, hetzij de voor “Tempo” ingestelde<br />

waarde (zie hieronder).<br />

Met Clock Source kunt u dan weer instellen of de<br />

“System Tempo”-waarde daadwerkelijk wordt gehanteerd<br />

(INT) dan wel of de MIDI Clock-signalen van de<br />

op MIDI IN aangesloten sequencer gebruikt worden.<br />

173<br />

Referentiehandboek


9. System-mode<br />

Tempo<br />

(20~250) Als u “Clock Source” hierboven op INT hebt<br />

gezet, kunt u hier de tempowaarde instellen die als<br />

“systeemtempo” wordt gehanteerd ( = 20~250). Hebt<br />

u voor “Clock Source” MIDI gekozen, dan moet de<br />

tempowaarde van buitenaf komen en wordt dan tussen<br />

haakjes afgebeeld.<br />

Scale Tune-parameters<br />

([SYSTEM/UTILITY] - [F1≈(General)])<br />

Scale Tune is een functie die toelaat om de toonhoogte<br />

van alle noten van een octaaf te veranderen (hoger of<br />

lager te stemmen). Een voor de “A” ingestelde stemming<br />

geldt voor alle A’s van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Hetzelfde<br />

systeem geldt uiteraard ook voor de andere noten die<br />

u op de volgende display-pagina’s kunt stemmen.<br />

U kunt zowel voor de Patch-mode (Patch Scale) als<br />

voor de Performance-/GM-mode (Key Scale) een<br />

stemming programmeren.<br />

* De ingestelde toonladder geldt voor nootcommando’s die<br />

via MIDI worden ontvangen.<br />

Switch<br />

Kies hier ON wanneer u de Scale Tune-instellingen<br />

(i.p.v. de voorgeprogrammeerde stemming van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>) wilt gebruiken.<br />

Patch Scale C~B<br />

(–64~+63) Deze pagina roept u op door in de Patchmode<br />

op [SYSTEM/UTILITY] te drukken.<br />

* de Patch Scale-instellingen worden ook door Part 1 van een<br />

Performance gebruikt.<br />

1. Druk op [PATCH] (indicator moet oplichten), op<br />

[SYSTEM/UTILITY] (indicator moet oplichten) en zo vaak<br />

op [F1≈(General)] tot de “SYSTEM General #2”-pagina<br />

verschijnt.<br />

2. Kies met [√][®][ß][†] de noot waarvan u de stemming<br />

wilt veranderen.<br />

3. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

stemming in.<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />

instelling oproepen.<br />

4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />

Key Scale C~B<br />

(–64~+63) Ziehier de werkwijze voor het stemmen van<br />

de noten in de Performance- of GM-mode.<br />

1. Druk op [PERFORM] of [GM] (dicator moet oplichten.<br />

2. Druk op [SYSTEM/UTILITY] (indicator Press moet oplichten).<br />

3. Druk zo vaak op [F1≈(General)] tot de “SYSTEM General<br />

#2”-pagina wordt afgebeeld.<br />

174<br />

4. Kies met PART SELECT [1/17]~[16/32] de Part die u<br />

anders wilt stemmen. Indiendien nodig, moet u met<br />

[1-16/17-32] eerst de andere Part-groep kiezen.<br />

5. Kies met [√][®][ß][†] de noot waarvan u de stemming<br />

wilt veranderen.<br />

6. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

stemming in.<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />

instelling oproepen.<br />

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />

Gelijkzwevende stemming<br />

Deze toonladder verdeelt elke octaaf in gelijk grote<br />

intervallen. Dat is niet “echt juist”, maar het wordt wel<br />

het vaakst gebruikt in de westerse wereld. Deze stemming<br />

wordt gehanteerd wanneer u “Scale Tune” op<br />

OFF zet.<br />

Reine stemming (in C)<br />

Deze stemming zorgt voor een voller geluid van de<br />

drie basisakkoorden. U moet deze stemming echter<br />

altijd aanpassen aan de toonaard waarin u speelt (het<br />

voorbeeld verderop geldt bv. enkel voor de toonaard<br />

van C).<br />

Arabische stemming<br />

In deze toonladder staan de E en B een kwarttoon lager<br />

gestemd, terwijl de C#, F# en G# een kwarttoon hoger<br />

zijn dan volgens de gelijkzwevende stemming. De<br />

intervallen tussen G en B, C en E, F en G#, Bb en C#<br />

evenals Eb en F# vertegenwoordigen natuurlijke tertsen<br />

– en die houden het midden tussen een grote en<br />

een kleine terts. De hieronder getoonde Arabische<br />

stemming kunt u in G, C en F gebruiken.<br />

NootGelijk- Reine stemming Arabische<br />

naamzwevend (in C) toonladder<br />

C 0 0 -6<br />

C# 0 -8 +45<br />

D 0 +4 -2<br />

Eb 0 +16 -12<br />

E 0 -14 -51<br />

F 0 -2 -8<br />

F# 0 -10 +43<br />

G 0 +2 -4<br />

G# 0 +14 +47<br />

A 0 -16 0<br />

Bb 0 +14 -10<br />

B 0 -12 -49


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Equalizer (toonregeling) instellen<br />

9.2 Equalizer<br />

(toonregeling) instellen<br />

([SYSTEM/UTILITY] - [F2≈(Outp&EQ)] - [F2≈(EQ)])<br />

Voor alle uitgangen van de is er een toonregeling (EQ)<br />

voorzien. Ziehier hoe u die instelt.<br />

* Naast de effecten kunt u ook de Equalizer uitschakelen (zie<br />

blz. 35). Als u dus geen verschilt hoort, zou u even op<br />

[EFFECT≈ON/OFF] moeten drukken en kijken wat er gebeurt.<br />

Output-A (1/2)~D (7/8)<br />

L.F<br />

(200/400 Hz) Hiermee kiest u de kantelfrequentie van<br />

de lage tonen.<br />

L.G<br />

(–15~+15) Hiermee kunt u het volume van de lage<br />

tonen ophalen (+) of afzwakken (–).<br />

H.F<br />

(2000/4000/8000 Hz) Hiermee kiest u de kantelfrequentie<br />

van de hoge tonen.<br />

H.G<br />

(–15~+15) Hiermee kunt u het volume van de hoge<br />

tonen ophalen (+) of afzwakken (–).<br />

Werkwijze<br />

1. Ga naar de “SYSTEM EQ”-pagina.<br />

2. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

3. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

stemming in.<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />

instelling oproepen.<br />

4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina<br />

waar u vandaan gekomen bent.<br />

9.3 MIDI-parameters en<br />

-schakelaars<br />

([SYSTEM/UTILITY] - [F3≈(MIDI)])<br />

1. Druk op[SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />

indicator oplicht (hij mag niet knipperen).<br />

2. Druk op [F3≈(MIDI)] om naar de “SYSTEM MIDI”pagina<br />

te gaan.<br />

3. Kies met [√][®][ß][†] de parameter die u wilt instellen.<br />

4. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste<br />

waarde in.<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de vorige<br />

instelling oproepen.<br />

5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina<br />

waar u vandaan gekomen bent.<br />

MIDI Receive Ch<br />

Ziehier de betrekkelijk algemene MIDI-parameters. Er<br />

zijn er echter ook die u voor elke Performance apart<br />

kunt instellen (eigenlijk voor elke Part van een Performance).<br />

Perf Ctl Ch<br />

Dit is het MIDI-kanaal dat kan worden gebruikt om<br />

Performances via MIDI te selecteren (met programma-<br />

en bankkeuze-commando’s). Kies hier OFF als u niet<br />

wilt dat er tijdens het werken met een sequencer plots<br />

een andere Performance wordt gekozen. In de regel<br />

(en na het initialiseren van de hele <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (Factory<br />

Reset) luigt het nummer “16”.<br />

* Aangezien er 16 Parts zijn, kan het gebeuren dat alle 16<br />

MIDI-kanalen al worden gebruikt. Als u dan ook nog een<br />

“Control Channel” definieert, heeft dit laatste voorrang,<br />

zodat één van de Parts niet naar behoren lijkt te reageren.<br />

Patch Rhy Rx Ch<br />

Hiermee kiest stelt u het MIDI-kanaal in waarop de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de Patch- en Rhythm Set-mode ontvangt.<br />

In die modes is hij, zoals bekend, niet multitimbraal.<br />

MIDI Tx<br />

Edit Data<br />

Met deze schakelaar bepaalt u of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de wijzigingen<br />

van de Patch-, Performance- en Rhythm Setparameters<br />

tijdens het editen al (ON) dan niet (OFF)<br />

via zijn MIDI OUT-connector uitstuurt. Als u “ON”<br />

kiest, zendt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> tijdens het editen SysEx-data<br />

die u bv. met een sequencer zou kunnen opnemen.<br />

Rx Switch<br />

Program Change<br />

Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />

er programmakeuze-commando’s worden ontvangen.<br />

Bank Select<br />

Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />

er bankkeuze-commando’s (CC00 en CC32) worden<br />

ontvangen.<br />

GM System ON<br />

Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />

er “General MIDI System On”-commando’s worden<br />

ontvangen. Die zorgen ervoor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de GMmode<br />

kiest en alle GM-Parts navenant initialiseert.<br />

GM2 System On<br />

Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />

er “General MIDI 2 System On”-commando’s worden<br />

ontvangen. Die zorgen ervoor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> de GM2mode<br />

kiest en alle GM-Parts navenant initialiseert.<br />

175<br />

Referentiehandboek


9. System-mode<br />

GS Reset (Receive GS Reset Exclusive Switch)<br />

Stel hier in of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> “GS Reset”-commando’s<br />

mag ontvangen (ON) of niet (OFF). Deze commando’s<br />

zorgen ervoor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich ongeveer gedraagt<br />

als een GS-module.<br />

System Exclusive-parameters<br />

Device ID<br />

(17~32) SysEx-data worden door de ontvanger alleen<br />

aanvaard als hij hetzelfde Device ID-nummer heeft als<br />

de zender (of de binnenkomende SysEx-data). Verander<br />

dit nummer zo weinig mogelijk (tenzij u twee<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s gebruikt) – en als u dat doet, moet u het<br />

nieuwe nummer noteren en bewaren. Dat hebt u later<br />

beslist nog eens nodig.<br />

Receive<br />

Hiermee kunt u zorgen (ON) of voorkomen (OFF) dat<br />

de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> SysEx-commando’s (Bulk Dumps e.d.)<br />

ontvangt. Kiest u OFF, dan bent u er zeker van dat de<br />

instellingen nooit overwacht kunnen veranderen.<br />

MIDI-ontvangst van de Tones, Parts,<br />

Rhythm Tones<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat toe om voor elke Part van een Performance,<br />

elke Tone van een Patch en elke Rhythm Tone<br />

van een Rhythm Set in te stellen welke MIDI-commando’s<br />

hij mag ontvangen. Ziehier waar u deze parameters<br />

vindt:<br />

• Performances: “MIDI-parameters van de Parts” op<br />

blz. 145<br />

• Patches: “MIDI Rx Switch” op blz. 131<br />

• Rhythm Tones: “MIDI Rx Switch” op blz. 156<br />

Stack: meer polyfonie door twee<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s te gebruiken<br />

De Stack-functie laat toe om het aantal polyfoniestemmen<br />

te vergroten door meerdere <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s (maximaal<br />

8) aan elkaar te koppelen. Wanneer u bijvoorbeeld drie<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s bezit, sluit u ze als volgt op elkaar aan:<br />

Werken met drie <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>'s (voorbeeld)<br />

176<br />

MIDI OUT<br />

MIDI IN<br />

Klavier<br />

THRU IN THRU IN<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (1/3) <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (2/3) <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> (3/3)<br />

Stack Mode: 3<br />

Stack Number: 1<br />

Stack Mode: 3<br />

Stack Number: 2<br />

Stack Mode: 3<br />

Stack Number: 3<br />

Volgorde voor de weergave<br />

van de noten:<br />

In te stellen waarden<br />

1 2 3<br />

4 5 6<br />

7<br />

10<br />

8 9<br />

Mode (Stack Mode)<br />

(OFF/2~8) Met deze parameter stelt u in hoeveel<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s u als “één grote Super-<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>” wilt<br />

gebruiken. Zijn dat er bv. twee, dan moet u hier “2”<br />

instellen. Gebruikt u maar één <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>, dan moet u<br />

hier OFF kiezen.<br />

* Als u met verschillende <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s werkt en OFF kiest,<br />

geven ze allemaal dezelfde noten weer.<br />

Number<br />

(1~8) Hiermee bepaalt u de rangorde van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s<br />

in uw “Stack”. Elk nummer mag u uiteraard maar één<br />

keer toekennen (net zoals bij een SCSI ID). Het nummer<br />

bepaalt welke groep van 128 stemmen er als eerste<br />

wordt gebruikt, welke daarna enz.<br />

* De Stack-functie is niet beschikbaar voor (a) Patches wier<br />

“Key Assign”-parameter op MONO staat, (b) Patches wier<br />

Portamento-schakelaar op ON staat. Dergelijke Patches<br />

worden altijd door de eerste <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weergegeven.<br />

Rhythm Sets daarentegen worden altijd door de tweede<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weergegeven.<br />

* Multi-Partial Patches worden altijd door de eerste<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> weergegeven.<br />

9.4 Over de MIDI INconnectors<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is met twee MIDI IN-connectors uitgerust.<br />

Die kunt u op verschillende manieren gebruiken.<br />

In de regel dient MIDI IN 1 voor de ontvangst van data<br />

van een MIDI-klavier enz., terwijl MIDI IN 2 eigenlijk<br />

als “hulpingang” – en dus voor een sequencer –<br />

bedoeld is.<br />

* Als u maar één MIDI IN-aansluiting nodig hebt (maar dan<br />

beschikt u maar over 16 Parts), kiest u het best voor MIDI<br />

IN 1.<br />

In de Patch/Rhythm Set-mode<br />

De via MIDI IN 1 & 2 ontvangen data worden uitgevoerd.<br />

IN 1<br />

Patch<br />

IN 2


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Over de MIDI IN-connectors<br />

In de Performance-mode<br />

De via MIDI IN 1 & 2 worden naar verschillende Parts<br />

verzonden, zodat u 32 Parts tegelijk kunt gebruiken. U<br />

kunt echter elke Part apart met de gewenste MIDIingang<br />

verbinden (blz. 145). Om het geheel overzichtelijk<br />

te houden zou u de Parts 1~16 aan MIDI IN 1 en de<br />

Parts 17~32 aan MIDI IN 2 kunnen/moeten toewijzen.<br />

IN 1<br />

Part IN1<br />

RX Switch<br />

Performance<br />

IN 2<br />

Part IN2<br />

RX Switch<br />

In de GM-mode<br />

• Als u de GM-mode selecteert door op de [GM] op het<br />

frontpaneel te drukken, worden de via MIDI IN 1 en 2<br />

ontvangen commando’s (naar gelang hun MIDIkanaal)<br />

over 16 GM2-Parts verdeeld:<br />

IN 1 IN 2<br />

GM2 16Parts<br />

• Bij ontvangst van een GM ON- of GS Reset-commando<br />

is de MIDI IN-aansluiting, via dewelke het<br />

commando binnenkomt, bepalend voor wat er<br />

gebeurt:<br />

Ontvangst van GM ON of GS Reset via MIDI IN 1:<br />

Zelfde werking aks wanneer u op [GM] drukt.<br />

IN 1 IN 2<br />

GM2 16Part<br />

Ontvangst van GM ON of GS Reset via MIDI IN 2:<br />

a) In de Patch-/Rhythm Set-mode<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gedraagt zich als een 16-Parts multitimbrale<br />

GM2-module, maar er worden wel “normale”<br />

Patches gebruikt. Voor de klankbronsectie van MIDI<br />

IN 2 kunt u via het frontpaneel geen andere Patches/<br />

Rhythm Sets kiezen, noch de Patches/Rhythm Sets<br />

editen (dat lukt enkel via MIDI).<br />

IN 1 IN 2<br />

Patch<br />

GM2 16Parts<br />

b) In de Performance-mode<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gedraagt zich zoals een complete <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

in de Performance-mode (32 Parts) plus een GM2module<br />

(nog eens 16 Parts) en is dus 48-Parts multitimbraal.<br />

In dat geval zijn de Receive Switch-instellingen<br />

voor de aan MIDI IN 2 toegewezen Performance-<br />

Parts echter niet beschikbaar (en staan ze op “OFF”).<br />

Aan de GM2-Parts kunt u via het frontpaneel geen<br />

andere klanken toewijzen, noch deze editen (dat lukt<br />

enkel via MIDI).<br />

IN 1 IN 2<br />

Performance<br />

GM2 16Parts<br />

c) In de GM-mode gedraagt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich als twee<br />

gescheiden GM2-modules (één per MIDI IN-aansluiting):<br />

IN 1 IN 2<br />

GM2 16Parts<br />

GM2 16Parts<br />

* Voor de MIDI IN2 GM-klankbronsectie kunt u initialiseren<br />

en de “GM OFF”-status kiezen via de “Initialize”pagina<br />

([SYSTEM/UTILITY] - [Init] - [MIDI≈In2], zie blz. 169).<br />

177<br />

Referentiehandboek


9. System-mode<br />

9.5 System Control:<br />

speelhulpen definiëren<br />

([SYSTEM/UTILITY] - [F4≈(Control)])<br />

Zoals u weet, kunt u de gewenste Tone-parameters<br />

ook via de Matrix Control-functie (blz. 130) beïnvloeden.<br />

Een vergelijkbaar systeem bestaat tevens voor de<br />

multi-effecten en heet dan MFX CTRL (blz. 55). In<br />

beide gevallen kunt u als stuurbron naast parameters<br />

ook MIDI-commando’s gebruiken.<br />

Dat is bijzonder expressief, maar soms ook omslachtig,<br />

omdat u deze controle voor elke Performance, Patch of<br />

Rhythm Set apart kunt/moet programmeren. Daarom<br />

biedt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> vier zgn. “System Controllers” (Control<br />

1~4) waar u het gewenste MIDI-commando aan<br />

kunt toewijzen. Binnen de Patch, Performance,<br />

Rhythm Set of MFX kiest u dan gewoon SYS CTRL 1~4<br />

en klaar is Kees. Voordeel: als u op een bepaald<br />

moment beslist om toch CC02 i.p.v. CC01 te gebruiken<br />

hoeft u dat maar één keer (i.p.v. voor alle Patches enz.)<br />

te veranderen.<br />

System Control 1~4<br />

Source<br />

Kies eerst de benodigde Controller (1~4) en wijs er vervolgens<br />

een MIDI-commando aan toe.<br />

Kies de benodigde Control-parameter met [√][®][ß][†] en<br />

wijs er met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] een optie<br />

aan toe.<br />

9.6 Info<br />

178<br />

CC01~31, 33~95<br />

Controlecommando met het gekozen nummer<br />

(1~31 of 33~95)<br />

PITCH BEND Pitch Bend<br />

AFTERTOUCH Aftertouch<br />

([SYSTEM/UTILITY] - [F6≈(Info)])<br />

Wave Expansion A~D<br />

Met deze functie kunt u controleren welke Wave<br />

Expansion Boards van de SR-JV80-serie er (naar behoren)<br />

zijn ingebouwd. Voor connectors die geen print<br />

bevatten of printen die niet naar behoren worden herkend<br />

beeldt het display “------” af. Zie ook blz. 12<br />

en volgende.<br />

SRX<br />

Met deze functie kunt u controleren welke Wave<br />

Expansion Boards van de SRX-serie er (naar behoren)<br />

zijn ingebouwd. Voor connectors die geen print bevatten<br />

of printen die niet naar behoren worden herkend<br />

beeldt het display “------” af. Zie ook blz. 12 en volgende.<br />

SIMM<br />

Hier komt u te weten of de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> SIMMs bevat en<br />

welke geheugencapaciteit dat oplevert voor het laden<br />

van Samples.<br />

Battery Check<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat een batterij die de User-geheugens<br />

en het System-geheugen voedt wanneer hij uitgeschakeld<br />

is. Dat zorgt er precies voor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uw<br />

instellingen niet “vergeet”. Na verloop van tijd raakt<br />

deze batterij echter uitgeput en is ze aan vervanging<br />

toe. Daarom verdient het aanbeveling om regelmatig<br />

eens te kijken of de spanning nog voldoet. Zolang hier<br />

“OK” wordt afgebeeld, is alles in orde. Verschijnt echter<br />

de melding “LOW”, dan moet u de batterij zo snel<br />

mogelijk door uw <strong>Roland</strong>-dealer laten vervangen.<br />

SCSI ID<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Self<br />

Hier komt u te weten welk SCSI-nummer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

momenteel hanteert. Dat kunt u enkel met de schakelaar<br />

op het achterpaneel veranderen. Doet echter enkel<br />

wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitgeschakeld is.


10. GM-mode<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

In de GM-mode is de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> General MIDI-compatibel.<br />

Dat heeft het voordeel dat u in de handel verkrijgbare<br />

sequences met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt weergeven zonder<br />

eerst de programmanummers te veranderen.<br />

Waarschijnlijk is de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet uw eerste module,<br />

dus weet u dat er in het verleden nogal wat problemen<br />

waren met de weergave van sequences op andermans<br />

apparatuur. Het grootste probleem waren de MIDIprogrammanummers<br />

die meestal de verkeerde klanken<br />

opriepen. Met de komst van GM is dat voor een<br />

groot deel opgelost.<br />

10.1 GM-mode<br />

selecteren<br />

De GM-mode lijkt verdraaid veel op de Performancemode<br />

omdat hij eveneens multitimbraal is. Er zijn echter<br />

twee verschillen: de “Performance” is GM-compatibel<br />

en de Patches en Rhythm Sets die worden<br />

gebruikt zijn dat eveneens. Maar u kunt eventuele wijzigingen<br />

niet intern opslaan.<br />

Op de GM PLAY-pagina komt u te weten welke Patches<br />

(of Rhythm Sets) er aan welke Parts toegewezen<br />

zijn.<br />

Door de GM-mode op te roepen initialiseert u hem.<br />

Dat betekent dat de “GM2 Standard”-Rhythm Set aan<br />

Part 10 wordt toegewezen, terwijl alle andere Parts de<br />

Patch “Piano 1” aanspreken. Dit kunt u natuurlijk veranderen.<br />

In de regel volstaat het echter om de weergave<br />

van een GM- of GM2-compatibele sequence te<br />

starten om dit te laten doen. Maar zover zijn we nog<br />

niet – we moeten de GM-mode eerst oproepen:<br />

1. Druk op [GM] om naar de GM Play-pagina te gaan.<br />

De klankbron van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wordt nu geïnitialiseerd<br />

en gedraagt zich als GM-module. Zie echter ook<br />

“MIDI-ontvangst via MIDI IN 2” op blz. 169 en<br />

blz. 177.<br />

2. Kies met [√][®] de benodigde Part.<br />

3. Voor het toewijzen van een Patch of Rhythm Set kunt<br />

u op dezelfde manier te werk gaan als in de Performance-mode.<br />

GM-mode initialiseren<br />

Een GM-sequence kan maar naar behoren worden<br />

weergegeven als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> eerst weer de uitgangsinstellingen<br />

van de GM-mode oproept. Daarom wordt<br />

de GM-mode in de volgende gevallen automatisch<br />

geïnitialiseerd:<br />

• Bij het oproepen van de GM-mode.<br />

• Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een GM System On-/GM2<br />

System On-commando ontvangt (via een sequencer of<br />

een GM instrument).<br />

• Wanneer u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> inschakelt.<br />

• Wanneer u de “GM/GM2 Initialize”-functie gebruikt<br />

(blz. 183).<br />

General MIDI/General MIDI 2 System On<br />

Dit commando (één voor de GM- en het andere voor<br />

de GM2-mode) zorgt ervoor dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich als<br />

een GM/GM2-module gedraagt. De klankbron<br />

wordt dan ook geïnitialiseerd.<br />

* Als u wilt dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> dit commando via MIDI ontvangt,<br />

moet u zorgen dat de parameter “GM System ON”<br />

of “GM2 System On” op blz. 175 op ON staat, want<br />

anders wordt het commando genegeerd.<br />

10.2 GM-sequences<br />

weergeven<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is GM-compatibel, wat betekent dat hij een<br />

GM-sequence naar behoren zal weergeven. Toch is hij<br />

met een aantal functies uitgerust die andere GMinstrumenten<br />

niet ondersteunen. Dat betekent dus dat<br />

het kan gebeuren dat een met behulp van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

aangemaakte GM-sequence op een ander GM-instrument<br />

anders klinkt. Moraal van het verhaal: gebruik de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> nooit om “standaard” GM-sequences aan te<br />

maken, want dat lukt waarschijnlijk niet (omdat de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> meer kan dan andere GM-instrumenten).<br />

* Als u een GM-Song niet vanaf het begin weergeeft, mist de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> waarschijnlijk het GM System On-/GM2 System<br />

On-commando. Het verdient dan ook aanbeveling om de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> manueel in de GM-mode te zetten voordat u zo’n<br />

Song weergeeft. Op die manier bent u zeker.<br />

* Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een “GS Reset”-commando ontvangt,<br />

werkt hij min of meer als een module, die het GSformaat<br />

hanteert (dit is een formaat dat door <strong>Roland</strong> werd<br />

ontwikkeld). Het voordeel daarvan is dat u ook Standard<br />

MIDI Files voor GS-compatibele klankbronnen kunt afspelen.<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is echter geen “echte” GS-module. Verwacht<br />

dus niet dat hij zich net zo flexibel opstelt als bv. een<br />

SC-8850 of SC-8820 Sound Canvas. Hij kan echter talrijke<br />

dingen die de Sound Canvas’sen niet kunnen.<br />

Parts uitschakelen<br />

Telkens wanneer de GM-mode wordt geïnitialiseerd<br />

(zie links) staan alle Parts zo ingesteld dat ze MIDIdata<br />

ontvangen. Misschien hebt u echter al van<br />

“Minus-One” gehoord en wilt u dat ook wel eens uitproberen.<br />

Dit houdt in dat u één Part uitschakelt om de<br />

betreffende partij zelf te kunnen spelen.<br />

Druk op [RX] (alias MIDI MESSAGE). De indicator<br />

moet oplichten. Gebruik vervolgens PART SELECT<br />

[1/17]~[16/32] om de niet benodigde Part uit te schakelen.<br />

* In de GM-mode kunt u [1-16/17-32] niet gebruiken (er zijn<br />

namelijk (telkens) maar 16 Parts.<br />

179<br />

Referentiehandboek


10. GM-mode<br />

10.3 GM-instellingen<br />

wijzigen<br />

Effecten in-/uitschakelen<br />

1. Druk op [EFFECTS≈ON/OFF].<br />

2. Breng de cursor met [√][®] naar het effectblok dat u<br />

wilt in- of uitschakelen.<br />

3. Schakel het blok met [DEC] [INC] uit of in.<br />

In de GM-mode kunt u de GM-Chorus, de GM-Reverb<br />

en een EQ gebruiken. De eerste twee zijn weliswaar<br />

processors die u ook in de overige modes aantreft,<br />

maar hier werken ze wel iets anders. En bovendien<br />

staan ze los van de “algemene” processors.<br />

180<br />

* De MFX is in de GM-mode niet beschikbaar.<br />

Andere parameters<br />

Ziehier dan de parameters die u voor elke Part in de<br />

GM-mode kunt instellen. Zoals u zal merken, gaat het<br />

hier om een aantal basisaspecten die echter voldoende<br />

flexibel zijn.<br />

Onthoud goed dat u de volgende instellingen niet<br />

intern of op een SmartMedia-kaart kunt opslaan. U<br />

kunt ze echter wel via MIDI naar een sequencer sturen.<br />

Zie “Data Transfer (XFER): instellingen via<br />

MIDI verzenden” op blz. 183.<br />

Ziehier hoe u het best te werk gaat voor het editen van<br />

de effecten.<br />

1. Druk op [GM] om de GM-mode op te roepen (als u dat<br />

nog niet hebt gedaan).<br />

2. Kies met [F2]~[F5] de benodigde parametergroep.<br />

Als u een pagina oproept met parameters, die u voor<br />

elke Part (1~16) apart kunt instellen, moet u de benodigde<br />

Part met PART SELECT [1/17]~[16/32] kiezen.<br />

3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar een parameter.<br />

4. Stel de waarde in met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC].<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u de laatste wijziging met<br />

[UNDO] weer ongedaan maken.<br />

5. Druk op [F2]~[F5] om een andere parametergroep te<br />

kiezen en wijzig die instellingen eveneens.<br />

* U kunt ook [SHIFT] ingedrukt houden, terwijl u met [√] of [®]<br />

naar een andere parametergroep gaat.<br />

6. Herhaal de stappen 2~5 tot u alles naar wens hebt<br />

ingesteld.<br />

7. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de GM PLAYpagina.<br />

* Als u wilt, kunt u ook in de GM-mode de Palette-functie<br />

gebruiken. Die werkt precies zoals in de Performance-mode.<br />

Zie dus blz. 142.<br />

GM Control<br />

([F2≈(Control)])<br />

Modify-parameters<br />

Ziehier een aantal “relatieve” parameters (vandaar de<br />

benaming “Offset”). Dit betekent dat u iets van de<br />

voorgeprogrammeerde waarde kunt aftrekken (–) of<br />

erbij optellen (+). Het instelbereik bedraagt –64~+63.<br />

In sommige gevallen is echter de minimum- c.q. maximumwaarde<br />

ingesteld, zodat u die met de volgende<br />

parameters niet nog verder kunt verlagen/verhogen.<br />

Cutoff Offset<br />

Dit is een LPF-filter waarmee u het geluid eventueel<br />

helderder en doffer kunt maken.<br />

Resonance Offset<br />

Met deze parameter kunt u de voorgeprogrammeerde<br />

resonantie van het filter verhogen of verminderen.<br />

Ook dit kunt u per Part instellen.<br />

Attack Time Offset<br />

Hiermee kunt u de aanzet (het begin) van de TVF/<br />

TVA Envelope veranderen om te zorgen dat de klank<br />

agressiever wordt of geleidelijk aan opkomt.<br />

Release Offset<br />

Hiermee kunt u instellen hoe snel de geselecteerde<br />

Part moet uitsterven als blijkt dat hij er te lang of net<br />

niet lang genoeg over doet.<br />

Key Mode<br />

Mono/Poly<br />

Kies hier MONO, wanneer de geselecteerde Part telkens<br />

maar één noot mag weergeven (monofoon), ook<br />

al ontvangt hij er everschillende tegelijk. Als de Part<br />

ook akkoorden moet spelen, moet u hier POLY kiezen.<br />

* Parts waar u een Rhythm Set aan toewijst negeren deze<br />

instelling (en zijn altijd “polyfoon”).<br />

Portament (Portamento)<br />

Switch<br />

Portamento zorgt voor geleidelijke overgangen tussen<br />

de gespeelde noten. Met deze parameter schakelt u<br />

deze functie in/uit.<br />

Time<br />

(0~127) Hiermee kiest u de snelheid van de overgangen,<br />

die wordt gehanteerd wanneer u de “Switch” op<br />

ON hebt gezet. De werking van deze Portamento-functie<br />

verschilt voor MONO- en POLY-Parts (net zoals de<br />

Portamento-functie in de overige modes).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> GM-instellingen wijzigen<br />

Patch, Level & Pan, Tune<br />

([F3≈(Part)])<br />

Patch<br />

Type<br />

Kies hier of de betreffende Part moet fungeren voor het<br />

spelen van melodieën met een Patch (PAT) dan wel of<br />

hij voor een drumpartij gebruikt wordt (RHY). Het<br />

gebruik van meerdere Rhythm-Parts is enkel in de<br />

GM2-mode mogelijk (in de GM-mode fungeert enkel<br />

Part 10 als Rhythm-Part).<br />

Number<br />

Kies hier de Patch (1~256) of Rhythm Set (1~4) die u<br />

aan de geselecteerde Part wilt toewijzen. De naam van<br />

die Patch/Rhythm Set wordt tussen haakjes afgebeeld.<br />

Level & Pan<br />

Part Volume<br />

(0~127) De naam zegt het al: hiermee stelt u het<br />

volume van de geselecteerde Part in om de gewenste<br />

balans te bereiken. Hiervoor is bv. het gebruik van de<br />

Palette-functie zinvol.<br />

Part Pan<br />

(RANDOM/L63~63R) Hiermee stelt u de stereopositie<br />

van de geselecteerde Part in. “L64” is helemaal links,<br />

“0” het midden” en “63R” helemaal rechts.<br />

* De instellingen van de Volume- en Pan-parameters worden<br />

ook op de INFO-pagina getoond (blz. 182).<br />

Tune<br />

Coarse<br />

(–48~+48) Hiermee kunt u de geselecteerde Part in<br />

stappen van halve tonen hoger of lager transponeren<br />

(maximaal ±4 octaven).<br />

Fine<br />

(–50~+50) Hiermee kunt u de geselecteerde Part fijnstemmen<br />

(±50 Cent). In regel is dat enkel zinvol, wanneer<br />

u twee gelijkaardige Patches aanstuurt en voor<br />

een voller geluid wilt zorgen.<br />

Bend Range<br />

Value<br />

(0~24) Hiermee kunt u het buigingsinterval van de<br />

Part instellen. Dat interval is bepalend voor de toonhoogteverschillen<br />

die ontstaan, wanneer de Part Pitch<br />

Bend-commando’s ontvangt. Het instelbereik<br />

bedraagt 0~24 halve tonen (dus twee octaven). Dit<br />

interval wordt enkel gehanteerd wanneer u de BEN-<br />

DER-hendel helemaal naar links en naar rechts schuift.<br />

GM MIDI<br />

([F4≈(MIDI)])<br />

Part MIDI<br />

Receive Channel<br />

Stel hier het MIDI-kanaal van de geselecteerde Part in<br />

(1~16). Hoewel dit perfect mogelijk is, verdient het in<br />

de regel aanbeveling om het bij de Preset-instellingen<br />

te houden, omdat u anders na verloop van tijd niet<br />

meer in de gaten hebt welke Part welke partij speelt.<br />

Part MIDI Receive Switch<br />

Receive Switch<br />

Hiermee stelt u in of de geselecteerde Part al (ON) dan<br />

niet (OFF) MIDI-commando’s van een extern apparaat<br />

ontvangt.<br />

Part Mute<br />

Switch<br />

Wanneer u deze parameter op ON zet (Mute ingeschakeld),<br />

doet de betreffende Part helemaal niets meer.<br />

Eigenlijk hebt u daar niet zoveel aan. Tenslotte speelt<br />

een Part, waarvoor u hier Switch= ON instelt, nog<br />

steeds mee – alleen hoort u dat niet meer, omdat het<br />

volume op 0 werd gezet. De enige zinnige toepassing<br />

lijkt dan ook om te controleren hoe het arrangement<br />

met en zonder die Part klinkt zonder te hoeven vrezen<br />

dat hij –wanneer u hem weer inschakelt– niet meer de<br />

juiste klank, het juiste volume, de correcte modulatie<br />

e.d. hanteert. Onthoud echter wel dat een met deze<br />

functie uitgeschakelde Part nog steeds beslag legt op<br />

het benodigde aantal polyfoniestemmen. Een “definitieve”<br />

oplossing is deze parameter dus zeker niet.<br />

Effectinstellingen<br />

Ziehier de effectparameters van de GM-mode. Vergeet<br />

niet het betreffende effectblok in te schakelen, want<br />

anders hoort u de wijzigingen niet. Zie daarvoor<br />

blz. 180. Een effectblok met stippellijnen is uitgeschakeld.<br />

GM Effects General-pagina ([F5≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />

Part Output Assign<br />

(A~D) Kies hier het uitgangspaar voor de geselecteerde<br />

Part. Zie ook blz. 196.<br />

Part Dry Send Level, Part Chorus Send Level, Part<br />

Reverb Send Level<br />

(0~127) Zie blz. 196.<br />

181<br />

Referentiehandboek


10. GM-mode<br />

Reverb Send Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het galmaandeel van het<br />

Chorus-signaal (d.w.z. hoe sterk het Chorus-uitgangssignaal<br />

op zijn beurt van galm wordt voorzien). Dat<br />

“mix-signaal” wordt via de aan de Reverb toegewezen<br />

uitgangen naar de buitenwereld gestuurd.<br />

Chorus Output Assign, Output Reverb Assign<br />

(A~D) Hiermee wijst u de uitgangen van het Chorus-<br />

c.q. Reverb-blok aan de gewenste Output-connectors<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> toe.<br />

GM Effects Chorus-pagina<br />

([F5≈(Effects)] - [F2≈(Chorus)])<br />

Hier kunt u het Chorus-effect van de GM-mode programmeren.<br />

182<br />

* In bepaalde gevallen (zie “b) In de Performance-mode” op<br />

blz. 177) kunt u ook een “gewone” Patch aan een Part toewijzen.<br />

Diens Chorus-instellingen worden dan echter genegeerd.<br />

Type<br />

U raadt het al: hiermee kiest u het type Chorus. De<br />

mogelijkheden zijn: Chorus 1~4, FB Chorus en Flanger.<br />

Rate<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u de modulatiesnelheid van<br />

de Chorus.<br />

Depth<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u hoe intensief de Chorus het<br />

geluid moduleert (dus hoe “vals” hij klinkt).<br />

Feedback<br />

(0~127) Hiermee stelt u in hoeveel van het Chorus-signaal<br />

nog eens naar de Chorus wordt gestuurd. Hoe<br />

groter de waarde, hoe complexer het Chorus-geluid<br />

wordt.<br />

GM Effects-pagina<br />

([F5≈(Effects)] - [F3≈(Reverb)])<br />

Hier kunt u het Reverb-effect van de GM-mode programmeren.<br />

* In bepaalde gevallen (zie “b) In de Performance-mode” op<br />

blz. 177) kunt u ook een “gewone” Patch aan een Part toewijzen.<br />

Diens Reverb-instellingen worden dan echter genegeerd.<br />

Type<br />

En hier kiest u dus het type galm voor de GM-Song:<br />

Small Room: galm van een kleine kamer.<br />

Medium Room: galm van een ietwat grotere kamer.<br />

Large Room: galm van een grote kamer.<br />

Medium Hall: galm van een al betrekkelijk grote concertzaal.<br />

Large Hall: galm van een grote concertzaal.<br />

Plate: simulatie van een plaatgalm.<br />

Time (Reverb Time)<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u de lengte van de galm.<br />

Info-functie voor GM-Parts<br />

([F6≈(Info)])<br />

Ook in de GM-mode bestaat er een Info-functie waarmee<br />

u kunt controleren welke MIDI-commando’s de<br />

geselecteerde Part op dat moment ontvangt. Zo kunt u<br />

meteen uitmaken of u alles naar behoren hebt ingesteld.<br />

Met uitzondering van de “Voices”-parameter kunt u<br />

hier ook waarden instellen die dan via MIDI OUT verzonden<br />

worden. Die commando’s zou u kunnen opnemen<br />

in uw sequence. Op die manier kan de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

dus ook fungeren als afstandsbediening voor het programmeren<br />

van bepaalde MIDI-commando’s. De<br />

beschikbare commando’s zijn:<br />

Mod (modulatie), Breath (CC02-commando’s), Foot<br />

(voetschakelaar, CC04), Vol (CC07), Pan (stereopositie,<br />

CC10), Exp (Expression, CC11), Hold (CC64), Bend<br />

(Pitch Bend-commando’s), Aftertouch en Voices (het<br />

aantal stemmen dat de GM-Part op dat moment<br />

gebruikt).<br />

* Met [ß][†] kunt u de pagina met de parameters kiezen die u<br />

momenteel niet ziet.<br />

10.4 GM Utility: handige<br />

functies<br />

In de GM-mode zijn er twee Utility-functies: één voor<br />

het initialiseren van de GM-mode en een tweede voor<br />

het verzenden van de momenteel gehanteerde GMinstellingen.<br />

1. Kies eerst de GM-mode (als u dat nog niet hebt<br />

gedaan) en druk vervolgens op [SYSTEM/UTILITY] (indicator<br />

moet oplichten). (De indicator mag niet knipperen.)<br />

2. Druk op [F6≈(Menu)] om de functie te kiezen.<br />

3. Druk op [F?].<br />

4. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om terug te keren naar de<br />

GM PLAY-pagina.<br />

De functies van Menu 2 (UTIL 2) zijn eveneens in de<br />

GM-mode beschikbaar. Deze werken net als in de overige<br />

modes.<br />

5. Kies de benodigde parameter en druk op [F6≈(Init)].<br />

Om toch niets te veranderen moet u op [EXIT] drukken.<br />

6. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om terug te keren naar de<br />

GM PLAY-pagina.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> GM Utility: handige functies<br />

* Als u uw keuze met [F6≈(Init)] bevestigt, verschijnt even de<br />

boodschap “COMPLETED”. Daarna keert de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

terug naar de GM PLAY-pagina.<br />

INIT: GM-mode initialiseren<br />

Deze initialiseringsfunctie heeft enkel betrekking op<br />

de GM-mode. De User-geheugens veranderen dus<br />

niet. Om dat te doen moet u gebruik maken van “Factory<br />

Reset” (blz. 171).<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat het gebruik van twee aparte GMmodules<br />

toe, die via aparte MIDI IN-poorten (1 & 2)<br />

kunnen worden aangesproken.<br />

Wanneer u op [F1≈(GM)] drukt<br />

Mode<br />

U kunt de GM-mode op twee manieren initialiseren.<br />

Met GM zorgt u dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich gedraagt als een<br />

GM-klankbron. De tweede optie is het initialiseren<br />

voor de GM2-mode.<br />

* Deze twee commando’s hebben hetzelfde effect als het zenden<br />

van een “GM System On”- of een “GM2 System On”commando<br />

via MIDI.<br />

Wanneer u op [F2≈(MIDI≈In2)] drukt<br />

Mode<br />

Met GM zorgt u dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zich gedraagt als een<br />

GM-klankbron. De tweede optie is het initialiseren<br />

voor de GM2-mode. GM OFF tenslotte betekent dat de<br />

klankbronsectie, die met de MIDI IN2-connector is<br />

verbonden, wordt uitgeschakeld. Daarom werken<br />

MIDI IN 1 en MIDI IN 2 parallel en spreken ze dezelfde<br />

GM-klankbron aan (u beschikt dus maar over 16<br />

Parts).<br />

Druk op [F6≈(Init)] om de parameters te initialiseren.<br />

Data Transfer (XFER): instellingen via MIDI<br />

verzenden<br />

We hadden het er al over dat u de instellingen van de<br />

GM-mode noch intern, noch op een kaart kunt<br />

opslaan. U kunt ze echter wel als Bulk-data naar de<br />

externe sequencer zenden en daar dus (als onderdeel<br />

van een Song) opslaan.<br />

Vergeet niet, de MIDI IN-connector van de sequencer<br />

aan te sluiten op de MIDI OUT-connector van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Druk vervolgens op [F6≈(Trans)].<br />

* Meer details over de verzonden data vindt u in de “MIDI<br />

Implementation” op blz. 282 van de Engelstalige handleiding.<br />

* Als u de instellingen van bepaalde Parts niet samen met die<br />

van de overige wilt verzenden, moet u hun “Part MIDI<br />

Receive Switch” op blz. 181 op “OFF” zetten.<br />

183<br />

Referentiehandboek


11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk<br />

11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk<br />

11.1 <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>in Realtime<br />

beïnvloeden<br />

Sommige MFX-parameters (multi-effect) kunnen via<br />

externe speelhulpen (modulatie wiel enz.) en controlecommando’s<br />

worden beïnvloed.<br />

MFX-parameters via MIDI<br />

beïnvloeden<br />

Elk MFX-algoritme bevat een aantal parameters die tijdens<br />

het spelen (“in Realtime”) kunnen worden beïnvloed.<br />

Meer bepaald gaat het om de parameters die<br />

met een “#” gemerkt zijn (zie blz. 61~108).<br />

Deze controle is voor alle drie de “klankgroepen”<br />

mogelijk: Patches, Performances en Rhythm Sets.<br />

1. Kies eerst het MFX-algoritme dat u wilt gebruiken.<br />

De werkwijze hiervoor vindt u vanaf blz. 54.<br />

2. Druk, op de Play-pagina van de gekozen mode, op de<br />

volgende knoppen om naar de betreffende “Effects<br />

MFX #2”-pagina te gaan.<br />

Voor Patches en Rhythm Sets:<br />

[F6≈(Effects)] - [F3≈(MFX≈Ctl)]<br />

Voor Performances en de GM-mode:<br />

[F5≈(Effects)] - [F3≈(MFX≈Ctl)]<br />

In de Performance-mode beschikt u over drie MFXeffecten.<br />

In bepaalde gevallen moet u dus verschillende<br />

keren op [F3≈(MFX≈Ctl)] drukken om MFX-A,<br />

MFX-B of MFX-C te selecteren.<br />

Het MIDI-kanaal dat voor de controle van de MFX kan<br />

worden gebruikt, kiest u met “MFX A~C Source” op<br />

blz. 59. Als u daar “PERF” kiest, dan wordt het “Performance<br />

MFX Ctrl Channel” gehanteerd. U zou echter<br />

ook “Part 1”~”Part 32” kunnen kiezen om het ontvangstkanaal<br />

van de betreffende Part te gebruiken.<br />

184<br />

3. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

* Door [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl u op [√] drukt,<br />

zorgt u dat de cursor naar de parameter helemaal links<br />

springt.<br />

4. Stel de parameterwaarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />

[DEC] [INC].<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de oorspronkelijke<br />

waarde oproepen.<br />

5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />

* Links van de naam verschijnt nu een “*”, omdat de versie<br />

in het buffergeheugen niet meer overeenkomt met de opgeslagen<br />

versie. Sla de Patch/Performance/Rhythm Set dus<br />

op (blz. 163).<br />

* Wanneer u voor Performance “Source” een “Part”-instelling<br />

kiest (1~32), verschijnt de naam van die Part rechtsboven<br />

in het display. Dat betekent dat de volgende parameters<br />

betrekking hebben op de Patch die aan die Part is toegewezen.<br />

MFX Control-pagina<br />

([PATCH] - [F6≈(Effects)] - [F3≈(MFX≈Ctl)]/<br />

[PERFORM] - [F5≈(Effects)] - [F3≈(MFX≈Ctl)])<br />

MFX Control Source<br />

Kies hier de speelhulp of het controlecommando dat u<br />

voor het beïnvloeden van de MFX-parameters wilt<br />

gebruiken:<br />

OFF: Geen controle<br />

CC01~95: Controlecommando CC01~31 of 33~95<br />

PITCH BEND: Pitch Bend<br />

AFTERTOUCH: Aftertouch<br />

SYS-CTRL 1~4: System Control 1~4<br />

MFX Control Sens<br />

(–63~+63) Hiermee beepalt u of de parameterwaarde<br />

in positieve richting (+, grotere waarden) of negatieve<br />

richting (–, kleinere waarden) moet worden beïnvloed.<br />

Hoe groter de ingestelde positieve/negatieve waarde,<br />

hoe meer invloed u op de MFX-parameter kunt uitoefenen.<br />

MFX Control Destination<br />

Kies hier de MFX-parameter die u met het geselecteerde<br />

MFX Control-kanaal wilt aansturen De mogelijkheden<br />

verschillen naar gelang het gekozen MFXtype.<br />

Meer bepaald gaat het om de parameters die<br />

vanaf blz. 61 met een “#” gemerkt zijn.<br />

Tone-instellingen via MIDI<br />

beïnvloeden<br />

Via de Matrix-controle kunt u de Tone-parameters in<br />

Realtime beïnvloeden, wat voor een nóg dynamischer<br />

geheel zorgt.<br />

MIDI-commando kiezen en parameter<br />

toewijzen<br />

1. Kies de Patch die u wilt gebruiken.<br />

2. Druk op [F5≈(LFO&CTL)].<br />

3. Druk op [F3≈(Control)].


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Toepassingen voor Patches<br />

4. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

5. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de benodigde<br />

instelling.<br />

* Als u zich vergist hebt, kunt u met [UNDO] weer de oorspronkelijke<br />

waarde oproepen.<br />

6. Druk op [EXIT] om terug te gaan naar de PATCH Playpagina.<br />

Matrix Control 1~4<br />

Source (Matrix Control Source)<br />

Zie blz. 130.<br />

Destination<br />

Hiermee kiest u de parameter die u via het gekozen<br />

MIDI-commando moet worden aangestuurd:<br />

OFF: geen controle<br />

PITCH: Toonhoogte<br />

TMT: Tone Matrix Table<br />

Effectparameters ([PATCH] - [F6≈(Effects)], blz. 55)<br />

DRY LEVEL<br />

CHORUS SEND<br />

REVERB SEND<br />

MFX CTRL1~4<br />

WG-parameter ([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F1≈(WG≈Prm)],<br />

blz. 120)<br />

FXM DEPTH<br />

LFO-parameters ([PATCH] - [F5≈LFO&CTL)], blz. 129)<br />

LFO1 PCH DEPTH<br />

LFO2 PCH DEPTH<br />

LFO1 TVF DEPTH<br />

LFO2 TVF DEPTH<br />

LFO1 TVA DEPTH<br />

LFO2 TVA DEPTH<br />

LFO1 PAN DEPTH<br />

LFO2 PAN DEPTH<br />

LFO1 RATE<br />

LFO2 RATE<br />

PITCH-parameters ([PATCH] - [F2≈(WG)] - [F1≈(Pch≈Env)],<br />

blz. 122)<br />

PIT ENV A-TIME<br />

PIT ENV D-TIME<br />

PIT ENV R-TIME<br />

TVF-parameters ([PATCH] - [F3≈(TVF)], blz. 124)<br />

CUTOFF<br />

RESONANCE<br />

TVF ENV A-TIME<br />

TVF ENV D-TIME<br />

TVF ENV R-TIME<br />

TVA-parameters ([PATCH] - [F4≈(TVA)], blz. 127)<br />

LEVEL<br />

PAN<br />

TVA ENV A-TIME<br />

TVA ENV D-TIME<br />

TVA ENV R-TIME<br />

Sens<br />

(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u in welke mate<br />

de toegewezen functie door het Matrix Control-<br />

“kanaal” (1~4) wordt beïnvloed. Om de waarde van de<br />

aangestuurde parameter te verhogen moet u hier een<br />

positieve waarde instellen. Kies een negatieve waarde<br />

om de waarde van de aangestuurde parameter te kunnen<br />

verminderen. Hoe groter de (positieve of negatieve)<br />

waarde, hoe sterker de aangestuurde parameter(s)<br />

kan/kunnen worden beïnvloed. Kies “0” als de<br />

parameterwaarden niet mogen veranderen.<br />

Tone<br />

Zie blz. 131.<br />

11.2 Toepassingen voor<br />

Patches<br />

LFO met het System-tempo<br />

synchroniseren<br />

Natuurlijk is het ook mogelijk om de LFO te synchroniseren<br />

met het System-tempo. Als u wilt, kunt u zelfs<br />

zorgen dat de LFO synchroon loopt met een extern<br />

MIDI Clock-signaal.<br />

1. Ga naar de PATCH Play-pagina en kies de Patch<br />

wiens LFO u wilt synchroniseren.<br />

2. Zet de “Clock Source”-parameter op SYSTEM<br />

(blz. 114).<br />

3. Zet “Rate” op blz. 129 op de nootwaarde die overeenkomt<br />

met het gewenste aantal cycli per tel.<br />

4. Zet “Clock Source” op blz. 173 op INT.<br />

* Wanneer u hier MIDI kiest, wordt het System-tempo met<br />

een extern MIDI-apparaat gesynchroniseerd en dat betekent<br />

dan (op basis van de hier gemaakte instellingen) dat<br />

ook de LFO met het tempo van bv. een externe sequencer<br />

synchroon loopt.<br />

5. Speel op het klavier, terwijl u het System-tempo verandert<br />

(zie “System Tempo-parameters” op blz. 173).<br />

U zal meteen merken dat ook de modulatie van de<br />

Tones nu sneller of trager gaat lopen – en dat die dus<br />

op elk moment het System-tempo volgt.<br />

6. Stel de modulatiediepte voor elke Tone naar wens in<br />

(PATCH LFO&CTL LFO 1, 2 page).<br />

* De temposynchronisatie is niet beschikbaar voor Multi-<br />

Partial Patches.<br />

MFX met het System-tempo<br />

synchroniseren<br />

Laten we nu kijken hoe je de MFX-parameters met het<br />

tempo synchroon kunt laten lopen. De volgende algoritmen<br />

bevatten synchroniseerbare parameters:<br />

MFX Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .MFX parameter<br />

16:STEP FLANGER. . . . . . . . . . . . . . .Step Rate<br />

19:TRIPLE TAP DELAY . . . . . . . . . . .Delay L-R<br />

20:QUADRUPLE TAP DELAY . . . . .Delay 1~4<br />

41:STEREO PHASER . . . . . . . . . . . . .Rate, Step Rate<br />

42:KEYSYNC FLANGER . . . . . . . . . .Rate, Step Rate<br />

43:FORMANT FILTER . . . . . . . . . . . .Rate<br />

45:MULTI TAP DELAY . . . . . . . . . . .Delay 1~4<br />

46:REVERSE DELAY . . . . . . . . . . . . .Delay 1~4<br />

47:SHUFFLE DELAY . . . . . . . . . . . . .Delay<br />

48:3D DELAY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Delay Left/Right/Center<br />

58:SLICER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Rate<br />

60:3D CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . .Rate<br />

185<br />

Referentiehandboek


11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk<br />

61:3D FLANGER . . . . . . . . . . . . . . . . Rate, Step Rate<br />

62:TREMOLO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate<br />

63:AUTO PAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate<br />

64:STEREO PHASER2 . . . . . . . . . . . . Rate, Step Rate<br />

65:STEREO AUTO WAH . . . . . . . . . Rate<br />

66:ST FORMANT FILTER. . . . . . . . . Rate<br />

67:MULTI TAP DELAY 2 . . . . . . . . . Delay1-4<br />

68:REVERSE DELAY 2 . . . . . . . . . . . Delay1-4<br />

69:SHUFFLE DELAY 2 . . . . . . . . . . . Delay<br />

70:3D DELAY 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . Delay Left/Right/Center<br />

71:ROTARY 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Woofer Speed Slow/<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fast, Tweeter Speed Slow/<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fast<br />

72:ROTARY MULTI. . . . . . . . . . . . . . Rotary High/Low Slow<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate, Rotary High/Low Fast<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate<br />

73:KEYBOARD MULTI . . . . . . . . . . . Phaser Rate, Delay Time<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Left/Right<br />

74:RHODES MULTI. . . . . . . . . . . . . . Phaser Rate, CF Rate, TP Rate<br />

81:GUITAR MULTI A . . . . . . . . . . . . Delay Time Left/Right, CF<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rate<br />

82:GUITAR MULTI B . . . . . . . . . . . . CF Rate<br />

83:GUITAR MULTI C . . . . . . . . . . . . AW Rate, Delay Time Left/<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Right, CF Rate<br />

84:CLEAN GUITAR MULTI A. . . . . Delay Left/Right, CF Rate<br />

85:CLEAN GUITAR MULTI B . . . . . AW Rate, Delay Left/Right,<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CF Rate<br />

86:BASS MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . CF Rate<br />

89:3D AUTO SPIN . . . . . . . . . . . . . . . Speed<br />

In het volgende voorbeeld gaan we de “Step Rate”parameter<br />

van het STEP FLANGER-algoritme met het<br />

System-tempo synchroniseren.<br />

1. Kies de Patch die u wilt gebruiken.<br />

2. Zet “Clock Source” op blz. 114 op “SYSTEM”.<br />

3. Kijk even of de Patch het MFX Type “STEP FLAN-<br />

GER” gebruikt (PATCH Effects General-pagina).<br />

Selecteer dat anders.<br />

4. Zet de Step Rate-parameter (op de nootwaarde die<br />

beantwoordt aan het gewenste veelvoud van het<br />

System-tempo (blz. 69).<br />

5. Zet “Clock Source” op blz. 173 op INT.<br />

* U zou hier ook MIDI kunnen kiezen om te zorgen dat het<br />

tempo door een extern MIDI Clock-signaal wordt bepaald.<br />

6. Speel op het klavier, terwijl u het System-tempo verandert.<br />

U zal merken dat dit ook consequenties heeft<br />

voor de snelheid van het Flanger-effect.<br />

Tone Delay-functie met het Systemtempo<br />

synchroniseren<br />

* De Tone Delay-functie is enkel voor 4TONE Patches<br />

beschikbaar.<br />

1. Kies de Patch die u wilt gebruiken.<br />

2. Zet “Clock Source” op blz. 114 op “SYSTEM”.<br />

3. Zet “Time” op blz. 122 op de nootwaarde die in verhouding<br />

tot het tempo moet worden gehanteerd.<br />

4. Zet “Clock Source” op blz. 173 op INT.<br />

* U zou hier ook MIDI kunnen kiezen om te zorgen dat het<br />

tempo door een extern MIDI Clock-signaal wordt bepaald.<br />

5. Speel op het klavier, terwijl u het System-tempo verandert.<br />

U zal merken dat de vertraging van Tone 1 bij<br />

elke gekozen tempowaarde bruikbaar blijft.<br />

186<br />

Snelheid van het Rotary-effect met<br />

een voetschakelaar veranderen<br />

Laten we nu kijken wat u moet doen om met een optionele<br />

voetschakelaar van de “Slow”- naar de “Fast”snelheid<br />

over te schakelen en vice versa. Hiervoor<br />

gaan we gebruik maken van de MFX CTRL-functie.<br />

1. Sluit een optionele voetschakelaar (DP-2, DP-6 enz.)<br />

aan op de voetschakelaaraansluiting van het externe<br />

MIDI-klavier.<br />

2. Zorg op het externe instrument dat de voetschakelaar<br />

CC04-commando’s zendt (zie de handleiding bij het<br />

externe instrument).<br />

3. Kies de Patch “PR-A: 050 Perky B”. Deze Patch maakt<br />

gebruik van het Rotary-effect.<br />

4. Zet “MFX Control 1~4 Source” op blz. 56 op<br />

“CC04:FOOT TYPE”.<br />

5. Zet “Destination” op SPEED en “Sens” op +63.<br />

6. Speel op het (externe) klavier, terwijl u de voetschakelaar<br />

intrapt om de snelheid van het effect te veranderen.<br />

Wanneer de voetschakelaar ingetrapt is, wordt de<br />

“Fast”-snelheid gehanteerd. Laat u hem weer los, dan<br />

kiest de MFX weer de “Slow”-snelheid.<br />

Phrase Loops synchroniseren met<br />

het System-tempo of een extern<br />

MIDI Clock-signaal<br />

“Phrase Loops” zijn golfvormen op bepaalde SR-JV80<br />

Wave Expansion Boards die een “Groove” of ander ritmisch<br />

fragment/riff bevatten, wat met name voor<br />

Dance en Techno van belang is. Als u met zo’n golfvorm<br />

toonladders speelt, veranderen de toonhoogte en<br />

het tempo ervan, omdat de betreffende golfvorm sneller<br />

of trager wordt gelezen. (De VariPhrase-technologie<br />

heeft daar een meer dan overtuigende oplossing<br />

voor gevonden.) Maar er bestaat nog een andere<br />

manier om te zorgen dat dergelijke Grooves van bv.<br />

een “SR-JV80-10: BASS&DRUMS” synchroon lopen<br />

met het System-tempo of zelfs een extern MIDI Clocksignaal.<br />

Vanzelfsprekend is dit nog lang geen Vari-<br />

Phrase, omdat de toonhoogte van de Phrase Loops<br />

rechtstreeks afhankelijk is van het tempo, maar tenminste<br />

hebt u iets aan dergelijke Loops.<br />

1. Kies de Patch die u wilt gebruiken.<br />

2. Zet “Clock Source” op blz. 114 op “SYSTEM”.<br />

3. Ga naar de PATCH WG-pagina (zie blz. 120).<br />

4. Kies alle Tones, die een Phrase Loop aanspreken, met<br />

TONE [1]~[4].<br />

Golfvormen die een Phrase Loop bevatten herkent u<br />

aan de BPM-waarde rechts van het golfvormnummer.<br />

5. Zet “Tempo Sync” op blz. 121 op ON.<br />

6. Zet “Time” op blz. 122 op “0” (geen vertraging van de<br />

betreffende Tones).<br />

* Kiest u een andere waarde dan “0”, dan lijkt het wel alsof<br />

de synchronisatie van de Phrase Loops niet werkt, hoewel<br />

deze “storing” heel eenvoudig te verklaren en te verhelpen<br />

is.<br />

7. Zet “Clock Source” op blz. 173 op INT.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Part-instellingen via MIDI veranderen<br />

* U zou hier ook MIDI kunnen kiezen om te zorgen dat het<br />

tempo door een extern MIDI Clock-signaal wordt bepaald.<br />

8. Speel op het (externe) klavier en verander het Systemtempo.<br />

U zal merken dat de Phrase Loops het tempo<br />

keurig volgen.<br />

* Welke toets u indrukt is van geen belang, omdat de Phrase<br />

Loop nu synchroon loopt met het System-tempo. Bovendien<br />

wordt er geen rekening gehouden met de instellingen voor<br />

“Pitch” op blz. 122 en “FXM” op blz. 121.<br />

11.3 Part-instellingen via<br />

MIDI veranderen<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat ook toe om de Part-instellingen van<br />

een Performance via MIDI te veranderen. Hiervoor<br />

worden controlecommando’s (CC) gebruikt.<br />

Verderop komt u te weten welke parameters met dit<br />

systeem kunnen worden beïnvloed. Meer details over<br />

de parameters vindt u in het hoofdstuk “MIDI Implementation”<br />

vanaf blz. 282 in de Engelstalige handleiding.<br />

* De parameters van de MFX, Chorus en Reverb kunt u<br />

enkel met SysEx-commando’s veranderen. Zie blz. 285 in<br />

de Engelstalige handleiding.<br />

Nuttige MIDI-adressen<br />

Wie zoekt, die vindt natuurlijk. Maar omdat zoeken<br />

waarschijnlijk het laatste is dat u van plan bent na de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitgepakt te hebben (en al zeker niet wanneer<br />

het om een handleiding gaat), hebben we hier even een<br />

aantal controlecommando’s voor u op een rijtje gezet.<br />

* Zoals u zal merken, beïnvloedt u met sommige CC’s<br />

bepaalde “Modify-parameters” van een Patch of Part (zie<br />

“Modify” op blz. 144).<br />

Volumeveranderingen: CC07<br />

Stereopositie (panorama): CC10<br />

Portamento: CC65 (schakelaar) en CC05 (tijd)<br />

Release (Time 4): CC72<br />

Attack (Time 1): CC73<br />

Cutoff-frequentie: CC74<br />

Resonance: CC71<br />

Chorus-aandeel (Send): CC93<br />

Reverb-aandeel (Send): CC91<br />

Toonhoogte veranderen (RPN)<br />

Dit doet u met zgn. RPN-commando’s. Dat zijn combinaties<br />

van CC100 (waarde 2) en CC101 (waarde 0) voor<br />

het parameteradres en CC06 en CC38 voor het doorseinen<br />

van de gewenste waarde. De waarde tussen haakjes<br />

slaat op de waarde die u voor het betreffende CCcommando<br />

moet of kunt instellen:<br />

Coarse: CC100 (0), CC101 (2), CC06 (16~112)<br />

Fine: CC100 (0), CC101 (1), CC06 (32~96), CC38 (0~127)<br />

* De waarde “64” voor CC64 betekent dat de Coarse- of<br />

Fine-toonhoogte niet verandert (voor “Fine” moet CC38<br />

bovendien op “0” staan). Met kleinere waarden vermindert<br />

u de toonhoogte, met grotere waarden verhoogt u ze.<br />

Pitch Bend Range: CC100 (0), CC101 (0), CC06 (0~12)<br />

De RPN-“uitsmijter”<br />

Eens u een RPN-adres hebt ingevuld en met CC06/<br />

CC38 de waarde van de betreffende parameter hebt<br />

gewijzigd, gaat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ervan uit dat hij bij ontvangst<br />

van nieuwe CC06- en CC38-commando’s<br />

weer de instelling van de gekozen parameter moet<br />

wijzigen. Misschien is dat echter helemaal niet de<br />

bedoeling.<br />

Daarom verdient het aanbeveling om na een RPNsequens<br />

de waarde “127” voor CC100 en CC101 te<br />

zenden (dus CC100= 127 en CC101= 127). Dit commando<br />

betekent namelijk “vergeet het parameteradres”.<br />

Eventueel later ontvangen CC06- en CC38waarden<br />

hebben dan geen invloed meer op de<br />

Coarse-, Fine- of Pitch Bend Range-parameter.<br />

* Het display beeldt telkens de waarde af die via MIDI werd<br />

ingesteld. Zo weet u dus op elk moment hoe de parameters<br />

ingesteld zijn.<br />

11.4 Concrete Matrix<br />

Control-toepassingen<br />

TMT via de LFO beïnvloeden<br />

Kiest u “TMT” (Tone Mix Table) als “Destination”<br />

(bestemming) voor de Matrix-controle, dan kunt u via<br />

MIDI bepalen wanneer de aangestuurde Tone binnen<br />

de geselecteerde Patch precies moet klinken.<br />

Bij wijze van voorbeeld willen we u hier tonen hoe u<br />

dat met LFO1 kunt doen.<br />

1. Ga naar de PATCH Play-pagina en kies de Patch “PR-<br />

E: 043 Morph Pad”.<br />

2. Spring naar de “PATCH Common TMT Vel Rangepagina”<br />

op blz. 118) en stel de volgende V.L- en V.Uwaarden<br />

voor Tone 1 en Tone 2 in:<br />

V.L V.U<br />

Tone 1 0 64<br />

Tone 2 65 127<br />

3. Zet L.F en U.F van Tone 1 & 2 op “10”.<br />

Zo bent u er zeker van de Tones in de grensgebieden<br />

van de aanslagwaarden mooi in elkaar overgaan.<br />

4. Zet “TMT Control Switch Velocity-Ctrl” op OFF.<br />

Hierdoor deactiveert u de aanslagwaarden van stap 2.<br />

Beide Tones klinken dus telkens samen (de aanslag<br />

wordt niet meer gebruikt om over te schakelen.<br />

5. Zet “TMT Control Switch Matrix-Ctrl” op ON.<br />

Hiermee zorgt u dat de TMT (Tone Mix Table) via de<br />

Matrix-controle wordt beïnvloed. Ziehier de benodigde<br />

instellingen voor “Velocity-Ctrl” (TMT Control<br />

Switch) en “Matrix-Ctrl”:<br />

(1) (2) (3) (4)<br />

[Velocity-Ctrl] ON OFF ON OFF<br />

[Matrix-Ctrl] OFF OFF ON ON<br />

(1) (3): de controle via de aanslag is mogelijk, zodat u<br />

via de aanslag kunt bepalen welke van de twee Tones<br />

er telkens klinkt.<br />

187<br />

Referentiehandboek


11. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in de praktijk<br />

(2): De controle via de aanslag en de TMT-controle via<br />

de Matrix Control-functie is uit, zodat de twee Tones<br />

altijd samen klinken (de aanslagwaarden worden niet<br />

gehanteerd).<br />

(4): “TMT Matrix Control” is actief. De Timing van de<br />

Tones kan dus worden bepaalde via de speelhulp<br />

(“Source”).<br />

6. Kies “LFO1” als Matrix Control 1 “Source” (blz. 130).<br />

7. Stel één “Destination :Sns–Tone” van Matrix Control 1<br />

als volgt in:<br />

8. Ga naar de “PATCH LFO&Ctrl LFO1/2-pagina” op<br />

blz. 129 en kies voor “Form” (Wave) en “Value” (Rate)<br />

de volgende instellingen:<br />

* Op de PATCH WG Parameter-pagina (blz. 120) kunt u de<br />

gewenste golfvormen aan Tone 1 en 2 toewijzen. Indien<br />

nodig, kunt u daarvoor de Palette-functie gebruiken<br />

(blz. 119), omdat dat eventueel sneller werkt.<br />

9. Druk [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />

* Andere mogelijkheden zijn: synchronisatie van de LFO met<br />

het tempo, de stuurbron voor de modulatie gebruiken enz.,<br />

zodat nog een veel uitgekiendere controle van het Tonegeluid<br />

mogelijk wordt.<br />

188<br />

Destination: TMT<br />

Sns: +63<br />

Tone: o o _ _ (Tone 1 & 2 worden beïnvloed)<br />

Tone 1 Tone 2<br />

Form: SIN SIN<br />

Value: 64 127


12. Uitgangen kiezen<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat het gebruik van vier soorten uitgangen toe.<br />

Op die manier kunt u o.a. bepaalde signalen “uit de stereomix” van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> halen en aan aparte uitgangen (of uitgangsparen)<br />

toewijzen. Zo zou u bv. twee Rhythm Tones naar één uitgangspaar kunnen sturen om de drumklanken nog<br />

met een extern effect te bewerken. Die vier uitgangsparen (A, B, C, D) kunt u echter ook als individuele uitgangen<br />

gebruiken en er individuele Tones (Patch-mode), Rhythm Tones en Parts naartoe sturen. En dit is pas de analoge uitgangssectie.<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat namelijk ook nog twee soorten digitale uitgangen: R-BUS en S/P DIF.<br />

In dit hoofdstuk willen we aan de hand van een aantal voorbeelden duidelijk maken hoe u bepaalde signalen naar de<br />

gewenste uitgangen kunt sturen.<br />

De digitale uitgangen (R-BUS en S/P DIF) kunnen dezelfde functies hebben als de analoge uitgangen (OUTPUT A~D<br />

of INDIVIDUAL 1~8, zie verderop).<br />

R-BUS 1~8: OUTPUT A~D (INDIVIDUAL 1~8)<br />

S/P DIF: OUTPUT A (MIX) (INDIVIDUAL 1~2)<br />

* De naar de PHONES-connector uitgestuurde signalen komen overeen met wat u via OUTPUT A (MIX) naar buiten stuurt.<br />

12.1 Toewijzingen in de Patch-mode<br />

Signaalpad (voor de TONES)<br />

TONE<br />

Output Assign<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

M-FX<br />

M-FX<br />

Output Assign<br />

CHO<br />

REV<br />

Chorus<br />

Output Assign<br />

Reverb<br />

Output Assign<br />

OUTPUT A<br />

OUTPUT B<br />

OUTPUT C<br />

OUTPUT D<br />

189<br />

Referentiehandboek


12. Uitgangen kiezen<br />

Parameters<br />

De parameters voor de uitgangstoewijzing zijn eigenlijk<br />

al bekend van het vorige hoofdstuk:<br />

PATCH Effects General-pagina<br />

([PATCH] - [F6≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />

Op deze pagina kiest u de routing van de geselecteerde<br />

Tone(s) naar de effecten, maar ook naar de uitgangen:<br />

Tone Output Assign<br />

MFX: Betekent dat het signaal naar de MFX, de Chorus<br />

en de galm (Reverb) wordt gestuurd.<br />

A~D: Betekent dat het signaal naar het betreffende uitgangspaar<br />

(stereo), naar de Chorus en Reverb wordt<br />

gestuurd.<br />

1~8: Betekent dat het signaal naar de betreffende INDI-<br />

VIDUAL-uitgang (1 aansluiting), de Chorus en de<br />

Reverb wordt gestuurd. Het van Chorus en/of Reverb<br />

voorziene signaal wordt naar de uitgangen gestuurd<br />

dat u aan het Chorus- of Reverb-blok hebt toegewezen<br />

(Chorus Output Assign c.q. Reverb Output Assign).<br />

Tone Dry Send Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de gekozen<br />

Tone in de toegewezen uitgang. Door deze parameter<br />

voor verschillende Tones in te stellen zorgt u dus voor<br />

de juiste “mix”.<br />

* Verder vindt u hier de parameters Tone Chorus Send Level,<br />

Tone Reverb Send Level, MFX Dry Send Level enz. Zie<br />

hiervoor blz. 55.<br />

* Ook de Chorus (Chorus Output Select), de MFX (MFX<br />

Output Assign) en Reverb (Reverb Output Assign) kunt u<br />

aan de gewenste uitgangen toewijzen. Zie bv. blz. 57.<br />

PATCH Common Genera-pagina<br />

([PATCH] - [F1≈(COMMON)] - [F1≈(General)])<br />

Naast parameters die u voor elke Tone apart kunt<br />

instellen bevat elke Patch ook parameters die voor alle<br />

Tones samen (en dus voor de Patch in z’n geheel) gelden.<br />

Common<br />

Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de Patch<br />

(alias de optelsom van de Tone-volumes).<br />

* Het volume van de Tones stelt u met de Tone Level-parameter<br />

(van de TVA) in (zie blz. 127).<br />

Pan<br />

Hiermee bepaalt u de stereopositie van de Patch. “L64”<br />

betekent dat de Patch zich helemaal links in het stereobeeld<br />

bevindt, maar niet dat u rechts helemaal niets<br />

meer hoort. Deze parameter “verschuift” namelijk<br />

alleen de voor de Tones geprogrammeerde Panwaarde<br />

(zie blz. 127), maar doet hem niet helemaal<br />

teniet.<br />

190<br />

* Pan wordt niet gebruikt wanneer u voor “Mode” (zie verderop)<br />

een INDIV-optie hebt gekozen.<br />

Output Assign<br />

Hiermee wijst u de Patch aan de gewenste uitgangen<br />

toe. Zolang u niet TONE kiest, hoeft u de uitgangstoewijzing<br />

van de Tones zelfs niet te bekijken, omdat ze<br />

toch geen invloed hebben op de uitgangstoewijzing.<br />

MFX Het Patch-signaal wordt naar de MFX<br />

gestuurd (maar ook naar de Chorus en de<br />

Reverb). Daarom wordt de uitgangstoewijzing<br />

van de MFX gehanteerd i.p.v. die van de<br />

Patch.<br />

OUTPUT<br />

A~D<br />

De Patch wordt in stereo naar het gekozen<br />

paar (OUTPUT A, B, C of D) gestuurd.<br />

INDIV 1~8 De Patch wordt in mono naar de gekozen uitgang<br />

(INDIVIDUAL OUTPUT 1~8) gestuurd.<br />

TONE/KEY De Patch hanteert de uitgangstoewijzing voor<br />

de Tones (zie “Tone Output Assign”).<br />

SYSTEM Output-pagina<br />

([SYSTEM] - [F2≈(OutP&EQ)])<br />

Digital Interface<br />

Master Freq<br />

(44.1/48 kHz) Stel hier de sampling-frequentie voor de<br />

signalen in die naar de digitale uitgangen worden uitgestuurd.<br />

Master Clock<br />

Met deze parameter bepaalt u wie als Master voor de<br />

digitale synchronisatie (Wordclock) moet fungeren.<br />

INTERNAL De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> gebruikt zijn eigen Wordclocksignaal.<br />

De digitale mixer e.d. moet dus als<br />

Slave met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> worden gesynchroniseerd.<br />

R-BUS De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> hanteert het via de R-BUS-aansluiting<br />

ontvangen Wordclock-signaal (en<br />

fungeert dus als Slave).<br />

WORD<br />

CLOCK IN<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> loopt synchroon met het via<br />

deze aansluiting ontvangen Wordclock-signaal.<br />

* De Wordclock-synchronisatie heeft niets met het tempo te<br />

maken.<br />

* De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan alleen synchroon lopen met Wordclocksignalen<br />

die een frequentie van 44.1 of 48 kHz hebben.<br />

Output Mix/Parallel<br />

Mode<br />

Ziehier een Master-parameter waarmee u de voor de<br />

Tones, Rhythm Tones, Parts, effecten e.d. geprogrammeerde<br />

uitgangstoewijzing (“Output Assign”) mogelijk<br />

of net onmogelijk maakt:<br />

MIX: Kies deze instelling als u maar twee uitgangen<br />

van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wilt gebruiken: OUTPUT A (MIX). Dit<br />

betekent dat signalen, die eigenlijk voor INDIVIDUAL<br />

3, 5 of 7 bedoeld zijn, via de linker (L) OUTPUT A<br />

(MIX) connector worden weergegeven. Signalen die u<br />

aan INDIVIDUAL 4, 6 of 8 hebt toegewezen, worden<br />

via OUTPUT A (MIX) R weergegeven.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Toewijzingen in de Patch-mode<br />

* In de op PHONES aangesloten hoofdtelefoon hoort u telkens<br />

maar de aan de OUTPUT A (MIX) connectors toegewezen<br />

signalen. Tijdens het gebruik van een hoofdtelefoon<br />

kiest u hier dan ook beter MIX om alle signalen te horen.<br />

SYSTEM General #1-pagina<br />

([SYSTEM] - [F1≈(General)])<br />

Master<br />

Level (Master Level)<br />

(0~127) Hiermee regelt u de uitgangsvolume van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n geheel.<br />

Voorbeeld<br />

Tones aan afzonderlijke uitgangen<br />

toewijzen<br />

In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat onze Patch<br />

inderdaad alle vier de Tones gebruikt (wat niet altijd<br />

het geval hoeft te zijn). Die Tones willen we nu aan<br />

aparte uitgangen toewijzen, en wel als volgt: Tone 1=<br />

A, Tone 2= B, Tone 3= INDIVIDUAL 5 en Tone 4=<br />

INDIVIDUAL 6. Het Chorus- en Reverb-effect gaan<br />

we daarentegen aan het uitgangspaar B OUTPUT toewijzen.<br />

Laten we beginnen met de Tones:<br />

1. Kies de Patch die u wilt editen.<br />

2. Druk op [F6≈(Effects)].<br />

3. Druk op [F1≈(General)] om naar de PATCH Effects<br />

General-pagina te gaan.<br />

4. Kies met TONE SELECT [1]~[4] de Tone wiens uitgangstoewijzing<br />

u wilt wijzigen.<br />

5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde<br />

parameter en wijzig er met de [VALUE]-regelaar of [DEC]<br />

[INC] de waarde van.<br />

Stel de volgende dingen in:<br />

Tone Output Tone Dry Tone Chorus Tone Reverb<br />

Assign Send Level Send Level Send Level<br />

Tone 1 A 127 100 100<br />

Tone 2 B 127 100 100<br />

Tone 3 5 127 100 100<br />

Tone 4 6 127 100 100<br />

* Voor Chorus en Reverb Send kunt u ook andere waarden<br />

instellen als dat beter uitkomt.<br />

6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />

7. Druk op [F1≈(Common)].<br />

8. Breng de cursor met [ß] of [†] naar Output Assign.<br />

9. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “TONE”.<br />

10.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />

Nu gaan we het volume en de uitgangstoewijzing van<br />

de Chorus instellen:<br />

11.Druk op [F6≈(Effects)].<br />

12.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Chorus Output<br />

Assign”.<br />

13.Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “B”.<br />

14.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Chorus Level”.<br />

15.Kies met de [VALUE]-regelaar “100”.<br />

16.Breng de cursor met [ß] of [†] naar “Chorus Output<br />

Select”.<br />

17.Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “MAIN”.<br />

En tenslotte moeten we de Reverb nog aan de<br />

gewenste uitgangen toewijzen:<br />

18.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Reverb Output<br />

Assign”.<br />

19.Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “B”.<br />

20.Brengen de cursor met [√][®][ß][†] naar “Reverb Level”.<br />

21.Kies met de [VALUE]-regelaar “100”.<br />

22.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH Playpagina.<br />

191<br />

Referentiehandboek


12. Uitgangen kiezen<br />

12.2 Uitgangstoewijzingen in de Performancemode<br />

Signaalpad voor de Parts<br />

Parameters<br />

Ziehier welke parameters u voor de uitgangstoewijzingen<br />

van de Parts nodig hebt.<br />

PERFORMANCE Effects General-pagina<br />

([PERFORM] - [F6≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />

Hier wijst u de geselecteerde Part aan een uitgang.<br />

Tevens kunt u er het volume en het effectaandeel van<br />

instellen.<br />

Part Output Assign<br />

Ziehier de mogelijkheden:<br />

MFX: Betekent dat het signaal naar de MFX, de Chorus<br />

en de galm (Reverb) wordt gestuurd.<br />

A~D: Betekent dat het signaal naar het betreffende uitgangspaar<br />

(stereo), naar de Chorus en Reverb wordt<br />

gestuurd.<br />

192<br />

PART<br />

Output Assign<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

M-FX A<br />

M-FX<br />

Output Assign<br />

M-FX B<br />

M-FX C<br />

CHO<br />

Chorus<br />

Output Assign<br />

REV<br />

Reverb<br />

Output Assign<br />

OUTPUT A<br />

OUTPUT B<br />

OUTPUT C<br />

OUTPUT D<br />

1~8: Betekent dat het signaal naar de betreffende INDI-<br />

VIDUAL-uitgang (1 aansluiting), de Chorus en de<br />

Reverb wordt gestuurd. Het van Chorus en/of Reverb<br />

voorziene signaal wordt naar de uitgangen gestuurd<br />

dat u aan het Chorus- of Reverb-blok hebt toegewezen<br />

(Chorus Output Assign c.q. Reverb Output Assign).<br />

PAT: De Part neemt de uitgangstoewijzing van de toegewezen<br />

Patch/Rhythm Set (en eventueel diens<br />

Tones) gewoon over.<br />

Part Output MFX Select<br />

(A~C) Hiermee bepaalt door welke van de drie<br />

MFX’en de geselecteerde Part zal worden bewerkt (als<br />

u tenminste MFX hebt gekozen, of PAT, terwijl de<br />

betreffende Patch de MFX aanspreekt).<br />

Part Dry Send Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van het niet<br />

bewerkte Part-signaal dat rechtstreeks naar de uitgangen<br />

wordt gestuurd.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Uitgangstoewijzingen in de Performance-mode<br />

Part Chorus Send Level, Part Reverb Send Level,<br />

MFX Dry Send Level, enz.<br />

Zie blz. 59 en volgende. Ook de MFX, Chorus en<br />

Reverb kunt u aan de gewenste uitgangen toewijzen.<br />

* Aangezien de MFX, Chorus en Reverb stereo zijn, kunt<br />

u ze enkel aan uitgangsparen (A~D) toewijzen. De<br />

INDIVIDUAL-opties zijn dus niet beschikbaar.<br />

SYSTEM Output-pagina<br />

([SYSTEM] - [F2≈(OutP&EQ)]) Zie “Output Mix/Parallel”<br />

op blz. 190.<br />

SYSTEM General #1-pagina<br />

([SYSTEM] - [F1≈(General)]) Zie “Master” op blz. 191.<br />

Voorbeeld<br />

In dit voorbeeld gaan we u tonen hoe u Part 1 aan de<br />

uitgangen A (MIX) OUTPUT toewijst (zonder de<br />

interne effecten aan te spreken), Part 2 aan MFX A (die<br />

dan via OUTPUT B wordt uitgestuurd) en Part 3 aan<br />

INDIVIDUAL 5 (zonder interne effecten aan te spreken).<br />

Laten we beginnen met Part 1.<br />

1. Kies de benodigde Performance.<br />

2. Druk op [F6≈(Effects)].<br />

3. Druk zo vaak op [F1≈(General)] tot de Performance<br />

Effects General #1-pagina verschijnt.<br />

4. Druk op PART SELECT [1/17] om te zorgen dat de<br />

indicator oplicht.<br />

* De indicator van [1-16/17-32] mag niet oplichten, omdat u<br />

anders Part 17 zou selecteren. Druk desgevallend op deze<br />

knop om te zorgen dat zijn indicator dooft.<br />

5. Kies met [√][®][ß][†] “Part Output Assign”.<br />

6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “A”.<br />

7. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Part Dry Send<br />

Level” en stel met de [VALUE]-regelaar “100” in.<br />

8. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Part Chorus Send<br />

Level” en stel met de [VALUE]-regelaar “0” in.<br />

9. Kies voor “Part Reverb Send Level” de instelling “0”.<br />

Part Output Part Dry Part Chorus Part Reverb<br />

Assign Send Level Send Level Send Level<br />

MFX-A 100 0 0<br />

En dan gaan we nu Part 2 instellen:<br />

10.Druk op PART SELECT [2/18] (indicator moet oplichten).<br />

* De indicator van [1-16/17-32] mag niet oplichten, omdat u<br />

anders Part 18 zou selecteren. Druk desgevallend op deze<br />

knop om te zorgen dat zijn indicator dooft.<br />

11.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde<br />

parameter en stel er met de [VALUE]-regelaar of [DEC]<br />

[INC] de waarde van in.<br />

Meer bepaald zou u –voor dit voorbeeld– de volgende<br />

waarden moeten instellen:<br />

Part Output Part Dry Part Chorus Part Reverb<br />

Assign Send Level Send Level Send Level<br />

MFX-B 100 0 0<br />

Tenslotte moeten we Part 3 nog instellen:<br />

12.Druk op PART SELECT [3/19] om te zorgen dat de<br />

indicator oplicht.<br />

* De indicator van [1-16/17-32] mag niet oplichten, omdat u<br />

anders Part 19 zou selecteren.<br />

13.Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar de benodigde<br />

parameter en stel er met de [VALUE]-regelaar of [DEC]<br />

[INC] de waarde van in.<br />

Ziehier wat u voor ons voorbeeld moet instellen:<br />

Part Output Part Chorus Part Reverb<br />

Assign Send Level Send Level<br />

5 0 0<br />

14.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PERFORM<br />

Play-pagina.<br />

193<br />

Referentiehandboek


12. Uitgangen kiezen<br />

12.3 Uitgangstoewijzingen in de Rhythm Set-mode<br />

Signaalpad van de Rhythm Tones<br />

Parameters<br />

Ziehier de parameters die u in de Rhythm Set-mode<br />

kunt instellen.<br />

RHYTHM Effects General-pagina<br />

([RHYTHM] - [F6≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />

Hiermee kiest u of de geselecteerde Rhythm Tone al<br />

dan niet naar de MFX wordt uitgestuurd. Bovendien<br />

kunt u hier het Chorus- en Reverb-aandeel instellen.<br />

Even ter herinnering: een “Rhythm Tone” is één noot<br />

van een Rhythm Set.<br />

Rhythm Tone Output Assign<br />

MFX: Betekent dat het signaal naar de MFX, de Chorus<br />

en de galm (Reverb) wordt gestuurd.<br />

A~D: Betekent dat het signaal naar het betreffende uitgangspaar<br />

(stereo), naar de Chorus en Reverb wordt<br />

gestuurd.<br />

1~8: Betekent dat het signaal naar de betreffende INDI-<br />

VIDUAL-uitgang (1 aansluiting), de Chorus en de<br />

Reverb wordt gestuurd. Het van Chorus en/of Reverb<br />

voorziene signaal wordt naar de uitgangen gestuurd<br />

dat u aan het Chorus- of Reverb-blok hebt toegewezen<br />

(Chorus Output Assign c.q. Reverb Output Assign).<br />

194<br />

RHYTHM<br />

TONE<br />

Output Assign<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

M-FX<br />

Output Assign<br />

M-FX<br />

CHO<br />

Chorus<br />

Output Assign<br />

REV<br />

Reverb<br />

Output Assign<br />

OUTPUT A<br />

OUTPUT B<br />

OUTPUT C<br />

OUTPUT D<br />

Rhythm Tone Dry Send Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de gekozen<br />

Tone in de toegewezen uitgang. Door deze parameter<br />

voor verschillende Tones in te stellen zorgt u dus voor<br />

de juiste “mix”.<br />

* Verder vindt u hier de parameters Tone Chorus Send Level,<br />

Tone Reverb Send Level, MFX Dry Send Level enz. Zie<br />

hiervoor blz. 55.<br />

* Ook de Chorus (Chorus Output Select), de MFX (MFX<br />

Output Assign) en Reverb (Reverb Output Assign) kunt u<br />

aan de gewenste uitgangen toewijzen. Zie bv. blz. 57.<br />

Aangezien de MFX, Chorus en Reverb stereo zijn,<br />

kunt u ze enkel aan uitgangsparen (A~D) toewijzen.<br />

De INDIVIDUAL-opties zijn dus niet beschikbaar.<br />

RHYTHM Common-pagina<br />

([RHYTHM] - [F1≈(Common)])<br />

Common<br />

Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van de Rhythm<br />

Set (dus alle Rhythm Tones) in z’n geheel.<br />

* Binnen een Rhythm Set kunt u het volume van de Rhythm<br />

Tones eveneens individueel instellen (zie blz. 154).


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Uitgangstoewijzingen in de Rhythm Set-mode<br />

Output Assign<br />

Met deze parameter wijst u de gehele Rhythm Set aan<br />

de gewenste uitgangen toe. De mogelijkheden zijn<br />

voor het merendeel bekend:<br />

MFX Het Rhythm Set-signaal wordt naar de MFX<br />

gestuurd (maar ook naar de Chorus en de<br />

Reverb). Daarom wordt de uitgangstoewijzing<br />

van de MFX gehanteerd i.p.v. die van de<br />

Patch.<br />

OUTPUT<br />

A~D<br />

De Rhythm Set wordt in stereo naar het gekozen<br />

paar (OUTPUT A, B, C of D) gestuurd.<br />

INDIV 1~8 De Rhythm Set wordt in mono naar de gekozen<br />

uitgang (INDIVIDUAL OUTPUT 1~8)<br />

gestuurd.<br />

TONE De Rhythm Set hanteert de uitgangstoewijzing<br />

voor de Rhythm Tones (zie “Rhythm<br />

Tone Output Assign”).<br />

SYSTEM Output-pagina<br />

([SYSTEM] - [F2≈(OutP&EQ)]) Zie blz. 190.<br />

SYSTEM General #1-pagina<br />

([SYSTEM] - [F1≈(General)]) Zie blz. 191.<br />

Voorbeeld<br />

Laten we hier kijken hoe je een bepaalde Rhythm Tone<br />

(binnen een Rhythm Set) aan de gewenste uitgang toewijst.<br />

Meer bepaald gaan we de Rhythm Tone C4 naar<br />

de uitgang INDIVIDUAL 3 sturen en geen gebruik<br />

maken van de interne effecten.<br />

1. Kies de benodigde Rhythm Set.<br />

2. Druk op [F6≈(Effects)].<br />

3. Druk op [F1≈(General)] om naar de Rhythm Effects<br />

General-pagina te gaan.<br />

4. Kies met TONE SELECT [1]~[4] de Rhythm Tone (alias<br />

de noot “C4”; deze moet linksboven in het display<br />

verschijnen).<br />

* Als u een MIDI-klavier op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aangesloten hebt,<br />

kunt u ook gewoon de noot C4 indrukken om de betreffende<br />

Rhythm Tone te selecteren.<br />

5. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Rhythm Tone<br />

Output Assign”.<br />

6. Kies met de [EDIT] of [DEC] [INC] “3”<br />

7. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Rhythm Tone<br />

Dry Send Level” en stel met de [VALUE]-regelaar “100”<br />

in.<br />

8. Breng de cursor met [√][®][ß][†] naar “Rhythm Tone<br />

Chorus Send Level” en stel met [VALUE]-regelaar “0”<br />

in.<br />

9. Zet vervolgens ook “Rhythm Tone Reverb Send<br />

Level” op “0”.<br />

10.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />

Play-pagina.<br />

11.Druk op [F1≈(Common)].<br />

12.Breng de cursor met [ß] of [†] naar “Output Assign”.<br />

13.Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “TONE”.<br />

14.Druk op [EXIT] om terug te keren naar de RHYTHM<br />

Play-pagina.<br />

195<br />

Referentiehandboek


12. Uitgangen kiezen<br />

12.4 Instellingen in de GM-mode<br />

Signaalpad van de Parts<br />

Parameters<br />

GM Effects General-pagina<br />

([GM] - [F6≈(Effects)] - [F1≈(General)])<br />

Op deze pagina kunt u de geselecteerde Part aan de<br />

gewenste uitgang toewijzen en er het Chorus- en<br />

Reverb-aandeel van instellen. Zoals u in bovenstaand<br />

schema ziet, is de MFX in de GM-mode niet beschikbaar.<br />

Part Output Assign<br />

Hiermee wijst u de gekozen Part aan het gewenste uitgangspaar<br />

toe (hier zijn enkel A, B, C en D beschikbaar).<br />

Part Dry Send Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het volume van het GM<br />

Part-signaal dat naar de gekozen uitgang wordt<br />

gestuurd.<br />

Part Chorus Send Level<br />

(0~127) Hiermee regelt u het Chorus-aandeel van de<br />

geselecteerde Part. De uitgangstoewijzing van de Chorus<br />

is eveneens instelbaar (zie verderop).<br />

Part Reverb Send Level<br />

(0~127) Hiermee regelt u het galmaandeel van de geselecteerde<br />

Part.<br />

Chorus Output Assign<br />

(A~D) Hiermee wijst u de Chorus aan het gewenste<br />

uitgangspaar toe.<br />

196<br />

Part<br />

Output Assign<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

Rev (GM CHORUS)<br />

CHO<br />

Out (GM CHORUS)<br />

REV<br />

Out (GM REVERB)<br />

Reverb Send Level<br />

(0~127) Hiermee bepaalt u het galmaandeel van het<br />

Chorus-signaal (d.w.z. hoe sterk het Chorus-uitgangssignaal<br />

op zijn beurt van galm wordt voorzien). Dat<br />

“mix-signaal” wordt via de aan de Reverb toegewezen<br />

uitgangen naar de buitenwereld gestuurd.<br />

Reverb Output Assign<br />

(A~D) Hiermee wijst u de Reverb aan het gewenste<br />

uitgangspaar toe.<br />

SYSTEM Output-pagina<br />

([SYSTEM] - [F2≈(OutP&EQ)])<br />

Output Mix/Parallel<br />

Zie blz. 190.<br />

SYSTEM General #1-pagina<br />

([SYSTEM] - [F1≈(General)]) Zie blz. 191.<br />

OUTPUT A<br />

OUTPUT B<br />

OUTPUT C<br />

OUTPUT D


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Digitale verbindingen via R-BUS<br />

12.5 Digitale<br />

verbindingen via R-BUS<br />

Zoals u weet, is de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> voorzien van een R-BUSaansluiting.<br />

Die laat toe om acht kanalen met digitale<br />

audiosignalen uit te sturen. Daarvoor hebt u een R-<br />

BUS-kabel (RBC-1/RBC-5; optie) nodig. Deze connector<br />

kunt u aansluiten op een DIF-AT (interface voor de<br />

conversie naar ADAT), een AE-7000 (conversie naar<br />

AES/EBU) en op andere digitale apparaten (bv, van de<br />

VM-serie van <strong>Roland</strong>).<br />

* Verbind de R-BUS-connector (RMDB2) van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

enkel met uitdrukkelijk in deze handleiding vermelde apparaten.<br />

Sluit hem nooit aan op een SCSI- of RS-232C-poort,<br />

ook al ziet die er hetzelfde uit. Gebruik enkel R-BUS-kabels<br />

voor de verbinding.<br />

Parameters<br />

SYSTEM Output-pagina<br />

([SYSTEM] - [F2 (Outp&EQ)]) Zie blz. 190.<br />

* De sync-status voor het Wordclock-signaal wordt tussen<br />

haakjes afgebeeld. “Unlocked” betekent dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

geen (bruikbaar) Wordclock-signaal ontvangt.<br />

Master Freq (Master Frequency)<br />

Hiermee stelt u de frequentie in voor de digitale signalen<br />

die de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitstuurt (44,1 of 48kHz).<br />

DIF Control<br />

DIF-AT Clk Select<br />

Hiermee selecteert u de Wordclock-bron wanneer u de<br />

R-BUS-aansluiting op een DIF-AT-convertor hebt aangesloten.<br />

Deze instelling heeft betrekking op de<br />

DIF-AT.<br />

* Deze parameter hoeft u enkel in te stellen, wanneer u de<br />

DIF-AT op zijn beurt met een ADAT of DA-88 verbindt<br />

om de signalen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in het digitale domein te<br />

kunnen opnemen.<br />

R-BUS Het via de R-BUS-aansluiting van de DIF-AT ontvangen<br />

Wordclock-signaal wordt als Master<br />

gebruikt.<br />

ADAT Het via de ADAT-aansluiting van de DIF-AT ontvangen<br />

signaal wordt als Wordclock-Master gehanteerd.<br />

DA-88 Het via de DA-88-aansluiting van de DIF-AT ontvangen<br />

Wordclock-signaal wordt als Master<br />

gebruikt.<br />

Ziehier de basiswerkwijze voor het maken van deze<br />

instelling:<br />

1. Druk op [SYSTEM/UTILITY] om te zorgen dat de bijbehorende<br />

indicator oplicht (hij mag niet knipperen).<br />

2. Druk op [F2≈(Outp&EQ)] om naar de SYSTEM Outputpagina<br />

te gaan.<br />

3. Breng de cursor met [ß] of [†] naar de parameter die u<br />

wilt instellen.<br />

4. Stel de gewenste waarde in met de [VALUE]-regelaar of<br />

[DEC] [INC].<br />

* Als u zich vergist, kunt u de wijziging met [UNDO] weer<br />

ongedaan maken.<br />

5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-pagina.<br />

Output Gain<br />

Gain<br />

(–12, -6, 0, +6, +12 dB) Hiermee bepaalt u het uitgangsniveau<br />

van de analoge en digitale uitgangen van de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>. Zolang u de polyfonie (128 stemmen) bv.<br />

maar voor de helft gebruikt, kunt u het niveau opkrikken<br />

om een betere signaal/ruis-verhouding te verkrijgen.<br />

Met name bij het gebruik van digitale signalen<br />

kan deze parameter betrekkelijk handig zijn. Werkt u<br />

alleen analoog, dan verandert u hier het best niets.<br />

Gebruik maken van de 8 digitale<br />

uitgangen (R-BUS)<br />

VM-3100Pro<br />

R-BUS<br />

Wordclock<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Wordclock-Master is:<br />

Instellingen op de<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />

Master Clock: INTERNAL<br />

Master Freq: 44.1 of 48.0 kHz (naar gelang de sampling-frequentie<br />

van de externe Slave.<br />

R-BUS-instellingen op de VM-3100 Pro:<br />

Master Clk: RMDB-2<br />

R-BUS-instellingen voor de VM-7100/7200:<br />

Word Clock Source: MULTI 1–8<br />

R-BUS-instellingen op de VSR-880<br />

SYS: MasterClk: R-BUS<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Wordclock-Slave is:<br />

Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />

Master Clock: RBUS<br />

R-BUS-instellingen op de VM-3100 Pro:<br />

MasterClk: INTERNAL<br />

Instellingen op de VM-7100/7200:<br />

Word Clock Source: INTERNAL<br />

Instellingen op de VSR-880:<br />

SYS: MasterClk: INT<br />

Werken met andere digitale<br />

formaten<br />

Werken met een ADAT<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan enkel via een DIF-AT (optie) op een<br />

ADAT-compatibel apparaat worden aangesloten.<br />

197<br />

Referentiehandboek


12. Uitgangen kiezen<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Master<br />

fungeert<br />

Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />

Master Clock: INTERNAL<br />

Master Freq: 44.1 of 48.0 kHz (kies de frequentie die<br />

door het externe apparaat wordt ondersteund)<br />

DIF-AT Clk Select: R-BUS<br />

Instellingen op de ADAT:<br />

CLOCK: DIG<br />

INPUT: DIGITAL<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Slave<br />

fungeert<br />

Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />

Master Clock: R-BUS<br />

DIF-AT Clk Select: ADAT<br />

Instellingen op de ADAT:<br />

CLOCK: INT<br />

INPUT: DIGITAL<br />

Werken met een DA-apparaat van Tascam<br />

Ook voor de verbinding met een DA van Tascam hebt<br />

u een optionele DIF-AT nodig. De aansluitingen moeten<br />

er als volgt uitzien:<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Master<br />

De DIF-AT laat dit niet toe. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kan dan ook<br />

geen Master zijn.<br />

198<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

R-BUS<br />

Wordclock<br />

Wordclock<br />

R-BUS<br />

IN<br />

OUT<br />

DIF-AT<br />

adat<br />

Wordclock<br />

OUT<br />

IN<br />

DIF-AT<br />

POWER<br />

TDIF<br />

W<br />

POWER<br />

DA-serie van Tascam<br />

OPTICAL<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Slave<br />

fungeert<br />

Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />

Master Clock: R-BUS<br />

DIF-AT Clk Select: DA-88<br />

Instellingen op de DA:<br />

CLOCK: INT<br />

DIGITAL IN: ON<br />

Werken met een AES/EBU-apparaat<br />

De R-BUS-aansluiting van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> kunt u rechtstreeks<br />

met een AE-7000 verbinden. Die zet de signalen<br />

om in 4 x 2 AES/EBU-kanalen.<br />

W<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Slave<br />

fungeert<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Word Clock<br />

R-BUS<br />

W<br />

DIGITAL INPUT A<br />

(AES/EBU)<br />

AES/EBU OUT<br />

AE-7000<br />

888 I/O<br />

ProTools<br />

DIGITAL OUT<br />

(AES/EBU)<br />

AES/EBU IN<br />

Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />

Master Clock: R-BUS<br />

Instelling op de AE-7000:<br />

Clock Source Select: WORD CLOCK of INPUT A (zie<br />

de handleiding bij de AE-7000).<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> als Wordclock-Master<br />

fungeert<br />

Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />

Master Clock: INTERNAL<br />

Master Freq: 44.1 of 48.0 kHz (kies de frequentie die<br />

door het externe apparaat wordt ondersteund)<br />

Instelling op de AE-7000:<br />

Clock Source Select: R-BUS<br />

W<br />

B/C/D


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Digitale verbindingen via R-BUS<br />

Synchronisatie van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> met een<br />

via WORD CLOCK IN ontvangen<br />

Wordclock-signaal<br />

VM-3100Pro<br />

Wordclock<br />

R-BUS<br />

WORDCLOCK-MASTER<br />

W WORD CLOCK<br />

OUT<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

WORD CLOCK IN<br />

Instellingen op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>:<br />

Master Clock: WORD CLOCK IN<br />

Instellingen op de Wordclock-Master:<br />

Kies 44.1 of 48kHz.<br />

* De via WORD CLOCK IN ontvangen Wordclock-signalen<br />

worden via de R-BUS en de S/P DIF-aansluitingen ook<br />

weer uitgestuurd.<br />

199<br />

Referentiehandboek


13. Appendix<br />

13. Appendix<br />

13.1 Verhelpen van<br />

storingen<br />

Als de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet volgens verwachting lijkt te werken,<br />

moet u eerst de volgende punten controleren.<br />

Biedt ook dat geen uitkomst, dan neemt u het best contact<br />

op met een erkende <strong>Roland</strong>-dealer of hersteldienst.<br />

* Bovendien kan het gebeuren dat het display een foutmelding<br />

afbeeldt. Onder “Foutmeldingen” op blz. 202 komt u<br />

te weten wat die betekent en hoe u het probleem kunt verhelpen.<br />

Inschakelen onmogelijk<br />

Hebt u het netsnoer op een stopcontact aangesloten<br />

dat stroom afgeeft? Is het snoer goed op de connector<br />

achterop de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> aangesloten?<br />

U hoort niets<br />

Hebt u ook de versterker, het mengpaneel e.d. aangesloten?<br />

Als de versterking uit is, kunt u niets horen.<br />

Hebt u de VOLUME-regelaar op de minimumwaarde<br />

gezet?<br />

Hebt u alle apparaten naar behoren aangesloten?<br />

Als u enkel met de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> werkt, moet u de audioverbindingen<br />

controleren of kijken of u de hoofdtelefoon<br />

wel degelijk hebt aangesloten.<br />

Hoort u het geluid in de hoofdtelefoon?<br />

Als u in de hoofdtelefoon wel iets hoort, dan hebt u de<br />

versterker misschien niet ingeschakeld of de audiokabels<br />

op de verkeerde ingangen aangesloten. Ga dit<br />

even na.<br />

Hebt u een Patch/Performance gekozen waarin alle<br />

Tones/Parts uitgeschakeld zijn?<br />

Druk op TONE SWITCH [1]~[4] om te zorgen dat minstens<br />

één van deze knoppen oplicht.<br />

Hebt u een bijzonder laag volume voor de Tones, de<br />

Patch, de Rhythm Set of de betreffende Part gekozen?<br />

Ga even de instelling van de betreffende Level-parameter<br />

na: Tone (blz. 127), Patch (blz. 112), Part<br />

(blz. 143).<br />

Hebt u het/de juiste MIDI-kanaal/kanalen gekozen?<br />

Kijk even of de MIDI-stuurbron (klavier, sequencer<br />

enz.) op het juiste MIDI-kanaal zendt.<br />

Kloppen de zones (Key Range)?<br />

Ga dit even na. Misschien zendt u noten die door geen<br />

enkele Tone/Part worden uitgevoerd omdat ze de<br />

betreffende nootcommando’s negeren.<br />

Hebt u een pedaal gebruikt en het volume daardoor<br />

op nul gezet?<br />

In de Performance-mode kunt u gebruik maken van de<br />

INFO-pagina om de “Vol”- en “Exp”-instelling te controleren<br />

(blz. 147, 182).<br />

200<br />

Kloppen de effectinstellingen?<br />

Kijk even of de effecten wel ingeschakeld zijn en op<br />

welke waarde hun uitgangsvolume staat ingesteld.<br />

Controleer bovendien het effectaandeel (Send-waarde)<br />

van de betrokken Tones, Patch e.d.<br />

Hebt u de juiste uitgangen gekozen?<br />

Controleer even de “Output Assign”-instellingen.<br />

U kunt geen Performances of Parts kiezen<br />

Is [RX] ingeschakeld?<br />

Als [RX] oplicht kunt u na het kiezen van de PERFORM<br />

Play-pagina, met [A]~[H] (PART SELECT [1/17]~[16/32])<br />

Parts in-/uitschakelen.<br />

De toonhoogte klopt niet<br />

Hebt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op een bepaald moment anders<br />

gestemd?<br />

Controleer even de instelling voor “Tune” op blz. 173.<br />

Hebt u de Scale Tune-functie geactiveerd?<br />

Ga dit even na (blz. 174).<br />

Hebt u de Coarse/Fine-parameters e.d. van de Tones/<br />

Parts naar behoren ingesteld?<br />

ga dit even na.<br />

Is de toonhoogte misschien veranderd onder invloed<br />

van een pedaal Pitch Bend-commando’s?<br />

Als u momenteel in de Performance-mode werkt, kunt<br />

u de INFO-pagina oproepen en even kijken welke<br />

“Bend”-waarde er wordt afgebeeld (blz. 147, 182).<br />

De effecten “doen het niet”<br />

Hebt u de MFX, de Chorus en de Reverb uitgeschakeld?<br />

Controleer dit even (blz. 35).<br />

Weet u zeker dat u de effectparameters naar wens<br />

ingesteld hebt?<br />

Als het effectaandeel (Send) voor de drie effecten op<br />

“0” staat, worden de betreffende (Rhythm) Tones of<br />

Parts niet van effect voorzien. Bovendien mag het uitgangsvolume<br />

van de drie effecten niet gelijk zijn aan<br />

“0”.<br />

Een Tone, Rhythm Tone of Part wordt maar door de<br />

MFX bewerkt wanneer u voor “Output Assign” MFX<br />

kiest.<br />

Wanneer u de “Output Assign”-parameter van een<br />

Part in een Performance op PATCH zet, wordt de<br />

“Output Assign”-instelling van de Patch gebruikt. En<br />

die staat misschien niet naar wens ingesteld.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Verhelpen van storingen<br />

De Song-data van een externe sequencer<br />

worden niet naar behoren weergegeven<br />

Weet u zeker dat u de juiste MIDI-kanalen gekozen<br />

en alle MIDI-schakelaars naar behoren ingesteld<br />

hebt?<br />

Ga dit even na.<br />

Ontvangt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wel SysEx-commando’s?<br />

Kies ON voor “Exclusive” op blz. 171. Bovendien mag<br />

het interne geheugen niet beveiligd zijn (blz. 171).<br />

Wordt momenteel de DEMO PLAY-pagina afgebeeld?<br />

Zolang dat het geval is ontvangt de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> geen<br />

MIDI-data.<br />

De SmartMedia-kaart werkt niet<br />

Is de kaart geformatteerd?<br />

Een niet geformatteerde kaart kunt u niet gebruiken.<br />

Doe dat dus eerst (blz. 164).<br />

Gebruikt u misschien een kart die de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet<br />

ondersteunt?<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> leest enkel data van kaarten die naar behoren<br />

zijn geformatteerd. Bovendien kunt u naar “fout”<br />

geformatteerde kaarten geen data wegschrijven.<br />

De Song-data van een externe sequencer<br />

worden niet naar behoren weergegeven<br />

Weet u zeker dat de GM-mode geselecteerd is (als het<br />

tenminste om een GM-compatibele Song gaat)?<br />

Kies de GM-mode (blz. 179) indien nodig.<br />

Hebt u de weergave ergens halverwege de Song<br />

gestart?<br />

Het GM System On- of GM2 System On-commando<br />

bevindt zich altijd aan het begin van een sequence. U<br />

moet de weergave dan ook minstens één keer vanaf<br />

het begin starten.<br />

Speelt u een Song in het GS-formaat af?<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> een GS Reset-commando ontvangt,<br />

gedraagt hij zich zo goed hij kan als een GSmodule.<br />

Maar dat betekent nog niet dat hij alle commando’s<br />

uitvoert die bv. een module van de Sound<br />

Canvas-serie moeiteloos de baas kan. (Daar staat echter<br />

tegenover dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> op talrijke andere vlakken<br />

meer in huis heeft.)<br />

Misschien hebt u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> zo ingesteld dat hij<br />

geen GM System On- of GM2 System On-commando’s<br />

ontvangt.<br />

Controleer de instelling van “Rx GM On”/”Rx GM2<br />

On” (blz. 175). Die moet op ON staan.<br />

Het aangesloten SCSI-apparaat wordt niet<br />

herkend<br />

U moet eerst de SCSI-apparaten en pas daarna de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> inschakelen.<br />

Sommige SCSI-apparaten worden niet meteen herkend.<br />

Als dat bij u het geval is, zou u een grotere “SCSI Probe<br />

Time”-waarde (blz. 173) moeten hanteren. Als dat niet<br />

helpt, moet u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> en het SCSI-apparaat uitschakelen.<br />

Schakel vervolgens eerst het SCSI-apparaat<br />

en daarna de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.<br />

Weet u zeker dat elke SCSI ID-nummer maar één<br />

keer wordt gebruikt?<br />

U mag eenzelfde SCSI ID nooit aan twee apparaten<br />

binnen uw SCSI-keten toekennen.<br />

U kunt niet eender welke samples importeren.<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> leest CD-ROMs voor de S-700-serie van<br />

<strong>Roland</strong> en voor de S-1000/3000 van Akai. CD-ROMs<br />

voor andere merken of types worden niet ondersteund.<br />

Akai-data worden tijdens het laden geconverteerd en<br />

klinken eventueel iets anders dan op een S-1000/3000.<br />

De digitale uitgangen geven geen signaal<br />

of enkel ruis weer<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt enkel de sampling-frequenties<br />

44.1kHz en 48kHz. Eventueel binnenkomende<br />

Wordclock-signalen moeten één van deze twee waarden<br />

hanteren.<br />

Wanneer de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> digitale signalen uitstuurt, bevatten<br />

zijn signalen soms ruis. Dit heeft in de regel te<br />

maken met de keuze van minder gunstige verbindingen.<br />

Sluit de externe apparaten eens op een andere<br />

manier aan.<br />

201<br />

Referentiehandboek


13. Appendix<br />

13.2 Foutmeldingen<br />

In bepaalde gevallen beeldt het display een waarschuwing<br />

af om u erop attent te maken dat een bepaalde<br />

functie niet kan worden uitgevoerd. Ziehier wat de<br />

verschillende boodschappen betekenen:<br />

All Data on the Drive Will Be<br />

Lost.It Will Take a Long Time.Are<br />

You Sure?<br />

U wilt een datadrager met de “Full”- of “Quick”-optie<br />

formatteren. Als u dat doet, worden alle data, die er<br />

eventueel op staan, gewist. Weet u zeker dat u dat<br />

wilt?<br />

Druk op [F1≈(CANCEL)] als u dat niet wilt, of op<br />

[F6≈(FORMAT)] om de datadrager te formatteren.<br />

Battery Low<br />

De lithiumbatterij, die het geheugen van stroom voorziet<br />

wanneer u de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uitschakelt, is bijna uitgeput.<br />

Laat de batterij zo snel mogelijk vervangen door uw<br />

<strong>Roland</strong>-dealer.<br />

Cannot Find Target File!<br />

De voor het “Auto Load”-commando benodigde Performance<br />

werd niet gevonden.<br />

Kijk of de benodigde datadrager aangesloten en ingeschakeld<br />

is. In het geval van een Zip mag u niet vergeten<br />

de betreffende schijf in de drive te stoppen.<br />

Dest Disk Incorrect!<br />

De gekozen “Destination”-datadrager hanteert een<br />

formaat dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet ondersteunt. Gebruik een<br />

datadrager die wel wordt herkend.<br />

Disk Full!<br />

De gekozen datadrager is vol. U kunt er dus geen data<br />

meer naar wegschrijven. Wis alle niet meer benodigde<br />

bestanden (blz. 165) of gebruik een andere datadrager.<br />

Disk Not Ready!<br />

U hebt geen schijf in de betreffende drive gestopt. Doe<br />

dat nu.<br />

DISK, Read Error!<br />

De datadrager kan niet volledig worden gelezen.<br />

Gebruik een andere datadrager.<br />

DISK, Write Error!<br />

Tijdens het wegschrijven van data is er een fout opgetreden.<br />

Deze datadrager mag u niet meer gebruiken.<br />

File Format Error<br />

Dit bestand kan de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet lezen.<br />

File I/O Error<br />

Het betreffende bestand kan niet weggeschreven/<br />

geladen worden. Probeer het nog een keer. Als deze<br />

boodschap dan weer verschijnt, is het bestand beschadigd.<br />

Wis het van de datadrager.<br />

202<br />

FILE NAME DUPLICATE, File (XYZ)<br />

Already Exists!<br />

Er bestaat reeds een bestand/map met die naam. Wis<br />

het oude bestand (als u het tenminste niet meer nodig<br />

hebt), geen een andere naam aan het nieuwe bestand<br />

of sla dit laatste op een andere datadrager op.<br />

File Name (Folder, Volume)Format<br />

Error<br />

U hebt nog geen naam aan uw bestand gegeven. Doe<br />

dat nu.<br />

File not Found<br />

Het gevraagde bestand werd niet gevonden. Weet u<br />

zeker dat u de juiste SmartMedia-kaart of datadrager<br />

gekozen hebt?<br />

File Read Error!<br />

Het bestand is beschadigd en kan niet worden geladen.<br />

Er is een probleem met de betreffende SCSCI-datadrager.<br />

Controleer de aansluitingen en ga even na of de<br />

datadrager wel ingeschakeld is.<br />

File Write Error!<br />

De datadrager hanteert een formaat dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

niet ondersteunt. Gebruik een datadrager die de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> wéel kan gebruiken.<br />

Er is een probleem met de betreffende SCSCI-datadrager.<br />

Controleer de aansluitingen en ga even na of de<br />

datadrager wel ingeschakeld is.<br />

Folder Level Too Deep!<br />

U probeert nóg een ondergeschikte map in een reeds<br />

diep ondergeschikte map aan te maken. Dat kan niet<br />

meer. Maak een nieuwe map aan.<br />

Format Completed!<br />

De datadrager is geformatteerd. Druk op [F6≈(ACCEPT)]<br />

om te kennen te geven dat u de boodschap begrepen<br />

hebt.<br />

IMPROPER DISK, This Disk is not for<br />

the <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>.<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ondersteunt het formaat van de gekozen<br />

datadrager niet. Gebruik een andere datadrager<br />

(schijf).<br />

Illegal Format!<br />

Het bestand hanteert een formaat dat de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet<br />

aankan. Kies een ander bestand.<br />

Illegal PCM Wave! Cannot Load This<br />

Wave.<br />

Het bestand hanteert een compressietype dat de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet begrijpt. Converteer het bestand in het 8-<br />

of 16-bit-formaat.<br />

Memory Card Full<br />

De resterende capaciteit op de kaart volstaat niet meer<br />

om de data weg te schrijven. Gebruik hetzij een andere<br />

kaart of wis een niet meer benodigd bestand. Probeer<br />

het daarna nog een keer.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Foutmeldingen<br />

Memory Card I/O Error<br />

Misschien staat er een kras op de SmartMedia-kaart of<br />

is ze op een andere manier beschadigd. Gebruik die<br />

kaart dus niet meer, maar gooi ze nog niet meteen weg,<br />

want: als deze melding ook voor andere kaarten wordt<br />

afgebeeld, is er waarschijnlijk een ander probleem.<br />

Neem dan zo snel mogelijk contact op met uw <strong>Roland</strong>dealer.<br />

Memory Card not Ready<br />

U hebt de SmartMedia-kaart niet (goed) op de<br />

MEMORY CARD-poort aangesloten. Schakel de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> uit en zet dat even recht.<br />

Memory Card Write Protected<br />

De schrijfbeveiligings-sticker kleeft nog op de kaart. U<br />

kunt er dus geen data naar wegschrijven. Verwijder de<br />

sticker (schakel de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> eerst uit) of gebruik een<br />

andere kaart.<br />

Memory Error!<br />

Om de één of andere reden kan het SIMM-geheugen<br />

niet worden aangesproken. Installeer de SIMM<br />

opnieuw of gebruik een andere SIMM.<br />

Memory Full!<br />

Het interne geheugen volstaat niet meer voor het laden<br />

van de gevraagde bestanden. Wis alle Samples die u<br />

niet meer nodig hebt (blz. 165).<br />

MIDI Buffer Full<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heeft teveel MIDI-commando’s in één keer<br />

ontvangen en kan ze niet naar behoren verwerken.<br />

Probeer de data in kleinere stukken te zenden.<br />

MIDI Communication Error<br />

Er is een probleem met de MIDI-aansluitingen (misschien<br />

een defecte kabel of een verbroken aansluiting).<br />

Ga dit even na en corrigeer de fout.<br />

Number ‘****’ Will Be Deleted. Are<br />

You Sure?<br />

De Sample met het nummer ‘****’ wordt gewist. Gaat u<br />

daarmee akkoord? Druk op [F1≈(CANCEL)] als u dat niet<br />

wilt. Druk op [F6≈(DELETE)] om de Sample te wissen.<br />

PASSWORD PROTECTED, This Zip Disk is<br />

Protected by Password!<br />

De Zip-schijf is met een paswoord beveiligd. Daar<br />

kunt u op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niets aan veranderen. Schakel de<br />

beveiliging met een extern apparaat uit of gebruik een<br />

andere Zip-schijf.<br />

Path Duplicate!<br />

U probeert data naar hetzelfde hiërarchische niveau<br />

weg te schreven. Dat kan niet.<br />

Path Name Too Long!<br />

De naam van het pad is te lang. Maak de namen van de<br />

afzonderlijke mappen korter of schrijf de data naar een<br />

hoger niveau weg.<br />

* Het “pad” slaat op het adres van de bestanden (het aantal<br />

ondergeschikte mappen die moeten worden doorlopen).<br />

Performance (Patch/Partial/Sample)<br />

Full!<br />

De gevraagde data werden weliswaar geladen, maar<br />

er is geen plaats meer voor de Performance (Patch/<br />

Partial/Sample). Wis niet meer benodigde Performances<br />

(Patches/Partials/Samples) uit het interne geheugen<br />

en probeer het nog een keer.<br />

Receive Data Error<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heeft een onbegrijpelijk stukje SysEx ontvangen,<br />

wat zou kunnen betekenen dat het de verkeerde<br />

data zijn of dat ze beschadigd zijn. Probeer de<br />

juiste data te zenden of –als u kaas gegeten hebt van<br />

SysEx– controleer de data even op de externe sequencer<br />

e.d.<br />

Source Disk Incorrect!<br />

U hebt de verkeerde datadrager in de drive/poort<br />

gestopt (een andere dan de eerste keer). Stop de juiste<br />

datadrager/kaart) in de poort.<br />

This Will Clear the File(s)/<br />

Folder(s).Are You Sure?<br />

de bestaden/mappen worden zo meteen gewist. Druk<br />

op [F1≈(CANCEL)] als u dat niet wilt, of op [F6≈(DELETE)] als<br />

u daarmee akkoord gaat.<br />

Too Many Files!<br />

U kunt geen bestanden meer in de gekozen map<br />

opslaan, omdat het maximale aantal al is bereikt. Wis<br />

eventueel niet meer benodigde bestanden (blz. 165) of<br />

schrijf de data naar een andere map weg.<br />

Too Many Folders!<br />

Er kunnen geen mappen meer op de gekozen datadrager<br />

worden aangemaakt. Wis alle niet meer benodigde<br />

mappen (blz. 168) of maak een map binnen een reeds<br />

bestaande map aan.<br />

Unformatted Memory Card<br />

De SmartMedia-kaart is niet voor de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> geformatteerd<br />

en kan dus niet worden gelezen. Formateer<br />

de kaart op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> of gebruik een andere kaart.<br />

(Als u de kaart formatteert, bent u alle data die erop<br />

staan kwijt!)<br />

Unknown Disk Error!<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> heeft een onbekende fout op de datadrager<br />

ontdekt. Neem contact op met uw <strong>Roland</strong>-dealer.<br />

User Memory Damaged<br />

De data in het User-geheugen zijn verdwenen of kunnen<br />

niet meer worden gelezen. Het enige wat u nu nog<br />

kunt doen is de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in z’n geheel initialiseren. Zie<br />

“Factory Reset” op blz. 171.<br />

User Memory Write Protected<br />

Het interne geheugen is beveiligd (zie “Internal” op<br />

blz. 171). Schakel die beveiliging uit.<br />

OF: de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ontvangt momenteel geen SysEx-data<br />

(zie “Exclusive” op blz. 171). Schakel die beveiliging<br />

uit om te zorgen dat de SysEx-data toekomen.<br />

203<br />

Referentiehandboek


13. Appendix<br />

13.3 Wat u over SCSI<br />

moet weten<br />

SCSI-apparaten aansluiten<br />

Samples, Partials enz. en golfvormdata kunt u enkel<br />

via SCSI laden. U hebt, met andere woorden, een SCSIdatadrager<br />

nodig, die u op de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> moet aansluiten.<br />

Voor SCSI-apparaten gelden bepaalde regels die u<br />

moet kennen en naleven, want anders werkt de communicatie<br />

niet. Bovendien bestaat anders het gevaar<br />

dat de data op de SCSI-datadrager beschadigd worden.<br />

Voor het volgende hebt u ook de handleiding van<br />

het SCSI-apparaat nodig dat u aansluit.<br />

SCSI-apparaten die u kunt gebruiken<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> laat het gebruik van de volgende datadragers<br />

toe:<br />

• Zip-drive<br />

• MO-drive<br />

• Harde schijven<br />

* Als u een SCSI-datadrager voor twee <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>’s gebruikt,<br />

mag u er nooit op hetzelfde moment data naar wegschrijven<br />

c.q. er data van lezen (schrijven/lezen mag telkens maar<br />

met één <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> tegelijk).<br />

• CD-ROM<br />

SCSI-kabels en SCSI-aansluitingen<br />

De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> is met één SCSI-poort (DB 25-pin (SCSI-<br />

A)) uitgerust:<br />

Er bestaan echter verschillende SCSI-connectors.<br />

Gebruik dus altijd SCSI-kabels met de juiste stekkers,<br />

want ander werkt het niet.<br />

SCSI-kabels moeten zo kort mogelijk zijn en een impedantie<br />

van 110Ω (±10%) hebben. De totale lengte (van<br />

alle SCSI-kabels samen) mag niet meer zijn dan 6,5<br />

meter.<br />

SCSI-ketens<br />

Binnen één keten mag u maximaal zeven SCSI-apparaten<br />

gebruiken. Die kunt u heel gemakkelijk op elkaar<br />

aansluiten, omdat de meeste externe SCSI-apparaten<br />

twee poorten hebben. Welke poort u als in- of uitgang<br />

gebruikt maakt niet zoveel uit. U moet alleen zorgen<br />

dat alle apparaten op de één of andere manier met<br />

elkaar verbonden zijn.<br />

204<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Datadrager 1<br />

(Zip enz.)<br />

Datadrager 7<br />

(CD-ROM enz.)<br />

Over Terminators<br />

Aan de twee uiteinden van een SCSI-keten moet u duidelijk<br />

maken dat er geen andere apparaten meer aangesloten<br />

zijn. Dit doet u met een zgn. “Terminator”.<br />

Sommige apparaten bevatten een interne Terminator<br />

die u met een parameter kunt in- en uitschakelen.<br />

Andere SCSI-apparaten hebben geen dergelijke Terminator-functie,<br />

zodat u een hardware Terminator moet<br />

gebruiken. De <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> bevat echter een interne Terminator.<br />

Als u een hardware Terminator gebruikt, kiest u het<br />

best voor het actieve type.<br />

* Bij bepaalde SCSI-apparaten (zoals de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong>) is de Terminator<br />

altijd ingeschakeld. Dergelijke apparaten sluit u<br />

het best aan het einde van de SCSI-keten aan.<br />

* Gebruik nooit een “dubbel” Terminator-systeem, d.w.z.<br />

sluit geen hardware Terminator aan op een apparaat dat al<br />

een interne Terminator bevat.<br />

SCSI ID<br />

Elk apparaat binnen een SCSI-keten moet een nummer<br />

(“ID”) hebben dat nog door geen ander apparaat<br />

wordt gebruikt (0~7). Anders werkt de SCSI-keten<br />

namelijk niet en worden bepaalde datadragers niet<br />

herkend.<br />

Dit nummer stelt u met een schakelaar op het SCSIapparaat<br />

in. De schakelaar van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> ziet er als<br />

volgt uit:<br />

Als u een SCSI-apparaat met het ID-nummer “7”<br />

gebruikt en als dat apparaat niet toelaat dat nummer te<br />

veranderen, moet u de instellingen van de <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

(“7”) veranderen. Schakel hem echter eerst uit.<br />

Aansluitingen<br />

Voor het aansluiten van SCSI-apparaten moet u als<br />

volgt te werk gaan:<br />

• Schakel alle betrokken apparaten uit.<br />

• Sluit de SCSI-kabels en eventueel de Terminator aan.<br />

• Stel het SCSI ID-nummer van het externe SCSI-apparaat<br />

in (maar niet op “7”).<br />

• Schakel eerst de SCSI-datadrager en vervolgens de<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> in.


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Wat u over SCSI moet weten<br />

Werken met één SCSI-apparaat<br />

Twee of meer SCSI-apparaten aansluiten<br />

Terminator ON<br />

Terminator ON<br />

Terminator ON<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Datadrager 1<br />

Terminator OFF Terminator ON<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Datadrager 1 Datadrager 2<br />

205<br />

Referentiehandboek


13. Appendix<br />

206


Parameteroverzicht<br />

■Patch Parameters<br />

PATCH Common General #1 ([PATCH]-[F1(Common)]-[F1(General)])(p. 112)<br />

Group Parameter Value<br />

Common Name Patch name ASCII Characters (max. 12)<br />

Category Patch category (*1)<br />

Patch Type Patch Type 4 TONES, MULTI-PARTIAL<br />

Level Patch Level 0–127<br />

Pan Patch Pan L64–0–63R<br />

Output Assign Patch output assign MFX, OUTPUT A–D, INDIV 1–8, TONE<br />

Octave & Tune Octave shift Octave shift -3–0–+3<br />

Coarce Tune Coarce tune -48–+48<br />

Fine Tune Fine tune -50–+50<br />

Stretch Tune Depth Stretch tune depth OFF, 1, 2, 3<br />

Analog Feel Analog feel depth 0–127<br />

*1:NO ASSIGN, AC.PIANO, EL.PIANO, KEYBOARDS, BELL, MALLET, ORGAN, ACCORDION, HARMONICA, AC.GUITAR, EL.GUITAR, DIST.GUITAR, BASS,<br />

SYNTH BASS, STRINGS, ORCHESTRA, HIT&STAB, WIND, FLUTE, AC.BRASS, SYNTH BRASS, SAX, HARD LEAD, SOFT LEAD, TECHNO SYNTH,<br />

PULSATING, SYNTH FX, OTHER SYNTH, BRIGHT PAD, SOFT PAD, VOX, PLUCKED, ETHNIC, FRETTED, PERCUSSION, SOUND FX, BEAT&GROOVE,<br />

DRUMS, COMBINATION<br />

PATCH Common General #2 ([PATCH]-[F1(Common)]-[F1(General)])(p. 113)<br />

Group Parameter Value<br />

Modify Cutoff offset Patch cutoff offset -63–+63<br />

Resonance offset Patch resonance offset -63–+63<br />

Attack offset Patch attack time offset -63–+63<br />

Release offset Patch release time offset -63–+63<br />

Velo Sens offset Patch velocity sens -63–+63<br />

Tempo Clock Source Patch clock source PATCH, SYSETEM<br />

Tempo Patch tempo 20–250<br />

Voice priority Mode Voice priority mode LAST, LOUDEST<br />

One shot Mode Switch Switch OFF, ON<br />

PATCH Common Control ([PATCH]-[F1(Common)]-[F2(Control)])(p. 114)<br />

Group Parameter Value<br />

Key Mode Key Assign Key assign mode POLY, MONO<br />

Legato Switch Legato switch OFF, ON<br />

Legato Retrigger Legato retrigger switch OFF, ON<br />

Bender Bend Range Bend range up 0–+48<br />

Bend range down -48–0<br />

Portamento Switch Portament switch OFF, ON<br />

Mode Portament mode NORMAL, LEGATO<br />

Type Portament type RATE, TIME<br />

Start Portament start pitch PITCH, NOTE<br />

Time Portament time 0–127<br />

PATCH Common Structure ([PATCH]-[F1(Common)]-[F3(Struct)])(p. 116)<br />

Group Parameter Value<br />

Tone 1 & 2 Type Structure type1&2, 3&4 1–10<br />

Tone 3 & 4 Type Structure type1&2, 3&4 1–10<br />

Booster Booster gain1&2, 3&4 0, +6, +12, +18 dB<br />

PATCH Common TMT Key Range ([PATCH]-[F1(Common)]-[F4(K.Range)])(p. 117)<br />

Group Parameter Value<br />

F.L Key fade width lower 0–127<br />

K.L Key range lower C-1–UPPER<br />

K.U Key range upper LOWER–G9<br />

F.U Key fade width upper 0–127<br />

207


Parameteroverzicht<br />

PATCH Common TMT Vel Range ([PATCH]-[F1(Common)]-[F5(V.Range)])(p. 118)<br />

Group Parameter Value<br />

TMT Velocity Control Switch TMT Velocity control switch OFF, ON, RANDOM<br />

TMT Matrix Control Switch TMT Matrix control switch OFF, ON<br />

TMT VEL RANG L.F Velocity fade width lower 0–127<br />

V.L Velocity range lower 1–UPPER<br />

V.U Velocity range upper LOWER–127<br />

U.F Velocity fade width upper 0–127<br />

PATCH WG Parameter ([PATCH]-[F2(WG)]-[F1(WG Prm)])(p. 120)<br />

Group Parameter Value<br />

Wave Group Wave group INT, XP-A–H, SMPL<br />

Number Wave number(L, R) 0001–1083<br />

Gain Wave gain -6, 0, +6, +12 dB<br />

Tempo Sync Wave tempo sync OFF, ON<br />

FXM Switch Frequency cross modulation switch OFF, ON<br />

Color Frequency cross modulation color 1–4<br />

Depth Frequency cross modulation depth 0–16<br />

Tone Delay Mode Tone delay mode (*1)<br />

Time Tone delay time 0–127(*2)<br />

1:NORMAL, HOLD, KEY-OFF-NORMAL, KEY-OFF-DECAY<br />

2:It can also be set in terms of notes.<br />

(Sixty-fourth-note triplet), (Sixty-fourth note), (Thirty-second-note triplet), (Thirty-second note), (Sixteenth-note triplet), (Dotted thirty-second note),<br />

(Sixteenth note), (Eighth-note triplet), (Dotted sixteenth note),<br />

(Eighth note), (Quarter-note triplet), (Dotted eighth note), (Quarter note), (Half-note triplet),<br />

(Dotted quarter note), (Half note), (Whole-note triplet), (Dotted half note), (Whole note), (Double-note triplet), (Dotted whole note), (Double note)<br />

PATCH WG Pitch ([PATCH]-[F2(WG)]-[F2(Pitch)])(p. 122)<br />

Group Parameter Value<br />

Pitch Coarse Tune Coarse tune -48–+48 semitone<br />

Fine Tune Fine tune -50–+50 cent<br />

Random pitch Depth Random pitch depth 0–1200 cent(*1)<br />

Keyfollow Value Pitch keyfollow -200–+200(*2)<br />

1:0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100, 200, 300, 400, 500, 600, 700, 800, 900, 1000, 1100, 1200<br />

2:-200, -190, -180, -170, -160, -150, -140, -130, -120, -110, -100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100,<br />

+110, +120, +130, +140, +150, +160, +170, +180, +190, +200<br />

PATCH WG Pitch Envelope ([PATCH]-[F2(WG)]-[F3(Pch Env)])(p. 123)<br />

Group Parameter Value<br />

Pitch Envelope Depth Pitch envelope depth -12–+12<br />

Time Keyfollow Pitch envelope time keyfollow -100–+100(*1)<br />

T1, T2, T3, T4 Pitch envelope time 1–4 0–127<br />

L0, L1, L2, L3, L4 Pitch envelope level 0–4 -63–+63<br />

V-Sens Amount Pitch envelope velocity sens -63–+63<br />

Time1 Pitch envelope time1 velocity sens -63–+63<br />

Time 4 Pitch envelope time4 velocity sens -63–+63<br />

208<br />

*1:-100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100<br />

PATCH WG Sample ([PATCH]-[F2(WG)]-[F4(Sample)])(p. 123)<br />

Group Parameter Value<br />

Sample Original Key Original Key C-1–G9<br />

Loop Mode Loop Mode FORWARD, ONE SHOT, ALT, REV ONE, REVERSE<br />

Loop Tune Loop Tune -50–50<br />

Start-Fine --- Start Point -Start Point Fine 0–/0–255<br />

Loop Point Start Fine --- Loop Point Start Point -Loop Point Start Point Fine 0–/0–255<br />

End-Fine --- End Point - End Point Fine 0–/0–255


PATCH TVF Parameter ([PATCH]-[F3(TVF)]-[F1(TVF Prm)])(p. 124)<br />

Parameteroverzicht<br />

Group Parameter Value<br />

TVF Filter type Filter type OFF, LPF, BPF, HPF, PKG, LPF2, LPF3<br />

Cutoff freq Cutoff frequency 0–127<br />

Resonance Resonance 0–127<br />

Resonance Velo Sens Resonance Velocity Sens 0–127<br />

Cutoff keyfollow Keyfollow Cutoff frequency keyfollow -200–+200(*1)<br />

Cutoff Velo Curve TVF cutoff velocity curve FIXED, 1–7<br />

Sens Resonance Velocity Sens -63–+63<br />

1:-200, -190, -180, -170, -160, -150, -140, -130, -120, -110, -100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100,<br />

+110, +120, +130, +140, +150, +160, +170, +180, +190, +200<br />

PATCH TVF Envelope ([PATCH]-[F3(TVF)]-[F2(TVF Env)])(p. 125)<br />

Group Parameter Value<br />

TVF Envelope Depth TVF envelope depth -63–+63<br />

Time Keyfollow TVF envelope time keyfollow -100–+100(*1)<br />

T1, T2, T3, T4 TVF envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />

L0, L1, L2, L3, L4 TVF envelope level 0, 1, 2, 3, 4 0–127<br />

Velo Sens Amount TVF envelope velocity amount -63–+63<br />

Time 1 TVF envelope time1 velocity sens -63–+63<br />

Time 4 TVF envelope time4 velocity sens -63–+63<br />

Velo Curve Amount TVF envelope velocity curve FIXED, 1–7<br />

*1:-100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100<br />

PATCH TVA Parameter ([PATCH]-[F4(TVA)]-[F1(TVA Prm)])(p. 127)<br />

Group Parameter Value<br />

TVA Level Level 0–127<br />

V-Curve TVA envelope velocity curve FIXED, 1–7<br />

V-Sens TVA envelope velocity sens -63–+63<br />

Bias Level TVA Bias level -100–+100(*1)<br />

Position TVA Bias position C-1–G9<br />

Direction TVA Bias direction LOWER, UPPER, LOWER&UPPER, ALL<br />

Pan Pan Tone Pan L64–0–63R<br />

Keyfollow Tone Pan keyfollow -100–+100(*1)<br />

Random Tone Random pan depth 0–63<br />

Alternate Tone Alternate pan depth L63–0–63R<br />

PATCH TVA Envelope ([PATCH]-[F4(TVA)]-[F2(TVA Env)])(p. 128)<br />

Group Parameter Value<br />

TVA Envelope Time Keyfollow TVA envelope time keyfollow -100–+100(*1)<br />

T1, T2, T3, T4 TVA envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />

L1, L2, L3 TVA envelope level 1, 2, 3 0–127<br />

Velocity Sens Time 1 TVA envelope time1 velocity sens -63–+63<br />

Time 4 TVA envelope time4 velocity sens -63–+63<br />

1:-100, -90, -80, -70, -60, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +60, +70, +80, +90, +100<br />

209


Parameteroverzicht<br />

PATCH LFO&Ctrl LFO1, LFO2 ([PATCH]-[F5(LFO&CTL)]-[F1(LFO1)])(p. 129)<br />

Group Parameter Value<br />

Wave Form LFO form SIN,TRI, SAW-UP, SAW-DW, SQR, RND,<br />

BEND-UP, BEND-DW, TRP, S&H, CHAOS<br />

Offset LFO offset -100, -50, 0, +50, +100<br />

Rate Value LFO rate 0–127(*1)<br />

Detune LFO detune 0–127<br />

Delay Time LFO delay time 0–127<br />

Keyfollow LFO delay keyfollow -100–+100<br />

Fade Mode LFO fade mode ON-IN, ON-OUT, OFF-IN, OFF-OUT<br />

Time LFO fade time 0–127<br />

Key Sync Switch LFO key sync switch OFF, ON<br />

Depth Pitch Pitch LFO depth1, 2 -63–+63<br />

TVF TVF LFO depth 1, 2 -63–+63<br />

TVA TVA LFO depth 1, 2 -63–+63<br />

Pan Pan LFO depth1, 2 -63–+63<br />

1:It can also be set in terms of notes.<br />

(Sixty-fourth-note triplet), (Sixty-fourth note), (Thirty-second-note triplet), (Thirty-second note), (Sixteenth-note triplet), (Dotted thirty-second note),<br />

(Sixteenth note), (Eighth-note triplet), (Dotted sixteenth note),<br />

(Eighth note), (Quarter-note triplet), (Dotted eighth note), (Quarter note), (Half-note triplet),<br />

(Dotted quarter note), (Half note), (Whole-note triplet), (Dotted half note), (Whole note), (Double-note triplet), (Dotted whole note), (Double note)<br />

PATCH LFO&Ctrl #1 ([PATCH]-[F5(LFO&CTL)]-[F3(Control)])(p. 130)<br />

Group Parameter Value<br />

Matrix Control 1 Source Control source1 (*1)<br />

Destination Destination Control1 Destination1–4 (*2)<br />

Sns Control1 sens1–4 -63–+63<br />

Tone Tone select1–4 OFF, ON, R<br />

Matrix Control 2 Source Control source2 (*1)<br />

Destination Destination Control2 Destination1–4 (*2)<br />

Sns Control2 sens1–4 -63–+63<br />

Tone Tone select1–4 OFF, ON, R<br />

PATCH LFO&Ctrl #2 ([PATCH]-[F5(LFO&CTL)]-[F3(Control)])(p. 130)<br />

Group Parameter Value<br />

Matrix Control 3 Source Control source3 (*1)<br />

Destination Destination Control3 Destination1–4 (*2)<br />

Sns Control3 sens1–4 -63–+63<br />

Tone Tone select1–4 OFF, ON, R<br />

Matrix Control 4 Source Control source4 (*1)<br />

Destination Destination Control4 Destination1–4 (*2)<br />

Sns Control4 sens1–4 -63–+63<br />

Tone Tone select1–4 OFF, ON, R<br />

*1:OFF, CC01–95 (except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3,SYS-CTRL4, VELOCITY, KEYFOLLOW, TEMPO, LFO1,<br />

LFO2, PITCH ENV, TVF ENV, TVA ENV<br />

*2:OFF, PITCH, CUTOFF, RESONANCE, LEVEL, PAN, DRY LEVEL, CHORUS SEND, REVERB SEND, LFO1 PCH DEPTH, LFO2 PCH DEPTH, LFO1 TVF<br />

DEPTH, LFO2 TVF DEPTH, LFO1 TVA DEPTH, LFO2 TVA DEPTH, LFO1 PAN DEPTH, LFO2 PAN DEPTH, LFO1 RATE, LFO2 RATE, PIT ENV A-TIME, PIT<br />

ENV D-TIME, PIT ENV R-TIME, TVF ENV A-TIME, TVF ENV D-TIME, TVF ENV R-TIME, TVA ENV A-TIME, TVA ENV D-TIME, TVA ENV R-TIME, TMT, FXM<br />

DEPTH, MFX CTRL1, MFX CTRL2, MFX CTRL3, MFX CTRL4<br />

PATCH LFO&Ctrl Control Sw ([PATCH]-[F5(LFO&CTL)]-[F4(Ctrl Sw)])(p. 131)<br />

Group Parameter Value<br />

MIDI Rx Switch Bender Sw Recieve pitch bend switch OFF, ON<br />

Expression Sw Recieve expression switch OFF, ON<br />

Hold-1 Sw Recieve hold-1 switch OFF, ON<br />

Redamper Recieve redamper switch OFF, ON<br />

Pan Mode Recieve pan mode switch CONTINUOUS, KEY-ON<br />

Tone Env Mode Envelope mode NO SUSTAIN, SUSTAIN<br />

210


PATCH Effects General ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F1(General)])(p. 55)<br />

Group Parameter Value<br />

Patch Output Assign MFX, A–D, 1–8, TONE<br />

Tone Output Assign MFX, OUTPUT A–D, INDIV1–8<br />

Tone Dry Send Level 0–127<br />

Tone Chorus Send Level<br />

(non MFX/MFX)<br />

0–127<br />

Tone Reverb Send Level<br />

(non MFX/MFX)<br />

0–127<br />

MFX Type 0–90<br />

MFX Dry Send Level 0–127<br />

MFX Chorus Send Level 0–127<br />

MFX Reverb Send Level 0–127<br />

Chorus Type OFF, Chrus, Delay<br />

Chorus Output Select MAIN, REV, M+R<br />

Chorus Level 0–127<br />

Reverb Type OFF, Revrb, Room, Hall, Plate<br />

Reverb Level 0–127<br />

MFX Output Assign A, B, C, D<br />

Chorus Output Assign A, B, C, D<br />

Reverb Output Assign A, B, C, D<br />

PATCH Effects MFX Control ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F2(MFX Prm)])(p. 55)<br />

* Refer to MFX Parameters (p. 61)<br />

PATCH Effects MFX Control ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F3(MFX Ctl)])(p. 55)<br />

Group Parameter Value<br />

MFX CTRL Source MFX Control Source 1, 2, 3, 4 (*1)<br />

Destination MFX Control Destination 1, 2, 3, 4 (*2)<br />

Sens MFX Control Sens 1, 2, 3, 4 -63–+63<br />

*1: OFF, CC01–95 (except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3, SYS-CTRL4<br />

*2: Refer to MFX Parameters (p. 61)<br />

PATCH Effects Chorus ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F4(Chorus)])(p. 56)<br />

* Refer to Chorus Parameters (p. 56)<br />

PATCH Effects Reverb ([PATCH]-[F6(Effects)]-[F2(Reverb)])(p. 57)<br />

* Refer to Reverb Parameters (p. 57)<br />

Parameteroverzicht<br />

211


Parameteroverzicht<br />

■ Multi Partial Patch Parameters<br />

PATCH Common Split ([PATCH]-[F1(Common)]-[F3(Split)])(p. 132)<br />

Group Parameter Value<br />

Note --- Note Number A0–C8<br />

No. --- Partial Number ---<br />

Partial Name --- Partial Name ---<br />

L.P --- Lower Key Point A0–C8<br />

U.P --- Upper Key Point A0–C8<br />

Mute --- Mute Group OFF, 1–31<br />

Assign --- Assign Type Mute, Single<br />

MIDI --- MIDI Switch OFF, Select, Set<br />

PATCH WG Partial ([PATCH]-[F2(WG)]-[F1(WG Prm)])(p. 133)<br />

Group Parameter Value<br />

Partial Name Partial Name ASCII Character (max 12 Characters)<br />

Course Tune Partial Course Tune -48–+48<br />

Fine Tune Partial Fine Tune -50–+50<br />

PATCH WG SMT #1 ([PATCH]-[F2(WG)]-[F2(SMT)])(p. 133)<br />

Group Parameter Value<br />

No. --- Sample Number ---<br />

Name --- Sample Name ---<br />

Level --- Sample Level 0–127<br />

Pan --- Sample Pan L32–32R, RANDOM, Key+, Key-, LFO+, LFO-, ALT<br />

C.T --- Sample Course Tune -48–+48<br />

F.T --- Sample Fine Tune -50–+50<br />

P.KF --- Pitch Keyfollow -16–+16<br />

PATCH WG SMT #2 ([PATCH]-[F2(WG)]-[F2(SMT)])(p. 134)<br />

Group Parameter Value<br />

SMT Vel Control Switch SMT Velocity Control Switch OFF, ON<br />

L.F --- Velocity Fade width Lower 0–127<br />

L.F --- Velocity Range Lower 1–Upper<br />

L.F --- Velocity Range Upper Lower–127<br />

U.F --- Velocity Fade width Upper 0–127<br />

PATCH WG Sample ([PATCH]-[F2(WG)]-[F3(SMT)]-[F3(Sample)])(p. 134)<br />

Group Parameter Value<br />

Sample Original Key Original Key C-1–G9<br />

Loop Mode Loop Mode FORWARD, ONE SHOT, ALT, REV ONE, REVERSE<br />

Loop Tune Loop Tune -50–50<br />

Start-Fine --- Start Point - Start Point Fine 0-/0–255<br />

Loop Point Start Fine --- Loop Point Start Point - Loop Point StartPoint Fine 0-/0–255<br />

End - Fine --- End Point - End Point Fine 0-/0–255<br />

PATCH TVF Parameter ([PATCH]-[F3(TVF)]-[F1(TVF Prm)])(p. 136)<br />

Group Parameter Value<br />

TVF Filter type Filter type OFF, LPF, BPF, HPF<br />

Cutoff freq Cutoff frequency 0–127<br />

Resonance Resonance 0–127<br />

Cutoff Keyfollow Point Cutoff frequency keyfollow Point A0–C8<br />

Keyfollow Cutoff frequency keyfollow -63–+63<br />

TVF Velo Curve TVF cutoff velocity curve 1–4<br />

Sens Resonance Velocity Sens 0–127<br />

212


PATCH TVF Envelope ([PATCH]-[F3(TVF)]-[F2(TVF Env)])(p. 136)<br />

Group Parameter Value<br />

TVF Envelope Depth TVF envelope depth -63–+63<br />

Time Keyfollow TVF envelope time keyfollow -63–+63<br />

T1, T2, T3, T4 TVF envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />

L0, L1, L2, L3 TVF envelope level 0, 1, 2, 3 0–127<br />

Velo Sens Amount TVF envelope velocity sens -63–+63<br />

Time 1 TVF envelope time1 velocity sens -63–+63<br />

Time 4 TVF envelope time4 velocity sens -63–+63<br />

Pitch Depth TVF envelope pitch Depth -63–+63<br />

PATCH TVA Parameter ([PATCH]-[F4(TVA)]-[F1(TVA Prm)])(p. 137)<br />

Group Parameter Value<br />

TVA Level Partial Level 0–127<br />

Pan Partial Pan -64–+63<br />

Level Key follow Point Key follow Point A0–C8<br />

Key follow Level Key follow -63–+63<br />

TVA Velo Curve TVA velocity curve FIXED, 1–7<br />

Sens TVA velocity curve sens -63–+63<br />

PATCH TVA Envelope ([PATCH]-[F4(TVA)]-[F2(TVA Env)])(p. 138)<br />

Group Parameter Value<br />

TVA Envelope Time Keyfollow TVA envelope time keyfollow -63–+63<br />

T1, T2, T3, T4 TVA envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />

L1, L2, L3 TVA envelope level 1, 2, 3 0–127<br />

Velocity Sens Time 1 TVA envelope time1 velocity sens -63–+63<br />

Time 4 TVA envelope time4 velocity sens -63–+63<br />

PATCH LFO&Ctrl LFO ([PATCH]-[F5(LFO&Ctl)]-[F1(LFO1)])(p. 138)<br />

Parameteroverzicht<br />

Group Parameter Value<br />

Wave Form LFO form SIN,TRI, SAW-UP, SAW-DW, SQR, RND,<br />

BEND-UP, BEND-DW<br />

Rate Value LFO rate 0–127<br />

Detune LFO detune 0–127<br />

Delay Time LFO delay time 0–127<br />

Keyfollow LFO delay keyfollow -63–+63<br />

Key Sync Switch LFO key sync switch OFF, ON<br />

Depth Pitch Pitch LFO depth1, 2 -63–+63<br />

TVF TVF LFO depth 1, 2 -63–+63<br />

TVA TVA LFO depth 1, 2 -63–+63<br />

Pan Pan LFO depth1, 2 -63–+63<br />

PATCH LFO&Ctrl Control #1 ([PATCH]-[F5(LFO&Ctl)]-[F2(Control)])(p. 139)<br />

Group Parameter Value<br />

Matrix Control 1 Source Control source1 (*1)<br />

Destination Destination Control1 Destination1–4 (*2)<br />

Sens Control1 sens1–4 -63–+63<br />

Matrix Control 2 Source Control source2 (*1)<br />

Destination Destination Control2 Destination1–4 (*2)<br />

Sens Control2 sens1–4 -63–+63<br />

213


Parameteroverzicht<br />

PATCH LFO&Ctrl Control #2 ([PATCH]-[F5(LFO&Ctl)]-[F2(Control)])(p. 139)<br />

Group Parameter Value<br />

Matrix Control 3 Source Control source3 (*1)<br />

Destination Destination Control3 Destination1–4 (*2)<br />

Sens Control3 sens1–4 -63–+63<br />

Matrix Control 4 Source Control source4 (*1)<br />

Destination Destination Control4 Destination1–4 (*2)<br />

Sens Control4 sens1–4 -63–+63<br />

*1:OFF, CC01–95(except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3,SYS-CTRL4, VELOCITY, KEYFOLLOW, TEMPO, LFO1,<br />

LFO2, PITCH ENV, TVF ENV, TVA ENV<br />

*2:OFF, PITCH, CUTOFF, RESONANCE, LEVEL, PAN, DRY LEVEL, CHORUS SEND, REVERB SEND, LFO1 PCH DEPTH, LFO2 PCH DEPTH, LFO1 TVF<br />

DEPTH, LFO2 TVF DEPTH, LFO1 TVA DEPTH, LFO2 TVA DEPTH, LFO1 PAN DEPTH, LFO2 PAN DEPTH, LFO1 RATE, LFO2 RATE, PIT ENV A-TIME, PIT<br />

ENV D-TIME, PIT ENV R-TIME, TVF ENV A-TIME, TVF ENV D-TIME, TVF ENV R-TIME, TVA ENV A-TIME, TVA ENV D-TIME, TVA ENV R-TIME, TMT, FXM<br />

DEPTH, MFX CTRL1, MFX CTRL2, MFX CTRL3, MFX CTRL4<br />

■Performance Parameters<br />

PERFORMANCE Common ([PERFORMANCE]-[F1(Common)])(p. 142)<br />

Group Parameter Value<br />

Performance Name Name Performance Name ASCII Character (12 characters max)<br />

Solo Part Select Number Solo Part Number OFF, PART1-32<br />

PERFORMANCE Key Range ([PERFORMANCE]-[F2(K.Range)])(p. 143)<br />

Group Parameter Value<br />

F.L Key fade width lower 0–127<br />

K.L Key range lower C-1–UPPER<br />

K.U Key range upper LOWER–G9<br />

F.U Key fade width upper 0–127<br />

PERFORMANCE Part #1 ([PERFORMANCE]-[F3(Part)])(p. 143)<br />

Group Parameter Value<br />

Patch Type Part type PATCH/RHYTHM<br />

Group Patch group USER, PR-A, PR-B, PR-C, PR-D, PR-E, PR-F, PR-G, GM<br />

XP-A–H, CD-A–H<br />

Number Patch number 001–256<br />

Level & Pan Level Part Level 0–127<br />

Pan Part Pan L64–0–63R<br />

Bend Range Value Pitch bend range 0–24, PATCH<br />

Tune Octave Octave shift -3–+3<br />

Coarse Coarse tune -48–+48 semitone<br />

Fine Fine tune -50–+50 cent<br />

Voice Reserve --- --- 0–63, FULL<br />

PERFORMANCE Part # 2 ([PERFORMANCE]-[F3(Part)])(p. 144)<br />

Group Parameter Value<br />

Modify Cutoff Offset Part cutoff offset -64–+63<br />

Resonance Offset Part resonance offset -64–+63<br />

Attack Time Offset Part attack time offset -64–+63<br />

Release Offset Part release time offset -64–+63<br />

Velocity Sens OffsetPart velocity sens offset -64–+63<br />

Key Mode Mono/Poly Part MONO/POLY MONO, POLY, PATCH<br />

Legato Switch Legato switch OFF, ON, PATCH<br />

Portamento Switch Portamento switch OFF, ON, PATCH<br />

Time Portamento Time 0–127, PATCH<br />

214


PERFORMANCE MIDI #1 ([PERFORMANCE]-[F4(MIDI)])(p. 145)<br />

Group Parameter Value<br />

Part MIDI Receive Channel MIDI Receive Channel 1–16<br />

Part Mute Switch Part Mute switch OFF, MUTE<br />

Part MIDI Receive SwitchMIDI Rx Receive switch OFF, ON<br />

MIDI IN 1 MIDI IN 1 Receive switch OFF, ON<br />

MIDI IN 2 MIDI IN 2 Receive switch OFF, ON<br />

PERFORMANCE MIDI #2 MIDI Filter ([PERFORMANCE]-[F4(MIDI)])(p. 146)<br />

Group Parameter Value<br />

MIDI Message Program Change Receive program change switch OFF, ON<br />

Bank Select Receive bank select switch OFF, ON<br />

Pitch Bend Receive bend switch OFF, ON<br />

Channel Pressure Receive channel pressure switch OFF, ON<br />

Poly Key Pressure Receive polyphonic key pressure switch OFF, ON<br />

Modulation Receive modulation switch OFF, ON<br />

PERFORMANCE MIDI #3 MIDI Filter ([PERFORMANCE]-[F4(MIDI)])(p. 146)<br />

Group Parameter Value<br />

MIDI Message Volume Receive volume switch OFF, ON<br />

Pan Receive pan switch OFF, ON<br />

Expression Receive expression switch OFF, ON<br />

Hold-1 Receive hold-1 switch OFF, ON<br />

Phase Lock Phase lock OFF, ON<br />

Velocity Curve Velocity curve OFF, 1, 2, 3, 4<br />

Parameteroverzicht<br />

PERFORMANCE Effects General #1 ([PERFORMANCE]-[F5(Effects)]-[F1(General)])(p.<br />

59)<br />

Group Parameter Value<br />

Part Output Assign MFX, A–D, 1–8, PAT<br />

Part Output MFX Select A–C<br />

Part Dry Send Level 0–127<br />

Part Chorus Send Level<br />

(non MFX/MFX)<br />

0–127<br />

Part Reverb Send Level<br />

(non MFX/MFX)<br />

0–127<br />

MFX Type 0–90<br />

MFX Source PRF, P1–32<br />

MFX Dry Send Level 0–127<br />

MFX Chorus Send Level 0–127<br />

MFX Reverb Send Level 0–127<br />

Chorus Type OFF, Chrus, Delay<br />

Chorus Source PRF, P1–32<br />

Chorus Output Select MAIN, REV, M+R<br />

Chorus Level 0–127<br />

Reverb Type OFF, Revrb, Room, Hall, Plate<br />

Reverb Source PRF, P1–32<br />

Reverb Level 0–127<br />

MFX Output Assign A, B, C, D<br />

Chorus Output Assign A, B, C, D<br />

Reverb Output Assign A, B, C, D<br />

PERFORMANCE Effects General #2 ([PERFORMANCE]-[F5(Effects)]-[F1(General)])(p.<br />

59)<br />

Group Parameter Value<br />

Output Assign Output Output assign MFX, A–D, 1–8, PAT<br />

Output MFX Select MFX Output MFX select MFX-A–C<br />

MFX Source MFX-A MFX-A source PERFORM, PART 1–16<br />

MFX-B MFX-B source PERFORM, PART 1–16<br />

MFX-C MFX-C source PERFORM, PART 1–16<br />

MFX Type MFX-A MFX-A type 0–90<br />

MFX-B MFX-B type 0–90<br />

MFX-C MFX-C type 0–90<br />

215


Parameteroverzicht<br />

PERFORMANCE Effects MFX Control #2 ([PERFORMANCE]-[F5(Effects)]-[F3(MFX<br />

Ctl)])(p. 59)<br />

Group Parameter Value<br />

Source Control 1 MFX control source 1 (*1)<br />

Control 2 MFX control source 2 (*1)<br />

Control 3 MFX control source 3 (*1)<br />

Control 4 MFX control source 4 (*1)<br />

Destination Control 1 MFX control Destination 1 (*2)<br />

Control 2 MFX control Destination 2 (*2)<br />

Control 3 MFX control Destination 3 (*2)<br />

Control 4 MFX control Destination 4 (*2)<br />

Sens Control 1 MFX control sens 1 -63–+63<br />

Control 2 MFX control sens 2 -63–+63<br />

Control 3 MFX control sens 3 -63–+63<br />

Performance MFX<br />

Control 4 MFX control sens 4 -63–+63<br />

Ctrl Channel MIDI Channel MFX control channel 1–16, OFF<br />

Receive MIDI IN1 Switch Receive MIDI IN1 Switch OFF, ON<br />

Receive MIDI IN2 Switch Receive MIDI IN2 Switch OFF, ON<br />

*1: OFF, CC01–95 (except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3, SYS-CTRL4<br />

*2: Refer to MFX Parameters (p. 61)<br />

PERFORMANCE Effects Chorus ([PERFORMANCE]-[F5(Effect)]-[F4(Chorus)])<br />

* Refer to Chorus Parameters (p. 60))<br />

PERFORMANCE Effects Reverb ([PERFORMANCE]-[F5(Effect)]-[F5(Reverb)])<br />

* Refer to Reverb Parameters (p. 60)<br />

PERFORMANCE Part Information ([PERFORMANCE]-[F6 (Info)])<br />

Group Parameter Value<br />

INFO Mod Modulation information 0–127<br />

Breath Breath information 0–127<br />

Foot Foot information 0–127<br />

Volume Volume information 0–127<br />

Pan Pan information L64–0–63R<br />

Exp Expression information 0–127<br />

Hold Hold1 information 0–127<br />

Bend Pitch bend information -128–+127<br />

Aft Aftertouch information 0–127<br />

Voices Voice information 0–64<br />

Sys 1 System control 1 information 0–127/-128–+127<br />

Sys 2 System control 2 information 0–127/-128–+127<br />

Sys 3 System control 3 information 0–127/-128–+127<br />

Sys 4 System control 4 information 0–127/-128–+127<br />

216


■Rhythm Set Parameters<br />

RHYTHM Common ([RHYTHM]-[F1(Common)])(p. 148)<br />

Parameteroverzicht<br />

Group Parameter Value<br />

Common Name Rhythm set name ASCII Characters (max. 12)<br />

Level Rhythm level 0–127<br />

Output Assign Rhythm output assign MFX, OUTPUT A–D, INDIV 1–8, TONE<br />

Tempo Clock Source Rhythm clock source RHYTHM, SYSETEM<br />

Tempo Rhythm tempo 20–250<br />

One Shot Mode Switch One Shot Mode OFF, ON<br />

RHYTHM WG Parameter ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F1(WG Prm)])(p. 150)<br />

Group Parameter Value<br />

Rhythm Tone ---- Tone name ASCII Characters (max. 12)<br />

Tempo Sync Wave tempo sync OFF, ON<br />

Wave Group Wave group INT, XP-A–H, SAMPLE<br />

L, R Wave number(L, R) 1–****<br />

Gain&Level Gain Wave gain -6, 0, 6, 12 dB<br />

Level Level 0–127<br />

Pan Value Value L64–0–63R<br />

Random Random pan switch OFF, ON<br />

Alternate Alternate pan switch OFF, ON<br />

Tune Course Course Tune -48–+48<br />

Fine Fine Tune -50–+50<br />

FXM Switch FXM switch OFF, ON<br />

Color FXM color 1–4<br />

Depth FXM depth 0–16<br />

RHYTHM WG Pitch ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F2(Pitch)])(p. 151)<br />

Group Parameter Value<br />

Pitch Coarse Tune Coarse tune C-1–G9<br />

Fine Tune Fine tune -50–+50 cent<br />

Random Pitch Depth Random pitch depth 0–1200 cent(*1)<br />

*1: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100, 200, 300, 400, 500, 600, 700, 800, 900, 1000, 1100, 1200<br />

RHYTHM WG Pitch Envelope ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F3(Pch Env)])(p. 151)<br />

Group Parameter Value<br />

Pitch Envelope Depth Pitch envelope depth -12–+12<br />

L0 Pitch envelope level 0 -63–+63<br />

T1, T2, T3, T4 Pitch envelope time 1–4 0–127<br />

L1, L2, L3, L4 Pitch envelope level 1–4 -63–+63<br />

Velocity Sens Amount Pitch envelope velocity sens -63–+63<br />

Time1 Pitch envelope time 1 velocity sens -63–+63<br />

Time 4 Pitch envelope time 4 velocity sens -63–+63<br />

217


Parameteroverzicht<br />

RHYTHM WG WMT Vel Range ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F4(V.Range)])(p. 152)<br />

Group Parameter Value<br />

Velocity Control Switch Velocity Control Switch OFF, ON, RANDOM<br />

L.F Velocity fade width lower 0–127<br />

V.L Velocity range lower 1–UPPER<br />

V.U Velocity range upper LOWER–127<br />

U.F Velocity fade width upper 0–127<br />

RHYTHM WG Sample ([RHYTHM]-[F2(Key WG)]-[F5(Sample)])(p. 153)<br />

Group Parameter Value<br />

Sample Original Key Original Key C-1–G9<br />

Loop Mode Loop Mode FORWARD, ONE SHOT, ALT, REV ONE, REVERSE<br />

Loop Tune Loop Tune -50–50<br />

Start-Fine --- Start Point -Start Point Fine 0–/0–255<br />

Loop Point Start Fine --- Loop Point Start Point -Loop Point Start Point Fine 0–/0–255<br />

End-Fine --- End Point - End Point Fine 0–/0–255<br />

RHYTHM TVF Parameter ([RHYTHM]-[F3(Key TVF)]-[F1(TVF Prm)])(p. 153)<br />

Group Parameter Value<br />

TVF FILTER Type Filter type OFF, LPF, BPF, HPF, PKG, LPF2, LPF3<br />

Cutoff Cutoff frequency 0–127<br />

Resonance Resonance 0–127<br />

TVF VELOCITY V-Cutoff TVF cutoff velocity sens -63–+63<br />

V-Curve TVF cutoff velocity curve FIXED, 1–7<br />

V-Resonance TVF resonance velocity sens -63–+63<br />

RHYTHM TVF Envelope ([RHYTHM]-[F3(Key TVF)]-[F2(TVF Env)])(p. 154)<br />

Group Parameter Value<br />

TVF ENVELOPE Depth TVF Envelope depth -63–+63<br />

V-Sens TVF envelope velocity sens -63–+63<br />

V-Curve TVF envelope velocity curve FIXED, 1–7<br />

V-T1 TVF envelope time 1 velocity sens -63–+63<br />

V-T4 TVF envelope time 4 velocity sens -63–+63<br />

L0 TVF envelope level 0 0–127<br />

T1, T2, T3, T4 TVF envelope time 1, 2, 3, 4 0–127<br />

L1, L2, L3, L4 TVF envelope level 1, 2, 3, 4 0–127<br />

RHYTHM TVA Parameter ([RHYTHM]-[F4(Key TVA)]-[F1(TVA Prm)])(p. 154)<br />

Group Parameter Value<br />

TVA Level Level 0–127<br />

Pan Pan L64–0–63R<br />

Random Random pan depth 0–63<br />

Alternate Alternate pan depth L63–0–63R<br />

TVA VELOCITY Velocity Sens TVA envelope velocity sens -63–+63<br />

Velocity Curve TVA envelope velocity curve FIXED, 1–7<br />

RHYTHM TVA Envelope ([RHYTHM]-[F4(Key TVA)]-[F2(TVA Env)])(p. 155)<br />

Group Parameter Value<br />

TVA TIME ENV V-T1 TVA envelope time 1 velocity sens -63–+63<br />

V-T4 TVA envelope time 4 velocity sens -63–+63<br />

TVA ENVELOPE T1–4 TVA envelope time 1–4 0–127<br />

L1–3 TVA envelope level 1–3 0–127<br />

218


RHYTHM Key Control ([RHYTHM]-[F5(Key Ctl)])(p. 155)<br />

Group Parameter Value<br />

CONTROL Bend Range Bend range 0–48<br />

Envelope Mode Envelope mode NO SUS, SUSTAIN<br />

Mute Group Mute group OFF, 1–31<br />

Assign Type Assign type MULTI, SINGLE<br />

Rx MIDI Expression Receive expression switch OFF, ON<br />

Pan Receive pan control switch CONTINUOUS, KEY-ON<br />

Hold-1 Receive hold-1 switch OFF, ON<br />

RHYTHM Effects General ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F1(General)])(p. 61)<br />

Group Parameter Value<br />

Rhythm Output Assign MFX, A–D, 1–8, TONE<br />

Rhythm Tone Output Assign MFX, A–D, 1–8<br />

Rhythm Tone Dry Send Level 0–127<br />

Rhythm Tone Chorus Send Level<br />

(non MFX/MFX)<br />

0–127<br />

Rhythm Tone Reverb Send Level<br />

(non MFX/MFX)<br />

0–127<br />

MFX Type 0–90<br />

MFX Dry Send Level 0–127<br />

MFX Chorus Send Level 0–127<br />

MFX Reverb Send Level 0–127<br />

Chorus Type OFF, Chrus, Delay<br />

Chorus Output Select MAIN, REV, M+R<br />

Chorus Level 0–127<br />

Reverb Type OFF, Revrb, Room, Hall, Plate<br />

Reverb Level 0–127<br />

MFX Output Assign A, B, C, D<br />

Chorus Output Assign A, B, C, D<br />

Reverb Output Assign A, B, C, D<br />

RHYTHM Effects MFX ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F2(MFX Prm)])(p. 61)<br />

Group Parameter Value<br />

(Refer to MFX parameters)<br />

Parameteroverzicht<br />

RHYTHM Effects MFX Control ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F3(MFX Ctl)])(p. 61)<br />

Group Parameter Value<br />

MFX CTRL Source MFX Control Source 1, 2, 3, 4 (*1)<br />

Destination Destination 1, 2, 3, 4 (*2)<br />

Sens MFX Control Sens 1, 2, 3, 4 -63–+63<br />

*1: OFF, CC01–95 (except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH, SYS-CTRL1, SYS-CTRL2, SYS-CTRL3, SYS-CTRL4<br />

*2: Refer to MFX Parameters<br />

RHYTHM Effects Chorus ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F3(Chorus)])<br />

* Refer to Chorus Parameters (p. 60)<br />

RHYTHM Effects Reverb ([RHYTHM]-[F6(Effects)]-[F4(Reverb)])<br />

* Refer to Reverb parameters (p. 60)<br />

219


Parameteroverzicht<br />

■GM Mode Parameters<br />

GM Control ([GM]-[F2(Control)])(p. 180)<br />

Group Parameter Value<br />

Modify Cutoff offset Cutoff offset -64–+63<br />

Resonance offset Resonance offset -64–+63<br />

Attack time offset Attack time offset -64–+63<br />

Release time offset Release time offset -64–+63<br />

Key Mode Mono/Poly MONO/POLY MONO, POLY<br />

Portamento Switch Portament Switch OFF, ON<br />

Time Portament Time 0–127<br />

GM Part ([GM]-[F3(Part)])(p. 181)<br />

Group Parameter Value<br />

Patch Type Part Type PATCH, RHYTHM<br />

Number GM patch number 001–256<br />

Bend Range Value Pitch bend range value 0–24<br />

Level & Pan Part Volume Part Volume 0–127<br />

Part Pan Part Pan RND, L63–0–63R<br />

Tune Coarse Coarse tune -48–+48 semitone<br />

Fine Fine tune -50–+50 cent<br />

GM MIDI ([GM]-[F4(MIDI)])(p. 181)<br />

Group Parameter Value<br />

Part MIDI Receive Channel MIDI channel 1–16, OFF<br />

Part Mute Switch Mute switch OFF, MUTE<br />

Part MIDI Receive Switch MIDI receive switch OFF, ON<br />

GM Effects General ([GM]-[F5(Effects)])(p. 181)<br />

Group Parameter Value<br />

Part Output Assign A–D<br />

Part Dry Send Level 0–127<br />

Part Chorus Send Level 0–127<br />

Part Reverb Send Level 0–127<br />

Chorus Type Cho1–4, FBCho, Flang<br />

Chorus Output Assign A–D<br />

Reverb Send Level 0–127<br />

Reverb Type SRoom, MRoom, LRoom, MHall, LHall, Plate<br />

Reverb Output Assign A–D<br />

GM Effects Chorus ([GM]-[F5(Effect)]-[F2(Chorus)])<br />

Group Parameter Value<br />

GM Effect Chorus Type Chorus type CHORUS 1–4, FB CHORUS, FLANGER<br />

Chorus Rate Chorus rate 0–127<br />

Depth Chorus depth 0–127<br />

Feedback Chorus feedback level 0–127<br />

GM Effects Reverb ([GM]-[F5(Effect)]-[F3(Reverb)])(p. 182)<br />

Group Parameter Value<br />

GM Effect Reverb Type Reverb type SMALL ROOM, MEDIUM ROOM, LARGE ROOM,<br />

MEDIUM HALL, LARGE HALL, PLATE<br />

Reverb Time Reverb time 0–127<br />

220


GM Effects General ([GM]-[F6(Info)])(p. 182)<br />

Group Parameter Value<br />

Infometion Mod Modulation information 0–127<br />

Breath Breath information 0–127<br />

Foot Foot information 0–127<br />

Volume Volume information 0–127<br />

Pan Pan information L64–0–63R<br />

Exp Expression information 0–127<br />

Hold Hold1 information 0–127<br />

Bend Pitch bend information -128–+127<br />

Aft Aftertouch information 0–127<br />

Voices Voice information 0–64<br />

Parameteroverzicht<br />

221


■MFX Prameters<br />

1:STEREO EQ (p. 63)<br />

Parameter Value<br />

Freq/Gain<br />

LowFreq Low frequency 200, 400 Hz<br />

LowGain Low gain -15–+15 dB<br />

Mid1 Freq Middle 1 frequency 200–8000Hz(*1)<br />

Mid1 Gain Middle 1 gain -15–+15 dB<br />

Mid2 Freq Middle 2 frequency 200–8000 Hz(*1)<br />

Mid2 Gain Middle 2 gain -15–+15 dB<br />

High Freq High frequency 4000, 8000 Hz<br />

High Gain High gain -15–+15 dB<br />

Band Width<br />

Mid1 Q Mid1 Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Mid2 Q Mid2 Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Output<br />

Level Output level 0–127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

2:OVERDRIVE (p. 63)<br />

Parameter Value<br />

Overdrive<br />

Drive Drive 0-127<br />

Amp simulator<br />

Type Amp simulator type SMALL, BUILT-IN,<br />

2-STACK, 3-STACK<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

3:DISTORTION (p. 63)<br />

Parameter Value<br />

Overdrive<br />

Drive Drive 0-127<br />

Amp simulator<br />

Type Amp simulator type SMALL, BUILT-IN,<br />

2-STACK, 3-STACK<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

4:PHASER (p. 64)<br />

Parameteroverzicht<br />

Parameter Value<br />

Phaser<br />

Manual Manual 100-8000 Hz<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Depth 0-127<br />

Resonance Resonance 0-127<br />

Mix Level Mix level 0-127<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

5:SPECTRUM(p. 64)<br />

Parameter Value<br />

Gain<br />

250Hz 250Hz gain -15-+15 dB<br />

500Hz 500Hz gain -15-+15 dB<br />

1000Hz 1000Hz gain -15-+15 dB<br />

1250Hz 1250Hz gain -15-+15 dB<br />

2000Hz 2000Hz gain -15-+15 dB<br />

3150Hz 3150Hz gain -15-+15 dB<br />

4000Hz 4000Hz gain -15-+15 dB<br />

8000Hz 8000Hz gain -15-+15 dB<br />

Band Width<br />

Q Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

6:ENHANCER(p. 65)<br />

Parameter Value<br />

Enhancer<br />

Sens Sens 0-127<br />

Mix Level Mix level 0-127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

7:AUTO WAH(p. 65)<br />

Parameter Value<br />

Auto Wah<br />

Filter type Filter type LPF, BPF<br />

Sens Sens 0-127<br />

Manual Manual 0-127<br />

Peak Peak 0-127<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Depth 0-127<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

222


8:ROTARY(p. 65)<br />

Parameter Value<br />

Rotary<br />

Speed Speed SLOW, FAST<br />

Woofer<br />

Slow Rate Low frequency slow rate 0.05-10.00 Hz<br />

Fast Rate Low frequency fast rate 0.05-10.00 Hz<br />

Acceleration Low frequency acceleration 0-15<br />

Level Low frequency level 0-127<br />

Separation<br />

Separation 0-127<br />

Tweeter<br />

Slow Rate High frequency slow rate 0.05-10.00 Hz<br />

Fast Rate High frequency fast rate 0.05-10.00 Hz<br />

Accelerationl High frequency acceleration 0-15<br />

Level High frequency level 0-127<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

9:COMPRESSOR(p. 66)<br />

Parameter Value<br />

Compressor<br />

Attack Attack 0-127<br />

Sustain Sustain 0-127<br />

Post Gain Post gain 0, +6, +12, +18 dB<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

10:LIMITER(p. 66)<br />

Parameter Value<br />

Limiter<br />

Threshold Threshold level 0-127<br />

Ratio Compression ratio 1.5:1, 2:1, 4:1, 100:1<br />

Release Release time 0-127<br />

Post gain Post gain 0, +6, +12, +18 dB<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

11:HEXA-CHORUS(p. 67)<br />

Parameter Value<br />

Hexa Chorus<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Depth 0-127<br />

Depth Dev Depth deviation -20-+20<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Pre Delay Dev Pre delay deviation 0-127<br />

Pan Dev Pan deviation 0-127<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Parameteroverzicht<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

12:TREMOLO CHORUS(p. 67)<br />

Parameter Value<br />

Chorus<br />

Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Chorus depth 0-127<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Tremolo<br />

Rate Tremolo rate 0.05-10.00 Hz<br />

Phase Tremolo phase 0-180 degree<br />

Separation Tremolo separation 0-127<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

13:SPACE-D(p. 68)<br />

Parameter Value<br />

Chorus<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Depth 0-127<br />

Phase Phase 0-180 degree<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

14:STEREO CHORUS(p. 68)<br />

Parameter Value<br />

Chorus<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Depth 0-127<br />

Phase Phase 0-180 degree<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Filter<br />

Type Filter type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff frequency 200-8000 Hz (*1)<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

223


Parameteroverzicht<br />

15:STEREO FLANGER(p. 68)<br />

Parameter Value<br />

Flanger<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Depth 0-127<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

Phase Phase 0-180 degree<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Filter<br />

Type Filter type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff frequency 200-8000 Hz (*1)<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

224<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

16:STEP FLANGER(p. 69)<br />

Parameter Value<br />

Flanger<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Depth 0-127<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

Phase Phase 0-180 degree<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Step Rate<br />

Step rate 0.10-20.00 Hz, note *1<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

17:STEREO DELAY(p. 70)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

Left Delay time left 0.0-500.0 ms<br />

Right Delay time right 0.0-500.0 ms<br />

HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

FBK Mode Feedback mode NORMAL, CROSS<br />

Phase<br />

Phase Left Feedback phase left NORMAL, INVERT<br />

Phase Right Feedback phase right NORMAL, INVERT<br />

BYPASS (*1)<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

18:MODULATION DELAY(p. 70)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

Left Delay time left 0.0-500.0 ms<br />

Right Delay time right 0.0-500.0 ms<br />

HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

FBK Mode Feedback mode NORMAL, CROSS<br />

Modulation<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Depth 0-127<br />

Phase Phase 0-180 degree<br />

BYPASS (*1)<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Level<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

19:TRIPLE TAP DELAY(p. 71)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

Center Delay time center 200-1000 ms, note *1<br />

Left Delay time left 200-1000 ms, note *1<br />

Right Delay time right 200-1000 ms, note *1<br />

HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

Delay Level<br />

Center Center level 0-127<br />

Left Left level 0-127<br />

Right Right level 0-127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Level<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS


20:QUADRUPLE TAP DELAY(p. 72)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

Delay 1 Delay time 1 200-1000 ms, note *1<br />

Delay 2 Delay time 2 200-1000 ms, note *1<br />

Delay 3 Delay time 3 200-1000 ms, note *1<br />

Delay 4 Delay time 4 200-1000 ms, note *1<br />

HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

Delay Level<br />

Level 1 Level 1 0-127<br />

Level 2 Level 2 0-127<br />

Level 3 Level 3 0-127<br />

Level 4 Level 4 0-127<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Level<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

21:TIME CONTROL DELAY(p. 72)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

Time Delay time 200-1000 ms<br />

Acceleration Acceleration 0-15<br />

HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

22:2VOICE PITCH SHIFTER(p. 73)<br />

Parameter Value<br />

Pitch A<br />

Coarse Coarse pitch -24-+12 semitone<br />

Fine Fine pitch -100-+100 cent<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-500.0 ms<br />

Pitch Shift<br />

Mode Pitch shifter mode 1, 2, 3, 4, 5<br />

Pitch B<br />

Coarse Coarse pitch -24-+12 semitone<br />

Fine Fine pitch -100-+100 cent<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-500.0 ms<br />

Level Balance<br />

Level balance A100:0B-A0:100B<br />

Balance<br />

Level<br />

Parameteroverzicht<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output level 0-127<br />

23:FBK PITCH SHIFTER(p. 74)<br />

Parameter Value<br />

Pitch<br />

Coarse Coarse pitch -24-+12 semitone<br />

Fine Fine pitch -100-+100 cent<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-500.0 ms<br />

Mode Pitch shifter mode 1, 2, 3, 4, 5<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

Pan Output pan L64-0-63R<br />

24:REVERB(p. 74)<br />

Parameter Value<br />

Reverb<br />

Type Reverb type ROOM1, ROOM2,<br />

STAGE1, STAGE2,<br />

HALL1, HALL2<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Time Gate time 0-127<br />

HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

25:GATED REVERB(p. 75)<br />

Parameter Value<br />

Reverb<br />

Type Gated Reverb type NORMAL, REVERSE,<br />

SWEEP1, SWEEP2<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Gate Time Gate time 5-500 ms<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

225


Parameteroverzicht<br />

26:OVERDRIVE→CHORUS (p. 75)<br />

Parameter Value<br />

Overdrive<br />

Drive Drive 0-127<br />

Pan Pan L64-0-63R<br />

Chorus<br />

Pre Delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Rate Chorus Rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Chorus depth 0-127<br />

Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

27:OVERDRIVE→FLANGER(p. 75)<br />

Parameter Value<br />

Overdrive<br />

Drive Drive 0-127<br />

Pan Pan L64-0-63R<br />

Flanger<br />

Pre Delay Flanger pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Rate Flanger rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Flanger depth 0-127<br />

Feedback Flanger feedback level -98-+98%<br />

Balance Flanger balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

28:OVERDRIVE→DELAY(p. 76)<br />

Parameter Value<br />

Overdrive<br />

Drive Drive 0-127<br />

Pan Pan L64-0-63R<br />

Delay<br />

Time Delay time 0.0-500.0 ms<br />

Feedback Delay feedback level -98-+98%<br />

HF Damp Delay HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Balance Delay balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

29:DISTORTION→CHORUS(p. 76)<br />

The parameters are essentially the same as "26: OVERDRIVE→CHORUS,"<br />

with the exception of the following two.<br />

30:DISTORTION→FLANGER(p. 76)<br />

The parameters are essentially the same as "27: OVERDRIVE→FLANGER,"<br />

with the exception of the following two.<br />

31:DISTORTION→DELAY(p. 77)<br />

The parameters are essentially the same as "28: OVERDRIVE→DELAY," with<br />

the exception of the following two.<br />

226<br />

32:ENHANCER→CHORUS(p. 77)<br />

Parameter Value<br />

Enhanser<br />

Sens Enhancer sens 0-127<br />

Mix Level Enhancer mix level 0-127<br />

Chorus<br />

Pre delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Chorus depth 0-127<br />

Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

33:ENHANSER→FLANGER(p. 77)<br />

Parameter Value<br />

Enhanser<br />

Sens Enhancer sens 0-127<br />

Mix Level Enhancer mix level 0-127<br />

Flanger<br />

Pre Delay Flanger pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Rate Flanger rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Flanger depth 0-127<br />

Feedback Flanger feedback level -98-+98%<br />

Balance Flanger balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

34:ENHANCER→DELAY(p. 78)<br />

Parameter Value<br />

Enhanser<br />

Sens Enhancer sens 0-127<br />

Mix Level Enhancer mix level 0-127<br />

Delay<br />

Time Delay time 0.0-500.0 ms<br />

Feedback Delay feedback level -98-+98%<br />

HF Damp Delay HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Balance Delay balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS


35:CHORUS→DELAY(p. 78)<br />

Parameter Value<br />

Chorus<br />

Pre Delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Chorus depth 0-127<br />

Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />

Delay<br />

Time Delay time 0.0-500.0 ms<br />

Feedback Delay Feedback level -98-+98%<br />

HF Damp Delay HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Balance Delay balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

36:FLANGER→DELAY(p. 78)<br />

Parameter Value<br />

Flanger<br />

Pre Delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Chorus depth 0-127<br />

Feedback Delay Feedback level -98-+98%<br />

Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />

Delay<br />

Time Delay time 0.0-500.0 ms<br />

Feedback Delay Feedback level -98-+98%<br />

HF Damp Delay HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Balance Delay balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

37:CHORUS→FLANGER(p. 79)<br />

Parameter Value<br />

Chorus<br />

Pre Delay Chorus pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Rate Chorus rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Chorus depth 0-127<br />

Balance Chorus balance D100:0W-D0:100W<br />

Flanger<br />

Pre Delay Flanger pre delay time 0.0-100.0 ms<br />

Rate Flanger rate 0.05-10.00 Hz<br />

Depth Flanger depth 0-127<br />

Feedback Flanger feedback level -98-+98%<br />

Balance Flanger balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

38:CHORUS/DELAY(p. 80)<br />

Refer to "35: CHORUS/DELAY."<br />

39:FLANGER/DELAY(p. 80)<br />

Refer to "36: FLANGER/DELAY."<br />

Parameteroverzicht<br />

40:CHORUS/FLANGER(p. 80)<br />

Refer to "37: CHORUS/FLANGER."<br />

41:STEREO PHASER(p. 80)<br />

Parameter Value<br />

Phaser<br />

Type Phaser type 1, 2<br />

Mode Mode 4-STAGE, 8-STAGE<br />

Polarity Polarity INVERSE, SYNCHRO<br />

Manual Manual 0 – 127<br />

Rate Phaser rate 0.05 – 10.00 Hz , note<br />

*2<br />

Depth Phaser depth 0 – 127<br />

Resonance Phaser resonance 0 – 127<br />

X-Feedback Cross feedback level -98 – +98 %<br />

Mix Level Mix level 0 – 127<br />

Step Rate<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Rate Step rate 0.1–20.0 Hz , note *2<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

42:KEYSYNC FLANGER(p. 81)<br />

Parameter Value<br />

Flanger<br />

PrDly Pre delay time 0.0 – 100 ms<br />

Rate LFO rate 0.05 – 10.00 Hz , note<br />

*2<br />

Depth LFO depth 0 – 127<br />

Fbk Feedback -98 – +98 %<br />

Phase Phase 0 – 180 degree<br />

Filter<br />

Type Filter type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff frequency 200–8000 H(*1)<br />

Step Rate<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Rate Step rate (*2) 0.1–20.0 Hz , note *2<br />

Keysync<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Thres Keysync threshold 0 – 127<br />

Phase Keysync phase 0 – 360 degree<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Balance D100:0W – D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

227


Parameteroverzicht<br />

43:FORMANT FILTER(p. 82)<br />

Parameter Value<br />

Overdrive<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Drive Drive 0 – 127<br />

Filter<br />

Vowel 1 Vowel 1 a, e, i, o, u<br />

Vowel 2 Vowel 2 a, e, i, o, u<br />

Rate Rate 0.05 – 10.00 Hz , note<br />

*2<br />

Depth Depth 0 – 127<br />

Manual Manual 0 – 100<br />

Keysync<br />

Switch Keysync switch OFF, ON<br />

Thres Keysync threshold 0 – 127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

Pan Output pan L64 – 63R<br />

44:RING MODULATOR(p. 82)<br />

Parameter Value<br />

Ring Modulator<br />

Freq Frequency 0 – 127<br />

Modulator Modulator source OFF, SOURCE, A, B,<br />

C, D<br />

Modulator Monitor Modulator monitor OFF, ON<br />

Sens Sens 0 – 127<br />

Polarity Polarity UP, DOWN<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

228<br />

Effect balance D100:0W – D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

45:MULTI TAP DELAY(p. 83)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

1 Delay time 1 0 – 1800 ms , note *2<br />

2 Delay time 2 0 – 1800 ms , note *2<br />

3 Delay time 3 0 – 1800 ms , note *2<br />

4 Delay time 4 0 – 1800 ms , note *2<br />

Feedback Feedback -98 – +98 %<br />

HF Damp HF Damp 200–8000 Hz,<br />

BYPASS(*1)<br />

Level<br />

1 Level 1 0 – 127<br />

2 Level 2 0 – 127<br />

3 Level 3 0 – 127<br />

4 Level 4 0 – 127<br />

Pan<br />

1 Output pan 1 L64 – 63R<br />

2 Output pan 2 L64 – 63R<br />

3 Output pan 3 L64 – 63R<br />

4 Output pan 4 L64 – 63R<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W – D0:100W<br />

Level<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

46:REVERSE DELAY(p. 83)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

1 Delay time 1 0 – 900 ms , note *2<br />

2 Delay time 2 0 – 900 ms , note *2<br />

3 Delay time 3 0 – 900 ms , note *2<br />

4 Delay time 4 0 – 900 ms , note *2<br />

Feedback<br />

1 Feedback 1 -98 – +98 %<br />

4 Feedback 4 -98 – +98 %<br />

HF Damp<br />

1 HF Damp 1 200–8000 Hz,<br />

BYPASS(*1)<br />

4 HF Damp 4 200–8000 Hz,<br />

BYPASS(*1)<br />

Level<br />

1 Level 1 0 – 127<br />

2 Level 2 0 – 127<br />

3 Level 3 0 – 127<br />

Pan<br />

1 Output pan 1 L64 – 63R<br />

2 Output pan 2 L64 – 63R<br />

3 Output pan 3 L64 – 63R<br />

Threshold<br />

Threshold level 0 – 127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W – D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS


47:SHUFFLE DELAY(p. 84)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

Time Delay time 0 – 1800 ms , note *2<br />

Shuffle Rate Shuffle rate 0 – 100 %<br />

Acceleration Acceleration 0 – 15<br />

Feedback Feedback -98 – +98 %<br />

HF Damp HF Damp 200–8000 Hz,<br />

BYPASS(*1)<br />

Pan<br />

A Pan A L64 – 63R<br />

B Pan B L64 – 63R<br />

Balance<br />

Level balance A100:0B – A0:100B<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0E – D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

48:3D DELAY(p. 84)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

Center Delay time center 0 – 1800 ms, note *2<br />

Left Delay time left 0 – 1800 ms, note *2<br />

Right Delay time right 0 – 1800 ms, note *2<br />

HF Damp HF Damp 200–8000 Hz,<br />

BYPASS(*1)<br />

Feedback Feedback -98 – +98 %<br />

Delay Level<br />

Center Level center 0 – 127<br />

Left Level left 0 – 127<br />

Right Level right 0 – 127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0E – D0:100W<br />

Output<br />

Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

Parameteroverzicht<br />

49:3VOICE PITCH SHIFTER(p. 85)<br />

Parameter Value<br />

Pch Coarse<br />

1-3 Coarse pitch 1-3 -24 – +12<br />

Pch Fine<br />

1-3 Fine pitch 1-3 -100 – +100 [cent]<br />

Pitch Shift<br />

Mode Pitch shifter mode 1, 2, 3, 4, 5<br />

Fbk<br />

1-3 Feedback level 1-3 -98 – +98 %<br />

Pre Delay<br />

1-3 Pre Delay time 1-3 0.0 – 500 [ms]<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0E – D0:100W<br />

Level<br />

1-3 Level 1-3 0 – 127<br />

Pan<br />

1-3 Output pan 1-3 L64 – 63R<br />

Output<br />

Output level 0 – 127<br />

50:LOFI COMPRESS(p. 85)<br />

Parameter Value<br />

Lo-Fi<br />

Type LOFI type 1 – 9<br />

Pre Filter<br />

Type Pre Filter type 1 – 6<br />

Post Filter 1<br />

Type Post Filter 1 type 1 – 6<br />

Post Filter 2<br />

Type Post Filter 2 type OFF, LPF, HPF:(*1)<br />

Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0E – D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

Pan Output pan L64 – 63R<br />

1: Post Filter cutoff frequency:200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000,<br />

1250, 1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

229


Parameteroverzicht<br />

51:LOFI NOISE(p. 86)<br />

Parameter Value<br />

Lo-Fi<br />

Type LOFI type 1 – 9<br />

Post Filter<br />

Type Post Filter Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />

Radio Noise<br />

Detune Radio detune 0 – 127:0 – 127 (*2)<br />

Level Output level 0 – 127<br />

Disk Noise<br />

Type Disc noise type (*3)<br />

LPF Disc noise LPF (*4)<br />

Level Level (*5)<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

230<br />

Effect balance D100:0E – D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

Pan Output pan L64 – 63R<br />

*1: Post Filter cutoff frequency:200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000,<br />

1250, 1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

*2: Radio detune:Radio noise level<br />

*3: Disc noise type:LP, EP, SP, RND<br />

*4: Disc noise LPF:200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600,<br />

2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

*5: Disc noise level:0 – 127<br />

52:SPEAKER SIMULATOR(p. 86)<br />

Parameter Value<br />

Speaker<br />

Type Speaker type (*1)<br />

Mic<br />

Setting Mic setting 1, 2, 3<br />

Level Mic level 0 – 127<br />

Direct Level Direct level 0 – 127<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: Small 1, Small 2, Middle, JC-120, Built In 1, Built In 2, Built In 3, Built In 4,<br />

Built In 5, BG Stack 1, BG Stack 2, MS Stack 1, MS Stack 2, Metal Stack, 2<br />

Stack, 3 Stack<br />

53:OVERDRIVE 2(p. 87)<br />

Parameter Value<br />

Overdrive<br />

Drive Drive 0 – 127<br />

Tone Tone 0 – 127<br />

Amp simulator<br />

Amp Type Amp. simulator type OFF,ON:SMALL,<br />

BUILT-IN, 2-STACK,<br />

3-STACK<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

Pan Output pan L64 – 63R<br />

54:DISTORTION 2(p. 87)<br />

Parameter Value<br />

Distortion<br />

Drive Drive 0 – 127<br />

Tone Tone 0 – 127<br />

Amp simulator<br />

Amp Type Amp. simulator type OFF,ON:SMALL,<br />

BUILT-IN, 2-STACK,<br />

3-STACK<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

Pan Output pan L64 – 63R<br />

55:STEREO COMPRESSOR(p. 87)<br />

Parameter Value<br />

Compressor<br />

Attack Attack time 0 – 127<br />

Sustain Sustain 0 – 127<br />

Post Gain Post gain 0, +6, +12, +18<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

56:STEREO LIMITER(p. 87)<br />

Parameter Value<br />

Limiter<br />

Threshold Threshold level 0 – 127<br />

Ratio Compression ratio 1.5:1, 2:1, 4:1, 100:1<br />

Release Release time 0 – 127<br />

Post Gain Post gain 0, +6, +12, +18<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127


57:GATE(p. 88)<br />

Parameter Value<br />

Gate<br />

Mode Mode GATE, DUCK<br />

Attack Time Attack time 0 – 127<br />

Hold Time Hold time 0 – 127<br />

Release Time Release time 0 – 127<br />

Gate<br />

Key Key Key SOURCE, A, B, C, D<br />

Threshold Key threshold 0 – 127<br />

Monitor Key monitor OFF, ON<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0E – D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

58:SLICER(p. 88)<br />

Parameter Value<br />

Level 1, 2, 3, 4<br />

Beat 1– 4 Beat 1– 4 0 –127<br />

Rate<br />

Attack<br />

Rate 0.05 – 10.0 , note *2<br />

Attack 0 – 127<br />

Reset<br />

Trigger Trigger OFF, Source, A, B, C,<br />

D<br />

Threshold Reset threshold 0 – 127<br />

Monitor Reset monitor switch OFF, ON<br />

Beat Change<br />

Mode Mode LEGATO, SLASH<br />

Shuffle Shuffle 0 – 127<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

59:ISOLATOR(p. 89)<br />

Parameter Value<br />

Boost/Cut<br />

Low Level low -60 – +4 dB<br />

Mid Level middle -60 – +4 dB<br />

High Level high -60 – +4 dB<br />

Anti Phase Low<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Level Level 0 – 127<br />

Anti Phase Mid<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Level Level 0 – 127<br />

Low Boost<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Level Level 0 – 127<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: Anti phase middle switch:level<br />

2: Anti phase low switch:level<br />

60:3D CHORUS(p. 89)<br />

Parameteroverzicht<br />

Parameter Value<br />

Chorus<br />

Rate LFO rate 0.05 – 10.00 Hz,<br />

note *1<br />

Depth LFO depth 0 – 127<br />

Phase Phase 0 – 180 degree<br />

Pre Delay Pre delay time 0.0 – 100 ms<br />

Filter<br />

Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff frequency 200–8000 Hz (*1)<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W – D0:100W<br />

Output<br />

Output mode SPEAKER, PHONES<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

61:3D FLANGER(p. 90)<br />

Parameter Value<br />

Flanger<br />

Rate LFO rate 0.05 – 10.00 Hz,<br />

note *1<br />

Depth LFO depth 0 – 127<br />

Feedback Feedback -98 – +98 %<br />

Phase Phase 0 – 180 degree<br />

PrDly Pre delay time 0.0 – 100 ms<br />

Filter<br />

Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff frequency 200–8000 Hz (*1)<br />

Step Rate<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Rate Step Rate (*2) 0.1–20.0 Hz, note *2<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W – D0:100W<br />

Output<br />

Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

231


Parameteroverzicht<br />

62:TREMOLO(p. 91)<br />

Parameter Value<br />

Tremolo<br />

Mod Wave Modulation wave TRI, SQR, SIN, SAW1,<br />

SAW2<br />

Rate Rate 0.05 – 10.0 Hz, note *2<br />

Depth Depth 0 – 127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

63:AUTO PAN(p. 91)<br />

Parameter Value<br />

Auto Pan<br />

Mod Wave Modulation wave TRI, SQR, SIN, SAW1,<br />

SAW2<br />

Rate Rate 0.05 – 10.0 Hz, note *2<br />

Depth Depth 0 – 127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

64:STEREO PHASER 2(p. 91)<br />

Parameter Value<br />

Phaser<br />

Type Type 1, 2<br />

Mode Mode 4 stage, 8 stage,<br />

12 stage, 16 stage<br />

Polarity Polarity INVERSE, SYNCHRO<br />

Manual Manual 0 - 127<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Depth Depth 0-127<br />

Resonance Resonance 0-127<br />

X-Feedback Cross Feedback -98 - +98 [%]<br />

Mix Level Mix level 0-127<br />

Step Rate<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Rate Step rate 0.1–20.0 Hz, note *2<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

65:STEREO AUTO WAH(p. 92)<br />

Parameter Value<br />

Auto Wah<br />

Filter type Filter type LPF, BPF<br />

Sens Sens 0-127<br />

Manual Manual 0-127<br />

Peak Peak 0-127<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Depth Depth 0-127<br />

Polarity Polarity UP, DOWN<br />

Phase Phase 0 - 180<br />

232<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

66:ST FORMANT FILTER(p. 92)<br />

Parameter Value<br />

Overdrive<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Drive Drive 0 – 127<br />

Filter<br />

Vowel 1 Vowel 1 a, e, i, o, u<br />

Vowel 2 Vowel 2 a, e, i, o, u<br />

Rate Rate 0.05 – 10.00 Hz, note*2<br />

Depth Depth 0 – 127<br />

Manual Manual 0 – 100<br />

Phase Formant phase 0-180 degree<br />

Keysync<br />

Switch Keysync switch OFF, ON<br />

Thres Keysync threshold 0 – 127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

67:MULTI TAP DELAY(p. 93)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

1-4 Delay time 1-4 0-3000 ms, note *2<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Level<br />

1-4 Level 1-4 0-127<br />

Pan<br />

1-4 Pan 1-4 L64-0-R63<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Level<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS


68:REVERSE DELAY 2(p. 93)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

1-4 Delay time 1-4 0-1500 ms, note *2<br />

Feedback<br />

1, 4 Feedback level 1, 4 -98-+98%<br />

HF Damp<br />

1, 4 HF damp 1, 4 200-8000 Hz, BYPASS<br />

(*1)<br />

Level<br />

1-3 Level 1-3 0-127<br />

Pan<br />

1-3 Pan 1-3 L64-0-R63<br />

Threshold<br />

Value Value 0-127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

69:SHUFFLE DELAY 2(p. 93)<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

Time Delay time 0-3000 ms, note *2<br />

Shuffle Rate Shuffle Rate 0-100%<br />

Acceleration Acceleration 0-15<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Delay Pan<br />

A, B Pan A, B L64-0-R63<br />

Balance<br />

Level Balance A100:0B-A0:100B<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

70:3D DELAY 2(p. 93)<br />

Parameteroverzicht<br />

Parameter Value<br />

Delay<br />

Center Delay time center 0-3000 ms, note *2<br />

Left Delay time left 0-3000 ms, note *2<br />

Right Delay time right 0-3000 ms, note *2<br />

HF Damp HF damp 200-8000 Hz,<br />

BYPASS (*1)<br />

Feedback Feedback level -98-+98%<br />

Delay Level<br />

Center Center level 0-127<br />

Left Left level 0-127<br />

Right Right level 0-127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W-D0:100W<br />

Level<br />

Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />

Level Output level 0-127<br />

71:ROTARY 2(p. 93)<br />

Parameter Value<br />

Rotary<br />

Speed Speed SLOW, FAST<br />

Brake Brake OFF,ON<br />

Spread<br />

Value Value 0-127<br />

Woofer<br />

Slow Woofer slow rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Fast Woofer fast rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Level Woofer level 0-127<br />

Trans Up Woofer transition up 0-127<br />

Trans Down Woofer transition down 0-127<br />

Tweeter<br />

Slow Tweeter slow rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Fast Tweeter fast rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Level Tweeter level 0-127<br />

Trans Up Tweeter transition up 0-127<br />

Trans Down Tweeter transition down 0-127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

233


Parameteroverzicht<br />

72:ROTARY MULTI(p. 94)<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF,ON<br />

Amp Sim Amp Simulator Switch OFF,ON<br />

3 Band EQ 3 Band EQ Switch OFF,ON<br />

Rotary Rotary Switch OFF,ON<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type Type Overdrive, Distortion<br />

Drive Drive 0-127<br />

Tone Tone 0-127<br />

Level Level 0-127<br />

Amp Simulator<br />

Type Type SMALL, BUILT-IN,<br />

2-STACK, 3-STACK<br />

EQ Gain<br />

Low EQ Low Gain -15 - +15<br />

Mid EQ Mid Gain -15 - +15<br />

High EQ High Gain -15 - +15<br />

Mid<br />

Mid Freq EQ Mid Freq (*1)<br />

Mid Q EQ Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Rotary<br />

Speed Speed SLOW, FAST<br />

Separation Separation 0-127<br />

Woofer<br />

Slow Low frequency slow rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Fast Low frequency fast rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Accel Low frequency acceleration 0-15<br />

Level Low frequency level 0-127<br />

Tweeter<br />

Slow High frequency slow rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Fast High frequency fast rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Accel High frequency acceleration 0-15<br />

Level High frequency level 0-127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

234<br />

73:KEYBOARD MULTI(p. 95)<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

Ring Mod Ring Mod. Sw OFF,ON<br />

3 Band EQ EQ Sw OFF,ON<br />

Pch Shft Pitch Shifter Sw OFF,ON<br />

Phaser Phaser Sw OFF,ON<br />

Delay Delay Sw OFF,ON<br />

Ring Modulator<br />

Freq Ring Mod. Freq 0 - 127<br />

Balance Ring Mod. Balance D100:0W - D0:100W<br />

EQ Gain<br />

Low EQ Low Gain -15 - +15<br />

Mid EQ Mid Gain -15 - +15<br />

High EQ High Gain -15 - +15<br />

Mid<br />

Mid Freq EQ Mid Freq (*1)<br />

Mid Q EQ Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Pitch Shifter<br />

Mode Mode 1, 2, 3, 4, 5<br />

Coarse Tune Coarse Tune -24 - +12<br />

Fine Tune Fine Tune -100 - +100<br />

Delay Delay 0.0 - 500<br />

Feedback Feedback -98 - +98<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Phaser<br />

Mode Mode 4 stage, 8 stage<br />

Manual Manual 0 - 127<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0, note *2<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Resonance Resonance 0 - 127<br />

Mix Level Mix Level 0 - 127<br />

Delay<br />

Left Time Left Time 0 - 3000, note *2<br />

Right Time Right Time 0 - 3000, note *2<br />

Feedback Feedback -98 - +98<br />

HF Damp HF Damp (*2)<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Output<br />

Level<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS


74:RHODES MULTI(p. 96)<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

Enhancer Enhancer Switch OFF, ON<br />

Phaser Phaser Switch OFF, ON<br />

Cho/Flg Chorus/Flanger Switch OFF, ON<br />

Tre/Pan Tremolo/Pan Switch OFF, ON<br />

Enhancer<br />

Sens Sens 0 - 127<br />

Mix Level Mix Level 0 - 127<br />

Phaser<br />

Mode Mode 4 stage, 8 stage<br />

Manual Manual 0 - 127<br />

Mix Level Mix Level 0 - 127<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0, note *2<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Resonance Resonance 0 - 127<br />

Chorus/Flanger<br />

Type Type CHORUS,FLANGER<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0, note *2<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Feedback Feedback -98 - +98<br />

PreDly PreDelay 0.0 - 100<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Filter<br />

Type Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />

Tremolo/Auto Pan<br />

Type Type TREMOLO, PAN<br />

ModWave ModWave TRI, SQU, SIN, SAW1,<br />

SAW2<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0, note *2<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

75:JD MULTI(p. 97)<br />

Parameteroverzicht<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

Dist Distortion Switch OFF, ON<br />

Phaser Phaser Switch OFF, ON<br />

Spectrum Spectrum Switch OFF, ON<br />

Enhancer Enhancer Switch OFF, ON<br />

Distortion<br />

Type Type *1<br />

Drive Drive 0 - 100<br />

Level Level 0 - 100<br />

Phaser<br />

Manual Manual 50 - 15000 Hz<br />

Mix Level Mix Level 0 - 100<br />

Rate Rate 0.1 - 10.0 Hz<br />

Depth Depth 0 - 100<br />

Resonance Resonance 0 - 100<br />

Spectrum<br />

Band Width Band Width 1, 2, 3, 4, 5<br />

Band Gain<br />

250Hz Band1 -15 - +15<br />

500Hz Band2 -15 - +15<br />

1000Hz Band3 -15 - +15<br />

2000Hz Band4 -15 - +15<br />

4000Hz Band5 -15 - +15<br />

8000Hz Band6 -15 - +15<br />

Enhancer<br />

Sens Sens 0 - 100<br />

Mix Level Mix Level 0 - 100<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

Pan Output pan L64 – 63R<br />

*1: MELLOW DRIVE, OVERDRIVE, CRY DRIVE, MELLOW DIST, LIGHT<br />

DIST, FAT DIST, FUZZ DIST<br />

76:STEREO LOFI COMPRESS(p. 98)<br />

Parameter Value<br />

Lo-Fi<br />

Type LOFI type 1 – 9<br />

Pre Filter<br />

Type Pre Filter type 1 – 6<br />

Post Filter 1<br />

Type Post Filter 1 type 1 – 6<br />

Post Filter 2<br />

Type Post Filter 2 type OFF, LPF, HPF:(*1)<br />

Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

Effect balance D100:0W – D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

1: Post Filter cutoff frequency:200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000,<br />

1250, 1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

235


Parameteroverzicht<br />

77:STEREO LOFI NOISE(p. 98)<br />

Parameter Value<br />

Lo-Fi<br />

Type LOFI type 1 – 9<br />

Hum<br />

Type Hum Type 50, 60 [Hz]<br />

LPF Hum LPF (*1)<br />

Level Hum Level 0 – 127<br />

Post Filter<br />

Type Post Filter Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff Frequency (*2)<br />

Disc Noise<br />

Type Disc noise type WHITE, PINK<br />

LPF Disc noise LPF (*1)<br />

Level Disc noise Level 0 – 127<br />

Radio Noise<br />

Detune Radio detune 0 – 127<br />

Level Radio Noise Level 0 – 127<br />

Noise<br />

Type White/Pink Noise Type (*3)<br />

LPF White/Pink Noise LPF (*1)<br />

Level White/Pink Noise Level 0 – 127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Balance<br />

236<br />

Effect balance D100:0W – D0:100W<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz, BYPASS<br />

*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 Hz<br />

78:GUITAR AMP SIMULATOR(p. 99)<br />

Parameter Value<br />

Amp Simulator<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Type Pre Amp Type (*1)<br />

Amp Level<br />

Volume Pre Amp Volume 0-127<br />

Master Pre Amp Master 0-127<br />

Gain Pre Amp Gain LOW, MID, HIGH<br />

Amp Tone<br />

Presence Pre Amp Presence 0 - 127<br />

(Match Drive -127 - 0)<br />

Bright Pre Amp Bright OFF,ON<br />

Bass Pre Amp Bass 0 - 127<br />

Middle Pre Amp Middle 0 - 127<br />

Treble Pre Amp Treble 0 - 127<br />

Speaker<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Speaker Type Speaker Type (*2)<br />

Mic<br />

Setting Mic Setting 1,2,3<br />

Level Mic Level 0 – 127<br />

Direct Output level 0 – 127<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

Pan Output pan L64 – 63R<br />

*1: JC-120,Clean Twin,Match Drive, BG Lead,MS1959I,MS1959II,<br />

MS1959I+II,SLDN Lead,Metal 5150, Metal Lead,OD-1,OD-2 Turbo,<br />

Distortion,Fuzz<br />

*2: Small1,Small2,Middle,JC-120, Built In 1,Built In 2,Built In 3, Built In 4, Built<br />

In 5, BG Stack 1,BG Stack 2, MS Stack 1,MS Stack 2, Metal Stack, 2 Stack, 3<br />

Stack<br />

79:STEREO OVERDRIVE(p. 99)<br />

Parameter Value<br />

Overdrive<br />

Drive Drive 0-127<br />

Tone Tone 0-127<br />

Amp simulator<br />

Switch Amp Switch OFF, ON<br />

Type Amp simulator type SMALL, BUILT-IN,<br />

2-STACK, 3-STACK<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

80:STEREO DISTORTION(p. 100)<br />

Parameter Value<br />

Distortion<br />

Drive Drive 0-127<br />

Tone Tone 0-127<br />

Amp simulator<br />

Switch Amp Switch OFF, ON<br />

Type Amp simulator type SMALL, BUILT-IN,<br />

2-STACK, 3-STACK<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15-+15 dB<br />

High High gain -15-+15 dB<br />

Output<br />

Level Output level 0-127


81:GUITAR MULTI A(p. 100)<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

Comp Cmp Switch OFF,ON<br />

OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF,ON<br />

Amp Sim Amp Simulator Switch OFF,ON<br />

Delay Delay Switch OFF,ON<br />

Cho/Flg Chorus/FlangerF Switch OFF,ON<br />

Compressor<br />

Attack Attack 0 - 127<br />

Sustain Sustain 0 - 127<br />

Level Level 0 - 127<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type Type OVERDRIVE,<br />

DISTORTION<br />

Drive Drive 0 - 127<br />

Tone Tone 0 - 127<br />

Level Level 0 - 127<br />

Amp Simulator<br />

Type Type SMALL, BUILT-IN,<br />

2STACK, 3STACK<br />

Delay<br />

Left Time Left Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />

Right Time Right Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

HF Damp HF Damp (*1)<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Chorus/Flanger<br />

Type Type CHORUS,FLANGER<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Filter<br />

Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff Freq (*2)<br />

Output<br />

Level Level 0 - 127<br />

Pan Pan L64 - 63R<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS<br />

*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

82:GUITAR MULTI B(p. 102)<br />

Parameteroverzicht<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

Comp Compressor Switch OFF,ON<br />

OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF,ON<br />

Amp Sim Amp Simulator Switch OFF,ON<br />

3 Band EQ 3 Band EQ Switch OFF,ON<br />

Cho/Flg Chorus/Flanger Switch OFF,ON<br />

Compressor<br />

Attack Attack 0 - 127<br />

Sustain Sustain 0 - 127<br />

Level Level 0 - 127<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type Type OVERDRIVE,<br />

DISTORTION<br />

Drive Drive 0 - 127<br />

Tone Tone 0 - 127<br />

Level Level 0 - 127<br />

Amp Simulator<br />

Type Type SMALL, BUILT-IN,<br />

2STACK, 3STACK<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

Mid Mid gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Mid<br />

Mid Freq Mid Freq (*1)<br />

Mid Q Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Chorus/Flanger<br />

Type Type CHORUS,FLANGER<br />

Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Filter<br />

Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff Freq (*2)<br />

Output<br />

Level Level 0 - 127<br />

Pan Pan L64 - 63R<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

237


Parameteroverzicht<br />

83:GUITAR MULTI C(p. 102)<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF,ON<br />

Wah Wah Switch OFF,ON<br />

Amp Sim Amp Simulator Switch OFF,ON<br />

Delay Delay Switch OFF,ON<br />

Cho/Flg Chorus/FlangerF Switch OFF,ON<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type Type OVERDRIVE,<br />

DISTORTION<br />

Drive Drive 0 - 127<br />

Tone Tone 0 - 127<br />

Level Level 0 - 127<br />

Wah<br />

Filter type Filter type LPF, BPF<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Depth Depth 0-127<br />

Sens Sens 0-127<br />

Manual Manual 0-127<br />

Peak Peak 0-127<br />

Amp Simulator<br />

Type Type SMALL, BUILT-IN,<br />

2STACK, 3STACK<br />

Delay<br />

Left Time Left Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />

Right Time Right Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

HF Damp HF Damp (*1)<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Chorus/Flanger<br />

Type Type CHORUS,FLANGER<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Filter<br />

Type Filter Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff Freq (*2)<br />

Output<br />

Level Level 0 - 127<br />

Pan Pan L64 - 63R<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS<br />

*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

238<br />

84:CLEAN GUITAR MULTI A(p. 104)<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

Comp Compressor Sw OFF, ON<br />

3 Band EQ 3 Band EQ Sw OFF, ON<br />

Delay Delay Sw OFF, ON<br />

Cho/Flg Chorus/Flanger Sw OFF, ON<br />

Compressor<br />

Attack Attack 0 - 127<br />

Sustain Sustain 0 - 127<br />

Level Level 0 - 127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

Mid Mid gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Mid<br />

Mid Freq Mid Freq (*1)<br />

Mid Q Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Delay<br />

Left Time Left Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />

Right Time Right Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

HF Damp HF Damp (*2)<br />

Balance Balance D100:0E - D0:100E<br />

Chorus/Flanger<br />

Type Type CHORUS,FLANGER<br />

Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz]<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

Balance Balance D100:0E - D0:100E<br />

Filter<br />

Type Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />

Output<br />

Level Level 0 - 127<br />

Pan Pan L64 - 63R<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS


85:CLEAN GUITAR MULTI B(p. 105)<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

Wah Wah Switch OFF, ON<br />

3 Band EQ 3 Band EQ Switch OFF, ON<br />

Delay Delay Switch OFF, ON<br />

Cho/Flg Chorus/Flanger Switch OFF, ON<br />

Wah<br />

Filter type Filter type LPF, BPF<br />

Rate Rate 0.05-10.00 Hz, note *2<br />

Depth Depth 0-127<br />

Sens Sens 0-127<br />

Manual Manual 0-127<br />

Peak Peak 0-127<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

Mid Mid gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Mid<br />

Mid Freq Mid Freq (*1)<br />

Mid Q Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Delay<br />

Left Time Left Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />

Right Time Right Time 0 - 3000 [ms], note *2<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

HF Damp HF Damp (*2)<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Chorus/Flanger<br />

Select Select CHORUS,FLANGER<br />

Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

Balance Balance D100:0E - D0:100E<br />

Filter<br />

Type Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />

Output<br />

Level Level 0 - 127<br />

Pan Pan L64 - 63R<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

*2: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000, BYPASS<br />

86:BASS MULTI(p. 106)<br />

Parameter Value<br />

Sequence<br />

Comp Compressor Switch OFF, ON<br />

OD/Dist Overdrive/Distortion Switch OFF, ON<br />

Amp Sim Amp Simulator Switch OFF, ON<br />

3 Band EQ 3 Band EQSwitch OFF, ON<br />

Cho/Flg Chorus/Flanger Switch OFF, ON<br />

Compressor<br />

Attack Attack 0 - 127<br />

Sustain Sustain 0 - 127<br />

Level Level 0 - 127<br />

Parameteroverzicht<br />

Overdrive/Distortion<br />

Type Type OVERDRIVE, DISTORTION<br />

Drive Drive 0 - 127<br />

Tone Tone 0 - 127<br />

Level Level 0 - 127<br />

Amp Simulator<br />

Type Type SMALL, BUILT-IN, 2-STACK<br />

EQ Gain<br />

Low Low gain -15 – +15 dB<br />

Mid Mid gain -15 – +15 dB<br />

High High gain -15 – +15 dB<br />

Mid<br />

Mid Freq Mid Freq (*1)<br />

Mid Q Mid Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Chorus/Flanger<br />

Type Type CHORUS,FLANGER<br />

Rate Rate 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />

Depth Depth 0 - 127<br />

Feedback Feedback -98 - +98 [%]<br />

Pre Delay Pre Delay 0.0 - 100 [ms]<br />

Balance Balance D100:0W - D0:100W<br />

Filter<br />

Type Type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff Frequency (*1)<br />

Output<br />

Level Level 0 - 127<br />

Pan Pan L64 - 63R<br />

*1: 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150,<br />

4000, 5000, 6300, 8000 [Hz]<br />

87:ISOLATOR 2(p. 107)<br />

Parameter Value<br />

Boost/Cut<br />

Low Level low -60 – +4 dB<br />

Mid Level middle -60 – +4 dB<br />

High Level high -60 – +4 dB<br />

Anti Phase Low<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Level Level 0 – 127<br />

Anti Phase Mid<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Level Level 0 – 127<br />

Post Filter<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Type Filter type OFF, LPF, HPF<br />

Cutoff Cutoff frequency 0-127<br />

Resonance Resonance 0-127<br />

Slope Slope -12, -24 dB<br />

Gain Gain 0-24 dB<br />

Low Boost<br />

Switch Switch OFF, ON<br />

Level Level 0 – 127<br />

Output<br />

Level Output level 0 – 127<br />

239


Parameteroverzicht<br />

88:STEREO SPECTRUM(p. 107)<br />

Parameter Value<br />

Band Gain<br />

250Hz 250Hz gain -15-+15 dB<br />

500Hz 500Hz gain -15-+15 dB<br />

1000Hz 1000Hz gain -15-+15 dB<br />

1250Hz 1250Hz gain -15-+15 dB<br />

2000Hz 2000Hz gain -15-+15 dB<br />

3150Hz 3150Hz gain -15-+15 dB<br />

4000Hz 4000Hz gain -15-+15 dB<br />

8000Hz 8000Hz gain -15-+15 dB<br />

Band Width<br />

Q Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0<br />

Output<br />

Level Output level 0-127<br />

89:3D AUTO SPIN(p. 108)<br />

Parameter Value<br />

Auto Spin<br />

Azimuth Azimuth (*1)<br />

Speed Speed 0.05 - 10.0 [Hz], note *2<br />

Clockwise Clockwise -, +<br />

Turn Turn OFF, ON<br />

Output<br />

Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />

Level Output level 0 – 127<br />

*1, *2: L180, L168, L156, L144, L132, L120, L108, L96, L84, L72, L60, L48,<br />

L36, L24, L12, 0, R12, R24, R36, R48, R60, R72, R84, R96, R108, R120,<br />

R132, R144, R156, R168, R180<br />

90:3D MANUAL(p. 108)<br />

Parameter Value<br />

Auto Spin<br />

Azimuth Azimuth (*1)<br />

Output<br />

Out Output mode SPEAKER, PHONES<br />

Level Output level 0 – 127<br />

*1: L180, L168, L156, L144, L132, L120, L108, L96, L84, L72, L60, L48, L36,<br />

L24, L12, 0, R12, R24, R36, R48, R60, R72, R84, R96, R108, R120, R132,<br />

R144, R156, R168, R180<br />

240<br />

note *1:<br />

(Sixteenth note), (Eighth-note triplet), (Dotted sixteenth note),<br />

(Half-note triplet),<br />

note *2:<br />

(Dotted eighth note),<br />

(Dotted quarter note), (Half note),<br />

(Dotted half note),<br />

(Dotted whole note),<br />

(Quarter note),<br />

(Double note)<br />

(Eighth note),<br />

(Half-note triplet),<br />

(Sixty-fourth-note triplet), (Sixty-fourth note), (Thirty-second-note triplet),<br />

(Thirty-second note),<br />

(Double-note triplet),<br />

(Sixteenth-note triplet),<br />

(Dotted thirty-second note),<br />

(Sixteenth note), (Eighth-note triplet), (Dotted sixteenth note),<br />

(Eighth note),<br />

(Quarter-note triplet),<br />

(Dotted eighth note),<br />

(Quarter note), (Half-note triplet), (Dotted quarter note),<br />

(Whole-note triplet),<br />

(Whole note),<br />

(Half note),


■System Parameters<br />

SYSTEM General #1 ([SYSTEM/UTILITY]-[F1(General)])(p. 174)<br />

Group Parameter Value<br />

Setup LCD contrast LCD contrast 1–10<br />

Patch Remain Patch remain switch OFF, ON<br />

Power Up Mode Power up mode LAST-SET, DEFAULT<br />

Character Style Character Style TYPE1–4<br />

Rhythm Edit Key Rhythm edit key PANEL, PANEL&MIDI<br />

SCSI Probe Time SCSI probe time 1–10<br />

Master Level Master level 0–127<br />

Tune Master Tune 415.3–466.2Hz<br />

Key Shift Key Shift -24–+24 semitones<br />

System Tempo Clock Source Clock source INT, MID<br />

Tempo System tempo 20–250<br />

SYSTEM General #2 ([SYSTEM/UTILITY]-[F1(General)])(p. 175)<br />

Group Parameter Value<br />

Scale Tune Switch Scale tune switch OFF, ON<br />

PATCH SCALE C–B Scale tune C–B -64–+63<br />

KEY SCALE C–B Scale tune C–B -64–+63<br />

SYSTEM Output ([SYSTEM/UTILITY]-[F2(Outp&EQ)-[F2(Output)])(p. 175)<br />

Group Parameter Value<br />

Digital Interface Master Clock Master Clock INTERNAL/R-BUS/WORD CLOCK IN<br />

Master Freq Master Frequency 44.1/48.0kHz<br />

DIF Control DIF-AT Clk Select DIF-AT Clock select R-BUS/ADAT/DA-88<br />

Output Mix/Parallel Mode Mix/Parallel MIX, PARALLEL<br />

SYSTEM EQ ([SYSTEM/UTILITY]-[F2(Outp&EQ)-[F2(EQ)])(p. 175)<br />

Group Parameter Value<br />

Output A-D L.F Low Frequency 200/400Hz<br />

L.G Low Gain -15–+15<br />

H.F High Frequency 2000/4000/8000Hz<br />

H.G High Gain -15–+15<br />

SYSTEM MIDI ([SYSTEM/UTILITY]-[F3(MIDI)])(p. 175)<br />

Group Parameter Value<br />

MIDI Receive Ch Perform Ctrl Ch Performance control channel 1–16, OFF<br />

Patch/Rhy Rx Ch Patch/Rhythm set receive channel 1–16<br />

System Exclusive Device ID Device ID number 17–32<br />

Receive Sw Receive exclusive switch OFF, ON<br />

MIDI Tx Transmit Edit Data Transmit edit data switch OFF, ON<br />

Stack Mode Stack mode OFF, 2–8<br />

Number Stack number 1–8<br />

Rx Switch Program Change Program Change OFF, ON<br />

Rx Bank Select Receive bank select switch OFF, ON<br />

Rx GM1 On Receive GM1-ON switch OFF, ON<br />

Rx GM2 On Receive GM2-ON switch OFF, ON<br />

Rx GS Reset Receive GS Reset switch OFF, ON<br />

SYSTEM Control ([SYSTEM/UTILITY]-[F4(Control)])(p. 178)<br />

Parameteroverzicht<br />

Group Parameter Value<br />

System Control 1-4 Source System control assign 1-4 OFF, CC01–95(except 32), PITCH BEND, AFTERTOUCH<br />

241


242<br />

Golfvormoverzicht<br />

No. Wave Name<br />

1 StGrand pA L<br />

2 StGrand pA R<br />

3 StGrand pB L<br />

4 StGrand pB R<br />

5 StGrand pC L<br />

6 StGrand pC R<br />

7 StGrand fA L<br />

8 StGrand fA R<br />

9 StGrand fB L<br />

10 StGrand fB R<br />

11 StGrand fC L<br />

12 StGrand fC R<br />

13 Ac Piano2 pA<br />

14 Ac Piano2 pB<br />

15 Ac Piano2 pC<br />

16 Ac Piano2 fA<br />

17 Ac Piano2 fB<br />

18 Ac Piano2 fC<br />

19 Ac Piano1 A<br />

20 Ac Piano1 B<br />

21 Ac Piano1 C<br />

22 Piano Thump<br />

23 Piano Up TH<br />

24 Piano Atk<br />

25 MKS-20 P3 A<br />

26 MKS-20 P3 B<br />

27 MKS-20 P3 C<br />

28 SA Rhodes 1A<br />

29 SA Rhodes 1B<br />

30 SA Rhodes 1C<br />

31 SA Rhodes 2A<br />

32 SA Rhodes 2B<br />

33 SA Rhodes 2C<br />

34 Dyn Rhd mp A<br />

35 Dyn Rhd mp B<br />

36 Dyn Rhd mp C<br />

37 Dyn Rhd mf A<br />

38 Dyn Rhd mf B<br />

39 Dyn Rhd mf C<br />

40 Dyn Rhd ff A<br />

41 Dyn Rhd ff B<br />

42 Dyn Rhd ff C<br />

43 Wurly soft A<br />

44 Wurly soft B<br />

45 Wurly soft C<br />

46 Wurly hard A<br />

47 Wurly hard B<br />

48 Wurly hard C<br />

49 E.Piano 1A<br />

50 E.Piano 1B<br />

No. Wave Name<br />

51 E.Piano 1C<br />

52 E.Piano 2A<br />

53 E.Piano 2B<br />

54 E.Piano 2C<br />

55 E.Piano 3A<br />

56 E.Piano 3B<br />

57 E.Piano 3C<br />

58 MK-80 EP A<br />

59 MK-80 EP B<br />

60 MK-80 EP C<br />

61 EP Hard<br />

62 EP Distone<br />

63 Clear Keys<br />

64 D-50 EP A<br />

65 D-50 EP B<br />

66 D-50 EP C<br />

67 Celesta<br />

68 Music Box<br />

69 Music Box 2<br />

70 Clav 1A<br />

71 Clav 1B<br />

72 Clav 1C<br />

73 Clav 2A<br />

74 Clav 2B<br />

75 Clav 2C<br />

76 Clav 3A<br />

77 Clav 3B<br />

78 Clav 3C<br />

79 Clav 4A<br />

80 Clav 4B<br />

81 Clav 4C<br />

82 Clav Wave<br />

83 MIDI Clav<br />

84 HarpsiWave A<br />

85 HarpsiWave B<br />

86 HarpsiWave C<br />

87 Jazz Organ 1<br />

88 Jazz Organ 2<br />

89 Organ 1<br />

90 Organ 2<br />

91 Organ 3<br />

92 Organ 4<br />

93 60's Organ1<br />

94 60's Organ2<br />

95 60's Organ3<br />

96 60's Organ4<br />

97 Full Organ<br />

98 Full Draw<br />

99 Rock Organ<br />

100 RockOrg1 A L<br />

No. Wave Name<br />

101 RockOrg1 A R<br />

102 RockOrg1 B L<br />

103 RockOrg1 B R<br />

104 RockOrg1 C L<br />

105 RockOrg1 C R<br />

106 RockOrg2 A L<br />

107 RockOrg2 A R<br />

108 RockOrg2 B L<br />

109 RockOrg2 B R<br />

110 RockOrg2 C L<br />

111 RockOrg2 C R<br />

112 RockOrg3 A L<br />

113 RockOrg3 A R<br />

114 RockOrg3 B L<br />

115 RockOrg3 B R<br />

116 RockOrg3 C L<br />

117 RockOrg3 C R<br />

118 Dist. Organ<br />

119 Rot.Org Slw<br />

120 Rot.Org Fst<br />

121 Pipe Organ<br />

122 Soft Nylon A<br />

123 Soft Nylon B<br />

124 Soft Nylon C<br />

125 Nylon Gtr A<br />

126 Nylon Gtr B<br />

127 Nylon Gtr C<br />

128 Nylon Str<br />

129 6-Str Gtr A<br />

130 6-Str Gtr B<br />

131 6-Str Gtr C<br />

132 StlGtr mp A<br />

133 StlGtr mp B<br />

134 StlGtr mp C<br />

135 StlGtr mf A<br />

136 StlGtr mf B<br />

137 StlGtr mf C<br />

138 StlGtr ff A<br />

139 StlGtr ff B<br />

140 StlGtr ff C<br />

141 StlGtr sld A<br />

142 StlGtr sld B<br />

143 StlGtr sld C<br />

144 StlGtr Hrm A<br />

145 StlGtr Hrm B<br />

146 StlGtr Hrm C<br />

147 Gtr Harm A<br />

148 Gtr Harm B<br />

149 Gtr Harm C<br />

150 Jazz Gtr A<br />

No. Wave Name<br />

151 Jazz Gtr B<br />

152 Jazz Gtr C<br />

153 LP Rear A<br />

154 LP Rear B<br />

155 LP Rear C<br />

156 Rock lead 1<br />

157 Rock lead 2<br />

158 Comp Gtr A<br />

159 Comp Gtr B<br />

160 Comp Gtr C<br />

161 Comp Gtr A+<br />

162 Mute Gtr 1<br />

163 Mute Gtr 2A<br />

164 Mute Gtr 2B<br />

165 Mute Gtr 2C<br />

166 Muters<br />

167 Pop Strat A<br />

168 Pop Strat B<br />

169 Pop Strat C<br />

170 JC Strat A<br />

171 JC Strat B<br />

172 JC Strat C<br />

173 JC Strat A+<br />

174 JC Strat B+<br />

175 JC Strat C+<br />

176 Clean Gtr A<br />

177 Clean Gtr B<br />

178 Clean Gtr C<br />

179 Stratus A<br />

180 Stratus B<br />

181 Stratus C<br />

182 Scrape Gut<br />

183 Strat Sust<br />

184 Strat Atk<br />

185 OD Gtr A<br />

186 OD Gtr B<br />

187 OD Gtr C<br />

188 OD Gtr A+<br />

189 Heavy Gtr A<br />

190 Heavy Gtr B<br />

191 Heavy Gtr C<br />

192 Heavy Gtr A+<br />

193 Heavy Gtr B+<br />

194 Heavy Gtr C+<br />

195 PowerChord A<br />

196 PowerChord B<br />

197 PowerChord C<br />

198 EG Harm<br />

199 Gt.FretNoise<br />

200 Syn Gtr A<br />

No. Wave Name<br />

201 Syn Gtr B<br />

202 Syn Gtr C<br />

203 Harp 1A<br />

204 Harp 1B<br />

205 Harp 1C<br />

206 Harp Harm<br />

207 Pluck Harp<br />

208 Banjo A<br />

209 Banjo B<br />

210 Banjo C<br />

211 Sitar A<br />

212 Sitar B<br />

213 Sitar C<br />

214 E.Sitar A<br />

215 E.Sitar B<br />

216 E.Sitar C<br />

217 Santur A<br />

218 Santur B<br />

219 Santur C<br />

220 Dulcimer A<br />

221 Dulcimer B<br />

222 Dulcimer C<br />

223 Shamisen A<br />

224 Shamisen B<br />

225 Shamisen C<br />

226 Koto A<br />

227 Koto B<br />

228 Koto C<br />

229 Taishokoto A<br />

230 Taishokoto B<br />

231 Taishokoto C<br />

232 Pick Bass A<br />

233 Pick Bass B<br />

234 Pick Bass C<br />

235 Fingerd Bs A<br />

236 Fingerd Bs B<br />

237 Fingerd Bs C<br />

238 E.Bass<br />

239 P.Bass 1<br />

240 P.Bass 2<br />

241 Stick<br />

242 Fretless A<br />

243 Fretless B<br />

244 Fretless C<br />

245 Fretless 2A<br />

246 Fretless 2B<br />

247 Fretless 2C<br />

248 UprightBs 1<br />

249 UprightBs 2A<br />

250 UprightBs 2B


No. Wave Name<br />

251 UprightBs 2C<br />

252 Ac.Bass A<br />

253 Ac.Bass B<br />

254 Ac.Bass C<br />

255 Slap Bass 1<br />

256 Slap & Pop<br />

257 Slap Bass 2<br />

258 Slap Bass 3<br />

259 Jz.Bs Thumb<br />

260 Jz.Bs Slap 1<br />

261 Jz.Bs Slap 2<br />

262 Jz.Bs Slap 3<br />

263 Jz.Bs Pop<br />

264 Funk Bass1<br />

265 Funk Bass2<br />

266 Syn Bass A<br />

267 Syn Bass C<br />

268 Syn Bass<br />

269 Syn Bass 2 A<br />

270 Syn Bass 2 B<br />

271 Syn Bass 2 C<br />

272 Mini Bs 1A<br />

273 Mini Bs 1B<br />

274 Mini Bs 1C<br />

275 Mini Bs 2<br />

276 Mini Bs 2+<br />

277 MC-202 Bs A<br />

278 MC-202 Bs B<br />

279 MC-202 Bs C<br />

280 Hollow Bs<br />

281 Flute 1A<br />

282 Flute 1B<br />

283 Flute 1C<br />

284 Jazz Flute A<br />

285 Jazz Flute B<br />

286 Jazz Flute C<br />

287 Flute Tone<br />

288 Piccolo A<br />

289 Piccolo B<br />

290 Piccolo C<br />

291 Blow Pipe<br />

292 Pan Pipe<br />

293 BottleBlow<br />

294 Rad Hose<br />

295 Shakuhachi<br />

296 Shaku Atk<br />

297 Flute Push<br />

298 Clarinet A<br />

299 Clarinet B<br />

300 Clarinet C<br />

No. Wave Name<br />

301 Oboe mf A<br />

302 Oboe mf B<br />

303 Oboe mf C<br />

304 Oboe f A<br />

305 Oboe f B<br />

306 Oboe f C<br />

307 E.Horn A<br />

308 E.Horn B<br />

309 E.Horn C<br />

310 Bassoon A<br />

311 Bassoon B<br />

312 Bassoon C<br />

313 T_Recorder A<br />

314 T_Recorder B<br />

315 T_Recorder C<br />

316 Sop.Sax A<br />

317 Sop.Sax B<br />

318 Sop.Sax C<br />

319 Sop.Sax mf A<br />

320 Sop.Sax mf B<br />

321 Sop.Sax mf C<br />

322 Alto mp A<br />

323 Alto mp B<br />

324 Alto mp C<br />

325 Alto Sax 1A<br />

326 Alto Sax 1B<br />

327 Alto Sax 1C<br />

328 T.Breathy A<br />

329 T.Breathy B<br />

330 T.Breathy C<br />

331 SoloSax A<br />

332 SoloSax B<br />

333 SoloSax C<br />

334 Tenor Sax A<br />

335 Tenor Sax B<br />

336 Tenor Sax C<br />

337 T.Sax mf A<br />

338 T.Sax mf B<br />

339 T.Sax mf C<br />

340 Bari.Sax f A<br />

341 Bari.Sax f B<br />

342 Bari.Sax f C<br />

343 Bari.Sax A<br />

344 Bari.Sax B<br />

345 Bari.Sax C<br />

346 Syn Sax<br />

347 Chanter<br />

348 Harmonica A<br />

349 Harmonica B<br />

350 Harmonica C<br />

No. Wave Name<br />

351 OrcUnisonA L<br />

352 OrcUnisonA R<br />

353 OrcUnisonB L<br />

354 OrcUnisonB R<br />

355 OrcUnisonC L<br />

356 OrcUnisonC R<br />

357 BrassSectA L<br />

358 BrassSectA R<br />

359 BrassSectB L<br />

360 BrassSectB R<br />

361 BrassSectC L<br />

362 BrassSectC R<br />

363 Tpt Sect. A<br />

364 Tpt Sect. B<br />

365 Tpt Sect. C<br />

366 Tb Sect A<br />

367 Tb Sect B<br />

368 Tb Sect C<br />

369 T.Sax Sect A<br />

370 T.Sax Sect B<br />

371 T.Sax Sect C<br />

372 Flugel A<br />

373 Flugel B<br />

374 Flugel C<br />

375 FlugelWave<br />

376 Trumpet 1A<br />

377 Trumpet 1B<br />

378 Trumpet 1C<br />

379 Trumpet 2A<br />

380 Trumpet 2B<br />

381 Trumpet 2C<br />

382 HarmonMute1A<br />

383 HarmonMute1B<br />

384 HarmonMute1C<br />

385 Trombone 1<br />

386 Trombone 2 A<br />

387 Trombone 2 B<br />

388 Trombone 2 C<br />

389 Tuba A<br />

390 Tuba B<br />

391 Tuba C<br />

392 French 1A<br />

393 French 1C<br />

394 F.Horns A<br />

395 F.Horns B<br />

396 F.Horns C<br />

397 Violin A<br />

398 Violin B<br />

399 Violin C<br />

400 Violin 2 A<br />

No. Wave Name<br />

401 Violin 2 B<br />

402 Violin 2 C<br />

403 Cello A<br />

404 Cello B<br />

405 Cello C<br />

406 Cello 2 A<br />

407 Cello 2 B<br />

408 Cello 2 C<br />

409 Cello Wave<br />

410 Pizz<br />

411 STR Attack A<br />

412 STR Attack B<br />

413 STR Attack C<br />

414 DolceStr.A L<br />

415 DolceStr.A R<br />

416 DolceStr.B L<br />

417 DolceStr.B R<br />

418 DolceStr.C L<br />

419 DolceStr.C R<br />

420 JV Strings L<br />

421 JV Strings R<br />

422 JV Strings A<br />

423 JV Strings C<br />

424 JP Strings1A<br />

425 JP Strings1B<br />

426 JP Strings1C<br />

427 JP Strings2A<br />

428 JP Strings2B<br />

429 JP Strings2C<br />

430 PWM<br />

431 Pulse Mod<br />

432 Soft Pad A<br />

433 Soft Pad B<br />

434 Soft Pad C<br />

435 Fantasynth A<br />

436 Fantasynth B<br />

437 Fantasynth C<br />

438 D-50 HeavenA<br />

439 D-50 HeavenB<br />

440 D-50 HeavenC<br />

441 Fine Wine<br />

442 D-50 Brass A<br />

443 D-50 Brass B<br />

444 D-50 Brass C<br />

445 D-50 BrassA+<br />

446 Doo<br />

447 Pop Voice<br />

448 Syn Vox 1<br />

449 Syn Vox 2<br />

450 Voice Aahs A<br />

Golfvormoverzicht<br />

No. Wave Name<br />

451 Voice Aahs B<br />

452 Voice Aahs C<br />

453 Voice Oohs1A<br />

454 Voice Oohs1B<br />

455 Voice Oohs1C<br />

456 Voice Oohs2A<br />

457 Voice Oohs2B<br />

458 Voice Oohs2C<br />

459 Choir 1A<br />

460 Choir 1B<br />

461 Choir 1C<br />

462 Oohs Chord L<br />

463 Oohs Chord R<br />

464 Male Ooh A<br />

465 Male Ooh B<br />

466 Male Ooh C<br />

467 Org Vox A<br />

468 Org Vox B<br />

469 Org Vox C<br />

470 Org Vox<br />

471 ZZZ Vox<br />

472 Bell VOX<br />

473 Kalimba<br />

474 JD Kalimba<br />

475 Klmba Atk<br />

476 Wood Crak<br />

477 Block<br />

478 Gamelan 1<br />

479 Gamelan 2<br />

480 Gamelan 3<br />

481 Log Drum<br />

482 Hooky<br />

483 Tabla<br />

484 Marimba Wave<br />

485 Xylo<br />

486 Xylophone<br />

487 Vibes<br />

488 Bottle Hit<br />

489 Glockenspiel<br />

490 Tubular<br />

491 Steel Drums<br />

492 Pole lp<br />

493 Fanta Bell A<br />

494 Fanta Bell B<br />

495 Fanta Bell C<br />

496 FantaBell A+<br />

497 Org Bell<br />

498 AgogoBells<br />

499 FingerBell<br />

500 DIGI Bell 1<br />

243


Golfvormoverzicht<br />

No. Wave Name<br />

501 DIGI Bell 1+<br />

502 JD Cowbell<br />

503 Bell Wave<br />

504 Chime<br />

505 Crystal<br />

506 2.2 Bellwave<br />

507 2.2 Vibwave<br />

508 Digiwave<br />

509 DIGI Chime<br />

510 JD DIGIChime<br />

511 BrightDigi<br />

512 Can Wave 1<br />

513 Can Wave 2<br />

514 Vocal Wave<br />

515 Wally Wave<br />

516 Brusky lp<br />

517 Wave Scan<br />

518 Wire String<br />

519 Nasty<br />

520 Wave Table<br />

521 Klack Wave<br />

522 Spark VOX<br />

523 JD Spark VOX<br />

524 Cutters<br />

525 EML 5th<br />

526 MMM VOX<br />

527 Lead Wave<br />

528 Synth Reed<br />

529 Synth Saw 1<br />

530 Synth Saw 2<br />

531 Syn Saw 2inv<br />

532 Synth Saw 3<br />

533 JD Syn Saw 2<br />

534 FAT Saw<br />

535 JP-8 Saw A<br />

536 JP-8 Saw B<br />

537 JP-8 Saw C<br />

538 P5 Saw A<br />

539 P5 Saw B<br />

540 P5 Saw C<br />

541 P5 Saw2 A<br />

542 P5 Saw2 B<br />

543 P5 Saw2 C<br />

544 D-50 Saw A<br />

545 D-50 Saw B<br />

546 D-50 Saw C<br />

547 Synth Square<br />

548 JP-8 SquareA<br />

549 JP-8 SquareB<br />

550 JP-8 SquareC<br />

244<br />

No. Wave Name<br />

551 DualSquare A<br />

552 DualSquare C<br />

553 DualSquareA+<br />

554 JD SynPulse1<br />

555 JD SynPulse2<br />

556 JD SynPulse3<br />

557 JD SynPulse4<br />

558 Synth Pulse1<br />

559 Synth Pulse2<br />

560 JD SynPulse5<br />

561 Sync Sweep<br />

562 Triangle<br />

563 JD Triangle<br />

564 Sine<br />

565 Metal Wind<br />

566 Wind Agogo<br />

567 Feedbackwave<br />

568 Spectrum<br />

569 CrunchWind<br />

570 ThroatWind<br />

571 Pitch Wind<br />

572 JD Vox Noise<br />

573 Vox Noise<br />

574 BreathNoise<br />

575 Voice Breath<br />

576 White Noise<br />

577 Pink Noise<br />

578 Rattles<br />

579 Ice Rain<br />

580 Tin Wave<br />

581 Anklungs<br />

582 Wind Chimes<br />

583 Orch. Hit<br />

584 Tekno Hit<br />

585 Back Hit<br />

586 Philly Hit<br />

587 Scratch 1<br />

588 Scratch 2<br />

589 Scratch 3<br />

590 Shami<br />

591 Org Atk 1<br />

592 Org Atk 2<br />

593 Sm Metal<br />

594 StrikePole<br />

595 Thrill<br />

596 Switch<br />

597 Tuba Slap<br />

598 Plink<br />

599 Plunk<br />

600 EP Atk<br />

No. Wave Name<br />

601 TVF_Trig<br />

602 Org Click<br />

603 Cut Noiz<br />

604 Bass Body<br />

605 Flute Click<br />

606 Gt&BsNz MENU<br />

607 Ac.BassNz 1<br />

608 Ac.BassNz 2<br />

609 El.BassNz 1<br />

610 El.BassNz 2<br />

611 DistGtrNz 1<br />

612 DistGtrNz 2<br />

613 DistGtrNz 3<br />

614 DistGtrNz 4<br />

615 SteelGtrNz 1<br />

616 SteelGtrNz 2<br />

617 SteelGtrNz 3<br />

618 SteelGtrNz 4<br />

619 SteelGtrNz 5<br />

620 SteelGtrNz 6<br />

621 SteelGtrNz 7<br />

622 Sea<br />

623 Thunder<br />

624 Windy<br />

625 Stream<br />

626 Bubble<br />

627 Bird<br />

628 Dog Bark<br />

629 Horse<br />

630 Telephone 1<br />

631 Telephone 2<br />

632 Creak<br />

633 Door Slam<br />

634 Engine<br />

635 Car Stop<br />

636 Car Pass<br />

637 Crash<br />

638 Gun Shot<br />

639 Siren<br />

640 Train<br />

641 Jetplane<br />

642 Starship<br />

643 Breath<br />

644 Laugh<br />

645 Scream<br />

646 Punch<br />

647 Heart<br />

648 Steps<br />

649 Machine Gun<br />

650 Laser<br />

No. Wave Name<br />

651 Thunder 2<br />

652 AmbientSN pL<br />

653 AmbientSN pR<br />

654 AmbientSN fL<br />

655 AmbientSN fR<br />

656 Wet SN p L<br />

657 Wet SN p R<br />

658 Wet SN f L<br />

659 Wet SN f R<br />

660 Dry SN p<br />

661 Dry SN f<br />

662 Sharp SN<br />

663 Piccolo SN<br />

664 Maple SN<br />

665 Old Fill SN<br />

666 70s SN<br />

667 SN Roll<br />

668 Natural SN1<br />

669 Natural SN2<br />

670 Ballad SN<br />

671 Rock SN p L<br />

672 Rock SN p R<br />

673 Rock SN mf L<br />

674 Rock SN mf R<br />

675 Rock SN f L<br />

676 Rock SN f R<br />

677 Rock Rim p L<br />

678 Rock Rim p R<br />

679 Rock Rim mfL<br />

680 Rock Rim mfR<br />

681 Rock Rim f L<br />

682 Rock Rim f R<br />

683 Rock Gst L<br />

684 Rock Gst R<br />

685 Snare Ghost<br />

686 Jazz SN p L<br />

687 Jazz SN p R<br />

688 Jazz SN mf L<br />

689 Jazz SN mf R<br />

690 Jazz SN f L<br />

691 Jazz SN f R<br />

692 Jazz SN ff L<br />

693 Jazz SN ff R<br />

694 Jazz Rim p L<br />

695 Jazz Rim p R<br />

696 Jazz Rim mfL<br />

697 Jazz Rim mfR<br />

698 Jazz Rim f L<br />

699 Jazz Rim f R<br />

700 Jazz Rim ffL<br />

No. Wave Name<br />

701 Jazz Rim ffR<br />

702 Brush Slap<br />

703 Brush Swish<br />

704 Jazz Swish p<br />

705 Jazz Swish f<br />

706 909 SN 1<br />

707 909 SN 2<br />

708 808 SN<br />

709 Rock Roll L<br />

710 Rock Roll R<br />

711 Jazz Roll<br />

712 Brush Roll<br />

713 Dry Stick<br />

714 Dry Stick 2<br />

715 Side Stick<br />

716 Woody Stick<br />

717 RockStick pL<br />

718 RockStick pR<br />

719 RockStick fL<br />

720 RockStick fR<br />

721 Dry Kick<br />

722 Maple Kick<br />

723 Rock Kick p<br />

724 Rock Kick mf<br />

725 Rock Kick f<br />

726 Jazz Kick p<br />

727 Jazz Kick mf<br />

728 Jazz Kick f<br />

729 Jazz Kick<br />

730 Pillow Kick<br />

731 JazzDry Kick<br />

732 Lite Kick<br />

733 Old Kick<br />

734 Hybrid Kick<br />

735 Hybrid Kick2<br />

736 Verb Kick<br />

737 Round Kick<br />

738 MplLmtr Kick<br />

739 70s Kick 1<br />

740 70s Kick 2<br />

741 Dance Kick<br />

742 808 Kick<br />

743 909 Kick 1<br />

744 909 Kick 2<br />

745 Rock TomL1 p<br />

746 Rock TomL2 p<br />

747 Rock Tom M p<br />

748 Rock Tom H p<br />

749 Rock TomL1 f<br />

750 Rock TomL2 f


No. Wave Name<br />

751 Rock Tom M f<br />

752 Rock Tom H f<br />

753 Rock Flm L1<br />

754 Rock Flm L2<br />

755 Rock Flm M<br />

756 Rock Flm H<br />

757 Jazz Tom L p<br />

758 Jazz Tom M p<br />

759 Jazz Tom H p<br />

760 Jazz Tom L f<br />

761 Jazz Tom M f<br />

762 Jazz Tom H f<br />

763 Jazz Flm L<br />

764 Jazz Flm M<br />

765 Jazz Flm H<br />

766 Maple Tom 1<br />

767 Maple Tom 2<br />

768 Maple Tom 3<br />

769 Maple Tom 4<br />

770 808 Tom<br />

771 Verb Tom Hi<br />

772 Verb Tom Lo<br />

773 Dry Tom Hi<br />

774 Dry Tom Lo<br />

775 Rock ClHH1 p<br />

776 Rock ClHH1mf<br />

777 Rock ClHH1 f<br />

778 Rock ClHH2 p<br />

779 Rock ClHH2mf<br />

780 Rock ClHH2 f<br />

781 Jazz ClHH1 p<br />

782 Jazz ClHH1mf<br />

783 Jazz ClHH1 f<br />

784 Jazz ClHH2 p<br />

785 Jazz ClHH2mf<br />

786 Jazz ClHH2 f<br />

787 Cl HiHat 1<br />

788 Cl HiHat 2<br />

789 Cl HiHat 3<br />

790 Cl HiHat 4<br />

791 Cl HiHat 5<br />

792 Rock OpHH p<br />

793 Rock OpHH f<br />

794 Jazz OpHH p<br />

795 Jazz OpHH mf<br />

796 Jazz OpHH f<br />

797 Op HiHat<br />

798 Op HiHat 2<br />

799 Rock PdHH p<br />

800 Rock PdHH f<br />

No. Wave Name<br />

801 Jazz PdHH p<br />

802 Jazz PdHH f<br />

803 Pedal HiHat<br />

804 Pedal HiHat2<br />

805 Dance Cl HH<br />

806 909 NZ HiHat<br />

807 70s Cl HiHat<br />

808 70s Op HiHat<br />

809 606 Cl HiHat<br />

810 606 Op HiHat<br />

811 909 Cl HiHat<br />

812 909 Op HiHat<br />

813 808 Claps<br />

814 HumanClapsEQ<br />

815 Tight Claps<br />

816 Hand Claps<br />

817 Finger Snaps<br />

818 Rock RdCym1p<br />

819 Rock RdCym1f<br />

820 Rock RdCym2p<br />

821 Rock RdCym2f<br />

822 Jazz RdCym p<br />

823 Jazz RdCymmf<br />

824 Jazz RdCym f<br />

825 Ride 1<br />

826 Ride 2<br />

827 Ride Bell<br />

828 Rock CrCym1p<br />

829 Rock CrCym1f<br />

830 Rock CrCym2p<br />

831 Rock CrCym2f<br />

832 Rock Splash<br />

833 Jazz CrCym p<br />

834 Jazz CrCym f<br />

835 Crash Cymbal<br />

836 Crash 1<br />

837 Rock China<br />

838 China Cym<br />

839 Cowbell<br />

840 Wood Block<br />

841 Claves<br />

842 Bongo Hi<br />

843 Bongo Lo<br />

844 Cga Open Hi<br />

845 Cga Open Lo<br />

846 Cga Mute Hi<br />

847 Cga Mute Lo<br />

848 Cga Slap<br />

849 Timbale<br />

850 Cabasa Up<br />

No. Wave Name<br />

851 Cabasa Down<br />

852 Cabasa Cut<br />

853 Maracas<br />

854 Long Guiro<br />

855 Tambourine 1<br />

856 Tambourine 2<br />

857 Open Triangl<br />

858 Cuica<br />

859 Vibraslap<br />

860 Timpani<br />

861 Timp3 pp<br />

862 Timp3 mp<br />

863 Applause<br />

864 Syn FX Loop<br />

865 Loop 1<br />

866 Loop 2<br />

867 Loop 3<br />

868 Loop 4<br />

869 Loop 5<br />

870 Loop 6<br />

871 Loop 7<br />

872 R8 Click<br />

873 Metronome 1<br />

874 Metronome 2<br />

875 MC500 Beep 1<br />

876 MC500 Beep 2<br />

877 Low Saw<br />

878 Low Saw inv<br />

879 Low P5 Saw<br />

880 Low Pulse 1<br />

881 Low Pulse 2<br />

882 Low Square<br />

883 Low Sine<br />

884 Low Triangle<br />

885 Low White NZ<br />

886 Low Pink NZ<br />

887 DC<br />

888 REV Orch.Hit<br />

889 REV TeknoHit<br />

890 REV Back Hit<br />

891 REV PhillHit<br />

892 REV Steel DR<br />

893 REV Tin Wave<br />

894 REV AmbiSNpL<br />

895 REV AmbiSNpR<br />

896 REV AmbiSNfL<br />

897 REV AmbiSNfR<br />

898 REV Wet SNpL<br />

899 REV Wet SNpR<br />

900 REV Wet SNfL<br />

No. Wave Name<br />

901 REV Wet SNfR<br />

902 REV Dry SN<br />

903 REV PiccloSN<br />

904 REV Maple SN<br />

905 REV OldFilSN<br />

906 REV 70s SN<br />

907 REV SN Roll<br />

908 REV NatrlSN1<br />

909 REV NatrlSN2<br />

910 REV BalladSN<br />

911 REV RkSNpL<br />

912 REV RkSNpR<br />

913 REV RkSNmfL<br />

914 REV RkSNmfR<br />

915 REV RkSNfL<br />

916 REV RkSNfR<br />

917 REV RkRimpL<br />

918 REV RkRimpR<br />

919 REV RkRimmfL<br />

920 REV RkRimmfR<br />

921 REV RkRimfL<br />

922 REV RkRimfR<br />

923 REV RkGstL<br />

924 REV RkGstR<br />

925 REV SnareGst<br />

926 REV JzSNpL<br />

927 REV JzSNpR<br />

928 REV JzSNmfL<br />

929 REV JzSNmfR<br />

930 REV JzSNfL<br />

931 REV JzSNfR<br />

932 REV JzSNffL<br />

933 REV JzSNffR<br />

934 REV JzRimpL<br />

935 REV JzRimpR<br />

936 REV JzRimmfL<br />

937 REV JzRimmfR<br />

938 REV JzRimfL<br />

939 REV JzRimfR<br />

940 REV JzRimffL<br />

941 REV JzRimffR<br />

942 REV Brush 1<br />

943 REV Brush 2<br />

944 REV Brush 3<br />

945 REV JzSwish1<br />

946 REV JzSwish2<br />

947 REV 909 SN 1<br />

948 REV 909 SN 2<br />

949 REV RkRoll L<br />

950 REV RkRoll R<br />

Golfvormoverzicht<br />

No. Wave Name<br />

951 REV JzRoll<br />

952 REV Dry Stk<br />

953 REV DrySick<br />

954 REV Side Stk<br />

955 REV Wdy Stk<br />

956 REV RkStk1L<br />

957 REV RkStk1R<br />

958 REV RkStk2L<br />

959 REV RkStk2R<br />

960 REV Thrill<br />

961 REV Dry Kick<br />

962 REV Mpl Kick<br />

963 REV RkKik p<br />

964 REV RkKik mf<br />

965 REV RkKik f<br />

966 REV JzKik p<br />

967 REV JzKik mf<br />

968 REV JzKik f<br />

969 REV Jaz Kick<br />

970 REV Pillow K<br />

971 REV Jz Dry K<br />

972 REV LiteKick<br />

973 REV Old Kick<br />

974 REV Hybrid K<br />

975 REV HybridK2<br />

976 REV 70s K 1<br />

977 REV 70s K 2<br />

978 REV Dance K<br />

979 REV 909 K 2<br />

980 REV RkTomL1p<br />

981 REV RkTomL2p<br />

982 REV RkTomM p<br />

983 REV RkTomH p<br />

984 REV RkTomL1f<br />

985 REV RkTomL2f<br />

986 REV RkTomM f<br />

987 REV RkTomH f<br />

988 REV RkFlmL1<br />

989 REV RkFlmL2<br />

990 REV RkFlm M<br />

991 REV RkFlm H<br />

992 REV JzTomL p<br />

993 REV JzTomM p<br />

994 REV JzTomH p<br />

995 REV JzTomL f<br />

996 REV JzTomM f<br />

997 REV JzTomH f<br />

998 REV JzFlm L<br />

999 REV JzFlm M<br />

1000 REV JzFlm H<br />

245


Golfvormoverzicht<br />

No. Wave Name<br />

1001 REV MplTom2<br />

1002 REV MplTom4<br />

1003 REV 808Tom<br />

1004 REV VerbTomH<br />

1005 REV VerbTomL<br />

1006 REV DryTom H<br />

1007 REV DryTom M<br />

1008 REV RkClH1 p<br />

1009 REV RkClH1mf<br />

1010 REV RkClH1 f<br />

1011 REV RkClH2 p<br />

1012 REV RkClH2mf<br />

1013 REV RkClH2 f<br />

1014 REV JzClH1 p<br />

1015 REV JzClH1mf<br />

1016 REV JzClH1 f<br />

1017 REV JzClH2 p<br />

1018 REV JzClH2mf<br />

1019 REV JzClH2 f<br />

1020 REV Cl HH 1<br />

1021 REV Cl HH 2<br />

1022 REV Cl HH 3<br />

1023 REV Cl HH 4<br />

1024 REV Cl HH 5<br />

1025 REV RkOpHH p<br />

1026 REV RkOpHH f<br />

1027 REV JzOpHH p<br />

1028 REV JzOpHHmf<br />

1029 REV JzOpHH f<br />

1030 REV Op HiHat<br />

1031 REV OpHiHat2<br />

1032 REV RkPdHH p<br />

1033 REV RkPdHH f<br />

1034 REV JzPdHH p<br />

1035 REV JzPdHH f<br />

1036 REV PedalHH<br />

1037 REV PedalHH2<br />

1038 REV Dance HH<br />

1039 REV 70s ClHH<br />

1040 REV 70s OpHH<br />

1041 REV 606 ClHH<br />

1042 REV 606 OpHH<br />

1043 REV 909 NZHH<br />

1044 REV 909 OpHH<br />

1045 REV HClapsEQ<br />

1046 REV TghtClps<br />

1047 REV FingSnap<br />

1048 REV RealCLP<br />

1049 REV RkRCym1p<br />

1050 REV RkRCym1f<br />

246<br />

No. Wave Name<br />

1051 REV RkRCym2p<br />

1052 REV RkRCym2f<br />

1053 REV JzRCym p<br />

1054 REV JzRCymmf<br />

1055 REV JzRCym f<br />

1056 REV Ride 1<br />

1057 REV Ride 2<br />

1058 REV RideBell<br />

1059 REV RkCCym1p<br />

1060 REV RkCCym1f<br />

1061 REV RkCCym2p<br />

1062 REV RkCCym2f<br />

1063 REV RkSplash<br />

1064 REV JzCCym p<br />

1065 REV JzCCym f<br />

1066 REV CrashCym<br />

1067 REV Crash 1<br />

1068 REV RkChina<br />

1069 REV China<br />

1070 REV Cowbell<br />

1071 REV WoodBlck<br />

1072 REV Claves<br />

1073 REV Conga<br />

1074 REV Timbale<br />

1075 REV Maracas<br />

1076 REV Guiro<br />

1077 REV Tamb 1<br />

1078 REV Tamb 2<br />

1079 REV Cuica<br />

1080 REV Timpani<br />

1081 REV Timp3 pp<br />

1082 REV Timp3 mp<br />

1083 REV Metro


SYNTHESIZER MODULE<br />

Model <strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Basic<br />

Channel<br />

Mode<br />

Note<br />

Number :<br />

Velocity<br />

After<br />

Touch<br />

Pitch Bend<br />

Control<br />

Change<br />

Program<br />

Change<br />

Function...<br />

System Exclusive<br />

System<br />

Common<br />

System<br />

Real Time<br />

Aux<br />

Messages<br />

Notes<br />

Default<br />

Changed<br />

Default<br />

Messages<br />

Altered<br />

True Voice<br />

Note On<br />

Note Off<br />

Key's<br />

Channel's<br />

0, 32 1245<br />

6, 38 7<br />

10<br />

11<br />

64<br />

65<br />

66<br />

67<br />

68<br />

69<br />

71<br />

72<br />

73<br />

74<br />

75<br />

76<br />

77<br />

78<br />

80<br />

81<br />

82<br />

83<br />

84<br />

91<br />

93<br />

1–5, 7–31, 64–95 *3<br />

1–5, 7–31, 64–95 *3<br />

98, 99<br />

100, 101<br />

: True Number<br />

: Song Position<br />

: Song Select<br />

: Tune Request<br />

: Clock<br />

: Commands<br />

: All Sound Off<br />

: Reset All Controllers<br />

: Local On/Off<br />

: All Notes Off<br />

: Active Sensing<br />

: System Reset<br />

Mode 1 : OMNI ON, POLY<br />

Mode 3 : OMNI OFF, POLY<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

**************<br />

X<br />

**************<br />

X<br />

X<br />

X<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

X<br />

X<br />

O<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

O<br />

O<br />

X<br />

X<br />

X<br />

O<br />

Transmitted Recognized Remarks<br />

O *4<br />

**************<br />

O<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

MIDI Implementation Chart<br />

*7<br />

*7<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

O *1<br />

X<br />

1–16<br />

1–16<br />

Mode 3<br />

Mode 3, 4 (M = 1)<br />

0–127<br />

0–127<br />

O<br />

O<br />

O *1<br />

O *1<br />

O *1<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O<br />

O (Tone 1 Level)<br />

O (Tone 2 Level)<br />

O (Tone 3 Level)<br />

O (Tone 4 Level)<br />

O<br />

O (Reverb)<br />

O (Chorus)<br />

O<br />

O<br />

X<br />

O<br />

O *1<br />

0–127<br />

O *1<br />

X<br />

X<br />

X<br />

* 1 O X is selectable.<br />

* 2 Recognized as M=1 even if M≠1.<br />

* 3 Can be changed settings.<br />

* 4 Transmits when GM Data Transfer is excuted .<br />

Mode 2 : OMNI ON, MONO<br />

Mode 4 : OMNI OFF, MONO<br />

*4<br />

*7<br />

*7<br />

*7<br />

*4<br />

*4<br />

*4, *7<br />

*4, *7<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*4<br />

*5<br />

X<br />

O (120, 126, 127)<br />

O<br />

X<br />

O (123–127)<br />

O<br />

X<br />

*1<br />

*1<br />

*1<br />

*1<br />

*1<br />

*1<br />

*6<br />

*6<br />

*6<br />

*6<br />

*1<br />

Date : May. 20, 2000<br />

Version : 1.00<br />

* 2<br />

Bank select<br />

Modulation<br />

Breath type<br />

Foot type<br />

Portamento time<br />

Data entry<br />

Volume<br />

Panpot<br />

Expression<br />

Hold 1<br />

Portamento<br />

Sostenuto<br />

Soft<br />

Legato Foot Switch<br />

Hold 2<br />

Resonance<br />

Release Time<br />

Attack Time<br />

Cutoff<br />

Decay Time<br />

Vibrato Rate<br />

Vibrato Depth<br />

Vibrato Delay<br />

General Purpose Controller 5<br />

General Purpose Controller 6<br />

General Purpose Controller 7<br />

General Purpose Controller 8<br />

Portamento control<br />

General purpose effects 1<br />

General purpose effects 3<br />

CC1, 2 (General purpose controller 1, 2)<br />

CC3, 4 (General purpose controller 3, 4)<br />

NRPN LSB, MSB<br />

RPN LSB, MSB<br />

Program No. 1–128<br />

* 5 Transmits when Data Transfer is excuted or RQ1<br />

received.<br />

* 6 GM Mode only.<br />

* 7 Transmits when Part Information value changed.<br />

O : Yes<br />

X : No


Specificaties<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> 128 voice sound module<br />

GM Level 2-compatibel<br />

● Parts<br />

32<br />

● Maximale polyfonie<br />

128 stemmen<br />

● Golfvormgeheugen<br />

64MB (16-bit lineair formaat)<br />

● Aansluitingen voor uitbreidingen<br />

Wave Expansion Board SR-JV80: 4slots<br />

Wave Expansion Board SRX: 4slots<br />

Twee SIMM-aansluitingen (compatibel met 72-pin<br />

FP/EDO 16/32/64 MB SIMMs; maximale uitbreiding:<br />

128 MB)<br />

● Preset-geheugen:<br />

Patch: 896 (128 x 7 banken) + GM2-Patches: 256<br />

Performance: 64 (32 x 2 banken)<br />

Rhythm Sets: 14 (2 x 7 banken) + GM2 Rhythm Sets: 9<br />

● User-geheugen<br />

Patches: 128<br />

Performances: 64<br />

Rhythm Sets: 4<br />

● Externe opslag<br />

SmartMedia-kaart (1 slot): (2 - 128 MB, 5 of 3.3 V)<br />

● Effecten<br />

Multi-effect (MFX): 90 types<br />

(3 MFX-blokken in de Performance-mode)<br />

Reverb: 4 types<br />

Chorus: 2 types<br />

2-band EQ (instelbaar voor de 8 individuele uitgangen)<br />

● Display<br />

320 x 80 punten, grafisch LCD (verlicht)<br />

● Aansluitingen<br />

A (MIX) Output (L(MONO), R)<br />

B Output (L, R)<br />

C Output (L, R)<br />

D Output (L, R)<br />

(of Individual 1~8)<br />

Digital Audio Out S/P DIF 44.1/48kHz<br />

(COAXIAL 1, OPTICAL 1)<br />

Word Clock In (BNC)<br />

SCSI-connector (D-SUB 25pin)<br />

R-BUS-connector (Output Only)<br />

MIDI-connector (IN, OUT, THRU)<br />

Hoofdtelefoonaansluiting (stereo)<br />

● Voeding<br />

AC117, 230, 240 V<br />

● Opgenomen vermogen<br />

25 W<br />

248<br />

● Afmetingen<br />

482 (B) x 281 (D) x 88 (H) mm<br />

(EIA-2U rack)<br />

● Gewicht<br />

4,9 kg<br />

● Accessoires<br />

Quickstart manual<br />

Owner's manual<br />

Q&A, Sound List<br />

Nederlandstalige handleiding,<br />

Stroomkabel<br />

● Opties<br />

Wave Expansion Board (SRX-serie, SR-JV80-serie)<br />

* Wijzigingen van het uiterlijk en de specificaties zonder<br />

voorafgaande kennisgeving voorbehouden.


Index<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong><br />

Cijfers<br />

2-voice Pitch Shifter, 73<br />

3D<br />

AUTO SPIN, 108<br />

Chorus, 89<br />

Delay, 84<br />

DELAY 2, 93<br />

Flanger, 90<br />

MANUAL, 108<br />

3-voice Pitch Shifter, 85<br />

44,1kHz, 197<br />

48kHz, 197<br />

4Tone, 112<br />

A<br />

ADAT, 197<br />

ADSR, 123, 151<br />

AE-7000, 198<br />

AES/EBU, 197, 198<br />

Aftertouch, 130, 178<br />

GM-Part, 182<br />

MFX-controle, 56<br />

AIFF, 158, 165<br />

Akai, 159<br />

Alternate Pan, 128, 150, 155<br />

Amount, 154<br />

Amp<br />

Simulator, 87<br />

Type, 63<br />

Analog Feel, 113<br />

Analoogsimulatie, 122<br />

Anti-Phase, 89<br />

Arabische stemming, 174<br />

Archiveren, 169<br />

Arpeggio, 121<br />

Assign Type, 155<br />

Attack<br />

GM-Part, 180<br />

Patch, 113<br />

Auto<br />

Load, 159<br />

Pan, 91<br />

Wah, 65<br />

B<br />

Bank Select, 175<br />

Rx Switch, 146<br />

Bankkeuze, 32<br />

BASS MULTI, 106<br />

Battery Check, 178<br />

Bend<br />

GM-Part, 182<br />

Range, Part, 144<br />

Rhythm Tone, 155<br />

Rng, 181<br />

Up/DW, 129, 138<br />

Bender, 115<br />

Bias, 127<br />

Booster, 116, 117<br />

BPF, 124<br />

BPM, 122<br />

Bulk Dump, 183<br />

C<br />

Card, 161<br />

Categorie, 51, 157<br />

CD-ROM, 39, 157<br />

Chaos, 129<br />

Character Style, 173<br />

Chord, 51<br />

Chorus, 56, 60<br />

Aan/uit, 35<br />

GM, 182<br />

Level, 191<br />

MFX, 79, 89<br />

Rhythm Tone, 61<br />

Send, 196<br />

Send Level, 55, 59<br />

Uitgangstoewijzing, 191<br />

CLEAN GUITAR MULTI A, 104<br />

CLEAN GUITAR MULTI B, 105<br />

Clock Source, 114, 173<br />

Rhythm Set, 149<br />

Coarse<br />

GM-Part, 181<br />

Part, 144<br />

Partial, 133<br />

Patch, 113<br />

Rhythm Tone, 151<br />

Rhythm Wave (WMT), 151<br />

Tone, 122<br />

Color, FXM, 121, 151<br />

Common, 112, 142<br />

Performance, 142<br />

Rhythm Set, 148<br />

Compare, 140, 156, 163<br />

Compressor, 66, 87<br />

Continuous, 156<br />

Contrast, 173<br />

Control<br />

Channel, 175<br />

Patch, 114<br />

Rhythm Tone, 155<br />

Controlecommando (CC), 187<br />

Controllers, 178<br />

Copy<br />

Effecten, 109<br />

Kaart, 166<br />

Name, 140, 147, 156<br />

Part, 147<br />

Patch, 139<br />

Rhythm Tone, 156<br />

SmartMedia, 165<br />

Create<br />

New Folder, 167<br />

Patch, 162<br />

Cutoff<br />

GM-Part, 180<br />

Offset, 113<br />

Partial, 136<br />

Rhythm Tone, 153<br />

Tone, 125<br />

D<br />

DA-88, 197<br />

Data Transfer, 183<br />

Default, 168<br />

Delay, 76<br />

Chorus, 56<br />

Effect, 70, 72<br />

LFO, 129<br />

Tone, 121<br />

Delete, 165<br />

Demosongs, 18, 19<br />

Depth<br />

FXM, 121, 151<br />

Pitch Envelope, 123, 151<br />

TVF Envelope, 125, 154<br />

Detune, 129<br />

Device ID, 52, 176<br />

Diagnose, 147<br />

DIF Control, 197<br />

Diffusion, 58<br />

Digitaal, 197<br />

Digital Interface, 190<br />

Dimension D, 68<br />

Direction, 127<br />

Disc, 86<br />

Disk, 157<br />

Distortion, 63<br />

2, 87<br />

→ Chorus, 76<br />

→ Delay, 77<br />

→ Flanger, 76<br />

Drive, 160<br />

Dry, 55, 196<br />

Dry Send Level, 192<br />

Duck, 88<br />

Dump, Samples, 161<br />

E<br />

Edit Data, 175<br />

Effect, 54<br />

Aan/uit, 35<br />

Aan/uit (GM-mode), 180<br />

Kopiëren, 109<br />

Part, 59<br />

Patch, 54<br />

Performance, 58<br />

Rhythm Set, 60<br />

Send, 55<br />

Synchronisatie via MIDI, 69<br />

Emphasis, 162<br />

Enhancer, 65, 77, 78<br />

Envelope<br />

Mode, 155<br />

Pitch, 123, 151<br />

TVF, 125, 126, 154<br />

EQ, 36, 175<br />

Stereo, 63<br />

Equal, 174<br />

Equalizer, 175<br />

Exclusive, 171<br />

Group, 155<br />

Exp<br />

GM-Part, 182<br />

Rx Switch, 146<br />

Expression<br />

Rhythm Tone, 156<br />

F<br />

F.L, 143<br />

249<br />

Referentiehandboek


Index<br />

Fabrieksinstellingen, 17, 168, 171<br />

Factory Reset, 17, 171<br />

Fade, 117<br />

Favorite List, 42, 172<br />

Feedback Pitch Shifter, 74<br />

Filter, 124<br />

MIDI, 146<br />

MIDI (Tone), 131<br />

Rhythm Tone, 153<br />

SysEx, 171<br />

TVF, 124, 153<br />

Fine<br />

GM-Part, 181<br />

Part, 144<br />

Partial, 133<br />

Rhythm Tone, 151<br />

Rhythm Wave (WMT), 151<br />

Tone, 122<br />

Tune (Patch), 113<br />

Fixed, 125, 127, 153, 154<br />

Flanger, 68, 69, 81, 182<br />

→ Delay, 78<br />

Folder, 167<br />

Foot (GM-Part), 182<br />

Form, 129<br />

Formant Filter, 82<br />

Format, 164, 167<br />

Four-Tone Patch, 110<br />

Foutmeldingen, 202<br />

Frontpaneel, 48<br />

Full, 165<br />

FXM, 121, 151<br />

G<br />

Gain, 197<br />

Rhythm Wave, 150<br />

Wave, 121<br />

Gate, 88<br />

Reverb, 75<br />

Geheugen<br />

Beveiliging, 163, 171<br />

Structuur, 52<br />

Geheugenkaart<br />

Laden, 161<br />

Gelijkzwevende temperatuur, 174<br />

General, 54, 173<br />

General MIDI, 24, 179<br />

General MIDI 2, 24<br />

GM, 175, 196<br />

MIDI IN 2, 169<br />

MIDI-ingangen, 177<br />

Mode, 179<br />

Parameters, 180<br />

System On, 175<br />

Utility, 182<br />

GM2, 175<br />

Golfvorm, 110<br />

Group<br />

Patch/Rhythm Set, 143<br />

Rhythm Wave, 150<br />

GS, 179<br />

Reset, 176<br />

Guitar Amp, 86, 87<br />

GUITAR AMP SIMULATOR, 99<br />

GUITAR MULTI A, 100<br />

GUITAR MULTI B, 102<br />

250<br />

GUITAR MULTI C, 102<br />

H<br />

H.F, 175<br />

H.G, 175<br />

Harde schijf, 167<br />

Hexa Chorus, 67<br />

High Pass, 124<br />

Hld, 146<br />

Hold<br />

1, 156<br />

GM-Part, 182<br />

Rx Switch, 146<br />

Hoofdtelefoon, 191<br />

I<br />

Info, 147<br />

GM, 182<br />

System, 178<br />

INIT, 183<br />

Initialiseren, 17, 168, 171<br />

GM, 179<br />

Internal, 171<br />

Invert, 70<br />

Isolator, 89<br />

ISOLATOR 2, 107<br />

J<br />

JD MULTI, 97<br />

JD-990, 97<br />

JmpDel, 157<br />

K<br />

K. Range<br />

Patch, 117<br />

K.L, 31, 117, 143<br />

K.U, 31, 117, 143<br />

Kaart<br />

Installeren, 12<br />

Key<br />

Assign, 52, 114<br />

Mode, 180<br />

Off (Decay), 122<br />

On, 156<br />

Output Assign, 113<br />

Range, 30, 31, 117, 143<br />

Shift, 173<br />

Sync, 130<br />

Key Scale, 174<br />

KEYBOARD MULTI, 95<br />

Keyfollow<br />

Pan, 127<br />

Pitch, 122<br />

Keysync Flanger, 81<br />

Kopiëren, zie Copy,<br />

109<br />

Koppelen, 176<br />

L<br />

L.F, 117, 118, 152, 175<br />

L.G, 175<br />

Laden, 157<br />

Last, 114<br />

Last-Set, 173<br />

Layer, 27<br />

LCD Contrast, 173<br />

Legato, 114<br />

Part, 145<br />

Portamento, 115<br />

Retrigger, 114<br />

Level<br />

Chorus, 191<br />

Master, 173, 191<br />

Patch, 112, 190<br />

Reverb, 191<br />

Rhythm Set, 149, 194<br />

Rhythm Tone, 154<br />

Rhythm Wave, 150<br />

Tone, 127<br />

Level 1~3 (TVA), 128<br />

Level 1~4<br />

Pitch Envelope, 123<br />

TVF Envelope, 126, 154<br />

LFO, 129, 187<br />

1/2, 129<br />

Synchroniseren, 185<br />

Tempo Sync (voorbeeld), 185<br />

Wave, 129<br />

Library, 25<br />

Limiter, 66, 87<br />

Load, 157, 160<br />

Auto, 159<br />

Sample, 159<br />

LoFi<br />

Compress, 85<br />

Noise, 86<br />

Loop, 124, 135<br />

Looped, 120<br />

Loops, 121<br />

Loudest, 114<br />

Lower, 30<br />

LPF, 124<br />

M<br />

Map, 167<br />

Mark, 41, 157<br />

Master<br />

Clock, 190<br />

Freq, 190, 197<br />

Level, 173, 191<br />

Tune, 173<br />

Matrix Control, 118, 178, 185, 187<br />

MFX, 54, 190, 192, 194<br />

Aan/uit, 35<br />

CTRL, 178, 186<br />

Kiezen voor Part, 192<br />

MIDI-beïnvloeding, 44<br />

Param, 55<br />

Parameters, 61<br />

Praktijk, 184<br />

Prm, 55<br />

Select, 59<br />

Source, 59<br />

Synchronisatie, 185<br />

Type, 55


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Index<br />

MIDI<br />

Adressen, 187<br />

Bankkeuze, 32<br />

Controlecommando’s, 187<br />

Filter, 146<br />

GM-Parts, 181<br />

IN, 176<br />

IN 2, 169<br />

Kanaal (Part), 29<br />

Kanalen, 26<br />

Mode kiezen, 52<br />

Monitor, 147<br />

Multitimbraliteit, 177<br />

Parameters, 175<br />

Part-controle, 187<br />

Programmakeuze, 32<br />

Rx, 145, 156<br />

Rx Switch, 131, 146<br />

Sample Dump, 161<br />

Synchronisatie, 69, 173<br />

SysEx, 176<br />

SysEx-filter, 171<br />

Tx, 175<br />

Minus-One, 146, 179<br />

Mix, 190<br />

Mod<br />

GM-Part, 182<br />

Rx Switch, 146<br />

Mode, 23<br />

GM Init, 183<br />

Kiezen (MIDI), 52<br />

Tone Delay, 121<br />

Modify<br />

GM, 180<br />

Part, 144<br />

Modulatie, 146<br />

Modulation Delay, 70<br />

Module, 177<br />

Monitor, 147<br />

Mono, 52, 114<br />

Mono/Poly, 145, 180<br />

Moving, 165<br />

MULTI, 93<br />

Multi, 155<br />

Tap Delay, 83<br />

Tap Delay 2, 93<br />

Multi-effect, 55, 61<br />

Multi-Partial, 21, 112, 132<br />

Multi-partial Patch, 110<br />

Multitimbraliteit, 177<br />

Mute, 132<br />

Group, 155<br />

Part, 181<br />

Sw, 146<br />

N<br />

Naam<br />

Kopiëren, 140, 147, 156<br />

Name<br />

Rhythm Set, 148<br />

Rhythm Tone, 150<br />

Noise, 86<br />

Normal, 115<br />

Number<br />

GM Patch/Rhythm Set, 181<br />

Performance-mode, 143<br />

Rhythm Wave, 150<br />

O<br />

Octave, 52<br />

Part, 143<br />

Patch, 113<br />

Offset, 113, 129, 145<br />

One Shot Mode, 114<br />

One-Shot, 120, 149<br />

Ontstemmen, zie Fine<br />

Original<br />

Key, 124<br />

Output<br />

Toonregeling, 175<br />

Output Assign, 54, 58, 59, 61, 190<br />

GM, 181<br />

Part, 192<br />

Patch, 190<br />

Rhythm Set, 149, 195<br />

Rhythm Tone, 194<br />

Output Gain, 197<br />

Overdrive, 63<br />

2, 87<br />

→ Chorus, 75<br />

→ Delay, 76<br />

→ Flanger, 75<br />

P<br />

Palette, 54, 119<br />

Edit, 142<br />

Tones, 119<br />

Pan<br />

GM-Part, 181<br />

GM-Part (Info), 182<br />

LFO, 130<br />

MFX (auto), 91<br />

Part, 143<br />

Patch, 112, 190<br />

Rhythm Tone, 154, 156<br />

Rhythm Wave (WMT), 150<br />

Rx Switch, 146<br />

Tone, 127<br />

Panel (& MIDI), 148<br />

Parallel, 190<br />

Part<br />

48 tegelijk, 177<br />

Aan/uit, 28<br />

Dry Send, 59<br />

Dry Send Level, 196<br />

Effecten, 59<br />

Instellingen, 142<br />

Kopiëren, 147<br />

MFX kiezen, 192<br />

MIDI, 181<br />

MIDI-controle, 187<br />

MIDI-kanaal, 29<br />

Modify, 144<br />

Mono/Poly, 145<br />

Mute, 181<br />

Output Assign, 58, 192, 196<br />

Patch toewijzen, 28<br />

Pitch, 144<br />

Type, 143<br />

Uitgangstoewijzing, 192<br />

Partial, 132, 158<br />

PAT, 192<br />

Patch, 110<br />

Aan Part toewijzen, 143<br />

Create (Multi-Partial), 162<br />

Definitie, 21<br />

Editen (Performance), 147<br />

Effecten, 54<br />

Favorite, 42<br />

Finder, 20, 51, 112<br />

Initialiseren, 168<br />

Kiezen, 19<br />

Kopiëren, 139<br />

Level, 112<br />

MIDI, 32<br />

Multi-Partial, 21<br />

Opslaan, 163<br />

Pan, 190<br />

Part (toewijzen), 28<br />

Remain, 173<br />

Rhy Rx Ch, 175<br />

Scale Tune, 174<br />

Tempo, 185<br />

Type, 112<br />

Uitgangen, 190<br />

Voorstelling, 110<br />

Patch Finder<br />

Effecten (MFX), 62<br />

Peaking, 124<br />

Performance, 141<br />

Definitie, 141<br />

Effect, 58<br />

Initialiseren, 168<br />

Kiezen, 27<br />

MIDI, 33<br />

Mode, 141<br />

Naam, 142<br />

Opslaan, 163<br />

Parameters, 142<br />

S-serie, 157<br />

Uitgangstoewijzing, 192<br />

Phase Lock, 146<br />

Phaser, 64<br />

Stereo, 80<br />

251<br />

Referentiehandboek


Index<br />

Phrase, 51<br />

Loop, 121, 150<br />

Loop, Synchronisatie, 186<br />

Preview, 19, 51<br />

Pianostemming, 113<br />

Pickup, 86<br />

Pitch, 122, 151<br />

Bend, 115, 144<br />

Envelope, 123<br />

Keyfollow, 122<br />

LFO, 130<br />

Rhythm Tone, 151<br />

Pitch Shifter, 73, 74, 85<br />

PKG, 124<br />

Poly, 52, 114<br />

Polyfonie, 114, 144<br />

Stack, 176<br />

Porta Sw:Time, 180<br />

Portamento, 115<br />

Part, 145<br />

Patch, 115<br />

Power Up Mode, 173<br />

Presence, 99<br />

Preview, 19, 51<br />

Mode, 51<br />

PRF, 59<br />

Priority, 114<br />

Program Change<br />

Rx Switch, 146, 175<br />

Programmakeuze, 32<br />

Protect, 171<br />

PWM, 117<br />

Q<br />

Quadruple Tap Delay, 72<br />

Quick, 164<br />

R<br />

Radio Detune, 86<br />

Random, 118<br />

Pan, 127, 150, 155<br />

Rhythm Tone, 151<br />

Rhythm Wave (WMT), 152<br />

Tone, 122<br />

Rate<br />

LFO, 129<br />

Portamento, 115<br />

R-BUS, 197<br />

Receive Channel, 29<br />

Receive Switch, 181<br />

Redamper, 131<br />

Refresh, 157<br />

Regist, 42<br />

Registry, 166<br />

Release, 180<br />

Patch, 114<br />

Remove, 172<br />

Rename, 165<br />

Reset, 88<br />

Resonance<br />

GM-Part, 180<br />

Offset, 113<br />

Phaser, 64<br />

Rhythm Tone, 153<br />

Tone, 125<br />

Rest, 144<br />

252<br />

Reverb, 57, 60<br />

Aan/uit, 36<br />

Level, 191<br />

MFX-algoritme, 74<br />

Send, 196<br />

Send Level, 59, 61<br />

Uitgangstoewijzing, 191<br />

Reverse<br />

Delay 2, 93<br />

Reverse Delay, 83<br />

RHODES MULTI, 96<br />

Rhythm Edit Key, 173<br />

Rhythm Set<br />

Editen, 148<br />

Editen (Performance), 147<br />

Effecten, 60<br />

Initialiseren, 169<br />

MIDI, 32<br />

Opslaan, 163<br />

Samples gebruiken, 153<br />

Rhythm Tone<br />

Output Assign, 60<br />

Uitgangstoewijzing, 194<br />

Ring Modulator, 117<br />

Effect, 82<br />

Rnd Pan, 150<br />

Rotary, 65, 186<br />

ROTARY 2, 93<br />

ROTARY MULTI, 94<br />

RPN, 187<br />

Rx<br />

Bank Select, 175<br />

Ch, 175<br />

Program Change, 175<br />

S<br />

S-1000/3000, 158<br />

S-700 series, 158<br />

Sample, 123, 133, 153, 158<br />

Dump, 161<br />

Load, 159<br />

Rhythm Tone, 153<br />

Tone, 124<br />

Sampler Libraries, 157<br />

Samples, 37<br />

Sampling-Frequentie, 197<br />

Save, 164, 169<br />

Saving, 163, 164, 167<br />

SAW, 91<br />

Scale Tune, 174<br />

Scale Tuning, 174<br />

SCSI, 39, 204<br />

ID, 178<br />

Probe Time, 173<br />

SCSI Probe Time, 173<br />

Select, 41<br />

Self, 178<br />

Send, 55, 59<br />

Setup, 173<br />

Shuffle Delay, 84<br />

SHUFFLE DELAY 2, 93<br />

SIMM, 37, 178<br />

SIN, 91<br />

Single, 51, 155<br />

Size, 58<br />

Slash, 89<br />

Slicer, 88<br />

SmartMedia, 164<br />

Formateren, 164<br />

Laden, 161<br />

SMT, 133<br />

Solo, 114, 141<br />

Sort, 157<br />

Sound Library, 25<br />

Sound List, 22, 163<br />

Source<br />

MFX, 59<br />

Space-D, 68<br />

Speaker Simulator, 86<br />

Specificaties, 248<br />

Spectrum, 64<br />

Split, 30<br />

Part, 143<br />

Tone, 117<br />

Split Key Output Assign, 54<br />

SQR, 91<br />

SR-JV80, 12<br />

SRX, 12<br />

ST FORMANT FILTER, 92<br />

Stack, 176<br />

Start, 115<br />

Step, 69<br />

Stereo<br />

Chorus, 68<br />

Compressor, 87<br />

Delay, 70<br />

EQ, 63<br />

Flanger, 68<br />

Limiter, 87<br />

Phaser, 80<br />

STEREO AUTO WAH, 92<br />

STEREO DISTORTION, 100<br />

STEREO LOFI COMPRESS, 98<br />

STEREO LO-FI NOISE, 98<br />

STEREO OVERDRIVE, 99<br />

STEREO PHASER 2, 91<br />

STEREO SPECTRUM, 107<br />

Stereopositie, zie Pan<br />

Stretch Tune, 113<br />

Structure, 116<br />

Structuur, 52<br />

Switch<br />

FXM, 121, 151<br />

Synchronisatie, 173<br />

MFX, 185<br />

Phrase Loop, 186<br />

Wave, 121<br />

SysEx, 175, 176<br />

Filter, 171<br />

Mode kiezen, 52<br />

System, 173<br />

Tempo, 173<br />

System Exclusive, 176<br />

T<br />

Tap Delay, 71<br />

Tascam, 198


<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Index<br />

Tempo<br />

LFO (synchr.), 185<br />

Rhythm Set, 149<br />

Sync (Wave), 121<br />

System, 173<br />

Wave, 150<br />

Temporary Area, 52<br />

Terminator, 204<br />

Threshold, 66<br />

Time<br />

Control Delay, 72<br />

Keyfollow, 123, 128, 137<br />

Portamento, 115<br />

Tone Delay, 122<br />

Time 1~4<br />

Multi-Partial, 137<br />

Pitch Envelope, 123<br />

Pitch Envelope, Rh. Set, 151<br />

TVA Envelope, 128, 155<br />

TVF Envelope, 126, 154<br />

TMT, 117, 187<br />

Tone<br />

Aan/uit, 112<br />

Definitie, 21<br />

Delay, 121, 186<br />

Effectaandeel, 55<br />

Kopiëren, 139<br />

Matrix-controle, 185<br />

Mix Table, 117<br />

Name, 150<br />

Output Assign, 54, 190<br />

Praktijk, 184<br />

Voorstelling, 110<br />

Tool, 164, 165, 166<br />

Toonhoogte, zie Pitch<br />

Toonregeling, 175<br />

Transfer, 169<br />

To MIDI, 183<br />

To User, 170<br />

Transmitting, 169<br />

Transmitting Samples, 161<br />

Tremolo, 91, 129<br />

Chorus, 67<br />

TRI, 91<br />

Triple Tap Delay, 71<br />

Tune, 113, 151<br />

Loop, 124, 153<br />

TVA<br />

Multi-Partial, 137<br />

Rhythm Tone, 154<br />

Tone, 127<br />

TVF, 153<br />

Envelope, 125, 126, 154<br />

LFO, 130<br />

Rhythm Tones, 153<br />

Tones, 124<br />

2-voice Pitch Shifter, 73<br />

Type, 55<br />

Chorus, 56, 182<br />

Initialize, 168<br />

Part, 143, 181<br />

TVF, 153<br />

U<br />

U.F, 117, 118, 143, 152<br />

Uitgangen<br />

Digitaal, 197<br />

Patch-mode, 189<br />

Performance-mode, 192<br />

Rhythm Set-mode, 194<br />

Uitgangstoewijzing, 54, 189<br />

General MIDI Mode, 196<br />

Upper, 30<br />

User, 160, 163<br />

Utility, 163<br />

GM, 182<br />

Initialize, 168<br />

V<br />

V. Range<br />

Patch, 118<br />

V.L, 118, 152<br />

V.U, 118, 152<br />

Value-regelaar, 23<br />

Velocity<br />

Curve, 146, 154<br />

Patch, 118<br />

Sens, 114, 123, 145, 152, 154<br />

Switch, 118, 134<br />

Vertragingstijd, 122<br />

Vervorming (Booster), 116<br />

Vibrato, 129, 130<br />

View, 157<br />

VK-7, 93<br />

Voetschakelaar<br />

Rotary-effect, 186<br />

Voice<br />

Priority, 114<br />

Reserve, 144<br />

Voices (Info GM-Part), 182<br />

Vol<br />

GM-Part, 182<br />

Rx Switch, 146<br />

Volume, 127, 191<br />

GM Part, 181<br />

S-serie, 157<br />

Zie ook Level<br />

W<br />

WahWah, 129<br />

Effect, 65<br />

WAV, 158<br />

WAVE, 120<br />

Wave<br />

Expansion Board, 12<br />

Generator, 110<br />

LFO, 129<br />

Matrix Table, 150<br />

Tempo Sync, 121, 150<br />

Wave Expansion<br />

Info, 178<br />

WG, 110, 120<br />

Without, 157<br />

WMT, 150<br />

Tune, 151<br />

Wordclock, 190, 197<br />

Write, 163<br />

Protect, 163, 171<br />

X<br />

Xfer, 170, 171, 183<br />

<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> Self, 178<br />

Z<br />

Zip, 157, 160<br />

Databeheer, 168<br />

253<br />

Referentiehandboek


Index<br />

254

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!