Bedieningshand- leiding - Covidien

Newport Medical Instruments, Inc. 

Beademingsapparaat 

Newport e360 

Bedieningshand- 

leiding 

Voor model e360S, e360P, e360E 

OPR360U-NL Rev. A 

0344 

02-2013 

Newport Medical Instruments, Inc. 

1620 Sunflower Ave. 

Costa Mesa, CA 92626 

Tel.: +1 (714) 427 58 11 

Tel.: +1 (800) 451 31 11 (alleen VS) 

Fax: +1 (714) 427 04 89 

Doorkiesnr. Klantenservice 282 

www.ventilators.com 

e-mail: Info@ventilators.com

5-1 

Revisiegeschiedenis handleiding 

Rev. A Mei 2009 Nieuwe uitgave 

Rev. B Juni 2011 Revisiekennisgeving 

bedieningshandleiding opgenomen 

voor update van oplaadschema interne 

batterij, toegevoegd octrooinummer en 

update van garantie voor O2-sensor. 

OPR360U A0509 

Rev. C Juli 2011 Update van handleiding met opname 

van aanhangsel voor softwareversie 

7.0 en correctie van garantie O2sensor. 

Diverse updates van tekst op 

de volgende pagina's: 1-6, 1-7, 1-10, 

2-2, 3-4, 4-1, 4-2, 4-4, 4-17, 6-13, 

6-14, 7-4, 8-4, 8-9, 8-10, I-3. 

Rev. D September 2011 Aanhangsel voor software 7.0 

verwijderd. 

Rev. E September 2012 Update van handleiding voor opname 

van softwareversie 7.0 en hoger, met 

inbegrip van de functies NIF- en P0.1- 

manoeuvre. 

Rev F December 2012 Updates voor opname van 

opmaakwijzigingen in tekeningen en 

correctie van tabel op p. 5-3, Alarm 

History, om daar Device Alert en 

Data Read Failure in op te nemen. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 

OPR360U A0509 

5-1

5-1 

Contactgegevens 

Telefoon: +1 (714) 427 58 11 of +1 (800) 451 31 11 (alleen VS) 

Fax: +1 (714) 427 04 89 

Klantenservice: doorkiesnr.: 282 

OPR360U A0509 

Tijden: maandag t/m vrijdag, 8.00 uur tot 17.00 uur (PST) 

24-uurs ondersteuning: 

Technische ondersteuning: doorkiesnr. 500 

Klinische ondersteuning: doorkiesnr. 123 

E-mail: 

Afdeling klantenservice: customers@ventilators.com 

Klinische educatie en ondersteuning: clinical@ventilators.com 

Technische service en ondersteuning: techservice@ventilators.com 

Internet: www.ventilators.com 

Adres voor verzending: 

Attn: Receiving Dept. 

1620 Sunflower Avenue, Costa Mesa, CA 92626 VS 

Vertegenwoordiger EG: EC REP 

Emergo Europe 

Molenstraat 15 

2513 BH, The Hague 

The Netherlands 

Auteursrechtelijke informatie 

© Copyright 2012 Newport Medical Instruments, Inc. Alle rechten 

voorbehouden. Beademingssysteem e360 van Newport wordt 

vervaardigd overeenkomstig eigendomsrechtelijk beschermde 

informatie van Newport Medical Instruments, Inc. De Newport e360 

valt onder octrooinr. 6,439,229. 

De informatie in deze handleiding is exclusief eigendom van Newport 

Medical Instruments, Inc. en mag niet worden verveelvoudigd zonder 

haar toestemming. Deze handleiding kan op elk gewenst moment OPR360U A0509 en 

zonder kennisgeving door Newport Medical Instruments, Inc. worden 

herzien of vervangen. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 

5-1

UITVOUWTEKENINGEN 

Tijdens het doornemen van de handleiding kunt 

u ter verduidelijking deze tekeningen raadplegen. 

3 4 

2 

1 

1 Bevochtiger van ander merk 4 Steunarm met railblok 

2 Beademingsapparaat e360 5 Patiëntbeademingsscircuit 

3 Optioneel 17 inch beeldscherm 6 Rolstatief 

Afbeelding F-1: Beademingsapparaat e360 van 

Newport met accessoires 

5 

6 

1 Zuurstofinlaat 8 VGA-aansluiting 

2 Luchtinlaat 9 USB-aansluiting 

3 Aansluiting extern alarm 10 Koelventilator 

4 Alarmluidspreker 11 Potentiaalvereffeningstapeind 

5 Externe alarmonderdrukking 12 Netstroomaansluiting 

6 Aan/uit-schakelaar 13 Zekeringlade 

7 RS232-aansluiting 14 Aansluiting externe batterij 

Scherm met alarmen 

• High Paw 

• Low Paw 

• High MVE 

• Low MVE 

• High RR 

• Apnea 

• Disconnect 

Threshold 

• Alarm History 

• Alarm Loudness 

• Alarm Tones 

• Save 

Patient Setup 

Patient (Type) 

Ideal Weight 

Volume Units 

(mL, mL/lb/kg) 

Sigh 

Circuit Type 

Leak Comp. 

Compl. Comp. 

Hoofdscherm 

• Waves 

• Loops 

• Numerics 

• Trends 

• Freeze/Save 

Circuit Check 

(alleen in stand-by beademing) 

Voert lekkagetest, kalibratie 

van compliantieflowsensor en 

weerstandstest uit 

Sensors 

Flow Sensor Calibration 

O2 Sensor Calibration 

Quick Setup* 

(alleen in stand-by beademing) 

Stelt de opstartinstellingen 

voor beademing vast 

*Niet beschikbaar op model S 

Uitgebreide functies 

• Insp Hold 

• Exp Hold 

• Event History 

• Save 

• Freeze 

Technical 

Comm Protocol 

Display Brightness 

Screen Files 

Event History Files 

Date Format 

Year Adjust 

Day Adjust 

Hour Adjust 

Minute Adjust 

Regional 

-Altitude 

-Language 

-Pressure Units 

Afbeelding F-2: Achterpaneel Newport e360 Afbeelding F-3: GUI-navigatiekaart 

Accessoires Achterpaneel Navigatiekaart 

Setup & 

Calibration 

• Circuit Check 

• Sensors 

• Patient Setup 

• Quick Setup* 

• Technical 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013

ADULT 

VTPC-SPONT 

05-01-2008 15:30 

Int 

Bat 

Hours 

999999.7 

1 Alarmonderdrukkingsknop en 

indicatielampje 

2 Alarmresetknop 

3 Grafische gebruikersinterface 

4 360SDgr-alarmlamp 

5 Menuknop Alarms Screen 

6 Schermknoppen GUI 

• Menuknop Main Screen 

• Menuknop Extended Functions 

• Menuknop Setup & Calibration 

7 Drukstaafdiagram 

8 Beademingsregeling 

9 Instellingsknop 

10 Knop Accept 

11 Speciale functies 

• Knop Non-Invasive 

• Manual Inflation 

• Knop O2 (3 min) 

12 Knop modi/ademslagstypen 

13 Indicatielampjes stroomconditie 

3 Grafische gebruikersinterface 

- Schermnavigatie 

A Statusbalk GUI 

B Hoofdweergavegebied 

C Balk met gegevenssets 

D Aanraakknop gegevenssets 

E Aanraakknoppen GUI-menu's 

OPMERKING: De circuitcontrole is alleen beschikbaar in de stand-by stand 

(alleen bij het inschakelen van het apparaat). 

Sluit het patiënt-Y-stuk voor de circuitcontroletest niet af met een testlong. 

WAARSCHUWING: Sluit het beademingsapparaat nooit aan bij de patiënt 

terwijl het apparaat stand-by staat. 

Afbeelding F-4: Bedieningspaneel - Engelse versie Afbeelding F-5: Scherm Circuit Check 

Bedieningspaneel Circuitcontrole 


5-1 

OPR360U A0509 

2 Overzicht 

Overzicht beademingssysteem 

Indeling van en aanduidingen op bedieningspaneel 

Grafische gebruikersinterface (GUI) en bedieningselementen 

Navigatiekaart voor menu's GUI 

Indeling onderkant voorpaneel 

Indeling achterpaneel 

Navigeren op het bedieningspaneel 

Aanraken - draaien - aanvaarden gebruiken 

Opgelegd ademslagtype en modus selecteren 

Functie Non-Invasive 

Methoden voor triggering door patiënt 

Basisregeling beademing 

Flow of inspiratieduur bij volumesturing 

Knop Manual Inflation (handmatige insufflatie) 

Knop O2 3 Min 

Alarmonderdrukkingsknop 

Functie loskoppeling voor afzuiging 

Reset van alarmen 

Schermen grafische gebruikersinterface (GUI) 

Alarms Screen (scherm alarmen) 

Main Screen (hoofdscherm) 

OPR360U A0509 

Scherm Extended Functions (uitgebreide functies) 

Scherm Setup & Calibration (configuratie en kalibratie) 

Diverse indicatoren in GUI 

Interne batterij 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 

Inhoudsopgave 

1 Inleiding 

Beschrijving van het apparaat 

Informatie over beoogd gebruik 

Over deze handleiding 

Typografische conventies 

Versies en configuraties 

Onderhoudsrichtlijnen 

Regelmatig onderhoud 

Onderhoudsregistratie bijhouden 

Disclaimers 

Waarschuwingen 

Algemene waarschuwingen 

Waarschuwingen met betrekking tot filters 

Waarschuwingen met betrekking tot de stroomvoorziening 

Waarschuwingen met betrekking tot gas 

Waarschuwingen met betrekking tot hulpapparatuur 

Aandachtspunten 

Verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de patiënt 

Beperking van aansprakelijkheid 

5-1

5-1 

Inhoudsopgave 

3 Uitpakken, in elkaar zetten en veiligheidscontrole 

Het beademingsapparaat uitpakken 

Lijst met inhoud verpakking 

In elkaar zetten 

Expiratieklepvak 

Lucht, zuurstof en netstroom aansluiten 

Het beademingscircuitsysteem installeren 

Veiligheidscontroleprocedure 

Opzetten en inspectie 

Noodinlaatklep 

Circuitcontrole 

Gastoevoeralarmen 

Alarm uitval netstroom/back-upbatterij 

Alarmen hoge/lage luchtwegdruk / alarm circuit losgekoppeld / 

alarmonderdrukking 

Alarmen minuutvolume / back-upbeademing / apneu 

Trigger/drukondersteuning 

Nauwkeurigheidstest volume/flow/frequentie 

Alarm bij uitschakeling 

Registratieformulier veiligheidscontrole 

OPR360U A0509 

4 Configuratie voor gebruik bij een patiënt 

Bedrijfscondities, so Bedrijfscondities 

Uitschakelalarm 

Overzicht: Voorbereiding van patiëntbeademing 

Menu Setup & Calibration 


Zuurstof- en flowsensor 

Expiratieflowsensor, kalibratie 

Zuurstofsensor, kalibratie 

Zuurstofsensor, uitschakelen 

Patiëntconfiguratie 

Patiëntcategorie 

Weight Units 

Ideal Weight (ideaal gewicht) 

Volume Units 

Sigh 

Circuit Type 

Leak Comp (lekcompensatie) 

Compl Comp (compliantiecompensatie) 

Quick Setup* 


OPR360U A0509 


Weight Units 

Modus 

*niet beschikbaar op model S 

5-1 


OPR360U A0509 

5-1 Alarmschermomgeving GUI 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 

Inhoudsopgave 

Implement Quick Setup (snelle configuratie implementeren) 

Exit 

Technical 

Comm Protocol (communicatieprotocol) 

Display Brightness 

Regional Settings (regionale instellingen) 

Altitude (hoogte) 

Language (taal) 

Pressure Units (drukeenheden) 

Date Format (datumnotatie) 

Datum en tijd 

Screen Files 


Gids beademingsregeling 

Beademingsinstellingen in gegevensset Advanced 

Slope/Rise 

Expiratory Threshold 

Pause 

Flow Waveform (vorm flowcurve) 

Volume Target (targetvolume)* 

Open Exh (open expiratieklep)* 

Manoeuvres inspiratie en expiratie vasthouden 

P0.1-meetfunctie 

Manoeuvre negatieve inspiratiekracht (NIF) 

Weergave van curven en loops 

Schaal afstellen 

Automatische schaalinstelling 

De stilzetfunctie gebruiken 

Scherm met gebeurtenissen- en alarmgeschiedenis 

Scherm Numeric 

Scherm Trends 

Gegevenssets 

Opslagfunctie 

Downloadfunctie 

5 Alarmen 

Inleiding 

Visuele alarmaanduidingen 

360°-alarmlamp 

Alarm- en berichtweergave 

Lampje Device Alert (apparaatwaarschuwing) 

Alarminstellingsscherm 

Het alarminstellingsscherm opslaan 

Afstelbare alarmen 


5-1

5-1 

Inhoudsopgave 

Alarm History 

Het alarmgeschiedenislog opslaan 

Alarm Loudness 

Alarm Tones 

Alarmschermen afsluiten 

Alarminterfaceomgeving voorpaneel 



Alarmresetknop 

Niet-afstelbare alarmen 

Gids alarmschendingen en oplossingen 

OPR360U A0509 

6 Reiniging en onderhoud 


Gebruik van filters 

Inspiratiepoort (To Patient) 

Expiratiepoort (From Patient) 

Demontage- en montageprocedures 

Ventilatorfilter achterpaneel 

Expiratieverdeelstuk 

Expiratieflowsensor en kabel 

Expiratieklep 

Inspiratieverdeelstuk 

Zekeringen 

Zuurstofsensor 

Reiniging 

Sterilisatie 

Sterilisatie in autoclaaf 

Sterilisatie met EtO 

Reinigings- en sterilisatiegids 

Gids voor preventief onderhoud 

Het beademingsapparaat opbergen 

Het beademingsapparaat weer verpakken 

7 Uitleg van modi, ademslagtypen en 

speciale functies 


Instellingsfuncties 

Tijdsbegrenzingen van beademingsregelingen 

Opslag van instellingen 

Regelbereik 

Opgelegde ademslagtypes 

OPR360U A0509 

Volumesturing 

Druksturing 

Biphasic Pressure Release Ventilation* 

Targetvolume-drukregeling* 


5-1 


5-1 

OPR360U A0509 

Achterkant 

F-6 Main Screen (hoofdscherm) 

F-7 Scherm Extended Functions (uitgebreide functies) 

F-8 Alarms Screen (scherm alarmen) 

F-9 Scherm Quick Setup* 

F-10 Technisch scherm 

F-11 Scherm voor patiëntconfiguratie 

F-12 Bedieningspaneel (voorkant) - Versie met symbolen 

F-13 Bestelgegevens optionele accessoires 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 

Inhoudsopgave 

Beheer van spontane ademhaling in SIMV en SPONT 

Pressure Support 

Targetvolume-drukondersteuning 

Beademingsmodi 

A/CMV 

SIMV 

SPONT (spontaan) 

Geavanceerde kenmerken en speciale functies 

Biasflow 

Slope/Rise 

Expiratory Threshold en FlexCycle 

Lekcompensatie 


Niet-invasieve beademing - NIV 

Lekcompensatie in NIV 

Alarminstellingen in NIV 

8 Specificaties 

Alarmen, regelingen, bewaakte gegevens, configuratie en kalibratie 

Tabel Quick Setup* 

Fysieke specificaties 

Uitvouwschema's 

Voorkant 

F-1 Beademingssysteem e360 en accessoires 

F-2 Achterpaneel e360 

F-3 Navigatiekaart grafische gebruikersinterface (GUI) 

F-4 Bedieningspaneel (voorkant) - Engelse versie 

F-5 Scherm Circuit Check 


5-1

Hoofdstuk 1: 


Inleiding

5-1 

OPR360U A0509 

Hoofdstuk 1: 


Beschrijving van het apparaat ......................... 1-1 

Informatie over beoogd gebruik .............. 1-2 

Over deze handleiding ....................................... 1-2 

Typografische conventies .................................1-3 

Versies en configuraties ....................................1-4 

Onderhoudsrichtlijnen ......................................1-5 

Regelmatig onderhoud ............................1-5 

Onderhoudsregistratie bijhouden ..........1-5 

Disclaimers ........................................................1-5 

Waarschuwingen.......................................1-5 

Algemene waarschuwingen .....................1-5 

Waarschuwingen met betrekking 

tot filters ........................................................... 1-6 

Waarschuwingen met betrekking 

tot gas ............................................................... 1-8 

Waarschuwingen met betrekking tot 

hulpapparatuur ..........................................1-8 

Aandachtspunten ...............................................1-9 

Beperking van aansprakelijkheid ................... 1-10 

OPR360U A0509 

5-1

5-1 

Beschrijving van het apparaat 

OPR360U A0509 

Inleiding 1 

Beademingsapparaat e360 is een hoogpresterend, door een 

microprocessor bestuurd beademingsapparaat dat gemakkelijk 

in gebruik en onderhoud is. De e360 is voorzien van een 

gastoedieningssysteem met twee servo's, een servogestuurde 

actieve expiratieklep, een gebruiksvriendelijke interface en een 

grafische touchscreen-monitor. Het elektronisch gestuurde 

inlaatgasmengsysteem werkt beter dan traditionele pneumatische 

mengers, die gas uit het systeem moeten afvoeren om consequent 

een nauwkeurig geregelde zuurstofconcentratie te leveren. De twee 

servo's reageren onmiddellijk op wijzigingen van de ingestelde 

FIO2. Er is ongeveer 60 minuten back-upstroom voor de werking 

beschikbaar als de interne batterij van het beademingsapparaat 

volledig opgeladen is. Voorts heeft de e360 aansluitingen voor een 

extern alarm (verpleegoproep) en externe alarmonderdrukking, een 

RS232-interface voor aansluiting op centrale bewakingssystemen, 

een VGA-poort voor aansluiting op een extern beeldscherm en een 

USB-poort voor het uploaden van software en het downloaden van 

opgeslagen bestanden. 

Als de e360 wordt ingeschakeld, wordt door middel van een 

inschakelzelftest (power on self-test; POST) de integriteit van de 

software en hardware van het beademingsapparaat gecontroleerd. 

Tijdens bedrijf voert het beademingsapparaat regelmatig kalibraties 

van de druktransducers en softwaretests uit om de juistheid van 

bewaakte en weergegeven gegevens te waarborgen. Een door de 

gebruiker geactiveerde circuitcontrole zorgt voor tests op lekkage in 

het beademingscircuitsysteem, meet de compliantie en weerstand 

van het circuit en kalibreert de expiratieflowsensor. Door de gebruiker 

geactiveerde sensorkalibratietests maken kalibratie van de zuurstof- 

en expiratieflowsensor mogelijk. 

Alle ademslagtypen en -modi bieden beademings- en alarminstellingen 

in een bereik dat geschikt is voor volwassen of voor pediatrische/ 

neonatale patiënten. De e360 heeft instelbare alarmlimieten 

voor hoge en lage piekluchtwegdruk, hoge en lage expiratoire 

minuutvolume/back-upbeademing, hoge ademhalingsfrequentie, 

loskoppelingsdrempel en apneu. Er zijn ingebouwde alarmen 

voor O2-bewaking, O2- en flowsensors, lage baseline-druk, hoge 

baseline-druk, aanhoudend hoge baseline-druk, overschrijding van 

beademingsapparaatinstellingen, batterij bijna leeg, uitval gastoevoer, 

apparaatwaarschuwing en voedingsoverschakeling. 

Het beademingsapparaat bewaakt de voedingsbron, geëxpireerde 

volumes, piekflows, ademhalingstijdparameters (verhouding 

I:E, ademhalingsfrequentie en inspiratieduur), toegediende 

zuurstofconcentratie, patiëntdrukwaarden (piek, plateau, gemiddelde 

luchtwegdruk, baseline) en pulmonale mechanica en geeft deze weer. 

OPR360U A0509 

Tijdens de expiratie gebruikt de e360 een biasflow voor het verwijderen 

van de geëxpireerde CO2 en het stabiliseren van de temperatuur, 

vochtigheid en baseline-druk in het patiëntbeademingscircuit. Een 

stabiele baseline-druk tussen de ademhalingen door helpt om autotriggering 

tot een minimum te beperken. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 1-1 

5-1


5-1 

1-2 

Het verwarmde expiratiesysteem heeft een actieve expiratieklep met 

een lage weerstand tegen geëxpireerde flow waardoor de circuitdruk 

snel terugkeert naar de baseline en de kans op auto-PEEP wordt 

verkleind. 

OPR360U A0509 

Afbeelding 1-1 Newport e360 

beademingsapparaat 

Informatie over beoogd gebruik 

Het e360 beademingssysteem is bestemd voor het leveren van 

invasieve en niet-invasieve ademhalingsondersteuning en -bewaking 

voor neonatale, pediatrische en volwassen patiënten met respiratoir 

falen of respiratoire insufficiëntie. 

Het e360 beademingssysteem is uitsluitend bestemd voor gebruik 

volgens doktersvoorschrift. Het mag uitsluitend worden gebruikt 

door professionele zorgverleners die zijn opgeleid in het gebruik van 

dit beademingssysteem en die ervaring hebben in het bieden van 

beademingsondersteuning. 

Het e360 beademingssysteem is bestemd voor gebruik in ziekenhuizen, 

in instellingen voor de gezondheidszorg en bij vervoer tussen 

ziekenhuizen. 

Specifieke gegevens over de beoogde gebruiksomgeving vindt u in 

hoofdstuk 8, Specificaties. 

Over deze handleiding 

Uitvouwtekeningen 

Voor- en achterin deze handleiding vindt u uitvouwpagina's met 

vaak geraadpleegde schema's. In deze uitvouwtekeningen kunnen OPR360U A0509 

eenvoudig dingen worden opgezocht tijdens het lezen van de 

handleiding. Ze worden aangeduid als uitvouwtekening F-X. 

Uitvouwtekening F-1 tot en met F-5 bevinden zich op de voorste 

uitvouwpagina en uitvouwtekening F-6 tot en met F-12 zich op de 

achterste uitvouwpagina. 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 


Hoofdstuk 1 – Inleiding 

Dit hoofdstuk bevat informatie over veilig gebruik van het e360 

beademingssysteem, informatie over deze handleiding, algemene 

waarschuwingen en aandachtspunten. 

Hoofdstuk 2 – Overzicht beademingsapparaat 

Dit is de routekaart, met aanwijzingen voor hoe u de weg vindt door 

de verschillende functies. Het hoofdstuk biedt een overzicht van de 

elementen van het beademingssysteem, de bediening en de functies. 

Hoofdstuk 3 – Uitpakken, in elkaar zetten en veiligheidscontrole 

Dit is het hoofdstuk over in elkaar zetten/opzetten van het systeem. 

Gebruik het als gids wanneer u het beademingsapparaat voor het 

eerst opzet, en voor het uitvoeren van een veiligheidscontrole. Het 

bevat een voorbeeld van een registratieblad voor het vastleggen van 

de resultaten van de veiligheidscontrole. 

Hoofdstuk 4 – Configuratie voor gebruik bij een patiënt 

Dit is het hoofdstuk met de 'gebruiksaanwijzing'. Het wijst u de weg 

bij het configureren van het beademingsapparaat voor gebruik bij een 

patiënt en het beheer van functies die vaak worden gebruikt tijdens 

de beademing. 

Hoofdstuk 5 – Alarmen 

Dit hoofdstuk bevat informatie over de alarmsystemen en het oplossen 

van problemen in verband met alarmen. 

Hoofdstuk 6 – Reiniging en onderhoud 

Houd u aan deze richtlijnen voor reiniging, ontsmetting en sterilisatie, 

het in goede staat houden van het beademingssysteem, opslag en 

verpakking voor verzending. 

Hoofdstuk 7 – Uitleg van modi, ademslagtypen en speciale functies 

In dit hoofdstuk van de handleiding kunt u opzoeken 'hoe het werkt'. 

Het bevat een algemene beschrijving van de ademslagtypen, modi 

en speciale functies van de e360. 

Hoofdstuk 8 – Specificaties 

Hier vindt u bereikgegevens, fysieke afmetingen en informatie over 

instellingen, bedieningselementen, alarmen en weergave van 

gegevens. 

Typografische conventies 

De namen van bedieningselementen, knoppen en alarmen worden 

in deze handleiding in cursief weergegeven, geschreven zoals ze op 

het beademingsapparaat verschijnen (bijvoorbeeld SPONT voor de 

spontane modus). 

WAARSCHUWING! In een waarschuwing wordt een situatie OPR360U A0509 

beschreven die persoonlijk letsel kan veroorzaken. 

Let op In een opmerking met de aanduiding 'Let op' wordt een 

situatie beschreven die beschadiging van de apparatuur kan 

veroorzaken. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 1-3 

5-1


5-1 

1-4 

OPMERKING: In een opmerking wordt informatie benadrukt die 

belangrijk is of bijdraagt aan het gebruiksgemak. 

Versies en configuraties 

OPR360U A0509 

Deze handleiding is van toepassing op softwareversie 7.1 en hoger 

voor het e360 beademingssysteem, dat in drie verschillende 

configuraties leverbaar is: e360S, e360P en e360E. Tabel 1-1 bevat 

de precieze gegevens van elke configuratie. 

OPMERKING: Deze handleiding kan ook worden gebruikt voor 

model e360T als het addendum voor het T-model, 'ADDOPR360T', 

aanwezig is. 

Typerend kenmerk e360S e360P e360E 

Automatische gradiënt stijging n.v.t. Ja Ja 

FlexCycle (automatische expiratiedrempel) Niet 

besch. 

Target volume-drukregeling Niet 

besch. 

Open expiratieklep (voor Biphasic Pressure 

Release Ventilation, BPRV) 

Uitgebreid bereik teugvolume en 

ademhalingsfreq. 

Niet 

besch. 

Ja Ja 

Ja Ja 

Ja Ja 

Ja Niet 

besch. 

Tabel 1-1 Modelconfiguraties e360 beademingsapparaat 

(Niet besch. = niet beschikbaar) 

Afkorting Aanduidingen op bedieningspaneel 

WW Engels 

ES Spaans 

PT Portugees 

JP Japans 

CN Chinees 

SY Symbolen 

RU Russisch 

Tabel 1-2 Aanduidingsconfiguraties bedieningspaneel e360 


OPR360U A0509 

Ja 

5-1 


5-1 

Onderhoudsrichtlijnen 

OPR360U A0509 


Regelmatig onderhoud 

Onderhoud moet met vaste tussenpozen worden verricht door 

deskundigen die specifiek zijn opgeleid in onderhoud en reparatie 

van het Newport e360 beademingsapparaat. 

Onderhoudsregistratie bijhouden 

Alle verrichte onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan het e360 

beademingssysteem moeten in een onderhoudslogboek worden 

vastgelegd conform de procedures van het ziekenhuis en de nationale 

voorschriften. 

Disclaimers 

Newport Medical draagt geen verantwoordelijkheid voor de veilige 

werking van het e360 beademingssysteem als de in dit document 

vastgelegde vereisten voor beoogd gebruik, beoogde gebruikers en 

beoogde gebruiksomgeving niet worden nageleefd. 

Newport Medical draagt geen verantwoordelijkheid voor de 

veilige werking van het e360 beademingssysteem als de in dit 

document vastgelegde bedieningsinstructies en het voorgeschreven 

onderhoud niet worden nageleefd of als onderhouds- of 

reparatiewerkzaamheden worden verricht door personen die niet de 

hiervoor vereiste vakopleiding hebben genoten. 

Newport Medical wijst alle aansprakelijkheid voor de gevolgen van 

wijzigingen of aanpassingen van het product af, alsook voor de 

mogelijke gevolgen van het gebruik van dit beademingsapparaat in 

combinatie met andere producten (geleverd door Newport Medical 

dan wel door andere fabrikanten) indien een dergelijke combinatie 

niet wordt aanbevolen door Newport Medical. 


Houd u aan deze veiligheidsrichtlijnen. Verspreid in dit document 

vindt u nog meer waarschuwingen met betrekking tot de specifieke 

context. 

Algemene waarschuwingen 

Alle regelingen en alarmlimieten van het beademingsapparaat moeten 

passend zijn voor de toestand van de patiënt, overeenkomstig de door 

een arts voorgeschreven behandeling. 

Gedurende de tijd dat een patiënt is aangesloten op een OPR360U A0509 

beademingsapparaat moet medisch personeel voortdurend letten op 

de toestand van de patiënt en op eventuele significante afwijkingen 

tussen geregistreerde en ingestelde waarden die zouden kunnen 

wijzen op een storing in de werking van het beademingsapparaat. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 1-5 

5-1


5-1 

1-6 

Zorg dat u een andere beademingsmethode gereed voor gebruik hebt 

tijdens het gebruik van het beademingsapparaat. Als er twijfel rijst 

over de werking of de bewakingsfuncties staakt u het gebruik van het 

beademingsapparaat en zet u een andere beademingsmethode in. 

Gebruik tijdens het gebruik van het e360 beademingsapparaat bij 

een patiënt altijd geschikte bewakingsapparatuur (bijvoorbeeld een 

pulsoxymeter en/of capnograaf) om zeker te zijn van een toereikende 

oxygenatie en beademing. 

OPR360U A0509 

Zorg bij gebruik van de e360 dat u nog een andere methode voor 

zuurstofbewaking met hoge en lage alarmen ter beschikking hebt 

voor het geval dat de ingebouwde zuurstofmonitor onbeschikbaar is 

vanwege een uitgeschakelde, defecte of ontbrekende zuurstofsensor. 

Zorg dat de zorgverlener het akoestische alarm altijd kan horen 

wanneer het afgaat. Gebruik het beademingsapparaat niet in een 

omgeving waar de zorgverleners akoestische alarmen niet kunnen 

horen. 

Controleer voor en tijdens het gebruik van het e360 beademingsapparaat 

of alle aansluitingen van het patiëntcircuit goed vastzitten. Controleer de 

integriteit van elk onderdeel van het patiëntcircuit, de aansluitingen 

van de bevochtiger en de bevochtigingskamer. 

Gebruik altijd schone beademingscircuits. 

Voer afvalproducten, residu enz. altijd af overeenkomstig de geldende 

regelgeving en het beleid van de instelling. 

Houd u aan het infectiepreventiebeleid van uw instelling. 

Onbevoegd personeel mag niet proberen onderhouds- of 

reparatiewerkzaamheden aan het beademingssysteem uit te voeren. 

Onjuiste reparatie en onbevoegde aanpassingen kunnen de veiligheid 

in gevaar brengen en leiden tot letsel bij de patiënt. Het geplande 

vaste onderhoud moet aan de hand van de servicehandleiding van 

het e360 beademingsapparaat worden uitgevoerd door een bevoegd 

servicemonteur. 

Waarschuwingen met betrekking tot filters 

Zorg dat tijdens gebruik bij een patiënt altijd schone, droge filters zijn 

aangebracht op de volgende plaatsen, teneinde de patiënt en het 

beademingsapparaat te beschermen: 

1. Tussen de inspiratiepoort (To Patient; naar patiënt) en de 

inspiratietak van het circuit 

2. Tussen de expiratietak van het circuit en de expiratiepoort OPR360U (From A0509 

Patient; vanaf patiënt). 

Als er geen schoon, droog filter wordt gebruikt op de expiratiepoort 

(From Patient), moet de expiratieklep tussen twee patiënten door 

worden gesteriliseerd. 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 


Als er geen schoon, droog filter wordt gebruikt op de inspiratiepoort 

(To Patient), moet het inspiratieverdeelstuk worden gesteriliseerd als 

een van de volgende situaties optreedt tijdens de beademing van de 

patiënt: 

• alarm apparaatwaarschuwing 

• alarm voor uitval van toevoer van zowel lucht als O2 

• alarm aanhoudend hoge baseline-druk 

(Dit zijn alarmen waardoor de noodinlaat-/ontlastklep en de expiratieklep 

opengaan.) 

Actieve bevochtiging, verneveling of instillatie van geneesmiddelen 

of vloeistoffen kan leiden tot ophoping van vocht in het expiratiefilter 

(From Patient). Dit kan leiden tot het volgende: 

• ineffectieve filtratie 

• onnauwkeurigheden in de expiratievolumebewaking 

• beschadiging van de expiratieflowsensor 

• verhoogde weerstand tegen uitademing van de patiënt 

• blokkering van het expiratiesysteem 

• problemen met triggering 

Vervang vuile of natte filters of werp ze weg overeenkomstig de 

aanbevelingen van de filterfabrikant en het beleid van uw instelling. 

Hanteer filters voorzichtig om het risico van infectie en van beschadiging 

van filters tot een minimum te beperken. 

Dompel filters niet onder in welke vloeistof dan ook. 

Tussen het gebruik door moeten herbruikbare filters worden behandeld 

in een stoomautoclaaf en moet vervolgens de weerstand worden 

gecontroleerd, overeenkomstig de instructies van de fabrikant. 

Waarschuwingen met betrekking tot de stroomvoorziening 

Ter handhaving van de integriteit van de aarding mag het 

beademingsapparaat uitsluitend worden aangesloten op een 

stopcontact van ziekenhuiskwaliteit. 

Koppel het beademingsapparaat altijd los van de voeding alvorens 

reparaties of onderhoud uit te voeren. 

Gebruik geen elektrisch geleidende beademingscircuitslangen. 

Zorg dat de interne batterij volledig opgeladen is om zeker OPR360U te zijn A0509van 

werking op de batterij mocht de netstroom uitvallen. 

Om de interne batterij volledig functioneel te houden moet de batterij 

ten minste elke 2 maanden worden opgeladen wanneer het 

beademingsapparaat niet gebruikt wordt. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 1-7 

5-1


5-1 

1-8 

Door tests is vastgesteld dat deze apparatuur voldoet aan de EMClimieten 

van de richtlijn medische hulpmiddelen 93/42/EEG 

(EN 55011 klasse 1 en EN 60601-1-2). Deze limieten zijn opgesteld 

met het oog op een redelijke bescherming tegen schadelijke 

storingen in een gangbare medische installatie. De apparatuur 

OPR360U A0509 

genereert en maakt gebruik van radiofrequente energie en kan 

deze uitstralen. Ze kan, indien niet gebruikt overeenkomstig deze 

aanwijzingen, schadelijke storing veroorzaken in andere toestellen 

in de nabijheid. Er bestaat echter geen garantie dat zich geen 

storing zal voordoen in een bepaalde installatie. Als deze apparatuur 

schadelijke storing veroorzaakt in andere toestellen (hetgeen kan 

worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer in te schakelen), 

wordt de gebruiker verzocht om te proberen de storing te verhelpen 

op een van de volgende manieren: 

• het ontvangende toestel draaien of verplaatsen; 

• de afstand tussen de toestellen vergroten; 

• de apparatuur aansluiten op een stopcontact van een andere 

groep dan de groep waarop het/de andere toestel(len) is/zijn 

aangesloten; 

• de fabrikant of de veldservicemonteur kan u hier nader over 

adviseren. 

Accessoires die zijn aangesloten op de analoge en digitale interfaces 

moeten gecertificeerd zijn overeenkomstig de toepasselijke IECnorm 

(bijv. IEC 60950 voor gegevensverwerkingsapparatuur en IEC 

60601 voor medische elektrische toestellen). Voorts moeten alle 

configuraties voldoen aan de norm IEC 60601-1-1 voor systemen. 

Elke persoon die aanvullende apparatuur aansluit op de onderdelen 

voor signaalingang of -uitgang 'configureert' een medisch systeem 

en dient er derhalve voor te zorgen dat het systeem voldoet aan de 

eisen van de norm IEC 60601-1-1 voor systemen. Als u ergens over 

twijfelt, raadpleeg dan de technische serviceafdeling of de plaatselijke 

vertegenwoordiger. 

Waarschuwingen met betrekking tot gas 

Gevaar: Er is ontploffingsgevaar bij gebruik in de aanwezigheid van 

brandbare anesthesiemiddelen. Het systeem is niet bestemd voor 

gebruik in combinatie met anesthesiegassen. 

Gebruik uitsluitend droge, schone, deeltjesvrije perslucht. 

De zuurstoftoevoer moet bestaan uit 100% zuurstof van medische 

kwaliteit. 

Waarschuwingen met betrekking tot hulpapparatuur 

Newport Medical kan geen garanties bieden of aanbevelingen doen 

met betrekking tot de veilige werking van bevochtigers van ander 

merk bij gebruik in combinatie met het e360 beademingsapparaat. 

Wend u tot de fabrikanten/distributeurs van dergelijke bevochtigers 

OPR360U A0509 

voor informatie over de nalevings- en prestatiekenmerken van hun 

producten. 

5-1 


5-1 

Aandachtspunten 

OPR360U A0509 


Houd u aan deze veiligheidsrichtlijnen. Verspreid in dit document 

vindt u nog meer aandachtspunten (aangeduid met 'Let op') met 

betrekking tot de specifieke context. 

Gebruik uitsluitend zekeringen met de juiste waarde. 

Dompel het beademingsapparaat niet onder in vloeibare 

sterilisatiemiddelen of vloeistoffen van welke soort dan ook. 

Spuit geen reinigingsmiddelen rechtstreeks op het voor- of achterpaneel 

van het beademingsapparaat. 

Zorg dat er geen reinigingsmiddel in een plasje op het bedieningspaneel 

of boven op het beademingsapparaat blijft staan. 

Plaats geen vloeistoffen op of nabij het beademingsapparaat. 

Raadpleeg de fabrikanten van alle reinigingschemicaliën en 

sterilisatieapparatuur om te zorgen dat veilige hanteringsprocedures 

worden gevolgd. 

De expiratieflowsensor is een gevoelig precisie-instrument. Pas bij 

het hanteren op dat u de meetdraden niet verstoort. Steek geen 

voorwerpen in de flowsensor en laat geen onder directe druk staande 

stroom van vloeistof of gas door de sensor lopen bij de reiniging en 

ontsmetting. De levensduur van de sensor is beperkt en hangt af 

van het naleven van de voorzorgsmaatregelen voor veilige hantering 

en kunnen kalibreren van de sensor. Zorg altijd dat de flowsensor 

volledig droog is voordat u hem installeert. 

Volgens de federale wetgeving en regelgeving van de Verenigde 

Staten en Canada mag dit hulpmiddel uitsluitend worden 

aangeschaft op voorschrift van een arts. 

Verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de patiënt 

Voor een correct en effectief gebruik van dit product en om gevaren 

te vermijden moeten alle onderdelen van deze handleiding zorgvuldig 

worden gelezen en nageleefd voordat het product in gebruik wordt 

genomen. Omdat er bij de bedieningshandleiding en etikettering van 

het e360 beademingssysteem vanuit wordt gegaan dat het uitsluitend 

wordt aangeschaft door en gebruikt door hiertoe bevoegde, opgeleide, 

onder toezicht van een arts staande vakmensen die inzicht hebben in 

de algemene bedrijfskenmerken van beademingsapparaten, beperkt 

deze handleiding zicht tot specifieke instructies, waarschuwingen 

en aandachtspunten met betrekking tot het ontwerp van dit 

beademingsapparaat. In deze handleiding worden niet de 

OPR360U 

gevaren 

A0509 

beschreven waarvan medisch beroepspersoneel wordt geacht op de 

hoogte te zijn, noch de gevolgen van onjuist gebruik van het product of 

de potentiële ongunstige gevolgen voor patiënten met ongebruikelijke 

aandoeningen. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 1-9 

5-1


5-1 

1-10 

Aanpassing of onjuist gebruik van het product kan gevaarlijk zijn. 

Newport Medical wijst alle aansprakelijkheid voor de gevolgen van 

wijzigingen of aanpassingen van het product af, alsook voor de 

mogelijke gevolgen van het gebruik van dit beademingsapparaat in 

combinatie met andere producten (geleverd door Newport Medical 

dan wel door andere fabrikanten) indien een dergelijke combinatie 

niet wordt aanbevolen door Newport Medical. 

OPR360U A0509 

Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker van het 

beademingsapparaat om een geschikte methode te kiezen ter 

bewaking van de prestaties van de apparatuur en de toestand van 

de patiënt. Elektronisch toezicht op de prestaties van de apparatuur 

en de toestand van de patiënt kan niet dienen ter vervanging van een 

rechtstreekse waarneming van klinische tekenen. De gebruiker van 

het beademingsapparaat draagt de gehele verantwoordelijkheid voor 

het kiezen van een optimaal niveau van patiëntbewaking. 

Beperking van aansprakelijkheid 

De aansprakelijkheid van Newport Medical, of deze nu voortvloeit uit 

of in verband staat met de fabricage en verkoop van de goederen, 

hun installatie, demonstratie, omschrijving in het kader van de 

verkoop, gebruik, prestaties dan wel een andere factor, met inbegrip 

van eventuele aansprakelijkheid uit hoofde van de productgarantie 

van Newport Medical, is behoudens en beperkt zich tot de vermelde 

bepalingen, of deze nu gebaseerd zijn op het niet-nakomen van de 

garantie of op welke procedurele grond dan ook, ongeacht eventuele 

aan Newport Medical te wijten fouten en ongeacht de procedurele 

grond (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, niet-nakomen van de 

garantie, nalatigheid, risicoaansprakelijkheid of een andere grond). 

De vermelde uitdrukkelijke garanties gelden in plaats van elke andere 

garantie, uitdrukkelijk dan wel impliciet, met inbegrip van, maar niet 

beperkt tot, garanties van verkoopbaarheid, geschiktheid voor een 

bepaald doel of niet-inbreuk. 

Newport Medical is niet aansprakelijk voor, noch is de koper 

gerechtigd tot het vorderen van, eventuele bijzondere bijkomende of 

gevolgschadevergoeding of enige door de koper jegens een derde 

partij opgelopen aansprakelijkheid die op enige wijze voortvloeit uit of 

verband houdt met de goederen. 

OPR360U A0509 

5-1 


Hoofdstuk 2: 

Overzicht 

Overzicht

5-1 

OPR360U A0509 

Hoofdstuk 2: 

Overzicht 

Overzicht beademingssysteem ............................2-1 

Indeling van en aanduidingen op 

bedieningspaneel ................................................2-1 

Grafische gebruikersinterfacedisplay (GUI) 

en bedieningselementen .......................................2-1 

Navigatiekaart voor menu's GUI ......................2-1 

Indeling onderkant voorpaneel .............................2-1 

Indeling achterpaneel ............................................2-2 

Navigeren op het bedieningspaneel .....................2-2 

'Aanraken - draaien - aanvaarden' gebruiken ...2-2 

Opgelegd ademslagtype en 

modus selecteren ........................................... 2-3 

Functie niet-invasieve beademing 

(non invasive ventilation; NIV) .............................. 2-3 

Methoden voor triggering door patiënt .............. 2-4 

Basisregeling beademing ..................................... 2-4 

Flow of inspiratieduur bij volumesturing ............ 2-4 

Knop Manual Inflation (handmatige insufflatie) .... 2-4 

Knop O2 (3 min) ..................................................... 2-5 

Knop alarmonderdrukking ................................... 2-5 

Functie loskoppeling voor afzuiging .................. 2-5 

Reset van alarmen ................................................ 2-5 

Schermen grafische gebruikersinterface (GUI) ... 2-5 

Alarms Screen (scherm alarmen) .................. 2-5 

Main Screen (hoofdscherm) ............................ 2-6 

Scherm Extended Functions 

(uitgebreide functies) ....................................... OPR360U A0509 2-6 

Scherm Setup & Calibration 

(configuratie en kalibratie) ............................... 2-6 

Diverse indicatoren in GUI ............................... 2-6 

Interne batterij ........................................................2-7 

5-1

5-1 

Overzicht beademingssysteem 

OPR360U A0509 

Overzicht 2 

De gebruiker regelt de instellingen van het beademingsapparaat met 

behulp van de grafische gebruikersinterface, de membraanknoppen 

en de instellingsdraaiknop. De toediening van beademing wordt 

doorlopend bewaakt en bestuurd door een servogestuurd 

feedbacksysteem. Als er een verschil is tussen de gemeten waarde 

en de targetwaarde stelt de e360 de gastoediening bij om de 

targetwaarde te verwezenlijken. Het systeem maakt gebruik van 

twee gasmodules. Wanneer er zowel lucht als O2 is aangesloten op 

het beademingsapparaat, mengt het systeem de gassen volgens de 

gebruikersinstelling voor FIO2. De gassen kunnen worden aangevoerd 

via een medisch leidingsysteem, door een compressor of vanuit 

gascilinders. 

Indeling van en aanduidingen op bedieningspaneel 

Zie uitvouwtekening F-4 voor een voorbeeld van het 

bedieningspaneel van de e360, taal Engels. 

Het bedieningspaneel van beademingsapparaat e360 bestaat 

uit een touchscreen met grafische gebruikersinterface (GUI), 

membraanknoppen, een draaiknop en indicatielampjes. Het paneel 

kan worden besteld met verschillende aanduidingsopties, waaronder 

diverse talen of een paneel met alleen symbolen. 

Zie uitvouwtekening F-12 voor een voorbeeld van het bedieningspaneel 

met symbolen van de e360 en definities van deze symbolen. 

Grafische gebruikersinterfacedisplay (GUI) en 

bedieningselementen 

Via de grafische gebruikersinterface van de e360 kan de gebruiker 

snel door een aantal schermen navigeren voor toegang tot bewaking, 

aangepaste configuratie, geautomatiseerde kalibraties, cijfers, curven 

en loops. 

Zie uitvouwtekening F-4 voor een voorbeeld van het GUI-scherm en 

een beschrijving van de bedieningselementen op het scherm. 

Navigatiekaart voor menu's GUI 

Zie uitvouwtekening F-3 voor een flowschema van de navigatie door 

de GUI-menu's. 

Indeling onderkant voorpaneel 

Het onderpaneel op de voorkant van de e360 bevat OPR360U A0509 

patiëntaansluitpoorten en biedt toegang tot de expiratieklep 

en de flowsensor. Zie afbeelding 2-1. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 2-1 

5-1

2 Overzicht 

5-1 

2-2 

OPR360U A0509 

1. Inspiratiepoort (naar patiënt) met buitendiam. 22 mm 

2. Expiratiepoort (van patiënt) met buitendiam. 22 mm 

3. Expiratieklep 

4. Expiratieflowsensor 

5. Aansluiting flowsensorkabel 

Afbeelding 2-1 Indeling onderkant voorpaneel 

Indeling achterpaneel 

Het achterpaneel van de e360 bevat de aan/uit-schakelaar, inlaten voor 

lucht/zuurstof en andere aansluitingen voor diverse externe apparaten. 

Zie uitvouwtekening F-2 voor een weergave van het achterpaneel en 

een beschrijving van de aansluitingen. 

OPMERKING: Wacht totdat de e360 volledig is uitgeschakeld voordat 

u de aan/uit-schakelaar weer op aan zet. Als de aan/uit-schakelaar 

te snel op uit en dan weer op aan wordt gezet en het scherm laadt 

niet zoals het hoort, zet het apparaat dan uit en wacht 15 seconden 

voordat u het beademingsapparaat weer inschakelt. 

Navigeren op het bedieningspaneel 

Zie uitvouwtekening F-4 voor een volledige weergave van de hier 

beschreven functies op het bedieningspaneel van de e360. 

'Aanraken - draaien - aanvaarden' gebruiken 

OPR360U A0509 

De meeste beademings- en alarmregelingsfuncties op het 

bedieningspaneel en in de GUI worden bijgesteld door middel van de 

methode aanraken - draaien - aanvaarden. Er zijn enkele uitzonderingen; 

dit wordt vermeld in de beschrijving van de betreffende regeling. 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 

Overzicht 2 

Raak een parameterbedieningselement in de GUI aan of druk op een 

parametermembraanknop op het bedieningspaneel. 

Vervolgens draait u aan de instelknop (uitvouwtekening F-4, item 9) om 

de wijziging aan te brengen. 

Dan drukt u op de knop Accept (akkoord; uitvouwtekening F-4, item 10) 

om de wijziging te bevestigen of van kracht te maken. 

Als u niet binnen 10 seconden op de knop Accept drukt, wordt de 

instelling niet gewijzigd en keert deze terug naar de voorgaande 

conditie/waarde. 

Opgelegd ademslagstype en modus selecteren 

Zie uitvouwtekening F-4, item 12. 

OPMERKING: Meer specifieke informatie over modi en ademslagstypen 

vindt u in hoofdstuk 7. 

Het opgelegde ademslagstype en de modus worden weergegeven in 

de linkerbovenhoek van de GUI. Het spontane ademslagstype wordt 

vooraf geselecteerd op basis van de selectie van het opgelegde 

ademslagtype (ook in de modus SPONT). 

U selecteert modi door herhaaldelijk op de ademslagtypeknop 

Volume Control (volumesturing) of Pressure Control (druksturing) 

te drukken totdat de gewenste modus gemarkeerd is. U selecteert 

Biphasic Pressure Release Ventilation* (BPRV) door de Pressure 

Control-modus A/CMV of SIMV te kiezen en vervolgens Open 

Exhalation Valve (open expiratieklep) te selecteren op de gegevensset 

Advanced (geavanceerd) van het GUI-scherm. Zie Gegevenssets in 

hoofdstuk 4 voor nadere inlichtingen. 

U selecteert Volume Target Pressure Control* (VTPC; targetvolumedrukregeling) 

door een A/CMV- of SIMV-modus van Volume Control 

of Pressure Control te kiezen en vervolgens Volume Target ON 

(targetvolume AAN) te selecteren op de gegevensset Advanced van 

het het GUI-scherm . Zie Geavanceerde gegevenssets in hoofdstuk 4 

voor nadere inlichtingen. 

Zie de Gids beademingsregeling in hoofdstuk 4 voor een lijst met alle 

mogelijke combinaties van ademslagtype en modus. 


Functie niet-invasieve beademing (non invasive 

ventilation; NIV) 


OPR360U A0509 

Om in een willekeurige modus of willekeurig ademslagtype de NIV-functie 

te activeren drukt u op de knop Non Invasive (niet-invasief; het lampje 

gaat branden). Non Invasive keert altijd terug naar UIT als de e360 

wordt uitgeschakeld (de instelling wordt niet bewaard). Zie hoofdstuk 7 

voor nadere inlichtingen over de functie voor niet-invasieve beademing. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 2-3 

5-1

2 Overzicht 

5-1 

2-4 

Methoden voor triggering door patiënt 


Het beademingsapparaat biedt de clinicus de keuze uit triggering op 

basis van flow of druk (P) voor door de patiënt ingezette ademslagen 

in alle beademingsmodi. Om Flow dan wel P te selecteren drukt u op 

de knop Trig (trigger; lampje gaat branden) en vervolgens op Accept 

(aanvaarden). 

OPR360U A0509 

Basisregeling beademing 


FIO2, Tidal Volume (teugvolume), Flow, Inspiratory Time (t Insp; 

inspiratieduur), Respiratory Rate (Resp Rate; ademhalingsfrequentie), 

Pressure Support (drukondersteuning), Pressure Limit (druklimiet), 

PEEP/CPAP en Trigger (flow of druk [P]) instellen: 

Druk op de knop onder de betreffende display om een parameter te 

selecteren. 

Draai aan de instelknop om de instelling bij te stellen zolang deze 

knippert. 

Druk op de knop Accept (aanvaarden) om de wijziging van kracht te 

maken. 

Of 

Selecteer binnen 10 seconden na de laatste wijziging meerdere 

basisbeademingsregelingen, stel ze bij en druk vervolgens op de 

knop Accept (aanvaarden) om alle wijzigingen van kracht te maken. 

De display(s) stopt/stoppen met knipperen en de instelling(en) wordt/ 

worden van kracht. 

Flow of inspiratieduur bij volumesturing 

Bij beademing met Volume Control kunt u Flow dan wel Inspiratory 

Time (t Insp) instellen voor alle opgelegde ademslagen. Voor alle andere 

opgelegde ademslagtypen kan alleen t Insp worden afgesteld. Druk 

op de knop Select (selecteren) om heen en weer te schakelen tussen 

Flow en t insp. 

Knop Manual Inflation (handmatige insufflatie) 


Houd de knop Manual Inflation enige tijd ingedrukt om handmatig 

een inspiratie toe te dienen. De insufflatie wordt beëindigd als de 

gebruiker de knop loslaat, als er vijf seconden zijn verstreken 

OPR360U 

of als 

A0509 

er 

een alarmwaarde voor hoge Paw wordt overschreden, afhankelijk van 

wat zich het eerst voordoet. 

5-1 


5-1 

Knop O2 (3 min) 


OPR360U A0509 

Overzicht 2 

Druk op de knop O2 (3 min) om een getimede toediening van 

100% zuurstof te starten, ongeacht de actuele FIO2-instelling. 

Het indicatielampje op de knop O2 (3 min) gaat branden wanneer 

deze functie wordt geactiveerd. FIO2 keert terug naar de ingestelde 

waarde en het indicatielampje gaat uit na drie minuten of als de knop 

opnieuw wordt ingedrukt, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet. 

Knop alarmonderdrukking 


Druk op de alarmonderdrukkingsknop (lampje gaat branden) om 

het geluid van onderdrukbare akoestische alarmen twee (2) minuten 

lang uit te schakelen of om het uitschakelalarm te annuleren na 

uitschakeling van het apparaat. Druk nogmaals op de knop om de 

alarmonderdrukking te annuleren. 


Voorafgaand aan een geplande loskoppeling van het circuit houdt 

u de alarmonderdrukkingsknop één seconde lang ingedrukt 

totdat een tweede signaal klinkt om aan te geven dat de functie 

loskoppeling voor afzuiging is geactiveerd. Zie hoofdstuk 5, Alarmen, 

voor nadere inlichtingen. 

Reset van alarmen 


Druk op de knop Reset om visuele aanduidingen van alarmen die niet 

meer gelden, te wissen. 

Schermen grafische gebruikersinterface (GUI) 

Zie uitvouwtekening F-6 - F-8 achterin voor voorbeelden van deze 

schermen. 

Alarms Screen (scherm alarmen) 


Druk op de menuknop Alarms Screen op het bedieningspaneel om 

het scherm met alarminstellingen in de GUI te openen. Vanaf OPR360U dit A0509 

scherm kan de gebruiker alle afstelbare alarminstellingen wijzigen, 

de Alarm History (alarmgeschiedenis) bekijken, Alarm Loudness 

(alarmvolume) en Alarm Tones (alarmtonen) afstellen en met Save 

(opslaan) het schermbeeld opslaan zodat dit later kan worden 

gedownload. Zie hoofdstuk 5, Alarmen, voor nadere inlichtingen. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 2-5 

5-1

2 Overzicht 

5-1 

2-6 

Main Screen (hoofdscherm) 


Druk op de menuknop Main Screen op het bedieningspaneel om vijf 

GUI-menuknoppen weer te geven: Waves, Loops, Numeric, Trends 

en Freeze (curven, loops, numeriek, trends en stilzetten). Als Freeze 

is geselecteerd kan met de instelknop een cursor over het scherm 

worden verplaatst. De gegevens en het tijdstip van het punt waar de 

cursor overheen gaat, worden weergegeven. De gebruiker kan kiezen 

voor "Save" (opslaan) van het actuele scherm of "Start" aanraken 

om de stilzetfunctie te deactiveren. Zie hoofdstuk 4 voor nadere 

inlichtingen. 

OPR360U A0509 

Scherm Extended Functions (uitgebreide functies) 


Druk op de menuknop Extended Functions op het bedieningspaneel 

om vijf GUI-menuknoppen weer te geven: Insp Hold, Exp Hold, Event 

History, Save en Freeze (inspiratie vasthouden, expiratie vasthouden, 

gebeurtenisgeschiedenis, opslaan, stilzetten). Houd Insp Hold dan 

wel Exp Hold ingedrukt om de betreffende manoeuvre te starten 

voor de huidige of volgende opgelegde ademslag (de knop Accept 

hoeft niet te worden ingedrukt). Raak de knop Event History aan 

voor toegang tot het gebeurtenisgeschiedenislog, waarin tot 1000 

gebeurtenissen worden vastgelegd. Zie hoofdstuk 4 voor nadere 

inlichtingen. 

Scherm Setup & Calibration (configuratie en kalibratie) 


Druk op de menuknop Setup & Calibration op het bedieningspaneel 

om vijf GUI-menuknoppen weer te geven: Circuit Check, Quick 

Setup*, Sensors, Patient Setup en Technical (circuitcontrole, snelle 

configuratie*, sensoren, patiëntconfiguratie en technisch). Zie 

hoofdstuk 4 voor nadere inlichtingen. 


Diverse indicatoren GUI 

Zie uitvouwtekening F-4, item A. 

Het bovenste gedeelte van de GUI bevat nuttige informatie en 

pictogrammen met betrekking tot de instellingen en conditie van het 

beademingsapparaat. Dit gebied wordt de statusbalk genoemd. 

ADULT 

VTPC-SPONT 

Afbeelding 2-2 Statusbalk GUI 

05-01-2008 OPR360U 15:30 A0509 

Int 

Bat 

Hours 

999999.7 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 

Overzicht 2 

Selectie van patiënt en ademslagtype/modus 

Helemaal links op de statusbalk wordt een pictogram weergegeven 

dat aangeeft welke patiëntcategorie en welk opgelegd ademslagtype/ 

welke modus geselecteerd zijn. Zie hoofdstuk 4 voor nadere inlichtingen. 

Indicator patiënt-trigger 

Tijdens beademing knippert het gebied met de patiëntcategorie en 

de selectie van opgelegd ademslagtype/modus telkens groen als de 

patiënt het beademingsapparaat triggert. 

Lading interne batterij 

Wanneer het beademingsapparaat voeding krijgt van de interne 

batterij, toont een pictogram helemaal rechts op de statusbalk de 

resterende batterijlading. Elk verlicht streepje staat voor ongeveer 

25% van de totale batterijcapaciteit. 

Indicator externe batterij 

Wanneer het beademingsapparaat voeding krijgt van een externe 

batterij, wordt helemaal rechts op de statusbalk "Ext Bat" 

weergegeven. 

Datum/tijd 

De datum en tijd worden rechtsboven op het scherm weergegeven. 

De datum, tijd en notatie kunnen worden ingesteld op het scherm 

Technical. Zie hoofdstuk 4 voor nadere inlichtingen. 

Urenteller 

Raak het gebied net onder de datum/tijd aan om het totale 

aantal bedrijfsuren van het beademingsapparaat weer te geven. 

Na 10 seconden verdwijnt de urenteller weer. 


Het e360 beademingsapparaat is uitgerust met een interne 

batterij die als deze volledig geladen is, ongeveer één uur lang 

de werking van het beademingsapparaat kan ondersteunen 

bij de volgende instellingen: Adult (volwassene), SIMV met RR 

(ademhalingsfrequentie) 15, VT 500, t insp 1,0 seconde, FIO2 0,30, 

PS 0, PEEP + 5, Pause OFF (pauze UIT), Sigh OFF (zucht UIT), vorm 

van curve Square (vierkant). 

Wanneer het beademingsapparaat op de interne batterij werkt: 

O brandt het lampje Int Bat op het voorpaneel en klinkt er elke 

5 minuten een akoestisch alarm; 

O geeft het batterijladingspictogram de relatieve lading van de 

interne batterij aan. 

De interne batterij wordt altijd opgeladen als het beademingsapparaat 

OPR360U A0509 

is aangesloten op netstroom, ongeacht of de aan/uit-schakelaar op 

ON (aan) of OFF (uit) staat. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 2-7 

5-1

2 Overzicht 

5-1 

2-8 

De interne batterij moet tot 5 uur lang worden geladen met 

netstroom om een lading van 80% te verkrijgen en is volledig 

geladen na 14-16 uur. Als de spanning van de interne batterij laag 

blijft (het alarm batterij bijna leeg gaat af nadat het apparaat wordt 

losgekoppeld van de netstroom) na 5 uur laden op netstroom, moet 

de interne batterij misschien worden vervangen. Het standaard 

OPR360U A0509 

vervangingsinterval voor de interne batterij van de e360 bedraagt 

24 maanden. Zie de onderhouds- en reparatiehandleiding van het 

e360 beademingsapparaat voor de vervangingsprocedure. 

OPR360U A0509 

5-1 


Hoofdstuk 3: 

Uitpakken, in 

elkaar zetten 

en veiligheids- 

controle 

Uitpakken, in elkaar zetten 

en veiligheidscontrole

5-1 

OPR360U A0509 

Hoofdstuk 3: 

Uitpakken, in 

elkaar zetten 

en veiligheidscontrole 

Het beademingsapparaat en de accessoires 

uitpakken............................................................. 3-1 

Lijst met inhoud verpakking .................... 3-1 

In elkaar zetten ................................................... 3-1 

Expiratieklepvak .......................................3-4 

Lucht, zuurstof en netstroom aansluiten ...3-5 

Het beademingscircuitsysteem 

installeren .................................................3-6 

Veiligheidscontrole.............................................3-8 

Opzetten en inspectie ..............................3-8 

Noodinlaatklep ..........................................3-8 

Circuitcontrole ..........................................3-9 

Gastoevoeralarmen ..................................3-9 

Alarm uitval netstroom/back-upbatterij ...3-10 

Alarmen hoge/lage luchtwegdruk / 

alarm circuit losgekoppeld / 

alarmonderdrukking ............................... 3-10 

Alarmen minuutvolume / backupbeademing 

/ Apneu ............................ 3-11 

Trigger/drukondersteuning .................... 3-11 

OPR360U A0509 

Nauwkeurigheidstest volume/flow/ 

frequentie ................................................ 3-11 

Alarm bij uitschakeling ........................... 3-12 

Registratie veiligheidscontrole ....................... 3-13 

5-1

5-1 

Uitpakken, in elkaar zetten en veiligheidscontrole 3 

Het beademingsapparaat en de accessoires 

uitpakken 

Maak een aantekening van eventuele transportschade aan de dozen 

en neem hier zo mogelijk foto's van. Vergelijk de door u ontvangen 

artikelen met de hieronder vermelde inhoud van de e360-verpakking. 

Wend u tot de klantenservice van Newport als u afwijkingen constateert. 

OPR360U A0509 

Voor informatie over een garantie, voor zover van toepassing, 

neemt u contact op met de technische dienst of met uw lokale 

vertegenwoordiger. 

Lijst met inhoud verpakking 

• E360 beademingsapparaat, model E, P of S 

• netsnoer: IN (Europese standaard) of NA (Noord-Amerikaanse 

standaard) 

• ingebouwde verwarmde herbruikbare expiratieklep 

• twee (2) expiratieflowsensoren – één geïnstalleerd en één reserve 

• bedieningshandleiding 

• Accessoirepakket 

• lucht- en O2-slang 

• verlengarm met circuithouder en verlengarmsteun voor 

Railmontage 

• twee (2) wegwerpfilters voor het beademingscircuit 

• optionele accessoires 

• externe monitor 

• expiratiefilterverwarmingsset en herbruikbaar of wegwerpexpiratiefilter 

• e360-rolstatief 

• contactdoos (120 VAC) voor rolstatief 

• dubbele cilinderhouder voor rolstatief 

• accessoiremand voor rolstatief 


Zie uitvouwtekening F-1 of afbeelding 3-1 voor een illustratie van de 

volledig in elkaar gezette e360 op het rolstatief. 

1. Leg de wegwerpfilters voor het beademingscircuit opzij en berg 

de reserve-expiratieflowsensor op een geschikte plaats op. 

2. Optioneel: Monteer de e360 op rolstatief CRT360A (montageinstructies 

worden bij het rolstatief geleverd). Zie afbeelding 3-1, A. 

3. Installeer de verlengarmsteun en de verlengarm op een OPR360U vanA0509 de 

twee zijrails. Zie afbeelding 3-1, B. 

4. Optioneel: Installeer een bevochtiger van een andere fabrikant. 

Zie afbeelding 3-1, C. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 3-1 

5-1


A 

5-1 

3-2 

OPR360U A0509 

Reset 

Device Alert 

Device Alert 

Device Alert 

MODE 

Volume Pressure 

Control Control 

A/CMV 

A/CMV 

Manual O2 Inflation 

FO2 l 

Select 

Tidal Volume Flow I Insp 

From Patient 

Main 

Screen 

Extended 

Functions 

Setup & 

Calibration 

A/CMV 

Trig 

Pressure Support Pressure Limit PEEP/CPAP Flow P 

Mon 

Manual 

Inactive 

Inflation 

Accept 

Afbeelding 3-1 Accessoires op rolstatief monteren 

-10 

Airway 

Pressure 

Resp Rate 

120 

80 

60 

40 

20 

10 

0 

To Patient 

C 

OPR360U A0509 

5-1 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 

B

5-1 


OPR360U A0509 

Afbeelding 3-2 Externe monitor 

OPR360U A0509 

5. Optioneel: Installeer de externe monitor (instructies worden bij de 

monitor geleverd). Zie afbeelding 3-2. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 3-3 

5-1


5-1 

3-4 

OPR360U A0509 

Reset 

Device Alert 

Device Alert 

Device Alert 

MODE 

Volume Pressure 

Control Control 

A/CMV 

A/CMV 

Manual O2 Inflation 

FO2 l 

Select 

Tidal Volume Flow I Insp 

From Patient 

OPMERKING: Als u zowel een bevochtiger als een filterverwarming 

wilt installeren, moet u een dubbele montagestang bestellen. Met 

de rechte stang (onderdeelnr. BAR1820A) wordt de filterverwarming 

naast (parallel aan) de bevochtiger gemonteerd. Met de L-vormige OPR360U A0509 

stang (onderdeelnr. BAR2101A) wordt de filterverwarming naast en 

hoger dan de bevochtiger geïnstalleerd zodat er een kortere slang 

kan worden gebruikt tussen de verwarming en de patiëntpoort en de 

kans op 'rainout' van condensaat verder wordt verkleind. 

Main 

Screen 

Extended 

Functions 

Setup & 

Calibration 

A/CMV 

Trig 

Pressure Support Pressure Limit PEEP/CPAP Flow P 

Mon 

Manual 

Inactive 

Inflation 

Afbeelding 3-3 Expiratiefilterverwarming monteren 

6. Optioneel: Installeer de expiratiefilterverwarmingsset (instructies 

worden bij de verwarmingsset geleverd). Zie afbeelding 3-3. 

Accept 

-10 

Airway 

Pressure 

Resp Rate 

120 

80 

60 

40 

20 

10 

0 

5-1 


5-1 


Expiratieklepvak 

Open het expiratieklepvak en controleer of de expiratieklep en de 

flowsensor goed zijn aangebracht. Zie afbeelding 3-4. Sluit de klep 

van het vak. Zie hoofdstuk 6 voor instructies voor verwijdering en 

reiniging. 

OPR360U A0509 

1 

2 

Afbeelding 3-4 Expiratieklepvak 

Afbeelding 3-5 Flowsensorkabel aansluiten 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 3-5 

3 

1. Flowsensor 

2. Flowsensorkabel 


OPMERKING: Zorg bij het aansluiten van de flowsensorkabel op 

de flowsensor dat de gaten in de kabelconstructie goed in lijn staan 

met de pennen op de flowsensor, en druk ze vervolgens voorzichtig 

op elkaar. Verdraai de twee constructies niet tijdens het aansluiten 

of verwijderen van de flowsensorkabel, want daardoor kunnen de 

sensor en de kabel worden beschadigd. Zie afbeelding 3-5. 

OPR360U A0509 

Lucht, zuurstof en netstroom aansluiten 

Zie uitvouwtekening F-2, item 3 en 4, of afbeelding 3-6. 

Sluit de lucht- en zuurstofslang aan op de juiste aansluitingen 

achterop het beademingsapparaat. Zie afbeelding 3-6, A. 

5-1


5-1 

3-6 

OPR360U A0509 

A 

Afbeelding 3-6 Aansluitingen lucht, O2 en netstroom 

Sluit het netsnoer aan op de aansluiting achterop het 

beademingsapparaat. Zet de borgklem vast. Zie afbeelding 3-6, B. 

Let op Inspecteer de waterafscheiders van de lucht- en zuurstofinlaat 

regelmatig en verwijder zo nodig het water eruit door de pen onderaan 

de afscheider in te drukken. 

Het beademingscircuitsysteem installeren 

1. Breng de wegwerpfilters stevig aan op de poort To Patient en de 

poort From Patient. 

Optioneel: Als de expiratiefilterverwarming wordt gebruikt, installeert 

u een filter in het verwarmde systeem in plaats van op de poort From 

Patient. 

2. Installeer een beademingscircuit met twee takken en eenOPR360U 

A0509 

bevochtigingssysteem afhankelijk van de behoeften van de 

patiënt. Zie afbeelding 3-7, 3-8 en 3-9 voor de configuratieopties. 

B 

5-1 


5-1 


1 

OPR360U A0509 

1. Patiëntaansluiting 

2. Filter 

3. Beademingsapparaat 

4. Van patiënt 

5. Naar patiënt 

6. Filter 

Afbeelding 3-7 Beademingscircuit met verwarmingsdraad 

en bevochtiger 

1 


2. Filter 




6. Filter 

1 

Afbeelding 3-8 Beademingscircuit zonder verwarming, 

met bevochtiger 


2. Filter 




6. Filter 

Afbeelding 3-9 Beademingscircuit zonder verwarming, met HME 

OPMERKING: De e360 kan worden gebruikt met een herbruikbaar 

of een wegwerp-beademingscircuit met twee takken. Er isOPR360U geen A0509 

proximale lijn of externe expiratieklep nodig. 

WAARSCHUWING! Gebruik geen elektrisch geleidende 

beademingscircuits. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 3-7 

2 

6 

2 

6 

2 

6 

4 

5 

4 

5 

4 

5 

3 

3 

3 

5-1


5-1 

3-8 

WAARSCHUWING! Gebruik waterafscheiders of verwarmde draden 

op geschikte plaatsen in het beademingscircuit om te voorkomen dat 

water zich in de circuitslangen ophoopt, de luchtweg van de patiënt 

in loopt of het beademingsapparaat in loopt. Leeg en reinig de 

waterafscheiders naar vereist. Het afgetapte water nooit terugvoeren 

naar de waterkamer van de bevochtiger. 

OPR360U A0509 

Let op Het beademingsapparaat is pas gereed voor gebruikt als 

het volledig in elkaar is gezet en als de veiligheidscontrole- en 

circuitcontroleprocedure met goed gevolg zijn doorlopen. 

Veiligheidscontrole 

De e360 voert een zelfdiagnosetest uit als hij wordt ingeschakeld en 

controleert de werking van de interne elektronica. Newport Medical 

raadt aan om een volledige veiligheidscontrole uit te voeren vóór het 

eerste gebruik van het beademingsapparaat en in elk geval bij elke 

preventieve onderhoudsbeurt. Gebruik het veiligheidscontroleformulier 

voor de e360 aan het einde van dit hoofdstuk om de resultaten van 

elke controle vast te leggen. 

Gebruik het e360 beademingsapparaat niet als de 

veiligheidscontroleprocedure niet met goed gevolg wordt doorlopen. 


1. Zet het beademingssysteem in elkaar. 

2. Inspecteer het Newport e360 beademingsapparaat, de Newport 

luchtcompressor (indien gebruikt) en de netsnoeren en controleer 

of er geen tekenen zijn van slijtage of schade die zou kunnen 

bijdragen aan een storing. 

3. Sluit (het) netsnoer(en) aan op goed geaarde stopcontacten. 

4. Inspecteer de waterafscheiders op de inlaten voor hogedruklucht 

en –zuurstof achterop de e360 en controleer of deze geen water 

of vuil bevatten. 

5. Ga na of de slangen voor hogedruklucht en -zuurstof stevig zijn 

aangesloten op de inlaataansluitingen van het beademingsapparaat. 

6. Sluit een aanbevolen beademingscircuit van 22 mm met twee takken 

en filters aan. Zorg dat u een testlong van 500 ml (of 1 l omsloten) 

gereed hebt liggen. 

7. Inspecteer het patiëntbeademingscircuit en alle aansluitingen 

en controleer of er geen tekenen zijn van slijtage of schade die 

zouden kunnen leiden tot lekkage en/of zouden kunnen bijdragen 

aan storingen van het beademingsapparaat. 


1. Controleer of de e360 is uitgeschakeld op de achterkant van het 

beademingsapparaat. 

2. Controleer of lucht het patiëntbeademingscircuit in kan worden 

OPR360U A0509 

gezogen via de noodinlaatklep. U kunt onderdruk aanleggen op 

de inspiratietak van het patiëntbeademingscircuit door (1) een 

testlong van 'balgtype' te gebruiken of (2) in te ademen door 

een barrièrefilter dat is aangebracht op de inspiratietak van het 

patiëntcircuit. 

5-1 


5-1 


WAARSCHUWING! Newport Medical raadt ten sterkste aan om een 

schoon/gedesinfecteerd circuit en schone/gedesinfecteerde filters 

aan te brengen op het beademingsapparaat voordat u door het 

circuit ademt. 

OPR360U A0509 


1. Sluit de slangen voor hogedrukzuurstof en -lucht aan tussen 

de waterafscheiders op de zuurstof- en luchtinlaat achterop de 

Newport e360 en gasbronnen van 50 ± 10 psig lucht en zuurstof 

van medische kwaliteit aangevoerd vanuit een gascilinder, 

wandaansluiting of luchtcompressor. 

2. Als er een luchtcompressor wordt gebruikt als persluchtbron, 

sluit u de hogedrukluchtslang aan tussen de waterafscheider op 

de luchtinlaat achterop de Newport e360 en de uitlaat van de 

luchtcompressor. In andere gevallen gaat u naar stap 4. 

3. Zet de aan/uit-schakelaar van de compressor op ON (aan) en 

controleer of de compressor werkt. 

4. Zet de aan/uit-schakelaar (achterop het beademingsapparaat) in 

de stand ON. 

5. Wanneer de grafische gebruikersinterface (GUI) is opgestart, 

is het beademingsapparaat gereed voor het starten van de 

circuitcontrole. Volg de aanwijzingen op het scherm op. Gebruik 

geen testlong om het circuit af te sluiten voor de circuitcontrole. 

Na voltooiing van de test van twee stappen verschijnt het bericht 

dat de test gelukt danwel mislukt is. Als de circuittest mislukt 

is, lost u alle problemen met circuitslangaansluitingen en 

expiratiekleplekkage op en herhaalt u de test. 

6. Raak de knop Patient Setup (patiëntconfiguratie) aan en selecteer 

de patiëntcategorie ADULT (volwassene). 


Stel het beademingsapparaat in op de standaardtestinstellingen: 

Volume Control 

Modus (modus volumesturing): A/CMV 

Waveform (curve): Square 

Resp Rate (ademhalingsfrequentie): 10 

Flow: 30 l/min of t Insp = 1,0 s 

Tidal Volume (teugvolume): 500 ml 

FiO2: 0,21 

Pressure Trig (druktrigger): 5,0 cmH2O/mbar 

PEEP: 0 cmH2O/mbar 

Alarmen Paw hoog/laag: 70/5 

Alarmen MVE hoog/laag: 6,0/2,0 

Apnea (apneu): 20 seconden 

Alarm voor loskoppeling: 75% 

OPR360U A0509 

1. Sluit een testlong van 500 ml (of 1 l omsloten) aan. 

2. Raak de knop "Start Ventilating" (beademing starten) in de GUI aan. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 3-9 

5-1


5-1 

3-10 

3. Stel de FIO2 af op 0,23. Koppel de slang voor hogedrukzuurstof 

los van de gasbron. Controleer of de e360 een akoestisch alarm 

en het visuele alarmbericht O2 Supply Loss (uitval O2-toevoer) 

afgeeft. 

4. Sluit de slang voor hogedrukzuurstof weer aan op de gasbron. 

Controleer of het alarm nu niet meer wordt gegeven. Druk op 

Reset om het visuele bericht en de aanduiding te wissen. Zet de 

FIO2 weer op 0,21. 

5. Koppel de slang voor hogedruklucht los van de gasbron. Controleer 

of de e360 een akoestisch alarm en het visuele alarmbericht Air 

Supply Loss (uitval luchttoevoer) afgeeft. 

6. Sluit de slang voor hogedruklucht weer aan op de gasbron. 

Controleer of het alarm nu niet meer wordt gegeven. Druk op 

Reset om het visuele bericht en de aanduiding te wissen. 

OPR360U A0509 

Alarm uitval netstroom/back-upbatterij 

1. Trek terwijl het beademingsapparaat in bedrijf is, de stekker 

van het netsnoer uit het stopcontact. Controleer of het 

beademingsapparaat blijft werken en een akoestisch en een 

visueel alarm afgeeft, of het indicatielampje Int Battery (interne 

batterij) gaat branden en of het bericht AC Power Loss Battery 

Back Up (uitval netstroom - back-upbatterij) in het venster 

verschijnt. De e360 laat om de vijf (5) minuten een kort piepje 

horen terwijl hij op de interne batterij werkt. 

2. Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact. 

Controleer of het beademingsapparaat blijft werken, het 

indicatielampje Internal Battery uitgaat en het indicatielampje 

Mains (Battery Charging) (netvoeding [batterij wordt geladen]) 

gaat branden. 

3. Druk op Reset om de visuele berichten en aanduiding te wissen. 

Alarmen hoge/lage luchtwegdruk / alarm circuit losgekoppeld / 

alarmonderdrukking 

1. Verwijder de testlong. Controleer of zowel de visuele als 

de akoestische aanduiding voor het alarm Low Paw (lage 

luchtwegdruk) wordt geactiveerd na twee opgelegde ademslagen 

en of na drie ademslagen het alarmbericht Circuit Disconnect 

(circuit losgekoppeld) wordt weergegeven. 

2. Druk op de alarmonderdrukkingsknop en controleer of het 

akoestische alarm uitgaat terwijl het alarmlampje blijft knipperen 

en het alarmbericht op het scherm blijft staan. 

3. Druk nogmaals op de alarmonderdrukkingsknop en controleer of 

het akoestische alarm weer gaat piepen. 

4. Sluit de testlong weer aan. Controleer of het akoestische 

alarm ophoudt en of het alarmlampje 360° nu constant brandt 

(vergrendeld). 

5. Druk op de knop Reset om alle visuele alarmaanduidingen te 

wissen (lampje en berichten). 

OPR360U A0509 

6. Verwijder de testlong en sluit het patiënt-Y-stuk van het 

beademingscircuit af. Controleer of zowel de visuele als 

de akoestische aanduiding voor het alarm High Paw (hoge 

luchtwegdruk) wordt geactiveerd. 

5-1 


5-1 


7. Sluit de testlong weer aan op het Y-stuk. Controleer of het 

akoestische alarm ophoudt en of het alarmindicatielampje 

constant brandt. 

8. Druk op de knop Reset om het alarmbericht High Paw en de 

visuele aanduidingen te wissen. 

OPR360U A0509 

Alarmen minuutvolume / back-upbeademing / apneu 

1. Stel de Resp Rate in op 20 ademh./min. Controleer of binnen 

30 seconden zowel de akoestische als de visuele aanduiding 

voor het alarm High MVE (hoog geëxpireerd minuutvolume) 

wordt geactiveerd. 

2. Stel de Resp Rate weer in op 10 ademh./min. Controleer of 

binnen 30 seconden het akoestische alarm ophoudt en de visuele 

alarmaanduiding constant blijft branden. Druk op de knop Reset 

om het alarmbericht en de aanduiding voor High MVE te wissen. 

3. Stel de Resp Rate in op 1 ademh./min. Controleer of binnen 

30 seconden de akoestische en visuele alarmaanduiding voor 

APNEA en het alarm Low MVE (laag expiratoir minuutvolume) 

worden geactiveerd. Controleer of na 65 seconden de backupbeademing 

begint en wordt aangeduid door het bericht Back 

Up Ventilation (back-upbeademing) op het scherm voor alarmen 

en berichten. 

4. Controleer of binnen 30 seconden na het begin van de backupbeademing 

de alarmaanduidingen constant branden om 

het einde van de back-upbeademing aan te geven. Stel de 

Resp Rate in op 10 ademh./min. Druk op de knop Reset om de 

alarmberichten en -aanduidingen te wissen. 

Trigger/drukondersteuning 

1. Stel het alarm High MVE in op 12L, de modus op SPONT, Pressure 

Support op 10 cmH2O/mbar, PEEP op 3 cmH2O/mbar, P Trig op 

2,0 cmH2O/mbar. 

2. Knijp kort in de testlong om onderdruk te creëren in het 

beademingscircuit. Controleer of het groene indicatielampje voor 

patiëntinspanning knippert en of een drukondersteunde ademslag 

wordt toegediend. 

3. Selecteer Flow Trig (flowtrigger), stel in op 2,0 l/min en herhaal stap 2. 

4. Stel de modus in op A/CMV, PEEP op 0 cmH2O/mbar en Trig op 

P = 5,0 cmH2O/mbar. Alle andere regelingen moeten nog op de 

standaardinstelling staan. 

Nauwkeurigheidstest volume/flow/frequentie 

1. Ga in de GUI naar het scherm Numeric (numeriek; via de knop 

Main Screen) om het bewaakte expiratoire teugvolume (VTE) te 

bekijken. Controleer of de bewaakte waarde ten hoogste ±20% 

afwijkt van de instelling Tidal Volume op het voorpaneel. 

2. Kijk naar Insp Flow op het scherm Numeric en controleer of de 

gemeten waarde ten hoogste ±5 l/min afwijkt van de instelling 

OPR360U A0509 

Flow op het voorpaneel. 

3. Kijk naar RRtot (bewaakte totale ademhalingsfrequentie) op 

het scherm Numeric en controleer of de bewaakte waarde na 

30 seconden ten hoogste ±1 ademh./min afwijkt van de instelling 

Resp Rate op het voorpaneel. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 3-11 

5-1


5-1 

3-12 

OPMERKING: De flowsensor moet worden gekalibreerd als u 

vermoedt dat het expiratoire teug-/minuutvolume significant afwijkt 

van de verwachte waarde (bijvoorbeeld ±25%). Als de sensor niet 

kan worden gekalibreerd, ook na reiniging en sterilisatie, inspecteert 

u hem op gebroken draden. Als hij is beschadigd, voert u hem af 

overeenkomstig de plaatselijke voorschriften en plaatst u een nieuwe 

sensor. 

OPR360U A0509 


1. Schakel de e360 UIT. Controleer of het akoestische alarm 

uitschakeling wordt geactiveerd. 

2. Druk op de alarmonderdrukkingsknop. Controleer of het alarm 

onderdrukt wordt. 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


OPMERKING: Maak kopieën van dit formulier om er de resultaten 

van veiligheidscontroles op te noteren. 

Newport e360 

OPR360U A0509 


Registratie veiligheidscontrole 

Newport Medical raadt aan om een volledige veiligheidscontrole uit 

te voeren vóór A) het eerste gebruik van het beademingsapparaat 

en B) in elk geval bij elke preventieve onderhoudsbeurt. 

Serienummer van apparaat: 

Controle Geslaagd Mislukt 





Alarm uitval netstroom / back-upbatterij 

Drukalarmen / alarm circuit 

losgekoppeld / alarmonderdrukking 

Alarmen minuutvolume / backupbeademing 

/ apneu 

Trigger / drukondersteuning 

Nauwkeurigheidstest volume / flow / 

frequentie 


Opmerkingen: 

Verricht door: Datum: 

OPR360U A0509 

Bedrijfsuren 

apparaat: 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 3-13 

5-1

Hoofdstuk 4: 

Configuratie 

voor gebruik 

bij een patiënt 

Configuratie voor gebruik bij een patiënt

5-1 

OPR360U A0509 

Hoofdstuk 4: 

Configuratie 

voor gebruik 

bij een patiënt 

Bedrijfscondities, so Bedrijfscondities .............................. 4-1 

Uitschakelalarm ......................................................... 4-1 

Overzicht: Voorbereiding van patiëntbeademing ............. 4-1 

Menu Setup & Calibration ...................................................4-2 

Circuitcontrole ..........................................................4-2 

Zuurstof- en flowsensor ...........................................4-3 

Expiratieflowsensor, kalibratie ...........................4-4 

O2-sensor (zuurstof), kalibratie ..........................4-4 

O2-sensor, uitschakelen ......................................4-5 

Patiëntconfiguratie ....................................................4-5 

Patiëntcategorie ...................................................4-5 

Weight Units (gewichtseenheden) ......................4-6 

Ideal Weight (ideaal gewicht) ..............................4-6 

Volume Units (volume-eenheden) ......................4-6 

Sigh (zucht) .............................................................4-6 

Circuit Type (circuittype) .....................................4-6 

Leak Comp (lekcompensatie) .............................4-6 

Compl Comp (compliantiecompensatie) ........... 4-7 

Quick Setup* (snelle configuratie*) .......................... 4-7 

Patiëntcategorie ................................................... 4-7 

Weight Units (gewichtseenheden) ...................... 4-7 

Modus.................................................................... 4-7 

Implement Quick Setup (snelle configuratie 

implementeren) ....................................................4-8 

OPR360U A0509 

Exit (afsluiten) .......................................................4-8 

Technical (technisch) ...............................................4-8 

Comm Protocol (communicatieprotocol) ..........4-8 

Display Brightness (helderheid display) ............4-8 

Regional Settings (regionale instellingen) .........4-8 

5-1

5-1 

OPR360U A0509 

Altitude (hoogte) ...............................................4-8 

Language (taal) .................................................4-8 

Pressure Units (drukeenheden) ......................4-9 

Date Format (datumnotatie) ................................4-9 

Datum en tijd ........................................................4-9 

Screen Files (schermbestanden) ........................4-9 


(gebeurtenisgeschiedenisbestanden) ...............4-9 

Gids beademingsregeling ................................................. 4-10 

Beademingsinstellingen in gegevensset Advanced ....... 4-12 

Slope/Rise (gradiënt/stijging) ................................ 4-12 

Exp Thres (expiratiedrempel) ................................. 4-12 

Pause (pauze) ........................................................... 4-12 

Flow Waveform (vorm flowcurve) ........................... 4-12 

Volume Target (targetvolume)* .............................. 4-12 

Open Exh (open expiratieklep)* ............................. 4-12 

Manoeuvres inspiratie en expiratie vasthouden ............. 4-12 

P0.1-meetfunctie ................................................................ 4-13 

Manoeuvre negatieve inspiratiekracht (NIF) ................... 4-14 

Weergave van curven en loops ......................................... 4-16 

Schaal afstellen ....................................................... 4-17 

Automatische schaalinstelling ............................... 4-17 

De stilzetfunctie gebruiken .................................... 4-17 

Scherm met gebeurtenissen- en alarmgeschiedenis .... 4-18 

Scherm Numeric ................................................................ 4-18 

Scherm Trends ................................................................... 4-19 

Gegevenssets ....................................................................4-20 

OPR360U A0509 

Opslagfunctie ..................................................................... 4-21 

Downloadfunctie ................................................................4-23 


5-1

Configuratie voor gebruik bij een patiënt 4 

Bedrijfscondities 

Uit: De aan/uit-schakelaar staat in de stand OFF 

Stand-by beademing: De aan/uit-schakelaar staat in de stand ON, 

OPR360U A0509 

maar het beademingsapparaat bevindt zich 

nog niet in de beademingscondities. 

Beademing: De aan/uit-schakelaar staat in de stand 

ON en de gebruiker heeft de knop Start 

Ventilating (beademing starten) aangeraakt. 

WAARSCHUWING! Breng het patiëntbeademingscircuit nooit bij 

de patiënt aan terwijl het beademingsapparaat zich in de condities 

stand-by beademing bevindt. Raak altijd de knop Start Ventilating in 

de GUI aan voordat u het beademingscircuit aanbrengt bij de patiënt. 

Uitschakelalarm 

Na het uitschakelen van het beademingsapparaat wordt 

een uitschakelalarm geactiveerd ter bevestiging dat het 

beademingsapparaat is uitgeschakeld. Annuleer het uitschakelalarm 

door op de alarmonderdrukkingsknop te drukken. 

OPMERKING: Wacht totdat de e360 volledig is uitgeschakeld voordat 

u de aan/uit-schakelaar weer op aan zet. Als de aan/uit-schakelaar 

te snel op uit en dan weer op aan wordt gezet en het scherm laadt 

niet zoals het hoort, zet het apparaat dan uit en wacht 15 seconden 

voordat u het beademingsapparaat weer inschakelt. 

Overzicht: Voorbereiding van patiëntbeademing 

1. Sluit het beademingscircuit en de bevochtiger aan. 

2. Sluit de slangen voor lucht en zuurstof aan op de juiste 

gasbronnen. 

3. Sluit het netsnoer van het beademingsapparaat aan op 

netstroom. 

4. Zet het beademingsapparaat op ON. Het is nu in de standbycondities. 

5. In stand-by doet u het volgende: 

a. Voer een circuitcontrole uit (volg de aanwijzingen op het 

scherm op). 

b. Raak Sensors aan en voer de O2-sensorkalibratie uit. 

WAARSCHUWING! Newport Medical raadt aan om de uit twee 

stappen bestaande circuitcontrole (waaronder een kalibratie van de 

expiratieflowsensor) en een O2-sensorkalibratie uit te voeren voordat 

u het beademingsapparaat aansluit bij een patiënt. 

5-1 

c. Raak Patient Setup aan en voer selecties in voor: 


Ideal Weight en Units of Measure 

Circuit Type 

OPR360U A0509 

Leak Compensation (Newport raadt aan om 

Leak Compensation altijd ingeschakeld te laten) 

Compliance Compensation (ON of OFF) 

Sigh (ON of OFF) 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-1 

5-1


5-1 

4-2 

d. Optioneel: Gebruik Quick Setup* om nieuwe 

beademingsinstellingen te kiezen op basis van selecties voor 

ideaal lichaamsgewicht, modus en patiëntcategorie. 

e. Controleer of de beademingsparameters, met inbegrip van de 

OPR360U A0509 

instellingen onder Advanced, correct zijn ingesteld. 

f. Activeer de knop Non-invasive wanneer u een niet-invasieve 

patiëntinterface (bijv. een masker) gebruikt of als u beademt 

met een grote luchtweglekkage, al dan niet met een klep voor 

spraak. 

g. Controleer of de alarmlimieten veilig zijn. 

6. Raak de knop Start Ventilating aan om naar de 

beademingscondities te gaan en te beginnen met de 

ademtoediening. 

7. Breng het beademingscircuit aan bij de patiënt. 

8. Observeer de toestand van de patiënt en controleer of de 

beademings- en alarminstellingen correct zijn. 


Menu Setup & Calibration 

Zie uitvouwtekening F-3 voor een navigatiekaart voor de menu's van 

de GUI, waaronder het menu Setup & Calibration. Zie uitvouwtekening 

F-9, F-10 en F-11 voor informatie over de schermen van het menu 

Setup & Calibration. 


Zie uitvouwtekening F-5. 

De circuitcontrole is beschikbaar in de stand-bycondities nadat de 

e360 is ingeschakeld. Hiervoor moet de e360 zijn aangesloten op een 

persluchtbron. 

Voer de circuitcontrole uit: 

• telkens als u de e360 configureert voor een patiënt; 

• telkens als een beademingscircuit of een circuitcomponent 

wordt geïnstalleerd; 

• telkens als u twijfelt over de integriteit of weerstand van het 

beademingscircuit /filter. 

De controle wordt uitgevoerd in twee stappen. De resultaten van de 

circuitcontrole worden vastgelegd in de gebeurtenisgeschiedenis. 

Volg deze aanwijzingen op om een circuitcontrole uit te voeren: 

1. Configureer het beademingscircuit en de bevochtiger (inclusief water) 

zoals u deze bij de patiënt gaat gebruiken. De gemeten compliantie 

van het beademingscircuit bepaalt de compliantiecompensatiefactor 

die tijdens de beademing gebruikt wordt. 

2. Sluit/knijp de patiëntaansluiting van het circuit af (geen testlong 

OPR360U A0509 

gebruiken). 

3. Raak de knop Circuit Check aan om de eerste stap te activeren. 

4. Als de eerste stap voltooid is, verwijdert u alle onderdelen distaal 

van het Y-stuk van het circuit. Vervolgens raakt u de knop Circuit 

Check weer aan om de test te voltooien. 

5-1 


5-1 


5. Wanneer de circuitcontrole met goed gevolg voltooid is, meldt 

het scherm "Passed" (geslaagd) en worden waarden voor 

Compl Comp (compliantiecompensatie), Insp en Exp Resistance 

(weerstand inspiratie en expiratie) weergegeven. 

6. Als de circuitcontrole niet goed verloopt, meldt het scherm 

"Failed" (mislukt). 

a. Controleer de integriteit en aansluitingen voor alle 

componenten van het beademingscircuit zoals slangen, filters 

en de bevochtigingskamer, evenals de componenten van de 

expiratieklep. 

b. Voer de test opnieuw uit. 

7. De resultaten (geslaagd/mislukt) van de circuitcontrole worden 

vastgelegd in de gebeurtenisgeschiedenis. 

OPR360U A0509 

OPMERKING: De functie circuitcontrole is alleen beschikbaar in de 

stand-bycondities. Als het beademingsapparaat in gebruik is, moet 

u over een alternatieve beademingsmethode beschikken als u een 

circuitcontrole wilt uitvoeren. Voor toegang tot de circuitcontrole zet u 

het beademingsapparaat UIT en weer AAN. 

Zuurstof- en flowsensor 

Zie afbeelding 4-1. 

Druk op de knop van het menu Setup & Calibration en raak 

vervolgens de knop Sensors aan voor toegang tot het scherm 

waarop u de zuurstof- (O2) en de expiratieflowsensor kunt kalibreren 

en de O2-sensor kan uitschakelen. 

Afbeelding 4-1 Het scherm Sensors 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-3 

5-1


5-1 

4-4 

Expiratieflowsensor, kalibratie 


Voor kalibratie van de expiratieflowsensor moet het 

beademingsapparaat zijn aangesloten op een persluchtbron. 

OPR360U A0509 

Voer een kalibratie van de expiratieflowsensor uit telkens als u 

de sensor vervangt en altijd als u vermoedt dat de expiratoire 

volumemeting/bewaking onnauwkeurig is. De sensor kalibreren: 

1. Raak de knop Sensors aan en raak vervolgens de knop Flow 

Sensor aan. 

2. Raak Calibrate (kalibreren) aan om de kalibratieprocedure te 

starten of raak Exit aan om het proces af te breken. 

3. Na een geslaagde kalibratie raakt u Exit aan. 

Er verschijnt een bericht dat aangeeft of de kalibratie van de 

sensor geslaagd of mislukt is. Als de kalibratie mislukt of als er 

een foutbericht wordt weergegeven, moet de sensor mogelijk 

worden vervangen. Zie hoofdstuk 7 voor aanwijzingen. De 

resultaten van de flowsensorkalibratie worden vastgelegd in de 

gebeurtenisgeschiedenis. 

OPMERKING: De kalibratie van de expiratieflowsensor wordt 

automatisch uitgevoerd als onderdeel van de circuitcontrole. 

Zorg dat u de circuitcontrole uitvoert telkens als u het e360 

beademingsapparaat configureert voor gebruik bij een patiënt. 

O2-sensor (zuurstof), kalibratie 


Voor kalibratie van de O2-sensor moet de e360 zijn aangesloten op 

een bron van 100% zuurstof van medische kwaliteit. Voer een O2sensorkalibratie 

uit vóór elk gebruik bij een patiënt en regelmatig 

tijdens het beademen, overeenkomstig de regels van het ziekenhuis. 

Als u op de knop O2 3 min drukt, wordt ook een kalibratie van de O2sensor 

gestart. De O2-sensor kalibreren: 

1. Raak de knop Sensors aan en raak vervolgens de knop O2 

Sensor aan. 

2. Raak Calibrate aan om de automatische kalibratie te starten of 

raak Exit aan om het proces af te breken. 

Er verschijnt een bericht dat aangeeft of de kalibratie van de 

sensor geslaagd of mislukt is. Als de kalibratie mislukt of als er een 

foutbericht wordt weergegeven, moet de sensor mogelijk worden 

vervangen. De resultaten van de O2-sensorkalibratie worden 

vastgelegd in de gebeurtenisgeschiedenis. 

Newport Medical raadt aan om de O2-sensor om de twee jaar OPR360U te A0509 

vervangen, of sneller als het niet lukt om een geslaagde kalibratie uit 

te voeren. Zie hoofdstuk 6 voor aanwijzingen. 

OPMERKING: De gastoevoer naar het beademingscircuit bestaat uit 

100% O2 tijdens de kalibratie van de O2-sensor. 

5-1 


5-1 


O2-sensor (zuurstof), uitschakelen 

Door uitschakeling van de O2-sensor worden de FIO2-bewaking en 

de FIO2-alarmen uitgeschakeld en wordt op de gegevenssetbalk 

Basic (basis) een pictogram alarm uitgeschakeld weergegeven in 

plaats van de bewaakte FIO2-waarde. (Zie afbeelding 4-2.) 

OPR360U A0509 

WAARSCHUWING Als deze functie is uitgeschakeld moet u een 

extern apparaat gebruiken voor FIO2-bewaking en -alarmen. 

Zorg dat er altijd een O2-sensor aanwezig is in het apparaat, ook als 

de functie is uitgeschakeld. 

De O2-sensor uitschakelen 

1. Raak de knop Sensors en vervolgens de knop O2 Sensor aan. 

2. Raak de knop Disable (uitschakelen) aan om de O2-sensor uit 

te schakelen en raak vervolgens Yes aan om te bevestigen. 

3. Raak Exit aan. 

Afbeelding 4-2 Balk van gegevensset Basic waarop wordt 

aangegeven dat de O2-sensor en de FIO2-alarmen zijn 

uitgeschakeld 

De O2-sensor inschakelen 

1. Raak de knop Sensors en vervolgens de knop O2 Sensor aan. 

2. Raak Enable (inschakelen) aan om de O2-sensor in te schakelen. 

3. Raak Exit aan. 


Zie uitvouwtekening F-11. 

Druk op de menuknop Setup & Calibration en raak vervolgens de 

knop Patient Setup aan voor toegang tot dit scherm. 


Kies de patiëntcategorie Adult of Ped/Infant (pediatrisch/neonataal). 

De instelling heeft gevolgen voor het bereik van de beademings- en 

alarminstellingen en voor de algoritmen voor beademingsbeheer. 

Als een alarm- of beademingsinstelling na het wijzigen van de 

patiëntcategorie buiten het bereik ligt, wordt op het scherm 

voor alarmen en berichten "[Setting] Out of Range" (instelling 

buiten bereik) weergegeven, knippert het indicatielampje voor de 

parameter(s) buiten bereik en klinkt een akoestisch alarm. Selectie 

van de patiëntcategorie is vereist voor Quick Setup*. OPR360U A0509 

OPMERKING: Selecteer altijd de categorie Ped/Infant wanneer u een 

pediatrisch of neonataal beademingscircuit gebruikt. 


OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-5 

5-1


5-1 

4-6 

Weight Units (gewichtseenheden) 

Selecteer Lb dan wel kg als maateenheid voor gewicht. 


Voer de waarde voor het ideale patiëntgewicht in, tussen 1 – 999 kg/ 

2 – 2202 lb. Het ideale gewicht moet worden ingevoerd voordat u 

OPR360U A0509 

kunt kiezen voor de weergave van expiratoire volumemeetwaarden in 

mL/lb of mL/kg. Het is ook vereist voor Quick Setup*. 

Volume Units (volume-eenheden) 

Selecteer mL dan wel mL/kg als maateenheid voor de VTE-weergave. 

U moet een ideaal gewicht invoeren voordat u mL/kg selecteert. 

OPMERKING: De selectie van de volume-eenheid heeft alleen 

gevolgen voor de numerieke gegevensweergave voor VTE. 

Sigh (zucht) 

Zet de Sigh-functie ON of OFF. Als de functie is ingeschakeld, dient 

het beademingsapparaat elke 100 ademslagen een zuchtademslag 

toe van 1,5 maal het ingestelde teugvolume, doch alleen bij 

volumegestuurde ademhalingen. 

Circuit Type 

Selecteer een van de volgende vier keuzemogelijkheden: 

1. Heated Exp Limb (verwarmde expiratietak) = verwarmde bevochtiger 

met beademingscircuit met dubbele verwarmingsdraad. 

2. Heated Exp Limb (verwarmde inspiratietak) = verwarmde 

bevochtiger zonder een verwarmingsdraad op de expiratietak 

van het beademingscircuit. (de inspiratietak kan al dan niet een 

verwarmingsdraad hebben) 

3. HME = onverwarmd circuit met warmte-/vochtwisselaar. 

4. Test Lung (testlong) = geen bevochtiging, geen verwarming (ten 

behoeve van tests en demonstraties) 

De bewaakte expiratieflow en -volumes worden gecorrigeerd voor 

Body Temperature Pressure Saturated (BTPS). De selectie van Circuit 

Type heeft gevolgen voor de bewaakte waarden. Door het Circuit 

Type te selecteren dat overeenkomt met de gebruikte bevochtiger en 

het gebruikte circuit, zorgt u voor nauwkeurigheid van de bewaakte 

flow- en volumewaarden. 


Selecteer Leak Comp ON of OFF. Wanneer lekcompensatie op ON 

staat, stelt de e360 de biasflow automatisch af tussen 3 en 8 l/min voor 

de selectie Ped/Infant en tussen 3 en 15 l/min voor Adult, teneinde 

een eindexpiratoire basisflow van 3 l/min te handhaven. Wanneer 

lekcompensatie op OFF staat, levert het beademingsapparaat 

altijd een biasflow van 3 l/min tijdens de expiratiefase van elke OPR360U A0509 

ademslagcyclus. Vanwege lekcompensatie kan de biasflow worden 

verhoogd tot een maximum van 25 l/min met Non Invasive ON. Zie 

hoofdstuk 7 voor nadere inlichtingen over niet-invasieve beademing. 

Flow-triggering wordt automatisch gecorrigeerd voor de bijstelling van 

de biasflow vanwege lekcompensatie. 

5-1 


5-1 



Selecteer Compl Comp ON of OFF. Wanneer Compl Comp op 

ON staat, compenseert het beademingsapparaat tijdens elke 

volumegestuurde opgelegde ademslag automatisch voor verlies van 

toegediend volume ten gevolge van de samendrukbaarheid van het 

OPR360U A0509 

beademingscircuit, met gebruik van de compliantiecompensatiefactor 

die tijdens de meest recente circuitcontrole is gemeten (de factor 

wordt opgeslagen bij uitschakeling van het apparaat). 

De Compl Comp-factor wordt gemeten tijdens de circuitcontrole. Voordat 

de circuitcontrole wordt uitgevoerd moeten het beademingscircuit 

systeem en de bevochtiger (inclusief water) precies zo worden 

geconfigureerd zoals ze bij de patiënt gebruikt gaan worden. Zo zorgt 

u dat de bijstelling van de volumetoediening/bewaking correct is. 

Quick Setup* 

OPMERKING: De functie Quick Setup is alleen beschikbaar in de 

stand-bycondities. 

Zie uitvouwtekening F-9 voor een voorbeeld van het scherm Quick 

Setup. U gebruikt deze functie in beademing, stand-by om nieuwe 

opstartinstellingen voor het beademingsapparaat vast te stellen op 

basis van een ingevoerd(e) ideaal lichaamsgewicht, patiëntcategorie 

en modus. 


Kies de patiëntcategorie Adult of Ped/Infant (pediatrisch/neonataal). 

OPMERKING: Selecteer altijd de categorie Ped/Infant wanneer u een 

pediatrisch of neonataal beademingscircuit gebruikt. 

Ideal Weight (Ideal Body Weight - IBW) 

Voer het ideale gewicht van de patiënt in. Ideal Body Weight is 

gedefinieerd als het gewicht van een patiënt met een normaal 

percentage lichaamsvet en -vocht. 

Weight Units 

Selecteer Lb dan wel kg als maateenheid voor gewicht. 

Modus 

Selecteer de modus en het ademslagtype die geschikt zijn voor 

uw patiënt. Er zijn 11 combinaties van modus en ademslagtype 

beschikbaar VC-A/CMV, VC-SIMV, VC-SPONT, PC-A/CMV, PC- 

SIMV, PC-SPONT, VTPC-A/CMV, VTPC-SIMV* en VTPC(S)-SPONT*, 

BPRV-A/CMV* en BPRV-SIMV. 

OPR360U A0509 


OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-7 

5-1


5-1 

4-8 

OPMERKING: De werking van de modus SPONT is identiek voor VC 

en PC. 

OPMERKING: De functie open expiratieklep gaat standaard naar 

ON als drukgestuurde ademhaling wordt geselecteerd. De indicator 

ademslagtype/modus boven aan het scherm toont BPRV-XXXX in 

plaats van PC-XXXX. 

OPR360U A0509 

Implement Quick Setup (snelle configuratie implementeren) 

Stelt nieuwe opstartinstellingen voor het beademingsapparaat 

vast op basis van de Quick Setup-tabel in hoofdstuk 8. Het 

beademingsapparaat blijft in stand-by beademing. De nieuwe 

opstartinstellingen voor het beademingsapparaat worden van kracht 

wanneer de knop Start Ventilating wordt aangeraakt. 

OPMERKING: Na het implementeren van Quick Setup kunnen 

de instellingen van het beademingsapparaat afzonderlijk worden 

afgesteld op basis van de toestand van de patiënt. 

Exit 

Raak de knop Exit aan om Quick Setup te beëindigen zonder nieuwe 

instellingen vast te stellen voor het beademingsapparaat. 

Technical 

Het scherm Technical is toegankelijk vanaf het scherm Setup & 

Calibration. Zie uitvouwtekening F-10 voor een voorbeeld van het 

scherm Technical. Stel specifieke technische instellingen voor het 

beademingsapparaat in die passend zijn voor uw ziekenhuis of 

patiënt. 

Comm Protocol (communicatieprotocol) 

Selecteer het RS232-communicatieprotocol dat overeenkomt 

met het bewakingssysteem dat is aangesloten op het e360 

beademingsapparaat. Raak de knop aan om te kiezen uit Newport, 

Newport 2 en Vuelink. Wend u tot de technische dienst van Newport 

voor nadere inlichtingen over het communicatiepoortprotocol. 

Display Brightness (helderheid display) 

Stel de helderheid van het ingebouwde GUI-scherm af. 

Regional Settings (regionale instellingen) 

• Altitude (hoogte) 

Stel de hoogte in stappen van 200 meter af zodat deze overeenkomt 

met de hoogte boven zeeniveau van uw locatie. De hoogte-instelling 

kan worden bijgesteld tot 4000 meter (13.124 feet). 

• Language (taal) 

Bepaalt de taal voor alle GUI-schermtekst. De opties zijn (in OPR360U A0509 

de volgorde van de keuzemogelijkheden): (1)-English (Engels), 

(2)-Spanish (Spaans), (3)-French (Frans), (4)-German (Duits), 

(5)-Portuguese (Portugees), (6)-Japanese (Japans), (7)-Chinese 

(Chinees), (8)-Polish (Pools), (9)-Turkish (Turks), (10)-Russian 

(Russisch) en (11)-Vietnamese (Vietnamees). 

5-1 


5-1 


OPMERKING: Voer deze procedure uit als het beademingsapparaat 

is ingesteld op een taal die u niet begrijpt. Lees de hele procedure door 

voordat u begint. 

1. Druk op de knop Setup & Calibration (alle schermen GUIknoppen 

blijven in alle talen op de oorspronkelijke plaats staan). 

2. Raak de knop Technical aan (5e knop vanaf de bovenkant van het 

GUI-scherm). 

3. Raak de knop Regional aan (bovenste rij, 3e knop van links). 

4. Raak de knop Language aan (middelste knop). 

5. Draai de instellingsknop linksom (tegen de klok in) totdat u bij het 

einde van de selectiemogelijkheden bent aangekomen. 

6. Kijk naar de lijst met talen in de paragraaf hierboven, en draai 

de instellingsknop rechtsom (met de klok mee) totdat u bij de 

gewenste taal bent aangekomen. Als het te lang duurt en er een 

time-out optreedt, gaat u terug naar stap D. 

7. Druk op de knop Accept om uw selectie te bevestigen. 

OPR360U A0509 

• Pressure Units (drukeenheden) 

Selecteer cmH2O of mbar als maateenheid voor alle instellingen en 

bewaakte waarden met betrekking tot druk. 

Date Format (datumnotatie) 

Kies uit drie (3) datumnotaties: maand-dag-jaar, dag-maand-jaar of 

jaar-maand-dag. 

Datum en tijd 

Stel Month (maand), Day (dag), Year (jaartal) en Time (tijd) in. 

Screen Files (schermbestanden) 

Raak deze knop aan om het venster Screen Files List 

(schermbestandenlijst) te openen, dat de laatste 200 opgeslagen 

schermafbeeldingen (.bmp-bestanden) bevat. Zorg dat een 

flashdrive op de juiste wijze in de USB-poort is gestoken. Ga met de 

instellingsknop naar een .bmp-bestand en raak vervolgens de knop 

Download aan om het bestand te downloaden naar de flashdrive. 

Als het downloaden voltooid is, verschijnt het bericht File Storing 

Successful (bestand opgeslagen) en klinken er twee verschillende 

pieptonen. Voer het proces opnieuw uit voor elk bestand dat u wilt 

downloaden. 

Event History Files (gebeurtenisgeschiedenisbestanden) 

Raak deze knop aan om het venster Event History Files List (lijst met 

gebeurtenisgeschiedenisbestanden) te openen, dat de laatste 200 

gebeurtenis- en alarmgeschiedenislogs (.csv-bestanden) bevat. Zorg 

dat een flashdrive op de juiste wijze in de USB-poort is gestoken. OPR360U A0509Ga 

met de instellingsknop naar een bestand en raak vervolgens de knop 

Download aan om het bestand op te slaan op de flashdrive. Als het 

downloaden voltooid is, verschijnt het bericht File Storing Successful 

(bestand opgeslagen) en klinken er twee verschillende pieptonen. 

Voer het proces opnieuw uit voor elk bestand dat u wilt downloaden. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-9 

5-1


5-1 

4-10 

OPMERKING: Zie "Opslagfunctie" en "Downloadfunctie" verderop 

in dit hoofdstuk voor details over het opslaan van schermen 

gebeurtenisgeschiedenisbestanden. 

Gids beademingsregeling 

OPR360U A0509 

De volgende tabel toont de beademingsparameters die actief zijn in 

elke modus/elk ademslagtype. 

X = actief, D = gedimd (niet actief, maar nog wel afstelbaar) 

Regeldisplay 

VC/ 

ACMV 

VC/ 

SIMV 

VC/ 

SPONT 

PC/ 

ACMV 

PC/ 

SIMV 

FIO2 X X X X X X 

Tidal 

Volume 

X X D D D D 

Flow X X D D D D 

t Insp X X D X X D 

Resp. Rate X X D X X D 

Pressure 

Support 

Pressure 

Limit 

D X X D X X 

D D D X X D 

PEEP/CPAP X X X X X X 

Trig X X X X X X 

Slope/Rise D X X X X X 

Exp. Thresh D X X D X X 

Pause X X D D D D 

Open Exh 

(ON/OFF) 

D D D 

X 

ON = 

BPRV 

X 

ON = 

BPRV 

Flow Wave X X D D D D 

Volume 

Target (ON 

/OFF) 

Moduslampjes 

X 

ON = 

VTPC 

Volume 

Control 

en 

ACMV 

X 

ON = 

VTPC 

Volume 

Control 

en 

SIMV 

X 

ON = 

VTPC 

Volume 

Control 

en 

SPONT 

X 

ON = 

VTPC 

Pressure 

Control 

en 

ACMV 

X 

ON = 

VTPC 

Tabel 4-1: Gids beademingsregeling 

Pressure 

Control 

en 

SIMV 

PC/ 

SPONT 

D 

X 

ON = 

VTPC 

Pressure 

Control 

en 

SPONT 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


WAARSCHUWING! Zorg dat instellingen van het beademingsapparaat 

die niet in gebruik zijn (gedimde displays) op een passende, veilige 

waarde zijn ingesteld voor het geval zich per ongeluk een verandering 

van ademslagtype of modus voordoet. 

OPR360U A0509 

OPMERKING: Wanneer stilzetten geactiveerd is, verandert de knop 

Freeze in Start en zijn alle andere menuknoppen gedimd en buiten 

werking totdat er op Start wordt gedrukt. 

BPRV/ 

ACMV 

BPRV/ 

SIMV 

VTPC/ 

ACMV 

VTPC/ 

SIMV 

VTPC/ 

SPONT 

Regeldisplay 

X X X X X FIO2 

D D X X X 

Tidal 

Volume 

D D D D D Flow 

X X X X D t Insp 

X X X X D Resp. Rate 

D X D D D 

X X X X X 

Pressure 

Support 

Pressure 

Limit 

X X X X X PEEP/CPAP 

X X X X X Trig 

X X X X X Slope/Rise 

D X D X X Exp. Thresh 

D D D D D Pause 

X 

ON 

X 

ON 

D D D 

Open Exh 

(ON/OFF) 

D D D D D Flow Wave 

Moet OFF 

zijn 

Pressure 

Control en 

ACMV 

Moet 

OFF zijn 

Pressure 

Control 

en 

SIMV 

X 

ON 

Volume 

Control, 

Pressure 

Control 

ACMV 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-11 

X 

ON 

Volume 

Control, 

Pressure 

Control 

SIMV 

X 

ON 

Volume 

Control, 

Pressure 

Control 

SPONT 

Tabel 4-1: Gids beademingsregeling (vervolg) 

Volume 

Target 

(ON/OFF) 

Moduslampjes 

5-1


5-1 

4-12 

Beademingsinstellingen in gegevensset Advanced 

Raak de knop voor gegevenssets rechtsonder op de GUI aan om 

naar de gegevensset Advanced te gaan. 

OPR360U A0509 

Afbeelding 4-3 Opties van gegevensset Advanced 

Slope/Rise: 1 (langzaamst) – 19 (snelst) of AUTO* (actief voor alle op 

druk gebaseerde ademslagen). 

Exp Thresh: 5 – 55% of AUTO (FlexCycle)* (actief voor Pressure 

Support- en Volume Target Pressure Support-ademslagen). 

Pause: 0,1 tot 2,0 seconden of OFF (actief voor Volume Controlademslagen). 

Flow Wave: Square (vierkant) of Descending Ramp (geleidelijk 

aflopend) (actief voor Volume Control-ademslagen). 

*Volume Target: ON (voor Volume Target Pressure Control- en 

Volume Target Pressure Support-ademslagen) of OFF. 

*Open Exhalation Valve: ON (voor Biphasic Pressure Controlademslagen) 

of OFF. 


Manoeuvres inspiratie en expiratie vasthouden 

Zie uitvouwtekening F-7 voor een voorbeeld van het scherm 

Extended Functions. 

Tijdens de beademing kunt u "eindinspiratoire" en "eindexpiratoire" 

vasthoudmanoeuvres toepassen op de opgelegde ademslag 

teneinde meetwaarden met betrekking tot de beademingsmechanica 

te verkrijgen. Volg deze aanwijzingen op: 

1. Druk op de menuknop Extended Functions. 

2. Raak de knop Insp Hold rechts op de display aan en houd deze 

vast. De e360 voert het vasthouden uit en meet de statische druk. 

De manoeuvre wordt beëindigd wanneer u uw vinger van de knop 

af haalt of wanneer 15 seconden zijn verstreken. 

OPR360U A0509 

3. Raak de knop Exp Hold rechts op de display aan en houd deze 

vast. De e360 voert het vasthouden uit en meet de statische druk. 

De manoeuvre wordt beëindigd wanneer u uw vinger van de knop 

af haalt of wanneer 20 seconden zijn verstreken. 

5-1 


5-1 


In de gegevensset Mechanics worden de plateaudruk, totale 

PEEP, statische compliantie, inspiratoire en expiratoire weerstand 

weergegeven. Als met behulp van de manoeuvre geen stabiele 

statische druk kan worden verkregen (er is patiëntinspanning 

aanwezig) of als niet wordt voldaan aan andere uitsluitingscriteria, 

worden de betreffende berekende waarden niet weergegeven. 

OPR360U A0509 

Zie "Opslagfunctie" en "Downloadfunctie" verderop voor details over 

het opslaan van Extended Function-schermbestanden. 

P0.1-meting 

Tijdens het beademen is de P0.1-meetfunctie beschikbaar ter 

beoordeling van de ademdrang van de patiënt. Deze meetwaarde 

kan worden gebruikt als een prognose-instrument met betrekking 

tot de kans van slagen om de patiënt geleidelijk van de beademing 

af te halen. 

Deze functie wordt ingeschakeld met de knop P0.1 op het scherm 

Technical. Ze is beschikbaar in alle modi en bij alle ademslagtypen. 

De functie is niet beschikbaar als niet-invasieve beademing (NIV) 

geactiveerd is. 

Zorg dat de trigger-instelling geoptimaliseerd is voordat u deze 

functie gebruikt. De meetwaarde P0.1 is het verschil tussen de druk 

waarbij een patiëntinspanning (trigger) wordt gedetecteerd en de 

druk 100 milliseconden later. 

Een P0.1-meting verrichten 

Zie uitvouwtekening F10 voor een voorbeeld van het scherm Technical. 

1. Druk op de menuknop Setup & Calibration op het 

bedieningspaneel. 

2. Raak TECHNICAL aan 

3. Raak P0.1 aan om de functie in te schakelen. Het scherm 

verandert in het hoofdscherm. 

4. Raak START P0.1 aan om de meting te starten. 

(Afbeelding 4-4) Het meetresultaat wordt weergegeven nadat 

de eerste patiënt-trigger gedetecteerd is. 

5. Raak SAVE aan om het meetresultaat en het schermbeeld 

op te slaan. De meetwaarde wordt vastgelegd in de 

gebeurtenisgeschiedenis en het schermbeeld wordt 

opgeslagen in de Screen Files List. 

6. Raak START aan om weer de gewone grafiek te laten 

bijhouden op het scherm. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-13 

5-1


5-1 

4-14 

OPR360U A0509 

Afbeelding 4-4 Hoofdscherm met aanduiding van de plaats van de 

knop START P0.1 

Toelichting op omstandigheden P0.1-meetfunctie 

Nadat de P0.1-meetfunctie is geactiveerd doen zich de volgende 

omstandigheden voor: 

• De beademing gaat door overeenkomstig de 

gebruikersinstellingen, maar er gaat een periode van 

3 minuten in waarbinnen de gebruiker START P0.1 kan 

aanraken. Er treedt een time-out van de functie op als de 

meting niet binnen deze periode wordt gestart. 

Nadat START P0.1 is aangeraakt doen zich de volgende 



gebruikersinstellingen. 

• De back-upbeademing wordt één minuut lang uitgeschakeld. 

• Wanneer de e360 een patiënt-trigger detecteert, wordt 

een vertraging van 100 milliseconden toegepast voordat 

inspiratieflow wordt toegediend aan de patiënt. 

• De normale werking wordt hervat na de eerste patiënt-trigger 

of na een minuut als geen trigger wordt gedetecteerd. 

Manoeuvre negatieve inspiratiekracht (NIF) 

(wordt ook maximale inspiratiedruk (Maximum Inspiratory Pressure; 

MIP) of PIMAX genoemd) 

Tijdens het beademen is de manoeuvre Negative Inspiratory OPR360U Force A0509 

(NIF) beschikbaar voor het meten van de luchtwegdruk tijdens een 

maximale inspiratoire inspanning. Deze meetwaarde wordt gebruikt 

ter beoordeling van de inspiratoire spierkracht van de patiënt. 

5-1 


5-1 


Deze functie wordt ingeschakeld met de knop NIF op het scherm 

Technical. 

De NIF-manoeuvre is beschikbaar in alle modi, of niet-invasieve 

beademing (NIV) nu wel of niet is geactiveerd. 

OPR360U A0509 

Een NIF-manoeuvre uitvoeren 

Zie uitvouwtekening F-10 voor een voorbeeld van het scherm Technical. 

1. Druk op de menuknop Setup & Calibration op het 

bedieningspaneel. 

2. Raak TECHNICAL aan 

3. Raak NIF aan om de functie in te schakelen. Het scherm 

verandert in het hoofdscherm met weergave van een 

drukcurve. (Zie afbeelding 4-5.) 

4. Raak NIF (menuknop) aan en houd deze vast om de 

manoeuvre uit te voeren. Terwijl u de knop aanraakt wordt 

alle flowtoediening door de e360 tijdelijk gestaakt. 

5. Nadat u de knop NIF hebt losgelaten, kiest u de ideale 

NIF-waarde door met de instellingsknop de cursor naar 

het betreffende punt op de drukcurve te bewegen. De 

weergegeven NIF-waarde is de gemeten waarde op het 

geselecteerde punt in de drukcurve. 

6. Raak de knop SAVE aan om het meetresultaat en het 

schermbeeld op te slaan. De meetwaarde wordt vastgelegd 

in de gebeurtenisgeschiedenis en het schermbeeld wordt 

opgeslagen in de Screen Files List. 

7. Raak START aan om weer de gewone grafiek te laten bijhouden 

op het scherm. 

OPR360U A0509 

Afbeelding 4-5 Hoofdscherm met aanduiding van de plaats van 

de NIF-knop 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-15 

5-1


5-1 

4-16 

Toelichting op omstandigheden NIF-manoeuvre 

Nadat de NIF-meting is ingeschakeld doen zich de volgende 



gebruikersinstellingen, maar er gaat een periode van 

3 minuten in waarbinnen de gebruiker de NIF-knop kan 

aanraken. Er treedt een time-out van de functie op als de 

meting niet binnen deze periode wordt gestart. 

OPR360U A0509 

Tijdens een NIF-manoeuvre (terwijl de knop NIF wordt aangeraakt) 

doen zich de volgende omstandigheden voor: 

• De PEEP wordt automatisch ingesteld op ≤1 cmH2O. 

• Er wordt geen flow toegediend door het beademingsapparaat. 

• De bewaking van het expiratoire minuutvolume (MVE) wordt 

op pauze gezet. 

• De back-upbeademing en de apneu-alarmen zijn uitgeschakeld. 

De normale werking wordt hervat nadat de knop NIF wordt losgelaten 

of als er 30 seconden zijn verstreken. 

Weergave van curven en loops 

Zie uitvouwtekening F-6 voor een voorbeeld van het hoofdscherm. 

Vanuit het menu Main Screen in de GUI kan de gebruiker herhaaldelijk 

op de knop Waves drukken om de volgende curveweergaven te 

doorlopen: 

• Druk/tijd 

• Flow/tijd 

• Volume/tijd 

• Druk/tijd en flow/tijd 

• Druk/tijd en volume/tijd 

Wanneer de curve aankomt bij het rechteruiteinde van de tijdschaal, 

gaat hij terug naar de linkerkant van het scherm en loopt daar verder, 

waarbij voortdurend een klein stukje van de oude grafiek wordt 

uitgewist. Als de tijdschaal wordt gewijzigd, wordt de curve opnieuw 

gestart vanaf de linkerkant. 

Raak de knop Loops aan om een loop Flow-Volume, een loop 

Volume-Pressure of beide weer te geven. Als een loop wordt 

weergegeven, wordt deze gewist voordat een nieuwe wordt 

uitgetekend. Spontane ademslagloops worden in een andere kleur 

weergegeven dan loops van opgelegde ademslagen. 

Zie "Opslagfunctie" en "Downloadfunctie" verderop voor details OPR360U over A0509 

het opslaan van schermbestanden met curven en loops. 

OPMERKING: De knop Accept hoeft niet te worden gebruikt om de 

weergave van curven te veranderen in loops, trends of cijfers. 

5-1 


5-1 


Schaal afstellen 

De schaal afstellen: raak op het GUI-scherm de X- of Y-as aan 

van de schaal die u wilt aanpassen. Er verschijnt een blauwe 

indicatiestreep die aangeeft welke parameter is geselecteerd 

voor schaalverandering. Vergroot of verklein de schaal met de 

OPR360U A0509 

instellingsknop en druk op de knop Accept om de wijziging te 

bevestigen. In Waves of Loops kunnen de schalen voor druk, volume 

en flow los van elkaar worden afgesteld. De tijdschaal geldt voor alle 

weergegeven parameters. 

Bij elke draai aan de instellingsknop gaat de schaal één stap omhoog 

of omlaag, met de optie automatische schaalinstelling tussen de 

hoogste en laagste schaalkeuzemogelijkheid voor alle parameters 

behalve tijd. De schaalinstellingen worden niet opgeslagen als het 

apparaat wordt uitgeschakeld. 

Automatische schaalinstelling 

Als automatische schaalinstelling actief is, verschijnt het pictogram 

voor automatische regeling op de automatisch geschaalde verticale 

as. Bij automatische schaalinstelling wordt automatisch een van de 

vier vooraf gedefinieerde handmatige schalen geselecteerd die de 

duidelijkste weergave (hoogste resolutie) van de parameter oplevert. 

De stilzetfunctie gebruiken 

Raak de knop Freeze aan om het uittekenen van grafieken (curven, 

loops of trends) stil te zetten en de huidige weergave vast te houden 

om deze langer te kunnen bekijken. Raak de knop Start aan om het 

uittekenen van de grafiek te hervatten. Alleen de grafische weergave 

wordt stilgezet; de bijwerking van numerieke waarden gaat door. 

De cursor gebruiken in een stilgezette grafiek 

Als Freeze is ingeschakeld, verschijnt er een verticale streepjeslijn (de 

cursor) midden op het scherm. De cursor kan worden verplaatst met 

de instellingsknop. 

Er worden numerieke waarden weergegeven voor elk snijpunt van de 

cursor met de curve, loop of trendgrafiek. Waar de cursor een tijdas 

voor een curve of trend snijdt, wordt de numerieke waarde van de 

tijdas weergegeven wanneer de cursor stopt met bewegen. Waar 

de cursor een loop snijdt, worden de waarden van de loop op het 

bovenste en onderste snijpunt weergegeven. 

Freeze is ook beschikbaar vanuit de menu's Main Screen en 

Extended Function. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-17 

5-1


5-1 

4-18 

Scherm Event History 

Raak vanuit het menu Extended Functions de knop Event History aan 

voor toegang tot het gebeurtenisgeschiedenislog. In dit log worden de 

1000 meest recente alarmovertredingen en -instellingen, wijzigingen 

OPR360U A0509 

van beademingsapparaatinstellingen, sensorkalibratieresultaten en 

in-/uitschakelingen van het apparaat vastgelegd met vermelding van 

de datum en tijd van elke gebeurtenis. De vastgelegde gebeurtenissen 

hebben een kleurcode: alarmovertredingen en gevallen van apparaat 

OFF zijn rood, instellingswijzigingen en kalibratieresultaten zijn 

blauw en gevallen van apparaat ON en Start Ventilating zijn groen. 

De gebeurtenisgeschiedenis wordt bewaard als het apparaat wordt 

uitgeschakeld. 

Zie "Opslagfunctie" en "Downloadfunctie" verderop in dit hoofdstuk 

voor details over het opslaan van gebeurtenisgeschiedenisbestanden. 

Scherm Numeric 


Afbeelding 4-6 Het scherm Numeric 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


Als u de knop Numeric aanraakt vanuit het menu Main Screen wordt 

de volgende informatie weergegeven: 

O Bewaakte gegevens 

O Berekende gegevens 

O Instellingen voor geavanceerde regeling 

OPR360U A0509 

Zie hoofdstuk 8, Specificaties, voor details over de op dit scherm 

weergegeven gegevens. 

Zie "Opslagfunctie" en "Downloadfunctie" verderop in dit hoofdstuk 

voor details over het opslaan van numerieke bestanden. 

Scherm Trends 

Op het e360 beademingsapparaat kunnen twee trendschermen 

worden weergegeven, met op elk scherm vier parametertrends voor 

maximaal 24 uur aan trendgegevens. Raak de knop Trends aan 

vanuit het menu Main Screen om tussen de twee trendschermen 

te kiezen. De volgende gegevens worden weergegeven op de 

trendschermen: 

Scherm 1: Scherm 2: 

VTE/tijd Ppeak/tijd 

Minuutvolume/tijd Pmean/tijd 

RRtot/tijd Pbase/tijd 

% variantie VTE/tijd RSBI/tijd 

Tabel 4-2 Trendschermen 

Zie "Opslagfunctie" en "Downloadfunctie" verderop voor details over 

het opslaan van trendbestanden. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-19 

5-1


5-1 

4-20 

Gegevenssets 


OPR360U A0509 

Afbeelding 4-7 Gegevenssets 

Tijdens beademing kunnen geselecteerde sets gegevens worden 

weergegeven in de GUI met behulp van de knop voor gegevenssets 

onder aan het GUI-scherm. Drie verschillende subsets van bewaakte 

gegevens en één subset met instellingen zijn toegankelijk door de 

tabs rechtsonder op het scherm aan te raken. De gegevenssets zijn 

als volgt gelabeld: Basic (basis), Mechanic (mechanica), Weaning 

(geleidelijke beëindiging beademing) en Advanced (geavanceerd). 

In de volgende tabel zijn de parameters vermeld die worden 

weergegeven in elke gegevensset. Informatie over specifieke 

parameters vindt u in hoofdstuk 8, Specificaties. 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


OPR360U A0509 

Gegevenssets 

Basic Mechanics Weaning Advanced 

(instellingen) 

Ppeak Time Constant RR Spont Slope/Rise 

(piekdruk) 

(spontane ademhalingsfrequentie) 

PEEP Pplat 

(plateaudruk) 

FiO2 Total PEEP MVE Spont 

(spontaan 

uitgeademd 

minuutvolume) 

MVE 

(uitgeademd 

minuutvolume) 

VTE 

(uitgeademd 

teugvolume) 

RRtot 

(totale ademhalingsfrequentie) 

Opslagfunctie 

Cstat 

(statische 

compliantie) 

RI 

(inspiratoire 

weerstand) 

RE (expiratoire 

weerstand) 

P0.1 Exp. Thresh 

(expiratiedrempel) 

RSBI 

(Rapid Shallow 

Breathing Index) 

Pause 

Open Exh. 

(open 

expiratieklep) 

NIF Flow 

Waveform 

(vorm) 

I:E 

(I:E-verhouding) 

Tabel 4-3 Inhoud gegevenssetscherm 

Volume 

Target 

De Save-functie is beschikbaar vanaf de volgende schermen: Waves, 

Loops, Trends, Numeric, Extended Functions, P0.1, NIF, Alarms, 

Alarm History en Event History. Opgeslagen bestanden zijn via het 

scherm Technical toegankelijk voor downloaden. 

Schermbeelden worden in de .bmp-indeling opgeslagen en 

gebeurtenisgeschiedenisbestanden worden in de .csv-indeling 

opgeslagen. Om de identificatie te vergemakkelijken krijgt elk 

opgeslagen bestand een bestandsnaam van 8 tekens toegewezen, 

bestaande uit een letter die het type bestand aangeeft (W voor 

Wave, L voor Loop, H voor History enz.), de laatste vier cijfers van het 

serienummer van het beademingsapparaat en een volgordenummer 

bestaande uit drie cijfers. Er kunnen maximaal 200 scherm- of 

gebeurtenis- (en alarm-)geschiedenisbestanden worden opgeslagen. 

Nadat 200 bestanden van een type zijn opgeslagen, wordt OPR360U het A0509 oudste 

bestand gewist. 

Wanneer de opslagfunctie voltooid is, geeft de e360 kort twee 

verschillende pieptonen af. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-21 

5-1


5-1 

4-22 

De schermen Waves, Loo ps, Numeric en Extended Functions 

(zie afbeelding 4-8) 

Raak de knop Freeze aan. De knoppen Save en Start verschijnen. 

Raak de knop Save aan om het schermbeeld op te slaan of raak 

de knop Start aan om het stilzetscherm af te sluiten en het normaal 

uittekenen van grafieken te hervatten. 

OPR360U A0509 

Afbeelding 4-8 Knoppen Save en Start voor curven 

Het alarminstellingsscherm 

Raak de knop Save aan om een schermbeeld van de huidige 

alarminstellingen op te slaan. 

Scherm Alarm History 

Raak de knop Save Alarm History aan om het alarm-/ 

gebeurtenisgeschiedenislog op te slaan als een spreadsheetbestand. 

Scherm Event History 

Raak de knop Save Event History aan om het 

gebeurtenisgeschiedenislog op te slaan als een spreadsheetbestand. 

P0.1-scherm 

OPR360U A0509 

Raak de knop Save aan om een schermbeeld van het huidige scherm 

op te slaan en tevens de P0.1-meetwaarde vast te leggen in de 


5-1 


5-1 


NIF-scherm 

Raak de knop Save aan om een schermbeeld van het huidige scherm 

op te slaan en tevens de NIF-meetwaarde vast te leggen in de 


Downloadfunctie 

OPR360U A0509 

Door de knoppen Screen Files en Event History Files op het scherm 

Technical aan te raken kunnen de opgeslagen afbeeldingen en 

spreadsheetbestanden worden gedownload naar een externe 

flashdrive via de USB-poort achterop het beademingsapparaat 

(zie afbeelding 4-9). 

1. Druk op de knop Setup & Calibration op het bedieningspaneel. 

2. Raak de knop Technical in de GUI aan. 

3. Raak de knop Screen Files (voor schermbeeldbestanden) 

of de knop Event History Files (voor gebeurtenis-/ 

alarmgeschiedenisbestanden) aan. 

Er verschijnt een doorloopbare tabel met de betreffende opgeslagen 

bestanden. 

4. Sluit een met USB compatibele flashdrive (niveau 2.0 of hoger) 

aan op de USB-poort achterop het beademingsapparaat (onder 

de aan/uit-schakelaar). Controleer of de flashdrive goed is 

aangesloten. 

5. Markeer met de instellingsknop een bestand dat u wilt downloaden. 

6. Raak de knop Download aan. 

7. Als het downloaden naar de flashdrive voltooid is, verschijnt het 

bericht "File storing successful" (bestand opgeslagen) en klinken 

er kort twee verschillende pieptonen. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 4-23 

5-1


5-1 

4-24 

OPR360U A0509 

Afbeelding 4-9 Schermen Screen Files List en 

Event History Files List (voor downloaden) 

OPR360U A0509 

5-1 


Hoofdstuk 5: 

Alarmen 

Alarmen

5-1 

OPR360U A0509 

Hoofdstuk 5: 

Alarmen 

Inleiding ............................................................... 5-1 

Visuele alarmaanduidingen ............................... 5-1 

360˚-alarmlamp ..........................................5-1 

Alarm- en berichtweergave .....................5-1 

Lampje Device Alert 

(apparaatwaarschuwing) ..........................5-2 

Alarmschermomgeving GUI ..............................5-3 

Alarminstellingsscherm ...........................5-3 

Het alarminstellingsscherm opslaan ......5-3 

Afstelbare alarmen ...................................5-3 

Alarmgeschiedenis ...................................5-3 

Het alarmgeschiedenislog opslaan ........5-4 

Alarm Loudness ........................................5-5 

Alarm Tones ...............................................5-5 

Alarmschermen afsluiten .........................5-5 

Alarminterfaceomgeving voorpaneel ...............5-5 

Alarmonderdrukkingsknop ......................5-5 

Functie loskoppeling voor afzuiging .......5-6 

Alarmresetknop .........................................5-6 

Niet-afstelbare alarmen .....................................5-6 

Gids alarmmeldingen en oplossingen .............5-7 

OPR360U A0509 

5-1

5-1 


OPR360U A0509 

Alarmen 5 

Het e360 beademingsapparaat heeft een akoestisch en visueel 

alarmsysteem om te helpen de veiligheid van de patiënt te 

waarborgen. In dit hoofdstuk wordt de procedure beschreven 

voor het instellen van alarmlimieten, worden alle alarmen vermeld 

en vindt u in tabel 5-1 een Gids alarmmeldingen en oplossingen. 

Alarmspecificaties vindt u in hoofdstuk 8 van deze handleiding. 

Visuele en akoestische alarmen geven waarschuwingen betreffende: 

• Ademhalingsproblemen van de patiënt zoals apneu of hoge en lage 

luchtwegdruk. 

• Stroomproblemen zoals het uitvallen van de netstroom. 

• Problemen met gassen zoals een lage zuurstoftoevoerdruk. 

• Hardwareproblemen zoals oververhitting of geheugenstoringen. 

OPMERKING: Bij inschakeling gebruikt het e360 beademingsapparaat 

de meest recent geselecteerde alarmlimieten, met uitzondering van 

alarmlimieten die zijn ingesteld op "Off": deze worden ingesteld op de 

minst gevoelige waarde. 

WAARSCHUWING: Als alarmcondities niet worden geïdentificeerd 

en verholpen, kan dat leiden tot letsel bij de patiënt. Als het alarm voor 

een bijna lege batterij optreedt, moet onmiddellijk een vervangende 

stroombron worden aangesloten om de voortzetting van de werking 

van het beademingsapparaat te waarborgen. Netstroom geniet altijd 

de voorkeur als stroombron. 

WAARSCHUWING: Zorg dat de zorgverlener het akoestische alarm 

altijd kan horen wanneer het afgaat. Gebruik het beademingsapparaat 

niet in een omgeving waar de zorgverleners akoestische alarmen niet 

kunnen horen. 

Visuele alarmaanduidingen 

De e360 geeft de volgende visuele informatie weer wanneer een 

alarmlimiet wordt overschreden: 

De 360˚-alarmlamp 


Midden bovenop het voorpaneel van de e360 bevindt zich de 

360˚-alarmlamp, die geel en/of rood knippert wanneer een alarmlimiet 

wordt overschreden. De lamp blijft constant branden om een 

vergrendeld alarm aan te duiden totdat op de knop Reset wordt gedrukt. 

Alarm- en berichtweergave 


OPR360U A0509 

Beschrijvingen van overschreden alarmlimieten zoals Low Paw 

of Circuit Disconnect en alle bijbehorende berichten worden 

weergegeven op het middelste gedeelte van de statusbalk in de 

grafische gebruikersinterface (Graphical User Interface; GUI). 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-1 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-2 

Deze berichten knipperen terwijl ze actief zijn en worden vervolgens 

constant weergegeven (vergrendeld) nadat de alarmsituatie is 

verholpen, totdat de aanduiding wordt gewist met behulp van de 

knop Reset. Alarmberichten hebben een kleurcode en worden 

in volgorde van prioriteit weergegeven. Rode berichten betreffen 

alarmen met hoge prioriteit zoals Low MVE (laag uitgeademd 

OPR360U A0509 

minuutvolume) of High Paw. In het geel weergegeven berichten zijn 

waarschuwingen met middelhoge prioriteit zoals Back-up ventilation. 

Groene berichten zijn informatieve berichten met lage prioriteit zoals 

Ventilation Suspended (beademing tijdelijk uitgeschakeld) of de 

instellingsovertreding Low Paw Below PEEP (Paw laag, onder PEEP). 

Lampje Device Alert (apparaatwaarschuwing) 


Het links op het bedieningspaneel aangebrachte lampje Device Alert 

gaat branden en een alarm dat niet kan worden onderdrukt gaat af 

als zich een apparaatwaarschuwingsconditie zoals een lege batterij 

of een storing van het apparaat voordoet. Zie tabel 5-2 voor nadere 

inlichtingen over apparaatwaarschuwingsomstandigheden. 

WAARSCHUWING! Als het alarm Device Alert optreedt, wordt de 

beademing stopgezet en gaan de noodinlaat-/ontlastklep en de 

expiratieklep open. 

2 

1 

7 

3 

Afbeelding 5-1 Alarmschermomgeving 

1. Knop en indicatielampje alarmonderdrukking/loskoppeling voor afzuiging 

2. Alarmresetknop 

3. Indicatielampjes Mains Power, Internal Battery en Device Alert 

4. Weergavegebied alarmberichten 

5. Knop Alarms Screen 

6. Aanraakknoppen: 

Knop Alarm History 

Knop Alarm Loudness 

Knop Alarm Tones 

Knop Save 

7. Gebied voor instelling afstelbare alarmen 

4 

OPR360U A0509 

5-1 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 

6 

5

5-1 

Alarmschermomgeving GUI 

Alarminstellingsscherm 

Zie afbeelding 5-1 of uitvouwtekening F-8. 

OPR360U A0509 

Alarmen 5 

Druk op de menuknop Alarms Screen om het scherm met 

alarminstellingen in de GUI te openen. Vanaf dit scherm kunt u alle 

afstelbare alarminstellingen wijzigen, de Alarm History weergeven, 

Alarm Loudness en Alarm Tones afstellen en met Save het schermbeeld 

opslaan om het te kunnen downloaden. 

Het alarminstellingsscherm opslaan 

Raak de knop Save aan om een beeld van het alarminstellingsscherm 

vast te leggen, zodat dit later gedownload kan worden. Zie hoofdstuk 

4 voor aanwijzingen voor het downloaden van bestanden die in het 

geheugen zijn opgeslagen. 

Afstelbare alarmen 

Op het alarminstellingsscherm kunt u de volgende instellingen wijzigen: 

• Paw hoog en laag • Hoge ademhalingsfrequentie (RR tot) 

• MVE hoog en laag 

• Apneuvertragingstijd • % loskoppelingsdrempel 

Voor het wijzigen van een alarminstelling raakt u de weergegeven 

waarde aan die u wilt veranderen. De waarde begint te knipperen. 

Draai aan de instellingsknop en druk op de knop Accept of op de 

weergegeven waarde. De display stopt met knipperen en de nieuwe 

alarminstelling gaat van kracht. 

U kunt meerdere alarmen wijzigen voordat u de knop Accept aanraakt, 

zolang er niet meer dan 10 seconden tussen twee wijzigingen zit. Als 

u niet binnen 10 seconden na de laatste wijziging op de knop Accept 

of op de weergegeven waarde drukt, keren alle gewijzigde alarmen 

terug naar de oorspronkelijke waarde. 

Alarmgeschiedenis 


Raak de knop Alarm History aan om een log te openen met de laatste 1000 

alarmen en gebeurtenissen, waaronder: 

• Alarmovertredingen • Instellingswijzigingen • Uitkomsten van circuitcontroles 

• Resultaten van O2sensorkalibraties 

• P0.1- en NIF- 

Meetwaarden 

• Resultaten van 

flowsensorkalibraties 

• Inschakelen/ 

uitschakelen O2-sensor 

• Apparaatwaarschuwing • Gegevensleesfout 

• In-/uitschakelingen van het 

apparaat 

• Tijdelijke onderbreking 

beademing aan/uit 

OPR360U A0509 

De instellingen van het beademingsapparaat op het moment van de 

gemarkeerde gebeurtenis worden weergegeven. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-3 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-4 

OPR360U A0509 

Afbeelding 5-2 Alarm History Log 

Het alarmgeschiedenislog opslaan 


Raak de knop Save Alarm History aan om het alarm-/ 

gebeurtenisgeschiedenislog op te slaan als een spreadsheetbestand 

in de indeling met door komma's gescheiden waarden (.csv). Zie 

hoofdstuk 4 voor aanwijzingen voor het downloaden van bestanden 

die in het geheugen zijn opgeslagen. 

Volume alarm 


Druk op de knop Alarm Loudness om een nieuw scherm te openen. 

Stel de waarde met de instellingsknop in tussen 1 (zacht) en 10 (hard). 

Druk op de knop Accept om de wijziging te bevestigen. 

Afbeelding 5-3 Alarm Loudness 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 

Alarm Tones 


OPR360U A0509 

Alarmen 5 

Raak de knop Alarm Tones aan om het scherm te openen. Selecteer 

met de instellingsknop een van drie unieke sets met de geluiden die 

worden geactiveerd als een alarmlimiet wordt overschreden. Druk op 

Accept om de wijziging te bevestigen. 

Afbeelding 5-4 Alarm Tones 

Alarmschermen afsluiten 

U kunt elk alarmscherm afsluiten door een willekeurige menuknop op 

het bedieningspaneel aan te raken. Zie afbeelding 5-1. 

Alarminterfaceomgeving voorpaneel 



Druk op de alarmonderdrukkingsknop om het geluid van 

onderdrukbare alarmen twee (2) minuten lang te dempen en ook om 

het uitschakelalarm te annuleren na uitschakeling van het apparaat. 

Het indicatielampje op de alarmonderdrukkingsknop brandt als er 

onderdrukte alarmen zijn. Om de alarmonderdrukking te annuleren 

drukt u nogmaals op de knop alarmonderdrukking. 

Houd de alarmonderdrukkingsknop één (1) seconde of langer 

ingedrukt om de functie loskoppeling voor afzuiging in te schakelen. 

OPMERKING: Bij het indrukken van de alarmonderdrukkingsknop 

worden apparaatwaarschuwingen niet onderdrukt; dat gebeurt OPR360U A0509 pas 

als het beademingsapparaat wordt uitgeschakeld. 

OPMERKING: De optionele externe alarmonderdrukkingskabel 

vervult dezelfde functie als de knop, behalve dat een uitschakelalarm 

er niet mee onderdrukt kan worden. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-5 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-6 


Deze functie is bestemd voor gebruik in combinatie met geplande 

loskoppelingen van het beademingscircuit . De functie mag nooit 

worden gebruikt bij gesloten afzuiging of in de lijn geïntegreerde 

afzuiging. Houd de alarmonderdrukkingsknop één seconde lang of 

langer ingedrukt (of totdat het beademingsapparaat een korte toon 

OPR360U A0509 

laat horen) om de functie loskoppeling voor afzuiging in te schakelen. 

Als deze functie is ingeschakeld, onderdrukt het beademingsapparaat 

automatisch alle patiënt- en loskoppelingsalarmen, wordt het 

bericht Ventilation Suspended weergegeven, wordt de automatische 

lekcompensatie uitgeschakeld en levert het beademingsapparaat 

een biasflow van 10 l/min voor het patiënttype Adult en 5 l/min voor 

het patiënttype Ped/Infant als het beademingsapparaat detecteert 

dat het patiëntcircuit is losgekoppeld. Het beademingsapparaat 

dient geen ademslagen toe totdat het beademingscircuit weer wordt 

aangesloten of nadat er drie minuten zijn verstreken. Wanneer het 

beademingsapparaat detecteert dat het circuit weer is aangesloten 

of nadat er drie minuten zijn verstreken, wordt de normale werking 

van het beademingsapparaat hervat. 

OPMERKING: Het beademingsapparaat detecteert dat het circuit 

weer is aangesloten door meting van de expiratieflow. Gebruik de 

functie loskoppeling voor afzuiging niet als de flowsensor van het 

beademingsapparaat defect is of niet goed gekalibreerd kan worden. 

Alarmresetknop 


Akoestische alarmen worden automatisch uitgeschakeld zodra de 

alarmoverschrijding ongedaan is gemaakt; visuele alarmaanduidingen 

worden echter niet automatisch gereset. Wanneer een 

alarmoverschrijding niet meer actief is, houdt de alarmaanduiding op 

met knipperen en blijft deze constant branden om aan te geven dat 

de alarmaanduiding is vergrendeld. Druk op de knop Reset om deze 

alarmaanduidingen een voor een te wissen. 

Niet-afstelbare alarmen 

De volgende alarmen kunnen optreden tijdens de werking van het 

beademingsapparaat en kunnen niet worden afgesteld: 

• High FIO2 • O2 Sensor Error 

• Low FIO2 • Flow Sensor Error 

• Low Baseline (PEEP) Pressure • Insp. Time Too Long 

• High Baseline (PEEP) Pressure • Insp. Time Too Short 

• Volume Target Not Met • Sustained High Baseline (PEEP) Pressure 

• Low Paw Below PEEP • Setting Out of Range 

• Pressure Limit Below PEEP • Check Vent Fan 

• Both Air/O2 Supply Loss • AC Power Loss/Battery Backup OPR360U A0509 

• Power Shutdown • Low Battery 

• Data Read Failure • Device Alert 

• Air Supply Loss • Check Flow Sensor Board 

• O2 Supply Loss • I:E Ratio Inverse Violation 

5-1 


5-1 

Gids alarmschendingen en oplossingen 

OPR360U A0509 

Alarmen 5 

De volgende tabel bevat een alfabetische lijst van de alarmen en 

informatieve berichten. De alarmprioriteit, het type (onderscheid 

tussen problemen met beademingsapparaat/patiënt), de 

schendingsmelding of -criteria (waardoor het alarm geactiveerd 

wordt) en de oplossing (mogelijke corrigerende maatregelen) zijn 

opgenomen in deze gids. Het specificatiebereik van de alarmen is 

vermeld in hoofdstuk 8. 

Alarm of apparaatwaarschuwingsbericht 

{Elk bericht dat 

niet in deze tabel 

vermeld is} 

AC Power Loss- 

Battery Back Up 

Air Supply Loss 

(< 30 psig) 

Apnea 

(5-60 seconden) 

Tabel 5-1 Gids alarmschendingen en oplossingen 

• Prioriteit 

• Type 

• Kleur lampje 

• Hoog 

• Beademingsapparaat 

• Rood 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 

• Patiënt/beademingsapparaat 

• Rood 

Beschrijving en/of 

criteria 

Storing van 


waarbij 

reparatie vereist is 

Uitval van hoofdvoeding 

- mogelijk 

als gevolg van 

storing van de 

netstroombron, 

een doorgebrande 

zekering of een losgekoppeld 

netsnoer. 

De toevoerdruk 

op de luchtinlaat 

is gedaald tot 

< 30 psig. 

Het beademingsapparaat 

heeft 

gedurende het 

ingestelde interval 

geen opgelegde 

ademslag of 

spontane inspanning 

gedetecteerd. 

Oplossing 

Controleer de patiënt 

en zorg voor een andere 

beademingsbron. 

Neem contact op 

met een bevoegde 

servicevertegenwoordiger. 

Geen reactie vereist als de 

netstroom opzettelijk is 

losgekoppeld. 

Controleer of de netstroombron 

goed is aangesloten en werkt. 

Bereid zo nodig een andere 

beademingsmethode voor. 

Controleer de patiënt en 

zorg voor een andere 


Controleer of de luchttoevoer is 

aangesloten en een druk van 30 

psig of hoger levert bij de inlaat, 

met name tijdens inspiratie. 

OPMERKING: Als de 

zuurstoftoevoer is aangesloten, 

gaat het beademingsapparaat 

door met ademtoediening, met 

gebruik van 100% zuurstof. 

Controleer de patiënt. 

Evalueer de instellingen/stel bij 

naar vereist. Controleer de 

triggergevoeligheid. 

Controleer of het 

beademingscircuit intact is en 

secuur is aangesloten. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-7 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-8 


OPR360U A0509 

Back Up 

Ventilation 

Both Air/O2 

Supply Loss 

C Internal 

System 


• Type 


• Gemiddeld 

• Patiënt 

• Geel 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 

• Apparaatwaarschuwing 

• Rood 


criteria 

Bewaakt MVE < 

alarmlimiet Low 

MVE. 

De inlaatdruk van 

zowel de lucht- als 

de zuurstoftoevoer 

is tot onder de 

minimaal vereiste 

toevoerdruk 

gedaald. Het 


kan geen 

beademing 

toedienen. 

Uitzonderingsfout 

monitor 

De processor van 

de monitor heeft 

een abnormale 

bewerking gedetecteerd, 

zoals een 

ongeldige instructie 

of een deling door 

nul, gegenereerd 

door de monitorsoftware. 

Oplossing 


Evalueer de instellingen/stel 

bij naar vereist. Controleer de 

triggergevoeligheid. 

Controleer of het 

beademingscircuit intact is en 

secuur is aangesloten. 

De alarmconditie wordt 

opgeheven wanneer MVE stijgt 

tot 10% boven de alarmlimiet 

Low MVE. 

OPMERKING: Backupbeademing 

is tijdelijk 

inactief, 60 seconden lang 

nadat een instelling van 

het beademingsapparaat 

is gewijzigd en na het weer 

aansluiten van het circuit als 

de functie loskoppeling voor 

afzuiging gebruikt is. 

Herstel onmiddellijk beide 

gastoevoeren en/of zorg voor 

alternatieve beademing. 

Controleer of de lucht- 

en zuurstoftoevoer zijn 

aangesloten en > 30 psig 

toevoeren bij de inlaat van het 



opent de noodinlaat- en de 

expiratieklep zodat de patiënt 

in staat wordt gesteld om 

omgevingslucht in te ademen. 







OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


OPR360U A0509 

Check Flow 

Sensor Board 

Check Vent Fan 

Circuit 

Disconnect 


• Type 


• Gemiddeld 


• Geel 

• Gemiddeld 


• Geel 

• Hoog 

• Patiënt/Beademingsapparaat 

• Rood 


criteria 

De flowsen- 

sorkabel op de 

flowsensorprintplaat 

is losgekoppeld 

van de 

hoofdprintplaat. 


kan de flowsensorkabel 

alleen 

detecteren tijdens 

beademing. 

Storing van de 

ventilator in het 

apparaat. 

Alarmniveau 

Disconnect 

Threshold % 

bereikt. 

In A/C of 

SIMV – VTE % 

variance (variantie 

VTE %) 

> Disconnect 

Threshold. 

In SPONT – 

Expiratieflowwaarde 

bedraagt 

minder 

dan 1 l/min 

gedurende langer 

dan 5 seconden. 

Kan worden 

veroorzaakt door 

een omvangrijke 

lekkage, 

loskoppeling van 

het patiëntcircuit 

van het beademingsapparaat 

of een alarm voor 

hoge druk. 

Alarmen 5 

Oplossing 

De flowsensorkabel 

moet door een bevoegde 

servicevertegenwoordiger 

opnieuw worden aangesloten op 

de hoofdprintplaat. 

OPMERKING: Het bericht kan 

niet worden gewist met de knop 

Reset. 




voor vervanging van de 

beademingsventilator. 

OPMERKING: Het bericht kan 

niet worden gewist met de knop 

Reset. 

Sluit het circuit weer 

aan of controleer op 

lekkage of occlusies in 

het beademingscircuit, de 

endotracheale tube of het 

masker (bij beademing met 

masker). 

Beperk de lekkage zoveel 

mogelijk of verhelp deze 

alvorens eventueel de 

alarmlimiet te verhogen. 

Controleer of de 

expiratieflowsensor correct 

geïnstalleerd is. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-9 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-10 


OPR360U A0509 

Control CPU 

Failed 

Control RAM 

Failed 

Control Tasks 

Failed 

Control uP 

Failed 

Data Read 

Failure 


• Type 


• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 


criteria 

Storing van 

regel-CPU 

Storing van 

regel-RAM 

RAM dat door de 

regelprocessor 

op de hoofd-PCB 

wordt gebruikt, is 

beschadigd. 

Continuïteitsstoring 

regeltaken 

Softwaretaken van 

de regelprocessor 

zijn in de verkeerde 

volgorde uitgevoerd. 

Storing van monitorcommunicatie 

De regelprocessor 

reageert niet op een 

verzoek vanuit de 

monitorprocessor. 


werkt niet. 

Er is bij het lezen 

van opgeslagen 

gegevens bij het 

inschakelen van het 

apparaat een fout 

gedetecteerd. 

Oplossing 




























OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


OPR360U A0509 

Device Alert 

(Als berichtweergave 

mogelijk is) 

Niet-onderdrukbaar 

akoestisch 

alarm. Indicatielampje 

Device 

Alert knippert 

indien mogelijk. 

Dual RAM 

Failed 

EEPROM Read 

Error 


• Type 


• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 

• Laag 


• Geen 


criteria 

Storing van beademingsapparaat. 

Wordt ook 

geactiveerd als er 

minder dan 10% 

van de bedrijfstijd 

van de interne 

batterij resteert 

wanneer het beademingsapparaat 

op de interne 

batterij werkt. 

Storing van dual 

RAM 

Storing van RAM 

dat zowel door de 

regel- als door de 

monitorprocessor 

wordt gebruikt. 

Deze fout wordt 

vastgelegd in het 

gebeurtenisgeschiedenislog 

wanneer het uit het 

EEPROM op de 

hoofdprintplaat 

gelezen 

softwaretype 

ongeldig is. 

Er gaat geen 

akoestisch of 

visueel alarm af en 

er verschijnt geen 

bericht in de GUI. 

Alarmen 5 

Oplossing 




Als het alarm het gevolg is 

van een batterijstoring, sluit u 

het beademingsapparaat aan 

op een andere stroombron 

zodat de batterij kan worden 

opgeladen. 

Neem als het niet het gevolg 

is van een lege batterij, 

contact op met een bevoegde 








EEPROM Read Error is een 

bericht voor technische 

service dat geen gevolgen 

heeft voor de werking van het 

beademingsapparaat. Neem 



OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-11 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-12 


OPR360U A0509 

FIO2 High 

FIO2 Low 


• Type 


• Gemiddeld 


• Geel 

• Hoog 


• Rood 


criteria 

De gemeten FiO2 

ligt gedurende 

30 seconden meer 

dan 0,07 boven de 

FIO2-instelling. 

OPMERKING: Dit 

alarm is inactief 

als de e360 een 

uitgeschakelde of 

defecte 

zuurstofsensor 

detecteert, of als 

de zuurstoftoevoerdruk 

lager dan 

30 psig is. 

De gemeten FIO2 

ligt gedurende 

30 seconden meer 

dan 0,07 onder de 

FIO2-instelling. 

OPMERKING: Dit 

alarm is inactief 

als de e360 een 

uitgeschakelde of 

defecte zuurstofsensor 

detecteert, 

of als de zuurstoftoevoerdruk 

lager 

dan 30 psig is. 

Oplossing 

Controleer of de gasbronnen 

en aansluitingen goed zijn 

aangesloten en werken. 

Controleer of de zuurstofbron 

100% zuurstof toevoert. 

Kalibreer de O2-sensor door op 

de knop O2 3 min te drukken 

of via de knop voor O2sensorkalibratie 

onder Setup & 

Calibration/Sensors. 

Vervang de O2-sensor zo nodig. 

OPMERKING: Een 

ontoereikende inlaatdruk 

van de luchttoevoer kan er 

de oorzaak van zijn dat het 

beademingsapparaat de 

vereiste hoge flow niet kan 

leveren, wat resulteert in een 

FIO2-alarm. 

Controleer of de gasbron 

en aansluitingen goed zijn 

aangesloten en werken. 

Controleer of de zuurstofbron 

100% zuurstof toevoert. 

Kalibreer de O2-sensor door 

op de knop O2 3 min te drukken 

of via de knop voor O2sensorkalibratie 

onder Setup & 

Calibration. 

Vervang de O2-sensor zo nodig. 

OPMERKING: Een 

ontoereikende inlaatdruk 

van de O2-toevoer kan er 

de oorzaak van zijn dat het 

beademingsapparaat de 

vereiste hoge flow niet kan 

leveren, wat resulteert in een 

FIO2-alarm. 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


OPR360U A0509 

Flow Sensor 

Error 

High Baseline 

Pressure 

High MVE 

High PAW 


• Type 


• Hoog 


• Rood 

• Gemiddeld 


• Geel 

• Hoog 

• Patiënt 

• Rood 

• Hoog 

• Patiënt/ Beademingsapparaat 

• Rood 


criteria 

Sensor 

losgekoppeld van 

kabel. 


kan de 

expiratieflowsensor 

niet kalibreren 

of er is een 

sensorstoring 

gedetecteerd. 

Aan het begin van 

een tijd-getriggerde 

opgelegde 

ademslag is de 

bewaakte 

baseline-druk 

(PEEP/CPAP) 

gedurende twee 

opeenvolgende 

ademslagen 

5 cmH2O/mbar 

hoger dan de PEEP/ 

CPAP-instelling 

geweest. 

Bewaakt expiratoir 

minuutvolume 

(MVE) is ≥ instelling 

van High MVE. 

Bewaakte beademingscircuitdruk 

is gedurende één 

ademslag ≥ 

ingestelde 

alarmlimiet High 

Paw. 

(vervolg op 

volgende pagina) 

Alarmen 5 

Oplossing 

Controleer de aansluiting van 

de flowsensor en kalibreer hem 

opnieuw. 

Reinig of vervang de sensor en 

kalibreer hem. 




Controleer de slangen van 

het beademingscircuit en het 

filter op de From Patient-poort 

op knikken en verstoppingen. 

Vervang het filter als u 

weerstand vermoedt. 

Evalueer de instellingen van 

het beademingsapparaat en 

pas deze zo nodig aan om 

een toereikende expiratieduur 

mogelijk te maken. De 

alarmconditie wordt opgeheven 

als de bewaakte baseline-druk 

(PEEP/CPAP) aan het begin van 

een tijd-getriggerde ademslag 

lager is dan de ingestelde PEEP/ 

CPAP +5 cmH2O/mbar. 

Controleer de patiënt, evalueer 

de instellingen van het 

beademingsapparaat en pas ze 

zo nodig aan. 


opgeheven wanneer het 

bewaakte MVE daalt tot onder 

de alarmlimiet High MVE. 


Controleer de endotracheale 

tube. 

Controleer de slangen van het 

beademingscircuit en het filter 

op de From Patient-poort op 

knikken en verstoppingen. 

OPR360U A0509 

(vervolg op volgende pagina) 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-13 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-14 


OPR360U A0509 

High PAW 

(vervolg) 

High RR Tot 

I:E Ratio Inverse 

Violation 


• Type 


• Hoog 

• Patiënt/Beademingsapparaat 

• Rood 

• Gemiddeld 


• Geel 

• Gemiddeld 


• Geel 


criteria 

Bij een schending 

van de alarmlimiet 

High Paw wordt de 

huidige ademslag 

afgebroken en 

gaat het apparaat 

over op expiratie. 

Dit alarm is van 

toepassing op elke 

ademslag, ook 

bij handmatige 

insufflaties. 

Als het alarm AAN 

is, is de bewaakte 

totale ademhalingsfrequentie 

≥ het 

ingestelde 

alarmniveau. Dit 

kan wijzen op een 

verandering van de 

toestand van de 

patiënt of op 

auto-triggering. 

De instellingen 


zouden resulteren 

in een omgekeerde 

verhouding I:E 

van meer dan 4:1, 

dus er wordt geen 

beademing 

toegediend volgens 

de instellingen. 

Oplossing 

Controleer of de expiratieklep 

naar behoren werkt. 

Evalueer de instellingen van het 


zo nodig aan. 


opgeheven wanneer de druk in 

het patiëntbeademingscircuit 

daalt tot 5 cmH2O/mbar onder 

de alarmlimiet High Paw. 

Controleer of de toestand 

van de patiënt is veranderd 

dan wel of de patiënt meer 

beademingsondersteuning 

nodig heeft. 

Als het alarm het gevolg is van 

auto-triggering controleert u het 

beademingscircuit op lekkage, 

zet u Leak Compensation op ON 

(als deze op OFF is ingesteld) en 

controleert u of ademslagen niet 

worden beëindigd voordat de 

patiënt ophoudt met inademen. 

Als het alarm het gevolg is van 

lekkage van de luchtweg/het 

masker, stelt u Noninvasive 

Ventilation in op ON. 

Evalueer de triggerinstelling/methode 

(flow dan wel druk). 


Evalueer de instellingen voor 

inspiratieduur, frequentie en 

triggering en pas ze aan naar 

vereist. 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


OPR360U A0509 

Insp Time Too 

Long 

Insp Time Too 

Short 

Low Baseline 

Pressure 


• Type 


• Gemiddeld 


• Geel 

• Gemiddeld 


• Geel 

• Hoog 

• Patiënt/ beademingsapparaat 

• Rood 


criteria 

Instellingen beademingsapparaat 

resulteren 

in een inspiratieduur 

langer 

dan 5 seconden, 

met inbegrip van 

eventuele pauzetijd, 

dus er wordt geen 

beademing 

toegediend volgens 

de instellingen. 

De instellingen van 

het beademingsapparaat 

of de 

schending van 

alarmlimieten 

resulteren in een 

inspiratieduur 

< 0,1 seconden 

voor volwassen 

of 0,05 seconden 

voor pediatrische 

patiënten, een 

eventuele pauze 

of vasthouden van 

de inspiratie niet 

meegerekend. In 

VC betreft dit een 

instelling van Insp. 

Time waarbij het 

ingestelde 

teugvolume niet 

kan worden 

toegediend. 

De bewaakte 

luchtwegdruk is 


opeenvolgende 

ademslagen langer 

dan 0,5 seconden 

lager dan de instelling 

PEEP/CPAP 

geweest. 

Alarmen 5 

Oplossing 

Evalueer de instellingen Tidal 

Volume, Flow, Respiratory Rate, 

Inspiratory Time 

en Pause en pas ze zo 

nodig aan. 

Evalueer de instellingen Tidal 

Volume en Flow en pas ze zo 

nodig aan. 

Mogelijk is de oorzaak gelegen 

in een schending van de 

alarmlimiet High Paw. Los dit 

probleem zo nodig op. 

Stel Leak Compensation 

in op ON. 

Controleer het 

beademingscircuit op lekken of 

loskoppeling. 

Bij lekkage van de luchtweg/het 

masker stelt u Noninvasive 

Ventilation in op ON. 

Het alarm is inactief OPR360U als A0509 PEEP/ 

CPAP lager is ingesteld dan 

4 cmH2O/mbar. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-15 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-16 


OPR360U A0509 

Low Battery 

Low MVE 

Low Paw 


• Type 


• Hoog 


• Rood 

• Hoog 

• Patiënt 

• Rood 

• Hoog 


• Rood 


criteria 

Bedrijfscapaciteit 

interne 

batterij is gedaald 

tot 25% van de 

capaciteit. 

Bewaakt MVE 

< instelling van 

alarmlimiet 

Low MVE. 

De bewaakte 

luchtwegdruk 

bereikt bij 

opgelegde 

inspiratie 


ademslagen niet 

de alarmlimiet Low 

Paw (dit geldt niet 

voor handmatig 

toegediende en 

spontane 

ademslagen, 

noch voor 

ademslagen met 

drukondersteuning). 

Oplossing 

Sluit het beademingsapparaat 

aan op een netstroombron 

zodat de interne batterij kan 

worden opgeladen. 

OPMERKING: Het 

beademingsapparaat blijft 

normaal werken totdat de batterij 

leeg is; op dat moment treedt 

het alarm Device Alert op. 

WAARSCHUWING! Om de 

voortgezette werking van 

het beademingsapparaat te 

waarborgen moet u onmiddellijk 

zorgen voor een andere 

stroombron, zoals netstroom, 

als het alarm Low Battery 

optreedt. 

Controleer de patiënt, 

evalueer de beademings- en 

alarminstellingen en pas ze zo 

nodig aan. 



loskoppeling. 

Controleer of de 

expiratieflowsensor correct 

geïnstalleerd is. 

Het beademingsapparaat levert 

back-upbeademing gedurende 

de schending van deze 

alarmlimiet. 



loskoppeling. 

Evalueer de beademings- en 

alarminstellingen en pas ze zo 

nodig aan. 


opgeheven wanneer Ppeak 

voor een opgelegde ademslag 

OPR360U A0509 

(met inbegrip van backupbeademing) 

hoger is dan de 

alarmlimiet Low Paw. 

5-1 


5-1 


Low Paw Below 

PEEP 

OPR360U A0509 

M Internal 

System 

Mon Task Failed 

Monitor CPU 

Failed 

Monitor RAM 

Failed 

Monitor ROM 

Failed 


• Type 


Informatief bericht 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Rood 


criteria 

Het ingestelde 

alarmniveau Low 

Paw is lager dan de 

instelling van PEEP 

Storing regelingsuitzondering 


heeft een 

abnormale 

bewerking 

gedetecteerd, zoals 

een ongeldige 

instructie of een 

deling door nul, 

gegenereerd 

door de 

besturingssoftware. 

Continuïteitsstoring 

monitortaken 

Softwaretaken van 

de monitorprocessor 

zijn in de 

verkeerde volgorde 

uitgevoerd. 

Storing van CPU 

monitor. De 


op de hoofd-PCB is 

beschadigd. 

Storing van 

monitor-RAM 

RAM dat door de 


op de hoofd-PCB 

wordt gebruikt, is 

beschadigd. 

Storing van 

monitor-ROM 

ROM waarin 

de code van de 


is opgeslagen heeft 

een ongeldige 

controlesom 

gedetecteerd. 

Alarmen 5 

Oplossing 

Stel de alarmlimiet in op 

een hogere waarde dan het 

ingestelde PEEP-niveau. 




























OPR360U A0509 




OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-17 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-18 


OPR360U A0509 

Monitor uP 

Failed 

No 

Communication 

O2 Sensor 

Disconnect 

O2 Sensor Error 


• Type 


• Hoog 


• Rood 

• Hoog 


• Geen 


• Gemiddeld 


• Geel 


criteria 

Storing regelcommunicatie 

De monitorprocessor 

reageert niet op 

een verzoek 

vanuit de 

regelprocessor. De 


werkt niet. 

Ononderbroken 

akoestische 

waarschuwing. 

Dit bericht wordt 

vastgelegd in het 

gebeurtenisgeschiedenislog 

als 

de communicatie 

met het touchscreen 

uitvalt. 

Er wordt geen 

visueel alarm 

weergegeven en 

er verschijnt geen 

bericht in de GUI. 

De O2-sensor is 

losgekoppeld. 


kan de 

O2-sensor niet 

correct kalibreren. 

Oplossing 







Als de communicatie 

wordt hersteld, wordt de 

waarschuwing automatisch 

gereset. 

No Communication is een 

bericht voor technische 

service dat geen gevolgen 

heeft voor de werking van het 

beademingsapparaat. Neem 


servicevertegenwoordiger als 

de waarschuwing niet gereset 

wordt. 

Sluit de O2-sensor weer aan. 

OPMERKING: Gebruik altijd 

een externe O2-monitor met 

alarmfuncties als u beademing 

toedient terwijl dit bericht 

actief is. 

Vervang de sensor zo snel 

mogelijk. 

OPMERKING: Gebruik altijd 

een externe O2-monitor met 

alarmfuncties als u beademing 

toedient terwijl dit bericht 

actief is. 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


OPR360U A0509 

O2 Supply Loss 


• Type 


• Hoog 


• Rood 

Out of Range Informatief bericht 

Power Failure 

Pressure Limit 

Below PEEP 

Pressure 

Support + PEEP 

> 60 

• Hoog 


• Rood 




criteria 

De inlaatdruk van 

de zuurstoftoevoer 

ligt onder de 

minimaal vereiste 

toevoerdruk. 

Een instelling is 

afgesteld buiten 

het bereik voor 

de geselecteerde 

patiëntcategorie. 

Stroomuitval 

Gelijkstroom buiten 

tolerantiebereik. 

Controleer 

+12 VDC, -12 VDC 

en +5 VDC. 

(Mogelijk kreeg de 

e360 stroom van 

de interne batterij 

totdat deze leeg 

raakte, met een 

apparaatwaarschuwing 

tot gevolg.) 

De ingestelde 

druklimiet is lager 

dan de ingestelde 

PEEP. 

De som van 

Pressure Support 

plus de PEEPinstelling 

is groter 

dan 60 cmH2O/mbar. 

Alarmen 5 

Oplossing 

Controleer of de zuurstoftoevoer 

is aangesloten en een druk 

> 30 psig levert bij de inlaat van 

het beademingsapparaat, met 

name tijdens inspiratie. 

Zorg zo nodig voor een andere 

beademingsmethode. Het 

beademingsapparaat gaat 

door met het toedienen van 

beademing met gebruik van 

de resterende luchttoevoer 

en de O2-sensor wordt niet 

gekalibreerd. 

Stel de instelling in binnen 

het bereik of wijzig de 








Stel de instelling van Pressure 

Limit of van PEEP zodanig bij 

dat Pressure Limit hoger is dan 

het PEEP-niveau. 

Stel Pressure Support of het 

PEEP-niveau bij zodat de som 

van deze twee minder dan 

60 cmH2O/mbar bedraagt. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-19 

5-1

5 Alarmen 

5-1 

5-20 


OPR360U A0509 

Sustained 

High Baseline 

Pressure 


• Type 


• Hoog 


• Rood 

Uitschakelalarm Geen aanduiding 

Ventilation 

Suspended 



criteria 

De bewaakte 

PEEP-druk is bij 

Ped/Infant langer 

dan 6 seconden 

en bij Adult langer 

dan 10 seconden 

≥ 8 cmH2O/ 

mbar boven de 

ingestelde PEEP/ 

CPAP geweest. 

WAARSCHUWING! 

De beademing 

en triggering 

worden tijdelijk 

uitgeschakeld, de 

expiratieklep en de 

noodontlastklep 

gaan als vereist 

minimaal 5 seconden 

lang open om 

de druk af te laten 

en er wordt geen 

flow toegediend 

totdat de conditie is 

verholpen. 

Er is geen bericht 

verbonden aan dit 

alarm. Het 

uitschakelalarm 

bevestigt dat de 

voedingsconditie 


is 

ingesteld op OFF. 

De functie 

loskoppeling 

voor afzuiging is 

ingeschakeld. 

Oplossing 

Controleer de circuitslangen op 

occlusies en/of vloeistoffen. 

Controleer het expiratiefilter 

op toegenomen weerstand/ 

verstopping; zo nodig 

vervangen. 

Evalueer de instellingen van het 


zo nodig aan. 

Controleer of de expiratieklep 

schoon/vrij van vervuiling is. 

Vervang zo nodig. 

Als dit het probleem niet 

oplost, gebruikt u een andere 

beademingsmethode. 

Druk op de 

alarmonderdrukkingsknop 

om het uitschakelalarm te 

annuleren. 

Uitsluitend ter informatie. 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


OPR360U A0509 

Volume Target 

Not Met* 

*niet 

beschikbaar op 

model S 


• Type 


• Gemiddeld 


• Geel 


criteria 

Bij het 

ademslagtype 

Volume Target 

Pressure Control 

of Volume Target 

Pressure Support: 

het ingestelde 

teugvolume 

kan twee 

opeenvolgende 

ademslagen 

niet worden 

toegediend binnen 

de ingestelde 

druklimiet. 

Alarmen 5 

Oplossing 

Controleer de toestand van 

de patiënt om te zien of 

het probleem kan worden 

verholpen. 

Factoren die aanleiding kunnen 

geven tot het alarm: agitatie, 

bijten op de endotracheale tube, 

hoesten, grotere weerstand van 

expiratiefilter of patiëntluchtweg, 

daling van compliantie (bijv. 

secreties, pneumothorax). 

Eventueel: 

t Insp verhogen, Resp Rate 

verlagen, Slope/Rise verhogen, 

Exp. Threshold bijstellen, 

Pressure Limit verhogen of Tidal 

Volume verlagen. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 5-21 

5-1

Hoofdstuk 6: 

Reiniging en 

onderhoud 

Reiniging en onderhoud

5-1 

OPR360U A0509 

Hoofdstuk 6: 

Reiniging en 

onderhoud 

Inleiding ............................................................................... 6-1 

Gebruik van filters ................................................................ 6-1 

Inspiratiepoort (To Patient) ...................................... 6-1 

Expiratiepoort (From Patient) ................................... 6-1 

Demontage- en montageprocedures.................................6-2 

Ventilatorfilter achterpaneel ....................................6-2 

Expiratieverdeelstuk .................................................6-3 

Expiratieflowsensor en kabel .............................6-3 

Expiratieklep .........................................................6-5 

Inspiratieverdeelstuk ................................................ 6-7 

Zekeringen .................................................................6-8 

Zuurstofsensor ..........................................................6-8 

Reiniging ...............................................................................6-9 

Sterilisatie .............................................................................6-9 

Sterilisatie in autoclaaf .......................................... 6-10 

Sterilisatie met EtO (etheenoxide) ........................ 6-10 

Reinigings- en sterilisatiegids ......................................... 6-10 

Gids voor preventief onderhoud ....................................... 6-12 

Het beademingsapparaat opslaan ................................... 6-13 

Het beademingsapparaat weer verpakken ..................... 6-14 

OPR360U A0509 

5-1

5-1 


OPR360U A0509 

Reiniging en onderhoud 6 

Om een correcte werking van het beademingsapparaat te waarborgen 

en het risico van kruisbesmetting tot een minimum te beperken 

moeten de volgende reinigings- en onderhoudsprocedures volgens 

het aanbevolen schema worden uitgevoerd. Alle procedures moeten 

worden aangepast aan de regels en procedures van uw instelling. 

Alle medewerkers moeten zich houden aan voorzorgsmaatregelen 

ter beperking van het risico van verspreiding van infecties bij het 

demonteren, reinigen en uitvoeren van onderhoudsprocedures aan 

het beademingssysteem. 

Gebruik van filters 

Inspiratiepoort (To Patient) 

Het gas dat het beademingscircuit binnenkomt door de 

inspiratiepoort (To Patient) is gewoonlijk schoon en droog; Newport 

Medical raadt echter om twee redenen ten sterkste aan om een filter 

te gebruiken op deze poort: 

1. Ter bescherming van het inspiratieverdeelstuk tegen mogelijke 

verontreinigende stoffen in patiëntgassen. 

2. Ter bescherming van de patiënt tegen mogelijke verontreinigende 

stoffen in het toegediende gas. 

Als het filter wordt gebruikt, hoeft het inspiratieverdeelstuk minder 

vaak te worden gereinigd en gesteriliseerd. Als het filter telkens voor 

gebruik bij een nieuwe patiënt wordt vervangen, wordt het risico van 

de overdracht van infecties tussen patiënten verkleind. 

Expiratiepoort (From Patient) 

Gas dat de expiratiepoort (From Patient) op het beademingsapparaat 

binnenkomt vanuit het beademingscircuit kan vochtig zijn en pathogenen 

bevatten. Newport Medical raadt om drie redenen ten sterkste aan 

om een filter te gebruiken op deze poort: 

1. Ter bescherming van het expiratieverdeelstuk tegen mogelijke 

verontreinigende stoffen in uitgeademde gassen. 

2. Ter bescherming van de patiënt tegen mogelijke verontreinigende 

stoffen in het expiratiesysteem mocht de patiënt gas inademen 

via de expiratietak van het circuit. 

3. Ter bescherming van het personeel tegen mogelijke verontreinigende 

stoffen in de patiëntgassen. 

OPR360U A0509 

Wanneer een op de From Patient-poort aangebracht filter nat wordt, 

lopen de filtratieprestaties terug en stijgt de weerstand tegen de 

uitademing van de patiënt. Als op deze plek een schoon, droog filter 

wordt gebruikt, hoeven de expiratieklep en de flowsensor minder 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 6-1 

5-1


5-1 

6-2 

vaak te worden gereinigd, gaat de flowsensor langer mee, wordt 

het risico van kruisbesmetting tussen patiënten verkleind, wordt het 

risico van overdracht van infecties op medewerkers verkleind en 

wordt de expiratieweerstand tot een minimum beperkt. 

OPR360U A0509 

OPMERKING: Elke procedure waarbij vocht wordt toegevoegd aan 

het uitgeademde gas leidt ertoe dat het filter op de From Patientpoort 

sneller nat wordt en vaker vervangen moet worden. 

Let op Gebruik voor het reinigen/desinfecteren van de buitenkant 

van het beademingssysteem een zachte doek die is bevochtigd met 

een reinigings-/desinfectiemiddel. Gebruik geen sterk schurende 

middelen, harde borstels of reinigings-/desinfectiemiddelen die 

fenolen, ammoniumchloride, chloorverbindingen of meer dan 2,4% 

glutaaraldehyde bevatten. 

Let op Onderdelen van kunststof mogen niet in aanraking komen 

met de volgende oplossingen omdat het onderdeel daardoor kan 

desintegreren: 

1. Hypochloriet 

2. Fenol (> 5%) 

3. Anorganische zuren 

4. Formaldehyde 

5. Keton 

6. Chloorkoolwaterstoffen 

7. Aromatische koolwaterstoffen 

Let op Gebruik uitsluitend de specifiek voor elk onderdeel van het 

beademingsapparaat vermelde reinigings- en sterilisatiemethoden. 

Raadpleeg de richtlijnen van fabrikanten van accessoires voor 

specifieke aanwijzingen voor reiniging, desinfectie en sterilisatie. 

Demontage- en montageprocedures 

Ventilatorfilter achterpaneel 

Het volgende diagram en de aanwijzingen hebben betrekking op de 

verwijdering en installatie van het ventilatorfilter. 

1. Wrik het ventilatordeksel voorzichtig los van het achterpaneel van 

de e360 (u kunt hiervoor een munt gebruiken). 

2. Verwijder het ventilatorfilter uit het deksel. 

3. Verwijder stof uit het filter met een stofzuiger of reinig met 

zeepsop, laat het drogen en plaats het terug. 

OPR360U A0509 

4. Breng het deksel weer aan door het op het achterpaneel te 

drukken totdat het vast klikt. 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 

Expiratieverdeelstuk 


Afbeelding 6-1 Ventilatorfilter 

Expiratieflowsensor en kabel 


verwijdering en installatie van de expiratieflowsensor. 

1. Open het voorpaneelklepje linksonder op de voorkant van het 

beademingsapparaat voor toegang tot de expiratieklep en de 

flowsensor. Zie afbeelding 6-2. 

1 

2 

3 

1. Flowsensor 

2. Flowsensorkabel 


OPR360U A0509 

Afbeelding 6-2 Expiratieklep en flowsensor 

2. Trek met een voorzichtige draaibeweging de kunststof flowsensor 

van de uitlaat van de expiratieklep af. Zie afbeelding 6-3. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 6-3 

5-1


5-1 

6-4 

1 

OPR360U A0509 

Afbeelding 6-3 Flowsensor verwijderen 


2. Flowsensor 

(verwijderd) 

3. Koppel de flowsensorkabel los van het kunststof huis van de 

sensor door de kabel recht naar buiten te trekken. Niet verdraaien. 

4. De kabel weer aansluiten op het sensorhuis: zet de inkeping in de 

kabelstekker zorgvuldig in lijn met het uitsteeksel in de aansluiting op 

het sensorhuis. Druk op elkaar. Niet verdraaien. Zie afbeelding 6-4. 

Afbeelding 6-4 Kabel aansluiten op sensor 

5. De flowsensor weer aansluiten op de expiratieklep: druk de 

flowsensor in de uitlaatpoort van de expiratieklep, waarbij u de 

kabel voorzichtig in de ruimte erachter stopt. 

6. Sluit het klepje op het voorpaneel. 

7. Kalibreer de sensor volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 4. 

Let op De expiratieflowsensor is een gevoelig precisie-instrument. 

Pas bij het hanteren op dat u de meetdraden niet verstoort. Steek 

geen voorwerpen in de flowsensor en laat geen onder directe OPR360U druk A0509 

staande stroom van vloeistof of gas door de sensor lopen bij de 

reiniging en herbewerking. De levensduur van de sensor is beperkt 

en hangt af van het naleven van de voorzorgsmaatregelen voor 

veilige hantering en kunnen kalibreren van de sensor. Zorg altijd dat 

de flowsensor volledig droog is voordat u hem installeert. 

2 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 


Expiratieklep 


verwijdering en installatie van de expiratieklep. 

1. Open het voorpaneelklepje voor toegang tot de expiratieklep. 

2. Verwijder de expiratieklep door de pal boven aan het paneel 

los te halen en de klep bij het beademingsapparaat vandaan te 

trekken. Zie afbeelding 6-5. 

3. Trek met een draaibeweging de kunststof flowsensor van de 

uitlaat van de expiratieklep af. 

1 2 


2. Pal 

Afbeelding 6-5 Expiratieklep verwijderen 

4. Terwijl u het expiratieklephuis stevig vasthoudt, draait u de 

borgring linksom en verwijdert u hem. Zie afbeelding 6-6. 

5. Haal de expiratieklepdop los van het klephuis. 

6. Verwijder het membraanschotelstuk uit de klepdop (het 

membraanschotelstuk zelf niet uit elkaar halen). 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 6-5 

5-1


5-1 

6-6 

1. Expiratieklep-huis 

2. Membraanschotelstuk 

3. Expiratieklep-dop 

4. Borgring 

OPR360U A0509 

2 

1 

4 

3 

Afbeelding 6-6 Montage expiratieklep 

Let op Het is van cruciaal belang dat de verschillende onderdelen in 

de juiste stand staan. Als de expiratieklep niet op de juiste wijze in 

elkaar wordt gezet, ontstaat er lekkage in het expiratiesysteem. 

OPMERKING: Pas tijdens de demontage, montage en reiniging 

op dat u niet tegen het fijnmazige gaas aan de binnenkant van de 

opening van het expiratieklephuis aan duwt. 

1. Pen 

2. Inkeping 

1 

OPR360U A0509 

Afbeelding 6-7 Uitlijning dop en huis van expiratieklep bij 

in elkaar zetten 

2 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 


7. Voor het weer monteren en installeren van de klep draait u deze 

stappen om, waarbij u oplet dat u de geleidepin op de klepdop 

uitlijnt met de sleuf in het klephuis. Zie afbeelding 6-7. 



verwijdering en installatie van het inspiratieverdeelstuk. 

1. Draai met een platkopschroevendraaier of een munt de twee 

schroeven in het voorpaneelgedeelte rechtsonder los en verwijder 

dit voor toegang tot het inspiratieverdeelstuk. Zie afbeelding 6-8. 

2. Verwijder met een kruiskopschroevendraaier de bovenste en 

onderste bevestigingsschroef van het verdeelstuk en trek het 

verdeelstuk van bij het beademingsapparaatweg. 

1. Voorpaneelgedeelte 

2. Inspiratieverdeelstuk 

1 2 

Afbeelding 6-8 Paneelgedeelte verwijderen 

3. Verwijder de verdeelstukkap door de vier schroeven te verwijderen, 

zodat u toegang krijgt tot het membraan. Hanteer dit voorzichtig. 


4. Verwijder de inspiratiepoort van het blok door hem linksom te 

draaien. 

5. Voor de hermontage en installatie draait u de bovenstaande 

stappen om. 

1 

1. Inspiratiepoort 

2. Bevestigingsschroeven verdeelstuk 

3. Inspiratieverdeelstukblok 

2 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 6-7 

3 

4. Membraan 

5. Verdeelstukkap 

Afbeelding 6-9 Inspiratieverdeelstukblok 

4 

5 

5-1


5-1 

6-8 

Zekeringen 


verwijdering en installatie van zekeringen. 

De zekeringen bevinden zich boven in de netstroomvoedingsmodule 

aan de achterkant van de e360. 

OPR360U A0509 

1. Zet de aan/uit-schakelaar in de stand OFF en koppel het 

beademingsapparaat los van netstroom en gasaansluitingen. 

2. Knijp met een kleine platkopschroevendraaier de lippen op de 

zekeringlade in om deze los te maken; trek de lade vervolgens uit 

de netstroomvoedingsmodule. Zie afbeelding 6-10. 

Afbeelding 6-10 Zekeringen verwijderen 

3. Inspecteer de zekeringen en vervang ze alleen als ze zijn 

doorgebrand. 

4. Breng de zekeringlade weer aan. 

OPMERKING: Zie de onderhouds- en reparatiehandleiding van het 

e360 beademingsapparaat voor de specificaties van de zekeringen. 

Zuurstofsensor 


verwijdering en installatie van de zuurstofsensor. 

1. Zet de aan/uit-schakelaar in de stand OFF en koppel het 

beademingsapparaat los van netstroom en gasaansluitingen. 

2. Draai met een schroevendraaier of een munt de twee schroeven 

in het voorpaneelgedeelte rechtsonder los en verwijder dit voor 

toegang tot de zuurstofsensor. Zie afbeelding 6-11. 

3. Zoek de sensorkabel op en draai de kraag linksom om de kabel 

los te halen van de sensor. 

OPR360U A0509 

4. Trek de sensor recht naar buiten om hem te verwijderen. Voer de 

zuurstofsensor af conform de plaatselijke voorschriften. 

OPMERKING: Misschien moet u het inspiratieverdeelstuk verwijderen 

voordat u de sensor kunt verwijderen. 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 

1. Voorpaneelgedeelte 

2. O2-sensorkabel 

3. O2-sensor 

1 


Afbeelding 6-11 Paneelgedeelte verwijderen 

5. Voor het installeren van een nieuwe sensor draait u deze stappen om. 

6. Kalibreer de sensor volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 4. 

Reiniging 

Definitie van reinigen: Het verwijderen van al het vreemde materiaal 

(bijvoorbeeld vuil of organisch materiaal) van een voorwerp. Reinigen 

wordt gewoonlijk uitgevoerd met behulp van stromend water, 

mechanische bewerkingen of enzymatische producten. 

Volg deze stappen voor de reiniging van een onderdeel voorafgaand 

aan sterilisatie: 

1. Demonteer (haal alle onderdelen uit elkaar). 

2. Was het onderdeel met een mild zeepsop of in enzymatisch 

reinigingsmiddel. 

3. Spoel het onderdeel minimaal twee minuten lang af onder schoon 

stromend water en droog het af of laat het goed drogen aan de lucht. 

4. Inspecteer het onderdeel na elke reinigingsbeurt. Vervang 

beschadigde of versleten onderdelen. 

Let op Volg altijd de aanwijzingen van de fabrikant van het 

reinigingsmiddel. Door blootstelling aan een te sterk geconcentreerd 

zeepsop kan de nuttige levensduur van een onderdeel worden 

verkort. Zeepresten kunnen verkleuringen of barsten veroorzaken, 

met name bij onderdelen die bij de sterilisatie worden blootgesteld 

aan hoge temperaturen. 

Sterilisatie 

Definitie van steriliseren: De volledige eliminatie of vernietiging 

van alle microbiële levensvormen. Sterilisatie wordt bewerkstelligd 

door middel van fysische of chemische processen. Stoom onder 

druk, droge hitte en sterilisatieprocessen met lage temperatuur 

(zoals sterilisatie met etheenoxide [EtO], gas of plasma) en 

OPR360U 

vloeibare 

A0509 

chemicaliën zijn de sterilisatiemethoden die het meest worden gebruikt. 

Let op Steriliseer het beademingsapparaat niet als geheel. 

Standaardsterilisatietechnieken, met inbegrip van EtO en formaline, 

kunnen schade veroorzaken. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 6-9 

2 

3 

5-1


5-1 

6-10 

OPMERKING: Houd u aan de reinigings- en sterilisatie-instructies 

van de fabrikant van elke component en tevens aan de voorschriften 

van uw instelling. 

Sterilisatie in autoclaaf: 

1. Reinigen/inspecteren 

2. Steriliseren 

3. Drogen 

4. In elkaar zetten 

5. Voer na installatie een circuitcontrole en een zuurstofsensorkalibratie 

uit op het volledig in elkaar gezette beademingscircuit. 

OPR360U A0509 

Sterilisatie met EtO (etheenoxide): 

1. Reinigen/inspecteren 

2. Steriliseren 

3. Beluchten (om door het onderdeel opgenomen restgas te laten 

vervluchtigen) 

4. In elkaar zetten 

5. Voer na installatie een circuitcontrole en een zuurstofsensorkalibratie 

uit op het volledig in elkaar gezette beademingscircuit. 

Reinigings- en sterilisatiegids 

Onderdeel/ 

accessoire 


Buitenkant beademingsapparaat, 

met inbegrip van 

bedieningspaneel, 

rolstatief, 

steunarm, 

bevochtiger en 

expiratiefilterverwarming 

Tabel 6-1 

Reinigings- en sterilisatiemethoden 

Reinig en desinfecteer met 

een doek die is bevochtigd 

met een desinfecterend 

oppervlaktereinigingsmiddel, conform 

het infectiepreventiebeleid van uw 

instelling. 

In een omgeving met resistente 

bacteriestammen kan het nodig zijn 

om de oppervlakken tussen twee 

patiënten door te reinigen met een 

gebufferde bleekmiddeloplossing 

(raadpleeg de reinigingsvoorschriften 

van uw instelling). 

Verwijder na de reiniging alle resten 

van het reinigingsmiddel om te 

voorkomen dat zich afzettingen 

vormen. 

Verwijder stof uit de luchtopeningen 

aan de achterkant met een stofzuiger. 

Aanvullende 

informatie 

Laat geen vloeistoffen 

in onderdelen of 

kabelaansluitingen 

komen. Probeer niet 

te steriliseren met 

EtO en gebruik geen 

perslucht voor het 

reinigen of drogen. 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 

Onderdeel/ 

accessoire 


OPR360U A0509 


Reinigings- en sterilisatiemethoden 

Ventilatorfilter e360 Was het filter in een mild zeepsop, 

spoel het goed af en laat het drogen 

aan de lucht. 

Inspiratiefilter 

Expiratiefilter 

Expiratieklep 


Expiratieflowsensor 

Kabel expiratieflowsensor 

Voor gebruik bij één patiënt: 

weggooien. 

Herbruikbaar: laten drogen, 

vervolgens in autoclaaf behandelen. 

Als er geen filters worden gebruikt 

tijdens de beademing: demonteren 

en reinigen, vervolgens steriliseren in 

autoclaaf. 

Als er filters worden gebruikt: alleen 

reinigen en steriliseren wanneer dat 

nodig is. 

Verwijderen, reinigen, steriliseren. 

Goedgekeurde reinigings- en 

sterilisatiemethoden: 

Reiniging: laat de sensor ongeveer 

één uur lang weken in een 

alcoholoplossing van 70% en 

beweeg de sensor vervolgens 

voorzichtig heen en weer onder het 

vloeistofoppervlak. Als hij zichtbaar 

schoon is, verwijdert u hem uit de 

alcohol en laat u hem ten minste 

30 minuten aan de lucht drogen 

totdat hij geheel droog is. 

Sterilisatie: steriliseren met EtO. 

De sensor kan niet in een autoclaaf 

gesteriliseerd worden. 

Reinig/desinfecteer de 

flowsensorkabel met een doek die 

is bevochtigd met een geschikt 

desinfectiemiddel (niet laten weken), 

tussen twee patiënten door en als hij 

zichtbaar vervuild is. 

Aanvullende 

informatie 

Vervangen als het 

beschadigd is. 

Vervangen bij het 

opzetten voor 

elke patiënt en 

sneller als de 

expiratieweerstand 

door het expiratiefilter 

verhoogd is, als het 

filter zichtbaar nat, 

vervuild of besmet is 

dan wel volgens de 

aanbevelingen van 

de fabrikant van het 

filter. 

Na de sterilisatie 

voert u de 

circuitcontrole uit op 

het volledig 

in elkaar gezette 

circuit. 

Na de sterilisatie 

voert u de 

circuitcontrole uit op 

het volledig 

in elkaar gezette 

circuit. Bij 

vervanging tijdens 

gebruik bij een 

patiënt voert u de 

flowsensorkalibratie 

uit. 

OPMERKING: 

Newport Medical 

beveelt aan om 

de flowsensor na 

5 reinigings- of 

sterilisatiecycli te 

vervangen. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 6-11 

5-1


5-1 

6-12 

Gids voor preventief onderhoud 

LET OP: Voer preventief onderhoud uit en vervang onderdelen na 

het aanbevolen interval om beschadiging van onderdelen door 

overmatige slijtage te voorkomen. 

OPR360U A0509 

Frequentie 

Meerdere 

malen per dag 

of volgens de 

voorschriften 

van uw 

instelling 

Dagelijks of 

naar vereist 

Naar vereist en 

tussen twee 

patiënten door 

Onderdeel 


Expiratiefilter, 

disposable 

Waterafscheidershogedrukinlaten 

voor lucht en 

zuurstof op 

achterpaneel 

e360 

Ventilatorfilter 

achterpaneel 

e360 

Buitenkant beademingsapparaat 

(behuizing, 

bedieningspaneel, 

rolstatief 

en steunarm) 

Inspiratiefilter, 

disposable 

Inspiratiefilter, 

herbruikbaar 

Expiratiefilter, 

herbruikbaar 

met 

verwarming 


Tabel 6-2 

Aanbevolen onderhoud 

Vervangen bij het opzetten voor elke patiënt en 

sneller als de expiratieweerstand door het filter 

verhoogd is, als het filter zichtbaar nat, vervuild 

of besmet is dan wel volgens de aanbevelingen 

van de fabrikant van het filter. 

Let op waterophoping, naar vereist ledigen 

en reinigen. Vervang de afscheider als 

er tekenen van slijtage/schade zijn. Als 

de inlaatwaterafscheider zich vult, stelt 

u het beademingsapparaat buiten bedrijf 

en neemt u contact op met een erkende 


Controleren en zo nodig reinigen. 

Ter reiniging/desinfectie afvegen met een 

zachte doek die is bevochtigd met een 

desinfecterend oppervlaktereinigingsmiddel. 

Met een stofzuiger stof verwijderen uit de 

luchtopeningen in het achterpaneel. Alle resten 

afvegen na de reiniging. 

Weggooien en vervangen. 

Steriliseren en vervangen bij elke keer opzetten 

voor een nieuwe patiënt. 

Herbruikbaar: steriliseren en vervangen bij het 

opzetten voor elke patiënt en sneller als de expiratieweerstand 

door het filter verhoogd is, als 

het filter zichtbaar nat, vervuild of besmet is dan 

wel volgens de aanbevelingen van de fabrikant 

van het filter. 

Kalibreren: 

kalibreer de flowsensor (zie hoofdstuk 4) na 

elke reiniging en/of sterilisatie, vóór elk gebruik 

bij een patiënt en telkens als u vermoedt dat 

het expiratoire teug-/minuutvolume significant 

afwijkt van de verwachting (bijvoorbeeld: OPR360U ten A0509 

minste 25% hoger of lager). 

(vervolg op volgende pagina) 

5-1 


5-1 

Frequentie 

OPR360U A0509 

Tussen twee 

patiënten door 

Ten minste 

elke 

2 maanden 

Elk jaar of 

elke 5000 

bedrijfsuren, 

wat zich het 

eerst voordoet 

Elke 2 jaar of 

naar vereist 

Elke 5 jaar 

of 25.000 

bedrijfsuren 

Onderdeel 


Expiratieklep/ 


Interne 

batterij 

Diverse 

onderdelen 

e360 

Zuurstof- 

sensor 

Interne 

batterij 

Diverse 

onderdelen 

e360 


Aanbevolen onderhoud 

Als de sensor niet kan worden gekalibreerd, ook 

nadat hij gereinigd en gesteriliseerd is, voert u de 

sensor af conform de plaatselijke voorschriften 

en brengt u een nieuwe sensor aan. 

Reinigen/steriliseren: 

Als er geen expiratiefilter wordt gebruikt: 

reinigen en steriliseren tussen twee patiënten 

door en ook als hij niet goed werkt of zichtbaar 

verontreinigd raakt tijdens het gebruik. 

Bij gebruik van expiratiefilter: reinigen en 

steriliseren als hij niet goed werkt of zichtbaar 

verontreinigd raakt tijdens het gebruik. 

Vervangen als de kalibratie na reiniging/ 

sterilisatie niet slaagt. 

Als er geen filter wordt gebruikt: demonteren, 

reinigen en steriliseren. 

De interne batterij volledig opladen. 

Preventieve onderhoudsset niveau 1 (PMK360A) 

installeren. Preventief onderhoud moet 

worden verricht door een door Newport 

gemachtigde servicemonteur aan de hand 

van de aanwijzingen in de onderhouds- 

en reparatiehandleiding van het e360 


De zuurstofsensor (O2) elke twee jaar 

weggooien en vervangen of als de 

sensor niet gekalibreerd kan worden (het 

beademingsapparaat geeft het bericht O2 

Sensor Error of O2 Sensor Calibration Failed 

weer). 

Weggooien en vervangen. 

Preventief onderhoud van niveau 2 uitvoeren 

(OVL360A) volgens de aanwijzingen in de 

onderhouds- en reparatiehandleiding van het 

e360 beademingsapparaat. Dit moet worden 

gedaan door een door Newport Medical 

gemachtigde servicemonteur. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 6-13 

5-1


5-1 

6-14 

Het beademingsapparaat opslaan 

Let op Koppel de gastoevoeren los van het beademingsapparaat als 

het wordt opgeslagen of langere tijd niet gebruikt wordt. 

Let op Om de interne batterij volledig functioneel te houden moet de 

batterij ten minste elke 2 maanden worden opgeladen wanneer het 

beademingsapparaat niet gebruikt wordt. 

OPR360U A0509 

Let op Leg het beademingsapparaat niet op zijn zijkant of achterkant 

voor opslag. 

Het beademingsapparaat weer verpakken 

Gebruik de/het oorspronkelijke verpakkingsdoos/-materiaal om 

het beademingsapparaat te verzenden of bestel vervangend 

verpakkingsmateriaal bij de vertegenwoordiger van Newport. Zie 

Contactgegevens vóór in deze handleiding. 

OPR360U A0509 

5-1 


Hoofdstuk 7: 

Uitleg 

van modi, 

ademslagtypen 

en speciale 

functies 

Uitleg van modi, ademslagtypen 

en speciale functies

5-1 

OPR360U A0509 

Hoofdstuk 7: 

Uitleg van modi, 

ademslagtypen en 

speciale functies 

Inleiding ............................................................................... 7-1 

Instellingsfuncties ................................................................ 7-1 

Tijdsbegrenzingen van beademingsregelingen ...... 7-1 

Opslag van instellingen .............................................. 7-1 

Regelbereik .................................................................. 7-1 

Typen opgelegde ademslag ................................................ 7-1 

Volumesturing ............................................................. 7-2 

Druksturing .................................................................. 7-3 

Biphasic Pressure Release Ventilation ..................... 7-3 

Targetvolume-drukregeling ....................................... 7-4 

Beheer van spontane ademslag (SIMV/SPONT) ............... 7-4 

Drukondersteuning ..................................................... 7-5 

Targetvolume-drukondersteuning ............................ 7-6 

Beademingsmodi ................................................................. 7-6 

A/CMV .......................................................................... 7-7 

SIMV ............................................................................. 7-7 

SPONT (spontaan) ....................................................... 7-8 

Geavanceerde kenmerken en speciale functies ............... 7-9 

Biasflow ....................................................................... 7-9 

Slope/Rise .................................................................... 7-9 

Expiratiedrempel en FlexCycle .................................7-10 

Lekcompensatie (Leak Comp) ..................................7-10 

OPR360U A0509 

Compliantiecompensatie (Compl Comp) ................7-10 

Niet-invasieve beademing (NIV) .........................................7-11 

Lekcompensatie in NIV ..............................................7-11 

Alarminstellingen in NIV ............................................7-11 

5-1

5-1 

Uitleg van modi, ademslagtypen en speciale functies 7 


De e360 biedt een uitgebreid spectrum aan ademslagtypen en modi. 

In dit hoofdstuk worden alle vormen van opgelegde en spontane 

ademslag beschreven die beschikbaar zijn binnen dit spectrum, 

evenals de werking van speciale functies. 

OPR360U A0509 

Instellingsfuncties 

Tijdsbegrenzingen van beademingsregelingen 

In de modi A/CMV, SIMV en SPONT begrenst het beademingsapparaat 

de instelling van alle beademingsparameters zodanig dat de 

inspiratieduur en de verhouding I:E de volgende limieten niet kunnen 

overschrijden. 

• Inspiratieduur kan niet minder bedragen dan 0,01 seconde. 

• Inspiratieduur kan niet groter zijn dan 5,0 seconden voor volwassen 

en 3,0 seconden voor neonatale/pediatrische patiënten (afgezien 

van eventueel vasthouden van de inspiratie). 

• De verhouding van I:E kan de omgekeerde verhouding 4:1 niet 

overschrijden. 

Opslag van instellingen 

Alle beademings- en alarmregelinstellingen (met uitzondering van 

de instelling van Noninvasive en Scale) worden opgeslagen als 

de e360 wordt uitgeschakeld. Wanneer het beademingsapparaat 

wordt ingeschakeld, worden de in het geheugen opgeslagen 

regelinstellingen gebruikt als de aanvankelijke beademings- en 

alarminstellingen bij Start Ventilating, tenzij Quick Setup* wordt 

geïmplementeerd of de gebruiker nieuwe instellingen selecteert. 

Regelbereik 

Alle variabele beademingsregelingen zijn begrensd binnen 

een gespecificeerd bereik. Bij sommige regelingen is het bereik 

afhankelijk van de geselecteerde patiëntcategorie. Wanneer 

de patiëntcategorie wordt gewijzigd, kan de instelling van een 

variabele beademingsregeling buiten het bereik komen te liggen. 

Opgelegde ademslagtypen 

De e360 biedt de volgende ademslagtypen: 

• Volumesturing 

• Druksturing 

• Biphasic Pressure Release Ventilation* 

• Targetvolume-drukregeling* 


OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 7-1 

5-1

7 Uitleg van modi, ademslagtypen en speciale functies 

5-1 

7-2 

Type 

opgelegde 

ademslag 

Volumesturing 

OPR360U A0509 

Selectie op 

bedieningspaneel 

Druksturing Pressure 

Control 

Targetvolumedrukregeling 

(VPTC) 

Biphasic 

Pressure 

Release 

(BPRV) 

Selectie 

Advanced - 

Open Exhalation 

Volume Control Niet beschikbaar Off 

Volume Control 

of Pressure 

Control 

Pressure 

Control 

Off Off 

Off On 

On Off 

Selectie 

Advanced - 

Volume Target 

Tabel 7-1 Regelselecties voor opgelegde ademslagen 

Volumesturing 

Volumegestuurde beademing biedt volgens een tijdcyclus verlopende 

opgelegde ademslagen met volumebegrenzing. Volume en flow (of 

inspiratieduur) zijn door de gebruiker ingestelde parameters en de 

druk kan variëren. De gebruiker kan bij volumebeademing kiezen uit 

twee Flow Wave-patronen voor ademslagtoediening. De functie voor 

het Flow Wave-patroon is toegankelijk via de gegevensset Advanced. 

Bij een vierkant flowcurvepatroon wordt de ingestelde flow constant 

toegediend totdat het ingestelde teugvolume is toegediend. Zie 

afbeelding 7-1A. Bij een geleidelijk aflopend flowcurvepatroon 

wordt aanvankelijk de ingestelde flow toegediend, wordt vervolgens 

de flow met een constante snelheid verlaagd totdat 50% van de 

aanvankelijke flow is bereikt en wordt de flowtoediening vervolgens 

beëindigd wanneer het ingestelde teugvolume is toegediend. Zie 

afbeelding 7-1B. 

INSP 

Flow 

EXP 

Afbeelding 7-1A Vierkante curve bij VC-beademing 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 


OPR360U A0509 

INSP 

Flow 

EXP 

Afbeelding 7-1B Geleidelijk aflopende flowcurve bij VC-beademing 

Druksturing 

Drukgestuurde beademing biedt volgens een tijdcyclus verlopende 

opgelegde ademslagen met drukbegrenzing. De inspiratoire Pressure 

Limit en t Insp (inspiratieduur) zijn ingestelde parameters, terwijl 

het teugvolume en de flow bewegingsvrijheid hebben teneinde de 

ingestelde parameters te verwezenlijken. De Slope/Rise kan worden 

afgesteld via de gegevensset Advanced. Een drukgestuurde inspiratie 

wordt beëindigd wanneer de ingestelde inspiratieduur is verstreken. 

OPMERKING: Als de Slope/Rise-regeling te laag is ingesteld, bereikt 

de beademingscircuitdruk mogelijk de druklimietwaarde niet tegen 

het einde van de inspiratie. 

Biphasic Pressure Release Ventilation* 

(open expiratieklep) 

Opgelegde Biphasic Pressure Release-ademslagen lijken op 

opgelegde drukgestuurde ademslagen, behalve dat de expiratieklep 

openblijft gedurende de inspiratieduur. Hierdoor krijgt de patiënt de 

gelegenheid tot onbelemmerde spontane ademslag terwijl tegelijkertijd 

de druk in het circuit wordt verhoogd tot het druklimietniveau. Dit type 

beademing wordt "Biphasic Pressure Release Ventilation" (BPRV) 

genoemd. Dit wordt comfortabeler geacht voor patiënten met een 

actieve ademdrang die worden beademd met druksturing. Open 

Exhalation Valve wordt via de gegevensset Advanced ingesteld op 

ON teneinde BRPV-ademslagen te verkrijgen. 

Als een patiënt (zoals bij hoesten) een expiratie-inspanning verricht 

tegen een gesloten expiratiesysteem in (d.w.z. Open Exhalation Valve 

OFF) tijdens de inspiratiefase van een drukgestuurde opgelegde 

ademslag, stijgt de luchtwegdruk tot boven de streefdruk. Wanneer 

Open Exhalation Valve is ingesteld op ON, bestuurt de e360 de 

expiratieklep actief zodat de overdruk wordt afgelaten, het OPR360U uitschieten 

A0509 

van de druk tot een minimum wordt beperkt en de luchtwegdruk 

nabij de streefdruk wordt gehouden. 


OPR360U-NL Rev. A 02-2013 7-3 

5-1


5-1 

7-4 

Targetvolume (Volume Target Pressure Control - VTPC)* 

Targetvolume-drukregeling is een hybride drukgestuurd ademslagtype 

waarbij het beademingsapparaat een door de gebruiker ingesteld 

teugvolume probeert te bereiken (targetvolume) met gebruik van een 

zo laag mogelijk druksturingsniveau. Dit lijkt sterk op drukgestuurde 

opgelegde ademslagen, behalve dat het druksturingsniveau bij elke 

OPR360U A0509 

ademslag afzonderlijk door het beademingsapparaat wordt bijgestuurd 

in stappen van ten hoogste 3 cmH2O/mbar. De drukverandering wordt 

in VTPC begrensd tot een niveau dat tussen 5 cmH2O/mbar boven 

PEEP en de instelling Pressure limit ligt, met het oog op het bereiken 

van het nagestreefde (door de gebruiker ingestelde) teugvolume 

binnen de (door de gebruiker ingestelde) inspiratieduur. Het ingestelde 

teugvolume is niet gegarandeerd voor elke ademslag; het is een target. 

De eerste toegediende opgelegde VTPC-ademslag nadat Volume 

Target is ingesteld op ON heeft een druksturingsniveau van PEEP/ 

CPAP + 5 cmH2O/mbar. 

Spontane ademslagen in de modus VTPC/SIMV zijn ademslagen 

met targetvolume en drukondersteuning (Volume Target Pressure 

Support; VTPS). 

OPMERKING: Als de Slope/Rise-regeling te laag is ingesteld, bereikt 

de beademingscircuitdruk mogelijk de streefdruk niet tegen het einde 

van de inspiratie. 

Beheer van spontane ademslag in de modi SIMV 

en SPONT 

De e360 biedt twee vormen van spontane ademslagondersteuning 

in de modi SIMV en SPONT: drukondersteuning en targetvolumedrukondersteuning. 

Bij volumesturing, Biphasic Pressure Release* en drukondersteuning- 

SIMV zijn spontane ademslagen met drukondersteuning beschikbaar. 

Bij targetvolume-druksturing-SIMV zijn spontane ademslagen 

ademslagen met targetvolume en drukondersteuning. 

Als in SPONT het opgelegde ademslagtype Volume, BPRV of 

Pressure Control wordt geselecteerd, zijn spontane ademslagen 

met drukondersteuning beschikbaar. 

Als in SPONT het opgelegde ademslagtype Volume Target Pressure 

Control* wordt geselecteerd (Volume Target is ingesteld op ON in 

de gegevensset Advanced), worden alle spontane inspanningen 

ondersteund door targetvolume-drukondersteuning. 

Drukondersteuning 

OPR360U A0509 

Drukondersteuning is in SIMV en SPONT beschikbaar voor de 

opgelegde ademslagtypen Volume Control, BPRV* en Pressure 

Control. Bij spontane inspanningen van de patiënt waardoor het 


5-1 


5-1 


beademingsapparaat wordt getriggerd, dient de e360 ademslagen 

toe met een constante druk van PEEP/CPAP + Pressure Support. 

De ademslagen worden toegediend volgens de door de gebruiker 

geselecteerde instellingen voor Pressure Support, Slope/Rise en 

PEEP/CPAP. 

OPR360U A0509 

De cyclus van Pressure Support-ademslagen gaat naar 'uit' wanneer 

een van de volgende drie drempels is bereikt: de toegediende flow 

daalt tot een ingesteld percentage (%) van de piekflow (door de 

gebruiker ingesteld via Expiratory Threshold in de gegevensset 

Advanced), de duur van de ademslag bereikt de maximale 

inspiratieduur (2,0 seconden voor Adult, 1,2 seconden voor Ped/ 

Infant) of er treedt een uitschieter van de druk op, afhankelijk van wat 

zich het eerst voordoet. 

OPMERKING: Zie afbeelding 7-2 voor een grafische weergave van 

de drempel voor cyclus 'uit' vanwege drukuitschieters voor Pressure 

Support- en Volume Target Pressure Support*-ademslagen. 

Streef- 

druk 

PAW 

PEEP 5 

Drempel voor 

cyclus 'uit' 

drukcurve 

plafond voor drempel cyclus 'uit' vanwege uitschieten 

Afbeelding 7-2 Uitschieten van de druk 

OPMERKING: Als Pressure Support is ingesteld op nul, verhoogt het 

beademingsapparaat de druk in het patiëntcircuit tot een streefdruk 

van 1,5 cmH2O/mbar boven de ingestelde PEEP/CPAP tot het einde 

van de inspiratie. 

OPR360U A0509 

Targetvolume-drukondersteuning* (Volume Target Pressure 

Support; VTPS) 

Targetvolume-drukondersteuning is beschikbaar in SIMV en SPONT 

- alleen bij het ademslagtype Volume Target Pressure Control. Voor 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 7-5 

5-1


5-1 

7-6 

spontane ademslagen van de patiënt in de modi SPONT en SIMV van 

Volume Targeted Pressure Control voert het beademingsapparaat 

ademslagen met constante druk in het beademingscircuit uit, met 

een druk gelijk aan een door het beademingsapparaat geselecteerd 

niveau tussen PEEP/CPAP + 5 cmH2O/mbar en de druklimiet, totdat 

een van de drie drempels voor cyclus 'uit' wordt bereikt. 

OPR360U A0509 

Elke spontane VTPS-ademslag wordt toegediend volgens de 

door de gebruiker geselecteerde instellingen voor Tidal Volume en 

Pressure Limit, Slope/Rise en PEEP/CPAP. Dit lijkt sterk op spontane 

ademslagen met drukondersteuning maar anders dan bij spontane 

ademslagen met drukondersteuning die worden toegediend als 

het ademslagtype Pressure Control, BPRV* of Volume Control 

is geselecteerd, wordt het drukondersteuningsniveau door het 

beademingsapparaat voor elke ademslag afzonderlijk geregeld op 

het laagst mogelijke niveau tussen 5 cmH2O/mbar boven PEEP/CPAP 

en de instelling Pressure Limit teneinde het ingestelde teugvolume te 

verwezenlijken. Het ingestelde teugvolume is niet gegarandeerd voor 

elke ademslag; het is een target. 

De streefdruk van de eerste ademslag (als er nog geen streefdruk is 

vastgesteld) bedraagt PEEP/CPAP + 5 cmH2O/mbar. 

De cyclus van VTPS-ademslagen (Volume Target Pressure Support)* 

gaat naar 'uit' wanneer een van de volgende drie drempels is bereikt: 

de toegediende flow daalt tot een ingesteld percentage (%) van de 

piekflow (door de gebruiker ingesteld via Expiratory Threshold in 

de gegevensset Advanced), de duur van de ademslag bereikt de 

maximale inspiratieduur (2,0 seconden voor Adult, 1,2 seconden voor 

Ped/Infant) of bij een uitschieter van de druk, afhankelijk van wat zich 

het eerst voordoet. Zie afbeelding 7-2 voor een illustratie van het 

optreden van drukuitschieters. 

Let op dat u Expiratory Threshold zodanig instelt dat ademslagcyclus 

'uit' zich voordoet op hetzelfde moment als het einde van de 

patiëntinspanning, of kies AUTO, zodat FlexCycle de instelling 

Expiratory Threshold voor elke afzonderlijke ademslag kan afstellen. 

Beademingsmodi 


De ademslagtypen omvatten een keuze uit drie modi: 

• A/CMV (Assist/Control Mandatory Ventilation; ondersteuning/ 

sturing opgelegde beademing) 

• SIMV (Synchronized Intermittent Mandatory Ventilation; OPR360U A0509 

gesynchroniseerde intermitterende opgelegde beademing) 

• SPONT (spontaan) 

5-1 


5-1 


A/CMV 

Druk 

Ademslaginterval 

verstreken 

OPR360U A0509 

A: Tijd-getriggerde opgelegde ademslag 

B: Patiënt-getriggerde opgelegde ademslag 

Ademslaginterval 

gereset 

Afbeelding 7-3 

In A/CMV worden alle aan de patiënt toegediende ademslagen 

toegediend overeenkomstig de door de gebruiker ingestelde 

parameters. Deze worden opgelegde ademslagen genoemd. De 

gebruiker kan kiezen uit Pressure Control, Volume Control, Biphasic 

Pressure Release* of Volume Target Pressure Control* voor de 

opgelegde ademslagen. Alle ademslagen kunnen op basis van tijd 

(door het beademingsapparaat) of door de patiënt worden getriggerd. 

De instelling Resp Rate (ademhalingsfrequentie) bepaalt het minimale 

aantal op basis van tijd of door de patiënt getriggerde opgelegde 

ademslagen dat per minuut wordt toegediend. De instelling Trig 

bepaalt de luchtwegdruk- of luchtwegflowdrempel die door de 

inspanning van de patiënt moet worden bereikt om deze en 

aanvullende opgelegde ademslagen te triggeren. 

Als de patiënt niet ademt of als de luchtwegdruk of luchtwegflow 

door de inspanningen van de patiënt niet de drempel Trig haalt, 

dient de e360 elke minuut het op basis van tijd getriggerde aantal 

ademslagen toe dat is geselecteerd via de instelling Resp Rate. 


SIMV 

Druk 

Patiënt-getriggerde 

opgelegde ademslag 

Tijd-getriggerde 

opgelegde ademslag 

Interval opgelegde 

ademslag 

Uitsluitings- 

interval 

opgelegde 

ademslag 

Spontane 

ademslag 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 7-7 

Tijd 

Interval opgelegde ademslag 

A: Tijd-getriggerde opgelegde ademslag 

B: Patiënt-getriggerde opgelegde ademslag 

C: Spontane ademslag 

: 'Geplande' opgelegde ademslag niet toegediend vanwege 

de door de patiënt getriggerde ademslag in het vorige interval 

Afbeelding 7-4 

5-1


5-1 

7-8 

In SIMV kunnen opgelegde en spontane ademslagen worden 

toegevoerd naar de patiënt. De gebruiker kan kiezen uit Pressure 

Control, Volume Control, Biphasic Pressure Release* of Volume 

Target Pressure Control* voor de opgelegde ademslagen. Opgelegde 

ademslagen kunnen op basis van tijd of door de patiënt worden 

getriggerd. In Volume Control, Pressure Control of Biphasic Pressure 

OPR360U A0509 

Release* kan de gebruiker kiezen voor Pressure Support ter 

ondersteuning van de spontane ademslagen. 

Als voor opgelegde ademslagen het type Volume Target Pressure 

Control* is geselecteerd, zijn alle spontane ademslagen Volume 

Target Pressure Support-ademslagen. 

De instelling Resp Rate bepaalt het totale aantal opgelegde ademslagen 

dat elke minuut wordt toegediend en levert een tijdvenster op dat 

bepaalt of een patiënt-trigger leidt tot een opgelegde of een spontane 

ademslag. 

De instelling Trig bepaalt de luchtwegdruk- of luchtwegflowdrempel 

die door de inspanning van de patiënt moet worden bereikt om 

opgelegde ademslagen te triggeren en ook om tussen de opgelegde 

ademslagen door spontane ademslagen te triggeren. 

Als er geen ademhalingsinspanning van de patiënt is of als de 

inspanningen van de patiënt niet voldoende verandering van de 

luchtwegdruk of luchtwegflow veroorzaken om de ingestelde Trig 

drempel te halen, ontvangt de patiënt elke minuut het op basis 

van tijd getriggerde aantal ademslagen dat is geselecteerd via de 

instelling Resp Rate. 

SPONT (spontaan) 

In SPONT zijn alle aan de patiënt toegediende ademslagen 

spontane ademslagen. Wanneer het ademslagtype Volume Control 

of Pressure Control is geselecteerd, kan de gebruiker kiezen voor het 

toevoegen van Pressure Support ter ondersteuning van de spontane 

inspanningen. Als voor opgelegde ademslagen het type Volume 

Target Pressure Control* is geselecteerd, worden alle spontane 

inspanningen ondersteund door Volume Target Pressure Support. 

De instelling Trig bepaalt de luchtwegdruk- of luchtwegflowdrempel 

die door de inspanning van de patiënt moet worden bereikt 

om ondersteuning van spontane ademslagen door het 

beademingsapparaat te triggeren. 

Als er geen patiëntinspanning is of als de inspanningen van 

de patiënt niet voldoende verandering van de luchtwegdruk of 

luchtwegflow veroorzaken om de ingestelde drempel Trig te halen, 

wordt er geen ondersteuning van de spontane ademslag geleverd. OPR360U A0509 


5-1 


5-1 


Geavanceerde kenmerken en speciale functies 

Biasflow 

Wanneer de e360 zich in de conditie stand-by of beademing 

bevindt, levert hij een biasflow van 3 l/min gemengd gas (als 

OPR360U A0509 

zowel de lucht- als de zuurstoftoevoer is aangesloten) gedurende 

de expiratieperiode. Hieronder worden de uitzonderingen op dit 

biasflowniveau beschreven. 

De biasflow heeft een ander niveau: 

• als de beademing tijdelijk is uitgeschakeld vanwege een 

alarm Circuit Disconnect of een andere omstandigheid: biasflow 

10 l/min voor het patiënttype Adult en 5 l/min voor Ped /Infant; 

• als (automatische) Leak Compensation is ingesteld op ON en er 

sprake van lekkage is: biasflow 3 – 15 l/min voor het patiënttype 

Adult en 3 – 8 l/min voor Ped/Infant; 

• als Noninvasive Ventilation is ingesteld op ON en er sprake van 

lekkage is: biasflow 3-25 l/min voor alle patiënttypen. 

De biasflow is UIT: 

• als de e360 is uitgeschakeld; 

• tijdens een pauze, vasthouden van de inspiratie, vasthouden van 

de expiratie, elk alarm in verband met een verhoogde druk en tijdens 

het alarm Loss of Both Gas Supplies. 

Slope/Rise 

Slope/Rise is de term die wordt gebruikt ter beschrijving van het 

drukverhogingsverloop van de e360 voor ademslagtypen Pressure 

Control, Volume Target Pressure Control*, Biphasic Pressure Release*, 

Pressure Support en Volume Target Pressure Support*. 

De gebruiker kan voor Slope/Rise een waarde tussen 1 en 19 kiezen 

(in stappen van 1, waarbij 1 de langzaamste drukverhoging is en 

19 de snelste). Deze functie is toegankelijk via de gegevensset Advanced 

onder aan het GUI-scherm. 

Er is ook een optie Auto* beschikbaar. Het beademingsapparaat 

past de Slope/Rise voor elke ademslag afzonderlijk aan binnen het 

vastgestelde bereik, op basis van veranderingen in de toestand van 

de patiënt, teneinde snel de streefdruk te bereiken maar tegelijkertijd 

drukuitschieters te voorkomen. 

De selectie van Slope/Rise wordt bewaard als het apparaat wordt 

uitgeschakeld. 

OPR360U A0509 


OPR360U-NL Rev. A 02-2013 7-9 

5-1


5-1 

7-10 

Expiratiedrempel en FlexCycle 

(automatische expiratiedrempelregeling) 

Expiratory Threshold (expiratiedrempel) is de term die wordt gebruikt 

om de flowdrempel voor cyclus 'uit' te beschrijven voor Pressure 

Support- en Volume Target Pressure Support*-ademslagen. Expiratory 

Threshold wordt uitgedrukt als een percentage (%) van de piekflow. 

OPR360U A0509 

De gebruiker kan voor de Expiratory Threshold een waarde tussen 

5 en 55% van de piekflow kiezen. Deze functie is toegankelijk via de 

gegevensset Advanced onder aan het GUI-scherm. 

Naast de handmatige selectie van Expiratory Threshold is ook 

de optie AUTO* beschikbaar. Als Auto is geselecteerd, stelt het 

beademingsapparaat de instelling Expiratory Threshold voor elke 

ademslag afzonderlijk bij binnen het vastgestelde bereik teneinde 

de ademslag te beëindigen wanneer de patiënt stopt met inademen 

en om een te vroege of late cyclus 'uit' te voorkomen. Deze 

geautomatiseerde optie noemen we FlexCycle. 

De selectie van Expiratory Threshold wordt bewaard als het apparaat 

wordt uitgeschakeld. 


Lekcompensatie (Leak Comp) 

De e360 levert tussen de ademslagen door (d.w.z. in de expiratieperiode) 

een biasflow van 3 l/min via het beademingscircuit. Deze flow draagt 

bij aan zowel flow-triggering als de stabilisatie van de baselinedruk 

teneinde auto-triggering van ademslagen tot een minimum te 

beperken. Met de functie Leak Comp (automatische lekcompensatie/ 

baseline-drukregeling) kan de gebruiker instellen of de e360 moet 

compenseren voor lekkage groter dan de biasflow van 3 l/min. Leak 

Comp wordt vooraf in de fabriek ingesteld op ON en de selectie blijft 

bewaard bij het uitschakelen van het apparaat. 

Wanneer Leak Comp op ON staat, stelt de e360 de biasflow automatisch 

af tussen 3 en 8 l/min voor de selectie Ped/Infant en tussen 3 en 15 l/ 

min voor Adult, teneinde een eindexpiratoire basisflow van 3 l/min te 

handhaven. De flow-triggering wordt automatisch gecorrigeerd voor 

veranderingen in de biasflowtoediening. Wanneer Leak Comp op OFF 

staat, is de biasflow 3 l/min, ongeacht eventuele lekkage. Als er geen 

lekkage is, blijft de biasflow 3 l/min ongeacht of Leak Comp op ON of 

OFF is ingesteld. 

Compliantiecompensatie (Compl Comp) 

Compliantiecompensatie (Compl Comp) voor volumegestuurde 

opgelegde ademslagen kan worden ingesteld op ON of OFF op het 

scherm Patient Setup. 

OPR360U A0509 

Wanneer Compl Comp op ON staat, staan de weergegeven waarden 

voor VTI en VTE voor het volume alsof het werd bewaakt bij de luchtweg 

van de patiënt. Wanneer Compl Comp op OFF staat, staan VTI 

en VTE voor het volume bewaakt bij de hoofd-flowuitlaat en de 

expiratieklep. 

5-1 


5-1 


De onder VTI en VTE weergegeven waarden zien er niet anders uit 

met Compl Comp ON dan wel OFF, ook al zijn de bewaakte VTI- 

en VTE-waarden anders. De daadwerkelijk toegediende/bewaakte 

waarden zijn groter bij Compl Comp ON. Maar dat ziet u niet aan de 

weergegeven waarde. De extra flow en het extra volume die worden 

OPR360U A0509 

toegevoegd en toegediend aan de patiënt ter compensatie voor het 

volume dat 'verloren gaat' in de slangen, worden afgetrokken van 

beide weergegeven waarden. 

Let op De circuitcontrole van de e360 bepaalt hoeveel de e360 

compenseert voor circuitcompliantie. Als u een groter circuit en een 

grotere bevochtiger geïnstalleerd hebt op het moment dat u de test 

uitvoert, leidt dat tot een grotere bijstelling. Een kleiner(e) circuit/ 

bevochtiger leidt tot minder bijstelling. Zorg dat het beademingsapparaat 

precies zo geconfigureerd is als het bij de patiënt gebruikt zal worden 

(inclusief filters en water in de bevochtiger) wanneer u deze test uitvoert, 

anders zijn de toegediende en weergegeven volumes onjuist tijdens de 

beademing. 

Niet-invasieve beademing (NIV) 

Het e360 beademingsapparaat kan worden gebruikt voor zowel 

invasieve (geïntubeerde patiënt) als niet-invasieve (masker) beademing. 

Wanneer de knop Non Invasive op het voorpaneel wordt geactiveerd 

(lampje gaat branden), wordt de werking van de e360 bijgesteld 

(hieronder beschreven) om te beantwoorden aan de behoeften van 

een patiënt die ademt via een masker in plaats van via een invasieve 

kunstmatige luchtweg of een tracheale tube zonder cuff/met een 

niet-opgeblazen cuff. Non Invasive kan worden gebruikt bij elke 

beademingsmodus. De functie wordt vooraf in de fabriek ingesteld 

op OFF en de instelling keert bij het uitschakelen van het apparaat 

terug naar OFF. 

Lekcompensatie in NIV 

De functie Non Invasive levert automatisch lekcompensatie/baselinedrukregeling 

met een biasflowbereik van 3 tot 25 l/min teneinde 

te corrigeren voor de potentieel grotere luchtweglekkage rondom 

het niet van luchtopeningen voorziene masker of de tracheale tube 

zonder cuff/met niet-opgeblazen cuff. (Wanneer Non Invasive niet 

geactiveerd is en Leak Comp op ON staat, bedraagt de biasflow 

slechts 3-8 l/min voor Ped/Infant en 3-15 l/min voor Adult.) 

Alarminstellingen in NIV 

De alarmen Low MVE en Disconnect Threshold kunnen worden 

ingesteld op OFF wanneer Non Invasive actief is. Alle andere alarmen 

(zoals het alarm Apnea) blijven werken en kunnen niet op OPR360U OFF A0509 

worden ingesteld. Als het alarm Low MVE of Disconnect Threshold 

op OFF staat wanneer Non Invasive gedeactiveerd wordt, worden 

de alarmen automatisch weer ingeschakeld en wordt het alarm Low 

MVE ingesteld op de laagste waarde, terwijl het alarm Disconnect 

Threshold wordt ingesteld op de hoogste waarde. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 7-11 

5-1


5-1 

7-12 

OPMERKING: Om de kans op auto-triggering ten gevolge van 

lekkage tot een minimum te beperken raadt Newport Medical aan om 

druk-triggering te gebruiken (beginnen bij 2 cmH2O/mbar voor Adult 

en 1 cmH2O/mbar voor Ped/Infant) wanneer de e360 wordt gebruikt 

voor niet-invasieve beademing met een masker. Gebruik een masker 

OPR360U A0509 

zonder luchtopeningen om voor een goede synchronie tussen patiënt 

en beademingsapparaat te zorgen. 

OPR360U A0509 

5-1 


Hoofdstuk 8: 

Specificaties 

Specificaties

5-1 

OPR360U A0509 

Hoofdstuk 8: 

Specificaties 

Alarmen, regelingen, bewaakte gegevens, 

configuratie en kalibratie .................................................... 8-1 

Tabel Quick Setup* ............................................................. 8-18 

Fysieke specificaties .........................................................8-20 

OPR360U A0509 

5-1

5-1 

OPR360U A0509 

Specificaties 8 

Alarmen, regelingen, bewaakte gegevens, configuratie 

en kalibratie 

Item 

Aanduidingen 

interne Batterij 

Alarm Data Read 

Failure Contact 

Service 

Plaats en/of 

functie 

Bedieningspaneel 

Alarmen - Nietafstelbaar 

Tabel 8-1 

Alarm History GUI - Alarmen Zie Event History 

Alarm Loudness GUI - Alarmen 

Alarm Tones GUI - Alarmen 

Alarmonderdrukking 

Alle overige 

berichten 

Apnea 


GUI - Informatief 

bericht 

GUI - Alarmen - 

Afstelbaar 

Bereik en resolutie of 

beschrijving 

Het lampje Internal Battery op het 

bedieningspaneel brandt en om de 

vijf minuten klinkt een akoestisch 

signaal om aan te geven dat het 

beademingsapparaat op stroom 

uit de interne batterij werkt. Het 

batterijladingspictogram (rechtsboven 

in de GUI) toont de relatieve lading 

van de interne batterij wanneer het 

beademingsapparaat op stroom uit de 

interne batterij werkt. 

Softwaretype wordt als ongeldig 

afgelezen uit zowel de EEPROM op 

de hoofdprint als uit een opgeslagen 

bestand op de compacte Flash-kaart. 

Bereik: 1 tot 10 (55 – 75 dBA) 

Standaard: 5 

Nauwkeurigheid: ±5 dBA 

Bereik: 1 – 3 

Standaard: 1 

Hiermee schakelt u het geluid 

van onderdrukbare akoestische 

alarmen twee (2) minuten lang 

uit. Als u nogmaals op de 

alarmonderdrukkingsknop drukt, 

wordt de alarmonderdrukkingsfunctie 

uitgeschakeld. Met deze knop kan 

een apparaatwaarschuwingsalarm 

pas worden onderdrukt nadat het 

beademingsapparaat is uitgeschakeld. 

Raadpleeg hoofdstuk 5, Alarmen, voor 

nadere inlichtingen over alle berichten 

die hier niet vermeld zijn. 

Alarmlimiet wordt geschonden wanneer 

er geen ademslag of inspanning wordt 

gedetecteerd binnen het ingestelde 

apneu-interval. 

Bereik: 5 tot 60 secondenOPR360U 

A0509 

Nauwkeurigheid: ±1 seconde 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-1 

5-1


5-1 

8-2 

Item 

OPR360U A0509 

Back Up 

Ventilation 

(BUV) 

(wordt veroorzaakt 

door schending van 

de alarmlimiet MVE 

laag) 

Baseline-druk – 

bewaakt 

Cdyn effective 

(ml/cmH2O/ 

mbar) (effectieve 

dynamische 

compliantie) 

Circuit Disconnect 

Plaats en/of 

functie 


GUI - Bewaakte 

gegevens 


gegevens 

Zie Disconnect 

Threshold 


beschrijving 

Als de huidige modus A/CMV of SIMV 

is, worden voor back-upbeademing de 

actuele bedieningspaneelinstellingen 

gebruikt, met uitzondering van de 

Respiratory Rate, die wordt verhoogd 

tot 1,5 maal de actuele instelling 

(minimaal 15 ademsl./min, 

maximaal 100 ademsl./min). 

Als de huidige modus SPONT is, dient 

het beademingsapparaat drukgestuurde 

opgelegde ademslagen toe met gebruik 

van de volgende instellingen: 

• Plimit 15 cmH2O/mbar boven de 

instelling PEEP 

• t Insp 0,6 seconde voor Ped/Infant, 

1,0 seconde voor Adult 

• Resp Rate 20 ademsl./min voor Ped/ 

Infant, 12 ademsl./min voor Adult 

Als er een beademingsinstelling wordt 

gewijzigd die gevolgen heeft voor de 

modus, ademslagtiming, flow/volume, 

druk of triggergevoeligheid, wordt 

de eventuele back-upbeademing 

60 seconden lang uitgeschakeld. 

Deze wordt eveneens 60 seconden 

lang uitgeschakeld na de functie 

loskoppeling voor afzuiging waarbij het 

beademingscircuit is losgekoppeld en 

vervolgens weer aangesloten. 

De back-upbeademing wordt beëindigd 

wanneer MVE 10% hoger wordt dan de 

alarminstelling Low MVE. 

Weergegeven bereik: 0 tot 99,9 cmH2O/ 

mbar (resolutie 0,1 cmH2O/mbar) 

Nauwkeurigheid: ±3% of ±2 cmH2O/ 

mbar, afhankelijk van welke waarde het 

grootst is. 

Weergegeven bereik: 

0 tot 999,9 ml/cmH2O/mbar 

Nauwkeurigheid: 

±1 ml/cmH2O/mbar 

Cdyn effective = VTE/ 

(Ppeak – Pbase) 

OPMERKING: Alleen berekend OPR360U voor A0509 

tijdgetriggerde ademslagen. VTE, 

Ppeak, en Pbase moeten geldig zijn om 

Cdyn effective te kunnen berekenen. 

Geeft een schending van de alarmlimiet 

Disconnect Threshold aan. 

5-1 


5-1 

Item 

OPR360U A0509 

Circuit Type 

Comm. 

Protocol 

Compl Comp 

(compliantiecompensatie) 

Cstat 

(ml/cmH2O/mbar) 

(statische 

compliantie) 

Plaats en/of 

functie 

GUI - 


GUI - Technisch 

GUI - Patiëntconfiguratie 


gegevens 



beschrijving 

Bereik: Heated Expiratory Limb, 

Heated Inspiratory Limb, Heat Moisture 

Exchanger (HME) en Test Lung. 

1. Heated Exp. Limb = verwarmde 

bevochtiger met beademingscircuit met 

verwarmingsdraad. 

2. Heated Insp. Limb = verwarmde 

bevochtiger zonder verwarmingsdraden 

in het circuit of alleen een verwarmingsdraad 

in de inspiratietak van het beademingscircuit. 

3. HME = geen verwarmde bevochtiger, 

onverwarmd beademingscircuit met 

passieve bevochtiging (warmte-/ 

vochtwisselaar [kunstneus] of hydroscopic 

condensing humidifier [HCH]). 

4. Test Lung = geen bevochtiging, geen 

verwarming. 

OPMERKING: De selectie van 

Circuit Type heeft gevolgen voor de 

nauwkeurigheid van de bewaakte 

waarden voor expiratieflow, expiratoir 

teugvolume en expiratoir minuutvolume. 

Bereik: Newport, Newport 2, Vuelink. 

Stelt de gebruiker in staat om een protocol 

te selecteren voor communicatie 

met patiëntbewakingssystemen via de 

RS232-poort. 

Bereik: ON of OFF 

Opgelegde Volume Control-ademslagen: 

de flowtoediening wordt bijgesteld ter 

compensatie van de effecten van de 

compliantie van het beademingscircuit, 

en de weergegeven bewaakte flow- en 

volumewaarden benaderen de effectief 

toegediende flows en volumes. 

Weergegeven bereik: 0 tot 

999,9 ml/cmH2O/mbar 

Nauwkeurigheid: ±1 ml/cmH2O/mbar 

Cstat = VTE/ (Pplat – PEEP) 

Op manoeuvre gebaseerd met 

tijdsaanduiding voor maximaal 24 uur. 

OPMERKING: Alleen berekend voor 

tijd-getriggerde ademslagen. Cstat 

wordt onmiddellijk na een bijwerking 

van Pplat (Insp Hold-manoeuvre) 

bijgewerkt. Het wordt ook bijgewerkt na 

het bijwerken van Total PEEP OPR360U (Exp A0509Hold 

manoeuvre) indien deze manoeuvre 

wordt uitgevoerd binnen 5 minuten na 

het bijwerken van Pplat. In dat geval 

wordt in de vergelijking de automatische 

PEEP-meting gebruikt in plaats van de 

PEEP-meetwaarde. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-3 

5-1


5-1 

8-4 

Item 

OPR360U A0509 

Device Alert 

Disconnect 

Threshold 

(VTE Var %) 

(alarm wordt 

weergegeven als 

'Circuit Disconnect') 

Plaats en/of 

functie 

Bedieningspaneel - 


GUI - Alarmen – 

Afstelbaar 

Display Brightness GUI - Technisch 

Drukstaafdiagram Bedieningspaneel 

EEPROM 

Read Error 

Event History 

(Alarm History) 


GUI - Uitgebreide 

functies 

(en alarmen) 


beschrijving 

Het lampje op het bedieningspaneel 

gaat branden (zo mogelijk). 

Niet-onderdrukbaar akoestisch 

alarm gaat af als er een storing 

van het beademingsapparaat is 

(berichten in verband met een 

apparaatwaarschuwing worden 

beschreven in hoofdstuk 5). Wordt 

ook geactiveerd als minder dan 10% 

bedrijfstijd van de interne batterij over is. 

WAARSCHUWING! Als er een Device 

Alert optreedt, wordt de beademing 

stopgezet en gaan de noodinlaatklep en 

de expiratieklep open. 

Percentage verschil tussen inspiratoir- 

en expiratoir teugvolume. 

Bereik: 20 tot 95% 

Nauwkeurigheid: +10% 

OPMERKING: Wanneer Non Invasive 

geactiveerd is, kan dit alarm worden 


Bereik: 0 – 100% 

Standaard: 50% 

Hiermee kan de gebruiker de helderheid 

van de GUI afstellen. 

Weergegeven bereik: -10 tot 

120 cmH2O/mbar 

Softwaretype wordt als ongeldig 

afgelezen uit de EEPROM op de 

hoofdprintplaat. Dit wordt vastgelegd 

op de gebeurtenisgeschiedenispagina, 

maar er wordt geen akoestisch alarm en 

geen alarmindicatielampje geactiveerd. 

Er wordt geen foutbericht weergegeven 

op de alarm-/berichtenbalk op het 

scherm. 

Een log van de afgelopen 1000 

gebeurtenissen. Gebeurtenissen 

hebben een kleurcode: 

Groen: inschakeling apparaat en begin 

van beademing. 

Blauw: regelinstellingen en -wijzigingen, 

kalibratieresultaten, mechanische 

ademslagkenmerken en circuitcontroles. 

Rood: alarmlimietschendingen en 

-berichten en uitschakeling apparaat. 

De gebeurtenisgeschiedenis wordt OPR360U A0509 

bewaard als het apparaat wordt 

uitgeschakeld. Met de knop Save Event 

History kan de gebruiker het huidige 

gebeurtenislog vastleggen om het later te 

downloaden in .csv-indeling. 

5-1 


5-1 

Item 

OPR360U A0509 

Plaats en/of 

functie 

Event History Files GUI - Technisch 

Expiratory Hold 

Expiratory 

Threshold 

FIO2 (bewaakt) 


Functies 

GUI - Gegevensset 

Advanced 


gegevens 

FIO2 (ingesteld) Bedieningspaneel 

FIO2 High 

FIO2 Low 

Flow 

Waveform 

Flow - Bewaking 

van Inspiratie 

Flow - Expiratie 

Flow - Instelling 

voor 

Inspiratie 



GUI - 

Gegevensset 

Advanced 


gegevens 


gegevens 




beschrijving 

Bevat een lijst met de laatste 

200 opgeslagen gebeurtenis- en 

alarmgeschiedenislogs (.csvbestanden). 

Bestanden krijgen een 

bestandsnaam van 8 tekens toegekend 

die bestaat uit een letter voor het 

bestandstype (H voor History enz.), de 

laatste 4 cijfers van het serienummer en 

een volgnummer van 3 cijfers. 

Bereik: tot 20 seconden 

Genereert aan het einde van de 

uitademing van een opgelegde 

ademslag een Expiratory Holdmanoeuvre 

zolang de knop ingedrukt 

wordt gehouden. 

Bereik: 5 – 55% en Auto* (resolutie 1%) 

van piekflow. 

Stelt de drempel voor flowcyclus in op 

'uit' voor Pressure Support- en Volume 

Target Pressure Support-ademslagen. 

*Auto-optie is niet beschikbaar op 

model e360S. 

Weergegeven bereik: 0,21 tot 1,00 

(resolutie 0,01) 

Nauwkeurigheid: ±0,03 ('—-' wordt 

weergegeven als de sensor is 

losgekoppeld) 

Bereik: 0,21 tot 1,00 (resolutie 0,01) 

Nauwkeurigheid: ±0,03 

Bewaakte FiO2 ligt gedurende 

30 seconden meer dan 0,07 boven 

de FIO2-instelling. 


Bewaakte FiO2 ligt gedurende 

30 seconden meer dan 0,07 onder 

de FiO2-instelling. 


Bereik: Square of Descending Ramp. 

Selecteert vorm flowcurve voor 

opgelegde Volume Control-ademslagen. 

Weergegeven bereik: 0 tot 200 l/min 

(resolutie 1 l/min) 

Weergegeven bereik: 0 tot 200 l/min 


Bereik: Ped/Infant: 1 tot 100 OPR360U l/min A0509 


Adult: 1 tot 180 l/min (resolutie 1 l/min) 

Nauwkeurigheid: ±10% of ±0,3 l/min, 

afhankelijk van welke waarde het 

grootst is 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-5 

5-1


5-1 

8-6 

Item 

Flow Sensor Error 

OPR360U A0509 

Freeze/Start/Save 

Gas Supply 

High Baseline 

Pressure 

High MVE 

High Paw 

High RRtot 

I:E Inverse 

Violation 

Plaats en/of 

functie 


GUI - 

Hoofdscherm 

en uitgebreide 

functies 




Afstelbaar 


Afstelbaar 


Afstelbaar 



beschrijving 

Flowsensor kan niet gekalibreerd worden, 

de interne draad is beschadigd of de 

sensor is losgekoppeld. 

Freeze: zet het uittekenen van grafieken 

(curven, loops of trends) stil en houdt de 

huidige weergave vast om deze langer 

te kunnen bekijken. 

Start: hervat het uittekenen van grafieken. 

Save: legt het schermbeeld vast om het 

later te kunnen downloaden. 

Als een of beide gastoevoeren minder 

dan 30 psi bedragen. 

Bewaakte PEEP (Pbase) is gedurende 

twee opeenvolgende ademslagen 

5 cmH2O/mbar hoger dan het ingestelde 

PEEP-niveau. 

Nauwkeurigheid: ±1 cmH2O/mbar 

Bereik: 

Ped/Infant: 0,02 tot 9,99 l (resolutie 0,01 l) 

10,0 tot 60,0 l (resolutie 0,1 l) 

Adult: 2,00 tot 9,99 l (resolutie 0,01 l) 

Bereik: 

Ped/Infant: 5 tot 100 cmH2O/mbar 

(resolutie 1 cmH2O/mbar) 

Adult: 5 tot 120 cmH2O/mbar (resolutie 

1 cmH2O/mbar) 



grootst is 

OPMERKING: Bij een schending van de 

alarmlimiet High Paw wordt de huidige 

ademslag afgebroken en gaat het 

apparaat over op expiratie. Dit alarm is 

van toepassing op elke ademslag, ook 

bij handmatige insufflaties. 

Totale ademhalingsfrequentie met 

inbegrip van opgelegde en spontane 

ademslagen. 

Bereik: 

e360S & E: 10 – 150 ademsl./min of OFF 

e360P: 10 – 120 ademsl./min of OFF 

Nauwkeurigheid: ±3% of +2 ademsl./ 

min, afhankelijk van welke waarde het 

OPR360U A0509 

grootst is 


resulteren in een verhouding I:E groter 

dan 4:1. 

5-1 


5-1 

Item 

I:E Ratio (bewaakt) 

OPR360U A0509 

Ideal Body Weight 

Indicator 

patiënt- 

trigger 

Insp time too long 

Insp time too short 

Inspiratory Hold 

Instelling 

Ademslagtype 

Bewaakt 

Plaats en/of 

functie 


gegevens 


en 

Quick Setup 


gegevens 



Niet-afstelbaar 


Functies 

Bedieningspaneel/ 

GUI 


gegevens 



beschrijving 


99:1 tot 10:1 (resolutie 1) 

9,9:1 tot 1:9,9 (resolutie 0,1) 

1:10 tot 1:99 (resolutie 1) 

Bereik: 2 – 2202 lb (1 – 999 kg) 

Het gebied achter het 

patiëntcategoriepictogram linksboven 

in de GUI gaat groen branden om 

aan te geven dat een patiënt-trigger 

geactiveerd is. 


resulteren in een inspiratieduur van 

meer dan 5 seconden. 


resulteren in een inspiratieduur 

korter dan: 

Adult: 0,1 seconde 

Infant/Ped: 0,05 seconde 

Bereik: tot 15 seconden. Genereert aan 

het einde van de inademing van een 

opgelegde ademslag een Inspiratory 

Hold-manoeuvre zolang de knop 

ingedrukt wordt gehouden. 

Ademslagtype: 

Volume Control, Pressure Control of 

Volume Target Pressure Control* en 

Biphasic Pressure Release Ventilation 

(BPRV)* 


Modus: 

A/CMV (ondersteuning/sturing 

opgelegde beademing), SIMV 

(gesynchroniseerde intermitterende 

opgelegde beademing) of SPONT 

(spontane beademing) 

Geselecteerd ademslagtype en modus 

worden weergegeven onder het 

patiëntcategoriepictogram linksboven in 

de GUI. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-7 

5-1


5-1 

8-8 

Item 

OPR360U A0509 

Leak Comp 

(lekcompensatie) 

Loops 

Loskoppeling voor 

afzuiging 

Low Baseline 

Pressure 

Low Battery 

Low MVE 

Low Paw 

Plaats en/of 

functie 


GUI - 

Hoofdscherm 

Alarmfunctie 




Afstelbaar 


Afstelbaar 


beschrijving 


ON = 3 – 8 l/min voor patiëntselectie 

Ped/Infant 

3 – 15 l/min voor patiëntselectie Adult 

OFF = 3 l/min ongeacht lekkage/geen 

lekkage 

Non-Invasive Ventilation ON - 

lekcompensatie wordt automatisch 

bijgesteld tussen 3 en 25 l/min. 

Loop-combinaties: 

Flow/Volume, Volume/Pressure of beide 

op één scherm 

Als u de alarmonderdrukkingsknop 

één seconde of langer ingedrukt 

houdt (totdat het beademingsapparaat 

een kort piepje afgeeft), wordt de 

functie loskoppeling voor afzuiging 

ingeschakeld. 

Wanneer de bewaakte proximale druk 

twee opeenvolgende ademslagen lang 

gedurende meer dan 0,5 seconden 

< het criterium voor lage baseline-druk is. 


Niet-onderdrukbaar akoestisch alarm 

gaat af als de lading van de interne 

batterij is gedaald tot 25% of minder 

van de capaciteit. 

Bereik: 

Ped/Infant: 0,01 tot 9,99 l (resolutie 0,01 l) 


Adult: 1,00 tot 9,99 l (resolutie 0,01 l) 


Nauwkeurigheid: ±10% of ±0,1 l, afhankelijk 

van welke waarde het grootst is 

OPMERKING: Wanneer Non Invasive 

geactiveerd is, kan dit alarm worden 


OPMERKING: Het alarm Low MVE 

is 60 seconden niet actief nadat 

het beademingscircuit weer wordt 

aangesloten na een activering van de 

functie loskoppeling voor afzuiging. 

Bereik: 


OPR360U A0509 



1 cmH2O/mbar) 



grootst is 

5-1 


5-1 

Item 

Low Paw 

Below PEEP 

OPR360U A0509 

Plaats en/of 

functie 


bericht 

Mains Bedieningspaneel 

Manual Inflation Bedieningspaneel 

MVE 

MVI 


gegevens 


gegevens 

NIF GUI - Technisch 

No 

Communications 




beschrijving 

De actuele alarminstelling Low Paw is 

lager dan de instelling van PEEP. 

Brandt wanneer het 

beademingsapparaat netstroom 

ontvangt. 

Bereik: tot 5 seconden 

Levert een handmatige insufflatie terwijl 

de knop ingedrukt wordt gehouden. 

De inspiratie wordt beëindigd wanneer 

de knop wordt losgelaten of wanneer 

de alarmlimiet High Pressure wordt 

geschonden, afhankelijk van wat zich 

het eerst voordoet. 


Ped/Inf: 0,00 tot 9,99 l 

(resolutie 0,01 l) 

Adult: 10,0 tot 99,9 l 




OPMERKING: De weergave wordt niet 

bijgewerkt als de expiratieflowsensor is 

losgekoppeld. 


Ped/Inf: 0,00 tot 9,99 l 


Adult: 10,0 tot 99,9 l 



van welke waarde het grootst is. 

Genereert een NIF-manoeuvre voor 

meten van de luchtwegdruk tijdens 

een maximale inspiratie-inspanning. 

Is beschikbaar in alle modi, of nietinvasieve 

beademing (NIV) nu wel of 

niet is geactiveerd. 

No Communications is een storing 

waarbij de SBC geen communicatie kan 

verzenden naar de hoofdprint of waarbij 

de monitorprocessor uitvalt. 

Niet-onderdrukbaar akoestisch alarm. 

OPMERKING: Het beademingsapparaat 

blijft beademing verrichten volgens de 

actuele regelinstelling. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-9 

5-1


5-1 

8-10 

Item 

OPR360U A0509 

Plaats en/of 

functie 

Non-Invasive Bedieningspaneel 

Numeric 

GUI - 

Hoofdscherm 

O2 3 Min Bedieningspaneel 

O2 Sensor Error 

O2 Sensor 

Disconnected 



bericht 

O2 Sensor GUI - Sensoren 

Open Exhalation 

Valve* 

*niet beschikbaar op 

model S 

GUI - 

Gegevensset 

Advanced 

P0.1 GUI - Technisch 


beschrijving 

Bereik: ON (lampje brandt) of OFF 

Beschikbaar in alle modi en bij alle 

ademslagtypen. Lekcompensatie wordt 

automatisch bijgesteld tot maximaal 

25 l/min wanneer Non Invasive is 

ingesteld op ON. 

Op het scherm Numeric worden alle 

bewaakte parameters weergegeven op 

één scherm, inclusief de Advancedgegevensfuncties 

(met uitzondering 

van Volume Target). De Numeric-tabel 

bevat: Ppeak, Pplat, Pmean, PEEP, Total 

PEEP, FIO2, I:E, Peak Insp Flow, Peak 

Exp Flow, WOBim, Cdyn effective, Cstat, 

RI, RE, Time Const., RR tot, RR spont, 

RSBI, t Insp, MVE spont, VTI, VTE, VTE 

% Variance, MVI, MVE, Slope/Rise, Exp. 

Threshold, Pause, Open Exh*, Flow Wave 


Wanneer hierop wordt gedrukt, wordt 

er 3 minuten lang 100% zuurstof 

toegediend. Wanneer opnieuw 

op de knop wordt gedrukt, wordt 

de toediening van 100% zuurstof 

uitgeschakeld. Indicatielampje brandt 

wanneer O2 3 Min actief is. 

Alarmbericht wordt weergegeven 

en akoestisch alarm gaat af als de 

zuurstofsensor defect raakt. 

Melding dat de O2-sensor is 

losgekoppeld. 

Voert een zuurstofsensorkalibratie uit 

door 100% zuurstof toe te voeren naar 

het systeem. O2-sensorkalibratie wordt 

altijd uitgevoerd als er op de knop O2 

3 min wordt gedrukt. 


Activeert regeling van een gedeeltelijk 

geopende expiratieklep. Zet het 

opgelegde ademslagtype Pressure 

Control om in het opgelegde 

ademslagtype Biphasic Pressure 

Release (schakelt BPRV in). 

Genereert P0.1-meting ter beoordeling 

van de ademdrang van de patiënt. 

Is beschikbaar in alle modi en OPR360U A0509 

ademslagtypen, maar niet wanneer 

niet-invasieve beademing (NIV) is 

geactiveerd. 

5-1 


5-1 

Item 

OPR360U A0509 

Patiënt- 

categorie 

Pause (inspiratie) 

PEEP/CPAP 

(baseline-druk - 

ingesteld) 

PEEPtot 

(totale PEEP) 

Pmean 

Ppeak 

Plaats en/of 

functie 


GUI - 

Gegevensset 

Advanced 



gegevens 


gegevens 


gegevens 



beschrijving 

Bereik: Ped/Infant (pediatrisch/neonataal) 

Adult (een pictogram in de linkerbovenhoek 

van de GUI geeft aan welke 

categorie is geselecteerd). 

OPMERKING: De instellingsbereiken 

voor parameters en alarmen van het 

beademingsapparaat veranderen 

afhankelijk van de geselecteerde 


Bereik: Off, 0,1 – 2,0 seconden (resolutie 

0,1 seconde) 

Bepaalt de duur van de pauze 

aan het einde van de inspiratie 

voor volumegestuurde opgelegde 

ademslagen. 

Bereik: 




1 cmH2O/mbar) 

Nauwkeurigheid: ±10% of 

±1 cmH2O/mbar, afhankelijk van welke 

waarde het grootst is. 

Weergegeven bereik: 0 tot 99,9 cmH2O/ 

mbar Resolutie: 0,1 cmH2O/mbar 

Nauwkeurigheid: ±3% of 2 cmH2O/mbar, 

afhankelijk van welke waarde het grootst is 


tijdsaanduiding (voor maximaal 24 uur) 

Total PEEP is gelijk aan de som van 

ingestelde PEEP + AutoPEEP. Total 

PEEP wordt onmiddellijk na een Exp 

Hold. bijgewerkt 

Weergegeven bereik: 0 tot 140 cmH2O/ 


Nauwkeurigheid: ±3% of ±2 cmH2O/mbar, 


De gemiddelde druk in het 

patiëntbeademingscircuit gedurende de 

afgelopen 30 seconden 


0 tot 140 cmH2O/mbar 

(resolutie 0,1 cmH2O/mbar) 

Nauwkeurigheid: ±3% of ±2 cmH2O/mbar, 


Bijgewerkt na elke positieve drukverhoging 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-11 

5-1


5-1 

8-12 

Item 

OPR360U A0509 

Pplat 

Pressure Units 

Pressure Limit 

Below PEEP 

Plaats en/of 

functie 


gegevens 

GUI - Technisch/ 

regionaal 


bericht 

Pressure Limit Bedieningspaneel 

Pressure Support Bedieningspaneel 

Pressure Support + 

PEEP > 60 

RE 

(cmH2O/mbar/l/s) 

(expiratieweerstand) 


bericht 


gegevens 


beschrijving 

Weergegeven bereik: 0 tot 140 cmH2O/ 




grootst is 

OPMERKING: Geeft een numerieke 

waarde met tijdsaanduiding (voor 

maximaal 24 uur) weer na een geldige 

Insp Hold-manoeuvre of na een Pause 

die resulteert in een stabiel drukniveau. 

Voor selectie van cmH2O (druk in 

centimeter water) of mbar (millibar). 

De actuele instelling Pressure Limit is 

lager dan de instelling van PEEP/CPAP. 

Bereik: 




1 cmH2O/mbar) 



grootst is 

Bereik: 


(resolutie 1 cmH2O/mbar) boven de 

PEEP/CPAP-instelling 


1 cmH2O/mbar) boven de PEEP/CPAPinstelling 

Nauwkeurigheid: ±10% of +1 cmH2O/ 


grootst is 

OPMERKING: Alarm Out of Range treedt 

op als PEEP + PS > 60 cmH2O/mbar. 

Geeft aan dat de gebruiker probeert 

een Pressure Support- of PEEP-niveau 

in te stellen dat groter is dan de som 

van de twee instellingen. 


0 tot 999,9 cmH2O/mbar/l/s 

Nauwkeurigheid: ±1 cmH2O/mbar/l/s 

Resolutie: 0,1 cmH2O/mbar/l/s 

RE = expiratieduurconstante / Cstat. 



OPR360U A0509 

De expiratieduurconstante is de 

gradiënt van de volume/flow-loop 

tijdens de expiratie. Cstat moet geldig 

zijn om RE te kunnen berekenen. 

Alleen berekend voor tijd-getriggerde 

ademslagen. 

5-1 


5-1 

Item 

OPR360U A0509 

Plaats en/of 

functie 

Regional GUI - Technisch 

Reset (van alarmen) Bedieningspaneel 

Resp Rate 

(ademhalingsfrequentie) 

RI 

(cmH2O/mbar/l/s) 

(inspiratieweerstand) 

RR spont 

(ademsl./min) 

(spontane ademhalingsfrequentie) 

RR tot 

(ademsl./min) 

(totale ademhalingsfrequentie) 

RSBI 

(ademsl./min/l) 

(Rapid Shallow 

Breathing Index) 



gegevens 


gegevens 


gegevens 


gegevens 



beschrijving 

• Bereik Altitude: 0 tot 4000 meter (0 tot 

13.124 foot) 

• Bereik Pressure Units: mbar of cmH2O 

• Language: selecteer uit de beschikbare 

talen voor GUI-tekst. 

Hiermee wist u visuele aanduidingen 

en berichten voor alarmen waarvan de 

limiet niet meer wordt overschreden. 

Bereik: 

Ped/Infant: 1 tot 150 ademsl./min 

(resolutie 1 ademsl./min) alleen model 

E en S 

1 tot 120 ademsl./min (resolutie 

1 ademsl./min) alleen model P 

Adult: 1 tot 80 ademsl./min 

(resolutie 1 ademsl./min) 

Nauwkeurigheid: ±1 ademsl./min of ±10% 

van de ademslagperiode, afhankelijk van 

welke waarde het kleinst is 


0 tot 999,9 cmH2O/mbar/l/s 

Nauwkeurigheid: ±1 cmH2O/mbar/l/s 



RI = (Ppeak – Pplat) / eindinspiratoire 

flow. Alleen berekend voor 

volumegestuurde ademslagen. Ppeak 

en Pplat moeten geldig zijn om RI te 

kunnen berekenen. RI wordt slechts 

één keer bijgewerkt, onmiddellijk na een 

bijwerking van Pplat (Insp Hold) of Pause. 


0 tot 999 ademsl./min 

Nauwkeurigheid: ±3% of 

±2 ademsl./min, afhankelijk van 

welke waarde het grootst is 

Weergegeven bereik: 0 tot 999 ademsl./min 

Nauwkeurigheid: ±3% of ±2 ademsl./ 

min, afhankelijk van welke waarde het 

grootst is. 

Weergegeven bereik: 0 tot 9999 

ademsl./min/l 

Nauwkeurigheid: ±1 ademsl./min/l 

Verhouding spontane 

ademhalingsfrequentie/expiratoir 

teugvolume. (RSBI = 

OPR360U A0509 

RRspont2 / MVEspont). RRspont en 

MVE (spont) moeten geldig zijn om RSBI 

te kunnen berekenen. 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-13 

5-1


5-1 

8-14 

Item 

OPR360U A0509 

Plaats en/of 

functie 

Screen Files GUI - Technisch 

Setting/Alarm Limit 

out of Range 

Sigh 

Slope/Rise 

Sustained High 

Baseline Pressure 



GUI - 

Gegevensset 

Advanced 



beschrijving 

Bevat lijst van de laatste 200 

opgeslagen schermafbeeldingen (.bmpbestanden). 

Bestanden krijgen een 

bestandsnaam van 8 tekens toegekend 

die bestaat uit een letter voor het 

bestandstype (W voor Wave, L voor 

Loop enz.), de laatste 4 cijfers van het 

serienummer en een volgnummer van 3 

cijfers. 

Een alarm of instellingsparameter is 

afgesteld buiten het bereik voor de 

geselecteerde patiëntcategorie. 


Levert in Volume Control A/CMV of 

SIMV elke 100 ademslagen 1 zuchtademslag 

met teugvolume x 1,5. 

Bij een zucht-ademslag blijft de flow 

gelijk aan de ingestelde waarde en 

wordt de inspiratieduur verlengd. 

Bereik: 1 – 19 en Auto* 

Resolutie: 1, waarbij 1 de langzaamste 

drukverhoging is en 19 de snelste. 

Auto*: het beademingsapparaat regelt 

de snelheid van de drukverhoging. 

Slope/Rise bepaalt het 

drukverhogingsverloop voor de 

ademslagtypen Pressure Control, 

Pressure Support, Volume Targeted 

Pressure Control*, BPRV en Volume 

Targeted Pressure Support*. 

*Auto-optie niet beschikbaar op model 

e360S. 

De bewaakte Pbase-druk van het 

circuit is bij Ped/Infant-patiënt langer 

dan 6 seconden en bij Adult-patiënt 

langer dan 10 seconden > 8 cmH2O/ 

mbar boven de ingestelde PEEP/CPAP 

geweest. De machinedruk ligt tevens 

> 8 cmH2O/mbar boven de ingestelde 

PEEP/CPAP. 


WAARSCHUWING! Beademing en 

triggering worden tijdelijk uitgeschakeld 

en de expiratieklep en de noodinlaatklep 

gaan open om druk af te laten. 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 

Item 

OPR360U A0509 

t Insp 

(inspiratieduur) 

Plaats en/of 

functie 



gegevens 

Tidal Volume * Bedieningspaneel 

Time 

Constant 

Trends 


gegevens 

GUI - 

Hoofdscherm 



beschrijving 

Bereik: 

Ped/Infant: 0,10 tot 3,00 seconden 

(resolutie 0,01 seconde) 

Adult: 0,10 tot 5,00 seconden (resolutie 

0,01 seconde) 

Nauwkeurigheid: ±0,05 seconde 

Weergegeven bereik: 0 tot 9,99 

seconden (resolutie 0,01 seconde) 

Nauwkeurigheid: ±0,05 seconde 

Bijgewerkt na elke spontane of 

opgelegde ademslag. 

Bereik: 

Ped/Infant: 5 tot 1000 ml (resolutie 2 ml) 

Alleen model E en S 

Ped/Infant: 20 tot 1000 ml (resolutie 2 

ml) Alleen model P 

Adult: 100 tot 995 ml 

(resolutie 5 ml), 1,00 tot 3,00 l (resolutie 

0,01 l) 

Nauwkeurigheid: ±10% of ±2 ml, afhankelijk 


* Gastoevoer is gecompenseerd voor 

Body Temperature Pressure Saturation: 

lichaamstemperatuur 37 ºC, met stoom 

verzadigd gas en omgevingsluchtdruk. 

Weergegeven bereik: 0 tot 9,99 

Nauwkeurigheid: +/- 0,01 s 

Staat voor de expiratietijdconstante: 

gradiënt van flow/volume-loop tijdens 

expiratie. Voor betrouwbare metingen 

is voldoende tijd voor een volledige 

expiratie vereist. Weergegeven als tijd 

in seconden. 

Nauwkeurigheid: de nauwkeurigheid 

van de betreffende parameter of ±2% 

van de geselecteerde volledige schaal, 

afhankelijk van welke waarde het 

grootst is. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-15 

5-1


5-1 

8-16 

Item 

OPR360U A0509 

Trigger 

[druk op de knop 

Trig boven de 

weergave om 

Flow of P (druk) 

te selecteren] 

Uitschakeling 

Ventilation 

Suspended 

Volume Target* 


model S 

Volume Target 

Not Met* 


model S 

Volume Units 

Plaats en/of 

functie 




GUI - 

Gegevensset 

Advanced 




beschrijving 

P (trigger-gevoeligheid druk): 

Bereik: 0,0 tot -5,0 cmH2O/mbar 

(resolutie 0,1 cmH2O/mbar) 

Nauwkeurigheid: ±10%. 

Flow (trigger-gevoeligheid) 

Bereik: 

Ped/Infant: 0,1 tot 2,0 l/min (resolutie 

0,1 l/min) 

Adult: 0,6 tot 2,0 l/min 

(resolutie 0,1 l/min) 

Nauwkeurigheid: ±10% of ±0,1 l/min, 


OPMERKING: Automatisch 

gecorrigeerd voor biasflow/ 

lekcompensatie. 

Wanneer het beademingsapparaat wordt 

uitgeschakeld, gaat een akoestisch 

alarm af. Onderdrukken door op de 

alarmonderdrukkingsknop te drukken. 

Weergegeven wanneer de functie 

loskoppeling voor afzuiging 

is geactiveerd en de patiënt 

wordt losgekoppeld van het 

beademingsapparaat (zie Suction 

Disconnect). 

Als deze functie is ingeschakeld, wordt 

voor alle opgelegde ademslagen het 

type Volume Target Pressure Control 

geselecteerd, en voor alle spontane 

ademslagen Volume Target Pressure 

Support. 

Minimale drukregeling/-ondersteuning 

is PEEP + 5 cmH2O/mbar, maximale 

drukregeling/-ondersteuning is de 

instelling van Pressure Limit. 

Wanneer deze functie is ingeschakeld, 

is Open Exh (BPRV) niet actief. 

Bij het ademslagtype Volume Target 

Pressure Control kan het ingestelde 

teugvolume niet worden toegediend 

binnen de ingestelde Pressure Limit/ 

Inspiratory Time 

Bereik: 

ml of ml/kg of ml/lb 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 

Item 

VTE % Var 

OPR360U A0509 

VTE (ml) 

(expiratoir 

teugvolume) 

VTI (ml) 

(inspiratoir 

teugvolume) 

Waveforms 

Weight Units 

WOBimp 

(J/min) 

Plaats en/of 

functie 


gegevens 


gegevens 


gegevens 

GUI - 

Hoofdscherm 


en 

Quick Setup 


gegevens 



beschrijving 

Weergegeven bereik: 0 tot 100% 

(resolutie: 1%) 

Nauwkeurigheid: +10% 

Percentage verschil tussen inspiratoir- 

en expiratoir teugvolume. 

Weergegeven bereik: 0 tot 3000 ml 

(resolutie 1 ml) 

Nauwkeurigheid: voor ingesteld 

teugvolume 

> 0,10 l: ±10% of ±0,02 l, afhankelijk van 

welke waarde het grootst is. 

voor ingesteld teugvolume < 0,10 l:, 

±20% of ±0,002 l, afhankelijk van welke 


Weergegeven bereik: 0 tot 3000 ml 

(resolutie 1 ml) 

Nauwkeurigheid: voor ingesteld 

teugvolume > 0,10 l:, ±10% of ±0,02 

l, afhankelijk van welke waarde het 

grootst is. 

Voor ingesteld teugvolume < 0,10 l:, 

±20% of ±0,002 l, afhankelijk van welke 


Curvecombinaties: 

Pressure/Time, Flow/Time, Volume/ 

Time of combinatie van twee kan 

worden weergegeven op één scherm 

Bereik: lb of kg 

Weergegeven bereik: 0 tot 99,99 J/min 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-17 

5-1


5-1 

8-18 

Tabel Quick Setup* 

Wijzigingen van de regeling toegepast tijdens 'Implement Quick Setup' 

OPMERKING: Een regeling kan niet worden ingesteld buiten het voor 

de ingestelde patiëntcategorie geldende bereik. 

OPR360U A0509 

Tabel: 8-2 

*niet beschikbaar op model S. 

Ademslagtype VCV PCV VTPC 

FIO2 0,60 0,60 0,60 

Resp Rate 

< 5 kg = 40, 

5 – 20 kg = 30, 

21 – 40 kg = 20, 

> 40 kg = 15 

ademsl./min 

< 5 kg = 40, 

5 – 20 kg = 30, 

21 – 40 kg = 20, 

> 40 kg = 15 

ademsl./min 

< 5 kg = 40, 

5 – 20 kg = 30, 

21 – 40 kg = 20, 

> 40 kg = 15 

ademsl./min 

Tidal Volume 8 x IW (kg) 8 x IW (kg) 8 x IW (kg) 

Pressure Limit 20 20 35 

Pressure 

Support 

5 5 5 

PEEP/CPAP 5 5 5 

t Insp/ 

flowinstelling 

t Insp 

t Insp t Insp t Insp 

< 5 kg = 0,3, 

5 – 20 kg = 0,5, 

21 – 40 kg = 0,7, 

> 40 kg = 1,0 

< 5 kg = 0,3, 

5 – 20 kg = 0,5, 

21 – 40 kg = 0,7, 

> 40 kg = 1,0 

Curvepatroon Square Square Square 

Flowtrigger (F) of 

druktrigger (P) 

Expiratory 

Threshold 

< 5 kg = F 0,5, 

5 – 20 kg = F 1,0, 

21 – 40 kg = P 1,0, 

> 40 kg = P 1,5 

< 5 kg = F 0,5, 

5 – 20 kg = F 1,0, 

21 – 40 kg = P 1,0, 

> 40 kg = P 1,5 

Auto Auto Auto 

Slope/Rise Auto Auto Auto 

Open 

Exhalation 

Valve 

ON ON ON 

Leak Comp. ON ON ON 

Compl. Comp. 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

< 5 kg = 0,3, 

5 – 20 kg = 0,5, 

21 – 40 kg = 0,7, 

> 40 kg = 1,0 

< 5 kg = F 0,5, 

5 – 20 kg = F 1,0, 

21 – 40 kg = P 1,0, 

> 40 kg = P 1,5 

Voorgaande 

instelling 

OPR360U A0509 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 


Ademslagtype VCV PCV VTPC 

Pause Ø Ø Ø 

Sigh OFF OFF OFF 

Communication 

Protocol 

Circuit Type 

Alle overige 

instellingen 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

Alarm High Paw 40 40 40 

Alarm Low Paw 8 8 8 

Alarm High MV 

(alle 

gewichtswaarden 

zijn in kg) 

Alarm Low MV 

Alarm 

High RR tot 

< 5 kg = 0,64 x 

IW, 

5 – 20 kg = 

0,48 x IW, 

21 – 40 kg = 

0,32 x IW, 

> 40 kg = 0,24 x 

IW 

< 5 kg = 0,16 x 

IW, 

5 – 20 kg = 0,12 x 

IW, 

21 – 40 kg = 

0,08 x IW, 

> 40 kg = 0,06 x 

IW 

< 5 kg = 80, 

5 – 20 kg = 60, 

21 – 40 kg = 40, 

> 40 kg = 30 

ademsl./min 

< 5 kg = 0,64 x 

IW, 

5 – 20 kg = 0,48 x 

IW, 

21 – 40 kg = 

0,32 x IW, 

> 40 kg = 0,24 x 

IW 

< 5 kg = 0,16 x 

IW, 

5 – 20 kg = 0,12 x 

IW, 

21 – 40 kg = 

0,08 x IW, 

> 40 kg = 0,06 x 

IW 

< 5 kg = 80, 

5 – 20 kg = 60, 

21 – 40 kg = 40, 

> 40 kg = 30 

ademsl./min 

Alarm Apnea 20 s 20 s 20 s 

Alarm Disconnect 

Threshold 

95% 95% 95% 

Alarm Volume 5 5 5 

Alarm Tone 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

Voorgaande 

instelling 

< 5 kg = 0,64 x 

IW, 

5 – 20 kg = 0,48 x 

IW, 

21 – 40 kg = 

0,32 x IW, 

> 40 kg = 0,24 x 

IW 

< 5 kg = 0,16 x 

IW, 

5 – 20 kg = 0,12 x 

IW, 

21 – 40 kg = 

0,08 x IW, 

> 40 kg = 0,06 x 

IW 

< 5 kg = 80, 

5 – 20 kg = 60, 

21 – 40 kg = 40, 

> 40 kg = 30 

ademsl./min 

Voorgaande 

instelling 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-19 

5-1


5-1 

8-20 

Fysieke specificaties 

OPR360U A0509 

Stroom- 

specificaties 

Naleving 

normen 

Weerstand 

Expiratiekanaal 

Afmetingen 

Display 

Tabel 8-3 

Beschrijving 

Ingangswisselstroombereik: 100 tot 240 VAC, maximaal 

250 VA, 

50/60 Hz (±10%), 2 A voor 125 VAC, 1 A voor 250 VAC 

Interne batterij: de volledig opgeladen batterij kan 

ongeveer één (1) uur volledige werking van het 

beademingsapparaat ondersteunen bij de volgende 

standaardinstellingen: Adult, VC/SIMV, VT 500, FiO2 

0,30, Insp Time 1,0 s, Resp Rate 15, PS 0, PEEP +5, 

Pause Off, Sigh Off, Square Wave. 

Het beademingsapparaat laadt de interne batterij altijd 

op als het is aangesloten op netstroom (ongeacht of de 

aan/uit-schakelaar op ON of OFF staat). 

Minimale oplaadtijd: 

Van alarm Low Battery tot vol = 5 uur 

Van leeg tot vol = 14 - 16 uur 

Vereisten netsnoer: 

In de VS moet het netsnoer voldoen aan UL2601. 

Voor 125 VAC, 15 A: 2-polig, 3-aderig, 18 AWG, 

aardingstype, 5-15P stekkerhuis voor ziekenhuisgebruik, 

< 10 ft (3 m) lang, CSA- en UL-goedkeuring of voor 

250 VAC, 15 A: 2-polig, 3-aderig, 18 AWG, aardingstype, 

6-15P stekkerhuis voor ziekenhuisgebruik, < 10 ft (3 m) 

lang, CSA- en UL-goedkeuring 

Voldoet aan IEC 60601-1 met wijzigingsblad 1 & 2, 

C22.2 nr. 601.1-M90 

en UL Std nr. 2601-1 

Met patiënt in aanraking komende delen van type B 

Nominale batterijspanning: 12 VDC 

Elektrische veiligheidsapparatuur van klasse I 

Bedrijfsmodus: continu bedrijf (conform bepaling 5.6) 

IPX0-classificatie (mate van bescherming tegen 

binnendringing van water) 

Drukval kleiner dan 1,7 cmH2O/mbar bij 50 l/min voor Adult 

Kleiner dan 1,7 cmH2O/mbar bij 20 l/min voor Infant 

OPMERKING: Test werd uitgevoerd conform ASTM 

F1100-90 

Hoogte: 35,56 cm (14 inch) 

Breedte: 30,48 cm (12 inch) 

Diepte: 35,56 cm (14 inch) 

Gewicht: 18,14 kg (40 lb) 

6,4 inch kleuren-lcd met actieve matrix 

Touchscreen van met doorzichtige kunststof bedekt glas. 

Drukgevoelig oppervlak kan elektronisch de aanraakpositie 

OPR360U A0509 

decoderen. 

5-1 


5-1 

OPR360U A0509 

Omgevingsvereisten 

Lucht- en O2- 

toevoer 

Extern alarm 

Aansluitingen 

patiëntcircuit 


Beschrijving 

Tijdens bedrijf: 

Temperatuur: 5 tot 40 ºC 

Relatieve luchtvochtigheid: 10 tot 95% zonder 

condensvorming 

Hoogte: 0 tot 4000 meter (0 tot 13.124 foot) 

Druk: 700 tot 1060 hPa (21 tot 31 in Hg) 

Tijdens opslag: 

Omgevingstemperatuur: -20 tot 60 ºC (-68 tot 140 ºF) 

Relatieve luchtvochtigheid: < 95% zonder condensvorming 

Hoogte: 0 tot 5500 meter (0 tot 18.000 feet) 

Druk: 500 tot 1050 hPa (15 tot 31 in. Hg) 

OPMERKING: Gastemperaturen > 40 ºC kunnen de 

werking van de e360 negatief beïnvloeden. 

Inlaatdruk: 30 tot 90 psig, nominaal 50 psig 

Bereik: normaal open (heeft betrekking op de elektrische 

continuïteit van het circuit) 

Voor aansluiting op verpleegoproepsysteem of extern 

alarmsysteem. 

250 mA bij 100 VDC: toegelaten stroomsterkte bij 

maximale spanning tussen het relaiscontact < 0,2 ohm: 

maximale weerstand bij aanvankelijk contact 

RS 232C: 9-pens D-behuizing, 38,4 kbaud. Voor gebruik 

in combinatie met centrale bewakingssystemen. 

OPMERKING: Controleer altijd of de externe 

alarmfunctie werkt na de aanvankelijke aansluiting op 

het verpleegoproepsysteem of externe alarmsysteem, 

en herhaal deze controle daarna met regelmatige 

tussenpozen. 

OPMERKING: Gebruik altijd afgeschermde kabels 

voor aansluiting van het externe alarm op het 

verpleegoproepsysteem of externe alarmsysteem. 

Inspiratie- en expiratiepoort: buitendiameter 22 mm voor 

aansluiting op patiëntbeademingscircuit /filters. 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 8-21 

5-1

Afbeelding F-6: Hoofdscherm 

Hoofdscherm 

Afbeelding F-7: Scherm met uitgebreide functies 

Ext. Functions 

Afbeelding F-8: Scherm met alarmen 

Alarmen 

Afbeelding F-9: Scherm Quick Setup 

(niet beschikbaar op model S) 

Quick Setup 

Afbeelding F-10: Technisch scherm 

Technisch 

Afbeelding F-11: Scherm voor patiëntconfiguratie 



Alarmonderdrukking 

Reset 

Netstroom/batterij wordt geladen 

Int. batterij 

Apparaatwaarschuwing 

Modus 

Volumesturing 

Druksturing 

Ondersteuning/sturing verplichte 

beademing 

Gesynchroniseerde intermitterende 

verplichte beademing 

Spontaan 

Niet-invasief 

Handmatige insufflatie 

Teugvolume 

Inspiratieduur 

Ademhalingsfrequentie 


Druklimiet 

Flow 

Trigger-gevoeligheid 

Akkoord 

Luchtwegmanometer 

Scherm met alarmen Uitgebreide functies 

Hoofdscherm Setup & Calibration 

Afbeelding F-12: Bedieningspaneel e360 - Versie met symbolen 

Versie met symbolen 

Bestelgegevens 

Optionele accessoires e360: 

CRT360A Aangepast rolstatief voor e360 met 5 grote 

rubberen wielen (2 vergrendelbare remmen) 

FPD2125A 15 inch Flat Panel-beeldscherm, voor medisch gebruik, 

met scharnierende steunarm, standaardnetsnoer 

FPD2125A-IN 15 inch Flat Panel-beeldscherm, voor medisch gebruik, 

met scharnierende steunarm, internationaal netsnoer 

FPD2120A 17 inch Flat Panel-beeldscherm met scharnierende 

steunarm, standaardnetsnoer 

FPD2120A-IN 17 inch Flat Panel-beeldscherm met scharnierende 

steunarm, internationaal netsnoer 

CBL1828A Phillips VueLink-kabel voor Phillips-beeldschermen 

CBL1829A Extern-alarmkabel voor verpleegoproepsystemen 

SWI1802P Kabel voor extern-alarmonderdrukking 

KIT2122A E-cilinderhouderset, voor bevestiging van twee 

e-cilinders op CRT360A 

BSK2102A Accessoire-opslagmand, voor bevestiging op 

CRT360A 

FLS2101P-C Flowsensor (5/doos) 

KIT2110A Expiratiefilterverwarmingsset, 100 – 120 V 

KIT2220A Expiratiefilterverwarmingsset, 220 – 240 V 

FLT1200P Herbruikbaar filter, voor expiratiefilterverwarming 

3000/03-C Disposable filter, voor expiratiefilterverwarming 

(12/doos) 

BCD22820P Disposable beademingscircuit, pediatrisch/neonataal 

(10/doos) 

BCD32820P Disposable beademingscircuit, volwassenen 

(10/doos) 

FLT1801Q-C Disposable bacteriefilter (50/doos) 

LNG800P Testlong volwassenen met omhulsel en ingebouwde 

restrictor, 1 l 


5-1 

A 

A/CMV - zie Modi 

Aandachtspunten, algemeen, 1-9 

Ademhalingsfrequentie - Resp Rate 

Bewaking, 4-15 

RR spont, 4-17, 8-13 

RR tot, 4-17, 8-13 

Specificaties, 8-12 

OPR360U A0509 

Ademslagtype 

Beschrijving, 7-1, 7-4, 8-2 

Selectie, 2-3 

Weergave, 2-7 

Afmetingen, 8-20 

Afstelbare alarmen, 5-3 

Alarm Air Supply Loss, 5-7 

Alarm back-upbeademing, 5-8, 8-1 

Alarm uitval netstroom/backupbatterij, 

5-7 

Alarmonderdrukking, 5-5, 8-1 

Alarmreset, 5-6 

Apneu-alarm, 5-7, 8-1 

Automatische lekcompensatie - zie 

Leak Comp 

Automatische schaalinstelling - zie 

Curven en loops 

B 

Beademingscircuit, aansluiten, 3-6 

Beademingsregeling, 2-4 

Bedieningspaneel met symbolen, F-12 

Bedrijfstemperatuur, 8-21 

Beschrijving van het apparaat, 1-1 

Bevriezen - zie Curven en loops 

Biasflow, 7-9 

Both Air/O2 Supply Loss, alarm, 5-8 

BPRV - Biphasic Pressure Release 

Ventilation 

Beschrijving, 7-3 

Instelling, 4-12 

Open Exhalation Valve, 8-10 

C 

Cdyn Effective - zie Compliantie 

Check Flow Sensor Board, 

alarm, 5-8 

Check Vent Fan, alarm, 5-9 

Circuit Disconnect, alarm, 5-9 

Circuitcontrole, 4-2, F-5 

Communicatieprotocol, 4-8 

Communications Failure, alarm, 5-9 

Index 

Compl Comp 

(compliantiecompensatie) 



Specificatie, 8-3 

Compliantie 

Circuitcontrole, 7-11 

Effectieve dynamische - 

Cdyn, 8-2 

Statische - Cstat, 8-3 

Contactgegevens, ii 

Control µP Failed, alarm 5-10 

Control CPU Failure, alarm 5-10 

Control Exception Failure, alarm, 5-9 

Control RAM Failed, alarm, 5-10 

Control Task C Failed, alarm, 5-10 

Cstat (statische compliantie) - zie 

Compliantie 

Curven en loops 

Automatische schaalinstelling, 4-14 

Beschrijvingen, 4-13 

Cursors, 4-14 

Downloaden, 4-19 

Opslaan, 4-17 

Schaal wijzigen, 4-13 

Stilzetten, 4-14, 8-6 

D 

Data Read Failure, alarm, 5-10 

Datum en tijd 


Weergave, 2-7 

Demontageprocedures, 6-2 

Device Alert, 5-2, 5-11, 8-4 

Disconnect Threshold (Circuit 

Disconnect), alarm, 8-4 


Druk 

Gemiddeld - Pmean, 8-11 

PEEP, 8-10 

Piek - Ppeak, 8-11 

Plateau - Pplat, 8-11 

Drukeenheid, 4-9 

Druklimiet 

In VTPC, 7-4 

In VTPS, 7-5 OPR360U A0509 






OPR360U-NL Rev. A 02-2013 I-1 

5-1

5-1 

I-2 

Index 

Drukstaafdiagram, 8-11, F-4 item 7 

Druk-trigger - zie Trigger 

Dual RAM Failed, alarm, 5-11 

E 

EEPROM Read Error, alarm, 5-11 

Exp Flow (piek) - zie Flow 

Expiratiedrempel 





Calibratie, 4-4 

Reinigen, 6-11 

Verwijderen, 6-3 

Expiratieklep 



Expiratieweerstand - zie RE 

Expiratoir minuutvolume - zie MVE 

Expiratoir teugvolume - zie VTE 

Expiratoire piekflow - zie Flow 

Expiratory Hold-manoeuvre, 4-12, 

F-7 

Extended Functions, scherm, 2-6, 

F-7 

Extern alarm, F-2, 8-21 

Externe batterij 

Aansluiting F-2 

Indicatielampje 2-7 

OPR360U A0509 

F 

Filters 

Gebruik van, 6-1 

Waarschuwingen, 1-6 

FIO2 High, alarm, 5-11 

FIO2 Low, alarm, 5-12 

FIO2 



FlexCycle - zie Expiratiedrempel 

Flow Sensor Error, alarm, 5-13 

Flow 



Flowcurve, 4-12, 8-5 

Flowsensor - zie 


Flow-trigger, 2-5, 8-15 

Fysieke specificaties, 8-14 

G 

Garantie, 1-9 

Gas Supply, alarm, 8-6 

Geavanceerde gegevensset , 4-12, 

F-4 

Gebeurtenisgeschiedenis 

Bestanden, 8-4 


Opslaan, 4-17 


Weergeven, 4-14, F-10 

Gegevensset Basic, 4-16 

Gegevensset Mechanics, 4-16 

Gegevensset Weaning, 4-16 

Gegevenssets, 4-16 

Gemiddelde luchtwegdruk (Pmean) 

- zie Druk 

Gewichtseenheden, 4-5, 8-17 

Gids beademingsregeling, 4-9 

Grafische gebruikersinterface 

(GUI), 2-1 

GUI-navigatiekaart, 2-1, F-3 

GUI-schermen, 2-5 

H 

Helderheid display, 8-4, F-10 

High Baseline Pressure, alarm, 5-13 

High MVE (expiratoir 

minuutvolume), alarm, 5-13, 8-6 

High Paw, alarm, 5-13, 8-6 

High RR tot, alarm, 5-14, 8-6 

Hoofdscherm, 2-5, 4-13, F-4 

Hoogte-instelling, 4-8 

I 

I:E Ratio Inverse Violation, 

bericht, 5-14 

Ideaal lichaamsgewicht, 4-5, 4-7, 8-7 


Accessoires, 3-1 

Externe filterverwarming, 3-3 

Externe monitor, 3-2 

Rolstatief, 3-1 

Indeling achterpaneel, 2-2, F-14 

Indeling bedieningspaneel, 

2-1, F-4, F-12 

OPR360U A0509 

Indeling onderkant voorpaneel, 2-1 

Informatie over beoogd gebruik, 1-2 

Inspiratieduur - zie t Insp 

Inspiratieflow (piek) - zie Flow 

5-1 


5-1 

Inspiratiepauze - zie Pauze, 4-13, 

4-14, 8-5 

Inspiratieweerstand - zie RI 

Inspiratoir verdeelstukblok, 

verwijderen, 6-7 

OPR360U A0509 

Inspiratoire piekflow - zie Flow 

Inspiratory Hold-manoeuvre, 

4-12, 8-7, F-7 

Inspiratory Time Too Long, 

alarm, 5-14 

Inspiratory Time Too Short, 

alarm, 5-15 

Installatie steunarm, 3-2 

Instellingsknop, 2-2, F-4 item 10 

Internal System, alarm, 5-9 


Indicatielampje, 2-7, 8-7 

Ladingsniveau, 2-7 

Opladen, 2-7 

Over, 2-7 

K 

Kabelpoort voor externe 

alarmonderdrukking, F-2, item 3 

Knop Accept, 2-2, F-4 item 10 

Knop Alarmscherm, F-4 

L 




Niet-invasief, 7-11 


Loops - zie Curven en loopsLow 

Baseline Pressure, alarm, 5-15, 8-8 

Loskoppeling voor afzuiging, 

functie, 5-6 

Low Battery, alarm, 5-15, 8-8 

Low MVE (expiratoir minuutvolume), 

alarm, 5-16, 8-8 

Low Paw Below PEEP, bericht, 5-17 

Low Paw, alarm, 5-16, 8-8 

Luchtaansluiting, 3-5 

M 

M Internal System, alarm, 5-17 

Mains, 8-8, F-4 item 13 

Manual Inflation, knop, 2-4, 8-8, F-4 

item 11 

Index 

Modi 

A/CMV, 7-7 

Beschrijvingen, 7-6 

en ademslagtypes, 

beschikbare, 2-3 

SIMV, 7-7 

SPONT, 7-8 

Weergave, 2-6 

Wijzigen, 4-6 

Monitor µP Failed, alarm 

Monitor Communications Failure, 

alarm, 5-14 

Monitor CPU Failure, alarm, 5-17 

Monitor Exception, alarm, 5-14 

Monitor RAM Failed, alarm, 5-17 

Monitor ROM Failed, alarm, 5-18 

Monitor Task Failed, alarm, 5-18 

Montageprocedures, 6-2 

MVE (expiratoir minuutvolume), 8-8 

MVI (inspiratoir minuutvolume), 8-9 

N 

Netstroom - zie Voeding 

Niet-afstelbare alarmen, 5-6 

Niet-invasief 




NIF, manoeuvre negatieve 

inspiratiekracht, 4-14 

No Communication, alarm, 5-18 

O 

O2 (3 min), 2-5, 8-9, F-4 

O2 Sensor Disconnect, alarm, 5-19 

O2 Sensor Error, alarm, 5-19 

O2 Supply Loss, alarm, 5-19 

O2-sensor 

Kalibratie, 4-4 

Uitschakelen, 4-5 

Vervangen, 6-13 


Onderhoudsintervalschema, 6-12 

Open expiratieklep - zie BPRV 

Opgelegde ademarbeid - zie WOBimp 

Opgelegde ademslagtypes, OPR360U 7-1 A0509 

Opslaan, 4-17 

Opslag van het 

beademingsapparaat, 6-14 

Opslagtemperatuur, 8-21 

Out of Range, bericht, 5-19 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 I-3 

5-1

5-1 

I-4 

Index 

P 

P0.1-meting, 4-13 

Patiënbeademingscircuit, 3-5 

Patiëntcategorie, 4-5, 8-10 

Patiëntconfiguratie, 4-5 

OPR360U A0509 

Patiëntselectie - zie Patiëntcategorie 

Patiënt-trigger, zie Trigger 

Patiëntgewicht, 4-5, 4-7 

Pauze (inspiratie), 4-12, 8-10 

PEEP/CPAP 


PEEPtot- totale PEEP, 8-11 


Piekdruk (Ppeak) - zie Druk 

Plateaudruk - zie Druk 

Pmean - zie Druk 

Power Failure, alarm, 5-19 

Ppeak - zie Druk 

Pplat - zie Druk 

Pressure Control, ademslagtype, 7-3 

Pressure Limit Below PEEP, bericht, 

5-20, 8-11 

Pressure Support + PEEP > 60, 

bericht, 5-20 

Q 

Quick Setup, 4-6, 8-18 

R 

Rapid Shallow Breathing Index 

(RSBI), 8-13 

RE - expiratieweerstand, 8-12 

Regeling spontane ademhaling 7-6 

Regionale instellingen, 4-8, 8-12 

Registratieformulier 

veiligheidscontrole, 3-13 

Reinigen, 6-9 

Reset, knop, 5-6 

RI - inspiratieweerstand, 8-13 

S 

Schaal - zie Curven en loops 

Scherm Numeric, 4-15, 8-9 

Schermbestanden, 4-9, 8-13 

Selectie circuittype, 4-5, 8-2 

Sensoren - zie Expiratieflowsensor of 

O2-sensor 

Setup & Calibration, menu, 

2-6, 4-2, F-4 

SIMV - zie Modi 

Slope/Rise 




SPONT - zie Modi 

Spontane ademhalingsfrequentie - 

zie Ademhalingsfrequentie 

Statische compliantie (Cstat) - zie 

Compliantie 

Statusbalk GUI, 2-6 

Sterilisatie, 6-9 

Stroom 

Aansluitingen, 3-5 

Indicatielampjes, F-4 

Locatie aan/uit-schakelaar, F-2 

Omstandigheden, 4-1 


Uitschakelalarm, 5-20 

Sustained High Baseline Pressure, 

alarm, 5-20 

T 

t Insp (inspiratieduur) 

Bewaking, 4-13 



Taal, 4-8 

Targetvolume, 8-15 

Targetvolume-drukondersteuning 

(VTPS) 


Instellingen, 4-12 

Targetvolume-drukregeling (VPTC) 


Instellingen, 4-12 

Technisch configuratiescherm, 4-8 

Teugvolume 

Bewaking expiratie, 4-15, 8-16 

Bewaking inspiratie, 4-15, 8-16 



Tijdconstante, 8-15 

Conditie stand-by van 

beademing, 4-2 

Trends, scherm, 4-15 

Trigger 

OPR360U A0509 

en lekkage, 7-8 

en niet-invasief, 7-11 

Indicatielampje, 2-7 

Selectie van flow of druk, 2-4 


5-1 


5-1 

U 


Urenteller, 2-7 

V 

Veiligheidscontroleprocedure 

Alarm minuutvolume, 3-11 

Alarmen gastoevoer, 3-9 

Alarmen hoge/lage 

luchtwegdruk, 3-10 

Alarmonderdrukking, 3-10 

Apnea, alarm, 3-11 

Back Up Ventilation, alarm, 3-11 

Circuit Disconnect, alarm, 3-10 

Circuitcontrole, 3-9 

Nauwkeurigheidstest volume/ 

flow/ frequentie, 3-11 

Noodinlaatklep, 3-8 

Opzetten en inspectie, 3-8 

Trigger/drukondersteuning, 3-11 


Uitval netstroom/backupbatterijvoeding, 

3-10 

Ventilation Suspended, bericht, 

5-21, 8-15 

Ventilatorfilter 



Verantwoordelijkheid voor veiligheid 

patiënt, 1-10 

Vereisten netsnoer, 8-14 

Verhouding I:E, 8-6 

Verpakken van 

beademingsapparaat, 6-14 

Volume Control, ademslagtype, 7-12 

Volume Target Not Met, alarm, 5-21 

Volume-eenheden, 4-5 

Voorbereiding van 

patiëntbeademing, 4-2 

VTE % Variance, 4-15, 8-17 

VTE (expiratoir teugvolume), 8-16 

VTI , 8-16 

OPR360U A0509 

W 

Waarschuwing stroomvoorziening, 

1-7 


Algemeen, 1-5 

Filter, 1-6 

Gas, 1-8 

Index 

Hulpapparatuur, 1-8 

Stroomvoorziening, 1-7 

Weergavebalk 

Aanduidingen, visueel, 5-1 

Afstelbaar, 5-3 

alarmen en berichten, 5-1 

Alarmgeschiedenis, 

downloaden, 4-19 

Geluidsvolume, 8-1 

Geschiedenis, 5-3, 8-4 

Gids schendingen en 

oplossingen, 5-7 

in Non-Invasive, 7-11 

Instellingsscherm, 5-3 

Lamp, 5-1 

Niet-afstelbaar, 5-6 

Scherm, 5-3 

Tonen, 5-5, 8-1 

WOBimp, 8-17 

Z 

Zekeringen, verwijderen, 6-8 

Zucht, 4-5, 8-13 

Zuurstofaansluiting, 3-5 

OPR360U A0509 

OPR360U-NL Rev. A 02-2013 I-5 

5-1

Bedieningshand- leiding - Covidien

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Delete template?

Save as template ?