Verslag Raad 14-04-2009 - Gemeente Hengelo

V E R S L A G
Van de openbare vergadering van de raad der gemeente
Hengelo (O), gehouden op woensdag 14 april 2009
te 19.30 uur

AGENDA Port.H.
A. Algemeen
1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Vragenhalfuur (zie art. 40 Reglement van orde voor de
Gemeenteraad)
4. Verslag vergadering 10 maart 2009
5. Lijst ingekomen stukken en mededelingen
6. Benoeming raadslid in comité Emsdetten-Hengelo (283585)
Hamerstukken
B1 Wijziging financiële beheersverordening (280333)
C1 Kredietaanvraag afronden Nota van Uitgangspunten CST/
Hart van Zuid (278388)
C2 Kredietaanvraag inrichtingsplan Industrieplein (278386)
C3 Onteigening De Veldkamp (270308)
C4 Planschade Oude Bornseweg 156 (275071)
C5 Voorbereidingsbesluit Lange Wemen (271695)
C6 Herinrichting van een deel van de Berflobeek (280491)
C7 Evaluatie verkoop snippergroen (280654)
D1 Subsidieprogramma Sport en Bewegen 2010-2014
(275282/276881)
B. Voorstellen door tussenkomst van de commissie Bestuur
B2 Aanbieding aandelen Essent aan RWE (279506)
C. Voorstellen door tussenkomst van de commissie Fysiek
C8 Nota van uitgangspunten en nota behandeling inspraakreacties
Veldwijk Noord Plus (279806)
D. Voorstellen door tussenkomst van de commissie Sociaal
D2 Inzet bestemmingsreserve ouderenbeleid, gehandicaptenbeleid
en WMO (281133)
D3 Vaststellen subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven
2009 (280535)
D4 Wijkplan Woolde (280536)
E. Voorstellen zonder tussenkomst van een commissie
E1 5e wijziging Beleidsbegroting 2009 (283142) Ter Ellen
E2 Initiatiefvoorstel opvrolijken van braakliggende terreinen in en
nabij het centrum
Kerckhaert
Ter Ellen
Bron
Bron
Ter Ellen
Ter Ellen
Weber
Weber
Weber
Weber
Ter Ellen
Bron
Otten
Oude Alink
Weber

1 14 april 2009
V E R S L A G
Van de openbare vergadering van de raad der gemeente
Hengelo (O), gehouden op woensdag 14 april 2009
te 19.30 uur
Voorzitter: de burgemeester, drs. F.A.M. Kerckhaert.
Griffier: G.J. Eeftink
Aanwezig zijn de leden: B. Akkus, Z. Alkan, E. Alkema, B. Carlak, F.J.H. Coopman, mevrouw
J.M.J. Doornbos-Geerdink, W. Dragt, R.J. Fens, Y. Gouriye, F. van Grouw, mevrouw M. ter Haar,
mevrouw M.G. Heidkamp, J.T.J. Heijstek, W.L.M. van den Heuvel, mevrouw M.A. ten Heuw,
mevrouw J.H. ter Hofte-Visser, M. Hollander, S.M.A. Horsthuis, W. Jager, L.F.M. Janssen, G. Knegt,
mevrouw M. Koopman, J. Kruiskamp, mevrouw B.M.C. Langenkamp-Mosman, mevrouw E.
Mooijman, V.H. Mulder, W. Mulder, A. Otten, mevrouw E.Y. Prent, J.J.H. Rikkerink, mevrouw M.B.
Rouwet-Smits, P.G. Rutgers, M. Vondeling, B.G. van Wakeren, mevrouw G.M. Weenink-Poorthuis,
W.A. Winter.
Afwezig is het lid: J.W.M Harink
Aanwezig zijn de wethouders: J. Bron, G.A. ter Ellen, B. Otten, mevrouw A.E. Oude Alink en
G.A.Th. Weber.
A. ALGEMEEN
A.1 Opening
De Voorzitter opent de vergadering en
spreekt als volgt:
Dames en Heren! Ik open de vergadering
van de gemeenteraad van Hengelo. Hartelijk
welkom. Welkom aan de mensen op de
publieke tribune, welkom aan de
vertegenwoordigers van de pers en onze
medewerkers. De vergadering is geopend.
Mag ik u vragen, als u vanavond van plan
bent om een motie of amendement in te
dienen, en u weet dat al bijna zeker, dat u
dat vooraf, misschien nu, bij de bode al wilt
laten kopiëren? Dat scheelt tijd. (Als u dat
van plan bent, zou ik de afspraak willen
maken dat vooraf bij het begin van de
vergadering te regelen met de bode.)
Dan het tweede punt: vandaag is één van
uw personeelsleden, namelijk de adjunctgriffier
Leo Nijland, op de kop af 40 jaar in
overheidsdienst. Het is werkelijk vandaag de
dag.
34 jaar bij deze gemeente, nadat hij eerst
zes jaar bij de Luchtmacht heeft gediend, en
het feit dat hij bij u werkt; ik wil deze dag
even markeren, 40 jaar, dat is toch
bijzonder. Ik geef hem namens u graag een
bos bloemen en ik heb hem een boekje
meegenomen van één van onze grondleggers
van deze industriële stad, namelijk de heer
Hofstede Crul, en dat bied ik hem graag aan.
De heer Nijland neemt onder applaus de
felicitaties en geschenken in ontvangst, en
nodigt de aanwezigen uit voor een feestelijke
bijeenkomst op vrijdag in De Houtmaat.
A.2 Vaststellen agenda
U hebt gezien dat achter aan de agenda
een initiatiefvoorstel is opgenomen. Dat is
tijdig ingediend door de heer Janssen, en ik
wil u vragen of u daarmee kunt instemmen?
U kunt instemmen met de hele agenda? Dan
zullen we die zo afwikkelen. Dank u wel, het
besluit is genomen.
A.3 Vragenhalfuur
Er zijn niet minder dan zeven vragen
aangemeld voor dit vragenhalfuurtje. Als ik
dat deel, dan is dat vier minuten per vraag.
Ik vraag u om zich daaraan te houden,
inclusief het antwoord vanuit het college, als
u daar prijs op stelt.
1. Vragen van de fractie van de VVD over de
problemen rond Bij de Toren en
restaurant Kreta.
De heer Rikkerink (VVD): Voorzitter! Pal
naast dit gemeentehuis speelt zich voor de
uitbater van restaurant Kreta op dit moment
een drama af. Ondanks diverse afspraken
tussen de leiding van het activiteitencentrum
Bij de Toren en de heer Yanik van restaurant
Kreta blijft de overlast voor het restaurant,
veroorzaakt door klanten (lees: dus ook
verslaafden) van dit activiteitencentrum
toenemen. De politie heeft al meerdere

malen toegezegd adequaat te reageren op
incidenten.
Voorzitter! Dit gebeurt niet. Tot op dit
moment komt het dagelijks voor dat door
verslaafden overduidelijk alcohol wordt
genuttigd. De politie kijkt ernaar maar grijpt
niet in. Ze spreken de mensen zelfs niet op
hun gedrag aan. Ook Stadstoezicht, dat
tegenover restaurant Kreta is gevestigd en
dit ook ziet, doet niets. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat het gedrag van deze
mensen al maar hinderlijker en irritanter
wordt.
In mijn brandbrief aan het college heb ik u
een aantal voorbeelden geschetst van de
ontoelaatbare overlast, die wordt veroorzaakt
door de verslaafden, dus de klanten van Bij
de Toren, een methadonpost, mede betaald
door de gemeente, om deze mensen te
helpen.
Voorzitter! Het is voor de VVD onaanvaardbaar
dat deze mensen denken zich te kunnen
veroorloven om een hardwerkende ondernemer
in deze stad naar de ondergang te
kunnen brengen.
Voorzitter! Van de brandbrief heeft eenieder
in deze raadzaal kennis kunnen nemen,
tevens van het krantenartikel in TC Tubantia
van afgelopen zaterdag, en ik hoop, en
eigenlijk eis ik, dat het college met een
andere oplossing komt dan het ophangen van
een A4-tje in het steegje waar de cliënten
van het activiteitencentrum Bij de Toren
urineren.
Voorzitter! Ik eindig met de laatste zin uit
mijn brandbrief. Het moge duidelijk zijn dat
de huidige situatie voor restaurant Kreta
volstrekt onacceptabel is.
De Voorzitter: Dank u wel, heer Rikkerink.
Het gaat zowel wethouder Otten als mijzelf
en de politie aan. Wethouder Otten zal de
beantwoording in eerste instantie doen.
De heer Otten (wethouder): Voorzitter! De
problemen zijn ons bekend en ook het
incident dat in de brandbrief is omschreven is
bekend. Ik wil wel de vraag stellen of dit
weer toeneemt. Die indruk hebben wij op zich
niet, maar het valt niet te ontkennen dat het
inderdaad voorkomt dat er sprake is van
overlast. Ik moet zeggen dat de mensen die
bij het activiteitencentrum werken zich
daarvoor zeer verantwoordelijk voelen en ook
regelmatig spreken we met de heer Yanik.
We hebben ook vastgelegd in een afspraak
dat in ieder geval regulier overleg plaatsvindt
met betrekking tot de situatie.
2 14 april 2009
Daarbij kan zich natuurlijk altijd de situatie
voordoen dat op het moment dat het
gebeurt, we net iets te laat zijn, maar die
afspraken hebben we in elk geval gemaakt.
Daarnaast hebben we de afspraak dat met
een mooi woord 'outreachen' heet, dus niet
alleen in het centrum blijven zitten maar dat
medewerkers ook de omgeving van het
activiteitencentrum in de gaten houden en de
mensen ook aanspreken op hun gedrag. Deze
afspraken hebben ook altijd goed gewerkt
voor het Prins Bernhardplantsoen.
Naar aanleiding van de situatie die u in uw
brief en die de vereniging Horeca Nederland
in hun brief aan ons ook schetst, over de late
opkomst van de politie, heeft de politie aangegeven
heel adequaat te zullen handelen en
direct te zullen ingrijpen als de situatie
daarom vraagt en directe hulp noodzakelijk
is. In dit geval was er ook een communicatiestoornis
doordat het verkeerde nummer is
gebeld. Maar nogmaals; de politie heeft
duidelijk aangegeven dat ze adequaat zullen
opereren.
In het algemeen zal de politie, in allerlei
projectvormen, meer aandacht hebben voor
de situatie met betrekking tot overlast in de
binnenstad.
Ik wil er wel op wijzen, meneer Rikkerink,
dat dit ook mensen zijn die in de stad zitten.
Ik wil de overlast niet goedpraten, maar ik
vind het belangrijk dat u ook moet zien dat er
heel goede dingen gebeuren met deze groep
en dat er enkelingen zijn die voor deze
situatie, de overlast, zorgen. Maar het gros
van de mensen weten we te bereiken en ik
zou u, zonder de problematiek te willen
bagatelliseren, een keer willen uitnodigen om
te zien welke positieve resultaten worden
bereikt met bijvoorbeeld het kansenprogramma,
dat ook naast het pand van
meneer Yanik plaatsvindt.
Kortom: we houden de boel goed in de
gaten en nemen het buitengewoon serieus,
de politie is adequaat en de medewerkers van
het activiteitencentrum voelen hun verantwoordelijkheid,
ook voor de omgeving, om de
mensen aan te spreken op hun gedrag.
De heer Rikkerink (VVD): Voorzitter! Ik
vind het een beetje jammer dat we hier weer
vrij breeduit praten over de daders, en dat er
weinig woorden worden vuilgemaakt aan het
slachtoffer, terwijl het slachtoffer duidelijk de
dupe is en als het in deze mate doorgaat, en
daar wil ik de wethouder toch voor waarschuwen,
dan zal het bedrijf van deze ondernemer
dat niet overleven. Hij heeft het fysiek
heel moeilijk, maar ook zijn klanten blijven
gewoon weg. U kunt zich er toch iets bij
voorstellen, als u gezellig achter het raam zit
te eten, en er staan mensen buiten, die

draaien zich om…. ik zal het niet herhalen,
dan worden we daar niet vrolijk van. Ik vind
dat we een aantal dingen in deze stad niet
moeten tolereren.
En dan kom ik in eerste instantie echt voor
het slachtoffer op, en niet voor de daders.
De heer Otten (wethouder): Ik heb ook
niet willen zeggen dat … natuurlijk is er
buitengewoon veel begrip voor deze meneer,
want deze man moet ook door met zijn
bedrijf. Ik wil het probleem, nogmaals, niet
onder de mat schuiven. Wat we nu in de stad
goed oppakken, is de mensen aanspreken op
hun gedrag, en het blijft natuurlijk een
vraagstuk dat zich altijd verplaatst. We zullen
met elkaar; politie, de mensen van het
activiteitencentrum, Tactus, gezamenlijk
moeten optreden. Dat heeft altijd geleid tot
goede resultaten en ik ben ervan overtuigd
dat we hier ook goede resultaten zullen
bereiken en dat de heer Yanik met zijn bedrijf
Kreta door moet kunnen gaan, vanzelfsprekend.
De Voorzitter: We zullen er nader overleg
over voeren en het heeft onze verscherpte
aandacht.
Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter! Het
verhaal van de heer Rikkerink vraagt natuurlijk
wel om een reactie, en de wethouder
geeft ook het signaal dat er meer daklozen
danwel thuislozen zijn of meer gebruikers van
het pand; dat hebben wij niet. Nou heb ik
afgelopen zaterdag meer dan een uur
gesproken met één van de daklozen die zich
ook in de buurt van Bij de Toren ophield, en
hij gaf heel duidelijk aan dat er wel een
toename is van het aantal daklozen. Hij wist
mij te vertellen dat het er op dit moment 33
zijn.
Het was 12 uur op zaterdag, en hij zat
gewoon daar, inderdaad met een blikje bier
in zijn binnenzak, zodanig, dat de politie hem
niet zou betrappen op het moment dat hij
een slokje zou nemen. Wat mij opviel, dat hij
gewoon zat te wachten tot het moment dat
om één uur het activiteitencentrum open
ging. Daar hangt het, meneer Rikkerink,
natuurlijk wel mee samen. Aan de ene kant
de faciliteiten die je biedt om ook voor deze
mensen in onze stad een plek te hebben; we
hebben openingstijden, maar in het weekend
is het beperkter, dus ik vind wel dat je de
problematiek in haar totaliteit moet bekijken.
Dan is wat ons betreft, om de overlast te
verminderen, bijvoorbeeld het verruimen van
de openingstijden van het activiteitencentrum
ook een optie.
De Voorzitter: Het gaat denk ik te ver om
vanavond de hele ontwikkeling van aantallen
enzovoort te behandelen; het zal natuurlijk
3 14 april 2009
nader worden bekeken. Het signaal is
duidelijk.
2. Vragen van de fractie van de SP over de
stand van zaken omtrent ondertekening
exploitatieovereenkomst Lange Wemen
en de planning als gevolg daarvan.
De heer Van den Heuvel (SP): Voorzitter!
Zoals u allen weet, heeft de raad op 16
december 2008 het groene licht gegeven
voor het project Lange Wemen. Op dat
moment was er al een intentieovereenkomst
gesloten over de grondexploitatie en binnen
enkele maanden zou de definitieve overeenkomst
worden getekend. Nu hebben we
onlangs in Tubantia kunnen lezen dat het
volgens café Merlijn onduidelijk is wanneer ze
weg moeten, omdat volgens hun informatie
van het hele Lange Wemen project onduidelijk
was hoe het met de uitvoering zou
gaan. Wij vinden dit toch verontrustende
informatie en daarom willen we graag de
volgende vragen beantwoord hebben:
• Is de intentieovereenkomst inmiddels
definitief geworden, zijn de definitieve
overeenkomsten getekend?
• Zijn de realisatieovereenkomsten, die
daaruit zouden moeten volgen, al
getekend? Dat zou voor de zomer zijn,
dus volgens ons zou dat heel
binnenkort moeten zijn.
• Als daar een probleem mee is, zouden
we graag willen weten waarom er nog
niet getekend is en of er spoedig wel
zicht is op ondertekening.
• Is het in december afgesproken
tijdspad, dat heel erg krap was, nog
steeds haalbaar en als er vertraging is
opgetreden, wat daarvan de gevolgen
kunnen zijn.
De heer Weber (wethouder): Voorzitter! Ik
heb hier reeds informatie over gegeven in de
commissie. Dat hebt u waarschijnlijk gemist.
Ik heb gemeld dat er momenteel zeer hard
gewerkt wordt aan de samenwerkingsovereenkomst;
de vier partijen willen allen
bijzonder graag. Er is bijzonder veel
enthousiasme, maar, zoals bekend heerst op
dit moment een kredietcrisis en voor de hele
realisatie zul je toch de voorfinanciering
moeten regelen, en dat is op dit moment
uitermate lastig. We gaan er nog steeds van
uit dat op 27 april 2009 de samenwerkingsovereenkomst
getekend wordt, en er wordt
momenteel ook gewoon hard doorgewerkt
aan de voorbereiding om tot de bouw te
komen, onder andere van het stadskantoor.
Op dit moment liggen we nog redelijk op
schema en we moeten afwachten, het hangt
grotendeels af van de financiering, of we dit
tempo ook kunnen blijven halen. We zullen u

tijdig informeren als dat niet meer het geval
is; op dit moment is dat nog steeds de
bedoeling.
De Voorzitter: Het lijkt me een punt om in
de commissie op terug te komen, om te
kijken of het allemaal lukt en op dit moment
kunnen we er niet meer over vertellen.
3. Vragen van de fractie van de SP over het
programma 'Investeren in Overijssel'
zoals aangekondigd door GD en
momenteel uitgerold.
De heer Van den Heuvel (SP): Voorzitter!
We hebben vernomen dat op 25 maart 2009
de fractievoorzitters van de politieke partijen
in Provinciale Staten door de Commissaris
van de Koningin geïnformeerd zijn over een
aantal ontwikkelingen met betrekking tot de
financiële verhouding tussen het Rijk en de
provincies. Daar is een verslag van gemaakt,
en in dat verslag wordt ook melding gemaakt
van een tweetal projecten, namelijk
'Maatregelen ten behoeve van het bestrijden
van de economische recessie' enerzijds en
'Investeren in Overijssel' anderzijds.
De contouren van het programma 'Investeren
in Overijssel' zijn op 17 december 2008
door de Staten vastgesteld. Op 13 februari en
20 maart 2009 hebben overleggen met de
gemeenten plaatsgevonden, waaruit volgens
de provincie is gebleken dat gemeenten
samen met de provincie willen investeren.
Door het college van Gedeputeerde Staten is
aangegeven dat wanneer de gemeenten hun
opbrengst van de verkoop aandelen Essent
investeren in provinciale doelen, dus passend
binnen het kader van de Staten, het college
van Gedeputeerde Staten de Staten zal voorstellen
een bedrag, in dezelfde orde van
grootte te reserveren voor die gezamenlijke
investering. Dus de provincie zou dan
hetzelfde bedrag bijleggen. De gezamenlijke
investeringen van gemeente en provincie zijn
integraal onderdeel van het investeringsprogramma
'Investeren in Overijssel' dat op
17 juni 2009 in de provinciale commissies
aan de orde komt en op 1 juli 2009 ter
besluitvorming wordt voorgelegd aan de
Staten.
Naar aanleiding van die provinciale
informatie hebben wij de volgende vragen
voor Hengelo.
• Heeft het college van Hengelo ook
meegedaan aan het overleg met
gemeenten, waar in het verslag van de
provincie op wordt geduid?
• Wat is de inbreng van Hengelo daar
geweest?
• Wanneer had u de gemeenteraad over
deze ontwikkelingen willen informeren?
4 14 april 2009
• Heeft het college overwogen niet mee
te doen aan dit overleg, in afwachting
van het verloop ten aanzien van de
verkoop van de aandelen Essent en de
mogelijke opbrengsten daarvan?
• Wat is uw opinie over het tijdspad dat
het college van Gedeputeerde Staten
hanteert, in relatie tot de perspectievennota
van Hengelo en de integrale
afweging die dan gemaakt moet
worden?
De Voorzitter: Wethouder Ter Ellen, in een
paar minuten.
De heer Ter Ellen (wethouder): Voorzitter!
Dat is bijna onmogelijk, maar ik moet zeggen
dat de schets van de gebeurtenissen correct
is. Wij hebben daar ook aan meegedaan, dus
het antwoord is 'ja'. Twee keer; op 13
februari ben ik bij de provincie geweest, in de
eerste instantie in een soort bijeenkomst om
aan te geven hoe het ging met de verkoop
van Essent en wat daar de consequenties van
waren. Het tweede deel van de middag werd
besteed aan het informeren en praten over
wat de mogelijkheden zijn; wat zouden we
met dat geld kunnen doen voor Overijssel.
Op dat moment dacht ook de provincie nog
dat het totaalbedrag of in ieder geval een
groot deel van het bedrag, waarschijnlijk wel
beschikbaar zou zijn om inderdaad te
investeren. Op dit moment lijkt de situatie,
gezien het advies van de Raad voor de
Financiële Verhoudingen, wat anders te zijn.
Maar niettemin, in maart, ik dacht inderdaad
op 25 maart, zijn we nog een keer bij elkaar
geweest om erover te spreken en toen is
aangegeven dat de situatie inderdaad veranderd
was en dat er minder geld beschikbaar
zou zijn om dat te gaan doen, maar dat
ongeveer in een verhouding 1:1 datgene wat
de gemeenten binnen zouden krijgen aan
geld vanuit de verkoop Essent en datgene
wat gematched zou worden door de
provincie, projecten binnen Overijssel zouden
kunnen worden uitgevoerd, die passen in dat
kader van versnelling. De versnellingsopgave
waarin we ook al bij de G27 en de VNG
projecten hebben aangegeven, dus dat zou
betekenen dat dat projecten zijn, die op korte
termijn moeten worden uitgevoerd.
Op dit moment is dat nog niet allemaal
helder, en zijn we nog bezig. Ik meen me te
herinneren dat er vandaag zelfs gesprekken
zijn geweest tussen ambtenaren van Hengelo
en de provincie, maar het is allemaal nog niet
helder hoe het in elkaar zit, en we zullen u,
zodra er meer helderheid is, daarover
informeren, dat spreekt vanzelf.
De Voorzitter: Akkoord, meneer Van den
Heuvel?

De heer Van den Heuvel (SP): Voorzitter!
Ik begrijp dat er nog geen definitieve
besluiten zijn genomen, maar ik neem aan
dat de gemeente wel heeft aangegeven
hoeveel geld van de opbrengst u wilde
besteden aan dit soort projecten en dat dat in
strijd is met het eerdere uitgangspunt dat het
geld zou blijven staan ter vervanging van
dividendopbrengst.
De heer Ter Ellen (wethouder): Al in de
eerste bijeenkomst hebben wij, niet alleen
Hengelo, maar ook andere gemeenten,
aangegeven dat de totale opbrengst van de
eerste tranche van de Essent-gelden nodig
zou om het wegvallen van dividend op te
vangen in de begroting. Dat gold niet voor
alle gemeenten, maar voor Hengelo in elk
geval wel. Dus dat is samen met anderen
aangegeven.
In de tweede bijeenkomst is er niet meer
over gesproken dat de gemeenten zelf
zouden moeten co-financieren; zover zijn we
nog niet.
De Voorzitter: Goed, we zullen later bij de
voorbereiding van de perspectievennota
elkaar hier nog over spreken.
4. Vragen van de fractie van Burger-
Belangen over kunst in de binnenstad.
Mevrouw Doornbos (BurgerBelangen):
Voorzitter! Opnieuw is er een ontwerp voor
een prominent Hengelo's kunstwerk, de
Boomvaas, gemaakt door één van de eigen
medewerkers van de gemeente. Ook met de
Woem was dit het geval, en de brug in de
Slangenbeek.
• Klopt het dat de gemeente Hengelo
deze opdracht alleen binnen de eigen
organisatie heeft uitgezet?
• Is er nog over nagedacht om de
Hengelose kunstenaars te benaderen?
• Is dit in overeenstemming met onze
kunst- en cultuurnota 'Vrij spel voor
verbeelding' waarin wij als missie
ondermeer hebben uitgesproken '… wij
willen kansen geven aan kunstenaars
om in Hengelo te werken of hun werk
te presenteren'. Wat zijn nu de criteria
om dit in eigen huis uit te zetten en uit
te laten voeren, terwijl hier naar onze
mening een fantastische mogelijkheid
ligt om de kunstenaars van Hengelo te
betrekken, ook gezien het binnenstadsdebat.
De heer Ter Ellen (wethouder): Voorzitter!
Het is natuurlijk zo, dat wij ook heel graag de
kunstenaars in Hengelo en omstreken aan
werk willen helpen; dat hebben we uitgesproken
en willen we ook op allerlei manieren
doen. Maar dan hebben we het wel over
5 14 april 2009
Kunst met een grote K, en niet over zaken
die je voor een belangrijk deel ook onder
stedenbouwkundig ontwerp kunt laten vallen.
Het is natuurlijk zo, dat wij in onze organisatie
stedenbouwers in dienst hebben. Die
stedenbouwers ontwerpen wel eens van dit
soort dingen, onder andere dit soort zaken.
Ik geef toe dat het een grijs gebied is, waar
je moet oppassen dat je niet aan de ene kant
eruit springt, maar aan de andere kant moet
je oppassen dat je voor al dit soort
stedenbouwkundige uitwerkingen en
opdrachten maar meteen weer teruggaat
naar een kunstopdracht, want dan zit je aan
een heel ander soort procedure en dan heb je
ook weer te maken met een ander soort
financieel perspectief. In dit geval zijn het
gewoon onze eigen mensen die dit doen,
binnen de normale werktijd voor de
gemeente Hengelo.
Mevrouw Doornbos (BurgerBelangen): U
zegt altijd dat procedures teveel geld en tijd
vergen. Op zich is dat natuurlijk zo, maar ik
vind wel dat we daar naar moeten kijken,
omdat we in Hengelo iedereen meer willen
betrekken. Dus wat dit betreft vind ik dat we
dat in het tijdpad en in geld mee moeten
nemen.
De heer Ter Ellen (wethouder): Als u goed
geluisterd hebt, hebt u niet gehoord dat ik
heb gezegd het daar niet mee eens te zijn,
maar het is wel zo dat niet voor elk onderwerp
in dat grijze gebied dat kan gebeuren.
De Voorzitter: Het lijkt mij een punt om
nog eens nader met elkaar over te spreken in
de commissie. Het is een pilot.
De heer Janssen (Progressief Hengelo):
Voorzitter! Even een korte reactie. Het is
altijd zoiets van de één vindt het mooi, de
ander vindt het niet mooi; daar gaat het niet
om. Waar het wel om gaat, is dat als je het
toch in eigen hand neemt, je er misschien
ook een eigen foto van moet nemen. Want de
foto sprak niet echt tot de verbeelding, als ik
aan de rechterkant zie dat er iets te koop is,
aan de linkerkant zag het er ook niet al te
netjes uit.
Dat is een beetje uitstraling voor Hengelo,
en dan zeg ik: 'neem je het in eigen hand,
neem dan ook een eigen foto'.
De Voorzitter: Maar een eigen krant
hebben we geloof ik nog niet, maar laten we
naar het volgende punt gaan.
5. Vragen van de fractie van de VVD over
huisvesting voortgezet onderwijs.
De heer Fens (VVD): Voorzitter! Tijdens de
laatste vergadering van de commissie

Sociaal, heeft wethouder Oude Alink de
commissie in grote lijnen ingelicht over de
moeilijke situatie waarin de huisvesting van
het voortgezet onderwijs in Hengelo zich
bevindt. We hebben toen de wethouder
opgeroepen uiterste daadkracht te tonen.
De wethouder heeft toegezegd de situatie in
het IBR te bespreken. Wij zijn daarmee
akkoord gegaan. Na de commissievergadering
hebben wij enorm veel reacties
gekregen. Het probleem gaat duidelijk veel
mensen aan; een IBR is daarom een te
besloten groep. Daarom willen wij dat de
wethouder eraan meewerkt om in de
komende commissie Sociaal de nijpende
situatie te bespreken en ons natuurlijk ook de
juiste oplossingen met bijbehorend tijdspad
aan te geven. Als het presidium het als
agendapunt op de agenda zet, is de wethouder
dan bereid door het te bespreken en
door het bieden van oplossingen hieraan mee
te werken? Een enkel 'ja' als antwoord is op
dit moment voor ons al voldoende.
De Voorzitter: Dus dat is een vraag
waarop het college met een kort antwoord
kan reageren.
Mevrouw Oude Alink (wethouder):
Voorzitter! Ik ging ervan uit dat ik tijdens een
IBR wat gemakkelijker u van dienst kan zijn
en met de vragen kan omgaan; de commissie
Sociaal heeft een beperkte tijd. Dat was een
reden voor mij om te zeggen dat ik daar naar
toe wil. Dat wil niet zeggen dat ik u niet
tijdens de commissies sociaal op de hoogte
zal houden van de situatie die op dat moment
geldt; dat zal ik doen.
De heer Fens (VVD): Dan lijkt het me leuk
dat wanneer de wethouder zo uitgebreid de
tijd nodig heeft om het probleem aan te
duiden, wat heel goed kan, dan zou beide
heel geschikt zijn. Maar het gaat in ieder
geval heel veel mensen aan: een IBR is te
besloten in onze ogen.
De Voorzitter: Maar ik hoor de wethouder
zeggen dat beide zou kunnen, dat ze de
commissie ook op de hoogte houdt.
Mevrouw Oude Alink (wethouder): Wij
gaan kijken wat het meest handig is. Het is
misschien wel belangrijk om u mee te nemen
door het proces dat ik tot nu toe ben gegaan.
Daar is het IBR een zeer geschikt moment
voor. Ik vind het heel erg goed om u tijdens
de komende commissievergadering te
informeren over de situatie zoals die dan is,
voor zover ik dan kan antwoorden op alles
wat u zou willen weten. Maar ik zou u ook
willen vragen om, gezien de tijd in de
commissie, met elkaar te kijken of de IBR
6 14 april 2009
niet geschikt is. En de IBR is openbaar, dus ik
zou niet weten wat daar besloten aan is.
Als u bedoelt dat ik mensen van scholen
moet informeren, dan zijn daar andere
kanalen voor.
De Voorzitter: Uw vraag is met 'ja'
beantwoord, want u krijgt het ook in de
commissie.
Mevrouw Doornbos (BurgerBelangen):
Misschien dat de wethouder dan ook mee kan
nemen wat de effecten zijn voor de scholen
die eventueel zouden gaan bouwen en wat
eventueel wel of niet doorgaat. Dat dat ook
meegenomen kan worden voor het IBR.
De heer Winter (PvdA): Voorzitter! Dit
soort punten is absoluut van belang.
Misschien dat het presidium kan bedenken,
waar dat zijn plek moet vinden?
De Voorzitter: Dat hoorde ik ook aan de
vraag, dus dat zal in het presidium ook nog
aan de orde komen, neem ik aan.
De heer W. Mulder (BurgerBelangen): Het
presidium zal het agenderen.
De Voorzitter: Akkoord. De voorzitter van
het presidium bevestigt dit. Prima.
6. Vragen van de fractie van de VVD over de
omleidingsroute A1 en de
parkeerproblematiek ROC.
De heer Horsthuis (VVD): Voorzitter! In de
commissievergadering hebben wij gesproken
over de omleiding van de A1 in de periode
van 19 mei tot en met 30 september 2009.
Er zou sprake van zijn dat op de website van
Verkeer en Waterstaat de foute route, onder
andere via de Sloetsweg, zou staan. Wij
hebben begrepen dat wethouder Bron
geregeld heeft dat het van de website af is.
Echter, op 4 april heeft een artikel in de krant
gestaan, en mijn vraag is: Is het correct dat
de omleidingsroute staat gepland, zoals ik
net uit de krant van 4 april heb geciteerd? Als
dat het geval is, dan laten we het hierbij, met
andere woorden: dan is blijkbaar die
informatie fout geweest.
• Gaat de omleiding via de Sloetsweg en
Troelstrastraat door?
• Wat kan het college doen om te voorkomen
dat de voorgenomen
omleidingsroute daadwerkelijk een feit
wordt?
• Als aan de omleidingsroute niet valt te
ontkomen, wat gaat het college dan doen
om ervoor te zorgen dat de veiligheid van
deze omleidingsroute wordt gewaarborgd?
Met het accent op de schoolgaande
jeugd.

• De breedte van de weg, de rotonde,
bochten, met andere woorden de
infrastructuur na de reconstructie laat
niet echt zwaar vrachtverkeer toe. Ik
schat in dat er ook schade kan ontstaan
voor de gemeente Hengelo. En wie draait
daar voor op?
Ik wil het ook nog hebben over de
verkeersveiligheid op Sloetsweg oost; daar
zijn wij van meerdere kanten over benaderd
en willen daar graag op terugkomen. De
vooruitziende lekenblik van de bewoners
lijken bewaarheid; de bewoners hebben fors
en met vereende stemmen gewaarschuwd
voor de gevaarlijke situaties, die de door de
gemeente gekozen oplossing voor de reeconstructie
met zich mee zou brengen. De VVD
heeft destijds, na veel gesprekken met deze
bewoners in het proces voorafgaand aan de
reconstructie van onder andere de Sloetsweg,
al vraagtekens geplaatst bij de oplossing die
het college heeft gekozen voor deze reconstructie.
En nu, nadat de reconstructiewerken
hebben plaatsgevonden, wordt onze fractie
regelmatig door bewoners attent gemaakt op
de onveilige en gevaarlijke situatie op de
Sloetsweg.
Een eerste evaluatie, zoals dat tot ons
gekomen is en waar we zelf ook naar
gekeken hebben: de Sloetsweg is dus een
stuk smaller geworden en daardoor lijkt het
alsof het drukker geworden is. Door los- en
laadactiviteiten bij onder andere Nijhof,
Tielkes, Parel en Peters, vinden er dagelijks
opstoppingen plaats tussen rotonde en kruispunt
Oldenzaalsestraat/Sloetsweg. Wachtend
verkeer kan geen kant op en kiest voor de
weg van de minste weerstand: rechts van de
rijbaan, over het fietspad en over de stoep,
om zodoende het obstakel te omzeilen en
vervolgens weer in te voegen via een vrije
parkeerplaats. Bij dit soort acties kunt u zich
de reacties van de fietsers en voetgangers
voorstellen; schuilen tussen geparkeerde
auto's of zelfs op de rijbaan, tussen stilstaand
verkeer, tot het gevaar geweken is. En wat te
denken van situaties waarin klanten van Parel
(ik heb het zelf mogen zien, helaas) door de
lastige indraai maar kiezen voor de
gemakkelijke weg door tegen het verkeer in
het fietspad en de stoep te nemen naar dat
bedrijf. En uiteraard is een deel van de
problematiek te wijten aan asociaal gedrag.
Daar heeft het mee te maken, want als
iedereen zich netjes gedraagt, zou er niets
aan de hand moeten zijn. Maar toch: moeten
we niet de put dempen voor het kalf
verdronken is?
Is het college op de hoogte van de
gevaarlijke situatie na de reconstructie van
de Sloetsweg? Indien dit niet het geval is,
bent u dan bereid om te onderzoeken wat
hier aan de hand is? En is het college bereid
7 14 april 2009
om, in het verlengde daarvan, gepaste
verkeersmaatregelen te nemen om de
gevonden gevaarlijke situaties op te lossen?
Op voorhand gaat de VVD ervan uit dat u dat
u dat bent. In het verlengde daarvan
verzoeken wij u de raad te blijven informeren
over de voortgang van het onderzoek en de
eventuele maatregelen die het college denkt
te gaan nemen om dit probleem op te lossen.
De Voorzitter: Dat zijn uw vragen op dit
terrein? Stelt u uw vragen in één keer, want
u bent al aan de vier minuten, onderhand.
De heer Horsthuis (VVD): Per vraag, zei u
net?
De Voorzitter: Nee, u hebt één verkeersvraag?
De heer Horsthuis (VVD): Nee, ik heb drie
vragen ingediend.
De Voorzitter: Gaat u door!
De heer Horsthuis (VVD): U hebt in de
krant kunnen lezen; over de positieve
beslissing over de bouw hoeven we niet te
discussiëren. Dat is gepaard gegaan met een
parkeergarage die daarmee aangelegd zou
worden. Nu blijkt dat de voorzieningen die er
zijn, structureel niet de juiste voorzieningen
zijn. Destijds is 'ja' gezegd tegen het ROC en
met ons allen zijn we er blij mee, dat er een
parkeergarage zou komen. Maar die moet er
dan wel komen.
Wij hebben toch het gevoel dat eerder
aangedragen oplossingen niet een echte,
goede, structurele en blijvende parkeeroplossing
zijn. Het is, met andere woorden,
niet structureel, zoals het nu ingevuld is. Wij
verzoeken aan het college om de raad te
informeren of zij bereid is te werken aan een
betere structurele oplossing van het
parkeerprobleem en verzoeken het college
contact op te nemen met de bewoners, om
eventuele andere problemen, die de leefbaarheid
in de buurt lastig maken en veronaangenamen,
te verbeteren.
Maar ook zodanig de communicatie met de
bewoners aan te gaan, dat ze het gevoel
krijgen dat er naar hen wordt geluisterd en er
serieus met hun problemen wordt omgegaan.
Wij verzoeken het college om ons, de raad,
te informeren zodra u inzicht hebt hoe u
voorgaande vragen gaat invullen.
De heer Bron (wethouder): De A1: ik ken
het krantenbericht niet, maar ik kan wel in
grote lijnen vertellen waar het op neer komt.
In de eerste plaats vinden de omleidingen
op grote afstand plaats. Dus als er iets
gebeurt rondom de A35, N35, en de B54 in
Duitsland, de mensen in een vroeg stadium

gewaarschuwd worden die hoofdstructuren in
Duitsland en Nederland gaan gebruiken om
het stuk A1 te mijden.
Gebeurt er toch wat op de A1 zelf, dan gaat
het verkeer natuurlijk zoeken in Hengelo, en
dan is de hoofdroute voor het verkeer dat
niet over de A1 kan: Oldenzaalsestraat -
Bornsestraat of Oldenzaalsestraat - Deldenerstraat.
Daarvoor worden ook de maatregelen
bij de viaducten tijdig genomen. Loopt dat
ook echter helemaal vast, dan ga je natuurlijk
een uitwijk krijgen (en de mensen gaan
dat vinden), als derde variant: de Troelstrastraat,
Weideweg en Sloetsweg. Dat is
gewoon de derde optie en in die volgorde
wordt het gepresenteerd. We hebben 20 april
aan de Hazenweg van 18.00 tot 20.00 uur
een inloopavond. Er is op brede schaal een
bewonersbrief verspreid, waarin de mensen
uit de omgeving van de A1 zijn geattendeerd
op deze omleiding en worden uitgenodigd om
op die avond te komen. Ik heb gehoord dat
er velen zullen gaan komen. Dus: welkom, en
dat geldt ook voor u.
Sloetsweg: dat is voor mij nieuw. Ik zal
ernaar informeren. Ik heb de problemen op
de Sloetsweg, zoals u die meldde, nog niet
zelf vernomen. Ik kom er zelf regelmatig,
maar heb ze nog niet geconstateerd.
De parkeergarage van het ROC: toentertijd
met de bouw is een parkeergarage genoemd,
maar die moet natuurlijk wel rendabel
kunnen draaien. Daarin is voorzien voor een
goed gebruik van de ROC-kant en de functies
die in het Hijsch-gebouw zitten. U weet dat
we geen invulling voor het Hijsch-gebouw
hebben, dus ook geen mogelijkheid om een
rendabel draaiende parkeergarage op te
richten. We hebben vandaag in het college
strategisch beraad gehad met Van Wijnen en
we hebben daar besloten om voorlopig af te
zien van de structurele invulling van het
Hijsch-gebouw. We hebben een intensieve
zoektocht gehouden, van de verkoop van
bloemen en planten tot en met een
bierbrouwer, en dat is allemaal niet gelukt.
De mensen zijn niet bereid om op dit moment
in het Hijsch-gebouw te investeren dus
hebben we gezegd dat we daarmee maar
moeten wachten. Wachten zal zeker
inhouden dat je een periode van vier, vijf jaar
kwijt bent, en gedurende die tijd zullen wij de
plattegrond van het Hijsch-gebouw gaan
bestraten en gebruiken als parkeergelegenheid.
Daarover hebben we een
principeovereenkomst met het ROC en dat
betekent dat, naast de parkeerfaciliteiten bij
de Creatieve Fabriek er een tweede, grote
oppervlakte komt voor tijdelijk, vier à vijf
jaar, parkeren. De voorziening van het aantal
geparkeerde auto's wordt zeker gehaald voor
1 september.
8 14 april 2009
De Voorzitter: Akkoord. Dit lijkt me
voldoende voor vanavond, want we lopen
echt uit de tijd. Er liggen nog twee vragen,
dus ik verwijs graag naar de commissie. Ik
denk dat dat moet, want anders gaat het
teveel tijd kosten.
De heer Mulder (BurgerBelangen): Nog
even kort over het ROC-verhaal. We hebben
destijds als raad uitgebreid stilgestaan bij
parkeervoorzieningen, voordat wij het ROC
toestemden. Het was een voorwaarde voor
een groot deel van de raad, dat dat goed
ingevuld zou worden, voor het kunnen
realiseren van deze functies; ik moet zeggen
dat ik het nogal beschamend vind om te
horen dat het uiteindelijk niet lukt en dat wij
nu voor jaren zo'n buurt opzadelen met
parkeeroverlast.
De Voorzitter: Daarom: naar de
commissie, want dit geeft misverstanden. Er
is een tussenvoorziening, dat komt in de
commissie en in de volgende commissie kunt
u daarover spreken. We zijn nu aan de
vragen van de PvdA over Veldkamp.
7. Vragen van de fractie van de PvdA over
bedrijventerrein De Veldkamp.
Mevrouw Prent (PvdA): Het hoeft geen
betoog dat wij grote waarde hechten aan de
ontwikkeling van bedrijventerreinen. We
kunnen ons ook voorstellen dat het huidige
economische tij soms om andere besluiten of
misschien wel temporiseren vraagt.
Daarnaast hebben we gezien, dat in onze
collega-gemeente Borne veel aandacht is
voor bedrijventerrein De Veldkamp en ons
bereiken ook signalen van de huidige
bewoners van dat toekomstige terrein, dat
het de aandacht heeft. Daarom zou ik twee
vragen willen stellen over het bedrijventerrein
De Veldkamp.
• De eerste is: Wat is de actuele stand van
de ontwikkeling van het bedrijventerrein
De Veldkamp?
• En de tweede is meer specifiek over de
onteigeningsprocedures: hoe verlopen die
op dit toekomstige bedrijventerrein?
De heer Ter Ellen (wethouder): Voorzitter!
Om met de laatste vraag te beginnen, want
dat is eenvoudig: daar hebt u net een besluit
over genomen, dus dat is net in gang gezet.
De administratieve procedure, en niet meer
dan dat.
Ten tweede: Ik vind het goed dat u die
eerste vraag gesteld hebt, want het geeft mij
gelegenheid. Ik heb knarsetandend de
artikelen gelezen over De Veldkamp in Borne;
die zijn uitermate ongenuanceerd en niet
juist. Er wordt op een gegeven moment een

vergelijk gemaakt tussen Het Oosterveld en
De Veldkamp, alsof het op het Oosterveld
allemaal zo geweldig zou zijn en op De
Veldkamp veel minder.
Helder is dat we in een periode zitten
waarin investeringsbeslissingen moeilijk
genomen worden, maar desondanks is het zo
dat we voor De Veldkamp op dit moment
twee overeenkomsten hebben getekend. Het
gaat over twee bedrijven, waarvan zich
binnenkort eentje, dat zal waarschijnlijk de
first mover zijn, zal gaan vestigen op De
Veldkamp. Natuurlijk zijn er plekken die we
via de verwerving, u kent ze, de claims, ook
al weggegeven hebben, dat zijn er een stuk
of twee. En er is een autobedrijf dat er
naartoe gaat; het is vrijwel zeker dat dat
gaat gebeuren.
Maar er zijn nog steeds een heleboel
gesprekken met bedrijven in De Voskamp
gaande en er is zelfs een viertal opties op dit
moment waarmee we aan het verzilveren
zijn. En we hebben voor de tweede fase een
lijst. U weet dat we begonnen zijn met het
vaststellen van criteria, en op basis van die
criteria bedrijven hebben aangeschreven. We
hebben een lijst van 60 bedrijven die in deze
fase nog niet aan de orde willen komen, maar
wel in de volgende fase. Met andere woorden:
er is wel degelijk wat aan de hand, er is
reuring op De Veldkamp en het wordt
natuurlijk alleen maar beter op het moment
dat je met die tunnel de bereikbaarheid
verzekerd hebt. Want dat is op dit moment
nog een negatief punt voor het bedrijventerrein,
anders dan op Het Oosterveld het
geval is.
Maar op Het Oosterveld is het niet veel
beter, maar ook niet veel slechter dan op De
Veldkamp. We zijn daar met een aantal
bedrijven bezig en we hebben met betrekking
tot Het Oosterveld zes reserveringsbrieven
laten uitgaan, er is één bedrijfsverzamelgebouw
dat geplaatst zal worden, één groothandel,
met nog drie andere groothandels die
ernaartoe gaan. Er is ondertussen al een
autobedrijf aan het bouwen en er komt nog
een bouwbedrijf, ongeveer in dezelfde orde
van grootte als in De Veldkamp het geval is.
Met andere woorden: laten ze in Borne niet
zeuren, want je bent je eigen product aan het
bederven.
Mevrouw Prent (PvdA): Dank voor uw
actuele antwoord. Op de onteigeningsprocedures
kom ik nog graag even terug in
de commissievergadering.
De Voorzitter: Tenslotte de laatste vraag.
8. Vragen van de fractie van de VVD over
bijstandsfraude.
9 14 april 2009
De heer Rikkerink (VVD): Voorzitter! Een
mevrouw (om privacyredenen noemen we
geen naam)….
De heer Winter (PvdA): Voorzitter! Is het
zo verstandig om hier in de raad over individuele
gevallen te praten?
De Voorzitter: Ik denk dat we hier over
beleid spreken en de wethouder zal denk ik
hier straks op antwoorden dat hij niet op
individuele casus zal ingaan.
De heer Winter (PvdA): Omdat de heer
Rikkerink begint met 'Mevrouw … '
De heer Rikkerink (VVD): Het zou aardig
zijn als u gewoon het betoog afwacht en dan
een opmerking maakt. Ik vind die volgorde
wat beter. Dank u.
…(om privacyredenen noemen we natuurlijk
geen naam) woonachtig in Hengelo, ontvangt
sinds 2006 een bijstanduitkering van deze
gemeente. En dit ondanks dat mevrouw al in
2001 een vermogen aan onroerend goed
bezit in Turkije. Duidelijk is dus, dat deze
mevrouw nooit een aanvraag had mogen
doen voor een bijstandsuitkering en duidelijk
is, dat deze gemeente nooit goed gecontroleerd
heeft. Eén en ander werd pas bekend
toen de klokkenluider, in dezen haar ex-man,
de gemeente hierop attent maakte. Deze
uitkeringsfraude is nu al meer dan een jaar
bekend bij deze gemeente. Deze gemeente
heeft geconstateerd dat hier sprake is van
fraude. Maar wat schetst onze verbazing? In
plaats van hard in te grijpen en onmiddellijk
haar bijstandsuitkering te beëindigen en
beginnen met terugvordering, blijft deze
gemeente haar bijstandsuitkering gewoon
doorbetalen. Wel is er nu een regeling in de
maak dat zij middels haar uitkering wat gaat
terugbetalen. Met andere woorden: deze
gemeente betaalt mevrouw geld om de
gemeente terug te betalen. En het bizarre is
nu, dat na de ontdekking van de uitkeringsfraude
deze niet is stopgezet en in plaats
daarvan probeert de gemeente nu mede de
schade te verhalen op de klokkenluider.
We hebben begrepen dat enkele weken
terug aangifte is gedaan tegen mevrouw bij
het Openbaar Ministerie, en dat is prima. En
dan komt de vraag:
Wij zijn van mening dat deze uitkering met
onmiddellijke ingang moet worden stopgezet.
De heer Winter (PvdA): Voorzitter! Ik
maak nogmaals ernstig protest om dit op
deze manier te bespreken.
De heer Rikkerink (VVD): En ik word er
niet warm of koud van.

De heer Winter (PvdA): Het is waarlijk
nonsens om hier zo op individuele gevallen in
te gaan. Overigens, meneer Rikkerink, u
beschadigt iemand die qua beleid gewoon
past binnen de beleidsregels. En u hebt zich
niet geïnformeerd bij de ambtenaren hierover.
Ik neem het u ook kwalijk.
De Voorzitter: Laat even de wethouder
hierop reageren, dan stoppen we met dit
onderwerp.
De heer Otten (wethouder): Voorzitter! Ik
denk dat we hier een goed gebruik hebben
om hier niet over individuele situaties te
praten en de vraag van de heer Rikkerink
gaat over een casus waarvan ik alleen in
algemene termen kan praten, hoe het hier
normaal gaat.
Ik heb de man van de Telegraaf gesproken
en geprobeerd een en ander uit te zetten en
helaas heeft dat niet geleid tot een evenwichtig
artikel en ik vind het ook aan u als
raadslid, dat u zich moet vergewissen van het
beleid in kwestie. U hebt één zaak gehoord,
en u weet, als er sprake is van vermogen in
het buitenland, dan geldt natuurlijk een
inlichtingencluster, dan schakelen wij Bureau
Buitenland in en er wordt onderzoek naar
gedaan. Dat duurt maanden, omdat we niet
over één nacht ijs gaan. Als er (in het
algemeen, niet betreffende deze casus)
sprake is van het nog niet verkopen of afdoen
van het vermogen, dat boven de vermogensvrijlatingsgrens
ligt, dan is er geen geld en
dan loopt de uitkering door.
Dat moet u weten, en ik vind dat u dat als
raadslid moet weten omdat u zich kunt
verdiepen in de regelgeving die daarvoor
geldt. En dan laat ik in het midden of dat hier
het geval is, maar zo zijn er algemene regels.
Ik denk dat wij in Hengelo die regels gewoon
toepassen zoals ze volgens wet- en regelgeving
in onze rechtsstaat toegepast moeten
worden.
Voorzitter, ik vind het lastig om in deze
individuele situatie met de heer Rikkerink te
spreken, maar u moet van mij weten dat als
u hoort, dat er sprake is van vermogen, en
dat vermogen (je kunt je afvragen of de
waarde van dat vermogen objectief is
vastgesteld) nog niet verkocht is, dan niet de
conclusie luidt dat de uitkering dus gestopt
moet worden. Ik wil alles wat ik nu vertel niet
in relatie brengen met de kwestie die door
meneer Rikkerink is aangemeld, maar het is
algemeen beleid. En ik betreur ten zeerste
dat de pers, in dit geval de Telegraaf, heeft
nagelaten dat te melden.
De Voorzitter: We stoppen hierover de
beraadslagingen en ook geen laatste woord
meer, omdat het hier over een casus gaat en
10 14 april 2009
we over beleid zouden moeten spreken. Ik
stop met dit onderwerp.
Het vragenhalfuur is hiermee voorbij, het
heeft drie kwartier geduurd.
A.4 Verslag vergadering 10 maart 2009
Hebt u opmerkingen op het verslag? Dat is
niet het geval, dus het verslag wordt vastgesteld.
A.5 Lijst ingekomen stukken en
mededelingen
Ingekomen stukken
1. Het Presidium van de Gemeenteraad van
Tubbergen. Toezending 2 moties van de
gemeenteraad van Tubbergen betr. de
taken en kosten van de Regio Twente en
betr. de uitvoeringskosten van de Agenda
van Twente (282492)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van het presidium
besloten dit stuk voor kennisgeving aan te
nemen.
2. L.J.O. Gelink. Reactie op brief fam.
Schipper m.b.t. kassencomplex (281790)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van het presidium
besloten dit stuk ter afdoening in handen te
stellen van het college en de commissie
Fysiek te informeren.
3. Het Presidium van de Raad van
Dinkelland. Toezending motie Raad
Dinkelland over Natura 2000-gebieden
(281775)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
4. Recron. Doet mede namens Koninklijke
Horeca Nederland en de HISWA
Vereniging een beroep om binnen de
gemeente Hengelo de toeristenbelasting
af te schaffen. Dit om het toeristischrecreatieve
bedrijfsleven te helpen in
deze periode van recessie (281555)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Bestuur te informeren.
5. VVE’s Appartementencomplex Boomhaege.
Verzoekt te kijken naar de
mogelijkheden die er zijn om direct voor
de uitrit van de appartementen een

aansluiting te maken naar de Oldenzaalsestraat
zoals dit ook bij huisnr. 485 het
geval is, dit i.v.m. problemen die er zijn
bij het uitrijden van het complex Boomhaege
richting Oldenzaal (281585)
De heer Coopman (BurgerBelangen):
Voorzitter! Ik heb een vraag over punt 5,
namelijk of de commissie Fysiek daarover
geïnformeerd kan worden.
De Voorzitter: U wilt als de commissie
Fysiek geïnformeerd worden over punt 5
inzake Appartementencomplex Boomhaege.
Dat nemen we zo op.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Fysiek te informeren.
6. M.J.J.T. Huis in ’t Veld. Voorstel m.b.t.
nieuwbouw Twickel College (Kristenbos)
(281463)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Fysiek te informeren.
7. CAK. Bevestiging nieuw opgevoerde
gegevens in de EB Parametermodule van
de CAK m.b.t. eigen bijdragen WMO voor
cliënten binnen de gemeente Hengelo
(281777)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen.
8. I.M. Buchholz. Aanvulling op klacht m.b.t.
de zaak Pross inzake legaliseren
toegangspoort (281711)
De heer Coopman (BurgerBelangen):
Voorzitter! Ook hier het verzoek of de
commissie Fysiek daarover geïnformeerd kan
worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel besloten dit stuk
ter afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Fysiek te informeren.
9. Communicatie Werkgroep Hengelose Es.
Zendt afschrift van brief aan Wijkzaken
inzake financiering wijkkrant Hengelose
Es (281372)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te stellen
en de commissie Sociaal te informeren.
11 14 april 2009
10. VOS/ABB. Vraagt, n.a.v. brief VNG m.b.t.
het verzachten van de negatieve
gevolgen van de economische crisis, te
investeren in adequate onderwijshuisvesting,
zoals achterstallig onderhoud
(280075)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen.
11. Kwekerij De Belder. Problematiek familie
Gelink i.v.m. verhuur kassencomplex
(281370)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Fysiek te informeren.
12. Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Wijziging rechtspositiebesluiten
i.v.m. fiscaliteit dienstauto’s
(281360)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
13. Politie Twente. Toezending concept
korpsverslag 2008 en concept jaarrekening
2008 van de Politie Regio
Twente (283145)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
14. Twentse Recycling Maatschappij BV.
Verplaatsing Twente Recycling
Maatschappij BV (puinbreker) (282838)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Fysiek te informeren.
15. Inspectie van het Onderwijs. Toezending
rapport ‘Kwaliteit gemeentelijk toezicht
Kinderopvang 2007’ (282740)
Mevrouw Koopman (PvdA): Voorzitter! Ik
heb in de leeskamer wel de brief van de
Inspectie gevonden, maar niet het rapport. Ik
was met name daar in geïnteresseerd. Ik zou
de wethouder willen vragen of hij in de commissie
de stand van zaken van de Hengelose
situatie kan toelichten.
De heer Otten (wethouder): Dat zullen we
doen.

De Voorzitter: Dat zal gebeuren en wordt
in de commissie Sociaal toegelicht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
het stuk in handen van het college te stellen
en de commissie Sociaal te horen.
16. Gemeenteraad van Borne. Motie
gemeenteraad van Borne m.b.t. de
financiële bijdragen van gemeenten in
Regio Twente (282747)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
17. W. Mulder. Deelt mede het bestuurslidmaatschap
van de Stichting Lokale
Omroep Hengelo te beëindigen (283396)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
18. Gemeente Renkum. Zendt ter kennisname
een afschrift van de brief van het
college van B&W van Renkum gericht aan
het ministerie van Biza m.b.t. een motie
betreffende stemmen door visueel
gehandicapten (283397)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
19. M.E.M. ten Brummelhuis-Gelink. Vraagt
nogmaals kritisch te kijken naar de
uitgangspunten/ randvoorwaarden m.b.t.
de inschrijving/gunning van de
marktkiosk (283687)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Fysiek te informeren.
20. VCOH. Spreekt verontrusting uit over een
aantal genomen en te nemen besluiten
over de Binnenstad van Hengelo; o.a. de
toewijzing van de kiosk op de markt
(283682)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Fysiek te informeren.
21. Monumenten commissie. Jaarverslag
2008 monumenten commissie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
12 14 april 2009
22. Stichting ‘Hart van Twente’. Verzoekt om
de stellingname v.w.b. de luchthavenplannen
dit i.v.m. de demonstratieve
wandeltocht op 9 april 2009 (283842)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
23. Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Circulaire Gemeentefonds
van 10 maart 2009 (284108)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Bestuur te informeren.
24. Twente Milieu. Zendt brief aan het
Dagelijks Bestuur van de Regio Twente
m.b.t. informeren positiebepaling van
Twente Milieu B.V. (284703)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
25. Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Informeert over
verschillende rechtspositionele
aangelegenheden voor burgemeesters,
wethouders en raadsleden (285492)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
26. Dienstencentrum H/HVO. Brief over
gewijzigde financiering van het godsdienstig
en humanistisch vormingsonderwijs
(GVO en HVO) vanaf 1
augustus 2009 (285490)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen.
27. TV Hengelo. Brief met vragen over
subsidie/licentie i.v.m. beëindigen
activiteiten M Media voor TV Hengelo
(285850)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel besloten dit stuk ter
afdoening in handen van het college te
stellen en de commissie Bestuur te
informeren.
A.6 Benoeming raadslid in comité
Emsdetten-Hengelo (283585)

De Voorzitter: Er is één kandidaat. Als de
stemcommissie zou ik willen vragen de heer
Coopman, de heer Vondeling en mevrouw
Rouwet. De stembriefjes worden uitgedeeld
en dan kunt u in de pauze als stembureau uw
werk doen.
HAMERSTUKKEN
B1 Wijziging financiële beheersverordening
(280333)
C1 Kredietaanvraag afronden Nota
van Uitgangspunten CST/Hart van
Zuid (278388)
C2 Kredietaanvraag inrichtingsplan
Industrieplein (278386)
C3 Onteigening De Veldkamp
(270308)
C4 Planschade Oude Bornseweg 156
(275071)
C5 Voorbereidingsbesluit Lange
Wemen (271695)
C6 Herinrichting van een deel van de
Berflobeek (280491)
C7 Evaluatie verkoop snippergroen
(280654)
D1 Subsidieprogramma Sport en
Bewegen 2010-2014
(275282/276881)
De heer Coopman (BurgerBelangen):
Voorzitter! Ten aanzien van stuk C3: nadat
het in de commissie is behandeld, kregen wij
daar nog een stuk voor toegezonden en ik
heb ook deze middag nog enige informatie
daarover gekregen. Ik heb de volgende
vraag: van de betrokken bewoners heb ik
vernomen dat deze, voordat het stuk in de
commissie is behandeld, überhaupt niet
geïnformeerd waren dat er een onteigeningsprocedure
zou gaan lopen. En dat ze dat pas
sinds heel kort weten en dat ze op geen
enkele manier de mogelijkheid hebben gehad
om protest aan te dienen. Ik wil vragen of
dat de normale gang van zaken is.
De heer Ter Ellen (wethouder): Ja.
De heer Coopman (BurgerBelangen): Hoe
kan iemand dan protesteren als hij niet weet
dat er iets loopt?
De heer Ter Ellen (wethouder): Daarvoor is
een hele procedure en in die procedure zijn
de rechten gewaarborgd van de mensen. Het
is niet zo dat de mensen dit van tevoren
moeten weten.
De heer Coopman (BurgerBelangen): Maar
deze mensen worden nog wel gehoord en
krijgen nog alle mogelijkheden neem ik dan
aan?
13 14 april 2009
De Voorzitter: Dat is de normale
procedure. Kunt u met die verheldering
instemmen met de hamerstukken?
Dan zijn deze vastgesteld.
B VOORSTELLEN DOOR TUSSEN-
KOMST VAN DE COMMISSIE
BESTUUR
B2 Aanbieding aandelen Essent aan
RWE (279506)
De heer Winter (PvdA): Voorzitter! Er is
ontzettend veel informatie naar ons toegekomen
in de stukken, maar ook op internet is
er verschrikkelijk veel over te vinden. Ook in
mijn partij is dit nogal een issue: heel veel
interne debatten ook binnen onze eigen club
en binnen onze fractie. Gisteravond, 2 e Paasdag
hebben we nog tweeënhalf uur met
elkaar hierover zitten praten. Ook in de
landelijke en provinciale fracties. Deze grote
betrokkenheid laat ons wel wat zien, namelijk
dat wij langzaam maar zeker heel grote
twijfels hebben over privatisering en dat het
einde daarvan wat ons betreft langzaam
maar zeker wel in beeld is. Kijk ook maar hoe
onze fractie zich opgesteld heeft in het
Twence-debat; daar was het ook al wat
zichtbaar.
In de debatten twee centrale thema's: gaan
we nou vervreemden ja of nee, en zo ja, aan
wie dan?
Wij hebben er in onze fractie heel diep over
nagedacht: wat vervreemden we eigenlijk?
Wat doen we nou weg? Het netwerkbedrijf
blijft in publieke handen; dat is in ieder geval
afgesproken. Dat is hier in Nederland heel
braaf en netjes gesplitst.
Productie van energie: doet Essent dat heel
veel? Ja, dat doet Essent redelijk veel, maar
het is niet een heel zware activiteit.
De grootste activiteit die we wegdoen is
levering. Levering van energie. Wat vervreemden
we nog meer behalve deze drie
dingen (netwerk, productie en levering)? Een
bedrijf dat landelijk werkt en met twee benen
in een internationaal concurrerende markt
staat met andere leveranciers van energie.
Wij hebben ook heel veel gedebatteerd
binnen mijn club over het publieke belang.
Wanneer zijn goederen van publiek belang?
Dat is nogal een elementaire discussie. Wij
hebben onze oude geleerden vanuit de partij
er nog bij gehaald, zelfs nog over Duisenberg
gesproken, over de oprichting van de
Postbank en al dat soort thema's zijn de
revue gepasseerd.
Energieproductie, productie, en ook
grondstoffen, maar ook levering en netwerk

zijn van groot publiek belang. Wij onderstrepen
het publieke belang dat daar in zit.
Maar, stel dat wij Essent niet verkopen, dat
wij tegen de verkoop zijn. Dienen wij dan dat
belang? Wat hebben we in publieke handen,
als we niet verkopen? Dat is de redenering
zoals die binnen mijn fractie is gemaakt.
Wat hebben we dan in handen? Een
leveringsbedrijf met een beetje productie in
een sterk internationaal concurrerende
markt. We hebben geen grondstoffen en
geen grootschalige productie van energie.
Toen vroegen we ons ook af hoeveel van
onze kiezers, maar ook van de kiezers van al
mijn collega's hier, nemen nog energie van
Essent af? En blijven ze dat doen, ook
wanneer het een publiekgestuurd bedrijf is?
Het antwoord is: dat weten we niet, want de
marktwerking in die levering is en blijft
volledig vrij. Het gaat ons, met het behouden
van Essent in het publieke domein, niet
lukken om die levering, die vrijheid om
morgen over te stappen naar een andere
leverancier, te beïnvloeden. Met andere
woorden: maken we, door nog aandelen te
hebben in zo'n bedrijf, het risico voor de
burgers niet nog groter? De wereld is
veranderd, en die marktwerking in die
levering is niet terug te draaien.
Waar we in onze fractie ook uitgebreid over
hebben gesproken, is de manier waarop we
Essent hebben bestuurd en hoe we dat
zouden moeten doen, als we Essent in het
publieke bestuur houden. We hebben
namelijk geen bestuurlijk equivalent voor
Essent. Essent is een landelijke partij, wij zijn
regionale aandeelhouders: Brabant, Limburg,
Overijssel en een aantal gemeenten.
Misschien kunnen we ons dan beter richten
op de kansen rondom Twence en het
Overijsselse duurzaamheidbedrijf, want dat is
wel iets dat binnen onze bestuurlijke macht
ligt.
Als we Essent zouden vervreemden; aan
wie dan? Is RWE slecht, is RWE goed? Is de
potentiële partner van Nuon goed of slecht?
Daarover komt heel veel informatie naar ons
toe. Wij als lokale fractie vinden dat wij
onmogelijk kunnen beoordelen of RWE goed
of slecht is. Essent is overigens, ondanks
jaren van publieke besturing, ook niet de
schoonste. Er wordt zelfs een behoorlijk
percentage aan kernenergie uit Frankrijk
ingekocht. En hoe deden we dat vorig jaar
ook alweer, toen we de wethouder op pad
moesten sturen om wat te melden in de
aandeelhoudersvergadering? Groen Links had
volgens mij vorig jaar wat vragen over een
kolencentrale, en wij, de rest, vroeg zich af of
meneer Boersma wel een bonus moest
krijgen. Dat was onze aansturing van Essent.
Voor ons is er wel een belangrijk ander
onderwerp. Dat is vandaag weer behoorlijk in
14 14 april 2009
het nieuws geweest, namelijk dat wij
eigenlijk wel die splitsing van RWE, zoals
mevrouw Van der Hoeven, onze minister,
voorstaat, wel voorwaarde vinden voor
verkoop. Dat hebben wij tenminste zo
kunnen lezen. Een level playing field, zoals ze
dat zo mooi noemen. En de VVD in Brabant
heeft in onderzoek, samen met D'66
aangetoond dat RWE nou niet direct van plan
is om te splitsen. In ieder geval niet te
splitsen zoals wij gesplitst hebben, waarbij
het bedrijf dan ook onder publieke aansturing
komt. Nee, dat blijft dan waarschijnlijk een
dochter van RWE. En zijn wij dan weer het
braafste jongetje van de klas?
Dan vraag ik de wethouder wel om wat
meer informatie. En hoe zwaar dat punt
weegt. Ik ben ook benieuwd hoe de collega's
dat vinden. Misschien hadden we, toen we
nog konden, een sterk Nederlands bedrijf
moeten organiseren door Essent en Nuon
samen te laten gaan. Maar, sommige
partijen, die nu heel hard protesteren,
hebben daar toen ook tegen gestemd.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Voorzitter!
Wij gaan het een stuk korter doen en dat kan
ook, want eigenlijk is het natuurlijk een heel
simpel verhaal. Essent is een publiek bedrijf
en dat moet het ook blijven. Dit is een
belachelijk voorstel; dat hebben we de hele
tijd ook al gezegd. En wat we in de commissie
ook al hebben aangegeven; er is ook
iets heel raars gebeurd. Essent is namelijk
opgebouwd met centen van de burgers en
wat je nu ziet gebeuren, is dat alle overheden
aan het praten zijn wat er met het geld moet
gebeuren. Moet het in de algemene reserves,
we hebben het nodig, of kunnen we het al
heel leuk uitgeven? Kijk naar de provincies.
Ook dat vinden wij een discussie die nergens
op slaat, want dat geld is van de burgers en
zou terug moeten gaan naar de burgers, als
je het bedrijf verkoopt.
Daar gaan we dus ook een motie over
indienen, voorzitter. Ik zal hem nu voorlezen.
MOTIE
De raad van de gemeente Hengelo, in
vergadering bijeen op 14 april 2009
overwegende dat
− Het college een voorgenomen besluit
heeft genomen om, als één van de
deelnemende partijen, hun aandelen
van Essent NV aan RWE AG aan te
bieden met als doel om deze aan RWE
AG te verkopen;
− Het college een voorgenomen besluit
heeft genomen om de aandelen in
Enexis Holding NV (het netwerkbedrijf
van Essent) wel te behouden;

− Het definitieve besluit ter goedkeuring
moet worden voorgelegd aan
Gedeputeerde Staten van Overijssel.
constaterende dat:
− Er in de afgelopen jaren veel bedrijven,
welke gelieerd waren aan de overheid,
in commerciële handen zijn
overgegaan;
− De burgers daar zowel qua
dienstverlening alsmede qua
tariefstelling niet beter van zijn
geworden;
− Er vaak sprake is van korte-termijn
voordelen en op lange termijn geen
enkele inspraak meer mogelijk is;
− Dat Essent groot is geworden door de
aangesloten burgers.
draagt het college op:
− Dat wanneer wordt overgegaan tot de
verkoop van de aandelen van Essent,
het college de opbrengsten van de
verkoop rechtstreeks ten goede laat
komen aan de burgers middels een
dividenduitkering per huishouden.
En gaat over tot de orde van de dag.
Namens de fracties van Hengelo.nu en
Progressief Hengelo is de motie ondertekend
door de heer G. Knegt en de heer L. Janssen.
Even naar de heer Winter, want die stelde
daar een vraag over aan de collega's. Meneer
Winter, ik begreep dat het voor jullie een
harde voorwaarde is. Wij zijn tegen de
verkoop, maar natuurlijk zal dat heel
belangrijk worden in de toekomst.
De Voorzitter: Dank u wel. De motie ligt er
al; hij is al verspreid. Dank voor uw medewerking.
Het maakt onderdeel uit van de
beraadslagingen.
Mevrouw Ter Hofte (CDA): Voorzitter! Wij
hebben twee vragen. Allereerst: hoe denkt de
heer Knegt het gat in de gemeentelijke
begroting te dekken? Dat ontstaat dan, want
we hebben straks geen dividend meer van
Essent. En ten tweede: waarom komt u nu
met dit voorstel? Wij krijgen al jaren dividend
van Essent en u had ook al eerder kunnen
zeggen 'laten we dat aan de burger
teruggeven'.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Dat is
correct. Dat hadden we eerder kunnen stellen
en hadden het misschien ook eerder moeten
stellen, want ook dat dividend vinden we
eigenlijk niet thuishoren bij de gemeente.
15 14 april 2009
Het is eigenlijk een omweg; je laat burgers
teveel betalen voor hun energie, dat laat je
terechtkomen bij de overheid en die geeft het
op die manier weer uit, dus die tarieven
hadden naar beneden gekund, dat geld had
daar niet gehoord, dat was al fout. Dus dat
kan ik met u concluderen. Het tweede: hoe
moet het gat in de begroting worden gedicht?
Dat is een heel simpel verhaal; als je minder
geld binnenkrijgt moet je minder geld
uitgeven. Dus die discussie moeten we maar
eens met elkaar aangaan. In dat verband wil
ik u er wel op wijzen dat tijdens de allerlaatste
begrotingsbehandelingen Hengelo er
niet op heeft gewezen dat Hengelo teveel
geld uitgeeft en een te grote jas aantrekt.
Dat wordt in dit verband nog eens een keer
duidelijk, want wij zijn het geld van Essent
dus kennelijk nodig.
Mevrouw Ter Hofte (CDA): Maar u hebt
geen concreet voorstel waar u die dekking
zou willen vinden, waar u minder geld aan
zou willen uitgeven.
De heer Knegt (Hengelo.nu): De
burgemeester is vrij kortaf in de agenda
vandaag, en ik neem ook niet aan dat u van
mij een discussie wenst over de
bezuinigingen die daar het gevolg van zouden
moeten zijn.
Ik heb wel wat voorstellen. Ik zal onmiddellijk
Lange Wemen noemen, waar het geld
dan trouwens al terug is, want je praat dan
over een miljoen per jaar extra, waar wij
trouwens ook tegen gestemd hebben, het
CDA was voor. Ik zou nog wel een aantal
voorbeelden kunnen noemen, maar dat gaat
nu echt te ver.
Mevrouw Ter Hofte (CDA): Dit is
voldoende, dank u wel meneer Knegt.
De Voorzitter: Daar komen nog over te
spreken. Uw beide vragen zijn beantwoord.
De heer Van den Heuvel (SP): Voorzitter!
Om te beginnen vinden wij het jammer dat
de PvdA deze beslissing heeft genomen, want
daarvoor was het spannend, maar als de
PvdA dit standpunt inneemt, gaat het wel een
bepaalde kant uit. Maar ik zal toch proberen
zo helder mogelijk naar voren te brengen
waarom wij vinden dat de energievoorziening
wel een nutsvoorziening is en dus wel in
handen van de gemeenschap hoort te zijn. Ik
baseer me enigszins op de adviezen die we
hebben gekregen; we hebben een hele stapel
papieren gekregen. Daarin wordt onder
andere aangegeven dat door de marktwerking
binnen de energievoorziening er op
termijn alleen maar een handvol megaconcerns
kan overleven. Zelfs Essent, wat

toch een heel groot bedrijf is, zou te klein zijn
om te opereren. Dat vinden wij nu juist één
van de grote bezwaren, want je krijgt straks
misschien vijf megaconcerns die de gehele
Europese markt beheersen. Met zulke grote
bedrijven, dat leert ook de ervaring in andere
sectoren, blijft er van vrije concurrentie
weinig over. In de praktijk blijkt dat de
bedrijven, die zo'n grote omvang hebben
gekregen, in staat zijn om toch hoge
winstmarges te hanteren. En andere, kijk
naar Shell, die jaar in jaar uit zeer hoge
winsten weten te boeken, wat in een volledig
vrije markt nooit zou kunnen. Een ander
bezwaar is, dat dat soort bedrijven een
onevenredig grote politieke macht gaan
krijgen. Het argument dat wordt genoemd
voor verkoop van Essent, dat we een zeer
grote schaal moeten bereiken in de
energievoorziening, vinden wij juist een
argument tegen de verkoop, omdat wij
helemaal niet die megaschaal willen. Dat
betekent uiteraard wel dat je het in
gemeenschapshanden moet houden, want als
je het vrijlaat zullen ze alles opkopen tot ze
een zeer grote schaal bereiken.
Een ander argument dat wordt genoemd om
de handel in en productie van energie te
vervreemden, is dat de overheid geen
bedrijfsrisico zou moeten lopen. We krijgen
ieder jaar wel veel opbrengst uit Essent,
maar je loopt ook een bedrijfsrisico. Essent
zou door een ongunstige investering of rare
dingen die ze met het geld doen, verliezen
kunnen leiden of …
De heer Winter (PvdA): Of uw kiezers, die
goedkopere tarieven zoeken…
De heer Van den Heuvel (SP): Wie weet,
hoe dan ook loop je een bedrijfsrisico door
Essent vast te houden. Als je verkoopt, zou je
van het risico af zijn, maar juist omdat je
straks een paar zeer grote energiebedrijven
overhoudt, blijft in de praktijk het risico bij de
samenleving liggen, want als zo'n bedrijf,
door welke reden dan ook, helemaal de mist
in zou gaan, dan zou de overheid als puntje
bij paaltje komt, altijd inspringen om zo'n
bedrijf overeind te houden. Omdat de maatschappelijke
belangen van continuering van
de voorzieningen van zo'n bedrijf gewoon te
groot zijn om het bedrijf failliet te laten gaan.
Hetzelfde hebben we pas nog gezien bij de
banken, die ook grote fouten maken met hun
geld, dat is dan bedrijfsrisico, maar uiteindelijk
wordt het dan toch het risico van de
belastingbetaler. Dat zul je ook bij dit soort
bedrijven zien. Die zijn zo essentieel voor het
functioneren van de samenleving, dat in de
praktijk het risico altijd bij de samenleving
zal blijven liggen voor het voortbestaan van
die bedrijven. En als het risico al bij ons ligt,
16 14 april 2009
is het wel zo handig wanneer de opbrengsten
ook bij de gemeenschap liggen. Anders krijg
je alleen maar privatisering van de winsten
en socialisering van de risico's. Dat lijkt ons
een zeer ongewenste ontwikkeling.
En als u wel wilt dat het geprivatiseerd is,
dan zou je ervoor moeten zorgen dat die
energiebedrijven zo klein zijn, dat ze failliet
zouden kunnen gaan. Dan zou je in ieder
geval een heel sterke rem kunnen zetten op
die enorme schaalvergroting.
Een andere belangrijke overweging is dat er
bij de energieproductie heel grote maatschappelijk
aspecten een rol spelen. Veel
meer dan in de meeste andere sectoren.
Denk bijvoorbeeld aan het broeikaseffect en
al die andere milieuproblemen die bij
energieproductie horen. Ook dat we als
samenleving hebben gezegd dat we op
termijn willen overschakelen op duurzame
energie, dus dat vergt een volledige ombouw
van de energie-infrastructuur.
Levenszekerheid is natuurlijk een groot
belang. En ook allerlei politieke overwegingen
spelen een belangrijke rol in de energievoorziening.
Als je dat via de markt wilt organiseren, kan
dat alleen maar door een heel uitgebreid web
aan regelgeving in het leven te roepen en ook
een uitgebreid controleapparaat om het
allemaal in de gaten te houden. Dat doet die
zogenaamde efficiency van de marktwerking
weer teniet. Omdat je toch zoveel maatschappelijke
wensen op die sector legt, is het
volgens ons efficiënter om het dan maar
meteen in gemeenschapshanden te houden.
En dat zie je ook wel bij andere sectoren die
geprivatiseerd worden, maar waar vervolgens
een gigantisch controleapparaat moet worden
bij gelegd om toch de maatschappelijke
doelen te realiseren, waardoor het uiteindelijk
alleen maar inefficiënt wordt.
Dus dat zijn algemene argumenten
waardoor wij vinden dat het gewoon een
nutsvoorziening moet blijven. En we hebben
ook specifieke bezwaren tegen dit voorstel,
en dat betreft dan vooral RWE. Want bij de
adviezen die we hebben gekregen staan wel
wat vrome stukken over het
duurzaamheidbeleid van RWE en wat voor
mooie centrales ze hebben neergezet.
Ongetwijfeld doen ze dat ook wel, maar in
hoofdlijnen is de praktijk toch totaal anders
en heeft RWE juist een heel slechte staat op
milieugebied. Ik veronderstel dat RWE van
alle energiebedrijven in Europa wel een van
de aller-slechtste is. RWE is bijvoorbeeld de
grootste CO2-vervuiler van Europa en er
wordt gezegd dat dat komt door de erfenis
die ze uit het verleden hebben, maar ook op
dit ogenblik zijn er plannen voor kolen- en
kerncentrales in Nederland.

De heer Alkema (ChristenUnie): Voorzitter!
Mag ik een vraag stellen? Wat is in uw ogen
beter; de ouderwetse steenkolen of het
vergassen van steenkool?
De heer Van den Heuvel (SP): Het
vergassen van steenkool is beter dan het
ouderwetse steenkool, maar het is niet het
ideale.
De heer Alkema (ChristenUnie): De laatste
centrales die ontwikkeld worden voor RWE,
zijn op basis van vergassing van steenkolen.
De heer Van den Heuvel (SP): Dat weet
ik, dat is minder slecht dan bruinkool, maar
dat is niet wat wij willen. Wij willen naar
duurzame energie.
De heer Alkema (ChristenUnie): Daar moet
u iemand de tijd voor gunnen.
De heer Van den Heuvel (SP): Het is goed
dat u dat zegt. Ik wil niet te technisch
worden, want dan krijg je het over de techniek
van energievoorziening, maar op 14
november 2008 heeft SenterNovem nog een
rapport uitgebracht over duurzame energie in
de nieuwe economische orde. Dat ging
specifiek over de transitie van de Nederlandse
energievoorziening naar duurzame
energie. Wij hebben als doelstelling in 2020
20% duurzame energie en op termijn nog
hoger. Daarbij is nadrukkelijk aangegeven
dat, om de transitie in Nederland mogelijk te
maken, we moeten ophouden met het
bouwen van nieuwe kolen- en kerncentrales,
omdat we op dit ogenblik al een te grote
capaciteit hebben in die gebieden. Dat heeft
te maken met de basislastcapaciteit, die veel
te hoog aan het worden is en daar is ook
nadrukkelijk gesteld dat als de politiek niet
ingrijpt en toelaat dat er nog meer van dat
soort centrales wordt gebouwd, zal het voor
Nederland onmogelijk zijn om de doelstelling
van duurzame energie te halen.
De heer Horsthuis (VVD): Voorzitter!
Moeten we niet heiliger zijn dan de paus?
Dan gaan we inderdaad niet bouwen, we
lopen inderdaad overal vooraan, en we
importeren inderdaad van kerncentrales uit
Frankrijk; waar zijn we dan mee bezig?
De heer Van den Heuvel (SP): Heiliger
dan de paus? We lopen op het gebied van
duurzame energie juist achter in Europa, dus
we zijn absoluut op het gebied van duurzame
energie geen voorloper in Europa. Wat
SenterNovem aangeeft (we kunnen ook
rapporten van anderen, deskundigen, aanhalen)
is dat als we doorgaan met het
investeren in nieuwe kolencentrales in
Nederland, we nog verder gaan achterlopen
17 14 april 2009
op dit gebied, vergeleken met andere
Europese landen. Dat zijn wel de plannen die
RWE heeft.
De heer Winter (PvdA): Voorzitter, mag ik
nog een vraag stellen?
Op zich is het een herkenbaar statement
dat u afgeeft, maar waar wij tegenaan lopen
is het feit of Essent dan het vehikel moet en
kan zijn om die duurzaamheiddoelstellingen
te halen. Omdat wij denken dat het voor ons
niet meer bestuurbaar is, dat we beter onze
pijlen kunnen richten op dingen die dichterbij
zitten en die we wel binnen onze invloed
hebben. Essent is een landelijke, internationale
speler; wij provinciaal/lokaal.
De heer W. Mulder (BurgerBelangen):
Voorzitter! Misschien kan de heer Winter een
paar dingen noemen die hij dan wel graag wil
besturen, want zo langzamerhand zijn alle
essentiële dingen ons al wel uit handen, en ik
ben benieuwd wat de PvdA dan nog de
moeite van het besturen waard vindt.
De Voorzitter: Wil het een beetje ordentelijk
gaan, dan moet de heer Van den Heuvel
op de interruptie antwoorden. U krijgt de
beurt nog en mevrouw Ter Hofte wil op die
interruptie nog aansluiten?
Mevrouw Ter Hofte (CDA): Ja, ik wil
aanvullen op de heer Winter, want ik vraag
me dan af, als meneer Van den Heuvel de
conclusie trekt dat we in Nederland achterlopen
op dat gebied, wat heeft het aandeelhouderschap
ons dan gebracht?
De Voorzitter: Meneer Van den Heuvel,
gaat u verder met uw betoog.
De heer Van den Heuvel (SP): Het is
inderdaad waar; het is niet alleen in het
aandeelhouderschap, maar ook in het
energiebeleid dat de afgelopen jaren gevolgd
is, en helaas een nogal grillig verloop heeft
gehad, zoals iedereen weet, en met
subsidieregelingen die ieder jaar weer op de
kop worden gezet. Door al die zaken heeft
Nederland een achterstand opgelopen.
Maar zeker is ook dat Essent meer had
kunnen doen dan het heeft gedaan. Helaas is
de keuze gemaakt om als aandeelhouders
nogal op afstand te gaan zitten en het zou
beter zijn wanneer de aandeelhouders een
actiever beleid op dit gebied gaan voeren. Je
hebt bepaalde maatschappelijke
doelstellingen op het gebied van energievoorziening
en als publieke aandeelhouders
moet je die ook naar voren brengen.
Mevrouw Ter Hofte (CDA): U hebt dus ons
college als aandeelhouder nooit aange-

sproken op het feit dat wij vonden dat we
daarin meer moesten investeren.
De heer Van den Heuvel (SP): Daar is in
het verleden wel wat over gezegd, dat is
zeker.
Mevrouw Heidkamp (PvdA): Voorzitter! Ik
wil toch een vraag toevoegen. Hoe ziet u dan
de rol van de klanten van Essent? Want bij
Essent kun je groene stroom afnemen tegen
hetzelfde tarief als andere stroom, dus hoe
belangrijk vinden klanten van Essent die
duurzame stroom? Heel veel klanten hebben
dat niet, ik denk zelfs de meesten niet.
De heer Van den Heuvel (SP): Het gaat
niet zozeer om wat de klanten vinden, het
gaat erom dat we als samenleving….
Mevrouw Heidkamp (PvdA): Maar dat is
toch de klanten, wij als samenleving? Als de
meesten mensen het niet eens interessant
vinden om voor hetzelfde geld duurzame
energie af te nemen, waar sta je dan?
De heer Knegt (Hengelo.nu): Voorzitter!
Mag ik één vraag aan mevrouw Heidkamp
stellen? Ik ben eigenlijk wel heel nieuwsgierig….
De Voorzitter: Wacht even…
De heer Knegt (Hengelo.nu): Maar dit is
wel essentieel voor deze vraag….
De Voorzitter: Dit is een essentiële vraag
aan de heer Van den Heuvel, en dan kom ik
bij u.
De heer Van den Heuvel (SP): Het is zo:
we willen op de lange termijn een verantwoordelijke
voorziening in Nederland hebben.
Dan moet die omschakeling naar duurzame
energie worden gemaakt. Dan kunt u wel
zeggen dat de klanten liever op korte termijn
voor de portemonnee kiezen….
Mevrouw Heidkamp (PvdA): Nee, het kan
voor hetzelfde geld; het is geen keuze voor
de portemonnee!
De heer Van den Heuvel (SP): Of ze zijn
te nonchalant. Ik denk niet dat de klanten
voor kolencentrales en veel vervuiling, dus
kiezen voor grijze stroom. Het is gewoon
nonchalance of het interesseert ze niet. Dat
kan volgens mij geen argument zijn om te
zeggen de boel maar in het honderd te laten
lopen. Laat maar komen, die kolencentrales
en dan laten we de heleboel verzieken. Dat is
natuurlijk totaal geen correcte manier van
redeneren. Wij moeten redeneren voor het
algemene belang en het is inderdaad jammer
18 14 april 2009
dat veel mensen daar niet erg bewust mee
bezig zijn, maar ik vind nog steeds dat wij
moeten streven naar duurzame energie op
lange termijn.
De Voorzitter: Meneer Van den Heuvel,
wilt u uw betoog weer voortzetten?
De heer Knegt (Hengelo.nu): Mijn vraag
aan mevrouw Heidkamp mocht nu.
De Voorzitter: Maar ik heb ook de heer
Mulder afgekapt dat hij niet weer op een
interruptie op een interruptie komt, anders
gaat het te lang duren. U hebt allemaal nog
een tweede termijn.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Dat is wel
een beetje lastig zo, hoor.
De Voorzitter: Het spijt me erg, maar het
kan niet anders.
De heer Van den Heuvel (SP): Het schiet
inderdaad niet erg op, maar oké, het is ook
een debat, hè?
De heer Horsthuis (VVD): Ik dacht dat we
het debat terug wilden in de raad.
De Voorzitter: Ja, dat gebeurt toch ook?
Maar niet via de één naar de ander, naar
weer een ander, want dan is het onoverzichtelijk
en kan niemand het meer volgen.
De heer Van den Heuvel (SP): Ik wil ook
nog even wijzen op de slechte staat van
dienst van RWE in Duitsland. Dat betreft niet
alleen de bruinkoolcentrales, want dat is
geschiedenis. Maar ook op dit ogenblik heeft
RWE nog steeds een negatieve rol op het
gebied van duurzaamheid. We zien dat ze
nog steeds actief aan het lobbyen zijn tegen
allerlei duurzaamheidmaatregelen die in
Duitsland worden genomen. Gelukkig is in
Duitsland de politiek vrij stevig op dit gebied,
dus hebben ze niet hun zin gekregen. De
Duitse milieuminister Sigmar Gabriël heeft
publiekelijk kritiek geleverd op RWE omdat
RWE zo actief lobbyt tegen strengere
klimaatnormen. Hij heeft gezegd: 'Een
dergelijke penetrante lobby hebben we in
Berlijn niet eerder gezien'. Dat is op dit
ogenblik de inbreng van RWE en u zult
ongetwijfeld hebben gelezen dat vorige
maand een lobby van energiebedrijven,
waaronder RWE, er bij de Europese
Commissie op heeft aangedrongen dat de
duurzaamheiddoelstelling voor 2050 worden
versoepeld, omdat ze meer tijd en ruimte
willen voor kolencentrales. Hoewel ze dus aan
de ene kant belijden dat RWE vreselijk
duurzaam is, zijn ze in de praktijk aan het

lobbyen om de maatregelen zoveel mogelijk
te minimaliseren op dat gebied.
Dus wij vinden RWE wat dat betreft een
heel slechte keuze als je duurzaamheid
serieus neemt. Als Hengelo ook de
doelstellingen van de millenniumgemeenten
en de duurzaamheiddoelstellingen als
gemeente serieus neemt, moet ze dat wel
degelijk laten meewegen. Het is niet alleen
een leuk reclameverhaaltje, maar in dit soort
kwesties juist zeer belangrijk.
Dan de financiële opbrengst. Zoals eerder
gezegd, schieten we er op korte termijn niet
zoveel mee op, want de opbrengst loopt
ongeveer gelijk op met het dividend, op lange
termijn zouden we mogelijk positief kunnen
draaien. Op zich zou het kunnen maar is niet
de belangrijkste overweging. Wat we wel
zien, nu er opeens een flinke hoop geld
binnenkomt, dat zeker bij provincies de
verleiding zeer groot is om dat geld zo snel
mogelijk uit te geven en te investeren, maar
dat is hét recept voor verspilling van overheidsmiddelen.
Want als je opeens met
stoom en kokend water alle investeringsprojecten
erdoor moet jassen, die normaal
gesproken een uitgebreide planning hebben,
waarbij de voors en tegens tegen elkaar
worden afgewogen, alleen met het idee het
geld zo snel mogelijk uit te geven om te
voorkomen dat het rijk het afroomt, vinden
wij dat een heel kwalijke ontwikkeling. De
gemeenten zouden ook absoluut niet moeten
meewerken aan zo'n ontwikkeling. Dus bij de
plannen van de provincie om samen met de
gemeentes al die projecten op te zetten,
zouden de gemeentes het gezonde verstand
moeten hebben om eerst het huidige
dividend vast te stellen en eventuele
investeringen in de normale lange-termijn
afwegingen mee te nemen. En niet zo snel
mogelijk het geld uit te geven, wat de
provincies wel dreigen te gaan doen.
Verder, wat ook al door anderen gezegd is;
het transportdeel is bij RWE niet afgesplitst
en er zijn ook geen plannen in die richting.
Na een zware lobby in Duitsland heeft de
Europese Commissie ook besloten om dit niet
verplicht te stellen. Dus hebben de energiebedrijven
in Europa niet langer de verplichting
om hun netwerk af te splitsen en het
is voldoende om het in een dochteronderneming
onder te brengen, die binnen de
holding kan blijven zitten. Dat is ook precies
wat RWE van plan is en ook kan blijven doen.
Ze hebben heel duidelijk aangegeven om niet
van plan te zijn het af te stoten. Nederland is
het enige land waar die splitsing is
doorgevoerd, waardoor onze energiebedrijven
op enorme achterstand zijn gezet,
wat dus een zeer onverstandig beleid
geweest is.
19 14 april 2009
Wij zijn er altijd voor geweest dat het
productiebedrijf en het leveringsbedrijf in
overheidshanden blijven. Het moet allemaal
in overheidshanden blijven.
Tenslotte wil ik opmerken dat de overgrote
meerderheid van de bevolking die wij geacht
worden te vertegenwoordigen, de één zegt
65-70%, de ander 75%, tegen de verkoop
van Essent is, en met ons van mening dat
energievoorziening een nutsvoorziening moet
zijn. Het zou in dit verband toch wel vreemd
zijn als de politiek daar lijnrecht tegenin gaat.
Natuurlijk moet de minderheid van 20-30%
ook een stem hebben, maar zeker bij die
partijen, waarvan wel zeker is dat het
overgrote deel van de achterban die op die
partijen hebben gestemd, in het vertrouwen
dat hun partij zich zal inzetten voor het
publiek houden van Essent, moet men dat
laten meewegen in hun stemgedrag, hoop ik.
De heer W. Mulder (BurgerBelangen):
Voorzitter! Gelukkig kan ik nu voor een
aantal van de elementen uit mijn betoog
verwijzen naar onderdelen zoals de SP heeft
onderbouwd; dat scheelt mij wat spreektijd.
De volgende stap in de uitverkoop van de
publieke zaak. We hebben in de afgelopen
jaren gezien: de telefoon, de post, de zorg,
bemiddeling, de spoorwegen; allemaal
verkoop van overheidstaken met hier en daar
een zeer beperkt succes, als er al van successen
gesproken zou kunnen worden.
Geprivatiseerde ondernemingen als Enron in
Amerika; grote faillissementen hebben de
burgers in Amerika ontzettend veel geld
gekost, in Californië met name. De spoorwegen
in Engeland hebben laten zien dat dit
soort trajecten niet in het algemeen positief
uitpakken.
De heer Winter (PvdA): Meneer Mulder,
hebt u ook een positief voorbeeld?
De heer W. Mulder (BurgerBelangen): Dat
wil ik u dan vragen. Er zijn er enkele,
bijvoorbeeld de draadloze telefoon, telecom,
dat is er één, maar dat zijn geen directe
levensbehoeften. Iedereen kan wel zonder
zijn gsm. Zo zie je maar dat behoeftes
gekweekt worden.
Al een aantal decennia, ook met de PvdA in
het kabinet Paars, en nu weer, is die
uitverkoop van de publieke zaak gaande en
dat betekent dat we nu staan voor de vraag
of we Essent de deur uit moeten doen.
De burgers in Hengelo en in heel Nederland,
zijn het er in het algemeen niet mee eens.
Ook in Europa heeft inmiddels de gedachte
zodanig post gevat dat de splitsing die men in
eerste instantie zag zitten, nu weer terug-

gedraaid wordt of minimaal de netten in een
aparte dochter worden ondergebracht en niet
in hetzelfde bedrijf. Europa zet niet door, en
Nederland, als braafste jongetje van de klas,
verkoopt nu toch haar nutsbedrijven. Nuon
wordt waarschijnlijk verkocht aan een
Zweeds staatsbedrijf, waarvan Zweden zegt
dat het wel een staatsbedrijf zal blijven, en
de Essent energieproducent aan een private
Duitse onderneming. En is daar iets mis mee?
Als je aandeelhouder van zo'n onderneming
bent misschien niet, maar als je als klein
overheidje in Nederland nog invloed wilt
uitoefenen op de bedrijfsvoering van zo'n
grote multinationale speler, kun je het
eigenlijk wel vergeten. U hoort de SP al
vertellen met wat voor krachtige lobby's men
in Berlijn aankomt, dan hoef je echt niet te
denken dat men in Den Haag nog kans maakt
om daar het ruggetje recht te houden.
De aandeelhouders, daar gaat het om bij dit
soort bedrijven. Wat bij overnames van dit
soort bedrijven ook altijd gebeurt, daar zijn
ook veel voorbeelden van bekend, is dat het
overgenomen bedrijf een aanzienlijke
financiële last op zijn schouders moet nemen,
namelijk het terugbetalen van de
aankoopsom, grotendeels of gedeeltelijk,
waarbij de klanten van zo'n bedrijf die extra
kosten ook nog moeten opbrengen. Dat
betekent dat de tarieven onder druk komen
te staan, een opwaartse druk, welteverstaan.
Dat is allemaal volgens ons niet in het
belang van de Hengelose burgers, niet in het
belang van de Nederlandse burgers…
De heer Horsthuis (VVD): Voorzitter! Eén
opmerking slechts. Het gaat er toch inderdaad
om dat de mensen keuzes hebben? Als
de prijs te hoog opgedreven wordt, dan ga je
toch naar Nuon, of alternatieven? Dat is toch
de insteek geweest van deze liberale
beslissing?
De heer W. Mulder (BurgerBelangen): Als
dat een simpele keuze zou zijn, wel, ja. Maar
als vervolgens de aandeelhouders van RWE
besluiten dat ze het geld beter in Polen
kunnen besteden dan in Nederland, en hier
de centrales laten verpieteren en wij over 25
jaar geen centrales meer hebben, wordt het
wel een probleem.
Alles overwegende komen we tot de
conclusie dat wij nog geen reden zien om
mee te doen aan het verkopen van aandelen.
De heer Winter (PvdA): Voorzitter! Mag ik
de heer Mulder nog één vraag stellen? Waar
wij telkens op vastliepen, en ik vraag mij af
hoe u dat afweegt, is dat uiteindelijk we het
belang dienen van duurzaamheid en andere
zaken die we voor ons zien, door niet te
20 14 april 2009
verkopen. Want het onderliggende belang,
daar wijst de heer Horsthuis ook op, blijft
altijd dat elke klant, ook uw kiezers, gewoon
naar een ander toe gaan, die goedkoper
levert. Dat gebeurt met regelmaat en ook
met grote internationale spelers zul je altijd
in die levering nichespelers houden.
De heer W. Mulder (BurgerBelangen): Dat
klopt, en dan krijg je, als we het over
varkenskarbonades hebben, dat de bedrijven
die drie verdiepingen hoge bedrijven met
megastallen, omdat die het goedkoopste
karbonaadje leveren. Die zullen dat bij AH
neerleggen.
De heer Winter (PvdA): Nou, nou, nou, ik
vind het een slecht vergelijk. U zet de
burgers van Nederland nu wel op een heel
lastige plek, vind ik.
De heer W. Mulder (BurgerBelangen): De
burgers van Nederland willen graag kiezen,
en heel veel burgers kiezen inderdaad…
De heer Winter (PvdA): … niet alleen voor
de karbonades uit de varkensfabriek, meneer
Mulder. Er zijn ook bewust kiezende
Nederlanders, die ook op uw partij stemmen.
De heer W. Mulder (BurgerBelangen):
Natuurlijk, die zitten er ook, en die kunnen
ook wel alternatieven kiezen voor het
goedkoopste schap in de supermarkt. Maar
een punt bij een publieke taak is dat je als
overheid nog de keuze hebt tussen veel
dividend of weinig, want je wilt dat onze
energiemaatschappijen investeren in schone,
duurzame technologie. Terwijl de aandeelhouders,
de private aandeelhouders van een
grote private onderneming, kijk maar naar
RWE, die hebben er geen belang bij dat er
veel in duurzaamheid geïnvesteerd wordt, die
willen shareholders value.
Daar blijkt dus, en dat heeft de SP treffend
aangewezen, dat RWE op dit moment is wat
je zou noemen de 'Jantje Smeerpoets' in
Europa. En daar gaan wij onze Essent aan
verkopen.
De heer Horsthuis (VVD): Voorzitter! Nog
één opmerking hierover. Wij hebben Enexis.
Die is verantwoordelijk voor de productie en
infrastructuur. Met andere woorden: de
handel is heel wat anders dan de commerciële
business, want daar hebben we het
over. Niet over de centrales.
De heer W. Mulder (BurgerBelangen): Het
wordt ook tijd dat de heer Horsthuis de
stukken gaat lezen, denk ik. Enexis gaat over
het transporteren van de energie en de
Essents en de RWE's gaan over de productie
en de levering; daar koopt u de stroom.

De Voorzitter: Akkoord, wij gaan naar de
CDA-fractie.
Mevrouw Ter Hofte (CDA): Voorzitter!
Iedereen in Nederland wil een betrouwbare
energievoorziening tegen zo laag mogelijke
tarieven en zo duurzaam mogelijk. Daar
zullen we het in de raad in ieder geval over
eens zijn. Vraag is, hoe we dit het beste
kunnen realiseren: door aandeelhouder van
Essent te blijven, of door juist onze aandelen
te verkopen. Het toekomstig aandeelhouderschap
in Enexis staat wat ons betreft niet ter
discussie; dit is ook een logisch gevolg van
de splitsingswet. We zijn dan ook van mening
dat we het publiekelijk belang in deze,
namelijk het beheer van het distributienet,
het beste dienen door het aandeelhouderschap
actief in te gaan vullen.
Dan de vraag of de gemeente Hengelo haar
aandelen in het productie- en leveringsbedrijf
van Essent zou moeten verkopen. We kunnen
hierover een lang debat in deze gemeenteraad
houden, en daar zijn we al mee bezig,
waarbij we ons allerlei essentiële vragen
stellen: dient een commerciële partij per
definitie niet het publieke belang? moet je als
gemeente wel willen participeren in een
onderneming die toenemende financiële
risico's loopt? en hoe serieus zijn de intenties
van RWE als het gaat om duurzaamheid?
Zo kun je nog heel veel vragen stellen en
die vragen hebben ook allemaal in onze
fractie gespeeld. We hebben ook de parallel
getrokken met de discussie rondom Twence.
En toen we ons focusten op de huidige
realiteit werd helder wat het essentiële
verschil is tussen die discussie en de huidige
discussie over de aandelen van Essent. 75%
van de aandelen van Essent is in handen van
de provincies en 25% in handen van de
gemeenten. De provinciale aandeelhouders
hebben alle reeds het principebesluit
genomen dat ze zullen overgaan tot verkoop
van hun aandelen in Essent.
Dan naar de gemeenten. Hoeveel
gemeenten op dit moment tot verkoop
hebben besloten, is bij ons niet bekend, maar
in ieder geval heeft de gemeente Tilburg met
5,6% van de aandelen, ook het principe-
besluit tot verkoop genomen. Dit impliceert
dat het zeer waarschijnlijk is dat de 80plus
variant een feit is. Hiermee is RWE verplicht
haar aanbod gestand te doen, zij het dat als
de 95% niet gehaald wordt, met een aftrek
van 125 miljoen.
En waar gaat het in Hengelo om? De
gemeente Hengelo heeft 323.314 aandelen in
Essent. Dat klinkt als veel, maar dat is
slechts 0,21%. Hoe kunnen wij met die
0,21% het publieke belang dienen? Wij
denken dat dat een illusie is. Zeker met de
aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid
dat we minimaal uitkomen op de 80plus
21 14 april 2009
variant. Want als we dan toch aandeelhouder
blijven, terwijl minimaal 80% van onze
aandelen door onze medeaandeelhouders
worden verkocht, dan is onze invloed nog
minder, met onze 0,21%.
Kortom; als we al zouden denken dat we
door middel van het aandeelhouderschap het
publieke belang het beste zouden kunnen
dienen, dan kan dat niet met 0,21% van de
aandelen. En niet in de huidige situatie
waarin de grote meerderheid van de aandeelhouders
reeds voorkeur voor verkoop heeft
uitgesproken. Wij denken dat we dan ook niet
anders kunnen dan instemmen met het
voornemen va het college om de Hengelose
aandelen te verkopen.
De heer Horsthuis (VVD): Voorzitter! Wij
hebben dezelfde afweging gemaakt, daar zijn
we althans mee begonnen, als bij Twence;
het publieke domein. Ik denk dat je keuzes
hebt, gewoon de liberale invalshoek, dat je
keuzes kunt maken met betrekking wie je
eigen leverancier is. Met andere woorden: er
zijn alternatieven. Wij denken ook niet dat we
vat hebben op de duurzaamheid van dit
verhaal, en het heeft ook te maken met zoals
we met Twence zijn omgegaan. Daar was het
inderdaad het actief aandeelhouderschap, en
dit is versnipperd. Zoals mevrouw Ter Hofte
al zei; in provincies en gemeenten, die
allemaal individueel met deze materie bezig
zijn, en geen blokvorming (ja, via een BV
hebben ze nog wat samen). Maar op het
moment dat de meerderheid beslist om te
verkopen, blijven we inderdaad achter met
heel weinig aandelen. De meerderheid zal
beslissen om de dividenden wellicht in de
toekomst terug te schroeven.
Als je praat over beleggen, zou het vanuit
onze liberale invalshoek betekenen dat we
gaan verkopen. Op het moment dat je praat
over de commercie, je bent zelf aandeelhouder,
dan zeg je oké, op dit moment
hebben we 865.000 euro dividend per jaar.
In eerste instantie, niet in de laatste
commissie maar in de commissie daarvoor,
leek het erop dat de opbrengst niet
toereikend was om dat af te dekken. In de
laatste commissievergadering is dat wel het
geval geweest.
Nogmaals, we hebben ook geen vat op de
duurzaamheid, en al met al denken wij
inderdaad dat het slim is om gewoon te
verkopen.
De heer Alkema (ChristenUnie): Voorzitter!
Na bestudering van deze stukken door onze
kleine fractie (ik geef toe, het is de kleinste,
met steun van anderen) hebben we toch ook
een uitgangspunt hiervoor geformuleerd. En
we zijn eigenlijk teruggekomen op onze
basis. Een aantal duizend jaar geleden
hebben we de opdracht meegekregen;

ewerk de aarde en onderhoud haar. Dat
betekent een duurzaamheidopdracht en een
rentmeesterschap. Maar dat geldt niet alleen
voor bestuurders en regeerders, dat geldt
voor alle burgers. Dit betekent meer een
omslag voor alle burgers dan alleen voor een
aantal mensen die de raad vormen. Het
betekent ook dat iedere druppel olie, die je
niet hoeft te verstoken of om te zetten in
plastic of iedere molecuul gas, die je niet
verstookt op je gasbrander thuis, dat je die
kunt gebruiken voor later. Dus je dient zoveel
mogelijk alternatieve brandstoffen of energievoorzieningen
te creëren. Dan kun je zeggen:
nou is er een keer een vuile, en misschien
wel de smeerpoets van de klas, maar uit
eigen ondervinding,want in onze fabriek in
Scheemda, dat is hier een heel eind vandaan,
liggen de eerste producten voor een aantal
centrales die op kolenvergassing gaan
draaien. En daarvan komt een aantal in
Nederland te staan. Dus daarin weet ik, en
kan ik u aangeven, dat ze bezig zijn met een
omslag in denken. Misschien niet goed
genoeg voor ons, maar aan de andere kant:
hoe gaan we om met onze eigen centrales?
Het is aangegeven dat Essent wel wat doet
aan groene stroom, maar die draait nog
steeds op ouderwetse steenkolencentrales.
En zo zijn er meer in Nederland, want ook die
hebben wij in onderhoud. Dat betekent wel
dat wij als massa, en als burger van Nederland
moeten beseffen dat deze energiecentrales
eindig zijn. Dat betekent wel dat we
moeten uitzien naar moderne middelen,
andere middelen. En daarvan heeft RWE
aangegeven en de intentie uitgesproken
daarin te willen investeren. Op grotere schaal
dan in Nederland mogelijk is.
Blijft de vraag natuurlijk: wat doet de rest
van de klasgenoten van hem op Europees
niveau. Dat is de afweging die je moet
maken.
Dat is wat ons betreft de insteek voor duurzaamheid,
die geldig is voor iedereen; we
moeten met ons allen bezuinigen. Bezuinigen
op energie, om ook de toekomst van onze
kinderen als het kan een kans te geven en te
bieden. Dat is onze insteek hierin. Dan
kunnen we zeggen: het is misschien niet het
schoonste model, maar het is wel het beste
model dat momenteel wat ons betreft
voorhanden is.
Dus wat dat betreft sluiten we aan bij het
CDA. We hebben weinig invloed en het zal
altijd te weinig blijven, maar het is wat ons
betreft de beste keus van alle slechte die we
hebben.
De heer Jager (Groen Links): Voorzitter!
Vaak ben je pragmatisch, dat is Groen Links
ook wel vaak, maar soms ben je ook wel
eens principieel, en dat is Groen Links ook
best wel vaak, en zeker in dit geval.
22 14 april 2009
Ik ga niet alles herhalen over publiek en
privaat; ik denk dat iedereen ook wel zo'n
beetje weet wat ons standpunt daarin is,
maar het gaat in dit geval toch om de koper.
Het gaat dus echt even over RWE; dat is voor
ons een belangrijk punt. Ik ben niet over één
nacht ijs gegaan, de heer Winter zegt ook
'kan ik vanuit het dorp hier kijken welk
bedrijf wel of niet netjes bezig is?' etc. Dat is
ook heel lastig, dat geef ik toe. Maar ik ben
wel de grens overgegaan en heb inlichtingen
ingewonnen bij onze zusterpartij (en dan zijn
wij wel het heel kleine broertje, hoor), de
Grünen, en die hebben ook veel ervaring met
het bedrijf RWE. Een aantal dingen zijn door
mijn achterbuurman, de heer Van den Heuvel
ook al gezegd; de lobby die RWE steeds
opzet om tegen allerlei duurzame maatregelen
te zijn (er wordt al gekscherend
gezegd 'Jantje Smeerpoets'); het is echt een
bedrijf dat slecht bezig is met het produceren
van energie, die dat echt op een heel vervuilende
manier doet en ook nog eens willen
en wetens allerlei alternatieve vormen van
energie openlijk lopen tegen te werken. De
toezeggingen die ze doen in convenanten, die
boterzacht zijn, zoals vandaag ook gezegd
wordt door de Brabantse VVD, waardoor het
overigens nog maar afwachten is of die 80%
wordt gehaald. Daar geloven wij eerlijk
gezegd niet in. Het is in Duitsland vaak
genoeg voorgekomen dat daar ook praatjes
voor de vaak, zogenaamd leuke, goed
liggende verhalen in de krant werden
gehouden, waar men zich uiteindelijk gewoon
niet aan hield. Kortom; wij hebben helemaal
geen vertrouwen in het bedrijf RWE en zijn
alleen al om die reden en los van allerlei
andere redenen die vandaag ook genoemd
zijn en ik niet zal herhalen, tegen verkoop
van Essent.
De heer Winter (PvdA): Waar u niet op
ingaat, meneer Jager, en daar was ik nogal
benieuwd naar; bent u ook principieel tegen
de verkoop, los van aan wie?
De heer Jager (Groen Links): Daar zou ik
langer over moeten nadenken dan ik nu
gedaan kan hebben. Dan hangt het er
inderdaad denk ik ook wel voor een deel af
aan wie. Er zitten zoveel ontzettend rare
constructies in, zoals de heer Mulder ook zei;
de verkoop van Nuon aan een Zweeds
staatsbedrijf; ook weer een heel rare constructie.
Als ik zo naar dat Zweedse bedrijf
kijk, dan denk ik: die jongens zijn misschien
wel goed bezig, maar dat weet ik nou ook
weer niet zeker. Maar van RWE weet ik in
ieder geval zeker, dat die niet goed bezig
zijn. Maar het gaat er mij ook om, als het
gaat om publiek en privaat; mijn eerste
hunch zou zijn: hou de dingen zoveel mogelijk
publiek. Als het dan toch, om wat voor

eden dan ook - maar dat zouden dan beter
moeten uitzoeken - beter zou zijn om het
privaat te laten zijn, oké. Maar ook dit heel
vage verhaal weer, waardoor bijvoorbeeld
ook de VVD in Brabant ernstig begint te
twijfelen, namelijk: wij hebben wel gesplitst
en RWE gaat dat niet doen, omdat Europa de
regels terugdraait; het maakt het allemaal zo
ongelijk en ondoorzichtig, dat ik vind dat ik
op dat gebied op dit moment helemaal geen
overwogen beslissing kan nemen, als ik dat al
zou willen.
Gelukkig is het mij gemakkelijk gemaakt,
want RWE vind ik gewoon een rotbedrijf, dus
daar wil ik niet aan verkopen. Dus wat dat
betreft heb ik het gemakkelijk.
De Voorzitter: Voordat we met pauze
gaan; ik had de heer Mulder belet om te
interrumperen op een interruptie. Wilt u dat
nog of weet u het nou niet meer?
De heer W. Mulder (BurgerBelangen): Ik
vroeg de heer Winter, die zei 'we laten deze
taken, die zijn wat te groot voor ons aan het
worden, dan bemoeien wij ons met de dingen
waar we nog wel over gaan' en toen vroeg ik
de heer Winter: Waar gaat u dan nog over,
als de PvdA, ook in Den Haag?
De heer Winter (PvdA): Nou, daar wou ik
in tweede termijn nog wat over zeggen.
Binnen onze invloedsfeer ligt bijvoorbeeld
Twence en het afvaldossier; dat hebben we
nog helemaal in handen en daar kunnen we
ook duurzaamheidopdrachten in kwijt. Eén
van de voorbeelden is: zijn wij in staat om bij
Essent te regelen (ik weet niet of u er één op
uw dak hebt, ik loop er regelmatig langs,
maar weet niet of het zo is): zonnepanelen
voor de burger om in te prikken in het net?
Dat zijn vraagstukken die we bij Essent nooit
hebben kunnen regelen en die we misschien
wel binnen ons eigen invloedsdomein wel
zouden kunnen regelen.
De heer W. Mulder (BurgerBelangen): Dat
is inderdaad de schaal waarvan ik denk dat
we ermee verder kunnen. Dat hebben we
gelukkig een paar maanden geleden voor de
deuren van de hel weggehaald, om het maar
eens even weer overdrachtelijk te zeggen…
De heer Winter (PvdA): Daar hebben we
ook hard aan meegewerkt, dus in die zin….
De heer W. Mulder (BurgerBelangen): In
die zin had ik ook een andere opstelling van
de PvdA hier verwacht.
De Voorzitter: Meneer Knegt had ik ook
nog belet om te interrumperen op een
interruptie. Bij dezen kan hij dat nog wel
doen, en mevrouw Heidkamp ook nog.
23 14 april 2009
De heer Knegt (Hengelo.nu): Voorzitter! U
vindt wat mij betreft een compleet nieuwe
manier van discussiëren uit. Op dit moment
heeft die interruptie geen nut meer, en ik heb
er ook geen behoefte meer aan. Maar ik wil
wel die opmerking kwijt; die nieuwe manier
van discussiëren vind ik niet plezierig.
De Voorzitter: Had u nog behoefte om te
reageren? Nee? Dan kan tijdens de pauze het
stembureau zijn werk doen en gaan we om
kwart over negen weer verder met de tweede
termijn en proberen we dit dan wat korter af
te ronden en tot besluitvorming te komen.
De vergadering wordt om 21.05 uur
geschorst en om 21.19 uur hervat.
De Voorzitter: Dames en Heren! Mag ik u
verzoeken uw plaats weer in te nemen en op
uw medewerking aandringen om de tweede
termijn (we hebben toch ruim met elkaar van
gedachten kunnen wisselen) zo enigszins
mogelijk te bekorten? Maar natuurlijk voorafgaand
vanuit het college een aantal vragen
die gesteld zijn of overwegingen vanuit het
college nog eens aan u voor te houden, dus
ik geef het woord aan wethouder Ter Ellen.
De heer Ter Ellen (wethouder): Voorzitter!
Er zijn niet zo verschrikkelijk veel vragen
gesteld; er is vooral gediscussieerd met
elkaar. Ik meen dat dat goed is en dat er
allerlei argumenten zijn uitgewisseld, maar
misschien is het goed om toch even de
dingen in perspectief te zetten vanuit het
standpunt van het college.
We moeten wel de realiteit onder ogen zien.
En de realiteit is, dat we te maken hebben
met liberalisering van de energiemarkt. Dat is
gewoon een feit. Dat draai je niet terug, dat
is zo. En dat is al heel lang geleden begonnen.
Dat is niet begonnen toen wij begonnen
te denken over de splitsingswet, nee, het is
ver daarvoor al begonnen. En dat betekent
dat iedereen, ook in deze stad, kan kiezen
welke energieleverancier hij of zij wil. Dat
geeft ook de motie van Hengelo.nu een wat
vreemd cachet, als je bedenkt dat je nu geld
teruggeeft aan mensen die helemaal niet bij
Essent energie afnemen. Maar goed, dat is…
De heer Knegt (Hengelo.nu): Maar de
wethouder weet misschien wel dat de opbouw
van het kapitaal een beetje vroeger is
begonnen dan dit hele proces, in elk geval uit
de tijd dat de hele energievoorziening een
publieke zaak was.
De Voorzitter: Dit was een interruptie door
de heer Knegt. Het moet altijd via de voor-

zitter lopen, graag, anders wordt het een
zootje, maar: prima.
De heer Ter Ellen (wethouder): Het was
een interruptie van de heer Knegt, maar ik
blijf bij de constatering die ik gedaan heb, dat
ik het wat merkwaardig vind. Maar daar kom
ik zo meteen nog wel op terug.
De splitsingswet is er gekomen, ik heb dat
ook in de commissie al aangegeven, omdat
de minister wilde voorkomen dat het netwerk
in handen zou komen van internationale
bedrijven, die uiteindelijk de kleine Nederlandse
bedrijven zouden overnemen. Dat zag
men destijds ook al aankomen.
Toen is de splitsingswet er gekomen. Er is
lang over gediscussieerd, ook in de Tweede
Kamer. Er was een grote meerderheid in de
Tweede Kamer uiteindelijk voor, ook allerlei
partijen die hier vertegenwoordigd zijn
hebben daar vóór gestemd, onder andere ook
mijn partij. Dus wat dat betreft trek ik ook
het boetekleed aan. Maar het is gebeurd. Die
splitsingswet is er gekomen en die is eigenlijk
gekomen op een moment dat men in Europa
nog niet zo ver was. En dat bekent dus, dat
in Europa die splitsing op een andere manier
wordt beleefd dan in Nederland het geval is.
Met andere woorden: wij hebben echt het
totale netwerk en het productie- en
leveringsbedrijf van elkaar gescheiden en in
aparte bedrijven ondergebracht. Dat is in
Europa niet te doen gebruikelijk. Meestal gaat
het daar alleen om het hoogspanningsnet en
het is zelfs niet eens verplicht, er is geen
wetgeving die op dit moment bedrijven
verplicht om het te doen.
Richting de heer Winter: overigens heeft
RWE, en dit terzijde, wel aangegeven te allen
tijde de wet te zullen volgen.
Gelach.
De heer Ter Ellen (wethouder): Het is
misschien wel verstandig om hier even naar
te luisteren. Of dat betekent dat die wet
mogelijk in de toekomst toch nog zodanig zal
zijn, dat ook in Europa bedrijven verplicht
worden te splitsen, dat weet ik niet en daar
kan ik op dit moment nog niets over zeggen.
Maar dat is de discussie die op dit moment
tussen de minister en de Europese Commissie
wordt gevoerd. Ik denk dat we dat
even moeten afwachten. Dat is ook altijd nog
iets waar de uiteindelijke verkoop van Essent
aan RWE van afhangt: de keuze die de
minister daarin maakt. Het is zo, dat omdat
Essent gesplitst wordt, er nog een extra
reden is dat het bedrijf kwetsbaarder is
geworden. Het is kleiner geworden, het is
kwetsbaarder geworden. Dat is een gevolg
van het feit dat het al opereert in een klein
land, maar daarbij ook nog eens een keer dat
productie- en leveringsbedrijf afgesplitst is,
24 14 april 2009
en dus in het totale geweld van de internationale
energiemarkt op dit moment niet
de rol zou kunnen spelen die het eigenlijk zou
moeten spelen. Dat was ook de reden dat
enkele jaren geleden geprobeerd is om een
groot Nederlands energiebedrijf te maken,
nog voor de splitsingswet ingetreden zou zijn.
Dat is mislukt en dat betreuren we. Dat
vinden we jammer, maar het is mislukt. Dat
betekende op dat moment overigens tegelijkertijd,
dat Essent zou moeten kijken naar
andere bedrijven waarmee ze zou moeten
samengaan en uiteindelijk is dat ook vorig
jaar in de aandeelhouderscommissie de
strategie geworden die men uitgezet heeft.
Daar is ook breed over gecommuniceerd, dat
weten we allemaal en er is in de kranten over
gecommuniceerd, daar hebben we in de
aandeelhoudersvergadering over gecommuniceerd;
dat is niets nieuws. Dat was de
strategie: we gaan kijken naar een bedrijf dat
Essent kan overnemen, zodat we op die
internationale markt veel beter kunnen
opereren en zodat we ook naar de afnemers,
de klanten, toe een veel betere positie zullen
hebben dan wanneer we alleen, als bedrijf
Essent hier in Nederland, blijven opereren.
Want dan hebben we de mogelijkheden die
we met een groter bedrijf hebben, niet.
Er is ook nog een andere reden waarom er
gekeken is naar toch het overnemen van
Essent door een groter bedrijf en namelijk
dat alleen overheden aandelen Essent
bezitten op dit moment. Als je kijkt naar het
productie- en leveringsbedrijf na de splitsing,
dan moet je constateren dat dat bedrijf toch
een puur commercieel bedrijf is geworden en
eigenlijk alleen maar kan functioneren door
risico's te nemen. En als je naar die risico's
kijkt, dan zie je dat je als overheid in dat
soort bedrijven eigenlijk geen aandelen zou
moeten willen hebben, zou mogen hebben.
De wet Fido verbiedt ons om aandelen in dat
soort bedrijven te hebben. Als er dan
verkocht wordt (de aandeelhouderscommissie
heeft het toen ook uitgesproken) dan zou dat
betekenen dat de overheden de aandelen van
het productie- en leveringsbedrijf afstoten en
de aandelen van het netwerkbedrijf, waarin
ook publieke belangen voor het belangrijkste
deel vertegenwoordigd zijn, behouden
zouden moeten blijven.
Dat is de situatie van dit moment. Zo moet
je ook kijken naar het bedrijf en de procedure
die is afgewikkeld en waar het RWE als de
beste overnamekandidaat tevoorschijn is
gekomen. Dat is niet over één nacht ijs
gebeurd, maar dat is gebeurd na allerlei
afwegingen die te maken hebben met financiële
overwegingen, maar ook met overwegingen
over de grootte van het bedrijf, de
manier van samenwerking, de plannen die

het bedrijf heeft ten aanzien van duurzaamheid
en al dat soort zaken meer. Dat is
allemaal in de overwegingen betrokken. En
het gaat mij iets te ver om hier in de
raadszaal, in het openbaar te roepen dat het
een viezerik is. Dat gaat mij iets te ver. Je
zou kunnen zeggen dat het bedrijf misschien
niet voldoet aan de duurzaamheidnormen die
je jezelf hebt gesteld, dat zou ik me kunnen
voorstellen. Dat je meer wilt dan dit bedrijf
wil, dat kan ik me ook voorstellen, maar het
gaat veel te ver om dit soort kwalificaties hier
neer te leggen, want daarvoor zijn
onvoldoende argumenten voorhanden.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Voorzitter! Ik
vraag mij één zaak af. Ik hoor de heer Ter
Ellen uitleggen dat wél gekeken is naar de
plannen van duurzaamheid van RWE, maar is
er ook gekeken naar de duurzaamheid van
RWE op dit moment?
De heer Ter Ellen (wethouder): Jazeker, en
daar is geconstateerd dat er nog het nodige
aan verbeterd kan worden, maar er is ook
geconstateerd dat als je kijkt naar de plannen
zoals die er liggen en de fasering van die
plannen, dat er dan zeker op korte termijn
een aanmerkelijke verbetering plaatsvindt.
Als u de stukken hebt gelezen, en ik neem
aan dat u dan gedaan hebt, dan hebt u ook
daarbij een artikel kunnen vinden over de
duurzaamheidplannen van RWE en hebt u
kunnen zien dat daar een verveelvoudiging
van de capaciteit, van het vermogen aan
groene energie in staat aangegeven.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Voorzitter! Ik
heb de stukken inderdaad gelezen, wat dat
betreft kan ik de heer Ter Ellen geruststellen.
Maar wat ik niet gezien heb, is dat het ergens
vastgelegd is. Het zijn plannen die morgen bij
RWE de prullenbak in zouden kunnen, dus ik
denk dat we vooral zouden moeten kijken
naar de situatie nu. En ik hoor de heer Ter
Ellen dan bevestigen dat ze geen grote
milieuprijs of duurzaamheidprijs zouden
winnen.
De heer Ter Ellen (wethouder): Nee, maar
dat geldt voor andere bedrijven net zo hard.
Er zijn wat dat betreft binnen de energiebedrijven,
en dat heeft de heer Van den
Heuvel in een interruptie ook moeten
toegeven, hier en daar best nog dingen te
verbeteren. Dat is zo. En als je uitgaat van de
kwaliteitstandaard daar, dan zijn er een
heleboel van die energiebedrijven, onder
andere Essent, die staan hier nog maar hoor.
Dus wat dat betreft is er niet zo verschrikkelijk
veel verschil, maar er zijn wel plannen
en die plannen zijn niet alleen maar op papier
aanwezig, die zijn ook behoorlijk vast en er
zijn ook afspraken over gemaakt in het
25 14 april 2009
verhaal rondom de overname van Essent
door RWE, dus wat dat betreft is er wel
degelijk sprake van een duidelijke verbetering.
Dus het stuk, dat u dan blijkbaar
gelezen hebt, geeft dat nog eens nadrukkelijk
aan.
Voorzitter! Ik denk dat het goed is dat de
raadsfracties onderling hun debat afmaken
zonder dat ik daar nog al te veel aan
toevoeg. Het mag duidelijk zijn dat het
college vindt dat, en ik denk dat mevrouw
Ter Hofte dat ook al heeft aangegeven, in
ieder geval de macht die wij nu hebben in het
aandeel van Essent Holding dusdanig is, dat
we op dat duurzaamheidaspect nu erg weinig
invloed hebben en dat we dat ook niet zullen
hebben in de toekomst. Zelfs niet als Essent
niet verkocht zou worden, dan nog blijft ons
aandeel met 0,21 % een betrekkelijk klein
aandeel. Dat neemt niet weg dat de
principiële discussie natuurlijk gevoerd moet
worden en dat geef ik met name aan de
partijen die dat in het begin nadrukkelijk
hebben aangegeven toe, en op basis van die
discussie moet u uiteindelijk tot een oordeel
komen.
Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter! Mag
ik nog een vraag stellen naar aanleiding van
de laatste opmerking van de heer Ter Ellen
waar hij zegt dat het college dit voorstel
doet: is dit een unaniem standpunt, een
unaniem voorstel van het college? Want ik
heb gezien dat de wethouder van Groen Links
niet bij de besluitvorming betrokken was
wegens vakantie, maar als er eventueel
sprake zou zijn van een minderheidstandpunt
dan zou ik dat graag nu horen.
De Voorzitter: Dat kan ik zeker als
voorzitter van het college doen. Wij hebben
in onze overwegingen betrokken dat wethouder
Oude Alink zich nog niet heeft
verbonden aan dit standpunt, haar mening
nog heeft voorbehouden en belangrijk vindt
wat hier gebeurt, dus zij was bij dit voorgenomen
besluit niet één van de
voorstemmers. Zij was overigens de enige
die dit standpunt heeft ingenomen. Het
definitieve besluit moeten we natuurlijk nog
nemen als college.
De heer Alkema (ChristenUnie): Voorzitter!
In mijn betoog had ik aangegeven dat Essent
in Nederland misschien ook niet de schoonste
is, maar RWE ook zeker niet in Europa. Maar
het is wel één van de grotere energieleveranciers
in Europa. Kan de wethouder
enigszins aangeven hoe zijn collega's daar
omgaan met alternatieve energiebronnen als
zijnde schoner of minder schoon dan RWE?

De heer Ter Ellen (wethouder): U overvraagt
mij. Ik weet niet hoe de verhouding
tussen de verschillende bedrijven is, maar ik
weet wel dat RWE niet tot de top behoort, ik
weet ook wel dat RWE niet helemaal onderaan
in het rijtje thuishoort. Wat dat betreft
denk ik dat er nog een hoop te verbeteren is
en dat zal ook zeker gaan gebeuren.
Overigens, met betrekking tot overheidsbemoeienis
in dit verhaal; u moet zich
realiseren dat 35% van de aandelen van RWE
in handen is van de overheid, namelijk de
deelstaat Nordrhein Westfalen.
De heer Winter (PvdA): Voorzitter! Ik heb
nog een vraag aan de wethouder. U begrijpt
wel dat wij nu een beetje zitten te rommelen
met die splitsingswet. U zegt net zo mooi:
nou, die minister gaat met RWE dan wel… en
dan komt er wel iets uit. En dan? Dat is mijn
vraag. Wat gaat u dan doen. Gaat u dan
opnieuw het besluit overwegen? Is die
splitsingswet voor u een punt om opnieuw
een overweging en afweging te maken?
De heer Ter Ellen (wethouder): Nee, die
splitsingswet is een gegeven in Nederland,
we hebben die wet aangenomen. Dat
betekent dat we in die ongunstige situatie ten
opzichte van andere bedrijven in Europa
verkeren. De andere bedrijven in Europa, dat
geldt voor RWE maar dat geldt ook voor de
andere, Vattenfall wil Nuon eventueel
overnemen, daar geldt allemaal hetzelfde
voor. Die hoeven dat nog niet tot de extensie
te doen als hier gebeurd is. We zijn wat dat
betreft, en iemand zei het al, het braafste
jongetje van de klas geweest.
De aandeelhouders, deze aandeelhouder,
zou in ieder geval willen zeggen: op basis van
het voorstel zoals het er nu ligt, zouden wij
de aandelen willen verkopen aan RWE, gezien
de afspraken die gemaakt zijn en de garanties
die gegeven zijn, ook de garantie dat
men zich wil houden aan de voorschriften die
door de Europese Commissie worden afgegeven.
Maar dan is het vervolgens zaak van
de minister, en daar ligt het nu, om met de
Europese Commissie te komen tot wetgeving
die in Europa geldig is. Dat kan ik hier in
Hengelo helaas niet voor elkaar krijgen. Dus
dat heeft op mijn besluit geen invloed. Als de
Europese Commissie besluit om niets te
doen, dan maakt het niet uit of je aan RWE
verkoopt, of aan Vattenfall, dat is allemaal
hetzelfde. Als ze het wel doen, dan ontstaat
inderdaad een beter level playing field, daar
ben ik het mee eens. Maar dat ligt niet in
onze hand en dat heeft voor de keuze als
zodanig geen invloed.
De Voorzitter: Ik stel voor dat we nu de
tweede termijn nemen en proberen tot
meningsvorming te komen op de voorstellen
26 14 april 2009
die voorliggen en de motie. Bent u bereid om
daar aan te beginnen?
De heer Winter (PvdA): Voorzitter!
Allereerst over de motie. Ik realiseer me dat
Hengelo.nu het inderdaad niet eens was met
een aantal voorstellen die door de raad zijn
gegaan, die bij meerderheid zijn besloten en
die de begroting behoorlijk in perspectief
zetten, zal ik maar zeggen, maar ik vind het
wel heel erg gemakkelijk om nu deze motie
in te dienen omdat de bestuurlijke verantwoordelijkheid
over de genomen beslissingen
ook wel bij Hengelo.nu ligt, ondanks het feit
dat ze het er misschien niet mee eens waren.
Dus er ontstaat wel degelijk een gat in de
begroting waar we een oplossing voor
moeten vinden. We zullen deze motie in ieder
geval niet ondersteunen.
En daar blijft nog het punt van de
wethouder onder liggen, wie er dan wel geld
krijgt, ik misschien wel de meest lastige vind
in dit verhaal. Dat is één.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Daar zou je
over kunnen discussiëren natuurlijk, daar zijn
we hier goed in. Het eerste gedeelte, over de
bestuurlijke verantwoordelijkheid. Natuurlijk
zullen wij die nemen op het moment dat die
motie inderdaad wordt aangenomen. Dan
moet je kijken waar je het geld vandaan
haalt. Wij hebben daar voorstellen voor. Het
is niet zo dat wij teruggrijpen op al democratisch
genomen besluiten. Dat is niet eerlijk
en dat doen wij nooit. Doen we nu ook niet.
De heer Ter Ellen (wethouder): Dient u de
motie ook in als het voorstel wordt afgewezen?
De heer Knegt (Hengelo.nu): Als de motie
hier wordt afgewezen…
De heer Ter Ellen (wethouder): Als algemeen
in deze raad gezegd wordt 'u moet niet
verkopen'?
De heer Knegt (Hengelo.nu): Zoals we er
nu over denken, zullen we ook dan de motie
indienen.
De heer Ter Ellen zei nog iets tegen mij wat
ik niet heb verstaan. Ik weet niet of hij een
antwoord verwacht?
De heer Ter Ellen (wethouder): Dan wordt
het lastig.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Hoezo lastig?
De Voorzitter: Laten we niet op eventualiteiten
vooruit lopen. U hebt uw punt duidelijk
gemaakt.

De heer Knegt (Hengelo.nu): Ik leg het de
wethouder later wel uit.
De heer Winter (PvdA): Het punt van die
splitsing zit ons nog dwars, maar wij realiseren
ons ook dat het op dit moment in
onderhandeling is bij de minister. Een
heroverweging is dan niet aan de orde, zegt
de wethouder. Ik moet misschien daarover
kort met mijn collega's spreken en wat we
daar uiteindelijk in het besluit van vinden.
Belangrijk punt is, en dat blijft bij ons wel
een wezenlijk argument: dienen we het
belang in het publieke domein wanneer we
niet verkopen?
Ik heb van de collega's geen afweging
gehoord die mij (en ons) daarin een ander
standpunt brengen, dus in die zin blijven we
op de lijn zitten van verkoop.
Blijft nog één punt over, dat…. Laat die
maar zitten, dat doen we een andere keer.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Voorzitter!
Ons standpunt blijft ongewijzigd.
De heer Van den Heuvel (SP): Voorzitter!
Ik begrijp uit de inbreng van het CDA dat het
bij de volgende verkiezingen voor mij geen
enkele zin heeft om op het CDA te stemmen,
want die ene stem doet er toch absoluut niet
toe. Het argument van 'we hebben maar
0,21% dus we hoeven er niet over na te
denken' vind ik een erg zwak argument.
Mevrouw Ter Hofte (CDA): Dan hebt u niet
goed geluisterd naar mijn betoog, meneer
Van den Heuvel.
De heer Van den Heuvel (SP): Ik heb wel
goed geluisterd.
Wij zijn ook nadrukkelijk tegen de schaalvergroting.
Er wordt iedere keer gezegd alsof
het een natuurwet is: Essent moet naar
schaalvergroting, want Essent is veel te klein.
Maar dat is alleen natuurwet als hij zegt 'we
verkopen de boel'. Er zijn genoeg andere
bedrijven. EPZ, de Zeeuwse energiemaatschappij,
zegt 'wij zijn klein, dat is uitstekend
want daar kunnen wij heel goed mee werken
en wij blijven ook zo doorgaan'. Dus die zien
er geen enkel probleem in om klein te zijn. Ik
zie juist ook veel voordelen om niet al te
groot te zijn als energiemaatschappij. Die
enorme schaalvoordelen die worden
genoemd, blijken nergens uit. Je ziet wel dat
je dan heel veel geld hebt om een bedrijf op
te kopen en in die zin zie je, als je toestaat
dat bedrijven elkaar opkopen, er een heel
grote schaal gaat ontstaan, juist omdat het
aantrekkelijk is. Want zodra je die enorme
schaalgrootte hebt gerealiseerd en je marktmacht
hebt verworven, dan kun je gaan
incasseren. Die tendens in schaalvergroting
27 14 april 2009
zie ik wel, maar een middelgroot energiebedrijf
kan heel goed en stabiel functioneren.
Er is geen enkele reden waarom het groter
moet zijn, ik zie juist veel voordelen in een
beheersbare schaalgrootte.
De heer Winter (PvdA): Maar die is er niet
meer, op dit moment en die komt ook nooit
meer terug.
De Voorzitter: Interruptie van de heer
Winter.
De heer Winter (PvdA): Sorry, meneer de
voorzitter! Het punt waarmee ik niet
wegkom, is dat de SP daar niet inhoudelijk op
ingaat; we hebben geen bestuurlijke schaalgrootte
die Essent kan besturen. Dat is buiten
onze handen, linksom of rechtsom.
De heer Van den Heuvel (SP): Op dit
ogenblik zijn alle aandeelhouders …..
De heer Winter (PvdA): Is provinciaal, en
Essent werkt landelijk.
De heer Van den Heuvel (SP): Het probleem
is dat de aandeelhouders versnipperd
zijn en dat is inderdaad een slechte zaak. Dus
wij zijn voor een concentratie van het aandeelhouderschap,
maar dan wel in publieke
handen.
De heer Winter (PvdA): Dan geeft u er
alweer een extra voorwaarde aan, maar
goed: punt is helder.
De heer Van den Heuvel (SP): Het
belangrijkste is dat het in publieke handen
blijft, maar de huidige versnippering is een
historisch gegroeide constructie, die gezien
de huidige werkwijze van Essent volkomen
onlogisch is. Daar zijn we het volkomen mee
eens.
De heer Winter (PvdA): Dan had u toen
voor moeten stemmen, toen Nuon en Essent
samen konden gaan.
De heer Van den Heuvel (SP): Nee, omdat
we dat een te grote schaal vinden. Wij zijn
voor een beperkte schaalgrootte. Essent is
een mooie schaalgrootte, Nuon is een mooie
schaalgrootte; het hoeft niet groter te worden
wat ons betreft. Maar het aandeelhouderschap...
De Voorzitter: Meneer Van den Heuvel,
wilt u naar uw punten terugkomen. Dit is nu
uit en te na gewisseld, hoe u daar beiden wat
verschillend over denkt. Gaat u vooral door.
De heer Van den Heuvel (SP): Wij zijn het
met u eens dat het aandeelhouderschap te

versnipperd is, maar over de oplossing denken
wij volkomen verschillend.
Als wethouder Ter Ellen zegt dat het niet
mogelijk is om te boordelen hoe vies RWE is:
RWE doet het vrij slecht, behoorlijk slecht
zelfs, in vergelijking met andere vergelijkbare
bedrijven en ze maken wel wat mooie
reclamepraat, want dat is het eigenlijk, maar
ze zitten altijd op het minimum van wat kan.
Ze gaan gewoon op het minimum zitten, dat
is gewoon altijd hun lijn geweest.
De heer Horsthuis (VVD): Voorzitter! We
praten over vies, maar ze voldoen toch aan
de wet? Aan de wettelijke eisen, en dat zou
toch toereikend moeten zijn? We hebben
dezelfde discussie gehad over Twence. Het
moet toereikend zijn; wet is wet.
De heer Van den Heuvel (SP): Dat is niet
toereikend, omdat we niet kunnen doorgaan
met deze manier van produceren. Je moet
echt lange-termijn investeringen doen, voor
30 of 50 jaar, en gezien hun huidige investeringsplannen
worden die duurzaamheiddoelstellingen
van Europa 2020-2050 niet
gehaald. En dat is ook waarom ze nu zo hard
lobbyen dat die moeten zakken, omdat ze die
met het huidige beleid niet kunnen halen. En
die willen ze ook niet halen. Daarom zou de
overheid veel harder moeten ingrijpen en
afdwingen dat zij dusdanige investeringen
plegen dat die mooie doelstellingen die we
met ons allen hebben afgesproken tussen
2020 en 2050, echt gerealiseerd kunnen
worden. Dat klopt, dat zou ook moeten
gebeuren. Maar daarnaast heeft, denk ik, een
energiebedrijf wel degelijk de verantwoordelijkheid
om te proberen die normen te halen.
Dat is een keuze die je maakt. Ga je voor een
absolute winstmaximalisatie, dat is dan
investeren voor steenkool, dat is het goedkoopste,
dat klopt. Of, noem dat minder
winstmaximalisatie, proberen de maatschappelijk
doelstellingen die ook landelijk en op
Europees niveau zijn afgesproken te halen
door meer te investeren in energiebronnen
die duurzaam zijn, maar inderdaad nu wat
minder winst opleveren. Dat is gewoon een
afweging. Niet op het wettelijk minimum
zitten en we doen absoluut niets meer. Dat
vind ik een heel slechte opstelling van een
bedrijf.
Daarom vinden we ook dat RWE, als je al
wilt verkopen, een heel slechte keuze is,
want het RWE is een bedrijf dat op het absolute
wettelijke minimum gaat zitten, daar
hebt u gelijk in. Dat weet je dan, dat is hun
lijn.
De Voorzitter: Zijn dat uw overwegingen
in tweede termijn, meneer Van den Heuvel?
28 14 april 2009
De heer Van den Heuvel (SP): Dat zijn
nog wat extra overwegingen.
De heer W. Mulder (BurgerBelangen):
Voorzitter! Ik zal in tweede termijn ook wat
korter zijn. Het lijkt erop dat de meerderheid
van de raad gaat besluiten om de aandelen te
verkopen aan RWE. Daarmee gaan de
winsten die nu nog naar de diverse Nederlandse
overheden gaan, en dus naar ons
allemaal, voor een derde deel, 35% naar een
Duitse deelstaat en voor de rest naar institutionele
beleggers, en die zullen er alle belang
bij hebben om naar winstmaximalisatie te
streven. Dus dat verklaart ook waarom RWE
tot nu toe maar zo weinig mogelijk doet aan
duurzame energie en investeren in het
milieu. Dat is en blijft voor ons een punt om
te zeggen aan deze verkoop niet mee te
willen doen.
Dan zou je kunnen zeggen dat de Nederlandse
overheid nog wat in de melk heeft te
brokkelen. Ik denk dat RWE wel druk zal zijn
en blijven om te lobbyen in Berlijn, want daar
liggen natuurlijk hun grote omzetten, maar
dat ze Den Haag steeds slechter weten te
vinden als het gaat over energiebeleid in
Nederland, want wij zijn maar een kleine
speler, en in Hengelo zullen ze helemaal niet
meer terugkomen.
Dat betekent dat wij van onze Nederlandse
overheid dan maar moeten verwachten dat
die de burgers gaat stimuleren om te investeren
in duurzame energie. In vroegere kabinetten
is dat wel eens gebeurd, daar is door
kabinet Balkenende I drastisch de bezem
door gehaald en hebben ze voortgezet in
Balkenende II en III, en zo langzamerhand
komt er weer een klein beetje licht aan het
eind van de tunnel. Maar als we het van de
Nederlandse overheidsinvesteringen en
-stimuleringen moeten hebben voor de
burger om te investeren in bijvoorbeeld
zonnecollectoren of in elektrische panelen,
kunnen we nog lang wachten, denk ik. Ook
daar heeft de Duitse overheid heel
behoorlijke voorbeelden laten zien hoe het
wel kan. Het zijn overigens dezelfde grote
bedrijven, maar dan andere, bijvoorbeeld
Shell, die essentiële patenten in handen
hebben voor bijvoorbeeld het goedkoop
produceren van zonnepanelen. Shell zelf doet
er niet veel mee, maar ze hebben er weinig
belang bij om die patenten te gelde te
maken, want dan verkopen ze zoveel minder
olie.
Kortom, de energiemarkt zal een boeiende
plek voor discussie blijven en wat ons betreft
kunnen we daar alleen aan meedoen als we
nog aandeelhouder zijn en blijven van
Essent, ook al praten we dan maar voor
0,21% mee, dat is altijd beter dan niets.

Voorzitter! Wij zijn en blijven tegen het
verkopen van de aandelen.
Dan nog over de motie.
Wij als gemeente vertegenwoordigen de
Hengelose burgers. De Hengelose burgers
hebben destijds met z'n allen het stroombedrijf
groot gemaakt dat we vervolgens
hebben verkocht aan Essent. Tot op dit
moment is het zo dat de winsten, opbrengsten
uit dat gedeelte van Essent keurig
terugvloeien naar de gemeentekas en daar
doen wij goede dingen van voor de burgers.
Dus wat ons betreft hoefden toen niet, en
niet in de toekomst, de dividenden rechtstreeks
terug naar de burgers die toevallig
vandaag stroom afnemen of vandaag in
Hengelo wonen. We gaan niet akkoord met
de motie.
Mevrouw Ter Hofte (CDA): Voorzitter! We
hebben geen nieuwe argumenten toe te
voegen en de motie zullen wij, de heer
Mulder heeft het goed gehoord, niet steunen.
De heer Horsthuis (VVD): Voorzitter! Dat
geldt voor ons ook. Wij hebben weinig toe te
voegen aan wat we al gezegd hebben en zijn
tegen de motie.
De heer Alkema (ChristenUnie): Idem dito.
De heer Jager (Groen Links): Op dezelfde
argumenten als van de heer Mulder zullen wij
ook tegen de motie stemmen en of de
gemeente wel of niet een te grote broek aan
heeft, zullen we heel graag op terug komen
in de perspectievennota; lijkt me zeer interessant.
Dan is het misschien wel goed om
nog eens even over deze gelden te spreken,
want verkopen gaan we nu, blijkbaar.
Ik wilde er net niet op reageren, omdat u
anders denkt dat het teveel door elkaar loopt,
maar ik heb nog één opmerking. Meneer
Horsthuis zei nog iets over zich aan de wet
houden, wat ook de wethouder nog gezegd
heeft. En de heer Van den Heuvel zegt dan,
ja, maar steeds aan het minimum. Daarbij
komt een extra argument, en daarom heb ik
weliswaar het wat onparlementaire woord
'rotbedrijf' gebruikt, dat had ik misschien niet
zo moeten zeggen. Maar juist omdat het
bedrijf zoveel druk uitoefent op overheden
om juist de doelstellingen die de wetten
hebben, weer naar beneden te krijgen, geeft
mij zo weinig vertrouwen in dat bedrijf. Dat is
het punt waarom ik de misschien wel onparlementaire
term gebruikt heb. Het zal
duidelijk zijn: wij blijven tegen verkoop.
De Voorzitter: Heeft de heer Winter nog
behoefte aan een korte schorsing? Ja, een
korte schorsing.
29 14 april 2009
De vergadering wordt om 21.48 uur
geschorst en hervat om 21.55 uur.
De Voorzitter: Dames en Heren! Ik heropen
de vergadering en wij komen toe aan
besluitvorming over dit punt.
De heer Winter (PvdA): Voorzitter! Wij
hebben met elkaar de afweging gemaakt dat
wij in ieder geval erg blij zijn dat wij nog de
beschikking houden over het netwerkbedrijf
hier in Nederland.
De Voorzitter: Dan is er een motie van de
heer Knegt en de heer Janssen. Die draagt
het college iets op, wanneer wordt overgegaan
tot verkoop van de aandelen. Het lijkt
me in dit geval beter om eerst het voorstel in
stemming te brengen, want dan weten we of
we wel of niet tot verkoop overgaan.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Voorzitter!
Het maakt in dezen niets uit, maar ik zal me
de moeite besparen om het uit te leggen.
Ook al stemt Hengelo tegen, wordt er nog
verkocht, en is de motie nog actueel.
De Voorzitter: Je weet maar nooit. Dus we
gaan nu eerst het voorstel, zoals aan u is
voorgelegd, in stemming brengen.
Het raadsvoorstel Aanbieding aandelen
Essent aan RWE wordt in stemming gebracht.
Met 15 stemmen tegen (BurgerBelangen,
Progressief Hengelo, Hengelo.nu, Groen
Links, SP) en 21 stemmen voor, wordt het
voorstel aanvaard.
De motie van de fractie van Hengelo.nu
wordt tevens in stemming gebracht.
Met 4 stemmen voor (Hengelo.nu en
Progressief Hengelo) en 32 stemmen tegen
wordt de motie verworpen.
C. VOORSTELLEN DOOR TUSSEN-
KOMST VAN DE COMMISSIE
FYSIEK.
C.8 Nota van uitgangspunten en nota
behandeling inspraakreactie
Veldwijk Noord Plus (279806)
De heer Mulder (SP): Voorzitter! We
hebben in de commissie gesproken over deze
nota van uitgangspunten en de inspraak
bekeken. Het gaat hier over een deel van wat
Veldwijk Noord is. In de nota van uitgangspunten
staat met name de uitwerking voor
het middengebied, Fase 1A en Fase 1B, en
dat terwijl de nota van uitgangspunten heet
'Veldwijk Noord Plus'. Die Plus slaat dan op
het oostelijke deel van de Kuipersdijk, nabij
het FBK-stadion. Wij hebben in de commissie
uitvoerig onze argumenten ingebracht, en ik

wil als samenvatting daar het volgende bij
zeggen.
Wij vinden wat er teruggebouwd wordt in
het middenstuk, in plangebied 1A veel te
mager wat betreft de toezeggingen voor de
betaalbaarheid van de woningen die er terug
komen. Er is zelfs sprake van middeldure
koop 20-30% en dure koop 25-40%. Dat is
denk ik zodanig dat een deel van de
bewoners, die moeten wijken voor de sloop,
niet terug kan komen. Verder hebben wij een
punt gemaakt van het niet centraal in de wijk
terechtkomen van de brede school. Die komt
namelijk in een uithoek, in het groene gebied
rondom de watertoren. Dat is op zich een
prachtig gebied en een plek waar je een
school zou willen, maar het ligt op behoorlijke
afstand van de mensen die vanaf hun
woningen daar hun kinderen naar school
willen brengen. Dat is een zeer belangrijk
punt, waar wij moeite mee hebben.
Een ander punt is: willen wij de grotere
schaal? Schaal is ook genoemd in het vorige
debat. Dit is een heel ander verhaal, maar
het gaat ook over die schaalgrootte. Het
cluster van drie scholen, ook met het idee dat
je op die plek meer voorzieningen kunt
neerzetten en kun je de wijk beter bedienen.
De wijk wel, maar de buurt niet. Er zijn
straks buurten, en die buurten missen hun
school. Drie van die scholen komen straks
leeg te staan of worden afgebroken. Mijn
vraag is dan ook concreet: is er al een plan
voor de Waarbeekschool? Wat gaat daarmee
gebeuren; een prachtig historisch pand. Daar
is in de commissie nog geen antwoord op
gekomen.
En ander punt, dat verband houdt met die
ligging, is de drukte op de Kuipersdijk. Als je
aan de andere kant van Veldwijk, dus bij het
stadion, ook woningen gaat bouwen zoals
hier voorligt, dan heb je meer verkeer dat
over en weer van de Kuipersdijk gebruik
moet maken. Buiten het feit dat de mensen
voor het stadion al de Kuipersdijk moeten
oversteken vanuit de wijk.
Er is geen brug of viaduct gepland. Dat
vinden wij een zeer kwalijke ontwikkeling en
ik wil in dezen ook noemen dat doortrekken
van de Laan van Driene, waarvan de
discussie losgebarsten leek maar nu weer is
geëindigd, een aanzuigende werking van
verkeer tot gevolg heeft, waardoor die
Kuipersdijk een veel te drukke weg wordt om
die wijk nog als één wijk te gaan zien. Dan
heb je de buurt in een oostelijk en westelijk
deel gesplitst. En we hadden al Veldwijk
Noord en Veldwijk Zuid, dus dat lijkt me geen
goed vooruitzicht. Mijn voorstel zou zijn om
in ieder geval te kijken of een tunnel of flyover
daar mogelijk is.
30 14 april 2009
Dan kom ik op het punt waarover ik een
motie wil indienen. Dat gaat over het feit dat
er nog geen plan ligt dat gaat over heel
Veldwijk Noord. Er ligt slechts een plan voor
het middengedeelte. Het noordelijke gedeelte
is nog niet besproken in dit plan, en het
zuidelijke gedeelte ook niet. Maar,
interessant: over het zuidelijke gedeelte
vanaf de Heraklesstraat wordt gezegd: oké,
daar is een onderzoek geweest dat aangeeft
dat niet meer alleen gekeken moet worden
naar sloop en nieuwbouw, maar dat er vooral
ook gekeken moet worden naar de mogelijkheid
van renovatie en verbreding, dat wil
zeggen woningen bij elkaar trekken. Dat
laatste is wat ons betreft een zeer goede
optie, waarbij wij de motie zodanig willen
indienen, dat wij uitspreken dat we het
college met de partner, dat wil zeggen de
woningcorporaties St. Josef en Ons Belang,
onder die nieuwe naam, willen opdragen op
basis van de samenwerkingsovereenkomst
het gesprek te openen over dat zuidelijke
gedeelte en ook dat noordelijke gedeelte, om
niet als uitgangspunt sloop en nieuwbouw te
nemen, maar juist renovatie en het samenvoegen
van woningen.
De Voorzitter: De motie wordt nu
verspreid.
MOTIE
De gemeenteraad van Hengelo, in
vergadering bijeen op 14 april 2009.
Gelezen het voorstel de Nota van
Uitgangspunten Veldwijk Noord Plus en de
inspraaknotitie,
overwegende dat
− in de nota van uitgangspunten er
slechts een uitwerking wordt gegeven
aan Fase 1A (het middengedeelte van
het samenwerkingsovereenkomstgebied,
met het watertorengebied) en
Fase 1B (een nieuw plangedeelte ten
oosten van de Kuipersdijk) en er geen
uitwerking wordt gegeven van de
noordelijke en zuidelijke gedeelten van
het gebied Veldwijk Noord;
− de bewoners in de hele wijk al ten
minste tien jaren worden geconfronteerd
met de plannen voor
herstructurering, wat in de meeste
gevallen wordt uitgelegd als sloop en
nieuwbouw;
− er voor het zuidelijke en noordelijke
gedeelte van Veldwijk Noord in ieder
geval vóór 2015 geen perspectief blijkt
te bestaan voor het opknappen of aanpakken
van hun wijkgedeelte en in de
commissievergadering is aangegeven

dat niet uit te sluiten is dat dit niet
voor 2018 zal gebeuren;
− onderzoek (Van Schagen, 2007) uitwijst
dat het voor het zuidelijke
gedeelte van Veldwijk Noord de bouwtechnische
staat van de woningen en
de stedenbouwkundige kwaliteit van
de woningen aanknopingspunten
bieden voor renovatie en
samenvoeging van de woningen;
− de woningcorporatie deze reële optie
van renovatie en samenvoeging niet
heeft afgewezen;
− bewoners in alle redelijkheid op korte
termijn duidelijkheid moet worden
geboden over de toekomst van hun
woningen, hun buurt en hun
huursituatie;
− er een niet aflatende grote vraag is
naar betaalbare huurwoningen van
tussen de 300 en 400 euro per maand.
concludeert dat
− bewoners in Veldwijk Noord zeker niet
nog langer in het ongewisse moeten
worden gelaten over de toekomst van
hun buurt en hun huurwoningen;
− renovatie van de woningen een
serieuze optie is die verbeterde,
betaalbare woningen voor mensen met
lagere inkomens oplevert.
en draagt het college op:
− in het kader van de invulling van de
samenwerkingsovereenkomst met de
woningcorporatie het gesprek te
openen over renovatie en
samenvoeging van woningen in het
zuidelijke gedeelte van Veldwijk
Noord;
− die optie ook te bespreken voor de
woningen in het gedeelte ten noorden
van Fase 1A;
− deze renovatie- en samenvoegingsprogramma's
zo mogelijk op korte
termijn te laten starten.
en gaat over tot de orde van de dag.
De motie is ondertekend namens de SP
door de heer V. Mulder.
De Voorzitter: De motie maakt onderdeel
uit van de beraadslagingen.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Voorzitter!
Mag ik een verduidelijkende vraag stellen?
Moet ik deze motie zo lezen, dat u het college
opdraagt helemaal niets meer te slopen in die
wijk, maar puur te gaan voor renovatie en
samenvoegen?
31 14 april 2009
De heer Mulder (SP): Het nieuwe feit is dat
ik in dit stuk lees, dat in ieder geval voor het
zuidelijke gedeelte, de woningcorporatie
overweegt, op basis van een onderzoek, de
mogelijkheid voor renovatie en verbreding
van de woningen te onderzoeken. En dat ik
dat als een mogelijkheid zie om die mensen,
sneller dan wanneer je zou slopen en nieuw
bouwen, de optie van renovatie voor te
houden, want dan kun je over een jaar
starten, dan hoef je niet te wachten. Bij een
sloop- en nieuwbouwprogramma moet je
gefaseerd te werk gaan terwijl renovatie van
woningen eigenlijk heel snel zou kunnen
starten. Die mensen wachten al tien jaar, dus
daarmee geef je ze vrij snel een perspectief….
De heer Knegt (Hengelo.nu): Dat deel is
mij duidelijk, maar inhoudelijk de motie…
Misschien is het zo duidelijker. Laat deze
motie ook de mogelijkheid over dat een
gedeelte wordt gesloopt en nieuw gebouwd
en een gedeelte gerenoveerd en een gedeelte
samengevoegd? Ik lees nu in de motie dat
sloop en nieuwbouw helemaal worden
weggeschoven en dat nieuwbouw helemaal
niet meer kan.
De heer Mulder (SP): Het gaat over zo kort
mogelijke termijn. Het laat ruimte, maar het
gaat hierom, die samenwerkingsovereenkomst
definieerde het niet specifiek. Deze
nota van uitgangspunten doet dat ook niet
specifiek. Daar ben ik blij om, want zou het
helemaal ingevuld zijn, dan zou het helemaal
slopen worden. Ik zie hier mogelijkheden,
ook gezien de grotere behoefte aan betaalbare
woningen en de discussie die gaande is
of we alles moeten gaan slopen en nieuw
bouwen, die overal in den lande plaatsvindt,
en het feit dat er niet meer nieuw gebouwd
wordt, dat overal die stilstand is, waarom zou
je dan die mensen tien jaar langer in
onzekerheid laten, terwijl je nu kunt besluiten
om te renoveren. Maar deze motie zegt niet
dat er geen sloop meer mag plaatsvinden.
Wat ons betreft liever wel, maar de mogelijkheid
van eventueel toch slopen zit er wel in.
De Voorzitter: De vraag was simpel. Was
er nog een andere vraag?
De heer Alkema (ChristenUnie): Voorzitter!
Ik krijg hier vage gevoelens bij. Aan de ene
kant zegt de SP zoveel mogelijk betaalbare
woningen te willen houden, het allerliefst heel
veel. Vervolgens lees ik hier 'samenvoegen'.
Daarmee vernietig je toch een hele hoop
woningen? En de betaalbaarheid neemt af.
Dus help je nou je eigen burgers, die je
wegjaagt? Hoe moet ik het nu lezen?
Ik zie het niet meer.

De heer Mulder (SP): Eén van de doelstellingen
van die herstructureringsplannen is
dat er voor mensen met andere inkomens
ook woningen komen in Veldwijk Noord. Wij
zijn daar in principe niet op tegen. Onze
vraag is altijd geweest: waar moeten de
mensen, die de woningen wegens sloop
moeten verlaten, naar toe? Je kunt dat met
samenvoegen gedoseerd doen. Je kunt bij
één flat vier woningen tot twee woningen
samenvoegen, en in een ander gedeelte kun
je er 14 samenvoegen tot 7. Dat is een
kwestie van uitwerking, dus de maat die je
daar gaat hanteren is afhankelijk van wat er
uit de onderhandelingen komt. Maar ik vind
dat een veel reëlere en betere optie dan
slopen. Want dan weet ik de uitkomst wel
ongeveer. Dat is namelijk die 20% sociale
woningbouw die terugkomt, plus 10% voor
die speciale doelgroep.
De Voorzitter: Er was nog een andere
verduidelijkende vraag over deze motie.
De heer Horsthuis (VVD): Onder 'overwegende
dat': de woningcorporatie deze
optie van renovatie en samenvoeging heeft
afgewezen. Dit betekent niet per definitie dat
erover gesproken is en misschien was het
überhaupt geen optie. Op het moment dat je
er niet over praat, betekent dat niet dat je
het ermee eens bent.
De volgende vraag, in het verlengde
hiervan: wat zijn de consequenties? Wat zijn
de consequenties als dit opgestart gaat
worden. Komt er dan iets anders in de
verdrukking? Want dat zie ik niet.
De heer Mulder (SP): Uitgangspunt is dat
je eerder duidelijkheid geeft aan de bewoners
in de gedeeltes noord en zuid van Veldwijk
Noord. Die mensen zeggen: 'we weten het al
tien jaar niet. Er is al tien jaar lang sprake
van dat er gesloopt gaat worden. Nu houden
ze ons nog steeds aan het lijntje'.
Gezien deze nota van uitgangspunten weten
ze in 2018 nog niet waar ze aan toe zijn. Met
renovatie en samenvoeging kun je dat sneller
naar voren halen en kun je die mensen
eerder duidelijkheid geven, namelijk 'we gaan
voor een gedeelte renoveren en misschien
samenvoegen'. Dat is eerdere helderheid aan
die bewoners en dat is de consequentie van
deze motie.
De Voorzitter: We gaan nu verder met de
eerste termijn. Ik hoop dat deze uitgebreide
bespiegelingen u mogelijkerwijze ook verder
helpen met het beperken van allerlei andere
vragen.
De heer Alkema (ChristenUnie): Voorzitter!
Tijdens de discussie over Lange Wemen
hebben we het ook al eens gehad over
32 14 april 2009
landmarks en dit Veldwijk Noord Plus zie ik
ook weer zo'n landmark staan, namelijk
naast het stadion. Er wordt verder niets over
gezegd, het staat alleen maar getekend
weergegeven. Is het echt de bedoeling dat
daar ook weer een landmark gaat komen of
wordt deze straks nog meegenomen in een
discussie daarover?
Mevrouw Ter Haar (Groen Links):
Voorzitter! Ik wil toch nog even ook in de
raad zelf de mensen bedanken die de nota
van uitgangspunten voor Veldwijk Noord
hebben geschreven. Dank voor de heldere
nota.
Het gaat om een zeer grootschalig
vernieuwingstraject, dat iedereen is
ingegaan. We realiseren ons goed dat we
praten over de bouw van 1.200 woningen tot
aan 2020. Het is een ingewikkeld proces dat
samen met de bewoners, de woningbouwcorporatie,
de gemeente, onderwijsmensen
en alle mensen van Sport en Welzijn met
vereende krachten is opgepakt en die samen
dat traject zijn ingegaan. Veel subsidie is er
voor de wijk binnengehaald, anders hadden
we deze wijk niet op deze mooie wijze
kunnen realiseren. Het interne groen en de
waterstructuur worden versterkt, het historisch
bekenstelsel wordt hersteld, woningen
worden duurzaam en gevarieerd gebouwd.
Kortom: het gaat om een zeer fraaie wijk
waar veel mensen willen wonen of graag naar
terug willen keren. Buurtorganisaties, en ik
denk dat de motie van de heer Mulder daar
met name over gaat, geven aan dat over
twee andere deelgebieden, ik noem het deelgebieden,
Noord en Zuid, nog nadere en
concrete afspraken gemaakt moeten worden.
Zij hebben hun zorg uitgesproken. Dat stond
in de stukken die naar de commissie Fysiek
gingen, maar ik zou het betreuren als men
het idee heeft dat deze deelgebieden minder
aandacht krijgen en dat de bewoners langer
in onzekerheid moeten verkeren over hun
toekomstige woonomgeving. Ik ga ervan uit
dat het vervolgtraject even zorgvuldig gaat
verlopen als het traject dat nu is gelopen. En
dat vervolgafspraken ook gemaakt gaan
worden. Graag wil ik hier antwoord op van
der wethouder.
Dan nog even de Breemarsweg/Kuipersdijk,
dat maakt onderdeel uit van de oost tangent,
waar dan straks ook weer 50 km gereden
mag worden. In de nota staat letterlijk: 'De
verkeerintensiteit bedraagt nu 16.000
motorvoertuigen per etmaal. Dit was een
meting van 2007. Het dwarsprofiel blijft
gebaseerd op twee keer één rijbaan. Ter
hoogte van de spoorlijn Hengelo-Enschede is
er ruimte voor de aanleg van een korte
tunnelbak gereserveerd.' Zo staat het in de
stukken.

Dat zijn, voor zover ik weet, de afspraken
die gemaakt zijn. Is die constatering nog
juist?
Waarop is de verwachting gebaseerd dat de
verkeerintensiteit op de oost tangent zal
toenemen naar 25.000 voertuigen, en waar
heeft dan dat precies mee te maken en
wanneer is de laatste meting daarover
gedaan?
Voor zover ik weet is er ook sprake geweest
van het aanpakken van het kruispunt
Kuipersdijk-Enschedesestraat. Dat staat hier
verder niet in vermeld. Hoe moet ik dat zien
in het licht van de tunnelbak en de doorstroom
naar de Kuipersdijk vanaf de
Enschedesestraat?
De heer Janssen (Progressief Hengelo):
Voorzitter! In de commissie hebben we daar
al het één en ander over gezegd. Ik wil de
commissie niet over doen, maar ik heb het
conceptverslag vandaag gelezen, en ik moet
eerlijk zeggen dat ik van de bijdrage van
Progressief Hengelo en Hengelo.nu, als ik
voor mijn eigen partij spreek, niets meer
terugvind. Dus ik wil toch even duidelijk
maken wat onze standpunten zijn.
Wij kunnen ons in het algemeen goed
vinden in de nota van uitgangspunten.
Kijkend vanuit de inspraakreacties vragen wij
ook aandacht voor de sociale woningbouw.
Dat hebben we ook in de commissie gedaan.
Wat ons betreft mag het wel meer dan 20%
zijn, zeker als we kijken naar de verhoudingen
zoals die in die hoek van Hengelo zijn,
zou het beter zijn dat we naar de 30% gaan,
en dan hebben we het dus ook over de
resultaatverplichting van de sociale huurwoningen
en de 10% zorgwoningen. We zijn
blij dat die er komen. We zijn ook blij dat de
goedkope koop daar komt, van 10 tot 25%.
Ook daar hebben wij zoiets van: niet naar de
10%, liever naar de 25%, omdat dat ook een
andere reactie geeft. Want in diezelfde commissie
hebben we het ook over de woningverdeling
gehad en prioriteiten, en dan zie je
dat in deze overspannen markt het goed is
dat er wat goedkopere koopwoningen bij
komen, zodat ook de starters wat meer kans
krijgen. In die hoek is dat best wel mogelijk.
Reagerend op de SP, wat we ook in de
commissie hebben gedaan, en kijkend naar
de sociale cohesie, is het toch een kwestie
van kritische kijk daarin. Het duurt erg lang.
Dit soort processen duurt ook lang, en
misschien moeten we, zoals door ons ook
gezegd in de commissie, goed kijken naar en
meer denken richting renovatie. Dus kijkende
naar die motie, al zit die wat ingewikkeld in
elkaar vind ik (ik moest ook goed kijken; wat
bedoelt hij nou met samenvoeging van
woningen?) dat met betrekking tot renovatie,
het misschien goed is om dat gesprek aan te
33 14 april 2009
gaan. Wij vragen daar dan ook extra aandacht
voor, want het zou jammer zijn als de
sociale cohesie, die daar altijd aanwezig is
geweest, uiteen zou vallen of dat mensen
toch wat gefrustreerd worden.
Met de complimenten aan de ChristenUnie:
ook ons is het een beetje ontgaan dat daar
een hoge toren is opgetrokken, maar we
hebben het ook voor de nota van uitgangspunten,
en we houden daar, ook gezien de
opstelling van onze partij, even een voorbehoud
aan, want we willen toch iets meer
weten over hoe het daar mee zit.
Dat is wat ons betreft onze bijdrage voor de
eerste ronde.
De heer Akkus (PvdA): Voorzitter! De nota
van uitgangspunten Veldwijk Noord Plus. In
de commissie hebben we ook al aangegeven
dat ons geduld op de proef is gesteld, en dan
bedoel ik dat in de zin van dat het allemaal
wat lang geduurd heeft, maar dat we nu blij
zijn dat tot realisatie kan worden overgegaan.
Dat even gezegd hebbende, dan gaan
we naar de inhoud.
Wij zijn het inhoudelijk eens met de analyses
die gemaakt worden. Daar staat bijvoorbeeld
in dat in de situatie zoals die nu is,
de sociale cohesie onder druk staat, dat de
woningen die op dit moment in het plangebied
staan, ook technisch in slechte staat
verkeren en dat er sprake is van een matige
woonkwaliteit. Dus wij zijn meer dan tevreden
over de plannen zoals die nu voorliggen.
Over het toekomstperspectief dat eruit
spreekt, zijn wij zelfs meer dan tevreden; dat
is enthousiasmerend wat ons betreft.
Wat betreft de inspraakreacties, voor zover
wij dat kunnen beoordelen, zijn die afdoende
en ordentelijk be- en afgehandeld.
Dan komen we op twee punten. Laat ik
eerst op de motie van de SP ingaan. Wij
hebben het hierover in de wandelgangen kort
met de heer Vincent Mulder gehad, waarbij ik
heb aangegeven dat de PvdA renovatie ook
graag als een optie ziet, alleen doen wij het
niet. Er is een partner die het allemaal moet
gaan uitvoeren. In deze motie, die inderdaad
wat ingewikkeld in elkaar zit, zie ik toch een
logische inconsistentie, maar dat kan
natuurlijk ook aan mij liggen, zeg ik in alle
bescheidenheid, zoals u van mij gewend
bent. Volgens mij staat er dat renovatie een
optie is, en dan wordt vervolgens het college
opgedragen om dat als optie te zien. Dat
begrijp ik niet helemaal.
De heer Mulder (SP): Ik wil het de heer
Akkus wel uitleggen. Er is een samenwerkingsovereenkomst
gesloten en daarin
verbonden destijds drie partijen, inmiddels
twee partijen, zich aan het samenwerken
voor, wat zij noemden, de herstructurering

van de Berflo Es. Veldwijk Noord is daar een
groot onderdeel van. Wij zijn nu bezig met
het besluiten over een nota van uitgangspunten,
die over een deel van die samenwerkingsovereenkomst
gaat. Ik lees in de
nota van uitgangspunten dat er een onderzoek
is geweest, dat zegt dat het voor
gedeeltes van Veldwijk Noord goed mogelijk
is om middels renovatie en het samenvoegen
van woningen iets anders te gaan doen dan
sloop en nieuwbouw. Daarvan denk ik en lees
ik ook, dat de woningcorporatie er nog niet
zo erg oren naar heeft. Dan is er een andere
partner, namelijk de gemeente, en die
gemeente zou het gesprek eens moeten
openen om te kijken of hierover bij de
woningcorporatie niet meer druk gelegd kan
worden, want dat namelijk het maatschappelijke
belang om die mensen niet te lang
laten wachten, wat u ook een punt noemt;
het duurt al veel te lang voor de mensen, in
die gedeeltes van Veldwijk Noord die al
wachten sinds 2000 …
De heer Akkus (PvdA): Op zich heb ik al
begrepen wat u bedoelt, dank u wel voor uw
toelichting. Ik blijf vinden dat de optie er is.
Dat onderzoek gaat, denk ik, over de bouwtechnische
staat. Dus bouwtechnisch zou het
een optie zijn om een bepaald deel, dat nu
niet in het plangebied voorkomt, te
renoveren, alleen …..
De heer Mulder (SP): U herkent dat vast
….
De Voorzitter: Meneer Mulder, laten we
daar in de tweede termijn nog even op terugkomen,
want het duurt zo verschrikkelijk
lang. Als iemand aan u een vraag stelt, dan
gaat u toch weer alles helemaal uitleggen, en
volgens mij is dat niet altijd meer nodig. Dus
laten we er in tweede termijn op terugkomen
of het helemaal helder is.
De heer Akkus (PvdA): Om te weten of het
bouwtechnisch mogelijk is om te renoveren,
moet er toch ook een soort van markttoets
plaatsvinden. Want, nogmaals, ik ga het niet
doen. De gemeente is partner (we hebben
het er in de commissie over gehad hoe dit nu
financieel gedekt gaat worden), en dat
betekent dat je samen de beslissing moet
nemen en dat je niet kunt zeggen: partner,
ga jij maar heel veel geld uitgeven aan iets
wat ook goedkoper kan.
Ik ben het absoluut met u eens, dat je
mensen niet te lang in onzekerheid moet
laten over juist iets wat natuurlijk een
levensbehoefte is: een dak boven je hoofd.
Tegelijkertijd, en dat klinkt een beetje
cynisch, stelt u ook weer in deze motie vast,
dat de zekerheid bestaat dat in ieder geval
tot 2015 niets gaat gebeuren, dus er gaat
34 14 april 2009
niet gesloopt worden tot 2015. Dat weten we
dus wel. Dat betekent dus ook dat we daar
goedkope woningen, sociale huur in de prijsklasse
die u noemt, behouden. Ik geef toe,
dat het cynisch is, maar…
De heer Mulder (SP): Voorzitter, ik moet
hier toch op reageren! Dit is namelijk een
omdraaiing van de bewijslast zo ongeveer.
Eerst is het zo van 'we gaan ze slopen, want
ze zijn blijkbaar niet nodig' en moet de SP blij
zijn dat ze nog tot 2015 blijven staan, want
dan blijven er in ieder geval betaalbare
woningen. Ja hallo!
De heer Akkus (PvdA): Fasering, meneer
Mulder.
De heer Mulder (SP): Nee, het uitgangspunt
is hier: moeten die mensen vanaf 2000,
ongeveer het jaar waarin is aangezegd dat
gesloopt zou worden, tot 2015 blijven
wachten? Ik dacht dat u een moeilijk woord,
sociale cohesie, veel gebruikt had in de commissie.
Het gaat dus over hoe mensen in een
wijk samenleven en samen wonen op een
zodanige basis, dat het een prettige manier
van wonen is, namelijk iets met een toekomst.
Als je die toekomst ontbeert, omdat
je consequent vanaf 2000 wordt gezegd dat
je nog maar even moet wachten met die
nieuwe vloerbedekking, omdat er mogelijkerwijs
over een of twee jaar gesloopt wordt…..
De heer Akkus (PvdA): Meneer Mulder, uw
punt is helder.
De Voorzitter: Meneer Akkus, maakt u uw
eerste termijn af.
De heer Akkus (PvdA): Ik zal het proberen,
voorzitter! Volgens mij heb ik hier genoeg
over gezegd. Ik ga over naar mijn eigen
vraag, dat lijkt mij ook verstandig om te
doen. Wij hebben namelijk in de commissie
de vraag gesteld over wat ook in de nota van
uitgangspunten staat, iets over een sociaal
plan. Daar bestaat bij ons wat onduidelijkheid
over, namelijk het idee dat mensen die de
intentie hebben om terug te keren in deze
wijk een wisselwoning kunnen krijgen.
Wanneer een wisselwoning duurder is qua
huur dan de woning waarin men zich nu
bevindt, en die kans is groot, dan compenseert
de woningbouwcorporatie het verschil.
Tot zover heel sociaal, vind ik, alleen zou een
bewoner achteraf besluiten om toch niet
terug te keren (en laten we hierbij niet
vergeten dat niemand weet waarnaar hij
terugkeert, we zien het alleen nog maar op
papier tot nu toe) dan moet die compensatie
met terugwerkende kracht terugbetaald
worden. Hoe dat technisch gaat, hoef ik niet

uit te leggen. Daar hebben wij in onze fractie
gemengde gevoelens over.
Waar wij geen gemengde gevoelens over
hebben maar wat we in ieder geval een
negatieve uitwerking vinden, is dat wanneer
de compensatie er niet was geweest je in
aanmerking was gekomen voor een bepaald
bedrag aan huurtoeslag, je daarnaar kunt
fluiten, omdat je dat gedeelte natuurlijk niet
met terugwerkende kracht kunt vorderen.
Overigens, dat denk ik, want dat heb ik niet
zo duidelijk uit de regelgeving kunnen halen.
Wij willen graag dat daar wat duidelijkheid
over komt. Klopt onze redenering? We weten
dat onze wethouder niet kan ingrijpen in de
interne bedrijfsvoering van de woningbouwcorporatie
die dit gedeelte verzorgt, maar we
hebben wel invloed (we hebben het er net
over gehad dat we partners zijn). Dus we
willen weten hoe dit precies zit.
Daarnaast willen we, dat was ik bijna
vergeten, samen met de heer Mulder weten
of in 2015 duidelijk is wat er gaat gebeuren
en op welke termijn. Dat is natuurlijk ook iets
waarmee we zekerheid kunnen geven.
De heer Horsthuis (VVD): Voorzitter! Wij
kunnen ons geheel vinden in deze nota. Wij
vinden het ook een dik compliment waard.
We hebben het in de commissievergadering
over het proces gehad, misschien dat de
wethouder daar zo meteen nog wat over kan
zeggen. Maar omdat wij dit een goed stuk
vinden, denken we ook dat de keuzes die
gemaakt zijn, erg afgewogen zijn. Als we
praten over de motie, dan zou je kunnen
denken 'het ziet er goed uit, dus laten we er
maar ja tegen zeggen'. Ik heb aangegeven,
toen ik vragen stelde over deze motie, of het
een gedachte kan zijn om in een commissie,
eventueel in een IBR, te laten kijken wat er
aan de hand is, ons laten voorlichten wat de
consequenties zouden kunnen zijn als we dit
naar voren trekken. Nogmaals, ik heb er wel
een goed gevoel bij, alleen op dit moment
zeggen we er nee tegen, omdat we de consequenties
niet kunnen overzien en het ons
inziens op dit moment geen zoden aan de
dijk zet omdat we het stuk goed afgewogen
vinden.
Ik heb nog een opmerking, die ik ook in de
commissievergadering geplaatst heb (naar
aanleiding van de heer Mulder, over het
spoorlijntje dat opgeheven zou moeten
worden) wat de gevolgen daarvan zijn, ook
voor het zuidelijk havengebied en dat soort
zaken. Dus dat zou ik graag onderzocht
willen zien of dat er in de nabije toekomst
naar gekeken wordt.
De heer Dragt (CDA): Voorzitter! Voor ons
ligt de nota van uitgangspunten en de
behandeling van de inspraakreacties. Ik heb
35 14 april 2009
met wat verwondering geluisterd naar de
discussie en de motie met enige verwondering
gelezen. De nota van uitgangspunten is
het instrument van ons als raad om wat
kaderstelling te bieden of we iets in ontwikkeling
in de goede richting vinden gaan en of
dat in hoofdlijnen de richting op gaat die we
het op willen hebben. En dan sluit ik bij de
woorden van de heer Horsthuis aan, dat er
complimenten voor dit stuk mogen worden
gegeven. Het gaat inderdaad om de kern van
het gebied Veldwijk Noord; een proces dat
inderdaad enige tijd in beslag heeft genomen
en nu toch een puik stuk werk heeft opgeleverd.
Wat ons betreft zeggen we dan ook
dat het een prima richting is, inclusief het
woonprogramma dat erin zit, het is al een
aantal keren gememoreerd. Daarin zit de
ambitie om te komen tot een gemêleerde,
vitale wijk, en je hebt een vitale wijk nodig,
zonder eenzijdigheid van bewoning, om
fatsoenlijke voorzieningen te krijgen om zo'n
wijk ook voor de langere toekomst leefbaar
te houden. Die keuze wordt hier gemaakt, en
die onderstrepen wij.
De overgang van huidige bewoners naar de
nieuwe situatie is een punt wat bij alle
herstructureringen aan de orde komt. Daar
heeft de SP geen patent op, daar heeft deze
hele raad een patent op. Dat punt zal net als
bij de Berflo Es Zuid ook hier spelen, hoewel
al eerder uitgelegd, in mindere mate, want er
is sprake van een grote groep bewoners die
al met een tijdelijke situatie te maken hadden
toen ze in die woningen woonden. Maar toch,
het punt van de heer Akkus, daar sluiten we
ons bij aan. Zorg ook dat we daar, net zoals
in de Berflo Es Zuid een zorgvuldig traject
gaan lopen en dat we kijken naar de
mogelijkheden en onmogelijkheden die zich
in dat gebied gaan voordoen. Daarbij is het
goed, dat is het andere punt wat daarbij naar
voren komt, dat we daar ook goedkope koop
introduceren. Dat biedt de mogelijkheid om
zowel binnen Hengelo alsook binnen de wijk
voor mensen om een wooncarrière te maken,
daar waar dat mogelijk is. En dat is volgens
mij ook de kern van het woningenbeleid dat
wij nastreven in Hengelo.
Afsluitend: wat betreft de uitvoering,
daarvan hebben wij in de commissie
aangegeven behoefte te hebben aan een
tijdpad, wat mijlpalen. We lezen in het
voorstel dat er een aantal concrete plannen
gelijktijdig opgestart wordt. Het is goed om
dat te communiceren.
Tot slot over de motie: mijn verbazing zat
in het feit dat we hier over een nota van
uitgangspunten voor een deel van het plangebied
gingen en een tot bijna op de komma
uitgewerkte motie over twee gebieden waar
het in deze nota van uitgangspunten niet
over gaat op tafel hebben liggen, waarbij ook

nog eens de ambitie aan de orde lijkt te zijn
om op de stoel van de partners te gaan zitten
en daar al, zonder de objectieve feiten zoals
de heer Horsthuis al heeft gememoreerd,
want die hebben we op dit moment niet voor
die gebieden, een richting aan te geven. Wat
ons betreft is er sprake van volwassen
bestuur en dat wij ook daar de ruimte geven
om een goed proces te doorlopen. Dus aan
die motie hebben wij op dit moment geen
behoefte.
De Voorzitter: We zijn door de eerste
termijn. Het is half elf en ik stel de raad voor
om de agenda vanavond af te maken, dus we
zullen een beetje tempo moeten maken om
het nog vandaag te kunnen afronden. Laten
we daarmee doorgaan.
De heer Bron (wethouder): Voorzitter! Ik
zal mijn best doen het niet al te lang te
maken.
De heer Mulder (van de SP) vindt het
plangebied te mager voor wat betreft de
duurte van de woningen. Gelukkig heeft een
aantal andere partijen daar ook hun zegje
over gedaan. Het zijn, dat weet u heel goed,
want dat staat ook in de nota, 680 woningen,
waarvan er maar liefst 80%, dus 545,
zogenaamde portiekwoningen zijn, die erg
ongewild zijn vanwege de staat waarin die
woningen verkeren. Ze voldoen volstrekt niet
meer aan deze tijd. Mensen willen er ook niet
graag meer in wonen, het zijn energievreters
en mensen willen gewoon graag andere
woningen hebben en wat dat betreft past dit
plan er uitstekend bij dat wij gaan kijken
naar een stevig nieuwbouwprogramma.
Waarbij, daar refereerde ook de heer Janssen
nadrukkelijk aan, je ook zegt dat het
betaalbaar moet zijn. Als je dan kijkt naar het
programma, dan zie je dat het percentage
van betaalbaar (van huur, en dan praat je tot
een bedrag van 475 euro) maar liefst 57% is,
dus wat dat betreft heb je denk ik een
gigantische verbetering van je woonbestand
in de gemeente Hengelo, en bovendien heb je
als bewoner een sterke reductie van je
energielasten. Ik denk dat u dat ook nadrukkelijk
in uw afweging mag meenemen.
De brede school niet centraal. Ja, die plek is
nu net gekozen vanwege de mooie ligging, de
scholen zijn er allemaal content mee, vinden
dat zelf ook erg goed in hun wervingsgebied
liggen, dus wat dat betreft zijn alle partijen er
gewoon heel erg content mee. Er is voor ons
ook geen enkele reden om een andere
situatie voor de school te overwegen. In het
kader van de onteigening van het waterwingebied,
waar ik straks nog even op terug zal
komen, meneer Horsthuis, hebben we best
gekeken naar een andere locatie, maar dat
36 14 april 2009
willen de partners, dus de schooldirecteuren
en de schoolbesturen helemaal niet. Dus
gewoon een goede plek.
Drukte Kuipersdijk wordt nogal eens
genoemd. Hier past natuurlijk alleen de
beperking van het plangebied. Dus de tunnel,
mevrouw Ter Haar, en ook het kruispunt
Enschedesestraat-Boekweitweg-Kuipersdijk
vallen buiten dit plangebied. Ik kan u wel
vertellen dat ik er hard aan werk, aan die
dingen, maar ze vallen hier buiten.
Het is inderdaad meer verkeer. Het meerdere
verkeer wordt natuurlijk ook veroorzaakt
doordat je een heleboel dingen gaat
doen in Hengelo Zuid. We ontwikkelen ook
Hart van Zuid, we ontwikkelen daar de Laan
Hart van Zuid. Die Laan Hart van Zuid, met
straks een goede verbinding over een nieuwe
brug over het kanaal, de Diamanstraat die we
aan het oppakken zijn, het kruispunt met de
Haaksbergerstraat dat nu opgepakt wordt.
Dat heeft natuurlijk wel een verkeeraanzuigende
werking. Ik denk dat we onze ogen
daarvoor niet moeten sluiten. Wat we wel
doen aan verkeersmaatregelen is, dat we vier
kruisingen die er nu zijn, opheffen. Daarnaast
hebben we natuurlijk met zorg gekeken naar
een heel goede oversteekplek met ook een
brede middengeleider erin, zodat mensen
goed kunnen oversteken.
De motie. Naar aanleiding van die motie
heb ik wel inmiddels overleg gehad met de
corporatie, dus de heer Pinkhaar, directeur
van Welbions, die zit achter u. Dat overleg is
geweest en dan kom je toch tot een aantal
uitspraken. Wanneer ga je nou kiezen om
een woning renoveren boven slopen? Dan zit
het breekpunt ergens tussen de 100.000
euro. Dat is gewoon markt, zoals de heer
Akkus dat ook terecht opmerkt. En als je de
staat van de woningen bekijkt, dan krijg ik te
horen dat de hoogte van de huidige woningen
niet voldoet aan het bouwbesluit. Dat is een
bijkomend probleem. Samenvoegen, dat
heeft de heer Alkema goed in de gaten,
maakt het extra duur, want dan maak je van
twee woningen één woning, dus dan zit je
weer met betaalbaarheid. We hebben op
initiatief van mijn linker buurman een
gesprek gehad met Normtec, die
revolutionaire, innovatieve uitvindingen heeft
gedaan en daarvoor ook een innovatieprijs in
Nederland heeft ontvangen. Die kan prachtig
renoveren met nieuwe technieken, maar dat
kan alleen als er beton in het gebouw zit. In
dit gebouw zit geen beton, dus met de
vragen die u zo expliciet stelt, komt het in de
huidige marktpositie neer op sloop. Ik denk
alleen dat het, gezien de omvang van uw
vragen, het handig is dat ik vraag om een
notitie te maken om uw vragen daarin te
beantwoorden en dat ik in de commissie

terugkom met een notitie op dit punt. Maar
de eerste gesprekken naar aanleiding van uw
motie, die u had aangekondigd. hebben al
laten weten dat als er nu nadrukkelijk een
uitspraak moet komen, dan wordt er gekozen
voor sloop. Gebaseerd op de elementen die ik
net meldde.
De heer Alkema over de landmark. Dat
neemt mijn andere collega aan de linkerkant,
mee in de discussie over hoogbouw, en die
verwachten we in mei.
Mevrouw Ter Haar: dank u voor uw compliment.
Kuipersdijk heb ik al beantwoord en
nadere afspraken over het vervolg die
komen, want we gaan ….
Mevrouw Ter Haar (Groen Links):
Voorzitter! De wethouder zegt dat het verhaal
over de Breemarsweg-Kuipersdijk niet in de
stukken staat, maar het staat dus wel in dit
stuk genoemd, dat er geld …
De heer Bron (wethouder): Maar het houdt
op buiten het plangebied. Dus de tunnel valt
daarbuiten.
Mevrouw Ter Haar (Groen Links): Omdat
het hier wel zo beschreven wordt, alsof er
geld voor beschikbaar is.
De heer Bron (wethouder): Nee, ik heb u
ook verteld dat de eerste doorrekening 20
miljoen laat zien. Daar is geen cent van gereserveerd,
althans zeker niet binnen de
gemeentelijk begroting. Dan is het de
mooiste tunnel van West Europa, dus dan ga
je dat wat terugbrengen, maar dan kom je in
ieder geval toch nog wel tot een stevig
bedrag en daar zijn we nu mee aan het
rekenen. Dan zul je moeten kijken of je
extern geld daarvoor kunt werven.
Meneer Janssen, bedankt voor uw waardering
voor de nota van uitgangspunten.
Over renovatie heb ik u net al verteld, die
notitie. Sociale cohesie: ik heb u ook in de
commissie al gezegd dat dat inderdaad wat
afbrokkelt, maar we hopen ook met de
Vogelaar Plus aanvraag, waarvoor ik morgen
voor een commissie in Utrecht het pleidooi
voor Hengelo moet doen, om daar het geld
voor te krijgen om het te investeren in vooral
die sociale cohesie.
De heer Akkus: ik kan u wat het sociaal
plan betreft geruststellen. Ik kan een hele
berekening uitvoeren, maar als iemand nu
voor 300 euro een huis huurt, en hij gaat
naar een wisselwoning die 400 kost, dan
krijgt hij dat verschil bijgepast. Maar als hij
na een jaar besluit om er in te blijven zitten,
dan wordt er goed gekeken naar de huur-
37 14 april 2009
toeslag en het verschil in huurtoeslag wordt
dan ook verrekend, zo kan ik u vertellen.
Mensen bij wie dit niet gebeurd is, zo heeft
de heer Pinkhaar mij verzekerd, kunnen zich
melden en dan wordt het alsnog correct uitgevoerd.
Dus het sociaal plan voorziet juist in
een positief antwoord op uw vraag. Als zich
mensen bij u hebben gemeld, nogmaals: naar
de heer Pinkhaar.
De heer Hosthuis maakte nog een opmerking
over een discussie die we in de raadscommissie
hebben gehad over onteigeningsprocedure
met Ter Steege, waarbij mevrouw
Schaap van Kienhuis Hoving nogal gewag
maakt van een gesprek dat gevoerd was met
mijn collega Weber. Dat gesprek hebben we
overigens ook in het college behandeld en
daar hebben we besloten dat de heer Weber
belt met Ter Steege. Dat heeft hij overigens
al vier keer geprobeerd, maar de man is
steeds niet bereikbaar, ondanks dat bijvoorbeeld
ook vandaag weer gezegd wordt dat hij
wel komt, maar hij is er niet. In ieder geval
gaat hij door om te proberen met de directie
van Ter Steege in contact te komen en dat er
geen correcte weergave is geweest van het
gesprek en we hebben, ook als college besloten
om samen het gesprek met Ter Steege
te gaan voeren om het correct neer te zetten
en we gaan dat ook afwikkelen in een brief.
Omdat zij ook brieven naar ons gestuurd
hebben, gaan wij ook een correcte brief terug
sturen dat het weergeven van het gesprek,
zoals zij dat beleefd hebben, beslist niet de
beleving is geweest die wij daarbij hebben.
Spoorlijn: daar is over gezegd dat het een
concessie is die AKZO heeft. Als je die wilt
opheffen, dan ben je 20 miljoen kwijt. Dat is
een aardig bedrag, dus dat leidt er niet toe
dat wij actief bezig zijn om te gaan kijken of
we die spoorlijn kunnen opheffen. Sterker
nog, zegt mijn buurman, wij willen hem
houden.
De heer Dragt, ook dank voor uw compliment.
Goede ambitie, prima, goedkoop kopen
zit er ook zeker in. Ik denk dat het goed is
om te melden dat in deze wijk ook het
collectief opdrachtgeverschap zit. 20 mensen
hebben zich gemeld voor collectief opdrachtgeverschap.
We gaan dat ook doen met de
koopgarantregeling van de corporatie. Dat
betekent dat de ondergrond in een soort
erfpacht zit, waardoor mensen tot een
inkomen van 40.000 euro in staat zijn om
gezamenlijk woningen te gaan bouwen, die
voor hen betaalbaar zijn, en dus zitten onder
de prijs van 160.000 euro. Voor ons is dat
een soort experiment. De groep is nog steeds
enthousiast bezig. Ongeveer de helft van die
groep is van Turkse afkomst, het is ook leuk
om dat eens als integratieproject te zien en
voor ons is dat prima.

Ik wil graag afsluiten met een erg positief
bericht, ook naar aanleiding van uw woorden.
De realisatieovereenkomst is op een haar na
gevild, eigenlijk is hij wel gevild, dus eerdaags
komt dat in het college aan de orde en
kunt u dan ook opnieuw in de commissie en
in de raad verwachten.
De Voorzitter: Dan stel ik vast dat, na de
uitgebreide commissiebehandeling en deze
uitgebreide eerste termijn, de tweede termijn
uitermate kort zou kunnen zijn. De motie ligt
voor en die zal de heer Mulder in stemming
willen brengen, neem ik aan? U hebt nu de
gelegenheid om uw tweede termijn te
nemen.
De heer Mulder (SP): Voorzitter! De motie
zegt niet meer dan dat wij het college
opdragen om te gaan praten met de partner
die over de streep getrokken moet worden,
want de partner heeft geen zin in de optie
van renoveren. Die heeft daar argumenten
voor. Het college is in gesprek geweest met
die partner. Wij willen graag in die commissie
de argumenten waarom renovatie en samenvoeging
van woningen technisch gezien een
probleem zou zijn. Want er zijn tal van
voorbeelden…
De heer Bron (wethouder): Het is onderzocht
en besproken met de partner, en de
optie is niet opgenomen.
De heer Mulder (SP): In dat geval heeft
het weinig zin om het college te vragen het
gesprek te voeren dat ze al gehad hebben en
hier de conclusies te horen. Dus wat dat betreft
zullen wij de discussie op gang houden,
zowel voor Veldwijk Noord, de twee genoemde
gedeeltes, want het blijft schrijnend dat
die mensen nog vijf, zes jaar lang moeten
wachten voordat zij ook in een nota van uitgangspunten
duidelijkheid krijgen over wat er
met hun buurt gaat gebeuren.
De Voorzitter: Dan stel ik vast dat de
motie nu is ingetrokken. U kunt hem via de
commissie weer tot leven laten brengen. In
de commissie zal er over deze problematiek
verder worden gesproken.
Kunnen wij tot stemming overgaan of is er
nog een korte reactie of verklaring nodig?
De heer Janssen (Progressief Hengelo): Ik
wil nog een korte reactie geven. Ik had een
aantal punten opgeschreven, maar zal me
beperken tot één reactie, ook gezien de tijd.
Het moet mij van het hart; soms lijkt het
dat als je wat kritische opmerkingen plaatst
of probeert ergens de vinger achter te
krijgen, je tegen de kwaliteit van de nota
durft te zijn en dat wil ik hier even heel duidelijk
maken: dat zijn wij zeer zeker niet. Wij
38 14 april 2009
hebben ook aangegeven dat de ontwikkeling
van Veldwijk Noord Plus ons erg dierbaar is,
maar soms kijken we even door de nota heen
en dan lijkt het er soms op dat je misschien
op slakken zout wilt leggen. Soms is het ook
goed om toch op die slakken wat zout te
leggen, om de discussie aan te gaan. Dat
wilde ik nog even meedelen.
De heer Akkus (PvdA): Voorzitter! Ik ben
blij met de verduidelijking ten aanzien van
het sociaal plan. Ik weet vanuit de praktijk
dat in ieder geval bij een aantal mensen dit
idee niet bestaat, dus ik zal het telefoonnummer
van de heer Pinkhaar doorgeven.
Dank u wel.
De heer Mulder (SP): Voorzitter! Wij
hebben afgewogen en zullen deze nota van
uitgangspunten in ieder geval niet steunen,
en wel omdat sloop voorligt van het middengedeelte
en dat is onafwendbaar, want dat is
inmiddels dichtgespijkerd. Maar voor de
andere gedeeltes is er nog geen optie over
wat daar de mogelijke toekomst van zal zijn.
Plus dat de verhouding van wat er terug
gebouwd wordt voor de gesloopte woningen
ons niet tot tevredenheid stemt. Voor de rest
zitten er prachtige dingen in het plan, maar
we zullen er toch niet mee instemmen.
De nota van uitgangspunten en de nota
behandeling inspraakreacties Veldwijk Noord
Plus (279806) worden in stemming gebracht.
Met 5 tegen stemmen (SP) en 31 stemmen
voor wordt het voorstel aanvaard.
D. VOORSTELLEN DOOR TUSSEN-
KOMST VAN DE COMMISSIE
SOCIAAL.
D2 Inzet bestemmingsreserve
ouderenbeleid, gehandicaptenbeleid
en WMO (281133)
De Voorzitter: Zijn er nog vragen over?
De heer Kruiskamp (CDA): Voorzitter! Om
der tijds wille kort even een paar opmerkingen.
Wij hebben er in de commissie uitvoerig
over kunnen spreken; prima. Wij
hadden toen toch wel veel bezwaren tegen
het punt dat de welzijnsconsulenten aangesteld
zouden worden. Er is met zoveel
woorden gezegd 'er worden functionarissen…'
afijn, vult u zelf maar verder in. Daar hadden
wij erg veel bezwaar tegen. Wij vinden veel
meer dat je taken moet benoemen en die aan
de bestaande instituten die daarvoor werkzaam
zijn, zou moeten toevoegen. Dat dat
personele consequenties met zich meebrengt
en ook financiële, daar praten we dan over.
Maar we moeten niet bij voorbaat zeggen dat

er een functionaris voor dit of dat bij moet
komen. Ik vind het heel positief dat juist op
dat punt het voorstel toch gewijzigd is. Ik ben
blij met de opmerking van de wethouder, die
zegt dat we dat moeten zien als een vliegwielproject
en we daarna praten met mensen
om het van ons over te nemen en dan gaan
andere instanties meebetalen; woningcorporaties
en zo. In onze beleving is die zinsnede
of opmerking wel een beetje zachter, als ik
het zo mag zeggen. Wat gebeurt er nou
precies? Nemen deze mensen het straks
over, wat gaan we zelf nog doen? Wat kost
het ons voor de komende jaren? Wat gebeurt
er in andere wijken waar dezelfde wensen
leven? Hoe hard zijn de afspraken die u met
derden hebt over deze activiteiten?
Nogmaals, om der tijds wille, de laatste
alinea, daar waar sprake is van de wensen
van het Seniorenplatform. Die gaan we met
20.000 euro verhogen en dat halen we wel
even weg bij het budget van Berflo Es, als ik
het goed begrepen heb. Dan denk ik ja, dat is
ook een schuiverij. Het past ons op dit
moment eigenlijk nog niet en wij zijn nog niet
helemaal uit ons punt wat betreft die inzet
voor die specifieke dingen. Het antwoord
daarop van de wethouder wacht ik graag af.
De heer Otten (VVD): Voorzitter! De aanpassingen
om de bestemmingsreserves
anders aan te wenden, daar gaan wij mee
akkoord. Daar hebben wij geen probleem
mee, fijn dat het gebeurt.
Alleen met onze opmerking over de totale
projectkosten betreffende het niet accepteren
van overschrijdingen, danwel 10% van de
bedragen te reserveren, is niets gedaan.
Ondanks de toezeggingen van de wethouder
om dit te onderzoeken. Dus graag een reactie
van de wethouder, alvorens wij ons definitief
gaan binden.
Mevrouw Langenkamp verlaat om 22.46 uur
de vergadering.
Mevrouw Koopman (PvdA): Voorzitter! Wij
vinden het aangepaste raadsvoorstel een
stuk beter en ook een stuk duidelijker. De
samengevoegde bestemmingsreserves
maken eenmalig investeringen mogelijk van
ruim 536.000 euro, die ingezet worden als
spin off voor veel mooie initiatieven op het
gebied van wonen, welzijn en zorg. De
gemeente neemt duidelijk haar regierol. Aan
de gemeente de uitdaging om maximaal
rendement te halen uit deze investering. Het
gaat om veel geld. Ik zou zeggen: maak de
plannen zo interessant dat de partners bij
voorkeur al tijdens, maar zeker na de ontwikkelfase
staan te popelen om te participeren.
Heldere plannen en een tijdig betrekken van
de partners bij het maken van de plannen
39 14 april 2009
voorkomt onduidelijkheid over de grens
tussen voorbereiding van het project en
uitvoering van het project en daarmee
eventuele teleurstellingen achteraf. Naast alle
plannen kan dan een concrete start gemaakt
worden met het plaatsen van ringleidingen.
De wethouder heeft goed geluisterd naar de
inspreker, heer Oosterholt, maar ook naar de
commissie, door het bedrag ten behoeve van
de voorstelling aangedragen door de
Gehandicaptenraad en het Seniorenplatform
zo goed als te verdubbelen. Wij zijn daar blij
mee en ook met de verschuiving zoals die
heeft plaatsgevonden.
En tot slot wil onze fractie graag geïnformeerd
worden over de voortgang met betrekking
tot de uitwerking van deze projecten.
Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter! De
heroverweging, zoals die in het voorstel is
terechtgekomen na de commissiebehandeling
is wat ons betreft zeker geen verslechtering
en doet denk ik, ook recht aan de discussie
zoals die in de commissie heeft plaatsgevonden.
Ik denk dat de vorige sprekers
ook hebben aangehaald dat ze daar veel van
herkennen. Dus wat dat betreft: dank
daarvoor. Het is één van de weinige voorstellen
die ik de afgelopen tijd heb gezien,
waar dat zo nadrukkelijk is gedaan. Ik denk
dat het een goede zaak is.
Waar het ons om ging, waren een aantal
projecten, met name in de Berflo Es, die in –
wat ik noem - ontwikkelfase zitten, die
worden opgestart, waarvan wij hebben
gevraagd hoeveel zicht er op is dat die in de
uitvoeringsfase daadwerkelijk worden doorgevoerd
en dat de partners daarin ook hun
verantwoordelijkheid nemen. Eén ding
triggerde mij in het grijs gearceerde stuk,
waarin het college zegt: ‘Partners zullen hun
eigen verantwoordelijkheid moeten gaan
invullen. In principe nu al, maar zeker na de
ontwikkelfase’. Het college heeft ook duidelijk
aangegeven dat de partners in die wijk
eigenlijk nog niet zo ver zijn, vandaar dat het
college of de gemeente nu het voortouw
neemt, en dan zie ik toch een merkwaardige
cirkel. Want, volgens mij was het de heer
Kruiskamp die daar net ook al even op
duidde, voor wat betreft de Berflo Es wordt
nu voorgesteld om de partners in de wijk
20.000 euro meer te laten betalen, ook om
een beetje recht te doen aan de rol die ze als
partner moeten gaan waarmaken. Maar
tegelijkertijd constateert het college: ‘wij
verstrekken aan een groot aantal van die
partners subsidie' en middels die subsidie wil
je eventueel straks gaan sturen in de
uitvoeringsfase.
In hoeverre krijgen we nou die 20.000
euro, die u nu extra oplegt aan die partners,
via het subsidieverhaal weer terug? Het zal

linksom of rechtsom ergens vandaan moeten
komen, of het moet allemaal van Welbions
komen, maar voor de rest zie ik SWO, MEE
Twente, ANW, Thuiszorg, Carint: allemaal
partners die door ons worden gesubsidieerd.
Ik wil daar geen vestzak-broekzak verhaal in
zien.
Mevrouw Koopman gaf net al aan dat de
gemeente heel duidelijk haar regierol, het
voortouw neemt. Maar nu wil ik één ding in
de richting van de PvdA en een aantal van de
andere fracties zeggen. We hebben vorig jaar
de kadernota behandeld, waarin heel
duidelijk werd aangegeven dat we meer
‘samen met’ doen, het college moet ook wat
regie en zeggenschap willen afstaan. Hier
zien we juist weer het omgekeerde zich
voordoen. Wij hebben daar toen ook het onze
van gezegd; moet je als gemeente niet juist
wél die regierol houden, om dingen te sturen,
ook met het subsidie-instrument om die
richting aan te geven. Volgens mij was het
merendeel van de raad toen zo ver, dat men
zei: we moeten die zeggenschap afstaan en
we moeten het ‘samen met’ doen. En hier zie
je dus het omgekeerde; het lukt niet helemaal,
en juist nu neemt de gemeente de
regierol weer over. Wij zijn daar niet op
tegen, maar ik wil wel tegen de andere
fracties zeggen dat het enigszins in tegenspraak
is met de uitgangspunten die u zelf in
de kadernota hebt uitgesproken.
Mevrouw Koopman (PvdA): Voorzitter! Ik
denk dat daar waar het nodig is of daar waar
het kan, er niets mis mee is als de gemeente
haar regierol pakt. Het is een bijzondere
investering, het gaat om bijzonder geld, het
woord ' vliegwiel' is genoemd, ik heb het
woord ‘spin-off’ gebruikt, ik denk dat er
helemaal niets mis mee is, en dat dat ook
helemaal niet haaks hoeft te staan op het wel
of niet aanhouden of afstoten van de regierol
van de gemeente. Dus is voor mij niet zo
relevant in dit opzicht.
Mevrouw Ten Heuw (SP): Je had er ook
voor kunnen kiezen om nou, in de ontwikkelfase,
heel duidelijk met je partners afspraken
te maken, een convenant te sluiten, ook over
een binding aan een vervolg, aan de
uitvoering. Dat is niet gebeurd, omdat de
partners nog niet zover zijn. Op die manier
had je daar een andere invulling aan kunnen
geven dan nu gebeurt.
De heer Otten (wethouder): Voorzitter! Op
21 juni vorig jaar hebben wij een convenant
gesloten met alle zorgpartijen en de rechtsvoorgangers
van Welbions over de invulling
van wat we woonservicegebieden noemen,
‘Thuis in de buurt’ heet dat, om zorg en
welzijn beter te organiseren op buurt- c.q.
wijkniveau. Dat is een behoorlijke ambitie en
40 14 april 2009
er moet heel veel gebeuren. Wij hebben nu
een projectleider aangesteld, we hebben
behoorlijk wat projecten in gang gezet. Al die
projecten treft u aan in de notitie. En
natuurlijk zitten we in dat spanningsveld. Het
is ook terecht door de heer Kruiskamp,
mevrouw Ten Heuw en mevrouw Koopman
aangegeven: wat is onze rol daarin? Wij zijn
van mening dat, om zo’n proces goed op
gang te kunnen brengen, we zullen moeten
investeren. Ik heb ook in de commissie
gezegd dat dat alleen kan, dat kan echt
alleen (en nogmaals, die afspraken zijn er
wel, de effectuering moet gaan plaatsvinden)
ook door bijdragen van met name zorgpartijen,
maar ook zeker van corporaties.
Als het gaat om woonsubsidie (om op de
vraag van mevrouw Ten Heuw in te gaan),
zullen wij, en dat sluit aan bij de discussie die
in de commissie wellicht niet zo goed is
gevoerd en misschien nog aanvulling behoeft,
over de sociale visie van onze stad, naar
programmering willen en naar een betere
benutting naar wat we noemen ‘het
maatschappelijk vastgoed’. We staan echt
aan de vooravond om op dat punt anders te
gaan programmeren, minder dubbel werk te
doen en ook naar een nieuw regiemodel; wie
trekt zo’n proces nou.
Dat kost veel energie en tijd, maar nogmaals,
dit is belangrijk om voor onszelf de
zaak goed in gang te krijgen. Ik ben daar
heel positief over, ik ben heel positief, zeker
over de ontwikkeling die ik van de corporaties
zie. Als je ziet dat ze ook in menskracht
intern investeren, als je ziet dat ze veel meer
richten op het sociale domein, we hebben
niet voor niets een convenant met ze
gesloten, waar zorg en welzijn en belangrijk
onderdeel van zijn, ben ik daar zeker positief
over. Ook het convenant dat we gesloten
hebben voor de woningbouw, waarmee
wethouder Bron bezig is geweest, biedt een
uitstekende basis om daadwerkelijk tot
invulling te komen. Maar nogmaals; op dit
moment is het van belang dat we met elkaar
die stap zetten. En de centen die we nu
mogelijk door de notitie ' Vet op de botten'
beschikbaar hebben, kan een uitstekend
vliegwieleffect zijn voor dit proces.
Gelukkig dat de zorgpartijen, u hebt
waarschijnlijk het interview van vorige week
in TC Tubantia gelezen, ook buurtzorgachtige
arrangementen en wijkzorg tot
ontwikkeling laten komen. Dat stemt mij zeer
positief over de toekomst, hoe wij dichtbij en
herkenbaar zorg en welzijn kunnen organiseren
op wijkniveau. Dus nogmaals, ik ben er
positief over.
Meneer Kruiskamp, natuurlijk spreken we
over convenanten. We moeten het wat dat
betreft, omdat zij, los van de subsidierelatie
die we met een aantal instellingen hebben,
doen met dit soort arrangementen. Maar

nogmaals, ik denk dat het een positieve
ontwikkeling is en ik ben ook echt optimistisch
over de stappen die nu gezet worden.
U hebt net gesproken over de nota van
uitgangspunten van Veldwijk. Wat mij opviel,
is dat we weer heel veel spreken over de
fysieke invulling van die wijk. Er is geen
enkele vraag gesteld, los van de scholen,
over dit aspect. U hebt ook, als kaderstellend
orgaan, de mogelijkheid – en ik zou u willen
oproepen om in zo’n discussie, het staat er
ook in, in de nota van uitgangspunten staat
een passage over dit beleidsonderdeel - om
dat ook krachtig neer te zetten. Dat maakt
ons als college sterker naar partners om ook
die invulling, zo’n woonservicegebied,
werkelijk ter hand te nemen en niet een soort
marginaal bestaan te laten leiden. Dus ik
denk dat we met elkaar, ook u als raad, de
kansen moeten grijpen die daarvoor liggen,
ook naar aanleiding van zo’n nota van
uitgangspunten; die kunnen we misschien op
dat gebied nog steviger neerzetten.
Aan de heer Kruiskamp over de functies:
wat bedoeld is, is dat wij in het kader van de
Berflo Es het heel belangrijk vinden, dat de
mantelzorg (ik wil het niet afdoen met
noaberschap of dat soort romantische idealen
van vroeger, maar gewoon er zijn, van
burger tot burger, en je maatschappelijke
verantwoordelijkheid, die bij jezelf ligt, ook te
nemen) wordt ondersteund. Dat zijn taken
die eruit voortvloeien, die alles te maken
hebben met 'wie vervult de makelaarsfunctie,
wie ondersteunt zo’n mantelzorger'. Dat zijn
daadwerkelijke taken en wij hebben daar
iemand (die heet nu mantelzorgcoach, je
kunt hem ook anders noemen) die op
wijkniveau zo’n wijkserviceteam, waarover u
in dat interview heb gelezen, kan versterken.
Dat is een extra inzet voor die mantelzorg, en
dat vloeit ook voort uit de nota die in deze
raad is vastgesteld, mantelzorgers doen ook
mee, om dat proces te versterken. Dus ik
vind dat iets wat we nu extra kunnen doen;
door die bestemmingsreservegelden die nu
vrij komen, kunnen we extra impuls geven
om de mantelzorger te ontlasten en ook de
mantelzorgorganisatie op wijkniveau te
versterken.
Naar de heer Otten van de VVD:
Waarschijnlijk is het niet goed naar voren
gekomen, maar ik ben absoluut van mening
dat u een terecht punt heeft ten aanzien van
de kosten en ik denk ook dat we in de
uitvoering daar zeker op terug moeten
komen, want er staan er nogal wat op stapel,
zoals hier staat, ook met u regelmatig
moeten terugkoppelen en monitoren hoe de
effectuering van deze centen, die hier in
staan, plaats zal vinden. Dit is al een
behoorlijk ambitieus programma, dus in dat
kader stel ik voor, en dat wil ik ook
41 14 april 2009
toezeggen, om te kijken hoe gaan nou de
effectuering, de aanwending van de middelen
die we voor deze programma's vrijstellen,
hoe gaat het nou in de werkelijkheid plaatsvinden.
In dat kader zou ik graag ook terug
willen komen op de vraag die u gesteld hebt.
Tenslotte over subsidiëring. Ik denk, en dat
doe ik samen met wethouder Oude Alink
waar het gaat om de sociale structuurvisie,
dat welzijn ook naar de toekomst toe een
andere rol gaat krijgen, ook richting dit
onderdeel, mensen met beperkingen en
ouderen, maar dan in brede zin. Ik denk ook
dat het goed zou zijn om bij de discussie met
betrekking tot de sociale visie, dat is
misschien niet zo goed over het voetlicht
gekomen, en dat moeten we misschien beter
bij u brengen, dat die vragen ten aanzien van
programmering, maatschappelijk vastgoed
essentiële elementen zijn, en de basis
daarvoor ligt hier, ook in dit stuk.
Voorzitter! Ik denk, kijkend naar de vragen
die gesteld zijn vanuit de raad, dat ik alles
heb beantwoord.
Nog één opmerking over de ringleidingen.
Ik heb de opmerking gehoord. Ook hier in
deze raad, moeten we van het automatisme
af dat ten aanzien van woningaanpassingen
heel snel naar de gemeente gekeken wordt.
Hier ligt een duidelijke verantwoordelijkheid,
ook voor eigenaren, dat ze levensloopbestendig
bouwen. Dus als we overgaan tot
ringleidingen, dan zijn dat in wijkcentra of
panden die wij zelf neerzetten, het is niet een
automatisme dat waar sprake is van een
publieke samenkomst van mensen, wij
ringleidingen plaatsen. Wij spreken onze
partners, corporaties, projectontwikkelaars
nadrukkelijk aan op toegankelijkheid van hun
gebouwen, en daar horen ringleidingen ook
bij.
De Voorzitter: Is dit voldoende voor de
beantwoording uit de eerste termijn?
De heer Kruiskamp (CDA): Voorzitter! Ik
zou graag nog een opmerking willen maken.
Ik ben het eens met het enthousiaste geloof
in de toekomst van de wethouder, prima!
Alleen blijft het voor ons wat vaag wat
precies de afwegingen zijn. Ik neem aan dat
mettertijd, wanneer dit verder tot uitwerking
komt, ons voorstellen in dit kader zullen
bereiken. Wij spreken nu uit, dat het op zich
wel een heel goed voorstel is, maar juist op
dit punt willen wij ons het recht voorbehouden
om over die uitvoeringsnotities, hoe
die dan ook precies mogen zijn, nog te willen
bespreken van wat we wel en wat we niet
willen, zeker wanneer het gaat over de
gevolgen voor de toekomst.

De heer Otten (VVD): Voorzitter! Ik wil de
wethouder bedanken voor de toezeggingen
die hij gedaan heeft ten aanzien van mijn
vragen. Hij heeft ook een opmerking
gemaakt over dat er zo weinig gezegd is in
de commissie Fysiek als het gaat over
aspecten van de sociale kant; ik zou met een
voorstel willen komen. Zou het niet zo
kunnen zijn dat wij als commissie Sociaal
zo’n punt, ook wat uitkauwen met elkaar,
omdat daar ook de deskundigen zitten?
Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter! Om
maar met dat laatste te beginnen; niets had
de VVD belet om iemand vanuit de commissie
Sociaal naar de commissie Fysiek te sturen
om daar op dat moment op dat punt iets te
zeggen over de nota van uitgangspunten, dus
we behandelen het integraal en ik ben erop
tegen dat te splitsen in twee commissies.
Volgens mij hebben wij gezegd dat wat er in
die nota van uitgangspunten staat zeker niet
allemaal slecht is, en met name het gedeelte
over het woonservicegebied…..
De heer Otten (VVD): Voorzitter! Ik vind
het wel een heel leuke opmerking van de SP,
maar ik dacht dat ik dat al wist, wat u zei, en
ik vind het toch belangrijk dat we in breder
verband ook over de sociale zaken, zeker als
het heel belangrijke punten zijn, in onze
commissie ook wat zouden kunnen doen.
Mevrouw Ten Heuw (SP): Ik ben er voor
om alles in samenhang tot elkaar te zien, dus
ik ben ervoor om het in (de commissie) fysiek
te houden.
Maar wat de nota van uitgangspunten
betreft, denk ik dat er inderdaad een aantal
aspecten in zitten waar wij het mee eens zijn
en woonservicegebied was daar één van.
Eén opmerking wil ik nog maken. U gaf aan
dat wat hier nu ligt, voor wat betreft de
Berflo Es voor het college min of meer de
basis zou zijn voor de sociale structuurvisie,
dat daar in ieder geval een soort van fundament
voor de richting waarin die sociale
structuurvisie vorm zou moeten worden
gegeven. En volgens mij was de raadscommissie
niet heel erg enthousiast over de
contouren van die sociale structuurvisie en
dan druk ik mij nog zachtjes uit en wij willen
ook zeker niet dat wat hier nu ligt, hoewel er
een aantal punten in zitten waar wij het
eigenlijk mee eens zijn, als basis wordt
gezien voor die sociale structuurvisie. Ik heb
toen ook gezegd dat die sociale structuurvisie
wat ons betreft veel breder is dan alleen de
aspecten welzijn die daar in worden
genoemd. Dat wil ik in ieder geval wel
meegegeven.
42 14 april 2009
De Voorzitter: Maar als voorzitter houd ik
even in de gaten dat dat nu niet aan de orde
is.
De heer Otten (wethouder): Voorzitter!
Nou ja, aansluitend op mevrouw Ten Heuw:
natuurlijk is dat het niet, daar is de sociale
visie ook veel breder voor. Ik wil alleen maar
zeggen dat wij de omslag maken ten aanzien
van wat ik de programmering noem. Wat
gaan wij voor burgers doen op wijkniveau,
dat je dat hier wel die basis hebt, die
gedachte: kijken hoe je nu met kwetsbaren
en ouderen omgaat, even los van jeugd en
alle andere groepen, dat hier wel doorklinkt
dat we moeten ophouden met dingen dubbel
doen, dat we onze partners meer aanspreken
op hun verantwoordelijkheid; dat zie je hier
duidelijk in terug. En dat klinkt ook door,
misschien zijn we nog niet in staat geweest
om dat helder bij u over te brengen, ook in
de ambitie die wij hebben met de sociale visie
voor Hengelo.
Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter!
Volgens mij lees ik goed dat dit allemaal
eigenlijk pilots zijn, we zijn dit ook aan het
verkennen en als zodanig trek je daar
eventueel lessen uit hoe het in de rest van
Hengelo uitgerold zou kunnen worden. Dus
wat dat betreft is het een richting, maar hoeft
absoluut nog niet dé richting te zijn.
De heer Otten (wethouder): Ik heb ook
niet gezegd dat het zaligmakend is, maar het
is inderdaad een belangrijke beweging in de
richting die wij op willen.
Aan meneer Kruiskamp kan ik alleen maar
zeggen: natuurlijk! Juist aansluitend bij deze
woorden komen wij in de uitvoering op al die
terreinen terug. U hebt zeker al gezien: de
nota gezondheidsbeleid, we hebben ook de
uitwerking van ‘Thuis in de buurt’, we hebben
het convenant gemaakt, maar zullen nu
stappen moeten zetten op basis van deze
pilot die nu draait voor de Berflo Es,
waarvoor we ook geld van de provincie
hebben gekregen, wat het betekent voor de
rest van de stad. Daar hebt u groot gelijk in
en ongetwijfeld komen we daar regelmatig
over te spreken in de commissie Sociaal.
De Voorzitter: Ik zie dat we aan de
stemming toe zijn.
Het voorstel D2, Inzet bestemmingsreserve
ouderenbeleid, gehandicaptenbeleid en WMO
wordt in stemming gebracht en wordt met
algemene stemmen aanvaard.
D3 Subsidieverordening vouchers
bewonersinitiatieven 2009
(280535)

De heer Van Grouw (SP): Voorzitter! In
november vorig jaar hebben we uitgebreid
gesproken over de verordening voor de
buurtbonnen. Een erg groot gedeelte van
deze raad heeft toen uitgesproken dat ze met
de verordening op zijn zachtst gezegd niet
erg blij waren. Een groot gedeelte van deze
raad voelde zich ook behoorlijk onder druk
gezet, want het moest allemaal snel, snel,
snel en de deadline was bijna verstreken dus
we moesten er eigenlijk wel een klap op
geven want anders zouden we 300.000 euro
kwijt zijn. Morrend zijn we toen akkoord
gegaan met de verordening en we zijn
eigenlijk ook akkoord gegaan omdat ons in
die vergadering een heleboel mooie dingen
zijn beloofd. Eén van de zaken die in de
vergadering aan de orde kwamen, was
bijvoorbeeld een motie van de heer Gouriye
waarin hij een aantal zaken stelde, onder
andere dat wat hem betreft de verdeling wel
wat anders mocht zijn dan over de stadsdelen
en dat de aandachtswijken ook wel
meer aandacht zouden mogen krijgen en
waarin hij ook, heel belangrijk, stelde dat wij
graag zouden zien dat de bepaalde groepen
bewoners wat extra aandacht krijgen in de
communicatie, zodat de groepen, die niet zo
snel tot initiatieven komen, dat wel zouden
kunnen gaan doen. Dat was een belangrijke
toezegging; de wethouder zei dat te zullen
doen. Ik vind daar jammer genoeg niets van
terug in de evaluatie en als ik kijk naar de
toegekende buurtbonnen denk ik ook dat
daar volgens mij niet zoveel van terecht is
gekomen. Dus heel erg jammer dat meneer
Gouriye die motie toen heeft ingetrokken en
geloofd heeft in de toezeggingen van de
wethouder.
Ook beloofde de wethouder ons te zullen
meenemen in wat er allemaal gaat gebeuren:
‘We zullen u heel erg betrekken bij de evaluatie.
Graag zullen wij met u evalueren en het
is wel zo dat je elk jaar moet terugkijken en
opnieuw moet bekijken of je het anders moet
doen, dus die kans is volop aanwezig.’
Nou is er een goede evaluatie geschreven
door het ambtelijk apparaat, waarin een
heleboel dingen staan waarvan je zegt: daar
kunnen we wat mee. Jammer genoeg zijn al
die constateringen nog niet vertaald in wat
we er nu mee gaan doen. We gaan het op dit
moment niet anders doen, want we stellen
een subsidieverordening vast die eigenlijk,
misschien dat er twee of drie letters anders
is, maar voor de rest precies gelijk is aan de
vorige. In het raadsvoorstel wordt nog wel
gesproken over een nog vast te stellen uitvoeringsnota.
Daar heb ik de vorige keer ook
om gevraagd en toen werd gezegd dat hij er
niet zou komen, nu wordt in het raadsvoorstel
aangekondigd dat het college deze gaat
vaststellen. Maar wat ze daarin gaan doen
43 14 april 2009
met de evaluatie, bijvoorbeeld met de motie
van de PvdA of ideeën die wij erover hebben
hoe je dat zou moeten aanpakken, wordt niet
genoemd.
Ik wil uit die evaluatie toch nog een aantal
zaken, waar je wat mee zou moeten, kort
benoemen. Er wordt bijvoorbeeld genoemd
dat de insteek van het ministerie is, om het
geld geconcentreerd in te zetten, dat aan een
aantal wijken wordt toegekend, zodat je daar
daadwerkelijk wat kunt gaan doen. Die keuze
heeft het college tot nu toe niet durven
maken. Ik hoorde hier bijvoorbeeld al een
aantal keren bij die prachtige nota van
uitgangspunten dat de sociale cohesie in
Veldwijk wat achteruitloopt, het gaat slecht.
Dat zou nou een mooie kans zijn om als
college te zeggen daar wat te doen. Laten we
eens een keuze durven maken en daar een
deel van het geld inzetten. En laten we dan
ook de keuze durven maken want de mensen
die snel, snel een initiatief indienen, ook dat
wordt in de evaluatie genoemd, ‘wie het eerst
komt, die het eerst maalt’ is de huidige
regeling, dus wie snel wat indient, die kan
het krijgen. Of hij nou draagvlak achteraf
creëert maakt niet uit; mensen die het
zorgvuldig doen en eerst draagvlak creëren
vissen achter het net, maar ook de mensen
die wat minder snel zijn met initiatieven
indienen, vissen achter het net. Ook dat zijn
zaken die je in een uitvoeringsnota nu zou
moeten benoemen.
Er worden ook in de evaluatie een aantal
zaken genoemd, en we hebben heel even de,
ik noem het maar concept uitvoeringsnota
gezien over het aantal buurtfeesten dat
aangevraagd is, en als je het bedrag optelt
valt het eigenlijk nog wel mee, maar ook wij
hebben onze bedenkingen of je 10.000 euro
aan een buurtfeest zou moeten uitgeven. Ook
daar vinden we nu nog niets van terug.
Ook wordt er wat geroepen over dat de
doelstellingen slecht meetbaar zijn. Het is
inderdaad lastig om te meten of je de sociale
cohesie wat kunt verhogen. Toch denk ik dat
je een aantal zaken wel kunt meten en dat je
daar bewust mee moet omgaan. Ook de
omnibusenquête meet enige tevredenheid op
buurtniveau of wijkniveau. Volgens mij kun je
daar wat mee. Ook in Veldwijk is blijkbaar
geconstateerd dat de sociale cohesie afneemt.
Dat is niet uit de lucht gegrepen,
maar dat is op een of andere manier gemeten,
dus ook dat moeten we kunnen doen.
Een ander belangrijk punt in de evaluatie is
dat toch een aantal aanvragers veel initiatieven
indienen en ook met het huidige
systeem van ‘op is op’ en ‘wie het eerst
komt, het eerst maalt’ kunnen we daar niets
mee doen. Wij zijn er niet voor dat steeds
dezelfde aanvragers de initiatieven kunnen
indienen. Er zal eerst gekeken moeten
worden hoe de aanvragen over de wijk

verspreid liggen en vervolgens hoe verdeling
plaatsvindt. Een goed voorbeeld hiervan zijn
(ik kan er niet inhoudelijk in kijken) drie
aanvragen waarvan de aanvrager zelf aangeeft
een link te hebben met de cultuurgroep
220 Volt. Drie aanvragen van samen 25.000
euro. Wel mooi gesplitst in drie aanvragen
die alle drie onder de 10.000 euro zaten, dus
er hoeft ook geen wijkraadpleging plaats te
vinden. Dat zijn zaken die je moet zien te
voorkomen.
Dat zijn een aantal belangrijke punten
waarvan ik verwacht dat in die uitvoeringsnota
nog verder worden uitgewerkt en dat we
die uitvoeringsnota ook nog te zien krijgen.
Ook zou ik graag van de wethouder horen
wanneer we enig inzicht krijgen in wat de
diverse initiatieven nu opgeleverd hebben.
Van de meeste initiatieven wordt nu al
geconstateerd dat deze nog niet tot uitvoering
zijn gekomen, dat kan ook haast niet
gezien de korte tijdspanne, maar ik ben wel
heel benieuwd wat er halverwege dit jaar
uiteindelijk daadwerkelijk is uitgevoerd en
wat het heeft opgeleverd voor de wijk.
Tot zover. Ik wil graag mijn motie
voorlezen.
MOTIE
De raad van de gemeente Hengelo, in
vergadering bijeen op dinsdag 14 april 2009,
Bekend geworden met de wijze waarop het
college de buurtbonnen 2008 heeft verdeeld
en kennis genomen hebbend van de hierbij
behorende ambtelijke evaluatie.
Overwegende dat
− De gedane toezegging door het college
dat de raad betrokken zou worden bij de
evaluatie van de uitvoering met
betrekking tot de buurtbonnen niet is
ingevuld
− De toegezegde extra communicatie naar
groepen bewoners die minder snel
buurtbonnen zullen aanvragen, naar
aanleiding van de later ingetrokken
motie van de heer Gouriye, ook niet is
ingevuld
− De uitgevoerde evaluatie aanleidingen
geeft tot aanpassingen van de regeling.
Concludeert dat
− De heden vast te stellen subsidieverordening
gelijk is aan de verordening
voor 2008.
Draagt het college op
1. De toegezegde uitvoeringsnota in de
commissie Sociaal van mei ter info aan te
44 14 april 2009
bieden (waarbij ik hoop dat hij besproken
zal worden)
2. Tot dit moment geen buurtbonnen toe te
kennen.
En gaat over tot de orde van de dag.
De motie is namens de SP ondertekend
door de heer Van Grouw.
De Voorzitter: De motie is inmiddels verspreid
en maakt onderdeel uit van de beraadslaging.
Mevrouw Mooijman (Groen Links):
Voorzitter! De vouchers, zoals we die hebben
mogen aantreffen, nodigden ons als stad uit
om op een heel nieuwe manier te gaan
werken. Zo zijn de vouchers ook aangekondigd
in november; dit is nieuw, anders, we
gaan buurtgericht en vanuit de burgers
ontschottend werken. Een heleboel zaken
waarbij werd gezegd dat we zullen moeten
zien wat het gaat brengen. Zal erop gereageerd
worden, gaan we overvraagd worden,
gaan we ondervraagd worden, komt er
gespreid uit de stad reactie of juist niet, gaat
het lukken om daar als apparaat op te
reageren, we moeten elkaar gaan zoeken,
enzovoort.
Uit de evaluatie, zoals die voorlag, en zoals
we die in de commissie hebben besproken,
zie je dat het enthousiasme in de stad enorm
is; ontzettend veel ideeën, diverse ideeën. En
ook dat het beroep dat daarmee werd gedaan
op het apparaat eigenlijk is wat wij ervan
hoopten. Het doet beroep op het elkaar
opzoeken, andere zaken gaan organiseren
enzovoort en dus ook de problemen die
daarbij horen. Die worden in de evaluatie
heel klaar en helder opgenoemd en vragen
om een oplossing. Die oplossing is niet gelijk
voorhanden; dat is ook weer een proces van
zoeken. Dat vraagt van ons als raad een
soort afwachten, laat maar gebeuren, wat
schuift er nou allemaal? De stad laat zien dat
ze dit soort initiatieven laat opborrelen en
ons apparaat reageert daarop op de manier
zoals ze die moeten gaan zoeken.
De heer Van Grouw (SP): Voorzitter!
Begrijp ik u nou goed, dat u nu zegt 'laat het
maar gebeuren'? We hebben 900.000 euro
gekregen, een Sinterklaas cadeautje werd het
genoemd en we waren er heel erg blij mee.
Daar is nu 300.000 euro van uitgegeven, laat
het maar gebeuren. U zegt nu ook voor de
volgende 300.000 euro dat we het maar
moeten laten gebeuren?
Mevrouw Mooijman (Groen Links): Nee, ik
was nog niet helemaal klaar. Wat ik zeg, is
dat de evaluatie laat zien dat er nieuwe
wegen moeten worden gevonden. Die willen

wij zien. En wat je ziet, is dat je wat geduld
moet hebben. Wat ik nu voor zie liggen is een
pakket aan maatregelen waar we wat mee
kunnen. Wel denk ik dat juist de uitvoeringsnota
zoals die genoemd wordt en die er nog
niet is, het antwoord moet geven op de
vragen die gesteld zijn. Maar mijn hele waarneming
heeft een ander vertrekpunt dan dat
van u, meneer Van Grouw.
De heer Van Grouw (SP): Welk pakket van
maatregelen hebt u dan gezien? Ik heb geen
maatregelen gezien.
Mevrouw Mooijman (Groen Links): Wat we
hebben gezien is de lijst van punten die het
apparaat noemt, waar ze tegenaan lopen in
de uitvoering en het antwoord daarop
verwacht ik in de uitvoeringsnota.
De heer Gouriye (PvdA): Voorzitter! Ik had
gehoopt dat mijn voorgangers het kort
zouden houden, zodat ik nog iets te zeggen
zou hebben, maar ik heb het gevoel dat we
de bijeenkomst van de commissie Sociaal een
beetje aan het herhalen zijn. Ik ga dat zo laat
in de avond in ieder geval niet doen.
Het enige dat ik nog wil opmerken is dat,
naast wat de heer Van Grouw genoemd heeft
over de ingetrokken motie, in de evaluatie
duidelijk te merken is dat de nadruk meer op
gelijke mogelijkheden voor iedereen in de
stad wordt gelegd. Op zich is daar niets mis
mee, maar wij zouden graag ook zien dat
iedereen gelijke kansen zou hebben naast de
gelijke mogelijkheden, want in de evaluatie is
wel duidelijk gebleken dat een aantal wijken
of buurten toch nog minder gebruik heeft
gemaakt van de vouchers dan andere wijken.
En dat hadden we natuurlijk wel aangegeven
in onze motie: dat is onze zorg. En destijds
hebben wij ook andere toezeggingen meegekregen,
maar dat is uit de evaluatie niet
gebleken. Ons verzoek is om daar meer
aandacht aan te besteden.
De heer Alkema (ChristenUnie):
Voorzitter! Ik hoor de andere partijen steeds
roepen dat het een fantastische spreiding
over de stad is, iedereen moet aan bod
kunnen komen. Ja, dat is gebeurd, iedereen
kon aan bod komen, en wie niet wil, die hoeft
toch niet?
De heer Van Grouw (SP): Voorzitter! Dit
hebben wij niet…
De Voorzitter: Even wachten, als iemand
een interruptie plaatst, moet je hem even
laten uitspreken, anders gaat het niet.
De heer Alkema (ChristenUnie): Ik wil
allen even afsluiten met: Je moet toch niet
persé een voucher indienen. Dus wie niet wil,
45 14 april 2009
die hoeft toch niet? Dus krijg je misschien
wel een zwaartepunt op een plek in één wijk.
De Voorzitter: Dit was een interruptie
naar u, meneer Gouriye.
De heer Gouriye (PvdA): Natuurlijk,
meneer Alkema, dat is ook zo. Alleen als er
wijken zijn die dat juist nodig hebben en dat
ook blijken nodig te hebben, en als zij dat
niet indienen, dan betekent dat dat er iets
niet goed gaat, of niet volledig is.
Mevrouw Doornbos (BurgerBelangen):
Voorzitter! Om op dat laatste even in te
gaan: ik had begrepen dat alles wel op was,
in alle wijken en dat dit geld wel is gegaan
waar het naar toe moest gaan. Ik wil ook de
commissie niet over doen en dank aan
andere sprekers die de dingen al benoemd
hebben. Wat ik erg jammer vond was dat er
zo'n goede evaluatie lag, waar naar mijn
gevoel niets mee is gedaan. Dat betreur ik
nog steeds.
Naar aanleiding van de motie: het gaat om
de uitvoeringsregeling, en dat vind ik het
belangrijkste stuk. Op zich zou ik er wel voor
gepleit hebben, in tegenstelling tot mevrouw
Mooijman, om toch binnen die verordening al
wat van de evaluatie mee te nemen, omdat
het nu gaat om een tweede termijn en we
hebben er maar drie. Als we deze termijn op
dezelfde manier gaan doen als de vorige, dan
vind ik dat niet goed. Ik heb in de commissie
gezegd dat het naar hebzucht gaat leiden,
want wie het eerst komt, die het eerst maalt.
Dat zou ik niet graag weer willen zien.
Eén van de dingen bij de uitvoeringsnota is
onder andere om alert te zijn op de stapeling
van verschillende vouchers. Ik heb in de
commissie gezegd dat ik nooit boven de
10.000 euro een voucher zou aanvragen,
want dan moet ik een raadpleging doen in de
buurt en een heel plan aanleveren. Die
stapeling is dus, voor zover ik kan zien, nu
wel gebeurd. Dan heb je wel meer dan
10.000 euro, maar je hoeft er verder niets
voor te doen.
Dan stond er ook nog in dat de buurtbon
misschien gebruikt zou moeten worden om
beleidsdoelstellingen te halen; dat vind ik ook
een punt dat moet terugkomen in de uitvoering.
Dan wil ik nog een punt meegeven: de professionele
instellingen gaan niet mee in dit
geheel. Mijn indruk is dat bij de vorige ronde
dat wel is gebeurd. Ook naar aanleiding van
andere berichten daarover, maar ik doel dan
op gelden die gaan naar een gesubsidieerde
instelling waar van binnenuit aanvragen zijn
gedaan. Dat vind ik ook een punt van aandacht.

In de nieuwe verordening zijn volgens mij
alleen de data veranderd, en verder niets.
Dat kan toch niet de bedoeling zijn van een
verordening waarvan we in november horen
dat er een nieuwe verordening komt. Op dat
moment was er geen tijd en de volgende zal
aangepast worden. Dat zou ik graag anders
willen zien.
Ik sluit me aan bij de inleiding van
mevrouw Mooijman, hoe om te gaan met de
bonnen, maar ik neem afstand van de rest.
Met de motie van de SP stemmen wij in,
zoals u zou kunnen verwachten.
Mevrouw Oude Alink (wethouder):
Voorzitter! Ja, het was en is nog steeds een
prachtige kans om eens op een heel andere
manier dingen te laten gebeuren, zonder dat
iedereen bezig is om voor anderen in te
vullen wat wel of niet goed voor je is. Want
dat is nu eenmaal ook zo met dit soort
dingen; mensen ontwikkelen eigen initiatieven
en die zijn soms heel anders dan je
wel zou willen, vanuit allerlei prachtige
gedachtegangen die je hebt. De samenleving
heeft ook zo zijn eigen weg, en gelukkig
maar. Ik heb ook wel aanvragen gezien
waarvan ik mij afvroeg of dat wel was wat we
moeten willen en of het de juiste weg was.
Maar goed, dat hoort bij zo'n proces, dat je
dat soort dingen tegenkomt, dat je daar
vraagtekens bij hebt. Er zijn ook aanvragen
afgewezen, er zijn aanvragen toegewezen, er
zijn veel gesprekken gevoerd met aanvragers,
er zijn ook criteria. De verordening
die we hebben vastgesteld in 2008, is een
verordening die gemaakt is door het
ministerie in samenwerking met woningcorporaties
en allerlei organisaties die daarvoor
spreekbuis zijn. Het ministerie heeft ook
gezegd dat als we dit niet gebruiken, we het
op een andere manier doen. Dan hadden we
met alle bewonersorganisatie tot een akkoord
moeten komen over één of andere
verordening. Dat zou een enorm proces zijn
met een enorme vertraging, terwijl deze
verordening is wat de minister ook bedoeld
heeft om te laten gebeuren. Zij heeft gezegd
'u krijgt dat geld en er is alle ruimte om daar
heel veel mee te doen, om die sociale cohesie
op één of andere manier ook in je stad tot
zijn recht te laten komen'. En dat is
hartstikke spannend, ook voor ons. Wij
kunnen het niet allemaal bepalen, nee, die
ruimte is er in die verordening en die ruimte
biedt het geld. Zo is het aan ons gegeven. En
onze stad is een stad die behoorlijk gemêleerd
is. Godzijdank, zou ik bijna zeggen.
Misschien mag ik het woord niet zo gebruiken,
maar ik ben blij dat wij niet een stad
hebben met een heel zware problematiek dat
je alleen maar in bepaalde wijken geld kunt
besteden. We hebben gelukkig beleid
46 14 april 2009
gevoerd, zodat het steeds meer gemêleerd
wordt. De sociale cohesie is voor alle wijken
van belang. Daar kun je niet in gaan kiezen.
En de Berflo Es: het spijt me wel dat ik het
zeggen moet, maar er gaat ontzettend veel
geld naar de Berflo Es en ik krijg reactie uit
allerlei wijken dat men ook een keer wil meedoen.
Als dat signaal uit je stad komt, dan
denk ik dat je daar goed naar moet luisteren
en dat je de kans moet geven dat ook tot zijn
recht te laten komen. En sociale cohesie is op
heel veel vlakken van onze samenleving van
het grootste belang. En laat mensen experimenteren;
ik vind het prima om dat uit te
proberen, gelukkig hebben wij die ruimte.
Van onze eigen budgetten hadden we dat
nooit kunnen doen. Nooit, want zoveel
hebben we niet. Ik vind deze kans geweldig
en we leren. Ik vind het heel dapper om in
heel korte tijd zo scherp te evalueren, ook je
eigen apparaat, wat je fout doet, wat je beter
moet doen, hoe je beter moet samenwerken.
Ik denk dat we dat tot nu toe nooit zo scherp
hebben gedaan, dus in die zin maak je je ook
heel kwetsbaar. En u reageert daar ook op,
op die kwetsbaarheid: regel dat beter. Wij
kunnen niet alles vastleggen in die verordening.
Wat we wel kunnen doen, dat gaan we
ook doen, bijvoorbeeld bij die buurtfeesten,
daar gaan we in het uitvoeringsbesluit van
zeggen dat er zoveel procent van de budgetten
naar buurtfeesten mag gaan. Dat gaan
we vastleggen in de uitvoeringsnotitie. We
gaan ook wel kijken of er geen mensen
vanuit instellingen via een heel leuke sluipweg
zorgen dat ze aantal voorzieningen voor
zichzelf creëren. Het kan ook wel zijn dat in
die voorzieningen er mensen zijn die door
middel van een steuntje in de rug een initiatief
nemen. Daar moet je met een genuanceerde
blik naar kijken; waar komt het vandaan.
U hebt terecht een punt. Wij hebben in
de commissie ook gezegd dat we extra inzetten
om ervoor te zorgen dat jongeren en
een aantal groepen benaderd worden en veel
meer gestimuleerd worden om aanvragen in
te dienen.
De verdeling over Noord, Midden en Zuid,
is 46 voor Noord, 37 voor Midden en 53 voor
Zuid. Dat zijn de totalen op dit moment. We
hebben een wachtlijst en we hebben in de
commissie ook gezegd dat we deze mensen
zullen stimuleren om zo snel mogelijk gebruik
te maken van een nieuwe ronde. Nieuwe
ronde, nieuwe kansen.
Wat dat betreft proberen wij zoveel
mogelijk tegemoet te komen en toch de
ruimte te laten. Want het is heel belangrijk
dat je juist bij deze regeling ruimte creëert.
Wees niet bang en laat ook fouten plaatsvinden.

Ik ben het met u eens dat we in het kader
van sociale cohesie kunnen nadenken over
bijvoorbeeld een korte enquête of aan
bewoners zelf kunnen vragen wat zij ervan
vinden. Want wat is er meer overtuigend dan
wat zij er zelf van vinden? Als zij zelf vinden
dat het anders moet, dan komen we bij u
terug. De evaluatie is aan u aangeboden na
een korte periode van uitvoering en ik denk
dat dat op zich een prestatie van de afdeling
is waar ik wel trots op ben, en ik hoop dat wij
zo kritisch mogelijk het hele traject door
blijven evalueren. En wij zullen u daarvan
zeker op de hoogte stellen, heel graag zelfs.
Ik denk dat ik alle vragen beantwoord heb.
De uitvoeringsregeling wordt nu gemaakt en
ik denk dat het niet aan u is om daarover een
besluit te nemen, want dat kan het college
doen, maar ik heb er geen enkele moeite
mee om het u te doen toekomen en als u er
in de commissie iets over wilt zeggen, dan
kan dat; geen enkel probleem.
De Voorzitter: Alle vragen zijn beantwoord.
We gaan nu kijken of er voor de
tweede termijn nog vragen zijn blijven liggen
of dat er nog een andere reactie nodig is.
De heer Van Grouw (SP): Voorzitter! Ik
heb een heel korte reactie, meer op een
verwarring in woorden die veel optreedt in
deze discussie, waarbij de termen buurten,
wijken en stadsdelen door elkaar worden
gebruikt. Eén van de zaken die wethouder
Oude Alink noemde, en zo is het ook vastgesteld,
is dat we hebben gezorgd voor een
eerlijke verdeling over de stadsdelen. Dat
zegt dus nog niets over de verdeling over de
wijken. Als je dit bekijkt, dan is het nog wel
redelijk verdeeld, het is niet zo dat alles in
één wijk van het stadsdeel komt, maar er zit
wel enig verschil in. Zo hebben we het ook
afgesproken, maar ik vind dat we daarvan
moeten afstappen en dat dat zaken zijn die in
de uitvoeringsnota moeten komen te staan.
Onze motie zegt ook niet meer dan wat u nu
zegt, dat we de uitvoeringsnota in de commissie
willen zien er daar ons zegje over
kunnen doen zodat we het gevoel hebben
echt te worden betrokken bij de evaluatie.
Niet alleen betrokken bij de evaluatie, maar
ook wat te kunnen zeggen over het vervolg.
De Voorzitter: Om misverstanden te
voorkomen: u zegt 'tot dit moment geen
buurtbonnen toe te kennen' en dat is iets wat
ik de wethouder niet heb horen zeggen.
De heer Van Grouw (SP): Maar dat is
volgens mij wel een beetje impliciet.
Mevrouw Oude Alink (wethouder): We
gaan gewoon door met het vragen aan
47 14 april 2009
mensen en daar besluiten op te nemen,
anders gaat alles stilstaan en dat kan niet. De
verordening is duidelijk op dat vlak.
De heer Van Grouw (SP): Voorzitter! Dan
wil ik wel een toelichtende vraag stellen in
mijn tweede termijn. Want wat u nu zegt;
voor zover ik het heb begrepen, gaat de
nieuwe ronde voor de aanvragen op 1 mei in.
U moet daar binnen 4 weken over besluiten.
Dat betekent dat als wij half mei over de
uitvoeringsnota spreken, en u maakt ongetwijfeld
een goede uitvoeringsnota, waarbij
alle belangrijke evaluatiepunten aan de orde
komen. Dat betekent dat u een dag later al
die zaken kunt toekennen. Mocht de raad
vinden dat er wel iets heel raars in de uitvoeringsnota
staat en daar eerst goed naar
wil kijken, dan wil ik niet in de situatie zoals
nu belanden dat bijna alles al is toegekend.
Dat ging in het begin natuurlijk heel hard, u
zegt zelf dat u een enorme wachtlijst hebt.
Voor hetzelfde geld vinden we dat er heel
gekke dingen in staan en u kent ze in de
eerste twee weken toe en het geld is weg en
we hebben inderdaad zes ton uitgegeven.
Mevrouw Oude Alink (wethouder): De
verordening is van kracht en het is heel
belangrijk dat alles daar in staat en die
criteria moeten we hanteren. Dat moet nota
bene ook van het ministerie; daar kunnen we
niet eens van afwijken.
De Voorzitter: Er blijft een verschil van
mening zitten en dat mag, dat is volgens mij
nu helder.
Mevrouw Mooijman (Groen Links):
Voorzitter! Ik wil alleen nog zeggen: laten we
de transparantie die zo duidelijk uit de evaluatie
spreekt en uit de verdere plannen niet
teveel dichtsmeren met een poging tot
controleren. De toezegging ligt er en daar
zijn we heel erg blij om.
De heer Gouriye (PvdA): Voorzitter! in
tegenstelling tot de spreker voor mij denk ik
dat wij toch enige controle moeten hebben.
Ik heb nooit gezegd dat wij alleen maar de
controle moeten hebben en natuurlijk mag de
samenleving haar eigen gang een beetje
gaan, of grotendeels, maar ik kan niet alles
laten gaan. Dat is een ander verhaal, waar
we misschien een hele avond over kunnen
discussiëren. Wij kunnen ons vinden in de
motie en sluiten ons erbij aan. Ik denk dat
het voldoende is op dit moment.
Mevrouw Doornbos (BurgerBelangen):
Voorzitter! Ik wil de ruimte en vrijheid blijven
geven. Daarbij is er een uitvoeringsnota en
als die helder is, en de criteria zijn goed, dan
is dat toch ook prima. Waarom zouden we die

dan niet mogen zien? Dat zou ik wel graag
willen.
De heer Kruiskamp (CDA): Voorzitter! Een
korte opmerking wat betreft de evaluatie en
de uitvoeringsnotitie. Ik ben het met iedereen
eens dat ik daar ook wel graag naar wil
kijken en wanneer ik dat goed vind, daar een
opmerking over te maken, die ik ook mag
maken. Voor de rest heb ik geen behoefte
aan de motie van de SP omdat ik er alle
vertrouwen in heb dat in de uitvoeringsnotitie
alles verwoord wordt en ik heb geen behoefte
aan vertraging van de hele procedure. Dit
moet gewoon zijn spontaniteit hebben en
door kunnen lopen met de antwoorden op
onze vragen in de commissie, dat degenen
die op de wachtlijst staan behandeld worden
en overleg mee wordt gevoerd. Ook die
aanvragen waar zelfs wat op aan te merken
was, waarover met de indieners gesproken
zou worden, en op die manier volledig mee
gaan doen in een nieuwe ronde.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Voorzitter!
Heel kort. Als we het goed hebben begrepen
gaat het ondertussen over de vertraging van
14 dagen en niet over meer, als we de motie
zouden uitvoeren. Als ik het verkeerd
begrepen heb, hoor ik het graag van de
wethouder.
De Voorzitter: Voor de goede orde de
termijnen, die we altijd hanteren: u als raad
gaat over de subsidieverordening, dat ligt
vanavond voor. De wethouder zegt dat u de
uitvoeringsregeling, waarvoor zij zich met het
college verantwoordelijk voelt, niet hoeft vast
te stellen, want het college is de uitvoerder,
maar het college luistert naar wat u zegt en
voert het zo snel mogelijk uit.
U hebt daarover uw opvattingen. Nu vraagt
de wethouder om het niet stil te leggen, want
we willen door. Als we onze regels in acht
nemen, dan had vandaag in het college de
uitvoeringsregeling behandeld moeten zijn,
want vandaag is de deadline voor B&W. Het
was er nu niet, dus komt het waarschijnlijk
volgende week. Dan zitten we al in de
commissievergadering van juni om het met
elkaar te bespreken en dan krijg je zo veel
vertraging, wat je volgens mij niet moet
doen. Het gaat hier om de fundamentele
vraag dat u zegt: ik wil nu vanuit de raad,
dat er geen buurtbonnen meer worden toegekend
totdat ik in de commissie heb gesproken
over de uitvoeringsregeling die het
college moet doen. Dat mag u vinden, daar
gaat het niet om, maar de wethouder zegt
dat ze goed heeft geluisterd en het geen
weken langer wil laten lopen. Ze heeft al
problemen in de snelheid van de uitvoering.
Ze komt er in de commissie op terug en daar
kunt u het met elkaar bespreken.
48 14 april 2009
Laten we het niet moeilijker maken dan het
al is. U kunt wel zeggen dat het maar twee
weken is, maar volgens de termijnen die we
hebben, halen de dat waarschijnlijk net niet
voor de commissievergadering van mei.
De heer Knegt (Hengelo.nu): Vandaar ook
mijn verduidelijkende vraag. Ik zei er dan
ook bij: 'als ik niet gelijk heb, dan hoor ik dat
graag' en dat is bij dezen ook gebeurd. Maar
het komt er dus op neer dat de uitvoeringsnota
gewoon te laat is en dat het daar een
gevolg van is.
De heer Van Grouw (SP): Precies!
Voorzitter! Hoe kunt u gaan uitvoeren als …
De Voorzitter: Als hij er over twee weken
is, dan is hij er, maar dan is hij te laat om
hem ordentelijk via het presidium bij u te
agenderen. Zo is het toch altijd? Daar zijn
toch in het presidium duidelijke regels voor?
Dus daar gaat het niet om.
Maar laten we het niet moeilijker maken
dan het is. Het gaat nu om het fundamentele
verschil van mening of u nu met deze motie
zegt: tot dat moment geen buurtbonnen. Dus
u als raad vindt dan dat u dat zelf eerst moet
goedkeuren, terwijl het een regeling volgens
het college is, een regeling van het college.
Ik wil daar nu niet langer meer over
debatteren.
De heer Van Grouw (SP): Voorzitter! Ik
heb een paar keer geprobeerd te interrumperen,
maar u liet dat niet toe, als
voorzitter.
De Voorzitter: U bent het daar niet mee
eens, dus daar hoeft u niet over te interrumperen.
Ik probeer nu de heer Knegt te
beantwoorden over die twee weken en daar
heeft hij nu een zo goed mogelijk antwoord
op gekregen.
Kunnen we tot stemming over gaan of zijn
er nog stemverklaringen?
Mevrouw Doornbos (BurgerBelangen):
Voorzitter! In de motie staat duidelijk de
buurtbonnen nog niet toe te kennen; dat wil
niet zeggen dat u nog niet mag beginnen met
de uitvoering binnen het apparaat. Dat je ze
dan naar buiten toe nog niet toekent, is toch
niet teveel gevraagd denk ik? Want de
termijn is 1 mei inleveren, en vier weken
doet het college er over om te kijken of ze
wel of niet voldoen aan de criteria. Dus dan
zou het naar ons toe kunnen komen?
De Voorzitter: Er is voldoende over
gesproken. Er is een proces wat de
wethouder uitlegt over het tempo waarin je
de mensen niet wilt teleurstellen, dus volgens

mij moet je het doen zoals de wethouder het
zegt.
De heer Van Grouw (SP): Als u de mensen
niet had willen teleurstellen, had die
uitvoeringsnota hier klaar moeten liggen. Dan
had u de mensen niet teleurgesteld.
De Voorzitter: Nou, die is er misschien
over één of twee weken, maar die is te laat
voor uw commissieronde.
We gaan nu stemmen.
De motie van de SP wordt in stemming
gebracht. Voor de motie stemmen
Hengelo.nu, Progressief Hengelo, Burger-
Belangen, PvdA en SP met 21 stemmen, en
met 14 stemmen tegen wordt de motie
aanvaard.
De subsidieverordening vouchers
bewonersinitiatieven 2009 wordt in stemming
gebracht en met algemene stemmen
aanvaard.
De Voorzitter: Goed, of niet goed, er is in
ieder geval een besluit.
D4 Wijkplan Woolde (280536)
De heer Van Wakeren (PvdA): Voorzitter!
Het is niet mijn bedoeling om op dit late uur
de commissie Sociaal nog eens dunnetjes
over te doen. We praten over het Wijkplan
Woolde; zeer ambitieus. 73 aandachtspunten,
100 zaken die aangepakt moeten worden.
Wat ik mis, zoals ik ook in de commissie
Sociaal heb gezegd, is een aantal speerpunten,
een top tien, en ik zou graag om die
reden een motie willen indienen.
MOTIE
De raad van de gemeente Hengelo, in
vergadering bijeen op 14 april 2009,
Constateert dat
− In het Wijkplan Woolde 2009-2012 een
groot aantal uitstekende aandachtspunten
en suggesties staan beschreven,
− Er geen heldere prioriteitstelling in
bovengenoemde punten aangebracht is,
− Er geen duidelijkheid is wanneer de
aandachtspunten en suggesties
daadwerkelijk zullen zijn ingevuld.
Draagt het college van B&W op:
− Voor het zomerreces van 2009 een 'top-
10' van punten te benoemen die
prioriteit hebben;
− Daarbij aan te geven wanneer en door
wie deze 'top-10' wordt uitgevoerd;
49 14 april 2009
− Alle overige aandachtspunten te
voorzien van een reëel tijdspad,
concreter dan 2009-2012. Het tijdspad
zal niet alleen de startdatum moeten
bevatten, maar ook de realisatiedatum.
En gaat over tot de orde van de dag.
De motie is ondertekend namens de
fracties van BurgerBelangen, de SP,
Progressief Hengelo en de PvdA.
De Voorzitter: Het origineel, voorzien van
de handtekeningen, wordt bij de griffier
ingeleverd en maakt onderdeel uit van de
beraadslagingen.
De heer Fens (VVD): Voorzitter! Ook dit
wijkplan geeft weer aan dat de communicatie
tussen de gemeente en bewoners toch een
ontwikkelingsproces is, als ik het zo mag
noemen. Het is niet helemaal even perfect
gegaan op een aantal punten, dat
constateren de schrijvers van het stuk ook;
die zeggen ook dat een aantal dingen voor
verbetering vatbaar is. Ik denk dat het op
zich een compliment waard is als men beseft
waar het probleem ligt; dan is dat de eerste
stap naar een oplossing, maar het punt mag
daarmee niet vergeten worden in de zin van
'we hebben het gezegd en laten het even
rusten'. Nee, een voortdurend punt van
aandacht moet dat blijven.
Voor de rest kunnen we ons aardig vinden
in de stellingen zoals de heer Van Wakeren
naar voren heeft gebracht. Wij hadden hierbij
naar voren willen brengen dat het college wel
erg veel hooi op zijn vork genomen heeft, en
dat houdt dus in dat lang niet alles binnen
een redelijke termijn te verwezenlijken is en
dat het dus goed is, dat er een prioriteitstelling
voor komt. Het zou natuurlijk in het
uitvoeringsprogramma moeten komen te
staan hoe die prioriteitstelling zou moeten
zijn, maar over het uitvoeringsplan heb ik het
gevoel dat er sprake is van een zaak die het
college bepaalt, en dat wij over het uitvoeringsplan
niet meer een heel grote invloed
hebben. Ik weet niet of die gedacht helemaal
correct is.
In dat geval zou ik willen zeggen dat wij
wel heel graag invloed zouden willen hebben
op een aantal prioriteiten en in dat opzicht wil
ik wel graag meegaan in de standpunten van
meneer Van Wakeren, die zegt om een aantal
zaken naar voren brengen en in de raad te
presenteren, en we als raad ook kunnen
beslissen of de prioriteiten die het college
hierin stelt, valide prioriteiten zijn, waar we
mee akkoord kunnen gaan.
In dat opzicht zou ik kunnen zeggen (ik heb
nog niet met mijn fractie kunnen overleggen,
maar ik neem aan dat mijn fractie het ermee

eens is? Ja, we krijgen het hier net binnen,
en we zijn binnen onze fractie heel
democratisch) dat wij ons kunnen vinden in
deze motie en zullen deze motie dus
inderdaad steunen.
De heer Jager (Groen Links): Voorzitter! Ik
ben niet de woordvoerder op dit gebied, maar
de woorden van de heer Fens nodigen mij
toch uit om daarop te reageren. Ik zie in deze
motie, net als overigens in de vorige motie,
duidelijk een zelfde lijn zitten. Wat er gezegd
wordt, is wat bewoners zelf willen en roepen,
want ook hier komt na een wijkplan gewoon
een uitvoeringsplan, dat door bewoners en
wijkaanpak samen wordt gemaakt, en die
bijzonder tevreden zijn over enzovoort,
enzovoort. Maar hier zegt de VVD nu ook, en
dat verbaast me enorm: nee, dat laten we
niet aan die mensen over, dat gaan wij lekker
als politiek bepalen.
De heer Fens (VVD): O nee, o nee!
De Voorzitter: Meneer Fens, toch even
uitleg.
De heer Fens (VVD): Graag wil ik dit gaan
uitleggen. Waar het hier in wezen om gaat, is
dat het college met deze prachtig uitgevoerde
nota best een heel sterk verhaal neerzet, met
heel veel aandachtspunten die de bewoners
hebben geconstateerd en die op een keurige
wijze verwoord zijn. Het zijn er alleen zo
veel, de heer Van Wakeren telde er 73, dat in
dat opzicht het nauwelijks mogelijk is om dat
allemaal binnen korte termijn uit te voeren.
De heer Jager (Groen Links): Daarom
komt daarna altijd een uitvoeringsplan, zoals
u weet, want u draait al langer mee.
De heer Fens (VVD): En daarom zeggen
wij: laten wij zelf als raad daar invloed op
hebben en laten we kijken welke van die 73
punten die de mensen hebben aangedragen
op korte termijn te verwezenlijken zijn en dat
wij niet over 10 jaar, als u en ik al lang uit de
raad zijn, dan nog moeten gaan kijken wat er
moet gebeuren.
De heer Jager (Groen Links): Daarmee
doet u precies wat ik net zei, maar wat u
ontkent, dat u politiek bepaalt wat de
voorkeuren moeten zijn.
De Voorzitter: Ik sluit dit af, want er is
een motie ingediend en nou bent u ook
degene die het nog een keer uitlegt, maar
het was al uitgelegd. Dus volgens mij is nu
de beantwoording aan het college.
De heer Van Grouw (SP): Maar….
50 14 april 2009
De heer Weber (wethouder): Eén spreker
is nog niet geweest, voorzitter.
De Voorzitter: Ik dacht dat er geen
sprekers meer waren.
De heer Weber (wethouder): Meneer Van
Grouw is er nog.
De Voorzitter: De motie is al goed uitgelegd,
beargumenteerd, zelfs door nietindieners,
dus dat is niet meer nodig. Maar
als u nog andere inbreng hebt dan is het
prima, meneer Van Grouw.
De heer Van Grouw (SP): En dat heb ik,
voorzitter! Ik heb in de commissie Sociaal
gezegd dat wij als enige partij dit zouden
terugnemen, omdat ik nog en korte opmerking
had. Dat is zo, die korte opmerking
heb ik nog steeds, het zijn er overigens twee.
De eerste opmerking is dat dit het laatste
wijkplan oude-stijl is. Wij hebben onze
bedenkingen geuit bij de plannen nieuwestijl.
Ik wil nogmaals benadrukken dat die
uitvoeringsplannen wel heel erg belangrijk
zijn en in deze nota worden nogmaals de
uitvoeringsplannen aangekondigd, dus ik
hoop dat het college daaraan invulling zal
geven en gewoon ieder jaar met een goed
uitvoeringsplan zal komen en daarin ook
duidelijk maken welke punten gerealiseerd
zullen worden.
Het tweede punt dat ik wil noemen is een
klein paragraafje dat er een beetje tussendoor
floept in het wijkplan, wat verder een
goede opsomming is van de zaken die
moeten gebeuren, dat gaat over het sociale
huurcriterium en ik wil daar alleen over
zeggen dat het daar geschetste beeld niet
ons beeld is. Er staat namelijk in dat
'overeenkomstig eerdere afspraken het doel
is om 20% van het aantal woningen in
projecten te laten bestaan uit sociale
huurwoningen'. Daar zijn wij het mee eens,
maar er staat een toevoeging achter
waarmee wij het niet eens zijn: 'afhankelijk
van de reeds aanwezige sociale huurwoningen
in de buurt' en volgens ons zijn die
afspraken ooit wat anders gemaakt.
Hierbij kan ik het laten.
De Voorzitter: Dan zijn we wel rond en
geeft ik het woord aan de wethouder.
De heer Weber (wethouder): Het is wel
verrassend om zoveel sprekers te hebben,
want alleen de heer Van Grouw had het
aangekondigd. Maar het is prettig te weten
dat het Wijkplan Woolde zo goed leeft onder
u. In de commissie, waar ook reeds vragen
werden gesteld over het uitvoeringsplan,

hebben wij er heel bewust vaag over gedaan,
want we zaten namelijk, zoals de heer Van
Grouw ook al heeft gezegd, op een tweesprong
tussen een nieuwe systematiek en de
oude systematiek. In de nieuwe systematiek
praten we niet meer over een uitvoeringsplan
maar over een wijkprogramma. En dat wijkprogramma
geldt voor vier jaar, waarbij
natuurlijk wel elk jaar de accenten worden
gezet. Aan de andere kant is het zo, dat in dit
stuk heel duidelijk wordt gezegd dat we vanaf
januari een uitvoeringsplan maken, dus wat
dat betreft kan het niet van twee één zijn, en
als het wijkprogramma uitgevoerd moet
worden, dat in ieder geval voor de vakantie
pertinent niet gaat lukken en ik ben het met
u eens dat wij niet zo lang kunnen wachten,
ook naar de wijk toe, om aan te geven wat
wij dit jaar zeker gaan uitvoeren. Wij komen
dan ook voor de zomer met, of het dan nog
uitvoeringsplan heet, maakt op zich niets uit,
maar in ieder geval met een lijst van wat we
dit jaar allemaal nog gaan doen. En of dat
dan een top-10 is, meneer Van Wakeren,
misschien zijn het er wel elf.
Mevrouw Doornbos (BurgerBelangen):
Voorzitter! Wat is het verschil tussen
wijkprogramma op jaarbasis en een
uitvoeringsprogramma op jaarbasis? Daarbij
zegt de wethouder na juni, na de vakantie,
het programma is van 2009 ….
De Voorzitter: Maar dit is de manier
waarop wij met wijkplannen werken en dat
wijkprogramma hebben we hier gehad, dus
we moeten oppassen om niet het hele debat
over te doen over de nieuwe systematiek.
De heer Weber (wethouder): Ik zeg u
hierbij toe dat wij voor de zomer met een
overzicht komen van wat we dit jaar allemaal
gaan uitvoeren in Woolde. Dat is in grote
lijnen de uitvoering van de motie.
De heer Dragt (CDA): Voorzitter! Is het
denkbaar dat de lijst die voor de zomer komt,
meer dan 10 punten bevat?
De heer Weber (wethouder): Ik zeg net,
dat het best 11 of nog meer kunnen zijn.
De heer Jager (Groen Links): Als de
indieners van de motie dat goedvinden, denk
ik.
De heer Weber (wethouder): Ja, en die
zal, meneer Fens, ter kennisgeving aan de
raad worden toegezonden en kan eventueel
besproken worden in de commissie van juni.
Maar het vaststellen ligt denk ik bij het
college, zoals met uitvoeringsplannen altijd
gebeurt.
51 14 april 2009
Dan nog de sociale huurwoningen: ik weet
dat u het daarmee niet eens bent, maar voor
20% denk ik dat u gelijk hebt; er zal in ieder
geval 20% toegevoegd moeten worden. Aan
de andere kant staat in de woonnota heel
duidelijk dat, stel dat er in een bepaalde wijk
reeds 50% sociale woningbouw is, dat dan
daarvan mag worden afgeweken. Zo moet
het uitgelegd worden. Maar is er om en nabij
de 20%, dan zullen wij ook 20% moeten
toepassen; zo staat het in de woonnota.
De Voorzitter: Zijn er nog anderen die een
stemverklaring willen afleggen? Niet? Dan
breng ik eerst de motie over het wijkplan ’t
Woolde.
Een stemverklaring van de heer Carlak.
De heer Carlak (CDA): Net heeft de
wethouder uitgelegd dat we straks te maken
hebben met de jaarlijkse uitvoeringsplannen.
Dat is voor ons voldoende om te kijken naar
welke punten we op dat moment aan kunnen
geven. Wij zullen de motie niet steunen.
De Voorzitter: Akkoord.
De motie betreffende wijkplan ’t Woolde
wordt in stemming gebracht.
Met 10 stemmen (de fracties van CDA,
ChristenUnie en Groen Links) tegen en 25
stemmen voor is de motie aanvaard.
De Voorzitter: Dan komt het wijkplan ’t
Woolde zelf aan de orde.
Het voorstel wijkplan ’t Woolde wordt in
stemming gebracht. Met algemene stemmen
wordt het voorstel aanvaard.
E. VOORSTELLEN ZONDER TUSSEN-
KOMST VAN EEN COMMISSIE.
E1 Vijfde wijziging beleidsbegroting
2009
De Voorzitter: Ik geef het woord aan
mevrouw Ten Heuw.
Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter, één
opmerking van onze kant. Wij vroegen ons af
of het laten vrij vallen van de baten van de
huuropbrengst van het buurtcentrum Klein
Driene wel juist is. Ik kan mij voorstellen dat
de subsidie vervalt, maar de baten van de
huur zouden volgens mij juist gebruikt
worden om het Vogelkwartier mede te
financieren. Dus om die nou te laten
vrijvallen…
Wethouder Ter Ellen reageert, echter is de
microfoon uitgevallen.

De Voorzitter: Dit gaat zo niet. Het is geen
commissievergadering, dus we moeten even
de microfoon herstellen.
De heer Ter Ellen (wethouder): Het gaat
om 35.000 euro. De ene keer vervalt die
35.000 euro en de andere keer wordt het
weer opgevoerd om als gemeentelijke
subsidie in het buurtcentrum te kunnen
worden gebruikt.
De Voorzitter: Akkoord.
Het voorstel vijfde wijziging
beleidsbegroting 2009 wordt in stemming
gebracht. Met algemene stemmen wordt het
voorstel aanvaard.
E2 Initiatiefvoorstel opvrolijken van
braakliggende terreinen in en
nabij het centrum
De heer Janssen (Progressief Hengelo):
Voorzitter, wij hopen in ieder geval op een
zonnige afsluiting. Het is laat en de zon is al
weg.
Voorzitter, Hengelo heeft relatief veel
braakliggende gronden. In de volksmond
worden deze 'de prairies van Hengelo'
genoemd, met dank aan de naamgever
Vincent Mulder van de SP. Deze gronden
liggen vaak lang braak en dat is qua
uitstraling voor Hengelo geen goede zaak.
Veel van deze braakliggende gronden liggen
ook nog eens aan aan- en afvoerwegen van
Hengelo. Voor passanten en degenen, die ons
stadscentrum willen bezoeken, niet echt
uitnodigend. Buiten de indieners van dit
voorstel hebben ook een aantal andere
fracties, enkele individuele raadsleden en
diverse burgers te kennen gegeven dat er
toch iets aan gedaan moet worden.
Als laatste zetje was er op de dag van de
dialoog een burger, mevrouw Rikkert, die
(namens meerdere burgers sprekende)
aangaf dat de uitstraling van Hengelo steeds
somberder wordt.
Het voorstel dat nu voorligt, probeert daar
iets aan te doen. Laten we Hengelo, ook in de
tijden dat het wat minder gaat en veel bouwprojecten
vertraging oplopen, een betere en
vrolijker uitstraling geven.
Voorzitter, de fracties van Progressief
Hengelo en Hengelo.nu kunnen zich niet
voorstellen dat daar iets op tegen kan zijn.
Om het niet alleen bij woorden te laten, en
om alvast een bijdrage te leveren, willen wij
het college eerst iets aanbieden.
De heer Janssen deelt zonnebloemen uit
aan de collegeleden.
De heer Janssen (Progressief Hengelo):
Laten wij als raad Hengelo een meer zonnige
52 14 april 2009
uitstraling geven, te beginnen bij het college
onder het motto: ‘wie nu zaait, zal zeker een
glimlach van de burgers oogsten’. Tot zover
mijn inleiding.
Is het nodig, voorzitter, dat ik mijn initiatief
voorlees?
De Voorzitter: Nee, het is duidelijk wat u
voorstelt. Nu kan er een reactie komen, en
daarna wordt er gestemd.
Het lijkt me goed dat er eerst vanuit het
college gereageerd wordt. Ik geef het woord
aan wethouder Bron.
De heer Bron (wethouder): Voorzitter! Dit
punt is al een aantal keren aan de orde
geweest in de commissie Fysiek. Het was
voor ons ook aanleiding om het in het college
te bespreken. Enige weken geleden hebben
wij opdracht gegeven om ambtelijk een
notitie te schrijven over hoe wij dit moeten
aanpakken. Die notitie kan ik u toezeggen.
Aan de andere kant heb ik ook twee
opmerkingen gemaakt in de commissie
Fysiek. Het is veelal geen grond van ons, en
ik weet niet hoe blij ú bent als ik bij u allerlei
zaden in de grond strooi en ze komen
vervolgens ook nog uit. Daar moet je wel
toestemming voor hebben. Dat is dus een
complicatie, je moet er rekening mee houden
dat we wel in overleg moeten met de grondeigenaren.
Bovendien is het in sommige
gevallen geen gebied dat valt onder de
woningprioriteit tot 2015; dat zal het gesprek
ook niet altijd vergemakkelijken.
Dan hebben we ook nog een verstedelijkingsopgave.
Voor ons is het natuurlijk
belangrijk om te kijken welke middelen wij
van het rijk binnen krijgen voor het centrum
van Hengelo. Wellicht zijn daar ook
mogelijkheden. Dat gaan we uitzoeken en wij
komen hier zeker op terug.
Mevrouw Doornbos (BurgerBelangen):
Voorzitter! Het zou mijn voorstel kunnen zijn,
want ik heb in de commissie Sociaal, naar
aanleiding van wijkplan ’t Woolde, al gezegd
om met het Seahorse-terrein (dat wordt
voorlopig niet bebouwd) iets anders te doen.
Dit is een prima stuk om in te zaaien met
planten en bloemen. Mijn voorkeur zou zijn
om het wat meer bespeelbaar te maken,
bijvoorbeeld met gras waarop gevoetbald kan
worden. Dan zou ik er zeker aan denken om
bij sommige plekken die op de lange duur
niet gerealiseerd worden, duurzamer te
bewerken. Bijvoorbeeld de Marskant.
U gaf aan dat gronden niet in ons bezit zijn.
Daar zijn we ons van bewust. Dat neemt niet
weg dat de sloopvergunning door ons wordt
afgegeven. Onze voorkeur is om, met het
verlenen van die sloopvergunning, aan te
geven dat ‘wanneer u binnen een bepaalde
tijd niet bebouwt, het een beter aanzicht

moet krijgen voor de burger van Hengelo’.
Dat zouden wij graag willen zien als opdracht
aan de toekomstige slopers/eigenaren.
De heer Dragt (CDA): Voorzitter! Laat
duizend bloemen bloeien. Dat vonden wij een
gepaste titel voor dit initiatiefvoorstel. Wij
zien hier een mooi sluitstuk in door
Progressief Hengelo en Hengelo.nu van een
discussie die al over tafels, door vele kamers
en langs vele personen is gegaan. Waar,
zoals wij dat maar geïnterpreteerd hebben,
een gezonde ambitie in zit om, daar waar wij
kunnen, een inspanning mogelijk te maken
om te kijken of we een braakliggend terrein
voor een buurt wat leefbaar kunnen maken.
Wij hebben nog een vraag aan de fracties
van Progressief Hengelo en Hengelo.nu.
Sluiten zij ook uit dat andere zaden of andere
groene elementen toegepast gaan worden?
De heer Janssen (Progressief Hengelo):
Voorzitter! Volgens mij heeft meneer Dragt
Hengelo’s Weekblad gelezen. Daar stonden
ook gewassen in vermeld, waar ik zeker niet
vóór zou zijn.
De heer Dragt (CDA): Nee, dat heb ik niet
gelezen.
De heer Janssen (Progressief Hengelo):
Nou, daar hadden ze het over papavers.
Om terug te komen op de vraag van
meneer Dragt: zonnebloemen, klaprozen,
kortom, het mag gerust ook wat anders zijn.
De heer Dragt (CDA): Voorzitter! Wat ons
betreft moet Hengelo niet somber gezien
worden. Somberheid voorkom je ook om
bijvoorbeeld met z’n allen met een glimlach
door de stad te lopen. Dan voorkom je ook
een negatief imago. Dat moet je zelf ook
uitstralen. Om dat kracht bij te zetten, heb ik
van een collega, mevrouw Ter Hofte, de
suggestie gekregen of we daar niet zelf een
beginnetje mee kunnen maken. Zij zal als
een symbolische daad, meneer Janssen een
zakje met korenbloemen aanbieden. U kunt
hieruit onze opinie over dit stuk afleiden.
Mevrouw Ter Hofte overhandigt meneer
Janssen een zakje korenbloemzaadjes.
De heer Fens (VVD): Voorzitter! Wij vinden
dit een prachtig voorbeeld van flower power.
Ook zo rond 1970: 'wees lief voor elkaar, een
bloem in je haar'. Het is een periode van
geweldige creativiteit, van geweldige energie.
Hiermee kunnen wij die creativiteit en
energie op een fantastische manier uitstralen.
U begrijpt: wij zijn volledig voor dit flower
power-project.
53 14 april 2009
Mevrouw Prent (PvdA): Voorzitter,
filosofisch is er al voldoende gezegd. Het is
tijd voor actie en we sluiten ons graag aan bij
het voorstel om onder andere klaprozen te
zaaien. Wij hebben meneer Janssen ook iets
aan te bieden, en dan wel graag op terreinen
waarop wij invloed hebben.
Mevrouw Prent overhandigt de heer Janssen
eveneens een zakje met bloemzaadjes.
De heer Janssen (Progressief Hengelo):
Voorzitter! En dan te bedenken dat ik geen
tuin meer heb.
De Voorzitter: Nee, maar we hebben wel
door dat u nu echt aan het werk moet.
Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter! Ik
kan er kort over zijn. Wij zijn het eens met
de richting en intentie van het voorstel.
Mevrouw Mooijman (Groen Links):
Voorzitter! Ik wil nog zeggen dat de prairies
niet allen in de commissie Fysiek genoemd
zijn, maar ook al in de commissie Sociaal,
maar daar werden ze struinveldjes genoemd,
dus ik wil aansluiten bij de vraag of er ook
andere beplanting mogelijk is, zodat het wat
avontuurlijk spelen voor de kinderen wordt.
De Voorzitter: Betekent dit, wethouder
Bron, dat er van uw kant nog een voorstel
mag worden verwacht? Akkoord!
Dan heeft dit voorstel ieders steun heeft en
dat we kunnen besluiten dat dit voorstel via
het college weer bij de raad komt.
De heer Mulder (BurgerBelangen):
Voorzitter! U hebt een agendapunt vergeten.
De Voorzitter: Nee, dat komt nog.
Dus ik wil dit voorstel van Progressief
Hengelo en Hengelo.nu met een hamerslag
bekrachtigen. Via het college wordt u nader
geïnformeerd over wat allemaal wel en niet
kan en hoe we daaraan vorm kunnen geven,
welke plekken wel en welke plekken niet.
Dan moeten wij tenslotte nog de benoeming
doen van een raadslid in het comité
Emsdetten-Hengelo. We hebben zo lang
mogelijk gewacht om de spanning voor de
heer Van Wakeren zo groot mogelijk te
maken en ik geef de voorzitter van het
stembureau het woord.
De heer Coopman (BurgerBelangen):
Voorzitter! Het stembureau heeft er grote
moeite mee gehad. Wij hebben in totaal 36
stembiljetten ontvangen, waarvan er 36
geldig waren. Alle stemmen waren op de heer
B.G. van Wakeren om hem lid te maken van
het Comité Emsdetten-Hengelo.

De aanwezigen applaudisseren.
De Voorzitter: Akkoord, aldus besloten. Ik
sluit de vergadering.
De voorzitter sluit, onder dankzegging aan
alle meewerkenden te 00.05 uur, de
vergadering.
De raad der gemeente Hengelo (O) heeft
vorenstaand verslag in zijn openbare
vergadering van __________________
goedgekeurd en vastgesteld.
________________________, voorzitter,
________________________, griffier.
54 14 april 2009