Open document als PDF - Europa NU

keer te garanderen? Zijn in de beginfase ruimere openingstijden van
banken voorzien? Waarop is de verwachting gestoeld dat Nederlanders
bereid zullen zijn om in die fase meer dan tot nu toe gebruik te maken van
pinpassen, chipknip e.d.? Moeten voorlichtingsactiviteiten niet meer
daarop worden gericht en is het in dit verband niet een goed idee om
tijdelijk geen kosten in rekening te brengen voor het gebruik van dit soort
betaalmiddelen?
Ook mevrouw Giskes vraagt, mede tegen de achtergrond van de huidige
BTW-verhoging, aandacht voor mogelijke prijsstijgingen als gevolg van
de euroconversie in sectoren waarin het concurrentiemechanisme minder
invloed heeft. Dubbel prijzen is een belangrijk hulpmiddel om dit soort
effecten te voorkomen, maar dan moet wel eenduidig de volgorde van
prijzen worden voorgeschreven.
Benieuwd is mevrouw Giskes naar het gebruik dat het bedrijfsleven in de
afgelopen jaren maakte van fiscale faciliteiten in verband met de euroconversie.
Waren de middelen toereikend, moesten aanvragers worden
teleurgesteld, of was er sprake van een openeinderegeling? Worden de
regelingen vooralsnog gecontinueerd en, zo ja, op welke basis? Speciale
aandacht vraagt zij in dit verband voor de problemen in de automatenbranche.
Naar verluidt is rond «E-day» (1 januari 2002) extra politie-inzet ter beveiliging
voorzien. Is daarvoor voldoende capaciteit beschikbaar en welke
afspraken zijn er op dit gebied gemaakt? Wat wordt gedaan om in deze
periode valsemunterij te bestrijden? Wat wordt er gedaan op het gebied
van de omwisseling van buitenlandse munten die het publiek nog in bezit
heeft? Wie bepaalt naar welk goed doel de opbrengst gaat?
Ook mevrouw Giskes is geschokt door de achterblijvende voorbereiding
van de overheid, in het bijzonder de gemeenten. Waar zitten de echte
risico’s en wat wordt eraan gedaan?
De heer Van Beek (VVD) mist in de voorlichting informatie van de kant
van de banken over het gebruik van «plastic geld». Wil de minister de
aandacht van de banken hierop vestigen, dan wel zelf meer nadruk op
informatie over dit onderwerp leggen? Uit de stukken is op te maken dat
voor de verstrekking van euromunten goede regelingen zijn getroffen. Is
er overeenstemming over de daarmee gemoeide distributiekosten en, zo
ja, hoe is dit geregeld? Wat het «front loaden» van bankbiljetten betreft
houdt hij vast aan de eerdere afspraak dat de Kamer onmiddellijk wordt
geïnformeerd als er in dezen beweging komt in het standpunt van de ECB
of andere lidstaten.
Bij eerdere pleidooien voor aandacht voor de kosten van het bedrijfsleven
voor de omwisselingsoperatie, sluit de heer Van Beek zich aan. Hopelijk
wordt in goed overleg een oplossing gevonden voor de problemen in de
automatenbranche. Blijkbaar nog bestaande misvattingen over fiscale
tegemoetkomingsregelingen moeten worden weggenomen. Heeft de
desbetreffende regeling een openeindekarakter? Wil de minister adequaat
reageren op rapporten van werkgeversorganisaties die melden dat de
kosten veel hoger worden dan verwacht?
Onduidelijk is in welke mate de euroconversie leidt tot hogere inflatie. Wil
de minister de Kamer nader informeren over de opbouw van het recent
bekend geworden inflatiepercentage? Welk deel van de 4,2% wordt
veroorzaakt door fiscale maatregelen, welk deel door wisselkoersverhoudingen,
welk deel door ontwikkelingen op het gebied van lonen en
prijzen enz.? Hoe is verzekerd dat in de toekomst duidelijk is te maken
welk effect operaties als de euroconversie hebben op de inflatie?
De rapportage over de voorbereidingen van lagere overheden vindt de
heer Van Beek ronduit onthutsend. Gelukkig liggen de diverse ministeries
beter op koers, al blijft opvallend genoeg dat van EZ wat achter.
Gemeenten en ministeries zijn weliswaar zelf verantwoordelijk voor de
inrichting van hun administratie, maar hoe dan ook moet worden gega-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 25 107, nr. 50 3