01.09.2013 Views

College Caput Leven Week 7 - Universiteit van Amsterdam

College Caput Leven Week 7 - Universiteit van Amsterdam

College Caput Leven Week 7 - Universiteit van Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Master Actuariële wetenschappen<br />

<strong>College</strong> <strong>Caput</strong> <strong>Leven</strong><br />

<strong>Week</strong> 7<br />

Economische rationaliteit en prudentie<br />

Willem Jan Willemse<br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>van</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />

Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie<br />

Sectie Actuariaat<br />

020 - 525 6163<br />

W.J.Willemse@uva.nl


<strong>Week</strong> 7<br />

1. Economische rationaliteit.<br />

2. Weber’s concept <strong>van</strong> rationaliteit.<br />

3. Economische rationaliteit in financiële verslaggeving.<br />

4. Economische rationaliteit bij pensioenfondsen en<br />

verzekeraars.<br />

5. Betekenis voor het actuariële beroep.


1. Economische rationaliteit<br />

Het concept <strong>van</strong> economische rationaliteit speelt een<br />

belangrijke rol binnen de economische wetenschap.<br />

In de economische wetenschap wordt een oordeel,<br />

beslissing of situatie rationeel genoemd indien het in een<br />

bepaalde zin optimaal is, en individuen of organisaties<br />

worden rationeel genoemd indien zij die beslissingen nemen<br />

waarmee zij hun doel het best kunnen bereiken.<br />

Rationaliteit verwijst dus naar de mate waarin iemand zijn<br />

doel weet te bereiken (ongeacht wat het doel is).<br />

Rationaliteit wordt ook in verband gebracht met rede,<br />

afwezigheid <strong>van</strong> emoties, verstandigheid, vooruitzien, en<br />

consistentie.<br />

In de economie wordt verder onder agent verstaan een<br />

element uit een model dat verwijst naar iets dat handelt of in<br />

staat is een effect te bewerkstelligen, oftewel deelnemers<br />

aan bepaalde situaties die iets doen, zoals kopers en<br />

verkopers in een markt.<br />

Over de aard <strong>van</strong> deze begrippen bestaan veel<br />

meningsverschillen.


In welke mate zijn individuen en organisaties echt<br />

economisch rationeel?<br />

Sommige economische modellen gaan uit <strong>van</strong><br />

hyperrationaliteit, dwz. de agenten doen niet datgene wat<br />

in strijd is met hun (rationele) voorkeuren.<br />

Herbert Simon (1916 - 2001) betoogt dat de meeste mensen<br />

slechts gedeeltelijk rationeel zijn en daarnaast ook <strong>van</strong>uit<br />

emotionele of irrationele motieven handelen. Sommige<br />

beweren dat hij de term begrensde rationaliteit (bounded<br />

rationality) heeft bedacht: agenten die begrensd rationeel<br />

zijn ervaren beperkingen in het formuleren en oplossen <strong>van</strong><br />

complexe problemen en in het verwerken <strong>van</strong> informatie.<br />

Daniel Kahneman (1934 - ) stelt voor begrensde rationaliteit<br />

als model te gebruiken om de beperkingen <strong>van</strong> rationele<br />

agenten in economische modellen te overwinnen.


Wat is de aard <strong>van</strong> het concept <strong>van</strong> economische<br />

rationaliteit?<br />

John Stuart Mill (1806 - 1873)<br />

Economische rationaliteit is een theoretisch concept dat<br />

ontstaat door de veronderstelling dat elk individu zich alleen<br />

bezighoudt met het verkrijgen en consumeren <strong>van</strong> bezit, en<br />

dat elk individu zoveel mogelijk bezit wenst te krijgen tegen<br />

zo laag mogelijke kosten.<br />

Bij het onderzoeken <strong>van</strong> economische rationaliteit isoleren<br />

economen door middel <strong>van</strong> abstractie een specifiek gebied<br />

<strong>van</strong> sociale fenomenen met betrekking tot productie en<br />

verdeling <strong>van</strong> bezit, waarbij alle niet-economische aspecten<br />

buiten beschouwing gelaten worden.<br />

Max Weber (1864 - 1920)<br />

Max Weber, één <strong>van</strong> de grondleggers <strong>van</strong> de sociologie,<br />

idealiseert rationaliteit als een empirische generalisatie en<br />

leidt daaruit bepaalde proposities af die verklaren wat<br />

noodzakelijkerwijs gebeurt indien het handelen eenstemmig<br />

gericht wordt naar een doel. Het theoretische model dat<br />

hiermee verkregen wordt, dat reëel handelen min of meer<br />

benadert, moet aangepast worden aan de waargenomen<br />

afwijkingen, als gevolg <strong>van</strong> misinformatie, strategische<br />

fouten, logische denkfouten, persoonlijk temperament, en<br />

overwegingen buiten het gebied <strong>van</strong> strategie.<br />

Economische rationaliteit is volgens Weber een ideaaltype<br />

dat gevormd wordt door bepaalde eigenschappen en<br />

elementen <strong>van</strong> een gegeven fenomeen maar dat niet<br />

bedoeld is om met alle eigenschappen in een specifiek geval<br />

te corresponderen. Het is dus een ahistorisch concept dat<br />

een bepaald deel <strong>van</strong> de werkelijkheid <strong>van</strong> een historische<br />

context bevat.


Sommige economen, waaronder Menger (1840 - 1921, één<br />

<strong>van</strong> de grondleggers <strong>van</strong> de neo-klassieke economie),<br />

denken dat dit concept zo universeel waar en algemeen<br />

toepasbaar is dat het gezien kan worden als een algemene<br />

waarheid met betrekking tot de menselijke natuur. Anderen<br />

benadrukken dat ‘economic man’ een imaginair, logisch<br />

consistent maar amoreel concept is binnen economische<br />

modellen.<br />

Herbert Simon: “The rational man of economics is a<br />

maximizer, who will settle for nothing less than the best”.<br />

Veel empirische onderzoeken laten zien dat consumenten<br />

zich niet altijd rationeel gedragen (bv. onderzoeken <strong>van</strong><br />

Tversky en Kahneman naar cognitieve anomalieën:<br />

omstandigheden waarin individuen zich duidelijk niet<br />

rationeel gedragen).<br />

Economen betogen dat deze anomalieën in de financiële<br />

markten niet of minder voorkomen <strong>van</strong>wege arbitrage;<br />

handelaren zullen dit type irrationaliteiten uitbuiten waardoor<br />

de markt als geheel uitingen <strong>van</strong> irrationaliteit bestraft.<br />

Sommige onderzoekers proberen de stijging <strong>van</strong> de<br />

beurskoersen <strong>van</strong> het eind jaren negentig rationeel te<br />

verklaren (rational bubbles). Deze stijging werd door<br />

Greenspan ‘irrational exuberance’ genoemd.


2. Weber’s concept <strong>van</strong><br />

rationaliteit<br />

Van Max Weber is een belangrijk onderscheid afkomstig;<br />

formeel en substantief rationeel handelen. Hij maakte dit<br />

onderscheid om het begrip rationaliteit duidelijker te kunnen<br />

definiëren.<br />

Formeel rationeel economisch handelen: de mate <strong>van</strong><br />

kwantitatieve berekening of verantwoording die technisch<br />

haalbaar is en ook toegepast wordt.<br />

Een systeem <strong>van</strong> economische activiteiten wordt formeel<br />

rationeel genoemd in de mate waarin een geheel <strong>van</strong><br />

behoeften in staat is om uitgedrukt te worden in numerieke,<br />

berekenbare termen, en ook zo uitgedrukt wordt.<br />

Dit is een niet-ambigu concept (tenminste in de zin dat een<br />

uitdrukking in geld de hoogste vorm <strong>van</strong> formele<br />

berekenbaarheid impliceert).<br />

Economisch handelen in deze zin definieert Weber als elke<br />

vreedzame uitoefening <strong>van</strong> macht <strong>van</strong> een agent over<br />

bronnen waarbij de primaire beweegreden gericht is op een<br />

economisch doel.


Substantief rationeel handelen: de mate waarin het<br />

vooruitzien <strong>van</strong> een groep mensen door economisch<br />

georiënteerd handelen is vormgegeven gegeven een<br />

bepaald criterium <strong>van</strong> waarden.<br />

Dit concept is ambigu doordat er slechts één<br />

gemeenschappelijk element is; namelijk dat het concept niet<br />

beperkt is tot het puur formele en ondubbelzinnige feit dat<br />

elke handeling gebaseerd is op doelgeoriënteerde rationele<br />

berekening maar dat er ook een bepaald criterium <strong>van</strong><br />

waarden toegepast wordt, of deze nu ethisch, politiek of<br />

egalitair zijn en dat de resultaten <strong>van</strong> handelen tegen de<br />

achtergrond <strong>van</strong> deze ‘waarde’-rationaliteit gemeten worden.<br />

Deze vorm <strong>van</strong> handelen is economisch georiënteerd<br />

handelen; het is primair gericht op andere doelen maar<br />

neemt daarbij wel economische overwegingen in<br />

beschouwing. Elke vorm <strong>van</strong> handelen kan economisch<br />

georiënteerd zijn.<br />

Er bestaat een potentieel oneindig aantal vormen <strong>van</strong><br />

substantieve rationaliteit, waar<strong>van</strong> bijvoorbeeld de<br />

socialistische en communistische waarden er slechts enkele<br />

vormen (dat altijd elementen <strong>van</strong> sociale rechtvaardigheid en<br />

gelijkheid bevat).


3. Economische rationaliteit in<br />

financiële verslaggeving<br />

Om ervoor te zorgen dat marktpartijen rationele<br />

investeringsbeslissingen kunnen nemen, moeten zij over<br />

goede informatie beschikken. Publieke financiële<br />

verslaggeving vormt een steeds belangrijkere bijdrage aan<br />

het verschaffen <strong>van</strong> die gegevens.<br />

Vanuit een puur technisch perspectief vormt geld (of<br />

kapitaal) het meest perfecte middel voor economische<br />

berekeningen. Het is formeel dus het meest rationele middel<br />

voor het bepalen <strong>van</strong> economische activiteiten.<br />

Berekeningen in termen <strong>van</strong> geld, en niet direct het reële<br />

gebruik, is dus het middel <strong>van</strong> rationeel, economisch<br />

vooruitzien.<br />

Als financiële verslaggeving compleet rationeel is dan<br />

betekent dit onder meer dat:<br />

- Alle middelen om een doel te bereiken kunnen worden<br />

gewaardeerd in termen <strong>van</strong> huidige of verwachte<br />

marktomstandigheden.<br />

- Alle activa en passiva periodiek vergeleken kunnen<br />

worden in termen <strong>van</strong> geld.


- Een ex-ante schatting en ex-post verificatie <strong>van</strong><br />

ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven in termen <strong>van</strong> geld mogelijk is.<br />

- De verwachte voordelen <strong>van</strong> elk geprojecteerd verloop<br />

<strong>van</strong> handelen en de werkelijke resultaten <strong>van</strong> elke<br />

afgerond handelen kunnen worden uitgedrukt in een<br />

kwantitatief verslag met een weergave <strong>van</strong> investering<br />

en opbrengsten en de geschatte opbrengsten <strong>van</strong><br />

alternatieven.


Voorwaarden voor rationaliteit in financiële<br />

verslaggeving<br />

Formele rationaliteit in geldberekeningen zijn afhankelijk <strong>van</strong><br />

een aantal substantieve condities.<br />

- (Relatieve) autonomie <strong>van</strong> agenten in de markt.<br />

- Afwezigheid <strong>van</strong> markt- en informatiemonopolies.<br />

- Om aan een effectieve vraag te kunnen voldoen moet<br />

er een aanwezige verdeling <strong>van</strong> bezit zijn.<br />

Formele en substantieve rationaliteit zijn verschillend:<br />

- Formele economische rationaliteit staat onverschillig<br />

tegenover alle substantieve postulaten en waarden;<br />

deze onverschilligheid is volmaakt indien de markt<br />

volkomen vrij is.<br />

- Formele rationaliteit zegt niets over de feitelijke<br />

verdeling <strong>van</strong> bezit en dit moet altijd afzonderlijk<br />

beschouwd worden.


Fair value en actuele waarde<br />

In de meeste standaarden <strong>van</strong> de IASB (International<br />

Accounting Standards Board, de standard setter voor<br />

verslaggevingstandaarden) wordt fair value als volgt<br />

gedefinieerd:<br />

“The amount for which an asset could be exchanged, or a<br />

liability settled, between knowledgeable, willing parties in an<br />

arm’s length transaction”.<br />

Hierin komen onder meer de (relatieve) autonomie <strong>van</strong> een<br />

agent en de afwezigheid <strong>van</strong> monopolies naar voren.<br />

In Nederland wordt door de wetgever en DNB ook de term<br />

actuele waarde gebruikt. Verder worden ook vaak de<br />

termen marktconsistente waardering en marktwaarde<br />

gebruikt.<br />

Een eigenschap <strong>van</strong> een verhandelbaar instrument is dat het<br />

vervreemdbaar is, dwz. het kan losgekoppeld worden <strong>van</strong><br />

een bezitter en heeft een zelfstandig, meetbaar nut dat in<br />

een waarde kan worden uitgedrukt (en dan formeel<br />

gerationaliseerd is).<br />

Substantieve waarden, emotionele motieven en<br />

overwegingen <strong>van</strong> de oorspronkelijke bezitter spelen geen<br />

rol bij de bepaling <strong>van</strong> de marktwaarde <strong>van</strong> een instrument.


Discussies op het gebied <strong>van</strong> financiële verslaggeving gaan<br />

over de volgende vragen.<br />

- Wat is het doel <strong>van</strong> financiële verslaggeving?<br />

o Onbevooroordeelde versus conservatieve<br />

weergave.<br />

- Wat is de ‘werkelijke’ waarde?<br />

o Marktwaarde tegenover andere maatstaven voor<br />

waarde.<br />

- Welke spanningen ontstaan met de doelen <strong>van</strong> andere<br />

autoriteiten (zoals prudentiële toezichthouders)?<br />

o Financiële stabiliteit en soliditeit <strong>van</strong><br />

ondernemingen.


4. Economische rationaliteit bij<br />

pensioenfondsen en verzekeraars<br />

In de loop der tijd is de mate <strong>van</strong> formele rationaliteit in de<br />

publieke en prudentiële verslaggeving <strong>van</strong> pensioenfondsen<br />

en verzekeraars toegenomen. Op dit moment zijn er<br />

ontwikkelingen op de volgende gebieden.<br />

- Rentetermijnstructuur waartegen pensioen- en<br />

verzekeringsverplichtingen gedisconteerd worden.<br />

- Adequate risicomarges in technische voorzieningen<br />

voor onvermijdbaar risico.<br />

- Winstdelingen, garanties, gedragsopties (bij<br />

verzekeraars) en indexatie-ambities (bij<br />

pensioenfondsen).<br />

- Vereiste solvabiliteitsmarges (bij verzekeraars) en<br />

vereist eigen vermogen (bij pensioenfondsen).


Prudentie<br />

Het woord prudentie kent een zeer lange geschiedenis en<br />

veel filosofen hebben over prudentie geschreven.<br />

Tegenwoordig worden de termen prudentie en prudentieel<br />

door toezichthoudende autoriteiten gebruikt die gericht zijn<br />

op de soliditeit <strong>van</strong> ondernemingen. Prudentie wordt ook wel<br />

gezien als kerndeugd <strong>van</strong> de accountant en de actuaris.<br />

“Homo Prudens - zero risk man - personifies prudence,<br />

rationality and responsibility” (Adams, 1995).<br />

Van Dale: inzicht, verstandig oordeel. Andere, vaak<br />

gehoorde, interpretaties: voorzichtig en conservatief beleid.<br />

Soms wordt ook een risicomarge gezien als prudentie<br />

niveau.<br />

Aristoteles’ Ethica Nicomachea: phronēsis<br />

- Letterlijk: verstandigheid, gezond verstand, praktische<br />

wijsheid.<br />

- Rationele eigenschap die de mens doet handelen<br />

overeenkomstig zijn inzicht <strong>van</strong> goed en kwaad.<br />

- Noodzakelijke voorwaarde voor een nuttig leven.<br />

- Prudent handelen vereist een oordeelsvormende rol in<br />

een steeds veranderende omgeving.<br />

Prudentie is bij Aristoteles niet<br />

- Wetenschappelijke kennis (gericht op beschrijving)<br />

- Technische vaardigheid (gericht op een product)


Thomas <strong>van</strong> Aquino’s Summa Theologiae: prudentia<br />

- Naast wijsheid een contemplatieve deugd.<br />

- Noodzakelijke eigenschap voor het overdenken <strong>van</strong> het<br />

goddelijke.<br />

Het beste leven volgens de middeleeuwse scholastici was<br />

het zich terugtrekken uit de wereld <strong>van</strong> het handelen.<br />

Is prudentie in Weberiaanse zin een substantieve waarde of<br />

kan prudentie formeel gerationaliseerd worden (bijvoorbeeld<br />

in adequate risicomarges)?


5. Betekenis voor het actuariële<br />

beroep<br />

De technische voorzieningen zijn voor actuarissen <strong>van</strong><br />

oudsher een middel geweest om aan de toekomstige<br />

verplichtingen te kunnen voldoen.<br />

Naarmate er meer eenstemmigheid is over mondiale<br />

uniforme verslaggevingstandaarden voor balans en winst-<br />

en verliesrekening (en dus ook verzekeringsverplichtingen)<br />

zullen de verschillen in waarderingsgrondslagen tussen<br />

sectoren en landen minder groot worden en zullen<br />

actuarissen minder vrij zijn in het bepalen <strong>van</strong><br />

verzekeringstechnische balansgegevens.<br />

Ondernemingspecifieke overwegingen zullen dus een<br />

minder grote rol spelen.<br />

Ontkoppeling <strong>van</strong> financiële verslaggeving en prudentiële<br />

doelen<br />

Een mogelijke ontwikkeling op de lange termijn is dat de<br />

twee doelen, het verschaffen <strong>van</strong> objectieve publieke<br />

informatie over de financiële positie <strong>van</strong> een onderneming,<br />

en aan de andere kant het waarborgen <strong>van</strong> de soliditeit <strong>van</strong><br />

financiële ondernemingen, in de loop der tijd losgekoppeld<br />

worden.


De voordelen hier<strong>van</strong> zijn:<br />

- Grotere transparantie in publieke verslaggeving (in<br />

tegenstelling tot het opnemen <strong>van</strong> prudentiële<br />

overwegingen in waarderingen).<br />

- Los <strong>van</strong> publieke financiële verslaggeving kunnen<br />

prudentiële toezichthouders een mate <strong>van</strong> prudentie<br />

vereisen door eisen te stellen aan gegevens over<br />

risico’s en onzekerheden (zowel voor going concern als<br />

liquidation).<br />

- Mogelijkheid <strong>van</strong> overeenstemming over<br />

gemeenschappelijke standaarden voor verschillende<br />

sectoren.<br />

- Mogelijkheid <strong>van</strong> overeenstemming over<br />

gemeenschappelijke standaarden voor verschillende<br />

landen.<br />

De verwachting is dat actuarissen in de toekomst een<br />

bijdrage zullen leveren aan het prudentieel toezicht door het<br />

verschaffen <strong>van</strong> informatie op het gebied <strong>van</strong>:<br />

- maatstaven voor de statistische variatie <strong>van</strong> de<br />

financiële gegevens (zoals value-at-risk), en<br />

- maatstaven voor onzekerheid <strong>van</strong> gegevens in publieke<br />

en prudentiële verslaggeving (zoals<br />

gevoeligheidsanalyses).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!