Maart 2013 - Ahold Pensioenfonds

Magazine van
Vroeger
of Later
maart 2013
‘Ik beschouw het
als een investering’
Mark de Matter (29) over de aanpassing
van de pensioenfranchise
Halve indexering in 2013

Een
woord
vooraf
Verandering
Het is een jaar geleden dat ik begon bij ahold Pensioenfonds. In dat jaar is er veel
gebeurd. ahold en de Centrale ondernemingsraad bereikten overeenstemming over
wijzigingen in de ahold Pensioenregeling. ook kwam er een nieuw kabinet. eén van de
voornemens van dit kabinet is om de in juli afgesproken verhoging van de aoW­leeftijd
sneller op te voeren. Begin dit jaar is de aoW­leeftijd met een maand opgeschoven. De
komende jaren schuift de aoW­leeftijd in rap tempo verder op. tegelijkertijd blijft onze
levensverwachting toenemen. De verwachting is dan ook dat de leeftijd waarop mensen
met pensioen kunnen – nu nog 65 – in de toekomst omhoog gaat. Dat is ook niet zo vreemd
als men bedenkt dat 65­jarigen op dit moment gemiddeld nog 19,5 levensjaren voor de
boeg hebben, terwijl dit volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2040 stijgt naar
gemiddeld 22,5 jaar. ondertussen verkeert de economie nog steeds in zwaar weer. al sinds
2008 rollen we van de ene crisis in de andere. ook voor 2013 zijn de vooruitzichten niet
bepaald rooskleurig. ahold Pensioenfonds hoeft gelukkig geen pensioenen te verlagen en
we kunnen zelfs voor de helft indexeren in 2013. Dat is goed nieuws.
alle ontwikkelingen raken de pensioenfondsen direct. onrust op de financiële markten
en als gevolg daarvan de lage rente is nadelig voor de dekkingsgraad. een hogere levensverwachting
betekent dat er over een langere periode pensioenen worden uitgekeerd.
Daarmee is in het verleden onvoldoende rekening gehouden.
De ahold Pensioenregeling is zo aangepast dat met langer
leven nu beter rekening wordt gehouden.
toch is het einde van de veranderingen nog niet in zicht,
want de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
ontwikkelt nieuwe wetgeving om het pensioenstelsel
te verstevigen.
2 Vroeger of later
Erik van den Heuvel
Directeur ahold Pensioenfonds
een woord vooraf 2
Kort nieuws 2
Bericht uit de praktijk 5
elke generatie draagt zijn steentje bij 6
gedeeltelijke indexering in 2013 8
lagere pensioenfranchise, 10
hoger pensioen
Vraag&antwoord 12
ColofoN
Vroeger of later is een uitgave
van ahold Pensioenfonds,
Postbus 3039,
1500 Ha Zaandam,
pensioenfonds@ahold.com
Realisatie Hemels Customer
Media; onderdeel van Sanoma.
Postbus 369, 1200 aJ Hilversum,
www.hemels.com
Hoofdredactie Sjaak Duin,
Karen Wikart
Redactie eveline Mulder,
Cora Zalm
Artdirection Xander elink
Schuurman
Vormgeving esther Harting
Aan dit nummer werkten mee
De Beeldredaktie, Wilma van
Hoeflaken, rob Marinissen,
Photography & Images
Gemiddelde
pensioenleeftijd
naar 63,5 jaar
In 2012 gingen Nederlanders gemiddeld met
63,5 jaar met pensioen. Dat is een halfjaar
later dan in 2011. Dit blijkt uit cijfers die het
Centraal Bureau voor de Statistiek begin
2013 publiceerde. Ruim 40 procent van de
werknemers die in 2012 met pensioen
ging, was bij pensionering 65 jaar. In
2011 was dit nog 30 procent. De stijging
van de pensioenleeftijd gaat erg hard. De
leeftijdsstijging begon al in 2006. In dat
jaar veranderde de pensioenwetgeving en
werden werknemers gestimuleerd om langer
door te werken. Belastingvoordelen voor
mensen die vóór hun 65ste wilden stoppen
met werken, werden in dat jaar afgeschaft.
De effecten van dit beleid worden steeds
zichtbaarder.
Geen buffer?
De wasmachine gaat kapot, het dak lekt, de
tandartsrekening valt onverwacht hoog uit.
en dan? Volgens het Nibud heeft iedereen een
financiële buffer nodig om onvoorziene uitgaven
op te vangen. Voor alleenstaanden is 3.550
euro een goede buffer, voor stellen 4.000 euro
en voor gezinnen met twee kinderen 5.000 euro.
Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen het
liefst een financiële buffer van 5.000 euro willen
hebben. Maar in de praktijk komt 40 procent
nog niet toe aan de buffer van 3.550 euro.
overigens hebben mensen met kinderen een
grotere buffer dan mensen zonder kinderen.
op de website van het Nibud staat de Buffer­
Berekenaar, waarmee iedereen kan nagaan hoe
groot de buffer zou moeten zijn. ook geeft de
Buffer­Berekenaar aan hoe groot de buffer is
van mensen in vergelijkbare omstandigheden.
afkoopgrens
afkoop van pensioen betekent dat
u uw pensioen niet te zijner tijd bij
uw pensionering ontvangt, maar
nu als een bedrag ineens. afkoop
heeft tot gevolg dat voor u en uw
eventuele partner en kinderen
geen pensioenaanspraken meer
verzekerd zijn. Pensioenen mogen
alleen afgekocht worden als een
werknemer niet meer deelneemt
aan de pensioenregeling en de
toekomstige jaarlijkse pensioenuitkering
onder een wettelijk
bepaalde grens blijft. Dit afkoopbedrag
wordt jaarlijks herzien op
basis van de Consumentenprijsindex
voor alle Huishoudens (CPI)
van het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS). Het CBS meet de
gemiddelde prijsverandering in de
loop van de tijd van goederen en
diensten die huishoudens voor hun
levensonderhoud aanschaffen. Per
1 januari 2013 is de afkoopgrens
451,22 euro. In 2012 was de
afkoopgrens 438,44 euro.
Na mIjN pENsIoEN
Dekkingsgraad
laatste 4 kwartalen
1e
kwartaal
2012
106,5 %
2e
kwartaal
2012
102,4 %
110,3 %
3e
kwartaal
2012
114,3 %
4e
kwartaal
2012
100%
Rood staan is duur
De rente op spaargeld is laag,
misschien 1 tot 3 procent. Maar de
rente op rood staan is nog altijd
hoog. Wie rood staat bij de bank,
betaalt tussen de 8 en 15 procent
rente over deze schuld. Daarom levert
het aflossen van een schuld veel meer
op dan sparen! Het beste financiële
advies is dus: eerst zorgen voor
een positief saldo op de bank en
dan gaan sparen.
‘Niets moet, alles mag’
115% = vereiste
dekkingsgraad
105% = minimale
wettelijke dekkingsgraad
Paul Obbens werkt fulltime als ontvangstadministrateur bij het
Distributiecentrum in Tilburg. Hij is 63 en gaat in juni met de VUT. Sinds
1 januari werkt hij al niet meer, omdat hij nog zo veel vakantiedagen heeft.
‘Nu ik thuis ben, help ik mijn vrouw.
Rommel opruimen, stofzuigen, we
doen het samen. Dan heeft zij ook
meer vrije tijd. Daar genieten we
van. Niets moet, alles mag. We zitten
allebei uren achter onze laptop en
zijn bezig met onze hobby’s. Zij
houdt van antiek Delfts blauw en
van zilver. Ze weet er alles van en
heeft contact met verzamelaars
over de hele wereld. Mijn hobby
is fotografie, vooral natuurfoto’s.
Ik heb eindelijk tijd om die foto’s te
ordenen. Photoshoppen doe ik ook.
Zodra het mooi weer is, laten we
de laptop staan en gaan we erop
uit. Door de week samen en in het
weekend met onze zoon van 28.
Hij is gehandicapt en woont thuis.
Hij werkt, maar in de weekenden
gaat hij mee naar het strand of naar
een bloemenbeurs. En natuurlijk
naar het Safaripark in Hilvarenbeek,
want dat is hier vlakbij.’
Vroeger of later 3

jarige babyboomers
In 2012 vierden ruim 230.000 Nederlanders hun 65ste
verjaardag. Dat zijn de babyboomers, de grote generatie
die vlak na de Tweede Wereldoorlog werd geboren.
Hun geboortejaar, 1947, was een topjaar. In 2011 werden
160.000 babyboomers 65 jaar, heel wat minder
dus. Ook de komende jaren zullen het er niet zo veel
zijn als in 2012. Volgens het Centraal Bureau voor de
Statistiek is de grootste groep babyboomers
nu met pensioen. Met ingang van
2013 gaat de AOW-leeftijd langzaam
omhoog. Wie in 2013 65
wordt, krijgt één maand
later AOW. De AOWleeftijd
gaat vervolgens
stap voor
stap omhoog
naar 67 jaar.
Jong geleerd, oud
gedaan
Van de kinderen van 8 en 9 jaar krijgt ongeveer 82 procent
zakgeld. Bij middelbare scholieren is dit zo’n 90
procent. Zakgeld is oefengeld. Volgens het Nibud is zakgeld
geven aan kinderen een goede manier om te leren
omgaan met geld. Vanaf ongeveer zes jaar, als kinderen
de verschillende munten kunnen herkennen, is een kind
oud genoeg voor zakgeld. op deze leeftijd zullen kinderen
het geld waarschijnlijk direct willen uitgeven. als ze
ouder worden, krijgen ze meer interesse voor geld en
meer besef van tijd. Ze begrijpen dan beter dat je door
geld opzij te leggen later iets groters kunt kopen.
Hoeveel geld kinderen per week krijgen, hangt af van
wat ouders te besteden hebben en wat kinderen met
het geld moeten doen. Mag het helemaal op aan
snoep, of moet het kind er bijvoorbeeld ook cadeautjes
van betalen of het abonnement op zijn favoriete tijdschrift?
Kinderen leren het meest van zakgeld als ze een
vast bedrag krijgen op een vast tijdstip, stelt het Nibud.
Net als later hun salaris.
4 Vroeger of later
een spaarzaam volkje
Crisis of niet, sparen doen we graag. Uit Nibud-onderzoek
blijkt dat een kwart van de huishoudens een vast bedrag
per maand opzij zet. Gemiddeld sparen zij 9 procent van
hun maandinkomen. 40 procent van de huishoudens spaart
alleen als het zo uitkomt. Degenen die al spaarden, zetten
sinds de crisis meer geld opzij dan voorheen. Maar er zijn
ook mensen die niet sparen. 15 procent van de huishoudens
spaart niet en 12 procent heeft niet eens een spaarrekening.
Jammer, vindt het Nibud. Want uit eerder onderzoek bleek
dat het ontbreken van een spaarbehoefte de kans op financiële
problemen vergroot.
Somber
Nederlanders zijn somber over de toekomst. elk kwartaal onderzoekt
het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) in opdracht van
het kabinet de stemming in Nederland. Uit het onderzoek over
het laatste kwartaal van 2012 blijkt dat steeds meer mensen
zich zorgen maken over de economie. De groep die persoonlijk
last heeft van de crisis wordt groter. ruim eenderde van de
Nederlanders verwacht er financieel op achteruit te gaan in
2013. Vooral lageropgeleiden en gepensioneerden zijn somber.
Slechts 13 procent van de Nederlanders verwacht dat de
economische situatie in 2013 verbetert.
www.aholdpensioenfonds.nl
Onlangs nog gekeken op de website van Ahold
Pensioenfonds? De site is vernieuwd. Bovendien
publiceren we elke week actuele pensioenberichten en
geregeld interviews met bestuurders. Daarnaast vragen
we de bezoekers van de site in korte onderzoekjes naar
hun mening over tal van onderwerpen. Ook de
Pensioenplanner is aangepast. Op de Pensioenplanner
zien medewerkers in een oogopslag hoe hun
pensioen geregeld is.
Leuker leven na
pensioen
De meeste ouderen hebben
een goed leven. Dit blijkt
uit een onderzoek van de
seniorenorganisatie Unie
KBO onder een grote groep
55-plussers. Een ‘Zwitserleven’
leiden zij niet, maar
Wel een hond,
geen geranium
thuis zitten is er ook niet
bij. Bijna 60 procent van
de ondervraagden doet
vrijwilligerswerk, 42
procent past op de kleinkinderen
en 15 procent
zorgt voor een zieke in de
omgeving. Meer dan de helft
sport minstens een keer per
week. Ook kaartspelletjes
en winkelen zijn populaire
bezigheden. Veel ouderen
geven aan dat het leven na
hun pensionering leuker is
geworden, omdat ze meer
vrijheid hebben. Ondanks
die vrijheid kiezen ze wel
voor regelmaat. Elke dag op
ongeveer hetzelfde tijdstip
eten en ’s avonds op tijd naar
bed waarderen ze zeer.
Ouderen die achter de geraniums zitten, dat is een
onuitroeibaar beeld. En zeer onterecht, blijkt uit
onderzoek van seniorenorganisatie
Unie KBO
onder achthonderd
ouderen van 55 jaar of
ouder. De meeste ouderen
hébben niet eens een geranium.
Slechts 7 procent van de gepensioneerden
heeft er een. Een op
de tien gepensioneerden heeft
een viervoeter en wandelt
daar elke dag gemiddeld
54 minuten mee. Zeven
van de tien gepensioneerde
hondenbezitters
praat tegen de hond.
‘Een hoog-laagpensioen?
We zijn flexibeler dan je denkt’
Bericht
uit de
praktijk
‘De laatste tijd krijg ik veel telefoontjes over de verhoging van de
aoW­leeftijd. Mensen krijgen hun aoW niet meer vanaf hun 65ste
verjaardag, maar later. Wie in 2013 65 wordt, moet er een maand
langer op wachten. elk jaar schuift de aoW­leeftijd op. Mensen
vragen zich af hoe ze de periode zonder aoW moeten overbruggen.
Degenen die al met VUt of pensioen zijn, moeten hiervoor zelf geld
reserveren. ahold Pensioenfonds kan hiervoor geen oplossing
bieden. gebruikmaken van de voorschotregeling van de Sociale
Verzekeringsbank is een mogelijkheid. Kijk voor meer informatie
op www.svb.nl.
Voor degenen die nog volledig of gedeeltelijk werken, is het een voordeel
dat de pensioenregeling van ahold Pensioenfonds zo flexibel is.
Bij ingang van het pensioen kun je ervoor kiezen om eerst een hogere
pensioenuitkering te krijgen en daarna een lagere. Je laat dat hogere
pensioen bijvoorbeeld uitbetalen totdat je aoW krijgt, in plaats van
tot je 65ste verjaardag. Daarna ontvang je de lagere uitkering. als ik
mensen daar op wijs, reageren ze vaak opgelucht. Het is een hele
geruststelling dat ze de periode tussen hun 65ste verjaardag en het
moment waarop ze aoW krijgen op die manier kunnen opvangen. Ik
zeg er wel altijd bij dat ze dat zelf betalen. Het is geen extraatje. Het is
hun eigen pensioenpot. Daar moet het uit betaald worden, dus als je
eerst méér wilt, krijg je later minder.
er kunnen meer redenen zijn waarom mensen eerst een hogere
pensioenuitkering willen en daarna een lagere. Bijvoorbeeld als ze in
de eerste jaren nadat ze zijn gestopt met werken hun hypotheek nog
moeten aflossen.
overigens kun je ook je partnerpensioen gebruiken om je ouderdomspensioen
te verhogen. Vraag jezelf af waar je behoefte aan
hebt, nu en in de toekomst. Ben je alleen, of heb je een partner?
Wat zijn je uitgaven? Zijn die nu hoog en wordt dat straks misschien
minder? als je belt met de Servicedesk hoor
je wat de mogelijkheden zijn. We hebben Caroline Merkelbag (42)
natuurlijk te maken met allerlei regels werkt sinds 10 jaar bij Ahold
en met fiscale grenzen, maar daarbinnen Pensioenfonds. Aan de
is veel meer flexibiliteit dan de meeste Servicedesk beantwoordt ze
mensen zich realiseren.’
vragen over het pensioen.
Vroeger of later 5

Elke generatie draagt zijn steentje bij
langer doorwerken, later AoW, minder indexering, hogere premies …
Alle generaties dragen hun steentje bij om de oudedagsvoorzieningen
veilig te stellen. Voor de ouderen van nu én voor de ouderen van straks.
‘De onduidelijkheid is vervelend’
‘Alle generaties zijn de dupe van de
economische crisis’, vindt Peter Bosboom
(37). Zijn vader, André Bosboom (67),
is het met hem eens. ‘Gelukkig verdeelt
Ahold Pensioenfonds de pijn eerlijk.’
André, voorheen supermarktmanager in
Amsterdam, ging op zijn 62ste met de
VUT. Voor zoon Peter, assistent-supermarktmanager
in Amsterdam, zit dat er
niet meer in. Wat vindt hij daarvan? ‘We
leven langer en de samenleving vergrijst,
dus ik begrijp best dat we dan langer
moeten werken. Maar wat ik vervelend
vind, is de onduidelijkheid. Moeten we
werken tot 67 jaar, of wordt het nog
langer? De overheid houdt ons in het
ongewisse. Ze spelen paniekvoetbal’,
vindt Peter. André beaamt dat. ‘De beslissing
van de overheid om de AOW-leeftijd
te verhogen, kwam te snel. Mensen met
alleen AOW en misschien nog een klein
pensioentje raken hierdoor in de problemen.’
Zelf krijgt hij ook met de verhoging
van de AOW-leeftijd te maken. ‘Door mijn
vrouw. Zij is jonger dan ik. Zij moet een
paar maanden langer op de AOW wachten.
Maar we kunnen dat wel opvangen,
want we hebben het niet slecht.’
Economische situatie
De afgelopen jaren zat volledige indexering
van de pensioenuitkeringen er niet
in. ‘Dat merk je, want alles kost meer’, zegt
André. ‘Maar het is niet anders. Ahold
Pensioenfonds kon niet volledig indexeren,
omdat de dekkingsgraad te laag was.
Ahold Pensioenfonds doet het vergeleken
met veel andere pensioenfondsen niet
eens slecht. We gaan er in ieder geval niet
op achteruit.’ Voor Peter geldt dat zijn
pensioenaanspraken evenmin volledig
geïndexeerd worden. ‘Als dat een keer
gebeurt, is dat niet erg. Maar hoeveel
jaar zal er niet meer volledig geïndexeerd
worden? Dat weten we niet. Ook hier
speelt weer die onduidelijkheid. Bovendien
weet ik niet wat het effect op de
lange termijn voor mijn pensioen is.’
Peter:
‘De overheid speelt
paniekvoetbal’
Maar ooit komt het weer goed, daar zijn
vader en zoon van overtuigd. ‘Als de economie
weer aantrekt, neemt de politiek
misschien ook weer andere beslissingen
over de pensioenen’, denkt Peter. ‘De
vergrijzing blijft, maar de economische
situatie kan veranderen.’ ‘Het zijn altijd
bewegingen’, zegt André. ‘In 2013
blijft het moeilijk, maar in 2014
gaat het weer beter. En dan
gaan hopelijk de beleggingsresultaten
ook weer omhoog.’
‘Iedere generatie heeft
mee- en tegenvallers’
‘Ik zou ook wel op mijn 58ste willen
stoppen, net als mijn vader, maar ik
begrijp dat dat niet meer kan’, zegt Geert
Peeters (49) nuchter. ‘Ik mag inderdaad
niet mopperen’, vindt Alex Peeters (74).
Alex was voor zijn pensionering supermarktmanager
bij Albert Heijn in verschillende
winkels in Brabant, onder andere in
Eindhoven. Zoon Geert is assistent-supermarktmanager
bij Albert Heijn in Veghel.
‘In de jaren tachtig was het heel gewoon
om op je 58ste te stoppen met werken.
Daar waren speciale regelingen voor. Er
was werkloosheid en oneerbiedig gezegd
wilden ze de oudjes lozen om de jongeren
aan het werk te helpen.’ Alex en
zijn vrouw genoten volop van hun
vrije tijd. ‘We trokken met de
caravan door Europa.’
‘Kamperen is ook mijn hobby’, zegt
Geert. ‘Maar eerder stoppen zit er voor
mijn generatie niet in. Wij moeten langer
doorwerken. Op het werk en op feestjes
maken we er grappen over. Dat we straks
achter onze rollator door de winkel lopen.’
Langer werken is vanzelfsprekend, vindt
Geert. ‘Dat komt door de vergrijzing.
Bovendien moet je niet vergeten dat mijn
vaders generatie al jong ging werken.
Mijn vader begon op zijn 14de, terwijl
mijn oudste dochter pas op haar 24ste
haar eerste echte baan had. Dat is wel
tien jaar later.’
meer welvaart
‘Ik heb een goed pensioen en het wordt
elke vier weken netjes overgemaakt’, zegt
Alex. ‘Gisteren sprak ik een kennis die
gekort wordt op zijn pensioen en 7 procent
minder krijgt. Dan hebben wij het bij
Ahold Pensioenfonds beter. Ze indexeren
de laatste jaren bijna niet, maar ik heb er
nog geen boterham minder om gegeten.’
Mensen die de komende jaren met pensioen
gaan en geen AOW krijgen op hun
65ste, hebben het slechter getroffen, vindt
hij. ‘Die zitten met een gat. Daar hebben ze
zich niet op kunnen voorbereiden, want
dat besluit kwam onverwacht. Dat wordt
een groot probleem.’
Over Geerts generatie maakt hij zich geen
zorgen. Dat doet Geert zelf ook niet, hoewel
zijn pensioenaanspraken ook al een
geert:
‘Mijn vader had op zijn
14 de al zijn eerste baan’
tijdje niet meer volledig zijn geïndexeerd.
‘Mijn vrouw heeft een parttime baan in de
zorg. Straks hebben we twee pensioenen
plus AOW en ons eigen huis.’
Elke generatie heeft mee- en tegenvallers,
vinden ze. Alex: ‘Mijn ouders kregen vroeger
zomaar AOW, zonder dat ze daar zelf
voor betaald hadden.’ Geert: ‘De generatie
van mijn ouders heeft hard gewerkt,
waardoor er meer welvaart kwam. Daar
profiteert mijn generatie van.’ n
6 Vroeger of later Vroeger of later 7

Gedeeltelijke
indexering in 2013
Ahold Pensioenfonds zal de pensioenen in
2013 met de helft indexeren. Dat gedeeltelijke
indexering mogelijk is, is te danken aan de
financiële positie van het fonds.
8 Vroeger of later
Vrijwel elk pensioenfonds, ook Ahold
Pensioenfonds, probeert de pensioenuitkeringen
van de pensioengerechtigden en de pensioen-
aanspraken van de werkenden mee te laten stijgen
met de prijzen en de lonen. Dit heet indexeren.
Indexeren zorgt ervoor dat de koopkracht op peil
blijft. Als alle artikelen in een winkel bijvoorbeeld
2 procent duurder worden, betaal je aan de kassa
2 procent meer dan anders. Dus in het ideale
geval is je pensioen of je inkomen dan ook met
2 procent gestegen.
Voor de helft
Als gevolg van de crises, de lage rente en de
stijgende levensverwachting kunnen de meeste
pensioenfondsen al een tijdje niet meer indexeren
of slechts gedeeltelijk. Dat speelt ook bij Ahold
Pensioenfonds. Er zijn ook pensioenfondsen die
de uitkeringen moeten verlagen. Dat hoeft Ahold
Pensioenfonds niet te doen. Ahold Pensioenfonds
kan in 2013 zelfs voor de helft indexeren.
portemonnee
Indexeren is geen recht, er wordt geen geld voor
gereserveerd. Of er geïndexeerd wordt, hangt af van
de financiële situatie van het pensioenfonds. Elk jaar
beslist het Bestuur van Ahold Pensioenfonds hierover.
Bij die beslissing moet het Bestuur zich houden aan
wettelijke regels. Hier komt de dekkingsgraad om de
hoek kijken. De dekkingsgraad is de verhouding
tussen bezittingen en verplichtingen van een pensioenfonds.
Als je 112 euro in je portemonnee hebt
bijvoorbeeld, en je moet 100 euro betalen, is je dekkingsgraad
112 procent. Als de dekkingsgraad van
Ahold Pensioenfonds onder de 105 procent ligt, mag
indexeren niet. Boven op deze minimale dekkingsgraad
moeten pensioenfondsen een buffer hebben.
spaargeld levert weinig op
Op een paar uitzonderingen na zitten de meeste
pensioenfondsen in hetzelfde schuitje. Ze hebben
een groot vermogen, maar een lage dekkingsgraad.
Dat heeft te maken met de rente. De rente is al
lange tijd erg laag. Mensen die nu een huis kopen
en hypotheekrente moeten betalen, hebben daar
voordeel van. Bedrijven die geld lenen om investeringen
te doen, hebben er ook voordeel van.
Mensen met spaargeld op de bank hebben er last
van. Pensioenfondsen hebben er ook last van. Zij
moeten hun toekomstige verplichtingen berekenen
op basis van die lage rente. Daardoor stijgen die
verplichtingen, in elk geval op papier. En daardoor
daalt de dekkingsgraad.
Goede beleggingsresultaten
Dat Ahold Pensioenfonds toch gedeeltelijk kan
indexeren in 2013 is te danken aan de beleggingsresultaten.
Die zijn goed. In 2012 behaalde Ahold
Pensioenfonds een rendement van 14,4 procent. Dit
is het vierde jaar op rij met een rendement boven
de 10 procent. Het beleggingsrendement heeft mede
bijgedragen aan de stijging van de dekkingsgraad
van 106 procent (eind 2011) naar 114 procent
(eind 2012). De indexering wordt gefinancierd uit
het beleggingsrendement.
spelregels
De laatste jaren is er steeds meer kritiek op de
manier waarop pensioenfondsen volgens de wet
hun verplichtingen moeten berekenen. Waarom
moeten zij voor pensioenen die ze pas over tientallen
jaren hoeven uit te keren, rekening houden
met de rente van dit moment? Anderen zeggen:
het is juist goed dat pensioenfondsen moeten
rekenen met een lage rente, want daardoor is er
straks geld om ook pensioen uit te keren aan de
jongere generaties. Eind vorig jaar is de rente
waarmee pensioenfondsen moeten rekenen, de
rekenrente, een beetje aangepast. Daardoor valt
de dekkingsgraad iets hoger uit, ook bij Ahold
Pensioenfonds. In 2013 worden de spelregels voor
de rekenrente opnieuw tegen het licht gehouden.
Ook dat zal gevolgen hebben voor de dekkingsgraad.
Het zou kunnen dat de dekkingsgraad
daardoor juist weer lager wordt.
stevig stelsel
Vrijwel iedereen in Nederland – burgers, werkgeversorganisaties,
vakbonden, politieke partijen – wil het
ook pensioenfondsen hebben
last van de lage rente
pensioenstelsel in stand houden. Met drie pijlers
hebben we een stevig stelsel, is de gedachte. De
eerste pijler is de AOW, de tweede pijler het werknemerspensioen
en de derde pijler bestaat uit
voorzieningen die mensen zelf treffen. Maar de laatste
jaren is gebleken dat die tweede pijler minder
zekerheid biedt dan werd gedacht. Pensioenfondsen
hadden last van de ene crisis na de andere. Alle
pensioenfondsen hebben dat overleefd en ze hadden
geen overheidssteun nodig, zoals de banken.
Maar ze hebben wel een flinke tik gekregen.
Bovendien worden de fondsen geconfronteerd met
een steeds maar stijgende levensverwachting.
Mensen leven langer, dus er moet over een langere
periode pensioen uitgekeerd worden. Al deze ontwikkelingen
hebben ertoe geleid dat de overheid nu
bezig is met het ontwikkelen van nieuwe wetgeving
om het pensioenstelsel te verstevigen. n
Vroeger of later 9

Lagere pensioenfranchise,
hoger pensioen
De pensioenfranchise gaat omlaag. Dat betekent dat Ahold-werknemers
over een groter deel van hun salaris pensioen opbouwen.
ouderen krijgen een uitkering uit de AOW
(Algemene Ouderdomswet). Ahold-werknemers ontvangen
daar boven op nog een pensioen van Ahold Pensioenfonds.
Om die reden bouwen zij geen pensioen op over hun hele
salaris. Het salarisgedeelte waarover geen pensioen wordt
opgebouwd, heet ‘pensioenfranchise’. Naarmate de pensioenfranchise
lager is, bouwen werknemers pensioen op
over een groter deel van hun salaris. Een lage pensioenfranchise
is dus gunstig voor de pensioenopbouw. De keerzijde
is dat werknemers bij een lage pensioenfranchise over een
groter deel van hun salaris pensioenpremie gaan betalen.
Het grootste deel van de pensioenpremie wordt echter
betaald door Ahold. Ahold neemt ruim 80 procent van de
premie voor zijn rekening en de werknemer de rest.
In de pas met andere fondsen
Ahold Pensioenfonds rekent met een pensioenfranchise
van ongeveer 16.500 euro per jaar. Het precieze bedrag
hangt af van de werkmaatschappij en de CAO (Collectieve
ArbeidsOvereenkomst). Vergeleken met andere pensioenfondsen
in de sector is dat een vrij hoog bedrag. Om meer
in de pas te lopen en om werknemers meer pensioen te
‘ongemerkt meer pensioen’
Josh van Hettema (22) werkt bij Albert
Heijn to go in Amsterdam. Hij werkt
30 uur per week en volgt daarnaast
een mbo-opleiding Detail.
‘Ik begon op mijn 16de bij albert Heijn en
sinds mijn 21ste bouw ik pensioen op. Ik
vind het gek om over pensioen na te
denken, want dat duurt nog zo lang. Bij
albert Heijn to go werken vooral jongeren.
Niemand heeft het over de franchiseverlaging.
Ik denk dat het vooral voor ouderen
fijn is dat ze meer pensioen opbouwen.
Maar ik vind het wel goed, hoor. Ik bouw
meer pensioen op zonder dat ik het merk.’
laten opbouwen, is besloten om de pensioenfranchise van
Ahold Pensioenfonds te verlagen.
automatisch geregeld
Per 1 januari 2013 is de pensioenfranchise gedaald met
250 euro. In 2014, 2015 en 2016 gebeurt hetzelfde. Hierdoor
daalt de pensioenfranchise in vier jaar tijd met 1.000 euro.
De pensioenfranchise van ongeveer 16.500 euro (en straks
dus 15.500) geldt bij een fulltime baan. Voor parttimers
wordt bij de pensioenberekening het salaris omgerekend
naar fulltime. Dus als iemand 50 procent werkt, is de pensioenfranchise
ongeveer 8.250 euro (en straks 7.750 euro).
Het resultaat van de verlaging van de pensioenfranchise
is dat alle Ahold-werknemers die nu pensioen opbouwen
méér pensioen gaan opbouwen. Bovendien gaan werknemers
die tot nu toe geen pensioen opbouwden omdat hun
salaris lager was dan de pensioenfranchise, ook pensioen
opbouwen. Dit zijn ongeveer 1.400 werknemers. Dit wordt
automatisch geregeld. De pensioenpremie wordt standaard
ingehouden op het loon. De toetredingsleeftijd blijft gelijk.
Om deel te nemen aan de pensioenregeling van Ahold
Pensioenfonds moeten werknemers 21 jaar of ouder zijn. n
‘Sparen
voor later’
Laura Krull (21) begon drie jaar geleden
bij Albert Heijn in Amsterdam. Ze heeft
een contract voor 12 uur per week, maar
werkt gemiddeld 30 uur.
‘Sinds ik 21 ben, bouw ik pensioen op. Dat kost
niet zo veel. Ik zag dat ik over de laatste periode
13 euro premie betaalde. Dat de pensioenfranchise
omlaag gaat en dat ik daardoor wat meer
premie ga betalen, vind ik niet erg. als ik nu te
weinig geld heb, kan ik extra gaan werken. als ik
oud ben, kan dat niet meer. Daarom is het juist
goed om nu al te sparen voor later. en als ik ooit
ergens anders zou gaan werken, krijg ik later
alsnog het pensioen van ahold Pensioenfonds.
Dat is goed geregeld, vind ik.’
‘Het is een investering’
Mark de Matter (29) werkt bij
Gall & Gall in Amsterdam.
‘toen ik hier twee jaar geleden ging werken,
werd ik meteen al in de pensioenregeling
opgenomen. Bij mijn vorige werkgever
heb ik ook al vijf jaar pensioenopbouw
staan, maar toen vond ik dat nog niet
belangrijk. Nu wel, want ahold is een sta­
biele werkgever en ik wil hier lang blijven.
De verlaging van de pensioenfranchise
beschouw ik als een investering. Mij
scheelt het per periode een paar euro. Zo
weinig dat ik het eigenlijk niet eens merk.
Maar ondertussen bouw ik wel meer pensioen
op. Misschien kan ik daardoor nog
steeds op mijn 65ste stoppen met werken.’
rekenvoorbeeld
Medewerker Verkoop met fulltime
dienstverband
Salaris inclusief vakantiegeld 24.500 euro per jaar
Pensioenfranchise 16.500 euro
Pensioengrondslag 8.000 euro
Pensioenopbouw 2% 160 euro per jaar
te bereiken pensioen in 44 jaar: 44 x 160 euro = 7.040 euro, bij
een fulltime dienstverband. Bij een dienstverband van bijvoorbeeld
60 procent is het te bereiken pensioen ook 60 procent,
dus 4.224 euro.
Medewerker Verkoop met fulltime
dienstverband
Salaris inclusief vakantiegeld 24.500 euro per jaar
Pensioenfranchise 15.500 euro
Pensioengrondslag 9.000 euro
Pensioenopbouw 2% 180 euro per jaar
te bereiken pensioen in 44 jaar: 44 x 180 euro = 7.920 euro, bij
een fulltime dienstverband. Bij een dienstverband van bijvoorbeeld
60 procent is het te bereiken pensioen ook 60 procent,
dus 4.752 euro.
Dit rekenvoorbeeld laat zien dat de verkoper bij een franchiseverlaging
van 1.000 euro 12,5 procent meer pensioen opbouwt.
10 Vroeger of later Vroeger of later 11

Vraag&antwoord
Bij de Servicedesk van Ahold Pensioenfonds komen
dagelijks tientallen vragen binnen. op de achterpagina
van Vroeger of later beantwoorden we er een paar.
Voor de belastingaangifte 2012
heb ik mijn Factor a (pensioenaangroei)
nodig. Waar kan ik
deze vinden?
Als u voor de belastingaangifte 2012 een
Factor A nodig heeft, is dat de Factor A
over 2011. Deze kunt u vinden op het
Uniform Pensioenoverzicht 2012. Dit overzicht
heeft u in 2012 per post ontvangen
maar is ook terug te vinden in de Ahold
Pensioenplanner.
onlangs ben ik gescheiden en
heb ik van ahold pensioenfonds
een brief ontvangen waarin
mij wordt gevraagd om binnen
een maand te reageren. Wat
betekent dit?
In de Pensioenwet is bepaald dat de
ex-partner recht houdt op het partnerpensioen
dat tot de echtscheiding is
opgebouwd. Dat betekent dat in geval van
uw overlijden, uw ex-partner dit partnerpensioen
krijgt uitgekeerd. De wet maakt
het ook mogelijk dat u samen andere
afspraken maakt. Zo kan uw ex-partner
bijvoorbeeld afzien van partnerpensioen
als onderdeel van de verdeling van alle
gezamenlijke bezittingen. Indien u samen
zo’n afspraak maakt, wordt deze uitsluitend
door Ahold Pensioenfonds toegepast
indien u beiden de naar uw ex-partner
gestuurde afstandsverklaring invult,
onder-tekent en binnen één maand aan
Ahold Pensioenfonds retour zendt.
In de Wet Verevening Pensioenrechten
bij Scheiding (VPS) is bepaald dat de
ex-partner recht heeft op de helft van het
ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk
is opgebouwd. Deze wet biedt ook de
mogelijkheid dat andere afspraken worden
gemaakt. Ook de afspraak dat uw ex-partner
geen recht heeft op een deel van uw
ouderdomspensioen, kan door u samen
worden gemaakt. Dergelijke afspraken
moeten schriftelijk vastgelegd worden in
de huwelijkse voorwaarden of het scheidingsconvenant.
Als u afspreekt dat uw
ex-partner recht heeft op een deel van uw
ouderdomspensioen, dan kunt u en/of uw
ex-partner het ‘VPS-formulier’ ingevuld en
ondertekend bij Ahold Pensioenfonds
indienen. Het VPS-formulier is te downloaden
van www.rijksoverheid.nl. Insturen kan
tot uiterlijk twee jaar na de scheidingsdatum.
Ahold Pensioenfonds berekent
dan het ouderdomspensioen dat aan uw
ex-partner toekomt en draagt te zijner tijd
zorg voor de uitbetaling daarvan aan uw
ex-partner. Indien u en/of uw ex-partner het
formulier niet tijdig instuurt, dient u zelf de
berekening te maken en zorg te dragen voor
de uitbetaling te zijner tijd. Wij keren dan
het ouderdomspensioen geheel aan u uit.
Ik ben verhuisd. moet ik
dit doorgeven aan ahold
pensioenfonds?
Als u binnen Nederland verhuist, krijgt
Ahold Pensioenfonds uw nieuwe adres via
de Gemeentelijke Basis Administratie. Geef
uw nieuwe adres wel door aan uw leidinggevende.
Verhuizingen naar het buitenland
of buiten Nederland moet u dit zelf aan
Ahold Pensioenfonds doorgeven. Dit kan
via de post, via e-mail of via de website. n
meer informatie vindt u op www.aholdpensioenfonds.nl en in de diverse brochures van Ahold Pensioenfonds.
Toch nog vragen? Neem dan contact op met de servicedesk van Ahold Pensioenfonds: mail ons | pensioenfonds@ahold.com,
bel ons | 088 6592400, fax ons | 088 6590605, schrijf ons | Ahold Pensioenfonds | Postbus 3039 | 1500 HA Zaandam
Disclaimer: dit magazine bevat beknopte informatie over de regelingen van Ahold Pensioenfonds en kan in verband met de leesbaarheid niet volledig zijn. Voor sommige
bedrijfsonderdelen, cao-gebieden en soorten dienstverband gelden regelingen niet. U kunt aan de inhoud van dit magazine geen rechten ontlenen. Rechten kunnen uitsluitend
worden ontleend aan het reglement dat van toepassing is.