Lees hier de PDF-versie van deSRAadviseur nr 01 maart 2012

interview
Paul Dinkgreve
de leden. Dat effect is belangrijk. Waar nodig, dient
er ook gestraft te worden”, benadrukt de voorzitter.
De verwachtingen van SRA en de AFM verschilden
bij het eerste convenant. SRA vond het voldoende
dat de AFM kon steunen op de uitkomsten van de
toetsingen. De AFM verwachtte echter van SRA
een kant-en-klaar dossier overhandigd te krijgen op
basis waarvan mogelijk een sanctie kon worden opgelegd.
Dat probleem is nu opgelost door het zogeheten
stoplichtensysteem. Bij de toetsingsuitkomst
‘groen’ is alles in orde. ‘Oranje’ betekent dat SRA
het kantoor enige tijd zal geven om orde op zaken
te stellen, zodat uiteindelijk toch ‘groen’ als resultaat
kan worden genoteerd. Alleen bij ‘rood’ wordt
de uitkomst direct gerapporteerd aan de AFM die
daarop actie onderneemt. Per kwartaal krijgt de
AFM een overzicht van de uitkomsten van de getoetste
kantoren. De toezichthouder behoudt zich
het recht voor om steekproeven uit te voeren, maar
in beginsel voert de AFM die steekproeven voornamelijk
uit bij kantoren die eerst de uitslag ‘oranje’
hebben gekregen en daarna ‘groen’.
Onder de loep
De AFM heeft op dit moment haar handen vol aan
het Wta-toezicht op het OOB-segment. Daar ligt
vooralsnog even de prioriteit. Het Wta-toezicht
“ We moeten de
kwaliteit van de
kantoren goed
bewaken”
op het niet-OOB-segment volgt daarna, naar verwachting
eind dit jaar. “We moeten onze middelen
zorgvuldig inzetten. Dus we stellen de constructieve
samenwerking met SRA zeer op prijs.”
Volgens Everts zal de AFM in 2013 met een rapportage
over de mkb-accountantskantoren (niet-OOB)
komen. Dit geldt zowel voor SRA-kantoren als
andere kantoren. “Het is moeilijk te voorspellen wat
de uitkomsten zullen zijn”, zegt Everts, “Ik maak me
nu zorgen om de OOB-vergunninghouders. We zien
bij de Big Four dingen gebeuren die niet kloppen. Ik
heb bij voorbaat geen signalen dat het in het niet-
OOB-segment beter of slechter zou zijn. Ik vertrouw
erop dat SRA-kantoren de kwaliteitsborging goed
op het netvlies hebben staan. Bij die kwaliteitstoets
moet de AFM een warm gevoel krijgen. Of dat gaat
lukken, zal de tijd leren.”
Volgens Dinkgreve is het niet zo dat “het gemiddeld
SRA-kantoor denkt dat het allemaal wel meevalt als
het gaat om kwaliteitsborging. Als SRA moeten we
die kwaliteit goed bewaken”. Daarbij merkt hij op
dat de kwaliteit aanzienlijk is gestegen en op een
goed niveau is. “Er is veel werk verricht.” Dinkgreve
uit zijn zorgen over de niet-OOB-kantoren die geen
SRA-lid zijn. Dat zijn er ongeveer 200. “Daar wordt
wel een achterstand verwacht.”
Everts reageert: “Wij willen het hele segment op
gelijke wijze benaderen. Dit doen we door twee
convenanten af te sluiten, één met SRA en op termijn
zal er nog één met de NBA worden gesloten.”
Naming and shaming
Bij de reguliere rapporten naar aanleiding van het
toezicht op accountantskantoren worden kantoren
niet bij naam en toenaam genoemd, tenzij het gaat
om boetebesluiten, zoals bij twee grotere kantoren
6 deSRAadviseur
maart 2012