Selectie van het lespakket - Thuisvester
Selectie van het lespakket - Thuisvester
Selectie van het lespakket - Thuisvester
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
Handleiding voor docenten
INHOUD<br />
Een huis om in te … ................................................................ 3<br />
<strong>Thuisvester</strong> en <strong>het</strong> onderwijs ..................................................... 3<br />
Doelgroep praktijkonderwijs....................................................... 3<br />
Doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong> ............................................................. 3<br />
Uitgeprobeerd in de praktijk ..................................................... 4<br />
Uitgangspunten bij <strong>het</strong> lesmateriaal ........................................... 4<br />
Thema <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong> .......................................................... 5<br />
Opzet <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong> ........................................................... 5<br />
Voorbereiding ......................................................................... 6<br />
Aan de slag ............................................................................ 6<br />
Bijlage I Overzicht <strong>van</strong> woon-onderwerpen in PrOmotie .............. 7<br />
De lessen .......................................................................................... 11<br />
Les 1 Een huis om in te … ................................................. 13<br />
Uitbreidingssuggesties bij les 1 ............................................... 16<br />
Les 2 Een echt huis ............................................................ 17<br />
Uitbreidingssuggesties bij les 2 ............................................... 20<br />
Les 3 De inrichting ............................................................ 21<br />
Uitbreidingssuggesties bij les 3 ............................................... 23<br />
Les 4 Presentaties en terugblik .......................................... 25<br />
Algemene uitbreidingssuggesties bij <strong>het</strong> project ......................... 28<br />
Leerlingmappen<br />
Eten en drinken ................................................................. 29<br />
Slapen ................................................................................ 55<br />
Ontspanning - samen zijn ................................................... 81<br />
Werken ............................................................................. 107<br />
Verzorging en hygiëne ..................................................... 133
Een huis om in te …<br />
<strong>Thuisvester</strong> en <strong>het</strong> onderwijs<br />
<strong>Thuisvester</strong> is een woningcorporatie die ruim 7.300 woningen verhuurt in de gemeente Oosterhout en 4.500<br />
woningen in de gemeenten Rucphen en Zundert. <strong>Thuisvester</strong> is een sociale verhuurder die haar maatschappelijke<br />
betrokkenheid op diverse manieren in praktijk brengt. Het voorbereiden <strong>van</strong> jongeren op zelfstandig<br />
wonen beschouwt <strong>Thuisvester</strong> als één <strong>van</strong> haar taken. Dit doet zij onder andere door <strong>het</strong> beschikbaar stellen<br />
<strong>van</strong> praktijkgericht en interactief lesmateriaal met ‘wonen’ als thema, waarmee scholen hun maatschappelijke<br />
taak kunnen vormgeven. Naast <strong>het</strong> maatschappelijke doel beoogt <strong>Thuisvester</strong> met <strong>het</strong> lesmateriaal ook een<br />
goed contact met de toekomstige huurders op te bouwen.<br />
Doelgroep praktijkonderwijs<br />
Het <strong>lespakket</strong> Een huis om in te … dat voor u ligt is geschikt voor <strong>het</strong> praktijkonderwijs. <strong>Thuisvester</strong> heeft juist<br />
voor deze doelgroep gekozen, omdat voorbereiding op zelfstandig wonen één <strong>van</strong> de kerntaken <strong>van</strong> <strong>het</strong> praktijkonderwijs<br />
is, en omdat leerlingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> praktijkonderwijs vaak de huurders <strong>van</strong> de toekomst zijn.<br />
Door de ingebouwde praktijkcomponent in <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong> – te weten <strong>het</strong> uitvoeren <strong>van</strong> opdrachten in een echte<br />
woning – biedt <strong>het</strong> pakket een toegevoegde waarde bij andere materialen voor praktijkonderwijs, die gericht<br />
zijn op zelfzorg en zelfredzaamheid in de maatschappij.<br />
Het <strong>lespakket</strong> is ontwikkeld door de CED-Groep, een onderwijsbegeleidingsinstelling die een eigen onderzoeksen<br />
innovatieafdeling heeft.<br />
Doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong><br />
Het algemene doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong> is:<br />
• Leerlingen bewust maken wat prettig wonen inhoudt, en welke implicaties dit voor henzelf heeft (zoals<br />
goed huurderschap, een goede buur zijn, enzovoort).<br />
• Leerlingen bewust maken <strong>van</strong> de woonomgeving en de eigen woonwensen.<br />
• Leerlingen kennis laten maken met de verschillende functies <strong>van</strong> een woning en de implicaties die dit heeft<br />
voor de inrichting.<br />
• Leerlingen laten oefenen met <strong>het</strong> inrichten <strong>van</strong> een woning, rekening houdend met<br />
- de functies <strong>van</strong> een woning<br />
- de mogelijkheden die er zijn (bijvoorbeeld met betrekking tot de eigen financiën en de grootte <strong>van</strong><br />
de woning)<br />
- en de verantwoordelijkheden die men heeft ten aanzien <strong>van</strong> goed huurderschap en goed<br />
buurschap.<br />
Dit doel moet aan <strong>het</strong> eind <strong>van</strong> <strong>het</strong> project bereikt zijn.<br />
Naast <strong>het</strong> algemene projectdoel zijn er specifieke doelen per les geformuleerd. En omdat bij <strong>het</strong> nadenken en<br />
‘werken’ over wonen aandacht wordt besteed aan verschillende competenties, wordt in <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong> ook een<br />
relatie gelegd met de competenties die centraal staan bij zelfzorg en zelfredzaamheid in de maatschappij.<br />
3
4<br />
Een huis om in te …<br />
Uitgeprobeerd in de praktijk<br />
Om een goed, flexibel en gebruiksvriendelijk <strong>lespakket</strong> te ontwikkelen, is input <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> onderwijsveld zeer<br />
belangrijk. Daarom heeft <strong>Thuisvester</strong> enkele scholen voor praktijkonderwijs gevraagd mee te denken over <strong>het</strong><br />
lesmateriaal en <strong>het</strong> daadwerkelijk uit te proberen 1 . De medewerking <strong>van</strong> de scholen bestond uit overleg over<br />
wensen en mogelijkheden, <strong>het</strong> uitproberen <strong>van</strong> <strong>het</strong> materiaal met de klas, en evaluatie. Het <strong>lespakket</strong> is tot<br />
stand gekomen in samenwerking met de onderwijspraktijk, en is bijgesteld naar aanleiding <strong>van</strong> de ervaringen<br />
die hier werden opgedaan.<br />
Uitgangspunten bij <strong>het</strong> lesmateriaal<br />
Om ervoor te zorgen dat <strong>het</strong> lesmateriaal ‘goed landt’, is een aantal belangrijke uitgangspunten vastgesteld<br />
voor <strong>het</strong> lesmateriaal:<br />
➊ Het lesmateriaal sluit aan bij <strong>het</strong> specifieke karakter <strong>van</strong> <strong>het</strong> praktijkonderwijs.<br />
In <strong>het</strong> praktijkonderwijs is alle kennis praktisch gericht, en laat kennis zich als een vaardigheid aanbieden.<br />
Dit komt in de lessen tot uitdrukking door een zeer sterke praktische component waarin de leerlingen<br />
daadwerkelijk hun vaardigheden kunnen oefenen. Daarnaast komt <strong>het</strong> tot uitdrukking in de korte<br />
praktische teksten en de ondersteunende beelden bij de werkbladen.<br />
➋ Het lesmateriaal sluit aan bij de doelen voor <strong>het</strong> praktijkonderwijs.<br />
Praktijkonderwijs is onderwijs voor leerlingen voor wie de leerwegen <strong>van</strong> <strong>het</strong> vmbo en <strong>het</strong> leerwegondersteunend<br />
onderwijs niet geschikt zijn. Het leidt rechtstreeks op voor de arbeidsmarkt. Naast arbeidstoeleiding<br />
is voorbereiding op zelfstandig wonen en recreëren een belangrijk doel. Praktijkonderwijs wordt<br />
niet met een diploma afgesloten en kent geen eindtermen. Het onderwijs wordt zo veel mogelijk verzorgd<br />
op basis <strong>van</strong> de kerndoelen voor <strong>het</strong> voortgezet onderwijs.<br />
Hoewel er geen eindtermen zijn voor <strong>het</strong> praktijkonderwijs, circuleert er een competentieprofiel dat kan<br />
rekenen op een breed draagvlak onder de praktijkscholen 2 . Dit competentieprofiel is een groeimodel.<br />
Het is vrij specifiek uitgewerkt voor de arbeidstoeleidende doelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> praktijkonderwijs, en wat<br />
algemener voor de doelen die betrekking hebben op wonen en vrije tijd.<br />
In de lessen staat onder <strong>het</strong> Lesdoel aangegeven aan welke competenties ten behoeve <strong>van</strong> zelfstandig<br />
wonen de les refereert 3 .<br />
1 De scholen die hebben meegewerkt aan de pilot zijn Praktijkschool De Zwaaikom in Oosterhout en Praktijkschool Breda in Breda.<br />
2 Dit competentieprofiel en verschillende hieraan gekoppelde documenten kwamen midden jaren 2000 tot stand binnen <strong>het</strong> project<br />
Praktijknet, dat gesubsidieerd werd door <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> OCW en waaraan ongeveer 80% <strong>van</strong> de praktijkscholen deelnam.<br />
3 Hierbij is uitgegaan <strong>van</strong> de competenties zoals die beschreven worden in de publicatie Competenties <strong>van</strong> A en Z - Aanzet voor een<br />
competentiegerichte vormgeving <strong>van</strong> <strong>het</strong> praktijkonderwijs (Ina Berlet, december 2003). Dit document is tot stand gekomen binnen<br />
<strong>het</strong> project Praktijknet. Dit omdat in recentere uitgaven die binnen Praktijknet tot stand zijn gekomen, de competenties voor Wonen<br />
beknopter zijn omschreven, waardoor ze minder houvast bieden.
Een huis om in te …<br />
➌ Het lesmateriaal sluit aan bij (les)materialen en methoden die nu al gebruikt worden in <strong>het</strong> praktijkonderwijs.<br />
Omdat <strong>het</strong> praktijkonderwijs zo specifiek gericht is op voorbereiding op zelfstandig wonen, wordt in veel<br />
materialen en methoden aandacht besteed aan dit onderwerp. Ook in de meest gebruikte volledige<br />
methode PrOmotie wordt veel aandacht besteed aan allerlei aspecten <strong>van</strong> wonen. Door <strong>het</strong> inzetten <strong>van</strong><br />
een oefenwoning waaraan veel praktische opdrachten gekoppeld worden, wordt <strong>het</strong> gevaar <strong>van</strong> overlap<br />
voorkomen en biedt <strong>het</strong> project een waardevolle aanvulling op <strong>het</strong> bestaande materiaal.<br />
In Bijlage I is een overzicht opgenomen <strong>van</strong> de aan wonen gerelateerde onderwerpen die in PrOmotie aan<br />
de orde komen.<br />
Thema <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong><br />
Met <strong>het</strong> thema <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong>, Een huis om in te …, wordt duidelijk dat een woning verschillende functies<br />
heeft. De zin kan op verschillende manieren worden afgemaakt: een huis om in te eten en drinken, een huis<br />
om in te slapen, te werken, enzovoort. Ook <strong>het</strong> woord ‘oefenen’ kan op de plaats <strong>van</strong> de stippeltjes staan, <strong>het</strong><br />
oefenhuis neemt een belangrijke plaats in binnen <strong>het</strong> project. En tenslotte kan de zin op de meest voor de<br />
hand liggende manier worden aangevuld: een huis om in te wonen. Met alles wat daarbij hoort: een huis, dat je<br />
moet inrichten en waarvoor je huur betaalt, dat in een buurt staat, buren heeft, enzovoort.<br />
Het thema is gekozen naar aanleiding <strong>van</strong> gesprekken met de pilotscholen en <strong>van</strong>wege de onlosmakelijke<br />
verbondenheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> project met <strong>het</strong> oefenhuis.<br />
Opzet <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong><br />
• Aantal lessen - Het <strong>lespakket</strong> bestaat uit vier lessen, die samen met de uitbreidingssuggesties <strong>het</strong> project<br />
vormen. De eerste drie lessen hebben eigen doelen. In elke les komen nieuwe dingen aan de orde. Tijdens<br />
de laatste les wordt teruggeblikt op de eerdere lessen, en wordt nagegaan wat de leerlingen hier<strong>van</strong> hebben<br />
geleerd.<br />
• Lesduur – De lessen duren 45 minuten, met uitzondering <strong>van</strong> de tweede les, waarin <strong>het</strong> oefenhuis bezocht<br />
wordt. Deze les duurt een dagdeel.<br />
• Plenair en in tweetallen - De lessen beginnen steeds plenair. Na een korte inleiding gaan de leerlingen in<br />
tweetallen aan de slag met de opdrachten. Met deze opdrachten doen ze praktische vaardigheden op die<br />
hen later, wanneer ze zelfstandig wonen, <strong>van</strong> pas komen. Door <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> werkbladen hebben ze<br />
voldoende ondersteuning. Bovendien wordt hun werk op deze manier gevisualiseerd en gedocumenteerd,<br />
waardoor <strong>het</strong> beter blijft hangen en makkelijk bewaard en nog eens nagekeken kan worden.<br />
• Samenwerken en zelfstandig werken - Naast zelfstandigheid is ook samenwerken (in tweetallen) belangrijk<br />
bij de opdrachten voor leerlingen. Zo oefenen de leerlingen niet alleen praktische<br />
vaardigheden die met wonen te maken hebben, maar ook sociale competenties.<br />
5
6<br />
Een huis om in te …<br />
• Onderwerp per tweetal - Vanaf de eerste les werken de leerlingen in tweetallen aan een eigen onderwerp.<br />
Elke leerling heeft een eigen leerlingmap, waarin de opdrachten zitten die bij zijn onderwerp horen. Er zijn<br />
vijf verschillende soorten leerlingmappen, met de volgende onderwerpen:<br />
- Eten en drinken<br />
- Slapen<br />
- Ontspanning en samen zijn<br />
- Werken<br />
- Verzorging en hygiëne<br />
De onderwerpen zijn gekoppeld aan ruimtes in <strong>het</strong> oefenhuis. Inhoudelijk zijn de opdrachten in de leerlingmappen<br />
precies <strong>het</strong>zelfde, maar ze zijn op maat gemaakt voor de verschillende ruimtes in <strong>het</strong> huis.<br />
• Evaluatie - Zowel <strong>het</strong> projectdoel als de lesdoelen worden geëvalueerd. Dit gebeurt bijvoorbeeld door in de<br />
les terug te komen op wat er in de vorige les gebeurd en geleerd is. Daarnaast vormt de vierde les <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
project een totale terugblik op al <strong>het</strong> eerder geleerde.<br />
Voorbereiding<br />
• Lees de handleiding voor docenten goed en volledig door. Lees ook tenminste één <strong>van</strong> de leerlingmappen<br />
met werkbladen goed door. De overige leerlingmappen met een andere onderwerp hebben precies dezelfde<br />
opdrachten, die op maat gemaakt zijn voor <strong>het</strong> betreffende onderwerp.<br />
• Maak afspraken met de woningcorporatie voor <strong>het</strong> bespreken <strong>van</strong> een oefenwoning.<br />
• Maak een planning voor <strong>het</strong> project, en kijk bij <strong>het</strong> plannen <strong>van</strong> de lessen goed naar uw groep. Bekijk ook<br />
goed hoe <strong>het</strong> oefenhuis in elkaar zit. Zo kunt u vaststellen hoe u <strong>het</strong> <strong>lespakket</strong> <strong>het</strong> best kunt inzetten. Zo is<br />
de tijdsduur <strong>van</strong> de lessen bijvoorbeeld afhankelijk <strong>van</strong> de samenstelling <strong>van</strong> uw groep, <strong>van</strong> de werkvormen<br />
die men gewend is, enzovoort. Mogelijk heeft u meer tijd nodig dan voor de lessen is aangegeven. Daarnaast<br />
zorgt de indeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> oefenhuis er misschien voor dat u er voor kiest om één <strong>van</strong> de onderwerpen<br />
achterwege te laten, omdat een bepaalde ruimte in <strong>het</strong> huis ontbreekt.<br />
• Bedenk voorafgaand aan <strong>het</strong> project welke tweetallen u wilt vormen. De tweetallen blijven idealiter<br />
gedurende <strong>het</strong> hele project bij elkaar. Heeft u meer tweetallen dan er onderwerpen zijn? Bedenk dan welk<br />
onderwerp u dubbel wilt uitdelen. Heeft u minder tweetallen dan er onderwerpen zijn? Misschien zijn er<br />
kinderen die u liever alleen laat werken. En anders slaat u een onderwerp over.<br />
• Print de leerlingmappen passend bij de tweetallen. Hoewel er in tweetallen gewerkt wordt, heeft elke leerling<br />
zijn eigen leerlingmap.<br />
Aan de slag<br />
In de handleiding staat per les alles wat u nodig heeft om <strong>het</strong> project te kunnen geven. U kunt <strong>van</strong> start gaan!
Bijlage I Overzicht <strong>van</strong> woon-onderwerpen in PrOmotie<br />
De methode PrOmotie is een praktijkonderwijsmethode, die de leerlingen voorbereidt op zelfstandig wonen, werken en<br />
recreëren. In PrOmotie is ruime aandacht voor <strong>het</strong> onderwerp wonen. Binnen de leerlijn Cultuur en Maatschappij zijn er<br />
vijf domeinen, waar<strong>van</strong> er één volledig is toegespitst op <strong>het</strong> onderwerp wonen en een ander in belangrijke mate samenhangt<br />
met wonen. Het gaat om de domeinen Rondom je ruimte en Geldzaken, met daaronder de volgende thema’s:<br />
Rondom je ruimte<br />
Waar woon je?<br />
• De woonomgeving<br />
(de woonomgeving, de flat, de flatwijk, de lift, <strong>het</strong> winkelcentrum, <strong>het</strong> sportveld, de bibliotheek,<br />
<strong>het</strong> buurthuis)<br />
• De weg <strong>van</strong> huis naar school<br />
(de ochtendspits, de bus, de tram, de trein, de metro, de passagier)<br />
• Een eigen plek in huis<br />
(de plattegrond, de lengte, de breedte, de maat, de maten)<br />
• Opgeruimd staat netjes<br />
(opbergen, ordenen, de orde, netjes, de klus, de klussen, de klusjes)<br />
• Zorgen voor kamerplanten<br />
(de plant, <strong>het</strong> licht, de schaduw, de tocht, <strong>het</strong> boeket, de luis, <strong>het</strong> luis ‘onder <strong>het</strong> luis’, <strong>het</strong> ongedierte)<br />
• Huisdieren<br />
(de etensbak, de voederbak, de kattenbak, de vlo, de vlooien)<br />
Leuk wonen<br />
• Je woonruimte schoonmaken<br />
(opruimen, schoonmaakmiddel, etiket, veilig werken)<br />
• Aan de slag!<br />
(schoonmaken, opruimen, luchten, stoffen, stofzuigen)<br />
• Iets leuks kopen voor je kamer<br />
(duur en goedkoop, plattegrond, woonwarenhuis, postorderbedrijf)<br />
• Wat doe je met afval?<br />
(afval scheiden, klein chemisch afval, afvalverwerkingsfabriek, compost)<br />
Ik ga op weg<br />
• Hoe kom ik daar?<br />
(de plattegrond, de wegenkaart, <strong>het</strong> openbaar vervoer, <strong>het</strong> informatiebord, de postcode)<br />
• Reizen met <strong>het</strong> openbaar vervoer<br />
(<strong>het</strong> openbaar vervoer, <strong>het</strong> reisadvies, de reisinformatie, <strong>het</strong> vertrekpunt, <strong>het</strong> eindpunt, de stationshal, <strong>het</strong><br />
perron, de stopplaats)<br />
• Op tijd komen<br />
(op tijd komen, op tijd zijn, te laat komen, de reis plannen, (tijd) erbij tellen, overstappen, de overstaptijd,<br />
de file, de vertraging)<br />
• Wat kost <strong>het</strong>?<br />
(<strong>het</strong> vervoersbewijs (een geldig vervoersbewijs), de strippenkaart, <strong>het</strong> abonnement, een geldig kaartje, de<br />
stempelautomaat, de strip, de strippen, de zone, de zones, de chipkaart, de verlenging, verlengen)<br />
• Reis wijs<br />
(prettig reizen, veilig reizen, de regel, <strong>het</strong> geldig vervoersbewijs, de controle, de controleur, beleefd,<br />
de dief, de zakkenroller, opbergen)<br />
7
8<br />
Bijlage I Overzicht <strong>van</strong> woon-onderwerpen in PrOmotie<br />
Zelfstandig wonen<br />
• Als je zelfstandig gaat wonen<br />
(zelfstandig wonen, op jezelf wonen, regelen, <strong>het</strong> nutsbedrijf, de leiding, leidingen (onder de grond), <strong>het</strong><br />
waterbedrijf, <strong>het</strong> energiebedrijf, <strong>het</strong> kabelbedrijf, de woningbouwvereniging, <strong>het</strong> formulier)<br />
• Water uit de kraan<br />
(<strong>het</strong> leidingwater, (schoon) drinkwater, de waterleiding, de kraan, de riolering, <strong>het</strong> rioolwater, zuiveren, <strong>het</strong><br />
waterzuiveringsbedrijf, <strong>het</strong> waterleidingbedrijf, de watermeter, de meterkast, de meterstand, de kubieke<br />
meter)<br />
• Gas<br />
(<strong>het</strong> gas, de gas aansluiting, <strong>het</strong> gasfornuis, de (centrale) verwarming, <strong>het</strong> warme water, <strong>het</strong> energiebedrijf,<br />
de gasmeter, de meterstand, een vast bedrag)<br />
• Elektriciteit<br />
(de energie, <strong>het</strong> energiebedrijf, de energiecentrale, de elektriciteit, de stroom, de (stroom)aansluiting, de<br />
groene stroom, de elektriciteitsmeter, de meterstand, de spaarlamp, energiezuinig)<br />
• Telefoon en kabel<br />
(de televisie, de zender, de telefoonaansluiting, <strong>het</strong> telefoontoestel, <strong>het</strong> abonnement, de kabel, <strong>het</strong> kabelbedrijf,<br />
de kabelaansluiting, <strong>het</strong> stopcontact, de klantenservice, de antenne)<br />
• Verzekeringen<br />
(de brand, de diefstal, inbreken, de inbraak, <strong>het</strong> verzekeringsbedrijf, de premie, de WA-verzekering,<br />
de wettelijke aansprakelijkheid, de inboedelverzekering, de glasverzekering, de waterschade, de kosten,<br />
de verzekeringsadviseur)<br />
Huur een huis<br />
• Hoe kom je aan woonruimte?<br />
(de woonruimte, de woning, de huurwoning, de huurder, de verhuurder, <strong>het</strong> huurcontract, de woningbouwvereniging,<br />
de eis, de eisen, bindingseisen, in aanmerking komen voor…, de inschrijving, <strong>het</strong> inschrijfnummer,<br />
<strong>het</strong> registratienummer, <strong>het</strong> bemiddelingsbureau, de servicekosten)<br />
• Help, allemaal papieren!<br />
(de vaste lasten, de rekening, de gemeentebelasting, de betaling, maandelijks, per kwartaal, per jaar, de<br />
WA-verzekering, de inboedelverzekering, de glasverzekering, de heffing, de gemeenteheffing, de waterschapsheffingen,<br />
de acceptgiro, <strong>het</strong> rekeningnummer, de machtiging, de levering, stoppen met leveren)<br />
• Huursubsidie<br />
(de huur, de huursubsidie, meebetalen)<br />
• Je woning onderhouden<br />
(<strong>het</strong> onderhoud, onderhouden, verven, schilderen, de vloerbedekking, de buren, de burenruzie, last hebben<br />
<strong>van</strong>, de verwarming, de monteur)<br />
Geldzaken<br />
Ik betaal!<br />
• Waardevol of waardeloos?<br />
(voorwerpen, waardevol, waardeloos, waarde, emotionele waarde, ruilen, verzamelen)<br />
• Ons geld<br />
(de waarde, de vaste waarde, ruilen, <strong>het</strong> geld, de munt, munten, <strong>het</strong> biljet, de biljetten, de euro(munten),<br />
de prijs)
Bijlage I Overzicht <strong>van</strong> woon-onderwerpen in PrOmotie<br />
• Je eigen geld<br />
(geld verdienen, geld krijgen, <strong>het</strong> zakgeld, de klusjes, de inkomsten, de uitgaven, sparen, lenen, teruggeven,<br />
turven)<br />
• Betalen met contant geld<br />
(contant betalen, <strong>het</strong> voorwerp, <strong>het</strong> product, de bon, <strong>het</strong> pasje, de pinpas, de kassabon, de zakkenroller)<br />
• Een geldrekening openen<br />
(de rekening, <strong>het</strong> rekeningnummer, een geheim nummer, geld storten, geld afhalen, de geldautomaat,<br />
persoonlijke gegevens, de legitimatie, de handtekening)<br />
• Pinnen en chippen<br />
(pinnen, chippen, de pinautomaat, de pincode, <strong>het</strong> beeldscherm, de betaalautomaat, <strong>het</strong> oplaadpunt,<br />
blokkeren (<strong>van</strong> een rekening))<br />
• Bewaar <strong>het</strong> overzicht<br />
(<strong>het</strong> rekeningafschrift, <strong>het</strong> bankafschrift, <strong>het</strong> giroafschrift, <strong>het</strong> overzicht)<br />
Een grote aanschaf<br />
• Een grote aanschaf<br />
(geld uitgeven, verstandig kopen, reclames)<br />
• Als je iets duurs wilt kopen<br />
(contant betalen, in termijnen betalen, postorderbedrijf)<br />
• Sparen<br />
(automatisch sparen, spaarrekening, zuinig zijn)<br />
• Geld lenen<br />
(geld lenen, doorlopend krediet, persoonlijke lening, huurkoop, leasen)<br />
• Kopen op afbetaling<br />
(kopen op afbetaling, voordelen <strong>van</strong> afbetaling, nadelen <strong>van</strong> afbetaling, aanbetaling)<br />
• Wat staat er op een nota?<br />
(betaalbewijzen, kassabon, nota, ruilen, garantiebewijs)<br />
• Nota’s bewaren<br />
(aankoop, garantie, betalingsbewijs)<br />
Rondkomen<br />
• Het gezin Elstak<br />
(de inkomsten, de uitgaven, de parttime baan, de fulltime baan, bijklussen, <strong>het</strong> vrijwilligerswerk,<br />
de vergoeding, de hobby)<br />
• Inkomsten en uitgaven<br />
(<strong>het</strong> inkomen, <strong>het</strong> gemiddelde inkomen, <strong>het</strong> modale inkomen, <strong>het</strong> minimumloon, de werkgever, de werknemer,<br />
de afspraak (over lonen), de vergoeding, de uitgaven, de contributie, de (verzekerings)premie, <strong>het</strong><br />
huishoudgeld, de vaste lasten, de huishoudelijke uitgaven, geld opzij zetten, reserveren, de reserveringsuitgaven)<br />
• Het budget?<br />
(de begroting, de uitgaven, budgetteren, <strong>het</strong> budget, <strong>het</strong> maandbudget, (geld) besteden, advies (over<br />
budgetteren), rondkomen, de consument, besparen, bezuinigen)<br />
• Een eigen budget<br />
(zelfde als vorige hoofdstuk, toepassing <strong>van</strong> de begrippen)<br />
• Geldproblemen<br />
(geld tekort komen, geld over houden, de schuld, de schulden, schulden maken, de bewindvoering,<br />
de bewindvoerder, de deurwaarder, de rechter)<br />
9
10<br />
Bijlage I Overzicht <strong>van</strong> woon-onderwerpen in PrOmotie<br />
Je verdiende loon<br />
• Werken bij een bedrijf<br />
(<strong>het</strong> bedrijf, de werknemer, de werkgever, de baas, de collega, <strong>het</strong> arbeidscontract, de arbeidsovereenkomst,<br />
<strong>het</strong> brutoloon, <strong>het</strong> nettoloon, de tijdelijke baan, de vaste baan, <strong>het</strong> salaris, <strong>het</strong> loon, de vakantiedagen,<br />
de handtekening, de belasting, de loonheffing, de premie (voor werknemersverzekeringen))<br />
• Premies betalen<br />
(de premie, de premies, de verzekeringen, de ziekenfondswet, de ziekenfondspremie, de ziektekosten,<br />
de ziektewetverzekering, de arbeidsongeschiktheid, de WAO (premie), de werkeloosheid, de WW (premie))<br />
• Het loonstrookje<br />
(<strong>het</strong> loonstrookje, de salaris specificatie, bewaren, opbergen, de premies, de loonheffing, de belasting,<br />
inhouden, overhouden, <strong>het</strong> sofinummer, <strong>het</strong> brutoloon, <strong>het</strong> nettoloon, de reiskosten, zwartwerken, de overheid)<br />
• Vakbonden en de CAO<br />
(de vakbond, de vakbonden, lid worden, <strong>het</strong> lidmaatschap, de contributie, de collectieve arbeidsovereenkomst<br />
(CAO), de afspraak, de onderhandeling, profiteren, staken, de staking)<br />
• Hoe ging <strong>het</strong> vroeger?<br />
(de kinderarbeid, de uitbuiting, <strong>het</strong> kinderwetje <strong>van</strong> Van Houten, de leerplicht, de arbeidsinspectie)<br />
Sociale zekerheid<br />
• Sociale verzekeringen<br />
(de sociale verzekering, onderhandelen, de arbeidsovereenkomst, <strong>het</strong> arbeidscontract, voor onbepaalde tijd,<br />
de premie, doorbetalen (<strong>van</strong> loon), <strong>het</strong> inkomen, de ziektewet (ZW), de wet op de arbeidsongeschiktheid<br />
(WAO), de algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ), de werkloosheidswet (WW), failliet, <strong>het</strong> ontslag,<br />
de uitkering)<br />
• Sociale voorzieningen<br />
(sociale voorzieningen, de bijstand, de algemene bijstandswet, de gemeentelijke bijstand, de bijstanduitkering,<br />
de wet arbeidsongeschiktheid jonggehandicapten (WAJONG), de minimumuitkering, de sollicitatieplicht,<br />
<strong>het</strong> centrum voor werk en inkomen (CWI), sociaal, de belastingbetaler, <strong>het</strong> belastinggeld,<br />
de solidariteit, <strong>het</strong> misbruik)<br />
• Weet waar je moet zijn<br />
(de uitkering, de uitvoering werknemersverzekeringen (UWV), <strong>het</strong> centrum voor werk en inkomen,<br />
de vacature, de bedrijfstak, MEE).
De lessen
INHOUD<br />
Les 1 Een huis om in te … ........................................................... 13<br />
Les 2 Een echt huis ..................................................................... 17<br />
Les 3 De inrichting ...................................................................... 21<br />
Les 4 Presentaties en terugblik .................................................... 25
Les 1 Een huis om in te …<br />
45 minuten<br />
Nodig<br />
• Leerlingmappen<br />
• (Digitaal) schoolbord / flipover waarop de tekst bewaard kan worden<br />
Organisatie<br />
Eerst klassikaal, daarna in tweetallen<br />
Doelen<br />
Lesdoel<br />
• Activeren <strong>van</strong> voorkennis.<br />
• Kennismaken met de functies <strong>van</strong> een woning.<br />
• Bewust maken wat prettig wonen inhoudt, en wat goed huurderschap en goed buurschap inhoudt.<br />
• Bewust maken <strong>van</strong> de woonomgeving en de eigen woonwensen.<br />
Refereert aan de volgende competenties met betrekking tot zelfredzaamheid bij wonen<br />
• Elementaire basisvaardigheden en leercompetenties (mondelinge taalvaardigheden, begrijpend lezen)<br />
• Sociale competenties (een keuze maken, jezelf presenteren, werkhouding, rekening houden met elkaar, opkomen<br />
voor jezelf, samenwerken)<br />
• Praktische competenties (bewust en adequaat handelen met betrekking tot dagelijks onderhoud en beheer <strong>van</strong><br />
eigen woonruimte)<br />
13
14<br />
Les 1 Een huis om in te …<br />
Lesverloop<br />
Introductie (ca 10 minuten)<br />
➊ Geef aan dat deze les de start is <strong>van</strong> een project over wonen. De leerlingen werken al vaker aan onderwerpen<br />
die met wonen te maken hebben, maar <strong>het</strong> bijzondere <strong>van</strong> dit project is dat de leerlingen te maken krijgen met<br />
een echt huis, waarmee ze <strong>van</strong> alles kunnen oefenen.<br />
Vertel dat <strong>het</strong> project bestaat uit vier lessen. In de lessen zullen de leerlingen veel zelf doen en uitzoeken,<br />
soms alleen en soms in tweetallen. In de laatste les komen jullie terug op wat de leerlingen zelf gevonden<br />
hebben.<br />
➋ Schrijf <strong>het</strong> woord HUIS in <strong>het</strong> midden <strong>van</strong> <strong>het</strong> bord / de flipover. Vraag de leerlingen wat je allemaal kunt doen<br />
in en om een huis. Maak hierover met elkaar een woordweb. Laat de leerlingen vrij associëren en schrijf alles<br />
op wat ze roepen, en maak logische verbindingen door lijnen tussen de woorden te plaatsen. Help de leerlingen<br />
indien nodig verder door af en toe een open vraag te stellen.<br />
➌ Vat <strong>het</strong> woordweb samen door de genoemde zaken te clusteren naar de volgende onderwerpen. In een huis kun<br />
je / je hebt een huis voor:<br />
- eten en drinken<br />
- slapen<br />
- ontspanning / samen zijn<br />
- werken<br />
- verzorging en hygiëne.<br />
Vertel dat dit de onderwerpen zijn die in dit project aan de orde komen.<br />
Bewaar <strong>het</strong> woordweb voor gebruik in les 4.<br />
Tip:<br />
* Een alternatief voor <strong>het</strong> woordweb is een introductiegesprek over HUIS. Zorg dan wel voor een ‘kapstok’<br />
waaraan u een aantal onderwerpen kunt ophangen. Begin <strong>het</strong> gesprek bijvoorbeeld met <strong>het</strong> nummer Thuis<br />
<strong>van</strong> Guus Meeuwis, Een eigen huis <strong>van</strong> René Froger, Thuis uit de musical Beauty and the beast of Het huis<br />
dat tussen rozen stond <strong>van</strong> Sanne (allen te vinden op www.youtube.com).<br />
➍ Je hebt dus een huis nodig om al die dingen te kunnen doen die we net opnoemden. Dat huis moet betaalbaar<br />
zijn en goed onderhouden. Daar zorgt de woningcorporatie voor. Als je een huis huurt bij een woningcorporatie<br />
(zoals <strong>Thuisvester</strong>), zorgt de woningcorporatie bijvoorbeeld dat je huis op tijd geverfd wordt. En als er iets stuk<br />
is kun je bellen en komen ze <strong>het</strong> snel repareren. Natuurlijk moet je als huurder op je beurt zorgen dat je de<br />
huur op tijd betaalt. En dat je de woning zelf en de omgeving <strong>van</strong> de woning netjes houdt.<br />
Als je een betaalbaar en goed onderhouden huis hebt, is <strong>het</strong> dan allemaal in orde, woon je dan prettig? Dat<br />
hoeft niet per se. Wat is er voor nodig om prettig te wonen?<br />
Schrijf de volgende punten één voor één op <strong>het</strong> bord (laat eventueel de leerlingen eerst zelf bedenken wat<br />
nodig is), en vraag gericht enkele leerlingen om te reageren. Om prettig te wonen heb je <strong>het</strong> volgende nodig:
Les 1 Een huis om in te …<br />
a. een fijne buurt. Waar denk je dan aan? (een buurt die past bij wat jij leuk en handig vindt: met bijvoorbeeld<br />
winkels, voorzieningen als bibliotheek en dokter, speel- of hangruimte, parkeerruimte, openbaar<br />
vervoer, park, goede verlichting, dichtbij …, enzovoort)<br />
b. aardige buren. Waarom, waar denk je aan? (een praatje maken, iets lenen, een buurtfeest, hulp vragen, zelf<br />
de buren helpen, samen iets regelen of kopen - bijvoorbeeld voor de tuin, geen overlast <strong>van</strong> geluid of luchtjes<br />
of troep, enzovoort)<br />
c. genoeg licht, lucht en ruimte. Waar denk je aan? (voldoende ramen, voldoende luchtmogelijkheden, ruimte<br />
voor je meubels, opbergruimte, genoeg buitenruimte (balkon of tuin), enzovoort)<br />
d. genoeg geld. Waar denk je aan? (geld om je huis leuk in te richten, om de huur te betalen, gas en licht,<br />
verzekeringen, om kapotte dingen te ver<strong>van</strong>gen)<br />
Weten de leerlingen nog meer dingen?<br />
➎ Verdeel de leerlingen in tweetallen. Vertel dat elk tweetal bezig gaat met één <strong>van</strong> de dingen die je in huis doet:<br />
eten en drinken – slapen - ontspanning / samen zijn – werken - verzorging en hygiëne. Geef elk tweetal de<br />
leerlingmap <strong>van</strong> hun onderwerp (beide leerlingen een eigen leerlingmap).<br />
De leerlingen aan <strong>het</strong> werk - tweetallen (ca. 25 minuten)<br />
➏ Laat de leerlingen Werkblad 1 (Een huis om in te …) voor zich nemen. Geef aan waar <strong>het</strong> werkblad over<br />
gaat: over hoe je zelf woont, over in wat voor buurt je woont, over je buren, over waar in huis je eet en drinkt<br />
– slaapt – ontspant en met andere samen bent – werkt – met verzorging en hygiëne bezig bent, en over of dat<br />
ook iets te maken heeft met andere mensen.<br />
Geef aan dat als <strong>het</strong> in <strong>het</strong> werkblad over ‘buurt’ gaat, dat dan bedoeld wordt wat op loopafstand is. Dus<br />
maximaal ongeveer een kwartier lopen.<br />
Vertel dat er op <strong>het</strong> werkblad woorden voor kunnen komen die de leerlingen niet kennen. Laat hen deze<br />
woorden onderstrepen, en geef aan dat u langsloopt om eventueel woorden uit te leggen. De leerlingen in een<br />
tweetal vullen <strong>het</strong> werkblad voor hun eigen situatie in, maar overleggen wel samen.<br />
Bespreking en afsluiting (ca. 10 minuten)<br />
➐ Vraag welke woorden de leerlingen niet kenden en schrijf deze op <strong>het</strong> bord. Vertel wat ze betekenen. Laat de<br />
woorden op <strong>het</strong> bord staan tot <strong>het</strong> eind <strong>van</strong> <strong>het</strong> project.<br />
➑ Vertel dat jullie de volgende keer naar een leeg huis gaan. Vertel wat de leerlingen daar gaan doen: kijken,<br />
meten en tekenen. Vertel dat ook de reis er naartoe belangrijk is: Hoe ziet de buurt eruit? Wat heeft dat te<br />
maken met jouw onderwerp? En wat met prettig wonen?<br />
15
16<br />
Les 1 Een huis om in te …<br />
Uitbreidingssuggesties bij les 1:<br />
• Laat de leerlingen een presentatie maken (bijvoorbeeld met PowerPoint) <strong>van</strong> hun eigen wijk, of <strong>van</strong> de wijk<br />
waar de school of <strong>het</strong> oefenhuis staat. Ze kunnen daarbij gebruik maken <strong>van</strong> internet, folders en plattegronden,<br />
zelf de wijk ingaan, foto’s maken, bewoners interviewen, tellingen doen (aantal scholen/speeltuinen,<br />
verkeersdrempels, parken), enzovoort.<br />
• Laat de leerlingen nadenken over verantwoordelijkheden in een stad of wijk. Wie is waarvoor verantwoordelijk?<br />
Denk aan de gemeente, de politie, instellingen, bewoners. En aan onderwerpen als voorzieningen<br />
(straatverlichting, prullenbakken, speeltuinen, fietsenrekken), veiligheid en diensten (politie, brandweer,<br />
ambulance), onderhoud, reparatie (ook na vernieling), geld (ook belasting). Wie zorgt voor wat, of hoort<br />
daarvoor te zorgen volgens de leerlingen? En waarom is dat zo of zou dat zo moeten zijn?<br />
• Laat de leerlingen een actie bedenken om bij te dragen aan prettig wonen in de wijk, en laat hen deze actie<br />
uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan een opschoonactie (afval op straat verwijderen), helpen boodschappen<br />
inpakken in een supermarkt, bewoners met hen en met elkaar laten kennismaken.<br />
• Laat de leerlingen ‘onderzoek doen’ in hun eigen huis. Zijn er dingen in hun huis waar<strong>van</strong> ze niet weten<br />
waarvoor ze dienen? Of hoe ze ze moeten gebruiken? Bijvoorbeeld een gek stopcontact of een kraantje.<br />
Maak er bijvoorbeeld een ‘serie’ <strong>van</strong>: de leerlingen leveren op vaste momenten een vraag aan die op de een<br />
of andere manier met wonen te maken heeft. Naar aanleiding <strong>van</strong> de vraag vertelt u zoveel als u kan. Weet<br />
u <strong>het</strong> antwoord ook niet, dan zorgt u dat u <strong>het</strong> samen met de klas te weten komt.
Leerlingmap<br />
Eten en drinken
INHOUD<br />
Werkblad 1 Een huis om in te ... ...................................................... 31<br />
Werkblad 2a Een echt huis - Onderweg .............................................. 37<br />
Werkblad 2b Een echt huis - Algemeen .............................................. 40<br />
Werkblad 2c Een echt huis - Keuken................................................... 44<br />
Werkblad 2d Een echt huis - Meterkast .............................................. 46<br />
Werkblad 3 Inrichting ..................................................................... 49
Werkblad 1 Een huis om in te …<br />
Eten en drinken<br />
Jouw huis<br />
➊ Wat is jouw adres?<br />
Vul in:<br />
➋ In wat voor soort huis woon je?<br />
Kruis aan welk huis <strong>het</strong> meest op jouw huis lijkt.<br />
❑ bovenwoning ❑ herenhuis<br />
❑ eengezinswoning / rijtjeshuis ❑ twee onder één kap<br />
❑ flat ❑ boerderij<br />
❑ woonboot ❑ anders, namelijk:<br />
31
32<br />
Werkblad 1 Een huis om in te …<br />
Eten en drinken<br />
➌ Jouw onderwerp is Eten en drinken.<br />
Welke ruimtes in je huis hebben hiermee te maken? Kruis deze ruimtes aan.<br />
Schrijf erachter wat je hier doet.<br />
❑ gang<br />
❑ toilet<br />
❑ keuken<br />
❑ bijkeuken<br />
❑ kelder<br />
❑ woonkamer<br />
❑ balkon / tuin<br />
❑ slaapkamer<br />
❑ logeerkamer<br />
❑ werkkamer<br />
❑ badkamer<br />
❑ zolder
Werkblad 1 Een huis om in te …<br />
Eten en drinken<br />
Jouw buurt<br />
➍ Wat is er allemaal in jouw buurt?<br />
Wat is niet meer dan een kwartier lopen?<br />
Kruis aan.<br />
❑ supermarkt<br />
❑ bakker<br />
❑ dokter<br />
❑ geldautomaat<br />
❑ veldje of park<br />
❑ plek om te chillen<br />
❑ apotheek<br />
❑ bus of tram<br />
❑ bibliotheek<br />
❑ sportvereniging<br />
❑ tankstation<br />
❑<br />
❑<br />
➎ Wat zou je zeker niet willen missen?<br />
Schrijf deze dingen op.<br />
➏ Is er iets dat niet in jouw buurt is? Maar wat je wel graag zou willen?<br />
Kijk naar <strong>het</strong> lijstje op de vorige bladzijde.<br />
Je mag ook zelf iets bedenken.<br />
33
34<br />
Werkblad 1 Een huis om in te …<br />
Eten en drinken<br />
Jouw buren<br />
➐ Wat voor buren heb je?<br />
Schrijf op wie er allemaal naast je wonen.<br />
Schrijf ook op hoe ze <strong>het</strong>en, als je dat weet.<br />
Deze buren wonen met Hier woon ik! Deze buren wonen met<br />
mensen in huis. Ze <strong>het</strong>en: mensen in huis. Ze <strong>het</strong>en:<br />
Weten je buren ook hoe jij heet?<br />
❑ Ja<br />
❑ Nee
Werkblad 1 Een huis om in te …<br />
Eten en drinken<br />
➑ Heb je vaak met je buren te maken?<br />
Of hebben je ouders vaak met hen te maken?<br />
Wat doen jullie met de buren?<br />
Kruis aan wat juist is.<br />
❑ we groeten elkaar<br />
❑ we maken een praatje met elkaar<br />
❑ we gaan op bezoek bij elkaar<br />
❑ we helpen elkaar<br />
❑ we regelen of kopen dingen samen<br />
❑ we maken ruzie met elkaar<br />
❑ we negeren elkaar<br />
(negeren is: doen alsof je iemand niet ziet, doen alsof iemand er niet is)<br />
Zijn er nog andere dingen die jullie met de buren doen?<br />
Schrijf die op.<br />
35
36<br />
Werkblad 1 Een huis om in te …<br />
Eten en drinken<br />
➒ Hoe kun je volgens jou goede buren zijn?<br />
Vul je antwoord in.<br />
Je kunt goede buren zijn door <strong>het</strong> volgende te doen:<br />
Bijvoorbeeld ❑ elkaar groeten<br />
❑ spullen <strong>van</strong> elkaar lenen<br />
❑ elkaars post en plantjes verzorgen als je op vakantie bent<br />
❑<br />
❑<br />
❑<br />
❑<br />
❑<br />
❑<br />
❑<br />
Wat kun je beter niet doen als goede buur?<br />
➓ Vind je jezelf en je ouders goede buren?<br />
Schrijf op wat je goed vindt.
Werkblad 2a Een echt huis – Onderweg<br />
Eten en drinken<br />
Voordat jullie op weg gaan<br />
➊ Neem de kaart voor je waarop <strong>het</strong> oefenhuis staat.<br />
Kijk hoe de route naar <strong>het</strong> oefenhuis is.<br />
Wat zie je allemaal in de buurt <strong>van</strong> de route?<br />
Zie je bijvoorbeeld een park? Een kerk?<br />
Een begraafplaats? Een winkelcentrum? Een station?<br />
Of andere dingen?<br />
Schrijf ze hieronder op.<br />
➋ Kijk goed om je heen.<br />
Wat zie je allemaal?<br />
Kruis dit hieronder aan.<br />
Zet <strong>het</strong> nummer dat er bij staat op de kaart, op de plaats waar je <strong>het</strong> gezien hebt.<br />
Bijvoorbeeld: een 8 op de kaart betekent dat je daar een kerk zag.<br />
1 ❑ bakker<br />
2 ❑ begraafplaats<br />
3 ❑ benzinestation<br />
4 ❑ bibliotheek<br />
5 ❑ busstation<br />
6 ❑ dokter of gezondheidscentrum<br />
7 ❑ kapper<br />
8 ❑ kerk<br />
9 ❑ molen<br />
10 ❑ park<br />
Hebben jullie een fototoestel bij je?<br />
Maak dan ook foto’s <strong>van</strong> wat je allemaal ziet.<br />
11 ❑ rivier of kanaal<br />
12 ❑ rotonde<br />
13 ❑ school<br />
14 ❑ speeltuin<br />
15 ❑ stadhuis<br />
16 ❑ supermarkt<br />
17 ❑ tennisbaan<br />
18 ❑ treinstation<br />
19 ❑ tunnel<br />
20 ❑ viaduct<br />
21 ❑ videotheek<br />
22 ❑ voetbalveld<br />
23 ❑ ziekenhuis<br />
24 ❑ zwembad<br />
25 ❑<br />
26 ❑<br />
27 ❑<br />
28 ❑<br />
29 ❑<br />
37
38<br />
Werkblad 2a Een echt huis – Onderweg<br />
Eten en drinken<br />
Rondom <strong>het</strong> oefenhuis<br />
➌ Ben je aangekomen bij <strong>het</strong> oefenhuis?<br />
Blijf dan eerst even buiten staan.<br />
Kijk goed naar <strong>het</strong> oefenhuis.<br />
Kijk ook goed om je heen.<br />
Maak de volgende opdrachten.<br />
a) Wat voor soort huis is <strong>het</strong> oefenhuis?<br />
Kruis aan.<br />
❑ bovenwoning ❑ herenhuis<br />
❑ flat ❑ anders, namelijk
Werkblad 2a Een echt huis – Onderweg<br />
Eten en drinken<br />
b) In <strong>het</strong> midden <strong>van</strong> de tekening staat <strong>het</strong> oefenhuis.<br />
Kruis aan: Aan welke kanten heeft <strong>het</strong> oefenhuis buren?<br />
Buren links?<br />
❑ Ja<br />
❑ Nee<br />
Bovenburen?<br />
❑ Ja<br />
❑ Nee<br />
Oefenhuis<br />
Benedenburen?<br />
❑ Ja<br />
❑ Nee<br />
c) Zou je in dit huis willen wonen?<br />
❑ Ja<br />
❑ Nee<br />
Schrijf op waarom je hier wel of niet zou willen wonen.<br />
Buren rechts?<br />
❑ Ja<br />
❑ Nee<br />
39
40<br />
Werkblad 2b Een echt huis – Algemeen<br />
Eten en drinken<br />
➊ Je hebt net <strong>het</strong> hele huis gezien.<br />
Schrijf op welke ruimtes er waren. Een ruimte is een kamer of keuken of een gang.<br />
Denk ook aan de buitenruimte. Dat is de tuin of <strong>het</strong> balkon.<br />
1 6 11<br />
2 7 12<br />
3 8 13<br />
4 9 14<br />
5 10 15<br />
➋ Voor wie is <strong>het</strong> huis geschikt?<br />
Kruis aan.<br />
Je mag meer antwoorden geven.<br />
❑ voor een alleenstaande<br />
❑ voor een stelletje<br />
❑ voor een gezin met kinderen<br />
❑ voor oudere mensen<br />
Waarom denk je dat?
Werkblad 2b Een echt huis – Algemeen<br />
Eten en drinken<br />
Een huis moet ingericht worden.<br />
Er moeten dus meubels en spullen in komen.<br />
Een huis moet ook aangekleed worden.<br />
De muren moeten er netjes en gezellig uitzien.<br />
En de vloer ook.<br />
Je moet ook denken aan wat voor materiaal je gebruikt.<br />
Verf je de muren of gebruik je behang?<br />
Gordijnen of luxaflex?<br />
Ze hebben allebei voordelen en nadelen.<br />
Verder moet je denken aan de prijs.<br />
Past <strong>het</strong> binnen je budget?<br />
Kun je dan nog genoeg andere dingen kopen?<br />
Als je een huis gaat aankleden, moet je aan veel dingen denken.<br />
Natuurlijk aan wat je mooi vindt.<br />
Maar ook aan wat voor kleuren je gebruikt.<br />
Wat doe je op de vloer?<br />
Vloerbedekking is lekker zacht, maar wordt snel vies.<br />
En in de badkamer is <strong>het</strong> ook niet handig.<br />
Bij de vloer moet je soms ook aan de buren denken.<br />
41
42<br />
Werkblad 2b Een echt huis – Algemeen<br />
Eten en drinken<br />
➌ Judith en Manou gaan in dit huis wonen.<br />
Ze moeten de woonkamer aankleden.<br />
Kijk goed rond in de woonkamer.<br />
Wat kunnen Judith en Manou <strong>het</strong> best gebruiken voor de muren?<br />
Waarom?<br />
Wat kunnen ze <strong>het</strong> best gebruiken voor de vloer?<br />
Waarom?<br />
Wat kunnen Judith en Manou <strong>het</strong> best gebruiken voor de ramen?<br />
Waarom?
Werkblad 2b Een echt huis – Algemeen<br />
Eten en drinken<br />
➍ Kies zelf nog een ruimte in <strong>het</strong> huis om aan te kleden.<br />
Vul je antwoorden hieronder in.<br />
Ik kies<br />
Wat kunnen Judith en Manou hier <strong>het</strong> best op de muren doen? Waarom?<br />
Wat kunnen ze hier <strong>het</strong> best op de vloer doen? Waarom?<br />
En wat kunnen ze <strong>het</strong> best voor de ramen hangen? Waarom?<br />
43
44<br />
Werkblad 2c Een echt huis – Keuken<br />
Eten en drinken<br />
Kijken<br />
➊ Ga naar de keuken.<br />
Wat heeft de keuken te maken met eten en drinken?<br />
➋ Welke ruimtes in dit huis hebben ook iets te maken met eten en drinken?<br />
Schrijf deze op.<br />
Schrijf erachter wat je hier doet, dat te maken heeft met eten en drinken.<br />
Welke ruimtes hebben te maken Waarom? Wat doe je hier?<br />
met eten en drinken?<br />
➌ Kijk om je heen in de keuken.<br />
Wat zie je hier allemaal?<br />
Schrijf alles op.<br />
➍ Zo meteen ga je de keuken meten.<br />
Welke maat gebruik je hiervoor? En welk meetgereedschap gebruik je hiervoor?<br />
Kruis aan. Kruis aan.<br />
❑ Millimeter ❑ Liniaal<br />
❑ Centimeter ❑ Centimeter<br />
❑ Meter ❑ Duimstok<br />
❑ Kilometer ❑ Rolmaat
Werkblad 2c Een echt huis – Keuken<br />
Eten en drinken<br />
Meten en Tekenen<br />
➎ Nu ga je de keuken meten.<br />
a) Meet eerst de lengte en de breedte.<br />
Vul de antwoorden in.<br />
De lengte <strong>van</strong> de keuken is De breedte <strong>van</strong> de keuken is<br />
b) Maak een plattegrond in klad.<br />
Dat doe je zo:<br />
Teken de omtrek <strong>van</strong> de keuken.<br />
Zet de maten bij de lange en korte kant.<br />
Teken ook waar <strong>het</strong> raam zit.<br />
En waar de deur zit.<br />
Je plattegrond ziet er dan ongeveer zo uit.<br />
c) Meet nu hoe ver de deur <strong>van</strong> de muur zit.<br />
Meet ook hoe ver <strong>het</strong> raam <strong>van</strong> de muur zit.<br />
Vul je antwoorden in.<br />
De deur zit aan de ene kant ___________ <strong>van</strong> de muur.<br />
De deur zit aan de andere kant ___________ <strong>van</strong> de muur.<br />
Het raam zit aan de ene kant ___________ <strong>van</strong> de muur.<br />
Het raam zit aan de andere kant ___________ <strong>van</strong> de muur.<br />
d) Schrijf de maten <strong>van</strong> de deur en <strong>het</strong> raam op de plattegrond.<br />
Je plattegrond ziet er nu ongeveer zo uit.<br />
e) Teken nog meer dingen uit de keuken op de plattegrond.<br />
Bijvoorbeeld <strong>het</strong> aanrecht. De stopcontacten. De gasaansluiting.<br />
Denk eraan: Bij een plattegrond zie je alleen de bovenkant <strong>van</strong> dingen.<br />
Je mag <strong>het</strong> heel eenvoudig tekenen.<br />
45
46<br />
Werkblad 2d Een echt huis – Meterkast<br />
Eten en drinken<br />
Een huis heeft elektriciteit.<br />
Er komt water uit de kraan.<br />
En om te koken gebruik je vaak gas.<br />
Elk jaar moet je laten weten<br />
hoe veel je gebruikt hebt.<br />
Het energiebedrijf vertelt dan<br />
hoe veel je moet betalen.<br />
En <strong>het</strong> waterbedrijf ook.<br />
In je eigen huis mag je zo veel elektriciteit,<br />
water en gas gebruiken als je wilt.<br />
Maar <strong>het</strong> is niet gratis.<br />
Je moet er wel voor betalen.<br />
Gebruik je veel? Dan moet je ook veel betalen.
Werkblad 2d Een echt huis – Meterkast<br />
Eten en drinken<br />
➊ Ga naar de meterkast en open deze.<br />
Kijk naar de verschillende meters.<br />
Wat voor meters zie je?<br />
Kruis aan die er <strong>het</strong> meest op lijken.<br />
❑ ↑ gewone elektriciteitsmeter ❑ ↑ elektronische elektriciteitsmeter<br />
❑ ↑ gasmeter<br />
❑ ❑ ❑ ❑<br />
↑ verschillende soorten watermeters ↑<br />
47
48<br />
Werkblad 2d Een echt huis – Meterkast<br />
Eten en drinken<br />
Wat zie je nog meer in de meterkast?<br />
Maak een tekening <strong>van</strong> wat je ziet.<br />
Omcirkel de dingen waar<strong>van</strong> je niet weet waarvoor ze zijn.<br />
Daar gaan jullie later naar kijken.
Werkblad 3 Inrichting<br />
Eten en drinken<br />
➊ Wat kost <strong>het</strong> om te wonen?<br />
Voor je ligt een plattegrond <strong>van</strong> de keuken <strong>van</strong> <strong>het</strong> oefenhuis.<br />
Je hebt ook foto’s <strong>van</strong> de keuken.<br />
Vandaag ga je de keuken inrichten.<br />
Noem in elk geval alle grote dingen die je nodig hebt.<br />
Meubels bijvoorbeeld.<br />
Zijn dat er minder dan 10?<br />
Dan mag je nog dingen bedenken om <strong>het</strong> gezellig te maken<br />
1 6<br />
2 7<br />
3 8<br />
4 9<br />
5 10<br />
Bekijk de plattegrond goed.<br />
Kijk ook naar de foto’s.<br />
Wat moet er allemaal in de keuken komen?<br />
Je mag 10 dingen noemen.<br />
49
50<br />
Werkblad 3 Inrichting<br />
Eten en drinken<br />
➋ Pak de woonbrochures erbij.<br />
In deze brochures ga je ‘winkelen’.<br />
Je zoekt uit wat je zou willen kopen.<br />
Als je iets moet kopen, kun je vaak kiezen.<br />
Uit verschillende soorten en maten en kleuren.<br />
En uit iets duurs of iets goedkoops.<br />
Bij <strong>het</strong> kiezen <strong>van</strong> spullen voor je keuken moet je eraan denken dat:<br />
• Je <strong>het</strong> mooi vindt<br />
• Het past in de keuken, <strong>het</strong> moet dus niet te groot zijn<br />
• De kleur geschikt is<br />
• Het materiaal geschikt is<br />
• Het betaalbaar is, <strong>het</strong> moet passen binnen je budget<br />
Bekijk de woonbrochures.<br />
Zoek de spullen op die je op de vorige bladzijde hebt opgeschreven.<br />
Kijk eerst wat je allemaal mooi vindt.<br />
Knip dit uit.<br />
Zorg dat je niet teveel uitknipt.<br />
Bekijk wat je hebt uitgeknipt.<br />
Dit is wat je mooi vindt.<br />
Maar is <strong>het</strong> niet te groot?<br />
Zijn de kleur en <strong>het</strong> materiaal geschikt?<br />
En kun je <strong>het</strong> betalen?<br />
Vul op de lijst Koophulp alle antwoorden in.
Werkblad 3 Inrichting<br />
Eten en drinken<br />
Koophulp<br />
Dit wil ik kopen: Past <strong>het</strong> in de keuken? Is de kleur geschikt? Is <strong>het</strong> materiaal geschikt? Is <strong>het</strong> betaalbaar?<br />
1. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€<br />
2. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€<br />
3. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€<br />
4. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€<br />
5. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€<br />
51
52<br />
Werkblad 3 Inrichting<br />
Eten en drinken<br />
Koophulp<br />
Dit wil ik kopen: Past <strong>het</strong> in de keuken? Is de kleur geschikt? Is <strong>het</strong> materiaal geschikt? Is <strong>het</strong> betaalbaar?<br />
6. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€<br />
7. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€<br />
8. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€<br />
9. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€<br />
10. ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee ❑ Ja ❑ Nee<br />
de maten zijn de kleur is <strong>het</strong> materiaal is de prijs is<br />
€
Werkblad 3 Inrichting<br />
Eten en drinken<br />
Soms kan je niet precies vinden wat je zoekt.<br />
Je moet je keus dan een beetje aanpassen.<br />
Wat moet zeker kloppen als je iets koopt?<br />
Kruis aan.<br />
❑ Het moet mooi zijn<br />
❑ Het moet passen in de keuken, <strong>het</strong> moet dus niet te groot zijn<br />
❑ De kleur moet geschikt zijn<br />
❑ Het materiaal moet geschikt zijn<br />
❑ Het moet betaalbaar zijn, <strong>het</strong> moet passen binnen je budget<br />
Bekijk de lijst Koophulp <strong>van</strong> de vorige bladzijden.<br />
Maak bij alles wat je moet kopen een keus.<br />
Welke gaat <strong>het</strong> worden?<br />
Misschien moet je iets kiezen waarbij niet overal ja staat.<br />
Zorg dan dat in elk geval <strong>het</strong> belangrijkste klopt.<br />
➌ Teken de spullen die je ‘gekocht’ hebt in op de plattegrond.<br />
Zorg dat de maten kloppen.<br />
53