02.09.2013 Views

De Journalist

De Journalist

De Journalist

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eperking openstaat en niet met<br />

voldoende waarborgen is omringd",<br />

waarop het Hof dan, evenals nader<br />

hand de H.R., betoogt, dat het „mogelijke"<br />

belang van een onbelemmerde<br />

uitoefening van het journalistenberoep<br />

nimmer mag strekken<br />

tot het frustreren van de op het<br />

algemeen belang berustende norm,<br />

waarbij het openbaren van geheimen<br />

in strijd met een ambtsplicht wordt<br />

strafbaar gesteld.<br />

Hoewel ik zeker niet voorbij zie,<br />

dat het Hof een aantal zelfstandige<br />

argumenten voor zijn standpunt<br />

aanvoert, is het toch belangwekkend<br />

kennis te nemen van de hier<br />

geciteerde overweging inzake de<br />

algemene status van de journalist;<br />

het is hetzelfde punt, waarmede<br />

indertijd de Kringcommissie-Van<br />

Vierssen Trip — door mij geciteerd<br />

in mijn debat over het onderhavige<br />

onderwerp met collega Goldschmitz<br />

— zich ook heeft beziggehouden en<br />

op grond waarvan zij niet tot de<br />

absolute erkenning van het verschoningsrecht<br />

kon concluderen. Dit punt<br />

is daarom zo interessant, omdat we<br />

binnenkort de indiening van een<br />

tuchtwet voor journalisten en verantwoordelijke<br />

redacteuren kunnen<br />

tegemoet zien. Een registratie van<br />

journalisten, de bescherming van de<br />

titel „journalist" en het onderwerpen<br />

van deze wettelijk omschreven<br />

categorie aan een wettelijke tuchtrechtspraak<br />

— gesteld dat al deze<br />

punten in het ontwerp zijn vervat —<br />

zouden de journalisten een wettelijke<br />

status verschaffen, waarmede bij<br />

het beoordelen van de vraag, of de<br />

journalist een verschoningsrecht<br />

toekomt, zeker rekening zou moeten<br />

worden gehouden. Weliswaar<br />

blijft de toetreding tot het vak dan<br />

vooralsnog ongeregeld, doch dit is<br />

van minder betekenis, indien de<br />

categorie, die in het geding is, wettelijk<br />

duidelijk kenbaar is.<br />

EN tweede opmerking geeft het<br />

E door ibeide rechterlijke colleges<br />

gebezigde argument inzake de bescherming<br />

van geheimen door de<br />

strafwet mij in de pen.. Het bij deze<br />

bescherming in het generale betrokken<br />

algemeen belang is duidelijk,<br />

doch het wordt door de rechtersin-kwestie<br />

te absoluut gesteld. Dat<br />

hier, juist in verband met het algemene<br />

belang, dat misstanden kunnen<br />

worden gepubliceerd- — „The<br />

Press lives with disclosures" —<br />

voetangels en klemmen liggen, is<br />

duidelijk ingezien door Minister van<br />

Maarseveen, toen hij de vragen van<br />

de heer Van der Goes van Naters<br />

inzake de strafrechtelijke bescherming<br />

van geheimen aan de orde<br />

stelde; op het voetspoor van een<br />

ambtelijke commissie ging hij er<br />

immers van uit dat het recht van de<br />

pers tot publicatie van geheimen<br />

onder — overigens te nauw omschreven<br />

— omstandigheden moet worden<br />

erkend.<br />

En hiermede kom ik tot mijn<br />

hoofdbezwaar tegen de gevallen uitspraak:<br />

in haar algemene strekking<br />

miskent zij de positie van de pers<br />

in de democratische staat. Voor de<br />

H.R. is de kwestie van publicatie<br />

van geheimen, wegens de desbetreffende<br />

strafrechtelijke bepalingen<br />

doodeenvoudig: de pers zou dan<br />

maar niet moeten publiceren. Maar<br />

hier ligt nu juist de kern van de<br />

gehele kwestie. Het kan voor de<br />

pers een onafwijsbare plicht zijn<br />

om te publiceren; maar aan de vaststelling,<br />

laat staan aan de erkenning<br />

van deze plicht is de H.R. niet<br />

toegekomen.<br />

(Dat dit zo is, vloeit weer voort<br />

uit de miskenning van het vertrouwenskarakter<br />

van het<br />

journalistieke beroep, een karakter<br />

dat door de regering, die enerzijds<br />

strafvervolgingen als de onderhavige<br />

'heeft uitgelokt, maar al te<br />

gaarne wordt ingeroepen, indien zij<br />

het in het algemeen belang acht de<br />

pers „background information" te<br />

verschaffen. Ik behoef hieromtrent<br />

niet verder uit te weiden, doch meen<br />

te mogen verwijzen naar mijn uitvoeriger<br />

betoog tegenover collega<br />

Goldschmitz.<br />

In de aanhef van dit artikel sprak<br />

ik van een afschuwelijk conflict van<br />

plichten,, waarvan de journalist zich<br />

door de uitspraak ten volle bewust<br />

wordt. Ik meen, dat in het bestaan<br />

daarvan door de wetgever niet mag<br />

worden berust, nu hij zich voor de<br />

eerste maal met de regeling van het<br />

journalistenberoep zal gaan inlaten.<br />

Een houding van afwachting t.a.v.<br />

de vraag, of de rechter in een tuchtwet<br />

voor journalisten wellicht aanleiding<br />

voor een gewijzigde houding<br />

tegenover het beroep op het verschoningsrecht<br />

zal vinden, is verwerpelijk.<br />

Indien .de ;reg|er|ing in<br />

haar ontwerp-tuchtwet niet het verschoningsrecht<br />

van de journalist<br />

erkent, is het dan ook na de uitspraak<br />

van de H.R. zeker de overweging<br />

waard, of de journalistenorganisaties<br />

er bij de Staten-Generaal<br />

op moeten aandringen, dit recht<br />

alsnog in de wet op te nemen. <strong>De</strong><br />

journalisten zullen in groten getale<br />

de wettelijke regeling van hun<br />

plichten tegenover de gemeenschap<br />

toejuichen. <strong>De</strong> gemeenschap erkenne<br />

daartgenover het verschoningsrecht<br />

van de journalist!<br />

ROOY<br />

Opnieuw twee<br />

journalisten<br />

gegijzeld<br />

<strong>De</strong> Gelderlander weet te berichten:<br />

,,<strong>De</strong> algemene hoofdredacteur van<br />

de Vakbladen, die de NV. Uitgeversmij.<br />

„<strong>De</strong> Gelderlander" uitgeeft, de<br />

heer W. H. Kruiderink eni de redacteur<br />

van de „<strong>De</strong> Kruidenier", de 1 heer<br />

P. Corsibiaensen, zijn hedenmorgen<br />

op last van de rechtercommissaris te<br />

's Gravenhage enige tijd in een cel<br />

van het Huis van Bewaring ingesloten<br />

bij wijze van gijzeling, omdat zij<br />

weigerden de bron te noemen van<br />

een reeks publicaties over de Margarane-Caniventie.<br />

Nadat zij enige tijd in<br />

de cel vertoefd hadden — een van<br />

hen in gezelschap van een der verdachten<br />

in de dollar-vervalsingsaffaire<br />

— werden zij' opnieuw voorgeleide<br />

Nadat de rechtercommissaris<br />

hun wederom verzocht de bron te<br />

noemen, — hetgeen de beidei journalisten<br />

weigerden — werden zij in vrijheid<br />

gesteld met de mededeling, dat<br />

zij strafrechterlijk vervolgd zouden<br />

worden".<br />

Uit de uitvoerige toelichting op dit<br />

bericht blijkt, dat er in ons land<br />

sedert 1933 een Margarineconventie<br />

bestaat, die neerkomt op slluiting van<br />

het bedrijf, vaststelling van een<br />

mlnimum-fabrieksprijs en quotering<br />

van de afzet. Groot- en kleinhandel<br />

zijn bij het overleg hierover niet betrokken<br />

geweest. In 1948 heeft minister<br />

Manslholt de commissie-Kreiukniet<br />

ingesteld, die over deze Conventie<br />

een rapport heeft uitgebracht, dat<br />

niet is gepubliceerd. Op grond van<br />

de conclusie «van dit rapport heeft de<br />

regering daarna onderhandelingen<br />

met de industrie gevoerd, waarin de<br />

organisaties van de handel wederom<br />

niet zijn gekend.<br />

<strong>De</strong> vervolging van de collega's<br />

Kruiderink en Corstiaensen houdt<br />

verband met publicaties uit het rapport-Kreukniet.<br />

Met de uitspraak van de Hoge<br />

Raad voor ogen, waarover collega<br />

Rooy hiernaast het nodige heeft gezegd,<br />

moet men er op rekenen dat<br />

deze vervolging opnieuw op een veroordeling<br />

zal uitlopen.<br />

GEMEENTE 'S-G RAVE N H AGE<br />

Bij het Bureau voor Statistiek en Voorlichting der Gemeente 's-Gravenhage<br />

kan bij de Voorlichting een<br />

JOURNALISTIEKE KRACHT<br />

worden geplaatst in de rang van adjunct-commies of commies. Salarisgrenzen<br />

resp. ƒ 2790.—, ƒ 3690.— en ƒ 3540.—, ƒ 4560.—.<br />

Vereisten: Ruime algemene ontwikkeling en bewijzen van practische<br />

werkzaamheid.<br />

Uitvoerige, eigenhandig geschreven sollicitaties dienen, met vermelding<br />

van geiboortedatum en -plaats, onder no. 247, binnen 14 dagen nia verschijning<br />

van dit nummer te worden gezonden) aan de Directeur van het<br />

Gemeentelijk Bureau voor Personeelsvoorziening, Waldeck Pynmontkade<br />

120, 's-Gnavenhiage.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!