02.09.2013 Views

PDF compleet - OTAR

PDF compleet - OTAR

PDF compleet - OTAR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Vakblad voor managers beheer en onderhoud infrastructuur<br />

augustus, nummer 5/6<br />

• Duurzaam hout: feiten en fabels<br />

• Wat kan de boordcomputer?<br />

• Oliebestrijding op de Noordzee<br />

2010<br />

Jaargang 91


Nailtra b.v. in Grou is sinds<br />

1992 groothandel in hardhout.<br />

De import van deze producten<br />

verzorgen wij zelf, waarbij wij<br />

alleen maar gebruik maken van<br />

door ons speciaal geselecteerde<br />

leveranciers uit Brazilië en<br />

Kameroen. Ons hardhout is<br />

geschikt voor velerlei<br />

toepassingen.<br />

De kracht van<br />

Nailtra is de ruime<br />

voorraad, die zorgt<br />

voor een snelle levering.<br />

Wij beschikken over een eigen<br />

transportafdeling, waardoor<br />

wij als geen ander in staat zijn<br />

adequaat in te spelen op de<br />

vraag uit de markt.<br />

Daarnaast biedt Nailtra u een<br />

ruim assortiment nagels, nieten<br />

en hechtapparatuur: topkwaliteit<br />

en altijd scherp geprijsd!<br />

De Seize 7<br />

9001 XT Grou<br />

Tel. (0566) 62 28 55<br />

Fax (0566) 62 28 66<br />

info@nailtra.nl<br />

Hardhout…<br />

en hechttechniek…<br />

Nailtra heeft altijd<br />

dé oplossing<br />

www.nailtra.nl H A R D H O U T | H EC H TTEC H N I E K<br />

augustus, nummer 5/6<br />

Dossier Duurzaam hout<br />

2010<br />

Duurzaam hout staat in de spotlight. Sinds dit jaar<br />

moet de rijksoverheid duurzaam inkopen. Daarnaast<br />

is onlangs, naast het vertrouwde FSC-keurmerk, ook<br />

het PEFC-keurmerk goedgekeurd. Hoe gaan die twee<br />

samen? Wat zijn de verschillen? En hoe kunt u uw eigen<br />

inkoopbeleid verbeteren om verzekerd te zijn van duurzaam<br />

hout? In deze special van Otar leest u er alles over.<br />

De boordcomputer: vervanger<br />

van wegkantsystemen?<br />

Kunnen in-car computers de functie<br />

van de signalering langs de weg<br />

overnemen? Of is het daarvoor<br />

nog te vroeg? Otar ging bij Rijkswaterstaat<br />

en TomTom te rade.<br />

Column Hans van der Togt<br />

Hoe verschillend zijn<br />

FSC en PEFC?<br />

Houtimport uit goed<br />

beheerd bos<br />

Duurzaam bosbeheer<br />

kwestie van lange adem<br />

Paul van den Heuvel,<br />

directeur VVNH<br />

De directeur van de VVNH vertelt<br />

over het belang van goede certificering<br />

en de problemen waar de<br />

branche nog tegen aanloopt.<br />

4 12 42<br />

11<br />

18<br />

24<br />

28<br />

Inkoop duurzaam hout,<br />

van beleid naar praktijk<br />

Actueel<br />

Opleidingen<br />

Carrièrepad<br />

Agenda<br />

Wie, wat, waar<br />

32<br />

17,39<br />

41<br />

49<br />

50<br />

52<br />

Oliebestrijding op<br />

de Noordzee<br />

18<br />

Grote olierampen zijn Nederland<br />

gelukkig altijd bespaard gebleven.<br />

Maar het komt regelmatig voor dat<br />

schepen olie of chemische stoffen verliezen<br />

door een ongeluk op zee of een<br />

foutje tijdens werkzaamheden. Hoe is<br />

Rijkswaterstaat hierop voorbereid?<br />

Coverbeeld: Mark van Benthem, Probos<br />

augustus 2010<br />

3


De boordcomputer: vervanger van<br />

wegkantsystemen?<br />

Tekst: Sandra Krens<br />

Verkeerslichten, borden, dynamische routepanelen langs de weg – op allerlei manieren krijgt het ver-<br />

keer instructies. Maar zijn al die hardware systemen nog wel nodig? In-car computers zijn immers al<br />

zover ontwikkeld dat ze de auto zelfs kunnen laten remmen bij het naderen van een file. Kunnen die<br />

in-car computers dan niet de functie van de signalering langs de weg overnemen? Of is het daarvoor<br />

nog te vroeg? Otar ging bij Rijkswaterstaat - Nederlands grootste wegenbeheerder - en TomTom - de<br />

bekendste leverancier van in-car systemen - te rade.<br />

4 augustus 2010 augustus 2010 5


De visie van Rijkswaterstaat<br />

Ir. Marion Braams-de Groot<br />

is medewerker van Staf<br />

Directeur Generaal van<br />

Rijkswaterstaat, afdeling<br />

Informatievoorziening en zodoende<br />

belast met het monitoren<br />

van de mogelijkheden<br />

van in-car systemen. Om<br />

te beginnen hadden we het<br />

Ir. Marion Braams van Rijkswaterstaat met haar over de taak die<br />

Rijkswaterstaat heeft om<br />

het verkeer op het rijkswegennet in goede banen te leiden.<br />

Braams legt uit: “Tegenwoordig draait het er niet alleen om<br />

om de weggebruikers zo snel mogelijk van A naar B te laten<br />

komen, het is ook belangrijk dat zij betrouwbare informatie<br />

krijgen over de totale reistijd. Oponthoud op een bepaald<br />

punt telt immers minder zwaar als de voorspelde totale<br />

reistijd nog steeds gehaald wordt. Niemand wil te laat komen<br />

op een afspraak. Maar te vroeg aankomen is ook niet altijd<br />

prettig. Daarom is het belangrijk dat je ervan op aankunt dat<br />

de informatie over de reisduur goed is. Die betrouwbaarheid<br />

verbeteren is een belangrijke missie van Rijkswaterstaat.”<br />

Theorie versus praktijk<br />

Nu is reistijdinformatie iets dat zich goed leent voor<br />

communicatie via in-carsystemen, maar dergelijke systemen<br />

bieden meer mogelijkheden. Zo kan de boordcomputer<br />

de chauffeur een adviessnelheid geven als er een bocht<br />

aankomt. Of sterker nog: de computer kan de auto – zonder<br />

ingrijpen van de chauffeur – laten remmen, bijvoorbeeld als<br />

de boordcomputer van een van de<br />

voorgaande auto’s doorgeeft dat<br />

die in een file is terechtgekomen. En<br />

wat te denken van systemen die bij<br />

een ongeval zelf de alarmcentrale<br />

bellen? De huidige systemen zijn<br />

tot veel in staat. Kunnen ze dan de<br />

taak van onze huidige hardware<br />

informatiesystemen langs de weg niet<br />

gewoon overnemen?<br />

Braams: “Zolang het gaat om een<br />

systeem dat adviseert, maar waarbij<br />

de weggebruikers zelf beslissen of<br />

ze iets doen met dat advies, kun je je voorstellen dat zo’n<br />

systeem snel van de grond komt. Maar als je verder wilt gaan<br />

en bijvoorbeeld wilt dat de auto zelf het rempedaal indrukt – dat<br />

is wel even wat anders. Natuurlijk, in theorie kan het. Maar als<br />

een aantal ingenieurs tijdens een proef op een bedrijventerrein<br />

bewijst dat er goed mee te rijden valt, wil dat zeggen dat je<br />

ook je moeder ermee zou laten rijden? Er zit nog een enorme<br />

ruimte tussen wat er theoretisch mogelijk is en wat daarmee<br />

in de praktijk kan worden gedaan.” Ze denkt even na en<br />

vervolgt: “Dat systeem dat de alarmdiensten belt, is een ander<br />

voorbeeld van de discrepantie tussen theorie en praktijk. Want<br />

over welk kanaal wordt het alarmtelefoontje uitgezonden? En<br />

waar komt het terecht? Je moet immers wel zorgen dat er<br />

‘Het zou juridisch<br />

pas afdwingbaar<br />

kunnen zijn als alle<br />

verkeersdeelnemers<br />

over de juiste middelen<br />

beschikken, tot aan<br />

scootmobielen en<br />

scooters toe’<br />

ook iemand luistert. En hoe weet je of je een ambulance moet<br />

sturen of een brandweerwagen of misschien alleen politie?<br />

Voordat zo’n systeem kan worden ingevoerd, is er nog veel<br />

afstemming nodig, ook op Europees niveau. Hetzelfde geldt<br />

voor de gebodsregels, zoals over de snelheidslimiet. Je<br />

kunt je voorstellen dat je display de communicatie van die<br />

regels aanvult. Maar die functie helemaal overnemen van<br />

de reguliere signaleringssystemen, dat zit er voorlopig niet<br />

in. Het zou juridisch pas afdwingbaar kunnen zijn als alle<br />

verkeersdeelnemers over de juiste middelen beschikken, tot<br />

aan scootmobielen en scooters toe.”<br />

Iedere weggebruiker een boordcomputer<br />

Maar de ‘gewone’ informatiefunctie dan? Is de huidige<br />

generatie in-car computers nog niet zover dat die deze functie<br />

kunnen overnemen van de bestaande, dynamische routeinformatiepanelen<br />

en andere informatie-hardware die we<br />

langs de weg vinden? Braams: “Ja natuurlijk. Het zal komen,<br />

maar de grote vraag is: wanneer? Het antwoord hangt ook<br />

hier af van de penetratiegraad van een systeem. Pas als<br />

vrijwel alle voertuigen zijn voorzien van een boordcomputer<br />

wordt algemene informatieverstrekking via dat systeem<br />

haalbaar. Dat wil zeggen: mits er één systeem is. Want als<br />

er verschillende systemen zijn, is het nog niet goed mogelijk.<br />

Maar het is moeilijk om goede voorspellingen te doen over<br />

hoe de boordcomputer zich zal ontwikkelen en wat het<br />

acceptatiegedrag zal zijn. Je kunt het ook lastig onderzoeken<br />

omdat mensen zich moeilijk kunnen voorstellen hoe iets eruit<br />

ziet in de toekomst.”<br />

Als voorbeeld noemt Braams de mobiele telefoon. “Toen die<br />

nog in ontwikkeling was, werd er onderzocht of mensen dat<br />

een goede vinding vonden. Het antwoord was veelal negatief.<br />

Men was op dat moment volkomen<br />

tevreden met de vaste plaats waar<br />

de telefoon stond – aan een snoer en<br />

naast de makkelijke stoel – en men<br />

was bang dat een mobiel toestel snel<br />

zoek zou raken. Dat het mobieltje<br />

niet veel later zo’n enorme vlucht<br />

zou nemen, had je aan de hand<br />

van dat onderzoek dus niet kunnen<br />

voorspellen. Zo is het ook met de<br />

penetratie van de in-car systemen. Er<br />

is van alles, maar mensen moeten het<br />

ook nog kopen. Daar hebben wij als<br />

RWS geen invloed op. Natuurlijk zou<br />

het ministerie van Verkeer en Waterstaat de penetratie van een<br />

systeem kunnen stimuleren – zoals VROM de installatie van<br />

een roetfilter op vrachtwagens stimuleerde met een subsidie.<br />

Maar zoiets is pas aan de orde als we zeker weten dat zo’n<br />

systeem een optimale penetratiekans heeft en bijdraagt aan<br />

de veiligheid en vlotte doorstroming van het verkeer.”<br />

Voorlopig nog geen vervanging<br />

Intussen houdt Rijkswaterstaat de ontwikkelingen scherp in<br />

de gaten en worden alle mogelijkheden op hun bruikbaarheid<br />

bekeken. Braams: “We bespreken ze met de bedrijvensector<br />

en met andere overheden, ook op Europees niveau. Zoals<br />

met dat in-car alarmsysteem bij ongevallen. We hebben<br />

geconstateerd dat het technisch kan. maar of het ook wordt<br />

gerealiseerd hangt af van de ontwikkeling en de penetratie<br />

van een algemeen systeem. Op dit moment schatten we in elk<br />

geval de kans op doorbreken het grootst voor de systemen<br />

die de veiligheid in de auto zelf verbeteren, die bijvoorbeeld<br />

WegKanTSySTeMen en hun ToeKoMST volgenS RWS<br />

de afstand tot de voorganger in de gaten houden of piepen als<br />

je over een streep gaat. Die systemen zullen hun weg naar de<br />

auto’s wel vinden. Maar dat onze huidige wegkantsystemen<br />

zich laten vervangen door de in-carsystemen, dat lijkt<br />

voorlopig nog niet aan de orde.”<br />

Welke systemen hanteert RWS op dit moment om de veiligheid en doorstroming van het wegverkeer te bevorderen?<br />

En hoe ziet de toekomst van die systemen eruit?<br />

Verkeerssignalering<br />

De verkeerssignalering is er om de weggebruiker te informeren, adviseren, waarschuwen en instrueren, onder meer bij het naderen<br />

van een file. De informerende functie kan op termijn worden overgenomen door ‘Advanced Cruise Control met Stop&Go’. Van<br />

overname van de verkeerskundige maatregelen van verkeerssignalering is echter voorlopig geen sprake.<br />

Dynamax<br />

Met de dynamische routepanelen van het Dynamax-systeem krijgt het verkeer instructies over de snelheidslimiet, die verschilt<br />

per situatie. Voordat deze instructies kunnen worden overgenomen door in-car apparatuur is het nodig dat alle auto’s over zulke<br />

apparatuur beschikken. Bovendien moet juridisch zijn vastgelegd dat de snelheidsinstructie via een in-carsysteem mag worden<br />

gegeven. Dit is voor 2020 waarschijnlijk nog niet het geval.<br />

Verkeersregelinstallaties (VRI)<br />

De belangrijke optische instructies die de verkeerslichten geven, zullen voorlopig niet kunnen worden overgenomen door<br />

boordcomputers. Wel zou de in-car apparatuur de informatie- en waarschuwingsfunctie van VRI’s kunnen verbeteren.<br />

Toeritdoseerinstallaties (TDI’s)<br />

Met een TDI wordt de instroom naar de snelweg geoptimaliseerd door weggebruikers bij de toerit een instructie te geven. Ook<br />

voor dit wegkantsysteem is het niet aannemelijk dat dit voor 2020 kan worden vervangen door in-car systemen, omdat die de<br />

maatregelen en instructies niet met hetzelfde dwingende karakter kunnen overnemen. Wel zijn er systemen in opkomst die<br />

een bijdrage leveren aan het optimaliseren van de instroom met routenavigatie en verkeersinformatie en het faciliteren van het<br />

samenvoegen van het verkeer (bijvoorbeeld Safe Lane Change Manoeuvres).<br />

Dynamische route-informatiepanelen (DRIPs)<br />

Er zijn systemen in opkomst die over een jaar of vijf, zes geautomatiseerde verkeersinformatie met dezelfde kwaliteit kunnen<br />

verstrekken als DRIPs (matrixpanelen boven de weg). Uitgangspunt is daarbij wel dat de penetratiegraad van intelligente<br />

navigatiesystemen die via een on-line verbinding (bijvoorbeeld GPS) kunnen beschikken over actuele verkeersinformatie, blijft<br />

stijgen. Dat echter de in-car systemen de functie van de DRIPs totaal zouden overnemen, wordt echter de eerste tien jaar niet<br />

verwacht.<br />

BermDRIPs<br />

Vergeleken bij de drieregelige route-informatiepanelen boven de weg zijn bermDRIPs iets minder zichtbaar als er veel vrachtverkeer<br />

op de rechter strook rijdt. Het omslagpunt waarbij nieuwe in-car systemen de communicatie van de verkeerskundige maatregel<br />

met diezelfde kwaliteit uitvoeren, zal daarom voor bermDRIPs waarschijnlijk iets vroeger komen dan voor ‘gewone’ DRIPS. Maar<br />

ook hier is een totale vervanging door in-car informatie de eerste vijf jaar nog niet in zicht.<br />

6 augustus 2010 augustus 2010 7


De visie van TomTom<br />

In 2007 is TomTom gestart<br />

met het leveren van eigen<br />

verkeersinformatie aan de<br />

Personal navigation device<br />

(PND)-klanten in Nederland.<br />

In de beginfase was dit<br />

alleen op basis van cellular<br />

Floating Car Data (cFCD)<br />

van Vodafone, aangevuld<br />

george de Boer van TomTom met informatie van Verkeercentrum<br />

Nederland (VCNL).<br />

Al snel is dit uitgebreid met Floating Car Data (FCD) van<br />

hun eigen klanten. Deze technologische informatie wordt<br />

ondertussen geleverd aan klanten in zeven Europese landen.<br />

Maar is er wel genoeg kritische massa om op basis van in-car<br />

technologie verkeersinformatie te maken?<br />

Vliegwiel<br />

George de Boer, Sr. Manager Business Development bij<br />

TomTom: “Het is een vliegwiel. We zijn altijd een voorstander<br />

geweest van multi-sourcing waarbij meerdere bronnen<br />

samengevoegd worden tot de beste informatie. Momenteel<br />

wordt de data gebaseerd op anonieme gegevens van meer<br />

dan 90 miljoen mobiele telefoons, journalistieke data van<br />

overheden, meer dan 1 miljoen connected TomTom GPSapparaten<br />

en meer dan 115.000 TomTom WORK track en<br />

trace apparaten. De grootste bron van in-car data ter wereld.<br />

Vooral de gegevens van de eigen systemen zijn van zeer<br />

hoge nauwkeurigheid omdat deze met hoge frequenties<br />

zeer nauwkeurige posities doorgeven aan ons datacenter.<br />

En het mooiste van het systeem is misschien wel dat met<br />

elke verkochte connected TomTom PND de kwaliteit van het<br />

systeem beter wordt. Dat dit uiteindelijk leidt tot zeer goede<br />

kwaliteit, blijkt wel uit de TÜV SÜD certificeringen, positieve<br />

klantenreacties, onderscheidingen (zoals de ‘van A naar Beter<br />

prijs’) en aandacht van de professionele industrie waaronder<br />

de kritische automotive markt.<br />

De Boer vertelt dat de verkeersinformatie aanvankelijk<br />

alleen aan de eigen klanten werd geleverd. “Maar sinds<br />

begin vorig jaar worden er ook derde partijen bij betrok-<br />

ken. Dit jaar zijn de ontwikkelingen verder uitgebreid. De<br />

eerste voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld de levering<br />

van verkeersinformatie aan online partijen zoals Geenfile.nl<br />

van GeenStijl, narrow casting in pompstations en fileinformatie<br />

op Radio 538.”<br />

Remmende voorsprong<br />

De Boer vertelt dat er nog geen informatie wordt uitgewisseld<br />

met de overheden in Nederland. “Ze willen wel, maar zijn nog<br />

steeds wat terughoudend. Dit komt vermoedelijk door ‘de<br />

wet van de remmende voorsprong’. Op Europees niveau en<br />

misschien wel wereldwijd, loopt Nederland voorop op het<br />

gebied van ITS. Door de relatief hoge penetratiegraad van<br />

lussen in het Rijkswegennetwerk (meer dan 25 procent, red.),<br />

lijkt de behoefte aan extra informatie van een partij als TomTom<br />

op het eerste gezicht niet nodig. Als je echter bedenkt dat<br />

er nu slechts 2.500 kilometer wordt bemeten en TomTom al<br />

een dekking heeft over meer dan 20.000 kilometer, dan is er<br />

zeker ruimte voor aanvulling.” Hij denkt even na en vervolgt: “<br />

Daarnaast is het doel om met de toenemende groei van de FCD<br />

data en de open standaard voor georeferencing: ‘OpenLR’,<br />

uiteindelijk het hele wegennetwerk van 120.000 kilometer in<br />

beeld te krijgen. Uiteindelijk willen wegbeheerders niet alleen<br />

een eigen stuk weg in de gaten houden, maar de monitoring<br />

en sturing doen op netwerkniveau. Een automobilist denkt<br />

immers ook niet in steden, provincies of landen, maar wil van<br />

A naar B rijden.”<br />

Toch ziet De Boer wel beweging. “Wegbeheerders die in<br />

gebieden moeten opereren zonder of met minder uitgebreid<br />

meetnetwerk, benaderen ons voor de mogelijkheden. Zo is<br />

er een proef gedraaid met Rijkswaterstaat nabij Zwolle met<br />

het leveren van reistijden op een BermDRIP in verband met<br />

wegwerkzaamheden. Deze proef was zeer succesvol en<br />

heeft geleid tot een uitbreiding van het aantal DRIP’s . De<br />

oplossing – HD Route Times – is nu leverbaar als een turn-key<br />

oplossing via Tekstkar.nl. Daarmee is het mogelijk binnen een<br />

uur de voorspellende reistijd inclusief actuele vertraging voor<br />

elke route in Nederland te leveren. Er hoeven daarvoor geen<br />

wegkantmeetsystemen neergezet te worden en te kalibreren.<br />

Dezelfde technologie zou door wegbeheerders ook op vaste<br />

DRIP’s gebruikt kunnen worden.”<br />

Betrouwbaar genoeg?<br />

Op de vraag of de verkeersinformatie door de overheid<br />

betrouwbaar genoeg wordt bevonden, antwoordt De Boer:<br />

“Wat meespeelt in dit vraagstuk is het karakter van onze<br />

informatie. Onze real-time informatie is met name geschikt<br />

voor het berekenen van reistijden en het bewaken van de<br />

doorstroming: het Dynamische Verkeersmanagement. Dat<br />

dit essentieel is voor goede verkeersinformatie blijkt wel uit<br />

de tevredenheid van de klanten. In Nederland hebben we<br />

één van de beste gratis verkeersinformatie voorzieningen<br />

via RDS-TMC. Toch zijn de gebruikers bereid te betalen<br />

voor HD Traffic, hetgeen ze niet zouden doen als de<br />

informatie niet actueel of accuraat zou zijn. Gezien de meeste<br />

systemen en modellen werken met volumes/intensiteiten,<br />

moeten deze aangepast worden opdat ze in staat zijn onze<br />

verkeerstechnologie te verwerken. Dat is ook de reden dat<br />

we met de binnen- en buitenlandse universiteiten en<br />

kenniscentra samenwerken om aan het begin van de keten van<br />

dynamische verkeersmanagement de afhankelijkheid van<br />

intensiteitsmetingen te verkleinen. Op die manier kunnen we<br />

nog meer gebruik maken van het enorme potentieel van incar<br />

technologie. Daarnaast wordt er ook samengewerkt met<br />

de industrie, zoals leveranciers van verkeerscentrales, om te<br />

bepalen welke standaarden het beste gebruikt kunnen worden<br />

of verder ontwikkeld moeten worden.”<br />

Kentekenherkenning en Bluetooth<br />

Hoe kijkt De Boer aan tegen andere nieuwe technologieën, zoals<br />

kentekenherkenning en Bluetooth? ”Er vinden veel innovaties<br />

plaats in de traditionele wereld van wegkantsystemen. De<br />

introductie van deze technologieën draagt ook bij aan de<br />

huidige verschuiving van meten van volume/intensiteiten naar<br />

meten van reistijden. Het traditionele meten van intensiteiten<br />

zal op beperkte schaal altijd nodig blijven voor het bepalen<br />

van een toename of afname van verkeersvolume. Het<br />

WaT Kunnen We MeT De auTocoMpuTeR?<br />

meten van volumes, modeleren en vervolgens berekenen<br />

naar reistijden, blijkt echter te onnauwkeurig voor goede<br />

reistijdinformatie, zeker bij langzaamrijdend en stilstaand<br />

verkeer. De nieuwe technologieën, zoals kentekenherkenning<br />

en Bluetooth, meten de gerealiseerde reistijd. Dit heeft enkele<br />

nadelen: om de kentekenherkenning en Bluetooth hardware<br />

te installeren en onderhouden, moeten de betreffende wegen<br />

altijd afgezet worden en dat genereert een verstoring van<br />

de verkeersdoorstroming. Daarbij meten de methodes altijd<br />

de reistijd achteraf. Dat betekent dat de reistijd met een<br />

grote vertraging binnenkomt en de vraag is of je dan op<br />

tijd je maatregelen hebt kunnen nemen. Uiteraard wordt dit<br />

ondervangen door een deel te voorspellen met algoritmes<br />

maar dat werkt minder nauwkeurig en niet bij incidenten.”<br />

Naast deze praktische bezwaren is er natuurlijk ook nog<br />

het milieuaspect. De Boer wijst erop dat er altijd hardware<br />

geïnstalleerd zal moeten worden met een bijbehorende<br />

stroomvoorziening. “Die zal een milieubelastende en onder-<br />

houdsgevoelige accu bevatten en op plekken zonder<br />

stroomvoorziening zal een zonnecollector neergezet moeten<br />

worden. Deze laatste is uiteraard, eenmaal geplaatst, wel<br />

milieuvriendelijk maar niet echt een aanwinst voor het<br />

aangezicht. Een zonnecollector op een mast om de 500<br />

meter, kan gezien worden als horizonvervuiling.”<br />

Op grote schaal uitrollen<br />

Hoe ziet De Boer de toekomst van in-car systemen? “In de<br />

toekomst zullen onze systemen niet alleen meer communiceren<br />

met onze datacenters, maar ook met wegkantsystemen en met<br />

andere auto’s in de directe omgeving. Dat zal de toegevoegde<br />

waarde van in-car systemen voor verkeersmanagement<br />

verder versnellen. En via onze PND’s, maar vooral ook via de<br />

samenwerking met Renault, Toyota, Fiat en andere automotive<br />

klanten, zijn we in staat om dergelijke technieken in de nabije<br />

toekomst op grote schaal uit te rollen. Om goed aan te sluiten<br />

op deze toekomstige ontwikkelen neemt TomTom deel aan<br />

het SPITS-project. Nederlandse industrieën, kenniscentra en<br />

universiteiten zijn in dit project vertegenwoordigd om samen<br />

de integratie van in-car systemen verder te ontwikkelen.<br />

Het doel is om nog betere verkeersinformatie en navigatieadviezen<br />

aan onze klanten te geven. Want uiteindelijk is het<br />

doel voor alle klanten: Freedom to Move.”<br />

Kees Abrahamse is Programmamanager Verkeersmanagement van de Verkeersonderneming, die is opgericht door<br />

de gemeente en Stadsregio Rotterdam, Het Havenbedrijf Rotterdam en het Ministerie van Rijkswaterstaat. De<br />

Verkeersonderneming wil de bereikbaarheid van de Rotterdamse haven op en rond de A15 verbeteren en de betrouwbaarheid<br />

van de reistijd verbeteren. Ook hier kunnen in-car systemen helpen bij de communicatie. Maar ook de Verkeersonderneming<br />

heeft als visie dat de in-carsystemen de huidige weg-kantsystemen nooit helemaal kunnen vervangen.<br />

Kees Abrahamse: “Stel dat er een satellietverbinding uitvalt waardoor de in-car systemen niet meer werken, alleen al daarvoor<br />

heb je een minimaal veiligheidspakket langs de weg nodig. Voor bewegwijzering, afsluiting van rijstroken bij ongevallen of bij<br />

werk in uitvoering. Wij denken dus dat er altijd wegkantsystemen zullen bestaan, maar dat die wel slimmer zullen worden door<br />

hun interactie met in-car systemen. Er zijn vele mogelijkheden voor veilig en doelmatig gebruik. Bijvoorbeeld dat een spookrijder<br />

in zijn auto wordt gewaarschuwd als hij tegen de richting inrijdt en dat tegelijkertijd de wegkantsystemen de strook waarop hij<br />

spookrijdt afsluiten voor verkeer. Het leuke is dat de Europese automobielindustrie - Renault en Volvo zijn daar al ver mee - op<br />

dit terrein de handen in elkaar heeft geslagen: zij ontwikkelen coöperatieve systemen die compatible zijn. Europa heeft daarmee<br />

een heel goede stap gezet naar de toekomst. Wat ook belangrijk is van zo’n coöperatief systeem: het maakt de overstap naar<br />

rekeningrijden makkelijker. Met behulp van de slimme boordcomputersystemen is betalen voor het werkelijk gebruik van je auto<br />

ineens heel realistisch.”<br />

8 augustus 2010 augustus 2010 9


Aanneming van sloopwerken<br />

EXHIBITION & CONFERENCE<br />

Met een vloot van elf eigen werk- en patrouilleschepen<br />

biedt SwetsODV Van Laar Scheepvaart totaal<br />

oplossingen voor scheepvaartbegeleiding, waterbouw-<br />

en watergebonden infrastructuur projecten voor de<br />

binnenwateren. Een complete oplossing met schepen<br />

en bemanning, gecertificeerde scheepvaart begeleiders,<br />

scheepvaartborden, betonning en tekstborden. Ook<br />

kunnen wij bemanning leveren voor vaartuigen van<br />

derden. Wij zijn flexibel, slagvaardig, oplossingsgericht<br />

en al jaren actief voor klanten bij overheden, in<br />

de natte aannemerij, nutsbedrijven en survey- en<br />

inspectiebedrijven. Bel of e-mail ons voor meer informatie!<br />

BEDIENING BINNENVAART VEREN NAUTISCH BEHEER<br />

T +31 (0) 88 6191234<br />

www.swetsodv.com<br />

THE INTERNATIONAL EVENT ON OFFSHORE ENERGY IN THE NETHERLANDS<br />

organized by in association with supported by<br />

7 OCTOBER 2010<br />

DEN HELDER, THE NETHERLANDS<br />

10.00h - 19.00h, WILLEMSOORD<br />

OFFSHORE OIL & GAS | TRANSPORT & STORAGE<br />

MARITIME SERVICES | OFFSHORE WIND | OFFSHORE SUPPLY<br />

OFFSHORE CONTRACTING | OFFSHORE VESSELS<br />

For more information about participation or visiting Offshore Energy<br />

2010 please contact Mrs. Annemieke den Otter, Event Manager,<br />

+31 10 2092606 or ao@navingo.com<br />

www.offshore-energy2010.com<br />

In het midden van de jaren 80 ben ik opgeleid tot dienstkringhoofd.<br />

Een gedegen twee jaar durende opleiding waarin je werd<br />

voorbereid op het vak. Het vak zelf had iets ambachtelijks. Ik<br />

herinner me nog vijf generaties kantonnier op één werkplek; van<br />

vader op zoon werden de fijne kneepjes van het vak doorgegeven.<br />

Gezamenlijk kwamen de vijf aan genoeg jaren om één<br />

lagere school vol te maken. Hun inzet en gebiedskennis was er<br />

niet minder om.<br />

Het onderhoud aan de wegen en de werken had iets reactiefs,<br />

we leerden toestandsafhankelijk onderhoud en storingsafhankelijk<br />

onderhoud en gebruiksafhankelijk onderhoud. En heel vaag deed er zich iets voor over planmatig<br />

onderhoud en het Engelse begrip ‘life cycle onderhoud’ werd voor het eerst gehoord. Er broeide iets in<br />

die tijd, de in de jaren 60 en 70 aangelegde infrastructuur had in toenemende mate onderhoud nodig en het<br />

gebruik van die infrastructuur nam hand over hand toe. Er kwamen ook kamervragen, bij voorbeeld over de<br />

kwaliteit van de vaarwegen. En de tot dan toe toereikende onderhoudsbudgetten waren opeens niet meer<br />

toereikend. Het ambachtelijke onderhoud was niet meer voldoende, er moest iets gebeuren!<br />

Inmiddels hebben we het toen bedachte ‘Beheerplan Nat’ en ‘Wegbeheer 2000’ alweer achter ons gelaten<br />

en is ‘Assetmanagement’ het toverwoord. Onderhoud is een specialisme waarop je op hogescholen en universiteiten<br />

kunt afstuderen. Onderhoudsmaatregelen worden tegenwoordig afgewogen op basis van risico’s<br />

en faalkansen. En nog zijn we niet aan het einde van de ontwikkelingen. De professionalisering zet door<br />

waarmee ook de afhankelijkheid van de kennis in de hoofden van mensen afneemt. Niet de oude rot met een<br />

macht aan ervaring is meester, maar degene die overweg kan met datasystemen en modellen.<br />

Beheer en onderhoud zijn altijd in één adem genoemd, nu worden het twee specialismen met afzonderlijke<br />

competenties. De beheerder met aandacht voor de omgeving, het gebruik van de infrastructuur en<br />

de toestand van de infrastructuur en de onderhoudsmanager met zijn inspanning om de infrastructuur op<br />

een afgesproken serviceniveau in stand te houden. Marktpartijen gaan steeds meer de rol van onderhoudsmanager<br />

op zich nemen waarbij zij niet meer afgerekend worden op klussen en maatregelen maar op het<br />

bieden van een serviceniveau aan de vaarweggebruiker en de weggebruiker. Voor marktpartijen die daar<br />

in willen stappen is een mooie toekomst weggelegd!<br />

Hans van der Togt<br />

Directeur Water en Scheepvaart Zeeland<br />

en Voorzitter VWAR<br />

Column<br />

Hans van der Togt<br />

Beheer en onderhoud<br />

augustus 2010<br />

11


Paul van den Heuvel, directeur VVNH:<br />

‘Duurzaam hout moet de norm worden in nederland’<br />

Tekst: olav lammers<br />

“Eind 2015 moet het in Nederland vanzelfsprekend zijn dat je duurzaam hout geleverd krijgt.<br />

Duurzaam hout moet de norm in Nederland worden. We moeten alle zeilen bijzetten om dat voor<br />

elkaar te krijgen en ook de achterblijvers erbij te halen.” Dat zegt Paul van den Heuvel, algemeen<br />

directeur van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen, de VVNH. Van den<br />

Heuvel, die tevens directeur is van Centrum Hout, het voorlichtingsbureau van de Nederlandse<br />

houthandel, is er zelfs van overtuigd dat de doelstelling van zijn vereniging eerder gehaald kan<br />

worden. “Als de overheid iets creatiefs doet met financieel economische instrumenten, zoals de<br />

BTW- tarifering, kan een vliegwieleffect optreden waarmee we onze doelstelling misschien wel al<br />

in 2013 halen.”<br />

De Koninklijke VVNH is een brancheorganisatie waarbij<br />

150 Nederlandse bedrijven, houtondernemingen en<br />

handelaren, zijn aangesloten. Vijfenzeventig daarvan<br />

importeren tropisch hardhout, naaldhout en plaatmateriaal<br />

van over de hele wereld. De 150 bedrijven vertegenwoordigen<br />

in totaal zo’n 280 verkooppunten. Centrum Hout richt<br />

zijn activiteiten op klanten van houtondernemingen en<br />

schakels in de gehele keten. Behalve dat Centrum Hout<br />

een voorlichtingsinstituut is, richt het zijn energie ook op het<br />

stimuleren van het gebruik van hout op een verantwoorde<br />

manier. Van den Heuvel: “De VVNH inventariseert al jaren bij<br />

zijn leden wat de volumes aan duurzaam geproduceerd hout<br />

zijn die worden geïmporteerd. In 2009 was dat 62 procent.<br />

We hebben het dan over hout en houtproducten die FSC-<br />

en PEFC gecertificeerd zijn. Als we specifiek kijken naar<br />

hardhout, dan praten we over een importpercentage van 24<br />

procent duurzaam geproduceerd. Het percentage duurzaam<br />

naaldhout en plaatmateriaal ligt dus aanmerkelijk hoger.”<br />

85 procent duurzaam<br />

Van den Heuvel licht toe dat zijn organisatie certificering op<br />

basis van FSC en PEFC geheel ondersteunt als bewijs dat<br />

het hout op duurzame wijze wordt verkregen en ook de<br />

Chain of Custody (CoC) gewaarborgd is.“Wij hanteren binnen<br />

onze vereniging een gedragscode en daarnaast formuleren<br />

wij beleid. In ons nieuwe beleidsplan ‘Wijs met hout 2010-<br />

2015’ hebben wij onszelf nieuwe doelstellingen opgelegd en<br />

verwachten dat onze leden daar hun steentje aan bijdragen.<br />

Specifiek voor de productgroepen hardhout, naaldhout en<br />

plaatmateriaal is een aantal subdoelstellingen gemaakt en<br />

als overalldoelstelling hebben wij er voor gekozen dat in<br />

2015 85 procent van het geïmporteerde en verhandelde hout<br />

duurzaam geproduceerd moet zijn c.q. het FSC en/of PEFC<br />

keurmerk moet dragen. Dat hopen wij te bereiken in goed<br />

overleg met de aangesloten bedrijven, de producentenlanden<br />

en de brancheorganisaties daar.”<br />

Over het algemeen positief<br />

Van den Heuvel geeft aan dat de aangesloten bedrijven zich<br />

over het algemeen positief opstellen om het nieuwe beleid<br />

tot uitvoer te brengen. “Het leeft echt in de houtbranche.<br />

Natuurlijk heb je te maken met koplopers, middenmoters en<br />

achterblijvers. Dat heeft vooral met marktomstandigheden<br />

te maken, maar op managementniveau kunnen vaak snel<br />

beslissingen worden genomen en kunnen we alles in het werk<br />

stellen om dingen voor elkaar te krijgen.” Hij vervolgt: “Maar<br />

er zijn ook bedrijven bij die nog met een beperkte vraag te<br />

maken hebben en als zodanig nog niet heel erg gestimuleerd<br />

worden. Dat willen we komende tijd gaan veranderen door<br />

samen met de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten en<br />

andere branches de vraag naar duurzaam geproduceerd hout<br />

te stimuleren.”<br />

Impuls van de overheid<br />

Die stimulans krijgt volgens Van den Heuvel sowieso al een<br />

extra impuls door het besluit van de Rijksoverheid om per<br />

1 januari alleen nog maar duurzaam geproduceerd hout<br />

in te kopen. “Ik heb kort geleden nog overleg gehad met<br />

een interdepartementale werkgroep van de ministeries<br />

van LNV, VROM en EZ en daar duidelijk gemaakt waar wij<br />

als VVNH nog tegenaan lopen. Duurzaam tropisch hout is<br />

bijvoorbeeld zo’n 15 procent duurder dan de niet-tropische<br />

variant en wij merken in de praktijk dat prijs en kwaliteit de<br />

belangrijkste drijfveren zijn en het milieu eigenlijk nog een<br />

ondergeschoven kindje. Daarom heb ik sterk gepleit voor<br />

een maatregel als bijvoorbeeld een lager BTW-tarief om<br />

de aankoop van duurzaam geproduceerd tropisch hout te<br />

stimuleren. De overheid koopt natuurlijk veel breder in langs<br />

45 productgroepen waarbij hout slechts een materiaal is. Maar<br />

het zou ons veel sneller tot realisering van onze doelstellingen<br />

brengen, als het prijsargument, zou komen te vervallen. Dan<br />

hebben we echt dat vliegwieleffect te pakken en halen we<br />

doelstellingen misschien wel eerder dan in 2015.”<br />

12 augustus 2010 augustus 2010 13


Legaal of illegaal?<br />

“De wetgeving die de EU nu heeft aangenomen, en weliswaar<br />

nog geïmplementeerd moet worden, is natuurlijk ook een<br />

perfecte maatregel, maar je moet daarbij twee zaken goed uit<br />

elkaar houden”, zo vervolgt Van den Heuvel. “Je hebt het over<br />

legale en illegale productie. Legaliteit is simpel het handhaven<br />

van wetten. We zien echter in sommige tropische landen dat<br />

het best lastig is en dan zou je discussie kunnen krijgen over<br />

of het hout wel echt legaal is wat daar wordt geproduceerd.<br />

Wij houden ons echter absoluut verre van illegale producties.<br />

Onze gedragscode regelt ook dat onze leden zich daar niet<br />

mee inlaten, niet bewust en ook niet onbewust. We doen ons<br />

uiterste best om dat te voorkomen omdat het slecht is voor de<br />

handel, voor de concurrentiepositie en voor het bos. Dus voor<br />

alle schakels in de keten.”<br />

Niet duurzaam, toch legaal<br />

Van den Heuvel tekent daarbij aan dat in 2009 weliswaar<br />

38 procent van het geïmporteerde hout nog niet duurzaam<br />

geproduceerd was, maar wel legaal. Dat wil zeggen voorzien<br />

van een legaliteitscertificaat, een vrijwillig systeem om aan te<br />

tonen dat het op z’n minst aan de wetgeving heeft voldaan of<br />

legaal verklaard door landen waaruit het afkomstig is. “Het is<br />

niet zo dat alles wat nog niet duurzaam is, per definitie illegaal<br />

is. Absoluut niet! Bovendien is het zo dat legaal, niet duurzaam<br />

geproduceerd tropisch hout tien tot vijftien procent goedkoper<br />

is. En juist in deze periode van crisis kun je je afvragen<br />

waarom een klant zou kiezen voor duurzaam geproduceerd<br />

hout als hij voor dezelfde kwaliteit, legaal en goedkoper uit<br />

kan zijn. Alleen omdat hij ideaalbeeld heeft en milieu een warm<br />

hart toedraagt?“ Voor naaldhout is het prijsverschil vrijwel te<br />

verwaarlozen. Daar is al een vanzelfsprekendheid en gaat het<br />

meer richting de norm, voegt Van den Heuvel eraan toe.<br />

Niet aangesloten bedrijven<br />

Op de vraag of hij een beeld heeft van hoe bedrijven die niet<br />

bij de VVNH zijn aangesloten handelen met betrekking tot<br />

duurzaam geproduceerd hout, zegt Van den Heuvel: “Dat is<br />

erg lastig. Het gaat om 35 procent van de markt en wij hebben<br />

daar geen kijk op. We proberen natuurlijk voortdurend alle<br />

belangrijke houthandelaren en -ondernemingen onder onze<br />

paraplu te krijgen. Maar er zijn bedrijven die dat niet willen of<br />

niet noodzakelijk vinden. Dat zijn meestal ook bedrijven, die<br />

geen gedragscode hebben ondertekend, geen beleid hebben,<br />

die ook door hun brancheorganisatie niet aangesproken<br />

worden. In hoeverre die al dan niet voldoen aan de wetgeving,<br />

daar kun je af en toe je vraagtekens bij plaatsen.”<br />

Areaal zo groot mogelijk<br />

Illegale, maffia-achtige praktijen moeten volgens Van den<br />

Heuvel met hand en tand worden uitgeroeid, hoewel die<br />

volgens hem beperkt zijn tot sommige producentenlanden. Hij<br />

baseert dat op de gegevens die zijn organisatie van leden krijgt,<br />

maar ook op CBS-cijfers, cijfers van de International Tropical<br />

Timber Organisation, gegevens van de FAO en rapporten van<br />

milieuorganisaties die hem worden aangeboden. “Dat totaal<br />

aan informatie maakt dat wij kunnen bepalen, voor zover dat<br />

kan, waar wij staan. Maar wij kunnen ons niet breder maken<br />

dan de breedte van onze vereniging. We kunnen ons geluid<br />

laten horen voor iedereen die het horen wil, milieuorganisaties<br />

en overheden in en buiten Nederland. Maar onze invloedsfeer<br />

is eigenlijk beperkt tot het zakelijk handelen van onze leden.”<br />

“Kijk naar een land als Indonesië of bepaalde Afrikaanse<br />

landen. Als een van onze leden daar zaken doet, reikt zijn<br />

invloed - voor zover hij die heeft - tot de leverancier met zijn<br />

bos. Dat bos heeft een concessiegrens. Aan de ander kant<br />

van die grens heeft hij niets te zeggen en wij dus ook niet. Het<br />

is dus van groot belang dat we met z’n allen de vraag naar<br />

duurzaam geproduceerd hout zover stimuleren dat het norm<br />

wordt en daarmee het areaal duurzaam beheerd bos zo groot<br />

mogelijk proberen te laten zijn. En daarmee zitten we helemaal<br />

in één lijn met FSC en PEFC en natuurlijk ook met TPAC.”<br />

TPAC papieren tijger?<br />

Van den Heuvel schuift de kritiek die weleens gehoord<br />

wordt over Toetsingscommissie Inkoop Hout, de TPAC,<br />

als zou het een papieren tijger zijn, volledig van de hand.<br />

We zijn blij dat TPAC als poortwachter voor onder andere<br />

boscertificeringssystemen objectief bepaalt wat wel en<br />

wat niet duurzaam is. Dat maakt het voor ons een stuk<br />

gemakkelijker. Natuurlijk wordt bij de beoordeling eerst naar<br />

de officiële documenten gekeken en als die goed zijn, is het<br />

goed. Maar als men gerede twijfels heeft over het functioneren<br />

in de praktijk wordt doelgericht doorgevraagd. Kijk alleen<br />

maar naar de levendige correspondentie die er is geweest<br />

tussen TPAC en de Maleisische systeembeheerder, waar op<br />

dit moment nog een bezwaarprocedure over gaande is.”<br />

Vervolgens zegt Van den Heuvel dat in de optiek van zijn<br />

vereniging PEFC en FSC allebei even duurzaam zijn en<br />

dus geen onderscheid wordt gemaakt. “Natuurlijk zijn<br />

het concurrenten van elkaar, hebben ze ieder een eigen<br />

werkmethode, maar de doelstellingen zijn hetzelfde.” Dat er<br />

ook ‘gevoeligheden’ tussen beide organisaties bestaan, is<br />

hem bekend en ook in de praktijk hebben zijn leden daar mee<br />

te maken. “Helaas, want het zou zo goed zijn als we allemaal<br />

uit een mond konden praten om de toepassing van duurzaam<br />

geproduceerd hout verder te brengen.”<br />

Geen twee beeldmerken<br />

Van den Heuvel wijst in dit verband op het probleem dat wanneer<br />

een timmerfabriek uit beide gecertificeerde houtbronnen één<br />

product wil maken, een kozijn bijvoorbeeld, hij geen van beide<br />

beeldmerken mag gebruiken. “FSC vindt dat PEFC nog niet<br />

duurzaam is, en PEFC vindt FSC wel gedeeltelijk duurzaam.<br />

Dat is een lastige situatie. Het zijn concurrenten die twee<br />

beeldmerken in de markt zetten die uiteindelijk over hetzelfde<br />

gaan. Het zou toch mooi zijn als zij beiden zich zo praktisch<br />

mogelijk zouden opstellen ten opzichte van degene die dat<br />

‘houtje’ daadwerkelijk moet inkopen, verhandelen en er een<br />

product van moet maken. Daar gaat het toch uiteindelijk om”.<br />

De directeur van de VVNH vertelt dat het probleem voorlopig is<br />

‘opgelost’ door in zo’n geval toe te staan dat het eindproduct<br />

het label Keurhout mag dragen, als de fabriek tenminste<br />

Keurhout deelnemer is. Van den Heuvel: “Keurhout is eigenlijk<br />

een derde systeem dat op basis van een standaarddocument<br />

door de Tweede Kamer in 1997 is vastgesteld om duurzaam<br />

geproduceerd hout te kunnen labelen. Keurhout is eigenlijk<br />

ToeTSIngScoMMISSIe InKoop houT (Tpac)<br />

een soort poortwachter, is nog steeds in de markt en heeft een<br />

grote naamsbekendheid, vooral bij professionele gebruikers.<br />

Het label Keurhout geeft aan dat zowel PEFC als FSC in het<br />

product is gebruikt en de controlesystematiek is daar ook op<br />

geënt. Maar uiteindelijk willen we toch toe naar een systeem<br />

waarbij duurzaamheid bepaald wordt door TPAC. En dat is<br />

dus PEFC en FSC. Als beide certificeringsystemen er samen<br />

uitkomen, overwegen wij, als Koninklijke VVNH, Keurhout<br />

voor duurzaamheid te ontmantelen.”<br />

Overheden eigen koers<br />

Tenslotte zegt Van den Heuvel het van belang te vinden dat<br />

de overheid, met het besluit om duurzaam in te kopen, ervoor<br />

zorgt dat elke overheidsambtenaar die iets met inkopen<br />

te maken heeft daadwerkelijk TPAC gaat hanteren. “Er is<br />

heldere communicatie noodzakelijk over wat door TPAC is<br />

goedgekeurd. Helaas is het zo dat omdat nu pas helderheid<br />

gekomen is, er al veel lagere overheden een eigen koers zijn<br />

gaan varen; alleen gekozen hebben voor FSC en daarmee<br />

PEFC hebben uitgesloten. Wij zeggen: spreek als overheid,<br />

waar dan ook in Nederland, met een en dezelfde mond,<br />

namelijk TPAC!”<br />

De Toetsingscommissie Inkoop Hout (TPAC) toetst houtcertificatiesystemen aan de Nederlandse Inkoopcriteria in<br />

opdracht van het Ministerie van VROM. Deze toets is ontwikkeld omdat de Rijksoverheid zichzelf heeft verplicht om vanaf<br />

2010 alleen nog duurzaam in te kopen. Voorwaarde is dat er naast Inkoopcriteria een set van zorgvuldige procedures is<br />

die ervoor zorgt dat de beoordeling van certificatieschema’s transparant, betrouwbaar en controleerbaar verloopt.<br />

De Commissie beoordeelt een certificatiesysteem in eerste instantie op basis van systeemdocumenten. Daarna krijgt het systeem<br />

zelf de mogelijkheid om de beoordeling van de Commissie te becommentariëren. Een belangrijke rol in de toetsingsprocedure<br />

is weggelegd voor het zogenaamde stakeholderforum. Op dit online forum worden milieuorganisaties, houtbedrijven en andere<br />

(internationale) belanghebbenden van duurzaam bosbeheer uitgenodigd om hun praktijkervaringen met een certificatiesysteem te<br />

delen met de Commissie. Na afloop van de toetsing rapporteert de Commissie hoe zij het commentaar van het stakeholderforum<br />

heeft laten meewegen in haar eindoordeel.<br />

SMK (Stichting Milieukeur) faciliteert de voorbereiding en uitvoering van de toetsing van certificatiesystemen. De eindbeoordelingen<br />

worden bekrachtigd door de minister van VROM. De samenstelling van de Commissie is zodanig dat kennis over de drie P’s van<br />

duurzaamheid - People, Planet en Profit - aanwezig is.<br />

14 augustus 2010 augustus 2010 15


KPN, marktleider in<br />

Marifonie infrastructuren<br />

Altijd maatwerk<br />

Marifonie van KPN wordt gebruikt voor spraakcommunicatie met schepen<br />

op vaarwegen, bruggen en sluiscomplexen evenals de aanloopgebieden<br />

op zee. Marifonie projecten zijn altijd maatwerk en bestaan uit:<br />

Radio infrastructuur met Marifoon Walstations:<br />

• vast opgestelde basisposten bestrijken het werkgebied<br />

• diversity en co-channel technieken<br />

Bediensystemen:<br />

• complete verkeerscentrales<br />

• brug- en sluisbedieningscentrales<br />

• bedieningen Marifonie geïntegreerd met Telefonie en ARBI.<br />

Aan KPN heeft u een deskundige en betrouwbare leverancier van<br />

Marifonie systemen.<br />

Meer informatie?<br />

Bel (010) 457 27 27 of<br />

Kijk op kpn.com/portofoons<br />

MARELKO, ON-<br />

GEHOORD GOED<br />

Optische en geluidsignalering op maat, Totale voertuig ertuig oplossingen oplossingen, Ademanalyse<br />

apparatuur zoals alcoholslot, Camera-systemen, ECE65 producten met certifi caat.<br />

0495-592290 • info@marelkobenelux.nl • www.marelkobenelux.nl<br />

PontMeyer:<br />

80 procent<br />

duurzaam hout<br />

De VVNH (Vereniging van Nederlandse<br />

Houtondernemingen) heeft in haar<br />

beleidsplan tot hoofddoel gesteld<br />

dat 75 procent van het hout op de<br />

Nederlandse markt uit duurzaam<br />

beheerde bossen moet komen.<br />

Houthandelaar PontMeyer heeft<br />

deze doelstelling al behaald. Aan het<br />

einde van 2009 was 80 procent van<br />

het door de groep geimporteerde<br />

hout voorzien van een FSC of PEFCcertificaat.<br />

PontMeyer is een van de grootste<br />

houthandelaren van ons land en<br />

speelt dus zeker een rol in het proces<br />

rondom duurzaam bouwen. Het<br />

bedrijf heeft onlangs ook het Chain<br />

of Custody-certificaat voor PEFC<br />

behaald. Doordat PontMeyer nu, naast<br />

FSC- gecertificeerde houtproducten,<br />

ook standaard PEFC- gecertificeerde<br />

producten aanbiedt, hebben de klanten<br />

meer keuze uit duurzaam geproduceerd<br />

hout. Daar komt bij dat steeds meer<br />

bosgebieden onder een door de<br />

Nederlandse overheid goedgekeurd<br />

certificeringsysteem vallen. Hierdoor<br />

groeit de beschikbaarheid van hout<br />

uit duurzaam beheerde bossen en<br />

daarmee ook de mogelijkheden voor de<br />

eindgebruikers.<br />

Meer informatie: www.pontmeyer.nl<br />

Actueel<br />

Accoya eerste bouwmateriaal in<br />

EU met C2C goldcertificering<br />

In de kozijnenbranche is Accoyahout<br />

al aardig ingeburgerd, maar in de<br />

civieltechniek is het nog geen gemeengoed.<br />

Daar kan nu verandering in<br />

komen, want het milieuverantwoorde<br />

concept van dit gemodificeerd hout<br />

wordt nu onderstreept met het internationaal<br />

bekende Cradle to Cradle<br />

(C2C) certificaat en dat zelfs met ‘Gold<br />

standard’. Accoya is hierdoor het<br />

eerste bouwmateriaal in Europa met<br />

C2C Gold certificering.<br />

Het C2C-certificaat is wereldwijd een van<br />

de meest belangrijke eco-keurmerken.<br />

Milieuadvies-organisatie MBDC voert<br />

de onafhankelijke certificeringstoetsing<br />

uit, waarin bepaald wordt of producten,<br />

diensten en gebouwen voldoen aan de<br />

C2C duurzaamheidsprincipes. Cradle<br />

to Cradle is een ontwerpfilosofie, ontwikkeld<br />

door Michael Braungart en<br />

William McDonough, die uitgaat van<br />

het op een positieve manier benaderen<br />

van duurzaamheid. In deze aanpak<br />

worden producten, diensten en<br />

gebouwen ontwikkeld met gebruik<br />

van ‘groene’ stroom en materialen.<br />

Alle gebruikte materialen, of het nu<br />

om biologisch afbreekbare producten<br />

gaat of gefabriceerde niet-afbreekbare<br />

materialen, kunnen oneindig recycled<br />

of hergebruikt worden. Zo ontstaat<br />

uiteindelijk een afval-vrije samenleving.<br />

Accoyahout wordt in Nederland<br />

geproduceerd door Titan Wood<br />

BV. Doordat Accoya een niet giftig<br />

houtproduct is dat gemaakt wordt<br />

van snelgroeiende boomsoorten uit<br />

duurzaam beheerde bossen, past het<br />

goed in de C2C biologische cyclus en<br />

werd het door MDBC goedgekeurd<br />

als 100 procent biologisch afbreekbaar<br />

product.<br />

Meer informatie: www.accoya.com<br />

augustus 2010<br />

17


Twee keurmerken tegen het licht gehouden<br />

hoe verschillend<br />

zijn FSc en peFc?<br />

Tekst: olav lammers<br />

FSC en PEFC zijn op dit moment zowel natio-<br />

naal als internationaal dé twee grote organisa-<br />

ties die alom worden erkend om hun keurmerk-<br />

systemen voor duurzaam geproduceerd hout.<br />

Toch verschillen beide organisaties, zowel vanuit<br />

hun achtergrond als hun werkwijze. Vooral<br />

de manier waarop de twee organisaties certificeren,<br />

is totaal anders.<br />

“ Laten wij ons bovenal concentreren op het stimuleren van het<br />

goede en het uitbannen van het kwade”. Bart van der Linden,<br />

directeur van FSC Nederland wil bij voorbaat aangeven dat<br />

geen energie moet worden gestoken in het benadrukken van<br />

de verschillen tussen de organisaties die zich bezighouden<br />

met de certificering van hout uit duurzaam beheerde bossen.<br />

“Het aanbod van gecertificeerd hout neemt aanzienlijk toe.<br />

Het besluit van de overheid om per 1 januari dit jaar landelijk<br />

alleen nog maar duurzaam hout in te kopen en het besluit van<br />

de Europese Commissie voor een totaal verbod op import van<br />

illegaal hout per 2015, zal de toepassing van gecertificeerd<br />

hout een forse impuls gaan geven”, aldus Van der Linden.<br />

“Helemaal mee eens”, zegt Kees Boon, voorzitter van PEFC<br />

Nederland, sinds 16 juni jongstleden formeel de ‘grote<br />

concurrent’ van FSC in Nederland, nadat de minister van<br />

VROM, Tineke Huizinga liet weten dat PEFC is geaccepteerd<br />

voor het inkopen van duurzaam hout en papier door de<br />

overheid. “Beide labels zijn evengoed en met ons doel, het<br />

bereiken van duurzaam bosbeheer en dat aantoonbaar maken<br />

met een goede ‘Chain of Custody’ zijn we gelijk.”<br />

Verschillend<br />

Lange tijd is FSC (Forest Stewardship Council) gelijkgesteld met<br />

duurzaam hout en gezien als enige organisatie die staat voor<br />

certificering en de enige organisatie met een eigen keurmerk.<br />

Dat had vooral te maken met de publiekscampagnes waarmee<br />

gebruik van FSC-hout werd gepropageerd. Bovendien<br />

werden en worden die campagnes publiekelijk ondersteund<br />

door wereldwijde instellingen als het WNF, Greenpeace, en<br />

Milieudefensie. Daarmee kan de in 1993 opgerichte stichting<br />

FSC gezien worden als een organisatie die met de steun<br />

van de ‘brede milieubeweging’ en ontwikkelingsorganisaties<br />

opereert en één gemeenschappelijke standaard hanteert<br />

waaraan het FSC-hout moet voldoen.<br />

Internationaal<br />

Maar daarnaast bestaan mondiaal ook diverse andere<br />

nationale certificeringssystemen die lang niet die aandacht<br />

kregen als FSC. Daarom werd in 1999 PEFC opgericht, een<br />

internationale overkoepelende organisatie voor nationale<br />

certificeringssystemen. De standaarden voor duurzaam<br />

bosbeheer worden door PEFC per land opgesteld in<br />

overeenstemming met alle relevante partijen. De internationale<br />

PEFC Council toetst of deze standaarden voldoen aan de PEFC<br />

meetlat die wordt onderschreven door 149 landen wereldwijd.<br />

PEFC is met ruim 225 miljoen hectare gecertificeerd bos in<br />

20 landen het grootste certificeringssysteem voor duurzaam<br />

bosbeheer. FSC vertegenwoordigd wereldwijd ruim 133<br />

miljoen hectare gecertificeerd bos in 81 landen.<br />

18 augustus 2010 augustus 2010 19<br />

Foto: W. ellenbroek


Bron: Mark van Benthem, probos<br />

“FSC is een internationale organisatie, een brede<br />

coalitie, en staat voor de hoogste standaard op<br />

het gebied van verantwoord bosbeheer en de<br />

handel in ‘goed’ hout en papier”, zegt directeur<br />

Bart van der Linden van de stichting FSC<br />

Nederland.<br />

“FSC is ook het enige bosbeheersysteem ter wereld met een<br />

zogenaamde ‘3-kamerstructuur’. De eerste kamer bestaat<br />

uit representanten van de internationale milieubeweging; de<br />

tweede uit representanten uit het internationale bedrijfsleven,<br />

met name de commerciële bosbeheerders en de derde kamer<br />

uit een vertegenwoordiging van internationale vakbeweging<br />

en ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties. Samen hebben<br />

zij bepaald wat goed bosbeheer is”, aldus Van der Linden.<br />

“Naast de milieuorganisaties wordt FSC ook gesteund door<br />

koepelorganisaties van branches als woningbouwverenigingen<br />

en bouwondernemingen in Nederland”, vertelt de directeur<br />

van FSC Nederland.<br />

Certificeringssysteem<br />

Volgens Bart van der Linden staat de FSC-standaard voor:<br />

verantwoord bosbeheer, het recht doen aan ecologie en<br />

sociale ontwikkeling voor zowel de huidige als toekomstige<br />

generaties in een gezond economisch model. “Want het moet<br />

wel levensvatbaar zijn. Met die standaard in de hand trachten<br />

wij tegelijkertijd een markttransformatie te bewerkstelligen die<br />

leidt tot een grotere vraag naar FSC-gecertificeerd hout en<br />

dus verbeterd bosbeheer op mondiale schaal. Wij bieden onze<br />

standaard aan boseigenaren en bosbeheerders aan met de<br />

belofte dat als zij het beheer op onze manier doen, wij ervoor<br />

zorgen dat de afzetmogelijkheden (voor verantwoord FSC-hout)<br />

worden vergroot. Samen met de bij ons aangesloten partijen<br />

proberen wij de standaard continu het hoogst, het best en<br />

het meest verantwoord te laten zijn, proberen wij kennis over<br />

te dragen aan professionals en consumenten en de markten<br />

te veranderen door mensen uit te leggen dat er op het gebied<br />

van bosbeheer in de wereld iets heel ernstigs aan de hand is.<br />

Daarin verschillen wij bijvoorbeeld heel sterk van PEFC dat geen<br />

certificeringssysteem hanteert, maar een endorsement systeem;<br />

het goedkeuren van reeds bestaande certificeringssystemen.”<br />

Ook het Maleisische keurmerk MTCS is via dit endorsement<br />

systeem bij PEFC ondergebracht. Onlangs spraken grote milieu-<br />

en ontwikkelingsorganisaties nog hun bezwaren en zorgen over<br />

dit keurmerk uit bij het ministerie van VROM. Dit gebeurde nadat<br />

het erop leek dat dit keurmerk, onder de vleugels van PEFC<br />

International, goedgekeurd zou worden voor toepassing binnen<br />

het Duurzaam Inkoop Beleid van de overheid.<br />

Uitsluiten conversie<br />

FSC richt zich niet alleen op tropisch hardhout, maar ook op<br />

temperate en boreale bossen, dus zacht- en hardhout uit de<br />

hele wereld en de productie van pulp voor papierproducten.<br />

Uniek aan de FSC-standaard is volgens Van der Linden ook<br />

dat deze aanpak conversie uitsluit: het omhakken van bossen<br />

om daar plantages van te maken. “Maar onze standaard sluit<br />

ook genetische modificatie uit, het gebruik van pesticiden en<br />

vermenging met illegaal materiaal. Er zijn systemen waar je<br />

nog wel een beetje bij mag gooien; dat mag bij FSC absoluut<br />

niet.” Van der Linden benadrukt dat FSC actief gericht is op<br />

nieuwe concessies, nieuwe bossen die onder goed beheer<br />

zijn gebracht. “Dus niet ‘iets bestaands’ de zegen geven.<br />

Nee, actief werken aan bossen om ze onder beter beheer<br />

te krijgen en tot een hoge standaard te brengen. Door<br />

traditionele markten te veranderen naar duurzame markten -<br />

waarin duurzame handel de norm is – denken wij het areaal<br />

van goed beheerde bossen verder te kunnen vergroten.”<br />

“Nederland is een van de grootste hardhoutverhandelende<br />

naties van Europa en kan daarom, inclusief de houtbranche<br />

zelf, actief veel doen om fout hout uit te bannen. Wat dat betreft<br />

is de nieuwe EU-wetgeving voor een enorme steun in de rug.<br />

Deze wetgeving houdt in dat de persoon of instantie die hout<br />

van buiten de EU importeert moet aantonen dat het van een<br />

bekende legale en niet-controversiële bron afkomstig is. Tot<br />

op dit moment mag je in Nederland nog straffeloos illegaal<br />

gekapt hout verhandelen. Per 2015 is dat echter voorbij en<br />

dat zal een grote, positieve invloed hebben op de Europese<br />

markt en ook daarbuiten omdat houtproducerende landen<br />

van buiten de EU de afzet van illegaal hout zien slinken.”<br />

50 procent fout hout<br />

Volgens Van der Linden is het nog heel moeilijk om in te<br />

schatten hoeveel van het hout dat in Nederland wordt<br />

verhandeld fout hout is. “Ik denk dat we kunnen spreken<br />

van zo’n 50 procent gemiddeld.<br />

Als je een indeling aanhoudt van<br />

naaldhout, tropisch hardhout en<br />

plaatmateriaal, scoort naaldhout<br />

relatief goed en tropisch hout relatief<br />

slecht. Maar je kunt stellen dat van<br />

de helft van het hout dat in Nederland<br />

wordt verhandeld, de leverancier in Nederland geen idee<br />

heeft waar het vandaan komt. Daarom doen wij er bij de<br />

markttransformatie alles aan om de handelsketen van bos<br />

naar bouw helemaal bloot te leggen, transparant te maken.<br />

Daar doen wij niet geheimzinnig over. Daarom is het ‘Chain<br />

of Custody’ certificaat ook zo belangrijk. Daarmee kan de<br />

koper via een keten van rechten enige garantie krijgen dat de<br />

aanbieder van het hout, de verkoper, dit ook weer betrokken<br />

heeft uit een gecertificeerde, beoordeelde bron.”<br />

Chain of Custody<br />

Van der Linden geeft het voorbeeld van een projectontwikkelaar<br />

voor woningcorporaties waar hij onlangs mee te maken heeft<br />

gehad: “Die doet alleen zaken met FSC-gecertificeerde<br />

aannemers. Die kunnen bijvoorbeeld alleen hun kozijnen laten<br />

maken in timmerfabrieken die een Chain of Custody hebben,<br />

die dus hun hout inkopen van houtproducenten met een eigen<br />

bos dat volgens de FSC-standaard beheerd wordt. Op die<br />

‘Tot op dit moment mag<br />

je in Nederland nog<br />

straffeloos illegaal gekapt<br />

hout verhandelen’<br />

manier is de keten zo waterdicht als maar kan.”<br />

Op de vraag of illegaal, niet gecertificeerd hout ook aanmerkelijk<br />

goedkoper wordt aangeboden, geeft de directeur van FSC<br />

Nederland de vergelijking met de fiets die iemand om twee<br />

uur ’s nachts, komend uit de kroeg, op straat koopt voor een<br />

prikkie. “Maar we merken een heel positieve ontwikkeling dat,<br />

en dat geldt ook voor de houthandel en de houtverwerkende<br />

industrie, iedereen weet dat ze hun ‘fiets’ gewoon bij de<br />

‘fietsenmaker’ moeten kopen omdat ze toch zullen moeten<br />

kunnen aantonen waar het hout vandaan komt.”<br />

Houtmaffia?<br />

“Ja, er is ongetwijfeld een houtmaffia actief in de mondiale<br />

houthandel”, antwoordt Van der Linden desgevraagd. “Ik heb<br />

zelf vijftien jaar lang in de houtsector, bij een multinational<br />

gezeten in Afrika, het Verre Oosten en Zuid-Amerika.<br />

De houtsector wordt internationaal voor een groot deel<br />

gedomineerd door de maffia. Er staan grote belangen op het<br />

spel, er wordt veel geld mee verdiend.”<br />

Nee, regelrechte bedreigingen aan zijn adres heeft hij niet<br />

meegemaakt, maar ter illustratie geeft Van der Linden het<br />

voorbeeld van de gang van zaken rond een groot project,<br />

The Borneo Initiative, dat samen met het ministerie voor<br />

Ontwikkelingssamenwerking is gestart, gericht op FSCcertificering<br />

van tropisch regenwoud op Borneo, Sulawesie en<br />

Sumatra. “Als je ziet hoe lang het duurt voordat marktpartijen,<br />

de multinationals, een besluit nemen, hoeveel weerstand je<br />

ondervindt, hoeveel moeite er wordt gedaan om bijvoorbeeld<br />

de horizon op 25 in plaats van drie jaar te leggen. Allemaal erg<br />

duister en te triest voor woorden. De invoering van serieus<br />

bosbeheer gaat zo gruwelijk langzaam en de ontbossing in<br />

zo’n hoog tempo. Ik kan mij daar wel eens over opwinden.<br />

Ook over opmerkingen van sommige houthandelaren die mij<br />

soms uitmaken voor een FSC-taliban en klagen dat het ze<br />

allemaal te veel gaat kosten. Het gaat<br />

hen alleen om geld, terwijl duurzaam<br />

bosbeheer veel meer vliegen in één<br />

klap slaat: nog los van het mondiale<br />

milieu, biedt het op kleinere schaal<br />

in andere delen van de wereld een<br />

overlevingskans, een middel van<br />

bestaan, wordt mensen een perspectief geboden, kan<br />

onderwijs worden opgezet en medische voorzieningen.”<br />

Overheid als aanbesteder<br />

Tenslotte benadrukt de directeur van FSC Nederland dat<br />

het van groot belang is dat de overheid als aanbesteder,<br />

ook krijgt wat ze vraagt. Een waarschuwing dus. “Wij zijn er<br />

ontzettend scherp op en worden ook ontzettend boos als de<br />

houtsector zich in allerlei bochten wringt, met hele verhalen<br />

en smoesjes komt dat het hout wat zij levert net zo goed is als<br />

FSC -gecertificeerd hout. Het komt ook nogal eens voor dat<br />

een opdracht wordt aangenomen, maar dat achteraf blijkt dat<br />

heel iets anders is geleverd. Daar moet de overheid zich goed<br />

van vergewissen.”<br />

20 augustus 2010 augustus 2010 21


Bron: peFc nederland<br />

“Het grote voordeel van PEFC is dat het een<br />

overzicht heeft geschapen in de wirwar van de<br />

vele certificeringen die internationaal al langer<br />

op de markt zijn. Vele afnemers zagen door de<br />

bomen het bos niet meer, laat staan dat men uit<br />

alle bestaande labels met zekerheid kon afleiden<br />

of zij daadwerkelijk stonden voor duurzaam<br />

bosbeheer.<br />

FSC heeft de afgelopen 10 tot 15 jaar juist sterk en goed<br />

gecommuniceerd over hun duurzaamheidscertificaat, waardoor<br />

andere labels, die ook voor duurzaamheid staan,<br />

nauwelijks bekend waren.” Dat zegt Kees Boon, voorzitter van<br />

PEFC Nederland. Het verschil tussen FSC en PEFC beschrijft<br />

hij als volgt: “FSC heeft een bepaalde benadering ten aanzien<br />

van duurzaam bosbeheer en die is verder prima, niets mis mee.<br />

Maar het begrip duurzaam bosbeheer is altijd een subjectief<br />

begrip. Er is geen wet op duurzaamheid, er is geen rekenboek<br />

waarin staat hoe je duurzaamheid kunt uitrekenen. Er bestaat<br />

geen harde definitie van. Dat is in onze ogen ook logisch want<br />

er bestaan allemaal verschillen: in landen, in biodiversiteit, ecologie,<br />

klimaat, wetgeving en mensen. In elk land wordt het<br />

begrip duurzaamheid weer op een andere manier ingevuld en<br />

ingekleurd.”<br />

Bottum up<br />

PEFC haakt in op de vele duurzaamheidsinitiatieven over de<br />

hele wereld, zegt Boon. “In veel landen wordt de behoefte<br />

gevoeld om bosbeheer aan condities van duurzaamheid te<br />

binden en dat herkenbaar te maken. Wat PEFC doet, is daar<br />

overzicht in te scheppen door alle systemen die dat wensen,<br />

die onder het label PEFC op de markt willen komen, te toetsen<br />

aan de maatstaven van PEFC. Maatstaven die dus algemeen<br />

worden geaccepteerd. Dat is dus een geheel andere<br />

benadering dan FSC die ‘top-down’ werkt. FSC zegt: ‘dit is de<br />

standaard en daar moet u aan voldoen’. PEFC werkt precies<br />

andersom. Die zegt: ‘u heeft zelf een standaard gedefinieerd<br />

in uw land. Prima, wij toetsen of het voldoende goed is om<br />

aan onze voorwaarden te voldoen. Als dat het geval is, mag u<br />

uw producten onder het PEFC-label op de markt brengen’.”<br />

Wildgroei teruggebracht<br />

Volgens Boon hebben inmiddels 27 verschillende landen<br />

hun certificeringssysteem door PEFC International met<br />

succes laten toetsen. “De wildgroei is daarmee aanzienlijk<br />

teruggebracht en het overzicht op de markt is er veel<br />

eenvoudiger op geworden. Let wel, PEFC is niet meer<br />

dan een systeem van beoordeling van certificaten van<br />

boseigenarenorganisaties uit verschillende landen op de<br />

wereld. Ooit in Europa begonnen en gesteund door de<br />

houtindustrie bleek ons initiatief zo succesvol, dat vele<br />

andere landen er ook bij wilden horen.”<br />

Boon is ervan overtuigd dat beide labels (FSC en PEFC)<br />

evengoed zijn, ook omdat de doelstelling hetzelfde is namelijk<br />

het bereiken van duurzaam bosbeheer en het realiseren<br />

van een goede ‘Chain of Custody’. “De EU is al eerder<br />

akkoord gegaan met ons systeem en verschillende andere<br />

landen ook. En sinds een kleine twee<br />

maanden dus ook de Nederlandse<br />

overheid, want in Nederland doen<br />

ze alles anders en beter dan de rest<br />

van de wereld. Daar moest weer<br />

een aparte commissie (TPAC) word<br />

en ingesteld, maar die is dus alsnog<br />

akkoord gegaan met de PEFCmethodiek”,<br />

aldus Boon enigszins sceptisch.<br />

Kritiek<br />

Boon bevestigt desgevraagd dat zijn organisatie geheel achter<br />

het certificeringssysteem staat van FSC, maar dat andersom<br />

nogal eens kritiek te beluisteren valt. “Ik denk dat dat vooral<br />

met de cultuurverschillen te maken heeft en dan vooral de<br />

internationale organisaties achter FSC die op een wat andere<br />

manier naar de wereld kijken. Prima, maar waar het uiteindelijk<br />

om gaat is hoe de markt en de overheden erop reageren.”<br />

‘Het is niet het doel van<br />

PEFC om ten koste van<br />

FSC marktaandeel te<br />

winnen’<br />

De gevoeligheid wordt het beste geïllustreerd door het bezwaar<br />

dat door NGO’s is ingediend tegen het besluit van TPAC om<br />

het Maleisische keurmerk MTCS goed te keuren volgens<br />

de inkoopeisen van de Nederlandse overheid. De bezwaren<br />

richten zich vooral op het gegeven dat hier sprake zou zijn van<br />

conversiebossen. Totdat een definitieve uitspraak is gedaan,<br />

mag dit hout niet door overheidsinkopers worden ingekocht.<br />

Prijsverschil?<br />

FSC en PEFC zijn concurrenten. Uit zich dat ook in prijsverschil?<br />

Boon: “ Dat zou ik niet zo snel zeggen. Enerzijds is tweederde<br />

van het gecertificeerde hout op<br />

de Nederlandse markt afkomstig<br />

van PEFC en een derde van FSC<br />

certificering. Dat heeft alles te maken<br />

met het feit dat Nederland zijn hout<br />

voornamelijk vanuit het buitenland<br />

betrekt. En de verhouding van PEFC<br />

en FSC gecertificeerd bosareaal is<br />

2:1. De praktijk is dat voor het hout van het noordelijk halfrond<br />

(eiken en naaldhout) in het algemeen niet zoveel prijsverschil<br />

bestaat tussen gecertificeerd en niet gecertificeerd hout. Ten<br />

aanzien van tropisch hout is dat verschil wel groter en dat heeft<br />

vooral te maken met het feit dat nogal wat van stal gehaald<br />

moet worden om daar bossen gecertificeerd te krijgen. Het<br />

aanpassen van bosbeheer en het certificeren zelf kost geld.<br />

Dat is voor FSC en PEFC niet anders. Aan de andere kant<br />

is het zo dat er in geval van PEFC eerder sprake zal zijn van<br />

een vrijwel gelijkblijvende prijs dan voor FSC; een kwestie van<br />

vraag en aanbod op de markt. Daar waar veel vraag is naar<br />

FSC en er is weinig aanbod, zal de prijs stijgen. Zo werkt dat in<br />

de wereld. Dus als er gevraagd wordt naar FSC gecertificeerd<br />

grenen of eiken, is de kans dat je iets meer moet betalen<br />

groter dan bij PEFC; stomweg omdat er meer PEFC grenen<br />

en eiken op de markt voorhanden is.”<br />

EU-wetgeving<br />

Hoewel concurrenten met verschillende insteek en achtergronden<br />

zegt Kees Boon zelf zeker ook gedreven te zijn door<br />

een stuk idealisme. “Hoe meer de vraag naar gecertificeerd<br />

hout wordt gestimuleerd, hoe beter dat is voor duurzaam<br />

bosbeheer en alle voordelen die daar voor mens en milieu<br />

aan vast kleven. Wat dat betreft is de nieuwe EU-wetgeving<br />

die invoer van illegaal hout moet beperken uitstekend, want<br />

legaliteit is de basisvoorwaarde voor duurzaamheid. En als<br />

vereniging PEFC Nederland verhandelen en verkopen wij<br />

helemaal niets. Wij zorgen alleen dat het label PEFC herkend<br />

en erkend wordt en wij geven support aan degene die het Chain<br />

of Custody-certificaat wenst te hebben. Wij sluiten daarvoor<br />

overeenkomsten met certificerende instellingen die ons label<br />

mogen hanteren. Het zijn de geaccrediteerde certificerende<br />

instellingen die beslissen of een bedrijf een certificaat krijgt of<br />

om wat voor reden dan ook wordt afgenomen”, aldus Boon.<br />

En tenslotte: ”Het is niet het doel van PEFC om ten koste van<br />

FSC marktaandeel te winnen. Ons doel is om meer hout en<br />

papier uit goed beheerde bossen op de Nederlandse markt<br />

te krijgen. Wij zijn tevreden als dat aandeel, van PEFC en<br />

FSC samen, 100 procent is. Uiteindelijk zijn we pas écht<br />

tevreden als alle bossen op een verantwoorde wijze beheerd<br />

worden.”<br />

22 augustus 2010 augustus 2010 23<br />

Bron: Mark van Benthem, probos


‘certificering toont aan<br />

dat het hout uit een goed<br />

beheerd bos komt’<br />

Tekst: olav lammers<br />

“Wij staan heel positief tegenover certificering, mits het een voldoende hoge standaard kent, dat<br />

het ook werkelijk goed bosbeheer garandeert. Het is bovendien een van de weinige middelen die<br />

we hebben om aan te tonen dat het hout ook uit een goed beheerd bos komt en alle tussenliggende<br />

schakels dicht zijn”, zo stelt Mark van Benthem van Probos.<br />

Het kennis en innovatiecentrum stichting Probos, zet<br />

zich in voor bosuitbreiding in zowel Nederland als daar<br />

buiten, maar vooral voor een goede functievervulling<br />

van het bos. Een van de activiteiten van Probos is het<br />

bijhouden van statistieken voor het Nederlandse bos en het<br />

houtgebruik in Nederland. Verder worden trainingen gegeven<br />

aan bosbeheerders, zoals medewerkers van Staatsbosbeheer,<br />

waarbij ondermeer de cultuurhistorie van bepaalde bossen en<br />

zaken als biodiversiteit aan de orde komen.<br />

Van Benthem vertelt dat Nederland 92 procent van zijn<br />

hout importeert. “En dat trekt een zware wissel op de<br />

bossen elders. Dan is het wel belangrijk dat je weet dat<br />

het uit een goed beheerd bos komt. In die zin zijn wij ook<br />

verheugd met de Toetsingscommissie Inkoop Hout (TPAC),<br />

die namens de overheid richtlijnen heeft gesteld waaraan<br />

certificeringsystemen dienen te voldoen en de systemen ook<br />

daaraan toetst.”<br />

Samenwerking Bouwend Nederland<br />

Van Benthem legt uit dat Probos heel direct te maken heeft<br />

met certificering. Enerzijds omdat Probos veel projecten<br />

uitvoert op het vlak van duurzaam houtgebruik en ook actief<br />

is in het promoten van gebruik van gecertificeerd hout. Zo<br />

wordt bijvoorbeeld samengewerkt met Bouwend Nederland<br />

om de keten van bos naar consument zo goed mogelijk dicht<br />

te timmeren. Van Benthem: “Wij informeren de achterban,<br />

dus bouwbedrijven in Nederland, dat zij ook een belangrijke<br />

schakel zijn in die keten. Dat werd tot voor kort nog niet echt<br />

ingezien door de bouwbedrijven. Verder is Probos al zo’n vier<br />

jaar bezig om inkopers van de overheid binnen het project<br />

‘Hout: op naar 100 procent duurzaam inkopen’ te informeren.<br />

Het inkoopbeleid was lange tijd onduidelijk. Men kent eigenlijk<br />

voornamelijk FSC, maar er is dus ook meer. En belangrijker: wij<br />

trainen hen in het daadwerkelijk invullen van het beleid. Verder<br />

geven wij updates uit en verspreiden die onder inkopers die<br />

met hout te maken hebben.”<br />

Slechte naam<br />

In de houtsector is veel geld verdiend en daar is ook door<br />

minder prettige partijen op ingesprongen, constateert Van<br />

Benthem. “Dat heeft de houtsector voor een deel een slechte<br />

naam bezorgd en het product hout zelf ook. Dat is zonde, want<br />

er zijn maar weinig dusdanig milieuvriendelijke materialen als<br />

hout. Bovendien zet de sector momenteel goede stappen.<br />

Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, het is ook van belang dat<br />

wij hout uit de tropen blijven gebruiken, mits aantoonbaar uit<br />

goed beheerde bossen. Het is namelijk belangrijk dat bossen<br />

een waarde - in dit geval geldelijk - vertegenwoordigen, zodat<br />

de kans dat het bos wordt omgevormd naar andere vormen<br />

van landgebruik minder groot is.”<br />

Van Benthem waarschuwt ook voor de vele fabeltjes die de<br />

ronde doen over duurzaam hout. “Inkopers worden vaak op het<br />

verkeerde been gezet met allerlei verhalen. Als zij bijvoorbeeld<br />

op pad gaan voor FSC, wordt hen houtsoorten met een ander,<br />

onbekend keurmerk aangeboden met het verhaal dat het net<br />

zo duurzaam is. Of een verhaaltje als: ‘dit hout komt niet uit<br />

de tropen, dus is het duurzaam’. Het is dus zeer belangrijk dat<br />

een inkoper van wanten weet en bij voorkeur zaken doet met<br />

CoC-gecertificeerde (Chain of Custody) bedrijven. Alleen zij<br />

mogen daadwerkelijk claimen duurzaam gecertificeerd hout<br />

te leveren. Zij worden daarop ook gecontroleerd en zij kennen<br />

de weg.”<br />

Integreren in contract<br />

Volgens Van Benthem zou de voorwaarde voor het leveren van<br />

gecertificeerd hout geïntegreerd moeten worden in contracten.<br />

“Als je dus het juiste bestek op de markt brengt en een bedrijf<br />

schrijft zich in op dat bestek, betekent dat dat hij zich ook<br />

moet conformeren aan dat bestek. En op het moment dat hij<br />

zich niet aan het bestek houdt, houdt hij zich dus niet aan de<br />

opdracht en kun je hem daar verantwoordelijk voor stellen.<br />

Hout is een van de vele materialen die wellicht voorbij komen in<br />

zo’n contract. Het kan dus best lastig zijn bij een groot contract<br />

daar goed toezicht op te houden. De kennis over hoe te<br />

controleren of wat gevraagd wordt, ook is geleverd, neemt vlot<br />

toe. Bovendien wordt er naar andere manieren van controleren<br />

gekeken, bijvoorbeeld om bij een accountantscontrole ook<br />

duurzaam geproduceerd hout mee te nemen.”<br />

Een ander hardnekkig fabeltje, vooral onder particulieren, zo<br />

vervolgt Van Benthem zijn verhaal, is dat gecertificeerd hout<br />

ook per definitie kwalitatief beter is. “Op het moment dat het<br />

een certificaat heeft van duurzaam bosbeheer, zegt het alleen<br />

dat het afkomstig is uit een goed beheerd bos. Het zegt echter<br />

niets over kwaliteit, zelfs niet of het milieuvriendelijk is of niet.”<br />

Prijsverschil kleiner<br />

Van Benthem constateert verder dat het prijsverschil tussen<br />

wel of niet gecertificeerd hout steeds kleiner wordt. “Voor<br />

naaldhout en plaatmaterialen met certificaat is er nauwelijks<br />

nog sprake van een meerprijs. Voor hardhout uit de tropen en<br />

enigszins ook uit de gematigde zone kan er wel degelijk sprake<br />

zijn van een meerprijs die 10-25 procent hoger kan liggen. Dus<br />

dat is aanzienlijk. Maar het is ook wel weer belangrijk om je te<br />

realiseren dat het puur om de kostprijs van de grondstof hout<br />

gaat. Dat is vaak maar een minimaal aandeel in het geheel, en<br />

er is netjes belasting over betaald, eerlijke lonen, et cetera. Het<br />

is dus niet zo vreemd dat het inderdaad wat duurder is. Maar<br />

het besluit van de EU om illegaal hout te weren, is een prachtige<br />

ontwikkeling. Hoewel het nog wel even op zich laat wachten.<br />

Het is heel belangrijk dat aantoonbaar goed geproduceerd<br />

hout, niet langer hoeft te concurreren met illegaal hout en er<br />

een eerlijk speelveld ontstaat. Heel belangrijk, want als het<br />

prijsargument wegvalt, wil iedereen natuurlijk het liefst een<br />

duurzaam product.”<br />

Prestatie-eis<br />

Ook gerelateerd aan de prijs, is het volgens Van Benthem<br />

belangrijk dat in de besteksbepalingen geen specifieke<br />

houtsoort wordt voorgeschreven, maar dat wordt uitgegaan<br />

van een prestatie-eis waaraan het hout zou moeten voldoen.<br />

“Wat je heel lang hebt kunnen zien en wat nog steeds veel<br />

voorkomt, is dat bijvoorbeeld gevraagd wordt om FSC Meranti.<br />

Dat is pas recent beschikbaar en omdat iedereen erom vraagt,<br />

betaal je de hoofdprijs. Zeker als je voor vol hout gaat. Maar er<br />

zijn veel houtsoorten die voor diezelfde toepassing ook geschikt<br />

zijn, en prijstechnisch mogelijk veel interessanter. Dat is ook<br />

veel beter voor het bos, want met duurzaam bosbeheer kijk je<br />

naar wat het bos kan leveren, in plaats van dat je roofbouw<br />

pleegt op een beperkt aantal soorten. De recent ontwikkelde<br />

houtdatabase (www.houtdatabase.nl) is daarbij een handig<br />

hulpmiddel. Meranti en Merbau zijn klassieke houtsoorten die<br />

al decennia lang gebruikt worden voor kozijnen, deuren, maar<br />

worden wel steeds schaarser. De houtsector is in de regel<br />

een vrij traditionele sector. Men is altijd gewend geweest<br />

ermee te werken en veel timmerfabrieken blijven eraan<br />

vasthouden. In de GWW-sector is dat gelukkig al sterk aan het<br />

veranderen.”<br />

24 augustus 2010 augustus 2010 25<br />

Bron: Mark van Benthem, probos


Meer FSc-bos in de tropen<br />

dankzij groeiende vraag<br />

Steeds meer opdrachtgevers vragen om hout dat<br />

aantoonbaar afkomstig is uit goed beheerde bossen,<br />

hout met een keurmerk. Een belangrijk signaal<br />

en nog steeds keihard nodig. Immers, nog steeds<br />

verdwijnt iedere twee seconden een stuk bos ter<br />

grootte van een voetbalveld, jaarlijks 13 miljoen hectare,<br />

of wel ruim driemaal Nederland. Met de keuze<br />

voor FSC-gecertificeerd hout weten opdrachtgevers<br />

zich deel van de oplossing in plaats van deel<br />

van het probleem. Maar werkt het ook echt? Leidt<br />

een grotere vraag naar goed hout hier tot beter bosbeheer<br />

elders in de wereld?<br />

Neem als voorbeeld Borneo. Borneo is het op twee na<br />

grootste eiland ter wereld, statenkundig verdeeld tussen<br />

Indonesië, Maleisië en Brunei, en nog steeds één van<br />

de belangrijkste natuurgebieden ter wereld. Op het eiland<br />

komen grote stukken ongerept regenwoud voor, leefgebied van<br />

de orang-oetan, de dwergolifant en talrijke andere bijzondere<br />

zoogdieren, vogel- en plantensoorten. Aan het begin van de<br />

twintigste eeuw was vrijwel het gehele eiland bedekt met<br />

bos. Nu, ruim een eeuw later is een aanzienlijk deel van dat<br />

bos verdwenen (zie kaart). Commerciële houtkap draagt bij<br />

aan bosdegradatie en ontbossing. Een aantal commercieel<br />

belangrijke hardhoutsoorten die in Nederland gebruikt worden<br />

komt er vandaan: bangkirai, keruing (damwanden, loopdekken)<br />

en meranti (kozijnen).<br />

The Borneo Initiative<br />

“Het mag niet zo zijn dat als wij hier huizen bouwen of steigers<br />

aanleggen, dat dat ten koste zou gaan van onvervangbaar<br />

tropisch bos. Dat was de leidende gedachte achter de oprichting<br />

van The Borneo Initiative in 2008“, legt Dammy Evertse uit,<br />

bestuurslid van genoemde stichting en in het dagelijks leven<br />

commercieel directeur van DPW van Stolk Holding. “The<br />

Borneo Initiative is een platform van bedrijven dat fondsen werft<br />

en direct investeert in FSC-bosbeheer. BAM en Bouwfonds<br />

zijn naast de Nationale Postcode Loterij, het Ministerie van<br />

Buitenlandse Zaken en woningcorporaties belangrijke donoren.<br />

Met het geld willen we het oppervlak FSC-gecertificeerd bos<br />

26 augustus 2010<br />

in Indonesië doen groeien van een miljoen hectare eind 2009<br />

tot vijf miljoen in 2015. Dit jaar hebben we met in totaal dertien<br />

boseigenaren overeenkomsten getekend voor FSC-certificering<br />

van hun bosbezit. Daarmee kunnen we in de komende twee jaar<br />

het oppervlak FSC-bos uitbreiden met 1,4 miljoen hectare”.<br />

Aanbod en vraag<br />

Evertse stelt dat je er met FSC-certificering van bos nog niet<br />

bent. “Het FSC-hout heeft ook een bestemming nodig. Daarbij<br />

adviseren we de boseigenaren in Indonesië. En samen met FSC<br />

Nederland zorgen we ervoor dat opdrachtgevers, bijvoorbeeld in<br />

de GWW-sector, in Nederland gemobiliseerd worden en dat ze<br />

krijgen waar ze om vragen: hout met het FSC-keurmerk. Zie alle<br />

convenanten met aannemers, woningcorporaties, gemeenten en<br />

waterschappen. Daarmee brengen we het hout uit Borneo in de<br />

bouwprojecten en is de cirkel rond.” Inmiddels zijn er op andere<br />

continenten soortgelijke projecten. Hoe denkt Evertse daarover?<br />

“We prijzen ons gelukkig dat ons initiatief gekopieerd wordt.<br />

Voor Zuid-Amerika bestaat The Amazon Alternative en voor<br />

Afrika is men druk doende The African Perspective van de grond<br />

te tillen. Wij beschouwen dat als loten van dezelfde stam.”<br />

Meer informatie:<br />

www.theborneoinitiative.org<br />

Foto: W. ellenbroek<br />

DAAROM KIEST<br />

WATERSCHAP VELUWE<br />

VOOR FSC<br />

www.fsc.nl<br />

Forest Stewardship Council<br />

Als waterschap werken we met publiek geld. Dan moet<br />

je je extra bewust zijn van de vraag waaraan we het uitgeven.<br />

Wat we inkopen moet niet alleen aansluiten op<br />

onze eigen bestekseisen, maar ook op mondiale visies<br />

en afspraken. Dan moet je je realiseren dat keuzes die<br />

we hier maken gevolgen hebben voor (leef)milieu- en<br />

arbeidsomstandigheden elders in de wereld.<br />

Bij het werken aan water gebruiken wij veel hout in<br />

bijvoorbeeld beschoeiingen, damwanden, bruggen en<br />

andere kunstwerken. Bij het inkopen willen we een<br />

duurzame keuze maken, die invloed heeft. Uitgangspunt<br />

voor het inkoopbeleid van Waterschap Veluwe is<br />

dan ook dat wij, onze aannemers en toeleveranciers<br />

gebruik maken van hout met het FSC-keurmerk.<br />

Daar selecteren we op.<br />

Ir. Gert Verwolf,<br />

Dijkgraaf Waterschap Veluwe


Peter Swager van Foreco:<br />

‘Duurzaam bosbeheer kwestie van lange adem’<br />

Tekst: olav lammers<br />

De lobby voor ‘goed’ hout loopt niet sinds gisteren. Peter Swager, eigenaar van het houtbewer-<br />

kingbedrijf Foreco, heeft de discussie van goed en fout hout van begin af aan meegemaakt en is<br />

tevreden met de wijze waarop het nu in Nederland is geregeld. “TPAC, de Toetsingscommissie<br />

Inkoop Hout die voor VROM houtcertificatiesystemen toetst, is super deskundig en nergens in de<br />

wereld is het zo goed geregeld als hier in Nederland.”<br />

Swager stelt dat er met FSC en PEFC twee grote en<br />

belangrijke certificaten zijn. ”Ik ben ervan overtuigd<br />

dat er nog wel een aantal zal bijkomen. In een paar<br />

ontwikkelingslanden wordt hard gewerkt aan certificering van<br />

vooral hardhout en die komen vast<br />

wel met een acceptabel systeem<br />

dat de goedkeuring van TPAC zal<br />

krijgen.” Swager heeft iets met<br />

hout op een goede manier. Vorig<br />

jaar mei ontving hij nog uit handen<br />

van toenmalig minister Cramer van VROM de Nederlandse<br />

versie van de Europese Milieu Pers Prijs 2009 (EEP Award)<br />

voor de ontwikkeling van NobelWood, het eerste duurzame<br />

houtproduct dat middels briomodificatie is vervaardigd.<br />

Over de geschiedenis vertelt hij: “Zo’n twintig jaar<br />

geleden kwam het schrikbeeld van de sloop van het<br />

tropisch regenwoud tot ons. We dachten allemaal, met de<br />

milieuorganisaties voorop, dat het zo niet langer kon. En<br />

terecht! Maar wij begrepen ook al snel dat, als je daar vandaan<br />

‘We hebben als Nederland,<br />

als Europa en ook als de VS<br />

een gidsfunctie’<br />

daarom geen hout meer zou kopen, je in wezen met de rug<br />

naar de wereld gaat staan en helemaal geen oplossing biedt.<br />

Door het te regelen, door certificering in te stellen, moest<br />

een goed gereguleerde houtoogst te realiseren zijn. Dat is<br />

goed voor het behoud van het bos<br />

en je houdt daarmee binding met<br />

het gebied en de bevolking. Dat<br />

waren de uitgangspunten, twintig<br />

jaar geleden.”<br />

Teveel van het goede<br />

Gedreven vertelt hij verder: “Ik weet nog van de introductie<br />

van het FSC-certificaat. Toen het bekendste certificaat ter<br />

wereld. Dat was toen vooral opgezet voor hout uit de tropen.<br />

Maar toen werd ook gedacht van: we moeten wel het goede<br />

voorbeeld geven als we tegen de mensen in Brazilië gaan<br />

zeggen hoe ze het moeten doen. Dus kreeg je ook een FSCcertificaat<br />

voor EU-hout. Dat is op zich natuurlijk goed,<br />

maar wat we allemaal wel weten, is dat binnen de EU bos<br />

28 augustus 2010 augustus 2010 29


al eeuwen goed wordt beheerd. Het was misschien wel een<br />

beetje veel van het goede. Bovendien bestond er binnen de<br />

EU al lang een ander certificaat, van PEFC en echt gericht<br />

op hout in de gematigde zone; in onze wereld. Je kreeg toen<br />

tegelijkertijd wel zoiets van: ‘wat nu wel en wat niet’. Maar de<br />

Nederlandse overheid is daar goed op ingesprongen door de<br />

instelling van de onafhankelijke toetsingsorganisatie TPAC:<br />

Timber Procurement Accreditation Commission.”<br />

Hoewel er soms wel eens ‘erg mistig’ wordt gedaan over FSC<br />

en PEFC, vindt Swager dat de zaken duidelijk zijn geregeld.<br />

Swager: “Er zijn hele boekwerken aan de hand waarvan de<br />

certificering beoordeeld moet worden. En er wordt een paar<br />

keer per jaar gecontroleerd of houtbedrijven zich er wel aan<br />

houden, is mijn eigen ervaring.”<br />

Waarom zou ik?<br />

Swager is ervan overtuigd dat alle beetjes helpen en<br />

noemt ter vergelijking de Toyota Prius. “Ook al weet ik<br />

dat het allergrootste gedeelte van het tropisch hout nietgecertificeerd<br />

wordt verhandeld. Er is helaas nog steeds<br />

een grote markt voor niet-gecertificeerd tropisch hout. Veel<br />

landen staan daar nog voor open. Ik spreek wel eens mensen<br />

in de tropen en vraag dan waarom ze niet gaan certificeren.<br />

Dan krijg ik vaak te horen van: zolang China daar geen<br />

belang aan hecht, waarom zou ik?”<br />

Volgens Peter Swager heeft het daarom ook geen zin de rug<br />

toe te keren naar die houthandelaren. “Zolang andere landen<br />

Ahoy, Rotterdam<br />

27 sept. t/m 1 okt. 2010<br />

Registreer u nu voor GRATIS<br />

toegang op www.hout.nl<br />

met registratiecode<br />

10001655<br />

je brood is!<br />

www.hout.nl Als hout<br />

daar niet zo aan tillen, hebben zij daar geen boodschap aan.<br />

We hebben wat dat betreft als Nederland, als Europa en<br />

ook als de VS een gidsfunctie. Ook al is dat misschien nog<br />

een druppel op de gloeiende plaat, dat wil niet zeggen dat<br />

we niet door moeten gaan om onze boodschap duidelijk te<br />

maken. Als we al te rigide optreden, zal de verbinding met<br />

die landen verloren gaan en zijn we nog verder van huis. Het<br />

gaat er dus om die landen te overtuigen van de noodzaak en<br />

hen te stimuleren.”<br />

Geen knop omdraaien<br />

Swager benadrukt dat de overgang naar duurzaam<br />

bosbeheer geen kwestie is van ‘een knop omdraaien’.<br />

“Duurzaam bosbeheer is een kwestie van lange adem. Een<br />

proces over generaties. Als je dat forceert, keert men zich van<br />

ons af. Het gaat er dus om dat we zelf het goede voorbeeld<br />

geven, we hen blijven stimuleren, en vooral te zorgen dat we<br />

het contact niet verliezen.”<br />

Hoewel Foreco volgens Swager ‘slechts een kleine speler’ is<br />

in het geheel, is het volgens hem niet moeilijk om te weten<br />

bij wie hij moet zijn om hout uit goede bronnen af te nemen.<br />

“Er is ook niet zo veel mee te rommelen. Als je echt wilt,<br />

is heel goed na te gaan of een partij hout voldoet aan de<br />

certificeringseisen. Bovendien benadeel je jezelf als bedrijf<br />

als je er onderuit probeert te komen.”<br />

KWALITEIT<br />

INNOVATIE<br />

KENNISOVERDRACHT<br />

HOUTPAVILJOEN<br />

HO HO HOUTT OUTTHEATER Houtsoorten,<br />

technische<br />

eigenschappen,<br />

voorbeeldprojecten,<br />

toepassingen,<br />

infobladen<br />

en leveranciers.<br />

Duurzaam geproduceerd hout?<br />

Hier vindt u het!<br />

Houtdatabase.nl<br />

zoeken Woning- en<br />

Utiliteitsbouw<br />

www.accoya.com<br />

Grond-, Weg- en<br />

Waterbouw<br />

Duurzaamheid begint<br />

met Accoya® hout<br />

Accoya® is hout met uitzonderlijke prestaties,<br />

gelijkwaardig aan de beste tropische hardhoutsoorten.<br />

Accoya® hout wordt gefabriceerd in een niet-giftig proces<br />

en verkrijgt hierdoor de hoogste duurzaamheidsklasse.<br />

Hout uit duurzaam<br />

beheerde bossen.<br />

Op aanvraag FSC en<br />

PEFC certificering.<br />

Bel 026 366 4122<br />

voor meer informatie<br />

of bezoek onze website<br />

www.accoya.com<br />

Plaatmateriaal<br />

Behoud van<br />

natuurlijke sterkte<br />

en schoonheid.<br />

Niet giftig.


Inkoop duurzaam hout,<br />

van beleid naar praktijk<br />

Tekst: Mark van Benthem, probos<br />

De overheid wil met haar duurzaam inkoopbeleid de markt verduurzamen en innovatie bij bedrijven<br />

bevorderen. Alle overheden moeten vanaf begin dit jaar duurzaamheid als criterium meenemen bij<br />

al hun inkopen om op die manier het goede voorbeeld te geven. Dat geldt ook voor hout en houtproducten,<br />

maar wat is duurzaam geproduceerd hout? Hoe stel je de juiste vraag aan de markt en<br />

hoe weet je uiteindelijk zeker dat wat gevraagd is ook is toegepast?<br />

De Rijksoverheid, gemeenten en andere overheden<br />

hebben zich tot doel gesteld vanaf 2010 respectievelijk<br />

100, 75 en 50 procent van de benodigde<br />

producten en diensten duurzaam in te kopen. Voor duurzaam<br />

geproduceerd hout en houtproducten bestaan er<br />

verschillende certificeringssystemen, zoals FSC en PEFC.<br />

Om te kunnen bepalen wat volgens de Nederlandse overheid<br />

duurzaam geproduceerd hout is, zijn in 2008 inkoopcriteria<br />

voor duurzaam geproduceerd hout vastgesteld.<br />

TPAC<br />

Aan de hand van de inkoopcriteria toetst de Toetsingscommissie<br />

Inkoop Hout (TPAC) bestaande certificeringssystemen. Op<br />

dit moment voldoen de certificeringssystemen FSC en PEFC<br />

aan de inkoopcriteria. Het Maleisische systeem MTCS maakt<br />

onderdeel uit van PEFC, maar is na ingediende bezwaren<br />

tegen de toetsingsuitslag van NGO’s nog niet toegelaten als<br />

waarborg voor duurzaam geproduceerd hout. Aangezien<br />

MTCS het tot op heden enige door PEFC goedgekeurde,<br />

actieve certificeringssysteem is voor de tropen, betekent<br />

FoRMuleRIng MInIMuMeIS vooR<br />

DuuRzaaM gepRoDuceeRD houT<br />

De minimumeis kan als volgt geformuleerd worden: Te<br />

leveren hout of hout verwerkt in te leveren (hout)producten,<br />

dient aantoonbaar duurzaam geproduceerd te zijn. Onder<br />

aantoonbaar duurzaam geproduceerd hout wordt verstaan:<br />

hout dat voldoet aan de Dutch Procurement Criteria for Timber<br />

ten aanzien van duurzaam bosbeheer en de handelsketen,<br />

volgens de bijbehorende beoordelingsmethode, zoals op 24<br />

juli 2008 vastgesteld door de minister van Volkshuisvesting,<br />

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De criteria zijn te<br />

vinden op www.tpac.smk.nl, onder: “Documents”. Op www.<br />

inkoopduurzaamhout.nl is de complete formulering, inclusief<br />

benodigde bewijsmiddelen en dergelijke te vinden.<br />

dit voor overheidsinkopers dat voorlopig tropisch PEFCgecertificeerd<br />

hout niet als duurzaam geproduceerd<br />

beschouwd mag worden.<br />

Bron: Reef hout<br />

gRaTIS aDvIeS vIa helpDeSK InKoop<br />

DuuRzaaM houT<br />

Met het project ‘Hout: op naar 100% duurzaam inkopen’<br />

ondersteunt Stichting Probos inkopers van de overheid bij<br />

het duurzaam inkopen producten waarin de grondstof hout<br />

is verwerkt. Op de website www.inkoopduurzaamhout.nl<br />

zijn praktijktips, bestekbepalingen en achtergrondinformatie<br />

voor het voorschrijven van duurzaam geproduceerd<br />

hout te vinden. Met vragen kunnen overheidsinkopers<br />

terecht bij de Helpdesk Inkoop Duurzaam Hout. De<br />

Helpdesk is toegankelijk via 0317-466556 of helpdesk@<br />

inkoopduurzaamhout.nl.<br />

Bestekbepalingen<br />

Het opnemen van eisen ten aanzien van duurzaam<br />

geproduceerd hout in bestekbepalingen vormt de sleutel om<br />

duurzaam geproduceerd hout ook daadwerkelijk toegepast<br />

te krijgen. Het bovenstaande verhaal over de verschillende<br />

certificeringssystemen voor duurzaam geproduceerd hout<br />

wekt wellicht de indruk dat het ingewikkeld is. Er zijn echter<br />

standaard bestekbepalingen voor de inkoop van duurzaam<br />

hout ontwikkeld (zie kader 1). Op basis van de bepalingen<br />

zijn criteria opgenomen in de criteriadocumenten van<br />

AgentschapNL, voor onder andere waterbouwkundige constructies.<br />

Verwacht wordt bovendien dat ze binnenkort<br />

worden opgenomen in de RAW-systematiek. De bestekbepalingen,<br />

inclusief benodigde bewijsmiddelen, zijn te<br />

downloaden van www.inkoopduurzaamhout.nl.<br />

Tips voor de praktijk<br />

De bestekbepalingen vormen de basis, maar er zijn nog een<br />

aantal tips te geven die bijdragen aan het toegepast krijgen<br />

van duurzaam geproduceerd hout in een werk.<br />

1. Schrijf geen specifieke houtsoorten voor, maar stel<br />

relevante prestatie-eisen (zoals duurzaamheidklasse<br />

of andere fysisch-mechanische eigenschappen), even-<br />

tueel aangevuld met voorbeelden van geschikte hout-<br />

soorten (zie ook www.houtdatabase.nl). Hiermee wordt<br />

het aanbod van leverbare duurzaam geproduceerde<br />

houtsoorten vergroot.<br />

2. Voer, bij incourante maten, grote hoeveelheden of indien<br />

er toch één specifieke houtsoort gewenst is, voor-<br />

afgaand aan de aanbesteding een marktscan uit om te<br />

zien of de houtsoort wel leverbaar is onder een door<br />

TPAC geaccepteerd certificeringsysteem voor duur-<br />

zaam bosbeheer.<br />

3. Als de opdrachtgever concludeert dat het gewenste<br />

duurzaam geproduceerde hout leverbaar is, is het de<br />

taak van de opdrachtnemer om dit voor zichzelf<br />

te controleren vóór de inschrijving. Als hij een andere<br />

mening heeft kan hij dit bij de ‘Inlichtingen’ melden.<br />

Als de opdrachtnemer besluit in te schrijven en de<br />

opdracht krijgt, heeft hij de contractuele verplichting te<br />

leveren (inclusief alle sancties als hij dat niet doet).<br />

4) Werk met CoC-gecertificeerde bedrijven (zie kader 3).<br />

Alleen zij mogen claimen gecertificeerd hout te leveren<br />

of toe te passen. Bovendien weten zij wat er bij werken<br />

met gecertificeerd hout komt kijken.<br />

5) Controleer bij oplevering van het project, maar ook<br />

tijdens (en op) het werk, of het geleverde hout(product)<br />

ook daadwerkelijk gecertificeerd is. Zowel op de pakbon<br />

c.q. vrachtbrief die bij elke levering van gecertificeerde<br />

producten zit als op de uiteindelijke factuur, moet<br />

inzichtelijk worden gemaakt dat het daadwerkelijk om<br />

gecertificeerd product gaat.<br />

Kansen voor het bos<br />

Het voorschrijven van duurzaam geproduceerd hout zorgt er<br />

niet alleen voor dat de overheidsdoelstelling van 100 procent<br />

duurzaam inkopen wordt gehaald, maar levert ook een<br />

bijdrage aan het voortbestaan van de bossen in de wereld.<br />

Het voorschrijven van duurzaam geproduceerd is bovendien<br />

helemaal niet ingewikkeld, mits duidelijk is welke stappen<br />

worden genomen en wie welke verantwoordelijkheid draagt.<br />

De Helpdesk Inkoop Duurzaam Hout kan helpen bij vragen<br />

(zie kader 2). Door gebruik te maken van de standaard<br />

bestekbepalingen en eerder genoemde tips te volgen, is<br />

het eenvoudig een bijdrage te leveren aan beter bosbeheer<br />

wereldwijd.<br />

geBRuIK houT en InSTanDhouDIng van<br />

BoSSen<br />

Hout is een prachtige hernieuwbare grondstof, milieuvriendelijk<br />

en vrijwel CO 2 neutraal. Hout is één van de<br />

mogelijkheden om bossen een waarde te geven en<br />

daarmee ontbossing met alle gevolgen van dien tegen te<br />

gaan. Wanneer bossen een waarde vertegenwoordigen,<br />

is de kans dat het bos wordt omgevormd naar andere<br />

vormen van landgebruik, zoals landbouw of veeteelt,<br />

kleiner. Randvoorwaarde: het bosbeheer dient op een<br />

verantwoorde wijze plaats te vinden. Hét middel om zeker<br />

te zijn dat hout afkomstig is uit goed beheerde bossen,<br />

is certificering van goed bosbeheer. Door het gebruiken<br />

van het gecertificeerde hout uit deze bossen, wordt direct<br />

bijgedragen aan goed beheer en behoud van bossen<br />

wereldwijd. Naast boscertificering worden bedrijven in<br />

de handelsketen (de Chain-of-Custody, CoC) van bos tot<br />

eindconsument gecertificeerd om er zeker van te zijn dat het<br />

duurzaam geproduceerde hout traceerbaar is tot de bron.<br />

32 augustus 2010 augustus 2010 33<br />

Bron: Mark van Benthem, probos


VOLLEDIG<br />

DUURZAAM<br />

INKOPEN...<br />

www.pefcnederland.nl<br />

HOE EERDER HOE BETER.<br />

Veel overheden hebben doelen gesteld voor duurzaam inkopen.<br />

Maar het bos kan niet wachten tot 2015. Daarom is het<br />

belangrijk dat u nú al probeert om zoveel mogelijk hout<br />

én papier afkomstig uit goed beheerde bossen in te kopen.<br />

Met wereldwijd ruim 220 miljoen hectare gecertifi ceerd<br />

bos is PEFC onmisbaar voor het behalen van uw doelen voor<br />

duurzaam inkopen. Door PEFC producten in te kopen levert<br />

u een directe bijdrage aan het verbeteren van bosbeheer en<br />

het behoud van bossen. Het doel van PEFC is om te zorgen<br />

dat al het bos op duurzame wijze wordt beheerd met<br />

evenwicht tussen de sociale, ecologische en economische<br />

functies. PEFC hanteert hiervoor criteria die door 149 landen<br />

gezamenlijk zijn opgesteld. Zo garandeert het PEFC keurmerk<br />

dat producten zijn gemaakt van goed hout.<br />

PEFC. Voor duurzaam bosbeheer.<br />

peFc goedgekeurd<br />

voor duurzaam inkopen<br />

PEFC International is onlangs door TPAC goedgekeurd en door de minister van VROM geaccepteerd<br />

voor duurzaam inkopen. Dit betekent dat opdrachtgevers en voorschrijvers meer mogelijkheden<br />

en keuze hebben uit leveranciers, houtsoorten en beschikbaarheid van hout uit duurzaam<br />

beheerde bossen.<br />

Rijksoverheid, gemeentes, provincies en waterschappen<br />

zijn vanaf 2010 begonnen met Duurzaam<br />

Inkopen. Voor producten die zijn gemaakt van hout<br />

geldt dat het hout aantoonbaar afkomstig moet zijn uit<br />

duurzaam beheerd bos. Om vast te stellen welke bossen<br />

duurzaam worden beheerd, heeft VROM inkoopcriteria<br />

opgesteld. De commissie TPAC heeft de afgelopen tijd<br />

diverse certificeringsystemen voor duurzaam bosbeheer<br />

getoetst. Ook PEFC International is geaccepteerd voor<br />

duurzaam inkopen.<br />

Wereldwijd is ruim 225 miljoen hectare bos PEFC-gecertificeerd.<br />

Daarmee is het ’s werelds grootste keurmerk voor duurzaam<br />

bosbeheer. Op dit moment is PEFC gecertificeerd hout<br />

leverbaar voor vele GWW-toepassingen zoals geluidwering,<br />

verkeersgeleiding, damwanden en wegmeubilair.<br />

Er is in de markt discussie over de (on)mogelijkheden bij<br />

het voorschrijven van keurmerken in aanbestedingen. Deze<br />

discussie gaat voorbij aan het doel van duurzaam inkopen.<br />

Een opdrachtgever moet zich afvragen wat het doel van zijn<br />

duurzaam inkoopbeleid is. Is het doel om een keurmerk voor<br />

te schrijven of de grootst mogelijke bijdrage leveren aan goed<br />

bosbeheer? Om het laatste te bereiken, kan het keurmerk<br />

dan een middel zijn om aan te tonen dat hout uit een goed<br />

beheerd bos komt. PEFC Nederland heeft een bestekstekst<br />

opgesteld om opdrachtgevers hiermee te helpen (zie kader).<br />

Het maakt dan niet uit of een huis PEFC-draagbalken heeft<br />

en FSC-kozijnen of dat het bestek is gedrukt op FSC-papier<br />

en de contracten op PEFC-papier. Wie wil weten welke<br />

bedrijven gecertificeerd zijn, kan dat terugvinden op:<br />

http://register.pefc.cz/search1.asp.<br />

Meer informatie:<br />

www.pefcnederland.nl<br />

vooRBeelD BeSTeKTeKST<br />

Het te leveren hout (cq. houten product cq papier cq<br />

drukwerk), zoals bedoeld in bestekpost(en) nummer(s) ###<br />

dient aantoonbaar afkomstig te zijn uit duurzaam beheerd<br />

bos. Van aantoonbaar duurzaam beheerd bos is in elk geval<br />

sprake indien:<br />

• Het geleverde hout (cq. houten product cq papier cq<br />

drukwerk) is gecertificeerd met een handelsketencerti-<br />

ficaat van PEFC of FSC<br />

èn<br />

• de uitvoerder van werken cq diensten beschikt over het<br />

bijbehorende PEFC of FSC handelsketencertificaat. (of<br />

van beiden indien producten van verschillende certificaten<br />

zullen worden verwerkt)<br />

• andere passende bewijsmiddelen (waaronder deskundig-<br />

enrapporten) worden overgelegd waaruit genoegzaam<br />

blijkt dat wordt voldaan aan aantoonbare afkomst<br />

uit duurzaam beheerd bos zoals in internationaal<br />

aanvaarde omschrijvingen is bedoeld. (Overheids-<br />

diensten zullen hierbij naar TPAC willen verwijzen.)<br />

34 augustus 2010 augustus 2010 35


Bron: (c) WWF-canon/n.c. Turner<br />

houthandel en timmer-<br />

industrie roepen overheden<br />

op eenduidig in te kopen<br />

De Nederlandse houtbranche wil het gebruik van verantwoord hout krachtig stimuleren. Duurzaam<br />

geproduceerd hout moet in Nederland de norm worden. Dat lukt volgens de VVNH alleen als overheden<br />

en bedrijven niet verzanden in de discussie welke van de erkende keurmerken FSC en PEFC beter is.<br />

De Nederlandse houtsector verkeert in een moeilijke<br />

situatie. De economische crisis ijlt nog na, de<br />

woningbouw is gestagneerd en het consumentenvertrouwen<br />

herstelt zich slechts voorzichtig. De gevolgen<br />

laten zich voelen op de ingestorte markt van duurzaam<br />

geproduceerd hout. Consumenten en bedrijfsleven zijn minder<br />

bereid om de meerprijs te betalen voor hout uit duurzaam<br />

beheerde bossen. Weliswaar was vorig jaar 62 procent van<br />

het door VVNH-leden geïmporteerde hout aantoonbaar<br />

duurzaam geproduceerd, met een FSC- of PEFC-keurmerk.<br />

Een deel daarvan is echter noodgedwongen zonder<br />

duurzaamheidscertificaat verkocht, door het uitblijven van<br />

de vraag. Als gevolg verdwijnt bij boseigenaren wereldwijd<br />

de stimulans om hun bossen duurzaam te beheren.<br />

Een slechte ontwikkeling vanuit het streven van de houtsector<br />

en de overheid. De Koninklijke Vereniging van Nederlandse<br />

Houtondernemingen (VVNH) en de Nederlandse Bond van<br />

Timmerfabrikanten (NBvT) spannen zich samen met de<br />

overheid in om duurzaam geproduceerd hout tot de norm<br />

te maken in Nederland. Die forse ambitie is vastgelegd in<br />

het gezamenlijke actieplan ‘Bewust met hout 2010-2015’,<br />

waarvan voormalig minister van VROM, Jacqueline Cramer<br />

het eerste exemplaar in ontvangst nam. Ook heeft zij als<br />

minister van VROM samen met de twee branches en de<br />

Unie van Waterschappen een intentieverklaring getekend<br />

om het stimuleren van verantwoord hout en het duurzaam<br />

inkoopbeleid van de overheid tot een succes te maken.<br />

Aanjagen vraag<br />

Paul van den Heuvel, directeur VVNH: “De overheid kan<br />

met haar duurzaam inkoopbeleid een doorslaggevende rol<br />

spelen bij het aanjagen van de vraag naar duurzaam hout.<br />

Daarbij is het belangrijk dat zij zich duidelijk en eenduidig<br />

uitspreekt hoe zij verantwoord hout definieert: Wat is<br />

duurzaam geproduceerd hout en met welke keurmerken<br />

kun je dat aantonen? Wij zijn daarom blij dat de overheid<br />

een meetlat (TPAS) voor duurzaam hout heeft opgesteld,<br />

en dat een onafhankelijke, deskundige commissie (TPAC)<br />

bestaande keurmerken daaraan toetst. FSC Internationaal<br />

en PEFC Internationaal zijn allebei positief beoordeeld. Het<br />

Maleisische MTCS ligt nog ter beoordeling voor. De VVNH<br />

roept alle (semi-) overheden op om het TPAC-advies over<br />

te nemen en eenduidig naar de markt te communiceren wat<br />

men onder duurzaam geproduceerd hout verstaat.”<br />

Discussie over verschillen<br />

Van den Heuvel betreurt het dat er vaak nog discussie<br />

is over de keurmerken: “Helaas merken wij dat er nog<br />

discussie is over de verschillen tussen de keurmerken. In een<br />

trainingsprogramma dat wij met steun van AgentschapNL<br />

aanbieden, wilden deelnemers van overheid en bedrijfsleven<br />

weten of FSC of PEFC beter is. Naar onze mening is dat een<br />

verkeerde discussie. De onafhankelijke TPAC-commissie<br />

heeft beide keurmerken getoetst en aangegeven dat zowel<br />

FSC als PEFC garant staan voor duurzaam bosbeheer.<br />

Laten we dit allemaal hanteren en opnemen in de bestekken.<br />

Zo stimuleren we een krachtige vraag naar duurzaam hout<br />

en halen we de ambitieuze doelstellingen: In 2015 moet<br />

100 procent van al van het naaldhout, 85 procent van<br />

het plaatmateriaal en 50 procent van het hardhout dat in<br />

Nederland wordt geïmporteerd, verhandeld en verwerkt<br />

aantoonbaar duurzaam geproduceerd zijn.” Van den Heuvel<br />

stelt dat zijn vereniging graag verder bouwt op het<br />

fundament dat TPAC heeft gelegd. “We willen ons focussen<br />

op waar het om gaat: al die bossen die nog niet duurzaam<br />

worden beheerd. We zullen als overheid en sector moeten<br />

samenwerken om hout als hét duurzame bouwmateriaal<br />

voor de toekomst te kunnen blijven garanderen. Hout is dé<br />

milieuvriendelijke grondstof bij uitstek, gezien het vermogen<br />

van bossen om CO 2 vast te leggen, het vermogen van<br />

hout en houtproducten om koolstof vast te houden én de<br />

mogelijkheid om CO 2 -intensief materiaal te vervangen.<br />

Dat dit hout dan wel afkomstig moet zijn uit aantoonbaar<br />

duurzaam beheerde bossen is evident. Om dit te realiseren is<br />

een eenduidig inkoopbeleid van alle overheden cruciaal.”<br />

Meer informatie:<br />

www.vvnh.nl<br />

Bewust met hout is een initiatief van de Koninklijke Vereniging van<br />

Houtondernemingen en de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten.<br />

In nauwe samenwerking met alle schakels in de houtketen willen wij<br />

een forse impuls geven aan het gebruik van duurzaam geproduceerd<br />

hout in Nederland.<br />

In het najaar staat een nieuwe serie trainingsbijeenkomsten over het gebruik van<br />

verantwoord hout in de bouw en GWW-projecten op de planning. Kom ook!<br />

Houd de website in de gaten en meld u aan voor de digitale nieuwsbrief!<br />

Aanmelden digitale nieuwsbrief via www.bewustmethout.nl/actueel/nieuwsbrief<br />

36 augustus 2010 augustus 2010 37


Innovatief alternatief voor<br />

tropisch hardhout<br />

Ondanks alle inspanningen staat het tropisch regenwoud onverminderd bloot aan roofbouw.<br />

Dennenbossen echter verschaffen onbeperkt grondstof door duurzaam bosbeheer. En laat dennenhout<br />

nou net de grondstof zijn voor Nobelwood. Dit hout wordt gemodificeerd met biopolymeren die<br />

afkomstig zijn uit de afvalbiomassa van rietsuikerstengels. Na droging is het voordien zachte naaldhout<br />

duurzaam en stabiel geworden. Het ziet er uit en gedraagt zich als teak.<br />

Nobelwood, geproduceerd door Foreco Dalfsen, heeft<br />

als basis dennenhout, wat duurzaam beschikbaar is<br />

en blijft. Geen aanslag op ecosystemen, verkregen<br />

uit duurzaam bosbeheer en bovendien een CO2-neutrale<br />

grondstof. De polymeertechnologie is gebaseerd op afval<br />

uit de rietsuikerteelt en daarmee een optimalisatie van de<br />

tropische landbouw.<br />

Duurzame biotechnologie<br />

Het dennenhout wordt doordrenkt met de in water opgeloste<br />

biopolymeren. Na droging versterken en verduurzamen de<br />

polymeren de houtcelwanden. Zo wordt met een minimum<br />

aan materiaal een maximaal effect bereikt. De technologie is<br />

schoon, veilig en betrouwbaar. Het eindproduct Nobelwood<br />

bestaat uit biologisch materiaal.<br />

Nobelwood voldoet aan duurzaamheidklasse 1. Dat betekent<br />

een levensduur van 50 jaar in weer en wind en 25 jaar in<br />

contact met grond en water, vergelijkbaar met bijvoorbeeld<br />

teak. In de aanloop naar productie is het product getest, ook in<br />

extreme omstandigheden. Net als hardhoutsoorten vergrijst<br />

Nobelwood. De verkleuring gaat naar egaal zilvergrijs.<br />

Nobelwood is niet gevoelig voor oppervlakteschimmels<br />

(‘blauw’) wat sommige op zich duurzame houtsoorten laten<br />

zien. Het behoudt dus de egale zilvergrijze uitstraling.<br />

Breed toepasbaar<br />

Nobelwood heeft diverse toepassingsmogelijkheden. Als<br />

gevelbekleding, maar ook vlonders, straatmeubilair en<br />

speeltoestellen vormen geëigende toepassingsgebieden.<br />

Nobelwood laat zich goed vingerlassen en lamineren<br />

zodat de vormgeving van toepassingen weinig beperkingen<br />

kent. Het materiaal laat zich glad bewerken en kent weinig<br />

splintervorming. Dat maakt Nobelwood geschikt voor<br />

toepassingen in de publieksomgeving.<br />

Puur natuur<br />

Nobelwood is puur natuur. Hout als basis, een biopolymeer<br />

als modificatiegrondstof en water als basis voor de<br />

modificatievloeistof zorgen voor een zeer ‘groen’ profiel.<br />

Omdat het materiaal homogeen is en een vrij lange levensduur<br />

heeft, kunnen planken en profielen ook bij recycling uit de<br />

eerste toepassing prima opnieuw als grondstof dienen voor<br />

een hernieuwd gebruik. Aan het eind van de gebruiksduur<br />

blijft schone biobrandstof over.<br />

Meer informatie:<br />

www.foreco.nl<br />

DHV en KOAC-<br />

NPC worden<br />

vraagbaak voor<br />

Rijkswaterstaat<br />

Advies- en ingenieursbureau DHV en<br />

zakelijk dienstverlener KOAC-NPC<br />

richten het nieuwe Steunpunt<br />

Wegen-bouw van Rijkswaterstaat<br />

in. Dit is een interne vraagbaak,<br />

die antwoord geeft op allerhande<br />

wegbouwkundige vragen van de<br />

diverse diensten van Rijkswaterstaat.<br />

Ook speelt het een belangrijke rol bij<br />

het overdragen van kennis binnen<br />

Rijkswaterstaat.<br />

DHV en KOAC-NPC werken in het<br />

Steunpunt Wegenbouw samen met de<br />

partners M+P Raadgevende Ingenieurs<br />

en Via Aperta. De opdrachtgever is de<br />

Dienst Verkeer en Scheepvaart van<br />

Rijkswaterstaat. Het contract loopt<br />

twee jaar, met een optie tot verlenging<br />

van nog een jaar. Daarbij worden de<br />

adviesbureaus beoordeeld op snelheid<br />

van handelen en accuratesse van de<br />

antwoorden.<br />

Een belangrijk doel van het Steunpunt<br />

is het overdragen van wegbouwkundige<br />

kennis. Bart Mante, projectmanager<br />

van DHV: “Kennis van<br />

wegbouwkunde is bij een steeds<br />

kleiner aantal personen te vinden. De<br />

jaarlijkse aanwas van nieuw talent op<br />

universiteiten en hogescholen is zeer<br />

beperkt. Het Steunpunt speelt daarom<br />

een belangrijke rol bij het delen van<br />

kennis binnen Rijkswaterstaat”.<br />

VanDoClean maakt doorstart met Absorbit<br />

VanDoClean (VDC) heeft onlangs<br />

een doorstart gemaakt met Absorbit<br />

Trading. VDC is ruim 12 jaar actief<br />

met de levering van producten voor<br />

olie- en chemicaliënlekkages. Het<br />

leveringspakket omvat onder andere<br />

de AQUAQUICK 2000 (wegdek-)<br />

ontvetters die in eigen beheer worden<br />

geproduceerd en de (Absorbit!)<br />

absorptiematerialen.<br />

Actueel<br />

1500 stalen rijplaten<br />

Begin juni vond het Royal Beach Concert<br />

plaats op het strand van Scheveningen.<br />

Om niet te verzanden, verhuurde<br />

Lekkerkerker Rotterdam 1500 stalen<br />

rijplaten aan de organisatie die in een<br />

week tijd moesten liggen om daarna weer<br />

in een week tijd afgevoerd te moeten<br />

worden. 60 vrachten waren er voor<br />

Door de overname van Absorbit heeft<br />

VanDoClean nu een verdubbeling van<br />

het relatiebestand en toegang tot de pro-<br />

ducenten van sorbents wereldwijd. Piet<br />

van Dongen van VanDoClean: “Het is een<br />

aanzienlijke verbetering van het VDCleveringspakket<br />

en de voorraad- en markt-<br />

positie. Wij zijn bij vele overheidsinstanties<br />

en aannemers al jarenlang bekend als<br />

no-nonsense leverancier die calamitei-<br />

nodig om deze stalen platen ter plekke<br />

te krijgen. Om de files te vermijden en<br />

zo tijd te winnen werd er gekozen voor<br />

‘s nachts aan- en afvoeren.<br />

Meer informatie:<br />

www.lekkerkerker.com<br />

tenproducten supersnel uit voorraad<br />

levert. Door de Absorbit-overname<br />

beschikken wij nu over een nog grotere<br />

slagkracht met nog scherpere prijzen.<br />

Ook in geval van grote calamiteiten is<br />

VanDoClean nu in staat om ook zeer<br />

grote hoeveelheden matten, rollen en<br />

oilbooms direct uit voorraad te leveren.”<br />

Meer informatie:<br />

www.vandoclean.nl<br />

38 augustus 2010 augustus 2010 39


Novachip-deklaag op Utrechtse Baan<br />

In opdracht van de gemeente Den<br />

Haag realiseerde Ooms Construction<br />

op de Utrechtsebaan/A12 bij Den Haag<br />

de vernieuwing van het wegdek. In vier<br />

nachten, verdeeld over twee weekenden,<br />

werd 50.000 m2 verharding gerepareerd,<br />

werden voegloze overgangen gemaakt<br />

en werd naadloos een Novachip deklaag<br />

aangebracht.<br />

Marco Dusseldorp, uitvoerder bij Ooms<br />

Construction: “Het bijzondere aan het<br />

Movares klimaatneutraal<br />

Actueel<br />

Onlangs is de Utrechtsebaan/A12 in Den Haag van een nieuwe deklaag voorzien.<br />

Dit gebeurde met het aanbrengen van Novachip en voegloze overgangen door<br />

Ooms Construction. Het bedrijf geeft tien jaar garantie op het nieuwe wegdek.<br />

ontwerp van Ooms was het toepassen<br />

van vijf voegloze overgangen. Deze<br />

overgangen werden uitgevoerd met de<br />

Ooms-voeg, een innovatieve, duurzame<br />

en onderhoudsarme oplossing. Met<br />

de inzet van twee speciale Novachip<br />

machines kon de deklaag volledig<br />

naadloos worden aangebracht. Door<br />

gebruik te maken van een speciale<br />

polymeer bitumenmodificatie Sealoflex<br />

SFB5-90 (HS) is de Novachip extra<br />

krachtig en duurzaam. De nieuwe<br />

Advies- en ingenieursbureau Movares wil klimaatneutraal functioneren. Dit zegt<br />

directievoorzitter Johan van den Elzen. “Het past in deze tijd om als bedrijf je<br />

verantwoordelijkheid te nemen in dit opzicht. We kunnen er niet omheen:<br />

klimaatverandering als gevolg van CO 2 -uitstoot is een van de grote problemen van<br />

deze tijd.” Om CO 2 -neutraal te werken, heeft Movares een zogenoemde ‘carbon<br />

footprint’ opgesteld waarin de uitstoot van het bedrijf is vastgesteld, vergezeld<br />

van een aantal doelen om de CO 2 -uitstoot op korte termijn te beperken.<br />

De totale CO 2 -footprint voor Movares<br />

komt uit op ruim 4.000 ton CO 2 over<br />

2009. Uit de footprint blijkt dat meer<br />

dan de 27 procent van de uitstoot wordt<br />

veroorzaakt door elektriciteitsverbruik die<br />

overigens in de vorm van groene stroom<br />

wordt ingekocht. Slechts 28 procent<br />

van de uitstoot is afkomstig van zakelijk<br />

autovervoer. Om in de toekomst de CO 2 -<br />

uitstoot nog verder terug te dringen, heeft<br />

Movares een energieplan vastgesteld.<br />

Het plan is gebaseerd op de zogenoemde<br />

‘Trias Energetica’ waarbij de drie stappen<br />

zijn: reductie – substitutie – compensatie.<br />

Er zijn drie doelen vastgesteld. De eerste<br />

doelstelling betreft een CO 2 -reductie<br />

van vijf procent over de jaren 2010 en<br />

2011. Deze reductie wordt gerealiseerd<br />

door middel van een groot aantal<br />

maatregelen waaronder het vervangen<br />

deklaag kon worden aangebracht op de<br />

gerepareerde verharding.” Bedenker van<br />

voegloze oplossingen en hoogwaardige<br />

deklagen binnen Ooms Construction is<br />

Arian de Bondt: “Tijd is een belangrijke<br />

factor binnen de wegenbouw. Met dit<br />

Novachip systeem geven we invulling<br />

aan de wens van opdrachtgevers om<br />

de overlast voor het verkeer tot een<br />

minimum te beperken. Het is een manier<br />

van duurzaam bouwen die weinig<br />

overlast veroorzaakt voor de omgeving.<br />

Vanwege de hoogwaardige en duurzame<br />

kwaliteit biedt Ooms tien jaar garantie op<br />

dit type deklaag.”<br />

Meer informatie: www.ooms.nl<br />

van alle leaseauto’s en het invoeren van<br />

ecosmart, een project ter verbetering<br />

van afvalscheiding en recycling. Ook<br />

verlichting wordt aangepakt: naast het<br />

invoeren van bewegingssensoren wordt<br />

onderzoek verricht naar invoering van<br />

LED-verlichting. Movares heeft zich<br />

vastgelegd om tenminste 20 procent<br />

substitutie van CO 2 -uitstoot te realiseren<br />

door inkoop van groene stroom voor<br />

eind 2011. De overige CO 2 -uitstoot,<br />

75 procent, wordt in de loop van 2010<br />

volledig gecompenseerd.<br />

Meer informatie:<br />

www.movares.nl/Movares/<br />

Duurzaamheid/CO2prestatieladder.htm<br />

Bron: coB<br />

Infra-opleidingen gericht op projectmatige<br />

samenwerking<br />

De ontwikkelingen binnen de Infra-sector hebben geleid tot<br />

andere en veelal intensievere projectmatige samenwerking<br />

in deze sector tussen opdrachtnemers en opdrachtgevers.<br />

BOB Opleiding, Training en Advies heeft het aanbod van<br />

Infra-opleidingen voor de uitvoerende bouw, overheid en<br />

adviesbureaus aangepast naar die ontwikkelingen. Onder<br />

andere met de volgende opleidingen:<br />

- Kadermedewerker Infra<br />

Het maken van een werkplan projectdraaiboek. Plannings,<br />

calculatie en organisatie technieken hanteren.<br />

Locatie: Zeist. Startdatum: 8 december.<br />

- Allround Kadermedewerker Infra<br />

Begrotingen, planningen en organisatietechnieken hanteren.<br />

Offertes en tekeningen beoordelen. Rol van inkoopcontracten.<br />

Locatie: Zeist. Startdatum: 1 oktober.<br />

Meer informatie:<br />

www.bob.nl of via 079 325 24 50<br />

Grondmechanica en funderingstechniek,<br />

basisopleiding<br />

Elsevier heeft een opleiding ontwikkeld voor opzichters,<br />

uitvoerders of inspecteurs van bouwtoezicht die geregeld<br />

in aanraking komen met de grondmechanica en funderingstechniek.<br />

Met deze opleiding krijgen de deelnemers inzicht<br />

in de theorie van de grondmechanica en funderingstechniek.<br />

Ze leren funderingstechnische problemen herkennen en er<br />

adequaat op te reageren. Wie zijn inzicht en ontwerpvaardigheid<br />

in de grondmechanica en funderingstechniek wil<br />

verdiepen, kan ook een vervolgopleiding (Academy) volgen.<br />

Elsevier Opleidingen verzorgt de opleiding onder auspiciën<br />

van de afdeling Geotechniek van het KIVI NIRIA. Van de deelnemers<br />

wordt verwacht dat zij een technische vooropleiding<br />

op mbo-/hbo-niveau hebben.<br />

Meer informatie:<br />

www.elsevieropleidingen.nl<br />

Training ‘Bewust met hout’<br />

Centrum Hout organiseert in het najaar een serie trainingsbijeenkomsten<br />

voor alle beslissende partijen in de bouw<br />

en GWW-projecten. In de training wordt ingegaan op de<br />

verschillende keurmerken en mogelijkheden om de inkoop<br />

van verantwoord hout op te nemen in organisatiebeleid.<br />

Daarnaast is er aandacht voor ondersteuning bij het voorschrijven,<br />

toepassen en controleren van verantwoord hout.<br />

Bewust met hout is een initiatief van de Koninklijke<br />

Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH)<br />

en de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten (NBvT). In<br />

nauwe samenwerking met alle schakels in de houtketen willen<br />

zij een forse impuls geven aan het gebruik van duurzaam<br />

geproduceerd hout in Nederland.<br />

Opleidingen<br />

Wie zich op www.bewustmethout.nl/actueel/nieuwsbrief<br />

aanmeldt voor de digitale nieuwsbrief, ontvangt automatisch<br />

de uitnodiging voor de trainingsbijeenkomsten.<br />

Meer informatie:<br />

www.bewustmethout.nl<br />

www.houtdatabase.nl<br />

40 augustus 2010 augustus 2010 41<br />

Bron: centrum hout<br />

Bron: Quist Wintermans architecten


Arie Visser, voorzitter calamiteitenteam<br />

RWS Noordzee:<br />

‘Wij zijn expert oliebestrijden,<br />

maar 100 procent garantie<br />

is nooit te geven’<br />

Tekst: olav lammers<br />

arie visser<br />

Dat zegt Arie Visser, voorzitter van het calamiteitenteam<br />

van Rijkswaterstaat Noordzee. Een ‘slapende’<br />

organisatie waarvan weliswaar een team van zes man<br />

24 uur per dag paraat is om bij het eerste olie-alarm direct<br />

in actie te komen en de oliebestrijding in gang te zetten. “Er<br />

kan direct worden gevlogen en gevaren, er is een jurist, een<br />

voorlichter en natuurlijk iemand die het kantoor opendoet”,<br />

aldus Visser die al jaren bij de organisatie werkt, al van alles<br />

in de praktijk heeft meegemaakt, maar nu met al zijn kennis<br />

vanuit kantoor de zaken aanstuurt.<br />

“Wij hebben bij verschillende eerdere olierampen buiten Nederland al<br />

laten zien dat wij een expert op het gebied van oliebestrijden zijn. We<br />

zijn er goed op getraind en beschikken ook over voldoende materieel.<br />

Maar natuurlijk kun je niet voor honderd procent garanderen dat het<br />

nooit eens uit de hand zou kunnen lopen, zoals met het booreiland de<br />

‘Deepwater Horizon’ in de Golf van Mexico. Geen enkele olieramp is<br />

hetzelfde, maar er wordt heel veel gedaan aan preventie, draaiboeken<br />

worden voortdurend geactualiseerd en er zijn internationaal goede<br />

afspraken gemaakt om elkaar bij te staan als het op de Noordzee<br />

onverhoopt toch verkeerd gaat.”<br />

Voorkomen<br />

Grote olierampen zijn Nederland gelukkig altijd bespaard<br />

gebleven. Maar het komt regelmatig voor dat schepen olie of<br />

chemische stoffen verliezen door een ongeluk op zee of een<br />

foutje tijdens werkzaamheden in de haven. Rijkswaterstaat is ver-<br />

antwoordelijk voor het opruimen van gelekte olie en chemicaliën<br />

op het Nederlandse deel van de Noordzee en de rijkswateren.<br />

Op zee komt de organisatie ongeveer eens per maand in actie<br />

om olie of chemicaliën op te ruimen. Dat doet Rijkswaterstaat<br />

zelf of het geeft opdracht tot opruimen en houdt toezicht.<br />

olIeMaaTSchappIjen checKen oF veIlIgheIDSMaaTRegelen<br />

volDoenDe zIjn<br />

Naar aanleiding van de ramp met het booreiland Deepwater Horizon op 20 april in de Golf<br />

van Mexico, heeft Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) alle oliemaatschappijen die op<br />

de Noordzee met boringen bezig zijn, verzocht hun werkwijze voor het boren van olie- en<br />

gasputten zorgvuldig te verifiëren. Bovendien zullen zij hun noodplannen testen en nagaan<br />

of met de ergst denkbare noodsituatie rekening is gehouden. Het is de bedoeling dat zij in<br />

september rapport uitbrengen aan de Inspecteur-generaal der mijnen over de resultaten van<br />

die verificatie. Eind september zal de Inspecteur-generaal vervolgens zijn conclusies aan de<br />

minister van Economische Zaken rapporteren.<br />

Het verzoek van SodM is gedaan enkele dagen na het uitkomen van een rapport van Ken<br />

Salazar, de Amerikaanse Secretary of the Interior over de ramp in de Golf van Mexico op 27<br />

mei. Dit rapport bevat een aantal aanbevelingen over veiligheid van olie- en gasboringen. De<br />

Inspecteur-generaal der Mijnen, Jan de Jong, heeft de aanbevelingen uit het rapport voorgelegd<br />

aan de NOGEPA, de brancheorganisatie van de olie en gasproducenten en aangegeven<br />

welke aanbevelingen voor Nederland van belang zijn. Tevens heeft hij bekendgemaakt dat<br />

SodM zijn inspectieprogramma zal aanpassen. Er zal meer aandacht worden besteed aan<br />

het boorproces. Ook zal SodM samen met de andere toezichthouders rond de Noordzee<br />

een multinationale audit houden van de procedures op het gebied van putbeheersing<br />

(‘well control’). Bovendien zal SodM erop aandringen om de filosofie van ‘tenminste twee<br />

veiligheidsbarrières’ in de wetgeving verankeren. Deze aanpak wordt al jarenlang gevolgd,<br />

maar is niet uitdrukkelijk in wetgeving opgenomen.<br />

Het verzoek van SodM strekt zich overigens ook uit tot de zoutproducenten en de<br />

aardwarmte-exploitanten. Hoewel deze ondernemingen niet te maken hebben met brandbare<br />

en vervuilende delfstoffen en ook niet op zee werken, voeren zij wel boringen uit in de diepe<br />

ondergrond en hebben zij wel te maken met gesteentelagen die onder hoge druk staan.<br />

42 augustus 2010 augustus 2010 43<br />

Bron: Rijkswaterstaat


15.000 m3 olie in drie dagen<br />

“Wij zijn er op geëquipeerd om in drie dagen tijd zo’n<br />

vijftienduizend m3 olie van het water te kunnen halen”, zegt<br />

Visser. Hij vertelt dat die hoeveelheid ongeveer overeenkomt<br />

met de inhoud van één compartiment van een mammoet<br />

olietanker. “Dat is ook de hoeveelheid waarvan men denkt<br />

dat die maximaal vrijkomt bij een aanvaring of explosie op<br />

zee. We gaan ervan uit dat de rest van de compartimenten<br />

in tact blijven.“ Voor de goede verstaander: Je hebt tankers<br />

van zo’n driehonderdduizend ton.<br />

De Arca en veegarmen<br />

Visser vertelt dat calamiteitenplannen klaarliggen die<br />

onmiddellijk ter hand genomen worden zodra zich een<br />

olieramp dreigt af te spelen. Zodra zich een dergelijke ramp<br />

op (het Nederlandse deel van) de Noordzee voordoet, is het<br />

Kustwachtcentrum in Den Helder de plek waar het alarm<br />

het eerst binnenkomt en wordt vervolgens onmiddellijk<br />

Rijkswaterstaat ingeschakeld. Visser: ”Ons eigen schip,<br />

de Arca die altijd wel ergens op de Noordzee aan het<br />

onderzoeken of meten is, krijgt de opdracht direct naar de<br />

plek op te stomen. De Arca beschikt over twee veegarmen<br />

van zo’n vijftien meter lang waarmee de olie ‘opgepompt’<br />

kan worden. Voor kleinere olievlekken in de havens of op<br />

rivieren worden soms ‘skimmers’ gebruikt, waarmee de olie<br />

als het ware van het water afgeschraapt wordt.”<br />

Olieschermen<br />

Vaak worden ook opblaasbare olieschermen gebruikt waarmee<br />

olievlekken ingedamd kunnen worden. Omdat olie lichter dan<br />

water is, blijft het drijven. Door een oliescherm tussen twee<br />

boten in om een olievlek heen te slepen, kan de olie verzameld<br />

en opgezogen worden. Verder staat strategisch verspreid<br />

langs de kust materiaal klaar waarmee olievlekken bestreden<br />

kunnen worden. Met aannemers zijn overeenkomsten gesloten<br />

om, indien nodig, direct ingezet te kunnen worden om<br />

aangespoelde olie zo snel mogelijk op te ruimen.<br />

Aanspoelingen en strandreiniging<br />

Arie Visser: “Overal langs de kust kan binnen een uur worden<br />

ingegrepen. Verder hebben wij een contract afgesloten met<br />

het strandreinigingsbedrijf Jaap van den Broek uit Stellendam.<br />

Die beschikt over machines waarmee de bovenste,<br />

verontreinigde laag zand wordt opgeschept waarna het fijne<br />

zand door een zeef gaat en het verontreinigde deel in een bak<br />

valt. Deze wordt geleegd in een dumper om elders te worden<br />

verwerkt. Wij zetten hem veel in bij aanspoelingen. Al bij een<br />

korrelgrootte van een flinke spliterwt, werkt die zeef perfect;<br />

ook bij bijvoorbeeld aangespoelde paraffine en palmolie.”<br />

Baggervaartuigen op afroep<br />

Afhankelijk van de omvang van de olieverontreiniging, kan<br />

het team van Visser ook aanspraak maken op tien grote<br />

baggervaartuigen die op afroep beschikbaar zijn. “Wij hebben<br />

daartoe contracten afgesloten met baggeraars als Boskalis en<br />

Van der Kamp. Hun schepen zijn altijd wel ergens in de buurt<br />

van de Nederlandse wateren aan het werk en zo niet, dan dienen<br />

zij dat altijd te melden. Binnen uiterlijk 24 uur na alarmering<br />

dienen de schepen ter plekke te zijn. Daar worden ze door ons<br />

voorzien van veegarmen en pompinstallaties en kunnen direct<br />

aan de slag. Dat wil zeggen dat ze zo veel mogelijk olie in de<br />

beun van het schip pompen. Omdat olie op water drijft kan het<br />

meegezogen water weer uit het schip worden gepompt tot de<br />

beun alleen nog maar met olie is gevuld. Vervolgens wordt de<br />

lading in een opslagtank aan land gelost om direct daarna weer<br />

naar de plek des onheils te varen en het werk voort te zetten.”<br />

Kwetsbare Waddenzee<br />

Maar wat als een olietanker vlak boven de Waddeneilanden<br />

een aanvaring krijgt? Dan is het toch al snel te laat om te<br />

voorkomen dat de hele ecologie daar wordt verwoest?<br />

Visser: “Vlak boven de Waddeneilanden mogen olietankers<br />

niet varen. Er is voor deze schepen een vaste verplichte<br />

route aangewezen die 50 tot 60 kilometer noordwaarts ligt.<br />

Dus als er iets gebeurt, hebben we even de tijd. Zodra een<br />

melding binnenkomt in Den Helder, worden alle vaartuigen<br />

gemobiliseerd en er naartoe gedirigeerd. Tegelijk wordt ook<br />

een vliegtuig naar de plek gestuurd om omvang en aard van<br />

de ramp vast te stellen. Ook hulpschepen met oliekerende<br />

schermen gaan die kant op.”<br />

TIen olIevelDen zonDeR hoge DRuK<br />

Op het Nederlandse deel van de Noordzee wordt<br />

olie gewonnen uit tien olievelden. Bij de oliewinning<br />

in de Nederlandse wateren is een olielekkage met de<br />

dimensies van de huidige olieramp in de Golf van Mexico<br />

onwaarschijnlijk, volgens de minister van Economische<br />

Zaken, Maria van der Hoeven. De boring van BP vond<br />

plaats in een olieveld, waarin een hoge druk heerst en<br />

waaruit de olie vanzelf, zonder hulpmiddelen, omhoog<br />

komt. In negen van de tien olieproducerende velden in de<br />

Nederlandse wateren komt de olie echter niet op eigen<br />

kracht uit de ondergrond. Er moeten pompen en andere<br />

hulpmiddelen worden ingezet om de olie uit de grond te<br />

krijgen. Dat betekent dat, ook al zou controle op de putten<br />

wegvallen, de olieproductie vanzelf tot stilstand komt. In<br />

één veld zijn enkele olieputten die zonder hulpmiddelen<br />

olie kunnen produceren. Het gaat hier echter om uiterst<br />

vluchtige olie die, bij ongecontroleerde ontsnapping,<br />

zich als een dunne film over de golven verspreidt en snel<br />

vervliegt.<br />

De dichtstbijzijnde olievelden in andere delen van de<br />

Noordzee liggen in de Deense sector, meer dan 200<br />

kilometer van natuurgebieden in de Noordzee en<br />

Waddenzee. Ook in de meeste van deze velden komt de<br />

olie niet op eigen kracht uit de putten.<br />

44 augustus 2010 augustus 2010 45<br />

Bron: Rijkswaterstaat


De snelheid van handelen en inzet van groot materieel moet<br />

volgens Visser voorkomen dat de kwetsbare Waddenzee<br />

door de olie wordt getroffen. Als de olie de eilanden toch<br />

bereikt, worden zoveel mogelijk schepen in de ruimte tussen<br />

de Waddeneilanden gedirigeerd om de olie zoveel mogelijk af<br />

te vangen en op te ruimen. “De stroming tussen de eilanden<br />

is echter te groot om de zeegaten met olieschermen af te<br />

sluiten”, vertelt Visser.<br />

Ruimen bij stormkracht 9<br />

En als er een ramp gebeurt bij stormkracht 9?<br />

Visser: ”Alle ruimingsapparatuur kan worden gebruikt tot<br />

een windkracht 6 of 7. Als je boven windkracht 7 veegarmen<br />

buiten boord zet, zijn ze binnen een minuut Total loss.<br />

Maar we gaan er ongeacht de windsnelheid wel op af, want<br />

InSpecTIeS en WeTTelIjKe veRplIchTIngen<br />

Nederland is voldoende voorbereid op het bestrijden van<br />

de gevolgen van een olieramp. Luchtsurveillances worden<br />

dagelijks uitgevoerd en er is permanent een gespecialiseerd<br />

oliebestrijdingsvaartuig van Rijkswaterstaat oproepbaar.<br />

Om eventuele rampen te voorkomen, wordt op het<br />

Nederlandse deel van de Noordzee door Staatstoezicht op<br />

de Mijnen intensief gecontroleerd op risicovolle activiteiten.<br />

In 2009 vonden 350 inspecties plaats.<br />

Volgens de minister van Economische Zaken zijn de<br />

veiligheidsregels voor de olie- en gaswinning op de<br />

Noordzee in hoge mate gestandaardiseerd. In de<br />

eerste plaats op basis van de EU 92/91 richtlijn voor de<br />

delfstofwinning, die door alle lidstaten in regelgeving<br />

is geïmplementeerd. In de tweede plaats op basis van<br />

de aanbevelingen van Lord Cullen, in zijn rapport uit<br />

1990 over de Piper Alpha-ramp. De aanbevelingen van<br />

Lord Cullen zijn – voor zover van toepassing op ieders<br />

specifieke situatie – door alle landen rond de Noordzee<br />

in regelgeving verwerkt en door de toezichthouders<br />

opgenomen in hun toezichtbeleid. De essentie is dat<br />

de verantwoordelijkheid voor veiligheid en milieu weer<br />

nadrukkelijk bij de oliemaatschappijen zelf is neergelegd.<br />

Zij moeten alle risico’s in kaart brengen en maatregelen<br />

nemen om die risico’s in te dammen. De toezichthouders<br />

inspecteren of de ondernemingen zich hieraan houden.<br />

Daarnaast zijn zij wettelijk verplicht hun Veiligheid en<br />

Gezondheidsdocumenten (safety cases) aan te passen als<br />

gevolg van uitkomsten van incidentenonderzoeken, ook<br />

als deze zich in het buitenland voordoen.<br />

De toezichthouder van de landen rond de Noordzee<br />

werken al sinds 1987 intensief samen. Zij vormen met<br />

elkaar het ‘North Sea Offshore Authorities Forum’ (NSOAF).<br />

Onder de paraplu van NSOAF voeren de inspecteurs<br />

uit de deelnemende landen gezamenlijke inspecties uit.<br />

Tevens wisselen zij informatie uit over relevante voorvallen,<br />

incidenten en de resultaten van inspectieprojecten. Tijdens<br />

een bijeenkomst op 20 mei in Kerkrade hebben zij met<br />

elkaar afgesproken alle technische informatie over de<br />

oorzaak van de olieramp in de Golf van Mexico te bundelen<br />

en analyseren.<br />

waar wind komt, gaat ‘ie ook weer weg en dan wil je wel<br />

ter plaatse zijn; je gaat niet in de haven liggen wachten<br />

op goed weer. In het uiterste geval kunnen we, als de olie<br />

voldoende homogeen aansluit, detergenten inzetten die de<br />

olie afbreken. Voor dat vermengingsproces is energie nodig,<br />

en dat is er bij windkracht 11 ruim voldoende. Anderzijds<br />

kan de olie zover uiteengeslagen zijn dat toepassing van<br />

detergenten zinloos is, omdat je 90 procent ernaast gooit.”<br />

Detergenten in uiterste geval<br />

Rijkswaterstaat zet pas in het alleruiterste geval en onder<br />

strikte condities detergenten in, vertelt Visser. “Bijvoorbeeld<br />

als een kwetsbaar gebied als de Waddenzee wordt bedreigd<br />

en andere maatregelen niet meer helpen. Op dat moment<br />

komen onze Engelse partners, die over de stoffen en<br />

sproeivliegtuigen beschikken, in actie. Maar we moeten<br />

wel zeker weten dat het middel op de olie werkt en dat de<br />

waterdiepte voldoende is om het zinvol toe te passen. We<br />

moeten ervan overtuigd zijn dat het middel niet erger is dan<br />

de kwaal. In het ergste geval lost het namelijk niet op en<br />

kun je een stof overhouden die door het water gaat zweven,<br />

eigenlijk niet meer is op te ruimen en na verloop van tijd aan<br />

de kust kan aanspoelen. Als de concentratie niet al te groot<br />

is, zou je zelfs kunnen besluiten om helemaal niets meer<br />

te doen. Olie is per slot van rekening een natuurproduct<br />

en wordt na verloop van tijd ook door de natuur weer<br />

afgebroken.”<br />

WOCB<br />

Bij de oliebestrijding heeft het team van Visser erg veel baat bij de<br />

kennis die de WOCB heeft opgebouwd. Deze Werkgroep Olie-<br />

en Chemicaliën Bestrijding bij calamiteiten op het water, waar<br />

Visser ook secretaris van is, zorgt ervoor dat Rijkswaterstaat<br />

met de beste en meest actuele kennis vervuiling kan bestrijden.<br />

Deze werkgroep werkt voortdurend aan een update van die<br />

kennis waarvoor de informatie van over de hele wereld wordt<br />

binnengehaald.<br />

Visser vertelt dat bij de bestrijding ook de hulp van andere<br />

Noordzeelanden kan worden ingeroepen. “Alle Noordzeelanden<br />

hebben zich daarvoor verenigd in het Bonn-Agreement. Wij<br />

informeren elkaar bij ongevallen en indien nodig assisteren wij<br />

elkaar. Ook daarvoor bestaan draaiboeken.”<br />

Vergelijking Golf van Mexico<br />

En hoe kijkt Visser naar de olieramp in de Golf van Mexico?<br />

“Daar kijken wij voortdurend met grote interesse naar,<br />

want overal valt weer van te leren. We spreken van een<br />

olieramp die zijn weerga niet kent. Gelukkig is de kans dat<br />

dat in de Noordzee gebeurt, niet zo groot. Allereerst staat er<br />

nauwelijks druk op de olieputten in de Noordzee en moet er<br />

zelfs moeite gedaan worden om de olie omhoog te krijgen,<br />

anderzijds is de Noordzee hooguit 50 meter diep en kun je<br />

er, in tegenstelling tot de Golf van Mexico waar het probleem<br />

zich op 1500 meter diepte voordoet, gewoon met duikers<br />

bijkomen. Ik geloof dat er in het Nederlandse deel van de<br />

Noordzee zo’n tien olieboorplatforms staan. Er staan veel<br />

meer platforms in de Noordzee, maar het overgrote deel<br />

bestaat uit gasboorinstallaties. Alvorens een boorvergunning<br />

te krijgen, moeten de oliemaatschappijen aantonen dat<br />

alles veilig is en draaiboeken opstellen voor wat er gedaan<br />

moet worden als het werkelijk mis gaat. Staatstoezicht op<br />

de Mijnen zit daar bijna dagelijks bovenop. Als zich een<br />

oliemorsing of erger voordoet, zijn de oliemaatschappijen<br />

in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het opruimen<br />

van die olie. Zij hebben onderling ook afspraken gemaakt<br />

om elkaar bij te staan indien nodig. En als het echt uit de<br />

hand dreigt te lopen – intussen hebben wij ons al aardig op<br />

de hoogte gesteld – kan altijd een beroep op ons worden<br />

gedaan. Nee, ik verwacht niet dat er op de Noordzee een<br />

ramp zal kunnen voordoen die vergelijkbaar is met die in de<br />

Golf. Maar we zijn er wel op voorbereid!”<br />

Visser vertelt dat zijn organisatie ook helemaal niet op de<br />

hoogte is van de boortechnieken op de platforms: “Dat klinkt<br />

misschien raar, maar het is onze verantwoordelijkheid om zo<br />

snel mogelijk de troep op te ruimen, het water en de stranden<br />

zo schoon mogelijk te houden en ervoor te zorgen dat er zo<br />

min mogelijk nadelige effecten voor de omgeving optreden.<br />

Waar de verontreiniging vandaan komt als onze hulp wordt<br />

ingeroepen is voor ons bijzaak. “<br />

Succesverhalen<br />

Binnen de EU is Rijkswaterstaat regelmatig gevraagd om<br />

te komen helpen bij olierampen. “En daar hebben wij na<br />

BloW ouT pRevenTeRS<br />

De zogeheten ‘blow out preventer’ die door een falende<br />

werking de oorzaak is geweest van de olieramp in de<br />

Golf van Mexico, wordt in de hele wereld toegepast. Het<br />

is ook als een verplichting opgenomen in de Nederlandse<br />

mijnbouwregelgeving. De preventers worden op alle<br />

boorplatforms gebruikt. Er is echter een groot verschil<br />

tussen de situatie in de Golf van Mexico en in Nederland. In<br />

het diepe gedeelte van de Golf van Mexico staan blow out<br />

preventers op de zeebodem. In het geval van de Deepwater<br />

Horizon op een diepte van 1500 meter. Als er op die diepte<br />

iets misgaat, dan is het alleen mogelijk om daar met robots<br />

of duikboten bij te komen. In het Nederlandse deel van<br />

de Noordzee is de waterdiepte beperkt (30 tot 50 meter).<br />

Daarom staan blow out preventers niet op de zeebodem,<br />

maar op het boor- of productieplatform. Dat betekent dat<br />

als een blow out preventer faalt, het relatief gemakkelijk<br />

is om handmatig in te grijpen. Blow out preventers in<br />

Nederland moeten elke drie weken worden getest. Het<br />

Staatstoezicht op de Mijnen controleert dit aan de hand<br />

van de dagelijkse rapportage van boringen.<br />

46 augustus 2010 augustus 2010 47<br />

Bron: Koseq


gRenSoveRSchRIjDenDe calaMITeITen<br />

Bij grensoverschrijdende calamiteiten vanwege olieverontreinigingen<br />

geldt het verdrag van Bonn uit 1983. Hierin<br />

is de samenwerking geregeld van de kuststaten van de<br />

Noordzee bij de opsporing, melding en bestrijding van<br />

verontreinigingen door olie en andere schadelijke stoffen.<br />

De operationele controle is in handen van het land dat de<br />

hulpaanvraag doet en in wiens gebied de verontreiniging<br />

heeft plaatsgevonden. De omringende hulpverlenende<br />

landen houden controle over hun eigen deel van de<br />

Noordzee dat getroffen is of dreigt te worden. Wijziging<br />

van operationele controle en tactische controle ter plaatse<br />

gebeurt wanneer het zwaartepunt van de bestrijding zich<br />

verplaatst van de ene zone van een land naar een andere<br />

zone. Overdracht vindt plaats in onderling overleg met de<br />

betrokken landen. (zie Rampenplan voor de Noordzee op<br />

www.noordzeeloket.nl).<br />

De oliemaatschappijen rond de Noordzee zijn verenigd in<br />

de ‘Operators Cooperative Emergency Services’. Hierdoor<br />

kan men aanspraak maken op elkaars middelen zoals<br />

schepen en boorinstallaties indien die nodig zijn om een<br />

calamiteit te bestrijden. Ook heeft elke oliemaatschappij een<br />

eigen ‘Oil Spill Contingency’ plan. Iedere olieproducerende<br />

maatschappij is lid van OSR in Southamton. Hierdoor<br />

heeft men toegang tot apparatuur om olie op het water<br />

op te ruimen. De gezamenlijke offshore olie producerende<br />

maatschappijen – verenigd in de NOGEPA – hebben dit<br />

jaar een oefening gepland om gezamenlijk de schakels te<br />

toetsen die nodig zijn om apparatuur en kennis van OSR in<br />

de Nederlandse offshore in te zetten.<br />

48 augustus 2010<br />

afloop echt succesverhalen over kunnen vertellen. Dat geldt<br />

bijvoorbeeld voor de ramp met de olietanker Erica, maar<br />

vooral ook voor de ramp met de Prestige voor de kust van<br />

Spanje zo’n vijf jaar geleden. Daar kwam enorm veel olie bij<br />

vrij en een armada van zo’n 14 internationale schepen heeft<br />

daar met man en macht gewerkt om de olie op te ruimen. Wij<br />

waren vertegenwoordigd met twee schepen: onze Arca en<br />

de Rijndelta die via een aannemer werd geleverd. Deze twee<br />

schepen hebben meer dan de helft van de totale hoeveelheid<br />

olie geruimd”, vertelt Visser niet zonder trots.<br />

Veegarmen naar Amerika<br />

Ook in Amerika wordt gebruik gemaakt van Nederlands<br />

oliebestrijdingsmateriaal. “Via een intermediar hebben wij zes<br />

veegarmen en alles wat erbij hoort afgestaan. Dat betekent<br />

een verlaging van onze basiscapaciteit, maar tijdelijk kunnen<br />

wij dit risico dragen. We hebben met de leverancier – het<br />

Nederlandse bedrijf Koseq – de strikte afspraak gemaakt dat<br />

wij heel snel weer over nieuwe kunnen beschikken. En daar<br />

is inmiddels aan voldaan!”<br />

vervul uw vacature<br />

via oTaR<br />

Zeker in de technische en civiele sector is het er de laatste jaren niet makkelijker op geworden om<br />

personeel te vinden dat geschikt is voor de verschillende functies en in het bezit is van de juiste<br />

opleiding en ervaring. De vraag is overigens niet alleen of deze mensen beschikbaar zijn, maar<br />

vooral: hoe kun je ze traceren?<br />

Maar ook de professionals die juist een baan zoeken als<br />

vervolgstap in hun carrière, zoeken niet alleen de baan, maar<br />

kijken ook nadrukkelijk uit naar het ideale bedrijf, waarbinnen<br />

zij hun carrière een vervolg kunnen geven.<br />

Uw vacatures in <strong>OTAR</strong> Magazine en op www.otar.nl<br />

Omdat de crossmediale benadering de beste kansen<br />

biedt, plaatsen wij deze vacaturepresentaties zowel in het<br />

magazine als op www.otar.nl. Deze plaatsingen worden aan-<br />

geboden tegen speciale tarieven. Er zijn verschillende<br />

formaten mogelijk.<br />

Wilt u meer weten?<br />

Neem dan contact op met <strong>OTAR</strong> Magazine,<br />

tel. 0184-481042 of stuur een e-mail naar info@otar.nl<br />

Scheepvaartbegeleider De volgende <strong>OTAR</strong><br />

In deze functie ben je verantwoordelijk voor het vlot en veilig<br />

begeleiden van de scheepvaart bij werkzaamheden op en<br />

rond water op de Nederlandse vaarwegen. Deze werkzaamheden<br />

worden uitgevoerd vanaf de schepen van SwetsODV.<br />

Als nautische specialist bij SwetsODV bent u verzekerd van<br />

een baan, die aansluit op uw voorkeuren met betrekking tot<br />

werklocatie- en tijden. Wij bieden u uiteraard ruimte tot het<br />

volgen van opleidingen en daarmee een carrière vol variatie.<br />

Interesse? Bel Olof van Laar: 088-6191234<br />

of kijk op: www.otar.nl > vacaturebank of kijk op: www.otar.nl > vacaturebank<br />

Surveyor (Hydrografie) Uw vacature<br />

Als Surveyor ben je (mede) verantwoordelijk voor het initieren,<br />

opzetten en het uitvoeren van alle hydrografische en<br />

landmeetkundige metingen op een project. Je maakt ontwerpmodellen,<br />

berekent volumes, legt resultaten vast en stelt<br />

werkmethodes op.<br />

Interesse? Bel Cor Volker: 0184-412242<br />

of kijk op: www.otar.nl > vacaturebank<br />

In de volgende uitgave (verschijning 24 september)<br />

wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan vacatures,<br />

werving en selectie.<br />

Interesse? Reageer dan voor 10 september!<br />

Uw vacature voordelig en doeltreffend in deze<br />

rubriek en op de website?<br />

Info: tel. 0184 - 481042<br />

E-mail: info@otar.nl<br />

of kijk op: www.otar.nl > vacaturebank<br />

Vernieuwd!<br />

www.otar.nl


50 augustus 2010<br />

Agenda<br />

Dag van de dijk<br />

18 en 19 september, 10 locaties in Nederland<br />

www.dagvandedijk.nl<br />

Symposium Technische Inspectie Services<br />

22 september, LEF future center Rijkswaterstaat, Utrecht<br />

www.crow.nl<br />

NSTT No-Dig Dag 2010<br />

23 september, Bouw & Infra Park te Harderwijk<br />

De aanleiding voor de No-Dig Dag is volgens organisator<br />

NSTT kennisdeling over en promotie van ondergrondse infra<br />

zonder hinder. Het doel is het bij elkaar brengen van alle<br />

partijen in de leidingbranche, die al met sleufloze technieken<br />

te maken hebben of juist daarmee kennis willen maken.<br />

De dag bestaat uit een seminar en expositiegedeelte. Het<br />

seminargedeelte staat garant voor een stevig inhoudelijk<br />

programma met onderwerpen als het Groothinderonderzoek,<br />

de Kaderrichtlijn Water, assetmanagement, kwaliteit en<br />

duurzaamheid. Gedurende de hele dag kunnen bezoekers<br />

op het expositiegedeelte kennismaken met producten, diensten,<br />

materialen en benodigd materieel voor het adequaat<br />

toepassen van sleufloze technieken. Op het buitenterrein<br />

vinden live demonstraties plaats.<br />

www.no-dig-dag.nl<br />

Beurs Hout<br />

27 september t/m 1 oktober, Ahoy Rotterdam<br />

Al ruim 30 jaar is HOUT een begrip in de Benelux en het<br />

platform voor alle prominente spelers binnen de sectoren<br />

Houtbewerkingmachines, Hout & Plaatmaterialen,<br />

Toelevering, Automatisering en Gereedschap. Het thema<br />

van de beurs is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen<br />

(MVO). Op de beurs is het Houttheater waar dagelijks een<br />

groot aantal lezingen worden gehouden rond het thema<br />

‘Bewust met hout’. Onderwerpen die in 30-minutenlezingen<br />

aan bod komen, zijn:<br />

• MVO, wat levert mij dat op?<br />

• Overheid en duurzaam inkoopbeleid<br />

• Innovatief houtgebruik<br />

• Milieuscores als basis<br />

• Gemodificeerd hout - stand van zaken<br />

• Duurzaam geproduceerd hout<br />

Via de website kunt u zich registreren voor een gratis entreebewijs.<br />

www.hout.nl<br />

Netwerkdag Water Ontmoet Water<br />

28 september 2010, WTC, Arnhem<br />

‘De kracht van verbinden’ is hét thema van de eerste landelijke<br />

netwerkdag Water Ontmoet Water. Deze dag is voor<br />

ambtenaren en bestuurders in beheer van watersystemen<br />

en vaarwegen.<br />

Het programma biedt tientallen workshops over partnerschap<br />

in water- en vaarwegbeheer in zes thema’s: Van<br />

buiten naar binnen, Doorvaren, Wet in uitvoering, Kennis,<br />

informatie en innovatie, Krachtig samenwerken en Water<br />

in de regio. De workshops worden verzorgd voor én door<br />

beheerders van provincies, gemeenten, rijk, havens en<br />

waterschappen uit heel Nederland, van alle niveaus en specialismen,<br />

van management, beleid tot en met uitvoering.<br />

www.waterontmoetwater.nl<br />

International Conference ‘Deltas in Times of Climate<br />

Change’<br />

29 september – 2 oktober 2010, Rotterdam<br />

www.climatedeltaconference.org<br />

Nationaal Wegencongres<br />

30 september 2010<br />

www.bouw-instituut.nl<br />

Symposium: P+R met meer<br />

30 september 2010, AGV Movares Utrecht<br />

www.movares.nl/PenR<br />

KIVI NIRIA Jaarcongres over duurzaam omgaan met<br />

energie<br />

6 oktober, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen<br />

www.kiviniria.net<br />

Offshore Energy Exhibition & Conference<br />

7 oktober, Oude Rijkswerf Willemsoord, Den Helder<br />

Offshore Energy is the only dedicated offshore energy event<br />

in The Netherlands which combines an extensive exhibition<br />

with a conference program on the latest developments and<br />

latest markets in offshore. Over 100 companies already<br />

signed up and the organization expects to welcome another<br />

100 companies to the event and more than 3,000 visitors are<br />

expected. Go to www.offshore-energy2010.com for more<br />

information about participation and to pre-register for the<br />

exhibition and the conference.<br />

www.offshore-energy2010.com<br />

Congres Risicomanagement 2010<br />

12 oktober 2010 - Congrescentrum ReeHorst Ede<br />

www.crow.nl<br />

Dag van de Openbare Ruimte<br />

13-14 oktober, Expo, Houten<br />

www.dagvandeopenbareruimte.nl<br />

Nationaal verkeerskundecongres<br />

3 november 2010 - De Doelen Rotterdam<br />

www.crow.nl<br />

Waterbouwdag 2010<br />

9 november, theater De Flint, Amersfoort<br />

www.waterbouwdag.nl<br />

Betondag 2010<br />

18 november 2010, de Doelen, Rotterdam<br />

www.betondag.nl<br />

VanDoClean<br />

AQUAQUICK 2000 ®<br />

AQUAQUICK 2000<br />

Absorptiematerialen<br />

TRADING<br />

Spill Control producten<br />

Opslag gevaarlijke stoffen<br />

Schuimvormende middelen<br />

Semi-/permanente Roetfilters<br />

“WE WILL CLEAN THE FUTURE”<br />

“Na de recente overname van Absorbit Trading<br />

biedt VanDoClean een nóg completer pakket<br />

aan reinigingsmiddelen en absorptiematerialen.<br />

Vanuit ons nieuwe bedrijfspand in Loon op<br />

Zand kunnen wij nagenoeg al deze artikelen<br />

supersnel uit voorraad leveren”.<br />

VanDoClean B.V.<br />

De Hoogt 25, 5175 AX Loon op Zand<br />

Tel : 0416-66 80 60 Fax : 0416-66 80 65<br />

info@vandoclean.nl www.vandoclean.nl


91e jaargang nummer 5/6, augustus 2010<br />

Bestuur VWAR<br />

Hans van der Togt (voorzitter), Kees<br />

Abrahamse (secretaris), Albert Vink (penningmeester),<br />

André Timmermans (lid),<br />

Theo Berkhout (lid), Angelien van Boxtel<br />

(lid), Jim van de Geer (lid).<br />

Hoofd- en eindredactie<br />

Astrid Melger<br />

Advies en begeleiding<br />

Redactie Advies Commissie VWAR<br />

Medewerkers<br />

Olav Lammers, Constant Gras,<br />

Sandra Krens, Anton Dirven<br />

Redactie-adres<br />

Verhaalsuggesties, persberichten of andere<br />

tips kunt u mailen naar info@otar.nl<br />

Uitgever<br />

AcquiMedia<br />

Brouwerstraat 2-4, 3364 BE Sliedrecht<br />

Henk van der Brugge<br />

Tel.: 0184-481041<br />

info@acquimedia.nl<br />

Bladmanagement en advertentieverkoop<br />

AcquiMedia<br />

Wim Boer<br />

Tel.: 0184-481042<br />

info@otar.nl<br />

Vormgeving<br />

KLETS! TEKST & RECLAME B.V.<br />

Abonnementen<br />

Abonnementsprijs 2010 binnen Nederland<br />

€ 79,50 excl. BTW.<br />

Abonnementen buitenland (Europa)<br />

€ 94,- excl. BTW.<br />

Abonnementen lopen per jaar, ingaande de<br />

maand van aanmelding, en worden zonder<br />

wederopzegging steeds met een jaar verlengd.<br />

Losse nummers kosten € 9,50 per<br />

stuk excl. BTW, excl. verzendkosten.<br />

Wie Wat Waar<br />

Uw vermelding (en<br />

foto) voordelig en<br />

doeltreffend in deze<br />

rubriek & op<br />

www.otar.nl<br />

Info: tel. 0184 - 481042<br />

E-mail: info@otar.nl<br />

Bermbeveiliging<br />

Prins Dokkum B.V.<br />

Postbus 4<br />

9100 AA Dokkum<br />

Tel.: +31 (0) 519 298 555<br />

info@prinsdokkum.com<br />

www.prinsdokkum.com<br />

Uitgave onder licentie van de Vereniging<br />

van Waterstaatkundige Ambtenaren van<br />

de Rijkswaterstaat (VWAR)<br />

Voor opgave en vragen over abonnementen<br />

kunt u terecht bij Abonnementenland,<br />

Postbus 20, 1910 AA Uitgeest.<br />

Tel.: 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63<br />

€ 0,10 per minuut.<br />

Fax: 0251-31 04 05<br />

Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of<br />

www.aboland.nl voor adreswijzigingen en<br />

opzeggingen.<br />

Opzeggingen (uitsluitend schriftelijk)<br />

dienen 8 weken voor afloop van de abonnementsperiode<br />

in het bezit te zijn van<br />

Abonnementenland.<br />

‘Wie Wat Waar’<br />

Een reservering/abonnement op de rubriek<br />

‘Wie Wat Waar’ omvat 10 achtereenvolgende<br />

afplaatsingen voor slechts € 395,-<br />

en wordt zonder wederopzegging steeds<br />

met een jaar (10 afplaatsingen) verlengd.<br />

AcquiMedia heeft in nauwe samenwerking<br />

met de Redactie Advies Commissie van<br />

de VWAR deze uitgave van Otar samengesteld.<br />

De VWAR en de uitgever zijn<br />

zich bewust van hun verantwoordelijkheid<br />

aangaande inhoud en vormgeving<br />

van het magazine <strong>OTAR</strong>. Desalniettemin<br />

aanvaarden zij geen aansprakelijkheid voor<br />

eventueel in deze uitgave voorkomende<br />

onjuistheden.<br />

Reproductie van artikelen of delen van artikelen<br />

uit dit blad, op welke wijze dan ook,<br />

is uitsluitend toegestaan na voorafgaande<br />

schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />

ISSN 0376 – 6799 www.otar.nl<br />

Advies en Engineering Asfaltonderhoud<br />

Ingenieursbureau Boorsma B.V.<br />

Postbus 647<br />

9200 AP Drachten<br />

Tel.: +31(0)512 58 03 00<br />

j.wessels@boorsma-consultants.nl<br />

www.boorsma-consultants.nl<br />

Diepeveen VOF<br />

De Hooge Hoek 17<br />

3927 GG Renswoude<br />

Tel.: 06-20417349<br />

info@diepeveenvof.nl<br />

www.asfalt-onderhoud.nl<br />

Bermbeveiliging<br />

Laura Metaal Eygelshoven BV<br />

Postbus 42<br />

6470 EA Eygelshoven<br />

Tel.: +31(0)45 546 88 88<br />

h.verstappen@verran.nl<br />

www.verran.nl<br />

advertentie<br />

Verhuur en handel<br />

Rijplaten en Draglineschotten<br />

Baggerwerken<br />

Dredging and Contracting<br />

Rotterdam B.V.<br />

Zuid-Oostsingel 24d<br />

4611 BB Bergen op Zoom<br />

Tel.: +31 (0)164 266 144<br />

info@dcrnl.com<br />

www.jandenul.com<br />

Betonfabrikant<br />

Spanbeton BV<br />

Postbus 5<br />

2396 ZG Koudekerk a/d Rijn<br />

Tel.: 071-342 02 00<br />

info@spanbeton.nl<br />

www.spanbeton.nl<br />

Betonreparatie<br />

Injection<br />

Oplossingen voor bodem en bouw<br />

Injection Nederland B.V.<br />

Postbus 230<br />

4130 EE Vianen<br />

Tel.: +31(0)347 37 57 74<br />

injection@injection.nl<br />

www.injection.nl<br />

Explosieven opsporing<br />

aDeDe bvba<br />

Antwerpsesteenweg 56-60<br />

B – 9000 Gent<br />

Tel: +32 9 228 61 50<br />

info@adede.com<br />

www.adede.com<br />

Geluidsschermen<br />

Redubel B.V.<br />

Postbus 177<br />

4190 CD Geldermalsen<br />

Tel.: 0345-588 500<br />

info@redubel.nl<br />

www.redubel.nl<br />

Colbond bv<br />

Postbus 9600<br />

6800 TC Arnhem<br />

Tel.: +31 26 366 4600<br />

geosynthetics@colbond.com<br />

www.colbond-geosynthetics.nl<br />

Grondverbetering<br />

C<br />

Cofra<br />

Cofra B.V.<br />

Postbus 20694<br />

1001 NR Amsterdam<br />

Tel.: +31(0)20 - 693 45 96<br />

mail@cofra.nl<br />

www.cofra.nl<br />

Betonreparatie & Beton-/<br />

Staalcoating producten<br />

Sika Nederland B.V.<br />

Zonnebaan 56<br />

3542 EG Utrecht<br />

Tel.: 030-241 01 20<br />

info@nl.sika.com<br />

www.sika.nl<br />

Folieconstructies<br />

C<br />

Cofra<br />

Cofra B.V.<br />

Postbus 20694<br />

1001 NR Amsterdam<br />

Tel.: +31(0)20 - 693 45 96<br />

mail@cofra.nl<br />

www.cofra.nl<br />

Geluidsschermen<br />

Van Campen Geluidsschermen<br />

Postbus 2192<br />

8203 AD Lelystad<br />

Tel.: +31 320 277888<br />

info@campen.nl<br />

www.geluidsschermen.nl<br />

Geokunststoffen Geotextielen<br />

Grond- weg en waterbouw<br />

Aquafix Milieu bv<br />

Postbus 288<br />

3640 AG Mijdrecht<br />

Tel.: 0297-26 29 29<br />

info@aquafix.nl<br />

www.aquafix.nl<br />

Geopex Products (Europe) BV<br />

Postbus 20<br />

2830 AA Gouderak<br />

Tel.: +31(0)182 377 327<br />

europe@geopex.com<br />

www.geopex.com<br />

Grondinjectie<br />

52 augustus 2010 augustus 2010 53<br />

Drainage<br />

Civiele software<br />

CivilCenter<br />

Postbus 10402<br />

7301 GK Apeldoorn<br />

Tel.: 055-57 87 133<br />

info@civilcenter.nl<br />

www.civilcenter.nl<br />

Geluidsschermen<br />

Eurorail bv<br />

Postbus 62<br />

8060 AB Hasselt<br />

Tel.: +31(0)38 477 33 40<br />

info@eurorail.nl<br />

www.eurorail.nl<br />

Grondkerende wanden<br />

Terre Armée b.v.<br />

Postbus 318<br />

2740 AH Waddinxveen<br />

Tel.: +31(0)182 622 735<br />

Fax: +31(0)182 636 031<br />

www.terrearmee.nl<br />

Damwanden en<br />

beschoeiingen<br />

Profextru Productie B.V.<br />

Postbus 122<br />

7770 AC Hardenberg<br />

Tel.: +31 (0)523 654 011<br />

info@profextru.nl<br />

www.prolock.nl<br />

Injection<br />

Oplossingen voor bodem en bouw<br />

Injection Nederland B.V.<br />

Postbus 230<br />

4130 EE Vianen<br />

Tel.: +31(0)347 37 57 74<br />

injection@injection.nl<br />

www.injection.nl


Grond- weg en waterbouw<br />

Van Walraven Bouw/<br />

Installatiematerialen<br />

Postbus 62<br />

3640 AB Mijdrecht<br />

Tel.: 0297-231400<br />

verkoop@walravenbv.com<br />

www.walravenbv.com<br />

Incident Management<br />

IMS b.v.<br />

Bosmanskamp 75<br />

4190 MT Geldermalsen<br />

Meldnummer: 0653-373406<br />

info@imsbv.nl<br />

www.imsbv.nl<br />

Prefab betonelementen<br />

Spanbeton BV<br />

Postbus 5<br />

2396 ZG Koudekerk a/d Rijn<br />

Tel.: 071-342 02 00<br />

info@spanbeton.nl<br />

www.spanbeton.nl<br />

Systeemgerichte contractbeheersing<br />

K2 Infra-Consultants<br />

Postbus 54<br />

3440 AB Woerden<br />

Tel.: +31(0)348 407 000<br />

consult@k2infra.nl<br />

www.k2infra.nl<br />

54 augustus 2010<br />

Houtproducten<br />

GWW Houtimport<br />

Bedrijfsweg 11<br />

3411 NV Lopik<br />

Tel.: 0348-55 00 09<br />

verkoop@gwwhoutimport.nl<br />

www.gwwhoutimport.nl<br />

Kwaliteitsborging<br />

K2 Infra-Consultants<br />

Postbus 54<br />

3440 AB Woerden<br />

Tel.: +31(0)348 407 000<br />

consult@k2infra.nl<br />

www.k2infra.nl<br />

Rijplaten en<br />

draglineschotten<br />

Lekkerkerker Roterdam<br />

Vareseweg 125<br />

3047 AT Rotterdam<br />

Tel.: +31(0)10 298 58 58<br />

verhuur@lekkerkerker.com<br />

www.lekkerkerker.com<br />

Verkeersmaatregelen<br />

De Jong b.v.<br />

Postbus 91<br />

4153 ZH Beesd<br />

Tel.: 0345-684 590<br />

Fax: 0345-684 530<br />

www.dejongbv.com<br />

Kunststof beschoeiing<br />

Bergschenhoek Civiele<br />

Techniek BV<br />

Postbus 45<br />

2650 AA Berkel en Rodenrijs<br />

Tel.: +31(0)10 5242650<br />

infobct@bergschenhoek-ct.com<br />

www.kunststofbeschoeiing.nl<br />

Landmeetkundige<br />

systemen<br />

Topcon Sokkia Nederland<br />

De Kronkels 14<br />

3752 LM Bunschoten<br />

Tel.: 033-2992939<br />

info@topconsokkia.nl<br />

www.topconsokkia.nl<br />

Signaleringsapparatuur<br />

Marelko Benelux<br />

Postbus 2674<br />

6026 ZH Maarheeze<br />

Tel.: +31(0)495-592 290<br />

info@marelkobenelux.nl<br />

www.marelkobenelux.nl<br />

Houtproducten<br />

Reef Hout<br />

Breukersweg 9<br />

7471 ST Goor<br />

Tel. : +31 (0)547 - 28 63 50<br />

info@reefhout.nl<br />

www.reefhout.nl<br />

Positionering- &<br />

Monitoringsystemen<br />

Seabed BV<br />

Zamenhofstraat 150, unit 120<br />

1022 AG Amsterdam<br />

Tel.: +31 (0)20-63 68 443<br />

sales@seabed.nl<br />

www.seabed.eu<br />

Sloopwerken<br />

Lekkerkerker Rotterdam<br />

Vareseweg 125<br />

3047 AT Rotterdam<br />

Tel.: +31(0)10 298 58 59<br />

sloopwerken@lekkerkerker.com<br />

www.lekkerkerker.com<br />

GWW-hout ?<br />

Foreco uw partner bij uitstek!<br />

...want in vakmanschap, advies, service en voorraad<br />

hebben wij een naam hoog te houden!<br />

Dalmsholterweg 5<br />

7722 KJ Dalfsen<br />

Telefoon 0529 431548<br />

Email info@foreco.nl<br />

Internet www.foreco.nl<br />

60.000 m 2 voorraad,<br />

dus op ons kunt u rekenen!<br />

• Rondhoutpalen • Combi-schotten<br />

• Damwand • Gordingen<br />

• Naaldhout • Hardhout<br />

En onze specials: SoundWood, geluidsschermen<br />

TwinWood, combi-damwand<br />

PEFC- en FSC-gecertificeerd<br />

www.foreco.nl


No limits<br />

Infrastructuur die de weg<br />

open houdt<br />

Vrijheid is kunnen gaan waar nodig<br />

en waar je wilt. Dit betekent<br />

onderhoud, onbeperkte bereikbaarheid,<br />

optimale doorstroming en<br />

minimale overlast van onze infrastructuur.<br />

Boligrip ® en Bolidrain ®<br />

slijtlagen bereiken dit alles met één<br />

bewezen systeem. Een ontsnapping<br />

aan traditionele mankementen door<br />

in duurzaamheid, slijtvastheid en<br />

aanbrengsnelheid uit te stijgen<br />

boven elk alternatief. Esthetisch,<br />

bestand tegen wisselende belastingen<br />

en tegen alle weersomstandigheden.<br />

Bolidt, No limits.<br />

www.bolidt.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!