lees meer
lees meer
lees meer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
H<br />
et was nacht. Een kille, ijzige wind guurde door het<br />
duister. Grote lange gedaantes doemden op in het<br />
zwart van de nacht. Het was pikdonker, je kon niet<br />
zien wie of wat die gedaantes waren.<br />
“Wat is je plan?”, zei een van de gedaantes. Aan de stem te<br />
horen was duidelijk dat de gedaante een man moest zijn.<br />
“Morgenavond, om twaalf uur, bij het huis op de heuvel,” zei een<br />
andere stem. Ook in zijn stem was duidelijk een man herkenbaar.<br />
“Wat als de geruchten waar zijn?”, er klonk bezorgdheid in zijn<br />
stem.<br />
Een nieuwe stem antwoordde, op een griezelige, ijzige, doch<br />
kalme toon: “onzin… spoken bestaan niet, en geesten evenmin.<br />
En zelfs àls ze zouden bestaan… wat dan nog? Wij de Schaduwrijders,<br />
zijn nergens bang voor! Op de Schaduwrijders!”<br />
bulderde de stem bij de laatste woorden.<br />
“Op de Schaduwrijders! Hiep hiep, hoera!” klonk als een echo<br />
door het gebouw.<br />
“Stelletje kleuters,” mompelde een stem bijna onverstaanbaar.<br />
Stelletje kinderen….”<br />
“Stilte!” riep een van de mannen. De stem galmde door de<br />
schuur van de gestolen boerderij, ver afgelegen van de stad.<br />
17<br />
Marjan Peereboom<br />
Deze schuur gebruikten de Schaduwrijders om in alle rust te<br />
vergaderen en plannen te beramen. Om niet gestoord te worden,<br />
maar vooral om niet ontdekt te worden. Hun duistere plannen<br />
gingen altijd verborgen onder een deken van schaduw.<br />
Maar, wat ze niet wisten… dat er iemand hen stond af te luisteren,<br />
en elk woord van het gesprek nauwlettend gevolgd had.<br />
Ik had gewacht op een avontuur, ik had er gewoonweg naar<br />
gesnakt. Een spannend avontuur, om nooit te vergeten. Nou,<br />
wat ik die avond te horen kreeg, zal ik ook nooit vergeten. Ik<br />
hoorde elk woord, elke reactie en ik was bang. Zo bang. Ik wist<br />
bijna zeker dat ze mij konden horen. Het hijgen van angst, en<br />
het bonken van mijn hart.<br />
Nee, dit was niet, absoluut niet wat ik bij een spannend avontuur<br />
had voorgesteld, al was het zeker spannend.<br />
Nee, straks zullen ze mij horen, me grijpen terwijl ik niets kan<br />
doen. En wat zullen ze verder met me gaan doen? Ik zal mijn<br />
huis nooit <strong>meer</strong> terug zien. Thuis…<br />
Maar ik ben niet ontdekt. Nòg niet tenminste.<br />
Ze zullen me vroeg of laat alsnog ontdekken. Ik huiver. Liever<br />
niet aan denken, ze gaan zo weer weg, …toch? Ik denk vast na<br />
over mijn zonden, er vast van overtuigd dat ik morgen niet zal<br />
halen. Ondertussen hoor ik nog duidelijk de zware stemmen. Ik<br />
weet niet hoe lang ik hier al zit, en nog zal zitten, maar het lijkt<br />
een eeuwigheid. Tot ik plots… en stem hoor. Een van de Scha-
duwrijders: “Baas, we kunnen gaan, de wagen staat gereed.” De<br />
griezelige stem antwoordt. Hij is dus de baas, denk ik.<br />
“Goed zo,” zei hij “haal Gustas, hij moet de wagen rijden.”<br />
“Maar baas, we kunnen de buit toch zomaar niet achterlaten?<br />
Stel dat iemand het ontdekt.”<br />
“Goed, laadt alles maar in. We nemen geen risico.”<br />
Nu, weet ik, is het moment daar. Ik ben de klos, de sigaar, de …<br />
Ik slik. Enfin, ik zal ontdekt worden. Ze zullen me vinden tussen<br />
de vracht en wie weet wat ze met me zullen doen. Nee, niet aan<br />
denken, niet aan denken! Denk beter aan een oplossing. Wat<br />
moet ik doen? Wat kan ik doen?<br />
De voetstappen van één van de Schaduwrijders hoor ik naderen.<br />
Ik begin ‘m al behoorlijk te knijpen.<br />
Opeens, als grote redding, teken uit de hemel, een kist. Een kist!<br />
Een openstaande kist! Als ik daar in kruip zal ik niet gevonden<br />
worden. Het is bijna te mooi om waar te zijn. Ik ben gered! Tenminste…<br />
voor even dan. Nu, het is beter, misschien kan ik dan<br />
ontsnappen. Wat bazel ik nou, ik heb al te veel tijd verspild. Klim<br />
er in, voordat de kans voorbij is, en je –slik - je leven niet zo’n<br />
kans <strong>meer</strong> krijgt.<br />
Stil sluip ik in de kist, en trek het deksel dicht. Ik ben nog net op<br />
tijd, want kort nadat ik het deksel gesloten heb, tillen ze mij met<br />
de kist en al in de wagen.<br />
Nu hoor ik niets <strong>meer</strong>. Alleen het starten van de wagen, en het<br />
luidruchtige geronk van de motor. Ik ben verbaast dat niemand<br />
anders het hoort, en zo de politie kan waarschuwen. Maar er is<br />
niemand om het te horen, besef ik mij opeens. Ver van de bewoonde<br />
wereld, op weg naar… nog verder. Het is stil. Ik kruip uit<br />
mijn kist, om vervolgens helemaal achteren te kruipen. Ik struikel,<br />
want we maken een scherpe bocht, en ik val. Ik knal met<br />
mijn hoofd tegen de wand. Ik kan het wel uitschreeuwen van<br />
pijn, maar ik weet dat er dan geen hoop <strong>meer</strong> is. Dus zit ik stil in<br />
mijn hoekje, mijn handen op mijn licht bloedend hoofd. Ik hoor<br />
de auto remmen, de banden schuren over het harde grind. We<br />
zijn gestopt.<br />
Ik hoor stemmen, en drukt mij dichter tegen de wand, al wilde ik<br />
mij er door heen persen. Gespannen luister ik. “Laad een paar<br />
kisten uit, Gustas. We zullen ze nodig hebben voor de nieuwe<br />
buit.”<br />
In een flits gaat door me heen, dat dit een ontsnappingskans is.<br />
Zo snel en stil als ik kan, klauter ik terug in de kist. Nog vóór de<br />
deuren luid opengeklapt waren, zat ik weer, hijgend, in de kist.<br />
Gespannen luister ik. Ik zet mij vast schrap voor het moment<br />
waar ik op wacht… maar het blijft bij wachten. NEE! Ze hebben<br />
mij laten staan! Hoe kan ik nu nog ontsnappen? Dit was de perfecte<br />
kans! Mijn hoofd bonkt en mijn polsen branden van pijn<br />
door het schuren langs het splinterende hout van mijn kist.<br />
Ik ben bang. Bang, dat er geen kans op ontsnappen <strong>meer</strong> mogelijk<br />
is…<br />
18