11 mei 2012 - Hervormde Gemeente Barneveld
11 mei 2012 - Hervormde Gemeente Barneveld
11 mei 2012 - Hervormde Gemeente Barneveld
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
In onderstaand reisverslag kunt u/kun jij lezen hoe ik (Hans Lijster) de bezoeken aan de verschillende<br />
projecten in Roemenië en de ontmoetingen met diverse personen daar heb ervaren.<br />
(Voor eventuele reacties: hanslijster@hetnet.nl )<br />
Reisverslag werkbezoek aan projecten in Roemenië. (dinsdag 1 <strong>mei</strong> tot vrijdag <strong>11</strong> <strong>mei</strong> <strong>2012</strong>)<br />
De reis startte ook deze keer in Horebeke (België) waar ik 1 <strong>mei</strong> op bezoek geweest ben bij Wilma &<br />
Tihamér. Een heel plezierige dag, waarop Belgen en Nederlanders (voornamelijk <strong>Barneveld</strong>ers)<br />
gezellig gezamenlijk een en ander hebben gegeten en veel gekout.<br />
Na dit aangename oponthoud ging de reis richting Roemenië. Op de A21, de autosnelweg langs<br />
Wenen kwam echter een kink in de kabel. Bij een test hoe sterk mijn autobanden waren, bleek mijn<br />
linker voorband niet zo sterk als gehoopt. Met een paar uur vertraging verder op weg gegaan om<br />
woensdagavond 2 <strong>mei</strong> te overnachten in Berettyóújfalu, dat niet ver van de Roemeense grens ligt.<br />
Donderdag 3 <strong>mei</strong> rond <strong>11</strong>.30u bij Areke. Daar trof ik nog onze vier vrienden uit <strong>Barneveld</strong>. Jacco de<br />
Gooijer, Michael v.d. Mark, Anne-Margriet v.d. Mark en Johan Lokhorst waren zaterdagavond 28<br />
april aangekomen en hadden in die tussentijd de handen flink uit de mouwen gestoken.<br />
Verschillende computers werden nagekeken en opgeschoond. Een door de overheid opgelegde<br />
verplichting van een beveiligingsinstallatie werd onderhanden genomen en vakkundig geïnstalleerd.<br />
En dan tussendoor de nodige activiteiten met “de kinderen” van Areke. De dagen waren meer dan<br />
gevuld. Is het voor vakantiegangers en zonaanbidders gunstig als de zon uitbundig schijnt en de<br />
temperaturen richting 30 graden Celsius gaan, als je flink moet aanpoten zoals hier bij Areke, dan zijn<br />
klusdagen zeker geen vakantiedagen. Maar, daar waren ze ook niet voor gekomen. In de eerste uren,<br />
dat ik in Valea Lui Mihai was in “huize Areke”, bleek opnieuw weer overduidelijk welke rol Areke hier<br />
speelt. Zelfs tijdens een korte koffiepauze (We zijn Nederlanders!) werd links en rechts aan haar<br />
getrokken. Een <strong>mei</strong>sje kreeg een aspirientje en een jongetje , met een van pijn vertrokken gezicht,<br />
een nieuw schoon verband op zijn been. Op een gegeven moment kwam Jacco binnen en vroeg waar<br />
Areke was. Areke was, op dat moment op de grond geknield, druk met de verpleging bezig, omringd<br />
door een hele groep kinderen die haar handelingen met grote belangstelling gadesloegen. ’t Ja en<br />
dan zie je Areke gemakkelijk over het hoofd.<br />
Zei Areke niet, een jaartje of wat geleden, dat zij er verstandig aan zou doen als ze wat meer zaken<br />
zou delegeren, zo langzamerhand een en ander wat af te bouwen? Hogere medici hadden dit Areke<br />
als goede raad voorgehouden. Het zou verstandig zijn als……….. Voorlopig is Areke dit nog niet. Het is<br />
überhaupt de vraag of het wel zo verstandig is verstandig te wezen…….. Zeker voor Areke!!<br />
Op Hollandse wijze was het middagmaal om half 1. Voor het gemak blijkbaar kregen wij<br />
(<strong>Barneveld</strong>ers) het eten, wat op zich verrukkelijk smaakte, opgediend in een afwasteiltje. Een<br />
kniesoor die daar op let! Daarna heb ik geprobeerd even verstandig te wezen, maar voor ik naar<br />
verre oorden kon afreizen, werd de reis afgebroken door een afgaand alarm. Het alarm werkte. Het is<br />
voor de buurt te hopen dat dit alarm niet te vaak afgaat. Even later ging er een ander alarm af. Het<br />
eerste blok bijscholing zat er op en het “speelkwartier” begon. Schrijvend en luisterend naar de<br />
omgevingsgeluiden vermoed ik dat Areke nu naar haar, voor de maaltijd, gemelde afspraak in het<br />
dorp is……..<br />
Op korte afstand van “huize Areke” , even buiten het dorp, bevindt zich de tijdelijke woon- en<br />
verblijfplaats van Jacco, Anne-Margriet, Michael en Johan. Een oude boerderij, een schuur en wat<br />
bijgebouwen. Eigendom van de stichting en bijzonder geschikt om als overnachtingsadres te dienen<br />
voor gasten, zeker als het een grotere groep betreft. De donderdagavond zou hier een soort<br />
1
afscheidsbarbecue gehouden worden, daar de groep uit <strong>Barneveld</strong> vrijdagmorgen weer huiswaarts<br />
zou keren. Een heel essentieel onderdeel van een barbecue is een goed vuur. Hout genoeg! Maar<br />
waar waren de lucifers? Hoe maak je vuur? Eerlijk gezegd, kan ik me niet goed meer herinneren waar<br />
het eerste vlammetje vandaan kwam. Wel zie ik mij daar nog zitten, mijn rechterhand dichtbij het<br />
flakkerende kaarsvlammetje om het tegen de wind te beschermen. Het duurde even, maar toen<br />
brandde het bij elkaar gesprokkelde hout dan ook stevig. Een smakelijke barbecue, een plezierige<br />
avond met bijna zomerse temperaturen, wat wil een mens nog meer?<br />
Vrijdag 4 <strong>mei</strong> Zo tegen 07.30u kwamen Anne-Margriet, Michael, Johan en Jacco van hun logeeradres<br />
naar ‘huize Areke” om te ontbijten. Na het gezamenlijke ontbijt werden de in de afgelopen dagen<br />
uitgevoerde werkzaamheden nagelopen, nog een extra stekkerdoos aangelegd en Areke het alarm<br />
uitgelegd. Afscheid nemen is altijd moeilijk, zo bleek ook nu. En zo vertrok ons <strong>Barneveld</strong>s viertal om<br />
kwart over 9 vol indrukken voor hun lange terugreis naar <strong>Barneveld</strong>. Areke zag ze node gaan. Deze<br />
vrijdag nog wat gesproken met ds. András de man van Arekes medewerkster Timi, die naast zijn<br />
gemeente in Valea Lui Mihai ook nog met andere volken werkt. Bijenvolken! En ook hier is het crisis.<br />
Een belangrijke bron van inkomsten voor hem is altijd de bloei van de acaciabomen geweest, door<br />
een late, flinke nachtvorst toen de acacia’s in bloei stonden, heeft ervoor gezorgd dat er dit jaar geen<br />
acaciahoning kan worden gewonnen.<br />
Voor de vrijdagmiddag was al eerder een afspraak gemaakt met Gedeon, de predikant van Piscolt.<br />
Dus vertrok ik kort na de bruine bonensoep, genoten in de eetzaal van “huize Areke” , naar het maar<br />
10 minuten verder gelegen Piscolt. Hier werd ik op een al meer Nederlandse manier begroet. Een<br />
stevige handdruk van Gedeon, gevolgd door een hartelijke omhelzing van zijn vrouw Judith. Je zou<br />
hier bijna van een modelgezin kunnen spreken. Braaf maakten nml. de drie kinderen van Judith en<br />
Gedeon hun opwachting. Dochter Lilla (12 jr.), Gedeon jr. (10jr.) en ………….? van bijna 6 jaar. Een<br />
klein, grappig <strong>mei</strong>ske met donkere ogen, die tijdens de maaltijd even later, wat moeite had met de<br />
voor haar opgeschepte macaroni. Nadat de twee oudsten gevraagd hadden of ze van tafel mochten,<br />
ging bij de jongste nog steeds het ene hapje aarzelend na de andere. Szerets kicsi? zei ik zachtjes in<br />
mijn beste Hongaars tegen de kleine. (Letterlijk vertaald: Houd je er een beetje van?) Ze fluisterde,<br />
voor mij niet verstaanbaar, iets terug. Hoewel deze conversatie niet vlekkeloos verliep, geloof ik dat<br />
de kleine zich zeker gesteund voelde in haar “gevecht” met het, in haar ogen, te volle bord. Na dit<br />
wat late middagmaal (+/- 14.30u) hebben we de benen gestrekt door een kort bezoekje aan de mede<br />
door <strong>Barneveld</strong> bekostigde begrafenisaula. Teruglopend bekeken we de vorderingen van een<br />
grondige renovatie van het Piscoltse “Rehoboth” . Als ik het goed heb, werd dit gebouwtje in de<br />
vorige eeuw gebruikt als dorpsschooltje. Nu wordt hier een grondige vooral inwendige renovatie<br />
toegepast. Bijzonder is het hier dat de bekostiging uit Hongarije komt. Piscolt nu Roemeens,<br />
behoorde tot 1920 tot Hongarije en blijkbaar beschouwt Hongarije dit voormalig schoolgebouwtje als<br />
Hongaars erfgoed. Vandaar de bekostiging door Hongarije.<br />
Vervolgens ontspon zich een boeiend gesprek rond de thema’s zigeuners en kerkelijke<br />
jongerenactiviteiten. De houding van vele <strong>Hervormde</strong> predikanten in Roemenië ten opzichte van de<br />
zigeuners (Roma’s) staat, naar mijn bescheiden mening, toch wat op gespannen voet met Jezus’<br />
houding tot bijv. de zigeuners van toen (de Samaritanen). Een goed voorbeeld hierbij is de<br />
Samaritaanse vrouw bij de Jakobsbron. Ik moet hierbij wel opmerken, dat wij Hollanders<br />
(<strong>Barneveld</strong>ers) ook wel makkelijk praten hebben, daar wij niet zo’n alom tegenwoordige<br />
minderheid/groep hebben als deze zigeuners in Midden- en Oost-Europa. (En verdraaid, daar komt<br />
heer Wilders weer om de hoek kijken, en willen wij soms de 1 e , 2 e , en 3 e en verdere generaties<br />
Marokkanen en Turken ook in de zigeunercategorie plaatsen!?<br />
2
In het verleden is met de predikant hier in Piscolt al wel eens eerder gesproken over een<br />
verdergaand contact tussen onze gemeentes. Tot nu toe is daar, naast wat gedachtenuitwisselingen<br />
hierover, geen vervolg op gekomen. Soms begonnen we hier pas tegen de winter over na te denken.<br />
Te laat, naar mijn idee. Met ds. Gedeon heb ik afgesproken dat wij, in <strong>Barneveld</strong>, er zo spoedig<br />
mogelijk naar gaan kijken, om in principe vast te stellen of een jongerenwerkvakantieprogramma in<br />
D.V. zomer 2013 mogelijk is. Dit zou uitgevoerd kunnen worden in combinatie en samenwerking met<br />
Areke Wigmans in Valea Lui Mihai. Stof om over na te denken, zou ik zo zeggen. (En om dat ook eens<br />
te doen!)<br />
Terugkomend bij Areke getracht de bezoekjes voor zaterdag 5 <strong>mei</strong> te plannen. En toen kwam daar<br />
onverwachts het bericht dat ds. Szabados Jozsef in een ziekenhuis was opgenomen. Het zou te<br />
maken hebben met suiker en longproblemen. Zo ontstond daar plotseling een probleem, daar er ( nu<br />
zaterdagmorgen 5 <strong>mei</strong>) komende week het transport uit <strong>Barneveld</strong>/Voorthuizen vertrekt met o.a. als<br />
bestemming Pata (de gemeente van Szabados Jozsef) Hopelijk kunnen we dit vandaag of morgen via,<br />
via regelen. Tussendoor Dolf Timmer aan de lijn gehad. Hij was op vakantie in Oostenrijk geweest en<br />
op weg naar Nederland. Hij weet er nu dus van. Verder met Dik gesproken. Ik zou een sms-je<br />
terugkrijgen als er duidelijkheid zou zijn. Dat kwam evenwel niet. Mogelijk vanwege de dagen daarna<br />
dat ik geen telefonisch bereik had.<br />
Zaterdag 5 <strong>mei</strong>. Op zaterdag is het tegenwoordig in ‘huize Areke” een stuk rustiger dan in het<br />
verleden. Als Areke niets daaraan zou hebben gedaan, zou zij zeven dagen in de week druk zijn en<br />
voortdurend gevraagd worden medicijnen te geven en oplossingen aan te dragen bij opkomende<br />
problemen. Het is nu zover, dat op zaterdag er geen “Areke’s spreekuur” is en de poort gesloten<br />
blijft. Dus, toch wel enigszins verstandig! Het bleef daarom, ondanks mijn aanwezigheid, een rustige<br />
zaterdagmorgen. Door het gewijzigde programma vertrok ik deze zaterdag pas na genoten te hebben<br />
van een door Areke zelf gemaakte kippensoep. Hoewel Areke over de soep niet tevreden was, liet ik<br />
het me goed smaken .<br />
Op weg naar Haranglab dus. Het was ook deze zaterdag een heerlijke dag met z’n 24 graden Celsius.<br />
Zover ik begreep, het dubbele van de temperatuur in <strong>Barneveld</strong>. Toen ik na een zestal uren<br />
Haranglab binnen reed, leek alles nog steeds hetzelfde als 25 jaar geleden. Alles was nog even grauw<br />
en stoffig. Wel viel me deze keer op dat op het pleintje in het dorp bij het monument voor de<br />
gevallenen in de Eerste- en Tweede Wereldoorlog, zulke grote hopen steengruis lagen, dat het<br />
monument voor een groot deel aan het oog onttrokken werd. Toen ik er langs reed, had ik nog geen<br />
idee wat dit te betekenen had. Tot ik iets verderop linksaf over een normaal erg vervallen brugduiker<br />
met dito gammele loopbrug wilde rijden richting de pastorie en kerk. Toen werd het wat duidelijker.<br />
Hier werd aan iets bijzonders gewerkt. Een nieuwe weg!! Maar, hoe nieuw? In de pastorie bleek dat<br />
binnenkort een echte asfaltweg Haranglab gaat verbinden met de bewoonde wereld. Niet gelijk over<br />
de gehele afstand van zo’n 7 kilometer. Voorlopig zal alleen het eerste gedeelte, in Haranglab zelf en<br />
dan tot aan het volgende dorpje Deaj aangelegd worden. Reeds in 1991, dus zo’n 21 jaar geleden,<br />
smeekte de toenmalige predikant Ervin Szücs, ons al om hen hierbij te helpen. Anders zou Haranglab<br />
het niet overleven…… En nu gaat het dan toch echt gebeuren! ‘k was en ben er nog steeds beduusd<br />
van. Destijds hebben ook wij er serieus werk van willen maken. Via een broer van ambtsdrager<br />
Egbert Hekman (Groen van Prinstererschool) is er toen kleding naar een winkeltje (Meijer) gegaan en<br />
zou een gedeelte van de winst gebruikt worden voor de nieuwe weg. Maar door wat “mistige zaken”<br />
hebben we daar toen een eind aan moeten maken en leek de weg nog wel 100 jaar te blijven wat het<br />
was. Tot nu toe, blijkbaar. En nu blijkt bovendien dat de huidige burgemeester van het groepje<br />
dorpen waar Haranglab bij hoort, bepaald niet op zijn achterhoofd is gevallen. Beseffende dat het nu<br />
3
eschikbare geld zeker niet voldoende is voor het gehele traject, heeft de burgemeester, naar mijn<br />
mening terecht, besloten niet van de bewoonde wereld in de richting van het afgelegen Haranglab<br />
de weg aan te leggen, maar omgekeerd. Naar zijn mening is op deze manier de kans het grootst dat<br />
de weg eens zal worden afgemaakt. Eerlijk gezegd, had ik dit niet verwacht.<br />
In de pastoriekeuken bleek al snel hoe blij men is met de nieuwe luidklok. “U wilt de klok natuurlijk<br />
graag zien?!” Uiteraard. En zo liep ik even later achter dominee Levente aan over het smalle pad<br />
achter hun huis in de richting van de kerk. In de kerk eerst naar de galerij en vandaar via een luik de<br />
toren in. En daar in de toren kreeg ik opnieuw bewondering voor de oude János, die tot naar ik<br />
meen, zijn 83 e langs deze weg naar boven moest klimmen om gezeten op een draagbalk de klok te<br />
luiden. Met de bibber wat in mijn benen klom ik via een aantal steile ladders achter de dominee aan.<br />
Voor lief nemend (Excusez le mot!) de droge duivenstront die ik op mijn hoofd en in mijn nek kreeg.<br />
Mijn fototoestel bungelde bij wijle vervaarlijk heen en weer als ik echt beide handen nodig had om<br />
niet voortijdig weer beneden te zijn. Nee, echt leuk vond ik dit niet.<br />
En daar hing die dan. Een nog glanzende bronzen klok, met de volgende inscriptie: In de naam van<br />
de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?<br />
Deze klok is een gift van de <strong>Hervormde</strong> kerk in <strong>Barneveld</strong>. Gemaakt in Odorhei in de werkplaats van<br />
Imre lázár.<br />
Zondag 6 <strong>mei</strong>. Een zondagmorgen ziet er voor mij hier in Haranglab zeker anders uit dan in<br />
<strong>Barneveld</strong>. Op tijd opgestaan heb ik aan de keukentafel mijn aantekeningen wat bijgewerkt. Haast is<br />
niet nodig, want de dienst begint pas om half 12 en bovendien moet je er niet vreemd van opkijken<br />
als om <strong>11</strong> uur de vrouw van de dominee nog in haar pyjama rondloopt. Dus alle tijd om te schrijven<br />
en te observeren. Zo tegen de klok van <strong>11</strong> uur kwam de curator binnen. (Hoofd van de presbiters =<br />
ouderlingen) En even later de organist. (Hier cantor genoemd) Hierbij is het opvallend dat beiden,<br />
net als de doopvader die nog even vier prachtige witte rozen komt brengen, alleen de dominee een<br />
hand geven. Ook geven ze mij een hand. De vrouw van de predikant, die op dat moment druk in de<br />
weer is voor het middageten, krijgt daarentegen geen hand. Zelf bekijk ik tussendoor een paar<br />
Hongaarse regels die ik straks in de kerk hopelijk zonder al te grote fouten kan voorlezen. Uit het<br />
hoofd lukt me echt niet. Als ik me goed concentreer zal de uitspraak nog wel gaan, maar daar blijft<br />
het dan bij. Een en ander wordt doorgesproken en de organist noteert de te zingen liederen. Zowel<br />
kerkelijke – als vrije liederen en psalmen. Ook nu het <strong>11</strong>.15u is, is er van gehaastheid geen sprake.<br />
Intussen lees ik mijn “speech” nog een keer over. Nadat ik gisteravond aanvankelijk had gezegd geen<br />
toespraakje te zullen houden, heb ik vanmorgen alsnog wat op papier gezet en door Enikö (vrouw<br />
van ds. Levente) laten vertalen. Voor de duidelijkheid heb ik mijn bijdrage in de dienst hier in het<br />
Hollands voor u.<br />
Beste gemeente van Haranglab,<br />
De gemeente van <strong>Barneveld</strong> groet u. Ik ben blij weer in Haranglab te zijn, hier in uw kerk. Ook blij de<br />
prachtige klok te horen luiden en nu hoop ik dat deze klok nog vele, vele jaren u zal oproepen naar<br />
de kerk te komen om het evangelie van Jezus Christus te horen. God zegene u allen!<br />
Ondertussen pakt de predikant zijn bijbeltje en liedboek. De curator en de organist zijn al naar de<br />
kerk gegaan. En zo loop ik even later voor de dominee aan naar de kerk. De vrouwen zitten al in de<br />
kerk. De mannen (inclusief de kerkenraad) gaan pas naar binnen als zij ons zien aankomen. Bij de<br />
kerk wachten wij even en gaan pas naar binnen als het eerste lied is gezongen. De dominee loopt<br />
naar de kansel en ik neem plaats in de domineesbank. Deze keer zonder domineesvrouw. Elke keer<br />
ervaar ik het gemis van een goed verstaan van de Hongaarse taal. Alleen enkele losse woorden en<br />
wat namen. Een samenvatting na de dienst is nog altijd nodig. De meeste liederen in de dienst zijn<br />
4
mij onbekend. Na de preek worden evenwel twee psalmen gezongen. (Psalm 42 en 25) Eindelijk kan<br />
ik meezingen. Hoewel! Het lijkt wel of men nu in Haranglab langzamer zingt dan een aantal jaren<br />
geleden! Langzaam en krachtig! Nog voor het einde van de dienst en na de eerste psalm wordt de<br />
Haranglabse kerkbode uitgedeeld. De predikant leest de namen voor en de curator doet zijn best zo<br />
snel mogelijk de juiste persoon te vinden in de kerk. Na de tweede psalm komt het doopechtpaar<br />
binnen, gevolgd door de grootouders en een viertal getuigen. Voor zover ik alles goed heb kunnen<br />
volgen, werden de doopvragen aan de hele groep gesteld. Ik hoorde steeds meerdere “igens” = “ja’s”<br />
De groep staat hierbij in een halve cirkel opgesteld. Als laatste lied voor de zegen, wordt altijd in dit<br />
deel van Roemenië het Hongaarse volkslied gezongen. ’t Blijft voor mij een wonderlijke ervaring! Na<br />
afloop van de dienst verlaten de vrouwen de kerk via de vrouweningang en de mannen nemen de<br />
hoofdingang. Buiten geeft de predikant een aantal mensen de hand. Deze keer vooral de doopouders<br />
en hun familie. Daarna gaat hij met hen op de foto. Vervolgens gaat de hele doopfamilie het paadje<br />
over naar de keuken van de pastorie. De keuken is dan ook overvol. De dominee pakt een groot<br />
boek. Waarschijnlijk het doopregister. Op het tafeltje bij het raam telt intussen de curator de<br />
opbrengst van de deurcollecte. De dominee vult van alle aanwezigen de gegevens in het grote boek<br />
en dan is deze plechtigheid ten einde. Het grote doopfeest kan gaan beginnen. Toen iedereen de<br />
keuken verlaten had, waren er wat woorden tussen de dominee en zijn vrouw. Oorzaak: de dominee<br />
was helemaal vergeten iedereen een soort doopborrel aan te bieden. ‘k Had alles klaar gezet, zei z’n<br />
vrouw nog.<br />
Als ik er die middag nog behoefte aan zou hebben gehad, dan zou ik nog met de predikant naar het<br />
doopfeest kunnen. Ik ben er niet geweest. Na het middagmaal vertrok ik uit Haranglab met als<br />
eindbestemming het een kleine 60 km verder gelegen Gógan. Hier woont Irma, de moeder van<br />
Tihamér. Toen ik vorig jaar <strong>mei</strong> bij haar langs ging, was ze erg teleurgesteld dat ik maar zo kort bleef.<br />
Vandaar dat ik deze keer bij haar zal blijven slapen. Irma had zelfs een soort barbecue voorbereid in<br />
de hof met behulp van een rooster van buren. Gelukkig spreekt Tihamérs moeder een beetje Duits,<br />
zodat de communicatie niet al te moeilijk is. Na het eten en een lekker glaasje wijn werd een<br />
wandelingetje door het dorp gemaakt. Gógan is een zodanig rustig dorpje, dat je daar gewoon<br />
midden op de weg kan lopen. Ik geloof dat we die avond maar één auto gezien hebben. Bij meerdere<br />
huizen zaten mensen gezellig buiten . Zo stond er op een gegeven moment een hele groep mensen<br />
gezellig met elkaar over de ook hier bekende koetjes en kalfjes te praten. Tenminste daar ga ik<br />
helemaal van uit. Van die groep had een man een toch wel iets degelijker pak aan dan de anderen.<br />
Onze nieuwe dominee, zei Irma. Het was een vrij jonge predikant, dacht ik zo. Niet veel ouder dan<br />
begin 30. Bij hem stond zijn vrouw met een baby op haar arm. Beiden bleken goed Engels te spreken<br />
en zo ontstond al gauw weer een hele gesprek over allerlei kerkelijke zaken en opvattingen in<br />
Nederland en Roemenië. Nu zegt men wel eens, wat is de wereld klein. Ook nu werd dat weer<br />
bewaarheid. Op de vraag, dus u woont in <strong>Barneveld</strong>? kwam een opmerkelijke reactie. Vrienden van<br />
ons wonen ook in <strong>Barneveld</strong> en kerken in Lunteren. Het bleek dus zelfs in Roemenië maar goed, dat<br />
ik even daarvoor niet alle roddelregisters van <strong>Barneveld</strong> en Lunteren had opengetrokken. Je moet er<br />
niet aan denken….. Als ik die avond nog gelegenheid had, moest ik echt even aankomen. Heel<br />
vriendelijk bedoeld natuurlijk, maar toen we na een poosje weer terugliepen, was de volgende stop<br />
niet de pastorie van de nieuwe dominee, maar de curator van de Roemeens-Orthodoxe kerk. Deze<br />
man (Roemeen) was getrouwd met een Hongaarse vrouw en bekenden van Irma. Dus moest hier een<br />
glaasje gedronken worden. Dit is niet een kwestie van alcoholisme, maar van gastvrijheid….. Ik heb<br />
me uiteraard netjes gedragen, want je weet maar nooit, straks komt via Lunteren……<br />
5
’t Zal zo rond half 10 zijn geweest dat we langs de <strong>Hervormde</strong> pastorie liepen. Hier kun je niet meer<br />
aanbellen, zei Irma, het licht in de slaapkamer brandt al. Opnieuw een vroege bedgang.<br />
Maandag 7 <strong>mei</strong>. Deze maandag had ik maar een kleine 350 kilometer te rijden. Een makkie dus.<br />
Maar niet in Roemenië. Ik moest rekenen op ongeveer 6 uur rijden. Het werd een prachtige rit,<br />
waarvan het grootste deel, tot aan Sinaia, door de bergen liep. Afgesproken met een zekere Daniël<br />
Drăghici om na Sinaia in Ploiesti (op zo’n 45 kilometer voor Boekarest ) contact met hem op te<br />
nemen. Maar voor het zover kwam, werd ik ruw wakker geschud. Dit keer gelukkig figuurlijk. Dat je<br />
staande wordt gehouden i.v.m. een politiecontrole is op zich niet zo’n punt. Ik remde dan ook rustig<br />
af, deed mijn portierraampje naar beneden en wachtte rustig af wat er verder komen zou. Waarom<br />
zou ik me ongerust maken. Ik had heel rustig gereden en mijn ogen goed op de weg gehouden. Dus,<br />
we zien wel! De agent evenwel was minder rustig. Na enige Roemeense woorden werd al snel over<br />
gegaan op beter verstaanbaar Engels. En toen ging het opeens heel snel. Autopapieren. Contact<br />
uitzetten. Uit de auto! Heel langzaam begon ik me wat ongemakkelijker te voelen. Er werd gewezen,<br />
gedreigd, weggelopen. Kortom, mij bekroop het gevoel in een hele vervelende situatie verzeild te<br />
zijn geraakt en dat het grote pokerspel ongewild was begonnen. Autopapieren, paspoort en rijbewijs<br />
had ik letterlijk niet meer in eigen hand. De agent met mijn rijbewijs in zijn hand had zoiets gezegd<br />
als: Deze ben je 30 dagen kwijt!! Een tweede agent, waarschijnlijk de chef van het drietal, legde uit<br />
wat er was gebeurd. Natuurlijk zei hij dit niet. Je bent er mooi ingetrapt!! Al voelde ik het wel zo. Ik<br />
was even hiervoor door het toeristische Sinaia gereden. Snelheid 60/70? Geen idee! Ik naderde wel<br />
een kruising . Vaag had ik pijlen op de weg gezien. De meest rechtse naar rechts wijzend. Ik moest<br />
verder, dus volgde ik de pijl rechtdoor. En toen was daar die opgestoken arm. Ik stond nu aan de<br />
overkant van de kruising aan de kant van de weg in gezelschap van drie agenten. Precies in het<br />
verlengde van de weg waar ik vandaan gekomen was. Zo ziet een politieval eruit dus, dacht ik nog.<br />
De agent, die mijn documenten had meegenomen, had plaatsgenomen in een van de politieauto’s.<br />
De chef leidde het pokerspel. Hij maakte mij duidelijk dat ik een stopbord had gemist. Dat is<br />
uiteraard een serieuze fout/overtreding. Maar, dit is Roemenië. Eigenlijk moet uw rijbewijs nu<br />
opgestuurd worden naar de ambassade en dat gaat lang duren. Maar, er is een mogelijkheid het<br />
sneller af te handelen. Als u nu betaalt, dan kunnen we het sneller regelen. Volgens mij is het<br />
officieel verboden een boete te betalen aan een politieman, zei ik. De agent zweeg. Agent, mag ik<br />
ook iets zeggen? Jazeker. Ik geef toe dat ik een fout gemaakt heb, maar…….. Bij deze kruising zijn ook<br />
hele grote fouten gemaakt. De streep op de weg van het vak rechtdoor is heel duidelijk, maar andere<br />
strepen die er ook hadden moeten zijn, zie ik niet. Ja, dat komt door het weer gedurende de<br />
afgelopen winter. Men is wel begonnen met nieuwe strepen aan te brengen, maar ze hebben nog<br />
niet alles kunnen doen. Van de stopstreep, die er had moeten zijn, is niets te zien. Ze hadden beter<br />
die eerst kunnen schilderen. En ook het woord stop! Dan had ik gezien dat ik een voorrangskruising<br />
naderde! De agent liep weg. Kort daarop terugkomend met mijn autopapieren, paspoort en<br />
rijbewijs. Mister Lijster, laat dit een goede waarschuwing zijn. Dit is Roemenië en geen Holland of<br />
Duitsland! Een goede reis verder. Toch wel enigszins beduusd heb ik netjes mijn autogordel<br />
omgedaan, de autolichten aangezet, richting aangegeven en ben heel rustig weggereden. (Je moet ze<br />
natuurlijk geen aanleiding geven….!) Later, toen ik hierover met Daniël Drăghici sprak, had hij hier<br />
wel een verklaring voor. Agenten, maar ook zelfs doktoren hebben dan wel een baan, maar worden<br />
zwaar onderbetaald. 4 tot 500 euro per maand. Men moet wel!! Dit deed mij denken aan een<br />
uitspraak van een reisgenoot heel wat jaren geleden. Ce n’est pas mon problem, zei toen een Franse<br />
medereiziger tijdens een rondreis door de Sinaïwoestijn. Sinaia-Sinaï ……..<br />
6
Na enig getelefoneer lukte het dan eindelijk mijn gastheer/gids voor de komende dagen aan de lijn te<br />
krijgen. Zeg het maar. Of we spreken ergens buiten de stad bij een Mc. Donalds o.i.d. of u gaat naar<br />
het centrum, parkeer uw auto, neem een kop koffie en bel. Ik koos voor de tweede optie. Het<br />
centrum van een stad vinden leek me nu niet zo verschrikkelijk moeilijk. Kijk, en dat maakt reisjes als<br />
deze zo boeiend. Steeds ontdek je weer nieuwe dingen. Wat een geweldig grote stad. Het centrum<br />
moet je toch richting centrum zoeken? Moet te doen zijn! Alleen had ik niet helemaal rekening<br />
gehouden met de grootte van de stad. 2,3 Miljoen inwoners! Afstanden zijn dus ook mega! En dan de<br />
taal. Centura. Dat lijkt toch wel iets op centrum. Alleen deze aanwijzing volgend, leidde dat zeker<br />
niet naar het centrum. Achteraf bleek centura zo iets als ringweg rond het centrum te betekenen.<br />
Dan bij een kiosk langs de weg geprobeerd. The middle of the town of the center of the city leverde<br />
soms alleen maar gezichten op met vraagtekens en geen antwoorden. Een jongeman die wat Engels<br />
sprak zei zo iets als: You have to find a very high building. There you must ask. I have no idea. En dan<br />
rijd je op een zesbaansweg. Opnieuw denk je, ik ga weer helemaal de verkeerde kant op en wat doe<br />
je dan? Aangestoken door de chaos om je heen en de links en rechts je passerende auto’s zoek ik de<br />
meest linkse baan op, weet met een snelle stuurbeweging nog net voorlangs een niet zo snel<br />
rijdende shovel te komen, daarbij het overige verkeer wel enigszins blokkerend, maar weet gelukkig<br />
zonder schade en onder heftig geclaxonneer van mijn medewegmisbruikers weer met de stroom<br />
mee te gaan. Hopelijk nu wel in de goede richting. Op een gegeven moment stelde ik vast dat,<br />
ondanks het gemis aan borden met adequate aanwijzingen, ik nu toch niet al te ver van het centrum<br />
verwijderd was. Parkeergelegenheid? Volgend probleem! Toch ergens een gaatje gevonden. De<br />
telefoon gepakt en Daniël gebeld. Je hebt dus geen navigatie die je naar mijn huis kan leiden? Goed,<br />
zeg dan maar waar je bent, dan kom ik tussen nu en een half uur naar je toe. Telefonisch geprobeerd<br />
mijn positie te omschrijven. Na enige tijd gaat mijn telefoon. Ik kan je niet vinden. Waar ben je<br />
precies. Weer wat namen en verdere details genoemd. Ho, ik geloof dat ik je zie! Zwaai eens! Daarna<br />
was mijn opdracht, raak in deze heksenketel je gids niet kwijt en blijf precies in zijn spoor, zodat je<br />
niet opnieuw een band kapot rijdt. Even later was ik blij m’n auto voor een poosje bij de flat van<br />
Daniël te kunnen laten staan. Daniël, getrouwd, geen kinderen, doet in airco’s en is Oost-<br />
Roemeniëcoördinator voor de HOE (Hulp Oost-Europa). In zijn flat aangekomen kort het programma<br />
voor de komende twee dagen doorgenomen en vervolgens de stad ingegaan. We hadden allebei<br />
honger. (Pardon, trek!) In een “Pizza Hut” een heerlijke pizza gegeten. Mijn gastheer<br />
verontschuldigde zich nog voor de harde muziek. Maar, zo zei hij, dat is hier overal zo. Even later de<br />
Dacia-bestelwagen weer opgezocht. Ik zal je wat van de stad laten zien. Nog terugdenkend aan de<br />
ontmoeting met de politie eerder die dag, wilde ik braaf mijn autogordel omdoen. Je mag natuurlijk,<br />
maar nodig is het niet hoor! En dan zie je maar weer voor de zoveelste keer dat Roemenië nog een<br />
lange weg te gaan heeft. Zo reed mijn chauffeur de hele avond zonder gordel om, meerdere<br />
telefoontjes plegend en ontvangend, met de telefoon aan het oor en dus met één hand sturend en<br />
schakelend door de verkeerschaos in Boekarest. Op een gegeven moment zelfs was Daniël druk<br />
telefonisch in gesprek en reed er schuin voor ons een politieauto. Waar ik, eerder wat gas zou<br />
terugnemen om achter de politieauto te blijven, reden wij even later zelfs een tijdje naast de<br />
politieauto en dan zonder gordels om en een telefonerende chauffeur. Er gebeurde niets! Een van<br />
die telefoontjes betrof het maken van een afspraak met Mama Ina. Mama Ina? In 20<strong>11</strong> hebben wij<br />
op een van onze vergaderingen gesproken over een goede balans in onze bestedingen in de<br />
verschillende projecten in Roemenië. En zo kwamen we na overleg met de stichting Hulp Oost-<br />
Europa (Hoe) op het project Mama Ina in Boekarest. De Hoe had voor dit project tot op dat moment<br />
nog geen financiële ondersteuning kunnen vinden. Nu is voor het overmaken van een geldbedrag<br />
7
niet meer nodig dan een enkele muisklik. Maar, daar ik dit voorjaar toch voor een werkbezoek aan<br />
onze projecten naar Roemenië zou gaan, wilde ik graag dit project van de HOE zelf bezoeken. En dat<br />
kon. Morgen dinsdag 8 <strong>mei</strong> worden we om <strong>11</strong> uur bij Mama Ina verwacht. Omdat Mama Ina in haar<br />
werk bepaald niet in de hoogste kringen verkeert, vond mijn gastheer het beter de volgende dag niet<br />
met mijn, maar met zijn auto naar haar toe te gaan. In de flat aangekomen, viel het mij op dat Daniël<br />
erg onrustig was. Steeds keek hij naar buiten. De reden was, dat de plek waar mijn auto op dat<br />
moment stond naar zijn idee, niet veilig genoeg was. En toen in de loop van de avond beneden aan<br />
de weg een parkeerplekje vrij kwam, zijn wij snel naar beneden gegaan om mijn auto te verplaatsen.<br />
Dinsdag 8 <strong>mei</strong>. Mede door de aanwezige airco goed geslapen de afgelopen nacht. Omdat mijn<br />
gastheer zich nog niet laat zien nog even wat aantekeningen gemaakt. In een wat saaie wijk van<br />
Boekarest, waar tientallen flats staan, die behalve een verschillend bloknummer verder identiek zijn,<br />
arriveerden we zo tegen <strong>11</strong>uur bij blok 84 B. Om problemen met buurtbewoners te voorkomen<br />
overlegde Daniël waar hij het beste kon parkeren. Hier geen lift. Aangebeld bij nr. 14. We werden<br />
welkom geheten door twee dames. Mama Ina en haar chauffeur. Wat de taal betreft was Daniëls<br />
aanwezigheid niet noodzakelijk, daar Mama Ina’s chauffeur goed Engels sprak. Nadat er wat water<br />
was ingeschonken, kon het diepte-interview beginnen. Tenminste zo kwam het in het begin op mij<br />
over. Daniël presenteerde zich nu wat als woordvoerder van en gespreksleider voor de dames van<br />
Stichting Mama Ina. Eerlijk gezegd had ik me niet voorbereid door vooraf al een hele lijst met vragen<br />
op te stellen. Wat zou u haar willen vragen? Na een wat aarzelend begin begon de woordenwaterval<br />
van Mama Ina voluit te stromen. Dit mag absoluut niet negatief worden opgevat, omdat ik nog niet<br />
eerder iemand met zo veel vuur getuigenis heb horen afleggen van haar Heer en Heiland. Als ik zou<br />
proberen hier in het kort neer te schrijven van wat daar in die kamer allemaal gezegd en verteld is,<br />
dan doe ik Mama Ina zeker te kort. Regelmatig moest Daniël ingrijpen, omdat hij het dan ook echt<br />
niet meer wist hoe hij dit alles fatsoenlijk moest vertalen. Ik luisterde geboeid naar Mama Ina’s<br />
verhaal. En onwillekeurig kwam de gedachte in mij op, ik zit hier tegenover een heilige. Deze dame<br />
doet me heel sterk denken aan de enige jaren geleden overleden moeder Teresa, die naar ik meen in<br />
Calcutta in India tussen de allerarmsten probeerde wel te doen. Zo ook Mama Ina hier in Boekarest.<br />
In de RK-kerk heeft men de voor ons vreemde opvatting dat de paus iemand na zijn of haar dood<br />
eerst kan zalig verklaren en als daar dan minstens twee wonderen aan kunnen worden toegevoegd,<br />
dan kan zo’n persoon ook heilig verklaard worden. (Nu, wat dat betreft komt Mama Ina er toch één<br />
te kort…….) Zo kwam zij eens in contact met een gehandicapte jongen die niet kon praten. Maar na<br />
een gebed tot God kon deze jongen praten. Dat was echt een wonder, jubelde Mama Ina.( Nog even<br />
denkend aan de betekenis van het woordje heilig, kunnen we natuurlijk heilig ook lezen in de<br />
betekenis van vroom en godvrezend en in de betekenis van apart gezet. En deze alle drie zijn zeker<br />
van toepassing op deze bijzondere vrouw in de hoofdstad van Roemenië.) Misschien kunnen er<br />
vraagtekens gezet worden. Naar ik begreep heeft de kerkleiding van De Roemeens Evangelische Kerk<br />
(Roemeens: Biserica Evanghelica Romana afgekort BER) ook haar bezwaren. Maar dat is daar voor<br />
een deel gestoeld op het feit dat Mama Ina vrouw is. ( Ik denk nu aan een preek kortgeleden<br />
gehouden in onze Oude Kerk over Numeri <strong>11</strong>. Eldad en Medad, die eigenlijk met de zeventig oudsten<br />
zich hadden moeten melden bij de tabernakel waren in het leger achtergebleven en profeteerden<br />
daar. Als Jozua Mozes daarop wijst en vindt dat de twee mannen het zwijgen moet worden opgelegd,<br />
blijkt Mozes hier helemaal niet voor te voelen. Och, of allen van het volk van de Heere profeten<br />
waren, dat de Heere Zijn Geest over hen gaf!) Wie is Mama Ina? Ze is geboren tijdens de Tweede<br />
Wereldoorlog in 1940. Ze is met haar 72 jaar nog redelijk goed ter been, vrolijk en vol vuur. Verloor al<br />
tijdens de Tweede Wereldoorlog haar beide ouders en kwam daardoor in een weeshuis. Daarom is<br />
8
het ook niet zo heel vreemd, dat zij, nadat zij tot geloof kwam, zich zo vol liefde voor de allerarmsten<br />
wilde inzetten. Na de koffie werden alle voor de middag nodige spullen als, evangelisatiemateriaal,<br />
boekjes, kleurplaten en heel veel sandwiches ingeladen en vertrokken we richting centrum van de<br />
stad. We kwamen in een buurt met flats en kantoorgebouwen waar op meerdere verdiepingen<br />
ramen waren gebarricadeerd om illegale bewoning tegen te gaan. ’t Gevolg is dan wel dat in de<br />
tussenruimtes van de flats door zigeuners zelfgebouwde hutjes worden neergezet. Een troosteloze<br />
aanblik. De eerste groep van hutjes die we zouden bezoeken was van de weg gescheiden door een<br />
ijzeren hek met daarin een deur. Toen Daniël en ik daar aankwamen, kwamen al gauw enkele<br />
kinderen naar buiten die heel enthousiast, Mama Ina, Mama Ina, riepen. De chauffeur van Mama Ina<br />
had de auto aan de overkant van de weg kunnen parkeren en de kinderen konden amper wachten,<br />
dat Mama Ina was overgestoken. Achter het hek werd even later Mama Ina hartelijk door de<br />
zigeuners begroet. Al snel werden de kinderen in een groep opgesteld. De kleinsten vooraan en daar<br />
achter de groteren en daar weer achter de vrouwen. Mannen, voor zover aanwezig, hielden zich wat<br />
op de achtergrond. Een enkele was toch wel geïnteresseerd. Anderen liepen weg. Alles bij elkaar<br />
stonden er toch wel een 25-tal kinderen, een paar vrouwen en zoals gezegd, een enkele man op<br />
gepaste afstand. Zodra iedereen op z’n plek stond, stak Mama Ina van wal. Vlot pratend, een grapje<br />
makend en vragen stellend. De kinderen deden goed mee en reageerden heel spontaan. Meerdere<br />
liederen werden door Mama Ina ingezet en er werd door alle aanwezigen goed en enthousiast<br />
meegezongen plus de vaak daarbij horende gebaren. Het zingen werd gevolgd door een kort<br />
preekje, waarin ik veel de naam Jezus hoorde. Daarna werd met de groep gezamenlijk het Onze<br />
Vader gebeden. Ook de allerkleinste vouwde zijn handjes, gluurde even met één oog rond, maar<br />
kneep daarop zijn ogen weer toe en bad hardop mee. Indrukwekkend! Na nog een paar laatste<br />
liederen werden door Mama Ina’s chauffeur het evangelisatiemateriaal uitgedeeld, de sandwiches en<br />
wat chocoladebiscuitjes. Met hier en daar nog een laatste knuffel werd van deze groep afscheid<br />
genomen en gingen we op weg naar “het canal”. Het was niet ver van de zojuist bezochte<br />
zigeunerkolonie. We reden door enkele straten met vooral vooroorlogse saaie flats. Achterstallig<br />
onderhoud was duidelijk zichtbaar. Het beton van de balkons bijv. was zodanig door betonrot<br />
aangetast dat het er niet erg veilig uitzag, zo boven mij. Om de auto kwijt te raken werd de auto<br />
voorzichtig tussen op de bus wachtende mensen de stoep op gereden om daar een plekje te vinden.<br />
Opvallend hoe rustig iedereen op deze parkeerplekzoekende chauffeur reageerde. Men is blijkbaar<br />
wel wat gewend. Teruglopend naar de inmiddels ook gearriveerde Mama Ina zie je her en der<br />
zwerfhonden rondslenteren op zoek naar hun “Mama Ina” .<br />
Maar erger toch wel dat er naast de vele zwerfhonden minstens zo veel mensen in Boekarest zijn<br />
zonder een dak boven hun hoofd. Al gauw zag ik Mama Ina en haar chauffeur in gesprek met een<br />
onverzorgde en sjofel geklede man. Waar zwervers naar mijn idee vaak alleenstaanden zijn, bleek<br />
deze man een vrouw en een kind te hebben, die een tiental meters verder op het trottoir zaten naast<br />
een vol beladen kinderwandelwagen. De vrouw glimlachte wat verlegen, maar het kind (Ik schat zo’n<br />
1 ½ à 2 jaar oud) lag apathisch op haar schoot en was aanvankelijk zelfs voor een lekker uitziend<br />
chocoladebiscuitje absoluut ongevoelig. Een lied zegt dan: (Bepaald in een heel ander verband) Ik<br />
stond er bij en keek er naar! Maar hier wordt zo’n regel een harde realiteit. Het lijkt net of je naar<br />
een film kijkt, zelf zittend in een makkelijke stoel! Heel onwerkelijk. De temperatuur was op deze dag<br />
zo rond de 25 graden Celsius. Heel aangenaam dus. Voor de daklozen in Boekarest begint nu de<br />
beste tijd. Een enkele nacht kan het nog wel wat fris zijn , maar elke week worden ook de nachtelijke<br />
temperaturen steeds aangenamer en zijn de parken in Boekarest de beste slaapplaatsen voor hen. In<br />
de wintermaanden “verhuizen” deze mensen naar beneden. Naar het riool, “het canal” dus. Niet ver<br />
9
10<br />
van de vrouw en het kind was een klein perkje met een enkele boom en wat geel verdord gras. Daar<br />
lag een lotgenoot van de zwerver met het kind. Hij reageerde op onze komst door overeind te<br />
komen. Hij leek me niet in orde, keek verward uit zijn ogen en stond onvast op zijn benen. Toen<br />
Mama Ina hem vastpakte, zag zij dat de man een lelijke wond aan zijn hand had. Mama Ina handelde<br />
hier direct naar en gaf geld aan de andere dakloze met een duidelijke opdracht hier<br />
verbandmateriaal voor te kopen. In ditzelfde perkje bevond zich ook een ingang naar het riool. Het<br />
zag eruit als een put met een doorsnede van een kleine 60 centimeter. Het putdeksel was met een<br />
stevige ketting vastgemaakt. Duidelijk met de bedoeling dat dit deksel niet kon worden meegenomen<br />
om te worden verkocht. Als ik had gewild, zo zag ik, had ik via beugels in de wand van de put naar<br />
beneden kunnen klimmen, waar wat dekens en doeken lagen. Maar iets hield mij tegen en liet ik de<br />
film verder gaan. Naar verluidt leven duizenden in het rioolstelsel van Boekarest. Wat ik hier dus zag<br />
was niet meer dan een druppel van die zee van ellende. Terugkomend bij de vrouw met het kind<br />
bleek dat het de chauffeur van Mama Ina was gelukt contact met het kind te krijgen. Het kind genoot<br />
nu zichtbaar van de chocoladebiscuit. Ook zag ik dat er enkele sandwiches in de kinderwagen lagen.<br />
En daar sta je dan, je kijkt om je heen en probeer te begrijpen, te beseffen wat hier gebeurt. En<br />
vandaar dat ik opeens verrast werd door de gebogen hoofden van Mama Ina en haar chauffeur. Daar<br />
stonden ze, met hun ogen gesloten. Tegenover hen stond de dakloze. Eveneens met gebogen hoofd<br />
en gesloten ogen. Verder weg hoorde je het lawaai van het voorbij razende verkeer. Het leven ging<br />
daar gewoon verder. Hier was er de stilte. Alleen de man praatte. Een beeld dat ik niet gauw zal<br />
vergeten. Teruglopend naar de auto vertelde Daniël mij dat de man God had gedankt voor wat hij<br />
gekregen had.<br />
Daarop nog bij een tweede groep zigeuners geweest. Voor een groot deel “hetzelfde programma” als<br />
bij de eerste groep. De laatste snoepjes, sandwiches en evangelisatiematerialen werden uitgedeeld.<br />
Toen alle tassen leeg waren en weer opgevouwen zat Mama Ina’s werk er voor dat moment op en<br />
heb ik daar bij hun auto afscheid genomen van twee bijzondere mensen. Is er geld voor morgen? En<br />
voor overmorgen? God heeft ons altijd gegeven wat we nodig hadden en dat zal Hij blijven doen.<br />
God zij geprezen!<br />
Tegen het eind van de avond kwam Helena, de vrouw van Daniël thuis van haar werk. Ook met haar<br />
gesproken over de complexe zigeunerproblematiek in Roemenië.<br />
Woensdag 9 <strong>mei</strong>. Deze dag vroeg opgestaan, om ook vroeg aan de terugreis te kunnen beginnen. Er<br />
wachtte een fikse etappe van zo’n 10 uur rijden, daar ik voor die avond een kamer had gereserveerd<br />
in Móló Panzió in Berettyóújfalu. (Hongarije) Dat betekende deze woensdagmorgen wel heel vroeg<br />
ontbijten. Wel zat ik nog met een klein probleempje na het onverwachte sms-je gisteravond laat van<br />
Dolf Timmer.<br />
Een ieder lag toen al op bed. Ook ik. Ben jij nog in Roemenië? Wij lossen morgen eerst in …… en dan<br />
zijn we rond de middag in Pata. Op bed gelijk een berichtje teruggestuurd. Ik ben nog hier, maar wat<br />
belangrijker is, weet Pata dat jullie komen? Even later kwam het antwoord: Geen flauw idee! Hier<br />
schrok ik flink van en met vragen hoe dit toch op te lossen heb ik maar geprobeerd te gaan slapen.<br />
Op dat moment kon ik niets doen.<br />
Deze ochtend moest ik in ieder geval bellen met Pata om hen op de hoogte te stellen van het<br />
komende transport. Half 7 Nederlandse tijd is half 8 Roemeense tijd. Moet kunnen. En het trof, mijn<br />
tolk Laci was nog thuis en kon ik hem de gegevens van het transport doorgeven. Nog gevraagd naar<br />
de welstand van zijn vader bleek dat deze die dag uit het ziekenhuis zou komen. Dat was in ieder<br />
geval goed nieuws. Gelukkig gaf het tijdstip van het transport geen problemen. Ik werd bedankt voor<br />
m’n telefoontje en verder een goede reis gewenst.
<strong>11</strong><br />
Tegen 7 uur reed ik achter Daniël aan die mij zou helpen om snel de goede uitvalsweg richting<br />
Ploiesti te vinden. Toen hij na 15 minuten dit aangaf door langzamer te gaan rijden en met zijn linker<br />
arm te beduiden, deze weg is het, kon ik hem inhalend bedanken en zonder zorgen de stad verder<br />
uitrijden.<br />
Daniël echter wilde nog even laten zien dat hij een echte stadsjongen is door even later met volle<br />
snelheid mij weer in te halen, voor mij, zowel links als rechts enkele auto’s te passeren en snel uit<br />
mijn gezichtsveld te verdwijnen. Ik deed het wat rustiger aan, me afvragend hoe het nu met het<br />
transport zou gaan. Ik had Dolf nog gebeld een paar dagen geleden en ook Dik was op de hoogte<br />
gesteld. Niets meer horend was ik er vanuit gegaan dat alles geregeld was. Nu, niet dus. Onderweg er<br />
nog over nagedacht of naar Pata rijden zin had. Naar mijn idee niet. Het transport had een te grote<br />
voorsprong. Dus besloot ik de enige echte snelweg tussen Turda en Cluij te nemen om zo extra snel<br />
dit drukke stukje Roemenië te kunnen vermijden. Toen ik ’s middags al een eind op weg was naar<br />
Oradea, belde Erik met de vraag of ik ook nog in Pata zou komen. Het transport bleek op dat moment<br />
(zo rond 3 uur) gelost te zijn en men stond op het punt het middagmaal te gebruiken. Teruggaan zou<br />
echt te veel tijd in beslag nemen. Nee, het spijt me, dat lukt nu niet meer. Dan neem ik jouw portie er<br />
wel bij!<br />
Vrijdagmorgen <strong>11</strong> <strong>mei</strong> om een uur of 4 in <strong>Barneveld</strong> aankomend wat spullen uit de auto gehaald en<br />
daarna gauw het bed opgezocht.<br />
Het was opnieuw een uitermate boeiende reis. Goede gesprekken gevoerd. Bijzondere mensen<br />
ontmoet. Banden met broeders en zusters mochten verder aangehaald en versterkt worden.<br />
Met dank aan de Heere voor Zijn bescherming op deze reis!<br />
Hans Lijster