Gerelateerde content - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht
Gerelateerde content - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht
Gerelateerde content - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Handhavingsstrategie<br />
ASBEST<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Utrecht</strong><br />
Maart 2013
INHOUD<br />
Handhavingsstrategie Asbest<br />
1. I<strong>nl</strong>eiding. 2<br />
2. Omgevingsanalyse 2<br />
1. Probleemanalyse asbest 2<br />
2. Wet‐ en regelgeving 5<br />
3. Naleefgedrag 7<br />
4. Risicoanalyse 7<br />
3. Prioriteiten en doelen 8<br />
4. Strategieën 9<br />
1. Strategie inzet van instrumenten 9<br />
2. Toezichtstrategie 11<br />
3. Communicatie en voorlichting 14<br />
4. Sanctie‐ en gedoogstrategie 16<br />
5. Planning en control (Big 8) 18<br />
1. Programmering en uitvoering<br />
2. Monitoring<br />
3. Evalueren en rapporteren<br />
6. Kwaliteitsborging 19<br />
1. Asbestprotocol<br />
2. Vakbekwaamheid personeel<br />
Bijlagen<br />
1. Asbestprotocol<br />
1
1. I<strong>nl</strong>eiding<br />
De handhavingstrategie asbest is een uitwerking van de Handhavingsstrategie openbare en<br />
bebouwde ruimte (bestuurlijk vastgesteld d.d. 22 december 2009). Deze gemeentebrede<br />
handhavingsstrategie is opgesteld voor de handhavingsdomeinen die zich richten op de<br />
openbare en bebouwde ruimte in <strong>Utrecht</strong>.<br />
Voorliggende handhavingsstrategie is van toepassing op de handhavingstaken voor asbest en<br />
opgebouwd uit de volgende onderdelen:<br />
‐ Omgevingsanalyse<br />
‐ Prioriteiten en doelen<br />
‐ Strategieën<br />
‐ Planning en control<br />
‐ Kwaliteitsborging<br />
Hoewel asbest een onderdeel is van het domein bouwen en slopen, is besloten om voor asbest<br />
een afzonderlijke handhavingsstrategie op te stellen.<br />
2. Omgevingsanalyse<br />
De omgevingsanalyse vormt de basis voor de handhavingsstrategie.<br />
De omgevingsanalyse bestaat uit 4 delen:<br />
1. De probleemanalyse geeft inzicht in de aard en omvang van de asbestproblematiek in<br />
<strong>Utrecht</strong>.<br />
2. De wet‐ en regelgeving geeft het wettelijke kader aan voor de toezicht‐ en handhavingtaken<br />
van VTH‐THBO ten aanzien van asbest.<br />
3. Het naleefgedrag<br />
4. De risicoanalyse brengt de risico's voor de same<strong>nl</strong>eving in beeld indien er niet zou worden<br />
gehandhaafd.<br />
2.1. Probleemanalyse<br />
Asbest en asbesttoepassingen in de bouw<br />
Asbest is een verzamelnaam voor in de natuur voorkomende mineralen. Asbest bestaat uit<br />
microscopisch kleine vezels. Er zijn verschillende soorten, onderverdeeld naar hun<br />
vezelstructuur. Serpentijnen hebben gekrulde vezels, de vezels van amfibolen zijn staafvormig.<br />
Vanwege hun structuur (staafvormig, langer en dunner dan Serpentijnen) zijn de vezels van de<br />
amfibolen in het algemeen gevaarlijker, omdat ze gemakkelijk overlangs kunnen splijten en<br />
omdat ze diep in de longen doordringen en moeilijk afbreekbaar zijn.<br />
De verschillende soorten asbest worden ook vaak naar kleur onderscheiden. Witte asbest<br />
(chrysotiel), een serpentijn, is in Nederland het meest toegepast. Amfibolen, zoals blauwe<br />
asbest (crocidoliet) en bruine asbest (amosiet), zijn minder vaak gebruikt. In de praktijk zijn de<br />
kleurverschillen echter alleen onder de microscoop waarneembaar.<br />
Asbesttoepassingen<br />
Het gebruik van asbest is sinds juli 1993 verboden. Voor die tijd werd asbest in allerlei<br />
producten toegepast. Vooral in de periode tussen 1955 en 1975 zijn veel asbesthoudende<br />
producten in de bouw toegepast, met name in de grote seriematige woningbouwprojecten. Ook<br />
zijn bijvoorbeeld bij boerderijen op veel daken van schuren en stallen asbestcement golfplaten<br />
toegepast.<br />
2
Vanwege de brandveiligheid is in openbare gebouwen, scholen, ziekenhuizen en grote<br />
kantoorgebouwen veel asbest verwerkt.<br />
Naast het gebruikelijke asbestcement gaat het dan vooral om brandwerende en –vertragende<br />
materialen, waaronder ook spuitasbest. Verder is ook veel asbest in bedrijfsgebouwen verwerkt.<br />
In de figuren hieronder zijn de meest voorkomende toepassingen van asbest in en buiten de<br />
woning weergegeven.<br />
Figuur 1 asbest toepassingen in de woning (Bron: Infomil)<br />
Figuur 2 asbest toepassingen buiten de woning (Bron: Infomil)<br />
3
Asbestinventarisatie gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />
Gesteld kan worden dat alle gebouwen van voor 1994 asbesthoudende materialen kunnen<br />
bevatten.<br />
De kans dat asbest is toegepast in de woningbouw verschilt per bouwperiode. In de tabel<br />
hieronder is dit weergegeven<br />
kans op asbesttoepassing in de<br />
woningbouw<br />
voor<br />
1955<br />
1955‐<br />
1978<br />
1978‐<br />
1993<br />
na 1993<br />
grootschalig/serieel (bouw en renovatie) < 10% 50‐90% 10‐50% < 10%<br />
overig woningbouw < 10% 10‐50% 10‐50% < 10%<br />
Bron: Asbest in kaart, historisch onderzoek asbest gebruik; methode asbestkansenkaart<br />
Senter‐Novem, maart 2006<br />
Op basis van deze indeling naar bouwperiode hebben we digitale kaarten gemaakt. Een<br />
voorbeeld daarvan is (sterk verkleind) hieronder weergegeven. Duidelijk is in een oogopslag te<br />
zien op welke locaties in de woningbouw de kans op asbest groot, matig of gering is.<br />
Figuur 3. Kans op asbest toepassing in en om woningen in <strong>Utrecht</strong><br />
In <strong>Utrecht</strong> is ruim een kwart van de woningen gebouwd in de periode 1955‐1978 waarvan het<br />
merendeel is gelegen in Schaakbuurt, Zuilen, Overvecht, Tuindorp Oost, Tolsteeg‐Hoograven,<br />
Kanaleneiland, Vleuten en de Meern Zuid. De wijk Lunetten is net na 1977 gebouwd, maar voor<br />
1977 ontworpen. De wijk Lunetten meegerekend betreft het in totaal ongeveer 60.000<br />
woningen. In deze wijken is de kans op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen het<br />
grootst. Dit hoeft geen direct gevaar op te leveren zolang men maar weet wanneer men met<br />
asbest te maken heeft en men zich ervan bewust is waaraan men zich dient te houden. Dit vergt<br />
4
dat de gemeente goede voorlichting hierover geeft en adequaat toezicht houdt op de naleving<br />
van asbestregels.<br />
Corporatiebezit<br />
Veel huurwoningen in de gemeente <strong>Utrecht</strong> zijn in het bezit van woningcorporaties. De<br />
woningcorporaties hebben hun woningvoorraad die voor 1994 gebouwd is, al globaal op asbest<br />
geïnventariseerd en hebben redelijk in beeld in welke delen van hun bezit asbest aanwezig is.<br />
Op basis van deze inventarisaties hebben de woningcorporaties asbestbeheersplannen<br />
opgesteld voor de planmatige verwijdering van asbesthoudende materialen in hun bezit.<br />
De <strong>Utrecht</strong>se woningcorporaties hebben daarbij eerst prioriteit gegeven aan de verwijdering<br />
van zichtbaar niet hechtgebonden asbest. Hechtgebonden asbesthoudende materialen leveren<br />
niet direct gevaar op mits het niet bewerkt wordt of aan slijtage onderhevig is. Deze materialen<br />
worden dan ook meestal planmatig verwijderd in combinatie met huurdermutaties, groot<br />
onderhoud of renovaties. De huurders zijn in het algemeen door de woningcorporaties<br />
geïnformeerd waar in de woning nog asbest aanwezig kan zijn en hoe daarmee om te gaan.<br />
Particulier bezit<br />
Hoewel een groot deel van de woningen in bezit is van woningcorporaties is daarnaast een<br />
aanzie<strong>nl</strong>ijk deel in bezit van eigenaarbewoners of particuliere verhuurders. Er is weinig bekend<br />
over hoe particuliere verhuurders en eigenaar bewoners met asbest in hun woningen zijn<br />
omgegaan. Reden waarom we in de communicatie en voorlichting ook specifiek aandacht<br />
besteden aan deze doelgroep door het geven van Wijkgerichte voorlichting en het verstrekken<br />
van verschillende informatiepakketten voor particulieren. (zie hoofdstuk 4.3)<br />
Overige gebouwen<br />
Voor de overige gebouwen (openbare gebouwen, bedrijven, agrarische gebouwen) bedraagt het<br />
aandeel in de periode voor 1994 ongeveer 40 procent. Deze staan verspreid over de stad met<br />
concentraties in bedrijvengebied Overvecht en Kanaleneiland Zuid.<br />
De gemeente heeft voor haar eigen bezit een inventarisatie uitgevoerd naar asbest. Dat is in het<br />
gebouwenregister opgenomen en daarvoor is een asbestbeheersplan voor opgesteld.<br />
Bodem en water<br />
Ook bodem en water kunnen vervuild zijn met asbest. Dit kan voorkomen op plaatsen waar in<br />
het verleden (industriële en agrarische) bedrijven hebben gestaan waar asbest verwerkt of<br />
gebruikt is, of door illegale stort, het 'verslijten' en uit elkaar vallen van asbesthoudende<br />
constructies bijvoorbeeld langs waterkanten of afkomstig van schepen, of resten van (illegale)<br />
sloop en verbouwingen. Asbest in de (water)bodem is een probleem dat steeds vaker voorkomt<br />
in Nederland.<br />
2.2. Wet‐ en regelgeving<br />
Voor het omgaan met asbest gelden wettelijke regels. Welke regels van toepassing zijn, hangt af<br />
van de vraag of men beroepsmatig, bedrijfsmatig, als opdrachtgever of als particulier met asbest<br />
omgaat. Zo is voor werkgevers, werknemers en voor zelfstandige beroepsuitoefenaars altijd het<br />
Arbeidsomstandighedenbesluit<br />
van belang. Particulieren die<br />
asbestbevattend materiaal<br />
willen verwijderen hebben te<br />
maken met het<br />
Asbestverwijderingsbesluit<br />
2005 en het Bouwbesluit.<br />
Bedrijven en instellingen en<br />
Gevolgen van het Bouwbesluit 2012.<br />
De omgevingsvergunning voor het verwijderen van asbesthoudende<br />
materialen uit bouwwerken is per 1april 2012 vervangen door een<br />
meldingsplicht.<br />
De aan bouwen en slopen gerelateerde regels uit de gemeentelijke<br />
bouwverordening en de APV zijn overgeheveld haar het<br />
Bouwbesluit.<br />
5
zelfstandig werkenden die asbest willen (laten) verwijderen uit een bouwwerk of object,<br />
moeten met zowel het Arbeidsomstandighedenbesluit als het Asbestverwijderingsbesluit<br />
rekening houden. Daarnaast is nog andere regelgeving relevant zoals het Productenbesluit<br />
asbest. Het Productenbesluit asbest verbiedt onder andere het in voorraad houden en<br />
bewerken van asbest.<br />
Bouwbesluit 2012<br />
Het Bouwbesluit 2012 bevat voorschriften over het bouwen, gebruiken en slopen van<br />
bouwwerken. Het besluit treedt in de plaats van het Bouwbesluit 2003. In het Bouwbesluit 2012<br />
is de sloopvergunning vervangen door de sloopmelding.<br />
De hoofdregel is dat de sloper tenminste vier weken voor de aanvang van de werkzaamheden<br />
de sloopmelding bij het bevoegd gezag doet (artikel 1.26). In een beperkt aantal gevallen,<br />
bijvoorbeeld reparatieonderhoud, kan deze termijn verkort worden tot vijf werkdagen. Soms is<br />
er geen sloopmelding nodig. De eisen waaraan een sloopmelding dient te voldoen staan in<br />
artikel 1.26 Bouwbesluit.<br />
Asbestverwijderingbesluit 2005<br />
Het Asbestverwijderingsbesluit heeft als doel de emissie van asbestvezels te beperken bij:<br />
‐ het afbreken van gebouwen of objecten of,<br />
‐ het verwijderen van asbestbevattende materialen uit gebouwen of objecten.<br />
Ook het opruimen van asbesthoudende materialen na incidenten valt onder het besluit.<br />
Als een eigenaar van een gebouw van plan is asbest uit een bouwwerk te (laten) verwijderen,<br />
moet hij daar melding van doen bij de gemeente. Daarbij maakt het niet uit hoeveel asbest hij<br />
wil verwijderen. In het Bouwbesluit 2012 staat aangegeven wanneer en onder welke<br />
voorwaarden een melding gedaan moet worden. Het asbest moet in de meeste gevallen<br />
verwijderd worden door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf. (Zie de website van<br />
Ascert voor een overzicht van gecertificeerde asbestinventarisatie‐ en<br />
asbestverwijderingsbedrijven).<br />
In sommige gevallen mag een particulier de asbestverwijdering zelf uitvoeren. Ook in dat geval<br />
moet hij melding doen bij de gemeente.<br />
Privaatrechtelijk: Certificatieschema's voor werken met asbest<br />
Bedrijven die asbest verwijderen of asbest inventariseren en de personen die werkzaamheden<br />
uitvoeren met asbest voor deze bedrijven moeten volgens certificatieschema's SC510, SC520,<br />
SC530, SC540 en SC560 werken. Dat moet er toe leiden dat de eisen beter toetsbaar zijn en dat<br />
voor afwijkingen duidelijk is welke sanctie daarop volgt. Bij ernstige tekortkomingen moet een<br />
certificerende instelling het verleende certificaat direct intrekken. Dit maakt het mogelijk om<br />
misstanden strenger aan te pakken.<br />
De eisen gelden voor de certificerende instellingen, en voor de certificaathouders. Branches zijn<br />
primair zelf verantwoordelijk voor de naleving van de arbo‐regelgeving. De Inspectie SZW<br />
controleert en neemt zo nodig maatregelen.<br />
Toekomstige ontwikkelingen<br />
Landelijk Asbestvolgsysteem<br />
In mei 2012 is het Landelijk Asbestvolgsysteem gelanceerd. Verder zijn Aedes<br />
(branchevereniging van woningcorporaties), VVTB (asbestverwijderaars), SCA (certificering), het<br />
LOM (milieuhandhaving) en de Inspectie SZW bij de ontwikkeling betrokken.<br />
6
Het Landelijk Asbestvolgsysteem is een web‐applicatie die door de ministeries van<br />
Infrastructuur en Milieu en Sociale Zaken en Werkgelegenheid is ontwikkeld. Hiermee kunnen<br />
opdrachtgevers regie voeren op het volledige proces van asbestverwijdering, van inventarisatie<br />
tot en met de stort van het asbest. Het Landelijk Asbestvolgsysteem zorgt ervoor dat<br />
ketenpartners de juiste informatie hebben en volgt de wet‐ en regelgeving.<br />
In de SC‐530 en de SC540 is opgenomen dat voor asbestverwijderaars en inventariseerders het<br />
gebruik van het Landelijk Asbestvolgsysteem verplicht zal zijn zodra dit beschikbaar is.<br />
Ook gemeenten hebben veel voordeel bij het op afstand kunnen inzien van het asbestdossier. Er<br />
komt een versie beschikbaar die ook gemeenten de mogelijkheid biedt om van het systeem<br />
gebruik te maken.<br />
Aanscherping grenswaarden.<br />
In 2010 heeft de Gezondheidsraad 1 voorgesteld de grenswaarden voor blootstelling aan<br />
asbestvezels op de werkplek strenger te maken. Daarop heeft de SER het kabinet geadviseerd<br />
om de grenswaarden te verhogen en per 1 juli 2013 in te laten gaan. Dit advies is inmiddels door<br />
het kabinet overgenomen.<br />
Overigens blijkt uit onderzoek door RIVM en TNO dat de huidige werkwijze voor de meest<br />
voorkomende saneringen mogelijk al voldoet aan de nieuwe grenswaarde. Het kabinet verwacht<br />
daarom dat in de praktijk de nieuwe, scherpere grenswaarden voor de meest voorkomende<br />
saneringen al gehaald of benaderd worden.<br />
2.3. Naleefgedrag<br />
Door onze asbestinspecteurs worden regelmatig controles uitgevoerd. Deze controles vinden<br />
plaats naar aa<strong>nl</strong>eiding van een klacht of in verband met reguliere controles. Verslagen van<br />
controles en geconstateerde overtredingen worden in het administratief systeem vastgelegd.<br />
De meest voorkomende overtredingen zijn:<br />
‐ In ongeveer 40% van de gevallen is de sloopmelding niet compleet, worden er bijvoorbeeld<br />
bij de startmelding woningen gemeld waarvoor de inventarisatierapporten ontbreken, of<br />
vindt er helemaal geen melding plaats. Deze gegevens worden opgevraagd en zijn soms wel<br />
en soms niet bij de melder aanwezig.<br />
‐ Bij het bezoeken van het containment treffen we in ongeveer twintig procent van de<br />
gevallen aan dat er problemen zijn met betrekking tot de onderdruk. Dit is veelal wel<br />
verklaarbaar. Soms eisen we meer capaciteit bij de onderdrukmachine.<br />
‐ Er is een andere aannemer ingeschakeld die niet gecertificeerd is of de asbestdeskundige<br />
(DTA) ontbreekt.<br />
‐ het komt voor dat buiten het containtment asbest wordt aangetroffen, zonder<br />
dat daarbij overigens sprake is van een risico voor de gezondheid.<br />
De vrijgave rapporten zelf zijn in het algemeen goed in orde.<br />
2.4. Risico analyse<br />
Voor de verschillende taakonderdelen is een analyse uitgevoerd van de kans dat een bepaald<br />
negatief effect optreedt en hoe groot de kans op overtredingen is. In deze analyse zijn de<br />
verschillende taakonderdelen van asbest beoordeeld op de volgende relevante<br />
effectcategorieën:<br />
1 Asbest: risico’s van milieu‐ en beroepsmatige blootstelling. Den Haag: Gezondheidsraad, 2010; publicatienr.<br />
2010/10<br />
7
‐ Veiligheid en gezondheid<br />
‐ Aantasting leefbaarheid, overlast en hinder<br />
‐ Verstoring van de openbare orde en criminaliteit.<br />
In de afbeelding hieronder is het resultaat in beeld gebracht.<br />
Figuur 4. Risico analyse asbest<br />
3. Prioriteiten en doelen<br />
3.1 Omschrijving<br />
Wij beschrijven de prioriteiten in dit hoofdstuk vanuit risicogericht toezicht, wat wil zeggen dat<br />
onderwerpen met de hoogste risico's ook de hoogste prioriteit krijgen. Naast de meer<br />
technische onderbouwing van prioriteiten, hebben wij ook rekening gehouden met politiek‐<br />
bestuurlijke, landelijke en provinciale prioriteiten.<br />
3.2 Methodiek<br />
De omgevingsanalyse, in het bijzonder de risicoanalyse, staat aan de basis van de<br />
prioriteitstelling.<br />
De vertaling naar prioriteiten is gemaakt door de risicoscores om te zetten naar drie<br />
prioriteitsklassen die vervolgens weer leidend zijn voor de toezichtstrategie.<br />
8
De risicoscores zijn, zonder gebruik te maken van wegingsfactoren, als volgt over de drie<br />
prioriteitsklassen verdeeld:<br />
3.3 Doelen<br />
In het algemeen geldt dat de handhaving tot doel heeft ervoor te zorgen dat de van toepassing<br />
zijnde wet‐ en regelgeving wordt nageleefd. Wij doen dit zo effectief mogelijk en vragen ons<br />
daarbij af wat we willen bereiken, wat we gaan ondernemen en welke inzet daarbij past. De in<br />
dit hoofdstuk genoemde doelen geven antwoord op deze vragen.<br />
Leefomgevingsdoelstelling.<br />
De leefomgevingdoelstelling voor asbest is veiligheid en gezondheid.<br />
De verwijdering van asbest moet op een zodanige wijze plaatsvinden dat de veiligheid en<br />
gezondheid van de gebruikers van deze bouwwerken, de mensen die zich in de directe<br />
omgeving daarvan bevinden en zij die de asbestverwijdering uitvoeren, is gewaarborgd. Het<br />
belangrijkste aandachtspunt is hier de veiligheid tijdens asbestverwijdering en bij de oplevering.<br />
Het toezicht is zodanig ingericht dat de focus ligt op de controlepunten die hoog scoren in de<br />
risicoanalyse en daardoor risicovol zijn. Met andere woorden, worden deze goed nageleefd, dan<br />
wordt de leefomgevingsdoelstelling gehaald.<br />
Naleefdoelstellingen<br />
De doelstelling is dat vrijwel 100% van de gecontroleerde onderdelen, hetzij gelijk, hetzij naar<br />
aa<strong>nl</strong>eiding van tijdens de controle gemaakte opmerkingen van de toezichthouder of opgelegde<br />
sancties, voldoet aan de volgens het Bouwbesluit 2012 geldende eisen.<br />
De te realiseren leefomgevingsdoelstellingen vormen de basis van de regels die moeten worden<br />
nageleefd en de wijze waarop het toezicht op de naleving ervan is ingericht. Dit betekent dat de<br />
mate waarin de leefomgevingsdoelstellingen worden gehaald, hand in hand gaat met de mate<br />
waarin de regels worden nageleefd.<br />
Het toezicht op de uitvoering van de asbestverwijderingswerkzaamheden vindt plaats conform<br />
het <strong>Utrecht</strong>se Asbestprotocol.<br />
Wij gaan hierbij niet verder dan wat is voorgeschreven in het Bouwbesluit 2012. Incidenteel<br />
worden daarnaast adviezen gegeven over bijvoorbeeld het vergroten van de veiligheid, die<br />
verder gaan dan in het Bouwbesluit is voorgeschreven. In geval van advisering is sanctionering<br />
niet mogelijk.<br />
4. Strategieën<br />
4.1. Strategie inzet instrumenten.<br />
Het doel van toezicht en handhaving is het realiseren van normconform gedrag, ofwel dat de<br />
gestelde regels en voorschriften worden nageleefd. Om dat doel te bereiken, staan verschillende<br />
instrumenten ter beschikking.<br />
9
De toepassing van deze instrumenten is gebaseerd op de <strong>Utrecht</strong>se Handhavingsmix die vier<br />
hoofdgroepen onderscheidt, waarbinnen de instrumenten te plaatsen zijn. Het gaat hier om<br />
achtereenvolgens informeren, verleiden, afspreken en sanctioneren.<br />
Figuur 5. De <strong>Utrecht</strong>se Handhavingsmix<br />
Redenen om niet na te leven (tafel van elf 2 )<br />
De Tafel van elf is ontwikkeld in opdracht van ministerie van Justitie. Het is een landelijke<br />
methodiek dat de sterke en zwakke kanten van naleving en handhaving in kaart brengt. Het<br />
model is gebaseerd op gedragswetenschappelijk onderzoek en bestaat uit twee modules. Deze<br />
ondersteunen de handhaver bij de beantwoording van twee belangrijke vragen:<br />
1. Waarom leeft de doelgroep een regel wel of niet na?<br />
2. Wat is de perceptie van de doelgroep van de handhaving?<br />
Deze methodiek vindt op een breed terrein veel navolging, zowel in de private als publieke<br />
sfeer. De tafel van elf wordt als instrument door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en<br />
Veiligheid (CCV) uitgegeven en bevorderd.<br />
Een effectieve inzet van instrumenten wordt gerealiseerd door ze te koppelen aan de redenen<br />
van niet naleven van regels binnen de doelgroep. Dit is gebaseerd op de eerste module van de<br />
tafel van elf: "Waarom leeft de doelgroep een regel wel of niet na?". Daarin zijn vijf mogelijke<br />
redenen van niet naleven van regels onderscheiden. Deze vijf redenen van niet spontaan<br />
naleven die vaak tot overtredingen leiden en de maatregelen die dan tot verbetering kunnen<br />
leiden, zijn:<br />
1. Gebrekkige kennis van de regels. Dit leidt vaak tot problemen bij particuliere<br />
asbestverwijdering. Het zijn dus normaliter particulieren, de niet‐professionals, die uit<br />
onwetendheid de fout in dreigen te gaan. De beste remedie is hier te voorkomen dat<br />
het zover komt door verstrekking van gerichte informatie (informeren) via<br />
foldermateriaal en de gemeentelijke website.<br />
2 Tafel van elf, centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid (CCV) <strong>Utrecht</strong>. www.hetccv.<strong>nl</strong><br />
10
2. Kosten wegen niet op tegen de baten. Het negeren van regels uit vrees voor de kosten<br />
van legaal handelen, komt vaak voor bij verwijdering van asbest, zowel door<br />
professionals als particulieren. Het gaat hierbij om bewuste overtredingen die, zeker<br />
wanneer asbest in het spel is, vragen om een duidelijke financiële prikkel door het<br />
stilleggen van de bouwwerkzaamheden (sanctioneren). Daarnaast worden door de<br />
Inspectie SZW ook boetes opgelegd wanneer regels worden overtreden.<br />
3. Mate van acceptatie. Het niet accepteren van wetten, regels en beleid leidt vaak tot<br />
overtredingen bij asbestverwijdering door professionals. Hier kan verbetering optreden<br />
wanneer men, via informatieverstrekking, ervan overtuigd raakt dat men wel degelijk<br />
baat heeft bij naleving van de regels (informeren en eventueel verleiden). Enerzijds ligt<br />
hier een taak van de inspectie SZW omdat het bij asbestverwijdering door professionals<br />
de gezondheid van werknemers betreft. Voor wat betreft de communicatie naar<br />
bewoners en omwonenden verstrekt de gemeente bij de indiening van een<br />
sloopmelding informatie aan woningcorporaties en andere bedrijven. Daarnaast is voor<br />
asbestverwijderingsbedrijven en aannemers, via de gemeentelijke website een<br />
standaardbrief te dow<strong>nl</strong>oaden.<br />
4. Kans op controle/detectie. Overtredingen bij sloopwerkzaamheden waarbij asbest in het<br />
spel is en particuliere asbestverwijdering hebben vaak als oorzaak de subjectieve kans<br />
op controle of detectie (men denkt dat de kans te worden gecontroleerd of betrapt<br />
kleiner is dan de werkelijke kans op controle). Dit is terug te brengen door intensiever te<br />
gaan controleren en informatie hierover in de publiciteit te brengen.<br />
5. Kans op een sanctie. Particulieren hebben, wanneer zij zelf asbest verwijderen, vaak de<br />
indruk dat de kans dat een overtreding werkelijk tot een sanctie leidt, laag is. Dit is te<br />
verbeteren door particulieren te informeren en zoveel mogelijk te faciliteren bij de<br />
sloopmelding en verwijdering van het asbest. Dit doen we via ondersteuning door een<br />
inspecteur en verstrekken van een gratis asbestsloop pakket.<br />
4. 2. Toezichtstrategie<br />
In de toezichtstrategie is vastgelegd welke vormen van toezicht we onderscheiden en wat de<br />
basiswerkwijze daarbij is. Het gaat hierbij om het observeren en constateren van het wel of niet<br />
voldoen aan de regels.<br />
In het algemeen onderscheiden we actief en passief toezicht. Actief toezicht vindt planmatig<br />
plaats en komt tot uiting in routinematig en projectmatig toezicht.<br />
Passief toezicht vindt plaats naar aa<strong>nl</strong>eiding van klachten, meldingen, calamiteiten en<br />
handhavingsverzoeken. Deze kunnen van burgers, bedrijven, organisaties of overheidsinstanties<br />
afkomstig zijn.<br />
Bij asbestverwijderingswerkzaamheden bestaat het toezicht vooral uit actief toezicht op<br />
asbestsloopmeldingen. We ramen jaarlijks het aantal te verwachten activiteiten en nemen dit<br />
op in het handhavingsprogramma openbare en bebouwde ruimte. Daarnaast gaan we uiteraard<br />
in op meldingen/klachten.<br />
4.2.1. Situatiegericht toezicht<br />
De toezichtstrategie geeft helderheid over het toezicht dat bij verschillende situaties wordt<br />
toegepast. Dit is in het belang van een eenduidige werkwijze.<br />
11
In <strong>Utrecht</strong> kennen we verschillende soorten asbestsaneringen.<br />
‐ Asbest saneringen door particulieren;<br />
‐ Mutatiewoningen;<br />
‐ Complexgewijze saneringen (hele flats of woonblokken tegelijkertijd);<br />
‐ Besmettingen;<br />
‐ Toezicht op asbest tijdens regulier woningtoezicht;<br />
‐ Toezicht op asbest in de (water)bodem.<br />
Asbestsanering door particulieren.<br />
Dit gaat vaak om het verwijderen van bijvoorbeeld asbesthoudende golfplaten daken van<br />
schuurtjes maar ook om vloerbedekking of bijvoorbeeld platen in de woning. Hiervan krijgen we<br />
ca. 300 meldingen per jaar.<br />
In deze situaties wordt mensen gevraagd om contact op te nemen met VTH afdeling THBO<br />
waarna een inspecteur met kennis van zaken de mensen bezoekt, uitleg geeft, informatie<br />
achterlaat en ze toestemming geeft om het asbest te verwijderen, dit vervolgens te verpakken in<br />
het beschikbaar gestelde materiaal en met het bewijs van toestemming in te leveren op het<br />
afvalscheidingstation.<br />
In wijken waaruit veel meldingen komen van de burgers zelf of van anderen omdat ze de<br />
werkzaamheden zien, geven we actief voorlichting.<br />
Al deze werkzaamheden zijn voor de burger gratis om het aantrekkelijk te maken om het asbest<br />
goed verpakt in te leveren en niet op openbaar terrein te dumpen.<br />
Mutatiewoningen.<br />
Door woningbouwcorporaties wordt op het moment dat een bewoner de huur opzegt de<br />
woning soms gerenoveerd of alleen het asbest uit de woning verwijderd. Dit vindt dan plaats in<br />
het korte tijdsbestek waarin de individuele woning leeg staat. Er is een korte tijd om de stukken<br />
te beoordelen (Max. 5 werkdagen). Het gaat vaak om een geringe hoeveelheid asbest die<br />
verwijderd wordt.<br />
De werknemer die de werkzaamheden uitvoert is vaak ook de asbestdeskundige (DTA). Dit is<br />
toegestaan voor dit soort saneringen. Het is dan ook lastig te constateren of de juiste personen<br />
aanwezig zijn omdat ze zich alleen in het afgeschermde compartiment bevinden. Het uitvoeren<br />
van werkzaamheden binnen het containment behoort niet tot de competentie en de<br />
bevoegdheid van de gemeentelijke toezichthouder. Deze woningen worden alleen<br />
steekproefsgewijs op locatie bezocht. Dit is voldoende omdat het naleefgedrag goed is en<br />
omdat de deskundige veelal ook de uitvoerende werknemer en tijdens de sanering in het<br />
containment werkzaam is. Van deze categorie ontvangen we jaarlijks ca. 2500 (start)meldingen.<br />
Bloksgewijze asbestverwijdering.<br />
Dit betreft blokken waar bij veel woningen tegelijkertijd asbest wordt verwijderd. Voor deze<br />
blokken krijgen we ca. 600 startmeldingen, die soms meerdere portieken tegelijkertijd<br />
betreffen.<br />
Naast de inhoudelijke beoordeling van de rapporten worden deze complexen minimaal elke<br />
week door de inspecteur gecontroleerd om blijvend te kunnen constateren welke aannemers en<br />
saneerders aan het werk zijn. Daarmee wordt het voor de aannemer eenvoudiger gemaakt om<br />
afwijkingen tijdig aan ons te melden.<br />
Besmettingen.<br />
Ongeveer elke twee weken wordt er een besmetting gemeld. Restanten asbesthoudend<br />
materiaal kunnen op ongecontroleerde wijze in het leefmilieu terecht komen ten gevolge van<br />
bijvoorbeeld brand, stormschade, vandalisme of illegale sloop.<br />
Eerst wordt er beoordeeld of er sprake is van gevaar voor bewoners of de omgeving. De<br />
besmetting wordt zo snel mogelijk opgeruimd. Het eerder beschreven proces wordt dan in hoog<br />
12
tempo uitgevoerd. Tevens wordt het gevaar voor verspreiding van de besmetting ingeschat en<br />
zoveel mogelijk voorkomen. Zonodig worden metingen uitgevoerd en een verdere besmetting<br />
ook daar gesaneerd. Ook in dit soort situaties worden alle voorgaande stappen uitgevoerd maar<br />
dan in een hoger tempo.<br />
Bij de aanwezigheid van asbest in de openbare ruimte kan het, zonder dat sprake hoeft te zijn<br />
van direct (noemenswaardige) risico, nodig zijn om extra maatregelen te nemen.<br />
Dit is aan de orde indien er (mogelijk) sprake is van risico voor de volksgezondheid, meerdere<br />
diensten gecoördineerd moeten worden, of onrust onder de burgers is ontstaan.<br />
Het is belangrijk dat de gemeente en andere partijen in dergelijke situaties goed communiceren<br />
met alle betrokkenen. Zowel onderling als naar burgers en media. Immers de aanwezigheid van<br />
asbest of een vermoeden daarvan leidt snel tot onrustgevoelens, met alle gevolgen van dien.<br />
In het bijzonder bij incidenten, waarbij onder de bevolking onrust is ontstaan over de gevolgen<br />
voor de gezondheid, is het belangrijk om de GG&GD zo vroeg mogelijk in te schakelen.<br />
Voor een goede en onafhankelijke advisering door de GG&GD is het belangrijk om:<br />
‐ zo open mogelijk over situatie en risico's te communiceren<br />
‐ de GG&GD zo vroeg mogelijk erbij te betrekken. Op die manier kan worden voorkomen dat<br />
verkeerde beloftes over gezondheid worden gedaan, en zijn er dan nog keuzes in de manier<br />
waarop met betrokkenen gesproken gaat worden.<br />
‐ de GG&GD ook in een zo vroeg mogelijk stadium de beschikking te geven over alle<br />
onderzoeksdocumenten die betrekking hebben op de situatie. Daardoor kan de GG&GD een<br />
op feiten gebaseerd oordeel vellen.<br />
‐ de GG&GD als vraagbaak in te zetten voor betrokkenen waar het gaat om gezondheid.<br />
Voor deze situaties is een apart werkproces in het <strong>Utrecht</strong>s asbestprotocol opgenomen: P 070 ‐<br />
Gebeurtenissen waarbij mogelijk asbest in de openbare ruimte is vrijgekomen<br />
Dit moet voorkomen dat bij omwonenden (onterecht) onrustgevoelens ontstaan en zaken<br />
onnodig uit de hand lopen.<br />
Toezicht op asbest tijdens het reguliere woningtoezicht.<br />
Naast de toezichtmomenten die specifiek gericht zijn op asbest, wordt ook bij het reguliere<br />
woningtoezicht de woning gecontroleerd op de aanwezigheid van asbest. Mocht asbest<br />
aanwezig zijn, dan zal aan de eigenaar informatie worden verschaft over de gezondheidsrisico’s<br />
en de procedures voor het verwijderen van het asbest. Vervolgens zal dringend worden<br />
geadviseerd om een sloopmelding in te dienen. Worden sterk verouderde of verweerde<br />
asbestproducten aangetroffen of vormen van losgebonden asbest, dan is sprake van een<br />
gevaarlijke situatie. Eventuele lopende werkzaamheden worden onmiddellijk stilgelegd en de<br />
eigenaar wordt aangeschreven om voorzieningen te treffen.<br />
Toezicht op asbest in de bodem<br />
Indien bouw‐ of infrastructurele werkzaamheden worden uitgevoerd, bestaat de kans dat men<br />
te maken krijgt met asbest in de bodem en/of het puin. Om deze reden wordt door de<br />
gemeente aan de hand van een bodemonderzoek altijd beoordeeld of de bodem “asbest<br />
verdacht” is. Is dit het geval, dan wordt nader onderzoek vereist. Als dan inderdaad blijkt dat de<br />
grond asbest bevat, dan zal pas toestemming voor de werkzaamheden worden gegeven nadat<br />
een saneringsplan is goedgekeurd.<br />
Ook wanneer onverhoopt tijdens de werkzaamheden blijkt dat asbest in de grond zit, worden de<br />
werkzaamheden direct stilgelegd en de benodigde maatregelen genomen ter voorkoming van<br />
verspreiding van eventuele vrijgekomen asbestvezels. Ook hier wordt gewerkt volgens een<br />
processchema, dat is opgenomen in het asbestprotocol.<br />
Voor de handhavingsstrategie op asbest in bodem verwijzen we naar de 'Handhavingsstrategie<br />
Milieu‐Bodem' (Collegebesluit van 16 augustus 2011).<br />
13
Het asbestprotocol<br />
Alle toezichtactiviteiten voeren we uit conform het asbestprotocol van gemeente <strong>Utrecht</strong> (in<br />
hoofdstuk zes gaan we hier verder op in). Het asbestprotocol voldoet aan de handreiking Slopen<br />
van de Vereniging Bouw en Woningtoezicht Nederland. Op basis van de landelijke handreiking<br />
zijn procedures uitgewerkt naar de <strong>Utrecht</strong>se situatie.<br />
Er zijn voldoende inspecteurs opgeleid om deze werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Iedere<br />
buitendienst medewerker kan materialen die mogelijk asbest bevatten herkennen en 19<br />
inspecteurs zijn Deskundig Toezichthouder Asbestsloop (conform SC‐570). In hoofdstuk zes<br />
wordt ingegaan op de vakbekwaamheid van het personeel.<br />
4.3. Voorlichting en communicatie.<br />
Adequate voorlichting en communicatie over asbest en asbestverwijdering is belangrijk.<br />
Ten eerste om het naleefgedrag van de regelgeving rondom asbestverwijdering te bevorderen.<br />
Ten tweede is een goede voorlichting belangrijk om ongerustheid bij burgers te voorkomen of<br />
weg te nemen.<br />
Communicatie over asbest Rijksoverheid<br />
Het belang van communicatie wordt door de rijksoverheid onderschreven. Momenteel wordt er<br />
gewerkt aan een handreiking en tools voor GGD'en voor advisering bij asbestincidenten.<br />
Daarnaast werken de ministeries van IenM en SZW aan de verbetering van informatie over<br />
asbest. Het betreft zowel algemene publieksinformatie via internet als specifieke informatie<br />
voor gemeenten en de asbestbranche. Tenslotte wordt door SZW een informatiecampagne<br />
gestart dat gericht is op de werkgevers en werknemers in de asbestbranche. De campagne<br />
bestaat onder andere uit een zelfinspectietool, een digitaal instrument dat voorlichting geeft<br />
over arbeidsrisico's en een campagne die specifiek gericht is op malafide saneerders.<br />
Bij eigen activiteiten stemmen we onze communicatie en voorlichting hierop af en maken we<br />
gebruik van de instrumenten die de rijksoverheid ons biedt, zoals de zelfinspectietool. De<br />
GG&GD hebben we bij de totstandkoming van deze handhavingsstrategie en het asbestprotocol<br />
betrokken. Daarnaast is de GG&GD ook betrokken bij het opstellen van de voorlichting op de<br />
Website van de gemeente <strong>Utrecht</strong> en de inhoud van de asbestfolders.<br />
Verder werken we bij onze reguliere werkzaamheden (reeds) samen met I‐SZW en de GG&GD .<br />
(zie asbestprotocol)<br />
Verbeteren van het naleefgedrag bij asbestverwijdering.<br />
Om ervoor te zorgen dat de verwijdering van asbest op een veilige wijze plaatsvindt (zowel voor<br />
werknemers, gebruikers van het gebouw als de omgeving), is naleving van de regelgeving van<br />
groot belang. Deze naleving kan worden verbeterd door het verstrekken van juiste, actuele en<br />
eenduidige informatie voor elke doelgroep.<br />
Adequate en onafhankelijke voorlichting.<br />
Asbestvezels in de lucht kun je niet zien of ruiken. De mogelijke blootstelling aan asbest ligt<br />
gevoelig en kan onder burgers onrust veroorzaken. Psychosociale aspecten spelen een rol<br />
wanneer mensen onverwacht worden geconfronteerd met asbestblootstelling, vooral in<br />
situaties van falend saneringswerk. Dit kan leiden tot grote angstgevoelens met bijbehorende<br />
problemen. Adequate voorlichting is dan van groot belang. Een onafhankelijke externe<br />
deskundige moet worden ingeschakeld omdat het vertrouwen is geschaad. Naast de<br />
onafhankelijkheid van de deskundige spelen eenduidigheid, openheid en verwachtingen hierbij<br />
een rol. Het is onze ervaring dat de GG&GD door bewoners vaak als een onafhankelijke<br />
14
instelling gezien wordt. In het bijzonder bij incidenten, waarbij onder de bevolking onrust is<br />
ontstaan over de gevolgen voor de gezondheid, is het belangrijk om de GG&GD zo vroeg<br />
mogelijk in te schakelen.<br />
Algemene informatie over asbest en asbestverwijdering.<br />
De gemeente verstrekt algemene informatie aan zowel particulieren als bedrijven over asbest<br />
en over de vergunning‐ of meldingsprocedures voor het slopen van asbest.<br />
Deze informatie wordt verstrekt via de website, via de folder 'Asbest in en om het huis', via de<br />
balie Bouwen, Wonen en Ondernemen en via het gemeentelijk Klant Contact Centrum.<br />
Voor vragen over gezondheidsrisico's kunnen burgers terecht bij de GG&GD.<br />
De folder voor particulieren: 'Asbest in en om het huis', is verkrijgbaar bij de wijkbureaus, de<br />
afvalscheidingstations, bij de balie 'Bouwen, wonen en ondernemen' of kan via de website<br />
worden gedow<strong>nl</strong>oad.<br />
Wij zorgen ervoor dat de burger deze informatie gemakkelijk kan vinden en overal dezelfde<br />
informatie ontvangt, onafhankelijk van de wijze waarop hij deze informatie aanvraagt.<br />
Informatie over de uitvoering van specifieke asbestinventarisaties of<br />
asbestsaneringsprojecten.<br />
Naast de algemene informatie die de gemeente verstrekt, is het ook belangrijk dat<br />
bedrijven/eigenaren/opdrachtgevers de bewoners en de omgeving voorafgaande en tijdens<br />
sloopwerkzaamheden goed informeren over de aanpak, de gezondheidsrisico's en het opruimen<br />
van het asbest bij specifieke projecten. Het is de taak (zorgplicht) van de eigenaar van een<br />
gebouw of opdrachtgever van een project om te zorgen voor deze informatievoorziening op<br />
maat. Bedrijven worden hier door de gemeente op verschillende manieren op gewezen:<br />
‐ Op de website wordt het belang van een goede communicatie met bewoners en met<br />
omwonenden benadrukt. Ook kunnen bedrijven een voorbeeld informatiebrief hiervoor<br />
dow<strong>nl</strong>oaden.<br />
‐ Bij het afhandelen van de sloopmelding wordt de eigenaar/opdrachtgever van de sanering<br />
dringend verzocht om ook de omgeving te informeren en wordt hij verwezen naar de<br />
gemeentelijke website voor meer informatie of voor het dow<strong>nl</strong>oaden van de voorbeeldbrief.<br />
‐ Met de woningbouwcorporaties is de afspraak gemaakt dat bij complexgewijze saneringen<br />
altijd een vooroverleg met de gemeente plaatsvindt om de aanpak door te spreken. De<br />
communicatie met de buurt maakt onderdeel uit van deze aanpak.<br />
Informatie per doelgroep.<br />
Op de gemeentelijke website is de informatie afgestemd op de verschillende doelgroepen.<br />
Er is een duidelijk onderscheid aangebracht tussen particulieren en bedrijven, omdat de<br />
regelgeving voor asbestverwijdering door particulieren en bedrijven verschilt.<br />
Particulieren.<br />
Particulieren kunnen zich met verschillende vragen tot de gemeente richten. De gemeente<br />
verstrekt informatie via de website, telefonisch, via de publieksbalie's of via de folder "asbest in<br />
en om het huis" aan:<br />
‐ eigenaar‐bewoners die informatie willen over asbest(verwijdering) in de eigen (koop)<br />
woning. De gemeente geeft informatie over wat bewoners moeten doen wanneer zij asbest<br />
aantreffen in hun huis of asbest willen verwijderen. Deze informatie geeft toelichting op de<br />
regels over asbestverwijdering, de meldingprocedure, het veilig verwijderen van asbest, het<br />
herkennen van mogelijk asbesthoudende materialen, een stappenplan en de mogelijke<br />
gezondheidsrisico's. Als een eigenaar‐bewoner zelf asbest uit zijn woning wil verwijderen<br />
inspecteert een inspecteur ter plaatse of het zelf door de bewoner weggehaald kan worden<br />
en geeft de inspecteur advies hierover aan de bewoner.<br />
15
‐ particulieren die informatie willen over een asbestverwijderingsproject in hun directe<br />
omgeving of daar een klacht of melding over willen doen. De gemeente zorgt voor<br />
beantwoording van vragen en onderzoekt klachten en meldingen.<br />
‐ Particulieren die informatie willen over een asbestverwijderingsproject in (o.a.) hun eigen<br />
woning of complex zodat ook duidelijk is waar zij voor vragen terecht kunnen.<br />
Opdrachtgevers en asbestverwijderingsbedrijven.<br />
Wanneer een sloopmelding wordt gedaan, krijgen de indieners actuele en adequate informatie<br />
van de gemeente. Daarnaast zal een indiener dringend worden verzocht om te zorgen voor een<br />
goede communicatie met zowel bewoners als de buurt. Om vragen of onrust in de buurt te<br />
voorkomen, is het immers van belang dat ook omwonenden weten wie verantwoordelijk is voor<br />
de sanering, hoe lang de sanering gaat duren en waar men terecht kan voor vragen over de<br />
sanering of over asbestverwijdering algemeen. Bedrijven kunnen hiervoor een voorbeeld van<br />
een informatiebrief dow<strong>nl</strong>oaden van de gemeentelijke website.<br />
Bij complexe projecten of in buurten waar men veel vragen uit de omgeving kan verwachten is<br />
er vooroverleg met de aanvrager en/of het saneringsbedrijf over de planning en communicatie.<br />
De gemeente controleert ook of bedrijven het advies over informatievoorziening opvolgen. Dit<br />
kunnen we echter niet afdwingen.<br />
Afstemming met woningcorporaties.<br />
Woningbouwcorporaties geven zelf ook informatie over asbest aan hun huurders. In het<br />
handboek asbest van Aedes (Branchevereniging van woningcorporaties) wordt ingegaan op de<br />
communicatie met de bewoners. Deze informatie moet overeenkomen met de informatie die de<br />
gemeente verstrekt. Dit stemmen wij af met de <strong>Utrecht</strong>se corporaties.<br />
Particuliere verhuurders en verenigingen van eigenaars (VVE's).<br />
Brancheorganisaties van particuliere verhuurders en VVE’s worden benaderd om de leden te<br />
informeren over hun verantwoordelijkheden bij asbestverwijdering en de werkwijze van de<br />
gemeente <strong>Utrecht</strong>.<br />
Afstemming met gemeentelijke organisaties en meldpunten.<br />
Wij zorgen ervoor dat alle relevante gemeentelijke organisaties, meldpunten en hulpinstanties<br />
op de hoogte zijn van onze wijze van werken, de informatie die we hebben en waar die te<br />
krijgen is.<br />
Wijkgerichte voorlichting.<br />
Uit sloopaanvragen en ‐meldingen kunnen we zien uit welke wijken we veel aanvragen of<br />
meldingen ontvangen. Zo bleek bijvoorbeeld in 2009 dat veel aanvragen en meldingen<br />
afkomstig waren uit de wijk Zuilen.<br />
In zulke gevallen roepen we de bewoners die het asbest nog niet verwijderd op, om dit wel te<br />
doen en daarvoor een sloopmelding in te dienen. Dit doen we door het geven van voorlichting<br />
aan de wijkbewoners over asbest en de mogelijkheden dit te (laten) verwijderen.<br />
Alle wijkbureaus beschikken over informatiemateriaal en zijn van deze werkwijze op de hoogte.<br />
4.4. Sanctie‐ en gedoogstrategie<br />
Bij overtredingen van regels bij asbestsaneringen wordt sanctionerend opgetreden.<br />
Door onze asbestinspecteurs worden regelmatig controles uitgevoerd om na te gaan of asbest<br />
wordt verwerkt of verwijderd zonder melding. Deze controles vinden plaats naar aa<strong>nl</strong>eiding van<br />
een klacht of tijdens reguliere controles door de afdeling VTH‐THBO. Worden dergelijke illegale<br />
situaties aangetroffen, dan worden de activiteiten onmiddellijk stilgelegd. Het uitgangspunt is<br />
dat alle overtredingen van wet‐ en regelgeving door middel van handhaving tot beëindiging<br />
worden gebracht.<br />
16
4.4.1. Passende reactie<br />
Voor het opleggen van sancties hanteren we de sanctiestrategie zoals die is opgenomen in de<br />
"Handreiking handhavingsstrategie openbare en bebouwde ruimte.<br />
Op grond van artikel 125 van de <strong>Gemeente</strong>wet is het mogelijk om met toepassing van<br />
bestuursdwang, of op grond van artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met<br />
een last onder dwangsom handhavend op te treden tegen het zonder of in afwijking van een<br />
vereiste sloopmelding slopen of asbestverwijderingswerkzaamheden, door middel van het<br />
stilleggen van deze werkzaamheden. Het feit dat zonder of in afwijking van een vereiste<br />
sloopmelding wordt gesloopt is op zichzelf in beginsel voldoende aa<strong>nl</strong>eiding om spoedshalve<br />
bestuursdwang toe te passen in overeenstemming met artikel 5:31, tweede lid van de Awb.<br />
Handhavend optreden bij asbestsloop is altijd spoedeisend. Toepassen van bestuursdwang<br />
maakt snel optreden mogelijk. De mogelijkheden van de gemeente zijn beperkt. Het stilleggen<br />
van het werk en het treffen van noodmaatregelen is dan het meest adequate middel om toe te<br />
passen. Straffen, bijvoorbeeld door het opleggen va een boete, is voorbehouden aan de<br />
Inspectie SZW (I‐SZW). De gemeente treedt altijd gezame<strong>nl</strong>ijk op met de inspectie SZW. Die<br />
heeft meer mogelijkheden om bij overtredingen sancties op te leggen. Zo kan inspectie SZW<br />
naast het opleggen van een boete ook (eerder) het werk stilleggen, de certificering intrekken, of<br />
strafrechtelijk vervolgen.<br />
Wanneer wij tijdens controles of naar aa<strong>nl</strong>eiding van klachten/meldingen het vermoeden<br />
hebben van een mogelijke besmetting en/of dat er illegaal wordt gesloopt worden in<br />
hoofdlijnen de volgende stappen genomen:<br />
‐ het werk onmiddellijk stilleggen, tenzij de overtreding onmiddellijk ongedaan wordt<br />
gemaakt.<br />
‐ de inspectie van de stillegging op de hoogte stellen.<br />
‐ de aanvrager een lucht‐ en risico beoordelingsonderzoek laten verrichten door een<br />
gecertificeerd bureau met als doel de vaststelling van asbest en het eventuele<br />
besmettingsgebied vast te stellen.<br />
‐ afhankelijk van het resultaat hiervan de vervolgstappen bepalen.<br />
‐ na vaststelling van asbest de aanvrager een asbestinventarisatie onderzoek laten verrichten<br />
door een gecertificeerd asbestinventarisatiebureau.<br />
‐ afhankelijk van de situatie direct de GG&GD (unit medisch milieukunde) inschakelen.<br />
Voor een gedetailleerde beschrijving van alle stappen. Verwijzen we naar het asbestprotocol<br />
<strong>Utrecht</strong> (bijlage 1)<br />
Saneerders die bij herhaling slecht functioneren, nodigen we uit voor gesprek. Ook dienen we bij<br />
de certificerende instelling van het bedrijf een klacht in.<br />
4.4.2. <strong>Gemeente</strong>lijke overtredingen<br />
Het komt voor dat de gemeente opdrachtgever voor de asbestverwijdering is. Doet deze situatie<br />
zich voor, dan vindt de sanctionering in overeenstemming met deze handhavingsstrategie<br />
plaats. Dit betekent dat direct de werkzaamheden worden stilgelegd.<br />
4.4.3. Gedoogstrategie<br />
Er wordt in de gemeente <strong>Utrecht</strong> op het gebied van asbest niet gedoogd.<br />
17
5. Planning en control<br />
Hierbij is de BIG‐8 3 gehanteerd (zie figuur hieronder). Dit model maakt vanuit een strategisch<br />
kader de vertaling naar operationeel beleid ten behoeve van kwaliteitsborging tesamen met een<br />
sluitende planning en control cyclus. De eisen die worden gesteld aan een sluitende BIG‐8<br />
komen overeen met de eisen uit de ISO Norm 9001:2008.<br />
Figuur 6. BIG‐8<br />
5.1. Programmering en uitvoering<br />
Jaarlijks worden op basis van de evaluatie de probleemanalyse, prioritering, strategie en<br />
sanctionering (versneld) doorlopen en bijgesteld. Het resultaat is een (eventueel bijgesteld)<br />
programma van asbestactiviteiten voor het volgende jaar dat wordt vastgelegd in het<br />
"Handhavingsingsprogramma openbare en bebouwde ruimte".<br />
5.2. Monitoring<br />
Om te beoordelen of de beoogde doelstellingen zijn gehaald en te kunnen verantwoorden wat<br />
we gedaan en bereikt hebben ontwikkelen we verschillende indicatoren.<br />
Voorwaarde is wel dat deze indicatoren via het administratiesysteem SquitXO te registreren en<br />
te rapporteren zijn.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
aantal asbestsloopmeldingen voor particuliere asbestverwijdering (eigenaar‐bewoners)<br />
aantal asbestsloopmeldingen voor bedrijfsmatige asbestverwijdering (mutatiewoningen,<br />
complexgewijs)<br />
aantal klachten/meldingen betr. asbest in de openbare ruimte<br />
aantal uitgevoerde controles<br />
aantal aanschrijvingen<br />
3 Kwaliteitscriteria 2.1 voor VTH krachtens de Wabo, Uitvoering met Ambitie<br />
18
5.3. Evalueren en rapporteren<br />
Op basis van de indicatoren wordt jaarlijks een analyse en evaluatie gemaakt. Daarover wordt<br />
gerapporteerd in het jaarverslag van het handhavingsprogramma openbare en bebouwde<br />
ruimte.<br />
6. Kwaliteitsborging<br />
De kwaliteit van het toezicht op asbest is geborgd door:<br />
‐ het <strong>Utrecht</strong>s asbestprotocol;<br />
‐ het op peil houden van de vakbekwaamheid<br />
Het <strong>Utrecht</strong>se asbestprotocol<br />
Het asbestprotocol is bedoeld als werkinstructie voor de inspecteurs van Vergunningen,<br />
Toezicht en Handhaving, afdeling Toezicht en Handhaving bebouwde omgeving (VTH‐THBO)<br />
gemeente <strong>Utrecht</strong>. Het is gebaseerd op landelijke handreikingen van de Vereniging Bouw‐ en<br />
Woningtoezicht Nederland. Daarbij zijn de procedures uitgewerkt voor de lokale <strong>Utrecht</strong>se<br />
situatie.<br />
Bij de uitoefening van de werkzaamheden van VTH‐THBO met betrekking tot asbest wordt<br />
conform dit protocol gewerkt. Hiermee wordt bereikt dat:<br />
‐ wordt voldaan aan de wettelijke eisen van wet‐ en regelgeving.<br />
‐ er duidelijkheid is over de handelwijze, taakverdeling, bevoegdheden en<br />
verantwoordelijkheden bij de uitvoering van de toezichthoudende taken ten aanzien van<br />
asbest;<br />
‐ asbestgerelateerde zaken op een verantwoorde, doch voortvarende wijze worden<br />
afgehandeld, met oog voor de zorgen van omwonenden en betrokkenen;<br />
Door te werken volgens de<br />
asbestprocedures van dit<br />
protocol brengt en houdt VTH‐<br />
THBO de asbestproblematiek<br />
onder controle.<br />
We zorgen ervoor dat het<br />
protocol ook bekend is bij alle<br />
relevante plaatselijke<br />
(hulp)instanties en meldpunten.<br />
Dit protocol is uitsluitend van<br />
toepassing op de reguliere<br />
Wet- en regelgeving leggen het gebruik van asbest aan banden,<br />
reguleren het verwijderen van asbest uit bouwwerken en stellen eisen<br />
aan het verrichten van werkzaamheden aan asbesthoudende materialen.<br />
Bij de uitvoering van de wetten en regels speelt de gemeente een<br />
belangrijke rol .<br />
In dat kader heeft de Vereniging Bouw -en Woningtoezicht Nederland<br />
(VBWTN) de handreiking "Slopen" en de handreiking "Handhaving bij<br />
illegale asbestsloop" ontwikkeld en uitgebracht.<br />
Deze handreikingen zijn bestemd voor plantoetsers en inspecteurs<br />
handhaving bij de gemeente. Ze zijn een leidraad voor de afhandeling<br />
van procedures voor de behandeling, controle en handhaving van de<br />
sloopmelding en omgevingsvergunning ten aanzien van het bouwkundig<br />
slopen en verwijderen van asbest.<br />
werkzaamheden van VTH‐THBO bij de uitoefening van de toezichthoudende taken met<br />
betrekking tot asbest.<br />
Asbestbranden en crisis situaties vallen hier niet onder.<br />
Voor branden waarbij asbest vrijkomt, verwijzen we naar het Protocol Asbestbranden<br />
Veiligheidsregio <strong>Utrecht</strong>. Voor crisissituaties verwijzen we naar Gecoördineerde Regionale<br />
Incidenten Bestrijdings Procedure (GRIP‐procedure) van de Veiligheidsregio <strong>Utrecht</strong> (VRU)<br />
Vakbekwaamheid binnen de organisatie<br />
De vergunningverleners en toezichthouders moeten voor het goed uitvoeren van hun<br />
werkzaamheden over voldoende relevante kennis beschikken met betrekking tot asbest.<br />
Vandaar dat door de gemeente <strong>Utrecht</strong> aandacht en tijd is besteed aan het opleiden van haar<br />
19
medewerkers en het borgen van kennis over asbest. Alle buiteninspecteurs hebben een<br />
basiscursus gevolgd over asbest. Nieuwe inspecteurs worden direct geschoold. Daarnaast zijn 15<br />
inspecteurs opgeleid tot 'Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering C' en 4 tot<br />
Asbestdeskundige. Deze inspecteurs worden ingezet voor het beoordelen van de<br />
sloopmeldingen en het toezicht op de naleving van de voorschriften tijdens<br />
asbestverwijderingswerkzaamheden.<br />
20