Expressie - KABK
Expressie - KABK
Expressie - KABK
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
Besmetten en her-beleven<br />
<strong>Expressie</strong>-theorieën<br />
1 Vrije <strong>Expressie</strong>, outsiders en brute kunst<br />
Van Academisme naar Vrije <strong>Expressie</strong><br />
Art Brut, outsiders, amateurs<br />
2. <strong>Expressie</strong>-theorieën<br />
Jean-Jacques Rousseau<br />
Het begrip expressie<br />
Een poging tot definitie<br />
3. De <strong>Expressie</strong>-theorie van Tolstoi<br />
Besmetting met gevoel<br />
Sociaal engagement<br />
Kritiek<br />
Een variant: antroposofie<br />
4. De Croco-theorie<br />
Wat wordt er uitgedrukt en hoe werkt dat?<br />
Het kunstwerk zit in de kunstenaar<br />
Het gevoel van de kunstenaar herbeleven<br />
Eigentijdse varianten<br />
Conceputual Art<br />
Tracy Emin<br />
Re-enactment<br />
Kritiek op de Croco-theorie<br />
Slotopmerking<br />
5. Samenvatting<br />
6. Verder lezen<br />
- 1 -
1. Vrije <strong>Expressie</strong>, outsiders en brute kunst<br />
Van Academisme naar Vrije <strong>Expressie</strong><br />
In 1949 organiseerde jonkheer Willem Sandberg, de legendarische directeur van het<br />
Stedelijk Museum in Amsterdam, de tentoontelling ‘Kunst en Kind’. Daar was voor het eerst<br />
een uitgebreid overzicht van kindertekeningen in een museale context te zien. In de daarop<br />
volgende jaren zou de bewondering voor kinderlijke uitdrukkingsvormen in de kunst een<br />
grote vlucht nemen in de ‘Vrije <strong>Expressie</strong>’-beweging.<br />
Centrale gedachte in deze stroming was, dat het in de kunst moest gaan om de bevrijding<br />
van de mens uit de ketenen van de<br />
beschaving. Die beschaving had alleen<br />
maar oorlog en een tot op het bot<br />
neurotische samenleving voortgebracht.<br />
Aanhangers van de Vrije <strong>Expressie</strong><br />
bepleitten een terugkeer naar de<br />
onschuld van het kind, die het<br />
tegenovergestelde was van alles wat de<br />
traditionele, ‘academische’ kunst<br />
kenmerkte: een nadruk op scholing,<br />
intellectuele verantwoording,<br />
ambachtelijkheid en mimesis.<br />
Vrije <strong>Expressie</strong> in therapeutische sessie<br />
Bron: http://www.atelier-kunsttherapie.de/images/e-malen1.jpg<br />
De beroemdste wegbereiders van de stroming waren natuurlijk de kunstenaars van CoBrA.<br />
In Nederland inspireerden zij onder meer een groep kunstenaars die in 1950 ‘De<br />
Werkschuit’ oprichtten, een cursusinstituut op een Amsterdamse woonboot met als doel<br />
kinderen én volwassenen gelegenheid te bieden zich zo vrij en spontaan mogelijk te laten<br />
ontwikkelen.<br />
Art Brut, outsiders, amateurs<br />
Parallel aan de Vrije <strong>Expressie</strong>-beweging mochten in de na-oorlogse periode de beeldende<br />
producten van psychiatrische patiënten zich in een groeiende belangstelling verheugen. De<br />
Franse kunstenaar Jean Dubuffet gaf er de naam ‘Art Brut’ aan, later in het Engels vertaald<br />
als ‘Outsider Art’. Vooral ‘Outsider Art’ werd een geliefd onderwerp. Tegenwoordig verwijst<br />
de term niet langer uitsluitend naar het werk van ‘geesteszieken’, maar naar alle kunst die<br />
zich buiten de institutionele kaders van musea en kunstacademies ontwikkelt – variërend van<br />
‘primitieve’ (etnische) kunst tot amateurkunst tot kunst die is onstaan in de context van<br />
allerlei creatieve therapieën. Daarin is ‘expressie’ nog steeds een geliefd begrip.<br />
Juist daardoor is er ook weer een sterke tegenbeweging ontstaan. Kunstenaars opgeleid aan<br />
academies en critici die de kunst opvatten als een bijzondere intellectuele activiteit, staan<br />
vaak uitgesproken vijandig tegenover het expressiebegrip, dat ze met navelstaarderij en<br />
beeldende vormeloosheid associëren. Toch is het expressiebegrip bijna onontkoombaar in<br />
het denken over kunst. <strong>Expressie</strong>theorieën zijn bijna net zo oud als de mimesistheorie, en<br />
de Vrije <strong>Expressie</strong> is maar één loot aan een dikke stam.<br />
- 2 -
2. <strong>Expressie</strong>-theorieën<br />
Jean-Jacques Rousseau<br />
De geschiedenis van de voorliefde voor de uitingen van<br />
‘ongeciviliseerden’ is vrij eenvoudig te traceren: de oorsprong<br />
ervan ligt in het werk van de Franse filosoof Jean-Jacques<br />
Rousseau, die met zijn motto ‘terug naar de natuur’ en zijn<br />
romantische denkbeelden over ‘edele wilden’ overbekend is<br />
geworden: de mens is in zijn doorgeschoten beschavingsdrang<br />
vervreemd geraakt van zijn morele zuiverheid en zinkt<br />
daardoor steeds dieper. Het komt er nu op aan de<br />
onbezoedelde ziel weer ruimte te geven, en daartoe is het<br />
nodig dat mensen zich ongeremd kunnen uiten. In de 19 e en<br />
20 ste eeuw werd de kunst steeds vaker aangewezen als hét<br />
domein waarbinnen die vrije uiting van de grond zou kunnen<br />
komen.<br />
Jean-Jacques Rousseau<br />
Het begrip expressie<br />
‘<strong>Expressie</strong>’ is een begrip dat in de kunst ook vandaag de dag nog steeds veel weerklank vindt.<br />
Het wemelt van de theorieën en scholen die de uitdrukking van gevoelens, ideeën, intuïties,<br />
een zuivere ziel, gewaarwordingen, enzovoort als spil van de kunst aanmerken. Het is, net<br />
zoals de nabootsingstheorie, een ‘klassieke’ kunstopvatting.<br />
In dit hoofdstuk bespreken we<br />
een<br />
aantal varianten van deze expressie-theorieën.<br />
Beroemd is de stelling van Willem Kloos, dat kunst ‘de aller-individueelste expressie van de<br />
aller-individueelste emotie’ dient te zijn. Bedoelde hij daarmee hetzelfde als de aanhangers<br />
van de Vrije <strong>Expressie</strong>? Bij de laatsten ligt het accent op ongeremdheid, bij Kloos op het<br />
persoonlijke. Willem Kloos was zeker niet ongeremd in zijn sonnetten, ze getuigen juist<br />
van<br />
een grote beheersing van vorm en inhoud. De emotie die ten grondslag ligt aan het<br />
kunstwerk is weliswaar authentiek en onbeheerst, maar de uitdrukking ervan is nog altijd<br />
een zaak van zorgvuldig schaven en schuren. Kloos’ dichtkunst<br />
is daarom ver verwijderd van<br />
de vrije verzen die vanaf de jaren ’50 gemeengoed werden.<br />
Een tussenvorm tussen Kloos en de Vrije <strong>Expressie</strong> treffen we aan in de stroming die het<br />
woord expressie in de naam voert: in de kunst van het Expressionisme houdt men zich<br />
in de<br />
regel wel aan een aantal vormconventies – het ezelschilderij en de museale context<br />
bijvoorbeeld – maar laat zich niet langer door de buitenwereld leiden; men verbeeldt van<br />
binnen uit.<br />
We kunnen op dit moment alvast concluderen dat aan de opvatting dat het in de kunst altijd<br />
moet gaan om een of andere vorm van expressie een vraagstuk omtrent de vorm van<br />
kunstwerken<br />
is verbonden.<br />
- 3 -
Een poging tot definitie<br />
Een definitie van expressie-theorieën kan er als volgt uitzien:<br />
<strong>Expressie</strong>-theorieën wijzen de uitdrukking van het innerlijk leven van een kunstenaar<br />
aan als ‘het wezen van de kunst’, waarbij die uitdrukking de bedoeling heeft<br />
gewaarwordingen van de kunstenaar op te wekken bij het publiek van de kunstenaar.<br />
Bovenstaande definitie maakt duidelijk, dat de expressie in een kunstwerk twee kanten<br />
kent: enerzijds is zij verbonden met het innerlijk van de kunstenaar, anderzijds is zij het<br />
communicatiemiddel naar het publiek: datgene wat innerlijk is ervaren door de kunstenaar<br />
wordt door de uitdrukkingskracht van een kunstwerk overgedragen op het kunstpubliek.<br />
We zullen hieronder deze twee varianten van de expressie nader behandelen. Een eerste<br />
variant, van Leo Tolstoi, legt de nadruk op de ervaring van de expressie door het publiek. De<br />
tweede, van Croce en Collingwood, op het innerlijk van de kunstenaar.<br />
2. De expressie-theorie van Tolstoi<br />
Besmetting met gevoel<br />
Leo Tolstoi (1829-1910), die we kennen als schrijver<br />
van monumentale romans als 'Oorlog en Vrede' en<br />
'Anna Karenina', heeft aan het eind van zijn leven<br />
geprobeerd zijn opvattingen over kunst op te<br />
schrijven. Hij deed dat in een artikel met als titel<br />
'Wat is kunst?'<br />
In dit artikel legt Tolstoi de nadruk op het vermogen<br />
van de kunst om allerlei gemoedstoestanden op te<br />
wekken in de beschouwer. Een kunstwerk kan ons<br />
mild stemmen, maar ook boos maken. Een kunstwerk<br />
kan ons een gelouterd gevoel geven, maar ook<br />
schokken. Een goede kunstenaar zou je kunnen zien<br />
als een soort tovenaar, die alle gevoelsregisters van<br />
zijn publiek kan bespelen als was het een kerkorgel.<br />
Maar, zo redeneert Tolstoi, als dat zo is, dan rust er<br />
een zware verantwoording op de schouders van die<br />
tovenaar. Want wie in staat is om het gevoel van<br />
mensen te bespelen, raakt de kern van hun vitaliteit, door ze, zoals hij dat noemt te<br />
infecteren, of te besmetten met gevoel.<br />
Tolstoi:<br />
“Kunst als activiteit is gebaseerd op het feit dat mensen, via tastzin, gehoor of<br />
gezichtsvermogen, in staat zijn om het gevoel te ervaren van iemand die zijn emotie<br />
uitdrukt. Om het simpelste voorbeeld te geven: de ene mens lacht , en de andere die<br />
dat hoort wordt vrolijk; de ene mens huilt, en de ander die dat hoort, voelt verdriet.<br />
De ene is opgewonden of geprikkeld, en degene die het ziet komt in eenzelfde<br />
geestestoestand. (...)<br />
- 4 -
Kunst begint wanneer een persoon, met als doel een ander of anderen te betrekken<br />
bij zijn gevoel, zijn gevoel uitdrukt door bepaalde externe aanwijzingen. (...)<br />
Alleen als het publiek geïnfecteerd wordt door de gevoelens die de auteur heeft<br />
gevoeld, is er sprake van kunst.”<br />
Bron: http://www.csulb.edu/~jvancamp/361r14.html; vert. O.S.<br />
Sociaal engagement<br />
Tolstoi was in de loop van zijn leven politiek geëngageerd geraakt, en had zich op zeker<br />
moment bekeerd tot socialistische opvattingen. Daarom zag hij het als de<br />
verantwoordelijkheid van kunstenaars om hun publiek te besmetten met de socialistische<br />
gemoedstoestand - een combinatie van gepassioneerd wereldverbeterend idealisme en<br />
briesende verontwaardiging over alle ongelijkheid en onderdrukking in de wereld.<br />
Voor Tolstoi gaat het er in de kunst dan ook niet om mensen te behagen met de schoonheid<br />
van charmante schilderijtjes, fraaie concerten of virtuoos natuurgetrouwe nabootsingen van<br />
'de werkelijkheid', maar om het activeren van die emoties, die de mensen inspireren tot<br />
medemenselijke daadkracht.<br />
Mooi, lelijk of goed gelijkend zijn voor Tolstoi geen relevante kwaliteitscriteria. Het gaat in<br />
de kunst puur om het vermogen de mensen te besmetten met gevoel, en niet zomaar een<br />
gevoel - een heel bijzonder, sociaal gevoel.<br />
Hoe een kunstenaar zijn publiek met gevoel besmet, dat lijkt er minder toe te doen, als hij<br />
daar maar in slaagt.<br />
Tolstoi's theorie lijkt wel wat op Aristoteles' denkbeelden over catharsis. Maar waar<br />
Aristoteles zijn catharsis verbond met mimesis, daar speelt dit voor Tolstoi een<br />
ondergeschikte rol. En waar Aristoteles kunst zag als middel om gevaarlijke aandriften te<br />
bestrijden - daar gaat het Tolstoi juist om het bevorderen van daadkracht.<br />
Kritiek<br />
De theorie van Tolstoi is natuurlijk niet zonder problemen. Hij reduceert de activiteit van<br />
de kunstenaar tot een soort eenduidige volksmennerij. Verder is de ene sociaal of politiek<br />
bewogen uiting natuurlijk de andere niet. In Tolstoi's opvatting bestaat eigenlijk nauwelijks<br />
verschil tussen de sociaal bewogen symfonie van Beethoven waarin Alle Menschen werden<br />
Brüder als slotkoor klinkt, en politieke pamfletten of slogans alsVol is Vol. Tolstoi wijst alle<br />
uitingen van kunstenaars af, die niet met een sociaal geëngageerd oogmerk zijn gemaakt. Dat<br />
zou betekenen dat we de Brandenburgse Concerten van Bach niet meer tot het domein van<br />
de kunsten mogen rekenen, zo min als het toneelwerk van Shakespeare, en verder alle<br />
oeuvres van alle kunstenaars die geen sociaal geëngageerde ambities koesteren of<br />
realiseren.<br />
Het is een opvatting die je kunt aanhangen, natuurlijk, maar de norm die Tolstoi stelt is –<br />
met een understatement – onbevredigend. Toch is Tolstoi's zienswijze wijdverbreid. Hij<br />
vond en vindt nog steeds veel weerklank als het gaat om de socialistische cultuurpolitiek.<br />
Daarin leeft de Tolstoiaanse opvatting van volksopvoeding nog altijd krachtig voort, in<br />
tegenstelling tot de liberale opvatting, dat politici de kunst ongemoeid moeten laten.<br />
- 5 -
Een variant: antroposofie<br />
Een interessante variant van de wijze waarop Tolstoi de verantwoordelijkheid van de<br />
kunstenaar voor de gemoedstoestand van het publiek benoemt, treffen we aan in de<br />
antroposofie, de actieve levensbeschouwelijke beweging die in de vroege twintigste eeuw<br />
werd gesticht door de Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner (1865-1925).<br />
De antroposofie gaat ervanuit dat mensen slechts een gezond bestaan kunnen leiden<br />
wanneer denken en voelen in hun dagelijkse bestaan in evenwicht zijn. Zintuiglijke vormen –<br />
alles wat we kunnen zien, horen, voelen, proeven - in de leefomgeving van mensen hebben<br />
volgens Steiner een grote invloed op het ontstaan van dit evenwicht. Zo stimuleren<br />
mathematische en geometrische vormen het denken, terwijl plastisch-organische vormen het<br />
gevoel prikkelen; kleuren en klanken hebben een diepe uitwerking op de ziel. Steiner spreekt<br />
in dit verband van de ‘sinnlich-sittliche’ werking van kunst en architectuur: de zintuiglijke<br />
waarneming heeft een directe invloed op onze zedelijkheid, dat wil zeggen ons morele<br />
gehalte.<br />
Op basis van deze<br />
gedachten ontwikkelde<br />
Steiner een zeer<br />
herkenbare vormgeving,<br />
die voor het eerst<br />
gestalte kreeg in een<br />
reeks bouwwerken op een<br />
heuvel bij het Zwitserse<br />
Dornach, en die<br />
tegenwoordig vooral<br />
voortleeft in de<br />
architectuur van Vrije<br />
Scholen.<br />
Rudolf Steiner bij een model van het zogenaamde ‘Eerste Goetheanum’ in Dornach<br />
3. De Croco-theorie<br />
Wat wordt er uitgedrukt en hoe werkt dat?<br />
De expressie-theorie van Tolstoi benadrukt vooral het<br />
publieksgerichte aspect van de expressie, door te wijzen op het<br />
vermogen van kunstwerken om het gemoed van de beschouwer te<br />
beroeren. Als laatste zullen we nu een theorie bespreken, die<br />
ingaat op de aard van de expressie in een kunstwerk. Deze<br />
theorie wordt in de vakliteratuur aangeduid als de 'Croce-<br />
Collingwood-theorie', en hier afgekort tot 'Croco-theorie'.<br />
De Croco-theorie ontleent zijn naam aan de Italiaan Benedetto<br />
Croce (1866-1952) en de Engelsman Robin George Collingwood<br />
(1889-1943), twee denkers uit de eerste helft van de 20 ste eeuw.<br />
Hun theorieën zijn tamelijk onbekend onder kunstenaars, maar<br />
ze vertegenwoordigen niettemin een opvatting die juist in<br />
hedendaagse, conceptualistische stromingen opgeld doet.<br />
- 6 -<br />
Benedetto Croce
Robin George Collingwood<br />
Het kunstwerk zit in de kunstenaar<br />
In het kort komt de Croco-theorie op het volgende neer:<br />
het kunstwerk is in essentie een bijzonder gevoel, een<br />
bijzondere intuïtie of gewaarwording, die opduikt in de<br />
kunstenaar. De kunstenaar kan besluiten die gewaarwording<br />
te veruitwendigen in een kunstproduct - een schilderij, een<br />
gedicht, een film of ander medium. Maar hij hoeft dat niet<br />
noodzakelijk te doen. Volgens Croce en Collingwood kan een<br />
kunstwerk ook bestaan zonder schilderij, film, of gedicht,<br />
omdat het bestaat in de kunstenaar.<br />
Geschiedfilosofie<br />
De achtergrond van deze opvatting is een 19e eeuwse filosofie van de geschiedwetenschap,<br />
die Croce en Collingwood beiden aanhingen. Volgens deze filosofie laat de geschiedenis zich<br />
niet kennen in termen van wetmatigheden, zoals die voor de exacte wetenschappen worden<br />
geformuleerd. Het kenmerk van geschiedenis is, dat deze zich voltrekt als een<br />
onomkeerbaar proces van unieke momenten. De geschiedenis kan volgens Croce en<br />
Collingwood alleen worden doorgrond, wanneer de historicus zich verplaatst in de unieke,<br />
eenmalige positie van de personen, door wiens optreden de geschiedenis een beslissende<br />
wending nam. Een historicus moet zich bijvoorbeeld verplaatsen in de persoon van Julius<br />
Caesar, op het moment dat deze besloot de Rubicon over te trekken - en daarmee de<br />
geschiedenis van het Romeinse Rijk - en de rest van de wereld - ingrijpend beïnvloedde.<br />
De bijzondere geestestoestand van historische personen op beslissende momenten is voor<br />
Croce en Collingwood waar het de historicus om gaat. Die moet proberen dat moment te herbeleven.<br />
Het gevoel van de kunstenaar herbeleven<br />
Met kunst zit het voor Croce en Collingwood net zo: een kunstwerk is een uniek inzicht of<br />
gevoel, dat zich op een zeker moment voordoet in de geest van een kunstenaar. Het is<br />
mogelijk om dit bijzondere gevoel of inzicht te veruitwendigen in een kunstproduct. Echter:<br />
het kunstwerk is niet gebonden aan het kunstproduct, en het kunstproduct is niet de<br />
expressie van het kunstwerk. De expressie vindt plaats in de kunstenaar, in de ziel of geest<br />
van de kunstenaar. De componist hoort in zijn hoofd al de klanken van het muziekstuk, de<br />
dichter zegt in zijn hoofd al de woorden van zijn gedicht, de schilder heeft al een visioen<br />
van zijn schilderij. Wat een kunstenaar zich in zijn hoofd voorstelt, is volgens Croce en<br />
Collingwood daarom de eigenlijke 'expressie' van het kunstwerk.<br />
Uiteraard kan de componist zijn compositie noteren, de dichter zijn gedicht opschrijven en<br />
de schilder zijn schilderij schilderen - maar echt noodzakelijk is dit niet, want het<br />
kunstwerk bestaat desondanks toch wel.<br />
Bijgevolg is kunstbeschouwing iets anders dan het bestuderen van de uiterlijke vormen van<br />
kunstproducten. De beschouwer moet zich niet op het kunstproduct richten, maar op het<br />
her-beleven van de (geestelijke) expressie van het bijzondere inzicht of gevoel van de<br />
kunstenaar. Het kunstproduct is alleen maar een vehikel. Het stelt de beschouwer in staat<br />
- 7 -
om het eigenlijke kunstwerk, dat zuiver geestelijk is, te her-beleven.<br />
Bijzonder aan deze gedachtengang is uiteraard, dat het kunstwerk wordt gezien als iets wat<br />
los staat van het kunstproduct. Het kunstwerk is iets, wat allereerst in de kunstenaar<br />
ontstaat; vervolgens kan dan de kunstbeschouwer het kunstwerk deelachtig worden, door de<br />
veruitwendiging ervan in een kunstproduct. Merk op, dat volgens deze filosofie er eigenlijk<br />
geen wezenlijk verschil bestaat tussen kunstenaar en kunstbeschouwer, want de<br />
kunstbeschouwer herschept het kunstwerk in zijn eigen geest door zich te verplaatsen in<br />
de geest van de kunstenaar.<br />
Eigentijdse varianten<br />
Conceptual Art<br />
In de 20ste eeuwse kunst zien we een variant van de kunstopvattingen van Croce en<br />
Collingwood in de Conceptual Art.<br />
In de conceptuele kunst gaat men er van uit, dat de fysieke vorm van een kunstwerk minder<br />
belangrijk is dan de onderliggende conceptie. Het gaat erom het concept zelf te<br />
doorgronden. Zo'n concept kan uiteenlopende<br />
gedaanten aannemen. Zoals de conceptkunstenaar<br />
Joseph Kosuth het systematisch liet zien in zijn<br />
werk 'One and three chairs'. Dit bestaat uit een<br />
ensemble van: een stoel, een foto van die stoel en<br />
een uitvergrote kopie van de definitie in een<br />
woordenboek van het woord 'chair'. Drie<br />
gedaanten van het concept 'stoel' - een concept<br />
dat in ons brein verankerd is. De<br />
veruitwendigingen stellen ons in staat het<br />
concept te doorgronden.<br />
Joseph Kosuth, ‘One and Three Chairs’, 1965<br />
Tracey Emin<br />
Een meer recent voorbeeld treffen we aan in het werk van de Britse kunstenares Tracey<br />
Emin. Haar werk bestaat uit de meest uiteenlopende kunstproducten - van geborduurde<br />
lappen tot readymades, van neonsculpturen tot videofilms, die echter allemaal hetzelfde<br />
onderwerp hebben, namelijk de persoon van de kunstenares zelf. Door middel van al die<br />
verschillende uitingen nodigt Tracey Emin de<br />
beschouwer uit om de wereld te bekijken door de ogen<br />
van Tracey Emin, om de emotionele verwarring mee te<br />
beleven die haar, als mens, kenmerkt, en uiteindelijk de<br />
onverwachte schoonheid van die verwarring te ervaren.<br />
Tracey Emin vat, om het in termen van de expressietheorie<br />
te zeggen, haar eigen gevoelswereld op als een<br />
kunstwerk. Haar kunstproducten zijn de<br />
veruitwendigingen van die gevoelswereld. Zij stellen ons<br />
in staat ons in haar gevoelswereld te verplaatsen - met<br />
als gevolg dat wij de wereld op een hernieuwde manier<br />
beleven en daardoor ontroerd kunnen raken.<br />
Tracey Emin, My Bed, 1999<br />
- 8 -
Re-enactment<br />
De Engelse term voor het ‘her-beleven’ van de artistieke expressie in de kunstenaar is ‘reenactment’.<br />
Deze term duikt de laatste tijd geregeld op in verband met performance-kunst.<br />
Zo voerde Marina Abramovic in 2006 een reeks beroemde performances van andere<br />
kunstenaars opnieuw uit, zoals<br />
bijvoorbeeld Joseph Beuys’ Hoe men<br />
de kunst verklaart aan een dode haas<br />
(zie afbeelding hiernaast). Abramovic’<br />
opvoering moet het mogelijk maken om<br />
te herbeleven wat het selecte publiek<br />
dat ooit Beuys’ performance bijwoonde<br />
heeft meegemaakt, zoals een orkest<br />
een symfonie steeds opnieuw kan<br />
blijven uitvoeren, om zo het<br />
oorspronkelijke gevoel van de<br />
componist te laten herleven.<br />
Bron: http://www.e-flux.com/displayshow.php?file=message_1145483333.txt<br />
Kritiek op de Croco-theorie<br />
Net als de expressie-theorie van Tolstoi bevat de Croco-theorie een aantal ongemakkelijke<br />
elementen.<br />
Ten eerste: de gedachte dat een kunstwerk slechts als innerlijk fenomeen bestaat, en niet<br />
noodzakelijk veruitwendigd hoeft te worden in een kunstproduct, geeft een vrijbrief aan<br />
personen, die beweren dat zij in hun hoofd een meesterlijk kunstwerk hebben, dat ze<br />
hebben besloten niet te veruitwendigen. Het is volstrekt onmogelijk om zo'n bewering te<br />
controleren - en dus gaat de Croco-theorie uit van een oncontroleerbare speculatie - wat de<br />
theorie niet aantrekkelijker maakt.<br />
Dan: alleen wanneer het kunstwerk veruitwendigd wordt, kan het publiek zich verplaatsen in<br />
het oorspronkelijke, innerlijke kunstwerk. Croce en Collingwood verwaarlozen de rol van het<br />
kunstproduct, het medium. In hun optiek doet de veruitwendiging er niet veel toe voor het<br />
kunstwerk, maar aangezien dit de enige manier is om 'bij' het kunstwerk te komen, lijkt het<br />
niet meer dan logisch om daar veel belang aan te hechten. Bovendien is de interactie met het<br />
medium voor veel kunstenaars onontbeerlijk om hun ideeën scherp te krijgen. Ideeën voor<br />
een schilderij groeien volgens schilders bijvoorbeeld vaak al schilderend. En bovendien<br />
stellen schilders zich hun schilderijen meestal van meet af aan voor als schilderijen, wat<br />
impliceert dat er hoe dan ook kennis van het medium nodig is, om het eigenlijke, innerlijke<br />
kunstwerk te concipiëren. Kortom: het medium doet er wel degelijk toe.<br />
En tenslotte: als er een kunstproduct is, dan nog is het niet gezegd dat het publiek in staat<br />
is om het oorspronkelijke, innerlijke kunstwerk te herbeleven. Dit blijkt al uit het feit dat<br />
een kunstproduct vaak op de meest uiteenlopende manieren geïnterpreteerd kan worden.<br />
Wie heeft er dan gelijk? Welke interpretatie is de juiste? Als de kunstenaar is overleden,<br />
kunnen we het hem in elk geval niet meer vragen.<br />
- 9 -
Slotopmerking<br />
Net als bij de nabootsingstheorie blijkt het niet makkelijk een sluitende theorie te<br />
formuleren omtrent het hoe en het waarom van de expressieve kracht van kunstwerken. Het<br />
blijkt, dat je weliswaar fraaie gedachtenconstructies kunt opbouwen, maar dat deze<br />
uiteindelijk niet voldoende zijn om alles wat wij kunst plegen te noemen van een omvattende<br />
theorie te voorzien. Tolstoi komt tot een wel erg ongeloofwaardig normatieve expressietheorie,<br />
die het leeuwendeel van alles wat wij kunst noemen noodzakelijkerwijs buiten<br />
beschouwing moet laten; de theorieën van Croce en Collingwood berusten op al te<br />
speculatieve - dus oncontroleerbare grondslagen, waardoor ze weliswaar niet minder<br />
interessant worden, maar filosofisch toch minder stevig.<br />
In het volgende hoofdstuk zullen we een laatste klassieke theorie over het wezen van de<br />
kunst bekijken - het formalisme. Wellicht dat die uitkomst biedt waar het gaat om 'het<br />
wezen van de kunst'.<br />
5. Samenvatting<br />
Theorieën die de uitdrukking van gevoelens en innerlijke gewaarwordingen aanmerken als<br />
'het wezen van de kunst' noemen we expressie-theorieën.<br />
Waar expressie van gevoel in het geding is, is steeds sprake van een kunstenaar die iets<br />
uitdrukt, en een publiek dat gevoelig is voor die expressie.<br />
De theorie van Tolstoi benadrukt de publiekskant van de expressie. Voor hem is kunst<br />
'besmetting met gevoel'. Aangezien de kunstenaar in staat is om willekeurig welke gevoelens<br />
over te dragen, rust op hem een zware verantwoordelijkheid. De kunstenaar moet zijn gave<br />
ten dienste stellen van het verbeteren van de sociale omstandigheden van de mensheid.<br />
Probleem aan de theorie van Tolstoi is enerzijds, dat hij de kunstenaar reduceert tot een<br />
volksmenner, en anderzijds dat hij alle kunst die niet sociaal bewogen is niet tot de kunst wil<br />
rekenen.<br />
De Croce-Collingwood-theorie ('Croco-theorie') benadrukt de kunstenaarskant van de<br />
expressie. Volgens de Croco-theorie bestaat het kunstwerk alleen als expressie van een<br />
bijzondere gewaarwording in het brein van de kunstenaar. Deze expressie kan veruitwendigd<br />
worden in een kunstproduct, dat het publiek in staat stelt om de oorspronkelijke<br />
gewaarwording van de kunstenaar te herbeleven.<br />
Vooral in de conceptuele kunst, maar ook in andere hedendaagse kunstuitingen zien we deze<br />
opvatting terug.<br />
Filosofisch is ook de Croco-theorie niet waterdicht. Critici hebben gewezen op de<br />
oncontroleerbaarheid ervan, de veronachtzaming van artistieke media, en de onmogelijkheid<br />
om oorspronkelijke gewaarwordingen van een kunstenaar eenduidig te achterhalen.<br />
- 10 -<br />
© Onno Schilstra 2007
6. Verder lezen<br />
A.A. van den Braembussche, Denken over Kunst, hoofdstuk 3<br />
A. Sheppard, Filosofie van de kunst, Utrecht 1989 (35-39)<br />
Oorspronkelijke bronnen:<br />
L. Tolstoi, What is Art? London 1898<br />
B. Croce, Aesthetics, New York 1929<br />
R.G. Collingwood, Principles of Art, Oxford 1938<br />
Charles Harrison & Paul Wood, Art in Theory 1900-2000, Malden 2003, blz. 102-107, blz.<br />
536-539.<br />
* Excerpten uit teksten van Croce en Collingwood.<br />
Internetbronnen:<br />
Tolstoi, What is Art? http://www.csulb.edu/~jvancamp/361r14.html<br />
* Uitgebreid excerpt<br />
Over antroposofie:<br />
http://nl.wikipedia.org/wiki/Antroposofie<br />
Over Vrije <strong>Expressie</strong>:<br />
N.n., Vrije <strong>Expressie</strong>, http://www.taalvormingentaaldrukken.nl/ATG/ATG1950.htm<br />
* Informatie over de Vrije <strong>Expressie</strong>-gedachte<br />
Huub Mous, Weg met de Vrije <strong>Expressie</strong> http://www.huubmous.nl/2007/03/28/detragische-heiligverklaring-van-het-kind/<br />
* polemische tekst op het weblog van publicist Huub Mous tégen de Vrije <strong>Expressie</strong><br />
- 11 -<br />
© Onno Schilstra 2009