download - Vereniging Hendrick de Keyser
download - Vereniging Hendrick de Keyser
download - Vereniging Hendrick de Keyser
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
10<br />
slachthuis verbouwen en richtte <strong>de</strong> ruimte links van <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>ur in<br />
tot winkel. Een halve eeuw was er een slagerswinkel en slachterij<br />
gevestigd. Het ou<strong>de</strong> huis was in <strong>de</strong>solate staat toen het in 1980<br />
zorgvuldig gerestaureerd werd in opdracht van <strong>de</strong> nieuwe eigenaar,<br />
<strong>de</strong> heer ir G.M.L. van Loon. De restauratie omvatte naast herbouw<br />
van <strong>de</strong> achtergevel diverse mo<strong>de</strong>rniseringen binnen het historische<br />
casco. Zo maakte <strong>de</strong> slagerswinkel plaats voor een hal met spiltrap<br />
en werd het slachthuis verbouwd tot tuinkamer. De heer Van Loon,<br />
oud-commissaris van <strong>Hendrick</strong> <strong>de</strong> <strong>Keyser</strong>, heeft het door hem gerestaureer<strong>de</strong><br />
‘Nonnetjeshuis’ nu aan onze <strong>Vereniging</strong> overgedragen<br />
om het een veilige toekomst te geven.<br />
Tegelen, Hoekstraat 6-8, ‘Kranenbreukershuis’<br />
Tegelen heeft een zeer lange traditie in het bakken van kleiwaren:<br />
<strong>de</strong> naam van het dorp is zelfs afgeleid van het Latijnse woord<br />
'tegula' (dakpan). Reeds in <strong>de</strong> Romeinse tijd werd <strong>de</strong> hoogwaardige<br />
Tegelse klei in veldovens gebakken tot potten, plavuizen, bakstenen<br />
en dakpannen. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> kleiwarenindustrie<br />
een hernieuw<strong>de</strong> bloei. Omstreeks 1830 had Tegelen<br />
27 potten- en pannenfabrieken. In <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw groei<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze<br />
kleine ambachtelijke werkplaatsen uit tot fabriekscomplexen. Het<br />
dorp produceer<strong>de</strong> op grote schaal gebruiksaar<strong>de</strong>werk, dakpannen en<br />
bakstenen die afgezet wer<strong>de</strong>n in heel Ne<strong>de</strong>rland. De kleiputten en<br />
groeven bevon<strong>de</strong>n zich vooral aan <strong>de</strong> oostkant van het dorp, op het<br />
Tegelse hoogterras, waar <strong>de</strong> sporen van <strong>de</strong>ze industrie nog zichtbaar<br />
zijn in het landschap. Het vervoer van <strong>de</strong> producten van <strong>de</strong><br />
keramische industrie vond plaats over <strong>de</strong> Maas, via <strong>de</strong> haven van<br />
Steyl, waardoor een groot afzetgebied werd bestreken. Naast <strong>de</strong><br />
kleiwarenindustrie had Tegelen in <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw verschillen<strong>de</strong> bierbrouwerijen<br />
en stokerijen. In <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw was er een bloeien<strong>de</strong><br />
sigarenindustrie en waren er ijzergieterijen.<br />
Venlo, Hoekstraat 6-8, ‘Kranenbreukershuis’ gezien<br />
vanaf <strong>de</strong> toren van <strong>de</strong> Martinuskerk (foto Roy Denessen)<br />
Het Kranenbreukershuis werd gebouwd als brouwerij en vervolgens<br />
gebruikt als pottenbakkerswerkplaats en tabaksfabriek. In <strong>de</strong> voorgevel<br />
staat een gesmeed jaartalanker met het bouwjaar 1767. Het<br />
pand werd in dat jaar opgetrokken in opdracht van het echtpaar<br />
Houba-Cruysbergh. Zij vestig<strong>de</strong>n er een bierbrouwerij. Mogelijk<br />
werd <strong>de</strong>ze functie gecombineerd met die van herberg. De locatie<br />
van <strong>de</strong> brouwerij was gunstig: vlakbij <strong>de</strong> doorgaan<strong>de</strong> weg van Venlo<br />
naar Roermond. In eerste instantie was er sprake van een groot<br />
rechthoekig gebouw met een za<strong>de</strong>ldak tussen twee puntgevels:<br />
een bedrijfsgebouw met opslagcapaciteit. Het was eenvoudig van<br />
constructie, met bakstenen muren, dragen<strong>de</strong> balken, trekbalken,<br />
houten vloeren en een pannendak zon<strong>de</strong>r goten. De gevels waren<br />
opgetrokken in ongepleister<strong>de</strong> baksteen en had<strong>de</strong>n een gesloten<br />
karakter met een <strong>de</strong>ur op <strong>de</strong> begane grond en kleine zol<strong>de</strong>r- en<br />
vlieringvensters met luiken. In <strong>de</strong> top van <strong>de</strong> voorgevel prijkt nog<br />
steeds een sieranker in <strong>de</strong> vorm van een roerspaan, een karakteristiek<br />
brouwersattribuut. Het gebouw had een mid<strong>de</strong>ngang, met<br />
kamers aan bei<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> rechtervoorkamer, waarschijnlijk <strong>de</strong><br />
keuken, zijn een grote schouw en een hardstenen vloer bewaard<br />
gebleven uit <strong>de</strong> bouwtijd. De moer- en kin<strong>de</strong>rbalken waren in <strong>de</strong><br />
kamers onbeschil<strong>de</strong>rd in zicht. Alleen het plafond van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>ngang<br />
was voorzien van leemstucwerk. De hoge kap was in gebruik<br />
als opslagruimte. De constructie van <strong>de</strong> sporenkap bestaat uit twee<br />
dragen<strong>de</strong> eikenhouten stapelspanten, muurplaten, wurmten of flieringen<br />
en een nokbalk. De spanten zijn voorzien van telmerken.<br />
Opmerkelijk is <strong>de</strong> <strong>de</strong>taillering van <strong>de</strong> dakvoet, met ‘aanlopers’ die<br />
voor een open overstek zorgen, waardoor goe<strong>de</strong> ventilatie van <strong>de</strong><br />
zol<strong>de</strong>r mogelijk was. In het laatste kwart van <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw werd<br />
V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 1 1<br />
het gebouw uitgebreid met een klein voorgebouw of woonhuis en<br />
een on<strong>de</strong>rkel<strong>de</strong>r<strong>de</strong> uitstek aan <strong>de</strong> achterzij<strong>de</strong>. Het voorgebouwtje<br />
had slechts één woonkamer en een kleine zol<strong>de</strong>rverdieping.<br />
In 1829 wijzig<strong>de</strong>n eigendom en gebruik van het complex. De pottenbakker-herbergier<br />
Go<strong>de</strong>fridus Krambrucher en zijn echtgenote<br />
Margareta Heutgens kochten toen het huis met <strong>de</strong> brouwerij, een<br />
moestuin en akkerland. Zij dien<strong>de</strong>n een verzoek in om er een pottenbakkerij<br />
te mogen vestigen. In twee openbare zittingen kon<strong>de</strong>n<br />
bezwaren tegen <strong>de</strong>ze industriële herbestemming kenbaar wor<strong>de</strong>n<br />
gemaakt. Niemand kwam opdagen en een grondige verbouwing<br />
volg<strong>de</strong>. Het voorgebouw werd verhoogd met een verdieping en<br />
voorzien van nieuwe vensters. Het hoofdgebouw werd gemo<strong>de</strong>rniseerd<br />
en aan <strong>de</strong> achterzij<strong>de</strong> verrees een bedrijfsaanbouw. Deze grote<br />
tweebeukige aanbouw, die het complex bijna in omvang verdubbel<strong>de</strong>,<br />
was bestemd voor <strong>de</strong> pottenbakkerswerkplaats. De aanbouw was<br />
ver<strong>de</strong>eld in enkele grote werk- en opslagruimten. De balklagen<br />
waren hier van naaldhout in plaats van eikenhout en <strong>de</strong> plafonds<br />
wer<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> balken afgesmeerd (‘gespel<strong>de</strong>rd’) met eenvoudig<br />
stucwerk. Boven <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van het achterhuis was lange tijd een<br />
gekalkte ‘calvarieberg’ te zien, een afweerteken tegen onheil in <strong>de</strong><br />
vorm van een kruis op een driehoekige berg. In het hoofdgebouw<br />
vernieuw<strong>de</strong> men vensters en <strong>de</strong>uren en ook <strong>de</strong> interieurafwerking<br />
werd gemo<strong>de</strong>rniseerd. De gevels kregen een dunne kalklaag. Van<br />
1829 tot 1877 dreven <strong>de</strong> families Krambrucher en vervolgens Gitmans<br />
hun brouwerij, herberg en pottenbakkerij in dit complex, dat<br />
nog werd uitgebreid met een brouwhuis en een fabrieksgebouwtje<br />
aan <strong>de</strong> overzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> straat waar gresbuizen wer<strong>de</strong>n geprodu-<br />
Venlo,'Kranenbreukershuis', sieranker in vorm van een roerspaan Venlo, ‘Kranenbreukershuis’ anno 2011<br />
V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />
Venlo, 'Kranenbreukershuis', reconstructie<br />
oorspronkelijke situatie (tekening Bart Klück)<br />
Venlo, ‘Kranenbreukershuis’<br />
(reconstructietekeningen Bart Klück)<br />
1767<br />
Vier<strong>de</strong> kwart 18<strong>de</strong> eeuw<br />
1830<br />
11