excursie_Rome_files/Excursiegids Rome 20100609.pdf

excursie_Rome_files/Excursiegids Rome 20100609.pdf excursie_Rome_files/Excursiegids Rome 20100609.pdf

bouwkunde.hz.nl
from bouwkunde.hz.nl More from this publisher
03.09.2013 Views

excursiegids opleiding Bouwkunde 2-7 juni 2010 samengesteld door en voor studenten van Hogeschool Zeeland MMX + S t u t t g a r t hoofdsponsors:

<strong>excursie</strong>gids opleiding Bouwkunde<br />

2-7 juni 2010<br />

samengesteld door en voor studenten van Hogeschool Zeeland<br />

MMX<br />

+ S t u t t g a r t<br />

hoofdsponsors:


index gebouwen<br />

keulen<br />

01 Bruder Klaus Kapelle<br />

stuttgart<br />

02 Weißenhof Siedlung<br />

03 Mercedes Benz Arena<br />

04 Fernsehturm<br />

05 Neue Staatsgalerie<br />

06 Hysolar Research Building<br />

07 Landesbank Baden-Württenberg<br />

08 Mercedes Benz Museum<br />

09 Porsche Museum<br />

MMX Gebouwbeschouwing<br />

weil am rhein<br />

10 Geodesic Dome<br />

11 Vitra Design Museum<br />

12 Feuerwehr / Expohalle<br />

13 Vitra Conference Pavillion<br />

14 VitraHaus<br />

rome<br />

15 Circus Maximus<br />

16 Portico di Octavia<br />

17 Mercati di Traiano<br />

18 Pantheon<br />

19 Mausoleo di Augusto<br />

20 Piramide Cestia<br />

21 Teatro di Marcello<br />

22 Terme di Diocleziano<br />

23 Forum: overzicht<br />

24 Forum: Colosseo<br />

25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />

26 Keizersbogen<br />

27 Castel Sant Angelos<br />

28 Catacombe<br />

29 Santa Maria in Aracoeli<br />

30 Santa Maria del Popolo<br />

31 San Clemente<br />

32 Kerk der Friezen<br />

33 Passetto di Borgo<br />

34 Santa Maria Della Pace<br />

35 Tempietto di San Pietro<br />

36 Trinità dei Monti<br />

37 Museo Vaticano<br />

38 San Pietro<br />

39 Piazza San Pietro<br />

40 Santissimo Nome di Gesù<br />

41 Basilica di San Giovanni in Laterano<br />

42 Piazza Navona<br />

43 Sant’Ignazio<br />

44 Santa Maria della Vittoria<br />

45 Villa Borghese<br />

46 San Carlo Alle Quattro Fontane<br />

47 San Ivo della Sapienza<br />

48 Sant’Agnese<br />

49 Sant’Andrea al Quirinale<br />

50 Piazza di Spagna<br />

51 Piazza di Campidoglio<br />

52 Fontana di Trevi<br />

53 Palazzo della Civiltà Italiana<br />

54 Palazzo dei Congressi<br />

55 Stadio Olimpico<br />

56 Museo della Civiltà Romana<br />

57 Parco della Musica<br />

58 Dio Padre Misericordioso<br />

59 Biblioteca Università Lateranense<br />

60 il Palazzetto Bianco<br />

61 Nederlandse Ambassade <strong>Rome</strong><br />

62 Maxxi National Art Museum<br />

Florence<br />

63 Ciesa dell’Autostrada<br />

Noord-Italië<br />

64 Bolle Grappa Nardini


inhoudsopgave<br />

Index Gebouwen 2<br />

Programma Excursie 5<br />

Voorwoord 7<br />

<strong>Rome</strong> toen 9<br />

<strong>Rome</strong> nu 32<br />

Gebouwbeschouwingen Duitsland 71<br />

Gebouwbeschouwingen Italië 127<br />

Deelnemerlijst Excursie 300<br />

Mappa di Roma + gegevens overnachtingen 301<br />

hoofdsponsors:<br />

Eerder verschenen in deze reeks en te downloaden op www.bouwkunde.hz.nl<br />

Gebouwbeschouwing<br />

algemene<br />

informatie<br />

3


Hoe groot wordt jouw<br />

eerste carrièrestap?<br />

Bouwkunde civiele tecHniek geo-informatie<br />

Tracé is een succesvolle keuze voor het maken van je eerste carrièrestap. Dat hebben we in de afgelopen<br />

jaren bewezen met honderden succesvolle detacheringen van bouwkundige, civieltechnische en<br />

geo-informatie starters op de arbeidsmarkt.<br />

Met een detachering door Tracé maak je niet alleen gebruik van ons voortreffelijke netwerk, maar ook<br />

van onze vakkundige expertise en vakinhoudelijke achtergrond. Hiermee weten we uitstekend jouw<br />

persoonlijke drijfveren, ervaringen en ambities in kaart te brengen en te koppelen aan de kansen op de<br />

arbeidsmarkt.<br />

Met meer dan 350 professionals is Tracé een toonaangevend detacheringsbureau op de<br />

Nederlandse bouwkundige, civieltechnische en geo-informatie markt. Met een brede functieoriëntatie<br />

detacheren we op deze markten professionals op MBO-, HBO- en Academisch niveau.<br />

Meer informatie over onze mogelijkheden en ons actuele vacatureaanbod vind je op onze website.<br />

www.tracedetachering.nl<br />

advertentie<br />

sponsor<br />

4


Programma Excursie (onder voorbehoud)<br />

2 juni 2010<br />

06:15 uur bus arriveert bij de HZ.<br />

06:15 uur verzamelen bij de toegang van het HZterrein<br />

aan de Edisonweg.<br />

06:30 uur vertrek bus bij de HZ<br />

10:00 uur bezoek Bruder Klauskapelle in Wachendorf:<br />

eerste presentatie.<br />

15:00 uur aankomst bij Stuttgart, rijtoer langs diverse<br />

gebouwen om en in de stad.<br />

±19:00 uur aankomst jeugdherberg, verdeling kamers<br />

etc. einde vast programma: vrij om Stuttgart<br />

op eigen gelegenheid te gaan verkennen.<br />

3 juni 2010<br />

08.00 uur gezamenlijk ontbijt<br />

08:30 uur vertrek jeugdherberg met de bus richting<br />

<strong>Rome</strong><br />

±19:30 uur aankomst camping Fabulous in <strong>Rome</strong>, verdeling<br />

tenten en ontspannen op de camping of<br />

elders op eigen gelegenheid.<br />

4 juni 2010<br />

08.30 uur* ontbijt<br />

09:00 uur• vertrek per bus naar gebouwen aan de rand<br />

van de stad.<br />

12:30 uur* lunch op eigen gelegenheid ter plaatse<br />

13:00 uur* vertrek per metro naar gebouwen en parken<br />

her en der in de stad<br />

15:00 uur einde verplicht programma<br />

5 juni 2010<br />

08.30 uur ontbijt<br />

09:00 uur• vertrek per bus naar gebouwen aan de rand<br />

van de stad.<br />

12:30 uur* lunch op eigen gelegenheid ter plaatse<br />

Gebouwbeschouwing<br />

13:00 uur* vertrek per metro naar gebouwen en parken<br />

her en der in de stad / bezoek musea<br />

15:00 uur einde verplicht programma<br />

6 juni 2010<br />

08.30 uur ontbijt<br />

09:00 uur vertrek uit <strong>Rome</strong> vanaf de camping met de<br />

bus naar Nederland.<br />

11:30 uur bezoek Ciesa del Autostrada<br />

22:00 uur bezoek Vitra Campus, Weil am Rhein<br />

7 juni 2010<br />

06:30 uur retour bij de HZ.<br />

Adressen<br />

Jugendgästehaus Stuttgart<br />

Richard Wagner Strasse 2-4a<br />

70184 Stuttgart +49711241132<br />

camping Fabulous<br />

Via C.Colombo 18<br />

00125 Roma +3965259354<br />

Telefoonnummers<br />

+393270610171 (Altena)<br />

+393290823138 (Vercouteren v/d Berge)<br />

De programma-onderdelen met een sterretje, zijn alleen verplicht<br />

voor de B2-groep. Andere studenten kunnen hier natuurlijk ook<br />

aan deelnemen, maar dat is vrijwillig. Het kan zijn dat we na het<br />

verplichte gedeelte voor de B2-studenten nog extra gebouwen<br />

gaan bezoeken, maar dat wordt onderweg bepaald.<br />

algemene<br />

informatie<br />

5<br />

foto: Niek van de Calseijde, met hulp van Nicky van der Kooij


Contactpersoon: Ellen Capiau<br />

advertentie<br />

sponsor<br />

6


Voorwoord<br />

Beste lezer,<br />

Al enkele jaren organiseert de opleiding Bouwkunde van de Hogeschool Zeeland tweedaagse<br />

<strong>excursie</strong>s naar een metropool in Europa. Meestal gaan we de eerste dag met de bus rondom<br />

de stad, tweede dag met de metro en te voet door de stad gebouwen bekijken. De afgelopen<br />

jaren gingen we naar Berlijn (2006) Parijs (2002, 2004 en 2007), Londen (2005 en 2009) en<br />

Barcelona (2008).<br />

De <strong>excursie</strong> een onderdeel van het studieonderdeel “Gebouwbeschouwingen” en in tijdens<br />

het eerste lustrum in 2010 gaan we via Stuttgart naar <strong>Rome</strong>!<br />

Tijdens de cursus “Gebouwbeschouwingen” ontwikkelen de studenten het zogenaamde<br />

“bouwkundige oog”, een soort X-ray-vision. Al kijkend kan een student zich een oordeel<br />

vormen van het gebouw en zijn omgeving, de materialen en de functies. Ieder jaar programmeren<br />

docenten van de opleiding dit studieonderdeel rondom een metropool. Alle studenten<br />

van het eerste jaar analyseren twee gebouwen. Ook onderzoeken zij per groep een deel van<br />

de geschiedenis van de stad.<br />

De analyse van de gebouwen omvat in elk geval het volgende:<br />

• Een biografie van de ontwerper, waarin nog drie andere gebouwen van de<br />

ontwerper worden opgenomen<br />

• De werkelijke gebouwanalyse, onderverdeeld in de volgende onderdelen:<br />

1. Site, ligging, belendingen, bouwmassa, geleding<br />

2. Hoofdvorm, afmetingen<br />

3. Façade, dakvorm, entree, deuren en ramen<br />

4. Functie, gebruik, ouderdom, geschiedenis en onderhoudstoestand<br />

5. Plattegronden, constructie, interieur, meubilair en licht.<br />

6. Opdrachtgever, programma van eisen<br />

7. Ecologische aspecten en maatschappelijke context.<br />

8. Bouwmaterialen<br />

• In het werkstuk worden geveltekeningen en plattegronden, naast<br />

duidelijke foto’s verwerkt. Ook wordt van elke gebouw een 3D-model met Sketchup ge<br />

maakt<br />

• Naast de analyse wordt per gebouw toeristische informatie in een klein<br />

overzichtelijk blokje weergegeven<br />

De inhoud van deze <strong>excursie</strong>gids is samengesteld door en ook voor de studenten zelf. Zij<br />

geven ter plekke bij het door hen geanalyseerde gebouw een presentatie met behulp van een<br />

megafoon. Dit is voor velen het hoogtepunt van het schooljaar.<br />

Ik wens je veel leesplezier met dit boekje en bij de wandeling langs en door de geweldige<br />

gebouwen van <strong>Rome</strong> en Stuttgart.<br />

Bernard Vercouteren van den Berge<br />

docent opleiding Bouwkunde<br />

Hogeschool Zeeland<br />

bvercou@hz.nl<br />

Gebouwbeschouwing<br />

algemene<br />

informatie<br />

7


advertentie<br />

sponsor<br />

8


Geschiedenis van de stad<br />

Het <strong>Rome</strong>inse Rijk (475 na Chr. – 800 na Chr.)<br />

Het oorspronkelijke <strong>Rome</strong>inse Rijk was tot 285 één rijk.<br />

Door problemen in het bestuur, economie en grensbewaking<br />

werd het <strong>Rome</strong>inse Rijk in tweeën verdeeld. Hierdoor<br />

ontstond het West- en Oost-<strong>Rome</strong>inse Rijk. De grens voor de<br />

twee rijken werd getrokken tussen enerzijds het Latijns sprekende<br />

Italië en het Westen en anderzijds het welvarendere<br />

Grieks sprekende oosten. De komst van het Christendom<br />

betekende een grote omwenteling voor het <strong>Rome</strong>inse Rijk.<br />

Na aanvankelijke vervolgingen van de christenen, omdat deze geen goddelijke eer aan de<br />

keizers en de <strong>Rome</strong>inse goden wilden bewijzen, werd het Christendom in 313 door Constantijn<br />

erkend en in 392 door Theodosius I zelfs tot staatsgodsdienst verheven. Toen waren de<br />

rollen omgekeerd en braken er voor niet-christenen lastigere tijden aan. In 476 verdween de<br />

titel van de West-<strong>Rome</strong>inse keizer toen de Germaanse legerleider Odaoker de laatste West-<br />

<strong>Rome</strong>inse keizer Augustus in de hoofdstad Ravenna versloeg. Odaoker kreeg van de Oost-<br />

<strong>Rome</strong>inse keizer twee opties: hij kon een pop aan draadjes (marionet) als keizer installeren<br />

of zichzelf direct onder het bewind van de keizer van het Oost-<strong>Rome</strong>inse Rijk plaatsen. Hij<br />

koos voor het laatste en werd gouverneur. Ondanks deze titel noemde hij zichzelf voortaan<br />

Koning van Italië.<br />

Het oostelijk deel kwam ook dicht bij de ondergang, maar beleefde daarna nog verscheidene<br />

bloeiperioden. Al deze veranderingen in het vroegere West-<strong>Rome</strong>inse Rijk betekende niet<br />

het einde van het verleden. De mensen die op het platteland leefden, kregen niets of weinig<br />

mee van de rijke villa’s en de “Val van het <strong>Rome</strong>inse Rijk”. Veel <strong>Rome</strong>inse instellingen werden<br />

door de machthebbers overgenomen, omdat de Germanen in aantallen maar een kleine bovenlaag<br />

waren tegenover de bevolking. Dit blijkt wel uit het feit dat de Latijnse taal ondanks<br />

de bezetting is blijven bestaan. Het belangrijkste dat werd overgenomen was het Christelijke<br />

geloof en de bijbehorende kerken. De Katholieke Kerk had intussen bijna alle instellingen<br />

voor goede doelen overgenomen van het vroegere <strong>Rome</strong>inse Rijk toen het wereldlijke bestuur<br />

daarvan steeds meer in verval raakte. Dit betrof onder andere: cultuur, onderwijs en de<br />

bestuursvormen.<br />

Justinianus I besteeg de Byzantijnse troon in 527 en dit luidde een periode in van Byzantijnse<br />

gebiedsuitbreiding in voormalig <strong>Rome</strong>ins territorium. Door historici wordt hij vaak de laatste<br />

“<strong>Rome</strong>inse” keizer genoemd aangezien zijn moedertaal het Latijn was en vanwege zijn pogingen<br />

om het Westen en Oosten te herenigen. De heerschappij van Justinianus begon met<br />

oorlog voeren. Van Lazica tot de Arabische Woestijn waren er verschillende campagnes aan<br />

het Perzische front.<br />

Herakleios, die in 610 de troon besteeg, slaagde erin een<br />

dynastie te vestigen en zijn nakomelingen wisten met enkele<br />

onderbrekingen de troon vast te houden tot 711. Hun heerschappij<br />

werd gekenmerkt door grote dreiging van buitenaf,<br />

zowel vanuit het oosten als het westen. Dit resulteerde in<br />

enorm gebiedsverlies, interne onrust en culturele veranderingen.<br />

De Arabieren, die Syria en de Levant nu geheel onder<br />

controle hadden, voerden geregeld strooptochten uit tot<br />

MMX<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 9


<strong>Rome</strong> toen<br />

ver in Anatolië en belegerden tussen 674 en<br />

678 zelfs Constantinopel. Na de belegering van<br />

Constantinopel werd er een vredesverdrag van<br />

30 jaar gesloten.<br />

Leo III, een keizer die in 717 aan de macht kwam,<br />

wist de aanval van de Arabieren in 718 af te slaan<br />

en behaalde een belangrijke overwinning tegen<br />

hen in 740. Toch bleef de dreiging van beide<br />

kanten groot waardoor het Herenigde <strong>Rome</strong>inse<br />

Rijk steeds meer gebied verloor.<br />

In 800 werd er een einde gemaakt aan het Herenigde <strong>Rome</strong>inse Rijk. Karel de Grote liet zich<br />

door de paus tot nieuwe keizer van het West-<strong>Rome</strong>inse Rijk kronen. Het <strong>Rome</strong>inse Rijk had<br />

sinds 324 jaar weer een Keizer.<br />

MMX<br />

De stad <strong>Rome</strong> (van 800 tot 1348)<br />

Na de val van het <strong>Rome</strong>inse Rijk werd het, op een aantal gebeurtenissen na, relatief rustig in<br />

de stad <strong>Rome</strong>. Nadat er in april 799 jaar na Chr. mensen in opstand waren gekomen tegen de<br />

paus die destijds heerste, paus Leo III, werd hij verdreven uit <strong>Rome</strong>. Deze zou vervolgens naar<br />

Karel de Grote zijn gegaan, wie destijds een grote macht had in andere delen van Europa. Zo<br />

vroeg de paus aan Karel de Grote om zijn legers te laten vechten tegen de tegenstanders van<br />

de katholieke kerk in Longobarden, Noord- Italië. Karel de Grote ging het gevecht aan, hij was<br />

zelf namelijk katholiek en wilde veel macht hebben.<br />

paus Leo III had in 800 ruzie met rijke heren uit <strong>Rome</strong>, waarna hij Karel de Grote naar <strong>Rome</strong><br />

liet komen om hem te helpen. Vervolgens werd Karel de Grote, voor hem onverwachts,<br />

gekroond tot keizer. Deze keizerskroning gebeurde op 25 december 800 jaar na Chr. in <strong>Rome</strong><br />

onder leiding van paus Leo III. De kroningen van keizers gebeurde in de Middeleeuwen via<br />

een bepaald tafereel. Tijdens de kroning van de keizers, droegen de toekomstige keizers<br />

bepaalde kleding en werden er handelingen gedaan door een geestelijke.<br />

Leenstelsel<br />

Nadat Karel de Grote de macht had gekregen over een groot rijk, was het moeilijk om deze<br />

volledig door hem te laten besturen. Daarom bedacht hij “gouwen’, dit waren kleine gedeelten<br />

van zijn algehele rijk. Door het rijk te verdelen kon hij per gouw, een belangrijk persoon<br />

(een leenman) aanstellen om het gebied op orde te houden.<br />

De leenmannen waren weliswaar niet de baas over de gouw, dit was Karel de Grote zelf. Hij<br />

gaf zijn leenmannen orders mee waar men zich aan diende te houden. Om te controleren of<br />

de leenmannen dit werkelijk deden, werden er<br />

zendgraven aangesteld. Die brachten na een bezoek<br />

aan een gouw verslag uit bij Karel de Grote,<br />

zodat hij precies wist wat er overal speelde.<br />

Drieslagstelsel<br />

Karel de Grote had in zijn rijk tevens de macht<br />

over de regels en wetten. Destijds waren de oog-<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Het Herenigde <strong>Rome</strong>inse Rijk in 717 na Chr.<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

10


Geschiedenis van de stad<br />

sten zeer belangdrieslagstelsel Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3<br />

rijk. Boeren waren Akker A Zomergraan (haver) Braak Wintergraan<br />

misschien wel de Akker B Wintergraan (rogge, tarwe) Zomergraan Braak<br />

arme mensen,<br />

maar zij zorgden<br />

wel voor eten en<br />

Akker C Braak (onbebouwd) Wintergraan Zomergraan<br />

inkomsten. Om een zo hoog mogelijk rendement te halen uit de grond waarop werd geoogst,<br />

maakte hij een stelsel op. Dit werd ook wel het drieslagstelsel genoemd.<br />

Hierin schreef hij voor wat er wanneer werd geoogst, zodat er het maximale uit de oogsten<br />

gehaald kon worden.<br />

MMX<br />

Dom van Aken<br />

Toen Karel de Grote wat ouder was, verbleef hij vaak in Aken. Deze plaats lag in het midden<br />

van zijn rijk, wat ideaal voor hem was. Hier liet hij vervolgens in de periode van 796 en 804<br />

het schip (bij de Dom van Aken wordt hiermee het achthoekig gedeelte bedoeld) van de Dom<br />

van Aken bouwen, welke werd voltooid door de bouwmeester<br />

Odo van Metz. Zie figuur 1 voor de tegenwoordige<br />

plattegrond van de Dom van Aken.<br />

In 806 was Karel de Grote te oud om te regeren, waarna<br />

hij zijn land verdeelde over zijn drie zonen: Karel, Lodewijk<br />

en Pippijn. Hiervan overleed Pippijn in 810 en Karel<br />

in 811. Hierdoor bleef alleen Lodewijk over, wie in 813 door<br />

Karel de Grote werd gekroond tot keizer van het rijk en<br />

dus ook van <strong>Rome</strong>.<br />

852 Na Christus<br />

Vanwege de vele dreigingen van buitenaf, met name de Longobarden in 753 na Chr., werd er<br />

buiten het sluiten van een verbond met de Frankische koning Pepijn en later zijn zoon Karel<br />

een verdedigingsmuur gebouwd. Echter voor de bouw van de verdedigingsmuur werd aan de<br />

hand van paus Stefanus II een verbond met koning Pepijn gesloten, die de Longobarden uit<br />

<strong>Rome</strong> verdreef. Deze paus had tussen 752 en 757 na Chr. zowel de ambt als de wereldwijde<br />

politieke macht, het zogenaamde pontificaat. Later zette Karel de Grote het werk van zijn<br />

vader voort en onder hem groeide <strong>Rome</strong> opnieuw op tot een machtscentrum. Na de dood<br />

van Karel de Grote bleef <strong>Rome</strong>, het machtscentrum van weleer, alleen achter. Het was weer<br />

op zichzelf aangewezen wat betreft de verdediging van de stad.<br />

Het bovenstaande geeft al aan hoe het er in die tijd aan toe ging en dat niemand ongeschonden<br />

uit de strijd zou kunnen komen. Paus Leo IV bedacht in 846 een plan door niet langer af-<br />

hankelijk te hoeven te zijn van een sterk leger. Daarom werd er overgegaan tot actie. Er werd<br />

een verdedigingsmuur rond het Vaticaan gebouwd om de in die tijd de Saraceense piraten te<br />

beletten om de stad te plunderen. Ook werd het Mausoleum van Hadrianus omgebouwd tot<br />

bastion. Deze manier van verdedigen was gedaan doormiddel van inhammen en uitstekende<br />

delen te maken in je muur. Op deze manier ben je optimaal beschermd en kan je ook goed<br />

zelf aanvallen. In de rest van de stad waren de antieke monumenten al in gebruik genomen<br />

om de tegenstanders te verdrijven/ stoppen. Een aantal gebouwen bleven hierbij intact om-<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 11


<strong>Rome</strong> toen<br />

dat ze omgevormd werden tot Christelijke kerken, denk hierbij aan het Pantheon, Curia.<br />

880 – 932 Na Christus<br />

Theodora trouwde met de Byzantijnse keizer Theophilus, waarmee ze twee zonen en vijf<br />

dochters baarde: de vroeggestorven Constantinus en Michael, Anna, Thecla, Anastasia, Pulcheria<br />

en Maria. Deze laatste persoon zou het regentschap later van haar overnemen.<br />

Nadat Theophilus was overleden werd Theodora voorgedragen als de nieuwe regentes. Dit<br />

omdat de oudste zoon nog minderjarig was. Daarbij kreeg Theodora vooral hulp van haar<br />

broers Bardas en Petrones, haar oom Sergius Nicetiates en haar “lieveling”, Theoctistus. Deze<br />

laatste persoon zorgde er later voor dat de andere, aan de kant werden geschoven en dat de<br />

macht in handen kwam van Theodora en hemzelf. Samen zorgden Theodora en Theoctistus<br />

voor een stabiele regering. Na enige tijd werd Theodora afgezet als regentes van het land. Dit<br />

was het gevolg van een staatsgreep.<br />

Edward Gibbon schreef een stuk over moeder en dochter, waarvan hij Theodora zag als de<br />

zus van Maria(ze had namelijk ook nog een zus die zo heette), en noemde het om die reden<br />

ook de “invloed van twee zuster-prostituees”. Dit baseerde Gibbon op hun rijkdom, schoonheid,<br />

hun politieke en hun oneerlijkheid in relatie. De meest toegewijde van hun minnaars<br />

werden namelijk beloond met de <strong>Rome</strong>inse mijter. Dit alles zorgde ervoor dat Theodora en<br />

Maria naar alle waarschijnlijkheid de basis hebben gelegd voor de Middeleeuwse legende<br />

van een vrouwelijke paus. Het pausschap werd echter door de vrouwen overgedragen aan<br />

hun onwettige zoon, de kleinzoon en achterkleinzoon. Op basis hiervan kwam de definitie<br />

pornocratie, een benaming die verbonden is met de heerschappij door Theodora en haar<br />

dochter Marozia over de stad <strong>Rome</strong> door mannelijke “marionetten”.<br />

In 909 trouwde Marozia met Adalbert I. Adalbert I had de kracht om mensen te erkennen<br />

voor hun daden. Daarom zorgde Marozia dat haar tot dan toe enige zoon Johannes erkend<br />

werd. Samen kregen Marozia en Adalbert I rond 911 nog een kind: Adalbert II. Toen Adalbert<br />

I werd verslagen bij Orte in 924, namen de <strong>Rome</strong>inse grondbezitters de volledige macht over<br />

van de traditionele machtshebbers(pauselijke bureaucratie). <strong>Rome</strong> kwam door deze grove<br />

verandering vrijwel geheel onder seculiere controle. Dit wordt tegenwoordig nog steeds als<br />

dieptepunt gezien voor de pausen.<br />

Om de pausen nog een hak te zetten, trouwde Marozia even later met Guido van Toscane.<br />

Die zou haar voorzien van manschappen om zo paus Johannes X te arresteren en op te<br />

sluiten in de Engelenburcht. Guido zou hem in 928 om het leven brengen door hem te laten<br />

stikken.<br />

De weg richting de macht lag weer open. Marozia greep deze kans en pleegde een staatsgreep.<br />

De twee pausen waren onderdanig aan haar, waardoor ze geen weerstand kon<br />

verwachten uit de hoek van de kerk. In 931 slaagde ze er zelfs in haar zoon naar voren te<br />

schuiven als de nieuwe paus. Dat was onder de naam Johannes XI en was toen pas 21 jaar.<br />

Toen Guido in 929 stierf, regelde Marozia een huwelijk met zijn halfbroer, die in die tijd gekozen<br />

was tot koning van Italië. Er was echter wel een probleem: hij was al getrouwd. Dat was<br />

echter snel ongedaan gemaakt, waarna Marozia’s dochter en haar nieuwe man samen over<br />

het land gingen regeren.<br />

De heerschappij door moeder en dochter kwam uiteindelijk toch tot een einde wanneer ook<br />

Marioza afgezet werd. Dat was eerst het geval bij Theodora en later dus ook bij haar dochter,<br />

MMX<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

12


Geschiedenis van de stad<br />

allebei door bloedverwanten(Theodora werd afgezet door een van haar zoons en Marioza<br />

werd op haar beurt afgezet door haar zoon uit een eerder huwelijk). Theodora moest na haar<br />

hoogtijdagen de tijd doorbrengen in het klooster, waar Marozia haar tijd moest verbijten in<br />

de gevangenis. Marioza stierf ergens tussen 932 en 937, dit betekende het echte einde van de<br />

regie door moeder en dochter.<br />

MMX<br />

961 Na Christus: Koning Otto de Grote van Duitsland wordt de eerste keizer van het Heilige<br />

Rooms Rijk<br />

In 962 werd de Duitse koning Otto de Grote tot keizer gekroond van het Heilige Rooms-<br />

Duitse Rijk en was daarmee de eerste <strong>Rome</strong>inse keizer. Daarnaast verhief hij daarmee het<br />

pausdom weer tot meer aanzien. Hij maakte het pausdom echter wel ondergeschikt aan de<br />

politiek maar legde wel de grondslag voor de latere macht van de kerk.<br />

Rond het begin van de 1eerste eeuw deelden Hertogen, veelal vertegenwoordigers van de<br />

Byzantijnse bisschoppen en Saracenen, de lakens uit en aan het begin van de 11de eeuw<br />

werden een aantal stadsrepublieken (onder andere Gaeta, Napels en Amalfi) zeer machtig.<br />

In 1016 infiltreerden de Normandiërs in Italië nadat ze gebruikt waren in de strijd tegen de<br />

Saracenen. In 1071 veroverde de Normandiër Robert Guiscard Bari en maakte daarmee een<br />

einde aan de Byzantijnse macht in Italië. Tegen het jaar 1200 was praktisch geheel Zuid-Italië<br />

Normandisch gebied en ook Sicilië werd door de Saracenen veroverd.<br />

1300 paus Bonifatius VIII kondigt het eerste jubeljaar af<br />

Op de vooravond van het nieuwe jaar, dit was destijds op 24 december, en op de avonden<br />

erna stroomden <strong>Rome</strong>inen spontaan naar de Sint Petrus Baseliek, naar het graf van de eerste<br />

van de apostelen.<br />

Op de drempel van de nieuwe eeuw verwachtten de <strong>Rome</strong>inen dat God hun genadig zou zijn<br />

en hen hun zonden, hoe erg deze ook waren, zou vergeven. Paus Bonifatius VIII beantwoorde<br />

deze spontaniteit van de stadsbewoners en kondigde op 22 februari alsnog, voor het geheel<br />

van 1300, het eerste heilig jaar af. Het voor 1300 uitgeroepen jubeljaar doet het belang van<br />

<strong>Rome</strong> als pelgrimsoord verder stijgen. Dit had ook te maken met de verovering van Jeruzalem<br />

door de moslims in 1187. Hierdoor was pelgrimeren naar het Heilige Land vrijwel onmogelijk<br />

geworden en had <strong>Rome</strong> gewonnen als centrum van de westerse christenheid. Daarbij wist<br />

paus Bonifatius de gelovigen zover te krijgen dat zij het geestelijke gezag van de paus als<br />

hoger zagen dan het wereldlijke gezag van andere vorsten. Bonifiatus bepaalde dat voortaan<br />

elke 100 jaar het jubileumfeest werd gevierd.<br />

1309 na Chr.: paus Clemens V verplaatst pauselijke zetel naar Avignon<br />

Het pausschap was rond deze tijd een van de aantrekkelijkste posities die er kon zijn. De paus<br />

had namelijk de macht en het rijkdom in zijn bezit. De opvolging van de paus werd in veel<br />

gevallen bepaald door adellijke families die afstamden uit <strong>Rome</strong>, maar soms door de Duitse<br />

keizer. Het kiezen van een paus ging overigens niet altijd even vriendelijk, er vonden namelijk<br />

moorden plaats om een paus aan het hoofd te krijgen van de katholieke kerk.<br />

Rond 1059 na Chr. werd het kiezen van de paus overgelaten aan de kardinalen. Toch speelden<br />

adellijke families hierbij een grote rol in de keuzes die daarbij gemaakt werden.<br />

De macht in de kerk werd rond 1143 na Chr. nog ingewikkelder, doordat de burgers opriepen<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 13


<strong>Rome</strong> toen<br />

tot een Commune, vertaald “vrije stad”. Hierdoor werd de macht van de paus minder, het<br />

stadsbestuur kreeg daarentegen steeds meer macht over de stad <strong>Rome</strong>.<br />

Er ontstond een politieke ruzie in <strong>Rome</strong>. Deze ging zover dat de bisschop van <strong>Rome</strong> had besloten<br />

de stad vanwege de onveiligheid te verlaten.<br />

Ook paus Clemens V besloot in 1309 na Chr. <strong>Rome</strong> te verlaten en te vertrekken richting de<br />

Franse stad Avignon. Deze periode wordt ook wel de “Babylonische ballingschap” genoemd.<br />

Gedurende deze tijd verbleven de pausen in het Palais des Papes.<br />

Het stadsbeeld gedurende de periode van de Babylonische ballingschap werd steeds droeviger.<br />

De inwoners van <strong>Rome</strong> werden rond 1309 na Chr. geteisterd door armoede en Malaria.<br />

Hierdoor daalde de bevolking snel. Tevens werd het geruzie tussen de edelen steeds groter.<br />

<strong>Rome</strong> veranderde, mede daardoor, in een groot fort waar rovers en moordenaars vrijspel<br />

hadden.<br />

Deze moeilijke periode met veel armoede werd aangegrepen door Cola di Rienzo om in 1347<br />

na Chr. aan de macht te komen.<br />

MMX<br />

1347 na Chr.: Cola di Rienzo, een Italiaanse patriot probeert de <strong>Rome</strong>inse Republiek te herstellen<br />

“Overal heersten losbandigheid en boosheid, nergens recht, nergens gezag”. Dit waren de<br />

woorden van de Italiaanse patriot Cola di Rienzo, zie figuur 2. De droom van Di Rienzo was<br />

het herstellen van de kracht die de stad <strong>Rome</strong> verloren was. Om zijn droom te verwezenlijken<br />

leerde hij Latijn en kwam Di Rienzo in aanraking met de oude glorie van <strong>Rome</strong>.<br />

Op 29-jarige leeftijd begon Cola di Rienzo met het verwezenlijken van zijn droom. Na een<br />

bezoek aan de pausen in Avignon, dat niets uithaalde, kwam Di Rienzo terug in <strong>Rome</strong>. Nog<br />

steeds kampte de stad met grote armoede en onveiligheden.<br />

Op 9 mei 1347 woonde Di Rienzo nachtmissen bij. Na deze missen trok Di Rienzo met zijn<br />

aanhangers richting het Capitool in <strong>Rome</strong>. Bij het Capitool riep Di Rienzo op tot een “Buono<br />

Stato”, een nieuwe staat.<br />

Door het uitroepen van de nieuwe staat werd Cola di Rienzo de nieuwe machthebber in<br />

<strong>Rome</strong>. Met behulp van zijn eigen leger maakte Di Rienzo een einde aan de onrusten in <strong>Rome</strong>.<br />

Daarbij moesten de adel onvoorwaardelijke steun geven aan zijn beleid en zijn persoon.<br />

Het stadsbeeld bleef in 1347 na Chr. gelijk. De onrust nam na de komst van Cola di Rienzo af.<br />

Toch bleef de stad geteisterd worden door ziektes. In 1348 na christus werd de stad <strong>Rome</strong><br />

zwaar getroffen door de pest. De stad had tijdens de pest niet meer dan 15.000 inwoners,<br />

een diepte punt voor de stad <strong>Rome</strong>.<br />

Architectuur in <strong>Rome</strong>(800-1348)<br />

Gedurende de jaren 800 tot 1348 werden er in de stad <strong>Rome</strong> een aantal gebouwen (opnieuw)<br />

gebouwd. Tevens veranderde de architectuur, zowel in <strong>Rome</strong> als in de rest van Europa.<br />

In <strong>Rome</strong> is relatief niet veel te merken van de<br />

Middeleeuwse bouwstijlen en architectuur. In<br />

de 1eerste, 1tweede en 1derde eeuw zijn toch<br />

wat gebouwen in <strong>Rome</strong> gerealiseerd aan de<br />

hand van Middeleeuwse architectuur. Vanaf<br />

het jaar 1000 verrezen in geheel Europa grote<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Traditionele vorm van een vroeg-Christelijke basilica.<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

14


Geschiedenis van de stad<br />

kathedralen in Romaanse stijl en later vanaf 1150 in Gotische stijl, behalve<br />

in <strong>Rome</strong>. In de stad <strong>Rome</strong> bleef men vasthouden aan de bouwstijl van<br />

vroeg-Christelijke basilica’s. Deze bouwstijl van kerken is gebaseerd op<br />

liturgie en bouwmeesters namen de vorm van de <strong>Rome</strong>inse(basilica) zaal<br />

als uitgangspunt. De buitenkant van deze kerken zijn vaak niet interessant<br />

maar de binnenkant en het interieur heeft vaak de pracht van een hemelse<br />

troonzaal. Daarnaast staan de zuilenrijen(cella) niet net als de Griekse tempels<br />

aan de buitenkant maar aan de binnenkant.<br />

Nadat in 1084 veel gebouwen verwoest waren door de verschillende invallen<br />

van onder andere de Noormannen werden er een aantal kerken verbouwd of herbouwd.<br />

Een voorbeeld hiervan is de San Clemente en de San Maria in Trastevere. Het enige verschil<br />

van deze kerken met de vroeg- Christelijke basilica’s is de klokkentoren die naast de kerken<br />

werden geplaatst. Deze klokkentorens hebben een karakteristieke Romaanse vorm.<br />

Wat betreft de decoratie bleef men trouw aan de starre en aan strenge voorschriften van de<br />

Byzantijnse stijl en op geheel eigen wijze werd de Romaanse stijl in de kerken toegepast door<br />

de Cosmaten. Cosmaten is afgeleid van de kunstenaarsfamilie Cosma. Cosmaten waren in<br />

die tijd marmerwerkers die beroemd geworden waren door hun inlegwerk. Dat bestond uit<br />

kleine stukjes gekleurd steen of goud in decoratieve geometrische patronen. Deze Cosmaten<br />

versierden onder andere koorafsluitingen, ambonen, kandelaars en vloeren. De koorafsluiting<br />

is de afgrenzing tussen het koor en de kooromgang, deze zijn vaak waren vaak in de<br />

vorm van een hek of een open tracering. Ambonen zijn stenen preekstoelen die aan weerszijden<br />

van het altaar stonden. De vloeren van de Cosmaten zijn in tenminste vijftien kerken in<br />

<strong>Rome</strong> te vinden en een van de mooiste is het kloosterhof van de S.Giovanni in Laterno.<br />

De Gotiek heeft niet veel invloed gehad in <strong>Rome</strong> en heeft daarom ook maar één grote kerk in<br />

<strong>Rome</strong> voortgebracht, de Santa Maria Sopra Minerva uit 1280. Deze kerk is zeker een architectonische<br />

schoonheid maar is meer beroemd om de vele illustere doden die er begraven zijn<br />

en de kunstschatten die de kapellen en grafmonumenten sieren.<br />

Zoals hierboven is te lezen zijn er een drietal gebouwd rond<br />

deze tijd gebouw, namelijk de San Clemente, de Santa Maria<br />

en de Santa Maria Sopra Minerva.<br />

San Clemente<br />

De San Clemente is een kerk waar goed 3 bouwlagen te zien<br />

zijn die steeds verder in de tijd terugreizen. Op straatniveau<br />

staat de kerk uit de 1tweede eeuw, eronder ligt een kerk uit de<br />

4e eeuw en daaronder weer oude <strong>Rome</strong>inse gebouwen, zoals<br />

woningen.<br />

64 n. C. Brand onder Nero verwoest de omgeving<br />

tweede eeuw Schuilkelder waarschijnlijk in geheim gebruikt door christenen<br />

Eind tweede eeuw Tempel van Mithras gebouwd<br />

4e eeuw Eerste kerk verrezen op binnenplaats van eerder <strong>Rome</strong>ins gebouw<br />

867 Resten van Clements naar <strong>Rome</strong> overgebracht, naar men zegt<br />

1084 Robert Guiscard leidt invasie der Noormannen en verwoest kerk<br />

1108 Nieuwe kerk gebouwd op 4e-eeuwse kerk<br />

1667 Kerk en klooster aan Ierse dominicanen geschonken<br />

1857 Originele 4e-eeuwse kerk ontdekt door pater Mullooly<br />

1861 Kerk wordt uitgegraven; <strong>Rome</strong>inse resten blootgelegd<br />

MMX<br />

Een overzicht van de belangrijkste<br />

gebeurtenissen in het<br />

bestaan van de kerk:<br />

De onderste laag ligt op zeven<br />

meter diepte en is een deel van<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 15


<strong>Rome</strong> toen<br />

een groot woonhuis. Dit stamt uit de eerste eeuw na Chr..<br />

Hierna heeft dit huis waarschijnlijk als schuilkelder gefungeerd<br />

die in het bezit was van Titus Flavius Clemens.<br />

Hij bekeerde zich als een van de eerst hooggeplaatste<br />

<strong>Rome</strong>inen tot het toen nog verboden Christendom.<br />

In het huis is een Mitraeum uit de derde eeuw ingericht.<br />

Deze tempel werd gebruikt van de tweede tot<br />

en met de derde eeuw na Chr. toen het mithracisme<br />

een belangrijke rol speelde. De <strong>Rome</strong>inen<br />

bekeerden zich tot het Christendom en de Mithras<br />

tem- pel werd niet meer gebruikt.<br />

De kamers waren opgevuld tot aan de eerste verdieping om zo<br />

als fundering te fungeren voor de kerk die in de 4e eeuw gebouwd is op<br />

de buitenmuren van het huis. De nieuwe kerk was gewijd aan de Heilige<br />

Clemens. Bij het opgraven van deze kerk heeft met bakstenen pijlers<br />

moeten toegevoegen om de vloer van het middenschip van de bovenkerk<br />

te ondersteunen. In deze kerk uit de 4e eeuw zijn zeer oude fresco’s te zien<br />

die stammen uit de 9e tot de 1eerste eeuw.<br />

De kerk werd in 1084 verwoest door de Noormannen onder leiding van<br />

Robert Buiscard. Paus Paschalis II liet een nieuwe kerk bouwen, die de<br />

bovenkerk wordt genoemd. Deze kerk staat nu op straatniveau. Achter de<br />

hoofdingang van deze kerk uit de 1tweede eeuw ligt een atrium. Deze is<br />

door Ionische zuilen omlijst met waterbekken in het midden. De voorgevel<br />

en de klokkentoren stammen niet uit die tijd. De voorgevel is in de 18e<br />

eeuw gebouwd en de klokkentoren stamt uit 1600 na Chr..<br />

MMX<br />

Santa Maria in Trastevere<br />

De Santa Maria in Trastevere is het eerste officiële Christelijke godshuis dat in <strong>Rome</strong> is gebouwd.<br />

Paus Calixtus stichtte de kerk in de derde eeuw. Op deze plek zou in 38 voor Christus<br />

een wonderbaarlijke oliebron zijn ontsprongen die als teken voor de naderende komst van de<br />

Verlosser werd opgevat.<br />

In 1138 begint paus Innocentius II met de herbouw van de kerk. In deze tijd zijn er mozaïeken<br />

op de gevel gezet. De mozaïek stelt Maria voor in een kring van tien heilige maagden, die<br />

als symbool van hun maagdelijkheid brandende lampen vasthouden. De kerk is beroemd<br />

geworden door deze mozaïeken. De mozaïeken op de triomfboog en in het onderste gedeelte<br />

van de apsis werden in 1290 gemaakt door de kunstenaar Pietro Cavallini. Dit zijn zes scènes<br />

uit het leven van Maria.<br />

In 1143 is een Romaanse klokkentoren toegevoegd. De huidige kerk komt grotendeels overeen<br />

met de versie uit de 1tweede eeuw. Het ontwerp is sterk beïnvloed door de voorafgaande<br />

vroegChristelijke kerk. De driebeukige kerk heeft binnen 22 antieke Ionische zuilen met sokkels<br />

van verschillende hoogte die het middenschip van de zijbeuken scheidden.<br />

In de 18e eeuw zijn enkele Barokke wijzigingen aangebracht. De voorhal is in 1702 gebouwd<br />

door Carlo Fontana in opdracht van paus Clemens XI. Ondanks Barokke verbouwingen en<br />

vervangingen heeft de kerk toch haar Middeleeuwse karakter behouden. De fontein aan de<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

16


Geschiedenis van de stad<br />

Piazza Santa Maria in Trastevere is eveneens door Carlo Fontana ontworpen.<br />

MMX<br />

Santa Maria Sopra Minerva<br />

De enige Gotische kerk in <strong>Rome</strong> is de Basilica Santa Maria Sopra Minerva, in het Nederlands<br />

ook wel “basiliek van de heilige maagd, gebouwd over de ruïnes van de tempel van Minerva”<br />

genoemd.<br />

De kerk is een typisch voorbeeld van een titelkerk. Dit houdt in dat de kerk wordt toegewezen<br />

aan een kardinaal, in dit geval de Britse kardinaal Cormac Murphy – O’connor.<br />

Santa Maria Sopra Minerva ligt op het Piazza Minerva, dichtbij het Pantheon gelegen, in<br />

de regio Campus Martius. In de kerk liggen de graven van onder andere Fra Angelico en St.<br />

Catharina van Siena. Het Piazza Minerva heeft naast de kerk nog een aparte verschijning,<br />

namelijk een obelisk die wordt gedragen door een olifant. Dit is gedaan om de obelisk groter<br />

te laten lijken dan dat hij in werkelijk is.<br />

Men vermoed dat gedurende de <strong>Rome</strong>inse tijd in de buurt van het huidige Santa Maria Sopra<br />

Minerva drie tempels stonden, namelijk de tempels voor Minerva (Delubrum Minervae),<br />

voor Isis (Iseum) en een tempel voor Serapis (Serapeum). De bouw van de Santa Maria Sopra<br />

Minerva startte in 1280. De kerk zou gebaseerd zijn op de kerk in Florenca, de Santa Maria<br />

Novella. De eerste Gotische kerk van <strong>Rome</strong> werd rond 1370 voltooid. De gevel is echter een<br />

Barokke gevel, dit omdat de kerk in een latere eeuw gerestaureerd is.<br />

Het graf van de heilige St. Catharina van Siena ligt onder het<br />

hoofdaltaar. Links van het<br />

hoofdaltaar staat de kruisdragende<br />

Christus, één van de<br />

werken van de beeldhouwer<br />

Michelangelo, welke dateert<br />

uit 1514 – 1516. Het beeld<br />

dat in de Santa Maria Sopra<br />

Minerva staat is kopie van het<br />

originele beeld. Links van het<br />

hoofdaltaar is het graf van<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 17


<strong>Rome</strong> toen<br />

de Dominicaanse Schilder Fra Angelico. Deze schilder stierf in het<br />

aangrenzende klooster van de Santa Maria Sopra Minerva. In de<br />

apsis staan twee graftekens van twee pausen, namelijk paus Leo<br />

X (linker grafteken) en paus Clemens VII (rechter grafteken). De<br />

zijkapel die zich rechts van het dwarsschip bevindt is de Cappella<br />

Carafa, deze is later aangebracht en bevat fresco’s van Filippino<br />

Lippi.<br />

MMX<br />

De ontwikkelingen in <strong>Rome</strong> in de late Middeleeuwen<br />

In de laatste decennia van de 1derde eeuw ontwikkelde een veelzijdige<br />

artistieke productie in <strong>Rome</strong>. De stad werd niet alleen levendiger,<br />

maar had ook ingrijpende veranderingen in de algemene<br />

cultuur. <strong>Rome</strong> was in dit tijdperk in politiek en geestelijk opzicht<br />

uitgegroeid tot een hoofdstad die goed georganiseerd was. De<br />

hoofdstad was ook uitgegroeid tot een artistiek en cultureel centrum,<br />

die goed kon concureren met andere sterk groeiende steden,<br />

zoals Florence en Venetië. De pelgrims bewonderden <strong>Rome</strong> en<br />

schreven vaak gedichten over de stad. <strong>Rome</strong> kwam vaak voor in<br />

de gedichten van Ildeberto di Lavardin en werd op veel veduta’s (zeer gedetailleerde schilderijen)<br />

weergegeven, waaronder die van Giovanni Cimabue.<br />

De artistieke bloeitijd in <strong>Rome</strong> kwam snel tot een einde dankzij de politieke gebeurtenissen.<br />

Terwijl de pausen in Avignon van 1304 tot 1376 in ballingsschap zaten, vergrootte de anarchie<br />

de armoede en de stad raakte in verval. De <strong>Rome</strong>inse families kozen de kant van Orsini’s<br />

hetzij de Colonna’s, die met elkaar concurreerden. Ze werden verder verdeeld door te kiezen<br />

voor de familie Welfen en de familie Guelfen.<br />

Afgezien van de werken van Giotto in het Vaticaan, onder de hoede van kardinaal Jacopo<br />

Stefaneschi, vonden er op artistiek gebied geen gedenkwaardige gebeurtenissen plaats. Alle<br />

andere kunstenaars waren naar andere culturele steden vertrokken. De bouwwerkzaamheden<br />

werden stilgelegd, omdat de pausen afwezig waren. De klassieke monumenten, de<br />

Christelijke basilieken en de aquaducten waren in verval. In 1349 was er een zware aardbeving<br />

die hele stadswijken verwoestte en forse schade aanrichtte aan veel gebouwen. Het<br />

Lateraan werd aan zijn lot overgelaten en de kerk van San Giovanni bevond zich in een zo<br />

slechte toestand dat Petrarca zich persoonlijk tot paus Urbanus V richtte om zich in te zetten<br />

voor de oude basiliek.<br />

In 1348 heerste de pestepidemie die heel Europa in zijn greep had, maar <strong>Rome</strong> spaarde. De<br />

pest werd ook wel de zwarte dood genoemd. Na de pest ,in de tweede helft van de eeuw,<br />

werden de eerste tekenen van een toenemende bouwactiviteit zichtbaar. Lorenzo di Andreozio<br />

liet als dank voor het uitblijven van de plaag in <strong>Rome</strong> het lange bordes aan de hoofdgevel<br />

van Santa Maria in Aracoeli oprichten in 1348. Met deze trap werd de oude as verschoven<br />

zodat hij nu richting de Sint-Pieter liep. In San Paolo fuori le Mura werd in 1349 de campanile<br />

weer opgebouwd. Die moest later weer wijken voor de nieuwe klokkentoren van Poletti<br />

achter de apsis. In het jubileumjaar 1350 werd de stad in aanraking gebracht met een groot<br />

aantal pelgrims. Van 1367 tot 1370 was er met Urbanus V weer een paus in <strong>Rome</strong>. In 1368<br />

werd de basiliek San Giovanni in Laterano van een nieuwe altaaroverkapping voorzien, dat<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

18


Geschiedenis van de stad<br />

zich nu op het hoofdaltaar bevindt. Een kunstenaar genaamd Giovanni<br />

di Stefano uit Siena moest deze taak vervullen, vermoedelijk<br />

omdat er geen beeldhouwers meer woonden in <strong>Rome</strong> die zo’n werk<br />

konden uitvoeren.<br />

In de Santa Maria Maggiore werd tussen 1370 en 1378 de nu nog bestaande<br />

klokkentoren op de fundamenten van het vroegere gebouw<br />

opgericht. De Santa Maria Maggiore had een slanke en piramidevormig<br />

dak. Het was de hoogste en de elegantste klokkentoren van de<br />

hele stad. Op het Capitool richtte de aandacht zich voornamelijk op<br />

het Senatorenpaleis. In 1376 beëindigde Gregorius XI de pauselijke<br />

ballingschap in Avignon. Die verplaatste de hoofdzetel van de pontifex<br />

weer naar <strong>Rome</strong>. De diepe crisis van de Kerk was hiermee niet<br />

beëindigd. Slechts een jaar nadat Gregorius was teruggekeerd, vond<br />

er opnieuw een breuk plaats in het Christendom, namelijk het Westerse<br />

Schisma. Gedurende de splitsing van het Christendom stonden<br />

de pausen uit <strong>Rome</strong> enerzijds en de tegenpausen in Avignon anderzijds<br />

tegenover elkaar. De verkiezing van Martinus V in 1417 maakte<br />

hier een eind aan. De paus streefde de restauratie van de gebouwen<br />

Plattegrond San Paola fuori le Mura<br />

in de stad na. De basiliek Santi Apostoli en de dichtbijgelegen woonplaats<br />

van de familie Colonna, de familie van Martinus V, werd bijvoorbeeld hersteld. In het<br />

jaar 1425 werd in de basiliek San Giovanni een nieuwe vloer gelegd van hergebruikt marmer.<br />

Kort daarna werd aan het Senatorenpaleis een toren toegevoegd, die vandaag de dag nog op<br />

de linkerhoek van de façade staat. Er werkten in deze tijd enkele beroemde kunstenaars in<br />

<strong>Rome</strong>, zoals Masolino en Masaccio. Die waren allebei vermoedelijk betrokken bij de decoratie<br />

van de kapel Santa Caterina in de basiliek San Clemente. Het ging zowel om de laatste<br />

getuigenissen van de lange overgangsperiode aan het einde van de <strong>Rome</strong>inse Middeleeuwen<br />

als om het begin van een nieuw tijdperk. Dit geldt ook voor de onder Eugenius IV doorgevoerde<br />

bouwmaatregelen. Bijvoorbeeld de oprichting van het paleis naast de Sant Maria in<br />

Cosmedin en het Palazzo Capranica, die allebei nog geen duidelijke betrekking hadden op<br />

stilistische kenmerken.<br />

De grote transformatie van <strong>Rome</strong> ging verder onder paus Nicolaas V in 1447 en vernieuwde<br />

met veel bouwinspanningen grote delen van de stad. Aan het einde van de 15e eeuw werden<br />

de echte nieuwe, monumentale bouwwerken opgericht door Paulus II, die het Palazzo Venezia<br />

liet bouwen. De architecten Pontelli en Bramente hadden vele gebouwen ontwikkeld in<br />

die tijd. Pontelli had de Santa Maria del Popolo herbouwd. Bramenre werkte voornamelijk in<br />

het Vaticaan, waar hij het Belvedere en de galerijen die<br />

het Belvedere verbond met de pauselijke verblijfplaats<br />

ontwierp.<br />

Santa Maria Maggiore<br />

MMX<br />

Palazzo Venezia<br />

Het Palazzo Vennezia is een van de eerste wereldrijke<br />

Renaissancegebouwen in <strong>Rome</strong>. De Veneticaanse<br />

kardinaal Pietro Barbo heeft dit gebouw na 1455 op het<br />

terrein van zijn titelkerk S. Marco laten bouwen door<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 19


<strong>Rome</strong> toen<br />

Francesco del Borgo. Sinds zijn troonsbestijging als paus<br />

Paulus II werd het als residentie gebruikt. Later deed het<br />

gebouw dienst als Venetiaanse ambassade. In 1797 kwam<br />

het gebouw in Oostenrijkse handen. In 1916 werd het staatseigendom<br />

van Italië. De architectuur vertoont de typische<br />

kenmerken van een <strong>Rome</strong>ins kardinaalspaleis uit de tweede<br />

helft van de 15de eeuw. Het weerbare karakter, opgeroepen<br />

door de verhoogde kelderverdieping, de hoektoren en de<br />

kantelen, de asymmetrie van de gevel en de nadruk op de<br />

horizontale in plaats van de verticale lijn, onderscheiden het<br />

<strong>Rome</strong>inse palazzo duidelijk van die in Florence. Deze streven<br />

juist naar een evenwicht tussen horizontale en verticale lijnen. Een van de meest opvallende<br />

architectonische elementen van de <strong>Rome</strong>inse vroege Renaissance zijn de marmeren<br />

kruisvensters op de bovenverdieping, die in veel paleizen en huizen terugkeren. In de grote,<br />

voor een deel van fresco’s voorziene zalen van het palazzo is tegenwoordig een museum<br />

gevestigd dat behalve beelden, schilderijen en gobelins veel schatten op het gebied van de<br />

toegepaste kunsten bevat. Aan de zuidkant staat de S. Marco, waaraan Paulus II een twee<br />

verdiepingen hoge voorhal toevoegde en het Palazzetto Venezia. Dit werd bij de bouw van<br />

het nationale monument afgebroken en naar deze plek verplaatst. Vroeger was het de ommuring<br />

van een botanische tuin, maar nu omsluit het met zijn arcaden over twee verdiepingen<br />

en achthoekige zuilen een binnenplaats die doet denken aan Florentijnse kruisgangen.<br />

MMX<br />

Santa Maria del Popolo<br />

De Santa Maria del Popolo is een Augustijner kerk in <strong>Rome</strong>, gelegen aan de noordkant van<br />

het Piazza del Popolo. De kerk kent een centraal middenschip met twee zijbeuken, die omringd<br />

worden door 11 straalkapellen. In de koepel van de kerk, symbool van de invloed van<br />

de Renaissance-stijl en behorend tot de Chigi kapel, bevinden zich mozaïeken die werden<br />

ontworpen door Rafaël Santi. Zij verbeelden “De Schepping van de wereld”. Over het ontstaan<br />

van de kerk bestaan verschillende verhalen. Zo zou paus Paschalis II in 1099 opdracht<br />

hebben gegeven een kapel te bouwen op de plaats waar keizer Nero begraven lag. Na zijn<br />

graf geruimd te hebben en de as in de Tiber te hebben verstrooid kon de bouw beginnen. Een<br />

andere versie verhaalt echter dat de kapel gebouwd werd als dank aan de Maagd Maria voor<br />

haar steun aan de kruisvaarders bij het bevrijden van het Heilig Graf. Ook over de bijnaam<br />

“del Popolo” bestaan verschillende interpretaties:<br />

- De financiering van het gebouw werd verzorgd door<br />

de bevolking van <strong>Rome</strong>, waardoor de kapel de bijnaam<br />

“del Popolo” kreeg. In het Nederlands betekent<br />

Popolo “voor het volk”.<br />

- Popolo zou verwijzen naar de eens aan het plein<br />

geplante populieren.<br />

- De uitbreiding van kapel naar kerk, wat nog elders<br />

in de gids uitgebreid besproken zal worden, maakte<br />

het gebouw toegankelijk voor het volk.<br />

In de periode 1472-1477 werd de kerk herbouwd door<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Santa Maria del Popolo<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

20


Geschiedenis van de stad<br />

Baccio Pontelli en Andrea Bregno in Renaissancestijl.<br />

Santa Maria della Pace<br />

Na 1482 liet paus Sixtus IV een kerk bouwen die<br />

gewijd was aan Maria van de vrede: de Santa Maria<br />

della Pace. Dit was uit dankbaarheid voor de vrede die<br />

gesloten was met Milaan en ander Italiaanse staten.<br />

De stichting van de kerk houdt waarschijnlijk ook verband<br />

met een wonder dat zich afspeelde in een kapel<br />

nabij de huidige kerk. Hier zou een gokker, uit woede<br />

over een verloren spel, een steen naar een afbeelding<br />

van Maria hebben gegooid, waarop de beeltenis<br />

begon te bloeden. Volgens een andere versie van het Santa Maria della Pace<br />

verhaal zou een dronken soldaat de afbeelding met<br />

zijn zwaard hebben doorboord, waarna de bloeding begon. In elk geval bracht paus Sixtus,<br />

de bouwheer van de Sixtijnse Kapel, een bezoek aan de gewonde Madonna en besloot hierop<br />

voor haar een kerk van de vrede te bouwen. De Madonna wordt nog steeds bewaard op het<br />

hoogaltaar van de Kerk.<br />

Waarschijnlijk was Baccio Pontelli de eerste architect. Hij zou verantwoordelijk zijn voor<br />

het éénbeukige langschip met zijkapellen aan beide zijden. Aan het begin van de 16e eeuw<br />

voegde Bramante op verzoek van kardinaal Oliviero Carafa de kruisgang en vermoedelijk<br />

ook de achthoekige koepelruimte toe. Halverwege de 17e eeuw werd de kerk in opdracht van<br />

paus Alexander VII door Pietro da Cortona gerestaureerd. Cortona, die ook de omringende<br />

gevels aan de Piazza della Pace ontwierp, gaf de kerk zijn Barokke gevel. Hij benadrukte het<br />

middengedeelte door een uitspringende halfronde voorhal met Dorische zuilen op de begane<br />

grond, waarachter de met Korinthische zuilen en pilasters uitgeruste bovenverdieping<br />

enigszins terugwijkt. Boven het centrale venster is een segmentboog gevat binnen een meervoudig<br />

omlijst fronton. De vele verschillende vormen, variërend van driehoek, rechthoek en<br />

halve cirkel tot convexe en concave krommingen, creëren de spanningsvolle dynamiek die zo<br />

kenmerkend is voor de Barokke siergevel. Elders in de gids<br />

zal het gebouw nog uitgebreid besproken worden.<br />

Cappella Sistina<br />

De beroemdste zaal van de Musei Vaticani is de Sixtijnse<br />

Kapel. Deze zal elders in de gids nog uitgebreid besproken<br />

worden. De kapel is door Giovanni de” Dolci in 1475-1581 in<br />

opdracht van Sixtus IV gebouwd. De kapel heeft een rechthoekige<br />

grondvorm en is 40,23 meter lang, 20,70 meter<br />

hoog en 13,41 meter breed. Hiermee heeft het de exacte<br />

afmetingen van de tempel van Salomo zoals die beschreven<br />

wordt in het Oude Testament. Het gebouw wordt door<br />

zes vensters aan de lange zijden verlicht. Verder is het een<br />

bakstenen gebouw, van buiten onaanzienlijk, met een<br />

tonvormig dakgewelf. De beeldhouwer/architect Andrea<br />

Bregno schiep het marmeren hek (een transenna), dat de<br />

MMX<br />

Cappella Sistina<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 21


<strong>Rome</strong> toen<br />

kapel in een aan geestelijken voorbehouden altaarruimte en een ruimte voor leken verdeelt,<br />

en de beroemde zangerstribune ernaast. De vloer wordt gesierd door inlegwerken van<br />

meerkleurig marmer, terwijl de sokkelzone van oudsher met tapijten was behangen. Onder<br />

Sixtus IV waren de muurvlakken onder de vensters al in 1481-1483 door Botticelli, Ghirlandaio,<br />

Cosimo Roselli, Piero di Cosimo, Perugino, Pinturicchio, Luca Signorelli en Bartolomeo della<br />

Gatta van fresco’s voorzien. Op eenvoudige rechthoekige muurvlakken zijn links scènes uit<br />

het leven van Mozes en rechts episoden uit dat van Jezus afgebeeld. De beschilderde nissen<br />

tussen de vensters bevatten portretten van pausen. De inrichting wordt bekroond door<br />

het plafondgewelf, dat Michelangelo 25 jaar later voor Julius II vormgaf, en zijn fresco “Het<br />

Laatste Oordeel” op de altaarmuur. De muur- en plafondschilderingen in de Sixtijnse kapel<br />

worden door velen beschouwd als het hoogtepunt van de Renaissance.<br />

- 1481-1483: Nog tijdens het pontificaat van Sixtus IV (1471-1484) werden alle wanden gedecoreerd.<br />

Pier Matteo d’Amelia schilderde een sterrenhemel op het plafond.<br />

- Julius II (1503-1513) huurde in 1508 de Florentijnse meester Michelangelo in om het plafond<br />

en de lunetten boven de ramen te beschilderen. Dit werk werd in 1512 opgeleverd. Het<br />

plafond toont negen taferelen uit Genesis; in de lunetten worden voorvaderen van Jezus<br />

getoond, zoals opgesomd in Mattheüs 1.<br />

MMX<br />

<strong>Rome</strong> 1506-1626<br />

De belangrijke leider van <strong>Rome</strong> was paus Julius II. Hij legde op 28 april de eerste steen van<br />

derde nieuwe basiliek in <strong>Rome</strong>. Dit was de nieuwe Sint Pieters basiliek. De architect/bouwmeester<br />

van de basiliek was Bramante.<br />

Barmante overleed in 1514, alleen de vier steunpijlers van de koepel zijn daarna nog afgewerkt.<br />

Na zijn dood werd het plan voor de bouw nog verschillende keren gewijzigd.<br />

Plundering van <strong>Rome</strong><br />

Op 6 mei 1527 viel <strong>Rome</strong> ten deel aan een plundering van een leger van ongeveer 25.000<br />

Duitse en Spaanse soldaten. Ze deden aan plunderingen, verwoesting, verkrachting en<br />

moord. Met de plundering van <strong>Rome</strong> werd het vijandschap tussen keizer Karel V en paus<br />

Clement VII verslechterd. Keizer Karel V beschouwde Italië als de kern van het heilige Roomse<br />

rijk. Hij wilde dit graag veroveren en werd na de “Slag bij Pavia” ook de machtigste heerser<br />

van Europa.<br />

paus Clemens VII wilde niet onder de keizerlijke voogdij van Karel V staan en richtte op 22<br />

mei 1526 de Heilige Liga van Cognac op. Hiermee wilde hij de macht van Karel V in Italië<br />

breken. De paus vormde een leger van 10.000 man onder leiding van Francesco Maria della<br />

Rovere. Karel V had ook een sterk leger op de been gebracht, onder leiding van zijn broer<br />

Ferdindand I. De troepen rukte langzaam op door Italië.<br />

Op 6 mei 1527 stond het leger van Karel V aan de poorten van <strong>Rome</strong>. De soldaten van Karel<br />

hadden al maanden geen salaris ontvangen en waren naar kostbaarheden op zoek. <strong>Rome</strong><br />

telde tussen de 50.000 en 60.000 inwoners en was slecht verdedigd. Uit zuinigheid had de<br />

paus slechts een klein leger onderhouden. Als snel verloor het leger zijn grip op de stad en op<br />

geheime plekken wisten de aanvallers over de stadsmuren te komen. Toen de stad dreigde te<br />

vallen vluchtte de paus met zijn gevolg door een geheime gang uit het Vaticaan naar de onneembare<br />

Engelenburcht. De rest van <strong>Rome</strong> was volledig aan de indringers overgeleverd.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

22


Geschiedenis van de stad<br />

Kaart van <strong>Rome</strong> in 1575, voor de herindeling van Sixtus V.<br />

Een tekening van <strong>Rome</strong> waarin het assensysteem van Sixtus V goed te zien is.<br />

Kerken, kloosters, villa’s en particuliere<br />

huizen werden geplunderd en verwoest.<br />

Tijdens de plundering werden<br />

tussen de 6000 en 12.000 <strong>Rome</strong>inen<br />

vermoord. De paus gaf zich pas op 7<br />

juni 1527 over. In het vredesverdrag<br />

moest hij een grote schadeloosstelling<br />

betalen aan de keizer. Nooit vergaven<br />

de inwoners van <strong>Rome</strong> de paus zijn<br />

politieke misrekening.<br />

MMX<br />

Verdere bouw Sint Pieters basiliek<br />

In 1547 krijgt Michelangelo op 72-jarige<br />

leeftijd van paus Paulus III de opdracht<br />

het werk aan de Sint Pieters basiliek te<br />

hervatten. Het plan is om de opvatting<br />

van Bramante te bouwen maar met gewijzigde afmetingen. Michelangelo zei dan ook: “Ik<br />

ga naar <strong>Rome</strong> om de zuster van de koepel van Brunelleschi te scheppen, niet mooier, maar<br />

groter!” Op 18 februari 1564 overleed Michelangelo, dit is drie dagen na zijn laatste inspectie<br />

van het werk. De trommel van de koepel is opgebouwd. Pas in 1590 is de koepel helemaal<br />

afgewerkt onder leiding van Vignola en Giacomo Della Porta. In 1600 vroeg paus Paulus V<br />

aan Maderno de arm naar het plein toe te verlengen en de basiliek van een monumentale<br />

voorgevel te voorzien. De centraalbouw werd een Latijns kruis. Op het plein verdween de<br />

koepel achter de voorgevel. In 1620 begon Bernini met het versieren van het interieur en in<br />

1626 is dit afgerond. Op 18 november wijdde paus Urbanus de vergrote basiliek in. Het is de<br />

1.300ste verjaardag van de inwijding van de basiliek van Constantijn.<br />

Herindeling straten van <strong>Rome</strong> 1585<br />

Toen Felice Peretti di Montalto paus werd, was <strong>Rome</strong> slechts een schim van het <strong>Rome</strong> uit de<br />

tijd van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Slechts één derde van het oppervlak binnen de<br />

stadswallen was bewoond. De aquaducten waren verwaarloosd en leverden<br />

weinig tot geen water meer aan. De Middeleeuwse bebouwingstructuur<br />

bemoeilijkte het voetverkeer. Dit leverde veel problemen op,<br />

omdat veel pelgrims <strong>Rome</strong> kwamen bezoeken en zij in zo’n kort<br />

mogelijke tijd de zeven hoofdkerken wilden zien. Perreti had zich<br />

al over deze problemen gebogen voordat hij paus werd. Als kardinaal<br />

woonde hij in een paleis bij Santa Maria Maggiore, dit was<br />

één van de zeven bedevaartsplekken van <strong>Rome</strong>. Toen hij gekozen<br />

werd als paus wilde Sixtus V een grondige hervorming van het<br />

stedelijke ontwerp van <strong>Rome</strong> doorvoeren.<br />

De hoofdgedachte van het plan van paus Sixtus V was om de<br />

zeven hoofdkerken te verbinden. Hij wilde dit doen door middel van assen.<br />

Dit deed hij vanwege drie redenen. Hij wilde een route maken die de<br />

pelgrims eenvoudig van de ene naar de andere kerk zouden leiden. Ook wilde<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 23


<strong>Rome</strong> toen<br />

Sixtus V een claim leggen op een groot stuk van <strong>Rome</strong>. Ook wilde hij dat de lege stadsdelen<br />

herbevolkt zouden worden. Het plan van Sixtus V werd niet volledig uitgevoerd tijdens zijn<br />

pontificaat. Wel werden de grote lijnen uitgezet en het plan zal de verdere stadsplanning<br />

van <strong>Rome</strong> nog eeuwenlang bepalen. Het plan van Sixtus V wordt beschouwd als één van de<br />

meest efficiënte uitbreidingsplannen van <strong>Rome</strong> en het begin van de moderne stadsplanning.<br />

Paus Sixtus V werd in zijn plannen bijgestaan door de architect Domenico Fontana. Toen Fontana<br />

aan de slag ging met de plannen van Sixtus V zorgde hij er als eerste voordat de aquaducten<br />

hersteld werden. Hierdoor kwam er weer water op de heuvels zodat deze opnieuw<br />

bewoond en bewerkt konden worden. Hierdoor kon de stadsuitbreiding zich uitbreiden binnen<br />

de volledige omwalling. De voorgangers van Sixtus V slaagden er alleen in op het gebied<br />

tussen Borgo en het Vaticaan te bevolken omdat hier wel voldoende water was. Het herstellen<br />

van de aquaducten werd door de inwoners van <strong>Rome</strong> dan ook gezien als een pauselijke<br />

triomf. Maar de belangrijkste wijziging die Sixtus V door wilde voeren was het verbinden van<br />

de zeven hoofdkerken door middel van het assensysteem. Hij verving de te ver weg gelegen<br />

San Sebastiano door de Santa Maria del Popolo. Babuino en de Strada Felice. De Strada Felice<br />

liep via de Santa Maria del Popolo. Vanaf de Santa Maria del Popolo vertrok de Via Leonina<br />

richting de Tiber, de Via del Corso, Strada del Maggiore naar de Santa Croce in Gersalemme.<br />

Het stuk van Santa Maria del Popolo tot de Santa Maria Maggiore werd echter niet uitgevoerd<br />

door Sixtus V door een probleem met het hoogteverschil, maar dit zou later opgelost<br />

worden met de Spaanse Trappen. Vervolgens vernieuwde hij de Via Pia tussen de Porta Pia<br />

en de Via Felice. Sixtus V zorgde ervoor dat ze minder steil werd. Hierna werd ook nog een as<br />

gelegd tussen Santa Maria Maggiore en de Sint-Jan van Lateranen en tussen deze kerk en het<br />

Colosseum (Via Di San Giovanni). Sixtus V had ook nog een as gepland tussen de Santa Maria<br />

Maggiore en de zuil van Trajanus maar deze werd niet uitgevoerd omdat het Forum van Trajanus<br />

op deze route lag. De assen werden door Sixtus V versterkt door middel van architecturale<br />

ingrepen. Hij voerde een volledige vernieuwing van het Lateraanse paleis uit en hij liet<br />

op de Santa Maria Maggiore een extra tweede koepel zetten om de gerichtheid van de assen<br />

te versterken. Om de assen ook visueel te verbinden en vast te leggen als herkenningspunt in<br />

de stad, gebruikte Sixtus V obelisken en zuilen op het einde van een as. Hiervoor gebruikte hij<br />

antieke zuilen en Egyptische obelisken, die werden gerestaureerd onder leiding van Fontana.<br />

De obelisken en zuilen werden niet enkel gerestaureerd, maar ook voorzien van een duidelijk<br />

Christelijk symbool. Zo werd op de zuil van Trajanus een beeld van Petrus geplaatst en op de<br />

zuil van Marcus Aurelius een beeld van Paulus. Op de obelisken werd een kruis of het pauselijk<br />

symbool geplaatst. Het verplaatsen van de obelisken was meestal een moeilijk karwei.<br />

Voor de verplaatsing van de obelisk die bestemd was voor het Sint-Pietersplein, waren dan<br />

ook 800 man nodig en 75 paarden. Het verplaatsen duurde 13 maanden. Naast de obelisk op<br />

het Sint-Pietersplein zijn er ook obelisken geplaatst bij de Santa Maria Maggiore, Sint-Jan van<br />

Lateranen en de Piazza del Popolo.<br />

MMX<br />

Naam Plaats Jaar Opdrachtgever Overgebracht door<br />

Vaticaanse Obelisk Sint-Pietersplein 1586 Farao Nencoreo III Caligula<br />

Esquilijnse Obelisk Santa Maria Maggiore 1585 Psammetico II Domitianus of Nerva<br />

Flaminio Obelisk Piazza del Popolo 1589 Set I Augustus<br />

Lateraanse Obelisk Sint-Jan van Lateranen 1585 Thoetmosis III Constantius II<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

24


Geschiedenis van de stad<br />

Sixtus V is dus van een groot belang<br />

geweest voor het behoud van<br />

de obelisken en zuilen. Door Sixtus<br />

V zijn ook andere grote monumenten<br />

gespaard gebleven. Voorbeelden<br />

hiervan zijn de aquaducten<br />

en het Forum Trajanus. In eerste<br />

instantie was er een as gepland<br />

waarbij het Forum Trajanus zou<br />

moeten verdwijnen maar deze as is<br />

niet door gegaan.<br />

Sixtus V stond dan ook positief tegenover<br />

het <strong>Rome</strong>inse erfgoed. Hij<br />

heeft vele <strong>Rome</strong>inse monumenten<br />

een nieuwe functie gegeven en hij<br />

heeft het Colosseum opgenomen in het assensysteem.<br />

Sixtus V waarde als paus voor de stad <strong>Rome</strong> is dus niet te onderschatten. Zijn uitbreidingsplan<br />

is één van de eerste moderne stadsplannen. Sixtus V en Fontana hebben met hun plan<br />

niet alleen rekening weten te houden met de bestaande situatie, maar ze hebben ook gelet<br />

op de toekomst. Het assensysteem werkt dan ook nog steeds goed.<br />

Op de kaart hierboven is een totaal overzicht te zien van de meest bekende gebouwen die<br />

tussen 1506-1626 gebouwd zijn. Opvallend is dat ze vrijwel allemaal in hetzelfde gebied zijn<br />

gebouwd.<br />

1 Palazzo Fernese 1528<br />

2 Palazzo della Cancelleria 1489-1513<br />

3 Tempietto van San Pietro in Montorio 1508<br />

4 Villa Farnesina 1506-1510<br />

5 De Gesu 1584<br />

6 Palazzo spada 1540<br />

7 Palazzo barberini 1549<br />

8 Palazzo Falconieri Loggia 1483-1546<br />

9 Chancellery Palace 1483-1517<br />

10 Palazzo Massimo 1527-1536<br />

11 Piazza del Campidoglio 1538-1650<br />

12 Sforza Chapel 1558<br />

MMX<br />

De hoofdstad <strong>Rome</strong> 1860-1960<br />

In juli 1870 begon de Frans-Pruisische oorlog en de Franse keizer Napoleon III kon niet langer<br />

de kerkelijke staat beschermen. Kort daarna viel het Italiaanse leger onder generaal Raffeale<br />

Codorna <strong>Rome</strong> binnen na een kanonnade van drie uur. De volgende dag werd Leonine-City<br />

bezet. Er werd een voorlopige, gezamenlijke regering aangemaakt door Cadorna. <strong>Rome</strong> en<br />

Latium werden gehecht aan het Koninkrijk van Italië. Hierna werd een volksraadpleging gehouden<br />

op 2 oktober. Hieruit volgde dat er 133.681 stemmen waren voor het aanhechten van<br />

een nieuw stadsdeel en 1507 tegen. In <strong>Rome</strong> zelf, waren er 40.785 voor en 67 tegen.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 25


<strong>Rome</strong> toen<br />

De Italiaanse regering heeft de huidige paus Pius IX aangeboden Leonine-<br />

City te behouden, maar de paus wees het verzoek af. De reden voor het<br />

verwerpen van het aanbod was dat de paus zich een gevangene voelde<br />

in het Vaticaan. Dit was maar een gevoel, want de paus kon overal naar<br />

toe. Hieruit volgde dat de hoofdstad officieel verplaatst werd van Florence<br />

naar <strong>Rome</strong>. Dit was in het begin van 1871.<br />

MMX<br />

Inwonersaantal<br />

In de tijd van 1880 tot 1910 werden sommige centrale gebieden gereor- Benito Muzzolini<br />

ganiseerd. In de fascistische periode werden nieuwe buurten opgericht<br />

. Doordat deze buurten steeds groter en groter werden, grensde <strong>Rome</strong> opeens aan zeven<br />

dorpen. Deze dorpen werden opgenomen in de stad. Al deze uitbreidingen waren nodig<br />

omdat de bevolking aanzienlijk werd vergroot. Ondanks de grote bouwactiviteit kon de stad<br />

de hoeveelheid immigranten niet verwerken en na de Eerste wereldoorlog ontstonden uitgestrekte<br />

sloppenwijken. Deze enorme toename was het gevolg van het regeren van Italië uit<br />

één punt, oftewel het regeren uit <strong>Rome</strong>. In 1871 was het inwonersaantal 244.000. In 1961 was<br />

dit aantal al gestegen tot 1.600.000, een stijging met 1.356.000 inwoners.<br />

Tweede Wereldoorlog<br />

Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft <strong>Rome</strong> enkele bomaanslagen te verduren gehad,<br />

maar er was relatief weinig schade. Geen van de partijen die betrokken waren bij de Tweede<br />

Wereldoorlog wilde het leven van paus Pius XII in Vaticaanstad in gevaar brengen. De geallieerden<br />

vielen op 4 juni 1944 <strong>Rome</strong> binnen. Het was de eerste hoofdstad die binnen werd<br />

gevallen door de geallieerden. <strong>Rome</strong> was relatief onbeschadigd, omdat de Duitsers hadden<br />

verklaard dat <strong>Rome</strong> een “open stad” was. Dat betekende dat de geallieerden niet hun weg<br />

naar binnen moesten vechten.<br />

Biografie Benito Mussolini<br />

Mussolini voluit geheten Benito Amilcare Andrea Mussolini is geboren in Predappio op 29 juli<br />

1883. Zijn moeder was een katholieke onderwijzeres, zijn vader een revolutionaire smid. Van<br />

jongs af aan was Mussolini al een lastig kind, was vaak betrokken bij vechtpartijen en zelfs<br />

bij gevechten waar messen aan te pas kwamen. Door deze vergrijpen dreigde er een einde te<br />

komen aan zijn schoolcarrière. Dit gebeurde echter niet en Mussolini studeerde verder voor<br />

onderwijzer. De baan als leraar heeft hij niet lang volgehouden. In 1902 is Mussolini tijdelijk<br />

naar Zwitserland verhuist om zijn dienstplicht te ontlopen. Echter bij zijn terugkeer in Italië<br />

rond 1906 vervulde hij alsnog zijn dienstplicht.<br />

Een paar jaar later in 1914 richtte Mussolini een eigen krant met als naam Il Popolo d’Italia,<br />

wat het “Italiaanse volk” betekent. In hetzelfde jaar begon de Eerste Wereldoorlog, waar<br />

Mussolini een groot voorstander van was. Na de oorlog in 1921 wordt Mussolini als leider<br />

gekozen van de nationalistische Partito Nazionale Fascista. Een jaar later werd Mussolini<br />

door de koning tot minister-president benoemd. In 1925 verbiedt hij alle politieke partijen behalve<br />

die van zichzelf, verder schaft hij onder andere de persvrijheid af en roept een geheime<br />

politie in het leven. Er komt verassend weinig oppositie, dit kwam vooral door de propaganda<br />

vaardigheid van Mussolini. Onder het bewind van Mussolini werden er veel bouwwerken<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

26


Geschiedenis van de stad<br />

gerealiseerd. Enkele van deze bouwwerken zijn: Via dei Fori<br />

Imperiali, wijk EUR, Ara Pacis, en Colosseo Quadrato. Deze<br />

bouwwerken worden later behandeld.<br />

Een droom van Mussolini was om een groot Italiaans rijk te<br />

stichten rond de Middellandse Zee. In dertiger jaren begon<br />

Mussolini zijn droom te verwezenlijken. Hij viel Abessinië<br />

(in Noord Afrika) aan, dit was achteraf gezien geen goede<br />

zet omdat grote landen als Frankrijk en Groot-Brittannië<br />

zich tegen hem keerden. In 1939 kwamen Mussolini en<br />

Hitler steeds meer met elkaar in contact, met als gevolg<br />

dat Italië automatisch werd meegetrokken in de Tweede<br />

Wereldoorlog. Het Italiaanse leger was echter lang niet<br />

zo sterk als het leger van Duitsland. Hierdoor moesten Duitse troepen steeds het Italiaanse<br />

leger te hulp schieten. In 1943 na de landing van de geallieerde in Sicilië werd Mussolini in<br />

opdracht van Koning Victor Emanuel II gearresteerd. Een paar maanden later werd Mussolini<br />

bevrijdt door Duitse troepen. Lang heeft Mussolini hier niet van kunnen genieten want<br />

in 1945 werd hij samen met zijn vriendin geëlimineerd, tijdens zijn vlucht naar het neutrale<br />

Zwitserland.<br />

MMX<br />

Via dei Fori Imperali<br />

De Via dei Fori Imperali is een weg die van het Colosseum<br />

naar het kantoor(Palazzo Venezia) van Benito Mussolini<br />

liep. Dit is één van de symbolische waardes van de weg. De<br />

weg is aangelegd omdat Mussolini deze wilde gebruiken<br />

voor militaire parades na geboekte overwinningen. De<br />

bouw had een hoop voeten in de aarde, want om de weg<br />

aan te leggen moest er een deel van een Middeleeuwse<br />

wijk worden afgebroken. Hierdoor waren vierduizend mensen<br />

genoodzaakt te verhuizen naar een andere plek. Dit is<br />

één van de redenen waarom vele archeologen vinden dat<br />

de titel “meest hinderlijke weg” zonder twijfel naar Via dei Fori Imperali gaat. De weg kreeg<br />

in het begin de naam Via dell’Impero. Deze naam verwees naar het oude machtige <strong>Rome</strong>inse<br />

Rijk, en tevens naar het nieuwe rijk wat Mussolini wilde stichten. Later kreeg de nu drukke<br />

verkeersweg zijn nieuwe naam: Via dei Fori Imperali. Een leuk detail is dat Mussolini de weg<br />

nooit zelf heeft kunnen<br />

gebruiken. Het waren nota<br />

bene de Amerikanen die als<br />

eerste over Mussolini’s weg<br />

<strong>Rome</strong> in marcheerden.<br />

Wijk EUR<br />

EUR staat voor Esposizone<br />

Universale a Roma. Het<br />

project bestaat uit een<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 27


<strong>Rome</strong> toen<br />

hele wijk waar enkele beroemde gebouwen in staan zoals:<br />

Colosseo Quadrato, Palazzo dei Congressi, Musea della<br />

Civiltà Romana en Stadio dello Sport. De wijk EUR ligt in het<br />

zuiden van <strong>Rome</strong> en is opdracht van Mussolini gebouwd.<br />

Architect Marcello Piacentini heeft de hele wijk ontworpen.<br />

Eigenlijk zou de wereldtentoonstelling van 1942 in het EUR<br />

hebben plaatsgevonden, maar de Tweede Wereldoorlog<br />

zorgde er voor dat dit evenement nooit heeft plaatsgevonden.<br />

De bouw is begonnen in 1937, tijdens de oorlog heeft<br />

de bouw compleet stilgelegen. Later is de bouw hervat en<br />

voltooid volgens het oorspronkelijke ontwerp. Het EUR is<br />

gebouwd in een vereenvoudigde Neo-Classistische stijl,<br />

wat gebruikelijk was in die tijd.<br />

MMX<br />

Ara Pacis Augustae<br />

De Ara Pacis was oorspronkelijk geplaatst op de Campus Martius. Het was een muur van 11,65<br />

bij 10,62 meter op een verhoging met een deur. Binnenin stond het altaar. Deze was bescheiden<br />

versierd met bloemen en dieren. De buitenkant was daarentegen bijzonder gedetailleerd<br />

uitgevoerd en gebeeldhouwd. Het bouwwerk was geheel gebeeldhouwd uit het beste witte<br />

Carraramarmer. De afbeeldingen op de buitenkant moesten niet alleen vrede en voorspoed<br />

uitdrukken, maar ook de vroomheid van machthebbers. De eerste resten van de Ara Pacis zijn<br />

gevonden in 1568. In 1879 werd het door Friedrich Von Duhn als een monument herkent. De<br />

eerste officiële opgravingen begonnen in 1903, waarbij andere delen zijn ontdekt. De opgravingen<br />

werden pas in 1938 beëindigd. Het altaar werd vervolgens in elkaar gezet in een glazen<br />

hal ontworpen door Vittorio Ballio Morpurgo. Deze hal werd geopend in 1938. Dit alles is<br />

in opdracht gegaan van Mussolini. Het doel van Mussolini was om dit in een soort themapark<br />

te plaatsen ter ere van het oude <strong>Rome</strong>. Later in de gids word dit gebouw verder uitgewerkt.<br />

Palazzo della Civiltà Italiana (Het vierkante Colosseum)<br />

Het vierkante Colosseum ligt in het stadsdeel van <strong>Rome</strong> dat bekend staat als EUR. Het Palazza<br />

della Civiltà Italiana werd gebouwd als onderdeel van de EUR, een groot business center<br />

dat werd ingewijd door Mussolini. Dit allemaal voor de wereldtentoonstelling van 1942 en als<br />

symbool van het Facisme voor de wereld. Het Palazzo is ontworpen door de architecten Giovanni<br />

Guemini, Emesto Bruno La Padula en Mario Romano.<br />

Het is gebouwd tussen 1938 en 1943. Het werd ingehuldigd<br />

als het middelpunt van de EUR en het is nog steeds het<br />

meest iconische gebouw. De structuur word beschouwd als<br />

een van de meest vertegenwoordigende voorbeelden van<br />

fascistische architectuur aan de EUR.<br />

Het gebouw is overduidelijk geïnspireerd door het Colosseum.<br />

Het heeft een overdekt oppervlak van 8400 m2. Daarnaast<br />

heeft het een volume van 205.000 m3 en een hoogte<br />

van 68 meter, inclusief de basis. Het Palazza is gekenmerkt<br />

door rijen van negen horizontale bogen en zes verticale<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

28


Geschiedenis van de stad<br />

bogen. Het gerucht gaat dat elke boog voor een letter in de naam van Benoti (zes letters)<br />

Mussolini (negen letters) staat. Het Palazza is bedekt met Travertin steen, wat karakteristiek<br />

is voor de EUR. Helemaal van boven staan aan alle vier de zijden een tekst in grote letters:<br />

“VN POPOLO DI POETI DI ARTISTI DI EROI DI SANTI DI PENSATORI DI SCIENZIATI DI NAVIGA-<br />

TORI DI TRASMIGRATORI”<br />

“een natie van dichters, kunstenaars, helden, denkers, heiligen, wetenschappers, navigators<br />

en reizigers”<br />

Verderop in de gids wordt dit gebouw gedetailleerder uitgewerkt.<br />

<strong>Rome</strong> ingedeeld in 20 deelgemeenten.<br />

MMX<br />

Stadio Olimpico<br />

Het Stadio Olimpico maakte deel uit van het Foro Italico.<br />

Dit is een wijk die door Mussolini’s toedoen grondig is<br />

aangepakt. Het stadion is gebouwd in de periode 1928-1937,<br />

en droeg eerst de naam Stadio dei Cipressi. Oorspronkelijke<br />

is het ontworpen door Luigi Walter Moretti. Er is naast een<br />

voetbalveld ook een atletiekbaan aanwezig.<br />

Het stadion heeft al enkele verbouwingen ondergaan zoals<br />

onder andere voor de Olympische Spelen van 1960, het Wereldkampioenschap<br />

voetbal in 1990, en voor verbeteringen<br />

van de kleedruimtes en zitplaatsen op de tribune. Naast deze verbouwingen is ook de naam<br />

twee keer veranderd, eerst droeg het de naam Stadio dei Cipressi daarna Stadio del Centomila<br />

en nu heet het bouwwerk Stadio Olimpico.<br />

Momenteel zijn er 81903 zitplaatsen, en is het de thuisbasis van AS Roma en SS Lazio. Dit zijn<br />

twee toonaangevende voetbalclubs in <strong>Rome</strong>.<br />

De UEFA heeft het stadion een vijf sterren status gegeven, dit is de hoogst haalbare erkenning.<br />

<strong>Rome</strong> van 1960 tot nu<br />

<strong>Rome</strong> is bekend om zijn historische monumenten en kunst maar<br />

wordt steeds meer aangevuld met moderne architectuur en<br />

kunst, door deze mix wordt <strong>Rome</strong> steeds rijker aan verschillende<br />

vormen van kunst en architectuur. Het restaureren van<br />

de historische monumenten speelt ook een grote rol, <strong>Rome</strong> is<br />

altijd hard bezig met het onderhouden en restaureren van de<br />

monumenten om het stadsbeeld te behouden.<br />

Bevolkingsgroei<br />

<strong>Rome</strong> is ingedeeld in 20 deelgemeenten. Nummer<br />

één is het oude centrum, de gemeenten liggen hier<br />

omheen. In het jaar 330 telde <strong>Rome</strong> één miljoen inwoners. Na<br />

de val van het <strong>Rome</strong>inse Rijk is dit aantal sterk gedaald. Pas in<br />

1936 had <strong>Rome</strong> weer één miljoen inwoners en nu zelfs 2,6 miljoen.<br />

Afgelopen 100 jaar is <strong>Rome</strong> dus sterk gegroeid. Het behoord nu<br />

samen met Milaan tot de grootste steden van Italië.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 29


<strong>Rome</strong> toen<br />

De doorstroming binnen <strong>Rome</strong><br />

Tussen alle prachtige historische monumenten groeit de<br />

stad <strong>Rome</strong> al 2000 jaar lang veder. Tegenwoordig worden<br />

de wegen van <strong>Rome</strong> belast door miljoenen mensen en<br />

auto’s. Om de stroming van al deze mensen goed te houden<br />

is <strong>Rome</strong> bezig met het aanleggen van een nieuwe brug over<br />

de rivier de Tiber. De brug situeert zich aan de Lungotevere<br />

Flaminio. De brug is handig voor zowel de bewoners als de<br />

toeristen in <strong>Rome</strong> omdat de brug verschillende culturele<br />

en sportieve faciliteiten verbind. De brug is bedoeld voor<br />

voetgangers maar zo ontworpen dat er later uitbreiding<br />

mogelijk is voor openbaar vervoer. Het ontwerp van de brug<br />

is gemaakt door Britse architect Buro Happold de winnaar van de architectuurwedstrijd.<br />

De ontwikkeling is uitgewerkt in samenwerking met Powell-Willisms Architecten. De brug<br />

MMX<br />

De Tiber, hoofdletter A geeft plaatsing brug aan.<br />

wordt 200 meter lang en ongeveer achttien meter breed, hij zal opgebouwd worden uit staal<br />

met een betonnen fundering. De brug is al benoemd en zijn naam is: De Ponte della Musica.<br />

Palazetto dela Sport<br />

In 1960 is het grootste sportevenement de Olympische spelen in <strong>Rome</strong> gehouden. Hiervoor is<br />

het Palazetto dela Sport gebouwd. Deze enorme koepel met een diameter van bijna 59 meter<br />

is ontworpen door Pier Luigi Nervi, een Italiaanse architect en ingenieur. Pier Luigi Nervi legde<br />

zich in zijn studie toe op het gewapend beton, wat in die tijd een relatief nieuw materiaal<br />

was. De constructie van Palazetto dela Sport is met dit materiaal gemaakt door middel van<br />

prefab ribben. Het Bouwen van Palazetto dela Sport was mogelijk omdat Nervi werkte met<br />

kleine gewapende betonvormen, in combinatie met een beweegbare stellage. Ook het interieur<br />

van de gehele koepel is van beton. Dit gebouw zal verder in de gids uitgebreid besproken<br />

worden.<br />

Het behouden van de historische monumenten<br />

Naast het plaatsen van moderne, strakke architectuur en het aanwinnen van moderne kunst<br />

is <strong>Rome</strong> de afgelopen jaren en ook nu druk bezig met het onderhouden en restaureren van<br />

de historische monumenten. Zo heeft <strong>Rome</strong> na de aardbeving in 1979 de Zuil van Constantijn<br />

gerestaureerd. In 2008 is begonnen aan de<br />

restauratie van de kerk der Friezen en de Ara Pacis<br />

Augustae is sinds 2005 ook weer open na restauratie.<br />

De vele monumenten vereisen een hoop<br />

onderhoud, maar het is zeker dat na een goede<br />

restauratie een monument weer vele jaren mee<br />

kan en het stadsbeeld van <strong>Rome</strong> op deze manier<br />

behouden kan worden. Op de planning voor restauratie<br />

staat nu het bekende <strong>Rome</strong>inse Colosseum,<br />

dit Colosseum dat terug is te zien in vele films<br />

wordt jaarlijks door vier miljoen toeristen bezocht.<br />

In het voorjaar van 2010 wordt er begonnen met<br />

De Ponte della Musica.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

toen<br />

30


van 1960 tot nu<br />

de schoonmaak<br />

van de<br />

buitenkant,<br />

de grauwe<br />

stenen zullen<br />

dan behandeld<br />

worden. De<br />

restauratie zal<br />

ongeveer 20<br />

miljoen euro<br />

kosten. Er zijn<br />

meedere partuculieren sponsoren bijgesproken om de kosten te betalen. Naast het schoonmaken<br />

van de buitenkant zal de schade die de aardbeving in 2009 heeft aangericht worden<br />

hersteld, ook zullen de hekwerken tussen de onderste arcades verwijderd en vervangen<br />

worden. Publieke diensten zoals toiletten, loketten en de boekhandel zullen buiten het Colosseum<br />

geplaatst worden. Het Colosseum zal wel open blijven voor toeristen<br />

Het MAXXI – nationaal museum van de XXI eeuwen kunst.<br />

MMX<br />

De verrijking van <strong>Rome</strong> met moderne kunst en architecteur<br />

<strong>Rome</strong> is bekend om al zijn historische kunst, hiermee liep <strong>Rome</strong> het gevaar om gezien te worden<br />

als een stad die alleen historische kunst accepteerd. Om dit probleem aan te pakken is in<br />

2003 begonnen met de bouw van een museum voor hedendaagse (moderne) kunst, MAXXI<br />

– nationaal museum van de XXI eeuwen kunst. Het museum is gebouwd op het terrein van<br />

de voormalige militairekarzerne Montello in <strong>Rome</strong>. Het gebouw bevat meer dan 27.000 vierkante<br />

meter en is voornamelijk opgebouwd uit glas, staal en beton. Het museum is ontworpen<br />

door de architect Zaha Hadid’s die in 1998 is gekozen als winnaar voor dit project. Het<br />

moderne uiterlijk van het museum geeft een nieuwe kijk op de architectuur binnen <strong>Rome</strong>. De<br />

officiele opening zal plaats vinden in het voorjaar van 2010. Het MAXXI museum is elders in<br />

de gids uitgebreid uitgewerkt en besproken.<br />

Musea<br />

<strong>Rome</strong> is door de vele bezienswaardigheden een grote stad als het gaat om toerisme.<br />

Elk jaar komen mensen van heel de wereld naar <strong>Rome</strong> om de historische gebouwen en<br />

monumenten te bekijken. Doordat <strong>Rome</strong> al meer dan 3000 jaar bestaat is er veel historisch<br />

materiaal, dit is terug te vinden in de vele musea die <strong>Rome</strong> kent. De bekendste klassieke musea<br />

zijn het Vaticaans museum, Galleria Borghese, Museo di Roma en het moderne Nationaal<br />

Museum van Volkskunsten en Tradities.<br />

In dit museum is veel te vinden over de<br />

volksgroepen die de afgelopen eeuwen in<br />

<strong>Rome</strong> hebben geleefd. Het museum is opgericht<br />

in 1956. Er zijn meer dan 100.000<br />

documenten te vinden. Het museum is<br />

opgedeeld in de volgende elf sectoren:<br />

transport, communicatie, agriculturele<br />

productiemethoden, schapenfokken,<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing toen 31


<strong>Rome</strong> nu<br />

Het Bernini Mysterie is een boek van Dan Brown, hier is ook een verfilming<br />

van gemaakt. De oorspronkelijke titel is “Angels and Demons”. Bernini<br />

was één van de beroemdste kunstenaars van de zeventiende eeuw<br />

(geboren op 7 december 1598 Napels), hij beïnvloede dan ook velen uit<br />

die tijd. Vooral omdat de stad <strong>Rome</strong> vol stond met bijzondere werken van<br />

hem. Hij deed vooral aan beeldhouwen maar daarnaast was hij ook schilder,<br />

tekenaar en architect. In vele architectonisch waardevolle gebouwen<br />

zijn de werken van Bernini te zien. Het meest werd hij geïnspireerd door<br />

Michelangelo. De werken van Bernini behoren tot de Barok.<br />

Giovanni Lorenzo Bernini<br />

Aan het begin van zijn lange carrière werd hij beroemd met mythologische groepen en<br />

portretbustes. Bernini werkte bij voorkeur in brons en marmer, daarin kon hij levensecht<br />

sculpturen of mensen maken. Bernini werkte meestal in opdracht voor de paus, zo werd hij<br />

later ook de architect van de (nieuwe) Sint-Pieter. Hij nam ook particuliere opdrachten aan,<br />

meestal van gefortuneerden. Bernini had een groot atelier met vele medewerkers. Giovanni<br />

Lorenzo Bernini overleed in november 1680 in <strong>Rome</strong>.<br />

Film Bernini Mysterie<br />

Na de dood van paus Pius XVI werd er gerouwd in <strong>Rome</strong> en tegelijker tijd moet er een opvolger<br />

worden gekozen. In Frankrijk wordt op dat moment met geweld een gevaarlijke stof<br />

gestolen die als bom kan worden gebruikt. Ook worden de vier belangrijkste kandidaten om<br />

de paus op te volgen ontvoerd. Robert Langdon wordt gevraagd om in <strong>Rome</strong> deze zaak op te<br />

lossen, omdat hij een geleerde is op het gebied van iconografie is. Er wordt vermoed dat deze<br />

zaak daarmee te maken heeft. Er is een raadselachtige boodschap achtergelaten waarvan<br />

Robert Langdon de oplossing vind: in één van de kerken in <strong>Rome</strong> zit een bom verscholen die<br />

binnen 24 uur zal ontploffen. Er wordt verder gezocht. Zo is er in het Pantheon niks te vinden<br />

maar het raadsel brengt hen bij de vier elementen. Ook wordt er gezocht in de archieven van<br />

het Vaticaan. De elementen zijn; lucht, aarde, water en vuur. Hiermee zullen de vier kardinalen<br />

om het leven worden gebracht. Deze elementen zijn verborgen in <strong>Rome</strong>. Deze actie is<br />

bedoeld als een wraak actie voor het vermoorden van wetenschappers, toen de wetenschap<br />

als duivels werd beschouwd in het geloof.<br />

De belangrijkste aanwijzing is:<br />

We zullen uw vier pijlers verwoesten. We zullen uw “preferiti” merken en hen offeren op de<br />

altaren van wetenschap. Dan zal uw kerk op u neer komen. Vaticaanstad zal verteerd worden<br />

door licht. Een stralende ster aan het einde van het “Pad der Illuminatie”.<br />

Robert Langdon, Vittoria Vetra en de Romaanse politie gaan samenwerken in deze zaak.<br />

Na het lezen in diverse boeken komt Robert Langdon er achter dat het aarde altaar zich in<br />

de chigi kapel bevindt. Maar daar is de eerste kardinaal al dood gegaan omdat hij gestikt is<br />

in aarde, op zijn borst staat “earth” gebrand. Met behulp van een heleboel beelden komen<br />

ze ook achter de tweede locatie. Dat is de West Ponente op het Sint-Pietersplein, maar ze<br />

komen te laat om de tweede kardinaal te redden. Deze is vermoord door het doorsteken van<br />

de longen.<br />

Nadat een evacuatie poging van de St. Pieter is mislukt wordt zelfs Robert Langdon een<br />

doodpoging aangedaan. Toch vinden ze de derde locatie, de Santa Maria della Vittoria. Hier<br />

dood de moordenaar iedereen behalve Robert zelf. De derde kardinaal kan net niet gered<br />

Angels & Demons<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

32


Het Bernini mysterie<br />

worden uit een vlammen zee. In de kerk verwijst het beeld de extase van Theresia naar het<br />

zuidwesten. Ze volgen dit spoor wat leidt tot de fontein op het Piazza Navona. Daar wordt de<br />

vierde kardinaal gered uit handen van een verdrinkingsdood. Hij verklaart dat ze gevangen<br />

zaten in het kasteel van st. Angelo.<br />

Bij het kasteel spaart de dader het leven van Robert en Vittoria, omdat ze niet gewapend zijn.<br />

Hij vertelt hen ook dat het brein hierachter zich in de katholieke kerk bevindt. De dader vindt<br />

zijn beloning in zijn auto, maar die ontploft. Na het bekijken van de kaart ziet Robert het verband<br />

tussen de plaatsen van de altaren en de bom, ook komt hierbij de sleutel van pas die hij<br />

kreeg, na een hoop verwarring in de St. Pieter. Er wordt ontdekt dat de bom bij het graf van<br />

Petrus ligt. De “kamerbewaarder” van de kerk vliegt met de bom en helikopter weg en kan er<br />

nog net levend uitspringen.<br />

Na zijn herstel blijkt echter dat hij het meesterbrein was, na het bekijken van camera beelden.<br />

Daar kan hij niet omheen en pleegt zelfmoord. In de dagen daarna wordt de nieuwe<br />

paus gekozen.<br />

Bouwwerken<br />

De volgende bouwwerken komen in het Bernini mysterie voor:<br />

- Habakuk en de engel in de Chigi Kapel van de Santa Maria del Popolo kerk.<br />

- De West Ponente op het Sint-Pietersplein.<br />

- De Extase van Theresia in de kerk van Santa Maria della Vittoria.<br />

- La Fontana dei Quattro Fiumi op het Piazza Navona.<br />

- Castel Sant Angelo<br />

Santa Maria della Vittoria<br />

In het Bernini Mysterie speelt de Santa Maria della Vittoria een belangrijke rol, het derde<br />

altaar; vuur bevind zich in deze kerk. De derde kardinaal verbrandt er en de moordenaar<br />

weet te ontsnappen. Het belangrijkste onderdeel van deze kerk, is de Extase van Theresia.<br />

Het beeld wat Bernini maakte is van marmer. In het werk is te zien dat een engel op het punt<br />

staat om de heilige Theresia van Avila met een pijl<br />

te doorboren. De pijl wordt ook wel speer van vuur<br />

genoemd.<br />

De goudkleurige stralen (bronzen buizen) achter het<br />

beeld lichten flink op in de zon, dat komt door een<br />

venster naar binnen komt. Hierdoor wordt het effect<br />

van het vuur versterkt. Op het eerste gezicht lijkt<br />

het beeld een sensueel thema te hebben, maar bij<br />

het bestuderen van het beeld blijkt dat het juist het<br />

excentrieke ruige beeld naar voren komt.<br />

Het werk leverde aardig wat discussie op. Het blijft<br />

een grote trekpleister voor toeristen. Veelal liefhebbers<br />

van de film of het boek “het Bernini Mysterie”.<br />

Maar het beeld van Bernini verwijst in het verhaal van<br />

Dan Brown ook verder. Zo wijst de pijl naar het zuidwesten<br />

en geeft dit Robert Langdon een belangrijke<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 33


<strong>Rome</strong> nu<br />

aanwijzing in het oplossen van het mysterie.<br />

De verdere details van de Santa Maria della Vittoria, zoals ligging, materialen, constructieve<br />

details enzovoorts zullen verder in deze reisgids aan bod komen.<br />

Engelenburcht (Castel Sant” Angelo)<br />

De Engelenburcht (Castel Sant” Angelo) is een monument in <strong>Rome</strong>. De burcht is het oorspronkelijke<br />

Moles Hadriani (“het gevaarte van Hadrianus’”). Dit kasteel vlak voor de ingang<br />

van het Vaticaan was oorspronkelijk bedoeld als praalgraf voor keizer Hadrianus. Hij liet<br />

het bouwen tussen 135 en 139. Zo’n honderd jaar later werd zijn tombe verstevigd. De naam<br />

“Engelenburcht” stamt uit 590 toen paus Gregorius I god smeekte om de pestepidemie te<br />

beëindigen. De paus zag boven het graf van Hadrianus de aartsengel Michael verschijnen die<br />

zijn zwaard in de schede stak.<br />

paus Pius II liet op de plaats waar de aartsengel zou zijn verschenen een kapel bouwen.<br />

Het mausoleum was in de late oudheid al getransformeerd in een burcht. Vanaf 280 omringde<br />

de Aureliaanse Muur het grootste deel van de oude stad, maar het Vaticaan viel daar<br />

buiten. Door de opkomst van het Christendom trokken steeds meer pelgrims naar de oude<br />

Sint-Pietersbasiliek, die met zijn kunstschatten vrijwel onverdedigd buiten de stad lag. Het<br />

mausoleum lag op een zeer strategische positie tussen het Vaticaan en de brug over de Tiber<br />

en werd daarom in de verdedigingswerken van de stad opgenomen. Zo werd het graf langzamerhand<br />

een burcht en werd er een corridor gebouwd tussen het kasteel en het Vaticaan.<br />

De beelden die op de rand van het mausoleum stonden, zijn eens gebruikt om de Goten weg<br />

te jagen. De pausen en de adel streden, nadat de Goten weg waren, om de burcht. De Goten<br />

waren een Oost-Germaans volk dat een grote rol gespeeld heeft in de ondergang van het<br />

West-<strong>Rome</strong>inse Rijk. De pausen en de adelen<br />

lieten de Engelenburcht verbouwen tot een<br />

sterke vesting die het Vaticaan (de Katholieke<br />

Kerk) moest beschermen tegen invallers,<br />

maar ook tegen de Middeleeuwse <strong>Rome</strong>inse<br />

adel en burgerij.<br />

Voor de veiligheid liet paus Nicolaas III in 1277<br />

de Passetto (doorgang) bouwen, ook wel de<br />

Corridoio (Corridor) genoemd. Dit was een<br />

muur tussen het Apostolisch paleis en de<br />

veilige burcht die uitkwam op de Aureliaanse<br />

Muur. Nu kon de paus, wanneer er gevaar<br />

dreigde, zich met zijn schatten verschansen<br />

achter de dikke muren van de Engelenburcht.<br />

Later werd de burcht ook als pauselijke<br />

schatkamer gebruikt. Tot en met de 16e eeuw<br />

werden de verdedigingswerken verbeterd en<br />

de zalen steeds mooier versierd. Zo liet paus<br />

Paulus III de burcht comfortabeler inrichten<br />

voor het geval een van de pausen voor langere<br />

tijd in de burcht zou moeten verblijven.<br />

de Extase van Theresia<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

34


Het Bernini mysterie<br />

Nog in 1814 werd de burcht<br />

belegerd. Het was op dat moment<br />

bezet door een garnizoen<br />

dat trouw was gebleven aan<br />

Napoleon, en werd omsingeld<br />

door een leger uit Napels, het<br />

koninkrijk van Napoleons zwager,<br />

de vorst Murat.<br />

In 1870 droeg het Vaticaan de<br />

burcht over aan het Italiaanse<br />

leger. Tot 1901 bleef het een<br />

gevangenis, maar in de jaren<br />

30 werd het een museum. In<br />

de burcht werd een museum<br />

gemaakt dat in 58 verschillende zalen verdeeld is. Zo krijgt u een boeiend overzicht te zien<br />

van de geschiedenis van de Engelenburcht. In de Kamer der Urnen stond de as van overleden<br />

keizers. Verder ziet u onder meer het beeld van een engel uit de 16e eeuw die destijds<br />

bovenop het gebouw stond. De ondergrondse gang tussen het Vaticaan en de Engelenburcht<br />

is sinds 2000 opengesteld voor publiek.<br />

De laatste jaren is er veel aan gedaan om de burcht een beter aanzien te geven. Een deel van<br />

het vestingwerk is nu hersteld en een park geworden.<br />

De Engelenburcht wordt met de andere oever van de Tiber verbonden door de Ponte Sant”<br />

Angelo (de Engelenbrug), de oorspronkelijke Pons Aelius (vernoemd naar keizer Hadrianus,<br />

wiens volledige naam Publius Aelius Hadrianus was), die gelijktijdig<br />

met het mausoleum is gebouwd. Ook de brug kreeg zijn echte naam<br />

in de 15e eeuw.<br />

Wanneer men de brug oversteekt ziet men aan weerskanten tien<br />

engelen, die er in 1669 bij de restauratie van de brug op zijn gezet. De<br />

engelen, gemaakt door leerlingen van Gian Lorenzo Bernini, dragen<br />

elk een van de wapenen van Christus, voorwerpen die te maken hebben<br />

met de lijdenstijd van Jezus.<br />

Engelenburcht met de Engelenbrug<br />

La fontana dei Quattro Fiumi<br />

De Vierstromenfontein is een fontein in Barokke stijl op het Piazza<br />

Navona te <strong>Rome</strong>, deze fontein is gemaakt door door Gian Lorenzo<br />

Bernini in de jaren 1648 tot 1651. De fontein is gebouwd op de plek<br />

waar eerst een simpel bassin stond waar de paarden uit konden<br />

drinken. Ook de wijk rond het plein heet Piazza Navona. De fontein is<br />

gemaakt van Travertin, een soort kalkafzetting die op marmer lijkt, de<br />

belangrijkste steensoort in <strong>Rome</strong>. Hoewel het niet geschikt is voor de<br />

fijnste sculpturale effecten, kan het veel sneller bewerkt worden dan<br />

marmer.<br />

Over het ontstaan is een anekdote bekend: “In 1651 vond paus Innocentius<br />

X dat het tijd was voor een mooi monument op zijn plein.<br />

La fontana dei Quattro Fiumi<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu 35


<strong>Rome</strong> nu<br />

Alle kunstenaars zouden het een grote eer vinden om<br />

zo’n belangrijke fontein te ontwerpen voor een paus.<br />

De paus kon dus kiezen wie hij zou aanstellen voor<br />

deze klus. Om hem te helpen kiezen organiseerde de<br />

paus een wedstrijd. Op die manier kon Bernini bouwen<br />

aan dit kunstwerk. Het zou een minder uitbundig werk<br />

worden als dat er nu werkelijk staat, omdat Bernini<br />

voor de paus kwam te werken. Bernini mocht het<br />

werk maken omdat hij ervoor zorgde dat Olymphia<br />

Maidalchini, de schoonzus van Innocentius X een zilveren<br />

model van de fontein kreeg. Vervolgens zorgde<br />

Bernini dat zij dit aan de paus zou laten zien en het<br />

aan hem zou geven. De paus was zo onder de indruk<br />

dat hij vanaf dat moment Bernini in staat stelde de centrale fontein af te maken. De fontein<br />

heeft zijn naam te danken aan de beelden die erop geplaatst zijn. De fontein bestaat uit vier<br />

figuren, die elk één van de toen bekende vier grootste rivieren van de wereld voorstellen. De<br />

Donau met zijn armen omhoog. Waarom voor de Donau gekozen is in plaats van de Tiber is<br />

te verklaren door de obelisk in het midden van de fontein. De opdrachtgever voor het maken<br />

van deze obelisk, Domitianus, heeft ooit met zijn legioen een ernstige dreiging gekend<br />

vanuit de rivier de Donau. De Nijl met bedekt hoofd omdat, volgens Baldinucci, de oorsprong<br />

ervan lang verborgen was. De Rio della Plata als neger met munten, Dit zou symbool staan<br />

voor bodemschatten in het gebied van de Rio de la Plata (Zuid-Amerika). Ook over het beeld<br />

van de Nijl is een kleine anekdote bekend. De god steekt zijn hand uit en lijkt weg te duiken<br />

uit angst dat de gevel van Sant’Agnese in Agone op hem valt. Bernini zou dit gedaan<br />

hebben omdat die kerk door zijn grote rivaal Borromini is gebouwd. Dit verhaal klopt zeer<br />

waarschijnlijk niet, aangezien de fontein enkele jaren eerder gebouwd was dan de kerk. Heel<br />

duidelijk aanwezig is de Egyptische obelisk van rood graniet die in het midden van de fontein<br />

omhoog steekt. Uit de Hiërogliefen op de obelisk, blijkt dat deze in het jaar 81 gemaakt<br />

is voor de <strong>Rome</strong>inse keizer Domitianus. Later is deze obelisk gebruikt in een tempel voor<br />

de grieks-egyptische god Serapis en later voor het Circus van Maxentius, een renbaan ten<br />

zuiden van het oude <strong>Rome</strong> bij de Via Appia. Innocentius X besloot de, ondertussen omgevallen<br />

en gebroken, obelisk te herbruiken. Op deze obelisk is zijn familiewapen aangebracht: de<br />

duif met de olijftak. Verder zijn nog onder andere een palmboom, een leeuw, een slang, twee<br />

dolfijnen en een armadillo te zien. De obelisk is 16,54 meter hoog. Het samenbrengen van<br />

architectuur en beeldhouwwerk in deze fontein was revolutionair ten opzichte van andere<br />

fonteinen in <strong>Rome</strong> uit die tijd.<br />

De riviergod Ganges, op de Vierstromenfontein<br />

Habakuk en de engel in de Chigi Kapel van de Santa Maria del Popolo kerk<br />

Robert Langdon vindt in het boek in de Chigi kapel van de Santa Maria del Popolo kerk een<br />

vermoorde kardinaal. Hij is half ingegraven in de aarde en gestikt door een mond vol aarde.<br />

Het beeld van Habakuk en de engel wijst hem de weg naar het volgende altaar. Santa Maria<br />

del Popolo is een van de oudste parochiekerken van <strong>Rome</strong> en staat boven het graf van keizer<br />

Nero. Volgens een Middeleeuwse legende waarde zijn verloren ziel rond bij een notenboom<br />

die daar was gegroeid. Paus Paschalis II liet de boom in 1099 omhakken, Nero’s as in de Tiber<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

36


Het Bernini mysterie<br />

gooien en bouwde vervolgens een Mariakapel op deze plek. Gregorius<br />

IX verving de kapel in 1227 door een grotere parochiekerk<br />

voor het volk (popolo) en vanaf 1472 liet paus Sixtus IV deze kerk in<br />

Renaissancestijl herbouwen. In 1505 voegde Bramante in opdracht<br />

van de augustijnen het priesterkoor toe. De kerk is in de 17de eeuw<br />

door Bernini in Barokstijl verfraaid. Vroeger heette de Chigi kapel<br />

Capella della Terra, ook wel de Kapel van de aarde. De als driebeukige<br />

pijlerbasiliek met een kruisvormig grondplan met zijkapellen<br />

ontworpen kerk heeft een sobere, drieledige gevel van Travertin.<br />

Dit is een kalksteen die gevormd wordt door de neerslag van kalk<br />

uit oververzadigd water uit warme bronnen. Dit is kenmerkend<br />

voor de vroege Renaissance in <strong>Rome</strong>. De Santa Maria del Popolo<br />

is vooral beroemd om zijn prachtige kapellen, die zijn gebouwd in<br />

opdracht van vooraanstaande families. Bovenop de kerk bevindt<br />

zich een achthoekige koepel. De Santa Maria del Popolo is gelegen<br />

aan de noordkant van het Piazza del Popolo. De kerk bestaat uit<br />

een centraal middenschip met twee zijbeuken, die omringd worden<br />

door elf straalkapellen. Één van de elf straalkappellen rond<br />

de kerk is de Chigi kapel. Deze kapel behoorde toe aan de rijke<br />

bankiersfamilie Chigi ten tijde van de Renaissance. De kapel werd<br />

ontworpen door Rafaël Santi. Bernini was de beeldhouwer van de<br />

beelden “Habakuk en de Engel” en “Daniël en de leeuw” die in de De engel en Habakkuk<br />

kapel te zien zijn. Het beeld van Habakuk staat rechtsachter in de kapel. De Engel en Habakuk<br />

wijzen verschillende richtingen uit. De engel trekt Habakuks haardos omhoog. Aan weerszijden<br />

van deze kapel zijn grote marmeren piramides te zien en in het midden de mozaïek<br />

van het duivelsgat. Hieronder liggen de resten van de minder vooraanstaande leden van de<br />

Chigi-familie. De vergulden koepel met cassetten van de kapel wordt gedragen door vier pijlers.<br />

De wandfresco’s tussen de ramen zijn van Francesco Salviati . Door een combinatie van<br />

perspectivische effecten lijkt de grafkapel veel groter dan hij in werkelijkheid is. Toen zowel<br />

de opdrachtgever als de kunstenaar in het jaar 1520 stierf, was het werk aan de kapel echter<br />

nog niet voltooid. Dat zou uiteindelijk pas veel later gebeuren, onder de Chigi-paus Alexander<br />

VII, die Bernini opdracht gaf voor het vervaardigen van de twee beelden in de kapel.<br />

De West Ponente op het Sint-Pietersplein<br />

Met behulp van beelden komen ze er in het boek achter dat de tweede locatie de West<br />

ponente op het Sint-Pietsersplein is. Ook hier komen ze te laat en is ook de tweede kardinaal<br />

al dood. Deze is vermoord door het doorsteken van de longen. De West-Ponente is een tegel<br />

in het Sint-Pietersplein. Ook wel bekend als Respiro di Dio. Op de tegel is een afbeelding te<br />

zien van de westenwind in de vorm van een engelachtig gezicht. De engel blaast lucht in de<br />

richting van het oude centrum van <strong>Rome</strong>. Dit moet de adem van God voorstellen. Dit was<br />

Bernini’s eerbetoon aan het tweede element: Lucht. Het Sint-Pietersplein is helemaal door<br />

Bernini ontworpen. Dit plein werd gebouwd van 1656 tot 1667. Het plein is vooral bekend<br />

doordat de paus er zijn jaarlijkse paaszegen uitspreekt. Maar dit is niet het enige waarvoor<br />

het plein gebruikt wordt. Het wordt bijvoorbeeld ook nog gebruikt voor heiligverklaringen.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 37


<strong>Rome</strong> nu<br />

Het plein wordt omgeven door een zuilenrij, die door Bernini zelf beschreven wordt als de<br />

moederlijke armen van de kerk. Deze zuilenrij bestaat uit 284 Dorische zuilen en 88 pilasters,<br />

in vier rijen, die vrijwel volledig symmetrisch staan. Samen vormen ze een ovaal met<br />

een grootste binnendiameter van ongeveer 198 meter. Het plein is in totaal ruim 200 meter<br />

breed en ruim 250 meter lang. In het midden van het plein staat een Egyptische obelisk<br />

van ruim 37 meter hoog. De obelisk is in 39 na Chr. in opdracht van Caligula naar zijn circus<br />

gebracht, dat later het Circus van Nero genoemd zou worden. In 1586 is de obelisk naar de<br />

huidige plaats verplaatst. De obelisk was vroeger namelijk een draaipunt voor wagens in<br />

races in het Circus van Nero. Dit circus stond op de plaats van het plein. Om de obelisk staan<br />

twee symmetrische fonteinen. De rechter fontein is ontworpen door Maderno. Om het symmetrische<br />

effect te behouden was er later nog een tweede fontein nodig. De eerste fontein is<br />

in 1612 geplaatst, terwijl de linkse fontein in 1675 gebouwd<br />

is.De balustrade van het Sint-Pietersplein is getooid met<br />

140 beelden van pauzen, martelaren, heiligen en stichters<br />

van katholieke orden. Het plein is ingenieus aangepast<br />

aan de situatie. Het richt zich op <strong>Rome</strong> en verbindt de<br />

Sint-Pieter met de gebouwencomplexen van Vaticaanstad.<br />

Bernini heeft rekening moeten houden met praktische<br />

voorwaarden zoals: het plein moet grote mensenmassa’s<br />

kunnen bevatten, een passend decor bieden voor<br />

West Ponente<br />

bedevaarten en processies en de pelgrims moeten het van<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

38


Sporen 5 keizers in huidige <strong>Rome</strong><br />

Forum van Nerva<br />

Marcus Cocceius Nerva (rond 30-98) was keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk<br />

van 96 - 98. Hij was de eerste van de zogeheten adoptiefkeizers, zoals:<br />

Trajanus, Hadrianus, Antoninus Pius en Marcus Aurelius. Marcus Cocceius<br />

Nerva heeft een aantal gebouwen laten realiseren die vandaag de<br />

dag nog veel aanzien hebben. Een belangrijk gebouw was het Forum van<br />

Nerva. In de volgende tekst zullen de bouwkunde overblijfselen van het<br />

Forum worden besproken. De opdracht tot bouw van het Forum werd<br />

Nerva<br />

gegeven door Keizer Domitianus (deze vond dat hij als keizer net als zijn<br />

voorgangers een Forum moest hebben), uiteindelijk heeft keizer Nerva (die hem opvolgde)<br />

het voltooid in 97, vandaar dat het ook zijn naam draagt. Het forum van Nerva lag naast het<br />

forum van Augustus. De belangrijkste reden voor de locatie van het forum is, omdat hiervoor<br />

al vele andere keizers in dit stuk van <strong>Rome</strong> hun forum gebouwd hebben. En natuurlijk omdat<br />

hier nog enige ruimte beschikbaar was, want rond het forum Romanum was alles al volgebouwd.<br />

Er wordt soms minderwaardig gesproken over doorgang in plaats van een echt forum.<br />

De reden dat dit gebouw “slechts“ 120 x 45 meter bestrijkt is door het eerder genoemde<br />

ruimtegebrek en het feit dat dit stuk grond diende als ontsluiting van de achterliggende wijk<br />

Subara, waardoor het niet eerder bebouwd was. Uiteraard moesten de mensen nog steeds<br />

via deze route naar de hierboven genoemde wijk, vandaar de vele poorten op het forum.<br />

Omdat het forum de functie van de toegangsweg overnam staat het forum ook wel bekend<br />

als Forum Transitorium. Het meest belangrijke deel van dit forum is de tempel gewijd aan<br />

Minerva (dit wordt benadrukt door de verhoging waarop deze geplaatst is en de prominente<br />

locatie in het gebouw.) Een forum diende hoofdzakelijk als markt, justitiecentrum en politiek<br />

centrum. Waarbij de nadruk lag op de laatste twee in het geval van keizerlijke fora. Tevens<br />

diende een forum ook als een soort van prestige gebouw om macht, rijkdom en kennis<br />

tentoon te stellen. Dit wordt in het geval van Forum Nerva vooral duidelijk als men kijkt naar<br />

het aantal oorspronkelijke beelden en de positionering<br />

ervan. De vele beelden van onder andere belangrijke<br />

personen uit die tijd keken als het ware van hun hoge<br />

standplaats neer op de mensen in het binnenplein van<br />

het forum. Tevens was het forum rijkelijk voorzien van<br />

natuursteen zoals marmer en Travertin dat de vloeren<br />

sierde. Tot de eerste helft van de 17e eeuw was het<br />

forum nog enigszins intact. Totdat er onder leiding van<br />

paus Paulus V het natuursteen van het forum gebruikt<br />

werd om andere bouwwerken mee te maken. De resten<br />

van deze bouwwerken kwamen tevoorschijn tijdens de<br />

aanleg van een autoweg onder leiding van Benito Mussolini<br />

in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw.<br />

In de jaren 20 en de jaren 60 van de vorige eeuw zijn er<br />

opgravingen geweest vandaar dat men ongeveer weet<br />

hoe het eruitzag. De ruïnes die nu nog over zijn laten<br />

helaas betrekkelijk weinig zien.<br />

Plattegrond van het Forum van Nerva<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 39


<strong>Rome</strong> nu<br />

Zuil van Trajanus<br />

Trajanus is geboren op 18 september 53 en overleed op 8 augustus 117. Hij<br />

was de keizer van <strong>Rome</strong> vanaf het jaar 98 tot 117. Trajanus wordt gezien<br />

als de beste keizer die <strong>Rome</strong> gehad heeft. De senaat gaf hem daarom de<br />

titel Optimus, wat beste betekent. Trajanus” invloed was zo groot dat tot<br />

in de Byzantijnse tijd de nieuwe keizer werd ingehuldigd met de bede “felicitor<br />

Augusto, melior Traiano” wat, “moge hij gelukkiger dan Augustus<br />

en beter dan Traianus zijn” betekent. Trajanus heeft ook een aantal bouwwerken<br />

nagelaten, één hiervan is de “Zuil van Trajanus”. Dit bouwwerk zal Trajanus.<br />

worden besproken in de tekst hieronder. Trajanus was een groot veldheer<br />

en was hierdoor al erg geliefd bij het volk en het leger voordat hij keizer werd. Toen Trajanus<br />

net keizer was geworden maakte hij zich nog geliefder bij het volk. Trajanus liet een aantal<br />

gevangenen vrij die al sinds de tijd van Domitianus vast zaten. Verder gaf hij ook een groot<br />

aantal bezittingen terug die door Domitianus in beslag waren genomen. Trajanus heeft een<br />

groot aantal veldslagen gevoerd in de tijd voordat hij keizer werd, maar ook nadat hij tot keizer<br />

benoemd is heeft hij als veldheer nog grote oorlogen gevoerd. De bekendste hiervan zijn<br />

de Dacische oorlogen deze zijn uitgevochten in de jaren 101-102 en 105-106. Ter ere van deze<br />

oorlogen is de zuil van Trajanus gebouwd. De zuil van Trajanus is gebouwd<br />

in de jaren 107 tot 112 en ingewijd in het jaar 113. De zuil staat op de ruïnes<br />

van het forum van Trajanus. Behalve om de Dacische oorlogen te herdenken<br />

is de zuil ook gebouwd om de hoogte van de heuvel aan te geven. Die<br />

heuvel is afgegraven om het forum van Trajanus te bouwen en waarschijnlijk<br />

is de zuil ook gebruikt als grafmonument voor de vergulde urn met het<br />

as van trajanus. De 29,78 meter hoge zuil bestaat uit 18 blokken Parisch<br />

marmer met een doorsnee van 3,70 m. Parisch marmer is een marmersoort<br />

afkomstig van het eiland Paros in Griekenland. Binnenin is een wenteltrap<br />

van 185 treden, die naar het platform boven op de zuil leidt. Er zijn 43 nauwe<br />

gleuven aangebracht voor de lichtinval. Op de zuil is spiraalsgewijs een<br />

ca. 200 m lang fries aangebracht waarop, als een soort doorlopend stripverhaal,<br />

de veldtochten van Trajanus in Dacië zijn afgebeeld. De breedte<br />

van het fries loopt op van 90 cm aan de onderkant tot 1,25 m bovenaan.<br />

De reliëfs zijn van een uitzonderlijke kwaliteit ook qua detaillering zij het<br />

meesterwerken van de beeldhouwkunst. De diepte van het reliëf is 5 cm. Er<br />

staan 2500 mensen afgebeeld. De afbeeldingen moeten niet als een realistische<br />

weergave van de oorlogshandelingen worden gezien, maar als een<br />

epische verwerking ervan. De keizer zelf is 60 keer afgebeeld, maar nooit<br />

tijdens een gevechtshandeling. De reliëfs vormen een belangrijke bron voor<br />

onze kennis van het <strong>Rome</strong>inse leger. De kunstenaar is mogelijk dezelfde als<br />

van het Trajaanse reliëf in de boog van Constantijn. Mogelijk gaat het om<br />

Apollodorus van Damascus, de architect van het Forum.<br />

“SENATUS POPULUSQUE ROMANUS IMPERATORI CAESARI DIVI NERVAE<br />

FILIO NERVAE TRAIANO AUGUSTO GERMANICO DACICO PONTIFICI MAXIMO<br />

TRIBUNICIA POTESTATE XVIII IMPERATORI VI CONSUL VI PATER PATRIAE AD<br />

DECLARANDUM QUANTAE ALTITUDINIS MONS ET LOCUS TANTIS OPERIBUS<br />

Zuil van Trajanus<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

40


Sporen 5 keizers in huidige <strong>Rome</strong><br />

SIT EGESTUS”.<br />

Vertaling: “De Senaat en het volk van <strong>Rome</strong> voor Caesar, de zoon van de<br />

vergoddelijkte Nerva, Nerva Trajanus Augustus, triomfator in Germanië<br />

en Dacië, Opperpriester, voor het achtiende jaar in het bezit van de<br />

bevoegdheden van volkstribuun, voor het zesde jaar Imperator, voor het<br />

zesde jaar consul, Vader des Vaderlands om aan te geven hoe hoog de<br />

heuvel en de plaats was die nu verwijderd is voor zo’n kunstwerk.”<br />

Hadrianus.<br />

Villa Hadrianus in Tivoli<br />

Publius Aelius Hadrianus wordt op 24 januari 76 geboren. Zijn geboorteplaats is Italica (bij<br />

Sevilla). Hadrianus” familie is afkomstig uit Baetica in Spanje. Door de vroegtijdige dood van<br />

zijn vader, wordt Hadrianus op 10-jarige leeftijd opgenomen in het kinderloze gezin van zijn<br />

achteroom, de latere keizer Trajanus. Trajanus zorgt voor zijn opleiding in <strong>Rome</strong>. Hadrianus<br />

toont daarbij een grote bewondering voor de Griekse cultuur. Dat is de reden dat hij, naar<br />

Griekse gewoonte, zijn baard laat staan, iets dat tot dan toe voor <strong>Rome</strong>inse keizers ongebruikelijk<br />

was. Een bouwwerk dat Hadrianus heeft laten bouw is een villa, genaamd “Villa<br />

Hadrianus”. De bouwkundige overblijfselen hiervan zullen hieronder worden besproken.<br />

Pompeia Plotina, de vrouw van Trajanus, is zeer toegewijd aan Hadrianus. Twee jaar nadat<br />

haar man keizer is geworden, in 100 n.Chr, arrangeert zij voor Hadrianus een huwelijk met<br />

Sabina waardoor zijn kansen om Trajanus op te volgen een stuk groter worden. Het betreft<br />

een politiek huwelijk en de relatie met zijn echtgenote is op zijn best koel te noemen.<br />

Hadrianus heeft ook een relatie met Antinous, een Griekse jongen. Als Antinous tijdens één<br />

van zijn reizen (in 130) verdrinkt in de Nijl, laat Hadrianus, gek van verdriet, de jongen tot god<br />

verklaren. Hadrianus is door latere schrijvers vaak verguisd vanwege deze relatie.<br />

Hadrianus maakt carrière in het <strong>Rome</strong>inse leger en vecht als stafofficier tegen de Daciërs en<br />

Westgoten in Oost-Europa en daarna tegen de Parthen in Klein-Azië. Toen Trajanus in 117<br />

overleed, volgde Hadrianus hem als keizer op. Kort na het overlijden van Trajanus trok hij<br />

de <strong>Rome</strong>inse garnizoenen terug uit Armenië, Syrië en Mesopotamië. Niet uit vredelievendheid,<br />

maar vanwege de gigantische kosten die de voortdurende oorlogen aan de bedreigde<br />

grenzen met zich meebrengen. In Europa bereikte de romanisering haar hoogtepunt. Keizer<br />

Hadrianus trok veel macht naar zich toe ten koste van de senaat en benoemde een uitgebreide<br />

persoonlijke staf. Lastposten liet hij uit de weg ruimen. Hadrianus legde zich toe op<br />

wetgeving die zou moeten gelden voor het hele <strong>Rome</strong>inse imperium en gaf ene Publius<br />

Salvius Julianus opdracht een wetboek samen te stellen; dat werd het edictum perpetuum.<br />

Hadrianus reisde voortdurend zijn rijk rond om zijn veldheren te controleren, hij stichtte<br />

onderweg in Thracië, Hadrianapolis (de huidige Turkse grensplaats Edirne), stichtte in Jeruzalem<br />

een <strong>Rome</strong>inse kolonie en laat ter plekke zo ongeveer alle Joden uitroeien die daar nog<br />

zijn overgebleven na de opstanden. In Tivoli liet hij zijn lusthof Villa Hadriana bouwen en in<br />

<strong>Rome</strong> gaf hij opdracht tot de bouw van zijn enorme mausoleum (gedenkteken met grafkelder).<br />

In Germania liet hij de grenslinies versterken. In Brittannia gaf hij in 122 het startsein<br />

voor de aanleg van de Vallum Hadriani, de Muur van Hadrianus of Hadrianuswal (in Engels:<br />

Hadrian’s Wall). De bouw duurde van 117 tot 138. De muur is een 117 kilometer lange stenen<br />

versterking die als doel heeft om invallen van de Picten vanuit het noorden (Schotland) te<br />

voorkomen. De muur loopt van de monding van de rivier de Tyne naar de Solway Firth (tus-<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 41


<strong>Rome</strong> nu<br />

sen het huidige Carlisle en Newcastle) en ligt enige kilometers ten zuiden van de huidige<br />

grens met Schotland. Hij wordt aanvankelijk opgetrokken met een breedte van drie meter,<br />

hoewel later gebouwde delen iets smaller zijn. De hoogte zal tussen de vier en vijf meter zijn<br />

geweest. Op vaste afstanden liggen veertien grote en 80 kleinere forten. De muur zou dienst<br />

doen tot het einde van de vierde eeuw. Een groot deel van de muur staat nog steeds overeind.<br />

Vooral in het middengedeelte. Het is vandaag de dag een toeristische trekpleister.<br />

In 136 keerde Hadrianus terug van een reis uit het oosten. Hij was toen 60 jaar oud en zijn<br />

gezondheid liet sterk te wensen over. Omdat hij taferelen zoals bij zijn eigen opvolging van<br />

Trajanus wilde voorkomen, begon hij na te denken over een opvolger. Hij koos voor Lucius<br />

Aelius Commodus Verus die een frivole levensstijl, slechte gezondheid en totaal gebrek aan<br />

enige militaire ervaring had. Vlak voor Commodus in 138 overleed had hij een betere keus als<br />

opvolger; Antoninus Pius afkomstig uit een belangrijk geslacht van consuls en proconsul van<br />

Azië in 134 - 135.<br />

Hadrianus overleed op 10 juli 138 in zijn villa te Napels. Na zijn dood werd hij vergoddelijkt<br />

hoewel de senaat, die een wrok koesterde tegen Hadrianus, dit probeerde te voorkomen. Zijn<br />

as werd in zijn mausoleum geplaatst. Ter nagedachtenis aan Hadrianus werd er in Campus<br />

Martius omstreeks 140 een grote tempel gebouwd die nu bekend staat als het Hadrianeum.<br />

Grote delen hiervan zijn bewaard gebleven.<br />

Villa Adriana<br />

Tussen het jaar 118 en het jaar 134 na Chr. liet keizer Hadrianus de villa Adriana bouwen. Hij<br />

was eigenlijk alleen maar van plan om een buitenverblijf te laten maken, maar hoe verder<br />

de bouw vorderde, des te meer uitbreidingen erbij werden gebouwd. Iedere keer als keizer<br />

Hadrianus een reis had gemaakt, naar bijvoorbeeld Griekenland, liet hij een aandenken aan<br />

die reis bouwen in zijn villa.<br />

Aan veel van deze aandenkens die er stonden, is te zien dat Hadrianus een grote voorliefde<br />

had voor Griekenland. Ook gaf Hadrianus veel van zijn bouwwerken Griekse namen. De schitterende<br />

villa lag zo’n vijf kilometer buiten Tivoli en is een van de indrukwekkendste overblijfselen<br />

uit de <strong>Rome</strong>inse tijd. Het complex strekte zich van noord naar zuid ongeveer 750 tot<br />

Plattegrond Villa Adriana<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

42


Sporen 5 keizers in huidige <strong>Rome</strong><br />

850 meter uit over een glooiende vlakte onder het eigenlijke Tivoli.<br />

De bouw van de totale villa heeft ongeveer tien jaar geduurd. Zijn landgoed was ruim 100<br />

hectare groot en er is vanaf de 15de eeuw nog van alles teruggevonden, zoals parken, ontvangstruimten,<br />

banketzalen, baden, een bibliotheek, zuilengangen, gehoorzalen, en zelfs<br />

een kunstmatig eiland. Onder de teruggevonden resten van het complex waren ook erg veel<br />

pilaren, die ooit vele bouwwerken hebben gesteund. Verder zijn er tussen de struiken en<br />

onder het puin nog verscheidene beelden teruggevonden. Rondom de villa van Hadrianus<br />

lagen veel vijvers. Twee goede voorbeelden van de vele vijvers zijn de vijver van de Poikilè en<br />

de vijver van de Canopus.<br />

Hadrianus woonde in de villa met zijn vrouw Sabina en zijn ambtenaren, die hem hielpen<br />

met het besturen van zijn rijk. De ambtenaren verbleven in de gastenverblijven van Hadrianus”<br />

villa. Het gebouw waar de gasten verbleven, bestond uit een rechthoekige zaal, waar<br />

tien slaapkamers op uitkwamen. Iedere slaapkamer kon drie gasten bergen. Alleen al aan de<br />

mozaïekvloer die in de gastenkamers was aangebracht, is te zien hoe luxueus de inrichting<br />

van de gastenvertrekken was. De tekening van de mozaïekvloer laat duidelijk zien waar<br />

de bedden stonden. Alleen aan de muren is niet meer te zien dat daar vroeger marmer of<br />

fresco’s zaten.<br />

Hadrianus zelf was eigenlijk helemaal niet vaak in de villa aanwezig, want hij was vaak bezig<br />

met reizen naar het Oosten, naar Griekenland of naar Egypte bijvoorbeeld. In de landschapstuin<br />

lag een waterbassin, de Canopus. De naam Canopus komt van het drie kilometer lange<br />

kanaal dat Canopus verbond met Alexandrië, in Egypte. Hadrianus had gemengde gedachten<br />

over Egypte, omdat zijn jonge minnaar, Antinous, daar, in de Nijl, de dood had gevonden<br />

door verdrinking. In het jaar dat de villa klaar was in 134, ging het steeds slechter met de<br />

keizer. Hadrianus heeft niet lang van de architectuur in zijn villa kunnen genieten, want<br />

hij is vier jaar later overleden. Naar alle waarschijnlijkheid hebben de keizers die Hadrianus<br />

opvolgde in ieder geval iets gedaan in de villa. Dit valt af te leiden doordat er bustes van deze<br />

keizers zijn gevonden. Vanaf 1544 ging het slecht met de villa. Er was in 1544 oorlog om Tivoli<br />

tussen de <strong>Rome</strong>inen en de Goten. Veel stukken van de villa zijn daardoor gebruikt voor gebouwen<br />

in Tivoli. Daarna is er niet veel meer naar de villa omgekeken en is de villa vervallen.<br />

Hetgeen wat er nu nog over is, zijn slechts ruïnes. In de Middeleeuwen werd de Villa gebruikt<br />

als winplaats voor bakstenen, marmer en andere bouwmaterialen. Vanaf 1549 werd nog<br />

meer marmer ontrokken uit de Villa toen er werd begonnen met de bouw van de Villa D’Este<br />

voor kardinaal Ippolito d’Este. Een van deze architecten, Pirro Ligorio, begon zich in die tijd als<br />

een der eersten ook te interesseren voor Villa Hadrianus.<br />

Voor het eerst werd de Villa Hadriano genoemd in de werken van Flavio Biondo. Flavio was<br />

een Italiaanse historicus die van 1433 tot 1463 in <strong>Rome</strong> leefde. Hierdoor werd de villa bekender<br />

en gingen de in kunst geïnteresseerde personen, zoals paus Pius II en Pirro Ligorio, er naar<br />

toe, om een bezoekje te brengen aan de villa. Pirro Ligorio was de voornaamste architect<br />

van kardinaal Ippolito d’Este, rond 1550. De villa werd door deze personen bestudeerd en er<br />

werden zelfs, sinds de 16de eeuw, opgravingen gedaan.<br />

Villa D’Este wordt beschouwd als een hoogstandje van de Italiaanse architectuur en tuinarchitectuur.<br />

In 1550 gaf kardinaal Ippolito d’Este, die door paus Julius III tot gouverneur van de<br />

stad Tivoli was benoemd, opdracht tot de bouw van dit buitenverblijf. De kardinaal en zijn<br />

voornaamste architect Pirro Ligorio lieten zich inspireren door de nabijgelegen Villa Hadria-<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 43


<strong>Rome</strong> nu<br />

nus, waar zij ook veel bouwmateriaal vandaan haalden. Tot zijn dood in<br />

1572 is de kardinaal bezig geweest met de aanleg van prachtige terrasvormige<br />

tuinen met tientallen grote en kleine fonteinen in laat Renaissance-<br />

Maniëristische stijl aan de voet van zijn paleis.<br />

Tijdens die opgravingen zijn ook alle vijvers opnieuw gevuld met water en<br />

vissen, om zo iets van het oorspronkelijk zo schilderachtige uitzicht van de<br />

villa Adriana te herstellen. In 1870 werd de villa door de Italiaanse regering<br />

gekocht van de Braschi’s, die de villa vanaf de 19de eeuw in hun bezit had-<br />

Antoninus Pius<br />

den. De Italiaanse regering heeft de bouwsels van de villa gerestaureerd.<br />

Veel van de overgebleven kunstwerken (vooral sculpturen) zijn tegenwoordig te zien in de<br />

zalen van het Museo Nazionale Romano en in veel andere Europese musea.<br />

Tempel van Antoninus<br />

Antoninus werd geboren op 19 september in 86 na Chr.. Zijn volledige naam was Titus Aurelius<br />

Fulvus Boionus Arrius Antoninus. Hij werd geboren in Lanuvium, dit ligt zuidelijk van<br />

<strong>Rome</strong>. Antonius Pius was een keizer die lange tijd reageerde. Hij regeerde van 138 na Chr. tot<br />

161 na Chr.. In tegenstelling tot z’n voorgangers was hij vredig en liefdevol. Tijdens de periode<br />

Pius ging het goed met het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Ook reisde hij niet veel tijdens zijn regeerperiode.<br />

Antoninus liet in deze tijd zeer weinig bouwwerken maken. De meest bekende van hem is<br />

de tempel van Anotoninus voor zijn vrouw Faustina. Later kreeg hij ook nog een triomfzuil,<br />

van Marcus Aurelius en Lucius Verus ter ere van hun adoptievader Antoninus.Antoninus<br />

stierf een natuurlijke dood in het jaar 161 op 74-jarige leeftijd. De tempel van Antoninus<br />

en Faustina, is gevestigd ten Noorden van de Regia in <strong>Rome</strong>. De tempel werd gebouwd in<br />

opdracht van keizer Antoninus Pius. De tempel werd ter ere gebouwd van z’n vrouw Faustina<br />

de Oudere, die in het jaar 140 na Chr. was overleden. De tempel zelf is rond het jaar 150<br />

voltooid. De tempel van Antoninus was een van de weinige gebouwen uit de tijd van deze<br />

keizer. In tegenstelling tot z’n voorgangers bouwde Antoninus maar weinig bouwwerken.<br />

Toen Antoninus in het jaar 161 na Chr. overleed heeft de senaat deze tempel ook aan Antoninus<br />

toegewijd.<br />

In de zevende of achtste eeuw werd in de cella van de tempel een kerk gebouwd die toegewijd<br />

werd aan San Lorenzo in Miranda. De tempel verkeerde destijds nog in goede staat.<br />

Hierdoor kreeg de tempel een nieuwe functie en is hij hierdoor nog beter bewaard gebleven.<br />

De tempel is een “prostylon”. Dit wil zeggen dat de tempel vrijstaande zuilen heeft die ruim<br />

uit elkaar staan en zodoende een rij vormen.<br />

Verder heeft de tempel een voorportaal in<br />

“hexastyl”. Dit betekent dat het voorportaal<br />

uit 6 zuilen bestaat. In totaal bestond de tempel<br />

uit 10 zuilen. Zes aan de voorzijde en twee<br />

aan elke zijkant. Deze zuilen zijn gemaakt van<br />

groen Cryptisch marmer in de Korinthische<br />

orde. De Korinthische orde onderscheidt zich<br />

van Dorisch en Ionisch door middel van de<br />

vorm van de zuil en de kapitelen. De kapitelen<br />

van de zuil waren versierd met “Bas-reliëf”. Dit<br />

Tempel van Antoninus en Festina<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

44


Sporen 5 keizers in huidige <strong>Rome</strong><br />

is een beeldhouwmethode waarbij de afbeelding ondiep is uitgewerkt.<br />

Aangezien dit reliëf langs een zijaanzicht een onrealistisch beeld geeft<br />

werd het vooral toegepast in gevels zoals bij deze tempel. In het bas-reliëf<br />

zijn afbeeldingen te zien van griffioenen, kandelaars en acanthusbladeren.<br />

De zuilen warenzeventien meter hoog en staan nog steeds fier overeind.<br />

Wel zijn zowel de muren en zuilen beschadigd. Op de zuilen zijn inkepingen<br />

te zien die uit de Middeleeuwen of de Renaissance dateren. Deze<br />

Marcus Aurelius.<br />

inkepingen waren bedoeld om de touwen op hun plaats te houden om<br />

vervolgens de zuilen neer te halen. Dit is echter nooit gelukt. Ook de muren zijn beschadigd.<br />

De muren waren van turfsteen. Deze stenen zaten aan elkaar verbonden met metalen<br />

klemmen. Later hebben ijzersmeden deze klemmen proberen te stelen, waardoor de muur<br />

is beschadigd. De tempel is gebouwd op een hoog podium van blokken Peperijn. Aan de<br />

voorkant is een trap te zien van bakstenen. Deze stamt van een restauratie in de Moderne<br />

tijd.. In het midden zijn nog resten van het altaar te zien. Opmerkelijk is het hoge vloerniveau<br />

van de tempel. Door de eeuwen heen was door slibafzetting na overstromingen van de Tiber<br />

en ophoping van vuil het grondniveau sterk gestegen. Hierdoor ligt de vloer van de kerk maar<br />

liefst 12 meter boven het antieke straatniveau uit het tijdperk van Augustus.<br />

Verder valt op het hoofdgestel van deze tempel twee inscripties af te lezen. “DIVAE FAUSTI-<br />

NAE EX S.C.” wat betekent (Aan de vergoddelijkte Faustina, bij decreet van de senaat) Later<br />

toen Antoninus overleed is deze inscriptie erbij gezet DIVO ANTONINO ET (Aan de vergoddelijkte<br />

Antoninus en..). Wat dan vervolgens voor de oude inscriptie werd geplaatst.<br />

Zuil van Marcus Aurelius<br />

Keizer Marcus Aurelius is geboren op 26 april 121 na Chr. en overleed op 17 maart 180 na Chr.<br />

Marcus Aurelius was een geliefd keizer en heeft <strong>Rome</strong> geregeerd van 161 tot 180 na Chr.<br />

Aurelius was een groot en geliefde heerser. Van de vijf adoptiefkeizers die <strong>Rome</strong> kende was<br />

Marcus Aurelius de laatste. Marcus Aurelius behoorde tot het geslacht der Aurelii en was<br />

naast keizer ook filosoof. Hij was een toonbeeld voor <strong>Rome</strong>, een menselijke heerser en belichaamde<br />

de voor-Christelijke Stoïcijnse deugden van <strong>Rome</strong>. Een bekend bouwwerk dat op de<br />

dag van vandaag nog staat is zijn zuil. In de volgende tekst zal dit bouwwerk nader worden<br />

behandeld.<br />

De zuil van Marcus Aurelius is een antieke triomfzuil op het Marsveld in <strong>Rome</strong>, gebouwd aan<br />

het einde van de tweede eeuw. Uit in de omgeving gevonden inscripties is opgemaakt dat de<br />

bouw in 193 na Chr. voltooid was. Met een hoogte van ruim 30 meter is het een indrukwekkend<br />

bouwwerk. De precisie waarmee de zuil is gemaakt is ook een schouwspel op zich. Om<br />

een zuil van 30 meter hoogte overeind te houden hebben de <strong>Rome</strong>inen een voet onder de<br />

zuil gebouwd van circa 10 meter hoog. Het onderste gedeelte van de zuil was een 3 meter<br />

hoog podium. Deze is alleen niet meer te zien, omdat deze in de loop der tijd onder het<br />

straatoppervlak is verdwenen. De zuil is zelf gemaakt uit halfronde marmeren blokken. De<br />

graveringen die op de zuil te zien zijn, zijn volledig uit het marmer gehakt. Deze graveringen<br />

vertellen het verhaal van alle veldslagen die Marcus Aurelius als keizer gestreden heeft.<br />

Een belangrijk maar echter van de buitenkant niet te zien feit is, dat de zuil van binnen<br />

uitgehouwen is. De binnenkant bestaat uit een 200 tal uitgehouwen treden die helemaal tot<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 45


<strong>Rome</strong> nu<br />

Gravering van Marcus Aurelus zijn veldslagen.<br />

de top leiden waar een vierkant platform is. Om het trappenhuis<br />

binnenin de zuil te verlichten is er om de zoveel treden, een klein<br />

rechthoekig raampje uitgehouwen. Hier zijn een 56 aantal van<br />

die er voor zorgen dat er genoeg licht binnen in het trappenhuis<br />

schijnt om te kunnen oriënteren tijdens het traplopen. De zuil is<br />

in de loop der tijd al gesleten. Dit is te zien aan de uitgehouwen<br />

veldslagen maar ook aan de voet van de zuil. Op munten uit de<br />

tijd van Commodus (Commodus was zijn zoon en latere keizer<br />

van <strong>Rome</strong>) staat de zuil van Marcus Aurelius afgebeeld met vier<br />

adelaars. Deze zijn ook in de loop der tijd verdwenen. Op de top<br />

van de zuil stond oorspronkelijk ook een standbeeld van Marcus<br />

Aurelius. In de Renaissance is dit beeld vervangen door een beeld<br />

van de apostel Paulus. Wat echter gedacht wordt is dat niet Marcus Aurelius maar Commodus<br />

deze zuil heeft laten bouwen, ter ere en nagedachtenis aan zijn vader. De vele veldslagen<br />

die Marcus Aurelius heeft moeten vechten kwamen niet van hem uit. Hij werd gedwongen<br />

deze veldslagen te strijden vanwege de Germaanse stammen die via het noorden het rijk<br />

binnenvielen. Deze oorlogen hebben van 166 t/m 180 na Chr. geduurd. Marcus Aurelius<br />

is gestorven in zijn laatste veldslag in 180. Hij verloor zijn leven door een ziekte. Zijn zoon<br />

Commodus heeft daarna een onvoordelige vrede gesloten met de Germaanse stammen en<br />

heeft zijn vader Marcus Aurelius uitgeroepen toen winnaar van de veldslagen. Na terugkomst<br />

van de veldslagen kreeg Commodus de eer van het senaat om dit bouwwerk voor<br />

hem te maken ter nagedachtenis aan zijn vader Marcus Aurelius. De zuil van Marcus Aurelius<br />

is gebouwd naar de eerdere zuil van keizer Trajanus. Zijn zuil is 80 jaar eerder gebouwd en<br />

staat op enkele honderden meters zuidelijker in het verlengde van dezelfde weg. Omdat er<br />

in de Middeleeuwen veel gebouwen vervielen tot ruïnes, werden de restanten voor nieuwe<br />

bouwwerken gebruikt. Dit vooruitzicht bleef voor de zuilen van Trajanus en Marcus Aurelius<br />

bespaard. De derde zuil was van de keizer Antoninus Pius. Deze zuil is later wel gebruikt als<br />

nieuw bouwmateriaal voor nieuwere bouwwerken. De reden dat de zuil van Marcus Aurelius<br />

bespaard bleef, kwam omdat deze later in het bezit kwam van de Benedictijner Monniken.<br />

De <strong>Rome</strong>inen kregen hierdoor niet de gelegenheid om ook van deze zuil, nieuwere bouwwerken<br />

te maken.<br />

hoofdsponsors:<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

46


Vaticaanstad<br />

Vaticaanstad<br />

Vaticaanstad is het kleinste onafhankelijke land in de wereld. Het grondgebied van het Vaticaanstad<br />

wordt volledig omringd door de stad <strong>Rome</strong>. Daardoor is het Vaticaanstad een enclave<br />

binnen Italië. Dat wil zeggen dat het Vaticaanstad volledig door één partij wordt omringd.<br />

Vaticaanstad wordt door de heilige stoel volkenrechtelijk vertegenwoordigt. Het huisvest<br />

ook de hoofdzetel van de Rooms-Katholieke Kerk. De staatshoofd van het Vaticaanstad is<br />

dan natuurlijk de paus. De huidige paus is paus Benedictus XVI en heeft zijn residentie in het<br />

apostolisch paleis.<br />

De staat is in 1929 ontstaan en wordt gezien als herleving van de kerkelijke staat. Vaticaanstad<br />

is geen lid van de Europese Unie, maar neemt wel deel aan verschillende organisaties.<br />

Vaticaanstad staat sinds 1984 op de werelderfgoederenlijst van UNESCO.<br />

Geschiedenis Vaticaanstad<br />

De paus had vroeger eeuwenlang een kerkelijke<br />

staat, die bijna heel Midden-Italië omvatte.<br />

In 1799 werd de paus door Napoleon en de<br />

<strong>Rome</strong>inse bevolking uit <strong>Rome</strong> verdreven. Maar<br />

de pausen slaagde er elke keer weer in om<br />

terug te komen. In 1866 veroverden de republikeinse<br />

troepen tweederde van de kerkelijke<br />

staat. Maar door de hulp van Napoleon III<br />

bleef Latium, waar <strong>Rome</strong> in gevestigd ligt, vrij<br />

van verovering. In 1870 moest Napoleon zijn<br />

troepen terugtrekken om deze in het front in<br />

de Frans-Duitse oorlog te vechten. Daardoor<br />

konden de republikeinse troepen toch Latium in<br />

komen en werd de politieke macht van kerkelijke staat vrijwel tenietgedaan.<br />

De paus beschouwde zichzelf als een gevangene van het Vaticaan en wilde het gebied niet<br />

verlaten. De pausen die opvolgende bleven de verovering van 1870 bestrijden. Deze situatie<br />

heeft bijna 60 jaar geduurd tot en met 1929. Toen hebben paus Pius XI en Mussolini het verdrag<br />

van Lateranen getekend. In dit verdrag werd bepaald dat de paus het huidige grondgebied<br />

als staat toegewezen kreeg. Tevens werden het Italiaanse Koninklijke huis en de paus<br />

weer verzoend. Ook werden Vaticaanse bedrijven vrij gesteld van de belastingen en taksen.<br />

Al voor de Tweede Wereldoorlog gaat het weeral fout met de Italiaanse fascistische regering,<br />

de regering ontbond katholieke jeugdverenigingen. In 1937 veroordeelde paus Pius XI de<br />

Duitse regering voor de religieuze vervolgingen. Bij het uitbreken van de oorlog verklaarde<br />

het Vaticaan zich echter wel als neutraal.<br />

Na de Tweede Wereldoorlog start het Vaticaan een<br />

proces van herstel. In de jaren “50 introduceert paus<br />

Pius XII veel moderne wetenschap in het denken en in<br />

de praktijk van de Rooms-Katholieke Kerk. Sindsdien<br />

zijn er door de pausen veel dingen verboden zoals<br />

abortus en euthanasie. Nu is paus Benedictus XVI aan<br />

de “macht” in Vaticaanstad.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 47


<strong>Rome</strong> nu<br />

Bezienswaardigheden<br />

De belangrijkste bezienswaardigheden voor toeristen zijn natuurlijk de<br />

Sint-Pietersbasiliek en het Sint-Pietersplein. Hier staan elke dag weer<br />

duizenden mensen.<br />

Wat ook veel bezoekers trekt is de Sixtijnse Kapel en het Vaticaanse<br />

Museum. Verder zijn de Vaticaanse tuinen en het Apostolisch paleis nog<br />

belangrijke bezienswaardigheden in dit kleine land.<br />

Het Apostolisch paleis of ook wel “Heilig Paleis” genoemd, maakt deel uit<br />

van de Vaticaanse paleizen. Overigens is het ook het woon- en werk paleis van de paus. Het<br />

complex bevat ongeveer 1400 ruimtes, van kleine kamers tot grote zalen. Het totale oppervlak<br />

is daardoor ongeveer 55.000 m2.<br />

In het paleis zijn ook nog twee gebouwen waar geen toeristen in mogen, dat zijn de Vaticaanse<br />

bibliotheek en het geheime Vaticaanse archief.<br />

Bevolking<br />

De 826 inwoners van Vaticaanstad wonen bijna allemaal in het land zelf en hebben vaak een<br />

dubbele nationaliteit. De inwoners hebben allemaal te maken met het geloof, dus het volk<br />

bestaat uit priesters, kardinale en de beroemde Zwitserse garde.<br />

In het Vaticaan werken natuurlijk meer mensen dan de ruim 800 inwoners. In totaal werken<br />

er ongeveer 3000 mensen in het Vaticaan voor toeristenbegeleiding, bewaking en ander<br />

werkzaamheden.<br />

Aan het hoofd van het door een muur omringde Vaticaan staat de paus als staatshoofd.<br />

De Vaticaanse nationaliteit krijg je niet zoals in andere landen door geboorte maar door<br />

naturalisatie (inburgering).<br />

De Zwitserse garde is een deel van de bewaking en heeft ook de Vaticaanse nationaliteit.<br />

Deze Zwitserse garde is overgebleven van het oorspronkelijke leger van de paus.<br />

Bestuur<br />

In een klein land als Vaticaanstad is natuurlijk ook een bestuur nodig om alles goed te regelen,<br />

daarom heeft het een eigen bestuursdienst die wel los staat van de <strong>Rome</strong>inse Curie.<br />

De <strong>Rome</strong>inse Curie is verantwoordelijk voor de Rooms-Katholieke Kerk.<br />

5 kardinalen onder leiding van een president hebben de wetgevende macht in het land.<br />

De pauselijke Commissie voor de Staat Vaticaanstad moet via het staatssecretariaat<br />

van de Heilige Stoel een wet laten goedkeuren en krijgt dan<br />

pas rechtsgeldigheid.<br />

In Vaticaanstad geldt hetzelfde recht als in Italië, mits er niet in een<br />

aparte wet een uitzondering is gemaakt. Het recht wordt uitgesproken<br />

door een Rechtbank van Eerste Aanleg, Hof van Beroep en een Hof van<br />

Cassatie.<br />

De uitvoerende macht van het Vaticaan wordt uitgeoefend door het<br />

Bestuur van Vaticaanstad.<br />

Het Vaticaan heeft een eigen politiedienst die zorgt voor de veiligheid en<br />

een eigen brandweer voor in de stad.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

48


Italian for dummies<br />

Bouwkundig algemeen<br />

Huis Casa<br />

Deur Porta<br />

Raam Finestra<br />

Dak Tetto<br />

Plafond Suffitto<br />

Vloer Pavimento<br />

Balkon Balcone<br />

Muur Muro<br />

Trap Scale/gradino<br />

Kasteel Castello<br />

Paleis Palazzo<br />

Villa Villa<br />

Fort Fortezza<br />

Kerk Chiesa<br />

Tegelvloer Pavimento piastrella<br />

Vensterbank Davanzale<br />

Gericht zoeken<br />

Plattegrond Pianta (architettura)<br />

Doorsnede Intersezione<br />

Gevel Facciata<br />

Tekening Disegno/motivo<br />

Constructie Construzione<br />

Ruimtes<br />

Ingang Entrata<br />

Uitgang Uscita<br />

Toilet Gabinetto, cesso<br />

Trappenhuis Scala<br />

Gang Corridoio<br />

Verdieping piano<br />

Materialen<br />

Hout Legno<br />

Metaal Metallo<br />

Steen Pietra<br />

Glas Vetro<br />

Cement Cement<br />

Beton Calcestruzzo<br />

Mortel Malta<br />

Marmer Marmo<br />

Voeg Giunzione<br />

Gebouwstructuren<br />

Kolom Colonna<br />

Dak Tetto<br />

Steunbalk Appoggio travicello<br />

Gewelf Volta<br />

Boog Arco<br />

Kapiteel Capitello<br />

Steunbeer contrafforte<br />

Verbinding Collegamento<br />

Pilaster Lesena<br />

Capiteel Capitello<br />

Bekisting Cassaforma<br />

Beroepen<br />

Bakker Panettiere<br />

Slager Macellaio<br />

Politie-agent Carabiniere, agente di polizia<br />

Architect Architetto<br />

Ingenieur Ingegnere<br />

Constructeur Produttore<br />

Aannemer Contraente<br />

Bouwbedrijf Construzione<br />

Ja en nee...<br />

Ja Sì<br />

Nee No<br />

Misschien Forse<br />

Tijdseenheden<br />

Seconde Secondo<br />

Minuut Minuto<br />

Kwartier Quarto d’ora<br />

Half uur Mezz’ora<br />

Uur Ora<br />

Dag Giorno<br />

Week Settimana<br />

Jaar Anno<br />

Winkelen<br />

Winkel Negozio<br />

Ik kijk alleen! Solo guardo!<br />

Wat kost het? Quanto costa?<br />

Geld Soldi<br />

Wisselgeld Cambio<br />

Supermarkt Supermercato<br />

Markt Mercato<br />

Italiaanse telwoorden<br />

Cijferkundig Italiaanse uitspraak<br />

1 Uno<br />

2 Due<br />

3 Tre<br />

4 Quattro<br />

5 Cinque<br />

6 Sei<br />

7 Sette<br />

8 Otto<br />

9 Nove<br />

10 Diece<br />

11 Undeci<br />

12 Dodeci<br />

13 Tredeci<br />

14 Quatterdici<br />

15 Quindici<br />

16 Sedici<br />

17 Diciasette<br />

18 Diciotto<br />

19 Diciannove<br />

20 Venti<br />

100 Cento<br />

1000 Mille<br />

Vrije tijd algemeen<br />

Alstublieft Per favore<br />

Dankuwel Grazie<br />

Waar kan ik … vinden? Dove posso trovare … ?<br />

Pardon, mag ik u wat vragen? Mi scusi, vorrei chiedere coasa?<br />

Hallo/goedendag/goedemorgen buongiorno<br />

Hoe heet u? Come si chiama?<br />

Ik heet … Mi chiamo …<br />

Aangenaam kennis te maken Lieto di conoscerla<br />

Graag gedaan Di niente<br />

Het spijt me Mi dispiace<br />

Het geeft niet Non fa niente<br />

Ik begrijp u niet Non ti capisco<br />

Ik begrijp u Ti capisco<br />

Ik spreek geen Italiaans Non parlo italiano<br />

Ik spreek maar een beetje Italiaans Parlo un pò di italiano<br />

Kunt u dat herhalen? Puoi ripetere?<br />

Kunt u iets langzamer spreken Puoi parlare più lentamente<br />

Spreekt u Engels? Parla Inglese?<br />

Is er hier iemand die Engels spreekt? Qualcuno qui parla inglese<br />

Tot ziens Arrivederci<br />

Goede reis! Buon viaggio!<br />

Als je ooit naar Nederland komt,<br />

kun je bij mij logeren Se una volta vieni in<br />

Olanda puoi allogiare<br />

da me<br />

Tot morgen A domani<br />

Het was leuk je gekend te hebben È stato bello cono<br />

scerti<br />

Mag ik je telefoonnummer? Posso avere il tuo<br />

numero di telefono?<br />

Bel me! Chiamami!<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 49


<strong>Rome</strong> nu<br />

Mag ik een foto van je nemen? Posso scattarti una foto<br />

Zullen we samen op de foto gaan? Ci facciamo una foto insieme?<br />

Ik zal je mijn foto geven Ti darò la mia foto<br />

Restaurant<br />

Is deze tafel vrij? È libero questo tavolo?<br />

Een tafel voor … personen Un tavolo per …<br />

alstublieft persone per favore<br />

We willen bestellen Vorreme ordinare<br />

Eet smakelijk! Buon appetito!<br />

Complimenten aan de kok! Complimenti al cuoco!<br />

Kunnen wij de<br />

rekening krijgen? Possiamo avere il conto?<br />

Houd het wisselgeld maar Può tenere il resto<br />

Relaties<br />

Tongzoen Bacare sulla bocca<br />

Liefdesbrief Letterea d’amore<br />

Trouwen Sposarsi<br />

Getrouwd Sposate<br />

Houden van Amare<br />

Verliefd zijn Essere innamorato<br />

Vriend Amico, ragazza<br />

Vriendin Amica ragazza<br />

Ik hou van jou! Ti amo!<br />

Ik ook van jou! Ti amo anch’io!<br />

Romantiek Romanticism<br />

Ik ben toch zo verliefd<br />

op jou! Sono molto innamorato di<br />

Jij bent mijn grote liefde Sei il mio grande amore!<br />

Met jou wil ik samen<br />

oud worden Voglio invecchiare con te<br />

Afspraakje? Appuntamento?<br />

Wil je met me uitgaan? Vuoi uscire con me?<br />

Ja, dat lijkt me leuk Sì, mi piacerebbe.<br />

Ik heb een hele fijne<br />

avond gehad Ho avuto una bella serata<br />

Mag ik je zoenen? Posso baciarti?<br />

Ja, ga je gang maar! Sì, vai, baciami!<br />

Nee, nu nog niet,<br />

later misschien No, ancora no, forse più tardi<br />

Wil je met me trouwen? Mi vorresti sposare?<br />

Seksualiteit<br />

Seks Sesso<br />

Seksualiteit Sessualità<br />

Erotiek Erotica<br />

Geslacht Genere<br />

Geslachtsorgaan Organo genitale<br />

Man Uomo<br />

Vrouw Donna<br />

Geslachtsgemeenschap Unione sessuale<br />

Voortplanting Riproduzione<br />

Zwangerschap Gravidanza<br />

Zwanger Incinta<br />

Heteroseksueel Eterosessuale<br />

Homoseksueel Omosessuale<br />

Voorbehoedsmiddelen Anticoncezionali<br />

Veilig vrijen Fare sesso sicuramente<br />

Condoom Preservativo<br />

Verkoopt u condooms? Vende preservativi?<br />

Geen condoom, geen seks No preservativo, nog<br />

sesso<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong>inse cijfergeving<br />

M = 1000<br />

D = 500<br />

C = 100<br />

L = 50<br />

X = 10<br />

V = 5<br />

I = 1<br />

Voorbeelden<br />

MM = 1000 + 1000 = 2000<br />

MD = 1000 + 500 = 1500<br />

CCC = 100 + 100 + 100 = 300<br />

XI = 10 + 1 = 11<br />

MDCCXVII = 1000 + 500 +100 + 100 +10 + 5 + 1 + 1 = 1717<br />

CM = 1000 – 100 = 900<br />

CD = 500 – 100 = 400<br />

XC = 100 – 10 = 90<br />

XL = 50 – 10 = 40<br />

IX = 10 – 1 = 9<br />

IV = 5 – 1 = 4<br />

MCMXCIV = 1000 + (1000 - 100) + (100 – 10) + (5 – 1) = 1994<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

50


Bekendste winkels en markten<br />

Winkelstraten<br />

Wie in <strong>Rome</strong> komt, kan er niet omheen: de vele pittoreske<br />

winkelstraten en winkels. Verspreid over de<br />

hele <strong>Rome</strong>inse binnenstad zijn er vele antiekwinkels<br />

te vinden, zelfs hele straten met antiek. In <strong>Rome</strong> zijn<br />

er naast de antiekwinkels en “normale” winkelstraten<br />

ook chique winkels voor de rijken. Kortom, in<br />

<strong>Rome</strong> komt iedereen qua winkelen aan zijn trekken!<br />

Via dei Condotti<br />

Eén van de belangrijkste en duurste winkelstraten<br />

in <strong>Rome</strong> is de Via dei Condotti. Deze relatief korte<br />

winkelstraat loopt van Piazza di Spagna bij de<br />

Spaanse Trappen tot aan Via del Corso. Deze straat<br />

is vooral beroemd door zijn herberging van dure winkels zoals juwelier Cartier. Via Condotti<br />

is het centrum van modezaken in <strong>Rome</strong>, met namen als Valentino, Zara, Armani, Louis<br />

Vuitton, Hermès, Fendi, Dolce & Gabbana, Gucci en vele anderen. Niet alleen modewinkels,<br />

maar ook het oudste en beroemdste café van <strong>Rome</strong> is in deze straat gevestigd: Antico Caffe<br />

Greco. Hier hebben veel beroemdheden een kopje koffie gedronken en de prijzen passen ook<br />

helemaal bij de omgeving.<br />

Via del Corso<br />

Voor meer betaalbare mode in <strong>Rome</strong> is de Via del Corso een bezoekje waard. Deze winkelstraat<br />

is met anderhalve kilometer veel langer dan<br />

de eerdergenoemde Via Condotti. De Corso loopt<br />

van Piazza Venezia bij het immense monument van<br />

Vittorio Emanualle II tot aan de Tweelingkerk op<br />

Piazza del Popolo. In de tijd van het <strong>Rome</strong>inse Rijk<br />

begon op de Corso de Via Flaminia, de belangrijkste<br />

weg in Italië. Naast modezaken zijn er ook andere<br />

winkels in de straat te vinden, zoals meubelwinkel,<br />

ateliers en boekwinkels.<br />

Via Nazionale<br />

De Via Nazionale is een grote doorgaande weg die<br />

loopt van Piazza della Repubblica tot Largo Magno-<br />

poli. Deze straat bevat naast winkels, in tegenstelling<br />

tot Via del Corso en Via dei Condotti, ook grote<br />

Via dei Condotti<br />

Via del Corso<br />

kantoorpanden en privéwoningen. Ook in deze straat zijn de goedkopere winkels te vinden,<br />

zoals kledingwinkels Bata en Joela. Ook zijn hier juweliers te vinden, zoals Swarovski.<br />

Via dei Coronari<br />

In deze straat, gelegen tussen Piazza di tor Sanguigna en Via di Panico zijn de beste adressen<br />

voor antiquiteiten te vinden. Tegenwoordig is het een voetgangersstraat. Veel van deze<br />

winkels hebben een traditie in het kopen en verkopen van antieke meubelen. In deze winkels<br />

is het mogelijk om antieke meubelen uit elke eeuw te vinden. Niet alleen meubelen, maar<br />

ook lampen, schrijftafels, stoelen, postzegels en foto’s.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 51


<strong>Rome</strong> nu<br />

Via del Babuino<br />

Deze straat loopt van Piazza di Spagna bij de Spaanse Trappen<br />

naar Piazza del Popolo. In deze straat zijn ook veel antiquiteiten<br />

te vinden, waar vooral exclusieve en dure stukken gekocht en<br />

verkocht worden.<br />

Via Margutta<br />

Deze straat loopt parallel met de Via del Babuino. De afstand<br />

tussen deze straten is circa 50 meter. Ook hier zijn de exclusieve<br />

antiquiteiten te vinden. Via Margutta is beroemd vanwege haar<br />

vele hang- en klimplanten.<br />

Via del Pellegrino, Via Giulia, Via di Panizo, Via di Monte Giordano<br />

De betaalbare antiquiteiten zijn te vinden in de winkels in de pittoreske<br />

straatjes van de oude <strong>Rome</strong>inse binnenstad. De belangrijkste<br />

hiervan zijn Via del Pellegrino, Via Giulia, Via di Panizo en<br />

Via di Monte Giordano.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Via dei Coronari<br />

Winkels<br />

La Rinascente<br />

Deze supermarkt is de oudste van <strong>Rome</strong>. Het gebouw opende zijn deuren in 1887 en werd<br />

vanaf het begin als een moderne supermarkt voorgesteld. Het gebouw oogt zelfs nu nog<br />

modern. In deze supermarkt wordt gewinkeld in Jugendstil. Naast de gangbare schappen van<br />

een supermarkt is hier ook een modern woondesign en een café te vinden.<br />

Piazza Fiume<br />

Il Discount dell’Alta Moda<br />

In deze winkel is de mode van exclusieve ontwerpers te koop. Het verschil met merkzaken is<br />

dat deze mode van het vorige seizoen is, en dus twee keer zo goedkoop is. Zo is er de mogelijheid<br />

tot het dragen van dure merkkleding voor een schappelijke prijs!<br />

Via Gesù e Maria 14/16<br />

Profumeria Materozzoli<br />

Deze parfumerie is de uitgewezen plek voor moeilijk te vinden parfums en cosmetica. De<br />

sinds 1870 bestaande winkel is gelegen op de begane grond van het aristocratische Palazzo<br />

Fiano, waar arbeiders Augustus” Altaar van de Vrede hebben gevonden. Meer informatie<br />

over het Altaar van de Vrede is elders in deze gids te vinden.<br />

Piazza San Lorenzo in Lucina 5 (Centro Storico)<br />

Discount delle firme<br />

Hier worden alle denkbare accessoires van veel bekende merken verkocht: parfums, dassen,<br />

paraplu’s, riemen, handtassen, enzovoorts tegen gunstige prijzen.<br />

Via dei Serviti 27<br />

Stilareddo<br />

In deze winkel is een zeer uitgebreide keuze aan antiquiteiten te vinden. Daarnaast zijn er<br />

ook modernere spullen (design en gebruiksspullen) te vinden. Ook zijn er (zeer) ongewone<br />

accessoires op de kop te tikken. De verzamelaar moet zeker een kijkje nemen in deze winkel!<br />

Corso Vittorio Emanuelle II 183<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

52


Bekendste winkels en markten<br />

Markten<br />

<strong>Rome</strong> heeft een deel van zijn bekendheid te danken aan de vele markten die daar te vinden<br />

zijn. Een bezoek aan deze markten is een goede manier om iets van het <strong>Rome</strong>inse leven te<br />

zien. De plaatselijke bevolking staat op de markten niet alleen achter de kraampjes, maar<br />

bezoeken zelf de markten ook regelmatig. Voor de dagelijkse behoeften zoals voedsel zijn ze<br />

regelmatig op dergelijke markten te vinden. Wat voor sommige mensen een nadeel is, is dat<br />

niet alle leveranciers Nederlands of Engels spreken, waardoor er middels gebarentaal moet<br />

worden gecommuniceerd. De prijzen liggen ook niet bij alle kraampjes vast, het is dan voor<br />

de klant mogelijk de prijs af te dingen. Wel wordt bij elk kraampje gewerkt met kilo’s. Op de<br />

markten is van alles te vinden, niet alleen voedsel en planten, maar ook kleding, elektronica,<br />

boeken, verzamelobjecten en nog veel meer. Omdat <strong>Rome</strong> een grote stad is met veel toerisme<br />

en omdat er veel aanbod is op de markten, zijn de markten vaak druk bezocht. Zakkenrollers<br />

in <strong>Rome</strong> doen hier helaas hun voordeel mee. Hieronder volgt een korte beschrijving en de<br />

locatie van de verschillende markten.<br />

Porta Portese<br />

Deze markt heeft zijn naam te danken aan een grote poort nabij de markt genaamd “Porta<br />

Portese”, die in 1644 is gebouwd. Porta portese is de grootste vlooienmarkt van Italië. Op<br />

deze markt zijn ongeveer 2000 handelaren te vinden die van alles aanbieden. In de Tweede<br />

Wereldoorlog werd Porta Portese gebruikt als zwarte markt. De markt is iedere zondag van<br />

6:00 tot 13:00 open en de toegang is gratis. De markt ligt aan de linkeroever van de Tiber tussen<br />

Porta Portese en Stazione Trastevere, aan de Via Portuense & Ippolito Nievo.<br />

Via Sannio<br />

Deze markt is ontstaan in de jaren 70. De markt is vernoemd naar de straat waar deze markt<br />

zich bevindt. Op de markt is een ruime selectie aan kleding voor dagelijks gebruik, maar ook<br />

kleding om te jagen, te vissen en bijvoorbeeld om te kamperen. De markt is elke dag open<br />

behalve zondags. De openingstijden van de markt zijn van maandag tot vrijdag van 8:00 tot<br />

13:00 en zaterdags van 8:00 tot 18:00. De markt bevindt zich bij de Aureliaanse muur.<br />

Piazza Vittorio<br />

Deze markt is de meest internationale markt van <strong>Rome</strong>. Op de markt zijn etenswaren zoals<br />

vis, vlees en regionale kazen te vinden. Op het gebied van Aziatische<br />

etenswaren zijn hier producten te vinden die nergens elders in <strong>Rome</strong><br />

verkrijgbaar zijn. De markt ligt dicht bij het Termini treinstation.<br />

Hierdoor is deze markt makkelijk bereikbaar voor mensen in en<br />

buiten <strong>Rome</strong>. Doordat deze markt makkelijk bereikbaar is en mede<br />

omdat er weinig concurrentie is op het gebied van Aziatische voedsel,<br />

zijn de producten relatief goedkoop.<br />

Mercato delle Stampe<br />

Op deze markt worden boeken, affiches, magazines en dergelijke<br />

verkocht. De markt is maandag tot zaterdag geopend van 7:00 tot<br />

13:00. De markt bevindt zich in de buurt van Via Del Corso, Largo<br />

della Fontanella di Borghese, Colonna.<br />

Via di Val Melaina<br />

Op deze markt is er voedsel te vinden van hoge kwaliteit. Het is gelegen<br />

in een welvarend gedeelte van <strong>Rome</strong>. De markt is op zondag na<br />

Porta Portese<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 53


<strong>Rome</strong> nu<br />

elke dag van 6:00 tot 13:30 geopend<br />

De markt ligt in de wijk Nuovo Salario aan de Via de Val Melaine.<br />

Campo de” Fiori<br />

<strong>Rome</strong>’s meest pittoreske en ook de meest historische markt. Zijn naam, Campo de “Fiori, wat<br />

“gebied van bloemen” betekent, doet aan een bloemenmarkt denken. In feite komt de naam<br />

van Campus Florae (Flora’s Square). Flora was de minnaar van de grote <strong>Rome</strong>inse generaal<br />

Pompeius. Op deze markt zijn naast bloemen ook vers voedsel te vinden zoals fruit, groenten,<br />

vlees en vis. De plaatselijke bevolking doet hier regelmatig zijn boodschappen. De markt is<br />

maandag tot zaterdag geopend van 7:00 tot 13:30. De markt word al sinds 1869 gehouden op<br />

de Campo de” Fiori.<br />

Ponte Milvio<br />

Deze grote en gezellige voedingsmarkt op het noordelijke einde van de Via Flaminia staat<br />

bekend in <strong>Rome</strong> en omstreken om de verse vis. Naast verse vis worden er op de markt ook<br />

zeevruchten en visgerelateerde producten verkocht. De markt is geopend van maandag t/m<br />

zaterdag van 6:00 tot 13:30. en is gelegen aan Piazzale di Ponte Milvio<br />

Mercato Generale<br />

Deze markt is voor de marktlieden al om 4:30 geopend. Op deze markt worden groenten,<br />

fruit, vlees en vis afgeleverd en worden vervolgens geveild onder de marktlieden. Onder deze<br />

veiling word er vaak luid geschreeuwd. Deze markt ligt in het zuiden van <strong>Rome</strong> is volgens<br />

toeristen één van de gezelligste markten van <strong>Rome</strong>. Pas als het veilen naar verloop van<br />

tijd stil valt is de markt niet alleen toegankelijk voor marktlieden maar ook voor het grote<br />

publiek. Op deze markt wordt groente en fruit<br />

verkocht. Deze markt ligt aan de Via Ostiene.<br />

Mercato Piazza dell’Unita<br />

Deze markt is ontstaan in 1920. Op deze markt<br />

wordt voedsel verkocht. Deze markt onderscheidt<br />

zich van de andere omdat deze tot de<br />

avond open is. Namelijk van 7:00 t/m 20:00.<br />

Ook bevindt deze markt zich op volgens vele een<br />

mooi plein. De Marceto Piazza dell’Unita ligt aan<br />

de Via Cola di Rienzo in de wijk Prati.<br />

Mercato delle Stampe<br />

Op deze markt vind u kopieën van prenten, boe-<br />

ken en tijdschriften uit de jaren “60 (of eerder)<br />

die waardeloos zijn, niet te betalen zijn of iets er<br />

Compo de” Fiori<br />

tussenin. De markt is “s ochtends vanaf 7 uur tot “s middags 13.30 geopend. De Mercato delle<br />

Stampe is gelokaliseerd op het Largo della Fontanella di Borghese en is nabij de architectuurfaciliteit<br />

van <strong>Rome</strong> op de Piazza Borghese.<br />

Piazza San Cosimato<br />

Deze markt is een hoge kwaliteit voedselmarkt, waar ook bloemen en huishoudelijke spullen<br />

verkocht worden. Het Piazza is vernoemd naar wat eens een negende eeuw Benedictijner<br />

klooster was. Het is nu geïntegreerd is in het Regina Margherita ziekenhuis. De plaats is momenteel<br />

één van de meest levendige delen van Trastevere. De markt is elke dag geopend van<br />

6:00 tot 13:30 behalve op zondag en vind plaats op het Piazza San Cosimato.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

54


Bekendste winkels en markten<br />

Testaccio<br />

Een van de grootste attracties in de wijk Testaccio is de oude overdekte markt, waar alles<br />

verkocht wordt, van bloemen tot complete zwaardvissen en sexy lingerie met Roma-print<br />

tot Ethiopisch aardewerk. De markt is dagelijks van 6 tot half 2 behalve op zondag. Maar als<br />

u deze markt nog wil bezoeken moet u wel opschieten want er is een grote nieuwe markt in<br />

aanbouw. De markt vind plaats op het Piazza di Testaccio.<br />

Via Magnagrecia<br />

De Via Magnagrecia is een overdekte markt waar vooral eten verkocht wordt. De markt is<br />

vernoemd naar de straat waaraan het ligt. De markt is elke dag geopend van 6:00 tot 13.30<br />

behalve op zondag en ligt in S.Giovanni aan de Via Magnagrecia.<br />

Trionfale<br />

Het Trionfale ligt ten noordwesten van het Vaticaan met voldoende afstand van de toeristische<br />

route om even van het internationale te ontsnappen en meer van het <strong>Rome</strong>inse leven te<br />

zien. Op de markt is veel fruit, groenten, vis, vlees maar ook veel kleding te vinden. Het staat<br />

ook bekend omdat het een van de grootst bevoorrade markten van <strong>Rome</strong> is. De markt is elke<br />

dag geopend van 6:00 tot 13.30 behalve op zondag en ligt in Vatican Pati aan de Via Andrea<br />

Doria.<br />

Mercato dei Fiori<br />

Mercato dei Fiori is een overdekte markt met een uitgebreide selectie aan produkten. Het<br />

staat vooral bekend om het grote aanbod van bloemen voor hele goede prijzen. Voor het<br />

publiek is de markt enkel op dinsdag geopend van 10:30 to 13:00 en ligt in Trionfale aan de<br />

Via Trionfale.<br />

Mercato Villaggio Olimpico<br />

Op deze markt zijn veel koopjes te vinden en zijn veel deals te sluiten. Je kan hier goederen<br />

kopen maar ook veel kleding, sieraden, eten en veel huishoudelijke artikelen. Deze markt is<br />

alleen vrijdag geopend van 08:00 tot 13:30 en ligt in Flaminio aan de Viale della XVII Olimpiade.<br />

Via Chiana<br />

Deze markt staat vooral bekend om de goede kwaliteit van het voedsel wat hier verkocht<br />

wordt. Het is een overdekte markt die open is van 6:00 tot 13:30 en ligt in Trieste aan de Via<br />

Ciana.<br />

Piazza Alessandria<br />

Deze markt is gevestigd in een prachtig openbaar gebouw. Hier kunnen allerlei soorten vlees<br />

en vis gekocht worden maar ook allemaal verse groente en fruit. De markt is op zondag na,<br />

elke dag geopend van 6:00 tot 13:30. De markt ligt in de wijk Trieste aan het Piazza Alessandria.<br />

Viale Parioli<br />

Parioli is een buurt die in het noorden ligt van <strong>Rome</strong>. Op de markt begonnen ze met eten te<br />

verkopen maar ze zijn langzaam ook huishoudelijke producten en kleding gaan verkopen<br />

voor schappelijke prijzen. De markt is op zondag na elke dag geopend van 6:00 tot 13:30.<br />

De markt ligt in de wijk Viale Parioli aan de Via Locchi.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 55


<strong>Rome</strong> nu<br />

De metro in <strong>Rome</strong><br />

Dit snelste transportmiddel in<br />

<strong>Rome</strong> beschikt helaas maar over<br />

twee lijnen: de lijn A en de lijn B.<br />

Deze rijden dagelijks van 5.30 tot<br />

00.30 uur. In het hoofdstation<br />

Roma Termini kruisen de twee<br />

lijnen elkaar. De metro is niet altijd<br />

handig voor toeristen, deze leiden<br />

namelijk vooral naar de goede<br />

buitenwijken. Het “toeristisch centrum’,<br />

waar onder het Pantheon,<br />

Fontana di Trevi en Piazza Navona,<br />

is niet direct per metro te bereiken.<br />

Wel met bijvoorbeeld de bus of de<br />

tram. Deze bezienswaardigheden<br />

liggen overigens wel op loopaf-<br />

stand van de metrostops.<br />

Bij verschillende kiosken, het sta-<br />

In <strong>Rome</strong> zijn maar twee metrolijnen: Metrolijn A en metrolijn B<br />

tion of bij de opstapplaats kan een kaartje voor de metro gekocht worden. Zo is er voor 2 euro<br />

een kaartje wat 75 minuten geldig is. U kunt dus gedurende 75 minuten nadat het kaartje in<br />

gebruik is genomen reizen. Er is ook de mogelijkheid om een dagkaart of weekkaart te kopen,<br />

deze is geldig voor zowel de metro als de bus.<br />

Metrolijn A<br />

San Giovanni: Aan dit metro station is de San Giovanni Laterano gelegen.<br />

Termini: Dit is het centrale station van <strong>Rome</strong>, hier kunt u overstappen op de metrolijn B of via<br />

trein of bus naar andere bezienswaardigheden. Daarnaast zitten er leuke winkeltjes in Termini.<br />

Wanneer u bij Spagna uitstapt bevind u zich op een steenworp afstand van de Spaanse<br />

trappen en de kerk Trinitea di Moni. Flaminio: Dit station komt uit bij het Piazza del Popolo.<br />

Ottaviano: Wanneer u bij dit station uitstapt, bent u enkele honderden meters verwijderd<br />

van het Vaticaan.<br />

Metrolijn B<br />

Colosseo: Dit metrostation komt direct uit aan het Colosseum. Van hieruit kunt u ook de<br />

Domus Aurea en het Forum Romanum bezoeken. Circo<br />

Massimo: Vanaf hier kunt u het Circo Massimo bezoeken,<br />

Piazza Cavalieri di Malta, de S. Gregorio Magno,<br />

Vialla Cilimontana, Arco Di Dolabella, Santi Griovanni<br />

e Paolo, de S. Maria in Casmedin en de Arco di Giano.<br />

Daarnaast bent u op loopafstand van de Thermen van<br />

Caracalla. Piramide: Aan dit station is onder andere,<br />

de naam zegt het al, de Piramide van Caius Cestius<br />

gelegen.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Termini: het centrale knooppunt in <strong>Rome</strong> voor trein en metro<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

56


Vervoer in en om <strong>Rome</strong><br />

De bus in <strong>Rome</strong><br />

Het openbaar busvervoer in <strong>Rome</strong> bestaat uit een netwerk van 282 buslijnen. Deze worden<br />

geëxploiteerd door het <strong>Rome</strong>inse bedrijf ATAC. Het vervoer met de bus is goedkoop en<br />

betrouwbaar. De vele buslijnen zorgen voor een goede bereikbaarheid van het centrum en de<br />

vele bezienswaardigheden. De bus is daarom een populair vervoersmiddel en wordt dan ook<br />

veel gebruikt.<br />

Naast het centrale treinstation van <strong>Rome</strong>, Termini, ligt “Piazza Cinquecento”. Dit is het<br />

busterminaal van <strong>Rome</strong>. Hier vandaan vertrekken bijna alle buslijnen. Daarnaast starten en<br />

eindigen op dit punt de vele tourbussen die door <strong>Rome</strong> rijden en voor sommige is het een<br />

tussenstop. “Piazza Cinquecento” is voor de toeristen een gemakkelijk punt, omdat men hier<br />

een goed overzicht heeft van de verschillende buslijnen.<br />

Wanneer men met de bus wil reizen, moet er van te voren een kaartje gekocht worden. De<br />

kaartjes zijn niet te verkrijgen in de bus en kunnen alleen gekocht worden bij tabakswinkels,<br />

kiosken, station Termini en verschillende bars. Deze bars zijn te herkennen aan de ATACstickers<br />

op de etalages. De medewerkers van tabakswinkels en kiosken rond station Termini<br />

spreken vaak engels en kunnen u daarom goed informeren. Daarnaast staan er bij vele bushaltes<br />

kaartjesautomaten, waar de vervoersbewijzen gekocht kunnen worden.<br />

Kosten<br />

De gebruikelijke vervoersbewijzen in <strong>Rome</strong> zijn de BIT, BIG, BTI en CIS.:<br />

-BIT (standaardkaartje voor 2 euro): Geldig voor 75 minuten<br />

voor alle bussen, trams en metro.<br />

-BIG (dagkaartje voor 4 euro): Geldig voor de gehele dag<br />

voor alle bussen, trams en metro in geheel <strong>Rome</strong>.<br />

-BTI (3-dagkaart voor 11 euro): Geldig voor 3 dagen voor dezelfde<br />

vervoersmiddelen die vallen onder het BIG-kaartje.<br />

-CIS (weekkaart voor 16 euro): Geldig voor de gehele week<br />

voor dezelfde vervoersmiddelen die vallen onder het BIGkaartje.<br />

Het is verplicht om het kaartje te valideren. De kaartjes<br />

De typische bus in <strong>Rome</strong><br />

moeten bij het betreden van de bus afgestempeld worden.<br />

Het is gebruikelijk dat er in de bussen langs de achterste deuren in gestapt wordt (salita),<br />

waar de kaartjes afgestempeld kunnen worden. Als het kaartje al gevalideerd is, bij overstappen,<br />

kan er langs de voorste deuren(entrata) in gestapt worden. Het verlaten van de bus<br />

geschiedt altijd langs de middelste deuren (uscita).<br />

De bussen in <strong>Rome</strong> rijden dagelijks van 06:00 tot 00:00. Bij elke bushalte staat het haltebord<br />

met het nummer van de lijnen die de bushalte aandoen. Op de borden staan de beginhaltes<br />

en een lijst van alle tussenhaltes waar de bus stopt weergeven. De halte waar u staat is<br />

omcirkeld en de laatste rit van een buslijn vertrekt meestal rond middernacht bij de beginhalte.<br />

Na middernacht rijden er nachtbussen door <strong>Rome</strong> vanaf 00:30 tot 05:30. Er rijden<br />

zo’n twintig nachtbussen door <strong>Rome</strong> en de meesten vetrekken om het half uur vanaf Piazza<br />

Cinquecento bij Termini en Piazza Venezia. De bussen zijn te herkennen aan het logo van de<br />

donkerblauwe uil en de N die achter het lijnnummer staat. De beste nachtbuslijnen voor de<br />

toerist zijn 78N, 29N, 40N en 55N. De buslijnen 40N en 55N rijden dezelfde route als metrolijn<br />

B en A.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 57


<strong>Rome</strong> nu<br />

Sommige buslijnen in <strong>Rome</strong> verbinden diverse bezienswaardigheden. De haltes van deze<br />

lijnen liggen op loopafstand van de bezienswaardigheid. Op de plattegronden die te koop<br />

zijn bij de kiosken of tabakswinkels zijn deze lijnen ook weergeven. Hieronder ziet u overzicht<br />

van enkele buslijnen die interessant zijn voor de toerist.<br />

Buslijn 64 vertrekt bij het station Termini aan Piazza Cinquecento”. De lijn komt langs negen<br />

haltes en stopt onder andere bij Castel Sant’Angelo en de Basilica di San Pietro.<br />

Buslijn 87 komt onder andere langs het beroemde Forum Romano en de San Clemente.<br />

Buslijn 116is een van de grotere in <strong>Rome</strong> en komt langs vele bezienswaardigheden. Dit zijn<br />

onder andere Villa Borghese en het Pantheon.<br />

De 110 open is een open dubbeldekker. Deze speciale service voor toeristen rijdt tussen 09:00<br />

en 20:00 uur. De lijn stopt bij 11 grote bezienswaardigheden in <strong>Rome</strong>. U kunt de bus verlaten<br />

om een bezoek te brengen aan een bezienswaardigheid en vervolgens dezelfde bus op een<br />

later tijdstip nemen, om uw ronde te vervolgen. In fig. 2 ziet u een plattegrond van de route<br />

110 open. Het kaartje voor deze lijn kan alleen gekocht worden in de bus en opstappen kan<br />

onder andere bij het Collosseum, Trevifontein, Sint Pieter en station Termini. Een dagkaart<br />

voor de 110 open kost dertien euro.<br />

De taxi in <strong>Rome</strong><br />

Een manier om van het ene punt naar het andere punt te komen in <strong>Rome</strong> is doormiddel van<br />

de taxi. Een legale taxi in <strong>Rome</strong> is te herkennen aan de witte of gele kleur. Tevens zijn ze<br />

voorzien van een nummerbord met daarop de tekst “servizio pubblico”. Verder is een legale<br />

taxi voorzien van een taxibord en een gele sticker aan de zijkant waarop staat dat de taxi<br />

behoort tot een gecertificeerd bedrijf.<br />

Er zijn verschillende taxi-maatschappijen die in de stad <strong>Rome</strong> rondrijden, een aantal van<br />

de deze maatschappijen zijn: Taxi Roma (tel. 063570), La Capitale Radio Taxi (tel. 064994),<br />

Cosmos Radio Taxi (tel. 068822/177)<br />

Over de prijs van een ritje is in <strong>Rome</strong> niet te onderhandelen, over het algemeen werken de<br />

tellers in de taxi’s naar behoren. Een taxi kan gebeld worden, hierbij staat de meter dan niet<br />

op nul want de chauffeur zet deze aan op het moment dat hij naar u toe rijdt. Bij een standplaats<br />

staat deze natuurlijk wel gewoon op nul. Het kan zijn dat er een extra toeslag bovenop<br />

de ritprijs komt. De volgende toeslagen zijn van toepassing: Nachttoeslag (van 22:00 tot<br />

07:00): 2,60 euro, Bagage: 1,00 euro per stuk, <strong>Rome</strong> – Fiumicino Airport: 7,00 euro, Fiumicino<br />

Airport – <strong>Rome</strong>: 6,00 euro, <strong>Rome</strong> – Ciampino Airport of Ciampino Airport – <strong>Rome</strong> : 5,00 euro<br />

Enkele tips waar wel op gelet moet worden bij een<br />

taxi: Kijk of de meter op nul staat aan het begin<br />

van de rit(tenzij u de taxi gebeld heeft) en de meter<br />

loopt door als de taxi stilstaat(in het verkeer).<br />

Standplaatsen<br />

<strong>Rome</strong> kent een aantal standplaatsen van taxi’s.<br />

U behoort in een taxi te stappen bij één van deze<br />

standplaatsen, anders is het namelijk een illegale<br />

rit. Daarnaast is het aanhouden van een taxi haast<br />

onmogelijk en tevens zeer gevaarlijk, dit is omdat<br />

het verkeer langs alle kanten voorbij schiet.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

58


Vervoer in en om <strong>Rome</strong><br />

Een aantal standplaatsen voor taxi’s: Het pantheon, Piazza Venezi, Piazza San Silverstro,<br />

Dichtbij de Via del Corso en Piazza Sonnino (Trastevere)<br />

De tram in <strong>Rome</strong><br />

Er zijn 2 organisaties die het tramvervoer in <strong>Rome</strong> voor hun rekening nemen, namelijk: CO-<br />

TRAL (Compagnia Transporti Laziali) en ATAC. De tram is, net als de bus, een snel en gemakkelijk<br />

vervoersmiddel. Vooral wanneer u de wijk Trastevere wilt bezoeken, kan de tram het<br />

ideale vervoersmiddel zijn. De kaartjes voor de tram zijn te koop bij tabakszaken of op een<br />

station. De trams rijden dagelijks van 05:30-24:00.<br />

Er lopen zes tramroutes door <strong>Rome</strong>. Met de tram kunt u vrijwel heel <strong>Rome</strong> door. Vooral het<br />

oostelijke deel van <strong>Rome</strong>, ten oosten van station Termini, is goed bereikbaar met de tram.<br />

Het tramnet in <strong>Rome</strong> ken één heel belangrijk knooppunt, namelijk Porta Maggiore. Hier<br />

komen vier van de zes lijn bij elkaar samen, namelijk de lijnen 3,5,14 en 19. Het ligt ongeveer 1<br />

km ten oosten van treinstation Termini en is niet aangesloten op het metronetwerk.<br />

Lijn 2 Piazzale Flaminio Piazza Mancini loopt door de wijk Flaminio en sluit aan op de metrolijn<br />

A bij Piazza Flaminio (in de buurt van de Porta del Popolo).<br />

Lijn 3 Piazza Thorwaldsen (in de Villa Borghese - Trastevere station) is de op één na langste<br />

tramlijn van <strong>Rome</strong>. Deze rijdt rond in het centrum, van het noorden via het oosten naar het<br />

zuidwesten van de stad. Bij station San Giovanni en Manzoni is er een mogelijkheid om over<br />

te stappen naar de metrolijn A. Ook overstappen op de metrolijn B kan, namelijk op station<br />

Piramide, Colosseum en Circus Maximus.<br />

Lijn 5 Roma Termini station - Piazza dei Gerani loopt ten oosten van het Termini treinstation.<br />

Het is verbonden met lijn A op metrostation Termini, station Vittorio Emanuele II en Manzoni.<br />

Lijn 8 Largo di Torre Argentina - Via del Casaletto is de nieuwste lijn van het systeem, met de<br />

meest moderne treinstellen. Het bereikt ook het verste deel in het historische stadscentrum,<br />

namelijk de aansluiting met Trastevere station.<br />

Lijn 14 Stazione Termini - Viale Palmiro Togliatti loopt bijna gelijk aan de lijn 5.<br />

Lijn 19 Piazza Risorgimento - Piazza dei Gerani die eerst delen van lijn 3 en lijn 5 volgt, gaat als<br />

een van de enigste vervoersmiddelen naar het Vaticaan toe. Lijn 19 is de langste lijn en heeft<br />

met de lijnen 2,3,5 en 14 een verbinding, waardoor het makkelijk reizen is naar andere delen<br />

van de stad. Buiten aansluitingen met andere tramlijnen zijn er ook aansluitingen met de<br />

metro namelijk op station Ottaviano, Sint Pieter, het Vaticaan museum, Lepanto voor lijn A.<br />

De trein in <strong>Rome</strong><br />

De treindiensten in Italië worden verzorgd door<br />

de nationale spoorwegenmaatschappij FerroVie<br />

dello Stato. Bij het reizen per trein zijn de kosten<br />

beduidend lager dan de bedragen die in Nederland<br />

worden verrekend per treinreis. Het reizen<br />

per trein door <strong>Rome</strong> zelf wordt minder gebruikt<br />

dan het reizen per bus of metro. Desondanks is<br />

de trein wel een belangrijk vervoersmiddel voor<br />

mensen die van buiten de stad of uit een ander<br />

Een typische tram in <strong>Rome</strong><br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 59


<strong>Rome</strong> nu<br />

land komen. Voor toeristen is dit een ideaal vervoer<br />

om in <strong>Rome</strong> te komen.<br />

In <strong>Rome</strong> zijn er verschillende stations te vinden,<br />

waarvan Roma Termini, Roma Ostiense en Roma<br />

Tiburtina het belangrijkst zijn.<br />

Roma Termini<br />

Het station Roma Termini is het grootste en<br />

tevens belangrijkste station in <strong>Rome</strong>. Dit centrale<br />

station ligt aan het Piazzale dei Cinquecento,<br />

waar tevens het grootste busstation van <strong>Rome</strong><br />

aan gevestigd is. Het station is ontworpen door<br />

meerdere ontwerpers: Leo Calini, Eugenio Monuori,<br />

Massimo Castellazi, Vasco Fadigati, Achille<br />

De ingang van Roma Termini<br />

Pintonello en Annibale Vitellozi. De bouw startte<br />

in 1947 en in 1950 werd het station opgeleverd. Het gebouw wordt gekenmerkt door de<br />

extreem lange, modernistische gevels in Travertin en door de zwaartekracht tartende dubbele<br />

kromming van het achterpootloze dak in gewapend beton. Vanwege deze heeft het de<br />

bijnaam de Dinosaurus van <strong>Rome</strong>.<br />

Termini is niet alleen het grootste station in <strong>Rome</strong>, het is ook het grootste station van Italië<br />

en behoort tot een van de grootste treinstations in Europa. Dagelijks zijn er rond 400.000<br />

passagiers, welke vertrekken naar het binnen- of buitenland. Er zijn in totaal 29 spoorlijnen<br />

en per jaar komen er meer dan 150 miljoen passagiers. Roma Termini is niet alleen het vertrek<br />

voor treinreizen richting andere steden of landen, tevens is het het belangrijkste knooppunt<br />

voor het openbaar vervoer in <strong>Rome</strong>. Zoals gezegd bevindt er zich een groot busstation voor<br />

het station, tevens komen ook de twee metrolijnen A en B samen bij het metrostation Termini.<br />

Ook zijn er genoeg taxi’s beschikbaar bij dit station.<br />

Binnen- en buitenlandse lijnen<br />

De treinen die op het station aankomen en vertrekken, zijn niet alleen binnenlandse lijnen. Er<br />

zijn namelijk ook veel buitenlandse lijnen die als eindstation Roma Termini hebben.<br />

Een aantal rechtstreekse, binnenlandse bestemmingen zijn: Florence (tevens een hogesnelheidstrein,<br />

verzorgd door Eurostar Italia), Napels (tevens een hogesnelheidstrein, verzorgd<br />

door Eurostar Italia), Milaan (een hogesnelheidstrein, verzorgd door Eurostar Italia), Venetië<br />

(een hogesnelheidstrein, verzorgd door Eurostar Italia), Siena (een hogesnelheidstrein, verzorgd<br />

door Eurostar Italia), Pisa, Pescara en Viterbo<br />

Een aantal rechtstreekse lijnen naar bestemmingen in het buitenland zijn: Parijs, Zurich en<br />

Munchen<br />

’s Nachts kan er gereisd worden met de City Night Line welke onder andere van Muchen naar<br />

<strong>Rome</strong> gaat. In deze trein zijn luxe accommodaties aanwezig voor een comfortabele nacht.<br />

Naast deze nachttrein is er ook een dag- en nachttrein tussen Parijs en <strong>Rome</strong>, welke vijf keer<br />

per dag vertrekt. Dit is een hogesnelheidstrein, de Artesia nachttrein, die ook nog langs andere<br />

steden reist zoals Milaan en Florence, maar als eindbestemming Roma Termini heeft.<br />

Leonardo Express<br />

De Leonardo Express is een directe treinverbinding tussen het Termini station en het Leonardo<br />

da Vinci Airport, ook wel Fiumicone Airport genoemd. Dit is namelijk het belangrijkste<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

60


Vervoer in en om <strong>Rome</strong><br />

vliegveld van <strong>Rome</strong> waar<br />

jaarlijks miljoenen passagiers<br />

voorbij komen. Om<br />

deze passagiers zo snel<br />

mogelijk hun reis te laten<br />

verlopen, vertrekt er om de<br />

30 minuten de Leonardo<br />

Express naar en van het<br />

station. De kosten van deze<br />

trein zijn 11 euro en de duur<br />

van deze reis tussen het<br />

treinstation en vliegveld is<br />

30 minuten.<br />

Vanaf Termini vertrekken<br />

deze treinen om 5.52 uur tot en met 22.52 uur, vanaf het vliegveld vertrekken deze treinen om<br />

6.35 uur tot en met 23.35 uur. Wie “s nachts reist, kan gebruik maken van een speciale bus die<br />

daarvoor ter beschikking is gesteld.<br />

Roma Tiburtina<br />

Het station Roma Tirburtina ligt in het noordoosten van <strong>Rome</strong> en is het op het een na grootste<br />

station in <strong>Rome</strong>. Op dit station komen veelal lokale treinen, alhoewel er “s nachts ook<br />

enkele langeafstandstreinen stoppen. Vanuit het Leonardo da Vinci Airport vertrekken naast<br />

de Leonardo Express ook nog lokale treinen. Deze lokale trein, de FR1, vertrekt om de 20 minuten<br />

richting het station Tirburtina met tussenstops in Trastevere, Ostiense en Tuscolana.<br />

De kosten van deze treinreis zijn 5 euro en de kaartjes zijn te koop bij de terminal of op het<br />

station.<br />

Roma Ostiense<br />

Het station Roma Ostiense is het derde grootste station in de stad <strong>Rome</strong>. Het station werd<br />

gebouwd ter ere van het bezoek van Adolf Hitler. Het diende als vervanging voor een bestaand<br />

landelijk station. Via dit station werd een nieuwe lijn aangelegd om verbinding te maken<br />

met het station Porta San Paolo. Het gebouw is ontworpen door de Italiaanse architect<br />

Roberto Narducci. De gevel bestaat uit Travertin en marmer en de ingang wordt omgeven<br />

door pilaren. Aan de rechterkant van de gevel zijn er figuren zichtbaar die de mythische Bellerophon<br />

en Pegasus voorstellen. Aan de andere kant van het gebouw staat een fontein, het<br />

bijzondere hieraan is dat de vloer bestaat uit zwart-witte tegeltjes die de legendes van de<br />

geschiedenis van <strong>Rome</strong> uitbeelden.<br />

Station Ostiense ligt aan de Piazzale dei Partigiani,<br />

in het zuiden van <strong>Rome</strong>, en heeft vijftien<br />

spoorlijnen. Langs dit station komen de lokale<br />

treinen FR1, FR3 en FR5. Naast deze lokale treinen<br />

stoppen er, net als bij de vorige genoemde stations,<br />

“s nachts ook langeafstandstreinen. Vanaf<br />

dit station kan er gemakkelijk verder gereisd<br />

worden per bus (er is een busstation bij dit treinstation)<br />

en ook is er een metrostation voor lijn B.<br />

Station Roma Ostiense<br />

Een trein in <strong>Rome</strong><br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 61


<strong>Rome</strong> nu<br />

<strong>Rome</strong> is een van de groenste<br />

steden van Europa. Het<br />

grote aantal parken is te<br />

danken aan de aristocratie<br />

van de stad en aan haar<br />

financiële problemen,<br />

waardoor ze in de 20e eeuw<br />

gedwongen was haar bezit<br />

aan de stad over te dragen.<br />

Een belangrijke aanwijzing<br />

over de oorsprong van<br />

deze uitgestrekte stukken<br />

groene, ligt besloten in de<br />

naam. Bij veel parken, zit in<br />

de naam het woord “Villa”<br />

verwerkt. Dit is een teken<br />

dat het park ooit als tuin<br />

toebehoorde aan een privéhuis.<br />

Veel van deze huizen<br />

zijn niet bestemd voor permanente<br />

bewoning, maar<br />

voor het plezier, net als veel<br />

landgoederen die de stad in<br />

de oudheid omringden.<br />

De “privéhuizen’, werden<br />

casina of casino genoemd. Dit betekent letterlijk “klein huis”. Het woord “klein” moet echter<br />

niet strikt worden opgevat. De eerste van dergelijke huizen verrezen in de Renaissance en<br />

sindsdien werden ze alleen maar groter en werden de omringende tuinen steeds weelderiger.<br />

De Villa’s werden gebruikt voor een dagje in het koele groen, een picknick of, zoals bij<br />

bijvoorbeeld Villa Borghese, om een kunstcollectie in onder te brengen.<br />

Niet alle Villa’s hebben het overleefd. De Villa Ludovisi, die ooit een groot deel van het gebied<br />

rond de huidige Via Veneto besloeg, is totaal verdwenen. De tuinen van de Villa Giulia, waar<br />

tegenwoordig het Etruskisch Museum in is ondergebracht, zijn door stedelijke bebouwing<br />

opgeslokt. Datzelfde geldt voor de tuinen van de Villa Giustiniani in de buurt van Lateranen.<br />

Villa Borghese<br />

Villa Borghese is een prachtige villa met monumenten, een mooi onderhouden tuin, veel<br />

fonteinen en een vijver. De villa ligt centraal in de stad en is zeer geliefd bij de plaatselijke<br />

bevolking. Voordat het park in 1902 eigendom werd van de gemeente van <strong>Rome</strong>, deed de<br />

villa dienst als zomerverblijf van de familie Borghese. De tuinen van de villa zagen er vroeger<br />

anders uit. Deze werden in het begin van de 19e eeuw gerenoveerd. Tegenwoordig is nog<br />

steeds het resultaat van deze renovatie zichtbaar.<br />

In het park is Galleria Borghese gevestigd. Dit kunstmuseum stelt werken ten toon van bijna<br />

alle Italiaanse kunstschilders vanaf 1850. Ook is in het park het Etruskisch Museum ondergebracht<br />

en de Galleria Nazional d’Arte Moderne, waar de belangrijkste Italiaanse kunstenaars<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

62


De parken van <strong>Rome</strong><br />

Luchtfoto Villa Borghese Villa Borghese<br />

uit de 19de en 20ste eeuw hun werk ten toon stellen. Op dit moment wordt het park vooral<br />

gebruikt als een plek waar men kan sporten, wandelen of zich heerlijk kan ontspannen.<br />

De Villa Borghese heeft een tuin, die ongeveer 80 hectare groot is. De tuin kan vergeleken<br />

worden met wat het Vondelpark in Amsterdam is. Het park ligt op de heuvel II Pincio en biedt<br />

een prachtig uitzicht over <strong>Rome</strong>. Deze heuvel behoort niet tot de zeven heuvels van <strong>Rome</strong>.<br />

Villa Borghese bestaat eigenlijk uit een aantal parken, die tegen elkaar aan liggen. Het is voor<br />

velen een ideale plek om tot rust te komen. Er kan ook een kijkje genomen worden in het<br />

dierenpark BioParco, dat in het park is gevestigd.<br />

Villa Doria Pamphili<br />

De Villa Doria Pamphili is gesitueerd in het openbare park van <strong>Rome</strong>. Het park beslaat ongeveer<br />

180 hectare.<br />

De Villa Doria Pamphili is een 17e eeuwse villa. Het hart van het landgoed, de Villa Vecchia<br />

bestond al voor 1630, toen het werd gekocht door Pamfilio Pamfili. In 1644 werd kardinaal<br />

Giambattista Pamphili gekozen als paus en wilde de familie Pamphili overeenkomstig met<br />

de hogere status een groter een nieuwer landhuis. Het project werd uitgevoerd door de Bolognese<br />

beeldhouwer Alessandro Algardi, die werd bijgestaan door Francesco Grimaldi.<br />

Het is onduidelijk aan wie het uiteindelijke ontwerp moet worden toegeschreven. Algardi<br />

was geen architect en het is mogelijk dat hij werd bijgestaan<br />

door Carlo Rainaldi en dat de bouw werd uitgevoerd<br />

onder leiding van Grimaldi.<br />

De bouw begon in 1645 en werd voltooid in 1647,<br />

hoewel de verfraaiing en de tuinen pas in 1653 gereed<br />

kwamen. Het hoofdgebouw, ook bekend als Casina del<br />

Bel Respiro, was ontworpen als een onderkomen voor<br />

de verzameling van antieke en moderne beeldhouwwerken<br />

van de familie Pamphili en andere <strong>Rome</strong>inse<br />

antiquiteiten zoals vazen, amphoren en inscripties. Het<br />

was ooit bedoeld als museum om de collectie van de<br />

familie tentoon te stellen. Het paleis is zodanig op een<br />

heuvel gesitueerd dat de hoofdingang op de noordzijde<br />

Luchtfoto Villa Doria Pamphili<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu 63


<strong>Rome</strong> nu<br />

een niveau hoger is dan de giardino segreto<br />

oftewel “de geheime tuin’”.<br />

De tuin op de helling werd aangelegd vanaf<br />

1650 door Camillo Pamphili. Als een toonbeeld<br />

voor beeldhouwkunst hebben de enigszins<br />

volle Casino gevels systematisch veranderende<br />

ramen met nissen, die rijkelijk versierd zijn<br />

met antiek en modern beeldhouwwerk.<br />

Toen Girolamo Pamphili in 1760 stierf zonder<br />

mannelijke erfgenamen, werd de ruzie die<br />

ontstond tussen de mogelijke erfgenamen<br />

in 1763 beëindigd toen paus Clementius XIII<br />

Rezzionico het recht aan prins Giovanni An-<br />

Villa Doria Pamphili<br />

drea Doria IV gaf om de naam te dragen, het<br />

familie wapen te voeren en de eigendommen<br />

van de familie Pamphili over te nemen. De claim van de prins was gebaseerd op het huwelijk<br />

tussen Giovanni Andrea Doria III en Anna Pamphili. Sindsdien is de villa bekend onder de<br />

naam Villa Doria Pamphili.<br />

Vaticaanse tuinen (Giardini Vaticani)<br />

De Vaticaanse tuinen liggen in Vaticaanstad. Het zijn normale parken en tuinen die meer dan<br />

de helft van het gehele Vaticaanse grondbezit bedekken. De tuinen zijn ongeveer 23 hectare<br />

groot, wat het grootste deel is van de Vatican Hill. Stenen muren scheiden het noorden,<br />

zuiden en westen van elkaar. Bovendien was het een Middeleeuwse vesting. De tuinen zijn<br />

ontworpen en gemaakt tijdens de Renaissance en de Barokperiode. Ze zijn versierd met<br />

fonteinen en sculpturen.<br />

De tuinen dateren uit de late dertiende eeuw. In 1279 besloot paus Nicholas II zijn residentie<br />

terug te verplaatsen naar het Vaticaan en besloot hij het gebied met muren te omheinen.<br />

Het werd hierdoor een soort gesloten boomgaard. In het begin van de 16e eeuw besloot<br />

Julius II de tuin geheel opnieuw in<br />

te richten volgens de Renaissance<br />

stijl. Er kwam een groot doolhof<br />

en er werd een verdedigingsmuur<br />

ontworpen. De grootste periode van<br />

de architectonische ontwikkeling<br />

van de tuinen is tussen de 16e en 17e<br />

eeuw geweest. Toen gingen kunstenaars<br />

en architecten werken aan de<br />

tuinen. Onder hen de kunstenaars<br />

Donato Bramante en Pirro Ligorio.<br />

De historische en artistieke schatten<br />

die zijn gevonden in de tuinen zijn<br />

nog steeds zichtbaar in de tuinen<br />

zelf. De tuinen zijn in zijn geheel<br />

gewijd aan Onze Lieve Vrouw.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Op de plattegrond van het Vaticaan is te zien hoe groot de Vaticaanse tuinen zijn<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

64


De parken van <strong>Rome</strong><br />

Parco di Villa Ada<br />

Het grootste en één van de meest bezochte parken<br />

in <strong>Rome</strong> is Villa Ada. Het park is 182 hectare groot<br />

en heeft een rijke fauna. In het park staan veel<br />

zeldzame bomen, zoals de Palmet, een soort Sequoia,<br />

welke in 1940 geïmporteerd is uit Tibet.<br />

Parco di Villa Ada ligt in het noordoostelijke deel<br />

van <strong>Rome</strong>. Het park ligt vlak naast Parco di Villa<br />

Glori. Een deel van het park is openbaar en een<br />

gedeelte is privé. Toegang tot het park is gratis en<br />

in het park kunnen fietsen worden gehuurd. Ook<br />

kunnen er kano’s worden gehuurd om te kanoën<br />

op het kunstmatige meer dat in het park is aangelegd<br />

en kunnen er pony´s worden gehuurd om op Luchtfoto Parco di Villa Ada<br />

te rijden. In het park is tevens een zwembad en een<br />

fitnessruimte aanwezig. Op zondag worden er gratis fitnesslessen gegeven.<br />

In het park bevindt zich de heuvel Antenne, welke is 67m hoog is. Op deze heuvel lag de vroegere<br />

Sabijnse nederzetting van de Antemnaten, Monte Antenne. Deze stad had uitzicht op de<br />

Tiber. De heuvel werd in 1870 bijna vernietigd toen er een fort werd gebouwd om de nieuwe<br />

hoofdstad te verdedigen. In de tegenwoordige tijd staat Fort Antenne nog steeds bovenop de<br />

heuvel, maar is zo goed als volledig bedekt met vegetatie.<br />

Parco di Villa Ada was in de tweede helft van de negentiende eeuw eigendom van de Italiaanse<br />

Koninklijke familie Savoia. In het park stond de Koninklijke Residentie (1872 - 1878).<br />

In 1878 kwam het gebied onder de controle van graaf Tellfner van Zwitserland. Hij noemde<br />

het, ter ere van zijn vrouw Ada, Villa Ada. In 1904 kwam het weer in handen van de familie<br />

Savoian waarbij zij de naam ongewijzigd lieten. Savoia behield de controle over het gebied<br />

tot 1946.<br />

Tegenwoordig is de Egyptische Ambassade in de villa gehuisvest. In het park vinden veel festiviteiten<br />

plaats. Sinds 1994 wordt er in het park, tijdens de zomer, een festival georganiseerd<br />

tegen racisme, oorlog en doodstraf: het “Wereldmuziekfestival”.<br />

Parco di Villa Glori<br />

Villa Glori is een prachtig park gelegen aan de rivier de Tiber net buiten <strong>Rome</strong>. Het is een park<br />

in mediterrane stijl. Bewoners en toeristen bezoeken Villa Glori om zijn unieke stijl, rustige<br />

omgeving en historische waarde. Een aantal lanen hebben de namen van belangrijke mensen<br />

van de slag van 23 oktober 1867. Dit was een slag tussen pauselijke troepen en zeventig<br />

mannen onder het commando van de Cairoli broers. Deze broers zouden een opstand in<br />

<strong>Rome</strong> teweeg hebben gebracht. De slag gebeurde in de wijngaard Cacciarella. Deze wijngaard<br />

was eigendom van Vincenzo Glori. Tijdens de strijd stierf Enrico Cairoli en zijn broer<br />

John Cairoli werd ernstig verwond en stierf kort daarna.<br />

Het idee om van dit gebied een openbaar park te maken begon in 1883. In 1895 werd in het<br />

park een marmeren zuil opgericht voor de mensen die waren gestorven bij de slag in 1867.<br />

Oorspronkelijk maakte Villa Glori deel uit van het beroemde Flaminio Kanton van <strong>Rome</strong>.<br />

Flamino Kanton bestaat uit vele beroemde bezienswaardigheden, zoals Piazza del Popolo,<br />

basiliek St. Maria del Popolo en de Villa Medici. In 1887 werd het park onteigend en werd het<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 65


<strong>Rome</strong> nu<br />

een deel van het Park of Remembrance.<br />

In 1915 werd het park gewijd aan de mensen die waren<br />

omgekomen bij de Eerste Wereldoorlog en werd het<br />

park helemaal heringericht. Het ontwerp van het<br />

nieuwe park werd gedaan door Raffaele de Vico. Hij<br />

creëerde in zeer korte tijd, in slechts acht maanden,<br />

een prachtig park met dennen, eiken, esdoorns,<br />

ceders, kastanjebomen en olijfbomen. Deze waren<br />

allemaal in zorgvuldige rijen opgesteld. Het park werd<br />

geopend op 18 mei 1924.<br />

In 1929 werden in het park drie paviljoens gebouwd,<br />

bedoeld voor het houden van zomerkampen voor<br />

kinderen uit de achterbuurt. Tegenwoordig zijn deze<br />

Luchtofoto van Parco di Villa Glori<br />

kampen gericht op mensen met aids.<br />

Orti Farnesiani<br />

De Orti Farnesiani ligt op de Palatijn. Het Palatijn is één van de zeven heuvels van <strong>Rome</strong>. Vanuit<br />

de tuin kan worden uitgekeken over de stad. De tuin is aangelegd met eucalyptusbomen<br />

en in de tuin zijn veel terrassen te vinden. De tuinen liggen boven de ruïnes van het keizerlijk<br />

paleis van Tiberius en waren de eerste particuliere botanische tuinen van Europa.<br />

In 1534 werd Alessandro Farnese Deacon op 14-jarige leeftijd benoemd tot kardinaal van de<br />

Rooms-Katholieke kerk. In 1550 verwierf Farnese een noordelijk stuk van de Palatine heuvel.<br />

Hij liet de ruïnes van het paleis van keizer Tiberius die op deze heuvel waren gelegen, omzetten<br />

tot zomerhuis. Het zomerhuis keek uit over het Forum Romanum en hij noemde het zomerhuis<br />

“Horti Farnesiani”. In het Italiaans betekent orti: keukentuinen. Toen hij de tuin Orti<br />

Farnesiani noemde, had hij in gedachten dat Hortus Conclusus “ommuurde tuin” betekent.<br />

Ommuurde tuin slaat dan op de tuin waar Maria Jezus Christus had ontmoet. Er zijn echter<br />

verschillende gedachten over de herkomst van de naam. Er wordt ook gezegd dat de naam<br />

Orti Farnesiani is afgeleid van de plant: Acacia Farnesiana.<br />

De tuin bij het zomerhuis had een reeks van terrassen. Deze waren met elkaar verbonden<br />

door trappen. De terrassen waren geflankeerd door bomen en versierd met beelden. Dit was<br />

afgeleid van de <strong>Rome</strong>inse peristilium. In de nabijgelegen Palatine paleizen zijn dergelijke terrassen<br />

nog steeds aanwezig.<br />

In 1861 werd Orti Farnesiani verkocht aan keizer<br />

Napoleon III van Frankrijk. De Italiaanse<br />

regering verwierf het pand in 1870 en begon<br />

systematisch opgravingen te doen naar de<br />

oude <strong>Rome</strong>inse monumenten. Giacomo<br />

Boni, een van de archeologen die de opgraving<br />

leidde, is begraven in Orti Farnesiani.<br />

Zijn graf ligt aan de voet van een hoge palm.<br />

In de 17e eeuw werden, toen de levering van<br />

water aan de Palatijn werd hersteld, fonteinen<br />

toegevoegd door Girolamo Rainaldi.<br />

De druk waarmee het water arriveerde was<br />

Gebouwbeschouwing<br />

De tuinen van Orti Farnesiani, deze zijn gelegen op de Palatijn<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

66


De parken van <strong>Rome</strong><br />

echter laag. Hierdoor waren dit geen “spuit’fonteinen,<br />

maar “zweet’fonteinen. Bij “zweet’fonteinen<br />

spuit het water niet omhoog maar<br />

stroomt het water op het oppervlak, zoals zweet<br />

werkt op de huid. Er is vandaag de dag weinig<br />

over van de Farnese Tuinen. Er kunnen alleen nog<br />

enkele structuren van worden herkend.<br />

Villa Celimontana<br />

Deze voormalige olijvenboomgaard op Celio Hill<br />

is verkregen door de familie Mattei. In de 16e<br />

eeuw is het stuk land omgebouwd tot tuinen.<br />

Het gebouw dat erop stond, werd gebruikt voor<br />

amusement en opberging van de familiecollecties<br />

en antieke voorwerpen. Het werd hierna Luchtfoto van de overblijfselen van Orti Farnesiani<br />

bewoond door enkele buitenlanders en in 1918<br />

werd het in beslag genomen door de Italiaanse Staat. Toen het terrein in handen was van de<br />

buitenlanders, kreeg het geheel een Neo-Gotische schijn.<br />

Het park Villa Celimontana is een oase van groen. In het park zijn stukken oud gesneden<br />

marmer te vinden. Er staat een kleine verborgen obelisk uit de tijd van Ramses II. De Mattei<br />

familie had in 1564 de restauratie van de Santa Maria in Aracoeli gefinancierd. Dit was<br />

waarschijnlijk de reden dat ze in 1582 van de Senaat van <strong>Rome</strong> de kleine Egyptische obelisk<br />

hadden gekregen. Deze werd bij de familie-kapel bij de Santa Maria in Aracoeli geplaatst. De<br />

obelisk was in eerste instantie naar <strong>Rome</strong> gebracht om de Temple to Isis te decoreren. Later<br />

rond de 16e eeuw werd hij verplaatst naar een afgelegen deel van tuinen van de familie. De<br />

obelisk werd daar geplaatst op een granieten plaat.<br />

In de tuinen van de familie Mattei waren ook vele fonteinen geplaatst. Twee daarvan zijn<br />

waarschijnlijk ontworpen door Bernini. In de 16e eeuw werden de Barokke fonteinen als<br />

afschuwelijk bestempeld en werden deze gesloopt. Fontana del Fiume is de enige fontein<br />

die dit heeft overleefd. Villa Celimontana heeft twee ingangen. De hoofdingang is aan de<br />

Piazza della Navicella. Tegenwoordig is de Italiaanse Geografische Gemeenschap in de Villa<br />

gevestigd. De linkerkant van het gebouw kijkt uit over het zuidelijke deel van <strong>Rome</strong> en over<br />

de grote ruïnes van the Baths of Caracalla. Aan de rechterkant van het gebouw is een grote<br />

picknickplaats ingericht en verder is er ook een grote speeltuin voor de kinderen. De tweede<br />

ingang is aan de Clivo Scauro.<br />

Parco di Porta Capena<br />

Parco di Porta Capena was een archeologisch<br />

park, in 1911 werd dit park aangelegd<br />

langs de Via Appia Antica. Via Appia Antica<br />

is een oude <strong>Rome</strong>inse weg. De weg liep van<br />

de hoofdstad <strong>Rome</strong>, naar Brandisi. De weg<br />

werd aangelegd om een snelle troepenverplaatsing<br />

mogelijk te maken, maar het was<br />

ook van enorm economisch belang voor<br />

vervoer van goederen en personen tussen<br />

Villa Celimontana in 1761<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 67


<strong>Rome</strong> nu<br />

<strong>Rome</strong> en Campanië en verder.<br />

Vandaag de dag wordt het park ingenomen<br />

door het terrein van de Terme<br />

di Caracalla. De Thermen van Caracalla<br />

is een badinrichting die de <strong>Rome</strong>inse<br />

Keizers Septimius Severes en zijn zoon<br />

Caracalla lieten bouwen tussen 206 en<br />

216 na Chr. Met de oppervlakte van ongeveer<br />

11 hectare, was het het grootste<br />

thermencomplex tot dan toen en bood<br />

plaats aan 1600 gasten. Tegenwoordig<br />

zijn de grote ruïnes van de thermen<br />

een toeristische attractie. Het badencomplex<br />

was 228 meter hoog en 116<br />

meter breed. In werkelijkheid waren de<br />

thermen meer dan een aantal baden. Het complex was een toeristisch centrum met onder<br />

andere bibliotheken, conferentiezalen en sportzalen.<br />

Parco Oppio<br />

De officiële benaming van het naast het Colosseum gelegen Parco Oppio is “Parco del Colle<br />

Oppio”. Dit park werd in het midden van de 19e eeuw ontworpen<br />

door Raffaele De Vico. Het was de bedoeling, dat de stad<br />

door realisering van dit park, mooier zou worden gemaakt.<br />

In het Parco Oppio staan een aantal mooie fonteinen, zoals de<br />

bekende Canestro-fontein. Deze fontein heeft acht hoeken en<br />

is met terracotta amforen versierd. Verder zijn er fonteinen<br />

opgericht ter ere van Nero en Trajan. Om het park nog verder te<br />

verfraaien, zijn er diverse standbeelden geplaatst.<br />

In het park, op de zuidelijke zijde van de Oppian Hill, bevinden<br />

zich de overblijfselen van Terme di Traiano, ofwel de Thermen<br />

van Trajanus. In 104 na Chr. werd er in opdracht van Keizer<br />

Trajanus een complex van<br />

baden gebouwd, ontworpen<br />

door de architect van<br />

Trajanus, Appollodorus<br />

van Damascus. De baden zouden later het model zijn<br />

voor alle grote keizerlijke baden. Het complex besloeg<br />

een oppervlakte van 330 bij 215 meter en bestond onder<br />

andere uit sauna-achtige ruimten, warme, koude en<br />

lauwe baden, zwembaden, sportzalen, kleedkamers, massage<br />

kamers en tuinen en terreinen. De <strong>Rome</strong>inse baden<br />

waren oorspronkelijk bedoeld als plaats waar de burgers<br />

zich konden wassen, maar deze kregen steeds meer en<br />

meer een recreatieve en sociale functie voor de bevolking.<br />

Naast de faciliteiten van het badencomplex, dat gebruikt<br />

Luchtfoto van Villa Celimontana<br />

Via Appia Antica<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Luchtfoto van de Thermen van Caracella<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

68


De parken van <strong>Rome</strong><br />

werd door het publiek, was er een stelsel van onderaardse<br />

gangen en structuren, dat door slaven en werknemers werd<br />

gebruikt voor onderhoud aan het badencomplex.<br />

Parco Traiano<br />

Parco Traiano is gelegen in de wijk Esquilino, aangrenzend<br />

aan de Domus Aurea. De wijk Esquilino is een van de<br />

zeven heuvels in de 15e wijk van <strong>Rome</strong>. Deze wijk ligt in het<br />

centrum van de stad tussen het Colosseum en het Termini<br />

treinstation. De ligging maakt de wijk uitstekend voor toeristen<br />

en zakenreizigers. Aangrenzend aan de wijk Esquilino De bereomede Canestro-fontein<br />

ligt de Domus Aurea. De Domus Aurea wordt ook wel het<br />

Gouden Huis genoemd en is gelegen op de Caelius. Het was het paleis van de <strong>Rome</strong>inse<br />

keizer Nero tussen 64 en 68 na Chr.<br />

Het paleis ligt in de buurt van het Parco Oppio en de Terme di Traiano, tussen de heuvels<br />

Palatijn, Velia, Oppius en Coelius. Het had vanaf het Forum Romanum een monumentale<br />

ingang met zuilengalerijen en een enorm voorportaal. Hierin liet Nero door de Griekse beeldhouwer<br />

Zenodorus een ruim 35 meter hoog standbeeld van zichzelf maken, de Colossus van<br />

Nero. De Domus Aurea is door Nero voor zichzelf gebouwd in het jaar 64. Het gebouw was<br />

bedekt met marmer en de binnenzijde was versierd met bladgoud, edelstenen en parelmoer.<br />

In de Domus Aurea zijn plafondschilderingen te bezichtigen waarop onder andere de bruiloft<br />

van Amphitrite en Poseidon is afgebeeld. De resten van de Domus Aurea bleven tot het einde<br />

van de 15e eeuw verborgen onder de Thermen van Trajanus, toen antiquaren de <strong>Rome</strong>inse<br />

schilderkunst in de onderaardse ruimtes ontdekten. Van de plafondschilderingen is tegenwoordig<br />

nog maar weinig overgebleven, omdat deze door vocht erg zijn vervaagd.<br />

Parco Savello<br />

Parco Savello, ook wel de “Giardino degli Aranci” genaamd, is gelegen op de heuvel Aventino.<br />

In het park bevindt zich de uitbouw van de Santa Sabina. In de tiende eeuw waren er in het<br />

Parco Savello vestigingswerken gebouwd om de heuvel te verdedigen. Er zijn op dit moment<br />

nog enkele overblijfselen van deze vestigingswerken zichtbaar in Parco Savello. Vanaf de<br />

heuvel kan men over een groot deel van <strong>Rome</strong> uitkijken en zelfs de koepel van de St. Pieter<br />

zien. De Aventijn is ongeveer 40 meter hoog en<br />

verdeeld in twee delen: de “Grote Aventijn” en<br />

de “Kleine Aventijn”. Deze heuvel behoort tot<br />

de wijk Ripa en is de meest zuidelijke heuvel en<br />

heeft men hier vandaan een prachtig uitzicht<br />

op het Vaticaan. Vanwege de aanwezigheid<br />

van havens en opslagplaatsen werd er vroeger<br />

veel handel gedreven en woonden er veel<br />

kooplieden op de Aventijn. Dat is momenteel<br />

niet meer het geval. Op de Aventijn zijn<br />

vandaag de dag een aantal kerken te vinden.<br />

De bekendste kerk is de Santa Sabine. Op deze<br />

heuvel zou Remus begraven zijn, nadat hij door<br />

zijn broer Romulus was vermoord. Bisschop<br />

Een luchtfoto van Parco Traiano<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing nu 69


<strong>Rome</strong> nu<br />

Petrus van Illyrië gaf in de 5e eeuw opdracht<br />

om de Santa Sabine te bouwen. Voordat men<br />

de kerk betreedt, loopt men door een deur die<br />

toegang biedt tot het middenschip. Deze deur is<br />

een bezienswaardigheid op zich, omdat deze afkomstig<br />

is van de oorspronkelijke kerk. Binnenin<br />

de kerk is er boven<br />

de hoofdingang één<br />

prachtig mozaïek<br />

De overblijfselen van de Domus Aurea<br />

te bezichtigen. De<br />

bijgeplaatste tekst<br />

herinnert aan de bouw van de kerk. Oorspronkelijk bevonden<br />

zich er meer mozaïeken. Deze zijn echter allemaal verdwenen.<br />

Aan het einde van het schip is een Mariakapel te zien. Het marmeren<br />

interieur van de Santa Sabine ziet er indrukwekkend uit.<br />

Een luchtfoto van Parco Savello Het interieur van de Santa Sabine<br />

hoofdsponsors:<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong><br />

nu<br />

70


01 Bruder Klaus Kapelle<br />

Ontwerper<br />

De Bruder Klaus Kapelle is ontworpen door Peter Zumthor. Zumthor is<br />

geboren in Zwitserland op 26 april 1943. In 1958 ging hij in de leer bij een<br />

timmerman en ondertussen studeerde hij aan de Kunstgewerbeschule in<br />

zijn geboortestad, Basel.<br />

In de jaren “60 kwam het minimalisme in opmars. In die tijd kwam Zumthor<br />

in contact met architectuur en ging hij architectuur studeren aan het<br />

New York Pratt Institute. Tussen 1968 en 1978 was Zumthor werkzaam als<br />

architect bij de Kantonale Monumentenzorg in Graubünden.<br />

Peter Zumthor<br />

Zumthor richte in 1979 in Haldenstein een eigen architectbureau op.<br />

De vakkundigheid die hij had als meubelmaker is altijd zichtbaar gebleven in zijn architectuur.<br />

Het vroege werk van hem is verwant aan het rationele Italiaanse architectuur, maar<br />

zijn latere werk is meer verwant met het minimalisme. De relatie tussen het gebouw en zijn<br />

omgeving speelt bij hem de hoofdrol en hij laat overbodige details weg.<br />

Peter Zumthor wil betrokken zijn bij het hele project, van de eerste pennenstreek tot de oplevering.<br />

Zo is Zumthor niet iemand die veel bouwt. Over het realiseren van de Bruder Klaus<br />

Kapelle deed hij tien jaar.<br />

Zumthor hecht heel erg aan ervaring die een ruimte oproept. Hij zegt daarover: “een gebouw<br />

moet niet iets voorstellen, maar een gebouw moet iets zijn”. Daarom hecht hij heel erg aan<br />

kijken, ruiken, tasten en horen. In het paviljoen van het Zwitserse Expo-gebouw te Hannover<br />

Therme Valse Gugalun House Kolumba Kunstmuseum<br />

is geluid heel belangrijk. In de Bruder Klaus Kapelle is dit geur.<br />

Ondanks zijn bescheidenheid, zijn teruggetrokken bestaan en<br />

dat hij niet veel gebouwd heeft, is hij internationaal bekend. Hij ontving een groot aantal<br />

internationale prijzen waaronder de Praemium Imperiale van de Japan Art Association in<br />

2008 en de Thomas Jefferson Foundation Medal in<br />

Architecture van de University of Virginia in 2006.<br />

In 2009 kreeg hij de Pritzker Prize. Dat is de meest<br />

prestigieuze architectuur prijs ter wereld. Hij heeft<br />

deze prijs gekregen voor zijn precieze detaillering,<br />

zijn poëtisch materiaalgebruik, zijn zorgvuldige<br />

verhoudingen, zijn respect voor cultuurgeschiedenis<br />

en de lokale cultuur.<br />

Links is het dichtsbijzijnde plaatsje te zien; rechts staat de kapel<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 71<br />

door: Maurien Roozemond


01 Bruder Klaus Kapelle<br />

Peter Zumthor heeft niet veel gebouwen op zijn naam staan, maar wel hele bijzondere gebouwen.<br />

Een paar gebouwen zijn: Therme Vals, het Kolumba Kunstmuseum en het Gugalun House.<br />

Gebouwanalyse<br />

1. De Bruder Klaus Kapelle staat op het land van boer Scheidtweiler, bij het Duitse Wachendorf.<br />

De kapel is al van verre te zien. De vraag is alleen, wat het nu precies is wat daar staat. Een<br />

graansilo? Een watertoren? Om daar duidelijkheid over te krijgen moet het gebouw van dichtbij<br />

worden bekeken. Het gebouw bereiken kan alleen lopend en dit duurt ruim een kwartier.<br />

2. De Bruder Klaus Kapelle heeft een vijfhoekige plattegrond. Binnenin heeft de kapel een driehoekige<br />

doorsnede. De kapel is 12 meter hoog. In de kapel zit een 3 meter hoge deur.<br />

3. De kapel kan worden betreden door een 3 meter hoge, driehoekige, metalen deur. Boven deze<br />

deur is een metalen kruis aangebracht. Dit kruis is eigenlijk het enige wat vanaf de buitenkant<br />

het doel van het gebouw verklaart. Voor de rest heeft de kapel geen deuren of ramen. Alleen in<br />

het platte dak van de kapel is een oculus waardoor regen, zon en wind naar binnen kan.<br />

Naast de kapel is nog een betonnen bankje. Vanaf dit bankje kan van het prachtige uitzicht worden<br />

genoten. In de muren van de kapel zitten gaten. Deze gaten zijn gevuld met glazen knikkers.<br />

die het effect van een sterrenhemel geven.<br />

Bruder Klaus Kapel<br />

Gebouwbeschouwing<br />

4. De bouwmethode die voor de kapel is gekozen,<br />

wordt door Zumthor: “rammed concrete” genoemd.<br />

Door te kiezen voor een lowtech maar arbeidsintensieve<br />

constructiemethode wist Zumthor de kosten<br />

laag te houden. Maar tegelijkertijd wist hij de kapel<br />

ook een plaats te geven in de gemeenschap en in de<br />

omgeving.<br />

Als eerste werden 112, 12 meter hoge boomstammen,<br />

geplaatst. Deze in een plaatselijk bos gerooide dennenbomen<br />

werden in een bladvorm geplaatst. Bovenaan<br />

bleef een gat, in de vorm van druppel, open.<br />

Over deze boomstammen werd vervolgens de beton<br />

gegoten. Dit beton werd vervaardigd uit lokaal zand<br />

en grind. Gedurende 24 dagen werd er elke dag een<br />

laag van 50 cm beton gestort. Hierdoor kwamen<br />

er 24 lagen rond de kapel. Elke laag heeft weer een<br />

verschillende kleur en een andere textuur dan een<br />

andere laag. Dit komt omdat er verschillende kleuren<br />

zand werden gebruikt, namelijk rood zand en geel<br />

zand.<br />

Nadat de beton was verhard, werd de houten bekisting<br />

weggebrand. Het verbranden van de bekisting<br />

heeft drie weken geduurd. Dit vuur droogde eerst de<br />

stammen en liet de stammen losspringen van het<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

72


01 Bruder Klaus Kapelle<br />

beton. Het vuur verteerde tenslotte al het hout.<br />

Het idee was om het vuur maar een week te laten branden. Zumthor vond echter dat na een<br />

week branden het gebouw nog niet de gewenste indruk wekte.<br />

De geur van verbrand hout was nog niet sterk genoeg en ook waren de negatieven van de<br />

dennenstammen in het beton nog niet duidelijk genoeg. Daarom is het vuur opnieuw aangestoken<br />

en heeft het nog twee weken gesmeuld. Iedere stam liet een holle afdruk in het beton<br />

achter. Door de verticale groeven die de stammen achterlieten wordt de blik vanzelf naar<br />

boven geleid. Toch overheerst de geur<br />

van verbrand hout de eerste indrukken.Al het werk dat aan<br />

de kapel is gedaan, is gedaan door<br />

familie en vrienden van boer<br />

Scheidtweiler uit de streek Eiffel.<br />

Als men naar bovenkijkt ziet men alle 350 glazen<br />

bollen en het oculus<br />

5. Het interieur van de kapel<br />

is heel basic. In deze schaars<br />

verlichte ruimte staat een<br />

kaars en een klein bankje.<br />

Daarnaast een tafeltje met een<br />

gastenboek. Voor de rest is de<br />

ruimte leeg.<br />

De vloer van de kapel is gemaakt van<br />

gegoten lood. Het begin van de kapel<br />

is laag en donker, maar hoe verder in<br />

de kapel, hoe hoger de ruimte wordt. De<br />

kapel heeft een driehoekige plattegrond,<br />

maar de binnenkant van de kapel is volko-<br />

men vloeiend. Het licht in de kapel komt uit de<br />

oculus aan de bovenkant en uit 350 gaten in de<br />

muur met een doorsnede van 5cm. Deze gaten vormden de verbinding tussen het beton<br />

en de houten bekisting. Tijdens het verbranden van de bekisting kon het rook door deze<br />

gaten ontsnappen. Al deze gaten bevatten nu een mondgeblazen, glanzende, glazen bol. Al<br />

deze bollen lijken soort sterren in de donkere kapel.<br />

Twee doorsneden van de kapel<br />

Plattegrond van de kapel<br />

6. De opdrachtgever voor de kapel was boer Hermann-Josef Scheidtweiler en zijn vrouw Trudel<br />

Scheidtweiler. Uit dankbaarheid voor hun gelukkig leven wilden ze iets doen. Ze wilden<br />

een kapel laten ontwerpen voor de beschermheilige van de familie.<br />

Scheidtweiler had geen idee wie Peter Zumthor was, hij was zijn naam<br />

tegengekomen in een lokale krant als de architect van het Aarts-bisschoppelijk<br />

Diözesanmuseum in Keulen en had hem een brief gestuurd<br />

met de vraag of hij een plan wilde tekenen voor een kapel ter ere van<br />

zijn beschermheilige, Nikolaus von der Flüe. Een bijzondere vraag<br />

aan een sterarchitect die doorgaans architectuur ontwerpt tegen een<br />

behoorlijk hoog bedrag. Het feit dat Bruder Klaus een landgenoot en<br />

de lievelingsheilige van zijn moeder was, deed Zumthor besluiten om<br />

De opdrachtgevers<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 73


01 Bruder Klaus Kapelle<br />

de opdracht aan te<br />

nemen.<br />

Bij het ontwerp van<br />

de Bruder Klaus Kapelle<br />

moest Zumthor<br />

op verschillende dingen<br />

letten. Ten eerste<br />

op het lage budget<br />

van de opdrachtge-<br />

ver. Ten tweede moest de kapel goed passen bij de omgeving<br />

en een diepe religieuze ervaring oproepen.<br />

7. Bij het bouwen van de kapel heeft de hele buurt meegeholpen<br />

waardoor een band ontstond tussen de buurtbewoners<br />

en de kapel. Maar niet alleen voor de buurtbewoners is de<br />

kapel bijzonder: er komen mensen uit allerlei landen naar<br />

de kapel. Dit komt door de bijzondere architectuur van de kapel en de heel eigen sfeer in de<br />

kapel. Sommigen zien dit als een religieuze ervaring, anderen zien het meer als een ervaring<br />

met architectuur. Hoe het ook zij, één ding is zeker, de Bruder Klaus Kapelle heeft een unieke<br />

uitstraling.<br />

Een visualisering van de kapel<br />

8. De kapel is gemaakt uit in het werk gestort beton. De kapel heeft een driehoekige metalen<br />

deur. In wand van de kapel zitten glazen knikkers. De vloer van de kapel is gemaakt van tin.<br />

info: Locatie: Walchendorf richting Lessenich<br />

74<br />

Tijdens de zomertijd is de kerk open van 10:00u tot 17:00u<br />

Tijdens de wintertijd is de kerk open van 10:00u tot 16:00u<br />

‘Architecture has its own realm. It has a<br />

special physical relationship with life. I do<br />

not think of it primarily as either a message<br />

or a symbol, but as an envelope and background<br />

for life, which goes on in and around<br />

it – a sensitive container for the rhythm of<br />

footsteps on the floor, for the concentration<br />

of work, for the silence of sleep…’<br />

Peter Zumthor


02 Weißenhof Siedlung<br />

De Weißenhofsiedlung is een moderne wijk in Stuttgart. Verschillende<br />

internationaal bekende architecten ontwierpen voor een tentoonstelling<br />

33 huizen, namelijk:<br />

1-4: Ludwig Mies van der Rohe<br />

5-9: Jacobus Johannes Pieter Oud<br />

10: Victor Bourgeois<br />

11-12: Adolf Gustav Schneck<br />

13-14: Le Corbusier (en Pierre Jeanneret)<br />

16-17: Walter Gropius<br />

18: Ludwig Hilberseimer<br />

19: Bruno Taut<br />

20: Hans Poelzig<br />

21-22: Richard Döcker<br />

23-24: Max Taut<br />

25: Adolf Rading<br />

26-27: Josef Frank<br />

28-30: Mart Stam<br />

31-32: Peter Behrens<br />

33: Hans Scharoun<br />

De volgende drie huizen zullen achtereenvolgens geanalyseerd worden:<br />

1. Huis 13: Le Corbusier (Maison Citrohan)<br />

2. Huis 14/15: Le Corbusier (Doppelhaus)<br />

3. Huis 5-9: Jacobus Johannes Pieter Oud (Rijtjeswoningen)<br />

Le Corbusier<br />

Ontwerper<br />

Op 6 oktober 1887 werd in La Chaux-de-Fonds (Zwitserland) Charles-Edouard Jeanneret geboren,<br />

beter bekend als Le Corbusier. Le Corbusier geldt als één van de belangrijkste architecten<br />

van de twintigste eeuw (verkozen to architect van de eeuw). Als zoon van een emailleur van<br />

horlogekasten kwam hij al vroeg in aanmerking met kunst. Op zijn 14de begon Le Corbusier<br />

een graveerstudie aan de school voor decoratieve kunsten. Zijn eerste bouwwerk bouwt Le<br />

Corbusier op zijn 19e, het is de Villa Fallet in La Chaux-de-Fonds. Om meer kennis te vergaren,<br />

reist Le Corbusier veel naar de Donaulanden, Toscane en de Balkan. Naast het bouwen van<br />

huizen was Le Corbusier schilder en schrijver. In een aantal van zijn boeken (Vers une Architecture<br />

(1923), Urbanisme (1925) en L’Art Décoratief d’Aujourd’hui (1925)) beschreef hij de vijf<br />

principes van de nieuwe architectuur:<br />

1. Ter vervanging van dragende muren werden pilotes of kolommen gebruikt<br />

2. Het, vrije, flexibele grondpan van niet-dragende muren (plan libre).<br />

3. Grote brede strookvensters voor de toetreding van een maximale en gelijkmatige<br />

toetreding van daglicht.<br />

4. Een vrije indeling van de gevels. Dit is mogelijk gemaakt door het gebruik van gewa-<br />

pend beton.<br />

5. Het maken van een daktuin voor licht, lucht en zon<br />

Gedurende de jaren 20 waren veel ontwerpen van Le Corbusier gebaseerd op een doosvorm.<br />

Voorbeelden hiervan zijn: Maison Cook in Parijs (1926) en Villa Savoye in Possy (1926).<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 75<br />

door: Bas van den Berge en Pirmin den Hamer


02 Weißenhof Siedlung<br />

Deze twee bouwwerken waren voorzien van punt een van de vijf principes van de nieuw<br />

architectuur, namelijk het toepassen van pilotes.<br />

Een nieuw platform diende zich aan in 1928, de oprichting van het Congres Internationaux<br />

d’Arichitecture Moderne (CIAM). Door zijn gedrevenheid kon Le Corbusier de agenda en de<br />

discussies van het CIAM bepalen. Dit leidde ertoe dat hij omstreeks 1930 uitgegroeid was tot<br />

een internationaal bekende architect. Dit was mede mogelijk door zijn publicatie, ze waren<br />

sterk, strijdbaar en kort na elkaar. Naast de architectuur werd Le Corbusier ook bekend door<br />

zijn meubels. Op 27 augustus 1965 sterft Le Corbusier in Nice (Frankrijk).<br />

Gebouwbeschouwing Haus 13, 14/15 (Le Corbusier)<br />

1. Stuttgart is de hoofdstad van de deelstaat Baden-Württemberg. Met een inwoneraantal<br />

van 600.068 behoort het tot de top tien van grootste steden in Duitsland. In Stuttgart-Noord<br />

ligt de Weißenhofsiedlung, een wijk met “moderne architectuur”.<br />

De wijk werd rond 1927 gebouwd en diende voor arbeiders. De nieuwe wijk brak met alle vormen<br />

van de architectuur en gaf een nieuw beeld van de toekomst. Veel bekende architecten<br />

verbonden hun naam aan de wijk. Enkele voorbeelden zijn: Ludwig Mies van der Rohe, Pierre<br />

Jeanneret, J.J.P Oud en Peter Behrens. Na 83 jaar ogen de woningen nog zeer modern.<br />

Haus 13 (Maison Citrohan) en Haus 14/15 (Doppelhaus) liggen in het zuiden van de Weißen-<br />

hofsiedlung, op de kruising met de Friedrich-Ebert-<br />

Strasse en de Rathenausstrasse. Links naast de Maison<br />

Citrohan ligt de Pankokweg. Aan de noordkant<br />

van beide huizen van Le Corbusier grenzen twee<br />

huizen van Walter Gropius en Ludwig Hilberseimer.<br />

De twee woningen van Le Corbusier zijn voorbeelden<br />

van de moderne architectuur. Maison Citrohan<br />

is door de beschutting moeilijk te zien. De beste<br />

zijde om de woning te bekijken is de rechterzijgevel.<br />

De hoofdingang van de woning is te bereiken via de<br />

Pankokweg, maar staat gericht naar het zuiden.<br />

Het Doppelhaus bestaat uit twee woningen. Beide<br />

hoofdingangen zijn gelegen aan de Rathenausstrasse.<br />

Door de vorm en afmetingen is het doppelhaus<br />

een imposant gebouw. Vanuit de Friedrich-Ebert-<br />

Strasse is het een niet te missen object. In de directe<br />

omgeving van het Weißenhofsiedlung staan geen<br />

andere noemenswaardige bezienswaardigheden.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

“Ik bouwde mijn eerste huis toen ik zeventien<br />

was. Het zat vol decoraties. Ik was<br />

vierentwintig toen ik mijn tweede huis<br />

bouwde; het was wit en kaal: ik had tussendoor<br />

gereisd. De tekeningen van dit tweede<br />

huis lagen op mijn tekentafel. Het was in<br />

1911. Ik werd plotseling getroffen door de<br />

willekeurige plaatsing van de openingen<br />

in de gevel (deuren en vensters). Ik maakte<br />

ze zwart met houtskool. De zwarte vlekken<br />

spraken nu de een of andere taal, maar<br />

een onsamenhangende. Opnieuw werd ik<br />

getroffen door het ontbreken van een regel<br />

of wetmatigheid.<br />

Verbijsterd realiseerde ik me dat ik in een<br />

totale chaos werkte. Toen ontdekte ik voor<br />

mijn eigen gebruik de noodzaak van een<br />

regulerend instrument. Deze obsessie zou<br />

voortaan in mijn hoofd blijven hangen.”<br />

Le Corbusier<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

76


02 Weißenhof Siedlung<br />

2. Uitgangspunt voor beide gebouwen was een rechthoekige vorm. Qua afmeting heeft Le<br />

Corbusier gekozen voor minimale maten. De filosofie achter de afmetingen kwamen uit het<br />

dagelijkse leven. Het Doppelhaus werd bijvoorbeeld voorzien van een lange gang van 60<br />

centimeter. De inspiratie voor deze afmeting kwam voort<br />

uit een trein. Gedurende een treinrit van 100 km/h liepen<br />

tientallen mensen met gemak door een gangpad van 60<br />

centimeter.<br />

Het Doppelhaus heeft een totale lengte van ongeveer 26<br />

meter. De breedte varieert op twee punten. Zo heeft het<br />

Doppelhaus twee rechthoekige uitbouwen aan de achterzijde<br />

van de woning. De breedte zonder uitbouw is 6 meter,<br />

met uitbouw is dat 11 meter. De uitbouw heeft daarnaast<br />

een lengte van 3 meter.<br />

Het Doppelhaus bestaat uit drie bouwlagen. De begane<br />

grond heeft een kleinere oppervlakte dan de tweede verdieping,<br />

dit komt door de pilaren (pilotes) waarop het gebouw<br />

rust. De derde verdieping wordt voornamelijk gebruikt als<br />

dakterras. Maison Citrohan heeft een totale lengte van<br />

11,50 meter, de breedte is 6,50 meter. De woning bestaat<br />

uit vier bouwlagen. Ook hier is de onderste bouwlaag qua<br />

oppervlakte kleiner dan de bovenliggende bouwlagen.<br />

De bouwlagen 2 en 3 zijn uitsluitend bedoelt als woonfunctie.<br />

De bovenste bouwlaag bestaat voor de helft uit<br />

woonfunctie, de overige oppervlakte wordt gebruikt als<br />

dakterras.<br />

3. De huizen van Le Corbusier zijn typische vormen van<br />

de moderne architectuur. De moderne architectuur staat voor een objectieve, functionalistische,<br />

eerlijke en nuchtere houding tegenover het object en de vormgeving ervan. Kenmerkend<br />

voor de moderne architectuur is het gebruik van nieuwe materialen zoals beton en<br />

staal. Hierdoor werd een nieuwe bouwconstructie ontwikkeld, de skeletbouw. Door deze<br />

skeletbouw ontstond een transparante woning met een vrije invulling van gevels. Andere<br />

kenmerken waren de komst van platte daken en gepleisterde (gestucte) wanden. Wanneer<br />

er gekeken wordt naar de façade van beide gebouwen dan kan er geconcludeerd worden dat<br />

de woning voldoet aan de kenmerken van de moderne architectuur. Het meest opvallende<br />

aan het beide huizen is het platte dak. Dit was voor<br />

de jaren 20 en 30 een rigoureuze ommezwaai in vergelijking<br />

met de traditionele bouwmethode. Critici<br />

vonden het lijken op Arabische huizen.<br />

Een ander kenmerk dat op beide huizen terug te<br />

vinden is, is het witte pleisterwerk, het Doppelhaus<br />

heeft daarnaast nog een rode strook pleisterwerk<br />

aan de onderkant. De muren zijn niet van baksteen<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 77


02 Weißenhof Siedlung<br />

maar van betonnen elementen, er<br />

is dus geen metselwerk. Zowel het<br />

Doppelhaus als Maison Citrohan<br />

staan op pilaren, Le Corbusier<br />

noemde ze pilotes. De tweede<br />

verdieping wordt geheel gedragen<br />

door deze kolommen, het voordeel<br />

hiervan is dat de gevels vrij indeelbaar<br />

zijn. Doordat de gevels vrij<br />

indeelbaar zijn worden er op beide<br />

woningen grote strookvensters<br />

aangebracht. Het laatste kenmerk<br />

dat Le Corbusier toepaste op zijn<br />

woningen zijn de dakterrassen op<br />

de bovenste verdieping, ze zorgen<br />

voor licht, lucht en zon. Afwijkend<br />

is het balkon aan de voorgevel van<br />

Maison Citrohan, deze bestaat uit<br />

een staalconstructie<br />

met daartussen betonelementen. De entree van de woningen<br />

begint in principe op de tweede verdieping. Om hier te komen zijn betonnen<br />

trappen met stalen elementen toegepast.<br />

4. Begin oktober 1926 werd Le Corbusier gevraagd om mee te werken aan<br />

de tentoonstelling in Stuttgart. Samen met zijn oom Pierre Jeanneret<br />

ontwierp hij twee woningen. Dit ontwerp lag op 15 december 1926 op<br />

tafel, het zouden twee eengezinswoningen worden. In 1927 veranderde het plan en er werd<br />

één van de twee woningen een dubbelhuis (Doppelhaus). Ook dit ontwerp haalde het niet,<br />

het kostenplaatje werd te hoog. De materialen die werden voorgesteld waren te kostbaar.<br />

Voor de opening van de tentoonstelling verklaarde de baupolizei (bouwpolitie) de huizen<br />

onveilig, de constructie was naar hun mening niet stevig genoeg. Een oplossing voor het<br />

probleem was niet direct te realiseren, daarom mochten er niet meer dan twee personen per<br />

vierkante meter in de kamers, op de trappen, terrassen en gangen zijn.<br />

Na de tentoonstelling werden de huizen verhuurd aan arbeiders. Kort daarna werden de<br />

eerste aanpassingen aan de woningen aangebracht. Zo werden de dakterrassen overkapt,<br />

omdat de huidige situatie onpraktisch was. Binnenin de woning<br />

werden de betonnen kasten vervangen door eenvoudige en lichte<br />

tussenwanden.<br />

Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de wijk gekocht door<br />

het Duitse rijk. De functie van de woningen veranderde in kantoren,<br />

ziekenhuizen en bunkers met luchtafweergeschut. Door<br />

verschillende bombardementen sneuvelde enkele woningen. De<br />

huizen van Le Corbusier bleven intact, alleen de ramen werden<br />

helemaal dichtgemetseld. De bouwmaterialen van verwoeste<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

78


02 Weißenhof Siedlung<br />

huizen werden gebruikt om de nog staande huizen<br />

te repareren. Enkele initiatiefnemers stichtte in<br />

1977 een vereniging met de naam Vrienden voor<br />

de Weißenhofsiedlung. Het doel van deze vereniging<br />

was het restaureren en behouden van de wijk,<br />

zelf noemde ze het de “Wiederherstellung des<br />

ursprünglichen zustandes in Denkmalpflegerischer<br />

Genauigkeit”, wat staat voor het herstellen van de<br />

oorspronkelijk staat door nauwkeurige monumentenzorg.<br />

Toch zorgde dit nog voor een spanning, de één wilde het exact herstellen, de ander<br />

wilde er geen museumwijk van maken. De grootschalige renovatie van de wijk vond pas<br />

plaats tussen 1981 en 1987. enkele punten die werden aangepakt waren het verbeteren van<br />

het wooncomfort en het isoleren van de huizen, maar ook de oorspronkelijke plattegrond<br />

en kleuren werden teruggebracht. Vandaag de dag worden beide huizen van Le Corbusier<br />

gebruikt als museum.<br />

5. De indeling van de woningen zien er als volgt uit:<br />

Maison Citrohan<br />

Op de eerste verdieping bevindt zich de ingang, garderobe,toilet, berging met ruimte voor<br />

wasvoorzieningen en een klein balkon, op de tweede verdieping bevindt zich de woonkamer,<br />

eetkamer, de keuken, de badkamer, kinderslaapkamer en een slaapkamer voor de ouders, op<br />

de derde verdieping bevindt zich een kinderslaapkamer, gastenverblijf, toilet en een dakterras.<br />

Doppelhaus<br />

Op de begane grond bevindt zich de ingang, een slaapkamer, voorraadruimte en de trap naar<br />

de eerste verdieping, de eerste verdieping is ingevuld met een keuken, badkamer, woonkamer,<br />

werkkamer en een aantal slaapruimten, de tweede verdieping<br />

is niet geheel woonruimte maar grotendeels terras, je vindt er enkel<br />

een “bibliotheek”.<br />

Constructie<br />

De woningen uitgevoerd in een staalskelet, dit is ook duidelijk zichtbaar<br />

op de plattegronden. Le Corbusier maakte veelvuldig gebruik<br />

van staalskeletten om zo slank mogelijk te bouwen. Dat was iets<br />

revolutionairs in die tijd. Het staalskelet is verder helemaal opgevuld<br />

met elementen van 24 centimeter dik gewapend beton. De vloeren<br />

zijn gelijksoortig met wat wij kennen als een “breedplaatvloer”. Alle<br />

trappen in de woning zijn uitgevoerd in een combinatie van staal<br />

en beton. Verder zijn alle binnenwanden traditioneel gemetseld,<br />

de buitenmuren zijn opgetrokken uit holle betonstenen. Kenmerkend<br />

voor zijn staalskelet is dat zodoende alle binnenwanden niet<br />

dragend zijn en er dus geen ontwerp beperking optreedt en grote<br />

ramen en gevelopeningen mogelijk zijn, de geval is dus slechts<br />

esthetisch. De funderingen van beide woningen bestaan uit een<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 79


02 Weißenhof Siedlung<br />

fundering op staal,<br />

namelijk een strokenfundering.<br />

Interieur, meubilair<br />

en licht<br />

Maison Citrohan<br />

Kenmerkend voor<br />

de woningen van Le<br />

Corbusier is de strakke<br />

en geometrische<br />

vormen, ook Maison<br />

Citrohan is hier een<br />

voorbeeld van. Constructieve elementen zoals kolommen spelen<br />

een grote rol in het gehele plan. Zij dragen niet alleen het gebouw,<br />

maar scheiden ook diverse ruimtes. De meubels die in het<br />

huis staan zijn in harmonie met de algehele uitstraling en sfeer.<br />

Het interieur was destijds de tijd ver vooruit. Dit is niet alleen<br />

bereikt door de keuze van verschillende vormen, materialen en meubelen maar ook lichtinval<br />

speelt een belangrijke rol. De grote gevelopeningen benadrukken het gevoel van vrijheid en<br />

openheid.<br />

Doppelhaus<br />

Het interieur van deze woning doet ook erg “open” aan. Dit is<br />

een positief effect van het gebruik van een staalconstructie,<br />

enkel een paar slanke kolommen springen in het oog. De vormen<br />

van diverse ruimtes zijn er geometrisch maar erg divers in kleur.<br />

Dit geeft een speels effect aan heel het gebouw. Door de vele<br />

horizontaal georiënteerde raampartijen komt er veel direct licht<br />

het gebouw binnen. Wanneer dit licht valt op de verschillende<br />

kleuren lijkt het gebouw helemaal niet kil in tegenstelling tot het<br />

“einfamilienhaus” van Le Corbusier. Het “Doppelhaus” is ook een<br />

studie van Le Corbusier over kleurgebruik binnen een woning,<br />

dit is dan ook duidelijk zichtbaar. Het meubilair daarentegen<br />

is vrij eenvoudig te noemen, er zijn geen onnodige meubels te<br />

vinden in heel het huis. Bovendien is hetgeen er staat zo simpel<br />

mogelijk.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

6/7 De wijk, dus ook dit huis heeft<br />

niet echt een specifieke opdrachtgever.<br />

Het is neergezet als experimentele woonwijk, onderdeel<br />

van een tentoonstelling over nieuwe architectuur “Het<br />

nieuwe bouwen”. Het plan was een visionair sociaal plan met<br />

als doel de arbeider en de huisvrouw de nieuwe tijd binnen<br />

te loodsen. Bovendien moesten de woningen goedkoop en<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

80


02 Weißenhof Siedlung<br />

eenvoudig zijn omdat er anders niemand uit de doelgroep zou zijn die een<br />

vermogen had om dat te financieren.<br />

8. Het huis is wat betreft de bouwmaterialen vrij eenvoudig te ontleden. Te<br />

beginnen met het staalskelet dat bestaat uit gewalste profielen. Deze zijn<br />

vervolgens opgevuld met holle betonstenen. De vloeren bestaan uit 24cm<br />

dikke gewapende betonvloeren waar de binnen wanden op zijn gemetseld<br />

met bakstenen. De gevelopeningen zijn voorzien van glazen puien met<br />

metalen kozijnen.<br />

J.J.P Oud<br />

Ontwerper Rijtjeswoningen J.J.P Oud<br />

Jacobus Johannes Pieter Oud wordt op 9 februari 1890 geboren in Purmerend. Oud was de<br />

tweede zoon in de familie. Zijn vader, Henrik Oud was wijnhandelaar en later wethouder van<br />

Purmerend. Op aandringen van zijn vader volgt Oud een studie bouwkunde aan de Quellinusschool<br />

(1903 t/m 1906) en een tekenopleiding aan de Rijksnormaalschool in Amsterdam<br />

(1908 t/m 1910). Gedurende deze opleiding kwam Oud in contact met onder andere architecten<br />

Berlage en de Bazel. Na een mislukte poging om te gaan studeren in Delft (1910) vertrok<br />

Oud naar München om daar als student en tekenaar-stagair te gaan werken. De eerste<br />

architectuuropvattingen kreeg Oud van zijn docent en stedenbouwkundige Theodor Fischer.<br />

Fischer was een vernieuwde architect die Oud de betekenis van proporties en het ontwerpen<br />

op systeem liet zien. Deze twee kenmerken werden later het handelsmerk van Oud. Oud<br />

werkte in 1917 veel samen met kunstenaar Theo van Doesburg. Samen richtten ze het tijdschrift<br />

“De Stijl” op. Het blad kreeg vanaf het begin al forse kritiek, omdat het gefinancierd<br />

zou zijn door Duitsers. Oud spreekt zich in De Stijl uit voor de moderne architectuur. Toch zijn<br />

er een aantal afwijkingen met deze stroming, zo blijft Oud bij het toepassen van bakstenen,<br />

ook het gebruik van glas werd beperkt. Dit omdat Oud het een vorm van luxe vond. In 1927<br />

ontwierp Oud een aantal rijtjeswoningen voor de Weißenhofsiedlung. De woningen kunnen<br />

door hun gelijke vormen (symmetrie) nog oneindig worden aangebouwd. Met de bouw van<br />

de Weißenhofsiedlung ontstond de Internationale Stijl, ook wel het nieuwe bouwen genoemd.<br />

Oud nam deze stijl echter niet helemaal over, maar behoorde toch tot de Groten Vier<br />

(Ludwig Mies van der Rohe, Walter Gropius en Le Corbusier). Net als Le Corbusier sloot ook<br />

Oud zich aan bij de Ciam. Op 5 april 1963 overleed Oud in Wassenaar. Andere bouwwerken<br />

van Oud zijn: Kerk voor de hersteld apostolische gemeente, Hillevliet 139, Rotterdam (1929),<br />

Spaarbank van Rotterdam, Botersloot 25, Rotterdam (1942-1955), Nationaal Monument op de<br />

Dam, Amsterdam (1956)<br />

Kerk voor de hersteld apostolistische gemeente Nationaal Monument Spaarbank van Rotterdam<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 81


02 Weißenhof Siedlung<br />

Gebouwbeschouwing Haus 5-9 (rijtjeswoningen<br />

J.J.P Oud)<br />

1. Net als de huizen van Le Corbusier zijn de rijtjeshuizen<br />

van Oud gebouwd in de Weißenhofsiedlung<br />

in Stuttgart. De huizen liggen<br />

op de kruising van de Pankokweg, waar<br />

ook de vrijstaande woning van Le Corbu- sier<br />

ligt, met de Bruckmannweg. Tegenover<br />

de woningen staat het appartementencomplex<br />

dat is ontworpen door Ludwig Mies van der Rohe. Onderaan de woningen tegen<br />

de Pankokweg aan ligt een woning van Adolf G. Sneck. Deze woningen van J.J.P Oud zijn de<br />

voorlopers van de moderne architectuur, ook wel het moderne bouwen of de Internationale<br />

Stijl genoemd. In totaal zijn er vijf woningen gebouwd. Alle hoofdingangen liggen aan de<br />

Pankokweg, dus aan de noordzijde. Het gebouw valt op, niet door zijn grote of hoogte, maar<br />

door zijn symmetrie.<br />

2. Moderne architectuur wordt geassocieerd met de basisvormen. De woningen van Oud<br />

hebben als hoofdvorm een rechthoek. De woning is opgebouwd uit twee rechthoeken. Een<br />

grote rechthoek met daarvoor een kleiner rechthoek. Omdat de woningen op een heuvel zijn<br />

lopen de ze trapsgewijs omhoog.<br />

De lengte van het totale woningenblok is 27 meter. Omdat het hier gaat om gelijke huizen<br />

heeft één huis een lengte van 5,40 meter. De breedte varieert van 8,77 meter zonder uitbouw<br />

en 11,70 meter met uitbouw. De totale woonoppervlakte van één woning bedraagt 73<br />

vierkante meter.<br />

3. Wanneer er naar de gevels gekeken wordt dan kan geconcludeerd worden dat deze woningen<br />

voorbeelden zijn van Moderne architectuur. Ten eerste het platte dak, een typisch<br />

kenmerk voor de Moderne architectuur, zie woningen Le Corbusier. Daarnaast is de woning<br />

niet voorzien van zichtbaar metselwerk, maar van een witte pleisterlaag.<br />

Een opmerkelijk detail aan de woning is de voordeur, wanneer deze betreden<br />

wordt komt men in een binnenplaats/patio terecht. De werkelijk entree van<br />

de woning zit aan de rechterkant bij het betreden van de patio. De voorgevel<br />

heeft bij de uitbouw een strokenvenster. Verder heeft de voorgevel<br />

nog openslaand raam. Het aantal ramen aan de voorgevel valt mee,<br />

als er wordt gekeken naar bijvoorbeeld de huizen van Le Corbusier.<br />

De achtergevel<br />

is daarentegen<br />

voorzien van meerdere<br />

grote ramen, dit<br />

geeft een grote hoeveelheid<br />

daglicht toetreding.<br />

Daarnaast<br />

heeft de achtergevel<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

82


02 Weißenhof Siedlung<br />

nog een klein balkon aan de linkerzijde van iedere woning. De<br />

zijgevels van de hoekwoningen hebben geen<br />

enkel raam. De woning heeft op<br />

het eerste gezicht twee<br />

verdiepingen, maar de<br />

woningen zijn voorzien<br />

van een kelder.<br />

4. In 1927 kreeg J.J.P. Oud<br />

het verzoek om voor een<br />

tentoonstelling in Stuttgart<br />

arbeiderswoningen te ontwerpen.<br />

Het daadwerkelijk ontwerp<br />

staat nog steeds overeind. Na de tentoonstelling zijn de woningen<br />

aangepast zodat ze te gebruiken waren om in te wonen. Door een zwaar bombardement<br />

werden de ramen van de woningen dichtgemetseld. Na de oorlog was de rij huizen zwaar<br />

beschadigd. Van de verwoeste huizen werden de stenen gebruikt om de huizen te repareren.<br />

De eerste renovatie vond plaats in 1983/84. Een aantal ramen werden eruit gehaald en<br />

vervangen door de oorspronkelijke ramen. In 2000 is er een<br />

tweede renovatie geweest aan de woningen. De gevels zijn<br />

geheel verbeterd en schoongemaakt.<br />

Constructie<br />

De constructieve wanden zijn gemaakt van betonstenen die<br />

hol zijn vanbinnen zogeheten “Leightbeton” met een<br />

dikte van 150mm. De niet dragende binnenwanden<br />

zijn van 40mm dikke bakstenen. De vloeren zijn<br />

allemaal uitgevoerd in beton. Deze woningen<br />

zijn in tegenstelling tot die van Le<br />

Corbusier vrij traditioneel in plaats van een<br />

toen moderne staalconstructie.<br />

Interieur, meubilair en licht<br />

Het interieur van de woning is evenals de<br />

woningen van Le Corbusier erg kil en kaal. Er<br />

5. De indeling van de woning ziet er als volgt uit:<br />

Begane grond<br />

Op de begane grond bevindt zich de ingang, woonkamer,<br />

eetkamer, keuken en een berging.<br />

eerste verdieping<br />

Op de eerste verdieping is er de badkamer inclusief toilet en<br />

een drietal slaapkamers. Bovendien is er nog een kelder met<br />

daarin ruimte voor opslag en voorraad.<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 83


02 Weißenhof Siedlung<br />

bevinden zich geen onnodige elementen in het interieur.<br />

Zowel de binnenwanden als de buitenwanden zijn met<br />

een stuclaag afgewerkt. De plafonds zijn alleen maar<br />

geschilderd, dit was de bekistingzijde van de breedplaatvloer.<br />

Deze aaneenschakeling van simpele, eenvoudige<br />

afwerkingen veroorzaken het kille effect. Daarentegen<br />

dienden de woningen goedkoop uitgevoerd te worden<br />

om ze betaalbaar te houden voor de doorsnee burger. De<br />

meubels zijn daarom ook vrij eenvoudig.<br />

6.7. Het Weißenhofscheidlung heeft geen specifieke opdrachtgever,<br />

de bedoeling was een experimentele woonwijk. Het is een tentoonstelling<br />

geworden over de nieuwe architectuur “Het nieuwe bouwen”<br />

Het plan was een visionair sociaal plan met als doel de arbeider<br />

en de huisvrouw de nieuwe tijd binnen te loodsen. Bovendien<br />

moesten de woningen goedkoop en eenvoudig zijn omdat er anders<br />

niemand uit de doelgroep zou zijn die een vermogen had om dat te<br />

financieren.<br />

8. Zoals al eerder naar voren kwam is het<br />

materiaalgebruik vrij eenvoudig. Dit is eigenlijk<br />

alleen omdat het zo betaalbaar bleef.<br />

Bijvoorbeeld vrij traditioneel gemetselde<br />

betonsteen wanden, gewapende breedplaatvloeren<br />

en een betonnen kelder. De kozijnen zijn vrijwel allemaal van<br />

metaal, opgevuld met glas. Een toch wel opvallend accent aan de<br />

woningen is de donkere trim rondom, dit is in contrast met de witte<br />

gevels.<br />

hoofdsponsors:<br />

info: Rathenaustrasse 1, 70191 Stuttgart<br />

Toegang huizen: gratis, toegang museum: 4,00 euro pp.<br />

84<br />

Openingstijden: Di - Vrij 11:00 - 18:00, Za - Zo 10:00 - 18:00


03 Mercedes-Benz Arena<br />

Ontwerper<br />

Paul Bonatz was en Duitse architect. Hij is geboren op 6 december 1877 in<br />

Solagne. In 1900 voltooide hij zijn studie architectuur aan de Technische<br />

Universiteit van München. Bonatz gebruikte de oud Romaanse architectuur<br />

als voorbeeld, waardoor een vereenvoudigd Neo-Romaanse stijl ontwikkeld<br />

werd. Hiervan zijn voorbeelden het centraal station van Stuttgart<br />

(1927) en het Basel Art Museum (1936). Bonatz was opgeleid door Theodor<br />

Fischer, maar Bonatz deed niet mee met de nazi-partij. Wat Fisher wel<br />

Paul Bonatz<br />

deed. Hij werd daarna ingesteld als architectonische deskundige en adviseur<br />

van inspecteur-generaal voor de Duitse wegenbouw Fritz Todt. Hij kreeg opdrachten in<br />

de infrastructuur in het Derde Rijk.<br />

Bonatz werd gebruikt door de politiek om naam te maken, maar vond hem politiek onbetrouwbaar.<br />

Zo is Bonatz twee keer onderzocht door de politie. Hij werd beschuldigd samenwerken<br />

met Joden en openlijke kritiek op Adolf Hitler.<br />

Bonatz vluchtte in 1943 naar Turkije na een meningsverschil met Hitler over de plannen van<br />

het Centraal Station van München. In de periode van 1943 tot 1954 Bonatz bouwde veel projecten<br />

in Ankara. Onder deze projecten was het Ankara Opera House. Dit was net voordat hij<br />

terugkeerde naar Duitsland in 1954 om te helpen bij de wederopbouw van Stuttgart en Düsseldorf.<br />

Vanaf 1954 tot zijn dood was Paul Bonatz professor aan de Universiteit van Stuttgart.<br />

Hij overleed op 20 december 1956.<br />

Stuttgart Hauptbahnhof Kunstmuseum Basel Ankara Opera House<br />

Gebouwanalyse<br />

1. De Mercedes Benz Arena ligt in de buurt van de rivier de Neckar. De tweede naam van het<br />

stadion is ook naar deze rivier genoemd: het Neckarstadion. Het stadion ligt in het district<br />

Bad Cannstatt. Dit is de dichtbevolkte en oudste wijk van Baden-Wuerttemberg. Dit district<br />

ligt aan allebei de kanten van de rivier de Neckar. Bad Cannstatt heeft deze naam gekregen<br />

in de <strong>Rome</strong>inse periode. De Mercedes Benz arena ligt in het hart van het Neckarpark. Direct<br />

aan de noordkant van de arena is het nieuwe Carl Benz Center. Dit is een entertainment<br />

center voor voetbalsupporters. Daarnaast staat de<br />

Porsche-Arena en de Hanns-Martin-Schleyer-Halle.<br />

Het stadion staat in de buurt van het Mercedes Benz<br />

museum. Dit wordt in de gids verder uitgewerkt.<br />

Daarnaast staat het stadion in de buurt van het<br />

kantoor en de fabriek van Mercedes Benz. Daarnaast<br />

ligt er een drukke snelweg naast het stadion<br />

waardoor het stadion makkelijk te bereiken is voor<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 85<br />

door: Thomas Coppoolse


03 Mercedes-Benz Arena<br />

toeschouwers van evenementen, voetbalwedstrijden en atletiekwedstrijden.<br />

2. De ovale vorm van het stadion geeft de toeschouwers uit alle hoeken een goed beeld op de<br />

wedstrijd of het evenement. Het stalen frame van het dak valt als eerste op als je het stadion<br />

bekijkt. Dit frame golft als het waren rond het stadion. Het geeft de indruk dat je naar een<br />

achtbaan aan het kijken bent. Het dak heeft een oppervlakte van 34.200 m2. Daarnaast is er<br />

32.849 m2 aan tribune. De atletiekbaan en het voetbalveld samen heeft een oppervlakte van<br />

17.420 m2. Naast dat het als voetbal- en atletiekstadion wordt gebruikt, beschikt het stadion<br />

over een aantal appartementen. Dit bedraagt 13.640 m2. Het stadion heeft een diameter van<br />

ongeveer 300 meter in de lengte en ongeveer 240 meter in de breedte. De dakopening heeft<br />

een afmeting van ongeveer 170 meter bij ongeveer 230 meter. Het hoogste punt van het<br />

stadion ligt op ongeveer 50 meter. Het dak hangt op een hoogte van ongeveer 32 meter.<br />

3. Voordat je het stadion binnen mag komen, moet er eerst een toegangscontrole gehouden<br />

worden bij één van de 78 elektronische poortjes. Door deze elektronische toegangspoortjes<br />

worden valse of dubbele toegangskaartjes geweigerd. De ovale en lage vorm van het stadion<br />

word opgenomen in de omgeving. Door de golvende lijnen wordt het stadion één met de<br />

omgeving, maar door de witte kleur springen de vormen er toch uit. Het stalen frame dat<br />

golvend boven het dak zweeft, lijkt van een afstand op een achtbaan. Het dak is gemaakt van<br />

polyesterweefsel. Dit polyesterweefsel is per onderdeel gebold, wat weer een effect heeft op<br />

het uiterlijk van het stadion.<br />

4. Het stadion is oorspronkelijk<br />

gebouwd in 1933. Toen<br />

heeft het de naam “Adolf-<br />

Hitler-Kampfbahn” gegeven.<br />

In 1935 werd het stadion<br />

uitgebreid van 35.000 naar<br />

70.000 toeschouwers. Na de<br />

Tweede Wereldoorlog tot 1949 was het stadion in handen van de Amerikanen. De naam van<br />

het stadion was toen Kampfbahn. In 1949 werd de naam weer veranderd. Dit maal werd het<br />

veranderd in Neckarstation. Deze naam komt van de nabij gelegen rivier de Neckar. Sindsdien<br />

is het de thuishaven van VfB Stuttgart. Deze speelt in de hoogste divisie van het Duitse<br />

De constructie is vanaf de buitenkant goed te zien<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

86


03 Mercedes-Benz Arena<br />

voetbal, de Bundesliga. In 1949 en 1951 werd er de<br />

Gegentribüne gebouwd. Hierbij werd de capaciteit<br />

uitgebreid tot 97.500 toeschouwers.<br />

In de late jaren 1980 en de vroege 1990<br />

werd het stadion deels gefinancierd<br />

door Daimler-Benz. Gottlieb Daimler<br />

heeft als de eerste motorfiets en 4-wiel<br />

auto getest. Sindsdien heette het stadion<br />

het Daimler-Benz-Stadion. In 1990<br />

kreeg het een verwarmingsbuizen onder<br />

het gras en in 1992 werd de dakconstructie<br />

geplaatst. Door deze dakconstructie<br />

is de capaciteit gedaald tot 53.700<br />

toeschouwers. In 2006 is er een kubus<br />

met aan alle vier de kanten een scherm is opgehangen. In de zomer van 2008 is de naam<br />

veranderd in Mercedes Benz Arena. In 2009 is een deel van de tribune gesloopt waardoor de<br />

capaciteit weer is gedaald naar 41.000. De arena werd daarna helemaal verbouwd. Het stadion<br />

wordt momenteel omgebouwd en zal klaar zijn in december 2011. Dan zal het Mercedes<br />

Benz Arena ongeveer 60.000 toeschouwers kunnen ontvangen.<br />

Een leuk detail is dat op 25 mei 1988 de Nederlandse voetbalclub PSV de Portugese voetbalclub<br />

Befinca Lissabon versloeg in het toenmalig Daimler-Benz-Stadion. Hierdoor werd PSV<br />

Europees kampioen. Hier waren ongeveer 70.000 toeschouwers getuigen van.<br />

5. Het stadion heeft een unieke dakconstructie. Deze dakconstructie is makkelijk te herkennen<br />

in de wijde omgeving. Het esthetische stalen frame draait en golft rond het hele stadion<br />

en heeft een gewicht van ongeveer 2.700 ton. De stalen kabels die het dak aan het frame<br />

ophangt weegt ongeveer 420 ton. Dit dak is geplaatst voor de wereldkampioenschappen<br />

atletiek 1993. Deze stalen kabels dragen het dak wat gemaakt is van polyester. Het dakweefsel<br />

is duurzaam genoeg om 1.000 kg gewicht per vierkante decimeter te weerstaan. Het dakweefsel<br />

heeft een lichdoorlatenheid van ongeveer 8%. Zo hoeft er overdag geen lampen aan<br />

voor het publiek. Verder kan er via de stalen kabels naar de middelste kubus het dakweefsel<br />

worden gelegd, waardoor er een overdekt stadion gecreëerd word.<br />

Het stadion heeft in totaal 44 blokken. Deze 44 blokken zijn onderverdeeld in vier secties,<br />

De Haupttribüne: grenzend aan de Mercedesstraße. Hier is ook de VIP-lounges gelokaliseerd.<br />

De EnBW-tribune: vernoemd naar de belangrijkste sponsor EnBW. De EnBW-tribune is de<br />

voormalige Gegentribüne. De Canstatter Kurve: aan de linkerkant van de Haupttribüne. Hier<br />

bevinden zich ook de woonblokken waar de meest toegewijde fans wonen. De Untertürkheimer<br />

Kurve: aan de rechterkant van de Haupttribüne. Hier bevind zich de huisvesting van<br />

gastenteam fans.<br />

6. Door de jaren heen is het stadion meerdere keren verbouwd. Meestal dat er verbouwd<br />

werd, vond in korte tijd een evenement in het stadion plaats. Het stadion werd voor het<br />

eerst verbouwd in 1935. Hierbij werd het uitgebreid naar 70.000 zitplaatsen. Na de Tweede<br />

Wereldoorlog werd het stadion uitgebreid tot 97.500 toeschouwers. Voor het WK 1974 werd<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 87


03 Mercedes-Benz Arena<br />

de hoofdtribune afgebroken en vervangen door een nieuwe tribune. In het midden van de<br />

Untertürkheimer Curve werd de Marathon Poort gemaakt. Hierdoor zijn zitplaatsen verloren<br />

gegaan is de capaciteit geslonken tot 70.000. Toen het dak de dakconstructie boven de tribunes<br />

werd geplaatst ging dit weer ten koste van een zoon 13.000 zitplaatsen. Na vele aanpassingen<br />

is de capaciteit teruggebracht tot 41.000 toeschouwers.<br />

Op dit moment wordt het stadion verbouwd en uitgebreid. De atletiekbaan wordt weggehaald<br />

waardoor er extra ruimte vrijkomt. Deze ruimte wordt opgevuld door zitplaatsen,<br />

waardoor er ongeveer 61.000 toeschouwers voetbalwedstrijden kunnen bewonderen. De<br />

gehele verbouwing moet december 2011 klaar zijn.<br />

7. Het stadion heeft door de jaren heen verschillende functies bekleed. Het is vanaf het begin<br />

al als voetbalstadion gebruikt. Zo heeft het vier wedstrijden van het WK voetbal in 1974, twee<br />

wedstrijden van de in 1988 UEFA European Football Chamionship en zes wedstrijden van<br />

het WK voetbal in 2006 gehost. Naast een voetbalstadion werd het ook nog gebruikt voor<br />

andere sporten. Zo is er een atletiekbaan rond het voetbalveld. Zo werd het Europese Atletiek<br />

georganiseerd in 1986. Daarnaast werden er in 1993 de wereldkampioenschappen atletiek<br />

gehouden. En was het de gastheer van de IAAF World Athletics finale van 2006 tot 2008.<br />

Naast atletiek is er in de jaren 1990 ook verschillende Eurobowl finales van American Football<br />

gespeeld. Daarnaast is er ook wel eens een evenement georganiseerd in het stadion. Zo werd<br />

er in 1976 het allereerste open air festival in een voetbalstadion gehouden in dit stadion.<br />

Op een moment is de capaciteit 97.500 toeschouwers geweest. Dit kwam vooral doordat er<br />

meer vraag van het publiek was om wedstrijden bij te wonen. Toen later is het stadion meerdere<br />

keren verbouwd omdat er een evenement werd georganiseerd.<br />

8. Het gebouw is gemaakt van meerder materialen. De dakconstructie is gemaakt van staal<br />

en heeft een gewicht van 2.700 ton. Daarnaast is het dak gemaakt uit een PVC-gecoat polyester<br />

weefsel. Dit weefsel heeft een treksterkte van 1.000 kg per vierkante decimeter. Het<br />

materiaal heeft een lichtdoorlatenheid<br />

van 8%, zodat het op de<br />

tribunes nog indirect natuurlijk<br />

zonlicht valt.<br />

Dit dak wordt door<br />

middel met 420<br />

ton sterkte stalen<br />

kabels en gietstukken<br />

Daarnaast is de<br />

tribune gemaakt van<br />

gewapend beton.<br />

Ongeveer 20 cm<br />

onder het gras liggen<br />

verwarmingsbuizen.<br />

Deze buizen hebben in<br />

totaal een lengte van<br />

meer dan 20 kilometer.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

88


04 Fernsehturm<br />

Ontwerper<br />

De eerste tv-toren van de wereld is ontworpen door Fritz Leonhardt in<br />

1954. Fritz is geboren op 11 juli 1909 en is gestorven op 30 december 1999<br />

in Stuttgart. Hij was de schepper, ontwerper en bouwer van deze tvtorens<br />

in Stuttgart. Hij werd ook wel “de architect” genoemd, terwijl hij<br />

eigenlijk bouwingenieur van beroep was. Fritz werd bekend vanwege het<br />

bouwen van bruggen. Op zijn 44 jarige leeftijd gebruikte hij voor het eerst<br />

gewapend beton voor een toren. De Fernsehturm is dan ook de eerste<br />

Fritz Leonhardt<br />

toren die is gemaakt met gewapend beton, maar gewapend beton werd al<br />

veel eerder gebruikt voor het bouwen van bruggen.<br />

Drie andere bouwwerken waar Fritz Leonhardt aan heeft gewerkt zijn: de “Deutzer Brücke”<br />

(1947-1948), “Ostankino Tower” (1959-1967) en “Neckar Viaduct” (1975-1977). De “Deutzer<br />

Brücke” ligt in Keulen en steekt over de Rijn. Naast het autoverkeer kan ook het tramverkeer<br />

over deze brug. De “Ostankino Tower” staat in Moskou en wordt gebruikt als communicatietoren.<br />

Bij dit project was Fritz de raadgevende ingenieur van Nikolai Vassiljevich Nikitine. De<br />

snelweg A 81 gaat over de “Neckar Viaduct” die naar de zuidzijde Stuttgart leidt. Fritz heeft<br />

de brug ontworpen samen met architect Hans Kammerer.<br />

Deutzer Brücke (Keulen), Ostankino Tower (Moskou), Neckar Viaduct (Stuttgart)<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. De Fernsehturm is gelegen aan de Jahnstraße en ligt buiten Stuttgart. Vanaf de tv-toren<br />

het centrum in noordwestelijke richting te zien. Ten zuidwesten van de tv-toren liggen de<br />

sportvelden van Waldau op nog geen tweehonderd meter afstand. Voor de rest de toren<br />

omringd door een groot bos.<br />

2. De Fernsehturm bestaat uit een lange, afgeknotte, kegelvormige toren met een cilindervormige<br />

mand er bovenop, waar bezoekers in het<br />

restaurant die over het rondliggende gebied kunnen<br />

kijken. Daarop zitten nog twee platforms waar nog<br />

meer bezoekers van het uitzicht kunnen genieten.<br />

In het midden van het platform staat nog een hoge<br />

radio/tv-antenne. De toren heeft een hoogte van<br />

216,61 meter met antenne. De hoogte van de grond<br />

tot aan de bovenkant van de Panorama cafés is<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 89<br />

door: Paulien van Es


04 Fernsehturm<br />

147,00 meter. Drie meter daarboven ligt het eerste uitkijkplatform. Het niveau<br />

van het tweede platform ligt nog eens 2,40 meter boven het eerste platvorm,<br />

maar is wel kleiner. De hoogte van de grond tot aan het begin van de antenne<br />

is 160,94 meter. De toren heeft een diameter van 10,80 meter bij de ingang<br />

van de toren. De diameter van de toren net onder de mand is 5,04 meter.<br />

3. Het dak van de tv-toren is tevens het eerste uitkijkplatform, waar bezoekers<br />

in de hele omgeving kunnen kijken. Rondom de rand van het platform is een<br />

hoog hek geplaatst, waardoor er niemand door kan vallen. Ook rond het tweede<br />

platform is een hek geplaatst tot borsthoogte en voor extra bescherming is<br />

er een rand van glas op het hek geplaatst waar je doorheen naar beneden kan<br />

kijken.<br />

4. Op eerste kerstdag 25 december 1952 werd voor het eerst het nieuws op de<br />

televisie uitgezonden in Duitsland. De televisie was in die tijd nog maar voor<br />

weinig mensen bekend en voor velen onbetaalbaar. In Stuttgart waren nog<br />

geen tv-stations, waardoor de vraag ernaar toenam. Toen Stuttgart een tv-station<br />

had, was de ontvangst erg slecht of zenders deden het helemaal niet. De<br />

mensen waren ontevreden en de dealers beklaagden het tv-station, omdat ze<br />

zonder kanalen geen televisies kon verkopen. De verkoopprijs was ondertussen<br />

omlaag gegaan, waardoor de belangstelling voor een tv-toestel later toenam.<br />

Er werd gepland een 200 meter hoge mastconstructie te bouwen, maar daar<br />

zagen de bouwmeester, Helmut Rupp, en de raadgevende adviseurs, Fritz<br />

Eberhard en Friedrich Müller, vanaf toen er een gedeelte van de mast begon te<br />

bederven. Fritz Leonhardt overtuigde hen ervan om in plaats van een zuivere<br />

constructie een toren met café te bouwen. Erwin Heinle nam de artistieke en<br />

technische leiding over van Helmut. Sinds 2006 zend de Fernsehturm geen<br />

uitzendingen meer uit, omdat de televisie frequentie niet langer meer geschikt<br />

was voor de zenders. De stalen werkconstructie van de toren zou uitgebreid en<br />

herbouwd moeten worden. In plaats daarvan hebben ze nabijgelegen een nieuwe telecommunicatie<br />

toren gebouwd.<br />

5. De entree bevindt zich aan de voet van de toren met<br />

daarachter een lift. Deze lift geeft eenmaal boven,<br />

toegang tot de Panorama cafés of het eerste platform.<br />

De mand bestaat uit vier lagen en heeft een maximale<br />

diameter van 15,00 meter. Op de bovenste verdieping<br />

zitten de Panorama cafés en op de verdieping daaronder<br />

zit het restaurant. Onder het restaurant zit de vloer<br />

van de keuken en daaronder zit nog een laag waar alle<br />

technische mechanismen verstopt zitten.<br />

6. Na de oplevering van de tv-toren kwam het totaalbedrag<br />

uit op 4,3 miljoen Duitse Marken. De opdracht-<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

90


04 Fernsehturm<br />

info:<br />

gever heeft daarna nog<br />

veel geld moeten uitgeven<br />

aan renovaties. De<br />

opdrachtgever wilde de<br />

toren laten moderniseren.<br />

Van 1979 tot 1983<br />

werd er een nieuwe<br />

liftsysteem op de toren toegepast. Ook zijn er nieuwe<br />

energievoorzieningen, airconditioning en keukeninrichting<br />

in de toren geplaatst.<br />

7. Toen de tv-toren in 1954 boven de toppen van de bomen<br />

uitkwam en vanuit alle richtingen te zien was, protesteerden<br />

er talloze burgers. Ze vonden dat de toren het aanzicht<br />

van de prachtige bossen aantastte. Tegenwoordig weten<br />

de mensen wel beter, want de tv-toren is de belangrijkste<br />

bezienswaardigheid van de stad Stuttgart geworden. Het<br />

Instituut van Onderzoek in Leipzig heeft aan 628 burgers van Stuttgart gevraagd een enquête<br />

in te vullen over welke drie monumentale bezienswaardigheden ze zich het meest met<br />

Stuttgart verbinden. 76% van de gerespondeerde burgers heeft in de top drie de Fernsehturm<br />

gekozen en 57% van de gerespondeerde burgers heeft zelfs de Fernsehturm op de<br />

eerste plaats gezet.<br />

8. De tv-toren bestaat uit de volgende elementen: cement (1430 ton), grind en zand<br />

(5250 m3), stenen (85000 stuks), klinkers (5000), beton en voorgespannen staal (340<br />

ton), hout (680 m3) en rioleringsleidingen (twee vrachtwagens vol). De fundering is<br />

gemaakt van beton en de gevel van de mand bestaat uit glas- en staalplaten.<br />

hoofdsponsors:<br />

Adres: Jahnstraße 120, 70597 Stuttgart<br />

Bushalte: “Ruhbank” of “Waldau” lijn 70; Metrolijnen: U7 en U8<br />

Entree: 5,00 pp<br />

“Met dit bouwwerk is het weer geslaagd<br />

eenmaal te kunnen zeggen dat<br />

men noodzakelijk technisch gelijktijdig<br />

ook goed kan vormgeven, zodat het de<br />

mensen verblijdt en ook direct bruikbaar<br />

kan zijn.”<br />

Fritz Leonhardt<br />

91


04b Aussichtsturm am Killesberg<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. De wenteltrap is gelegen in het Killesbergpark ten noorden,<br />

buiten de stad Stuttgart. De uitzichttoren geeft uitzicht<br />

op het noordelijk deel Stuttgart en de rest van het Killesbergpark.<br />

2. De uitzichttoren is kegelvormig en lijkt op een wenteltrap<br />

omringt door een geweven kabelnet. De uitzichttoren is<br />

41 meter hoog en heeft in totaal vier platforms. De eerste<br />

platform zit op een hoogte van acht meter, de tweede op een<br />

hoogte van 16 meter, de derde op een hoogte van 24 en de<br />

vierde op een hoogte van 31 meter.<br />

4. Voorheen heeft er een andere uitzichttoren op de plek<br />

gestaan waar nu de Killesbergturm staat.<br />

5. De toren bestaat uit een centrale mast met vier platforms.<br />

De platforms worden met elkaar verbonden door twee stalen<br />

wenteltrappen die met 180 graden naar de volgende platform<br />

draaien. Daar omheen zit in een spiraal geweven kabelnet van 48 stalen kabel. De toren<br />

vangt veel wind op, waardoor er vervorming plaats vind. Desondanks zorgen de 48 kabels en<br />

de centrale mast ervoor dat de toren blijft staan.<br />

Aussichtsturm am Killesberg (links van de straat<br />

Beim Höhenfreibad)<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

92


05 Neue Staatsgalerie<br />

Ontwerper<br />

De ontwerpers van de Neue Staatsgalerie zijn James<br />

Stirling en Michael Wilford. James Stirling is geboren<br />

in Glasgow in het jaar 1926. Van 1945 tot 1950 werd<br />

hij opgeleid in de traditie van de Beaux Arts op de<br />

Universiteit van Liverpool. In 1953 trad hij in dienst<br />

bij het bureau “Lyons, Israel & Ellis” in Londen.<br />

Daarna leerde hij James Gowan kennen, waarmee<br />

Michael Wilford<br />

hij in 1956 een kantoor oprichtte met de naam “Stir-<br />

James Stirling<br />

ling & Gowan Architects”. In 1963 nam Gowan afscheid van het bureau. Geïnspireerd door de<br />

latere ontwerpen van de architect Le Corbusier en de theorieën van the Smithsons, maakten<br />

Stirling en Gowan verschillende invloedrijke gebouwen die een trend vormden in het gebruik<br />

van steen en zichtbeton. Bij de belangrijkste werken van Stirling uit de late jaren vijftig en<br />

zestig heeft Stirling vooral gekeken naar de schoonheid van het gebouw en hoe nuttig het<br />

gebouw is. In het jaar 1971 ging Stirling samenwerken met Michael Wilford. Wilford nam de<br />

organisatorische activiteiten voor zijn rekening en Stirling hield de verantwoordelijkheid over<br />

het creatieve proces. Al snel volgde er grote projecten zoals bijvoorbeeld de Neue Staatsgalerie<br />

in Stuttgart. In 1983 won de architect de prestigieuze “Pritzker Prize” voor het omvangrijke<br />

werk tijdens zijn hele loopbaan. Enkele bekende gebouwen die Stirling ontworpen heeft zijn<br />

het History Building van de Universiteit van Cambridge (1964-1967), het Engineering Building<br />

van de Universiteit van Leicester (1959-1963) en het Arthur M. Sackler Museum in Cambridge<br />

(1979-1985). In de evolutie van de twintigste-eeuwse bouwkunst vormden deze eerste twee<br />

indrukwekkende universiteitsgebouwen samen de schakel tussen de Internationale Stijl van<br />

de jaren twintig en dertig en de Hightech van de jaren zeventig en tachtig.<br />

Michael Wilford is geboren in 1938. Hij is een Engelse architect uit Hartfield. Wilford stu-<br />

Engineering Building University<br />

of Leicester<br />

History Building University of Cambridge<br />

Arthur M. Sackler Museum, Cambridge<br />

deerde van 1955 tot 1962 aan de Noordelijke Polytechnische School of Architecture in Londen<br />

en in 1967 aan de Regent Street Polytechnic School Planning in Londen. In 1960 sloot hij zich<br />

aan de praktijk van James Stirling en in 1971 richtten ze samen het partnerschap Stirling en<br />

Wilford op die bleef tot aan de dood James Stirling in 1992. Van 1993 tot 2001 werkte Michael<br />

Wilford in partnerschap onder de naam “Michael Wilford and Partners”. Wilford’s werk heeft<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 93<br />

door: Jannick Vlasveld


05 Neue Staatsgalerie<br />

internationaal veel faam verworven. Zijn werk omvat belangrijke openbare gebouwen zoals<br />

culturele centra, galeries, musea en bibliotheken in de hele wereld. Deze projecten hebben<br />

vele architectuurprijzen gewonnen. In het jaar 1997 won Wilford de Stirling prijs voor het<br />

ontwerp van de University for Art and Music in Stuttgart. In het jaar 2000 ontwierp Wilford<br />

de Britse Ambassade in Berlijn. De meest recente prijs was dat voor het ontwerp van The<br />

Lowry performing and visual arts centre in Salford.<br />

Britse Ambassade, Berlijn Arthur M. Sackler Museum, Cambridge University for Art and Music, Stuttgart<br />

Gebouwanalyse<br />

1. De Neue Staatsgalerie ligt aan de Konrad-Adenauer-Strasse in Stuttgart, Duitsland. De<br />

Neue Staatsgalerie is vlak tegen de oude Staatsgalerie aan gebouwd.<br />

2. De hoofdvorm van de Neue Staatsgalerie bestaat uit drie rechthoeken<br />

die samen een U-vorm maken. In deze U-vorm zijn de galeries<br />

ondergebracht. Het gedeelte tussen de U-vormige rechthoeken<br />

ligt lager. In het midden hiervan bevind zich een rond gebouw dat<br />

er bovenuit steekt, de rotonde. Het gebouw is dus opgebouwd uit<br />

verschillende volumes van verschillende hoogte. Als je aan de voorkant<br />

van het gebouw staat, is een vloeiend landschap van klimmende<br />

terrassen te zien. Al bij al is het een niet doorgaans gebouw<br />

met veel onregelmatige vormen.<br />

3. De gehele buitengevel van de Neue Staatsgalerie bestaat uit<br />

goudkleurige zandstenen wanden, waarachter een geraamte van gewapend beton zit. Het<br />

gebouw bevat warme, natuurlijke elementen van Travertin en zandsteen om het contrast te<br />

maken met het industriële groene stalen skelet en de roze en blauwe stalen leuningen. Het<br />

totale exterieur bevat tal van verwijzingen naar verschillende tijdperken uit de architectuurgeschiedenis.<br />

De voorgevel is naar het Noord- Westen gericht en<br />

ziet eruit als een oplopend terras. De voorgevel valt<br />

ook goed op door de grote gekleurde stalen leuningen,<br />

die het contrast maken met de Travertin zandstenen.<br />

De functie van de voorgevel is het gebouw<br />

doen opvallen. De achtergevel is naar het zuid- oosten<br />

gericht en is samen met de zijgevels minder<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

94


05 Neue Staatsgalerie<br />

opvallend als de voorgevel, want de achtergevel<br />

en zijgevels zijn namelijk veel strakker<br />

en rechthoekiger. Licht speelt een belangrijke<br />

rol in het gebouw. Aan de voorgevel bij de ingang<br />

zit een groot raam dat een golfpatroon<br />

volgt. Het raam heeft fel groene kozijnen, zodat<br />

het extra opvalt. Aan de rechterkant van<br />

de voorgevel zit een iets kleiner raam, maar<br />

het is wel in dezelfde stijl gemaakt. Verder<br />

bevind zich in het kleine ronde gedeelte van<br />

het gebouw, het infopunt, een glazen dak.<br />

De deuren van de hoofdingang van de Neue<br />

Staatsgalerie worden gekenmerkt door zijn Het interieur is kleurig en is voorzien van veel groene tinten<br />

felle rode kleur en zijn ronde vormen.<br />

De Neue Staatsgalerie heeft overal een plat dak, alleen het U-vormige gedeelte heeft een<br />

verhoging op het dak zitten.<br />

4. De Staatsgalerie bestaat uit de Oude- en de Neue Staatsgalerie. De Neue Staatsgalerie is<br />

gebouwd van 1977 tot 1984 en behoort tot een van de belangrijkste culturele gebouwen uit<br />

het laatste kwart van de vorige eeuw. Het gebouw doet dienst als museum. Deze uitbreiding<br />

van de oude Staatsgalerie was bedoeld om een gedeelte van de vaste collectie onder te brengen,<br />

maar moest tegelijk ruimte bieden aan reizende tentoonstellingen. Het gebouw bevindt<br />

zich nu nog steeds in zeer goede staat, ook al is de buitengevel van Travertin en zandsteen en<br />

daardoor zeer gevoelig voor vocht. Ook kan vuil zich hieraan makkelijk hechten. Het staal dat<br />

in het gebouw verwerkt zit is wel makkelijk te onderhouden, doordat het goed schilderbaar<br />

is.<br />

5. De Staatsgalerie herbergt een unieke collectie van kunst van zevenhonderd jaar geleden<br />

en presenteert meerdere uitdagende tentoonstellingen per jaar. In het museum bevindt zich<br />

klassieke, moderne en hedendaagse schilderkunst en beeldhouwkunst. Zo is er oude Duitse,<br />

Italiaanse en Nederlandse kunst en kunst van het Zwabische Classicisme te bezichtigen. Ook<br />

zijn er uitstekende werken van individuele<br />

kunstenaars te bewonderen,<br />

zoals Picasso, Beckmann, Schlemmer,<br />

Beuys, Kiefer en Baselitz.<br />

In het interieur van het gebouw vind<br />

men gewelfstenen, architraven en<br />

pedimenten. Eén van de meest opvallende<br />

kenmerken van het gebouw is<br />

het centrale cirkelvormige atrium.<br />

In deze afgesloten ruimte bevind zich<br />

de beeldentuin. Dit wordt omzeild<br />

door een openbaar voetpad dat<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 95


05 Neue Staatsgalerie<br />

voetgangers door een architectonische landschap leidt. Door dit pad<br />

is het mogelijk om van lager gelegen gebieden naar hoger gelegen<br />

gebieden te komen. In het interieur is soms ook gebruik gemaakt van<br />

groen gekleurde vloeren. Deze vallen extra goed op. Verder zijn er in<br />

het gebouw speciale vormen verwerkt, zoals paddenstoel -vormige<br />

pilaren en is er veel gebruik gemaakt van kleur, zodat het interieur<br />

een moderne uitstraling heeft.<br />

6. De opdrachtgever van de nieuwe Staatsgalerie was het museum<br />

Paddenstoel- vormige pilaren<br />

van de oude Staatsgalerie. De vraag die het museum aan de twee<br />

architecten stelde, was om een toevoeging te bedenken bij het bestaande gebouw (dat overigens<br />

al dateerde uit de vroege negentiende eeuw). Een programma van eisen had het museum<br />

niet. Het was alleen wel van belang dat ze het teveel aan kunstcollectie in de nieuwe<br />

Staatsgalerie kwijt konden. Voor het ontwerp van de Neue Staatsgalerie lieten ze Stirling zijn<br />

eigen gang gaan.<br />

7. De Staatsgalerie is één van de meest bezochte musea in Duitsland. Door het grote aantal<br />

bezoekers steeg de Staatsgalerie het eerste jaar na de opening op 9 maart 1984 al meteen<br />

naar de tweede plaats van meest bezochte musea in Duitsland. Het gebouw is dus qua<br />

maatschappelijke context van groot belang voor de stad Stuttgart. De Neue Staatsgalerie is<br />

zo ingedeeld dat het voor de bezoekers een prettige omgeving is om naar de kunstwerken<br />

te komen kijken. Bezoekers voelen zich snel op hun gemak in het gebouw. Ook zijn er liften,<br />

trappen en hellingbanen aanwezig, wat het makkelijk maakt om van de ene naar de andere<br />

ruimte te gaan.<br />

8. Bij de bouw van de Neue Staatsgalerie is gebruik gemaakt van gewapend beton, Travertinsteen,<br />

zandsteen, glas en staal. Zoals al eerder vermeld, bestaat de buitengevel uit zandsteen<br />

en Travertin. Daarachter bevindt zich een geraamte van gewapend beton. Een nadeel van<br />

Travertin is dat het makkelijk vocht opneemt en daardoor makkelijker kan scheuren als het<br />

vriest. Ook zijn Travertin en zandsteen niet weervast en het is minder makkelijk te onderhouden,<br />

doordat het onregelmatige poriën heeft. Voor de ramen is glas gebruikt. Aan de<br />

voorkant van het gebouw is het glas zo verwerkt dat het lijkt alsof het een golfpatroon volgt.<br />

Ondanks de gelaagdheid van het ontwerp en de<br />

oudere uitstraling van de buitengevel heeft<br />

het gebouw een soort van jeugdigheid behouden.<br />

De oorzaken hiervan zijn de bovenmaatse<br />

leuningen van geschilderd<br />

staal, de potsierlijke poortjes en het<br />

gebruik van andere felle kleuren. Al<br />

deze kleuren steken fel af bij het<br />

sobere Travertin en zandsteen. De<br />

Staatsgalerie heeft zo ook wat<br />

weg van een enorme speelplaats.<br />

Visualisering van het totale gebouw<br />

info: Konrad-Adenauer-Str. 30-32, 70173 Stuttgart<br />

96<br />

071147040-0<br />

maa. gesloten, dins. en dond. geopend van 10.00u tot 20.00u, overige dagen van 10:00u tot 18:00u


06 Hysolar Research Building<br />

Ontwerper<br />

Het Hysolar Research Building is gebouwd in 1986 en opgeleverd in 1987.<br />

Oorspronkelijk was het gebouw bedoeld als een Research centrum voor<br />

zonne-energie. Het gebouw is ontworpen door Gunter Behnisch, een<br />

Duitse architect die op 12 juni 1922 in Dresden (Duitsland) is geboren. Hij<br />

studeerde in Stuttgart aan de technische universiteit. Nadat hij zijn opleiding<br />

had afgerond ging Gunter een jaar werken voor Rolf Gutbrod voordat<br />

hij zijn eigen architectenbureau opstartte. In 1967 startte hij Gunter<br />

Gunter Behnisch<br />

Behnisch & Partner. Oorspronkelijk concentreerde het bedrijf zich in het<br />

maken van prefab schoolgebouwen. Omdat dit systeem kleine flexibiliteit toelaat, konden er<br />

gebouwen gerealiseerd worden in meer organische moderne stijlen.<br />

Het bedrijf van Behnisch gelooft in het ontwerpen met het idee dat innovatieve bouwtechnieken<br />

en materialen leiden tot nieuwe architectonische mogelijkheden.<br />

Gunter’s eerste grote opdracht in 1968 was het ontwerpen van het olympisch stadion in<br />

München. De gehele bouw van het stadion duurde vier jaar. Het werdt opgeleverd op 26 mei<br />

van het jaar 1972. In 2005 was zijn laatste grote opdracht. In de tussentijd heeft hij onder andere<br />

het Eichstätt Catholic University Central Library te Eichstätt, Muzeum pošt a komunikací<br />

te Frankfurt, St. Benno Gymnasium te Dresden, Nord LB Hannover, te Hannover en in 2005 de<br />

Berlin Academy of Fine Arts. Zoals u kunt zien bouwt Behnisch in een bepaalde stijl en vorm.<br />

Er wordt veel gebruik gemaakt van glas en de gebouwen hebben vaak de vorm van vele op<br />

elkaar gestapelde delen, zoals te zien bij het Nord LB Hannover.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Olympisch Stadion Berlin Academy of Fine Arts Nord LB Hannover<br />

Gebouwanalyse<br />

1. Het Hysolar Research Building staat op het terrein van de technische universiteit van Stuttgart.<br />

Dit was tevens de universiteit waar Gunter<br />

Behnisch zijn opleiding architectuur gevolgd heeft.<br />

Het gebouw is gerealisseerd voor een vrij laag bedrag<br />

in die tijd. Toen het gebouw in 1987 opgeleverd<br />

werd, werd het gebruikt als een onderzoekscentrum<br />

naar het gebruik van zonne-energie.<br />

Het gebouw is onderverdeeld in twee delen:<br />

De oostvleugel word gebruikt door de universiteit<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 97<br />

door: Rowan Grim


06 Hysolar Research Building<br />

Gebouwbeschouwing<br />

zelf. Hierin wordt door studenten<br />

onderzoek gedaan. De<br />

westvleugel is te huur en kan<br />

door ieder particulier bedrijf<br />

gehuurt worden.<br />

2. Het gebouw bestaat uit<br />

meerdere op elkaar gestapelde<br />

blokken zoals bij het Nord<br />

LD Hannover. De begane grond bestaat uit vier blokken, twee van deze blokken hebben de<br />

afmeting van zes bij zes meter. De andere twee blokken op de begane<br />

grond hebben de afmetingen van achttien bij zes meter. De eerste<br />

verdieping bestaat uit drie blokken die schuin op de blokken van de<br />

begane grond staan. Deze blokken hebben de afmetingen van 20 bij<br />

zes meter, tien bij zes en twaalf bij zes meter. Het ornament dat door<br />

het gehele gebouw loopt (rode pijp) heeft een totale lengte van 70<br />

meter. De hoogte van het gebouw is afgerond dertien meter, exclusief<br />

antenne. Inclusief antenne is het gebouw zestien meter hoog.<br />

Het gebouw heeft scherpe hoeken en glas is in overmate gebruikt<br />

3. Bij het Hysolar is er weinig aandacht besteedt aan de entree van het<br />

gebouw. De entree bestaat uit een doodsimpele voordeur. De deuren<br />

binnen in het gebouw zijn gemaakt van glas en hebben allerlei verschillende<br />

vormen, dus geen een deur in het gebouw (binnen) is hetzelfde.<br />

Aan de achterkant van het gebouw is veel aandacht besteedt aan<br />

het glaswerk. Bijna de gehele achtergevel gemaakt van glas. Door de<br />

verschillende vormen in het glas is het een mooie, en sprekende gevel.<br />

Het dak van het Hysolar Research center ligt schuin op het gebouw. De<br />

linkerkant (vanaf boven gezien) loopt gelijk aan de kantoorruimte op<br />

de tweede verdieping. Aan de voorkant van het hysolar is een speciaal<br />

ornament aangebracht dat dient als dak. De vorm van dit ornament is<br />

een driehoek.<br />

4. Vanaf dat het gebouw in 1987 werd opgeleverd had het gebouw<br />

de functie van onderzoekscentrum voor zonne-energie. Het Hysolar<br />

Research Building kent nog geen rijke geschiedenis de afgelopen 23<br />

jaar. Het gebouw wordt na 23 jaar nog steeds goed onderhouden. Het<br />

gebouw word om de zoveel tijd gecontroleerd op eventuele noodzake-<br />

lijke vervangingen bij wanneer bijvoorbeeld een mogelijkheid dat het dak lek is. Het enige<br />

dat veranderd ism is de kleur van het staal.<br />

Een doorsnede van het gebouw<br />

5. De structuur van het Hysolar Research Building bestaat<br />

zoals op de begane grond, vier blokken en<br />

op de eerste verdieping nog drie blokken.<br />

De constructie van het<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

De indeling is hier goed te zien;<br />

boven de begane grond; onder de<br />

eerste verdieping<br />

98


06 Hysolar Research Building<br />

gebouw bestaat voornamelijk uit het gebruikte staal uit<br />

van de blokken. De blokken vormen de dragende delen<br />

van het gebouw en vangen het gewicht op van onder<br />

andere het dak. De lichtinval van het gebouw vormt<br />

een belangrijk punt. Door het vele gebruik van glas is er<br />

veel lichtinval. In het dak zit aan de linkergevel nog een<br />

opening van glas waardoor het licht het gehele gebouw<br />

kan verlichten.<br />

6. De opdrachtgever van het Hysolar Research Center is<br />

de universiteit van Stuttgart. De opdracht werd gegeven<br />

in 1986 en hierna is Behnisch begonnen met de ontwerp van het gebouw. Aan het einde<br />

van het jaar 1986 was het ontwerp klaar en is begonnen met de bouw. Het programma van<br />

eisen bestond uit een aantal eisen: het gebouw moest onderverdeeld worden in twee delen,<br />

het eerste deel was voor particuliere uiteinden en het andere deel voor het gebruik door de<br />

universiteit zelf. Een andere eis was dat het minimale gebruiksoppervlak van beide delen van<br />

het gebouw even groot zou moeten zijn.<br />

7. Het gebouw wordt gekenmerkt door het vele gebruik van glas. Door dit vele gebruik van<br />

kan er veel daglicht binnenkomen en is er dus in de zomer weinig energie nodig om het<br />

gebouw te verlichten en te verwarmen. Wat duurzaamheid<br />

van het gebouw betreft zou je kunnen<br />

zeggen dat het Hysolar Research Building zichzelf<br />

bewezen heeft. Door het vele glas wordt het gebouw,<br />

zoals eerder gezegd opgewarmd en verlicht<br />

en zijn er in de zomer dus lage energiekosten voor<br />

het gebouw. In de winter echter brengt het vele<br />

glas hogere energierekeningen met zich mee. Het<br />

gebouw heeft voor die tijd een hoge isolatiewaarde.<br />

De gemiddelde isolatiewaarde van het gebouw is<br />

drie en dat is zelfs voor deze tijd normaal. Dit gebouw heeft geen grote maatschappelijke<br />

waarde. Het gebouw is namelijk niet erg bekend voor de mensen van buiten de universiteit<br />

en de architectuurwereld. Het Hysolar Research Building staat ook op de lijst van de 100<br />

mooiste architectonische kunstwerken volgens www.archiweb.cz<br />

Installaties e.d. zijn vaakal aan de buitenkant gemonteerd<br />

8. Het gehele gebouw is gemaakt uit twee bouwmaterialen, namelijk<br />

staal en glas. De gehele constructie en ook de niet dragende<br />

delen van het gebouw bestaat uit staal. Het<br />

ornament aan de voorkant van het gebouw<br />

(rode paal) bestaat ook uit staal. Het<br />

glas is vooral gebruikt voor de afwerking<br />

van de gevels. De vloeren in het<br />

gebouw zijn als enige andere bouwmateriaal<br />

dan staal en glas gemaakt<br />

van beton.<br />

info:<br />

Adres: Allmandring 19, Vaihingen te Stuttgart (Duitsland)<br />

99


07 Landesbank Baden-Württemberg<br />

Ontwerper<br />

De ontwerpers van de Landesbank Baden-Württemberg<br />

in Stuttgart is het architectenbureau<br />

Wöhr Mieslinger Architecten. Dit bedrijf is in 1990<br />

opgericht en zit sinds 2000 in Stuttgart. Het bedrijf<br />

telt ongeveer 40 medewerkers, elk met een eigen<br />

specialiteit. Het bedrijf is vooral gericht op de kantoor<br />

en administratieve gebouwen. De naamgeving<br />

komt door de samenwerking van twee architecten: Wöhr Mieslinger<br />

Wöhr en Mieslinger. Wolfram Wöhr, geboren in 1956 in Weißenstein, is een architect die gestudeerd<br />

heeft in Stuttgart en Virginia. Jörg Mieslinger, geboren in 1968, heeft gestudeerd in<br />

Stuttgart en Chicago en is in 1994 afgestudeerd als architect. Enkele belangrijke bouwwerken<br />

van wma-architecten zijn:<br />

Staatsministerie voor Onderwijs en Cultuur Financiële centrum Kassel Altmarkt Siemens kantoor<br />

Gebouwanalyse<br />

1. De Landesbank Baden-Württemberg, ook wel afgekort tot LBBW, staat op de kruising van<br />

de Heilbronnerstraße met de Warschauerstraße. Wanneer men via de Heilbronnerstraße<br />

door de stad rijdt, valt meteen het grote flatgebouw met zijn karakteristieke vorm op. Wanneer<br />

men 400 meter naar het zuiden gaat, komt men bij de Hauptbahnhof van Stuttgart.<br />

Dit is het treinstation van de deelstaat Baden-Württemberg. Deze treinen rijden vooral door<br />

tunnels en maken hoofdzakelijk gebruik van het elektriciteitsnet. Dit gebouw is één van de<br />

drie “Hochhauzen” die gepland staat. Van deze drie is alleen nog maar het kantoor van de<br />

Landesbank gerealiseerd. De andere twee volgen later.<br />

2. Van de bovenzijde gezien, lijkt het LBBW veel op een soort waterdruppel. Deze waterdruppel<br />

heeft een architectonische hoogte van ongeveer 60 meter en bevat zeventien verdiepingen.<br />

De breedte van het gebouw is 82 m, gemeten vanaf het puntje tot de buitenkant van<br />

de cirkel. De twee verticale balken aan de achterzijde zijn twee liftschachten die toegang<br />

geven tot het hele gebouw. Het “vleugeltje” op het<br />

midden van de cirkel is een schematisering van een<br />

kraan. Deze kraan wordt zo nu en dan gebruikt voor<br />

het reinigen van de grote raampartijen in de gevels.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Jan de Visser<br />

3. Het dak van de LBBW is een plat dak, uitgevoerd<br />

in stalen platen. Hier bovenop staat de takel voor<br />

het schoonmaken van de gevels. Een erg belangrijk<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein 100


07 Landesbank Baden-Württemberg<br />

onderdeel van dit gebouw zijn de gevels. Deze zijn<br />

namelijk helemaal uitgevoerd in glazen panelen,<br />

met uitzondering van de twee liftschachten aan de<br />

achterzijde. Deze panelen zijn prefab gemaakt en<br />

op de bouwplaats in elkaar gezet. Als gevolg van<br />

deze materiaalkeuze speelt licht een grote rol in het<br />

gebouw. Wanneer men aan de binnenzijde staat, of<br />

het nu in de entree of achter een bureau is, er is altijd<br />

voldoende daglichttoetreding. De entree is uitgevoerd<br />

in een eenvoudige draaideur, ook helemaal in glas.<br />

4. De huidige functie van dit gebouw is dat het wordt<br />

gebruikt als bankgebouw. De Landesbank van de<br />

deelstaat Baden-Württemberg huisvest zijn kantoren<br />

hierin. Het grootste gedeelte van de ruimtes op de zeventien<br />

verdiepingen wordt gebruikt als kantoor voor<br />

Glas is een hoofdmateriaal van het gebouw<br />

de werknemers van de bank. Omdat het gebouw in<br />

2004 is opgeleverd is er nog weinig onderhoud nodig. Alleen de glazen gevels zullen frequent<br />

moeten worden gereinigd. De ruiten zijn in een frame geplaatst die gemaakt zijn van metaal.<br />

Het gevaar bestaat dat deze gaan roesten wanneer ze niet voldoende beschermd zijn.<br />

5. Het interieur van de LBBW is gewoon standaard meubilair dat te vinden is in de meeste<br />

kantoren. Ook hier is goed te zien dat licht belangrijk is. De hele kantoorruimte wordt verlicht<br />

door natuurlijk licht.<br />

6. De opdrachtgever van dit gebouw is de Deutsche<br />

Landesbank. Deze organisatie heeft nog meer<br />

bankgebouwen staan in onder andere Hannover en<br />

Berlijn. Een van de eisen van het gebouw was dat het<br />

lichtdoorlatend moest zijn. Dit is het eenvoudigst uit te<br />

werken in glas. Omdat brandwerendheid ook een eis was, is<br />

de gehele gevel uitgevoerd in brandwerend glas.<br />

7. Omdat dit bankgebouw in recente tijd gebouwd is, kan het niet<br />

anders dan dat milieuwetgeving een belangrijke rol speelde. De draag-<br />

De hoofdvorm is goed vanaf boven te zien<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 101


07 Landesbank Baden-Württemberg<br />

constructie van zowel de gevel als de vloeren is<br />

gemaakt van staal. De profielen die het glas vast<br />

houden zijn gemaakt van RVS. Wanneer staal goed<br />

beschermd is tegen invloeden van buitenaf zal dit<br />

niet of weinig oxideren. Op deze manier is de kans<br />

op schadelijke stoffen in het milieu gering. Verder<br />

is de gevel gemaakt van glas. Glas is een duurzaam<br />

product dat niet oxideert, afgeeft of iets dergelijks.<br />

Zo zal de natuur daar geen schade van ondervinden.<br />

Als fundering is gekozen voor beton. Ook dit<br />

materiaal is milieuvriendelijk, mits goed toegepast<br />

en verwerkt. De maatschappelijke context van dit<br />

gebouw op de stad zal niet zo groot zijn. De normale<br />

mensen van Stuttgart komen hier nooit en het is bedoeld voor het bedrijfsleven.<br />

8. In het gebouw van de LBBW is glas erg belangrijk. Glas heeft een open uitstraling naar de<br />

buitenkant toe. Dit resulteert in een modern uitstralend gebouw aan de buitenzijde. Qua<br />

onderhoud is het zeer geschikt, omdat het bijna niet verweerd. Een enkel<br />

nadeel van deze gevels zijn de schoonmaakkosten. Dit<br />

wordt gedaan door middel van een kraan op het<br />

dak van het gebouw. Verder is de gevel geconstrueerd<br />

met stalen stijlen en liggers die de glasvlakken<br />

op hun plaats houden. Wanneer men ver van het<br />

gebouw af staat is het één grote glasplaat met<br />

daarin allemaal vakjes. En natuurlijk is er ook beton<br />

gebruikt, vooral in de fundering, maar dit heeft<br />

geen esthetische waarde.<br />

hoofdsponsors:<br />

info: Heilbronnerstraße 26, Stuttgart<br />

102


08 Mercedes Benz Museum<br />

Ontwerper<br />

Ben van Berkel werd geboren op 25 januari 1957 te Utrecht. Van Berkel studeerde<br />

af aan de Rietveld Academie in Amsterdam en studeerde daarna<br />

aan de Architectural Association in Londen.<br />

Samen met Caroline Bos richtte hij in 1988 architectenbureau van Berkel<br />

en Bos op. In 1998 richtten zij een nieuw bureau op: UNStudio(United<br />

Net). UNStudio is een netwerk van specialisten in architectuur, stedenbouw<br />

en infrastructuur. Naast zijn architectuurpraktijk heeft Ben van Ber-<br />

Ben van Berkel<br />

kel les gegeven aan verschillende universiteiten in binnen- en buitenland,<br />

waaronder Harvard en Princeton University. Momenteel is hij Professor Conceptual Design<br />

aan de Städelschule in Frankfurt am Main. In zijn manier van lesgeven staat een algemene<br />

benadering van architectuur centraal waarbij de visuele, materiële en constructieve kant<br />

ook behandeld worden. Van Berkel ontwierp naast het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart<br />

onder andere de Erasmusbrug in Rotterdam, het theater Agora in Lelystad, een villa in New<br />

York City, en een warenhuis in Seoel.<br />

Theater Agora Almere, Villa New York, Erasmusbrug Rotterdam<br />

Gebouwanalyse<br />

1. Het Mercedes-Benz museum ligt aan de Mercedes Strasse 1 in Stuttgart. Het Mercedes-<br />

Benz museum heeft een gepaste locatie gekozen om het museum te bouwen. Het ligt vlak<br />

bij de knooppunten van de snelwegen B10 en B14 aan de rand van Stuttgart, wat tevens de<br />

hoofdweg is om Stuttgart binnen te komen. Het museum staat rechtstreeks tegenover de<br />

hoofdpoort van de Daimler-fabriek, die tevens de opdrachtgever van het museum was. Het<br />

eerste museum was opgericht in 1923 en vond zijn huisvesting in de fabriek zelf. De bezoekers<br />

moesten door de hoofdingang van de fabriek door een speciale, beveiligde shuttle geleid<br />

worden naar het museum. Dit om te voorkomen dat men iets van de fabriek kon zien. Het<br />

oude museum werd te klein om alles te kunnen tentoonstellen, daarom is dit nieuwe museum<br />

ontworpen. De bouwmassa van het nieuwe Mercedes-Benz museum is groot en grof.<br />

De hoofdconstructie is uit schoonbeton gemaakt. Het museum staat naast het rechthoekige<br />

Mercedes Benz Center. In dit 9500 m2 grootte centrum worden de laatste nieuwe modellen<br />

van Mercedes tentoongesteld. Dit center is ontworpen<br />

door Peter Lanz uit München. De hoogte van<br />

het gebouw en de “dubbele helix” in het interieur<br />

zijn ontworpen om ruimte te maximaliseren. Het<br />

museum biedt een ruimte van 16.500 vierkante<br />

meter tentoonstellingsruimte op een voetafdruk<br />

van slechts 4.800 vierkante meter. Het museum<br />

bevat meer dan 160 voertuigen, sommige dateren<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 103<br />

door: Dimitri Dekker en Boy Stockman


08 Mercedes Benz Museum<br />

“Architectuur valt tussen kunst en<br />

luchthavens. Het is pragmatisch-het<br />

helpt je van punt A naar punt B. Maar<br />

het werkt ook als kunst. Het maakt je<br />

wel twee keer nadenken. Het inspireert<br />

je. Het brengt je terug naar jezelf.”<br />

Ben van Berkel<br />

Gebouwbeschouwing<br />

terug tot de eerste motor en de eerste auto. Het gebouw<br />

biedt bezoekers een gratis audiotour in diverse talen. In<br />

2007 werd het museum bezocht door 860.000 mensen,<br />

waardoor het tot een van de beste musea behoort van<br />

Duitsland.<br />

2. Het 47,5 meter hoge gebouw heeft een aparte vorm.<br />

Het is gebaseerd op de Reuleaux-driehoek. Dit zorgt voor een complexe constructief model.<br />

Dat wil zeggen dat het gebaseerd is op een klaverblad met behulp van drie elker overlappende<br />

cirkels waaruit het midden is verwijderd zodat er een driehoekig atrium gevormd<br />

werd. Alleen is die niet gebaseerd op de Reuleaux-driehoek. Het gebouw heeft een oppervlakte<br />

van 34.000 m2 en heeft een volume van 200.000 m3. Hoewel Ben van Berkel het heeft<br />

over een geheel nieuw type gebouw lijkt het gebouw heel veel op het Solomon Guggenheim<br />

museum in New York ontworpen door Frank Lloyd Wright. Het gebouw is opgedeeld in twee<br />

verschillende delen, het heeft een aan de achterkant acht verdiepingen en aan de voorkant<br />

zeven verdiepingen. Binnen in het gebouw zit een complete route van boven naar beneden.<br />

Waarbij men tussen twee routes kan kiezen.<br />

3. Het dak van het gebouw is plat, maar er zijn wel verschillende<br />

niveau’s. Op het laagste niveau is ook een dakterras<br />

aanwezig. Vanaf daar heeft men een mooi uitzicht over de<br />

omgeving. De dragende constructie is gemaakt van schoonwerkbeton.<br />

De vele ramen die aanwezig zijn, zijn uitgevoerd<br />

in staal. Wat men aan de buitenkant ziet is plaatmateriaal van<br />

aluminium. Door de ramen is het schoonwerkbeton te zien. Dit is<br />

een speciaal beton dat na volledig uitharden helemaal wit wordt.<br />

De ingang van het gebouw is anders als anders. Je komt eerst door<br />

een soort amphitheater naar binnen. Het lijkt alsof de begane grond<br />

onder peil zit. Maar dit is in werkelijkheid geen waar. Dit lijkt zo omdat de grond naast<br />

het gebouw opgehoogd is tot aan de tweede verdieping. De routing binnen het gebouw lijkt<br />

veel op het “oermuseum” Guggenheim in New York. Vanuit het atrium moet je eerst omhoog<br />

naar de bovenste verdieping waarna de afdaling begint. Na de eerste twee afdalingen<br />

door de tentoonstellingsruimten kan je kiezen tussen de chronologische opstelling of voor de<br />

thematische opstelling. Als de keuze is gemaakt is de<br />

route die je daarna moet volgen volledig logisch. De<br />

lichtblauwe vloer, natuurlijke belichting en extravert<br />

voor de thematische opstelling en de donkere vloer,<br />

kunstlicht en introvert voor de chronologische opstelling.<br />

Overal kan je wisselen van de chronologische<br />

opstelling naar de thematische opstelling of precies<br />

andersom. Op de tweede verdieping komen alle twee<br />

de routes weer samen om dan via de Races & Records<br />

te eindigen in het Atrium.<br />

Het gebouw is gebaseerd op de Reuleuxdriehoek, dit heeft zich<br />

vetaald naar een zeer complex ontwerp<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein 104


08 Mercedes Benz Museum<br />

4. De functie van dit gebouw is zoals de<br />

naam al doet vermoeden een museum,<br />

maar in dit gebouw bevind zich onder andere<br />

ook een restaurant, museumwinkel,<br />

kindermuseum, bioscoop, casino, lounge,<br />

café/bar en dakterras. Dit wil dus zeggen<br />

dat het gebouw multifunctioneel is. De<br />

bouwtijd van het museum was 3 jaar. Dat<br />

is kort, gezien de complexiteit van het<br />

gebouw en de ongeveer tweehonderd bedrijven<br />

die bij de bouw betrokken waren.<br />

Het gebouw is nog vrij nieuw, nu (2010)<br />

nog maar 4 jaar oud, en behoeft nog maar<br />

weinig onderhoud. Op het schoonmaken<br />

van de grote glazen puien na. Dit gebeurt<br />

eenmaal per jaar. Het ontwerp is ontstaan<br />

door middel van een wedstrijd. Er werden<br />

meerdere ontwerpen ingeleverd maar die<br />

van UNstudio’s werd gekozen. Het interieurontwerp is een samenwerking tussen UNStudio<br />

en CAA (Concrete Architectural Associates). Het gebouw heeft aparte vormen en het lijkt of<br />

het niet gelijk ligt met het straatniveau. De ronddraaiende structuur, die<br />

rond het atrium cirkelt en de verschillende vloeren verbindt, zorgt voor<br />

een geleidelijke overgang, waardoor de verschillende vlakken samensmelten.<br />

De overgang naar verschillende niveaus is hierdoor moeilijk te bepalen.<br />

Door de vele rondingen is er amper een onderscheid tussen verticale<br />

muren en horizontale vloeren. De lijnen lopen weg of gaan op in vlakken<br />

dus dode punten bestaan in dit gebouw niet. Het gebouw werd begroot<br />

op 100 miljoen euro. Het uiteindelijke resultaat heeft 150 miljoen euro<br />

gekost. Van deze 150 miljoen is er 50 miljoen besteed aan de inrichting.<br />

5. Het gebouw is geconstrueerd door Werner Sobek Ingenieurs in Stuttgart.<br />

In het museum komen geen rechte hoeken voor. Het onderscheidt<br />

tussen verticale wanden en horizontale vloeren is nergens precies te bepalen.<br />

Vrijwel elk element heeft unieke afmetingen en heeft een afwijkende<br />

heilingshoek. Er zijn uitzonderlijke constructieve mogelijkheden behaald.<br />

Zo zijn de tentoonstellingruimtes volledig kolom vrij. Dat wil zeggen dat<br />

daar een overspanning van 33 meter voor gehaald is. En de belasting is<br />

niet gering op sommige verdiepingen, waar ook meerdere vrachtwagens<br />

tentoongesteld staan. Door de complexe vormen is het gebouw eerst<br />

helemaal in 3D ontworpen. De vloer, wand en plafond zijn zo samengesteld<br />

dat het uit één geheel bestaat. De “Twist” die rond het atrium cirkelt<br />

en de verschillende vloeren verbindt, zorgt voor een geleidelijke overgang,<br />

waardoor de verschillende vlakken samensmelten. De overgang naar de<br />

verschillende niveaus is hierdoor moeilijk te zien. Omdat het gebouw een<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 105


08 Mercedes Benz Museum<br />

open structuur heeft was het niet mogelijk<br />

om rookcompartimenten te maken, die<br />

vanwege de brandveiligheid verplicht zijn.<br />

Als oplossing hiervoor kan in het atrium een<br />

kunstmatige cycloon worden opgewekt, die<br />

de rook uit de tentoonstellingsruimten zuigt<br />

en afvoert. Dit is de grootste kunstmatige<br />

cycloon die opgewekt kan worden in de hele<br />

wereld. Het interieur geeft dezelfde sfeer<br />

als aan de buitenkant. Er zijn vrijwel geen<br />

kleuren in het gebouw verwerkt. Bijna alles is<br />

schoonbeton, staal en glas.<br />

Er waren duizenden tekeningen nodig om de bouw te kunnen voltooien<br />

6. De opdrachtgever voor het gebouw is DCI (Daimler Chrysler Immobolien). DCI organiseerde<br />

een wedstrijd om tot een mooi ontwerp te komen. Deze wedstrijd werd gewonnen door<br />

UNstudio’s. Dit omdat het ontwerp van UNstudio’s een dynamische en ruimtelijk concept is.<br />

De organisatiestructuur is gebaseerd op een continu veranderende orientatie van de bezoeker.<br />

De samenhang van het interieur met het exterieur is wat de opdrachtgever aansprak.<br />

7. Aan de buitenkant van het museum werd aluminiumplaten en glas gebruikt. De hellingen<br />

zijn bedekt met houten parket. Het glas en aluminium zijn rond de betonnen kolommen<br />

“gewikkeld” zodat men aan de buitenkant het beton bijna niet meer ziet, enkel op de plekken<br />

waar er glas zit. De ramen zijn gemaakt van trapeziumvormige panelen. De grenzen van het<br />

glas zijn van staalprofielen gemaakt. Het glas is helder, kleurloos en werkt tevens als isolatie.<br />

De basis voor de planning te maken was een model van het gebouw met daarrond de driedimensionale<br />

gegevens, deze gegevens zijn tijdens de bouw 50 keer bijgewerkt. Un-studio’s<br />

kon alleen voldoen aan de ruimetelijke eigenschappen voldoen met gewapend beton. Dit<br />

schoonbeton is tevens een goede achtergrond voor de tentoonstellingen. De structuur van<br />

het gebouw in de vorm van een klaverblad zorgt ervoor dat het dak gelijk overgaat in de<br />

muur. Er lijkt dus geen aansluiting te zitten tussen de verschillende verdiepingen.<br />

8. Om de complexe vormen van de het gebouw te kunnen realiseren zijn er verschillende<br />

architecten twee jaar aan het voorbereiden en aan het tekenen geweest. Er waren in totaal<br />

38.000 tekeningen nodig voor de bouw van het museum. De bouw van het museum duurde<br />

eveneens twee jaar. Er zijn 246 bouwbedrijven aanwezig geweest<br />

tijdens de bouw van het museum<br />

. Er zijn 12.000 lampen verwerkt<br />

in het gebouw en er is een totaal<br />

van 14.000 m2 in 1800 verschillende<br />

driehoeken verwerkt aan<br />

glas. Er is een hoeveelheid van<br />

110.000 ton beton gebruikt en<br />

daarmee is een inhoud behaalt van<br />

200.000 kubieke meter.<br />

De eerst schets, met daarnaast het uiteindelijke ontwerp in 3D<br />

info: Mercedes Strasse 1, Stuttgart (Duitsland)<br />

Iedere dag geopend van 09:00u tot 18:000<br />

entree: volwassenen 8 euro, kinderen en studenten 4 euro<br />

106


09 Porsche Museum<br />

Ontwerper<br />

Delugan Meissl Associated Architects<br />

is een architectenbureau dat actief is in<br />

meerdere delen van Europa. Dit Weense<br />

architectenbureau bestaat uit een kleine<br />

twintig mensen.<br />

Voordat Delugan Meissl de opdracht van<br />

het Porsche Museum mocht uitvoeren waren<br />

ze vooral actief binnen Oostenrijk zelf. Sinds Delugan Meissl<br />

de opdracht tot het ontwerpen van het nieuwe Porsche Museum<br />

heeft mogen doen, hebben ze zichzelf echt op de kaart gezet door internationale een bekend<br />

gebouw te realiseren.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. Het Porsche museum is een museum gelegen<br />

in Stuttgart, aan de zo genoemde Porsch Platz.<br />

De naam Porsche Platz komt vanwege het hoofdkantoor<br />

wat ook in de buurt gebouwd is. De buurt<br />

rondom het Porsch Platz is een gebied waar meerdere moderne<br />

gebouwen zijn gerealiseerd, zodat het extreme moderne<br />

gebouwd niet uit het totaalplaatje van het gebied valt.<br />

2. Het museum heeft een totale oppervlakte van 5.600 vierkante meter. Het<br />

heeft een vorm die bestaat uit een combinatie van meerdere herkenbare geometrische<br />

vormen. Deze vormen zijn voornamelijk driehoeken en vierhoeken. Het<br />

effect wat deze onherkenbare vormen hebben, samen met de kleuren en texturen zorgen<br />

voor een moderne en uitzonderlijke uitstraling.<br />

3. Het Porsche Museum is een absolute vorm van Minimalisme. De kenmerken van het<br />

Minimalisme zijn de strakke gladden wanden. Er wordt zo min mogelijk gebruik gemaakt<br />

van andere materialen en kleuren. Hetzelfde geld voor het plafond. Vooral de kleur wit komt<br />

overdadig veel voor in combinatie met zwart. De kleur zwart in het museum wordt veel<br />

gebruikt als randafwerking, bijvoorbeeld bij trappen en afscheidingen. Dit zorgt voor een<br />

nog strakker uiterlijk en een zwevend effect ten opzichte van de grond. Een Minimalistisch<br />

gebouw is een goede decor voor de bijzondere en zeldzame auto’s van Porsche, omdat op de<br />

manier waarop het wordt tentoongesteld alles duidelijk naar voren komt en het dan alleen<br />

draait om het tentoonstellen van de auto’s. Het<br />

gebouw op zichzelf is ook al een kunstwerk.<br />

4. Het eerste Porsche Museum dat gebouwd werd,<br />

was in 1976 in de plaats Stuttgart, Duitsland. Dit<br />

museum heeft daarr gestaan tot halverwege<br />

2003. Het terrein waar dit museum stond staat<br />

nu bekend als het Porsche Platz. In 2004 werd een<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 107<br />

door: Remy Konings


09 Porsche Museum<br />

Gebouwbeschouwing<br />

nieuw Porsche Museum gerealiseerd.<br />

Het ontwerp kwam van het Weense<br />

architectenbureau Delugan Meissl<br />

dat gevestigd is in Wenen te Oostenrijk.<br />

Op 31 januari 2009 gingen voor<br />

het eerst de deuren van het nieuwe<br />

Porsche Museum open. Het publiek<br />

kon toen voor het eerst zijn oog laten<br />

vallen op de enorme strakke ruimte<br />

binnenin het gebouw.<br />

5. Constructief was het Porsche Museum echt een uitdaging. Vanwege het uitzonderlijke<br />

ontwerp, wordt het grootste gedeelte van het gebouw gedragen door drie ondersteunende<br />

kernen. Twee van deze kernen staan symmetrisch tegenover elkaar. De vele krachten die in<br />

het gebouw werken worden grotendeels door deze twee kernen naar de grond afgevoerd. De<br />

derde kern zorgt voornamelijk voor het evenwicht en de<br />

overige krachten die daarop werken. De rest van de constructie<br />

is opgebouwd door middel van een staalskelet.<br />

Omdat het totale gebouw draait om het tentoonstellen<br />

van zeldzame en bijzondere auto’s van Porsche, zijn er<br />

voor de rest geen elementen aangebracht die de interesse<br />

van bezoekers zouden kunnen afleiden van de tentoonstelling<br />

zelf. De kleuren zwart en wit zijn gebruikt<br />

om andere kleuren die voorkomen in het museum meer<br />

op te laten vallen.<br />

In het museum wordt weinig gebruik gemaakt van natuurlijk licht. Voornamelijk is het LEDverlichting<br />

wat wordt gebruikt om de auto’s te verlichten. Met uitzondering van delen in het<br />

dak, schijnt er wel natuurlijk licht naar binnen op de bovensten verdieping.<br />

6. In juli 2004 werd een belangrijke beslissingen genomen door Dr. Ing hc F. Porsche AG om<br />

het meeste spectaculaire bouwproject van Porsche op te starten. In totaal werden 170 architecten<br />

in Europa verzocht om een ontwerp te maken voor de bouw van een nieuw museum.<br />

Een paar maanden later werden een tiental architectenbureaus uitgenodigd voor een competitie,<br />

waarnaar de winnaar zijn nieuwe ontwerp mocht uitwerken. Het Weense architectenbureau<br />

Delugan Meissl Associated Architects werd tot winnaar verklaard. In oktober 2005<br />

gaven zij het startsein voor het bouwproces.<br />

Eind 2006 werd de zogenaamde “basement” en ondersteunde<br />

kernen afgerond. Hierdoor was een ondergrondse<br />

parkeergarage gerealiseerd onder de begane grond en 1ste<br />

verdieping.Na een bouwproces van vier jaar was de voltooiing<br />

van het museum in december 2008. Op 31 januari<br />

2009 werden voor het eerst de deuren geopend voor het<br />

publiek.<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein 108


09 Porsche Museum<br />

7. Omdat staal wordt gemaakt van ijzererts en dit een natuurlijk bron is die uit kan putten<br />

is het geen milieuvriendelijk product, maar vanwege de relatief eenvoudige productie is het<br />

wel de beste keuze voor de constructie die gerealiseerd moet worden.<br />

8. De voornaamste materialen die bij de bouw van het museum gebruikt zijn, zijn staal en<br />

gewapend beton. Er werd gebruik gemaakt van 21.000 kubieke meter beton. Staal werd<br />

toegepast in de constructie van de 5600 m2 dragende muren.<br />

Vooral vanwege de aparte vorm waren ze genoodzaakt te kiezen voor een stalen<br />

skelet. Staal heeft de beste eigenschappen om deze aparte vorm te realiseren.<br />

Omdat er ook grote overspanningen gemaakt moesten worden, werd<br />

staal het belangrijkste materiaal voor de stevigheid van het gebouw.<br />

Het gewapende staal werd veelal gebruikt in de drie kernen<br />

waarop heel het gebouw balanceert. Beton heeft de<br />

aangename eigenschappen veel druk op te kunnen<br />

nemen waardoor dit het beste materiaal<br />

om het hele gebouw te dragen en alle krachten<br />

op te nemen en af te voeren naar de<br />

paalfundering in de grond.<br />

info:<br />

Adres: Gelegen aan de Geschwieberdinger str. (K9510) op de kruising van de Strohgauser Str. 1143;<br />

Openingstijden Dinsdag t/m Zondag van 09:00 t/m 18:00.<br />

Entree: Volwassenen: 8,00 Kinderen: 4,00<br />

109


10 Geodesic Dome<br />

Ontwerper<br />

Buckminster Fuller was een Amerikaanse uitvinder, architect, ontwerper<br />

en dichter. Hij heeft gestudeerd aan Harvard en ontwikkelde het Dymaxion<br />

huis. Hij was daarmee een van de eersten die een huis ontwikkelde<br />

vanuit het oogpunt ecologisch denken. Later ontwikkelde hij ook een<br />

auto die in alle richtingen kon rijden. Hierna ontwierp hij de geodetische<br />

koepel. De koepelconstructie die hij hierbij ontwikkelde is door een Amerikaanse<br />

firma in productie genomen en ook in Nederland is deze gebouwd.<br />

Buckminster Fuller<br />

Buckminster Fuller werd ook nog hoogleraar in de dichtkunst aan Harvard.<br />

In de chemie werd een verschijningsvorm van koolstof naar hem vernoemd. Deze vorm van<br />

moleculen, de fullerenen, komt overeen met de structuur van zijn geodetische koepels.<br />

Dymaxion huis, staat nu in een museum, Montreal Biosphere<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. De Geodesic dome ligt op een speciaal terrein met meerdere architectonische hoogstandjes.<br />

Zo staat er een gebouw van Tadao Ando met de typische betonnen uitstraling. Verder<br />

is er ook een brandweerstation gemaakt door Zaha Hadid. Hier tussen ligt dan de Geodesic<br />

dome. Er zijn speciale rondleidingen over het terrein die langs alle elf de gebouwen komt. Het<br />

gebouw ligt op een groot grasveld en het wordt omringd door het Vitra house, een industriegebouw<br />

en een speciaal ontworpen bushalte.<br />

2 + 3. Geodesic dome oftewel Geodetische koepel is een bolvormige netwerk van grote<br />

cirkels liggen op het oppervlakte van een bol. De constructie wordt gevormd door driehoekige<br />

elementen die zorgen voor de stijfheid en verdelen de spanning over de gehele structuur.<br />

Hoe fijner het netwerk van de driehoeken, hoe beter de koepel de vorm van een echte<br />

bolvorm benadert. De term dome verwijst naar een<br />

gesloten structuur. Geodesic ontwerpen kunnen<br />

worden gebruikt om een gebogen vorm, afgesloten<br />

ruimte te creëren. De opbouw van sterke en stabiele<br />

structuren van de patronen wordt versterkt door de<br />

driehoekige vormen die erin verwerkt worden. Het<br />

ontwerp heeft iets weg van een tent.<br />

De geodetische koepel is geheel symmetrisch en het<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Lindsay de Silva<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

110


10 Geodesic Dome<br />

dak, de façade en de andere zijdes zijn geheel<br />

hetzelfde. De koepel heeft geen ramen<br />

en als de deur dicht zit is het weer een groot<br />

geheel.<br />

4. De Geodetische koepel in Weil am Rhein<br />

is in 1954 gebouwd in Detroit. In 2000 is hij<br />

overbracht naar de Vitra Campus in Weil am<br />

Rhein. Het is een zo minimalistisch mogelijke<br />

koepel. De hoeveelheid materiaal is minimaal.<br />

Het principe dat hij hierbij had was,<br />

“doing more with less”. De technologische<br />

aspecten die hierbij aan de orde kwamen zijn<br />

een paar van de belangrijkste richtlijnen van<br />

de moderne architectuur. En een aantal architecten<br />

hebben zijn manier van denken en<br />

ontwerpen overgenomen. Bijvoorbeeld Toyo<br />

Iro, Santiago Calatrava en Sir Norman Foster.<br />

De koepel die op de Vitra Campus staat heeft<br />

een lichtgewicht constructie en wordt tegenwoordig<br />

gebruikt voor evenementen van de<br />

Vitra organisatie.<br />

5. Er zitten echter ook nadelen aan de geodetische<br />

constructies. Zo hebben ze een groot<br />

aantal randen (naden) en slechts een paar<br />

grote oppervlaktes. Bij elk van de randen moet worden voorkomen dat hij gaat lekken en<br />

dat is nog best een uitdaging. Een traditioneel huis is makkelijk in te richten het heeft rechte<br />

hoeken. Bij een geodetische woning ligt dit echter anders. Het heeft gebogen vormen en is<br />

dus minder bruikbaar. De koepel werd toch succesvol in bedrijf genomen. Het brak al snel<br />

records voor bedekte oppervlakte, ingesloten volume en de constructie snelheid. Een aantal<br />

jaar later werd het ook voor het grote publiek in gebruik genomen maar bij het bouwen van<br />

geodetische koepels komen nogal wat kosten kijken, waardoor het minder succesvol werd<br />

dan verwacht.<br />

6. Buckminster<br />

Fuller was<br />

niet de<br />

eerste die<br />

met een<br />

geodetischekoepel<br />

kwam.<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 111


10 Geodesic Dome<br />

In de Eerste Wereldoorlog heeft<br />

Walter Bauersfeld, hoofdingenieur<br />

van een optisch bedrijf, voor<br />

een planetarium al een dergelijke<br />

geodetische koepel ontworpen.<br />

Buckminster Fuller was dus niet de<br />

oorspronkelijke uitvinder van de<br />

geodetische koepel. Echter zorgde<br />

hij wel voor de bekendheid en de<br />

popularisering ervan, waarvoor<br />

hij patent kreeg in de Verenigde<br />

Staten in 1954. Fuller hoopte dat<br />

de geodetische koepel zou helpen<br />

met het aanpakken van de naoorlogse woningbouwcrisis. De bol omsluit namelijk het grootste<br />

volume voor de minste oppervlakte en is zeer sterk voor zijn gewicht.<br />

7. Buckminster Fuller zijn ontwerpen en uitvindingen waren op duurzaamheid gebaseerd en<br />

op zo minimalistisch bouwen. Ook de geodesic dome is vanuit deze standpunten gebouwd.<br />

De geodesic dome staat op een speciaal terrein (Vitra terrein) en heeft dus een openbare<br />

functie. Hij kan bezocht worden onder begeleiding van een gids die alles afweet van de gebouwen<br />

op het gehele Vitra terrein.<br />

info: Adres: Charles-Eames-Str. 2, D-79576 Weil am Rhein,<br />

Openbaar vervoer: Basel, bus 55<br />

Openingstijden:Op afspraak met guided architectural tour. Van dinsdag tot zondag<br />

112


11 Vitra Design Museum<br />

Ontwerper<br />

De ontwerper van het Vitra Design Museum in Wei lam Rhein is Frank<br />

Owen Gehry, geboren als Ephraim Owen Goldberg. Hij werd op 28 februari<br />

1929 geboren in de plaats Toronto te Canada.<br />

Als kind zijnde was hij al creatief bezig waarna hij, na aanmoediging van<br />

zijn oma, kleine steden van hout ging ontwerpen en maken. Hij deed<br />

samen met zijn vader tekeningen maken en zijn moeder introduceerde<br />

hem in de wereld van de kunst. Het was dan ook zijn moeder die hem het<br />

Frank Gehry<br />

meeste steunde om iets met zijn creatieve aangelegenheden te gaan doen.<br />

In 1947 verhuisde Frank Gehry naar Californië, Amerika, om daar aan de Los Angeles City<br />

College en vervolgens aan de University of Southern California’s School of Architecture te<br />

studeren. Hier behaalde hij zijn diploma in het jaar 1954.<br />

In 1952 trouwde hij als Frank Goldberg met Anita Snyder, wie hem vertelde zijn naam te<br />

veranderen. Dit deed hij dan ook en zo ontstond er zijn naam Frank Gehry. In 1966 scheidde<br />

hij vervolgens van Anita Snyder, waarna hij in 1975 met Berta Isabel Aguilera trouwde. Uit<br />

dit huwelijk kwamen twee zonen en momenteel zijn ze nog steeds samen. Van het eerdere<br />

huwelijk met Anita Snyder heeft hij twee dochters overgehouden.<br />

Na bij verscheidene bureaus gewerkt te hebben, begon hij in 1962 in Los Angeles als zelfstandig<br />

architect. Op het begin van zijn carrière ontwierp hij vooral winkels en woningen. Zijn<br />

eigen ontworpen woning, bouwjaar 1979, te Santa Monica werd bekend over de hele wereld.<br />

Bij deze woning maakte hij geen gebruik van de normale architectonische structuren, hij<br />

maakte hierbij juist gebruik van sloopmaterialen als aankleding.<br />

Vervolgens kreeg hij in de jaren erna verscheidene grote opdrachten te verwerken. Pas vanaf<br />

de jaren negentig volgde zijn echte grote successen. Zo ontwierp hij het Chiat/Day gebouw<br />

in Venice, Californië en het hoofdkantoor van de Nationale Nederlanden in Praag.<br />

Met de komst van de computer kon hij vervolgens extravaganter wordende gebouwen<br />

ontwerpen. Enkele voorbeelden hiervan zijn het Gugenheim museum in Bilbao (1997) en het<br />

Walt Disney Concert Hall in Los Angeles (2003).<br />

Gugenheim Museum Walt Disney Concert Hall Nationale Nederlanden (Praag)<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. Het Vitra Design museum te Weil am Rhein is gevestigd aan de Charles-Eames-Strasse. Op<br />

het terrein staan meerdere gebouwen afkomstig van andere architecten, zoals Tadao Ando<br />

en Nicholas Grimshaw. Op het terrein staan inmiddels elf bouwwerken, waarvan er nog<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 113<br />

door: Birgit van der Lee


11 Vitra Design Museum<br />

een in 2010 afgewerkt moet worden. De gebouwen die hier staan, staan qua<br />

stijl goed in verbinding met elkaar. Het is niet het geval dat alle gebouwen<br />

drastisch van elkaar afwijken, zo zijn er bij de “Factory Building” naast<br />

het Vitra Design museum, deels dezelfde vormen gebruikt voor<br />

een mooie overgang.<br />

2. Het gebouw bestaat niet uit een specifieke basisvorm.<br />

Het bestaat uit een aaneenkoppeling van<br />

in elkaar geschoven kubussen en de ronde vormen<br />

van een cilinder. Het gebouw is wel één geheel, maar<br />

bestaat niet uit één vorm. Frank Gehry heeft bij dit gebouw<br />

niet alleen gebruikt gemaakt van de basisvormen, maar ook<br />

van hellingen en torens. Waardoor het Vitra Design museum een richtinggevend werk is<br />

geworden van het deconstructivisme.<br />

Het gebouw zit logisch in elkaar, zo heeft elke ruimte een eigen functie. Door de dakramen<br />

komt er voldoende daglicht binnen. Over de twee etages verspreidt, bevindt zich circa 700<br />

m2 tentoonstellingsruimte.<br />

3. Het betonnen gebouw is volledig wit. De entree van het<br />

gebouw bevindt zich op een hoek van het gebouw, hierboven<br />

bevindt er zich een soort van afdak, welke aan de<br />

onderkant open is. Hiermee kunnen verscheidene dingen<br />

gedaan worden, dit naar aanleiding van waar het gebouw<br />

zich op dat moment voor dient. Zo kan daarboven op iets<br />

met een constructie van letters gezet worden of kunnen<br />

er (span)doeken worden opgehangen voor reclame of ter informatie. Tevens is het voor de<br />

bezoeker mooi om voor de entree recht naar boven te kijken, hierbij kijk je namelijk direct het<br />

gebouw binnen.<br />

4. Het Vitra Design Museum in Weil am Rhein is een internationaal<br />

gerenommeerd cultureel instituut voor het onderzoek naar de popularisering<br />

van design en architectuur. Dit instituut wordt door de firma Vitra<br />

gesponsord, maar is tegelijkertijd een onafhankelijke stichting. In het<br />

gebouw worden tentoonstellingen en workshops gegeven, tevens worden<br />

er publicaties over het thema design en architectuur uitgegeven.<br />

Sinds het bouwjaar 1989 hebben er al meer dan 40 tentoonstellingen over<br />

design en architectuur in het Vitra Design museum plaatsgevonden.<br />

De laatst bekende tentoonstelling van 20 maart 2010 tot 19 september<br />

2010, heeft als thema: “The essence of Things: Design and the Art of Reduction”.<br />

Dit wil zeggen de essentie van dingen op het gebied van design<br />

en de reductie van kunst. Hiermee wordt bedoeld dat men feitelijk naar<br />

eenvoudige oplossingen streeft onder het motto “Less is More” (minder is<br />

meer). De designs geven eenvoud, stille grootsheid en Classicisme aan.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

114


11 Vitra Design Museum<br />

info:<br />

5. Het interieur van het gebouw is, middels betonnen wanden, licht<br />

van kleur. De wanden in het gebouw zijn wit en door de daglichtinval,<br />

via het dak, lijkt de ruimte in het gebouw groter dan het in<br />

werkelijkheid is. De complexe vormen in het gebouwen zorgen voor<br />

een excentrieke uitstraling, wat uitnodigt om verder te kijken.<br />

Het meubilair in het Vitra Design Museum verschilt per periode,<br />

door de verschillende tentoonstellingen die hier plaats vinden,<br />

wordt het interieur steeds mee veranderd. Hierdoor krijg je bij<br />

iedere tentoonstelling een andere uitstraling en lijken de tentoonstellingen<br />

niet op elkaar.<br />

6. Het Vitra Design museum<br />

staat op de Vitra-campus, waar tevens allerlei andere<br />

bouwwerken van het bedrijf Vitra staan. Vitra is een<br />

bedrijf wat zich richt op ontwerpen en handelen op het<br />

gebied van meubilair. Hiermee is door Rolf Fehlbaum gestart<br />

in 1950, waarna het bedrijf zich ontwikkelde tot een<br />

internationaal toonaangevend bedrijf. Alhoewel het Vitra<br />

Design museum op 3 november 1989 is voltooid, waren er<br />

al plannen ontstaan voor het gebouw in begin jaren “80, na het afbranden van een fabriekshal<br />

op het terrein van Vitra. Het gebouw zou gaan functioneren als een soort tentoonstelling<br />

van reeds ontworpen meubilair door de ontwerpers van Vitra. Om al het ingezamelde meubilair<br />

tentoon te kunnen stellen, was er een gebouw nodig waarin dit kon worden getoond.<br />

Eerst wilde men het meubilair in een loods gaan tentoonstellen, maar toen er plannen van<br />

Gehry bekend werden gemaakt om in Europa een gebouw te bouwen, veranderde de plannen<br />

van het bouwen van een loods tot het contacteren van Frank Gehry. In 1986 ontstond er<br />

het eerste concept voor het museum door Rolf Fehlbaum, waarna de architect Frank Gehry<br />

het gebouw heeft ontworpen.<br />

7. Op het Vitra campus staan meerdere bouwwerken. Tussen de naastgelegen fabriekshal en<br />

het Vitra Design museum, is er een overgang qua bouwstijl te herkennen. Andere bouwwerken<br />

die er staan, zoals het conferentiepaviljoen van Tadao Ando en de “Fire<br />

station” van Zaha Hadid, zijn veelal gemaakt van dezelfde materialen en<br />

hebben tevens een strakke uitstraling.<br />

8. Typisch aan dit gebouw zijn de vormen die Frank Gehry<br />

heeft gebruikt. Hij maakte namelijk veelvuldig gebruik van verschillende<br />

vormen en het vervormen ervan, hierbij te denken aan<br />

het buigen van gevels. Vanwege de complexe vormen was het<br />

moeilijk om constructieve eenheden te berekenen, maar door<br />

computerprogramma’s konden zijn ideeën met enige aanpassingen<br />

in werkelijkheid gerealiseerd worden.<br />

Charles-Eames-Strasse 2, Weil am Rhein, Openbaar vervoer: Bus (lijn 55, vanaf Basel)<br />

8,00 euro | Reductieprijs: 6,50 euro | Combinatie museum + architectuurtour: 11,50 euro<br />

Openingstijden: Ma - Zo 10:00 - 18:00<br />

115


12 Feuerwehr / Expohalle<br />

Ontwerper<br />

Zaha Hadid is een succesvolle vrouwelijke Brits-Iraakse architect die vooral<br />

deconstructieve ontwerpen maakt. Deconstructivisme is een stroming in<br />

de Postmoderne architectuur.<br />

Haar volledige naam is Zaha Mohammad Hadid. Zaha Hadid is geboren<br />

in Bagdad (Irak) op 31 oktober 1950. Nadat Hadid in 1971 wiskunde had<br />

gestudeerd aan de Amerikaanse Universiteit van Beiroet, ging ze naar<br />

Londen om verder te studeren. Van 1972 tot aan 1977 studeerde ze aan de<br />

Zaha Hadid<br />

Architectural Association (AA) in Londen. Ze kreeg hier les van beroemde<br />

architecten zoals Rem Koolhaas en Elia Zenghelis. Na haar afstuderen werkte ze samen met<br />

deze voormalige docenten bij het Office for Metropolitan Architecture. Het was samen met<br />

Koolhaas dat Hadid de ingenieur Peter Rice ontmoette. Rice moedigde haar aan en steunde<br />

haar op een ogenblik dat haar werk moeilijk leek te bouwen. In 1980 vestigde ze in Londen<br />

haar eigen kantoor. In 1983 werd Zaha Hadid bekend, toen ze met een serie schilderijen de<br />

strijd voor het ontwerp van de Peak Leisure Club in Hong Kong won. Ze maakte een voorstelling<br />

van gebouwen op een berghelling die niet volgens de wetten van de zwaartekracht<br />

waren georganiseerd, maar hun plaats leken te hebben gevonden door een aardbeving. De<br />

gebouwen stonden ongeordend door elkaar. De schilderijen beelden een wereld uit die in<br />

de werkelijkheid niet te realiseren is en kenmerkten een overgang in de Moderne Architec-<br />

tuur. Pas in 1993 werd ze wereldwijd bekend door haar ontwerp van de brandweerkazerne<br />

van Vitra in het Duitse plaatsje “Weil am Rhein“ Zaha Hadid heeft niet alleen gebouwen in<br />

Engeland of Duitsland staan, maar verspreidt haar gebouwen over de hele wereld. Ondertussen<br />

heeft haar kantoor 250 werknemers. Vanaf de jaren 80 geeft Hadid ook les, onder andere<br />

op de Harvard University, de Universiteit van Illinois in Chicago. De Hochschule für Bildende<br />

Künste in Hamburg, de School of Architecture op de<br />

Ohio State University, de Masters Studio aan de Columbia<br />

University. Momenteel geeft Hadid les aan<br />

de Universiteit van Toegepaste Kunsten in Wenen,<br />

Oostenrijk.<br />

In 2004 won Hadid de Pritzker architectuur prijs.<br />

Deze prijs wordt elk jaar uitgereikt aan een nog<br />

levende architect waarbij het gebouwde werk een<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Angelo van Vlaenderen<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

116


12 Feuerwehr / Expohalle<br />

combinatie toont van talent, visie en inzet. Het Amerikaanse blad Forbes plaatste Hadid in<br />

2008 op de 69e plaats van “The world’s 100 Most Powerful Women”.<br />

Hadid heeft, naast nog zes andere architecten, een gebouw ontworpen voor het Groninger<br />

Forum. Er moet nog gekozen worden door de inwoners van Groningen welk ontwerp<br />

uiteindelijk in 2012 gebouwd zal worden. Naast gebouwen heeft Hadid onder andere ook een<br />

schoenenlijn voor LaCoste ontworpen en een aantal kranen voor Britse Triflow concepts en is<br />

de Bergisel Ski schans in Innsbruck (Oostenrijk) uit 2002 ook door Zaha Hadid ontworpen.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. De Vitra Brandweerkazerne bevindt zich op<br />

het bedrijfsterrein van Vitra in de zuid Duitse<br />

stad Weil am Rhein. Weil am Rhein is een gemeente<br />

in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg.<br />

De stad telt zo'n 29.700 inwoners.<br />

Het bedrijf Vitra is een meubelfabrikant die<br />

zich helemaal richt op het ontwikkelen van<br />

gezonde, intelligente, inspirerende en duurzame<br />

oplossingen voor kantoor, thuis en<br />

openbare ruimtes. Op de satellietfoto is het<br />

terrein van Vitra te zien. Op de foto is in het<br />

midden aan de linkerkant de brandweerkazerne<br />

van het bedrijf te zien. De kazerne ligt<br />

aan het einde van de hoofdstraat Charles-<br />

Eames-Straße van het bedrijventerrein.<br />

Het terrein zelf ligt aan de Römerstraße en<br />

bevindt zich ten Noorden van de stad.<br />

2 + 3. Als men naar de vorm van de kazerne kijkt, valt op dat alle rechte hoeken vermeden<br />

zijn. Deze zijn bijna allemaal vervangen door scherpe hoeken. Zaha Hadid heeft deze scherpe<br />

hoeken de nodige aandacht gegeven, waardoor de vorm van de kazerne wat weg heeft van<br />

een bliksemflits. Ondanks dat de kazerne een klein bouwwerk is, beschikt de kazerne over de<br />

reeds ongebruikte en scherpe hoeken uit Zaha Hadid's winnende ontwerp van “Peak International<br />

Design Competition for Hong Kong“ uit 1983. Zaha Hadid heeft de abstracte kwaliteit<br />

van het architectonische concept en de eenvoud van de prismavorm goed weten te behouden<br />

door alle toevoegingen op het gebouw zoals dakranden en goten te weten verbergen. De<br />

afmetingen van de kazerne zijn complex door de deconstructieve stijl van Hadid. De bliksemvorige<br />

verblijfsruimte van de kazerne bedraagt 11 meter en loopt naar een punt toe over een<br />

afstand van 90 meter. De kazerne zelf waar de brandweerwagens gestationeerd stonden<br />

heeft een trapeziumvormige plattegrond van 37 bij 17 meter. De entree en tevens de uitrit<br />

van de voormalige brandweer, ligt een stukje terug in de constructie. Dit geeft een mooi<br />

effect waardoor net als de andere toevoegingen zoals het dak en de goot, deze entree ook<br />

prima wordt weggewerkt. Dit is onder andere te zien op de foto. Zoals op de andere foto's<br />

te zien is zijn de ramen van dit gebouw ook opvallend bijzonder. Op de begane grond zijn de<br />

herkenbare ramen van de Japanse architect Tadoa Ando te zien. Dit zijn de kleine horizontale<br />

openingen in de massale betonconstructie die zodoende voor de lichtvoorzieningen zorgen.<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 117


12 Feuerwehr / Expohalle<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Hadid imiteert en speelt hier met het licht en schaduwspel<br />

van Tadoa Ando.<br />

Verder is opvallend, dat aan de andere kant van het gebouw<br />

de ramen een compleet andere stijl, vorm en omvang<br />

hebben. Zo zit aan de linkerbinnenkant van het gebouw<br />

een grote glazen gevel zoals op de foto is te zien. Verder<br />

beschikt het gebouw nog over een derde bijzonder raam<br />

en dat is een raamopening op de begane grond waarbij je<br />

dwars door het gebouw heen kunt kijken. De gevels van<br />

het gebouw zijn allemaal vlak of staan onder een kleine<br />

schuine hoek opgesteld. De scheiding tussen verschillende<br />

compartimenten gebeurt via rechte vlakken of scherpe<br />

hoeken en punten.<br />

4. Het gebouw is in eerste instantie gebouwd om als<br />

brandweerkazerne van het bedrijf Vitra Design te dienen.<br />

Deze functie heeft het gebouw een aantal jaren gedragen.<br />

Na een aantal jaren werden de grenzen van de brandweerdistricten<br />

opnieuw vastgesteld. Dit zorgde ervoor dat<br />

het meubeldesign bedrijf “Vitra“ binnen de grens van een ander brandweerdistrict kwam<br />

te liggen. Hierdoor werd de plaatselijke kazerne overbodig en kon deze een nieuwe functie<br />

krijgen. Critici verwijten het Zaha Hadid dat de functie is komen te vervallen. Zo zou Hadid<br />

te weinig ruimte voor de brandweerwagens beschikbaar hebben gesteld. Vitra zelf beweert<br />

echter dat dit niet de reden was tot het vervallen van de functie, maar dat het echt aan de<br />

verlegging van de grenzen van de brandweerdistricten lag. Het bedrijf besloot daarom om<br />

van de kazerne een tentoonstellingsruimte te maken. Er werd besloten om de ruimte in te<br />

richten met bekende stoelen en speciale meubelontwerpen. Er zij nu onder andere ontwerpen<br />

te bezichtigen van bekende ontwerpers zoals Charles en Ray Eames. Dit Amerikaanse<br />

echtpaar heeft voor veel klassieke ontwerpen gezorgd in de jaren veertig.<br />

5. Hadid besteedt niet alleen aandacht aan de<br />

buitenkant van het ontwerp, maar richt zich<br />

ook heel erg op het interieur en de inwendige<br />

vormgeving in haar ontwerpen. Dit is erg goed<br />

terug te zien op deze afbeeldingen.<br />

Haar deconstructivistische stijl komt ook in<br />

het interieur terug. Verder zijn de scherpe<br />

hoeken van buiten ook weer op een slimme<br />

manier binnen toegepast. Hadid past hier vele<br />

optische trucjes toe. Zo maakt de interactie<br />

tussen de hoeken en het kleurgebruik van<br />

het interieur het gebouw visueel interessant<br />

zonder dat het onnodig druk oogt. De kazerne<br />

is opgedeeld in verschillende kamers. Zo is er<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein<br />

118


12 Feuerwehr / Expohalle<br />

info:<br />

een garage voor de voormalige brandweerwagens.<br />

Verder is er een garderobe met kluisjes voor<br />

de brandweermannen. Tevens beschikt de kazerne<br />

over een douche- en omkleedruimte voor 10 vrouwen<br />

en 25 mannen. De kazerne beschikt ook nog<br />

over een vergaderingzaal met de basis keukenvoorzieningen.<br />

Tenslotte is er nog een technische<br />

ruimte en een EHBO-ruimte aanwezig.<br />

6. In 1989 woedde er een grote brand op het<br />

complex van Vitra. Aangezien Vitra zelf ook in de<br />

ontwerpbranche zit besloot het zijn terrein vol te<br />

bouwen met architectonische hoogstandjes. En<br />

naar aanleiding van deze brand besloot het ook<br />

zijn eigen brandweerkazerne neer te laten zetten.<br />

Zaha Hadid kreeg de opdracht om een kazerne voor het bedrijf te ontwerpen. Het was Hadid's<br />

eerste werk wat ook daadwerkelijk gerealiseerd werd. Het was ook het werk wat voor<br />

de doorbraak van Hadid haar carrière zorgde. Haar stijl houdt in dat er gewerkt wordt met<br />

scherpen hoeken en dat alles kris kras door elkaar staat. Dit komt, omdat het ontwerp niet<br />

tot stand komt door rationeel denken. In deze stijl wordt er ontworpen vanuit de behoefte<br />

naar verschillende ruimtes. Hierdoor worden de ruimtes niet netjes naast elkaar of boven<br />

elkaar geplaatst. De opdrachtgever Vitra liet niet alleen Hadid een gebouw ontwerpen voor<br />

het complex, maar liet onder andere de bekende architecten Gerhy, Ando, Grimshaw en<br />

Siza hun specifieke stijl aan elk gebouw geven. Zo ontstond er een architectuurconcept met<br />

contrasterende stijlen.<br />

7. De kazerne diende jaren lang als brandweerkazerne voor de omgeving. De wagens konden<br />

worden ingezet voor het bedrijf en voor de stad zelf. Tegenwoordig is het een museum/tentoonstelling<br />

wat dagelijks bezocht kan worden.<br />

8. Het gebouw bestaat grotendeels uit gewapend beton en staal. Deze materialen bieden<br />

een ruimte ontwerpvrijheid en er kunnen<br />

grote overspanningen mee worden bereikt.<br />

Het beton is in het werk gestort. Als er goed<br />

naar de gevels wordt gekeken zie je net als bij<br />

Ando zijn ontwerpen, de bevestigingsafdrukken<br />

van de bekisting nog zitten. Verder is er<br />

veelvuldig gebruik gemaakt van frameloos<br />

glas. De kasten die onder andere voor de lockers<br />

werden gebruikt, zijn gemaakt van staal<br />

of roestvast staal. De trap is niet in het werk<br />

gestort, maar is een prefabriceerde trap. Het<br />

betonnen uitstekende bliksemvorige dak aan<br />

de garages rust op een aantal slanke stalen<br />

kolommen.<br />

Adres: Jahnstraße 120, 70597 Stuttgart<br />

Bushalte: “Ruhbank” of “Waldau” lijn 70; Metrolijnen: U7 en U8<br />

Entree: 5,00 pp<br />

119


13 Vitra Conference Pavillion<br />

Ontwerper<br />

De Japanse architect Tadao Ando werd gevraagd een klein congrescentrum<br />

te ontwerpen. Dit paviljoen zou als doel hebben om vergaderingen<br />

in te houden en lezingen en audio-visuele presentaties te geven voor gasten<br />

van Vitra. De Japanse architect Tadao Ando (1941) is geboren in Osaka<br />

en staat bekend vanwege zijn typerende gebruik van licht en schaduw,<br />

gecombineerd met het uiterlijk van zijn beton. Ando heeft zich het vak<br />

van architect zelf eigen gemaakt. Naast een carrière als bokser heeft Ando<br />

Tadao Ando<br />

oorspronkelijk een opleiding gevolgd tot timmerman. Hij raakte geïnteresseerd<br />

in architectuur nadat hij per toeval met het werk van Le Corbusier in aanraking<br />

kwam. Hij heeft vrijwel iedere belangrijke architectuurprijs gewonnen, terwijl hij geen enkele<br />

architectonische opleiding heeft genoten. Ando vermengt in zijn werk Japanse kenmerken<br />

met de modernistische architectuur zoals we die kennen van Le Corbusier, Louis Kahn en<br />

Frank Lloyd Wright. Deze combinatie heeft geleid tot een minimalistische stijl. Naast het<br />

conferentiepavilioen heeft Ando nog meer gebouwen ontworpen, zoals Azuma House (1976),<br />

Langen foundation (2004) en the water temple (1991)<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. Aan de rand van het stadje Weil am Rhein, een voorplaats van de Duitse kant van Basel liggen<br />

de gebouwen van de meubelfabriek Vitra. De gebouwen zijn door verschillende architecten<br />

ontworpen. In het stille en ingetogen gebouw van Ando zijn meerdere vergaderruimtes<br />

met elkaar verbonden. Het naar het paviljoen leidende pad is opvallend en doet denken<br />

aan de meditatiepaden in Japanse kloostertuinen. Ando aanvaardde de opdracht slechts op<br />

voorwaarde dat hij het midden in een naastgelegen kersenboomgaard mocht bouwen en<br />

dat die kersenboomgaard gespaard zou blijven. Slechts drie bomen moesten wijken. Van alle<br />

drie heeft Ando een bladafdruk bewaard in de betonnen tuinmuur die hij dwars doorheen<br />

de boomgaard plaatste. De kersenboom is in Japan de belichaming van “schoonheid”. Dit<br />

verklaart waarom Ando het conferentiepaviljoen<br />

respectvol tussen de bomen laat verzinken in het<br />

terrein.<br />

2. Het gebouw bestaat uit drie basiselementen. Twee<br />

smalle rechthoekige volumes (30 x 5 m. en 20 x 10<br />

m.) worden door middel van een cilinder aan elkaar<br />

gekoppeld. Deze drie bouwvolumes worden op hun<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Astrid Quist<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein 120


13 Vitra Conference Pavillion<br />

voor gasten van Vitra om te overnachten.<br />

beurt weer bij elkaar gehouden door een groot<br />

vierkant.<br />

3. De weg naar het betonnen gebouw heeft een<br />

ceremonieel karakter. Het leidt naar de smalle,<br />

hoge ingang. De cilindrische centrale hal doorsnijdt<br />

de twee rechthoekige volumes. Door deze<br />

ingreep heeft Ando een labyrint van gangen,<br />

overlopen en ruimtes gecreëerd dat er als het<br />

ware om vraagt verkend te worden.<br />

4. Het conferentiepaviljoen is gebouwd in 1993<br />

en was tevens het eerste gebouw van Tadao<br />

Ando in Europa. Dit paviljoen werd ontworpen<br />

om vergaderingen in te houden, lezingen en<br />

audio-visuele presentaties te geven voor gasten<br />

van Vitra. Ook is er een mogelijkheid voorzien<br />

5. Het conferentiecentrum is indrukwekkend door het gebruik van weinig materialen en het<br />

valt op door de geordende opbouw. Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen. Een groot<br />

deel van de uitbouw verbergt het ondergrondse bouwlichaam. Door het materiaalgebruik<br />

te reduceren tot hoofdzakelijk beton, zorgde Ando, ondanks het gebruik van veel gesloten<br />

muren, voor een intensieve aanwezigheid van de natuur, in de vorm van licht en schaduw,<br />

binnenin zijn gebouwen. Hierdoor veranderen de eenvoudige ruimtes, gedurende de dag, in<br />

complexe scenes. Het spel van licht en donker geeft de ruimte een extra dimensie mee.<br />

Tijdens vergaderingen is er, afgezien van de kersenbomen<br />

buiten, vrijwel niets wat de aandacht afleidt. Om dit te<br />

versterken zijn de lichtarmaturen en schakelaars verzonken<br />

aangebracht in het betonoppervlak. Ook reflecteert het betonoppervlak<br />

de warme toon van de Amerikaans eiken vloer.<br />

Door het gebouw loopt ook een donkere lijn. Deze lijn geeft<br />

het niveau van het maaiveld aan.<br />

6. Het conferentiepavilioen van Ando staat op de Vitracampus.<br />

Vitra is een bedrijf dat zich richt op het ontwerpen<br />

van en handelen in meubels, zowel voor kantoor als thuis.<br />

Rolf Fehlbaum startte in 1950 met het produceren van meubels<br />

onder de naam Vitra. Het bedrijf is uitgegroeid tot een<br />

internationaal toonaangevend meubelconcern, dat naast<br />

de beroemde designklassiekers van Charles en Ray Eames,<br />

Jean Prouvé en George Nelson, modern kantoormeubilair en<br />

designmeubelen produceert. Het afbranden van de fabriek<br />

in 1981 was voor Fehlbaum de aanleiding om bewust om te<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 121


13 Vitra Conference Pavillion<br />

gaan met de nieuw te bouwen architectuur<br />

op het terrein. Hij gaf de Engelse architect<br />

Nicholas Grimshaw de opdracht om een<br />

nieuwe fabriekshal te ontwerpen. Het<br />

hightech ontwerp sloot naadloos<br />

aan bij het imago van Vitra als<br />

meubelfabrikant met technische<br />

perfectie. Na het ontwerp van de<br />

fabriekshal kreeg Grimshaw van<br />

Fehlbaum de opdracht om het masterplan voor<br />

het Vitra terrein te ontwerpen. Er werd gekozen om<br />

enkele losse gebouwen te plaatsen, met contrasterende<br />

architectuurstijlen. Op deze manier zou het terrein een<br />

levendige en karakteristieke uitstraling krijgen. Volgend<br />

op dit concept werd elk gebouw door een andere architect<br />

ontworpen. In 1993 werd met het conferentiepaviljoen van<br />

Tadao Ando, zijn eerste bouwwerk buiten Japan, voltooid.<br />

7. De muur geeft niet alleen vorm aan een tuin, hij bepaalt<br />

ook de loop van het pad. Ando laat de bezoekers die het<br />

gebouw naderen langs de muur lopen zodat rechts van hen steeds de openheid van de tuin<br />

ligt. Men kan de tuin dus ook vanaf hier bekijken hoeft hem zo niet direct te betreden. Ook<br />

ziet de bezoeker dat de tuin maar een deel is van de hele boomgaard, die op zijn beurt weer<br />

omsloten wordt door een bos. Dit bos loopt weer door tot de heuvels die de Rijnvallei omsluiten,<br />

waar de grote stad Basel ligt, waar ook drie landen, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland<br />

bij elkaar komen.<br />

8. Tadao Ando staat vooral bekend om zijn gebruik van beton. Hoewel zijn betonnen vlakken<br />

zeer glad en vaak gevernist zijn, wekken ze ook de indruk niet af te zijn. Dit effect ontstaat<br />

door de cirkelvormige afdrukken, die worden veroorzaakt door de afstandhouders die nodig<br />

zijn bij het bekisten van het beton. Meestal worden deze, wanneer het beton in het zicht<br />

wordt toegepast, weggewerkt. Ando gebruikt de afdrukken juist om het beton de voor hem<br />

typische structuur mee te geven. Deze betonstructuur wordt dan ook wel “Ando-beton”<br />

genoemd. Aan de hand van de sporen die de bekistingsplaten hebben achtergelaten, kan de<br />

compositie van het hele gebouw worden ontcijferd. De fijne stortnaden verwijzen naar de<br />

standaardafmeting van de Japanse “Tatami-mat” (91x182cm).<br />

info: Adres: Vitra Campus; Charles-Eames-Str. 2; D-79576 Weil am Rhein<br />

Vervoer: Basel, bus 55;<br />

Opening; op afspraak met architectuurgids, van dinsdag tot zondag twee keer per dag<br />

122


14 Vitrahaus<br />

Ontwerper<br />

Het Vitrahaus is ontworpen door de Zwitserse architecten Herzog & de<br />

Meuron. Het bureau is opgericht door de leeftijdsgenoten en boezemvrienden<br />

Jacques Herzog (19 april 1950, Basel) en Pierre de Meuron (8 mei<br />

1950, Basel). De oprichters studeerden architectuur van 1970 tot 1975 aan<br />

het Swiss Federal Institute of Technology (ETH Zürich). Drie jaar nadat ze<br />

waren afgestudeerd richtten ze het architectenbureau Herzog & de Meuron<br />

op. Sinds 1994 zijn allebei de oprichters gastprofessoren aan de Har-<br />

Herzog & de Meuron<br />

vard University, en sinds 1999 geven ze ook les aan de ETH Zürich. In 2001<br />

won het bureau de Pritzker Architecture Prize en in 2007 de Royal Gold Medal van RIBA. Momenteel<br />

behoort het architectenbureau tot de top van de wereldarchitectuur en zijn er 340<br />

medewerkers aan het werk. Herzog & de Meuron hebben vestigingen in Hamburg, London,<br />

Madrid en New York. Enkele beroemde werken zijn: Allianz Arena in München (2005), het<br />

Olympisch stadion (ook wel Vogelnest) in Beijing (2008) en de Prada Store in Tokio (2003).<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. Het Vitrahaus is onderdeel van de Vitracampus, waar al enkele gebouwen staan die<br />

ontworpen zijn door toparchitecten zoals bijvoorbeeld: Tadoa Ando, Zaha Hadid en Frank<br />

Gehry. De campus bevindt zich tussen de glooiende heuvels van Weil am Rhein in Duitsland.<br />

Eigenlijk is het terrein een museum van moderne architectuur. Het nieuwste gebouw van de<br />

campus, het Vitrahaus, bevindt zich in het noorden van het terrein en staat naast het Vitra<br />

Design Museum (door Frank Gehry, 1989) en het congrespaviljoen (Tadao Ando, 1993). Door<br />

de grootte van het beschikbare terrein was het mogelijk het gebouw zo ver mogelijk van het<br />

Vitra Design Museum en de toegangspoort verwijderd te houden. Hierdoor was het mogelijk<br />

om de Streuobstwiesen, hoogstamfruitbomen een restant van de traditionele fruitteelt, te<br />

laten staan. Door de opvallende ligging en de bijzondere vorm is het Vitrahaus het oriëntatiepunt<br />

van de Vitracampus geworden.<br />

2. Het gebouw bestaat uit twaalf gestapelde “staafhuizen”.<br />

Met een maximale lengte van 57 meter (bij<br />

een breedte van 54 meter en een hoogte van 21,5<br />

meter) steekt het gebouw boven alle andere gebouwen<br />

uit. Het bruto vloeroppervlak beslaat 4126 m2<br />

en het volume bedraagt 22.755 m3. Het ontwerp is<br />

gebaseerd op twee thema's die in de werken van<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 123<br />

door: Jeroen Mesu


14 Vitrahaus<br />

Herzog & de Meuron vaak terugkeren, namelijk<br />

het oerhuis en de stapeling van ruimtes.<br />

Het oerhuis bestaat zoals verwacht uit vier<br />

muren met daar bovenop een zadeldak. In het<br />

ontwerp zijn vijf niveaus gebruikt, waardoor er<br />

een verticale structuur ontstaat. Sommige van<br />

deze niveaus zijn wel vijftien meter hoog. Door<br />

de opeenstapeling van de twaalf “staafhuizen”<br />

ontstaat er vanaf de buitenkant een aanzicht<br />

dat bijna chaotisch aandoet. Echter vanaf de<br />

binnenkant vormen de verschillende bouwdelen<br />

één geheel. Dit komt door de ingenieuze<br />

verbindingen en stapeling van de bouwdelen.<br />

Er is bewust gekozen om het gebouw met variabele hoogtes uit te voeren, omdat men niet<br />

een horizontaal gebouw wilde realiseren wat voor productiehallen typerend is. Het verticale<br />

gebouw herbergt enkele mooie overzichten, zoals een overzicht over het omringende landschap<br />

en de productlocatie.<br />

3. Op de begane grond zijn er vijf bouwdelen gesitueerd. In het midden van deze delen vormt<br />

een met houten beplankt terrein de centrale toegang. De vijf gebouwen die aan de centrale<br />

toegang liggen zijn: een congresgedeelte, een expositieruimte voor de stoelencollectie van<br />

het Vitra Design Museum, Vitra Design Museum Shop, een lobby met receptie en garderobe<br />

en een café met buitenterras wat in de zomer gebruikt kan worden. Het huis waarin de expositieruimte<br />

is geplaatst heeft als enige geen rechte maar ingedeukte wanden. De ingedeukte<br />

vorm is gebruikt om houten banken in te plaatsen. De houten bekleding begint aan de<br />

bovenkant van het huis (met ingedeukte wanden) en loopt door tot onder waar het overgaat<br />

in een houten plein. Met de lift kunnen de bezoekers zich verplaatsen naar de bovenste verdieping,<br />

waar tevens de route langs de Home Collection begint. Vanuit deze verdieping is er<br />

een prachtig uitzicht over de heuvelachtige omgeving en de overige gebouwen van de campus.<br />

Dit uitzicht wordt mogelijk gemaakt doordat sommige kopse kanten van de huizen zijn<br />

voorzien van glas. Hieruit blijkt dat de oriëntatie van de huizen is afgestemd op de uitzichten<br />

op het landschap en de campus. Tevens is er een buitenterras op de bovenste verdieping gecreëerd.<br />

De ruimte voor het terras ontstaat doordat de glazen gevel naar binnen is geplaatst.<br />

Hierdoor kan je in de frisse buitenlucht van het uitzicht genieten. De trappen die de toegang<br />

naar andere niveaus mogelijk maken zijn geen normale trappen. De trappen zien eruit als<br />

grote wormachtigen die zich een weg door de niveaus eten.<br />

4. In het Vitrahuis presenteert Vitra eigentijdse meubels en design klassiekers. Vitra was<br />

enkele jaren geleden vooral bekend als producent van projectmeubelen. In 2004 is hier<br />

verandering in gekomen door de introductie van de Home Collection. Bestaande uit design<br />

klassiekers, re-edities en nieuwe ontwerpen. Voor de introductie van de Home Collection was<br />

Vitra vooral bekend op het gebied van kantoorinrichting. Met de Home Collection heeft Vitra<br />

een nieuwe groep consumenten bereikt, namelijk de op design gerichte klant.<br />

Het Vitrahuis bevindt zich op de Vitracampus. Toen in 1981 een groot deel van de campus<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Weil am Rhein 124


14 Vitrahaus<br />

werd verwoest door een grote brand heeft Vitra-directeur Rofl Fehlbaum<br />

het terrein op een bijzondere manier laten herinrichten. De gebouwen die<br />

op de campus staan zijn stuk voor stuk ontworpen door toparchitecten.<br />

Het voorlopige ontwerp voor het Vitrahuis was klaar op 1 juni 2006, het<br />

definitieve ontwerp was een jaar later gereed. De opening vond plaats op<br />

22 februari 2010.<br />

5. De huizen zijn geheel uitgevoerd in gewapend beton. De huizen zijn zo<br />

Rolf Fehlbaum<br />

gestapeld dat de vloerplaten de nok van het niveau eronder snijden. De<br />

bouwdelen zijn niet zo maar willekeurig gestapeld, ze zijn zo ontworpen dat ze elkaar ondersteunen<br />

zodat er een stabiele constructie ontstaat. De krachten die worden uitgeoefend<br />

op de “staafhuizen” worden via de onderliggende niveaus naar de fundering afgevoerd. De<br />

dragende wanden zijn zo sterk dat er voor de rest geen extra draagconstructie is toegepast.<br />

6. De opdrachtgever voor het Vitrahaus is de Vitra Verwaltungs GmbH, dit is onderdeel van<br />

het bedrijf Vitra. Vitra kwam tot stand in 1950 en begon als familiebedrijf. Het bedrijf richt<br />

zich vooral op het maken van meubels voor op<br />

kantoor en thuis. Maar ook de architectuur van de<br />

Vitracampus maakt deel uit van het bedrijf. Er zijn<br />

vier directeuren die het geheel besturen. Één daarvan<br />

is Rolf Fehlbaum. Vitra heeft opdracht gegeven<br />

voor het bouwen van het Vitrahaus omdat er geen<br />

plaats was op de huidige campus om de nieuwe<br />

Home Collection tentoon te kunnen stellen. Het gebouw<br />

moest er zo uit komen te zien dat het de klant<br />

makkelijker zou maken om hun interieur te kunnen<br />

kiezen. Daarom is er ook gekozen om de binnenkant<br />

af te werken met “stucco lustro” (glanspleister). Dit<br />

is een klassieke methode waarbij er verschillende<br />

stuklagen over elkaar heen worden aangebracht.<br />

Door deze witte glanzende afwerking vallen de<br />

meubels extra goed op.<br />

7. Het gebouw past goed in de omgeving. Dit komt<br />

onder andere door de antracietkleurige pleisterlaag<br />

waarmee de buitenkant van het Vitrahaus is afgewerkt.<br />

Deze kleur zorgt ervoor dat het gebouw goed past in de<br />

omgeving, want het verbindt het bouwwerk met het<br />

landschap. “s Nachts heeft het bouwwerk een compleet<br />

andere uitstraling. Dan lijkt het net of de ruimtes zich<br />

openen, want de glasgevels verlichten dan de omgeving.<br />

De gevels lijken “s nachts op grote vitrines die de omgeving<br />

verlichten. Het effect van gestapelde huizen komt in<br />

het donker extra goed naar voren, omdat de glasgevels<br />

Stuttgart, Keulen<br />

Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 125


14 Vitrahaus<br />

dan goed zichtbaar zijn waardoor de onderlinge<br />

afstand beter te zien is.<br />

8. De huizen zijn allemaal gemaakt van gewapend<br />

beton. Zowel de wanden als de daken zijn hiervan<br />

gemaakt. Daarom is beton in dit bouwwerk<br />

een belangrijk materiaal. Een ander belangrijk<br />

materiaal is glas. Door het glas krijgt het gebouw<br />

karakter. De kopse kanten van het gebouw die in<br />

glas zijn uitgevoerd, zijn gemaakt uit verschillen-<br />

de glasplaten. Deze glasplaten zijn onderling<br />

aan elkaar gekoppeld waardoor er een<br />

dichte gevel ontstaat.<br />

info: Adres; Charles-Eames-Straße 1; D-79576 Weil am Rhein. Rondleiding: Duur: 2 uur , 12:00 -14:00<br />

126


15 Circus Maximus<br />

Ontwerper<br />

Lucius Tarquinius Priscus leefde van 616-578 v.C. Hij was de vijfde koning<br />

van <strong>Rome</strong>. Tarquinius Priscus is als zoon van een immigrant samen met<br />

zijn vrouw naar <strong>Rome</strong> gekomen. Toen hij de stad naderde gebeurde er iets<br />

eigenaardig. Een roofvogel greep de hoed van Tarquinius, vloog er even<br />

mee rond en zette hem toen weer terug. Dit werd gezien als een hemels<br />

voorteken en er werd uit afgeleid dat <strong>Rome</strong> een grote toekomst tegemoet<br />

ging. Tarquinius Priscus werd dan ook een machtige vorst.<br />

Lucius Tarquinius Priscus<br />

Tarquinius zou gebruiken als gladiatorgevechten en circusspellen in <strong>Rome</strong><br />

hebben geïntroduceerd. Tijdens zijn regering zijn een aantal grote projecten gerealiseerd.<br />

Hij heeft een ommuring om <strong>Rome</strong> laten aanbrengen, wat later is voltooid door zijn opvolger<br />

Servius Tellius. Hij heeft ook de Cloaca Maxima aangelegd. Tot zijn belangrijkste bijdrage<br />

wordt de oprichting van de Tempel van Jupiter Optimus Maximus op het Capitolijn gerekend<br />

en tevens stichtte hij het Circus Maximus.<br />

Ommuring <strong>Rome</strong> Cloaca Maxima Tempel van Jupiter Optimus Maximus<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. Het Circus Maximus ligt in het midden van <strong>Rome</strong> aan Via del Circo Massimo. De straat<br />

ligt in de wijk Aventijn. Belangrijke gebouwen in de buurt zijn: Colosseum, Santa Maria in<br />

Cosmedin en Forum Romanum. De belangrijkste en best bewaard gebleven weg van het<br />

antieke <strong>Rome</strong>inse wegennet is de Via Appia. Deze begint bij Porta Capena, direct achter de<br />

Circus Maximus. Circus Maximus betekent letterlijk grootste circus. Het Circus Maximus ligt<br />

bij één van de zeven heuvels van <strong>Rome</strong>, namelijk het Palatijn. De heuvel ligt 43 m boven de<br />

rivier de Tiber en heeft een omtrek van ongeveer twee kilometer. Op de heuvel zijn sinds de<br />

keizertijd veel paleizen gebouwd. Keizer Domitianus liet in 92 na Chr. een paleis bouwen.<br />

Deze had een groot balkon dat uitkeek op het Circus Maximus. De keizerlijke familie kon zo<br />

vanuit het paleis naar de races kijken. Dit waren<br />

de hoogste plaatsen waar de wagenrennen vanuit<br />

bekeken konden worden.<br />

2. De vorm die Circus Maximus in de tijd van Caesar<br />

had (100-44 v.C.), is tot aan de dag van vandaag te<br />

herkennen aan de imposante tufstenen en Travertin<br />

ruïnes. Het Circus Maximus is een 650 m x 125 m<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 127<br />

door: Lisa Alewijnse


15 Circus Maximus<br />

grote stenen arena. Sinds de tijd van Augustus liep in het midden van de arena de “spina’,<br />

een scheidingsmuur tussen de renbanen. De spina was een twee meter hoge, zes meter<br />

brede en 214 m lange muur, die het 85 m brede, zevenmaal af te leggen parcours bepaalde.<br />

Het Circus werd van de 4e eeuw voor Christus tot 549 na Chr., toen de laatste races werden<br />

gereden, uitgebreid en verfraaid.<br />

3. Aan beide uiteinden van de spina waren rondetellers aangebracht. Zeven houten eieren<br />

sierden het ene einde, het andere was door zeven metalen, inklapbare<br />

dolfijnen gemarkeerd. Deze waren aan de zeegod Neptunus<br />

gewijd, die ook als god van de paarden gold.<br />

Au- gustus (63 v.C. - 14 n.C.) liet op de<br />

“spina” een uit Heliopolis in Egypte overgebrachte<br />

obelisk van Ramses ll (reg. 1279-1212<br />

v.C.) oprichten, die sinds 1589 op de Piazza del Popolo<br />

staat. In 357 n.C. kwam daar de obelisk van Toetmoses lll<br />

(reg. 1479-1425 v.C.) uit Thebe bij, die in 1588 naar de Piazza de<br />

San Giovanni in Laterano werd verplaatst. Ook andere beelden van goden, onder andere aan<br />

Cybele gewijd, sierden de as.<br />

De startblokken aan de rechte korte kant waren door hermen gesierd en werden “carceres”<br />

genoemd. Daarin wachtten de deelnemers op het startsignaal en gingen de ijzeren hekken<br />

van de hokken open. De renstallen van de roden, de blauwen, de groenen en de witten streden<br />

altijd om de gunst van het publiek. De kleuren van de kleding van de vier belangrijkste<br />

renstallen zijn op de mozaïeken in een villa aan de Via Cassias vastgelegd rond 200 na Chr..<br />

Nu zijn deze mozaïeken te vinden in het Museo Nazionale Romana delle Terme.<br />

4. De tribune bood plaats aan zo’n 300.000 toeschouwers, die de wagenrennen wild aanmoedigde,<br />

net zoals de atletiekwedstrijden en gevechten met wilde dieren. De winnaars<br />

kregen, behalve kleine onderscheidingen, aanzienlijke geldprijzen. Het volk gokte flink bij de<br />

tientallen gokkantoortjes op de begane grond. Ook talloze keukens zaten daar waar de wijn<br />

rijkelijk vloeide. Dit gaf vaak aanleiding tot bloedige gevechten op de tribunes. Er zijn<br />

veel doden gevallen bij de conflicten tussen fanclubs. Koning Totila (reg. 541-552) zette<br />

een punt achter de bloedige geschiedenis van de wagenrennen. De 1150 jaar oude traditie<br />

werd beëindigd. Het Circus Maximus dat ooit het grootste stadion van het klassieke<br />

<strong>Rome</strong> was, is nu niet veel meer over dan een lange wandelpromenade van gras.<br />

5. Aan de korte zijde van de baan lag de loge die op een tempel leek. Dit was door Trajanus<br />

opgericht en lag ter hoogte van de eindstreep, die zich aan de overkant van het<br />

Parcours voor een overdekte tribune bevond. Het paleis dat keizer Domitianus liet<br />

bouwen leek bij het meest noordelijke gedeelte op een peristylium, een niet<br />

overdekte ruimte met een zuilengang omgeven. Deze zuilen moesten<br />

de ingang van het paleis voorstellen. In het middengedeelte zijn<br />

verschillende vertrekken die zich rond een ander groot peristylium<br />

bevinden.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong> 128


15 Circus Maximus<br />

In het centrum hiervan bevond zich een bassin. Midden<br />

in dit bassin bevond zich een hoog podium voor een<br />

tempel, dat men kon bereiken over een brug van gemetselde<br />

bogen. De zuidkant van dit peristylium vormt met<br />

een gedeelte in twee verdiepingen de overgang naar het<br />

twaalf meter lager gelegen begane grond van het paleis<br />

en vormt zo de afwerking van de helling van Palatijn.<br />

Het benedengedeelte van dit paleis was het echte woongedeelte<br />

van de keizer. De ingang bevond zich aan de<br />

zijde van Circus Maximus in de privétribune van de keizer.<br />

7. Van het Circus Maximus is tegenwoordig niet veel meer over. Het Circus bood plaats voor<br />

300.000 toeschouwers om de races te bekijken. Nu is het een toeristisch attractie geworden<br />

waar dagelijks vele mensen komen om de vormen van het Circus te bekijken. De gebeurtenissen<br />

in het Circus waren ook een aanleiding voor verschillende films.<br />

info:<br />

8. Het Circus Maximus is gebouwd met Travertin en tufsteen. Onder Trajanus<br />

(53-117 n.C.) kreeg de 650 m x 125 m grote stenen arena een bekleding<br />

met marmeren platen.<br />

Via dei Circo Massimo <strong>Rome</strong>.<br />

Openbaar vervoer: Bus (lijn 81, 160, 628, 715), Tram (lijn 3), Metro (Circus Massimo)<br />

Toegang is gratis<br />

129


16 Porticus di Octavia<br />

Ontwerper<br />

De Porticus van Octavia is een herbouw van de Porticus van Metellus. De<br />

bouwer van dit complex was Quintus Ceacelius Metellus.<br />

Metellus is in 207 v. Chr. geboren in <strong>Rome</strong>. Hij was lid van de belangrijke <strong>Rome</strong>inse<br />

gens Caecilia Metella. In 146 voor Christus veroverde hij Macedonië,<br />

waardoor het een <strong>Rome</strong>inse provincie werd. Ter ere van zijn triomf liet hij de<br />

Porticus van Metellus bouwen. In 143 voor Christus, drie jaar na zijn overwinning,<br />

werd hij verkozen tot consul en in 131 v. Chr. tot censor. Hij overleed<br />

in 115 v. Chr. op 92-jarige leeftijd. Voor zover bekend heeft hij geen andere<br />

bouwwerken op zijn naam staan.<br />

In 27 – 25 v. Chr. liet keizer Augustus de Porticus weer<br />

herbouwen en weidde het aan zijn zus Octavia.<br />

Een biografie van Augustus is elders in deze gids te<br />

vinden.<br />

Gebouwanalyse<br />

1. De Porticus van Octavia is gelegen op het Marsveld<br />

in het centrum van <strong>Rome</strong>, naast het Theater van<br />

Marcellus. Het was een rechthoekig bouwwerk van<br />

118 bij 140 meter. Binnen de ommuring van de porticus<br />

bevonden zich de Tempel van Jupiter Stator en de<br />

Tempel van Juno Regina.<br />

2. Een porticus is een Latijns woord voor een overdekte zuilengalerij. Het complex van de<br />

Porticus van Octavia was 118 meter breed en 140 meter lang, van zuid naar noord.<br />

De binnenplaats was ingesloten door een colonnade van een dubbele rij granieten zuilen.<br />

Aan de zuidelijke zijde was een ingang. Deze ingang is het enige wat nog bewaard is gebleven.<br />

Waarschijnlijk was er aan de noordzijde ook een ingang, maar dat is nooit bewezen.<br />

Op de binnenplaats bevonden zich twee tempels: de tempel van Jupiter Stator en de tempel<br />

van Juno Regina. De entrees van de tempels zijn net als de entree op het zuiden gericht. Zo<br />

schijnt de zon de hele dag in de portalen van de tempels. Deze hebben overigens dezelfde<br />

afmetingen, maar hebben een andere vormgeving. De Tempel van Jupiter Stator heeft alleen<br />

aan de voorzijde een rij van zes kolommen. De Tempel van Juno Regina heeft rondom zuilen,<br />

behalve aan de achterzijde. Behalve de twee tempels was er ook een school, een bibliotheek<br />

en een vergaderzaal in de porticus gebouwd. De ligging van deze gebouwen in het complex<br />

is onbekend.<br />

3. In de huidige situatie is er een stuk van de entree<br />

verbouwd. Waarschijnlijk omdat twee kolommen<br />

waren beschadigd of verwoest. Nu is aan de rechterkant<br />

van de ingang een halfronde boog aangebracht.<br />

Het is niet bekend wie dat heeft gedaan. Het<br />

kan Augustus zijn geweest, maar waarschijnlijk was<br />

het Caracalla, die het heeft gerestaureerd. De zuilen<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Marten Bakker<br />

Quintus Ceacelius Metellus<br />

Alleen deze ruïnes zijn overgebleven van het destijdse complex<br />

Plattegrond met daarin de situering van het complex<br />

<strong>Rome</strong> 130


16 Porticus di Octavia<br />

Een visulisering van het complex zoals het er destijds heeft uit gezien<br />

van de entree zijn 8,60 meter hoog en van wit marmer.<br />

4. De Porticus van Octavia was een openbaar gebouw. Hierin bevonden zich twee tempels,<br />

één voor Jupiter Stator en één voor Juno Regina. Naast<br />

de twee tempels was er nog een bibliotheek, een school<br />

en een raadszaal die een enkele keer gebruikt werd. Het<br />

was dus een plaats waar bijna alle standen van de bevolking<br />

samenkwamen.<br />

De Tempel van Juno Regina werd in 179 voor Christus gebouwd<br />

door Marcus Aemilius Lepidus. Hiervan zijn nog<br />

drie witmarmeren zuilen van bewaard gebleven.<br />

De Tempel van Jupiter Stator werd gebouwd in 146 voor<br />

Christus, samen met de Porticus van Metellus. De porti-<br />

cus is dus om de tempel van Juno Regina heen gebouwd,<br />

Een gedeelte van een vooraanzicht van het gebouw<br />

waardoor deze bij het complex behoorde. Volgens<br />

Vitruvius is de tempel van Jupiter Stator ontworpen door Hermodorus van Salamis. In 27 – 25<br />

v. Chr. Is de porticus gerenoveerd door keizer Augustus. Deze doopte de Porticus van Metellus<br />

om naar Porticus van Octavia, naar zijn zuster.<br />

Bij de Grote Brand in 80 BC werd de Porticus verwoest,<br />

maar keizer Domitianus liet het weer herbouwen.<br />

Daarna is het nog een keer verwoest door een<br />

brand en is het weer gerestaureerd door Caracalla.<br />

Nadat het <strong>Rome</strong>inse Rijk gevallen was, werd er geen<br />

aandacht meer besteed aan het bouwwerk en in de<br />

Middeleeuwen zijn er twee kerken op de restanten<br />

gebouwd. Het enige wat nog van de Porticus is overgebleven<br />

is de zuidelijke ingang. Op de restanten<br />

van de tempel van Jupiter Stator zijn later de kerk S.<br />

Maria in Campitelli en enkele woningen gebouwd.<br />

De entree bestaat uit delen van verschillende tijdperken.<br />

In de 8e eeuw is de toegangspoort omgebouwd<br />

tot atrium van de S. Angelo in Pescheria. Inmiddels<br />

zijn er van de acht oorspronkelijke zuilen van de<br />

Plattegrond van het complex<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 131


16 Porticus di Octavia<br />

toegangspoort nog vijf bewaard gebleven.<br />

De Porticus wordt nu niet meer gebruikt, het is enkel<br />

een toeristische trekpleister. Vanwege de vele<br />

eeuwen van verval ziet de porticus er nu uit als een<br />

ruïne. Het gebouw is voor de veiligheid door middel<br />

van een omheining.<br />

Van de zuilen uit de omringende colonnade zijn er<br />

een aantal opgegraven en naast de toegangspoort<br />

gezet om de oorspronkelijke omvang te illustreren.<br />

Andere zuilen zijn eerder opgegraven en in de woningen<br />

rondom ingebouwd. Op de fries boven de<br />

ingang is vermelding gegeven van de restauratie<br />

door Septimus Severus en Caracalla.<br />

5. De Porticus van Octavia is vrij eenvoudig opgezet.<br />

Alle krachten worden verticaal naar de grond overgebracht (in de meeste gevallen door<br />

middel van zuilen). Enkel bij de entree zijn er halfronde bogen toegepast.<br />

De ingangen van de tempels zijn naar het zuiden gericht, zodat de hele dag zonlicht binnen kan<br />

vallen. De zuilengalerijen waren ook open, waardoor er veel licht in het complex kon vallen.<br />

6. De opdrachtgever voor de bouw van de Porticus van Metellus was Quintus Caecelius Metellus<br />

zelf. Er is geen programma van eisen bekend.<br />

7. In de porticus zijn verschillende materialen toegepast. Ten eerste de zuilen: die zijn van marmer<br />

gemaakt, evenals de architraaf boven de ingang. Het verschil tussen deze twee is dat de<br />

architraaf van Grieks Pentelisch marmer is gemaakt en de zuilen van Italiaans Lunamarmer. De<br />

fries is ook van Pentelisch marmer. De muren van de Porticus zijn met bakstenen in wildverband<br />

gemetseld. Deze muren zijn waarschijnlijk door Septimus Severus en Caracalla gebouwd. De<br />

rode kleur van de bakstenen contrasteert sterk met de witmarmeren zuilen en architraaf. Waarschijnlijk<br />

vond men het bij de restauratie niet nodig om de juiste kleuren toe te passen. In het<br />

gebouw is geen beton verwerkt, behalve de specie tussen de bakstenen. Oorspronkelijk waren de<br />

muren met marmer bekleed. Het is niet bekend welke soort marmer dat was.<br />

info:<br />

hoofdsponsors:<br />

Gelegen aan de Via del Portico d’Ottavia, naast het Theater van Marcellus<br />

Toegang is gratis<br />

De ruïnes zijn voor de geinteresseerden gratis te bezichtigen<br />

132


17 Mercati di Traiano<br />

Gebouwanalyse<br />

1. Het Forum van Trajanus ligt ten noorden van het Forum van Caesar en grenst aan het westen<br />

aan het Forum van Augustus. Het ligt aan de straat de Via dei Fori Imperiali. Een aantal<br />

kilometer verderop, in dezelfde straat, staat het Colosseum.<br />

Het Forum bestond uit een binnenplaats, de Basilica Ulpia, de Colonnades, de Markten en<br />

twee bibliotheken. Tussen de twee bibliotheken staat de zuil van Trajanus. Er zal dieper worden<br />

in gegaan op de Markten van Trajanus.<br />

2. De hoofdvorm van de markten is een halve boog, de binnenkant van de boog heeft een<br />

diameter van 58 meter. Hierachter bevinden blokvormige delen die trapsgewijs naar boven<br />

lopen. Het totale gebouw is meer dan 110m breed.<br />

3. De markten zijn gebouwd in Romaanse bouwstijl, dit is te herkennen aan de kleine openingen<br />

in de gevels en het gebruik van vele halfronde bogen. De markten zijn tegen een<br />

afgegraven heuvel de Quirinaal aangebouwd. De<br />

markten waren op twee manier bereikbaar. Er<br />

waren ingangen op de begane grond, de tweede<br />

verdieping was te bereiken door een kleine<br />

straat, de Via Biberatica. De bovenste verdiepingen<br />

waren te betreden vanaf boven op<br />

de heuvel. Hier was tevens de hoofdingang,<br />

een grote gewelfde hal.<br />

4. De markten van Trajanus, werelds eerste winkelcentrum<br />

bestond uit<br />

vier verdiepingen. Het gebouw<br />

bestond uit ongeveer 150 winkels en<br />

kantoren. De onderste verdiepingen waren voornamelijk<br />

winkels. Hier werd voornamelijk voedsel verkocht en werd<br />

er af en toe ook voedsel aan de armen gegeven. De markten<br />

werden bestuurd vanuit de kantoren op de bovenste<br />

verdieping. Hiernaast waren er nog een aantal opslagruimtes<br />

voor de goederen. Dwars op de markten lag een straat,<br />

de via Biberatica.<br />

Het forum is door de eeuwen heen bijna helemaal verdwenen.<br />

Het enige wat er nog van overeind staat is de Zuil van<br />

Trajanus en een<br />

gedeelte van de<br />

markten. De rest<br />

van het Forum<br />

is afgebroken<br />

en voornamelijk<br />

verwerkt<br />

in Christelijke<br />

De markten waren gelegen in een groter complex,<br />

een Forum<br />

De Markten van Trajanus zijn centraal gelegen<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 133<br />

door: Marco Beenhakker


17 Mercati di Traiano<br />

kerken. Tegenwoordig worden de Markten<br />

van Trajanus nog dagelijks door vele toeristen<br />

bezocht. Er zijn plannen voor een gehele<br />

restauratie van de markten.<br />

5.Op de plattegrond hieronder zijn de gehele<br />

markten zichtbaar. De noord vleugel(N) de<br />

Hemicycle(H) en de zuid vleugel(S) bevinden<br />

zich op de begane grond en hebben 3<br />

verdiepingen. De Oostvleugen, de Terrace<br />

en de Aula bevinden zich vanaf de derde<br />

verdieping.<br />

De markten zijn gebouwd met een constructie<br />

van beton en baksteen, de enorme boog-<br />

Plattegrond van de markten<br />

Een doorsnede van het complex<br />

constructie is van baksteen. Hierin bevind zich een rand van ramen met een halfronde bovenkant<br />

en pilasters ertussen. Daarboven zijn driehoekige frontons en halfrontons aangebracht.<br />

De constructie binnen in het gebouw is van enorme bakstenen muren. Deze muren zijn<br />

voorzien van een aantal boogstructuren te zien. Door deze structuur zijn de muren sterker en<br />

worden de krachten doorgevoerd naar de ondergelegen betonnen constructie.<br />

6. Architect Appolodorus van Damascus heeft het forum en ook de markten ontworpen,<br />

hij was een van de favoriete architecten van Keizer Trajanus. Verder was Damascus ook<br />

bruggenbouwer en beeldhouwer. Hij maakte gebruik van gegoten beton in plaats van de<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong> 134


17 Mercati di Traiano<br />

traditionele <strong>Rome</strong>inse bouwmethodes. Naast het Forum van<br />

Trajanus heeft hij de brug over de Donau, het pantheon en de<br />

villa Hadriana ontworpen. Op de zuil van trajanus is te zien hoe<br />

de aanleg hiervan verliep.<br />

7. Het Forum van Trajanus was het meest recente en grootste van<br />

de keizerfora. Het zou het mooiste bouwwerk van het <strong>Rome</strong>inse<br />

Rijk worden. Het kostte 7 jaar om het te bouwen, van het jaar 106<br />

tot 113 n. Chr. Het Forum is gebouwd van de oorlogsbuit op de Daciërs.<br />

In 143 n. Chr. was het Forum echter pas volledig gebouwd.<br />

De huidige staat van de markten<br />

Baksteen was destijds een belangrijk constructiemateriaal<br />

voor onder andere de fundering<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 135


18 Pantheon<br />

Ontwerper<br />

Het Pantheon, zoals dat er in zijn huidige vorm staat is niet het oorspronkelijke<br />

gebouw. Het Pantheon was in eerste instantie gebouwd door Marcus<br />

Vipsanius Agrippa (voor een biografie zie opdrachtgever). De ontwerper<br />

van dat gebouw is echter onbekend. Nadat het gebouw tot tweemaal<br />

toe is afgebrand, is het huidige Pantheon gebouwd door keizer en architect<br />

Hadrianus.<br />

Publius Aelius Traianus Hadrianus (Hadrianus) werd rond 76 na Chr.<br />

geboren. Gedurende 117 tot 138 was hij keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Op 10<br />

jarige leeftijd werd Hadrianus wees, en werd opgenomen in een kinderloos gezin. Hadrianus<br />

groeide op bij zijn oom, keizer Trajanus. Zijn oom zorgde voor een goede opleiding in <strong>Rome</strong>.<br />

Tijdens zijn studie kwam Hadrianus in aanraking met de Griekse cultuur. Door de waardering<br />

van deze cultuur kreeg Hadrianus de bijnaam “Graeculus”, wat “Griekj” betekende.<br />

De adoptiemoeder zorgde voor een geëngageerd huwelijk tussen Hadrianus en Vibia Sabina.<br />

Hadrianus was van 177 tot 138 na Chr. keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Naast het keizerschap<br />

was Hadrianus Architect, naast het Pantheon zijn er nog een aantal gebouwen van de hand<br />

van Hadrianus.<br />

Villa Adriana (Tivoli) Bibliotheek van Hadrianus (Athene) Tempel van de Olympische Zeus (Athene)<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. Het Pantheon is gelegen aan de het Piazza della Rotonda, een plein midden in het oude<br />

centrum van <strong>Rome</strong>, ten noordwesten van het Capitool. Het gebouw wordt geheel omsloten<br />

door een aantal wegen, de Villa della Rotonda aan de linker en de rechterkant. De zuidkant<br />

van het pantheon wordt omsloten door de Via delle Palombella.<br />

De wijk is net als het Pantheon al meer dan 2000 jaar oud. De buurt behoort tot de financiële<br />

wijk van <strong>Rome</strong>, er bevinden zich veel beurzen en banken. Ook verschillende overheidskantoren<br />

zijn gevestigd in de nabije omgeving. Het Pantheon is een van de best bewaarde bouwwerken<br />

uit de <strong>Rome</strong>inse bouwkunst.<br />

De hoofdingang bevindt zich aan het Piazza della<br />

Rotanda. Midden op het plein staat een fontein met<br />

daarop een Obelisk. Vanaf het plein is het pantheon<br />

niet te missen. Met zijn imposante voorgevel is het<br />

Pantheon een van de meest uit het oog springende<br />

gebouw. Dit komt mede doordat het gebouw het<br />

enige gebouw is dat een rond vorm heeft.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Bas van den Berge en Tom van Bremen<br />

Hadrianus<br />

<strong>Rome</strong> 136


18 Pantheon<br />

Naast het pantheon zijn er nog een paar<br />

opvallende en veel bezochte gebouwen in de<br />

directe omgeving aanwezig. Ten zuid-oosten<br />

van het Pantheon staat het Santa Maria Sopra<br />

Minerva (zie geschiedenis 800 tot 1348).<br />

Dit is de enige Gotische kerk in <strong>Rome</strong>. Ook<br />

de Sant’Ignaziodie Loyala en de Barokke kerk<br />

Chiesa del Gesù staan in de directe omgeving<br />

van het Pantheon.<br />

2. Hadrianus heeft een bol als uitgangspunt<br />

genomen voor zijn ontwerp. De bol, met een<br />

diameter van 43,20 meter wordt omsloten<br />

door een muur van 6 meter. De totale<br />

breedte van het Pantheon bedraagt 56 meter.<br />

De koepel heeft in het midden een opening, de oculus. De oculus heeft een diameter van<br />

9 meter. De hoofdingang is gelegen onder een porticus, afgeleid uit de klassieke oudheid.<br />

Hierbij dragen de zuilen een timpaan, een driehoeksvorm. De zuilen hebben<br />

elk een lengte van 12,5 meter. De breedte van de poritcus is 33 meter, de lengte<br />

is 15,45 meter.<br />

3. De voorgevel van het Pantheon bestaat uit 16 zuilen, verdeeld over drie<br />

rijen. De voorste rij bestaat uit acht grijze monolithische granieten zuilen.<br />

Monolithische wil zeggen dat de zuil uit een stuk materiaal is vervaardigd. Per stuk wegen de<br />

zuilen ongeveer 60 ton.<br />

De achterste twee rijen hebben ieder vier zuilen. Dit zijn echter acht roze granieten zuilen. Op<br />

alle zuilen zijn Korinthische kapitelen aangebracht. De zuilen met kapitelen dragen een timpaan<br />

die voorzien is van een tekst die verwijst naar de eerste bouwer van het Pantheon, “M.<br />

AGRIPPA L.F TERTIVM FECIT”, dit betekent “Marcus Agrippa, zoon van Lucius, voor de derde<br />

maal consul, heeft dit gebouwd”.<br />

Het meest uit het oogspringende detail van het Pantheon is de betonnen koepel.Tot 1434<br />

was dit de grootste koepel ter wereld. Deze titel is overgedragen aan de koepel van de Santa<br />

Maria del Fiore, die met een diameter van 45 meter ongeveer twee meter groter is.<br />

Omdat het niet eenvoudig is om in die tijd een koepel te bouwen met een doorsnede van<br />

43,20 meter hadden de <strong>Rome</strong>inen enkele trucs bedacht:<br />

- De koepel is niet geheel dicht. Bovenaan de koepel is een oculus (Latijn voor oog) aangebracht<br />

met een diameter van negen meter. Deze oculus is aangebracht om de koepel soepel<br />

te houden. Doordat de koepel voorzien is van een oculus is het bestand tegen aardbevingen.<br />

Uit de geschiedenis blijkt inderdaad dat de oculus in de koepel ervoor heeft gezorgd dat het<br />

Pantheon nog staat, in tegenstelling tot vele andere gebouwen.<br />

- Een koepel vervaardigen uit één materiaal zou voor een dergelijke koepel niet haalbaar<br />

zijn. Om gewicht te besparen is gebruik gemaakt van cassettes, uitsparingen. Het cassette<br />

plafond bestaat uit vijf horizontale rijen met elk 28 cassetten, hoe hoger de cassetten zitten,<br />

hoe kleiner ze worden. De dikte wordt ook dunner naarmate de oculus wordt bereikt. Bij de<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 137


18 Pantheon<br />

oculus is een dikte gemeten van 2,3 meter.<br />

De oculus is het enige “raam” in het gebouw. Het pantheon is daarnaast<br />

voorzien van één deur. Een grote bronzen deur aan de voorkant van het<br />

gebouw.<br />

4. Van 27 tot 25 voor Christus liet Marcus Vipsanius Agrippa een rechthoekige<br />

tempel bouwen voor keizer Augustus. Agrippa was de schoonzoon<br />

van keizer Augustus. De functie van de tempel was het vereren van de go-<br />

Marcus Vipsanius Agrippa<br />

den Mars en Venus. Na twee branden was er vrijwel niets meer over van<br />

het Pantheon, daarom besloot keizer Hadrianus om de tempel te herbouwen. De rechthoekige<br />

vorm veranderde in een ronde vorm. Daarnaast werd het nieuwe gebouw bekend omdat<br />

er maar liefst zeven goden werden vereerd. Dit waren de zeven goden van de planeten. De<br />

naam Pantheon is na de herbouw pas aangenomen, het betekent namelijk “alle Goden”.<br />

Na een aantal aardbevingen en overstromingen is het Pantheon enkele keren gerestaureerd.<br />

De eerste keer was rond 365. Keizer Constantius liet het gebouw compleet restaureren.<br />

Tijdens de restauratie werden een aantal elementen van het gebouw verwijderd. Het huidige<br />

dak is bijvoorbeeld niet voorzien van bronzen dakpannen. Dit komt doordat Constantius deze<br />

liet weghalen en overbrengen naar Constantinopel (het huidige Istanbul). Naast het weghalen<br />

van de dakpannen is er in de loop van de jaren nog een element verdwenen, namelijk het<br />

plafondbeslag aan het portiek. Paus Urbanus liet in 1632 het brons verwijderen om het om te<br />

smelten tot kanonnen voor de Engelenburcht en het baldakijn, een overkapping, van Bernini<br />

in de Sint-Pieter. Rond 1700 veranderde de functie in een grafmonument voor verschillende<br />

historische figuren, zoals Rafaël en tegenwoordig is het Pantheon vooral een toeristische<br />

trekpleister.<br />

5. Het Pantheon heeft één grote ruimte. De koepel rust op stenen muren. Om het grote gewicht<br />

en dus ook de krachten van de koepel op te vangen zijn er stenen muren aangebracht<br />

die een dikte hebben van 6,20 meter. Op enkele plaatsen in de drie lagen dikke muur zijn<br />

nissen aangebracht. Naast de zijbeuken aan de voorgevel van het gebouw zijn er twee nissen<br />

gemaakt met standbeelden van Agrippa en Augustus. De grote bronzen deuren van de<br />

entree komen in een grote ronde zaal. De vloer is voorzien van ronde en vierkante marmeren<br />

vloertegels die onder een hoek aflopen. Dit is gedaan om het regenwater dat door de oculus<br />

komt af te voeren. De nissen zijn voorzien van twee zuilen, die voorzien zijn van Christelijke<br />

altaren en nissen met aedicula’s. Een aedicula wordt in veel antieke kerken gebruikt, het is<br />

een verhoogde vloer waarop een godsbeeld staat. De baldakijn van de<br />

aedicula wordt gedragen door zuilen. De altaren zijn in de plaatst<br />

gekomen voor beelden van <strong>Rome</strong>inse goden. De nis die recht<br />

tegenover de ingang zit is afwijkend<br />

van de andere nissen. Een<br />

aantal historische personen<br />

diebegraven liggen in het<br />

Pantheon zijn: paus Pius VII<br />

Ercole Consalvi (1757 tot 1824): de<br />

derde nis links, kunstenaar Rafaël,<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong> 138


18 Pantheon<br />

info:<br />

de derde aedicula links.<br />

6. De opdrachtgever van het Pantheon was Marcus Agrippa. Hij liet het<br />

gebouw bouwen ter ere van zijn vriend en schoonvader, keizer Augustus.<br />

Hij werd geboren rond 63 v. Chr. in Dalmatië, een streek in het huidige Kroatië<br />

die destijds deel uitmaakte van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Hij had een oudere<br />

broer, Lucius Vipsansius Agrippa genaamd en een zus die Vipsania Polla<br />

heette. Hij was afkomstig uit een heel obscure familie, die weliswaar rijk<br />

was en tot de stand van de equites behoorde maar nooit een belangrijke<br />

rol had gespeeld op het politieke schouwtoneel. Om een belangrijke rol<br />

te krijgen in de politiek liet Agrippa zijn twee naam, Vipsansius vallen. Marcus Agrippa was<br />

één van de belangrijkste <strong>Rome</strong>inse generaals in de overgangsperiode<br />

van republiek naar principaat. Ook was hij de schoonzoon van<br />

keizer Augustus. Het Pantheon is door Marcus Agrippa opgedragen<br />

aan “de meest heilige” (Pantheon) “Planeetgoden”. De koepel die<br />

op het gebouw is gesitueerd staat dan ook voor het heelal en het<br />

gat in de koepel voor de zon.<br />

7. De bouw van het Pantheon was niet schadelijk voor het milieu.<br />

Dit omdat er natuurlijke materialen en natuurlijke grondstoffen<br />

werden gebruikt, zoals bijvoorbeeld puimsteen en tufsteen. Het Pantheon is als tempel<br />

gebouwd. <strong>Rome</strong>inse tempels hadden een religieuze functie, maar werd ook gebruikt op politiek<br />

en cultureel gebied. Het straalde keizerlijke macht uit. De keizer kondigde hier de wetten<br />

af en was hoofd van het opperste gerechtshof. Momenteel is het Pantheon in gebruik als<br />

Rooms Katholieke kerk.<br />

8. Het Pantheon is gemaakt van beton. Dit beton werd gemaakt van tufsteen, puimsteen<br />

(vulkanisch gesteente, dat licht van gewicht is) en Travertin. Cement vormde het bindmiddel<br />

voor dit beton. Tufsteen werd uit de omgeving van <strong>Rome</strong> gehaald. De vloer van het Pantheon<br />

bestaat uit marmer, evenals de zuilen en de panelen aan de muur. Het marmer is in 1873<br />

hersteld. Het patroon van de vloer bestaat nog steeds uit het originele <strong>Rome</strong>inse ontwerp,<br />

met vierkante en ronde patronen. Op het Pantheon is een ronde koepel<br />

gesitueerd. Deze koepel heeft een constructie van diepe cassetten,<br />

waartussen beton is gestort. De cassetten in het plafond zorgen<br />

voor het verlichten van het enorme gewicht. Om het gewicht<br />

van de koepel te verdelen, werden er stenen bogen<br />

in de muur verwerkt. De koepel heeft aan de bovenkant<br />

een opening, de oculus (Latijns voor “oog”). De<br />

oculus is de enige opening in het Pantheon,<br />

waardoor licht van buiten naar binnen valt.<br />

Het afgeplatte ronde deel rond de oculus, is<br />

helemaal gemaakt van puimsteen. De ingang<br />

van het Pantheon heeft grote bronzen deuren<br />

die vervaardigd zijn in de oudheid, maar die waarschijnlijk<br />

afkomstig zijn van een ander historisch gebouw.<br />

Piazzo della Rotonda, <strong>Rome</strong>.<br />

Bus (lijn 30, 40, 46, 62, 63, 64, 70, 81, 87, 116, 492), Tram (lijn 8)<br />

Geopend: ma - za: 8.30 - 19:30, zo: 9:00 - 18:00, feestdagen: 9:00 - 13:00 , oegang is gratis<br />

139


19 Mausoleo di Augusto<br />

Ontwerper<br />

De ontwerper(s) van het Mausoleum van Augustus zijn onbekend, de<br />

geschiedenisleer bevat geen documenten over een ontwerper/architect<br />

van het gebouw. De opdrachtgever is wel bekend.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. Het Mausoleum van Augustus, is geplaatst op het “Campus Martius”,<br />

een marsveld, het huidige stadscentrum van <strong>Rome</strong>. Het Mausoleum ligt<br />

aan de rechter oever van de rivier de Tiber. De ingang van het Mausoleum<br />

wijst naar het zuiden. Rond 200 v Chr. was het Marsveld een plaats waar de legers van<br />

buitenlandse missies terugkeerde en bivakkeerden voordat zij in triomf de stad zelf mochten<br />

binnentrekken. In het heilige stadscentrum van <strong>Rome</strong> was het verboden om wapens te<br />

dragen. De bouw van het Mausoleum van Augustus is begonnen in 28 v Chr. Het is buiten de<br />

officiële stadsgrens van <strong>Rome</strong> gebouwd omdat het verboden was om begraven te worden<br />

in de heilige stad. Uiteindelijk werd in 7 v Chr. het Campus Maritius officieel deel van de stad<br />

<strong>Rome</strong>. Het gebouw had in het oude <strong>Rome</strong> een centrale plek. Er liep een drukke belangrijke<br />

weg langs het Mausoleum. Iedereen die over de rivier de Tiber vaart kwam en komt langs<br />

het Mausoleum van Augustus. In de originele setting in 28 v Chr. stond het Mausoleum van<br />

Augustus vrij van andere gebouwen en had een imposant overkomen. Symbolisch was het<br />

gebouw wel gelinkt met een aantal andere gebouwen. Rechts (oost) van het Mausoleum<br />

stond het Ustrinum, dit was een rechthoekig plein omgeven door een muur, in het midden<br />

lag de eigenlijke brandplaats. Op de brandplaats werden de lichamen van de overledenen<br />

verbrand. Ten zuiden van het Mausoleum lag en ligt nog steeds de Horologium samen met<br />

de zonne obelisk (een zonnewijzer) en de Ara Pacis. Deze bouwwerken vormen samen het<br />

totale grafpark van Augustus. Deze gebouwen worden elders in de gids nog uitgebreid bestroken.<br />

In het huidige <strong>Rome</strong> zijn de open vlaktes tussen deze bouwwerken vol gebouwd met<br />

huizen en andere gebouwen.<br />

2. Het Mausoleum van Augustus is gebouwd in de bouwstijl, Oud <strong>Rome</strong>ins. Dit is al snel af<br />

te leiden aan de simpele basisvorm van het gebouw, een cirkel. Ook heeft het gebouw een<br />

duidelijke voorgevel met een hoofdingang, dit komt veel voor bij Oud <strong>Rome</strong>inse bouwstijl.<br />

Het gebouw heeft een diameter van 88 meter en een hoogte van 44 meter. Het Mausoleum<br />

van Augustus was in zijn tijd het grootste grafmonument ooit gebouwd.<br />

3. De basis van het Mausoleum van Augustus is opgebouwd uit een cirkel, deze basisvorm is<br />

uitgetrokken tot een cilindervorm 12 meter de hoogte in. Boven de basis vormde het gebouw<br />

een heuvel, het dak liep in een punt naar het midden<br />

van het gebouw en vormde hiermee een kegelvorm.<br />

Het gebouw heeft een diameter van 88 meter<br />

en een hoogte van 44 meter, het gebouw bestond<br />

uit vier cirkels die concentrisch waren verdeeld door<br />

de binnenmuren. Het gebouw bestond uit twee<br />

verdiepingen, de begane grond zou een oppervlakte<br />

van ongeveer 270 vierkante meter zijn. Een over-<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Tom van Bremen<br />

Gaius Julius Caesar Augustus<br />

<strong>Rome</strong> 140


19 Mausoleo di Augusto<br />

welfde gang op de begane grond leidt naar de binnenste cirkel<br />

waar de grafkamer gelegen was. In deze kamer werd<br />

in gouden urnen het as van de overledenen bewaard,<br />

de urnen werden geplaatst in nissen. In het midden<br />

van het Mausoleum stond een grote pilaar van 44<br />

meter hoog, deze pilaar ondersteunde het dak en<br />

een groot bronzen standbeeld van Augustus. De<br />

muren hadden diktes van vier tot wel vijf meter.<br />

De buitenmuren van het gebouw waren geconstrueerd<br />

van bakstenen en beton bestaand uit<br />

kapotte stenen en met kalkmortel, de muren werden<br />

afgewerkt met het lokale kalksteen Travertin. De binnenmuren waren opgebouwd uit<br />

bakstenen, beton en tufsteen. De vloer van de begane grond was belegd met een laag aarde.<br />

Op het dak werd ook een laag aarde aangebracht, hierop werden hoogst waarschijnlijk<br />

cepressen geplant. Het dak was geconstrueerd van hout, dit is in de loop der jaren vergaan.<br />

Naast het feit dat het Mausoleum was opgebouwd uit een cirkel had het wel een duidelijke<br />

voorgevel en ingang aan de zuid kant van het gebouw. Naast de ingang stond aan beide<br />

kanten een obelisk geplaatst van roze graniet van 14.80 meter hoog. De obelisken herinnerde<br />

aan de overwinning op Egypte in 31 v Chr. De obelisken zijn nu verplaatst, ze bevinden zich<br />

nu op de Piazza dell” Esquilino en op de Piazza del Quirinale. De eerste verdieping van het<br />

Mausoleum had een kleinere diameter en was 22 meter hoog, de verdieping was voorzien<br />

van een zuilengalerij. De buitenmuren waren afgewerkt met het wit gekleurde Travertin dat<br />

schitterde in de zon. Het dak was groen van de planten en cepressen. In het midden op het<br />

Mausoleum stond het grote bronzen beeld van Augustus. Nadat Augustus zelf was begraven<br />

in het Mausoleum zijn de deuren afgedekt met grote platen gemaakt van brons, in deze<br />

platen was het testament van Augustus af<br />

te lezen.<br />

4. Het Mausoleum van Augustus is gebouwd<br />

als grafmonument voor de eerste<br />

keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk, keizer Gaius<br />

Julius Caesar Augustus. De graftombe is<br />

tevens ook bedoeld als rust plaats voor<br />

zijn familie. Naast Augustus zelf zijn er<br />

uiteindelijk ook zijn schoonzoon Agrippa,<br />

Agrippina, Britannicus, Claudius, Drusus,<br />

Germanicus, Tiberius en Caligula begraven.<br />

Rond de 5de eeuw hebben barbaren<br />

het grafmonument open gebroken en leeg<br />

geroofd. In de 12de eeuw is het Mausoleum<br />

door de familie Colonna als burcht/<br />

fort in gebruik genomen, hierna is het<br />

Mausoleum in verval geraakt. In het jaar<br />

1241 werd het Mausoleum door paus Gre-<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 141


19 Mausoleo di Augusto<br />

gorius IX veroverd en voor een gedeelte afgebroken. Het gebouw is waarschijnlijk later nog<br />

een aantal keer verbouwd en gebruikt als tuin en wijnberg (een berg waarop druivenbomen<br />

groeide, door de druivenbomen op een helling te plaatsen krijgen alle bomen veel zonlicht).<br />

Dit heeft het gebouw behoed voor verder verval.In het begin van de 20ste eeuw zijn er nog<br />

een aantal concerten en theater voorstellingen gegeven in het gebouw. Nadat het theater<br />

in het jaar 1930 is afbroken is er in het jaar 1936 uiteindelijk begonnen met het vrijleggen en<br />

conserveren van het grafmonument door wetenschappers. In het heden is het Mausoleum<br />

van Augustus (beperkt) toegangelijk voor publiek.<br />

5. De hoofdconstructie van het Mausoleum is opgebouwd uit vier cirkels van dikke muren<br />

met in het midden een hoofdkolom van 44 meter hoog. De begane grond werd door vijf<br />

concentrische muren in gelijke delen verdeeld. De eerste ring was gemaakt van tufsteen<br />

en was 4.35 meter dik. De tweede en derde ring waren gemaakt in opus reticulatum (dit is<br />

een ruitenpatroon). De buitenste laag was vijf meter dik en aan de buitenkant afgewerkt<br />

met Travertin. In de buitenste muur die bestaat uit twee lagen werden sparingen (gesloten<br />

kamers) gemaakt voor gewichtsbesparing. Alle gangen op de begane grond waren overwelfd<br />

en ongeveer 3.5 meter hoog. In het Mausoleum waren geen ramen of dakopeningen, er was<br />

hier geen daglicht aanwezig. Verlichting werd gemaakt door middel van vuur. Over het interieur<br />

is relatief weinig bekend. Dit omdat het Mausoleum is geplunderd rond de 5de eeuw<br />

en het hierna nog meerdere verschillende functies heeft gehad. Er kan alleen met zekerheid<br />

gezegd worden dat de urnen van Keizer Augustus en zijn familie in het Mausoleum geplaatst<br />

waren.<br />

6. De opdrachtgever voor de bouw van het Mausoleum van Agustus in 28 v Chr. Was Gaius<br />

Julius Caesar Augustus zelf. Augustus werd geboren op 23 september 63 v Chr. Hij was de<br />

eerste keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Hij werd keizer in januari, 27 v Chr. Augustus stief 14 na<br />

Chr. en is keizer gebleven van het <strong>Rome</strong>inse Rijk tot aan zijn dood. Augustus is de geadopteerde<br />

zoon van Caesar en zijn eigenlijke naam was Gaius Octavius.<br />

De reden dat Augustus dit grafmonument ter eren van zichzelf liet bouwen heeft twee belangrijke<br />

redenen. De eerste reden was de gezondheid van Augustus, deze was niet goed en<br />

hij zou niet meer lang te leven hebben toen hij opdracht gaf voor de bouw op 31 jarige leeftijd.<br />

De tweede reden was een propagandische reden, met de bouw van het grafmonument<br />

wilde hij invloed uitoefenen op het grote publiek. Hij wilde laten zien dat hij <strong>Rome</strong> als het<br />

middelpunt van het <strong>Rome</strong>inse Rijk zag en dat hij zowel tot zijn dood als erna verbonden bleef<br />

met het rijk. Augustus was net teruggekeerd uit het oosten toen hij in 28 v Chr. de bouw van<br />

het Mausoleum liet beginnen. Er wordt gespeculeerd dat hij was geïnspireerd door het grafmonument<br />

van Alexander de Grote, dat is gevestigd in Alexandrië (in het oosten). Het begrip<br />

Mausoleum is afgeleid van de naam van koning Mausolos van Karië, die in 400 v Chr. zijn<br />

eigen grafmonument had laten bouwen: het Mausoleion in Halikarnassos. Omdat het begrip<br />

Mausoleum ook in de tijd van Augustus werd gebruikt, duidt het erop dat Augustus door het<br />

Mausoleion van Halikarnassos op het idee is gebracht om een grafmonument voor zichzelf<br />

en zijn familie te laten bouwen.<br />

7. Of de bouw van het Mausoleum van Augustus invloed heeft gehad op het milieu is<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong> 142


19 Mausoleo di Augusto<br />

onwaarschijnlijk. Als dit al zo zou zijn geweest zal de schade minimaal zijn. Het gebouw<br />

is opgebouwd uit grond, bakstenen, natuursteen, beton en hout. Dit zijn geen schadelijke<br />

grondstoffen, het vervaardigen van deze materialen is destijds met de hand gedaan. Al deze<br />

materialen hebben op het hout na een hoge duurzaamheid. Na 2038 jaar is de basis van het<br />

gebouw nog steeds intact. Het houten dak is vergaan met de tijd en het meeste natuursteen<br />

is hergebruikt. De basis van de bakstenen/betonnen muren is nog steeds aanwezig.<br />

De plaatsing van het Mausoleum was erg centraal, links langs het Mausoleum loopt de rivier<br />

de Tiber. Iedereen die over de rivier voer kwam langs het grafmonument. Ook was er een<br />

drukke en belangrijke weg die langs het Mausoleum liep. Het gebouw liet aan het volk zien<br />

dat Keizer Augustus, <strong>Rome</strong> als het middelpunt van zijn rijk zag en dat dit een belangrijke<br />

plaats was. Ook liet het gebouw zien dat Augustus na zijn dood nog steeds verbonden was<br />

met het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Augustus liet ook zijn familieleden begraven in het Mausoleum, hiermee<br />

liet hij het volk zien dat hij familie belangrijk vond.<br />

8. Voor de structurele basis van het gebouw is gebruik gemaakt van een combinatie van<br />

baksteen en beton. De buitenmuren van het gebouw zijn afgewerkt met lokaal natuursteen<br />

Travertin. Het dak is geconstrueerd van hout. Hout is een natuur product dat wordt gewonnen<br />

door het kappen van bomen. Hout is een stuk minder duurzaam dan natuur en kunststeen.<br />

Om deze reden zijn er veel oude monumenten waarvan de daken zijn vergaan, deze<br />

waren vaak van hout gemaakt. De gevoeligheid voor brand is ook een reden waarom vele<br />

houten constructies in de tijd zijn vergaan. De eigenschappen van hout verschillen per soort.<br />

Over het algemeen zijn de tropische hout soorten sterker en duurzamer dan naaldhout.<br />

Tufsteen is een vulkanisch gesteente, het bestaat uit verschillende componenten maar voornamelijk<br />

uit vulkanisch as. Tufsteen wordt ook wel tuf of tuffiet genoemd. Het is een brosse<br />

en zachte steensoort. De kleur van tufsteen varieert. Tufsteen werd ook vaak vermalen en<br />

toegevoegd aan mortel. Travertin is een natuursteen die onder de groep kalkstenen valt.<br />

Het Travertin voor het Mausoleum werdt gewonnen in de steengroeve van Tivoli, een plaats<br />

ten oosten van <strong>Rome</strong>. Het materiaal ontstaat in warme waterbronnen waar het kalk uit het<br />

water neerslaat en samen met takjes, bladeren en ander organisch materiaal verteert. Het<br />

materiaal is wit van kleur en heeft onregelmatige poriën. Travertin is gevoelig voor water,<br />

de open poriën nemen water op en hierdoor kan de steen bij vorst barsten. Zure regen wordt<br />

ook opgenomen door het materiaal. De zure regen lost het materiaal op waarna het vervolgens<br />

weg spoelt.<br />

Het beton dat de <strong>Rome</strong>inen gebruikten bestond uit kalkmortel<br />

met een vulmiddel van steenpuin. De bakstenenmuren<br />

dankten zijn stevigheid voornamelijk aan de samenstelling<br />

van het mortelmengsel. De bakstenen uit de<br />

<strong>Rome</strong>inse tijd waren een stuk groter dan de<br />

bakstenen die we nu kennen. Bakstenen<br />

ontstaan door het verwarmen<br />

van klei tussen de 850 tot 1200<br />

graden Celsius. De klei zal hoogst<br />

waarschijnlijk lokaal zijn gewonnen<br />

bij de oevers van de rivieren.<br />

info:<br />

Piazza Augusto Imperatore, <strong>Rome</strong><br />

Openbaar vervoer: Metro (lijn A; Spagna)<br />

Toegangsprijs: 2,58 euro p.p, Geopend: ma - za: 9:00 - 18:00<br />

143


20 Piramide Cestia<br />

Ontwerper<br />

De ontwerper van de Piramide van Cestius is onbekend. De<br />

opdrachtgever is echter wel bekend: Gaius Cestius Epulo, een<br />

<strong>Rome</strong>ins staatsman die leefde in de tijd van keizer Augustus. Over<br />

Augustus is elders in deze gids een biografie te vinden. Gaius<br />

Cestius heeft vele hoge functies bekleed. Zo is hij tribuun van de<br />

Plebejers (volkstribuun) geweest. Een tribuun was een onschendbare<br />

ambtsdrager in <strong>Rome</strong>. Verder is hij praetor (magistraat,<br />

letterlijk vertaald: “voorganger”) geweest en was hij één van de<br />

zeven priesters die verantwoordelijk waren voor de organisatie<br />

van de heilige banketten. Hij overleed in 12 v. Chr. en er zijn geen<br />

andere bouwwerken van hem bekend.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. De Piramide van Cestius ligt aan een druk verkeersplein aan de Piazza Ostiense, aan de<br />

zuidkant van de Aventijn. Achter de piramide ligt het <strong>Rome</strong>inse Protestantse Kerkhof. Hier<br />

liggen diverse beroemdheden begraven, zoals de Engelse dichter John Keats en de twee<br />

zonen van paus Pius VII.<br />

2. De Piramide van Cestius is een piramide. De vorm van de piramide is anders dan die van de<br />

Egyptische piramiden. Deze hebben een helling van circa 45 graden, de Piramide van cestius<br />

heeft een helling van circa 60 graden. Deze piramide is dus aanzienlijk steiler dan de Egyptische<br />

piramiden.<br />

De basis van de piramide is een vierkant, deze meet 29,50 bij 29,50 meter. De hoogte van de<br />

piramide is 36,40 meter. Aan de noordoostkant en de zuidwestkant van de piramide is een<br />

muur gebouwd. Het gedeelte aan de noordoostkant is een paar meter lager dan het andere<br />

gedeelte. Oorspronkelijk was de piramide omgeven door vier zuilen. Op dit moment staat<br />

nog één zuil overeind aan de zuidwesthoek.<br />

3. Aan de noordwestkant is een ingang gevonden. Deze ingang is niet zichtbaar en is de enige<br />

ingang in het hele bouwwerk en is verbonden met een moderne gang die uitkomt in een<br />

grafkamer. Aan de buitenkant van de piramide zijn verschillende inscripties te lezen. Aan de<br />

oostzijde en de westzijde is de volgende inscriptie te lezen:<br />

C(aius) Cestius L(uci) f(ilius) Pob(lilia tribu) praetor, tribunus plebis, (septem) vir epulonum.<br />

De vertaling luidt: Caius Cestius Epulus, zoon van Lucius, de Poblilia-stam, pretoriaan, tribuun<br />

van de plebejers, verantwoordelijk voor de heilige banketten. Aan de oostzijde is nog een<br />

andere inscriptie te lezen:<br />

Opus apsolutum ex testamento diebus CCCXXX arbitratu L.<br />

Ponti P.F. Cla. Melae heredis et Pothi L.<br />

De vertaling van deze inscriptie luidt: In overeenstemming<br />

met het testament is dit werk in 330<br />

dagen voltooid, uitgevoerd door zijn erfgenamen L.<br />

Pontus Mela, zoon van Publius van de stam Claudia<br />

en zijn vrijgemaakte slaaf Pothus.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Marten Bakker<br />

<strong>Rome</strong> 144


20 Piramide Cestia<br />

4. De Piramide van Cestius is in opdracht van Gaius Cestius gebouwd. Het zou<br />

een grafmonument voor hemzelf worden. De piramide is in 18 v. Chr. gebouwd.<br />

Opmerkelijk is dat deze piramide in 330 dagen is gebouwd, voor die tijd en<br />

een gebouw van dit formaat is dit uitzonderlijk snel.<br />

In de tijd van Augustus waren Egypte en Egyptische symbolen erg<br />

gewild in <strong>Rome</strong>. Dat kwam mede doordat Egypte nog niet zo lang een<br />

<strong>Rome</strong>inse provincie was geworden en deden deze cultuur en haar bouwwerken<br />

bij de <strong>Rome</strong>inen hun intrede deden. Ook Cestius wilde iets “Egyptisch” en<br />

liet daarom voor zichzelf een piramide bouwen.<br />

Keizer Aurelianus liet in 271 – 275 een nieuwe muur om de stad <strong>Rome</strong> heen bouwen. Deze<br />

werd de Aureliaanse muur genoemd. Omdat de Piramide van Cestius een zeer stevig bouwwerk<br />

was, is het in de muur opgenomen. Restanten van de Aureliaanse muur zijn nog op<br />

diverse plaatsen in het huidige <strong>Rome</strong> te vinden. Ook het stuk muur dat tegen de piramide<br />

aan is gebouwd staat nog overeind. Nog steeds is de Piramide van Cestius in een bijzonder<br />

goede staat. In 1999 is de piramide volledig schoongemaakt.<br />

5. De piramide is van baksteen gemaakt met als buitenafwerking Travertin. De grafkamer is<br />

5 bij 6 meter en heeft een tongewelf. Dit is één van de eerste voorbeelden met zo’n constructie.<br />

Opmerkelijk aan deze piramide is dat de hellingen veel steiler zijn dan bij de Egyptische<br />

piramiden. Dit was mogelijk doordat deze piramide met baksteen is gebouwd. De wanden<br />

van de grafkamer waren beschilderd in de “Derde Pompejaanse Stijl”. Ook waren er bronzen<br />

beelden van vrouwfiguren in de grafkamer. Deze werden betaald van het geld van attalica<br />

(waardevolle velijnen wandkleden). Deze wandkleden mochten niet aangebracht worden<br />

naar een wet uit 18 v. Chr. tegen extravagantie. Nu staan deze beelden in de Capitolijnse<br />

Musea.<br />

6. De opdrachtgever voor de piramide was Gaius Cestius Epulo. Er werden weinig eisen aan<br />

het bouwwerk gesteld. De belangrijkste twee eisen waren dat het gebouw een grafmonument<br />

moest worden en in de vorm van een piramide gebouwd moest worden.<br />

info:<br />

8. De piramide van Cestius is vrijwel geheel gemaakt van Opus latericium.<br />

Dit is een metselvorm met “opus ceamenticium”, <strong>Rome</strong>ins beton, als<br />

specie. <strong>Rome</strong>ins beton komt qua samenstelling overeen met het moderne<br />

Portlandcement. Het is één van de oudste<br />

voorbeelden van deze constructievorm.<br />

De buitenkant is geheel bekleed met Carraramarmer.<br />

De marmerplaten die<br />

nu op de piramide zitten zijn nog<br />

de originele marmerplaten uit 18 v.<br />

Chr. Deze zijn in de 17e eeuw door<br />

paus Alexander VII gerestaureerd<br />

nadat hij de piramide gedeeltelijk<br />

liet uitgraven.<br />

Piazza Ostiense<br />

Toegang: geen<br />

Openingstijden: Ma - Zo 10:00 - 18:00<br />

145


21 Teatro di Marcello<br />

Bekende <strong>Rome</strong>inse Theaters in <strong>Rome</strong><br />

1. Theater van Marcellus<br />

Dit theater biedt plaats aan 15.000 personen<br />

en staat op het marsveld, net als de twee<br />

andere theaters.<br />

2. Theater van Pompeius<br />

Het theater van Pompeius was het eerste en<br />

tevens het grootste stenen theater in <strong>Rome</strong>.<br />

Tijdens de tijd van de <strong>Rome</strong>inse Republiek<br />

werden theatervoorstellingen steeds<br />

populairder. Deze voorstellingen werden<br />

gehouden in afbreekbare houten theaters. De<br />

senaat had theaters op een vaste plaats verboden,<br />

omdat deze een slechte invloed zou<br />

hebben op de bevolking. Het was uiteindelijk<br />

de machtige generaal en politicus Gnaeus Pompeius Magnus die het voor elkaar kreeg deze<br />

regel te verbreken. Hij liet een theater bouwen met een diameter van 150 tot 160 meter. Het<br />

theater bood destijds plaats voor ongeveer 28.000 toeschouwers. De voorgevel heeft net als<br />

het theater van Marcellus drie lagen met drie verschillende zuilen. Het theater is meerdere<br />

malen getroffen door branden. Er zijn maar 24 zuilen van rood graniet op de begane grond<br />

teruggevonden.<br />

3. Theater van Balbus<br />

Nadat Pompeius het verbod had verbroken, werden er steeds meer publieke voorzieningen<br />

gebouwd. Zo liet ook Lucius Cornelius Balbus voor zijn overwinning op de Garamanten (volk<br />

uit het huidige Libië) daarom een theater met een doorsnede van 90 meter bouwen. Het theater<br />

bood plaats aan 11.500 toeschouwers, daarmee was het de kleinste van de drie theaters<br />

op het Marsveld. Het theater is later verwoest door een brand.<br />

4. Colosseum:<br />

Naast de 3 theaters op het Marsveld staat er nog een theater in <strong>Rome</strong>: het Colosseum. Het<br />

Colosseum hield plaats voor 50.000 toeschouwers en is daarmee het grootste theater in<br />

<strong>Rome</strong>.<br />

Bekende Theaters in <strong>Rome</strong> (2010)<br />

a. Teatro Argentina<br />

Het Teatro Argentina is een belangrijk operagebouw en theater, welke op het plein di Torre<br />

Argentina staat. Het werd geopend op 31 januari 1732 en is daarmee één van de oudste theaters<br />

van <strong>Rome</strong>. Het theater is ontworpen door architect Theoldi, in opdracht van de familie<br />

Sforza Casarini. Het theater is gebouwd van hout en steen en telt zes niveau’s. Tegenwoordig<br />

wordt het theater meer gebruikt voor grote theaterproducties dan voor opera of muziekvoorstellingen.<br />

b. Teatro Sistina<br />

Het Teatro Sistina aan de Via Sistina is een modern groot theater in <strong>Rome</strong> en staat bekend<br />

om zijn geluidskwaliteit. In het theater wordt het geluid zo weerkaatst dat het in de hele zaal<br />

te verstaan is. Dit was vroeger handig aangezien er toen geen microfonen en luidsprekers be-<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Thomas Coppoolse<br />

<strong>Rome</strong> 146


21 Teatro di Marcello<br />

stonden. Hierdoor is het theater de<br />

bakermat voor Italiaanse en ook<br />

internationale musicals. Daarnaast<br />

word er ook vaak theaterstukken<br />

en muziekconcerten in gegeven.<br />

c. Teatro Dell’Opera<br />

Het Teatro Dell’Opera is oorspronkelijk<br />

geopend onder de naam<br />

Teatro Constanzi, de naam van de<br />

aannemer die het heeft gebouwd<br />

in 1880. Het theater bood plaats<br />

voor 2212 toeschouwers die werden<br />

onder verdeeld in drie lagen. Het theater bezit een koepel met prachtige fresco’s van Annibale<br />

Brugnoli. Na de tweede restauratie is de naam omgedoopt tot Teatro Dell’Opera. De<br />

huidige capaciteit is terug gebracht tot 1600 toeschouwers en er werd een airconditioning in<br />

gebouwd.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. Het theater van Marcellus ligt aan de Via del Teatro Marcello. Het is gebouwd in het zuidelijke<br />

deel van de “Campus Martius”. Dit marsveld lag in het noorden van het oude <strong>Rome</strong>.<br />

Later werd het een belangrijke wijk (Rione). De <strong>Rome</strong>inen bouwden er vele tempels en openbare<br />

gebouwen, waaronder het theater van Marcellus. Na de <strong>Rome</strong>inse tijd werd het de druk<br />

bevolkste wijk van de stad en tegenwoordig is Campus Martius het centrum van <strong>Rome</strong>.<br />

Het theater ligt tussen de rivier de Tiber en het Capitool. Net als in veel andere <strong>Rome</strong>inse theaters<br />

heeft het een natuurlijke omgeving, in dit geval het Tibereiland in het zuidwesten, deze<br />

ligt in de rivier de Tiber. Dit eiland is recht tegenover het theater van Marcellus. De keuze<br />

voor dit stuk grond was omdat het naast de tempel van Apollo lag. Voor Apollo werd vroeg in<br />

de Republikeinse periode religieuze spelen gehouden.<br />

2. Toen het theater eenmaal voltooid was, was het ongeveer 32 meter hoog. Het gedeelte<br />

waar de toeschouwers konden zitten had een diameter van 130 meter. In het gebouw was<br />

plaats voor 13.000 zitplaatsen en 2.000 extra staanplaatsen. De zaal werd verdeeld in drie<br />

delen: het onderste was voor de “Ambulante Knights”, het midden, was toegankelijk vanaf<br />

de tweede verdieping en om aan de top te komen moest er eerste een trap van het laatste niveau<br />

beklommen worden. Voor het orkest konden er plaatsen gereserveerd worden voor belangrijke<br />

mensen. Toen het theater werd gebouwd,<br />

was het een openlucht theater in de vorm van een<br />

halve cirkel, tegenwoordig is er nog een kwart gevel<br />

zichtbaar. Het gebouw staat gericht naar een de<br />

omgeving wat gelijk ook het decor vormde voor de<br />

voorstellingen. In dit geval het Tibereiland zoals<br />

hierboven al genoemd is.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 147


21 Teatro di Marcello<br />

3. De gevel van het theater is een halve cirkel<br />

met verscheidene openingen d.m.v. bogen. In<br />

elke boog, gang, tunnel of hellingbaan richting<br />

het interieur van het theater stonden verscheidene<br />

kolommen die waren versierd. Het theater<br />

is onder te verdelen in drie lagen. Op de begane<br />

grond stonden de Dorische halfzuilen, de oudste<br />

en simpelste versiermethode van een zuil. Op de<br />

eerste verdieping staan Ionische halfzuilen met de<br />

kapiteel versierd met krullen. Men vermoed dat<br />

op de bovenste verdieping Korinthische halfzuilen<br />

werden gebruikt. Bij Korinthische zuilen is het<br />

kapiteel versierd met allemaal bladeren versierd.<br />

Dit is niet zeker, doordat het theater werd gereconstrueerd in de Middeleeuwen. Hierbij is de<br />

bovenste laag van de zitplaatsen en zijn de kolommen verwijderd.<br />

4. Na het verval van de Republikeinse instellingen ging de <strong>Rome</strong>inen maar zelden naar<br />

voorstellingen. Grote stukken van Plautus en Terentius werden steeds minder bekeken en<br />

de werken van Seneca trokken teven weinig belangstelling. De theatervoorstellingen bleven<br />

beperkt door kort maar krachtige genrestukjes met elk een ander thema, zoals tragedie,<br />

komedie, poëzie en muziek.<br />

De <strong>Rome</strong>inen begonnen zelf met het aftakelen van het theater van Marcellus. Zo werden<br />

er in 370 na Chr. enkele grote steenblokken uit het theater gehaald om zo de schade aan de<br />

nabijgelegen Cestius-brug te herstellen. Sindsdien werd het theater tot de 12e eeuw verder<br />

afgebroken. Toen ging de adellijke <strong>Rome</strong>inse families zich verstoppen in de ruïnes. Ze moesten<br />

zich verstoppen omdat ze in strijd waren met de pausen en keizers. Na 1400 kwam het<br />

gebouw in handen van de familie Savelli. Die liet er vervolgnes een woonverdieping opbouwen<br />

door de architect Peruzzi. In de 16e eeuw werd het gebouw omgevormd tot een paleis<br />

voor de familie Orrsini. Nu zijn er appartementen van gemaakt welke nog steeds bewoond<br />

kunnen worden.<br />

5. Het theater bestaat uit twee ringen. In de middelste halve cirkel stond het orkest dat het<br />

toneelstuk begeleidde. Daarachter stond het scenario waar het toneelstuk zich afspeelde. Dit<br />

scenario was altijd hetzelfde, maar soms werd er enkele kleine aanpassingen gedaan voor<br />

een bepaald toneelstuk. Achter het scenario was nog een gedeelte waar de toneelspelers<br />

konden omkleden en eventuele hulpstukken van de voorstelling opbergen. In het gehele<br />

theater was bijna geen verlichting te vinden waardoor je het theater kunt zien als een open<br />

ruimte met een stenen muur erom heen.<br />

6. De bouw van het Theater van Marcellus begon al onder Julius Caesar. Hij keurde het<br />

bouwterrein goed en liet het bouwterrein vervolgens ontruimen. Voordat er met de bouw<br />

van het theater was begonnen was Julius Caesar vermoord. Het theater werd voltooid in<br />

11 v. Chr onder keizer Augustus. Deze wijde het theater ter ere van zijn neef en schoonzoon<br />

Marcus Marcellus. Marcellus stief vijf jaar voor de voltooiing van het theater. Na 1400 is de<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong> 148


21 Teatro di Marcello<br />

derde verdieping van het tegenwoordige gebouw<br />

verbouwd tot een luxe woonverdieping en ging de<br />

familie Savelli in het theater wonen. In de 16e eeuw<br />

werd het theater verbouwd tot een paleis van de<br />

familie Orrsini.<br />

7. Doordat het senaat theaters op een vaste plaats verboden<br />

had, werden er voorheen afbreekbare houten theaters<br />

gebruikt voor voorstellingen. Tijdens de tijd van de <strong>Rome</strong>inse<br />

Republiek werden theatervoorstellingen echter steeds populairder. Na de bouw van het<br />

theater van Pompeius, werden er steeds meer permanente voorzieningen gebouwd voor de<br />

<strong>Rome</strong>inen, onder deze voorzieningen viel het theater van Marcellus. Na het vallen van de<br />

Republikeinse instellingen ging het <strong>Rome</strong>inse publiek nog maar zelden naar voorstellingen.<br />

Hierdoor had het theater geen enkele functie meer waardoor men begon met het langzaam<br />

slopen van het theater. Toen er nog maar een kwart van de oorspronkelijke halve cirkel stond<br />

trok de familie Savelli er in. Deze lieten een woonverdieping op de derde verdieping bouwen.<br />

Deze woonverdieping wordt nog steeds verhuurd en bewoond. Een kamer is te huren van 90<br />

tot 130 euro. De bogen werden vroeger gebruikt door kleine kraampjes waar de inwoners van<br />

<strong>Rome</strong> hun boodschappen konden doen.<br />

8. Het theater was voornamelijk gebouwd met wit Travertin en marmer. Travertin is een<br />

soort kalksteen, afkomstig uit Tivoli. Deze steensoort werd veel in de buurt van <strong>Rome</strong><br />

gebruikt in de bouw. Het marmer werd vooral gebruikt als bekleding het theater. Naast het<br />

witte Travertin en marmer werd een typisch soort metselwerk uit de oude <strong>Rome</strong>inse architectuur<br />

gebruikt. Dit metselwerk staat bekend als opus akkerslak.<br />

Het bestaat uit diamantvormige bakstenen van tufsteen.<br />

Deze werden op een muur geplakt met cementspecie.<br />

Dit werd net als het marmer gebruikt voor de<br />

bekleding van het theater.<br />

Het theater ligt aan de rivier de Tiber. Door<br />

deze rivier werd de grond onder het theater<br />

drassig. Hierdoor zakte het theater in de<br />

loop der jaren een paar centimeter. Met<br />

balken is de fundering op meerder plekken<br />

versterkt .<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 149


22 Terme di Diocleziano<br />

Opdrachtgever<br />

Keizer Maximianus (Sirmium 249-310) is de opdrachtgever van het “Terme<br />

di Diocleziano”, de Thermen van Diocletianus. Maximianus was in macht<br />

de mindere van zijn medekeizer Diocletanus (244-311), waarnaar de thermen<br />

werden genoemd. Maximilianus maakte carrière in het leger, waar<br />

hij bevriend was met Diocletianus. Diocletianus, sinds 284 keizer, besloot<br />

dat het rijk te groot was om in zijn eentje te regeren. Daarom benoemde<br />

hij in 285 Maximianus tot Caesar en een jaar later tot medekeizer. Diocle-<br />

tianus bestuurde het oosten en Maximianus het westen. In 293 benoemde<br />

Diocletianus twee Caesars, Galerius en Constantius I Chlorus om respectievelijk hemzelf en<br />

Maximianus te ondersteunen, en als opvolgers. Deze leiderstructuur wordt de Tetrarchie<br />

genoemd. Op 1 mei 305 gingen zowel Diocletianus als Maximianus met pensioen en traden<br />

af. Van Maximianus was dit mogelijk niet geheel vrijwillig, maar onder druk van Diocletianus<br />

zwichtte hij toch. Diocletianus had voor zijn aftreden al een paleis laten bouwen om na zijn<br />

pensionering in te kunnen gaan wonen. Diocletianus stierf hier op 3 december 311. Eind juli<br />

310 was Maximianus overleden, door zelfmoord of in vermoord in opdracht van de toenmalige<br />

keizer Constatijn.<br />

Tiromfboog van de Tetrarchie, Tunesië Paleis van Diocletanius, Kroatië<br />

Gebouwanalyse<br />

1. De thermen van Diocleziano liggen aan de Via Enrico de Nicola 79, een drukke weg. De<br />

thermen zelf vallen niet goed op in de straat. Ze zijn niet meer compleet en op het terrein van<br />

Diocleziano zijn meerdere gebouwen gebouwd. Hier staan onder andere de kerk Santa Maria<br />

degli Angeli en Hotel Diocleziano.<br />

2. Het gebied van de thermen was ongeveer 380 bij 370 meter groot. Het hoofdgebouw was<br />

250 bij 180 meter groot. Hier in stond een grote water<br />

bak in de vorm van een trapezium. De bak was<br />

meer dan 91 meter lang en stond aan de noordoostelijke<br />

zijde van het hoofdgebouw. De laatste resten<br />

werden gesloopt in 1876.<br />

Ligging van het complex<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Paul Hoondert<br />

Keizer Maximianus<br />

3. De thermen zijn gebouwd in Romaanse stijl. Dit<br />

is te zien aan de vele massieve muren met kleine<br />

<strong>Rome</strong> 150


22 Terme di Diocleziano<br />

complex waren ook verscheidene zuilengalerijen.<br />

ramen. De entree van het complex<br />

was aan de noord-oost kant.<br />

Hier kwam men in het complex<br />

en kon men doorlopen om in<br />

het badhuis te komen. Hierin<br />

zitten veel kleine hoge ramen<br />

afgewisseld met een aantal grote<br />

ramen. De ramen zijn rechthoekig,<br />

met een kleine boog aan de<br />

bovenkant, wat past geheel bij<br />

de Romaanse bouwstijl. In het<br />

4. Het complex is gebouwd vanaf 298 en werd in 306 ingewijd. Het is het grootste thermencomplex<br />

uit de oudheid. Er konden 3000 mensen tegelijk baden. Tijdens een belegering van<br />

<strong>Rome</strong> in 537 werden de aquaducten afgebroken en daarna niet meer gerestaureerd. De thermen<br />

kregen hierdoor geen water meer aangevoerd. In de stad ontstond een groot tekort aan<br />

drinkwater waardoor de populatie van <strong>Rome</strong> sterk terugliep. De gebouwen werden beroofd<br />

van veel nuttig bouwmateriaal. Na eeuwen van verval zijn een aantal gebouwen van de thermen<br />

bewaard gebleven en kregen een nieuwe functie. Het hoofdgebouw werd een Christelijke<br />

kerk, de Santa Maria degli Angele e dei Martiri. De kerk werd tussen 1563 en 1566 gebouwd<br />

door Michelangelo in het tepidarium, frigidarium en enkele omliggende ruimten. De kerk is<br />

gewijd aan engelen en aan de christelijk martelaren die volgens de overlevering gestorven<br />

waren bij de aanleg van de thermen. In een ander gedeelte van het gebouw is in de 16e eeuw,<br />

waarschijnlijk door een leerling van Michelangelo, een kartuizerklooster gebouwd met grote<br />

en kleine zuilengang. Het oorspronkelijke grondplan werd gewijzigd bij de aanbouw van een<br />

kloostergang. Tussen 1586-1589 werd het caldarium en de zuidelijke hoek van het gebouw in<br />

opdracht van paus Sixtus V afgebroken met behulp van springstof. Daarna heeft de paus de<br />

ruimten gebruikt voor nieuwe doeleinden. Hij vestigde<br />

hier een paleis voor zijn zuster. In 1598 werd<br />

er in een van de bijgebouwen een tweede kerk<br />

gebouwd, de San Bernardo alle Terme. Deze kerk<br />

werd gevestigd in een van de cirkelvormige spheristeria<br />

in de buiten muur van het badhuis. Deze<br />

bevonden zich aan de kant van het grote exedra,<br />

waar zich nu het Piazza della Repubblica bevindt,<br />

in de westelijke hoek van het thermencomplex.<br />

5. De thermen hebben een uitgebreide plattegrond<br />

door de grootte van het complex, en<br />

omvatten ongeveer 13 hectare. De basiliek is in<br />

het midden van het complex gebouwd. Deze<br />

ruimte was eerst de belangrijkste ruimte van het<br />

thermencomplex. Naast deze ruimte was het te-<br />

Plattegrond van het complex<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 151


22 Terme di Diocleziano<br />

San Bernardo della Terme<br />

pidarium waar<br />

de bezoekers<br />

rustig konden<br />

ontspannen<br />

bij gematigde<br />

tempraturen.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

De kerk behoudt in grote gedeelte het oude uiterlijk van<br />

de thermen, ondanks de wijzigingen van Michelangelo<br />

in de 16e eeuw, en vooral die van Luigi Vanvitelli in de<br />

achttiende eeuw. De grootste wijzigingen waren de<br />

verhoging van de vloer en de toevoeging van verschillende<br />

bakstenen kolommen met stucwerk dat graniet<br />

imiteert. De basiliek bevat tevens twee hallen ten<br />

noordoosten van de centrale hal en de basiliek heeft ook een deel van de Natatio ingenomen.<br />

In deze ruimte stond een zwembad. Hieronder lag het caladarium, een heet bad. De Museo<br />

della Terme is gevestigd in een groep kamers tussen de basiliek en het Palaestra, dit was een<br />

sportveld. Er waren ook verscheidene Auditoria in het complex. Deze werden gebruikt voor<br />

theater en culturele doeleinden, maar bijvoorbeeld ook voor politieke debatten. Bij is het<br />

best bewaarde Auditoria te zien, deze heeft nog steeds zijn authenieke mozaieke vloer. In het<br />

complex was ook een groot planetarium. In het zuiden van het complex waren op de hoeken<br />

twee ronde gebouwen, ook wel rotunda’s genaamd. Deze twee gebouwen waren speciaal<br />

voor balspelen bij de kerk Sant Bernardo della Terme. De muren van de tweede rotunda zijn<br />

nog steeds te zien op de hoek van de Via Viminale en het Piazza dei Cinquecento. Tussen<br />

deze twee gebouwen stond het grootste Auditoria van het complex en werd gebruikt als<br />

theater maar ook als tribune voor sport-wedstrijden.<br />

6. De opdrachtgever van het thermencomplex is keizer Maximianus. De eis van de keizer was<br />

dat het complex plaats moest bieden aan ongeveer 3000 personen die tegelijkertijd konden<br />

baden in het badhuis. Ter vergelijking: van het op één na grootste complex, de thermen<br />

van Caracalla, uit het begin van de derde eeuw, konen slechts 1600 mensen tegelijk gebruik<br />

maken.<br />

7. De Esquiline, Quirinal en de Viminal waren<br />

de meest dichtbevokte wijken van het<br />

oude <strong>Rome</strong>. Het is dan ook niet verwonderlijk<br />

dat de thermen van Diocleziano, de<br />

grootste ooit gebouwd te <strong>Rome</strong>, gebouwd<br />

werden in het Noord-Oosten van dit gebied.<br />

De bevolking kon zich in de thermen<br />

wassen, sporten en naar sport kijken. Nu<br />

worden de thermen niet meer gebruikt<br />

waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld waren.<br />

Wel zijn de thermen van Diocleziano de<br />

best bewaard gebleven thermen van <strong>Rome</strong>.<br />

“Waar doen badinrichtingen je aan denken?<br />

Olie, zweet, vuil, vet water, kortom alles<br />

wat walgelijk is. Zo is het ook met het leven<br />

in al zijn facetten, zo zijn alle stoffelijke<br />

dingen daarin.”<br />

Marcus Aurelius<br />

<strong>Rome</strong> 152


22 Terme di Diocleziano<br />

Een deel van de thermen maakt nu deel uit van het Museo Nazionale Romano, gevestigd in<br />

1889, toen de kloosterruimten zijn ontruimd. Het bevat archeologische vondsten die na 1870<br />

gevonden zijn in <strong>Rome</strong>. Vanaf 1997 is een groot deel gewijd aan de epigrafie (inscripties).<br />

8. Het complex is gebouwd met vrij simpele materialen en bestaat vooral uit bakstenen. Als<br />

draagstructuur werd ook natuursteen gebruikt. De zuilen werden gemaakt in roodgraniet. In<br />

de Santa Maria degli Angele e dei Martiri zijn er nog steeds acht roodgranieten zuilen die het<br />

dak ondersteunen prominent aanwezig.<br />

info:<br />

Via Enrico de Nicola 79<br />

<strong>Rome</strong><br />

Dagelijks geopend, behalve maandag, van 09:00u tot 19:45u<br />

153


23 Forum: overzicht<br />

Het Forum Romanum was in het <strong>Rome</strong>inse<br />

Rijk, het centrum van de stad. Op het terrein<br />

van ongeveer 600 meter lang en 200 meter<br />

breed werden vooral de politieke en juridische<br />

beslissingen genomen, maar ook waren<br />

er religieuze en commerciële centra. Op het<br />

Forum Romanum staan ruim 40 resten van<br />

gebouwen uit de <strong>Rome</strong>inse tijd. Het Forum is<br />

gelegen tussen het Colosseum en het Piazza de<br />

Campidoglio. Op het Forum Romanum staan<br />

een vijftal triomfbogen, waarvan de “Boog van<br />

Titus” en de “Boog van Severus” de enige zijn<br />

die nog overeind staan. Op het Forum staan ook<br />

nog zes basilica’s, waarvan de “Basilica Aemilia’,<br />

“Basilica Julia” en “Basilica van Maxentius” de grootste zijn. Er staan ook vijftien tempels op<br />

het Forum. De meest bekende zijn die van de Vestaalse Maagden, Tempel van Saturnus en de<br />

Tempel van Venus en Roma. Een deel van het Forum Romanum is tijdens de Grote brand van<br />

<strong>Rome</strong> verloren gegaan, deze brand woedde vijf dagen lang, voordat het onder controle was.<br />

Gebouwanalyse<br />

1. Basilica van Maxentius<br />

Het grootste gebouw van het Forum Romanum heet “Basilica van Maxentius’, dit staat nog<br />

voor een deel overeind maar het grootste deel is al ingestort. Deze basilica is in opdracht van<br />

keizer Maxentius gebouwd. In het jaar 308 is er met de bouw begonnen, maar Maxentius<br />

heeft het gebouw nooit zelf kunnen afmaken, omdat het in de Slag bij de Milvische brug in<br />

312 verloor van zijn rivaal Constantijn de Grote, deze heeft het gebouw wel afgemaakt. Het<br />

gebouw werd vroeger vooral gebruikt voor rechtspraak en voor andere algemene burgerlijke<br />

zaken van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Het gebouw bestaat uit een grote middenbeuk met een<br />

lengte van 80 meter, de breedte en hoogte zijn respectievelijk 25 meter en 35 meter. Op de<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Martijn Inghels<br />

<strong>Rome</strong> 154


23 Forum: overzicht<br />

plattegrond is te zien dat er aan<br />

beide zijden van de middenbeuk<br />

drie zijbeuken van<br />

16 meter breed en 24,50<br />

meter hoog zijn. De grote<br />

ruimtes werden gemaakt<br />

door middel van bogen<br />

die bovenop grote zuilen<br />

rustten. Het plafond werd<br />

door de tongewelven overeind<br />

gehouden, ook werd er een cassetteplafond gebruikt om gewicht te besparen.<br />

De muren en kolommen waren op sommige plaatsen wel vijf tot zes meter dik en waren<br />

gemaakt van bakstenen en beton. Aan de westgevel was de oorspronkelijke apsis waarin een<br />

groot beeld stond van Constantijn. Later werd er nog een tweede apsis gemaakt in de middelste<br />

zijbeuk van de noordelijke gevel.<br />

2. Tempel van Saturnus<br />

De Tempel van Saturnus is één van de oudste tempels van het oude <strong>Rome</strong>. De<br />

tempel is gebouwd rond 497 voor Christus. De tempel heeft dus ook de grote<br />

brand in het jaar 42 voor Christus meegemaakt in <strong>Rome</strong>. Later is deze hersteld<br />

met de buit van een oorlog die werd gewonnen. Tegenwoordig staan<br />

er nog acht van de twaalf zuilen overeind, maar van de 16 halfzuilen die<br />

het gebouw telde staat er geen één meer recht. De zuilen waren<br />

ge- maakt van graniet dat grijs gekleurd was. De<br />

Ionische kapitelen op de zuilen waren gemaakt<br />

van wit marmer. Op de architraaf, de balk bovenop de<br />

kapitelen, staat de inscriptie “Senaat en <strong>Rome</strong>ins volk hebben<br />

het door brand verwoeste, hersteld’. Dit slaat op de restauratie na de<br />

brand van 42 v. Chr. De vloer en muren zijn bezet met Travertin, een<br />

soort kalkzandsteen. In de tempel was vroeger ook de plaats waar al<br />

het goud en zilver van de <strong>Rome</strong>inen werd bewaard. Het groot archief van<br />

<strong>Rome</strong> bevond zich ook in de tempel, maar werd later overgeplaatst naar het<br />

Tabularium.<br />

3. Basilica Julia<br />

De Basilica Julia ligt aan de linkerkant van de beroemde Via Sacra. De basilica is opgebouwd<br />

uit oude resten van de Basilica Sempronia, die ook op het Forum Romanum stond. Deze Basilica<br />

is ook bovenop de oude resten van de Sempronia gebouwd. De opdracht werd gegeven<br />

door Julius Caesar, daar komt ook de naam Julia vandaan. Na de dood van Julius Caesar heeft<br />

keizer Augustus de opdracht gegeven om het gebouw af te maken en heeft het in gebruik<br />

genomen voor zijn doeleinden, zoals spelen voor de burgers. De lengte van de Basilica is<br />

ongeveer 100 meter en dus langer dan Basilica Maxentius, de totale breedte is rond de 49<br />

meter. Bij de ingebruikname was het maar een paar meter hoog. Dit werd later verder opgebouwd.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 155


23 Forum: overzicht<br />

De grote ruimte in het midden was 80 meter bij 20 meter. En werd<br />

omringd door smalle zijbeuken. Op de randen en in<br />

de galerij van het gebouw stonden veel beelden van<br />

verschillende belangrijke<br />

personen. Van deze beelden<br />

is niks meer over, omdat<br />

het gebouw in de loop van<br />

de tijd vele malen is verwoest, maar<br />

telkens voor een deel weer is opgebouwd.<br />

4. Basilica Aemilia<br />

De Basilica is gebouwd in opdracht van Marcus Fulvius Nobilior en was de handelsplaats<br />

van het oude <strong>Rome</strong> op het Forum Romanum.<br />

In deze handelsplaats werden vooral slaven,<br />

vee en grond verhandeld door de handelaren. Verder<br />

werd er ook recht in gesproken.<br />

Het gebouw ligt tussen de Curia, aan de westkant, en<br />

aan de oostkant de tempel van Antoninus en Faustina.<br />

Het gebouw bestaat uit een zuilenrij aan de voorkant,<br />

de kant van de Via Sacra. Achter deze galerij is er een<br />

muur. In de middenbeuk staan<br />

drie rijen kolommen die doorlopen<br />

tot een eerste verdieping. Daarop staat nog een rij kolommen<br />

die helemaal doorliepen tot het dak. De vloeren van de<br />

Basilica zijn van marmer gemaakt. Het gebouw is na de laatste<br />

instorting niet meer opgebouwd door de inwoners van <strong>Rome</strong>.<br />

5. Tempel van Castor en Pollux<br />

Op het Forum Romanum zijn ook nog drie Korinthische zuilen te zien, dat zijn<br />

de overblijfselen van de Tempel van Castor en Pollux. De tempel is gebouwd ter<br />

ere van de overwinning van een oorlog. Deze oorlog werd gewonnen door Castor en Pollux.<br />

De tempel ligt ten oosten van Basilica Julia, vlakbij de Tempel van Vesta. De tempel heeft als<br />

enige op het Forum Romanum nog Korinthische zuilen. In<br />

de kapitelen van deze zuilen kun je bladeren zien.<br />

De tempel leek veel op de Tempel van Saturnus,<br />

omdat er rondom ook zuilen staan met<br />

middenin de ruimte. De tempel staat op<br />

een podium, daarom waren er trappen<br />

aan de voorkant van de tempel.De<br />

tempel heeft beduidend meer zuilen<br />

dan de Tempel van Saturnus. Het<br />

gebouw is ongeveer 30 meter<br />

lang en 18 meter breed en was 20<br />

meter hoog.De overdekte ruimte was 18<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong> 156


23 Forum: overzicht<br />

meter bij 12 meter. De tempel had vooral ceremoniële functies: zoals religieuze en militaire<br />

ceremonieën. Ook was de senaat actief in dit gebouw.<br />

6. Tempel van Caesar<br />

De Tempel van Caesar is niet zelf door Caesar gebouwd en heeft ook niet<br />

de opdracht gegeven. Bij het overlijden van Caesar is zijn lichaam<br />

gecremeerd. Op die plek is later nog een<br />

zuil van marmer gezet en een altaar. Op<br />

het altaar stond de inscriptie “Ter ere<br />

van de Vader des vaderlands”. Keizer<br />

Augustus heeft later op de plaats van<br />

de zuil en het altaar een tempel laten<br />

bouwen ter ere van Caesar. De tempel werd<br />

geopend in augustus 29 v. Chr. In de loop van de<br />

jaren is de tempel steeds verder afgebroken en staan<br />

er nu alleen nog een paar restanten van het betonnen skelet en<br />

het podium. De marmeren blokken zijn weggehaald om er kerken<br />

en paleizen mee te bouwen. Een deel van de tempel is nog wel<br />

bewaard gebleven en is in het Forum Antiquarium tentoongesteld. De<br />

tempel stond op een verhoogd podium van ongeveer 3,5 meter. Bovenop het eerste podium<br />

stond nog een tweede maar kleinere van ongeveer 2,4 meter. De tempel heeft bovenop de<br />

zuilen Korinthische kapitelen. Het podium kon worden bereikt door twee trappen aan de<br />

zijkant van het gebouw.<br />

7. Tempel van Antoninus en Faustina<br />

De tempel is gebouwd in opdracht van keizer Antoninus Pius, omdat zijn vrouw<br />

Faustina de Oudere was overleden rond het jaar 140.<br />

Op de tempel staat met een inscriptie “Aan de vergoddelijkte<br />

Faustina, bij decreet van de senaat”.<br />

Antoninus heeft maar weinig bouwwerken in<br />

het Oude <strong>Rome</strong> staan, terwijl de andere keizers<br />

de hele stad volbouwden en er overal wel iets<br />

van hen te zien was. Uit reconstructie blijkt dat<br />

op het gebouw twee enorme beelden van Antoninus en<br />

Faustina hebben gestaan. Opmerkelijk aan de tempel is dat de deur<br />

niet op het straatniveau ligt, maar ongeveer 12 meter hoger. De tempel<br />

heeft aan de voorzijde een voorportaal in hexastyl, dat betekent<br />

dat er zes zuilen aan de voorzijde staan die een deel van het gebouw<br />

dragen. Er zijn in totaal 10 Korinthische zuilen van groen marmer.<br />

Deze zuilen zijn 17 meter hoog en dragen de hoofdbalk die vroeger<br />

een deel van het gebouw overeind hield.<br />

8.Tempel van Vesta<br />

De Tempel van Vesta was één van de belangrijkste tempels in <strong>Rome</strong>. De tempel was vlak-<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 157


23 Forum: overzicht<br />

bij het “Huis van de Vestaalse Maagden” gebouwd. Het was een belangrijke<br />

tempel, omdat in het gebouw het vuur brandde dat het hele<br />

jaar aan bleef. Als er een nieuw jaar begon dan werd<br />

het vuur gedoofd en een ander vuur aangestoken.<br />

De tempel werd gebouwd in opdracht van Numa<br />

Pompilius, een koning van <strong>Rome</strong>. Het dak was eerst gemaakt<br />

van stro en takken, zoals veel andere daken in het <strong>Rome</strong>inse Rijk.<br />

Het gebouw werd vaak verwoest door branden, maar is altijd direct<br />

weer opgebouwd of gerestaureerd. In de loop van de tijd zijn<br />

de bouwmethodes verbeterd waardoor het steeds luxer werd<br />

herbouwd. De tempel had een ronde vorm met een diameter van<br />

14,8 meter, onder de vloer was een 5 meter diepe put waarin de<br />

as werd bewaard van voorgaande jaren. Rond de cirkelvormige kern<br />

stonden 20 kolommen met daarop Korinthische kapitelen en waren 4,5 meter<br />

hoog. Tegenwoordig staan er nog maar drie zuilen recht en een deel van de muur, die<br />

gemaakt is van Travertin.<br />

9. Huis van de Vestaalse Maagden<br />

Vlakbij de Tempel van Vesta stond het “Huis van de Vestaalse<br />

Maagden”. Deze vrouwen moesten zorgen voor het vuur<br />

in de Tempel van Vesta. De overblijfselen van het huis zijn<br />

nog steeds te zien. In het gebouw, wat veel op een paleis<br />

leek, waren veel kamers en een atrium in het midden van<br />

het gebouw. Het huis was vooral van baksteen gemaakt.<br />

De afwerking van het gebouw was echter van marmer. Het<br />

gebouw had twee verdiepingen. Op de begane grond waren<br />

zoals gezegd al een binnenplaats. Rond het binnenplein<br />

stonden veel zuilen en beelden. Sommige beelden zijn overgebracht<br />

naar een museum.<br />

10. Tempel van Romulus<br />

De Tempel van Romulus is zoals de naam al zegt voor Romulus gebouwd. Valerius Romulus<br />

was de zoon van de keizer Maxentius. Na zijn snelle dood is er<br />

een tempel voor hem gebouw om hem te eren. Het gebouw is<br />

bekend geworden, omdat het tot op heden goed bewaard is gebleven<br />

en nooit is afgebroken of afgebrand is geweest. De vorm<br />

van het gebouw is rond met aan beide zijden van het gebouw<br />

een halfronde uitbouw, een soort apsis. De deur is van<br />

brons gemaakt en door de jaren heen heeft het<br />

veel geleden van de weersomstandigheden en<br />

is verweerd. Tegenwoordig ziet de deur er dus<br />

groen uit. De zuilen die voor de deur staan<br />

behoren tot de Korinthische orde en hebben<br />

marmeren kapitelen en een traverijnen voet.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong> 158


24 Forum: Colosseo<br />

Gebouwanalyse<br />

1. Het Colosseum ligt aan de west zijde van<br />

rivier de Tiber. In zijn directe omgeving liggen<br />

twee parken, namelijk Parco Ninfeo en<br />

Parco di Traiano. De boog van Constantine<br />

staat tenzuid-oosten van het terrein van<br />

het Colosseum. Hier werden vroeger de gladiatoren<br />

opgeleid voordat ze het gevecht<br />

in de arena aan gingen. Het Colosseum valt<br />

enorm op met zijn kolossale afmetingen en<br />

de typische Romaanse bouwstijl. De omgeving<br />

Het Colosseum<br />

van het Colosseum past geheel bij de bouwstijl van het<br />

gebouw, dit komt doordat de Romaanse bouwstijl ook is gebruikt in de nabij omgeving.<br />

2. Het Colosseum behoort tot één van de meest indrukwekkende bouwwerken uit de <strong>Rome</strong>inse<br />

tijd. Dit amfitheater bood met een omtrek van 527m plaats aan zo’n 50.000 bezoekers.<br />

Het amfitheater was 188 meter lang en 156 meter breed. Hierdoor ontstaat een ovale<br />

vorm die ervoor zorgt dat de capaciteit maximaal is. De tribunes zijn 57 meter hoog en enorm<br />

steil. Hierdoor kregen alle bezoekers een goed beeld van de gebeurtenissen in het theater. De<br />

arena zelf waar de spektakels zich afspeelden heeft een ovale vorm met de afmetingen van<br />

84 meter breed en 56 meter lang.<br />

3. De bouwstijl van het Colosseum is Romaans en bestaat eigenlijk uit alleen maar Romaanse<br />

bogen. Dit was een makkelijk te maken en repeterend “klusje” voor de <strong>Rome</strong>inen.<br />

Dit scheelde veel gewicht en was tevens heel sterk. Het Colosseum is een groot en impulsief<br />

gebouw. Het was zeker een gebouw waar niet omheen gekeken kon worden als men naar de<br />

afmetingen kijkt. De basis bouwelementen van dit gebouw bestaan uit beton- en baksteen.<br />

Oorspronkelijk werden de zitplaatsen van hooggeplaatste rijken versierd met marmer en<br />

ornamenten. Het gebouw had 80 ingangen en een groot gangenstelsel zodat alle bezoekers<br />

makkelijk naar hun plaats konden komen. De bezoekers moesten niet betalen voor hun<br />

komst naar de spelen, maar reserveren was wel noodzakelijk. Op het “ticket” stond de ingang<br />

die je moest nemen en binnen 10 minuten was men op de toegewezen plaats. De Keizer van<br />

<strong>Rome</strong> had een eigen ingang in het Colosseum. De vloer van de arena bestond oorspronkelijk<br />

uit zand. Dit was handig als men de arena onder water wilde zetten. Maar omdat de “droge”<br />

gevechten populairder waren, werd er een houten vloer in gelegd. Daarover werd wel een<br />

laag zand gelegd. Zo was het makkelijker om het bloed van de krijgers en de dieren weg te<br />

halen. Later werd er onder die houten vloer een kelder<br />

aangebracht. Deze kelder diende als plaats om<br />

krijgers en dieren in kooien gevangen te houden.<br />

Door een katrollen systeem kon men die kooien<br />

door de houten vloer in de arena brengen.<br />

4. De functie van het gebouw was het zorgen voor<br />

het vermaak van het <strong>Rome</strong>inse volk door spelen te<br />

De situering van het Colosseum in de omgeving van <strong>Rome</strong><br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 159<br />

door: Boy Fincke en Boy Stockman


24 Forum: Colosseo<br />

houden in de arena. De spelen waren niet zomaar spelen: het ging om leven of dood. Na acht<br />

á tien jaar bouwen werd de opening gevierd met spelen te houden die 100 dagen duurden.<br />

Hierbij zijn vermoedelijk 9000 wilde en tamme dieren afgeslacht en 2000 mensen. Als er<br />

normale spelen werden georganiseerd begon het ‘s ochtends met wilde-dierengevecht.<br />

Waarbij mensen met wilde dieren gingen vechten. Dan was er tussen de middag een pauze<br />

voorstelling waarbij veroordeelden voor de dieren werden gegooid. En ‘s middags was het<br />

hoogte punt met de gladiatoren gevechten. De laatste spelen werden gehouden in 523 na<br />

Chr.. Daarna werd het gebouw nog gebruikt voor het kijken naar jagers die op wilde dieren<br />

jaagde.<br />

De bouw van het Colosseum begon in 72 na Chr. en was in 80-82 klaar. Het gebouw heeft ook<br />

te verduren gekregen met verschillende natuurrampen. In 217 beschadigde een blikseminslag<br />

het bouwwerk zoveel dat er 5 jaar geen spelen gehouden konden worden. Ook hebben<br />

aardbevingen er voor gezorgd dat er meerder keren reparaties aan het gebouw noodzakelijk<br />

waren. Veel later, in de 12e eeuw, gebruikte verschillende pausen en rijken het gebouw als<br />

“groeve” om daar makkelijk marmer weg te halen voor kerken of om te verbranden om kalk<br />

te krijgen. De St. Pieter en Palazzo Venezia werden onder andere van het Colosseum gebouwd.<br />

Dit werd pas gestopt in 1749 toen men inzag dat het Colosseum een grote historische<br />

waarde had. Het gebouw is nu bijna 2000 jaar oud.<br />

5. De doorsnede van het Colosseum is een ingewikkeld, maar handig systeem. Het is een gangensysteem<br />

die de hogere bevolking van de lagere bevolking gescheiden hield. Het gewone<br />

volk zat van boven op het steilste deel van de arena. Naar mate men meer naar beneden zat<br />

kwam men steeds meer bij de hogere standen van de bevolking. Beneden werd het gebouw<br />

ook minder steil, dit is goed te zien in de doorsnede.<br />

Er zijn veel verschillende soorten materialen gebruikt om het gebouw overeind te houden.<br />

De <strong>Rome</strong>inen waren al instaat om beton te maken, maar ook bakstenen en tufstenen zijn<br />

gebruikt om het gebouw te maken. De bovenste verdiepingen zijn van hout gemaakt. Door<br />

deze combinatie van materialen werd er voor gezorgd dat het gebouw niet te zwaar werd.<br />

Het Colosseum heeft een gigantisch fundament onder de grond zitten: deze bestaat uit een<br />

12 meter dik blok beton en afbraakmateriaal met een omtrek van 530 meter en rond dit blok<br />

staat een 3 meter dikke bakstenen muur. Daarboven op lag een marmeren vloer van 90 cm<br />

dik. De draagconstructie, die daar bovenop kwam, is ook te zien in de doorsnede. Het gebouw<br />

staat op een basis van twee trappen. Hier bovenop zijn er drie verdiepingen en een vierde<br />

verdieping met ramen. Er zijn 80 zuilen op elke verdieping en deze vormen een afzonderlijke<br />

ingang van het gebouw. De eerste, tweede en derde verdieping hebben Ionische,<br />

Korinthische en Dorische zuilen tussen de bogen. De 4e verdieping bevat geen zuilen<br />

en bestond enkel uit ramen. Het gebouw mocht niet te zwaar wegen omdat het<br />

op een drassige, moerasachtige ondergrond staat. Daarom is de bovenste<br />

verdieping van het Colosseum gemaakt van hout, dit is nu niet meer te<br />

zien. Het Colosseum staat op de plaats waar ooit een kunstmatige meer<br />

lag, Stagnum. Alle marmeren blokken werden aan elkaar gezet<br />

door middel van ijzeren klemmen, welke nu bijna allemaal zijn<br />

weggeroest. De tribune, die 4 meter boven de arena begon,<br />

werd afgemaakt door de zitplaatsen schuin tegen de<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Doorsnede van het Colosseum<br />

<strong>Rome</strong> 160


24 Forum: Colosseo<br />

constructie aan te plaatsen waardoor er een goed overzicht over de arena<br />

ontstond.<br />

6. Keizer Vespasianus gaf onder zijn heerschappij in 72 na Chr. de opdracht<br />

om het Colosseum te bouwen. Titus Flavius Vespasianus heerste als keizer<br />

over <strong>Rome</strong> van 69 tot 79. Door de ommekeer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk en de<br />

door de dood van Keizer Nero in 69 streden een aantal pretendenten om<br />

de titel van keizer. Uiteindelijk werd de soldaat en man van het volk, Vespasianus<br />

gekozen tot keizer. Door het beleid van de keizers voor 69 had Keizer Vespanius<br />

de titel negatieve betekenis. Om dit beeld onder het volk te veranderen<br />

liet hij het Colosseum bouwen. Het Capitool werd onder zijn beleid herbouwd en hij liet een<br />

tempel voor de vrede, en een tempel voor de vergoddelijkte Claudius bouwen Vespasianus<br />

stond bekend als een zuinige en burgerlijke keizer. Hij<br />

kleedde zich met burgerlijke kledij en nam geen<br />

wraak op de mensen die hem de titel als keizer<br />

in de weg stonden.<br />

7.De maatschappelijke waarde van<br />

het Colosseum is zeer hoog. Zo hoog<br />

dat het gebouw op de unesco<br />

wereld erfgoederenlijst staat. Door<br />

deze status zal het gebouw niet<br />

worden afgebroken, maar onderhouden<br />

worden. Het is een grote<br />

toeristische trekpleister waardoor<br />

het de status op de unesco wereld<br />

erfgoederenlijst zich alleen maar<br />

stabieler maakt.<br />

8. Een groot voordeel bij het bouwen<br />

van het Colosseum voor de <strong>Rome</strong>inen was<br />

Plattegrond van het<br />

dat ze al beton konden maken. Het is veel<br />

Colosseum<br />

toegepast, vooral in de gigantische fundering van<br />

dit gebouw. Ook zijn er veel bakstenen en tufstenen gebruikt.<br />

Deze zijn vooral aan de zichtbare kanten van het gebouw gebruikt. De eerste, tweede en<br />

derde verdieping zijn allemaal van beton met bakstenen gemaakt. Deze zijn later afgewerkt<br />

tot tribunes met hout en hoe meer naar beneden hoe mooier de tribunes werden. Zo werden<br />

ze beneden afgwerkt met natuursteen. De vierde verdieping is volledig van hout gemaakt.<br />

Dit is gedaan om veel van het gewicht te besparen, ook was het “maar” voor de armere bevolking<br />

dus was de versiering niet echt van toepassing.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 161


25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />

Ontwerper<br />

De ontwerper van de tempel van Venus en <strong>Rome</strong> is de Italiaanse architect<br />

en keizer Publius Aelius Traianus Hadrianus, beter bekend als Hadrianus.<br />

Hadrianus werd in 67 na Chr. geboren in <strong>Rome</strong> en overleed in het jaar 138<br />

na Chr. in zijn villa te Baiae. Hadrianus was in zijn levensloop architect en<br />

opdrachtgever voor verschillende gebouwen in het oude <strong>Rome</strong>inse Rijk en<br />

keizer van <strong>Rome</strong> in de jaren 117 tot 138 na Chr. Hij groeide op in het gezin<br />

van zijn achteroom, de latere keizer Trajanus. Trajanus zorgde voor zijn<br />

opleiding in <strong>Rome</strong> en Hadrianus maakte carrière in het <strong>Rome</strong>inse leger.<br />

Na de dood van zijn achteroom, werd Hadrianus in 117 na Chr. keizer van<br />

<strong>Rome</strong>.<br />

In plaats van uitbreiding van het <strong>Rome</strong>inse Rijk koos hij voor interne versterking van het rijk.<br />

Hij verbeterde de bestaande infrastructuur en reisde tijdens zijn keizerschap voortdurend<br />

rond als projectleider-inspecteur om zijn veldheren te controleren. Tijdens zijn rondreizen<br />

richtte hij vele steden op en liet opmerkelijke gebouwen bouwen in het <strong>Rome</strong>inse Rijk.<br />

Als architect was Hadrianus op de eerste plaats actief in <strong>Rome</strong>. Zijn bouwactiviteiten daar<br />

zijn beschreven in een bundel van biografische teksten genaamd Historia Augusta. Hadrianus<br />

heeft als architect talloze werken laten uitvoeren maar zette nooit ergens zijn naam op.<br />

Dit heeft hij alleen gedaan op de Tempel van Trajanus, die tijdens de Middeleeuwen vervallen<br />

is. De tempel van Venus en <strong>Rome</strong> heeft hij laten bouwen in 121 na Chr. en is afgerond<br />

in 141. De werken in <strong>Rome</strong> betroffen vooral tempels. Hadrianus liet ook veel werken buiten<br />

<strong>Rome</strong> in het <strong>Rome</strong>inse Rijk bouwen. Hij verfraaide onder andere de stad Athene, verijkte<br />

tempels op de Akropolis en liet aan de noordkant van het <strong>Rome</strong>inse Rijk verdedigingswerken<br />

bouwen.<br />

De tempel van de Olympische Zeus in Athene, is gebouwd tussen 515 BC en 125 na Chr. De<br />

bouw van de tempel is begonnen in 515 v Chr. door Peisistratos en bleef circa 400 jaar onafgemaakt.<br />

In 174 v Chr. werd de tempel door Antiochus IV Epiphanes verder afgebouwd. De<br />

tempel werd afgerond in 125 na Chr. onder leiding van Hadrianus.<br />

Een ander bouwwerk van Hadrianus is de muur van Hadrianus. Deze muur werd gebouwd<br />

van 122 tot 128 na Chr. en is 117 km lang. De muur van steen en plaggen had als doel de noordgrens<br />

van het <strong>Rome</strong>inse Rijk te beschermen en invallen te voorkomen. Daarnaast diende het<br />

ook als machtsymbool van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. De muur is niet geheel meer intact maar een<br />

groot middengedeelte er van wel.<br />

Het welbekende Pantheon in <strong>Rome</strong> dateert uit 27 v. Chr. maar werd in 80 na Chr. verwoest<br />

Tempel van Trajanus Muur van Hadrianus Engelenburcht<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Jordy de Feijter<br />

Publius Aelius Traianus<br />

Hadrianus<br />

<strong>Rome</strong> 162


25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />

tijdens de grote<br />

brand in <strong>Rome</strong>. In 125<br />

n. Chr. liet Hadrianus<br />

het pantheon weer<br />

opnieuw opbouwen.<br />

Het gebouw wordt nu<br />

gebruikt als Rooms-<br />

Katholieke kerk en<br />

is het bekendste<br />

pantheon ter wereld.<br />

Het gebouw is vooral<br />

bekend om de centrale<br />

opening in de koepel (de oculus). Een gebouwanalyse van dit gebouw is ook in deze gids<br />

te vinden.<br />

Andere werken van Hadrianus in <strong>Rome</strong> zijn: Engelenburcht(Een analyse van dit gebouw is<br />

ook in deze gids te vinden), Obelisk op de Pincio, Triomfboog van Hadrianus, Tempel van<br />

Trajanus en het Athenaeum (instituut voor hoger onderwijs in het oude <strong>Rome</strong>).<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. De tempel van Venus en <strong>Rome</strong> was een tempel die zich bevond op de heuvel Velia in <strong>Rome</strong>,<br />

nu het huidige Forum Romano. De tempel was de grootste tempel die <strong>Rome</strong> ooit gekend<br />

heeft en was gewijd aan de goden Venus en <strong>Rome</strong>. Een brand in het jaar 307 zorgde voor beschadigingen<br />

aan de tempel. De tempel werd gerestaureerd door Maxentius, het dak van de<br />

tempel dateert uit die tijd. Uiteindelijk zorgde een aardbeving aan het begin van de negende<br />

eeuw ervoor dat er niets van de tempel overbleef. Van de tempel zijn nu nog een paar zuilen<br />

en de grote apsis over. In 850 liet paus Leo IV een kerk op de ruïnes van de tempel bouwen.<br />

De kerk staat nu bekend als de Santa Francesca Romana en is samen met de apsis en de zuilen<br />

nog te vinden op het Forum Romano in het centrum van <strong>Rome</strong>.<br />

2. De tempel van Venus en <strong>Rome</strong> was een <strong>Rome</strong>inse tempel. Het verschil tussen een <strong>Rome</strong>inse<br />

en Griekse tempel zit vooral in de voorgevel. Een <strong>Rome</strong>inse tempel heeft een duidelijke<br />

voorgevel en hoofdingang in tegenstelling tot een Griekse tempel. De hoofdvorm van deze<br />

tempels waren vaak rechthoeken, zo ook de vorm<br />

van deze tempel. Daarnaast bevond er zich op<br />

de tempel een timpaan. Dit is het zadeldak op de<br />

tempel, deze had een driehoekige hoofdvorm. De<br />

tempel met de rechthoekige hoofdvorm had ongeveer<br />

een oppervlakte van 110 bij 53 meter en stond<br />

op een rechthoekig podium van beton met Travertin<br />

van 100 bij 145 meter.<br />

3 + 4. Het bijzondere aan de tempel was dat het<br />

twee voorgevels had. De tempel bestond namelijk<br />

uit twee symmetrische tempelkamers(cella) die<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 163


25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />

ruggelings tegen elkaar aanstonden. Deze tempelkamers hadden<br />

allebei een eigen ingang die zich bevonden in de twee korte<br />

zijden van de tempel waardoor er dus twee voorgevels waren.<br />

Deze voorgevels van de tempel hadden tien witte marmeren<br />

zuilen die ongeveer 1,8 meter dik waren. De zijgevels van de tempel<br />

waren ook identiek en bevatten destijds 20 witte marmeren<br />

zuilen van dezelfde dikte. De tempelkamers die zich tussen deze<br />

zuilen bevonden, hadden ieder weer een identieke voorgevel met<br />

vier zuilen. Op het podium was een peribolus gevormd door een<br />

zuilengalerij wat diende als aanduiding voor de heilige ruimte<br />

rondom de tempel. Deze peribolus bestond uit een muur en een<br />

dubbele rij zuilen van grijs Egyptisch graniet aan de lange zijden<br />

van de tempel. <strong>Rome</strong>inse tempels hadden meestal een zadeldak<br />

met timpaan. Dit was bij de tempel van Venus en <strong>Rome</strong> niet het<br />

geval, deze had een zadeldak zonder timpaan. De twee “muren”<br />

van zuilen die naast de lange zijden van de tempel stonden, hadden<br />

over de lengte van de “muur” ook een zadeldak.<br />

Door de eerder genoemde aardbeving is er bijna niets meer van<br />

de tempel over. Het meeste van de westelijke tempelkamer van<br />

de godin van <strong>Rome</strong> is vervallen en vernietigd. Alleen de apsis van de oostelijke tempelkamer,<br />

waar het standbeeld van Venus heeft gestaan, en de fundamenten met enkele zuilen zijn<br />

nog te zien op het Forum Romano.<br />

5. De indeling van de tempel was uniek, zoals eerder vermeld, had de tempel twee verschillende<br />

tempelkamers, een voor Roma en een voor Venus. Dit was noodzakelijk omdat elke god<br />

of godin volgens de roomse theorie een aparte tempelkamer moest hebben. Deze tempelkamers<br />

stonden niet naast elkaar maar stonden rug aan rug, zo gelegen dat de tempelkamer<br />

van Roma gesitueerd was naar het westen met zicht op het forum en die van Venus naar<br />

het oosten met zicht op het Amphitheatrum Flavium. In de tempelkamer stonden aan elke<br />

kant porfieren kolommen die zorgde voor de ondersteuning van het hoofdgestel. Porfirisch<br />

gesteente is een stollingsgesteente met kleinere kristallen. Door de grote hardheid van het<br />

gesteente, word het op diverse manieren in constructies toegepast. Aan elke zijde waren<br />

vijf nissen te vinden met afwisselend vierkante of ronde ruimtes. In deze nissen bevonden<br />

zich kleinere standbeelden. Naast deze nissen stonden marmeren zuilen. In de apsis(half<br />

ronde ruimtes in het midden van de tempel) stond in de ene tempelkamer een standbeeld<br />

van de godin <strong>Rome</strong> en in de andere cella een<br />

standbeeld van de godin Venus. De daken<br />

van de tempelkamers waren halve bogen met<br />

cassettes(uitsparingen) er in, dit zorgde voor<br />

gewichtbesparing van het dak. Op het terrein<br />

van de tempel waren zilveren beelden van<br />

Marcus Aurelius en Faustina te vinden en een<br />

standbeeld van Minerva. Daarnaast bevond er<br />

zich bij de tempel een altaar, waar bruidspa-<br />

info:<br />

Via dei Fori Imperiali<br />

Openbaar vervoer: Metro (Halte: Colosseo)<br />

Openingstijden winter: 09:00 - 16.30 zomer: 09:00 - 18:30 Toegang: gratis<br />

164


25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />

ren hun offer gaven.<br />

6. De tempel is volledig ontworpen<br />

door Hadrianus en de plannen van de<br />

tempel zijn ook door hem getekend.<br />

Het was meestal gebruikelijk dat hij<br />

alleen opdracht gaf voor het ontwerpen<br />

van een gebouw aan een architect.<br />

Bij deze tempel was dat dus niet<br />

het geval. Een beroemde Griekse architect uit die tijd was Apollodorus.<br />

Hadrianus vroeg aan Apollodorus wat hij van de tempel<br />

vond. Hierop antwoordde de architect dat hij de tempel niet goed<br />

ontworpen vond met betrekking tot de goden, want als de goden<br />

op zouden willen staan, zou dit niet mogelijk zijn. Dit leverde de<br />

architect verbanning van het <strong>Rome</strong>inse Rijk en uiteindelijk ook<br />

beëindig van zijn leven door Hadrianus.<br />

7. De tempel had voor de mensen van <strong>Rome</strong> een belangrijke functie. De tempel was voor<br />

Hadrianus en voor de mensen van <strong>Rome</strong> een eerbetoon aan hun goden Venus en <strong>Rome</strong>. De<br />

tempel was een dagelijkse ontmoetingsplaats en zij konden er hun goden aanbidden. Hierdoor<br />

had de tempel dus een belangrijke religieuze functie. Daarnaast werd er op het altaar<br />

van de tempel offers gemaakt door bruidsparen.<br />

8. De muren van de tempel bestonden uit baksteen en beton die geheel bedekt waren met<br />

marmer. De marmeren zuilen van de voor- en zijgevels gaven een grote en kolossale indruk<br />

van de tempel. Deze zuilen waren van onder wat breder dan boven waardoor de tempel<br />

groter leek. Om de verticale zuilen van de tempel mooi aan te laten sluiten op het horizontale<br />

tussenstuk en de belasting over te brengen, werd er een versierd kapiteel op elke zuil geplaatst.<br />

Aan deze kapitelen is te zien uit welke orde van de klassieke bouwkunst het gebouw<br />

afkomstig was. Dat was bij deze tempel de Korinthische<br />

orde. De tempelkamers in de tempel werden vooral<br />

versierd door vele ornamenten en standbeelden en<br />

het dak door de cassettes. De tempel bevatte<br />

waarschijnlijk geen ramen waardoor er<br />

dus geen zonlicht naar binnen kon<br />

komen. Het podium had als doel de<br />

helling van de grond te overbruggen.<br />

De tempel stond zoals eerder<br />

vernoemd op een heuvel. Dat zorgde<br />

voor een nog groter en kolossaler<br />

uitstraling van de tempel.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 165


26 Keizersbogen: Titus<br />

Opdrachtgever<br />

Volgens de tekst in de wijdingsinscriptie op de attiek is de boog van Titus<br />

gebouwd door keizer Domitianus. Hij was in <strong>Rome</strong> geboren op 24 oktober<br />

54 en was de één na jongste zoon van keizer Vespasianus. Domitianus<br />

zijn oudere broer, Titus, werd opvolger als keizer, toen keizer Vespasianus<br />

overleed. Kort daarna benoemde Titus Domitianus tot zijn opvolger. Na<br />

twee jaar regeren, overleed keizer Titus plots en Domitianus werd keizer<br />

van 81 tot 96 na Christus. Er gingen geruchten rond dat zijn broer hem had<br />

vergiftigd. Domitianus was dus niet erg gewild, maar hij liet zien dat hij<br />

een kundig beheerder en bevelvoerder van het leger was. Zijn eerste daad als keizer was de<br />

vergoddelijking van zijn broer Titus. Ter nagedachtenis aan Titus’ overwinning op de Joden in<br />

Jeruzalem, richtte Domitianus een triomfboog op. Het werd de Titusboog genoemd. Domitianus<br />

heeft als keizer vele nieuwe gebouwen opgericht en oude gebouwen laten renoveren,<br />

zoals het Odeum van Domitianus (82 na Christus) en het Forum van Augustus. Ook heeft hij<br />

het Colosseum voltooid waar zijn vader mee begonnen was. Op 18 september 96 werd keizer<br />

Domitianus vermoord als gevolg van een samenzwering opgezet door de rechters in zijn<br />

paleis.<br />

Odeum van Domitianus, Forum van Augustus, Colosseum<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. Op het hoogste punt van de Via Sacra staat de oudste triomfboog van de stad <strong>Rome</strong>. De<br />

boog van Titus staat in het Forum Romanum, dat in de oudheid het centrum van <strong>Rome</strong> was.<br />

De boog vormde de toegang van het Forum Romanum vanuit het dal van het Colesseum. De<br />

afstand tussen het Colosseum en de boog valt de binnen een paar minuten te belopen. In 81<br />

na Christus werd de boog van Titus gebouwd en was in 85 na Christus af, dat gevierd werd<br />

met grootse festijnen.<br />

2. De boog van Titus heeft als hoofdvorm een enkele boog. De boog is 13,5 meter breed, 14,5<br />

meter hoog en 4,75 meter diep. De doorgang van de<br />

boog heeft een hoogte van 8,3 meter en heeft een<br />

breedte van 5,36 meter. De triomfboog lijkt hoger<br />

dan hij in werkelijkheid is. Tijdens de opgravingen<br />

van het Forum Romanum is de boog door moderne<br />

opgraafmethodes hoger boven de grond komen te<br />

liggen.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Paulien van Es<br />

<strong>Rome</strong> 166


26 Keizersbogen: Titus<br />

3. De triomfboog heeft één<br />

onderdoorgang met daarboven<br />

een inscriptie op de fries:<br />

“Senatus<br />

Populusque•Romanus divo Tito<br />

divi Vespasiani•F(ilio) Vespasiano<br />

Augusto”<br />

De inscriptie betekent: “De<br />

Senaat en het <strong>Rome</strong>inse volk<br />

(hebben deze gewijd aan) de<br />

vergoddelijkte Titus Vespasianus<br />

Augustus, zoon van de<br />

vergoddelijkte Vespasianus.”<br />

Aan de binnenzijden van de<br />

boog zijn twee gebeurtenissen<br />

uit de veldtocht tegen de<br />

joden op grote reliëfvlakken Boog van Titus voor de restauratie in 1822<br />

afgebeeld: de zuidzijde toont het begin van de triomftocht. Hier voeren <strong>Rome</strong>inse legioensoldaten<br />

de kostbaarste stukken van de buit met zich mee, waaronder de zevenarmig kandelaar<br />

en zilveren trompetten uit de Tempel van Jeruzalem. Ertegenover is het hoogtepunt van de<br />

triomftocht te zien: Titus, begeleid door zijn bedienden, de lictoren, staat midden in de door<br />

de stadsgodin Roma aangevoerde quadriga en wordt door de overwinningsgodin Victoria<br />

geprezen.<br />

4. De veldheer kwam niet tijdens de triomftocht onder de boog door, omdat de triomftocht<br />

in 70 na Christus plaats vond en de boog van Titus pas in 81 na Christus gebouwd werd. De<br />

functie van een triomfboog was eerder het herdenken van overwinningen en het vereren van<br />

keizers, daarom worden triomfbogen ook wel erebogen genoemd.<br />

5. De boog wordt verstevigd door vier halfzuilen van marmer. De halfzuilen beginnen niet<br />

vanaf de grond, maar vanaf de façades. De kapitelen zijn composiet en ondersteunen de<br />

attiek. Bovenop de triomfboog stond eeuwen geleden een bronzen beeld van Titus op een<br />

tweewielige wagen met een vierspan en twee ordebewakers die de<br />

paarden begeleiden.<br />

Boog van Titus (Arco di Tito)<br />

De boog heeft een cassetteplafond waar in het midden de apotheose<br />

van Titus staat afgebeeld. Titus wordt door een adelaar naar de hemel<br />

gebracht, wat symbool staat voor de vergoddelijking van Titus.<br />

6. In 1822 Paus Pius VII gaf opdracht om de triomfboog in oorspronkelijke<br />

staat te herstellen door de restaurateurs Raffaele Stern en<br />

later Giuseppe Valadier. Doorvoor moest eerst de hele boog gesloopt<br />

worden. Ontbrekende materialen werden, bij het opbouwen, vervangen<br />

door de donkere soort travertijn. Op de westzijde heeft paus Pius<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 167


26 Keizersbogen: Titus<br />

VII een inscriptie laten maken, die als volgt<br />

luidt:<br />

“Insigne religionis atque artis monumentum<br />

verustate fatiscens Pius Septimus<br />

Pontifex Max(imus) novis operibus priscum<br />

exemplar imitantibus fulcir servarique iussit<br />

anno sacri principatus eius XXIIII”<br />

De inscriptie betekent: “Monument van<br />

opvallend religie en ook kunst door verval<br />

uiteengevallen: Pius de Zevende, Pontifex<br />

Max(imus) door nieuwe werken het oude<br />

exemplaar vervangend heeft opgedragen<br />

dit te versterken en te bewaren. In het jaar<br />

24 van zijn heilige primaatschap.”<br />

7. Het <strong>Rome</strong>inse volk was en is nog steeds<br />

trots op de boog van Titus, vanwege de inname van Jeruzalem in 70 voor Christus. In der tijd<br />

kon het volk onder de triomfboog doorlopen, omdat de boog van Titus toegang gaf aan het<br />

Forum Romanum. Tot voor kort is het niet meer mogelijk om<br />

onder de boog door te lopen, omdat er rondom een hekwerk is<br />

geplaatst.<br />

8. De triomfboog was gemaakt van steen en met marmer<br />

bedekt en is verrassend goed bewaard gebleven in de der tijd.<br />

De boog heeft in de middeleeuwen deel uitgemaakt van een<br />

woonhuis aan de voet van de Palatijn. De boog van Titus diende<br />

als poort voor het fort en was zo ernstig beschadigd geraakt dat<br />

de boog herbouwt moest worden.<br />

Boog van Constantijn (links) en Boog van Titus (achterin)<br />

Gebouwbeschouwing<br />

“De Senaat en het <strong>Rome</strong>inse volk<br />

(hebben deze gewijd aan) de<br />

vergoddelijkte Titus Vespasianus<br />

Augustus, zoon van de vergoddelijkte<br />

Vespasianus.”<br />

Domitianus heeft dit niet letterlijk gezegd.<br />

Hij wilde hiermee wel duidelijk maken dat hij<br />

bewondering had voor zijn broer Titus en zijn<br />

vader Vespasianus, vanwege hun overwinning op<br />

Jeruzalem in 70 na Christus.<br />

<strong>Rome</strong> 168


26 Keizersbogen: Septimius Severus<br />

Opdrachtgever<br />

Ter ere van Lucius Septimius Severus zijn overwinning op de Arabieren en<br />

de Parthen, en zijn tienjarige jubileum, schonk de senaat (en het volk van<br />

<strong>Rome</strong>) een driedubbele triomfboog in 203 na Christus. De boog van Severus<br />

eert zowel de keizer als zijn twee zonen, Caracalla en Geta. Severus<br />

werd geboren op 11 april 145 na Christus, is getrouwd met Julia Domna in<br />

187 en stierf op 4 februari 211 na Christus een natuurlijke dood.<br />

Keizer Pertimax werd in 193 vermoord dat leidde tot een Burgeroorlog van<br />

193 tot 197. Severus kwam meteen terug naar <strong>Rome</strong>, toen hij het bericht<br />

van Pertimax’ dood had ontvangen. In <strong>Rome</strong> werd het keizerschap per opbod aan de hoogste<br />

bieder opgekocht door Didius Julianus. Geschokt op de manier waarop dit gebeurde, riepen<br />

zijn troepen al na 12 dagen Severus uit tot keizer. Didius Julianus werd afgezet en terechtgesteld,<br />

waarna Severus hem als straf onthoofde. De moordenaars op Pertimax werden<br />

Thermen van Caracalla, Tempel van Vesta, Boog van Severus<br />

opgespoord en begingen hetzelfde lot. Elders in het<br />

keizerrijk werden nog twee commandanten uitgeroepen<br />

tot keizer: Clodius Albinus, gouverneur van Britannia, en<br />

Pescennius Niger, gouverneur van Serie. Severus sloot<br />

vrede met Clodius Albinus en bood hem zelfs de titel<br />

Ceasar aan en richtte zich tot Pascennius Niger in het<br />

oosten. In 194 had Severus het gehele keizerrijk onder<br />

controle. Hij benoemde zijn oudste zoon, Caracalla, uit<br />

tot Ceasar en verklaarde Albinus als staatsvijand. In een<br />

van de grootste<br />

veldslagen van<br />

de <strong>Rome</strong>inse<br />

geschiedenis,<br />

versloeg Severus Albinus bij de slag bij Lugdunum<br />

in 197. In 198 veroverde hij, met zijn twee zonen,<br />

Parthia en de hoofdstad Ctesiphon en plunderde de<br />

hele stad leeg. Alle mannen werden gedood en de<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 169


26 Keizersbogen: Septimius Severus<br />

overgebleven honderdduizend vrouwen en kinderen werden<br />

als slaven gevangen genomen. Severus veroverde<br />

naast Parthia ook andere gebieden, zoals delen in Noord<br />

Afrika. Severus heeft de ‘Thermen van Caracala’ laten<br />

bouwen. Zijn vrouw Julia Domna heeft de ‘Tempel van<br />

Vesta’ laten herstellen. In zijn geboortestad Leptis Magna<br />

heeft hij nog een boog laten bouwen, namelijk de ‘Boog<br />

van Severus’.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. De boog van Septimius Severus ligt aan de voet van de<br />

helling van het Capitool en tegelijkertijd aan de westkant<br />

van het Forum Romanum. De triomfboog staat net als de<br />

boog van Titus in het Forum Romanum.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

2. De hoofdvorm van de triomfboog is een driedubbele boog,<br />

waarvan de centrale boog een hoogte heeft van 12 meter en<br />

een breedte van 7 meter. De twee zijdoorgangen een hoogte<br />

hebben van 7,80 meter en een breedte<br />

van 3 meter. De boog zelf is 23 meter<br />

hoog, 25 meter breed en 12 meter diep.<br />

3. Op de voor- en achterkant van de triomfboog<br />

staan reliëf panelen waarop<br />

verschillende stadia van de oorlog tussen de <strong>Rome</strong>inen en de Parthen<br />

beschreven worden. Op het voetstuk van elke zuil is te zien hoe de <strong>Rome</strong>inen<br />

de Parthen gevangen namen. Op de zijden van de hoofddoorgang<br />

zijn twee gevleugelde Victoria’s afgebeeld. Zij dragen trofeeën<br />

Boog van Septimius Severus (Arco di Settimio Severo)<br />

“Maak mijn soldaten<br />

rijk en heb lak aan alle<br />

overige mensen.”<br />

Deze uitspraak gaf Septimius Severus<br />

als advies aan zijn twee zonen om<br />

een succesvolle keizer te zijn. Zo was<br />

Severus ook begonnen met het opbouwen<br />

van zijn regering. Als je maar<br />

genoeg geld aan je soldaten geeft,<br />

zullen ze trouw blijven.<br />

en richten zich naar het sluitstuk op het plafond waar de god van Mars wordt afgebeeld. De<br />

gevleugelde Victoria’s staan symbool voor de overwinning.<br />

4. De boog van Septimius Severus werd in 203 na Christus gebouwd ter ere van Severus<br />

overwinningen en zijn tienjarig jubileum. Toen de triomfboog werd opgeleverd, werd dit uitgebreid<br />

gevierd met grootse festijnen. Severus begeleidde zijn troepen door de triomfboog<br />

en richting het Capitool.<br />

5. Op de voetstukken van de triomfboog staan acht composietzuilen die de boog versieren.<br />

Ze zijn bekroond met een hoge architraaf en dragen de attiek. Tussen de zijdoorgangen en de<br />

attiek zitten vier grote friezen waar de verschillende stadia van de oorlog op staan afgebeeld.<br />

Op de oude munten is te zien dat er voorheen een groep beelden bovenop de boog heeft gestaan:<br />

een bronzen strijdwagen en vierspan met daarin keizer Severus samen met de godin<br />

Victoria en zijn zonen, Caracalla en Geta.<br />

6. Na de dood van Severus werden zijn twee zonen allebei keizer. Ze verdeelden het kei-<br />

<strong>Rome</strong> 170


26 Keizersbogen: Septimius Severus<br />

zerrijk, maar Julia<br />

Domna ,de vrouw van<br />

Severus, probeerde<br />

hen over te halen samen<br />

te gaan regeren.<br />

Julia Domna zorgde<br />

voor een geheime<br />

ontmoeting, zodat de<br />

broers hun ruzie zouden<br />

kunnen bijleggen.<br />

In plaats van de ruzie<br />

bij te leggen, verraad<br />

Caracalla zijn broer en<br />

laat hem vermoorden.<br />

Na de dood van Geta<br />

werd de opdracht<br />

gegeven Caracalla’s<br />

naam van de triomfboog<br />

te verwijderen.<br />

7. De boog van Septimius<br />

Severus is de enigste boog waar toeristen nog onderdoor kunnen lopen. De triomfboog<br />

is ook een van de best bewaarde monumenten op het Forum Romanum. De boog van<br />

Septimius Severus werd geïntegreerd in een kerk, waardoor de triomfboog ongeroerd bleef.<br />

In de 18e eeuw zijn de grote opgravingen begonnen op het Forum Romanum. Er lag een groot<br />

gedeelte onder het zand, waardoor het leek of de boog lager was. Tijdens de opgravingen<br />

werd de triomfboog in zijn oude staat hersteld.<br />

8. De triomfboog is<br />

grotendeels gemaakt van<br />

baksteen en travertijn,<br />

waarna het met marmer<br />

werd bekleed. De groep<br />

beelden die eeuwen<br />

geleden erop hebben gezeten,<br />

waren van brons,<br />

evenals de tekst op de<br />

attiek.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 171


26 Keizersbogen: Constantijn<br />

Opdrachtgever<br />

Als dank voor de overwinning van Constantijn op zijn medekeizer Maxentius in<br />

de slag bij de Milvische Brug in 312 na Christus richtten de senaat en het <strong>Rome</strong>inse<br />

volk een triomfboog op. Zijn volledige naam is Flavius Valerius Aurelius Constantinus<br />

en is omstreeks 280 na Christus geboren in Naissus. Constantijn stierf in<br />

Ancyrona op 22 mei 337 na Christus.<br />

Na de dood van zijn vader, Constantius I Chlorus, riepen zijn troepen Constantijn<br />

uit tot Augustus van het westen in 306. Vanwege het tetrarchie in 305 vroeg hij<br />

Galerius, Augustus van het oosten, of hij erkend mocht worden als opvolger van<br />

zijn vader. Galerius was niet blij met die benoeming, omdat hij Constantijn als een onderkeizer<br />

zag. Daarom gaf hij Constantijn de titel Ceasar, waarop Galerius de titel Augustus van het<br />

West-<strong>Rome</strong>inse Rijk promoveerde aan Severus. Constantijn was voortaan verantwoordelijk<br />

voor een klein deel van het westen: Brittannië, Gallië en Hispania.<br />

Begin 312 had Maxentius de macht in Italië gegrepen. Constantijn trok met zijn leger over<br />

de Alpen en versloeg Maxentius’ troepen in veldslagen bij Turijn, bij Brescia en bij Verona<br />

ondanks dat Constantijn in de minderheid was. Daarna trok Constantijn naar <strong>Rome</strong> waar hij<br />

Maxentius op 28 oktober 312 in de slag bij de Milvische Brug versloeg. Tijdens de strijd tegen<br />

Maxentius liet hij zijn soldaten een symbool op hun schilden. De christenen geloofden dat<br />

dit het labarumsymbool was, wat zou betekenen dat Constantijn zijn overwinning te danken<br />

had aan de god van de christenen. Hij zou zich hebben bekeerd tot het christendom, nadat hij<br />

een visioen had gekregen van de overlevering aan Constantijn. Om de slag bij Milvische Brug<br />

Sint-Jan van Lateranen, Sint-Pietersbasiliek, Basilica van Maxentius<br />

te herdenken werd de boog van Constantijn opgericht en ingehuldigd in 315. Constantijn<br />

richtte de Sint-Jan van Lateranen (324) en de oude Sint-Pietersbasiliek (324) op. Hij voltooide<br />

de Basilica van Maxentius (312) waar Maxentius mee was begonnen.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

1. De boog van Constantijn<br />

staat ten aanzien<br />

van de boog van Titus en<br />

de boog van Septimius<br />

Severus niet in het Forum<br />

Romanum, maar tussen<br />

het Forum Romanum en<br />

Gebouwbeschouwing<br />

Boog van Constantijn (Arco di Constantino)<br />

<strong>Rome</strong> 172


26 Keizersbogen: Constantijn<br />

het Colosseum in. De triomfboog<br />

werd over de Via Triumphalis<br />

gebouwd worden, de weg waarover<br />

alle keizer hun triomftocht<br />

hielden richting het Capitolijn.<br />

2. De triomfboog heeft als<br />

hoofdvorm een driedubbele boog,<br />

waarvan de centrale boog een<br />

hoogte heeft van 11,5 meter en<br />

een breedte van 6,5 meter. De<br />

zijpoorten hebben een hoogte van<br />

7,4 meter en een breedte van 3,4<br />

Onderste helft: Constantijns leger belegert de stad Verona<br />

meter. De hele triomfboog heeft<br />

een hoogte van 21 meter, een breedte van 25,7 meter en een diepte van 7,4 meter.<br />

3. Er zitten tien medaillons op de boog, waarvan er acht op de voor- en achterkant en twee op<br />

de zijkanten zitten. Onder die medaillons en boven de zijpoorten wordt door middel van een<br />

fries Constantijns activiteiten afgebeeld. Deze randversiering gaat rondom de triomfboog<br />

en begint op de westzijde. Daarop is te zien dat Constantijn met zijn leger vertrekt vanuit<br />

Milaan naar het zuiden.<br />

Als u de hoek omgaat naar de zuidzijde, is Constantijns leger bezig met de belegering van<br />

de stad Verona. Constantijn wist de stad Verona na een strijd op twee fronten in te nemen<br />

en ging daarna door naar <strong>Rome</strong> waar Maxentius zich bevond. Maxentius was van plan zich<br />

schuil te houden in de stad. Hij had grote voorraden in de stad aangelegd en liet enkele<br />

toegangsbruggen afbreken, zoals de Milvische brug aan de noordzijde van de stad. Op het<br />

moment dat Constantijn vanaf het noorden naderde, besloot Maxentius toch de strijd aan<br />

te gaan en liet met boten een noodbrug over de Tiber bouwen. Boven de rechtse zijpoort aan<br />

de zuidzijde is de confrontatie tussen de twee legers te zien. Uiteindelijk probeerde het leger<br />

van Maxentius te vluchten over de wankelende brug van boten. Maxentius en een groot deel<br />

van zijn leger waren in de Tiber gevallen en verdronken vanwege hun zware wapenuitrusting.<br />

Op de oostzijde van de triomfboog ziet u Constantijns leger <strong>Rome</strong> binnen rijden, gevolgd<br />

door Constantijn die<br />

op een zegekar zit.<br />

Normaal gesproken zou<br />

de triomfator op zijn<br />

tweespan staan tijdens<br />

zijn triomftocht. De<br />

reliëfs op de noordzijde<br />

laten Constantijns goede<br />

keizerschap zien in<br />

het Forum Romanum.<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 173


26 Keizersbogen: Constantijn<br />

Hij spreekt onder andere het volk toe op het verhoogde spreekgestoelte en<br />

geeft geld uit aan het volk. Op de achtergrond zijn gebouwen te zien, zoals<br />

de Basilica Julia en de drie bogen van Severus Septimius’ triomfboog.<br />

4. De boog van Constantijn werd door verschillende redenen opgericht. Het<br />

moest als pronkstuk dienen voor de gedurende de decennia. In 312 werd<br />

de bouw begonnen, vanwege de overwinning van de slag bij de Milvische<br />

brug. De triomfboog moest in drie jaar klaar zijn, omdat Constantijn dan<br />

zijn tienjarig jubileum zou worden gevierd. Nog een reden voor de oprichting<br />

was dat de boog de triomf symboliseert van het christendom over de<br />

traditionele <strong>Rome</strong>inse godsdienst. Constantijn was de eerste christelijke<br />

keizer van het Rijk. Hij hield weliswaar vast aan heidense rituelen en werd pas op zijn sterfbed<br />

gedoopt, maar hij heeft zijn aanhang van het christendom op verschillende manieren<br />

getoond.<br />

5. De vier voetstukken dragen de hele triomfboog. De acht zuilen ondersteunen de drie meter<br />

hoge standbeelden en een klein deel van de attiek. Doordat de triomfboog uit drie bogen bestaat,<br />

worden de verticale krachten in horizontale krachten omgezet. Dit is een zeer stabiele<br />

constructie, waardoor de triomfboog nog steeds overeind staat.<br />

6. Op de beide langste zijden van de boog staat de onderstaande inscriptie. Het is een eis dat<br />

er een toewijding van het Senaat en het volk aan keizer Constantijn op het midden van de<br />

attiek wordt geschreven.<br />

“Imperatori Caesari Flavio Constantino Maximo Pio felici augusto Senatus Populusque Romanus<br />

Quod instinctu divinitatis mentis Magnitudine cum ezercitu suo Tam de tyranno quam<br />

de omni eius Factiome uno tempore iustis Rempublicam ultus est armis Arcum triumphis<br />

insignem dicauit.”<br />

De vertaling luidt: “Aan keizer Caesar Flavius Constantijn, de grootste vrome en gelukkige<br />

Augustus hebben Senaat en Volk van <strong>Rome</strong>, omdat hij door goddelijke inspiratie en zijn grote<br />

geest met zijn leger in een rechtvaardige strijd de staat zowel van een tiran als van al zijn<br />

aanhangers in één keer heeft<br />

bevrijd, deze boog versierd met<br />

triomfen gewijd.<br />

Gebouwbeschouwing<br />

“In hoc signo vincis”<br />

De nacht voordat Constantijn<br />

met zijn leger de slag bij de<br />

Milvische Burg begon, kreeg hij<br />

een visioen dat hij de slag zou<br />

winnen met dank aan de god<br />

van de christenen. Hij liet zijn<br />

leger (volgens de christenen)<br />

het labarumsymbool op hun<br />

schilden aanbrengen en riep<br />

“In hoc signo vincis”. Het<br />

betekent dat Constantijn<br />

met zijn leger in dit teken zal<br />

overwinnen.<br />

7. De triomfboog past goed in de<br />

omgeving. De boog staat dicht bij<br />

het Forum Romanum waar nog<br />

twee bogen te zien zijn en het staat<br />

naast het Colosseum die de meeste<br />

toeristen trekt. De triomfboog trekt<br />

vele toeristen en bezoekers, omdat<br />

er verschillende stukken geschiedenis<br />

op de boog staat. Er zijn voor<br />

de triomfboog versieringen van<br />

<strong>Rome</strong> 174


26 Keizersbogen: Constantijn<br />

andere gebouwen en bogen gehaald. Deze zijn bewerkt, maar als er onderzoek wordt gedaan<br />

over verschillende versieringen, is te zien dat de versieringen uit verschillende tijden komen.<br />

8. De versieringen van de triomfboog zijn niet allemaal in dezelfde tijd gemaakt. Vele van de<br />

versieringen zijn hergebruikt of gestolen van andere werken. De boog van Severus Septimius<br />

heeft zelfs model gestaan voor Constantijns boog. De triomfboog moest immers in drie jaar<br />

gebouwd worden en het was goedkoop. De beelden bovenop de acht zuilen en de reliëfs aan<br />

de binnenzijden van de triomfboog zijn afkomstig van het Forum van Trajanus. De beelden<br />

stellen Dacische gevangenen voor die keizer Trajanus had meegenomen na de overwinning<br />

op Dacië. De beelden hebben eeuwen lang geen hoofd gehad, want de hoofden dateren uit<br />

de achttiende eeuw. Er gaat een gerucht rond dat de stenen hoofden eraf zijn gehaald door<br />

iemand uit de zestiende eeuw.<br />

Op de acht medaillons aan de zuid- en noordzijde zijn keizer Hadrianus en zijn kameraden<br />

te zien. De portretten van Hadrianus zijn allemaal bewerkt, zodat Constantijn erin herkend<br />

wordt. De medaillons zouden afkomstig zijn van de keizerlijke villa in Tivoli.<br />

Boven de zijpoorten op de attiek zijn aan beide zijden vier reliëfs te zien. Een monument<br />

werd ter ere van keizer Marcus Aurelius versierd met deze reliëfs. Op de reliëfs worden militaire<br />

acties tegen de Germaanse stammen van de Quaden en de Marcomannen afgebeeld.<br />

info:<br />

Forum Romanum, Italië, <strong>Rome</strong>, openingstijden gelijk aan Forum Romanum: April - September<br />

dagelijks 9.00u-19.00u; Oktober - Maart dagelijks 9.00u-16.30u. toegang is gratis,<br />

Metro: Coloseo, Bushaltes: 3, 8, 75, 85, 87, 117 of 186<br />

175


27 Castel Sant Angelos<br />

Tot de historische gebouwen van <strong>Rome</strong> behoort ook<br />

het “Castel Sant” Angelo” ook wel de “Engelenburcht”<br />

genoemd. Het ligt op zo’n 600 meter van de Sint Pieter<br />

vandaan. In het oude centrum van <strong>Rome</strong>, direct aan<br />

de oever van de Tiber. Aan de kant van de brug, Ponte<br />

Sant’Angelo bevind zich de ingang. De brug is ook verwant<br />

aan het gebouw. Aan de linkerzijde is de Aureliaanse<br />

muur nog gedeeltelijk zichtbaar. Het “Castel Sant”<br />

Angelo” komt ook voor in het beroemde Bernini mysterie.<br />

In het gebouw schuilden de Illuminati, dichtbij het Vaticaan. Ook op de brug speelde er zich<br />

het een en ander af rondom dit mysterie. Verderop in de gids meer hierover. Zoals duidelijk<br />

zichtbaar is heeft het gebouw een ronde basisvorm met daaronder een vierkant en op elke<br />

hoek een soort van toren. Oorspronkelijk was er alleen de ronde basisvorm en zijn de diverse<br />

uitbreidingen van latere tijd.<br />

De Engelenburcht, dat is de naam die dit bouwwerk tegenwoordig draagt. Oorspronkelijk<br />

was het een Mausoleum maar na een bizar visioen kreeg het de huidige naam. Met der tijd<br />

heeft het verscheidene functies, eigenaren en vormen aangenomen. De oorspronkelijke<br />

bouw ervan geschiedde in de oudheid. Onder leiding van de architect Decrianus werd het<br />

als “Moles Hadriani” in opdracht van Keizer Hadrianus als mausoleum voltooid door Antonius<br />

Pius tussen 135 en 139 na Chr.. Decrianus heeft verder geen gebouwen gerealiseerd. Het<br />

bouwwerk is aan de oever van de Tiber gesitueerd, te midden van het historische <strong>Rome</strong> nabij<br />

het Vaticaan.<br />

Op de afbeelding is een reconstructie zichtbaar van het vooraanzicht van het oorspronkelijke<br />

grafmonument van Keizer Hadrianus in <strong>Rome</strong>. Het gebouw is vrijwel helemaal gemaakt uit<br />

Travertin. Travertin is veelvuldig gebruikt in het oude <strong>Rome</strong>. Het beeld dat bovenaan staat is<br />

een beeld van Keizer Hadrianus met een vierspan en oorspronkelijk uitgevoerd in brons. Op<br />

de begane grond was er vrijwel geen activiteit, op de eerste verdieping is er het monument<br />

en de tweede verdieping had vrijwel geen specifieke functie.<br />

Het bouwwerk bestond destijds uit een 84 meter hoge vierkante sokkel met daarbovenop<br />

een cilinder met een doorsnee van 64m. De bovenkant was bedekt met aarde en er waren<br />

cypressen geplant.In het jaar 590 na Chr. is het “Moles Hadriani” geworden tot de huidige<br />

“Engelenburcht”. De oorzaak hiervoor is de volgende legende.<br />

“Op kerstdag 590 hield paus Gregorius I (paus van 590 tot 604) een grote plechtige kerkelijke<br />

optocht om God te smeken een einde te maken aan de heersende pestepidemie. Tijdens een<br />

smeektocht (processietocht) droeg de paus een afbeelding van de maagd Maria. In een visioen<br />

zag hij boven het mausoleum de aartsengel Michael zijn bebloede zwaard in de schede<br />

steken, wat betekende dat Gregorius” bede was<br />

verhoord en de strijd tegen de pestepidemie voorbij<br />

was. Waarschijnlijk heeft de burcht tijdens deze<br />

gebeurtenis zijn huidige naam “De Engelenburcht”<br />

gekregen. Paus Bonifacius IV (regeerde van 608-615)<br />

liet op de plaats waar de aartsengel zou zijn neergestreken<br />

een kapel bouwen.”<br />

Vanaf dat moment kreeg het de naam “De Enge-<br />

Gebouwbeschouwing<br />

door: Pirmin den Hamer<br />

<strong>Rome</strong> 176


27 Castel Sant Angelos<br />

lenburcht”. Een drietal<br />

eeuwen later liet paus<br />

Paulus III een marmeren<br />

beeld maken van de<br />

aartsengel Michael die<br />

symbool stond voor het<br />

visioen. In 1752 werd dat<br />

weer opnieuw vervangen<br />

voor een bronzen<br />

engel die er tot op de<br />

dag van vandaag staat.<br />

In het jaar 271 werd het mausoleum versterkt door de Aureliaanse muur, deze muur werd<br />

gebouwd om <strong>Rome</strong> te beschermen tegen mogelijke aanvallen van barbaarse stammen<br />

en liep door heel <strong>Rome</strong>. Aangezien de Engelenburcht dicht bij het Vaticaan ligt werd het<br />

gebruikt voor de verdediging hiervan en de <strong>Rome</strong>inse adel en burgerij. Het begon daarom<br />

steeds meer op een vesting te lijken door diverse verbouwingen en aanpassingen. Al die tijd<br />

tot omstreeks 1527, toen <strong>Rome</strong> aangevallen werd door Keizer Karel V was het niet belegerd<br />

geweest. 14.000 soldaten belegerden het zes maanden lang. Kort hiervoor probeerde men de<br />

paus, paus Clemens VII hierheen te brengen om deze in veiligheid te brengen. Tijdens deze<br />

poging stierven er 147 personen. Toen de soldaten het verlieten is het vanaf de 15e eeuw tot<br />

1901 gebruikt als gevangenis.<br />

In 1870 werd het officieel overgedragen door het Vaticaan aan het Italiaanse leger, deze<br />

werd weinig tot niet gebruikt. Tot op heden is het een museum, waarvoor de aanpassingen<br />

begonnen rond 1933. Het museum telt nu 58 zalen. Uiteraard zijn het graf van Hadrianus<br />

en de kamers van de paus die in tijde van strijd bescherming zocht in de burcht nog altijd te<br />

bezichtigen.<br />

Het is heel duidelijk te zien dat de onderste bouwlaag het meest massief is. Hoe hoger het<br />

gebouw wordt hoe minder bouwmassa er aanwezig is. Dit omdat de techniek nog niet zover<br />

was in die tijd.<br />

Op de begane grond is er nu, de ingang, diverse workshops, toiletten en een kassa.<br />

Op de eerste verdieping; Ruimte voor kinderen om te spelen, wenteltrap naar boven en een<br />

restaurant.<br />

Op de tweede verdieping; Museum van Volksmuziek, <strong>Rome</strong>ins<br />

handwerk, Cellen, opslagkamers, Cabaret museum en de<br />

ingang van de oude gevangenis.<br />

Op de derde verdieping; een bar, toiletten,<br />

terras en diverse musea. Dit was vroeger die<br />

militaire vloer.<br />

Op de 4e verdieping; een biblotheek, terras<br />

en diverse musea. Dit was het woongedeelte<br />

met veel kamers en veel fresco’s<br />

van Giulio Romano en Perin del Vaga.<br />

Op de 5e verdieping; “Sala della Ro-<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 177


27 Castel Sant Angelos<br />

tonda” en “Sala delle Colonne” en een groot terras.<br />

Het interieur van het Castel Sant” Angelo is erg divers. Er zijn grote zalen met schitterende<br />

fresco’s te zien maar ook kamers bekleed en ingericht met nostalgische houten meubelen.<br />

Bovendien zijn er ook zalen die erg modern en strak ogen en waar allerlei kunst tentoongesteld<br />

staat. Dit geeft een artistieke sfeer aan het gebouw. Dat is iets wat je totaal niet zou<br />

verwachten wanneer je naar de buitenkant kijkt. Op de onderste bouwlagen is er niet echt<br />

veel lichtinval maar op de hogere verdiepingen valt het licht mooi in de diverse zalen en<br />

ruimten.<br />

Begane grond<br />

1. Cortille del Salvatore<br />

2. Ambulacro di Bonifacio IX<br />

3. Cortille delle Fucilazioni<br />

4. Cappella dei Condannati<br />

5. Atrio Romano<br />

6. Rampa elicoidale<br />

eerste verdieping<br />

1. Rampa diametrale<br />

2. Sala delle Urne<br />

3. Parlatoio<br />

4. Prigioni storiche<br />

5. Oliare<br />

6. Silios<br />

tweede verdieping<br />

1. Cortille dell” Angelo<br />

2. Sale di Clemente VIII<br />

3. Sala della Giustizia<br />

4. Sala di Apollo<br />

5. Cappella dei SS. Cosma e Damiano<br />

6. Sale di Clemente VII<br />

7. Cortille di Alessandro VI o del Teatro<br />

8. Cortiletto di Leone X<br />

9. Stufetta di clemente VII<br />

derde verdieping<br />

1. Giretto Coperto e galleria archieologica<br />

2. Stanzette di Pio IV<br />

3. Loggia di Giulio II<br />

4. Giretto Scoperto di Alessandro VII<br />

5. Armeria storica<br />

6. Loggia di Paolo III<br />

7. Sala Paolina<br />

8. Sala di Perseo<br />

9. Sala di Amore e Psiche<br />

4e Verdieping<br />

1. Sala del Tesoro<br />

2. Bibliotheca<br />

3. Sala dell’Adrianeo<br />

4. Sala dei Festoni<br />

5. Cagliostra<br />

6. Appartamento del Castellano<br />

7. Corridoio Pompeiano<br />

5e Verdieping<br />

1. Terrazza dell’Angelo<br />

2. Sala della Rotonda<br />

3. Sala delle Colonne<br />

info:<br />

Lungotevere Castello 50, <strong>Rome</strong> (00193)<br />

Toegangsprijs: 5,00 euro pp.<br />

Openingstijden: 09:00 - 19.00 Kaartverkoop eindigt om 18.30<br />

178


28 Catacombe<br />

Tot het jaar 150 na Chr. werden mensen met verschillende religies naast elkaar begraven. Zo<br />

werden christenen en heidenen gewoon naast elkaar begraven. Toen in <strong>Rome</strong> het Christendom<br />

in opkomst kwam, wilden de christenen hun eigen begraafplaatsen. In die tijd moest je<br />

grond bezitten wilde je in de grond mogen graven. De meeste Christenen waren echter arme<br />

mensen die weinig geld hadden, laat staan grond. De christenen waren dus afhankelijk van<br />

rijke Christelijke families die hun grond wilden afstaan voor het begraven van hun geloofsgenoten.<br />

De bovengrondse begraafplaatsen raakten al snel overvol doordat steeds meer<br />

mensen zich lieten bekeren tot het Christendom. De enige oplossing nu was onder de grond.<br />

Zo ontstond er een ondergronds netwerk aan galerijen en gangen met een geschatte lengte<br />

van ongeveer 900 tot 1200 km. Het jaar 313 na Chr. zorgde voor veel verandering in de catacomben.<br />

De gelovige christenen begonnen de martelaren in de catacomben te vereren. Men<br />

dacht namelijk dat hoe dichter je bij een martelaar of moordenaar werd begraven, hoe meer<br />

kans er was dat je in de hemel kwam. Het gevolg was een opeenhoping van vele graven.<br />

Na 450 werden er geen gelovigen meer in de catacomben begraven.<br />

Gebouwanalyse<br />

1. Van de 52 catacombenstelsels die te vinden zijn in <strong>Rome</strong> kun je de meeste ingangen terugvinden<br />

aan bijna alle, in die tijd, belangrijke wegen. Zo is bijvoorbeeld de hoofdingang van de<br />

catacomben van St. Callistus te vinden aan Via Appia Nuovo, één van de belangrijkste wegen<br />

die leidt naar het centrum van de stad. Hedendaags zijn er nog maar een aantal catacomben<br />

open voor publiek: De catacomben van St. Agnes, St. Priscilla, St. Domitilla, St. Sebastian en<br />

St. Callistus. Ook de catacomben van Praetextaus hebben een rijke geschiedenis. De ingang<br />

van deze catacomben is dezelfde ingang als die van de Joodse catacomben.<br />

De catacomben van St. Callistus zijn volgens vele kenners de belangrijkste onderaardse<br />

begraafplaatsen van <strong>Rome</strong>. De ingang van<br />

deze catacomben is te vinden in Via Appia<br />

Nuova, nummer 110, vlakbij de kruising<br />

met Via Ardeatina. Het eerste systematische<br />

onderzoek en verkenning van deze<br />

catacomben werd verricht door Giovanni<br />

Battista de Rossi. Hij begon met het onderzoek<br />

in 1849.<br />

De catacomben van Callistus werden<br />

gecreëerd in de vierde eeuw na Chr. uit een<br />

vereniging van meerdere groepen van onderaardse<br />

kerkhoven. Van de meeste van<br />

deze onderaardse kerkhoven die toen gevonden<br />

zijn is het duidelijk te merken aan<br />

de symbolen dat het om kerkhoven met<br />

een Christelijke achtergrond ging. Toch<br />

legden niet alleen Christenen ondergrondse<br />

kerkhoven aan. Ook de Etrusken, Joden<br />

en <strong>Rome</strong>inen hadden deze onderaardse<br />

ruimten (hypogea), maar alleen bij de<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 179<br />

door: Rowan Grim


28 Catacombe<br />

Christenen kwam het vaak voor, bij de <strong>Rome</strong>inen was<br />

het een uitzondering. Niet alleen in <strong>Rome</strong> werden<br />

deze catacomben gevonden. In Napels (±200 km<br />

ten zuidoosten van <strong>Rome</strong>), Malta, Sicilië en zelfs in<br />

het Noorden van Afrika werden de catacomben<br />

gevonden.<br />

2. De lengte van de catacomben wordt geschat<br />

op zo’n 1000 kilometer. Het catacombenstelsel<br />

bestaat uit 3 onderdelen: galerijen, crypten<br />

De catacomben van St. Callistus<br />

en grafkamers. Men begon met het maken<br />

van een hoofdingang. Van daaruit werd een trap naar beneden gegraven en vervolgens de<br />

galerijen (gangen).<br />

Men ging te werk volgens bepaalde systemen: Twee hoofdingangen met daartussen gangen<br />

(roostersysteem), de gangen vertakken zich als de twijgen van een boom (twijgsysteem).<br />

Een goed voorbeeld hiervan zijn de catacomben van St. Callistus. Wanneer er geen plaats<br />

meer was op een verdieping, dan groef men gewoon weer verder naar beneden. Catacomben<br />

met vier of vijf verdiepingen en een totale diepte van over de 20 meter komen vaak voor.<br />

3. De buitenkant van de catacomben is niet zichtbaar. Wat wel zichtbaar is zijn de gebouwen<br />

die als ingang dienen voor de catacomben.<br />

De gevels van de ingangen van de catacomben hebben<br />

een hele strakke, rechte uistraling. Als voorbeeld de<br />

ingang van de catacomben van Domitilla. Het totale gevelbeeld<br />

heeft in eerste aanblik een Romaanse stijl. De<br />

lijnen in de gevel lopen door over de gehele gevel. In de<br />

gevel wordt gebruik gemaakt van Ionische kolommen<br />

en halfzuilen. Ionische kolommen en halfzuilen zijn te<br />

herkennen aan kapitelen in een rond gedraaide vorm.<br />

In de gevel zijn ook een aantal half ronde bogen terug<br />

te vinden die veel gebruikt werden in de Romaanse<br />

bouwstijl. De gevel is vorm gegeven in een gebroken<br />

witte kleur. De gebroken witte kleur is kenmerkend voor<br />

veel historische bouwwerken uit die tijd. Dit komt omdat<br />

in die tijd veel met natuursteen zoals marmer werd<br />

gewerkt als bouwmateriaal.<br />

4. Toen de catacomben rond het jaar 200 gemaakt wer-<br />

De entree van de catacomben heeft een fraaie entree den, werden de catacomben gebruikt voor het begraven<br />

van Christenen, Etrusken, Joden en <strong>Rome</strong>inen. De gangen van de catacomben vormen een<br />

ingewikkeld stelsel en vormen ware labyrinten. In de wanden zijn gaten uitgehakt, waarin de<br />

doden werden bijgezet. Deze eenvoudige graven werden Loculi genoemd en werden, wanneer<br />

de doden waren bijgezet, afgesloten met een plaat van terracotta of marmer. Rijkere<br />

Christelijke families hadden eigen grafkamers met rijkelijk versierde wanden. Zij hadden ook<br />

Gebouwbeschouwing<br />

<strong>Rome</strong> 180


28 Catacombe<br />

grotere graven, in de vorm van een boog. Zo’n booggraf<br />

werd in die tijd Arcosolium genoemd.<br />

Deze grafkamers en Arcosolia werden versierd met<br />

muurschilderingen en fresco’s waarin vele vroeg- Christelijke<br />

motieven terug te vinden zijn. Vaak waren het<br />

taferelen als een herder met zijn schapen. Vele van deze<br />

taferelen kon men ook terug vinden in de <strong>Rome</strong>inse<br />

kunst. Ook Bijbelse thema’s zijn er te vinden, zoals<br />

Daniel in de leeuwenkuil. In de fresco’s en muurschilderingen<br />

kan men vaak Christelijke symbolen terug<br />

vinden. Voorbeelden hiervan zijn het anker (hoop),<br />

het kruis (geloof) en de duif (vrede). Wat ook opvalt is<br />

dat er vaak vissen in de fresco’s worden gebruikt. De<br />

vissen verwijzen naar het Griekse symbool Ichthus, wat<br />

het symbool van Jezus Christus is. Vanaf de tweede<br />

eeuw ontstonden er ook catacomben in Napels, Sicilië,<br />

Malta en Noord-Afrika, onder andere in Cyrene. In later<br />

eeuwen werden ook andere onderaardse kerkhoven en<br />

ossuaria als catacomben aangeduid, zoals die te Parijs.<br />

In de catacomben van Callistus werd ook de overleden<br />

paus bijgezet. Deze hadden een bescheiden grafkamer,<br />

in vergelijking met bijvoorbeeld de grafkamer van St.<br />

Cecilia is deze bijna de helft zo groot met een oppervlakte<br />

van ongeveer 40 m2<br />

Soms waren de gangen mooi afgewerk...<br />

Soms ook niet...<br />

5. De structuur van de catacomben is vaak hetzelfde. Boven de grond is de ingang in een<br />

basiliek. In een basiliek zit achterin een trap naar beneden. Wanneer je deze trap afgaat komt<br />

je in een lager gelegen kamer. Deze kamer ligt onder de grond. Vanuit deze kamer kan je<br />

meerdere kanten uit. Als voorbeeld bij de catacomben van Priscilla kan je naar binnen door<br />

de ingang gelegen aan Via Salaria. Hier ga je de trap af en kom je in een vertrek waar je naar<br />

recht kunt (voor de minder belangrijke mensen) en naar links voor de belangrijke personen.<br />

Wanneer je naar links gaat kom je in een groot atrium waaruit je naar verschillende grafkamers<br />

kan. Hier liggen alle “belangrijke” mensen uit die tijd, zoals rijke ambachtslieden. Wanneer<br />

je door deze ruimtes loopt kun je gelijk zien<br />

aan de vele versieringen dat de kamers van rijke<br />

families zijn. Wanneer je in de grafkamers van<br />

de “gewone” burgerij loopt zijn het doodgewone<br />

graven, zonder enige versiering.<br />

6. Door de korte geschiedenis die de catacomben<br />

kende, omdat maar ruim 200 jaar gebruikt<br />

werden is er weinig bekend over wie nu de<br />

werkelijke opdracht heeft gegeven om de<br />

catacomben te laten bouwen. De catacomben<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 181


28 Catacombe<br />

werden uitsluitend gebruikt voor het begraven van<br />

mensen. Dit was in de 200 jaar het enige waar ze<br />

voor gebruikt waren. Wanneer er ruimtegebrek was<br />

in de catacomben, werd er gewoon verder gegraven<br />

en zo ontstonden er nieuwe gangen en grafkamers. Na<br />

deze periode werden er geen mensen meer in begraven<br />

en werden de catacomben gesloten. In 1849 werden de<br />

catacomben voor het eerst weer geopend.<br />

7. In de tijd dat men de catacomben bouwden werd<br />

er maar naar een aantal aspecten gekeken, zoals de<br />

stevigheid (zodat het niet instort). Er werd toen weinig<br />

tot niets gedaan aan bijvoorbeeld verlichting of ventilatie.<br />

Tegenwoordig is er licht aangebracht in de tunnels zodat<br />

alle muurschilderingen en grafkamers goed te bezichtigen<br />

zijn. Ook voor de ventilatie van de tunnels is een oplossing<br />

gevonden. Er zijn namelijk gaten in het plafond van de cata-<br />

comben gemaakt zodat er lucht van buiten naar binnenin de catacomben kan stromen. Wat<br />

duurzaamheid van het “gebouw” betreft zou je kunnen zeggen dat deze catacomben hun<br />

kwaliteiten wel bewezen hebben. Ze gaan al vele eeuwen mee. Tegenwoordig wordt onder<br />

“duurzaam” iets heel anders verstaan. Tegenwoordig wordt er onder duurzaam verstaan dat<br />

het gebouw energiezuinig en milieuvriendelijkheid moet zijn. De catacomben liggen onder<br />

de grond en zijn dus goed bestand tegen temperatuurverschillen.<br />

Toch heeft dit gebouw geen grote maatschappelijke waarde, dit komt door twee redenen:<br />

het ligt onder de grond en is dus minder makkelijk te bezichtigen, zodat weinig mensen weet<br />

hebben van deze catacomben en het heeft niet zo’n belangrijke status zoals bijvoorbeeld het<br />

Colosseum of de St. Pieter.<br />

8. De gebruikte bouwmaterialen van de catacomben zijn vooral natuursteen en andere<br />

steensoorten. Dit omdat de catacomben “uitgehakt” zijn in de grond. De ingangen van de<br />

catacomben heeft ook de materiaalkeuze die je zou verwachten van een Romaans gebouw,<br />

veel natuursteen. Dit komt omdat er in die tijd nog niet zo veel bouwmaterialen<br />

gebruikt werden zoals beton of keramische materialen.<br />

1. De catacomben van Sint-Agnes<br />

2. De catacomben van Priscilla<br />

Adres: Via Nomentana, 349. 00162, <strong>Rome</strong><br />

Adres: Via Salaria, 430. 00199, <strong>Rome</strong>.<br />

3. Catacomben van Domitilla<br />

4. De catacomben van Sint Sebastianus<br />

Adres: Via delle Sette Chiese, 282 /280. <strong>Rome</strong><br />

Adres: Via Appia Antica, 136. 00179, <strong>Rome</strong>.<br />

5. De catacomben van Sint-Callixtus<br />

Adres: Via Appia Antica, 126 00179, <strong>Rome</strong>.<br />

info:<br />

Dagelijks geopend van 08.30 - 12.00 en van 14.30 - 17.00.<br />

Dagelijks geopend van 09.00 - 12.00 en van 16.00 - 18.00. (voor de catacomben van<br />

Sint-Agnes)<br />

Plattegrond van de toegankelijke<br />

catacomben van St. Domitilla<br />

182


29 Santa Maria in Aracoeli<br />

Gebouwanalyse<br />

1. Gesitueerd op een van de 7 heuvels van <strong>Rome</strong> aan de Noordzijde van de<br />

Capitolijn vindt men een Romaanse kerk genaamd Santa Maria Arecouli<br />

voeger bekend onder de naam Santa Maria de Capitolo. Door de verhoogde<br />

plaatsing van de kerk heeft het gebouw in prominente plaats gekregen<br />

in zijn omgeving. Dit effect word versterkt door de grote brede trappen<br />

aan de voorzijde, zo wordt duidelijk gemaakt dat dit gebouw een belangrijke<br />

functie heeft. Helaas valt het gebouw totaal in het niets bij het veel<br />

later gebouwde monument van Victor Emanuel II, Altare della Patria (ook paus ....<br />

bekent onder de plaatselijke bevolking als suikertaart vanwege het witte<br />

marmer). De trap naar de kerk toe bestaat uit 124 marmeren treden die dateren uit 1338. Ze<br />

werden geschonken uit dank voor het eindigen van de pestepedemie. Het eerste dat opvalt<br />

aan het gebouw is de solide ogende,<br />

ietwat sobere Romaanse gevel.<br />

2. In 1412 sierde de eerste openbare<br />

klok van <strong>Rome</strong> de gevel waarvan nog<br />

steeds de sporen in het metselwerk<br />

terug te vinden zijn. Vanaf luchtfoto’s<br />

ziet het geheel er naar gekeken<br />

vanuit een hedendaags perspectief<br />

totaal niet uit als een kerk door te<br />

weinig verfijning en ontbreken van<br />

een toren.<br />

3. De gevel oogt erg sober, de enige<br />

decoraties zijn die boven de toegangen<br />

van de zijbeuken. De gevel is nog niet af: de bedoeling was om de gevel te bedekken met<br />

mozaïek, dit is echter nooit gebeurd. De dakvorm<br />

is een zadeldak (geldt voor veel Romaanse bouwwerken)<br />

voorzien van zogenaamde monniken en<br />

nonnen pannen. De entree bestaat uit een drietal<br />

deuren, een grote deur in het midden waarnaast<br />

twee kleine deuren zitten. Deze geven toegang tot<br />

de zijbeuken, elk met negen kapellen. Aan de rechterzijde<br />

ook een zijuitgang bij enkele graftomben.<br />

De absis is<br />

vierkant gevormd.<br />

4. De Santa Maria in Aracoeli is gebouwd door<br />

Griekse monniken in de zesde eeuw op de restanten<br />

van de aan Juno toegewijde tempel uit 334 v.Chr.<br />

In de tiende eeuw kregen de Benedictijnen het<br />

bouwwerk in bezit. In het jaar 1249 werd het pand<br />

<strong>Rome</strong><br />

Gebouwbeschouwing 183<br />

door: Jorim Sanderse


29 Santa Maria in Aracoeli<br />

info:<br />

aan de Franciscanen overgedragen door de toenmalige<br />

paus in de vorm van een pauselijk decreet. Deze kerk<br />

dankt zijn populariteit vooral aan het relikwie dat tot<br />

1994 hier lag, een olijfhouten beeldje van Jezus wat<br />

genezing zou schenken waarna het traditioneel beloont<br />

wordt met sieraden, het huidige beeldje is slechts een<br />

replica omdat het origineel ontvreemd werd in 1994.<br />

De heilige trap zou volgens een legende tevens zorgen<br />

dat ieder die tijdens de nacht biddend op de knieën de<br />

trap opgaat de loterij wint. De kerk is nu nog steeds in<br />

gebruik als kerk en bedevaartsoort zoals bij de bouw<br />

bedoeld was.<br />

5. Muren zijn versierd met fresco’s in Renaissancestijl<br />

en er is een verguld cassette plafond aangebracht na de<br />

overwinning bij de slag van Lapanto in 1571 waarvan de<br />

overwinningsfeesten ook in dit gebouw plaatsvonden.<br />

Overigs is het altaar uitgevoerd in Barokstijl. Verspreid<br />

in de kerk zijn grafstenen te vinden van bekende personen zoals bijvoorbeeld de op één na<br />

laatste Bosnische koningin Catherine met bijbehorend portret uit de 15de eeuw.<br />

Het gebouw is hoofdzakelijk opgebouwd uit baksteen en voorzien van Romaanse pannen.<br />

Aan de binnenzijde van de kerk kan men 22 zuilen vinden die allemaal hergebruikt<br />

zijn uit eerdere bouwwerken, vandaar dat ze dus ook niet identiek zijn. Op de zuilen rusten<br />

halfronde bogen die de dakconstructie van het middenschip dragen. Het meest indrukwekkende<br />

aan dit gebouw is het interieur. Het is erg overdadig door de vele versieringen. Het is<br />

voorzien van prachtige mozaïeken in een stijl “Cosmatesque” die kenmerkend genoemd mag<br />

worden voor het middeleeuws Italië. Het marmer hiervoor werd verkregen uit de ruïnes van<br />

<strong>Rome</strong>inse bouwwerken.<br />

7. Het gebouw vervult een zogenaamde gebedsfunctie, daarnaast is het tegenwoordig als<br />

toeristische trekpleister ook van grote waarde.<br />

8. Beknopt overzicht van de<br />

gebruikte materialen :<br />

Verschillende kleuren marmer<br />

en Travertin voor kolommen,<br />

vloeren en entree trap. Bladgoud,<br />

hout, verf, kalkpleister en fresco’s<br />

als interieur afwerking voor wand<br />

en plafond. Baksteen en gebakken<br />

dakpannen voor de buitenwand<br />

en het dak.<br />

4 Piazza del Campidoglio 00186 <strong>Rome</strong><br />