excursie_Rome_files/Excursiegids Rome 20100609.pdf
excursie_Rome_files/Excursiegids Rome 20100609.pdf excursie_Rome_files/Excursiegids Rome 20100609.pdf
excursiegids opleiding Bouwkunde 2-7 juni 2010 samengesteld door en voor studenten van Hogeschool Zeeland MMX + S t u t t g a r t hoofdsponsors:
- Page 2 and 3: index gebouwen keulen 01 Bruder Kla
- Page 4 and 5: Hoe groot wordt jouw eerste carriè
- Page 6 and 7: Contactpersoon: Ellen Capiau advert
- Page 8 and 9: advertentie sponsor 8
- Page 10 and 11: Rome toen ver in Anatolië en beleg
- Page 12 and 13: Rome toen dat ze omgevormd werden t
- Page 14 and 15: Rome toen tot een Commune, vertaald
- Page 16 and 17: Rome toen een groot woonhuis. Dit s
- Page 18 and 19: Rome toen de Dominicaanse Schilder
- Page 20 and 21: Rome toen Francesco del Borgo. Sind
- Page 22 and 23: Rome toen kapel in een aan geesteli
- Page 24 and 25: Rome toen Sixtus V een claim leggen
- Page 26 and 27: Rome toen De Italiaanse regering he
- Page 28 and 29: Rome toen hele wijk waar enkele ber
- Page 30 and 31: Rome toen De doorstroming binnen Ro
- Page 32 and 33: Rome nu Het Bernini Mysterie is een
- Page 34 and 35: Rome nu aanwijzing in het oplossen
- Page 36 and 37: Rome nu Alle kunstenaars zouden het
- Page 38 and 39: Rome nu Het plein wordt omgeven doo
- Page 40 and 41: Rome nu Zuil van Trajanus Trajanus
- Page 42 and 43: Rome nu sen het huidige Carlisle en
- Page 44 and 45: Rome nu nus, waar zij ook veel bouw
- Page 46 and 47: Rome nu Gravering van Marcus Aurelu
- Page 48 and 49: Rome nu Bezienswaardigheden De bela
- Page 50 and 51: Rome nu Mag ik een foto van je neme
<strong>excursie</strong>gids opleiding Bouwkunde<br />
2-7 juni 2010<br />
samengesteld door en voor studenten van Hogeschool Zeeland<br />
MMX<br />
+ S t u t t g a r t<br />
hoofdsponsors:
index gebouwen<br />
keulen<br />
01 Bruder Klaus Kapelle<br />
stuttgart<br />
02 Weißenhof Siedlung<br />
03 Mercedes Benz Arena<br />
04 Fernsehturm<br />
05 Neue Staatsgalerie<br />
06 Hysolar Research Building<br />
07 Landesbank Baden-Württenberg<br />
08 Mercedes Benz Museum<br />
09 Porsche Museum<br />
MMX Gebouwbeschouwing<br />
weil am rhein<br />
10 Geodesic Dome<br />
11 Vitra Design Museum<br />
12 Feuerwehr / Expohalle<br />
13 Vitra Conference Pavillion<br />
14 VitraHaus<br />
rome<br />
15 Circus Maximus<br />
16 Portico di Octavia<br />
17 Mercati di Traiano<br />
18 Pantheon<br />
19 Mausoleo di Augusto<br />
20 Piramide Cestia<br />
21 Teatro di Marcello<br />
22 Terme di Diocleziano<br />
23 Forum: overzicht<br />
24 Forum: Colosseo<br />
25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />
26 Keizersbogen<br />
27 Castel Sant Angelos<br />
28 Catacombe<br />
29 Santa Maria in Aracoeli<br />
30 Santa Maria del Popolo<br />
31 San Clemente<br />
32 Kerk der Friezen<br />
33 Passetto di Borgo<br />
34 Santa Maria Della Pace<br />
35 Tempietto di San Pietro<br />
36 Trinità dei Monti<br />
37 Museo Vaticano<br />
38 San Pietro<br />
39 Piazza San Pietro<br />
40 Santissimo Nome di Gesù<br />
41 Basilica di San Giovanni in Laterano<br />
42 Piazza Navona<br />
43 Sant’Ignazio<br />
44 Santa Maria della Vittoria<br />
45 Villa Borghese<br />
46 San Carlo Alle Quattro Fontane<br />
47 San Ivo della Sapienza<br />
48 Sant’Agnese<br />
49 Sant’Andrea al Quirinale<br />
50 Piazza di Spagna<br />
51 Piazza di Campidoglio<br />
52 Fontana di Trevi<br />
53 Palazzo della Civiltà Italiana<br />
54 Palazzo dei Congressi<br />
55 Stadio Olimpico<br />
56 Museo della Civiltà Romana<br />
57 Parco della Musica<br />
58 Dio Padre Misericordioso<br />
59 Biblioteca Università Lateranense<br />
60 il Palazzetto Bianco<br />
61 Nederlandse Ambassade <strong>Rome</strong><br />
62 Maxxi National Art Museum<br />
Florence<br />
63 Ciesa dell’Autostrada<br />
Noord-Italië<br />
64 Bolle Grappa Nardini
inhoudsopgave<br />
Index Gebouwen 2<br />
Programma Excursie 5<br />
Voorwoord 7<br />
<strong>Rome</strong> toen 9<br />
<strong>Rome</strong> nu 32<br />
Gebouwbeschouwingen Duitsland 71<br />
Gebouwbeschouwingen Italië 127<br />
Deelnemerlijst Excursie 300<br />
Mappa di Roma + gegevens overnachtingen 301<br />
hoofdsponsors:<br />
Eerder verschenen in deze reeks en te downloaden op www.bouwkunde.hz.nl<br />
Gebouwbeschouwing<br />
algemene<br />
informatie<br />
3
Hoe groot wordt jouw<br />
eerste carrièrestap?<br />
Bouwkunde civiele tecHniek geo-informatie<br />
Tracé is een succesvolle keuze voor het maken van je eerste carrièrestap. Dat hebben we in de afgelopen<br />
jaren bewezen met honderden succesvolle detacheringen van bouwkundige, civieltechnische en<br />
geo-informatie starters op de arbeidsmarkt.<br />
Met een detachering door Tracé maak je niet alleen gebruik van ons voortreffelijke netwerk, maar ook<br />
van onze vakkundige expertise en vakinhoudelijke achtergrond. Hiermee weten we uitstekend jouw<br />
persoonlijke drijfveren, ervaringen en ambities in kaart te brengen en te koppelen aan de kansen op de<br />
arbeidsmarkt.<br />
Met meer dan 350 professionals is Tracé een toonaangevend detacheringsbureau op de<br />
Nederlandse bouwkundige, civieltechnische en geo-informatie markt. Met een brede functieoriëntatie<br />
detacheren we op deze markten professionals op MBO-, HBO- en Academisch niveau.<br />
Meer informatie over onze mogelijkheden en ons actuele vacatureaanbod vind je op onze website.<br />
www.tracedetachering.nl<br />
advertentie<br />
sponsor<br />
4
Programma Excursie (onder voorbehoud)<br />
2 juni 2010<br />
06:15 uur bus arriveert bij de HZ.<br />
06:15 uur verzamelen bij de toegang van het HZterrein<br />
aan de Edisonweg.<br />
06:30 uur vertrek bus bij de HZ<br />
10:00 uur bezoek Bruder Klauskapelle in Wachendorf:<br />
eerste presentatie.<br />
15:00 uur aankomst bij Stuttgart, rijtoer langs diverse<br />
gebouwen om en in de stad.<br />
±19:00 uur aankomst jeugdherberg, verdeling kamers<br />
etc. einde vast programma: vrij om Stuttgart<br />
op eigen gelegenheid te gaan verkennen.<br />
3 juni 2010<br />
08.00 uur gezamenlijk ontbijt<br />
08:30 uur vertrek jeugdherberg met de bus richting<br />
<strong>Rome</strong><br />
±19:30 uur aankomst camping Fabulous in <strong>Rome</strong>, verdeling<br />
tenten en ontspannen op de camping of<br />
elders op eigen gelegenheid.<br />
4 juni 2010<br />
08.30 uur* ontbijt<br />
09:00 uur• vertrek per bus naar gebouwen aan de rand<br />
van de stad.<br />
12:30 uur* lunch op eigen gelegenheid ter plaatse<br />
13:00 uur* vertrek per metro naar gebouwen en parken<br />
her en der in de stad<br />
15:00 uur einde verplicht programma<br />
5 juni 2010<br />
08.30 uur ontbijt<br />
09:00 uur• vertrek per bus naar gebouwen aan de rand<br />
van de stad.<br />
12:30 uur* lunch op eigen gelegenheid ter plaatse<br />
Gebouwbeschouwing<br />
13:00 uur* vertrek per metro naar gebouwen en parken<br />
her en der in de stad / bezoek musea<br />
15:00 uur einde verplicht programma<br />
6 juni 2010<br />
08.30 uur ontbijt<br />
09:00 uur vertrek uit <strong>Rome</strong> vanaf de camping met de<br />
bus naar Nederland.<br />
11:30 uur bezoek Ciesa del Autostrada<br />
22:00 uur bezoek Vitra Campus, Weil am Rhein<br />
7 juni 2010<br />
06:30 uur retour bij de HZ.<br />
Adressen<br />
Jugendgästehaus Stuttgart<br />
Richard Wagner Strasse 2-4a<br />
70184 Stuttgart +49711241132<br />
camping Fabulous<br />
Via C.Colombo 18<br />
00125 Roma +3965259354<br />
Telefoonnummers<br />
+393270610171 (Altena)<br />
+393290823138 (Vercouteren v/d Berge)<br />
De programma-onderdelen met een sterretje, zijn alleen verplicht<br />
voor de B2-groep. Andere studenten kunnen hier natuurlijk ook<br />
aan deelnemen, maar dat is vrijwillig. Het kan zijn dat we na het<br />
verplichte gedeelte voor de B2-studenten nog extra gebouwen<br />
gaan bezoeken, maar dat wordt onderweg bepaald.<br />
algemene<br />
informatie<br />
5<br />
foto: Niek van de Calseijde, met hulp van Nicky van der Kooij
Contactpersoon: Ellen Capiau<br />
advertentie<br />
sponsor<br />
6
Voorwoord<br />
Beste lezer,<br />
Al enkele jaren organiseert de opleiding Bouwkunde van de Hogeschool Zeeland tweedaagse<br />
<strong>excursie</strong>s naar een metropool in Europa. Meestal gaan we de eerste dag met de bus rondom<br />
de stad, tweede dag met de metro en te voet door de stad gebouwen bekijken. De afgelopen<br />
jaren gingen we naar Berlijn (2006) Parijs (2002, 2004 en 2007), Londen (2005 en 2009) en<br />
Barcelona (2008).<br />
De <strong>excursie</strong> een onderdeel van het studieonderdeel “Gebouwbeschouwingen” en in tijdens<br />
het eerste lustrum in 2010 gaan we via Stuttgart naar <strong>Rome</strong>!<br />
Tijdens de cursus “Gebouwbeschouwingen” ontwikkelen de studenten het zogenaamde<br />
“bouwkundige oog”, een soort X-ray-vision. Al kijkend kan een student zich een oordeel<br />
vormen van het gebouw en zijn omgeving, de materialen en de functies. Ieder jaar programmeren<br />
docenten van de opleiding dit studieonderdeel rondom een metropool. Alle studenten<br />
van het eerste jaar analyseren twee gebouwen. Ook onderzoeken zij per groep een deel van<br />
de geschiedenis van de stad.<br />
De analyse van de gebouwen omvat in elk geval het volgende:<br />
• Een biografie van de ontwerper, waarin nog drie andere gebouwen van de<br />
ontwerper worden opgenomen<br />
• De werkelijke gebouwanalyse, onderverdeeld in de volgende onderdelen:<br />
1. Site, ligging, belendingen, bouwmassa, geleding<br />
2. Hoofdvorm, afmetingen<br />
3. Façade, dakvorm, entree, deuren en ramen<br />
4. Functie, gebruik, ouderdom, geschiedenis en onderhoudstoestand<br />
5. Plattegronden, constructie, interieur, meubilair en licht.<br />
6. Opdrachtgever, programma van eisen<br />
7. Ecologische aspecten en maatschappelijke context.<br />
8. Bouwmaterialen<br />
• In het werkstuk worden geveltekeningen en plattegronden, naast<br />
duidelijke foto’s verwerkt. Ook wordt van elke gebouw een 3D-model met Sketchup ge<br />
maakt<br />
• Naast de analyse wordt per gebouw toeristische informatie in een klein<br />
overzichtelijk blokje weergegeven<br />
De inhoud van deze <strong>excursie</strong>gids is samengesteld door en ook voor de studenten zelf. Zij<br />
geven ter plekke bij het door hen geanalyseerde gebouw een presentatie met behulp van een<br />
megafoon. Dit is voor velen het hoogtepunt van het schooljaar.<br />
Ik wens je veel leesplezier met dit boekje en bij de wandeling langs en door de geweldige<br />
gebouwen van <strong>Rome</strong> en Stuttgart.<br />
Bernard Vercouteren van den Berge<br />
docent opleiding Bouwkunde<br />
Hogeschool Zeeland<br />
bvercou@hz.nl<br />
Gebouwbeschouwing<br />
algemene<br />
informatie<br />
7
advertentie<br />
sponsor<br />
8
Geschiedenis van de stad<br />
Het <strong>Rome</strong>inse Rijk (475 na Chr. – 800 na Chr.)<br />
Het oorspronkelijke <strong>Rome</strong>inse Rijk was tot 285 één rijk.<br />
Door problemen in het bestuur, economie en grensbewaking<br />
werd het <strong>Rome</strong>inse Rijk in tweeën verdeeld. Hierdoor<br />
ontstond het West- en Oost-<strong>Rome</strong>inse Rijk. De grens voor de<br />
twee rijken werd getrokken tussen enerzijds het Latijns sprekende<br />
Italië en het Westen en anderzijds het welvarendere<br />
Grieks sprekende oosten. De komst van het Christendom<br />
betekende een grote omwenteling voor het <strong>Rome</strong>inse Rijk.<br />
Na aanvankelijke vervolgingen van de christenen, omdat deze geen goddelijke eer aan de<br />
keizers en de <strong>Rome</strong>inse goden wilden bewijzen, werd het Christendom in 313 door Constantijn<br />
erkend en in 392 door Theodosius I zelfs tot staatsgodsdienst verheven. Toen waren de<br />
rollen omgekeerd en braken er voor niet-christenen lastigere tijden aan. In 476 verdween de<br />
titel van de West-<strong>Rome</strong>inse keizer toen de Germaanse legerleider Odaoker de laatste West-<br />
<strong>Rome</strong>inse keizer Augustus in de hoofdstad Ravenna versloeg. Odaoker kreeg van de Oost-<br />
<strong>Rome</strong>inse keizer twee opties: hij kon een pop aan draadjes (marionet) als keizer installeren<br />
of zichzelf direct onder het bewind van de keizer van het Oost-<strong>Rome</strong>inse Rijk plaatsen. Hij<br />
koos voor het laatste en werd gouverneur. Ondanks deze titel noemde hij zichzelf voortaan<br />
Koning van Italië.<br />
Het oostelijk deel kwam ook dicht bij de ondergang, maar beleefde daarna nog verscheidene<br />
bloeiperioden. Al deze veranderingen in het vroegere West-<strong>Rome</strong>inse Rijk betekende niet<br />
het einde van het verleden. De mensen die op het platteland leefden, kregen niets of weinig<br />
mee van de rijke villa’s en de “Val van het <strong>Rome</strong>inse Rijk”. Veel <strong>Rome</strong>inse instellingen werden<br />
door de machthebbers overgenomen, omdat de Germanen in aantallen maar een kleine bovenlaag<br />
waren tegenover de bevolking. Dit blijkt wel uit het feit dat de Latijnse taal ondanks<br />
de bezetting is blijven bestaan. Het belangrijkste dat werd overgenomen was het Christelijke<br />
geloof en de bijbehorende kerken. De Katholieke Kerk had intussen bijna alle instellingen<br />
voor goede doelen overgenomen van het vroegere <strong>Rome</strong>inse Rijk toen het wereldlijke bestuur<br />
daarvan steeds meer in verval raakte. Dit betrof onder andere: cultuur, onderwijs en de<br />
bestuursvormen.<br />
Justinianus I besteeg de Byzantijnse troon in 527 en dit luidde een periode in van Byzantijnse<br />
gebiedsuitbreiding in voormalig <strong>Rome</strong>ins territorium. Door historici wordt hij vaak de laatste<br />
“<strong>Rome</strong>inse” keizer genoemd aangezien zijn moedertaal het Latijn was en vanwege zijn pogingen<br />
om het Westen en Oosten te herenigen. De heerschappij van Justinianus begon met<br />
oorlog voeren. Van Lazica tot de Arabische Woestijn waren er verschillende campagnes aan<br />
het Perzische front.<br />
Herakleios, die in 610 de troon besteeg, slaagde erin een<br />
dynastie te vestigen en zijn nakomelingen wisten met enkele<br />
onderbrekingen de troon vast te houden tot 711. Hun heerschappij<br />
werd gekenmerkt door grote dreiging van buitenaf,<br />
zowel vanuit het oosten als het westen. Dit resulteerde in<br />
enorm gebiedsverlies, interne onrust en culturele veranderingen.<br />
De Arabieren, die Syria en de Levant nu geheel onder<br />
controle hadden, voerden geregeld strooptochten uit tot<br />
MMX<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 9
<strong>Rome</strong> toen<br />
ver in Anatolië en belegerden tussen 674 en<br />
678 zelfs Constantinopel. Na de belegering van<br />
Constantinopel werd er een vredesverdrag van<br />
30 jaar gesloten.<br />
Leo III, een keizer die in 717 aan de macht kwam,<br />
wist de aanval van de Arabieren in 718 af te slaan<br />
en behaalde een belangrijke overwinning tegen<br />
hen in 740. Toch bleef de dreiging van beide<br />
kanten groot waardoor het Herenigde <strong>Rome</strong>inse<br />
Rijk steeds meer gebied verloor.<br />
In 800 werd er een einde gemaakt aan het Herenigde <strong>Rome</strong>inse Rijk. Karel de Grote liet zich<br />
door de paus tot nieuwe keizer van het West-<strong>Rome</strong>inse Rijk kronen. Het <strong>Rome</strong>inse Rijk had<br />
sinds 324 jaar weer een Keizer.<br />
MMX<br />
De stad <strong>Rome</strong> (van 800 tot 1348)<br />
Na de val van het <strong>Rome</strong>inse Rijk werd het, op een aantal gebeurtenissen na, relatief rustig in<br />
de stad <strong>Rome</strong>. Nadat er in april 799 jaar na Chr. mensen in opstand waren gekomen tegen de<br />
paus die destijds heerste, paus Leo III, werd hij verdreven uit <strong>Rome</strong>. Deze zou vervolgens naar<br />
Karel de Grote zijn gegaan, wie destijds een grote macht had in andere delen van Europa. Zo<br />
vroeg de paus aan Karel de Grote om zijn legers te laten vechten tegen de tegenstanders van<br />
de katholieke kerk in Longobarden, Noord- Italië. Karel de Grote ging het gevecht aan, hij was<br />
zelf namelijk katholiek en wilde veel macht hebben.<br />
paus Leo III had in 800 ruzie met rijke heren uit <strong>Rome</strong>, waarna hij Karel de Grote naar <strong>Rome</strong><br />
liet komen om hem te helpen. Vervolgens werd Karel de Grote, voor hem onverwachts,<br />
gekroond tot keizer. Deze keizerskroning gebeurde op 25 december 800 jaar na Chr. in <strong>Rome</strong><br />
onder leiding van paus Leo III. De kroningen van keizers gebeurde in de Middeleeuwen via<br />
een bepaald tafereel. Tijdens de kroning van de keizers, droegen de toekomstige keizers<br />
bepaalde kleding en werden er handelingen gedaan door een geestelijke.<br />
Leenstelsel<br />
Nadat Karel de Grote de macht had gekregen over een groot rijk, was het moeilijk om deze<br />
volledig door hem te laten besturen. Daarom bedacht hij “gouwen’, dit waren kleine gedeelten<br />
van zijn algehele rijk. Door het rijk te verdelen kon hij per gouw, een belangrijk persoon<br />
(een leenman) aanstellen om het gebied op orde te houden.<br />
De leenmannen waren weliswaar niet de baas over de gouw, dit was Karel de Grote zelf. Hij<br />
gaf zijn leenmannen orders mee waar men zich aan diende te houden. Om te controleren of<br />
de leenmannen dit werkelijk deden, werden er<br />
zendgraven aangesteld. Die brachten na een bezoek<br />
aan een gouw verslag uit bij Karel de Grote,<br />
zodat hij precies wist wat er overal speelde.<br />
Drieslagstelsel<br />
Karel de Grote had in zijn rijk tevens de macht<br />
over de regels en wetten. Destijds waren de oog-<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Het Herenigde <strong>Rome</strong>inse Rijk in 717 na Chr.<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
10
Geschiedenis van de stad<br />
sten zeer belangdrieslagstelsel Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3<br />
rijk. Boeren waren Akker A Zomergraan (haver) Braak Wintergraan<br />
misschien wel de Akker B Wintergraan (rogge, tarwe) Zomergraan Braak<br />
arme mensen,<br />
maar zij zorgden<br />
wel voor eten en<br />
Akker C Braak (onbebouwd) Wintergraan Zomergraan<br />
inkomsten. Om een zo hoog mogelijk rendement te halen uit de grond waarop werd geoogst,<br />
maakte hij een stelsel op. Dit werd ook wel het drieslagstelsel genoemd.<br />
Hierin schreef hij voor wat er wanneer werd geoogst, zodat er het maximale uit de oogsten<br />
gehaald kon worden.<br />
MMX<br />
Dom van Aken<br />
Toen Karel de Grote wat ouder was, verbleef hij vaak in Aken. Deze plaats lag in het midden<br />
van zijn rijk, wat ideaal voor hem was. Hier liet hij vervolgens in de periode van 796 en 804<br />
het schip (bij de Dom van Aken wordt hiermee het achthoekig gedeelte bedoeld) van de Dom<br />
van Aken bouwen, welke werd voltooid door de bouwmeester<br />
Odo van Metz. Zie figuur 1 voor de tegenwoordige<br />
plattegrond van de Dom van Aken.<br />
In 806 was Karel de Grote te oud om te regeren, waarna<br />
hij zijn land verdeelde over zijn drie zonen: Karel, Lodewijk<br />
en Pippijn. Hiervan overleed Pippijn in 810 en Karel<br />
in 811. Hierdoor bleef alleen Lodewijk over, wie in 813 door<br />
Karel de Grote werd gekroond tot keizer van het rijk en<br />
dus ook van <strong>Rome</strong>.<br />
852 Na Christus<br />
Vanwege de vele dreigingen van buitenaf, met name de Longobarden in 753 na Chr., werd er<br />
buiten het sluiten van een verbond met de Frankische koning Pepijn en later zijn zoon Karel<br />
een verdedigingsmuur gebouwd. Echter voor de bouw van de verdedigingsmuur werd aan de<br />
hand van paus Stefanus II een verbond met koning Pepijn gesloten, die de Longobarden uit<br />
<strong>Rome</strong> verdreef. Deze paus had tussen 752 en 757 na Chr. zowel de ambt als de wereldwijde<br />
politieke macht, het zogenaamde pontificaat. Later zette Karel de Grote het werk van zijn<br />
vader voort en onder hem groeide <strong>Rome</strong> opnieuw op tot een machtscentrum. Na de dood<br />
van Karel de Grote bleef <strong>Rome</strong>, het machtscentrum van weleer, alleen achter. Het was weer<br />
op zichzelf aangewezen wat betreft de verdediging van de stad.<br />
Het bovenstaande geeft al aan hoe het er in die tijd aan toe ging en dat niemand ongeschonden<br />
uit de strijd zou kunnen komen. Paus Leo IV bedacht in 846 een plan door niet langer af-<br />
hankelijk te hoeven te zijn van een sterk leger. Daarom werd er overgegaan tot actie. Er werd<br />
een verdedigingsmuur rond het Vaticaan gebouwd om de in die tijd de Saraceense piraten te<br />
beletten om de stad te plunderen. Ook werd het Mausoleum van Hadrianus omgebouwd tot<br />
bastion. Deze manier van verdedigen was gedaan doormiddel van inhammen en uitstekende<br />
delen te maken in je muur. Op deze manier ben je optimaal beschermd en kan je ook goed<br />
zelf aanvallen. In de rest van de stad waren de antieke monumenten al in gebruik genomen<br />
om de tegenstanders te verdrijven/ stoppen. Een aantal gebouwen bleven hierbij intact om-<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 11
<strong>Rome</strong> toen<br />
dat ze omgevormd werden tot Christelijke kerken, denk hierbij aan het Pantheon, Curia.<br />
880 – 932 Na Christus<br />
Theodora trouwde met de Byzantijnse keizer Theophilus, waarmee ze twee zonen en vijf<br />
dochters baarde: de vroeggestorven Constantinus en Michael, Anna, Thecla, Anastasia, Pulcheria<br />
en Maria. Deze laatste persoon zou het regentschap later van haar overnemen.<br />
Nadat Theophilus was overleden werd Theodora voorgedragen als de nieuwe regentes. Dit<br />
omdat de oudste zoon nog minderjarig was. Daarbij kreeg Theodora vooral hulp van haar<br />
broers Bardas en Petrones, haar oom Sergius Nicetiates en haar “lieveling”, Theoctistus. Deze<br />
laatste persoon zorgde er later voor dat de andere, aan de kant werden geschoven en dat de<br />
macht in handen kwam van Theodora en hemzelf. Samen zorgden Theodora en Theoctistus<br />
voor een stabiele regering. Na enige tijd werd Theodora afgezet als regentes van het land. Dit<br />
was het gevolg van een staatsgreep.<br />
Edward Gibbon schreef een stuk over moeder en dochter, waarvan hij Theodora zag als de<br />
zus van Maria(ze had namelijk ook nog een zus die zo heette), en noemde het om die reden<br />
ook de “invloed van twee zuster-prostituees”. Dit baseerde Gibbon op hun rijkdom, schoonheid,<br />
hun politieke en hun oneerlijkheid in relatie. De meest toegewijde van hun minnaars<br />
werden namelijk beloond met de <strong>Rome</strong>inse mijter. Dit alles zorgde ervoor dat Theodora en<br />
Maria naar alle waarschijnlijkheid de basis hebben gelegd voor de Middeleeuwse legende<br />
van een vrouwelijke paus. Het pausschap werd echter door de vrouwen overgedragen aan<br />
hun onwettige zoon, de kleinzoon en achterkleinzoon. Op basis hiervan kwam de definitie<br />
pornocratie, een benaming die verbonden is met de heerschappij door Theodora en haar<br />
dochter Marozia over de stad <strong>Rome</strong> door mannelijke “marionetten”.<br />
In 909 trouwde Marozia met Adalbert I. Adalbert I had de kracht om mensen te erkennen<br />
voor hun daden. Daarom zorgde Marozia dat haar tot dan toe enige zoon Johannes erkend<br />
werd. Samen kregen Marozia en Adalbert I rond 911 nog een kind: Adalbert II. Toen Adalbert<br />
I werd verslagen bij Orte in 924, namen de <strong>Rome</strong>inse grondbezitters de volledige macht over<br />
van de traditionele machtshebbers(pauselijke bureaucratie). <strong>Rome</strong> kwam door deze grove<br />
verandering vrijwel geheel onder seculiere controle. Dit wordt tegenwoordig nog steeds als<br />
dieptepunt gezien voor de pausen.<br />
Om de pausen nog een hak te zetten, trouwde Marozia even later met Guido van Toscane.<br />
Die zou haar voorzien van manschappen om zo paus Johannes X te arresteren en op te<br />
sluiten in de Engelenburcht. Guido zou hem in 928 om het leven brengen door hem te laten<br />
stikken.<br />
De weg richting de macht lag weer open. Marozia greep deze kans en pleegde een staatsgreep.<br />
De twee pausen waren onderdanig aan haar, waardoor ze geen weerstand kon<br />
verwachten uit de hoek van de kerk. In 931 slaagde ze er zelfs in haar zoon naar voren te<br />
schuiven als de nieuwe paus. Dat was onder de naam Johannes XI en was toen pas 21 jaar.<br />
Toen Guido in 929 stierf, regelde Marozia een huwelijk met zijn halfbroer, die in die tijd gekozen<br />
was tot koning van Italië. Er was echter wel een probleem: hij was al getrouwd. Dat was<br />
echter snel ongedaan gemaakt, waarna Marozia’s dochter en haar nieuwe man samen over<br />
het land gingen regeren.<br />
De heerschappij door moeder en dochter kwam uiteindelijk toch tot een einde wanneer ook<br />
Marioza afgezet werd. Dat was eerst het geval bij Theodora en later dus ook bij haar dochter,<br />
MMX<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
12
Geschiedenis van de stad<br />
allebei door bloedverwanten(Theodora werd afgezet door een van haar zoons en Marioza<br />
werd op haar beurt afgezet door haar zoon uit een eerder huwelijk). Theodora moest na haar<br />
hoogtijdagen de tijd doorbrengen in het klooster, waar Marozia haar tijd moest verbijten in<br />
de gevangenis. Marioza stierf ergens tussen 932 en 937, dit betekende het echte einde van de<br />
regie door moeder en dochter.<br />
MMX<br />
961 Na Christus: Koning Otto de Grote van Duitsland wordt de eerste keizer van het Heilige<br />
Rooms Rijk<br />
In 962 werd de Duitse koning Otto de Grote tot keizer gekroond van het Heilige Rooms-<br />
Duitse Rijk en was daarmee de eerste <strong>Rome</strong>inse keizer. Daarnaast verhief hij daarmee het<br />
pausdom weer tot meer aanzien. Hij maakte het pausdom echter wel ondergeschikt aan de<br />
politiek maar legde wel de grondslag voor de latere macht van de kerk.<br />
Rond het begin van de 1eerste eeuw deelden Hertogen, veelal vertegenwoordigers van de<br />
Byzantijnse bisschoppen en Saracenen, de lakens uit en aan het begin van de 11de eeuw<br />
werden een aantal stadsrepublieken (onder andere Gaeta, Napels en Amalfi) zeer machtig.<br />
In 1016 infiltreerden de Normandiërs in Italië nadat ze gebruikt waren in de strijd tegen de<br />
Saracenen. In 1071 veroverde de Normandiër Robert Guiscard Bari en maakte daarmee een<br />
einde aan de Byzantijnse macht in Italië. Tegen het jaar 1200 was praktisch geheel Zuid-Italië<br />
Normandisch gebied en ook Sicilië werd door de Saracenen veroverd.<br />
1300 paus Bonifatius VIII kondigt het eerste jubeljaar af<br />
Op de vooravond van het nieuwe jaar, dit was destijds op 24 december, en op de avonden<br />
erna stroomden <strong>Rome</strong>inen spontaan naar de Sint Petrus Baseliek, naar het graf van de eerste<br />
van de apostelen.<br />
Op de drempel van de nieuwe eeuw verwachtten de <strong>Rome</strong>inen dat God hun genadig zou zijn<br />
en hen hun zonden, hoe erg deze ook waren, zou vergeven. Paus Bonifatius VIII beantwoorde<br />
deze spontaniteit van de stadsbewoners en kondigde op 22 februari alsnog, voor het geheel<br />
van 1300, het eerste heilig jaar af. Het voor 1300 uitgeroepen jubeljaar doet het belang van<br />
<strong>Rome</strong> als pelgrimsoord verder stijgen. Dit had ook te maken met de verovering van Jeruzalem<br />
door de moslims in 1187. Hierdoor was pelgrimeren naar het Heilige Land vrijwel onmogelijk<br />
geworden en had <strong>Rome</strong> gewonnen als centrum van de westerse christenheid. Daarbij wist<br />
paus Bonifatius de gelovigen zover te krijgen dat zij het geestelijke gezag van de paus als<br />
hoger zagen dan het wereldlijke gezag van andere vorsten. Bonifiatus bepaalde dat voortaan<br />
elke 100 jaar het jubileumfeest werd gevierd.<br />
1309 na Chr.: paus Clemens V verplaatst pauselijke zetel naar Avignon<br />
Het pausschap was rond deze tijd een van de aantrekkelijkste posities die er kon zijn. De paus<br />
had namelijk de macht en het rijkdom in zijn bezit. De opvolging van de paus werd in veel<br />
gevallen bepaald door adellijke families die afstamden uit <strong>Rome</strong>, maar soms door de Duitse<br />
keizer. Het kiezen van een paus ging overigens niet altijd even vriendelijk, er vonden namelijk<br />
moorden plaats om een paus aan het hoofd te krijgen van de katholieke kerk.<br />
Rond 1059 na Chr. werd het kiezen van de paus overgelaten aan de kardinalen. Toch speelden<br />
adellijke families hierbij een grote rol in de keuzes die daarbij gemaakt werden.<br />
De macht in de kerk werd rond 1143 na Chr. nog ingewikkelder, doordat de burgers opriepen<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 13
<strong>Rome</strong> toen<br />
tot een Commune, vertaald “vrije stad”. Hierdoor werd de macht van de paus minder, het<br />
stadsbestuur kreeg daarentegen steeds meer macht over de stad <strong>Rome</strong>.<br />
Er ontstond een politieke ruzie in <strong>Rome</strong>. Deze ging zover dat de bisschop van <strong>Rome</strong> had besloten<br />
de stad vanwege de onveiligheid te verlaten.<br />
Ook paus Clemens V besloot in 1309 na Chr. <strong>Rome</strong> te verlaten en te vertrekken richting de<br />
Franse stad Avignon. Deze periode wordt ook wel de “Babylonische ballingschap” genoemd.<br />
Gedurende deze tijd verbleven de pausen in het Palais des Papes.<br />
Het stadsbeeld gedurende de periode van de Babylonische ballingschap werd steeds droeviger.<br />
De inwoners van <strong>Rome</strong> werden rond 1309 na Chr. geteisterd door armoede en Malaria.<br />
Hierdoor daalde de bevolking snel. Tevens werd het geruzie tussen de edelen steeds groter.<br />
<strong>Rome</strong> veranderde, mede daardoor, in een groot fort waar rovers en moordenaars vrijspel<br />
hadden.<br />
Deze moeilijke periode met veel armoede werd aangegrepen door Cola di Rienzo om in 1347<br />
na Chr. aan de macht te komen.<br />
MMX<br />
1347 na Chr.: Cola di Rienzo, een Italiaanse patriot probeert de <strong>Rome</strong>inse Republiek te herstellen<br />
“Overal heersten losbandigheid en boosheid, nergens recht, nergens gezag”. Dit waren de<br />
woorden van de Italiaanse patriot Cola di Rienzo, zie figuur 2. De droom van Di Rienzo was<br />
het herstellen van de kracht die de stad <strong>Rome</strong> verloren was. Om zijn droom te verwezenlijken<br />
leerde hij Latijn en kwam Di Rienzo in aanraking met de oude glorie van <strong>Rome</strong>.<br />
Op 29-jarige leeftijd begon Cola di Rienzo met het verwezenlijken van zijn droom. Na een<br />
bezoek aan de pausen in Avignon, dat niets uithaalde, kwam Di Rienzo terug in <strong>Rome</strong>. Nog<br />
steeds kampte de stad met grote armoede en onveiligheden.<br />
Op 9 mei 1347 woonde Di Rienzo nachtmissen bij. Na deze missen trok Di Rienzo met zijn<br />
aanhangers richting het Capitool in <strong>Rome</strong>. Bij het Capitool riep Di Rienzo op tot een “Buono<br />
Stato”, een nieuwe staat.<br />
Door het uitroepen van de nieuwe staat werd Cola di Rienzo de nieuwe machthebber in<br />
<strong>Rome</strong>. Met behulp van zijn eigen leger maakte Di Rienzo een einde aan de onrusten in <strong>Rome</strong>.<br />
Daarbij moesten de adel onvoorwaardelijke steun geven aan zijn beleid en zijn persoon.<br />
Het stadsbeeld bleef in 1347 na Chr. gelijk. De onrust nam na de komst van Cola di Rienzo af.<br />
Toch bleef de stad geteisterd worden door ziektes. In 1348 na christus werd de stad <strong>Rome</strong><br />
zwaar getroffen door de pest. De stad had tijdens de pest niet meer dan 15.000 inwoners,<br />
een diepte punt voor de stad <strong>Rome</strong>.<br />
Architectuur in <strong>Rome</strong>(800-1348)<br />
Gedurende de jaren 800 tot 1348 werden er in de stad <strong>Rome</strong> een aantal gebouwen (opnieuw)<br />
gebouwd. Tevens veranderde de architectuur, zowel in <strong>Rome</strong> als in de rest van Europa.<br />
In <strong>Rome</strong> is relatief niet veel te merken van de<br />
Middeleeuwse bouwstijlen en architectuur. In<br />
de 1eerste, 1tweede en 1derde eeuw zijn toch<br />
wat gebouwen in <strong>Rome</strong> gerealiseerd aan de<br />
hand van Middeleeuwse architectuur. Vanaf<br />
het jaar 1000 verrezen in geheel Europa grote<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Traditionele vorm van een vroeg-Christelijke basilica.<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
14
Geschiedenis van de stad<br />
kathedralen in Romaanse stijl en later vanaf 1150 in Gotische stijl, behalve<br />
in <strong>Rome</strong>. In de stad <strong>Rome</strong> bleef men vasthouden aan de bouwstijl van<br />
vroeg-Christelijke basilica’s. Deze bouwstijl van kerken is gebaseerd op<br />
liturgie en bouwmeesters namen de vorm van de <strong>Rome</strong>inse(basilica) zaal<br />
als uitgangspunt. De buitenkant van deze kerken zijn vaak niet interessant<br />
maar de binnenkant en het interieur heeft vaak de pracht van een hemelse<br />
troonzaal. Daarnaast staan de zuilenrijen(cella) niet net als de Griekse tempels<br />
aan de buitenkant maar aan de binnenkant.<br />
Nadat in 1084 veel gebouwen verwoest waren door de verschillende invallen<br />
van onder andere de Noormannen werden er een aantal kerken verbouwd of herbouwd.<br />
Een voorbeeld hiervan is de San Clemente en de San Maria in Trastevere. Het enige verschil<br />
van deze kerken met de vroeg- Christelijke basilica’s is de klokkentoren die naast de kerken<br />
werden geplaatst. Deze klokkentorens hebben een karakteristieke Romaanse vorm.<br />
Wat betreft de decoratie bleef men trouw aan de starre en aan strenge voorschriften van de<br />
Byzantijnse stijl en op geheel eigen wijze werd de Romaanse stijl in de kerken toegepast door<br />
de Cosmaten. Cosmaten is afgeleid van de kunstenaarsfamilie Cosma. Cosmaten waren in<br />
die tijd marmerwerkers die beroemd geworden waren door hun inlegwerk. Dat bestond uit<br />
kleine stukjes gekleurd steen of goud in decoratieve geometrische patronen. Deze Cosmaten<br />
versierden onder andere koorafsluitingen, ambonen, kandelaars en vloeren. De koorafsluiting<br />
is de afgrenzing tussen het koor en de kooromgang, deze zijn vaak waren vaak in de<br />
vorm van een hek of een open tracering. Ambonen zijn stenen preekstoelen die aan weerszijden<br />
van het altaar stonden. De vloeren van de Cosmaten zijn in tenminste vijftien kerken in<br />
<strong>Rome</strong> te vinden en een van de mooiste is het kloosterhof van de S.Giovanni in Laterno.<br />
De Gotiek heeft niet veel invloed gehad in <strong>Rome</strong> en heeft daarom ook maar één grote kerk in<br />
<strong>Rome</strong> voortgebracht, de Santa Maria Sopra Minerva uit 1280. Deze kerk is zeker een architectonische<br />
schoonheid maar is meer beroemd om de vele illustere doden die er begraven zijn<br />
en de kunstschatten die de kapellen en grafmonumenten sieren.<br />
Zoals hierboven is te lezen zijn er een drietal gebouwd rond<br />
deze tijd gebouw, namelijk de San Clemente, de Santa Maria<br />
en de Santa Maria Sopra Minerva.<br />
San Clemente<br />
De San Clemente is een kerk waar goed 3 bouwlagen te zien<br />
zijn die steeds verder in de tijd terugreizen. Op straatniveau<br />
staat de kerk uit de 1tweede eeuw, eronder ligt een kerk uit de<br />
4e eeuw en daaronder weer oude <strong>Rome</strong>inse gebouwen, zoals<br />
woningen.<br />
64 n. C. Brand onder Nero verwoest de omgeving<br />
tweede eeuw Schuilkelder waarschijnlijk in geheim gebruikt door christenen<br />
Eind tweede eeuw Tempel van Mithras gebouwd<br />
4e eeuw Eerste kerk verrezen op binnenplaats van eerder <strong>Rome</strong>ins gebouw<br />
867 Resten van Clements naar <strong>Rome</strong> overgebracht, naar men zegt<br />
1084 Robert Guiscard leidt invasie der Noormannen en verwoest kerk<br />
1108 Nieuwe kerk gebouwd op 4e-eeuwse kerk<br />
1667 Kerk en klooster aan Ierse dominicanen geschonken<br />
1857 Originele 4e-eeuwse kerk ontdekt door pater Mullooly<br />
1861 Kerk wordt uitgegraven; <strong>Rome</strong>inse resten blootgelegd<br />
MMX<br />
Een overzicht van de belangrijkste<br />
gebeurtenissen in het<br />
bestaan van de kerk:<br />
De onderste laag ligt op zeven<br />
meter diepte en is een deel van<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 15
<strong>Rome</strong> toen<br />
een groot woonhuis. Dit stamt uit de eerste eeuw na Chr..<br />
Hierna heeft dit huis waarschijnlijk als schuilkelder gefungeerd<br />
die in het bezit was van Titus Flavius Clemens.<br />
Hij bekeerde zich als een van de eerst hooggeplaatste<br />
<strong>Rome</strong>inen tot het toen nog verboden Christendom.<br />
In het huis is een Mitraeum uit de derde eeuw ingericht.<br />
Deze tempel werd gebruikt van de tweede tot<br />
en met de derde eeuw na Chr. toen het mithracisme<br />
een belangrijke rol speelde. De <strong>Rome</strong>inen<br />
bekeerden zich tot het Christendom en de Mithras<br />
tem- pel werd niet meer gebruikt.<br />
De kamers waren opgevuld tot aan de eerste verdieping om zo<br />
als fundering te fungeren voor de kerk die in de 4e eeuw gebouwd is op<br />
de buitenmuren van het huis. De nieuwe kerk was gewijd aan de Heilige<br />
Clemens. Bij het opgraven van deze kerk heeft met bakstenen pijlers<br />
moeten toegevoegen om de vloer van het middenschip van de bovenkerk<br />
te ondersteunen. In deze kerk uit de 4e eeuw zijn zeer oude fresco’s te zien<br />
die stammen uit de 9e tot de 1eerste eeuw.<br />
De kerk werd in 1084 verwoest door de Noormannen onder leiding van<br />
Robert Buiscard. Paus Paschalis II liet een nieuwe kerk bouwen, die de<br />
bovenkerk wordt genoemd. Deze kerk staat nu op straatniveau. Achter de<br />
hoofdingang van deze kerk uit de 1tweede eeuw ligt een atrium. Deze is<br />
door Ionische zuilen omlijst met waterbekken in het midden. De voorgevel<br />
en de klokkentoren stammen niet uit die tijd. De voorgevel is in de 18e<br />
eeuw gebouwd en de klokkentoren stamt uit 1600 na Chr..<br />
MMX<br />
Santa Maria in Trastevere<br />
De Santa Maria in Trastevere is het eerste officiële Christelijke godshuis dat in <strong>Rome</strong> is gebouwd.<br />
Paus Calixtus stichtte de kerk in de derde eeuw. Op deze plek zou in 38 voor Christus<br />
een wonderbaarlijke oliebron zijn ontsprongen die als teken voor de naderende komst van de<br />
Verlosser werd opgevat.<br />
In 1138 begint paus Innocentius II met de herbouw van de kerk. In deze tijd zijn er mozaïeken<br />
op de gevel gezet. De mozaïek stelt Maria voor in een kring van tien heilige maagden, die<br />
als symbool van hun maagdelijkheid brandende lampen vasthouden. De kerk is beroemd<br />
geworden door deze mozaïeken. De mozaïeken op de triomfboog en in het onderste gedeelte<br />
van de apsis werden in 1290 gemaakt door de kunstenaar Pietro Cavallini. Dit zijn zes scènes<br />
uit het leven van Maria.<br />
In 1143 is een Romaanse klokkentoren toegevoegd. De huidige kerk komt grotendeels overeen<br />
met de versie uit de 1tweede eeuw. Het ontwerp is sterk beïnvloed door de voorafgaande<br />
vroegChristelijke kerk. De driebeukige kerk heeft binnen 22 antieke Ionische zuilen met sokkels<br />
van verschillende hoogte die het middenschip van de zijbeuken scheidden.<br />
In de 18e eeuw zijn enkele Barokke wijzigingen aangebracht. De voorhal is in 1702 gebouwd<br />
door Carlo Fontana in opdracht van paus Clemens XI. Ondanks Barokke verbouwingen en<br />
vervangingen heeft de kerk toch haar Middeleeuwse karakter behouden. De fontein aan de<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
16
Geschiedenis van de stad<br />
Piazza Santa Maria in Trastevere is eveneens door Carlo Fontana ontworpen.<br />
MMX<br />
Santa Maria Sopra Minerva<br />
De enige Gotische kerk in <strong>Rome</strong> is de Basilica Santa Maria Sopra Minerva, in het Nederlands<br />
ook wel “basiliek van de heilige maagd, gebouwd over de ruïnes van de tempel van Minerva”<br />
genoemd.<br />
De kerk is een typisch voorbeeld van een titelkerk. Dit houdt in dat de kerk wordt toegewezen<br />
aan een kardinaal, in dit geval de Britse kardinaal Cormac Murphy – O’connor.<br />
Santa Maria Sopra Minerva ligt op het Piazza Minerva, dichtbij het Pantheon gelegen, in<br />
de regio Campus Martius. In de kerk liggen de graven van onder andere Fra Angelico en St.<br />
Catharina van Siena. Het Piazza Minerva heeft naast de kerk nog een aparte verschijning,<br />
namelijk een obelisk die wordt gedragen door een olifant. Dit is gedaan om de obelisk groter<br />
te laten lijken dan dat hij in werkelijk is.<br />
Men vermoed dat gedurende de <strong>Rome</strong>inse tijd in de buurt van het huidige Santa Maria Sopra<br />
Minerva drie tempels stonden, namelijk de tempels voor Minerva (Delubrum Minervae),<br />
voor Isis (Iseum) en een tempel voor Serapis (Serapeum). De bouw van de Santa Maria Sopra<br />
Minerva startte in 1280. De kerk zou gebaseerd zijn op de kerk in Florenca, de Santa Maria<br />
Novella. De eerste Gotische kerk van <strong>Rome</strong> werd rond 1370 voltooid. De gevel is echter een<br />
Barokke gevel, dit omdat de kerk in een latere eeuw gerestaureerd is.<br />
Het graf van de heilige St. Catharina van Siena ligt onder het<br />
hoofdaltaar. Links van het<br />
hoofdaltaar staat de kruisdragende<br />
Christus, één van de<br />
werken van de beeldhouwer<br />
Michelangelo, welke dateert<br />
uit 1514 – 1516. Het beeld<br />
dat in de Santa Maria Sopra<br />
Minerva staat is kopie van het<br />
originele beeld. Links van het<br />
hoofdaltaar is het graf van<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 17
<strong>Rome</strong> toen<br />
de Dominicaanse Schilder Fra Angelico. Deze schilder stierf in het<br />
aangrenzende klooster van de Santa Maria Sopra Minerva. In de<br />
apsis staan twee graftekens van twee pausen, namelijk paus Leo<br />
X (linker grafteken) en paus Clemens VII (rechter grafteken). De<br />
zijkapel die zich rechts van het dwarsschip bevindt is de Cappella<br />
Carafa, deze is later aangebracht en bevat fresco’s van Filippino<br />
Lippi.<br />
MMX<br />
De ontwikkelingen in <strong>Rome</strong> in de late Middeleeuwen<br />
In de laatste decennia van de 1derde eeuw ontwikkelde een veelzijdige<br />
artistieke productie in <strong>Rome</strong>. De stad werd niet alleen levendiger,<br />
maar had ook ingrijpende veranderingen in de algemene<br />
cultuur. <strong>Rome</strong> was in dit tijdperk in politiek en geestelijk opzicht<br />
uitgegroeid tot een hoofdstad die goed georganiseerd was. De<br />
hoofdstad was ook uitgegroeid tot een artistiek en cultureel centrum,<br />
die goed kon concureren met andere sterk groeiende steden,<br />
zoals Florence en Venetië. De pelgrims bewonderden <strong>Rome</strong> en<br />
schreven vaak gedichten over de stad. <strong>Rome</strong> kwam vaak voor in<br />
de gedichten van Ildeberto di Lavardin en werd op veel veduta’s (zeer gedetailleerde schilderijen)<br />
weergegeven, waaronder die van Giovanni Cimabue.<br />
De artistieke bloeitijd in <strong>Rome</strong> kwam snel tot een einde dankzij de politieke gebeurtenissen.<br />
Terwijl de pausen in Avignon van 1304 tot 1376 in ballingsschap zaten, vergrootte de anarchie<br />
de armoede en de stad raakte in verval. De <strong>Rome</strong>inse families kozen de kant van Orsini’s<br />
hetzij de Colonna’s, die met elkaar concurreerden. Ze werden verder verdeeld door te kiezen<br />
voor de familie Welfen en de familie Guelfen.<br />
Afgezien van de werken van Giotto in het Vaticaan, onder de hoede van kardinaal Jacopo<br />
Stefaneschi, vonden er op artistiek gebied geen gedenkwaardige gebeurtenissen plaats. Alle<br />
andere kunstenaars waren naar andere culturele steden vertrokken. De bouwwerkzaamheden<br />
werden stilgelegd, omdat de pausen afwezig waren. De klassieke monumenten, de<br />
Christelijke basilieken en de aquaducten waren in verval. In 1349 was er een zware aardbeving<br />
die hele stadswijken verwoestte en forse schade aanrichtte aan veel gebouwen. Het<br />
Lateraan werd aan zijn lot overgelaten en de kerk van San Giovanni bevond zich in een zo<br />
slechte toestand dat Petrarca zich persoonlijk tot paus Urbanus V richtte om zich in te zetten<br />
voor de oude basiliek.<br />
In 1348 heerste de pestepidemie die heel Europa in zijn greep had, maar <strong>Rome</strong> spaarde. De<br />
pest werd ook wel de zwarte dood genoemd. Na de pest ,in de tweede helft van de eeuw,<br />
werden de eerste tekenen van een toenemende bouwactiviteit zichtbaar. Lorenzo di Andreozio<br />
liet als dank voor het uitblijven van de plaag in <strong>Rome</strong> het lange bordes aan de hoofdgevel<br />
van Santa Maria in Aracoeli oprichten in 1348. Met deze trap werd de oude as verschoven<br />
zodat hij nu richting de Sint-Pieter liep. In San Paolo fuori le Mura werd in 1349 de campanile<br />
weer opgebouwd. Die moest later weer wijken voor de nieuwe klokkentoren van Poletti<br />
achter de apsis. In het jubileumjaar 1350 werd de stad in aanraking gebracht met een groot<br />
aantal pelgrims. Van 1367 tot 1370 was er met Urbanus V weer een paus in <strong>Rome</strong>. In 1368<br />
werd de basiliek San Giovanni in Laterano van een nieuwe altaaroverkapping voorzien, dat<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
18
Geschiedenis van de stad<br />
zich nu op het hoofdaltaar bevindt. Een kunstenaar genaamd Giovanni<br />
di Stefano uit Siena moest deze taak vervullen, vermoedelijk<br />
omdat er geen beeldhouwers meer woonden in <strong>Rome</strong> die zo’n werk<br />
konden uitvoeren.<br />
In de Santa Maria Maggiore werd tussen 1370 en 1378 de nu nog bestaande<br />
klokkentoren op de fundamenten van het vroegere gebouw<br />
opgericht. De Santa Maria Maggiore had een slanke en piramidevormig<br />
dak. Het was de hoogste en de elegantste klokkentoren van de<br />
hele stad. Op het Capitool richtte de aandacht zich voornamelijk op<br />
het Senatorenpaleis. In 1376 beëindigde Gregorius XI de pauselijke<br />
ballingschap in Avignon. Die verplaatste de hoofdzetel van de pontifex<br />
weer naar <strong>Rome</strong>. De diepe crisis van de Kerk was hiermee niet<br />
beëindigd. Slechts een jaar nadat Gregorius was teruggekeerd, vond<br />
er opnieuw een breuk plaats in het Christendom, namelijk het Westerse<br />
Schisma. Gedurende de splitsing van het Christendom stonden<br />
de pausen uit <strong>Rome</strong> enerzijds en de tegenpausen in Avignon anderzijds<br />
tegenover elkaar. De verkiezing van Martinus V in 1417 maakte<br />
hier een eind aan. De paus streefde de restauratie van de gebouwen<br />
Plattegrond San Paola fuori le Mura<br />
in de stad na. De basiliek Santi Apostoli en de dichtbijgelegen woonplaats<br />
van de familie Colonna, de familie van Martinus V, werd bijvoorbeeld hersteld. In het<br />
jaar 1425 werd in de basiliek San Giovanni een nieuwe vloer gelegd van hergebruikt marmer.<br />
Kort daarna werd aan het Senatorenpaleis een toren toegevoegd, die vandaag de dag nog op<br />
de linkerhoek van de façade staat. Er werkten in deze tijd enkele beroemde kunstenaars in<br />
<strong>Rome</strong>, zoals Masolino en Masaccio. Die waren allebei vermoedelijk betrokken bij de decoratie<br />
van de kapel Santa Caterina in de basiliek San Clemente. Het ging zowel om de laatste<br />
getuigenissen van de lange overgangsperiode aan het einde van de <strong>Rome</strong>inse Middeleeuwen<br />
als om het begin van een nieuw tijdperk. Dit geldt ook voor de onder Eugenius IV doorgevoerde<br />
bouwmaatregelen. Bijvoorbeeld de oprichting van het paleis naast de Sant Maria in<br />
Cosmedin en het Palazzo Capranica, die allebei nog geen duidelijke betrekking hadden op<br />
stilistische kenmerken.<br />
De grote transformatie van <strong>Rome</strong> ging verder onder paus Nicolaas V in 1447 en vernieuwde<br />
met veel bouwinspanningen grote delen van de stad. Aan het einde van de 15e eeuw werden<br />
de echte nieuwe, monumentale bouwwerken opgericht door Paulus II, die het Palazzo Venezia<br />
liet bouwen. De architecten Pontelli en Bramente hadden vele gebouwen ontwikkeld in<br />
die tijd. Pontelli had de Santa Maria del Popolo herbouwd. Bramenre werkte voornamelijk in<br />
het Vaticaan, waar hij het Belvedere en de galerijen die<br />
het Belvedere verbond met de pauselijke verblijfplaats<br />
ontwierp.<br />
Santa Maria Maggiore<br />
MMX<br />
Palazzo Venezia<br />
Het Palazzo Vennezia is een van de eerste wereldrijke<br />
Renaissancegebouwen in <strong>Rome</strong>. De Veneticaanse<br />
kardinaal Pietro Barbo heeft dit gebouw na 1455 op het<br />
terrein van zijn titelkerk S. Marco laten bouwen door<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 19
<strong>Rome</strong> toen<br />
Francesco del Borgo. Sinds zijn troonsbestijging als paus<br />
Paulus II werd het als residentie gebruikt. Later deed het<br />
gebouw dienst als Venetiaanse ambassade. In 1797 kwam<br />
het gebouw in Oostenrijkse handen. In 1916 werd het staatseigendom<br />
van Italië. De architectuur vertoont de typische<br />
kenmerken van een <strong>Rome</strong>ins kardinaalspaleis uit de tweede<br />
helft van de 15de eeuw. Het weerbare karakter, opgeroepen<br />
door de verhoogde kelderverdieping, de hoektoren en de<br />
kantelen, de asymmetrie van de gevel en de nadruk op de<br />
horizontale in plaats van de verticale lijn, onderscheiden het<br />
<strong>Rome</strong>inse palazzo duidelijk van die in Florence. Deze streven<br />
juist naar een evenwicht tussen horizontale en verticale lijnen. Een van de meest opvallende<br />
architectonische elementen van de <strong>Rome</strong>inse vroege Renaissance zijn de marmeren<br />
kruisvensters op de bovenverdieping, die in veel paleizen en huizen terugkeren. In de grote,<br />
voor een deel van fresco’s voorziene zalen van het palazzo is tegenwoordig een museum<br />
gevestigd dat behalve beelden, schilderijen en gobelins veel schatten op het gebied van de<br />
toegepaste kunsten bevat. Aan de zuidkant staat de S. Marco, waaraan Paulus II een twee<br />
verdiepingen hoge voorhal toevoegde en het Palazzetto Venezia. Dit werd bij de bouw van<br />
het nationale monument afgebroken en naar deze plek verplaatst. Vroeger was het de ommuring<br />
van een botanische tuin, maar nu omsluit het met zijn arcaden over twee verdiepingen<br />
en achthoekige zuilen een binnenplaats die doet denken aan Florentijnse kruisgangen.<br />
MMX<br />
Santa Maria del Popolo<br />
De Santa Maria del Popolo is een Augustijner kerk in <strong>Rome</strong>, gelegen aan de noordkant van<br />
het Piazza del Popolo. De kerk kent een centraal middenschip met twee zijbeuken, die omringd<br />
worden door 11 straalkapellen. In de koepel van de kerk, symbool van de invloed van<br />
de Renaissance-stijl en behorend tot de Chigi kapel, bevinden zich mozaïeken die werden<br />
ontworpen door Rafaël Santi. Zij verbeelden “De Schepping van de wereld”. Over het ontstaan<br />
van de kerk bestaan verschillende verhalen. Zo zou paus Paschalis II in 1099 opdracht<br />
hebben gegeven een kapel te bouwen op de plaats waar keizer Nero begraven lag. Na zijn<br />
graf geruimd te hebben en de as in de Tiber te hebben verstrooid kon de bouw beginnen. Een<br />
andere versie verhaalt echter dat de kapel gebouwd werd als dank aan de Maagd Maria voor<br />
haar steun aan de kruisvaarders bij het bevrijden van het Heilig Graf. Ook over de bijnaam<br />
“del Popolo” bestaan verschillende interpretaties:<br />
- De financiering van het gebouw werd verzorgd door<br />
de bevolking van <strong>Rome</strong>, waardoor de kapel de bijnaam<br />
“del Popolo” kreeg. In het Nederlands betekent<br />
Popolo “voor het volk”.<br />
- Popolo zou verwijzen naar de eens aan het plein<br />
geplante populieren.<br />
- De uitbreiding van kapel naar kerk, wat nog elders<br />
in de gids uitgebreid besproken zal worden, maakte<br />
het gebouw toegankelijk voor het volk.<br />
In de periode 1472-1477 werd de kerk herbouwd door<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Santa Maria del Popolo<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
20
Geschiedenis van de stad<br />
Baccio Pontelli en Andrea Bregno in Renaissancestijl.<br />
Santa Maria della Pace<br />
Na 1482 liet paus Sixtus IV een kerk bouwen die<br />
gewijd was aan Maria van de vrede: de Santa Maria<br />
della Pace. Dit was uit dankbaarheid voor de vrede die<br />
gesloten was met Milaan en ander Italiaanse staten.<br />
De stichting van de kerk houdt waarschijnlijk ook verband<br />
met een wonder dat zich afspeelde in een kapel<br />
nabij de huidige kerk. Hier zou een gokker, uit woede<br />
over een verloren spel, een steen naar een afbeelding<br />
van Maria hebben gegooid, waarop de beeltenis<br />
begon te bloeden. Volgens een andere versie van het Santa Maria della Pace<br />
verhaal zou een dronken soldaat de afbeelding met<br />
zijn zwaard hebben doorboord, waarna de bloeding begon. In elk geval bracht paus Sixtus,<br />
de bouwheer van de Sixtijnse Kapel, een bezoek aan de gewonde Madonna en besloot hierop<br />
voor haar een kerk van de vrede te bouwen. De Madonna wordt nog steeds bewaard op het<br />
hoogaltaar van de Kerk.<br />
Waarschijnlijk was Baccio Pontelli de eerste architect. Hij zou verantwoordelijk zijn voor<br />
het éénbeukige langschip met zijkapellen aan beide zijden. Aan het begin van de 16e eeuw<br />
voegde Bramante op verzoek van kardinaal Oliviero Carafa de kruisgang en vermoedelijk<br />
ook de achthoekige koepelruimte toe. Halverwege de 17e eeuw werd de kerk in opdracht van<br />
paus Alexander VII door Pietro da Cortona gerestaureerd. Cortona, die ook de omringende<br />
gevels aan de Piazza della Pace ontwierp, gaf de kerk zijn Barokke gevel. Hij benadrukte het<br />
middengedeelte door een uitspringende halfronde voorhal met Dorische zuilen op de begane<br />
grond, waarachter de met Korinthische zuilen en pilasters uitgeruste bovenverdieping<br />
enigszins terugwijkt. Boven het centrale venster is een segmentboog gevat binnen een meervoudig<br />
omlijst fronton. De vele verschillende vormen, variërend van driehoek, rechthoek en<br />
halve cirkel tot convexe en concave krommingen, creëren de spanningsvolle dynamiek die zo<br />
kenmerkend is voor de Barokke siergevel. Elders in de gids<br />
zal het gebouw nog uitgebreid besproken worden.<br />
Cappella Sistina<br />
De beroemdste zaal van de Musei Vaticani is de Sixtijnse<br />
Kapel. Deze zal elders in de gids nog uitgebreid besproken<br />
worden. De kapel is door Giovanni de” Dolci in 1475-1581 in<br />
opdracht van Sixtus IV gebouwd. De kapel heeft een rechthoekige<br />
grondvorm en is 40,23 meter lang, 20,70 meter<br />
hoog en 13,41 meter breed. Hiermee heeft het de exacte<br />
afmetingen van de tempel van Salomo zoals die beschreven<br />
wordt in het Oude Testament. Het gebouw wordt door<br />
zes vensters aan de lange zijden verlicht. Verder is het een<br />
bakstenen gebouw, van buiten onaanzienlijk, met een<br />
tonvormig dakgewelf. De beeldhouwer/architect Andrea<br />
Bregno schiep het marmeren hek (een transenna), dat de<br />
MMX<br />
Cappella Sistina<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 21
<strong>Rome</strong> toen<br />
kapel in een aan geestelijken voorbehouden altaarruimte en een ruimte voor leken verdeelt,<br />
en de beroemde zangerstribune ernaast. De vloer wordt gesierd door inlegwerken van<br />
meerkleurig marmer, terwijl de sokkelzone van oudsher met tapijten was behangen. Onder<br />
Sixtus IV waren de muurvlakken onder de vensters al in 1481-1483 door Botticelli, Ghirlandaio,<br />
Cosimo Roselli, Piero di Cosimo, Perugino, Pinturicchio, Luca Signorelli en Bartolomeo della<br />
Gatta van fresco’s voorzien. Op eenvoudige rechthoekige muurvlakken zijn links scènes uit<br />
het leven van Mozes en rechts episoden uit dat van Jezus afgebeeld. De beschilderde nissen<br />
tussen de vensters bevatten portretten van pausen. De inrichting wordt bekroond door<br />
het plafondgewelf, dat Michelangelo 25 jaar later voor Julius II vormgaf, en zijn fresco “Het<br />
Laatste Oordeel” op de altaarmuur. De muur- en plafondschilderingen in de Sixtijnse kapel<br />
worden door velen beschouwd als het hoogtepunt van de Renaissance.<br />
- 1481-1483: Nog tijdens het pontificaat van Sixtus IV (1471-1484) werden alle wanden gedecoreerd.<br />
Pier Matteo d’Amelia schilderde een sterrenhemel op het plafond.<br />
- Julius II (1503-1513) huurde in 1508 de Florentijnse meester Michelangelo in om het plafond<br />
en de lunetten boven de ramen te beschilderen. Dit werk werd in 1512 opgeleverd. Het<br />
plafond toont negen taferelen uit Genesis; in de lunetten worden voorvaderen van Jezus<br />
getoond, zoals opgesomd in Mattheüs 1.<br />
MMX<br />
<strong>Rome</strong> 1506-1626<br />
De belangrijke leider van <strong>Rome</strong> was paus Julius II. Hij legde op 28 april de eerste steen van<br />
derde nieuwe basiliek in <strong>Rome</strong>. Dit was de nieuwe Sint Pieters basiliek. De architect/bouwmeester<br />
van de basiliek was Bramante.<br />
Barmante overleed in 1514, alleen de vier steunpijlers van de koepel zijn daarna nog afgewerkt.<br />
Na zijn dood werd het plan voor de bouw nog verschillende keren gewijzigd.<br />
Plundering van <strong>Rome</strong><br />
Op 6 mei 1527 viel <strong>Rome</strong> ten deel aan een plundering van een leger van ongeveer 25.000<br />
Duitse en Spaanse soldaten. Ze deden aan plunderingen, verwoesting, verkrachting en<br />
moord. Met de plundering van <strong>Rome</strong> werd het vijandschap tussen keizer Karel V en paus<br />
Clement VII verslechterd. Keizer Karel V beschouwde Italië als de kern van het heilige Roomse<br />
rijk. Hij wilde dit graag veroveren en werd na de “Slag bij Pavia” ook de machtigste heerser<br />
van Europa.<br />
paus Clemens VII wilde niet onder de keizerlijke voogdij van Karel V staan en richtte op 22<br />
mei 1526 de Heilige Liga van Cognac op. Hiermee wilde hij de macht van Karel V in Italië<br />
breken. De paus vormde een leger van 10.000 man onder leiding van Francesco Maria della<br />
Rovere. Karel V had ook een sterk leger op de been gebracht, onder leiding van zijn broer<br />
Ferdindand I. De troepen rukte langzaam op door Italië.<br />
Op 6 mei 1527 stond het leger van Karel V aan de poorten van <strong>Rome</strong>. De soldaten van Karel<br />
hadden al maanden geen salaris ontvangen en waren naar kostbaarheden op zoek. <strong>Rome</strong><br />
telde tussen de 50.000 en 60.000 inwoners en was slecht verdedigd. Uit zuinigheid had de<br />
paus slechts een klein leger onderhouden. Als snel verloor het leger zijn grip op de stad en op<br />
geheime plekken wisten de aanvallers over de stadsmuren te komen. Toen de stad dreigde te<br />
vallen vluchtte de paus met zijn gevolg door een geheime gang uit het Vaticaan naar de onneembare<br />
Engelenburcht. De rest van <strong>Rome</strong> was volledig aan de indringers overgeleverd.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
22
Geschiedenis van de stad<br />
Kaart van <strong>Rome</strong> in 1575, voor de herindeling van Sixtus V.<br />
Een tekening van <strong>Rome</strong> waarin het assensysteem van Sixtus V goed te zien is.<br />
Kerken, kloosters, villa’s en particuliere<br />
huizen werden geplunderd en verwoest.<br />
Tijdens de plundering werden<br />
tussen de 6000 en 12.000 <strong>Rome</strong>inen<br />
vermoord. De paus gaf zich pas op 7<br />
juni 1527 over. In het vredesverdrag<br />
moest hij een grote schadeloosstelling<br />
betalen aan de keizer. Nooit vergaven<br />
de inwoners van <strong>Rome</strong> de paus zijn<br />
politieke misrekening.<br />
MMX<br />
Verdere bouw Sint Pieters basiliek<br />
In 1547 krijgt Michelangelo op 72-jarige<br />
leeftijd van paus Paulus III de opdracht<br />
het werk aan de Sint Pieters basiliek te<br />
hervatten. Het plan is om de opvatting<br />
van Bramante te bouwen maar met gewijzigde afmetingen. Michelangelo zei dan ook: “Ik<br />
ga naar <strong>Rome</strong> om de zuster van de koepel van Brunelleschi te scheppen, niet mooier, maar<br />
groter!” Op 18 februari 1564 overleed Michelangelo, dit is drie dagen na zijn laatste inspectie<br />
van het werk. De trommel van de koepel is opgebouwd. Pas in 1590 is de koepel helemaal<br />
afgewerkt onder leiding van Vignola en Giacomo Della Porta. In 1600 vroeg paus Paulus V<br />
aan Maderno de arm naar het plein toe te verlengen en de basiliek van een monumentale<br />
voorgevel te voorzien. De centraalbouw werd een Latijns kruis. Op het plein verdween de<br />
koepel achter de voorgevel. In 1620 begon Bernini met het versieren van het interieur en in<br />
1626 is dit afgerond. Op 18 november wijdde paus Urbanus de vergrote basiliek in. Het is de<br />
1.300ste verjaardag van de inwijding van de basiliek van Constantijn.<br />
Herindeling straten van <strong>Rome</strong> 1585<br />
Toen Felice Peretti di Montalto paus werd, was <strong>Rome</strong> slechts een schim van het <strong>Rome</strong> uit de<br />
tijd van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Slechts één derde van het oppervlak binnen de<br />
stadswallen was bewoond. De aquaducten waren verwaarloosd en leverden<br />
weinig tot geen water meer aan. De Middeleeuwse bebouwingstructuur<br />
bemoeilijkte het voetverkeer. Dit leverde veel problemen op,<br />
omdat veel pelgrims <strong>Rome</strong> kwamen bezoeken en zij in zo’n kort<br />
mogelijke tijd de zeven hoofdkerken wilden zien. Perreti had zich<br />
al over deze problemen gebogen voordat hij paus werd. Als kardinaal<br />
woonde hij in een paleis bij Santa Maria Maggiore, dit was<br />
één van de zeven bedevaartsplekken van <strong>Rome</strong>. Toen hij gekozen<br />
werd als paus wilde Sixtus V een grondige hervorming van het<br />
stedelijke ontwerp van <strong>Rome</strong> doorvoeren.<br />
De hoofdgedachte van het plan van paus Sixtus V was om de<br />
zeven hoofdkerken te verbinden. Hij wilde dit doen door middel van assen.<br />
Dit deed hij vanwege drie redenen. Hij wilde een route maken die de<br />
pelgrims eenvoudig van de ene naar de andere kerk zouden leiden. Ook wilde<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 23
<strong>Rome</strong> toen<br />
Sixtus V een claim leggen op een groot stuk van <strong>Rome</strong>. Ook wilde hij dat de lege stadsdelen<br />
herbevolkt zouden worden. Het plan van Sixtus V werd niet volledig uitgevoerd tijdens zijn<br />
pontificaat. Wel werden de grote lijnen uitgezet en het plan zal de verdere stadsplanning<br />
van <strong>Rome</strong> nog eeuwenlang bepalen. Het plan van Sixtus V wordt beschouwd als één van de<br />
meest efficiënte uitbreidingsplannen van <strong>Rome</strong> en het begin van de moderne stadsplanning.<br />
Paus Sixtus V werd in zijn plannen bijgestaan door de architect Domenico Fontana. Toen Fontana<br />
aan de slag ging met de plannen van Sixtus V zorgde hij er als eerste voordat de aquaducten<br />
hersteld werden. Hierdoor kwam er weer water op de heuvels zodat deze opnieuw<br />
bewoond en bewerkt konden worden. Hierdoor kon de stadsuitbreiding zich uitbreiden binnen<br />
de volledige omwalling. De voorgangers van Sixtus V slaagden er alleen in op het gebied<br />
tussen Borgo en het Vaticaan te bevolken omdat hier wel voldoende water was. Het herstellen<br />
van de aquaducten werd door de inwoners van <strong>Rome</strong> dan ook gezien als een pauselijke<br />
triomf. Maar de belangrijkste wijziging die Sixtus V door wilde voeren was het verbinden van<br />
de zeven hoofdkerken door middel van het assensysteem. Hij verving de te ver weg gelegen<br />
San Sebastiano door de Santa Maria del Popolo. Babuino en de Strada Felice. De Strada Felice<br />
liep via de Santa Maria del Popolo. Vanaf de Santa Maria del Popolo vertrok de Via Leonina<br />
richting de Tiber, de Via del Corso, Strada del Maggiore naar de Santa Croce in Gersalemme.<br />
Het stuk van Santa Maria del Popolo tot de Santa Maria Maggiore werd echter niet uitgevoerd<br />
door Sixtus V door een probleem met het hoogteverschil, maar dit zou later opgelost<br />
worden met de Spaanse Trappen. Vervolgens vernieuwde hij de Via Pia tussen de Porta Pia<br />
en de Via Felice. Sixtus V zorgde ervoor dat ze minder steil werd. Hierna werd ook nog een as<br />
gelegd tussen Santa Maria Maggiore en de Sint-Jan van Lateranen en tussen deze kerk en het<br />
Colosseum (Via Di San Giovanni). Sixtus V had ook nog een as gepland tussen de Santa Maria<br />
Maggiore en de zuil van Trajanus maar deze werd niet uitgevoerd omdat het Forum van Trajanus<br />
op deze route lag. De assen werden door Sixtus V versterkt door middel van architecturale<br />
ingrepen. Hij voerde een volledige vernieuwing van het Lateraanse paleis uit en hij liet<br />
op de Santa Maria Maggiore een extra tweede koepel zetten om de gerichtheid van de assen<br />
te versterken. Om de assen ook visueel te verbinden en vast te leggen als herkenningspunt in<br />
de stad, gebruikte Sixtus V obelisken en zuilen op het einde van een as. Hiervoor gebruikte hij<br />
antieke zuilen en Egyptische obelisken, die werden gerestaureerd onder leiding van Fontana.<br />
De obelisken en zuilen werden niet enkel gerestaureerd, maar ook voorzien van een duidelijk<br />
Christelijk symbool. Zo werd op de zuil van Trajanus een beeld van Petrus geplaatst en op de<br />
zuil van Marcus Aurelius een beeld van Paulus. Op de obelisken werd een kruis of het pauselijk<br />
symbool geplaatst. Het verplaatsen van de obelisken was meestal een moeilijk karwei.<br />
Voor de verplaatsing van de obelisk die bestemd was voor het Sint-Pietersplein, waren dan<br />
ook 800 man nodig en 75 paarden. Het verplaatsen duurde 13 maanden. Naast de obelisk op<br />
het Sint-Pietersplein zijn er ook obelisken geplaatst bij de Santa Maria Maggiore, Sint-Jan van<br />
Lateranen en de Piazza del Popolo.<br />
MMX<br />
Naam Plaats Jaar Opdrachtgever Overgebracht door<br />
Vaticaanse Obelisk Sint-Pietersplein 1586 Farao Nencoreo III Caligula<br />
Esquilijnse Obelisk Santa Maria Maggiore 1585 Psammetico II Domitianus of Nerva<br />
Flaminio Obelisk Piazza del Popolo 1589 Set I Augustus<br />
Lateraanse Obelisk Sint-Jan van Lateranen 1585 Thoetmosis III Constantius II<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
24
Geschiedenis van de stad<br />
Sixtus V is dus van een groot belang<br />
geweest voor het behoud van<br />
de obelisken en zuilen. Door Sixtus<br />
V zijn ook andere grote monumenten<br />
gespaard gebleven. Voorbeelden<br />
hiervan zijn de aquaducten<br />
en het Forum Trajanus. In eerste<br />
instantie was er een as gepland<br />
waarbij het Forum Trajanus zou<br />
moeten verdwijnen maar deze as is<br />
niet door gegaan.<br />
Sixtus V stond dan ook positief tegenover<br />
het <strong>Rome</strong>inse erfgoed. Hij<br />
heeft vele <strong>Rome</strong>inse monumenten<br />
een nieuwe functie gegeven en hij<br />
heeft het Colosseum opgenomen in het assensysteem.<br />
Sixtus V waarde als paus voor de stad <strong>Rome</strong> is dus niet te onderschatten. Zijn uitbreidingsplan<br />
is één van de eerste moderne stadsplannen. Sixtus V en Fontana hebben met hun plan<br />
niet alleen rekening weten te houden met de bestaande situatie, maar ze hebben ook gelet<br />
op de toekomst. Het assensysteem werkt dan ook nog steeds goed.<br />
Op de kaart hierboven is een totaal overzicht te zien van de meest bekende gebouwen die<br />
tussen 1506-1626 gebouwd zijn. Opvallend is dat ze vrijwel allemaal in hetzelfde gebied zijn<br />
gebouwd.<br />
1 Palazzo Fernese 1528<br />
2 Palazzo della Cancelleria 1489-1513<br />
3 Tempietto van San Pietro in Montorio 1508<br />
4 Villa Farnesina 1506-1510<br />
5 De Gesu 1584<br />
6 Palazzo spada 1540<br />
7 Palazzo barberini 1549<br />
8 Palazzo Falconieri Loggia 1483-1546<br />
9 Chancellery Palace 1483-1517<br />
10 Palazzo Massimo 1527-1536<br />
11 Piazza del Campidoglio 1538-1650<br />
12 Sforza Chapel 1558<br />
MMX<br />
De hoofdstad <strong>Rome</strong> 1860-1960<br />
In juli 1870 begon de Frans-Pruisische oorlog en de Franse keizer Napoleon III kon niet langer<br />
de kerkelijke staat beschermen. Kort daarna viel het Italiaanse leger onder generaal Raffeale<br />
Codorna <strong>Rome</strong> binnen na een kanonnade van drie uur. De volgende dag werd Leonine-City<br />
bezet. Er werd een voorlopige, gezamenlijke regering aangemaakt door Cadorna. <strong>Rome</strong> en<br />
Latium werden gehecht aan het Koninkrijk van Italië. Hierna werd een volksraadpleging gehouden<br />
op 2 oktober. Hieruit volgde dat er 133.681 stemmen waren voor het aanhechten van<br />
een nieuw stadsdeel en 1507 tegen. In <strong>Rome</strong> zelf, waren er 40.785 voor en 67 tegen.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 25
<strong>Rome</strong> toen<br />
De Italiaanse regering heeft de huidige paus Pius IX aangeboden Leonine-<br />
City te behouden, maar de paus wees het verzoek af. De reden voor het<br />
verwerpen van het aanbod was dat de paus zich een gevangene voelde<br />
in het Vaticaan. Dit was maar een gevoel, want de paus kon overal naar<br />
toe. Hieruit volgde dat de hoofdstad officieel verplaatst werd van Florence<br />
naar <strong>Rome</strong>. Dit was in het begin van 1871.<br />
MMX<br />
Inwonersaantal<br />
In de tijd van 1880 tot 1910 werden sommige centrale gebieden gereor- Benito Muzzolini<br />
ganiseerd. In de fascistische periode werden nieuwe buurten opgericht<br />
. Doordat deze buurten steeds groter en groter werden, grensde <strong>Rome</strong> opeens aan zeven<br />
dorpen. Deze dorpen werden opgenomen in de stad. Al deze uitbreidingen waren nodig<br />
omdat de bevolking aanzienlijk werd vergroot. Ondanks de grote bouwactiviteit kon de stad<br />
de hoeveelheid immigranten niet verwerken en na de Eerste wereldoorlog ontstonden uitgestrekte<br />
sloppenwijken. Deze enorme toename was het gevolg van het regeren van Italië uit<br />
één punt, oftewel het regeren uit <strong>Rome</strong>. In 1871 was het inwonersaantal 244.000. In 1961 was<br />
dit aantal al gestegen tot 1.600.000, een stijging met 1.356.000 inwoners.<br />
Tweede Wereldoorlog<br />
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft <strong>Rome</strong> enkele bomaanslagen te verduren gehad,<br />
maar er was relatief weinig schade. Geen van de partijen die betrokken waren bij de Tweede<br />
Wereldoorlog wilde het leven van paus Pius XII in Vaticaanstad in gevaar brengen. De geallieerden<br />
vielen op 4 juni 1944 <strong>Rome</strong> binnen. Het was de eerste hoofdstad die binnen werd<br />
gevallen door de geallieerden. <strong>Rome</strong> was relatief onbeschadigd, omdat de Duitsers hadden<br />
verklaard dat <strong>Rome</strong> een “open stad” was. Dat betekende dat de geallieerden niet hun weg<br />
naar binnen moesten vechten.<br />
Biografie Benito Mussolini<br />
Mussolini voluit geheten Benito Amilcare Andrea Mussolini is geboren in Predappio op 29 juli<br />
1883. Zijn moeder was een katholieke onderwijzeres, zijn vader een revolutionaire smid. Van<br />
jongs af aan was Mussolini al een lastig kind, was vaak betrokken bij vechtpartijen en zelfs<br />
bij gevechten waar messen aan te pas kwamen. Door deze vergrijpen dreigde er een einde te<br />
komen aan zijn schoolcarrière. Dit gebeurde echter niet en Mussolini studeerde verder voor<br />
onderwijzer. De baan als leraar heeft hij niet lang volgehouden. In 1902 is Mussolini tijdelijk<br />
naar Zwitserland verhuist om zijn dienstplicht te ontlopen. Echter bij zijn terugkeer in Italië<br />
rond 1906 vervulde hij alsnog zijn dienstplicht.<br />
Een paar jaar later in 1914 richtte Mussolini een eigen krant met als naam Il Popolo d’Italia,<br />
wat het “Italiaanse volk” betekent. In hetzelfde jaar begon de Eerste Wereldoorlog, waar<br />
Mussolini een groot voorstander van was. Na de oorlog in 1921 wordt Mussolini als leider<br />
gekozen van de nationalistische Partito Nazionale Fascista. Een jaar later werd Mussolini<br />
door de koning tot minister-president benoemd. In 1925 verbiedt hij alle politieke partijen behalve<br />
die van zichzelf, verder schaft hij onder andere de persvrijheid af en roept een geheime<br />
politie in het leven. Er komt verassend weinig oppositie, dit kwam vooral door de propaganda<br />
vaardigheid van Mussolini. Onder het bewind van Mussolini werden er veel bouwwerken<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
26
Geschiedenis van de stad<br />
gerealiseerd. Enkele van deze bouwwerken zijn: Via dei Fori<br />
Imperiali, wijk EUR, Ara Pacis, en Colosseo Quadrato. Deze<br />
bouwwerken worden later behandeld.<br />
Een droom van Mussolini was om een groot Italiaans rijk te<br />
stichten rond de Middellandse Zee. In dertiger jaren begon<br />
Mussolini zijn droom te verwezenlijken. Hij viel Abessinië<br />
(in Noord Afrika) aan, dit was achteraf gezien geen goede<br />
zet omdat grote landen als Frankrijk en Groot-Brittannië<br />
zich tegen hem keerden. In 1939 kwamen Mussolini en<br />
Hitler steeds meer met elkaar in contact, met als gevolg<br />
dat Italië automatisch werd meegetrokken in de Tweede<br />
Wereldoorlog. Het Italiaanse leger was echter lang niet<br />
zo sterk als het leger van Duitsland. Hierdoor moesten Duitse troepen steeds het Italiaanse<br />
leger te hulp schieten. In 1943 na de landing van de geallieerde in Sicilië werd Mussolini in<br />
opdracht van Koning Victor Emanuel II gearresteerd. Een paar maanden later werd Mussolini<br />
bevrijdt door Duitse troepen. Lang heeft Mussolini hier niet van kunnen genieten want<br />
in 1945 werd hij samen met zijn vriendin geëlimineerd, tijdens zijn vlucht naar het neutrale<br />
Zwitserland.<br />
MMX<br />
Via dei Fori Imperali<br />
De Via dei Fori Imperali is een weg die van het Colosseum<br />
naar het kantoor(Palazzo Venezia) van Benito Mussolini<br />
liep. Dit is één van de symbolische waardes van de weg. De<br />
weg is aangelegd omdat Mussolini deze wilde gebruiken<br />
voor militaire parades na geboekte overwinningen. De<br />
bouw had een hoop voeten in de aarde, want om de weg<br />
aan te leggen moest er een deel van een Middeleeuwse<br />
wijk worden afgebroken. Hierdoor waren vierduizend mensen<br />
genoodzaakt te verhuizen naar een andere plek. Dit is<br />
één van de redenen waarom vele archeologen vinden dat<br />
de titel “meest hinderlijke weg” zonder twijfel naar Via dei Fori Imperali gaat. De weg kreeg<br />
in het begin de naam Via dell’Impero. Deze naam verwees naar het oude machtige <strong>Rome</strong>inse<br />
Rijk, en tevens naar het nieuwe rijk wat Mussolini wilde stichten. Later kreeg de nu drukke<br />
verkeersweg zijn nieuwe naam: Via dei Fori Imperali. Een leuk detail is dat Mussolini de weg<br />
nooit zelf heeft kunnen<br />
gebruiken. Het waren nota<br />
bene de Amerikanen die als<br />
eerste over Mussolini’s weg<br />
<strong>Rome</strong> in marcheerden.<br />
Wijk EUR<br />
EUR staat voor Esposizone<br />
Universale a Roma. Het<br />
project bestaat uit een<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 27
<strong>Rome</strong> toen<br />
hele wijk waar enkele beroemde gebouwen in staan zoals:<br />
Colosseo Quadrato, Palazzo dei Congressi, Musea della<br />
Civiltà Romana en Stadio dello Sport. De wijk EUR ligt in het<br />
zuiden van <strong>Rome</strong> en is opdracht van Mussolini gebouwd.<br />
Architect Marcello Piacentini heeft de hele wijk ontworpen.<br />
Eigenlijk zou de wereldtentoonstelling van 1942 in het EUR<br />
hebben plaatsgevonden, maar de Tweede Wereldoorlog<br />
zorgde er voor dat dit evenement nooit heeft plaatsgevonden.<br />
De bouw is begonnen in 1937, tijdens de oorlog heeft<br />
de bouw compleet stilgelegen. Later is de bouw hervat en<br />
voltooid volgens het oorspronkelijke ontwerp. Het EUR is<br />
gebouwd in een vereenvoudigde Neo-Classistische stijl,<br />
wat gebruikelijk was in die tijd.<br />
MMX<br />
Ara Pacis Augustae<br />
De Ara Pacis was oorspronkelijk geplaatst op de Campus Martius. Het was een muur van 11,65<br />
bij 10,62 meter op een verhoging met een deur. Binnenin stond het altaar. Deze was bescheiden<br />
versierd met bloemen en dieren. De buitenkant was daarentegen bijzonder gedetailleerd<br />
uitgevoerd en gebeeldhouwd. Het bouwwerk was geheel gebeeldhouwd uit het beste witte<br />
Carraramarmer. De afbeeldingen op de buitenkant moesten niet alleen vrede en voorspoed<br />
uitdrukken, maar ook de vroomheid van machthebbers. De eerste resten van de Ara Pacis zijn<br />
gevonden in 1568. In 1879 werd het door Friedrich Von Duhn als een monument herkent. De<br />
eerste officiële opgravingen begonnen in 1903, waarbij andere delen zijn ontdekt. De opgravingen<br />
werden pas in 1938 beëindigd. Het altaar werd vervolgens in elkaar gezet in een glazen<br />
hal ontworpen door Vittorio Ballio Morpurgo. Deze hal werd geopend in 1938. Dit alles is<br />
in opdracht gegaan van Mussolini. Het doel van Mussolini was om dit in een soort themapark<br />
te plaatsen ter ere van het oude <strong>Rome</strong>. Later in de gids word dit gebouw verder uitgewerkt.<br />
Palazzo della Civiltà Italiana (Het vierkante Colosseum)<br />
Het vierkante Colosseum ligt in het stadsdeel van <strong>Rome</strong> dat bekend staat als EUR. Het Palazza<br />
della Civiltà Italiana werd gebouwd als onderdeel van de EUR, een groot business center<br />
dat werd ingewijd door Mussolini. Dit allemaal voor de wereldtentoonstelling van 1942 en als<br />
symbool van het Facisme voor de wereld. Het Palazzo is ontworpen door de architecten Giovanni<br />
Guemini, Emesto Bruno La Padula en Mario Romano.<br />
Het is gebouwd tussen 1938 en 1943. Het werd ingehuldigd<br />
als het middelpunt van de EUR en het is nog steeds het<br />
meest iconische gebouw. De structuur word beschouwd als<br />
een van de meest vertegenwoordigende voorbeelden van<br />
fascistische architectuur aan de EUR.<br />
Het gebouw is overduidelijk geïnspireerd door het Colosseum.<br />
Het heeft een overdekt oppervlak van 8400 m2. Daarnaast<br />
heeft het een volume van 205.000 m3 en een hoogte<br />
van 68 meter, inclusief de basis. Het Palazza is gekenmerkt<br />
door rijen van negen horizontale bogen en zes verticale<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
28
Geschiedenis van de stad<br />
bogen. Het gerucht gaat dat elke boog voor een letter in de naam van Benoti (zes letters)<br />
Mussolini (negen letters) staat. Het Palazza is bedekt met Travertin steen, wat karakteristiek<br />
is voor de EUR. Helemaal van boven staan aan alle vier de zijden een tekst in grote letters:<br />
“VN POPOLO DI POETI DI ARTISTI DI EROI DI SANTI DI PENSATORI DI SCIENZIATI DI NAVIGA-<br />
TORI DI TRASMIGRATORI”<br />
“een natie van dichters, kunstenaars, helden, denkers, heiligen, wetenschappers, navigators<br />
en reizigers”<br />
Verderop in de gids wordt dit gebouw gedetailleerder uitgewerkt.<br />
<strong>Rome</strong> ingedeeld in 20 deelgemeenten.<br />
MMX<br />
Stadio Olimpico<br />
Het Stadio Olimpico maakte deel uit van het Foro Italico.<br />
Dit is een wijk die door Mussolini’s toedoen grondig is<br />
aangepakt. Het stadion is gebouwd in de periode 1928-1937,<br />
en droeg eerst de naam Stadio dei Cipressi. Oorspronkelijke<br />
is het ontworpen door Luigi Walter Moretti. Er is naast een<br />
voetbalveld ook een atletiekbaan aanwezig.<br />
Het stadion heeft al enkele verbouwingen ondergaan zoals<br />
onder andere voor de Olympische Spelen van 1960, het Wereldkampioenschap<br />
voetbal in 1990, en voor verbeteringen<br />
van de kleedruimtes en zitplaatsen op de tribune. Naast deze verbouwingen is ook de naam<br />
twee keer veranderd, eerst droeg het de naam Stadio dei Cipressi daarna Stadio del Centomila<br />
en nu heet het bouwwerk Stadio Olimpico.<br />
Momenteel zijn er 81903 zitplaatsen, en is het de thuisbasis van AS Roma en SS Lazio. Dit zijn<br />
twee toonaangevende voetbalclubs in <strong>Rome</strong>.<br />
De UEFA heeft het stadion een vijf sterren status gegeven, dit is de hoogst haalbare erkenning.<br />
<strong>Rome</strong> van 1960 tot nu<br />
<strong>Rome</strong> is bekend om zijn historische monumenten en kunst maar<br />
wordt steeds meer aangevuld met moderne architectuur en<br />
kunst, door deze mix wordt <strong>Rome</strong> steeds rijker aan verschillende<br />
vormen van kunst en architectuur. Het restaureren van<br />
de historische monumenten speelt ook een grote rol, <strong>Rome</strong> is<br />
altijd hard bezig met het onderhouden en restaureren van de<br />
monumenten om het stadsbeeld te behouden.<br />
Bevolkingsgroei<br />
<strong>Rome</strong> is ingedeeld in 20 deelgemeenten. Nummer<br />
één is het oude centrum, de gemeenten liggen hier<br />
omheen. In het jaar 330 telde <strong>Rome</strong> één miljoen inwoners. Na<br />
de val van het <strong>Rome</strong>inse Rijk is dit aantal sterk gedaald. Pas in<br />
1936 had <strong>Rome</strong> weer één miljoen inwoners en nu zelfs 2,6 miljoen.<br />
Afgelopen 100 jaar is <strong>Rome</strong> dus sterk gegroeid. Het behoord nu<br />
samen met Milaan tot de grootste steden van Italië.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 29
<strong>Rome</strong> toen<br />
De doorstroming binnen <strong>Rome</strong><br />
Tussen alle prachtige historische monumenten groeit de<br />
stad <strong>Rome</strong> al 2000 jaar lang veder. Tegenwoordig worden<br />
de wegen van <strong>Rome</strong> belast door miljoenen mensen en<br />
auto’s. Om de stroming van al deze mensen goed te houden<br />
is <strong>Rome</strong> bezig met het aanleggen van een nieuwe brug over<br />
de rivier de Tiber. De brug situeert zich aan de Lungotevere<br />
Flaminio. De brug is handig voor zowel de bewoners als de<br />
toeristen in <strong>Rome</strong> omdat de brug verschillende culturele<br />
en sportieve faciliteiten verbind. De brug is bedoeld voor<br />
voetgangers maar zo ontworpen dat er later uitbreiding<br />
mogelijk is voor openbaar vervoer. Het ontwerp van de brug<br />
is gemaakt door Britse architect Buro Happold de winnaar van de architectuurwedstrijd.<br />
De ontwikkeling is uitgewerkt in samenwerking met Powell-Willisms Architecten. De brug<br />
MMX<br />
De Tiber, hoofdletter A geeft plaatsing brug aan.<br />
wordt 200 meter lang en ongeveer achttien meter breed, hij zal opgebouwd worden uit staal<br />
met een betonnen fundering. De brug is al benoemd en zijn naam is: De Ponte della Musica.<br />
Palazetto dela Sport<br />
In 1960 is het grootste sportevenement de Olympische spelen in <strong>Rome</strong> gehouden. Hiervoor is<br />
het Palazetto dela Sport gebouwd. Deze enorme koepel met een diameter van bijna 59 meter<br />
is ontworpen door Pier Luigi Nervi, een Italiaanse architect en ingenieur. Pier Luigi Nervi legde<br />
zich in zijn studie toe op het gewapend beton, wat in die tijd een relatief nieuw materiaal<br />
was. De constructie van Palazetto dela Sport is met dit materiaal gemaakt door middel van<br />
prefab ribben. Het Bouwen van Palazetto dela Sport was mogelijk omdat Nervi werkte met<br />
kleine gewapende betonvormen, in combinatie met een beweegbare stellage. Ook het interieur<br />
van de gehele koepel is van beton. Dit gebouw zal verder in de gids uitgebreid besproken<br />
worden.<br />
Het behouden van de historische monumenten<br />
Naast het plaatsen van moderne, strakke architectuur en het aanwinnen van moderne kunst<br />
is <strong>Rome</strong> de afgelopen jaren en ook nu druk bezig met het onderhouden en restaureren van<br />
de historische monumenten. Zo heeft <strong>Rome</strong> na de aardbeving in 1979 de Zuil van Constantijn<br />
gerestaureerd. In 2008 is begonnen aan de<br />
restauratie van de kerk der Friezen en de Ara Pacis<br />
Augustae is sinds 2005 ook weer open na restauratie.<br />
De vele monumenten vereisen een hoop<br />
onderhoud, maar het is zeker dat na een goede<br />
restauratie een monument weer vele jaren mee<br />
kan en het stadsbeeld van <strong>Rome</strong> op deze manier<br />
behouden kan worden. Op de planning voor restauratie<br />
staat nu het bekende <strong>Rome</strong>inse Colosseum,<br />
dit Colosseum dat terug is te zien in vele films<br />
wordt jaarlijks door vier miljoen toeristen bezocht.<br />
In het voorjaar van 2010 wordt er begonnen met<br />
De Ponte della Musica.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
toen<br />
30
van 1960 tot nu<br />
de schoonmaak<br />
van de<br />
buitenkant,<br />
de grauwe<br />
stenen zullen<br />
dan behandeld<br />
worden. De<br />
restauratie zal<br />
ongeveer 20<br />
miljoen euro<br />
kosten. Er zijn<br />
meedere partuculieren sponsoren bijgesproken om de kosten te betalen. Naast het schoonmaken<br />
van de buitenkant zal de schade die de aardbeving in 2009 heeft aangericht worden<br />
hersteld, ook zullen de hekwerken tussen de onderste arcades verwijderd en vervangen<br />
worden. Publieke diensten zoals toiletten, loketten en de boekhandel zullen buiten het Colosseum<br />
geplaatst worden. Het Colosseum zal wel open blijven voor toeristen<br />
Het MAXXI – nationaal museum van de XXI eeuwen kunst.<br />
MMX<br />
De verrijking van <strong>Rome</strong> met moderne kunst en architecteur<br />
<strong>Rome</strong> is bekend om al zijn historische kunst, hiermee liep <strong>Rome</strong> het gevaar om gezien te worden<br />
als een stad die alleen historische kunst accepteerd. Om dit probleem aan te pakken is in<br />
2003 begonnen met de bouw van een museum voor hedendaagse (moderne) kunst, MAXXI<br />
– nationaal museum van de XXI eeuwen kunst. Het museum is gebouwd op het terrein van<br />
de voormalige militairekarzerne Montello in <strong>Rome</strong>. Het gebouw bevat meer dan 27.000 vierkante<br />
meter en is voornamelijk opgebouwd uit glas, staal en beton. Het museum is ontworpen<br />
door de architect Zaha Hadid’s die in 1998 is gekozen als winnaar voor dit project. Het<br />
moderne uiterlijk van het museum geeft een nieuwe kijk op de architectuur binnen <strong>Rome</strong>. De<br />
officiele opening zal plaats vinden in het voorjaar van 2010. Het MAXXI museum is elders in<br />
de gids uitgebreid uitgewerkt en besproken.<br />
Musea<br />
<strong>Rome</strong> is door de vele bezienswaardigheden een grote stad als het gaat om toerisme.<br />
Elk jaar komen mensen van heel de wereld naar <strong>Rome</strong> om de historische gebouwen en<br />
monumenten te bekijken. Doordat <strong>Rome</strong> al meer dan 3000 jaar bestaat is er veel historisch<br />
materiaal, dit is terug te vinden in de vele musea die <strong>Rome</strong> kent. De bekendste klassieke musea<br />
zijn het Vaticaans museum, Galleria Borghese, Museo di Roma en het moderne Nationaal<br />
Museum van Volkskunsten en Tradities.<br />
In dit museum is veel te vinden over de<br />
volksgroepen die de afgelopen eeuwen in<br />
<strong>Rome</strong> hebben geleefd. Het museum is opgericht<br />
in 1956. Er zijn meer dan 100.000<br />
documenten te vinden. Het museum is<br />
opgedeeld in de volgende elf sectoren:<br />
transport, communicatie, agriculturele<br />
productiemethoden, schapenfokken,<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing toen 31
<strong>Rome</strong> nu<br />
Het Bernini Mysterie is een boek van Dan Brown, hier is ook een verfilming<br />
van gemaakt. De oorspronkelijke titel is “Angels and Demons”. Bernini<br />
was één van de beroemdste kunstenaars van de zeventiende eeuw<br />
(geboren op 7 december 1598 Napels), hij beïnvloede dan ook velen uit<br />
die tijd. Vooral omdat de stad <strong>Rome</strong> vol stond met bijzondere werken van<br />
hem. Hij deed vooral aan beeldhouwen maar daarnaast was hij ook schilder,<br />
tekenaar en architect. In vele architectonisch waardevolle gebouwen<br />
zijn de werken van Bernini te zien. Het meest werd hij geïnspireerd door<br />
Michelangelo. De werken van Bernini behoren tot de Barok.<br />
Giovanni Lorenzo Bernini<br />
Aan het begin van zijn lange carrière werd hij beroemd met mythologische groepen en<br />
portretbustes. Bernini werkte bij voorkeur in brons en marmer, daarin kon hij levensecht<br />
sculpturen of mensen maken. Bernini werkte meestal in opdracht voor de paus, zo werd hij<br />
later ook de architect van de (nieuwe) Sint-Pieter. Hij nam ook particuliere opdrachten aan,<br />
meestal van gefortuneerden. Bernini had een groot atelier met vele medewerkers. Giovanni<br />
Lorenzo Bernini overleed in november 1680 in <strong>Rome</strong>.<br />
Film Bernini Mysterie<br />
Na de dood van paus Pius XVI werd er gerouwd in <strong>Rome</strong> en tegelijker tijd moet er een opvolger<br />
worden gekozen. In Frankrijk wordt op dat moment met geweld een gevaarlijke stof<br />
gestolen die als bom kan worden gebruikt. Ook worden de vier belangrijkste kandidaten om<br />
de paus op te volgen ontvoerd. Robert Langdon wordt gevraagd om in <strong>Rome</strong> deze zaak op te<br />
lossen, omdat hij een geleerde is op het gebied van iconografie is. Er wordt vermoed dat deze<br />
zaak daarmee te maken heeft. Er is een raadselachtige boodschap achtergelaten waarvan<br />
Robert Langdon de oplossing vind: in één van de kerken in <strong>Rome</strong> zit een bom verscholen die<br />
binnen 24 uur zal ontploffen. Er wordt verder gezocht. Zo is er in het Pantheon niks te vinden<br />
maar het raadsel brengt hen bij de vier elementen. Ook wordt er gezocht in de archieven van<br />
het Vaticaan. De elementen zijn; lucht, aarde, water en vuur. Hiermee zullen de vier kardinalen<br />
om het leven worden gebracht. Deze elementen zijn verborgen in <strong>Rome</strong>. Deze actie is<br />
bedoeld als een wraak actie voor het vermoorden van wetenschappers, toen de wetenschap<br />
als duivels werd beschouwd in het geloof.<br />
De belangrijkste aanwijzing is:<br />
We zullen uw vier pijlers verwoesten. We zullen uw “preferiti” merken en hen offeren op de<br />
altaren van wetenschap. Dan zal uw kerk op u neer komen. Vaticaanstad zal verteerd worden<br />
door licht. Een stralende ster aan het einde van het “Pad der Illuminatie”.<br />
Robert Langdon, Vittoria Vetra en de Romaanse politie gaan samenwerken in deze zaak.<br />
Na het lezen in diverse boeken komt Robert Langdon er achter dat het aarde altaar zich in<br />
de chigi kapel bevindt. Maar daar is de eerste kardinaal al dood gegaan omdat hij gestikt is<br />
in aarde, op zijn borst staat “earth” gebrand. Met behulp van een heleboel beelden komen<br />
ze ook achter de tweede locatie. Dat is de West Ponente op het Sint-Pietersplein, maar ze<br />
komen te laat om de tweede kardinaal te redden. Deze is vermoord door het doorsteken van<br />
de longen.<br />
Nadat een evacuatie poging van de St. Pieter is mislukt wordt zelfs Robert Langdon een<br />
doodpoging aangedaan. Toch vinden ze de derde locatie, de Santa Maria della Vittoria. Hier<br />
dood de moordenaar iedereen behalve Robert zelf. De derde kardinaal kan net niet gered<br />
Angels & Demons<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
32
Het Bernini mysterie<br />
worden uit een vlammen zee. In de kerk verwijst het beeld de extase van Theresia naar het<br />
zuidwesten. Ze volgen dit spoor wat leidt tot de fontein op het Piazza Navona. Daar wordt de<br />
vierde kardinaal gered uit handen van een verdrinkingsdood. Hij verklaart dat ze gevangen<br />
zaten in het kasteel van st. Angelo.<br />
Bij het kasteel spaart de dader het leven van Robert en Vittoria, omdat ze niet gewapend zijn.<br />
Hij vertelt hen ook dat het brein hierachter zich in de katholieke kerk bevindt. De dader vindt<br />
zijn beloning in zijn auto, maar die ontploft. Na het bekijken van de kaart ziet Robert het verband<br />
tussen de plaatsen van de altaren en de bom, ook komt hierbij de sleutel van pas die hij<br />
kreeg, na een hoop verwarring in de St. Pieter. Er wordt ontdekt dat de bom bij het graf van<br />
Petrus ligt. De “kamerbewaarder” van de kerk vliegt met de bom en helikopter weg en kan er<br />
nog net levend uitspringen.<br />
Na zijn herstel blijkt echter dat hij het meesterbrein was, na het bekijken van camera beelden.<br />
Daar kan hij niet omheen en pleegt zelfmoord. In de dagen daarna wordt de nieuwe<br />
paus gekozen.<br />
Bouwwerken<br />
De volgende bouwwerken komen in het Bernini mysterie voor:<br />
- Habakuk en de engel in de Chigi Kapel van de Santa Maria del Popolo kerk.<br />
- De West Ponente op het Sint-Pietersplein.<br />
- De Extase van Theresia in de kerk van Santa Maria della Vittoria.<br />
- La Fontana dei Quattro Fiumi op het Piazza Navona.<br />
- Castel Sant Angelo<br />
Santa Maria della Vittoria<br />
In het Bernini Mysterie speelt de Santa Maria della Vittoria een belangrijke rol, het derde<br />
altaar; vuur bevind zich in deze kerk. De derde kardinaal verbrandt er en de moordenaar<br />
weet te ontsnappen. Het belangrijkste onderdeel van deze kerk, is de Extase van Theresia.<br />
Het beeld wat Bernini maakte is van marmer. In het werk is te zien dat een engel op het punt<br />
staat om de heilige Theresia van Avila met een pijl<br />
te doorboren. De pijl wordt ook wel speer van vuur<br />
genoemd.<br />
De goudkleurige stralen (bronzen buizen) achter het<br />
beeld lichten flink op in de zon, dat komt door een<br />
venster naar binnen komt. Hierdoor wordt het effect<br />
van het vuur versterkt. Op het eerste gezicht lijkt<br />
het beeld een sensueel thema te hebben, maar bij<br />
het bestuderen van het beeld blijkt dat het juist het<br />
excentrieke ruige beeld naar voren komt.<br />
Het werk leverde aardig wat discussie op. Het blijft<br />
een grote trekpleister voor toeristen. Veelal liefhebbers<br />
van de film of het boek “het Bernini Mysterie”.<br />
Maar het beeld van Bernini verwijst in het verhaal van<br />
Dan Brown ook verder. Zo wijst de pijl naar het zuidwesten<br />
en geeft dit Robert Langdon een belangrijke<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 33
<strong>Rome</strong> nu<br />
aanwijzing in het oplossen van het mysterie.<br />
De verdere details van de Santa Maria della Vittoria, zoals ligging, materialen, constructieve<br />
details enzovoorts zullen verder in deze reisgids aan bod komen.<br />
Engelenburcht (Castel Sant” Angelo)<br />
De Engelenburcht (Castel Sant” Angelo) is een monument in <strong>Rome</strong>. De burcht is het oorspronkelijke<br />
Moles Hadriani (“het gevaarte van Hadrianus’”). Dit kasteel vlak voor de ingang<br />
van het Vaticaan was oorspronkelijk bedoeld als praalgraf voor keizer Hadrianus. Hij liet<br />
het bouwen tussen 135 en 139. Zo’n honderd jaar later werd zijn tombe verstevigd. De naam<br />
“Engelenburcht” stamt uit 590 toen paus Gregorius I god smeekte om de pestepidemie te<br />
beëindigen. De paus zag boven het graf van Hadrianus de aartsengel Michael verschijnen die<br />
zijn zwaard in de schede stak.<br />
paus Pius II liet op de plaats waar de aartsengel zou zijn verschenen een kapel bouwen.<br />
Het mausoleum was in de late oudheid al getransformeerd in een burcht. Vanaf 280 omringde<br />
de Aureliaanse Muur het grootste deel van de oude stad, maar het Vaticaan viel daar<br />
buiten. Door de opkomst van het Christendom trokken steeds meer pelgrims naar de oude<br />
Sint-Pietersbasiliek, die met zijn kunstschatten vrijwel onverdedigd buiten de stad lag. Het<br />
mausoleum lag op een zeer strategische positie tussen het Vaticaan en de brug over de Tiber<br />
en werd daarom in de verdedigingswerken van de stad opgenomen. Zo werd het graf langzamerhand<br />
een burcht en werd er een corridor gebouwd tussen het kasteel en het Vaticaan.<br />
De beelden die op de rand van het mausoleum stonden, zijn eens gebruikt om de Goten weg<br />
te jagen. De pausen en de adel streden, nadat de Goten weg waren, om de burcht. De Goten<br />
waren een Oost-Germaans volk dat een grote rol gespeeld heeft in de ondergang van het<br />
West-<strong>Rome</strong>inse Rijk. De pausen en de adelen<br />
lieten de Engelenburcht verbouwen tot een<br />
sterke vesting die het Vaticaan (de Katholieke<br />
Kerk) moest beschermen tegen invallers,<br />
maar ook tegen de Middeleeuwse <strong>Rome</strong>inse<br />
adel en burgerij.<br />
Voor de veiligheid liet paus Nicolaas III in 1277<br />
de Passetto (doorgang) bouwen, ook wel de<br />
Corridoio (Corridor) genoemd. Dit was een<br />
muur tussen het Apostolisch paleis en de<br />
veilige burcht die uitkwam op de Aureliaanse<br />
Muur. Nu kon de paus, wanneer er gevaar<br />
dreigde, zich met zijn schatten verschansen<br />
achter de dikke muren van de Engelenburcht.<br />
Later werd de burcht ook als pauselijke<br />
schatkamer gebruikt. Tot en met de 16e eeuw<br />
werden de verdedigingswerken verbeterd en<br />
de zalen steeds mooier versierd. Zo liet paus<br />
Paulus III de burcht comfortabeler inrichten<br />
voor het geval een van de pausen voor langere<br />
tijd in de burcht zou moeten verblijven.<br />
de Extase van Theresia<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
34
Het Bernini mysterie<br />
Nog in 1814 werd de burcht<br />
belegerd. Het was op dat moment<br />
bezet door een garnizoen<br />
dat trouw was gebleven aan<br />
Napoleon, en werd omsingeld<br />
door een leger uit Napels, het<br />
koninkrijk van Napoleons zwager,<br />
de vorst Murat.<br />
In 1870 droeg het Vaticaan de<br />
burcht over aan het Italiaanse<br />
leger. Tot 1901 bleef het een<br />
gevangenis, maar in de jaren<br />
30 werd het een museum. In<br />
de burcht werd een museum<br />
gemaakt dat in 58 verschillende zalen verdeeld is. Zo krijgt u een boeiend overzicht te zien<br />
van de geschiedenis van de Engelenburcht. In de Kamer der Urnen stond de as van overleden<br />
keizers. Verder ziet u onder meer het beeld van een engel uit de 16e eeuw die destijds<br />
bovenop het gebouw stond. De ondergrondse gang tussen het Vaticaan en de Engelenburcht<br />
is sinds 2000 opengesteld voor publiek.<br />
De laatste jaren is er veel aan gedaan om de burcht een beter aanzien te geven. Een deel van<br />
het vestingwerk is nu hersteld en een park geworden.<br />
De Engelenburcht wordt met de andere oever van de Tiber verbonden door de Ponte Sant”<br />
Angelo (de Engelenbrug), de oorspronkelijke Pons Aelius (vernoemd naar keizer Hadrianus,<br />
wiens volledige naam Publius Aelius Hadrianus was), die gelijktijdig<br />
met het mausoleum is gebouwd. Ook de brug kreeg zijn echte naam<br />
in de 15e eeuw.<br />
Wanneer men de brug oversteekt ziet men aan weerskanten tien<br />
engelen, die er in 1669 bij de restauratie van de brug op zijn gezet. De<br />
engelen, gemaakt door leerlingen van Gian Lorenzo Bernini, dragen<br />
elk een van de wapenen van Christus, voorwerpen die te maken hebben<br />
met de lijdenstijd van Jezus.<br />
Engelenburcht met de Engelenbrug<br />
La fontana dei Quattro Fiumi<br />
De Vierstromenfontein is een fontein in Barokke stijl op het Piazza<br />
Navona te <strong>Rome</strong>, deze fontein is gemaakt door door Gian Lorenzo<br />
Bernini in de jaren 1648 tot 1651. De fontein is gebouwd op de plek<br />
waar eerst een simpel bassin stond waar de paarden uit konden<br />
drinken. Ook de wijk rond het plein heet Piazza Navona. De fontein is<br />
gemaakt van Travertin, een soort kalkafzetting die op marmer lijkt, de<br />
belangrijkste steensoort in <strong>Rome</strong>. Hoewel het niet geschikt is voor de<br />
fijnste sculpturale effecten, kan het veel sneller bewerkt worden dan<br />
marmer.<br />
Over het ontstaan is een anekdote bekend: “In 1651 vond paus Innocentius<br />
X dat het tijd was voor een mooi monument op zijn plein.<br />
La fontana dei Quattro Fiumi<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu 35
<strong>Rome</strong> nu<br />
Alle kunstenaars zouden het een grote eer vinden om<br />
zo’n belangrijke fontein te ontwerpen voor een paus.<br />
De paus kon dus kiezen wie hij zou aanstellen voor<br />
deze klus. Om hem te helpen kiezen organiseerde de<br />
paus een wedstrijd. Op die manier kon Bernini bouwen<br />
aan dit kunstwerk. Het zou een minder uitbundig werk<br />
worden als dat er nu werkelijk staat, omdat Bernini<br />
voor de paus kwam te werken. Bernini mocht het<br />
werk maken omdat hij ervoor zorgde dat Olymphia<br />
Maidalchini, de schoonzus van Innocentius X een zilveren<br />
model van de fontein kreeg. Vervolgens zorgde<br />
Bernini dat zij dit aan de paus zou laten zien en het<br />
aan hem zou geven. De paus was zo onder de indruk<br />
dat hij vanaf dat moment Bernini in staat stelde de centrale fontein af te maken. De fontein<br />
heeft zijn naam te danken aan de beelden die erop geplaatst zijn. De fontein bestaat uit vier<br />
figuren, die elk één van de toen bekende vier grootste rivieren van de wereld voorstellen. De<br />
Donau met zijn armen omhoog. Waarom voor de Donau gekozen is in plaats van de Tiber is<br />
te verklaren door de obelisk in het midden van de fontein. De opdrachtgever voor het maken<br />
van deze obelisk, Domitianus, heeft ooit met zijn legioen een ernstige dreiging gekend<br />
vanuit de rivier de Donau. De Nijl met bedekt hoofd omdat, volgens Baldinucci, de oorsprong<br />
ervan lang verborgen was. De Rio della Plata als neger met munten, Dit zou symbool staan<br />
voor bodemschatten in het gebied van de Rio de la Plata (Zuid-Amerika). Ook over het beeld<br />
van de Nijl is een kleine anekdote bekend. De god steekt zijn hand uit en lijkt weg te duiken<br />
uit angst dat de gevel van Sant’Agnese in Agone op hem valt. Bernini zou dit gedaan<br />
hebben omdat die kerk door zijn grote rivaal Borromini is gebouwd. Dit verhaal klopt zeer<br />
waarschijnlijk niet, aangezien de fontein enkele jaren eerder gebouwd was dan de kerk. Heel<br />
duidelijk aanwezig is de Egyptische obelisk van rood graniet die in het midden van de fontein<br />
omhoog steekt. Uit de Hiërogliefen op de obelisk, blijkt dat deze in het jaar 81 gemaakt<br />
is voor de <strong>Rome</strong>inse keizer Domitianus. Later is deze obelisk gebruikt in een tempel voor<br />
de grieks-egyptische god Serapis en later voor het Circus van Maxentius, een renbaan ten<br />
zuiden van het oude <strong>Rome</strong> bij de Via Appia. Innocentius X besloot de, ondertussen omgevallen<br />
en gebroken, obelisk te herbruiken. Op deze obelisk is zijn familiewapen aangebracht: de<br />
duif met de olijftak. Verder zijn nog onder andere een palmboom, een leeuw, een slang, twee<br />
dolfijnen en een armadillo te zien. De obelisk is 16,54 meter hoog. Het samenbrengen van<br />
architectuur en beeldhouwwerk in deze fontein was revolutionair ten opzichte van andere<br />
fonteinen in <strong>Rome</strong> uit die tijd.<br />
De riviergod Ganges, op de Vierstromenfontein<br />
Habakuk en de engel in de Chigi Kapel van de Santa Maria del Popolo kerk<br />
Robert Langdon vindt in het boek in de Chigi kapel van de Santa Maria del Popolo kerk een<br />
vermoorde kardinaal. Hij is half ingegraven in de aarde en gestikt door een mond vol aarde.<br />
Het beeld van Habakuk en de engel wijst hem de weg naar het volgende altaar. Santa Maria<br />
del Popolo is een van de oudste parochiekerken van <strong>Rome</strong> en staat boven het graf van keizer<br />
Nero. Volgens een Middeleeuwse legende waarde zijn verloren ziel rond bij een notenboom<br />
die daar was gegroeid. Paus Paschalis II liet de boom in 1099 omhakken, Nero’s as in de Tiber<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
36
Het Bernini mysterie<br />
gooien en bouwde vervolgens een Mariakapel op deze plek. Gregorius<br />
IX verving de kapel in 1227 door een grotere parochiekerk<br />
voor het volk (popolo) en vanaf 1472 liet paus Sixtus IV deze kerk in<br />
Renaissancestijl herbouwen. In 1505 voegde Bramante in opdracht<br />
van de augustijnen het priesterkoor toe. De kerk is in de 17de eeuw<br />
door Bernini in Barokstijl verfraaid. Vroeger heette de Chigi kapel<br />
Capella della Terra, ook wel de Kapel van de aarde. De als driebeukige<br />
pijlerbasiliek met een kruisvormig grondplan met zijkapellen<br />
ontworpen kerk heeft een sobere, drieledige gevel van Travertin.<br />
Dit is een kalksteen die gevormd wordt door de neerslag van kalk<br />
uit oververzadigd water uit warme bronnen. Dit is kenmerkend<br />
voor de vroege Renaissance in <strong>Rome</strong>. De Santa Maria del Popolo<br />
is vooral beroemd om zijn prachtige kapellen, die zijn gebouwd in<br />
opdracht van vooraanstaande families. Bovenop de kerk bevindt<br />
zich een achthoekige koepel. De Santa Maria del Popolo is gelegen<br />
aan de noordkant van het Piazza del Popolo. De kerk bestaat uit<br />
een centraal middenschip met twee zijbeuken, die omringd worden<br />
door elf straalkapellen. Één van de elf straalkappellen rond<br />
de kerk is de Chigi kapel. Deze kapel behoorde toe aan de rijke<br />
bankiersfamilie Chigi ten tijde van de Renaissance. De kapel werd<br />
ontworpen door Rafaël Santi. Bernini was de beeldhouwer van de<br />
beelden “Habakuk en de Engel” en “Daniël en de leeuw” die in de De engel en Habakkuk<br />
kapel te zien zijn. Het beeld van Habakuk staat rechtsachter in de kapel. De Engel en Habakuk<br />
wijzen verschillende richtingen uit. De engel trekt Habakuks haardos omhoog. Aan weerszijden<br />
van deze kapel zijn grote marmeren piramides te zien en in het midden de mozaïek<br />
van het duivelsgat. Hieronder liggen de resten van de minder vooraanstaande leden van de<br />
Chigi-familie. De vergulden koepel met cassetten van de kapel wordt gedragen door vier pijlers.<br />
De wandfresco’s tussen de ramen zijn van Francesco Salviati . Door een combinatie van<br />
perspectivische effecten lijkt de grafkapel veel groter dan hij in werkelijkheid is. Toen zowel<br />
de opdrachtgever als de kunstenaar in het jaar 1520 stierf, was het werk aan de kapel echter<br />
nog niet voltooid. Dat zou uiteindelijk pas veel later gebeuren, onder de Chigi-paus Alexander<br />
VII, die Bernini opdracht gaf voor het vervaardigen van de twee beelden in de kapel.<br />
De West Ponente op het Sint-Pietersplein<br />
Met behulp van beelden komen ze er in het boek achter dat de tweede locatie de West<br />
ponente op het Sint-Pietsersplein is. Ook hier komen ze te laat en is ook de tweede kardinaal<br />
al dood. Deze is vermoord door het doorsteken van de longen. De West-Ponente is een tegel<br />
in het Sint-Pietersplein. Ook wel bekend als Respiro di Dio. Op de tegel is een afbeelding te<br />
zien van de westenwind in de vorm van een engelachtig gezicht. De engel blaast lucht in de<br />
richting van het oude centrum van <strong>Rome</strong>. Dit moet de adem van God voorstellen. Dit was<br />
Bernini’s eerbetoon aan het tweede element: Lucht. Het Sint-Pietersplein is helemaal door<br />
Bernini ontworpen. Dit plein werd gebouwd van 1656 tot 1667. Het plein is vooral bekend<br />
doordat de paus er zijn jaarlijkse paaszegen uitspreekt. Maar dit is niet het enige waarvoor<br />
het plein gebruikt wordt. Het wordt bijvoorbeeld ook nog gebruikt voor heiligverklaringen.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 37
<strong>Rome</strong> nu<br />
Het plein wordt omgeven door een zuilenrij, die door Bernini zelf beschreven wordt als de<br />
moederlijke armen van de kerk. Deze zuilenrij bestaat uit 284 Dorische zuilen en 88 pilasters,<br />
in vier rijen, die vrijwel volledig symmetrisch staan. Samen vormen ze een ovaal met<br />
een grootste binnendiameter van ongeveer 198 meter. Het plein is in totaal ruim 200 meter<br />
breed en ruim 250 meter lang. In het midden van het plein staat een Egyptische obelisk<br />
van ruim 37 meter hoog. De obelisk is in 39 na Chr. in opdracht van Caligula naar zijn circus<br />
gebracht, dat later het Circus van Nero genoemd zou worden. In 1586 is de obelisk naar de<br />
huidige plaats verplaatst. De obelisk was vroeger namelijk een draaipunt voor wagens in<br />
races in het Circus van Nero. Dit circus stond op de plaats van het plein. Om de obelisk staan<br />
twee symmetrische fonteinen. De rechter fontein is ontworpen door Maderno. Om het symmetrische<br />
effect te behouden was er later nog een tweede fontein nodig. De eerste fontein is<br />
in 1612 geplaatst, terwijl de linkse fontein in 1675 gebouwd<br />
is.De balustrade van het Sint-Pietersplein is getooid met<br />
140 beelden van pauzen, martelaren, heiligen en stichters<br />
van katholieke orden. Het plein is ingenieus aangepast<br />
aan de situatie. Het richt zich op <strong>Rome</strong> en verbindt de<br />
Sint-Pieter met de gebouwencomplexen van Vaticaanstad.<br />
Bernini heeft rekening moeten houden met praktische<br />
voorwaarden zoals: het plein moet grote mensenmassa’s<br />
kunnen bevatten, een passend decor bieden voor<br />
West Ponente<br />
bedevaarten en processies en de pelgrims moeten het van<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
38
Sporen 5 keizers in huidige <strong>Rome</strong><br />
Forum van Nerva<br />
Marcus Cocceius Nerva (rond 30-98) was keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk<br />
van 96 - 98. Hij was de eerste van de zogeheten adoptiefkeizers, zoals:<br />
Trajanus, Hadrianus, Antoninus Pius en Marcus Aurelius. Marcus Cocceius<br />
Nerva heeft een aantal gebouwen laten realiseren die vandaag de<br />
dag nog veel aanzien hebben. Een belangrijk gebouw was het Forum van<br />
Nerva. In de volgende tekst zullen de bouwkunde overblijfselen van het<br />
Forum worden besproken. De opdracht tot bouw van het Forum werd<br />
Nerva<br />
gegeven door Keizer Domitianus (deze vond dat hij als keizer net als zijn<br />
voorgangers een Forum moest hebben), uiteindelijk heeft keizer Nerva (die hem opvolgde)<br />
het voltooid in 97, vandaar dat het ook zijn naam draagt. Het forum van Nerva lag naast het<br />
forum van Augustus. De belangrijkste reden voor de locatie van het forum is, omdat hiervoor<br />
al vele andere keizers in dit stuk van <strong>Rome</strong> hun forum gebouwd hebben. En natuurlijk omdat<br />
hier nog enige ruimte beschikbaar was, want rond het forum Romanum was alles al volgebouwd.<br />
Er wordt soms minderwaardig gesproken over doorgang in plaats van een echt forum.<br />
De reden dat dit gebouw “slechts“ 120 x 45 meter bestrijkt is door het eerder genoemde<br />
ruimtegebrek en het feit dat dit stuk grond diende als ontsluiting van de achterliggende wijk<br />
Subara, waardoor het niet eerder bebouwd was. Uiteraard moesten de mensen nog steeds<br />
via deze route naar de hierboven genoemde wijk, vandaar de vele poorten op het forum.<br />
Omdat het forum de functie van de toegangsweg overnam staat het forum ook wel bekend<br />
als Forum Transitorium. Het meest belangrijke deel van dit forum is de tempel gewijd aan<br />
Minerva (dit wordt benadrukt door de verhoging waarop deze geplaatst is en de prominente<br />
locatie in het gebouw.) Een forum diende hoofdzakelijk als markt, justitiecentrum en politiek<br />
centrum. Waarbij de nadruk lag op de laatste twee in het geval van keizerlijke fora. Tevens<br />
diende een forum ook als een soort van prestige gebouw om macht, rijkdom en kennis<br />
tentoon te stellen. Dit wordt in het geval van Forum Nerva vooral duidelijk als men kijkt naar<br />
het aantal oorspronkelijke beelden en de positionering<br />
ervan. De vele beelden van onder andere belangrijke<br />
personen uit die tijd keken als het ware van hun hoge<br />
standplaats neer op de mensen in het binnenplein van<br />
het forum. Tevens was het forum rijkelijk voorzien van<br />
natuursteen zoals marmer en Travertin dat de vloeren<br />
sierde. Tot de eerste helft van de 17e eeuw was het<br />
forum nog enigszins intact. Totdat er onder leiding van<br />
paus Paulus V het natuursteen van het forum gebruikt<br />
werd om andere bouwwerken mee te maken. De resten<br />
van deze bouwwerken kwamen tevoorschijn tijdens de<br />
aanleg van een autoweg onder leiding van Benito Mussolini<br />
in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw.<br />
In de jaren 20 en de jaren 60 van de vorige eeuw zijn er<br />
opgravingen geweest vandaar dat men ongeveer weet<br />
hoe het eruitzag. De ruïnes die nu nog over zijn laten<br />
helaas betrekkelijk weinig zien.<br />
Plattegrond van het Forum van Nerva<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 39
<strong>Rome</strong> nu<br />
Zuil van Trajanus<br />
Trajanus is geboren op 18 september 53 en overleed op 8 augustus 117. Hij<br />
was de keizer van <strong>Rome</strong> vanaf het jaar 98 tot 117. Trajanus wordt gezien<br />
als de beste keizer die <strong>Rome</strong> gehad heeft. De senaat gaf hem daarom de<br />
titel Optimus, wat beste betekent. Trajanus” invloed was zo groot dat tot<br />
in de Byzantijnse tijd de nieuwe keizer werd ingehuldigd met de bede “felicitor<br />
Augusto, melior Traiano” wat, “moge hij gelukkiger dan Augustus<br />
en beter dan Traianus zijn” betekent. Trajanus heeft ook een aantal bouwwerken<br />
nagelaten, één hiervan is de “Zuil van Trajanus”. Dit bouwwerk zal Trajanus.<br />
worden besproken in de tekst hieronder. Trajanus was een groot veldheer<br />
en was hierdoor al erg geliefd bij het volk en het leger voordat hij keizer werd. Toen Trajanus<br />
net keizer was geworden maakte hij zich nog geliefder bij het volk. Trajanus liet een aantal<br />
gevangenen vrij die al sinds de tijd van Domitianus vast zaten. Verder gaf hij ook een groot<br />
aantal bezittingen terug die door Domitianus in beslag waren genomen. Trajanus heeft een<br />
groot aantal veldslagen gevoerd in de tijd voordat hij keizer werd, maar ook nadat hij tot keizer<br />
benoemd is heeft hij als veldheer nog grote oorlogen gevoerd. De bekendste hiervan zijn<br />
de Dacische oorlogen deze zijn uitgevochten in de jaren 101-102 en 105-106. Ter ere van deze<br />
oorlogen is de zuil van Trajanus gebouwd. De zuil van Trajanus is gebouwd<br />
in de jaren 107 tot 112 en ingewijd in het jaar 113. De zuil staat op de ruïnes<br />
van het forum van Trajanus. Behalve om de Dacische oorlogen te herdenken<br />
is de zuil ook gebouwd om de hoogte van de heuvel aan te geven. Die<br />
heuvel is afgegraven om het forum van Trajanus te bouwen en waarschijnlijk<br />
is de zuil ook gebruikt als grafmonument voor de vergulde urn met het<br />
as van trajanus. De 29,78 meter hoge zuil bestaat uit 18 blokken Parisch<br />
marmer met een doorsnee van 3,70 m. Parisch marmer is een marmersoort<br />
afkomstig van het eiland Paros in Griekenland. Binnenin is een wenteltrap<br />
van 185 treden, die naar het platform boven op de zuil leidt. Er zijn 43 nauwe<br />
gleuven aangebracht voor de lichtinval. Op de zuil is spiraalsgewijs een<br />
ca. 200 m lang fries aangebracht waarop, als een soort doorlopend stripverhaal,<br />
de veldtochten van Trajanus in Dacië zijn afgebeeld. De breedte<br />
van het fries loopt op van 90 cm aan de onderkant tot 1,25 m bovenaan.<br />
De reliëfs zijn van een uitzonderlijke kwaliteit ook qua detaillering zij het<br />
meesterwerken van de beeldhouwkunst. De diepte van het reliëf is 5 cm. Er<br />
staan 2500 mensen afgebeeld. De afbeeldingen moeten niet als een realistische<br />
weergave van de oorlogshandelingen worden gezien, maar als een<br />
epische verwerking ervan. De keizer zelf is 60 keer afgebeeld, maar nooit<br />
tijdens een gevechtshandeling. De reliëfs vormen een belangrijke bron voor<br />
onze kennis van het <strong>Rome</strong>inse leger. De kunstenaar is mogelijk dezelfde als<br />
van het Trajaanse reliëf in de boog van Constantijn. Mogelijk gaat het om<br />
Apollodorus van Damascus, de architect van het Forum.<br />
“SENATUS POPULUSQUE ROMANUS IMPERATORI CAESARI DIVI NERVAE<br />
FILIO NERVAE TRAIANO AUGUSTO GERMANICO DACICO PONTIFICI MAXIMO<br />
TRIBUNICIA POTESTATE XVIII IMPERATORI VI CONSUL VI PATER PATRIAE AD<br />
DECLARANDUM QUANTAE ALTITUDINIS MONS ET LOCUS TANTIS OPERIBUS<br />
Zuil van Trajanus<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
40
Sporen 5 keizers in huidige <strong>Rome</strong><br />
SIT EGESTUS”.<br />
Vertaling: “De Senaat en het volk van <strong>Rome</strong> voor Caesar, de zoon van de<br />
vergoddelijkte Nerva, Nerva Trajanus Augustus, triomfator in Germanië<br />
en Dacië, Opperpriester, voor het achtiende jaar in het bezit van de<br />
bevoegdheden van volkstribuun, voor het zesde jaar Imperator, voor het<br />
zesde jaar consul, Vader des Vaderlands om aan te geven hoe hoog de<br />
heuvel en de plaats was die nu verwijderd is voor zo’n kunstwerk.”<br />
Hadrianus.<br />
Villa Hadrianus in Tivoli<br />
Publius Aelius Hadrianus wordt op 24 januari 76 geboren. Zijn geboorteplaats is Italica (bij<br />
Sevilla). Hadrianus” familie is afkomstig uit Baetica in Spanje. Door de vroegtijdige dood van<br />
zijn vader, wordt Hadrianus op 10-jarige leeftijd opgenomen in het kinderloze gezin van zijn<br />
achteroom, de latere keizer Trajanus. Trajanus zorgt voor zijn opleiding in <strong>Rome</strong>. Hadrianus<br />
toont daarbij een grote bewondering voor de Griekse cultuur. Dat is de reden dat hij, naar<br />
Griekse gewoonte, zijn baard laat staan, iets dat tot dan toe voor <strong>Rome</strong>inse keizers ongebruikelijk<br />
was. Een bouwwerk dat Hadrianus heeft laten bouw is een villa, genaamd “Villa<br />
Hadrianus”. De bouwkundige overblijfselen hiervan zullen hieronder worden besproken.<br />
Pompeia Plotina, de vrouw van Trajanus, is zeer toegewijd aan Hadrianus. Twee jaar nadat<br />
haar man keizer is geworden, in 100 n.Chr, arrangeert zij voor Hadrianus een huwelijk met<br />
Sabina waardoor zijn kansen om Trajanus op te volgen een stuk groter worden. Het betreft<br />
een politiek huwelijk en de relatie met zijn echtgenote is op zijn best koel te noemen.<br />
Hadrianus heeft ook een relatie met Antinous, een Griekse jongen. Als Antinous tijdens één<br />
van zijn reizen (in 130) verdrinkt in de Nijl, laat Hadrianus, gek van verdriet, de jongen tot god<br />
verklaren. Hadrianus is door latere schrijvers vaak verguisd vanwege deze relatie.<br />
Hadrianus maakt carrière in het <strong>Rome</strong>inse leger en vecht als stafofficier tegen de Daciërs en<br />
Westgoten in Oost-Europa en daarna tegen de Parthen in Klein-Azië. Toen Trajanus in 117<br />
overleed, volgde Hadrianus hem als keizer op. Kort na het overlijden van Trajanus trok hij<br />
de <strong>Rome</strong>inse garnizoenen terug uit Armenië, Syrië en Mesopotamië. Niet uit vredelievendheid,<br />
maar vanwege de gigantische kosten die de voortdurende oorlogen aan de bedreigde<br />
grenzen met zich meebrengen. In Europa bereikte de romanisering haar hoogtepunt. Keizer<br />
Hadrianus trok veel macht naar zich toe ten koste van de senaat en benoemde een uitgebreide<br />
persoonlijke staf. Lastposten liet hij uit de weg ruimen. Hadrianus legde zich toe op<br />
wetgeving die zou moeten gelden voor het hele <strong>Rome</strong>inse imperium en gaf ene Publius<br />
Salvius Julianus opdracht een wetboek samen te stellen; dat werd het edictum perpetuum.<br />
Hadrianus reisde voortdurend zijn rijk rond om zijn veldheren te controleren, hij stichtte<br />
onderweg in Thracië, Hadrianapolis (de huidige Turkse grensplaats Edirne), stichtte in Jeruzalem<br />
een <strong>Rome</strong>inse kolonie en laat ter plekke zo ongeveer alle Joden uitroeien die daar nog<br />
zijn overgebleven na de opstanden. In Tivoli liet hij zijn lusthof Villa Hadriana bouwen en in<br />
<strong>Rome</strong> gaf hij opdracht tot de bouw van zijn enorme mausoleum (gedenkteken met grafkelder).<br />
In Germania liet hij de grenslinies versterken. In Brittannia gaf hij in 122 het startsein<br />
voor de aanleg van de Vallum Hadriani, de Muur van Hadrianus of Hadrianuswal (in Engels:<br />
Hadrian’s Wall). De bouw duurde van 117 tot 138. De muur is een 117 kilometer lange stenen<br />
versterking die als doel heeft om invallen van de Picten vanuit het noorden (Schotland) te<br />
voorkomen. De muur loopt van de monding van de rivier de Tyne naar de Solway Firth (tus-<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 41
<strong>Rome</strong> nu<br />
sen het huidige Carlisle en Newcastle) en ligt enige kilometers ten zuiden van de huidige<br />
grens met Schotland. Hij wordt aanvankelijk opgetrokken met een breedte van drie meter,<br />
hoewel later gebouwde delen iets smaller zijn. De hoogte zal tussen de vier en vijf meter zijn<br />
geweest. Op vaste afstanden liggen veertien grote en 80 kleinere forten. De muur zou dienst<br />
doen tot het einde van de vierde eeuw. Een groot deel van de muur staat nog steeds overeind.<br />
Vooral in het middengedeelte. Het is vandaag de dag een toeristische trekpleister.<br />
In 136 keerde Hadrianus terug van een reis uit het oosten. Hij was toen 60 jaar oud en zijn<br />
gezondheid liet sterk te wensen over. Omdat hij taferelen zoals bij zijn eigen opvolging van<br />
Trajanus wilde voorkomen, begon hij na te denken over een opvolger. Hij koos voor Lucius<br />
Aelius Commodus Verus die een frivole levensstijl, slechte gezondheid en totaal gebrek aan<br />
enige militaire ervaring had. Vlak voor Commodus in 138 overleed had hij een betere keus als<br />
opvolger; Antoninus Pius afkomstig uit een belangrijk geslacht van consuls en proconsul van<br />
Azië in 134 - 135.<br />
Hadrianus overleed op 10 juli 138 in zijn villa te Napels. Na zijn dood werd hij vergoddelijkt<br />
hoewel de senaat, die een wrok koesterde tegen Hadrianus, dit probeerde te voorkomen. Zijn<br />
as werd in zijn mausoleum geplaatst. Ter nagedachtenis aan Hadrianus werd er in Campus<br />
Martius omstreeks 140 een grote tempel gebouwd die nu bekend staat als het Hadrianeum.<br />
Grote delen hiervan zijn bewaard gebleven.<br />
Villa Adriana<br />
Tussen het jaar 118 en het jaar 134 na Chr. liet keizer Hadrianus de villa Adriana bouwen. Hij<br />
was eigenlijk alleen maar van plan om een buitenverblijf te laten maken, maar hoe verder<br />
de bouw vorderde, des te meer uitbreidingen erbij werden gebouwd. Iedere keer als keizer<br />
Hadrianus een reis had gemaakt, naar bijvoorbeeld Griekenland, liet hij een aandenken aan<br />
die reis bouwen in zijn villa.<br />
Aan veel van deze aandenkens die er stonden, is te zien dat Hadrianus een grote voorliefde<br />
had voor Griekenland. Ook gaf Hadrianus veel van zijn bouwwerken Griekse namen. De schitterende<br />
villa lag zo’n vijf kilometer buiten Tivoli en is een van de indrukwekkendste overblijfselen<br />
uit de <strong>Rome</strong>inse tijd. Het complex strekte zich van noord naar zuid ongeveer 750 tot<br />
Plattegrond Villa Adriana<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
42
Sporen 5 keizers in huidige <strong>Rome</strong><br />
850 meter uit over een glooiende vlakte onder het eigenlijke Tivoli.<br />
De bouw van de totale villa heeft ongeveer tien jaar geduurd. Zijn landgoed was ruim 100<br />
hectare groot en er is vanaf de 15de eeuw nog van alles teruggevonden, zoals parken, ontvangstruimten,<br />
banketzalen, baden, een bibliotheek, zuilengangen, gehoorzalen, en zelfs<br />
een kunstmatig eiland. Onder de teruggevonden resten van het complex waren ook erg veel<br />
pilaren, die ooit vele bouwwerken hebben gesteund. Verder zijn er tussen de struiken en<br />
onder het puin nog verscheidene beelden teruggevonden. Rondom de villa van Hadrianus<br />
lagen veel vijvers. Twee goede voorbeelden van de vele vijvers zijn de vijver van de Poikilè en<br />
de vijver van de Canopus.<br />
Hadrianus woonde in de villa met zijn vrouw Sabina en zijn ambtenaren, die hem hielpen<br />
met het besturen van zijn rijk. De ambtenaren verbleven in de gastenverblijven van Hadrianus”<br />
villa. Het gebouw waar de gasten verbleven, bestond uit een rechthoekige zaal, waar<br />
tien slaapkamers op uitkwamen. Iedere slaapkamer kon drie gasten bergen. Alleen al aan de<br />
mozaïekvloer die in de gastenkamers was aangebracht, is te zien hoe luxueus de inrichting<br />
van de gastenvertrekken was. De tekening van de mozaïekvloer laat duidelijk zien waar<br />
de bedden stonden. Alleen aan de muren is niet meer te zien dat daar vroeger marmer of<br />
fresco’s zaten.<br />
Hadrianus zelf was eigenlijk helemaal niet vaak in de villa aanwezig, want hij was vaak bezig<br />
met reizen naar het Oosten, naar Griekenland of naar Egypte bijvoorbeeld. In de landschapstuin<br />
lag een waterbassin, de Canopus. De naam Canopus komt van het drie kilometer lange<br />
kanaal dat Canopus verbond met Alexandrië, in Egypte. Hadrianus had gemengde gedachten<br />
over Egypte, omdat zijn jonge minnaar, Antinous, daar, in de Nijl, de dood had gevonden<br />
door verdrinking. In het jaar dat de villa klaar was in 134, ging het steeds slechter met de<br />
keizer. Hadrianus heeft niet lang van de architectuur in zijn villa kunnen genieten, want<br />
hij is vier jaar later overleden. Naar alle waarschijnlijkheid hebben de keizers die Hadrianus<br />
opvolgde in ieder geval iets gedaan in de villa. Dit valt af te leiden doordat er bustes van deze<br />
keizers zijn gevonden. Vanaf 1544 ging het slecht met de villa. Er was in 1544 oorlog om Tivoli<br />
tussen de <strong>Rome</strong>inen en de Goten. Veel stukken van de villa zijn daardoor gebruikt voor gebouwen<br />
in Tivoli. Daarna is er niet veel meer naar de villa omgekeken en is de villa vervallen.<br />
Hetgeen wat er nu nog over is, zijn slechts ruïnes. In de Middeleeuwen werd de Villa gebruikt<br />
als winplaats voor bakstenen, marmer en andere bouwmaterialen. Vanaf 1549 werd nog<br />
meer marmer ontrokken uit de Villa toen er werd begonnen met de bouw van de Villa D’Este<br />
voor kardinaal Ippolito d’Este. Een van deze architecten, Pirro Ligorio, begon zich in die tijd als<br />
een der eersten ook te interesseren voor Villa Hadrianus.<br />
Voor het eerst werd de Villa Hadriano genoemd in de werken van Flavio Biondo. Flavio was<br />
een Italiaanse historicus die van 1433 tot 1463 in <strong>Rome</strong> leefde. Hierdoor werd de villa bekender<br />
en gingen de in kunst geïnteresseerde personen, zoals paus Pius II en Pirro Ligorio, er naar<br />
toe, om een bezoekje te brengen aan de villa. Pirro Ligorio was de voornaamste architect<br />
van kardinaal Ippolito d’Este, rond 1550. De villa werd door deze personen bestudeerd en er<br />
werden zelfs, sinds de 16de eeuw, opgravingen gedaan.<br />
Villa D’Este wordt beschouwd als een hoogstandje van de Italiaanse architectuur en tuinarchitectuur.<br />
In 1550 gaf kardinaal Ippolito d’Este, die door paus Julius III tot gouverneur van de<br />
stad Tivoli was benoemd, opdracht tot de bouw van dit buitenverblijf. De kardinaal en zijn<br />
voornaamste architect Pirro Ligorio lieten zich inspireren door de nabijgelegen Villa Hadria-<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 43
<strong>Rome</strong> nu<br />
nus, waar zij ook veel bouwmateriaal vandaan haalden. Tot zijn dood in<br />
1572 is de kardinaal bezig geweest met de aanleg van prachtige terrasvormige<br />
tuinen met tientallen grote en kleine fonteinen in laat Renaissance-<br />
Maniëristische stijl aan de voet van zijn paleis.<br />
Tijdens die opgravingen zijn ook alle vijvers opnieuw gevuld met water en<br />
vissen, om zo iets van het oorspronkelijk zo schilderachtige uitzicht van de<br />
villa Adriana te herstellen. In 1870 werd de villa door de Italiaanse regering<br />
gekocht van de Braschi’s, die de villa vanaf de 19de eeuw in hun bezit had-<br />
Antoninus Pius<br />
den. De Italiaanse regering heeft de bouwsels van de villa gerestaureerd.<br />
Veel van de overgebleven kunstwerken (vooral sculpturen) zijn tegenwoordig te zien in de<br />
zalen van het Museo Nazionale Romano en in veel andere Europese musea.<br />
Tempel van Antoninus<br />
Antoninus werd geboren op 19 september in 86 na Chr.. Zijn volledige naam was Titus Aurelius<br />
Fulvus Boionus Arrius Antoninus. Hij werd geboren in Lanuvium, dit ligt zuidelijk van<br />
<strong>Rome</strong>. Antonius Pius was een keizer die lange tijd reageerde. Hij regeerde van 138 na Chr. tot<br />
161 na Chr.. In tegenstelling tot z’n voorgangers was hij vredig en liefdevol. Tijdens de periode<br />
Pius ging het goed met het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Ook reisde hij niet veel tijdens zijn regeerperiode.<br />
Antoninus liet in deze tijd zeer weinig bouwwerken maken. De meest bekende van hem is<br />
de tempel van Anotoninus voor zijn vrouw Faustina. Later kreeg hij ook nog een triomfzuil,<br />
van Marcus Aurelius en Lucius Verus ter ere van hun adoptievader Antoninus.Antoninus<br />
stierf een natuurlijke dood in het jaar 161 op 74-jarige leeftijd. De tempel van Antoninus<br />
en Faustina, is gevestigd ten Noorden van de Regia in <strong>Rome</strong>. De tempel werd gebouwd in<br />
opdracht van keizer Antoninus Pius. De tempel werd ter ere gebouwd van z’n vrouw Faustina<br />
de Oudere, die in het jaar 140 na Chr. was overleden. De tempel zelf is rond het jaar 150<br />
voltooid. De tempel van Antoninus was een van de weinige gebouwen uit de tijd van deze<br />
keizer. In tegenstelling tot z’n voorgangers bouwde Antoninus maar weinig bouwwerken.<br />
Toen Antoninus in het jaar 161 na Chr. overleed heeft de senaat deze tempel ook aan Antoninus<br />
toegewijd.<br />
In de zevende of achtste eeuw werd in de cella van de tempel een kerk gebouwd die toegewijd<br />
werd aan San Lorenzo in Miranda. De tempel verkeerde destijds nog in goede staat.<br />
Hierdoor kreeg de tempel een nieuwe functie en is hij hierdoor nog beter bewaard gebleven.<br />
De tempel is een “prostylon”. Dit wil zeggen dat de tempel vrijstaande zuilen heeft die ruim<br />
uit elkaar staan en zodoende een rij vormen.<br />
Verder heeft de tempel een voorportaal in<br />
“hexastyl”. Dit betekent dat het voorportaal<br />
uit 6 zuilen bestaat. In totaal bestond de tempel<br />
uit 10 zuilen. Zes aan de voorzijde en twee<br />
aan elke zijkant. Deze zuilen zijn gemaakt van<br />
groen Cryptisch marmer in de Korinthische<br />
orde. De Korinthische orde onderscheidt zich<br />
van Dorisch en Ionisch door middel van de<br />
vorm van de zuil en de kapitelen. De kapitelen<br />
van de zuil waren versierd met “Bas-reliëf”. Dit<br />
Tempel van Antoninus en Festina<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
44
Sporen 5 keizers in huidige <strong>Rome</strong><br />
is een beeldhouwmethode waarbij de afbeelding ondiep is uitgewerkt.<br />
Aangezien dit reliëf langs een zijaanzicht een onrealistisch beeld geeft<br />
werd het vooral toegepast in gevels zoals bij deze tempel. In het bas-reliëf<br />
zijn afbeeldingen te zien van griffioenen, kandelaars en acanthusbladeren.<br />
De zuilen warenzeventien meter hoog en staan nog steeds fier overeind.<br />
Wel zijn zowel de muren en zuilen beschadigd. Op de zuilen zijn inkepingen<br />
te zien die uit de Middeleeuwen of de Renaissance dateren. Deze<br />
Marcus Aurelius.<br />
inkepingen waren bedoeld om de touwen op hun plaats te houden om<br />
vervolgens de zuilen neer te halen. Dit is echter nooit gelukt. Ook de muren zijn beschadigd.<br />
De muren waren van turfsteen. Deze stenen zaten aan elkaar verbonden met metalen<br />
klemmen. Later hebben ijzersmeden deze klemmen proberen te stelen, waardoor de muur<br />
is beschadigd. De tempel is gebouwd op een hoog podium van blokken Peperijn. Aan de<br />
voorkant is een trap te zien van bakstenen. Deze stamt van een restauratie in de Moderne<br />
tijd.. In het midden zijn nog resten van het altaar te zien. Opmerkelijk is het hoge vloerniveau<br />
van de tempel. Door de eeuwen heen was door slibafzetting na overstromingen van de Tiber<br />
en ophoping van vuil het grondniveau sterk gestegen. Hierdoor ligt de vloer van de kerk maar<br />
liefst 12 meter boven het antieke straatniveau uit het tijdperk van Augustus.<br />
Verder valt op het hoofdgestel van deze tempel twee inscripties af te lezen. “DIVAE FAUSTI-<br />
NAE EX S.C.” wat betekent (Aan de vergoddelijkte Faustina, bij decreet van de senaat) Later<br />
toen Antoninus overleed is deze inscriptie erbij gezet DIVO ANTONINO ET (Aan de vergoddelijkte<br />
Antoninus en..). Wat dan vervolgens voor de oude inscriptie werd geplaatst.<br />
Zuil van Marcus Aurelius<br />
Keizer Marcus Aurelius is geboren op 26 april 121 na Chr. en overleed op 17 maart 180 na Chr.<br />
Marcus Aurelius was een geliefd keizer en heeft <strong>Rome</strong> geregeerd van 161 tot 180 na Chr.<br />
Aurelius was een groot en geliefde heerser. Van de vijf adoptiefkeizers die <strong>Rome</strong> kende was<br />
Marcus Aurelius de laatste. Marcus Aurelius behoorde tot het geslacht der Aurelii en was<br />
naast keizer ook filosoof. Hij was een toonbeeld voor <strong>Rome</strong>, een menselijke heerser en belichaamde<br />
de voor-Christelijke Stoïcijnse deugden van <strong>Rome</strong>. Een bekend bouwwerk dat op de<br />
dag van vandaag nog staat is zijn zuil. In de volgende tekst zal dit bouwwerk nader worden<br />
behandeld.<br />
De zuil van Marcus Aurelius is een antieke triomfzuil op het Marsveld in <strong>Rome</strong>, gebouwd aan<br />
het einde van de tweede eeuw. Uit in de omgeving gevonden inscripties is opgemaakt dat de<br />
bouw in 193 na Chr. voltooid was. Met een hoogte van ruim 30 meter is het een indrukwekkend<br />
bouwwerk. De precisie waarmee de zuil is gemaakt is ook een schouwspel op zich. Om<br />
een zuil van 30 meter hoogte overeind te houden hebben de <strong>Rome</strong>inen een voet onder de<br />
zuil gebouwd van circa 10 meter hoog. Het onderste gedeelte van de zuil was een 3 meter<br />
hoog podium. Deze is alleen niet meer te zien, omdat deze in de loop der tijd onder het<br />
straatoppervlak is verdwenen. De zuil is zelf gemaakt uit halfronde marmeren blokken. De<br />
graveringen die op de zuil te zien zijn, zijn volledig uit het marmer gehakt. Deze graveringen<br />
vertellen het verhaal van alle veldslagen die Marcus Aurelius als keizer gestreden heeft.<br />
Een belangrijk maar echter van de buitenkant niet te zien feit is, dat de zuil van binnen<br />
uitgehouwen is. De binnenkant bestaat uit een 200 tal uitgehouwen treden die helemaal tot<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 45
<strong>Rome</strong> nu<br />
Gravering van Marcus Aurelus zijn veldslagen.<br />
de top leiden waar een vierkant platform is. Om het trappenhuis<br />
binnenin de zuil te verlichten is er om de zoveel treden, een klein<br />
rechthoekig raampje uitgehouwen. Hier zijn een 56 aantal van<br />
die er voor zorgen dat er genoeg licht binnen in het trappenhuis<br />
schijnt om te kunnen oriënteren tijdens het traplopen. De zuil is<br />
in de loop der tijd al gesleten. Dit is te zien aan de uitgehouwen<br />
veldslagen maar ook aan de voet van de zuil. Op munten uit de<br />
tijd van Commodus (Commodus was zijn zoon en latere keizer<br />
van <strong>Rome</strong>) staat de zuil van Marcus Aurelius afgebeeld met vier<br />
adelaars. Deze zijn ook in de loop der tijd verdwenen. Op de top<br />
van de zuil stond oorspronkelijk ook een standbeeld van Marcus<br />
Aurelius. In de Renaissance is dit beeld vervangen door een beeld<br />
van de apostel Paulus. Wat echter gedacht wordt is dat niet Marcus Aurelius maar Commodus<br />
deze zuil heeft laten bouwen, ter ere en nagedachtenis aan zijn vader. De vele veldslagen<br />
die Marcus Aurelius heeft moeten vechten kwamen niet van hem uit. Hij werd gedwongen<br />
deze veldslagen te strijden vanwege de Germaanse stammen die via het noorden het rijk<br />
binnenvielen. Deze oorlogen hebben van 166 t/m 180 na Chr. geduurd. Marcus Aurelius<br />
is gestorven in zijn laatste veldslag in 180. Hij verloor zijn leven door een ziekte. Zijn zoon<br />
Commodus heeft daarna een onvoordelige vrede gesloten met de Germaanse stammen en<br />
heeft zijn vader Marcus Aurelius uitgeroepen toen winnaar van de veldslagen. Na terugkomst<br />
van de veldslagen kreeg Commodus de eer van het senaat om dit bouwwerk voor<br />
hem te maken ter nagedachtenis aan zijn vader Marcus Aurelius. De zuil van Marcus Aurelius<br />
is gebouwd naar de eerdere zuil van keizer Trajanus. Zijn zuil is 80 jaar eerder gebouwd en<br />
staat op enkele honderden meters zuidelijker in het verlengde van dezelfde weg. Omdat er<br />
in de Middeleeuwen veel gebouwen vervielen tot ruïnes, werden de restanten voor nieuwe<br />
bouwwerken gebruikt. Dit vooruitzicht bleef voor de zuilen van Trajanus en Marcus Aurelius<br />
bespaard. De derde zuil was van de keizer Antoninus Pius. Deze zuil is later wel gebruikt als<br />
nieuw bouwmateriaal voor nieuwere bouwwerken. De reden dat de zuil van Marcus Aurelius<br />
bespaard bleef, kwam omdat deze later in het bezit kwam van de Benedictijner Monniken.<br />
De <strong>Rome</strong>inen kregen hierdoor niet de gelegenheid om ook van deze zuil, nieuwere bouwwerken<br />
te maken.<br />
hoofdsponsors:<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
46
Vaticaanstad<br />
Vaticaanstad<br />
Vaticaanstad is het kleinste onafhankelijke land in de wereld. Het grondgebied van het Vaticaanstad<br />
wordt volledig omringd door de stad <strong>Rome</strong>. Daardoor is het Vaticaanstad een enclave<br />
binnen Italië. Dat wil zeggen dat het Vaticaanstad volledig door één partij wordt omringd.<br />
Vaticaanstad wordt door de heilige stoel volkenrechtelijk vertegenwoordigt. Het huisvest<br />
ook de hoofdzetel van de Rooms-Katholieke Kerk. De staatshoofd van het Vaticaanstad is<br />
dan natuurlijk de paus. De huidige paus is paus Benedictus XVI en heeft zijn residentie in het<br />
apostolisch paleis.<br />
De staat is in 1929 ontstaan en wordt gezien als herleving van de kerkelijke staat. Vaticaanstad<br />
is geen lid van de Europese Unie, maar neemt wel deel aan verschillende organisaties.<br />
Vaticaanstad staat sinds 1984 op de werelderfgoederenlijst van UNESCO.<br />
Geschiedenis Vaticaanstad<br />
De paus had vroeger eeuwenlang een kerkelijke<br />
staat, die bijna heel Midden-Italië omvatte.<br />
In 1799 werd de paus door Napoleon en de<br />
<strong>Rome</strong>inse bevolking uit <strong>Rome</strong> verdreven. Maar<br />
de pausen slaagde er elke keer weer in om<br />
terug te komen. In 1866 veroverden de republikeinse<br />
troepen tweederde van de kerkelijke<br />
staat. Maar door de hulp van Napoleon III<br />
bleef Latium, waar <strong>Rome</strong> in gevestigd ligt, vrij<br />
van verovering. In 1870 moest Napoleon zijn<br />
troepen terugtrekken om deze in het front in<br />
de Frans-Duitse oorlog te vechten. Daardoor<br />
konden de republikeinse troepen toch Latium in<br />
komen en werd de politieke macht van kerkelijke staat vrijwel tenietgedaan.<br />
De paus beschouwde zichzelf als een gevangene van het Vaticaan en wilde het gebied niet<br />
verlaten. De pausen die opvolgende bleven de verovering van 1870 bestrijden. Deze situatie<br />
heeft bijna 60 jaar geduurd tot en met 1929. Toen hebben paus Pius XI en Mussolini het verdrag<br />
van Lateranen getekend. In dit verdrag werd bepaald dat de paus het huidige grondgebied<br />
als staat toegewezen kreeg. Tevens werden het Italiaanse Koninklijke huis en de paus<br />
weer verzoend. Ook werden Vaticaanse bedrijven vrij gesteld van de belastingen en taksen.<br />
Al voor de Tweede Wereldoorlog gaat het weeral fout met de Italiaanse fascistische regering,<br />
de regering ontbond katholieke jeugdverenigingen. In 1937 veroordeelde paus Pius XI de<br />
Duitse regering voor de religieuze vervolgingen. Bij het uitbreken van de oorlog verklaarde<br />
het Vaticaan zich echter wel als neutraal.<br />
Na de Tweede Wereldoorlog start het Vaticaan een<br />
proces van herstel. In de jaren “50 introduceert paus<br />
Pius XII veel moderne wetenschap in het denken en in<br />
de praktijk van de Rooms-Katholieke Kerk. Sindsdien<br />
zijn er door de pausen veel dingen verboden zoals<br />
abortus en euthanasie. Nu is paus Benedictus XVI aan<br />
de “macht” in Vaticaanstad.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 47
<strong>Rome</strong> nu<br />
Bezienswaardigheden<br />
De belangrijkste bezienswaardigheden voor toeristen zijn natuurlijk de<br />
Sint-Pietersbasiliek en het Sint-Pietersplein. Hier staan elke dag weer<br />
duizenden mensen.<br />
Wat ook veel bezoekers trekt is de Sixtijnse Kapel en het Vaticaanse<br />
Museum. Verder zijn de Vaticaanse tuinen en het Apostolisch paleis nog<br />
belangrijke bezienswaardigheden in dit kleine land.<br />
Het Apostolisch paleis of ook wel “Heilig Paleis” genoemd, maakt deel uit<br />
van de Vaticaanse paleizen. Overigens is het ook het woon- en werk paleis van de paus. Het<br />
complex bevat ongeveer 1400 ruimtes, van kleine kamers tot grote zalen. Het totale oppervlak<br />
is daardoor ongeveer 55.000 m2.<br />
In het paleis zijn ook nog twee gebouwen waar geen toeristen in mogen, dat zijn de Vaticaanse<br />
bibliotheek en het geheime Vaticaanse archief.<br />
Bevolking<br />
De 826 inwoners van Vaticaanstad wonen bijna allemaal in het land zelf en hebben vaak een<br />
dubbele nationaliteit. De inwoners hebben allemaal te maken met het geloof, dus het volk<br />
bestaat uit priesters, kardinale en de beroemde Zwitserse garde.<br />
In het Vaticaan werken natuurlijk meer mensen dan de ruim 800 inwoners. In totaal werken<br />
er ongeveer 3000 mensen in het Vaticaan voor toeristenbegeleiding, bewaking en ander<br />
werkzaamheden.<br />
Aan het hoofd van het door een muur omringde Vaticaan staat de paus als staatshoofd.<br />
De Vaticaanse nationaliteit krijg je niet zoals in andere landen door geboorte maar door<br />
naturalisatie (inburgering).<br />
De Zwitserse garde is een deel van de bewaking en heeft ook de Vaticaanse nationaliteit.<br />
Deze Zwitserse garde is overgebleven van het oorspronkelijke leger van de paus.<br />
Bestuur<br />
In een klein land als Vaticaanstad is natuurlijk ook een bestuur nodig om alles goed te regelen,<br />
daarom heeft het een eigen bestuursdienst die wel los staat van de <strong>Rome</strong>inse Curie.<br />
De <strong>Rome</strong>inse Curie is verantwoordelijk voor de Rooms-Katholieke Kerk.<br />
5 kardinalen onder leiding van een president hebben de wetgevende macht in het land.<br />
De pauselijke Commissie voor de Staat Vaticaanstad moet via het staatssecretariaat<br />
van de Heilige Stoel een wet laten goedkeuren en krijgt dan<br />
pas rechtsgeldigheid.<br />
In Vaticaanstad geldt hetzelfde recht als in Italië, mits er niet in een<br />
aparte wet een uitzondering is gemaakt. Het recht wordt uitgesproken<br />
door een Rechtbank van Eerste Aanleg, Hof van Beroep en een Hof van<br />
Cassatie.<br />
De uitvoerende macht van het Vaticaan wordt uitgeoefend door het<br />
Bestuur van Vaticaanstad.<br />
Het Vaticaan heeft een eigen politiedienst die zorgt voor de veiligheid en<br />
een eigen brandweer voor in de stad.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
48
Italian for dummies<br />
Bouwkundig algemeen<br />
Huis Casa<br />
Deur Porta<br />
Raam Finestra<br />
Dak Tetto<br />
Plafond Suffitto<br />
Vloer Pavimento<br />
Balkon Balcone<br />
Muur Muro<br />
Trap Scale/gradino<br />
Kasteel Castello<br />
Paleis Palazzo<br />
Villa Villa<br />
Fort Fortezza<br />
Kerk Chiesa<br />
Tegelvloer Pavimento piastrella<br />
Vensterbank Davanzale<br />
Gericht zoeken<br />
Plattegrond Pianta (architettura)<br />
Doorsnede Intersezione<br />
Gevel Facciata<br />
Tekening Disegno/motivo<br />
Constructie Construzione<br />
Ruimtes<br />
Ingang Entrata<br />
Uitgang Uscita<br />
Toilet Gabinetto, cesso<br />
Trappenhuis Scala<br />
Gang Corridoio<br />
Verdieping piano<br />
Materialen<br />
Hout Legno<br />
Metaal Metallo<br />
Steen Pietra<br />
Glas Vetro<br />
Cement Cement<br />
Beton Calcestruzzo<br />
Mortel Malta<br />
Marmer Marmo<br />
Voeg Giunzione<br />
Gebouwstructuren<br />
Kolom Colonna<br />
Dak Tetto<br />
Steunbalk Appoggio travicello<br />
Gewelf Volta<br />
Boog Arco<br />
Kapiteel Capitello<br />
Steunbeer contrafforte<br />
Verbinding Collegamento<br />
Pilaster Lesena<br />
Capiteel Capitello<br />
Bekisting Cassaforma<br />
Beroepen<br />
Bakker Panettiere<br />
Slager Macellaio<br />
Politie-agent Carabiniere, agente di polizia<br />
Architect Architetto<br />
Ingenieur Ingegnere<br />
Constructeur Produttore<br />
Aannemer Contraente<br />
Bouwbedrijf Construzione<br />
Ja en nee...<br />
Ja Sì<br />
Nee No<br />
Misschien Forse<br />
Tijdseenheden<br />
Seconde Secondo<br />
Minuut Minuto<br />
Kwartier Quarto d’ora<br />
Half uur Mezz’ora<br />
Uur Ora<br />
Dag Giorno<br />
Week Settimana<br />
Jaar Anno<br />
Winkelen<br />
Winkel Negozio<br />
Ik kijk alleen! Solo guardo!<br />
Wat kost het? Quanto costa?<br />
Geld Soldi<br />
Wisselgeld Cambio<br />
Supermarkt Supermercato<br />
Markt Mercato<br />
Italiaanse telwoorden<br />
Cijferkundig Italiaanse uitspraak<br />
1 Uno<br />
2 Due<br />
3 Tre<br />
4 Quattro<br />
5 Cinque<br />
6 Sei<br />
7 Sette<br />
8 Otto<br />
9 Nove<br />
10 Diece<br />
11 Undeci<br />
12 Dodeci<br />
13 Tredeci<br />
14 Quatterdici<br />
15 Quindici<br />
16 Sedici<br />
17 Diciasette<br />
18 Diciotto<br />
19 Diciannove<br />
20 Venti<br />
100 Cento<br />
1000 Mille<br />
Vrije tijd algemeen<br />
Alstublieft Per favore<br />
Dankuwel Grazie<br />
Waar kan ik … vinden? Dove posso trovare … ?<br />
Pardon, mag ik u wat vragen? Mi scusi, vorrei chiedere coasa?<br />
Hallo/goedendag/goedemorgen buongiorno<br />
Hoe heet u? Come si chiama?<br />
Ik heet … Mi chiamo …<br />
Aangenaam kennis te maken Lieto di conoscerla<br />
Graag gedaan Di niente<br />
Het spijt me Mi dispiace<br />
Het geeft niet Non fa niente<br />
Ik begrijp u niet Non ti capisco<br />
Ik begrijp u Ti capisco<br />
Ik spreek geen Italiaans Non parlo italiano<br />
Ik spreek maar een beetje Italiaans Parlo un pò di italiano<br />
Kunt u dat herhalen? Puoi ripetere?<br />
Kunt u iets langzamer spreken Puoi parlare più lentamente<br />
Spreekt u Engels? Parla Inglese?<br />
Is er hier iemand die Engels spreekt? Qualcuno qui parla inglese<br />
Tot ziens Arrivederci<br />
Goede reis! Buon viaggio!<br />
Als je ooit naar Nederland komt,<br />
kun je bij mij logeren Se una volta vieni in<br />
Olanda puoi allogiare<br />
da me<br />
Tot morgen A domani<br />
Het was leuk je gekend te hebben È stato bello cono<br />
scerti<br />
Mag ik je telefoonnummer? Posso avere il tuo<br />
numero di telefono?<br />
Bel me! Chiamami!<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 49
<strong>Rome</strong> nu<br />
Mag ik een foto van je nemen? Posso scattarti una foto<br />
Zullen we samen op de foto gaan? Ci facciamo una foto insieme?<br />
Ik zal je mijn foto geven Ti darò la mia foto<br />
Restaurant<br />
Is deze tafel vrij? È libero questo tavolo?<br />
Een tafel voor … personen Un tavolo per …<br />
alstublieft persone per favore<br />
We willen bestellen Vorreme ordinare<br />
Eet smakelijk! Buon appetito!<br />
Complimenten aan de kok! Complimenti al cuoco!<br />
Kunnen wij de<br />
rekening krijgen? Possiamo avere il conto?<br />
Houd het wisselgeld maar Può tenere il resto<br />
Relaties<br />
Tongzoen Bacare sulla bocca<br />
Liefdesbrief Letterea d’amore<br />
Trouwen Sposarsi<br />
Getrouwd Sposate<br />
Houden van Amare<br />
Verliefd zijn Essere innamorato<br />
Vriend Amico, ragazza<br />
Vriendin Amica ragazza<br />
Ik hou van jou! Ti amo!<br />
Ik ook van jou! Ti amo anch’io!<br />
Romantiek Romanticism<br />
Ik ben toch zo verliefd<br />
op jou! Sono molto innamorato di<br />
Jij bent mijn grote liefde Sei il mio grande amore!<br />
Met jou wil ik samen<br />
oud worden Voglio invecchiare con te<br />
Afspraakje? Appuntamento?<br />
Wil je met me uitgaan? Vuoi uscire con me?<br />
Ja, dat lijkt me leuk Sì, mi piacerebbe.<br />
Ik heb een hele fijne<br />
avond gehad Ho avuto una bella serata<br />
Mag ik je zoenen? Posso baciarti?<br />
Ja, ga je gang maar! Sì, vai, baciami!<br />
Nee, nu nog niet,<br />
later misschien No, ancora no, forse più tardi<br />
Wil je met me trouwen? Mi vorresti sposare?<br />
Seksualiteit<br />
Seks Sesso<br />
Seksualiteit Sessualità<br />
Erotiek Erotica<br />
Geslacht Genere<br />
Geslachtsorgaan Organo genitale<br />
Man Uomo<br />
Vrouw Donna<br />
Geslachtsgemeenschap Unione sessuale<br />
Voortplanting Riproduzione<br />
Zwangerschap Gravidanza<br />
Zwanger Incinta<br />
Heteroseksueel Eterosessuale<br />
Homoseksueel Omosessuale<br />
Voorbehoedsmiddelen Anticoncezionali<br />
Veilig vrijen Fare sesso sicuramente<br />
Condoom Preservativo<br />
Verkoopt u condooms? Vende preservativi?<br />
Geen condoom, geen seks No preservativo, nog<br />
sesso<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong>inse cijfergeving<br />
M = 1000<br />
D = 500<br />
C = 100<br />
L = 50<br />
X = 10<br />
V = 5<br />
I = 1<br />
Voorbeelden<br />
MM = 1000 + 1000 = 2000<br />
MD = 1000 + 500 = 1500<br />
CCC = 100 + 100 + 100 = 300<br />
XI = 10 + 1 = 11<br />
MDCCXVII = 1000 + 500 +100 + 100 +10 + 5 + 1 + 1 = 1717<br />
CM = 1000 – 100 = 900<br />
CD = 500 – 100 = 400<br />
XC = 100 – 10 = 90<br />
XL = 50 – 10 = 40<br />
IX = 10 – 1 = 9<br />
IV = 5 – 1 = 4<br />
MCMXCIV = 1000 + (1000 - 100) + (100 – 10) + (5 – 1) = 1994<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
50
Bekendste winkels en markten<br />
Winkelstraten<br />
Wie in <strong>Rome</strong> komt, kan er niet omheen: de vele pittoreske<br />
winkelstraten en winkels. Verspreid over de<br />
hele <strong>Rome</strong>inse binnenstad zijn er vele antiekwinkels<br />
te vinden, zelfs hele straten met antiek. In <strong>Rome</strong> zijn<br />
er naast de antiekwinkels en “normale” winkelstraten<br />
ook chique winkels voor de rijken. Kortom, in<br />
<strong>Rome</strong> komt iedereen qua winkelen aan zijn trekken!<br />
Via dei Condotti<br />
Eén van de belangrijkste en duurste winkelstraten<br />
in <strong>Rome</strong> is de Via dei Condotti. Deze relatief korte<br />
winkelstraat loopt van Piazza di Spagna bij de<br />
Spaanse Trappen tot aan Via del Corso. Deze straat<br />
is vooral beroemd door zijn herberging van dure winkels zoals juwelier Cartier. Via Condotti<br />
is het centrum van modezaken in <strong>Rome</strong>, met namen als Valentino, Zara, Armani, Louis<br />
Vuitton, Hermès, Fendi, Dolce & Gabbana, Gucci en vele anderen. Niet alleen modewinkels,<br />
maar ook het oudste en beroemdste café van <strong>Rome</strong> is in deze straat gevestigd: Antico Caffe<br />
Greco. Hier hebben veel beroemdheden een kopje koffie gedronken en de prijzen passen ook<br />
helemaal bij de omgeving.<br />
Via del Corso<br />
Voor meer betaalbare mode in <strong>Rome</strong> is de Via del Corso een bezoekje waard. Deze winkelstraat<br />
is met anderhalve kilometer veel langer dan<br />
de eerdergenoemde Via Condotti. De Corso loopt<br />
van Piazza Venezia bij het immense monument van<br />
Vittorio Emanualle II tot aan de Tweelingkerk op<br />
Piazza del Popolo. In de tijd van het <strong>Rome</strong>inse Rijk<br />
begon op de Corso de Via Flaminia, de belangrijkste<br />
weg in Italië. Naast modezaken zijn er ook andere<br />
winkels in de straat te vinden, zoals meubelwinkel,<br />
ateliers en boekwinkels.<br />
Via Nazionale<br />
De Via Nazionale is een grote doorgaande weg die<br />
loopt van Piazza della Repubblica tot Largo Magno-<br />
poli. Deze straat bevat naast winkels, in tegenstelling<br />
tot Via del Corso en Via dei Condotti, ook grote<br />
Via dei Condotti<br />
Via del Corso<br />
kantoorpanden en privéwoningen. Ook in deze straat zijn de goedkopere winkels te vinden,<br />
zoals kledingwinkels Bata en Joela. Ook zijn hier juweliers te vinden, zoals Swarovski.<br />
Via dei Coronari<br />
In deze straat, gelegen tussen Piazza di tor Sanguigna en Via di Panico zijn de beste adressen<br />
voor antiquiteiten te vinden. Tegenwoordig is het een voetgangersstraat. Veel van deze<br />
winkels hebben een traditie in het kopen en verkopen van antieke meubelen. In deze winkels<br />
is het mogelijk om antieke meubelen uit elke eeuw te vinden. Niet alleen meubelen, maar<br />
ook lampen, schrijftafels, stoelen, postzegels en foto’s.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 51
<strong>Rome</strong> nu<br />
Via del Babuino<br />
Deze straat loopt van Piazza di Spagna bij de Spaanse Trappen<br />
naar Piazza del Popolo. In deze straat zijn ook veel antiquiteiten<br />
te vinden, waar vooral exclusieve en dure stukken gekocht en<br />
verkocht worden.<br />
Via Margutta<br />
Deze straat loopt parallel met de Via del Babuino. De afstand<br />
tussen deze straten is circa 50 meter. Ook hier zijn de exclusieve<br />
antiquiteiten te vinden. Via Margutta is beroemd vanwege haar<br />
vele hang- en klimplanten.<br />
Via del Pellegrino, Via Giulia, Via di Panizo, Via di Monte Giordano<br />
De betaalbare antiquiteiten zijn te vinden in de winkels in de pittoreske<br />
straatjes van de oude <strong>Rome</strong>inse binnenstad. De belangrijkste<br />
hiervan zijn Via del Pellegrino, Via Giulia, Via di Panizo en<br />
Via di Monte Giordano.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Via dei Coronari<br />
Winkels<br />
La Rinascente<br />
Deze supermarkt is de oudste van <strong>Rome</strong>. Het gebouw opende zijn deuren in 1887 en werd<br />
vanaf het begin als een moderne supermarkt voorgesteld. Het gebouw oogt zelfs nu nog<br />
modern. In deze supermarkt wordt gewinkeld in Jugendstil. Naast de gangbare schappen van<br />
een supermarkt is hier ook een modern woondesign en een café te vinden.<br />
Piazza Fiume<br />
Il Discount dell’Alta Moda<br />
In deze winkel is de mode van exclusieve ontwerpers te koop. Het verschil met merkzaken is<br />
dat deze mode van het vorige seizoen is, en dus twee keer zo goedkoop is. Zo is er de mogelijheid<br />
tot het dragen van dure merkkleding voor een schappelijke prijs!<br />
Via Gesù e Maria 14/16<br />
Profumeria Materozzoli<br />
Deze parfumerie is de uitgewezen plek voor moeilijk te vinden parfums en cosmetica. De<br />
sinds 1870 bestaande winkel is gelegen op de begane grond van het aristocratische Palazzo<br />
Fiano, waar arbeiders Augustus” Altaar van de Vrede hebben gevonden. Meer informatie<br />
over het Altaar van de Vrede is elders in deze gids te vinden.<br />
Piazza San Lorenzo in Lucina 5 (Centro Storico)<br />
Discount delle firme<br />
Hier worden alle denkbare accessoires van veel bekende merken verkocht: parfums, dassen,<br />
paraplu’s, riemen, handtassen, enzovoorts tegen gunstige prijzen.<br />
Via dei Serviti 27<br />
Stilareddo<br />
In deze winkel is een zeer uitgebreide keuze aan antiquiteiten te vinden. Daarnaast zijn er<br />
ook modernere spullen (design en gebruiksspullen) te vinden. Ook zijn er (zeer) ongewone<br />
accessoires op de kop te tikken. De verzamelaar moet zeker een kijkje nemen in deze winkel!<br />
Corso Vittorio Emanuelle II 183<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
52
Bekendste winkels en markten<br />
Markten<br />
<strong>Rome</strong> heeft een deel van zijn bekendheid te danken aan de vele markten die daar te vinden<br />
zijn. Een bezoek aan deze markten is een goede manier om iets van het <strong>Rome</strong>inse leven te<br />
zien. De plaatselijke bevolking staat op de markten niet alleen achter de kraampjes, maar<br />
bezoeken zelf de markten ook regelmatig. Voor de dagelijkse behoeften zoals voedsel zijn ze<br />
regelmatig op dergelijke markten te vinden. Wat voor sommige mensen een nadeel is, is dat<br />
niet alle leveranciers Nederlands of Engels spreken, waardoor er middels gebarentaal moet<br />
worden gecommuniceerd. De prijzen liggen ook niet bij alle kraampjes vast, het is dan voor<br />
de klant mogelijk de prijs af te dingen. Wel wordt bij elk kraampje gewerkt met kilo’s. Op de<br />
markten is van alles te vinden, niet alleen voedsel en planten, maar ook kleding, elektronica,<br />
boeken, verzamelobjecten en nog veel meer. Omdat <strong>Rome</strong> een grote stad is met veel toerisme<br />
en omdat er veel aanbod is op de markten, zijn de markten vaak druk bezocht. Zakkenrollers<br />
in <strong>Rome</strong> doen hier helaas hun voordeel mee. Hieronder volgt een korte beschrijving en de<br />
locatie van de verschillende markten.<br />
Porta Portese<br />
Deze markt heeft zijn naam te danken aan een grote poort nabij de markt genaamd “Porta<br />
Portese”, die in 1644 is gebouwd. Porta portese is de grootste vlooienmarkt van Italië. Op<br />
deze markt zijn ongeveer 2000 handelaren te vinden die van alles aanbieden. In de Tweede<br />
Wereldoorlog werd Porta Portese gebruikt als zwarte markt. De markt is iedere zondag van<br />
6:00 tot 13:00 open en de toegang is gratis. De markt ligt aan de linkeroever van de Tiber tussen<br />
Porta Portese en Stazione Trastevere, aan de Via Portuense & Ippolito Nievo.<br />
Via Sannio<br />
Deze markt is ontstaan in de jaren 70. De markt is vernoemd naar de straat waar deze markt<br />
zich bevindt. Op de markt is een ruime selectie aan kleding voor dagelijks gebruik, maar ook<br />
kleding om te jagen, te vissen en bijvoorbeeld om te kamperen. De markt is elke dag open<br />
behalve zondags. De openingstijden van de markt zijn van maandag tot vrijdag van 8:00 tot<br />
13:00 en zaterdags van 8:00 tot 18:00. De markt bevindt zich bij de Aureliaanse muur.<br />
Piazza Vittorio<br />
Deze markt is de meest internationale markt van <strong>Rome</strong>. Op de markt zijn etenswaren zoals<br />
vis, vlees en regionale kazen te vinden. Op het gebied van Aziatische<br />
etenswaren zijn hier producten te vinden die nergens elders in <strong>Rome</strong><br />
verkrijgbaar zijn. De markt ligt dicht bij het Termini treinstation.<br />
Hierdoor is deze markt makkelijk bereikbaar voor mensen in en<br />
buiten <strong>Rome</strong>. Doordat deze markt makkelijk bereikbaar is en mede<br />
omdat er weinig concurrentie is op het gebied van Aziatische voedsel,<br />
zijn de producten relatief goedkoop.<br />
Mercato delle Stampe<br />
Op deze markt worden boeken, affiches, magazines en dergelijke<br />
verkocht. De markt is maandag tot zaterdag geopend van 7:00 tot<br />
13:00. De markt bevindt zich in de buurt van Via Del Corso, Largo<br />
della Fontanella di Borghese, Colonna.<br />
Via di Val Melaina<br />
Op deze markt is er voedsel te vinden van hoge kwaliteit. Het is gelegen<br />
in een welvarend gedeelte van <strong>Rome</strong>. De markt is op zondag na<br />
Porta Portese<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 53
<strong>Rome</strong> nu<br />
elke dag van 6:00 tot 13:30 geopend<br />
De markt ligt in de wijk Nuovo Salario aan de Via de Val Melaine.<br />
Campo de” Fiori<br />
<strong>Rome</strong>’s meest pittoreske en ook de meest historische markt. Zijn naam, Campo de “Fiori, wat<br />
“gebied van bloemen” betekent, doet aan een bloemenmarkt denken. In feite komt de naam<br />
van Campus Florae (Flora’s Square). Flora was de minnaar van de grote <strong>Rome</strong>inse generaal<br />
Pompeius. Op deze markt zijn naast bloemen ook vers voedsel te vinden zoals fruit, groenten,<br />
vlees en vis. De plaatselijke bevolking doet hier regelmatig zijn boodschappen. De markt is<br />
maandag tot zaterdag geopend van 7:00 tot 13:30. De markt word al sinds 1869 gehouden op<br />
de Campo de” Fiori.<br />
Ponte Milvio<br />
Deze grote en gezellige voedingsmarkt op het noordelijke einde van de Via Flaminia staat<br />
bekend in <strong>Rome</strong> en omstreken om de verse vis. Naast verse vis worden er op de markt ook<br />
zeevruchten en visgerelateerde producten verkocht. De markt is geopend van maandag t/m<br />
zaterdag van 6:00 tot 13:30. en is gelegen aan Piazzale di Ponte Milvio<br />
Mercato Generale<br />
Deze markt is voor de marktlieden al om 4:30 geopend. Op deze markt worden groenten,<br />
fruit, vlees en vis afgeleverd en worden vervolgens geveild onder de marktlieden. Onder deze<br />
veiling word er vaak luid geschreeuwd. Deze markt ligt in het zuiden van <strong>Rome</strong> is volgens<br />
toeristen één van de gezelligste markten van <strong>Rome</strong>. Pas als het veilen naar verloop van<br />
tijd stil valt is de markt niet alleen toegankelijk voor marktlieden maar ook voor het grote<br />
publiek. Op deze markt wordt groente en fruit<br />
verkocht. Deze markt ligt aan de Via Ostiene.<br />
Mercato Piazza dell’Unita<br />
Deze markt is ontstaan in 1920. Op deze markt<br />
wordt voedsel verkocht. Deze markt onderscheidt<br />
zich van de andere omdat deze tot de<br />
avond open is. Namelijk van 7:00 t/m 20:00.<br />
Ook bevindt deze markt zich op volgens vele een<br />
mooi plein. De Marceto Piazza dell’Unita ligt aan<br />
de Via Cola di Rienzo in de wijk Prati.<br />
Mercato delle Stampe<br />
Op deze markt vind u kopieën van prenten, boe-<br />
ken en tijdschriften uit de jaren “60 (of eerder)<br />
die waardeloos zijn, niet te betalen zijn of iets er<br />
Compo de” Fiori<br />
tussenin. De markt is “s ochtends vanaf 7 uur tot “s middags 13.30 geopend. De Mercato delle<br />
Stampe is gelokaliseerd op het Largo della Fontanella di Borghese en is nabij de architectuurfaciliteit<br />
van <strong>Rome</strong> op de Piazza Borghese.<br />
Piazza San Cosimato<br />
Deze markt is een hoge kwaliteit voedselmarkt, waar ook bloemen en huishoudelijke spullen<br />
verkocht worden. Het Piazza is vernoemd naar wat eens een negende eeuw Benedictijner<br />
klooster was. Het is nu geïntegreerd is in het Regina Margherita ziekenhuis. De plaats is momenteel<br />
één van de meest levendige delen van Trastevere. De markt is elke dag geopend van<br />
6:00 tot 13:30 behalve op zondag en vind plaats op het Piazza San Cosimato.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
54
Bekendste winkels en markten<br />
Testaccio<br />
Een van de grootste attracties in de wijk Testaccio is de oude overdekte markt, waar alles<br />
verkocht wordt, van bloemen tot complete zwaardvissen en sexy lingerie met Roma-print<br />
tot Ethiopisch aardewerk. De markt is dagelijks van 6 tot half 2 behalve op zondag. Maar als<br />
u deze markt nog wil bezoeken moet u wel opschieten want er is een grote nieuwe markt in<br />
aanbouw. De markt vind plaats op het Piazza di Testaccio.<br />
Via Magnagrecia<br />
De Via Magnagrecia is een overdekte markt waar vooral eten verkocht wordt. De markt is<br />
vernoemd naar de straat waaraan het ligt. De markt is elke dag geopend van 6:00 tot 13.30<br />
behalve op zondag en ligt in S.Giovanni aan de Via Magnagrecia.<br />
Trionfale<br />
Het Trionfale ligt ten noordwesten van het Vaticaan met voldoende afstand van de toeristische<br />
route om even van het internationale te ontsnappen en meer van het <strong>Rome</strong>inse leven te<br />
zien. Op de markt is veel fruit, groenten, vis, vlees maar ook veel kleding te vinden. Het staat<br />
ook bekend omdat het een van de grootst bevoorrade markten van <strong>Rome</strong> is. De markt is elke<br />
dag geopend van 6:00 tot 13.30 behalve op zondag en ligt in Vatican Pati aan de Via Andrea<br />
Doria.<br />
Mercato dei Fiori<br />
Mercato dei Fiori is een overdekte markt met een uitgebreide selectie aan produkten. Het<br />
staat vooral bekend om het grote aanbod van bloemen voor hele goede prijzen. Voor het<br />
publiek is de markt enkel op dinsdag geopend van 10:30 to 13:00 en ligt in Trionfale aan de<br />
Via Trionfale.<br />
Mercato Villaggio Olimpico<br />
Op deze markt zijn veel koopjes te vinden en zijn veel deals te sluiten. Je kan hier goederen<br />
kopen maar ook veel kleding, sieraden, eten en veel huishoudelijke artikelen. Deze markt is<br />
alleen vrijdag geopend van 08:00 tot 13:30 en ligt in Flaminio aan de Viale della XVII Olimpiade.<br />
Via Chiana<br />
Deze markt staat vooral bekend om de goede kwaliteit van het voedsel wat hier verkocht<br />
wordt. Het is een overdekte markt die open is van 6:00 tot 13:30 en ligt in Trieste aan de Via<br />
Ciana.<br />
Piazza Alessandria<br />
Deze markt is gevestigd in een prachtig openbaar gebouw. Hier kunnen allerlei soorten vlees<br />
en vis gekocht worden maar ook allemaal verse groente en fruit. De markt is op zondag na,<br />
elke dag geopend van 6:00 tot 13:30. De markt ligt in de wijk Trieste aan het Piazza Alessandria.<br />
Viale Parioli<br />
Parioli is een buurt die in het noorden ligt van <strong>Rome</strong>. Op de markt begonnen ze met eten te<br />
verkopen maar ze zijn langzaam ook huishoudelijke producten en kleding gaan verkopen<br />
voor schappelijke prijzen. De markt is op zondag na elke dag geopend van 6:00 tot 13:30.<br />
De markt ligt in de wijk Viale Parioli aan de Via Locchi.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 55
<strong>Rome</strong> nu<br />
De metro in <strong>Rome</strong><br />
Dit snelste transportmiddel in<br />
<strong>Rome</strong> beschikt helaas maar over<br />
twee lijnen: de lijn A en de lijn B.<br />
Deze rijden dagelijks van 5.30 tot<br />
00.30 uur. In het hoofdstation<br />
Roma Termini kruisen de twee<br />
lijnen elkaar. De metro is niet altijd<br />
handig voor toeristen, deze leiden<br />
namelijk vooral naar de goede<br />
buitenwijken. Het “toeristisch centrum’,<br />
waar onder het Pantheon,<br />
Fontana di Trevi en Piazza Navona,<br />
is niet direct per metro te bereiken.<br />
Wel met bijvoorbeeld de bus of de<br />
tram. Deze bezienswaardigheden<br />
liggen overigens wel op loopaf-<br />
stand van de metrostops.<br />
Bij verschillende kiosken, het sta-<br />
In <strong>Rome</strong> zijn maar twee metrolijnen: Metrolijn A en metrolijn B<br />
tion of bij de opstapplaats kan een kaartje voor de metro gekocht worden. Zo is er voor 2 euro<br />
een kaartje wat 75 minuten geldig is. U kunt dus gedurende 75 minuten nadat het kaartje in<br />
gebruik is genomen reizen. Er is ook de mogelijkheid om een dagkaart of weekkaart te kopen,<br />
deze is geldig voor zowel de metro als de bus.<br />
Metrolijn A<br />
San Giovanni: Aan dit metro station is de San Giovanni Laterano gelegen.<br />
Termini: Dit is het centrale station van <strong>Rome</strong>, hier kunt u overstappen op de metrolijn B of via<br />
trein of bus naar andere bezienswaardigheden. Daarnaast zitten er leuke winkeltjes in Termini.<br />
Wanneer u bij Spagna uitstapt bevind u zich op een steenworp afstand van de Spaanse<br />
trappen en de kerk Trinitea di Moni. Flaminio: Dit station komt uit bij het Piazza del Popolo.<br />
Ottaviano: Wanneer u bij dit station uitstapt, bent u enkele honderden meters verwijderd<br />
van het Vaticaan.<br />
Metrolijn B<br />
Colosseo: Dit metrostation komt direct uit aan het Colosseum. Van hieruit kunt u ook de<br />
Domus Aurea en het Forum Romanum bezoeken. Circo<br />
Massimo: Vanaf hier kunt u het Circo Massimo bezoeken,<br />
Piazza Cavalieri di Malta, de S. Gregorio Magno,<br />
Vialla Cilimontana, Arco Di Dolabella, Santi Griovanni<br />
e Paolo, de S. Maria in Casmedin en de Arco di Giano.<br />
Daarnaast bent u op loopafstand van de Thermen van<br />
Caracalla. Piramide: Aan dit station is onder andere,<br />
de naam zegt het al, de Piramide van Caius Cestius<br />
gelegen.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Termini: het centrale knooppunt in <strong>Rome</strong> voor trein en metro<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
56
Vervoer in en om <strong>Rome</strong><br />
De bus in <strong>Rome</strong><br />
Het openbaar busvervoer in <strong>Rome</strong> bestaat uit een netwerk van 282 buslijnen. Deze worden<br />
geëxploiteerd door het <strong>Rome</strong>inse bedrijf ATAC. Het vervoer met de bus is goedkoop en<br />
betrouwbaar. De vele buslijnen zorgen voor een goede bereikbaarheid van het centrum en de<br />
vele bezienswaardigheden. De bus is daarom een populair vervoersmiddel en wordt dan ook<br />
veel gebruikt.<br />
Naast het centrale treinstation van <strong>Rome</strong>, Termini, ligt “Piazza Cinquecento”. Dit is het<br />
busterminaal van <strong>Rome</strong>. Hier vandaan vertrekken bijna alle buslijnen. Daarnaast starten en<br />
eindigen op dit punt de vele tourbussen die door <strong>Rome</strong> rijden en voor sommige is het een<br />
tussenstop. “Piazza Cinquecento” is voor de toeristen een gemakkelijk punt, omdat men hier<br />
een goed overzicht heeft van de verschillende buslijnen.<br />
Wanneer men met de bus wil reizen, moet er van te voren een kaartje gekocht worden. De<br />
kaartjes zijn niet te verkrijgen in de bus en kunnen alleen gekocht worden bij tabakswinkels,<br />
kiosken, station Termini en verschillende bars. Deze bars zijn te herkennen aan de ATACstickers<br />
op de etalages. De medewerkers van tabakswinkels en kiosken rond station Termini<br />
spreken vaak engels en kunnen u daarom goed informeren. Daarnaast staan er bij vele bushaltes<br />
kaartjesautomaten, waar de vervoersbewijzen gekocht kunnen worden.<br />
Kosten<br />
De gebruikelijke vervoersbewijzen in <strong>Rome</strong> zijn de BIT, BIG, BTI en CIS.:<br />
-BIT (standaardkaartje voor 2 euro): Geldig voor 75 minuten<br />
voor alle bussen, trams en metro.<br />
-BIG (dagkaartje voor 4 euro): Geldig voor de gehele dag<br />
voor alle bussen, trams en metro in geheel <strong>Rome</strong>.<br />
-BTI (3-dagkaart voor 11 euro): Geldig voor 3 dagen voor dezelfde<br />
vervoersmiddelen die vallen onder het BIG-kaartje.<br />
-CIS (weekkaart voor 16 euro): Geldig voor de gehele week<br />
voor dezelfde vervoersmiddelen die vallen onder het BIGkaartje.<br />
Het is verplicht om het kaartje te valideren. De kaartjes<br />
De typische bus in <strong>Rome</strong><br />
moeten bij het betreden van de bus afgestempeld worden.<br />
Het is gebruikelijk dat er in de bussen langs de achterste deuren in gestapt wordt (salita),<br />
waar de kaartjes afgestempeld kunnen worden. Als het kaartje al gevalideerd is, bij overstappen,<br />
kan er langs de voorste deuren(entrata) in gestapt worden. Het verlaten van de bus<br />
geschiedt altijd langs de middelste deuren (uscita).<br />
De bussen in <strong>Rome</strong> rijden dagelijks van 06:00 tot 00:00. Bij elke bushalte staat het haltebord<br />
met het nummer van de lijnen die de bushalte aandoen. Op de borden staan de beginhaltes<br />
en een lijst van alle tussenhaltes waar de bus stopt weergeven. De halte waar u staat is<br />
omcirkeld en de laatste rit van een buslijn vertrekt meestal rond middernacht bij de beginhalte.<br />
Na middernacht rijden er nachtbussen door <strong>Rome</strong> vanaf 00:30 tot 05:30. Er rijden<br />
zo’n twintig nachtbussen door <strong>Rome</strong> en de meesten vetrekken om het half uur vanaf Piazza<br />
Cinquecento bij Termini en Piazza Venezia. De bussen zijn te herkennen aan het logo van de<br />
donkerblauwe uil en de N die achter het lijnnummer staat. De beste nachtbuslijnen voor de<br />
toerist zijn 78N, 29N, 40N en 55N. De buslijnen 40N en 55N rijden dezelfde route als metrolijn<br />
B en A.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 57
<strong>Rome</strong> nu<br />
Sommige buslijnen in <strong>Rome</strong> verbinden diverse bezienswaardigheden. De haltes van deze<br />
lijnen liggen op loopafstand van de bezienswaardigheid. Op de plattegronden die te koop<br />
zijn bij de kiosken of tabakswinkels zijn deze lijnen ook weergeven. Hieronder ziet u overzicht<br />
van enkele buslijnen die interessant zijn voor de toerist.<br />
Buslijn 64 vertrekt bij het station Termini aan Piazza Cinquecento”. De lijn komt langs negen<br />
haltes en stopt onder andere bij Castel Sant’Angelo en de Basilica di San Pietro.<br />
Buslijn 87 komt onder andere langs het beroemde Forum Romano en de San Clemente.<br />
Buslijn 116is een van de grotere in <strong>Rome</strong> en komt langs vele bezienswaardigheden. Dit zijn<br />
onder andere Villa Borghese en het Pantheon.<br />
De 110 open is een open dubbeldekker. Deze speciale service voor toeristen rijdt tussen 09:00<br />
en 20:00 uur. De lijn stopt bij 11 grote bezienswaardigheden in <strong>Rome</strong>. U kunt de bus verlaten<br />
om een bezoek te brengen aan een bezienswaardigheid en vervolgens dezelfde bus op een<br />
later tijdstip nemen, om uw ronde te vervolgen. In fig. 2 ziet u een plattegrond van de route<br />
110 open. Het kaartje voor deze lijn kan alleen gekocht worden in de bus en opstappen kan<br />
onder andere bij het Collosseum, Trevifontein, Sint Pieter en station Termini. Een dagkaart<br />
voor de 110 open kost dertien euro.<br />
De taxi in <strong>Rome</strong><br />
Een manier om van het ene punt naar het andere punt te komen in <strong>Rome</strong> is doormiddel van<br />
de taxi. Een legale taxi in <strong>Rome</strong> is te herkennen aan de witte of gele kleur. Tevens zijn ze<br />
voorzien van een nummerbord met daarop de tekst “servizio pubblico”. Verder is een legale<br />
taxi voorzien van een taxibord en een gele sticker aan de zijkant waarop staat dat de taxi<br />
behoort tot een gecertificeerd bedrijf.<br />
Er zijn verschillende taxi-maatschappijen die in de stad <strong>Rome</strong> rondrijden, een aantal van<br />
de deze maatschappijen zijn: Taxi Roma (tel. 063570), La Capitale Radio Taxi (tel. 064994),<br />
Cosmos Radio Taxi (tel. 068822/177)<br />
Over de prijs van een ritje is in <strong>Rome</strong> niet te onderhandelen, over het algemeen werken de<br />
tellers in de taxi’s naar behoren. Een taxi kan gebeld worden, hierbij staat de meter dan niet<br />
op nul want de chauffeur zet deze aan op het moment dat hij naar u toe rijdt. Bij een standplaats<br />
staat deze natuurlijk wel gewoon op nul. Het kan zijn dat er een extra toeslag bovenop<br />
de ritprijs komt. De volgende toeslagen zijn van toepassing: Nachttoeslag (van 22:00 tot<br />
07:00): 2,60 euro, Bagage: 1,00 euro per stuk, <strong>Rome</strong> – Fiumicino Airport: 7,00 euro, Fiumicino<br />
Airport – <strong>Rome</strong>: 6,00 euro, <strong>Rome</strong> – Ciampino Airport of Ciampino Airport – <strong>Rome</strong> : 5,00 euro<br />
Enkele tips waar wel op gelet moet worden bij een<br />
taxi: Kijk of de meter op nul staat aan het begin<br />
van de rit(tenzij u de taxi gebeld heeft) en de meter<br />
loopt door als de taxi stilstaat(in het verkeer).<br />
Standplaatsen<br />
<strong>Rome</strong> kent een aantal standplaatsen van taxi’s.<br />
U behoort in een taxi te stappen bij één van deze<br />
standplaatsen, anders is het namelijk een illegale<br />
rit. Daarnaast is het aanhouden van een taxi haast<br />
onmogelijk en tevens zeer gevaarlijk, dit is omdat<br />
het verkeer langs alle kanten voorbij schiet.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
58
Vervoer in en om <strong>Rome</strong><br />
Een aantal standplaatsen voor taxi’s: Het pantheon, Piazza Venezi, Piazza San Silverstro,<br />
Dichtbij de Via del Corso en Piazza Sonnino (Trastevere)<br />
De tram in <strong>Rome</strong><br />
Er zijn 2 organisaties die het tramvervoer in <strong>Rome</strong> voor hun rekening nemen, namelijk: CO-<br />
TRAL (Compagnia Transporti Laziali) en ATAC. De tram is, net als de bus, een snel en gemakkelijk<br />
vervoersmiddel. Vooral wanneer u de wijk Trastevere wilt bezoeken, kan de tram het<br />
ideale vervoersmiddel zijn. De kaartjes voor de tram zijn te koop bij tabakszaken of op een<br />
station. De trams rijden dagelijks van 05:30-24:00.<br />
Er lopen zes tramroutes door <strong>Rome</strong>. Met de tram kunt u vrijwel heel <strong>Rome</strong> door. Vooral het<br />
oostelijke deel van <strong>Rome</strong>, ten oosten van station Termini, is goed bereikbaar met de tram.<br />
Het tramnet in <strong>Rome</strong> ken één heel belangrijk knooppunt, namelijk Porta Maggiore. Hier<br />
komen vier van de zes lijn bij elkaar samen, namelijk de lijnen 3,5,14 en 19. Het ligt ongeveer 1<br />
km ten oosten van treinstation Termini en is niet aangesloten op het metronetwerk.<br />
Lijn 2 Piazzale Flaminio Piazza Mancini loopt door de wijk Flaminio en sluit aan op de metrolijn<br />
A bij Piazza Flaminio (in de buurt van de Porta del Popolo).<br />
Lijn 3 Piazza Thorwaldsen (in de Villa Borghese - Trastevere station) is de op één na langste<br />
tramlijn van <strong>Rome</strong>. Deze rijdt rond in het centrum, van het noorden via het oosten naar het<br />
zuidwesten van de stad. Bij station San Giovanni en Manzoni is er een mogelijkheid om over<br />
te stappen naar de metrolijn A. Ook overstappen op de metrolijn B kan, namelijk op station<br />
Piramide, Colosseum en Circus Maximus.<br />
Lijn 5 Roma Termini station - Piazza dei Gerani loopt ten oosten van het Termini treinstation.<br />
Het is verbonden met lijn A op metrostation Termini, station Vittorio Emanuele II en Manzoni.<br />
Lijn 8 Largo di Torre Argentina - Via del Casaletto is de nieuwste lijn van het systeem, met de<br />
meest moderne treinstellen. Het bereikt ook het verste deel in het historische stadscentrum,<br />
namelijk de aansluiting met Trastevere station.<br />
Lijn 14 Stazione Termini - Viale Palmiro Togliatti loopt bijna gelijk aan de lijn 5.<br />
Lijn 19 Piazza Risorgimento - Piazza dei Gerani die eerst delen van lijn 3 en lijn 5 volgt, gaat als<br />
een van de enigste vervoersmiddelen naar het Vaticaan toe. Lijn 19 is de langste lijn en heeft<br />
met de lijnen 2,3,5 en 14 een verbinding, waardoor het makkelijk reizen is naar andere delen<br />
van de stad. Buiten aansluitingen met andere tramlijnen zijn er ook aansluitingen met de<br />
metro namelijk op station Ottaviano, Sint Pieter, het Vaticaan museum, Lepanto voor lijn A.<br />
De trein in <strong>Rome</strong><br />
De treindiensten in Italië worden verzorgd door<br />
de nationale spoorwegenmaatschappij FerroVie<br />
dello Stato. Bij het reizen per trein zijn de kosten<br />
beduidend lager dan de bedragen die in Nederland<br />
worden verrekend per treinreis. Het reizen<br />
per trein door <strong>Rome</strong> zelf wordt minder gebruikt<br />
dan het reizen per bus of metro. Desondanks is<br />
de trein wel een belangrijk vervoersmiddel voor<br />
mensen die van buiten de stad of uit een ander<br />
Een typische tram in <strong>Rome</strong><br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 59
<strong>Rome</strong> nu<br />
land komen. Voor toeristen is dit een ideaal vervoer<br />
om in <strong>Rome</strong> te komen.<br />
In <strong>Rome</strong> zijn er verschillende stations te vinden,<br />
waarvan Roma Termini, Roma Ostiense en Roma<br />
Tiburtina het belangrijkst zijn.<br />
Roma Termini<br />
Het station Roma Termini is het grootste en<br />
tevens belangrijkste station in <strong>Rome</strong>. Dit centrale<br />
station ligt aan het Piazzale dei Cinquecento,<br />
waar tevens het grootste busstation van <strong>Rome</strong><br />
aan gevestigd is. Het station is ontworpen door<br />
meerdere ontwerpers: Leo Calini, Eugenio Monuori,<br />
Massimo Castellazi, Vasco Fadigati, Achille<br />
De ingang van Roma Termini<br />
Pintonello en Annibale Vitellozi. De bouw startte<br />
in 1947 en in 1950 werd het station opgeleverd. Het gebouw wordt gekenmerkt door de<br />
extreem lange, modernistische gevels in Travertin en door de zwaartekracht tartende dubbele<br />
kromming van het achterpootloze dak in gewapend beton. Vanwege deze heeft het de<br />
bijnaam de Dinosaurus van <strong>Rome</strong>.<br />
Termini is niet alleen het grootste station in <strong>Rome</strong>, het is ook het grootste station van Italië<br />
en behoort tot een van de grootste treinstations in Europa. Dagelijks zijn er rond 400.000<br />
passagiers, welke vertrekken naar het binnen- of buitenland. Er zijn in totaal 29 spoorlijnen<br />
en per jaar komen er meer dan 150 miljoen passagiers. Roma Termini is niet alleen het vertrek<br />
voor treinreizen richting andere steden of landen, tevens is het het belangrijkste knooppunt<br />
voor het openbaar vervoer in <strong>Rome</strong>. Zoals gezegd bevindt er zich een groot busstation voor<br />
het station, tevens komen ook de twee metrolijnen A en B samen bij het metrostation Termini.<br />
Ook zijn er genoeg taxi’s beschikbaar bij dit station.<br />
Binnen- en buitenlandse lijnen<br />
De treinen die op het station aankomen en vertrekken, zijn niet alleen binnenlandse lijnen. Er<br />
zijn namelijk ook veel buitenlandse lijnen die als eindstation Roma Termini hebben.<br />
Een aantal rechtstreekse, binnenlandse bestemmingen zijn: Florence (tevens een hogesnelheidstrein,<br />
verzorgd door Eurostar Italia), Napels (tevens een hogesnelheidstrein, verzorgd<br />
door Eurostar Italia), Milaan (een hogesnelheidstrein, verzorgd door Eurostar Italia), Venetië<br />
(een hogesnelheidstrein, verzorgd door Eurostar Italia), Siena (een hogesnelheidstrein, verzorgd<br />
door Eurostar Italia), Pisa, Pescara en Viterbo<br />
Een aantal rechtstreekse lijnen naar bestemmingen in het buitenland zijn: Parijs, Zurich en<br />
Munchen<br />
’s Nachts kan er gereisd worden met de City Night Line welke onder andere van Muchen naar<br />
<strong>Rome</strong> gaat. In deze trein zijn luxe accommodaties aanwezig voor een comfortabele nacht.<br />
Naast deze nachttrein is er ook een dag- en nachttrein tussen Parijs en <strong>Rome</strong>, welke vijf keer<br />
per dag vertrekt. Dit is een hogesnelheidstrein, de Artesia nachttrein, die ook nog langs andere<br />
steden reist zoals Milaan en Florence, maar als eindbestemming Roma Termini heeft.<br />
Leonardo Express<br />
De Leonardo Express is een directe treinverbinding tussen het Termini station en het Leonardo<br />
da Vinci Airport, ook wel Fiumicone Airport genoemd. Dit is namelijk het belangrijkste<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
60
Vervoer in en om <strong>Rome</strong><br />
vliegveld van <strong>Rome</strong> waar<br />
jaarlijks miljoenen passagiers<br />
voorbij komen. Om<br />
deze passagiers zo snel<br />
mogelijk hun reis te laten<br />
verlopen, vertrekt er om de<br />
30 minuten de Leonardo<br />
Express naar en van het<br />
station. De kosten van deze<br />
trein zijn 11 euro en de duur<br />
van deze reis tussen het<br />
treinstation en vliegveld is<br />
30 minuten.<br />
Vanaf Termini vertrekken<br />
deze treinen om 5.52 uur tot en met 22.52 uur, vanaf het vliegveld vertrekken deze treinen om<br />
6.35 uur tot en met 23.35 uur. Wie “s nachts reist, kan gebruik maken van een speciale bus die<br />
daarvoor ter beschikking is gesteld.<br />
Roma Tiburtina<br />
Het station Roma Tirburtina ligt in het noordoosten van <strong>Rome</strong> en is het op het een na grootste<br />
station in <strong>Rome</strong>. Op dit station komen veelal lokale treinen, alhoewel er “s nachts ook<br />
enkele langeafstandstreinen stoppen. Vanuit het Leonardo da Vinci Airport vertrekken naast<br />
de Leonardo Express ook nog lokale treinen. Deze lokale trein, de FR1, vertrekt om de 20 minuten<br />
richting het station Tirburtina met tussenstops in Trastevere, Ostiense en Tuscolana.<br />
De kosten van deze treinreis zijn 5 euro en de kaartjes zijn te koop bij de terminal of op het<br />
station.<br />
Roma Ostiense<br />
Het station Roma Ostiense is het derde grootste station in de stad <strong>Rome</strong>. Het station werd<br />
gebouwd ter ere van het bezoek van Adolf Hitler. Het diende als vervanging voor een bestaand<br />
landelijk station. Via dit station werd een nieuwe lijn aangelegd om verbinding te maken<br />
met het station Porta San Paolo. Het gebouw is ontworpen door de Italiaanse architect<br />
Roberto Narducci. De gevel bestaat uit Travertin en marmer en de ingang wordt omgeven<br />
door pilaren. Aan de rechterkant van de gevel zijn er figuren zichtbaar die de mythische Bellerophon<br />
en Pegasus voorstellen. Aan de andere kant van het gebouw staat een fontein, het<br />
bijzondere hieraan is dat de vloer bestaat uit zwart-witte tegeltjes die de legendes van de<br />
geschiedenis van <strong>Rome</strong> uitbeelden.<br />
Station Ostiense ligt aan de Piazzale dei Partigiani,<br />
in het zuiden van <strong>Rome</strong>, en heeft vijftien<br />
spoorlijnen. Langs dit station komen de lokale<br />
treinen FR1, FR3 en FR5. Naast deze lokale treinen<br />
stoppen er, net als bij de vorige genoemde stations,<br />
“s nachts ook langeafstandstreinen. Vanaf<br />
dit station kan er gemakkelijk verder gereisd<br />
worden per bus (er is een busstation bij dit treinstation)<br />
en ook is er een metrostation voor lijn B.<br />
Station Roma Ostiense<br />
Een trein in <strong>Rome</strong><br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 61
<strong>Rome</strong> nu<br />
<strong>Rome</strong> is een van de groenste<br />
steden van Europa. Het<br />
grote aantal parken is te<br />
danken aan de aristocratie<br />
van de stad en aan haar<br />
financiële problemen,<br />
waardoor ze in de 20e eeuw<br />
gedwongen was haar bezit<br />
aan de stad over te dragen.<br />
Een belangrijke aanwijzing<br />
over de oorsprong van<br />
deze uitgestrekte stukken<br />
groene, ligt besloten in de<br />
naam. Bij veel parken, zit in<br />
de naam het woord “Villa”<br />
verwerkt. Dit is een teken<br />
dat het park ooit als tuin<br />
toebehoorde aan een privéhuis.<br />
Veel van deze huizen<br />
zijn niet bestemd voor permanente<br />
bewoning, maar<br />
voor het plezier, net als veel<br />
landgoederen die de stad in<br />
de oudheid omringden.<br />
De “privéhuizen’, werden<br />
casina of casino genoemd. Dit betekent letterlijk “klein huis”. Het woord “klein” moet echter<br />
niet strikt worden opgevat. De eerste van dergelijke huizen verrezen in de Renaissance en<br />
sindsdien werden ze alleen maar groter en werden de omringende tuinen steeds weelderiger.<br />
De Villa’s werden gebruikt voor een dagje in het koele groen, een picknick of, zoals bij<br />
bijvoorbeeld Villa Borghese, om een kunstcollectie in onder te brengen.<br />
Niet alle Villa’s hebben het overleefd. De Villa Ludovisi, die ooit een groot deel van het gebied<br />
rond de huidige Via Veneto besloeg, is totaal verdwenen. De tuinen van de Villa Giulia, waar<br />
tegenwoordig het Etruskisch Museum in is ondergebracht, zijn door stedelijke bebouwing<br />
opgeslokt. Datzelfde geldt voor de tuinen van de Villa Giustiniani in de buurt van Lateranen.<br />
Villa Borghese<br />
Villa Borghese is een prachtige villa met monumenten, een mooi onderhouden tuin, veel<br />
fonteinen en een vijver. De villa ligt centraal in de stad en is zeer geliefd bij de plaatselijke<br />
bevolking. Voordat het park in 1902 eigendom werd van de gemeente van <strong>Rome</strong>, deed de<br />
villa dienst als zomerverblijf van de familie Borghese. De tuinen van de villa zagen er vroeger<br />
anders uit. Deze werden in het begin van de 19e eeuw gerenoveerd. Tegenwoordig is nog<br />
steeds het resultaat van deze renovatie zichtbaar.<br />
In het park is Galleria Borghese gevestigd. Dit kunstmuseum stelt werken ten toon van bijna<br />
alle Italiaanse kunstschilders vanaf 1850. Ook is in het park het Etruskisch Museum ondergebracht<br />
en de Galleria Nazional d’Arte Moderne, waar de belangrijkste Italiaanse kunstenaars<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
62
De parken van <strong>Rome</strong><br />
Luchtfoto Villa Borghese Villa Borghese<br />
uit de 19de en 20ste eeuw hun werk ten toon stellen. Op dit moment wordt het park vooral<br />
gebruikt als een plek waar men kan sporten, wandelen of zich heerlijk kan ontspannen.<br />
De Villa Borghese heeft een tuin, die ongeveer 80 hectare groot is. De tuin kan vergeleken<br />
worden met wat het Vondelpark in Amsterdam is. Het park ligt op de heuvel II Pincio en biedt<br />
een prachtig uitzicht over <strong>Rome</strong>. Deze heuvel behoort niet tot de zeven heuvels van <strong>Rome</strong>.<br />
Villa Borghese bestaat eigenlijk uit een aantal parken, die tegen elkaar aan liggen. Het is voor<br />
velen een ideale plek om tot rust te komen. Er kan ook een kijkje genomen worden in het<br />
dierenpark BioParco, dat in het park is gevestigd.<br />
Villa Doria Pamphili<br />
De Villa Doria Pamphili is gesitueerd in het openbare park van <strong>Rome</strong>. Het park beslaat ongeveer<br />
180 hectare.<br />
De Villa Doria Pamphili is een 17e eeuwse villa. Het hart van het landgoed, de Villa Vecchia<br />
bestond al voor 1630, toen het werd gekocht door Pamfilio Pamfili. In 1644 werd kardinaal<br />
Giambattista Pamphili gekozen als paus en wilde de familie Pamphili overeenkomstig met<br />
de hogere status een groter een nieuwer landhuis. Het project werd uitgevoerd door de Bolognese<br />
beeldhouwer Alessandro Algardi, die werd bijgestaan door Francesco Grimaldi.<br />
Het is onduidelijk aan wie het uiteindelijke ontwerp moet worden toegeschreven. Algardi<br />
was geen architect en het is mogelijk dat hij werd bijgestaan<br />
door Carlo Rainaldi en dat de bouw werd uitgevoerd<br />
onder leiding van Grimaldi.<br />
De bouw begon in 1645 en werd voltooid in 1647,<br />
hoewel de verfraaiing en de tuinen pas in 1653 gereed<br />
kwamen. Het hoofdgebouw, ook bekend als Casina del<br />
Bel Respiro, was ontworpen als een onderkomen voor<br />
de verzameling van antieke en moderne beeldhouwwerken<br />
van de familie Pamphili en andere <strong>Rome</strong>inse<br />
antiquiteiten zoals vazen, amphoren en inscripties. Het<br />
was ooit bedoeld als museum om de collectie van de<br />
familie tentoon te stellen. Het paleis is zodanig op een<br />
heuvel gesitueerd dat de hoofdingang op de noordzijde<br />
Luchtfoto Villa Doria Pamphili<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu 63
<strong>Rome</strong> nu<br />
een niveau hoger is dan de giardino segreto<br />
oftewel “de geheime tuin’”.<br />
De tuin op de helling werd aangelegd vanaf<br />
1650 door Camillo Pamphili. Als een toonbeeld<br />
voor beeldhouwkunst hebben de enigszins<br />
volle Casino gevels systematisch veranderende<br />
ramen met nissen, die rijkelijk versierd zijn<br />
met antiek en modern beeldhouwwerk.<br />
Toen Girolamo Pamphili in 1760 stierf zonder<br />
mannelijke erfgenamen, werd de ruzie die<br />
ontstond tussen de mogelijke erfgenamen<br />
in 1763 beëindigd toen paus Clementius XIII<br />
Rezzionico het recht aan prins Giovanni An-<br />
Villa Doria Pamphili<br />
drea Doria IV gaf om de naam te dragen, het<br />
familie wapen te voeren en de eigendommen<br />
van de familie Pamphili over te nemen. De claim van de prins was gebaseerd op het huwelijk<br />
tussen Giovanni Andrea Doria III en Anna Pamphili. Sindsdien is de villa bekend onder de<br />
naam Villa Doria Pamphili.<br />
Vaticaanse tuinen (Giardini Vaticani)<br />
De Vaticaanse tuinen liggen in Vaticaanstad. Het zijn normale parken en tuinen die meer dan<br />
de helft van het gehele Vaticaanse grondbezit bedekken. De tuinen zijn ongeveer 23 hectare<br />
groot, wat het grootste deel is van de Vatican Hill. Stenen muren scheiden het noorden,<br />
zuiden en westen van elkaar. Bovendien was het een Middeleeuwse vesting. De tuinen zijn<br />
ontworpen en gemaakt tijdens de Renaissance en de Barokperiode. Ze zijn versierd met<br />
fonteinen en sculpturen.<br />
De tuinen dateren uit de late dertiende eeuw. In 1279 besloot paus Nicholas II zijn residentie<br />
terug te verplaatsen naar het Vaticaan en besloot hij het gebied met muren te omheinen.<br />
Het werd hierdoor een soort gesloten boomgaard. In het begin van de 16e eeuw besloot<br />
Julius II de tuin geheel opnieuw in<br />
te richten volgens de Renaissance<br />
stijl. Er kwam een groot doolhof<br />
en er werd een verdedigingsmuur<br />
ontworpen. De grootste periode van<br />
de architectonische ontwikkeling<br />
van de tuinen is tussen de 16e en 17e<br />
eeuw geweest. Toen gingen kunstenaars<br />
en architecten werken aan de<br />
tuinen. Onder hen de kunstenaars<br />
Donato Bramante en Pirro Ligorio.<br />
De historische en artistieke schatten<br />
die zijn gevonden in de tuinen zijn<br />
nog steeds zichtbaar in de tuinen<br />
zelf. De tuinen zijn in zijn geheel<br />
gewijd aan Onze Lieve Vrouw.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Op de plattegrond van het Vaticaan is te zien hoe groot de Vaticaanse tuinen zijn<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
64
De parken van <strong>Rome</strong><br />
Parco di Villa Ada<br />
Het grootste en één van de meest bezochte parken<br />
in <strong>Rome</strong> is Villa Ada. Het park is 182 hectare groot<br />
en heeft een rijke fauna. In het park staan veel<br />
zeldzame bomen, zoals de Palmet, een soort Sequoia,<br />
welke in 1940 geïmporteerd is uit Tibet.<br />
Parco di Villa Ada ligt in het noordoostelijke deel<br />
van <strong>Rome</strong>. Het park ligt vlak naast Parco di Villa<br />
Glori. Een deel van het park is openbaar en een<br />
gedeelte is privé. Toegang tot het park is gratis en<br />
in het park kunnen fietsen worden gehuurd. Ook<br />
kunnen er kano’s worden gehuurd om te kanoën<br />
op het kunstmatige meer dat in het park is aangelegd<br />
en kunnen er pony´s worden gehuurd om op Luchtfoto Parco di Villa Ada<br />
te rijden. In het park is tevens een zwembad en een<br />
fitnessruimte aanwezig. Op zondag worden er gratis fitnesslessen gegeven.<br />
In het park bevindt zich de heuvel Antenne, welke is 67m hoog is. Op deze heuvel lag de vroegere<br />
Sabijnse nederzetting van de Antemnaten, Monte Antenne. Deze stad had uitzicht op de<br />
Tiber. De heuvel werd in 1870 bijna vernietigd toen er een fort werd gebouwd om de nieuwe<br />
hoofdstad te verdedigen. In de tegenwoordige tijd staat Fort Antenne nog steeds bovenop de<br />
heuvel, maar is zo goed als volledig bedekt met vegetatie.<br />
Parco di Villa Ada was in de tweede helft van de negentiende eeuw eigendom van de Italiaanse<br />
Koninklijke familie Savoia. In het park stond de Koninklijke Residentie (1872 - 1878).<br />
In 1878 kwam het gebied onder de controle van graaf Tellfner van Zwitserland. Hij noemde<br />
het, ter ere van zijn vrouw Ada, Villa Ada. In 1904 kwam het weer in handen van de familie<br />
Savoian waarbij zij de naam ongewijzigd lieten. Savoia behield de controle over het gebied<br />
tot 1946.<br />
Tegenwoordig is de Egyptische Ambassade in de villa gehuisvest. In het park vinden veel festiviteiten<br />
plaats. Sinds 1994 wordt er in het park, tijdens de zomer, een festival georganiseerd<br />
tegen racisme, oorlog en doodstraf: het “Wereldmuziekfestival”.<br />
Parco di Villa Glori<br />
Villa Glori is een prachtig park gelegen aan de rivier de Tiber net buiten <strong>Rome</strong>. Het is een park<br />
in mediterrane stijl. Bewoners en toeristen bezoeken Villa Glori om zijn unieke stijl, rustige<br />
omgeving en historische waarde. Een aantal lanen hebben de namen van belangrijke mensen<br />
van de slag van 23 oktober 1867. Dit was een slag tussen pauselijke troepen en zeventig<br />
mannen onder het commando van de Cairoli broers. Deze broers zouden een opstand in<br />
<strong>Rome</strong> teweeg hebben gebracht. De slag gebeurde in de wijngaard Cacciarella. Deze wijngaard<br />
was eigendom van Vincenzo Glori. Tijdens de strijd stierf Enrico Cairoli en zijn broer<br />
John Cairoli werd ernstig verwond en stierf kort daarna.<br />
Het idee om van dit gebied een openbaar park te maken begon in 1883. In 1895 werd in het<br />
park een marmeren zuil opgericht voor de mensen die waren gestorven bij de slag in 1867.<br />
Oorspronkelijk maakte Villa Glori deel uit van het beroemde Flaminio Kanton van <strong>Rome</strong>.<br />
Flamino Kanton bestaat uit vele beroemde bezienswaardigheden, zoals Piazza del Popolo,<br />
basiliek St. Maria del Popolo en de Villa Medici. In 1887 werd het park onteigend en werd het<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 65
<strong>Rome</strong> nu<br />
een deel van het Park of Remembrance.<br />
In 1915 werd het park gewijd aan de mensen die waren<br />
omgekomen bij de Eerste Wereldoorlog en werd het<br />
park helemaal heringericht. Het ontwerp van het<br />
nieuwe park werd gedaan door Raffaele de Vico. Hij<br />
creëerde in zeer korte tijd, in slechts acht maanden,<br />
een prachtig park met dennen, eiken, esdoorns,<br />
ceders, kastanjebomen en olijfbomen. Deze waren<br />
allemaal in zorgvuldige rijen opgesteld. Het park werd<br />
geopend op 18 mei 1924.<br />
In 1929 werden in het park drie paviljoens gebouwd,<br />
bedoeld voor het houden van zomerkampen voor<br />
kinderen uit de achterbuurt. Tegenwoordig zijn deze<br />
Luchtofoto van Parco di Villa Glori<br />
kampen gericht op mensen met aids.<br />
Orti Farnesiani<br />
De Orti Farnesiani ligt op de Palatijn. Het Palatijn is één van de zeven heuvels van <strong>Rome</strong>. Vanuit<br />
de tuin kan worden uitgekeken over de stad. De tuin is aangelegd met eucalyptusbomen<br />
en in de tuin zijn veel terrassen te vinden. De tuinen liggen boven de ruïnes van het keizerlijk<br />
paleis van Tiberius en waren de eerste particuliere botanische tuinen van Europa.<br />
In 1534 werd Alessandro Farnese Deacon op 14-jarige leeftijd benoemd tot kardinaal van de<br />
Rooms-Katholieke kerk. In 1550 verwierf Farnese een noordelijk stuk van de Palatine heuvel.<br />
Hij liet de ruïnes van het paleis van keizer Tiberius die op deze heuvel waren gelegen, omzetten<br />
tot zomerhuis. Het zomerhuis keek uit over het Forum Romanum en hij noemde het zomerhuis<br />
“Horti Farnesiani”. In het Italiaans betekent orti: keukentuinen. Toen hij de tuin Orti<br />
Farnesiani noemde, had hij in gedachten dat Hortus Conclusus “ommuurde tuin” betekent.<br />
Ommuurde tuin slaat dan op de tuin waar Maria Jezus Christus had ontmoet. Er zijn echter<br />
verschillende gedachten over de herkomst van de naam. Er wordt ook gezegd dat de naam<br />
Orti Farnesiani is afgeleid van de plant: Acacia Farnesiana.<br />
De tuin bij het zomerhuis had een reeks van terrassen. Deze waren met elkaar verbonden<br />
door trappen. De terrassen waren geflankeerd door bomen en versierd met beelden. Dit was<br />
afgeleid van de <strong>Rome</strong>inse peristilium. In de nabijgelegen Palatine paleizen zijn dergelijke terrassen<br />
nog steeds aanwezig.<br />
In 1861 werd Orti Farnesiani verkocht aan keizer<br />
Napoleon III van Frankrijk. De Italiaanse<br />
regering verwierf het pand in 1870 en begon<br />
systematisch opgravingen te doen naar de<br />
oude <strong>Rome</strong>inse monumenten. Giacomo<br />
Boni, een van de archeologen die de opgraving<br />
leidde, is begraven in Orti Farnesiani.<br />
Zijn graf ligt aan de voet van een hoge palm.<br />
In de 17e eeuw werden, toen de levering van<br />
water aan de Palatijn werd hersteld, fonteinen<br />
toegevoegd door Girolamo Rainaldi.<br />
De druk waarmee het water arriveerde was<br />
Gebouwbeschouwing<br />
De tuinen van Orti Farnesiani, deze zijn gelegen op de Palatijn<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
66
De parken van <strong>Rome</strong><br />
echter laag. Hierdoor waren dit geen “spuit’fonteinen,<br />
maar “zweet’fonteinen. Bij “zweet’fonteinen<br />
spuit het water niet omhoog maar<br />
stroomt het water op het oppervlak, zoals zweet<br />
werkt op de huid. Er is vandaag de dag weinig<br />
over van de Farnese Tuinen. Er kunnen alleen nog<br />
enkele structuren van worden herkend.<br />
Villa Celimontana<br />
Deze voormalige olijvenboomgaard op Celio Hill<br />
is verkregen door de familie Mattei. In de 16e<br />
eeuw is het stuk land omgebouwd tot tuinen.<br />
Het gebouw dat erop stond, werd gebruikt voor<br />
amusement en opberging van de familiecollecties<br />
en antieke voorwerpen. Het werd hierna Luchtfoto van de overblijfselen van Orti Farnesiani<br />
bewoond door enkele buitenlanders en in 1918<br />
werd het in beslag genomen door de Italiaanse Staat. Toen het terrein in handen was van de<br />
buitenlanders, kreeg het geheel een Neo-Gotische schijn.<br />
Het park Villa Celimontana is een oase van groen. In het park zijn stukken oud gesneden<br />
marmer te vinden. Er staat een kleine verborgen obelisk uit de tijd van Ramses II. De Mattei<br />
familie had in 1564 de restauratie van de Santa Maria in Aracoeli gefinancierd. Dit was<br />
waarschijnlijk de reden dat ze in 1582 van de Senaat van <strong>Rome</strong> de kleine Egyptische obelisk<br />
hadden gekregen. Deze werd bij de familie-kapel bij de Santa Maria in Aracoeli geplaatst. De<br />
obelisk was in eerste instantie naar <strong>Rome</strong> gebracht om de Temple to Isis te decoreren. Later<br />
rond de 16e eeuw werd hij verplaatst naar een afgelegen deel van tuinen van de familie. De<br />
obelisk werd daar geplaatst op een granieten plaat.<br />
In de tuinen van de familie Mattei waren ook vele fonteinen geplaatst. Twee daarvan zijn<br />
waarschijnlijk ontworpen door Bernini. In de 16e eeuw werden de Barokke fonteinen als<br />
afschuwelijk bestempeld en werden deze gesloopt. Fontana del Fiume is de enige fontein<br />
die dit heeft overleefd. Villa Celimontana heeft twee ingangen. De hoofdingang is aan de<br />
Piazza della Navicella. Tegenwoordig is de Italiaanse Geografische Gemeenschap in de Villa<br />
gevestigd. De linkerkant van het gebouw kijkt uit over het zuidelijke deel van <strong>Rome</strong> en over<br />
de grote ruïnes van the Baths of Caracalla. Aan de rechterkant van het gebouw is een grote<br />
picknickplaats ingericht en verder is er ook een grote speeltuin voor de kinderen. De tweede<br />
ingang is aan de Clivo Scauro.<br />
Parco di Porta Capena<br />
Parco di Porta Capena was een archeologisch<br />
park, in 1911 werd dit park aangelegd<br />
langs de Via Appia Antica. Via Appia Antica<br />
is een oude <strong>Rome</strong>inse weg. De weg liep van<br />
de hoofdstad <strong>Rome</strong>, naar Brandisi. De weg<br />
werd aangelegd om een snelle troepenverplaatsing<br />
mogelijk te maken, maar het was<br />
ook van enorm economisch belang voor<br />
vervoer van goederen en personen tussen<br />
Villa Celimontana in 1761<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 67
<strong>Rome</strong> nu<br />
<strong>Rome</strong> en Campanië en verder.<br />
Vandaag de dag wordt het park ingenomen<br />
door het terrein van de Terme<br />
di Caracalla. De Thermen van Caracalla<br />
is een badinrichting die de <strong>Rome</strong>inse<br />
Keizers Septimius Severes en zijn zoon<br />
Caracalla lieten bouwen tussen 206 en<br />
216 na Chr. Met de oppervlakte van ongeveer<br />
11 hectare, was het het grootste<br />
thermencomplex tot dan toen en bood<br />
plaats aan 1600 gasten. Tegenwoordig<br />
zijn de grote ruïnes van de thermen<br />
een toeristische attractie. Het badencomplex<br />
was 228 meter hoog en 116<br />
meter breed. In werkelijkheid waren de<br />
thermen meer dan een aantal baden. Het complex was een toeristisch centrum met onder<br />
andere bibliotheken, conferentiezalen en sportzalen.<br />
Parco Oppio<br />
De officiële benaming van het naast het Colosseum gelegen Parco Oppio is “Parco del Colle<br />
Oppio”. Dit park werd in het midden van de 19e eeuw ontworpen<br />
door Raffaele De Vico. Het was de bedoeling, dat de stad<br />
door realisering van dit park, mooier zou worden gemaakt.<br />
In het Parco Oppio staan een aantal mooie fonteinen, zoals de<br />
bekende Canestro-fontein. Deze fontein heeft acht hoeken en<br />
is met terracotta amforen versierd. Verder zijn er fonteinen<br />
opgericht ter ere van Nero en Trajan. Om het park nog verder te<br />
verfraaien, zijn er diverse standbeelden geplaatst.<br />
In het park, op de zuidelijke zijde van de Oppian Hill, bevinden<br />
zich de overblijfselen van Terme di Traiano, ofwel de Thermen<br />
van Trajanus. In 104 na Chr. werd er in opdracht van Keizer<br />
Trajanus een complex van<br />
baden gebouwd, ontworpen<br />
door de architect van<br />
Trajanus, Appollodorus<br />
van Damascus. De baden zouden later het model zijn<br />
voor alle grote keizerlijke baden. Het complex besloeg<br />
een oppervlakte van 330 bij 215 meter en bestond onder<br />
andere uit sauna-achtige ruimten, warme, koude en<br />
lauwe baden, zwembaden, sportzalen, kleedkamers, massage<br />
kamers en tuinen en terreinen. De <strong>Rome</strong>inse baden<br />
waren oorspronkelijk bedoeld als plaats waar de burgers<br />
zich konden wassen, maar deze kregen steeds meer en<br />
meer een recreatieve en sociale functie voor de bevolking.<br />
Naast de faciliteiten van het badencomplex, dat gebruikt<br />
Luchtfoto van Villa Celimontana<br />
Via Appia Antica<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Luchtfoto van de Thermen van Caracella<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
68
De parken van <strong>Rome</strong><br />
werd door het publiek, was er een stelsel van onderaardse<br />
gangen en structuren, dat door slaven en werknemers werd<br />
gebruikt voor onderhoud aan het badencomplex.<br />
Parco Traiano<br />
Parco Traiano is gelegen in de wijk Esquilino, aangrenzend<br />
aan de Domus Aurea. De wijk Esquilino is een van de<br />
zeven heuvels in de 15e wijk van <strong>Rome</strong>. Deze wijk ligt in het<br />
centrum van de stad tussen het Colosseum en het Termini<br />
treinstation. De ligging maakt de wijk uitstekend voor toeristen<br />
en zakenreizigers. Aangrenzend aan de wijk Esquilino De bereomede Canestro-fontein<br />
ligt de Domus Aurea. De Domus Aurea wordt ook wel het<br />
Gouden Huis genoemd en is gelegen op de Caelius. Het was het paleis van de <strong>Rome</strong>inse<br />
keizer Nero tussen 64 en 68 na Chr.<br />
Het paleis ligt in de buurt van het Parco Oppio en de Terme di Traiano, tussen de heuvels<br />
Palatijn, Velia, Oppius en Coelius. Het had vanaf het Forum Romanum een monumentale<br />
ingang met zuilengalerijen en een enorm voorportaal. Hierin liet Nero door de Griekse beeldhouwer<br />
Zenodorus een ruim 35 meter hoog standbeeld van zichzelf maken, de Colossus van<br />
Nero. De Domus Aurea is door Nero voor zichzelf gebouwd in het jaar 64. Het gebouw was<br />
bedekt met marmer en de binnenzijde was versierd met bladgoud, edelstenen en parelmoer.<br />
In de Domus Aurea zijn plafondschilderingen te bezichtigen waarop onder andere de bruiloft<br />
van Amphitrite en Poseidon is afgebeeld. De resten van de Domus Aurea bleven tot het einde<br />
van de 15e eeuw verborgen onder de Thermen van Trajanus, toen antiquaren de <strong>Rome</strong>inse<br />
schilderkunst in de onderaardse ruimtes ontdekten. Van de plafondschilderingen is tegenwoordig<br />
nog maar weinig overgebleven, omdat deze door vocht erg zijn vervaagd.<br />
Parco Savello<br />
Parco Savello, ook wel de “Giardino degli Aranci” genaamd, is gelegen op de heuvel Aventino.<br />
In het park bevindt zich de uitbouw van de Santa Sabina. In de tiende eeuw waren er in het<br />
Parco Savello vestigingswerken gebouwd om de heuvel te verdedigen. Er zijn op dit moment<br />
nog enkele overblijfselen van deze vestigingswerken zichtbaar in Parco Savello. Vanaf de<br />
heuvel kan men over een groot deel van <strong>Rome</strong> uitkijken en zelfs de koepel van de St. Pieter<br />
zien. De Aventijn is ongeveer 40 meter hoog en<br />
verdeeld in twee delen: de “Grote Aventijn” en<br />
de “Kleine Aventijn”. Deze heuvel behoort tot<br />
de wijk Ripa en is de meest zuidelijke heuvel en<br />
heeft men hier vandaan een prachtig uitzicht<br />
op het Vaticaan. Vanwege de aanwezigheid<br />
van havens en opslagplaatsen werd er vroeger<br />
veel handel gedreven en woonden er veel<br />
kooplieden op de Aventijn. Dat is momenteel<br />
niet meer het geval. Op de Aventijn zijn<br />
vandaag de dag een aantal kerken te vinden.<br />
De bekendste kerk is de Santa Sabine. Op deze<br />
heuvel zou Remus begraven zijn, nadat hij door<br />
zijn broer Romulus was vermoord. Bisschop<br />
Een luchtfoto van Parco Traiano<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing nu 69
<strong>Rome</strong> nu<br />
Petrus van Illyrië gaf in de 5e eeuw opdracht<br />
om de Santa Sabine te bouwen. Voordat men<br />
de kerk betreedt, loopt men door een deur die<br />
toegang biedt tot het middenschip. Deze deur is<br />
een bezienswaardigheid op zich, omdat deze afkomstig<br />
is van de oorspronkelijke kerk. Binnenin<br />
de kerk is er boven<br />
de hoofdingang één<br />
prachtig mozaïek<br />
De overblijfselen van de Domus Aurea<br />
te bezichtigen. De<br />
bijgeplaatste tekst<br />
herinnert aan de bouw van de kerk. Oorspronkelijk bevonden<br />
zich er meer mozaïeken. Deze zijn echter allemaal verdwenen.<br />
Aan het einde van het schip is een Mariakapel te zien. Het marmeren<br />
interieur van de Santa Sabine ziet er indrukwekkend uit.<br />
Een luchtfoto van Parco Savello Het interieur van de Santa Sabine<br />
hoofdsponsors:<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong><br />
nu<br />
70
01 Bruder Klaus Kapelle<br />
Ontwerper<br />
De Bruder Klaus Kapelle is ontworpen door Peter Zumthor. Zumthor is<br />
geboren in Zwitserland op 26 april 1943. In 1958 ging hij in de leer bij een<br />
timmerman en ondertussen studeerde hij aan de Kunstgewerbeschule in<br />
zijn geboortestad, Basel.<br />
In de jaren “60 kwam het minimalisme in opmars. In die tijd kwam Zumthor<br />
in contact met architectuur en ging hij architectuur studeren aan het<br />
New York Pratt Institute. Tussen 1968 en 1978 was Zumthor werkzaam als<br />
architect bij de Kantonale Monumentenzorg in Graubünden.<br />
Peter Zumthor<br />
Zumthor richte in 1979 in Haldenstein een eigen architectbureau op.<br />
De vakkundigheid die hij had als meubelmaker is altijd zichtbaar gebleven in zijn architectuur.<br />
Het vroege werk van hem is verwant aan het rationele Italiaanse architectuur, maar<br />
zijn latere werk is meer verwant met het minimalisme. De relatie tussen het gebouw en zijn<br />
omgeving speelt bij hem de hoofdrol en hij laat overbodige details weg.<br />
Peter Zumthor wil betrokken zijn bij het hele project, van de eerste pennenstreek tot de oplevering.<br />
Zo is Zumthor niet iemand die veel bouwt. Over het realiseren van de Bruder Klaus<br />
Kapelle deed hij tien jaar.<br />
Zumthor hecht heel erg aan ervaring die een ruimte oproept. Hij zegt daarover: “een gebouw<br />
moet niet iets voorstellen, maar een gebouw moet iets zijn”. Daarom hecht hij heel erg aan<br />
kijken, ruiken, tasten en horen. In het paviljoen van het Zwitserse Expo-gebouw te Hannover<br />
Therme Valse Gugalun House Kolumba Kunstmuseum<br />
is geluid heel belangrijk. In de Bruder Klaus Kapelle is dit geur.<br />
Ondanks zijn bescheidenheid, zijn teruggetrokken bestaan en<br />
dat hij niet veel gebouwd heeft, is hij internationaal bekend. Hij ontving een groot aantal<br />
internationale prijzen waaronder de Praemium Imperiale van de Japan Art Association in<br />
2008 en de Thomas Jefferson Foundation Medal in<br />
Architecture van de University of Virginia in 2006.<br />
In 2009 kreeg hij de Pritzker Prize. Dat is de meest<br />
prestigieuze architectuur prijs ter wereld. Hij heeft<br />
deze prijs gekregen voor zijn precieze detaillering,<br />
zijn poëtisch materiaalgebruik, zijn zorgvuldige<br />
verhoudingen, zijn respect voor cultuurgeschiedenis<br />
en de lokale cultuur.<br />
Links is het dichtsbijzijnde plaatsje te zien; rechts staat de kapel<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 71<br />
door: Maurien Roozemond
01 Bruder Klaus Kapelle<br />
Peter Zumthor heeft niet veel gebouwen op zijn naam staan, maar wel hele bijzondere gebouwen.<br />
Een paar gebouwen zijn: Therme Vals, het Kolumba Kunstmuseum en het Gugalun House.<br />
Gebouwanalyse<br />
1. De Bruder Klaus Kapelle staat op het land van boer Scheidtweiler, bij het Duitse Wachendorf.<br />
De kapel is al van verre te zien. De vraag is alleen, wat het nu precies is wat daar staat. Een<br />
graansilo? Een watertoren? Om daar duidelijkheid over te krijgen moet het gebouw van dichtbij<br />
worden bekeken. Het gebouw bereiken kan alleen lopend en dit duurt ruim een kwartier.<br />
2. De Bruder Klaus Kapelle heeft een vijfhoekige plattegrond. Binnenin heeft de kapel een driehoekige<br />
doorsnede. De kapel is 12 meter hoog. In de kapel zit een 3 meter hoge deur.<br />
3. De kapel kan worden betreden door een 3 meter hoge, driehoekige, metalen deur. Boven deze<br />
deur is een metalen kruis aangebracht. Dit kruis is eigenlijk het enige wat vanaf de buitenkant<br />
het doel van het gebouw verklaart. Voor de rest heeft de kapel geen deuren of ramen. Alleen in<br />
het platte dak van de kapel is een oculus waardoor regen, zon en wind naar binnen kan.<br />
Naast de kapel is nog een betonnen bankje. Vanaf dit bankje kan van het prachtige uitzicht worden<br />
genoten. In de muren van de kapel zitten gaten. Deze gaten zijn gevuld met glazen knikkers.<br />
die het effect van een sterrenhemel geven.<br />
Bruder Klaus Kapel<br />
Gebouwbeschouwing<br />
4. De bouwmethode die voor de kapel is gekozen,<br />
wordt door Zumthor: “rammed concrete” genoemd.<br />
Door te kiezen voor een lowtech maar arbeidsintensieve<br />
constructiemethode wist Zumthor de kosten<br />
laag te houden. Maar tegelijkertijd wist hij de kapel<br />
ook een plaats te geven in de gemeenschap en in de<br />
omgeving.<br />
Als eerste werden 112, 12 meter hoge boomstammen,<br />
geplaatst. Deze in een plaatselijk bos gerooide dennenbomen<br />
werden in een bladvorm geplaatst. Bovenaan<br />
bleef een gat, in de vorm van druppel, open.<br />
Over deze boomstammen werd vervolgens de beton<br />
gegoten. Dit beton werd vervaardigd uit lokaal zand<br />
en grind. Gedurende 24 dagen werd er elke dag een<br />
laag van 50 cm beton gestort. Hierdoor kwamen<br />
er 24 lagen rond de kapel. Elke laag heeft weer een<br />
verschillende kleur en een andere textuur dan een<br />
andere laag. Dit komt omdat er verschillende kleuren<br />
zand werden gebruikt, namelijk rood zand en geel<br />
zand.<br />
Nadat de beton was verhard, werd de houten bekisting<br />
weggebrand. Het verbranden van de bekisting<br />
heeft drie weken geduurd. Dit vuur droogde eerst de<br />
stammen en liet de stammen losspringen van het<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
72
01 Bruder Klaus Kapelle<br />
beton. Het vuur verteerde tenslotte al het hout.<br />
Het idee was om het vuur maar een week te laten branden. Zumthor vond echter dat na een<br />
week branden het gebouw nog niet de gewenste indruk wekte.<br />
De geur van verbrand hout was nog niet sterk genoeg en ook waren de negatieven van de<br />
dennenstammen in het beton nog niet duidelijk genoeg. Daarom is het vuur opnieuw aangestoken<br />
en heeft het nog twee weken gesmeuld. Iedere stam liet een holle afdruk in het beton<br />
achter. Door de verticale groeven die de stammen achterlieten wordt de blik vanzelf naar<br />
boven geleid. Toch overheerst de geur<br />
van verbrand hout de eerste indrukken.Al het werk dat aan<br />
de kapel is gedaan, is gedaan door<br />
familie en vrienden van boer<br />
Scheidtweiler uit de streek Eiffel.<br />
Als men naar bovenkijkt ziet men alle 350 glazen<br />
bollen en het oculus<br />
5. Het interieur van de kapel<br />
is heel basic. In deze schaars<br />
verlichte ruimte staat een<br />
kaars en een klein bankje.<br />
Daarnaast een tafeltje met een<br />
gastenboek. Voor de rest is de<br />
ruimte leeg.<br />
De vloer van de kapel is gemaakt van<br />
gegoten lood. Het begin van de kapel<br />
is laag en donker, maar hoe verder in<br />
de kapel, hoe hoger de ruimte wordt. De<br />
kapel heeft een driehoekige plattegrond,<br />
maar de binnenkant van de kapel is volko-<br />
men vloeiend. Het licht in de kapel komt uit de<br />
oculus aan de bovenkant en uit 350 gaten in de<br />
muur met een doorsnede van 5cm. Deze gaten vormden de verbinding tussen het beton<br />
en de houten bekisting. Tijdens het verbranden van de bekisting kon het rook door deze<br />
gaten ontsnappen. Al deze gaten bevatten nu een mondgeblazen, glanzende, glazen bol. Al<br />
deze bollen lijken soort sterren in de donkere kapel.<br />
Twee doorsneden van de kapel<br />
Plattegrond van de kapel<br />
6. De opdrachtgever voor de kapel was boer Hermann-Josef Scheidtweiler en zijn vrouw Trudel<br />
Scheidtweiler. Uit dankbaarheid voor hun gelukkig leven wilden ze iets doen. Ze wilden<br />
een kapel laten ontwerpen voor de beschermheilige van de familie.<br />
Scheidtweiler had geen idee wie Peter Zumthor was, hij was zijn naam<br />
tegengekomen in een lokale krant als de architect van het Aarts-bisschoppelijk<br />
Diözesanmuseum in Keulen en had hem een brief gestuurd<br />
met de vraag of hij een plan wilde tekenen voor een kapel ter ere van<br />
zijn beschermheilige, Nikolaus von der Flüe. Een bijzondere vraag<br />
aan een sterarchitect die doorgaans architectuur ontwerpt tegen een<br />
behoorlijk hoog bedrag. Het feit dat Bruder Klaus een landgenoot en<br />
de lievelingsheilige van zijn moeder was, deed Zumthor besluiten om<br />
De opdrachtgevers<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 73
01 Bruder Klaus Kapelle<br />
de opdracht aan te<br />
nemen.<br />
Bij het ontwerp van<br />
de Bruder Klaus Kapelle<br />
moest Zumthor<br />
op verschillende dingen<br />
letten. Ten eerste<br />
op het lage budget<br />
van de opdrachtge-<br />
ver. Ten tweede moest de kapel goed passen bij de omgeving<br />
en een diepe religieuze ervaring oproepen.<br />
7. Bij het bouwen van de kapel heeft de hele buurt meegeholpen<br />
waardoor een band ontstond tussen de buurtbewoners<br />
en de kapel. Maar niet alleen voor de buurtbewoners is de<br />
kapel bijzonder: er komen mensen uit allerlei landen naar<br />
de kapel. Dit komt door de bijzondere architectuur van de kapel en de heel eigen sfeer in de<br />
kapel. Sommigen zien dit als een religieuze ervaring, anderen zien het meer als een ervaring<br />
met architectuur. Hoe het ook zij, één ding is zeker, de Bruder Klaus Kapelle heeft een unieke<br />
uitstraling.<br />
Een visualisering van de kapel<br />
8. De kapel is gemaakt uit in het werk gestort beton. De kapel heeft een driehoekige metalen<br />
deur. In wand van de kapel zitten glazen knikkers. De vloer van de kapel is gemaakt van tin.<br />
info: Locatie: Walchendorf richting Lessenich<br />
74<br />
Tijdens de zomertijd is de kerk open van 10:00u tot 17:00u<br />
Tijdens de wintertijd is de kerk open van 10:00u tot 16:00u<br />
‘Architecture has its own realm. It has a<br />
special physical relationship with life. I do<br />
not think of it primarily as either a message<br />
or a symbol, but as an envelope and background<br />
for life, which goes on in and around<br />
it – a sensitive container for the rhythm of<br />
footsteps on the floor, for the concentration<br />
of work, for the silence of sleep…’<br />
Peter Zumthor
02 Weißenhof Siedlung<br />
De Weißenhofsiedlung is een moderne wijk in Stuttgart. Verschillende<br />
internationaal bekende architecten ontwierpen voor een tentoonstelling<br />
33 huizen, namelijk:<br />
1-4: Ludwig Mies van der Rohe<br />
5-9: Jacobus Johannes Pieter Oud<br />
10: Victor Bourgeois<br />
11-12: Adolf Gustav Schneck<br />
13-14: Le Corbusier (en Pierre Jeanneret)<br />
16-17: Walter Gropius<br />
18: Ludwig Hilberseimer<br />
19: Bruno Taut<br />
20: Hans Poelzig<br />
21-22: Richard Döcker<br />
23-24: Max Taut<br />
25: Adolf Rading<br />
26-27: Josef Frank<br />
28-30: Mart Stam<br />
31-32: Peter Behrens<br />
33: Hans Scharoun<br />
De volgende drie huizen zullen achtereenvolgens geanalyseerd worden:<br />
1. Huis 13: Le Corbusier (Maison Citrohan)<br />
2. Huis 14/15: Le Corbusier (Doppelhaus)<br />
3. Huis 5-9: Jacobus Johannes Pieter Oud (Rijtjeswoningen)<br />
Le Corbusier<br />
Ontwerper<br />
Op 6 oktober 1887 werd in La Chaux-de-Fonds (Zwitserland) Charles-Edouard Jeanneret geboren,<br />
beter bekend als Le Corbusier. Le Corbusier geldt als één van de belangrijkste architecten<br />
van de twintigste eeuw (verkozen to architect van de eeuw). Als zoon van een emailleur van<br />
horlogekasten kwam hij al vroeg in aanmerking met kunst. Op zijn 14de begon Le Corbusier<br />
een graveerstudie aan de school voor decoratieve kunsten. Zijn eerste bouwwerk bouwt Le<br />
Corbusier op zijn 19e, het is de Villa Fallet in La Chaux-de-Fonds. Om meer kennis te vergaren,<br />
reist Le Corbusier veel naar de Donaulanden, Toscane en de Balkan. Naast het bouwen van<br />
huizen was Le Corbusier schilder en schrijver. In een aantal van zijn boeken (Vers une Architecture<br />
(1923), Urbanisme (1925) en L’Art Décoratief d’Aujourd’hui (1925)) beschreef hij de vijf<br />
principes van de nieuwe architectuur:<br />
1. Ter vervanging van dragende muren werden pilotes of kolommen gebruikt<br />
2. Het, vrije, flexibele grondpan van niet-dragende muren (plan libre).<br />
3. Grote brede strookvensters voor de toetreding van een maximale en gelijkmatige<br />
toetreding van daglicht.<br />
4. Een vrije indeling van de gevels. Dit is mogelijk gemaakt door het gebruik van gewa-<br />
pend beton.<br />
5. Het maken van een daktuin voor licht, lucht en zon<br />
Gedurende de jaren 20 waren veel ontwerpen van Le Corbusier gebaseerd op een doosvorm.<br />
Voorbeelden hiervan zijn: Maison Cook in Parijs (1926) en Villa Savoye in Possy (1926).<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 75<br />
door: Bas van den Berge en Pirmin den Hamer
02 Weißenhof Siedlung<br />
Deze twee bouwwerken waren voorzien van punt een van de vijf principes van de nieuw<br />
architectuur, namelijk het toepassen van pilotes.<br />
Een nieuw platform diende zich aan in 1928, de oprichting van het Congres Internationaux<br />
d’Arichitecture Moderne (CIAM). Door zijn gedrevenheid kon Le Corbusier de agenda en de<br />
discussies van het CIAM bepalen. Dit leidde ertoe dat hij omstreeks 1930 uitgegroeid was tot<br />
een internationaal bekende architect. Dit was mede mogelijk door zijn publicatie, ze waren<br />
sterk, strijdbaar en kort na elkaar. Naast de architectuur werd Le Corbusier ook bekend door<br />
zijn meubels. Op 27 augustus 1965 sterft Le Corbusier in Nice (Frankrijk).<br />
Gebouwbeschouwing Haus 13, 14/15 (Le Corbusier)<br />
1. Stuttgart is de hoofdstad van de deelstaat Baden-Württemberg. Met een inwoneraantal<br />
van 600.068 behoort het tot de top tien van grootste steden in Duitsland. In Stuttgart-Noord<br />
ligt de Weißenhofsiedlung, een wijk met “moderne architectuur”.<br />
De wijk werd rond 1927 gebouwd en diende voor arbeiders. De nieuwe wijk brak met alle vormen<br />
van de architectuur en gaf een nieuw beeld van de toekomst. Veel bekende architecten<br />
verbonden hun naam aan de wijk. Enkele voorbeelden zijn: Ludwig Mies van der Rohe, Pierre<br />
Jeanneret, J.J.P Oud en Peter Behrens. Na 83 jaar ogen de woningen nog zeer modern.<br />
Haus 13 (Maison Citrohan) en Haus 14/15 (Doppelhaus) liggen in het zuiden van de Weißen-<br />
hofsiedlung, op de kruising met de Friedrich-Ebert-<br />
Strasse en de Rathenausstrasse. Links naast de Maison<br />
Citrohan ligt de Pankokweg. Aan de noordkant<br />
van beide huizen van Le Corbusier grenzen twee<br />
huizen van Walter Gropius en Ludwig Hilberseimer.<br />
De twee woningen van Le Corbusier zijn voorbeelden<br />
van de moderne architectuur. Maison Citrohan<br />
is door de beschutting moeilijk te zien. De beste<br />
zijde om de woning te bekijken is de rechterzijgevel.<br />
De hoofdingang van de woning is te bereiken via de<br />
Pankokweg, maar staat gericht naar het zuiden.<br />
Het Doppelhaus bestaat uit twee woningen. Beide<br />
hoofdingangen zijn gelegen aan de Rathenausstrasse.<br />
Door de vorm en afmetingen is het doppelhaus<br />
een imposant gebouw. Vanuit de Friedrich-Ebert-<br />
Strasse is het een niet te missen object. In de directe<br />
omgeving van het Weißenhofsiedlung staan geen<br />
andere noemenswaardige bezienswaardigheden.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
“Ik bouwde mijn eerste huis toen ik zeventien<br />
was. Het zat vol decoraties. Ik was<br />
vierentwintig toen ik mijn tweede huis<br />
bouwde; het was wit en kaal: ik had tussendoor<br />
gereisd. De tekeningen van dit tweede<br />
huis lagen op mijn tekentafel. Het was in<br />
1911. Ik werd plotseling getroffen door de<br />
willekeurige plaatsing van de openingen<br />
in de gevel (deuren en vensters). Ik maakte<br />
ze zwart met houtskool. De zwarte vlekken<br />
spraken nu de een of andere taal, maar<br />
een onsamenhangende. Opnieuw werd ik<br />
getroffen door het ontbreken van een regel<br />
of wetmatigheid.<br />
Verbijsterd realiseerde ik me dat ik in een<br />
totale chaos werkte. Toen ontdekte ik voor<br />
mijn eigen gebruik de noodzaak van een<br />
regulerend instrument. Deze obsessie zou<br />
voortaan in mijn hoofd blijven hangen.”<br />
Le Corbusier<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
76
02 Weißenhof Siedlung<br />
2. Uitgangspunt voor beide gebouwen was een rechthoekige vorm. Qua afmeting heeft Le<br />
Corbusier gekozen voor minimale maten. De filosofie achter de afmetingen kwamen uit het<br />
dagelijkse leven. Het Doppelhaus werd bijvoorbeeld voorzien van een lange gang van 60<br />
centimeter. De inspiratie voor deze afmeting kwam voort<br />
uit een trein. Gedurende een treinrit van 100 km/h liepen<br />
tientallen mensen met gemak door een gangpad van 60<br />
centimeter.<br />
Het Doppelhaus heeft een totale lengte van ongeveer 26<br />
meter. De breedte varieert op twee punten. Zo heeft het<br />
Doppelhaus twee rechthoekige uitbouwen aan de achterzijde<br />
van de woning. De breedte zonder uitbouw is 6 meter,<br />
met uitbouw is dat 11 meter. De uitbouw heeft daarnaast<br />
een lengte van 3 meter.<br />
Het Doppelhaus bestaat uit drie bouwlagen. De begane<br />
grond heeft een kleinere oppervlakte dan de tweede verdieping,<br />
dit komt door de pilaren (pilotes) waarop het gebouw<br />
rust. De derde verdieping wordt voornamelijk gebruikt als<br />
dakterras. Maison Citrohan heeft een totale lengte van<br />
11,50 meter, de breedte is 6,50 meter. De woning bestaat<br />
uit vier bouwlagen. Ook hier is de onderste bouwlaag qua<br />
oppervlakte kleiner dan de bovenliggende bouwlagen.<br />
De bouwlagen 2 en 3 zijn uitsluitend bedoelt als woonfunctie.<br />
De bovenste bouwlaag bestaat voor de helft uit<br />
woonfunctie, de overige oppervlakte wordt gebruikt als<br />
dakterras.<br />
3. De huizen van Le Corbusier zijn typische vormen van<br />
de moderne architectuur. De moderne architectuur staat voor een objectieve, functionalistische,<br />
eerlijke en nuchtere houding tegenover het object en de vormgeving ervan. Kenmerkend<br />
voor de moderne architectuur is het gebruik van nieuwe materialen zoals beton en<br />
staal. Hierdoor werd een nieuwe bouwconstructie ontwikkeld, de skeletbouw. Door deze<br />
skeletbouw ontstond een transparante woning met een vrije invulling van gevels. Andere<br />
kenmerken waren de komst van platte daken en gepleisterde (gestucte) wanden. Wanneer<br />
er gekeken wordt naar de façade van beide gebouwen dan kan er geconcludeerd worden dat<br />
de woning voldoet aan de kenmerken van de moderne architectuur. Het meest opvallende<br />
aan het beide huizen is het platte dak. Dit was voor<br />
de jaren 20 en 30 een rigoureuze ommezwaai in vergelijking<br />
met de traditionele bouwmethode. Critici<br />
vonden het lijken op Arabische huizen.<br />
Een ander kenmerk dat op beide huizen terug te<br />
vinden is, is het witte pleisterwerk, het Doppelhaus<br />
heeft daarnaast nog een rode strook pleisterwerk<br />
aan de onderkant. De muren zijn niet van baksteen<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 77
02 Weißenhof Siedlung<br />
maar van betonnen elementen, er<br />
is dus geen metselwerk. Zowel het<br />
Doppelhaus als Maison Citrohan<br />
staan op pilaren, Le Corbusier<br />
noemde ze pilotes. De tweede<br />
verdieping wordt geheel gedragen<br />
door deze kolommen, het voordeel<br />
hiervan is dat de gevels vrij indeelbaar<br />
zijn. Doordat de gevels vrij<br />
indeelbaar zijn worden er op beide<br />
woningen grote strookvensters<br />
aangebracht. Het laatste kenmerk<br />
dat Le Corbusier toepaste op zijn<br />
woningen zijn de dakterrassen op<br />
de bovenste verdieping, ze zorgen<br />
voor licht, lucht en zon. Afwijkend<br />
is het balkon aan de voorgevel van<br />
Maison Citrohan, deze bestaat uit<br />
een staalconstructie<br />
met daartussen betonelementen. De entree van de woningen<br />
begint in principe op de tweede verdieping. Om hier te komen zijn betonnen<br />
trappen met stalen elementen toegepast.<br />
4. Begin oktober 1926 werd Le Corbusier gevraagd om mee te werken aan<br />
de tentoonstelling in Stuttgart. Samen met zijn oom Pierre Jeanneret<br />
ontwierp hij twee woningen. Dit ontwerp lag op 15 december 1926 op<br />
tafel, het zouden twee eengezinswoningen worden. In 1927 veranderde het plan en er werd<br />
één van de twee woningen een dubbelhuis (Doppelhaus). Ook dit ontwerp haalde het niet,<br />
het kostenplaatje werd te hoog. De materialen die werden voorgesteld waren te kostbaar.<br />
Voor de opening van de tentoonstelling verklaarde de baupolizei (bouwpolitie) de huizen<br />
onveilig, de constructie was naar hun mening niet stevig genoeg. Een oplossing voor het<br />
probleem was niet direct te realiseren, daarom mochten er niet meer dan twee personen per<br />
vierkante meter in de kamers, op de trappen, terrassen en gangen zijn.<br />
Na de tentoonstelling werden de huizen verhuurd aan arbeiders. Kort daarna werden de<br />
eerste aanpassingen aan de woningen aangebracht. Zo werden de dakterrassen overkapt,<br />
omdat de huidige situatie onpraktisch was. Binnenin de woning<br />
werden de betonnen kasten vervangen door eenvoudige en lichte<br />
tussenwanden.<br />
Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de wijk gekocht door<br />
het Duitse rijk. De functie van de woningen veranderde in kantoren,<br />
ziekenhuizen en bunkers met luchtafweergeschut. Door<br />
verschillende bombardementen sneuvelde enkele woningen. De<br />
huizen van Le Corbusier bleven intact, alleen de ramen werden<br />
helemaal dichtgemetseld. De bouwmaterialen van verwoeste<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
78
02 Weißenhof Siedlung<br />
huizen werden gebruikt om de nog staande huizen<br />
te repareren. Enkele initiatiefnemers stichtte in<br />
1977 een vereniging met de naam Vrienden voor<br />
de Weißenhofsiedlung. Het doel van deze vereniging<br />
was het restaureren en behouden van de wijk,<br />
zelf noemde ze het de “Wiederherstellung des<br />
ursprünglichen zustandes in Denkmalpflegerischer<br />
Genauigkeit”, wat staat voor het herstellen van de<br />
oorspronkelijk staat door nauwkeurige monumentenzorg.<br />
Toch zorgde dit nog voor een spanning, de één wilde het exact herstellen, de ander<br />
wilde er geen museumwijk van maken. De grootschalige renovatie van de wijk vond pas<br />
plaats tussen 1981 en 1987. enkele punten die werden aangepakt waren het verbeteren van<br />
het wooncomfort en het isoleren van de huizen, maar ook de oorspronkelijke plattegrond<br />
en kleuren werden teruggebracht. Vandaag de dag worden beide huizen van Le Corbusier<br />
gebruikt als museum.<br />
5. De indeling van de woningen zien er als volgt uit:<br />
Maison Citrohan<br />
Op de eerste verdieping bevindt zich de ingang, garderobe,toilet, berging met ruimte voor<br />
wasvoorzieningen en een klein balkon, op de tweede verdieping bevindt zich de woonkamer,<br />
eetkamer, de keuken, de badkamer, kinderslaapkamer en een slaapkamer voor de ouders, op<br />
de derde verdieping bevindt zich een kinderslaapkamer, gastenverblijf, toilet en een dakterras.<br />
Doppelhaus<br />
Op de begane grond bevindt zich de ingang, een slaapkamer, voorraadruimte en de trap naar<br />
de eerste verdieping, de eerste verdieping is ingevuld met een keuken, badkamer, woonkamer,<br />
werkkamer en een aantal slaapruimten, de tweede verdieping<br />
is niet geheel woonruimte maar grotendeels terras, je vindt er enkel<br />
een “bibliotheek”.<br />
Constructie<br />
De woningen uitgevoerd in een staalskelet, dit is ook duidelijk zichtbaar<br />
op de plattegronden. Le Corbusier maakte veelvuldig gebruik<br />
van staalskeletten om zo slank mogelijk te bouwen. Dat was iets<br />
revolutionairs in die tijd. Het staalskelet is verder helemaal opgevuld<br />
met elementen van 24 centimeter dik gewapend beton. De vloeren<br />
zijn gelijksoortig met wat wij kennen als een “breedplaatvloer”. Alle<br />
trappen in de woning zijn uitgevoerd in een combinatie van staal<br />
en beton. Verder zijn alle binnenwanden traditioneel gemetseld,<br />
de buitenmuren zijn opgetrokken uit holle betonstenen. Kenmerkend<br />
voor zijn staalskelet is dat zodoende alle binnenwanden niet<br />
dragend zijn en er dus geen ontwerp beperking optreedt en grote<br />
ramen en gevelopeningen mogelijk zijn, de geval is dus slechts<br />
esthetisch. De funderingen van beide woningen bestaan uit een<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 79
02 Weißenhof Siedlung<br />
fundering op staal,<br />
namelijk een strokenfundering.<br />
Interieur, meubilair<br />
en licht<br />
Maison Citrohan<br />
Kenmerkend voor<br />
de woningen van Le<br />
Corbusier is de strakke<br />
en geometrische<br />
vormen, ook Maison<br />
Citrohan is hier een<br />
voorbeeld van. Constructieve elementen zoals kolommen spelen<br />
een grote rol in het gehele plan. Zij dragen niet alleen het gebouw,<br />
maar scheiden ook diverse ruimtes. De meubels die in het<br />
huis staan zijn in harmonie met de algehele uitstraling en sfeer.<br />
Het interieur was destijds de tijd ver vooruit. Dit is niet alleen<br />
bereikt door de keuze van verschillende vormen, materialen en meubelen maar ook lichtinval<br />
speelt een belangrijke rol. De grote gevelopeningen benadrukken het gevoel van vrijheid en<br />
openheid.<br />
Doppelhaus<br />
Het interieur van deze woning doet ook erg “open” aan. Dit is<br />
een positief effect van het gebruik van een staalconstructie,<br />
enkel een paar slanke kolommen springen in het oog. De vormen<br />
van diverse ruimtes zijn er geometrisch maar erg divers in kleur.<br />
Dit geeft een speels effect aan heel het gebouw. Door de vele<br />
horizontaal georiënteerde raampartijen komt er veel direct licht<br />
het gebouw binnen. Wanneer dit licht valt op de verschillende<br />
kleuren lijkt het gebouw helemaal niet kil in tegenstelling tot het<br />
“einfamilienhaus” van Le Corbusier. Het “Doppelhaus” is ook een<br />
studie van Le Corbusier over kleurgebruik binnen een woning,<br />
dit is dan ook duidelijk zichtbaar. Het meubilair daarentegen<br />
is vrij eenvoudig te noemen, er zijn geen onnodige meubels te<br />
vinden in heel het huis. Bovendien is hetgeen er staat zo simpel<br />
mogelijk.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
6/7 De wijk, dus ook dit huis heeft<br />
niet echt een specifieke opdrachtgever.<br />
Het is neergezet als experimentele woonwijk, onderdeel<br />
van een tentoonstelling over nieuwe architectuur “Het<br />
nieuwe bouwen”. Het plan was een visionair sociaal plan met<br />
als doel de arbeider en de huisvrouw de nieuwe tijd binnen<br />
te loodsen. Bovendien moesten de woningen goedkoop en<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
80
02 Weißenhof Siedlung<br />
eenvoudig zijn omdat er anders niemand uit de doelgroep zou zijn die een<br />
vermogen had om dat te financieren.<br />
8. Het huis is wat betreft de bouwmaterialen vrij eenvoudig te ontleden. Te<br />
beginnen met het staalskelet dat bestaat uit gewalste profielen. Deze zijn<br />
vervolgens opgevuld met holle betonstenen. De vloeren bestaan uit 24cm<br />
dikke gewapende betonvloeren waar de binnen wanden op zijn gemetseld<br />
met bakstenen. De gevelopeningen zijn voorzien van glazen puien met<br />
metalen kozijnen.<br />
J.J.P Oud<br />
Ontwerper Rijtjeswoningen J.J.P Oud<br />
Jacobus Johannes Pieter Oud wordt op 9 februari 1890 geboren in Purmerend. Oud was de<br />
tweede zoon in de familie. Zijn vader, Henrik Oud was wijnhandelaar en later wethouder van<br />
Purmerend. Op aandringen van zijn vader volgt Oud een studie bouwkunde aan de Quellinusschool<br />
(1903 t/m 1906) en een tekenopleiding aan de Rijksnormaalschool in Amsterdam<br />
(1908 t/m 1910). Gedurende deze opleiding kwam Oud in contact met onder andere architecten<br />
Berlage en de Bazel. Na een mislukte poging om te gaan studeren in Delft (1910) vertrok<br />
Oud naar München om daar als student en tekenaar-stagair te gaan werken. De eerste<br />
architectuuropvattingen kreeg Oud van zijn docent en stedenbouwkundige Theodor Fischer.<br />
Fischer was een vernieuwde architect die Oud de betekenis van proporties en het ontwerpen<br />
op systeem liet zien. Deze twee kenmerken werden later het handelsmerk van Oud. Oud<br />
werkte in 1917 veel samen met kunstenaar Theo van Doesburg. Samen richtten ze het tijdschrift<br />
“De Stijl” op. Het blad kreeg vanaf het begin al forse kritiek, omdat het gefinancierd<br />
zou zijn door Duitsers. Oud spreekt zich in De Stijl uit voor de moderne architectuur. Toch zijn<br />
er een aantal afwijkingen met deze stroming, zo blijft Oud bij het toepassen van bakstenen,<br />
ook het gebruik van glas werd beperkt. Dit omdat Oud het een vorm van luxe vond. In 1927<br />
ontwierp Oud een aantal rijtjeswoningen voor de Weißenhofsiedlung. De woningen kunnen<br />
door hun gelijke vormen (symmetrie) nog oneindig worden aangebouwd. Met de bouw van<br />
de Weißenhofsiedlung ontstond de Internationale Stijl, ook wel het nieuwe bouwen genoemd.<br />
Oud nam deze stijl echter niet helemaal over, maar behoorde toch tot de Groten Vier<br />
(Ludwig Mies van der Rohe, Walter Gropius en Le Corbusier). Net als Le Corbusier sloot ook<br />
Oud zich aan bij de Ciam. Op 5 april 1963 overleed Oud in Wassenaar. Andere bouwwerken<br />
van Oud zijn: Kerk voor de hersteld apostolische gemeente, Hillevliet 139, Rotterdam (1929),<br />
Spaarbank van Rotterdam, Botersloot 25, Rotterdam (1942-1955), Nationaal Monument op de<br />
Dam, Amsterdam (1956)<br />
Kerk voor de hersteld apostolistische gemeente Nationaal Monument Spaarbank van Rotterdam<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 81
02 Weißenhof Siedlung<br />
Gebouwbeschouwing Haus 5-9 (rijtjeswoningen<br />
J.J.P Oud)<br />
1. Net als de huizen van Le Corbusier zijn de rijtjeshuizen<br />
van Oud gebouwd in de Weißenhofsiedlung<br />
in Stuttgart. De huizen liggen<br />
op de kruising van de Pankokweg, waar<br />
ook de vrijstaande woning van Le Corbu- sier<br />
ligt, met de Bruckmannweg. Tegenover<br />
de woningen staat het appartementencomplex<br />
dat is ontworpen door Ludwig Mies van der Rohe. Onderaan de woningen tegen<br />
de Pankokweg aan ligt een woning van Adolf G. Sneck. Deze woningen van J.J.P Oud zijn de<br />
voorlopers van de moderne architectuur, ook wel het moderne bouwen of de Internationale<br />
Stijl genoemd. In totaal zijn er vijf woningen gebouwd. Alle hoofdingangen liggen aan de<br />
Pankokweg, dus aan de noordzijde. Het gebouw valt op, niet door zijn grote of hoogte, maar<br />
door zijn symmetrie.<br />
2. Moderne architectuur wordt geassocieerd met de basisvormen. De woningen van Oud<br />
hebben als hoofdvorm een rechthoek. De woning is opgebouwd uit twee rechthoeken. Een<br />
grote rechthoek met daarvoor een kleiner rechthoek. Omdat de woningen op een heuvel zijn<br />
lopen de ze trapsgewijs omhoog.<br />
De lengte van het totale woningenblok is 27 meter. Omdat het hier gaat om gelijke huizen<br />
heeft één huis een lengte van 5,40 meter. De breedte varieert van 8,77 meter zonder uitbouw<br />
en 11,70 meter met uitbouw. De totale woonoppervlakte van één woning bedraagt 73<br />
vierkante meter.<br />
3. Wanneer er naar de gevels gekeken wordt dan kan geconcludeerd worden dat deze woningen<br />
voorbeelden zijn van Moderne architectuur. Ten eerste het platte dak, een typisch<br />
kenmerk voor de Moderne architectuur, zie woningen Le Corbusier. Daarnaast is de woning<br />
niet voorzien van zichtbaar metselwerk, maar van een witte pleisterlaag.<br />
Een opmerkelijk detail aan de woning is de voordeur, wanneer deze betreden<br />
wordt komt men in een binnenplaats/patio terecht. De werkelijk entree van<br />
de woning zit aan de rechterkant bij het betreden van de patio. De voorgevel<br />
heeft bij de uitbouw een strokenvenster. Verder heeft de voorgevel<br />
nog openslaand raam. Het aantal ramen aan de voorgevel valt mee,<br />
als er wordt gekeken naar bijvoorbeeld de huizen van Le Corbusier.<br />
De achtergevel<br />
is daarentegen<br />
voorzien van meerdere<br />
grote ramen, dit<br />
geeft een grote hoeveelheid<br />
daglicht toetreding.<br />
Daarnaast<br />
heeft de achtergevel<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
82
02 Weißenhof Siedlung<br />
nog een klein balkon aan de linkerzijde van iedere woning. De<br />
zijgevels van de hoekwoningen hebben geen<br />
enkel raam. De woning heeft op<br />
het eerste gezicht twee<br />
verdiepingen, maar de<br />
woningen zijn voorzien<br />
van een kelder.<br />
4. In 1927 kreeg J.J.P. Oud<br />
het verzoek om voor een<br />
tentoonstelling in Stuttgart<br />
arbeiderswoningen te ontwerpen.<br />
Het daadwerkelijk ontwerp<br />
staat nog steeds overeind. Na de tentoonstelling zijn de woningen<br />
aangepast zodat ze te gebruiken waren om in te wonen. Door een zwaar bombardement<br />
werden de ramen van de woningen dichtgemetseld. Na de oorlog was de rij huizen zwaar<br />
beschadigd. Van de verwoeste huizen werden de stenen gebruikt om de huizen te repareren.<br />
De eerste renovatie vond plaats in 1983/84. Een aantal ramen werden eruit gehaald en<br />
vervangen door de oorspronkelijke ramen. In 2000 is er een<br />
tweede renovatie geweest aan de woningen. De gevels zijn<br />
geheel verbeterd en schoongemaakt.<br />
Constructie<br />
De constructieve wanden zijn gemaakt van betonstenen die<br />
hol zijn vanbinnen zogeheten “Leightbeton” met een<br />
dikte van 150mm. De niet dragende binnenwanden<br />
zijn van 40mm dikke bakstenen. De vloeren zijn<br />
allemaal uitgevoerd in beton. Deze woningen<br />
zijn in tegenstelling tot die van Le<br />
Corbusier vrij traditioneel in plaats van een<br />
toen moderne staalconstructie.<br />
Interieur, meubilair en licht<br />
Het interieur van de woning is evenals de<br />
woningen van Le Corbusier erg kil en kaal. Er<br />
5. De indeling van de woning ziet er als volgt uit:<br />
Begane grond<br />
Op de begane grond bevindt zich de ingang, woonkamer,<br />
eetkamer, keuken en een berging.<br />
eerste verdieping<br />
Op de eerste verdieping is er de badkamer inclusief toilet en<br />
een drietal slaapkamers. Bovendien is er nog een kelder met<br />
daarin ruimte voor opslag en voorraad.<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 83
02 Weißenhof Siedlung<br />
bevinden zich geen onnodige elementen in het interieur.<br />
Zowel de binnenwanden als de buitenwanden zijn met<br />
een stuclaag afgewerkt. De plafonds zijn alleen maar<br />
geschilderd, dit was de bekistingzijde van de breedplaatvloer.<br />
Deze aaneenschakeling van simpele, eenvoudige<br />
afwerkingen veroorzaken het kille effect. Daarentegen<br />
dienden de woningen goedkoop uitgevoerd te worden<br />
om ze betaalbaar te houden voor de doorsnee burger. De<br />
meubels zijn daarom ook vrij eenvoudig.<br />
6.7. Het Weißenhofscheidlung heeft geen specifieke opdrachtgever,<br />
de bedoeling was een experimentele woonwijk. Het is een tentoonstelling<br />
geworden over de nieuwe architectuur “Het nieuwe bouwen”<br />
Het plan was een visionair sociaal plan met als doel de arbeider<br />
en de huisvrouw de nieuwe tijd binnen te loodsen. Bovendien<br />
moesten de woningen goedkoop en eenvoudig zijn omdat er anders<br />
niemand uit de doelgroep zou zijn die een vermogen had om dat te<br />
financieren.<br />
8. Zoals al eerder naar voren kwam is het<br />
materiaalgebruik vrij eenvoudig. Dit is eigenlijk<br />
alleen omdat het zo betaalbaar bleef.<br />
Bijvoorbeeld vrij traditioneel gemetselde<br />
betonsteen wanden, gewapende breedplaatvloeren<br />
en een betonnen kelder. De kozijnen zijn vrijwel allemaal van<br />
metaal, opgevuld met glas. Een toch wel opvallend accent aan de<br />
woningen is de donkere trim rondom, dit is in contrast met de witte<br />
gevels.<br />
hoofdsponsors:<br />
info: Rathenaustrasse 1, 70191 Stuttgart<br />
Toegang huizen: gratis, toegang museum: 4,00 euro pp.<br />
84<br />
Openingstijden: Di - Vrij 11:00 - 18:00, Za - Zo 10:00 - 18:00
03 Mercedes-Benz Arena<br />
Ontwerper<br />
Paul Bonatz was en Duitse architect. Hij is geboren op 6 december 1877 in<br />
Solagne. In 1900 voltooide hij zijn studie architectuur aan de Technische<br />
Universiteit van München. Bonatz gebruikte de oud Romaanse architectuur<br />
als voorbeeld, waardoor een vereenvoudigd Neo-Romaanse stijl ontwikkeld<br />
werd. Hiervan zijn voorbeelden het centraal station van Stuttgart<br />
(1927) en het Basel Art Museum (1936). Bonatz was opgeleid door Theodor<br />
Fischer, maar Bonatz deed niet mee met de nazi-partij. Wat Fisher wel<br />
Paul Bonatz<br />
deed. Hij werd daarna ingesteld als architectonische deskundige en adviseur<br />
van inspecteur-generaal voor de Duitse wegenbouw Fritz Todt. Hij kreeg opdrachten in<br />
de infrastructuur in het Derde Rijk.<br />
Bonatz werd gebruikt door de politiek om naam te maken, maar vond hem politiek onbetrouwbaar.<br />
Zo is Bonatz twee keer onderzocht door de politie. Hij werd beschuldigd samenwerken<br />
met Joden en openlijke kritiek op Adolf Hitler.<br />
Bonatz vluchtte in 1943 naar Turkije na een meningsverschil met Hitler over de plannen van<br />
het Centraal Station van München. In de periode van 1943 tot 1954 Bonatz bouwde veel projecten<br />
in Ankara. Onder deze projecten was het Ankara Opera House. Dit was net voordat hij<br />
terugkeerde naar Duitsland in 1954 om te helpen bij de wederopbouw van Stuttgart en Düsseldorf.<br />
Vanaf 1954 tot zijn dood was Paul Bonatz professor aan de Universiteit van Stuttgart.<br />
Hij overleed op 20 december 1956.<br />
Stuttgart Hauptbahnhof Kunstmuseum Basel Ankara Opera House<br />
Gebouwanalyse<br />
1. De Mercedes Benz Arena ligt in de buurt van de rivier de Neckar. De tweede naam van het<br />
stadion is ook naar deze rivier genoemd: het Neckarstadion. Het stadion ligt in het district<br />
Bad Cannstatt. Dit is de dichtbevolkte en oudste wijk van Baden-Wuerttemberg. Dit district<br />
ligt aan allebei de kanten van de rivier de Neckar. Bad Cannstatt heeft deze naam gekregen<br />
in de <strong>Rome</strong>inse periode. De Mercedes Benz arena ligt in het hart van het Neckarpark. Direct<br />
aan de noordkant van de arena is het nieuwe Carl Benz Center. Dit is een entertainment<br />
center voor voetbalsupporters. Daarnaast staat de<br />
Porsche-Arena en de Hanns-Martin-Schleyer-Halle.<br />
Het stadion staat in de buurt van het Mercedes Benz<br />
museum. Dit wordt in de gids verder uitgewerkt.<br />
Daarnaast staat het stadion in de buurt van het<br />
kantoor en de fabriek van Mercedes Benz. Daarnaast<br />
ligt er een drukke snelweg naast het stadion<br />
waardoor het stadion makkelijk te bereiken is voor<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 85<br />
door: Thomas Coppoolse
03 Mercedes-Benz Arena<br />
toeschouwers van evenementen, voetbalwedstrijden en atletiekwedstrijden.<br />
2. De ovale vorm van het stadion geeft de toeschouwers uit alle hoeken een goed beeld op de<br />
wedstrijd of het evenement. Het stalen frame van het dak valt als eerste op als je het stadion<br />
bekijkt. Dit frame golft als het waren rond het stadion. Het geeft de indruk dat je naar een<br />
achtbaan aan het kijken bent. Het dak heeft een oppervlakte van 34.200 m2. Daarnaast is er<br />
32.849 m2 aan tribune. De atletiekbaan en het voetbalveld samen heeft een oppervlakte van<br />
17.420 m2. Naast dat het als voetbal- en atletiekstadion wordt gebruikt, beschikt het stadion<br />
over een aantal appartementen. Dit bedraagt 13.640 m2. Het stadion heeft een diameter van<br />
ongeveer 300 meter in de lengte en ongeveer 240 meter in de breedte. De dakopening heeft<br />
een afmeting van ongeveer 170 meter bij ongeveer 230 meter. Het hoogste punt van het<br />
stadion ligt op ongeveer 50 meter. Het dak hangt op een hoogte van ongeveer 32 meter.<br />
3. Voordat je het stadion binnen mag komen, moet er eerst een toegangscontrole gehouden<br />
worden bij één van de 78 elektronische poortjes. Door deze elektronische toegangspoortjes<br />
worden valse of dubbele toegangskaartjes geweigerd. De ovale en lage vorm van het stadion<br />
word opgenomen in de omgeving. Door de golvende lijnen wordt het stadion één met de<br />
omgeving, maar door de witte kleur springen de vormen er toch uit. Het stalen frame dat<br />
golvend boven het dak zweeft, lijkt van een afstand op een achtbaan. Het dak is gemaakt van<br />
polyesterweefsel. Dit polyesterweefsel is per onderdeel gebold, wat weer een effect heeft op<br />
het uiterlijk van het stadion.<br />
4. Het stadion is oorspronkelijk<br />
gebouwd in 1933. Toen<br />
heeft het de naam “Adolf-<br />
Hitler-Kampfbahn” gegeven.<br />
In 1935 werd het stadion<br />
uitgebreid van 35.000 naar<br />
70.000 toeschouwers. Na de<br />
Tweede Wereldoorlog tot 1949 was het stadion in handen van de Amerikanen. De naam van<br />
het stadion was toen Kampfbahn. In 1949 werd de naam weer veranderd. Dit maal werd het<br />
veranderd in Neckarstation. Deze naam komt van de nabij gelegen rivier de Neckar. Sindsdien<br />
is het de thuishaven van VfB Stuttgart. Deze speelt in de hoogste divisie van het Duitse<br />
De constructie is vanaf de buitenkant goed te zien<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
86
03 Mercedes-Benz Arena<br />
voetbal, de Bundesliga. In 1949 en 1951 werd er de<br />
Gegentribüne gebouwd. Hierbij werd de capaciteit<br />
uitgebreid tot 97.500 toeschouwers.<br />
In de late jaren 1980 en de vroege 1990<br />
werd het stadion deels gefinancierd<br />
door Daimler-Benz. Gottlieb Daimler<br />
heeft als de eerste motorfiets en 4-wiel<br />
auto getest. Sindsdien heette het stadion<br />
het Daimler-Benz-Stadion. In 1990<br />
kreeg het een verwarmingsbuizen onder<br />
het gras en in 1992 werd de dakconstructie<br />
geplaatst. Door deze dakconstructie<br />
is de capaciteit gedaald tot 53.700<br />
toeschouwers. In 2006 is er een kubus<br />
met aan alle vier de kanten een scherm is opgehangen. In de zomer van 2008 is de naam<br />
veranderd in Mercedes Benz Arena. In 2009 is een deel van de tribune gesloopt waardoor de<br />
capaciteit weer is gedaald naar 41.000. De arena werd daarna helemaal verbouwd. Het stadion<br />
wordt momenteel omgebouwd en zal klaar zijn in december 2011. Dan zal het Mercedes<br />
Benz Arena ongeveer 60.000 toeschouwers kunnen ontvangen.<br />
Een leuk detail is dat op 25 mei 1988 de Nederlandse voetbalclub PSV de Portugese voetbalclub<br />
Befinca Lissabon versloeg in het toenmalig Daimler-Benz-Stadion. Hierdoor werd PSV<br />
Europees kampioen. Hier waren ongeveer 70.000 toeschouwers getuigen van.<br />
5. Het stadion heeft een unieke dakconstructie. Deze dakconstructie is makkelijk te herkennen<br />
in de wijde omgeving. Het esthetische stalen frame draait en golft rond het hele stadion<br />
en heeft een gewicht van ongeveer 2.700 ton. De stalen kabels die het dak aan het frame<br />
ophangt weegt ongeveer 420 ton. Dit dak is geplaatst voor de wereldkampioenschappen<br />
atletiek 1993. Deze stalen kabels dragen het dak wat gemaakt is van polyester. Het dakweefsel<br />
is duurzaam genoeg om 1.000 kg gewicht per vierkante decimeter te weerstaan. Het dakweefsel<br />
heeft een lichdoorlatenheid van ongeveer 8%. Zo hoeft er overdag geen lampen aan<br />
voor het publiek. Verder kan er via de stalen kabels naar de middelste kubus het dakweefsel<br />
worden gelegd, waardoor er een overdekt stadion gecreëerd word.<br />
Het stadion heeft in totaal 44 blokken. Deze 44 blokken zijn onderverdeeld in vier secties,<br />
De Haupttribüne: grenzend aan de Mercedesstraße. Hier is ook de VIP-lounges gelokaliseerd.<br />
De EnBW-tribune: vernoemd naar de belangrijkste sponsor EnBW. De EnBW-tribune is de<br />
voormalige Gegentribüne. De Canstatter Kurve: aan de linkerkant van de Haupttribüne. Hier<br />
bevinden zich ook de woonblokken waar de meest toegewijde fans wonen. De Untertürkheimer<br />
Kurve: aan de rechterkant van de Haupttribüne. Hier bevind zich de huisvesting van<br />
gastenteam fans.<br />
6. Door de jaren heen is het stadion meerdere keren verbouwd. Meestal dat er verbouwd<br />
werd, vond in korte tijd een evenement in het stadion plaats. Het stadion werd voor het<br />
eerst verbouwd in 1935. Hierbij werd het uitgebreid naar 70.000 zitplaatsen. Na de Tweede<br />
Wereldoorlog werd het stadion uitgebreid tot 97.500 toeschouwers. Voor het WK 1974 werd<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 87
03 Mercedes-Benz Arena<br />
de hoofdtribune afgebroken en vervangen door een nieuwe tribune. In het midden van de<br />
Untertürkheimer Curve werd de Marathon Poort gemaakt. Hierdoor zijn zitplaatsen verloren<br />
gegaan is de capaciteit geslonken tot 70.000. Toen het dak de dakconstructie boven de tribunes<br />
werd geplaatst ging dit weer ten koste van een zoon 13.000 zitplaatsen. Na vele aanpassingen<br />
is de capaciteit teruggebracht tot 41.000 toeschouwers.<br />
Op dit moment wordt het stadion verbouwd en uitgebreid. De atletiekbaan wordt weggehaald<br />
waardoor er extra ruimte vrijkomt. Deze ruimte wordt opgevuld door zitplaatsen,<br />
waardoor er ongeveer 61.000 toeschouwers voetbalwedstrijden kunnen bewonderen. De<br />
gehele verbouwing moet december 2011 klaar zijn.<br />
7. Het stadion heeft door de jaren heen verschillende functies bekleed. Het is vanaf het begin<br />
al als voetbalstadion gebruikt. Zo heeft het vier wedstrijden van het WK voetbal in 1974, twee<br />
wedstrijden van de in 1988 UEFA European Football Chamionship en zes wedstrijden van<br />
het WK voetbal in 2006 gehost. Naast een voetbalstadion werd het ook nog gebruikt voor<br />
andere sporten. Zo is er een atletiekbaan rond het voetbalveld. Zo werd het Europese Atletiek<br />
georganiseerd in 1986. Daarnaast werden er in 1993 de wereldkampioenschappen atletiek<br />
gehouden. En was het de gastheer van de IAAF World Athletics finale van 2006 tot 2008.<br />
Naast atletiek is er in de jaren 1990 ook verschillende Eurobowl finales van American Football<br />
gespeeld. Daarnaast is er ook wel eens een evenement georganiseerd in het stadion. Zo werd<br />
er in 1976 het allereerste open air festival in een voetbalstadion gehouden in dit stadion.<br />
Op een moment is de capaciteit 97.500 toeschouwers geweest. Dit kwam vooral doordat er<br />
meer vraag van het publiek was om wedstrijden bij te wonen. Toen later is het stadion meerdere<br />
keren verbouwd omdat er een evenement werd georganiseerd.<br />
8. Het gebouw is gemaakt van meerder materialen. De dakconstructie is gemaakt van staal<br />
en heeft een gewicht van 2.700 ton. Daarnaast is het dak gemaakt uit een PVC-gecoat polyester<br />
weefsel. Dit weefsel heeft een treksterkte van 1.000 kg per vierkante decimeter. Het<br />
materiaal heeft een lichtdoorlatenheid<br />
van 8%, zodat het op de<br />
tribunes nog indirect natuurlijk<br />
zonlicht valt.<br />
Dit dak wordt door<br />
middel met 420<br />
ton sterkte stalen<br />
kabels en gietstukken<br />
Daarnaast is de<br />
tribune gemaakt van<br />
gewapend beton.<br />
Ongeveer 20 cm<br />
onder het gras liggen<br />
verwarmingsbuizen.<br />
Deze buizen hebben in<br />
totaal een lengte van<br />
meer dan 20 kilometer.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
88
04 Fernsehturm<br />
Ontwerper<br />
De eerste tv-toren van de wereld is ontworpen door Fritz Leonhardt in<br />
1954. Fritz is geboren op 11 juli 1909 en is gestorven op 30 december 1999<br />
in Stuttgart. Hij was de schepper, ontwerper en bouwer van deze tvtorens<br />
in Stuttgart. Hij werd ook wel “de architect” genoemd, terwijl hij<br />
eigenlijk bouwingenieur van beroep was. Fritz werd bekend vanwege het<br />
bouwen van bruggen. Op zijn 44 jarige leeftijd gebruikte hij voor het eerst<br />
gewapend beton voor een toren. De Fernsehturm is dan ook de eerste<br />
Fritz Leonhardt<br />
toren die is gemaakt met gewapend beton, maar gewapend beton werd al<br />
veel eerder gebruikt voor het bouwen van bruggen.<br />
Drie andere bouwwerken waar Fritz Leonhardt aan heeft gewerkt zijn: de “Deutzer Brücke”<br />
(1947-1948), “Ostankino Tower” (1959-1967) en “Neckar Viaduct” (1975-1977). De “Deutzer<br />
Brücke” ligt in Keulen en steekt over de Rijn. Naast het autoverkeer kan ook het tramverkeer<br />
over deze brug. De “Ostankino Tower” staat in Moskou en wordt gebruikt als communicatietoren.<br />
Bij dit project was Fritz de raadgevende ingenieur van Nikolai Vassiljevich Nikitine. De<br />
snelweg A 81 gaat over de “Neckar Viaduct” die naar de zuidzijde Stuttgart leidt. Fritz heeft<br />
de brug ontworpen samen met architect Hans Kammerer.<br />
Deutzer Brücke (Keulen), Ostankino Tower (Moskou), Neckar Viaduct (Stuttgart)<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. De Fernsehturm is gelegen aan de Jahnstraße en ligt buiten Stuttgart. Vanaf de tv-toren<br />
het centrum in noordwestelijke richting te zien. Ten zuidwesten van de tv-toren liggen de<br />
sportvelden van Waldau op nog geen tweehonderd meter afstand. Voor de rest de toren<br />
omringd door een groot bos.<br />
2. De Fernsehturm bestaat uit een lange, afgeknotte, kegelvormige toren met een cilindervormige<br />
mand er bovenop, waar bezoekers in het<br />
restaurant die over het rondliggende gebied kunnen<br />
kijken. Daarop zitten nog twee platforms waar nog<br />
meer bezoekers van het uitzicht kunnen genieten.<br />
In het midden van het platform staat nog een hoge<br />
radio/tv-antenne. De toren heeft een hoogte van<br />
216,61 meter met antenne. De hoogte van de grond<br />
tot aan de bovenkant van de Panorama cafés is<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 89<br />
door: Paulien van Es
04 Fernsehturm<br />
147,00 meter. Drie meter daarboven ligt het eerste uitkijkplatform. Het niveau<br />
van het tweede platform ligt nog eens 2,40 meter boven het eerste platvorm,<br />
maar is wel kleiner. De hoogte van de grond tot aan het begin van de antenne<br />
is 160,94 meter. De toren heeft een diameter van 10,80 meter bij de ingang<br />
van de toren. De diameter van de toren net onder de mand is 5,04 meter.<br />
3. Het dak van de tv-toren is tevens het eerste uitkijkplatform, waar bezoekers<br />
in de hele omgeving kunnen kijken. Rondom de rand van het platform is een<br />
hoog hek geplaatst, waardoor er niemand door kan vallen. Ook rond het tweede<br />
platform is een hek geplaatst tot borsthoogte en voor extra bescherming is<br />
er een rand van glas op het hek geplaatst waar je doorheen naar beneden kan<br />
kijken.<br />
4. Op eerste kerstdag 25 december 1952 werd voor het eerst het nieuws op de<br />
televisie uitgezonden in Duitsland. De televisie was in die tijd nog maar voor<br />
weinig mensen bekend en voor velen onbetaalbaar. In Stuttgart waren nog<br />
geen tv-stations, waardoor de vraag ernaar toenam. Toen Stuttgart een tv-station<br />
had, was de ontvangst erg slecht of zenders deden het helemaal niet. De<br />
mensen waren ontevreden en de dealers beklaagden het tv-station, omdat ze<br />
zonder kanalen geen televisies kon verkopen. De verkoopprijs was ondertussen<br />
omlaag gegaan, waardoor de belangstelling voor een tv-toestel later toenam.<br />
Er werd gepland een 200 meter hoge mastconstructie te bouwen, maar daar<br />
zagen de bouwmeester, Helmut Rupp, en de raadgevende adviseurs, Fritz<br />
Eberhard en Friedrich Müller, vanaf toen er een gedeelte van de mast begon te<br />
bederven. Fritz Leonhardt overtuigde hen ervan om in plaats van een zuivere<br />
constructie een toren met café te bouwen. Erwin Heinle nam de artistieke en<br />
technische leiding over van Helmut. Sinds 2006 zend de Fernsehturm geen<br />
uitzendingen meer uit, omdat de televisie frequentie niet langer meer geschikt<br />
was voor de zenders. De stalen werkconstructie van de toren zou uitgebreid en<br />
herbouwd moeten worden. In plaats daarvan hebben ze nabijgelegen een nieuwe telecommunicatie<br />
toren gebouwd.<br />
5. De entree bevindt zich aan de voet van de toren met<br />
daarachter een lift. Deze lift geeft eenmaal boven,<br />
toegang tot de Panorama cafés of het eerste platform.<br />
De mand bestaat uit vier lagen en heeft een maximale<br />
diameter van 15,00 meter. Op de bovenste verdieping<br />
zitten de Panorama cafés en op de verdieping daaronder<br />
zit het restaurant. Onder het restaurant zit de vloer<br />
van de keuken en daaronder zit nog een laag waar alle<br />
technische mechanismen verstopt zitten.<br />
6. Na de oplevering van de tv-toren kwam het totaalbedrag<br />
uit op 4,3 miljoen Duitse Marken. De opdracht-<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
90
04 Fernsehturm<br />
info:<br />
gever heeft daarna nog<br />
veel geld moeten uitgeven<br />
aan renovaties. De<br />
opdrachtgever wilde de<br />
toren laten moderniseren.<br />
Van 1979 tot 1983<br />
werd er een nieuwe<br />
liftsysteem op de toren toegepast. Ook zijn er nieuwe<br />
energievoorzieningen, airconditioning en keukeninrichting<br />
in de toren geplaatst.<br />
7. Toen de tv-toren in 1954 boven de toppen van de bomen<br />
uitkwam en vanuit alle richtingen te zien was, protesteerden<br />
er talloze burgers. Ze vonden dat de toren het aanzicht<br />
van de prachtige bossen aantastte. Tegenwoordig weten<br />
de mensen wel beter, want de tv-toren is de belangrijkste<br />
bezienswaardigheid van de stad Stuttgart geworden. Het<br />
Instituut van Onderzoek in Leipzig heeft aan 628 burgers van Stuttgart gevraagd een enquête<br />
in te vullen over welke drie monumentale bezienswaardigheden ze zich het meest met<br />
Stuttgart verbinden. 76% van de gerespondeerde burgers heeft in de top drie de Fernsehturm<br />
gekozen en 57% van de gerespondeerde burgers heeft zelfs de Fernsehturm op de<br />
eerste plaats gezet.<br />
8. De tv-toren bestaat uit de volgende elementen: cement (1430 ton), grind en zand<br />
(5250 m3), stenen (85000 stuks), klinkers (5000), beton en voorgespannen staal (340<br />
ton), hout (680 m3) en rioleringsleidingen (twee vrachtwagens vol). De fundering is<br />
gemaakt van beton en de gevel van de mand bestaat uit glas- en staalplaten.<br />
hoofdsponsors:<br />
Adres: Jahnstraße 120, 70597 Stuttgart<br />
Bushalte: “Ruhbank” of “Waldau” lijn 70; Metrolijnen: U7 en U8<br />
Entree: 5,00 pp<br />
“Met dit bouwwerk is het weer geslaagd<br />
eenmaal te kunnen zeggen dat<br />
men noodzakelijk technisch gelijktijdig<br />
ook goed kan vormgeven, zodat het de<br />
mensen verblijdt en ook direct bruikbaar<br />
kan zijn.”<br />
Fritz Leonhardt<br />
91
04b Aussichtsturm am Killesberg<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. De wenteltrap is gelegen in het Killesbergpark ten noorden,<br />
buiten de stad Stuttgart. De uitzichttoren geeft uitzicht<br />
op het noordelijk deel Stuttgart en de rest van het Killesbergpark.<br />
2. De uitzichttoren is kegelvormig en lijkt op een wenteltrap<br />
omringt door een geweven kabelnet. De uitzichttoren is<br />
41 meter hoog en heeft in totaal vier platforms. De eerste<br />
platform zit op een hoogte van acht meter, de tweede op een<br />
hoogte van 16 meter, de derde op een hoogte van 24 en de<br />
vierde op een hoogte van 31 meter.<br />
4. Voorheen heeft er een andere uitzichttoren op de plek<br />
gestaan waar nu de Killesbergturm staat.<br />
5. De toren bestaat uit een centrale mast met vier platforms.<br />
De platforms worden met elkaar verbonden door twee stalen<br />
wenteltrappen die met 180 graden naar de volgende platform<br />
draaien. Daar omheen zit in een spiraal geweven kabelnet van 48 stalen kabel. De toren<br />
vangt veel wind op, waardoor er vervorming plaats vind. Desondanks zorgen de 48 kabels en<br />
de centrale mast ervoor dat de toren blijft staan.<br />
Aussichtsturm am Killesberg (links van de straat<br />
Beim Höhenfreibad)<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
92
05 Neue Staatsgalerie<br />
Ontwerper<br />
De ontwerpers van de Neue Staatsgalerie zijn James<br />
Stirling en Michael Wilford. James Stirling is geboren<br />
in Glasgow in het jaar 1926. Van 1945 tot 1950 werd<br />
hij opgeleid in de traditie van de Beaux Arts op de<br />
Universiteit van Liverpool. In 1953 trad hij in dienst<br />
bij het bureau “Lyons, Israel & Ellis” in Londen.<br />
Daarna leerde hij James Gowan kennen, waarmee<br />
Michael Wilford<br />
hij in 1956 een kantoor oprichtte met de naam “Stir-<br />
James Stirling<br />
ling & Gowan Architects”. In 1963 nam Gowan afscheid van het bureau. Geïnspireerd door de<br />
latere ontwerpen van de architect Le Corbusier en de theorieën van the Smithsons, maakten<br />
Stirling en Gowan verschillende invloedrijke gebouwen die een trend vormden in het gebruik<br />
van steen en zichtbeton. Bij de belangrijkste werken van Stirling uit de late jaren vijftig en<br />
zestig heeft Stirling vooral gekeken naar de schoonheid van het gebouw en hoe nuttig het<br />
gebouw is. In het jaar 1971 ging Stirling samenwerken met Michael Wilford. Wilford nam de<br />
organisatorische activiteiten voor zijn rekening en Stirling hield de verantwoordelijkheid over<br />
het creatieve proces. Al snel volgde er grote projecten zoals bijvoorbeeld de Neue Staatsgalerie<br />
in Stuttgart. In 1983 won de architect de prestigieuze “Pritzker Prize” voor het omvangrijke<br />
werk tijdens zijn hele loopbaan. Enkele bekende gebouwen die Stirling ontworpen heeft zijn<br />
het History Building van de Universiteit van Cambridge (1964-1967), het Engineering Building<br />
van de Universiteit van Leicester (1959-1963) en het Arthur M. Sackler Museum in Cambridge<br />
(1979-1985). In de evolutie van de twintigste-eeuwse bouwkunst vormden deze eerste twee<br />
indrukwekkende universiteitsgebouwen samen de schakel tussen de Internationale Stijl van<br />
de jaren twintig en dertig en de Hightech van de jaren zeventig en tachtig.<br />
Michael Wilford is geboren in 1938. Hij is een Engelse architect uit Hartfield. Wilford stu-<br />
Engineering Building University<br />
of Leicester<br />
History Building University of Cambridge<br />
Arthur M. Sackler Museum, Cambridge<br />
deerde van 1955 tot 1962 aan de Noordelijke Polytechnische School of Architecture in Londen<br />
en in 1967 aan de Regent Street Polytechnic School Planning in Londen. In 1960 sloot hij zich<br />
aan de praktijk van James Stirling en in 1971 richtten ze samen het partnerschap Stirling en<br />
Wilford op die bleef tot aan de dood James Stirling in 1992. Van 1993 tot 2001 werkte Michael<br />
Wilford in partnerschap onder de naam “Michael Wilford and Partners”. Wilford’s werk heeft<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 93<br />
door: Jannick Vlasveld
05 Neue Staatsgalerie<br />
internationaal veel faam verworven. Zijn werk omvat belangrijke openbare gebouwen zoals<br />
culturele centra, galeries, musea en bibliotheken in de hele wereld. Deze projecten hebben<br />
vele architectuurprijzen gewonnen. In het jaar 1997 won Wilford de Stirling prijs voor het<br />
ontwerp van de University for Art and Music in Stuttgart. In het jaar 2000 ontwierp Wilford<br />
de Britse Ambassade in Berlijn. De meest recente prijs was dat voor het ontwerp van The<br />
Lowry performing and visual arts centre in Salford.<br />
Britse Ambassade, Berlijn Arthur M. Sackler Museum, Cambridge University for Art and Music, Stuttgart<br />
Gebouwanalyse<br />
1. De Neue Staatsgalerie ligt aan de Konrad-Adenauer-Strasse in Stuttgart, Duitsland. De<br />
Neue Staatsgalerie is vlak tegen de oude Staatsgalerie aan gebouwd.<br />
2. De hoofdvorm van de Neue Staatsgalerie bestaat uit drie rechthoeken<br />
die samen een U-vorm maken. In deze U-vorm zijn de galeries<br />
ondergebracht. Het gedeelte tussen de U-vormige rechthoeken<br />
ligt lager. In het midden hiervan bevind zich een rond gebouw dat<br />
er bovenuit steekt, de rotonde. Het gebouw is dus opgebouwd uit<br />
verschillende volumes van verschillende hoogte. Als je aan de voorkant<br />
van het gebouw staat, is een vloeiend landschap van klimmende<br />
terrassen te zien. Al bij al is het een niet doorgaans gebouw<br />
met veel onregelmatige vormen.<br />
3. De gehele buitengevel van de Neue Staatsgalerie bestaat uit<br />
goudkleurige zandstenen wanden, waarachter een geraamte van gewapend beton zit. Het<br />
gebouw bevat warme, natuurlijke elementen van Travertin en zandsteen om het contrast te<br />
maken met het industriële groene stalen skelet en de roze en blauwe stalen leuningen. Het<br />
totale exterieur bevat tal van verwijzingen naar verschillende tijdperken uit de architectuurgeschiedenis.<br />
De voorgevel is naar het Noord- Westen gericht en<br />
ziet eruit als een oplopend terras. De voorgevel valt<br />
ook goed op door de grote gekleurde stalen leuningen,<br />
die het contrast maken met de Travertin zandstenen.<br />
De functie van de voorgevel is het gebouw<br />
doen opvallen. De achtergevel is naar het zuid- oosten<br />
gericht en is samen met de zijgevels minder<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
94
05 Neue Staatsgalerie<br />
opvallend als de voorgevel, want de achtergevel<br />
en zijgevels zijn namelijk veel strakker<br />
en rechthoekiger. Licht speelt een belangrijke<br />
rol in het gebouw. Aan de voorgevel bij de ingang<br />
zit een groot raam dat een golfpatroon<br />
volgt. Het raam heeft fel groene kozijnen, zodat<br />
het extra opvalt. Aan de rechterkant van<br />
de voorgevel zit een iets kleiner raam, maar<br />
het is wel in dezelfde stijl gemaakt. Verder<br />
bevind zich in het kleine ronde gedeelte van<br />
het gebouw, het infopunt, een glazen dak.<br />
De deuren van de hoofdingang van de Neue<br />
Staatsgalerie worden gekenmerkt door zijn Het interieur is kleurig en is voorzien van veel groene tinten<br />
felle rode kleur en zijn ronde vormen.<br />
De Neue Staatsgalerie heeft overal een plat dak, alleen het U-vormige gedeelte heeft een<br />
verhoging op het dak zitten.<br />
4. De Staatsgalerie bestaat uit de Oude- en de Neue Staatsgalerie. De Neue Staatsgalerie is<br />
gebouwd van 1977 tot 1984 en behoort tot een van de belangrijkste culturele gebouwen uit<br />
het laatste kwart van de vorige eeuw. Het gebouw doet dienst als museum. Deze uitbreiding<br />
van de oude Staatsgalerie was bedoeld om een gedeelte van de vaste collectie onder te brengen,<br />
maar moest tegelijk ruimte bieden aan reizende tentoonstellingen. Het gebouw bevindt<br />
zich nu nog steeds in zeer goede staat, ook al is de buitengevel van Travertin en zandsteen en<br />
daardoor zeer gevoelig voor vocht. Ook kan vuil zich hieraan makkelijk hechten. Het staal dat<br />
in het gebouw verwerkt zit is wel makkelijk te onderhouden, doordat het goed schilderbaar<br />
is.<br />
5. De Staatsgalerie herbergt een unieke collectie van kunst van zevenhonderd jaar geleden<br />
en presenteert meerdere uitdagende tentoonstellingen per jaar. In het museum bevindt zich<br />
klassieke, moderne en hedendaagse schilderkunst en beeldhouwkunst. Zo is er oude Duitse,<br />
Italiaanse en Nederlandse kunst en kunst van het Zwabische Classicisme te bezichtigen. Ook<br />
zijn er uitstekende werken van individuele<br />
kunstenaars te bewonderen,<br />
zoals Picasso, Beckmann, Schlemmer,<br />
Beuys, Kiefer en Baselitz.<br />
In het interieur van het gebouw vind<br />
men gewelfstenen, architraven en<br />
pedimenten. Eén van de meest opvallende<br />
kenmerken van het gebouw is<br />
het centrale cirkelvormige atrium.<br />
In deze afgesloten ruimte bevind zich<br />
de beeldentuin. Dit wordt omzeild<br />
door een openbaar voetpad dat<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 95
05 Neue Staatsgalerie<br />
voetgangers door een architectonische landschap leidt. Door dit pad<br />
is het mogelijk om van lager gelegen gebieden naar hoger gelegen<br />
gebieden te komen. In het interieur is soms ook gebruik gemaakt van<br />
groen gekleurde vloeren. Deze vallen extra goed op. Verder zijn er in<br />
het gebouw speciale vormen verwerkt, zoals paddenstoel -vormige<br />
pilaren en is er veel gebruik gemaakt van kleur, zodat het interieur<br />
een moderne uitstraling heeft.<br />
6. De opdrachtgever van de nieuwe Staatsgalerie was het museum<br />
Paddenstoel- vormige pilaren<br />
van de oude Staatsgalerie. De vraag die het museum aan de twee<br />
architecten stelde, was om een toevoeging te bedenken bij het bestaande gebouw (dat overigens<br />
al dateerde uit de vroege negentiende eeuw). Een programma van eisen had het museum<br />
niet. Het was alleen wel van belang dat ze het teveel aan kunstcollectie in de nieuwe<br />
Staatsgalerie kwijt konden. Voor het ontwerp van de Neue Staatsgalerie lieten ze Stirling zijn<br />
eigen gang gaan.<br />
7. De Staatsgalerie is één van de meest bezochte musea in Duitsland. Door het grote aantal<br />
bezoekers steeg de Staatsgalerie het eerste jaar na de opening op 9 maart 1984 al meteen<br />
naar de tweede plaats van meest bezochte musea in Duitsland. Het gebouw is dus qua<br />
maatschappelijke context van groot belang voor de stad Stuttgart. De Neue Staatsgalerie is<br />
zo ingedeeld dat het voor de bezoekers een prettige omgeving is om naar de kunstwerken<br />
te komen kijken. Bezoekers voelen zich snel op hun gemak in het gebouw. Ook zijn er liften,<br />
trappen en hellingbanen aanwezig, wat het makkelijk maakt om van de ene naar de andere<br />
ruimte te gaan.<br />
8. Bij de bouw van de Neue Staatsgalerie is gebruik gemaakt van gewapend beton, Travertinsteen,<br />
zandsteen, glas en staal. Zoals al eerder vermeld, bestaat de buitengevel uit zandsteen<br />
en Travertin. Daarachter bevindt zich een geraamte van gewapend beton. Een nadeel van<br />
Travertin is dat het makkelijk vocht opneemt en daardoor makkelijker kan scheuren als het<br />
vriest. Ook zijn Travertin en zandsteen niet weervast en het is minder makkelijk te onderhouden,<br />
doordat het onregelmatige poriën heeft. Voor de ramen is glas gebruikt. Aan de<br />
voorkant van het gebouw is het glas zo verwerkt dat het lijkt alsof het een golfpatroon volgt.<br />
Ondanks de gelaagdheid van het ontwerp en de<br />
oudere uitstraling van de buitengevel heeft<br />
het gebouw een soort van jeugdigheid behouden.<br />
De oorzaken hiervan zijn de bovenmaatse<br />
leuningen van geschilderd<br />
staal, de potsierlijke poortjes en het<br />
gebruik van andere felle kleuren. Al<br />
deze kleuren steken fel af bij het<br />
sobere Travertin en zandsteen. De<br />
Staatsgalerie heeft zo ook wat<br />
weg van een enorme speelplaats.<br />
Visualisering van het totale gebouw<br />
info: Konrad-Adenauer-Str. 30-32, 70173 Stuttgart<br />
96<br />
071147040-0<br />
maa. gesloten, dins. en dond. geopend van 10.00u tot 20.00u, overige dagen van 10:00u tot 18:00u
06 Hysolar Research Building<br />
Ontwerper<br />
Het Hysolar Research Building is gebouwd in 1986 en opgeleverd in 1987.<br />
Oorspronkelijk was het gebouw bedoeld als een Research centrum voor<br />
zonne-energie. Het gebouw is ontworpen door Gunter Behnisch, een<br />
Duitse architect die op 12 juni 1922 in Dresden (Duitsland) is geboren. Hij<br />
studeerde in Stuttgart aan de technische universiteit. Nadat hij zijn opleiding<br />
had afgerond ging Gunter een jaar werken voor Rolf Gutbrod voordat<br />
hij zijn eigen architectenbureau opstartte. In 1967 startte hij Gunter<br />
Gunter Behnisch<br />
Behnisch & Partner. Oorspronkelijk concentreerde het bedrijf zich in het<br />
maken van prefab schoolgebouwen. Omdat dit systeem kleine flexibiliteit toelaat, konden er<br />
gebouwen gerealiseerd worden in meer organische moderne stijlen.<br />
Het bedrijf van Behnisch gelooft in het ontwerpen met het idee dat innovatieve bouwtechnieken<br />
en materialen leiden tot nieuwe architectonische mogelijkheden.<br />
Gunter’s eerste grote opdracht in 1968 was het ontwerpen van het olympisch stadion in<br />
München. De gehele bouw van het stadion duurde vier jaar. Het werdt opgeleverd op 26 mei<br />
van het jaar 1972. In 2005 was zijn laatste grote opdracht. In de tussentijd heeft hij onder andere<br />
het Eichstätt Catholic University Central Library te Eichstätt, Muzeum pošt a komunikací<br />
te Frankfurt, St. Benno Gymnasium te Dresden, Nord LB Hannover, te Hannover en in 2005 de<br />
Berlin Academy of Fine Arts. Zoals u kunt zien bouwt Behnisch in een bepaalde stijl en vorm.<br />
Er wordt veel gebruik gemaakt van glas en de gebouwen hebben vaak de vorm van vele op<br />
elkaar gestapelde delen, zoals te zien bij het Nord LB Hannover.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Olympisch Stadion Berlin Academy of Fine Arts Nord LB Hannover<br />
Gebouwanalyse<br />
1. Het Hysolar Research Building staat op het terrein van de technische universiteit van Stuttgart.<br />
Dit was tevens de universiteit waar Gunter<br />
Behnisch zijn opleiding architectuur gevolgd heeft.<br />
Het gebouw is gerealisseerd voor een vrij laag bedrag<br />
in die tijd. Toen het gebouw in 1987 opgeleverd<br />
werd, werd het gebruikt als een onderzoekscentrum<br />
naar het gebruik van zonne-energie.<br />
Het gebouw is onderverdeeld in twee delen:<br />
De oostvleugel word gebruikt door de universiteit<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 97<br />
door: Rowan Grim
06 Hysolar Research Building<br />
Gebouwbeschouwing<br />
zelf. Hierin wordt door studenten<br />
onderzoek gedaan. De<br />
westvleugel is te huur en kan<br />
door ieder particulier bedrijf<br />
gehuurt worden.<br />
2. Het gebouw bestaat uit<br />
meerdere op elkaar gestapelde<br />
blokken zoals bij het Nord<br />
LD Hannover. De begane grond bestaat uit vier blokken, twee van deze blokken hebben de<br />
afmeting van zes bij zes meter. De andere twee blokken op de begane<br />
grond hebben de afmetingen van achttien bij zes meter. De eerste<br />
verdieping bestaat uit drie blokken die schuin op de blokken van de<br />
begane grond staan. Deze blokken hebben de afmetingen van 20 bij<br />
zes meter, tien bij zes en twaalf bij zes meter. Het ornament dat door<br />
het gehele gebouw loopt (rode pijp) heeft een totale lengte van 70<br />
meter. De hoogte van het gebouw is afgerond dertien meter, exclusief<br />
antenne. Inclusief antenne is het gebouw zestien meter hoog.<br />
Het gebouw heeft scherpe hoeken en glas is in overmate gebruikt<br />
3. Bij het Hysolar is er weinig aandacht besteedt aan de entree van het<br />
gebouw. De entree bestaat uit een doodsimpele voordeur. De deuren<br />
binnen in het gebouw zijn gemaakt van glas en hebben allerlei verschillende<br />
vormen, dus geen een deur in het gebouw (binnen) is hetzelfde.<br />
Aan de achterkant van het gebouw is veel aandacht besteedt aan<br />
het glaswerk. Bijna de gehele achtergevel gemaakt van glas. Door de<br />
verschillende vormen in het glas is het een mooie, en sprekende gevel.<br />
Het dak van het Hysolar Research center ligt schuin op het gebouw. De<br />
linkerkant (vanaf boven gezien) loopt gelijk aan de kantoorruimte op<br />
de tweede verdieping. Aan de voorkant van het hysolar is een speciaal<br />
ornament aangebracht dat dient als dak. De vorm van dit ornament is<br />
een driehoek.<br />
4. Vanaf dat het gebouw in 1987 werd opgeleverd had het gebouw<br />
de functie van onderzoekscentrum voor zonne-energie. Het Hysolar<br />
Research Building kent nog geen rijke geschiedenis de afgelopen 23<br />
jaar. Het gebouw wordt na 23 jaar nog steeds goed onderhouden. Het<br />
gebouw word om de zoveel tijd gecontroleerd op eventuele noodzake-<br />
lijke vervangingen bij wanneer bijvoorbeeld een mogelijkheid dat het dak lek is. Het enige<br />
dat veranderd ism is de kleur van het staal.<br />
Een doorsnede van het gebouw<br />
5. De structuur van het Hysolar Research Building bestaat<br />
zoals op de begane grond, vier blokken en<br />
op de eerste verdieping nog drie blokken.<br />
De constructie van het<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
De indeling is hier goed te zien;<br />
boven de begane grond; onder de<br />
eerste verdieping<br />
98
06 Hysolar Research Building<br />
gebouw bestaat voornamelijk uit het gebruikte staal uit<br />
van de blokken. De blokken vormen de dragende delen<br />
van het gebouw en vangen het gewicht op van onder<br />
andere het dak. De lichtinval van het gebouw vormt<br />
een belangrijk punt. Door het vele gebruik van glas is er<br />
veel lichtinval. In het dak zit aan de linkergevel nog een<br />
opening van glas waardoor het licht het gehele gebouw<br />
kan verlichten.<br />
6. De opdrachtgever van het Hysolar Research Center is<br />
de universiteit van Stuttgart. De opdracht werd gegeven<br />
in 1986 en hierna is Behnisch begonnen met de ontwerp van het gebouw. Aan het einde<br />
van het jaar 1986 was het ontwerp klaar en is begonnen met de bouw. Het programma van<br />
eisen bestond uit een aantal eisen: het gebouw moest onderverdeeld worden in twee delen,<br />
het eerste deel was voor particuliere uiteinden en het andere deel voor het gebruik door de<br />
universiteit zelf. Een andere eis was dat het minimale gebruiksoppervlak van beide delen van<br />
het gebouw even groot zou moeten zijn.<br />
7. Het gebouw wordt gekenmerkt door het vele gebruik van glas. Door dit vele gebruik van<br />
kan er veel daglicht binnenkomen en is er dus in de zomer weinig energie nodig om het<br />
gebouw te verlichten en te verwarmen. Wat duurzaamheid<br />
van het gebouw betreft zou je kunnen<br />
zeggen dat het Hysolar Research Building zichzelf<br />
bewezen heeft. Door het vele glas wordt het gebouw,<br />
zoals eerder gezegd opgewarmd en verlicht<br />
en zijn er in de zomer dus lage energiekosten voor<br />
het gebouw. In de winter echter brengt het vele<br />
glas hogere energierekeningen met zich mee. Het<br />
gebouw heeft voor die tijd een hoge isolatiewaarde.<br />
De gemiddelde isolatiewaarde van het gebouw is<br />
drie en dat is zelfs voor deze tijd normaal. Dit gebouw heeft geen grote maatschappelijke<br />
waarde. Het gebouw is namelijk niet erg bekend voor de mensen van buiten de universiteit<br />
en de architectuurwereld. Het Hysolar Research Building staat ook op de lijst van de 100<br />
mooiste architectonische kunstwerken volgens www.archiweb.cz<br />
Installaties e.d. zijn vaakal aan de buitenkant gemonteerd<br />
8. Het gehele gebouw is gemaakt uit twee bouwmaterialen, namelijk<br />
staal en glas. De gehele constructie en ook de niet dragende<br />
delen van het gebouw bestaat uit staal. Het<br />
ornament aan de voorkant van het gebouw<br />
(rode paal) bestaat ook uit staal. Het<br />
glas is vooral gebruikt voor de afwerking<br />
van de gevels. De vloeren in het<br />
gebouw zijn als enige andere bouwmateriaal<br />
dan staal en glas gemaakt<br />
van beton.<br />
info:<br />
Adres: Allmandring 19, Vaihingen te Stuttgart (Duitsland)<br />
99
07 Landesbank Baden-Württemberg<br />
Ontwerper<br />
De ontwerpers van de Landesbank Baden-Württemberg<br />
in Stuttgart is het architectenbureau<br />
Wöhr Mieslinger Architecten. Dit bedrijf is in 1990<br />
opgericht en zit sinds 2000 in Stuttgart. Het bedrijf<br />
telt ongeveer 40 medewerkers, elk met een eigen<br />
specialiteit. Het bedrijf is vooral gericht op de kantoor<br />
en administratieve gebouwen. De naamgeving<br />
komt door de samenwerking van twee architecten: Wöhr Mieslinger<br />
Wöhr en Mieslinger. Wolfram Wöhr, geboren in 1956 in Weißenstein, is een architect die gestudeerd<br />
heeft in Stuttgart en Virginia. Jörg Mieslinger, geboren in 1968, heeft gestudeerd in<br />
Stuttgart en Chicago en is in 1994 afgestudeerd als architect. Enkele belangrijke bouwwerken<br />
van wma-architecten zijn:<br />
Staatsministerie voor Onderwijs en Cultuur Financiële centrum Kassel Altmarkt Siemens kantoor<br />
Gebouwanalyse<br />
1. De Landesbank Baden-Württemberg, ook wel afgekort tot LBBW, staat op de kruising van<br />
de Heilbronnerstraße met de Warschauerstraße. Wanneer men via de Heilbronnerstraße<br />
door de stad rijdt, valt meteen het grote flatgebouw met zijn karakteristieke vorm op. Wanneer<br />
men 400 meter naar het zuiden gaat, komt men bij de Hauptbahnhof van Stuttgart.<br />
Dit is het treinstation van de deelstaat Baden-Württemberg. Deze treinen rijden vooral door<br />
tunnels en maken hoofdzakelijk gebruik van het elektriciteitsnet. Dit gebouw is één van de<br />
drie “Hochhauzen” die gepland staat. Van deze drie is alleen nog maar het kantoor van de<br />
Landesbank gerealiseerd. De andere twee volgen later.<br />
2. Van de bovenzijde gezien, lijkt het LBBW veel op een soort waterdruppel. Deze waterdruppel<br />
heeft een architectonische hoogte van ongeveer 60 meter en bevat zeventien verdiepingen.<br />
De breedte van het gebouw is 82 m, gemeten vanaf het puntje tot de buitenkant van<br />
de cirkel. De twee verticale balken aan de achterzijde zijn twee liftschachten die toegang<br />
geven tot het hele gebouw. Het “vleugeltje” op het<br />
midden van de cirkel is een schematisering van een<br />
kraan. Deze kraan wordt zo nu en dan gebruikt voor<br />
het reinigen van de grote raampartijen in de gevels.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Jan de Visser<br />
3. Het dak van de LBBW is een plat dak, uitgevoerd<br />
in stalen platen. Hier bovenop staat de takel voor<br />
het schoonmaken van de gevels. Een erg belangrijk<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein 100
07 Landesbank Baden-Württemberg<br />
onderdeel van dit gebouw zijn de gevels. Deze zijn<br />
namelijk helemaal uitgevoerd in glazen panelen,<br />
met uitzondering van de twee liftschachten aan de<br />
achterzijde. Deze panelen zijn prefab gemaakt en<br />
op de bouwplaats in elkaar gezet. Als gevolg van<br />
deze materiaalkeuze speelt licht een grote rol in het<br />
gebouw. Wanneer men aan de binnenzijde staat, of<br />
het nu in de entree of achter een bureau is, er is altijd<br />
voldoende daglichttoetreding. De entree is uitgevoerd<br />
in een eenvoudige draaideur, ook helemaal in glas.<br />
4. De huidige functie van dit gebouw is dat het wordt<br />
gebruikt als bankgebouw. De Landesbank van de<br />
deelstaat Baden-Württemberg huisvest zijn kantoren<br />
hierin. Het grootste gedeelte van de ruimtes op de zeventien<br />
verdiepingen wordt gebruikt als kantoor voor<br />
Glas is een hoofdmateriaal van het gebouw<br />
de werknemers van de bank. Omdat het gebouw in<br />
2004 is opgeleverd is er nog weinig onderhoud nodig. Alleen de glazen gevels zullen frequent<br />
moeten worden gereinigd. De ruiten zijn in een frame geplaatst die gemaakt zijn van metaal.<br />
Het gevaar bestaat dat deze gaan roesten wanneer ze niet voldoende beschermd zijn.<br />
5. Het interieur van de LBBW is gewoon standaard meubilair dat te vinden is in de meeste<br />
kantoren. Ook hier is goed te zien dat licht belangrijk is. De hele kantoorruimte wordt verlicht<br />
door natuurlijk licht.<br />
6. De opdrachtgever van dit gebouw is de Deutsche<br />
Landesbank. Deze organisatie heeft nog meer<br />
bankgebouwen staan in onder andere Hannover en<br />
Berlijn. Een van de eisen van het gebouw was dat het<br />
lichtdoorlatend moest zijn. Dit is het eenvoudigst uit te<br />
werken in glas. Omdat brandwerendheid ook een eis was, is<br />
de gehele gevel uitgevoerd in brandwerend glas.<br />
7. Omdat dit bankgebouw in recente tijd gebouwd is, kan het niet<br />
anders dan dat milieuwetgeving een belangrijke rol speelde. De draag-<br />
De hoofdvorm is goed vanaf boven te zien<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 101
07 Landesbank Baden-Württemberg<br />
constructie van zowel de gevel als de vloeren is<br />
gemaakt van staal. De profielen die het glas vast<br />
houden zijn gemaakt van RVS. Wanneer staal goed<br />
beschermd is tegen invloeden van buitenaf zal dit<br />
niet of weinig oxideren. Op deze manier is de kans<br />
op schadelijke stoffen in het milieu gering. Verder<br />
is de gevel gemaakt van glas. Glas is een duurzaam<br />
product dat niet oxideert, afgeeft of iets dergelijks.<br />
Zo zal de natuur daar geen schade van ondervinden.<br />
Als fundering is gekozen voor beton. Ook dit<br />
materiaal is milieuvriendelijk, mits goed toegepast<br />
en verwerkt. De maatschappelijke context van dit<br />
gebouw op de stad zal niet zo groot zijn. De normale<br />
mensen van Stuttgart komen hier nooit en het is bedoeld voor het bedrijfsleven.<br />
8. In het gebouw van de LBBW is glas erg belangrijk. Glas heeft een open uitstraling naar de<br />
buitenkant toe. Dit resulteert in een modern uitstralend gebouw aan de buitenzijde. Qua<br />
onderhoud is het zeer geschikt, omdat het bijna niet verweerd. Een enkel<br />
nadeel van deze gevels zijn de schoonmaakkosten. Dit<br />
wordt gedaan door middel van een kraan op het<br />
dak van het gebouw. Verder is de gevel geconstrueerd<br />
met stalen stijlen en liggers die de glasvlakken<br />
op hun plaats houden. Wanneer men ver van het<br />
gebouw af staat is het één grote glasplaat met<br />
daarin allemaal vakjes. En natuurlijk is er ook beton<br />
gebruikt, vooral in de fundering, maar dit heeft<br />
geen esthetische waarde.<br />
hoofdsponsors:<br />
info: Heilbronnerstraße 26, Stuttgart<br />
102
08 Mercedes Benz Museum<br />
Ontwerper<br />
Ben van Berkel werd geboren op 25 januari 1957 te Utrecht. Van Berkel studeerde<br />
af aan de Rietveld Academie in Amsterdam en studeerde daarna<br />
aan de Architectural Association in Londen.<br />
Samen met Caroline Bos richtte hij in 1988 architectenbureau van Berkel<br />
en Bos op. In 1998 richtten zij een nieuw bureau op: UNStudio(United<br />
Net). UNStudio is een netwerk van specialisten in architectuur, stedenbouw<br />
en infrastructuur. Naast zijn architectuurpraktijk heeft Ben van Ber-<br />
Ben van Berkel<br />
kel les gegeven aan verschillende universiteiten in binnen- en buitenland,<br />
waaronder Harvard en Princeton University. Momenteel is hij Professor Conceptual Design<br />
aan de Städelschule in Frankfurt am Main. In zijn manier van lesgeven staat een algemene<br />
benadering van architectuur centraal waarbij de visuele, materiële en constructieve kant<br />
ook behandeld worden. Van Berkel ontwierp naast het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart<br />
onder andere de Erasmusbrug in Rotterdam, het theater Agora in Lelystad, een villa in New<br />
York City, en een warenhuis in Seoel.<br />
Theater Agora Almere, Villa New York, Erasmusbrug Rotterdam<br />
Gebouwanalyse<br />
1. Het Mercedes-Benz museum ligt aan de Mercedes Strasse 1 in Stuttgart. Het Mercedes-<br />
Benz museum heeft een gepaste locatie gekozen om het museum te bouwen. Het ligt vlak<br />
bij de knooppunten van de snelwegen B10 en B14 aan de rand van Stuttgart, wat tevens de<br />
hoofdweg is om Stuttgart binnen te komen. Het museum staat rechtstreeks tegenover de<br />
hoofdpoort van de Daimler-fabriek, die tevens de opdrachtgever van het museum was. Het<br />
eerste museum was opgericht in 1923 en vond zijn huisvesting in de fabriek zelf. De bezoekers<br />
moesten door de hoofdingang van de fabriek door een speciale, beveiligde shuttle geleid<br />
worden naar het museum. Dit om te voorkomen dat men iets van de fabriek kon zien. Het<br />
oude museum werd te klein om alles te kunnen tentoonstellen, daarom is dit nieuwe museum<br />
ontworpen. De bouwmassa van het nieuwe Mercedes-Benz museum is groot en grof.<br />
De hoofdconstructie is uit schoonbeton gemaakt. Het museum staat naast het rechthoekige<br />
Mercedes Benz Center. In dit 9500 m2 grootte centrum worden de laatste nieuwe modellen<br />
van Mercedes tentoongesteld. Dit center is ontworpen<br />
door Peter Lanz uit München. De hoogte van<br />
het gebouw en de “dubbele helix” in het interieur<br />
zijn ontworpen om ruimte te maximaliseren. Het<br />
museum biedt een ruimte van 16.500 vierkante<br />
meter tentoonstellingsruimte op een voetafdruk<br />
van slechts 4.800 vierkante meter. Het museum<br />
bevat meer dan 160 voertuigen, sommige dateren<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 103<br />
door: Dimitri Dekker en Boy Stockman
08 Mercedes Benz Museum<br />
“Architectuur valt tussen kunst en<br />
luchthavens. Het is pragmatisch-het<br />
helpt je van punt A naar punt B. Maar<br />
het werkt ook als kunst. Het maakt je<br />
wel twee keer nadenken. Het inspireert<br />
je. Het brengt je terug naar jezelf.”<br />
Ben van Berkel<br />
Gebouwbeschouwing<br />
terug tot de eerste motor en de eerste auto. Het gebouw<br />
biedt bezoekers een gratis audiotour in diverse talen. In<br />
2007 werd het museum bezocht door 860.000 mensen,<br />
waardoor het tot een van de beste musea behoort van<br />
Duitsland.<br />
2. Het 47,5 meter hoge gebouw heeft een aparte vorm.<br />
Het is gebaseerd op de Reuleaux-driehoek. Dit zorgt voor een complexe constructief model.<br />
Dat wil zeggen dat het gebaseerd is op een klaverblad met behulp van drie elker overlappende<br />
cirkels waaruit het midden is verwijderd zodat er een driehoekig atrium gevormd<br />
werd. Alleen is die niet gebaseerd op de Reuleaux-driehoek. Het gebouw heeft een oppervlakte<br />
van 34.000 m2 en heeft een volume van 200.000 m3. Hoewel Ben van Berkel het heeft<br />
over een geheel nieuw type gebouw lijkt het gebouw heel veel op het Solomon Guggenheim<br />
museum in New York ontworpen door Frank Lloyd Wright. Het gebouw is opgedeeld in twee<br />
verschillende delen, het heeft een aan de achterkant acht verdiepingen en aan de voorkant<br />
zeven verdiepingen. Binnen in het gebouw zit een complete route van boven naar beneden.<br />
Waarbij men tussen twee routes kan kiezen.<br />
3. Het dak van het gebouw is plat, maar er zijn wel verschillende<br />
niveau’s. Op het laagste niveau is ook een dakterras<br />
aanwezig. Vanaf daar heeft men een mooi uitzicht over de<br />
omgeving. De dragende constructie is gemaakt van schoonwerkbeton.<br />
De vele ramen die aanwezig zijn, zijn uitgevoerd<br />
in staal. Wat men aan de buitenkant ziet is plaatmateriaal van<br />
aluminium. Door de ramen is het schoonwerkbeton te zien. Dit is<br />
een speciaal beton dat na volledig uitharden helemaal wit wordt.<br />
De ingang van het gebouw is anders als anders. Je komt eerst door<br />
een soort amphitheater naar binnen. Het lijkt alsof de begane grond<br />
onder peil zit. Maar dit is in werkelijkheid geen waar. Dit lijkt zo omdat de grond naast<br />
het gebouw opgehoogd is tot aan de tweede verdieping. De routing binnen het gebouw lijkt<br />
veel op het “oermuseum” Guggenheim in New York. Vanuit het atrium moet je eerst omhoog<br />
naar de bovenste verdieping waarna de afdaling begint. Na de eerste twee afdalingen<br />
door de tentoonstellingsruimten kan je kiezen tussen de chronologische opstelling of voor de<br />
thematische opstelling. Als de keuze is gemaakt is de<br />
route die je daarna moet volgen volledig logisch. De<br />
lichtblauwe vloer, natuurlijke belichting en extravert<br />
voor de thematische opstelling en de donkere vloer,<br />
kunstlicht en introvert voor de chronologische opstelling.<br />
Overal kan je wisselen van de chronologische<br />
opstelling naar de thematische opstelling of precies<br />
andersom. Op de tweede verdieping komen alle twee<br />
de routes weer samen om dan via de Races & Records<br />
te eindigen in het Atrium.<br />
Het gebouw is gebaseerd op de Reuleuxdriehoek, dit heeft zich<br />
vetaald naar een zeer complex ontwerp<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein 104
08 Mercedes Benz Museum<br />
4. De functie van dit gebouw is zoals de<br />
naam al doet vermoeden een museum,<br />
maar in dit gebouw bevind zich onder andere<br />
ook een restaurant, museumwinkel,<br />
kindermuseum, bioscoop, casino, lounge,<br />
café/bar en dakterras. Dit wil dus zeggen<br />
dat het gebouw multifunctioneel is. De<br />
bouwtijd van het museum was 3 jaar. Dat<br />
is kort, gezien de complexiteit van het<br />
gebouw en de ongeveer tweehonderd bedrijven<br />
die bij de bouw betrokken waren.<br />
Het gebouw is nog vrij nieuw, nu (2010)<br />
nog maar 4 jaar oud, en behoeft nog maar<br />
weinig onderhoud. Op het schoonmaken<br />
van de grote glazen puien na. Dit gebeurt<br />
eenmaal per jaar. Het ontwerp is ontstaan<br />
door middel van een wedstrijd. Er werden<br />
meerdere ontwerpen ingeleverd maar die<br />
van UNstudio’s werd gekozen. Het interieurontwerp is een samenwerking tussen UNStudio<br />
en CAA (Concrete Architectural Associates). Het gebouw heeft aparte vormen en het lijkt of<br />
het niet gelijk ligt met het straatniveau. De ronddraaiende structuur, die<br />
rond het atrium cirkelt en de verschillende vloeren verbindt, zorgt voor<br />
een geleidelijke overgang, waardoor de verschillende vlakken samensmelten.<br />
De overgang naar verschillende niveaus is hierdoor moeilijk te bepalen.<br />
Door de vele rondingen is er amper een onderscheid tussen verticale<br />
muren en horizontale vloeren. De lijnen lopen weg of gaan op in vlakken<br />
dus dode punten bestaan in dit gebouw niet. Het gebouw werd begroot<br />
op 100 miljoen euro. Het uiteindelijke resultaat heeft 150 miljoen euro<br />
gekost. Van deze 150 miljoen is er 50 miljoen besteed aan de inrichting.<br />
5. Het gebouw is geconstrueerd door Werner Sobek Ingenieurs in Stuttgart.<br />
In het museum komen geen rechte hoeken voor. Het onderscheidt<br />
tussen verticale wanden en horizontale vloeren is nergens precies te bepalen.<br />
Vrijwel elk element heeft unieke afmetingen en heeft een afwijkende<br />
heilingshoek. Er zijn uitzonderlijke constructieve mogelijkheden behaald.<br />
Zo zijn de tentoonstellingruimtes volledig kolom vrij. Dat wil zeggen dat<br />
daar een overspanning van 33 meter voor gehaald is. En de belasting is<br />
niet gering op sommige verdiepingen, waar ook meerdere vrachtwagens<br />
tentoongesteld staan. Door de complexe vormen is het gebouw eerst<br />
helemaal in 3D ontworpen. De vloer, wand en plafond zijn zo samengesteld<br />
dat het uit één geheel bestaat. De “Twist” die rond het atrium cirkelt<br />
en de verschillende vloeren verbindt, zorgt voor een geleidelijke overgang,<br />
waardoor de verschillende vlakken samensmelten. De overgang naar de<br />
verschillende niveaus is hierdoor moeilijk te zien. Omdat het gebouw een<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 105
08 Mercedes Benz Museum<br />
open structuur heeft was het niet mogelijk<br />
om rookcompartimenten te maken, die<br />
vanwege de brandveiligheid verplicht zijn.<br />
Als oplossing hiervoor kan in het atrium een<br />
kunstmatige cycloon worden opgewekt, die<br />
de rook uit de tentoonstellingsruimten zuigt<br />
en afvoert. Dit is de grootste kunstmatige<br />
cycloon die opgewekt kan worden in de hele<br />
wereld. Het interieur geeft dezelfde sfeer<br />
als aan de buitenkant. Er zijn vrijwel geen<br />
kleuren in het gebouw verwerkt. Bijna alles is<br />
schoonbeton, staal en glas.<br />
Er waren duizenden tekeningen nodig om de bouw te kunnen voltooien<br />
6. De opdrachtgever voor het gebouw is DCI (Daimler Chrysler Immobolien). DCI organiseerde<br />
een wedstrijd om tot een mooi ontwerp te komen. Deze wedstrijd werd gewonnen door<br />
UNstudio’s. Dit omdat het ontwerp van UNstudio’s een dynamische en ruimtelijk concept is.<br />
De organisatiestructuur is gebaseerd op een continu veranderende orientatie van de bezoeker.<br />
De samenhang van het interieur met het exterieur is wat de opdrachtgever aansprak.<br />
7. Aan de buitenkant van het museum werd aluminiumplaten en glas gebruikt. De hellingen<br />
zijn bedekt met houten parket. Het glas en aluminium zijn rond de betonnen kolommen<br />
“gewikkeld” zodat men aan de buitenkant het beton bijna niet meer ziet, enkel op de plekken<br />
waar er glas zit. De ramen zijn gemaakt van trapeziumvormige panelen. De grenzen van het<br />
glas zijn van staalprofielen gemaakt. Het glas is helder, kleurloos en werkt tevens als isolatie.<br />
De basis voor de planning te maken was een model van het gebouw met daarrond de driedimensionale<br />
gegevens, deze gegevens zijn tijdens de bouw 50 keer bijgewerkt. Un-studio’s<br />
kon alleen voldoen aan de ruimetelijke eigenschappen voldoen met gewapend beton. Dit<br />
schoonbeton is tevens een goede achtergrond voor de tentoonstellingen. De structuur van<br />
het gebouw in de vorm van een klaverblad zorgt ervoor dat het dak gelijk overgaat in de<br />
muur. Er lijkt dus geen aansluiting te zitten tussen de verschillende verdiepingen.<br />
8. Om de complexe vormen van de het gebouw te kunnen realiseren zijn er verschillende<br />
architecten twee jaar aan het voorbereiden en aan het tekenen geweest. Er waren in totaal<br />
38.000 tekeningen nodig voor de bouw van het museum. De bouw van het museum duurde<br />
eveneens twee jaar. Er zijn 246 bouwbedrijven aanwezig geweest<br />
tijdens de bouw van het museum<br />
. Er zijn 12.000 lampen verwerkt<br />
in het gebouw en er is een totaal<br />
van 14.000 m2 in 1800 verschillende<br />
driehoeken verwerkt aan<br />
glas. Er is een hoeveelheid van<br />
110.000 ton beton gebruikt en<br />
daarmee is een inhoud behaalt van<br />
200.000 kubieke meter.<br />
De eerst schets, met daarnaast het uiteindelijke ontwerp in 3D<br />
info: Mercedes Strasse 1, Stuttgart (Duitsland)<br />
Iedere dag geopend van 09:00u tot 18:000<br />
entree: volwassenen 8 euro, kinderen en studenten 4 euro<br />
106
09 Porsche Museum<br />
Ontwerper<br />
Delugan Meissl Associated Architects<br />
is een architectenbureau dat actief is in<br />
meerdere delen van Europa. Dit Weense<br />
architectenbureau bestaat uit een kleine<br />
twintig mensen.<br />
Voordat Delugan Meissl de opdracht van<br />
het Porsche Museum mocht uitvoeren waren<br />
ze vooral actief binnen Oostenrijk zelf. Sinds Delugan Meissl<br />
de opdracht tot het ontwerpen van het nieuwe Porsche Museum<br />
heeft mogen doen, hebben ze zichzelf echt op de kaart gezet door internationale een bekend<br />
gebouw te realiseren.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. Het Porsche museum is een museum gelegen<br />
in Stuttgart, aan de zo genoemde Porsch Platz.<br />
De naam Porsche Platz komt vanwege het hoofdkantoor<br />
wat ook in de buurt gebouwd is. De buurt<br />
rondom het Porsch Platz is een gebied waar meerdere moderne<br />
gebouwen zijn gerealiseerd, zodat het extreme moderne<br />
gebouwd niet uit het totaalplaatje van het gebied valt.<br />
2. Het museum heeft een totale oppervlakte van 5.600 vierkante meter. Het<br />
heeft een vorm die bestaat uit een combinatie van meerdere herkenbare geometrische<br />
vormen. Deze vormen zijn voornamelijk driehoeken en vierhoeken. Het<br />
effect wat deze onherkenbare vormen hebben, samen met de kleuren en texturen zorgen<br />
voor een moderne en uitzonderlijke uitstraling.<br />
3. Het Porsche Museum is een absolute vorm van Minimalisme. De kenmerken van het<br />
Minimalisme zijn de strakke gladden wanden. Er wordt zo min mogelijk gebruik gemaakt<br />
van andere materialen en kleuren. Hetzelfde geld voor het plafond. Vooral de kleur wit komt<br />
overdadig veel voor in combinatie met zwart. De kleur zwart in het museum wordt veel<br />
gebruikt als randafwerking, bijvoorbeeld bij trappen en afscheidingen. Dit zorgt voor een<br />
nog strakker uiterlijk en een zwevend effect ten opzichte van de grond. Een Minimalistisch<br />
gebouw is een goede decor voor de bijzondere en zeldzame auto’s van Porsche, omdat op de<br />
manier waarop het wordt tentoongesteld alles duidelijk naar voren komt en het dan alleen<br />
draait om het tentoonstellen van de auto’s. Het<br />
gebouw op zichzelf is ook al een kunstwerk.<br />
4. Het eerste Porsche Museum dat gebouwd werd,<br />
was in 1976 in de plaats Stuttgart, Duitsland. Dit<br />
museum heeft daarr gestaan tot halverwege<br />
2003. Het terrein waar dit museum stond staat<br />
nu bekend als het Porsche Platz. In 2004 werd een<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 107<br />
door: Remy Konings
09 Porsche Museum<br />
Gebouwbeschouwing<br />
nieuw Porsche Museum gerealiseerd.<br />
Het ontwerp kwam van het Weense<br />
architectenbureau Delugan Meissl<br />
dat gevestigd is in Wenen te Oostenrijk.<br />
Op 31 januari 2009 gingen voor<br />
het eerst de deuren van het nieuwe<br />
Porsche Museum open. Het publiek<br />
kon toen voor het eerst zijn oog laten<br />
vallen op de enorme strakke ruimte<br />
binnenin het gebouw.<br />
5. Constructief was het Porsche Museum echt een uitdaging. Vanwege het uitzonderlijke<br />
ontwerp, wordt het grootste gedeelte van het gebouw gedragen door drie ondersteunende<br />
kernen. Twee van deze kernen staan symmetrisch tegenover elkaar. De vele krachten die in<br />
het gebouw werken worden grotendeels door deze twee kernen naar de grond afgevoerd. De<br />
derde kern zorgt voornamelijk voor het evenwicht en de<br />
overige krachten die daarop werken. De rest van de constructie<br />
is opgebouwd door middel van een staalskelet.<br />
Omdat het totale gebouw draait om het tentoonstellen<br />
van zeldzame en bijzondere auto’s van Porsche, zijn er<br />
voor de rest geen elementen aangebracht die de interesse<br />
van bezoekers zouden kunnen afleiden van de tentoonstelling<br />
zelf. De kleuren zwart en wit zijn gebruikt<br />
om andere kleuren die voorkomen in het museum meer<br />
op te laten vallen.<br />
In het museum wordt weinig gebruik gemaakt van natuurlijk licht. Voornamelijk is het LEDverlichting<br />
wat wordt gebruikt om de auto’s te verlichten. Met uitzondering van delen in het<br />
dak, schijnt er wel natuurlijk licht naar binnen op de bovensten verdieping.<br />
6. In juli 2004 werd een belangrijke beslissingen genomen door Dr. Ing hc F. Porsche AG om<br />
het meeste spectaculaire bouwproject van Porsche op te starten. In totaal werden 170 architecten<br />
in Europa verzocht om een ontwerp te maken voor de bouw van een nieuw museum.<br />
Een paar maanden later werden een tiental architectenbureaus uitgenodigd voor een competitie,<br />
waarnaar de winnaar zijn nieuwe ontwerp mocht uitwerken. Het Weense architectenbureau<br />
Delugan Meissl Associated Architects werd tot winnaar verklaard. In oktober 2005<br />
gaven zij het startsein voor het bouwproces.<br />
Eind 2006 werd de zogenaamde “basement” en ondersteunde<br />
kernen afgerond. Hierdoor was een ondergrondse<br />
parkeergarage gerealiseerd onder de begane grond en 1ste<br />
verdieping.Na een bouwproces van vier jaar was de voltooiing<br />
van het museum in december 2008. Op 31 januari<br />
2009 werden voor het eerst de deuren geopend voor het<br />
publiek.<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein 108
09 Porsche Museum<br />
7. Omdat staal wordt gemaakt van ijzererts en dit een natuurlijk bron is die uit kan putten<br />
is het geen milieuvriendelijk product, maar vanwege de relatief eenvoudige productie is het<br />
wel de beste keuze voor de constructie die gerealiseerd moet worden.<br />
8. De voornaamste materialen die bij de bouw van het museum gebruikt zijn, zijn staal en<br />
gewapend beton. Er werd gebruik gemaakt van 21.000 kubieke meter beton. Staal werd<br />
toegepast in de constructie van de 5600 m2 dragende muren.<br />
Vooral vanwege de aparte vorm waren ze genoodzaakt te kiezen voor een stalen<br />
skelet. Staal heeft de beste eigenschappen om deze aparte vorm te realiseren.<br />
Omdat er ook grote overspanningen gemaakt moesten worden, werd<br />
staal het belangrijkste materiaal voor de stevigheid van het gebouw.<br />
Het gewapende staal werd veelal gebruikt in de drie kernen<br />
waarop heel het gebouw balanceert. Beton heeft de<br />
aangename eigenschappen veel druk op te kunnen<br />
nemen waardoor dit het beste materiaal<br />
om het hele gebouw te dragen en alle krachten<br />
op te nemen en af te voeren naar de<br />
paalfundering in de grond.<br />
info:<br />
Adres: Gelegen aan de Geschwieberdinger str. (K9510) op de kruising van de Strohgauser Str. 1143;<br />
Openingstijden Dinsdag t/m Zondag van 09:00 t/m 18:00.<br />
Entree: Volwassenen: 8,00 Kinderen: 4,00<br />
109
10 Geodesic Dome<br />
Ontwerper<br />
Buckminster Fuller was een Amerikaanse uitvinder, architect, ontwerper<br />
en dichter. Hij heeft gestudeerd aan Harvard en ontwikkelde het Dymaxion<br />
huis. Hij was daarmee een van de eersten die een huis ontwikkelde<br />
vanuit het oogpunt ecologisch denken. Later ontwikkelde hij ook een<br />
auto die in alle richtingen kon rijden. Hierna ontwierp hij de geodetische<br />
koepel. De koepelconstructie die hij hierbij ontwikkelde is door een Amerikaanse<br />
firma in productie genomen en ook in Nederland is deze gebouwd.<br />
Buckminster Fuller<br />
Buckminster Fuller werd ook nog hoogleraar in de dichtkunst aan Harvard.<br />
In de chemie werd een verschijningsvorm van koolstof naar hem vernoemd. Deze vorm van<br />
moleculen, de fullerenen, komt overeen met de structuur van zijn geodetische koepels.<br />
Dymaxion huis, staat nu in een museum, Montreal Biosphere<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. De Geodesic dome ligt op een speciaal terrein met meerdere architectonische hoogstandjes.<br />
Zo staat er een gebouw van Tadao Ando met de typische betonnen uitstraling. Verder<br />
is er ook een brandweerstation gemaakt door Zaha Hadid. Hier tussen ligt dan de Geodesic<br />
dome. Er zijn speciale rondleidingen over het terrein die langs alle elf de gebouwen komt. Het<br />
gebouw ligt op een groot grasveld en het wordt omringd door het Vitra house, een industriegebouw<br />
en een speciaal ontworpen bushalte.<br />
2 + 3. Geodesic dome oftewel Geodetische koepel is een bolvormige netwerk van grote<br />
cirkels liggen op het oppervlakte van een bol. De constructie wordt gevormd door driehoekige<br />
elementen die zorgen voor de stijfheid en verdelen de spanning over de gehele structuur.<br />
Hoe fijner het netwerk van de driehoeken, hoe beter de koepel de vorm van een echte<br />
bolvorm benadert. De term dome verwijst naar een<br />
gesloten structuur. Geodesic ontwerpen kunnen<br />
worden gebruikt om een gebogen vorm, afgesloten<br />
ruimte te creëren. De opbouw van sterke en stabiele<br />
structuren van de patronen wordt versterkt door de<br />
driehoekige vormen die erin verwerkt worden. Het<br />
ontwerp heeft iets weg van een tent.<br />
De geodetische koepel is geheel symmetrisch en het<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Lindsay de Silva<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
110
10 Geodesic Dome<br />
dak, de façade en de andere zijdes zijn geheel<br />
hetzelfde. De koepel heeft geen ramen<br />
en als de deur dicht zit is het weer een groot<br />
geheel.<br />
4. De Geodetische koepel in Weil am Rhein<br />
is in 1954 gebouwd in Detroit. In 2000 is hij<br />
overbracht naar de Vitra Campus in Weil am<br />
Rhein. Het is een zo minimalistisch mogelijke<br />
koepel. De hoeveelheid materiaal is minimaal.<br />
Het principe dat hij hierbij had was,<br />
“doing more with less”. De technologische<br />
aspecten die hierbij aan de orde kwamen zijn<br />
een paar van de belangrijkste richtlijnen van<br />
de moderne architectuur. En een aantal architecten<br />
hebben zijn manier van denken en<br />
ontwerpen overgenomen. Bijvoorbeeld Toyo<br />
Iro, Santiago Calatrava en Sir Norman Foster.<br />
De koepel die op de Vitra Campus staat heeft<br />
een lichtgewicht constructie en wordt tegenwoordig<br />
gebruikt voor evenementen van de<br />
Vitra organisatie.<br />
5. Er zitten echter ook nadelen aan de geodetische<br />
constructies. Zo hebben ze een groot<br />
aantal randen (naden) en slechts een paar<br />
grote oppervlaktes. Bij elk van de randen moet worden voorkomen dat hij gaat lekken en<br />
dat is nog best een uitdaging. Een traditioneel huis is makkelijk in te richten het heeft rechte<br />
hoeken. Bij een geodetische woning ligt dit echter anders. Het heeft gebogen vormen en is<br />
dus minder bruikbaar. De koepel werd toch succesvol in bedrijf genomen. Het brak al snel<br />
records voor bedekte oppervlakte, ingesloten volume en de constructie snelheid. Een aantal<br />
jaar later werd het ook voor het grote publiek in gebruik genomen maar bij het bouwen van<br />
geodetische koepels komen nogal wat kosten kijken, waardoor het minder succesvol werd<br />
dan verwacht.<br />
6. Buckminster<br />
Fuller was<br />
niet de<br />
eerste die<br />
met een<br />
geodetischekoepel<br />
kwam.<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 111
10 Geodesic Dome<br />
In de Eerste Wereldoorlog heeft<br />
Walter Bauersfeld, hoofdingenieur<br />
van een optisch bedrijf, voor<br />
een planetarium al een dergelijke<br />
geodetische koepel ontworpen.<br />
Buckminster Fuller was dus niet de<br />
oorspronkelijke uitvinder van de<br />
geodetische koepel. Echter zorgde<br />
hij wel voor de bekendheid en de<br />
popularisering ervan, waarvoor<br />
hij patent kreeg in de Verenigde<br />
Staten in 1954. Fuller hoopte dat<br />
de geodetische koepel zou helpen<br />
met het aanpakken van de naoorlogse woningbouwcrisis. De bol omsluit namelijk het grootste<br />
volume voor de minste oppervlakte en is zeer sterk voor zijn gewicht.<br />
7. Buckminster Fuller zijn ontwerpen en uitvindingen waren op duurzaamheid gebaseerd en<br />
op zo minimalistisch bouwen. Ook de geodesic dome is vanuit deze standpunten gebouwd.<br />
De geodesic dome staat op een speciaal terrein (Vitra terrein) en heeft dus een openbare<br />
functie. Hij kan bezocht worden onder begeleiding van een gids die alles afweet van de gebouwen<br />
op het gehele Vitra terrein.<br />
info: Adres: Charles-Eames-Str. 2, D-79576 Weil am Rhein,<br />
Openbaar vervoer: Basel, bus 55<br />
Openingstijden:Op afspraak met guided architectural tour. Van dinsdag tot zondag<br />
112
11 Vitra Design Museum<br />
Ontwerper<br />
De ontwerper van het Vitra Design Museum in Wei lam Rhein is Frank<br />
Owen Gehry, geboren als Ephraim Owen Goldberg. Hij werd op 28 februari<br />
1929 geboren in de plaats Toronto te Canada.<br />
Als kind zijnde was hij al creatief bezig waarna hij, na aanmoediging van<br />
zijn oma, kleine steden van hout ging ontwerpen en maken. Hij deed<br />
samen met zijn vader tekeningen maken en zijn moeder introduceerde<br />
hem in de wereld van de kunst. Het was dan ook zijn moeder die hem het<br />
Frank Gehry<br />
meeste steunde om iets met zijn creatieve aangelegenheden te gaan doen.<br />
In 1947 verhuisde Frank Gehry naar Californië, Amerika, om daar aan de Los Angeles City<br />
College en vervolgens aan de University of Southern California’s School of Architecture te<br />
studeren. Hier behaalde hij zijn diploma in het jaar 1954.<br />
In 1952 trouwde hij als Frank Goldberg met Anita Snyder, wie hem vertelde zijn naam te<br />
veranderen. Dit deed hij dan ook en zo ontstond er zijn naam Frank Gehry. In 1966 scheidde<br />
hij vervolgens van Anita Snyder, waarna hij in 1975 met Berta Isabel Aguilera trouwde. Uit<br />
dit huwelijk kwamen twee zonen en momenteel zijn ze nog steeds samen. Van het eerdere<br />
huwelijk met Anita Snyder heeft hij twee dochters overgehouden.<br />
Na bij verscheidene bureaus gewerkt te hebben, begon hij in 1962 in Los Angeles als zelfstandig<br />
architect. Op het begin van zijn carrière ontwierp hij vooral winkels en woningen. Zijn<br />
eigen ontworpen woning, bouwjaar 1979, te Santa Monica werd bekend over de hele wereld.<br />
Bij deze woning maakte hij geen gebruik van de normale architectonische structuren, hij<br />
maakte hierbij juist gebruik van sloopmaterialen als aankleding.<br />
Vervolgens kreeg hij in de jaren erna verscheidene grote opdrachten te verwerken. Pas vanaf<br />
de jaren negentig volgde zijn echte grote successen. Zo ontwierp hij het Chiat/Day gebouw<br />
in Venice, Californië en het hoofdkantoor van de Nationale Nederlanden in Praag.<br />
Met de komst van de computer kon hij vervolgens extravaganter wordende gebouwen<br />
ontwerpen. Enkele voorbeelden hiervan zijn het Gugenheim museum in Bilbao (1997) en het<br />
Walt Disney Concert Hall in Los Angeles (2003).<br />
Gugenheim Museum Walt Disney Concert Hall Nationale Nederlanden (Praag)<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. Het Vitra Design museum te Weil am Rhein is gevestigd aan de Charles-Eames-Strasse. Op<br />
het terrein staan meerdere gebouwen afkomstig van andere architecten, zoals Tadao Ando<br />
en Nicholas Grimshaw. Op het terrein staan inmiddels elf bouwwerken, waarvan er nog<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 113<br />
door: Birgit van der Lee
11 Vitra Design Museum<br />
een in 2010 afgewerkt moet worden. De gebouwen die hier staan, staan qua<br />
stijl goed in verbinding met elkaar. Het is niet het geval dat alle gebouwen<br />
drastisch van elkaar afwijken, zo zijn er bij de “Factory Building” naast<br />
het Vitra Design museum, deels dezelfde vormen gebruikt voor<br />
een mooie overgang.<br />
2. Het gebouw bestaat niet uit een specifieke basisvorm.<br />
Het bestaat uit een aaneenkoppeling van<br />
in elkaar geschoven kubussen en de ronde vormen<br />
van een cilinder. Het gebouw is wel één geheel, maar<br />
bestaat niet uit één vorm. Frank Gehry heeft bij dit gebouw<br />
niet alleen gebruikt gemaakt van de basisvormen, maar ook<br />
van hellingen en torens. Waardoor het Vitra Design museum een richtinggevend werk is<br />
geworden van het deconstructivisme.<br />
Het gebouw zit logisch in elkaar, zo heeft elke ruimte een eigen functie. Door de dakramen<br />
komt er voldoende daglicht binnen. Over de twee etages verspreidt, bevindt zich circa 700<br />
m2 tentoonstellingsruimte.<br />
3. Het betonnen gebouw is volledig wit. De entree van het<br />
gebouw bevindt zich op een hoek van het gebouw, hierboven<br />
bevindt er zich een soort van afdak, welke aan de<br />
onderkant open is. Hiermee kunnen verscheidene dingen<br />
gedaan worden, dit naar aanleiding van waar het gebouw<br />
zich op dat moment voor dient. Zo kan daarboven op iets<br />
met een constructie van letters gezet worden of kunnen<br />
er (span)doeken worden opgehangen voor reclame of ter informatie. Tevens is het voor de<br />
bezoeker mooi om voor de entree recht naar boven te kijken, hierbij kijk je namelijk direct het<br />
gebouw binnen.<br />
4. Het Vitra Design Museum in Weil am Rhein is een internationaal<br />
gerenommeerd cultureel instituut voor het onderzoek naar de popularisering<br />
van design en architectuur. Dit instituut wordt door de firma Vitra<br />
gesponsord, maar is tegelijkertijd een onafhankelijke stichting. In het<br />
gebouw worden tentoonstellingen en workshops gegeven, tevens worden<br />
er publicaties over het thema design en architectuur uitgegeven.<br />
Sinds het bouwjaar 1989 hebben er al meer dan 40 tentoonstellingen over<br />
design en architectuur in het Vitra Design museum plaatsgevonden.<br />
De laatst bekende tentoonstelling van 20 maart 2010 tot 19 september<br />
2010, heeft als thema: “The essence of Things: Design and the Art of Reduction”.<br />
Dit wil zeggen de essentie van dingen op het gebied van design<br />
en de reductie van kunst. Hiermee wordt bedoeld dat men feitelijk naar<br />
eenvoudige oplossingen streeft onder het motto “Less is More” (minder is<br />
meer). De designs geven eenvoud, stille grootsheid en Classicisme aan.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
114
11 Vitra Design Museum<br />
info:<br />
5. Het interieur van het gebouw is, middels betonnen wanden, licht<br />
van kleur. De wanden in het gebouw zijn wit en door de daglichtinval,<br />
via het dak, lijkt de ruimte in het gebouw groter dan het in<br />
werkelijkheid is. De complexe vormen in het gebouwen zorgen voor<br />
een excentrieke uitstraling, wat uitnodigt om verder te kijken.<br />
Het meubilair in het Vitra Design Museum verschilt per periode,<br />
door de verschillende tentoonstellingen die hier plaats vinden,<br />
wordt het interieur steeds mee veranderd. Hierdoor krijg je bij<br />
iedere tentoonstelling een andere uitstraling en lijken de tentoonstellingen<br />
niet op elkaar.<br />
6. Het Vitra Design museum<br />
staat op de Vitra-campus, waar tevens allerlei andere<br />
bouwwerken van het bedrijf Vitra staan. Vitra is een<br />
bedrijf wat zich richt op ontwerpen en handelen op het<br />
gebied van meubilair. Hiermee is door Rolf Fehlbaum gestart<br />
in 1950, waarna het bedrijf zich ontwikkelde tot een<br />
internationaal toonaangevend bedrijf. Alhoewel het Vitra<br />
Design museum op 3 november 1989 is voltooid, waren er<br />
al plannen ontstaan voor het gebouw in begin jaren “80, na het afbranden van een fabriekshal<br />
op het terrein van Vitra. Het gebouw zou gaan functioneren als een soort tentoonstelling<br />
van reeds ontworpen meubilair door de ontwerpers van Vitra. Om al het ingezamelde meubilair<br />
tentoon te kunnen stellen, was er een gebouw nodig waarin dit kon worden getoond.<br />
Eerst wilde men het meubilair in een loods gaan tentoonstellen, maar toen er plannen van<br />
Gehry bekend werden gemaakt om in Europa een gebouw te bouwen, veranderde de plannen<br />
van het bouwen van een loods tot het contacteren van Frank Gehry. In 1986 ontstond er<br />
het eerste concept voor het museum door Rolf Fehlbaum, waarna de architect Frank Gehry<br />
het gebouw heeft ontworpen.<br />
7. Op het Vitra campus staan meerdere bouwwerken. Tussen de naastgelegen fabriekshal en<br />
het Vitra Design museum, is er een overgang qua bouwstijl te herkennen. Andere bouwwerken<br />
die er staan, zoals het conferentiepaviljoen van Tadao Ando en de “Fire<br />
station” van Zaha Hadid, zijn veelal gemaakt van dezelfde materialen en<br />
hebben tevens een strakke uitstraling.<br />
8. Typisch aan dit gebouw zijn de vormen die Frank Gehry<br />
heeft gebruikt. Hij maakte namelijk veelvuldig gebruik van verschillende<br />
vormen en het vervormen ervan, hierbij te denken aan<br />
het buigen van gevels. Vanwege de complexe vormen was het<br />
moeilijk om constructieve eenheden te berekenen, maar door<br />
computerprogramma’s konden zijn ideeën met enige aanpassingen<br />
in werkelijkheid gerealiseerd worden.<br />
Charles-Eames-Strasse 2, Weil am Rhein, Openbaar vervoer: Bus (lijn 55, vanaf Basel)<br />
8,00 euro | Reductieprijs: 6,50 euro | Combinatie museum + architectuurtour: 11,50 euro<br />
Openingstijden: Ma - Zo 10:00 - 18:00<br />
115
12 Feuerwehr / Expohalle<br />
Ontwerper<br />
Zaha Hadid is een succesvolle vrouwelijke Brits-Iraakse architect die vooral<br />
deconstructieve ontwerpen maakt. Deconstructivisme is een stroming in<br />
de Postmoderne architectuur.<br />
Haar volledige naam is Zaha Mohammad Hadid. Zaha Hadid is geboren<br />
in Bagdad (Irak) op 31 oktober 1950. Nadat Hadid in 1971 wiskunde had<br />
gestudeerd aan de Amerikaanse Universiteit van Beiroet, ging ze naar<br />
Londen om verder te studeren. Van 1972 tot aan 1977 studeerde ze aan de<br />
Zaha Hadid<br />
Architectural Association (AA) in Londen. Ze kreeg hier les van beroemde<br />
architecten zoals Rem Koolhaas en Elia Zenghelis. Na haar afstuderen werkte ze samen met<br />
deze voormalige docenten bij het Office for Metropolitan Architecture. Het was samen met<br />
Koolhaas dat Hadid de ingenieur Peter Rice ontmoette. Rice moedigde haar aan en steunde<br />
haar op een ogenblik dat haar werk moeilijk leek te bouwen. In 1980 vestigde ze in Londen<br />
haar eigen kantoor. In 1983 werd Zaha Hadid bekend, toen ze met een serie schilderijen de<br />
strijd voor het ontwerp van de Peak Leisure Club in Hong Kong won. Ze maakte een voorstelling<br />
van gebouwen op een berghelling die niet volgens de wetten van de zwaartekracht<br />
waren georganiseerd, maar hun plaats leken te hebben gevonden door een aardbeving. De<br />
gebouwen stonden ongeordend door elkaar. De schilderijen beelden een wereld uit die in<br />
de werkelijkheid niet te realiseren is en kenmerkten een overgang in de Moderne Architec-<br />
tuur. Pas in 1993 werd ze wereldwijd bekend door haar ontwerp van de brandweerkazerne<br />
van Vitra in het Duitse plaatsje “Weil am Rhein“ Zaha Hadid heeft niet alleen gebouwen in<br />
Engeland of Duitsland staan, maar verspreidt haar gebouwen over de hele wereld. Ondertussen<br />
heeft haar kantoor 250 werknemers. Vanaf de jaren 80 geeft Hadid ook les, onder andere<br />
op de Harvard University, de Universiteit van Illinois in Chicago. De Hochschule für Bildende<br />
Künste in Hamburg, de School of Architecture op de<br />
Ohio State University, de Masters Studio aan de Columbia<br />
University. Momenteel geeft Hadid les aan<br />
de Universiteit van Toegepaste Kunsten in Wenen,<br />
Oostenrijk.<br />
In 2004 won Hadid de Pritzker architectuur prijs.<br />
Deze prijs wordt elk jaar uitgereikt aan een nog<br />
levende architect waarbij het gebouwde werk een<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Angelo van Vlaenderen<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
116
12 Feuerwehr / Expohalle<br />
combinatie toont van talent, visie en inzet. Het Amerikaanse blad Forbes plaatste Hadid in<br />
2008 op de 69e plaats van “The world’s 100 Most Powerful Women”.<br />
Hadid heeft, naast nog zes andere architecten, een gebouw ontworpen voor het Groninger<br />
Forum. Er moet nog gekozen worden door de inwoners van Groningen welk ontwerp<br />
uiteindelijk in 2012 gebouwd zal worden. Naast gebouwen heeft Hadid onder andere ook een<br />
schoenenlijn voor LaCoste ontworpen en een aantal kranen voor Britse Triflow concepts en is<br />
de Bergisel Ski schans in Innsbruck (Oostenrijk) uit 2002 ook door Zaha Hadid ontworpen.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. De Vitra Brandweerkazerne bevindt zich op<br />
het bedrijfsterrein van Vitra in de zuid Duitse<br />
stad Weil am Rhein. Weil am Rhein is een gemeente<br />
in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg.<br />
De stad telt zo'n 29.700 inwoners.<br />
Het bedrijf Vitra is een meubelfabrikant die<br />
zich helemaal richt op het ontwikkelen van<br />
gezonde, intelligente, inspirerende en duurzame<br />
oplossingen voor kantoor, thuis en<br />
openbare ruimtes. Op de satellietfoto is het<br />
terrein van Vitra te zien. Op de foto is in het<br />
midden aan de linkerkant de brandweerkazerne<br />
van het bedrijf te zien. De kazerne ligt<br />
aan het einde van de hoofdstraat Charles-<br />
Eames-Straße van het bedrijventerrein.<br />
Het terrein zelf ligt aan de Römerstraße en<br />
bevindt zich ten Noorden van de stad.<br />
2 + 3. Als men naar de vorm van de kazerne kijkt, valt op dat alle rechte hoeken vermeden<br />
zijn. Deze zijn bijna allemaal vervangen door scherpe hoeken. Zaha Hadid heeft deze scherpe<br />
hoeken de nodige aandacht gegeven, waardoor de vorm van de kazerne wat weg heeft van<br />
een bliksemflits. Ondanks dat de kazerne een klein bouwwerk is, beschikt de kazerne over de<br />
reeds ongebruikte en scherpe hoeken uit Zaha Hadid's winnende ontwerp van “Peak International<br />
Design Competition for Hong Kong“ uit 1983. Zaha Hadid heeft de abstracte kwaliteit<br />
van het architectonische concept en de eenvoud van de prismavorm goed weten te behouden<br />
door alle toevoegingen op het gebouw zoals dakranden en goten te weten verbergen. De<br />
afmetingen van de kazerne zijn complex door de deconstructieve stijl van Hadid. De bliksemvorige<br />
verblijfsruimte van de kazerne bedraagt 11 meter en loopt naar een punt toe over een<br />
afstand van 90 meter. De kazerne zelf waar de brandweerwagens gestationeerd stonden<br />
heeft een trapeziumvormige plattegrond van 37 bij 17 meter. De entree en tevens de uitrit<br />
van de voormalige brandweer, ligt een stukje terug in de constructie. Dit geeft een mooi<br />
effect waardoor net als de andere toevoegingen zoals het dak en de goot, deze entree ook<br />
prima wordt weggewerkt. Dit is onder andere te zien op de foto. Zoals op de andere foto's<br />
te zien is zijn de ramen van dit gebouw ook opvallend bijzonder. Op de begane grond zijn de<br />
herkenbare ramen van de Japanse architect Tadoa Ando te zien. Dit zijn de kleine horizontale<br />
openingen in de massale betonconstructie die zodoende voor de lichtvoorzieningen zorgen.<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 117
12 Feuerwehr / Expohalle<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Hadid imiteert en speelt hier met het licht en schaduwspel<br />
van Tadoa Ando.<br />
Verder is opvallend, dat aan de andere kant van het gebouw<br />
de ramen een compleet andere stijl, vorm en omvang<br />
hebben. Zo zit aan de linkerbinnenkant van het gebouw<br />
een grote glazen gevel zoals op de foto is te zien. Verder<br />
beschikt het gebouw nog over een derde bijzonder raam<br />
en dat is een raamopening op de begane grond waarbij je<br />
dwars door het gebouw heen kunt kijken. De gevels van<br />
het gebouw zijn allemaal vlak of staan onder een kleine<br />
schuine hoek opgesteld. De scheiding tussen verschillende<br />
compartimenten gebeurt via rechte vlakken of scherpe<br />
hoeken en punten.<br />
4. Het gebouw is in eerste instantie gebouwd om als<br />
brandweerkazerne van het bedrijf Vitra Design te dienen.<br />
Deze functie heeft het gebouw een aantal jaren gedragen.<br />
Na een aantal jaren werden de grenzen van de brandweerdistricten<br />
opnieuw vastgesteld. Dit zorgde ervoor dat<br />
het meubeldesign bedrijf “Vitra“ binnen de grens van een ander brandweerdistrict kwam<br />
te liggen. Hierdoor werd de plaatselijke kazerne overbodig en kon deze een nieuwe functie<br />
krijgen. Critici verwijten het Zaha Hadid dat de functie is komen te vervallen. Zo zou Hadid<br />
te weinig ruimte voor de brandweerwagens beschikbaar hebben gesteld. Vitra zelf beweert<br />
echter dat dit niet de reden was tot het vervallen van de functie, maar dat het echt aan de<br />
verlegging van de grenzen van de brandweerdistricten lag. Het bedrijf besloot daarom om<br />
van de kazerne een tentoonstellingsruimte te maken. Er werd besloten om de ruimte in te<br />
richten met bekende stoelen en speciale meubelontwerpen. Er zij nu onder andere ontwerpen<br />
te bezichtigen van bekende ontwerpers zoals Charles en Ray Eames. Dit Amerikaanse<br />
echtpaar heeft voor veel klassieke ontwerpen gezorgd in de jaren veertig.<br />
5. Hadid besteedt niet alleen aandacht aan de<br />
buitenkant van het ontwerp, maar richt zich<br />
ook heel erg op het interieur en de inwendige<br />
vormgeving in haar ontwerpen. Dit is erg goed<br />
terug te zien op deze afbeeldingen.<br />
Haar deconstructivistische stijl komt ook in<br />
het interieur terug. Verder zijn de scherpe<br />
hoeken van buiten ook weer op een slimme<br />
manier binnen toegepast. Hadid past hier vele<br />
optische trucjes toe. Zo maakt de interactie<br />
tussen de hoeken en het kleurgebruik van<br />
het interieur het gebouw visueel interessant<br />
zonder dat het onnodig druk oogt. De kazerne<br />
is opgedeeld in verschillende kamers. Zo is er<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein<br />
118
12 Feuerwehr / Expohalle<br />
info:<br />
een garage voor de voormalige brandweerwagens.<br />
Verder is er een garderobe met kluisjes voor<br />
de brandweermannen. Tevens beschikt de kazerne<br />
over een douche- en omkleedruimte voor 10 vrouwen<br />
en 25 mannen. De kazerne beschikt ook nog<br />
over een vergaderingzaal met de basis keukenvoorzieningen.<br />
Tenslotte is er nog een technische<br />
ruimte en een EHBO-ruimte aanwezig.<br />
6. In 1989 woedde er een grote brand op het<br />
complex van Vitra. Aangezien Vitra zelf ook in de<br />
ontwerpbranche zit besloot het zijn terrein vol te<br />
bouwen met architectonische hoogstandjes. En<br />
naar aanleiding van deze brand besloot het ook<br />
zijn eigen brandweerkazerne neer te laten zetten.<br />
Zaha Hadid kreeg de opdracht om een kazerne voor het bedrijf te ontwerpen. Het was Hadid's<br />
eerste werk wat ook daadwerkelijk gerealiseerd werd. Het was ook het werk wat voor<br />
de doorbraak van Hadid haar carrière zorgde. Haar stijl houdt in dat er gewerkt wordt met<br />
scherpen hoeken en dat alles kris kras door elkaar staat. Dit komt, omdat het ontwerp niet<br />
tot stand komt door rationeel denken. In deze stijl wordt er ontworpen vanuit de behoefte<br />
naar verschillende ruimtes. Hierdoor worden de ruimtes niet netjes naast elkaar of boven<br />
elkaar geplaatst. De opdrachtgever Vitra liet niet alleen Hadid een gebouw ontwerpen voor<br />
het complex, maar liet onder andere de bekende architecten Gerhy, Ando, Grimshaw en<br />
Siza hun specifieke stijl aan elk gebouw geven. Zo ontstond er een architectuurconcept met<br />
contrasterende stijlen.<br />
7. De kazerne diende jaren lang als brandweerkazerne voor de omgeving. De wagens konden<br />
worden ingezet voor het bedrijf en voor de stad zelf. Tegenwoordig is het een museum/tentoonstelling<br />
wat dagelijks bezocht kan worden.<br />
8. Het gebouw bestaat grotendeels uit gewapend beton en staal. Deze materialen bieden<br />
een ruimte ontwerpvrijheid en er kunnen<br />
grote overspanningen mee worden bereikt.<br />
Het beton is in het werk gestort. Als er goed<br />
naar de gevels wordt gekeken zie je net als bij<br />
Ando zijn ontwerpen, de bevestigingsafdrukken<br />
van de bekisting nog zitten. Verder is er<br />
veelvuldig gebruik gemaakt van frameloos<br />
glas. De kasten die onder andere voor de lockers<br />
werden gebruikt, zijn gemaakt van staal<br />
of roestvast staal. De trap is niet in het werk<br />
gestort, maar is een prefabriceerde trap. Het<br />
betonnen uitstekende bliksemvorige dak aan<br />
de garages rust op een aantal slanke stalen<br />
kolommen.<br />
Adres: Jahnstraße 120, 70597 Stuttgart<br />
Bushalte: “Ruhbank” of “Waldau” lijn 70; Metrolijnen: U7 en U8<br />
Entree: 5,00 pp<br />
119
13 Vitra Conference Pavillion<br />
Ontwerper<br />
De Japanse architect Tadao Ando werd gevraagd een klein congrescentrum<br />
te ontwerpen. Dit paviljoen zou als doel hebben om vergaderingen<br />
in te houden en lezingen en audio-visuele presentaties te geven voor gasten<br />
van Vitra. De Japanse architect Tadao Ando (1941) is geboren in Osaka<br />
en staat bekend vanwege zijn typerende gebruik van licht en schaduw,<br />
gecombineerd met het uiterlijk van zijn beton. Ando heeft zich het vak<br />
van architect zelf eigen gemaakt. Naast een carrière als bokser heeft Ando<br />
Tadao Ando<br />
oorspronkelijk een opleiding gevolgd tot timmerman. Hij raakte geïnteresseerd<br />
in architectuur nadat hij per toeval met het werk van Le Corbusier in aanraking<br />
kwam. Hij heeft vrijwel iedere belangrijke architectuurprijs gewonnen, terwijl hij geen enkele<br />
architectonische opleiding heeft genoten. Ando vermengt in zijn werk Japanse kenmerken<br />
met de modernistische architectuur zoals we die kennen van Le Corbusier, Louis Kahn en<br />
Frank Lloyd Wright. Deze combinatie heeft geleid tot een minimalistische stijl. Naast het<br />
conferentiepavilioen heeft Ando nog meer gebouwen ontworpen, zoals Azuma House (1976),<br />
Langen foundation (2004) en the water temple (1991)<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. Aan de rand van het stadje Weil am Rhein, een voorplaats van de Duitse kant van Basel liggen<br />
de gebouwen van de meubelfabriek Vitra. De gebouwen zijn door verschillende architecten<br />
ontworpen. In het stille en ingetogen gebouw van Ando zijn meerdere vergaderruimtes<br />
met elkaar verbonden. Het naar het paviljoen leidende pad is opvallend en doet denken<br />
aan de meditatiepaden in Japanse kloostertuinen. Ando aanvaardde de opdracht slechts op<br />
voorwaarde dat hij het midden in een naastgelegen kersenboomgaard mocht bouwen en<br />
dat die kersenboomgaard gespaard zou blijven. Slechts drie bomen moesten wijken. Van alle<br />
drie heeft Ando een bladafdruk bewaard in de betonnen tuinmuur die hij dwars doorheen<br />
de boomgaard plaatste. De kersenboom is in Japan de belichaming van “schoonheid”. Dit<br />
verklaart waarom Ando het conferentiepaviljoen<br />
respectvol tussen de bomen laat verzinken in het<br />
terrein.<br />
2. Het gebouw bestaat uit drie basiselementen. Twee<br />
smalle rechthoekige volumes (30 x 5 m. en 20 x 10<br />
m.) worden door middel van een cilinder aan elkaar<br />
gekoppeld. Deze drie bouwvolumes worden op hun<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Astrid Quist<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein 120
13 Vitra Conference Pavillion<br />
voor gasten van Vitra om te overnachten.<br />
beurt weer bij elkaar gehouden door een groot<br />
vierkant.<br />
3. De weg naar het betonnen gebouw heeft een<br />
ceremonieel karakter. Het leidt naar de smalle,<br />
hoge ingang. De cilindrische centrale hal doorsnijdt<br />
de twee rechthoekige volumes. Door deze<br />
ingreep heeft Ando een labyrint van gangen,<br />
overlopen en ruimtes gecreëerd dat er als het<br />
ware om vraagt verkend te worden.<br />
4. Het conferentiepaviljoen is gebouwd in 1993<br />
en was tevens het eerste gebouw van Tadao<br />
Ando in Europa. Dit paviljoen werd ontworpen<br />
om vergaderingen in te houden, lezingen en<br />
audio-visuele presentaties te geven voor gasten<br />
van Vitra. Ook is er een mogelijkheid voorzien<br />
5. Het conferentiecentrum is indrukwekkend door het gebruik van weinig materialen en het<br />
valt op door de geordende opbouw. Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen. Een groot<br />
deel van de uitbouw verbergt het ondergrondse bouwlichaam. Door het materiaalgebruik<br />
te reduceren tot hoofdzakelijk beton, zorgde Ando, ondanks het gebruik van veel gesloten<br />
muren, voor een intensieve aanwezigheid van de natuur, in de vorm van licht en schaduw,<br />
binnenin zijn gebouwen. Hierdoor veranderen de eenvoudige ruimtes, gedurende de dag, in<br />
complexe scenes. Het spel van licht en donker geeft de ruimte een extra dimensie mee.<br />
Tijdens vergaderingen is er, afgezien van de kersenbomen<br />
buiten, vrijwel niets wat de aandacht afleidt. Om dit te<br />
versterken zijn de lichtarmaturen en schakelaars verzonken<br />
aangebracht in het betonoppervlak. Ook reflecteert het betonoppervlak<br />
de warme toon van de Amerikaans eiken vloer.<br />
Door het gebouw loopt ook een donkere lijn. Deze lijn geeft<br />
het niveau van het maaiveld aan.<br />
6. Het conferentiepavilioen van Ando staat op de Vitracampus.<br />
Vitra is een bedrijf dat zich richt op het ontwerpen<br />
van en handelen in meubels, zowel voor kantoor als thuis.<br />
Rolf Fehlbaum startte in 1950 met het produceren van meubels<br />
onder de naam Vitra. Het bedrijf is uitgegroeid tot een<br />
internationaal toonaangevend meubelconcern, dat naast<br />
de beroemde designklassiekers van Charles en Ray Eames,<br />
Jean Prouvé en George Nelson, modern kantoormeubilair en<br />
designmeubelen produceert. Het afbranden van de fabriek<br />
in 1981 was voor Fehlbaum de aanleiding om bewust om te<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 121
13 Vitra Conference Pavillion<br />
gaan met de nieuw te bouwen architectuur<br />
op het terrein. Hij gaf de Engelse architect<br />
Nicholas Grimshaw de opdracht om een<br />
nieuwe fabriekshal te ontwerpen. Het<br />
hightech ontwerp sloot naadloos<br />
aan bij het imago van Vitra als<br />
meubelfabrikant met technische<br />
perfectie. Na het ontwerp van de<br />
fabriekshal kreeg Grimshaw van<br />
Fehlbaum de opdracht om het masterplan voor<br />
het Vitra terrein te ontwerpen. Er werd gekozen om<br />
enkele losse gebouwen te plaatsen, met contrasterende<br />
architectuurstijlen. Op deze manier zou het terrein een<br />
levendige en karakteristieke uitstraling krijgen. Volgend<br />
op dit concept werd elk gebouw door een andere architect<br />
ontworpen. In 1993 werd met het conferentiepaviljoen van<br />
Tadao Ando, zijn eerste bouwwerk buiten Japan, voltooid.<br />
7. De muur geeft niet alleen vorm aan een tuin, hij bepaalt<br />
ook de loop van het pad. Ando laat de bezoekers die het<br />
gebouw naderen langs de muur lopen zodat rechts van hen steeds de openheid van de tuin<br />
ligt. Men kan de tuin dus ook vanaf hier bekijken hoeft hem zo niet direct te betreden. Ook<br />
ziet de bezoeker dat de tuin maar een deel is van de hele boomgaard, die op zijn beurt weer<br />
omsloten wordt door een bos. Dit bos loopt weer door tot de heuvels die de Rijnvallei omsluiten,<br />
waar de grote stad Basel ligt, waar ook drie landen, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland<br />
bij elkaar komen.<br />
8. Tadao Ando staat vooral bekend om zijn gebruik van beton. Hoewel zijn betonnen vlakken<br />
zeer glad en vaak gevernist zijn, wekken ze ook de indruk niet af te zijn. Dit effect ontstaat<br />
door de cirkelvormige afdrukken, die worden veroorzaakt door de afstandhouders die nodig<br />
zijn bij het bekisten van het beton. Meestal worden deze, wanneer het beton in het zicht<br />
wordt toegepast, weggewerkt. Ando gebruikt de afdrukken juist om het beton de voor hem<br />
typische structuur mee te geven. Deze betonstructuur wordt dan ook wel “Ando-beton”<br />
genoemd. Aan de hand van de sporen die de bekistingsplaten hebben achtergelaten, kan de<br />
compositie van het hele gebouw worden ontcijferd. De fijne stortnaden verwijzen naar de<br />
standaardafmeting van de Japanse “Tatami-mat” (91x182cm).<br />
info: Adres: Vitra Campus; Charles-Eames-Str. 2; D-79576 Weil am Rhein<br />
Vervoer: Basel, bus 55;<br />
Opening; op afspraak met architectuurgids, van dinsdag tot zondag twee keer per dag<br />
122
14 Vitrahaus<br />
Ontwerper<br />
Het Vitrahaus is ontworpen door de Zwitserse architecten Herzog & de<br />
Meuron. Het bureau is opgericht door de leeftijdsgenoten en boezemvrienden<br />
Jacques Herzog (19 april 1950, Basel) en Pierre de Meuron (8 mei<br />
1950, Basel). De oprichters studeerden architectuur van 1970 tot 1975 aan<br />
het Swiss Federal Institute of Technology (ETH Zürich). Drie jaar nadat ze<br />
waren afgestudeerd richtten ze het architectenbureau Herzog & de Meuron<br />
op. Sinds 1994 zijn allebei de oprichters gastprofessoren aan de Har-<br />
Herzog & de Meuron<br />
vard University, en sinds 1999 geven ze ook les aan de ETH Zürich. In 2001<br />
won het bureau de Pritzker Architecture Prize en in 2007 de Royal Gold Medal van RIBA. Momenteel<br />
behoort het architectenbureau tot de top van de wereldarchitectuur en zijn er 340<br />
medewerkers aan het werk. Herzog & de Meuron hebben vestigingen in Hamburg, London,<br />
Madrid en New York. Enkele beroemde werken zijn: Allianz Arena in München (2005), het<br />
Olympisch stadion (ook wel Vogelnest) in Beijing (2008) en de Prada Store in Tokio (2003).<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. Het Vitrahaus is onderdeel van de Vitracampus, waar al enkele gebouwen staan die<br />
ontworpen zijn door toparchitecten zoals bijvoorbeeld: Tadoa Ando, Zaha Hadid en Frank<br />
Gehry. De campus bevindt zich tussen de glooiende heuvels van Weil am Rhein in Duitsland.<br />
Eigenlijk is het terrein een museum van moderne architectuur. Het nieuwste gebouw van de<br />
campus, het Vitrahaus, bevindt zich in het noorden van het terrein en staat naast het Vitra<br />
Design Museum (door Frank Gehry, 1989) en het congrespaviljoen (Tadao Ando, 1993). Door<br />
de grootte van het beschikbare terrein was het mogelijk het gebouw zo ver mogelijk van het<br />
Vitra Design Museum en de toegangspoort verwijderd te houden. Hierdoor was het mogelijk<br />
om de Streuobstwiesen, hoogstamfruitbomen een restant van de traditionele fruitteelt, te<br />
laten staan. Door de opvallende ligging en de bijzondere vorm is het Vitrahaus het oriëntatiepunt<br />
van de Vitracampus geworden.<br />
2. Het gebouw bestaat uit twaalf gestapelde “staafhuizen”.<br />
Met een maximale lengte van 57 meter (bij<br />
een breedte van 54 meter en een hoogte van 21,5<br />
meter) steekt het gebouw boven alle andere gebouwen<br />
uit. Het bruto vloeroppervlak beslaat 4126 m2<br />
en het volume bedraagt 22.755 m3. Het ontwerp is<br />
gebaseerd op twee thema's die in de werken van<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 123<br />
door: Jeroen Mesu
14 Vitrahaus<br />
Herzog & de Meuron vaak terugkeren, namelijk<br />
het oerhuis en de stapeling van ruimtes.<br />
Het oerhuis bestaat zoals verwacht uit vier<br />
muren met daar bovenop een zadeldak. In het<br />
ontwerp zijn vijf niveaus gebruikt, waardoor er<br />
een verticale structuur ontstaat. Sommige van<br />
deze niveaus zijn wel vijftien meter hoog. Door<br />
de opeenstapeling van de twaalf “staafhuizen”<br />
ontstaat er vanaf de buitenkant een aanzicht<br />
dat bijna chaotisch aandoet. Echter vanaf de<br />
binnenkant vormen de verschillende bouwdelen<br />
één geheel. Dit komt door de ingenieuze<br />
verbindingen en stapeling van de bouwdelen.<br />
Er is bewust gekozen om het gebouw met variabele hoogtes uit te voeren, omdat men niet<br />
een horizontaal gebouw wilde realiseren wat voor productiehallen typerend is. Het verticale<br />
gebouw herbergt enkele mooie overzichten, zoals een overzicht over het omringende landschap<br />
en de productlocatie.<br />
3. Op de begane grond zijn er vijf bouwdelen gesitueerd. In het midden van deze delen vormt<br />
een met houten beplankt terrein de centrale toegang. De vijf gebouwen die aan de centrale<br />
toegang liggen zijn: een congresgedeelte, een expositieruimte voor de stoelencollectie van<br />
het Vitra Design Museum, Vitra Design Museum Shop, een lobby met receptie en garderobe<br />
en een café met buitenterras wat in de zomer gebruikt kan worden. Het huis waarin de expositieruimte<br />
is geplaatst heeft als enige geen rechte maar ingedeukte wanden. De ingedeukte<br />
vorm is gebruikt om houten banken in te plaatsen. De houten bekleding begint aan de<br />
bovenkant van het huis (met ingedeukte wanden) en loopt door tot onder waar het overgaat<br />
in een houten plein. Met de lift kunnen de bezoekers zich verplaatsen naar de bovenste verdieping,<br />
waar tevens de route langs de Home Collection begint. Vanuit deze verdieping is er<br />
een prachtig uitzicht over de heuvelachtige omgeving en de overige gebouwen van de campus.<br />
Dit uitzicht wordt mogelijk gemaakt doordat sommige kopse kanten van de huizen zijn<br />
voorzien van glas. Hieruit blijkt dat de oriëntatie van de huizen is afgestemd op de uitzichten<br />
op het landschap en de campus. Tevens is er een buitenterras op de bovenste verdieping gecreëerd.<br />
De ruimte voor het terras ontstaat doordat de glazen gevel naar binnen is geplaatst.<br />
Hierdoor kan je in de frisse buitenlucht van het uitzicht genieten. De trappen die de toegang<br />
naar andere niveaus mogelijk maken zijn geen normale trappen. De trappen zien eruit als<br />
grote wormachtigen die zich een weg door de niveaus eten.<br />
4. In het Vitrahuis presenteert Vitra eigentijdse meubels en design klassiekers. Vitra was<br />
enkele jaren geleden vooral bekend als producent van projectmeubelen. In 2004 is hier<br />
verandering in gekomen door de introductie van de Home Collection. Bestaande uit design<br />
klassiekers, re-edities en nieuwe ontwerpen. Voor de introductie van de Home Collection was<br />
Vitra vooral bekend op het gebied van kantoorinrichting. Met de Home Collection heeft Vitra<br />
een nieuwe groep consumenten bereikt, namelijk de op design gerichte klant.<br />
Het Vitrahuis bevindt zich op de Vitracampus. Toen in 1981 een groot deel van de campus<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Weil am Rhein 124
14 Vitrahaus<br />
werd verwoest door een grote brand heeft Vitra-directeur Rofl Fehlbaum<br />
het terrein op een bijzondere manier laten herinrichten. De gebouwen die<br />
op de campus staan zijn stuk voor stuk ontworpen door toparchitecten.<br />
Het voorlopige ontwerp voor het Vitrahuis was klaar op 1 juni 2006, het<br />
definitieve ontwerp was een jaar later gereed. De opening vond plaats op<br />
22 februari 2010.<br />
5. De huizen zijn geheel uitgevoerd in gewapend beton. De huizen zijn zo<br />
Rolf Fehlbaum<br />
gestapeld dat de vloerplaten de nok van het niveau eronder snijden. De<br />
bouwdelen zijn niet zo maar willekeurig gestapeld, ze zijn zo ontworpen dat ze elkaar ondersteunen<br />
zodat er een stabiele constructie ontstaat. De krachten die worden uitgeoefend<br />
op de “staafhuizen” worden via de onderliggende niveaus naar de fundering afgevoerd. De<br />
dragende wanden zijn zo sterk dat er voor de rest geen extra draagconstructie is toegepast.<br />
6. De opdrachtgever voor het Vitrahaus is de Vitra Verwaltungs GmbH, dit is onderdeel van<br />
het bedrijf Vitra. Vitra kwam tot stand in 1950 en begon als familiebedrijf. Het bedrijf richt<br />
zich vooral op het maken van meubels voor op<br />
kantoor en thuis. Maar ook de architectuur van de<br />
Vitracampus maakt deel uit van het bedrijf. Er zijn<br />
vier directeuren die het geheel besturen. Één daarvan<br />
is Rolf Fehlbaum. Vitra heeft opdracht gegeven<br />
voor het bouwen van het Vitrahaus omdat er geen<br />
plaats was op de huidige campus om de nieuwe<br />
Home Collection tentoon te kunnen stellen. Het gebouw<br />
moest er zo uit komen te zien dat het de klant<br />
makkelijker zou maken om hun interieur te kunnen<br />
kiezen. Daarom is er ook gekozen om de binnenkant<br />
af te werken met “stucco lustro” (glanspleister). Dit<br />
is een klassieke methode waarbij er verschillende<br />
stuklagen over elkaar heen worden aangebracht.<br />
Door deze witte glanzende afwerking vallen de<br />
meubels extra goed op.<br />
7. Het gebouw past goed in de omgeving. Dit komt<br />
onder andere door de antracietkleurige pleisterlaag<br />
waarmee de buitenkant van het Vitrahaus is afgewerkt.<br />
Deze kleur zorgt ervoor dat het gebouw goed past in de<br />
omgeving, want het verbindt het bouwwerk met het<br />
landschap. “s Nachts heeft het bouwwerk een compleet<br />
andere uitstraling. Dan lijkt het net of de ruimtes zich<br />
openen, want de glasgevels verlichten dan de omgeving.<br />
De gevels lijken “s nachts op grote vitrines die de omgeving<br />
verlichten. Het effect van gestapelde huizen komt in<br />
het donker extra goed naar voren, omdat de glasgevels<br />
Stuttgart, Keulen<br />
Gebouwbeschouwing Weil am Rhein 125
14 Vitrahaus<br />
dan goed zichtbaar zijn waardoor de onderlinge<br />
afstand beter te zien is.<br />
8. De huizen zijn allemaal gemaakt van gewapend<br />
beton. Zowel de wanden als de daken zijn hiervan<br />
gemaakt. Daarom is beton in dit bouwwerk<br />
een belangrijk materiaal. Een ander belangrijk<br />
materiaal is glas. Door het glas krijgt het gebouw<br />
karakter. De kopse kanten van het gebouw die in<br />
glas zijn uitgevoerd, zijn gemaakt uit verschillen-<br />
de glasplaten. Deze glasplaten zijn onderling<br />
aan elkaar gekoppeld waardoor er een<br />
dichte gevel ontstaat.<br />
info: Adres; Charles-Eames-Straße 1; D-79576 Weil am Rhein. Rondleiding: Duur: 2 uur , 12:00 -14:00<br />
126
15 Circus Maximus<br />
Ontwerper<br />
Lucius Tarquinius Priscus leefde van 616-578 v.C. Hij was de vijfde koning<br />
van <strong>Rome</strong>. Tarquinius Priscus is als zoon van een immigrant samen met<br />
zijn vrouw naar <strong>Rome</strong> gekomen. Toen hij de stad naderde gebeurde er iets<br />
eigenaardig. Een roofvogel greep de hoed van Tarquinius, vloog er even<br />
mee rond en zette hem toen weer terug. Dit werd gezien als een hemels<br />
voorteken en er werd uit afgeleid dat <strong>Rome</strong> een grote toekomst tegemoet<br />
ging. Tarquinius Priscus werd dan ook een machtige vorst.<br />
Lucius Tarquinius Priscus<br />
Tarquinius zou gebruiken als gladiatorgevechten en circusspellen in <strong>Rome</strong><br />
hebben geïntroduceerd. Tijdens zijn regering zijn een aantal grote projecten gerealiseerd.<br />
Hij heeft een ommuring om <strong>Rome</strong> laten aanbrengen, wat later is voltooid door zijn opvolger<br />
Servius Tellius. Hij heeft ook de Cloaca Maxima aangelegd. Tot zijn belangrijkste bijdrage<br />
wordt de oprichting van de Tempel van Jupiter Optimus Maximus op het Capitolijn gerekend<br />
en tevens stichtte hij het Circus Maximus.<br />
Ommuring <strong>Rome</strong> Cloaca Maxima Tempel van Jupiter Optimus Maximus<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. Het Circus Maximus ligt in het midden van <strong>Rome</strong> aan Via del Circo Massimo. De straat<br />
ligt in de wijk Aventijn. Belangrijke gebouwen in de buurt zijn: Colosseum, Santa Maria in<br />
Cosmedin en Forum Romanum. De belangrijkste en best bewaard gebleven weg van het<br />
antieke <strong>Rome</strong>inse wegennet is de Via Appia. Deze begint bij Porta Capena, direct achter de<br />
Circus Maximus. Circus Maximus betekent letterlijk grootste circus. Het Circus Maximus ligt<br />
bij één van de zeven heuvels van <strong>Rome</strong>, namelijk het Palatijn. De heuvel ligt 43 m boven de<br />
rivier de Tiber en heeft een omtrek van ongeveer twee kilometer. Op de heuvel zijn sinds de<br />
keizertijd veel paleizen gebouwd. Keizer Domitianus liet in 92 na Chr. een paleis bouwen.<br />
Deze had een groot balkon dat uitkeek op het Circus Maximus. De keizerlijke familie kon zo<br />
vanuit het paleis naar de races kijken. Dit waren<br />
de hoogste plaatsen waar de wagenrennen vanuit<br />
bekeken konden worden.<br />
2. De vorm die Circus Maximus in de tijd van Caesar<br />
had (100-44 v.C.), is tot aan de dag van vandaag te<br />
herkennen aan de imposante tufstenen en Travertin<br />
ruïnes. Het Circus Maximus is een 650 m x 125 m<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 127<br />
door: Lisa Alewijnse
15 Circus Maximus<br />
grote stenen arena. Sinds de tijd van Augustus liep in het midden van de arena de “spina’,<br />
een scheidingsmuur tussen de renbanen. De spina was een twee meter hoge, zes meter<br />
brede en 214 m lange muur, die het 85 m brede, zevenmaal af te leggen parcours bepaalde.<br />
Het Circus werd van de 4e eeuw voor Christus tot 549 na Chr., toen de laatste races werden<br />
gereden, uitgebreid en verfraaid.<br />
3. Aan beide uiteinden van de spina waren rondetellers aangebracht. Zeven houten eieren<br />
sierden het ene einde, het andere was door zeven metalen, inklapbare<br />
dolfijnen gemarkeerd. Deze waren aan de zeegod Neptunus<br />
gewijd, die ook als god van de paarden gold.<br />
Au- gustus (63 v.C. - 14 n.C.) liet op de<br />
“spina” een uit Heliopolis in Egypte overgebrachte<br />
obelisk van Ramses ll (reg. 1279-1212<br />
v.C.) oprichten, die sinds 1589 op de Piazza del Popolo<br />
staat. In 357 n.C. kwam daar de obelisk van Toetmoses lll<br />
(reg. 1479-1425 v.C.) uit Thebe bij, die in 1588 naar de Piazza de<br />
San Giovanni in Laterano werd verplaatst. Ook andere beelden van goden, onder andere aan<br />
Cybele gewijd, sierden de as.<br />
De startblokken aan de rechte korte kant waren door hermen gesierd en werden “carceres”<br />
genoemd. Daarin wachtten de deelnemers op het startsignaal en gingen de ijzeren hekken<br />
van de hokken open. De renstallen van de roden, de blauwen, de groenen en de witten streden<br />
altijd om de gunst van het publiek. De kleuren van de kleding van de vier belangrijkste<br />
renstallen zijn op de mozaïeken in een villa aan de Via Cassias vastgelegd rond 200 na Chr..<br />
Nu zijn deze mozaïeken te vinden in het Museo Nazionale Romana delle Terme.<br />
4. De tribune bood plaats aan zo’n 300.000 toeschouwers, die de wagenrennen wild aanmoedigde,<br />
net zoals de atletiekwedstrijden en gevechten met wilde dieren. De winnaars<br />
kregen, behalve kleine onderscheidingen, aanzienlijke geldprijzen. Het volk gokte flink bij de<br />
tientallen gokkantoortjes op de begane grond. Ook talloze keukens zaten daar waar de wijn<br />
rijkelijk vloeide. Dit gaf vaak aanleiding tot bloedige gevechten op de tribunes. Er zijn<br />
veel doden gevallen bij de conflicten tussen fanclubs. Koning Totila (reg. 541-552) zette<br />
een punt achter de bloedige geschiedenis van de wagenrennen. De 1150 jaar oude traditie<br />
werd beëindigd. Het Circus Maximus dat ooit het grootste stadion van het klassieke<br />
<strong>Rome</strong> was, is nu niet veel meer over dan een lange wandelpromenade van gras.<br />
5. Aan de korte zijde van de baan lag de loge die op een tempel leek. Dit was door Trajanus<br />
opgericht en lag ter hoogte van de eindstreep, die zich aan de overkant van het<br />
Parcours voor een overdekte tribune bevond. Het paleis dat keizer Domitianus liet<br />
bouwen leek bij het meest noordelijke gedeelte op een peristylium, een niet<br />
overdekte ruimte met een zuilengang omgeven. Deze zuilen moesten<br />
de ingang van het paleis voorstellen. In het middengedeelte zijn<br />
verschillende vertrekken die zich rond een ander groot peristylium<br />
bevinden.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong> 128
15 Circus Maximus<br />
In het centrum hiervan bevond zich een bassin. Midden<br />
in dit bassin bevond zich een hoog podium voor een<br />
tempel, dat men kon bereiken over een brug van gemetselde<br />
bogen. De zuidkant van dit peristylium vormt met<br />
een gedeelte in twee verdiepingen de overgang naar het<br />
twaalf meter lager gelegen begane grond van het paleis<br />
en vormt zo de afwerking van de helling van Palatijn.<br />
Het benedengedeelte van dit paleis was het echte woongedeelte<br />
van de keizer. De ingang bevond zich aan de<br />
zijde van Circus Maximus in de privétribune van de keizer.<br />
7. Van het Circus Maximus is tegenwoordig niet veel meer over. Het Circus bood plaats voor<br />
300.000 toeschouwers om de races te bekijken. Nu is het een toeristisch attractie geworden<br />
waar dagelijks vele mensen komen om de vormen van het Circus te bekijken. De gebeurtenissen<br />
in het Circus waren ook een aanleiding voor verschillende films.<br />
info:<br />
8. Het Circus Maximus is gebouwd met Travertin en tufsteen. Onder Trajanus<br />
(53-117 n.C.) kreeg de 650 m x 125 m grote stenen arena een bekleding<br />
met marmeren platen.<br />
Via dei Circo Massimo <strong>Rome</strong>.<br />
Openbaar vervoer: Bus (lijn 81, 160, 628, 715), Tram (lijn 3), Metro (Circus Massimo)<br />
Toegang is gratis<br />
129
16 Porticus di Octavia<br />
Ontwerper<br />
De Porticus van Octavia is een herbouw van de Porticus van Metellus. De<br />
bouwer van dit complex was Quintus Ceacelius Metellus.<br />
Metellus is in 207 v. Chr. geboren in <strong>Rome</strong>. Hij was lid van de belangrijke <strong>Rome</strong>inse<br />
gens Caecilia Metella. In 146 voor Christus veroverde hij Macedonië,<br />
waardoor het een <strong>Rome</strong>inse provincie werd. Ter ere van zijn triomf liet hij de<br />
Porticus van Metellus bouwen. In 143 voor Christus, drie jaar na zijn overwinning,<br />
werd hij verkozen tot consul en in 131 v. Chr. tot censor. Hij overleed<br />
in 115 v. Chr. op 92-jarige leeftijd. Voor zover bekend heeft hij geen andere<br />
bouwwerken op zijn naam staan.<br />
In 27 – 25 v. Chr. liet keizer Augustus de Porticus weer<br />
herbouwen en weidde het aan zijn zus Octavia.<br />
Een biografie van Augustus is elders in deze gids te<br />
vinden.<br />
Gebouwanalyse<br />
1. De Porticus van Octavia is gelegen op het Marsveld<br />
in het centrum van <strong>Rome</strong>, naast het Theater van<br />
Marcellus. Het was een rechthoekig bouwwerk van<br />
118 bij 140 meter. Binnen de ommuring van de porticus<br />
bevonden zich de Tempel van Jupiter Stator en de<br />
Tempel van Juno Regina.<br />
2. Een porticus is een Latijns woord voor een overdekte zuilengalerij. Het complex van de<br />
Porticus van Octavia was 118 meter breed en 140 meter lang, van zuid naar noord.<br />
De binnenplaats was ingesloten door een colonnade van een dubbele rij granieten zuilen.<br />
Aan de zuidelijke zijde was een ingang. Deze ingang is het enige wat nog bewaard is gebleven.<br />
Waarschijnlijk was er aan de noordzijde ook een ingang, maar dat is nooit bewezen.<br />
Op de binnenplaats bevonden zich twee tempels: de tempel van Jupiter Stator en de tempel<br />
van Juno Regina. De entrees van de tempels zijn net als de entree op het zuiden gericht. Zo<br />
schijnt de zon de hele dag in de portalen van de tempels. Deze hebben overigens dezelfde<br />
afmetingen, maar hebben een andere vormgeving. De Tempel van Jupiter Stator heeft alleen<br />
aan de voorzijde een rij van zes kolommen. De Tempel van Juno Regina heeft rondom zuilen,<br />
behalve aan de achterzijde. Behalve de twee tempels was er ook een school, een bibliotheek<br />
en een vergaderzaal in de porticus gebouwd. De ligging van deze gebouwen in het complex<br />
is onbekend.<br />
3. In de huidige situatie is er een stuk van de entree<br />
verbouwd. Waarschijnlijk omdat twee kolommen<br />
waren beschadigd of verwoest. Nu is aan de rechterkant<br />
van de ingang een halfronde boog aangebracht.<br />
Het is niet bekend wie dat heeft gedaan. Het<br />
kan Augustus zijn geweest, maar waarschijnlijk was<br />
het Caracalla, die het heeft gerestaureerd. De zuilen<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Marten Bakker<br />
Quintus Ceacelius Metellus<br />
Alleen deze ruïnes zijn overgebleven van het destijdse complex<br />
Plattegrond met daarin de situering van het complex<br />
<strong>Rome</strong> 130
16 Porticus di Octavia<br />
Een visulisering van het complex zoals het er destijds heeft uit gezien<br />
van de entree zijn 8,60 meter hoog en van wit marmer.<br />
4. De Porticus van Octavia was een openbaar gebouw. Hierin bevonden zich twee tempels,<br />
één voor Jupiter Stator en één voor Juno Regina. Naast<br />
de twee tempels was er nog een bibliotheek, een school<br />
en een raadszaal die een enkele keer gebruikt werd. Het<br />
was dus een plaats waar bijna alle standen van de bevolking<br />
samenkwamen.<br />
De Tempel van Juno Regina werd in 179 voor Christus gebouwd<br />
door Marcus Aemilius Lepidus. Hiervan zijn nog<br />
drie witmarmeren zuilen van bewaard gebleven.<br />
De Tempel van Jupiter Stator werd gebouwd in 146 voor<br />
Christus, samen met de Porticus van Metellus. De porti-<br />
cus is dus om de tempel van Juno Regina heen gebouwd,<br />
Een gedeelte van een vooraanzicht van het gebouw<br />
waardoor deze bij het complex behoorde. Volgens<br />
Vitruvius is de tempel van Jupiter Stator ontworpen door Hermodorus van Salamis. In 27 – 25<br />
v. Chr. Is de porticus gerenoveerd door keizer Augustus. Deze doopte de Porticus van Metellus<br />
om naar Porticus van Octavia, naar zijn zuster.<br />
Bij de Grote Brand in 80 BC werd de Porticus verwoest,<br />
maar keizer Domitianus liet het weer herbouwen.<br />
Daarna is het nog een keer verwoest door een<br />
brand en is het weer gerestaureerd door Caracalla.<br />
Nadat het <strong>Rome</strong>inse Rijk gevallen was, werd er geen<br />
aandacht meer besteed aan het bouwwerk en in de<br />
Middeleeuwen zijn er twee kerken op de restanten<br />
gebouwd. Het enige wat nog van de Porticus is overgebleven<br />
is de zuidelijke ingang. Op de restanten<br />
van de tempel van Jupiter Stator zijn later de kerk S.<br />
Maria in Campitelli en enkele woningen gebouwd.<br />
De entree bestaat uit delen van verschillende tijdperken.<br />
In de 8e eeuw is de toegangspoort omgebouwd<br />
tot atrium van de S. Angelo in Pescheria. Inmiddels<br />
zijn er van de acht oorspronkelijke zuilen van de<br />
Plattegrond van het complex<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 131
16 Porticus di Octavia<br />
toegangspoort nog vijf bewaard gebleven.<br />
De Porticus wordt nu niet meer gebruikt, het is enkel<br />
een toeristische trekpleister. Vanwege de vele<br />
eeuwen van verval ziet de porticus er nu uit als een<br />
ruïne. Het gebouw is voor de veiligheid door middel<br />
van een omheining.<br />
Van de zuilen uit de omringende colonnade zijn er<br />
een aantal opgegraven en naast de toegangspoort<br />
gezet om de oorspronkelijke omvang te illustreren.<br />
Andere zuilen zijn eerder opgegraven en in de woningen<br />
rondom ingebouwd. Op de fries boven de<br />
ingang is vermelding gegeven van de restauratie<br />
door Septimus Severus en Caracalla.<br />
5. De Porticus van Octavia is vrij eenvoudig opgezet.<br />
Alle krachten worden verticaal naar de grond overgebracht (in de meeste gevallen door<br />
middel van zuilen). Enkel bij de entree zijn er halfronde bogen toegepast.<br />
De ingangen van de tempels zijn naar het zuiden gericht, zodat de hele dag zonlicht binnen kan<br />
vallen. De zuilengalerijen waren ook open, waardoor er veel licht in het complex kon vallen.<br />
6. De opdrachtgever voor de bouw van de Porticus van Metellus was Quintus Caecelius Metellus<br />
zelf. Er is geen programma van eisen bekend.<br />
7. In de porticus zijn verschillende materialen toegepast. Ten eerste de zuilen: die zijn van marmer<br />
gemaakt, evenals de architraaf boven de ingang. Het verschil tussen deze twee is dat de<br />
architraaf van Grieks Pentelisch marmer is gemaakt en de zuilen van Italiaans Lunamarmer. De<br />
fries is ook van Pentelisch marmer. De muren van de Porticus zijn met bakstenen in wildverband<br />
gemetseld. Deze muren zijn waarschijnlijk door Septimus Severus en Caracalla gebouwd. De<br />
rode kleur van de bakstenen contrasteert sterk met de witmarmeren zuilen en architraaf. Waarschijnlijk<br />
vond men het bij de restauratie niet nodig om de juiste kleuren toe te passen. In het<br />
gebouw is geen beton verwerkt, behalve de specie tussen de bakstenen. Oorspronkelijk waren de<br />
muren met marmer bekleed. Het is niet bekend welke soort marmer dat was.<br />
info:<br />
hoofdsponsors:<br />
Gelegen aan de Via del Portico d’Ottavia, naast het Theater van Marcellus<br />
Toegang is gratis<br />
De ruïnes zijn voor de geinteresseerden gratis te bezichtigen<br />
132
17 Mercati di Traiano<br />
Gebouwanalyse<br />
1. Het Forum van Trajanus ligt ten noorden van het Forum van Caesar en grenst aan het westen<br />
aan het Forum van Augustus. Het ligt aan de straat de Via dei Fori Imperiali. Een aantal<br />
kilometer verderop, in dezelfde straat, staat het Colosseum.<br />
Het Forum bestond uit een binnenplaats, de Basilica Ulpia, de Colonnades, de Markten en<br />
twee bibliotheken. Tussen de twee bibliotheken staat de zuil van Trajanus. Er zal dieper worden<br />
in gegaan op de Markten van Trajanus.<br />
2. De hoofdvorm van de markten is een halve boog, de binnenkant van de boog heeft een<br />
diameter van 58 meter. Hierachter bevinden blokvormige delen die trapsgewijs naar boven<br />
lopen. Het totale gebouw is meer dan 110m breed.<br />
3. De markten zijn gebouwd in Romaanse bouwstijl, dit is te herkennen aan de kleine openingen<br />
in de gevels en het gebruik van vele halfronde bogen. De markten zijn tegen een<br />
afgegraven heuvel de Quirinaal aangebouwd. De<br />
markten waren op twee manier bereikbaar. Er<br />
waren ingangen op de begane grond, de tweede<br />
verdieping was te bereiken door een kleine<br />
straat, de Via Biberatica. De bovenste verdiepingen<br />
waren te betreden vanaf boven op<br />
de heuvel. Hier was tevens de hoofdingang,<br />
een grote gewelfde hal.<br />
4. De markten van Trajanus, werelds eerste winkelcentrum<br />
bestond uit<br />
vier verdiepingen. Het gebouw<br />
bestond uit ongeveer 150 winkels en<br />
kantoren. De onderste verdiepingen waren voornamelijk<br />
winkels. Hier werd voornamelijk voedsel verkocht en werd<br />
er af en toe ook voedsel aan de armen gegeven. De markten<br />
werden bestuurd vanuit de kantoren op de bovenste<br />
verdieping. Hiernaast waren er nog een aantal opslagruimtes<br />
voor de goederen. Dwars op de markten lag een straat,<br />
de via Biberatica.<br />
Het forum is door de eeuwen heen bijna helemaal verdwenen.<br />
Het enige wat er nog van overeind staat is de Zuil van<br />
Trajanus en een<br />
gedeelte van de<br />
markten. De rest<br />
van het Forum<br />
is afgebroken<br />
en voornamelijk<br />
verwerkt<br />
in Christelijke<br />
De markten waren gelegen in een groter complex,<br />
een Forum<br />
De Markten van Trajanus zijn centraal gelegen<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 133<br />
door: Marco Beenhakker
17 Mercati di Traiano<br />
kerken. Tegenwoordig worden de Markten<br />
van Trajanus nog dagelijks door vele toeristen<br />
bezocht. Er zijn plannen voor een gehele<br />
restauratie van de markten.<br />
5.Op de plattegrond hieronder zijn de gehele<br />
markten zichtbaar. De noord vleugel(N) de<br />
Hemicycle(H) en de zuid vleugel(S) bevinden<br />
zich op de begane grond en hebben 3<br />
verdiepingen. De Oostvleugen, de Terrace<br />
en de Aula bevinden zich vanaf de derde<br />
verdieping.<br />
De markten zijn gebouwd met een constructie<br />
van beton en baksteen, de enorme boog-<br />
Plattegrond van de markten<br />
Een doorsnede van het complex<br />
constructie is van baksteen. Hierin bevind zich een rand van ramen met een halfronde bovenkant<br />
en pilasters ertussen. Daarboven zijn driehoekige frontons en halfrontons aangebracht.<br />
De constructie binnen in het gebouw is van enorme bakstenen muren. Deze muren zijn<br />
voorzien van een aantal boogstructuren te zien. Door deze structuur zijn de muren sterker en<br />
worden de krachten doorgevoerd naar de ondergelegen betonnen constructie.<br />
6. Architect Appolodorus van Damascus heeft het forum en ook de markten ontworpen,<br />
hij was een van de favoriete architecten van Keizer Trajanus. Verder was Damascus ook<br />
bruggenbouwer en beeldhouwer. Hij maakte gebruik van gegoten beton in plaats van de<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong> 134
17 Mercati di Traiano<br />
traditionele <strong>Rome</strong>inse bouwmethodes. Naast het Forum van<br />
Trajanus heeft hij de brug over de Donau, het pantheon en de<br />
villa Hadriana ontworpen. Op de zuil van trajanus is te zien hoe<br />
de aanleg hiervan verliep.<br />
7. Het Forum van Trajanus was het meest recente en grootste van<br />
de keizerfora. Het zou het mooiste bouwwerk van het <strong>Rome</strong>inse<br />
Rijk worden. Het kostte 7 jaar om het te bouwen, van het jaar 106<br />
tot 113 n. Chr. Het Forum is gebouwd van de oorlogsbuit op de Daciërs.<br />
In 143 n. Chr. was het Forum echter pas volledig gebouwd.<br />
De huidige staat van de markten<br />
Baksteen was destijds een belangrijk constructiemateriaal<br />
voor onder andere de fundering<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 135
18 Pantheon<br />
Ontwerper<br />
Het Pantheon, zoals dat er in zijn huidige vorm staat is niet het oorspronkelijke<br />
gebouw. Het Pantheon was in eerste instantie gebouwd door Marcus<br />
Vipsanius Agrippa (voor een biografie zie opdrachtgever). De ontwerper<br />
van dat gebouw is echter onbekend. Nadat het gebouw tot tweemaal<br />
toe is afgebrand, is het huidige Pantheon gebouwd door keizer en architect<br />
Hadrianus.<br />
Publius Aelius Traianus Hadrianus (Hadrianus) werd rond 76 na Chr.<br />
geboren. Gedurende 117 tot 138 was hij keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Op 10<br />
jarige leeftijd werd Hadrianus wees, en werd opgenomen in een kinderloos gezin. Hadrianus<br />
groeide op bij zijn oom, keizer Trajanus. Zijn oom zorgde voor een goede opleiding in <strong>Rome</strong>.<br />
Tijdens zijn studie kwam Hadrianus in aanraking met de Griekse cultuur. Door de waardering<br />
van deze cultuur kreeg Hadrianus de bijnaam “Graeculus”, wat “Griekj” betekende.<br />
De adoptiemoeder zorgde voor een geëngageerd huwelijk tussen Hadrianus en Vibia Sabina.<br />
Hadrianus was van 177 tot 138 na Chr. keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Naast het keizerschap<br />
was Hadrianus Architect, naast het Pantheon zijn er nog een aantal gebouwen van de hand<br />
van Hadrianus.<br />
Villa Adriana (Tivoli) Bibliotheek van Hadrianus (Athene) Tempel van de Olympische Zeus (Athene)<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. Het Pantheon is gelegen aan de het Piazza della Rotonda, een plein midden in het oude<br />
centrum van <strong>Rome</strong>, ten noordwesten van het Capitool. Het gebouw wordt geheel omsloten<br />
door een aantal wegen, de Villa della Rotonda aan de linker en de rechterkant. De zuidkant<br />
van het pantheon wordt omsloten door de Via delle Palombella.<br />
De wijk is net als het Pantheon al meer dan 2000 jaar oud. De buurt behoort tot de financiële<br />
wijk van <strong>Rome</strong>, er bevinden zich veel beurzen en banken. Ook verschillende overheidskantoren<br />
zijn gevestigd in de nabije omgeving. Het Pantheon is een van de best bewaarde bouwwerken<br />
uit de <strong>Rome</strong>inse bouwkunst.<br />
De hoofdingang bevindt zich aan het Piazza della<br />
Rotanda. Midden op het plein staat een fontein met<br />
daarop een Obelisk. Vanaf het plein is het pantheon<br />
niet te missen. Met zijn imposante voorgevel is het<br />
Pantheon een van de meest uit het oog springende<br />
gebouw. Dit komt mede doordat het gebouw het<br />
enige gebouw is dat een rond vorm heeft.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Bas van den Berge en Tom van Bremen<br />
Hadrianus<br />
<strong>Rome</strong> 136
18 Pantheon<br />
Naast het pantheon zijn er nog een paar<br />
opvallende en veel bezochte gebouwen in de<br />
directe omgeving aanwezig. Ten zuid-oosten<br />
van het Pantheon staat het Santa Maria Sopra<br />
Minerva (zie geschiedenis 800 tot 1348).<br />
Dit is de enige Gotische kerk in <strong>Rome</strong>. Ook<br />
de Sant’Ignaziodie Loyala en de Barokke kerk<br />
Chiesa del Gesù staan in de directe omgeving<br />
van het Pantheon.<br />
2. Hadrianus heeft een bol als uitgangspunt<br />
genomen voor zijn ontwerp. De bol, met een<br />
diameter van 43,20 meter wordt omsloten<br />
door een muur van 6 meter. De totale<br />
breedte van het Pantheon bedraagt 56 meter.<br />
De koepel heeft in het midden een opening, de oculus. De oculus heeft een diameter van<br />
9 meter. De hoofdingang is gelegen onder een porticus, afgeleid uit de klassieke oudheid.<br />
Hierbij dragen de zuilen een timpaan, een driehoeksvorm. De zuilen hebben<br />
elk een lengte van 12,5 meter. De breedte van de poritcus is 33 meter, de lengte<br />
is 15,45 meter.<br />
3. De voorgevel van het Pantheon bestaat uit 16 zuilen, verdeeld over drie<br />
rijen. De voorste rij bestaat uit acht grijze monolithische granieten zuilen.<br />
Monolithische wil zeggen dat de zuil uit een stuk materiaal is vervaardigd. Per stuk wegen de<br />
zuilen ongeveer 60 ton.<br />
De achterste twee rijen hebben ieder vier zuilen. Dit zijn echter acht roze granieten zuilen. Op<br />
alle zuilen zijn Korinthische kapitelen aangebracht. De zuilen met kapitelen dragen een timpaan<br />
die voorzien is van een tekst die verwijst naar de eerste bouwer van het Pantheon, “M.<br />
AGRIPPA L.F TERTIVM FECIT”, dit betekent “Marcus Agrippa, zoon van Lucius, voor de derde<br />
maal consul, heeft dit gebouwd”.<br />
Het meest uit het oogspringende detail van het Pantheon is de betonnen koepel.Tot 1434<br />
was dit de grootste koepel ter wereld. Deze titel is overgedragen aan de koepel van de Santa<br />
Maria del Fiore, die met een diameter van 45 meter ongeveer twee meter groter is.<br />
Omdat het niet eenvoudig is om in die tijd een koepel te bouwen met een doorsnede van<br />
43,20 meter hadden de <strong>Rome</strong>inen enkele trucs bedacht:<br />
- De koepel is niet geheel dicht. Bovenaan de koepel is een oculus (Latijn voor oog) aangebracht<br />
met een diameter van negen meter. Deze oculus is aangebracht om de koepel soepel<br />
te houden. Doordat de koepel voorzien is van een oculus is het bestand tegen aardbevingen.<br />
Uit de geschiedenis blijkt inderdaad dat de oculus in de koepel ervoor heeft gezorgd dat het<br />
Pantheon nog staat, in tegenstelling tot vele andere gebouwen.<br />
- Een koepel vervaardigen uit één materiaal zou voor een dergelijke koepel niet haalbaar<br />
zijn. Om gewicht te besparen is gebruik gemaakt van cassettes, uitsparingen. Het cassette<br />
plafond bestaat uit vijf horizontale rijen met elk 28 cassetten, hoe hoger de cassetten zitten,<br />
hoe kleiner ze worden. De dikte wordt ook dunner naarmate de oculus wordt bereikt. Bij de<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 137
18 Pantheon<br />
oculus is een dikte gemeten van 2,3 meter.<br />
De oculus is het enige “raam” in het gebouw. Het pantheon is daarnaast<br />
voorzien van één deur. Een grote bronzen deur aan de voorkant van het<br />
gebouw.<br />
4. Van 27 tot 25 voor Christus liet Marcus Vipsanius Agrippa een rechthoekige<br />
tempel bouwen voor keizer Augustus. Agrippa was de schoonzoon<br />
van keizer Augustus. De functie van de tempel was het vereren van de go-<br />
Marcus Vipsanius Agrippa<br />
den Mars en Venus. Na twee branden was er vrijwel niets meer over van<br />
het Pantheon, daarom besloot keizer Hadrianus om de tempel te herbouwen. De rechthoekige<br />
vorm veranderde in een ronde vorm. Daarnaast werd het nieuwe gebouw bekend omdat<br />
er maar liefst zeven goden werden vereerd. Dit waren de zeven goden van de planeten. De<br />
naam Pantheon is na de herbouw pas aangenomen, het betekent namelijk “alle Goden”.<br />
Na een aantal aardbevingen en overstromingen is het Pantheon enkele keren gerestaureerd.<br />
De eerste keer was rond 365. Keizer Constantius liet het gebouw compleet restaureren.<br />
Tijdens de restauratie werden een aantal elementen van het gebouw verwijderd. Het huidige<br />
dak is bijvoorbeeld niet voorzien van bronzen dakpannen. Dit komt doordat Constantius deze<br />
liet weghalen en overbrengen naar Constantinopel (het huidige Istanbul). Naast het weghalen<br />
van de dakpannen is er in de loop van de jaren nog een element verdwenen, namelijk het<br />
plafondbeslag aan het portiek. Paus Urbanus liet in 1632 het brons verwijderen om het om te<br />
smelten tot kanonnen voor de Engelenburcht en het baldakijn, een overkapping, van Bernini<br />
in de Sint-Pieter. Rond 1700 veranderde de functie in een grafmonument voor verschillende<br />
historische figuren, zoals Rafaël en tegenwoordig is het Pantheon vooral een toeristische<br />
trekpleister.<br />
5. Het Pantheon heeft één grote ruimte. De koepel rust op stenen muren. Om het grote gewicht<br />
en dus ook de krachten van de koepel op te vangen zijn er stenen muren aangebracht<br />
die een dikte hebben van 6,20 meter. Op enkele plaatsen in de drie lagen dikke muur zijn<br />
nissen aangebracht. Naast de zijbeuken aan de voorgevel van het gebouw zijn er twee nissen<br />
gemaakt met standbeelden van Agrippa en Augustus. De grote bronzen deuren van de<br />
entree komen in een grote ronde zaal. De vloer is voorzien van ronde en vierkante marmeren<br />
vloertegels die onder een hoek aflopen. Dit is gedaan om het regenwater dat door de oculus<br />
komt af te voeren. De nissen zijn voorzien van twee zuilen, die voorzien zijn van Christelijke<br />
altaren en nissen met aedicula’s. Een aedicula wordt in veel antieke kerken gebruikt, het is<br />
een verhoogde vloer waarop een godsbeeld staat. De baldakijn van de<br />
aedicula wordt gedragen door zuilen. De altaren zijn in de plaatst<br />
gekomen voor beelden van <strong>Rome</strong>inse goden. De nis die recht<br />
tegenover de ingang zit is afwijkend<br />
van de andere nissen. Een<br />
aantal historische personen<br />
diebegraven liggen in het<br />
Pantheon zijn: paus Pius VII<br />
Ercole Consalvi (1757 tot 1824): de<br />
derde nis links, kunstenaar Rafaël,<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong> 138
18 Pantheon<br />
info:<br />
de derde aedicula links.<br />
6. De opdrachtgever van het Pantheon was Marcus Agrippa. Hij liet het<br />
gebouw bouwen ter ere van zijn vriend en schoonvader, keizer Augustus.<br />
Hij werd geboren rond 63 v. Chr. in Dalmatië, een streek in het huidige Kroatië<br />
die destijds deel uitmaakte van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Hij had een oudere<br />
broer, Lucius Vipsansius Agrippa genaamd en een zus die Vipsania Polla<br />
heette. Hij was afkomstig uit een heel obscure familie, die weliswaar rijk<br />
was en tot de stand van de equites behoorde maar nooit een belangrijke<br />
rol had gespeeld op het politieke schouwtoneel. Om een belangrijke rol<br />
te krijgen in de politiek liet Agrippa zijn twee naam, Vipsansius vallen. Marcus Agrippa was<br />
één van de belangrijkste <strong>Rome</strong>inse generaals in de overgangsperiode<br />
van republiek naar principaat. Ook was hij de schoonzoon van<br />
keizer Augustus. Het Pantheon is door Marcus Agrippa opgedragen<br />
aan “de meest heilige” (Pantheon) “Planeetgoden”. De koepel die<br />
op het gebouw is gesitueerd staat dan ook voor het heelal en het<br />
gat in de koepel voor de zon.<br />
7. De bouw van het Pantheon was niet schadelijk voor het milieu.<br />
Dit omdat er natuurlijke materialen en natuurlijke grondstoffen<br />
werden gebruikt, zoals bijvoorbeeld puimsteen en tufsteen. Het Pantheon is als tempel<br />
gebouwd. <strong>Rome</strong>inse tempels hadden een religieuze functie, maar werd ook gebruikt op politiek<br />
en cultureel gebied. Het straalde keizerlijke macht uit. De keizer kondigde hier de wetten<br />
af en was hoofd van het opperste gerechtshof. Momenteel is het Pantheon in gebruik als<br />
Rooms Katholieke kerk.<br />
8. Het Pantheon is gemaakt van beton. Dit beton werd gemaakt van tufsteen, puimsteen<br />
(vulkanisch gesteente, dat licht van gewicht is) en Travertin. Cement vormde het bindmiddel<br />
voor dit beton. Tufsteen werd uit de omgeving van <strong>Rome</strong> gehaald. De vloer van het Pantheon<br />
bestaat uit marmer, evenals de zuilen en de panelen aan de muur. Het marmer is in 1873<br />
hersteld. Het patroon van de vloer bestaat nog steeds uit het originele <strong>Rome</strong>inse ontwerp,<br />
met vierkante en ronde patronen. Op het Pantheon is een ronde koepel<br />
gesitueerd. Deze koepel heeft een constructie van diepe cassetten,<br />
waartussen beton is gestort. De cassetten in het plafond zorgen<br />
voor het verlichten van het enorme gewicht. Om het gewicht<br />
van de koepel te verdelen, werden er stenen bogen<br />
in de muur verwerkt. De koepel heeft aan de bovenkant<br />
een opening, de oculus (Latijns voor “oog”). De<br />
oculus is de enige opening in het Pantheon,<br />
waardoor licht van buiten naar binnen valt.<br />
Het afgeplatte ronde deel rond de oculus, is<br />
helemaal gemaakt van puimsteen. De ingang<br />
van het Pantheon heeft grote bronzen deuren<br />
die vervaardigd zijn in de oudheid, maar die waarschijnlijk<br />
afkomstig zijn van een ander historisch gebouw.<br />
Piazzo della Rotonda, <strong>Rome</strong>.<br />
Bus (lijn 30, 40, 46, 62, 63, 64, 70, 81, 87, 116, 492), Tram (lijn 8)<br />
Geopend: ma - za: 8.30 - 19:30, zo: 9:00 - 18:00, feestdagen: 9:00 - 13:00 , oegang is gratis<br />
139
19 Mausoleo di Augusto<br />
Ontwerper<br />
De ontwerper(s) van het Mausoleum van Augustus zijn onbekend, de<br />
geschiedenisleer bevat geen documenten over een ontwerper/architect<br />
van het gebouw. De opdrachtgever is wel bekend.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. Het Mausoleum van Augustus, is geplaatst op het “Campus Martius”,<br />
een marsveld, het huidige stadscentrum van <strong>Rome</strong>. Het Mausoleum ligt<br />
aan de rechter oever van de rivier de Tiber. De ingang van het Mausoleum<br />
wijst naar het zuiden. Rond 200 v Chr. was het Marsveld een plaats waar de legers van<br />
buitenlandse missies terugkeerde en bivakkeerden voordat zij in triomf de stad zelf mochten<br />
binnentrekken. In het heilige stadscentrum van <strong>Rome</strong> was het verboden om wapens te<br />
dragen. De bouw van het Mausoleum van Augustus is begonnen in 28 v Chr. Het is buiten de<br />
officiële stadsgrens van <strong>Rome</strong> gebouwd omdat het verboden was om begraven te worden<br />
in de heilige stad. Uiteindelijk werd in 7 v Chr. het Campus Maritius officieel deel van de stad<br />
<strong>Rome</strong>. Het gebouw had in het oude <strong>Rome</strong> een centrale plek. Er liep een drukke belangrijke<br />
weg langs het Mausoleum. Iedereen die over de rivier de Tiber vaart kwam en komt langs<br />
het Mausoleum van Augustus. In de originele setting in 28 v Chr. stond het Mausoleum van<br />
Augustus vrij van andere gebouwen en had een imposant overkomen. Symbolisch was het<br />
gebouw wel gelinkt met een aantal andere gebouwen. Rechts (oost) van het Mausoleum<br />
stond het Ustrinum, dit was een rechthoekig plein omgeven door een muur, in het midden<br />
lag de eigenlijke brandplaats. Op de brandplaats werden de lichamen van de overledenen<br />
verbrand. Ten zuiden van het Mausoleum lag en ligt nog steeds de Horologium samen met<br />
de zonne obelisk (een zonnewijzer) en de Ara Pacis. Deze bouwwerken vormen samen het<br />
totale grafpark van Augustus. Deze gebouwen worden elders in de gids nog uitgebreid bestroken.<br />
In het huidige <strong>Rome</strong> zijn de open vlaktes tussen deze bouwwerken vol gebouwd met<br />
huizen en andere gebouwen.<br />
2. Het Mausoleum van Augustus is gebouwd in de bouwstijl, Oud <strong>Rome</strong>ins. Dit is al snel af<br />
te leiden aan de simpele basisvorm van het gebouw, een cirkel. Ook heeft het gebouw een<br />
duidelijke voorgevel met een hoofdingang, dit komt veel voor bij Oud <strong>Rome</strong>inse bouwstijl.<br />
Het gebouw heeft een diameter van 88 meter en een hoogte van 44 meter. Het Mausoleum<br />
van Augustus was in zijn tijd het grootste grafmonument ooit gebouwd.<br />
3. De basis van het Mausoleum van Augustus is opgebouwd uit een cirkel, deze basisvorm is<br />
uitgetrokken tot een cilindervorm 12 meter de hoogte in. Boven de basis vormde het gebouw<br />
een heuvel, het dak liep in een punt naar het midden<br />
van het gebouw en vormde hiermee een kegelvorm.<br />
Het gebouw heeft een diameter van 88 meter<br />
en een hoogte van 44 meter, het gebouw bestond<br />
uit vier cirkels die concentrisch waren verdeeld door<br />
de binnenmuren. Het gebouw bestond uit twee<br />
verdiepingen, de begane grond zou een oppervlakte<br />
van ongeveer 270 vierkante meter zijn. Een over-<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Tom van Bremen<br />
Gaius Julius Caesar Augustus<br />
<strong>Rome</strong> 140
19 Mausoleo di Augusto<br />
welfde gang op de begane grond leidt naar de binnenste cirkel<br />
waar de grafkamer gelegen was. In deze kamer werd<br />
in gouden urnen het as van de overledenen bewaard,<br />
de urnen werden geplaatst in nissen. In het midden<br />
van het Mausoleum stond een grote pilaar van 44<br />
meter hoog, deze pilaar ondersteunde het dak en<br />
een groot bronzen standbeeld van Augustus. De<br />
muren hadden diktes van vier tot wel vijf meter.<br />
De buitenmuren van het gebouw waren geconstrueerd<br />
van bakstenen en beton bestaand uit<br />
kapotte stenen en met kalkmortel, de muren werden<br />
afgewerkt met het lokale kalksteen Travertin. De binnenmuren waren opgebouwd uit<br />
bakstenen, beton en tufsteen. De vloer van de begane grond was belegd met een laag aarde.<br />
Op het dak werd ook een laag aarde aangebracht, hierop werden hoogst waarschijnlijk<br />
cepressen geplant. Het dak was geconstrueerd van hout, dit is in de loop der jaren vergaan.<br />
Naast het feit dat het Mausoleum was opgebouwd uit een cirkel had het wel een duidelijke<br />
voorgevel en ingang aan de zuid kant van het gebouw. Naast de ingang stond aan beide<br />
kanten een obelisk geplaatst van roze graniet van 14.80 meter hoog. De obelisken herinnerde<br />
aan de overwinning op Egypte in 31 v Chr. De obelisken zijn nu verplaatst, ze bevinden zich<br />
nu op de Piazza dell” Esquilino en op de Piazza del Quirinale. De eerste verdieping van het<br />
Mausoleum had een kleinere diameter en was 22 meter hoog, de verdieping was voorzien<br />
van een zuilengalerij. De buitenmuren waren afgewerkt met het wit gekleurde Travertin dat<br />
schitterde in de zon. Het dak was groen van de planten en cepressen. In het midden op het<br />
Mausoleum stond het grote bronzen beeld van Augustus. Nadat Augustus zelf was begraven<br />
in het Mausoleum zijn de deuren afgedekt met grote platen gemaakt van brons, in deze<br />
platen was het testament van Augustus af<br />
te lezen.<br />
4. Het Mausoleum van Augustus is gebouwd<br />
als grafmonument voor de eerste<br />
keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk, keizer Gaius<br />
Julius Caesar Augustus. De graftombe is<br />
tevens ook bedoeld als rust plaats voor<br />
zijn familie. Naast Augustus zelf zijn er<br />
uiteindelijk ook zijn schoonzoon Agrippa,<br />
Agrippina, Britannicus, Claudius, Drusus,<br />
Germanicus, Tiberius en Caligula begraven.<br />
Rond de 5de eeuw hebben barbaren<br />
het grafmonument open gebroken en leeg<br />
geroofd. In de 12de eeuw is het Mausoleum<br />
door de familie Colonna als burcht/<br />
fort in gebruik genomen, hierna is het<br />
Mausoleum in verval geraakt. In het jaar<br />
1241 werd het Mausoleum door paus Gre-<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 141
19 Mausoleo di Augusto<br />
gorius IX veroverd en voor een gedeelte afgebroken. Het gebouw is waarschijnlijk later nog<br />
een aantal keer verbouwd en gebruikt als tuin en wijnberg (een berg waarop druivenbomen<br />
groeide, door de druivenbomen op een helling te plaatsen krijgen alle bomen veel zonlicht).<br />
Dit heeft het gebouw behoed voor verder verval.In het begin van de 20ste eeuw zijn er nog<br />
een aantal concerten en theater voorstellingen gegeven in het gebouw. Nadat het theater<br />
in het jaar 1930 is afbroken is er in het jaar 1936 uiteindelijk begonnen met het vrijleggen en<br />
conserveren van het grafmonument door wetenschappers. In het heden is het Mausoleum<br />
van Augustus (beperkt) toegangelijk voor publiek.<br />
5. De hoofdconstructie van het Mausoleum is opgebouwd uit vier cirkels van dikke muren<br />
met in het midden een hoofdkolom van 44 meter hoog. De begane grond werd door vijf<br />
concentrische muren in gelijke delen verdeeld. De eerste ring was gemaakt van tufsteen<br />
en was 4.35 meter dik. De tweede en derde ring waren gemaakt in opus reticulatum (dit is<br />
een ruitenpatroon). De buitenste laag was vijf meter dik en aan de buitenkant afgewerkt<br />
met Travertin. In de buitenste muur die bestaat uit twee lagen werden sparingen (gesloten<br />
kamers) gemaakt voor gewichtsbesparing. Alle gangen op de begane grond waren overwelfd<br />
en ongeveer 3.5 meter hoog. In het Mausoleum waren geen ramen of dakopeningen, er was<br />
hier geen daglicht aanwezig. Verlichting werd gemaakt door middel van vuur. Over het interieur<br />
is relatief weinig bekend. Dit omdat het Mausoleum is geplunderd rond de 5de eeuw<br />
en het hierna nog meerdere verschillende functies heeft gehad. Er kan alleen met zekerheid<br />
gezegd worden dat de urnen van Keizer Augustus en zijn familie in het Mausoleum geplaatst<br />
waren.<br />
6. De opdrachtgever voor de bouw van het Mausoleum van Agustus in 28 v Chr. Was Gaius<br />
Julius Caesar Augustus zelf. Augustus werd geboren op 23 september 63 v Chr. Hij was de<br />
eerste keizer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Hij werd keizer in januari, 27 v Chr. Augustus stief 14 na<br />
Chr. en is keizer gebleven van het <strong>Rome</strong>inse Rijk tot aan zijn dood. Augustus is de geadopteerde<br />
zoon van Caesar en zijn eigenlijke naam was Gaius Octavius.<br />
De reden dat Augustus dit grafmonument ter eren van zichzelf liet bouwen heeft twee belangrijke<br />
redenen. De eerste reden was de gezondheid van Augustus, deze was niet goed en<br />
hij zou niet meer lang te leven hebben toen hij opdracht gaf voor de bouw op 31 jarige leeftijd.<br />
De tweede reden was een propagandische reden, met de bouw van het grafmonument<br />
wilde hij invloed uitoefenen op het grote publiek. Hij wilde laten zien dat hij <strong>Rome</strong> als het<br />
middelpunt van het <strong>Rome</strong>inse Rijk zag en dat hij zowel tot zijn dood als erna verbonden bleef<br />
met het rijk. Augustus was net teruggekeerd uit het oosten toen hij in 28 v Chr. de bouw van<br />
het Mausoleum liet beginnen. Er wordt gespeculeerd dat hij was geïnspireerd door het grafmonument<br />
van Alexander de Grote, dat is gevestigd in Alexandrië (in het oosten). Het begrip<br />
Mausoleum is afgeleid van de naam van koning Mausolos van Karië, die in 400 v Chr. zijn<br />
eigen grafmonument had laten bouwen: het Mausoleion in Halikarnassos. Omdat het begrip<br />
Mausoleum ook in de tijd van Augustus werd gebruikt, duidt het erop dat Augustus door het<br />
Mausoleion van Halikarnassos op het idee is gebracht om een grafmonument voor zichzelf<br />
en zijn familie te laten bouwen.<br />
7. Of de bouw van het Mausoleum van Augustus invloed heeft gehad op het milieu is<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong> 142
19 Mausoleo di Augusto<br />
onwaarschijnlijk. Als dit al zo zou zijn geweest zal de schade minimaal zijn. Het gebouw<br />
is opgebouwd uit grond, bakstenen, natuursteen, beton en hout. Dit zijn geen schadelijke<br />
grondstoffen, het vervaardigen van deze materialen is destijds met de hand gedaan. Al deze<br />
materialen hebben op het hout na een hoge duurzaamheid. Na 2038 jaar is de basis van het<br />
gebouw nog steeds intact. Het houten dak is vergaan met de tijd en het meeste natuursteen<br />
is hergebruikt. De basis van de bakstenen/betonnen muren is nog steeds aanwezig.<br />
De plaatsing van het Mausoleum was erg centraal, links langs het Mausoleum loopt de rivier<br />
de Tiber. Iedereen die over de rivier voer kwam langs het grafmonument. Ook was er een<br />
drukke en belangrijke weg die langs het Mausoleum liep. Het gebouw liet aan het volk zien<br />
dat Keizer Augustus, <strong>Rome</strong> als het middelpunt van zijn rijk zag en dat dit een belangrijke<br />
plaats was. Ook liet het gebouw zien dat Augustus na zijn dood nog steeds verbonden was<br />
met het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Augustus liet ook zijn familieleden begraven in het Mausoleum, hiermee<br />
liet hij het volk zien dat hij familie belangrijk vond.<br />
8. Voor de structurele basis van het gebouw is gebruik gemaakt van een combinatie van<br />
baksteen en beton. De buitenmuren van het gebouw zijn afgewerkt met lokaal natuursteen<br />
Travertin. Het dak is geconstrueerd van hout. Hout is een natuur product dat wordt gewonnen<br />
door het kappen van bomen. Hout is een stuk minder duurzaam dan natuur en kunststeen.<br />
Om deze reden zijn er veel oude monumenten waarvan de daken zijn vergaan, deze<br />
waren vaak van hout gemaakt. De gevoeligheid voor brand is ook een reden waarom vele<br />
houten constructies in de tijd zijn vergaan. De eigenschappen van hout verschillen per soort.<br />
Over het algemeen zijn de tropische hout soorten sterker en duurzamer dan naaldhout.<br />
Tufsteen is een vulkanisch gesteente, het bestaat uit verschillende componenten maar voornamelijk<br />
uit vulkanisch as. Tufsteen wordt ook wel tuf of tuffiet genoemd. Het is een brosse<br />
en zachte steensoort. De kleur van tufsteen varieert. Tufsteen werd ook vaak vermalen en<br />
toegevoegd aan mortel. Travertin is een natuursteen die onder de groep kalkstenen valt.<br />
Het Travertin voor het Mausoleum werdt gewonnen in de steengroeve van Tivoli, een plaats<br />
ten oosten van <strong>Rome</strong>. Het materiaal ontstaat in warme waterbronnen waar het kalk uit het<br />
water neerslaat en samen met takjes, bladeren en ander organisch materiaal verteert. Het<br />
materiaal is wit van kleur en heeft onregelmatige poriën. Travertin is gevoelig voor water,<br />
de open poriën nemen water op en hierdoor kan de steen bij vorst barsten. Zure regen wordt<br />
ook opgenomen door het materiaal. De zure regen lost het materiaal op waarna het vervolgens<br />
weg spoelt.<br />
Het beton dat de <strong>Rome</strong>inen gebruikten bestond uit kalkmortel<br />
met een vulmiddel van steenpuin. De bakstenenmuren<br />
dankten zijn stevigheid voornamelijk aan de samenstelling<br />
van het mortelmengsel. De bakstenen uit de<br />
<strong>Rome</strong>inse tijd waren een stuk groter dan de<br />
bakstenen die we nu kennen. Bakstenen<br />
ontstaan door het verwarmen<br />
van klei tussen de 850 tot 1200<br />
graden Celsius. De klei zal hoogst<br />
waarschijnlijk lokaal zijn gewonnen<br />
bij de oevers van de rivieren.<br />
info:<br />
Piazza Augusto Imperatore, <strong>Rome</strong><br />
Openbaar vervoer: Metro (lijn A; Spagna)<br />
Toegangsprijs: 2,58 euro p.p, Geopend: ma - za: 9:00 - 18:00<br />
143
20 Piramide Cestia<br />
Ontwerper<br />
De ontwerper van de Piramide van Cestius is onbekend. De<br />
opdrachtgever is echter wel bekend: Gaius Cestius Epulo, een<br />
<strong>Rome</strong>ins staatsman die leefde in de tijd van keizer Augustus. Over<br />
Augustus is elders in deze gids een biografie te vinden. Gaius<br />
Cestius heeft vele hoge functies bekleed. Zo is hij tribuun van de<br />
Plebejers (volkstribuun) geweest. Een tribuun was een onschendbare<br />
ambtsdrager in <strong>Rome</strong>. Verder is hij praetor (magistraat,<br />
letterlijk vertaald: “voorganger”) geweest en was hij één van de<br />
zeven priesters die verantwoordelijk waren voor de organisatie<br />
van de heilige banketten. Hij overleed in 12 v. Chr. en er zijn geen<br />
andere bouwwerken van hem bekend.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. De Piramide van Cestius ligt aan een druk verkeersplein aan de Piazza Ostiense, aan de<br />
zuidkant van de Aventijn. Achter de piramide ligt het <strong>Rome</strong>inse Protestantse Kerkhof. Hier<br />
liggen diverse beroemdheden begraven, zoals de Engelse dichter John Keats en de twee<br />
zonen van paus Pius VII.<br />
2. De Piramide van Cestius is een piramide. De vorm van de piramide is anders dan die van de<br />
Egyptische piramiden. Deze hebben een helling van circa 45 graden, de Piramide van cestius<br />
heeft een helling van circa 60 graden. Deze piramide is dus aanzienlijk steiler dan de Egyptische<br />
piramiden.<br />
De basis van de piramide is een vierkant, deze meet 29,50 bij 29,50 meter. De hoogte van de<br />
piramide is 36,40 meter. Aan de noordoostkant en de zuidwestkant van de piramide is een<br />
muur gebouwd. Het gedeelte aan de noordoostkant is een paar meter lager dan het andere<br />
gedeelte. Oorspronkelijk was de piramide omgeven door vier zuilen. Op dit moment staat<br />
nog één zuil overeind aan de zuidwesthoek.<br />
3. Aan de noordwestkant is een ingang gevonden. Deze ingang is niet zichtbaar en is de enige<br />
ingang in het hele bouwwerk en is verbonden met een moderne gang die uitkomt in een<br />
grafkamer. Aan de buitenkant van de piramide zijn verschillende inscripties te lezen. Aan de<br />
oostzijde en de westzijde is de volgende inscriptie te lezen:<br />
C(aius) Cestius L(uci) f(ilius) Pob(lilia tribu) praetor, tribunus plebis, (septem) vir epulonum.<br />
De vertaling luidt: Caius Cestius Epulus, zoon van Lucius, de Poblilia-stam, pretoriaan, tribuun<br />
van de plebejers, verantwoordelijk voor de heilige banketten. Aan de oostzijde is nog een<br />
andere inscriptie te lezen:<br />
Opus apsolutum ex testamento diebus CCCXXX arbitratu L.<br />
Ponti P.F. Cla. Melae heredis et Pothi L.<br />
De vertaling van deze inscriptie luidt: In overeenstemming<br />
met het testament is dit werk in 330<br />
dagen voltooid, uitgevoerd door zijn erfgenamen L.<br />
Pontus Mela, zoon van Publius van de stam Claudia<br />
en zijn vrijgemaakte slaaf Pothus.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Marten Bakker<br />
<strong>Rome</strong> 144
20 Piramide Cestia<br />
4. De Piramide van Cestius is in opdracht van Gaius Cestius gebouwd. Het zou<br />
een grafmonument voor hemzelf worden. De piramide is in 18 v. Chr. gebouwd.<br />
Opmerkelijk is dat deze piramide in 330 dagen is gebouwd, voor die tijd en<br />
een gebouw van dit formaat is dit uitzonderlijk snel.<br />
In de tijd van Augustus waren Egypte en Egyptische symbolen erg<br />
gewild in <strong>Rome</strong>. Dat kwam mede doordat Egypte nog niet zo lang een<br />
<strong>Rome</strong>inse provincie was geworden en deden deze cultuur en haar bouwwerken<br />
bij de <strong>Rome</strong>inen hun intrede deden. Ook Cestius wilde iets “Egyptisch” en<br />
liet daarom voor zichzelf een piramide bouwen.<br />
Keizer Aurelianus liet in 271 – 275 een nieuwe muur om de stad <strong>Rome</strong> heen bouwen. Deze<br />
werd de Aureliaanse muur genoemd. Omdat de Piramide van Cestius een zeer stevig bouwwerk<br />
was, is het in de muur opgenomen. Restanten van de Aureliaanse muur zijn nog op<br />
diverse plaatsen in het huidige <strong>Rome</strong> te vinden. Ook het stuk muur dat tegen de piramide<br />
aan is gebouwd staat nog overeind. Nog steeds is de Piramide van Cestius in een bijzonder<br />
goede staat. In 1999 is de piramide volledig schoongemaakt.<br />
5. De piramide is van baksteen gemaakt met als buitenafwerking Travertin. De grafkamer is<br />
5 bij 6 meter en heeft een tongewelf. Dit is één van de eerste voorbeelden met zo’n constructie.<br />
Opmerkelijk aan deze piramide is dat de hellingen veel steiler zijn dan bij de Egyptische<br />
piramiden. Dit was mogelijk doordat deze piramide met baksteen is gebouwd. De wanden<br />
van de grafkamer waren beschilderd in de “Derde Pompejaanse Stijl”. Ook waren er bronzen<br />
beelden van vrouwfiguren in de grafkamer. Deze werden betaald van het geld van attalica<br />
(waardevolle velijnen wandkleden). Deze wandkleden mochten niet aangebracht worden<br />
naar een wet uit 18 v. Chr. tegen extravagantie. Nu staan deze beelden in de Capitolijnse<br />
Musea.<br />
6. De opdrachtgever voor de piramide was Gaius Cestius Epulo. Er werden weinig eisen aan<br />
het bouwwerk gesteld. De belangrijkste twee eisen waren dat het gebouw een grafmonument<br />
moest worden en in de vorm van een piramide gebouwd moest worden.<br />
info:<br />
8. De piramide van Cestius is vrijwel geheel gemaakt van Opus latericium.<br />
Dit is een metselvorm met “opus ceamenticium”, <strong>Rome</strong>ins beton, als<br />
specie. <strong>Rome</strong>ins beton komt qua samenstelling overeen met het moderne<br />
Portlandcement. Het is één van de oudste<br />
voorbeelden van deze constructievorm.<br />
De buitenkant is geheel bekleed met Carraramarmer.<br />
De marmerplaten die<br />
nu op de piramide zitten zijn nog<br />
de originele marmerplaten uit 18 v.<br />
Chr. Deze zijn in de 17e eeuw door<br />
paus Alexander VII gerestaureerd<br />
nadat hij de piramide gedeeltelijk<br />
liet uitgraven.<br />
Piazza Ostiense<br />
Toegang: geen<br />
Openingstijden: Ma - Zo 10:00 - 18:00<br />
145
21 Teatro di Marcello<br />
Bekende <strong>Rome</strong>inse Theaters in <strong>Rome</strong><br />
1. Theater van Marcellus<br />
Dit theater biedt plaats aan 15.000 personen<br />
en staat op het marsveld, net als de twee<br />
andere theaters.<br />
2. Theater van Pompeius<br />
Het theater van Pompeius was het eerste en<br />
tevens het grootste stenen theater in <strong>Rome</strong>.<br />
Tijdens de tijd van de <strong>Rome</strong>inse Republiek<br />
werden theatervoorstellingen steeds<br />
populairder. Deze voorstellingen werden<br />
gehouden in afbreekbare houten theaters. De<br />
senaat had theaters op een vaste plaats verboden,<br />
omdat deze een slechte invloed zou<br />
hebben op de bevolking. Het was uiteindelijk<br />
de machtige generaal en politicus Gnaeus Pompeius Magnus die het voor elkaar kreeg deze<br />
regel te verbreken. Hij liet een theater bouwen met een diameter van 150 tot 160 meter. Het<br />
theater bood destijds plaats voor ongeveer 28.000 toeschouwers. De voorgevel heeft net als<br />
het theater van Marcellus drie lagen met drie verschillende zuilen. Het theater is meerdere<br />
malen getroffen door branden. Er zijn maar 24 zuilen van rood graniet op de begane grond<br />
teruggevonden.<br />
3. Theater van Balbus<br />
Nadat Pompeius het verbod had verbroken, werden er steeds meer publieke voorzieningen<br />
gebouwd. Zo liet ook Lucius Cornelius Balbus voor zijn overwinning op de Garamanten (volk<br />
uit het huidige Libië) daarom een theater met een doorsnede van 90 meter bouwen. Het theater<br />
bood plaats aan 11.500 toeschouwers, daarmee was het de kleinste van de drie theaters<br />
op het Marsveld. Het theater is later verwoest door een brand.<br />
4. Colosseum:<br />
Naast de 3 theaters op het Marsveld staat er nog een theater in <strong>Rome</strong>: het Colosseum. Het<br />
Colosseum hield plaats voor 50.000 toeschouwers en is daarmee het grootste theater in<br />
<strong>Rome</strong>.<br />
Bekende Theaters in <strong>Rome</strong> (2010)<br />
a. Teatro Argentina<br />
Het Teatro Argentina is een belangrijk operagebouw en theater, welke op het plein di Torre<br />
Argentina staat. Het werd geopend op 31 januari 1732 en is daarmee één van de oudste theaters<br />
van <strong>Rome</strong>. Het theater is ontworpen door architect Theoldi, in opdracht van de familie<br />
Sforza Casarini. Het theater is gebouwd van hout en steen en telt zes niveau’s. Tegenwoordig<br />
wordt het theater meer gebruikt voor grote theaterproducties dan voor opera of muziekvoorstellingen.<br />
b. Teatro Sistina<br />
Het Teatro Sistina aan de Via Sistina is een modern groot theater in <strong>Rome</strong> en staat bekend<br />
om zijn geluidskwaliteit. In het theater wordt het geluid zo weerkaatst dat het in de hele zaal<br />
te verstaan is. Dit was vroeger handig aangezien er toen geen microfonen en luidsprekers be-<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Thomas Coppoolse<br />
<strong>Rome</strong> 146
21 Teatro di Marcello<br />
stonden. Hierdoor is het theater de<br />
bakermat voor Italiaanse en ook<br />
internationale musicals. Daarnaast<br />
word er ook vaak theaterstukken<br />
en muziekconcerten in gegeven.<br />
c. Teatro Dell’Opera<br />
Het Teatro Dell’Opera is oorspronkelijk<br />
geopend onder de naam<br />
Teatro Constanzi, de naam van de<br />
aannemer die het heeft gebouwd<br />
in 1880. Het theater bood plaats<br />
voor 2212 toeschouwers die werden<br />
onder verdeeld in drie lagen. Het theater bezit een koepel met prachtige fresco’s van Annibale<br />
Brugnoli. Na de tweede restauratie is de naam omgedoopt tot Teatro Dell’Opera. De<br />
huidige capaciteit is terug gebracht tot 1600 toeschouwers en er werd een airconditioning in<br />
gebouwd.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. Het theater van Marcellus ligt aan de Via del Teatro Marcello. Het is gebouwd in het zuidelijke<br />
deel van de “Campus Martius”. Dit marsveld lag in het noorden van het oude <strong>Rome</strong>.<br />
Later werd het een belangrijke wijk (Rione). De <strong>Rome</strong>inen bouwden er vele tempels en openbare<br />
gebouwen, waaronder het theater van Marcellus. Na de <strong>Rome</strong>inse tijd werd het de druk<br />
bevolkste wijk van de stad en tegenwoordig is Campus Martius het centrum van <strong>Rome</strong>.<br />
Het theater ligt tussen de rivier de Tiber en het Capitool. Net als in veel andere <strong>Rome</strong>inse theaters<br />
heeft het een natuurlijke omgeving, in dit geval het Tibereiland in het zuidwesten, deze<br />
ligt in de rivier de Tiber. Dit eiland is recht tegenover het theater van Marcellus. De keuze<br />
voor dit stuk grond was omdat het naast de tempel van Apollo lag. Voor Apollo werd vroeg in<br />
de Republikeinse periode religieuze spelen gehouden.<br />
2. Toen het theater eenmaal voltooid was, was het ongeveer 32 meter hoog. Het gedeelte<br />
waar de toeschouwers konden zitten had een diameter van 130 meter. In het gebouw was<br />
plaats voor 13.000 zitplaatsen en 2.000 extra staanplaatsen. De zaal werd verdeeld in drie<br />
delen: het onderste was voor de “Ambulante Knights”, het midden, was toegankelijk vanaf<br />
de tweede verdieping en om aan de top te komen moest er eerste een trap van het laatste niveau<br />
beklommen worden. Voor het orkest konden er plaatsen gereserveerd worden voor belangrijke<br />
mensen. Toen het theater werd gebouwd,<br />
was het een openlucht theater in de vorm van een<br />
halve cirkel, tegenwoordig is er nog een kwart gevel<br />
zichtbaar. Het gebouw staat gericht naar een de<br />
omgeving wat gelijk ook het decor vormde voor de<br />
voorstellingen. In dit geval het Tibereiland zoals<br />
hierboven al genoemd is.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 147
21 Teatro di Marcello<br />
3. De gevel van het theater is een halve cirkel<br />
met verscheidene openingen d.m.v. bogen. In<br />
elke boog, gang, tunnel of hellingbaan richting<br />
het interieur van het theater stonden verscheidene<br />
kolommen die waren versierd. Het theater<br />
is onder te verdelen in drie lagen. Op de begane<br />
grond stonden de Dorische halfzuilen, de oudste<br />
en simpelste versiermethode van een zuil. Op de<br />
eerste verdieping staan Ionische halfzuilen met de<br />
kapiteel versierd met krullen. Men vermoed dat<br />
op de bovenste verdieping Korinthische halfzuilen<br />
werden gebruikt. Bij Korinthische zuilen is het<br />
kapiteel versierd met allemaal bladeren versierd.<br />
Dit is niet zeker, doordat het theater werd gereconstrueerd in de Middeleeuwen. Hierbij is de<br />
bovenste laag van de zitplaatsen en zijn de kolommen verwijderd.<br />
4. Na het verval van de Republikeinse instellingen ging de <strong>Rome</strong>inen maar zelden naar<br />
voorstellingen. Grote stukken van Plautus en Terentius werden steeds minder bekeken en<br />
de werken van Seneca trokken teven weinig belangstelling. De theatervoorstellingen bleven<br />
beperkt door kort maar krachtige genrestukjes met elk een ander thema, zoals tragedie,<br />
komedie, poëzie en muziek.<br />
De <strong>Rome</strong>inen begonnen zelf met het aftakelen van het theater van Marcellus. Zo werden<br />
er in 370 na Chr. enkele grote steenblokken uit het theater gehaald om zo de schade aan de<br />
nabijgelegen Cestius-brug te herstellen. Sindsdien werd het theater tot de 12e eeuw verder<br />
afgebroken. Toen ging de adellijke <strong>Rome</strong>inse families zich verstoppen in de ruïnes. Ze moesten<br />
zich verstoppen omdat ze in strijd waren met de pausen en keizers. Na 1400 kwam het<br />
gebouw in handen van de familie Savelli. Die liet er vervolgnes een woonverdieping opbouwen<br />
door de architect Peruzzi. In de 16e eeuw werd het gebouw omgevormd tot een paleis<br />
voor de familie Orrsini. Nu zijn er appartementen van gemaakt welke nog steeds bewoond<br />
kunnen worden.<br />
5. Het theater bestaat uit twee ringen. In de middelste halve cirkel stond het orkest dat het<br />
toneelstuk begeleidde. Daarachter stond het scenario waar het toneelstuk zich afspeelde. Dit<br />
scenario was altijd hetzelfde, maar soms werd er enkele kleine aanpassingen gedaan voor<br />
een bepaald toneelstuk. Achter het scenario was nog een gedeelte waar de toneelspelers<br />
konden omkleden en eventuele hulpstukken van de voorstelling opbergen. In het gehele<br />
theater was bijna geen verlichting te vinden waardoor je het theater kunt zien als een open<br />
ruimte met een stenen muur erom heen.<br />
6. De bouw van het Theater van Marcellus begon al onder Julius Caesar. Hij keurde het<br />
bouwterrein goed en liet het bouwterrein vervolgens ontruimen. Voordat er met de bouw<br />
van het theater was begonnen was Julius Caesar vermoord. Het theater werd voltooid in<br />
11 v. Chr onder keizer Augustus. Deze wijde het theater ter ere van zijn neef en schoonzoon<br />
Marcus Marcellus. Marcellus stief vijf jaar voor de voltooiing van het theater. Na 1400 is de<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong> 148
21 Teatro di Marcello<br />
derde verdieping van het tegenwoordige gebouw<br />
verbouwd tot een luxe woonverdieping en ging de<br />
familie Savelli in het theater wonen. In de 16e eeuw<br />
werd het theater verbouwd tot een paleis van de<br />
familie Orrsini.<br />
7. Doordat het senaat theaters op een vaste plaats verboden<br />
had, werden er voorheen afbreekbare houten theaters<br />
gebruikt voor voorstellingen. Tijdens de tijd van de <strong>Rome</strong>inse<br />
Republiek werden theatervoorstellingen echter steeds populairder. Na de bouw van het<br />
theater van Pompeius, werden er steeds meer permanente voorzieningen gebouwd voor de<br />
<strong>Rome</strong>inen, onder deze voorzieningen viel het theater van Marcellus. Na het vallen van de<br />
Republikeinse instellingen ging het <strong>Rome</strong>inse publiek nog maar zelden naar voorstellingen.<br />
Hierdoor had het theater geen enkele functie meer waardoor men begon met het langzaam<br />
slopen van het theater. Toen er nog maar een kwart van de oorspronkelijke halve cirkel stond<br />
trok de familie Savelli er in. Deze lieten een woonverdieping op de derde verdieping bouwen.<br />
Deze woonverdieping wordt nog steeds verhuurd en bewoond. Een kamer is te huren van 90<br />
tot 130 euro. De bogen werden vroeger gebruikt door kleine kraampjes waar de inwoners van<br />
<strong>Rome</strong> hun boodschappen konden doen.<br />
8. Het theater was voornamelijk gebouwd met wit Travertin en marmer. Travertin is een<br />
soort kalksteen, afkomstig uit Tivoli. Deze steensoort werd veel in de buurt van <strong>Rome</strong><br />
gebruikt in de bouw. Het marmer werd vooral gebruikt als bekleding het theater. Naast het<br />
witte Travertin en marmer werd een typisch soort metselwerk uit de oude <strong>Rome</strong>inse architectuur<br />
gebruikt. Dit metselwerk staat bekend als opus akkerslak.<br />
Het bestaat uit diamantvormige bakstenen van tufsteen.<br />
Deze werden op een muur geplakt met cementspecie.<br />
Dit werd net als het marmer gebruikt voor de<br />
bekleding van het theater.<br />
Het theater ligt aan de rivier de Tiber. Door<br />
deze rivier werd de grond onder het theater<br />
drassig. Hierdoor zakte het theater in de<br />
loop der jaren een paar centimeter. Met<br />
balken is de fundering op meerder plekken<br />
versterkt .<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 149
22 Terme di Diocleziano<br />
Opdrachtgever<br />
Keizer Maximianus (Sirmium 249-310) is de opdrachtgever van het “Terme<br />
di Diocleziano”, de Thermen van Diocletianus. Maximianus was in macht<br />
de mindere van zijn medekeizer Diocletanus (244-311), waarnaar de thermen<br />
werden genoemd. Maximilianus maakte carrière in het leger, waar<br />
hij bevriend was met Diocletianus. Diocletianus, sinds 284 keizer, besloot<br />
dat het rijk te groot was om in zijn eentje te regeren. Daarom benoemde<br />
hij in 285 Maximianus tot Caesar en een jaar later tot medekeizer. Diocle-<br />
tianus bestuurde het oosten en Maximianus het westen. In 293 benoemde<br />
Diocletianus twee Caesars, Galerius en Constantius I Chlorus om respectievelijk hemzelf en<br />
Maximianus te ondersteunen, en als opvolgers. Deze leiderstructuur wordt de Tetrarchie<br />
genoemd. Op 1 mei 305 gingen zowel Diocletianus als Maximianus met pensioen en traden<br />
af. Van Maximianus was dit mogelijk niet geheel vrijwillig, maar onder druk van Diocletianus<br />
zwichtte hij toch. Diocletianus had voor zijn aftreden al een paleis laten bouwen om na zijn<br />
pensionering in te kunnen gaan wonen. Diocletianus stierf hier op 3 december 311. Eind juli<br />
310 was Maximianus overleden, door zelfmoord of in vermoord in opdracht van de toenmalige<br />
keizer Constatijn.<br />
Tiromfboog van de Tetrarchie, Tunesië Paleis van Diocletanius, Kroatië<br />
Gebouwanalyse<br />
1. De thermen van Diocleziano liggen aan de Via Enrico de Nicola 79, een drukke weg. De<br />
thermen zelf vallen niet goed op in de straat. Ze zijn niet meer compleet en op het terrein van<br />
Diocleziano zijn meerdere gebouwen gebouwd. Hier staan onder andere de kerk Santa Maria<br />
degli Angeli en Hotel Diocleziano.<br />
2. Het gebied van de thermen was ongeveer 380 bij 370 meter groot. Het hoofdgebouw was<br />
250 bij 180 meter groot. Hier in stond een grote water<br />
bak in de vorm van een trapezium. De bak was<br />
meer dan 91 meter lang en stond aan de noordoostelijke<br />
zijde van het hoofdgebouw. De laatste resten<br />
werden gesloopt in 1876.<br />
Ligging van het complex<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Paul Hoondert<br />
Keizer Maximianus<br />
3. De thermen zijn gebouwd in Romaanse stijl. Dit<br />
is te zien aan de vele massieve muren met kleine<br />
<strong>Rome</strong> 150
22 Terme di Diocleziano<br />
complex waren ook verscheidene zuilengalerijen.<br />
ramen. De entree van het complex<br />
was aan de noord-oost kant.<br />
Hier kwam men in het complex<br />
en kon men doorlopen om in<br />
het badhuis te komen. Hierin<br />
zitten veel kleine hoge ramen<br />
afgewisseld met een aantal grote<br />
ramen. De ramen zijn rechthoekig,<br />
met een kleine boog aan de<br />
bovenkant, wat past geheel bij<br />
de Romaanse bouwstijl. In het<br />
4. Het complex is gebouwd vanaf 298 en werd in 306 ingewijd. Het is het grootste thermencomplex<br />
uit de oudheid. Er konden 3000 mensen tegelijk baden. Tijdens een belegering van<br />
<strong>Rome</strong> in 537 werden de aquaducten afgebroken en daarna niet meer gerestaureerd. De thermen<br />
kregen hierdoor geen water meer aangevoerd. In de stad ontstond een groot tekort aan<br />
drinkwater waardoor de populatie van <strong>Rome</strong> sterk terugliep. De gebouwen werden beroofd<br />
van veel nuttig bouwmateriaal. Na eeuwen van verval zijn een aantal gebouwen van de thermen<br />
bewaard gebleven en kregen een nieuwe functie. Het hoofdgebouw werd een Christelijke<br />
kerk, de Santa Maria degli Angele e dei Martiri. De kerk werd tussen 1563 en 1566 gebouwd<br />
door Michelangelo in het tepidarium, frigidarium en enkele omliggende ruimten. De kerk is<br />
gewijd aan engelen en aan de christelijk martelaren die volgens de overlevering gestorven<br />
waren bij de aanleg van de thermen. In een ander gedeelte van het gebouw is in de 16e eeuw,<br />
waarschijnlijk door een leerling van Michelangelo, een kartuizerklooster gebouwd met grote<br />
en kleine zuilengang. Het oorspronkelijke grondplan werd gewijzigd bij de aanbouw van een<br />
kloostergang. Tussen 1586-1589 werd het caldarium en de zuidelijke hoek van het gebouw in<br />
opdracht van paus Sixtus V afgebroken met behulp van springstof. Daarna heeft de paus de<br />
ruimten gebruikt voor nieuwe doeleinden. Hij vestigde<br />
hier een paleis voor zijn zuster. In 1598 werd<br />
er in een van de bijgebouwen een tweede kerk<br />
gebouwd, de San Bernardo alle Terme. Deze kerk<br />
werd gevestigd in een van de cirkelvormige spheristeria<br />
in de buiten muur van het badhuis. Deze<br />
bevonden zich aan de kant van het grote exedra,<br />
waar zich nu het Piazza della Repubblica bevindt,<br />
in de westelijke hoek van het thermencomplex.<br />
5. De thermen hebben een uitgebreide plattegrond<br />
door de grootte van het complex, en<br />
omvatten ongeveer 13 hectare. De basiliek is in<br />
het midden van het complex gebouwd. Deze<br />
ruimte was eerst de belangrijkste ruimte van het<br />
thermencomplex. Naast deze ruimte was het te-<br />
Plattegrond van het complex<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 151
22 Terme di Diocleziano<br />
San Bernardo della Terme<br />
pidarium waar<br />
de bezoekers<br />
rustig konden<br />
ontspannen<br />
bij gematigde<br />
tempraturen.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
De kerk behoudt in grote gedeelte het oude uiterlijk van<br />
de thermen, ondanks de wijzigingen van Michelangelo<br />
in de 16e eeuw, en vooral die van Luigi Vanvitelli in de<br />
achttiende eeuw. De grootste wijzigingen waren de<br />
verhoging van de vloer en de toevoeging van verschillende<br />
bakstenen kolommen met stucwerk dat graniet<br />
imiteert. De basiliek bevat tevens twee hallen ten<br />
noordoosten van de centrale hal en de basiliek heeft ook een deel van de Natatio ingenomen.<br />
In deze ruimte stond een zwembad. Hieronder lag het caladarium, een heet bad. De Museo<br />
della Terme is gevestigd in een groep kamers tussen de basiliek en het Palaestra, dit was een<br />
sportveld. Er waren ook verscheidene Auditoria in het complex. Deze werden gebruikt voor<br />
theater en culturele doeleinden, maar bijvoorbeeld ook voor politieke debatten. Bij is het<br />
best bewaarde Auditoria te zien, deze heeft nog steeds zijn authenieke mozaieke vloer. In het<br />
complex was ook een groot planetarium. In het zuiden van het complex waren op de hoeken<br />
twee ronde gebouwen, ook wel rotunda’s genaamd. Deze twee gebouwen waren speciaal<br />
voor balspelen bij de kerk Sant Bernardo della Terme. De muren van de tweede rotunda zijn<br />
nog steeds te zien op de hoek van de Via Viminale en het Piazza dei Cinquecento. Tussen<br />
deze twee gebouwen stond het grootste Auditoria van het complex en werd gebruikt als<br />
theater maar ook als tribune voor sport-wedstrijden.<br />
6. De opdrachtgever van het thermencomplex is keizer Maximianus. De eis van de keizer was<br />
dat het complex plaats moest bieden aan ongeveer 3000 personen die tegelijkertijd konden<br />
baden in het badhuis. Ter vergelijking: van het op één na grootste complex, de thermen<br />
van Caracalla, uit het begin van de derde eeuw, konen slechts 1600 mensen tegelijk gebruik<br />
maken.<br />
7. De Esquiline, Quirinal en de Viminal waren<br />
de meest dichtbevokte wijken van het<br />
oude <strong>Rome</strong>. Het is dan ook niet verwonderlijk<br />
dat de thermen van Diocleziano, de<br />
grootste ooit gebouwd te <strong>Rome</strong>, gebouwd<br />
werden in het Noord-Oosten van dit gebied.<br />
De bevolking kon zich in de thermen<br />
wassen, sporten en naar sport kijken. Nu<br />
worden de thermen niet meer gebruikt<br />
waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld waren.<br />
Wel zijn de thermen van Diocleziano de<br />
best bewaard gebleven thermen van <strong>Rome</strong>.<br />
“Waar doen badinrichtingen je aan denken?<br />
Olie, zweet, vuil, vet water, kortom alles<br />
wat walgelijk is. Zo is het ook met het leven<br />
in al zijn facetten, zo zijn alle stoffelijke<br />
dingen daarin.”<br />
Marcus Aurelius<br />
<strong>Rome</strong> 152
22 Terme di Diocleziano<br />
Een deel van de thermen maakt nu deel uit van het Museo Nazionale Romano, gevestigd in<br />
1889, toen de kloosterruimten zijn ontruimd. Het bevat archeologische vondsten die na 1870<br />
gevonden zijn in <strong>Rome</strong>. Vanaf 1997 is een groot deel gewijd aan de epigrafie (inscripties).<br />
8. Het complex is gebouwd met vrij simpele materialen en bestaat vooral uit bakstenen. Als<br />
draagstructuur werd ook natuursteen gebruikt. De zuilen werden gemaakt in roodgraniet. In<br />
de Santa Maria degli Angele e dei Martiri zijn er nog steeds acht roodgranieten zuilen die het<br />
dak ondersteunen prominent aanwezig.<br />
info:<br />
Via Enrico de Nicola 79<br />
<strong>Rome</strong><br />
Dagelijks geopend, behalve maandag, van 09:00u tot 19:45u<br />
153
23 Forum: overzicht<br />
Het Forum Romanum was in het <strong>Rome</strong>inse<br />
Rijk, het centrum van de stad. Op het terrein<br />
van ongeveer 600 meter lang en 200 meter<br />
breed werden vooral de politieke en juridische<br />
beslissingen genomen, maar ook waren<br />
er religieuze en commerciële centra. Op het<br />
Forum Romanum staan ruim 40 resten van<br />
gebouwen uit de <strong>Rome</strong>inse tijd. Het Forum is<br />
gelegen tussen het Colosseum en het Piazza de<br />
Campidoglio. Op het Forum Romanum staan<br />
een vijftal triomfbogen, waarvan de “Boog van<br />
Titus” en de “Boog van Severus” de enige zijn<br />
die nog overeind staan. Op het Forum staan ook<br />
nog zes basilica’s, waarvan de “Basilica Aemilia’,<br />
“Basilica Julia” en “Basilica van Maxentius” de grootste zijn. Er staan ook vijftien tempels op<br />
het Forum. De meest bekende zijn die van de Vestaalse Maagden, Tempel van Saturnus en de<br />
Tempel van Venus en Roma. Een deel van het Forum Romanum is tijdens de Grote brand van<br />
<strong>Rome</strong> verloren gegaan, deze brand woedde vijf dagen lang, voordat het onder controle was.<br />
Gebouwanalyse<br />
1. Basilica van Maxentius<br />
Het grootste gebouw van het Forum Romanum heet “Basilica van Maxentius’, dit staat nog<br />
voor een deel overeind maar het grootste deel is al ingestort. Deze basilica is in opdracht van<br />
keizer Maxentius gebouwd. In het jaar 308 is er met de bouw begonnen, maar Maxentius<br />
heeft het gebouw nooit zelf kunnen afmaken, omdat het in de Slag bij de Milvische brug in<br />
312 verloor van zijn rivaal Constantijn de Grote, deze heeft het gebouw wel afgemaakt. Het<br />
gebouw werd vroeger vooral gebruikt voor rechtspraak en voor andere algemene burgerlijke<br />
zaken van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. Het gebouw bestaat uit een grote middenbeuk met een<br />
lengte van 80 meter, de breedte en hoogte zijn respectievelijk 25 meter en 35 meter. Op de<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Martijn Inghels<br />
<strong>Rome</strong> 154
23 Forum: overzicht<br />
plattegrond is te zien dat er aan<br />
beide zijden van de middenbeuk<br />
drie zijbeuken van<br />
16 meter breed en 24,50<br />
meter hoog zijn. De grote<br />
ruimtes werden gemaakt<br />
door middel van bogen<br />
die bovenop grote zuilen<br />
rustten. Het plafond werd<br />
door de tongewelven overeind<br />
gehouden, ook werd er een cassetteplafond gebruikt om gewicht te besparen.<br />
De muren en kolommen waren op sommige plaatsen wel vijf tot zes meter dik en waren<br />
gemaakt van bakstenen en beton. Aan de westgevel was de oorspronkelijke apsis waarin een<br />
groot beeld stond van Constantijn. Later werd er nog een tweede apsis gemaakt in de middelste<br />
zijbeuk van de noordelijke gevel.<br />
2. Tempel van Saturnus<br />
De Tempel van Saturnus is één van de oudste tempels van het oude <strong>Rome</strong>. De<br />
tempel is gebouwd rond 497 voor Christus. De tempel heeft dus ook de grote<br />
brand in het jaar 42 voor Christus meegemaakt in <strong>Rome</strong>. Later is deze hersteld<br />
met de buit van een oorlog die werd gewonnen. Tegenwoordig staan<br />
er nog acht van de twaalf zuilen overeind, maar van de 16 halfzuilen die<br />
het gebouw telde staat er geen één meer recht. De zuilen waren<br />
ge- maakt van graniet dat grijs gekleurd was. De<br />
Ionische kapitelen op de zuilen waren gemaakt<br />
van wit marmer. Op de architraaf, de balk bovenop de<br />
kapitelen, staat de inscriptie “Senaat en <strong>Rome</strong>ins volk hebben<br />
het door brand verwoeste, hersteld’. Dit slaat op de restauratie na de<br />
brand van 42 v. Chr. De vloer en muren zijn bezet met Travertin, een<br />
soort kalkzandsteen. In de tempel was vroeger ook de plaats waar al<br />
het goud en zilver van de <strong>Rome</strong>inen werd bewaard. Het groot archief van<br />
<strong>Rome</strong> bevond zich ook in de tempel, maar werd later overgeplaatst naar het<br />
Tabularium.<br />
3. Basilica Julia<br />
De Basilica Julia ligt aan de linkerkant van de beroemde Via Sacra. De basilica is opgebouwd<br />
uit oude resten van de Basilica Sempronia, die ook op het Forum Romanum stond. Deze Basilica<br />
is ook bovenop de oude resten van de Sempronia gebouwd. De opdracht werd gegeven<br />
door Julius Caesar, daar komt ook de naam Julia vandaan. Na de dood van Julius Caesar heeft<br />
keizer Augustus de opdracht gegeven om het gebouw af te maken en heeft het in gebruik<br />
genomen voor zijn doeleinden, zoals spelen voor de burgers. De lengte van de Basilica is<br />
ongeveer 100 meter en dus langer dan Basilica Maxentius, de totale breedte is rond de 49<br />
meter. Bij de ingebruikname was het maar een paar meter hoog. Dit werd later verder opgebouwd.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 155
23 Forum: overzicht<br />
De grote ruimte in het midden was 80 meter bij 20 meter. En werd<br />
omringd door smalle zijbeuken. Op de randen en in<br />
de galerij van het gebouw stonden veel beelden van<br />
verschillende belangrijke<br />
personen. Van deze beelden<br />
is niks meer over, omdat<br />
het gebouw in de loop van<br />
de tijd vele malen is verwoest, maar<br />
telkens voor een deel weer is opgebouwd.<br />
4. Basilica Aemilia<br />
De Basilica is gebouwd in opdracht van Marcus Fulvius Nobilior en was de handelsplaats<br />
van het oude <strong>Rome</strong> op het Forum Romanum.<br />
In deze handelsplaats werden vooral slaven,<br />
vee en grond verhandeld door de handelaren. Verder<br />
werd er ook recht in gesproken.<br />
Het gebouw ligt tussen de Curia, aan de westkant, en<br />
aan de oostkant de tempel van Antoninus en Faustina.<br />
Het gebouw bestaat uit een zuilenrij aan de voorkant,<br />
de kant van de Via Sacra. Achter deze galerij is er een<br />
muur. In de middenbeuk staan<br />
drie rijen kolommen die doorlopen<br />
tot een eerste verdieping. Daarop staat nog een rij kolommen<br />
die helemaal doorliepen tot het dak. De vloeren van de<br />
Basilica zijn van marmer gemaakt. Het gebouw is na de laatste<br />
instorting niet meer opgebouwd door de inwoners van <strong>Rome</strong>.<br />
5. Tempel van Castor en Pollux<br />
Op het Forum Romanum zijn ook nog drie Korinthische zuilen te zien, dat zijn<br />
de overblijfselen van de Tempel van Castor en Pollux. De tempel is gebouwd ter<br />
ere van de overwinning van een oorlog. Deze oorlog werd gewonnen door Castor en Pollux.<br />
De tempel ligt ten oosten van Basilica Julia, vlakbij de Tempel van Vesta. De tempel heeft als<br />
enige op het Forum Romanum nog Korinthische zuilen. In<br />
de kapitelen van deze zuilen kun je bladeren zien.<br />
De tempel leek veel op de Tempel van Saturnus,<br />
omdat er rondom ook zuilen staan met<br />
middenin de ruimte. De tempel staat op<br />
een podium, daarom waren er trappen<br />
aan de voorkant van de tempel.De<br />
tempel heeft beduidend meer zuilen<br />
dan de Tempel van Saturnus. Het<br />
gebouw is ongeveer 30 meter<br />
lang en 18 meter breed en was 20<br />
meter hoog.De overdekte ruimte was 18<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong> 156
23 Forum: overzicht<br />
meter bij 12 meter. De tempel had vooral ceremoniële functies: zoals religieuze en militaire<br />
ceremonieën. Ook was de senaat actief in dit gebouw.<br />
6. Tempel van Caesar<br />
De Tempel van Caesar is niet zelf door Caesar gebouwd en heeft ook niet<br />
de opdracht gegeven. Bij het overlijden van Caesar is zijn lichaam<br />
gecremeerd. Op die plek is later nog een<br />
zuil van marmer gezet en een altaar. Op<br />
het altaar stond de inscriptie “Ter ere<br />
van de Vader des vaderlands”. Keizer<br />
Augustus heeft later op de plaats van<br />
de zuil en het altaar een tempel laten<br />
bouwen ter ere van Caesar. De tempel werd<br />
geopend in augustus 29 v. Chr. In de loop van de<br />
jaren is de tempel steeds verder afgebroken en staan<br />
er nu alleen nog een paar restanten van het betonnen skelet en<br />
het podium. De marmeren blokken zijn weggehaald om er kerken<br />
en paleizen mee te bouwen. Een deel van de tempel is nog wel<br />
bewaard gebleven en is in het Forum Antiquarium tentoongesteld. De<br />
tempel stond op een verhoogd podium van ongeveer 3,5 meter. Bovenop het eerste podium<br />
stond nog een tweede maar kleinere van ongeveer 2,4 meter. De tempel heeft bovenop de<br />
zuilen Korinthische kapitelen. Het podium kon worden bereikt door twee trappen aan de<br />
zijkant van het gebouw.<br />
7. Tempel van Antoninus en Faustina<br />
De tempel is gebouwd in opdracht van keizer Antoninus Pius, omdat zijn vrouw<br />
Faustina de Oudere was overleden rond het jaar 140.<br />
Op de tempel staat met een inscriptie “Aan de vergoddelijkte<br />
Faustina, bij decreet van de senaat”.<br />
Antoninus heeft maar weinig bouwwerken in<br />
het Oude <strong>Rome</strong> staan, terwijl de andere keizers<br />
de hele stad volbouwden en er overal wel iets<br />
van hen te zien was. Uit reconstructie blijkt dat<br />
op het gebouw twee enorme beelden van Antoninus en<br />
Faustina hebben gestaan. Opmerkelijk aan de tempel is dat de deur<br />
niet op het straatniveau ligt, maar ongeveer 12 meter hoger. De tempel<br />
heeft aan de voorzijde een voorportaal in hexastyl, dat betekent<br />
dat er zes zuilen aan de voorzijde staan die een deel van het gebouw<br />
dragen. Er zijn in totaal 10 Korinthische zuilen van groen marmer.<br />
Deze zuilen zijn 17 meter hoog en dragen de hoofdbalk die vroeger<br />
een deel van het gebouw overeind hield.<br />
8.Tempel van Vesta<br />
De Tempel van Vesta was één van de belangrijkste tempels in <strong>Rome</strong>. De tempel was vlak-<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 157
23 Forum: overzicht<br />
bij het “Huis van de Vestaalse Maagden” gebouwd. Het was een belangrijke<br />
tempel, omdat in het gebouw het vuur brandde dat het hele<br />
jaar aan bleef. Als er een nieuw jaar begon dan werd<br />
het vuur gedoofd en een ander vuur aangestoken.<br />
De tempel werd gebouwd in opdracht van Numa<br />
Pompilius, een koning van <strong>Rome</strong>. Het dak was eerst gemaakt<br />
van stro en takken, zoals veel andere daken in het <strong>Rome</strong>inse Rijk.<br />
Het gebouw werd vaak verwoest door branden, maar is altijd direct<br />
weer opgebouwd of gerestaureerd. In de loop van de tijd zijn<br />
de bouwmethodes verbeterd waardoor het steeds luxer werd<br />
herbouwd. De tempel had een ronde vorm met een diameter van<br />
14,8 meter, onder de vloer was een 5 meter diepe put waarin de<br />
as werd bewaard van voorgaande jaren. Rond de cirkelvormige kern<br />
stonden 20 kolommen met daarop Korinthische kapitelen en waren 4,5 meter<br />
hoog. Tegenwoordig staan er nog maar drie zuilen recht en een deel van de muur, die<br />
gemaakt is van Travertin.<br />
9. Huis van de Vestaalse Maagden<br />
Vlakbij de Tempel van Vesta stond het “Huis van de Vestaalse<br />
Maagden”. Deze vrouwen moesten zorgen voor het vuur<br />
in de Tempel van Vesta. De overblijfselen van het huis zijn<br />
nog steeds te zien. In het gebouw, wat veel op een paleis<br />
leek, waren veel kamers en een atrium in het midden van<br />
het gebouw. Het huis was vooral van baksteen gemaakt.<br />
De afwerking van het gebouw was echter van marmer. Het<br />
gebouw had twee verdiepingen. Op de begane grond waren<br />
zoals gezegd al een binnenplaats. Rond het binnenplein<br />
stonden veel zuilen en beelden. Sommige beelden zijn overgebracht<br />
naar een museum.<br />
10. Tempel van Romulus<br />
De Tempel van Romulus is zoals de naam al zegt voor Romulus gebouwd. Valerius Romulus<br />
was de zoon van de keizer Maxentius. Na zijn snelle dood is er<br />
een tempel voor hem gebouw om hem te eren. Het gebouw is<br />
bekend geworden, omdat het tot op heden goed bewaard is gebleven<br />
en nooit is afgebroken of afgebrand is geweest. De vorm<br />
van het gebouw is rond met aan beide zijden van het gebouw<br />
een halfronde uitbouw, een soort apsis. De deur is van<br />
brons gemaakt en door de jaren heen heeft het<br />
veel geleden van de weersomstandigheden en<br />
is verweerd. Tegenwoordig ziet de deur er dus<br />
groen uit. De zuilen die voor de deur staan<br />
behoren tot de Korinthische orde en hebben<br />
marmeren kapitelen en een traverijnen voet.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong> 158
24 Forum: Colosseo<br />
Gebouwanalyse<br />
1. Het Colosseum ligt aan de west zijde van<br />
rivier de Tiber. In zijn directe omgeving liggen<br />
twee parken, namelijk Parco Ninfeo en<br />
Parco di Traiano. De boog van Constantine<br />
staat tenzuid-oosten van het terrein van<br />
het Colosseum. Hier werden vroeger de gladiatoren<br />
opgeleid voordat ze het gevecht<br />
in de arena aan gingen. Het Colosseum valt<br />
enorm op met zijn kolossale afmetingen en<br />
de typische Romaanse bouwstijl. De omgeving<br />
Het Colosseum<br />
van het Colosseum past geheel bij de bouwstijl van het<br />
gebouw, dit komt doordat de Romaanse bouwstijl ook is gebruikt in de nabij omgeving.<br />
2. Het Colosseum behoort tot één van de meest indrukwekkende bouwwerken uit de <strong>Rome</strong>inse<br />
tijd. Dit amfitheater bood met een omtrek van 527m plaats aan zo’n 50.000 bezoekers.<br />
Het amfitheater was 188 meter lang en 156 meter breed. Hierdoor ontstaat een ovale<br />
vorm die ervoor zorgt dat de capaciteit maximaal is. De tribunes zijn 57 meter hoog en enorm<br />
steil. Hierdoor kregen alle bezoekers een goed beeld van de gebeurtenissen in het theater. De<br />
arena zelf waar de spektakels zich afspeelden heeft een ovale vorm met de afmetingen van<br />
84 meter breed en 56 meter lang.<br />
3. De bouwstijl van het Colosseum is Romaans en bestaat eigenlijk uit alleen maar Romaanse<br />
bogen. Dit was een makkelijk te maken en repeterend “klusje” voor de <strong>Rome</strong>inen.<br />
Dit scheelde veel gewicht en was tevens heel sterk. Het Colosseum is een groot en impulsief<br />
gebouw. Het was zeker een gebouw waar niet omheen gekeken kon worden als men naar de<br />
afmetingen kijkt. De basis bouwelementen van dit gebouw bestaan uit beton- en baksteen.<br />
Oorspronkelijk werden de zitplaatsen van hooggeplaatste rijken versierd met marmer en<br />
ornamenten. Het gebouw had 80 ingangen en een groot gangenstelsel zodat alle bezoekers<br />
makkelijk naar hun plaats konden komen. De bezoekers moesten niet betalen voor hun<br />
komst naar de spelen, maar reserveren was wel noodzakelijk. Op het “ticket” stond de ingang<br />
die je moest nemen en binnen 10 minuten was men op de toegewezen plaats. De Keizer van<br />
<strong>Rome</strong> had een eigen ingang in het Colosseum. De vloer van de arena bestond oorspronkelijk<br />
uit zand. Dit was handig als men de arena onder water wilde zetten. Maar omdat de “droge”<br />
gevechten populairder waren, werd er een houten vloer in gelegd. Daarover werd wel een<br />
laag zand gelegd. Zo was het makkelijker om het bloed van de krijgers en de dieren weg te<br />
halen. Later werd er onder die houten vloer een kelder<br />
aangebracht. Deze kelder diende als plaats om<br />
krijgers en dieren in kooien gevangen te houden.<br />
Door een katrollen systeem kon men die kooien<br />
door de houten vloer in de arena brengen.<br />
4. De functie van het gebouw was het zorgen voor<br />
het vermaak van het <strong>Rome</strong>inse volk door spelen te<br />
De situering van het Colosseum in de omgeving van <strong>Rome</strong><br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 159<br />
door: Boy Fincke en Boy Stockman
24 Forum: Colosseo<br />
houden in de arena. De spelen waren niet zomaar spelen: het ging om leven of dood. Na acht<br />
á tien jaar bouwen werd de opening gevierd met spelen te houden die 100 dagen duurden.<br />
Hierbij zijn vermoedelijk 9000 wilde en tamme dieren afgeslacht en 2000 mensen. Als er<br />
normale spelen werden georganiseerd begon het ‘s ochtends met wilde-dierengevecht.<br />
Waarbij mensen met wilde dieren gingen vechten. Dan was er tussen de middag een pauze<br />
voorstelling waarbij veroordeelden voor de dieren werden gegooid. En ‘s middags was het<br />
hoogte punt met de gladiatoren gevechten. De laatste spelen werden gehouden in 523 na<br />
Chr.. Daarna werd het gebouw nog gebruikt voor het kijken naar jagers die op wilde dieren<br />
jaagde.<br />
De bouw van het Colosseum begon in 72 na Chr. en was in 80-82 klaar. Het gebouw heeft ook<br />
te verduren gekregen met verschillende natuurrampen. In 217 beschadigde een blikseminslag<br />
het bouwwerk zoveel dat er 5 jaar geen spelen gehouden konden worden. Ook hebben<br />
aardbevingen er voor gezorgd dat er meerder keren reparaties aan het gebouw noodzakelijk<br />
waren. Veel later, in de 12e eeuw, gebruikte verschillende pausen en rijken het gebouw als<br />
“groeve” om daar makkelijk marmer weg te halen voor kerken of om te verbranden om kalk<br />
te krijgen. De St. Pieter en Palazzo Venezia werden onder andere van het Colosseum gebouwd.<br />
Dit werd pas gestopt in 1749 toen men inzag dat het Colosseum een grote historische<br />
waarde had. Het gebouw is nu bijna 2000 jaar oud.<br />
5. De doorsnede van het Colosseum is een ingewikkeld, maar handig systeem. Het is een gangensysteem<br />
die de hogere bevolking van de lagere bevolking gescheiden hield. Het gewone<br />
volk zat van boven op het steilste deel van de arena. Naar mate men meer naar beneden zat<br />
kwam men steeds meer bij de hogere standen van de bevolking. Beneden werd het gebouw<br />
ook minder steil, dit is goed te zien in de doorsnede.<br />
Er zijn veel verschillende soorten materialen gebruikt om het gebouw overeind te houden.<br />
De <strong>Rome</strong>inen waren al instaat om beton te maken, maar ook bakstenen en tufstenen zijn<br />
gebruikt om het gebouw te maken. De bovenste verdiepingen zijn van hout gemaakt. Door<br />
deze combinatie van materialen werd er voor gezorgd dat het gebouw niet te zwaar werd.<br />
Het Colosseum heeft een gigantisch fundament onder de grond zitten: deze bestaat uit een<br />
12 meter dik blok beton en afbraakmateriaal met een omtrek van 530 meter en rond dit blok<br />
staat een 3 meter dikke bakstenen muur. Daarboven op lag een marmeren vloer van 90 cm<br />
dik. De draagconstructie, die daar bovenop kwam, is ook te zien in de doorsnede. Het gebouw<br />
staat op een basis van twee trappen. Hier bovenop zijn er drie verdiepingen en een vierde<br />
verdieping met ramen. Er zijn 80 zuilen op elke verdieping en deze vormen een afzonderlijke<br />
ingang van het gebouw. De eerste, tweede en derde verdieping hebben Ionische,<br />
Korinthische en Dorische zuilen tussen de bogen. De 4e verdieping bevat geen zuilen<br />
en bestond enkel uit ramen. Het gebouw mocht niet te zwaar wegen omdat het<br />
op een drassige, moerasachtige ondergrond staat. Daarom is de bovenste<br />
verdieping van het Colosseum gemaakt van hout, dit is nu niet meer te<br />
zien. Het Colosseum staat op de plaats waar ooit een kunstmatige meer<br />
lag, Stagnum. Alle marmeren blokken werden aan elkaar gezet<br />
door middel van ijzeren klemmen, welke nu bijna allemaal zijn<br />
weggeroest. De tribune, die 4 meter boven de arena begon,<br />
werd afgemaakt door de zitplaatsen schuin tegen de<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Doorsnede van het Colosseum<br />
<strong>Rome</strong> 160
24 Forum: Colosseo<br />
constructie aan te plaatsen waardoor er een goed overzicht over de arena<br />
ontstond.<br />
6. Keizer Vespasianus gaf onder zijn heerschappij in 72 na Chr. de opdracht<br />
om het Colosseum te bouwen. Titus Flavius Vespasianus heerste als keizer<br />
over <strong>Rome</strong> van 69 tot 79. Door de ommekeer van het <strong>Rome</strong>inse Rijk en de<br />
door de dood van Keizer Nero in 69 streden een aantal pretendenten om<br />
de titel van keizer. Uiteindelijk werd de soldaat en man van het volk, Vespasianus<br />
gekozen tot keizer. Door het beleid van de keizers voor 69 had Keizer Vespanius<br />
de titel negatieve betekenis. Om dit beeld onder het volk te veranderen<br />
liet hij het Colosseum bouwen. Het Capitool werd onder zijn beleid herbouwd en hij liet een<br />
tempel voor de vrede, en een tempel voor de vergoddelijkte Claudius bouwen Vespasianus<br />
stond bekend als een zuinige en burgerlijke keizer. Hij<br />
kleedde zich met burgerlijke kledij en nam geen<br />
wraak op de mensen die hem de titel als keizer<br />
in de weg stonden.<br />
7.De maatschappelijke waarde van<br />
het Colosseum is zeer hoog. Zo hoog<br />
dat het gebouw op de unesco<br />
wereld erfgoederenlijst staat. Door<br />
deze status zal het gebouw niet<br />
worden afgebroken, maar onderhouden<br />
worden. Het is een grote<br />
toeristische trekpleister waardoor<br />
het de status op de unesco wereld<br />
erfgoederenlijst zich alleen maar<br />
stabieler maakt.<br />
8. Een groot voordeel bij het bouwen<br />
van het Colosseum voor de <strong>Rome</strong>inen was<br />
Plattegrond van het<br />
dat ze al beton konden maken. Het is veel<br />
Colosseum<br />
toegepast, vooral in de gigantische fundering van<br />
dit gebouw. Ook zijn er veel bakstenen en tufstenen gebruikt.<br />
Deze zijn vooral aan de zichtbare kanten van het gebouw gebruikt. De eerste, tweede en<br />
derde verdieping zijn allemaal van beton met bakstenen gemaakt. Deze zijn later afgewerkt<br />
tot tribunes met hout en hoe meer naar beneden hoe mooier de tribunes werden. Zo werden<br />
ze beneden afgwerkt met natuursteen. De vierde verdieping is volledig van hout gemaakt.<br />
Dit is gedaan om veel van het gewicht te besparen, ook was het “maar” voor de armere bevolking<br />
dus was de versiering niet echt van toepassing.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 161
25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />
Ontwerper<br />
De ontwerper van de tempel van Venus en <strong>Rome</strong> is de Italiaanse architect<br />
en keizer Publius Aelius Traianus Hadrianus, beter bekend als Hadrianus.<br />
Hadrianus werd in 67 na Chr. geboren in <strong>Rome</strong> en overleed in het jaar 138<br />
na Chr. in zijn villa te Baiae. Hadrianus was in zijn levensloop architect en<br />
opdrachtgever voor verschillende gebouwen in het oude <strong>Rome</strong>inse Rijk en<br />
keizer van <strong>Rome</strong> in de jaren 117 tot 138 na Chr. Hij groeide op in het gezin<br />
van zijn achteroom, de latere keizer Trajanus. Trajanus zorgde voor zijn<br />
opleiding in <strong>Rome</strong> en Hadrianus maakte carrière in het <strong>Rome</strong>inse leger.<br />
Na de dood van zijn achteroom, werd Hadrianus in 117 na Chr. keizer van<br />
<strong>Rome</strong>.<br />
In plaats van uitbreiding van het <strong>Rome</strong>inse Rijk koos hij voor interne versterking van het rijk.<br />
Hij verbeterde de bestaande infrastructuur en reisde tijdens zijn keizerschap voortdurend<br />
rond als projectleider-inspecteur om zijn veldheren te controleren. Tijdens zijn rondreizen<br />
richtte hij vele steden op en liet opmerkelijke gebouwen bouwen in het <strong>Rome</strong>inse Rijk.<br />
Als architect was Hadrianus op de eerste plaats actief in <strong>Rome</strong>. Zijn bouwactiviteiten daar<br />
zijn beschreven in een bundel van biografische teksten genaamd Historia Augusta. Hadrianus<br />
heeft als architect talloze werken laten uitvoeren maar zette nooit ergens zijn naam op.<br />
Dit heeft hij alleen gedaan op de Tempel van Trajanus, die tijdens de Middeleeuwen vervallen<br />
is. De tempel van Venus en <strong>Rome</strong> heeft hij laten bouwen in 121 na Chr. en is afgerond<br />
in 141. De werken in <strong>Rome</strong> betroffen vooral tempels. Hadrianus liet ook veel werken buiten<br />
<strong>Rome</strong> in het <strong>Rome</strong>inse Rijk bouwen. Hij verfraaide onder andere de stad Athene, verijkte<br />
tempels op de Akropolis en liet aan de noordkant van het <strong>Rome</strong>inse Rijk verdedigingswerken<br />
bouwen.<br />
De tempel van de Olympische Zeus in Athene, is gebouwd tussen 515 BC en 125 na Chr. De<br />
bouw van de tempel is begonnen in 515 v Chr. door Peisistratos en bleef circa 400 jaar onafgemaakt.<br />
In 174 v Chr. werd de tempel door Antiochus IV Epiphanes verder afgebouwd. De<br />
tempel werd afgerond in 125 na Chr. onder leiding van Hadrianus.<br />
Een ander bouwwerk van Hadrianus is de muur van Hadrianus. Deze muur werd gebouwd<br />
van 122 tot 128 na Chr. en is 117 km lang. De muur van steen en plaggen had als doel de noordgrens<br />
van het <strong>Rome</strong>inse Rijk te beschermen en invallen te voorkomen. Daarnaast diende het<br />
ook als machtsymbool van het <strong>Rome</strong>inse Rijk. De muur is niet geheel meer intact maar een<br />
groot middengedeelte er van wel.<br />
Het welbekende Pantheon in <strong>Rome</strong> dateert uit 27 v. Chr. maar werd in 80 na Chr. verwoest<br />
Tempel van Trajanus Muur van Hadrianus Engelenburcht<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Jordy de Feijter<br />
Publius Aelius Traianus<br />
Hadrianus<br />
<strong>Rome</strong> 162
25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />
tijdens de grote<br />
brand in <strong>Rome</strong>. In 125<br />
n. Chr. liet Hadrianus<br />
het pantheon weer<br />
opnieuw opbouwen.<br />
Het gebouw wordt nu<br />
gebruikt als Rooms-<br />
Katholieke kerk en<br />
is het bekendste<br />
pantheon ter wereld.<br />
Het gebouw is vooral<br />
bekend om de centrale<br />
opening in de koepel (de oculus). Een gebouwanalyse van dit gebouw is ook in deze gids<br />
te vinden.<br />
Andere werken van Hadrianus in <strong>Rome</strong> zijn: Engelenburcht(Een analyse van dit gebouw is<br />
ook in deze gids te vinden), Obelisk op de Pincio, Triomfboog van Hadrianus, Tempel van<br />
Trajanus en het Athenaeum (instituut voor hoger onderwijs in het oude <strong>Rome</strong>).<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. De tempel van Venus en <strong>Rome</strong> was een tempel die zich bevond op de heuvel Velia in <strong>Rome</strong>,<br />
nu het huidige Forum Romano. De tempel was de grootste tempel die <strong>Rome</strong> ooit gekend<br />
heeft en was gewijd aan de goden Venus en <strong>Rome</strong>. Een brand in het jaar 307 zorgde voor beschadigingen<br />
aan de tempel. De tempel werd gerestaureerd door Maxentius, het dak van de<br />
tempel dateert uit die tijd. Uiteindelijk zorgde een aardbeving aan het begin van de negende<br />
eeuw ervoor dat er niets van de tempel overbleef. Van de tempel zijn nu nog een paar zuilen<br />
en de grote apsis over. In 850 liet paus Leo IV een kerk op de ruïnes van de tempel bouwen.<br />
De kerk staat nu bekend als de Santa Francesca Romana en is samen met de apsis en de zuilen<br />
nog te vinden op het Forum Romano in het centrum van <strong>Rome</strong>.<br />
2. De tempel van Venus en <strong>Rome</strong> was een <strong>Rome</strong>inse tempel. Het verschil tussen een <strong>Rome</strong>inse<br />
en Griekse tempel zit vooral in de voorgevel. Een <strong>Rome</strong>inse tempel heeft een duidelijke<br />
voorgevel en hoofdingang in tegenstelling tot een Griekse tempel. De hoofdvorm van deze<br />
tempels waren vaak rechthoeken, zo ook de vorm<br />
van deze tempel. Daarnaast bevond er zich op<br />
de tempel een timpaan. Dit is het zadeldak op de<br />
tempel, deze had een driehoekige hoofdvorm. De<br />
tempel met de rechthoekige hoofdvorm had ongeveer<br />
een oppervlakte van 110 bij 53 meter en stond<br />
op een rechthoekig podium van beton met Travertin<br />
van 100 bij 145 meter.<br />
3 + 4. Het bijzondere aan de tempel was dat het<br />
twee voorgevels had. De tempel bestond namelijk<br />
uit twee symmetrische tempelkamers(cella) die<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 163
25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />
ruggelings tegen elkaar aanstonden. Deze tempelkamers hadden<br />
allebei een eigen ingang die zich bevonden in de twee korte<br />
zijden van de tempel waardoor er dus twee voorgevels waren.<br />
Deze voorgevels van de tempel hadden tien witte marmeren<br />
zuilen die ongeveer 1,8 meter dik waren. De zijgevels van de tempel<br />
waren ook identiek en bevatten destijds 20 witte marmeren<br />
zuilen van dezelfde dikte. De tempelkamers die zich tussen deze<br />
zuilen bevonden, hadden ieder weer een identieke voorgevel met<br />
vier zuilen. Op het podium was een peribolus gevormd door een<br />
zuilengalerij wat diende als aanduiding voor de heilige ruimte<br />
rondom de tempel. Deze peribolus bestond uit een muur en een<br />
dubbele rij zuilen van grijs Egyptisch graniet aan de lange zijden<br />
van de tempel. <strong>Rome</strong>inse tempels hadden meestal een zadeldak<br />
met timpaan. Dit was bij de tempel van Venus en <strong>Rome</strong> niet het<br />
geval, deze had een zadeldak zonder timpaan. De twee “muren”<br />
van zuilen die naast de lange zijden van de tempel stonden, hadden<br />
over de lengte van de “muur” ook een zadeldak.<br />
Door de eerder genoemde aardbeving is er bijna niets meer van<br />
de tempel over. Het meeste van de westelijke tempelkamer van<br />
de godin van <strong>Rome</strong> is vervallen en vernietigd. Alleen de apsis van de oostelijke tempelkamer,<br />
waar het standbeeld van Venus heeft gestaan, en de fundamenten met enkele zuilen zijn<br />
nog te zien op het Forum Romano.<br />
5. De indeling van de tempel was uniek, zoals eerder vermeld, had de tempel twee verschillende<br />
tempelkamers, een voor Roma en een voor Venus. Dit was noodzakelijk omdat elke god<br />
of godin volgens de roomse theorie een aparte tempelkamer moest hebben. Deze tempelkamers<br />
stonden niet naast elkaar maar stonden rug aan rug, zo gelegen dat de tempelkamer<br />
van Roma gesitueerd was naar het westen met zicht op het forum en die van Venus naar<br />
het oosten met zicht op het Amphitheatrum Flavium. In de tempelkamer stonden aan elke<br />
kant porfieren kolommen die zorgde voor de ondersteuning van het hoofdgestel. Porfirisch<br />
gesteente is een stollingsgesteente met kleinere kristallen. Door de grote hardheid van het<br />
gesteente, word het op diverse manieren in constructies toegepast. Aan elke zijde waren<br />
vijf nissen te vinden met afwisselend vierkante of ronde ruimtes. In deze nissen bevonden<br />
zich kleinere standbeelden. Naast deze nissen stonden marmeren zuilen. In de apsis(half<br />
ronde ruimtes in het midden van de tempel) stond in de ene tempelkamer een standbeeld<br />
van de godin <strong>Rome</strong> en in de andere cella een<br />
standbeeld van de godin Venus. De daken<br />
van de tempelkamers waren halve bogen met<br />
cassettes(uitsparingen) er in, dit zorgde voor<br />
gewichtbesparing van het dak. Op het terrein<br />
van de tempel waren zilveren beelden van<br />
Marcus Aurelius en Faustina te vinden en een<br />
standbeeld van Minerva. Daarnaast bevond er<br />
zich bij de tempel een altaar, waar bruidspa-<br />
info:<br />
Via dei Fori Imperiali<br />
Openbaar vervoer: Metro (Halte: Colosseo)<br />
Openingstijden winter: 09:00 - 16.30 zomer: 09:00 - 18:30 Toegang: gratis<br />
164
25 Forum: Tempio di Venere e Roma<br />
ren hun offer gaven.<br />
6. De tempel is volledig ontworpen<br />
door Hadrianus en de plannen van de<br />
tempel zijn ook door hem getekend.<br />
Het was meestal gebruikelijk dat hij<br />
alleen opdracht gaf voor het ontwerpen<br />
van een gebouw aan een architect.<br />
Bij deze tempel was dat dus niet<br />
het geval. Een beroemde Griekse architect uit die tijd was Apollodorus.<br />
Hadrianus vroeg aan Apollodorus wat hij van de tempel<br />
vond. Hierop antwoordde de architect dat hij de tempel niet goed<br />
ontworpen vond met betrekking tot de goden, want als de goden<br />
op zouden willen staan, zou dit niet mogelijk zijn. Dit leverde de<br />
architect verbanning van het <strong>Rome</strong>inse Rijk en uiteindelijk ook<br />
beëindig van zijn leven door Hadrianus.<br />
7. De tempel had voor de mensen van <strong>Rome</strong> een belangrijke functie. De tempel was voor<br />
Hadrianus en voor de mensen van <strong>Rome</strong> een eerbetoon aan hun goden Venus en <strong>Rome</strong>. De<br />
tempel was een dagelijkse ontmoetingsplaats en zij konden er hun goden aanbidden. Hierdoor<br />
had de tempel dus een belangrijke religieuze functie. Daarnaast werd er op het altaar<br />
van de tempel offers gemaakt door bruidsparen.<br />
8. De muren van de tempel bestonden uit baksteen en beton die geheel bedekt waren met<br />
marmer. De marmeren zuilen van de voor- en zijgevels gaven een grote en kolossale indruk<br />
van de tempel. Deze zuilen waren van onder wat breder dan boven waardoor de tempel<br />
groter leek. Om de verticale zuilen van de tempel mooi aan te laten sluiten op het horizontale<br />
tussenstuk en de belasting over te brengen, werd er een versierd kapiteel op elke zuil geplaatst.<br />
Aan deze kapitelen is te zien uit welke orde van de klassieke bouwkunst het gebouw<br />
afkomstig was. Dat was bij deze tempel de Korinthische<br />
orde. De tempelkamers in de tempel werden vooral<br />
versierd door vele ornamenten en standbeelden en<br />
het dak door de cassettes. De tempel bevatte<br />
waarschijnlijk geen ramen waardoor er<br />
dus geen zonlicht naar binnen kon<br />
komen. Het podium had als doel de<br />
helling van de grond te overbruggen.<br />
De tempel stond zoals eerder<br />
vernoemd op een heuvel. Dat zorgde<br />
voor een nog groter en kolossaler<br />
uitstraling van de tempel.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 165
26 Keizersbogen: Titus<br />
Opdrachtgever<br />
Volgens de tekst in de wijdingsinscriptie op de attiek is de boog van Titus<br />
gebouwd door keizer Domitianus. Hij was in <strong>Rome</strong> geboren op 24 oktober<br />
54 en was de één na jongste zoon van keizer Vespasianus. Domitianus<br />
zijn oudere broer, Titus, werd opvolger als keizer, toen keizer Vespasianus<br />
overleed. Kort daarna benoemde Titus Domitianus tot zijn opvolger. Na<br />
twee jaar regeren, overleed keizer Titus plots en Domitianus werd keizer<br />
van 81 tot 96 na Christus. Er gingen geruchten rond dat zijn broer hem had<br />
vergiftigd. Domitianus was dus niet erg gewild, maar hij liet zien dat hij<br />
een kundig beheerder en bevelvoerder van het leger was. Zijn eerste daad als keizer was de<br />
vergoddelijking van zijn broer Titus. Ter nagedachtenis aan Titus’ overwinning op de Joden in<br />
Jeruzalem, richtte Domitianus een triomfboog op. Het werd de Titusboog genoemd. Domitianus<br />
heeft als keizer vele nieuwe gebouwen opgericht en oude gebouwen laten renoveren,<br />
zoals het Odeum van Domitianus (82 na Christus) en het Forum van Augustus. Ook heeft hij<br />
het Colosseum voltooid waar zijn vader mee begonnen was. Op 18 september 96 werd keizer<br />
Domitianus vermoord als gevolg van een samenzwering opgezet door de rechters in zijn<br />
paleis.<br />
Odeum van Domitianus, Forum van Augustus, Colosseum<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. Op het hoogste punt van de Via Sacra staat de oudste triomfboog van de stad <strong>Rome</strong>. De<br />
boog van Titus staat in het Forum Romanum, dat in de oudheid het centrum van <strong>Rome</strong> was.<br />
De boog vormde de toegang van het Forum Romanum vanuit het dal van het Colesseum. De<br />
afstand tussen het Colosseum en de boog valt de binnen een paar minuten te belopen. In 81<br />
na Christus werd de boog van Titus gebouwd en was in 85 na Christus af, dat gevierd werd<br />
met grootse festijnen.<br />
2. De boog van Titus heeft als hoofdvorm een enkele boog. De boog is 13,5 meter breed, 14,5<br />
meter hoog en 4,75 meter diep. De doorgang van de<br />
boog heeft een hoogte van 8,3 meter en heeft een<br />
breedte van 5,36 meter. De triomfboog lijkt hoger<br />
dan hij in werkelijkheid is. Tijdens de opgravingen<br />
van het Forum Romanum is de boog door moderne<br />
opgraafmethodes hoger boven de grond komen te<br />
liggen.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Paulien van Es<br />
<strong>Rome</strong> 166
26 Keizersbogen: Titus<br />
3. De triomfboog heeft één<br />
onderdoorgang met daarboven<br />
een inscriptie op de fries:<br />
“Senatus<br />
Populusque•Romanus divo Tito<br />
divi Vespasiani•F(ilio) Vespasiano<br />
Augusto”<br />
De inscriptie betekent: “De<br />
Senaat en het <strong>Rome</strong>inse volk<br />
(hebben deze gewijd aan) de<br />
vergoddelijkte Titus Vespasianus<br />
Augustus, zoon van de<br />
vergoddelijkte Vespasianus.”<br />
Aan de binnenzijden van de<br />
boog zijn twee gebeurtenissen<br />
uit de veldtocht tegen de<br />
joden op grote reliëfvlakken Boog van Titus voor de restauratie in 1822<br />
afgebeeld: de zuidzijde toont het begin van de triomftocht. Hier voeren <strong>Rome</strong>inse legioensoldaten<br />
de kostbaarste stukken van de buit met zich mee, waaronder de zevenarmig kandelaar<br />
en zilveren trompetten uit de Tempel van Jeruzalem. Ertegenover is het hoogtepunt van de<br />
triomftocht te zien: Titus, begeleid door zijn bedienden, de lictoren, staat midden in de door<br />
de stadsgodin Roma aangevoerde quadriga en wordt door de overwinningsgodin Victoria<br />
geprezen.<br />
4. De veldheer kwam niet tijdens de triomftocht onder de boog door, omdat de triomftocht<br />
in 70 na Christus plaats vond en de boog van Titus pas in 81 na Christus gebouwd werd. De<br />
functie van een triomfboog was eerder het herdenken van overwinningen en het vereren van<br />
keizers, daarom worden triomfbogen ook wel erebogen genoemd.<br />
5. De boog wordt verstevigd door vier halfzuilen van marmer. De halfzuilen beginnen niet<br />
vanaf de grond, maar vanaf de façades. De kapitelen zijn composiet en ondersteunen de<br />
attiek. Bovenop de triomfboog stond eeuwen geleden een bronzen beeld van Titus op een<br />
tweewielige wagen met een vierspan en twee ordebewakers die de<br />
paarden begeleiden.<br />
Boog van Titus (Arco di Tito)<br />
De boog heeft een cassetteplafond waar in het midden de apotheose<br />
van Titus staat afgebeeld. Titus wordt door een adelaar naar de hemel<br />
gebracht, wat symbool staat voor de vergoddelijking van Titus.<br />
6. In 1822 Paus Pius VII gaf opdracht om de triomfboog in oorspronkelijke<br />
staat te herstellen door de restaurateurs Raffaele Stern en<br />
later Giuseppe Valadier. Doorvoor moest eerst de hele boog gesloopt<br />
worden. Ontbrekende materialen werden, bij het opbouwen, vervangen<br />
door de donkere soort travertijn. Op de westzijde heeft paus Pius<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 167
26 Keizersbogen: Titus<br />
VII een inscriptie laten maken, die als volgt<br />
luidt:<br />
“Insigne religionis atque artis monumentum<br />
verustate fatiscens Pius Septimus<br />
Pontifex Max(imus) novis operibus priscum<br />
exemplar imitantibus fulcir servarique iussit<br />
anno sacri principatus eius XXIIII”<br />
De inscriptie betekent: “Monument van<br />
opvallend religie en ook kunst door verval<br />
uiteengevallen: Pius de Zevende, Pontifex<br />
Max(imus) door nieuwe werken het oude<br />
exemplaar vervangend heeft opgedragen<br />
dit te versterken en te bewaren. In het jaar<br />
24 van zijn heilige primaatschap.”<br />
7. Het <strong>Rome</strong>inse volk was en is nog steeds<br />
trots op de boog van Titus, vanwege de inname van Jeruzalem in 70 voor Christus. In der tijd<br />
kon het volk onder de triomfboog doorlopen, omdat de boog van Titus toegang gaf aan het<br />
Forum Romanum. Tot voor kort is het niet meer mogelijk om<br />
onder de boog door te lopen, omdat er rondom een hekwerk is<br />
geplaatst.<br />
8. De triomfboog was gemaakt van steen en met marmer<br />
bedekt en is verrassend goed bewaard gebleven in de der tijd.<br />
De boog heeft in de middeleeuwen deel uitgemaakt van een<br />
woonhuis aan de voet van de Palatijn. De boog van Titus diende<br />
als poort voor het fort en was zo ernstig beschadigd geraakt dat<br />
de boog herbouwt moest worden.<br />
Boog van Constantijn (links) en Boog van Titus (achterin)<br />
Gebouwbeschouwing<br />
“De Senaat en het <strong>Rome</strong>inse volk<br />
(hebben deze gewijd aan) de<br />
vergoddelijkte Titus Vespasianus<br />
Augustus, zoon van de vergoddelijkte<br />
Vespasianus.”<br />
Domitianus heeft dit niet letterlijk gezegd.<br />
Hij wilde hiermee wel duidelijk maken dat hij<br />
bewondering had voor zijn broer Titus en zijn<br />
vader Vespasianus, vanwege hun overwinning op<br />
Jeruzalem in 70 na Christus.<br />
<strong>Rome</strong> 168
26 Keizersbogen: Septimius Severus<br />
Opdrachtgever<br />
Ter ere van Lucius Septimius Severus zijn overwinning op de Arabieren en<br />
de Parthen, en zijn tienjarige jubileum, schonk de senaat (en het volk van<br />
<strong>Rome</strong>) een driedubbele triomfboog in 203 na Christus. De boog van Severus<br />
eert zowel de keizer als zijn twee zonen, Caracalla en Geta. Severus<br />
werd geboren op 11 april 145 na Christus, is getrouwd met Julia Domna in<br />
187 en stierf op 4 februari 211 na Christus een natuurlijke dood.<br />
Keizer Pertimax werd in 193 vermoord dat leidde tot een Burgeroorlog van<br />
193 tot 197. Severus kwam meteen terug naar <strong>Rome</strong>, toen hij het bericht<br />
van Pertimax’ dood had ontvangen. In <strong>Rome</strong> werd het keizerschap per opbod aan de hoogste<br />
bieder opgekocht door Didius Julianus. Geschokt op de manier waarop dit gebeurde, riepen<br />
zijn troepen al na 12 dagen Severus uit tot keizer. Didius Julianus werd afgezet en terechtgesteld,<br />
waarna Severus hem als straf onthoofde. De moordenaars op Pertimax werden<br />
Thermen van Caracalla, Tempel van Vesta, Boog van Severus<br />
opgespoord en begingen hetzelfde lot. Elders in het<br />
keizerrijk werden nog twee commandanten uitgeroepen<br />
tot keizer: Clodius Albinus, gouverneur van Britannia, en<br />
Pescennius Niger, gouverneur van Serie. Severus sloot<br />
vrede met Clodius Albinus en bood hem zelfs de titel<br />
Ceasar aan en richtte zich tot Pascennius Niger in het<br />
oosten. In 194 had Severus het gehele keizerrijk onder<br />
controle. Hij benoemde zijn oudste zoon, Caracalla, uit<br />
tot Ceasar en verklaarde Albinus als staatsvijand. In een<br />
van de grootste<br />
veldslagen van<br />
de <strong>Rome</strong>inse<br />
geschiedenis,<br />
versloeg Severus Albinus bij de slag bij Lugdunum<br />
in 197. In 198 veroverde hij, met zijn twee zonen,<br />
Parthia en de hoofdstad Ctesiphon en plunderde de<br />
hele stad leeg. Alle mannen werden gedood en de<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 169
26 Keizersbogen: Septimius Severus<br />
overgebleven honderdduizend vrouwen en kinderen werden<br />
als slaven gevangen genomen. Severus veroverde<br />
naast Parthia ook andere gebieden, zoals delen in Noord<br />
Afrika. Severus heeft de ‘Thermen van Caracala’ laten<br />
bouwen. Zijn vrouw Julia Domna heeft de ‘Tempel van<br />
Vesta’ laten herstellen. In zijn geboortestad Leptis Magna<br />
heeft hij nog een boog laten bouwen, namelijk de ‘Boog<br />
van Severus’.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. De boog van Septimius Severus ligt aan de voet van de<br />
helling van het Capitool en tegelijkertijd aan de westkant<br />
van het Forum Romanum. De triomfboog staat net als de<br />
boog van Titus in het Forum Romanum.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
2. De hoofdvorm van de triomfboog is een driedubbele boog,<br />
waarvan de centrale boog een hoogte heeft van 12 meter en<br />
een breedte van 7 meter. De twee zijdoorgangen een hoogte<br />
hebben van 7,80 meter en een breedte<br />
van 3 meter. De boog zelf is 23 meter<br />
hoog, 25 meter breed en 12 meter diep.<br />
3. Op de voor- en achterkant van de triomfboog<br />
staan reliëf panelen waarop<br />
verschillende stadia van de oorlog tussen de <strong>Rome</strong>inen en de Parthen<br />
beschreven worden. Op het voetstuk van elke zuil is te zien hoe de <strong>Rome</strong>inen<br />
de Parthen gevangen namen. Op de zijden van de hoofddoorgang<br />
zijn twee gevleugelde Victoria’s afgebeeld. Zij dragen trofeeën<br />
Boog van Septimius Severus (Arco di Settimio Severo)<br />
“Maak mijn soldaten<br />
rijk en heb lak aan alle<br />
overige mensen.”<br />
Deze uitspraak gaf Septimius Severus<br />
als advies aan zijn twee zonen om<br />
een succesvolle keizer te zijn. Zo was<br />
Severus ook begonnen met het opbouwen<br />
van zijn regering. Als je maar<br />
genoeg geld aan je soldaten geeft,<br />
zullen ze trouw blijven.<br />
en richten zich naar het sluitstuk op het plafond waar de god van Mars wordt afgebeeld. De<br />
gevleugelde Victoria’s staan symbool voor de overwinning.<br />
4. De boog van Septimius Severus werd in 203 na Christus gebouwd ter ere van Severus<br />
overwinningen en zijn tienjarig jubileum. Toen de triomfboog werd opgeleverd, werd dit uitgebreid<br />
gevierd met grootse festijnen. Severus begeleidde zijn troepen door de triomfboog<br />
en richting het Capitool.<br />
5. Op de voetstukken van de triomfboog staan acht composietzuilen die de boog versieren.<br />
Ze zijn bekroond met een hoge architraaf en dragen de attiek. Tussen de zijdoorgangen en de<br />
attiek zitten vier grote friezen waar de verschillende stadia van de oorlog op staan afgebeeld.<br />
Op de oude munten is te zien dat er voorheen een groep beelden bovenop de boog heeft gestaan:<br />
een bronzen strijdwagen en vierspan met daarin keizer Severus samen met de godin<br />
Victoria en zijn zonen, Caracalla en Geta.<br />
6. Na de dood van Severus werden zijn twee zonen allebei keizer. Ze verdeelden het kei-<br />
<strong>Rome</strong> 170
26 Keizersbogen: Septimius Severus<br />
zerrijk, maar Julia<br />
Domna ,de vrouw van<br />
Severus, probeerde<br />
hen over te halen samen<br />
te gaan regeren.<br />
Julia Domna zorgde<br />
voor een geheime<br />
ontmoeting, zodat de<br />
broers hun ruzie zouden<br />
kunnen bijleggen.<br />
In plaats van de ruzie<br />
bij te leggen, verraad<br />
Caracalla zijn broer en<br />
laat hem vermoorden.<br />
Na de dood van Geta<br />
werd de opdracht<br />
gegeven Caracalla’s<br />
naam van de triomfboog<br />
te verwijderen.<br />
7. De boog van Septimius<br />
Severus is de enigste boog waar toeristen nog onderdoor kunnen lopen. De triomfboog<br />
is ook een van de best bewaarde monumenten op het Forum Romanum. De boog van<br />
Septimius Severus werd geïntegreerd in een kerk, waardoor de triomfboog ongeroerd bleef.<br />
In de 18e eeuw zijn de grote opgravingen begonnen op het Forum Romanum. Er lag een groot<br />
gedeelte onder het zand, waardoor het leek of de boog lager was. Tijdens de opgravingen<br />
werd de triomfboog in zijn oude staat hersteld.<br />
8. De triomfboog is<br />
grotendeels gemaakt van<br />
baksteen en travertijn,<br />
waarna het met marmer<br />
werd bekleed. De groep<br />
beelden die eeuwen<br />
geleden erop hebben gezeten,<br />
waren van brons,<br />
evenals de tekst op de<br />
attiek.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 171
26 Keizersbogen: Constantijn<br />
Opdrachtgever<br />
Als dank voor de overwinning van Constantijn op zijn medekeizer Maxentius in<br />
de slag bij de Milvische Brug in 312 na Christus richtten de senaat en het <strong>Rome</strong>inse<br />
volk een triomfboog op. Zijn volledige naam is Flavius Valerius Aurelius Constantinus<br />
en is omstreeks 280 na Christus geboren in Naissus. Constantijn stierf in<br />
Ancyrona op 22 mei 337 na Christus.<br />
Na de dood van zijn vader, Constantius I Chlorus, riepen zijn troepen Constantijn<br />
uit tot Augustus van het westen in 306. Vanwege het tetrarchie in 305 vroeg hij<br />
Galerius, Augustus van het oosten, of hij erkend mocht worden als opvolger van<br />
zijn vader. Galerius was niet blij met die benoeming, omdat hij Constantijn als een onderkeizer<br />
zag. Daarom gaf hij Constantijn de titel Ceasar, waarop Galerius de titel Augustus van het<br />
West-<strong>Rome</strong>inse Rijk promoveerde aan Severus. Constantijn was voortaan verantwoordelijk<br />
voor een klein deel van het westen: Brittannië, Gallië en Hispania.<br />
Begin 312 had Maxentius de macht in Italië gegrepen. Constantijn trok met zijn leger over<br />
de Alpen en versloeg Maxentius’ troepen in veldslagen bij Turijn, bij Brescia en bij Verona<br />
ondanks dat Constantijn in de minderheid was. Daarna trok Constantijn naar <strong>Rome</strong> waar hij<br />
Maxentius op 28 oktober 312 in de slag bij de Milvische Brug versloeg. Tijdens de strijd tegen<br />
Maxentius liet hij zijn soldaten een symbool op hun schilden. De christenen geloofden dat<br />
dit het labarumsymbool was, wat zou betekenen dat Constantijn zijn overwinning te danken<br />
had aan de god van de christenen. Hij zou zich hebben bekeerd tot het christendom, nadat hij<br />
een visioen had gekregen van de overlevering aan Constantijn. Om de slag bij Milvische Brug<br />
Sint-Jan van Lateranen, Sint-Pietersbasiliek, Basilica van Maxentius<br />
te herdenken werd de boog van Constantijn opgericht en ingehuldigd in 315. Constantijn<br />
richtte de Sint-Jan van Lateranen (324) en de oude Sint-Pietersbasiliek (324) op. Hij voltooide<br />
de Basilica van Maxentius (312) waar Maxentius mee was begonnen.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
1. De boog van Constantijn<br />
staat ten aanzien<br />
van de boog van Titus en<br />
de boog van Septimius<br />
Severus niet in het Forum<br />
Romanum, maar tussen<br />
het Forum Romanum en<br />
Gebouwbeschouwing<br />
Boog van Constantijn (Arco di Constantino)<br />
<strong>Rome</strong> 172
26 Keizersbogen: Constantijn<br />
het Colosseum in. De triomfboog<br />
werd over de Via Triumphalis<br />
gebouwd worden, de weg waarover<br />
alle keizer hun triomftocht<br />
hielden richting het Capitolijn.<br />
2. De triomfboog heeft als<br />
hoofdvorm een driedubbele boog,<br />
waarvan de centrale boog een<br />
hoogte heeft van 11,5 meter en<br />
een breedte van 6,5 meter. De<br />
zijpoorten hebben een hoogte van<br />
7,4 meter en een breedte van 3,4<br />
Onderste helft: Constantijns leger belegert de stad Verona<br />
meter. De hele triomfboog heeft<br />
een hoogte van 21 meter, een breedte van 25,7 meter en een diepte van 7,4 meter.<br />
3. Er zitten tien medaillons op de boog, waarvan er acht op de voor- en achterkant en twee op<br />
de zijkanten zitten. Onder die medaillons en boven de zijpoorten wordt door middel van een<br />
fries Constantijns activiteiten afgebeeld. Deze randversiering gaat rondom de triomfboog<br />
en begint op de westzijde. Daarop is te zien dat Constantijn met zijn leger vertrekt vanuit<br />
Milaan naar het zuiden.<br />
Als u de hoek omgaat naar de zuidzijde, is Constantijns leger bezig met de belegering van<br />
de stad Verona. Constantijn wist de stad Verona na een strijd op twee fronten in te nemen<br />
en ging daarna door naar <strong>Rome</strong> waar Maxentius zich bevond. Maxentius was van plan zich<br />
schuil te houden in de stad. Hij had grote voorraden in de stad aangelegd en liet enkele<br />
toegangsbruggen afbreken, zoals de Milvische brug aan de noordzijde van de stad. Op het<br />
moment dat Constantijn vanaf het noorden naderde, besloot Maxentius toch de strijd aan<br />
te gaan en liet met boten een noodbrug over de Tiber bouwen. Boven de rechtse zijpoort aan<br />
de zuidzijde is de confrontatie tussen de twee legers te zien. Uiteindelijk probeerde het leger<br />
van Maxentius te vluchten over de wankelende brug van boten. Maxentius en een groot deel<br />
van zijn leger waren in de Tiber gevallen en verdronken vanwege hun zware wapenuitrusting.<br />
Op de oostzijde van de triomfboog ziet u Constantijns leger <strong>Rome</strong> binnen rijden, gevolgd<br />
door Constantijn die<br />
op een zegekar zit.<br />
Normaal gesproken zou<br />
de triomfator op zijn<br />
tweespan staan tijdens<br />
zijn triomftocht. De<br />
reliëfs op de noordzijde<br />
laten Constantijns goede<br />
keizerschap zien in<br />
het Forum Romanum.<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 173
26 Keizersbogen: Constantijn<br />
Hij spreekt onder andere het volk toe op het verhoogde spreekgestoelte en<br />
geeft geld uit aan het volk. Op de achtergrond zijn gebouwen te zien, zoals<br />
de Basilica Julia en de drie bogen van Severus Septimius’ triomfboog.<br />
4. De boog van Constantijn werd door verschillende redenen opgericht. Het<br />
moest als pronkstuk dienen voor de gedurende de decennia. In 312 werd<br />
de bouw begonnen, vanwege de overwinning van de slag bij de Milvische<br />
brug. De triomfboog moest in drie jaar klaar zijn, omdat Constantijn dan<br />
zijn tienjarig jubileum zou worden gevierd. Nog een reden voor de oprichting<br />
was dat de boog de triomf symboliseert van het christendom over de<br />
traditionele <strong>Rome</strong>inse godsdienst. Constantijn was de eerste christelijke<br />
keizer van het Rijk. Hij hield weliswaar vast aan heidense rituelen en werd pas op zijn sterfbed<br />
gedoopt, maar hij heeft zijn aanhang van het christendom op verschillende manieren<br />
getoond.<br />
5. De vier voetstukken dragen de hele triomfboog. De acht zuilen ondersteunen de drie meter<br />
hoge standbeelden en een klein deel van de attiek. Doordat de triomfboog uit drie bogen bestaat,<br />
worden de verticale krachten in horizontale krachten omgezet. Dit is een zeer stabiele<br />
constructie, waardoor de triomfboog nog steeds overeind staat.<br />
6. Op de beide langste zijden van de boog staat de onderstaande inscriptie. Het is een eis dat<br />
er een toewijding van het Senaat en het volk aan keizer Constantijn op het midden van de<br />
attiek wordt geschreven.<br />
“Imperatori Caesari Flavio Constantino Maximo Pio felici augusto Senatus Populusque Romanus<br />
Quod instinctu divinitatis mentis Magnitudine cum ezercitu suo Tam de tyranno quam<br />
de omni eius Factiome uno tempore iustis Rempublicam ultus est armis Arcum triumphis<br />
insignem dicauit.”<br />
De vertaling luidt: “Aan keizer Caesar Flavius Constantijn, de grootste vrome en gelukkige<br />
Augustus hebben Senaat en Volk van <strong>Rome</strong>, omdat hij door goddelijke inspiratie en zijn grote<br />
geest met zijn leger in een rechtvaardige strijd de staat zowel van een tiran als van al zijn<br />
aanhangers in één keer heeft<br />
bevrijd, deze boog versierd met<br />
triomfen gewijd.<br />
Gebouwbeschouwing<br />
“In hoc signo vincis”<br />
De nacht voordat Constantijn<br />
met zijn leger de slag bij de<br />
Milvische Burg begon, kreeg hij<br />
een visioen dat hij de slag zou<br />
winnen met dank aan de god<br />
van de christenen. Hij liet zijn<br />
leger (volgens de christenen)<br />
het labarumsymbool op hun<br />
schilden aanbrengen en riep<br />
“In hoc signo vincis”. Het<br />
betekent dat Constantijn<br />
met zijn leger in dit teken zal<br />
overwinnen.<br />
7. De triomfboog past goed in de<br />
omgeving. De boog staat dicht bij<br />
het Forum Romanum waar nog<br />
twee bogen te zien zijn en het staat<br />
naast het Colosseum die de meeste<br />
toeristen trekt. De triomfboog trekt<br />
vele toeristen en bezoekers, omdat<br />
er verschillende stukken geschiedenis<br />
op de boog staat. Er zijn voor<br />
de triomfboog versieringen van<br />
<strong>Rome</strong> 174
26 Keizersbogen: Constantijn<br />
andere gebouwen en bogen gehaald. Deze zijn bewerkt, maar als er onderzoek wordt gedaan<br />
over verschillende versieringen, is te zien dat de versieringen uit verschillende tijden komen.<br />
8. De versieringen van de triomfboog zijn niet allemaal in dezelfde tijd gemaakt. Vele van de<br />
versieringen zijn hergebruikt of gestolen van andere werken. De boog van Severus Septimius<br />
heeft zelfs model gestaan voor Constantijns boog. De triomfboog moest immers in drie jaar<br />
gebouwd worden en het was goedkoop. De beelden bovenop de acht zuilen en de reliëfs aan<br />
de binnenzijden van de triomfboog zijn afkomstig van het Forum van Trajanus. De beelden<br />
stellen Dacische gevangenen voor die keizer Trajanus had meegenomen na de overwinning<br />
op Dacië. De beelden hebben eeuwen lang geen hoofd gehad, want de hoofden dateren uit<br />
de achttiende eeuw. Er gaat een gerucht rond dat de stenen hoofden eraf zijn gehaald door<br />
iemand uit de zestiende eeuw.<br />
Op de acht medaillons aan de zuid- en noordzijde zijn keizer Hadrianus en zijn kameraden<br />
te zien. De portretten van Hadrianus zijn allemaal bewerkt, zodat Constantijn erin herkend<br />
wordt. De medaillons zouden afkomstig zijn van de keizerlijke villa in Tivoli.<br />
Boven de zijpoorten op de attiek zijn aan beide zijden vier reliëfs te zien. Een monument<br />
werd ter ere van keizer Marcus Aurelius versierd met deze reliëfs. Op de reliëfs worden militaire<br />
acties tegen de Germaanse stammen van de Quaden en de Marcomannen afgebeeld.<br />
info:<br />
Forum Romanum, Italië, <strong>Rome</strong>, openingstijden gelijk aan Forum Romanum: April - September<br />
dagelijks 9.00u-19.00u; Oktober - Maart dagelijks 9.00u-16.30u. toegang is gratis,<br />
Metro: Coloseo, Bushaltes: 3, 8, 75, 85, 87, 117 of 186<br />
175
27 Castel Sant Angelos<br />
Tot de historische gebouwen van <strong>Rome</strong> behoort ook<br />
het “Castel Sant” Angelo” ook wel de “Engelenburcht”<br />
genoemd. Het ligt op zo’n 600 meter van de Sint Pieter<br />
vandaan. In het oude centrum van <strong>Rome</strong>, direct aan<br />
de oever van de Tiber. Aan de kant van de brug, Ponte<br />
Sant’Angelo bevind zich de ingang. De brug is ook verwant<br />
aan het gebouw. Aan de linkerzijde is de Aureliaanse<br />
muur nog gedeeltelijk zichtbaar. Het “Castel Sant”<br />
Angelo” komt ook voor in het beroemde Bernini mysterie.<br />
In het gebouw schuilden de Illuminati, dichtbij het Vaticaan. Ook op de brug speelde er zich<br />
het een en ander af rondom dit mysterie. Verderop in de gids meer hierover. Zoals duidelijk<br />
zichtbaar is heeft het gebouw een ronde basisvorm met daaronder een vierkant en op elke<br />
hoek een soort van toren. Oorspronkelijk was er alleen de ronde basisvorm en zijn de diverse<br />
uitbreidingen van latere tijd.<br />
De Engelenburcht, dat is de naam die dit bouwwerk tegenwoordig draagt. Oorspronkelijk<br />
was het een Mausoleum maar na een bizar visioen kreeg het de huidige naam. Met der tijd<br />
heeft het verscheidene functies, eigenaren en vormen aangenomen. De oorspronkelijke<br />
bouw ervan geschiedde in de oudheid. Onder leiding van de architect Decrianus werd het<br />
als “Moles Hadriani” in opdracht van Keizer Hadrianus als mausoleum voltooid door Antonius<br />
Pius tussen 135 en 139 na Chr.. Decrianus heeft verder geen gebouwen gerealiseerd. Het<br />
bouwwerk is aan de oever van de Tiber gesitueerd, te midden van het historische <strong>Rome</strong> nabij<br />
het Vaticaan.<br />
Op de afbeelding is een reconstructie zichtbaar van het vooraanzicht van het oorspronkelijke<br />
grafmonument van Keizer Hadrianus in <strong>Rome</strong>. Het gebouw is vrijwel helemaal gemaakt uit<br />
Travertin. Travertin is veelvuldig gebruikt in het oude <strong>Rome</strong>. Het beeld dat bovenaan staat is<br />
een beeld van Keizer Hadrianus met een vierspan en oorspronkelijk uitgevoerd in brons. Op<br />
de begane grond was er vrijwel geen activiteit, op de eerste verdieping is er het monument<br />
en de tweede verdieping had vrijwel geen specifieke functie.<br />
Het bouwwerk bestond destijds uit een 84 meter hoge vierkante sokkel met daarbovenop<br />
een cilinder met een doorsnee van 64m. De bovenkant was bedekt met aarde en er waren<br />
cypressen geplant.In het jaar 590 na Chr. is het “Moles Hadriani” geworden tot de huidige<br />
“Engelenburcht”. De oorzaak hiervoor is de volgende legende.<br />
“Op kerstdag 590 hield paus Gregorius I (paus van 590 tot 604) een grote plechtige kerkelijke<br />
optocht om God te smeken een einde te maken aan de heersende pestepidemie. Tijdens een<br />
smeektocht (processietocht) droeg de paus een afbeelding van de maagd Maria. In een visioen<br />
zag hij boven het mausoleum de aartsengel Michael zijn bebloede zwaard in de schede<br />
steken, wat betekende dat Gregorius” bede was<br />
verhoord en de strijd tegen de pestepidemie voorbij<br />
was. Waarschijnlijk heeft de burcht tijdens deze<br />
gebeurtenis zijn huidige naam “De Engelenburcht”<br />
gekregen. Paus Bonifacius IV (regeerde van 608-615)<br />
liet op de plaats waar de aartsengel zou zijn neergestreken<br />
een kapel bouwen.”<br />
Vanaf dat moment kreeg het de naam “De Enge-<br />
Gebouwbeschouwing<br />
door: Pirmin den Hamer<br />
<strong>Rome</strong> 176
27 Castel Sant Angelos<br />
lenburcht”. Een drietal<br />
eeuwen later liet paus<br />
Paulus III een marmeren<br />
beeld maken van de<br />
aartsengel Michael die<br />
symbool stond voor het<br />
visioen. In 1752 werd dat<br />
weer opnieuw vervangen<br />
voor een bronzen<br />
engel die er tot op de<br />
dag van vandaag staat.<br />
In het jaar 271 werd het mausoleum versterkt door de Aureliaanse muur, deze muur werd<br />
gebouwd om <strong>Rome</strong> te beschermen tegen mogelijke aanvallen van barbaarse stammen<br />
en liep door heel <strong>Rome</strong>. Aangezien de Engelenburcht dicht bij het Vaticaan ligt werd het<br />
gebruikt voor de verdediging hiervan en de <strong>Rome</strong>inse adel en burgerij. Het begon daarom<br />
steeds meer op een vesting te lijken door diverse verbouwingen en aanpassingen. Al die tijd<br />
tot omstreeks 1527, toen <strong>Rome</strong> aangevallen werd door Keizer Karel V was het niet belegerd<br />
geweest. 14.000 soldaten belegerden het zes maanden lang. Kort hiervoor probeerde men de<br />
paus, paus Clemens VII hierheen te brengen om deze in veiligheid te brengen. Tijdens deze<br />
poging stierven er 147 personen. Toen de soldaten het verlieten is het vanaf de 15e eeuw tot<br />
1901 gebruikt als gevangenis.<br />
In 1870 werd het officieel overgedragen door het Vaticaan aan het Italiaanse leger, deze<br />
werd weinig tot niet gebruikt. Tot op heden is het een museum, waarvoor de aanpassingen<br />
begonnen rond 1933. Het museum telt nu 58 zalen. Uiteraard zijn het graf van Hadrianus<br />
en de kamers van de paus die in tijde van strijd bescherming zocht in de burcht nog altijd te<br />
bezichtigen.<br />
Het is heel duidelijk te zien dat de onderste bouwlaag het meest massief is. Hoe hoger het<br />
gebouw wordt hoe minder bouwmassa er aanwezig is. Dit omdat de techniek nog niet zover<br />
was in die tijd.<br />
Op de begane grond is er nu, de ingang, diverse workshops, toiletten en een kassa.<br />
Op de eerste verdieping; Ruimte voor kinderen om te spelen, wenteltrap naar boven en een<br />
restaurant.<br />
Op de tweede verdieping; Museum van Volksmuziek, <strong>Rome</strong>ins<br />
handwerk, Cellen, opslagkamers, Cabaret museum en de<br />
ingang van de oude gevangenis.<br />
Op de derde verdieping; een bar, toiletten,<br />
terras en diverse musea. Dit was vroeger die<br />
militaire vloer.<br />
Op de 4e verdieping; een biblotheek, terras<br />
en diverse musea. Dit was het woongedeelte<br />
met veel kamers en veel fresco’s<br />
van Giulio Romano en Perin del Vaga.<br />
Op de 5e verdieping; “Sala della Ro-<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 177
27 Castel Sant Angelos<br />
tonda” en “Sala delle Colonne” en een groot terras.<br />
Het interieur van het Castel Sant” Angelo is erg divers. Er zijn grote zalen met schitterende<br />
fresco’s te zien maar ook kamers bekleed en ingericht met nostalgische houten meubelen.<br />
Bovendien zijn er ook zalen die erg modern en strak ogen en waar allerlei kunst tentoongesteld<br />
staat. Dit geeft een artistieke sfeer aan het gebouw. Dat is iets wat je totaal niet zou<br />
verwachten wanneer je naar de buitenkant kijkt. Op de onderste bouwlagen is er niet echt<br />
veel lichtinval maar op de hogere verdiepingen valt het licht mooi in de diverse zalen en<br />
ruimten.<br />
Begane grond<br />
1. Cortille del Salvatore<br />
2. Ambulacro di Bonifacio IX<br />
3. Cortille delle Fucilazioni<br />
4. Cappella dei Condannati<br />
5. Atrio Romano<br />
6. Rampa elicoidale<br />
eerste verdieping<br />
1. Rampa diametrale<br />
2. Sala delle Urne<br />
3. Parlatoio<br />
4. Prigioni storiche<br />
5. Oliare<br />
6. Silios<br />
tweede verdieping<br />
1. Cortille dell” Angelo<br />
2. Sale di Clemente VIII<br />
3. Sala della Giustizia<br />
4. Sala di Apollo<br />
5. Cappella dei SS. Cosma e Damiano<br />
6. Sale di Clemente VII<br />
7. Cortille di Alessandro VI o del Teatro<br />
8. Cortiletto di Leone X<br />
9. Stufetta di clemente VII<br />
derde verdieping<br />
1. Giretto Coperto e galleria archieologica<br />
2. Stanzette di Pio IV<br />
3. Loggia di Giulio II<br />
4. Giretto Scoperto di Alessandro VII<br />
5. Armeria storica<br />
6. Loggia di Paolo III<br />
7. Sala Paolina<br />
8. Sala di Perseo<br />
9. Sala di Amore e Psiche<br />
4e Verdieping<br />
1. Sala del Tesoro<br />
2. Bibliotheca<br />
3. Sala dell’Adrianeo<br />
4. Sala dei Festoni<br />
5. Cagliostra<br />
6. Appartamento del Castellano<br />
7. Corridoio Pompeiano<br />
5e Verdieping<br />
1. Terrazza dell’Angelo<br />
2. Sala della Rotonda<br />
3. Sala delle Colonne<br />
info:<br />
Lungotevere Castello 50, <strong>Rome</strong> (00193)<br />
Toegangsprijs: 5,00 euro pp.<br />
Openingstijden: 09:00 - 19.00 Kaartverkoop eindigt om 18.30<br />
178
28 Catacombe<br />
Tot het jaar 150 na Chr. werden mensen met verschillende religies naast elkaar begraven. Zo<br />
werden christenen en heidenen gewoon naast elkaar begraven. Toen in <strong>Rome</strong> het Christendom<br />
in opkomst kwam, wilden de christenen hun eigen begraafplaatsen. In die tijd moest je<br />
grond bezitten wilde je in de grond mogen graven. De meeste Christenen waren echter arme<br />
mensen die weinig geld hadden, laat staan grond. De christenen waren dus afhankelijk van<br />
rijke Christelijke families die hun grond wilden afstaan voor het begraven van hun geloofsgenoten.<br />
De bovengrondse begraafplaatsen raakten al snel overvol doordat steeds meer<br />
mensen zich lieten bekeren tot het Christendom. De enige oplossing nu was onder de grond.<br />
Zo ontstond er een ondergronds netwerk aan galerijen en gangen met een geschatte lengte<br />
van ongeveer 900 tot 1200 km. Het jaar 313 na Chr. zorgde voor veel verandering in de catacomben.<br />
De gelovige christenen begonnen de martelaren in de catacomben te vereren. Men<br />
dacht namelijk dat hoe dichter je bij een martelaar of moordenaar werd begraven, hoe meer<br />
kans er was dat je in de hemel kwam. Het gevolg was een opeenhoping van vele graven.<br />
Na 450 werden er geen gelovigen meer in de catacomben begraven.<br />
Gebouwanalyse<br />
1. Van de 52 catacombenstelsels die te vinden zijn in <strong>Rome</strong> kun je de meeste ingangen terugvinden<br />
aan bijna alle, in die tijd, belangrijke wegen. Zo is bijvoorbeeld de hoofdingang van de<br />
catacomben van St. Callistus te vinden aan Via Appia Nuovo, één van de belangrijkste wegen<br />
die leidt naar het centrum van de stad. Hedendaags zijn er nog maar een aantal catacomben<br />
open voor publiek: De catacomben van St. Agnes, St. Priscilla, St. Domitilla, St. Sebastian en<br />
St. Callistus. Ook de catacomben van Praetextaus hebben een rijke geschiedenis. De ingang<br />
van deze catacomben is dezelfde ingang als die van de Joodse catacomben.<br />
De catacomben van St. Callistus zijn volgens vele kenners de belangrijkste onderaardse<br />
begraafplaatsen van <strong>Rome</strong>. De ingang van<br />
deze catacomben is te vinden in Via Appia<br />
Nuova, nummer 110, vlakbij de kruising<br />
met Via Ardeatina. Het eerste systematische<br />
onderzoek en verkenning van deze<br />
catacomben werd verricht door Giovanni<br />
Battista de Rossi. Hij begon met het onderzoek<br />
in 1849.<br />
De catacomben van Callistus werden<br />
gecreëerd in de vierde eeuw na Chr. uit een<br />
vereniging van meerdere groepen van onderaardse<br />
kerkhoven. Van de meeste van<br />
deze onderaardse kerkhoven die toen gevonden<br />
zijn is het duidelijk te merken aan<br />
de symbolen dat het om kerkhoven met<br />
een Christelijke achtergrond ging. Toch<br />
legden niet alleen Christenen ondergrondse<br />
kerkhoven aan. Ook de Etrusken, Joden<br />
en <strong>Rome</strong>inen hadden deze onderaardse<br />
ruimten (hypogea), maar alleen bij de<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 179<br />
door: Rowan Grim
28 Catacombe<br />
Christenen kwam het vaak voor, bij de <strong>Rome</strong>inen was<br />
het een uitzondering. Niet alleen in <strong>Rome</strong> werden<br />
deze catacomben gevonden. In Napels (±200 km<br />
ten zuidoosten van <strong>Rome</strong>), Malta, Sicilië en zelfs in<br />
het Noorden van Afrika werden de catacomben<br />
gevonden.<br />
2. De lengte van de catacomben wordt geschat<br />
op zo’n 1000 kilometer. Het catacombenstelsel<br />
bestaat uit 3 onderdelen: galerijen, crypten<br />
De catacomben van St. Callistus<br />
en grafkamers. Men begon met het maken<br />
van een hoofdingang. Van daaruit werd een trap naar beneden gegraven en vervolgens de<br />
galerijen (gangen).<br />
Men ging te werk volgens bepaalde systemen: Twee hoofdingangen met daartussen gangen<br />
(roostersysteem), de gangen vertakken zich als de twijgen van een boom (twijgsysteem).<br />
Een goed voorbeeld hiervan zijn de catacomben van St. Callistus. Wanneer er geen plaats<br />
meer was op een verdieping, dan groef men gewoon weer verder naar beneden. Catacomben<br />
met vier of vijf verdiepingen en een totale diepte van over de 20 meter komen vaak voor.<br />
3. De buitenkant van de catacomben is niet zichtbaar. Wat wel zichtbaar is zijn de gebouwen<br />
die als ingang dienen voor de catacomben.<br />
De gevels van de ingangen van de catacomben hebben<br />
een hele strakke, rechte uistraling. Als voorbeeld de<br />
ingang van de catacomben van Domitilla. Het totale gevelbeeld<br />
heeft in eerste aanblik een Romaanse stijl. De<br />
lijnen in de gevel lopen door over de gehele gevel. In de<br />
gevel wordt gebruik gemaakt van Ionische kolommen<br />
en halfzuilen. Ionische kolommen en halfzuilen zijn te<br />
herkennen aan kapitelen in een rond gedraaide vorm.<br />
In de gevel zijn ook een aantal half ronde bogen terug<br />
te vinden die veel gebruikt werden in de Romaanse<br />
bouwstijl. De gevel is vorm gegeven in een gebroken<br />
witte kleur. De gebroken witte kleur is kenmerkend voor<br />
veel historische bouwwerken uit die tijd. Dit komt omdat<br />
in die tijd veel met natuursteen zoals marmer werd<br />
gewerkt als bouwmateriaal.<br />
4. Toen de catacomben rond het jaar 200 gemaakt wer-<br />
De entree van de catacomben heeft een fraaie entree den, werden de catacomben gebruikt voor het begraven<br />
van Christenen, Etrusken, Joden en <strong>Rome</strong>inen. De gangen van de catacomben vormen een<br />
ingewikkeld stelsel en vormen ware labyrinten. In de wanden zijn gaten uitgehakt, waarin de<br />
doden werden bijgezet. Deze eenvoudige graven werden Loculi genoemd en werden, wanneer<br />
de doden waren bijgezet, afgesloten met een plaat van terracotta of marmer. Rijkere<br />
Christelijke families hadden eigen grafkamers met rijkelijk versierde wanden. Zij hadden ook<br />
Gebouwbeschouwing<br />
<strong>Rome</strong> 180
28 Catacombe<br />
grotere graven, in de vorm van een boog. Zo’n booggraf<br />
werd in die tijd Arcosolium genoemd.<br />
Deze grafkamers en Arcosolia werden versierd met<br />
muurschilderingen en fresco’s waarin vele vroeg- Christelijke<br />
motieven terug te vinden zijn. Vaak waren het<br />
taferelen als een herder met zijn schapen. Vele van deze<br />
taferelen kon men ook terug vinden in de <strong>Rome</strong>inse<br />
kunst. Ook Bijbelse thema’s zijn er te vinden, zoals<br />
Daniel in de leeuwenkuil. In de fresco’s en muurschilderingen<br />
kan men vaak Christelijke symbolen terug<br />
vinden. Voorbeelden hiervan zijn het anker (hoop),<br />
het kruis (geloof) en de duif (vrede). Wat ook opvalt is<br />
dat er vaak vissen in de fresco’s worden gebruikt. De<br />
vissen verwijzen naar het Griekse symbool Ichthus, wat<br />
het symbool van Jezus Christus is. Vanaf de tweede<br />
eeuw ontstonden er ook catacomben in Napels, Sicilië,<br />
Malta en Noord-Afrika, onder andere in Cyrene. In later<br />
eeuwen werden ook andere onderaardse kerkhoven en<br />
ossuaria als catacomben aangeduid, zoals die te Parijs.<br />
In de catacomben van Callistus werd ook de overleden<br />
paus bijgezet. Deze hadden een bescheiden grafkamer,<br />
in vergelijking met bijvoorbeeld de grafkamer van St.<br />
Cecilia is deze bijna de helft zo groot met een oppervlakte<br />
van ongeveer 40 m2<br />
Soms waren de gangen mooi afgewerk...<br />
Soms ook niet...<br />
5. De structuur van de catacomben is vaak hetzelfde. Boven de grond is de ingang in een<br />
basiliek. In een basiliek zit achterin een trap naar beneden. Wanneer je deze trap afgaat komt<br />
je in een lager gelegen kamer. Deze kamer ligt onder de grond. Vanuit deze kamer kan je<br />
meerdere kanten uit. Als voorbeeld bij de catacomben van Priscilla kan je naar binnen door<br />
de ingang gelegen aan Via Salaria. Hier ga je de trap af en kom je in een vertrek waar je naar<br />
recht kunt (voor de minder belangrijke mensen) en naar links voor de belangrijke personen.<br />
Wanneer je naar links gaat kom je in een groot atrium waaruit je naar verschillende grafkamers<br />
kan. Hier liggen alle “belangrijke” mensen uit die tijd, zoals rijke ambachtslieden. Wanneer<br />
je door deze ruimtes loopt kun je gelijk zien<br />
aan de vele versieringen dat de kamers van rijke<br />
families zijn. Wanneer je in de grafkamers van<br />
de “gewone” burgerij loopt zijn het doodgewone<br />
graven, zonder enige versiering.<br />
6. Door de korte geschiedenis die de catacomben<br />
kende, omdat maar ruim 200 jaar gebruikt<br />
werden is er weinig bekend over wie nu de<br />
werkelijke opdracht heeft gegeven om de<br />
catacomben te laten bouwen. De catacomben<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 181
28 Catacombe<br />
werden uitsluitend gebruikt voor het begraven van<br />
mensen. Dit was in de 200 jaar het enige waar ze<br />
voor gebruikt waren. Wanneer er ruimtegebrek was<br />
in de catacomben, werd er gewoon verder gegraven<br />
en zo ontstonden er nieuwe gangen en grafkamers. Na<br />
deze periode werden er geen mensen meer in begraven<br />
en werden de catacomben gesloten. In 1849 werden de<br />
catacomben voor het eerst weer geopend.<br />
7. In de tijd dat men de catacomben bouwden werd<br />
er maar naar een aantal aspecten gekeken, zoals de<br />
stevigheid (zodat het niet instort). Er werd toen weinig<br />
tot niets gedaan aan bijvoorbeeld verlichting of ventilatie.<br />
Tegenwoordig is er licht aangebracht in de tunnels zodat<br />
alle muurschilderingen en grafkamers goed te bezichtigen<br />
zijn. Ook voor de ventilatie van de tunnels is een oplossing<br />
gevonden. Er zijn namelijk gaten in het plafond van de cata-<br />
comben gemaakt zodat er lucht van buiten naar binnenin de catacomben kan stromen. Wat<br />
duurzaamheid van het “gebouw” betreft zou je kunnen zeggen dat deze catacomben hun<br />
kwaliteiten wel bewezen hebben. Ze gaan al vele eeuwen mee. Tegenwoordig wordt onder<br />
“duurzaam” iets heel anders verstaan. Tegenwoordig wordt er onder duurzaam verstaan dat<br />
het gebouw energiezuinig en milieuvriendelijkheid moet zijn. De catacomben liggen onder<br />
de grond en zijn dus goed bestand tegen temperatuurverschillen.<br />
Toch heeft dit gebouw geen grote maatschappelijke waarde, dit komt door twee redenen:<br />
het ligt onder de grond en is dus minder makkelijk te bezichtigen, zodat weinig mensen weet<br />
hebben van deze catacomben en het heeft niet zo’n belangrijke status zoals bijvoorbeeld het<br />
Colosseum of de St. Pieter.<br />
8. De gebruikte bouwmaterialen van de catacomben zijn vooral natuursteen en andere<br />
steensoorten. Dit omdat de catacomben “uitgehakt” zijn in de grond. De ingangen van de<br />
catacomben heeft ook de materiaalkeuze die je zou verwachten van een Romaans gebouw,<br />
veel natuursteen. Dit komt omdat er in die tijd nog niet zo veel bouwmaterialen<br />
gebruikt werden zoals beton of keramische materialen.<br />
1. De catacomben van Sint-Agnes<br />
2. De catacomben van Priscilla<br />
Adres: Via Nomentana, 349. 00162, <strong>Rome</strong><br />
Adres: Via Salaria, 430. 00199, <strong>Rome</strong>.<br />
3. Catacomben van Domitilla<br />
4. De catacomben van Sint Sebastianus<br />
Adres: Via delle Sette Chiese, 282 /280. <strong>Rome</strong><br />
Adres: Via Appia Antica, 136. 00179, <strong>Rome</strong>.<br />
5. De catacomben van Sint-Callixtus<br />
Adres: Via Appia Antica, 126 00179, <strong>Rome</strong>.<br />
info:<br />
Dagelijks geopend van 08.30 - 12.00 en van 14.30 - 17.00.<br />
Dagelijks geopend van 09.00 - 12.00 en van 16.00 - 18.00. (voor de catacomben van<br />
Sint-Agnes)<br />
Plattegrond van de toegankelijke<br />
catacomben van St. Domitilla<br />
182
29 Santa Maria in Aracoeli<br />
Gebouwanalyse<br />
1. Gesitueerd op een van de 7 heuvels van <strong>Rome</strong> aan de Noordzijde van de<br />
Capitolijn vindt men een Romaanse kerk genaamd Santa Maria Arecouli<br />
voeger bekend onder de naam Santa Maria de Capitolo. Door de verhoogde<br />
plaatsing van de kerk heeft het gebouw in prominente plaats gekregen<br />
in zijn omgeving. Dit effect word versterkt door de grote brede trappen<br />
aan de voorzijde, zo wordt duidelijk gemaakt dat dit gebouw een belangrijke<br />
functie heeft. Helaas valt het gebouw totaal in het niets bij het veel<br />
later gebouwde monument van Victor Emanuel II, Altare della Patria (ook paus ....<br />
bekent onder de plaatselijke bevolking als suikertaart vanwege het witte<br />
marmer). De trap naar de kerk toe bestaat uit 124 marmeren treden die dateren uit 1338. Ze<br />
werden geschonken uit dank voor het eindigen van de pestepedemie. Het eerste dat opvalt<br />
aan het gebouw is de solide ogende,<br />
ietwat sobere Romaanse gevel.<br />
2. In 1412 sierde de eerste openbare<br />
klok van <strong>Rome</strong> de gevel waarvan nog<br />
steeds de sporen in het metselwerk<br />
terug te vinden zijn. Vanaf luchtfoto’s<br />
ziet het geheel er naar gekeken<br />
vanuit een hedendaags perspectief<br />
totaal niet uit als een kerk door te<br />
weinig verfijning en ontbreken van<br />
een toren.<br />
3. De gevel oogt erg sober, de enige<br />
decoraties zijn die boven de toegangen<br />
van de zijbeuken. De gevel is nog niet af: de bedoeling was om de gevel te bedekken met<br />
mozaïek, dit is echter nooit gebeurd. De dakvorm<br />
is een zadeldak (geldt voor veel Romaanse bouwwerken)<br />
voorzien van zogenaamde monniken en<br />
nonnen pannen. De entree bestaat uit een drietal<br />
deuren, een grote deur in het midden waarnaast<br />
twee kleine deuren zitten. Deze geven toegang tot<br />
de zijbeuken, elk met negen kapellen. Aan de rechterzijde<br />
ook een zijuitgang bij enkele graftomben.<br />
De absis is<br />
vierkant gevormd.<br />
4. De Santa Maria in Aracoeli is gebouwd door<br />
Griekse monniken in de zesde eeuw op de restanten<br />
van de aan Juno toegewijde tempel uit 334 v.Chr.<br />
In de tiende eeuw kregen de Benedictijnen het<br />
bouwwerk in bezit. In het jaar 1249 werd het pand<br />
<strong>Rome</strong><br />
Gebouwbeschouwing 183<br />
door: Jorim Sanderse
29 Santa Maria in Aracoeli<br />
info:<br />
aan de Franciscanen overgedragen door de toenmalige<br />
paus in de vorm van een pauselijk decreet. Deze kerk<br />
dankt zijn populariteit vooral aan het relikwie dat tot<br />
1994 hier lag, een olijfhouten beeldje van Jezus wat<br />
genezing zou schenken waarna het traditioneel beloont<br />
wordt met sieraden, het huidige beeldje is slechts een<br />
replica omdat het origineel ontvreemd werd in 1994.<br />
De heilige trap zou volgens een legende tevens zorgen<br />
dat ieder die tijdens de nacht biddend op de knieën de<br />
trap opgaat de loterij wint. De kerk is nu nog steeds in<br />
gebruik als kerk en bedevaartsoort zoals bij de bouw<br />
bedoeld was.<br />
5. Muren zijn versierd met fresco’s in Renaissancestijl<br />
en er is een verguld cassette plafond aangebracht na de<br />
overwinning bij de slag van Lapanto in 1571 waarvan de<br />
overwinningsfeesten ook in dit gebouw plaatsvonden.<br />
Overigs is het altaar uitgevoerd in Barokstijl. Verspreid<br />
in de kerk zijn grafstenen te vinden van bekende personen zoals bijvoorbeeld de op één na<br />
laatste Bosnische koningin Catherine met bijbehorend portret uit de 15de eeuw.<br />
Het gebouw is hoofdzakelijk opgebouwd uit baksteen en voorzien van Romaanse pannen.<br />
Aan de binnenzijde van de kerk kan men 22 zuilen vinden die allemaal hergebruikt<br />
zijn uit eerdere bouwwerken, vandaar dat ze dus ook niet identiek zijn. Op de zuilen rusten<br />
halfronde bogen die de dakconstructie van het middenschip dragen. Het meest indrukwekkende<br />
aan dit gebouw is het interieur. Het is erg overdadig door de vele versieringen. Het is<br />
voorzien van prachtige mozaïeken in een stijl “Cosmatesque” die kenmerkend genoemd mag<br />
worden voor het middeleeuws Italië. Het marmer hiervoor werd verkregen uit de ruïnes van<br />
<strong>Rome</strong>inse bouwwerken.<br />
7. Het gebouw vervult een zogenaamde gebedsfunctie, daarnaast is het tegenwoordig als<br />
toeristische trekpleister ook van grote waarde.<br />
8. Beknopt overzicht van de<br />
gebruikte materialen :<br />
Verschillende kleuren marmer<br />
en Travertin voor kolommen,<br />
vloeren en entree trap. Bladgoud,<br />
hout, verf, kalkpleister en fresco’s<br />
als interieur afwerking voor wand<br />
en plafond. Baksteen en gebakken<br />
dakpannen voor de buitenwand<br />
en het dak.<br />
4 Piazza del Campidoglio 00186 <strong>Rome</strong><br />