HPM 1/08 HPM 1/10 HPM 1/13 - Nilfisk PARTS

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
Gebruiksaanwijzing
HPS UNO
HPS DUO
à chauffage électrique
1-1

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-2
EG verklaring van overeenstemming
Product: Gebruiksaanwijzing
HPM 1/08 80 bar; 12,3 l/min 2,4 kW
HPM 1/10 140 bar; 16,6 l/min 5,3 kW
HPM 1/13 140 bar; 21,6 l/min 6,9 kW
Beschrijving: 380-400 V 3~, 50 Hz
De constructie van dit apparaat voldoet aan de volgende van toepassing zijnde
voorschriften:
EG - machinerichtlijn 89/392/EEC
EG - laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC
EG - richtlijn EMV 89/336/EEC
Toegepaste geharmoniseerde normen:
EN 292
EN 60335-1
EN 50081
Toegepaste nationale normen en technische specificaties:
DIN EN 60335-1
E-DIN VDE 0700 deel 265
IEC 335-2-79
Bellenberg Ingenieur (T.H.) A. Rau
26.09.1996 Chef ontwikkeling

Inhoudsopgave
1 Beschrijving
2 Bediening/Bedrijf
3 Opties
4 Onderhoud/Service
5 Schakelschema's
6 Wap Service
a.u.b. ter kennis nemen ..................................................... 1-4
1.1 Kenmerken, opties ............................................................. 1-5
1.2 Opbouw ............................................................................ 1-6
1.3 Technische gegevens ......................................................... 1-8
1.4 Functieschema ................................................................... 1-9
1.4.1 Functieschema HPM 1/08, 1/10 .......................................... 1-9
1.4.2 Functieschema HPM 1/13 ................................................ 1-10
1.5 Functiebeschrijving ........................................................... 1-11
1.5.1 Functiebeschrijving HPM 1/08, 1/10 .................................. 1-11
1.5.2 Functiebeschrijving HPM 1/13........................................... 1-12
1.6 Spuitinrichting .................................................................. 1-13
1.7 Overzicht van sproeikoppen ............................................. 1-16
2.1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften ..................................... 2-1
2.2 Keuringen en toelatingen ................................................... 2-4
2.3 Bediening .......................................................................... 2-5
2.3.1 Afstandsbediening ............................................................. 2-5
2.3.2 Bedrijfscontrole .................................................................. 2-7
2.3.3 Dagelijkse controle ............................................................ 2-8
2.4 Montage / inbedrijfstelling .................................................. 2-9
2.4.1 Montage / aansluiten ......................................................... 2-9
2.4.2 Inbedrijfstelling en controle van de functie ........................ 2-12
2.4.3 Het buiten bedrijf stellen .................................................. 2-13
zie inhoud ”Opties” ........................................................... 3-0
4.1 Onderhoudsschema............................................................ 4-1
4.2 Belangrijke veiligheidsrichtlijnen ......................................... 4-2
4.3 Onderhoudswerkzaamheden bedienaar .............................. 4-3
4.3.1 Controle van het oliepeil, controle van de olie,
olie verversen .................................................................... 4-3
4.3.2 Filter in de watertoevoer reinigen (HPM 1/13) ..................... 4-3
4.3.3 Handkoppelstuk aan de straalpijp en de hogedrukslang ..... 4-4
4.4 Onderhoudswerkzaamheden / service ................................ 4-4
4.4.1 V-snaar controleren, zo nodig bijstellen .............................. 4-4
4.4.2 Ontkalken ......................................................................... 4-5
4.5 Slijtdelen ........................................................................... 4-7
4.6 Opsporen van storingen ..................................................... 4-8
5.1 Legenda ............................................................................ 5-1
5.2 Schakelschema zonder besturingsprintkaart ........................ 5-3
5.3 Schakelschema met printkaart ........................................... 5-4
5.4 Klemmenschema, opbouw van de schakelkast ................... 5-6
6.1 Garantie ............................................................................ 6-1
6.2 Adressen van Wap in Duitsland / Wap internationaal .......... 6-2
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-3

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-4
Deze handleiding is bestemd
voor het met de bediening
belaste personeel:
Lees de aanwijzingen en
adviezen in deze handleiding
aandachtig door aleer u met
de montage, inbedrijfstelling en
het onderhoud begint. Op deze
wijze bent u van het veilige
bedrijf van de installatie
verzekerd en u optimaliseert de
capaciteit. De volgens deze
handleiding doorgevoerde
onderhouds- en servicewerkzaamheden
zijn in het
belang van uw veiligheid en de
installatie.
Ter wille van ons milieu: Deze installatie is met
inachtneming van de
milieubescherming ontwikkeld
en gebouwd. Daarbij hebben wij
bijzonder veel waarde gehecht
aan een energie-, kosten- en
waterbesparende en uitlaatarme
reinigingstechniek.
De gebruikte kunststoffen zijn
recyclebaar en voorzien van een
materiaal-aanduiding.
© Wap Reinigingssysteme
Redactie en vormgeving:
Thomas Blache
Mediengestaltung
Printed in Germany,
Stand: 03/97
Let op de veiligheidsinstructies!

1 Beschrijving
1.1 Kenmerken, opties De stationaire Wap koud water
HD-reinigingsinstallaties HPM 1/
08, HPM 1/10 en HPM 1/13 zijn
door de grote capaciteit van de
pomp en de hoge werkdruk
bijzonder geschikt voor het
industriële gebruik.
De rustig draaiende vierzuigerpomp
met diamantgeslepen
zuigers van massief keramiek is
gemaakt voor een langdurig
gebruik.
Met een desgewenst verkrijgbare
nood-uit-toets wordt de
installatie door het drukken van
de toets gestopt.
De installatie * ) is voorzien van
een per afstandsbediening
regelbare besturingsmodule die
de volgende opties mogelijk
maakt:
Per afstandsbediening
regelbare besturingsmodule,
afstandsbediening van alle
functies met verlichte toetsen
Bedrijfsurenteller,
registreert de looptijd van de
pomp
Magneetklep in de
watertoevoer,
opent de watertoevoer naar
behoefte, d.w.z. bij bedrijf
van de hogedrukpomp
Watergebrekzekering,
stopt de installatie bij gebrek
aan water, beveiliging tegen
drooglopen
Elektronisch geregistreerde
storingen worden weergegeven
door de rode storingslamp aan
het bedieningsconsole en de
knipperende stoptoets op de
afstandsbediening.
Al naar gelang de aan de
installatie gestelde eisen kan
deze worden voorzien van
nadere opties:
Reinigingsmiddel A,
voor het bijmengen van een
reinigings- of
onderhoudsmiddel in de
hogedrukstraal
Reinigingsmiddel A
(shampoo) en B (hete was),
voor het alternatieve
bijmengen van twee
reinigingsmiddelen in de
hogedrukstraal per druk op
de knop
Drukafvoer,
ontlast en ontziet daardoor
het hogedrukonderdeel van
de installatie via een timerbestuurde
magneetklep bij
langdurige onderbrekingen
Vorstbeveiliging FSS,
beveiligd de installatie ook bij
buitentemperaturen onder
het nulpunt tegen het
bevriezen
Vermogensreductie,
verhoogt de concentratie van
het reinigingsmiddel in de
sproeistraal (bv. voor
voorsproei-, was- en
conserveringsprogramma’s)
Schuimborstel,
uitsluitend in combinatie met
de druk-/hoeveelheid-reductie
(zie boven)
* ) De installatie is ook verkrijgbaar zonder elektronische
besturingsprintkaart. In dit geval zijn de boven genoemde opties
(m.u.v. de nood-uit-toets) niet mogelijk.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-5

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-6
6
7
A
B
®
8 5
8
6
7
A
B
®
R
R
Activering via een
muntautomaat met
programmaschakelaar en
muntchecker,
de installatie wordt door het
inwerpen van een munt timerbestuurd
gedeblokkeerd.
Overschakeling koud/warm
maakt de toevoer van warm
water uit een externe bron
mogelijk.
1
2
4
9
10
11
13
4
5
9,10
11
13
Aansluiting van een tweede
spuitinrichting of een
variopers-spuitpistool
Alle opties kunnen desgewenst
ook achteraf worden
gerealiseerd.
®
1.2 Opbouw 1 Bedieningsconsole
3
3a
3b
2
3
Manometer
Hoofdschakelaar met
controlelampen:
3a Groene bedrijfslamp
3b Rode storingslamp
HPM 1/08, 1/10:
4 Besturingsprintkaart
(uitsluitend bij de electronic
uitvoering)
5 Elektromotor
6 Vierzuiger-hogedrukpomp
met riemaandrijving
7 Vlotterbak
8 Aanzuiging voor
reinigingsmiddel (optie)
9 Drukcontrole
10 Veiligheidsklep
11 Hydroreservoir
HPM 1/13:
4 Besturingsprintkaart
(uitsluitend bij de electronic
uitvoering)
5 Elektromotor
6 Vierzuiger-hogedrukpomp
met riemaandrijving
7 Vlotterbak
8 Aanzuiging voor
reinigingsmiddel (optie)
9 Regelveiligheidsblok
10 Veiligheidsklep
11 Hydroreservoir

16
14
13
15
18
19
20
21
22
23
24
I
O
17 17
12
25
26
27
12 Elektrische aansluitkabel
13 Aansluiting ”koud water”
14 Aansluiting ”warm water”
(optie)
15 Aansluiting hogedrukslang
Afstandsbediening met verlichte
toetsen (uitsluitend bij de
uitvoering met electronic)
16 Stop
17 Start + koud water
18 Omschakeling koud/warm
(optie)
19 Reinigingsmiddel A (optie)
20 Reinigingsmiddel B (optie)
21 Schuimborstel (optie)
22 Vermogensreductie (optie)
Aan/uit-schakelaar (uitvoering
zonder electronic)
22 Stop
23 Aan
24 Start
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-7

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-8
1.3 Technische gegevens
wateropbrengst
werkdruk max.
max. overdruk
max. temperatuur
max. watertoevoertemperatuur
max. watertoevoerdruk
min. watertoevoerdruk
min. diameter watertoevoer
spanning
aansluitwaarde
zekering
beveiligingsklasse
soort zekering
stuurspanning
opnemers geluidsniveau
in een afstand van 1 m
afmetingen ca. (BxDxH)
gewicht ca.
oliesoorten
oliehoeveelheid (pomp)
HPM 1/08
740 l/h
80 bar
150 bar
70 ºC
70 ºC
10 bar
2,5 bar
1/2"
400 V / 3~ / 50 Hz
2.4 kW
16 A T
I
IP X5
24 V
72 dB(A)
842 x 638 x 754 mm
130 kg
Aral Degol BG 220
Shell Omala 220
Mobil Gear 630
Castrol-SP 220
Ucon 50 HB Y 25 *)
0,5 l
HPM 1/10
1000 l/h
140 bar
200 bar
70 ºC
70 ºC
10 bar
2,5 bar
1/2"
400 V / 3~ / 50 Hz
5.3 kW
16 A T
I
IP X5
24 V
72 dB(A)
842 x 638 x 754 mm
150 kg
Aral Degol BG 220
Shell Omala 220
Mobil Gear 630
Castrol-SP 220
Ucon 50 HB Y 25 *)
0,5 l
HPM 1/13
1300 l/h
140 bar
200 bar
70 ºC
70 ºC
10 bar
2,5 bar
3/4"
400 V / 3~ / 50 Hz
6.9 kW
16 A T
I
IP X5
24 V
75 dB(A)
842 x 638 x 754 mm
160 kg
Aral Degol BG 220
Shell Omala 220
Mobil Gear 630
Castrol-SP 220
Ucon 50 HB Y 25 *)
0,5 l
* ) speciale olie bij het gebruik van de installatie in de
levensmiddelensector

1.4 Functieschema
1.4.1 Functieschema HPM 1/08, 1/10
Antivrieszekering
FSS
zie optie 3-4
Reinigingsmiddel
zie opties
3-1 en 3-2
1 filter
2 vlotterklep
3 waterreservoir
4 hogedrukpomp
5 veiligheidsklep
6 drukcontrole
7 hydroreservoir 0,75l/210 bar
8 manometer
4
HP
8
M aandrijfmotor
7
6
5
3 2
HD uitgang spuitinrichting
KW toevoer van zuiver water
1
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-9

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-10
1.4.2 Functieschema HPM 1/13
Antivrieszekering
FSS
zie optie 3-4
Reinigingsmiddel
zie opties
3-1 en 3-2
1 filter
2 vlotterklep
3 waterreservoir
4 hogedrukpomp
5 regelveiligheidsblok
6 drukschakelaar
7 veiligheidsklep
8 hydroreservoir 0,75l/210 bar
9 manometer
5
4
HP
7
9
8
6
M aandrijfmotor
3 2 1
HD uitgang spuitinrichting
KW toevoer van zuiver water

1.5 Functiebeschrijving
1.5.1 HPM 1/08, 1/10
Hoofdmodule:
Aandrijfmotor met
hogedrukpomp, drukcontrolee
met veiligheidsklep en
drukschakelaar, hydroreservoir
De vlotterklepregelt de
toevoer van het water.
De hogedrukpomp zuigt het
water uit het waterreservoir
en leidt het onder druk naar
de hogedruksproeier.
De drukcontroleen de
veiligheidsklepzorgen voor
de controle van de druk en
de beperking hiervan.
Het hydroreservoir
verzwakt drukschommelingen
en voorkomt drukpieken bij
het in- en uitschakelen van de
spuitinrichting.
De fijndoseerkleppen A en
B (optie) dienen voor het
bijmengen van
reinigingsmiddelen en - met
een derde magneetklep -
voor het naspoelen van het
aanzuigsysteem.
Bij het gebruik van een
spuitset met regeling van
de hoeveelheid en druk
(optie) kunnen
waterhoeveelheid en druk
worden geregeld.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-11

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-12
1.5.2 HPM 1/13 Hoofdmodule:
veiligheidsinrichtingen:
Drukcontrole...
Aandrijfmotor met
hogedrukpomp,
regelveiligheidsblok met
drukschakelaar en
veiligheidsklep, hydroreservoir als
bij HPM 1/08, 1/10 (zie 1.6.1)
- HPM 1/08
- HPM 1/10
Regelveiligheidsblok...
- HPM 1/13
echter i.p.v. de drukcontrole met:
Regelveiligheidsblok met
drukschakelaar en
veiligheidsklep zorgt voor
de controle van de druk en
de beperking hiervan.
Functie van de
... regelt de werkdruk; schakelt
de hogedrukpomp bij het
overschrijden van de max.
werkdruk uit, bij het bereiken
van de inschakeldruk in.
... leidt ontoelaatbare hoge
overdruk via een bypass
zonder restdruk terug naar de
zuigleiding van de pomp.
Veiligheidsklep... ... voorkomt een ontoelaatbare
hoge overdruk. Door het
activeren van de klep wordt
de uitstromende vloeistof
veilig afgevoerd.
De De veiligheidsinrichtingen
veiligheidsinrichtingen
zijn zijn door door de de de fabrikant fabrikant
fabrikant
ingesteld ingesteld en en geplombeer
geplombeerd.
geplombeer d.
Het Het verstellen verstellen hiervan hiervan is is niet
niet
toegestaan.
toegestaan.

1.6 Spuitinrichting Afhankelijk van de soort
installatie kunnen de volgende
spuitinrichtingen worden
gebruikt:
®
®
®
Spuitinrichting met
uitschakel-pistool,
voor het in- en uitschakelen
van de hogedrukpomp via de
spuitinrichting (voor alle
installaties).
Spuitinrichting met
coaxiale sproeipijp,
voor het in- en uitschakelen
van de hogedrukpomp en het
regelen van de druk via de
spuitinrichting bij dezelfde
hoeveelheid water (voor alle
installaties).
Vario pers-spuitinrichting,
voor het in- en uitschakelen
van de hogedrukpomp en het
regelen van de druk en de
hoeveelheid water via de
spuitinrichting (uitsluitend
voor installaties voorzien van
een regelveiligheidsblok).
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-13

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-14
Spuitpistool met
uitschakelpistool
Spuitinrichting met
coaxiale sproeipijp
®
De besturing van de
hogedrukpomp:
Door het openen van het
spuitpistool daalt de druk in het
hogedruksysteem. Daalt de druk
onder de ingestelde min. druk,
start de niveauschakelaar of
drukschakelaar aan het
regelveiligheidsblok de
hogedrukpomp. De installatie
werkt met max. vermogen
(werkdruk en waterhoeveelheid).
Door het sluiten van het
spuitpistool stijgt de druk in het
systeem tot op de uitschakeldruk
van de hogedrukpomp.
Alle Wap hogedrukreinigingsinstallaties
kunnen worden
voorzien van de spuitinrichting
met uitschakelpistool.
De coaxiale sproeipijp bestaat uit
twee sproeipijpen die in elkaar
liggen en voorzien zijn van één
sproeier per sproeipijp. Deze
constructie laat een variabele
drukregeling bij een constante
waterhoeveelheid toe. De
voorhanden waterhoeveelheid
wordt daarbij over de beide
sproeipijpen verdeeld.
Alle Wap hogedrukreinigingsinstallaties
kunnen worden
voorzien van deze
spuitinrichting.

Vario persspuitinrichting
®
A
+
--
Bij installaties met een
drukcontrole is een variabele
drukregeling alleen dan mogelijk
als de waterhoeveelheid
constant wordt gehouden. Op
het verminderen van de
waterhoeveelheid reageert de
drukcontrole met een verhogen
van de druk (en omgedraaid).
Daarom kunnen installaties met
een drukcontrole niet worden
voorzien van een vario persspuitinrichting.
Met de vario pers-spuitinrichting
kunnen werkdruk en
waterhoeveelheid direct vanuit
de spuitinrichting worden
gevarieerd.
Het regelen vindt plaats d.m.v.
de stelgreep (A) waarmee een
vario persklep in de
spuitinrichting wordt geopend
c.q. gesloten. Daardoor
verandert de diameter van de
sproeipijp en zodoende de
werkdruk en de doorstromende
waterhoeveelheid.
Uitsluitend installaties met een
regelveiligheidsblok en een
overlaatklep kunnen worden
voorzien van de vario
persspuitinrichting.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-15

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
1-16
1.7 Overzicht van
sproeikoppen
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
Druk
bar
70 - 80
60 - 70
50 - 60
35 - 40
Druk
bar
130 - 140
120 - 130
100 - 110
80 - 90
60 - 70
50 - 60
Druk
bar
130 - 140
100 - 110
80 - 90
60 - 70
Gebruik uitsluitend de genoemde
sproeikoppen. Voor HD-slangen
met een lengte
van meer dan 50 m dient de
eerstvolgende HD-sproeier te
worden gebruikt (i.p.v. 2507 bv.
2508).
Bestelnummer
sproeihoek
15° 30° 60°
7815*)
1507 2507 5007
1508 2508 5008
1509 2509 5009
Bestelnummer
sproeihoek
15° 30° 60°
7811 2506*) 5006
7815
1507 2507 5007
1508 2508 5008
1509 2509 5009
1510 2510 5010
Bestelnummer
sproeihoek
15° 30° 60°
1508 2508*) 5008
1509 2509 5009
1510 2510 5010
7816
*) Standard nozzle from factory
De HD-sproeiers kunnen
afhankelijk van de mate
vervuiling en de
reinigingswerkzaamheden
worden gebruikt. De werkdruk is
afhankelijk van de HDsproeier.
Zie voor de benodigde
HD-sproeier het hierna volgende
overzicht.
Terugslagkracht
N
25
22
20
17
Terugslagkracht
N
43
41
37
32
27
24
Terugslagkracht
N
57
50
45
39

2 Bediening / bedrijf
2.1 Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
In het belang van uw eigen
veiligheid!
De installatie mag uitsluitend
door volwassen personen
worden gebruikt die kennis
hebben van het functioneren van
de installatie en uitdrukkelijk zijn
belast met bedienen hiervan.
Richt de straal nooit op personen
of dieren en vermijd contact met
de hogedrukstraal.
Gevaar voor letsel!
Let er bij het gebruik van de
hogedrukspuit-inrichting op dat er
zich niemand in de gevarenzone
van de straal bevindt.
Tijdens het bedrijf van de
installatie treden er aan de
spuitinrichting terugslagkrachten
op, bij schuin staande spuitlans
bovendien een draaimoment.
Houd de spuitinrichting daarom
stevig met beide handen vast.
Zet de spuitinrichting
(spuitpistool) nooit in de
inschakelpositie vast!
Pas op!
Asbesthoudende en andere
materialen die
gezondheidsgevaarlijke stoffen
bevatten, mogen niet worden
afgespoeld!
Gebruik uitsluitend
gecontroleerde en voor het
gebruik met de installatie
toegelaten Wap veiligheidshogedrukslangen.
Deze voldoen aan de richtlijnen
voor vloeistofstralers en zijn
overeenkomstig gekenmerkt.
Hogedrukslangen mogen niet
worden geknikt, verdraaid of
geklemd. Ook het overheen
rijden is ongewenst.
Werk nooit met een beschadigde
hogedrukslang.
Vervang deze direct door een
originele Wap hogedrukslang.
Slangen mogen uitsluitend door
de fabrikant, de leverancier of
een vakman worden vervangen.
Let bij het gebruik van
reinigingsmiddelen op de
veiligheidsvoorschriften van de
fabrikant.
Overeenkomstig de richtlijnen
voor vloeistofstralers mogen
uitsluitend reinigingsmiddelen
worden gebruikt waartegen de
fabrikant geen bezwaar heeft.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen gevaar voor de
gezondheid veroorzaken of
leiden tot het beschadigen van
de installatie en het te reinigende
object.
Gebruik daarom uitsluitend de in
deze gebruiksaanwijzing
aanbevolen en op de installatie
afgestemde Wap
reinigingsmiddelen.
Lees de veiligheidsvoorschriften
van de fabrikant.
Wij wijzen uitdrukkelijk op het
gevaar door het gebruik van licht
ontvlambare, brandbare, giftige,
bijtende, prikkelende of andere
stoffen die een gevaar voor de
gezondheid betekenen.
Neem a.u.b. de VBG 87 ”Werken
met vloeistofstralers”, de VDMAvoorschriften
24416 voor
hogedrukinstallaties en de
algemene voorwaarden en
richtlijnen in acht.
Gebruik uitsluitend originele
Wap onderdelen.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-1

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-2
Pas op!
Neem bij het gebruik van
reinigings-, fosfateer- en
conserveringsmiddelen de
volgende veiligheidsvoorschriften
in acht:
!!! Lees de informatie van de
fabrikant zorgvuldig door.
!!! Draag een gasmasker bij
dampen die een gevaar
voor de gezondheid
betekenen. Zorg voor een
goede ventilatie!
!!! Vermijd contact met huid!
Draag veiligheidskleding,
bv.
veiligheidshandschoenen.
!!! Na contact met de huid
dient de huid te worden
gereinigd en verzorgd.
!!! Wissel werkkleding direct
zodra deze door
smeerstof is vervuild.
!!! Na oogcontact direct met
veel water spoelen!
!!! Na het doorslikken niet
braken. Waarschuw direct
een arts!
!!! Het negeren van deze
voorschriften kan leiden
tot zwaar lichamelijk
letsel.
Elektriciteit
Controleer de nominale
bedrijfsspanning van de
installatie voordat u deze aan het
net sluit.
Overtuig u ervan dat de op het
typeplaatje aangegeven
spanning overeenkomt met de
plaatselijke netspanning.
Wij adviseren dringend om de
elektrische aansluiting van de
installatie te combineren met een
aardlekschakelaar die de
stroomtoevoer onderbreekt
zodra de lekstroom 30 ms of
langer 30 mA overschrijdt en die
voorzien is van een
aardcontrolestroomkring.
Bij gebruik van een verlengsnoer
dienen alle stroomvoerende
onderdelen (stekker, leiding,
stopcontacten) dusdanig te
worden geplaatst dat de
beveiliging ”waterdicht” niet
wordt aangetast. Dit is ook
mogelijk door een beveiligde
aanleg.
Ga voorzichtig om met
aansluitkabels. Let erop dat
aansluitkabels
!!! nooit worden geknikt
!!! er niets op aansluitkabels
wordt geplaatst
!!! nergens worden
vastgeklemd of geperst.
Voorzichtig!
Spuit de installatie of andere
elektrische apparaten nooit met
water af: gevaar voor personen
en kortsluitingsgevaar.
Raak de stekker en aansluitkabel
nooit met natte handen aan.
Houd de aansluitkabel bij het
insteken in en het uittrekken uit
het stopcontact steeds aan de
stekker vast.
Probeer de installatie niet door te
gebruiken,
te
demonteren
of zelf te
wijzigen als
!!! de aansluitkabel
beschadigd is,
!!! een vreemd voorwerp of
vloeistof in de installatie is
gedrongen,
!!! de installatie niet normaal
functioneert,
!!! abnormale veranderingen
van de bedrijfstoestand
optreden
Neem contact op met de Wap
klantenservice of een
geautoriseerd vakbedrijf!

Afvalstoffen
Restanten uit de filter en het
verbruikte waswater dienen
overeenkomstig de wettelijke
voorschriften en
overheidsbesluiten (Duitse Wet
op de Afvalverwerking) (Gesetz
zur Abfallbeseitigung) te
worden opgeslagen en verwerkt.
Neem voor meer informatie
hierover contact op met uw
leverancier van
koelsmeermiddelen,
booremulsies,
conserveringsmiddelen,
reinigingsmiddelen,
fosfateermiddelen enz.
Neem daarnaast bij de installatie
de DIN-norm1999 (afscheider
voor dunvloeibare stoffen) in
acht.
Bescherming van de
waterhuishouding
Neem bij het gebruik van voor
het water schadelijke stoffen de
Wet op de Waterhuishouding
(WHG) (Wasserhaushaltsgesetz)
en de richtlijnen m.b.t.
installaties voor het opslaan,
vullen en omslaan van voor het
water gevaarlijke stoffen in acht
(Verwaltungsvorschrift zur
Verordnung über Anlagen zum
Lagern, Abfüllen und
Umschlagen wassergefährdender
Stoffe, VVAwS).
Bij de installatie dienen de
Technische Voorschriften voor
Drinkwaterinstallatie (Technische
Regeln für Trinkwasserinstallation)
volgens de DIN-norm 1988, deel
7, pos. 3.3.2 in acht te worden
genomen.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-3

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-4
2.2 Keuringen en
toelatingen
De machine voldoet aan de
geldige
”Richtlijnen voor het werken met
vloeistofstalers (VBG 87)”
(VBG 87 ”Arbeiten mit
Flüssigkeitsstrahlern”).
De machine dient overeenkomstig
deze richtlijnen en de ”UVV -
werken met vloeistofstralers (VBG
87”) zo nodig - echter tenminste
om de 12 maanden - door een
vakman op bedrijfsveiligheid te
worden gecontroleerd.
Bij buiten bedrijf gestelde
installaties kan de controle
worden opgeschort tot de
volgende ingebruikname.
Servicecontracten en contracten
voor regelmatige keuringen kunt
u met ons afsluiten. De
keuringsresultaten worden
schriftelijk bevestigd.
De houder van de installatie is er
voor verantwoordelijk dat voor
elke ingebruikname van de
vloeistofstraler de belangrijke
onderdelen op het juiste
functioneren worden
gecontroleerd. Belangrijke
onderdelen zijn bv.:
veiligheidsvoorzieningen, pomp,
slangleidingen, spuitinrichtingen
en aansluitkabels.
De volledige richtlijnen voor het
werken met vloeistofstralers
(VBG 87) (UVV - Arbeiten mit
Flüssigkeitsstrahlern (VBG 87)
kunnen worden aangevraagd bij
Carl Heymanns-Verlag KG
Luxemburger Str. 449
50939 Köln 41
of bij de desbetreffende
beroepsvereniging.
De installatie werd door de
Duitse technische keuringsdienst
(TÜV) overeenkomstig
VDE 0700 T 265 gekeurd.
De drukvoerende onderdelen van
deze hogedrukreiniger zijn
overeenkomstig § 9 van de
Richtlijnen voor druktanks
(Druckbehälterverordnung) op
voorgeschreven wijze
vervaardigd en hebben met
succes aan een keuring
deelgenomen.
Overeenkomstig VDE 0701 is
voorgeschreven dat op
elektrische apparatuur na
iedere reparatie of wijziging
de aardingsweerstand,
de isolatieweerstand en
de lekstroom
moet worden gemeten.
Tevens dient
een visuele inspectie van de
aansluitkabel
een spannings- en
stroommeting en
een functiecontrole
te worden doorgevoerd.
Neem a.u.b. de VDE- en de
geldige nationale richtlijnen in
acht, o.a. VDE 0105 en
DIN 57 105.
Experts van onze dienst
klantenservice zijn u daarbij
graag behulpzaam.

2.3 Bediening
2.3.1 Afstandsbediening
Electronic uitvoering
HAUPTSCHALTER
ÖFFNEN IN
O - STELLUNG
1
MAIN SWITCH
OPEN IN
OFF - POSITION
I
ON
Bij aflevering door uw Wap
service-vakman is de installatie
vakkundig aangesloten en klaar
voor bedrijf.
De installatie kan direct in bedrijf
worden genomen.
2
A A
B
STOP
A
B
STOP
Bij het onderbreken van de
werkzaamheden (ook van
korte duur) dient de
hogedrukpomp steeds te
worden uitgeschakeld door
het drukken van de
stoptoets.
B
1. Kraan openen.
2. Hoofdschakelaar (1) op de
bedieningsconsole op ”I”.
3. Toets (2) op de
afstandsbediening drukken.
De hogedrukpomp wordt
gestart.
4. Spuitpistool ontgrendelen en
bedienen.
Alle andere functies kunnen nu
m.b.v. de afstandsbediening
worden gekozen:
A Reinigingsmiddel A
bijmengen (optie).
B Reinigingsmiddel B bijmengen
(optie).
Er kan steeds maar één
reinigingsmiddel worden
geselecteerd. Op elk moment
kan van A op B v.v. worden
overgeschakeld.
C Terugschakelen op bedrijf
met zuiver water: toets
drukken.
5. Terugschakelen en
hogedrukpomp uitschakelen:
toets ”stop” drukken.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-5

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-6
Uitvoering zonder
electronic
I
O
HAUPTSCHALTER
ÖFFNEN IN
O - STELLUNG
MAIN SWITCH
OPEN IN
OFF - POSITION
O OFF
Automatische uitschakeling
Na langdurige onderbrekingen
(ca. 10 minuten) wordt de
installatie door de electronische
besturing automatisch
uitgeschakeld. Hierbij wordt
geen rekening gehouden met
looptijden van minder dan 5 sec.
(deze zijn noodzakelijk voor het
constant houden van de druk bij
een ondichte HD-leiding).
Voor het uitschakelen van de
installatie:
6. Spuitpistool openen tot de
druk in het hogedruksysteem
gedaald is (drukvermindering).
De installatie is ook
verkrijgbaar met de optie
”automatische drukafvoer”.
De installatie is ook
verkrijgbaar met de optie
”automatische drukafvoer”.
7. Hoofdschakelaar op ”0”.
8. Kraan dichtdraaien.
Daarom:
Vermijd korte looptijden van
de pomp (van korter dan 5
sec.)!
Voordelen:
automatische uitschakeling
van de installatie functioneert
correct
minder slijtage
de overstroombeveiliging
treedt niet in werking als
gevolg van een te hoge
startstroom
1. Kraan openen.
2. Knevelschakelaar op ”I”.
3. Knevelschakelaar naar rechts
doordraaien (nichtarreterende
positie) - de
installatie wordt gestart. Bij
ingeschakelde installatie
brandt de knevelschakelaar.
4. Spuitpistool ontgrendelen en
bedienen.

2.3.2 Bedrijfscontrole Bij een ingeschakelde installatie
zijn op de bedieningsconsole de
volgende indicaties actief:
A Groende bedrijfslamp brandt:
storingvrij bedrijf.
B Rode storingsindicator
brandt: in de installatie is een
storing opgetreden (zie punt
4.6 het opsporen van
storingen). Tevens knippert de
toets ”Stop” op de
afstandsbediening (uitsluitend
bij de electronic-uitvoering).
Laat de storing door de Wap
service-vakman verhelpen.
C Manometer: geeft de actuele
bedrijfsdruk van de installatie
weer.
Stijgt de druk met ca. 10 bar
boven de werkdruk (bij
geopende spuitinrichting) dient
de machine te worden ontkalkt
(zie punt 4.4.2 ontkalken)
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-7

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-8
A
D Het niveau van het
reinigingsmiddel (optie) dient
afhankelijk van het gebruik
van de installatie dagelijks
meermaals te worden
gecontroleerd.
Aanbevolen waarde:
Zodra het niveau tot op ¼ van
de hoogte van het reservoir is
gedaald - bijvullen.
Zie punt 3 voor de dosering.
Pas op!
Als reservoirs volkomen worden
geleegd, kan lucht worden
aangezogen. Het ontluchten wordt
noodzakelijk (zie punt 2.4.2).
Reinigingsmiddelen in het
reservoir moeten regelmatig
worden omgeroerd.
Daardoor bent u verzekerd van
een gelijkmatige aanzuigconcentratie.
2.3.3 Dagelijkse controle 1. Oliepeil en toestand van de
olie m.b.v. het kijkglas
controleren:
zo nodig bijvullen
is de olie grijs of wit van
kleur, is de manchet
verbruikt en dient deze
door de Wap servicemedewerker
te worden
vervangen.
2. Het peil in de reservoirs met
reinigingsmiddel dient te
worden gecontroleerd; zo
nodig bijvullen (zie punt 3).
3. Het juiste functioneren van
de spuitinrichting dient te
worden gecontroleerd,
defecte onderdelen zo nodig
vervangen.

2.4 Montage /
inbedrijfstelling
2.4.1 Montage / aansluiten
R
2
3
2
1
Montage
1
638 mm
842 mm
HAUPTSCHALTER MAIN SWITCH
ÖFFNEN IN OPEN IN
O - STELLUNG OFF - POSITION
O OFF
®
Wap HPM 1/07
3781291/1996
No. 29252
Q 15 I/min.
P 150 bar
Pmax 200 bar
t 50 C
4,3kW/50Hz/400V/3N/24DC~
Pin 6 bar
tin max 50
C
Made in Germany
100 150
2000
1000
50
200
3000
3500
psi
0 bar 250
R
®
754 mm
754 mm
5
4
De installatie is standaard
voorzien van speciale poten.
Hierdoor is voor de montage een
verankeren in de grond niet
nodig.
Benodigde plaats voor de
montage op sokkels, frames e.d.:
A Zijaanzicht
B Vooraanzicht
C Achteraanzicht met
aansluitingen voor
1 Hogedrukslang
2 Watertoevoer
3 Aan/Uit-schakelaar met
aansluitkabel
4 Elektrische aansluitkabel
5 Reinigingsmiddel-zuigslang
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-9

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-10
Aanbevolen montage 1:
montage zonder onderkast
2 Elektrisch aansluitkabel
3 Watertoevoer
4 Uitgang HD-slang
5 Zuigslangen reinigingsmiddel
6 Ventilatiesleuf

Aanbevolen montage 2:
Montage op frame Wap 22367
Alternatief: op onderkast Wap 20014
2 Elektrisch aansluitkabel
3 Watertoevoer
4 Uitgang HD-slang
5 Zuigslangen reinigingsmiddel
6 Ventilatiesleuf
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-11

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-12
Aanbevolen montage 3:
Montage wandconsole Wap 20200
2 Elektrisch aansluitkabel
3 Watertoevoer
4 Uitgang HD-slang
5 Zuigslangen reinigingsmiddel
6 Ventilatiesleuf

Aansluitingen Pas op!
Neem de minimale toevoerdruk
en de minimale doorsnede van
de toevoerleiding in acht om een
drooglopen van de installatie te
vermijden (zie punt 1.3 techn.
gegevens).
Let op de verdraagbaarheid van
het materiaal van de
toevoerleidingen.
A Waterslang aansluiten.
Gebruik uitsluitend gefilterd
water. Vuildeeltjes in het
water kunnen de installatie
en het te reinigende object
beschadigen.
B Oliepeil van de
hogedrukpomp controleren,
eventueel olie bijvullen.
C Hogedruk-spuitinrichting
aansluiten:
directe aansluiting met
hogedrukslang aan de
installatie of
aansluiting aan vast
geïnstalleerde langeafstandsleidingswerk.
D Reinigingsmiddel-zuigslang
(optie) in het reservoir met
voorverdund ”Wap
reinigingsmiddel” steken.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-13

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-14
Elektrische aansluiting Pas op!
De hoofdschakelaar moet bij
de montage van de installatie
steeds op ”0” staan en tegen
herinschakelen zijn beveiligd.
E Elektrische aansluitkabel
aansluiten.
Sluit de installatie uitsluitend
aan aan een toegelaten,
vijfpolig CEE-contact voor
coaxiaalstekkers.
Voor een directe aansluiting
(zonder stekker en
stopcontact) dient de
installatie door een electricien
van een hoofdschakelaar te
worden voorzien.
Beveiliging met smeltzekering
c.q. thermische beveiliging:
zie techn. gegevens.
Vermijd zo mogelijk het
gebruik van verlengsnoeren.
Is het gebruik van
verlengsnoeren
onvermijdelijk, dienen deze
zo kort mogelijk te zijn en
een voldoende doorsnede te
hebben.
Zie ook de
veiligheidsrichtlijnen
(punt 2.1)
I.v.m. gevaar voor
oververhitting dienen
kabelhaspels steeds volledig
te worden afgerold.
De installatie voldoet aan de
richtlijnen van EMV
(wettelijke richtlijnen voor de
electromagnetische
verdraagzaamheid).
In het belang van een
optimale bedrijfsveiligheid
adviseren wij om
besturingsleidingen naar
besturingsmodulen van de
afstandsbediening c.q. naar
muntautomaten niet samen
met netkabels en datalijnen
aan te leggen, aangezien
deze onderhevig zijn aan
stoorspanning.

2.4.2 Inbedrijfstelling en
controle van de functie
HAUPTSCHALTER
ÖFFNEN IN
O - STELLUNG
1
MAIN SWITCH
OPEN IN
OFF - POSITION
I
ON
Tijdens de wintermaanden is het
watersysteem van de installatie
tijdens het transport gevuld met
antivries. Tap daarom ca. de
eerste 3 liter af die uit het
systeem treden. Het antivries kan
opnieuw worden gebruikt.
2
STOP
Ontluchten van het langeafstandsleidingswerk:
Kogelkraan
van het desbetreffende aftappunt
openen tot er een gelijkmatige
waterstraal uittreedt.
Let op de volgorde:
Het aftappunt dat het verst van
de installatie verwijderd is, wordt
als eerste ontlucht. Het meest
dichtbij gelegen aftappunt wordt
tot slot ontlucht.
A A
A
B
STOP
B
Voor het doorspoelen en
ontluchten van de installatie
wordt de hogedrukslang
afgeschroefd.
1. Zet de hoofdschakelaar op ”I”.
2. Toets op de
afstandsbediening drukken
(bij installaties zonder
besturings-printkaart:
bedrijfsschakelaar op ”I”).
Laat de installatie ca. 1
minuut draaien.
3. Het ontluchten van het
reinigingsmiddel-systeem
(optie):
- zuigleidingen in een met
reinigingsmiddel gevuld
reservoir steken
- toets en
”Reinigingsmiddel A”
drukken
- installatie zolang laten
draaien tot de zuigleiding vrij
is van luchtblaasjes
- dosering van reinigingsmiddel
controleren
4. Stoptoets drukken en
hogedruk-aansluiting
aansluiten.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-15

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
2-16
2.4.3 Het buiten bedrijf
stellen
Het complete stilleggen van de
installatie mag uitsluitend
worden doorgevoerd door een
geautoriseerde Wap servicemedewerker!
Vorstbeveiliging Zo nodig wordt de installatie als
volgt tegen vorst beveiligd:
1. Waterkraan sluiten
2. Toets drukken en
spuitpistool bedienen.
3. Antivries (ca. 3 l) beetje-bijbeetje
in de waterbak vullen.
4. De installatie is tegen vorst
beveiligd zodra er een
oplossing met antivries uit de
straalpijp treedt.
1. Deur openen en
fijndoseerklep sluiten.
2. Toets ”Stop” drukken.
3. Hoofdschakelaar op ”0”
zetten.
4. Spuitpistool bedienen tot de
installatie drukloos is.
5. Bedieningshendel
vergrendelen (ook bij
kortstondige onderbreking
van de werkzaamheden,
voorkomt het ongewild
herinschakelen van de
installatie).
6. Waterkraan sluiten.
5. Toets ”Stop” drukken en
hoofdschakelaar op ”0”
zetten.
6. Spuitpistool bedienen tot de
installatie drukloos is.
7. Bij de volgende
ingebruikname wordt het
antivries voor het hergebruik
afgetapt.

4 Onderhoud / Service
4.1 Onderhoudsschema
Controle van het oliepeil
Controle van de olie
Olie verversen
Filter in de watertoevoer
reinigen
Spanning van de V-snaar
controleren, zo nodig
bijstellen
Handkoppelstuk aan de
sproeipijp en de
hogedrukslang vetten
Ontkalken
Wekelijks of om de 40
bedrijfsuur
Per kwartaal of om de
200 bedrijfsuur
Naar behoefte
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-1

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-2
4.2 Belangrijke
veiligheidsrichtlijnen
VOORZICHTIG!
Voor het doorvoeren van
werkzaamheden aan de
machine de stekker uit
het stopcontact trekken!
• Bij onderhoudswerkzaamheden
moet de
hoofdschakelaar altijd op ”0”
staan en tegen
herinschakelen zijn beveiligd.
Voor het doorvoeren van
onderhoudswerkzaamheden
aan de installatie druk
afvoeren.
Gebruik uitsluitend originele
Wap onderdelen en
toebehoren.
De met gekenmerkte
onderhoudswerkzaamheden
mogen uitsluitend worden
doorgevoerd door
medewerkers van de Wap
servicedienst.
Ontkalkingsmiddel
veroorzaakt aantasting van
de huid. Vermijd contact met
de huid, ogen en kleding,
draag overeenkomstige
veiligheidskleding.
Uitsluitend het gebruik van
toegelaten
ontkalkingsmiddelen is
toegestaan.
Gemorst concentraat uit het
reservoir met reinigingsmiddel
dient direct te worden
verwijderd (gevaar voor
corrosie).

4.3 Onderhoudswerkzaamheden
bedienaar
4.3.1 Controle van het
oliepeil, controle van de
olie, olie verversen
4.3.2 Filter in de
watertoevoer reinigen
(HPM 1/13)
1,3
Advies voor het gebruik van de
installatie in de
levensmiddelensector:
Standaard tandwielolie
vervangen door speciale olie
”Ucon 50 HB Y 25”.
1
2
A Controleer het oliepeil en de
toestand van de olie door het
kijkglas
eventueel bijvullen
als de olie grijs of wit van
kleur is, is de manchet
verbruikt en dient deze te
worden vervangen.
Om de 200 bedrijfsuur -
tenminste om de 3 maanden -
dient de olie uit de
hogedrukpomp te worden
ververst.
1. Plaats een geschikt
verzamelvat onder het
aftappunt
2. Draai de olieaftapplug (1) aan
het pomphuis eruit. Open de
olievuldop (3).
3. Tap de olie af en verwijder
deze overeenkomstig.
4. Pakkingen (3) vervangen.
Olieaftapplug terugplaatsen
en met 30 Nm aantrekken.
5. Olie vullen en olievuldop
sluiten.
Gebruik uitsluitend geschikte
soorten olie (zie voor oliesoorten
techn. gegevens).
B Filter aan de vlotterklep (1)
demonteren en reinigen.
De filter dient te worden
vervangen in geval van
beschadiging of
verstoppingen die niet meer
kunnen worden verholpen.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-3

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-4
4.3.3 Handkoppelstuk aan de
straalpijp en de
hogedrukslang
4.4 Onderhoudswerkzaamheden
/ service
4.4.1 V-snaar controleren, zo
nodig bijstellen
B
C
®
Handkoppelstukken aan de
straalpijp en hogedrukslang
vetten.
Spanning van de V-snaar
controleren:
- V-snaar (A) zijwaarts trekken.
De V-snaar mag max. een
vingerbreedte zijwaarts kunnen
worden getrokken.
Zo nodig bijstellen:
- contramoer (B) losdraaien.
- stelmoer ( C ) aantrekken tot
de juiste spanning ingesteld
is. Hierbij worden de onderste
en bovenste riemschijf
verticaal gericht.
- contramoer (B) aantrekken.

4.4.2 Ontkalken
Veiligheidsrichtlijnen
(zie punt 4.2) in acht nemen:
Veiligheidskleding dragen
(bv. handschoenen,
gezichtsmasker, schort).
Gebruik uitsluitend
toegelaten
ontkalkingsmiddelen.
Gemorst concentraat direct
verwijderen (gevaar voor
corrosie).
De verkalking wordt door een
successievelijk stijgen van de
waterdruk op de manometer
weergegeven. Bij een
overschrijden van de werkdruk
met 10 bar (bij geopende
spuitinrichting) moet worden
ontkalkt.
1. Hogedruksproeier van de
sproeipijp afschroeven en apart
in Wap ontkalkingsmiddel (no.
8326) leggen.
2. Reinigingsmiddel-zuigslang in
het reservoir met
ontkalkingsmiddel dompelen
en de doseerklep op maximale
concentratie instellen.
3. Sproeipijp voor het opvangen
van uittredende vloeistof in
een apart reservoir houden.
4. Installatie inschakelen.
5. Spuitpistool bedienen:
het aangezogen
ontkalkingsmiddel treedt na
ongeveer 1 minuut hevig
borrelend uit de sproeipijp.
6. Installatie uitschakelen en
ontkalkingsmiddel laten
inwerken.
7. Installatie na ca. 15 min.
inschakelen. Pompsysteem
met zuiver water goed
doorspoelen. Aan de
sproeipijp moet nu een
gelijkmatige, zuivere straal
uittreden; mocht dit niet het
geval zijn: ontkalkingsproces
herhalen!
8. Hogedruksproeier aan de
sproeipijp terugplaatsen.
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-5

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-6
4.5 Slijtdelen
Benaming
Watertoevoerslang
R1/2" - 2 m (1 x Geka)
R3/4" - 2 m (1 x Geka)
Hogedruk-aftappunt D 12
(kogelkraan)
... verzinkt, met snelkoppeling
... rvs met snelschroefstuk
HD-aansluitslang 1,5 m
Snelkoppelingsnippel
Snelschroefstuk
HD-slang 10 m
HD-slang 10 m
uitvoering voor levensmiddelen
HD-sproeier (standaard)*
Afdichtring voor olieaftapplug
Filter in de watertoevoer
HPM 1/08, HPM 1/10
HPM 1/13
Filterinzetstuk voor aanbevolen
vuilfilter (Wap no. 15199) in de
watertoevoer (optie)
Wap-onderdeel no.
11847
11427
4287
23413
33099
3330
5895
14987
41310
7815 (HPM 1/08)
2506 (HPM 1/10)
2508 (HPM 1/13)
11340
34225
7541
15835
*) voor nadere sproeiers zie a.u.b. 1.4. overzicht sproeiers

4.6 Opsporen van storingen
Service- en
¹ De installatie draait niet,
bedrijfscontrolelampen en
storingslampen branden niet
bij het inschakelen.
¹ Bij het inschakelen brandt
direct de storingslamp, de
stoptoets op de
afstandsbediening knippert,
de pomp functioneert niet,
overstroomrelais van het
pomp is in werking getreden.
¹ Bij het inschakelen brandt
direct de storingslamp, de
installatie is bedrijfsklaar
(alleen bij de optie
”vorstbeveiliging”)
Oorzaak
> Hoofdschakelaar staat op ”0”
> Netzekering uitgevallen
> Nood-uit-toets (optie)
gedrukt
> Overstroomrelais van de
pompmotor is in werking
getreden
> Hogedruk (HD) sproeier
verstopt (druk te hoog)
> Overbelasting door te
frequent start/stop-bedrijf
> Motor van de pomp defect
> Externe storing, bv.
overstroomrelais van de
antivriespomp
> Watergebrek van de
vorstbeveiligingszekering
> Watertoevoerdruk te gering
Verhelping
reparatiewerkzaamheden, vooral
het opheffen van elektrische
storingen, mogen uitsluitend
worden doorgevoerd door een
gekwalificeerde medewerker van
de Wap klantenservice of door
een geautoriseerde vakman.
Indien de installatie is voorzien
van opties, zie a.u.b. ook de lijst
met het opsporen van storingen
in hoofdstuk 3.
Storing
Schakelaar op ”I” zetten
Nieuwe zekering plaatsen
Oorzaak opsporen, eventuele
storing verhelpen, toets
ontgrendelen
Terugstelknop aan het
overstroomrelais drukken,
oorzaak voor het in werking
treden opsporen
HD-sproeier afschroeven en
reinigen
Vermijd het te vaak stoppen
van de pomp
Motor repareren of
vervangen
Antivriespomp controleren
Watertoevoer controleren
Toevoerleidingen op knikken
controleren
¹ Het apparaat wordt
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-7

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-8
voortdurend in- en
uitgeschakeld
(bij geopend pistool)
¹ Het apparaat wordt
Storing Oorzaak Verhelping
voortdurend in- en
uitgeschakeld (bij gesloten
pistool)
¹ De pompolie is grijs of wit van
kleur
¹ Druk te laag
> HD-sproeier verstopt
> Installatie verkalkt
> Verkeerde HD-sproeier
> Spuitpistool ondicht
> Veiligheidsklep defect
> HD-schroefstuk of pijpleiding
ondicht
> HD-slang ondicht
> Manchet verbruikt
> Reservoir met
reinigingsmiddel leeg
> HD-sproeikop versleten
> HD-pomp zuigt lucht aan
> Zuig- en drukklep van de HDpomp
defect of vervuild
> Magneetklep wordt niet juist
geopend
HD-sproeier afschroeven en
reinigen
Installatie ontkalken
(zie punt 4.4.2)
Standaardsproeier (zie
overzicht met sproeiers)
monteren
Spuitpistool vervangen
Klep laten vervangen
Schroefkoppelingen
aantrekken, buisleidingen
afdichten
HD-slang vervangen
Manchet laten vernieuwen,
verse olie invullen
Reservoir met
reinigingsmiddel vullen
HD-sproeier vervangen
Reservoir met
reinigingsmiddel vullen,
zuigleidingen afdichten, alle
schroefkoppelingen aan de
zuigzijde en aan de
reinigingsmiddel-zuigleiding
aantrekken; na het opheffen
van de storing de HD-slang
van de installatie schroeven
en de HD-pomp drukloos
laten draaien
Kleppen door de
medewerker van de Wap
klantenservice laten
demonteren, reinigen en
eventueel laten vervangen
Elektrische aansluiting
controleren, klep reinigen,
eventueel vervangen
¹ Druk te laag

Storing Oorzaak Verhelping
¹ Uit de veiligheidsklep stroomt
water
¹ Drukcontrole (HPM 1/08, 1/
10) c.q. regelveiligheidsblok
(HPM 1/13) wordt
uitgeschakeld (druk te hoog)
¹ Geen reinigingsmiddel
> Watergebrek
> Spanning van de V-snaar te
gering
> Veiligheidsklep defect
> Drukcontrole (HPM 1/08,
1/10) c.q. regelveiligheidsblok
(HPM 1/13) defect
> HD-sproeier vervuild
> Verkeerde HD-sproeier
> Drukcontrole (HPM 1/08,
1/10) c.q. regelveiligheidsblok
(HPM 1/13) defect
> Reservoir met
reinigingsmiddel is leeg
> Reservoir met
reinigingsmiddel is
dichtgeslibd
> Zuigklep is vervuild
> Lucht in het systeem
> Magneetklep wordt niet
geopend
Toevoerleidingen op knikken
controleren
Vlotterklep controleren
V-snaar naspannen
(zie punt 4.4.1)
Klep laten vervangen
Drukcontrole c.q.
regelveiligheidsblok laten
repareren
Sproeier afschroeven en
reinigen
Standaard sproeier (zie punt
1.4 overzicht met sproeiers)
monteren
Drukcontrole c.q.
regelveiligheidsblok laten
repareren
Reservoir met
reinigingsmiddel vullen
Reservoir met
reinigingsmiddel reinigen
Klep demonteren, reinigen,
eventueel vervangen
Zuigleidingen afdichten
Elektrische aansluiting
controleren, eventueel
magneetklep laten vervangen
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-9

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
4-10

5 Schakelschema’s
5.1 Legenda
Code
A3
A10
B4
B4
B5
C1
F1
F1
F1
F2
F3 + 3.1
H1 - H7
H8
H9
K0
K1
K1
K10
K11
K12
K13
K14
K15
K16
K17
K18
K20
K21
K22
M1
M1
M1
Q1
Benaming
Afstandsbediening uit - aan
Uit + aan + reinigingsmiddel
Uit + aan + 2 x reinigingsmiddel
Stickers voor afstandsbediening
Besturingsprintkaart
Besturingsprintkaart reserve
Drukschakelaar
Drukcontrole
Watergebrek
Condensator
Motorbeveiligingsrelais (HPM 1/08)
Motorbeveiligingsrelais (HPM 1/10)
Motorbeveiligingsrelais (HPM 1/13)
Zekering transformator secundair
Zekering transformator primair
Indicator op de afstandsbediening
Lamp: bedrijf (groen)
Lamp: storing (rood)
Relais pomp ”Aan”
Veiligheidsschakelaar
hogedrukpomp HPM 1/08, 1/10
Veiligheidsschakelaar
hogedrukpomp 1/13
Relais ”Storing”
Relais ”Pomp”
Relais ”Aan”
Relais ”Watertoevoer” (optie)
Relais ”Koud-Warm” (optie)
Relais ”Reinigingsmiddel A” (optie)
Relais ”Reinigingsmiddel B+C” (optie)
Relais ”Schuimborstel” (optie)
Relais ”Vermogensreductie” (O.)
Relais ”Uitschakeling installatie”
Relais ”Muntapparaat-bedrijf”
Relais ”Deblokkering”
Pompmotor (HPM 1/08)
Pompmotor (HPM 1/10)
Pompmotor (HPM 1/13)
Hoofdschakelaar
Technische gegevens
twee toetsen, rood + groen
drie toetsen, rood + groen + wit
vier toetsen, rood + groen + twee keer wit
set met 7 verschillende symbolen
printkaart zonder relais, zonder stekker
printkaart zonder relais, zonder stekker
kabellengte 700 mm
14 - 250 bar
drukschakelaar 0,8 bar
2,200 µF, 40 V
4 - 6,3 A
7,5 - 10 A
11 - 17 A
T 10 A
T 2,5 A
24 V, sokkel BA 9s
24 V met 250 mm aansluitkabel
24 V met 250 mm aansluitkabel
zelfvergrendeling bij installaties zonder electronic
4 sluiters 5,5 kW spoel 24 V/DC
3 sluiters 7 kW spoel 24 V/DC
storingsindicator
aansturing pompschuif
inschakeling door afstandsbediening
aansturing van de magneetklep watertoevoer koud
overschakeling magneetklep watertoevoer warm
aansturing magneetklep reinigingsmiddel A
aansturing magneetklep reinigingsmiddel B+C
aansturing magneetklep schuimborstel
aansturing magneetklep vermogensreductie
schakelt timer-bestuurde installatie uit
blokkeert afstandsbediening bij muntbedrijf
blokkeert de installatie bij overstroom of
watergebrek
3~, 230 / 400 V, 2,2 kW
3~, 230 / 400 V, 4 kW
3~, 230 / 400 V, 5,5 kW
7,5 kW, 25 A
Bestelno.
29273
29274
29275
26440
54509
954509
49121
8779
23595
29467
53972
49700
25957
12151
15846
41548
54613
54613
41570
49702
25954
41570
41570
41570
41570
41570
41570
41570
41570
41570
41570
41570
41570
41733
14880
4878
54714
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
5-1

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
5-2
Code
S 1-7
S11
S12
T1
V2
V3, 4
W1
W1
Y2
Y3
Y4
Y7, Y8
Y7, Y8
Y12
Y19
Benaming
Toetsen voor de afstandsbediening
Nood-uit-toets
Bedrijfsschakelaar aan - uit
Stuurtransformator
Bruggelijkrichter, 24 V
Vrijloopdiode
Elektrische aansluitkabel (HPM 1/08, 1/10)
Elektrische aansluitkabel (HPM 1/13)
Magneetklep reinigingsmiddel A
Magneetklep reinigingsmiddel B
Magneetklep reinigingsmiddel C
Magneetklep koud water, warm water
Magneetklep koud- / warm water (HPM 1/13)
Magneetklep vermogensreductie en DE
Magneetklep schuimborstel
Technische gegevens
ingebouwd in de afstandsbediening A 3
tweepolige opener in apart huis
knevelschakelaar 0-1 in apart huis
230 / 400 V - 19/24 V, 200 VA
B 80/70-25
1 N 4007
5 x 1,5 sqmm, 5 m met stekker, CEE 16 A
5 x 2,5 sqmm, 5 m met stekker, CEE 32 A
bv. shampoo
bv. was
bv. spoelen met zuiver water
besturing watertoevoer 1/2”
besturing watertoevoer 3/4”
openen magneetklep bypass HD-pomp
openen magneetklep schuimborstel
Bestelno.
--
53778
29468
54948
22207
26387
42087
14920
54295
53295
53295
23583
53990
23737
23737

5-3
Q1
W
F0
1 3 5
N
2 4 6
PE
K1
F1
1 3 5
1 3 5
2 4 6
PE
U V W PE
M
3~
M1
HD-Pomp
X1
T2,5 T2,5
S11
F3 F3.1
1
2 3 4
Nood-uit
zonder brug
(optie)
PE
T1
T10
U 230 400
F2
V2
u 19 24
rood rood
+
~ ~
-
wit
C1
+
- - + +
H8
groen
Y7
blauw 0V
Y7 Watertoevoer
(optie)
+24V
F1
H9
rood
97
98
B4
P
X1
K0
5
4
1
14
11
95
96
K1 V3*)
A2
A1
H2 Aan
H8 Bedrijf
H9 Storing
drukschakelaar
X1
6
K0
V4 K0
7
24
21
A2
A1
2
3
S14
S12
uit
1
21
22
13
aan 14
H2
*) V3 alleen bij HPM 1/13
4
5.2 Schakelschema zonder
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13

5-4
Q1
W1
F0
1 3 5
2 4 6
N
K1
F1
M1
1 3 5
1 3 5
2 4 6
M
3~
HD-Pomp
X1
F3 F3.1
T2,5 T2,5
PE PE
1 2 3 4
U V W PE
S11
Nood-uit
zonder brug
(optie)
T1
F2
T10
U
V2
230
400
u 19
rood
24
+
~ ~
-
wit
blauw
PE - - + +
+24V
0V
X13-2
X13-1
5-5
5.3 Schakelschema met printkaart
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13

5-5
A10
X13 2 1
F1 F2
A3
+
+24V
wit
5-4 0V
-
blauw
S4
5-4
-
T6,3 T6,3
Watergebrekl
zonder brug
0V
blauw
X10
K22 K19
6
5
4
3
2
1
B5
B4
6
5
4
3
2
1
X2 X3
P
H4
Deblokkering
H3
drukcontrole
P
S3
H2
10987654321
4
1
S2
Debietcontrole
H1
S1
P1
0V
+24V
X11 6 5 4 3 2 1 X12
Bedrijfsuren
H7
S7
K10 K12
6
5
4
3
2
1
X4
H6
S6
H5
Storing
S5
Aan
6
5
4
3
2
1
X5
K1
F1
Optie muntautomaat
zie punt 3.7
121110 9 8 7 6 5 4 3 2 1
A1
A2
96
95
K18
groen
Reductie van
het vermogen
H8 H9
H8
H9
K15
rood
Bedrijf
Storing
B
Reinigingsmiddel A
6
5
4
3
2
1
K16
A3 afstandsbediening
K14 K13 K17 K21 K20 K11
6
5
4
3
2
1
X6 X7 X8 X9
Y2
Y3
Reinigingsmiddel B+C
Y4
Y2 Reinigingsmidddel A
Y3 Reinigingsmiddel B
Y4 Reinigingsmiddel C
S1, H1 Uit
S2, H2 Aan
S3, H3 Warm
S4, H4 Reinigingsmiddel A
S5, H5 Reinigingsmiddel B
S6, H6 Schuimborstel
S7, H7 Reductie van het vermogen
Koud-Warm
Y7
Y8
Toevoer
6
5
4
3
2
1
Schuimborstel
Y12
Y19
Muntbedrijf
A
6
5
4
3
2
1
Uit / DE
Pomp
Geleiderbruggen:
A beneden:
drukvermindering Y19
A boven : drukvermindering Y12
B : boven
Y7 Toevoer koud
Y8 Toevoer warm
Y12 Reductie van het vermogen / drukvermindering
Y19 Schuimborstel
HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13

HPM 1/08
HPM 1/10
HPM 1/13
5-6
5.4 Klemmenschema, opbouw van de schakelkast
P
1
X13 X10 X11 X12
1 1 1
C1
- +
1 3 5
V2
2 3 4 - - + + 5 6 7
Q1
1
F2 F33.1 K1 K0
K11
K20
K21
K17
K13
K14
K16
K15
K18
K12
K10
P1
K19
K
2 4 6
F1
A
B
geel/groen
2,5qmm
24
19
u
X9
1
X2 X3 X4 X5 X6 X7 X8
T1
400
230
-5
U
+5

6 Wap service
6.1 Garantie Van toepassing zijn onze
algemene verkoop- en
levervoorwaarden.
Overeenkomstig de algemeen
geldige richtlijnen van VDMA
vallen onder de garantie
uitsluitend bewezen materiaalen
fabrikagefouten.
Ter voorkoming van ongegronde
claims volgt hierna een overzicht
van de belangrijkste schaden
waarvoor wij niet garant staan:
• versleten slijtdelen (bv. filters,
HD-sproeiers, pakkingen,
muntcontrole e.d.),
schade die ontstaat door het
niet opvolgen van onze
gebruiksaanwijzing,
transportschade,
schade die ontstaat door het
wijzigen van de instelling,
schade die ontstaat door
vervuiling
schade die ontstaat door
vorst,
schade die ontstaat door een
ongeschikte samenstelling
van het water.
Voor slangen staan wij
uitsluitend garant indien de
fabriek na controle de garantie
aanvaard heeft.
Voor schade aan producten van
derden geldt de garantie van de
fabrikant.
HPM/HWM
6-1