04.09.2013 Views

1 September 1938 H. DEKKING. WEER AAN DEN ARBEID.

1 September 1938 H. DEKKING. WEER AAN DEN ARBEID.

1 September 1938 H. DEKKING. WEER AAN DEN ARBEID.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

114 DE JOURNALIST<br />

Discipline from within.<br />

It is up to journalists at the trustees of the great<br />

traditions of British journalism to give their minds and<br />

their energies to the creation of a happier state of affairs.<br />

Discipline there must be, or freedom perishes through<br />

licence, and lawlessness. But it must not be discipline<br />

by the State. That way lies danger<br />

What the Institute proposes is the application of<br />

discipline from within the profession—as against control<br />

imposed from without.<br />

The President, H. A. TAYLOR.<br />

(The Journal).<br />

ENGELSCHE PERS.<br />

Het is geen toeval, dat het een Engelschman was, die het begrip<br />

van de „fourth estate" heeft uitgevonden. Er zijn vier standen,<br />

zei hij, de adel, de geestelijkheid, het volk en de pers. Hij<br />

bracht daarmee op kernachtige wijze tot uitdrukking dat de pers<br />

in Engeland als een sociale factor van de grootste beteekenis<br />

wordt beschouwd. Zij vormt veel meer dan in eenig ander land<br />

een onafhankelijke macht, welke een geaccepteerde en gerespecteerde<br />

plaats in het sociaal bestel inneemt. Gedeeltelijk komt dat<br />

omdat de Engelsche pers een sterk geconcentreerd karakter draagt.<br />

De pers in Engeland beteekent niet, zooals in verschillende<br />

andere landen, een schier oneindig aantal kleine bladen van evenveel<br />

verschillende politieke schakeeringen, maar zes of zeven Londensche<br />

bladen met hun provinciale satellieten. Al zijn er hier en daar nog<br />

wel een aantal invloedrijke onafhankelijke bladen te vinden, zooals<br />

de Yorkshire Post of de Liverpool Post, de overgroote meerderheid<br />

van de dagbladindustrie is in de handen van vier of vijf familie's<br />

geconcentreerd, de Astor's, Berry's, Camrose's, Beaverbrcok's, Rothermere's.<br />

Een andere reden is dat de journalistieke professie in<br />

Engeland van ouds een hoog aanzien heeft genoten, Fleetstreet<br />

werkt nog immer als een magneet voor allerhande talenten en begaafdheden.<br />

Winston Churchill is slechts een van de vele vooraanstaande<br />

figuren die in „de Street" zijn carrière is begonnen. Geoffrey<br />

Dawson, de hoofdredacteur van de Times, is even beroemd en<br />

machtig als de Governor of the Bank of England. Maar ook onder<br />

de lagergeplaatsten bevinden zich tal van lieden die in het krantenvak<br />

een nationale bekendheid hebben verworven zooals de nu<br />

eenigszins op zijn retour zijnde Vernon Bartlett.<br />

Vraag den gemiddelden Nederlander u een aantal journalisten<br />

op te noemen en hij zal u naar alle waarschijnlijkheid, met misschien<br />

één uitzondering, het antwoord schuldig blijven. De gemiddelde<br />

Engelschman zal dadelijk met een half dozijn namen komen, wat<br />

niet alleen te danken is aan het gebruik van de populaire kranten<br />

hun medewerkers onder eigen naam te laten schrijven, maar evenzeer<br />

aan de veel grootere plaats, welke de krant in de Engelsche<br />

samenleving inneemt. Een treffend bewijs voor de erkenning die<br />

de pers in deze samenleving geniet, ligt in de buitengewoon intieme<br />

betrekkingen tusschen pers en regeering. De gemakkelijke familiariteit<br />

waarmee ministers en journalisten met elkaar omgaan zou in<br />

ons eigen land ondenkbaar zijn.<br />

(Nieuwe Rott. Crt.)<br />

ZWITSERSCHE PERS.<br />

(Uit een kroniek in Hollandsch Weekblad).<br />

Enkele uitzonderingen daargelaten, kan men zeggen, dat de pers<br />

in Zwitserland op een vrij hoog peil staat. De verdeeling van het<br />

land in 22 kantons, die veel scherper van elkaar gescheiden zijn<br />

dan onze elf provinciën, is oorzaak, dat de pers in hooge mate<br />

gedecentraliseerd is. Groote dagbladen, die vrijwel overal gelezen<br />

worden, vindt men hier reeds daarom niet, omdat men in Zwitserland<br />

met drie taalgebieden te doen heeft. De Duitsch-Zwitser<br />

— een aantal intellectueelen uitgezonderd — neemt zelden of nooit<br />

een Fransch-Zwitsersch blad in handen. De Fransch-Zwitser bladert<br />

slechts bij hooge uitzondering in de persorganen der Duitsch<br />

sprekende kantons, ook al omdat hij de Duitsche taal öf in het<br />

geheel niet — öf slechts zeer oppervlakkig kent. De Italiaansch-<br />

Zwitsersche pers wordt uit den aard der zaak benoorden de Alpen<br />

vrijwel niet gelezen. Bovendien treedt in nagenoeg alle Zwitsersche<br />

bladen het kantonale en stedelijke karakter sterk op de voorgrond,<br />

hetgeen meebrengt, dat iemand, die heel Duitsch-Zwitserland wil<br />

bereiken, advertenties moet plaatsen in minstens vier groote bladen,<br />

waarvan er twee te Bazel, een te Zurich en een te Bern verschijnen.<br />

Wie iets te zeggen heeft tot het Fransch-Zwitsersche publiek,<br />

moet minstens in vier of vijf bladen een mededeeling plaatsen, omdat<br />

ook hier ieder kanton zijn eigen pers heeft .veelal nog weer over<br />

drie of vier bladen per kanton verdeeld, die buiten de kantonale<br />

grenzen slechts een zeer beperkten lezerskring bezitten.<br />

Deze versnippering in de pers, dit sterk geaccentueerde kantonale<br />

karakter, brengt mee, dat de persorganen minder omvangrijk zijn<br />

dan bij ons en dit heeft weer ten gevolge, dat de berichtgeving,<br />

over het algemeen genomen, veel beknopter is.<br />

Hierin ligt, ten deele althans, de verklaring van het door ons,<br />

Nederlanders, maar al te vaak met leedwezen geconstateerde feit,<br />

dat het Zwitsersche publiek heel wat minder over Nederland en<br />

koloniën te lezen krijgt dan de Nederlandsche courantenlezer over<br />

Zwitserland, waarbij kan worden aangeteekend, dat deze leemte in<br />

Fransen-Zwitserland (over Italiaansch-Zwitserland kan ik niet<br />

oordeelen) heel wat grooter is dan in de Duitsch-Zwitsersche<br />

kantons.<br />

Wel wordt eenige notitie genomen van belangrijke nationale<br />

feiten als daar zijn: de gebeurtenissen in ons Koninklijk Huis, de<br />

verkiezingen voor het parlement en internationale onderhandelingen,<br />

waarbij ons land betrokken is, wel kan men in de Duitsch-Zwitsersche<br />

pers verslagen vinden van officieele bezoeken van Zwitsers<br />

aan ons land, maar de geregelde berichtgeving over Nederland is<br />

veel te fragmentarisch en te weinig systematisch, dan dat de Zwitser<br />

een duidelijk beeld zou hebben van wat er in het Nederlandsche<br />

volk leeft en omgaat.<br />

Het zal niet gemakkelijk zijn, de redacties te bewegen daarin verbetering<br />

te brengen, hoe zeer dit ook in het belang van een goede<br />

samenwerking, niet het minst op economisch terrein, zou kunnen<br />

zijn.<br />

Niettemin rijst de vraag, of van Nederlandsche zijde wel alles in<br />

het werk wordt gesteld om het buitenland beter en uitvoeriger over<br />

ons land en zijn overzeesche gebieden voor te lichten. Met name<br />

zouden op ruimer schaal buitenlandsche journalisten — en vooral<br />

ook redacteuren van dag- en Weekbladen — uitgenoodigd moeten<br />

worden tot een verblijf in ons land, waarvan tevens gebruik zou<br />

gemaakt kunnen worden om met de leidende personen zelf de mogelijkheid<br />

van betere samenwerking te bespreken.<br />

WOORD VAN EEN MAGISTRAAT.<br />

Met vette letters drukt de Evening Standard van 11<br />

Augustus een uitspraak af van politierechter Bertrand<br />

Watson te Londen.<br />

Een getuige, die een overtreding had aangebracht verzocht<br />

zijn naam geheim te mogen houden, omdat hij onaangenaamheden<br />

vreesde. Waarop mr. Watson sprak:<br />

„De pers treedt altoos met wijsheid en discretie op.<br />

Ik heb niet de macht, en als ik ze had zou ik ze niet<br />

willen gebruiken, om te gelasten wat u wenscht. U kunt<br />

de zaak gerust geheel aan de pers overlaten.<br />

JOURNALISTIEK RECEPT.<br />

J. }. David. „Die Zeitung:<br />

Eerste ver>eischte voor den journalist is een zekere<br />

bewegelijkheid van den geest, die zich tot onrust kan<br />

verheffen; 2e. een rijk geheugen; 3e. kennis van talen,<br />

zonder philologische studiën, die maar ballast zijn; 4e.<br />

eenig begrip van bespiegelende wijsbegeerte, want hij<br />

moet den lezer imponeeren goed onderlegd te zijn, althans<br />

te schijnen; 5e. over allerlei vraagstukken van den<br />

dag zich een oordeel vormen; 6e. een nerveus, voor indrukken<br />

vatbaar temperament.<br />

Zoo vreedzaam het vak lijkt, er ligt een oorlogzuchtig<br />

element in: wie voor ernst en waarheid opkomt, voelt<br />

zich sterker bij eiken strijd: dat verlicht zijn arbeid.<br />

Er zijn journalisten, die niemand kent, en die voor de<br />

krant van veel meer waarde zijn dan de met roem bedekte<br />

mannen, die nu en dan er in schrijven.<br />

ADVERTENTIES.<br />

M. J. Brusse betuigt hartelijk dank aan de<br />

collega's, die hem op zijn 65 stcn verjaardag<br />

vriendelijk hebben bejegend. Hij brengt<br />

hierbij onder de aandacht van hen, die<br />

hun goede verwachtingen uitspraken van<br />

zijn verdere werkzaamheden,<br />

dat hij nu medewerking zoekt<br />

aan couranten en tijdschriften,<br />

ook in Inde.<br />

Adres: „de Krocht", Groet N. H.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!