Van de redactie - Boekencentrum
Van de redactie - Boekencentrum
Van de redactie - Boekencentrum
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zomer<br />
Het is zomer, in dit nummer. <strong>Van</strong>af <strong>de</strong> late zondag na Pinksteren tot aan begin september<br />
lopen <strong>de</strong> lezingen. Geen alternatieve sporen, gewoon <strong>de</strong> doorgaan<strong>de</strong> lijn van Matteüs.<br />
Herfst<br />
In <strong>de</strong> herfst breekt een aparte serie lezingen zich baan: vier zondagen staat het slot van het<br />
boek Rechters op <strong>de</strong> rol. Lezingen die zich volgens een rabbijnse overlevering niet lenen<br />
voor openbare voorlezing, zo dwars en dwaas zijn ze. Hoe het volk van God tegen het volk<br />
van God opstaat, hoe het leven van een vrouw niet telt. Het is zaak om niet onvoorbereid in<br />
<strong>de</strong>ze cyclus te rollen, maar op tijd te be<strong>de</strong>nken hoe u ermee aan <strong>de</strong> gang gaat. Het komen<strong>de</strong><br />
nummer van De Eerste Dag zal op die vragen ook ingaan!<br />
Haakjes<br />
In <strong>de</strong> overzichten met gegevens staan vaak haakjes om enkele versnummers of om een lezing<br />
heen. Het ene haakje is het an<strong>de</strong>re niet. Wat voor <strong>de</strong> opstellers vanzelf spreekt, kan voor<br />
gebruikers soms tot vragen lei<strong>de</strong>n. Hier een hulplijn ‘haakjes lezen’.<br />
Het eerste haakje is nieuw. In het nieuwe Oecumenisch Leesrooster verscheen een klein<br />
<strong>de</strong>tail met grote gevolgen, dat nog niet door ie<strong>de</strong>r begrepen wordt. Zoals bekend, staan elke<br />
drie jaar <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> lezingen op <strong>de</strong> rol. Waar<strong>de</strong>volle lezingen natuurlijk, zo afgepaald dat er<br />
een goe<strong>de</strong> gedachte-eenheid ontstaat. Vaak zijn <strong>de</strong> gekozen stukjes net iets groter dan in het<br />
rooms-katholieke basisrooster.<br />
In <strong>de</strong> cyclus 2010-2013 kozen <strong>de</strong> samenstellers ervoor, om diverse perikopen nog net iets uit<br />
te brei<strong>de</strong>n. Daarmee kan in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> een an<strong>de</strong>re uitsne<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gemaakt dan in voorgaan<strong>de</strong><br />
jaren, voor voorgangers en gemeentele<strong>de</strong>n wellicht een verrijking. Een voorbeeld: in<br />
Matteüs 14,22-33 lezen we over Jezus, <strong>de</strong> boot en <strong>de</strong> angst. De daaropvolgen<strong>de</strong> drie verzen<br />
horen niet bij <strong>de</strong> vaste lezing: hoe <strong>de</strong> scharen van overal vandaan kwamen en genezing<br />
von<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> zoom van zijn kleed aan te raken. Zulke stukjes wer<strong>de</strong>n bij het opstellen van<br />
het rooster in <strong>de</strong> vorige eeuw liefst weggelaten. Maar ze mogen er zijn. Wie het wil lezen, is<br />
daartoe van harte uitgenodigd. Daarom staat er dus in <strong>de</strong> eerste kolom van In Or<strong>de</strong>: Matteüs<br />
14,22-33 (36).<br />
Nu het twee<strong>de</strong> haakje. Ook in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> kolom staan wel eens haakjes: daar gaat het om het<br />
OLM, het rooms-katholiek Lectionarium. Op 24 juli bijvoorbeeld: Matteüs 13,44-(46)52. Dit<br />
betekent het omgekeer<strong>de</strong>: <strong>de</strong> lange lezing wordt voorgesteld, maar als u eer<strong>de</strong>r wilt stoppen,<br />
doe dat dan na vers 46.<br />
Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> haakje omvat een hele lezing: die uit <strong>de</strong> brieven van het Nieuwe Testament. U ziet<br />
<strong>de</strong>ze haakjes steeds dan staan, wanneer in het Dienstboek van <strong>de</strong> PKN <strong>de</strong> lezing ontbreekt.<br />
Daarmee maakte <strong>de</strong> <strong>redactie</strong> van het Dienstboek het voor <strong>de</strong> lezers onmogelijk, om te achterhalen<br />
welke lezing in het originele Gemeenschappelijk Leesrooster opgenomen was. Het<br />
anglicaans of oud-katholiek kerkboek bie<strong>de</strong>n dan uitkomst, maar dat heeft niet ie<strong>de</strong>r op <strong>de</strong><br />
plank staan. <strong>Van</strong>daar dat het nu wel is opgenomen in In Or<strong>de</strong>. Het is uw eigen keuze <strong>de</strong> lezing<br />
wel of niet op te nemen in <strong>de</strong> liturgie. Aan <strong>de</strong> lezingen is dui<strong>de</strong>lijk dat het om series gaat,<br />
zon<strong>de</strong>r verband met <strong>de</strong> eerste en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lezing.<br />
Vakidioten<br />
In een interview in dagblad Trouw, door Arjan Visser, sprak <strong>de</strong> Brabantse kunstenaar Marc<br />
Mul<strong>de</strong>rs zich uit over <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> kerk. Hij ziet zich als een gelovige, betrokken op<br />
DE EERSTE DAG zomer 2011<br />
<strong>Van</strong> <strong>de</strong> <strong>redactie</strong><br />
<strong>de</strong> kerk, op <strong>de</strong> mensen van <strong>de</strong> kerk. Op zijn manier laat hij in <strong>de</strong> kunst voortdurend ruimte<br />
voor ontmoeting, voor <strong>de</strong> handreiking. Zijn glas-in-lood, net als zijn an<strong>de</strong>re beel<strong>de</strong>n, raken<br />
velen. Hij wil <strong>de</strong> mensen kleur en hoop meegeven. Het heilige spel van geloof, van liturgie,<br />
is voor hem ook in zijn vak <strong>de</strong> kern van alles. Tien jaar gele<strong>de</strong>n nog verguisd door recensenten<br />
omdat hij zo achterlijk was nog iets in het geloof te zien, kan hij nu vaststellen dat hij en<br />
an<strong>de</strong>ren die hun drijfveer een plaats geven in hun kunst, gezien en gewaar<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n.<br />
Fel wordt hij als hij spreekt over <strong>de</strong> situatie in <strong>de</strong> kerk die hij kent en liefheeft. Laten die vakidioten,<br />
die theologen, die geestelijken die <strong>de</strong>nken dat ze precies weten hoe het moet, onze<br />
St.-Jan van Den Bosch weer teruggeven aan <strong>de</strong> mensen van wie die is, dan kunnen ze zelf in<br />
een hal op het industrieterrein hun eigen ding doen.<br />
Triest om te zien hoe naar zijn beleving ‘het heilige’ vermalen wordt tussen leergezag en <strong>de</strong><br />
ervaringen en verwachtingen van <strong>de</strong> gelovigen. In <strong>de</strong> viering van <strong>de</strong> liturgie komt dat onbarmhartig<br />
aan het licht. Uitvaartdiensten en gedachtenismissen, kerkelijk huwelijk en doopviering,<br />
<strong>de</strong> liturgie van <strong>de</strong> wekelijkse kerkdienst of misviering tillen mensen op uit hun eigen<br />
beperkingen en bie<strong>de</strong>n zicht op meer. Maar als dat opheffen niet gebeurt, dan verkeren ze in<br />
het tegen<strong>de</strong>el – het gevoel dat <strong>de</strong> liturgie ontvreemd is, doet pijn.<br />
Het woord ‘vakidioten’ blijft bij mij hangen. Elke sector kent ze. Mensen die goed zijn ingevoerd<br />
in materie, die context, achtergrond en geschie<strong>de</strong>nis kennen, die mislukkingen hebben<br />
geanalyseerd en blij wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> bronnen, hebben een kleine kans om in het vakje<br />
‘vakidioot’ terecht te komen. De kans is groter bij mensen die ruime kennis en bre<strong>de</strong> blik<br />
missen, en regels en feiten toepassen op welke situatie dan ook. Ze doen geen goed; communicatie<br />
met hen is vrijwel onmogelijk.<br />
De liturgie wens ik vele geëngageer<strong>de</strong> en <strong>de</strong>skundige beoefenaars toe, vrouwen en mannen<br />
die <strong>de</strong> schatten van <strong>de</strong> liturgie, het heilige van het geloof en <strong>de</strong> wereld waaruit mensen <strong>de</strong><br />
kerk binnenkomen, op een ware en warme manier met elkaar weten te verbin<strong>de</strong>n.<br />
Liedboek<br />
In 2008 begon een flinke schare kerkelijk betrokkenen aan het componeren van een nieuw<br />
Liedboek, bedoeld voor <strong>de</strong> kerken die <strong>de</strong>elnemen in <strong>de</strong> Interkerkelijke Stichting voor het<br />
Kerklied, ISK. Sindsdien hebben zich nog enige kerken bij die <strong>de</strong>elnemers gevoegd, Ne<strong>de</strong>rlands<br />
Gereformeerd, Gereformeer<strong>de</strong> Kerk Vrijgemaakt en Verenig<strong>de</strong> Protestantse Kerk<br />
België. De eerste fase van het werk is nu afgerond: <strong>de</strong> acht werkgroepen hebben hun selectiewerk<br />
gedaan. On<strong>de</strong>rtussen is <strong>de</strong> <strong>redactie</strong> bezig hun oogst te selecteren, zijn supervisoren<br />
uit diverse kerken en kringen het voorlopig resultaat aan het becommentariëren, en wordt in<br />
<strong>de</strong>n lan<strong>de</strong> meer en meer zichtbaar en hoorbaar. De diverse open avon<strong>de</strong>n ‘Op weg naar het<br />
nieuwe Liedboek’ trokken veel belangstellen<strong>de</strong>n, in Musica Religiosa van dit voorjaar komt<br />
het on<strong>de</strong>rwerp negen maal uitgebreid aan bod.<br />
On<strong>de</strong>rtussen staat nog niets vast, behalve dat <strong>de</strong> 150 psalmen van voor in het Liedboek 1973<br />
er ook weer zo inkomen (een voorwaar<strong>de</strong> van enkele van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> kerken vooraf),<br />
maar dan aangevuld met vele an<strong>de</strong>re psalmversies. En dat het vast en zeker een dik boek<br />
wordt, met meer genres, meer sferen en stijlen.<br />
Houdt u zich vooral op <strong>de</strong> hoogte van wat komen gaat; dit tijdschrift is daar niet het aangewezen<br />
medium voor, maar leeft wel mee.<br />
We wensen u goe<strong>de</strong> vieringen toe!<br />
namens <strong>de</strong> <strong>redactie</strong>, Roel A. Bosch<br />
voorwerk<br />
1
voorwerk<br />
26 juni 2011<br />
2<br />
Een an<strong>de</strong>re praktijk<br />
Vertrouwen<br />
Loslaten en ontvangen (Mat. 10,34-42)<br />
Verbeelding: De – afbeeldingen van – beeldjes van Gerie Minnesma<br />
spreken direct aan, ook bij ou<strong>de</strong>ren met een <strong>de</strong>mentieel<br />
syndroom. Zij verbeel<strong>de</strong>n op verschillen<strong>de</strong> manieren<br />
‘vertrouwen’: in vriendschap, veiligheid, bescherming. Zie<br />
Google en verkrijgbaar in evangelische boekhan<strong>de</strong>ls.<br />
Gebed<br />
Lieve God,<br />
Wij zijn hier gekomen<br />
om beschutting te zoeken bij U,<br />
om een uur uit <strong>de</strong> wind te zijn<br />
van ons gewone leven,<br />
om mensen om ons heen te weten<br />
met wie we ons geloof kunnen <strong>de</strong>len.<br />
Lieve God,<br />
help ons om ons veilig te voelen<br />
in uw goe<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n,<br />
help ons om kracht op te doen<br />
voor <strong>de</strong> weg die voor ons ligt,<br />
help ons om te vertrouwen<br />
dat U ons onze weg wijst<br />
en met ons meegaat.<br />
Lieve God,<br />
ontferm U over uw mensenkin<strong>de</strong>ren,<br />
ontferm U over mij.<br />
Amen<br />
Levensverhaal<br />
Toen hij in <strong>de</strong> oorlog moest on<strong>de</strong>rduiken, kwam hij terecht<br />
bij een meubelmaker en zijn gezin. Heel gelovige mensen.<br />
Dat sprak hem aan. Hij werkte mee in <strong>de</strong> meubelmakerij. Er<br />
was niet veel te doen, voornamelijk reparaties, en hij leer<strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rtussen <strong>de</strong> fijne kneepjes van dat vak. Hij kreeg verkering<br />
met één van <strong>de</strong> dochters. Hij had het er goed. Het was<br />
1944. In <strong>de</strong> heftige emoties rond artikel 31 kozen <strong>de</strong> meubelmaker<br />
en zijn gezin ervoor om mee te gaan. Hij ook. Na <strong>de</strong><br />
bevrijding wist hij niet hoe snel hij weer thuis moest komen.<br />
Thuis bleek ie<strong>de</strong>reen er nog te zijn. Grote vreug<strong>de</strong>. Maar op<br />
<strong>de</strong> eerste <strong>de</strong> beste zondag kon<strong>de</strong>n ze niet meer zoals vroeger<br />
samen naar <strong>de</strong> kerk. Zijn ou<strong>de</strong>rs, broers en zussen gingen<br />
naar <strong>de</strong> ene kerk, hij naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. Groot verdriet in <strong>de</strong><br />
familie. Dat verdriet is gebleven, zei hij. Het geloof waarin<br />
ze zich vroeger met elkaar verbon<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n gevoeld, werd<br />
een splijtzwam. Het werd er ook niet beter van dat hij te pas<br />
en te onpas bleef uitdragen bij <strong>de</strong> ware kerk te horen. Daar<br />
had hij nu wel spijt van, zei hij, dat zou hij nu an<strong>de</strong>rs doen.<br />
Maar hij was er zo gelukkig van gewor<strong>de</strong>n, het had hem zo<br />
veel gegeven: zijn vrouw, een gelukkig gezin, zijn werk als<br />
restaurateur van antieke meubels… dat was ook zijn passie<br />
gewor<strong>de</strong>n.<br />
Meditatief<br />
De woor<strong>de</strong>n van Jezus in Matteüs 10 waarmee Hij zijn leerlingen<br />
hun taak meegaf in <strong>de</strong> wereld, doen waarschijnlijk<br />
veel ou<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> kerkscheuring van 1944. Dat<br />
zijn meestal pijnlijke herinneringen. Moet dat nu zo, een wig<br />
drijven tussen een man en zijn va<strong>de</strong>r? Ik <strong>de</strong>nk niet dat je <strong>de</strong><br />
woor<strong>de</strong>n van Jezus moet verstaan als een aansporing tot<br />
claimen van onze inzichten als universele waarheid. Ik <strong>de</strong>nk<br />
dat <strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n van Jezus ons aansporen om ons op onze<br />
levensweg af te vragen wat Híj gedaan zou hebben en dat te<br />
doen. (En dat was wat <strong>de</strong> jonge meubelmaker had bewogen.<br />
Helaas overzag hij niet <strong>de</strong> gevolgen van zijn gedrag.) En om<br />
ons af te vragen: wanneer heb ik naar zijn woor<strong>de</strong>n geluisterd?<br />
Heb ik – al is het maar bij bena<strong>de</strong>ring – gedaan wat Hij<br />
in mijn tijd zou hebben gedaan? Zie ik Hem in <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> die mij<br />
geschonken is, maar ook in strijd? Heb ik ruimte voor Hem<br />
gemaakt in mijn werkzame leven? Kon ik Hem blijven volgen,<br />
ook als het kwaad, het lij<strong>de</strong>n mij trof? Maak ik ruimte in mijn<br />
ziel zodat er ruimte is voor Hem? Ik <strong>de</strong>nk dat we dan tot <strong>de</strong><br />
ont<strong>de</strong>kking komen dat het niet altijd zo dui<strong>de</strong>lijk was en is<br />
wat ‘Jezus volgen’ betekent. Durven kiezen voor een an<strong>de</strong>re,<br />
soms pijnlijke weg? En dat je daar waar je je ou<strong>de</strong> zekerhe<strong>de</strong>n<br />
durft los te laten, onverwachts veel ontvangt? Zoals Schweitzer<br />
het zegt:<br />
‘Als een onbeken<strong>de</strong> en naamloze komt Hij tot ons, zoals Hij<br />
aan <strong>de</strong> oever van het meer toekwam op <strong>de</strong> mannen die niet<br />
wisten wie Hij was. Hij zegt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n: ‘Volg mij!’ en<br />
stelt ons voor <strong>de</strong> taak, die Hij in onze tijd moet volbrengen.<br />
Hij gebiedt, en aan <strong>de</strong>genen die Hem gehoorzamen, wijzen<br />
en onwijzen, zal Hij zich openbaren in wat zij in zijn gemeenschap<br />
aan vre<strong>de</strong>, werken, strij<strong>de</strong>n en lij<strong>de</strong>n mogen ervaren,<br />
en als een onuitsprekelijk geheim zullen zij vernemen wie Hij<br />
is…’ 1<br />
Of zoals in dit ou<strong>de</strong> verhaal:<br />
De tsaar van Rusland had drie vragen die hem kwel<strong>de</strong>n,<br />
drie vragen over zin geven aan zijn leven: ‘Wat moet ik<br />
doen om Gods wil te volbrengen? Met wie? Wanneer?’.<br />
Na vele geleer<strong>de</strong>n te hebben geraadpleegd, sprak hij een<br />
boer aan die op zijn akker aan het ploegen was. Die keek<br />
nauwelijks op toen <strong>de</strong> tsaar hem zijn vragen stel<strong>de</strong>. De tsaar<br />
werd kwaad en zei: ‘Weet je wel wie je voor je hebt? Ik ben<br />
<strong>de</strong> tsaar van alle Russen.’ Maar ook dit maakte geen indruk<br />
op <strong>de</strong> boer, die ver<strong>de</strong>rging met zijn werk. Plotseling kwam<br />
er een zwaargewon<strong>de</strong> man het veld op gewankeld. Voor <strong>de</strong><br />
ploeg viel hij neer. De boer zei tegen <strong>de</strong> tsaar: ‘Help mij <strong>de</strong>ze<br />
gewon<strong>de</strong> naar mijn huis te dragen.’ ‘Ik zal je helpen,’ antwoord<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> tsaar. ‘Als je me eerst antwoord geeft op mijn<br />
vragen.’ ‘Straks,’ zei <strong>de</strong> boer en samen brachten zij <strong>de</strong> man<br />
naar zijn huis en verbon<strong>de</strong>n zijn won<strong>de</strong>n. ‘Zeg je het me nu?’<br />
vroeg <strong>de</strong> tsaar. ‘Je kunt naar huis,’ zei <strong>de</strong> boer. ‘Je hebt <strong>de</strong><br />
antwoor<strong>de</strong>n gehad op je vragen: Wat moet ik doen? Wat op<br />
mijn weg komt. Met wie moet ik het doen? Met wie er zijn.<br />
Wanneer moet ik het doen? Op het moment zelf.’<br />
Wegzending<br />
Wij gaan van hier, ie<strong>de</strong>r naar <strong>de</strong> plek waar we wonen.<br />
We mogen ie<strong>de</strong>r onze eigen weg gaan,<br />
en erop vertrouwen<br />
dat wij op onze bestemming komen<br />
waar Hij ons is voorgegaan.<br />
Marja Doesburg<br />
1 citaat uit: Jezus; capita selecta uit Schweitzers theologie, samengesteld<br />
en ingeleid door C.J. <strong>de</strong>n Heyer, Den Haag 1981.<br />
DE EERSTE DAG zomer 2011
voorwerk<br />
Schikken<br />
Stillevens voor <strong>de</strong> zomer rond een groene aar<strong>de</strong><br />
Liturgisch/symbolisch schikken met seizoensmaterialen<br />
Inspiratie van buiten<br />
Deze jaargang leggen we een accent op het gebruik<br />
van voorwerpen die in bijbelverhalen voorkomen<br />
of in <strong>de</strong> christelijke traditie een speciale betekenis<br />
kregen. Met een voorwerp kan rond een basisschikking<br />
een eenvoudige compositie gemaakt wor<strong>de</strong>n,<br />
aangevuld met bloemen van het seizoen of een groet<br />
van <strong>de</strong> gemeente. De suggesties zijn ook in klein formaat<br />
thuis uit te voeren, om zo op eigen wijze te<br />
‘bid<strong>de</strong>n met bloemen’. Wij willen door milieuvrien<strong>de</strong>lijke<br />
voorbeel<strong>de</strong>n eenie<strong>de</strong>r stimuleren tot een<br />
duurzame omgang met <strong>de</strong> schepping, binnen en<br />
buiten <strong>de</strong> kerken.<br />
Basisschikking voor <strong>de</strong> zomer: een groene bol<br />
Als basisschikking gebruiken we dit jaar een (aard)<br />
bol waarmee we het seizoen tot uitdrukking brengen.<br />
In <strong>de</strong> winter was het een bol met do<strong>de</strong> takken,<br />
schors of wilgenkatjes. In <strong>de</strong> lente kozen we voor<br />
een halve bol als kiem, met daarin een bol met bloesemtakken.<br />
In <strong>de</strong> zomer kiezen we voor een groene<br />
aardbol. Groen, <strong>de</strong> kleur van hoop en leven, is ook<br />
<strong>de</strong> liturgische kleur voor <strong>de</strong> zomertijd.<br />
Om <strong>de</strong> aardbol zichtbaar op te stellen, kunt u hem<br />
‘poten’ geven of op een glazen cilin<strong>de</strong>r plaatsen in<br />
een vierkante bak, omgeven door grassen. Vier is<br />
het getal van <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>, het vierkant is van oudsher<br />
een verwijzing naar <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>. Het grondplan van het<br />
nieuwe Jeruzalem is een vierkant als verwijzing naar<br />
gerechtigheid en openstaan voor alle mensen uit <strong>de</strong><br />
vier windstreken.<br />
Maak <strong>de</strong> groene aardbol bijvoorbeeld door:<br />
- een oasisbol te bekle<strong>de</strong>n met (klimop)blad of<br />
mos. Klimop blijft lang goed, maar ook laurier of<br />
an<strong>de</strong>r groen blad is bruikbaar;<br />
- groene takken (zon<strong>de</strong>r blad) met elkaar te vervlechten;<br />
- door een takkenbol (te koop bij tuincentra) te<br />
vervlechten met klimopranken.<br />
Voorwerpen<br />
Ringen/schakels<br />
Beeld van verbon<strong>de</strong>nheid. Geen begin en ein<strong>de</strong>,<br />
trouw aan het leven. Met ringen kun je schakels<br />
maken. Met een zogenaam<strong>de</strong> zegelring, gedoopt in<br />
was, wer<strong>de</strong>n schriftelijke afspraken bevestigd en<br />
‘verzekerd’.<br />
Juk/weegschaal<br />
Een juk wordt op <strong>de</strong> nek van een dier gelegd om<br />
het (belast) te kunnen lei<strong>de</strong>n. Het verwijst naar een<br />
gebon<strong>de</strong>nheid en afhankelijkheid. In <strong>de</strong> negatieve<br />
betekenis is het dragen van een juk een last. In het<br />
Nieuwe Testament is het woord dat voor juk wordt<br />
gebruikt zygos, dat ook ‘weegschaal’ betekent. De<br />
vorm van bei<strong>de</strong> lijkt op elkaar. Juk roept om bevrijding,<br />
een weegschaal symboliseert rechtdoen,<br />
gelijkheid, rechtvaardigheid. Met een weegschaal<br />
ligt een weg van bevrijding voor ons… Gaan<strong>de</strong>weg<br />
rechtdoen en bevrijd wor<strong>de</strong>n.<br />
Stenen platen, stenen wit en zwart, groot en klein<br />
Als verwijzing naar <strong>de</strong> Tien Gebo<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vaak<br />
in kerken en religieuze afbeeldingen stenen platen<br />
gebruikt. Leisteen dat als dakplaat op ou<strong>de</strong> gebouwen<br />
gebruikt wordt, is daarvoor heel geschikt.<br />
Met <strong>de</strong> kleur van steen en <strong>de</strong> grootte kan ook een en<br />
an<strong>de</strong>r verbeeld wor<strong>de</strong>n: kleine en licht: wit, feestelijk<br />
leven; zwart: dood, en alles wat met ‘doods’ leven<br />
soms als een zware steen op je maag ligt.<br />
4 DE EERSTE DAG zomer 2011
oecumenisch leesrooster<br />
10<br />
19 juni 2011<br />
Trinitatis<br />
Zondag van <strong>de</strong> heilige Drie-eenheid<br />
kleur: wit (of rood)<br />
Gemeenschappelijk Leesrooster<br />
ot: Exodus 34,4-9<br />
ap: Psalm 150<br />
(ep: 2 Korintiërs 13,11-13)<br />
ev: Matteüs 28,16-20<br />
zl: Tussentijds 17<br />
Oud-Katholiek Kerkboek<br />
int: ant: naar Tobit 12,6<br />
ps: Psalm 8.2<br />
ot: Exodus 34,4-9<br />
ap: Psalm 150<br />
ep: 2 Korintiërs 13,11-13<br />
hv: Psalm 145,10-12<br />
ev: Matteüs 28,16-20<br />
Romeins Missaal<br />
int: ‘Gezegend zij God <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r...’<br />
ot: Exodus 34,4b-6.8-9<br />
ap: Daniël 3,52-55<br />
ep: 2 Korintiërs 13,11-13<br />
hv: Openbaring 1,8<br />
ev: Johannes 3,16-18<br />
Luthers Dienstboek<br />
int: ant: naar Tobit 12,7<br />
ps: Psalm 8,2.4-5<br />
LB Psalm 8:1,6<br />
ot: Jesaja 6,1-8(9-13)<br />
gr: LB Psalm 13:1,8,9<br />
ep: Romeinen 11,33-36<br />
hv: Psalm 150,2<br />
ev: Johannes 3,1-15<br />
zl: Gezang 253<br />
Bij <strong>de</strong> dag<br />
De dans van <strong>de</strong> Drie-eenheid<br />
Op <strong>de</strong> zondag van <strong>de</strong> Drie-eenheid zou ik ook<br />
wel drie Schriftlezingen willen. Als je die drie<br />
samen hoort, ervaar ik dat er binnen <strong>de</strong> Driein-Een<br />
veel ‘beweging’ is: ‘Va<strong>de</strong>r – Zoon – Geest’<br />
en ‘genadig, barmhartig, lankmoedig…’ – al die<br />
namen laten zien wat er in God zelf ‘omgaat’, en<br />
daarmee wordt <strong>de</strong> grote verschei<strong>de</strong>nheid aangegeven<br />
van hoe <strong>de</strong> Eeuwige met <strong>de</strong> mensen<br />
omgaat.<br />
<strong>Van</strong> het verhaal over Mozes in Exodus zeggen <strong>de</strong><br />
rabbijnen: Als het niet in <strong>de</strong> Schrift stond, had<br />
het nooit zo verteld mogen wor<strong>de</strong>n. Want wat<br />
hier staat, is zo onvoorstelbaar, en ongeloofl ijk.<br />
Op aandringen van Mozes roept <strong>de</strong> Eeuwige zijn<br />
eigen Naam. Niet eenmaal, maar <strong>de</strong>rtienmaal.<br />
In een explosie van grote heilige namen geeft<br />
God zichzelf prijs. Hoe is het zo gekomen?<br />
Israël had geen vertrouwen meer, niet in God,<br />
niet in Mozes. Ze blijven steken in het zand. Alle<br />
mooie (tien) woor<strong>de</strong>n ten spijt – het volk wil een<br />
an<strong>de</strong>re, concretere god. Het wordt een stier kalf<br />
van (hun eigen) goud, dat zal hen jong en sterk<br />
en dartel ver<strong>de</strong>r lei<strong>de</strong>n. God voelt zich verra<strong>de</strong>n.<br />
Mozes loopt zich het vuur uit <strong>de</strong> sandalen als<br />
‘mediator’, heen en weer gaat hij tussen God<br />
en <strong>de</strong> mensen. Goed, zegt God op het laatst,<br />
Ik zal met mijn volk meegaan. Na <strong>de</strong>ze zware<br />
on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lin gen met God komt bij Mozes<br />
het verlangen op om God te ‘zíén’. Niet dus uit<br />
een mystiek en vroom gemoed, maar om een<br />
noodzakelijke, hel<strong>de</strong> re aanwezigheid van ‘Ikzal-er-zijn’.<br />
‘Doe mij uw heerlijkheid zien,’ vraagt<br />
Mozes. God gaat daar voorzichtig op in, want<br />
‘geen mens zal God zien en leven…’. In een wolk<br />
komt <strong>de</strong> Eeuwige, ‘in het voorbijgaan’. God is<br />
alleen op <strong>de</strong> rug te zien. Je zou God hier kunnen<br />
zien als een rabbijn, als voorganger in <strong>de</strong> synagoge,<br />
in een gebedsmantel gehuld, uitroepend<br />
<strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien namen. Hij staat daar alleen, vooraan,<br />
wij zien hem op <strong>de</strong> rug. Hij gaat ons voor in het<br />
bid<strong>de</strong>n, in het aanroe pen van God. God op <strong>de</strong><br />
rug gezien, betekent dat wij nooit bij voorbaat<br />
God kunnen benoemen en kennen. Het betekent<br />
ook dat God ons altijd vooruit is. Hij heeft<br />
al gedaan wat wij nog moeten doen. Heeft niet<br />
<strong>de</strong> rabbi van Nazaret ook zo geleefd en gedaan<br />
en gesproken – voor <strong>de</strong> mensen uit, en hun<br />
gevraagd: Volg Mij? Matteüs levert ons zijn laatste<br />
woor<strong>de</strong>n over: ‘Ik ben met jullie, alle dagen…’<br />
Daar klinkt ook <strong>de</strong> Godsnaam in door: IK BEN<br />
– met jullie. Maar ja, zeggen <strong>de</strong> achterblijvers:<br />
Zal Hij er zijn? Hoe dan? Want Hij is weg uit <strong>de</strong>ze<br />
wereld, het is hemelvaart geweest, wij zien Hem<br />
als het ware ook op <strong>de</strong> rug. Maar <strong>de</strong> leerlingen<br />
wor<strong>de</strong>n erop uitgestuurd, <strong>de</strong> wereld in, om <strong>de</strong><br />
mensen te winnen voor <strong>de</strong> zaak van God. Leg op<br />
hen <strong>de</strong> Naam van God, zegt Jezus: ‘Va<strong>de</strong>r, Zoon,<br />
Geest’, zoals bij <strong>de</strong> doop. Zo gaat die Naam voor<br />
ons uit. God gaat voorop, <strong>de</strong> mens gaat in dat<br />
spoor. En die correspon<strong>de</strong>ren weer met <strong>de</strong> drie<br />
uit 2 Korintiërs 13: Va<strong>de</strong>r – oorsprong, grond,<br />
‘geloof’. Zoon – <strong>de</strong> mens die ‘lief<strong>de</strong>’ is. Geest –<br />
wind, beweging, ‘hoop’.<br />
Naast <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> lie<strong>de</strong>ren (T 17 en Ps. 150)<br />
<strong>de</strong>nk ik aan Huub Oosterhuis’ ‘Ere wie ere toekomt’<br />
(VLB, p. 254 e.v. – met twee melodieën)<br />
waar <strong>de</strong> drie zo wor<strong>de</strong>n benoemd: Va<strong>de</strong>r, Zoon,<br />
Geest – ‘bron, water, stroming’ en ook: ‘eerste<br />
begin, weg en volharding van <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>’.<br />
En aan een lied waarin <strong>de</strong> beweging binnen <strong>de</strong><br />
Drie tot een dans wordt: ‘Dance of the Trinity’ –<br />
uit het Scottish Hymnal in een (proef)vertaling<br />
van Sytze <strong>de</strong> Vries: Dans mee met Va<strong>de</strong>r, Zoon en<br />
Geest / kom binnen in hun kring / dat wervelen<strong>de</strong><br />
samenspel / van ver voor ons begin. De wereld<br />
van vandaag is ons vanouds al toegedacht / als<br />
dansvloer waar <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> leidt / en waar <strong>de</strong> hoop<br />
ons wacht. Een eerbiedige én vrolijke polonaise<br />
door <strong>de</strong> kerk zou een antwoord kunnen zijn. Tenminste,<br />
zo voel ik, écht.<br />
Geertien Morsink<br />
Bij Matteüs 28,16-20<br />
Afscheid, maar niet voor altijd<br />
Juffrouw Janna neemt vandaag afscheid<br />
van school. Straks begint het grote feest.<br />
Groep zes heeft al wekenlang aan <strong>de</strong> voorbereidingen<br />
gewerkt. Heel stiekem, <strong>de</strong> juf<br />
mocht niets merken. Er is geld ingezameld<br />
voor een groot ca<strong>de</strong>au. De bus kon gelukkig<br />
in groep acht staan, daar komt <strong>de</strong> juf<br />
toch nooit.<br />
Oud-leerlingen zijn uitgenodigd: ie<strong>de</strong>reen<br />
was altijd dol op juf Janna. Er komen<br />
er vast veel. De kin<strong>de</strong>ren van groep zes<br />
hebben een toneelstuk ingestu<strong>de</strong>erd.<br />
Steeds in groepjes, als <strong>de</strong> juf dacht dat ze<br />
in het documentatiecentrum waren. En<br />
op <strong>de</strong> vrije dagen van <strong>de</strong> juf was er dan<br />
ein<strong>de</strong>lijk tijd om met z’n allen te oefenen.<br />
Moeilijk was het niet om een toneelstuk te<br />
verzinnen voor juf Janna. Juf Janna is zo’n<br />
gekke juf, daar kun je wel grapjes over<br />
maken. Eigenlijk heeft ze raar haar, met<br />
die plukken die alle kanten op staan. Ze<br />
loopt een beetje krom. Haar kleding hangt<br />
altijd raar om haar heen. Maar wat was ze<br />
een geweldige juf.<br />
Kevin weet niet zo goed wat hij er vandaag<br />
van moet vin<strong>de</strong>n. De hele school is<br />
versierd. Ie<strong>de</strong>reen is druk bezig. Het is<br />
een vrolijke boel. Maar Kevin is eigenlijk<br />
verdrietig. Straks is juf Janna er niet meer.<br />
Wie geeft hem dan ’s morgens een duw<br />
tegen zijn schou<strong>de</strong>r? Wie weet er dan op<br />
school nog van zijn broertje? Wie brengt<br />
er dan soms opeens een grote schaal met<br />
walnoten mee, om voor alle kin<strong>de</strong>ren walnoten<br />
te kraken? En wie kan er zo mooi<br />
vertellen? Opeens staat juf Janna achter<br />
hem. ‘Hé, Kevin,’ zegt ze. ‘Je weet het, hè!<br />
Als ik er niet meer ben, moet jij zorgen dat<br />
het gezellig is in <strong>de</strong> klas. En als je zin hebt<br />
om nog eens bij te kletsen, kom je bij mij<br />
thuis een kop warme chocomel drinken.’<br />
Karin van <strong>de</strong>n Broeke<br />
DE EERSTE DAG zomer 2011<br />
Met <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> kerk kerk
Bij <strong>de</strong> tekst<br />
Over God<br />
Bij Exodus 34,4-9 en Matteüs 28,16-20<br />
Een poging om God on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n te brengen kan nooit uitputtend<br />
zijn. Bovendien levert het spreken over God soms won<strong>de</strong>rlijke<br />
woordcombinaties op. De ‘allerheiligste Drievuldigheid’<br />
is echter een zeer beknopte omschrijving, een basis voor het<br />
spreken over God. De woor<strong>de</strong>n ‘in <strong>de</strong> Naam van <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r, <strong>de</strong><br />
Zoon en <strong>de</strong> heilige Geest’ zijn verankerd in <strong>de</strong> orthodoxie en<br />
orthopraxie van <strong>de</strong> kerk. Ook al is er niet in elke zondagse liturgieviering<br />
een geloofsbelij<strong>de</strong>nis en geen doxologie aan het eind<br />
van psalmen en gebe<strong>de</strong>n, dan nog vin<strong>de</strong>n we bij een belangrijke<br />
gebeurtenis in <strong>de</strong> kerk als <strong>de</strong> doop op het moment van <strong>de</strong><br />
doophan<strong>de</strong>ling <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n: ‘… (naam), ik doop je in <strong>de</strong> Naam<br />
van <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> Zoon en <strong>de</strong> heilige Geest’. De Matteüslezing<br />
van <strong>de</strong>ze zondag leert, dat dit verband tussen <strong>de</strong> doop en <strong>de</strong><br />
allerheiligste Drievuldigheid gebaseerd is op <strong>de</strong> Schrift en niet<br />
afkomstig is van latere concilies of kerkva<strong>de</strong>rs (Mat. 28,19).<br />
God als Va<strong>de</strong>r, Zoon en heilige Geest<br />
De lezing leert ook, dat het niet zomaar iemand is geweest<br />
die aan <strong>de</strong> doop <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n verbindt van Va<strong>de</strong>r, Zoon en<br />
DE EERSTE DAG zomer 2011<br />
Matteüs 28,16-20<br />
heilige Geest, maar Jezus zelf, die alle gezag in hemel en op<br />
aar<strong>de</strong> heeft gekregen (28,18). In <strong>de</strong> doopformule in het oudkatholieke<br />
Kerkboek 1 is ‘Naam’ bewust met een hoofdletter<br />
geschreven. Ie<strong>de</strong>re lezer leert zo het verband dat Jezus legt<br />
tussen <strong>de</strong> doop en <strong>de</strong> allerheiligste Drievuldigheid. De wijze<br />
van notatie helpt bij het on<strong>de</strong>rricht dat God zichzelf, geroepen<br />
als <strong>de</strong> Naam, openbaart aan <strong>de</strong> dopeling, wiens naam<br />
eveneens openlijk klinkt. Er hoeft dan ook in <strong>de</strong> doopliturgie<br />
geen afzon<strong>de</strong>rlijke doopcatechese of doopon<strong>de</strong>rricht te<br />
wor<strong>de</strong>n gegeven, want <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> allerheiligste Drievuldigheid<br />
vormen zelf het on<strong>de</strong>rricht dat Jezus aan <strong>de</strong> dopeling<br />
geeft omtrent het geheim wie God is. In <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n ‘Ik<br />
ben met u’ (Mat. 28,20) openbaart Jezus het wezen van <strong>de</strong><br />
Naam en zij vormen tegelijk <strong>de</strong> inhoud van Zijn on<strong>de</strong>rricht.<br />
Met <strong>de</strong>ze laatste woor<strong>de</strong>n van het Matteüsevangelie wordt<br />
het allerdiepste geheim onthuld, namelijk hoe God zich verbindt<br />
aan mensen. Hierin geeft Jezus <strong>de</strong> betekenis prijs van<br />
die allerheiligste en tegelijk raadselachtige Drievuldigheid:<br />
Va<strong>de</strong>r, Zoon en heilige Geest.<br />
De mens die gebo<strong>de</strong>n bewaart<br />
Om het geheim van Gods wezen te leren doorgron<strong>de</strong>n, draagt<br />
Jezus zijn leerlingen op om alle volken te leren ‘bewaren al<br />
wat Ik u heb gebo<strong>de</strong>n’ (Mat. 28,20). Dat Hij hiermee verwijst<br />
naar al Zijn woor<strong>de</strong>n en werken die in het evangelie zijn weergegeven,<br />
ligt voor <strong>de</strong> hand. Maar het on<strong>de</strong>rricht van Jezus<br />
betreft niet sec ‘wat Hij heeft gebo<strong>de</strong>n’, maar ‘het bewaren<br />
ervan’. Het Griekse woord voor bewaren (tèreoo) betekent<br />
niet zozeer conserveren, als wel ‘acht slaan op’, ‘letten op’,<br />
‘toezicht hou<strong>de</strong>n op’, ‘waken over’. Al die mogelijke betekenissen<br />
hebben gemeen, dat je ervoor moet zorgen dat je je<br />
ogen op <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n gericht houdt.<br />
In Psalm 78,7 wordt dui<strong>de</strong>lijk wat <strong>de</strong> gevolgen zijn, als je<br />
<strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n die God heeft gegeven, uit het oog verliest. De<br />
mensen wer<strong>de</strong>n weerspannig en lastig, onvast van hart, met<br />
een geest ontrouw aan God. Het on<strong>de</strong>rricht is gericht op hun<br />
kin<strong>de</strong>ren, opdat zij – an<strong>de</strong>rs dan hun va<strong>de</strong>rs <strong>de</strong><strong>de</strong>n – zich voor<br />
ogen stellen, hoe Hij heeft gehan<strong>de</strong>ld door hen uit Egypte te<br />
doen uitgaan. Het on<strong>de</strong>rricht aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren omtrent het<br />
‘bewaren’ (Hebr.: natsar) van <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n is erop gericht dat<br />
<strong>de</strong> zon<strong>de</strong> van eer<strong>de</strong>re generaties geen vervolg krijgt bij volgen<strong>de</strong><br />
generaties. De les ervan is <strong>de</strong>ze: als je niet oplet op<br />
1 Kerkboek van <strong>de</strong> Oud-Katholieke Kerk van Ne<strong>de</strong>rland, Baarn<br />
1993, 383 en 389.<br />
19 juni 2011<br />
wat God heeft gebo<strong>de</strong>n, ben je net zo zondig als dat voorgaan<strong>de</strong><br />
geslacht dat uit verlangen naar <strong>de</strong> dienstbaarheid in<br />
Egypte zichzelf een godheid verschafte door een gou<strong>de</strong>n kalf<br />
te maken. Het bewaren van <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> taak van elk<br />
geslacht, om erop toe te zien dat men zijn vertrouwen stelt<br />
op God.<br />
God die chèsèd bewaart en wel en toch niet straft<br />
God van zijn kant ‘bewaart’ (Hebr.: natsar) ‘vriendschap’<br />
(NB; Hebr.: chèsèd = ‘solidariteit’, ‘verbon<strong>de</strong>nheid’, ‘loyaliteit’;<br />
NBG 1951: ‘goe<strong>de</strong>rtierenheid’; NBV: ‘lief<strong>de</strong>’; WV: ‘goedheid’),<br />
zo lezen we in Exodus 34,7, en wel ‘voor duizen<strong>de</strong>n’. Hij is<br />
ook ‘lankmoedig’ (Hebr.: ‘areeg), dat wil zeggen: langdurig,<br />
traag, waar het gaat om Zijn toorn. Want als Hij dat niet zou<br />
zijn, dan had Hij <strong>de</strong> zondige mens al lang gestraft en hem verteerd<br />
door <strong>de</strong> hitte van Zijn toorn. Net als in Matteüs 28,16-20<br />
wordt in Exodus 34 Gods raadselachtige wezen omschreven.<br />
Bij elkaar on<strong>de</strong>rwijst God <strong>de</strong>rtien eigenschappen van gena<strong>de</strong><br />
over zichzelf aan Mozes. Tegenstrijdig daarin lijkt <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>ncombinatie:<br />
(Hij laat) ‘ongestraft: nìets laat Hij ongestraft’<br />
(34,7, NB). Maar terwijl Hij <strong>de</strong> misda<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rs straft<br />
in hun kin<strong>de</strong>ren en kleinkin<strong>de</strong>ren, (dus) tot in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en<br />
vier<strong>de</strong> geslacht, bewaart Hij Zijn vriendschap ‘voor duizen<strong>de</strong>n’,<br />
dat wil zeggen: tot tenminste tweeduizend geslachten.<br />
Volgens Rashi volgt hieruit, dat <strong>de</strong> maat voor Gods goedheid<br />
tenminste vijfhon<strong>de</strong>rd maal groter is dan Zijn maat voor straf<br />
(Talmoed Tosephta, Sota 4). Door zijn overvloedige eigenschappen<br />
van gena<strong>de</strong> geeft Hij <strong>de</strong> (klein)kin<strong>de</strong>ren ondanks<br />
<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n van hun va<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> gelegenheid tot ommekeer en<br />
maakt Hij het hun mogelijk op God te vertrouwen.<br />
Hoe goed <strong>de</strong> eigenschap van gena<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> mens kan uitpakken,<br />
illustreert <strong>de</strong>ze midrasj.<br />
‘Een man was <strong>de</strong> koning duizend euro verschuldigd. De koning<br />
zond een boodschapper, om terugbetaling te eisen van <strong>de</strong><br />
schuld. De schul<strong>de</strong>naar echter bezat niet het verschuldig<strong>de</strong><br />
geldbedrag. De koning zond een twee<strong>de</strong> boodschapper en<br />
een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> met <strong>de</strong> eis: “Betaal <strong>de</strong> koning onmid<strong>de</strong>llijk!” Maar<br />
<strong>de</strong> man had niet <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len om <strong>de</strong> betaling te voldoen. De<br />
koning realiseer<strong>de</strong> zich dat <strong>de</strong> toestand van <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>naar<br />
akelig was. Hij zond met spoed een geheime boodschapper in<br />
het holst van <strong>de</strong> nacht, om een beurs met daarin duizend euro<br />
door het raam van <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>naar naar binnen te werpen. ’s<br />
Morgens vond <strong>de</strong> man <strong>de</strong> beurs met geld en was dolblij. Zodra<br />
<strong>de</strong> boodschapper van <strong>de</strong> koning arriveer<strong>de</strong>, betaal<strong>de</strong> hij het<br />
bedrag dat hij verschuldigd was.’ (Jalkoet Shimeoni).<br />
Henk Schoon<br />
oecumenisch leesrooster<br />
gemeenschappelijk leesrooster<br />
11
Bij <strong>de</strong> tekst<br />
Het leven gaat door<br />
Bij Jeremia 29,1.4-14 en Matteüs 10,34-42<br />
Zel<strong>de</strong>n is er een tijd geweest waarin het zo vitaal was on<strong>de</strong>rscheid<br />
te kunnen maken tussen valse en ware profeten als <strong>de</strong><br />
tijd van Jeremia. Het lot van het koninkrijk Juda ligt in <strong>de</strong> waagschaal<br />
en <strong>de</strong> politieke beslissingen bepalen <strong>de</strong> toekomst. Er zijn<br />
tal van profeten die <strong>de</strong> koning in <strong>de</strong> naam van God adviseren.<br />
Maar hun profetieën spreken elkaar tegen. Valse profeten geven<br />
toe aan <strong>de</strong> verleiding te profeteren wat zij en het volk hopen.<br />
Zij willen zo graag dat het ongeluk kort duurt en het goed komt,<br />
dat zij illusies voor waarheid aanzien. Dat hoeft geen kwa<strong>de</strong><br />
wil te zijn. Zij doen het uit gebrek aan inzicht in <strong>de</strong> situatie en<br />
<strong>de</strong> consequenties van verkeerd han<strong>de</strong>len. Jeremia noemt hen<br />
‘dromendromers die gij voor u laat dromen’ (Jer. 29,8, NB).<br />
Jeremia kan niet tegen mensen die niet bereid zijn om problemen<br />
eerlijk on<strong>de</strong>r ogen te zien. Dat brengt hij bijvoorbeeld<br />
tot uitdrukking door een houten juk te dragen (Jer. 27). Zijn<br />
‘tegenspeler’ in dat geval is Chananja, die sussend profeteert<br />
dat <strong>de</strong> verbanning naar Babel maar twee jaar zal gaan<br />
duren. Ten teken verbreekt hij het houten juk van Jeremia<br />
DE EERSTE DAG zomer 2011<br />
Matteüs 28,16-20 10,34-42(11,1)<br />
(Jer. 28,10-11). Jeremia kan Chananja uitein<strong>de</strong>lijk ontmaskeren<br />
(28,12-16).<br />
Een nieuwe toekomst in ballingschap<br />
Bij <strong>de</strong> gratie van <strong>de</strong> Babyloniërs blijft het koninkrijk Juda<br />
min of meer functioneren on<strong>de</strong>r een vazallenkoning. Jeremia<br />
blijft en werkt in Juda en ziet niet voor <strong>de</strong> achterblijvers, die<br />
dicht bij <strong>de</strong> tempel mogen leven, een hoopvolle toekomst,<br />
maar juist voor <strong>de</strong> ballingen (24,5). Als een gezantschap<br />
naar Babylonië gestuurd wordt, maakt hij van <strong>de</strong> gelegenheid<br />
gebruik om een brief aan <strong>de</strong> ballingen te sturen (29,1).<br />
Hij roept hen op om er een sterke joodse gemeenschap op te<br />
bouwen en loyaal te zijn aan <strong>de</strong> Babylonische koning, want<br />
<strong>de</strong> ballingschap zal meer dan een generatie duren (29,5-7).<br />
Het lijkt een omgekeer<strong>de</strong> wereld. Tot nu toe bestond het<br />
enige ‘ware’ leven in het eigen land Israël en <strong>de</strong> enige ‘echte’<br />
verbinding met God kwam tot stand in <strong>de</strong> tempel in Jeruzalem<br />
en nu moeten ze ver van huis loyaal aan <strong>de</strong> vijand zijn?!<br />
In opdracht van God zelf gaan zij het waagstuk aan om, ver<br />
van <strong>de</strong> tempel als mid<strong>de</strong>lpunt van het godsdienstige leven,<br />
een relatie met Hem op te bouwen. In feite legt <strong>de</strong>ze opdracht<br />
<strong>de</strong> basis voor het overleven van het volk als Gods volk in ballingschap.<br />
Dat had vergaan<strong>de</strong> en verrijken<strong>de</strong> consequenties<br />
voor het godsdienstige leven, toen het volk weer terug mocht<br />
naar het land en er weer een tempeldienst was. Deze brief<br />
van Jeremia vormt <strong>de</strong> basis voor het ontstaan van synagogen<br />
als godsdienstige centra, ‘<strong>de</strong> dienst van het gebed’ en<br />
‘lernen’, eerst als vervanging voor en later parallel aan <strong>de</strong><br />
offerdienst. In <strong>de</strong> tempel zijn priesters aangesteld om namens<br />
<strong>de</strong> mensen <strong>de</strong> offers te brengen. De nieuwe dienst van het<br />
gebed is daarentegen in han<strong>de</strong>n van ie<strong>de</strong>re mens en ie<strong>de</strong>re<br />
gemeenschap gegeven. Er ontstaat een nieuwe weg om zich,<br />
ver van <strong>de</strong> tempel en overal ter wereld, tot God te kunnen<br />
wen<strong>de</strong>n. Na <strong>de</strong> vernietiging van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> tempel zullen <strong>de</strong><br />
inmid<strong>de</strong>ls ontstane synagogen en leerscholen in Babylon en<br />
Israël <strong>de</strong> redding voor het voortbestaan van het volk Gods<br />
blijken te zijn.<br />
De zending van <strong>de</strong> leerlingen<br />
Jezus heeft leerlingen opgeleid en zendt hen nu uit met <strong>de</strong><br />
opdracht om hetzelf<strong>de</strong> te doen als hij. Ze wor<strong>de</strong>n echter niet<br />
<strong>de</strong> ‘grote’ wereld ingestuurd, maar naar hun eigen geloofsgenoten<br />
(Mat. 10,6). Ze krijgen <strong>de</strong> opdracht om te verkondigen<br />
dat het koninkrijk <strong>de</strong>r hemelen nabij is (10,7) en wor<strong>de</strong>n<br />
26 juni 2011<br />
gemachtigd om zieken te genezen, do<strong>de</strong>n op te wekken en<br />
boze geesten uit te drijven (10,1.8.40).<br />
Jezus’ re<strong>de</strong> is gericht tot <strong>de</strong> inner circle en niet tot het grote<br />
publiek. Naast het gezag dat zij krijgen, moeten zij afwijzing<br />
leren te verduren. In <strong>de</strong> bijbel is men beducht voor valse<br />
profeten, zoals we in Jeremia lazen. Daarom wor<strong>de</strong>n mensen<br />
die iets met zulke verstrekken<strong>de</strong> consequenties als het ein<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n proclameren, met groot wantrouwen en afwijzing<br />
bejegend. Wie zegt dat Jezus en zijn leerlingen geen valse<br />
profeten zijn? Een volstrekt terechte vraag. Dat maakt <strong>de</strong><br />
leerlingen onzeker.<br />
Niet <strong>de</strong> vre<strong>de</strong>, maar het zwaard<br />
De voorstelling van het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n is verbon<strong>de</strong>n met<br />
sjalom, een wereld van alomvatten<strong>de</strong> vre<strong>de</strong> waar het leven<br />
ongehin<strong>de</strong>rd stroomt, waar alles in perfecte balans is. De<br />
leerlingen zou<strong>de</strong>n nu kunnen aannemen dat Jezus gekomen is<br />
om <strong>de</strong>ze vre<strong>de</strong> te brengen en dat zij uitgezon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n om<br />
hem daarin na te volgen. Dat is zo, maar in hun joodse traditie<br />
wordt <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke sjalom bereikt door hem langzaam<br />
op te bouwen, doordat ie<strong>de</strong>r mens en ie<strong>de</strong>re gemeenschap<br />
eraan werkt om <strong>de</strong> wereld in balans te brengen, bij stukjes en<br />
beetjes, met vallen en opstaan. Er wor<strong>de</strong>n problemen opgelost,<br />
maar ergens an<strong>de</strong>rs ontstaan weer nieuwe. Hoe meer<br />
knelpunten of knopen, zoals Franz Rosenzweig het noemt,<br />
in <strong>de</strong>ze wereld opgelost wor<strong>de</strong>n, hoe meer het koninkrijk<br />
Gods groeit. Als mensen meer knopen leggen dan oplossen,<br />
wordt het koninkrijk kleiner. Dat lijkt een ein<strong>de</strong>loos proces.<br />
Er ontstond <strong>de</strong> voorstelling van een afgezant van God: <strong>de</strong><br />
messias, die, heel kort samengevat, een ein<strong>de</strong> zal maken aan<br />
<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis, hij zal in een generatie komen waarin <strong>de</strong><br />
knopen opgelost zijn òf een die zo hopeloos vol met knopen<br />
is dat ingrijpen van buitenaf noodzakelijk is.<br />
Maar Jezus’ leerlingen staan mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis.<br />
Jezus tracht, zoals alle profeten, het han<strong>de</strong>len van mensen<br />
te corrigeren. Daardoor jaagt hij mensen tegen zichzelf en<br />
tegen elkaar in het harnas (10,35), Hij brengt ‘het zwaard’,<br />
onenigheid (10,34). Dat wordt het pijnlijkst voelbaar in die<br />
an<strong>de</strong>re inner circle, waarin <strong>de</strong> leerlingen tot nu toe verkeer<strong>de</strong>n:<br />
<strong>de</strong> familie. Zij zullen met onbeken<strong>de</strong>n gemakkelijker<br />
kunnen opschieten dan met hun bloedverwanten (10,35-37).<br />
Jezus houdt hun ondubbelzinnig voor dat zij er heel goed<br />
over moeten na<strong>de</strong>nken of zij <strong>de</strong>ze taak wel aan kunnen en<br />
willen (10,38). Al lijkt <strong>de</strong> toon gematig<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> laatste twee<br />
verzen van <strong>de</strong>ze perikoop.<br />
Kristin Ritsert<br />
gemeenschappelijk leesrooster<br />
13