Over de waarde van repeterend oefenen - Brandweeronderwijsraad
Over de waarde van repeterend oefenen - Brandweeronderwijsraad
Over de waarde van repeterend oefenen - Brandweeronderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.2 Oefeningen<br />
De on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> bevindingen zijn primair gebaseerd op <strong>de</strong> observaties <strong>van</strong><br />
oefenmomenten, aangevuld met ervaringen en opvattingen die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />
(ron<strong>de</strong>tafel)gesprekken naar voren kwamen. We richten ons hierbij vooral op<br />
elementaire oefeningen.<br />
Verloop <strong>van</strong> een oefening duur 105 minuten.<br />
In dit korps start <strong>de</strong> oefening in het theorielokaal. De oefenlei<strong>de</strong>r vertelt wat het<br />
on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> <strong>de</strong> oefening is en <strong>de</strong> situatie wordt uitgelegd (auto zijwaartse ligging).<br />
Aan manschappen wordt plenair gevraagd hoe ze dit zou<strong>de</strong>n aanpakken als ze bij het<br />
plaats inci<strong>de</strong>nt aan komen. Zij sommen op welke stappen ze doorlopen (stabilisatie,<br />
glasmanagement en <strong>de</strong>rgelijke) en welke aandachtspunten er zijn. Vervolgens wordt<br />
<br />
het bord te tekenen hoe zij gaan knippen als <strong>de</strong> auto in<br />
zijwaartse ligging ligt. De manschappen wor<strong>de</strong>n uitgedaagd om meer<strong>de</strong>re alternatieven<br />
met elkaar te bespreken. Vervolgens toont <strong>de</strong> oefenlei<strong>de</strong>r een boekje met beel<strong>de</strong>n over<br />
<strong>de</strong> manier waarop stabilisatie kan plaatsvin<strong>de</strong>n. De volgen<strong>de</strong> opdracht is om <strong>de</strong> situatie<br />
na te bootsen in <strong>de</strong> praktijkruimte <br />
<strong>oefenen</strong>. In <strong>de</strong> praktijkruimte laat <strong>de</strong> oefenlei<strong>de</strong>r <strong>de</strong> manschappen <br />
on<strong>de</strong>rling overleg te stimuleren en geeft aan dat ze elkaar horen aan te spreken als ze<br />
<strong>de</strong>nken dat het niet goed gaat. Door het stellen <strong>van</strong> open vragen (wat vin<strong>de</strong>n jullie<br />
er<strong>van</strong>?) probeert hij bij te sturen of het <strong>de</strong>nken in alternatieven te stimuleren (als dit..<br />
<br />
meer precies weet. Iemand die min<strong>de</strong>r ervaren is, wordt <strong>de</strong> ruimte gegeven om<br />
bepaal<strong>de</strong> taken te <strong>oefenen</strong>. Na afloop vindt in <strong>de</strong> instructieruimte een evaluatie plaats.<br />
<br />
was, liep het vrij gesmeer<br />
gaan. De oefenlei<strong>de</strong>r benoemt dat juist nu met tijd en rust geoefend wordt, zodat ze<br />
<br />
wat zij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n doen. Er wor<strong>de</strong>n han<strong>de</strong>lingen opgesomd en er<br />
wordt ook genoemd wat ze lastig von<strong>de</strong>n. Tot slot vraagt <strong>de</strong> oefenlei<strong>de</strong>r wat ze <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> keer graag willen <strong>oefenen</strong>.<br />
4.2.1 Oefeningen verschillen <strong>van</strong> elkaar in termen <strong>van</strong> opzet/uitvoering<br />
Het observeren <strong>van</strong> oefeningen leidt bij ons tot <strong>de</strong> conclusie dat <strong>de</strong> opzet en<br />
uitvoering <strong>van</strong> (elementaire) oefeningen tussen brandweerkorpsen aanzienlijk<br />
verschillen. We constateer<strong>de</strong>n verschillen met betrekking tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
punten:<br />
-‐‑ het introduceren <strong>van</strong> <strong>de</strong> oefening. In het ene geval wordt er aandacht besteed<br />
aan <strong>de</strong> oefendoelen <br />
? , terwijl in het an<strong>de</strong>re<br />
geval uitsluitend <strong>de</strong> praktische zaken wor<strong>de</strong>n besproken (wie doet wat<br />
-‐‑ het instrueren <strong>van</strong> <strong>de</strong> oefening. De ene keer wordt <strong>van</strong> tevoren precies<br />
verteld hoe het moet, terwijl <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re keer weinig wordt verteld en een<br />
aanpa<br />
31