You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Rogier van der Weyden 1400 11464<br />
Inleiding<br />
Rogier van der Weyden is omstreeks 1400 geboren in Doornik, toen een<br />
Franse enclave tussen de graafschappen Henegouwen en Vlaanderen en<br />
het hertogdom Brabant. Over de opleiding van de jonge Rogier is niet veel<br />
bekend. Begin 1427 schreef hij zich in als gezel in het atelier van Robert<br />
Campin, de beroemdste schilder van de stad. In 1435 woonde Rogier in<br />
Brussel en werd er de officiële stadsschilder, een job die speciaal voor hem<br />
was gecreëerd en die hij tot het einde van zijn leven behield. Door de ver<br />
huis van Doornik naar Brussel werd Rogier de Ie Pasture een Brabander<br />
die zijn naam vernederlandste in Rogier van der Weyden. In Brussel, waar<br />
de Bourgondische hertogen en hun entourage veel prestigieuze opdrachten<br />
te verdelen hadden, volgde voor Rogier van der Weyden in zijn atelier aan<br />
de Cantersteen een lange en bloeiende carrière. Al snel groeide internatio<br />
nale roem als evenknie van de pictor doctus Jan Van Eyck.<br />
In Brabant ontwikkelde Van der Weyden zich tot een van de sterkste en<br />
waarschijnlijk de meest invloedrijke van alle vijftiende-eeuwse Europese<br />
kunstenaars. Zijn werk, gekenmerkt door een beheerste emotie en een<br />
subtiele expressie van de figuren, is een mijlpaal in de ontwikkeling van<br />
de visuele kunsten en beïnvloedde generaties kunstenaars na hem, tot ver<br />
in de zestiende eeuw.<br />
De tentoonstelling Rogier van der Weyden 1400 11464- De Passie Van<br />
de Meester definieert de vernieuwende beeldtaal van de Brusselse stads<br />
schilder. De confrontatie met kunst van tijdgenoten en latere navolgers uit<br />
verschillende disciplines illustreert de bijzondere artistieke en grensover<br />
schrijdende betekenis van Rogier van der Weyden. Dat gebeurt in meer<br />
dan honderd bruiklenen uit de belangrijkste Europese en Amerikaanse<br />
verzamelingen. De tentoonstelling brengt voor het eerst een aantal sleutelwerken<br />
van Van der Weyden terug samen: twee fragmenten van een Sacra<br />
Conversazione, de triptiek met de Annunciatie en het grafmonument van<br />
lsabella van Bourbon uit de voormalige Sint-Michielsabdij te Antwerpen.<br />
Inhoud<br />
2 Vrees en vreugde<br />
Het oog van de meester<br />
Speciaal voor de tentoonstelling is Van der Weydens Sacramentsaltaar 8 Rogier van der Weyden<br />
(Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen) gerestaureerd. Sporen, documenten, meesterwerken<br />
Het bekendste werk van Van der Weyden is ongetwijfeld de Kruisafneming<br />
(Prado, Madrid). De meester schilderde het omstreeks 1438 voor 16 Kringen en gezichten<br />
de kapel van de Voetbooggilde in de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-van- Portretten van hertogen, hovelingen<br />
Ginderbuiten te Leuven. "Het mooiste schilderij ter wereld," zeiden Spaan- en onbekende vrouwen<br />
se edellieden die het te zien kregen en koning Filips II liet het overbrengen<br />
De Passie van de Meester<br />
naar Spanje. Het verbijsterende meesterwerk heeft nog niets ingeboet van 28 Van der Weyden en bevriende kunstenaars<br />
zijn bijzondere emotionele kracht. Het geeft een onbelemmerde en ui<br />
terst gedetailleerde blik op de hevigste menselijke gemoedsaandoeningen.<br />
Wisselwerking<br />
Op dit ontroerende paneel schilderde Rogier van der Weyden de mooiste 36 Glossarium<br />
tranen uit onze kunstgeschiedenis.<br />
•<br />
39 Epiloog<br />
De Passie van de Meester<br />
40 Praktisch
ees en vreug<br />
Het oog van de meester<br />
2 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
"Als ik mij inzet om jullie op menselijke wijze tot het goddelijke<br />
te voeren, moet dit door middel van een of andere gelijkenis gebeuren.<br />
Maar onder de menselijke maaksels vond ik geen beeld van<br />
de Alziende dat meer met onze opzet overeenkwam dan het kunstwerk<br />
van het gelaat, zo geraffineerd geschilderd dat het zich gedraagt<br />
alsof het alles rondom zich tegelijk bekijkt. Weliswaar komen dergelijke<br />
uitstekend geschilderde doeken veel voor; bijvoorbeeld dat van de<br />
vrouwelijke boogschutter op de markt te Nürnberg, het zelfportret<br />
van de grote schilder Rogier dat deel uitmaakt van een zeer kostbaar<br />
- paneel en in het raadhuis te Brussel hangt, het schilderij van Veronica<br />
in mijn kapel te Koblenz, het schilderij in de burcht van Brixen<br />
van de engel die de wapenrusting van de kerk draagt, en vele andere<br />
overal elders. Maar opdat jullie de proef op de som kunnen nemen,<br />
wat de zichtbare aanwezigheid van zo'n portret vereist, bezorg ik jullie,<br />
beminde broeders, een houten paneeltje dat ik nog krijgen kon met<br />
daarop een portret van iemand die alles ziet. Zo'n portret noem ik:<br />
beeld van God. Hang het ergens op, broeders, bijvoorbeeld aan de<br />
noordelijke muur, en ga er in een halve cirkel omheen staan; bekijk het<br />
aandachtig, en ieder van U zal ervaren dat, vanaf welk punt hij datzelfde<br />
portret ook aankijkt, als het ware hij alleen erdoor aangekeken wordt.<br />
Voor de broeder die aan de oostelijke kant staat zal dat gezicht in oostelijke<br />
richting schijnen te kijken, voor de broeder in het zuiden zuidwaarts,<br />
en voor die in het westen westwaarts." (cursiering van LH}
Legende van<br />
Trajanus en Herkenbald<br />
Zuidelijke Nederlanden,<br />
Brussel of Doornik (?),<br />
omstreeks. 1450,<br />
wandtapijt wol, zijde,<br />
goud- en zilverdraad,<br />
5 ketting- 116-24<br />
inslagdragen per cm2,<br />
46 1 x 1053 cm<br />
BERN, HISTORISCHES MUSEUM<br />
VERLOREN BLIKVANGER<br />
Nicolaas van Cusa schreef deze woorden in 1453 aan de benedictijnermonni<br />
ken van de abdij van Tegernsee, in de Beierse Vooralpen. Hij was een bereisd<br />
en gecultiveerd man, een doorwinterde jurist, een bekwame diplomaat, een<br />
ambitieuze parvenu, een van de zeldzame Duitse kardinalen en een groot filo<br />
soof en theoloog. Tijdens zijn tochten door Europa als pauselijk legaat had hij<br />
ook Brussel bezocht. In het stadhuis zag hij het meesterwerk van Rogier van<br />
der Weyden (1400-1464), de vier panelen die de Gerechtigheid van Trajanus<br />
en Herkenbald uitbeeldden en die samen een fries vormden van 20 meter be<br />
wogen scènes vol levensgrote personages. De panelen hingen daar sinds 1439.<br />
Nicolaas van Cusa hield van kunst, dat bewijst dit citaat uit de inleiding van<br />
De Visione Dei (Het zien van God). Hij keek aandachtig naar wat schilders<br />
maakten en ontleedde de effecten die ze nastreefden. Hij werd in het bijzonder<br />
getroffen door de blik in de ogen van Rogier van der Weyden zelf -de of<br />
ficiële stadschilder van Brussel had zijn panelen niet alleen tweemaal op de<br />
lijst ondertekend, maar er ook een zelfportret in verwerkt. Hij was de enige<br />
in de massa personages die de toeschouwer rechtstreeks aankeek, waar die<br />
toeschouwer zich ook bevond in de zaal.<br />
Blijkbaar waren veel schilders in West-Europa toen bezig met dit magische ef<br />
fect: een gezicht schilderen waarvan de ogen de toeschouwer lijken te volgen,<br />
een schilderij maken dat naar de kijker kijkt. De vrouwelijke boogschutter op de<br />
markt te Nürnberg, de Veronica in de kapel van Koblenz, de engel uit de burcht<br />
van Brixen gingen verloren. Ook Rogiers gerechtigheidstaferelen, tweehonderd<br />
jaar lang het kroonjuweel van Brussel, zijn er niet meer: ze gingen in vlammen<br />
op tijdens het bombardement door de troepen van Loclewijk de Veertiende in<br />
1695. Toch kunnen we on nog een idee vormen van het zelfportret. Nicolaas<br />
van Cusa was niet de enige vooraanstaande geestelijke die ervan onder de in<br />
druk kwam. Van der Weydens gerechtigheidstaterelen waren vanaf de eerste<br />
dag van hun plaatsing internationaal beroemd. De Zwitserse bisschop Geor<br />
ges de Saluces liet in 1442 al een wandtapijt weven in Doornik, gebaseerd op<br />
Rogiers composities met Trajanus en Herkenbald. Het was bestemd voor de<br />
gerechtszaal van zijn bisschoppelijk paleis in Lausanne. De wevers hebben er<br />
het zelfportret van de meester zorgvuldig -zij het onvermijdelijk in spiegelbeeld<br />
-in overgenomen en met opvallend meer kleuren en nuances geweven dan de<br />
overige personages. Iets van de blik waarmee Rogier van der Weyden zich zelf<br />
bewust aan de toeschouwer presenteerde bleef dus bewaard.<br />
IMPACT VAN EEN MEESTERWERK<br />
Zoals Nicolaas van Cusa in de blik van een portret een hulpmiddel zag om na<br />
te denken over God en de wereld, zo dacht ook Rogier van der Weyden intens<br />
na over de implicaties van zijn vermogen tot waarnemen en zijn gave om die<br />
waarnemingen om te zetten in afbeeldingen die een gevoelige snaar raakten<br />
bij zijn tijdgenoten. Dat blijkt uit twee schilderijen van zijn hand die met Sint<br />
Lucas te maken hebben. Volgens een Byzantijnse legende kreeg de evangelist<br />
en schrijver van de Handelingen der Apostelen een visioen van Maria en het<br />
kind Jezus en maakte hij een leven echt portret van hen. Die legende kan ont<br />
sproten zijn aan het feit dat Lucas' evangelie het enige is waarin Maria een rol<br />
speelt. Verschillende oude ikonen worden traditioneel aan Lucas toegeschreven.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 3
jan van Eyck, Madonna en kanselier Rolin, ca. 1435, olieverf op paneel, 66 x 62 cm<br />
LOUVRE, PARIJS<br />
De legende sloeg ook in het westen aan, vanaf de vijftiende eeuw beelden Eu<br />
ropese schilders Lucas af terwijl hij een portret schildert van Maria met baar<br />
kind op de arm. Rogier van der Weyden was omstreeks 1435 een pionier van<br />
deze voorstelling, er zou slechts één oudere bekend zijn en die werd geschilderd<br />
door zijn leermeester Robert Campin. Rogier stelt als eerste de evangelist voor<br />
terwijl die met zilverstift een schets maakt van de Madonna. Zo gunt hij ons<br />
een blik op de praktijk in een schildersatelier -omdat geen enkel model dagen<br />
lang kan poseren moet er met schetsen worden gewerkt en dit geldt des te meer<br />
wanneer het model in een visioen verschijnt. Schetsen en voorstudies waren<br />
vaak de grootste schat van een werkplaats, de enige visuele herinnering die de<br />
medewerkers hadden aan de vondsten van de meester. Het is ook typerend voor<br />
de renaissance dat men een groter intellectueel belang hecht aan tekeningen.<br />
Voor de compositie van dit werk baseerde Van der Weyden zich op Jan Van<br />
Eycks meesterwerk De Madonna en Kanselier Rolin, in de houding van zijn<br />
personages, het ongewoon rijke landschap en zelfs de twee ruggelings geziene<br />
figuurtjes die de blik van de toeschouwer de verte in voeren. In Sint-Lucas zien<br />
velen een geïdealiseerd zelfportret van Van der Weyden. Lucas' gelaatstrekken<br />
lijken inderdaad op die van de man in het pas herontdekte portret van Van der<br />
Weyden en zijn vrouw, vermoedelijk geschilderd door hun zoon Pieter, en op<br />
die in de gravure van Cornelis Cort van omstreeks 1565. Beide portretten gaan<br />
terug op een verloren zelfportret/schets uit het atelier van de meester.<br />
Deze De heilige Lucas tekent de Madonna, nu bewaard in Boston, is een be<br />
ginselverklaring over de macht van de schilderkunst. Zonder schilders geen<br />
blik op het heilige, alleen maar abstracte begrippen. Zonder schilders geen<br />
directe ontroering of emotie voor de grote massa van ongeletterde gelovigen.<br />
In een tijd dat beelden en kleuren zoveel schaarser en kostbaarder waren,<br />
moet elk schilderij wel een grote indruk hebben gemaakt. Zoals Rogiers<br />
jongere tijdgenoot François Vilion schreef in de Ballade voor zijn moeder<br />
om te bidden tot Onze-Lieve-Vrouw:<br />
4 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Portret van een man<br />
en een oudere<br />
vrouw in gebed<br />
(Rogier van der Weyden<br />
en zijn echtgenote<br />
Elisabeth Gaffoert ?),<br />
atelier van Rogier<br />
van der Weyden<br />
(Pieter van der Weyden ?),<br />
Brussel (?),omstreeks 14 70,<br />
olieverf op eikenhouten<br />
paneel, lijst en paneel uit<br />
één stuk 18,2 x 12 cm<br />
(dagmaten 14,4 x 8,4 cm)<br />
NEVV YORK, COLLECTIE<br />
ALEXANDER ACEVEDO<br />
De heilige Lucas<br />
tekent de Madonna,<br />
Rogier van derWeyden (naar),<br />
olieverf op paneel,<br />
133 x 107 cm<br />
BRUGGE, STEDELIJKE MUSEA,<br />
GROENINGEMUSEUM
6 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
Femme je suis povrette et ancïenne,<br />
Qui riens ne sçay; oncques lettres ne lues.<br />
Au moustier voy dont suis paroissienne<br />
Paradis paint, ou sant harpes et luz,<br />
Et ung enfer au dampnez sant boullus :<br />
L'ung me fait paour, l'autre joy et liesse.<br />
Ik ben een oude vrouw die arm gebleven,<br />
Geen letter lezen kan en weinig weet.<br />
In 't klooster waar ik ga voor mijn gebeden,<br />
Is 't paradijs geschilderd en het leed<br />
Van hel en vuur dat aan verdoemden vreet.<br />
Dan wisselt vrees met vreugde elke keer.<br />
En als een doorsnee schildering in een doorsnee klooster al zoveel emotie<br />
opwekte, hoeveel groter moet dan niet de impact van een meesterwerk<br />
geweest zijn? Rogier schilderde zijn Sint-Lucas vermoedelijk voor de kapel<br />
van de schildersgilde in Brussel. Het werk kende snel een grote bijval, dat<br />
bewijzen de nauwkeurige kopieën die ervan bewaard bleven en de echo's<br />
ervan in het werk van onder anderen Dirk Bouts en Hugo Van der Goes.<br />
GEEN SLAAFSE NAVOLGING<br />
Rogiers relatie met zijn patroonheilige wordt nog complexer in de Maria<br />
met Kind (Museum of Fine Arts, Houston). Dit schilderij verbleef lange<br />
tijd in het vagevuur van de betwiste toeschrijvingen. Recente studie van de<br />
ondertekeningen en de verschillen tussen de ondertekeningen en het uitein<br />
delijke resultaat hebben ertoe geleid dat meer wetenschappers het als een<br />
authentiek laat werk van Van der Weyden beschouwen. Hoe dit ook zij,<br />
de Madonna toont Rogiers omgang met een ikoon die daadwerkelijk aan<br />
Sint-Lukas werd toegeschreven en die zich sinds 1451 in de kathedraal van<br />
Kamerijk bevindt. Een Griekse patriarch had haar aan een westerse kardi<br />
naal geschonken op het concilie van Konstanz. Aan het Bourgondische hof<br />
groeide zeer snel een intense verering voor deze ikoon, verschillende edel<br />
lieden gaven allerlei schilders de opdracht om er een getrouwe kopie van<br />
te maken voor hun eigen kerken en kapellen. Ongetwijfeld heeft Rogier dit<br />
schilderij, waarvan hij geloofde dat het gemaakt was door (of ten minste<br />
in de stijl van) zijn patroonheilige, aandachtig bestudeerd. Hij zal eerbied<br />
hebben gevoeld, maar die leidde niet tot slaafse navolging. Hij schilderde<br />
zijn eigen versie, realistischer, levendiger, eigentijds. Het type is dat van<br />
de Glykophilousa, de Teder Kussende, een klassieke Byzantijnse vorm. De<br />
gezichten van moeder en kind raken elkaar, het kind streelt de kin van zijn<br />
moeder. Tegelijk beweegt het onrustig in haar armen, het reikt naar zijn<br />
voetje en wendt zich tot ons, toeschouwers. Niet alleen had Rogier van<br />
der Weyden voldoende zelfvertrouwen om zijn eigen gelaatstrekken uit te<br />
lenen aan Sint-Lucas, hij herinterpreteerde ook het werk van zijn illustere<br />
voorganger, zoals Rubens later in meer wereldse zin de werken van Rafael<br />
en Titiaan zou naschilderen en herinterpreteren.<br />
•<br />
Links<br />
Notre-Dame de Grêce,<br />
lta/iaans·Byzantijnse icoon<br />
CAMBRAI, KATHEDRAAL<br />
Rechts<br />
Maria met Kind,<br />
Rogier van der Weyden<br />
(atelier), omstreeks 1460,<br />
olieverf op paneel,<br />
31,9 x 22,9 cm<br />
HOUSTON, MUSEUM OF FINE<br />
ARTS, EDITH A. AND PERCY S.<br />
STRAUSS COLLECTION
•<br />
van<br />
Ier<br />
Sporen, documenten, meesterwerken<br />
8 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
We weten, vreemd genoeg misschien, net iets meer over Rogier van der<br />
Weydens leven dan over zijn oeuvre. Hij werd geboren in Doornik omstreeks<br />
de eeuwwisseling van 1400, als zoon van Henry de Ie Pasture, een mes<br />
senmaker in goeden doen, en Agnès de Watrelos. Doornik was een Franse<br />
enclave tussen de graafschappen Henegouwen en Vlaanderen en het hertog<br />
dom Brabant, die uiteindelijk allemaal in de handen van de Bourgondische<br />
hertogen verenigd zouden worden. Die hertogen voerden een duidelijke neu<br />
tralisatiepolitiek ten opzichte van het potentieel gevaarlijke Franse bruggen<br />
hoofd. Sinds het begin van de vijftiende eeuw slaagden ze er keer op keer in<br />
om hun eigen kandidaten tot bisschop van Doornik te laten benoemen, een<br />
sleutelfunctie. Een van deze bisschoppen, Jean Chevrot, zou een opdracht<br />
gever van Rogier worden.<br />
Over de opleiding van de jonge Rogier is niet veel bekend. In 1400 werd<br />
Doornik geteisterd door een pestepidemie, wat leidde tot een opbloei van<br />
de beeldhouwkunst: er was een grote behoefte aan grafmonumenten en<br />
de stad was omgeven door arduingroeven. De wisselwerking tussen beeld<br />
houwkunst en schilderkunst in het leven van Van der Weyden is een belang<br />
rijk onderwerp van onderzoek geweest, voor Belgische kunsthistorici uit<br />
het begin van de vorige eeuw zelfs met een communautair tintje -wie erin<br />
slaagde te bewijzen dat de schilderijen van de 'Vlaamse Primitief' Rogier<br />
eigenlijk beïnvloed waren door de Doornikse beeldhouwkunst, zou van hem<br />
een 'Waalse Primitief' kunnen maken, al is dat begrip, gezien de toenmalige<br />
status van Doornik als onderdeel van Frankrijk, al even problematisch en
Annunciatiegroep,<br />
Jean Delemer,<br />
omstreeks 142 7- 1 428,<br />
krijtkalksteen<br />
(steen van<br />
Avesnes-le-Sec ?),<br />
Maria: 178 x 60 x 43 cm<br />
DOORNIK,<br />
ONZE-LIEVE-VROUWEKATHEDRAAL<br />
anachronistisch als zijn bekendere tegenhanger. In elk geval weten we dat<br />
Van der Weyden later af en toe betaald werd voor het polychromeren van<br />
beelden en dat hij ook in Brussel heeft samengewerkt met de uitmuntende<br />
Doornikse beeldhouwer Jean Delemer.<br />
ROBERT CAMPIN EN JAN VAN EYCK<br />
Op 7 juni 1423 vond in Doornik een sociale omwenteling plaats: de gilden<br />
grepen de macht in het stadsbestuur en verplichtten alle kunstenaars meteen<br />
tot lidmaatschap, wat verklaart waarom Rogiers leermeester Robert Cam<br />
pin pas op dat moment officieel ingeschreven werd, hoewel hij al sinds 1406<br />
in Doornik actief was en in 1410 het poorterschap verwierf. In 1426 wordt<br />
Rogier voor het eerst vermeld in een officieel document: de stad Doornik<br />
biedt hem een erewijn aan en noemt hem meester. Ondanks die titel schrijft<br />
hij zich begin 1427 in als gezel in het atelier van Campin; in 1432 wordt hij<br />
vrijmeester van de Doornikse Sint-Lucasgilde. Dit verwarrende traject, van<br />
meester die een erewijn aangeboden krijgt door het stadsbestuur tot gezel<br />
in andermans werkplaats tot vrijmeester, kan te maken hebben met strikte<br />
administratieve voorschriften en voordelen na de sociale omwentelingen in<br />
Doornik. Dirk De Vos oppert de interessante hypothese dat de titel meester,<br />
die slechts aan enkele Doornikse schilders werd toegekend en zeker niet aan<br />
alle vrijmeesters van de gilde, wees op een intellectuele status, los van de<br />
sociale omkadering. Een 'meester' was dan iemand die meer vermocht dan<br />
louter decoratief schilderwerk leveren, een meester werd in staat geacht de<br />
grote religieuze en maatschappelijke thema's op een boeiende en waarde<br />
volle manier uit te beelden. Rogier zou dan 'meester' kunnen zijn en toch<br />
werken in het atelier van een ander, die vrijmeester (bedrijfsleider) en, in het<br />
geval van Campin, óók 'meester' was, net zoals een master in de KMO van<br />
een andere master kan werken.<br />
Campin was een zeer vooraanstaande bedrijfsleider in Doornik. Men ver<br />
moedt dat hij afkomstig was uit Valenciennes. De naam van zijn vrouw,<br />
Ysabel de Stoquiain, is een verfransing van Stokkern en verwijst naar een<br />
plaats in Gelderland of Limburg- de twee gebieden waaruit de meest voor<br />
aanstaande kunstenaars van de Bourgondische tijd stamden: de beeldhouwer<br />
Sluter, de schilder Malouel, de gebroeders Van Limburg en de gebroeders<br />
Van Eyck. Toen nog meer dan nu trouwden mensen in hun eigen beroeps<br />
kring. De verwantschappen van oude kunstenaars naspeuren is altijd in<br />
teressant, elke goede kunstenaar was het boegbeeld van een hele dynastie<br />
min of meer anonieme vakgenoten. Deze huwelijksband zou dus kunnen<br />
verklaren waarom Doornik met Robert Campin zo'n uitmuntende en ver<br />
nieuwende kunstenaar als burger verwierf. Daar bleef het niet bij. In 1426 of<br />
1427 huwde Rogier van der Weyden een Brusselse, Liesbeth Goffaert. Waar<br />
schijnlijk had hij haar in de familiekring van de (kinderloze) Campin leren<br />
kennen: de moeder van Liesbeth Goffaert heette immers ook Van Stockem<br />
en was een zeer vermogende vrouw.<br />
1426-1427 moet een cruciale periode geweest zijn in het leven van Rogier<br />
van der Weyden: hij ontving een erewijn van het stadsbestuur, hij trouwde<br />
met een rijke bruid uit de familie van Robert Campin, de beroemdste schil<br />
der van de stad, en op Sint-Lucasdag (18 oktober) 1427 was hij aanwezig<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 9
I 0 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
op het banket dat de Doornikse kunstenaars aanboden aan Jan Van Eyck,<br />
de onovertroffen hofschilder van hertog Filips de Goede. Van Eyck woonde<br />
op dat ogenblik dichtbij, in Rijsel. Het kan niet anders of er moeten bij die<br />
gelegenheid meer dan beleefdheden zijn uitgewisseld. Gevestigde meesters als<br />
Campin en Van Eyck zullen elkaars reputatie gekend hebben en de veelbelo<br />
vende Rogier heeft allicht genetwerkt. Na Van Eycks dood in 1441 zou Rogier<br />
aan het Bourgondische hof zijn rol overnemen, echter zonder dat hij in vaste<br />
dienst werd aangenomen. Heeft Jan Van Eyck Rogier van der Weyden in die<br />
kringen gelanceerd als zijn mogelijke opvolger?<br />
DE LE PASTURE WORDT VAN DER WEYDEN<br />
In 1435 woonde Rogier in Brussel. In 1436, het jaar waarin Van Eyck in Brug<br />
ge de Madonna en kannunik Van der Paele voltooide, werd hij er de officiële<br />
stadsschilder. Die job was speciaal voor hem gecreëerd en hij behield ze tot het<br />
einde van zijn leven. De concrete aanleiding hiervoor was allicht de behoefte<br />
aan een prestigieus kunstwerk voor de gerechtszaal van het nieuwe stadhuis.<br />
Rogier is dus niet op eigen initiatief naar Brussel verhuisd, hij werd gevraagd<br />
er zich te vestigen. De banden met Doornik bleven behouden; hij behield een<br />
atelier in zijn geboortestad en vertrouwde de dagelijkse leiding ervan toe aan<br />
zijn neef Louis Ie Duq. Via dat bijhuis is allicht de opdracht voor de indruk<br />
wekkende Braque-triptiek (Parijs, Louvre) tot stand gekomen, gemaakt voor<br />
de weduwe van de Doornikse burger Jean Braque.<br />
Rogier van der Weyden,<br />
Triptiek van de familie Braque,<br />
1450-1452<br />
PARIJS, MUSÉE OU LOlNRE<br />
De afstand tussen Doornik en Brussel is niet groot, maar Rogier verhuisde naar<br />
een ander land waar men een andere taal sprak. Rogier de Ie Pasture werd Ro<br />
gier van der Weyden, de onderdaan van de Franse kroon een Brabander. Brussel<br />
was een veel rijkere, grotere stad, een stad die ontzettend haar best deed om<br />
de machtige, prachtlievende Bourgondische hertogen zo vaak mogelijk binnen<br />
haar muren te laten verblijven, een stad waar die hertogen en hun entourage<br />
veel prestigieuze opdrachten te verdelen hadden. Ideale omstandigheden. Voor<br />
Rogier volgden er een lange, bloeiende carrière, twee aanpalende woningen<br />
aan het Cantersteen, internationale roem als evenknie van de pictor doctus<br />
Van Eyck, een succesvolle reis naar Italië in het heilige jaar 1450, een speciaal<br />
uit Milaan naar Brussel gezonden leerling, Zanetto Bugatto, een begraafplaats<br />
in de Sint-Goedelekathedraal, jaargetijden, lovende geschriften, puzzelende<br />
kunsthistorici.<br />
Wie de documenten leest, krijgt er als bonus een hele microkosmos bij van mensen<br />
die opduiken en weer verdwijnen in de maalstroom van de tijd. Rogiers kinderen,<br />
Cornelis, Margareta, Pieter en Jan; zijn nichtje Hennette Caudiauwe, een wees<br />
kind wier voogd hij was; Jehan Cachet, een verder onbekende kopergieter die de<br />
opdracht kreeg om een kandelaar te maken die voor een nu verloren altaarstuk<br />
van Rogier geplaatst moest worden in de abdij van Saint-Aubert in Cambrai; Ro<br />
giers achter-achter-achterkleindochter Katelijne, die in Antwerpen woonde. Kleine<br />
historische echo's, die hun mysterie behouden. Over de drijfveren van de meester<br />
leren de documenten ons niets. Dat kunnen alleen zijn schilderijen.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 I I
MADRJD, MUSEO DEL PRADO<br />
ALS EEN VISIOEN<br />
Jammer genoeg bestaan er geen gesigneerde of gedateerde werken meer van zijn<br />
hand en slechts drie schilderijen worden overtuigend op basis van documenten aan<br />
Van der Weyden toegeschreven. Het bekendste is het meesterwerk de Kruisafneming<br />
(Madrid, Prado), gemaakt voor de kapel van de Voetbooggilde in de kerk Onze-Lie<br />
ve-Vrouw-van-Ginderbuiten van Leuven. We weten niet wanneer dit verbijsterende<br />
schilderij gemaakt is, maar een kopie ervan, de Edelheere-triptiek, is in 1443 in de<br />
Leuvense Sint-Pieterskerk geplaatst. In deze voorstelling balanceert Rogier vernuftig<br />
op de grens van beeldhouw-en schilderkunst: zijn net-niet levensgrote en haarscherp<br />
realistische personages bevinden zich in een ondiepe retabelkast, een bizarre omge<br />
ving waar hun smart niet lijkt te kunnen ontsnappen of wegebben, maar gedoemd<br />
is te weerkaatsen tussen de zijwanden. De kast is ongeveer een schouderlengte diep,<br />
amper voldoende voor een persoon om zich in te bewegen. De ruimte loopt boven<br />
aan uit in een half tongewelf, onderaan liggen rotsen en groeien er kruiden en gras.<br />
Wie de personages bekijkt, stelt vast dat ze almaar dieper achter elkaar in de beperk<br />
te ruimte lijken te staan, totdat de achterste persoon, de jongeman op de ladder, met<br />
zijn mouw in het maaswerk van de lijst haakt. De twee spijkers in zijn hand steken<br />
zelfs in trompe l'oeil vóór de lijst uit. Alle illusie van diepte, zo zorgvuldig opgewekt<br />
in dit onwaarschijnlijke decor, wordt dus ook bewust opnieuw ondergraven. De ma<br />
nier waarop Rogier het gevoel voor ruimtelijke verhoudingen van zijn toeschouwers<br />
saboteert, draagt bij tot de emotionele kracht van zijn voorstelling. Een ontregelende<br />
omgeving, een onbelemmerde en uiterst gedetailleerde blik op de hevigste menselijke<br />
gemoedsaandoeningen, de kleurenrijkdom, de glinstering en de doorzichtigheid van<br />
de tranen op de gezichten (een effect dat alleen met olieverf bereikt kon worden): dit<br />
schilderij moet in de ogen van de eerste toeschouwers als een visioen geweest zijn. In<br />
Leuven zou het aanleiding gegeven hebben tot zevenjaarlijkse wagenstoeten op 15<br />
augustus, met tableaux vivants over de zeven smarten van Maria, die de omstanders<br />
tot tranen toe ontroerden. Landvoogdes Maria van Hongarije slaagde er omstreeks<br />
1540 in de Kruisafneming te verwerven voor een appel en ei (alias een nieuw orgel<br />
voor de kerk en een kopie door Miehiel Coxie) en liet het overbrengen naar haar<br />
kasteel in Binche. Spaanse edellieden die het daar te zien kregen, spraken over 'het<br />
mooiste schilderij ter wereld' en 'een werk waarvoor Michelangelo zich niet zou<br />
schamen'. Koning Filips II erfde de Kruisafneming en liet ze per schip overbrengen<br />
naar Spanje. Het schip liep voor de Zeeuwse kust op een zandbank, de Kruisafneming<br />
zonk, maar werd later opgevist en bleef dankzij de goede waterdichte verpak<br />
king nagenoeg intact. De koning regelde een lichte restauratie, maar hij drukte de<br />
restaurateur in een nota op het hart om alleen aan de gewaden te werken en zeker<br />
niet te raken aan de gezichten van de personages. Het zijn slechts enkele getuigenis<br />
sen over de emotionele kracht van dit schilderij.<br />
SPELEN MET DE RUIMTE<br />
Het Miraflores-altaar (Berlijn, Staatliche Museen) werd in 1445 door koning Juan<br />
11 van Castilië aan de abdij Miraflores nabij Burgos geschonken. De monniken no<br />
teerden zeer duidelijk dat dit een werk was van 'de grote en beroemde Vlaamse<br />
Meester Rogel'. Het ging dus om een prestigieuze internationale opdracht. Door<br />
het kleinere formaat maakt het triptiek een totaal andere indruk dan de Kruisaf<br />
neming, het oogt delicaat als een reliekschrijn. Drie taferelen uit het leven van Ma<br />
ria zijn onder bogen naast elkaar geplaatst -drie uitgepuurde beelden, symbolen,<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 13<br />
•<br />
•<br />
•
14 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
van haar lijden en geloof. Links zien we hoe Maria, in het witte gewaad van de maag<br />
delijkheid, haar pasgeboren kindje aanschouwt en mediteert. In het midden draagt<br />
zij, uitzonderlijk, het rode gewaad van het lijden en houdt ze haar dode zoon op haar<br />
knieën. Ze drukt haar betraande gezicht tegen het zijne. Rechts verschijnt Christus aan<br />
haar na zijn verrijzenis. Ditmaal vloeien er vreugdetranen. Dit tafereel is opgebouwd als<br />
een Verkondiging, als de voltooiing van wat met de Verkondiging begonnen is. Boven<br />
elke boog zweeft een engel met een kroon en een banderol, die aanduidt dat Maria de<br />
kroon van het eeuwig leven ontvangt om haar beproeving (links), haar trouw (midden)<br />
en haar volharding (rechts). De drie bogen zijn versierd met kleine beeldhouwwerken<br />
die andere facetten van Maria's levensloop voorstellen. Daardoor lijken ze samen een<br />
portaal te vormen in de gevel van een gotische kathedraal. Zoals de retabelkast in de<br />
Kruisafneming, is dit een volstrekt originele ruimtelijke en inhoudelijke vondst van<br />
Rogier.<br />
De Kruisiging van Scheut (El Escorial, Real Monasterio de San Lorenzo) is een geha<br />
vend paneel. Koning Filips II kocht het in 1555 in het kartuizerklooster van Scheut<br />
nabij Brussel. De kartuizers noteerden bij de verkoop dat dit werk een schenking van<br />
Rogier van der Weyden was geweest. Rogier had persoonlijke banden met de orde.<br />
Zijn zoon Cornelis was sinds 1449 kartuizer in het klooster van Herne. De prior van<br />
dat klooster werd vervolgens prior in de nieuwe vestiging van Scheut, gebouwd om een<br />
miraculeus Onze-Lieve-Vrouwebeeldje te eren. Hier zien we dus een werk dat Van der<br />
Weyden uit eigen beweging en volledig naar eigen zin geschilderd heeft. Daaruit zouden<br />
we kunnen afleiden dat hij graag werkte op groot formaat: dit zijn de enige levensgrote<br />
figuren in heel zijn bewaarde oeuvre. In overeenstemming met het ascetische karakter<br />
van de Kartuizerorde is alles hier herleid tot de essentie: Christus lijdend aan het kruis,<br />
voor een rood doek dat in veertig vierkanten geplooid is en bovenaan een baldakijn<br />
vormt. Het regelmatige plooienraster contrasteert op een wrede manier met de details<br />
van de fysieke marteling. Daarachter zien we een muur van grijze bakstenen. Maria en<br />
Johannes staan in witte gewaden aan de voet van het kruis. Door die kleren zijn ze ge<br />
makkelijk te verwarren met albasten beelden, waarvan enkel de gezichten en de handen<br />
gepolychromeerd zouden zijn. Zoals alle schilders van zijn tijd polychromeerde Rogier<br />
regelmatig beelden in opdracht. Opnieuw zien we hem dus vernuftig balanceren op<br />
de grens tussen schilder- en beeldhouwkunst, die hem dierbaar was en rijke vondsten<br />
opleverde. Bovendien werd volgens een oude notitie dit schilderij in Scheut afgesloten<br />
met een rood gordijn, dat dus visueel aansloot bij het rode geschilderde doek achter het<br />
kruis. Dit kan geen toeval zijn: in dit, misschien zijn meest persoonlijke werk, speelde<br />
Rogier nogmaals op een geniale manier met de ruimte in en rond zijn schilderij.<br />
•<br />
Rogier van der Weyden,<br />
Miraflorestriptiek,<br />
ca. 1440<br />
BERLIJN, GEMÄLDEGALERIE
Rogier van der Weyden,<br />
Kruisiging, ca. 1455<br />
MADRID, EL ESCORIAL,<br />
REAL MONASTER/0<br />
DE SAN LORENZO<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 /5
•<br />
en eZlC ten<br />
Portretten van hertogen, hovelingen en onbekende vrouwen<br />
16 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
Er zijn maar weinig kunstenaars die evenzeer schitteren in het grote en het<br />
kleine. Van der Weyden slaagde er moeiteloos in. De hele sfeer van het Bour<br />
gondische hof is uitgekristalliseerd in de ene miniatuur die hij omstreeks<br />
1446 maakte voor het eerste deel van de Chroniques de Hainaut (Brussel,<br />
Koninklijke Bibliotheek). Het is de grootste en mooiste miniatuur van het<br />
hele boek (148 x 197 mm) en ze toont het moment waarop vertaler Jean<br />
Wauquelin knielend zijn werk aanbiedt aan Filips de Goede. De hertog is<br />
opvallend slank en in weelderig zwart damast gekleed. Zijn houding is ele<br />
gant en hij staat kaarsrecht, iets wat zijn tijdgenoten steeds weer opviel. Om<br />
zijn hals hangt de gouden keten van het Gulden Vlies, de ridderorde die hij<br />
stichtte in 1430, ter gelegenheid van zijn derde huwelijk. Boven de miniatuur<br />
zien we het devies dat hij voor dat huwelijk koos, Aultre narey, 'Ik zal geen<br />
ander hebben'. Isabella van Portugal werd inderdaad zijn laatste echtgenote.<br />
In zijn rechterhand houdt Filips losjes een hamertje, een symbool van gezag.<br />
Links staan drie medewerkers, twee ervan kennen we bij naam: vooraan<br />
zien we kanselier Rolin, naast hem bisschop Chevrot, allebei opdrachtgevers<br />
van Rogier van der Weyden. Rechts staan de adellijke deelnemers aan het ge<br />
beuren, Filips' jonge zoon Karel en acht andere ridders van het Gulden Vlies.<br />
De overhandiging van een boek lijkt in deze troonzaal een belangrijke plech<br />
tigheid. De Bourgondische hertogen investeerden veel in boeken, vooral in<br />
geschiedschrijving die hun eigen politieke rol en status liet uitkomen.<br />
De 'kronieken van Henegouwen' werden een eeuw vroeger in het Latijn ge<br />
schreven door de monnik Jacques de Guyse, Filips de Goede ontvangt nu<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Jean Wauquelin overhandigt<br />
de Chroniques de Hainaut<br />
aan Filips de Goede,<br />
Rogier van der Weyden,<br />
Miniatuur in Jacques de Guise,<br />
Chroniques de Hainaut<br />
(uit het Latijn vertaald door<br />
Jean Wauquelin), fol. I,<br />
Bergen en Brussel,<br />
1447- 1 448,<br />
perkamen 423 x 288<br />
mm (blad), 148 x 197 mm<br />
(miniatuur)<br />
BRUSSEL, KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK,<br />
HANDSCHRIFTEN
18 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
een toegankelijker Franse vertaling. In 1433 was de hertog er eindelijk in<br />
geslaagd de leenheer van Henegouwen te worden. Met dit kostbaar inge<br />
bonden boek ontvangt hij dus eigenlijk op rituele wijze de hele geschiedenis<br />
van Henegouwen als zijn eigendom. Niet toevallig worden deze miniatuur<br />
en de tekst daaronder dan ook omlijst door een reeks wapenschilden van<br />
alle Bourgondische gebieden, afgewisseld met de vuurslag en de tondel, per<br />
soonlijke emblemen van Filips. Het was een publiek geheim dat de machtige<br />
hertog ervan droomde de koningstitel te verwerven. De aanwezigheid van de<br />
Gulden Vliesridders benadrukt zijn koningswens: het was gebruikelijk dat<br />
alleen vorsten exclusieve ridderordes in het leven riepen.<br />
Geen enkel detail is aan het toeval overgelaten. De personages staan fraai ge<br />
rangschikt in compacte, duidelijk afgebakende groepjes rond de hertog. Ze<br />
worden keurig omvat door de omlijsting, alleen de voet van Jean Wauquelin<br />
steekt uit over de rand - hier herkennen we Rogiers fascinatie voor de wisselwerking<br />
tussen lijst en beeld, die zo belangrijk was in de Kruisafneming.<br />
De schilder werkte met een rooster van verticalen (de plooien in het gewaad<br />
van de bisschop, het been van de hertog, de raamspijlen) en horizontalen<br />
(het baldakijn, de raamspijlen, de vloertegels) - een patroon dat herinnert<br />
aan het geplooide doek van de Kruisiging. Ondanks het minuscule formaat<br />
zijn de portretten van de hertog, zijn zoon, bisschop Chevrot en kanselier<br />
Rolin indrukwekkend. Van der Weyden besteedde zelfs aandacht aan details<br />
die met het blote oog nauwelijks te zien zijn, zoals de scharnieren in de ven<br />
sterluiken en de spijkers in de houten trippen van de hertog.<br />
BOURGONDISCHE HERTOGEN<br />
Het hof kon de Brusselse stadsschilder, na de dood van de door hertog Filips<br />
de Goede zo gewaardeerde Jan Van Eyck in 1441, goed gebruiken. Hoewel<br />
er een brief bewaard is waarin de hertog zeer lovend spreekt over zijn 'ka<br />
merheer' Van Eyck en de kunstenaar een hoog salaris en een pensioen kreeg<br />
uitbetaald door de hofadministratie, is er vreemd genoeg geen enkel werk<br />
bewaard gebleven dat Van Eyck voor Filips maakte. Onze kijk op het uiter<br />
lijk van de laatste twee Bourgondische hertogen, Filips de Goede en Karel<br />
de Stoute, is dan ook volledig bepaald door Rogier van der Weyden. Toch<br />
zijn de meeste bewaarde portretten van de hertogen niet door Rogier zelf<br />
geschilderd: andere schilders kopieerden ze naar verloren originelen of mis<br />
schien gebruikten ze soms enkel gedetailleerde tekeningen die Rogier maak<br />
te van zijn opdrachtgevers. Portretten van machthebbers waren belangrijk<br />
in de internationale diplomatie, onder meer bij huwelijksonderhandelingen.<br />
Zo was Jan Van Eyck in 1428 naar Portugal gezonden om een portret te<br />
maken van Filips' toekomstige bruid Isabella. Ook was het nodig dat de<br />
onderdanen af en toe een afbeelding van hun vorst konden zien. Wanneer<br />
een goede schilder als Rogier een portret van de vorst maakte, moest dit in<br />
vele exemplaren gekopieerd worden door zijn medewerkers of door andere<br />
kunstenaars. Vaak was het resultaat degelijk handwerk; toch biedt het ons<br />
een uitgelezen kijk op de gezichten van de hoogste macht, de gezichten die<br />
Rogier omringden.<br />
Het portret van Filips de Goede zonder hoofddeksel is van goede kwaliteit<br />
en het is niet onmogelijk dat Rogier van der Weyden het zelf schilderde.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Portret van Filips de Goede<br />
zonder hoofddeksel,<br />
Rogier van der Weyden<br />
of zijn atelier,<br />
olieverf op panel,<br />
lijst en paneel uit één stuk,<br />
51 x 37,5 cm<br />
(speciaal voor<br />
de tentoonstelling<br />
Leuven 2009 gereinigd<br />
en gerestaureerd<br />
door Carmen<br />
Garcia-Frias Checa)<br />
MADRJD, PALACIO REAL,<br />
PATRJMONIO NACIONAL
Het is tevens het enige portret in boogvorm dat we van hem ken<br />
nen. Filips de Goede staat afgebeeld voor een houten lambrisering,<br />
waarover een realistisch insect kruipt. Zoals steeds in portretten<br />
van na 1430 draagt hij de keten van het Gulden Vlies. In de scha<br />
kels van de ketting zien we opnieuw de vuurslag en de tondel, zijn<br />
persoonlijke symbolen. In dit werk is de gelijkenis met zijn opvolger<br />
Karel treffender dan in andere types portretten die van hem be<br />
waard bleven. Het opschrift is veel later aangebracht.<br />
Isabella van Portugal, de dochter van koning Jan I en de zuster<br />
van Hendrik de Zeevaarder, trouwde op haar tweeëndertigste met<br />
Filips de Goede. De hertogin is afgebeeld voor een houten wand,<br />
zoals haar man. Ze droeg oorspronkelijk een groene jurk met rode<br />
voering en een lichte gordel; een schilder uit de zestiende eeuw heeft<br />
haar kleding overschilderd en kostbaarder gemaakt, zodat we haar<br />
nu zien in een gewaad van roodfluwelen goudlaken, afgehoord met<br />
hermelijn, en een gordel van groene zijde. Het opschrift Persica Sibylla,<br />
'de Perzische Sibylle', is een nog latere toevoeging: men wilde<br />
het portret toen blijkbaar recycleren voor een reeks afbeeldingen<br />
van de sibylles, heidense profetessen die de komst van Christus<br />
hadden voorspeld. Opvallend is de ragfijne sluier over de kostbare<br />
hoornmuts, typisch voor het hof omstreeks 1445. Isabella lijkt op<br />
dit portret ongeveer vijftig jaar oud. Zoals in bijna alle portretten<br />
die gebaseerd zijn op een ontwerp van Rogier, krijgt het model een<br />
uitstraling van waardigheid, intelligentie en welwillendheid.<br />
Karel, de enige zoon van Filips de Goede en Isabella van Portugal, is hier zo'n<br />
zesentwintig jaar oud. Hij draagt een zwartfluwelen wambuis. Op zijn borst<br />
hangt het Gulden Vlies, dat hij kort na zijn geboorte ontving. In strijd met<br />
zijn verplichtingen als Vliesridder, draagt hij het ereteken niet aan de zware<br />
gouden keten die we wel steeds bij zijn vader zien, maar aan een lichte ketting.<br />
Zijn linkerhand rust op het gevest van een dolk. Dit was het meest verspreide<br />
portret van de laatste Bourgondische hertog. Zeer mooi zijn de fijne nuances in<br />
de tinten van het gezicht. We weten dat Karels kleindochter, landvoogdes Mar<br />
garetha van Bourgondië, in haar paleis in Mechelen een versie van dit portret<br />
bewaarde.<br />
VOOR DE HOVELINGEN: TWEELUIK MET ICOON<br />
Waar de heerser gaat, volgen de hovelingen. De meest vooraanstaande le<br />
den van het hof vonden hun weg naar Van der Weydens atelier aan de voet<br />
van de Coudenberg. Daar ontwikkelde de meester een nieuw beeldtype voor<br />
hen: het tweeluik met een icoon - opnieuw dat Sint-Lucasthema -van Onze<br />
Lieve-Vrouw, vaak voor een traditionele gouden achtergrond, en een portret<br />
van een opdrachtgever ten halven lijve. Deze uitvinding kende groot succes,<br />
omdat ze paste bij de godsdienstbeleving in de Nederlanden, de Devotio<br />
Moderna, die sterk aangewakkerd werd door de Kartuizerorde: zij legden de<br />
klemtoon op de menselijkheid en het lijden van Christus en de persoonlijke<br />
godsvrucht en het medeleven van elke gelovige.<br />
Het bekendste tweeluik uit deze reeks stelt Filips de Croy voor die bidt<br />
tot de Madonna en het kind Jezus, de hoogste soevereinen voor een hoofse<br />
20 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
Portret van /sabel/a van Portugal, Rogier van der Weyden (atelier van),<br />
omstreeks 1450, olieverf op panel, 46 x 36,2 cm (beschilderde oppervlakte 45,2 x 36 cm)<br />
LOS ANGELES, ). PAUL GETlY MUSEUM<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Portret van Karel de Stoute, Rogier van der Weyden (atelier),<br />
olieverf op eikenhouten paneel, 50,9 x 33,6 cm<br />
BERLIJN, STAATUCHE MUSEEN, GEMÄLDEGALERIE
Maria met Kind,<br />
Ragier van der Weyden,<br />
omstreeks 1460, olieverf<br />
op masoniet (aanvankelijk<br />
op paneel, later overgebracht<br />
op doek), 50,8 x 33 cm<br />
SAN MARJNO (CAUFORNIA),<br />
THE HUNTINGTON LIBRARY,<br />
ART COLLECTIONS AND<br />
BOTANICAL GARDENS,<br />
THE AAABELLA<br />
HUNTlNGTON MEMORJAL<br />
ART COLLECTION<br />
Portret van Philippe de Cray,<br />
Rogier van der Weyden,<br />
omstreeks 1460,<br />
olieverf op eikenhouten paneel,<br />
51,5 x 33,6 cm<br />
ANTWERPEN, KONINKLIJK<br />
MUSEUM VOOR SCHONE KUNSTEN Rogier van der Weyden 1400 I 1464 2/
idder zoals hij. De Croy stond zeer in de gunst van de hertog. Het portret is<br />
geschilderd door Van der Weyden zelf en bleef vrij goed bewaard; de Lieve<br />
Vrouwe is misschien het werk van een assistent, ze onderging in de loop der<br />
tijden ook enkele ingrepen. Oorspronkelijk was ze op paneel geschilderd; ze<br />
is later overgebracht op doek, waarbij het tafereel aan de vier randen groter<br />
werd gemaakt, de tenen van het linkervoetje van het kind Jezus en haar<br />
linkerpols zijn toen onder meer toegevoegd. Vervolgens is het hele tafereel<br />
opnieuw overgebracht op paneel. Mooi om te zien is hoe zij net iets hoger in<br />
het beeldvlak geplaatst is dan Filips de Croy.<br />
Van der Weyden schilderde dit portret waarschijnlijk omstreeks 1460, toen<br />
De Croy zo'n zesentwintig jaar oud was. Hij wordt afgebeeld voor een groen<br />
doek met duidelijk zichtbare plooien. Het gouden monogram, dat alle letters<br />
van De Croys naam bevat, ziet eruit alsof het met gouddraad geborduurd is<br />
over één van de plooien. De groene achtergrond doet de kleur van zijn ogen<br />
beter uitkomen. Hij draagt een paars fluwelen wambuis. Om zijn hals heeft<br />
hij zeer veel ragfijne gouden kettinkjes, die met uiterste zorg geschilderd<br />
zijn. Hij bidt en houdt een mooie paternoster met gouden en zilveren kralen<br />
tussen zijn handen. We zien nog net de top van het gevest van zijn dolk, die<br />
lijkt op het gevest in het portret van Karel de Stoute. Vroeger moet het werk<br />
een nog luxueuzere indruk hebben gemaakt: het groene doek is geschilderd<br />
over een vel bladzilver, zodat dit portret bij de juiste lichtinval een diepe,<br />
subtiele zilveren glans had. Die zilveren achtergrond past symbolisch bij de<br />
gouden achtergrond voor de Madonna: onovertroffen goud voor het heilige<br />
en goddelijke, kostbaar maar toch meer bescheiden zilver voor de menselijke<br />
helft van het tweeluik.<br />
Jean Gros was een Brugse ambtenaar die zowel Filips de Goede als Karel<br />
de Stoute diende. Hij was geen edelman zoals Filips de Croy en zijn twee<br />
luik is kleiner van afmetingen, dus -een simpele economische wetmatigheid<br />
-goedkoper. Er is ook minder bladgoud gebruikt dan in het tweeluik van<br />
Croy. De Madonna werd aan het begin van de twintigste eeuw zwaar geres<br />
taureerd. Omwille van de kleinere afmetingen neemt het Jezuskind onderaan<br />
bijna de hele breedte van het paneel in beslag. Mooi om te zien is de wissel<br />
werking tussen de reikende handjes van het kind en de biddende handen van<br />
Jean Gros. De blikken van Maria, het kind en Jean Gros vormen een drie<br />
hoek, zo ontstaat er een zekere dynamiek tussen de beide luiken. De vormge<br />
ving is sober gehouden, maar de schilder heeft er zorg voor gedragen dat de<br />
schouderlijn van Jean Gros de breedte van het paneel vult als een horizon en<br />
dat zijn handen niet te hoog komen in verhouding tot het Christuskind. Uit<br />
een analyse van de verschillende lagen verf blijkt dat hij de vingers voor dat<br />
doel korter heeft gemaakt dan oorspronkelijk was geschetst. In het algemeen<br />
lijkt het er op dat Rogier minder moeite genomen heeft om het uiterlijk van<br />
dit burgerlijke model te verfijnen dan dat van zijn adellijke opdrachtgevers.<br />
DE CHARME VAN ONBEKENDE VROUWEN<br />
Hoewel de geïdentificeerde portretten een grotere documentaire waarde heb<br />
ben, maakte Van der Weyden zijn mooiste portretten van twee onbekende<br />
dames, een burger- en een edelvrouw. Misschien zijn beide werken lange tijd<br />
na elkaar ontstaan, de burgerdame vertoont immers nog een grote gelijkenis<br />
2 4 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Vorige bladzijden:<br />
Diptiek van Jean Gros<br />
Maria met Kind,<br />
Ragier van der Weyden<br />
en atelier, 1460- 1464,<br />
olieverf op paneel,<br />
38,7 x 28,5 cm<br />
DOORNIK,<br />
MUSÉE DES BEAUX-ARTS<br />
Portret van Jean Gros<br />
Rogier van der Weyden<br />
en atelier, l460- 1 464,<br />
olieverf op paneel,<br />
38,5 x 28,8 cm<br />
(beschilderde<br />
oppervlakte 36,5 x 2 7 cm)<br />
CHICAGO, ART INSTITUTE OF<br />
CHICAGO, MR. AND MRS. MARTIN<br />
A. RYERSON COLLECTION<br />
Rechts:<br />
Rogier van der Weyden,<br />
Portret van een jonge<br />
vrouw, ca. 1460<br />
WASHINGTON,<br />
NATIONAL GALLERY<br />
OF ART, ANDREW W.<br />
MELLON COLLECTION
Unks:<br />
Portret van een jonge vrouw,<br />
Rogier van der Weyden,<br />
omstreeks 1432 - 1435<br />
BERUJN, STAATUCHE MUSEEN<br />
ZU BERLIN, GEMÄLDEGALERJE<br />
Rechts:<br />
Portret van een jonge vrouw,<br />
Rogier van der Weyden,<br />
omstreeks 1440- 1445,<br />
zilverstift op ivoorkleurig<br />
gegrond papier,<br />
167 x 117 mm<br />
Onderaan links, in pen in<br />
bruin, het opschrift '1460' (?)<br />
Op de keerzijde, in potlood,<br />
'lsrael Samens [?] I<br />
Tedesco I 1480' en,<br />
in een andere hand,<br />
in pen in bruin 'Luca d'Oianda'<br />
en in nog een andere hand,<br />
eveneens in pen in bruin<br />
'Ruggero di Brusel/e 11460'<br />
LONDEN, BRJTSH MUSEUM,<br />
DEPARTMENT Of PRJNTS<br />
AND DRAWINGS<br />
met de solide portretten van Jan van Eyck, terwijl de edeldame<br />
een volmaakt voorbeeld is van de briljante vormelijke stilering<br />
waartoe Van der Weyden in zijn latere jaren steeds meer neigde.<br />
De heldere grijze ogen van de burgervrouw kijken ons rustig en<br />
onbevangen aan; omdat ze naar rechts gekeerd is, kan ze geen<br />
pendant gehad hebben (in portretten van echtparen wordt de<br />
vrouw altijd naar links kijkend voorgesteld) en zien we haar<br />
als het individu dat ze is; de twee spelden in haar hoofddoek<br />
zijn een onvergetelijk detail. De edelvrouw belichaamt al de<br />
slanke elegantie van de Bourgondische elite, hoewel uit onder<br />
zoek blijkt dat ze aanvankelijk nog slanker was opgezet en dat<br />
Rogier haar gevulder heeft gemaakt. Dit is Van der Weydens<br />
meest sensuele werk. Zijn model kijkt ons niet aan, wat het<br />
oog sneller naar de vormelijke perfectie voert waarmee ze is<br />
weergegeven en de sublieme doeltreffendheid van het beperkte<br />
kleurenpalet. Alle volumes en hun onderlinge verhoudingen<br />
zijn volkomen doordacht en uitgebalanceerd, de sluier zou een<br />
meesterlijk abstract schilderij kunnen zijn. Ook hier kon Rogier<br />
niet weerstaan aan de charme van de glanzende hoofddoekspel<br />
den, drie in totaal.<br />
In deze context is ook een bijzonder mooie tekening van belang,<br />
die blijkens een oud opschrift aan de achterkant van Rogera<br />
di Buselle 1460 zou zijn. Dit lijkt een portret naar het leven.<br />
Sprankelend en vol karakter, zo ziet deze jonge vrouw eruit.<br />
Met verbluffende techniek legde de tekenaar haar trekken vast<br />
in zilverstift, op een ondergrond van ivoorkleurige verf. Het<br />
licht valt van links op haar gezicht, rechts werpt ze een diepe<br />
schaduw. De onregelmatige omtrek van de hoofddoek geeft<br />
haar uitdrukking extra intensiteit, het linnen links raakt de<br />
omtrek van haar gezicht op de exacte hoogte van haar ooghoek<br />
en dat benadrukt haar oogopslag. Onderaan de buste zien we hoe deze te<br />
kening met een paar lange, soepele lijnen is opgezet, in de gordel en de hand<br />
die voorbestemd lijkt om iets vast te houden en aan te reiken. Deze jonge<br />
vrouw zou een ring of een bloem tussen duim en wijsvinger kunnen houden<br />
en zich wenden tot een echtgenoot of verloofde. Dan zou deze tekening een<br />
voorstudie kunnen zijn voor een dubbelportret. Maar hoe natuurgetrouw<br />
dit portretje ook lijkt, uit onderzoek blijkt dat Rogier van der Weyden hier<br />
vertrokken is van een schilderij van Jan Van Eyck en dat hij de gelaatstrek<br />
ken van de door Van Eyck geschilderde vrouw levendiger en 'realistischer<br />
' heeft gemaakt met een paar kleine ingrepen aan de ogen, de neus en de<br />
mond. Het resultaat was dat zijn jonge vrouw expressiever werd én beant<br />
woordde aan een meer eigentijds schoonheidsideaal. Ook de kleding heeft<br />
hij gemoderniseerd. Hier is dus geen sprake van werk naar een poserend<br />
model, deze uitmuntende tekening diende enkel als algemeen voorbeeld voor<br />
Rogiers ateliermedewerkers, als materiaal waarop ze konden terugvallen.<br />
Een voorbeeld te meer dat oude meesters hun geheimen niet zomaar prijs<br />
geven en juist daar waar ze het meest natuurlijk lijken, het meest met de<br />
kunst bezig zijn.<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 2 7<br />
•
an<br />
en<br />
kunstenaars<br />
Wisselwerking<br />
28 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
Hovelingen bestelden bij Rogier ook complexer werk dan portretten en vro<br />
me diptieken. Kanselier Nicolaas Rolin, een volbloed Bourgondiër afkom<br />
stig uit Autun, stichtte in 1443 een hospitaal voor arme zieken in Beaune.<br />
Voor het altaar van de bijhorende kapel in de ziekenzaal liet hij door Rogier<br />
een monumentaal en beangstigend Laatste Oordeel schilderen, dat de moe<br />
der van François Vilion zeker vrees en vreugde zou hebben ingeboezemd.<br />
Het werk was voltooid in 1451, maar kan (gedeeltelijk) door medewerkers<br />
zijn uitgevoerd, vermits Rogier in 1450 naar Rome reisde; het heeft ook<br />
in latere eeuwen harde ingrepen ondergaan. Op de buitenluiken vinden we<br />
de gehavende portretten van Rolin en zijn derde vrouw Guigone de Salins,<br />
zij scherp en rijzig, in overeenstemming met het Bourgondische ideaal, hij<br />
twintig jaar ouder dan in het portret van Van Eyck, magerder en grover van<br />
gelaatstrekken. Het valt op dat Jan Van Eyck meer moeite gedaan heeft om<br />
Rolins breed neerhangende mond te camoufleren dan Rogier.<br />
DE ZEVEN SACRAMENTEN<br />
Ook de machtige bisschop van Doornik, Jean Chevrot, eveneens een Bour<br />
gondiër, wendde zich tot Rogier van der Weyden met een veeleisende op<br />
dracht. Hij wilde een schilderij over de zeven sacramenten, voor de Sint<br />
Hippolytuskerk in Poligny, het stadje waar hij geboren was en waar zijn hart<br />
nog steeds begraven ligt. We weten dat Chevrot ook wandtapijten heeft laten<br />
weven met de zeven sacramenten. Deze triptiek en die tapijten vormden een<br />
decoratief geheel. Het is een briljante vondst van Rog ier van der Weyden<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Rogier van der Weyden,<br />
Laatste Oordeel, 1443- 1451<br />
BEAUNE, MUSE DE L ' HÓTEL DIEU .<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 2 9
30 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
om de sacramenten allemaal samen in het interieur van een kerk te plaat<br />
sen, samen met hun oorsprong, de kruisiging van Christus. De Sint-Mi<br />
ehiets en Sint-Goedelekathedraal in Brussel heeft als inspiratie gediend<br />
voor het interieur, misschien ook (voor de zeldzame tongewelven in de zij<br />
beuken) de kathedraal van Doornik. Een abstract theologisch onderwerp,<br />
typisch iets wat een bisschop zou kiezen, komt hier dankzij de creativiteit<br />
van Rogier tot leven. In het middenschip van de kerk vindt, tijdloos, de<br />
kruisdood plaats. De uiteinden van de dwarsbalk raken de gewelven, het<br />
kruis is vastgezet in de tegelvloer. Christus' moeder, zijn favoriete leerling<br />
en drie heilige vrouwen lijden intens mee aan de voet van het kruis. Zo<br />
als Christus zijn ze te groot in vergelijking met het gebouw. De wenende<br />
vrouw die we op de rug zien en die ons dus mee de voorstelling intrekt,<br />
is waarschijnlijk Maria Magdalena. Op het hoogaltaar viert een priester<br />
de mis, het sacrament dat herinnert aan het offer van Christus en het<br />
nieuwe verbond tussen God en de mens. Hij heft de hostie op het moment<br />
van de consecratie. In de zijbeuken zien we de zes andere sacramenten.<br />
Een priester doopt een kind. Een bisschop vormt een jongen. Deze bis<br />
schop is Jean Chevrot. Zijn wapenschild staat links bovenaan het mid<br />
denpaneel, het wapenschild rechts is van het bisdom Doornik. Het laatste<br />
sacrament op het linkerluik is de biecht. Rechts zien we de priesterwij<br />
ding, het huwelijk en het sacrament der stervenden. Boven elk sacrament<br />
zweeft een engel met een banderol waarop toepasselijke teksten staan.<br />
De Zeven Sacramenten,<br />
Rogier van der Weyden,<br />
omstreeks 1440· 1445,<br />
olieverf op eikenhouten<br />
panelen; middenpaneel<br />
204 x 99 cm<br />
(beschilderde oppervlakte<br />
20 I ,8 x 96,5 cm);<br />
zijpanelen I 22,8 x 65,7 cm<br />
(beschilderde oppervlakte<br />
120,2 x 63,5 cm)<br />
(De triptiek werd speciaal<br />
voor de tentoonstelling in<br />
Leuven gerestaureerd door<br />
Griet Steyaert)<br />
ANTWERPEN, KONINKLIJK MUSEUM<br />
VOOR SCHONE KUNSTEN
De heilige Augustinus,<br />
Rogier van der Weyden<br />
(atelier), vóór 1449,<br />
zwart krij pen in licht- en<br />
donkerbruin over een aanzet<br />
in zwart krij op papier,<br />
/64x 116 mm.<br />
Bovenaan rechts, met pen in<br />
bruin: 'R'; rechterbenedenhoek,<br />
merk van het Musée du<br />
Louvre (Lugt /886a).<br />
PARIJS, MUSËE DU LOLNRE,<br />
DËPARTEMENT<br />
DES ARTS GRAPHIQUES<br />
De heilige Ambrosius,<br />
Rogier van der Weyden<br />
(atelier), vóór 1449,<br />
zwart krij pen in zwart<br />
en bruin, over een aanzet<br />
in zwart krij op papier,<br />
158x i/Omm.<br />
Unkerbenedenhoek, merk<br />
van het Musée du Louvre<br />
(Lugt /886a).<br />
PA I'JjS, MUSËE DU LOUVI'JE,<br />
DËPARTEMENT DES<br />
ARTS GRAPHIQUES<br />
De mensen die bij de sacramenten betrokken zijn, zijn kleiner dan de hei<br />
lige personen in het midden, maar nog altijd iets te groot in verhouding<br />
tot het kerkgebouw. Ze dragen modieuze kleren uit de jaren 1440.<br />
Dit drieluik was misschien het centrale deel van een groter veelluik dat<br />
mogelijk ook standbeelden bevatte. Veel kerkgangers zijn duidelijk por<br />
tretten, van vrienden en familieleden van Chevrot. Sommige mannenge<br />
zichten zijn geschilderd op tinfolie, die men daarna op de juiste plaats op<br />
het paneel kleefde. Dat betekent dat niet alle personen naar het atelier<br />
van Rogier in Brussel konden komen om hun portret te laten maken,<br />
maar dat de schilder en zijn medewerkers zelf rondreisden om hun gelij<br />
kenissen vast te leggen of dat lokale schilders hun portretjes maakten en<br />
ze naar Brussel zonden. Het schilderij bevat veel prachtige details, zoals<br />
de honden in de zijbeuken en de schilderijen en beelden in de kerk zelf,<br />
en de figuur van de geconcentreerd lezende vrouw bij- het sacrament der<br />
stervenden. Opmerkelijk is de geschilderde lijst in trompe-l'oeil, voor elk<br />
luik opgevat als de spitsboog van het voorste gewelf. Daardoor heeft de<br />
toeschouwer slechts op één enkele plaats niet het gevoel schuin de kerk in<br />
te kijken. Een opmerkelijke perspectivische ingreep, gelijkend op en toch<br />
weer fundamenteel verschillend van de drie gebeeldhouwde bogen in het<br />
Mirafloresaltaar.<br />
Rogier van der Weyden was bevriend met Gillis Joes, de architect van<br />
de Sint-Michiels-en-Sint-Goedelekathedraal. Hij benutte Joes'ontwerp<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 3 I
voor het kerkinterieur van de Zeven Sacramenten. Dat de Aanbiedings<br />
miniatuur in de Chroniques de Hainaut volledig opgebouwd is rond het<br />
principe van de gulden snede, kan ook aan gesprekken met de bouw<br />
meester te wijten zijn. We weten bovendien dat Joes zich gebaseerd heeft<br />
op twee ontwerptekeningen met de heiligen Ambrosius en Augustinus<br />
uit het atelier van Van der Weyden, gemerkt met zijn initiaal R, als<br />
. modellen voor sluitstenen in een gewelf van de Si nt-Waldetrudiskerk<br />
in Herentals. Die sluitstenen zijn nog ter plaatse te bewonderen. Hoe<br />
wel kunstenaars hun verzameling tekeningen en ontwerpen angstvallig<br />
bewaarden, leenden ze die soms wel degelijk uit aan bevriende kunste<br />
naars. Er zijn nog andere aanwijzingen van intense contacten tussen<br />
Rogier en kunstenaars uit zijn onmiddellijke omgeving. Dat blijkt uit de<br />
bewogen geschiedenis van een verloren werk van zijn hand.<br />
PUZZELEN AAN EEN ALTAARSTUK<br />
Soms zijn er detectivewerk en een dosis geluk nodig om een kunstwerk<br />
van vijfhonderd jaar geleden opnieuw bijeen te puzzelen. Drie schilde<br />
rijtjes en een tekening uit verschillende musea zijn alles wat er overblijft<br />
van een groot altaarstuk dat Rogier van der Weyden schilderde voor<br />
een kerk in Brussel.<br />
De mooie Maria Magdalena (Londen, National Gallery) is, zoals de<br />
vrouw in Chevrots Zeven Sacramenten, helemaal verdiept in haar lec<br />
tuur. Ze is verwant met een lezende Sint-Barbara die aan Robert Cam<br />
pin wordt toegeschreven, maar ziet er verfijnder uit. Haar afzondering<br />
en concentratie spreken ook uit de halve cirkelvorm die de schilder aan<br />
haar omtrek heeft gegeven. Ze draagt een magnifiek geschilderd olijf<br />
kleurig overkleed dat gevoerd is met kostbaar eekhoornbont; daaron<br />
der zien we een nog veel kostbaarder onderkleed van goudbrokaat. Tot<br />
1955 was de achtergrond van dit paneel volledig overschilderd, bij een<br />
restauratie kwam het decor aan het licht. Maria Magdalena zit op een<br />
rood kussen en leunt tegen een kast. Naast haar staat haar symbool, de<br />
zalfpot. Die pot bevatte het kostbare reukwerk waarmee ze de voeten<br />
van Christus heeft verzorgd. Bij de zoom van haar jurk zien we de diepe<br />
rode plooien van de mantel van een verdwenen personage, ook een van<br />
zijn voeten en de leuni ng van een zitbank. Door het raam is een stukje<br />
rivier te zien; een wandelaar op de oever wordt erin weerspiegeld. Ach<br />
ter haar leunt iemand in een blauwe mantel op een stok. In de andere<br />
hand houdt deze persoon een glanzend bidsnoer.<br />
Het hoofd dat bij dit lichaam past is bewaard ( Lissabon, Fundaçao Cal<br />
ouste Gulbenkian). Een meesterlijk portret van een oude man toont dat<br />
het hier om Sint-Jozef gaat. Het lichte rood aan zijn slaap wijst erop dat<br />
zijn muts aanvankelijk rood was en lager kwam; Van der Weyden heeft<br />
later voor zwart gekozen en de muts hoger geplaatst. Achter hem zien<br />
we door een venster een toren met waterspuwers en enkele boomtoppen.<br />
Sint-Jozef richt zijn blik op het verdwenen centrum van het schilderij.<br />
Hetzelfde museum bezit een paneeltje van gelijke afmetingen, met het<br />
lieflijke hoofd van een jonge vrouwelijke heilige. Achter haar is een<br />
stukje van een raam te zien, met uitzicht op een rivier - dezelfde rivier<br />
32 Rogier van der Weyden 1400 I 1464<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Robert Campin,<br />
Heilige Barbara (in het Heinrich von Werf-altaarstuk),<br />
1438, olieverf op paneel, I 0 I x 4 7 cm<br />
MUSEO NACIONAL DEL PRADO, MADRID<br />
De heilige jozef(?),<br />
Rogier van der Weyden,<br />
olieverf op paneel,<br />
21 x 18,3 cm<br />
USSABON, FUNDAÇÄO<br />
CALOUSTE GULBENKIAN
Lezende Maria Magda/ena, Rogier van der Weyden, vóór 1438 (?),<br />
olieverf op eikenhouten paneel,<br />
overgebracht op mahoniehout, 62,2 x 54,4 cm<br />
LONDEN, THE NATIONAL GALLERY
als waar het venster achter Magdalena op uitgeeft. Deze fragmenten la<br />
ten vermoeden dat het hele werk zeer mooi moet zijn geweest. Vermoe<br />
delijk werd het op een bepaald ogenblik beschadigd en heeft men deze<br />
resterende intacte delen eruit gezaagd, waarbij Jozef en de vrouwelijke<br />
heilige als pendanten bedoeld werden.<br />
Er bleef een tekening bewaard die ons toelaat om een groot deel van het<br />
altaarstuk opnieuw te begrijpen. De tekenaar heeft Maria Magdalena<br />
en Jozef niet overgenomen, maar we herkennen de plooien in de mantel<br />
van de man rechts en de leuning van het zitbankje. Centraal zit Maria<br />
met het kind Jezus op schoot. De zitbank staat voor een open haard met<br />
schoorsteenmantel. Het kindje wendt zich naar rechts en schrijft iets in<br />
een boek, dat hem wordt voorgehouden door de knielende Johannes de<br />
Evangelist, die ook een inktpot vasthoudt. Maria kijkt naar links, mis<br />
schien naar het boek dat Johannes de Doper haar aanreikt. Uiterst links<br />
staat een bisschop die een zegenend gebaar maakt. Het lijkt onlogisch<br />
en ongepast dat hij Christus en Maria zou zegenen, het is mogelijk dat<br />
hij in het schilderij naar ons, de toeschouwers, keek. Er bevond er zich<br />
nog een heilige tussen de bisschop en Johannes de Doper, een deel van<br />
de omtreklijn van deze persoon is nog te zien. Hoogstwaarschijnlijk<br />
gaat het hier om de vrouwelijke figuur op het derde paneeltje. Rogiers<br />
altaarstuk toonde zes heiligen en drie boeken, er ligt dus een grote na<br />
druk op het geschreven woord, met centraal Maria als schakel tussen<br />
het Oude en het Nieuwe testament, tussen Johannes de Doper als laatste<br />
profeet vóór Christus en Johannes de Evangelist als lievelingsleerling<br />
van Christus. De stijl van deze tekening past bij een andere Brusselse<br />
kunstenaar, die bovendien een buurman was van Rogier van der Wey<br />
den. Ze woonden allebei aan het Cantersteen en waren beiden lid van<br />
de prestigieuze Broederschap van Sint-Jacob op de Coudenberg, waar<br />
men een reliek van het H. Kruis vereerde. De buurman heette Dreux<br />
Jean en wordt ook de meester van de Girart de Roussillon genoemd. Hij<br />
verluchtte handschriften in opdracht van Filips de Goede en gebruikte<br />
daarin vaak motieven uit schilderijen van Van der Weyden.<br />
ITALIË<br />
In het heilig jaar 1450 reisde Rogier naar Rome. Dit soort pelgrimstocht<br />
was toen courant; uitzonderlijk was wel dat iemand met zoveel eerbe<br />
wijzen onthaald werd. Immers, in 1456 publiceerde de humanist Barta<br />
lorneus Facius het boekje De viris illustribus (Over beroemde mannen),<br />
waarin hij slechts vier schilders opnam: Gentile da Fabriano,Vittore<br />
Pisano, Jan Van Eyck en Rogier van der Weyden. Hij vertelt dat Rogier<br />
in de Sint-Jan-van-Laterarrenkerk (nu verdwenen) fresco's van Gentile<br />
da Fabriano zag en deze collega prees als de beste schilder van Ita<br />
lië. Facius vermeldt ook enkele werken van Rogier in Italië: een ba<br />
dende vrouw in Genua, een drieluik met een kruisafneming in Perrara<br />
en twee passieschilderijen op doek in Napels. Al deze werken gingen<br />
verloren (en de badende vrouw zou kunnen lijken op de verdwenen ba<br />
dende vrouw die aan Van Eyck wordt toegeschreven en die nog te zien<br />
is op De kunstkamer van Cornelis Van der Gheest in het Rubenshuis<br />
34 Rogier van der Weyden 1400 I 1464
Maria met Kind en heiligen (Medici-Madonna),<br />
Rogier van derWeyden, na 1453. olieverfop<br />
eikenhouten paneel, 61,7 x 46, I cm<br />
(originele lijst inbegrepen)<br />
FRANKFURT AM MAIN. STÄDEL MUSEUM<br />
te Antwerpen), maar na zijn terugkeer in Brussel schilderde Rogier wel<br />
een Sa era Conversazione, Gesprek tussen hei I igen, voor een Italiaanse<br />
opdrachtgever. In tegenstelling tot zijn ongedwongen Sacra Conversazione<br />
met Maria Magd alena beantwoordde dit werk veel meer aan de<br />
Italiaanse traditie. Onder een witte eretent, waarvan de panden<br />
links en rechts worden gedragen door twee kleine engelen, op<br />
een sokkel met drie treden, staat Maria. Ingetogen zoogt<br />
zij het kind Jezus. Op de ereplaats, aan haar rechter<br />
kant, staan Johannes de Doper en de apostel Petrus.<br />
Aan haar linkerkant staan de heiligen Cosmas en<br />
Damianus, twee geneesheren, de ene met een<br />
urineglas en een voorschrift in zijn handen, de<br />
andere met een zalfspatel en een hand in zijn<br />
beurs, omdat hij de armen gratis verzorgde.<br />
Deze heiligen waren typisch voor Florence en<br />
de heersende familie De'Medici. Het gezel<br />
schap bevindt zich in een bloemenweide. Een<br />
vaas bevat drie witte leliekelken en een paarse<br />
zwaardlelie. De bloemenweide wordt vooraan<br />
afgesloten door een muur: daarop zijn drie wa<br />
penschilden aangebracht, waarvan alleen het<br />
middelste beschilderd is met de rode lelie van<br />
Florence. De schilden opzij dragen alleen de<br />
grondlaag witte verf. Zij moesten waarschijn<br />
lijk in de stad van de opdrachtgever beschil<br />
derd worden door een lokale meester, wat om<br />
een onbekende reden nooit gebeurd is.<br />
Het verhaal dat Antonello da Messi na uit Ita<br />
lië naar Brugge kwam om bij Jan Van Eyck de<br />
geheimen van de olieverf te leren, is overbe<br />
kend. Ook Rogier van der Weyden kreeg een<br />
Italiaanse leerling. In 1460 zond de hertogin<br />
van Milaan, Bianca Maria Visconti, haar hof<br />
schilder Zanetto Bugatto naar Brussel om sta<br />
ge te doen bij Rogier. Ze schakelde daarvoor<br />
de hulp van Filips de Goede in en verzocht ook<br />
Filips van Croy en de kroonprins van Frank<br />
rijk, die in Brussel verbleef (de latere koning<br />
Loclewijk XI), om een goed woordje te doen<br />
bij de oude meester; later moesten de Milanese<br />
ambassadeu r en de kroonprins zelfs tussenbei<br />
de komen in een geschil tussen Rogier en zijn<br />
stagiair, waarbij Zanetto beloofde geen wijn<br />
meer te drinken. Uiteindelijk is Zanetto twee jaar in Brussel gebleven.<br />
Een kli nkende naam werd hij nooit. Het is een wat wonderlijke episode,<br />
die een bijzonder licht werpt op de laatste jaren van de meester. Het zou<br />
mooi zijn als we over sommige van Rogiers schilderijen even gedet ail<br />
leerde achtergrondinformatie bezaten.<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 35<br />
•
Glossarium<br />
!.Atelier<br />
Rogier van der Weyden had vanaf het begin van zijn<br />
verblijf in Brussel een goeddraaiend atelier nodig met<br />
geschoolde assistenten, alleen al om de immense op<br />
dracht voor de Gerechtigheidstafere/en van het stad<br />
huis tot een goed einde te brengen. Na zijn dood in<br />
1464 zou het atelier nog vijftig jaar - tot in 1514 - pro<br />
ductief blijven, onder leiding van zijn zoon Pi eter. Zijn<br />
kleinzoon Goswyn vestigde zich in Antwerpen en<br />
schilderde daar met succes tot diep in de zestiende<br />
eeuw voort in de stijl van Rogier.<br />
2. Baltisch<br />
Rogier gebruikte bij voorkeur panelen van Baltische<br />
eik om op te schilderen, zoals alle Vlaamse Primi<br />
tieven. Italiaanse tijdgenoten schilderden meestal op<br />
populierenhout.<br />
J. Eekhoornbont<br />
De lezende Maria Magdalena (Londen, National Gal<br />
lery) draagt een overkleed gevoerd met lichtgrijs<br />
eekhoornbont ('vair'), een uiterst kostbare bont<br />
soort, voorbehouden aan personen van hoge rang.<br />
4. Handen<br />
Hartverscheurend, de manier waarop Rogier de<br />
hand van de bezwijmende Maria laat neerhangen<br />
naast de doorboorde hand van Christus, in de Kruis<br />
afneming (Madrid, Prado). Of de hand van Johannes<br />
de Evangelist bijna gewichtloos op de schouder van<br />
Maria laat rusten. Rogier kon handen even expressief<br />
maken als gezichten.<br />
36 Rogier van der Weyden 1400 I 1464
S. Letters<br />
In het mooie boek dat de lezende Maria Magdale<br />
na uit Londen vasthoudt , zijn de initialen D en A<br />
leesbaar: de rest van de 'tekst' bestaat uit horizon<br />
tale lijnen, op ongelijke afstanden doorsneden door<br />
korte verticalen; vervolgens ging de schilder met een<br />
droge borstel over de nog natte olieverf. Het resul<br />
taat was een bedrieglijk goede imitatie van letters en<br />
woorden. Het Christuskind in de Durán-Madonna<br />
(Madrid, Prado) kreukt onstuimig de bladen van een<br />
boek met gelijkaardige tekstkolommen. Echt lees<br />
bare en elegant vormgegeven woorden spelen een<br />
belangrijke rol in sommige schilderijen van Rogier,<br />
zoals het Mirafloresa/taar, de Zeven Sacramenten, Het<br />
Laatste Oordeel van Beaune en de triptiek van Jean<br />
Braque, waar nabij de mond van elk heilig personage<br />
sierlijk een tekst opkruit; alleen de tekst boven Maria<br />
Magdalena staat op een rechte lijn vlakbij de lijst, hij<br />
gaat immers over de heilige en wordt niet door haar<br />
uitgesproken.<br />
6. Memlinc, Hans (? - 1494)<br />
Rogiers bekendste leerling. Hij reisde van Seligen<br />
stadt naar Brussel om het vak te leren bij de meester.<br />
In 1465, een jaar na Van der Weydens dood, vestig<br />
de hij zich te Brugge en ontwikkelde er zich tot de<br />
belangrijkste schilder van die stad. Zijn triptiek met<br />
het Laatste Oordeel (Danzig, Muzeurn Pomorskie) en<br />
de Floreinstriptiek (Brugge, Sint-Janshospitaal) zijn in<br />
hoge mate schatplichtig aan Rogiers Laatste Oordeel<br />
en Columba-altaarstuk.<br />
7. R<br />
Zes tekeningen uit de vijftiende-eeuw zijn gemerkt<br />
met de letter R: niet Rogiers paraaf, maar ver<br />
moedelijk wel het merkteken van zijn atelier. Ze<br />
verschillen onderling in stijl en variëren van snelle<br />
schetsen tot volledig uitgewerkte en prachtig gede<br />
tailleerde ontwerpen, zoals die ter goedkeuring aan<br />
een opdrachtgever worden voorgelegd.<br />
8. Spelden<br />
Rogier hield er niet van wanneer de personen die<br />
poseerden voor zijn portretten te drukke stoffen<br />
droegen en te weelderige hoofddeksels, omdat die<br />
het gezicht van de modellen overheersten en de<br />
proporties veranderden. Een complex hoofddeksel<br />
als de kostbare hoornmuts van hertogin lsabella van<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 3 7
Glossarium<br />
Bourgondië zal hij met enige tegenzin geschilderd<br />
hebben. Hij verkoos eenvoudige hoofddoeken die<br />
het gezicht sober omlijstten en verlustigde zich in<br />
de glanzende spelden waarmee ze vastgezet wer<br />
den. Mooi is ook de éne speld waarmee de ontred<br />
derde Maria Magdalena van de Kruisafneming (Ma<br />
drid, Prado) haar mouw slordig heeft vastgepind<br />
aan haar onderjurk - een detail dat haar verdriet<br />
symboliseert.<br />
9. Spinnenwebben<br />
Rogier schilderde spinnenwebben in de hoeken van<br />
de stal van Bethlehem op het Co/umba-a/taarstuk<br />
(Munchen, Alte Pinakothek) en in de gewelven van<br />
de kerk nabij de gekruisigde Christus, in de Zeven<br />
Sacramenten (Antwerpen, KMSK).<br />
10. Tranen<br />
"De mooiste tranen uit onze kunstgeschiedenis wer<br />
den ongetwijfeld geschilderd door de immer voor<br />
name Rogier van der Weyden, in zijn meesterwerk<br />
de Kruisafneming (omstreeks 1438, bewaard in het<br />
Prado, Madrid). Links in het tafereel stapt de apos<br />
tel Johannes gracieus voorwaarts om de bezwijmde<br />
Maria op te vangen; er rollen heldere tranen over<br />
zijn wangen, terwijl hij manmoedig alert blijft en zijn<br />
verdriet onder controle houdt. Zijn ogen zijn rood<br />
omrand, zijn neus kleurt lichtrood. Niets kan men<br />
selijker zijn dan de geniale manier waarop smart en<br />
zelfbeheersing hier worden weergegeven - de Kruis<br />
afneming is een gevaarlijk ontroerend schilderij." (L.<br />
Huet, Mijn België, Amsterdam, 2004.)<br />
11. Zanetto<br />
Zanetto Bugatto volgde onder druk van zijn mees<br />
teres, hertogin Bianca Maria Visconti van Milaan,<br />
een tweejaarlijkse stage bij Rogier van der Weyden<br />
in Brussel, van 26 december 1460 tot mei 1463.<br />
Uit zijn latere carrière is amper werk bewaard. Hij<br />
ontwierp portretmedailles voor hertog Galeazzo<br />
Sforza van Milaan en leverde vermoedelijk enkele<br />
bijhorende geschilderde portretten, ouderwets in<br />
profiel en niet vernieuwend in driekwart, zoals hij<br />
in Brussel had geleerd.<br />
38 Rogier van der Weyden 1400 I 1464
Piëta, Rogier van der Weyden<br />
Omstreeks 1441, Olieverf op paneel, 32,5 x 4 7,2 cm (beschilderde oppervlakte: ongeveer 31, I x ongeveer 45,8 cm)<br />
BRUSSEL, KONINKLIJKE MUSEA VOOR SCHONE KUNSTEN VAN BELGIË, INV. 35 I 5<br />
De passie van de meester<br />
Ca rel Van Mander schreef in het Schilder-boek ( 1604), het eerste<br />
uitgebreide overzicht van de schilderkunst in de Lage Landen,<br />
over Rogier: "Hij heeft onze kunst enorm verbeterd omdat hij<br />
zowel in ontwerp als in uitvoering een volmaakter uitzicht van<br />
houdingen en composities realiseerde, met de uitbeelding van<br />
de innerlijke verlangens en neigingen van de mens, hetzij triest,<br />
boos of gelukkig, afhankelijk van de eisen van het werk." Rogier<br />
van der Weyden verfijnde het soms brute, bijna expressionisti<br />
sche realisme van zijn (onderschatte) meester Robert Campin;<br />
in tegenstelling tot Van Eyck, wiens werk altijd een contempla<br />
tieve sfeer behield waarin hoogstens het vermoeden van een<br />
glimlach op de gezichten te lezen is, gaf hij de meest pijnlijke<br />
emoties weer. Zijn Kruisafneming, relatief gezien een jeugdwerk,<br />
laat weinig toeschouwers onberoerd. Soberder, maar even aan<br />
grijpend, is een late Pietà, bewaard in Brussel. (Het is een opval<br />
lend kenmerk van Rogiers late werk dat zijn personages steeds<br />
schraler worden, alsof hij zich de esthetische eisen van het Bour<br />
gondische hof eigen had gemaakt.) De Pietà of 'het Medelijden' is<br />
een onderwerp dat groeide uit voorstellingen van de Bewening<br />
van Christus. Om de toeschouwer te doen nadenken over het<br />
lijden van Christus, isoleerde men het moment waarop Maria<br />
Epiloog<br />
haar dode zoon op haar schoot houdt. Deze voorstelling is echt<br />
noordelijk en heeft, zoals zoveel in Rogiers oeuvre, te maken<br />
met de intense godsdienstbeleving van de Moderne Devotie.<br />
Hij heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van dit<br />
type schilderij. Deze Pietà is speciaal voor de tentoonstelling<br />
De Passie van de Meester in Leuven gereinigd en gerestaureerd.<br />
Daardoor komt de hoge kwaliteit ervan opnieuw helemaal tot<br />
zijn recht. Het is avond op Golgotha, in het doffe licht van de<br />
zonsondergang zijn alle toeschouwers van de terechtstelling<br />
naar huis vertrokken. Alleen Maria, Johannes en Maria Mag<br />
dalena zijn bij het lichaam van Christus gebleven. Maria drukt<br />
haar door verdriet verkrampte gezicht tegen het gelaat van haar<br />
dode zoon. De schilder heeft ook haar handen ontroerend ex<br />
pressief gemaakt. Johannes ondersteunt het lijk en legt zijn hand<br />
troostend op Maria's hoofd. Maria Magdalena, hier heel ingeto<br />
gen donker gekleed, vouwt haar handen en beleeft haar smart<br />
enigszins afgezonderd. De polsen van Christus zijn langer dan<br />
normaal - door het hangen aan het kruis, een detail waar Rogier<br />
oog voor had. Dit schilderij is een voorbeeld van de kwaliteiten<br />
waar Rogier door tijdgenoten het meeste om geprezen en nage<br />
volgd werd - natuurgetrouwheid en ontroering.<br />
Rogier van der Weyden 1400 I 1464 39
Praktisch<br />
AUTEUR<br />
Leen Huet is kunsthistorica en schrijfster. De kunsttheorie en artis<br />
tieke kruisbestuiving tussen Italië en de Nederlanden in de zestiende<br />
eeuw hebben haar steeds geboeid. Zij publiceerde samen met Jan<br />
Grieten, Belgisch Museumboek (1996) en Oude Meesteressen. Vrou<br />
welijke kunstenaars in de Nederlanden (1998). In 2006 publiceerde<br />
ze de eerste Nederlandse vertaling van de brieven van Pieter- Paul<br />
Rubens. Leen Huet is ook _ auteur van essays, verhalen en twee ro<br />
mans. Voor Openbaar Kunstbezit Vlaanderen schreef ze in 2005 het<br />
themanummer Dames met klasse. Margareta van York en Margareta<br />
van Oostenrijk.<br />
HERKOMST VAN DE ILLUSTRATIES<br />
Alle illustraties komen uit de catalogus van de tentoonstelling Rogier<br />
van der Weyden /400- /464 - De Passie van de Meester: De catalogus<br />
is uitgegeven door Davidsfonds/Leuven.<br />
BIBLIOGRAFIE<br />
• Rogier van der Weyden 1400J I464 - De Passie van de Meester,<br />
tent.cat., Leuven, 2009.<br />
• Lorne Campbel I, Rogier van der Weyden and Manuscript 11/umination,<br />
in Flemish Manuscript Painting in Context. Recent Research, o.l.v.<br />
E. Morrison en T. Kren, Los Angel es, 2006, p. 87- 102.<br />
• Lorne Campbel I, Van der Weyden, Londen, 2004.<br />
• Nicolaas van Cusa, Het zien van God, ingeleid, vertaald en<br />
geannoteerd door lnigo Bocken en Jos Decorte, Kapellen, 1993.<br />
• Martin Davies, Rogier van der Weyden. An Essay, with a Critica/<br />
Catalogue of Paintings, assigned to Him and to Robert Campin,<br />
Londen, 1972.<br />
• Dirk De Vos, Rogier van der Weyden. Het volledige oeuvre,<br />
Antwerpen, 1999.<br />
• Elisabeth Dhanens, Rogier van der Weyden. Revisie van de<br />
documenten, Brussel, 199 5.<br />
• Max Friedländer, Rogier van der Weyden and the Master of Flémalle,<br />
vertaald door Heinz Norden en geannoteerd door Nicole<br />
Veronee-Verhaegen, Early Netherlandish Painting, 2, Leiden, 1967.<br />
• Luke Syson, Zanetto Bugatto, Court Portraitist in Sforza Mi/on, in The<br />
Burlington Magazine, vol. 138, mei, 1996, p. 300-308.<br />
• François Vilion 1431-1463 . .. , vertaald en<br />
geïllustreerd door Wim de Cock, Leuven, 1998.<br />
TENTOONSTELLING<br />
' ROGIER VAN DER WEYDEN<br />
1400 I 1464 • DE PASSIE VAN<br />
DE MEESTER '<br />
WANNEER<br />
Van zondag 20 september tot en met<br />
zondag 6 december 2009<br />
Open: van dinsdag tot en met zondag<br />
van I 0 tot 18 uur (donderdag tot 22 uur)<br />
Gesloten: op maandag en op<br />
zondag I november 2009<br />
WAAR<br />
M van Museum Leuven<br />
Leopold Vanderkelenstraat 28, 3000 Leuven<br />
TOEGANGSPRIJZEN<br />
• 9 euro: individuele bezoekers<br />
• 7 euro: kortinghouders, groepen<br />
(minimum IS personen)<br />
• I 0 euro: combiticket tentoonstellingen<br />
Rogier van der Weyden en Jan Vercruysse<br />
+ vaste opstelling museum<br />
Gratis: kinderen onder de 13 jaar begeleid<br />
door een (groot) ouder<br />
Administratiekosten: 0,5 euro per ticket<br />
bij telefonische boekingen en<br />
online reservaties<br />
AUDIOGIDS<br />
2 euro: Nederlands,<br />
Frans, Engels, Duits, Spaans<br />
DOEBOEKJE VOOR KINDEREN<br />
'Boefjes in het museum!'<br />
door jeugdillustrator Ellen Cornelis:<br />
2 euro (Nederlands)<br />
RONDLEIDINGEN MET GIDS<br />
60 euro: Nederlands,<br />
Frans, Engels, Duits, Spaans<br />
CATALOGUS<br />
59,95 euro: Nederlands, Frans, Engels<br />
INFORMATIE, RESERVATIES<br />
EN TICKETS<br />
Algemeen infonummer: + 32 (0) 16 20 09 09<br />
Tickets zijn online te koop via<br />
www.rogiervandervveyden.be<br />
Groepen met gids kunnen enkel telefonisch<br />
boeken op het nummer + 32 (0) 16 20 09 09<br />
www.rogiervanderweyden.be<br />
Dit nummer van OKV kwam tot stand met<br />
de steun van<br />
PfiOVINOE<br />
VLAAMS • BRABANT<br />
in het kader van de tèfrtoonstelling<br />
Rogier van der Weyden 1400J I 464 -<br />
De Passie van de Meester<br />
M van Museum Leuven,<br />
20 september - 6 december 2009<br />
Rogier van der Weyden 1400JI464 -<br />
De Passie van de Meester is een produc<br />
tie van Artes.Leuven, het samenwerkings<br />
verband van de stad Leuven, de provincie<br />
Vlaams-Brabant en de K.U.Leuven<br />
L E U V E N<br />
met de steun van<br />
Vlaamse overheid <br />
dSne<br />
Standaard I<br />
Knack<br />
MUSEUM<br />
LEUVEN<br />
altijd In uw buurt<br />
12 Davidsfonds<br />
PROVINOE<br />
VlAAMS • BRABANT<br />
toerisme<br />
vlaanderen<br />
III