spelhandleiding - Natuurpunt
spelhandleiding - Natuurpunt
spelhandleiding - Natuurpunt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
NATUURBEHEERSPEL<br />
HANDLEIDING<br />
Samen werken we aan een kleurrijke natuur!<br />
1<br />
© <strong>Natuurpunt</strong>
Auteurs:<br />
Team ‘Educatief Natuurbeheer’ van <strong>Natuurpunt</strong><br />
Eliane Erens, Rosan Heremans, Michael Huygen,<br />
Gerd Van Thienen<br />
Illustraties:<br />
Tinne Van den Bossche<br />
Michaël Vincent<br />
Auteurs 1e uitgave (2006):<br />
Karel Coenen, Corina Cools, Nathalie Dekoning,<br />
Maite Grugeon, Kobe Janssen, Hans Marijns en<br />
André Mulders<br />
Dit spel werd ontwikkeld naar een idee van Robin<br />
Geladé, student aan de HIRL Hogeschool. Hij<br />
bedacht het spelconcept in het kader van zijn stage<br />
bij ‘Educatief Natuurbeheer’ Limburg. De uitwerking<br />
van dit spel werd mogelijk dankzij de steun van<br />
de provincie Vlaams-Brabant, Jean-Pol Olbrechts,<br />
gedeputeerde voor Leefmilieu.<br />
Hallo, wij zijn Piepel en Soeza.<br />
Samen met onze boeboekfamilie wonen we in<br />
Vlaanderen. Wij zijn dol op de natuur, daar vinden<br />
we ons voedsel en de dieren zijn onze vrienden.<br />
Maar niet overal gaat het goed met de natuur, dit<br />
zal je wel merken in dit NATUURBEHEERSPEL.<br />
Gelukkig kunnen wij rekenen op heel wat mensen die<br />
ons een handje toesteken.<br />
Ook op jou?<br />
2
Het Natuurbeheerspel maakt deel uit van het project ‘Educatief Natuurbeheer’ voor scholen en de ‘Natuurdag<br />
Deluxe’ voor jeugdgroepen.<br />
Project ‘Educatief Natuurbeheer’<br />
‘Educatief Natuurbeheer’ is een project van <strong>Natuurpunt</strong>, gesteund door de provincies Vlaams-Brabant en Limburg, de Vlaamse Overheid en de<br />
Vlaamse Gemeenschapscommissie, dat kinderen en jongeren ‘warm’ wil maken voor natuur en milieu. Het project is in de eerste plaats gericht op<br />
kinderen van de 3e graad lager en 1e graad secundair onderwijs. De leerlingen doorlopen gedurende het schooljaar drie complementaire stappen:<br />
een inleidende PowerPointpresentatie of het Natuurbeheerspel, waarbij de leerlingen kennis maken met de natuur, natuurproblemen, natuurbeheer<br />
en <strong>Natuurpunt</strong>, gevolgd door een halve dag natuurbeheer in een natuurgebied in de buurt van de school en tenslotte een afsluitende natuurontdekkingstocht<br />
met veel doe-opdrachten zoals waterbeestjes scheppen, bomen meten, … .<br />
Natuurdag Deluxe!<br />
De ‘Natuurdag Deluxe’ is een hele dag natuurbeleving, beestig en afwisselend, voor het secundair onderwijs en jeugdgroepen. Jongeren kunnen op<br />
een (attr)actieve manier kennis maken met de natuur en natuurbehoud. De hoofdbrok bestaat uit een halve dag natuurbeheer, waarbij de jongeren<br />
zich kunnen uitleven ‘in het groen’ en aan den lijve ondervinden dat natuur beschermen inspanningen kost. Aanvullend kan er gekozen worden<br />
voor het Natuurbeheerspel of een natuurontdekkingstocht, hierbij staat het ‘zelf ontdekken’ centraal: waterbeestjes scheppen of een sporenzoektocht<br />
behoren tot de mogelijkheden.<br />
Meer informatie over deze projecten vindt u op www.natuurpunt.be/educatiefnatuurbeheer<br />
Contact:<br />
0477-82 38 00 en 0477-88 08 26 (Vlaams-Brabant)<br />
0478-33 52 40 en 0473-55 16 24 (Limburg)<br />
4
Over het Natuurbeheerspel<br />
Het Natuurbeheerspel is een biodiversiteitspel waarbij kinderen op een ‘actieve manier’ kennis maken met de natuur in Vlaanderen.<br />
Het spel laat zien hoe de natuur doorheen de tijd veranderd is, en welke maatregelen wij zelf kunnen nemen om het verlies aan biodiversiteit tegen<br />
te gaan. Door middel van drie spelronden ‘beheren’ de kinderen ‘hun eigen stukje natuur ‘(landschap).<br />
Biodiversiteit (een ‘kleurrijke natuur’) is de rode draad doorheen het spel. Verschillende biotopen (akkerland, bos, heide, hooiland, kust, polder,<br />
watergebieden) komen aan bod.<br />
Praktisch:<br />
• Doelgroep: 10-14 jarigen<br />
• Groepsgrootte: 10 tot 35 spelers<br />
• Speelduur: halve lesdag (2 à 3 uur)<br />
U kunt deze koffer GRATIS ontlenen bij:<br />
• Provincie Vlaams-Brabant • dienst leefmilieu • Provincieplein 1 • 3010 Leuven • Tel: 016-26 74 26 • 016-26 72 56 • Fax: 016-26 72 61 •<br />
nme@vlaamsbrabant.be<br />
• Bezoekerscentrum Domein Kiewit • Putvennestraat 112 • 3500 Hasselt • tel. 011-24 60 20 • info@natuurpuntlimburg.be<br />
• Projectmedewerkers ‘Educatief Natuurbeheer’ • tel. 0477- 82 38 00 en 0477-88 08 26 (Vlaams-Brabant) • 0478-33 52 40 en 0473-55 16 24<br />
(Limburg)<br />
Enkel ontleenbaar na afspraak. Reserveren is noodzakelijk. U kunt het Natuurbeheerspel 2 weken GRATIS ontlenen.<br />
5
Natuurbeheerspel in grote lijnen<br />
Deel 1: BIOTOPENSPEL<br />
Elk team vertrekt van een speeldoek dat de ongerepte natuur in het Vlaanderen van ‘VROEGER’ voorstelt. Hierin zijn verschillende biotopen te<br />
herkennen: bos, heide, hooiland, kleinschalig akkerland, kust, poldergebied en watergebied. Alleen planten en dieren ontbreken voorlopig nog. Die<br />
kunnen gewonnen worden door het spelen van duels (bv. vlaggenroof). Het team dat als eerste alle planten- en dierkaartjes bij elkaar heeft, wint<br />
dit eerste spel.<br />
De volgende opdracht is om de planten en dieren in de juiste biotoop te plaatsen; hierbij worden de spelers geholpen door een tekstje op de<br />
achterkant van elk kaartje en door hints op het speeldoek.<br />
Afsluitend wordt het tweede speeldoek over het eerste gelegd. In de ‘NATUUR van VANDAAG’ wordt een totaal ander landschap zichtbaar.<br />
Dorpen zijn steden geworden, wegen werden aangelegd, bossen gerooid, water vervuild, rivieren rechtgetrokken enz. Hier en daar zijn er ronde<br />
uitsparingen in het doek die nog wat van de oorspronkelijke natuur tonen: kleine stukjes natuur met daarin planten- en diersoorten die nog<br />
algemeen voorkomen. Jammer genoeg zijn heel wat planten- en diersoorten ondertussen uitgestorven in Vlaanderen of heel zeldzaam geworden:<br />
je ziet ze niet meer in het landschap en zijn dan ook onder het tweede speeldoek verdwenen.<br />
Deel 2: MINISTERSPEL<br />
De natuur is minder kleurrijk geworden; daar moet dringend iets aan gedaan worden! De spelers kunnen d.m.v. een tweede bewegingsspel (bv.<br />
trefbal of Chinese voetbal) ‘groene ideeën’ winnen. Met dit ‘groen idee’ kunnen ze naar de ‘minister van Natuur’ gaan. Als de spelers de minister<br />
kunnen overtuigen van hun ‘groen idee’, kunnen ze natuurbeschermingsmaatregels bekomen. Deze worden even aan de kant gelegd totdat het<br />
ministerspel uitgespeeld is, namelijk wanneer één team alle of voldoende natuurbeschermingsmaatregels gewonnen heeft.<br />
6
Deel 3: BEHEERSPEL<br />
Na het ministerspel moeten de spelers de natuurbeschermingsmaatregels op de juiste plaats op het speeldoek weten te plaatsen. Zo kunnen ze<br />
‘bedreigde’ planten- en diersoorten beschermen = terug winnen.<br />
Aan de hand van een controlelijst kan nagegaan worden welke planten en dieren elk team terug ‘op de kaart’ kan zetten. Op deze manier wordt<br />
op het einde van het spel terug gefocust op het verhogen van de biodiversiteit of het kleurrijker maken van het eigen stukje natuur-op-speeldoek.<br />
Hoewel er in twee teams gespeeld wordt om het spel competitief en uitdagend te maken, zijn er dus geen verliezers!<br />
7
Natuurbeheerspel in praktijk<br />
START SPEL<br />
MATERIAAL:<br />
• schmink (blauw en groen)<br />
• 2 speeldoeken ‘NATUUR VROEGER’<br />
• 2 natuurrapporten<br />
DUUR:<br />
15-25 minuten<br />
Maak 2 TEAMS (gelijkwaardig qua leeftijd, snelheid en kracht!)<br />
TIP:<br />
• Laat de spelers plaatsnemen op een rij van klein naar groot.<br />
• Geef de spelers vervolgens afwisselend een kleur met schmink (blauw en groen) stip op neus of voorhoofd, zodat er een ‘blauw’ en ‘groen’<br />
team ontstaat.<br />
Elk team bedenkt een “natuurlijke” GROEPSNAAM en –KREET en noteert de naam op het NATUURRAPPORT<br />
TIP: Stel de twee teams aan elkaar voor en laat de groepsnaam en –kreet kenbaar maken.<br />
8
Deel aan elk team het SPEELDOEK uit met ‘NATUUR VROEGER’ en bespreek wat erop te zien is<br />
TIP:<br />
• Leg de speeldoeken van de twee teams voldoende ver uit elkaar.<br />
• Bespreek de speeldoeken met beide teams tezamen, zo spaar je tijd.<br />
• Verzamel de spelers rond het speeldoek.<br />
• Maak het stil.<br />
• Vraag:<br />
• “Wat zien we op het speeldoek?”<br />
• “Hoe zag het landschap/de natuur er vroeger uit?<br />
• “Wat valt er op?”<br />
• “Wat is de algemene indruk? Was er vroeger veel natuur?”<br />
• “Welke verschillende ‘soorten natuur’ kunnen we herkennen?” (= leefplaats of biotoop)<br />
(bv.: zee met zandbank, strand en duinen; polder met knotwilgen; kronkelende rivier; moeras; hooilanden; poel als veedrinkplaats; kleine<br />
akkers; holle weg, heide met schapen; ven; geleidelijke overgang heide naar bos; klein dorpje; bos met open plekken en dood hout)<br />
• “Wat ontbreekt er?”<br />
Planten en dieren ontbreken in het landschap. Deze kunnen jullie winnen door een spel te spelen.<br />
9
DEEL 1: BIOTOPENSPEL<br />
MATERIAAL:<br />
• 2 speeldoeken ‘NATUUR VROEGER’<br />
• 6 afbakeningsschotels<br />
• 1 dennenkegel<br />
• 2 verzamelmappen ‘planten- en dierkaartjes’ (40 kaartjes per team)<br />
• 2 speeldoeken ‘NATUUR VANDAAG’<br />
DUUR:<br />
60-70 minuten<br />
SPEL 1: EEKHOORNRACE twee teams spelen tegen elkaar<br />
In de EEKHOORNRACE (te vergelijken met vlaggenroof) spelen beide teams tegen elkaar om zoveel mogelijk planten- en dierkaartjes te winnen.<br />
De eekhoorntjes verzamelen verwoed voedsel voor de winter, welke eekhoorn is het snelst?<br />
De eekhoorntjes proberen de kegel in het midden (de ‘dennenkegel’) te bemachtigen. De speler die de ‘dennenkegel’ verovert, krijgt van de<br />
spelbegeleider twee willekeurige kaartjes uit de map ‘Planten- en dierkaartjes’ van zijn teamkleur. Het spel eindigt wanneer één team al zijn<br />
kaartjes heeft veroverd.<br />
SPELOPSTELLING:<br />
• Baken het speelterrein af door middel van de afbakeningsschotels of een markering.<br />
• Plaats de dennenkegel in het midden van het speelterrein.<br />
• Beide teams gaan elk aan één kant van het speelterrein staan, tegenover elkaar op een rij, achter een (denkbeeldige) lijn.<br />
• Binnen elk team krijgt elke speler (eekhoorn) een nummer.<br />
TIP: indien er in beide teams niet evenveel spelers zijn, geef dan één speler twee nummers.<br />
10<br />
Eekhoorntjes team blauw<br />
Dennenkegel<br />
Eekhoorntjes team groen
• Leg de spelregels uit.<br />
• Speel een aantal ‘oefenduels’, zo ben je zeker dat de spelregels begrepen zijn.<br />
SPELREGELS:<br />
TIP: noteer de nummers die je roept, zo vermijd je dat sommige spelers meer aan de beurt komen dan anderen.<br />
• De spelbegeleider roept een nummer, de spelers van beide teams met dat nummer lopen zo snel mogelijk naar de dennenkegel om deze te<br />
bemachtigen.<br />
• Rond de dennenkegel houden de eekhoorntjes steeds één hand op de rug en raken elkaar niet aan.<br />
• De eekhoorntjes proberen de kegel te bemachtigen. De speler die de kegel ‘veilig’ naar zijn eigen team (over de lijn) weet te brengen, verdient<br />
twee soortenkaartjes die hij mag afhalen bij de spelbegeleider. Hij legt deze naast het speeldoek en speelt verder.<br />
• De spelers mogen elkaar aantikken vanaf het moment dat de andere de kegel vast neemt of aanraakt. Indien de speler met de kegel getikt<br />
wordt voor hij over de lijn is, verliest hij dit duel. De kaartjes zijn voor zijn tegenspeler.<br />
• De spelers mogen schijnbewegingen maken, maar wanneer een speler getikt wordt terwijl hij een schijnbeweging maakt, zijn de kaartjes voor<br />
hem.<br />
• Wanneer een duel te lang duurt, kan je een tweede of derde nummer in het spel roepen. In dit geval mogen de spelers enkel hun eigen tegenspeler<br />
(met hetzelfde nummer) tikken.<br />
• Wanneer een speler zich met de kegel buiten het speelterrein begeeft, zijn de kaartjes voor de tegenspeler.<br />
• Bij tijdsgebrek, kan je meer dan twee kaartjes geven bij het winnen van een duel of kan je afspreken dat je het spel een bepaalde tijd speelt en<br />
het aantal kaartjes dat het gewonnen team op het einde nog mist, aan elk team bijgeeft.<br />
• Er kan ook een ander competitief spel gespeeld worden i.p.v. ‘Eekhoornrace’.<br />
11
Elk team telt zijn kaartjes en noteert dit op het NATUURRAPPORT<br />
Het team dat als eerste alle soortenkaartjes verzamelt heeft, is gewonnen (of het team dat het meeste kaartjes binnen een bepaalde tijd<br />
gewonnen heeft).<br />
De spelers proberen de soortenkaartjes op de juiste plaats op het speeldoek te plaatsen<br />
De spelers verdelen de gewonnen kaartjes en lezen om beurt de tekst op de achterzijde van hun kaartje, terwijl ze de voorkant (tekening) aan de<br />
andere spelers tonen. Op de achterzijde staan tips over de biotoop (= leefplaats) van de verschillende soorten, a.d.h.v. deze tips proberen de spelers<br />
de kaartjes op de juiste plaats op het speeldoek te plaatsen.<br />
De spelbegeleider controleert a.d.h.v. de overzichtskaart (zie p 14 ) of de planten- en dierkaartjes op de juiste plaats staan.<br />
TIP:<br />
• Corrigeer op een ‘speelse manier’ tijdens het spel.<br />
• Geef af en toe hints.<br />
Leg het 2e SPEELDOEK ‘NATUUR VANDAAG’ over het 1e en bespreek<br />
Heel wat (kwetsbare) soorten zijn verdwenen of hebben het vandaag de dag moeilijk.<br />
TIP:<br />
• Bespreek de speeldoeken met beide teams, zo spaar je tijd.<br />
• Verzamel de spelers rond het speeldoek.<br />
12
• Maak het stil.<br />
• Vraag:<br />
• “Wat zien we op het speeldoek?”<br />
• “Hoe ziet het landschap er nu uit? “<br />
• “Wat is er veranderd, verdwenen, bijgekomen?”<br />
(bv.: haven bijgekomen; zandbanken en duinen verdwenen; polder ontwaterd en omgevormd tot landbouwgrond; rivier rechtgetrokken<br />
en oevers met beton verstevigd; moeras verdwenen; afvalwater in rivier; gespleten knotwilgen; populierenaanplant op hooiland; hooiland<br />
ontwaterd; akkers groter en bemest (teveel mest is niet goed voor de natuur); badkuip en prikkeldraad i.p.v. poel en hagen; te veel koeien<br />
op weide; poel dichtgegroeid en vervuild; holle weg verdwenen en erosie door gebrek aan begroeiing; heide bijna verdwenen, begroeid met<br />
bomen en gras; verdroging ven; bos verdwenen; dorp is stad geworden; luchtvervuiling)<br />
• “Is er nog veel (goede) natuur?”<br />
Elk team telt de nog zichtbare kaartjes en noteert dit op het NATUURRAPPORT<br />
Door natuurbeheer en natuurbeschermingsmaatregels kunnen we heel wat soorten ‘redden’ of de achteruitgang ervan voorkomen.<br />
Speel het ministerspel en win zo natuurbeschermingsmaatregels.<br />
13
DEEL 2: MINISTERSPEL<br />
MATERIAAL:<br />
• bal<br />
• 6 afbakeningsschotels<br />
• 2 verzamelmappen ‘Groene Ideeën’ (30 kaartjes per team)<br />
• 2 verzamelmappen ‘Natuurbeschermingsmaatregels’ (30 kaartjes per team)<br />
• verkleedmateriaal ‘minister van Natuur’<br />
DUUR:<br />
30-40 minuten<br />
SPEL 2: SNOEKENJACHT twee teams spelen tegen elkaar<br />
In de SNOEKENJACHT (te vergelijken met trefbal) spelen beide teams tegen elkaar om zoveel mogelijk natuurbeschermingsmaatregels te winnen.<br />
De snoek is een echte roofvis. Hij voedt zich met alle soorten vis, zelfs kleinere soortgenoten zijn voor hem niet veilig. De spelers zijn snoeken die<br />
de snoeken van het andere team proberen op te eten (= aangooien met een bal). De speler die een andere snoek opeet, krijgt van de spelbegeleider<br />
een groen idee, dat gaat hij verdedigen bij de minister van Natuur. Hiermee kan hij een natuurbeschermingsmaatregel winnen. Het spel eindigt<br />
wanneer één team alle of voldoende natuurbeschermingsmaatregels heeft veroverd.<br />
SPELOPSTELLING:<br />
• Baken het speelterrein af d.m.v afbakeningsschotels of een markering. Maak een veld met een middenlijn en twee achterlijnen.<br />
• Beide teams gaan elk in één veld staan en kiezen één visarend (koning), die plaats neemt achter de achterlijn van het andere team.<br />
• Leg de spelregels uit.<br />
15<br />
Visarend team groen<br />
Snoeken team blauw<br />
Snoeken team groen<br />
Visarend team blauw
SPELREGELS:<br />
• De snoeken proberen zoveel mogelijk snoeken van het andere team aan te gooien (op te eten), maar kunnen ook opgegeten worden door de<br />
visarend van het andere team.<br />
• Een speler is ‘opgegeten’ wanneer hij geraakt wordt door de bal die vóór de aanraking niet, maar na de aanraking wel de grond raakt. Een speler<br />
die ‘opgegeten’ (geraakt) is, wordt een jonge visarend, en neemt samen met de bal plaats bij de visarend van zijn team. Vervolgens mag hij met<br />
de bal een snoek van het andere team proberen aan te gooien.<br />
• Een speler die een andere speler heeft aangegooid, mag met een groen idee (te krijgen bij de spelbegeleider) naar de minister van Natuur gaan<br />
en speelt nadien gewoon weer mee.<br />
• Een jonge visarend die een snoek aangooit, mag na zijn bezoek aan de minister terug in het speelvak van zijn team plaatsnemen.<br />
• Een speler die voor de tweede keer scoort, mag een teamgenoot (die nog niet bij de minister is geweest) aanwijzen om naar de minister te gaan.<br />
• Als de visarend (koning) scoort, duidt hij een teamgenoot (die nog niet bij de minister is geweest) aan om naar de minister te gaan.<br />
• Als een speler de bal kan onderscheppen zonder die te laten vallen, heeft hij de bal veroverd.<br />
• De bal mag niet afgeweerd worden met de vuisten.<br />
• Als de bal een speler tegen het hoofd raakt, dan is deze speler NIET geraakt.<br />
• Als alle snoeken van één team jonge visarenden geworden zijn, komt de visarend (koning) op het veld, hij heeft drie levens en is dus pas dood<br />
wanneer hij voor een derde keer aangegooid wordt.<br />
• Wanneer de bal buiten het terrein valt is deze voor de visarend, die langs die kant van het terrein staat.<br />
Alternatieve spelen voor ‘Snoekenjacht’ (o.a. een bosspel) zie bijlage.<br />
16
Groene ideeën ophalen bij spelbegeleider verdedigen bij minister van Natuur en bijbehorende natuurbeschermingsmaatregel winnen<br />
De spelbegeleider speelt scheidsrechter tijdens het spel en deelt de groene ideeën uit. De groene ideeën worden genomen in de volgorde zoals ze<br />
in de spelmap zitten (volg de pijlen).<br />
De minister van Natuur zondert zich af van de spelers en ontvangt de spelers met een groen idee.<br />
Een speler die gescoord heeft, krijgt van de spelbegeleider een groen idee. Dit groen idee verdedigt hij/zij bij de minister van Natuur. De speler<br />
probeert in eigen woorden het groen idee uit te leggen en te verdedigen (=argumenteren).<br />
Een speler die een groen idee met succes heeft verdedigd, krijgt hiervoor de overstemmende natuurbeschermingsmaatregel. De speler legt het<br />
kaartje aan de kant en sluit vervolgens terug aan bij het spel, dit gebeurt ook wanneer de speler het groen idee zonder succes heeft verdedigd.<br />
17
DEEL 3: BEHEERSPEL<br />
MATERIAAL:<br />
• gewonnen natuurbeschermingsmaatregels<br />
• 2 controlelijsten<br />
DUUR:<br />
15-25 minuten<br />
De spelers proberen de natuurbeschermingsmaatregels op de juiste plaats op het speeldoek ‘NATUUR VANDAAG’ te plaatsen<br />
De spelers verdelen de gewonnen kaartjes en lezen om beurt de tekst op de achterzijde van hun kaartje, terwijl ze de voorkant (tekening) aan de<br />
andere spelers tonen. Op de achterzijde staan tips over de plaats waar het kaartje thuishoort.<br />
De spelbegeleider controleert a.d.h.v. de overzichtskaart (zie p 20 ) of de natuurbeschermingsmaatregels op de juiste plaats staan.<br />
TIP:<br />
• Corrigeer op een ‘speelse manier’ tijdens het spel.<br />
• Geef af en toe hints.<br />
Kijk welke soorten jullie team kan ‘redden’.<br />
Met de natuurbeschermingsmaatregels kunnen heel wat soorten terug ‘op de kaart’ gezet worden. De spelers controleren aan de hand van de<br />
controlelijst welke soorten ze kunnen redden. De spelers lezen om beurt een soortenfiche.<br />
18
Op de controlelijst staat per soort de natuurbeschermingsmaatregel(s) (= bescherming) die deze soort nodig heeft, wanneer deze maatregels<br />
(kaartjes) op het 2e speeldoek voorkomen, mag deze soort vanonder het doek uit genomen worden en op de zijkant van het 2e doek bevestigd<br />
worden. Let op, sommige soorten hebben meerdere beschermingsmaatregels nodig, bij andere heb je de keuze tussen verschillende maatregels.<br />
TIP:<br />
• Bij tijdsgebrek, kan je zelf voor beide teams tegelijk overlopen welke bescherming de bedreigde soorten nodig hebben.<br />
Elk team telt de zichtbare en geredde soorten en noteert dit op het NATUURRAPPORT<br />
Elk team telt de niet-bedreigde (zichtbare) en geredde planten-en dierkaartjes en noteert dit op het natuurrapport.<br />
EINDE SPEL<br />
Elk team krijgt zijn natuurrapport, voorzien van datum, locatie en handtekening van de spelbegeleider mee naar huis/de klas.<br />
Hoewel er in twee teams gespeeld werd om het spel competitief en uitdagend te maken zijn er geen verliezers.<br />
TIP:<br />
• Wijs er even op dat deze natuurbeschermingsmaatregels ook echt worden toegepast en hoe de leerlingen daarbij kunnen helpen (zelf aan<br />
natuurbeheer doen).<br />
19
Zo, jullie hebben nu met succes de natuur beschermd!<br />
Onder andere door aan natuurbeheer te doen, hebben<br />
jullie het aantal planten- en diersoorten, de biodiversiteit,<br />
kunnen verhogen. Dankzij jullie wordt de<br />
natuur weer kleurrijker!<br />
21
NABESPREKING<br />
Educatief is het waardevol om, na het spel, in groep even terug te blikken op de opgedane ervaringen. Met deze vragen kan je dit gesprek op gang<br />
brengen en sturen.<br />
• “Wat betekent het woordje ‘natuur’ voor jou?”<br />
• “Is natuurbehoud (aankopen van natuurgebieden) belangrijk? Waarom wel/niet?”<br />
• “Vind jij natuurbeheer de moeite waard? Waarom?”<br />
• “Zijn natuurgebieden belangrijk? Waarom wel/niet?”<br />
• “De overheid en <strong>Natuurpunt</strong> doen hun best om de natuur te beschermen. Wat/wie is ‘de overheid’?”<br />
• “Noem enkele bedreigingen voor de natuur? Kan jij er iets aan verhelpen? Hoe?”<br />
• “Hoe kunnen we natuurproblemen oplossen of voorkomen?”<br />
• “Welk speldeel vond je het leukst – meest interessant – heb je het meest van opgestoken?”<br />
Meer naverwerkingsopdrachten op bijgevoegde cd en op onze website www.natuurpunt.be/educatiefnatuurbeheer.<br />
22