04.09.2013 Views

nieuwe OVAM.link - Pantarein

nieuwe OVAM.link - Pantarein

nieuwe OVAM.link - Pantarein

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

<strong>OVAM</strong>.<strong>link</strong><br />

afval-, bodem- en duurzaam materialenbeleid voor de professional<br />

Inhoud<br />

Pagina 2<br />

Ecodesign.<strong>link</strong>: kersvers<br />

trefpunt voor duurzame<br />

productinnovatie<br />

4 Toekomstperspectief voor<br />

peperdure saneringsdossiers<br />

5 <strong>OVAM</strong> en Koreaanse KECO gaan<br />

samenwerken<br />

6 Gezocht: toverformule voor<br />

aartsmoeilijke Antwerpse<br />

sanering<br />

7 Eco-efficiëntiescan zoomt<br />

in op industriële sectoren<br />

Creativiteit baant de weg naar duurzaamheid<br />

Dat creativiteit leidt tot <strong>nieuwe</strong>, soms verba-<br />

zingwekkende inzichten zal niemand betwisten.<br />

Maar een makkelijk pad is het allerminst. In één<br />

van zijn bekendere quotes poneerde Einstein al<br />

dat je een probleem niet kan oplossen vanuit het-<br />

zelfde soort denken dat tot het probleem heeft<br />

geleid. Creativiteit vergt dus durf om de zaken fun-<br />

damenteel anders aan te pakken. Maar dat het kan<br />

en ook nog eens het pad effent naar een duurzamer<br />

afval-, materialen-, en bodembeheer, daarvan willen<br />

wij u in deze editie van <strong>OVAM</strong>.<strong>link</strong> het bewijs leveren.<br />

Op 17 januari werd in het Vlaams Parlement de <strong>OVAM</strong><br />

Ecodesign Award PRO uitgereikt. De twee winnende<br />

ontwerpen, Solarwind van Raf Van Hulle en LWD van<br />

Hegge ID, zijn prachtvoorbeelden van duurzame pro-<br />

ductinnovatie (p. 2), van creativiteit die de weg baant<br />

naar meer duurzaamheid. Dat daar bovendien een sterk<br />

economisch potentieel aan vast hangt, bewijst het ver-<br />

haal van hun voorganger Buzzispace (p. 3). Twee jaar<br />

geleden wonnen zij als jong bedrijf de <strong>OVAM</strong> Ecodesign<br />

Award PRO. Amper twee jaar later winnen zij de Henry<br />

Van de Velde Award voor het meest innovatieve bedrijf en<br />

openen ze toonzalen over de hele wereld.<br />

Ecodesign Award 2011 |SNOWMAN bodemnetwerk | 30 jaar <strong>OVAM</strong><br />

Editie 8<br />

www.ovam.be<br />

maart 2012<br />

Op de jaarlijkse uitreiking van de <strong>OVAM</strong> Ecodesign Award<br />

PRO kaapte Solarwind de eerste prijs in de categorie ‘Product<br />

in ontwikkeling’ weg. Deze elektrische fiets met trailer<br />

is uitgerust met zonnecellen die de batterij opladen.<br />

Het hoeven niet altijd <strong>nieuwe</strong> producten of technieken te<br />

zijn die het pad naar meer duurzaamheid effenen. Creatief<br />

en slim denken en handelen zijn minstens even belangrijk.<br />

De sanering van een ernstig verontreinigd terrein in Antwerpen<br />

stelde de <strong>OVAM</strong> voor een technisch haast onmogelijk<br />

probleem. In plaats van een klassieke uitbestedingsprocedure<br />

organiseerde de <strong>OVAM</strong> een wedstrijd om de vindingrijkheid<br />

van de bodemsaneerders te stimuleren. Het resulteerde<br />

in een opmerkelijk demonstratieproject (p. 6). Of neem de<br />

uitwerking van Saninvest (p. 4), waarmee de Investeringsmaatschappij<br />

Vlaanderen (PMV) en de <strong>OVAM</strong> de sanering en<br />

herontwikkeling van blackfields versneld ten uitvoer willen<br />

brengen. Ook in dat dossier bleek creativiteit een belangrijke<br />

grondstof.<br />

Uiteraard blijft er nog veel werk voor de boeg voor dergelijke<br />

blackfields definitief tot het verleden behoren of ecodesign-producten<br />

de norm zijn maar gelukkig is creativiteit<br />

een duurzame en hernieuwbare grondstof!<br />

Jan Verheyen, woordvoerder<br />

.1


Ecodesign.<strong>link</strong>: kersvers trefpu<br />

Sinds begin dit jaar bundelt <strong>OVAM</strong> Ecodesign.<strong>link</strong> alle kennis, informatie en<br />

instrumenten rond ecodesign. De website is hét trefpunt voor ontwerpers,<br />

onderwijsinstellingen, ondernemers en bedrijven die gebeten zijn door duur-<br />

zame productinnovatie.<br />

Het sluiten van kringlopen begint bij het begin: het ontwerp.<br />

Door de milieu-impact in rekening te brengen en de hele<br />

levensloop van het product of de dienst voor ogen te houden,<br />

kunnen designers de milieulast van hun ontwerp zoveel<br />

mogelijk beperken. Die visie rond ecodesign wordt vandaag<br />

breed gedragen. Ze is ook beleidsmatig stevig verankerd in<br />

het <strong>nieuwe</strong> Materialendecreet en de toekomstvisie van de<br />

Vlaamse overheid. Maar hoe begin je er als ontwerper of onderneming<br />

aan? De <strong>OVAM</strong> biedt deze doelgroepen een nieuw<br />

recept aan.<br />

Geen eenrichtingsverkeer<br />

Bij de <strong>OVAM</strong> staat ecodesign al een kleine tien jaar hoog op<br />

de agenda. Uit die ambitie vloeiden al heel wat markante<br />

initiatieven voort. De ontwikkeling van instrumenten als de<br />

Ecolizer, de organisatie van de Ecodesign Award voor professionele<br />

ontwerpers en studenten, het uitvoeren van studies<br />

en het organiseren van workshops rond ecodesign: de lading<br />

expertise en ervaring groeide jaar na jaar aan. “Die schat<br />

aan informatie bundelen we voortaan op de website Ecodesign.<strong>link</strong>”,<br />

zegt Katrijn Siebens van de <strong>OVAM</strong>. “Alle doelgroepen<br />

in de productketen kunnen hier terecht voor een helder<br />

overzicht van de <strong>OVAM</strong>-instrumenten en kennis omtrent ecodesign.<br />

Met dit trefpunt willen we organisaties en ontwerpers<br />

in de eerste plaats informeren, maar ook sensibiliseren<br />

en faciliteren in hun werking rond ecodesign.”<br />

Moet Ecodesign.<strong>link</strong> dan van eenrichtingsverkeer leven? “Zeker<br />

niet”, zegt Katrijn Siebens. “Het trefpunt is de motor<br />

om <strong>nieuwe</strong> samenwerkingsverbanden aan te gaan, innovatief<br />

onderzoek te voeren en proefprojecten op te zetten. Een<br />

sterke <strong>link</strong> met de behoeften en de feedback van de doelgroepen<br />

is dus broodnodig. En die mogelijkheid biedt het<br />

trefpunt zeker.”<br />

.2<br />

Duurzame bedrijfsvoering<br />

Gloednieuw is de ‘<strong>OVAM</strong> Sustainable Innovation System toolkit’.<br />

De <strong>OVAM</strong> SIS Toolkit is een instrument om duurzame<br />

innovatie en ecodesign te stimuleren, hetzij binnen een<br />

bedrijf, hetzij binnen het ontwerpproces van een specifiek<br />

product. De toolkit kwam er op vraag van de praktijk.<br />

“Ontwerpers en bedrijven hebben een reële behoefte aan<br />

concrete informatie. Niet alleen over de milieu-impact van<br />

producten, ze willen ook inzicht krijgen in de andere meerwaarden<br />

van ecodesign: het financiële, het menselijke, het<br />

sociale, het natuurlijke en het intellectuele luik. Duurzaamheid<br />

gaat immers veel breder dan louter ecologie. Bovendien<br />

waren ontwerpers op zoek naar een houvast om over<br />

deze voordelen te communiceren en te onderhandelen met<br />

de klant of de opdrachtgever van hun project. Doorgaans<br />

staat daarbij in de eerste plaats het financieel plaatje voorop.<br />

Met de <strong>OVAM</strong> SIS Toolkit hebben ontwerpers en bedrijven<br />

nu iets in handen waarmee ze hun ontwerp op alle mogelijke<br />

vlakken – het milieu, het bedrijf, de gebruiker, de samenleving<br />

- kunnen aftoetsen aan de ambitie en de behoeftes van<br />

de klant.”<br />

Momenteel werkt de <strong>OVAM</strong> het verspreidingstraject van de<br />

SIS Toolkit uit. “We zien dit instrument als de motor voor een<br />

duurzaam innovatietraject, dat duurzame oplossingen in alle<br />

aspecten van het ontwerp en de bedrijfsvoering integreert”,<br />

besluit Katrijn Siebens.<br />

www.ovam.be/ecodesign<strong>link</strong><br />

Tijdens de uitreiking<br />

van de Ecodesign Award<br />

werd de <strong>nieuwe</strong> website<br />

www.ovam.be/ecodesign<strong>link</strong><br />

gelanceerd.<br />

De Ecodesign Award 2011


nt voor duurzame productinnovatie<br />

De milieu-inspanningen van een heel aantal Vlaamse<br />

ontwerpers en bedrijven verdienen alle lof. Daarom<br />

reikt de <strong>OVAM</strong> jaarlijks de Ecodesign Award PRO uit<br />

voor professionele ontwerpers. Sinds vier jaar maken<br />

deze awards deel uit van de prestigieuze Henry<br />

van de Velde Awards.<br />

Lichtgewicht autodeur voor minder CO2-uitstoot<br />

Ontwerpbureau Hegge ID kaapte in de categorie ‘Product<br />

op de markt’ de eerste prijs weg met LWD, een<br />

lichtgewicht autodeur. Het project LWD is een initiatief<br />

van Flanders’ Drive en speelt in op de vraag van<br />

de automobielsector om lichtere, comfortabele en<br />

duurzame materialen te gebruiken in voertuigen. Het<br />

resultaat is een autodeur die 20 % minder weegt. Deze<br />

gewichtsreductie leidt tijdens de levensloop van het<br />

voertuig tot een lager brandstofverbruik en dito CO2uitstoot.<br />

Karaf brengt hulde aan kraantjeswater<br />

Hegge ID viel ook in de prijzen voor haar drinKraantjeswater<br />

karaf die leidingwater als drinkwater promoot.<br />

De karaf is vervaardigd uit porselein, met een<br />

dikke wand om de kans op breken te verkleinen. Het<br />

bureau ontwierp de karaf in het kader van de ontwerpwedstrijd<br />

‘drinKraantjeswater’, georganiseerd<br />

door de provincie Limburg, Limburg.net, de Vlaamse<br />

Maatschappij voor Watervoorziening (VMW), de Intercommunale<br />

Watermaatschappij IWM en de Bond Beter<br />

Leefmilieu. De grote verscheidenheid aan watertorens<br />

in het Limburgse landschap vormde de inspiratiebron<br />

voor het iconische en tijdloze ontwerp.<br />

Elektrisch fietsen op zonne-energie<br />

De eerste prijs in de categorie ‘Product in ontwikkeling’<br />

ging naar Solarwind, een elektrische fiets met<br />

een trailer, die is uitgerust met zonnecellen die de<br />

batterij opladen. De elektrische fiets kent de laatste<br />

jaren een enorme opmars. Voor het afleggen van<br />

lange afstanden bleek hij echter minder geschikt: de<br />

fiets biedt weinig bagageruimte en de batterij heeft<br />

een beperkte autonomie. Ontwerper Raf Van Hulle<br />

komt nu tegemoet aan die verzuchting. De trailer van<br />

Solarwind verzekert niet alleen de werking van de<br />

batterij, maar biedt ook bijkomende bagageruimte.<br />

Elektrische fietsvakanties liggen dus binnen handbereik.<br />

“Ontwerpers<br />

hebben een<br />

grote verantwoordelijkheid<br />

in het behoud<br />

van onze<br />

planeet.”<br />

Twee jaar na de <strong>OVAM</strong> Ecodesign Award PRO 2009 sleepte<br />

Buzzispace begin dit jaar ook de Henry Van de Velde<br />

Award voor meest innovatieve bedrijf in de wacht. Sas<br />

Adriaenssens is het creatieve brein achter de innovatieve<br />

akoestische ontwerpen voor thuis en op het werk. “Ontwerpers<br />

bepalen het afval van de toekomst”<br />

Wat was voor Buzzispace het belang van de <strong>OVAM</strong> Ecode-<br />

sign Award PRO?<br />

“Voor ons was de <strong>OVAM</strong> Ecodesign Award PRO zonder twijfel<br />

het spreekwoordelijke duwtje in de rug. In die tijd sprongen<br />

steeds meer bedrijven op de kar van ecodesign. Dit was niet<br />

altijd ingegeven door de zorg om het milieu, maar al te vaak<br />

vanuit marketingoogpunt. Daardoor werden ook wij meer<br />

dan eens meewarig bekeken als we ons als milieuvriendelijk<br />

bedrijf voorstelden. We moesten toen voortdurend opboksen<br />

tegen het heersende beeld dat ecologische ondernemers<br />

louter op snel winstbejag uit waren. Terwijl dit voor<br />

ons altijd een zuiver onderdeel van onze bedrijfsfilosofie is<br />

geweest. Toen de <strong>OVAM</strong> ons de Ecodesign Award PRO toekende,<br />

was dat scepticisme voorgoed verleden tijd en werden<br />

we zelfs door de grootste cynici aanvaard.”<br />

Hoe zijn jullie sindsdien als bedrijf kunnen doorgroeien?<br />

“Waar Buzzispace vóór 2009 al succes had in onze buurlanden,<br />

bleef België enigszins achter. Belgen kijken de kat eerst<br />

uit de boom voor ze in <strong>nieuwe</strong> producten en diensten investeren.<br />

De uitreiking van de Ecodesign Award PRO en de<br />

daaropvolgende belangstelling in de pers vormden het startschot<br />

voor een hele reeks waardevolle projecten in eigen<br />

land. Ook vanuit Australië en Japan nam de interesse nog<br />

toe. Begin dit jaar opende onze eerste toonzaal in Londen en<br />

we zijn ook volop bezig met het inrichten van een toonzaal<br />

in Amerika.”<br />

Welke plaats neemt ecodesign vandaag nog in jullie bedrijfsvoering<br />

in?<br />

“Ecologie speelt niet alleen in de ontwerpfase een primordiale<br />

rol, maar in alle geledingen van ons bedrijf. Op logistiek<br />

vlak zorgen we ervoor dat alle producten plat verpakt kunnen<br />

worden, we transporteren dus geen lucht. We maken<br />

voortdurend de afweging of het wel ecologisch verantwoord<br />

is om bepaalde projecten in het buitenland uit te voeren, en<br />

bekijken in de mate van het mogelijke welke ingrepen ter<br />

plaatse kunnen gebeuren. Bij elke stap die we als bedrijf<br />

zetten, bij elk product dat we maken, waken we erover dat<br />

de pijlers van onze bedrijfsfilosofie ingevuld zijn: ecologie,<br />

akoestiek en flexibiliteit.”<br />

Wordt het moeilijker om die principes vol te houden naar-<br />

mate Buzzispace groeit?<br />

“Het probleem ligt niet zozeer bij het ondernemen in lijn<br />

met onze oorspronkelijke ideeën, maar wel bij de praktische<br />

uitvoering. Waar wij als één van de eerste bedrijven aan<br />

de slag gingen met de PET-vezel, wordt dit afval vandaag<br />

massaal opgekocht door Chinese ondernemers. Vandaar het<br />

belang om te blijven innoveren en op zoek te gaan naar alternatieven.<br />

Zo bekijken we momenteel of maïs in aanmerking<br />

kan komen als eco-oplossing voor de fabricage van onze<br />

producten.”<br />

Welke verantwoordelijkheid dragen ontwerpers op eco-<br />

logisch vlak?<br />

“Ontwerpers bepalen het afval van de toekomst. Alles wat<br />

we bedenken en maken heeft gevolgen voor de toekomst.<br />

Daarom moeten we enerzijds proberen onze producten zo<br />

duurzaam mogelijk te ontwerpen, opdat ze zo lang mogelijk<br />

meegaan. Nog beter is om er van in de ontwerpfase voor te<br />

zorgen dat het product aan het einde van zijn levenscyclus<br />

hergebruikt kan worden. Zo wordt afval een waardevolle<br />

grondstof. Vilt kun je 4 tot 5 keer recycleren om één van<br />

onze producten mee te maken en zelfs daarna kun je het<br />

nog gebruiken als akoestisch materiaal in auto’s. In mijn<br />

ogen is het voor designers bijna een plicht om daar zo ver<br />

mogelijk in te gaan en onze planeet te vrijwaren voor onze<br />

kinderen en de generaties die volgen. Tegelijk spelen ook<br />

de gebruikers en bedrijven een belangrijke rol. Zij zullen in<br />

eerste instantie misschien iets meer moeten betalen om een<br />

<strong>nieuwe</strong>, innovatieve techniek te steunen. Maar ook dat zie<br />

ik als een (eco)logische bijdrage aan de toekomst van onze<br />

planeet.”<br />

.3


Toekomst-<br />

perspectief<br />

voor peperdure<br />

saneringsdossiers<br />

Saninvest moet<br />

blackfields versneld<br />

aanpakken<br />

Her en der verspreid over heel Vlaanderen liggen zwaar<br />

verontreinigde industrieterreinen er al jarenlang verlaten<br />

bij. De saneringskost van deze ‘blackfields’ overstijgt vaak<br />

de waarde van de grond, waardoor de privémarkt ze <strong>link</strong>s<br />

laat liggen. Met Saninvest komt er nu toch een oplossing<br />

voor de herontwikkeling van deze stadskankers.<br />

Vlaanderens industriële verleden heeft zijn sporen in de bodem<br />

nagelaten. Onze regio telt naar schatting 10.000 historisch<br />

verontreinigde gronden, die er vaak verlaten en onbenut<br />

bij liggen. Om de ontwikkeling van deze brownfields<br />

te stimuleren, sluit de Vlaamse Regering convenanten met<br />

investeerders en privéontwikkelaars. Via zo’n convenant<br />

krijgen ze een aantal juridisch-administratieve en financiële<br />

voordelen bij de ontwikkeling van braakliggende bedrijventerreinen.<br />

De boodschap: hergebruik bij voorkeur verlaten<br />

sites in plaats van <strong>nieuwe</strong> gebieden aan te snijden voor de<br />

ontwikkeling van industriële activiteiten, woningbouw of recreatie.<br />

Maar als de saneringskost de pan uit swingt, dan bieden<br />

zelfs convenanten geen soelaas. Wat gedaan met deze<br />

peperdure dossiers?<br />

Miljoenen euro’s<br />

Eddy Wille van de <strong>OVAM</strong>: “Op sommige extreem verontreinigde<br />

terreinen – de zogenaamde blackfields – overtreft de<br />

saneringskost vele malen de waarde van het terrein en de<br />

herontwikkeling. Geen investeerder is hiervoor warm te krijgen.<br />

Deze dure saneringen wegen zeer zwaar door op het<br />

<strong>OVAM</strong>-budget voor ambtshalve saneringen. De kostprijs voor<br />

de sanering van één blackfield loopt al snel in de miljoenen<br />

euro’s. De saneringskost van de Carcoke-site in Zeebrugge,<br />

een voormalige cokesfabriek, bedraagt bijvoorbeeld al meer<br />

dan 47 miljoen euro. De sanering van de ex-Asphaltco-site in<br />

Asse kostte afgerond 9 miljoen euro. Pakken we zo één dossier<br />

aan, dan blijft er geen budget over voor de sanering van<br />

andere sites, die ook hun belang hebben.”<br />

Het instrument Saninvest dient voor deze doos van Pandora<br />

een oplossing te bieden. Maarten Bettens, investeringsmanager<br />

bij de Investeringsmaatschappij Vlaanderen (PMV):<br />

“Het principe waarbij bodemsanering en herontwikkeling op<br />

.4<br />

een geïntegreerde wijze worden aangepakt, wordt reeds geruime<br />

tijd door de <strong>OVAM</strong> toegepast.Vanuit de PMV brengen<br />

we onze expertise in om hieraan ook een financieringsluik<br />

te breien. De deelnemende partijen betalen een terbeschikkingsstelllingsvergoeding<br />

a rato van hun aandeel in het project.<br />

De kost voor de bodemsanering kan op die manier over<br />

opeenvolgende jaren gespreid worden. Door die spreiding<br />

kunnen we meerdere blackfields versneld aanpakken en herontwikkelen,<br />

binnen de beschikbare budgetten.”<br />

Slimme operaties<br />

Helemaal nieuw is het principe van Saninvest niet. De eigen<br />

saneringen van de <strong>OVAM</strong> maakten de laatste jaren immers<br />

al een hele evolutie door. Wat vroeger afgelijnde saneringswerken<br />

waren, louter bedoeld om de bodemkwaliteit<br />

te verbeteren, zijn vandaag slimme operaties die sanering<br />

en herontwikkeling als één bekijken. “In feite verankeren<br />

we met Saninvest het hefboomprincipe dat we al een aantal<br />

jaren toepassen bij onze ambtshalve saneringen”, beaamt<br />

Eddy Wille. “Vroeger was een verontreinigde grond een probleem,<br />

punt. Vandaag zien we in dat zo’n terrein voor de samenleving<br />

ook heel wat kan betekenen. Deze kansen kunnen<br />

we benutten door voorbij de verontreiniging te kijken, naar<br />

de herontwikkeling. Dan focus je op de maatschappelijke<br />

functie die een grond kan krijgen: ruimte voor ondernemen,<br />

wonen, schoolgaan en zo veel meer. Op die manier bekeken,<br />

fungeert sanering als een echte hefboom voor de herontwikkeling.”<br />

Vorig jaar ondertekenden de <strong>OVAM</strong> en de PMV een proto-<br />

colovereenkomst voor de oprichting van Saninvest. Maarten<br />

Bettens: “Ons motto: wie een kuil graaft voor een ander,<br />

wordt er zelf beter van. Door het samenbrengen van de saneringstechnische<br />

kennis van de <strong>OVAM</strong> én expertise in vast-<br />

goed- en gebiedsontwikkeling van PMV hopen we de blackfields<br />

in Vlaanderen een pak sneller te valoriseren.” Bettens’<br />

boutade houdt steek, bevestigt Eddy Wille: “Vroeger groeven<br />

we een put voor de sanering. Deze werd dichtgegooid en<br />

afgewerkt, en enkele maanden later begon de ontwikkelaar<br />

opnieuw te graven om een parkeergarage aan te leggen.<br />

Deze dubbele werken zijn weggegooid geld en zijn allesbehalve<br />

flitsend. Met de <strong>nieuwe</strong> manier van werken zou het<br />

veel sneller moeten gaan.”<br />

“Sanering fungeert als hefboom<br />

voor de herontwikkeling”<br />

Uit het slop<br />

Samen ontwikkelen de <strong>OVAM</strong> en de PMV nu een project- en<br />

businessplan, dat tegen de zomer aan de Vlaamse Regering<br />

wordt voorgelegd. Het model zal in een eerste fase getoetst<br />

worden in een aantal testcases. De Alvat-site in Buggenhout<br />

is daar een van. Eddy Wille: “De grond en het grondwater<br />

van dit vatenreinigende bedrijf zijn verontreinigd met<br />

een hele reeks gevaarlijke stoffen. Sinds het faillissement<br />

15 jaar geleden staat de site leeg, wat de verloedering in<br />

de hand werkt. Ondanks een investering van meer dan vier<br />

miljoen euro voor twee saneringsoperaties die de <strong>OVAM</strong> de<br />

afgelopen jaren al uitvoerde, blijft er nog veel werk aan de<br />

winkel. De financiële impact belemmert vooralsnog <strong>nieuwe</strong><br />

ontwikkelingen. Met de geïntegreerde aanpak van Saninvest<br />

hopen we het dossier uit het slop te halen. In een dichtbevolkte<br />

regio zoals Vlaanderen is het niet verantwoord om<br />

dergelijke sites te verwaarlozen.”


<strong>OVAM</strong> en Koreaanse KECO<br />

gaan samenwerken<br />

Eind vorig jaar ondertekenden de <strong>OVAM</strong> en Korean Environment Corporation (Keco), de evenknie van de <strong>OVAM</strong> in Zuid-<br />

Korea, een Memorandum of Understanding. Park Heon Kyu, team leader international corporation van KECO, en Danny<br />

Wille, algemeen directeur van de <strong>OVAM</strong>, zien heel wat raakpunten tussen Vlaanderen en Zuid-Korea.<br />

Wat willen de <strong>OVAM</strong> en KECO via deze samenwerkingsovereenkomst<br />

bereiken?<br />

DW: “Net als Vlaanderen, en Europa in het algemeen, kent<br />

Zuid-Korea een sterke industrialisatie, met een toenemende<br />

schaarste aan grondstoffen als gevolg. We worden uitgedaagd<br />

door gelijkaardige maatschappelijke problemen.<br />

Dat maakt de <strong>OVAM</strong> en KECO tot een interessante tandem.”<br />

PHK: “Deze Memorandum of Understanding biedt een kader<br />

om beleidskennis en informatie op het vlak van duurzaam<br />

afvalstoffen-, materialen- en bodembeheer uit te wisselen.<br />

De tweejaarlijkse workshop die we afwisselend in Mechelen<br />

en Seoul organiseren, is daar het ideale forum voor.”<br />

Waarin verschillen Zuid-Korea en Vlaanderen op het vlak<br />

van afvalbeheer, duurzaam materialenbeleid en bodemsanering?<br />

PHK: “Vlaanderen zamelt bijvoorbeeld 65% van het elektrisch<br />

en elektronisch afval in via de containerparken. Die<br />

bestaan in Zuid-Korea niet. In Europa ligt de verantwoordelijkheid<br />

voor het ophalen, recycleren en verwijderen van<br />

het afvalproduct bij de invoerders en producenten zelf. In<br />

Zuid-Korea daarentegen moet de producent een vastgelegde<br />

hoeveelheid materiaal recycleren. Indien hij hieraan<br />

niet voldoet, volgt een heffing. Het betalen van een bij-<br />

Overal in Europa vindt onderzoek naar bodem en ondergrond<br />

plaats. Dit onderzoek werd lange tijd nauwelijks<br />

afgestemd of uitgewisseld. Sinds drie jaar vult het SNOW-<br />

MAN-netwerk die leemte op. Als grensoverschrijdend kenniscentrum<br />

is SNOWMAN erin geslaagd met alle deelnemende<br />

landen tot een gezamenlijke onderzoeksagenda en<br />

een strategie voor kennisverspreiding te komen.<br />

Als voorzitter van het netwerk in 2012 barst de <strong>OVAM</strong> van<br />

daadkracht. Sofie Van den Bulck van de <strong>OVAM</strong>: “Het is<br />

onze ambitie om met SNOWMAN een versnelling hoger te<br />

schakelen. Door <strong>nieuwe</strong> partnerorganisaties te verwelkomen<br />

en SNOWMAN open te stellen voor andere vormen<br />

van samenwerking, willen we het netwerk verder verbreden<br />

en uitdiepen. De uitwisseling van kennis en expertise<br />

staat voorop. Maar ook de reikwijdte van onze activitei-<br />

drage bij de aankoop van een nieuw product voor de kosten<br />

van de inzameling en verwerking ervan nadien kennen wij<br />

niet. In Korea worden de kosten deels gerecupereerd door<br />

de inkomsten gegenereerd bij de verkoop van de recyclaten”<br />

DW: “In Vlaanderen staan het sluiten van de materialenkringlopen<br />

en productinnovatie centraal in het beleid.<br />

De noodzaak om omzichtig om te springen met schaarse<br />

grondstoffen verplicht ons om eco-efficiënt te produceren<br />

en ecodesign te integreren in onze productieprocessen.<br />

Hoewel Zuid-Korea wereldproducent is van elektrische<br />

en elektronische consumptiegoederen, is het principe van<br />

ecodesign er nog niet zo sterk ingeburgerd als bij ons.”<br />

Zijn er ook overeenkomsten tussen KECO en <strong>OVAM</strong>?<br />

DW: “Zowel KECO als de <strong>OVAM</strong> vervult een belangrijke<br />

maatschappelijke functie. Beiden streven naar duurzame<br />

consumptie en productie. Europa noemt dit ‘Sustainable<br />

Materials Management’, in Zuid-Korea spreekt men over<br />

‘Circulation-based Resources Management’. Beide benaderingen<br />

komen in feite op hetzelfde neer: ze vergen een<br />

denken en handelen vanuit een doordacht langetermijnperspectief.<br />

Deze raakpunten weerspiegelen zich ook in<br />

het motto van beide organisaties. KECO streeft naar een<br />

<strong>OVAM</strong> maakt bodem-<br />

netwerk SNOWMAN<br />

bekender en nog<br />

relevanter<br />

Samen weet je meer. Dat beseffen de leden van SNOWMAN maar al te goed.<br />

Dit netwerk van organisaties uit Frankrijk, Zweden, Nederland en België<br />

wisselt bodemkennis uit en financiert onderzoek naar duurzaam bodem-<br />

beheer. In 2012 neemt de <strong>OVAM</strong> het voorzitterschap van het netwerk op.<br />

Bodemonderzoek heeft de maatschappij massa’s te bieden, is daarbij het<br />

motto.<br />

ten is van belang. De resultaten van de onderzoeksprojecten<br />

die SNOWMAN financiert, gaan we nog meer onder de<br />

aandacht brengen. Alleen dan kunnen ze effectief wegen<br />

op het beleid of in de praktijk hun toepassing vinden.”<br />

In 2012 wordt ook de vierde SNOWMAN-onderzoeksvraag<br />

gelanceerd. “Sinds de vorige call verbinden we het bodemonderzoek<br />

automatisch met de socio-economische dimensie”,<br />

licht Sofie Van den Bulck toe. “In de plaats van<br />

louter bodemtechnisch te werk te gaan, leggen we steeds<br />

meer het accent op de maatschappelijke betekenis van<br />

onze onderzoeksresultaten. Op die manier verzegelen we<br />

de schakel tussen bodemonderzoek en maatschappij.”<br />

Surf naar het SNOWMAN-netwerk via www.ovam.be/<br />

jahia/Jahia/pid/1411<br />

beleid dat in het teken staat van ‘Close to Nature Closer to<br />

People’, de <strong>OVAM</strong> schaart haar activiteiten onder het motto<br />

‘Samen maken wij morgen mooier’.<br />

PHK: “De bevoegdheden van KECO reiken verder dan die<br />

van de <strong>OVAM</strong>. Naast duurzaam afvalstoffen-, materialenen<br />

bodembeheer staan wij in Zuid-Korea in voor de preventie<br />

van verontreiniging, het beheer van de kwaliteit van het<br />

leefmilieu en de volksgezondheid in het algemeen.”<br />

Wat hebben KECO en <strong>OVAM</strong> tot dusver van elkaar geleerd?<br />

DW: “We werken in een andere context, maar aan dezelfde<br />

doelstelling. Beiden timmeren we aan het vergroenen van<br />

de economie in harmonie met leefmilieu en natuur. Het is<br />

boeiend om te zien hoe KECO dezelfde problematiek soms<br />

op een andere manier aanpakt. Dit levert interessante tips<br />

en <strong>nieuwe</strong> denkpistes op.”<br />

PHK: “België wordt niet voor niets ‘Capital of Europe’ genoemd<br />

en de <strong>OVAM</strong> maakt die voortrekkersrol waar op het<br />

vlak van EU-regelgeving. Dankzij deze samenwerking kan<br />

KECO leren uit de laatste Europese inzichten. De <strong>OVAM</strong> op<br />

haar beurt kan via ons de nieuwste tendensen in Azië op de<br />

voet volgen.”<br />

Nadine Dueso van ADEME, de Franse<br />

partner in het SNOWMAN-netwerk<br />

“Door onze kennis en ervaring over<br />

duurzaam bodembeheer uit te wisselen,<br />

leren we niet alleen van elkaar,<br />

maar vermijden we ook dat we kwesties<br />

uitzoeken waar elders al uitvoerig<br />

onderzoek naar gebeurd is. Sinds vorig jaar proberen<br />

we systematisch socio-economische belangen in onze onderzoeksvragen<br />

te integreren. Hierdoor wint onze samenwerking<br />

over de grenzen heen nog aan maatschappelijk<br />

belang.”<br />

Bernard Vanheusden van het Centrum<br />

voor Milieukunde van de Universiteit<br />

Hasselt<br />

“Het SNOWMAN-netwerk biedt de mogelijkheid<br />

om het onderzoek omtrent<br />

duurzaam bodembeheer op grotere<br />

schaal en onder verschillende omstandigheden uit te bouwen.<br />

Zo hebben we binnen het Rejuvenate 2 project nu<br />

proefvelden in Zweden en Roemenië, met verschillende<br />

bodemeigenschappen, andere plantensoorten en in een<br />

verschillend klimaat. Dat creëert kansen om onderzoek te<br />

voeren dat internationaal van betekenis is.”<br />

Wouter Gevaerts, lid van de Advisory<br />

Group van SNOWMAN, een adviesraad<br />

van stakeholders uit de bodemsector<br />

“Voor elk bedrijf met een bodemprobleem<br />

is het essentieel om een goed<br />

beeld van de verontreinigingssituatie<br />

te bekomen, naast betrouwbare risico-evaluaties en beproefde<br />

saneringsconcepten. SNOWMAN draagt zijn steentje<br />

bij door op al deze vlakken onderzoek financieel te steunen.<br />

De kracht van SNOWMAN zit in de beperkte sponsoring.<br />

De budgetten zijn enerzijds kleiner dan deze bij andere EUprojecten,<br />

waardoor het ook eenvoudiger is om voor ‘kleinere’<br />

onderzoeksitems steun te krijgen, en zijn anderzijds<br />

groot genoeg om impact te hebben.”<br />

.5


Gezocht: toverformule voor<br />

aartsmoeilijke Antwerpse<br />

sanering<br />

Maak van de nood een deugd. Die uitdrukking nam de <strong>OVAM</strong> letterlijk bij de sanering van de met organochloorverbindingen<br />

verontreinigde site aan de Sint-Laureisstraat in Antwerpen. Het probleem leek technisch gezien onoplosbaar,<br />

maar een wedstrijd prikkelde saneerders tot inventiviteit. Het resultaat: een demonstratieproject dat recepten moet<br />

opleveren voor de sanering van met chloorverbindingen verontreinigde sites.<br />

Als je aan de Sint-Laureisstraat in Antwerpen voorbijloopt,<br />

doet niets vermoeden dat zich achter de gevels van de rijhuizen<br />

een verontreinigde site van 1000 vierkante meter schuilhoudt.<br />

Tussen 1937 en 1978 was hier een metaalbewerkend<br />

bedrijf gevestigd dat vluchtige organochloorverbindingen<br />

(VOCl’s) gebruikte om metalen te reinigen. Die giftige stoffen<br />

sijpelden in de bodem en tastten het grondwater aan,<br />

waar de verontreiniging vandaag nog altijd tientallen keren<br />

groter is dan de bodemsaneringsnorm toelaat.<br />

Geen alleenstaand geval<br />

In industrietakken als de metaalverwerkende nijverheid, de<br />

brandstoffensector, drukkerijen en in droogkuiszaken werd<br />

jarenlang veelvuldig gebruikt gemaakt van VOCI’s. Het zijn<br />

ideale oplosmiddelen voor vetten en oliën, maar – daar<br />

kwam men pas later achter - houden heel wat gezondheidsrisico’s<br />

in. VOCl’s tasten bij langdurige continue blootstelling<br />

de lever en nieren aan. Door hun fysische eigenschappen –<br />

vetoplossend en zwaarder dan water, waardoor de stof naar<br />

het grondwater zakt – zijn ze bovendien uiterst moeilijk te<br />

lokaliseren. VOCl’s verwijderen of behandelen is evenmin<br />

evident. Dit maakt de sanering van verontreinigde sites tot<br />

een hachelijk en kostelijk huzarenstuk.<br />

Bestaande technieken onzeker<br />

Klassiek wordt met VOCl’s verontreinigde grond afgegraven.<br />

Maar vaak was zo’n bedrijf ook nog eens gevestigd op<br />

een terrein waar intussen gewoond wordt. Het probleem is<br />

dan nog groter. De klassieke aanpak van afgraven houdt te<br />

veel risico’s in voor de stabiliteit van de aanpalende panden.<br />

Op de site in de Sint-Laureisstraat in Antwerpen is dat<br />

het geval. Het terrein is bovendien moeilijk bereikbaar voor<br />

de omvangrijke graafmachines. Peter Nagels van de <strong>OVAM</strong>:<br />

“Een sanering in situ – zonder grond af te graven - drong<br />

zich willens nillens op. Probleem is dat de bestaande insitusaneringstechnieken<br />

voor VOCl-verontreiniging weinig<br />

performant zijn. Het halen van de saneringsobjectieven is<br />

daardoor hoogst onzeker.”<br />

.6<br />

Om het probleem van de VOCl-verontreiniging in Antwerpen<br />

te verhelpen, leek er dringend nood aan een ei van Columbus.<br />

Nood aan creativiteit dus, maar hoe prikkel je die het<br />

best? De <strong>OVAM</strong> vond inspiratie in de architectuur. “De aanbestedingsprocedure<br />

voor de sanering van de Sint-Laureissite<br />

verliep via een algemene offerteaanvraag in de vorm van<br />

een wedstrijd om op die manier zo veel mogelijk potentiële<br />

saneerders aan te trekken. De ingediende voorstellen werden<br />

beoordeeld door een jury, met vertegenwoordigers van<br />

de <strong>OVAM</strong> en experts uit de wetenschappelijke wereld. Voor<br />

architecturale projecten is deze werkwijze gangbaar, voor<br />

een ambtshalve bodemsanering was dit een première.”<br />

“ De saneerder moet zijn<br />

werkwijze en de resultaten<br />

aan een breed publiek<br />

kenbaar maken.”<br />

Innovatiebad<br />

Ver<strong>nieuwe</strong>nd aanbesteden is een van de speerpunten van<br />

Vlaanderen in Actie, bedoeld om de Vlaamse kenniseconomie<br />

een innovatiebad te geven. “Met deze aanbestedingsprocedure<br />

wilden we de creativiteit van de saneerders stimuleren<br />

en op die manier een markt voor <strong>nieuwe</strong> saneringstechnologieën<br />

op gang trekken”, bevestigt Eddy Wille. “In ons land is<br />

er weinig ervaring met innovatieve saneringstechnieken voor<br />

de verontreiniging met VOCl. Als Vlaamse ondernemingen<br />

hun mosterd moesten halen in het buitenland, des te beter.<br />

En dat deden ze ook: de saneerders stelden technieken voor<br />

die in buitenlandse saneringsprojecten wel al werden toegepast.<br />

Hadden we de klassieke aanbestedingsprocedure laten<br />

spelen, dan had het misschien veel langer geduurd vooraleer<br />

deze technieken hun weg naar Vlaanderen hadden gevonden.”<br />

Eddy Wille: “In zo’n complex dossier moet je innovatie alle<br />

kansen geven. Het gebrek aan kennis en ervaring met dit<br />

specifiek probleem wordt dan een opportuniteit om te innoveren<br />

en expertise op te doen, die ook vergelijkbare sites<br />

uit de nood kan helpen.”<br />

Resultaatsverbintenis<br />

Eddy Wille: “Vernieuwing is helemaal een goede zaak, als<br />

ze achteraf vermenigvuldigd kan worden in andere toepassingen.<br />

Een bijkomend criterium in het bestek luidde dat de<br />

sanering na afloop ook een belangrijke rol moest vervullen<br />

als demonstratieproject. De saneerder moet zijn werkwijze<br />

en de bereikte resultaten via studiedagen, internet en publicaties<br />

aan een breed publiek kenbaar maken, zodat de<br />

<strong>nieuwe</strong> techniek bij gelijkaardige verontreinigingen ingezet<br />

kan worden en ook algemeen ingang kan vinden. Dit kan vanzelfsprekend<br />

enkel als de voorgestelde sanering doel treft en<br />

de bodemverontreiniging ook effectief wegwerkt.”<br />

Of het <strong>nieuwe</strong> procedé de verwachtingen inlost, moet tegen<br />

de zomer van 2013 duidelijk worden. Aan het toeval liet de<br />

<strong>OVAM</strong> niets over. Peter Nagels: “Om de tijdige en effectieve<br />

uitvoering van de saneringswerken te verzekeren, bouwden<br />

we een resultaatsverbintenis in. In het bestek werd vastgelegd<br />

dat de inschrijver bij mislukking een saneringsvariant<br />

dient uit te voeren op zijn kosten. Bovendien moet de sanering<br />

binnen de twee jaar afgerond zijn. Bij afwijking van dit<br />

tijdsschema wacht de saneerder een boete.”<br />

Op basis van deze criteria selecteerde de jury de tijdelijke<br />

vereniging van de firma’s TEC en SITA om de saneringsopdracht<br />

aan de Sint-Laureisstraat uit te voeren. In juni 2011<br />

zijn de werken van start gegaan. Tegen de zomer van 2013<br />

zal duidelijk worden of het ei van Columbus voor de sanering<br />

van VOCl’s al of niet in Antwerpen gevonden werd.


Eco-efficiëntiescan zoomt in op<br />

industriële sectoren<br />

Wat hebben scheepsherstellers en bedrijven uit de biscuit- en chocolade-<br />

industrie gemeen? Dat in beide sectoren nog best wat potentie schuilt om<br />

eco-efficiënter te werk te gaan. De eco-efficiëntiescan wijst per sector de<br />

mogelijke verbeterpunten aan.<br />

Eind 2010 klopte de Haven van Antwerpen aan bij de <strong>OVAM</strong><br />

met de vraag om bij kmo’s uit de sector van de scheepsherstellers<br />

de mogelijkheden voor eco-efficiëntie onder<br />

de loep te nemen. Vanuit hun dagelijkse praktijk op de<br />

scheepswerven zagen de bedrijven heel wat verbetermogelijkheden<br />

op het vlak van eco-efficiëntie. Maar het ontbrak<br />

hen aan de nodige expertise en ervaring om die winsten op<br />

eigen houtje te realiseren.<br />

1000 bedrijven gescand<br />

Voor de <strong>OVAM</strong> vormde de vraag van de scheepsherstellers<br />

de aanleiding om een specifiek eco-efficiëntietraject<br />

voor de hele sector op te zetten. De fundering voor die<br />

sectorspecifieke doorlichting was de eco-efficiëntiescan.<br />

Dat instrument heeft in het verleden al een veelvoud aan<br />

bedrijven de weg naar een duurzame bedrijfsvoering gewezen.<br />

Jeroen Persyn van de <strong>OVAM</strong>: “Tussen 2006 en 2010<br />

heeft de <strong>OVAM</strong> bij 1000 ondernemingen in heel Vlaanderen<br />

de bedrijfsvoering onder de loep genomen. Bij elk bedrijf<br />

werd nagegaan waar en hoe de eco-efficiëntie verbeterd<br />

kon worden.” In 2011 breide de <strong>OVAM</strong> een vervolg aan dit<br />

eco-efficiëntieprogramma door in te zoomen op een aantal<br />

sectoren, om zo meer gerichte verbetermaatregelen te<br />

ontwerpen. Dat kadert binnen het Pact 2020 (Vlaanderen in<br />

Actie), dat 20 concrete doelstellingen vastlegt om Vlaanderen<br />

naar de top van Europa te leiden. Eén van die doelstellingen<br />

is eco-efficiëntie: Vlaanderen wil een voorloper zijn<br />

op het vlak van eco-innovatie en eco-efficiëntie.<br />

“Het PRODEM-programma van<br />

VITO voorziet subsidies voor<br />

bedrijven die verder willen gaan<br />

met de resultaten van de scan.”<br />

Te weinig informatie als achilleshiel<br />

De sector van de scheepsherstellers beet de spits af. Jeroen<br />

Persyn: “We hebben de scan bewust zo breed mogelijk<br />

opgevat, zodat hij relevant zou zijn voor de meeste<br />

scheepsherstellers.” Vooral in het domein van energie en<br />

afval bleek nog heel wat potentieel tot verbetering te<br />

schuilen. “Hoe beter men de afvalstromen kan uitsorteren,<br />

hoe lager de kosten voor de verwerking en afvoer uitvallen”,<br />

licht Jeroen Persyn toe. “Bij de meeste bedrijven is<br />

eco-efficiëntie nog niet tot het managementsysteem doorgedrongen.<br />

Hier is een belangrijke rol weggelegd voor de<br />

directie die de stuwende kracht moet zijn achter het ecoefficiëntieverhaal.”<br />

Tijdens de eerste sectorspecifieke scan kwam meteen ook<br />

de achilleshiel van een bedrijfsdoorlichting boven water:<br />

het gebrek aan voldoende en juiste informatie. “De slogan<br />

‘Meten is weten’ is bij de meeste kmo’s nog niet ingeburgerd”,<br />

stelt Jeroen Persyn. “Facturen worden wel<br />

nagekeken en bijgehouden, maar een aparte tool met alle<br />

verbruiken, hoeveelheden, gewichten is nog niet aanwezig.<br />

Hier is er zeker nog verbeterpotentieel. Hoe meer inzicht<br />

bedrijven hebben in de verschillende verbruiken en kostprijzen,<br />

hoe gerichter ze maatregelen en acties kunnen<br />

ondernemen.”<br />

Het succesrecept van deze eerste sectorspecifieke eco-efficiëntiescan<br />

leidde intussen ook tot een gelijkaardig instrument<br />

voor de chocolade- en biscuiteriebedrijven. In 2012 is<br />

het de beurt aan de metaalgieterijen.<br />

“Hoe meer inzicht bedrijven<br />

hebben in hun verbruik, hoe<br />

gerichter ze maatregelen en<br />

acties kunnen ondernemen.”<br />

Online scannen<br />

Blijven de resultaten van al deze doorlichtingen dan binnen<br />

de poorten van de sector? “Dat is niet de bedoeling”,<br />

reageert Jeroen Persyn. “Vaak kunnen ook bedrijven uit andere,<br />

verwante sectoren, leren uit de bevindingen. Verbetermaatregelen<br />

voor scheepsherstellers zijn bijvoorbeeld<br />

ook relevant voor andere metaalverwerkende bedrijven.<br />

Alle verbeterpunten uit de sectorspecifieke scans werden<br />

daarom geïntegreerd in de online eco-efficiëntiescan, de<br />

webapplicatie waarmee bedrijven zelf werk kunnen maken<br />

van een eigen eco-efficiëntieproject.<br />

En het blijft niet bij meten. In samenwerking met onderzoekscentrum<br />

VITO biedt de <strong>OVAM</strong> een vervolgtraject<br />

aan voor de bedrijven die deelnamen aan de sectorspecifieke<br />

eco-efficiëntiescan. Het PRODEM-programma van<br />

VITO voorziet subsidies voor bedrijven die verder willen<br />

gaan met de resultaten van de scan en praktisch advies<br />

wensen over de voorgestelde maatregelen. VITO licht het<br />

bedrijf door en rekent concreet voor welke aanpassingen<br />

moeten gebeuren om de eco-efficiëntieverbeteringen te<br />

realiseren.<br />

Voor meer informatie: www.ovam.be/eco-efficiëntiescan<br />

Eco-efficiëntiescan: op<br />

zoek naar de beste kansen<br />

op verbetering?<br />

Het principe van eco-efficiëntie is eenvoudig: door<br />

minder grondstoffen en energie te verbruiken, dalen<br />

de kosten en stijgt de competitiviteit. Maar naast de<br />

economische voordelen zijn zulke ingrepen ook goed<br />

voor het milieu, en zijn ze een opsteker voor het bedrijfsimago.<br />

Bij een eco-efficiëntiescan verzamelt een professionele<br />

adviseur alle meetgegevens over productontwerp,<br />

productieproces, energieverbruik, logistiek,<br />

afvalstromen, enzovoort. “Die doorlichting hebben<br />

we bewust breed geïnterpreteerd”, verduidelijkt Jeroen<br />

Persyn. “Het gaat van het design over de vermarkting<br />

tot het management binnen het bedrijf. Om<br />

eco-efficiëntie op lange termijn te garanderen, dient<br />

het structureel te worden opgenomen in de managementvisie<br />

en het bedrijfsbeleid.” Binnen elk domein<br />

gaat de adviseur na op welke manier deze stappen in<br />

de bedrijfsvoering op de meest efficiënte én ecologische<br />

manier gerealiseerd kunnen worden. In totaal<br />

licht hij zo 35 deelaspecten door en dicht hen een<br />

score toe. Hoe belangrijker een aspect in het bedrijf<br />

en hoe groter het perspectief op verbetering, hoe<br />

hoger de score. Op die manier kan het bedrijf voor<br />

zichzelf de prioriteiten vastleggen.<br />

.7


30 jaar <strong>OVAM</strong><br />

Colofon<br />

Verantwoordelijke uitgever en hoofdredacteur: Jan Verheyen - Redactieraad: Els De Picker, Veerle De Ridder, Victor Dries, Peter Nagels, Willy Sarlee, Els Van Camp, Anne Vandeputte, Johan Vanerom, Stefan Van Geenhoven en Astrid Verheyen.<br />

Redactieadres: <strong>OVAM</strong>, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen, ovam.<strong>link</strong>@ovam.be - Foto’s: <strong>OVAM</strong>, King George, shutterstock - Redactie en realisatie: www.pantarein.be - Wettelijk depotnummer: D 2012/5024/09 - Oplage <strong>OVAM</strong>: 3600 ex. – De<br />

meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van de <strong>OVAM</strong>. Gegevens uit deze nieuwsbrief mag u overnemen mits bronvermelding. De <strong>OVAM</strong> en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers<br />

aanvaarden geen aansprakelijkheid voor gevolgen die zouden kunnen ontstaan uit het gebruik van in deze uitgave opgenomen informatie.<br />

.8<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4 9<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

Oktober vorig jaar vierde de <strong>OVAM</strong> haar dertigste verjaardag.<br />

De realisaties van dertig jaar afval- bodem- en<br />

materialenbeheer en de toekomstige ambtities van de<br />

<strong>OVAM</strong> werden in de verf gezet met een spraakmakend<br />

congres, een historisch onderzoek en een zonovergoten<br />

Open Bedrijvendag in het teken van ‘Materialen in<br />

Beweging’. <strong>OVAM</strong>.<strong>link</strong> wil alle medewerkers en partnerorganisaties<br />

die bijgedragen hebben tot het succes<br />

van deze activiteiten van harte bedanken en blikt tevreden<br />

terug met een korte fotoreportage.<br />

1. De award ‘Materialen in Beweging’ een organisatie<br />

van Open Bedrijvendag en de <strong>OVAM</strong>, werd uitgereikt op<br />

woensdag 28 september om het jaarthema van Open Bedrijvendag<br />

2011 extra in de kijker te zetten.<br />

2. Zaakvoerder Karel Beneens van bouwbedrijf Beneens<br />

en zonen ontvangt de award ‘Materialen in Beweging’ uit<br />

handen van Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege.<br />

3. Vlnr: Ann Van Doren (directeur Open Bedrijvendag),<br />

Henny De Baets (aministrateur-generaal <strong>OVAM</strong>), Karel Beneens<br />

(zaakvoerder Beneens en zonen en laureaat van de<br />

Award ‘Materialen in Beweging’), Wim Geens (Directeur<br />

bij Van Gansewinkel, laureaat van de publieksprijs ‘Materialen<br />

in Beweging), Vlaams minister van Leefmilieu Joke<br />

Schauvliege, Marc Van den Bosch (Adviseur VOKA, voorzitter<br />

MINA-raad en voorzitter van de jury ‘Materialen in<br />

Beweging’)<br />

4. Het personeelsfeest naar aanleiding van de dertigste<br />

verjaardag van de <strong>OVAM</strong> was voor vele medewerkers de<br />

kers op de taart.<br />

5. Bij een bezoek aan de <strong>OVAM</strong> tijdens Open Bedrijvendag<br />

op 2 oktober konden de bezoekers kennis maken met<br />

de interactieve tentoonstelling www.30jaar<strong>OVAM</strong>.be<br />

6. Hoe overschouw je de werken op een 15ha grote bodemsaneringssite?<br />

Juist, vanuit de hoogte. Hier op de<br />

Open Bedrijvendag bij Carcoke in Zeebrugge.<br />

7. Ook de bodemsaneringssites van Hoedhaar (Lokeren)<br />

en Carcoke (Zeebrugge) werden tijdens Open Bedrijvendag<br />

opengesteld voor het publiek. Onder een stralende<br />

herfstzon maakten 1.500 geïnteresseerden kennis met<br />

duurzame bodemsanering in Vlaanderen.<br />

8. Twee generaties, twee vooraanstaande denkers over<br />

afval- en materialenbeheer tijdens het <strong>OVAM</strong>-congres<br />

‘Innovatie en samenwerking’ op 6 oktober 2011: Prof.<br />

Braungart, auteur van “Cradle to Cradle, rethinking the<br />

way we make things” en Dr. Ad Lansink, geestelijke vader<br />

van de overbekende ‘Ladder van Lansink’.<br />

9. Henny De Baets, administrateur-generaal van de <strong>OVAM</strong><br />

overhandigt het eerste exemplaar van het boek “30 jaar<br />

<strong>OVAM</strong>. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij<br />

in historisch perspectief” aan Vlaams minister-president<br />

Kris Peeters.<br />

Meer weten?<br />

De <strong>OVAM</strong> is geïnteresseerd in uw vragen,<br />

opmerkingen en suggesties.<br />

Schrijf ons via ovam.<strong>link</strong>@ovam.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!