MAGAZINE - Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken
MAGAZINE - Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken
MAGAZINE - Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
nr<br />
4<br />
JUNI 2010<br />
<strong>MAGAZINE</strong><br />
Magazine over de Nederlandse nationale parken<br />
“ EXTRA InvEsTEREn In nATuuR<br />
En REcREATIE Is TE vERdEdIgEn”
Dit magazine is gedrukt op FSC-gecertificeerd papier<br />
COLOFON VOORWOORD<br />
Uitgever<br />
<strong>Samenwerkingsverband</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Parken</strong><br />
redactieraad<br />
Coby Adema (IVN), Imke Boerma (Staatsbosbeheer),<br />
Hugo Eekhof (<strong>Nationale</strong> <strong>Parken</strong> De Alde Feanen<br />
en Schiermonnikoog), Sven Gutker de Geus<br />
(De12Landschappen), Joke Kersten (Nationaal Park<br />
De Meinweg), Gerrit van Ommering (Ministerie van<br />
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), Carolien Vader<br />
(De Bladendokter)<br />
Hoofdredacteur<br />
Jan-Willem Sneep<br />
Bladmanager<br />
Bart Borsje<br />
redactie<br />
Lianne van der Made (eindredactie), Hans Reijke, Bart<br />
Siebelink, Lars Soerink, Carolien Vader, Ellen Zoetmulder<br />
(eindredactie)<br />
Fotografie<br />
Lars Soerink (tenzij anders vermeld)<br />
Coverfoto’s<br />
Het <strong>Nationale</strong> Park De Hoge Veluwe<br />
redactieadres<br />
<strong>Samenwerkingsverband</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Parken</strong><br />
Willem Witsenplein 6, 2596 BK Den Haag<br />
info@nationaalpark.nl / www.nationaalpark.nl<br />
Distributie<br />
Het NP-magazine wordt gratis verspreid onder politici,<br />
bestuurders, beleidsadviseurs en partners van het<br />
<strong>Samenwerkingsverband</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Parken</strong>.<br />
Drukwerk en vormgeving<br />
Drukkerij Aktief, Den Haag<br />
oplage<br />
4.000 exemplaren<br />
Copyright 2010<br />
Overname van artikelen is onder bronvermelding<br />
toegestaan.<br />
Het NP-magazine is financieel mogelijk gemaakt door:<br />
Investeren<br />
Om te beginnen wil ik Het <strong>Nationale</strong> Park De Hoge Veluwe feliciteren met zijn 75-ste<br />
verjaardag. Als één van de oudste leden van de familie van nationale parken heeft De Hoge<br />
Veluwe zijn voorbeeldrol meer dan waargemaakt. Want de vraag naar een gezonde balans<br />
tussen natuurbescherming en intensieve recreatie is in dit park al vroeg beantwoord.<br />
Datzelfde geldt voor de breed gedeelde behoefte om extra gelden te werven. De Hoge<br />
Veluwe trad afgelopen november op als gastheer tijdens een workshop over dit onderwerp.<br />
Een rol die dit park extra goed paste, omdat het als eerste een beleidsplan opstelde over<br />
fondsenwerving.<br />
Het thema van dit magazine is dan ook: investeren in natuur en recreatie. Met speciale<br />
aandacht voor de tussentijdse evaluatie (de zogenaamde mid-term review) van de ILGgelden.<br />
Het is verheugend om te zien dat de parken zich met succes hebben beijverd om<br />
hun jaarlijkse bijdrage uit deze gelden gelabeld te krijgen. De parken beschikken immers<br />
over beheer- en inrichtingplannen en hebben dergelijke garanties nodig om de daarin<br />
geformuleerde langetermijndoelen te realiseren.<br />
Wat bij de parken ook zeer wordt gewaardeerd, is de grotere betrokkenheid van<br />
de provincies door het ILG-beleid. Juist omdat natuur- en recreatiedoelen nu goed<br />
gecombineerd kunnen worden en de bijbehorende geldstromen samenkomen. Dat leden<br />
uit de overlegorganen van de parken actief deelnemen aan de ILG-commissies, bevordert<br />
de samenwerking.<br />
Die samenwerking gaat verder dan de grenzen van de parken. Het zijn immers geen<br />
eilanden, maar gebieden die een duidelijke relatie met de omgeving hebben. De meerwaarde<br />
van goede verbindingen tussen de parken en omliggende steden en dorpen wordt<br />
dan ook op steeds meer plaatsen erkend. Investeren we daarbij ook in een zonering en<br />
goed ingerichte plekken voor de meest intensieve recreatie, dan gaan natuur en recreatie<br />
goed samen.<br />
frieda van diepen-oost<br />
voorzitter stichting samenwerkingsverband nationale parken<br />
Foto Bart sieBelink<br />
Vragen, suggesties of complimenten?<br />
E-mail naar info@nationaalpark.nl
INHOUD<br />
Twee landen, één natuurgebied<br />
& VERDER<br />
Provincies en parken spreken zich uit over<br />
ILG-beleid<br />
4<br />
Een gedeputeerde, een parkvoorzitter en de directeur van het IPO kijken<br />
vooruit naar het mid-term review over het Investeringsbudget Landelijk<br />
Gebied (ILG). Is meer budgetvrijheid gewenst of zijn juist geoormerkte<br />
budgetten noodzakelijk voor de Nederlandse natuur?<br />
Half in Limburg, half in Duitsland ligt het 800 km 2 grote Grenspark Maas-Swalm-Nette.<br />
Eén gebied, twee talen, twee culturen, vele overheden en nog meer belangen. Hier zijn<br />
mensen nodig met ‘een intermediair gevoel’.<br />
Landschappen lezen op De Hoge Veluwe<br />
Hoe overleeft een nationaal park in stedelijk<br />
gebied?<br />
Zuid-Kennemerland is geliefd. Een overzicht van de mogelijkheden om natuurbescherming<br />
en recreatie samen te laten gaan.<br />
Meer dan afspraken op papier<br />
Twee nationale parken over hun vrijwilligersbeleid. Is een beleidsplan een<br />
voorwaarde voor succes?<br />
8<br />
Het <strong>Nationale</strong> Park De Hoge Veluwe opent een nieuw<br />
10<br />
Landschappenpad. Wandel mee en beleef heden en verleden van dit<br />
75-jarige park.<br />
12<br />
15<br />
Voorwoord 2, Nieuws uit de nationale parken 7, Een grote rol voor kleine soorten 17, Nieuws van het<br />
<strong>Samenwerkingsverband</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Parken</strong> 19, Natuurmonumenten over de kwaliteitsimpuls voor nationale parken 20<br />
np magazine 3
Foto iPo<br />
FINANCIERING<br />
4 np magazine<br />
Provincies en parken<br />
spreken zich uit over<br />
ILG-beleid<br />
tekst CarolIeN Vader<br />
De tussentijdse evaluatie van het<br />
Investeringsbudget Landelijk Gebied<br />
(ILG) komt er aan. NP-magazine vroeg<br />
enkele betrokkenen alvast naar hun<br />
ervaringen met het nieuwe beleid en zet<br />
de voor- en nadelen op een rijtje.<br />
Gerard Beukema, algemeen directeur IPO<br />
Drieënhalf jaar geleden tekenden alle provincies<br />
een ILG-convenant met de Rijksoverheid.<br />
Doel was om in zeven jaar de door het<br />
Rijk opgelegde doelen voor het landelijk gebied te<br />
realiseren binnen het daarvoor beschikbare budget.<br />
Provincies zijn nu zelf verantwoordelijk voor de manier<br />
waarop ze de middelen inzetten. Gebieden hoeven<br />
niet langer per project subsidie aan te vragen bij de<br />
Rijksoverheid. Er is een vast rijksbudget, dat voor<br />
“ Huidige opzet biedt meer kansen op regie”<br />
een termijn van zeven jaar wordt ingezet, onder regie van de provincie. Een nieuw verworven<br />
vrijheid, die in juni door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in<br />
samenwerking met de provincies wordt onderworpen aan een tussentijdse evaluatie.<br />
Agenda Vitaal Platteland<br />
Bart Krol is gedeputeerde Ruimtelijke Ontwikkeling, Landelijk gebied en Stedelijke Vernieuwing<br />
in Utrecht. Het grondgebied van zijn provincie heeft veel natuurgebieden en één nationaal<br />
park, de Utrechtse Heuvelrug. “In Utrecht hebben we het hele ILG-budget ondergebracht<br />
in de Agenda Vitaal Platteland. Gebiedscommissies bepalen in grote lijnen wat er met het<br />
geld gebeurt en stellen daarvoor gebiedsprogramma’s op. Op het provinciehuis geven wij de<br />
kaders aan waarbinnen die middelen besteed moeten worden.” Krol is enthousiast over de<br />
manier waarop het ILG de afgelopen drie jaar is georganiseerd. “In de oude situatie kregen de<br />
gebieden subsidie via het Nationaal Groenfonds. Dat was makkelijk, want er werd pas achteraf<br />
om verantwoording gevraagd. Nu moeten de gebieden in onze provincie per project een<br />
goed onderbouwd verzoek indienen. Dat is meer werk, maar zo is het voor de provincie wel<br />
makkelijker om de regie te houden.”
John Lilipaly, voorzitter van<br />
Nationaal Park Oosterschelde:<br />
“Samen optrekken met de provincie”<br />
Park niet los van omgeving<br />
De ILG-budgetten die bestemd zijn voor de nationale parken<br />
worden gelabeld en moeten ook binnen de grenzen van het<br />
park worden uitgegeven. Krol vindt dat een goede zaak. “Het<br />
feit dat een natuurgebied als nationaal park te boek staat,<br />
betekent dat er een landelijk belang aan wordt toegekend. Je<br />
moet dus uiterst zorgvuldig de beschikbare financiering voor<br />
zo’n belangrijk gebied inzetten.” Toch plaatst de gedeputeerde<br />
een kanttekening. “Het zou mooi zijn als we de doelstellingen<br />
voor het nationaal park kunnen doortrekken naar de gehele<br />
Heuvelrug. Je kunt het park niet los zien van het gehele gebied.<br />
De kracht, charme en uitdagingen liggen in het combineren van<br />
alle doelstellingen die bij zo’n gebied komen kijken. Voor de<br />
gehele Heuvelrug is dat het beschermen van de natuurwaarden<br />
in het nationaal park zelf en het spreiden van de recreatiedruk<br />
over het park en de naastgelegen natuurgebieden, om maar een<br />
voorbeeld te noemen.”<br />
Meer rendement uit ILG-geld<br />
Als algemeen directeur van het Interprovinciaal Overleg (IPO),<br />
ziet Gerard Beukema grote winst in de betrokkenheid van de<br />
provincies bij de realisatie van de gestelde doelen. “Op zich is er<br />
niet zo gek veel verschil tussen de oude en de nieuwe situatie.<br />
De geldstroom loopt anders en er zijn afspraken gemaakt over<br />
de bijdrage van de provincies aan het landelijk gebied. Het is<br />
vooral een kwestie van het verbinden van allerlei partijen om<br />
gezamenlijk tot een beter resultaat te komen. Uitgangspunt<br />
van het ILG-beleid is dat alle budgetten via de provincies<br />
beschikbaar komen. Verschil per provincie zal er ongetwijfeld<br />
zijn. Het ene gebiedsproces is niet te vergelijken met het andere.<br />
Het is mensenwerk. En ook de ambities zijn verschillend. Met<br />
“ Het oormerken van budgetten voorkomt dat geld voor nationale<br />
parken gebruikt wordt voor het inkopen van extra strooizout”<br />
de werkwijze van het ILG kun je ambitie ook belonen.” Wel is<br />
Beukema van mening dat een grotere budgetvrijheid extra winst<br />
in het ILG-beleid brengt. “We staan voor een moeilijke financiële<br />
tijd. Ook in deze sector zal er bezuinigd worden de komende<br />
jaren. Provincies moeten meer vrijheid krijgen op welke manier<br />
en waar ze hun geld kunnen uitgeven, dat geldt ook voor de<br />
budgetten voor de nationale parken. Met slimme combinaties<br />
kom je tot meer rendement.”<br />
Niet voor strooizout<br />
John Lilipaly, voorzitter van Nationaal Park Oosterschelde, is het<br />
niet met Beukema eens. “Het oormerken van budget voor de<br />
nationale parken is belangrijk. Zo voorkom je dat de provincie<br />
dit geld bijvoorbeeld gaat gebruiken voor het inkopen van extra<br />
strooizout. Als park kunnen we voor een periode van zeven jaar<br />
zelf beslissen over ons geld.” Dat laatste gebeurt overigens in<br />
goed overleg met de subsidiegever. Lilipaly: “Het is belangrijk<br />
dat je met de provincie goed overleg hebt. Doordat onze<br />
gedeputeerde in het bestuur van het park zit, beslist de provincie<br />
direct mee over het beleid. Dat is plezierig. Je komt elkaar<br />
geregeld tegen. De lijntjes zijn nu veel korter, dan toen we nog in<br />
Foto nP oostersCHelDe<br />
np magazine 5
Foto ProvinCie UtreCHt<br />
aDDer<br />
FINANCIERING<br />
6 np magazine<br />
Bart Krol, gedeputeerde Provincie Utrecht: “Stop nutteloze discussie”<br />
Den Haag moesten aankloppen voor financiering. En gelukkig<br />
neemt de provincie haar verantwoordelijkheid serieus.”<br />
Lilipaly is van mening dat het gezamenlijk optrekken van park<br />
en provincies toekomstige ambities ten goede komt. “Het<br />
“ Een koerswijziging<br />
halverwege het proces:<br />
dat kan echt niet”<br />
op de kaart zetten van Nationaal Park Oosterschelde is ook<br />
voor de provincie van cruciaal belang. Je ziet dat er uit onze<br />
samenwerking allerlei spin-offs voortvloeien, die voor de<br />
provinciale ontwikkeling belangrijk zijn.”<br />
ILG-budget voor zeven jaar<br />
Doel van het nieuwe ILG-beleid was de verantwoordelijkheid<br />
voor het natuurbeheer dichter bij de uitvoering brengen.<br />
Volgens gedeputeerde Krol is dat goed gelukt. “De uitvoering<br />
van de ILG-doelen ligt bij de gebiedscommissies, die precies<br />
weten wat er op dit werkterrein gebeurt en moet gebeuren.<br />
Commissies die hun verantwoordelijkheid zeer serieus nemen.”<br />
Krol ergert zich aan de discussie die LNV op dit moment voert<br />
over het nieuwe beleid. “Als provincies hebben we last van de<br />
voortdurende discussie op het ministerie over de vraag of het<br />
allemaal wel zo had moeten zijn. Het wekt geen vertrouwen dat<br />
de overheid zich halverwege het traject afvraagt of beslissingen<br />
beter kunnen worden teruggedraaid. Dat vind ik nu echt typisch<br />
Nederlands. Wij zijn in de provincie uitermate goed bezig<br />
om de gestelde ILG-doelen voor elkaar te krijgen. Iedereen<br />
die pruttelt dat de provincies dat niet kunnen, moet hier eens<br />
komen kijken! Processen lijden onder deze nutteloze discussie.<br />
Een koerswijziging halverwege het proces: dat kan echt niet.”<br />
De mid-term review van het ILG-beleid is op dit moment in<br />
volle gang. Het ministerie van LNV verwacht deze zomer de<br />
resultaten van deze evaluatie te kunnen presenteren. In een<br />
volgend NP-magazine worden de resultaten gepubliceerd en<br />
geven betrokkenen van het ministerie een reactie.
Foto jan willem sneeP<br />
NIEUWS UIT DE NATIONALE PARKEN<br />
De Hoge velUwe<br />
Wie jarig is, viert<br />
feest<br />
<strong>Stichting</strong> Het <strong>Nationale</strong> Park De Hoge Veluwe<br />
viert dit jaar zijn 75-ste verjaardag. In het<br />
jubileumjaar staan tal van bijzondere activiteiten<br />
en festiviteiten op het programma. Zo heeft<br />
het Jachthuis Sint Hubertus, ontworpen in 1913<br />
door H.P. Berlage, een plek in Madurodam<br />
gekregen. Ook brengt uitgeverij Waanders uit<br />
Zwolle een prachtig geïllustreerd jubileumboek<br />
uit met onder meer de geschiedenis van het<br />
park en een tour in woord en beeld. Bezoekers<br />
en omwonenden worden bovendien getrakteerd<br />
op kortingskaarten, jubileumrondleidingen en<br />
een tentoonstelling over het natuurbeheer en<br />
de biodiversiteit in het park. Eind april is het<br />
jubileumjaar al in alle hevigheid losgebarsten.<br />
Een compleet overzicht van de activiteiten is te<br />
vinden op: www.hogeveluwe.nl<br />
laUwersmeer<br />
Web2.0<br />
De Hoge velUwe<br />
Totaalplan<br />
Het Totaalplan ‘Investeren in ruimtelijke<br />
ontwikkelingen en kwaliteit’ brengt de gewenste<br />
ruimtelijke ontwikkelingen in beeld voor Het<br />
<strong>Nationale</strong> Park De Hoge Veluwe. De Hoge<br />
Veluwe zet in op de balans tussen ecologie en<br />
economie en de zonering van recreatief gebruik.<br />
De kwaliteit van de parkbeleving wordt gedragen<br />
door de aanwezige landschappen en natuur.<br />
Andersom geldt dat de bijzondere natuur juist in<br />
stand gehouden kan worden met de inkomsten<br />
uit het bezoek. Uitgangspunt is dat er op<br />
parkniveau per saldo niet ingeleverd wordt op de<br />
kwaliteiten van het park. Deze saldobenadering<br />
sluit aan op Natura 2000-doelen. De zonering<br />
van recreatie in het park is gebaseerd op<br />
de belangrijkste natuurwaarden. Het park<br />
wil de huidige zonering versterken door de<br />
aantrekkingskracht van het centrumgebied te<br />
vergroten en de rustige gebieden natuurlijker<br />
te maken. Daarom investeert het park in een<br />
herinrichting van het centrumgebied. In het<br />
open landschap, de rustige zone, wil het park<br />
minder asfalt en verharde wegen, en investeren<br />
in het stuifzandheidelandschap.<br />
Achter de ruimte en verlatenheid van het Lauwersmeergebied schuilt heel wat activiteit. Overheden,<br />
ondernemers en bewoners: allemaal willen ze ‘iets’ met het gebied. Een tweede vakantiepark, een<br />
nieuw gemaal, de voormalige kruitfabriek exploiteren of de zeearend beschermen. De komende<br />
tijd onderzoeken de partijen of Web2.0 kan worden ingezet om meningen uit te wisselen, elkaar<br />
beter te begrijpen en vooral voor nieuwe inzichten en inspiratie. Web2.0 is een laagdrempelige,<br />
democratische online community. De eerste ideeën hiervoor ontstonden tijdens de cursus ‘Web2.0<br />
en platteland’, die onder andere door het Netwerk Platteland was georganiseerd. De stichting<br />
Toeristisch Ondernemersoverleg Lauwermeer (TOOL) pakte het idee op en 15 april kwamen<br />
TOOL-betrokkenen, gemeenten en de twee provincies opnieuw bij elkaar om de plannen verder<br />
uit te werken. Besloten is om in kleine groepjes verder te experimenteren met de verschillende<br />
mogelijkheden van Web2.0.<br />
www.netwerkplatteland.nl<br />
weerriBBen-wieDen<br />
De Wieden<br />
genomineerd<br />
voor Europees<br />
Diploma<br />
Het Europees Diploma voor beschermde<br />
gebieden wordt uitgereikt door de Raad van<br />
Europa aan natuurgebieden van uitzonderlijke<br />
ecologische waarde en een beheerbeleid op<br />
hoog niveau. Daarmee is het diploma nog het<br />
beste te vergelijken met de Werelderfgoedlijst<br />
van UNESCO. Tot nu toe werd het diploma<br />
aan slechts vier Nederlandse natuurgebieden<br />
toegekend: de Boschplaat (Terschelling),<br />
de Oostvaardersplassen (Flevoland), het<br />
Naardermeer (Noord-Holland) en De<br />
Weerribben. Het ministerie van Landbouw,<br />
Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft op<br />
verzoek van Natuurmonumenten het initiatief<br />
genomen om ook de Wieden voor het Europees<br />
diploma te nomineren. Een logische stap<br />
want De Weerribben en De Wieden vormen<br />
samen één nationaal park en het diploma<br />
voor De Weerribben zal naar verwachting<br />
worden verlengd. Jan Gorter, regiodirecteur van<br />
Natuurmonumenten, verwacht dat de Raad van<br />
Ministers voor de zomer een positief besluit zal<br />
nemen en één gezamenlijk diploma voor De<br />
Weerribben-Wieden zal toekennen. Gorter: “Het<br />
diploma is een internationale erkenning voor de<br />
bijzondere waarden van dit gebied. Het brengt<br />
geen extra regels of beperkingen met zich mee,<br />
maar wel de morele verplichting om het gebied<br />
zorgvuldig te beheren. Want over vijf jaar willen<br />
we natuurlijk dat het Europese Diploma opnieuw<br />
aan Nationaal Park Weerribben-Wieden wordt<br />
toegekend.”<br />
www.coe.int/t/dg4/cultureheritage/nature/<br />
diploma<br />
np magazine 7
INTERNATIONAAL<br />
8 np magazine<br />
Twee landen,<br />
één natuurgebied<br />
tekst Bart SIeBelINk<br />
Doodgemoedereerd passeren de everzwijnen in de bossen van<br />
het Grenspark Maas-Swalm-Nette de Nederlands-Duitse grens.<br />
De dieren zijn zich niet bewust van de intensieve internationale<br />
samenwerking die hun passage mogelijk maakt.<br />
De Europese organisatie voor nationale<br />
parken Europarc is dat wel. Grenspark Maas-<br />
Swalm-Nette ontving van Europarc een<br />
onderscheiding voor vergevorderde internationale<br />
samenwerking. Een behoorlijke prestatie, want als<br />
grenspark in Nederland en Duitsland heeft Maas-<br />
Swalm-Nette te maken twee talen, twee culturen,<br />
verschillende statussen, veel overheden en nog veel<br />
meer belangen.<br />
Drie verschillen<br />
Openbaar lichaam en overlegorgaan<br />
Het Grenspark Maas-Swalm-Nette heeft te maken<br />
met een veelheid aan overheden en organisaties in<br />
Nederland en Duitsland. Alle betrokken partijen zijn<br />
vertegenwoordigd in het Openbaar Lichaam Duits-<br />
Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette, dat<br />
gevestigd is in Roermond. Daarnaast is het grenspark<br />
onderdeel van het grotere natuurgebied De Meinweg,<br />
dat ook weer half Nederlands en<br />
half Duits is. De Meinweg wordt<br />
in Nederland beheerd door het<br />
overlegorgaan NP De Meinweg<br />
en in Duitsland is het beheer<br />
in handen van Kreis Heinsberg<br />
en Kreis Viersen, terwijl de<br />
beleidsvoering gedelegeerd is aan<br />
het zogeheten Regionalforstamt<br />
Niederrhein.<br />
NP De Meinweg<br />
Nationaal park en Naturpark<br />
Het Nederlandse deel van De<br />
Meinweg heeft de status van<br />
nationaal park, terwijl het Duitse<br />
deel Naturpark is. Dat statusverschil werkt door op<br />
de inrichting van het gebied. Ligt in de Nederlandse<br />
bossen de nadruk op natuurbescherming en recreatief<br />
gebruik, aan Duitse zijde is het bosbeheer vooral<br />
gericht op houtproductie. Naturparken bieden in<br />
Duitsland omvatten immers ook dorpen met hun<br />
lokale economieën. Het is te vergelijken met wat in<br />
Nederland een Nationaal Landschap zou heten.<br />
“ De taalbarrière wordt niet<br />
altijd onderkend, maar<br />
speelt wel degelijk een rol”<br />
Dit verschil in status stelt de parkorganisaties ook<br />
voor dilemma’s. Staatsbosbeheer overweegt in het<br />
Nederlandse gebied de edelherten te herintroduceren.<br />
Terwijl dat aan Duitse zijde gevoelig ligt vanwege de<br />
potentiële schade voor land- of bosbouw. Ook<br />
een onderwerp als het beheer van de populatie<br />
everzwijnen ligt om die reden gevoelig.<br />
Nederlands en Duits<br />
“De taalbarrière wordt niet altijd onderkend, maar<br />
speelt wel degelijk een rol in de samenwerking tussen<br />
de Duitse en Nederlandse partners”, vertelt Silke<br />
Weich, projectmedewerker van Grenspark Maas-<br />
Swalm-Nette. Zeker wanneer het over de details gaat,<br />
blijft de eigen taal belangrijk. Een ander cultuurverschil<br />
is dat Nederlandse betrokkenen zich over het<br />
algemeen vrijer voelen om toezeggingen te doen.<br />
Weich: “Ze voelen aan wat in lijn is met het beleid.<br />
Duitsers daarentegen zullen vaker eerst overleg willen<br />
plegen met hun meerdere.”
Projectmedewerker Silke Weich (links) van grenspark Maas-Swalm-Nette (oranje contouren op de kaart) en voorzitter Joke Kersten (rechts) van Nationaal Park<br />
De Meinweg laten zien dat de landgrens (blauw) dwars door het gebied loopt.<br />
Twee succesfactoren<br />
Sterke punten uitdragen<br />
De uitdaging is, vindt behalve Silke Weich ook Joke<br />
Kersten, voorzitter van Nationaal Park De Meinweg,<br />
af te blijven stemmen hoe je samen de sterke kanten<br />
van het gebied tot hun recht kan laten komen. “Zoveel<br />
mogelijk uitdragen hoe aantrekkelijk het gebied is”,<br />
stelt Kersten. Welke sterke punten dat zijn? “We<br />
hebben hier prachtige kastelen en burchten, er zijn<br />
prehistorische grafheuvels, horsten en slenken met<br />
bronnen, bedevaartsoorden en streekproducten zoals<br />
aardbeien, asperges en appelstroop.”<br />
Intermediair gevoel<br />
Cruciaal in het hele proces is dat je mensen hebt<br />
met een intermediair gevoel die een bindende rol<br />
kunnen vervullen. Kersten: “Zo vindt in het grenspark<br />
al zeventien jaar lang een grensoverschrijdende<br />
boomplantdag plaats, wisselend aan Duitse en aan<br />
Nederlandse zijde. De kinderen planten bomen en<br />
leren woorden en liedjes in elkaars taal.”<br />
Het resultaat<br />
Internationaal project<br />
Grensoverschrijdende samenwerking levert veel winst<br />
op. Dat bewijst het Interreg IVA-project ‘Nationaal<br />
Park Regio Meinweg’, dat door de Nederlandse en<br />
Duitse partners gezamenlijk wordt opgepakt. Het<br />
project voorziet in grensoverschrijdende initiatieven<br />
op het gebied van recreatie, educatie & voorlichting<br />
en natuurbehoud. Zo worden internationale Meinweggidsen<br />
opgeleid, een cursus gastheerschap gegeven,<br />
een transportabele tentoonstelling gebouwd en<br />
een gemeenschappelijke presentatie op beurzen en<br />
markten opgezet. Maar ook de grensoverschrijdende<br />
afstemming en uitvoering van natuurontwikkeling en<br />
monitoring heeft een plaats in dit project. En in het<br />
veld zelf komen voorzieningen zoals bewegwijzerde<br />
themaroutes en een uitkijkpunt op het hoogterras<br />
met uitzicht over de Maasvallei. Van de 950.000 euro<br />
projectkosten komt de helft uit het Europese Fonds<br />
voor de Regionale Ontwikkeling (EFRO). De provincie<br />
Limburg en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen<br />
dragen elk 15% bij als cofinanciering. De resterende<br />
20% komt van de projectpartners.<br />
Foto Bart sieBelink<br />
np magazine 9
NATIONAAL PARK IN BEELD<br />
Burlende edelherten zijn vooral te horen in de bronstijd Landschappenpad<br />
Landschappen lezen op<br />
10 np magazine<br />
tekst larS SoerINk<br />
Het nieuwe landschappenpad geeft<br />
bezoekers in korte tijd een goede indruk<br />
van de enorme variatie aan landschappen<br />
die De Hoge Veluwe herbergt. Boswachter<br />
Henk Ruseler: “We vinden ons 75-jarig<br />
jubileum een mooie gelegenheid om dit<br />
pad te openen.”<br />
Zandbij<br />
Het erfgoed van de oprichters van De Hoge<br />
Veluwe, de Amsterdamse familie Kröller-<br />
Müller, is veel omvangrijker dan alleen<br />
het wereldberoemde museum en de bijbehorende<br />
beeldentuin. Voor wie de sporen kan interpreteren,<br />
vertelt het landschap het boeiende verhaal van heden<br />
en verleden.<br />
“ Perfect samengaan van<br />
cultuur en natuur”<br />
Landschap lezen<br />
Vertrekkend vanaf het parkcentrum is het nieuwe landschappenpad een laagdrempelige<br />
kennismaking met het ‘lezen van het landschap’. En een aantrekkelijke bovendien, want over<br />
een comfortabel halfverhard pad loop je door een prachtig deel van het nationaal park. Kort<br />
na vertrek loopt het dichte bos uit in een uitgestrekte, open vlakte: het Pampelse Zand. Hier<br />
had het Kröller-Müller Museum gestaan, waren de middelen van het paar destijds toereikend<br />
geweest. De overgebleven fundamenten zijn voor wandelaars niet te missen. Ze passen<br />
verrassend goed in het landschap. Zandbijen vinden aan de voet een uitstekend leefgebied.<br />
Wild spotten<br />
De dennen omsluiten de funderingen en de route voert verder het bos in. Oude zandduinen<br />
duiden erop dat hier vroeger stuifzand was, zoals dat in de nabijgelegen Pollen is<br />
teruggebracht. Even verderop wordt de wandelaar getrakteerd op een doorkijkje naar een<br />
wildweide, waar edelherten geregeld grazen. Zichtbaarheid van het wild is een trekpleister van
De Hoge Veluwe<br />
De Hoge Veluwe, waar de parkbeheerders actief rekening mee<br />
houden.<br />
Een belevenis voor iedereen<br />
Het brede halfverharde landschappenpad is goed toegankelijk.<br />
Ook voor rolstoelgebruikers en anderen die minder goed ter<br />
been zijn. ”Ons is er alles aan gelegen om echt iedereen het<br />
gebied te laten beleven”, legt boswachter Ruseler uit. Waar het<br />
pad rasters kruist zijn klaphekjes aangebracht, dus nergens een<br />
lastig te nemen wildrooster. Hoewel de route hier en daar door<br />
heuvelachtig terrein voert, worden steile hellingen vermeden.<br />
Ruseler: “De Hoge Veluwe is een perfect samengaan van cultuur<br />
en natuur, en met dit nieuwe pad hopen we dat nog meer<br />
mensen van het gebied kunnen genieten.”<br />
Landschappenpad<br />
Deze zomer wordt het Landschappenpad van Het <strong>Nationale</strong><br />
Park De Hoge Veluwe officieel geopend.<br />
Het is een 5 km lange cultuur-historische route langs alle<br />
landschappen en gebouwen van het park.<br />
Het <strong>Nationale</strong> Park De Hoge Veluwe is een natuurpark met een afwisselend landschap<br />
De Hoge Veluwe in een notendop<br />
Bezoekers: Ruim 500.000 per jaar.<br />
Opgericht: 26 april 1935.<br />
Doel: Beheren en<br />
exploiteren van<br />
het cultureel en<br />
natuurlijk erfgoed van<br />
het echtpaar Kröller-<br />
Müller.<br />
www.hogeveluwe.nl<br />
np magazine 11
RECREATIE<br />
12 np magazine<br />
Hoe overleeft een<br />
nationaal park in<br />
stedelijk gebied?<br />
tekst lIaNNe VaN der Made<br />
“Ik zie een pannenkoekenhuis, dan kan de natuur niet ver meer<br />
zijn.” Deze uitspraak van Midas Dekkers illustreert voor Marten<br />
Bierman, voormalig wethouder van de gemeente Zandvoort, heel<br />
mooi de relatie tussen de gemeente Zandvoort en Nationaal Park<br />
Zuid-Kennemerland. “Ik vind natuur en recreatie beide van<br />
levensbelang voor de ontwikkeling van Zandvoort als badplaats.”<br />
Om “ de toekomst van het nationaal park veilig<br />
te stellen moeten we op onze hoede zijn voor<br />
nivellering van de natuurkwaliteit.” Zo stelt<br />
Sjakel Wesemael, regiomanager bij waterleidingbedrijf<br />
en parkbeheerder PWN. “De combinatie van het hoge<br />
bezoekersaantal en de verruiging van de natuur door<br />
vervuiling en verzuring maakt Nationaal Park Zuid-<br />
Kennemerland erg kwetsbaar. Daarnaast vrees ik<br />
dat door het ontbreken van groene buffers rondom<br />
het park, de omliggende gemeenten Zandvoort,<br />
Bloemendaal en Velsen steeds een beetje van<br />
de randen van het park zullen afknabbelen voor<br />
woningbouw en recreatieve<br />
ontwikkeling.”<br />
De Parnassia floreert weer<br />
Zuinig op natuur<br />
Als het zonnetje schijnt en het<br />
kwik tot boven de 20 graden<br />
stijgt, rijdt een lange stoet<br />
auto’s richting Zandvoort en<br />
Bloemendaal. Het strand is<br />
de grote motor van de lokale<br />
economie. Niet zo verwonderlijk<br />
dat de gemeenten hun aandacht<br />
daarop richten. Wesemael: “In de<br />
recreatieve sector wordt enorm<br />
geïnvesteerd, soms ten koste van het nationaal park.”<br />
Bierman heeft een andere kijk op de zaak. “Er kunnen<br />
in het hoogseizoen niet veel meer recreanten naar<br />
Zandvoort komen. Om de recreatiebranche verder te<br />
laten groeien, moeten we ervoor zorgen dat mensen<br />
het hele jaar door komen. Het nationaal park is voor<br />
ons erg belangrijk om deze doelstelling te bereiken.<br />
In de structuurvisie van de gemeente Zandvoort, die<br />
we begin dit jaar hebben vastgesteld, is dit belang ook<br />
vastgelegd. Door zuinig te zijn op onze natuur kunnen<br />
we onze welvaart vergroten.”<br />
Ontbrekende schakel<br />
Om nog meer bezoekers te kunnen ontvangen is<br />
de ontwikkeling en zonering van de recreatieve<br />
mogelijkheden in Zuid-Kennemerland van belang.<br />
Want ook nu al ontvangt het park 1,8 miljoen<br />
bezoekers per jaar. Bierman ziet voldoende<br />
ontwikkelingsmogelijkheden die goed zijn voor de<br />
natuur én recreatie in het park. “Een voorbeeld. Om<br />
een koppeling te maken met de waterleidingduinen,<br />
wilde het nationaal park een natuurbrug aanleggen<br />
over de Zandvoortselaan. Een flinke investering die<br />
pas haalbaar werd, toen bleek dat deze ecologische<br />
verbindingszone ook de ontbrekende schakel in het<br />
fietsnetwerk was.
Marten Bierman: “Recreatiespreiding en een groene buffer om het park:<br />
er zijn veel mogelijkheden om natuur en recreatie goed samen te laten gaan”<br />
We moeten nog veel meer natuurverbindingen maken,<br />
bijvoorbeeld tussen het park en recreatiegebied<br />
Spaarnwoude of met de Stelling van Amsterdam.<br />
Zo kunnen we met minimale investeringen enorme<br />
effecten behalen. Deze visie wordt overigens<br />
onderstreept door het ministerie van Landbouw,<br />
Natuur en Voedselkwaliteit. Ook het ministerie geeft<br />
aan dat het investeren in verbindingszones een hoog<br />
rendement oplevert.”<br />
Natuur in de stad<br />
Bierman ziet nog een andere manier om de natuur<br />
te beschermen en een groene buffer om het park<br />
te creëren. “In plaats van steeds een stukje van de<br />
natuur af te pakken, kunnen we de randen van het<br />
verstedelijkte gebied groener maken. We kunnen de<br />
natuur het dorp of de stad in halen. Een aantal kleine<br />
parken in de woonwijken van Zandvoort is de laatste<br />
jaren al omgevormd tot natuurlijke duinparkjes.”<br />
Het vergroenen van de omliggende gebieden is<br />
opgenomen in de concept-structuurvisie van de<br />
provincie Noord-Holland. Al vindt Bierman dat dit<br />
best dikker aangezet mag worden.<br />
De afgelopen jaren zijn de inwoners het dorpse en<br />
groene karakter van Zandvoort steeds meer gaan<br />
waarderen. Het is dit jaar dan ook voor het eerst<br />
dat de gemeente Zandvoort het nationaal park met<br />
een structurele subsidie van 10.000 euro per jaar<br />
ondersteunt. Bierman: “Het is een eerste stap en<br />
ik hoop dat, net als de gemeente Bloemendaal, ook<br />
andere gemeenten dit voorbeeld volgen. Het zou<br />
goed zijn om de structurele bijdrage per gemeente te<br />
koppelen aan het aantal inwoners.”<br />
Kwetsbare natuur<br />
Nationaal Park Zuid-Kennermerland herbergt<br />
het breedste duingebied van Nederland. Sinds de<br />
waterwinning eind vorige eeuw is gestopt, kan het<br />
duingebied zich weer ontwikkelen. Toch blijft de<br />
natuur in Nationaal Park Zuid-Kennemerland om<br />
verschillende redenen erg kwetsbaar:<br />
- Het park ligt in het verstedelijkte gebied met de<br />
gemeenten Zandvoort, Bloemendaal en Velsen<br />
rondom. Bovendien liggen Amsterdam, Haarlem,<br />
luchthaven Schiphol en de hoogovens van IJmuiden<br />
in de directe nabijheid.<br />
- Het park ontvangt 1,8 miljoen bezoekers per jaar.<br />
Vooral wandelaars en fietsers uit de omgeving.<br />
- Het toeristisch verkeer van en naar het strand zorgt<br />
voor extra verzuring en vervuiling in het park, met<br />
verruiging van de natuur als gevolg.<br />
np magazine 13<br />
Foto ron oFFermans / BUiten-BeelD
FINANCIERING<br />
RECREATIE<br />
NP Zuid-Kennemerland<br />
14 np magazine<br />
Snoepwinkel van Aerdenhout<br />
Dat de natuur bewoners ook tot overlast kan zijn blijkt<br />
wel uit de berichten die onlangs nog het landelijke<br />
nieuws haalden: Damhertenplaag in Zandvoort 1 . De<br />
hongerige dieren komen uit de naast het nationaal<br />
park gelegen waterleidingduinen. “Was de overlast<br />
eerder beperkt tot snoeperij in het groene Aerdenhout,<br />
nu is er sprake van een ware plaag. Met omgeploegde<br />
tuinen en gevaar voor de verkeersveiligheid tot gevolg.<br />
Een mooi voorbeeld waarom goed overleg tussen<br />
gemeenten en natuurbeheerders zo belangrijk is”,<br />
aldus Annemieke Schep, wethouder in de gemeente<br />
Bloemendaal.<br />
Goed overleg<br />
Wesemael bevestigt dat het overleg tussen<br />
gemeenten en natuurbeheerders beter kan. “Nu<br />
moeten we bijvoorbeeld heel alert zijn op bouw- of<br />
kapvergunningen die door de gemeenten worden<br />
verstrekt. Vergunningverleners denken nog niet<br />
automatisch aan de gevolgen voor de natuur. Als<br />
beheerder steken we daarom veel tijd in het nalopen<br />
van vergunningen. Maar liever willen we in gesprek<br />
met gemeenten voordat de vergunningen worden<br />
afgegeven.<br />
Schep vindt het jammer dat het overleg tussen<br />
beheerders en gemeenten vaak is gericht op<br />
het oplossen van knelpunten. “Een provinciaal<br />
portefeuillehouderoverleg over natuurbeheer<br />
ontbreekt. Natuurlijk is er het overlegorgaan, maar<br />
ik wil graag dieper op de zaken ingaan. Alleen door<br />
intensief contact kan er begrip ontstaan voor elkaars<br />
argumenten. Zo kunnen we samen de kansen voor<br />
natuur en recreatie verkennen en benutten.”<br />
1 Damhertenplaag in Zandvoort, Menno van Dongen, Volkskrant 29 maart 2010.
Foto joke walgemoeD<br />
EDUCATIE & VOORLICHTING<br />
“ Meer dan afspraken<br />
op papier”<br />
tekst xxxxxxxx xxx xxxxxxx<br />
tekst elleN zoetMUlder<br />
Zonder vrijwilligers zou veel werk in<br />
nationale parken blijven liggen. Maar hoe<br />
zet je een goed vrijwilligersbeleid op? De<br />
Hoge Veluwe en Schiermonnikoog<br />
kunnen beide terugvallen op een grote,<br />
enthousiaste groep vrijwilligers. Toch<br />
werken ze op bijna tegengestelde wijze.<br />
Meer dan 300 vrijwilligers zijn actief in Het<br />
<strong>Nationale</strong> Park De Hoge Veluwe. “Een te<br />
grote groep om alleen te vertrouwen op<br />
goodwill”, zegt Aafke Kylstra, beleidsmedewerker. Om<br />
overzicht en regie te houden besloot De Hoge Veluwe<br />
enkele jaren geleden een vrijwilligersbeleidsplan op te<br />
stellen. Kylstra: “De samenwerking met de vrijwilligers<br />
liep altijd al goed, maar we wilden haar formaliseren en<br />
tegelijkertijd professionaliseren. Inmiddels zijn we een<br />
flink eind op weg.”<br />
Beleidsplan<br />
Het vrijwilligersbeleidsplan 2009 – 2015 beschrijft de inbedding van de diverse<br />
vrijwilligersgroepen in de organisatie van het park en legt de taken en verantwoordelijkheden<br />
vast van vrijwilligers en professionals. Ook regelt het vergoedingen en aansprakelijkheid.<br />
Kylstra: “Het meest geformaliseerd is de samenwerking met de ongeveer 300 vrijwilligers van<br />
de Vereniging van Vrienden van De Hoge Veluwe. De uitgangspunten zijn op papier gezet en<br />
een samenwerkingsovereenkomst tussen vereniging en park ligt inmiddels in concept op de<br />
plank. In de toekomst zullen alle vrijwilligers een verklaring ondertekenen. Met de ANWB is<br />
inmiddels ook een overeenkomst voorbereid voor de vrijwilligers die zich in de zomerperiode<br />
inzetten bij de uitgifte en kleine reparaties van de gratis ‘witte fietsen’. Voor de overige<br />
vrijwilligersgroepen gelden wel de beleidsnotitie en de algemene voorwaarden, maar zijn we<br />
nog niet overgegaan tot verdere formalisering in de vorm van contracten. Je moet voorkomen<br />
dat je het enthousiasme bij de vrijwilligers wegneemt.”<br />
Vereniging van Vrienden<br />
“Met 5.400 hectare bos, heide, vennen en stuifzand, het unieke culturele erfgoed van de<br />
familie Kröller-Müller én jaarlijks meer dan 500.000 bezoekers is er veel werk te verzetten<br />
in Het <strong>Nationale</strong> Park De Hoge Veluwe”, vertelt Jan Trapman, voorzitter van de Vereniging<br />
van Vrienden van De Hoge Veluwe en lid van de Raad van Advies van het park. “Omdat De<br />
Hoge Veluwe alleen voor specifieke projecten overheidssubsidie ontvangt, is het werk van<br />
de vrijwilligers van grote toegevoegde waarde.” De 2.100 leden van de vereniging beijveren<br />
zich voor het vergroten van de belangstelling voor het park en de ondersteuning van de<br />
professionals waar nodig. Vrijwilligerswerk en de financiering van kleinschalige projecten<br />
zijn daarbij hun middelen. De vereniging neemt zelf de werving, opleiding en coördinatie<br />
van vrijwilligers op zich. Trapman: “De wens de samenwerking tussen park en vereniging te<br />
formaliseren viel bij ons in goede aarde. We hebben hetzelfde doel voor ogen en profiteren<br />
beiden als helder omschreven wordt hoe we dat kunnen bereiken.” Het concept-beleidsplan<br />
werd goedgekeurd en daarna vastgesteld door het park. Trapman: “Op dit moment zijn we<br />
bezig met een interne reorganisatie. De komende jaren zullen we diverse punten uit het<br />
np magazine 15
Foto Het nationale Park De Hoge velUwe<br />
EDUCATIE & VOORLICHTING<br />
16 np magazine<br />
Op Schiermonnikoog is voor het werk van het zomerse<br />
vrijwilligerscollectief geen letter vastgelegd. Terwijl voor de vrijwilligers van<br />
De Hoge Veluwe bijna alles op papier staat.<br />
beleidsplan implementeren. We willen bijvoorbeeld graag<br />
jaarlijks functioneringsgesprekken met onze vrijwilligers<br />
houden.”<br />
Eilanders<br />
“Ook in Nationaal Park Schiermonnikoog heeft<br />
Natuurmonumenten een helder beleidsplan met betrekking<br />
tot vrijwilligers”, vertelt Erik Jansen, beheerder in het park.<br />
“Verantwoordelijkheden, vergoedingen en verzekeringen zijn<br />
vastgelegd om het werk aantrekkelijk te houden. Vrijwilligers<br />
hebben steeds minder tijd en verwachten in die tijd leuk werk<br />
en deskundige ondersteuning.” Op Schiermonnikoog zijn<br />
ongeveer acht vrijwilligers van Natuurmonumenten actief<br />
bij het parkbeheer. Zij hebben een vrijwilligersovereenkomst<br />
ondertekend en worden aangestuurd door medewerkers van<br />
Natuurmonumenten. Jansen: “Vrijwilligers zijn belangrijke<br />
ambassadeurs van ons park. In de supermarkt kunnen zij<br />
uitleggen waarom een boom is gekapt. Daarin schuilt ook<br />
meteen een risico. Schiermonnikoog is een klein eiland. Het is<br />
wel eens lastig om steeds aangesproken te worden. Komt nog<br />
bij dat er relatief weinig eilanders zijn en veel organisaties die<br />
met vrijwilligers werken. We vissen allemaal in dezelfde vijver.”<br />
‘s Zomers een vrijwilligerscollectief<br />
Voor het drukke zomerseizoen is dertig jaar geleden een<br />
andere oplossing ontstaan. Een groep vrijwilligers die<br />
voortkwam uit de Waddenvereniging besloot op het eiland<br />
excursies te gaan geven. Het ‘collectief’ bestaat nu uit zo’n<br />
vijfentwintig enthousiaste vrijwilligers van de wal, die in de<br />
zomermaanden bijspringen om de stroom aan bezoekers op<br />
Schiermonnikoog te vangen. “Ze werken heel professioneel en<br />
zijn van onschatbare waarde voor het eiland”, vindt Thijs de<br />
Boer, educatief medewerker van het bezoekerscentrum. “Zij<br />
brengen veel kennis mee en regelen zelf dat nieuwe aanwas<br />
wordt geschoold.” De samenwerking is niet geformaliseerd en<br />
het collectief heeft geen coördinator. “Dat kan wel eens lastig<br />
zijn als je wilt overleggen, zoals nu bij de ontwikkeling van een<br />
nieuw bezoekerscentrum. Nodig je dan vijfentwintig man uit?<br />
Voor één vergadering zijn zij bovendien een dag onderweg.”<br />
Het bezoekerscentrum zorgt voor een onkostenvergoeding<br />
en huisvesting voor de vrijwilligers. Daarnaast organiseert het<br />
nationaal park elk jaar een ‘educatief weekend’ waaraan ook alle<br />
vrijwilligers deelnemen. De Boer: “Dat ging de laatste keer over<br />
het nieuwe Beheer- en inrichtingplan (BIP). Door de vrijwilligers<br />
op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in het park,<br />
proberen we het nadeel te ondervangen dat zij rest van het jaar<br />
niet op het eiland zijn. Zij krijgen namelijk wel de vragen van de<br />
bezoekers.”<br />
Vrijwilligers in Het <strong>Nationale</strong> Park<br />
De Hoge Veluwe<br />
In het park zijn 12 vrijwilligersgroepen actief.<br />
Natuurbeheer: tuingroep en dennenscheerders van de<br />
Vereniging van Vrienden; zelfstandige fokgroep korhoenders.<br />
Onderzoek: flora- en faunagroepen van de Vereniging van<br />
Vrienden.<br />
Recreatie & Voorlichting: publieksmedewerkers in het<br />
bezoekerscentrum, medewerkers in de parkwinkel,<br />
natuurgidsen en rondleiders in Jachthuis Sint Hubertus<br />
van de Vereniging van Vrienden; mentoren van het<br />
ledenhulpkorps van de ANWB voor fietsen; zelfstandige groep<br />
Hoge Veluwe Loop.<br />
Ondersteunend: ICT-werkgroep van de Vereniging van<br />
Vrienden.<br />
Vrijwilligers in Nationaal Park<br />
Schiermonnikoog<br />
Natuurbeheer: circa 8 vrijwilligers voor alle voorkomende<br />
werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van<br />
Natuurmonumenten.<br />
Recreatie & Voorlichting: circa 25 vrijwilligers voor<br />
zomerexcursies in een zelfstandig collectief in samenwerking<br />
met het bezoekerscentrum.<br />
Foto CyntHia Borras
ONDERZOEK<br />
Een grote rol voor<br />
kleine soorten<br />
tekst larS SoerINk<br />
“Wil je de natuur goed beheren en<br />
biodiversiteit veiligstellen, dan moet je<br />
aan de basis beginnen. Bij de bodem,<br />
de planten en de kleine beestjes”, zegt<br />
Michiel Wallis de Vries van De<br />
Vlinderstichting. “Dat is voor<br />
beleidsmakers nog wel eens een<br />
openbaring, maar vlinders en andere<br />
insecten worden steeds serieuzer<br />
genomen.”<br />
Gentiaanblauwtje<br />
Voor goed natuurbeheer is namelijk gedetailleerde<br />
informatie nodig over de samenhang tussen planten,<br />
dieren en hun omgeving. Kennis over die samenhang<br />
wordt onder meer opgedaan bij het vele onderzoek dat in<br />
de nationale parken wordt uitgevoerd. Wat is de invloed van<br />
de bodem, het (grond)water, het landgebruik en het milieu?<br />
“Neem het gentiaanblauwtje”, zegt Wallis de Vries. “Dat is<br />
een bedreigde dagvlinder, die onder meer voorkomt in de<br />
“ Toch is het aandeel grote<br />
beesten in de natuurlijke<br />
diversiteit maar zeer<br />
bescheiden”<br />
nationale parken De Hoge Veluwe, Dwingelderveld en Drents-Friese Wold. Om nu te weten te<br />
komen of de gastheer van dit blauwtje, de klokjesgentiaan, zich thuisvoelt in deze gebieden, kun<br />
je bodemonderzoek doen. Daaruit blijkt dan bijvoorbeeld dat de plant bij een juiste hoeveelheid<br />
vocht en kale grond prima kan gedijen. Daar kun je vervolgens het beheer op aanpassen. Maar<br />
wil ook het gentiaanblauwtje terugkeren, dan moeten daar bovendien de juiste soorten mieren<br />
leven, en die stellen weer andere voorwaarden. Zo is de puzzel voor beheerders opeens veel<br />
complexer.”<br />
Kleine bedrieger<br />
De ingewikkelde samenhang tussen de verschillende soorten wordt prachtig geïllustreerd<br />
door mieren en vlinders. Of om preciezer te zijn, tussen bepaalde soorten knoopmieren en<br />
sommige soorten blauwtjes. Het gentiaanblauwtje is een goed onderzocht vlindertje dat<br />
in elke biologiestudie voorkomt. Het vlindertje zet eitjes af op de bloemknoppen van de<br />
klokjesgentiaan. Nadat de kleine rupsen zich tegoed hebben gedaan aan de bloemzaadjes, laten<br />
zij zich door knoopmieren meevoeren naar hun nest. Daar laten zij zich voeden door de mieren,<br />
die de kleine bedriegers voor hun soortgenoten houden. Uiteindelijk verpopt de rups in het<br />
mierennest. Bij het uitkomen moet de kersverse vlinder – nu toch duidelijk geen soortgenoot! –<br />
maken dat-ie wegkomt.<br />
Vrijwilligersbrigade voor blauwtjes<br />
Kennis over het gentiaanblauwtje leidt tot het inzicht dat beheer altijd maatwerk moet zijn. Maar<br />
maatwerk is duur. Het is arbeidsintensief én kennisintensief, en moeilijk met groot materieel<br />
uitvoerbaar. Het plaatselijk afplaggen van heide – het weghalen van heide en wortels, zonder<br />
te véél te verwijderen – zorgt ervoor dat de zaden van de klokjesgentiaan kunnen ontkiemen.<br />
np magazine 17
ONDERZOEK<br />
18 np magazine<br />
In de buurt moeten de mierennesten echter gespaard worden,<br />
zodat de vlinder zijn levenscyclus kan volbrengen. Beheerders,<br />
die doorgaans voor een groot gebied verantwoordelijk zijn,<br />
“ Specialisatie bepaalt<br />
in belangrijke mate de<br />
kwetsbaarheid van een<br />
soort”<br />
kunnen dat nauwelijks alleen volbrengen. Daarom startte De<br />
Vlinderstichting in 2001 samen met Landschap Overijssel<br />
met de ‘Blauwe brigade’; een netwerk van vrijwilligers die<br />
de terreinbeheerders dit beheer-op-maat helpen uitvoeren.<br />
Na Overijssel werd deze werkwijze ook in andere provincies<br />
Het eitje van het Gentiaanblauwtje<br />
Knoopmier speelt belangrijke rol in levenscyclus van Gentiaanblauwtje<br />
overgenomen. Zo wordt verzamelde informatie met toewijding<br />
omgezet in een optimaal beheer, en uiteindelijk in een<br />
duurzame bescherming van een van de meest bijzondere<br />
vlinders van Nederland.<br />
Levenscyclus van het gentiaanblauwtje<br />
Het gentiaanblauwtje heeft een complexe levenscyclus doordat<br />
de rups zowel van een waardplant als van een waardmier<br />
afhankelijk is. Deze specialisatie bepaalt in belangrijke mate<br />
de huidige zeldzaamheid van de soort, omdat een geschikt<br />
leefgebied voor het gentiaanblauwtje ook aan de voorwaarden<br />
van de waardplant en de waardmieren moet voldoen.<br />
Levenscyclus<br />
Het gentiaanblauwtje heeft een complexe levenscyclus doordat de rups zowel van een waardplant als van<br />
een waardmier afhankelijk is (Figuur 1). Deze specialisatie bepaalt in belangrijke mate de huidige<br />
zeldzaamheid van de soort, omdat een geschikt leefgebied voor het gentiaanblauwtje ook aan de<br />
voorwaarden van de waardplant en de waardmieren moet voldoen.<br />
(bron: W. Vanreusel et al., 2000).<br />
Levenscyclus van het gentiaanblauwtje (bron: W. Vanreusel et al., 2000).
NIEUWS VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND NATIONALE PARKEN<br />
Naar idee van het <strong>Samenwerkingsverband</strong> <strong>Nationale</strong><br />
<strong>Parken</strong> (SNP) heeft de NCRV, in samenwerking<br />
met Mrs Moon Productions, van 10 mei tot 10 juni<br />
2010 de nieuwe serie ‘NatuurTalent’ op televisie<br />
uitgezonden. In de serie struint NCRV-presentator<br />
Klaas Drupsteen met boswachters en acht bekende<br />
Nederlandse kunstenaars door de nationale parken<br />
Zuid-Kennemerland, De Oosterschelde, Drents-<br />
Friese Wold, De Maasduinen, Lauwersmeer, De<br />
Biesbosch, De Alde Feanen en Utrechtse Heuvelrug.<br />
Kunstschilderes Ans Markus, schrijver Bart Chabot,<br />
lingerieontwerpster Marlies Dekkers, tekenaar Jean-<br />
Marc van Tol, musicus Spinvis, fotojournalist Kadir<br />
van Lohuizen, kunstschilder Henk Helmantel en<br />
sieradenontwerpster Bibi van der Velden laten zich<br />
inspireren door de natuur van de nationale parken en<br />
vertalen hun belevingen in een kunstwerk.<br />
In de laatste aflevering van ‘NatuurTalent’ was de<br />
veiling van de kunstwerken te zien. De veiling heeft<br />
€ 21.500,- opgebracht dat ten goede komt aan de<br />
deelnemende nationale parken.<br />
Meer informatie over de kunstwerken en de<br />
resultaten van de veiling is te vinden op:<br />
www.nationaalpark.nl en www.ncrv.nl<br />
www.NatIoNaalpark.Nl<br />
Met kunstenaarsogen kijken in de nationale parken<br />
Ans Markus in het NP Zuid-Kennemerland<br />
np magazine 19
tekst Carolien vaDer / Foto natUUrmonUmenten<br />
PARTNER IN BEELD<br />
NATUURMONUMENTEN<br />
STEUNT DE KWALITEITSIMPULS<br />
NATIONALE PARKEN<br />
Teo Wams, directeur natuurbeheer bij Natuurmonumenten:<br />
“Natuur zal altijd het voornaamste bestaansrecht van een park moeten zijn”<br />
Teo Wams is directeur Natuurbeheer van Natuurmonumenten.<br />
Volgens eigen zeggen de leukste baan<br />
binnen de driekoppige directie van de vereniging.<br />
Natuurmonumenten bezit en beheert 100.000<br />
hectaren Nederlandse natuur, van Schiermonnikoog<br />
tot de Sint Pietersberg. In tien van de twintig nationale<br />
parken is Natuurmonumenten grondeigenaar. “We<br />
nemen deel aan het bestuur en het dagelijks beheer<br />
van de parken. Ook zijn we gastheer voor bezoekers<br />
en functioneren onze bezoekerscentra als plek waar<br />
mensen met het park in contact treden. Wij dragen<br />
daarmee het fenomeen nationaal park uit.”<br />
Natuurmonumenten is een van de initiatiefnemers<br />
van het manifest ‘Natuurkwaliteitsimpuls <strong>Nationale</strong><br />
<strong>Parken</strong>’. Teo Wams legt uit: “Sommige nationale parken<br />
bestaan al lang en zijn in eerste instantie opgericht om<br />
de natuurkwaliteit te beschermen. Maar voorlichting,<br />
recreatie en het betrekken van mensen bij de parken<br />
spelen een steeds belangrijkere rol. Toch zal natuur<br />
altijd het voornaamste bestaansrecht van een park<br />
moeten zijn. Om die reden willen we met alle partners<br />
komen tot een gerichte impuls op de natuurkwaliteit.<br />
We hebben inmiddels advies uitgebracht over hoe je<br />
natuur in de nationale parken vitaal kunt houden en beter<br />
bestand kunt maken voor de toekomst. Dat heeft met<br />
de versnippering en verbindingen in natuurgebieden te<br />
maken. Daar komen flinke investeringen bij kijken en<br />
veel overleg met de omgeving. We hebben de overheid<br />
gevraagd om een extra financiële injectie. Ook worden<br />
Europese subsidies, sponsorgelden en eigen middelen<br />
aangesproken. We zijn heel blij dat alle nationale parken<br />
zich achter deze plannen hebben geschaard en dat de<br />
overheid bijdraagt aan ons wensenpakket. Dit manifest<br />
kan gelukkig rekenen op een breed draagvlak.”<br />
Uit het manifest ‘Natuurkwaliteitsimpuls <strong>Nationale</strong><br />
<strong>Parken</strong>’ vloeien allerlei plannen voort. Wams: “Wij<br />
zijn intensief betrokken bij de natuurkwaliteitsimpuls<br />
binnen de parken. Met onze eigen mensen stippelen<br />
wij het beleid uit voor de toekomst. Het leeuwendeel<br />
van het werk wordt gedaan door de terreinbeheerders.<br />
Ook het grootste deel van het budget voor de parken<br />
is door Natuurmonumenten bijeengebracht.”<br />
Natuurmonumenten ziet het nationaal park als een<br />
keurmerk op een deel van haar gebieden. Zeker de<br />
omvangrijkere, die onderling goed verbonden moeten<br />
blijven. Wams: “Wij hebben 350 natuurgebieden.<br />
Ze zijn allemaal fantastisch, maar tien hebben dit<br />
keurmerk. Het predicaat nationaal park moet dus veel<br />
zeggen over de natuur- en belevingswaarde.” Wams besluit:<br />
“Onze betrokkenheid is voor bezoekers soms onzichtbaar.<br />
Mensen komen in een nationaal park, genieten van de<br />
natuur, maar hebben weinig weet van wat zich achter de<br />
schermen afspeelt. Natuurmonumenten vindt het natuurlijk<br />
belangrijk om als eigenaar en gastheer goed zichtbaar<br />
te zijn. Want het nationaal park: dat zijn wij ook.”