Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk

Klassewerkers!
Plan voor vakbekwaam
Rotterdams jongerenwerk

2
Inhoudsopgave
Inleiding 3
1 Samenvatting 5
2 Aandachtspunten in het vak 6
2.1 Werkbegeleiding, supervisie en intervisie 7
2.2 Zelfreflectie 7
2.3 Methodisch werken 7
2.4 Profilering 9
2.5 Aandacht voor meiden 11
2.6 Vrouwelijke jongerenwerkers 12
2.7 Beroepshouding 12
2.8 Omgaan met cultuurverschillen 16
3 Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk 16
3.1 Implementatietraject 16
3.2 Activiteiten 17
3.3 Themagerichte cursussen 19
3.4 Randvoorwaarden 19
4 Monitor onderzoek 21
5 Slotwoord 21
Colofon 22
Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk

3
Inleiding
Het jongerenwerk in Rotterdam staat weer op de kaart!
Het kwalitatief en kwantitatief versterken van het jongerenwerk
is één van de speerpunten uit het jeugdveiligheidsactieprogramma
‘Ruimte geven door grenzen te
stellen; Rotterdam doet het!’. De ambities zijn dat alle
jongerenwerkers in 2012 werken volgens de Rotterdamse
Methodiek 1 en dat de samenwerking tussen jongerenwerk
en politie sterk verbetert. Jongerenwerk en politie
kunnen door samenwerking en overleg de krachten bundelen,
met inachtneming van ieders taak en functie.
Professionaliseringsslag
Om het jongerenwerk te versterken is er, op initiatief van
de gemeente en de deelgemeenten, de Rotterdamse
Methodiek Jongerenwerk ontwikkeld. Daarin staan de
kerntaken en -competenties van de jongerenwerkers
beschreven. De Normering Jongerenwerk beschrijft de
resultaatgebieden en de daarvoor benodigde formatie.
Beide documenten vormden de basis voor een kwantitatief
en kwalitatief professionaliseringstraject voor het
jongerenwerk in Rotterdam.
Kwantiteitstraject
Het kwantiteitstraject voor het jongerenwerk voorziet in
de gefaseerde aanstelling van 50 fte nieuwe jongerenwerkers.
Daarbij gaat het om maatwerk. Het accent kan
liggen op ambulant werk, maar ook op jeugdserviceteams
of inpandig jongerenwerk. De basis voor toekenning
per gebied is de Normering Jongerenwerk.
Kwaliteitstraject
Het kwaliteitstraject bestaat uit:
• een beoordelingsprogramma (assessment) voor alle
Rotterdamse jongerenwerkers;
• deskundigheidsbevordering van jongerenwerkers;
• de nieuwe leerlijn Jongerenwerk op mbo- en hboniveau
(vanaf september 2008);
1 Het Rotterdamse Jongerenwerk: Functies, kerntaken, competenties, methoden - Adviesbureau Van Montfoort, 2006.
Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
• het ontwerpen en invoeren van een jongerenwerkapplicatie;
• het verbeteren van de aansturing van de sector;
• het monitoren van de resultaten.
Klasse
Eén onderdeel van het kwaliteitstraject is ‘Klasse’. Dit is
een meetinstrument dat inzicht geeft in de kwaliteiten en
ontwikkelpunten van een jongerenwerker. Het is gebaseerd
op de kerntaken en competenties van de jongerenwerker
volgens de Rotterdamse Methodiek.
De individuele jongerenwerker krijgt met Klasse de mogelijkheid
om zijn of haar eigen vaardigheden en ambities
te omschrijven en verder te ontwikkelen. De werkgever
krijgt inzicht in de kwaliteiten en capaciteiten van het
personeel. Jongerenwerkers kunnen met behulp van
Klasse hun specifieke competenties aantonen. Daarvan
kan vervolgens gebruik gemaakt worden door de praktijkexperts
in te zetten in onderwijsprogramma’s of ze op
te leiden tot praktijkcoach. Ook kunnen ze als voorman
aan de slag in een wijk met problematiek waarvan de
praktijkexpert heeft bewezen er goed mee om te kunnen
gaan. Praktijkexperts kunnen zich via de doorlopende
leerlijn ‘Ideaal Jongerenwerk’ op mbo-/hbo-niveau verder
ontwikkelen.
Tussen april en december 2008 namen alle Rotterdamse
jongerenwerkers deel aan het assessment van Klasse.
De uitkomsten zijn opgenomen in ‘Klassewerkers: de
uitkomsten van Klasse!’.
Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
Naast het individuele nut voor jongerenwerkers en
werkgevers, is er met de (geanonimiseerde) uitkomsten
van de assessments een plan voor vakbekwaam Rotterdams
jongerenwerk en een doorgaande leerlijn van het
onderwijsprogramma binnen de scholingsinstituten (door)
ontwikkeld.

In totaal zijn er drie documenten. Dit Plan voor vakbekwaam
Rotterdams jongerenwerk en twee documenten
die te lezen zijn als bijlage.
Het gaat om ‘Klassewerkers: de uitkomsten van Klasse!’
en ‘Klassewerkers: het uitvoeringsprogramma’.
‘Klassewerkers; Plan voor vakbekwaam Rotterdams
jongerenwerk’ is in opdracht van en samen met de
Ontwikkelgroep Ideaal Jongerenwerk ontwikkeld. De
ontwikkelgroep is ingesteld door Jeugd, Onderwijs en
Samenleving (JOS) van de gemeente Rotterdam.
4
Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
Draagvlak
Gedurende het hele traject rondom de totstandkoming
van dit plan is er sprake geweest van een breed draagvlak
vanuit de deelgemeenten, de onderwijsinstellingen,
de welzijnsinstellingen en de branchevereniging. Met
het schrijven van dit plan zijn we er nog niet; voor een
succesvolle uitvoering van ‘Klassewerkers’ is het cruciaal
dat alle partijen zich betrokken blijven voelen en zich
blijven inzetten.

1 Samenvatting
‘Klassewerkers; Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk’
beschrijft de analyse van het jongerenwerk
op basis van de uitkomsten van Klasse 2 en de hoofdlijnen
van het programma voor deskundigheidsverbetering.
De concrete uitwerking van het plan is beschreven in
‘Klassewerkers: het uitvoeringsprogramma’.
Aandachtspunten in het vak
Jongerenwerkers hebben behoefte aan een kader
waarbinnen zij hun vak op professionele wijze kunnen
uitoefenen. Zij werken vooral op basis van ervaring en
intuïtie en veel minder vanuit methodiek en pedagogiek.
Er is weinig begeleiding en sturing door leidinggevenden
en weinig collegiale uitwisseling. Reflectie op eigen
handelen is lastig.
De manier van werken en het ontbreken van duidelijke
richtlijnen en terugkoppeling vanuit de organisatie, leiden
ertoe dat jongerenwerkers met dilemma’s worstelen,
bijvoorbeeld rondom informatie-uitwisseling. Daarnaast
bestaat er onduidelijkheid over wat jongerenwerk is en
wat het te bieden heeft. Dat maakt profilering van het vak
ingewikkeld.
In de praktijk blijkt dat er weinig aandacht is voor meidenwerk.
Voor vrouwelijke jongerenwerkers kan het lastig
zijn om met groepen jongens te werken. Ook kan het
voor de jongerenwerker moeilijk zijn om met een doelgroep
te werken met een andere culturele identiteit.
2 De uitkomsten van de assessments van Klasse zijn opgenomen in
Klassewerkers: de uitkomsten van Klasse!
3 POP = persoonlijk ontwikkelingsplan
5
Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
De activiteiten die bijdragen aan vakbekwaam Rotterdams
jongerenwerk zijn georganiseerd rond vijf thema’s:
• Versterken van het eerstelijns management;
• Verdiepen van de Rotterdamse Methodiek
Jongerenwerk;
• Versterken van het profiel van het jongerenwerk;
• Verstevigen van de netwerkpositie;
• Verbeteren van de beroepshouding.
Deze activiteiten worden in ‘Klassewerkers: het uitvoeringsprogramma’
uitgewerkt tot concrete uitvoeringsplannen.
De acties die in het kader van dit Plan voor vakbekwaam
Rotterdams jongerenwerk worden uitgevoerd, zijn erop
gericht om de sector te versterken.
Randvoorwaarden hierbij zijn de rol van management en
leidinggevenden, de verwachte Inzet en het trainings- en
ontwikkelcentrum.
JOS trekt zich op termijn terug als de initiator van activiteiten
en initiatieven. Zo moet het assessmentinstrument
Klasse als regulier POP-instrument 3 worden ingebed in
de sector en moeten leidinggevenden in staat zijn om
jongerenwerkers intensief te begeleiden bij de uitvoering
van hun vak.
Monitoring
Om zicht te houden op de effectiviteit van de uitvoering
van het Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
wordt er gedurende een periode van tenminste
één jaar (met een mogelijke doorloop in 2010) meerdere
keren bij alle welzijnsinstellingen door een onafhankelijk
onderzoeksbureau gemonitord in hoeverre de ingezette
instrumenten de kwaliteit van het jongerenwerk daadwerkelijk
verbeteren.

2
Aandachtspunten in het vak
De eindrapportages van Klasse, het assessment dat alle
Rotterdamse jongerenwerkers doorlopen hebben, zijn
de basis voor de analyse van het huidige Rotterdamse
jongerenwerk.
Het blijkt dat jongerenwerkers behoefte hebben aan een kader
waarbinnen zij hun vak op professionele wijze kunnen
uitoefenen. Zij opereren vooral vanuit ervaring en intuïtie
en veel minder vanuit een methodische en pedagogische
manier van werken. Begeleiding en sturing door leidinggevenden
is gering. Ook collegiale uitwisseling via intervisie
ontbreekt vaak. Door deze manier van werken en door het
ontbreken van duidelijke richtlijnen en terugkoppeling vanuit
de organisatie worstelen jongerenwerkers met dilemma’s,
vooral rondom informatie-uitwisseling. Daarnaast is er
onduidelijkheid over wat jongerenwerk is en wat het kan
bieden. Dat maakt profilering van het vak ingewikkeld.
6
Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
Deze onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod.
Daarnaast is er aandacht voor de competentie multicultureel
bewustzijn. Hierop wordt in de uitoefening van het
vak jongerenwerk het minst de nadruk gelegd.
Aan het slot van iedere paragraaf worden doelen benoemd
voor verbetering. Deze vormen het startpunt van
waaruit de activiteiten voor vakbekwaam Rotterdams
jongerenwerk zijn opgesteld.
Voor de analyse is een steekproef van 82 eindrapportages
van Klasse geanonimiseerd en bestudeerd. Thema’s
die regelmatig in de eindrapportages terugkomen, zijn
genoteerd. Dit geeft inzicht in het aantal jongerenwerkers
waarbij een bepaald onderwerp speelt.

2.1 Werkbegeleiding, supervisie en
intervisie
In de rapportages van Klasse valt de enorme behoefte
van jongerenwerkers aan werkbegeleiding, supervisie
en intervisie op. In 76% van de adviesgesprekken zijn
afspraken gemaakt over het realiseren van (meer) werkbegeleiding,
intervisie, supervisie en coaching.
Van een leidinggevende wordt verwacht dat hij of zij
stuurt in de praktijk van alle dag. Het management moet
veel meer gaan werken met moderne managementconcepten,
zoals het werken met voormannen, individuele
ontwikkelingsplannen, functioneringsgesprekken, werkbegeleiding,
praktijktraining en intervisie. Leidinggevenden
moeten sturen met een grote mate van ‘bemoeizucht’
op de uitvoering. Zij moeten weten wat er speelt en
moeten jongerenwerkers ondersteunen bij de dilemma’s
die zij in hun werk ervaren.
2.2 Zelfreflectie
Uit het stedelijk competentieprofiel blijkt dat jongerenwerkers
zichzelf overschatten op de competentie
zelfreflectie. Uit de eindrapportages van Klasse blijkt
dat jongerenwerkers moeite hebben met het nadenken
over het eigen handelen (wanneer zet ik welke interventie
in en wat is daar het effect van, hoe kom ik over op
jongeren en op collega’s). Sommige jongerenwerkers
denken er wel over na, maar bespreken dat vervolgens
niet met anderen. Het inzichtelijk maken van de manier
van denken en handelen, is daarom ook een belangrijk
aandachtspunt. In de rapportages van Klasse komt het
onderwerp zelfreflectie bij 28% van de jongerenwerkers
terug in de ontwikkelbehoeften.
7
Thema: versterken van het eerste lijnsmanagement
Doelen
n Alle jongerenwerkers worden op structurele wijze ondersteund bij de uitoefe-
ning van hun vak, zowel op individueel niveau als op teamniveau.
n Jongerenwerkers zijn in staat om te reflecteren.
n Jongerenwerkers zijn in staat om de reflectie op hun eigen handelen terug te
koppelen naar collega’s en de leidinggevende.
Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
Onderweg naar huis denkt hij vaak na over zijn
werk: wat heeft hij gedaan en heeft hij zijn
doel bereikt. Hij is daarbij in staat om naar zichzelf
te kijken. Welke invloed heeft het eigen gedrag op
het werk.
2.3 Methodisch werken
Het jongerenwerk heeft, zoals iedere professie in de
sociale sector, te maken met een mate van autonomie
van de professional tijdens het uitoefenen van zijn of
haar vak. Uit de assessments van Klasse blijkt dat binnen
het jongerenwerk sprake is van een wel erg sterke
autonomie. Grof gezegd handelt iedereen naar zijn of
haar eigen inzichten. Er is nauwelijks sprake van een
gedeelde visie en een methodische manier van werken.
Jongerenwerkers handelen vooral op basis van voorgaande
ervaringen en intuïtie en niet op basis van een
eensgezinde, pedagogische visie. Zelfs jongerenwerkers
die op de opleiding wel geleerd hebben om methodisch
te werken, passen dit in de praktijk al snel niet meer toe.
46% van de jongerenwerkers heeft bij het assessment
aangegeven ontwikkelbehoeften te hebben op het terrein
van methodisch werken.
Een ervaren jongerenwerker die deelnam aan de
Rotterdam Training voor de Stedelijke Pool
Jongerenwerk vertelde aan het einde van de
Training dat hij zich nu realiseerde dat hij in de
praktijk niet methodisch werkt, terwijl hij dit wel
geleerd had op de opleiding.
Het ontbreken van een visie en pedagogische methodiek
maakt dat jongerenwerkers soms onzeker zijn over
hoe ze in bepaalde situaties moeten handelen. Het leidt
ook tot problemen in de samenwerking met collega’s.
De ene jongerenwerker vindt bijvoorbeeld dat je soms
iets voor jongeren moet doen als ze daar zelf niet toe in
staat zijn, een ander vindt dat je jongeren alleen moet

ondersteunen. Of de ene jongerenwerker vindt dat je in
een bepaalde situatie moet ingrijpen, een ander vindt van
niet. De ene jongerenwerkers vindt dat je informatie moet
delen met de politie, een ander vindt van niet.
Als het gaat om het (al dan niet) methodisch werken, zien
we dat jongerenwerkers met name worstelen met een
tweetal dilemma’s. De eerste is de pedagogische rol van
de jongerenwerker: ruimte geven aan jongeren maar ook
duidelijke grenzen kunnen stellen. De tweede is het vinden
van een balans tussen enerzijds jongeren stimuleren
om zelf actie te ondernemen versus als jongerenwerker
actie ondernemen voor een jongere omdat actie vanuit
de jongere(n) uitblijft.
Ruimte geven en grenzen stellen
Dat jongeren zich afzetten tegen de volwassen wereld,
dat ze experimenteren en grenzen opzoeken, dat ze zich
brutaler en groter voordoen dan ze zijn of dat ze zich juist
onzichtbaar opstellen; het hoort allemaal bij de leeftijd.
Soms vanwege onzekerheid, vaak vanwege de groep
waartoe ze behoren of willen behoren. Omdat het vaak
om vervelend gedrag gaat, is het voor volwassenen verleidelijk
om dit gedrag als eendimensionaal, beheersend
en afwijzend te benaderen. De uiterlijk waarneembare
kenmerken, zoals een grote mond, harde muziek, graffiti
en dergelijke, zijn niet prettig en niet acceptabel.
8
Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
Grenzen stellen en structuur bieden is dan nodig. Alle
jongeren hebben baat bij een duidelijke structuur en
grenzen en een consequente handhaving daarvan. Of
het jong zijn al dan niet soepel verloopt, heeft daarmee
niets te maken. 4
e moet ruimte geven aan jongeren maar aan
“J de andere kant vragen om de handhaving
van grenzen. Ik vind dat als je te strak grenzen
handhaaft dan belemmert dat de ontwikkeling van
de jongeren.”
Naast grenzen stellen en structuur bieden, wil het
jongerenwerk aandacht besteden aan het ontdekken en
ontwikkelen van kwaliteiten en talenten van jongeren. Bij
het problematiseren van (het gedrag van) jongeren, wordt
vaak vergeten dat zelfs de grootste ‘etter’ over talenten
beschikt die, als je je best doet, ontdekt, ontwikkeld en
ontplooid kunnen worden.
Het is voor veel jongerenwerkers lastig om de balans te
vinden tussen aan de ene kant jongeren de ruimte geven
om zich te ontwikkelen en aan de andere kant grenzen
stellen en optreden bij grensoverschrijdend gedrag.
Thema: verdiepen rotterdamse methodiek jongerenwerk en
verbeteren beroepshouding
Doelen
n Alle Rotterdamse jongerenwerkers handelen op basis van een eensgezinde,
pedagogische en methodische manier van werken.
n Alle Rotterdamse jongerenwerkers werken volgens de Rotterdamse Metho-
diek Jongerenwerk.
n Alle Rotterdamse jongerenwerkers werken vanuit een pedagogische rol
waarbij ruimte bieden versus grenzen stellen en het omgaan met bestelge-
drag van jongeren centraal staan.
4 Dit is één van de principes van het jongerenwerk, zoals beschre-
ven in de Rotterdamse Methodiek Jongerenwerk.
n Alle Rotterdamse jongerenwerkers worden begeleid en ondersteund.

9
k stel grenzen en handhaaf normen.” D. zegt:
“I“Ik doe dat soms zo sterk dat ik het proces
dat zich daarbij afspeelt niet meer zie. Regels
worden belangrijk maar verstoren het proces. Veel
regels komen vanuit de overheid en vanuit de
bewoners. Als je je teveel aan de regels houdt dan
geef je geen ruimte voor ontwikkeling bij de
jongeren. Zij zoeken de grenzen. Houd je je als
werker strak aan de regels dan raak je het contact
met de jongeren kwijt.”
Omgaan met bestelgedrag van jongeren
Het doel van het jongerenwerk is jongeren te ondersteunen
bij het proces van opgroeien naar volwassenheid.
Het jongerenwerk bevordert de maatschappelijke participatie
van jongeren, zodat jongeren als volwaardig burger
kunnen deelnemen aan de samenleving. Het kunnen
dragen en nemen van verantwoordelijkheid is één van de
belangrijkste kenmerken van volwassenheid en volwaardig
burgerschap. Het jongerenwerk steunt en stimuleert
jongeren dan ook in het dragen van eigen verantwoordelijkheid
en stimuleert jongeren tot een actieve bijdrage
aan hun eigen leefomgeving. 5
vraagt zich af hoe zij om moet gaan met: ‘Jij
L. wordt hiervoor toch betaald’.Zuchtend: “Hoe
leer ik ze zelf verantwoordelijkheid te nemen.”
Voor veel jongerenwerkers is het lastig om een balans te
vinden tussen enerzijds jongeren stimuleren om zelf actie
te ondernemen en anderzijds als jongerenwerker zelf
actie ondernemen als actie vanuit jongeren uitblijft. Dit is
vaak een dilemma.
Jongeren willen van alles. De jongerenwerker
wil jongeren mee laten werken (participatie),
maar op een gegeven moment verzandt het, komt
het niet verder. Hij vraagt zich af tot hoe ver hij
dan zelf moet gaan om het proces op gang te
houden, wat hij aan de jongeren over kan laten.
Het gaat er dan dus ook over of je een activiteit
van hen wilt laten mislukken of dat je dan toch zelf
alle zeilen bij gaat zetten. Hij is op zoek naar een
balans hier in, hij denkt dat er een punt moet zijn
waarop je het aan de jongeren over kan laten. “Dat
is mede afhankelijk van de mogelijkheden van de
doelgroep en de doelstelling”, beaamt hij.
2.4 Profilering
Jongerenwerkers hebben veel behoefte aan ontwikkeling
op het terrein van presenteren, profileren, netwerken,
rapporteren en beïnvloeding van beleid. 55% van de jongerenwerkers
heeft ontwikkelbehoeften op één of meer
van deze terreinen. Het lijkt erop dat dit te maken heeft
met het gebrek aan visie op wat jongerenwerk inhoudt,
Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
Thema: versterken van het
profiel van het jongerenwerk
en verstevigen netwerkpositie
Doelen
n Jongerenwerkers zijn in staat om
kort en krachtig aan derden uit
te leggen wat het jongerenwerk
inhoudt, wat zij kunnen beteke-
nen voor jongeren.
n Ketenpartners weten wat het
jongerenwerk inhoudt, wat het
jongerenwerk voor hen kan bete-
kenen en wat zij voor het jonge-
renwerk kunnen betekenen.
n Er is zowel stadsbreed als bin-
nen welzijnsinstellingen een-
duidigheid over de visie op het
jongerenwerk (doelgroep, taken,
pedagogische aanpak, keten-
samenwerking, e.d.).
waar het jongerenwerk voor staat en wat het jongerenwerk
kan betekenen voor jongeren en de maatschappij.
Vraag een willekeurig persoon wat jongerenwerk is en ze
noemen een bouwvallige keet of buurthuis waar af en toe
een voetbaltoernooitje voor lastige jongeren wordt georganiseerd.
Daarmee wordt het jongerenwerk geen recht
gedaan. Het stoort veel jongerenwerkers dat partners
zo’n verkeerd beeld hebben van het jongerenwerk. Maar
wat het jongerenwerk wel precies inhoudt, dat vinden
jongerenwerkers moeilijk uit te leggen.
5 Rotterdamse meiden, Rotterdamse uitdagingen: Een advies aan de Burgemeester en Wethouders van Rotterdam - Scala en de Rotterdamse
Jongerenraad, 2007.

astig is dat het beeld van ‘hangende
“Ljongeren’ in de wijk de beeldvorming over
de organisatie beïnvloedt. Bewoners hebben al
snel het idee dat een organisatie tekort schiet
omdat zij last hebben van hangjongeren.”
In netwerkoverleggen en naar buurtbewoners toe is het
belangrijk dat je jezelf als jongerenwerker goed kunt
presenteren. Wat doe je als jongerenwerker, wat kun je
betekenen voor de ander, wat kan een ander voor jou
betekenen, waar sta je voor?
Jongerenwerkers ondersteunen jongeren bij het opgroeien
en volwassen worden. Daarnaast wil het jongerenwerk
de maatschappelijke participatie van jongeren
bevorderen en vergroten. Om dit te kunnen doen, is het
belangrijk dat je als jongerenwerker serieus genomen
10 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
wordt door ketenpartners, door buurtbewoners, door
de deelgemeente en door de organisatie waar je voor
werkt. Serieus genomen worden heeft te maken met de
manier waarop je jezelf presenteert en profileert en de
manier waarop je rapportages schrijft. Daarnaast bereik
je meer als je een breed netwerk hebt van organisaties
en mensen waar je een beroep op kunt doen, mee kunt
samenwerken en waarnaar je jongeren met vragen kunt
verwijzen. Door te werken op basis van het beleid van
de deelgemeente en de organisatie waarin je werkt, heb
je indirect invloed op de maatschappelijke participatie
van jongeren. Je kunt aandacht vragen voor bepaalde
maatschappelijke vraagstukken of de aandacht vestigen
op bijvoorbeeld een bepaalde methodiek die goed werkt.
Ook voor beïnvloeding van beleid is het van groot belang
om serieus genomen te worden en duidelijk te kunnen
maken waar het jongerenwerk voor staat.

2.5 Aandacht voor meiden
Van de 82 eindrapportages Klasse die voor deze analyse
zijn doorgenomen, blijkt van drie (vrouwelijke)
jongerenwerkers dat zij echte meidenwerkers zijn. Alle
andere vrouwelijke jongerenwerkers werken of alleen met
groepen jongens, of met gemengde groepen bestaande
uit jongens en meiden, of ze werken gedeeltelijk met
groepen jongens en gedeeltelijk met groepen meiden.
Het jongerenwerk is bedoeld voor alle Rotterdamse jongeren,
maar richt zich actief op het vergroten en verster-
11 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
ken van maatschappelijke participatie van jongeren die
onvoldoende kansen hebben, die problemen hebben of
die problemen veroorzaken. Problemen die bij opgroeiende
meiden in Rotterdam gesignaleerd worden, zijn
voortijdig schoolverlaten, tienermoederschap, oneerlijke
verdeling huishoudelijke taken en huwelijksdwang. In
de praktijk blijkt dat problematiek van meiden te weinig
aandacht krijgt 6 Volgens een advies van de Rotterdamse
Jongerenraad is momenteel één op de vijf jongeren die
deelnemen aan het jongerenwerk in Rotterdam, meisje.
Dit zou in twee jaar tijd zich moeten uitbreiden tot minimaal
één op de vier.
6 Rotterdamse meiden, Rotterdamse uitdagingen: Een advies aan de Burgemeester en Wethouders van Rotterdam - Scala en de
Rotterdamse Jongerenraad, 2007.

2.6 Vrouwelijke jongerenwerkers
De uitkomsten van Klasse laten zien dat jongerenwerk
vooral jongenswerk is. Dat blijkt al uit de scheve balans
tussen mannelijke en vrouwelijke jongerenwerkers.
De 103 Rotterdamse jongerenwerkers die de portfolio’s
invulden voor deelname aan Klasse waren 70 mannen en
33 vrouwen. Dit kan te maken hebben met het achterblijven
van de doelgroep meiden in het jongerenwerk
(het meidenwerk trekt meer vrouwelijke jongerenwerkers
aan); ook wordt vooral ambulant jongerenwerk toch vaak
gezien als ‘mannenwerk’.
De meeste vrouwelijke jongerenwerkers in Rotterdam
werken met jongens. Soms zijn dat groepen die alleen uit
jongens bestaan, soms zijn dat gemengde groepen van
jongens en meiden.
De verwachting vooraf was dat het voor vrouwelijke jongerenwerkers
niet altijd eenvoudig zal zijn om met groepen
jongens te werken, vooral als het gaat om groepen
jongens die vanuit hun culturele achtergrond een sterke
rolopvatting hebben over de (minderwaardige) positie van
de vrouw in relatie tot die van de man.
ondervindt weerstand bij de groep. Zij denkt
L. dat dit ligt aan het feit dat zij vrouw is en
Nederlandse.
Uit de eindrapportages van Klasse blijkt dat een aantal
vrouwelijke jongerenwerkers hier inderdaad moeite mee
heeft. Het aantal dat hier moeite mee heeft (een enkeling)
is echter veel minder dan vooraf verwacht. De vraag is:
staan vrouwelijke jongerenwerkers stevig in hun schoenen
of is dit onderwerp niet aan bod gekomen tijdens de
gesprekken?
is laagdrempelig naar de meiden toe, maar
A. zal hen ook aanspreken op hun gedrag. Bij
de jongens 16+ heeft zij hier duidelijk problemen
mee. Zij komt bij hen eerder afstandelijk over. Ze
krijgt moeilijk contact met de jongens. Ook het
handhaven van de orde gaat haar bij de jongens
slecht af, terwijl dat bij de meiden eigenlijk geen
probleem is.
Vrouwelijke jongerenwerkers die goed in staat zijn om
grenzen te stellen naar jongeren (zowel meiden als jongens)
vormen een meerwaarde in het jongerenwerk.
2.7 Beroepshouding
In de rapportages van Klasse valt op dat jongerenwerkers
veel waarde hechten aan goede contacten met
de doelgroep. Gelukkig maar, een goed contact is een
voorwaarde om jongeren te kunnen begeleiden en ondersteunen.
Veel jongerenwerkers zijn van mening dat het
contact gebaseerd moet zijn op vertrouwen en vriendschap.
12 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
Thema: versterken profiel
rotterdams jongerenwerk
Doelen
n Meiden behoren tot de doelgroep
van het jongerenwerk (minimaal
één op de vier jongeren is meis-
je), zowel in theorie als in praktijk.
n Uitbreiding van het aantal meiden-
werkers.
n Uitbreiding van het aantal vrouwe-
lijke jongerenwerkers.
n Vrouwelijke jongerenwerkers
voelen zich prettig in de uitoefe-
ning van het vak jongerenwerker.
n Meiden behoren tot de doelgroep
van het jongerenwerk, zowel in
theorie als in praktijk.
Het hebben van persoonlijke, op vriendschap gebaseerde
relaties met jongeren valt vrijwel altijd samen
met moeite om grenzen te stellen en te handhaven.
Jongerenwerkers die zich als het ‘maatje’ van de jongere
opstellen, hebben daarnaast ook moeite met het delen
van informatie over de jongere met ketenpartners.
Veel jongerenwerkers worstelen dan ook met dilemma’s
rondom informatie-uitwisseling. Het gaat met name om
informatie-uitwisseling met de politie. Menig jongerenwerker
hecht grote waarde aan het opbouwen van een
vertrouwensrelatie met jongeren. Daarbij stellen jongerenwerkers
zich op als het ‘maatje’ van de jongere. Op
het moment dat een jongere iets vertelt aan de jongerenwerker
wat de politie zou moeten weten, dan heeft
de jongerenwerker het gevoel dat hij of zij dit niet kan
doorgeven omdat daardoor de vertrouwensrelatie onder
druk komt te staan.

Op straat heeft hij oppervlakkig contact met de
buurtagent, en dit wil hij ook zo houden
omdat hij bang is dat jongeren anders snel een
link leggen en het zijn vertrouwensband met de
jongeren kan schaden.
Aan de ene kant wil en moet je als jongerenwerker
informatie verstrekken, aan de andere kant vinden
jongerenwerkers dat ze voorzichtig met de privacy van
jongeren om moeten gaan. Jongeren vertrouwen een
jongerenwerker niet zomaar informatie toe. Daarom
vinden veel jongerenwerkers dat ze voorzichtig moeten
zijn met welke informatie wel of niet gedeeld wordt. Het
woord vertrouwensrelatie suggereert dat je geheimen
van jongeren bewaart, dat je informatie die in vertrouwen
aan jou verteld is, niet doorgeeft aan anderen.
13 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
B. vindt dat zij de plicht heeft om waar nodig
informatie uit te wisselen. Zij vindt wel dat
de jongerenwerker ook de plicht heeft om
persoonlijke informatie van jongeren te
beschermen. Jongeren vertrouwen een
jongerenwerker niet zomaar informatie toe.
Daarom vindt zij dat er netjes en voorzichtig mee
omgegaan mag worden. Toch blijft het een lastige
kwestie voor B.

In zijn relatie met jongeren maakt D. duidelijk
waar de grenzen liggen. Hij geeft wel aan dat hij
duidelijk voor jongeren kiest en niet voor de
politie! Aan de ene kant vindt D. wel dat de
organisatie moet optreden wanneer er aangifte
gedaan moet worden die met ongeregeldheden
binnen het jongerenwerk te maken hebben. Hij
vindt dat de jongerenwerker niet in een dergelijke
lastige situatie terecht moet komen, mits hij
persoonlijk bedreigd wordt. Het vertrouwen van
jongeren staat voorop, volgens D.
Openheid en eerlijkheid naar jongeren toe lijken de
belangrijkste sleutel tot een goede informatie-uitwisseling
met partners en het behoud van goede contacten met
jongeren. Op het moment dat je open en eerlijk bent,
ben je betrouwbaar voor een jongere. Een betrouwbare
relatie is iets heel anders dan een vertrouwensrelatie.
In een vertrouwensrelatie wek je al snel de indruk dat je
informatie die jongeren jou geven, voor jezelf houdt. Als
je vervolgens toch informatie deelt met ketenpartners,
dan voelen jongeren zich verraden. Als je informatie niet
deelt, dan help je een jongere niet verder in zijn of haar
ontwikkeling en ben je niet professioneel bezig met de
uitoefening van je vak. In een betrouwbare relatie vertel
je jongeren in openheid en eerlijkheid wat je taak is, wat
je beoogt met een jongere en wat je met informatie van
jongeren doet of moet doen. Jongeren weten dan vooraf
wat ze aan je hebben en je verraadt ze niet als je samenwerkt
met ketenpartners.
ijn jongeren weten dat ik met de politie praat
“Men zij accepteren dat. Ik heb hen uitgelegd
dat ik niemand ‘verlink’ maar dat ik probeer er voor
hen te zijn in mijn overleg met de politie zodat we
samen opbouwend bezig kunnen zijn.”
14 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
H. brengt zelf in dat hij het een moeilijke afweging kan
vinden welke informatie hij wel of niet moet doorspelen.
Als voorbeeld noemt hij een verhaal dat jongeren hem tijdens
een workshop hadden verteld. H. heeft uiteindelijk,
zonder er een oordeel waar of niet waar aan te koppelen,
aan de school doorgegeven dat hij dat verhaal had opgevangen.
Hij heeft de betreffende jongeren ook verteld
dat hij de informatie had doorgegeven. Uiteindelijk is zijn
relatie met deze jongeren daardoor niet geschaad.
2.8 Omgaan met cultuurverschillen
De competentie multicultureel bewustzijn is bij jongerenwerkers
het minst ver ontwikkeld. Dit heeft te maken met
de gedachte dat we allemaal Rotterdammers zijn en dat
het niet uitmaakt welke culturele identiteit je hebt. Jongerenwerkers
leggen daarom minder de nadruk op de competentie
multicultureel bewustzijn. Wat wel opvalt, is dat
het voor sommige jongerenwerkers lastig is om met een
doelgroep te werken met een andere culturele identiteit
dan zij zelf hebben. Deze jongerenwerkers hebben het
gevoel niet serieus genomen te worden door jongeren,
er wordt minder snel naar de jongerenwerker geluisterd.
Ook een gebrek aan kennis van de culturele identiteit
van de doelgroep wordt als belemmering ervaren. Dit
geldt overigens niet alleen voor de culturele identiteit,
maar ook voor kennis van jeugdculturen en straattaal (dit
gaat bijvoorbeeld op voor jongerenwerkers die uit een
ander deel van Nederland komen, waar andere jeugdculturen
zijn of voor jongerenwerkers die zelf in een ander
milieu zijn opgegroeid). In de assessments van Klasse
heeft 10% van de jongerenwerkers aangegeven ontwikkelbehoeften
te hebben op het terrein van multicultureel
bewustzijn en het verdiepen in andere doelgroepen.
Zij is zich bewust van het feit dat haar eigen
culturele achtergrond invloed heeft op anderen.
Zij werkt soms vanuit een ander normen- en
waardenpatroon dan dat de jongeren gewend zijn.
Thema: verbeteren beroepshouding en verstevigen
netwerkpositie
Doelen
n Jongerenwerkers zijn zich bewust van hun pedagogische rol en taak.
n Jongerenwerkers zijn in staat om ruimte te geven én grenzen te stellen aan
jongeren.
n Alle Rotterdamse jongerenwerkers delen informatie met ketenpartners.
n Samenwerking met de politie is vanzelfsprekend en verloopt soepel.

Thema: verbeteren beroepshouding
Doelen
n Rotterdamse jongerenwerkers zijn zich bewust van de diversiteit aan doel-
groepen (qua sekse, leeftijd, culturele identiteit, seksuele identiteit, religie,
jeugdcultuur).
n Rotterdamse jongerenwerkers zijn in staat om met een diversiteit aan doel-
groepen te werken.
n Rotterdamse jongerenwerkers beschikken over de kennis die nodig is om
met een bepaalde doelgroep te werken.
15 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk

3
Plan voor vakbekwaam
Rotterdams jongerenwerk
Op basis van de analyse uit hoofdstuk 2 benoemt dit
hoofdstuk activiteiten die bijdragen aan vakbekwaam
Rotterdams jongerenwerk. In het vorige hoofdstuk
zijn de onderwerpen van analyse gekoppeld aan een
thema waarop activiteiten worden georganiseerd. De vijf
thema’s zijn:
• Versterken van het eerstelijns management;
• Verdiepen van de Rotterdamse Methodiek Jongerenwerk;
• Versterken van het profiel van het jongerenwerk;
• Verstevigen van de netwerkpositie;
• Verbeteren van de beroepshouding.
Daarnaast worden er diverse themagerichte, inhoudelijke
cursussen en trainingen aangeboden aan de jongerenwerkers.
Als onderdeel van Klasse hebben jongerenwerkers individuele
ontwikkelafspraken gemaakt met hun leidinggevenden.
Deze afspraken worden door de welzijnsinstellingen
opgevolgd. Eén van de activiteiten van Klassewerkers
is dat welzijnsinstellingen, onder begeleiding van een
coach vanuit JOS, zelf een eigen Plan van Aanpak voor
vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk ontwikkelen.
Hierin worden de uitgewerkte plannen van de individuele
afspraken van de jongerenwerkers opgenomen.
In het uitvoeringsprogramma van Klassewerkers worden
de activiteiten, ondersteund vanuit JOS, op ieder thema
uitgewerkt tot concrete uitvoeringsplannen.
16 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
3.1 Implementatietraject
Het kwaliteitstraject voor het Rotterdams jongerenwerk is
onderdeel van het actieprogramma ‘Ruimte geven door
grenzen te stellen; Rotterdam doet het!’. Het actieprogramma
loopt tot eind 2012. De periode tot 2012 wordt
benut om de sector kwantitatief en kwalitatief te versterken.
Een aantal activiteiten in het kwaliteitstraject is er
expliciet op gericht om de sector ‘handen en voeten’ te
geven om ook op de lange termijn vakbekwaam jongerenwerk
te leveren. Denk bijvoorbeeld aan de leerlijn
Ideaal Jongerenwerk, waar aanstormend talent tot
jongerenwerker wordt opgeleid. Bij het mbo is de opleiding
gekoppeld aan de opleiding Sociaal Cultureel Werk
(niveau 2 en 4). Bij het hbo is de opleiding gekoppeld aan
de opleiding Culturele Maatschappelijke Vorming (niveau
5).
Ook de acties die in het kader van dit Plan voor vakbekwaam
Rotterdams jongerenwerk worden uitgevoerd, zijn
erop gericht om de sector op die manier te versterken
zodat JOS zich op termijn kan terugtrekken als de initiator
van activiteiten en initiatieven. Zo willen we dat het
assessmentinstrument Klasse als regulier POP- instrument
wordt ingebed in de sector en dat leidinggevenden
in staat zijn om jongerenwerkers intensief te begeleiden
in de uitvoering van hun vak.
Omdat de verantwoordelijkheid voor vakbekwaam Rotterdams
jongerenwerk uiteindelijk bij de sector zelf ligt,
wordt in paragraaf 3.4 een aantal randvoorwaarden
geschetst die het mogelijk maken om de activiteiten van
dit plan te borgen in de sector zelf.

3.2 Activiteiten
Op basis van de analyse uit hoofdstuk 2 en van het stedelijk
competentieprofiel van het jongerenwerk, organiseert
de gemeente Rotterdam een stedelijk aanbod op
de volgende thema’s:
• Versterken van het eerstelijns management;
• Verdiepen van de Rotterdamse Methodiek Jongerenwerk;
• Versterken van het profiel van het jongerenwerk;
• Verstevigen van de netwerkpositie;
• Verbeteren van de beroepshouding.
Voor ieder thema is een aantal activiteiten uitgewerkt. De
activiteiten die georganiseerd worden, hebben een aantal
effecten die aansluiten op de doelen uit hoofdstuk 2.
Versterken van het eerste lijnsmanagement:
• Alle jongerenwerkers worden op structurele wijze
ondersteund bij de uitoefening van hun vak, zowel op
individueel niveau als op teamniveau.
• Jongerenwerkers zijn in staat om te reflecteren.
• Jongerenwerkers zijn in staat om de reflectie op hun
eigen handelen terug te koppelen naar collega’s en
leidinggevende.
Verdiepen van de Rotterdamse Methodiek Jongerenwerk:
• Alle Rotterdamse jongerenwerkers handelen op basis
van een eensgezinde, pedagogische en methodische
manier van werken.
• Alle Rotterdamse jongerenwerkers werken conform de
Rotterdamse Methodiek Jongerenwerk.
17 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
• Alle Rotterdamse jongerenwerkers werken vanuit
een pedagogische rol waarbij ruimte bieden versus
grenzen stellen en het omgaan met bestelgedrag van
jongeren centraal staan.
Versterken van het profiel van het jongerenwerk:
• Jongerenwerkers zijn in staat om kort en krachtig aan
derden uit te leggen wat het jongerenwerk inhoudt, wat
zij kunnen betekenen voor jongeren.
• Ketenpartners weten wat het jongerenwerk inhoudt,
wat het jongerenwerk voor hen kan betekenen en wat
zij voor het jongerenwerk kunnen betekenen.
• Er is zowel stadsbreed als binnen welzijnsinstellingen
eenduidigheid over de visie op het jongerenwerk (doelgroep,
taken, pedagogische aanpak, ketensamenwerking).
• Meiden behoren tot de doelgroep van het jongerenwerk
(minimaal één op de vier jongeren is meisje),
zowel in theorie als in praktijk.
• Uitbreiding van het aantal meidenwerkers.
• Uitbreiding van het aantal vrouwelijke jongerenwerkers.
• Vrouwelijke jongerenwerkers voelen zich prettig in de
uitoefening van het vak jongerenwerker.
Verstevigen van de netwerkpositie:
• Ketenpartners weten wat het jongerenwerk inhoudt,
wat het jongerenwerk voor hen kan betekenen en wat
zij voor het jongerenwerk kunnen betekenen.
• Alle Rotterdamse jongerenwerkers delen informatie
met ketenpartners.
• Samenwerking met de politie is vanzelfsprekend en
verloopt soepel.

Verbeteren beroepshouding:
• Jongerenwerkers zijn zich bewust van hun pedagogische
rol en taak.
• Jongerenwerkers zijn in staat om ruimte te geven én
grenzen te stellen aan jongeren.
• Rotterdamse jongerenwerkers zijn zich bewust van de
diversiteit aan doelgroepen (qua sekse, leeftijd, culturele
identiteit, seksuele identiteit, religie, jeugdcultuur).
• Rotterdamse jongerenwerkers zijn in staat om met een
diversiteit aan doelgroepen te werken.
• Rotterdamse jongerenwerkers beschikken over de
kennis die nodig is om met een bepaalde doelgroep te
werken.
18 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
Hieronder worden de activiteiten aangegeven die binnen
de vijf thema’s zullen plaatsvinden. In het uitvoeringsprogramma
van Klassewerkers zijn de activiteiten uitgewerkt
tot concrete plannen die worden uitgevoerd in de periode
van januari 2009 t/m december 2010. De ambitie is om
de regie voor de uitvoering na verloop van tijd steeds
meer te verschuiven van JOS naar het jongerenwerk
en de opleidingsinstituten. Eind 2012 zal het werkveld
in Rotterdam vakkundig genoeg zijn om zonder verdere
bemoeienis vanuit JOS professioneel jongerenwerk te
leveren.
Thema Activiteiten Looptijd activiteiten
Versterken van het eerste
lijnsmanagement
Verdiepen Rotterdamse
Methodiek Jongerenwerk
Versterken profiel Rotterdams
jongerenwerk
Plan van Aanpak Welzijnsinstellingen Dec. 2008 – dec. 2009
Opleidingsweek voor leidinggevenden Tweede kwartaal 2009
Ontwikkelcafés voor leidinggevenden Tweede kwartaal 2009 – vierde
kwartaal 2011
Addendum Rotterdamse Methodiek op het
onderdeel grenzen stellen
Handboek Rotterdamse Methodiek
Jongerenwerk
Januari 2009
Tweede kwartaal 2009 – eerste
kwartaal 2010
Visiedocument Rotterdams Jongerenwerk Tweede kwartaal 2009
Doelgroep meiden Planning in Plan van Aanpak
welzijnsinstellingen
Vrouwelijke jongerenwerkers Tweede en derde kwartaal 2009
Verstevigen netwerkpositie Werkprocessen informatie- uitwisseling Tweede kwartaal 2009 – eerste
kwartaal 2010
Convenant samenwerking jongerenwerk en
politie
Vierde kwartaal 2009 – eerste
kwartaal 2010
Werkconferentie jongerenwerk en politie Tweede kwartaal 2009
Presenteren, rapporteren en netwerken Planning in Plan van Aanpak
welzijnsinstellingen
Verbeteren beroepshouding Structurele inbedding Klasse als POPinstrument
Doorlopend
Grenzen stellen en omgaan met bestelgedrag Eerste kwartaal 2009
Methodisch werken Tweede kwartaal 2009
Jongerenwerkapplicatie voor uniforme manier
van registreren
Begin 2009
Kennis over de doelgroep Planning in Plan van Aanpak
welzijnsinstellingen

3.3 Themagerichte cursussen
Niet alle specifieke ontwikkelbehoeften van jongerenwerkers
zijn benoemd als stedelijke activiteiten. Daarom
bieden de welzijnsinstellingen een aantal themagerichte
cursussen en trainingen aan vanuit hun plannen van
aanpak.
Per jongerenwerker wordt bekeken of deelname aan een
cursus noodzakelijk, gewenst of vrijblijvend is. Het gaat
om cursussen op het terrein van vaardigheden en inhoudelijke
thematiek.
Vaardigheidscursussen:
• Presenteren, rapporteren, netwerken;
• Het bereiken en werken met meiden;
• Gesprekstechnieken;
• Planmatig werken;
• Het geven en vragen van feedback;
• Vraaggericht werken;
• Coachen van jongeren;
• Conflicthantering;
• Omgaan met agressie.
Cursussen voor inhoudelijke thematiek:
• Meiden;
• Radicalisering;
• Seks & drugs;
• Signaleren;
• Kindermishandeling en huiselijk geweld;
• Homoseksualiteit;
• Ouderbetrokkenheid;
• Jongerenparticipatie;
• Sociale kaart van Rotterdam.
3.4 Randvoorwaarden
Randvoorwaarden voor de organisatie en uitvoering van
activiteiten in het kader van Klassewerkers zijn:
• Rol van management en leidinggevenden;
19 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
• Verwachte inzet;
• Trainings- en ontwikkelcentrum.
De rol van management en leidinggevenden
De rol van managers en leidinggevenden van welzijnsinstellingen
is cruciaal in het slagen van het Plan voor
vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk. Vakbekwaam
jongerenwerk komt alleen tot stand met de steun, bereidheid
en inzet van management en leidinggevenden.
Zonder hun actieve betrokkenheid zal het rad van verandering
niet gaan draaien.
Verwachte inzet
Randvoorwaarde voor het slagen van dit Plan voor vakbekwaam
Rotterdams jongerenwerk en de verwachting
vanuit JOS is dat gemiddeld 10% van de formatie van
leidinggevenden en jongerenwerkers het komende jaar
wordt besteed aan de uitvoering van activiteiten van het
Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk.
Trainings- en ontwikkelcentrum
Het kwaliteitstraject voor het jongerenwerk is vanaf de
start een gezamenlijke onderneming geweest van het
werkveld zelf, de onderwijsinstellingen en van JOS.
Alle betrokken partijen zijn verantwoordelijk voor een
succesvolle uitvoering van het Plan voor vakbekwaam
Rotterdams jongerenwerk. Het is daarom niet passend
noch wenselijk om de gehele verantwoordelijkheid en
uitvoering van het Plan voor vakbekwaam Rotterdams
jongerenwerk bij JOS onder te brengen.
De coördinatie van de uitvoering van Klassewerkers vindt
daarom plaats vanuit een trainings- en ontwikkelcentrum.
Het centrum is niet per definitie een fysieke locatie, maar
veel meer een manier van werken, waarbij een gezamenlijke
verantwoordelijkheid van en uitvoering door alle betrokken
partijen centraal staat. Het trainingscentrum is onafhankelijk:
het vormt geen onderdeel van (een) welzijnsinstelling(en) of
van (een) onderwijsinstelling(en). Gekeken wordt of aansluiting
mogelijk is bij een al bestaand initiatief.

4
Monitor onderzoek
Om zicht te houden op de effectiviteit van de uitvoering
van het Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
wordt er gedurende een periode van tenminste het
kalenderjaar 2009, met een mogelijke doorloop in 1010,
bij alle welzijnsinstellingen gemonitord in hoeverre de
kwaliteit van het jongerenwerk verbetert. Het onderzoek
start vanaf januari 2009 en heeft betrekking op:
• De wel/niet gerealiseerde verbetering in het functioneren
van de circa 200 jongerenwerkers in Rotterdam
in 2008/2009. Wat is hun bijdrage aan het verbeteren
van de situatie van de jongeren in hun buurt met
betrekking tot ontmoeten, ontwikkelen, opvoeden en
opvangen? Hoe werkt de uniforme wijze van registreren
in de praktijk (implementatie van de jongerenwerkapplicatie
start begin 2009)? Welke verbeteringen
zijn er mogelijk?
• De rol van de leidinggevenden en de opdrachtgever
(deelgemeente en JOS) bij de ontwikkeling van het
werk. Hoe vindt de aansturing plaats? Wordt er voldoende
feedback gegeven? Is de rol van de opdrachtgever
duidelijk ingevuld? Welke verbeteringen zijn er
mogelijk?
De resultaten van het onderzoek moeten een goed beeld
geven van de ontwikkeling van het jongerenwerk in 2009
en de wijze waarop de ‘Rotterdamse Methode’ in de
praktijk werkt en wordt doorontwikkeld. Het onderzoek levert
bouwstenen voor eventuele bijstelling van de diverse
elementen van het brede verbetertraject.
Naast het oordeel van de jongeren, het jongerenwerk
en de deelgemeenten wordt in het onderzoek ook het
oordeel van de politie, buurtbewoners en andere samenwerkingspartners
over het jongerenwerk meegenomen.
20 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk

5
Slotwoord
Er gebeurt veel in het Rotterdamse jongerenwerk. We
zijn op de goede weg: met grote betrokkenheid van het
werkveld én de onderwijsinstellingen is er veel gedaan:
alle Rotterdamse jongerenwerkers hebben deelgenomen
aan Klasse, de leerlijn Ideaal Jongerenwerk is van start
gegaan, er zijn jongerenwerkers aangenomen voor de
Stedelijke Pool Jongerenwerk, de Rotterdam Training
is opgezet en uitgevoerd, en de jongerenwerkapplicatie
wordt begin 2009 ingevoerd.
Het realiseren van vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk
vraagt om doorpakken van de welzijnsinstellingen,
de deelgemeenten, de brancheorganisatie, de onderwijsinstellingen,
JOS en andere betrokkenen bij het Rotterdamse
jongerenwerk. Ook om dit plan tot uitvoering te
brengen.
21 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk

Colofon
Dit is een uitgave van Jeugd, Onderwijs en
Samenleving,
Gemeente Rotterdam
Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking
met RadarAdvies (Mara Frank)
www.radaradvies.nl
Jeugd, Onderwijs en Samenleving
Blaak 16
Postbus 70014
3000 KS Rotterdam
Telefoon (010)8914444
Fax (010)8914555
info@jos.rotterdam.nl
www.jos.rotterdam.nl
Vormgeving BeeldinZicht, Peter Snaterse
Fotografie David Adams Fotografie en Jan van der
Meijde Fotografie
April 2009
22 Klassewerkers! Plan voor vakbekwaam Rotterdams jongerenwerk