De lokale aanval op de uitval - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente ...
De lokale aanval op de uitval - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente ...
De lokale aanval op de uitval - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente ...
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong><br />
Concept: beleid voortijdig schoolverlaten 2007-2010<br />
Stads<strong>de</strong>el <strong>Zuidoost</strong><br />
juni 2007
Samenvatting<br />
Teveel jongeren on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n problemen in hun schoollo<strong>op</strong>baan, waardoor zij te vroeg<br />
st<strong>op</strong>pen met school en geen startkwalificatie halen. Een startkwalificatie geeft een beter<br />
perspectief <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt en een eigen plek in <strong>de</strong> samenleving. Dit is niet alleen goed<br />
voor <strong>de</strong> jongere zelf, maar ook voor <strong>de</strong> maatschappij en <strong>de</strong> economie. Er zijn allerlei<br />
oorzaken van school<strong>uitval</strong> zoals <strong>de</strong> overgang naar een an<strong>de</strong>re school, een verkeer<strong>de</strong><br />
<strong>op</strong>leidingskeuze of een gebrek aan stageplaatsen. Maar ook psychische, sociale en<br />
financiële problemen kunnen een rol spelen, bijvoorbeeld wanneer iemand niet goed kan<br />
leren of <strong>de</strong> wanneer iemand genoodzaakt is te werken om in het levenson<strong>de</strong>rhoud te<br />
voorzien. Voortijdig schoolverlaten (VSV) betreft relatief vaak jongens uit etnische<br />
min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n. Hoewel voortijdig schoolverlaten niet altijd een onoverkomelijke belemmering<br />
hoeft te zijn voor een maatschappelijke lo<strong>op</strong>baan, zijn <strong>de</strong> individuele kansen van<br />
ongediplomeer<strong>de</strong> jongeren aanzienlijk min<strong>de</strong>r en mag <strong>de</strong> maatschappelijke scha<strong>de</strong> niet<br />
on<strong>de</strong>rschat wor<strong>de</strong>n.<br />
Het thema voortijdig schoolverlaten staat al lange tijd hoog <strong>op</strong> <strong>de</strong> politieke agenda. Zowel<br />
door <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Unie als door <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke overheid wor<strong>de</strong>n tal van maatregelen genomen<br />
om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. In Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> zijn er momenteel<br />
ruim 1.400 jongeren die geregistreerd staan als voortijdig schoolverlater (VSV-er). Dit is<br />
21,8% van het totale aantal jongeren tussen 17 en 23 jaar in <strong>Zuidoost</strong>, terwijl het aantal<br />
voortijdig schoolverlaters in Amsterdam 16,7% is binnen <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie.<br />
In Amsterdam hebben <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke wethou<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> samenwerken<strong>de</strong> stads<strong>de</strong>len<br />
gezamenlijk <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs gezet on<strong>de</strong>r ‘<strong>de</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong>’. Speerpunt van <strong>de</strong>ze aanpak<br />
is het vermin<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> door tal van maatregelen binnen <strong>de</strong> scholen voor voortgezet<br />
on<strong>de</strong>rwijs (VO) en mid<strong>de</strong>lbaar beroepson<strong>de</strong>rwijs (MBO), met name het Regionaal<br />
Opleidingscentrum van Amsterdam (ROCvA). <strong>De</strong>ze maatregelen bestaan on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re uit<br />
een verbeter<strong>de</strong> verzuimregistratie en zorgstructuur en <strong>de</strong> overgang van voorberei<strong>de</strong>nd<br />
mid<strong>de</strong>lbaar beroepson<strong>de</strong>rwijs (VMBO) naar het MBO. <strong>De</strong> stads<strong>de</strong>len hebben met steun van<br />
<strong>de</strong> Centrale Stad met succes een extra inspanning geleverd om alle nog onbeken<strong>de</strong><br />
voortijdig schoolverlaters <strong>op</strong> te sporen.<br />
In stads<strong>de</strong>el <strong>Zuidoost</strong> is <strong>de</strong> RMC-taak <strong>de</strong> afgel<strong>op</strong>en jaren actief <strong>op</strong>gepakt. Alle meldingen<br />
van scholen wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld door contact te zoeken met <strong>de</strong> jongeren. Naar aanleiding van<br />
dit contact wordt samen met <strong>de</strong> jongere en partners zoals het ROCvA, Dienst Werk en<br />
Inkomen (DWI), Justitie en Jeugdzorg <strong>de</strong> weg terug naar school en/ of werk gezocht. Naast<br />
<strong>de</strong> RMC-taak heeft het Stads<strong>de</strong>el samen met het ROCvA een speciaal<br />
on<strong>de</strong>rwijsarrangement ontwikkeld voor (risico)jongeren tussen <strong>de</strong> 17 en 23 jaar die nog geen<br />
startkwalificatie hebben behaald. Dit programma Opvoeding Naschool <strong>Zuidoost</strong> Mbo<br />
On<strong>de</strong>rwijs Economie Transformeert (ONZ-MOET) activeert jongeren om naar school te<br />
blijven gaan en <strong>de</strong>ze succesvol af te ron<strong>de</strong>n. Daarnaast neemt het Stads<strong>de</strong>el <strong>de</strong>el aan een<br />
Eur<strong>op</strong>ees project voor het bestrij<strong>de</strong>n van voortijdig schoolverlaten. Dit project heeft geleid tot<br />
<strong>de</strong> vorming van een Local Action Group (LAG) waarin verschillen<strong>de</strong> betrokken partijen in<br />
<strong>Zuidoost</strong> vertegenwoordigd zijn.<br />
<strong>De</strong> huidige inspanningen in Amsterdam <strong>op</strong> het gebied van voortijdig schoolverlaten hebben<br />
echter nog niet tot <strong>de</strong> gewenste resultaten geleid. Dit was voor <strong>de</strong> Algemene Rekenkamer<br />
aanleiding voor een on<strong>de</strong>rzoek. Naar aanleiding van dit on<strong>de</strong>rzoek is een bestuurlijke<br />
<strong>op</strong>dracht verstrekt ten behoeve van on<strong>de</strong>rzoek naar een zogenaam<strong>de</strong> re<strong>de</strong>sign van <strong>de</strong><br />
Leerplicht- en RMC-functie. Inmid<strong>de</strong>ls is een re<strong>de</strong>sign voorstel gepresenteerd en is<br />
voorgesteld om een centraal bureau <strong>op</strong> te richten waarin alle veertien stads<strong>de</strong>len hun<br />
leerplichtambtenaren en RMC me<strong>de</strong>werkers on<strong>de</strong>rbrengen. Het Dagelijks Bestuur (DB) van<br />
<strong>Zuidoost</strong> wil echter zelf sturing blijven geven aan Leerplicht en RMC. Het DB ziet het RMC<br />
als één van <strong>de</strong> instrumenten in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> bestrijding van voortijdig schoolverlaten.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
2
Het stads<strong>de</strong>elbestuur ziet het allereerst als haar taak om alle jongeren tussen <strong>de</strong> 17 en 23<br />
jaar in beeld te krijgen en om samen met haar partners <strong>de</strong> juiste maatregelen te treffen om<br />
het voortijdig schoolverlaten terug te dringen door een bre<strong>de</strong> ‘<strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong>’. In<br />
het ka<strong>de</strong>r van dit beleid zullen <strong>de</strong> huidige inspanningen die plaatsvin<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regie van<br />
het Stads<strong>de</strong>el (RMC, ONZ-MOET en LAG) verbeterd en uitgebreid wor<strong>de</strong>n. Gezien <strong>de</strong> hoge<br />
politiek bestuurlijke ambitie voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren zal het verbeteren van <strong>de</strong> huidige<br />
inspanningen niet voldoen<strong>de</strong> zijn. Daarom zal het Stads<strong>de</strong>el tevens nieuwe<br />
beleidsinstrumenten inzetten om het voortijdig schoolverlaten aan te pakken. Dit zijn:<br />
aantrekkelijk on<strong>de</strong>rwijs, preventieve trajectbegeleiding, <strong>de</strong> weekendaca<strong>de</strong>mie, stageplekken,<br />
on<strong>de</strong>rsteuning ou<strong>de</strong>rs en prikkels.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
3
Inhouds<strong>op</strong>gave<br />
SAMENVATTING................................................................................................................................................ 2<br />
1 INLEIDING ................................................................................................................................................. 5<br />
1.1 EUROPESE AANPAK ....................................................................................................................................... 6<br />
1.2 LANDELIJKE AANPAK.................................................................................................................................... 7<br />
1.3 STEDELIJKE AANPAK..................................................................................................................................... 8<br />
1.4 LOKALE AANPAK .......................................................................................................................................... 9<br />
Probleemstelling.......................................................................................................................................... 12<br />
Doelstelling ................................................................................................................................................. 14<br />
Doelgroep .................................................................................................................................................... 15<br />
1.5 CONCLUSIE ................................................................................................................................................. 15<br />
2 HUIDIGE INSPANNINGEN.................................................................................................................... 16<br />
2.1 REGIONAAL MELD- EN COÖRDINATIEPUNT (RMC) .................................................................................... 16<br />
RMC in beweging........................................................................................................................................ 17<br />
2.2 ONZ-MOET............................................................................................................................................... 18<br />
2.3 LOCAL ACTION GROUP (LAG).................................................................................................................... 18<br />
2.4 CONCLUSIE ................................................................................................................................................. 19<br />
3 BELEIDSINSTRUMENTEN ................................................................................................................... 20<br />
3.1 AANTREKKELIJK ONDERWIJS ...................................................................................................................... 20<br />
Interculturele communicatie ........................................................................................................................ 20<br />
Voorlichting school- en beroepskeuzen....................................................................................................... 21<br />
3.2 PREVENTIEVE TRAJECTBEGELEIDING.......................................................................................................... 22<br />
3.4 DE WEEKENDACADEMIE.............................................................................................................................. 23<br />
3.5 STAGEPLEKKEN........................................................................................................................................... 24<br />
3.6 ONDERSTEUNING OUDERS........................................................................................................................... 24<br />
Ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid .................................................................................................................................... 24<br />
Tienermoe<strong>de</strong>rs ............................................................................................................................................. 25<br />
Armoe<strong>de</strong>bestrijding ..................................................................................................................................... 25<br />
Schuldhulpverlening.................................................................................................................................... 25<br />
3.7 PRIKKELS .................................................................................................................................................... 26<br />
3.8 CONCLUSIE ................................................................................................................................................. 26<br />
4 ORGANISATIE EN AANPAK ................................................................................................................ 27<br />
4.1 ORGANISATIE- EN VERANTWOORDINGSSTRUCTUUR ................................................................................... 27<br />
Aansturing en regie...................................................................................................................................... 27<br />
Stuurgroep Jong <strong>Zuidoost</strong>............................................................................................................................ 27<br />
Projectgroep “Bereik” VSV......................................................................................................................... 27<br />
Programmamanagers ................................................................................................................................... 28<br />
Local Action Group (LAG) ......................................................................................................................... 28<br />
Lokaal On<strong>de</strong>rwijs Overleg <strong>Zuidoost</strong> (LOZO) ............................................................................................. 28<br />
4.2 MONITORING EN EVALUATIE....................................................................................................................... 29<br />
4.3 SAMENWERKING ......................................................................................................................................... 29<br />
An<strong>de</strong>re stads<strong>de</strong>len........................................................................................................................................ 29<br />
DWI (Jongerenloket) ................................................................................................................................... 30<br />
Lokale organisaties...................................................................................................................................... 30<br />
CWI ............................................................................................................................................................. 30<br />
4.4 RANDVOORWAARDEN................................................................................................................................. 30<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
4
1 Inleiding<br />
Teveel jongeren on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n problemen in hun leerlo<strong>op</strong>baan waardoor zij hun <strong>op</strong>leiding beëindigen<br />
zon<strong>de</strong>r het behalen van een startkwalificatie. Dit fenomeen wordt voortijdig schoolverlaten<br />
genoemd. Uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>finitie zijn voortijdig schoolverlaters jongeren die geen<br />
startkwalificatie behalen voordat zij 23 jaar oud zijn. Als startkwalificatie gel<strong>de</strong>n een HAVO-, VWO-<br />
en MBO II diploma.<br />
<strong>De</strong> laatste jaren is voortijdig schoolverlaten binnen <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke, ste<strong>de</strong>lijke en <strong>lokale</strong> arena<br />
een belangrijk agendapunt gewor<strong>de</strong>n. Jongeren zon<strong>de</strong>r een startkwalificatie hebben namelijk<br />
min<strong>de</strong>r kansen <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt en vertonen vaker probleemgedrag 1 . Het behalen van<br />
startkwalificatie zorgt ervoor dat jongeren een eigen plek in <strong>de</strong> samenleving kunnen<br />
verwerven en dat zij een beter perspectief hebben <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt. Het bestrij<strong>de</strong>n van<br />
voortijdig schoolverlaten is dus niet alleen goed voor <strong>de</strong> jongere zelf, maar ook voor <strong>de</strong><br />
maatschappij en voor <strong>de</strong> economie.<br />
Zowel door <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Unie (EU) als door <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke overheid wor<strong>de</strong>n tal van<br />
maatregelen genomen om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. In 2000 lanceer<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Unie <strong>de</strong> Lissabon-doelstelling waarin vermeld staat dat in 2010 maximaal 10%<br />
van <strong>de</strong> 18 – 24 jarigen in <strong>de</strong> EU voortijdig schoolverlater mag zijn. <strong>De</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse overheid<br />
stelt haar doel nog hoger en streeft ernaar dat in 2010 het percentage 18 – 24 jarigen dat<br />
geen on<strong>de</strong>rwijs volgt en geen startkwalificatie heeft gehaald <strong>op</strong> 8% uitkomt 2 . Daarnaast<br />
hebben ook <strong>lokale</strong> overhe<strong>de</strong>n in Ne<strong>de</strong>rland voortijdig schoolverlaten hoog <strong>op</strong> hun politieke<br />
agenda staan. Zo ontwikkelen <strong>de</strong> gemeente Amsterdam en daarbinnen stads<strong>de</strong>el <strong>Zuidoost</strong><br />
activiteiten om voortijdig schoolverlaten te bestrij<strong>de</strong>n.<br />
Volgens het Dagelijks Bestuur van stads<strong>de</strong>el <strong>Zuidoost</strong> zijn <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> inspanningen zoals<br />
<strong>de</strong> activiteiten van het RMC, ONZ-MOET en LAG niet voldoen<strong>de</strong> om het grote aantal<br />
voortijdig schoolverlaters terug te dringen. In <strong>de</strong> huidige aanpak wordt nog te weinig<br />
aandacht besteed aan <strong>de</strong> culturele dimensie van voortijdig schoolverlaten. Daarnaast is <strong>de</strong><br />
relatie met het maatschappelijk mid<strong>de</strong>nveld beperkt en staan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinstellingen en<br />
bedrijvensector <strong>op</strong> relatief grote afstand van elkaar. Daarom is het van belang om het<br />
algemene maatschappelijke probleem van voortijdig schoolverlaten nadrukkelijk in onze<br />
<strong>lokale</strong> context te plaatsen en uit te gaan van een bre<strong>de</strong> aanpak die reikt tot <strong>de</strong> wortels van <strong>de</strong><br />
problematiek. Dit is voor het Stads<strong>de</strong>el aanleiding om een ‘<strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong>’ te<br />
ontwikkelen.<br />
In <strong>de</strong>ze notitie wordt ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> visie en aanpak van het Stads<strong>de</strong>el met betrekking tot<br />
voortijdig schoolverlaten. In dit hoofdstuk wordt het Eur<strong>op</strong>ese, het lan<strong>de</strong>lijke en het ste<strong>de</strong>lijke<br />
beleid en <strong>de</strong> specifieke situatie in <strong>Zuidoost</strong> behan<strong>de</strong>ld. In hoofdstuk twee wordt ingegaan <strong>op</strong><br />
<strong>de</strong> huidige activiteiten in <strong>Zuidoost</strong> zoals het RMC, ONZ-MOET en <strong>de</strong> LAG en <strong>de</strong> mogelijke<br />
verbeterpunten. In hoofdstuk drie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> nieuwe beleidsinstrumenten beschreven. <strong>De</strong><br />
organisatie en aanpak van <strong>de</strong> uitvoering van het beleid zal aandacht krijgen in hoofdstuk<br />
vier.<br />
1<br />
VSV in Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>: omvang en aanpak. Van Schoonhoven en Van <strong>de</strong>r Sluis. Max Goote Kenniscentrum: 2006.<br />
2<br />
Actieplan EU-benchmarks On<strong>de</strong>rwijs.<br />
http://www.leren-werken.nl/front/docs/eu_benchmarks.pdf<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
5
1.1 Eur<strong>op</strong>ese aanpak<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Raad in Lissabon (2000) formuleer<strong>de</strong>n Eur<strong>op</strong>ese regeringslei<strong>de</strong>rs het<br />
doel om in 2010 een concurreren<strong>de</strong> en sociaal hechte kennissamenleving te wor<strong>de</strong>n. Omdat<br />
on<strong>de</strong>rwijs een essentiële pijler is van <strong>de</strong> kennissamenleving, zijn er doelen <strong>op</strong>gesteld met<br />
betrekking tot het on<strong>de</strong>rwijsniveau van Eur<strong>op</strong>eanen. Hieruit is <strong>de</strong> doelstelling ontstaan dat in<br />
2010 niet meer dan 10% van <strong>de</strong> 18 – 24 jarigen in <strong>de</strong> EU voortijdig schoolverlater mag zijn.<br />
In 2000 was het EU gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van voortijdig schoolverlaters on<strong>de</strong>r 18 – 24 jarigen 19,6%.<br />
In Ne<strong>de</strong>rland lag dit percentage binnen <strong>de</strong>ze leeftijdscategorie <strong>op</strong> 15,5%. Zwe<strong>de</strong>n presteer<strong>de</strong><br />
het best met slechts 7,7% voortijdig schoolverlaters 3 . In figuur 1 volgt een overzicht van hoe<br />
<strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese lan<strong>de</strong>n presteer<strong>de</strong>n in 2000.<br />
Figuur 1<br />
Uit: Actieplan EU-benschmarks On<strong>de</strong>rwijs<br />
In bijna alle Eur<strong>op</strong>ese lan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n inmid<strong>de</strong>ls maatregelen genomen om het aantal<br />
voortijdig schoolverlaters terug te dringen. Speerpunten hierbij zijn herzieningen in<br />
on<strong>de</strong>rwijssystemen, extra aandacht voor leerlingen met (on<strong>de</strong>rwijs)problemen, meer<br />
aandacht voor lo<strong>op</strong>baanoriëntatie en een sterkere verbinding tussen leren en werken.<br />
In Frankrijk treffen veel scholen maatregelen om <strong>de</strong> aanwezigheid van jongeren te vergroten.<br />
<strong>De</strong> leerlingen krijgen les buiten <strong>de</strong> schoollocatie. Daarnaast wordt geëxperimenteerd met<br />
individuele leerroutes, interactie van scholen met <strong>de</strong> omgeving, netwerkvorming, sociale<br />
vaardigheidstrainingen en on<strong>de</strong>rsteuning bij <strong>de</strong> ontwikkeling van een realistisch zelfbeeld.<br />
Engeland kent sinds 2005 <strong>de</strong> nota ’14-19 Education and Skills’ welke is gericht <strong>op</strong> betere<br />
beroeps<strong>op</strong>leidingen. Pilot projecten laten zien dat praktijk gerelateerd on<strong>de</strong>rwijs jongeren<br />
meer motiveert en beter voorbereidt <strong>op</strong> vervolgon<strong>de</strong>rwijs en werk. Voor jongeren vanaf 16<br />
jaar is werk gerelateerd on<strong>de</strong>rwijs mogelijk. Aan <strong>de</strong>ze leerbanen wordt in <strong>de</strong> toekomst een<br />
diplomastructuur gek<strong>op</strong>peld. Ook jongere kin<strong>de</strong>ren (14 – 16 jaar) moeten <strong>de</strong> mogelijkheid<br />
krijgen om een aantal dagen in <strong>de</strong> week een leerbaan te hebben. <strong>De</strong> regering heeft als doel<br />
om het on<strong>de</strong>rwijs flexibeler te maken waarbij voor elke beroepssector diploma’s <strong>op</strong> drie<br />
niveaus te behalen zijn. In Engeland werkt men tevens met een scholierenuitkering ‘earn-asyou-learn-allowance’<br />
(officieel: ‘educational maintenance allowance’ ofwel EMA). Dit is een<br />
beloningssysteem voor bovenleerplichtige leerlingen van gezinnen met een inkomen van<br />
3 Actieplan EU-benchmarks On<strong>de</strong>rwijs.<br />
http://www.leren-werken.nl/front/docs/eu_benchmarks.pdf<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
6
min<strong>de</strong>r dan 30.000 pond. <strong>De</strong> beloning is afhankelijk van studievor<strong>de</strong>ringen. Naar aanleiding<br />
van een experiment in 56 regio’s is <strong>de</strong> verwachting dat <strong>de</strong> EMA zal lei<strong>de</strong>n tot een behoorlijke<br />
toename van jongeren die <strong>de</strong>elnemen aan voltijd on<strong>de</strong>rwijs 4 .<br />
Bovengenoem<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n geven een beeld van hoe verschillen<strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese lan<strong>de</strong>n het<br />
aantal voortijdig schoolverlaters proberen terug te dringen.<br />
In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragraaf wordt dieper ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse aanpak met betrekking<br />
tot voortijdig schoolverlaten.<br />
1.2 Lan<strong>de</strong>lijke aanpak<br />
Voortijdig schoolverlaten is één van <strong>de</strong> grote problemen waar het Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rwijs<br />
mee kampt. Om <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> te bestrij<strong>de</strong>n heeft Ne<strong>de</strong>rland <strong>op</strong> 1 januari 2001 <strong>de</strong> RMC Wet<br />
ontwikkeld. <strong>De</strong>ze wet verplicht scholen om bovenleerplichtige leerlingen (boven <strong>de</strong> 16 jaar)<br />
te mel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> woongemeente indien zij zon<strong>de</strong>r startkwalificatie het on<strong>de</strong>rwijs verlaten of<br />
langer dan een maand niet <strong>op</strong> school zijn geweest. In 2002 zijn er <strong>op</strong> basis van cijfers van<br />
het RMC 71.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters geteld. Ne<strong>de</strong>rland stelt zichzelf ten doel<br />
om het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (17 tot 23 jaar) in 2010 te halveren ten<br />
<strong>op</strong>zichte van 2002. <strong>De</strong> 50% reductie betekent dat er in 2010 maximaal 35.000 nieuwe<br />
voortijdig schoolverlaters mogen zijn.<br />
Op dit moment presteert Ne<strong>de</strong>rland beter dan het EU-gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> maar in vergelijking met<br />
<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die ons omringen is het aantal voortijdig schoolverlaters hoog. Wegens <strong>de</strong><br />
aanhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> hoge cijfers van school<strong>uitval</strong> hebben <strong>de</strong> minister en staatssecretaris van<br />
On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) <strong>op</strong> 28 april 2006 <strong>de</strong> ‘Aanval <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong>’ ingezet 5 .<br />
In dit plan staan maatregelen beschreven om voortijdig schoolverlaten actief bestrij<strong>de</strong>n,<br />
waarbij on<strong>de</strong>rscheid wordt gemaakt tussen een preventieve en een curatieve aanpak om <strong>de</strong><br />
gestel<strong>de</strong> doelstellingen te realiseren. <strong>De</strong> preventieve aanpak is gericht <strong>op</strong> het voorkomen<br />
van voortijdig schoolverlaten en <strong>de</strong> curatieve aanpak <strong>op</strong> jongeren die uitein<strong>de</strong>lijk toch zijn<br />
uitgevallen. Het kabinet zet in <strong>de</strong> eerste plaats in <strong>op</strong> preventie van <strong>uitval</strong> door mid<strong>de</strong>l van<br />
on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> maatregelen:<br />
• Vroege preventie: door extra aandacht voor taalachterstan<strong>de</strong>n en versterking van <strong>de</strong><br />
zorgstructuur rond <strong>de</strong> school;<br />
• Soepele overgangen: door gegevens over leerlingen beter over te dragen en<br />
leerlingen in beeld te hou<strong>de</strong>n wordt <strong>de</strong> kans kleiner dat jongeren <strong>uitval</strong>len door<br />
on<strong>de</strong>rbrekingen in hun leerlo<strong>op</strong>baan;<br />
• Bij <strong>de</strong> les hou<strong>de</strong>n: <strong>uitval</strong> begint vaak met spijbelen. Structurele aanwezigheid <strong>op</strong><br />
school is een voorwaar<strong>de</strong> om <strong>uitval</strong> te voorkomen. Daarom moet <strong>de</strong> leerplicht<br />
uitgebreid wor<strong>de</strong>n en moet spijbelen wor<strong>de</strong>n tegengegaan;<br />
• <strong>De</strong> praktijk als leermeester: <strong>de</strong> praktijk is voor veel jongeren een i<strong>de</strong>ale leeromgeving.<br />
Daarom wordt er praktijkgericht maatwerk geleverd en wordt <strong>de</strong> overgang naar <strong>de</strong><br />
arbeidsmarkt versoepeld. Meer stageplaatsen en combinaties tussen werken en leren<br />
zullen hieraan bijdragen.<br />
4 Aanpak van het voortijdig schoolverlaten in zes Eur<strong>op</strong>ese lan<strong>de</strong>n. Sar<strong>de</strong>s: april 2006.<br />
5 Aanval <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong>: perspectief en actie. Ministerie van On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en Wetenschap: april 2006.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
7
1.3 Ste<strong>de</strong>lijke aanpak<br />
Niet alleen <strong>op</strong> het lan<strong>de</strong>lijke niveau staat voortijdig schoolverlaten hoog <strong>op</strong> <strong>de</strong> politieke<br />
agenda maar ook <strong>op</strong> ste<strong>de</strong>lijk niveau krijgt <strong>de</strong>ze problematiek veel aandacht, zoals in<br />
Amsterdam. Hoewel het met veel jongeren in Amsterdam goed gaat, is het niet voor alle<br />
Amsterdamse kin<strong>de</strong>ren en jongeren vanzelfsprekend dat zij hun talenten kunnen<br />
ontwikkelen. Volgens <strong>de</strong> RMC registratie kent Amsterdam in absolute aantallen <strong>de</strong> meeste<br />
schoolverlaters in Ne<strong>de</strong>rland, namelijk ruim 8.500 schoolverlaters en bijna 3.500 mogelijke<br />
schoolverlaters (peildatum 30 maart 2007). Met name in Noord, West en <strong>Zuidoost</strong> zijn veel<br />
jongeren die hun school niet afmaken 6 . Dit zorgwekken<strong>de</strong> maatschappelijke probleem is ook<br />
veelvuldig in <strong>de</strong> publiciteit. <strong>De</strong> gemeente heeft dan ook een hoge ambitie om het aantal<br />
voortijdig schoolverlaters terug te dringen. Daarom is in 2005 het Amsterdamse on<strong>de</strong>rwijs-<br />
en jeugdplan ‘Jong Amsterdam’ ontwikkeld voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2006 – 2010 7 . Het plan is<br />
gemaakt door <strong>de</strong> schoolbesturen voor primair, speciaal en voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong><br />
stads<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> Centrale Stad en heeft als primair doel het scheppen van mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
en voorwaar<strong>de</strong>n voor kin<strong>de</strong>ren en jongeren voor hun individuele ontwikkeling en<br />
maatschappelijke <strong>de</strong>elname. Daarnaast bevat het plan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> zes speerpunten:<br />
1. Alle jongeren doorl<strong>op</strong>en hun schoollo<strong>op</strong>baan succesvol;<br />
2. <strong>De</strong> jeugd is in staat zijn talenten vol<strong>op</strong> te ontplooien;<br />
3. Waar nodig wordt sluiten<strong>de</strong> zorg gebo<strong>de</strong>n;<br />
4. <strong>De</strong> jeugd geeft zelf invulling aan wat ‘Jong Burgerschap’ betekent;<br />
5. <strong>De</strong> jeugd is voorbereid <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt en <strong>de</strong> arbeidsmarkt verwelkomt jonge<br />
beroepskrachten;<br />
6. <strong>De</strong> jeugd groeit <strong>op</strong> in een leer-, leef- en woonomgeving die het beste in hen naar<br />
boven haalt.<br />
Ver<strong>de</strong>r is in navolging van <strong>de</strong> OCW nota ‘Aanval <strong>op</strong> <strong>de</strong> Uitval’ in 2006 een convenant<br />
gesloten tussen <strong>de</strong> gemeente Amsterdam, <strong>de</strong> ROC’s en het ministerie van OCW. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
titel ‘<strong>De</strong> Amsterdamse <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong>’ willen <strong>de</strong>ze partijen zich gezamenlijk inspannen<br />
om een extra impuls te geven aan <strong>de</strong> bestrijding van school<strong>uitval</strong> 8 . Doelstelling is om het<br />
aantal voortijdig schoolverlaters in <strong>de</strong> RMC-regio in het schooljaar 2006/ 2007 met 10% te<br />
laten dalen ten <strong>op</strong>zichte van 2005/ 2006. In een pakket van maatregelen is sindsdien<br />
gewerkt aan het vermin<strong>de</strong>ren van school<strong>uitval</strong> <strong>op</strong> alle fronten. In <strong>de</strong>ze aanpak is met name<br />
<strong>de</strong> forse <strong>uitval</strong> bij <strong>de</strong> ROC’s scherp in beeld gekomen. Dit heeft geleid tot <strong>de</strong> <strong>op</strong>richting van<br />
schakelpunten voor <strong>de</strong> <strong>op</strong>vang en doorgeleiding van dreigen<strong>de</strong> <strong>uitval</strong>lers in het VMBO en het<br />
MBO. Een taskforce is aan het werk gezet om on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> speerpunten tot<br />
uitvoering te brengen:<br />
• Meer<strong>de</strong>re instroommomenten per jaar <strong>op</strong> ROC’s. Alle nieuwe aanmel<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n<br />
onmid<strong>de</strong>llijk geplaatst in oriëntatie- en <strong>op</strong>vangklassen zodat er geen wachtperio<strong>de</strong> is<br />
voor een <strong>op</strong>leiding;<br />
• Versterking van <strong>de</strong> zorgstructuur voor leerlingen binnen <strong>de</strong> ROC’s;<br />
• Verbetering van <strong>de</strong> verzuimregistratie met name <strong>op</strong> <strong>de</strong> ROC’s;<br />
• Betere aansluiting van het on<strong>de</strong>rwijs <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt. Het ‘Platform Arbeidsmarkt<br />
en On<strong>de</strong>rwijs’ spant zich in om meer stageplekken en een betere begeleiding van<br />
stagiaires te bewerkstellingen;<br />
• Verbetering van <strong>de</strong> begeleiding voor <strong>de</strong> Leerweg On<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijsroute en<br />
aanscherping van <strong>de</strong> overgang van VMBO naar MBO;<br />
• On<strong>de</strong>rzoek naar wat <strong>de</strong> jongeren doen die zich na het VMBO (met diploma) niet bij<br />
het MBO inschrijven.<br />
6<br />
Leerplicht- en RMC-functie voortijdig schoolverlaten – Eerste kwartaal schooljaar 2006 – 2007. <strong>Gemeente</strong> Amsterdam: april<br />
2007.<br />
7<br />
Jong Amsterdam: on<strong>de</strong>rwijs- en jeugdplan 2006-2010. Mei 2005.<br />
8<br />
Uitvoeringsplan <strong>De</strong> Amsterdamse <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong>. Taskforce <strong>De</strong> Amsterdamse <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong>: oktober 2006.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
8
Ingevolge <strong>de</strong> wetgeving zijn in Amsterdam schoolbesturen verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> inrichting<br />
en <strong>de</strong> organisatie van het on<strong>de</strong>rwijs. <strong>De</strong> gemeente speelt <strong>op</strong> dit punt een marginale rol. Voor<br />
zover <strong>de</strong> gemeente een rol heeft, is <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> <strong>lokale</strong> taken ten<br />
<strong>op</strong>zichte van het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. <strong>De</strong> wethou<strong>de</strong>r is daarmee <strong>de</strong> gesprekspartner voor<br />
het VO en het MBO. <strong>De</strong> gemeente heeft een wettelijke taak om voortijdig schoolverlaters te<br />
registreren en hun teruggeleiding naar school of toeleiding naar <strong>de</strong> arbeidsmarkt te<br />
regisseren. In Amsterdam is <strong>de</strong>ze taak bij <strong>de</strong> stads<strong>de</strong>len neergelegd die daarbij in vijf<br />
clusters <strong>op</strong>ereren.<br />
Bij <strong>de</strong> uitvoering van het Amsterdamse beleid met betrekking tot voortijdig schoolverlaten is<br />
<strong>Zuidoost</strong> een belangrijke speler. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragraaf wordt aandacht besteed aan <strong>de</strong><br />
situatie van voortijdig schoolverlaten in <strong>Zuidoost</strong>. Dit vormt <strong>de</strong> basis voor het nemen van <strong>de</strong><br />
juiste maatregelen ter bestrijding van dit probleem.<br />
1.4 Lokale aanpak<br />
In <strong>de</strong>ze paragraaf wordt er specifiek ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> situatie van voortijdig schoolverlaten in<br />
<strong>Zuidoost</strong>. Allereerst wordt er een profielschets van <strong>de</strong> bevolking en <strong>de</strong> doelgroep (VSV-ers)<br />
in <strong>Zuidoost</strong> gegeven en vervolgens wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> probleemstelling, <strong>de</strong> doelstelling en <strong>de</strong><br />
doelgroep behan<strong>de</strong>ld.<br />
Profielschets <strong>Zuidoost</strong><br />
Per 1 januari 2007 heeft <strong>Zuidoost</strong> 77.917 inwoners. In grote lijnen kan men zeggen dat 31%<br />
van <strong>de</strong> bewoners in <strong>Zuidoost</strong> van Surinaamse afkomst is, 6% van Antilliaanse afkomst, 31%<br />
wordt gevormd door verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re bevolkingsgroepen en 31% van <strong>de</strong> bewoners in<br />
<strong>Zuidoost</strong> is van oorspronkelijke Ne<strong>de</strong>rlandse afkomst. <strong>De</strong> bewoners spreken verschillen<strong>de</strong><br />
talen en hebben verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n. Daarnaast is <strong>de</strong> bevolking in<br />
<strong>Zuidoost</strong> relatief jong. Meer dan een kwart van <strong>de</strong> bevolking (27%) is on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 20 jaar en<br />
6.622 personen in <strong>Zuidoost</strong> zijn tussen <strong>de</strong> 17 en 23 jaar (9%). <strong>De</strong>ze 6.622 jongeren vormen<br />
13% van het totale aantal jongeren in Amsterdam in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> leeftijdscategorie.<br />
Naast een relatief jonge bevolking kenmerkt <strong>de</strong> bevolking in <strong>Zuidoost</strong> zich door veel<br />
alleenstaan<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rs, een relatief hoge werkloosheid en lage inkomens. Van <strong>de</strong> 39.673<br />
huishou<strong>de</strong>ns in <strong>Zuidoost</strong> is 48% alleenstaand en heeft 30% een besteedbaar inkomen van<br />
min<strong>de</strong>r dan € 15.000 per jaar. Uit gesprekken met <strong>de</strong> scholen en <strong>de</strong> gegevens van <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>elnemers aan het oudkomersbeleid van <strong>de</strong> afgel<strong>op</strong>en jaren, blijkt dat het <strong>op</strong>leidingsniveau<br />
van veel ou<strong>de</strong>rs in <strong>Zuidoost</strong> relatief laag is.<br />
Voordat er over <strong>de</strong>ze profielschets conclusies wor<strong>de</strong>n getrokken, wordt een profielschets van<br />
voortijdig schoolverlaters in <strong>Zuidoost</strong> gegeven.<br />
Volgens <strong>de</strong> meest recente cijfers (30 maart 2007) van het RMC in <strong>Zuidoost</strong> is 61% van <strong>de</strong><br />
schoolverlaters in <strong>Zuidoost</strong> man. Opvallend is dat <strong>de</strong> meeste <strong>uitval</strong> plaatsvindt <strong>op</strong> <strong>de</strong> leeftijd<br />
van 20 t/m 22 jaar (zie tabel 1).<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
9
Tabel 1<br />
Leeftijd aantal %<br />
18 jaar 227 16,2<br />
19 jaar 213 15,2<br />
20 jaar 330 23,6<br />
21 jaar 300 21,4<br />
22 jaar 330 23,6<br />
Totaal 1400 100<br />
<strong>De</strong>ze resultaten met betrekking tot <strong>de</strong> leeftijd van school<strong>uitval</strong> komen niet overeen met <strong>de</strong><br />
lan<strong>de</strong>lijke resultaten waaruit blijkt dat <strong>de</strong> meeste school<strong>uitval</strong> plaatsvindt <strong>op</strong> 17 en 18 jarige<br />
leeftijd. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat <strong>de</strong> meeste schoolverlaters in <strong>Zuidoost</strong><br />
in een an<strong>de</strong>r land zijn geboren en in een later stadium naar Ne<strong>de</strong>rland zijn gekomen. Veel<br />
van <strong>de</strong> jongeren l<strong>op</strong>en hierdoor vertraging <strong>op</strong> in hun schoollo<strong>op</strong>baan. Hierdoor zou <strong>de</strong> leeftijd<br />
waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> jongeren <strong>uitval</strong>len in <strong>Zuidoost</strong> hoger kunnen liggen dan het lan<strong>de</strong>lijke gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>.<br />
Volgens <strong>de</strong> huidige wetgeving zijn jongeren vanaf 23 geen doelgroep meer in <strong>de</strong> strijd tegen<br />
voortijdig schoolverlaten, terwijl <strong>de</strong>ze jongeren wel aandacht nodig hebben.<br />
In tabel 2 komt naar voren dat <strong>de</strong> meeste voortijdig schoolverlaters in <strong>Zuidoost</strong> uit niet<br />
westerse lan<strong>de</strong>n afkomstig zijn.<br />
Tabel 2<br />
Etniciteit aantal %<br />
Surinaams 659 47,1<br />
Antilliaans/ Arubaans 135 9,6<br />
Overig niet-westers 233 16,6<br />
Turks 20 1,4<br />
Marokkaans 23 1,6<br />
Ne<strong>de</strong>rlands (oorspronkelijk) 231 16,5<br />
Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Eur<strong>op</strong>ees 23 1,6<br />
Zuid-Eur<strong>op</strong>ees 11 0,7<br />
Overig westers 65 4,6<br />
Totaal 1400 100<br />
<strong>De</strong> percentages zijn gebaseerd <strong>op</strong> het totale aantal voortijdig schoolverlaters in <strong>Zuidoost</strong>. Dat<br />
bijna <strong>de</strong> helft van alle schoolverlaters (47%) van Surinaamse afkomst is heeft te maken met<br />
het grote aantal Surinaamse jongeren dat in <strong>Zuidoost</strong> vertegenwoordigd is. In verhouding<br />
kunnen we conclu<strong>de</strong>ren dat van zowel Surinaamse jongeren als Antilliaanse/ Arubaanse<br />
jongeren en jongeren uit overige niet-westerse lan<strong>de</strong>n (vermoe<strong>de</strong>lijk Afrikaans) ruim een<br />
kwart als voortijdig schoolverlater geregistreerd staat. Het is wenselijk om bij <strong>de</strong> uitvoering<br />
van het beleid waar mogelijk <strong>lokale</strong> organisaties in te schakelen die zich richten <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze<br />
doelgroepen.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
10
Uit tabel 3 blijkt dat 60% van <strong>de</strong> schoolverlaters woonachtig is in Bijlmer Centrum en Bijlmer<br />
Oost.<br />
Tabel 3<br />
Woonwijk aantal %<br />
Amstel III / Bullewijk 2 0,1<br />
Bijlmer Centrum (D,F en H) 451 32<br />
Bijlmer Oost (E, G en K 389 28<br />
Driemond 17 1,2<br />
Gein 242 17<br />
Holendrecht / Reigersbos 285 20,4<br />
Nellestein 14 1<br />
Totaal 1400 100<br />
Hierbij kan een directe link gelegd wor<strong>de</strong>n met het armoe<strong>de</strong>probleem in <strong>de</strong>ze wijken,<br />
waardoor er veel problemen ontstaan die <strong>de</strong> schoollo<strong>op</strong>baan van jongeren belemmeren. Dit<br />
betekent dat het Stads<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> aanpak van voortijdig schoolverlaten rekening moet hou<strong>de</strong>n<br />
met <strong>de</strong> financiële situatie van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs.<br />
In tabel 4 komt naar voren wat <strong>de</strong> laatstgenoten <strong>op</strong>leiding is van <strong>de</strong> geregistreer<strong>de</strong><br />
schoolverlaters in <strong>Zuidoost</strong>. Voor <strong>de</strong> meeste schoolverlaters was MBO <strong>de</strong> laatstgenoten<br />
<strong>op</strong>leiding, wat aantoont dat <strong>op</strong> dit niveau <strong>de</strong> meeste school<strong>uitval</strong> plaatsvindt. Het is mogelijk<br />
dat <strong>de</strong> geregistreer<strong>de</strong> schoolverlaters buiten <strong>Zuidoost</strong> inmid<strong>de</strong>ls een hogere <strong>op</strong>leiding<br />
hebben genoten. <strong>De</strong>ze gegevens zijn echter niet bekend in het registratiesysteem.<br />
Tabel 4<br />
Laatstgenoten <strong>op</strong>leiding aantal %<br />
basison<strong>de</strong>rwijs 244 17,4<br />
speciaal on<strong>de</strong>rwijs 109 7,8<br />
VMBO 219 15,6<br />
VO 114 8,1<br />
MBO 561 40,1<br />
Educatie/Inburgering 8 0,6<br />
onbekend 145 10,4<br />
TOTAAL 1400 100<br />
Een mogelijke verklaring voor <strong>de</strong> relatief grote <strong>uitval</strong> in het MBO ligt in <strong>de</strong> school- en<br />
profielkeuze van jongeren en <strong>de</strong> aanpak van het on<strong>de</strong>rwijs <strong>op</strong> het ROC. In dit beleid zal<br />
daarom aandacht wor<strong>de</strong>n besteed aan <strong>de</strong> aantrekkelijkheid van het on<strong>de</strong>rwijs <strong>op</strong> het ROC.<br />
Uit tabel 5 blijkt dat <strong>de</strong> meeste voortijdig schoolverlaters bij hun ou<strong>de</strong>rs of an<strong>de</strong>re<br />
familiele<strong>de</strong>n wonen (86%). Daarnaast woont 14% van <strong>de</strong> schoolverlaters alleen of met<br />
kind(eren).<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
11
Tabel 5<br />
Woonsituatie aantal %<br />
woont alleen (alleenstaan<strong>de</strong>) 143 10<br />
met kind (tiener/ou<strong>de</strong>r) 53 4<br />
woont bij ou<strong>de</strong>rs/familie 1204 86<br />
Totaal 1400 100<br />
Voor alleenstaan<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rs zou gerichte voorlichting en kin<strong>de</strong>r<strong>op</strong>vang een bijdrage kunnen<br />
leveren aan <strong>de</strong> terugleiding naar school en/ of werk. Zowel <strong>lokale</strong> organisaties als scholen<br />
kunnen hierbij een rol spelen.<br />
Naar aanleiding van <strong>de</strong> profielschets van zowel <strong>de</strong> algemene bevolking in <strong>Zuidoost</strong> als <strong>de</strong><br />
voortijdig schoolverlaters in het bijzon<strong>de</strong>r, kan geconclu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> culturele<br />
achtergrond, <strong>de</strong> financiële situatie en het <strong>op</strong>leidingsniveau van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs belangrijke<br />
kenmerken zijn van voortijdig schoolverlaten. Dit vraagt om gericht on<strong>de</strong>rwijs, waarbij<br />
rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> culturele achtergrond van <strong>de</strong> jongeren. Daarnaast is extra<br />
begeleiding nodig om <strong>de</strong> jongeren te on<strong>de</strong>rsteunen en te stimuleren in hun schoollo<strong>op</strong>baan.<br />
Dit zijn belangrijke aandachtspunten in dit beleid. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> alinea wordt dieper<br />
ingegaan <strong>op</strong> het beleidsprobleem.<br />
Probleemstelling<br />
Het beleidsprobleem is het aantal jongeren in <strong>Zuidoost</strong> dat <strong>de</strong> school heeft verlaten zon<strong>de</strong>r<br />
startkwalificatie en het aantal jongeren dat wekelijks <strong>uitval</strong>t van school. Geconclu<strong>de</strong>erd kan<br />
wor<strong>de</strong>n dat bijna 22% van <strong>de</strong> jongeren (ruim 1.400 jongeren) tussen <strong>de</strong> 17 en 23 jaar <strong>de</strong><br />
school verlaat zon<strong>de</strong>r startkwalificatie. Daarnaast vallen er wekelijks 13 jongeren voortijdig<br />
uit van school, dat is bijna 700 jongeren per jaar. Een an<strong>de</strong>r probleem is dat <strong>de</strong> huidige<br />
voorzieningen zijn gericht <strong>op</strong> jongeren tot 23 jaar en dus tekort schieten voor jongeren die <strong>op</strong><br />
latere leeftijd on<strong>de</strong>rsteuning nodig hebben in hun schoollo<strong>op</strong>baan. Veel jongeren in <strong>Zuidoost</strong><br />
zijn later in Ne<strong>de</strong>rland komen wonen, waardoor hun schoollo<strong>op</strong>baan vertraging <strong>op</strong>lo<strong>op</strong>t. Het<br />
afleggen van een schooltraject kost daardoor gemid<strong>de</strong>ld meer jaren dan bij jongeren die in<br />
Ne<strong>de</strong>rland in het on<strong>de</strong>rwijs zijn gestart. <strong>De</strong>ze jongeren hebben ook na hun 23 e jaar nog<br />
on<strong>de</strong>rsteuning nodig die <strong>op</strong> dit moment niet wordt gebo<strong>de</strong>n.<br />
Voortijdig schoolverlaten heeft verstrekken<strong>de</strong> gevolgen voor zowel <strong>de</strong> schoolverlater zelf als<br />
voor <strong>de</strong> sociale en economische gezondheid van <strong>de</strong> samenleving. Op individueel niveau<br />
betekent het dat veel schoolverlaters in een vicieuze cirkel terechtkomen van kansloosheid<br />
en frustratie. Zij voelen zich vaak uitgesloten en gemarginaliseerd waardoor <strong>de</strong> kans <strong>op</strong><br />
risicovol gedrag, criminaliteit en verslaving vergroot wordt. Daarnaast hebben jongeren<br />
zon<strong>de</strong>r een startkwalificatie lage kansen <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt. Indien voortijdig schoolverlaters<br />
toch een baantje vin<strong>de</strong>n blijkt vaak dat hun positie <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt <strong>op</strong> termijn zwakker is.<br />
Laaggeschool<strong>de</strong> schoolverlaters kunnen veelal niet voldoen aan <strong>de</strong> vraag van <strong>de</strong><br />
arbeidsmarkt. In <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne dienstverleningseconomie neemt <strong>de</strong> vraag naar<br />
hooggeschool<strong>de</strong> werknemers toe waardoor schoolverlaters min<strong>de</strong>r bijdragen aan <strong>de</strong><br />
economische ontwikkeling en vaker zijn aangewezen <strong>op</strong> uitkeringen en an<strong>de</strong>re vormen van<br />
inkomenssteun.<br />
<strong>De</strong> gevolgen <strong>op</strong> maatschappelijk niveau hangen samen met een lage productiviteit, het<br />
creëren van een on<strong>de</strong>rklasse en ongewenst gedrag. Uit berekeningen van het Centraal<br />
Cultureel Planbureau (CPB) blijkt dat een afgebroken <strong>op</strong>leiding ge<strong>de</strong>eltelijk een<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
12
maatschappelijke <strong>de</strong>sinvestering is omdat <strong>de</strong> in een <strong>op</strong>leiding geïnvesteer<strong>de</strong><br />
gemeenschapsmid<strong>de</strong>len niet het beoog<strong>de</strong> maatschappelijk ren<strong>de</strong>ment <strong>op</strong>leveren.<br />
Uit on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken van het Max Goote Kenniscentrum 9 en Nelom<br />
Consultancy 10 blijkt dat <strong>de</strong> oorzaken van voortijdig schoolverlaten zijn gerelateerd aan <strong>de</strong><br />
school, het kind zelf, <strong>de</strong> thuissituatie, <strong>de</strong> omgeving en illegaliteit.<br />
<strong>De</strong> school<br />
<strong>De</strong> school speelt een belangrijke rol in <strong>de</strong> kans van slagen van een leerling. Veel jongeren<br />
vin<strong>de</strong>n het on<strong>de</strong>rwijs saai, krijgen te weinig begeleiding en/of vin<strong>de</strong>n het on<strong>de</strong>rwijs te zwaar.<br />
Het on<strong>de</strong>rwijssysteem is veelal te theoretisch waardoor het moeilijk is om kin<strong>de</strong>ren en<br />
jongeren bij <strong>de</strong> les te hou<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> voorspellen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> uitslag van <strong>de</strong> CITO toets en<br />
het advies van <strong>de</strong> basisschool zijn nog steeds niet <strong>op</strong>timaal. In een later stadium moeten<br />
jongeren in een turbulente fase van hun ontwikkeling vaak al jong een beroepsrichting<br />
kiezen. Door het ontbreken van goe<strong>de</strong> begeleiding en schakelmogelijkhe<strong>de</strong>n verlaten veel<br />
jongeren in <strong>de</strong>ze fase <strong>de</strong> school voordat zij een startkwalificatie behaald hebben. Met name<br />
<strong>de</strong> aansluiting van het VMBO <strong>op</strong> het MBO is problematisch.<br />
Uit een on<strong>de</strong>rzoek van het voormalige Muliticulturalisatie en Participatiebureau (MP-bureau)<br />
blijkt dat het on<strong>de</strong>rwijssysteem niet altijd is aangepast aan <strong>de</strong> verschillen tussen leerlingen<br />
en dat er veel onbegrip heerst tussen docenten en leerlingen 11 . Tevens is het zorgbeleid met<br />
name <strong>op</strong> het VO en het MBO vaak onvoldoen<strong>de</strong> ontwikkeld waardoor niet tijdig wordt<br />
ingegrepen om <strong>de</strong> jongeren te on<strong>de</strong>rsteunen.<br />
Het Kind/ <strong>de</strong> jongere<br />
<strong>De</strong> aard en aanleg van een kind zijn bepalend voor <strong>de</strong> kansen en het succes <strong>op</strong> school.<br />
Zowel het intelligentie quotiënt (IQ) als het emotionele quotiënt (EQ) spelen een belangrijke<br />
rol in <strong>de</strong> schoolprestaties van het kind. Daarnaast heeft het Ne<strong>de</strong>rlandse taalniveau invloed<br />
<strong>op</strong> het functioneren <strong>op</strong> school. <strong>De</strong> respons die een kind krijgt <strong>op</strong> zijn of haar gedrag en<br />
schoolprestaties zijn van invloed <strong>op</strong> <strong>de</strong> inzet en motivatie. Gepest wor<strong>de</strong>n, blijven zitten en<br />
spijbelen zijn risicoverhogen<strong>de</strong> factoren voor voortijdig schoolverlaten. Een aantal jongeren<br />
is schoolverlater als gevolg van een zwangerschap <strong>op</strong> jonge leeftijd. Wanneer <strong>de</strong>ze jonge<br />
moe<strong>de</strong>rs terug naar school willen is <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>r<strong>op</strong>vang een probleem, waardoor <strong>de</strong> terugkeer<br />
naar school <strong>op</strong> korte termijn vaak geen <strong>op</strong>tie is.<br />
Thuissituatie (ou<strong>de</strong>rs)<br />
Naast het kind zelf hebben ook <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs een substantiële rol in het succes van hun<br />
kin<strong>de</strong>ren <strong>op</strong> school. Factoren als <strong>de</strong> sociale en economische achtergrond, <strong>de</strong><br />
gezinssamenstelling, het <strong>op</strong>leidingsniveau en het Ne<strong>de</strong>rlandse taalniveau van ou<strong>de</strong>rs zijn<br />
van invloed <strong>op</strong> <strong>de</strong> mate waarin zij hun kin<strong>de</strong>ren stimuleren om naar school te gaan en hen<br />
begelei<strong>de</strong>n bij hun huiswerk en schoolkeuzen. Daarnaast blijkt uit ervaringen van <strong>de</strong> scholen<br />
in <strong>Zuidoost</strong> dat <strong>de</strong> verwachtingen van ou<strong>de</strong>rs vaak hoog liggen. Zij verwachten dat hun<br />
kin<strong>de</strong>ren een hoge <strong>op</strong>leiding gaan volgen en een goe<strong>de</strong> baan zullen krijgen. Zij weten echter<br />
niet hoe <strong>de</strong>ze ambitie gerealiseerd kan wor<strong>de</strong>n.<br />
<strong>De</strong> Omgeving<br />
Uit on<strong>de</strong>rzoeken blijkt ook dat <strong>de</strong> buurt en het milieu waarin iemand <strong>op</strong>groeit van invloed zijn<br />
<strong>op</strong> <strong>de</strong> schoolprestaties in het algemeen en <strong>op</strong> school<strong>uitval</strong> in het bijzon<strong>de</strong>r. Zo blijkt 86% van<br />
alle voortijdig schoolverlaters te wonen in een zogenaamd armoe<strong>de</strong> cumulatiegebied 12 .<br />
Het beleid van stads<strong>de</strong>el <strong>Zuidoost</strong> is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n gericht <strong>op</strong> het realiseren<br />
van buurten met een sociaal economisch meer gedifferentieer<strong>de</strong> bevolking.<br />
9 VSV in Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>: omvang en aanpak. Van Schoonhoven en Van <strong>de</strong>r Sluis. Max Goote Kenniscentrum: 2006.<br />
10 On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> oorzaken en factoren van school<strong>uitval</strong> bij Surinaamse, Afrikaanse en Antilliaanse jongeren<br />
in stads<strong>de</strong>el <strong>Zuidoost</strong>. Concept rapport. Nelom Consultancy: april 2007.<br />
11 Project Voortijdig Schoolverlaten, rapportage. Stads<strong>de</strong>el <strong>Zuidoost</strong>. MP-bureau: september 2005.<br />
12 Factsheets voortijdig schoolverlaten. Ministerie van On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en Wetenschap: april 2006.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
13
Illegaliteit<br />
Tot slot wordt illegaliteit genoemd als compliceren<strong>de</strong> factor. Kin<strong>de</strong>ren van illegaal in<br />
Ne<strong>de</strong>rland verblijven<strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>lingen hebben recht <strong>op</strong> on<strong>de</strong>rwijs en kunnen ongestoord<br />
on<strong>de</strong>rwijs volgen. <strong>De</strong>sondanks levert illegaliteit extra risico’s voor het schoolsucces van<br />
kin<strong>de</strong>ren <strong>op</strong> omdat het gezin tal van beperkingen in het maatschappelijk functioneren kent.<br />
Wanneer iemand ou<strong>de</strong>r is dan 18 jaar moet <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinstelling <strong>de</strong> rechtmatigheid van<br />
verblijf toetsen voor het begin van <strong>de</strong> <strong>op</strong>leiding. Volgens <strong>de</strong> wet mag een jongere die voor<br />
zijn 18 e jaar een <strong>op</strong>leiding is gestart <strong>de</strong>ze wel afron<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> praktijk gebeurt dit echter niet<br />
altijd, waardoor veel van <strong>de</strong>ze jongeren <strong>de</strong> school voortijdig verlaten. Het Stads<strong>de</strong>el heeft<br />
hier<strong>op</strong> geen invloed.<br />
Uit bovenstaan<strong>de</strong> factoren blijkt dat het behalen van een startkwalificatie niet alleen<br />
afhankelijk is van <strong>de</strong> jongere zelf maar ook van an<strong>de</strong>re sociale en economische factoren<br />
waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> jongere niet direct invloed heeft. <strong>De</strong> jongeren moeten zich groten<strong>de</strong>els aanpassen<br />
aan <strong>de</strong> maatschappij om niet buitenboord te vallen. Het is belangrijk dat <strong>de</strong> maatschappij<br />
zich ook aanpast aan <strong>de</strong> jongeren. <strong>De</strong> inzet van <strong>de</strong> overheid en an<strong>de</strong>re betrokkenen is<br />
daarom noodzakelijk. Ondanks alle huidige inspanningen is school<strong>uitval</strong> nog steeds een<br />
alarmerend probleem dat extra aandacht behoeft. On<strong>de</strong>r ‘doelstelling’ wordt dit ver<strong>de</strong>r<br />
uitgewerkt.<br />
Doelstelling<br />
<strong>Zuidoost</strong> zal <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> bestuursperio<strong>de</strong> <strong>de</strong> huidige inspanningen intensiveren en<br />
daarnaast extra aandacht beste<strong>de</strong>n aan preventieve mid<strong>de</strong>len om school<strong>uitval</strong> te voorkomen<br />
en jongeren te on<strong>de</strong>rsteunen bij het behalen van een startkwalificatie. Op <strong>de</strong>ze manier zullen<br />
<strong>de</strong> kansen <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt voor jongeren in <strong>Zuidoost</strong> groter wor<strong>de</strong>n en kunnen <strong>de</strong><br />
jongeren meer en beter participeren in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving. Het urgentiegevoel<br />
over <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> jongeren in <strong>Zuidoost</strong> zet het Stads<strong>de</strong>el, in lijn met het lan<strong>de</strong>lijke en<br />
ste<strong>de</strong>lijke beleid, aan tot een strijdbare aanpak <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> fronten met <strong>de</strong> titel ‘<strong>De</strong><br />
Lokale <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> Uitval’. Het Stads<strong>de</strong>el heeft een hoge ambitie en wil meer betekenen<br />
voor <strong>de</strong> (potentiële) schoolverlaters zoals <strong>op</strong>genomen in het Bestuursakkoord 2006-2010.<br />
Het Stads<strong>de</strong>elbestuur streeft ernaar om <strong>de</strong> Amsterdamse doelstelling te behalen welke<br />
uitgaat van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> resultaten ten <strong>op</strong>zichte van het schooljaar 2005/ 2006:<br />
• Eind schooljaar 2006/ 2007 is er 10% vermin<strong>de</strong>ring van voortijdig school<strong>uitval</strong> in VO<br />
en MBO;<br />
• In 2008 is 50% van <strong>de</strong> voortijdig schoolverlaters <strong>op</strong> traject naar een startkwalificatie;<br />
• In 2008 is ie<strong>de</strong>re nieuwe schoolverlater binnen een week na melding in beeld bij<br />
RMC;<br />
• In 2008 is <strong>de</strong> groep jongeren in beeld die ondanks gerichte maatregelen niet in staat<br />
is een startkwalificatie te behalen en krijgt <strong>de</strong>ze groep indien nodig een traject naar<br />
werk aangebo<strong>de</strong>n;<br />
• In 2010 heeft 50% van <strong>de</strong> voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar alsnog een<br />
startkwalificatie gehaald ten <strong>op</strong>zichte van 2005/ 2006;<br />
• In 2010 is 60% van <strong>de</strong> nieuwe voortijdig schoolverlaters <strong>op</strong> traject naar een<br />
startkwalificatie.<br />
Het Stads<strong>de</strong>el streeft ernaar om bovengenoem<strong>de</strong> doelstellingen te behalen maar zal zich<br />
meten aan het Amsterdamse gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dat bereikt wordt. Om <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> doelstellingen<br />
te behalen zal <strong>de</strong> doelgroep afgebakend moeten wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> doelgroep wordt hieron<strong>de</strong>r<br />
beschreven.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
14
Doelgroep<br />
In <strong>Zuidoost</strong> hebben veel jongeren behoefte aan on<strong>de</strong>rsteuning. Het Stads<strong>de</strong>el kan echter<br />
niet voor ie<strong>de</strong>reen een gepaste <strong>op</strong>lossing verzorgen en heeft daarom binnen <strong>de</strong><br />
problematiek van voortijdig schoolverlaten een aantal prioritaire doelgroepen vastgesteld.<br />
Het gaat om <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> doelgroepen:<br />
• <strong>De</strong> eerste en meest belangrijke doelgroep voor dit beleid zijn <strong>de</strong> jongeren die<br />
geregistreerd staan als voortijdig schoolverlaters. Het is wettelijk als taak<br />
voorgeschreven om <strong>de</strong>ze doelgroep <strong>op</strong> een traject te zetten richting school en/ of<br />
werk;<br />
• <strong>De</strong> mogelijke schoolverlaters vormen een twee<strong>de</strong> doelgroep in dit beleid. On<strong>de</strong>r<br />
mogelijk voortijdig schoolverlaters wor<strong>de</strong>n jongeren verstaan die in <strong>Zuidoost</strong> staan<br />
ingeschreven maar waarvan niet is geregistreerd dat ze (in <strong>Zuidoost</strong>) een<br />
startkwalificatie hebben behaald en waarvan ook nog niet is vastgesteld dat ze dit<br />
el<strong>de</strong>rs niet hebben behaald;<br />
• <strong>De</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> doelgroep zijn <strong>de</strong> jongeren die naar school gaan en die dreigen uit te vallen<br />
van school voordat zij 23 jaar zijn. Voor <strong>de</strong>ze groep is een preventieve aanpak<br />
noodzakelijk.<br />
Hieron<strong>de</strong>r volgt een overzicht van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> doelgroepen:<br />
RMC 30 maart 2007<br />
Aantal In het bezit van<br />
startkwalificatie<br />
Schoolgaand<br />
en nog geen<br />
startkwalificatie<br />
Voortijdig<br />
schoolverlater<br />
Mogelijk<br />
voortijdig<br />
schoolverlater<br />
Amsterdam 51.434 25.951 13.430 8.573 3.480<br />
<strong>Zuidoost</strong> 6.622 2.554 2.284 1.442 342<br />
Er zijn in totaal 6.622 jongeren van 17 t/m 22 jaar in <strong>Zuidoost</strong>. Hiervan heeft 38,6% een<br />
startkwalificatie, 34,5% zit nog <strong>op</strong> school, 21,8% staat geregistreerd als voortijdig<br />
schoolverlater en 5,2% is mogelijk voortijdig schoolverlater.<br />
Naast <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> doelgroepen zal het Stads<strong>de</strong>el aandacht beste<strong>de</strong>n aan voortijdig<br />
schoolverlaters tot 27 jaar die werken. Geconstateerd is dat veel voortijdig schoolverlaters<br />
een baan vin<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> economie aantrekt. Wanneer het economisch slechter gaat<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze jongeren als eerste ontslagen, waardoor zij weinig zekerheid hebben. Het is<br />
van belang om te on<strong>de</strong>rzoeken hoeveel schoolverlaters werken en welke trajecten geschikt<br />
zijn voor <strong>de</strong>ze doelgroep.<br />
1.5 Conclusie<br />
Samengevat heeft dit beleid <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> doelgroepen: voortijdig schoolverlaters, mogelijke<br />
voortijdig schoolverlaters, dreigen<strong>de</strong> voortijdig schoolverlaters en (werken<strong>de</strong>)<br />
schoolverlaters. Om <strong>de</strong>ze doelgroepen te bereiken en <strong>de</strong> doelstellingen te realiseren zijn<br />
gerichte en werkbare <strong>lokale</strong> beleidsinstrumenten nodig. Voordat wij hier<strong>op</strong> ingaan is het<br />
nodig om aandacht te beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> huidige inspanningen. Op basis hiervan kunnen we<br />
zien welke activiteiten het Stads<strong>de</strong>el heeft ontwikkeld en welke mid<strong>de</strong>len nog ontbreken om<br />
<strong>de</strong> problematiek van voortijdig schoolverlaten aan te pakken. Dit wordt in het volgen<strong>de</strong><br />
hoofdstuk uitgewerkt.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
15
2 Huidige inspanningen<br />
In <strong>Zuidoost</strong> en <strong>de</strong> rest van Amsterdam bestaan tal van projecten, trajecten, aanpakken en<br />
<strong>op</strong>vangplekken voor jongeren die <strong>de</strong> reguliere weg van school zijn kwijtgeraakt. Jongeren<br />
wor<strong>de</strong>n begeleid en er wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> vormen van zorg aangebo<strong>de</strong>n (schul<strong>de</strong>n,<br />
huisvesting, psychologische problemen). Projecten als ROC <strong>op</strong> Maat, het mentorproject,<br />
‘Goal’ en ‘Catch’ dienen als hulpstructuren om voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk te<br />
beperken en terug te dringen 13 . Daarnaast zijn er ook curatieve maatregelen in <strong>de</strong> vorm van<br />
RMC en het Jongerenloket voor <strong>de</strong>ze doelgroep in <strong>Zuidoost</strong> beschikbaar. In dit hoofdstuk<br />
beperken we ons tot <strong>de</strong> huidige inspanningen in <strong>Zuidoost</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regie van het Stads<strong>de</strong>el,<br />
namelijk RMC, ONZ-MOET en LAG.<br />
2.1 Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC)<br />
Voor <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> RMC Wet is Ne<strong>de</strong>rland ver<strong>de</strong>eld in 39 RMC regio’s. Amsterdam is<br />
één van <strong>de</strong>ze regio’s, welke is ver<strong>de</strong>eld in vijf clusters. Eén van <strong>de</strong>ze clusters is gevestigd in<br />
stads<strong>de</strong>el <strong>Zuidoost</strong>, welke sinds 2003 functioneert. Via het registratiesysteem Erisa mel<strong>de</strong>n<br />
scholen <strong>de</strong> leerlingen (via LAS) die zijn uitgevallen aan bij het RMC. Het RMC heeft<br />
vervolgens <strong>de</strong> taak om <strong>de</strong> voortijdig schoolverlaters in beeld te brengen, te registreren en<br />
door te verwijzen. In <strong>Zuidoost</strong> wor<strong>de</strong>n per maand 40 tot 50 nieuwe school<strong>uitval</strong>lers gemeld.<br />
Nadat er nieuwe meldingen binnen zijn, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> jongeren door een casemanager<br />
telefonisch of via een uitnodigingsbrief bena<strong>de</strong>rd. Indien zij positief reageren wor<strong>de</strong>n zij<br />
doorverzen naar het jongerenloket (DWI) dat hen on<strong>de</strong>rsteunt in hun traject richting school<br />
en/ of werk. Indien <strong>de</strong> jongeren niet reageren <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>roep van het RMC wordt er een<br />
veldwerker, in dienst bij het Stads<strong>de</strong>el, ingezet. <strong>De</strong>ze veldwerker zoekt <strong>de</strong> jongeren thuis of<br />
<strong>op</strong> an<strong>de</strong>re vindplekken <strong>op</strong> en probeert hen te bewegen tot contact met <strong>de</strong> instanties die hen<br />
een gerichte dagbesteding kunnen bezorgen. Voor <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze activiteiten<br />
bestaat het RMC in <strong>Zuidoost</strong> uit een teamlei<strong>de</strong>r, drie casemanagers, een veldwerker en een<br />
administratieve me<strong>de</strong>werker. In totaal zijn dit 5,6 fte’s.<br />
Het RMC is in staat geweest om alle meldingen van voortijdig schoolverlaters in beeld te<br />
brengen. Van <strong>de</strong> ruim 1.400 school<strong>uitval</strong>lers neemt inmid<strong>de</strong>ls 55% <strong>de</strong>el aan een traject en is<br />
20% in bemid<strong>de</strong>ling. <strong>De</strong> overige 25% van <strong>de</strong> schoolverlaters is bena<strong>de</strong>rd maar het is nog<br />
niet gelukt om hen aan een traject te bin<strong>de</strong>n. In het ka<strong>de</strong>r van het Amsterdamse beleid<br />
‘Niemand aan <strong>de</strong> Kant’ is het van belang om ook <strong>de</strong>ze laatstgenoem<strong>de</strong>n te bereiken en <strong>op</strong><br />
traject te zetten. <strong>De</strong> Centrale Stad heeft daarom in 2006 een ‘veegactie’ <strong>op</strong> touw gezet om<br />
alle geregistreer<strong>de</strong> voortijdig schoolverlaters die nog niet in bemid<strong>de</strong>ling of <strong>op</strong> traject waren,<br />
actief te bena<strong>de</strong>ren. Het RMC <strong>Zuidoost</strong> heeft hieraan een belangrijke bijdrage geleverd.<br />
<strong>De</strong> RMC-functie in Amsterdam heeft volgens het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> Algemene Rekenkamer<br />
(2006) nog niet het gewenste resultaat <strong>op</strong>geleverd. Dit on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> bestuurs<strong>op</strong>dracht<br />
van <strong>de</strong> Centrale Stad en <strong>de</strong> stads<strong>de</strong>len hebben on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re geleid tot <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />
re<strong>de</strong>sign van Leerplicht en het RMC. Dit houdt in dat <strong>de</strong> bestuurlijke en ambtelijke aansturing<br />
van Leerplicht en het RMC een centraliserend karakter krijgen.<br />
Los van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke ontwikkelingen moeten <strong>de</strong> activiteiten en werkwijze van het RMC<br />
verbeterd en uitgebreid wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> gewenste resultaten te boeken.<br />
13 Coaches en mentoren: van kansarm naar kansrijk, het succes van rolmo<strong>de</strong>llen voor risicojongeren in theorie en praktijk.<br />
Radar: november 2006.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
16
RMC in beweging<br />
<strong>De</strong> laatste maan<strong>de</strong>n is een ste<strong>de</strong>lijke discussie gevoerd over <strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong> RMC’s in<br />
Amsterdam, met als uitkomst het besluit tot een meer centrale regie van <strong>de</strong> RMC’s-<br />
Leerplicht: <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Re<strong>de</strong>sign. <strong>De</strong> voornaamste speerpunten van <strong>de</strong> Re<strong>de</strong>signdiscussie<br />
zijn dat men <strong>de</strong> huidige aanpak wil intensiveren en dat <strong>de</strong> preventieve<br />
inspanningen versterkt moeten wor<strong>de</strong>n. Dit sluit goed aan bij <strong>de</strong> kernpunten uit het VSVbeleid<br />
in <strong>de</strong> RMC-functie van <strong>Zuidoost</strong>, waar we in dit hoofdstuk ver<strong>de</strong>r <strong>op</strong> ingaan.<br />
Om <strong>de</strong> RMC-functie te verbeteren zal aandacht wor<strong>de</strong>n besteed aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> punten:<br />
• Het huidige cliëntvolgsysteem (Erisa) van het RMC, dat wordt beheerd door DMO. Er<br />
is behoefte aan extra informatievoorziening zodat het systeem beter <strong>op</strong> <strong>de</strong> doelgroep<br />
is afgestemd. <strong>De</strong> ruimte voor <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> informatie is in het huidige systeem<br />
beperkt. Tevens is het systeem niet geheel sluitend omdat sommige jongeren staan<br />
geregistreerd als schoolverlater terwijl dit in <strong>de</strong> praktijk niet zo blijkt te zijn, en visa<br />
versa. Voor een efficiënte en effectieve aanpak van <strong>de</strong> taken van het RMC is het<br />
noodzakelijk om het cliëntvolgsysteem te verbeteren en uit te brei<strong>de</strong>n. Om <strong>de</strong><br />
beleidsmatige informatie te beheersen dient het systeem on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re informatie te<br />
bevatten over: <strong>de</strong> gezinssamenstelling, eventuele migratiegeschie<strong>de</strong>nis, <strong>de</strong><br />
schoollo<strong>op</strong>baan vanaf basisschool, inschrijvingen bij vervolg<strong>op</strong>leidingen na VO en<br />
advies van trajectbegelei<strong>de</strong>rs/ mentoren. Het huidige systeem ERISA is hiertoe niet<br />
toereikend. Dit betekent dat er een beter systeem nodig is om <strong>de</strong> leerling van jongs af<br />
aan te volgen en <strong>de</strong> juiste maatregelen te treffen. Volgens DMO is het programma<br />
van eisen (Erisa 3) vòòr <strong>de</strong> zomer 2007 gerealiseerd en zou het moeten voldoen aan<br />
<strong>de</strong> wensen van het Stads<strong>de</strong>el. Bij het ontwikkelen van dit verbeter<strong>de</strong> programma<br />
wordt <strong>de</strong> input van het Stads<strong>de</strong>el <strong>op</strong>genomen.<br />
• <strong>De</strong> werkwijze van <strong>de</strong> casemanagers. Op dit moment is <strong>de</strong> afstand tussen <strong>de</strong><br />
casemanagers en <strong>de</strong> voortijdig schoolverlaters te groot. <strong>De</strong> communicatie vindt plaats<br />
door mid<strong>de</strong>l van brieven en telefoon (het zogenaam<strong>de</strong> casemanagent <strong>op</strong> afstand),<br />
waardoor er geen direct contact is met <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> doelgroep. Hierdoor verliest<br />
het RMC informatie over <strong>de</strong> relevante achtergrond van <strong>de</strong> voortijdig schoolverlaters,<br />
welke in het registratiesysteem kan wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>genomen. Voortaan zal <strong>de</strong><br />
casemanager direct contact hebben met <strong>de</strong> schoolverlaters. Wanneer <strong>de</strong> school een<br />
<strong>uitval</strong> meldt bij het RMC wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> jongeren uitgenodigd voor een intakegesprek. Dit<br />
gesprek zal plaatsvin<strong>de</strong>n bij het jongerenloket. <strong>De</strong> afstand tussen RMC en <strong>de</strong><br />
doelgroep wordt daardoor kleiner en tegelijkertijd kan indien nodig het DWI<br />
on<strong>de</strong>rsteuning bie<strong>de</strong>n.<br />
• <strong>De</strong> positionering van <strong>de</strong> veldwerkfunctie. In <strong>de</strong> huidige situatie is <strong>de</strong> veldwerker in<br />
dienst van het Stads<strong>de</strong>el. Tot nu toe is <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong>ze werkwijze niet<br />
aantoonbaar geweest. Om <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong>ze werkwijze te vergroten wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
veldwerktaken voor een proefperio<strong>de</strong> uitgevoerd door <strong>lokale</strong> organisaties, in plaats<br />
van door het Stads<strong>de</strong>el. <strong>De</strong>ze organisaties zijn bekend en vertrouwd met het veld en<br />
zijn flexibel met <strong>de</strong> inzet van veldwerkers. Enkele <strong>lokale</strong> organisaties hebben<br />
bijvoorbeeld ervaring met ‘family coaches’ die (probleem)gezinnen bezoeken en<br />
daardoor een hechte band creëren en dichtbij <strong>de</strong> doelgroep staan.<br />
• <strong>De</strong> doelgroep van RMC. Omdat veel jongeren in <strong>Zuidoost</strong> een gemankeer<strong>de</strong> start<br />
hebben gehad in het on<strong>de</strong>rwijs, is het belangrijk om voortijdig schoolverlaters niet te<br />
snel los te laten en te blijven volgen tot 27 jaar. Met <strong>de</strong>ze maatregel lo<strong>op</strong>t het<br />
Stads<strong>de</strong>el vooruit <strong>op</strong> het lan<strong>de</strong>lijke voorstel om een leerwerkplicht t/m 27 jaar in te<br />
voeren.<br />
• <strong>De</strong> coördinatie van <strong>de</strong> individuele trajectbegeleiding en ONZ-MOET. Het RMC zal<br />
<strong>de</strong>ze functie <strong>op</strong> zich nemen. Dit wordt in een later stadium in <strong>de</strong>ze notitie behan<strong>de</strong>ld.<br />
• RMC krijgt een centrale doorverwijzingrol indien zich signalen voordoen die kunnen<br />
lei<strong>de</strong>n tot voortijdig schoolverlaten. Inkomen, on<strong>de</strong>rwijs en zorg/welzijn dragen in<br />
combinatie bij aan <strong>de</strong> ontwikkeling van kin<strong>de</strong>ren/jongeren. Indien één van <strong>de</strong>ze<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
17
factoren ontbreekt vormt zich een probleem dat consequenties kan hebben voor <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re factoren. In <strong>de</strong> problematiek van voortijdig schoolverlaten is het daarom<br />
noodzakelijk om aan al <strong>de</strong>ze factoren aandacht te beste<strong>de</strong>n zodat kin<strong>de</strong>ren niet of zo<br />
min mogelijk belemmerd wor<strong>de</strong>n in hun schoollo<strong>op</strong>baan. Het RMC zal daarom <strong>de</strong>ze<br />
factoren aan elkaar k<strong>op</strong>pelen en signalen <strong>op</strong>vangen indien bij een kind/jongere één of<br />
meer<strong>de</strong>re factoren onvoldoen<strong>de</strong> aanwezig zijn. RMC zal <strong>de</strong>ze signalen bij <strong>de</strong> juiste<br />
instelling(en) aankaarten.<br />
<strong>De</strong> kosten van het casemanagent wor<strong>de</strong>n tot 2010 gefinancierd door het Grote Ste<strong>de</strong>n<br />
Beleid (GSB III) en <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong> veldwerkers wor<strong>de</strong>n uit het Risico Jongeren budget<br />
betaald.<br />
Het volgen<strong>de</strong> project dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regie van het Stads<strong>de</strong>el wordt uitgevoerd is ONZ-MOET.<br />
2.2 ONZ-MOET<br />
ONZ-MOET is een on<strong>de</strong>rwijsarrangement dat het Stads<strong>de</strong>el in het schooljaar 2004/ 2005 in<br />
samenwerking met het ROCvA als preventief mid<strong>de</strong>l heeft ontwikkeld. Het is bestemd voor<br />
(risico)jongeren tussen 17 en 23 jaar die geen aansluiting vin<strong>de</strong>n in het reguliere on<strong>de</strong>rwijs<br />
en nog geen startkwalificatie hebben behaald. Het zijn voornamelijk jongeren die het<br />
on<strong>de</strong>rwijs saai vin<strong>de</strong>n en daardoor ge<strong>de</strong>motiveerd zijn geraakt om naar school te gaan.<br />
ONZ-MOET activeert jongeren om naar school te blijven gaan door mid<strong>de</strong>l van een<br />
afwisselend on<strong>de</strong>rwijsprogramma. <strong>De</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> jongeren wor<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong> één jaar<br />
<strong>op</strong>geleid voor het Arbeidskwalificerend Assistent niveau 1 (AKA-1). <strong>De</strong> afronding van <strong>de</strong>ze<br />
AKA-1 <strong>op</strong>leiding resulteert in het einddiploma MBO 1 niveau. Dit diploma biedt <strong>de</strong><br />
mogelijkheid tot doorstroom naar MBO niveau 2.<br />
Het programma bestaat uit competentiegericht on<strong>de</strong>rwijs, buitenschoolse activiteiten en een<br />
stage. Het on<strong>de</strong>rwijs bestaat uit <strong>de</strong> studierichtingen han<strong>de</strong>l, economie, administratie, ICT en<br />
<strong>op</strong>enbare or<strong>de</strong> en veiligheid. <strong>De</strong> buitenschoolse activiteiten vormen een laagdrempelig<br />
programma dat aansluit bij <strong>de</strong> levensstijl en wensen van <strong>de</strong> doelgroep. Naar verwachting<br />
levert ONZ-MOET <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van het<br />
voortijdig schoolverlaten in <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Het ROCvA is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> uitvoering en <strong>de</strong> financiering van het<br />
on<strong>de</strong>rwijsprogramma. <strong>De</strong> <strong>lokale</strong> organisaties zijn verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong><br />
buitenschoolse activiteiten. <strong>De</strong>ze wor<strong>de</strong>n gefinancierd door het Stads<strong>de</strong>el, <strong>de</strong> Provincie<br />
Noord Holland, <strong>de</strong> <strong>Gemeente</strong> Amsterdam en Eur<strong>op</strong>ees Sociaal Fonds (ESF). Het Stads<strong>de</strong>el<br />
coördineert het gehele project.<br />
In oktober 2007 zal ONZ-MOET geëvalueerd wor<strong>de</strong>n waarbij on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het inhou<strong>de</strong>lijke<br />
programma, <strong>de</strong> organisatie van het project en <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> docenten naar voren zal<br />
komen. Naar aanleiding van <strong>de</strong>ze evaluatie wordt besloten of dit project gecontinueerd<br />
wordt en in welke vorm.<br />
Het volgen<strong>de</strong> project dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regie van het Stads<strong>de</strong>el wordt uitgevoerd is <strong>de</strong> LAG.<br />
2.3 Local Action Group (LAG)<br />
<strong>De</strong> LAG vormt een groep van verschillen<strong>de</strong> partijen in <strong>Zuidoost</strong> die betrokken zijn bij <strong>de</strong><br />
problematiek rondom voortijdig school verlaten. <strong>De</strong>ze is <strong>op</strong>gericht in het ka<strong>de</strong>r van het<br />
Eur<strong>op</strong>ese project ‘Early School Leavers’. In 2006 heeft Brussel het initiatief genomen om<br />
acht Eur<strong>op</strong>ese lan<strong>de</strong>n bijeen te brengen om een <strong>op</strong>lossing te zoeken voor het algemene<br />
Eur<strong>op</strong>ese probleem van voortijdig schoolverlaten. <strong>De</strong>n Hel<strong>de</strong>r en <strong>Zuidoost</strong> waren, gezien hun<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
18
ervaring met Eur<strong>op</strong>ese projecten, uitgenodigd om <strong>de</strong>el te nemen aan dit tweejarige project.<br />
Het doel van dit Eur<strong>op</strong>ese project is om een lokaal actieplan <strong>op</strong> te stellen voor het bestrij<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> problematiek <strong>op</strong> lokaal niveau. Voor het realiseren van dit plan wordt van <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>elnemers verwacht dat zij vier keer geduren<strong>de</strong> het tweejarige project <strong>de</strong>elnemen aan<br />
internationale conferenties om informatie en kennis uit te wisselen. <strong>De</strong> eerste heeft<br />
plaatsgevon<strong>de</strong>n in Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> (april 2006), <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> in Lon<strong>de</strong>n (september<br />
2006), <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> in Slovenië (februari 2007) en <strong>de</strong> laatste conferentie zal plaatsvin<strong>de</strong>n in<br />
Brussel (juni 2007). <strong>De</strong> coördinatiekosten voor dit project wor<strong>de</strong>n gefinancierd vanuit<br />
Brussel.<br />
In <strong>de</strong> LAG zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> partijen vertegenwoordigd: DWI, CWI, ROCvA, VO<br />
scholen, stads<strong>de</strong>el Amsterdam Noord, Swazoom, ministerie van OCW, Universiteit van<br />
Amsterdam (UvA) en jongeren. Het Stads<strong>de</strong>el (hoofd van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Educatie &<br />
Arbeidsmarkt) zit <strong>de</strong> LAG voor. Dit vanuit Brussel geïnitieer<strong>de</strong> project zal officieel in oktober<br />
2007 beëindigd wor<strong>de</strong>n. Vanwege het essentiële belang van het netwerk dat door <strong>de</strong> LAG is<br />
<strong>op</strong>gebouwd, zal het Stads<strong>de</strong>el <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> LAG voortzetten. <strong>De</strong> portefeuillehou<strong>de</strong>r<br />
VSV zal voortaan <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> LAG wor<strong>de</strong>n, net zoals bij het Lokaal On<strong>de</strong>rwijs<br />
<strong>Zuidoost</strong> (LOZO) voor het primaire on<strong>de</strong>rwijs. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stand van<br />
zaken, knelpunten, verbeterpunten, acties en resultaten met betrekking tot voortijdig<br />
schoolverlaten besproken. <strong>De</strong> coördinatie van <strong>de</strong> LAG blijft bij het Stads<strong>de</strong>el.<br />
2.4 Conclusie<br />
Ondanks <strong>de</strong>ze inspanningen is het aantal nieuwe schoolverlaters in <strong>Zuidoost</strong> nog steeds<br />
hoog. Geconstateerd is dat <strong>de</strong> huidige aanpak beperkt is tot curatieve maatregelen en dat er<br />
weinig aandacht wordt besteed aan <strong>de</strong> preventie van voortijdig schoolverlaten. Daarnaast is<br />
er onvoldoen<strong>de</strong> aandacht voor jongeren die geen aansluiting kunnen vin<strong>de</strong>n in het reguliere<br />
on<strong>de</strong>rwijs of <strong>de</strong> sociaal-economische situatie van hun ou<strong>de</strong>rs. Ook is er nog geen sluitend<br />
netwerk van alle betrokken partijen in <strong>Zuidoost</strong> en wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>lokale</strong> organisaties die affiniteit<br />
en vertrouwen hebben met <strong>de</strong> doelgroep te weinig betrokken bij <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong><br />
activiteiten. Om <strong>de</strong> situatie van voortijdig schoolverlaten ingrijpend te veran<strong>de</strong>ren dient er<br />
rekening gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> knelpunten. Omdat het Stads<strong>de</strong>el niet <strong>op</strong><br />
alle oorzaken invloed heeft en beperkte mid<strong>de</strong>len tot haar beschikking heeft, wor<strong>de</strong>n in het<br />
volgen<strong>de</strong> hoofdstuk alleen <strong>de</strong> beleidsinstrumenten die binnen het bereik liggen van het<br />
Stads<strong>de</strong>el behan<strong>de</strong>ld.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
19
3 Beleidsinstrumenten<br />
Uit <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken blijkt dat voortijdig schoolverlaten een sociaal complex<br />
probleem is, waar geen eenduidige <strong>op</strong>lossing voor te vin<strong>de</strong>n is. Ou<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën over <strong>de</strong> aanpak<br />
van voortijdig schoolverlaten komen steeds weer terug in een aangepaste vorm, zon<strong>de</strong>r dat<br />
er on<strong>de</strong>rzoek is verricht naar <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong>ze maatregelen. Uit on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat<br />
het tijdig signaleren van potentiële school<strong>uitval</strong>lers effectiever is dan afwachten tot jongeren<br />
hun school voortijdig verlaten. Oftewel: prevention is beter than cure. Daarom zal het<br />
Stads<strong>de</strong>el, in samenwerking met <strong>de</strong> betrokken partijen, niet alleen aandacht beste<strong>de</strong>n aan<br />
<strong>de</strong> curatieve kant maar ook aan <strong>de</strong> preventieve kant van voortijdig schoolverlaten. <strong>De</strong><br />
curatieve kant gaat om <strong>de</strong> verbetering van <strong>de</strong> huidige instrumenten en <strong>de</strong> preventieve kant<br />
gaat om het ontwikkelen van nieuwe instrumenten. Hierbij zal <strong>de</strong> kennis, expertise en <strong>de</strong><br />
invloed van <strong>de</strong> scholen wor<strong>de</strong>n ingezet, met name het aantrekkelijk maken van het<br />
on<strong>de</strong>rwijs. <strong>De</strong> bestrijding van voortijdig schoolverlaten vergt tijd, uitgebrei<strong>de</strong> en werkbare<br />
instrumenten en een samenwerking tussen alle betrokken instanties/ partners. In het ka<strong>de</strong>r<br />
van het ste<strong>de</strong>lijk bestuursakkoord 2006-2010 (Aanval <strong>op</strong> <strong>de</strong> Uitval) wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong><br />
initiatieven ontwikkeld om voortijdig schoolverlaten te bestrij<strong>de</strong>n. Het Stads<strong>de</strong>el sluit zich aan<br />
bij <strong>de</strong>ze ste<strong>de</strong>lijke aanpak maar zal tevens aanvullen<strong>de</strong> en specifieke maatregelen treffen in<br />
<strong>Zuidoost</strong>.<br />
In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> nieuwe beleidsinstrumenten behan<strong>de</strong>ld. Achtereenvolgens wordt<br />
ingegaan <strong>op</strong> aantrekkelijk on<strong>de</strong>rwijs, preventieve trajectbegeleiding, <strong>de</strong> weekendaca<strong>de</strong>mie,<br />
stageplekken, on<strong>de</strong>rsteuning ou<strong>de</strong>rs en prikkels.<br />
3.1 Aantrekkelijk on<strong>de</strong>rwijs<br />
Aantrekkelijker maken van het on<strong>de</strong>rwijs is essentieel voor <strong>de</strong> schoollo<strong>op</strong>baan van jongeren,<br />
met name voor diegenen die on<strong>de</strong>rwijs saai en te theoretisch vin<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong>ze jongeren is<br />
het aantrekkelijk maken van <strong>de</strong> school een instrument om hen bij <strong>de</strong> les te hou<strong>de</strong>n.<br />
Aantrekkelijk en kwalitatief goed on<strong>de</strong>rwijs is een primaire taak van <strong>de</strong> schoolbesturen.<br />
Aandachtpunten zijn bijvoorbeeld het <strong>op</strong>knappen van het schoolgebouw, het imago van <strong>de</strong><br />
school verbeteren, verhouding theorie en praktijk verbeteren, aandacht voor het lesmateriaal,<br />
excursies en uitwisselingsprogramma’s bevor<strong>de</strong>ren, zorgaanbod, dui<strong>de</strong>lijke discipline en<br />
grenzen (wat kan wel, wat kan niet), goe<strong>de</strong> aansluiting <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt, training van<br />
docenten en begeleiding bij school- en beroepskeuzen. Als <strong>de</strong>ze punten voldoen<strong>de</strong> aandacht<br />
krijgen zal naar verwachting <strong>de</strong> school aantrekkelijker wor<strong>de</strong>n waardoor on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong><br />
school<strong>uitval</strong> wordt bestre<strong>de</strong>n. Een an<strong>de</strong>r kenmerk voor aantrekkelijk on<strong>de</strong>rwijs is het<br />
<strong>de</strong>nkpatroon van sommige docenten. Als docenten vroegtijdig het i<strong>de</strong>e hebben dat bepaal<strong>de</strong><br />
leerlingen niet goed mee kunnen komen in het on<strong>de</strong>rwijs en daardoor min<strong>de</strong>r van hen<br />
verwachten, werkt dat <strong>de</strong>motiverend voor <strong>de</strong>ze leerlingen. Dit kan school<strong>uitval</strong> veroorzaken.<br />
Scholen dienen daarom zowel aan zichzelf als aan hun leerlingen hoge doelen te stellen.<br />
<strong>De</strong>ze doelen moeten aansluiten bij <strong>de</strong> capaciteiten van <strong>de</strong> leerlingen.<br />
Van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> punten in het ka<strong>de</strong>r van aantrekkelijk on<strong>de</strong>rwijs wordt ingegaan <strong>op</strong><br />
diversiteit in het on<strong>de</strong>rwijs en school- en beroepskeuzen van <strong>de</strong> jongeren. Er wordt ingegaan<br />
<strong>op</strong> <strong>de</strong> diversiteit in het on<strong>de</strong>rwijs omdat <strong>Zuidoost</strong> zich kenmerkt door <strong>de</strong> multiculturele<br />
bevolking. Vervolgens wordt ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> school- en beroepskeuzen van jongeren omdat<br />
veel ou<strong>de</strong>rs in <strong>Zuidoost</strong> weinig kennis hebben van het Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rwijssysteem en<br />
hun kin<strong>de</strong>ren daarbij onvoldoen<strong>de</strong> kunnen on<strong>de</strong>rsteunen.<br />
Interculturele communicatie<br />
Net als <strong>de</strong> samenleving is ook het on<strong>de</strong>rwijs een plek waar verschillen<strong>de</strong> culturen,<br />
subculturen, i<strong>de</strong>ntiteiten en groepen samenkomen. Als gevolg van <strong>de</strong> toegenomen diversiteit<br />
wordt het voor veel scholen steeds lastiger om voor alle leerlingen een stimuleren<strong>de</strong><br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
20
leeromgeving te bie<strong>de</strong>n. Er wordt van docenten verwacht dat zij rekening hou<strong>de</strong>n met<br />
verschillen<strong>de</strong> groepen leerlingen en ou<strong>de</strong>rs 14 . Door <strong>de</strong> culturele verschillen verlo<strong>op</strong>t <strong>de</strong><br />
communicatie tussen docenten en leerlingen vaak niet goed waardoor er een kloof ontstaat<br />
tussen bei<strong>de</strong>n. Zo krijgen veel kin<strong>de</strong>ren in hun <strong>op</strong>voeding mee dat zij volwassenen niet recht<br />
aan mogen kijken en niet met hen in discussie mogen gaan. Docenten kunnen <strong>de</strong>ze houding<br />
als lui of onbeleefd ervaren.<br />
Om het on<strong>de</strong>rwijs voor jongeren met verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n aantrekkelijk te<br />
maken, dienen docenten over interculturele vaardighe<strong>de</strong>n te beschikken. Dit houdt in dat<br />
docenten leren omgaan met <strong>de</strong> culturele diversiteit <strong>op</strong> hun school en zich daardoor beter<br />
kunnen inleven in <strong>de</strong> leerlingen. <strong>De</strong> interculturele vaardighe<strong>de</strong>n kunnen bereikt wor<strong>de</strong>n door<br />
trainingen aan te bie<strong>de</strong>n gericht <strong>op</strong> interculturele communicatie. Op <strong>de</strong>ze manier wordt <strong>de</strong><br />
afstand tussen docenten en leerlingen kleiner waardoor ook <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> <strong>uitval</strong> kleiner wordt.<br />
Het Stads<strong>de</strong>el zal daarom <strong>de</strong> scholen in <strong>Zuidoost</strong> stimuleren om extra aandacht te beste<strong>de</strong>n<br />
aan <strong>de</strong> interculturele vaardighe<strong>de</strong>n van docenten en aantrekkelijk on<strong>de</strong>rwijs in het algemeen,<br />
zodat zij a<strong>de</strong>quaat om kunnen gaan met <strong>de</strong> grote culturele diversiteit van leerlingen.<br />
Een an<strong>de</strong>r belangrijk punt met betrekking tot aantrekkelijk on<strong>de</strong>rwijs is <strong>de</strong> school- en<br />
beroepskeuzen van jongeren.<br />
Voorlichting school- en beroepskeuzen<br />
<strong>De</strong> keuze voor een school en on<strong>de</strong>rwijsniveau in het VO is voor een groot <strong>de</strong>el afhankelijk<br />
van het advies dat jongeren van <strong>de</strong> basisschool krijgen en <strong>de</strong> uitslag van <strong>de</strong> CITO toets. Uit<br />
ervaringen van scholen in het VO blijkt dat dit advies niet altijd aansluit bij het niveau en <strong>de</strong><br />
verwachting van <strong>de</strong> jongere, waardoor jongeren ge<strong>de</strong>motiveerd raken om naar school te<br />
gaan. <strong>De</strong> kans is dan groot dat er <strong>uitval</strong> plaatsvindt. Een advies dat niet aansluit bij het<br />
niveau van <strong>de</strong> jongere is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re te merken aan <strong>de</strong> schoolprestaties. Indien <strong>de</strong>ze niet<br />
voldoen<strong>de</strong> zijn zal <strong>de</strong> jongere moeten switchen naar een an<strong>de</strong>r niveau. Jongeren die<br />
switchen in het VO of jongeren die van VMBO naar MBO gaan dienen dus tijdig extra<br />
aandacht en begeleiding te krijgen zodat zij niet ge<strong>de</strong>motiveerd raken en <strong>de</strong> school zon<strong>de</strong>r<br />
startkwalificatie verlaten. <strong>De</strong>ze extra aandacht en begeleiding zal gerealiseerd wor<strong>de</strong>n door<br />
mid<strong>de</strong>l van het elektronisch loket, kernprocedure 2 (KP2) en <strong>de</strong> keuzegids.<br />
Bij <strong>de</strong> overgang van het VO naar het beroepson<strong>de</strong>rwijs wor<strong>de</strong>n belangrijke keuzes gemaakt<br />
die gevolgen hebben voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re school- en beroepslo<strong>op</strong>baan van jongeren. In het VO<br />
speelt voortijdig schoolverlaten zich groten<strong>de</strong>els af in het VMBO en dan vooral <strong>op</strong> het laagste<br />
niveau. Ook in het MBO concentreert <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> zich <strong>op</strong> het laagste niveau, namelijk het<br />
niveau van <strong>de</strong> assistent-<strong>op</strong>leidingen. <strong>De</strong> school<strong>uitval</strong> in het MBO is het grootst in het eerste<br />
leerjaar. Dit suggereert aansluitingsproblemen tussen het VMBO en MBO 15 . Het is daarom<br />
van belang dat het VO (VMBO in het bijzon<strong>de</strong>r) en ROC’s intensieve contacten<br />
on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Het VO dient met name in het VMBO meer en betere voorlichting te<br />
verstrekken zodat <strong>de</strong> leerlingen goed voorbereid zijn <strong>op</strong> hun nieuwe school/ <strong>op</strong>leiding. Het is<br />
noodzakelijk om <strong>op</strong> VMBO scholen vroegtijdig goe<strong>de</strong> informatie te geven over <strong>de</strong> inhoud van<br />
<strong>de</strong> vervolg<strong>op</strong>leidingen en <strong>de</strong> leerlingen beter te begelei<strong>de</strong>n in hun keuze. Tevens dienen <strong>de</strong><br />
scholen te zorgen voor een warme overdracht door achtergrondinformatie van <strong>de</strong> leerlingen<br />
over te dragen aan <strong>de</strong> nieuwe scholen.<br />
Het Stads<strong>de</strong>el zal het ROCvA, VO en CWI stimuleren samen te werken om tot een goe<strong>de</strong><br />
informatieverstrekking te komen waarbij rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> wensen en <strong>de</strong><br />
capaciteiten van <strong>de</strong> leerling en hun arbeidsmarktperspectief.<br />
14<br />
Culturele diversiteit in het on<strong>de</strong>rwijs: het maatschappelijke <strong>de</strong>bat ‘Full Color’. Rally Rijkschroeff. Verwey-Jonker Instituut:<br />
november 2002.<br />
15<br />
Voortijdig schoolverlaten in Ne<strong>de</strong>rland: omvang, beleid en resultaten. Marc van <strong>de</strong>r Steeg en Dinand Webbink. Centraal<br />
Planbureau (CPB): februari 2006.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
21
<strong>De</strong> aandachtspunten interculturele communicatie en voorlichting school- en beroepskeuzen<br />
wor<strong>de</strong>n indien mogelijk uitgevoerd in het ka<strong>de</strong>r van Jong <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Naast aantrekkelijk on<strong>de</strong>rwijs hebben sommige jongeren extra begeleiding nodig om bij <strong>de</strong><br />
les te blijven.<br />
3.2 Preventieve Trajectbegeleiding<br />
Trajectbegeleiding is een mid<strong>de</strong>l om jongeren intensieve en individuele aandacht te geven<br />
tij<strong>de</strong>ns hun schoollo<strong>op</strong>baan. Uit het on<strong>de</strong>rzoek van Nelom Consultancy is gebleken dat veel<br />
jongeren vin<strong>de</strong>n dat zij meer aandacht en betere begeleiding zou<strong>de</strong>n moeten krijgen om hun<br />
schoollo<strong>op</strong>baan goed te doorl<strong>op</strong>en. <strong>De</strong>ze begeleiding moet niet alleen wor<strong>de</strong>n ingezet bij<br />
jongeren die dreigen uit te vallen of al zijn uitgevallen van school, maar bij een veel bre<strong>de</strong>re<br />
doelgroep jongeren die on<strong>de</strong>rsteuning kunnen gebruiken in hun schoollo<strong>op</strong>baan. Bij<br />
trajectbegeleiding fungeert een begelei<strong>de</strong>r als vertrouwenspersoon die uitgaat van <strong>de</strong><br />
wensen, competenties en problemen van <strong>de</strong> jongere. <strong>De</strong> begelei<strong>de</strong>r treedt daarnaast <strong>op</strong> als<br />
contactpersoon met actoren zoals docenten, instellingen en indien nodig ou<strong>de</strong>rs.<br />
Op <strong>de</strong>ze manier krijgen jongeren extra begeleiding en on<strong>de</strong>rsteuning in het reguliere<br />
on<strong>de</strong>rwijs waardoor min<strong>de</strong>r jongeren een beroep hoeven te doen <strong>op</strong> alternatieve<br />
(on<strong>de</strong>rwijs)programma’s.<br />
Het Stads<strong>de</strong>el zal in samenwerking met het ROCvA een pilot preventieve trajectbegeleiding<br />
starten in het schooljaar 2007/ 2008 <strong>op</strong> <strong>de</strong> locatie ROC Fraijlemaborg, wat een aanvulling is<br />
<strong>op</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke pilot. Er is voor een samenwerking met <strong>de</strong>ze instelling gekozen omdat 60%<br />
van <strong>de</strong> schoolverlaters die woonachtig zijn in <strong>Zuidoost</strong> hun laatste <strong>op</strong>leiding bij het ROCvA<br />
volg<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> doelgroep bestaat uit 100 leerlingen die woonachtig zijn in <strong>Zuidoost</strong>. Daarnaast<br />
voert <strong>de</strong> preventieme<strong>de</strong>werker van het RMC met ie<strong>de</strong>re jongere minimaal drie gesprekken<br />
over <strong>de</strong> voortgang van <strong>de</strong> <strong>op</strong>leiding en over stimuleren<strong>de</strong> en belemmeren<strong>de</strong><br />
omgevingsfactoren. Het ROCvA zal <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> pilot voor haar rekening nemen. Zij<br />
maken een selectie van <strong>de</strong> jongeren die in aanmerking komen voor <strong>de</strong> pilot en plannen in<br />
overleg met het RMC afspraken tussen <strong>de</strong> jongeren en <strong>de</strong> preventieme<strong>de</strong>werkers. Het<br />
Stads<strong>de</strong>el (RMC) zal <strong>de</strong> pilot aansturen en <strong>de</strong> voortgang bewaken.<br />
Tevens wordt on<strong>de</strong>rzocht of samenwerking met Campus Nieuw West mogelijk is en of<br />
jongeren kunnen wor<strong>de</strong>n toegeleid naar ‘Catch’. In dit project wordt gewerkt aan<br />
competentiebevor<strong>de</strong>ring bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers <strong>op</strong> basis van een persoonlijk ontwikkelingsplan<br />
(POP). Naar aanleiding van het persoonlijke ontwikkelingsplan wordt dui<strong>de</strong>lijk wie en wat<br />
nodig is om <strong>de</strong> belemmeringen van <strong>de</strong>ze jongeren te beperken en te voorkomen.<br />
Het Stads<strong>de</strong>el zal <strong>de</strong> pilot faciliteren, on<strong>de</strong>rsteunen en stimuleren.<br />
Een an<strong>de</strong>re vorm van begeleiding van jongeren is mentorschap. Voorbeel<strong>de</strong>n van<br />
mentorprojecten in Amsterdam zijn ‘School is Cool’ en ‘Goal’. In <strong>Zuidoost</strong> wordt vanuit<br />
diverse scholen en organisaties <strong>de</strong>elgenomen aan <strong>de</strong>ze projecten, welke zijn verbon<strong>de</strong>n aan<br />
het primaire on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> portefeuillehou<strong>de</strong>r On<strong>de</strong>rwijs<br />
vallen. In juni wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze mentorprojecten geëvalueerd. Naar aanleiding van <strong>de</strong> uitkomsten<br />
van <strong>de</strong>ze evaluatie wordt bepaald of dit gecontinueerd wordt. In afwachting van <strong>de</strong> evaluatie<br />
zal gewerkt wor<strong>de</strong>n aan een an<strong>de</strong>re vorm van begeleiding namelijk coaching. Hierbij zal een<br />
stu<strong>de</strong>nt of volwassene een jongere helpen met het aanleren van sociale vaardighe<strong>de</strong>n en<br />
studievaardighe<strong>de</strong>n en kan een jongere leren omgaan met bijvoorbeeld docenten, ou<strong>de</strong>rs,<br />
leeftijdgenoten en hun houding ten <strong>op</strong>zichte van huiswerk. <strong>De</strong> coach fungeert hierbij als<br />
rolmo<strong>de</strong>l voor <strong>de</strong> jongere en helpt <strong>de</strong> jongere actief en zelfstandig <strong>de</strong> weg te laten zoeken<br />
naar een succesvolle toekomst. Het Stads<strong>de</strong>el zal in samenwerking met het Augustinus<br />
College en het bedrijfsleven een pilot <strong>op</strong>starten waarbij coaching wordt gecombineerd met<br />
een stage. Dit project dient als preventief mid<strong>de</strong>l om voortijdig schoolverlaten te bestrij<strong>de</strong>n.<br />
Naast <strong>de</strong>ze coaching heeft Stichting Mama een methodiek ontwikkeld waarbij jongeren met<br />
goe<strong>de</strong> schoolresultaten uit <strong>de</strong> hogere klassen van het VO en hun ou<strong>de</strong>rs, eerstejaars<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
22
leerlingen en hun ou<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>r hun hoe<strong>de</strong> nemen. <strong>De</strong> leerlingen wisselen van gedachten<br />
over <strong>de</strong> schoolcultuur en studiemetho<strong>de</strong>n en met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs wordt gesproken over een<br />
actievere ou<strong>de</strong>rparticipatie <strong>op</strong> scholen. Ook dit is een vorm van coaching die een positieve<br />
bijdrage kan leveren aan <strong>de</strong> schoollo<strong>op</strong>baan van jongeren.<br />
Nu een aantal initiatieven om het on<strong>de</strong>rwijs aantrekkelijker te maken en om jongeren meer<br />
individuele begeleiding te bie<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld zijn, wordt ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> weekendaca<strong>de</strong>mie<br />
als preventief mid<strong>de</strong>l.<br />
3.4 <strong>De</strong> weekendaca<strong>de</strong>mie<br />
<strong>De</strong> weekendaca<strong>de</strong>mie is een project waarbij jongeren tussen 14 en 23 jaar uit <strong>Zuidoost</strong><br />
buiten <strong>de</strong> reguliere schooltijd, extra lessen krijgen, on<strong>de</strong>rsteund wor<strong>de</strong>n bij hun huiswerk en<br />
in contact komen met rolmo<strong>de</strong>llen. Op <strong>de</strong>ze manier probeert het Stads<strong>de</strong>el jongeren te<br />
stimuleren om hun eigen talent en capaciteiten te ontplooien. Veel jongeren in <strong>Zuidoost</strong><br />
hebben door hun complexe thuissituatie (armoe<strong>de</strong>, verblijfsstatus, veiligheid) en een<br />
eventuele taalachterstand weinig mogelijkhe<strong>de</strong>n om zich in het reguliere on<strong>de</strong>rwijs te<br />
ontplooien. Daarnaast zijn er veel ou<strong>de</strong>rs in <strong>Zuidoost</strong> die een laag <strong>op</strong>leidingsniveau hebben,<br />
<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal onvoldoen<strong>de</strong> beheersen en/ of het on<strong>de</strong>rwijssysteem niet goed kennen.<br />
Zij kunnen hun kin<strong>de</strong>ren thuis moeilijk stimuleren en geen of onvoldoen<strong>de</strong><br />
huiswerkbegeleiding geven. Dit kan lei<strong>de</strong>n tot een hoger percentage voortijdige<br />
schoolverlaters, min<strong>de</strong>r HBO- en WO-stu<strong>de</strong>nten en een mismatch met <strong>de</strong> vraag van<br />
bedrijven (hoger <strong>op</strong>gelei<strong>de</strong>n). Naast preventieve mid<strong>de</strong>len als aantrekkelijk on<strong>de</strong>rwijs,<br />
individuele begeleiding en mentorschap, zal <strong>de</strong> weekendaca<strong>de</strong>mie jongeren niet alleen <strong>op</strong><br />
school proberen te hou<strong>de</strong>n maar hen tevens on<strong>de</strong>rsteunen en stimuleren om het uiterste uit<br />
zichzelf te halen. Op <strong>de</strong>ze manier zal het Stads<strong>de</strong>el jeugdig talent koesteren en leren<br />
jongeren te dromen over hun toekomst en vertrouwen <strong>op</strong> te bouwen om hun droom te<br />
realiseren.<br />
Het Stads<strong>de</strong>el zal in samenwerking met ROCvA (locatie Fraijlemaborg) in het schooljaar<br />
2007/ 2008 een pilot starten met 50 leerlingen voor <strong>de</strong> weekendaca<strong>de</strong>mie. Het curriculum<br />
van <strong>de</strong> weekendaca<strong>de</strong>mie bevat het ontwikkelen van studievaardigheid, cognitieve<br />
leervakken (Ne<strong>de</strong>rlands, rekenen/ wiskun<strong>de</strong>, ICT, mo<strong>de</strong>rne talen) afgewisseld met<br />
activiteiten zoals toneelworksh<strong>op</strong>s en beroepsoriënteren<strong>de</strong> projecten. In <strong>de</strong> projecten<br />
participeren rolmo<strong>de</strong>llen uit het bedrijfsleven, <strong>de</strong> overheid, <strong>de</strong> politiek en <strong>de</strong> sportwereld. <strong>De</strong><br />
weekendaca<strong>de</strong>mie zal <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier bijdragen aan een succesvolle doorstroom van het<br />
VO naar het MBO en van het VO naar het HBO/ WO. Bij <strong>de</strong> uitvoering van het beleid kan<br />
gebruik wor<strong>de</strong>n gemaakt van <strong>de</strong> ervaringen van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> weekendschool in West.<br />
Het project wordt uitgevoerd en gecoördineerd door het ROCvA en aangestuurd door het<br />
Stads<strong>de</strong>el. Het wordt me<strong>de</strong> gefinancierd door het ROCvA en Stads<strong>de</strong>el <strong>Zuidoost</strong>. Daarnaast<br />
vindt fondsenwerving plaats, wor<strong>de</strong>n sponsors gezocht en wordt er gebruik gemaakt van<br />
stagiaires en vrijwilligers. Het Stads<strong>de</strong>el zal tevens on<strong>de</strong>rzoeken bij welke jongeren een laag<br />
IQ een dreigen<strong>de</strong> oorzaak is voor school<strong>uitval</strong> en welk traject aan hun (naast Weekend<br />
Education) kan wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n.<br />
Nadat het educatieve on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is behan<strong>de</strong>ld wordt ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> stageproblematiek in<br />
<strong>Zuidoost</strong>.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
23
3.5 Stageplekken<br />
Stageplekken vormen een essentieel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el voor het behalen van een startkwalificatie en<br />
voor het krijgen van meer zicht en zekerheid voor <strong>de</strong> toekomst. In <strong>Zuidoost</strong> blijkt dat <strong>de</strong> stage<br />
voor veel jongeren een belemmering is in <strong>de</strong> schoollo<strong>op</strong>baan. Dit komt enerzijds doordat <strong>de</strong><br />
stage lang duurt, te veelomvattend is en veel leerdoelen moet <strong>de</strong>kken. An<strong>de</strong>rzijds hebben<br />
veel jongeren moeite met het vin<strong>de</strong>n van een passen<strong>de</strong> stageplek.<br />
Om dit probleem aan te pakken is in het Bestuursakkoord 2006 – 2010 <strong>op</strong>genomen dat er<br />
een Stagebank <strong>op</strong>gezet moet wor<strong>de</strong>n. Voordat wordt begonnen met <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze<br />
Stagebank dient men te weten wat <strong>de</strong> omvang is van het probleem. Dit heeft geleid tot een<br />
on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> stagesituatie van jongeren, welke in <strong>op</strong>dracht van het Stads<strong>de</strong>el is<br />
uitgevoerd door Radar Advies 16 . Uit dit on<strong>de</strong>rzoek is gebleken dat <strong>de</strong> stageproblematiek in<br />
<strong>Zuidoost</strong> voornamelijk te maken heeft met een mismatch tussen vraag en aanbod.<br />
Uit gesprekken met zowel het bedrijfsleven als met het beroepson<strong>de</strong>rwijs blijkt dat<br />
werkgevers graag stagiaires willen plaatsen in met name <strong>de</strong> zakelijke dienstverlening,<br />
waaron<strong>de</strong>r functies in call centres en help<strong>de</strong>skfuncties in <strong>de</strong> ICT en <strong>de</strong> <strong>de</strong>tailhan<strong>de</strong>l. Er<br />
ontbreekt echter kennis en een effectieve infrastructuur waarmee <strong>de</strong> bedrijven en scholen<br />
elkaar kunnen vin<strong>de</strong>n. Eén van <strong>de</strong> aanbevelingen die uit dit on<strong>de</strong>rzoek is voortgekomen is<br />
het <strong>op</strong>zetten van een contactpunt scholen/bedrijven in plaats van een Stagebank. Door<br />
mid<strong>de</strong>l van dit contactpunt kunnen stageplekken wor<strong>de</strong>n gegenereerd waardoor voortijdig<br />
schoolverlaten wordt tegengegaan of wordt teruggebracht naar een aanvaardbaar (ste<strong>de</strong>lijk)<br />
niveau. Het contactpunt zal daarom <strong>op</strong> korte termijn wor<strong>de</strong>n gerealiseerd.<br />
3.6 On<strong>de</strong>rsteuning ou<strong>de</strong>rs<br />
In <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> paragrafen zijn instrumenten aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gekomen die gericht zijn <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />
school en <strong>op</strong> het kind. Zoals in hoofdstuk 1 naar voren is gekomen behoeft ook <strong>de</strong><br />
thuissituatie (ou<strong>de</strong>rs) extra aandacht in <strong>de</strong> problematiek van voortijdig schoolverlaten. In dit<br />
ka<strong>de</strong>r speelt <strong>de</strong> sociaal-economische achtergrond (<strong>op</strong>leidingsniveau, financiële situatie en <strong>de</strong><br />
gezinssamenstelling) een belangrijke rol. Gezien het feit dat het Stads<strong>de</strong>el geen of weinig<br />
invloed heeft <strong>op</strong> bepaal<strong>de</strong> problemen die zich in <strong>de</strong> thuissituatie voordoen, zullen we ons in<br />
<strong>de</strong>ze paragraaf beperken tot ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid en armoe<strong>de</strong>bestrijding.<br />
Ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid<br />
Uit on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat voortijdig schoolverlaters vaker uit eenou<strong>de</strong>rgezinnen komen en<br />
relatief vaak ou<strong>de</strong>rs hebben die zelf ook geen startkwalificatie hebben behaald 17 . <strong>De</strong>ze<br />
huishou<strong>de</strong>ns zijn in <strong>Zuidoost</strong> ruim vertegenwoordigd. Daarnaast hebben in veel<br />
Amsterdamse gezinnen één of bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs zelf geen on<strong>de</strong>rwijs in Ne<strong>de</strong>rland genoten<br />
waardoor zij vaak geen goed beeld hebben van <strong>de</strong> gang van zaken <strong>op</strong> <strong>de</strong> school van hun<br />
kin<strong>de</strong>ren. <strong>De</strong>ze ou<strong>de</strong>rs kunnen hun kin<strong>de</strong>ren weinig steun bie<strong>de</strong>n in hun functioneren <strong>op</strong><br />
school. Onbekendheid van ou<strong>de</strong>rs met <strong>de</strong> schoolsituatie van hun kin<strong>de</strong>ren is een te grote<br />
risicofactor voor voortijdig schoolverlaten.<br />
Het Stads<strong>de</strong>el zal een voorlichtingscampagne <strong>op</strong>zetten waarbij <strong>de</strong> essentie van<br />
ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid bij <strong>de</strong> school centraal staat. Daarnaast wor<strong>de</strong>n bijeenkomsten<br />
georganiseerd om <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs te informeren over het Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rwijssysteem. Voor <strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>rs waarbij <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal een belemmering vormt om bij <strong>de</strong> school betrokken te<br />
zijn, zullen er extra taallessen georganiseerd wor<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r van het inburgeringsbeleid.<br />
In samenwerking met <strong>de</strong> scholen wordt <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier gewerkt aan een voortduren<strong>de</strong><br />
16 Stages in <strong>Zuidoost</strong>: een vooron<strong>de</strong>rzoek naar een stagebank in Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>. H. Hoogerwerf. Radar Advies BV:<br />
januari 2007.<br />
17 Factsheets voortijdig schoolverlaten. Ministerie van On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en Wetenschap: april 2006.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
24
verhoging van <strong>de</strong> betrokkenheid van ou<strong>de</strong>rs bij <strong>de</strong> school. Daarnaast wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> ste<strong>de</strong>lijk<br />
niveau initiatieven ontwikkeld voor ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid. Het Stads<strong>de</strong>el zal zich hierbij waar<br />
mogelijk aansluiten.<br />
Tienermoe<strong>de</strong>rs<br />
Het Stads<strong>de</strong>el zal via <strong>lokale</strong> organisaties tienermoe<strong>de</strong>rs voorlichten en on<strong>de</strong>rsteunen. Omdat<br />
Mi Oso es Mi Kas in <strong>Zuidoost</strong> één van <strong>de</strong> belangrijkste organisaties is <strong>op</strong> dit gebied, is het<br />
van belang dat <strong>de</strong> voorlichting (over inkomensvoorzieningen) en on<strong>de</strong>rsteuning <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze<br />
locatie kan plaatsvin<strong>de</strong>n. Het stads<strong>de</strong>el wil dat tienermoe<strong>de</strong>rs binnen Mi Oso es Mi Kas<br />
gerichte preventie, voorlichting en schuldhulpverlening aangebo<strong>de</strong>n krijgen. Dat aanbod zal<br />
on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door MADI verzorgd wor<strong>de</strong>n. Het Stads<strong>de</strong>el zal daarnaast <strong>op</strong> zoek gaan naar<br />
plekken voor kin<strong>de</strong>r<strong>op</strong>vang. Vanuit <strong>de</strong> regiefunctie van het Stads<strong>de</strong>el zullen organisaties<br />
zoals Altra gestimuleerd en aangemoedigd wor<strong>de</strong>n om vroegtijdig binnen <strong>de</strong> scholen<br />
betrokken te wor<strong>de</strong>n bij tienermoe<strong>de</strong>rs. Op <strong>de</strong>ze manier kunnen zij on<strong>de</strong>rsteuning bie<strong>de</strong>n<br />
aan tienermoe<strong>de</strong>rs voordat zij <strong>de</strong> school verlaten en kan school<strong>uitval</strong> bij tienermoe<strong>de</strong>rs<br />
wor<strong>de</strong>n voorkomen.<br />
Daarnaast zal het ROC extra aandacht beste<strong>de</strong>n aan tienermoe<strong>de</strong>rs die hun schoollo<strong>op</strong>baan<br />
<strong>op</strong> het ROC willen vervolgen. Voor hen is er begeleiding beschikbaar die ertoe moet lei<strong>de</strong>n<br />
dat zij <strong>de</strong> school met een diploma kunnen afron<strong>de</strong>n. Ook wordt er aandacht besteed aan<br />
seksuele vorming en seksuele weerbaarheid. <strong>De</strong>ze on<strong>de</strong>rsteuning kan lei<strong>de</strong>n tot het<br />
voorkomen van ongewenste zwangerschap.<br />
Armoe<strong>de</strong>bestrijding<br />
In het analytische <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze notitie is aangegeven dat er een dui<strong>de</strong>lijk verband is tussen<br />
armoe<strong>de</strong> en voortijdig schoolverlaten. Bij <strong>de</strong> buitenschoolse preventie zou armoe<strong>de</strong> dan ook<br />
een belangrijk thema moeten zijn. In <strong>de</strong>cember 2006 heeft het DB <strong>de</strong> contourennota ‘Aanpak<br />
Armoe<strong>de</strong>’ vastgesteld welke via twee beleidssporen gerealiseerd zal wor<strong>de</strong>n. Enerzijds wordt<br />
gestart met een actieve en individuele ‘Huis aan Huis’ aanpak van armoe<strong>de</strong> via het<br />
organiseren van bezoeken door ‘bewonersadviseurs’. Per huishou<strong>de</strong>n wordt<br />
geïnventariseerd welke hulpvragen er zijn. An<strong>de</strong>rzijds wordt gezorgd voor een krachtige<br />
intensivering en verbreding van flankeren<strong>de</strong> maatregelen <strong>op</strong> het gebied van preventie en<br />
voorlichting. <strong>De</strong>ze maatregelen variëren van <strong>de</strong> inzet van lesprogramma’s over omgaan met<br />
geld in primair en voortgezet on<strong>de</strong>rwijs tot voorlichtingsbijeenkomsten over aanwezige<br />
(inkomens)voorzieningen. In aansluiting <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze aanpak streeft het Stads<strong>de</strong>el naar een<br />
tegemoetkoming voor <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs om <strong>de</strong> schoolkosten van hun kin<strong>de</strong>ren te beperken.<br />
Schuldhulpverlening<br />
Uit het on<strong>de</strong>rzoek van Nelom Consultancy blijkt dat veel voortijdig schoolverlaters schul<strong>de</strong>n<br />
hebben die uiteenl<strong>op</strong>en van € 500 tot meer dan € 2.500. Hoewel dit voor <strong>de</strong> meeste<br />
schoolverlaters <strong>op</strong> zichzelf geen re<strong>de</strong>n was om te st<strong>op</strong>pen met school, speelt <strong>de</strong><br />
schul<strong>de</strong>nproblematiek wel een rol. Schul<strong>de</strong>n komen voornamelijk voor bij jongeren waarvan<br />
ook <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs financiële problemen hebben.<br />
Het Stads<strong>de</strong>el heeft een pilot schuldhulpverlening ontwikkeld voor jongeren (17 – 23 jaar) <strong>op</strong><br />
het ROCvA (Fraijlemaborg). Het ROC biedt budgetcursussen (uit eigen mid<strong>de</strong>len) en<br />
daarnaast zal er een me<strong>de</strong>werker schuldhulpverlening van MADI <strong>op</strong> <strong>de</strong> school aanwezig zijn<br />
om jongeren te helpen. Indien <strong>de</strong>ze aanpak werkt, kan ook <strong>op</strong> an<strong>de</strong>re vindplaatsen een<br />
<strong>de</strong>rgelijke constructie wor<strong>de</strong>n georganiseerd (<strong>de</strong>nk aan jongerenwerk, <strong>op</strong>vang tienermoe<strong>de</strong>rs<br />
etc).<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
25
Tenslotte gaat het Stads<strong>de</strong>el in gesprek met VMBO scholen om te inventariseren wat <strong>de</strong><br />
aard en omvang van <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>nproblematiek is. Op die scholen waar <strong>de</strong> nood het hoogst is<br />
kunnen met MADI afspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt om ter plekke schuldhulpverlening aan te<br />
bie<strong>de</strong>n <strong>op</strong> voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> school budgetlessen geeft. Indien blijkt dat het wenselijk is om<br />
<strong>op</strong> een of meer scholen preventieve schuldhulp te verlenen zal dat in het schooljaar<br />
2007/ 2008 starten.<br />
3.7 Prikkels<br />
Bij het maken van beleid zijn er drie belangrijke partijen aanwezig, namelijk beleidsmakers,<br />
beleidsuitvoer<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> doelgroep. Wanneer <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> partijen het probleem, <strong>de</strong><br />
aanpak en <strong>de</strong> doelstelling van het beleid on<strong>de</strong>rschrijven, is er voldoen<strong>de</strong> draagvlak om<br />
succesvol beleid uit te voeren. Indien één van <strong>de</strong>ze partijen (met name <strong>de</strong> doelgroep) het<br />
probleem en/of <strong>de</strong> doelstelling niet on<strong>de</strong>rschrijft zijn er an<strong>de</strong>re maatregelen nodig (zoals<br />
prikkels) om gedragsveran<strong>de</strong>ring teweeg te brengen. In het ka<strong>de</strong>r van dit beleid blijkt dat <strong>de</strong><br />
doelgroep niet altijd het probleem en of <strong>de</strong> aanpak inziet van het voortijdig verlaten van<br />
school. Dit betekent dat er extra prikkels nodig zijn om het ongewenste gedrag te veran<strong>de</strong>ren<br />
zodat zij alsnog hun schoollo<strong>op</strong>baan kunnen afron<strong>de</strong>n. Lan<strong>de</strong>n zoals <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten,<br />
Canada en Engeland hebben <strong>op</strong> basis van <strong>de</strong>ze beleidstheorie financiële prikkels ingezet in<br />
het ka<strong>de</strong>r van voortijdig schoolverlaten. Dit blijkt succesvol te werken. In Ne<strong>de</strong>rland zijn<br />
financiële prikkels niet gebruikelijk. Dit kan een belemmering vormen voor het behalen van<br />
onze doelstellingen.<br />
Om gedragsveran<strong>de</strong>ring teweeg te brengen bij (potentiële) schoolverlaters in <strong>Zuidoost</strong> kan<br />
wor<strong>de</strong>n overwogen om een beloningssysteem in te zetten bij voldoen<strong>de</strong> geboekte resultaten.<br />
In het inburgeringsbeleid heeft <strong>Zuidoost</strong> een verschil gemaakt met an<strong>de</strong>re stads<strong>de</strong>len<br />
doordat <strong>de</strong> inburgeraars een computer ca<strong>de</strong>au kregen. <strong>De</strong>ze beloning/ prikkel had een<br />
positief effect <strong>op</strong> <strong>de</strong> uitvoering van het inburgeringsbeleid. Het Stads<strong>de</strong>el zal on<strong>de</strong>rzoeken<br />
wat <strong>de</strong> positieve en negatieve effecten zijn van het inzetten van prikkels in het ka<strong>de</strong>r van<br />
voortijdig schoolverlaten. Het is wenselijk om niet alleen prikkels in te zetten bij (dreigen<strong>de</strong>)<br />
voortijdig schoolverlaters, maar ook bij leerlingen die uitstekend presteren (Best and Bright)<br />
en hun ou<strong>de</strong>rs. Zij kunnen <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier gestimuleerd wor<strong>de</strong>n om leerlingen die min<strong>de</strong>r<br />
goed presteren (en hun ou<strong>de</strong>rs) on<strong>de</strong>r hun hoe<strong>de</strong> te nemen.<br />
3.8 Conclusie<br />
Voortijdig schoolverlaten is een sociaal complex probleem met een dynamische doelgroep<br />
en diverse oorzaken. Hierdoor is geen magische, eenduidige en eenvoudige <strong>op</strong>lossing te<br />
benoemen. <strong>De</strong>ze problematiek vereist een allesomvatten<strong>de</strong> aanpak met alle betrokken<br />
partijen, werkbare instrumenten en een sterk coördinerend orgaan. Door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong><br />
genoem<strong>de</strong> beleidsinstrumenten zal het Stads<strong>de</strong>el proberen om het voortijdig schoolverlaten<br />
<strong>op</strong> alle fronten aan te pakken. Er is echter een aantal factoren waar<strong>op</strong> het Stads<strong>de</strong>el geen of<br />
weinig invloed kan uitoefenen, zoals illegaliteit, <strong>op</strong>leidingsniveau ou<strong>de</strong>rs en armoe<strong>de</strong>.<br />
Hierdoor is <strong>de</strong> positie van het Stads<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> aanpak van voortijdig schoolverlaten beperkt.<br />
Toch zal het Stads<strong>de</strong>el alle beschikbare instrumenten inzetten om <strong>de</strong> problematiek van<br />
voortijdig schoolverlaten terug te dringen.<br />
In het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk wordt ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> aanpak en organisatie van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong><br />
beleidsinstrumenten.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
26
4 Organisatie en Aanpak<br />
Bij <strong>de</strong> aanpak van het voortijdig schoolverlaten is het van belang <strong>de</strong> activiteiten te regisseren,<br />
te organiseren en aan te sturen vanuit een doordachte organisatiestructuur. Hierbij dient<br />
rekening gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> belangrijkste partijen in <strong>de</strong> keten. <strong>De</strong> scholen (ROC’s)<br />
zijn in feite <strong>de</strong> belangrijkste partijen bij het voorkomen van school<strong>uitval</strong>. Zij hebben <strong>de</strong><br />
meeste kennis over <strong>de</strong> jongeren en <strong>de</strong> risicofactoren voor school<strong>uitval</strong>. <strong>De</strong> scholen hebben in<br />
samenspraak met het stads<strong>de</strong>elbestuur een initiatief genomen tot het ontwikkelen van een<br />
‘Masterplan Voortgezet On<strong>de</strong>rwijs <strong>Zuidoost</strong>’. Dit Masterplan heeft als doel om <strong>de</strong> stroom van<br />
leerlingen in <strong>Zuidoost</strong> naar scholen buiten <strong>Zuidoost</strong> (voornamelijk bij <strong>de</strong> overgang van primair<br />
naar voortgezet on<strong>de</strong>rwijs) substantieel te vermin<strong>de</strong>ren en een bijdrage te leveren aan een<br />
preventief beleid met betrekking tot het voortijdig schoolverlaten. <strong>De</strong>ze preventieve<br />
bena<strong>de</strong>ring sluit aan bij <strong>de</strong> doelen van het stads<strong>de</strong>elbestuur.<br />
Binnen het Stads<strong>de</strong>el zal het beleid wor<strong>de</strong>n aangestuurd door <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Educatie en<br />
Arbeidsmarkt-toeleiding (sector Maatschappelijke Ontwikkeling).<br />
In dit hoofdstuk wordt ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> organisatie- en verantwoordingsstructuur, monitoring<br />
en evaluatie, samenwerkingspartijen en randvoorwaar<strong>de</strong>n.<br />
4.1 Organisatie- en verantwoordingsstructuur<br />
<strong>De</strong> organisatie en verantwoording van het beleid van voortijdig schoolverlaten ligt in han<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> stuurgroep Jong <strong>Zuidoost</strong>, <strong>de</strong> programmamanagers, <strong>de</strong> projectgroep en <strong>de</strong> LAG.<br />
Aansturing en regie<br />
Het Stads<strong>de</strong>el zal <strong>de</strong> afstemmingsrol, <strong>de</strong> aansturing en <strong>de</strong> verantwoording van dit beleid <strong>op</strong><br />
zich nemen. <strong>De</strong> portefeuillehou<strong>de</strong>r van het beleid voortijdig schoolverlaten heeft <strong>de</strong> regie al<br />
in zijn portefeuille en is <strong>op</strong> lokaal niveau eindverantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong><br />
activiteiten die in dit beleid zijn <strong>op</strong>genomen. <strong>De</strong> portefeuillehou<strong>de</strong>r zal er<strong>op</strong> toezien dat <strong>de</strong><br />
gemaakte afspraken met alle partijen in <strong>de</strong> keten wor<strong>de</strong>n nagekomen. Het Stads<strong>de</strong>el zal<br />
ervoor zorgen dat er dui<strong>de</strong>lijk afspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt met <strong>de</strong> betrokken uitvoer<strong>de</strong>rs, dat<br />
<strong>de</strong> informatie en rapportage tijdig wor<strong>de</strong>n ingeleverd en dat er efficiënt management<br />
plaatsvindt van instroom en doorstroom van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len.<br />
Stuurgroep Jong <strong>Zuidoost</strong><br />
Voor <strong>de</strong> bewaking van <strong>de</strong> voortgang van het beleid wordt <strong>de</strong> Stuurgroep Jong <strong>Zuidoost</strong><br />
ingezet. <strong>De</strong>ze stuurgroep zal zich on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re bezighou<strong>de</strong>n met het verlenen van<br />
<strong>op</strong>drachten aan o.a. <strong>de</strong> projectgroep, het bespreken van <strong>de</strong> stand van zaken van <strong>de</strong><br />
uitvoering, het zorgdragen voor het nakomen van gemaakte afspraken en het monitoren van<br />
resultaten en publieke relaties. <strong>De</strong> stuurgroep Jong <strong>Zuidoost</strong> bestaat uit vertegenwoordigers<br />
van het Stads<strong>de</strong>el, ROCvA, DWI, GGD/JGS, Bureau Jeugdzorg, jeugdzorg aanbie<strong>de</strong>rs,<br />
Swazoom, projectbureau primair on<strong>de</strong>rwijs en het Masterplan VO. <strong>De</strong> stuurgroep komt<br />
minstens twee keer per jaar bijeen. Het Stads<strong>de</strong>el zit <strong>de</strong>ze stuurgroep voor.<br />
Projectgroep “Bereik” VSV<br />
Ondanks alle preventieve inspanningen van <strong>de</strong> scholen om voortijdig schoolverlaten te<br />
voorkomen, zullen er altijd leerlingen zijn die toch <strong>uitval</strong>len van school. Voor <strong>de</strong>ze jongeren is<br />
een curatieve werkgroep nodig om hen tijdig te bena<strong>de</strong>ren en te begelei<strong>de</strong>n <strong>op</strong> hun weg<br />
terug naar school en/ of werk. Daarom zal in aansluiting <strong>op</strong> <strong>de</strong> preventieve instrumenten een<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
27
projectgroep “Bereik” VSV wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gericht. <strong>De</strong>ze projectgroep heeft als taak om voortijdige<br />
schoolverlaters <strong>op</strong> te sporen, te bena<strong>de</strong>ren en hen te begelei<strong>de</strong>n naar het jongerenloket voor<br />
een passend traject.<br />
In <strong>de</strong>ze projectgroep zullen het ROCvA, RMC, Swazoom, DWI en <strong>lokale</strong> organisaties<br />
vertegenwoordigd zijn. <strong>De</strong> projectgroep rapporteert aan <strong>de</strong> Stuurgroep Jong <strong>Zuidoost</strong> en zal<br />
maan<strong>de</strong>lijks bijeenkomen.<br />
Programmamanagers<br />
In het ka<strong>de</strong>r van een integrale aanpak wor<strong>de</strong>n programmanagers ingezet. <strong>De</strong>ze<br />
programmanagers zullen <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n als contactpersonen voor <strong>de</strong> stuurgroep en voor <strong>de</strong><br />
uitvoer<strong>de</strong>rs van activiteiten in het ka<strong>de</strong>r van voortijdig schoolverlaten, jeugd en Jong<br />
<strong>Zuidoost</strong>. Daarnaast zullen <strong>de</strong> programmamanagers zelf projecten ontwikkelen, monitoren<br />
en evalueren en <strong>de</strong> kwaliteit en resultaten van <strong>de</strong>ze projecten bewaken. Voorbeel<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong>rgelijke projecten zijn ONZ-MOET, <strong>de</strong> weekendaca<strong>de</strong>mie en individuele begeleiding. Door<br />
als contactpersonen te functioneren en zelf actief <strong>de</strong>el te nemen in <strong>de</strong> activiteiten <strong>op</strong> het<br />
gebied van voortijdig schoolverlaten kunnen <strong>de</strong> managers eventuele knelpunten zichtbaar<br />
maken, verbeterpunten en nieuw beleid ontwikkelen.<br />
<strong>De</strong> programmamanagers zijn <strong>de</strong> senior beleidsme<strong>de</strong>werkers van On<strong>de</strong>rwijs, Jeugd,<br />
Arbeidsmarkt-toeleiding en Voortijdig Schoolverlaten. Zij komen maan<strong>de</strong>lijks bijeen en<br />
wor<strong>de</strong>n voorgezeten door het af<strong>de</strong>lingshoofd Educatie & Arbeidsmarkt-toeleiding.<br />
Local Action Group (LAG)<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bijeenkomsten van <strong>de</strong> LAG (eens per twee maan<strong>de</strong>n) zullen <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong><br />
projectgroep in kaart wor<strong>de</strong>n gebracht en zal het RMC <strong>de</strong> stand van zaken met betrekking tot<br />
voortijdig schoolverlaten presenteren. Op basis van <strong>de</strong>ze twee informatiebronnen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
knelpunten en verbeterpunten besproken. <strong>De</strong> LAG bewaakt <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier <strong>de</strong> voortgang en<br />
<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> gemaakte afspraken.<br />
Lokaal On<strong>de</strong>rwijs Overleg <strong>Zuidoost</strong> (LOZO)<br />
Dit orgaan is vertegenwoordigd door het Stads<strong>de</strong>el en schoolbesturen van primair on<strong>de</strong>rwijs<br />
en voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Schoolbesturen hebben bestuurlijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor hun<br />
eigen on<strong>de</strong>rwijsinstellingen. Zowel het Stads<strong>de</strong>el als <strong>de</strong> schoolbesturen beschikken over<br />
mid<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n ingezet voor <strong>de</strong> realisatie van <strong>de</strong>elprogramma’s en projecten in het<br />
ka<strong>de</strong>r van Jong <strong>Zuidoost</strong>. Zij hebben <strong>de</strong> bestuurlijke regie over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het<br />
uitvoeringsprogramma die vallen on<strong>de</strong>r hun werkterrein.<br />
In figuur 2 is <strong>de</strong> organisatie- en verantwoordingsstructuur schematisch weergegeven.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
28
Figuur 2<br />
4.2 Monitoring en evaluatie<br />
<strong>De</strong> beleidsinstrumenten die in <strong>de</strong>ze notitie naar voren zijn gekomen kennen allemaal een<br />
eigen dynamiek en tijdpad. Het is noodzakelijk om te controleren of <strong>de</strong>ze trajecten volgens<br />
planning l<strong>op</strong>en en of <strong>de</strong> ingezette mid<strong>de</strong>len efficiënt en effectief wor<strong>de</strong>n besteed. Om <strong>de</strong>ze<br />
re<strong>de</strong>n zal het Stads<strong>de</strong>el haar beleid monitoren en evalueren.<br />
• <strong>De</strong> monitoring betreft <strong>de</strong> samenwerking van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> betrokken partijen en <strong>de</strong><br />
gemaakte afspraken. <strong>De</strong> projectgroep is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het verkrijgen van<br />
informatie van <strong>de</strong> uitvoer<strong>de</strong>rs van het beleid. Op basis van <strong>de</strong>ze informatie kan<br />
wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld of <strong>de</strong> juiste voortgang wordt geboekt of er interventie nodig is.<br />
• <strong>De</strong> evaluatie betreft <strong>de</strong> good practices, ervaringen en knelpunten, waarna indien<br />
nodig ver<strong>de</strong>re verbeteringen doorgevoerd kunnen wor<strong>de</strong>n. Op basis van <strong>de</strong> evaluatie<br />
kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld of <strong>de</strong> doelstellingen van het beleid gerealiseerd zijn.<br />
Voor <strong>de</strong> zomer van 2008 vindt een evaluatie plaats met betrekking tot <strong>de</strong> doelstelling<br />
van het eerste jaar.<br />
4.3 Samenwerking<br />
Om <strong>de</strong> effectiviteit van dit beleid te vergroten is nauwe samenwerking met <strong>de</strong> sleutelpartijen<br />
essentieel. <strong>De</strong> betrokken organisaties zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re scholen, <strong>de</strong> Centrale Stad (DMO),<br />
DWI, CWI, <strong>de</strong> zorg- en welzijnsinstellingen, <strong>lokale</strong> organisaties, projectbureau primair<br />
on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> politie en <strong>de</strong> justitie. Het Stads<strong>de</strong>el dient met <strong>de</strong>ze partijen<br />
samenwerkingsafspraken te maken om het beleid ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. <strong>De</strong><br />
belangrijkste samenwerkingspartijen komen hieron<strong>de</strong>r aan bod.<br />
An<strong>de</strong>re stads<strong>de</strong>len<br />
LOZO<br />
Regisseurs/<br />
Stuurgroep<br />
Jong <strong>Zuidoost</strong><br />
LAG<br />
Programmamanagers<br />
Projectgroep<br />
“Bereik” VSV<br />
<strong>De</strong> problematiek van voortijdig schoolverlaten is stadsbreed. Daarom is het noodzakelijk om<br />
informatie en kennis uit te wisselen met an<strong>de</strong>re stads<strong>de</strong>len. In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>sign zal<br />
<strong>de</strong> samenwerking tussen <strong>de</strong> stads<strong>de</strong>len versterkt wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong>ze samenwerking zal<br />
plaatsvin<strong>de</strong>n via <strong>de</strong> Samenwerken<strong>de</strong> Amsterdamse Stads<strong>de</strong>len (SAS).<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
29
DWI (Jongerenloket)<br />
<strong>De</strong> Dienst Werk en Inkomen (DWI) en het Stads<strong>de</strong>el hebben in <strong>de</strong>cember 2006 een<br />
samenwerkingsovereenkomst getekend. Naar aanleiding van dit convenant en <strong>de</strong> re<strong>de</strong>sign<br />
Leerplicht/ RMC is een samenwerkingsverband <strong>op</strong>gezet tussen het Jongerenloket (DWI) en<br />
RMC. Het doel van dit samenwerkingsverband is het vergroten van <strong>de</strong> effectiviteit van zowel<br />
het RMC als het Jongerenloket in het ka<strong>de</strong>r van het doorgelei<strong>de</strong>n van voortijdige<br />
schoolverlaters. Bei<strong>de</strong> partijen zullen daarom <strong>de</strong> uitvoering van hun taken na<strong>de</strong>r aan elkaar<br />
laten aansluiten door <strong>op</strong> klantniveau tij<strong>de</strong>ns het voortraject en tij<strong>de</strong>ns een l<strong>op</strong>end DWI traject<br />
informatie en gegevens met elkaar uit te wisselen. Op verzoek van het Jongerenloket<br />
wor<strong>de</strong>n huisbezoeken afgelegd.<br />
Lokale organisaties<br />
Lokale organisaties in <strong>Zuidoost</strong> hebben door <strong>de</strong> jaren heen een invloedrijke rol gekregen en<br />
kunnen daardoor als sleutelorganisatie dienen in het contact met <strong>de</strong> doelgroep. Het<br />
Stads<strong>de</strong>el zal <strong>de</strong> <strong>lokale</strong> organisaties waar mogelijk inschakelen bij <strong>de</strong> aanpak van het<br />
voortijdig schoolverlaten. <strong>De</strong> rol van <strong>de</strong> <strong>lokale</strong> organisaties is om voorlichtingsbijeenkomsten<br />
en trainingen te organiseren voor ou<strong>de</strong>rs zodat zij in een laagdrempelige omgeving wor<strong>de</strong>n<br />
betrokken bij <strong>de</strong> problematiek van het voortijdig schoolverlaten. Zij zullen tevens wor<strong>de</strong>n<br />
ingeschakeld indien voortijdig schoolverlaters niet reageren <strong>op</strong> een <strong>op</strong>roep van het RMC en<br />
het veld ingaan om schoolverlaters te werven. Voor <strong>de</strong> werving van schoolverlaters zal het<br />
Stads<strong>de</strong>el werken <strong>op</strong> basis van outputfinanciering (het zogenaam<strong>de</strong> no cure no pay mo<strong>de</strong>l).<br />
Hiervoor kunnen ook an<strong>de</strong>re organisaties wor<strong>de</strong>n ingeschakeld die affiniteit hebben met <strong>de</strong><br />
doelgroep.<br />
CWI<br />
Het Centrum Werk en Inkomen (CWI) is een belangrijke partner bij <strong>de</strong> voorlichting voor een<br />
beroepskeuze. Zowel leerlingen als ou<strong>de</strong>rs dienen voorlichting te krijgen over <strong>de</strong><br />
perspectieven <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt en <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> beroeps<strong>op</strong>leidingen die hierbij<br />
aansluiten. Scholen, RMC en CWI zullen bijeenkomen om tot een goe<strong>de</strong><br />
informatieverstrekking te komen en voorlichtingsbijeenkomsten te plannen.<br />
4.4 Randvoorwaar<strong>de</strong>n<br />
Een concrete doelstelling, uitgebrei<strong>de</strong> beleidsintenties en <strong>de</strong> juiste aanpak bie<strong>de</strong>n nog geen<br />
garantie voor het welslagen van het beleid. Volgens <strong>de</strong> wetgeving hebben <strong>de</strong> scholen <strong>de</strong><br />
taak om <strong>de</strong> kraan dicht te doen zodat nieuwe school<strong>uitval</strong> wordt tegengegaan. Het Stads<strong>de</strong>el<br />
(RMC) heeft <strong>de</strong> taak om jongeren die zijn uitgevallen te bena<strong>de</strong>ren en via het Jongerenloket<br />
weer terug naar school en/ of werk te sturen. Voor het realiseren van <strong>de</strong>ze doelstelling dient<br />
men rekening te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> succesfactoren:<br />
• Beseffen dat school<strong>uitval</strong> een maatschappelijk probleem is dat een maatschappelijke<br />
<strong>op</strong>lossing behoeft;<br />
• Totale overeenstemming van alle betrokken partijen door het on<strong>de</strong>rteken van een<br />
convenant;<br />
• Bereidheid van het Stads<strong>de</strong>el en <strong>de</strong> scholen om <strong>de</strong> gezamenlijke aanpak te richten<br />
<strong>op</strong> zowel <strong>de</strong> preventieve als <strong>de</strong> curatieve kant van voortijdig schoolverlaten;<br />
• Optimale functionering van het cliëntvolgsysteem (ERISA);<br />
• Vroegtijdige signalering en actie van <strong>de</strong> scholen bij symptomen van <strong>uitval</strong>;<br />
• Tijdige melding van <strong>de</strong> scholen bij een geval van <strong>uitval</strong>;<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
30
• Uitgevallen jongeren wor<strong>de</strong>n door het Stads<strong>de</strong>el (RMC) binnen 5 werkdagen<br />
bena<strong>de</strong>rd;<br />
• Ontwikkelen van vaste procedures voor scholen bij spijbelgedrag;<br />
• Minimaal zes instroom momenten per jaar <strong>op</strong> <strong>de</strong> scholen (ROC’s);<br />
• Extra aandacht voor <strong>de</strong> sociale en financiële situatie van <strong>de</strong> jongeren;<br />
• Realiseren van samenhang tussen beleidsterreinen en partijen,<br />
• Partijen spreken elkaar aan <strong>op</strong> afspraken en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n;<br />
• Hel<strong>de</strong>re communicatielijnen;<br />
• Regelmatig on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> meest voorkomen<strong>de</strong> oorzaken van <strong>uitval</strong>.<br />
<strong>De</strong>ze nota is een visiedocument waarin <strong>de</strong> beleidsrichting voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren wordt<br />
weergegeven. <strong>De</strong> benodig<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len voor het RMC zijn hierin niet ge<strong>de</strong>tailleerd<br />
<strong>op</strong>genomen, <strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n in het plan van aanpak uitgewerkt en ter goedkeuring aan u<br />
aangebo<strong>de</strong>n. Een globale aanduiding van <strong>de</strong> beschikbare mid<strong>de</strong>len ziet er als volgt uit.<br />
In het jaar 2007 zijn er voldoen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len om het beleid uit te voeren.<br />
In <strong>de</strong> begroting 2007 is een bedrag van € 237.500 gereserveerd voor <strong>de</strong> uitvoering van VSVbeleid.<br />
Daarnaast een bedrag van € 75.000 (motie 86) beschikbaar gesteld voor <strong>de</strong> aanpak<br />
van <strong>de</strong> stageproblematiek.<br />
In het jaar 2008 zijn er eveneens voldoen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len om het beleid uit te voeren.<br />
In <strong>de</strong> begroting is voor dit jaar een bedrag van € 187.500 gereserveerd voor <strong>de</strong> uitvoering<br />
van VSV-beleid.<br />
<strong>De</strong> <strong>lokale</strong> <strong>aanval</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>uitval</strong> – Concept beleid voortijdig schoolverlaten Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> 2007-2010<br />
31