MemoRad 2012-4 - Nederlandse Vereniging voor Radiologie
MemoRad 2012-4 - Nederlandse Vereniging voor Radiologie
MemoRad 2012-4 - Nederlandse Vereniging voor Radiologie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tranen op toilet<br />
Begin tachtiger jaren werkte ik in het Universitair Ziekenhuis als<br />
radioloog-in-opleiding. Na een periode van ‘meekijken’ en veel studie<br />
volgden de eerste kleine handelingen onder supervisie van een oudere<br />
assistent. Naast het verslagwerk van de gemaakte röntgenopnames<br />
waren er dagelijks besprekingen, praktijkdemonstraties en ook<br />
periodieke bijscholingsbijeenkomsten. Langzaam ontwikkelden<br />
de assistenten zich naar meer verantwoordelijkheid en grotere<br />
zelfstandigheid. Aan het bijleren, bijscholen en lezen over nieuwe<br />
technieken en inzichten komt tijdens het werkzame leven van een arts<br />
nooit een einde.<br />
Op het spreekuur van een van de chirurgen, hij werd mijn goede<br />
vriend Lucas, kwam een vrouwelijke patiënt. Zij werkte in een<br />
openbare functie en onderhield veel contact met het publiek en de<br />
pers. Haar probleem was de verzakking van haar darm. De endeldarm<br />
kwam als een tien centimeter lange koker ‘naar buiten’. Aanvankelijk<br />
gebeurde dit alleen bij persen op het toilet, met in het begin nog maar<br />
een geringe ‘uitloop’ van deze prolaps. Inmiddels trad dit ook spontaan<br />
op. Het kon de hele dag door gebeuren, <strong>voor</strong>al als ze stond. Ook werd de<br />
‘koker’ steeds langer. Zij droeg luiers in een poging om de darm binnen<br />
te houden en besprenkelde die met lotions in een vergeefse poging<br />
de geur van de binnenstebuiten uitstulpende darm te verminderen.<br />
Ze moest tot haar spijt bekennen dat al haar inspanningen vergeefs<br />
waren. De penetrante geur, het ongemak en de constante zorg om wat<br />
er ‘daar beneden gebeurde’, verminderden sterk haar levensplezier.<br />
Zij kon er ook nauwelijks nog door werken. Meerdere gynaecologen<br />
hadden haar inmiddels al vier keer geopereerd, maar dat had de<br />
problemen niet weggenomen, integendeel, die werden allengs erger.<br />
De situatie was uitzichtloos en niemand scheen haar te kunnen<br />
helpen. Wanhopig bezocht ze allerlei centra en specialisten in de<br />
hoop dat iemand de oplossing <strong>voor</strong> haar had. De chirurg besprak het<br />
probleem van deze patiënte met mij. Hij kwam met het verzoek of ik<br />
kon nagaan of er een radiologisch onderzoek te vinden was waarmee<br />
kon worden vastgesteld hoe de anatomie er in dit gebied bij deze<br />
vrouw uitzag en <strong>voor</strong>al wat er stap <strong>voor</strong> stap gebeurde als ze ging<br />
persen. Welk deel van de darm kwam nu eigenlijk naar buiten? Langs<br />
welke weg? Pas als er een duidelijke diagnose zou komen was Lucas<br />
Als de lichten dimmen<br />
Dr. Don (pseudoniem<br />
<strong>voor</strong> Donald E. Ottens)<br />
diversen<br />
In vervolg op het hoofdstuk ‘Liefde’ uit het boek van Donald Ottens vindt u hieronder<br />
een tweede aflevering.<br />
Enthousiast wierp ik mij intensief op het opgeworpen probleem.<br />
Ik bestudeerde de bestaande schaarse literatuur over het onderwerp,<br />
de techniek en ook over de psychologie rond de defecatie, het poepen.<br />
Mijn opleider had een brede belangstelling, zowel <strong>voor</strong> het vak als ook<br />
daarbuiten en vond het een interessante vraagstelling. Hij gaf mij de<br />
ruimte en tijd om er grondig in te duiken. Na een week experimenteren<br />
kwam ik tot een prototype-onderzoek dat in de drie maanden erna<br />
nog werd verfijnd. Inmiddels was ik door literatuurstudie en ervaring<br />
uitgegroeid tot superspecialist in poepen en persen en was als geen<br />
ander op de hoogte van een heel scala aan ontlastingsproblemen die<br />
mensen kunnen hebben binnen de beslotenheid en intimiteit van het<br />
toilet.<br />
Bij de eerste onderzoekspoging lag de patiënte op de linkerzij met<br />
de rug naar mij als onderzoeker. Ik stond naast de onderzoekstafel,<br />
als het ware achter haar rug, terwijl ik de doorlichtingscamera boven<br />
haar met beide handen vasthield. Kijkend naar het röntgenbeeld op<br />
de monitor aan het hoofdeinde van de onderzoekstafel vroeg ik haar<br />
om <strong>voor</strong>zichtig te gaan persen. De gevolgen waren desastreus en<br />
belandden over mijn jas tot in mijn schoenen. Zo ontwikkelde zich<br />
de onderzoeksmethode met vallen en opstaan. Al snel kwam er een<br />
geprepareerde stoel die het mogelijk maakte de patiënten in een<br />
natuurlijke, zittende houding te onderzoeken. De basis van de eerste<br />
poepstoel bestond uit het onderstel van de oude bureaustoel van de<br />
professor. Zijn kantoor was net nieuw ingericht.<br />
Onontbeerlijk was ook een substituut <strong>voor</strong> de ontlasting zelf, want<br />
als er niets is om uit de darm te persen, kun je het poepproces ook<br />
niet simuleren. De te maken substantie moest natuurlijk ook zichtbaar<br />
zijn onder röntgenstraling. Het probleem was dat de ‘kunstpoep’<br />
als een dikke bolus moest worden uitgedrukt, maar uiteraard eerst<br />
worden ingebracht. Als het spul te dik was, lukte het niet om dit op<br />
acceptabele wijze in de endeldarm te brengen...<br />
Uitgebreid onderzocht ik de mogelijkheden <strong>voor</strong> een kunstbolus<br />
met als doelstelling: dun erin, maar dik eruit. Kwam het er te dun<br />
uit, dan bootste dit de werkelijkheid niet goed na en kwamen de<br />
afwijkingen mogelijk onvoldoende waarheidsgetrouw in beeld. Werd<br />
de bolus te dik, dan was het net een brok beton en ontstond het<br />
in staat over operatieve therapieën na te gaan denken. U<br />
J a a r g a n g 1 7 - n u m m e r 4 - 2 0 1 2 29