06.09.2013 Views

2003 - 1 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen

2003 - 1 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen

2003 - 1 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

p. 2<br />

p. 4<br />

p. 5<br />

p. 7<br />

p.11'<br />

p.14<br />

p.15<br />

p.17<br />

p.18<br />

p.19<br />

p.21<br />

p.22<br />

Lidgeld van de<br />

Orchideeen<br />

<strong>Vereniging</strong><br />

<strong>Vlaanderen</strong><br />

met abonnement op<br />

, • 'Bet Venusschoentje': 15 Euro<br />

Leden kunnen zich ook via<br />

de OVV abonneren op:<br />

• 'Orchideeen' (Nederland)<br />

• 'Die Orchidee' (Duitsland)<br />

• 'The Orchid Re iew (Gr. Brittanie)<br />

Verdere inlichtingen bij de penningmeester<br />

Iledenadministratie.<br />

het Venusschoent-e<br />

ee n h art voor orchidee en<br />

Driemaandelijks tijdschrift van de<br />

Orchideeen <strong>Vereniging</strong> <strong>Vlaanderen</strong> vzw<br />

24° jaargang nr. 1 januari-februari-maart <strong>2003</strong><br />

In (jit nummer ...<br />

RegionaaJ nieuws - Orchideeen <strong>Vereniging</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />

Evenementen<br />

Cultuurkalender<br />

Rik Neirynck<br />

Frimmerke<br />

Ter serre van ...<br />

Marianne Haeck en Andre Van Rysselberghe<br />

het geslacht Stanhopea<br />

Rik Neirynck<br />

Paphiopedilum-soorten van Borneo<br />

Rik Neirynck<br />

Liparis caespitosa<br />

Patrick Mannens<br />

Boekbespreking<br />

Boekbespreking<br />

Boekbespreking<br />

het geslacht Cadetia<br />

Rik Neirynck<br />

Werkten mee aan dit tijdschrift:<br />

Marianne Haeck, Andre Van Rysselberghe, Patrick Mannens,<br />

Frimmerke, Rik Neirynck.<br />

Redactie:<br />

Marijke Cornille, Rik Neiryn ck, Karel Otten.<br />

inhoud<br />

1


,<br />

2<br />

Regio Antwerpen I<br />

Za 18 oktober <strong>2003</strong>:<br />

Regio Brabant I<br />

•<br />

Voorzitter: Dirk Saveries, Mazereelstraat 28,<br />

9040 Sint Amandsberg.<br />

De bijeenkomsten gaan door elke tweede vrijdag van de maand bij<br />

Orchiflora Duffelsesteenweg 313 te Kontich.<br />

Iedereen is welkom vanaf 20u.<br />

11 april, 9 mei, 13 juni, 8 augustus, 12 september, 10 oktober,<br />

14 november, 12 december<br />

Voorzitter: Anne Ronse, Kruisstraat 43,<br />

1851 Humbeek. 02-269 66 80<br />

De bijeenkomsten gaan door elke derde zaterdag van de maand in<br />

het Recreatiecentrum van Itterbeek vanaf 14u.<br />

Neem de Ring rond Brussel (west), neem uitrit 14 en volg richting<br />

Ninove tot ltterbeek. Voig richting Itterbeek centrum. Aan de verkeerslichten<br />

rechtsaf en na tweehonderd meter ben je aan het Recreatiecentrum.<br />

Jaarlijkse Ruilbeurs van de O.V.V.<br />

Regio Limburg I<br />

in het Recreatiecentrum<br />

van Itterbeek te Dilbeek (vermoedelijk).<br />

organisatie: o.v.v.- regio Vlaams-Brabant.<br />

Voorzitter: Paul Noben, Kempenstraat 172<br />

3590 Diepenbeek. tel. 011-32 38 00<br />

De bijeenkomsten gaan door elke derde vrijdag van de maand in cafe<br />

'de Slagmolen' om 20u.<br />

Regionaal nieUW5


Orchideeen I<br />

18° Wor1d Orchid Conference en<br />

4<br />

Show<br />

10 tof 20 maart 2005<br />

in Dijon (Frankrijk).<br />

ww, .w oc2005.org<br />

Dag van de Orchidee<br />

Het nu al traditionele<br />

zomergebeuren<br />

van de<br />

Regio Oost-<strong>Vlaanderen</strong><br />

(O.V.v. vzw)<br />

p<br />

zaterdag 28 juni <strong>2003</strong> a.s.<br />

vanaf lOu. in de voormiddag.<br />

Voordrachten<br />

Barbecue<br />

Plantenverkoop<br />

Tombala<br />

<strong>2003</strong><br />

..<br />

EveAementen<br />

21 - 30 rna art: Orchideenausstellung Palmengarten Frankfurt.<br />

Info op 004923196101412 of e-mail: info@VDOB.de.<br />

28 - 30 maart: Miinchener Orchideenrnarkt.<br />

Info bij Mena Mayr op 004988562419.<br />

29 rna art: Bristol & West OS Annual Show in the Town Hall,<br />

Chipping Sodbury te Bristol.<br />

Info bij Kelvin Curtis op 00441179329793.<br />

29 maart: Algemene Vergadering O.v.v. in de Botanische Tuin van de<br />

R.U.G., Karel Lodewijk Ledeganckstraat 35 - Gent.<br />

Begin om 14.30 uur.<br />

Op de laatste vergadering van de Raad van Bestuur werd besli t dat aile<br />

leden worden uitgenodigd. Er zullen planten t koop aangeboden worden<br />

door beroepskweker(s). Het geheel wordt besloten met een tombolao<br />

(De vergadering zelf van de Algemene Vergadering is aileen bestemd<br />

voor de werkende leden)<br />

5 en 6 april: Orchideeententoonstelling georganiseerd door de<br />

c.A.W.0 (Club des Amateurs WaUons d'Orchidees) in de gebouwen<br />

van de kristalfabriek te Val St Lambert in Seraing (Luik).<br />

Inkom orchideeententoonstelling: 5 Euro.<br />

Inkom orchideeententoonstelling + bezoek aan de fabriek in werking:<br />

10 Euro<br />

Bezoekuren: van 10 uur tot 18 uur.<br />

8 juni: BOGA Tatton Park Orchid Flower Show in Tenant's H all te<br />

Knutford.<br />

Info: Janet Plested: 0044 127632947.<br />

28 en 29 juni: Newbury international Orchid Show in de Newbury<br />

Show Ground.<br />

Info: Don Smallman: 00 44 152842 15 21 of d-m@smallrnan.fsnet.co.uk<br />

18 oktober <strong>2003</strong>: Jaarlijkse Ruilbeurs van de O.v.v. in het<br />

Recreatiecentrum van Itterbeek te Dilbeek (vermoedelijk).<br />

Organisatie: O.vV- regio Vlaams-Brabant met als bedoeling te komen<br />

tot een grote jaarlijkse ruilbeurs in <strong>Vlaanderen</strong> voor aile orchideeenliefhebbers.<br />

Aile OVV.-regio's zijn uitgenodigd am deeI te nemen. De Waalse<br />

orchideeenverenigingen worden hierover ingelicht en uitgenodigd. Er<br />

zullen ook enkele Nederlandse kringen uitgenodigd worden.<br />

(later meer details)<br />

Evenementen


Plellrtizallis grobyi Bat m . ex Lindl.<br />

© Rik '1eiry nck<br />

ronde pseudobulben. Oat jullie, kleine pag dderke ,<br />

geen ps udobulben hebb n is niet onze schuld en over<br />

wat ge niet hebt kunt ge niet meepraten, d us .. . Oaarbij<br />

komt nag dat onze bloemstengels reeds zichtbaar worden<br />

van uit de nieuwe scheut. Als onze bloemstengel<br />

ongeveer 10 em lang is, heeft Frimmerke dat gezien.<br />

Oat hij ze ondersteunt en ze in h un groei begeleidt, is<br />

toch wei normaal zeker. Onze bloemstengels kunnen<br />

gemakkelijk 50 em lang worden hoor, met daaraan wei<br />

zeven grote, prachtige, zware bloemen. Later, wanneer<br />

we onze bloemstengel de nodige kracht gegeven hebben,<br />

laten wij onze jonge scheuten verder groeien en ze<br />

8<br />

Frimmerke<br />

•<br />

maken dan oak dikke, ronde pseudobulben waarin ze<br />

aile reserve kunn en opslaan voor de scheut van het volgend<br />

jaar. Slim bekeken he. Wat de d uur van het bloeien<br />

betreft, zijn we ook niet min: weken en weken laten<br />

wij Frirrunerke van ons geniet n. Wij zijn dan ook een<br />

van zijn lieve1ingsplanten. Oit gaat zover dat, wanneer<br />

wij bloeien, we steeds in de mooi te kamer mogen<br />

staan. Aile bezoekers mogen dan hun neus in onze<br />

bloemen steken en steeds horen we dan: "Hmmm m ...<br />

Heriiik!!!" Frimmerke zijn neus krult dan als een krulhazelaar.<br />

Een beetje rust tijdens onze bloej vinden we<br />

weliijn, ruet te veel water en liefst geen mest aangezien<br />

we tach geweldlg ons best gedaan hebben en zodoende<br />

ook een beetje op adem moeten kunnen k men..."<br />

"Ge kunt alIemaal zeggen wat ge wilt maar wij, ja<br />

zeker wij, de Miltonia's, hebben grote, viooltjes-vormige<br />

bloemen en dat is wat anders he. Of waarom denkt<br />

ge dat ze ons zo graag zien. Wij houd n ok van de<br />

koelte, we hebben graag regelmatig wat vocht enbloeien<br />

heel lang. Ia, ja, we weten ok dat w al eens van die<br />

gekke bladeren maken die op €en harmonica lijken<br />

maar ge kunt nlet all s h bb n h . Daarbij, ik heb eens<br />

bij een verzorger ge taan d i mij steeds de nodige<br />

luchtvochtigheid gaf, niet teveel ineens maar regelmat-lg<br />

water en veel iris e b wegende lucht en dan had ik<br />

die hannonicaziekte niet. Als ze een klein beetje zouden<br />

uitkijken an hoe z ns verz rgden, wac; alIes veel<br />

beter. Wij willen k njet te warm staan en moeten dan<br />

oms veel te lang op water wachten. Je ZOll voor minder<br />

'harmonicani r n' he. Nee, nee, geef ons maar een<br />

koel plaatsj ,fri se wind en regelmatig water maar met<br />

mate. Tk weet ook dat er een gezegde is "dw Miltonla's<br />

dnar is niet!! mee 111m te mmgell". Moet het dan alt-ljd zo<br />

gemakkelijk zijn? Als dat zo is dan meet Frimmerke<br />

maar uitkljk n naar Miltoll ia's uil Brazilie want die<br />

kunnen veel warmer ge weekt worden maar ze hebben<br />

dan weer veel meer licht nodig. Hij bekij t het maar.<br />

Hij moet ook leren opletten wanneer hi; van die dingen<br />

in zijn water doet om onze vijanden te doden. Oat is<br />

allemaal goed maar als hij dle smurrie over onze bloemen<br />

spuit zijn ze helemaal vernield door vlekken en<br />

soms wei gaatjes. Mest en insecticiden O.K., maar toch<br />

njet op de bloemen he. En moest hij eens een vierde van<br />

de opgegeven hoeveelheden gebruiken dan hadden we<br />

veel minder spierpijnen. Als we hem d t laten zien<br />

door ons bladpunten bruin te laten verkleuren, lijkt<br />

hem dat helemaal niet te interesseren. Op het ogenblik<br />

dat we, door al die vieze producten, zoveel van ons<br />

wortels kwijt zijn en we heel los in onze potten staan,<br />

dan durft hij nog te zeggen: "Die Miltonia's zijn tach


Om te verluchten heb ik 2 automatische ramen in de<br />

warme serre en een afzuigsysteem in de koude serre.<br />

De buitenlucht wordt bovenaan ingeblazen door een<br />

ventilator en onderaan weer naar buiten geblazen. In<br />

de gematigde serre draaien ventilatoren voor de luchtcirculatie<br />

gedurende de lente, zomer en herfst. '5<br />

Winters leg ik ze af omdat het anders te droog wordt.<br />

Ik heb kleine computer ventilatoren (te koop in de<br />

Stock Americain), die bijna constant draaien en grote<br />

ventilatoren die met een thermostaat geregeld worden.<br />

Deze slaan dus aan als het te warm wordt of ze slaan<br />

af beneden een ingestelde temperatuur.<br />

Dan de luchtvochtigheid: daar heb ik een hele<br />

installatie voor gemaakt met oliedrukleidingen en de<br />

vernevelkoppen van mazoutbranders. Ik zal een<br />

poging doen om het simpel uit te leggen! l,k heb een<br />

stuk plastiekbuis genomen van 60 a70 cm lang, ze staat<br />

rechtop en is bovenaan dicht gemaakt. Tegen de bovenkant<br />

aan zijn er toch paar gaten gemaakt. Daarin hangt<br />

een hygrometer die aldus beschermd is tegen rechtstreekse<br />

vochtigheid (gietwater bijvoorbeeld). Onder<br />

de hygrometer (in de buis) zit een computerventilator<br />

die de lucht langs van onderen in de buis blaast langsheen<br />

de hygrometer (Lucht verlaat de buis door de<br />

gaten boven aan de buis). Op die manier geeft de<br />

hygrometer de exacte luchtvochtigheid in de serre<br />

weer. Door middel van een magnetische hoge drukklep<br />

bedient de hygrometer een hogedrukreiniger met de<br />

daarop aangesloten oliedrukleidingen met de vernevelkoppen.<br />

Wann e T het systeem aanslaat ontstaat er een<br />

mooie mist. De hygrometer is op 70% relatieve luchtvochtigh<br />

id ingesteld.<br />

Voor de begieting heb ik nog een ander systeem met<br />

koperen leidingen en sproeidoppen. Ais het niet voldoende<br />

is kan ik alles nog bijsturen met de hand. Op<br />

die manier zjjn er dus in feite 3 systemen voor de begieting<br />

namelijk de beregeningsleidingen, het mistsysteem<br />

en tenslotte het manuele gieten.<br />

Mijn gietwater wordt verwarmd in de boiler en gaat<br />

onder de grond naar mijn serre. Daar heb ik ook nog<br />

een vat van 200 liter waar ik meststoffen kan in mengen.<br />

In het vat ligt een vijverpomp en door enkele kranen<br />

anders in te stellen kan ik met de hand overal<br />

water en meststoffen geven.<br />

Welk potmengsel gebruik je en hoe vaak voed<br />

je en met welke meststoffen?<br />

Ais potmengsel gebruik ik een middelmatige bark<br />

gemengd met sfagnum, mousse en piepschuim bollet­<br />

12<br />

•<br />

Ter serre van ...<br />

jes. Ik gebruik dit voor alle planten. Aileen voor de<br />

Dracula-planten gebruik ik een fijnere structuur, met<br />

fijnere bark.<br />

Ik gebruik 2 soorten Peeters-meststoffen: een met<br />

een hoog stikstofgehalte voor in de lente en de zomer,<br />

een met een lager stikstofgehalte voor in de herfst en de<br />

winter. Ik voed de planten om de 14 dagen met de<br />

hand maar ik vermoed dat ik wei een beetje zuinig<br />

voed want ik doe een eetlepel meststoffen in de 200literkuip,<br />

dat is met zo vee!. Ik heb wei al bemerkt dat<br />

anderen meer bemesten dan ik, maar ja, misschien is<br />

minder voeden dan wei weer iets gezonder.<br />

Is er een plant waar je tot nu toe vruchteloos<br />

naar op zoek bent?<br />

Ja, er zijn nog wei een paar planten die ik zoek<br />

namelijk planten uit de geslachten Trevoria en<br />

Vasqueziella.<br />

Wat is de grootste tegenvaller die je al te verwerken<br />

kreeg?<br />

Zonder twijfel een brand in mijn serre. Oat is een 15tal<br />

jaren geleden gebeurd. Een ventilator schoot om de<br />

een of andere reden in brand en mijn serre, die juist met<br />

polycarbonaatplaten vem ieuwd was, brandde voor de<br />

helft af. Natuurlijk waren ook de helft van mijn planten<br />

om zeep. Ja, dan was het bij a gedaan met mijn orchideeenhobby.<br />

lk heb dan he 1 veel hulp gekregen van de<br />

clubleden. Ze hebben mij ongelofelijk goed geholpen<br />

met het verpotten van de verbrande planten en het verwijderen<br />

van de verbrande plantendelen zodat ik toch<br />

nog vele planten heb kunnen recupereren.<br />

Zijn er trucjes of andere knepen van het vak die<br />

je met ons zou willen delen?<br />

lets dat ik bijvoorbeeld gebruik bij de kweek van<br />

Coryanthes-soorten is mierenzuur. Een beetje mierenzuur<br />

in het gietwater zodat de pH van het water zuurder<br />

wordt voor die planten. Je moet dan natuurlijk wei<br />

oppassen met dat gietwater, je gebruikt dat best niet<br />

voor de andere planten. Zuurder water brengt ook met<br />

zich mee dat het potmengsel sneller verteerd zodat je<br />

sneller moet verpotten. Voor de Coryanthes-planten<br />

streef ik naar een pH van 6, wat je min of meer kan controleren<br />

met behulp van lakmoespapier.


\<br />

Ik ben ook van mening dat een liefhebber de planten(soorten)<br />

die hij kweekt een bee* moet selecteren.<br />

Kies een paar geslachten uit die je graag ziet want we<br />

winen soms teveel. Planten uit aIle delen van de wereld<br />

samenproppen in een kleine serre; in feite kan dat niet.<br />

Je kan het wei proberen maar het resultaat zal niet altijd<br />

zo denderend zijn.<br />

Ik vind ook dat men er rekening moet mee houden<br />

dat planten een beperkte levensduur hebben. De groeikracht<br />

van planten vermindert en ze kunnen sterven<br />

van ouderdom. Je kan dus niet aUes onbeperkt blijven<br />

houden. Daarom moet men dit voorzien en voor de<br />

opvolging zorgen door bijtijds te verjongen.<br />

Verder wil ik nog meedelen dat ik tegen insecten het<br />

insecticide Talstar gebruik indien ik het nodig acht. 's<br />

Winters behandel il< de planten 2 maal met een fungicide<br />

bv. Luxan.<br />

Waar ik persoonlijk zelf veel aandacht aan heb<br />

besteed is dat ailes wat met elektriciteit te maken heeft<br />

en dat rechtstreeks in contact kan komen met de vochtigheid<br />

op laagspanning van 12 volt aangesloten werd,<br />

ook de thermostaten. De laagspanning, door middel<br />

van transformatoren bekomen, is een must om elektrocube<br />

te vermijden. In een vochtige serre is elektriciteit<br />

altijd gevaarlijk, daar ben ik heel voorzichtig in! Mijn<br />

serre is ook afzonderlijk be eiligd met een verliesstroomschakelaar<br />

van 30 milliampere.<br />

Nog toekomstplannen?<br />

Ik ben tevreden met wat ik heb. Mocht ik nog iets<br />

willen veranderen aan mijn serre, dan zou het niet in<br />

opper Tlakte zijn, maar wei in volume: ik ZOll ze iets<br />

verhogen.<br />

En het idee van orchideeen zaaien heb ik ook nog<br />

wei in het achterhoofd, misschien later als ik meer tijd<br />

heb.<br />

Tot slot: heb je al orchideeenianden bezocht en<br />

kan je ons eventueel wat tips geven?<br />

De laatste 5 jaar stonden onze reizen wei in het<br />

teken van de orchideeen. We zijn al naar Venezuela,<br />

• Cuba, Jamaica, de Dominicaanse Republiek en<br />

Thailand geweest. Thailand is ons wei het meest bevallen.<br />

We zagen orchideeen met grote, duidelijk zichtbare<br />

bloemen. De Dominicaanse Republiek is ook heel<br />

mooi, maar daar vindt men orchideeen met kleinere,<br />

minder opvallende planten en bloemen. Wei zagen we<br />

•<br />

Ter serre van ...<br />

mooie Eulophia's. En Jamaica is zeker ook de moeite<br />

waard. De planten die echt in het wild staan en dat is<br />

soms wei een beetje frustrerend, staan aan de rand van<br />

de afgrond of hoog in de bomen.<br />

Voila, het tweede bezoek zit erop, bij een echte<br />

orchideeenfamilie die je niet aileen letterlijk kunt<br />

bezoeken maar ook figuurlijk namelijk op hun website:<br />

''http://www.come.to/orchidee'' waarop Joris niet<br />

aileen zijn hobby toelicht, maar ook zijn favoriete orchideeen<br />

bespreekt. Ook aile informatie van de regio<br />

West-<strong>Vlaanderen</strong> is op deze site beschikbaar. Deze site<br />

wordt regelmatig aangepast als er zich veranderingen<br />

voordoen.<br />

Marianne Haeck en Andre Van Rysselberghe<br />

Januari <strong>2003</strong><br />

m. manfred m erz<br />

Pflanzen und mehr...<br />

Kuhnhofer Weg 42a<br />

0-91207 Lauf<br />

http://www.merz-im-web.de/<br />

Orchids for Garden and Coldhouse<br />

Bretilla, Cypripedium, Epipactis.<br />

Pleione. Disc and more...<br />

Perennials<br />

Ulium. Hemerocallis. Iris, Mentha<br />

and more...<br />

Pricelist with descript ions<br />

5,00 EUR or<br />

http://www.merz-im-web.de/<br />

13


, Paphiopedi/um-soorten van<br />

Borneo<br />

Borneo<br />

is ook<br />

het eiland<br />

waar<br />

de meest gerenommeerde<br />

Paphiopedilum-soorten<br />

thuis zijn<br />

En daar<br />

willen we het<br />

in dit artikel<br />

over hebben<br />

•<br />

Paptiiopeailum<br />

Voor vele, enigszins 'gevorderde' orchideeenliefhebbers, is Borneo<br />

noch min noch meer het orchideeeneiland van 'melk en honig'. Borneo<br />

is echter ook het gebied waarvan de bossen ontbost worden aan een<br />

snelheid die nergens zijn gelijke kent. Borneo is ook het eiland waar de<br />

meest gerenommeerde Paphiopedilum-soorten thuis zijn. En daar willen<br />

we het in dit artikel over hebben.<br />

Borneo is het grootste eiland van Zuidoost Azie en het was Hugh<br />

Low die de eerste Paphiopedilum-soort op Borneo ontdekte in 1846 (tijdens<br />

de eerste beklimming van de Mount Kinabalu. Lindley benoemde<br />

deze soort naar zijn ontdekker, Pilphiopedilwn lowii. Later werden op het<br />

eiland nog heel wat soorten ontdekt: P. dayllnum in 1856, P. stonei in<br />

1862, P. jllvaniculIl var. virel1s in 1862, P. hookerae in 1863, P. bullenianum in<br />

1865, P. IlleviglltulIl, een synoniem voor P. philippinense werd in 1865<br />

beschreven, P. lilwrenceanum in 1878, P. sllnderianll111 in 1885. P. rothschildian<br />

um kwam in cultuur in 1887, van P supardii was voor het eerst sprake<br />

in het Duitse tijdschrift Die Orchidee in 1938. Ze werd in 1972 door<br />

Ed de Vogel uit Leiden heron tdekt maar de plant kwam pas voor het<br />

eer tin cultum in 1983 en P. kolopakingii in 1982. Vennoedelijk zullen op<br />

dit grote eiland nog m er nieuwe Paphiopedilum-soorten gevonden worden.<br />

Voor de wereld""rijde orchi.deeenteelt is Paphiopedilu11l lawrenceal1u lIl<br />

zonder meer de belangrijkste Papl!iopedi/um-soort die er ooit ontdekt<br />

werd. Zowel de normale vorm als de albinovorm P. lawrenceal1ufIl f. heyanum<br />

waren elangrijke ouders in de zeer succesrijke hybride<br />

Paphiopedilum xMaudiae. Paphiopedilum xMaudiae 'Coloratum' is een<br />

kruising tussen de normaal gekleurde varmen van Paphiopedilum callosum<br />

en P. [llwrell Ce£ll1ll11l. De meest gekende P. xMaudiae, deze met witte,<br />

groen gestreepte bloemen is een kruising van twee albino's nam lijk P.<br />

cllllosu m f. sa nderae en P. lilwre nceanum f. heyanum .<br />

Uiteraard mogen we noch P . ro tlzschildia l1u1I1 noch P. sanderiullLIIIl vergeten<br />

. Deze zijn zowat de spectaculairste van aile uit Borneo afkomstige<br />

Paphiopedilum-soorten.<br />

P. rothschildianulII is naar Baron Ferdinand de Rothschild genoemd,<br />

een eminent Victoriaans orchldeeenverzarnelaar. Jean Linden uit Brus el<br />

had deze soort voor het eerst in cuJtuur in 1887 en een jaar later wa. ze<br />

ook bij Sander & Sons in St. Albans (Engeland). H.G. Reichenbach<br />

beschreef de soort aan de hand van een bloem die door Sander naar hem<br />

verstuurd was met de vermelding: 1/ A£komstig uit Nieuw Guinea." Het<br />

is duidelijk dat Sander met deze vermelding de oncurrenten op het ve1'keerde<br />

been wilde zetten want deze plantensoort is enkel en alleen op<br />

het Moun t Kinabalu massief van Borneo te vinden. Ze is dus endemisch.<br />

Ook Linden verwees naa r Nieuw Guinea als land van herkom ten hli<br />

verkocht de planten onder de naam Cypripedium neo-gu il1eense. Deze<br />

naam werd echter nooit geld ig gepubliceerd . De blo men an<br />

Pllphiopedilll1 l1 rothshildiaml1tl mag men zonder meer spectaculair n emen<br />

. Bij de beste klonen staan de petalen perfect horizontaal, de bloemen<br />

bereiken hiermee een breedte die gemakkelijk dertig centimeter<br />

kan bedragen en een bloemtak kan wei zes bloemen dragen die lange<br />

tijd vers blijven.<br />

Paphiopedilum<br />

15


,<br />

Orchid Biology:<br />

Reviews and Perspectives, VIII.<br />

ed. Tiiu Kull en Joseph Arditti<br />

2002<br />

Kluwer Academic Publishers<br />

Dortrecht-Boston-London<br />

xx pp. (intro) + 584 pp.<br />

Ontelbare<br />

zwart-wit afbeeldingen<br />

ISBN 1-4020-0580-6<br />

i 010 g •<br />

and<br />

e s ,<br />

BoeKtJespr:eking<br />

•<br />

Al een goeie 25 jaar is het opzet van Orchid Biology de publica tie van<br />

wetenschappelijke artikels die verband houden met orchideeen maar<br />

geen wetenschappelijke onderzoeksverslagen zijn. Vermoedelijk<br />

daardoor zijn de tot nu toe verschenen Orchid Biology I tot en met vn<br />

best leesbaar, ook voor niet-wetenschappers. Dit geldt ook voor Orchid<br />

Biology VIII. Zoals ook in de vorige uitgaven werden artikels gepubliceerd<br />

van wetenschappers die op vraag van de uitgevers (Arditti en<br />

Kull) of op eigen initiatief artikels aanboden. Aile artikels worden nagelezen<br />

door een leescommissie die bestaat uit de uitgevers en co-uitgevers<br />

en door mensen die regelmatig in de orchideeenliteratuur hun<br />

schriftelijke bijdragen leveren en die daardoor bekendheid en respect<br />

genie ten in de wetenschappelijke tak van de orchideeenwereid. Het<br />

gebeurt dus regelmatig, dat ingezonden bijdragen worden afgewezen.<br />

Joseph Arditti PhD. is sinds geruime tijd een bekende naam in de<br />

internationale orchideeenmilieus. Hij was tot voor kort professor aan<br />

het Department of Develop mental and Cell Biology van de University<br />

of California in Irvine. Zijn regelmatige bijdragen in het web dis ussi ­<br />

forum 'Orchid Guid Digest' zijn goed geken d : soms worden ze<br />

gesmaakt en zelfs humoristisch bevonden, soms ervaart men ze als irritant.<br />

TIiu Kull PhD. is al jaren actief in het orchideeengebeuren an<br />

Estland. Sind!> k rt is ze Professor aan het Department of Botan y,<br />

Institute of Zoology and Botany, Agricultural University te Tartu in<br />

E tland. Vooral in Oost-Europa was ze tot n u toe gekend als een autoriteit<br />

op gebied van Noord-Europese orchideeen .<br />

In Orchid Biology VITI zijn er zeven J100fdstukken die elk door verschillende<br />

auteurs geschreven werden. Elk hoofdstuk wordt met een<br />

zeer uitgebreide literatuurlijst afgesloten en met een verklarende woordenlijst<br />

of bijkomende uitlcg van items die in de tekst door m iddel van<br />

een sym bool aangeduid worden (hoofdstuk 1).<br />

Het histori che hooidstuk 1 (p. 1 tot en met p.B1 ), van de h and v an<br />

Ursula Wehner, Wolfgang Zieran en Joseph Arditti, heeft het over het<br />

leven en werk van de botanici Georg Eberhard Rumpf (Georgiu<br />

Everhardus Rumphius - Plinus Indicus) in Ambo en van Conrad<br />

Gesner (Plinus Germanicus). In dit hoofdstuk wordt de vraag beantwoord<br />

wie de eerste w a am or hid eenzaden te illustreren en te<br />

beschrijven, de pollinia, de staminodia, de gynostem.ia en het resupineren<br />

van orchid eenbl emen . Voon-vaar een interessan t verhaal.<br />

Hoofdstuk 2 (p. 83 toten m et 138), van de hand van Hubert Kurzweil<br />

en Alexander Kocyan, behandelt de ontogeny van orchideeenbloem n<br />

(De ontogeny is de ontwikkelin g van een organisme van zijn ontstaan<br />

tot volwassenheid). Foto's van opnamen met de elek tronenmicroscoop<br />

en tekeningen illustreren de tekst.<br />

Hoofdstuk 3 (p. 139 tot en met p . 165), van de hand van co-editor Tiiu<br />

Kull, behandelt de evolutie (dynamiek) binnen Noord-Europese orchideeenpopulaties.<br />

De auteur begint met een tabel waarin aUe over meer<br />

dan drie jaar geobserveerde soorten opgenomen zijn met verwijzingen<br />

naar de publicaties over die observaties. De dynamiek in de bloei, de<br />

vruchtvorming, de daaruit voortkomende zaailingen en de vegetatieve<br />

Boekbespreking<br />

19


Orchidopaedia<br />

een nieuwe CD-ROM boordevol informatie<br />

Een reeks 'frames' (dit is een vorm voor het indelen<br />

van internet pagina's) brengen informatie over alle<br />

natuurlijke orchideeengesiachten en over aile hybriden<br />

die tussen diverse orchideeengesiachten gemaakt zijn<br />

tot april 1999 (1670 in h et totaal waarbij 920 natuurlijke<br />

geslachten). Bij het opstarten verschijnt er een informatievenster<br />

over het project 'Orchidopaedia'.Na de informatiepagina<br />

verschijnen er drie verschillende pagina's<br />

of vensters op het scherm die het 'browsen' door de<br />

CD-ROM mogelijk maken en aldus toegang bieden tot<br />

een zee aan informatie.<br />

Het eerste venster dat zich opent en zich dus achter<br />

d e. andere vensters bevindt, geeft informatie aan de<br />

hand van 'thumbnail afbeeldingen' . Oil zijn kleine<br />

afbeeldingen die op zich aileen m ar van belang zijn<br />

om de kort teksten te verduidelijken. 2 0 is er een serie<br />

tekeningen bij de tekst die de 'habi tus' van de plant,<br />

hoe ziet de p iant er uit (bvb. mon podiaal), bespreekt<br />

in het hoofdstuk 'Arrangement by form and habit of<br />

plant'. Tn het hoofdstuk 'Arrangement by relationships'<br />

worden, aan de hand van de classificaties van Dressler<br />

(1993) en Szlachetko (1995), de v rwantschappen tussen<br />

de verschillende geslachten aangeduid. Aan de<br />

hand van 'links' kwmen verwantschappen zeer nel<br />

opgespoord worden of je wordt met de pagina van het<br />

gekozen geslacht verbonden. De familie Orchidaceae<br />

omvat zo'n 30.000 species die door taxonomen in een<br />

aantal subfamilies en tribes (takken) ondergebracht<br />

word n . Het hoofdstuk 'Arrangement by continent or<br />

region of origin' behandelt de distributie van de orchideeengesiachten.<br />

Een klikje op een van de 'thumbnail<br />

prentjes' brengt je terstond op de pagina van het<br />

geslacht dat je aangeklikt hebt.<br />

Het tweede venster is het 'Genus Information<br />

Wind w ' dat het navigeren naar om het even welk<br />

orchideeengesiacht mogelijk maakt. Klik je op een<br />

geslachtsnaam dan verschijnt ogenblikkelijk aile informatie<br />

aangaande dit geslacht. Bovenaan kan je ook op<br />

een letter van het alfabet klikken. Er verschijnt dan een<br />

lijst met aile namen van geslachten die met de betreffende<br />

letter van het alfabet beginnen. Klik je binnen die<br />

lijst een geslachtsnaam aan, dan kom je op een pagina<br />

die dit geslacht bespreekt en in veel gevallen is er ook<br />

een foto van een soort die als voorbeeld van dit<br />

geslacht kan gelden.<br />

De laatste bladzijde die zich opent, komt dus helemaal<br />

vooraan en bevat allerhande informatie over de<br />

Boekbespreking<br />

BoeKoespr:eking<br />

CD-ROM. Navigeren tussen de drie vensters is een<br />

'fluitje van een cent', uiterst gemakkelijk dus.<br />

De CD-ROM is eigenlijk ontwikkeld voor Microsoft<br />

Explorer en laat zich het best gebruiken onder dit programma.<br />

Netscape Navigator gebTuikers zullen eerst<br />

een beetje moeten zoeken eer ze de CD-ROM vlot kunnen<br />

gebruiken.<br />

Bij meer dan 300 orchideeengesiachten is er minstens<br />

een foto.<br />

Elk van de 920 tekstbladzijden over de geslachten<br />

bevatten informatie over:<br />

• de habitus van de plant en belangrijke determinatiekenmerken;<br />

• de verspreiding;<br />

• de auteur van het geslacht, de eerste publicatie en<br />

een verklaring voor de naam van d plant;<br />

• de verwantschap met andere orchideeengesiachten<br />

en de geslachten waarmee er een fysieke verwantschap<br />

bestaat;<br />

• yn niemen.<br />

Er zijn links naar elke pagina waarop de geslachtsnaarn<br />

vermeld staat en er worden heel wat indexen<br />

gegeven waar de 'hedendaags' aanvaarde naam vermeld<br />

staat, de synoniemnaam, de verwantschappen, de<br />

vorm, de habitu en de geografische streek waartoe ze<br />

beh reno<br />

Waar bij een geslacht een foto gegeven wordt, zal<br />

ook in de alfabetische lijst een 'thumbnail foto' afgebeeJd<br />

staan, zodat de gebruiker er een indruk k n van<br />

krijgen hoe ongeveer een bloem behorend tot dat<br />

geslacht er kan uitzien.<br />

Van aile tot april 1999 aanvaarde hybridennam 11 is<br />

er een pagina voorhanden die de 'sarnenstelling' van<br />

die h briden vermeld en er is een link naar alle geslachten<br />

die in die hybride betr kken zijn . Als er een foto bij<br />

de prod uctie van de CD-ROM voorhanden was, dan is<br />

die ook afgebeeld.<br />

Er is een uitgebreide verklarende w ordenlijst en de<br />

navigatie is 'doodeenvoudig', ook voor 'cornputeronkundigen'.<br />

o CD-ROM kost 80 Australische dollar wat overeenkomt<br />

met minder dan 10 Australische dollarcent<br />

per (tot nu toe) gekend orchideeengesiacht.<br />

Te Bestellen bij:<br />

Greg Steenbeeke (in het Engels!)<br />

43 King Street Inverell<br />

NSW 2360 Australia.<br />

e-mail: orkology@yahoo.com<br />

21


Het geslacht Cadetia Gaudich.<br />

22<br />

Een<br />

minder gekend<br />

geslacht<br />

Cadetia albiflora (Ridl.) Schltr,<br />

© Andre Schuiteman<br />

slact1t CaCletia<br />

Het geslacht Cadetia werd in 1826 door audichaud beschreven in<br />

Freycinet., Voy. Uranie, Bot. 422, t. 33.<br />

Subfamilie Epidendroideae<br />

Tribus Dendrobieae<br />

Subtribus Dendrobiinae<br />

Genus Cadetia<br />

Synonymen<br />

Dendrobium subgenus Cadetia (Gaudich.) P.Ro, en Alp. Fl. New<br />

Guinea 2 (1979) 285.<br />

Dendrobium sec tie Cadetia Benth. & Hook.f., Gen. PL ) 399.<br />

Dendrobium sectie Pseudocadetia Rchb.f. in WaIp., Ann. Bot. Syst. 3<br />

(1853) 533.<br />

Sarcocadetia (Schltr.) M.A.Oem. & D.L.Jones, Orchadian 13 (2002) 490.<br />

De plantensoorten van dit ge lacht zijn sympodiale epifyten met een<br />

korte tot lange wortelstok. Ze k men in laagland- en bergregenwoud<br />

voor. Men vindt ze soms ook terrestrisch in steile bemost wegbermen<br />

of lithofytisch in het gebergte. De p eudobulben bestaan uit een enkel<br />

internodium, ze zijn soms gezwol\en, maar vaak ook slank, waardoor ze<br />

op een bladsteel lijken, Som s zijn ze ook scherp vierkantig, al of niet<br />

gevleugeld. De pseudobulben dragen een glad, leerachtig, soms nogal<br />

dik blad. De korte, eindstandige bloeIrultee1 draagt een bloem. De tamelijk<br />

kleine geresupineerde bloempjes zijn vaak wit van kleur. Ze houden<br />

meestal een week of lange, maar in de sectie Cndetia is hun levensduur<br />

soms maar enkele dagen.<br />

De laterale sepalen zijn aan de basis met elkaar vergr id en vormen<br />

zo een mentum (een soort zak rond de basis van de lip en de stempelzuil).<br />

Bij sommige soorten is het mentum z lang en slank dat het op een<br />

spoor lijkt. De petalen zijn gewoonlijk veel smaller dan de sepalen, De<br />

ongespoorde lip zit onbeweeglijk vast aan de voet van de stempelzuil;<br />

op de middenlob zijn er soms ribbeltjes. De stempelzuil is vooraan<br />

onder het stigma iets behaard. Er zijn vier stevige, wasachtige pollinia<br />

zonder stipes of viscidium, Het vruchtbeginsel is kaal of het is met puntige<br />

haar*s of papillen bezet, die dan de kleine ronde vruchtjes een stekelig<br />

uiterlijk verlenen, Als het kaal is, zijn er gewoonli'k twee tot zes<br />

vleugeltjes aanwezig,<br />

De soorten van het geslacht Cadetia kan men in Java \ inden, in de<br />

Kleine Sunda Eilanden, op Borneo, op de Filippijnen, op Sulawesi, op de<br />

Molukken, op Nieuw Guinea, in Austra1ie en oostelijk tot op Fiji Er zijn<br />

ongeveer 50 soorten gekend waarvan 45 in i u......-Guinea, de meeste<br />

daarvan endemisch,<br />

Opmerkingen<br />

Of we Cadetia nll beschouwen als een sectie binnen het zeer omvangrijke<br />

geslacht Dendrobiu lII of als een ge lacht op zich, toch kan er geen<br />

twijfel over bestaan dat Cadetia een zeer goed te onderscheiden groep r<br />

het geslacht Cadetia


van orchideeensoorten is. VeeI soorten lijken in habitus<br />

op een Stelis of Pleurothallis, hoewel ze daar zeker niet<br />

nauw mee verwant zijn. Het zijn kleine planten met<br />

eenbladige slanke stammetjes of kleine gezwollen<br />

pseudobulben. De zeer korte bloeiwijze, die een bloem<br />

draagt, verrijst vanuit de top van de stengel in de oksel<br />

van het blad. In de sectie Sarcocadetia kunnen de bloeiwijzen<br />

bovendien verschijnen vanuit een punt juist<br />

onder de top van de stengel aan de achterzijde van het<br />

blad.<br />

De meeste soorten hebben zuiver witte bloemen,<br />

ook de misleidend benoemde C. citrina (Ridl.) Schuit.<br />

(tot 2,5 centimeter groot), die de grootste bloemen van<br />

dit geslacht heeft. Vooral in de sectie Pterocadetia vinden<br />

we ook soorten met wat kleurrijkere bloemen, zoals C.<br />

col/ina Schltr. en C. transversiloba (J.].Sm.) Schltr.<br />

Cadetia-soorten zien we niet vaak in verzamelingen,<br />

aIleen de Australische C. taylorii (sectie Cadetia; door<br />

Morris et al.verkeerdelijk in de sectie Pterocadetia<br />

ondergebracht) is in liefhebberverzamelingen goed<br />

vertegenwoordigd.<br />

Over het algerneen laten de Cadetia-soorten zich<br />

gemakkelijk kweken. Het is wei an be lang te weten of<br />

het laag- of berglandsoorten betreft. Ze houden niet<br />

van constant vochtige wortels, maar het is ook niet<br />

goed ze teveel te laten uitdrogen. De soorten die in de<br />

natuur boven de 2500 meter gevonden worden blijken<br />

het in cultuur niet zo goed te doen.<br />

• Cadetia arjakensis O.JSm.) Schltr.<br />

© Andre Schuiteman<br />

•<br />

het geslacht Cadetia<br />

Een beetje systematiek<br />

Het geslacht kan in drie secties onderverdeeld worden<br />

op basis van de positie van de bloeiwijze en de<br />

vorm van de doorsnede van het vruchtbeginsel en de<br />

stengel.<br />

Sectie Cadetia<br />

De bloeiwijze ontspringt aIleen uit de oksel van het<br />

blad en is omgeven door een gevouwen schede (spatha).<br />

De dwarsdoorsnede van het vruchtbeginsel is<br />

rondoHet vruchtbeginsel is, behalve bij C. taylorii, bezet<br />

met papillen of zachte, puntige haartjes. De stengel is<br />

meestal rond tot flauw vierkantig met afgeronde hoeken<br />

in doorsnede. Enkele soorten: C. umbeUata<br />

Gaudich., C. hispida (A.Rich.) Schltr., C. albiflora (Ridl.)<br />

Schltr., C. taylorii (EMuell.) Schltr.<br />

Sectie Pterocadetia<br />

De bloeiwijze ontspringt alleen uit de oksel van het<br />

blad en is omgeven door een spatha. De dwarsdoorsnede<br />

van het kale vruchtbeginsel is driehoekig tot Vvormig<br />

of van zes ribben voorzien. De starn is gewoonlijk<br />

scherp vierhoekig met concave zijkanten en er zijn<br />

doorgaans vier dunne lijsten op de hoeken ('vleugels').<br />

Enkele soorten: C. coUina Schltr., C. transversiloba<br />

(J.].Sm.) Schltr., C. arfakensis (J.JSm.) Schltr.<br />

Sectie Sarcocadetia<br />

De bloeiwijze ontspringt uit de oksel van het blad<br />

en ook vanuit een punt juist onder de top van de stengel<br />

of pseudobulbe aan de achterzijde van het blad.<br />

Aan de basis is de bloeiwijze omgeven door een vliezige,<br />

buisvormige schede en slechts bij enkele soorten is<br />

er ook nog een spatha aanwezig.<br />

Het gladde vruchtbeginsel is zesvleugelig tot v-vormig<br />

in doorsnede. De starn is meestal rond tot flauw<br />

vierkantig, met afgeronde hoeken. Enkele soorten: C.<br />

chionantha (Schltr.) Schltr., C. imitans Schltr., C. quinqueloba<br />

Schltr., C. citrina (Ridl.) Schuit., C. funiJomlis<br />

(Blume) Schltr.<br />

Waar de namen van de twee laatste secties door<br />

Schlechter (1911-1914) werden voorgesteld, is de<br />

omgrenzing van de secties tegenwoordig (bijvoorbeeld<br />

op de CD-ROM, zie onderaan) gewijzigd. Dit heeft tot<br />

gevolg dat veel door Schlechter in de sec tie Pterocadetia<br />

ingedeelde soorten (bijvoorbeeld C. chionantha) nu in<br />

de sectie Sarcocadetia thuishoren. Deze situatie is de<br />

cnnsequentie van de typificatie van de sec ties door van<br />

Royen (1979).<br />

23


• ••<br />

•••

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!