Stephanus Hanewinckel een veelzijdige Brabander - Thuis in Brabant
Stephanus Hanewinckel een veelzijdige Brabander - Thuis in Brabant
Stephanus Hanewinckel een veelzijdige Brabander - Thuis in Brabant
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
In <strong>Brabant</strong><br />
frank c. Meijneke<br />
<strong>Stephanus</strong> <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong><br />
auteur<br />
frank cornelis<br />
Meijneke (rotterdam<br />
1964) voltooide<br />
onder meer de<br />
universitaire studie<br />
klassieke theologie<br />
en was werkzaam<br />
<strong>in</strong> het pastoraat en<br />
<strong>in</strong> het middelbaar<br />
onderwijs. vanuit<br />
zijn kerkhistorische<br />
belangstell<strong>in</strong>g deed<br />
hij onderzoek naar<br />
stephanus hanew<strong>in</strong>ckel.<br />
Meijneke<br />
was nauw betrokken<br />
bij de nieuwe<br />
heruitgave van<br />
de Meierijboeken<br />
(tilburg 2009) en<br />
leverde daarvoor<br />
enkele <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gen.<br />
2 2<br />
E r f g O E d<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n<br />
Dit – mogelijk postume – portret van <strong>Stephanus</strong><br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> werd vermoedelijk door de schilder<br />
G. A. van der Brugghen, huisvriend van de <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>s,<br />
gemaakt. (In particulier bezit)
Zonder het enthousiaste werk van de vele onderzoekers die zich met het brabantse erfgoed bezighouden, zou de bron waaruit ook In <strong>Brabant</strong><br />
put weldra leeg raken. <strong>in</strong> brabant biedt daarom iedere editie <strong>een</strong> gastauteur uitgebreid de ruimte om zijn of haar verhaal te doen, om te tonen<br />
hoe diep hij of zij <strong>in</strong> het brabantse verleden is gedoken.<br />
<strong>een</strong> <strong>veelzijdige</strong> brabander<br />
Als geboren en getogen <strong>Brabander</strong> was <strong>Stephanus</strong> <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> (1766-1856) voor veel van zijn streek-<br />
genoten hoogstwaarschijnlijk <strong>een</strong> vreemde <strong>een</strong>d <strong>in</strong> de bijt: dom<strong>in</strong>eeszoon en later ook zelf protestants<br />
predikant, te midden van <strong>een</strong> overgrote rooms-katholieke meerderheid. <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> verbleef echter niet<br />
onafgebroken <strong>in</strong> het katholieke zuiden: tussen zijn geboorte te Nuenen en zijn overlijden <strong>in</strong> Ravenste<strong>in</strong><br />
was hij ook enkele jaren werkzaam <strong>in</strong> Noord-Holland en Friesland. Al sch<strong>een</strong> zijn geboortestreek aan<br />
hem te blijven trekken, voor de <strong>in</strong>woners ervan had <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> we<strong>in</strong>ig goede woorden over. Hij stak<br />
zijn bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en op<strong>in</strong>ies niet onder stoelen of banken, maar stelde deze zowaar op schrift en wist ze<br />
zelfs te publiceren. In totaal zouden drie werken van zijn hand verschijnen over de ‘roomse’ merkwaar-<br />
digheden die <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> aantrof <strong>in</strong> zijn reizen door de Meierij van ’s-Hertogenbosch. Deze publicaties<br />
staan tezamen bekend als de ‘Meierijboeken’. 1<br />
In het huidige Nederland lijken twisten tussen christenen onderl<strong>in</strong>g zaken uit <strong>een</strong> ver verleden.<br />
De kwalificaties die <strong>Stephanus</strong> <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> <strong>in</strong> zijn Meierijboeken de aanhangers van de paus toedichtte,<br />
zullen tegenwoordig nog slechts <strong>een</strong> enkel<strong>in</strong>g voor het hoofd stoten. Dat was ooit anders, getuige het<br />
stereotiepe beeld van <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> als ‘papenvreter’, <strong>een</strong> beeld dat jarenlang is gecultiveerd door rooms-<br />
katholiek Nederland en ook nu nog bestaat. Deze <strong>Brabant</strong>se dom<strong>in</strong>ee was echter veel meer dan enkel<br />
<strong>een</strong> ‘protestantse brompot’.<br />
Wie hanew<strong>in</strong>ckel zegt, zegt Meierijboeken en wie<br />
Meierijboeken zegt, zegt antipapisme. voor sommigen<br />
is hiermee de cirkel rond en kunnen deze<br />
boeken worden gesloten als was de geest weer<br />
<strong>in</strong> de fles gestopt. toch is daarmee lang niet alles<br />
gezegd, want over stephanus hanew<strong>in</strong>ckel (1766-<br />
1856) valt meer te vertellen dan dat hij <strong>een</strong> vermaledijde<br />
papenvreter was. 2 toegegeven, de te pas<br />
en te onpas geciteerde Meierijboeken staan bol<br />
van hatelijkheden over de roomse brabanders. 3<br />
het is dan ook niet moeilijk om daarvan ter illustratie<br />
<strong>een</strong> kle<strong>in</strong>e bloemlez<strong>in</strong>g aan de lezers voor<br />
te schotelen.<br />
al vrij snel wist hanew<strong>in</strong>ckel duidelijk te maken<br />
waar voor hem de crux zat: ‘de hervormden zijn<br />
over het algem<strong>een</strong> beschaafd, hun godsdienst is<br />
redenlijk doch zeer <strong>een</strong>vouwig […]’. 4 Kortom, ‘de<br />
vader der Menschen, het alles weldoend Opperwezen<br />
word bij alle protestanten, en vooräl ook<br />
bij de hervormden, meer <strong>in</strong> geest en waarheid ge-<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0<br />
2 3
2 4<br />
diend dan bij de roomschen’. 5 van de overwegend<br />
rooms-katholieke bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Meierij<br />
van ’s-hertogenbosch deugde <strong>in</strong> zijn ogen veel<br />
m<strong>in</strong>der dan van de protestanten, want: ‘Wanneer<br />
’er <strong>in</strong> de Majorij m<strong>in</strong>der bijgeloof en meer verdraagzaamheid,<br />
m<strong>in</strong>der dweepzucht en meer<br />
schranderheid, m<strong>in</strong>der haat en meer liefde jegens<br />
anders denkende godsdienstige gez<strong>in</strong>dten heerschte<br />
onder de roomschen, dan zou dat land zeer<br />
aangenaam zijn, om te bewoonen, doch dit alles<br />
maakt het leven aan <strong>een</strong>en protestant hier geweldig<br />
bitter.’ 6<br />
Er heerste bij hanew<strong>in</strong>ckel en zijn geloofsgenoten<br />
zelfs heuse angst voor de ‘paapsen’: ‘[…] dewijl<br />
uit deze bijgelovige domheid onmenschlijke<br />
vervolgzucht voordvloeit, zo moet aldaar de hervormde<br />
den roomschen vrezen; men moet zelfs<br />
sidderen op die gedachte, dat de roomschen, zo<br />
zij de overhand kregen (hiertoe heeft men reeds<br />
sedert enige jaren alles <strong>in</strong> het werk gesteld, en<br />
men is ‘er nog mede bezig) hun grootst genoegen<br />
zouden stellen, om niet all<strong>een</strong> alle protestanten<br />
en joden uit de gehele Meiërij te verdrijven, maar<br />
vooräl ook om zich <strong>in</strong> het bloed der hervormden<br />
te baden’. 7 hanew<strong>in</strong>ckel had dan ook het nodige<br />
ondervonden toen hij nog als predikant <strong>in</strong> aarle<br />
woonde: ‘te aarle hebben de roomschen meer<br />
dan <strong>een</strong>s de Kerk der gereformeerden geslooten;<br />
zij besmeerden de deur met menschendrek;<br />
hebben zelf <strong>in</strong> het midden der Kerk hun gevoeg<br />
gedaan, en smeeten met st<strong>een</strong>en door de glazen<br />
onder het verrichten van den godsdienst’. 8 Met<br />
dit <strong>in</strong> ons achterhoofd wordt dan misschien het<br />
volgende duidelijker: ‘de roomsche godsdienst,<br />
zeide mij iemand, mag goed weezen <strong>in</strong> <strong>een</strong> land,<br />
waar men g<strong>een</strong>en anderen kent, doch waar protestanten<br />
zijn, moet hij onder den duim gehouden<br />
worden, zo de laatsten ten m<strong>in</strong>sten vreedzaam<br />
zullen leeven’. 9<br />
hanew<strong>in</strong>ckel m<strong>een</strong>de dat all<strong>een</strong> de geest van de<br />
verlicht<strong>in</strong>g de situatie onder rooms-katholieken<br />
ten goede kon keren, alhoewel hij daar niet veel<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
De oorspronkelijke titelpag<strong>in</strong>a van <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>s<br />
´Reize door de Majorij´. (<strong>Brabant</strong>-Collectie,<br />
Universiteit van Tilburg)<br />
fiducie <strong>in</strong> had: ‘de Majorijënaar over het algem<strong>een</strong><br />
redeneert noch onderzoekt niet, hiervoor laat hij<br />
zijnen priester zorgen […]’. 10 Wat is dan volgens<br />
hem het recept? ‘Men moest daartoe ware beschav<strong>in</strong>g,<br />
ware verlicht<strong>in</strong>g <strong>in</strong>voeren, en hiertoe is<br />
de ware zuivere godsdienst onzes verlossers het<br />
best berekend, hij kan all<strong>een</strong> het Ongeloof, het bijgeloof<br />
en ligtgelovigheid vernietigen’. 11 anders<br />
gezegd: de protestanten hebben godsdienstig
gezien de beste kaarten <strong>in</strong> handen. Zodra de<br />
rooms-katholieken dankzij <strong>een</strong> verlichte geest <strong>in</strong><br />
staat zullen zijn om dit <strong>in</strong> te zien en daarnaar te<br />
leven, kan alles alsnog op zijn pootjes terecht-<br />
komen. het is daarom ook dat hanew<strong>in</strong>ckel vurig<br />
wenst, ‘dat <strong>een</strong>s de waare verlicht<strong>in</strong>g hen alle<br />
[de Meierijenaars] mooge bestraalen, dat liefde<br />
en verdraagzaamheid hen mooge bezielen’. 12<br />
tegen de achtergrond van de hierboven geschetste<br />
<strong>in</strong>houd van hanew<strong>in</strong>ckels visie op de<br />
rooms-katholieken wekt het g<strong>een</strong> verbaz<strong>in</strong>g<br />
dat hij onlangs nog <strong>in</strong> <strong>een</strong> noord-brabantse gem<strong>een</strong>te<br />
als potentiële naamgever van <strong>een</strong> straat<br />
werd afgeserveerd. de projectontwikkelaar <strong>in</strong><br />
kwestie kreeg wellicht buikpijn bij de gedachte<br />
dat zijn nieuwbakken project alsnog door de beruchte<br />
predikant bezoedeld zou kunnen raken.<br />
hanew<strong>in</strong>ckel, wiens geest blijkbaar nog steeds<br />
<strong>in</strong> het brabantse land rondwaart, paste niet <strong>in</strong><br />
zijn straatje! 13 Maar is dat terecht? deze populaire<br />
constructie, waarb<strong>in</strong>nen allerlei misplaatste<br />
sentimenten de boventoon voeren, leek lange<br />
tijd vrijwel onaantastbaar, maar blijkt bij nader<br />
<strong>in</strong>zien onhoudbaar. voornamelijk buiten wetenschappelijke<br />
kr<strong>in</strong>g wordt soms nog te gemakkelijk<br />
vergeten dat hanew<strong>in</strong>ckel ons <strong>in</strong> het kielzog van<br />
juist zijn strijdprogramma der Meierijboeken <strong>een</strong><br />
schat aan <strong>in</strong>formatie heeft nagelaten. de <strong>in</strong> hun<br />
tijd passende beschrijv<strong>in</strong>gen van bijvoorbeeld<br />
allerhande volksdevoties bieden menig cultuurhistoricus<br />
en etnoloog waardevol materiaal. 14 de<br />
<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g van de nieuwe heruitgave van de Meierijboeken<br />
maakt hopelijk voldoende duidelijk waarom<br />
hanew<strong>in</strong>ckel misschien juist nu <strong>een</strong> straatnaam<br />
verdient. bovendien doet <strong>een</strong> typer<strong>in</strong>g als<br />
papenhater g<strong>een</strong> recht aan zijn persoon. daarom<br />
wil dit artikel hanew<strong>in</strong>ckel niet zozeer opnieuw<br />
als schrijver van de Meierijboeken portretteren,<br />
maar hem vooral als familiemens, vriend en iemand<br />
met liefhebberijen bezien. daarnaast zal er<br />
ook enige aandacht zijn voor hanew<strong>in</strong>ckels materiële<br />
situatie en diens mobiliteit als predikant.<br />
daaruit rijst <strong>een</strong> heel ander beeld van de dom<strong>in</strong>ee<br />
dan dat van de onverzoenlijke papenvreter, namelijk<br />
<strong>een</strong> beeld van iemand die wel degelijk aangenaam<br />
<strong>in</strong> de omgang kon zijn.<br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> en zijn familie<br />
hoewel hanew<strong>in</strong>ckel <strong>in</strong> zijn geboortestreek sterke<br />
familiebanden kende, vestigde hij zich al vroeg<br />
<strong>in</strong> het noord-hollandse dorpje Oost-graftdijk: op<br />
4 november 1798 werd hij daar namelijk als predikant<br />
bevestigd. de hanew<strong>in</strong>ckels vertoefden<br />
‘s zomers echter bij hun brabantse familie, waardoor<br />
het begrijpelijk wordt dat hun eerste k<strong>in</strong>d<br />
<strong>in</strong> september 1799 bij zijn grootvader <strong>in</strong> het guldenhuis<br />
te rixtel werd geboren. Een dergelijke<br />
‘vakantie’ verklaart mogelijk ook hanew<strong>in</strong>ckels<br />
opvallende afwezigheid e<strong>in</strong>d juli 1801 tijdens de<br />
bevestig<strong>in</strong>gsplechtigheid van <strong>een</strong> collega <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />
noord-hollands buurdorp, waarbij alle overige<br />
predikanten uit de banne graft wel acte de présence<br />
gaven. 15 ruim <strong>een</strong> maand later woonde hanew<strong>in</strong>ckel<br />
<strong>in</strong> ieder geval de bevestig<strong>in</strong>gsplechtigheid<br />
van zijn opvolger <strong>in</strong> aarle bij. daar legde hij op<br />
30 augustus pieter gijs<strong>in</strong>ck de hand op. 16<br />
<strong>in</strong> de nagelaten familiedocumenten van de hanew<strong>in</strong>ckels<br />
kan men door de standaardformu-ler<strong>in</strong>gen<br />
van enkele brieven en van diverse gelegenheidsgedichten<br />
h<strong>een</strong> de genegenheid gewaar<br />
worden die de familieleden voor elkaar koesterden.<br />
hanew<strong>in</strong>ckel en zijn vrouw hielpen hun kroost<br />
met het schrijven van gedichtjes, waarvan <strong>in</strong> k<strong>in</strong>derlijk<br />
schrift vertederende voorbeelden bewaard<br />
zijn gebleven. K<strong>in</strong>deren en kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren<br />
blijken zich met warme woorden mede tot hun<br />
(groot)vader stephanus te richten. veelzeggend<br />
is dat diens kle<strong>in</strong>dochter stephanie, grootgebracht<br />
bij hanew<strong>in</strong>ckels zoon johan <strong>in</strong> ravenste<strong>in</strong>,<br />
haar grootvader zelfs bijna zeventig jaar na zijn<br />
dood nog steeds liefdevol gedenkt.<br />
de leden van hanew<strong>in</strong>ckels gez<strong>in</strong> gaven elkaar<br />
graag cadeautjes, zoals boeken, huisraad, stof<br />
om <strong>een</strong> ‘jak’ te maken, kled<strong>in</strong>gstukken, <strong>een</strong> ‘rijder’<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 2 5
2 6<br />
In 1858, het jaar van haar overlijden, schilderde<br />
G. A. van der Brugghen dit tafereel<br />
met Alida <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>-Von Schmidt auf<br />
Altenstadt daarop afgebeeld. De vensterbank<br />
en het daar<strong>in</strong> weergegeven houten<br />
schrijfkab<strong>in</strong>etje bestaan nog. De kans bestaat,<br />
dat dit portret even<strong>een</strong>s, samen met<br />
dat van haar echtgenoot, postuum werd<br />
vervaardigd. (In particulier bezit)<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
(muntstuk) of gewoon <strong>een</strong> peperkoek versierd<br />
met bloemetjes. 17 blijkens zijn gedichten genoot<br />
hanew<strong>in</strong>ckel daarvan en was hij <strong>een</strong> dankbaar<br />
mens. 18 Een mooi voorbeeld hiervan is, wanneer<br />
hij zijn vrouw – door hanew<strong>in</strong>ckel liefkozend wel<strong>een</strong>s<br />
‘myn aaltje’ maar vaker ‘Wyfje’ genoemd –<br />
bedankt, omdat zij ‘<strong>een</strong> schoon bierglas met <strong>een</strong>ige<br />
dichtregels en hartelyke wenschen schonk’: ‘’t<br />
glas, dat gy mij wilde schenken,/Zuiver, helder<br />
als kristal,/doe mij onveranderd denken:/dat ’k<br />
u steeds bem<strong>in</strong>nen zal’. 19 <strong>in</strong> <strong>een</strong> ander gedicht bedankte<br />
hanew<strong>in</strong>ckel zijn vrouw voor de Dictionnaire<br />
historique et critique van pierre bayle met,<br />
onder andere, <strong>een</strong> heuse liefdesverklar<strong>in</strong>g: ‘Kont<br />
ge <strong>in</strong> myn harte zien, dan zaagt gy zeer gewis/dat<br />
’k u opregt bem<strong>in</strong>, u eeuwig dierbaar schatte;/dat<br />
uw bezit all<strong>een</strong> alles voor my bevatte,/Wat voor<br />
<strong>een</strong> stervel<strong>in</strong>g op aarde dierbaars is’. 20<br />
<strong>in</strong> menige publicatie betoont hanew<strong>in</strong>ckel zich<br />
<strong>een</strong> uitgesproken vertegenwoordiger van de verlicht<strong>in</strong>g.<br />
Eén van de elementen waar<strong>in</strong> dit naar<br />
voren komt, is zijn aandacht voor opvoedkundige<br />
kwesties. <strong>in</strong> de Meierijboeken zijn hier al voorbeelden<br />
van te v<strong>in</strong>den, maar deze belangstell<strong>in</strong>g is <strong>in</strong><br />
hanew<strong>in</strong>ckels latere zedenkundige handboeken<br />
voor respectievelijk militairen en zeelieden zelfs<br />
het uitgangspunt bij uitstek. 21 dat dit alles voor de<br />
schrijver niet all<strong>een</strong> maar theorie was, blijkt ontegenzeggelijk<br />
uit <strong>een</strong> verjaardagsgedicht, dat hanew<strong>in</strong>ckel<br />
voor zijn achtjarige zoontje Willem (1807-<br />
1822) schreef. deugdzaamheid speelt ook hier,<br />
geheel <strong>in</strong> de geest van de tijd, <strong>een</strong> voorname rol en<br />
aangenomen mag worden dat hanew<strong>in</strong>ckel hieraan<br />
ook als vader veel waarde hechtte: ‘[...] denk<br />
dan: dat ge altyd/groter wordt, en dus dat gij/<br />
altyd deugdzaam zijt./leer dan vlytig, schrijf ook<br />
goed/doe altyd uw’ pligt/Want het leeren geeft<br />
altyd/loon, wat ge ook verrigt.– […] Wie braaf<br />
elert, die wordt van god/En van Elk bem<strong>in</strong>d–/Wie<br />
gehoorzaam is en zoet/die is <strong>een</strong> goed k<strong>in</strong>d– […]/<br />
bem<strong>in</strong> steeds de deugd/dan geniet ge altijd geluk/<br />
vry van kommer, angst en druk–’. 22
<strong>Stephanus</strong> <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong><br />
1766 • geboorte <strong>in</strong> Nuenen<br />
1790 • aanstell<strong>in</strong>g als dom<strong>in</strong>ee <strong>in</strong> Bakel<br />
1791 • aanstell<strong>in</strong>g als dom<strong>in</strong>ee <strong>in</strong> Aarle<br />
179 • huwelijk met Alida Johanna Clara von Schmidt<br />
auf Altenstadt (1779-1858)<br />
aanstell<strong>in</strong>g als dom<strong>in</strong>ee <strong>in</strong> Oost-Graftdijk<br />
1802 • aanstell<strong>in</strong>g als dom<strong>in</strong>ee <strong>in</strong> Vierl<strong>in</strong>gsbeek<br />
1811 • aanstell<strong>in</strong>g als dom<strong>in</strong>ee <strong>in</strong> Warns en Scharl<br />
1818 • aanstell<strong>in</strong>g als dom<strong>in</strong>ee <strong>in</strong> Ravenste<strong>in</strong><br />
1841 • emeritaat<br />
1856 • overlijden <strong>in</strong> Ravenste<strong>in</strong><br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> als vriend<br />
uit hanew<strong>in</strong>ckels persoonlijke papieren blijkt<br />
dat hij trouw was <strong>in</strong> het onderhouden van vriendschappen.<br />
We v<strong>in</strong>den hiervan sporen <strong>in</strong> zijn nalatenschap,<br />
die vooral terugwijzen naar zijn verblijf<br />
<strong>in</strong> vierl<strong>in</strong>gsbeek (1802-1811). jaren na zijn vertrek<br />
uit dit dorp onderhield hij bijvoorbeeld nog contact<br />
met caspar sch<strong>in</strong>dler, <strong>in</strong> hanew<strong>in</strong>ckels tijd<br />
ouderl<strong>in</strong>g aldaar. 23 hetzelfde gold voor zijn ‘Waarden<br />
vriend’ jan van Walsem (1727/28-1808), die hij<br />
even<strong>een</strong>s <strong>in</strong> genoemd dorp leerde kennen, daar<br />
diaken was en <strong>een</strong> kle<strong>in</strong> jaar na hanew<strong>in</strong>ckels<br />
komst tot ouderl<strong>in</strong>g werd verkozen. 24 Kennelijk<br />
was hanew<strong>in</strong>ckel later ook bevriend geraakt<br />
met zijn zoon de onderwijzer johan van Walsem<br />
(1771-1854) en diens echtgenote arnolda johanna<br />
schirmer (1779-1855). 25 van Walsem jr. schreef namelijk<br />
<strong>in</strong> 1856 over hanew<strong>in</strong>ckel: ‘hy was <strong>een</strong> der<br />
oudste vrienden mijner ouders, en steeds hoorde<br />
ik hen met de meeste acht<strong>in</strong>g van hem spreken.’ 26<br />
de <strong>in</strong> nijmegen geboren en <strong>in</strong> ubbergen over-<br />
leden kunstschilder guillaume anne van der<br />
brugghen (1811-1891) was jarenlang <strong>een</strong> huisvriend<br />
van de hanew<strong>in</strong>ckels. 27 hij maakte het portret<br />
van alida hanew<strong>in</strong>ckel en waarschijnlijk ook dat<br />
Portret van de schilder Guillaume Anne<br />
van der Brugghen door diens Tsjechische<br />
kunstbroeder Jaroslav Čermák (1830-1878).<br />
Het schilderij dateert uit 1857. (Collectie<br />
Rijksmuseum Amsterdam)<br />
van haar man. 28 hanew<strong>in</strong>ckel telde vroeger <strong>in</strong><br />
vierl<strong>in</strong>gsbeek de rijke grootvader van de kunstenaar,<br />
jan anthonij van der brugghen (1747-1817),<br />
als ouderl<strong>in</strong>g onder zijn lidmaten. samen met het<br />
<strong>in</strong> Mierlo woonachtige gem<strong>een</strong>telid j. j. Ernst<br />
speelde van der brugghen <strong>een</strong> belangrijke rol <strong>in</strong><br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 2 7
2 8<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
foto l<strong>in</strong>ks: Gewassen penteken<strong>in</strong>g door Caspar<br />
Sch<strong>in</strong>dler: dorpsaangezicht van Beugen aan de<br />
zuidkant met daar<strong>in</strong> centraal de uit ongeveer 1420<br />
stammende kerk Maria ten Hemelopnem<strong>in</strong>g. Uit<br />
de nalatenschap van <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>. (In particulier<br />
bezit) foto onder: Gewassen penteken<strong>in</strong>g door<br />
Caspar Sch<strong>in</strong>dler: dorpsaangezicht van Boxmeer<br />
aan de zuidkant met daar<strong>in</strong> centraal de uit de vijftiende<br />
eeuw stammende kerk toegewijd aan S<strong>in</strong>t<br />
Petrus. Een monnik bidt de rozenkrans, er wordt<br />
op het land gewerkt, <strong>een</strong> vrouw met <strong>een</strong> mand<br />
op haar rug passeert de toeschouwer en twee<br />
notabelen met mappen onder hun arm staan toe<br />
te kijken. Uit de nalatenschap van <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>.<br />
(In particulier bezit)<br />
<strong>een</strong> huisvest<strong>in</strong>gskwestie van de dom<strong>in</strong>ee. 29 voor<br />
de ongehuwd gebleven dochter van jan anthonij,<br />
anna van der brugghen (1784-1852), schreef hanew<strong>in</strong>ckel<br />
ook enkele gelegenheidsgedichten. de<br />
schilder van der brugghen trouwde <strong>in</strong> 1839 te<br />
Kleef voor de wet met de <strong>in</strong> ravenste<strong>in</strong> geboren<br />
carol<strong>in</strong>a cornelia van der goes (1813-1864). haar<br />
vader, frans van der goes (1772-1855), maakte onder<br />
hanew<strong>in</strong>ckel s<strong>in</strong>ds beg<strong>in</strong> september 1822 tot<br />
beg<strong>in</strong> januari 1825 als kerkvoogd deel uit van de<br />
kerkenraad. 30 het was ook de laatstgenoemde<br />
van der brugghen die samen met zoon johan hanew<strong>in</strong>ckel<br />
het overlijden van stephanus bij de gem<strong>een</strong>te<br />
ravenste<strong>in</strong> aangaf op 16 december 1856. 31<br />
naar vrienden en kennissen uitte hanew<strong>in</strong>ckel<br />
bovendien zijn aanhankelijkheid <strong>in</strong> rijm. bij diverse<br />
gelegenheden bezong hij zijn makkers en<br />
daarbij ontbrak de levensvreugde niet, zoals <strong>in</strong><br />
het gedicht voor de hierboven genoemde vriend<br />
j. j. Ernst: ‘Wij leven hier vroolyk, wij vieren ’t verjaren/van<br />
grappigen Ernst; wy dr<strong>in</strong>ken den wijn/<br />
uit volle glazen; wy eeten ook lekker; […] Ernst!
Het ‘Polleke’ of Ravelijn <strong>in</strong> Ravenste<strong>in</strong> is waarschijnlijk<br />
via ds. Johan <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> <strong>in</strong> het bezit<br />
van de familie gekomen en werd volgens zijn<br />
laatste wilsbeschikk<strong>in</strong>g uite<strong>in</strong>delijk als kerkhof<br />
bestemd voor de protestantse gem<strong>een</strong>te. In 1873<br />
werden de stoffelijke resten van <strong>Stephanus</strong>, Alida<br />
en hun zoon Johan <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> bijgezet <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />
grafkelder op dit terre<strong>in</strong>, waarvan de plaats thans<br />
ongemarkeerd is. Er is nergens sprake van dat dit<br />
graf ooit werd geruimd. In Ravenste<strong>in</strong> wordt verondersteld<br />
dat het graf zich waarschijnlijk bev<strong>in</strong>dt<br />
‘waar het hekwerk heeft gestaan’ (rechts bij de<br />
<strong>in</strong>gang). (Foto’s: Jurgen Pigmans)<br />
uwe gasten zyn vrolijke bazen/Zy eeten en dr<strong>in</strong>ken<br />
met graagte en met smaak–/blyde te leven en<br />
vrolyk te dr<strong>in</strong>ken/dit is op aard’toch <strong>een</strong> heerlyke<br />
zaak!’ 32 hetzelfde deed hanew<strong>in</strong>ckel ook voor barones<br />
arnolda Margaretha de cocq van haeften<br />
(1771-1849), die het dicht bij vierl<strong>in</strong>gsbeek gelegen<br />
familiegoed blitterswijck bewoonde, alwaar<br />
hanew<strong>in</strong>ckel ook op bezoek kwam. 33 <strong>in</strong> dit kader<br />
is het aardig om nog <strong>een</strong>s de getuigenis van de<br />
bekende schrijver gerrit paape aan te halen, die<br />
over hanew<strong>in</strong>ckel vertelt dat deze ‘[…] ons met de<br />
grootste vriendlykheid en gulhartigheid onthaalde’.<br />
34 behalve <strong>een</strong> goede vriend kon hanew<strong>in</strong>ckel<br />
dus blijkbaar ook <strong>een</strong> aangename gastheer wezen.<br />
De keerzijde van het leven<br />
aardse genoegens konden het ‘zacht en teder paar’<br />
stephanus en alida niet voor leed behoeden. 35 Zij<br />
overleefden zes van hun veertien k<strong>in</strong>deren, variërend<br />
<strong>in</strong> de leeftijd van enkele maanden tot bijna<br />
dertig jaar oud. 36 behalve zijn geloof was voor hanew<strong>in</strong>ckel<br />
juist ook de rede van groot belang voor<br />
het verwerken van persoonlijk verdriet, dat heel<br />
dichtbij kwam. hij schreef de bekende utrechtse<br />
jurist en literator jacobus scheltema (1767-1835)<br />
naar aanleid<strong>in</strong>g van het krantenbericht over de<br />
dood van diens zoon <strong>in</strong> de Oost dat ook hij zijn oudste<br />
zoon daar had verloren. 37 vervolgens stelde<br />
hanew<strong>in</strong>ckel dat hij g<strong>een</strong> wonden bij de briefontvanger<br />
wil openscheuren en vervolgt dan: ‘o n<strong>een</strong>!<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 2 9
Vermoedelijk stelt dit portret de grootvader van<br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>s echtgenote voor: Willem-Jan Gualtherie,<br />
heer van de heerlijkheid De Laar te S<strong>in</strong>t-Oedenrode en<br />
ooit eigenaar van het Gulden Huis <strong>in</strong> Rixtel. (Collectie<br />
Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie)<br />
3 0<br />
de rede en onze h. godsdienst bieden uWEgestr.<br />
alles aan, om <strong>een</strong>igz<strong>in</strong>s uwe billyke smert en<br />
droefheid te len<strong>in</strong>gen. Meer behoef ik uWE gestr.<br />
niet te zeggen, want wanneer rede en godsdienst<br />
ons g<strong>een</strong>en troost kunnen aanbieden, dan kunnen<br />
woorden, die wy elkander toespreken of schryven,<br />
zulks nog veel m<strong>in</strong>der’. 38 Een heel andere benade-<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
r<strong>in</strong>g wordt bij hanew<strong>in</strong>ckel zichtbaar wanneer het<br />
om gestorvenen gaat die verder van iemand afstaan.<br />
<strong>in</strong> hanew<strong>in</strong>ckels gedrukte gedicht uit 1810<br />
ter gelegenheid van de academische promotie<br />
van zijn zwager johan Otto von schmidt auf altenstadt<br />
(overleden <strong>in</strong> 1815), arts te s<strong>in</strong>t-Oedenrode,<br />
lezen we: ‘Wen de dood één’ uwer kranken/velt;<br />
denk dan niet: ‘k heb mijn pligt/hier volbragt, wat<br />
blijft ons ov’rig?/ik heb alles hier verrigt./n<strong>een</strong>!–<br />
wees dan voor naastbestaanden/trooster, beur<br />
hen op <strong>in</strong> smart!–/troost het snikkend, schreijend<br />
weesje!–/stort der weduw troost <strong>in</strong> ’t hart!–’. 39<br />
tevens kende het echtpaar ernstige ziekten en<br />
veel zorgen om hun zoon johan. 40 <strong>in</strong> de gedichten<br />
memoreren hanew<strong>in</strong>ckel en de zijnen het ondervonden<br />
verdriet, maar de predikant drukt daarbij<br />
steeds zijn rotsvaste vertrouwen op god uit. uite<strong>in</strong>delijk<br />
zullen allen bij hun verlosser worden verenigd<br />
en zal alles beter zijn dan tijdens het leven <strong>in</strong><br />
het ondermaanse, aldus de gelovige hanew<strong>in</strong>ckel.<br />
naast scherts en speelsheid wordt zodoende <strong>in</strong><br />
bijna alle gelegenheidsgedichten van hanew<strong>in</strong>ckel<br />
<strong>een</strong> sterk religieuze <strong>in</strong>slag zichtbaar; zo ook <strong>in</strong> het<br />
reeds aangehaalde gedicht voor Ernst: ‘deez’ dag,<br />
dien wy hier vrolyk vieren,/verkortte ook uwen<br />
levenstyd/Op nieuw <strong>een</strong> jaar, gy kunt dus leeren:/<br />
dat ’t leven spoedig henenglijt.–/dank, dank den<br />
goeden god, wiens liefde,/Wiens zorg, wiens<br />
trouw u heeft behoed: […]/Wil altyd braaf en<br />
deugdzaam hand’len/ En nimmer slechtste paân<br />
betreên!!–’.<br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> en het aardse slijk<br />
stephanus hanew<strong>in</strong>ckel groeide op <strong>in</strong> <strong>een</strong> niet onaanzienlijke<br />
familie. nogal <strong>een</strong>s trouwde <strong>een</strong><br />
hanew<strong>in</strong>ckel met <strong>een</strong> lid van de gereformeerde<br />
elite. 41 stephanus’ moeder, cathar<strong>in</strong>a Elisabeth<br />
sluiter (1743-1826), was <strong>een</strong> dom<strong>in</strong>eesdochter<br />
wier vader met de magistraatsdochter ursel<strong>in</strong>a<br />
philipp<strong>in</strong>a de cassemajor (circa 1724-1748) was<br />
getrouwd. nadat haar vader <strong>in</strong> 1782 was gestorven,<br />
erfde cathar<strong>in</strong>a het Kle<strong>in</strong> Kasteel of Oud huis<br />
te deurne. Kennelijk leverde de verkoop van dit
Voor- en achterzijde van het huis bij de Kasteelsepoort, thans Kasteelseplaats 1,<br />
te Ravenste<strong>in</strong>. Het fungeerde jarenlang als pastorie voor de protestantse<br />
gem<strong>een</strong>te aldaar en werd vanaf 1818 door <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> en zijn gez<strong>in</strong> bewoond.<br />
De dom<strong>in</strong>ee stierf hier op 15 december 1856. (Foto’s: Jurgen Pigmans)<br />
Ravenste<strong>in</strong><br />
Misschien streefden de <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>s naar<br />
<strong>een</strong> verbeter<strong>in</strong>g van hun f<strong>in</strong>anciële positie en<br />
waagden zij om die reden <strong>in</strong> 1836 <strong>een</strong> gokje<br />
<strong>in</strong> de Kon<strong>in</strong>klijke Nederlandsche Loterij. Of<br />
deze actie of <strong>een</strong> erfenis ertoe leidde dat<br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> <strong>in</strong> Ravenste<strong>in</strong> de nodige bezitt<strong>in</strong>gen<br />
kreeg, waarvan zijn nabestaanden<br />
vruchtgebruik genoten, is niet bekend.<br />
Opmerkelijk is dat zich <strong>in</strong> de nalatenschap<br />
van <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>s <strong>in</strong> 1861 overleden zoon Johan<br />
aanzienlijk meer bezitt<strong>in</strong>gen bevonden<br />
dan <strong>in</strong> de onafhankelijk van elkaar opgestelde<br />
testamenten van zijn ouders <strong>Stephanus</strong><br />
en Alida. Het g<strong>in</strong>g om verschillende percelen<br />
bouwland en onroerend goed <strong>in</strong> en buiten Ravenste<strong>in</strong>.<br />
Inclusief zijn bezitt<strong>in</strong>gen bij Huissel<strong>in</strong>g,<br />
de heidegrond bij Herpen en het zogenoemde<br />
Polleke of Ravelijn <strong>in</strong> Ravenste<strong>in</strong><br />
werd zijn bezit voor meer dan zesduizend<br />
gulden getaxeerd.<br />
Gezien de soms zeer grote sommen geld die<br />
Johan nog had uitstaan, was de opbrengst<br />
uit diens bezitt<strong>in</strong>gen g<strong>een</strong> overbodige luxe<br />
voor de nabestaanden. 80 Het zal dan ook<br />
niet voor niets zijn geweest dat dom<strong>in</strong>ee<br />
en kerkbestuurder Abraham Losgert (1794-<br />
1875) uit Grave <strong>een</strong> collega smeekte om de<br />
drie zusters <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> bepaalde kosten<br />
niet <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g te brengen, ‘want dan is deze<br />
uitgave <strong>een</strong>e nagel aan de doodkist voor de<br />
dames, met wie ik al veel f<strong>in</strong>ancieel te stellen<br />
had […]’. 81<br />
Dat de drie vrijgezelle gezusters zeker niet<br />
de gemakkelijksten waren, blijkt wel uit<br />
het feit dat zij samen met anderen middels<br />
<strong>een</strong> petitie aan het classicaal bestuur van<br />
’s-Hertogenbosch probeerden druk uit te<br />
oefenen op wie hun betreurde broer Johan<br />
zou gaan opvolgen. 82 Hoe het ook zij, het<br />
dienstmeisje van dom<strong>in</strong>ee Johan <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong><br />
kreeg dankzij deze dames tenm<strong>in</strong>ste haar<br />
achterstallige jaarloon alsnog uitgekeerd.<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 3 1
3 2<br />
De centrale plaats <strong>in</strong> <strong>een</strong> protestantse kerk: de kansel vanwaar het Woord Gods wordt verkondigd<br />
en becommentarieerd door de dom<strong>in</strong>ee. Vanaf deze preekstoel sprak <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> <strong>in</strong> diens Aarlese<br />
periode (1791-1798) zijn ‘bem<strong>in</strong>de gelovigen’ toe. Het meubelstuk staat vandaag de dag <strong>in</strong> het protestantse<br />
kerkje van Aarle uit 1874 (het Kouwenbergs Kerkje).<br />
geërfde huis <strong>in</strong> 1785 te we<strong>in</strong>ig op om stephanus,<br />
s<strong>in</strong>ds <strong>een</strong> jaar theologiestudent <strong>in</strong> gron<strong>in</strong>gen,<br />
zonder beurs verder te kunnen laten studeren.<br />
Zijn vader, ook <strong>een</strong> dom<strong>in</strong>eeszoon, kon dezelfde<br />
gron<strong>in</strong>gse studie <strong>in</strong> zijn tijd wel geheel zonder<br />
beurs afronden.<br />
hanew<strong>in</strong>ckel trouwde <strong>in</strong> de persoon van jonkvrouw<br />
alida von schmidt auf altenstadt (1779-<br />
1858) even<strong>een</strong>s met iemand uit de bestuurlijke<br />
en militaire bovenlaag, wat uit enkele van de volgende<br />
voorbeelden zal blijken. haar welgestelde<br />
groot-vader van moederszijde, Willem jan gualtheri<br />
(1724-1807), bekleedde <strong>in</strong> het kwartier peelland<br />
de functies van onder andere stadhouder<br />
en griffier; haar vader jonkheer johann he<strong>in</strong>rich<br />
adolph von schmidt auf altenstadt (1754-1817)<br />
doorliep <strong>een</strong> militaire carrière tot en met de rang<br />
van kolonel-directeur <strong>in</strong> het Oost-<strong>in</strong>disch leger;<br />
de jongere broer uit het tweede huwelijk (1802)<br />
van haar vader, jonkheer johan george Otto stuart<br />
von schmidt auf altenstadt (1806-1857), werd<br />
later gouverneur van sur<strong>in</strong>ame; en de bossche<br />
pensionaris antonie Mart<strong>in</strong>i (1728-1800) was <strong>een</strong><br />
oudoom van haar. Zijn huwelijk heeft hanew<strong>in</strong>ckel<br />
vermoedelijk g<strong>een</strong> w<strong>in</strong>deieren gelegd. de ouders<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
van mevrouw hanew<strong>in</strong>ckel kwamen beide uit families<br />
die veel landerijen en onroerend goed bezaten.<br />
het kersverse stel werd <strong>in</strong> ieder geval tijdens<br />
zijn verblijf <strong>in</strong> het noord-hollandse Oost-graftdijk<br />
f<strong>in</strong>ancieel aanzienlijk geholpen door de oude gualtheri.<br />
42 <strong>in</strong> vermoedelijk de tweede helft van 1801<br />
schrijft hij aan zijn kle<strong>in</strong>dochter: ‘ik schrijf u nogmaals<br />
soo l: geld moeten hebben schrijf mij maar<br />
hoe ik moet overmaken. Want ik wil zelfs liever<br />
gebrek hebben dan dat gijlieden met de k<strong>in</strong>deren<br />
het nodige zoudet ontbeeren.’ 43 hier dr<strong>in</strong>gt zich<br />
de gedachte op dat hanew<strong>in</strong>ckel dankzij dergelijke<br />
hulp <strong>in</strong> staat werd gesteld om <strong>in</strong> 1802 de zeer<br />
arme kerkelijke gem<strong>een</strong>te te Oost-graftdijk <strong>in</strong> te<br />
ruilen voor <strong>een</strong> positie <strong>in</strong> bataafs-brabant.<br />
via de al genoemde jurist scheltema ondernam<br />
hanew<strong>in</strong>ckel vanaf 1834 pog<strong>in</strong>gen om <strong>een</strong> beurs<br />
te krijgen voor zijn zoon johan (<strong>in</strong> de familie bart<br />
genoemd). hanew<strong>in</strong>ckel jr. begon <strong>in</strong> 1833 zijn studie<br />
theologie te utrecht en zou zijn vader later<br />
als predikant <strong>in</strong> ravenste<strong>in</strong> en dieden opvolgen.<br />
hanew<strong>in</strong>ckel zocht zijn heil bij scheltema, omdat<br />
hij naar eigen zeggen niet meer zo goed op de<br />
hoogte was van het beurzensysteem voor theologiestudenten.<br />
44 tegenover dezelfde geadres
seerde beklaagde hij zich even<strong>een</strong>s over de gang<br />
van zaken <strong>in</strong> noord-brabant: ‘<strong>in</strong> deze prov<strong>in</strong>cie<br />
plagten vele beurzen te wezen voor studerenden<br />
<strong>in</strong> de theol., misschien zyn zy er nog, doch vele<br />
schynen verdonkerd of tot andere e<strong>in</strong>den gebezigd<br />
te worden. te m<strong>in</strong>ste kan ik en anderen, die<br />
er zich om bemoeid hebben, er niet achter komen.<br />
vele worden misschien thans door roomschen<br />
getrokken en door roomschen vergeven; en dit<br />
zoo zynde, dan kan <strong>een</strong> protestant er hier we<strong>in</strong>ig<br />
aan doen of er op rekenen.’ 45 het resultaat was<br />
nihil, want scheltema schreef hanew<strong>in</strong>ckel kl<strong>in</strong>k<br />
er klaar: ‘ik ben alzoo geheel buiten staat, om aan<br />
uEerw. <strong>een</strong>en weg te wyzen <strong>in</strong> den hoop van <strong>een</strong>en<br />
gunstigen uitslag [want] voor <strong>een</strong>igen beurs of<br />
toelage is hier g<strong>een</strong>e gelegenheid.’ 46 Wel deed<br />
scheltema hanew<strong>in</strong>ckel nog de tip van de friese<br />
prebenden of lenen aan de hand. 47<br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>, <strong>een</strong> rusteloze dom<strong>in</strong>ee<br />
hanew<strong>in</strong>ckel was, net als veel van zijn collega’s,<br />
m<strong>in</strong>der honkvast dan zijn biografie misschien<br />
op het eerste gezicht doet vermoeden. hij bleek<br />
bereid ook buiten zijn geboortestreek emplooi te<br />
v<strong>in</strong>den. <strong>in</strong> heel nederland waren er vrijwel steeds<br />
voldoende vacatures voor predikanten, maar<br />
hanew<strong>in</strong>ckel solliciteerde vanuit aarle aanvankelijk<br />
all<strong>een</strong> <strong>in</strong> noord-holland. <strong>in</strong> maart 1798 mislukte<br />
<strong>een</strong> sollicitatie aldaar, om precies te zijn <strong>in</strong><br />
Eenigenburg, maar <strong>een</strong> half jaar later werd hij<br />
wel <strong>in</strong> het iets grotere Oost-graftdijk beroepen.<br />
Zelfs het feit dat <strong>in</strong> de comb<strong>in</strong>atie aarle, beek<br />
en lieshout ‘sommigen der gem<strong>een</strong>te verzochten<br />
en aanhielden by hun te willen blyven’ kon de<br />
dom<strong>in</strong>ee er niet van weerhouden om na acht jaar<br />
te verkassen. 48 volgens de correspondent van<br />
het tijdschrift De Boekzaal g<strong>in</strong>g het afscheid op<br />
21 oktober 1798 zowel de gem<strong>een</strong>te als de predikant<br />
niet <strong>in</strong> de koude kleren zitten: ‘[…] zyn Eerw.<br />
zich van biggelende traanen niet wederhouden<br />
kon, lettende op de geweldige liefdetraanen, dewelke<br />
niet all<strong>een</strong> zyne gem<strong>een</strong>te, maar ook die<br />
van andere plaatzen, over deze afscheidsrede<br />
storteden, en niet ten onregt, daar de vacante<br />
plaatzen, <strong>in</strong> deze gewesten reeds veele zyn, en er<br />
g<strong>een</strong> waarschynlykheid zelfs zich opdoet, dat <strong>een</strong><br />
<strong>een</strong>ige derzelver vervuld zal worden door de beroep<strong>in</strong>g<br />
van <strong>een</strong> ander Opziender.’ 49<br />
het blijft opvallend dat hanew<strong>in</strong>ckels noordhollandse<br />
verblijf vrijwel samenviel met de publicatie<br />
van de anonieme Meierijboeken. het eerste<br />
deel daarvan versch<strong>een</strong> <strong>in</strong> november 1799 en <strong>in</strong><br />
oktober 1801 rolde het boekje Gedachten van de<br />
pers. de standplaats Oost-graftdijk had zonder<br />
meer enkele belangrijke voordelen. hanew<strong>in</strong>ckel<br />
kon daar tijdens het (af)schrijven van de Meierijboeken<br />
letterlijk afstand van de Meierij nemen<br />
<strong>in</strong> <strong>een</strong> kle<strong>in</strong>e gem<strong>een</strong>te met ger<strong>in</strong>ge werkdruk.<br />
tevens woonde hij <strong>in</strong> de buurt van zijn uitgever,<br />
a. b. saakes te amsterdam, hetg<strong>een</strong> overleg met<br />
hem zeker vergemakkelijkt zal hebben. al <strong>in</strong> april<br />
1802 waren er contacten tussen hanew<strong>in</strong>ckel en<br />
de kerkenraad van de gem<strong>een</strong>te vierl<strong>in</strong>gsbeek.<br />
uite<strong>in</strong>delijk zou dit enkele maanden later uitmonden<br />
<strong>in</strong> hanew<strong>in</strong>ckels verkiez<strong>in</strong>g uit het drietal<br />
genom<strong>in</strong>eerden voor de vacature <strong>in</strong> dit dorp en<br />
keerde hij terug naar bataafs-brabant. het was<br />
ook daar dat hanew<strong>in</strong>ckel, ditmaal onder zijn eigen<br />
naam, <strong>een</strong> encyclopedisch en niet ideologisch<br />
geladen boek over de Meierij uitgaf: Geschied– en<br />
Aardrykskundige beschryv<strong>in</strong>g der stad en Meiëry<br />
van ’s Hertogenbosch, beg<strong>in</strong>nende met de vroegste<br />
tyden en e<strong>in</strong>digende met den jare 1802. 50<br />
tijdens zijn vierl<strong>in</strong>gsbeekse periode trok de protestantse<br />
gem<strong>een</strong>te van someren al <strong>in</strong> maart<br />
1804 stevig aan hanew<strong>in</strong>ckel. someren zou namelijk<br />
spoedig vacant raken en probeerde derhalve<br />
tot tweemaal toe de dom<strong>in</strong>ee uit vierl<strong>in</strong>gsbeek<br />
voor zich te w<strong>in</strong>nen. hanew<strong>in</strong>ckel hapte niet met<strong>een</strong><br />
toe, maar nam de uitnodig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beraad ‘[…]<br />
dewyl Zomeren zeker wel voordeliger dan Vierl<strong>in</strong>gsbeek<br />
was […]’. 51 Met<strong>een</strong> vond hanew<strong>in</strong>ckel dat<br />
hij het eigenlijk niet kon maken om nu al uit vierl<strong>in</strong>gsbeek<br />
te vertrekken en hij bleef dus uite<strong>in</strong>delijk<br />
op zijn post, omdat ‘niet zo zeer de voordeelen,<br />
welke [de kerkenraad] hem gulhartig en welme-<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 3 3
Ravenste<strong>in</strong>. Ondanks de<br />
gotiekachtige vormen werd<br />
deze kerk pas <strong>in</strong> 1641 als<br />
garnizoenskerk gebouwd.<br />
Aanvankelijk bevond zich<br />
naast de kerk (wanneer<br />
men voor de <strong>in</strong>gang staat<br />
aan de l<strong>in</strong>kerzijde) <strong>een</strong><br />
kerkhof, waar <strong>Stephanus</strong><br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> samen met zijn<br />
echtgenote en zoon Johan<br />
lag begraven. (Foto: Jurgen<br />
Pigmans)<br />
3 4<br />
nend hadden bezorgd, maar voor al de zuivere agt<strong>in</strong>g<br />
en algem<strong>een</strong>e liefde deezer gem<strong>een</strong>te, voor<br />
hem en de zynen hem ten vollen hadden overgehaald,<br />
om nog te blyven by deze gem<strong>een</strong>te […]’. 52<br />
nadien heeft hanew<strong>in</strong>ckel zich fl<strong>in</strong>k <strong>in</strong>gezet voor<br />
de protestantse kerkgem<strong>een</strong>schap van vierl<strong>in</strong>gsbeek.<br />
Zo vertelt de predikant <strong>in</strong> het kerkenraadboek<br />
van 1809 onder meer dat hij naar boxmeer<br />
afreisde om ‘de Kon<strong>in</strong>g van holland [lodewijk<br />
napoleon] <strong>in</strong> het midden van grasmaand te boxmeer<br />
zynde […]’ te kunnen treffen. 53 hij wilde<br />
hem aanspreken over de noodzaak van <strong>een</strong> nieuw<br />
kerkgebouw voor zijn gem<strong>een</strong>te, maar hanew<strong>in</strong>ckel<br />
kwam te laat en miste de vorst helaas. 54 daarop<br />
klom hij <strong>in</strong> de pen en schreef de m<strong>in</strong>ister van Ere-<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
dienst, hetg<strong>een</strong> uite<strong>in</strong>delijk zou uitmonden <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />
audiëntie bij de kon<strong>in</strong>g op paleis het loo op 6 juli<br />
van hetzelfde jaar. de dialoog die zich tussen<br />
lodewijk napoleon en hanew<strong>in</strong>ckel voltrok, is te<br />
aardig om niet uit het verslag van het genoemde<br />
kerkenraadboek over te nemen. de kon<strong>in</strong>g vroeg<br />
‘[…] of wy dan wel aan 6000 guld: genoeg hadden.<br />
de predikant zeide dat hy dacht van ja! doch zoo<br />
niet, of wij ons dan aan zyne Majesteit mogten<br />
wenden. de Kon<strong>in</strong>g zich hierop buigende, zeide: gy<br />
moet nu maar schielyk bouwen, waarop de predikant<br />
antwoordde: als wy maar geld hebben.’ 55 Op<br />
6 januari 1811 vond uite<strong>in</strong>delijk de <strong>in</strong>wijd<strong>in</strong>gsplechtigheid<br />
van de nieuw gebouwde kerk plaats.<br />
hanew<strong>in</strong>ckel ondernam later <strong>in</strong> april 1809 <strong>een</strong>
pog<strong>in</strong>g om <strong>in</strong> grave beroepen te worden en was<br />
najaar 1810 bereid zich opnieuw <strong>in</strong> <strong>een</strong> andere prov<strong>in</strong>cie<br />
te vestigen met <strong>een</strong> mogelijke benoem<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> het plaatsje diepenheim (Overijssel). het kan<br />
bijna niet anders dan dat hanew<strong>in</strong>ckel ondertussen<br />
enige roem had vergaard, aangezien zich <strong>in</strong> juli<br />
1810 hetzelfde leek te gaan voordoen als <strong>in</strong> 1804<br />
met someren. nu kwam voor de protestantse gem<strong>een</strong>te<br />
<strong>in</strong> vierl<strong>in</strong>gsbeek de dreig<strong>in</strong>g echter uit het<br />
hoge noorden <strong>in</strong> de personen van enkele kerkenraadsleden<br />
uit het vacante gron<strong>in</strong>gse Eppenhuizen.<br />
Een eventueel vertrek van hanew<strong>in</strong>ckel naar<br />
deze standplaats is duidelijk overwogen, maar<br />
vond mogelijk wegens de ontstane communicatiestoornissen<br />
g<strong>een</strong> doorgang. 56 niet lang daarna<br />
vertrok hanew<strong>in</strong>ckel echter alsnog uit vierl<strong>in</strong>gsbeek,<br />
en wel richt<strong>in</strong>g friesland: van 1811 tot 1818<br />
zou hij dom<strong>in</strong>ee zijn <strong>in</strong> Warns en scharl.<br />
<strong>in</strong> 1818 keerde de protestantse predikant toch<br />
weer terug naar het zuiden, naar ravenste<strong>in</strong>. toen<br />
hanew<strong>in</strong>ckel daar als predikant stond, trachtte<br />
hij reeds <strong>in</strong> februari 1820 <strong>in</strong> de comb<strong>in</strong>atie Oss,<br />
heesch en berghem beroepen te worden, terwijl<br />
hij <strong>in</strong> 1821 <strong>een</strong> gooi deed naar standplaatsen <strong>in</strong><br />
valkenswaard en opnieuw <strong>in</strong> noord-holland te<br />
Opperdoes. twee jaar later deed hanew<strong>in</strong>ckel<br />
wederom <strong>een</strong> pog<strong>in</strong>g om naar elders te vertrekken<br />
en had hij zijn pijlen dit keer op bergharen/<br />
hernen (gelderland) gericht. tot slot solliciteerde<br />
hij <strong>in</strong> 1826 nog naar <strong>een</strong> vacature <strong>in</strong> de comb<strong>in</strong>atie<br />
valkenswaard/Waalre. nadien lijkt hanew<strong>in</strong>ckel<br />
zich met zijn situatie verzoend te hebben en deed<br />
hij waarschijnlijk g<strong>een</strong> moeite meer om elders emplooi<br />
te v<strong>in</strong>den.<br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>s vrijetijdsbested<strong>in</strong>g<br />
dom<strong>in</strong>ee carel Willem pape (1788-1872) uit heusden<br />
schreef <strong>in</strong> zijn ‘bijdrage tot de oudheidkennis<br />
van noord-braband’ het volgende over zijn collega<br />
uit ravenste<strong>in</strong>: ‘begeerig om <strong>een</strong>e bulle van<br />
paus julius ii, en het oorspronkelijke testament<br />
van onzen noord-brabander den Kard<strong>in</strong>aal van<br />
Enckevoirt te zien, welke documenten ik wist dat<br />
<strong>in</strong> het bezit waren van den geleerden hanew<strong>in</strong>ckel,<br />
thans Emeritus predi-kant te Raveste<strong>in</strong>, reed ik<br />
derwaarts, en zag spoedig mijne begeerte voldaan.’<br />
57<br />
hanew<strong>in</strong>ckel bezat, gelet op pape’s mededel<strong>in</strong>g,<br />
uniek historisch materiaal en kende even<strong>een</strong>s<br />
belangrijke bronnen, die al tijdens zijn leven<br />
zoekraakten en later door anderen nadrukkelijk<br />
werden gezocht. Een mooi voorbeeld van het<br />
laatste is de oproep die de bossche uitgever en<br />
boekhandelaar hendrik palier (1785-1853) <strong>in</strong> 1839<br />
<strong>in</strong> de ‘algem<strong>een</strong>e Konst– en letterbode’ deed. uit<br />
hanew<strong>in</strong>ckels Geschied– en Aardrykskundige<br />
beschryv<strong>in</strong>g der stad en Meiëry van ’s Hertogenbosch<br />
citeerde palier hanew<strong>in</strong>ckels mededel<strong>in</strong>g<br />
dat de laatste enkele jaren terug <strong>een</strong> handschrift<br />
zag met talloze opschriften van bossche panden,<br />
maar dat hanew<strong>in</strong>ckel het bewuste document<br />
niet meer wist te achterhalen. de uitgever<br />
probeerde via zijn oproep de v<strong>in</strong>dplaats van het<br />
door hanew<strong>in</strong>ckel vermelde en ontraceerbare<br />
handschrift te weten te komen, zodat hij het kon<br />
gebruiken voor <strong>een</strong> nieuwe uitgave. 58 samen met<br />
restanten <strong>in</strong> hanew<strong>in</strong>ckels nalatenschap tonen<br />
beide berichten aan dat hanew<strong>in</strong>ckel <strong>een</strong> respectabele<br />
verzamelaar en kenner van oudheidkundige<br />
zaken geweest moet zijn. 59<br />
hanew<strong>in</strong>ckel had al als jongeman belangstell<strong>in</strong>g<br />
voor historische onderwerpen. Zijn eerste werk<br />
met <strong>een</strong> historisch onderwerp dat gepubliceerd<br />
werd, was waarschijnlijk ‘Een oud opschrift’ uit<br />
1796. 60 de tekst handelt over de betekenis van<br />
<strong>een</strong> <strong>in</strong>scriptie <strong>in</strong> de oude en toen reeds vervallen<br />
kerktoren te nuenen, hanew<strong>in</strong>ckels geboortedorp.<br />
hij behield zijn hele verdere leven <strong>in</strong>teresse<br />
voor geschiedenis. de <strong>in</strong>houd van hanew<strong>in</strong>ckels<br />
huisbibliotheek, met soms waardevolle boeken,<br />
blijkt daar <strong>een</strong> overtuigende afspiegel<strong>in</strong>g van te<br />
vormen.<br />
Met allerlei personen wisselde hanew<strong>in</strong>ckel <strong>in</strong>formatie<br />
uit over historische onderwerpen. Zo<br />
correspondeerde hij bijvoorbeeld met de eerder<br />
genoemde jacobus scheltema over de uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 3 5
3 6<br />
van de boekdrukkunst. de bossche jurist Willem<br />
c. ackersdijck (1760-1843) verschafte hanew<strong>in</strong>ckel<br />
veel historische gegevens <strong>in</strong> hun correspondentie.<br />
daarnaast onderhield hanew<strong>in</strong>ckel over<br />
zijn eigen familiegeschiedenis contact met verre<br />
bremense verwanten en met cornelis gerardus<br />
boonzajer (1788-1863) uit gor<strong>in</strong>chem, vermaard om<br />
zijn munten– en penn<strong>in</strong>gencollectie en zijn numismatische<br />
publicaties. hanew<strong>in</strong>ckels <strong>in</strong>teresse voor<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
de genealogie en de heraldiek zien we terug <strong>in</strong> zijn<br />
eigen tabakspijp, waarop <strong>een</strong> familiewapen staat<br />
afgebeeld. Met <strong>een</strong> door de verzamelaar van batenburg<br />
uit Maastricht als zodanig aangeduide ‘graaf’<br />
van gronsveld onderhield hanew<strong>in</strong>ckel contact<br />
over genealogische en heraldische zaken. dit was<br />
<strong>een</strong> liefhebberij die hij met zijn vrouw alida deelde.<br />
Er bestond ook <strong>een</strong> uitwissel<strong>in</strong>g van historische objecten.<br />
hanew<strong>in</strong>ckel verzamelde penn<strong>in</strong>gen en ze-<br />
foto’s l<strong>in</strong>ks: De tabakspijp van <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> met daarop weergegeven<br />
<strong>een</strong> familiewapen (drie leeuwenkoppen met hals) waarvan niet<br />
duidelijk is of dit <strong>een</strong> officieel wapen of <strong>een</strong> fantasiewapen betreft.<br />
Vermoedelijk van Duitse makelij, circa 1830-1840. (In particulier<br />
bezit) foto onder en rechts: Het op het portret van Alida <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong><br />
weergegeven houten schrijfkab<strong>in</strong>etje met daar<strong>in</strong> nog<br />
de ganzenveren. In de vakjes bevonden zich door Alida beschreven<br />
stukjes papier met daarop enkele recepten: bijvoorbeeld<br />
‘Recept voor de Borst’, ‘teegen K<strong>in</strong>khoest’ en ‘Nachtegaalsvoeder’<br />
(laatste door <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> overgeschreven uit het tijdschrift<br />
Algem<strong>een</strong>e Vaderlandsche Letteroefen<strong>in</strong>gen, 1831). De klep is<br />
verloren gegaan. (In particulier bezit)
gels, maar beschouwde zichzelf als ‘g<strong>een</strong> kenner van<br />
oude Muntstukken’. 61 <strong>in</strong> ieder geval kon hij de vermelde<br />
van batenburg helpen met <strong>een</strong> ‘batenburgsche<br />
duyt’, <strong>een</strong> ‘loode muntje van boksmeer met het drie<br />
toorrig-slot’ en <strong>een</strong> ‘camper duytje’. 62 ‘tot <strong>een</strong> wederkeerig<br />
aandenken’ ontv<strong>in</strong>g hanew<strong>in</strong>ckel <strong>een</strong> ‘oortje’<br />
(koperen geldstukje), waarop de familiewapens van<br />
bronkhorst, batenburg en van gronsveld stonden<br />
afgebeeld. 63<br />
Deze stoel behoort tot <strong>een</strong> nog<br />
compleet eetkamer-ameublement,<br />
bestaande uit twaalf stoelen, en<br />
komt uit het huisraad van <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>.<br />
(In particulier bezit)<br />
Meermaals trad hanew<strong>in</strong>ckel op als tussenpersoon<br />
voor de overdracht van oudheden. hij bezorgde<br />
de hierboven genoemde van batenburg<br />
namens <strong>een</strong> notaris de jong ‘de bossche stadhuis-penn<strong>in</strong>g’<br />
uit 1776 of 1785. 64 van groter belang<br />
is hanew<strong>in</strong>ckels rol <strong>in</strong> de doorverkoop van <strong>een</strong><br />
rome<strong>in</strong>se medaille die <strong>in</strong> oktober 1802 door <strong>een</strong><br />
arbeider bij cuijk gevonden was. hanew<strong>in</strong>ckel<br />
woonde toen als predikant <strong>in</strong> vierl<strong>in</strong>gsbeek en<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 3 7
3 8<br />
achtte dit kle<strong>in</strong>ood<br />
van dusdanig<br />
belang dat hij er<br />
<strong>in</strong> 1803 <strong>een</strong> uitgebreide beschrijv<strong>in</strong>g van gaf <strong>in</strong> het<br />
tijdschrift Algem<strong>een</strong>e Vaderlandsche Letteroefen<strong>in</strong>gen.<br />
65 uit zijn motivatie voor het schrijven van<br />
dit artikel blijkt welke rol hanew<strong>in</strong>ckel zichzelf <strong>in</strong><br />
casu op oudheidkundig terre<strong>in</strong> vooral toedacht:<br />
‘Myn oogmerk <strong>in</strong> de gemelde opgave [<strong>in</strong> voornoemd<br />
tijdschrift] was juist niet, om ene beschryv<strong>in</strong>g<br />
van de Medaille als Medaille zelve te geven,<br />
maar all<strong>een</strong> om den liefhebberen van Oudheden<br />
en van onze vaderlandsche visionen gelegenheid<br />
te geven, om hier uit nadere bewyzen te kunnen<br />
opdelven, dat zelfs de rome<strong>in</strong>en ook <strong>in</strong> deze streken<br />
geweest zijn. dit wordt wel van velen tegengesproken,<br />
en dit is my onlangs nog zeer sterk<br />
ontkend <strong>in</strong> byzondere gesprekken, die ik daar<br />
over met <strong>een</strong> geleerden hield, doch het gemeld<br />
Muntstuk en anderen, die reeds voor lange jaren,<br />
vooral <strong>in</strong> de Meiëry van ’s hertogenbosch gevonden<br />
zijn, bevestigen, myns bedunkens, dit gevoelen<br />
ten sterksten.’ 66 <strong>in</strong> het algem<strong>een</strong> zag hanew<strong>in</strong>ckel<br />
het als zijn taak om de wetenschap te<br />
helpen: ‘altyd zal het mij vermaak doen, wanneer<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
Foto van de Rome<strong>in</strong>se medaille die tijdens<br />
graaf-werkzaamheden t.b.v. de aanleg van <strong>een</strong> weg<br />
<strong>in</strong> oktober 1802 bij Cuijk werd gevonden. Uite<strong>in</strong>delijk<br />
kwam dit object dankzij bemiddel<strong>in</strong>g van<br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> <strong>in</strong> de collectie van Pieter van Damme<br />
terecht. (Collectie Geldmuseum)<br />
ik uEd: of andere geleerden <strong>in</strong> ons vaderland, met<br />
mijne ger<strong>in</strong>ge vermogens, enigen dienst kan<br />
doen.’ 67 Waarschijnlijk vestigde hanew<strong>in</strong>ckels artikel<br />
de aandacht van de bekende numismaat pieter<br />
van damme (1728-1806) op de medaille. reeds<br />
op 4 mei 1803 schreef hij aan de hem nog onbekende<br />
hanew<strong>in</strong>ckel over de vondst en wees hij de<br />
auteur op <strong>een</strong> onjuiste uitleg van het randschrift<br />
op de medaille <strong>in</strong> het desbetreffende artikel. 68<br />
hanew<strong>in</strong>ckel reageerde uiterst sportief op deze<br />
<strong>in</strong>houdelijke terechtwijz<strong>in</strong>g, want wat later<br />
schreef hij aan van damme: ‘uEd: aanmerk<strong>in</strong>gen,<br />
myn heer! omtrent het randschrift tridt heb ik<br />
niet aangemerkt als ene critique maar als ene<br />
vriendelyke onderricht<strong>in</strong>g. geloof my, mijn heer!<br />
elke aanmerk<strong>in</strong>g, elke critique, zy moge zo streng<br />
wezen als zy wil, van Kundigen over het g<strong>een</strong> door<br />
mij <strong>in</strong> het licht verschynt, is mij zeer aangenaam,<br />
want ik ben die man niet, die met zijn eigen werk<br />
zo zeer is <strong>in</strong>genomen, dat ik denk, dat alles volmaakt<br />
is, hetg<strong>een</strong> uit myne pen voordvloeit. o<br />
n<strong>een</strong>! ik ken zeer wel de bekrompenheid myner<br />
ger<strong>in</strong>ge kunde.’ 69 terstond g<strong>in</strong>g hanew<strong>in</strong>ckel naar<br />
de zilversmid <strong>in</strong> boxmeer, die de medaille voor het<br />
toen astronomische bedrag van fl. 47,00 van de<br />
v<strong>in</strong>der had gekocht. Op verzoek van van damme<br />
onderhandelde hanew<strong>in</strong>ckel over de aanschaf<br />
van het desbetreffende object en bood er acht<br />
gulden meer voor. volgens hanew<strong>in</strong>ckel behoefde<br />
men voor dergelijke vondsten <strong>in</strong> de Meierij niet<br />
meer te geven dan de waarde van het metaal. 70<br />
uit diens brief van 20 mei blijkt dat van damme
<strong>in</strong>stemde met de aankoopsom. 71 vervolgens rekende<br />
hanew<strong>in</strong>ckel namens de collectioneur bij<br />
de zilversmid <strong>in</strong> boxmeer af met het geld dat van<br />
damme als opdrachtgever hem tegen kwitantie<br />
had doen toekomen en nam de medaille <strong>in</strong> ontvangst.<br />
het antwoord op de vraag hoe hij het kostbare<br />
stuk bij zijn nieuwe eigenaar <strong>in</strong> amsterdam zou<br />
krijgen, kostte hanew<strong>in</strong>ckel heel wat hoofdbrekens.<br />
aangezien hij ons <strong>een</strong> <strong>in</strong>teressant <strong>in</strong>kijkje<br />
<strong>in</strong> het toenmalige postwezen biedt, waarbij ook<br />
nog <strong>een</strong>s zijn uitgever van de Meierijboeken om<br />
de hoek komt kijken, citeer ik hierover uit één van<br />
zijn brieven aan van damme. ‘hoe bezorg ik uEd:<br />
de Medaille? ik kan derzelve op ene zekere en veilige<br />
wyze naar nymegen, het g<strong>een</strong> maar zes uren<br />
van hier ligt, bezorgen. Maar hoe dan verder? Zou<br />
zy met den postwagen van nymegen op amsteldam<br />
vertrouwd wezen? zo ja! dan is het gemakkelyk.<br />
Misschien zal de heer a. b. saakes, boekverkoper<br />
op het rokk<strong>in</strong> by de valbrug Z. Z. uEd: wel<br />
<strong>een</strong> middel kunnen en willen aan de hand geven,<br />
om ze veilig te ontvangen. […] het is duizend tegen<br />
<strong>een</strong>, dat ik uEd: brief ontvangen heb, dewyl<br />
derzelve geheel Kleefsland is door gelopen. uEd:<br />
gelieve dus op myn adres te stellen: per grave en<br />
beugen. want anders komen de brieven zelden te<br />
regt, dewyl zy van nymegen op Kleve worden gezonden,<br />
en er thands, nu dat land <strong>in</strong> de handen der<br />
franschen is, g<strong>een</strong> reguliere post van herwaards<br />
gaat. brieven die mij over Kleve gezonden (zo zy<br />
al ten regt komen) kosten mij drie en somtyds vier<br />
of vyf dubbel port.’ 72 uite<strong>in</strong>delijk is de begeerde<br />
medaille toch goed bij van damme terechtgekomen,<br />
want we weten dat deze deel uitmaakte van<br />
zijn collectie. nadat van damme testamentair<br />
had bepaald dat zijn gehele muntenverzamel<strong>in</strong>g<br />
aan de Maatschappij tot nut van ’t algem<strong>een</strong> zou<br />
toekomen, is deze vervolgens <strong>in</strong> het Kon<strong>in</strong>klijk<br />
penn<strong>in</strong>genkab<strong>in</strong>et beland, om van daaruit opgenomen<br />
te worden <strong>in</strong> het huidige geldmuseum te<br />
utrecht.<br />
hanew<strong>in</strong>ckel beloofde aan van damme om hem<br />
op de hoogte te houden over eventuele nieuwe<br />
vondsten. tegelijk prees hanew<strong>in</strong>ckel zijn <strong>in</strong><br />
1803 op handen zijnde nieuwe boek aan en laat<br />
hij zien dat er ook toen al gesoebat werd over de<br />
kosten van historisch bodemonderzoek: ‘b<strong>in</strong>nen<br />
kort staat ene geschied– en aardrykskundige<br />
Eén van de penteken<strong>in</strong>gen die <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong> door zijn<br />
ouderl<strong>in</strong>g en latere vriend Caspar Sch<strong>in</strong>dler van de<br />
Rome<strong>in</strong>se medaille uit Cuijk liet maken. <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong><br />
schreef er ook <strong>een</strong> korte toelicht<strong>in</strong>g bij. (In particulier<br />
bezit)<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 3 9
4 0<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
beschryv<strong>in</strong>g der stad en Meiëry van ’s hertogenbosch,<br />
door my vervaardigd, <strong>in</strong> het licht te komen;<br />
uit dezelve zal uEd: kunnen zien, dat <strong>in</strong> dat land<br />
misschien nog al enige oudheden en penn<strong>in</strong>gen<br />
zouden te v<strong>in</strong>den zijn, <strong>in</strong>dien men kosten konde en<br />
wilde aanwenden, wyl men op twee of drie plaatzen<br />
al voor zeer lange jaren rome<strong>in</strong>sche penn<strong>in</strong>gen<br />
heeft gevonden. vooral zyn opmerkelyk de<br />
oudheden, die te rummel [=ruimel] ene kle<strong>in</strong>e<br />
buurt onder Michielsgestel bij ’s hertogenbosch<br />
ontdekt zyn […]. Misschien zouden aldaar nog<br />
meer zaken, welligt penn<strong>in</strong>gen te v<strong>in</strong>den zyn; maar<br />
ieder <strong>een</strong> ziet op tegen de kosten, wyl het onzeker<br />
is, of men zyne moeite wel zou beloond krijgen.’ 73<br />
graag had hanew<strong>in</strong>ckel <strong>een</strong> exemplaar van zijn<br />
nieuwe boek aan van damme geschonken, maar<br />
hij verontschuldigde zich door te schrijven dat<br />
de uitgever niet veel meer exemplaren drukte<br />
dan dat hij dacht te verkopen. naar eigen zeggen<br />
zou hanew<strong>in</strong>ckel ‘maar met één exemplaar’<br />
voor zichzelf tevreden moeten zijn. 74 hoe dan ook,<br />
hanew<strong>in</strong>ckel wilde de door hem gemaakte kosten<br />
van ‘24 stuivers’ niet door van damme vergoed<br />
krijgen, aangezien hij het als <strong>een</strong> grote belon<strong>in</strong>g<br />
beschouwde hem te hebben kunnen helpen. 75 uit<br />
dankbaarheid ontv<strong>in</strong>g hanew<strong>in</strong>ckel enkele boeken<br />
van van damme, maar hanew<strong>in</strong>ckel achtte<br />
‘de belon<strong>in</strong>g voor myne ger<strong>in</strong>ge moeite, die ik voor<br />
uEd: genomen heb, veel te groot […]’. 76<br />
trots als hij was, liet hanew<strong>in</strong>ckel door zijn ouderl<strong>in</strong>g<br />
casper sch<strong>in</strong>dler ter her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g <strong>een</strong> penteken<strong>in</strong>g<br />
van de medaille maken, waarvan hij van<br />
damme ook <strong>een</strong> exemplaar stuurde en hem aldus<br />
schreef: ‘Een myner bekenden heeft de moeite<br />
voor mij genomen, om deze Medaille af te tekenen,<br />
dan heb ik ten m<strong>in</strong>sten nog altyd ene gedachtenis,<br />
om aan myne vrienden te kunnen zeggen: zo<br />
is die medaille geweest.’ 77<br />
Tot slot<br />
aan het beg<strong>in</strong> van dit artikel werd hanew<strong>in</strong>ckel<br />
aan de hand van enkele citaten uit diens Meierij-
oeken neergezet zoals de meeste mensen hem<br />
zullen kennen: de felle opponent van rooms-<br />
katholieken. vandaag de dag zouden we hem vermoedelijk<br />
het etiket van ‘religieus onverdraagzaam’<br />
opplakken, ofschoon de context waarb<strong>in</strong>nen<br />
hanew<strong>in</strong>ckel opereerde niet mag worden vergeten.<br />
het is <strong>een</strong> vertrouwd beeld, dat aan de man zelf<br />
echter we<strong>in</strong>ig recht doet. soms wordt over het<br />
hoofd gezien dat hanew<strong>in</strong>ckel zijn roots had liggen<br />
<strong>in</strong> wat wij nu noord-brabant noemen. hij was<br />
dus <strong>een</strong> brabander. Maar net zo goed wordt er<br />
kennelijk zelden aan gedacht dat hanew<strong>in</strong>ckel<br />
ook nog andere bezigheden had dan de papen de<br />
stuipen op het lijf te jagen.<br />
<strong>in</strong> de hierboven weergegeven tekst is geprobeerd<br />
om hanew<strong>in</strong>ckel van meer kanten te belichten.<br />
We zagen hem als iemand die graag te midden<br />
van zijn brabantse familie verbleef en de lusten<br />
en de lasten van het vaderschap kende. liefdevol<br />
hielp hij zijn k<strong>in</strong>deren met het schrijven van verjaardagsgedichtjes<br />
voor hun moeder, betuigde<br />
hij zijn vrouw de liefde en knokte hij voor <strong>een</strong> studiebeurs<br />
voor zijn zoon. hanew<strong>in</strong>ckel was er voor<br />
zijn k<strong>in</strong>deren en probeerde hun <strong>een</strong> modelopvoed<strong>in</strong>g<br />
te geven volgens verlichte pr<strong>in</strong>cipes. Ook als<br />
vriend liet hij het niet afweten en hielden sommige<br />
kameraadschappen jarenlang stand.<br />
<strong>in</strong> hanew<strong>in</strong>ckels lange leven waren ook zwarte<br />
bladzijden: de dood van menig k<strong>in</strong>d, ernstige ziekten,<br />
slepende conflicten <strong>in</strong> het werk en soms ook<br />
zorgen van materiële aard. dankzij het geloof wist<br />
hij zich samen met zijn vrouw steeds staande te<br />
houden en voelde hij zich, niet all<strong>een</strong> als dom<strong>in</strong>ee<br />
overigens, geroepen om dit godsvertrouwen met<br />
anderen te delen.<br />
hanew<strong>in</strong>ckel was <strong>een</strong> druk baasje. Of het nu schrijven,<br />
werken of gezelligheidsvisites betrof, hij had<br />
altijd wel iets te doen. twee van zijn grote passies<br />
deelde hij <strong>in</strong> ieder geval met anderen: wandelen<br />
en geschiedenis. Over het eerste heeft hij natuurlijk<br />
veel <strong>in</strong> de Meierijboeken geschreven, maar als<br />
grijsaard vertelde hij nog het volgende: ‘ik heb […]<br />
<strong>in</strong> mijn leven vele honderde uren gewandeld. niet<br />
all<strong>een</strong> buiten ons vaderland heb ik <strong>een</strong>ige wandel<strong>in</strong>gen<br />
ondernomen, maar ook al onze vader-landsche<br />
prov<strong>in</strong>ciën (Zeeland all<strong>een</strong> uitgezonderd)<br />
geheel of ten deele, al wandelende bezocht.’ 78<br />
hanew<strong>in</strong>ckels belangstell<strong>in</strong>g voor geschiedenis<br />
komt duidelijk tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zijn Meierijboeken en<br />
andere publicaties, maar hij was daar ook <strong>in</strong> zijn<br />
vrije tijd veel mee bezig. behalve dat hijzelf even<strong>een</strong>s<br />
oudheidkundige voorwerpen en historische<br />
gegevens verzamelde, hielp hij daar ook graag anderen<br />
mee. dit bezorgde hem heel wat contacten<br />
en het heeft zijn blik nog meer verruimd.<br />
hanew<strong>in</strong>ckel leidde <strong>een</strong> lang en vruchtbaar leven,<br />
waar<strong>in</strong> hij veel zag en het nodige heeft meegemaakt.<br />
all<strong>een</strong> daarom al is het onjuist om de gedoodverfde<br />
dom<strong>in</strong>ee <strong>in</strong> het keurslijf van louter de<br />
Meierijboeken te stoppen. uit de <strong>in</strong>houd van<br />
hanew<strong>in</strong>ckels gelegenheidsteksten valt op te<br />
maken dat hij zowel <strong>een</strong> ernstige als <strong>een</strong> humoristische<br />
kant kende. humor komt trouwens ook <strong>in</strong><br />
zijn Meierijboeken voor, maar wordt als zodanig<br />
nauwelijks onderkend. voor menig<strong>een</strong> schijnt<br />
hanew<strong>in</strong>ckel de grimmige man en <strong>een</strong> brompot te<br />
blijven, zoals de bekende brabantse heemkundige<br />
meester panken (1819-1904) hem <strong>in</strong> 1900 verbeten<br />
kwalificeerde.’ 79 behalve dat hanew<strong>in</strong>ckel<br />
veel meer publiceerde dan de drie bekende Meierijboeken,<br />
was hij ook <strong>een</strong> mens van vlees en bloed;<br />
iemand die vreugde en verdriet kende en voor anderen<br />
tijdens zijn leven en daarna veel heeft betekend.<br />
Wanneer er dankzij dit artikel bij de lezer <strong>een</strong><br />
beeld is ontstaan dat hanew<strong>in</strong>ckel veel meer dan<br />
all<strong>een</strong> de antipapistische schrijver van de Meierijboeken<br />
laat zien, is de opzet van dit betoog<br />
geslaagd te noemen.<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 4 1<br />
dank<br />
Mijn hartelijke<br />
dank aan mevrouw<br />
hanneke Meulenaars,<br />
mevrouw<br />
annemarie van<br />
geloven en de<br />
heer jan sanders<br />
van het brabants<br />
historisch <strong>in</strong>formatie<br />
centrum te<br />
’s-hertogenbosch<br />
voor hun onovertroffenmedewerk<strong>in</strong>g,<br />
waardoor<br />
ik – steeds op<br />
korte termijn – kon<br />
beschikken over<br />
de <strong>in</strong>houd van<br />
enkele bronnen ten<br />
behoeve van dit<br />
artikel.<br />
tip<br />
verder lezen?<br />
stephanus hanew<strong>in</strong>ckel,<br />
Op reis<br />
door de Meierij:<br />
voettochten en<br />
bespiegel<strong>in</strong>gen<br />
van <strong>een</strong> dom<strong>in</strong>ee,<br />
1789– 1850.<br />
bezorgd door<br />
frank c. Meijneke.<br />
(tilburg, 2009)
noten<br />
4 2<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Met ‘Meierijboeken’ wordt bedoeld: Reize door<br />
de Majorij van ‘s Hertogenbosch <strong>in</strong> den jaare 1798<br />
(amsterdam 1799); Reize door de Majorij van ‘s<br />
Hertogenbosch <strong>in</strong> den jaare 1799 (amsterdam<br />
1800); Gedachten over de Meiërij van ’s Hertogenbosch<br />
en derzelver <strong>in</strong>woners, bij het beg<strong>in</strong> der<br />
negentiende eeuw. Door enen Meiërijenaar (amsterdam<br />
1801). <strong>in</strong> 1973 versch<strong>een</strong> van deze titels<br />
<strong>in</strong> één band <strong>een</strong> repr<strong>in</strong>t, terwijl de boeken onlangs<br />
als volgt opnieuw samen met andere teksten van<br />
hanew<strong>in</strong>ckel zijn uitgegeven: frank c. Meijneke,<br />
Op reis door de Meierij met <strong>Stephanus</strong> <strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>.<br />
Voettochten en bespiegel<strong>in</strong>gen van <strong>een</strong> dom<strong>in</strong>ee,<br />
1789-1850 (tilburg 2009). deze publicatie<br />
werd door arjan de Weerd besproken, In <strong>Brabant</strong>.<br />
Tijdschrift voor <strong>Brabant</strong>s Heem en Erfgoed 0 (2009)<br />
82. de Weerd m<strong>een</strong>t dat stephanus hanew<strong>in</strong>ckel<br />
“[…] bij leven dom<strong>in</strong>ee te nuenen […]” was. dit is<br />
echter onjuist, aangezien zijn vader, hermanus<br />
christianus hanew<strong>in</strong>ckel (1730-1808), dit ambt<br />
aldaar vervulde, terwijl stephanus <strong>in</strong> nuenen all<strong>een</strong><br />
geboren en getogen is. Zie hiervoor Meijneke<br />
(2009) 13. Overigens maakt de Weerd wel <strong>een</strong><br />
terechte opmerk<strong>in</strong>g over <strong>een</strong> storende fout <strong>in</strong> de<br />
ondertitel van voornoemd boek, waar<strong>in</strong> sprake is<br />
van de jaartallen 1789-1850. uiteraard moet hier<br />
sprake zijn van 1798-1850. helaas kon deze onjuistheid<br />
niet tijdig worden gecorrigeerd.<br />
hiervoor verwijs ik naar de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g bij Meijneke<br />
(2009) m.n. 91-106.<br />
de Meierijboeken ondervonden veel kritiek van<br />
rooms-katholieke zijde, maar werden door het<br />
protestantse lezerspubliek over het algem<strong>een</strong><br />
geprezen om hun <strong>in</strong>houd. Enkele voorbeelden<br />
daarvan zijn te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g bij Meijneke<br />
(2009) 108-111. Wat betreft de tweede Reize kunnen<br />
de volgende contempora<strong>in</strong>e boekbesprek<strong>in</strong>gen<br />
toegevoegd worden: Boekzaal der Geleerde<br />
Wereld (maart 1801) 310-316. <strong>in</strong> dit vakblad voor<br />
predikanten worden onder de rubriek ‘letternieuws’<br />
de eerste twee Meierijboeken bovendien<br />
nog <strong>een</strong>s extra aanbevolen: “nb <strong>in</strong> de Eeuw-rede<br />
van do. Kok, te Utrecht gehouden, worden deze<br />
reizen als schoon aangepreezen” (februari 1801)<br />
209. Wat betreft Gedachten is <strong>een</strong> recensie te v<strong>in</strong>den<br />
<strong>in</strong> Boekzaal der Geleerde Wereld (december<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
1 1<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
1801) 684-688 en <strong>in</strong> Algem<strong>een</strong>e Vaderlandsche<br />
Letteroefen<strong>in</strong>gen, eerste stuk (1802) 212.<br />
[stephanus hanew<strong>in</strong>ckel], Reize door de Majorij<br />
van ‘s Hertogenbosch <strong>in</strong> den jaare 1798, 72.<br />
ibidem, 13.<br />
ibidem, 123-124.<br />
[stephanus hanew<strong>in</strong>ckel], Gedachten over de Meiërij<br />
van ’s Hertogenbosch en derzelver <strong>in</strong>woners, bij<br />
het beg<strong>in</strong> der negentiende eeuw. Door enen Meiërijenaar,<br />
29.<br />
[stephanus hanew<strong>in</strong>ckel], Reize 1798, 61.<br />
ibidem, 72.<br />
[stephanus hanew<strong>in</strong>ckel], Reize door de Majorij<br />
van ’s Hertogenbosch <strong>in</strong> den jaare 1799, 187.<br />
[stephanus hanew<strong>in</strong>ckel], Gedachten, 43.<br />
[stephanus hanew<strong>in</strong>ckel], Reize 1798,125.<br />
bijvoorbeeld cor van der heijden borduurde onlangs<br />
nog lustig voort op de belegen beeldvorm<strong>in</strong>g<br />
omtrent hanew<strong>in</strong>ckel <strong>in</strong> Boekenbijlage NRC Handelsblad<br />
(7 augustus 2009) onder de merkwaardige<br />
kop ‘te voet door scheldend brabant’.<br />
dat hanew<strong>in</strong>ckels belangstell<strong>in</strong>g voor het geloof<br />
van het volk niet <strong>een</strong> geïsoleerd fenom<strong>een</strong> was,<br />
blijkt bijvoorbeeld uit het werk van de duitser<br />
friedrich Erdmann august heydenreich (1763-<br />
1847), die <strong>in</strong> 1800 het boek Über den Charakter des<br />
Landmanns <strong>in</strong> religiöser H<strong>in</strong>sicht publiceerde. Zie:<br />
peter nissen, ‘natuur, gevoel en rede. de ontdekk<strong>in</strong>g<br />
van het gelovige volk rond 1800’, Jaarboek voor<br />
liturgie-onderzoek 12 (1996) 187-198, aldaar 190.<br />
Boekzaal der Geleerde Wereld (augustus 1801)<br />
243.<br />
ibidem (september 1801) 368-369. de genoemde<br />
gijs<strong>in</strong>ck solliciteerde nog g<strong>een</strong> jaar later tevergeefs<br />
naar de vacante comb<strong>in</strong>atie veghel/Erp<br />
(Boekzaal der Geleerde Wereld, juli 1802, 97), werd<br />
<strong>in</strong> 1804 afgezet als predikant van aarle, beek en<br />
lieshout en solliciteerde vervolgens zonder succes<br />
<strong>in</strong> september 1805 <strong>in</strong> v<strong>in</strong>kenv<strong>een</strong> (ibidem, september<br />
1805, 365). nadien verdwijnt hij uit beeld.<br />
de genoemde attributen komen verspreid <strong>in</strong> verschillende<br />
gelegenheidsgedichten voor. <strong>in</strong> particulier<br />
bezit.<br />
het vroegste (ongedateerd) bewaard gebleven gelegenheidsgedicht<br />
(<strong>in</strong> handschrift) door hanew<strong>in</strong>ckel<br />
was aan zijn verloofde alida gericht, terwijl het be-
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
waard gebleven gedicht met de laatste dater<strong>in</strong>g<br />
op 21 oktober 1848 voor zijn echtgenote alida was<br />
bestemd vanwege het gouden huwelijksjubileum<br />
van het echtpaar hanew<strong>in</strong>ckel. van deze jubileumtekst<br />
is <strong>een</strong> exemplaar bewaard gebleven, dat<br />
hanew<strong>in</strong>ckel bij august françois de p<strong>in</strong>éda (overl.<br />
1879) te heusden had laten drukken. bij deze uitgever<br />
verschenen <strong>in</strong> de periode 1847-1850 vier<br />
oorspronkelijke teksten van hanew<strong>in</strong>ckel, terwijl<br />
de p<strong>in</strong>éda <strong>in</strong> 1848 nog <strong>een</strong> vertal<strong>in</strong>g door hanew<strong>in</strong>ckel<br />
uitgaf. hanew<strong>in</strong>ckels jongste zus, anna<br />
Maria arnolda christ<strong>in</strong>a hanew<strong>in</strong>ckel (1788-1880),<br />
trouwde <strong>in</strong> 1846 met felix auguste de p<strong>in</strong>éda<br />
(1789-1831), terwijl zijn kle<strong>in</strong>dochter stephanie<br />
(1847-1939) <strong>in</strong> 1876 bernardus Moorrees (1847-<br />
1930) huwde; zoon van de bekende predikant bernardus<br />
Moorrees (1780-1860) en diens echtgenote<br />
jeanne henriette de p<strong>in</strong>éda (1817-1891).<br />
fragment uit <strong>een</strong> gedicht, dat hanew<strong>in</strong>ckel op 1<br />
oktober 1808, daags na zijn verjaardag, schreef. <strong>in</strong><br />
particulier bezit.<br />
fragment uit <strong>een</strong> gedicht zonder dater<strong>in</strong>g. <strong>in</strong> particulier<br />
bezit.<br />
Zedekundig handboek voor den militairen stand<br />
(amsterdam 1815); [stephanus hanew<strong>in</strong>ckel], Zedekundig<br />
handboek voor den zeemansstand (amsterdam<br />
1826).<br />
gedateerd 17 juli 1815. <strong>in</strong> particulier bezit.<br />
Over caspar (von) sch<strong>in</strong>dler (overl. 1826) is zeer<br />
we<strong>in</strong>ig bekend. hij werd geboren <strong>in</strong> het Zwitserse<br />
Mollis en trouwde <strong>in</strong> 1796 te sambeek met cathar<strong>in</strong>a<br />
petronella schirmer (1776-1842). hij was<br />
kapite<strong>in</strong>-luitenant en “capite<strong>in</strong> Menage Meester”<br />
<strong>in</strong> bergen op Zoom, waar zijn dochter, johanna ursula<br />
sch<strong>in</strong>dler (1801-1884), <strong>in</strong> 1821 met de Zwitser<br />
joannes jacobus josephus Edwardus Müller (1797-<br />
1884) trouwde, wiens moeder anna cathar<strong>in</strong>a<br />
schirmer heette. <strong>in</strong> hanew<strong>in</strong>ckels nalatenschap<br />
bev<strong>in</strong>dt zich <strong>een</strong> uitgebreid verslag van de huwelijksreis<br />
naar Zwitserland door het jonge echtpaar<br />
Müller-sch<strong>in</strong>dler, waaruit blijkt, dat ook familieleden<br />
van caspar werden bezocht.<br />
de geciteerde aanhef stamt uit <strong>een</strong> brief van<br />
ds. jacob arnold van Walsem (1808-1896) n.a.v.<br />
hanew<strong>in</strong>ckels overlijden. gedateerd: 26 december<br />
1856. <strong>in</strong> particulier bezit. Wat betreft de ker-<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
kenraadfunctie van van Walsem: bhic, archief<br />
hervormde gem<strong>een</strong>te vierl<strong>in</strong>gsbeek, <strong>in</strong>v. nr. 18,<br />
handel<strong>in</strong>gen van den Kerkeraad der hervormde<br />
gem<strong>een</strong>te te vierl<strong>in</strong>gsbeek, coll. nr. a.5971, f. 1.<br />
arnolda was <strong>een</strong> jongere zus van de echtgenote<br />
van sch<strong>in</strong>dler, cathar<strong>in</strong>a petronella schirmer.<br />
uit <strong>een</strong> brief van ds. jacob arnold van Walsem<br />
(1808-1896) n.a.v. hanew<strong>in</strong>ckels overlijden. gedateerd:<br />
26 december 1856. <strong>in</strong> particulier bezit.<br />
Op 30 augustus 1832 stierf te ubbergen hanew<strong>in</strong>ckels<br />
dochter johanna jacoba petronella<br />
gisberta op 29-jarige leeftijd. Zij had voordien<br />
twee jaar lang bij peter schull (1761-1835) en diens<br />
echtgenote arnolda Elisabeth santvoort (1763-<br />
1841) gewoond. volgens haar ouders, <strong>in</strong> de desbetreffende<br />
rouwadvertentie, had hun dochter<br />
bij dit echtpaar “[…] de hartelijkste liefde en de<br />
zuiverste acht<strong>in</strong>g, als <strong>een</strong> eigen k<strong>in</strong>d, genoten […],<br />
en [was zij] met weldaden overladen […]” (cbg,<br />
collectie familieadvertenties hanew<strong>in</strong>ckel tot<br />
1970). arnolda santvoort wordt beschreven <strong>in</strong><br />
<strong>een</strong> magistraatsdocument uit ’s-hertogenbosch<br />
(28 oktober 1794): “arnolda Elisabeth santvoort<br />
lang vier voeten of iets meerder, oud ruim dertig<br />
jaaren, glad van aangezigt en blond van haaren,<br />
dochter van onzen griffier Mr. theod: franc: santvoort,<br />
wonende alhier, bij ons zeer wel bekend is<br />
g<strong>een</strong>e emigrante te zijn en mids dien van ons heeft<br />
verzogt onze brieven van recommandatie om naar<br />
haare woonplaats te retourneeren”, henk beijers,<br />
‘collectie santvoort, ranb toegangsnummer 315.<br />
teksteditie en <strong>in</strong>dexen op persoons – en plaatsnamen’,<br />
<strong>in</strong>v.nr. 36.<br />
de beide portretten bev<strong>in</strong>den zich <strong>in</strong> particulier<br />
bezit. van der brugghen ontv<strong>in</strong>g zijn eerste<br />
tekenonderwijs bij jan hendrik breijer sr. (1818-<br />
1894), en zijn eerste schilderlessen van p. g. van<br />
Os (1776-1839). hij schilderde meestal honden en<br />
andere dieren, terwijl jachttaferelen ook zijn aandacht<br />
hadden. Even<strong>een</strong>s zijn er krijtteken<strong>in</strong>gen<br />
en enkele etsen van hem bekend. hij werkte o.a.<br />
met abraham van pelt (1815-1895), pierre louis<br />
dubourq (1815-1873) en gaf les aan Karel van toulon<br />
(c.1815-1853). <strong>in</strong> 1831 was van der brugghen<br />
werkzaam te hilversum (waar van Os toen ook<br />
woonde), terwijl hij <strong>in</strong> de periode 1834-1836 <strong>in</strong> den<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 4 3
4 4<br />
29<br />
30<br />
haag verbleef. het jaar daarop vertrok hij naar nijmegen,<br />
om <strong>in</strong> 1838 <strong>in</strong> amsterdam te gaan werken.<br />
nadien vertoefde hij tot en met 1839 <strong>in</strong> nijmegen<br />
en woonde vanaf 1840 <strong>in</strong> ubbergen, alwaar hij <strong>in</strong><br />
villa ‘de varenhof’ woonde en werkte. <strong>in</strong> 1868 had<br />
van der brugghen bij de gem<strong>een</strong>te nijmegen nog<br />
<strong>een</strong> aanstell<strong>in</strong>g als “teekenmeester”. het werk<br />
van van der brugghen bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> diverse collecties,<br />
waaronder die van rijksmuseum amsterdam,<br />
rijksprentenkab<strong>in</strong>et amsterdam, stedelijk<br />
Museum amsterdam, teylers sticht<strong>in</strong>g haarlem,<br />
commanderie van st. jan nijmegen, rijksmuseum<br />
Kröller Müller Otterlo en Museum boymans-van<br />
beun<strong>in</strong>gen rotterdam. Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Wilhelm<strong>in</strong>a was<br />
<strong>een</strong> liefhebster van het werk van deze kunstenaar<br />
en bezat van hem twee schilderijen. Zie: pieter a.<br />
sch<strong>een</strong>, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars:<br />
1750-1950 (’s-gravenhage 1969-1970).<br />
jan anthonij van der brugghen kocht <strong>in</strong> 1772 kasteel<br />
croy en liet dit aanzienlijk restaureren. <strong>in</strong> de<br />
literatuur is steeds sprake van <strong>een</strong> j. a. van der<br />
brugghen en van <strong>een</strong> g. a. van der brugghen, die<br />
allebei tijdens hanew<strong>in</strong>ckels predikantschap <strong>een</strong><br />
belangrijke rol <strong>in</strong> vierl<strong>in</strong>gsbeek gespeeld zouden<br />
hebben. uit deze periode valt <strong>in</strong> die hoedanigheid<br />
g<strong>een</strong> g. a. van der brugghen te traceren. Mijn vermoeden<br />
is dan ook, dat het om één en dezelfde<br />
figuur gaat, namelijk jan anthonij, maar dat <strong>een</strong><br />
verkeerde lez<strong>in</strong>g <strong>in</strong> bijvoorbeeld hanew<strong>in</strong>ckels<br />
handschrift de verwarr<strong>in</strong>g heeft veroorzaakt. Wel<br />
had nog <strong>een</strong> ongehuwde jan van der brugghen<br />
(1779/80-1806) als diaken zitt<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de kerkenraad<br />
onder hanew<strong>in</strong>ckel en werd op 29 december 1806<br />
<strong>een</strong> zekere (ongehuwde?) d.(irk?) van der brugghen<br />
(1789?-1812?) tot diaken benoemd.<br />
de huisvest<strong>in</strong>gskwestie is beschreven <strong>in</strong> Meijneke<br />
(2009) 20.<br />
stadsarchief Oss, archief nederlandse hervormde<br />
gem<strong>een</strong>te ravenste<strong>in</strong>-dieden, 1625-1950 (toegangsnr.<br />
7397), g<strong>een</strong> <strong>in</strong>ventarisnummer, Consistoriale<br />
acten van de gereformeerde gem<strong>een</strong>te<br />
b<strong>in</strong>nen Ravesteyn (1792-1871), handel<strong>in</strong>g des kerkenraads<br />
op resp. 5 september 1822 en volgens<br />
weergegeven brief van hanew<strong>in</strong>ckel, gedateerd 19<br />
oktober 1824.<br />
frans van der goes werd <strong>in</strong> delft geboren en over-<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
31<br />
32<br />
33<br />
34<br />
leed <strong>in</strong> Kleef. hij trouwde <strong>in</strong> 1797 te Emmerik met<br />
de dom<strong>in</strong>eesdochter johanna louisa baumann,<br />
die <strong>in</strong> 1776 te Kleef ter wereld kwam en <strong>in</strong> 1821 te<br />
ravenste<strong>in</strong> overleed. het echtpaar van der brugghen-van<br />
der goes kreeg vier k<strong>in</strong>deren, waaronder<br />
de latere bekende predikant guillaume anne van<br />
der brugghen (1848-1928).<br />
brabants historisch <strong>in</strong>formatie centrum (bhic),<br />
Overlijdensregister 1856, toegang 50, <strong>in</strong>v. nr.<br />
6532/24.<br />
het gaat hier om <strong>een</strong> fragment uit <strong>een</strong> lang gedicht<br />
ter gelegenheid van de verjaardag en het vertrek<br />
naar het buitenland van hanew<strong>in</strong>ckels welgestelde<br />
vriend j. j. Ernst. gedateerd: “voor den laatstenmaal<br />
te Mirlo gevierd den 10. van louwmaand<br />
[= januari], 1808”. <strong>in</strong> particulier bezit. volgens<br />
het kerkenraadboek van de desbetreffende gem<strong>een</strong>te<br />
kerkte j. j. Ernst <strong>in</strong> vierl<strong>in</strong>gsbeek, omdat<br />
er <strong>in</strong> Mierlo g<strong>een</strong> predikant was. deze opmerk<strong>in</strong>g<br />
wordt <strong>in</strong> <strong>een</strong> toelicht<strong>in</strong>g van hanew<strong>in</strong>ckel gemaakt<br />
bij <strong>een</strong> namenlijst van alle 101 gem<strong>een</strong>teleden ten<br />
behoeve van het departementaal bestuur van<br />
brabant (gedateerd 25 februari 1805). uit de lijst<br />
blijkt, dat dit gemis voor meerdere lidmaten vanuit<br />
de plaatsen blitterswijk, Maashees, holthees<br />
en boxmeer gold. bhic, archief hervormde gem<strong>een</strong>te<br />
vierl<strong>in</strong>gsbeek, <strong>in</strong>v. nr. 18, handel<strong>in</strong>gen van<br />
den Kerkeraad der hervormde gem<strong>een</strong>te te vierl<strong>in</strong>gsbeek,<br />
coll. nr. a. 5971, f. 17.<br />
het betreffende gelegenheidsgedicht bev<strong>in</strong>dt<br />
zich <strong>in</strong> particulier bezit. <strong>in</strong> 1805 kon hanew<strong>in</strong>ckel<br />
deze adellijke familie, bestaande uit dertien zielen,<br />
nog tot het buitengebied van zijn gem<strong>een</strong>te rekenen<br />
(bhic, archief hervormde gem<strong>een</strong>te vierl<strong>in</strong>gsbeek,<br />
<strong>in</strong>v. nr. 18, handel<strong>in</strong>gen van den Kerkeraad<br />
der hervormde gem<strong>een</strong>te te vierl<strong>in</strong>gsbeek,<br />
coll. nr. a. 5971, f. 17). Maar aangezien de <strong>in</strong>middels<br />
<strong>in</strong> 1822 weduwe geworden barones de afstand tot<br />
vierl<strong>in</strong>gsbeek te groot vond, gaf zij <strong>in</strong> hetzelfde<br />
jaar de gelegenheid, om tegenover de oprijlaan<br />
van het kasteel <strong>een</strong> protestants kerkje te bouwen.<br />
Zie: M. flokstra, ‘het verdwenen kasteel blitterswijck’,<br />
Castellogica III (1997) nr. 1.<br />
gerrit paape, Republike<strong>in</strong>sch speelreisje van<br />
Vrankryk naar Holland (twaalfde brief) (’s-hertogenbosch<br />
1795) 71-72.
35<br />
36<br />
uit <strong>een</strong> ‘huwlijkswensch’ door j.g.W. von schmidt,<br />
rixtel 21 oktober 1798. <strong>in</strong> particulier bezit.<br />
W. de vries vermeldt <strong>in</strong> zijn artikel ‘protestantse<br />
noord-brabanders: met <strong>een</strong> genealogie<br />
- hanew<strong>in</strong>(c)kel’ (De <strong>Brabant</strong>se Leeuw 25 (1976)<br />
197-231, aldaar 219) als laatste k<strong>in</strong>d van het echtpaar<br />
hanew<strong>in</strong>ckel: johan hendrik adolf Wilhelm<br />
hanew<strong>in</strong>ckel, geboren te ravenste<strong>in</strong> op 21 april<br />
1820. van deze persoon, vernoemd naar zijn <strong>in</strong><br />
1819 ruim <strong>een</strong> half jaar oud overleden zusje johanna<br />
henrietta adolf<strong>in</strong>a Wilhelm<strong>in</strong>a, valt niet te<br />
achterhalen, wanneer hij stierf. hij overleefde <strong>in</strong><br />
ieder geval zijn ouders en trok na de dood van zijn<br />
moeder (1858) bij zijn broer johan hendrik albert<br />
Karel hanew<strong>in</strong>ckel (1815-1861) <strong>in</strong>, predikant te ravenste<strong>in</strong><br />
en dieden (1841-1861), die ook stukken<br />
voor hem ondertekende. <strong>in</strong> <strong>een</strong> akte (als bijlage bij<br />
bhic, Memorie van successie Kantoor grave. <strong>in</strong>v.<br />
nr. 56, memorienr. 514 i.z. alida hanew<strong>in</strong>ckel-von<br />
schmidt auf altenstadt), die op 6 augustus 1850<br />
bij stephanus hanew<strong>in</strong>ckel thuis werd opgemaakt<br />
door notaris gerardus van der heijden (1818-1869)<br />
uit ravenste<strong>in</strong>, staat johan hendrik adolf Wilhelm<br />
hanew<strong>in</strong>ckel vermeld. <strong>in</strong> het stuk is bepaald, dat<br />
hij de genoemde broer-predikant johan machtigt,<br />
om zijn belangen te behartigen bij het overlijden<br />
van hun ouders stephanus en alida. Expliciet staat<br />
<strong>in</strong> de akte beschreven, dat johan hendrik adolf<br />
Wilhelm hanew<strong>in</strong>ckel “zonder bepaald beroep” <strong>in</strong><br />
ravenste<strong>in</strong> woont. de akte werd mede ondertekend<br />
door de <strong>in</strong> ravenste<strong>in</strong> woonachtige getuigen<br />
hendrikus Eligius cales (overl. 1879), kleermaker<br />
en jacobus pompe (overl. 1863?), venter <strong>in</strong> zaden,<br />
die even<strong>een</strong>s als getuigen optraden <strong>in</strong> zake de afzonderlijke<br />
testamenten van stephanus en alida<br />
hanew<strong>in</strong>ckel uit 1846. nog <strong>in</strong> februari 1865 vermeldt<br />
<strong>een</strong> andere akte <strong>in</strong> zake johan pieter Eliza<br />
Karel hanew<strong>in</strong>ckel (1808-1865), dat johan hendrik<br />
adolf Wilhelm hanew<strong>in</strong>ckel bovendien van <strong>een</strong><br />
levenslange uitker<strong>in</strong>g zal blijven genieten, zoals<br />
dit is bepaald door de <strong>in</strong> 1861 overleden broer en<br />
predikant johan. deze uitker<strong>in</strong>g werd betaald uit<br />
<strong>een</strong> derde van de <strong>in</strong>komsten van <strong>een</strong> tu<strong>in</strong>huisje<br />
met tu<strong>in</strong> <strong>in</strong> ravenste<strong>in</strong> en uit de opbrengsten van<br />
bouwland onder huissel<strong>in</strong>g (bij Oss), <strong>in</strong>: bhic, Memorie<br />
van successie Kantoor boxmeer. <strong>in</strong>v. nr. 10,<br />
37<br />
38<br />
39<br />
40<br />
memorienr. 207. <strong>in</strong> <strong>een</strong> notariële akte (onbeschreven<br />
<strong>in</strong> bezit van het archief van de protestantse<br />
kerk te ravenste<strong>in</strong>), die de overdracht van het polleke<br />
door de erven van johan hanew<strong>in</strong>ckel aan de<br />
hervormde gem<strong>een</strong>te ravenste<strong>in</strong> uit maart 1873<br />
betreft, komt johan hendrik adolf Wilhelm hanew<strong>in</strong>ckel<br />
<strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot de andere nog levende<br />
gez<strong>in</strong>sleden niet meer voor.<br />
het gaat hier om hanew<strong>in</strong>ckels oudste zoon stephanus<br />
johannes Otto hanew<strong>in</strong>ckel, geboren <strong>in</strong><br />
1805 en overleden <strong>in</strong> 1828 als cadet-sergeant der<br />
artillerie op java <strong>in</strong> het militair hospitaal.<br />
brief 29 april 1835. uvt, drie brieven van stephanus<br />
hanew<strong>in</strong>ckel aan jacobus scheltema, Khs d<br />
163.<br />
uit: ‘aan mijnen geliefden schoonbroeder johan<br />
Otto von schmidt auf altenstadt, bij zijne bevorder<strong>in</strong>g<br />
tot doctor <strong>in</strong> de geneeskunde op de<br />
beroemde hooge school van gron<strong>in</strong>gen’. het gebruikte<br />
exemplaar bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> particulier bezit,<br />
maar deze tekst is <strong>in</strong> meerdere openbare collecties<br />
raadpleegbaar.<br />
tegen deze achtergrond is het grote aantal sollicitatiepog<strong>in</strong>gen<br />
van johan misschien veelzeggend.<br />
de vermaarde guillaume groen van pr<strong>in</strong>sterer<br />
(1801-1876) raadde de <strong>in</strong> 1834 afgescheiden predikant<br />
hendrik pieter scholte (1805-1868) <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />
brief van 5 september 1845 aan, om niet met johan<br />
hanew<strong>in</strong>ckel te corresponderen over het plan<br />
van just<strong>in</strong>us jacobus leonard van der brugghen<br />
(1804-1863), om <strong>een</strong> christelijke normaalschool<br />
<strong>in</strong> nijmegen op te richten. aanvankelijk wilde van<br />
der brugghen johan hanew<strong>in</strong>ckel als directeur<br />
daarvan aantrekken, maar hij kwam hierop terug<br />
n.a.v. het oordeel van groen van pr<strong>in</strong>sterer en<br />
jonkheer johan anne s<strong>in</strong>gendonck (1809-1893).<br />
laatstgenoemde persoon was overigens <strong>een</strong> neef<br />
en zwager van van der brugghen en trouwde op 29<br />
juli 1834 met jonkvrouw anna s<strong>in</strong>gendonck (1806-<br />
1883), vrouwe van dieden, alwaar hanew<strong>in</strong>ckel <strong>in</strong><br />
1825 en zijn zoon johan <strong>in</strong> 1841 wegens collatie als<br />
predikant werden bevestigd. Over hanew<strong>in</strong>ckel jr.<br />
schrijft groen van pr<strong>in</strong>sterer: “Mijne op<strong>in</strong>ie is stellig<br />
tegen geweest, omdat ik zelfs daargelaten het<br />
oordeel van s<strong>in</strong>gendonck, wanneer ik hanew<strong>in</strong>ckel<br />
naar het eigen getuigenis van van der brugg-<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 4 5
4 6<br />
41<br />
42<br />
43<br />
44<br />
45<br />
46<br />
47<br />
48<br />
49<br />
hen beoordeel, niet wenschen kan voor <strong>een</strong>e zoo<br />
gewigtige en moeijelijke betrekk<strong>in</strong>g iemand aangesteld<br />
te zien, wien het niet slechts aan alle superioriteit<br />
van kundigheden of talenten, maar zelfs<br />
aan het, mijns <strong>in</strong>ziens, onontbeerlijke tact om met<br />
menschen en k<strong>in</strong>deren om te gaan ontbreekt”. <strong>in</strong>:<br />
Groen van Pr<strong>in</strong>sterer. Schriftelijke nalatenschap.<br />
VII. j. l. van Essen ed. (’s-gravenhage 1992), 717-718.<br />
johan hanew<strong>in</strong>ckel voelde zich aangetrokken tot<br />
de beweg<strong>in</strong>g van het réveil. hij nam dan ook deel<br />
aan de belangrijke vergader<strong>in</strong>g van predikanten en<br />
gem<strong>een</strong>teleden op 18 augustus 1848 <strong>in</strong> het Odeon<br />
te amsterdam, waar o.l.v. enkele sleutelfiguren<br />
b<strong>in</strong>nen het réveil (o.a. groen van pr<strong>in</strong>sterer, capadose<br />
en da costa) werd gesproken over kerkherstel<br />
als reactie op de opkomende vrijz<strong>in</strong>nigheid<br />
vanuit de zogenoemde gron<strong>in</strong>ger richt<strong>in</strong>g.<br />
de vries (noot 36) wijst er <strong>in</strong> zijn artikel (229, aldaar<br />
voetnoot 22.a) op dat het lang niet alle hanew<strong>in</strong>ckels<br />
voor de w<strong>in</strong>d g<strong>in</strong>g. Zo moest de echtgenote van<br />
ds. johannes albertus hanew<strong>in</strong>ckel (1780-1862)<br />
het pensioen na het emeritaat van haar man als<br />
w<strong>in</strong>kelierster <strong>in</strong> kruidenierswaren aanvullen, terwijl<br />
zijn neef, theodorus henricus hanew<strong>in</strong>ckel<br />
(1826-1868), aan de bedelstaf raakte en zodoende<br />
<strong>in</strong> de bedelaarskolonie Ommerschans werd opgenomen.<br />
Willem jan gualtheri genoot <strong>in</strong>komsten uit, onder<br />
andere, de Kamper prebenden sociëteit en uit de<br />
beneficie behorende bij de heerlijkheid de laar <strong>in</strong><br />
s<strong>in</strong>t-Oedenrode. daarnaast had hij opbrengsten<br />
uit bezitt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> rixtel en handelde hij <strong>in</strong> aandelen.<br />
Over zijn f<strong>in</strong>anciën correspondeerde hij met hanew<strong>in</strong>ckel,<br />
die ook opdracht kreeg achter bepaalde<br />
zaken aan te gaan.<br />
brief <strong>in</strong> particulier bezit.<br />
brief 11 januari 1835. uvt, drie brieven van stephanus<br />
hanew<strong>in</strong>ckel aan jacobus scheltema, Khs<br />
d 163.<br />
ibidem.<br />
gedateerd: utrecht, 11 december 1834. brief <strong>in</strong><br />
particulier bezit.<br />
ibidem.<br />
Boekzaal der Geleerde Wereld (oktober 1798) 499.<br />
ibidem, 635. de vacature werd reeds <strong>in</strong> augustus<br />
1801 vervuld. de geuite zorg, om als gem<strong>een</strong>te<br />
50<br />
51<br />
52<br />
53<br />
54<br />
55<br />
56<br />
i n b r a b a n t t i j d s c h r i f t v O O r b r a b a n t s h E E M E n E r f g O E d<br />
57<br />
58<br />
59<br />
60<br />
mogelijk lang niet over <strong>een</strong> eigen predikant te<br />
kunnen beschikken, was zeker niet ongegrond.<br />
de gereformeerde gem<strong>een</strong>te van, bijvoorbeeld,<br />
bakel stond aldus vanaf zomer 1795 ruim tien jaar<br />
maandelijks als “vakant” te boek <strong>in</strong> Boekzaal der<br />
Geleerde Wereld en verdwijnt nadien stilzwijgend<br />
uit de kolommen van genoemd maandblad.<br />
nijmegen 1803.<br />
Boekzaal der Geleerde Wereld (mei 1804) 569.<br />
ibidem, 569-570.<br />
bhic, archief hervormde gem<strong>een</strong>te vierl<strong>in</strong>gsbeek,<br />
<strong>in</strong>v. nr. 18, handel<strong>in</strong>gen van den Kerkeraad<br />
der hervormde gem<strong>een</strong>te te vierl<strong>in</strong>gsbeek, coll.<br />
nr. a.5971, f. 50.<br />
ibidem.<br />
ibidem, f. 69.<br />
de affaire Eppenhuizen staat uitgebreid beschreven<br />
<strong>in</strong> Meijneke (2009) 21-23.<br />
c. W. pape, ‘bijdrage tot de oudheidkennis van<br />
noord-braband, aan het bestuur van het prov<strong>in</strong>ciaal<br />
genootschap van Kunsten en Wetenschappen<br />
<strong>in</strong> noord-braband, ter opname <strong>in</strong> de Handel<strong>in</strong>gen<br />
aangeboden’ <strong>in</strong>: Handel<strong>in</strong>gen van het Prov<strong>in</strong>ciaal<br />
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen <strong>in</strong><br />
Noord-Braband, tweede deel, tweede stuk (1841)<br />
157-198, aldaar 164.<br />
Algem<strong>een</strong>e Konst– en Letterbode, d<strong>in</strong>sdag 23 april<br />
1839, nr. 17, 271-272.<br />
<strong>in</strong> hanew<strong>in</strong>ckels nalatenschap bev<strong>in</strong>dt zich bijvoorbeeld<br />
nog <strong>een</strong> nijmeegs charter van waarschijnlijk<br />
(7 april) 1480, waar<strong>in</strong> sprake is van de<br />
onderrichter (subiudex) Willem Wely van heze van<br />
nijmegen, aangesteld door de burggraaf van nijmegen,<br />
en twee schepenen van nijmegen. Zij verklaren<br />
dat twee provisoren van het heilige-geesthuis<br />
<strong>in</strong> nijmegen voor hen verschenen zijn en volledig<br />
afstand gedaan hebben van <strong>een</strong> erfcijns van<br />
3 pond payment, die rust op <strong>een</strong> nader beschreven<br />
huis en erf. de twee genoemde schepenen hangen<br />
hun zegel aan deze akte; de onderrichter zegelt<br />
met het zegel van de burggraaf.<br />
Algem<strong>een</strong>e Vaderlandsche Letteroefen<strong>in</strong>gen 1796,<br />
X, 454-455. nog <strong>in</strong> 1854 werd op de <strong>in</strong>houd van dit<br />
artikel (door hanew<strong>in</strong>ckel ook verwerkt <strong>in</strong> zijn eerste<br />
Reize en <strong>in</strong> zijn Geschied– en Aardrykskundige<br />
beschryv<strong>in</strong>g der stad en Meiëry van ’s Hertogen
61<br />
62<br />
63<br />
64<br />
65<br />
66<br />
67<br />
68<br />
69<br />
70<br />
71<br />
72<br />
73<br />
bosch) gereageerd <strong>in</strong> het bijblad van het tijdschrift<br />
De Navorscher (vierde jaargang (1854), xxvii-xxviii)<br />
door h. M. c. v. O (= ds. hendrik Mar<strong>in</strong>us christiaan<br />
van Oosterzee (1806-1877)). deze scribent<br />
bekritiseerde hanew<strong>in</strong>ckels uitleg van de latijnse<br />
tekst <strong>in</strong> de <strong>in</strong>scriptie en draagt <strong>een</strong> <strong>in</strong>teressant alternatief<br />
aan.<br />
brief aan pieter van damme, 14 mei 1803. den<br />
haag, Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief<br />
van damme, 401/3.<br />
uit <strong>een</strong> brief door van batenburg, 17 november<br />
1823. <strong>in</strong> particulier bezit.<br />
ibidem.<br />
van de “bossche stadhuis-penn<strong>in</strong>g” is <strong>in</strong> <strong>een</strong> andere<br />
brief uit 1823 door van batenburg sprake, waarvan<br />
de dagteken<strong>in</strong>g onleesbaar is. <strong>in</strong> particulier<br />
bezit. het gaat mogelijk om notaris p. de jong, die<br />
als zodanig <strong>in</strong> de periode 1818-1855 <strong>in</strong> s<strong>in</strong>t-Oedenrode<br />
werkzaam was.<br />
‘beschryv<strong>in</strong>g van <strong>een</strong>, onlangs ontdekt, oud muntstuk’,<br />
Algem<strong>een</strong>e Vaderlandsche Letteroefen<strong>in</strong>gen<br />
(1803 v) 228-230.<br />
brief aan pieter van damme, 14 mei 1803. den<br />
haag, Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief<br />
van damme, 401/3.<br />
brief aan pieter van damme, 28 mei 1803. den<br />
haag, Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief<br />
van damme, 401/5.<br />
pieter van damme was boekhandelaar <strong>in</strong> amsterdam,<br />
directeur van het Zeeuwsch genootschap<br />
der Wetenschappen te vliss<strong>in</strong>gen en ten leven al<br />
vermaard om zijn unieke verzamel<strong>in</strong>g van boeken,<br />
munten en penn<strong>in</strong>gen.<br />
brief aan pieter van damme, 28 mei 1803. den<br />
haag, Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief<br />
van damme, 401/5.<br />
brief aan pieter van damme, 10 juli 1803. den haag,<br />
Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief van<br />
damme, 401/7.<br />
brief aan pieter van damme, 28 mei 1803. den<br />
haag, Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief<br />
van damme, 401/5.<br />
brief aan pieter van damme, 14 mei 1803. den<br />
haag, Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief<br />
van damme, 401/3.<br />
brief aan pieter van damme, 14 mei 1803. den<br />
74<br />
75<br />
76<br />
77<br />
78<br />
79<br />
80<br />
81<br />
82<br />
haag, Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief<br />
van damme, 401/3.<br />
ibidem.<br />
ibidem.<br />
brief aan pieter van damme, 10 juli 1803. den haag,<br />
Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief van<br />
damme, 401/7.<br />
brief aan pieter van damme, 14 mei 1803. den<br />
haag, Museum Meermanno-Westr<strong>een</strong>iaum, archief<br />
van damme, 401/3. de teken<strong>in</strong>g staat afgebeeld<br />
<strong>in</strong> Op reis door de Meierij met <strong>Stephanus</strong><br />
<strong>Hanew<strong>in</strong>ckel</strong>, p. 103.<br />
[stephanus hanew<strong>in</strong>ckel], Mijne wandel<strong>in</strong>gen, iii.<br />
p.n. panken en a.f.O. van sasse van Ysselt, Beschrijv<strong>in</strong>g<br />
van Bergeik (’s-hertogenbosch 1900)<br />
79, 80.<br />
van de baten à fl. 6.262,45 uit de nalatenschap van<br />
de overledene bleef uite<strong>in</strong>delijk, naast het vruchtgebruik<br />
van diverse bezitt<strong>in</strong>gen, het voor die tijd<br />
nog steeds aanzienlijke bedrag van fl. 1.647,97 over<br />
voor de zeven nabestaanden. bhic, Memorie van<br />
successie Kantoor grave. <strong>in</strong>v. nr. 58, memorienr.<br />
173.<br />
bhic, classis ’s-hertogenbosch nederlandse hervormde<br />
Kerk, 1571-1993, toegang 254, <strong>in</strong>v.nr. 250,<br />
27 januari 1862.<br />
ibidem, 3 februari 1862. het gaat om de zusters<br />
henrietta albert<strong>in</strong>a georgia hanew<strong>in</strong>ckel (1804-<br />
1882), arnold<strong>in</strong>a Margaretha bartholda hanew<strong>in</strong>ckel<br />
(1811-1898) en jacoba hermanna christiana<br />
bartholemia hanew<strong>in</strong>ckel (1813-1894). de<br />
vries vermeldt overigens <strong>in</strong> zijn genealogie van de<br />
eerste twee personen all<strong>een</strong> het geboortejaar. Zie:<br />
de vries (noot 36), aldaar 2.<br />
i n b r a b a n t n u M M E r 2 a p r i l 2 0 1 0 4 7