jaargang 11, september 2012 03
NIEUWSBRIEF VAN DE STICHTING
CULTUREEL ERFGOED ZEELAND
A R C H E O L O G I E C U L T U U R H I S T O R I E E R F G O E D E D U C A T I E M O N U M E N T E N M U S E A S T R E E K T A L E N
Inhoudsopgave
2 SCEZpresse
JAARTHEMA
3 Regen schrikt niet af bij Zeeuwse Buitenplaatsen Zomertournee
4 Von Brucken Fock even terug op Ter Hooge
MONUMENTEN
4 Netwerkdag Buitenplaatsen voor Zeeuwse ambtenaren
• Veel molens in Zeeland in de prijzen voor Brim 2012
5 Restauratie Hof Kwistenburg in Kwadendamme
6 Monumentenronde: Stichting Oude Zeeuwse Kerken
7 Open Monumentendagen zaterdag 8 en zondag 9 september
Groen van Toen: relatie tussen monument en directe omgeving
• Schenking waterspuwers toren Biezelinge
• Een gek op het dak
STREEKTALEN
8 Groeiende belangstelling van vrijwilligers voor dialectprojecten
• Zing Zeeuws
9 Streektaal Varia
ALGEMEEN
10 Houd erfgoed levend!
CULTUURHISTORIE
11 Betrokken bij erfgoed
12 7 December: symposium Waar eens water was
Over het water terug in dorp en stad
ERFGOED ALLERLEI
13 Publicaties
MUSEA
14 Museumregister wordt Museumnorm
15 Museumnieuws
• Neptunus op Het Schuitvlot
16 Museum Arnemuiden vernieuwt en breidt uit
• Ontdek de Zeeuwse Ziel tijdens de Zeeuwse MuseumNa|8
17 Volkscultuur Nieuws:
Volksverhalen rond Zeeuwse Ankers
ARCHEOLOGIE
18 Archeologisch Nieuws
• Onderzoek en meldingen
21 Vondst voor het voetlicht:
Een Portugese kraak bij Arnestein
ERFOEDEDUCATIE
22 Een dagje oorlog
• Geschiedenis Zeeland
23 Colofon | KORTelings | MOnuMENTaal
Bij de omslag
Water, steen en groen ontmoeten elkaar bij de Nobelpoort in
Zierikzee. Dat is al zo vanaf de veertiende eeuw, de periode waarin
de Nobelpoort is gebouwd en het grachtenstelsel is aangelegd.
De Nobelpoort is een van de drie bewaard gebleven stadspoorten,
alle in de jaren zestig van de vorige eeuw gerestaureerd.
Drie andere poorten zijn in de negentiende eeuw gesloopt.
De wallen zijn groenzones geworden en in de grachten hebben
eenden nu hun eigen monumentje. De Nobelpoort is een van
de opengestelde monumenten tijdens de Open Monumentendag
(foto Nel Ringelberg).
SCEZpresse
Een gek op het dak? Een dagje oorlog? Ik kan u bij voorbaat verzekeren
dat het allemaal niets te maken heeft met de door Gedeputeerde Staten
voorgestane bezuinigingsvoorstellen voor de komende jaren. Hoe dramatisch
die op zichzelf kunnen uitpakken. Toegegeven, je zou er bijna gek van worden
en er een oorlog om kunnen voeren, want de belangen voor het erfgoed en
voor Zeeland zijn groot. Er staat heel wat op het spel. Erfgoed moet de
komende jaren levend worden gehouden, ook als het economische getij
tegenzit. Dat is een gezamenlijke opgave van overheden, organisaties en
burgers. Het erfgoed heeft vele belanghebbenden. Waarmee ik weer terug
ben bij die gek op het dak en dat dagje oorlog. Zie daarvoor de inhoudsopgave
en lees de stukjes.
In oktober is het tien jaar geleden dat het Platform Maritiem Erfgoed Zeeland
werd opgericht. Alle reden dus om er in deze Zeeuws Erfgoed een special aan
te wijden. Het platform is een mooi voorbeeld van samenwerking van
organisaties met een gelijk doel: het behouden, benutten en beleven van
maritiem erfgoed. De kennis, creativiteit en het doorzettingsvermogen van
de bestuursleden en vrijwilligers van de bij het platform aangesloten
organisaties zijn groot. Het klinkt wat abstract om te zeggen dat dit maatschappelijk
kapitaal is waar we in Zeeland trots op moeten zijn en dus zuinig
mee om moeten gaan (in de goede betekenis van het woord wel te verstaan).
De special laat zien hoe dat concreet uitpakt.
De Open Monumentendag is een van de grootste culturele evenementen van
Nederland met vorig jaar ongeveer 950.000 bezoekers. Traditiegetrouw
organiseert de SCEZ samen met een gemeente de provinciale opening voor
Zeeland. Dit jaar is dat de gemeente Schouwen-Duiveland. Met 830
rijksmonumenten en 386 gemeentelijke monumenten is het bij uitstek een
monumentengemeente. U bent nieuwsgierig? Maak dan op 8 en 9 september
gebruik van de mogelijkheid om een monument ook eens van binnen te
bekijken. Wat je dan allemaal niet te weten komt!
Wim Scholten, directeur
Vanaf de Scheldedijk bij Waarde is het een fraai zicht op schor en slik.
De stroming van het water zorgt voor dynamiek. Het hoger gelegen schor
trotseert de vloed. Twee strekdammen proberen het lager gelegen slik op zijn
plaats te houden. Wat is hier zo bijzonder? Ooit lag hier het dorpje Valkenisse.
Gesticht in de twaalfde eeuw en in 1682 definitief verloren gegaan door het
wassende water. In 1990 weer tevoorschijn gekomen en sindsdien onderwerp
van archeologisch onderzoek. Een beschermd archeologisch monument.
Beschermd door de wet en beschermd door het slik tussen de strekdammen.
Een fascinerende plek. Binnenkort verschijnt een monografie over Valkenisse,
inmiddels het best gedocumenteerde verdronken dorp van Nederland.
Regen schrikt niet af
bij Zeeuwse Buitenplaatsen Zomertournee
De door de SCEZ georganiseerde Zeeuwse Buitenplaatsen Zomertournee
in de tweede helft van juni is goed bezocht. De manifestatie vond plaats
in het kader van het (landelijke) Jaar van de Historische Buitenplaats en
het Zeeuws Jaar van het Water. Dat laatste was er genoeg, want het hield
met name de eerste zondag van de tournee (24 juni) maar niet op met
regenen. Hierdoor viel de picknick aan de vijver van buitenplaats
Ter Hooge bij Middelburg letterlijk in het water, maar dankzij de andere
activiteiten werd het toch nog een geslaagde middag. Tussen de buien
door konden mensen mee met natuurwandelingen van gidsen van
Stichting Het Zeeuwse Landschap, luisteren naar een cultuurlezing van
buitenplaatsdeskundige Ronald van Immerseel van Stichting In Arcadië,
genieten van de barokmuziek van Da Capo en konden kinderen
Gids Sander den Haan van het Zeeuws Archief verhaalt over
het waarom van de vele buitenplaatsen in Schuddebeurs.
De schmink vond gretig aftrek bij de meeste kinderen.
Barokacteurs bij het grand canal van buitenplaats
Mon Plaisir in Schuddebeurs.
Zeeuws Erfgoed 3 september 2012/03 • JAARTHEMA
geschminkt worden. Twee barokacteurs traden op als gastheer en -vrouw.
De volgende zondag (1 juli) op Mon Plaisir (Schuddebeurs) kon er
gelukkig wel droog gepicknickt worden aan het grand canal van deze
buitenplaats. Ook hier trokken de gidsen van het Zeeuws Archief
(cultuur) en van Stichting Landschapsbeheer Zeeland (natuur) veel
publiek. De middag op Mon Plaisir trok ongeveer tweehonderd
belangstellenden, waar er op Ter Hooge maar vijftig mensen deelnamen.
De foto’s op deze pagina en de voorpagina geven een impressie van de
sfeer van de twee zondagen. De foto’s zijn ook te vinden op de website van
de SCEZ. De Zomertournee op beide buitenplaatsen werd mede mogelijk
gemaakt door de gemeenten Middelburg en Schouwen-Duiveland.
Hoewel nog niet binnen, konden mensen nooit eerder zo
dicht bij het huis van Mon Plaisir komen.
Beide tourneedagen verzorgde Da Capo,
een combo van harp en fluit, de sfeervolle barokmuziek.
‘Spiderman’ voor de gracht aan de achterzijde
van buitenplaats Ter Hooge bij Middelburg.
Gids Annemarie Stern van
Stichting Het Zeeuwse landschap
vindt een ganzenei.
Diverse bezoekers maakten
kennis met de bijzonder
natuurwaarde op Ter Hooge.
Mezzosopraan Bernadette
ter Heine vertolkt werk van
de Zeeuwse componist
Gerard von Brucken Fock op
buitenplaats Ter Hooge, op
welke plaats hij geboren is.
Vooraanzicht van
buitenplaats Toorenvliedt
in Middelburg.
Von Brucken Fock even terug op Ter Hooge
Netwerkdag Buitenplaatsen
voor Zeeuwse ambtenaren
Op vrijdag 22 juni kwam het Zeeuwse monumentennetwerk
bijeen op buitenplaats Toorenvliedt in
Middelburg voor een aantal interessante lezingen over
Veel molens in Zeeland in de prijzen voor Brim 2012
In juli zijn de beschikkingen verstuurd naar de monumenteneigenaren die hadden meegedongen naar de Brim 2012. In Zeeland werden 81
aanvragers - waarvan 50 molenaars of molenstichtingen! - blij gemaakt met een beschikking voor subsidie op basis van een 6-jarig onderhoudsplan
voor de periode 2013-2018. Hiermee werd circa 60 procent van de aanvragen gehonoreerd. Vorig jaar was dat nog maar 20 procent.
Om de beschikbare financiële middelen beter af te stemmen op de vraag, zal het Brim opnieuw worden gewijzigd. In dit Brim 2013 zal er meer
maatwerk worden geleverd door het verlagen van de subsidieplafonds, maar ook door het introduceren van het begrip herbouwwaarde. Hierdoor
zal het aantal aanvragen dat gehonoreerd kan worden verder stijgen en kan iedereen profiteren van de beschikbare gelden voor instandhouding.
Meer informatie kunt u lezen in de nieuwsbrief van de SCEZ: www.scez.nl/monumenten-nieuwsbrief.
Zeeuws Erfgoed 4 september 2012/03 • MONUMENTEN
De Zeeuwse componist Gerard von Brucken Fock (1859-
1935) was voor eventjes weer terug op zijn geboortegrond
Ter Hooge, alwaar hij aan de rand de vijver ‘Laag water
aan de Schelde’ (1895) componeerde. Op zaterdagavond
23 juni vond namelijk in de rococozaal van de buitenplaats
een bijzondere uitvoering plaats van zijn werk,
vertolkt door mezzosopraan Bernadette Ter Heyne en
onder muzikale begeleiding van pianist Rien Balkenende.
Naast Von Brucken Fock bracht het duo ook enkele
moderne muziekstukken ten gehore, onder andere van
The Beatles. De zaal was met zestig plaatsen volledig
uitverkocht. Voorafgaand aan het concert was er een
wandeling van de parkeerplaats met twee gidsen van
Stichting Het Zeeuwse Landschap naar de deur van de
zaal. Na afloop was er nog een borrel voor de aanwezigen.
Het Buitenplaatsconcert werd mede mogelijk gemaakt
door de Provincie Zeeland.
de rol van buitenplaatsen in het Nederlandse - en vooral:
Zeeuwse - landschap. Het is overigens een categorie waar
men in de Zeeuwse context niet vaak aan denkt, terwijl
deze provincie toch buitengewoon rijk bedeeld is geweest.
Van de honderden die er waren is helaas maar een fractie
overgebleven door een veelheid aan oorzaken.
Sprekers als Jon van Rooijen (RCE) en Jan Willem Bosch
(Bosch Slabbers) gingen in op het beleid ten aanzien van
behoud en de daarin gesignaleerde ontwikkelingen. Ook
de vele verborgen buitens, buitenplaatsen die nog maar
rudimentair in het landschap herkenbaar zijn, kwamen
aan bod in een bijdrage van Rudie Geus van Stichting
Landschapsbeheer Zeeland. Op veel plekken wordt
gewerkt om deze rudimentaire buitenplaatsen weer
beter beleefbaar te maken. Ronald van Immerseel van
de Stichting In Arcadië sprak over de nieuwe richtlijnen
voor tuinhistorisch onderzoek. Meer informatie over deze
richtlijnen is te vinden op de website van de SCEZ:
www.scez.nl/monumenten-publicaties.
Maar vanzelfsprekend kon er ook voldoende ‘geproefd’
worden aan de buitenplaatsen, onder meer door een
excursie van Annet Hannewijk van de gemeente
Middelburg door het park van Toorenvliedt en
uiteindelijk met een borrel in de rococozaal van
buitenplaats Ter Hooge.
Restauratie
Hof Kwistenburg in Kwadendamme
Het Hof Kwistenburg is prachtig gelegen aan het natuurgebied
de Zwaakse Weel. De Zwaakse Weel is het restant
van een oude kreek die ontstaan is doordat de rivier de
Zwake afgedamd is ter hoogte van ’s-Gravenpolder en
daarna geleidelijk is ingepolderd. De Zwaakse Weel is
nu een van de grootste natuurgebieden van
Zuid-Beveland. Aan de Zwaakse Weel ligt een historisch
boerderijcomplex, Hof Kwistenburg, bestaande uit een
woning, grote aangebouwde landbouwschuur, varkenskot,
bakkeet en wagenloods.
De oorsprong van de boerderij en de aangebouwde
schuur gaat terug naar het begin van de zeventiende eeuw.
Natuurlijk is er in de loop van de tijd het een en ander
verbouwd. Door de jaren heen is de schuur echter gaan
verzakken en zijn onderdelen van de constructie ernstig
aangetast door lekkage. Om het geheel te behouden is er
een plan voor restauratie gemaakt. Eind januari 2012 is er
een begin gemaakt met de restauratie die uitgevoerd wordt
door Bouwbedrijf Van de Linde uit Goes. Allereerst moest
het potdekselwerk aan de buitenzijde verwijderd worden
en de rieten dakbedekking. Toen de kale constructie van
de schuur goed zichtbaar was kon er gestart worden met
het plan van aanpak. Op veel plaatsen is de fundering
vervangen om weer voldoende draagkracht te krijgen.
De scheefgezakte schuur moest weer zoveel mogelijk in
model gebracht worden. Dit was een werkje waar veel
kracht en inzicht voor nodig was omdat iets wat door
de jaren scheef is gezakt moeilijk weer recht valt te zetten.
Maar dat het goed gelukt is laat de foto zien.
Met veel kracht is de ingezakte dakconstructie rechtgezet.
Restauratie van de gebinten waarbij zoveel mogelijk hout
hergebruikt wordt.
Een groot aantal onderdelen van de constructie moest
aangeheeld of vervangen worden; te denken valt aan
staanders, gebintliggers, korbelen, sporen e.d.
Er wordt zoveel mogelijk hout hergebruikt. Nu de
constructie weer goed is, kan gestart worden met het
aanbrengen van de openingen voor de mendeuren en
het potdekselwerk aan de buitenzijde. Op het dak worden
over de sporen weer de rietlatten aangebracht waarop
de rietdekker het riet kan bevestigen.
De volgende stap is om de mendeuren en de luiken te
maken en deze af te hangen. In het potdekselwerk zijn
ovale openingen gemaakt waar aan de binnenzijde een
glazen ruitje komt dat via een schuifconstructie open
gezet kan worden voor ventilatie. Binnenin de schuur
moet het nodige timmerwerk nog verricht worden.
De houten voederbakken of haverbakken worden weer
in de oude luister hersteld en de hooizolder krijgt zijn
oorspronkelijke functie weer terug. Nu de schuur voor een
groot gedeelte gerestaureerd is, gaat het bedrijf de topgevel
van de voorgevel aanpakken. De topgevel is namelijk naar
achteren getrokken door het inzakken van de schuur.
De schuur en de woning waren namelijk door de nokgordingen
(balken) met elkaar verbonden via zogenaamde
balkankers. Voor de leerlingen restauratietimmeren zijn
er genoeg onderdelen die passen in hun opleiding.
De leermeester heeft de taak om naast de begeleiding van
de leerlingen ook nog zorg te hebben voor de voortgang
van het project. Dit laatste kan alleen maar als de
leermeester over voldoende kennis bezit en het enthousiast
weet over te brengen naar de leerlingen; beide
vaardigheden zijn hier gelukkig aanwezig.
Het natuurgebied de Zwaakse Weel is plusminus
100 hectare groot en zal in de toekomst nog eens met
100 hectare uitgebreid worden. Eigenaar en beheerder
van de Zwaakse Weel is Natuurmonumenten dat bij
de herinrichting veel aandacht besteed heeft aan wandelen
fietsroutes. Hof Kwistenburg aan de Zwaakse Dijk
met de gerestaureerde schuur past hier weer mooi in en
zal zeker het bekijken waard zijn.
Zeeuws Erfgoed 5 september 2012/03 • MONUMENTEN
Ook het dak krijgt zijn
oorspronkelijke aanblik
weer terug.
MONUMENTENRONDE Stichting Oude Zeeuwse Kerken
Zeeuwse kerken in beweging
De Stichting Oude Zeeuwse Kerken
(SOZK) bestaat dit jaar 36 jaar,
ofwel sinds 1976. De stichting
heeft tot doel “het bevorderen van
de belangstelling voor historische
kerkgebouwen in de provincie
Zeeland en de instandhouding in
de ruimste zin”. In artikel 4 van de
statuten heeft de stichting opgenomen
hoe zij haar doel tracht te bereiken:
a. het in eigendom verwerven, het bewaren, restaureren, beheren en ter
bezichtiging stellen van monumentale kerken en hun bijgebouwen in
de ruimste zin;
b. het streven naar een passend gebruik van de gebouwen zoveel mogelijk
in overeenstemming met hun aard;
c. het bevorderen van belangstelling voor deze gebouwen in een zo breed
mogelijke kring;
d. het verzamelen en verstrekken van inlichtingen en gegevens over deze
gebouwen;
e. het nemen van initiatieven op het gebied van adviezen, voorlichting,
publicatie en het leggen van kontakten met eigenaren van bouwwerken
in sub a. bedoeld;
f. andere middelen, welke tot bevordering van dat doel kunnen leiden.
Restauratie Nieuwe Kerk in Zierikzee
De kerk waar het allemaal mee begon, de Nieuwe Kerk in Zierikzee,
wordt momenteel grondig onder handen genomen. Er is een omvangrijke
restauratie gaande die het gehele jaar duurt. Aanleiding voor de restauratie
is de aanwezige huiszwam die met name door lekkages zijn ‘sporen kon
verdienen’. In de afgelopen jaren is hierdoor schade ontstaan en moesten
maatregelen worden genomen om de veiligheid van de bezoekers te
kunnen waarborgen. Zo werden de voluten op de pilaren ingepakt om
loskomende deeltjes op te vangen en werden op een later moment
rondom netten opgehangen om ook op de tussenliggende plaatsen dit
probleem tegen te gaan. Er zijn intussen al veel bezoekers geweest die
wel eens wilden weten hoe de kerk erbij staat.
Begin 2010 kon een breed opgezette workshop worden gehouden
waarbij het Atelier Rijksbouwmeester, de Provincie Zeeland,
de gemeente en anderen aanwezig waren. Het Atelier is betrokken bij
de Sint-Lievensmonstertoren (een rijksmonument) vlak bij de Nieuwe
Kerk. Het idee rees om toren, plein en kerk in één beweging aan te
pakken, zodat er (opnieuw) samenhang kan ontstaan.
Ook werd in 2010 de Nieuwe Kerk als eerste keus voorgedragen voor het
kennisproject her-/ nevenbestemming van kerken in Zeeland. Hiermee
kon onder professionele begeleiding worden gezocht naar nieuwe en/of
verbeterde vormen van gebruik van de kerk. Een bijzonderheid was dat
er voor de Nieuwe Kerk een schenking werd gegeven waardoor de
herinrichting ook daadwerkelijk ter hand kan worden genomen.
Die zal in 2013 plaatsvinden.
Onderhoud aan drie dorpskerken
De SOZK heeft meerdere kerken in eigendom. Het gaat om de dorpskerken
in Kats, Baarland en Waterlandkerkje. De kerk in Hoofdplaat
werd eind vorig jaar verkocht nadat er eerder een drietal appartementen
in werd gerealiseerd - overigens met behoud van essentiële onderdelen van
het interieur als de preekstoel en de bijzondere kerkbanken. Van de kerk
in Waterlandkerkje kon recentelijk het ‘daktorentje’ worden gerestaureerd
nadat er tientallen jaren geen middelen voor konden worden vrijgemaakt.
In Baarland kon de scheidingswand van de kerk (‘het schot’) worden
hersteld en in Kats kwamen middelen beschikbaar om de voor- en
achtergevel van de kerk op te knappen.
Alle vier de kerken worden, behalve door Brim-subsidies voor onderhoud,
‘in de lucht gehouden’ door bijzonder actieve plaatselijke commissies.
Zij organiseren de activiteiten waarmee de ontbrekende gelden worden
gegenereerd om dit erfgoed te behouden. Ook de bijdragen van donateurs
worden gebruikt voor onderhoud en restauratie. De stichting heeft geen
personeel in dienst, alles wordt gedaan door vrijwilligers.
www.zeeuwsekerken.nl
Zeeuws Erfgoed 6 september 2012/03 • MONUMENTEN
De Nieuwe Kerk in Zierikzee, in 1848 in gebruik genomen,
ondergaat gedurende 2012 een omvangrijke restauratie
aan binnen- én buitenzijde (foto’s SOZK).
Open Monumentendagen zaterdag 8 en zondag 9 september
Groen van Toen:
relatie tussen monument en directe omgeving
Het landelijke thema van de 26e Open Monumentendag
(8 en 9 september) luidt ‘Groen van Toen’. Dit jaar wordt niet alleen
naar binnen maar ook naar buiten gegaan. In onze erfgoedrijke,
groene provincie worden tijdens deze dagen ruim driehonderd
monumenten opengesteld voor het publiek.
Het gebouwde erfgoed kan niet los gezien worden van de omgeving
waarin het is geplaatst. Vrijwel alles wat we in Nederland aan groen
hebben, is immers door mensen bedacht en aangelegd in relatie tot
de gebouwde ‘stenen omgeving’. Met ‘Groen van Toen’ wordt die relatie
centraal gesteld. Verreweg de meeste Zeeuwse gemeenten hebben naar
aanleiding van de Open Monumentendagen (OMD) activiteiten
georganiseerd. In Zeeland ligt het accent op zaterdag 8 september. Die
dag maakt de Provincie Zeeland het openbaar busvervoer en Fast Ferries
in Zeeland gratis. Kijk voor de gratis vervoerbon op www.degoedekantop.nl
of in de huis-aan-huisbladen van week 35. Voor de deelnemende Zeeuwse
monumenten, zie www.openmonumentendag.nl.
Op diverse plaatsen en momenten wordt de start van de OMD 2012
officieel ingeluid. De SCEZ organiseert samen met de gemeente
Schouwen-Duiveland op vrijdag 7 september de provinciale opening
voor Zeeland. Deelname gebeurt op uitnodiging. Plaats van handeling is
het onlangs gerestaureerde Stadhuismuseum in Zierikzee.
Het programma voorziet in interessante onderwerpen: onder andere
het nieuwe monumenten- en erfgoedbeleid van de gemeente Schouwen-
Duiveland (de SCEZ is een van de partijen die aan de inhoud daarvan
heeft bijgedragen) en monumenten die tegelijkertijd groen en rood zijn,
dat wil zeggen zowel vanuit natuur- als erfgoedoogpunt waardevol.
Op 8 september zal ‘ergens in Zeeland’ de Monumentenwacht zich
presenteren. Zij laat dan zien wat een inspectie op hoog niveau en
hangend aan een touwtje inhoudt; spectaculair om te zien!
Voor de precieze locatie van onze monumentenwachters in actie, kijk op:
www.scez.nl
Schenking waterspuwers toren Biezelinge
In juni mocht de SCEZ de originele negentiende-eeuwse waterspuwers
van de kerktoren van Biezelinge in ontvangst nemen. Namens het
kerkbestuur overhandigde de heer Soeters uit Kapelle de spuwers
aan de SCEZ.
De toren uit 1877, gebouwd naar ontwerp van J.H. Hanninck, is een
vierkante toren die overgaat op een achtkant. De acht zijden eindigen in
een fronton. Op de hoeken van deze frontons verzamelt zich het water
dat van de spits afstroomt. Om dit water zo ver mogelijk van de toren af
te laten lopen zijn er in deze hoeken spuwers aangebracht.
Deze originele spuwers bestaan uit twee metalen delen die gezamenlijk
één spuwer vormen. Een gereconstrueerd exemplaar is gebruikt om een
gietmal te maken. Verder zijn er nog acht halve exemplaren aanwezig.
De SCEZ heeft deze bouwfragmenten opgeslagen in haar depot zodat
de originele spuwers altijd geraadpleegd kunnen worden.
Een gek op het dak
Als openhaard- of houtkachelstoker kunt u wel eens last ondervinden van verminderde trek
in de schoorsteen. Een vervelend verschijnsel dat het plezier van een gezellig knapperend
vuurtje op een wat killere nazomeravond soms volledig teniet kan doen.
Bij schoorsteenproblemen kunnen verschillende factoren een rol spelen. Bijvoorbeeld te weinig
wind om de rook voldoende af te voeren, een gedeeltelijke verstopping van het rookkanaal, een
schoorsteen die niet hoog genoeg is of draaiwinden die vanachter een naast gelegen pand komen,
en die ook al snel verminderde afvoer van de rookgassen veroorzaken.
In vroegere tijden waarbij elke woning wel voorzien was van een hout- of kolenkachel, is voor
vaak wisselende winden een oplossing bedacht: een gek op het dak. Een gek is een met de wind
meedraaiende (vaak metalen) kap op de schoorsteen. Door middel van een windvaan boven op
de kap richt de gek zich op de wind, zodanig dat de rook aan de open kant (van de wind
afgekeerd) ongehinderd kan verdwijnen. De geleide luchtstroom langs de kap bevordert de trek
in de schoorsteen. De opmerkelijke naam van de schoorsteenkap verwijst naar het gedrag: als een
gek draait de kap in de rondte bij wisselende windrichtingen. De ‘tegenwoordige gek’ van roestvrij
staal komt vooral voor op schoorstenen die direct van een vuur afkomen, zoals bij open haarden.
Bij moderne cv-installaties is het gebruik van een gek dan ook niet meer nodig.
Tip van de Monumentenwacht: hebt u in uw woning regelmatig last van verminderde afvoer
van rookgassen, neem dan contact op met een schoorsteenveger of de installateur. Laat het
schoorsteenkanaal inspecteren op verstoppingen. Mocht het probleem daarna nog niet verholpen
zijn, dan is een gek op het dak misschien zo gek nog niet!
Zeeuws Erfgoed 7 september 2012/03 • MONUMENTEN
Een gek draait met de wind mee en bevordert
en reguleert zo de afvoer van rookgassen.
Streektalen
Groeiende belangstelling van vrijwilligers
voor dialectprojecten
Een vijftiental geïnteresseerde kandidaatvrijwilligers kwam op vrijdagmiddag
22 juni bij de SCEZ luisteren welke projecten rond de Zeeuwse
dialecten er de volgende jaren op stapel staan. Na een korte introductie
waarbij de kandidaten zich aan elkaar voorstelden, toonde de adviseur
streektalen een powerpoint met de verschillende projecten waarvoor in
de toekomst een beroep zal worden gedaan op vrijwilligers.
Het project ‘digitalisering van de Zeeuwse dialectwoordenboeken’ past
in een groter kader. In Vlaanderen werkt Variaties vzw al een tijd aan
een digitale Woordenbank van de Nederlandse Dialecten. In die database
zitten nu al enkele Vlaamse dialectwoordenboeken. De Zeeuwse Dialect
Vereniging besloot om hieraan mee te werken en zorgde voor digitale
tekstversies van het woordenboek en het supplement. Variaties vzw heeft
een import-tool ontwikkeld waarbij vanuit een tekstbestand een databaseimport
wordt gegenereerd. De letters A tot en met D zijn al in de database
geïmporteerd. Aan de kandidaatvrijwilligers werd uitgelegd hoe en wat er
allemaal moet gebeuren om de database optimaal te maken voor
toekomstig gebruik. Enkele enthousiastelingen waren bereid om hiermee
aan de slag te gaan en in het najaar te beginnen met de verrijking.
Behalve het Woordenboek van de Zeeuwse Dialecten en het Supplement,
zal ook het Kruinings woordenboek in de database worden opgenomen.
Een volgende project, waarvoor eerder al een paar vrijwilligers werden
aangetrokken, betreft het digitaliseren van oude vragenlijsten die ooit
met de hand werden ingevuld. Er bestaan diverse lijsten over de Zeeuwse
dialecten. Een deel ervan werd door de Zeeuwse Dialect Vereniging zelf
rondgestuurd. Maar ook het Meertens Instituut is in 1931 begonnen
met het versturen van vragenlijsten naar informanten in Nederland en
Vlaanderen. Hieraan werkten ook heel wat Zeeuwen mee. De eerste
vragenlijst van het Meertens Instituut ging over de namen van lichaamsdelen
van de mens. Het mochten ook ‘platte woorden’ zijn. Sindsdien is er
jaarlijks een vragenlijst rondgestuurd met vragen over allerlei aspecten van
In juni kon je hier en daar al een inschrijfformulier
vinden voor Zing Zeeuws. De vierde liedjeswedstrijd
Zing Zeeuws vindt dit jaar plaats op
16 november in Porgy en Bess in Terneuzen.
De inschrijvingen lopen ondertussen binnen.
Ook geïnteresseerd om eens een nummer in het Zeeuws te brengen?
De wedstrijd, georganiseerd door de SCEZ in samenwerking met de Stichting
De Zeeuwse Taele en met financiële steun van de Provincie Zeeland, mikt op
de jeugd (en op wie zich jeugdig genoeg voelt) in Zeeland en is bedoeld om
het gebruik van de Zeeuwse dialecten in de muziek te stimuleren.
In juni werd via diverse kanalen een folder verspreid om bands en individuele
zangers aan te sporen om in te schrijven. De folder is ook te downloaden via
de website van de SCEZ. De inschrijftermijn sluit op 15 september of 1 oktober
(afhankelijk van de categorie). De talentenjacht nodigt bands die tot nu toe
Engels- of Nederlandstalige songs maakten, maar ook nieuwe bands en muzikanten
uit om een lied in te sturen. De inzendingen worden door een onafhankelijke jury
beoordeeld. De spelregels van de wedstrijd zijn te vinden op de website Intzeeuws.nl.
Voor meer informatie mail naar zingzeeuws@scez.nl of bel 0118-670870.
Je kunt Zing Zeeuws ook volgen op Twitter of op Facebook: Facebook.com/intzeeuws.
Zing Zeeuws is een onderdeel van ‘In ’t Zeêuws’, een nieuw project van de SCEZ
dat zich richt op alle culturele uitingen in Zeeuwse dialecten. Het is de bedoeling elk
jaar een evenement te verzorgen dat volledig in het Zeeuws gebeurt. Voor 2012 is
dat Zing Zeeuws. In juni 2013 wordt dat een poëzie- of verhalenwedstrijd.
www.intzeeuws.nl
Zing Zeeuws
Zeeuws Erfgoed 8 september 2012/03 • STREEKTALEN
het dialectgebruik. In 1934 is ook de afdeling Etnologie, toen nog
Volkskunde geheten, vragenlijsten gaan versturen over zaken als het geloof
in kabouters en dwergen, gebruiken rond feestdagen, en volksgebruiken
zoals het ophangen van de nageboorte van het paard. In totaal zijn er
tussen 1931 en 2005 220 vragenlijsten het land in gegaan. Het Meertens
Instituut wil ze graag beschikbaar stellen aan onderzoekers en
geïnteresseerden. Maar uiteraard zijn de antwoorden op de vragenlijsten
handgeschreven, en dus kan de computer ze niet lezen. Mensen kunnen
dat gelukkig wel. Het instituut is daarom op zoek naar menskracht:
vrijwilligers die bereid zijn wat tijd te besteden aan het overtikken van
deze belangrijke gegevens. De SCEZ werkt hieraan graag mee voor het
Zeeuwse gedeelte. Het overtikken van de lijsten gebeurt via een foto van
de vragenlijst en een speciaal formulier via internet. Neem eens een kijkje
op Meertens.nl/vragenlijsten. Daar staat ook een contactadres, maar
Zeeuwen kunnen zich ook opgeven bij de adviseur streektalen die dit
project begeleidt vanuit Zeeland. Op basis van deze gegevens kunnen
Zeeuwse studenten gebruik maken van deze gegevens of kunnen er
bijvoorbeeld dialectkaarten getekend worden voor een dialectatlas.
Uiteraard zijn er ook nog andere projecten. De SCEZ gaat in het najaar
bekijken of er een reminiscentieprogramma kan worden ontwikkeld rond
streektaal in de zorg. Een van de ideeën is om gesprekken te registreren
van Zeeuwse dialectsprekers met levensverhalen, zodat die later
bijvoorbeeld kunnen vergeleken worden met de opnames van de jaren
zestig en zeventig. Hoeveel is de taal veranderd in de voorbije vijftig jaar?
Het verder ontwikkelen van het digitale platform De Zeeuwse Klapbank
behoort eveneens tot de mogelijkheden.
Op Zeeuwseklapbank.nl staat de powerpointpresentatie die op de
vrijwilligersmiddag werd getoond. In het najaar, op vrijdag 5 oktober,
wordt een tweede vrijwilligersmiddag georganiseerd. Wie interesse heeft,
kan zich nu al aanmelden bij de adviseur: v.de.tier@scez.nl.
Meer informatie over het programma volgt later.
•
STREEKTAAL VARIA
Taal als immaterieel erfgoed
Op 28 september organiseert de Stichting Nederlandse
Dialecten haar zevende Internationale
Streektaalconferentie in Elst (Gelderland). Het thema van
de dag is ‘taal als immaterieel erfgoed’. De dag staat in het
teken van de UNESCO-Conventie over immaterieel erfgoed.
In het ochtendgedeelte legt Rob Belemans (FARO)
uit wat er in Vlaanderen al gebeurt op taalvlak binnen
deze conventie. Vervolgens vertellen Filip Verstraete
(Fevlado) en Goedele De Clerck (Universiteit Gent) over
hoe gebarentaal binnen de UNESCO-Conventie een
Groot Dictee der Thoolse taal
Op vrijdag 2 november 2012 vindt de derde editie
van het Groot Dictee der Thoolse taal plaats. Plaats
van handeling is dorpshuis de Vossenkuil in Oud-
Vossemeer. Ook u kunt dit jaar weer plaatsnemen in
de schoolbankjes of als publiek aanwezig zijn bij dit
unieke evenement. Zelf deelnemen is natuurlijk het
allerleukste. Eén ding staat nu al vast: er zal hoe dan
ook een nieuwe naam als winnaar of winnares op de
wisseltrofee komen. Tweevoudig winnares Anita
Goedegebuure is namelijk toegetreden tot de
werkgroep die het dictee samenstelt en de uitgewerkte
dictees van de deelnemers controleert.
Deelnemen is gratis en aanmelden kan schriftelijk
(Groot Dictee der Thoolse taal, Kalisbuurt 1, 4698
CN Oud-Vossemeer) of online via thoolsdictee.nl. Op
deze website vindt u ook de originele Schriefwiezer die
gebruikt mag worden als naslagwerk bij het dictee.
Zo kunt u thuis alvast oefenen. Alle deelnemers
krijgen rond 1 oktober een officiële uitnodiging
voor het dictee.
plaats kan krijgen en zingt Dick van Altena liedjes in zijn
eigen streektaal. Na de lunch krijgen Pieter Matthijs
Gijsbers (Nederlands Openluchtmuseum) en Hans Bennis
(Meertens Instituut) de gelegenheid hun visie op taal als
immaterieel erfgoed te geven. Daarna volgt een
afsluitende discussie met diverse vertegenwoordigers uit
de Vlaamse en Nederlandse overheid (provinciaal en
landelijk) en uit de erfgoedsector. Als u geïnteresseerd
bent, kunt u meer informatie vinden op onze website
scez.nl, of op de website gelderserfgoed.nl.
Zeeuws op de omroep
Vanaf september hoort u misschien weer wat meer
Zeeuws op de radio. Omroep Zeeland zal met ingang
van donderdag 6 september tot donderdag 25 oktober
acht weken lang het televisieprogramma ‘Dat is andere
taal’ uitzenden. In deze serie staan dialecten en
streektaal centraal.
Naast gesprekken met bekende Nederlanders als
Herman Finkers, Foppe de Haan, Stef Bos, Twan
Huys en de Zeeuwse Katinka Polderman is er ruimte
voor diverse reportages over taal en de ontwikkeling
ervan.
Tijdens deze weken wil Omroep Zeeland ook enkele
specifieke Zeeuwse bijdragen programmeren. U hoort
er ongetwijfeld meer van als u luistert naar Omroep
Zeeland vanaf september.
Zeeuws Erfgoed 9 september 2012/03 • STREEKTALEN
Jaarlijkse
dialectdag
Zeeuwse
Dialect
Vereniging
Op 15 oktober organiseert
de Zeeuwse Dialect
Vereniging haar jaarlijkse
dialectdag in Landlust in
Nieuwdorp. Het thema is
‘dieren in en rond het
huis’. De adviseur streektalen
geeft er een lezing
over de dialectbenamingen
van dieren in en rond
het huis. Meer informatie
via Rinus Willemsen,
rwillemsen@zeelandnet.nl,
of via de website van de
vereniging:
zeeuwsdialect.nl.
Houd erfgoed levend!
Op 15 mei presenteerden Gedeputeerde Staten van
Zeeland het voorstel Kerntakendiscussie. Dit voorstel
omvat een omvangrijke bezuiniging van 16 miljoen
euro op onder andere instellingen als de SCEZ.
Welke acties heeft de SCEZ ondernomen en wat is
nu de stand van zaken met betrekking tot de
kerntakendiscussie en de bezuinigingsronde?
In een open brief annex affiche, meegezonden met de
juniaflevering van Zeeuws Erfgoed en verspreid onder
erfgoedorganisaties en het publiek, heeft de SCEZ
aangegeven wat de consequenties daarvan zijn voor het
erfgoed en de SCEZ. Als deze extra bezuiniging in volle
omvang doorgaat zal de SCEZ in haar huidige vorm
en werking ophouden te bestaan.
Door mondeling en schriftelijk op het voorstel te reageren
en door het ophangen van het affiche ‘Houd erfgoed
levend!’ hebben velen laten weten het niet eens te zijn met
de voorgestelde extra bezuiniging op de SCEZ. In de
inspraakreactie en de gesprekken met Statenfracties heeft
de SCEZ daar in de aanloop naar de vergadering van
Provinciale Staten van 22 juni dankbaar gebruik van
gemaakt. Reacties zijn geanonimiseerd op website scez.nl
geplaatst. Een kleine selectie hieruit:
“De afbouw van de goede erfgoedzorg in Zeeland zorgt
voor een aantasting van wat wezenlijk het bezit is van de
Zeeuwse en dus ook de Nederlandse bevolking”
“Erfgoed geeft identiteit, is duurzaam en voegt
economische waarde toe”
“Het is ondenkbaar dat er geen onafhankelijke partij meer
is in Zeeland die opkomt voor de erfgoedsector”
“Funest voor alles dat met jarenlange inzet en toewijding
is opgebouwd”
Zeeuws Erfgoed 10 september 2012/03 • ALGEMEEN
“SCEZ speelt een centrale rol in de bewustmaking van
de waarde van het erfgoed in Zeeland”
“Met de voorgenomen bezuinigingen wordt de erfgoedzorg
onevenredig zwaar getroffen. Dit terwijl dit op
provinciaal niveau een belangrijke economische drager is”
“Verlies van de SCEZ is een historische misser”
“Investeren in het verleden is investeren in de toekomst!”
“In Vlaanderen zijn we erg verbaasd over de negatieve
spiraal waarin erfgoed bij jullie terecht gekomen is.
Nederland had net een voorbeeldfunctie voor ons.
Bijna niet te geloven dus”
Tussentijdse ontwikkelingen
Op 22 juni hebben Provinciale Staten ingestemd met een
aangepast voorstel van Gedeputeerde Staten. Aangepast is
het takenprofiel van de Provincie en het tijdstip waarop
de bezuiniging moet ingaan. Gedeputeerde Staten zullen
tussen 12 september en 12 oktober met instellingen als
de SCEZ en met de gemeenten overleg gaan voeren over
het realiseren van de bezuinigingen en het leveren van
‘maatwerk’ per instelling. Bij het aangepaste voorstel
wordt ook ingegaan op de opmerkingen van de SCEZ.
Het aangepaste voorstel is te vinden op
www.scez.nl/standvanzaken.
Voor de SCEZ betekent het aangepaste voorstel van
GS meer tijd en meer mogelijkheden om te komen tot
een acceptabele oplossing. Een oplossing die recht doet
aan de plaats van het erfgoed in de Zeeuwse samenleving
en aan de rol van de SCEZ hierin. Maar het is geenszins
zeker dat dit ook zal leiden tot een lagere bezuinigingstaakstelling.
Daarover zal pas in oktober wat meer
duidelijkheid zijn. Uiteindelijk nemen Provinciale Staten
in hun vergadering van 17 december een definitief besluit.
Betrokken bij erfgoed
De Hertogin Hedwigepolder.
Deze zomer was ik, na lange tijd, weer eens in de Hertogin Hedwigepolder.
Samen met het schorrenlandschap van Saaftinge en het spookdorp Doel
levert dat een excursie op die de bezoeker wel stof tot nadenken móét
bieden. Over de Hedwigepolder is inmiddels wel alles gezegd, ook vanuit
het perspectief van de cultuurhistorie, maar in dit verband is er iets anders
dat intrigeert. Dat is de grote betrokkenheid bij de toekomstplannen
met de polder, een betrokkenheid die ver uitstijgt boven de feitelijke
en particuliere belangen van slechts één enkele eigenaar en maar een
handjevol bewoners die in het geding zijn.
Maar, misschien biedt de Hedwigepolder met zijn inmiddels sterke
symboolfunctie niet het meest treffende voorbeeld van betrokkenheid
bij landschappelijk erfgoed. Er staan meer plannen op het vuur die de
gemoederen beheersen. Plannen die vaak met elkaar gemeen hebben dat
ze visueel ingrijpen in de wijdere omgeving, en dat is in het veelal vlakke
en open Zeeuwse landschap al snel het geval. Plannen vaak ook van
particuliere aard, maar met een groot effect op de openbare ruimte.
Zo zorgt de komst van windmolens in de Gouweveerpolder, op de grens
tussen Schouwen en Duiveland, al op voorhand voor commotie. Iets
dergelijks geldt voor de plannen die al geruime tijd gekoesterd worden
met betrekking tot de Veerse Dam en het aanpalende Veerse Meer waarin
onder andere een hotel moet komen te drijven. En wat te denken van
het vrijwel gerealiseerde plan om land art te laten neerdalen in de
Wilhelminapolder? Ook daar liggen de verhoudingen duidelijk:
één grootgrondbezitter als eigenaar, maar veel Goessenaren beschouwen
de polder als hun achtertuin en nog heel veel meer passanten rijden
dagelijks over de Deltaweg dóór de polder.
Toen ik mij tien jaar geleden nogal kritisch uitliet over het geruisloos
verdwijnen van enkele oeroude en onverharde weggetjes op Walcheren,
werd mij dat niet door iedereen in dank afgenomen. Waar bemoeide
ik me eigenlijk mee? Tenminste één van die weggetjes was particulier
eigendom. Had de boer in kwestie niet het volste recht dat bij zijn land
te trekken? Formeel natuurlijk wel, maar vanuit het algemeen belang
geredeneerd valt ook een ander standpunt te verdedigen.
De overheid als toezichthoudster op allerlei ruimtelijke regelgeving zou
zich dat algemeen belang wel eens wat meer mogen aantrekken. Zeker
in Zeeland, met periodiek en regionaal meer bezoekers - in de vorm van
toeristen - dan inwoners, zien velen nauwlettend toe. En zijn het in
sommige gevallen de zomerse recreanten uit het Ruhrgebied of elders
die een grotere betrokkenheid met het wel en wee van ons landschap
aan de dag leggen dan wij Zeeuwen zelf. Natuurlijk kan de overheid niet
met iéders belang rekening houden. Natuurlijk speelt er het nimby-effect:
als ík er maar geen last van heb. En natuurlijk verschillen de smaken,
en vindt de een het Loire-kasteel bij ’s-Heer Arendskerke inderdaad de
Cultuurhistorie
Zeeuws Erfgoed 11 september 2012/03 • CULTUURHISTORIE
mooiste uiting van nieuwbouw in Zeeland en is de ander juist blij met de
hoge omwalling eromheen.
Overheden lijken betrokkenheid van burgers al snel als lastig en tijdrovend
te beschouwen. Maar in plaats van extra lastpost of kostenpost te zijn,
kan betrokkenheid ook onvermoede kansen en uitdagingen bieden.
Ik moest daar vorig jaar aan denken, toen in de Middelburgse Oostkerk
gediscussieerd werd over krimp en een terugtrekkende overheid, en de
dreigende gevolgen daarvan voor monumentale kerkgebouwen. Voorzitter
Michiel Zonnevylle van de Vereniging van Beheerders van Monumentale
Kerkgebouwen in Nederland verklaarde in zijn openingswoord ‘iets’ met
de Oostkerk te hebben: zijn grootouders werden er bijna een eeuw geleden
in de echt verbonden. Dat betekent dat heel veel anderen ook ‘iets’ met
dit en andere kerkgebouwen hebben. Kerken waarin soms al eeuwen
wordt gedoopt en getrouwd, en waaromheen werd begraven. Niet in
anonimiteit, want het zijn onze voorouders die daar werden gedoopt,
hun communie deden, in de echt verbonden, ter aarde werden besteld.
Meer dan in enig ander type monument manifesteert zich in kerken een
band met de hedendaagse én vroegere gebruikers. Er zou dus een
betrokkenheid gemobiliseerd kunnen worden die heel veel verder reikt
dan de krimpende schare van zondagse gelovigen, de omwonenden,
de bezoekers van een orgelconcert en de cultuurtoeristen. Wie ziet hoeveel
succes tv-programma’s over familiegeschiedenis hebben en wie zich
herinnert hoeveel Friezen ‘om utens’ (dat wil zeggen: uit den vreemde)
met groot enthousiasme op de been werden gebracht voor het spektakel
Simmer 2000, kan zich misschien iets voorstellen bij het succes van een
actie om kerken in het licht van hun historische betekenis te steunen en
te behouden. Als ergens erfgoed kan binden en boeien, dan wel hier.
Kerkelijke archieven te over om in beeld te brengen met wie, waar en
wanneer een band werd gesmeed. Hun nazaten, wij dus, wij kunnen en
moeten ons betrokken weten. Het begrip ‘kerkelijke gemeenschap’ krijgt
zo een nieuwe, veel ruimere betekenis. Wat met landschappelijk erfgoed
kan, moet zeker lukken met monumentaal kerkelijk erfgoed.
En over de Middelburgse Oostkerk gesproken: de kerkenraad heeft
inmiddels ingezet op het vervreemden van de kerk - in gewonemensen-taal:
het overdragen of verkopen. Zou de ruime schare van
betrokkenen dat werkelijk laten gebeuren? Erfgoed is van ons allemaal.
Aad de Klerk,
adviseur cultuurhistorie en landschap
Voorbeeld van herbestemd religieus erfgoed:
in 1912 gebouwde gereformeerde kerk, tegenwoordig in gebruik
als restaurant-brasserie De Kleine Toren in Baarland.
7 December: symposium Waar eens water was
Over het water terug in dorp en stad
In veel Zeeuwse dorpen en steden is in de loop der tijd
veel water gedempt. Ideeën en plannen om dat water
weer open te graven zijn er, anders dan in veel plaatsen
búiten onze provincie, echter nauwelijks. Tijd dus voor
een bezinning. In het kader van het Zeeuws Jaar van het
Water organiseert de SCEZ daarom in samenwerking
met het waterschap Scheldestromen op 7 december een
symposium over deze thematiek. Welke mogelijkheden
en beperkingen, uitdagingen en randvoorwaarden zijn er
om het water weer een plaats te geven in dorp en stad,
op plaatsen waar het eerder is gedempt?
Het programma van het symposium ‘Waar eens water was’
heeft inmiddels vaste vorm gekregen. Tussen de opening
door dijkgraaf Toine Poppelaars en de slotbeschouwing
door gedeputeerde Sjoerd Heijning, zullen enkele
deskundige sprekers hun visie geven op de mogelijkheden
en onmogelijkheden om water weer terug te brengen in
Zeeuwse dorpen en steden. Aad de Klerk (SCEZ) zal
het cultuurhistorisch perspectief schetsen. Marjo van
Loon van de gemeente Gouda zal de ervaringen met het
project Hollandse Waterstad met ons delen. Wethouder
van Hulst Diana van Damme-Fassaert heeft toegezegd
het project Nieuwe Bierkaai toe te lichten.
Vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zal
Ellen Vreenegoor stilstaan bij de archeologische
randvoorwaarden en consequenties van ‘waterplannen’.
De hydrologische/waterstaatkundige invalshoek staat
centraal in de bijdrage van Piet-Hein Nelissen als
coördinator stedelijke plannen van het waterschap
Scheldestromen. Jan-Willem Bosch (Bureau Bosch en
Slabbers) zal tenslotte de stedenbouwkundige context
voor zijn rekening nemen. Als (mid)dagvoorzitter zal
Tjerk van der Meer optreden.
Zeeuws Erfgoed 12 september 2012/03 • CULTUURHISTORIE
Het belooft een inspirerende themamiddag te worden
die vooral voor beleidsmakers en -uitvoerders, ontwerpers,
stedenbouwkundige en cultuurhistorici van belang is.
Andere belangstellenden zijn uiteraard evenzeer hartelijk
welkom.
Tijd: vrijdag 7 december, 13.00 tot circa 17.00 uur
Plaats: kantoor waterschap Scheldestromen,
Kanaalweg, Middelburg
Deelname is gratis, maar alleen na aanmelding via
www.scez.nl/watersymposium onder vermelding van naam
en werkkring of functie. Na aanmelding (tot uiterlijk
26 november) volgt een bevestiging in de vorm van
het gedetailleerde programma.
Tot 1920 lag er een gracht rondom het kerkhof van
Colijnsplaat; in dat jaar werd het water gedempt ter wille
van de volksgezondheid.
Erfgoed Allerlei
PUBLICATIES
SCEZ kan geen aanvullende informatie
verstrekken over de verkoop van
verschenen publicaties.
• Boeken
en eenmalige uitgaven
Ann Diels, Willem van Oranje, heerser
en huisvader (Middelburg: Zeeuws
Museum, 2012) 48 pag.
Tentoonstellingscatalogus met daarin
een beschrijving van alle tentoongestelde
werken. Uitgegeven ter gelegenheid
van de gelijknamige tentoonstelling die
vanaf 31 maart t/m 27 mei 2012 te
zien is geweest in het Zeeuws Museum.
Zeger van Mersbergen, Michiel de
Ruyter, Kroontje reeks 314 (Groningen:
Noordhoff, 2011) 20 pag.; ill., tek.,
foto’s, ISBN 978-90-01-78954-1. Een
boekje voor de basisschooljeugd over
het leven van Michiel de Ruyter waarin
in zeven hoofdstukjes zijn carrière en
de Nederlandse Gouden Eeuw aan
bod komen. Met lijst van moeilijke
woorden en lijst met verder te lezen
literatuur.
Ineke Marjee Paauwe,
Jeugdherinneringen van een schoolmeisje
uit Yerseke (Middelburg: De
Drvkkery/Schrijverspodium, 2012) 182
pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-70174-
64-4. De in 1955 geboren auteur
vertelt in dit boek over haar jeugd in
Yerseke in de tijd van de wederopbouw
in de jaren vijftig en zestig. Het
twintigtal hoofdstukjes is vooral
thematisch ingedeeld. Zo zijn er hoofdstukken
over de lagere school, spelletjes
op school en thuis, vakantiebezigheden,
winkels, de gasfabriek, beroepen,
werkzaamheden, mosselfeesten en de
winter van 1963. Met een inleiding,
fotoverantwoording en dankwoord.
Ernst Jan Rozendaal, Hier 20 jaar
Bløf (Amsterdam: Carrera, 2012) 320
pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-
4881312-4. In negentien hoofdstukken
die lezen als een roman vertelt
Rozendaal het verhaal van Nederlands
bekendste popgroep van het begin tot
heden. Overigens start de proloog met
het motorongeluk van drummer
Chris Götte, want die loopt als een
scheidslijn door de geschiedenis van
de band. Doordat alle bandleden en
intimi meewerkten en de auteur ook
van materiaal voorzagen, is het een
intieme bandbiografie geworden.
Voorzien van heel veel fotomateriaal.
Bevat alleen een dankwoord en geen
directe verwijzingen of bijlagen
(deze zijn via internet te vinden).
George Sponselee en Eddie Prince,
Hengstdijk. Het dorp en zijn parochie
(Hengstdijk: Stichting Behoud
Catharinakerk Hengstdijk, 2012) 114
pag.; ill., foto’s, krt.; ISBN 978-94-
6190-838-4. Dit boekje bestaat uit de
bewerking van twee eerder verschenen
boeken: Beknopte geschiedenis van de
parochie van de H. Catharina te
Hengstdijk van G.J.G. Bongenaar uit
1948 en Geschiedenis van Hengstdijk
door dezelfde auteur uit 1956. Teksten
zijn aangepast aan de moderne spelling
en overlapping is weggelaten. In een
vijftiental hoofdstukjes wordt ingegaan
op de geschiedenis van dorp en kerk,
waarbij ook de familie Van Genk,
pastoor Emericus de Kerf en de
kunstschatten van de kerk zoals de
luidklok, windwijzer, altaar, doopvont
en gebrandschilderde ramen en orgel
aan bod komen.
Pieter Tak, bewerkt door Marcel van
den Driest, Onze vriendelijke republikeinse
reis (Zoetermeer: Free Musketeers,
2012) 166 pag.; ill., tek., grav.; ISBN
978-90-484-2365-1. Dit is een
hertaling en transcriptie van het in
de Zeeuwse Bibliotheek berustende
handschrift ‘Journaal eener reijse die
de heeren Jacobus Thehoff en Cornelis
van den Driessen vergezeld door Pieter
Tak Anthz. hebben gedaan door de
Zeven Vereenigde Provintien in den
jare 1789.’ Van den Driest voorzag
het geheel van een inleiding en
commentaar met eindnoten, register
van personen en geraadpleegde
literatuur en websites.
M.A. Verhulst, ‘Als ketelbink naar zee’
(2012) 180 pag. Het levensverhaal van
de schrijver, althans slechts van zijn
vijftiende levensjaar, want dit verhaal
vertelt van zijn eerste reis aan boord
van het schip Aagtekerk, waar hij een
half jaar als ‘ketelbinkie’ meevoer van
Rotterdam naar Afrika en via de
Middellandse Zee weer terug naar huis.
Een reis waar men, anders dan
tegenwoordig, heel wat meer
meemaakte dan vele dagen zee en
een verblijf in de haven alleen.
• Tijdschriften
Zeeland 22/2 (2012) 41-80. Slechts
twee artikelen in dit nummer van
Zeeland. T.J. de Koning vond nieuwe
aanknopingspunten over onbekende
brieven van de Zeeuwse kapitein David
Jansz. van de watergeuzen, die zich als
spion bij de Spanjaarden aanbood. L.A.
Tange en Jan Zwemer vergeleken de
‘Verschuivingen in de sterfte op
Schouwen en westelijk Walcheren in
het midden van de negentiende eeuw.’
Niet minder dan vijf pagina’s in
memoria, omdat het KZGW in de
afgelopen maanden onder meer Wim
Dirksen, Henk en Ruud Visscher-
Passmann en Nel Ginjaar-Maas
ontvielen. De rubrieken aanwinsten
en twee boekbesprekingen sluiten dit
nummer af.
Zeeuws Tijdschrift 62 ¾ (2012) 74 pag.
Dit themanummer is grotendeels
gewijd aan Scoop, de organisatie die
per 1 juli bij de Zeeuwse Bibliotheek
haar kantoren betrok. Er is een interview
met directeur Dick van den Bout,
SCP-directeur Paul Schnabel geeft zijn
visie op het instituut, de redactie sprak
met acht medewerkers over de
werkzaamheden en in twee andere
artikelen wordt gekeken naar de
leefbaarheidsmonitor en de jeugdmonitor
van Scoop. Kleinere bijdragen
zijn er onder meer van René de Visser
over de houtsneden van Shiko
Munukata, van Albert Clement over
de renaissancecomponisten Ghiselin
Danckerts en Lupus Hellinck, en
Menno Steketee vergelijkt de smaak
van gekweekte en wildgevangen vis.
• Heem- en
oudheidkundige bladen
Sint-Philipsland
De Cronicke van den lande van
Philippuslandt, uitgave van de heemkundekring
“Philippuslandt” (2012,1)
begint met een verslag over de aankoop
van de weegbrug in Sint-Philipsland
door de heemkundekring; J. Mol haalt
herinneringen op aan de weegbrug.
Ook in dit nummer het jaarverslag
2011 en de notulen van de algemene
ledenvergadering op 26 april 2011.
Het tijdschrift is verder gevuld met een
uitgebreid artikel over de opkomst en
het opheffen van de tramlijn
Steenbergen-Brouwershaven.
De plannen voor de aanleg werden in
1892 bij de gemeenten ingediend.
Een in het leven geroepen comité kreeg
eind 1893 subsidie van Gedeputeerden
Staten voor het aanleggen en
exploiteren van de tramlijn. De aanleg
van de verschillende trajecten, de
veranderingen, alle voorkomende
werkzaamheden en het dienstdoende
personeel worden besproken. Ook
het reilen en zeilen in oorlogstijd en
daarna komen aan bod. Na de
Watersnoodramp in 1953 is de lijn
Anna Jacobapolder-Steenbergen nog
in gebruik geweest voor het herstel
van de dijken bij Nieuw-Vossemeer;
in 1955 heeft een laatste transport
plaatsgevonden. Een straatnaam in
Sint-Philipsland herinnert ons aan
het tramtijdperk, en ook het vervallen
spoorbrugje over de Bruintjeskreek en
wat keien van de los- en laadplaatsen
die nog zijn overgebleven.
Schouwen-Duiveland
Stad en Lande, het tijdschrift van
de Vereniging Stad en Lande van
Schouwen-Duiveland (april 2012),
is voor het grootste deel gevuld met
verslagen van de verschillende
commissies. S. den Haan schreef ter
Zeeuws Erfgoed 13 september 2012/03 • ERFGOED ALLERLEI
gelegenheid van het jaar van de
historische buitenplaats het stuk
‘Basters Buytensorge in Schuddebeurs
1751-1819’. Job Baster, zoon van
een wijnkoper en keurmeester van
meekrap, heeft zich intensief
beziggehouden met tuinieren en
het schrijven daarover. Hij stichtte
de kleinste buitenplaats van
Noordgouwe, in Schuddebeurs.
Daarnaast bezat Baster zijn hof aan
’t Vrije in Zierikzee. De auteur
bespreekt in dit artikel het leven van
Job Baster en zijn familie en de
beplanting van zijn hoven. F. Westra
geeft een aanvulling op een stuk in
de vorige aflevering van het tijdschrift
over de gedenksteen van de meestoof
De Nijverheid bij Capelle op
Duiveland, die van 1869 tot 1907
bestaan heeft. R. van Langeraad steekt
de loftrompet over de eigenaar van de
Zeeuwsche Boekhandel in Zierikzee:
Cor Pols, een groot liefhebber van de
geschiedenis van Schouwen-Duiveland.
Naar aanleiding van een onbekende
foto in een uitgave van Pols uit 1997
geeft Van Langeraad een verslag van
de huldiging van burgemeester
A.C. van der Have in 1951.
Door H. Doeleman wordt Piet Boot
in een in memoriam herdacht.
Walcheren
De Wete (2012, 2) opent met
‘Een waardige dochterkerk. De
Onze-Lieve-Vrouwe-ter-Sneeuwkapel
in Veere’, van J. Midavaine. De kerk
werd gebouwd nadat in 1795
rooms-katholieken in Nederland een
eigen kerk mochten stichten. Tot de
sluiting in 1966 heeft de kerk steeds
met moeilijkheden op verschillend
gebied te kampen gehad. A. de Klerk
prikkelt op papier onze neuzen met
niet al te smakelijke gegevens over
stankoverlast in de loop der tijden,
veroorzaakt door rottend vlas, stinkend
bleekwatersop en illegaal lozende
toiletten. Aan de Oude Vlissingseweg
hebben veel buitenplaatsen en
herenhuizen gestaan. J. Kaljouw
heeft sinds 2007 over een aantal ervan
geschreven in De Wete. In dit nummer
gaat het over het herenhuis Huize
Abeele, dat gelukkig nog bestaat en
samen met de vroegere herberg
Bellevue in Groot Abeele te
bewonderen valt. A. Bosselaars laat
zien dat oude prentbriefkaarten vaak
goed te dateren zijn. Hij maakt daarbij
gebruik van gegevens in oude kranten
en combineert die met de nummering
van de kaart. Lichtdrukkerij
Van Straalen in Middelburg heeft
twintig jaar prentbriefkaarten gedrukt
en de auteur vertelt over het reilen
en zeilen van deze drukkerij. Van
F. van den Driest volgt een lang
artikel naar aanleiding van een korte
uitdrukking van Jan Vader: over het
volksvoedsel de aardappel. Over
aardappelrassen, ziekten, prijzen
en meer bijzonderheden betreffende
de aardappel blijkt heel wat te melden
te zijn.
In Arneklanken, het kwartaalblad van de
Historische Vereniging Arnemuiden (juni
2012), een mooie foto van G. de Nooijer
van de Westdijkstraat, waarna L. van Belzen
zijn genealogische rubriek vervolgt over het
geslacht Van Belzen. Het blijkt dat door
verwarring rond de vele vissende Van Belzens
soms hilarische toestanden plaatsvonden.
F. Inniger en J. Adriaanse vertellen over
‘De ridders van Arnemuiden en de markiezen
van Trasegnies’. De Heren van Arnemuiden
woonden - waarschijnlijk tot 1438 - op het
kasteel Te Mortiere en behoorden tot de
hoogste Zeeuwse adel. In 1436 kwam de
heerlijkheid Arnemuiden (Mortiere genoemd)
door huwelijk in het bezit van het geslacht
De Trazegnies. In een artikel van J. Mesu
(in Arneklanken december 2005) over de
geschiedenis van ’t Hollands Hof tussen
Arnemuiden en Kleverskerke begon de auteur
zijn verhaal rond 1800. J. Simons Siereveld
gaat hier echter terug tot 1566, toen er al een
boerenbedrijf op deze plek stond, eigendom
van ene Pieter Cuelemans. De boerderij ging
later Delflust heten, en werd in de periode
1650-1670 omgetoverd tot buitenplaats.
Kort na 1800 moet het buiten gesloopt zijn.
De bijbehorende boerderij bleef behouden.
J. Adriaanse geeft een indruk van het
vernieuwde museum, J. Lindenbergh schrijft
over de werksters uit Arnemuiden die in
dienst waren bij apotheek Van de Sande in
Vlissingen en P. Bos laat weten dat er maar
liefst vier predikanten met dezelfde naam
bedankten voor een beroep van de
Hervormde Gemeente van Arnemuiden.
Het waren vader Japchen en drie van zijn
zonen.
Het informatieblad over Westkapelle,
Het Polderhuis Blad (2012, nr. 55), is een
goed gevuld nummer met nieuws over de
aangeschafte zaken van de veilingopbrengst,
de ‘Zing maar Mee avonden’, de vorderingen
van de Stichting VerBEELDing Charley
Toorop en nog veel meer. E.J. Weterings
interviewde vader en zoon Louwerse, die
beiden hun hele leven bij het werken aan
de dijk betrokken waren. In augustus zullen
er op vier woensdagen activiteiten
georganiseerd worden in en rond het
Polderhuis in Westkapelle.
Zeeuws-Vlaanderen
De Nieuwsbrief van de Heemkundige
Vereniging Terneuzen (juni 2012) opent
met ‘Moord in de polder’, van A.L. Kort.
Hoewel moorden nu dagelijks voorkomende
gebeurtenissen zijn, was een moord in 1891
nog opzienbarend nieuws. R. van Elslande
schreef ‘Terneuzen ten tijde van de eerste
Elisabethsvloed (1404)’, een artikel in twee
delen, deel I: voor de storm 1400-1404,
en deel II: na de storm 1405-1410. Over
de gevolgen van de Elisabethsvloed voor
de adel, het hogere bestuur en de religieuze
instellingen die gronden bezaten in
Zeeuws-Vlaanderen, is al veel gepubliceerd.
Deze publicatie probeert nu zoveel mogelijk
de gevolgen voor de lokale burgers en hun
bezittingen te achterhalen. Uit documenten
blijkt dat Terneuzen begin vijftiende eeuw
een welvarende streek was. Aan de hand van
documenten uit de Gentse schepenboeken -
veel landeigenaren waren woonachtig in Gent
- konden veel gegevens betreffende de lokale
bevolking boven water gehaald worden.
J.L. Platteeuw vertelt ‘Over dijken, krammers
en steenzetters’. Zijn verhaal begint vóór
het jaar 1000, en leidt ons via lage dijkjes,
krammatdijken, strekdammen naar het
gebruik van steen bij de dijkenbouw.
We lezen over de Muraltmuurtjes, hoe
de Braakman van zee tot polder werd, over
de Watersnoodramp in 1953 en over de
mensen die werkten aan de zeewering.
Verder komen nog aan bod de verloren
eerste steen van de Willibrorduskerk,
het tweehonderdjarig bestaan van
Zeeuws-Vlaanderen en een nieuw paneel
voor kustbatterij De Griete.
In het Bulletin van de Oudheidkundige Kring
‘De Vier Ambachten’ (2012, 2) schrijft
O. Rottier een stuk over de heraldiek van
de wapens van het museum, zowel van die
op het uithangbord als die in het aanwezige
glas-in-loodraam. R. van den Elshout vertelt
wat over de geschiedenis van de
Cisterciënzers, dit als voorproefje van de
tentoonstelling die van 7 september tot
4 november 2012 gehouden zal worden
over ‘Grisailles’ uit de Duinenabdij van
Koksijde en het Groot Seminarie van Brugge,
topstukken van Vlaams erfgoed.
De Werkgroep Archeologie bespreekt een
baardmankruik, waarschijnlijk tussen 1530
en 1575 in Keulen of Frechen gemaakt, en
gevonden bij het uitgraven van de verdwenen
haven van Hulst.
In Tijdschrift, Bulletin van de Heemkundige
Kring West-Zeeuws-Vlaanderen (2012,2),
een artikeltje over Peter Adolphus
McCormack, een Nieuw Zeelandse militair
die in de Tweede Wereldoorlog in Zeeuws-
Vlaanderen gevochten heeft. In oktober 1944
kwam hij om bij een bombardement door
vliegtuigen van de Royal Air Force, in de
buurt van Cadzand. In 1945 is zijn lichaam
herbegraven op het Canadian War Cemetry
in Adegem. R. Willemsen geeft veel
bijzonderheden over de teelt van meekrap,
de bouw van de meestoof Willem II te
Driewegen in de jaren veertig van de
negentiende eeuw en over de bedrijfsvoering
van de meestoof. In 1876 is de productie
stilgevallen, waarna de gebouwen verkocht
en afgebroken zijn. De naam Brouwerijstraat
komt voor in Aardenburg, Oostburg en
Groede. A.R Bauwens vertelt erover.
L. Lannoye brengt verslag uit over
de schooltijd van zijn broers en hemzelf op de
‘beruchte’ middelbare school in ’s-Heerenberg,
berucht door seksueel misbruik van de
leerlingen. Hoewel de kinderen Lannoye geen
vervelende seksuele toestanden meemaakten,
hebben zij geen gelukkige herinneringen
aan die tijd. I. van Damme verzorgt een
uitgebreid portret van de familie
Van Kampen-van Overbeeke, grondleggers
van de schoenenzaak in de Breedestraat in
Oostburg, later de bekende winkel in de
Burchtstraat.
Musea
Museumregister
Zeeuws Erfgoed 14 september 2012/03 • ERFGOED ALLERLEI | MUSEA
wordt Museumnorm
De kwaliteit van musea wordt gewaarborgd in het
Museumregister. Vanaf dit jaar is het Museumregister
vernieuwd. Het oude model voldeed niet meer aan
de wensen van deze tijd. De toetscriteria zijn
aangepast en hebben betrekking op het gehele
werkterrein van een museum. Het nieuwe model
bestaat uit een jaarlijkse zelfanalyse en bezoek van
een auditor eens in de vijf jaar.
Het doel van museumregistratie is het zichtbaar maken,
bewaken en verbeteren van de kwaliteit van musea,
en daarmee het verantwoord beheer van het culturele
erfgoed. Musea die op of boven de minimumstandaard
functioneren, vervullen hun museale taak naar behoren
en worden opgenomen in het Museumregister Nederland.
Zij ontvangen het certificaat Geregistreerd Museum in
de vorm van het felbegeerde bordje aan de gevel.
Museumregister Nederland is het kwaliteitskeurmerk van
musea, te herkennen aan het felbegeerde gevelbordje.
Het Keurmerk Museumregister is er voor ons allemaal.
Musea tonen met hun registratie aan dat zij op een
professionele manier werken en verantwoord kunnen
omgaan met het materiële, immateriële en culturele
erfgoed zodat ook toekomstige generaties kennis kunnen
nemen van wat ons is nagelaten. Een geregistreerd
museum betekent dus een ‘goed’ museum. Voor bezoekers
betekent het bordje aan de museumgevel een vooruitzicht
op een prettig museumbezoek. Als particulier bent u
verzekerd van het deskundig beheer van uw schenking.
Voor museummedewerkers betekent het bordje een stukje
waardering en erkenning voor hun werk. Voor overheden
en subsidiairs betekent museumregistratie een investering
in kwaliteit.
Tot 2012 kon een museum als het geregistreerd of
herijkt wilde worden, terecht bij de adviseur musea
van de SCEZ. Die maakte het dossier compleet en stelde
de eerste analyse op voor de landelijke adviescommissie.
In het vernieuwde museumregister wordt jaarlijks een
zelfanalyse uitgevoerd en elke vijf jaar komt een auditor
van het Museumregister langs voor een formele toets op
locatie. Om de overgang naar deze nieuwe situatie soepel
te laten verlopen is de nieuwe Museumnorm ontwikkeld
volgens een groeimodel.
De rol die de SCEZ hierin heeft, is dus ook veranderd.
Maar voor vragen, advies en ondersteuning bij
werkzaamheden rondom museumregistratie kunnen de
musea nog steeds bij de SCEZ terecht.
Museumnieuws
Stadhuismuseum Zierikzee in een nieuw jasje
In april van dit jaar is het vernieuwde Stadhuismuseum Zierikzee geopend.
Het nieuwe museum is een voortzetting van twee samengevoegde,
verouderde musea: het Stadhuismuseum en Maritiem Museum in
Zierikzee. Het Stadhuis is na grondige restauratie en verbouwing,
een gemoderniseerd en aantrekkelijk museum geworden.
Het laat de historische band tussen de stad, het eiland en de zee zien.
De collectie wordt ingezet om zoveel mogelijk mensen de geschiedenis
van Zierikzee en omgeving te laten ontdekken en ervaren.
Het museum maakt gebruik van multimedia, voice-over, beamerprojecties,
ledlicht, digitaal geluid en computeranimaties, maar deze zaken hebben
niet de overhand. De aantrekkingskracht van het nieuwe museum schuilt
nog steeds vooral in de bijzondere collectie en het gebouw. Het is een
sfeervol museum waar bezoekers geïnformeerd en verrast worden.
Scene met realistische figuren gemaakt door Gerry Embleton
(foto Jan van Oosten).
Veertig jaar Streekmuseum De Meestoof
Volgend jaar bestaat Streekmuseum De Meestoof 40 jaar. Ter gelegenheid
van het jubileum is de langste merklap ter wereld ‘Door Ons Gedaen’ nu
in het museum te zien. Onder het motto ‘We lappen het samen’ wordt
deze winter een Thoolse merklap gemaakt. Eef de Jonge, ambassadrice
van de merklap ‘Door Ons Gedaen’, begeleidt het proces. Er wordt
gestreefd naar een Thoolse merklap van 20 meter, die bij de opening
van het museumseizoen 2013 wordt gepresenteerd aan het publiek en
daarna een vaste plaats in het museum krijgt.
De merklap ‘Door ons Gedaen’, de langste merklap ter wereld,
is nu te zien in Streekmuseum De Meestoof in Sint-Annaland.
Neptunus op Het Schuitvlot
In het kader van het Zeeuws Jaar van het Water is op SCEZ-locatie
Het Schuitvlot een raamvitrine met dit thema ingericht.
Het Zeeuws maritiem muZEEum verleende zijn medewerking
door het beschikbaar stellen van een van hun collectiestukken,
de sierlijst met Neptunus.
De sierlijst met Neptunus is een bijzonder object met een onduidelijke
voorgeschiedenis. Archief- en brononderzoek leveren geen sluitende
verklaring waar het voorwerp oorspronkelijk vandaan komt. Het voorwerp
wordt in het openingsboekje van het Van Dishoeckhuis uit 1819
vermeld als “het beeld van Neptunes dat eertijds op de Beursbrug prijkte”.
Maar bij de ontdekking van het voorwerp in 1990 op zolder van
het Stedelijk Museum Vlissingen, dacht men dat het een onderdeel van
een boerenkar of versierde wagen was. Dat lijkt onwaarschijnlijk vanwege
het grote formaat, het voorwerp is 2 meter 60 lang. In 2009 was maritiem
historicus Jan Parmentier overtuigd dat het houtsnijwerk diende ter
versiering van een schip aan de achterzijde (de spiegel). Dat zou heel
goed kunnen, maar in de fotodatabase van het gemeentearchief Vlissingen
4
Zeeuws Erfgoed 15 september 2012/03 • MUSEA
Terra Maris viert middeleeuws festijn
Juli en augustus stonden bij Terra Maris in Oostkapelle in het teken
van het middeleeuws festijn ‘Spelen en spijzen’. Het decor was de
middeleeuwse verdedigingstoren die ook beklommen kon worden.
Hoogtepunt waren de demonstraties schapen drijven met Bordercollies.
De ‘herders’ met hun honden dreven de kudde Drentse heideschapen
langs een bepaalde route of zonderden een aantal schapen van de kudde
af. En het publiek mocht daarbij helpen!
In een herbergachtige sfeer zittend op strobalen kon de honger worden
gestild. Er was muziek, drank, een kookpot met pruttelende soep en
een vuur met gebraden vlees. Kinderen bakten hun eigen stokbroodje
boven een vuurtje en vermaakten zich met middeleeuwse spelletjes.
De middeleeuwse sfeer werd verhoogd door optredens van de kwakzalver,
de kruidenvrouw, de lastpost, de stroper, een verdwaalde ridder en een
danseres.
Broodjesbakken tijdens middeleeuws festijn bij Terra Maris
(foto André van der Velde).
Neptunus in de raamvitrine van Het Schuitvlot in Middelburg.
evindt zich een foto van een gravure met de bewuste brug. De vorm van het contragewicht
van de brug heeft dezelfde vorm als de grondplaat van het voorwerp. Maar
de gravure laat geen versiering van Neptunus zien. Misschien is het de andere kant van
de brug? De afmetingen van het object komen overeen met eenzelfde soort klapbrug in
Goes, dus het zou het wel kunnen zijn.
Helaas kan geen enkel archiefstuk of afbeelding dat bevestigen. Het is dus niet met
zekerheid te zeggen of de Neptunus uit het muZEEum ook daadwerkelijk afkomstig is
van de Beursbrug.
Bron: Den Spiegel, Vereniging Vrienden van het muZEEum en het Gemeentearchief Vlissingen, Jaargang
30, nummer 1 - januari 2012, auteur: Dick Broers.
Museum Arnemuiden vernieuwt en breidt uit
Het Museum Arnemuiden heeft de afgelopen maanden
een belangrijke uitbreiding en intensieve vernieuwing
ondergaan. Na overeenstemming met de gemeente
Middelburg heeft de Stichting Oudheidkundig
Museum het gehele voormalige gemeentehuis aan
de Langstraat in gebruik genomen en dit heringericht.
Het nieuwe gedeelte (de in 1987 aangebouwde achtervleugel)
en een gedeelte van het bestaande museum
(voorste deel en bovenverdieping) is volledig door
vrijwilligers van het museum aangepast, geverfd en
opnieuw ingericht. Aan de achterzijde hebben nu ook
de Stichting Behoud Hoogaars en de Stichting Historische
Scheepswerf C.A. Meerman een ruimte in gebruik voor
documentatie, tekeningen, scheepsmodellen en dergelijke.
Streekdracht
Een gedeelte van de bovenverdieping wordt ingericht
als expositieruimte voor de Arnemuidse streekdracht.
Een enthousiaste groep van circa twintig vrouwelijke
vrijwilligers heeft de afgelopen winter de circa vijftien
modelpoppen onder deskundige leiding van Sylvia van
Dam, conservator van het Museum De Schotse Huizen
in Veere, gemaakt. De klederdrachtenexpositie toont de
opvolgende Arnemuidse streekdracht van 1870, begin
twintigste eeuw, midden twintigste eeuw en heden.
De expositie is opgebouwd rond vier thema’s:
1. een Arnemuids vissersgezin koopt oorijzers
bij goudsmid Minderhoud in 1870;
2. visleursters op de markt van Middelburg
in 1930/1940;
3. Arnemuidse vrouwen in het klederdrachtwinkeltje
van De Troye;
4. garnalenpellen en netten boeten op de visserijdag.
Ontdek de Zeeuwse Ziel
tijdens de Zeeuwse MuseumNa|8
Na vijf eerdere succesvolle edities organiseren
de Zeeuwse musea samen met de SCEZ weer
een Zeeuwsbrede Museumnacht, op vrijdagavond
2 november als afsluiting van het Museumseizoen
en de Maand van de Geschiedenis.
Gedurende deze speciale avondopenstelling organiseren de
musea voor jong en oud een scala aan activiteiten rondom
het thema ‘Ontdek de Zeeuwse Ziel’.
Het programma start ’s avonds om acht uur met allerlei
kinderactiviteiten. Daarna nemen verhalenvertellers het
estafettestokje over, gevolgd door muziek. Onder het
Zeeuws Erfgoed 16 september 2012/03 • MUSEA
Gezicht op de Beursbrug, foto van een gravure
(fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen).
Dit seizoen zijn er in elk geval al twee scènes te
bezichtigen.
Visserij
Een ander hoofdonderwerp van het museum is de visserij.
Te zien is de fototentoonstelling van Jhr. W.F. den Beer
Poortugael te Veere over de Arnemuidse vissersvloot in
Veere in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw.
Deze expositie met circa honderd unieke foto’s van de
Arnemuidse vissers in de haven van Veere trok het
afgelopen seizoen veel bezoekers.
Archeologische vondsten
Eveneens valt dit seizoen de archeologische thematentoonstelling
‘De Dokke’ van Bruno Janson en andere
schatgravers weer te bezichtigen, zij het dat een aantal
nieuwe vondsten wordt tentoongesteld. De opgravingen
uit de bouwput aan de Clasinastraat omvatten circa 2.000
archeologische voorwerpen uit de periode 1400-1550
zoals munten, rekenpenningen, pelgrimsinsignes en
gebruiksvoorwerpen.
’t Uusje van Eine en Van Vollenhoven
Andere ruimten zoals ’t Uusje van Eine en de expositieruimte
met de collectie-Van Vollenhoven zijn
heringericht. Ook de grafzerken, de schilderijen en
de scheepsmodellen komen nu veel beter tot hun recht.
Er zijn plannen om een ruimte van het museum in te
richten als gedachtenisruimte voor de omgekomen vissers
bij tal van rampen op zee gedurende de laatste twee
eeuwen.
www.museumarnemuiden.nl
genot van een hapje en een drankje loopt het programma
door tot middernacht. De entree tijdens de MuseumNa|8
is 1 euro, een symbolisch bedrag omdat musea veel meer
waard zijn dan 1 euro!
Kijk voor het activiteitenprogramma op
www.zeelandmuseumland.nl of www.scez.nl
en laat u verrassen!
Thema van de MuseumNa|8 is ‘Ontdek de Zeeuwse Ziel’,
eveneens de slogan van de website van de Zeeuwse musea
www.zeelandmuseumland.nl.
Volksverhalen rond Zeeuwse Ankers
Elke plek in Zeeland heeft zijn eigen verhaal.
Een historisch verhaal met feiten over wie er woonden,
het land bewerkten of de dijken bouwden.
Soms gaat er achter een plek nog een ander verhaal schuil.
Een volksverhaal dat zich heeft gehecht aan een dorp
of stad, een kasteel, toren of boerderij. Biervliet is op
die manier voor altijd verbonden met Willem
Beukelszoon, Hulst met Reinaert de Vos en
Terneuzen met de Vliegende Hollander.
Zeeuwse Ankers
Volksverhalen zijn immaterieel erfgoed. Ze maken
als spannende, legendarische, overbekende of juist
onverwachte elementen deel uit van de culturele biografie
van Zeeland. In het project Zeeuwse Ankers, dat de SCEZ
in samenwerking met andere organisaties ontwikkelt,
zullen volksverhalen een rol spelen. Mensen geven
betekenis aan een plek door elkaar verhalen over die plek
te vertellen. Feit en fictie vermengen zich daarin. Sinds
het kasteel van Haamstede in 1525 afbrandde, waart er
’s nachts een spookpaard rond het herbouwde slot. In de
onderaardse gewelven van het voormalige fort Ronduute
bij Overslag ligt een leeuw op een schatkist. De ziel van
de kasteelvrouw kan er geen rust vinden. Ze verschijnt
eenmaal in de honderd jaar ’s nachts als witte dame in
de omgeving van het fort, in de hoop een moedige man
te treffen die de kist voor haar durft te openen. Er zijn
veel meer sagen rond oude of verdwenen gebouwen. Het
voormalige tempeliershuis in Zierikzee, de Sint-Lievens
Monstertoren in die stad en een inmiddels verdwenen
klooster in IJzendijke zijn plaats van handeling in zulke
verhalen. Lokaal kunnen verhalen verbonden zijn aan een
boerderij of huis. Zelfs een eenvoudige houten brug kan
legendarische status krijgen. Dat gebeurde dankzij het verhaal
over de engelenwacht van dominee Smytegelt.
Omringd door engelen passeerde de predikant in een
stormachtige nacht de Sint-Jorisbrug in Middelburg, waar
twee mannen een moordaanslag op hem wilden plegen.
De brug is in 1959 afgebroken, maar de legende leeft
voort.
Geschiedenis
Veel volksverhalen leveren een verklaring voor iets dat zich
in het verleden heeft voorgedaan. De zeemeerminnensage
van Westenschouwen geeft een oorzaak van het verval van
het dorp vanaf de late vijftiende eeuw. Het is een van de
bekendste Zeeuwse sagen. Eenzelfde soort verhaal bestaat
er ook voor Reimerswaal, Bath, Saeftinge en Veere.
De sage over Westenschouwen heeft zich verplaatst naar
het verdronken dorp Koudekerke op Schouwen. Wie nu
de Plompe Toren bezoekt, hoort nog hoe de zeemeerman
het dorp verwenst om zijn gevangen genomen vrouw.
Oorlogen leveren heldenverhalen op en ook die zijn vaak
verbonden met een plaats. Jantje, de klokkenluider van
het belfort in Sluis, werd een held door dronken in slaap
te vallen. Daardoor verzuimde hij de klokken te luiden.
In het verhaal, dat zich afspeelt tijdens de Tachtigjarige
Oorlog, misleidt hij zo ongewild de Spaanse troepen die
een aanval op de stad hadden gepland. Kolonel Ledel
liet boterkanonnen plaatsen op de vestingwallen van
Oostburg en verjoeg volgens de overlevering daarmee
in 1831 Belgische opstandelingen.
Zwerfsagen
Volksverhalen zijn minder lokaal gebonden dan ze op
het eerste gezicht lijken. Door heel Europa komen
dezelfde soorten verhalen voor. Schrijvers of de bevolking
zelf hebben het verhaal toegeëigend en eisen het op als iets
unieks voor hun eigen plaats. Het Ronde Putje in
Oost-Souburg, waarin een ijdel melkmeisje zich spiegelde
en verdronk, was een geliefde pleisterplaats tijdens een
tochtje over Walcheren. De spelerijders lieten er hun
paarden drinken. Dat aan die plek het verhaal over het
melkmeisje is gehecht, berust grotendeels op toeval.
Negentiende-eeuwse vertellers van deze ‘zwerfsage’ hebben
het verhaal gekoppeld aan de Souburgse poel. Varianten
worden verteld in Maastricht en een aantal Belgische
steden. Het verhaal over de boterkanonnen komt ook
voor in Groningen en België. En over andere predikanten
in Nederland en Duitsland bestaan verhalen die een
frappante gelijkenis vertonen met dat over Smytegelt.
Volksverhalen mogen minder uniek zijn dan gedacht,
ze geven een bijzondere betekenis aan plaatsen die straks
mogelijk als Zeeuwse ankerplaats te boek zullen staan.
Jeanine Dekker,
adviseur volkscultuur
www.scez.nl/zeeuwseankers
www.traditieszeeland.nl/kenniscentrum
Zeeuws Erfgoed 17 september 2012/03 • MUSEA
VOLKSCULTUUR
N I E U W S
zeeuwse
ankers
Het ijdele melkmeisje
bij het Ronde Putje in
Oost-Souburg.
Beeld van Jan Haas
(foto Ruben A. Koman).
Archeologie
Archeologisch Nieuws
Gebeeldhouwd marmeren
hoofd van Willem de Zoete
van Lake, afkomstig van
zijn grafmonument uit de
Sint-Janskerk in Sluis.
Onderzoek Romeins
Aardenburg
Het wetenschappelijk
rapport is in concept
klaar en wordt
geredigeerd. Oplevering
van het project is nu
voorzien in april 2013.
Dan worden het
wetenschappelijk rapport
en het publieksboek
gepresenteerd, en opent
de tentoonstelling in
het Gemeentelijk
Archeologisch Museum in
Aardenburg.
Stempel MINVTVS.F
(Minutus fecit=Minutus
heeft dit gemaakt) op de
bodem van een terra sigillata-bord.
De pottenbakker
Minutus was werkzaam in
Trier, circa 175-250 na
Chr. (Odyssee-project
Aardenburg).
Project Probleemloos Toegankelijk
De meest ‘nieuwe’ projectmedewerker Guus Besuijen
werkt aan de afronding van drie deelprojecten:
vondstregistratie van het depot van Historisch Museum
De Bevelanden (Goes), registratie van versierde terra
sigillata en stempels van Aardenburg en afronding
integratie van de POAZ-database.
De museumregistratie bracht weer opvallende zaken.
De laatste doos van Streekmuseum Het Land van Axel
bevatte een randscherf van een voor Zeeland unieke
Merovingische ruwwandige pot, een late versie van het
type ‘Wölbwandtopf’ (datering 675-725). Van de Sluise
Sint-Janskerk zijn behalve de grafstenen in situ ook
objecten ondergebracht in het gemeentedepot
(Aardenburg). Twee marmeren fragmenten, een mannenhoofd
met snor en de torso van een hond kunnen
volgens Henk Hendrikse (SCEZ) worden herleid tot
het grafmonument van Willem de Zoete van Lake,
gouverneur van Sluis, overleden 1637.
Het beeldhouwwerk gaat na registratie weer in bruikleen
naar het Belfort van Sluis.
Twee kopse einden van beschilderde grafkelders bevinden
zich nog in het Belfort. Twee andere delen van dergelijke
graven zijn in de dertiende-eeuwse crypte van de Abdij
in Middelburg vastgemetseld aan de achtermuur. Over
de conserveringstoestand van laatstgenoemde en andere
veertiende-eeuwse grafschilderingen schreef Roosevelt
Academy-studente en SCEZ-stagiaire Catherine Williams
een paper: Conservation of Medieval Wall Paintings (2011,
opgenomen in mediatheek SCEZ).
Onderzoek en meldingen
SCHOUWEN-DUIVELAND
Neolithische nieuwbouw oudste Zeeuwse huis
In het Horsterwold bij Zeewolde (Flevoland) is een
reconstructie van het ‘oudste Zeeuwse huis’ gebouwd,
afkomstig van Brabers-Haamstede uit de opgraving in
1957, met tenminste drie gebouwen uit de laatneolithische
Vlaardingencultuur (circa 2700-2100 voor Chr.)
Eén boerderij hieruit diende al eens voor een reconstructie
in Archeon; deze is weer afgebroken. In het Horsterwold
verrees een nieuwe reconstructie (9,1 x 3,8 meter,
dakhoogte ruim 3 meter) onder verantwoordelijkheid van
Staatsbosbeheer en Universiteit Leiden, met ondersteuning
van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de gemeente
Zeewolde. Bouwmeesters waren Hans de Haas en
Diederik Pomstra, de wetenschappelijke leiding had
Annelou van Gijn. Studenten van de Universiteit Leiden
werkten mee en gebruiken gegevens voor hun studieprojecten.
Het Zeeuws Archeologisch Depot (SCEZ)
stelde veldtekeningen uit 1957 digitaal beschikbaar.
De werkzaamheden zijn zorgvuldig gedocumenteerd
om vaardigheden op te doen met bouwmaterialen en
-technieken, en om inzicht te krijgen in de benodigde
tijd voor werkzaamheden als het vellen van een boom,
in de bouw zelf en slijtage van werktuigen. Het huis gaat
in de herfst open voor educatie en ‘beleefexcursies’ voor
schoolkinderen. Ook moet het uitgroeien tot
wetenschappelijk experimenteel-archeologisch centrum.
Zeeuws Erfgoed 18 september 2012/03 • ARCHEOLOGIE
Kopse zijde van een veertiende-eeuws beschilderd graf
met afbeelding van madonna met kind, opgegraven in
de Sint-Janskerk van Sluis in 1947.
Voor de bouw van het neolithische huis van
Haamstede-Brabers worden uit een gevelde eik de staanders
op de juiste maat gehakt met behulp van een stenen bijl
(foto A.L. van Gijn).
WALCHEREN
Onderzoek Fort Rammekens
Afgelopen voorjaar zijn grootscheepse restauratiewerken
bij Fort Rammekens (Ritthem) gestart in opdracht van
Staatsbosbeheer. De Walcherse Archeologische Dienst
(WAD) deed archeologisch onderzoek in samenwerking
met bouwhistoricus Jan van der Hoeve.
Maria van Hongarije gaf opdracht tot de bouw van Fort
Rammekens, of ‘Zeeburg’ (1547-1556). In Italië had zich
het principe ontwikkeld van bastionbouw met lage, dikke
muren met aarden wallen (Oud-Italiaans vestingstelsel),
wegens toegenomen vuurkracht van geschut. Rammekens,
naar ontwerp van de Italiaanse architect Donati de Boni,
is een van de eerste voorbeelden in Noordwest-Europa
van dit stelsel. Het onderzoek toonde verschillende
planwijzigingen tijdens de bouw, soms vermoedelijk
ingegeven door ad hoc-situaties zoals verzakkingen.
De buitenmuurconstructie is opvallend. Om het metselwerk
voldoende te kunnen laten uitharden is gewerkt met
blokken van circa 4-5 x 1,5 meter die op en naast elkaar
werden gezet. Een ander fraai element zijn de ‘oreillons’
op beide halfbastions: halfronde, ‘oorvormige’ constructies
als teruggetrokken verdedigingselement achter de
kanonnen. Op verschillende plekken waren resten van
bestrating om kanonnen en zwaar materieel te verplaatsen.
Een der halfbastions (ZW) met oreillon (foto WAD).
Kanonskogels om schepen te kunnen beschieten vanaf
Fort Rammekens; het zijn zogenaamde ‘kneppelkogels’,
verbonden door een staaf om het vernietigend effect op
masten, tuigage en zeilen te vergroten (foto WAD).
Vergeten kelder herontdekt
Het spectaculairst was een grote overwelfde kelder bij
het poortgebouw met een kleine deur en twee kleine halfronde
ramen. In de achttiende eeuw was hij waarschijnlijk
mede in gebruik als kruitopslagplaats. Na het dichten van
de openingen (begin negentiende eeuw) is de huidige trap
voor de ruimte gebouwd en vergat men de kelder.
Erboven stond op het bastion een gebouw: volgens
archiefgegevens de commandeurswoning.
In de Napoleontische tijd (circa 1812) zijn alle gebouwen
gesloopt en de bastions opgehoogd. Het puin van de
commandeurswoning vulde de kelder op; ook oreillons en
bestrating verdwenen uit het zicht. Aan de oost- en zuidzijde
van de binnenplaats kwamen nieuwe kazematten;
langs een groot deel van de buitenmuur een voorzetwand
van baksteen. Om het fort werd een tweede verdedigingsgordel,
het kroonwerk, opgericht. Uit de Tweede
Wereldoorlog dateren twee fundamenten van een
geschutpost op het westelijk half- en het hoofdbastion,
voorzien van ingekraste namen en een laarsindruk van
de Duitsers.
Skeletvondst
Aan de westzijde is de oude dijk bestudeerd waarover het
fort vermoedelijk is gebouwd. Verder onderzoek hiernaar
vindt plaats met AWN-lid Bas Chamuleau. Verrassend
was de vondst van een menselijk skelet in de ophogingspakketten
van een bastion. De begraving wordt gedateerd
midden/einde van de achttiende eeuw. Sporen van kist,
kledij of bijgaven ontbraken.
Opgraving Bachtensteene, Middelburg
Voorafgaand aan de bouw van een woonzorgcomplex
aan de Bachtensteene vond afgelopen zomer een
archeologische opgraving plaats. Het plangebied ligt in
Middelburgs oudste kern, met de karolingische
ringwalburg die eind negende eeuw is opgericht tegen de
Noormannen. Het onderzoeksgebied lag aan een van de
wegen door de ringwalburg, namelijk de Lange Burg.
Hieraan verrees in de late middeleeuwen het Gravensteen:
de voormalige gevangenis en een van de eerste stenen
huizen in Middelburg. ArcheoMedia voerde in opdracht
van Stichting Werkt voor Ouderen de opgraving uit; de
WAD begeleidde deze namens de gemeente Middelburg.
De resultaten waren vanaf de eerste dag spectaculair.
Nauwelijks 50 centimeter onder het maaiveld lagen
zeer zware funderingen van het Gravensteen. Ook het
complexe riool- en afwateringssysteem van het
Gravensteen was aanwezig, inclusief een gemetselde
beerkelder met prachtig vondstmateriaal. Verder restanten
van een bakstenen riool, dat ook fungeerde als waterafvoer
langs de straat. Tevens beerputten en -bakken, met perfect
bewaarde voorwerpen van hout en tin.
Zeeuws Erfgoed 19 september 2012/03 • ARCHEOLOGIE
De eens vergeten,
nu herontdekte kelder bij
het poortgebouw van Fort
Rammekens (foto WAD).
Duitse geschutspost uit
de Tweede Wereldoorlog,
voorzien van namen
(foto WAD).
Funderingen van het
Gravensteen; Bachtensteene
in Middelburg (foto
ArcheoMedia/WAD).
Een tinnen pispot uit een
van de putten aan de
Bachtensteene (foto
ArcheoMedia/WAD)
4
De verdiepte opgravingsput
tussen de wanden van twee
houten huizen
(foto ArcheoMedia/WAD).
Vondstmeldingen en
archeologisch spreekuur
Melding van
archeologische vondsten
dient te geschieden bij
de SCEZ. Het materiaal
wordt wanneer nodig
geregistreerd en
gedocumenteerd, maar
blijft altijd in het bezit
van de melder, tenzij deze
het zelf wil afstaan. Uw
melding van vondst(en) of
waarneming(en) kan ook
schriftelijk of telefonisch
geschieden bij:
SCEZ
Postbus 49
4330 AA
Middelburg
T 0118-670870
E j.jongepier@scez.nl
Daarnaast houdt
de SCEZ op elke eerste
dinsdagmiddag van de
maand een archeologisch
spreekuur. U kunt het
spreekuur in locatie
De Burg
Groenmarkt 13
te Middelburg
bezoeken om voorwerpen
te laten determineren
(geldwaarde wordt niet
getaxeerd), vondstmeldingen
te doen,
of allerlei vragen op het
gebied van de Zeeuwse
archeologie voor te leggen.
De eerstvolgende
archeologische
spreekuren vinden plaats
op de dinsdagmiddagen
4 september, 2 oktober,
6 november en
4 december
van 15.30 tot 16.30 uur.
Bijzondere houten huizen
Opzienbarend waren resten van enkele houten huizen
die hoogstwaarschijnlijk uit de twaalfde eeuw dateren,
de laatste bewoningsfase van de ringwalburg. De huizen
meten circa 12,5 m x 5,5 meter en zijn opgetrokken uit
zware houten palen met daartussen planken. De bouwwijze
verschilt per huis met verticale of horizontale wandplanken.
Minstens drie huizen lijken vlak tegen elkaar te
zijn geplaatst langs de straat. Opvallend: in de Domburgse
ringwalburg leek de bebouwing meer te bestaan uit
vrijstaande woningen op een klein erf. In Souburg
stonden de huizen al dichter op elkaar. De gesloten
bebouwing van Middelburg kán al duiden op grotere
bevolkingsdruk. De ligging van de voormalige straat
bleek uit een houten drempel aan de korte zijde van
een van de huizen.
Vloerniveau van het middelste houten huis,
met haard en drempel (foto ArcheoMedia/WAD).
De huizen hebben een driedeling met twee binnenruimten
en een soort achterplaatsje. Op dit achterterrein
lag veel botmateriaal (slacht- en keukenafval), mogelijk
waren er ook ambachtelijke activiteiten. Eén huis bevatte
drie haardplaatsen. Behalve herstel was er nieuwbouw.
Ophogingspakketten binnen de woningen wijzen op een
nieuw loopniveau en het bouwen van een nieuw huis op
dezelfde plaats. Binnen één kavel lagen resten van twee
huizen boven elkaar. Het totale pakket van menselijke
ophogingslagen bleek ten opzichte van het straatniveau
circa 4,80 meter dik. Dendrochronologisch onderzoek
moet de afzonderlijke huizen preciezer dateren.
Opmerkelijk is ook de vondst van een fragment van een
walviswervel. Deze zijn in elke ringwalburg teruggevonden
en mogelijk afkomstig van gestrande dieren. Soms
dienden ze als hakblok.
De Walcheren teruggevonden?
Op 9 en 10 juli is nader onderzoek uitgevoerd naar de
locatie van het Zeeuwse admiraliteitsschip de Walcheren.
In 1689 kwam dit bij Vlissingen dramatisch aan zijn
einde. Na deelname aan de ‘Glorious Revolution’ van
Willem III (invasie van Engeland) voer het schip onder
leiding van Cornelis Evertsen de Jongste, bijgenaamd
Keesje de Duivel, te dicht op de kust, daarheen gelokt
door honderden juichende Vlissingers. Het schip liep op
het westerhoofd van de oude Koopmanshaven en zonk
verderop. Jarenlang was de locatie onderwerp van
onderzoek door vooral maritiem historicus Doeke Roos
en de Stichting tot het Behoud van Onderwaterschatten
Zeeland (STIBOZ). Dit en recenter magnetometer- en
sonaronderzoek suggereren een locatie vóór de voormalige
ingang van de Nieuwe Haven, ongeveer ter hoogte van de
Oranjemolen.
Dank voor uw
medewerking! Zeeuws Erfgoed 20 september 2012/03 • ARCHEOLOGIE
Op initiatief van STIBOZ verzocht de Provincie
Zeeland de Koninklijke Marine te participeren in verder
onderzoek. De locatie met sterke stromingen, vlak naast
de drukke vaargeul, is te gevaarlijk voor amateurduikers;
voor de Defensie Duikgroep van de marine echter een
prima training.
Naast de duikgroep van de marine waren leden van
STIBOZ, en archeologen van de WAD en de Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed (RCE) aan boord. De duikers
onderzochten locaties op, vastgesteld tijdens eerdere
onderzoeken. Met een Navigator voorzien van sonar-,
video- en fotoapparatuur onderzochten zij deze van
dichtbij. Een gespecialiseerd team onderzocht grotere
zones met de Remus, een programmeerbare torpedoachtige
sonde voor sonaropnames. De analyse van de
sonarbeelden leidde tot nieuwe locaties die de duikers
vervolgens onderzochten.
Vondsten
Op enkele van deze locaties verwachtte men balken of
andere wrakdelen, die echter niet zijn gevonden.
Wél een gemetseld muurtje, mogelijk een kombuis- of
bakovenonderdeel van een schip. Enkele stenen ervan
zijn voor nader onderzoek geborgen. Ook vond men een
houten deel dat op een as van een wagenwiel lijkt, een
houten staakfragment en een houten balk met
verschillende uitsparingen en inkepingen, en enkele
metalen pennen. Het gaat zeker om een stuk scheepshout.
Dendrochronologisch onderzoek heeft tot dusver geen
uitsluitsel opgeleverd over een relatie met de Walcheren.
De volgende vraag: is nader onderzoek naar de Walcheren
mogelijk en wenselijk? De leden van de duikgroep van de
marine willen in principe graag weer meewerken.
Aangetroffen scheepshout - van de Walcheren? (foto WAD).
Onderzoek textielvondsten Middelburg 1992/93
Dr. Hanna Zimmerman onderzocht textielfragmenten
uit Middelburg, gevonden in 1992/93 bij archeologische
opgravingen aan de Kousteensedijk. Ze komen uit een
zestiende-eeuws afvalpakket. Mevrouw J.A. Zimmerman
promoveerde op zestiende-eeuws textiel uit Groningen
(Textiel in context, 2007) en was daarom ook
geïnteresseerd in de Midddelburgse vondsten. Dit zijn
zeven weefsels van wol en één van zijde: beide dierlijke
vezels die uit eiwitten bestaan. Linnen en katoen vergaan
als plantaardige vezels sneller dan dierlijke, en worden
maar zelden aangetroffen.
Zestiende-eeuwse textielresten uit opgravingen zijn
merendeels geweven in linnenbinding. Bij de Groningse
opgraving waren dit meer dan tweeduizend fragmenten,
waarvan de meeste van het voor kleding geschikte
middelfijn weefsel, terwijl slechts negen procent van
de vondsten uit wollen satijn bestond. De Middelburgse
vondsten bevatten vier verschillende kledingstoffen, waarvan
slechts één weefsel in linnenbinding en drie in satijn!
De aantallen zijn te klein voor definitieve uitspraken,
maar deze verhouding kan bevestigen dat Middelburgers
zich in de zestiende eeuw de weelde konden permitteren
van mooie kleding, vervaardigd van kostbaar satijn.
Vondst voor het voetlicht
Een Portugese kraak bij Arnestein
Op het landgoed van Arnestein nabij Middelburg werd in 1843 hard
gewerkt aan het uitgraven van een waterpoel. Men hoopte resten te vinden
van een zeer oude kraak die er ooit schipbreuk had geleden. De waterpoel
was een overblijfsel van de bedding van de oude rivier de Arne, die
Middelburg toegang had gegeven tot de Schelde. Arnemuiden was ernaar
vernoemd. Opdrachtgever was de eigenaar van landgoed Arnestein;
Abraham Caland. Het was geen wonder dat deze hoofdingenieur van
Zeeland het fijne wilde weten van het wrak in zijn achtertuin. Hij zette
25 werkbehoevende mannen aan het werk om de legende te ontdoen
van haar mysterie. Het uitgegraven wrak bleek langer dan 70 oude voet.
In de Archieven van Arnemuiden bevond zich een authentiek procesverbaal
van de bestuurders van Middelburg van maart 1545. Zij waren
ingelicht dat een schip genaamd De Gabriël op 9 februari was omgevallen
in de Arne. De 300 ton metende Gabriël met 36 opvarenden behoorde tot
de handelsvloot van Portugal. Omdat de lading in het schip kostbaarder
was dan het schip zelf, wilden Portugese kooplieden uit Middelburg die
het bevracht hadden het openbreken. Kapitein Juan Perez de Aresti wilde
dit gezien zijn schadepost niet toestaan, maar Francisco Pessoa ging als
administrateur van de factorij van Portugal akkoord. Het schip was te
diep in het zand gezonken om het eruit te hijsen en er was gevaar dat
het schip zou vallen en de Arne zou blokkeren. Dijkgraaf Boom, alias
Met Genuchten, sloeg daarop met een bijl in op het houtwerk waarna
timmerlieden grotere gaten maakten om via een pier van de wal naar
het schip de koopwaar eruit te halen.
Kapitein van de Gabriël
De van oorsprong Spaanse kapitein Juan Perez de Aresti was burger van
Arnemuiden. Hij had eerder een ander schip, de San Martin, verloren
waarop hij in 1539 naar Cadiz was vertrokken. Op de terugreis raakte hij
met een lading zout en koopwaar verzeild in Noord-Ierland, waar hij om
onduidelijke reden gevangen genomen werd. De San Martin voer onder
leiding van de administrateur van dat schip op de kust bij Saint Ives.
Toen De Aresti uiteindelijk veilig terug was in het Zeeuwse eiste hij 123
gouden dukaten voor de schade van het verlies van de San Martin.
De destructie van de Gabriël zorgde wederom voor een grote schadepost.
Geschiedschrijver Frederik Nagtglas was in 1871 getuige van het
(her)uitgraven van de haven bij Arnestein. Hij zag destijds pikzwart
Het voormalig hof Arnestein ((Jan Arends, 1781; privécollectie).
Zeeuws Erfgoed 21 september 2012/03 • ARCHEOLOGIE
Kaart van de Arne naar de kaart van Jacob van Deventer (Archief Zeeuws
Genootschap, 1933). Omcirkeld zijn Arnestein, Den Kleine Doel en het wrak.
geworden spanten van een groot vaartuig opdelven. Doordat Fred Groen
van Wrakduikstichting De Roompot (WDSR) dit jaar gevraagd werd om
een duik te maken in de buurt van Arnemuiden, kwam het verhaal van
de Portugese kraak weer bovendrijven. Er staan nieuwe baggerwerkzaamheden
op de rol in het kanaal. In 2006 verscheen een rapport over
mogelijk archeologische interessegebieden, maar daar staat dit wrak niet
in vermeld. Nu verschillende instanties op de hoogte zijn gebracht is
de interesse in het gebied van het kanaal verhoogd.
Arthur Scheijde, archivaris Stichting tot Behoud van Onderwaterschatten
in Zeeland (STIBOZ) i.s.m. Fred Groen, secretaris STIBOZ en WDSR
Geraadpleegde bronnen en literatuur
Frans Mol, hydrograaf Rijkswaterstaat; Arie de Lange, wraklocatiespecialist
Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden dl. 3, 1948-1949.
R. Fagel, De Hispano-Vlaamse wereld (1996).
M. Gargon, Walcherse Arkadia (1715-1717) II, 188.
Middelburgsche, Leeuwarder en Overijsselsche Courant 1843.
J.H. de Stoppelaar, Inventaris van het Oud Archief der stad Middelburg
(1872-1873).
Erfgoededucatie
Een dagje oorlog
Een korte rondleiding door
het museum. Waar kun je
informatie vinden?
(foto Belinda Dirven).
Woensdag 20 juni werd Westkapelle overspoeld door
honderdtwintig havo 3-leerlingen van de Christelijke
Scholengemeenschap Walcheren, afdeling Van de Perre
in Middelburg. Wat deden deze leerlingen die dag in
Westkapelle?
De laatste week, bijna zomervakantie. Voor de leerlingen
van CSW Van de Perre was tijdens deze activiteitenweek
het project ‘Een dagje oorlog’ ingeroosterd. De CSW en
het Polderhuismuseum zijn samen dit project over de
Tweede Wereldoorlog gestart. Havo 3 testte het op deze
dag uit, waarna het wordt geëvalueerd en bijgesteld.
Het programma bestond uit vier onderdelen, die alle
honderdtwintig leerlingen, verdeeld in vier groepen van
dertig leerlingen, volgden.
De vier programma onderdelen:
- een museumbezoek met tien verschillende opdrachten,
uit te voeren in tien groepjes van drie leerlingen;
- een gesprek met een overlevende in restaurant
De Fontein, bij de maquette van Westkapelle voor
en na het bombardement;
- een opdrachtenroute op de fiets langs oorlogsmonumenten;
- de film ‘Slag om de Schelde’ in het Kasteel van Batavia.
Voorbereiding
Voordat de leerlingen op de fiets naar Westkapelle
Geschiedeniszeeland.nl blijft groeien! Aanvullingen tot
dusver dit jaar zijn lange thema’s als ‘Vlas’ en korte als
‘Gevelreclame’ en ‘Baksteengotiek’. Gewerkt wordt aan de
nieuwe onderwerpen ‘Eerste Wereldoorlog’,
‘Zonnewijzers’ en ‘Rederijkers in Zeeland’ ... en meer.
Ook de actualiteit wordt niet vergeten. Met nieuwsberichten
over activiteiten, themajaren en seminars dragen we
bij aan het levendig houden van ons erfgoed.
Laat je inspireren, informeren en vooral verbazen: bezoek
geschiedeniszeeland.nl en ‘blader’ eens door het aanbod.
Deel je ervaringen met ons. Bekijk je omgeving op oude
foto’s of ontdek de ingang tot jouw familiegeschiedenis.
Bezoek ons verleden en verras je vrienden met een e-card.
Voor nu en voor later:
www.geschiedeniszeeland.nl
Zeeuws Erfgoed 22 september 2012/03 • ERFGOEDEDUCATIE
kwamen, kregen zij van tevoren op school instructies
over deze dag en is er tijdens de geschiedenisles aandacht
besteed aan de Tweede Wereldoorlog. De leerlingen
kregen te horen hoe laat zij verwacht werden bij het
onderdeel waar ze gingen starten. Om te zorgen dat er
geen overlappingen in het programma zouden zijn,
startte iedere groep op een ander tijdstip. Het bleek nog
lastig in te schatten hoe lang je erover fietst van huis naar
Westkapelle, veel leerlingen kwamen later aan dan
gepland. De dag ging goed van start, de vier onderdelen
draaiden op volle toeren. Een paar technische storingen
bij de film en een organisatorisch probleem in het
museum waren snel opgelost.
Informatie verzamelen
Met het groepje van drie moesten de leerlingen zoveel
mogelijk informatie zien te verzamelen over hun
persoonlijke opdracht. Die informatie haalden de
leerlingen zowel uit het museum, als uit het verhaal
van de WO II-overlevende, de film en de opdrachtenroute
langs monumenten. Tevens werden er vragen
gesteld waarbij de verbinding tussen verleden en heden
werd gemaakt. De leerlingen moesten hierbij nadenken
over de gevolgen van de oorlog, of over hoe zij in een
bepaalde situatie zouden handelen. Fanatiek hebben de
leerlingen de hele dag gezocht naar antwoorden bij hun
opdrachten. De verzameling van alle informatie moest de
volgende dag verwerkt worden in een presentatie, waarbij
het groepje leerlingen zelf voor een vorm mochten kiezen:
een powerpoint presentatie, muurkrant, poster of film.
Presentaties
Tijdens alle presentaties, die de volgende dag op school
gehouden werden, waren ook twee overlevenden en
de bedrijfsleider van het Polderhuis present. Een van
de overlevenden, de heer Lous, was zeer ontroerd door
de goede presentaties van de leerlingen. De leerlingen
hadden op hun beurt veel respect voor de verhalen van
de overlevenden. “Een dergelijke indringende manier
van lesgeven kan binnen een klaslokaal nooit gerealiseerd
worden”, aldus een van de docenten.
Lesmateriaal
Scholen voor voortgezet onderwijs die interesse hebben
om van dit lessenpakket gebruik te maken, kunnen
contact opnemen met het Polderhuis in Westkapelle.
Colofon
Zeeuws Erfgoed is een uitgave van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over
archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten,
musea, streektalen en volkscultuur in Zeeland.
Zeeuws Erfgoed wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie
Zeeland. Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk
via postbus 49 o.v.v. Zeeuws Erfgoed.
Redactie Marinus van Dintel, Aad de Klerk, Jan Kuipers,
Veronique De Tier en Janneke de Wit
Eindredactie Saskia Buitenkamp, Aad de Klerk en Jan Kuipers
Foto’s Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, tenzij anders vermeld.
De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om
voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen
met de rechthebbenden.
De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor
beeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust.
Opmaak decreet, Ramon de Nennie, Middelburg
Druk Meulenberg, Middelburg
Contact Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
Postbus 49 4330 AA Middelburg
Bezoekadres locatie De Burg, Groenmarkt 13
T 0118-670870 | F 0118-670880 | E info@scez.nl
KORTelings
Volg SCEZ
op Twitter
Erfgoedzeeland
In september start de SCEZ onder de gebruikersnaam erfgoedzeeland
via Twitter met een nieuwe manier van informatie delen, contacten
leggen en nieuws verzamelen. Via dit account willen wij onze volgers
regelmatig informeren over erfgoedactiviteiten van de SCEZ en
andere Zeeuwse erfgoedorganisaties.
De tweets zijn vanaf de startpagina van www.scez.nl voor iedereen
zichtbaar, maar we hebben natuurlijk veel liever dat u
www.twitter.com/erfgoedzeeland met uw eigen twitteraccount gaat
volgen!
RSS
Een andere manier om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws
op onze website is het gratis abonnement op RSS-feed. Via het
icoon op de website bovenin de menubalk kunt u aangeven dat
u hiervan gebruik wilt maken. Wanneer er vervolgens nieuwe
informatie op scez.nl is geplaatst, ontvangt u hiervan automatisch
bericht in uw mailbox. Dit betreft dan alleen de rubrieken
‘Nieuws uitgelicht’ en ‘Agenda uitgelicht’, gepubliceerd
op de startpagina. Overigens zijn vanaf september 2012 alle
berichten op www.scez.nl te delen op Twitter, Facebook en LinkedIn.
Zeeuws Erfgoed
jaargang 11 nr. 3 • september 2012
Meegezonden
- Zeeuws Archief Nieuws nr. 55
Aan dit nummer droegen bij
• ARCHEOLOGIE Robert van Dierendonck, Fred Groen, Jan Kuipers,
Bernard Meijlink, Arthur Scheijde, Bram Silkens
en Hanna Zimmerman
• CULTUURHISTORIE Aad de Klerk
• ERFGOEDEDUCATIE Josien Pootjes en Antoine Vanhemelrijk
• MONUMENTEN Wim Jakobsen, David Koren,
Johan Maliepaard, Tony Veenstra en Jan van Zon
• MUSEA Joost Adriaanse, Jeanine Dekker en Janneke de Wit
• STREEKTALEN Veronique De Tier
• MONUMENTAAL Jeanine Dekker
• ALGEMEEN Saskia Buitenkamp, Marijke Gunter en Wim Scholten
• ALLERLEI Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking
• JAARTHEMA David Koren
• SPECIAL Platform Maritiem Erfgoed Zeeland, Marinus van Dintel
en Jacquelien Pleijte
Aanlevering van kopij
Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij
voorkeur digitaal tot 15 oktober 2012, zeeuwserfgoed@scez.nl of
via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws Erfgoed.
www.scez.nl
MonuMENTaal
Het vissen met handgemaakte netten kwam vroeger overal aan
de Zeeuwse Noordzeekust voor. Het was er niet het hoofdberoep,
maar een nevenactiviteit van mensen die op andere wijze de kost
verdienden. Nu is de strandvisserij een traditie die nog door enkelen
in leven wordt gehouden. In de winter breiden de vissers hun netten.
In de zomer trokken ze er op uit om te vissen. Gevist wordt er met
fuiken en met korren (sleep- of duwnetten). In de fuiken worden
paling (kleine mazen) en rond- en platvis (grotere mazen) gevangen.
De fuiken worden bij laagwater neergezet. Dan gaat de vloed er over
heen. Als het weer eb is geworden, gaat de visser naar het strand om te
kijken wat de fuiken aan vangst hebben opgeleverd. Een garnalenkor is
een duwnet. Het net is bevestigd aan een plank met een houder in het
midden, waarin een stevige, twee meter lange stok is gestoken.
De visser duwt het net tijdens laagwater op kniehoogte (of hoger als
de garnalen dieper de zee in zitten) door de zee. Met sleep- of duwnetten
wordt gevist op rondvis, platvis en garnalen.
Op de foto trekt Wim Vreeke, strandvisser uit Domburg, een sleepnet
uit zee. Een sleepnet is ongeveer 20 meter lang. Er zijn twee personen
nodig om het in een grote boog door de zee te trekken.
Een van hen gaat diep het water in, de ander blijft dicht bij de
laagwaterlijn. Het net is bevestigd aan ronde stokken, waaraan ook
treklijnen zitten die over de schouders van de vissers lopen. Ondanks
de grootte van dit net is de strandvisserij een kleinschalige vorm van
visserij. In de netten en fuiken worden maar kleine hoeveelheden vis
gevangen.
Zeeuws Erfgoed 23 september 2012/03 • COLOFON | KORTELINGS | MONUMENTAAL
MOnuMENTaal
(foto Dirk-Jan Gjeltema)
(foto Cees Maas)