06.09.2013 Views

Trainen met patiënten volgens het Aëroob Revalidatie Systeem (ARS)

Trainen met patiënten volgens het Aëroob Revalidatie Systeem (ARS)

Trainen met patiënten volgens het Aëroob Revalidatie Systeem (ARS)

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TRAINING<br />

Het <strong>Aëroob</strong> <strong>Revalidatie</strong><br />

<strong>Systeem</strong> (<strong>ARS</strong>)<br />

Het <strong>Aëroob</strong> <strong>Revalidatie</strong> <strong>Systeem</strong> is een<br />

uiterst praktische <strong>met</strong>hodiek om op<br />

basis van de maximale hartfrequentie<br />

(Hfmax) en de anaërobe drempel (AD)<br />

de verschillende (duur)trainings<strong>met</strong>hoden<br />

in een <strong>met</strong>hodische opbouw te<br />

zetten. Volgens deze opbouw kunnen<br />

cliënten, <strong>patiënten</strong> en sporters <strong>met</strong> een<br />

(zeer) lage en een hoge belastbaarheid<br />

belast en getraind worden. De basis<br />

van <strong>het</strong> systeem is <strong>het</strong> hartfrequentiediagram<br />

(figuur 1). Op basis van de<br />

werkelijke of geschatte maximale hartfrequentie<br />

worden de verschillende<br />

trainings<strong>met</strong>hoden en -intensiteiten<br />

berekent. Daarna wordt door middel<br />

van try-outs bekeken of de ingeschatte<br />

waarden reëel zijn. In de figuur zijn de<br />

verschillende trainings<strong>met</strong>hoden in<br />

22 Sportgericht nr. 4-5 / 2007 – jaargang 61<br />

Als vervolg op twee eerdere artikelen over <strong>het</strong> <strong>met</strong>en en<br />

berekenen van de maximale hartfrequentie en <strong>het</strong> <strong>Aëroob</strong><br />

<strong>Revalidatie</strong> <strong>Systeem</strong> (<strong>ARS</strong>), gaat <strong>het</strong> in dit artikel over de<br />

praktische toepassing van <strong>het</strong> <strong>ARS</strong>-model bij <strong>het</strong> begeleiden<br />

en trainen van <strong>patiënten</strong> <strong>met</strong> een chronische aandoening.<br />

Gezien de vaak lage belastbaarheid van deze mensen is <strong>het</strong><br />

doseren van de omvang en intensiteit van de training van<br />

groot belang. Het <strong>Aëroob</strong> <strong>Revalidatie</strong> <strong>Systeem</strong> geeft duidelijke<br />

richtlijnen om deze trainingsvariabelen in te vullen.<br />

<strong>Trainen</strong> <strong>met</strong> <strong>patiënten</strong> <strong>volgens</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>Aëroob</strong> <strong>Revalidatie</strong> <strong>Systeem</strong> (<strong>ARS</strong>)<br />

Een gestructureerde werkwijze om ook <strong>met</strong><br />

<strong>patiënten</strong> <strong>het</strong> (duur)uithoudingsvermogen te<br />

trainen in de praktijk<br />

Hans Bult, fysiotherapeut<br />

en Toine van de Goolberg,<br />

herstel- en conditietrainer<br />

relatie tot de hartfrequentie en de<br />

anaërobe drempel inzichtelijk<br />

gemaakt.<br />

Bij de training van <strong>het</strong> (duur)uithoudingsvermogen<br />

wordt in <strong>het</strong> <strong>Aëroob</strong><br />

<strong>Revalidatie</strong> <strong>Systeem</strong> voor <strong>het</strong> lopen<br />

een opbouw gemaakt in 4 bewegingsvormen.<br />

Te weten wandelen, briskwalken,<br />

joggen en hardlopen. Dit betekent<br />

dat zowel in de bewegingsvorm(en) en<br />

de trainingsintensiteit een geleidelijke<br />

opbouw wordt gemaakt. Daarnaast is<br />

de <strong>met</strong>hodiek ook goed toepasbaar<br />

voor andere bewegingsvormen zoals<br />

fietsen, roeien, etc. Om een individueel<br />

trainingsprogramma te kunnen maken<br />

is <strong>het</strong> handig om gegevens over de<br />

werkelijke maximale hartfrequentie te<br />

hebben maar dit is (in <strong>het</strong> begin) niet<br />

absoluut noodzakelijk. Door de geleidelijke<br />

opbouw en <strong>het</strong> grote aantal try-


HR<br />

200<br />

190<br />

180<br />

170<br />

160<br />

150<br />

140<br />

130<br />

120<br />

110<br />

100<br />

D III<br />

( 95%<br />

)<br />

D II<br />

( 90%<br />

)<br />

D I ( 85%<br />

)<br />

DH<br />

( 75%<br />

)<br />

< DH<br />

E I<br />

( 105%<br />

)<br />

AE<br />

D = 80%<br />

( aër<br />

obe<br />

dre<br />

mpe<br />

l)<br />

Aeroob ( 02)<br />

A naeroob<br />

( lacta<br />

at)<br />

B ela<br />

s tings<br />

inten<br />

s iteit/<br />

ver<br />

mog<br />

en<br />

( m/<br />

s of<br />

km/<br />

h of<br />

Wa<br />

tts<br />

)<br />

outs, is elke training eigenlijk een test<br />

die informatie geeft over <strong>het</strong> vervolg<br />

van <strong>het</strong> trainingsproces. Door deze<br />

werkwijze biedt <strong>het</strong> systeem veel<br />

mogelijkheden om toe te passen bij de<br />

training <strong>met</strong> mensen <strong>met</strong> een matige<br />

belastbaarheid of bij mensen <strong>met</strong> een<br />

chronische aandoening.<br />

Chronische aandoeningen en<br />

bewegen<br />

Regelmatig bewegen heeft een gunstig<br />

effect op de algemene gezondheidstoestand.<br />

Lichaamsbeweging verlaagt de<br />

kans op hart- en vaatziekten, osteoporose,<br />

diabetes mellitus (type 2), dikke<br />

darmkanker, angst en depressie. Lichamelijke<br />

activiteit heeft een directe en<br />

een indirecte invloed op de kans op<br />

hart- en vaatziekten, en kan een gunstig<br />

effect hebben op bloeddruk, lichaamsgewicht<br />

en <strong>het</strong> profiel van vetten in <strong>het</strong><br />

bloed3 . Het is echter gebleken dat<br />

slechts een deel van de Nederlandse<br />

bevolking voldoende lichamelijk actief<br />

is. Bij mensen <strong>met</strong> een chronische aandoening<br />

is dit aantal nog kleiner. Hierbij<br />

komt dat zij grotere gezondheidsrisico’s<br />

lopen. Het is dus belangrijk om<br />

juist deze mensen te helpen <strong>met</strong> <strong>het</strong><br />

ontwikkelen van een gezonde leefstijl<br />

en hen in beweging te krijgen.<br />

II<br />

HM<br />

( 110%<br />

) ( 115%<br />

)<br />

I/<br />

O<br />

120%<br />

><br />

A ND<br />

= 100%<br />

( ana<br />

ëro<br />

be<br />

drem<br />

pel)<br />

© T oine<br />

van<br />

de<br />

G ool<br />

berg<br />

/ Han<br />

s B ult<br />

Max<br />

= 110%<br />

DH<br />

= Duur<br />

hers<br />

tel<br />

( vet)<br />

D I = Duur<br />

langza<br />

am<br />

( vet)<br />

D II<br />

= Duur<br />

langza<br />

am/<br />

midden<br />

( vet+<br />

K H)<br />

D III<br />

= Duur<br />

midden<br />

( K H)<br />

DT<br />

= Duurte<br />

mpo,<br />

snel<br />

( K H)<br />

E I = E xtens<br />

ieve<br />

interva<br />

l<br />

II<br />

= Inte<br />

nsiev<br />

e interva<br />

l<br />

HM<br />

= Herha<br />

lings<br />

<strong>met</strong>hode<br />

I/<br />

O = Ins<br />

and<br />

outs<br />

( 2006)<br />

Om dit te bereiken is <strong>het</strong> van belang<br />

om er achter te komen waarom <strong>het</strong><br />

iemand niet lukt om gestructureerd en<br />

regelmatig te gaan bewegen. Vaak<br />

moeten er eerst een aantal barrières<br />

weggenomen worden. Het bevorderen<br />

van een actieve leefstijl is één van de<br />

belangrijkste doelstellingen van revalidatie-<br />

en beweegprogramma’s. Hierbij<br />

is <strong>het</strong> natuurlijk van groot belang om<br />

er achter komen welke bewegingsactiviteiten<br />

iemand echt leuk vindt en<br />

deze (zo veel mogelijk) te gebruiken<br />

binnen de trainingen.<br />

<strong>Trainen</strong> <strong>volgens</strong> <strong>het</strong> <strong>Aëroob</strong><br />

<strong>Revalidatie</strong> <strong>Systeem</strong> <strong>met</strong><br />

<strong>patiënten</strong><br />

Om de <strong>met</strong>hodiek van <strong>het</strong> <strong>ARS</strong> praktisch<br />

toe te lichten en praktisch te kunnen<br />

toepassen hebben we een tweetal<br />

<strong>patiënten</strong>casussen uitgewerkt. Een<br />

casus <strong>met</strong> een intervalduurtraining in<br />

een poliklinisch hartrevalidatieprogramma<br />

op de fietsergo<strong>met</strong>er voor een<br />

patiënt na een hartinfarct. In de tweede<br />

casus <strong>met</strong> een duurtraining in de<br />

vorm van een wandelprogramma als<br />

onderdeel van een beweegprogramma<br />

voor een patiënt <strong>met</strong> diabetes mellitus<br />

(type 2)<br />

Figuur 1. <strong>ARS</strong>-systeem.<br />

Casus 1<br />

Man van 50 jaar heeft op 7 november<br />

2006 een hartinfarct gehad. Op 21<br />

november 2006 start hij <strong>met</strong> de poliklinische<br />

hartrevalidatie en gebruikt nu<br />

bètablokkers. Bij de symptom-limitedtest<br />

bij de cardioloog zijn geen bijzonderheden<br />

(bloedtekort in de hartspier<br />

of ritmestoornissen) vastgesteld. Zijn<br />

maximale geleverde vermogen op de<br />

fietstest was 140 watt. In <strong>het</strong> verleden<br />

sportte hij graag en deed aan zaalvoetbal.<br />

Sinds eind november traint hij 2 x<br />

per week circa 50 minuten. De training<br />

bestaat uit 10 minuten roeien, 10 minuten<br />

fietsen en 20 minuten circuittraining<br />

(fitness) en de laatste 10 minuten<br />

een spelvorm (volleybal, trefbal, etc.).<br />

Hij roeit nu op een belasting van<br />

30 watt en fietst <strong>met</strong> een belasting van<br />

70 watt. Zijn rustpols (HFrust) is 60 slagen<br />

per minuut en zijn maximale hartfrequentie<br />

(onder bètablokkade) is<br />

135 slagen per minuut.<br />

De theoretische maximale pols is 208 –<br />

(0,7 x 50) = 173 slagen per minuut (4)<br />

De theoretische anaërobe drempelpols<br />

is 173 - 10% = 156 slagen per minuut (5)<br />

De theoretische aërobe drempelpols is<br />

156 - 20% = 125 slagen per minuut (5)<br />

Deze theoretische waarden zijn door<br />

de bètablokkers niet te gebruiken bij<br />

<strong>het</strong> sturen van de training. Door tijdens<br />

de symptom-limited-test onder<br />

bètablokkade de individuele hartfrequentiecurve<br />

te bepalen kan de formule<br />

van Karvonen wèl gebruikt worden.<br />

Dit is de gebruikelijke werkwijze binnen<br />

de hartrevalidatie. Op basis van de<br />

bovenstaande gegevens wordt de trainingshartfrequentie<br />

<strong>volgens</strong> Karvonen<br />

voor deze man vastgesteld op een percentage<br />

van 60% .<br />

HFtraining: 60 (HFrust) + 60% van 135<br />

(Hfmax) -60 (HFrust) = 105 slagen per<br />

minuut<br />

Sportgericht nr. 4-5 / 2007 – jaargang 61 23


Dit is een mooi veilig uitgangspunt om<br />

de training mee te starten.<br />

De belangrijkste doelstellingen van <strong>het</strong><br />

trainingsprogramma voor deze man<br />

zijn:<br />

– (weer) plezier in bewegen krijgen<br />

– fysieke reconditionering<br />

– <strong>het</strong> leren kennen van de fysieke grenzen<br />

– <strong>het</strong> vergroten van duuruithoudingsvermogen<br />

om weer fietstochten te<br />

kunnen maken <strong>met</strong> de echtgenote<br />

– afname gezondheidsrisico’s<br />

Herh HF/Pols (P0) HF/Pols (P2) Herstelpols<br />

(PV2)<br />

Belangrijk in de hartfrequentiecurve is<br />

of de grootte van de herstelpols en de<br />

hoogte van de P0 en P2 lineair zijn.<br />

Daarnaast moet de Borgscore (6) mooi<br />

geleidelijk oplopen en moeten andere<br />

waarden zoals bloeddruk onder controle<br />

zijn.<br />

In tabel 1 is te zien hoe <strong>het</strong> trainingsprogramma<br />

in werkelijkheid verliep.<br />

Bij de zevende herhaling op een belasting<br />

van 100 watt wordt de borgscore<br />

van 16 bereikt. Tevens valt op dat de<br />

PV2 daarna bij herhaling 8, 9 en 10<br />

duidelijk lager is en de borgscore oploopt<br />

naar 18. Dit is een teken dat de<br />

energieleverantie niet meer volledig<br />

uit <strong>het</strong> aërobe systeem kan worden gedekt.<br />

Op basis van de hartfrequentiecurve<br />

zou de gewenste trainingsintensiteit<br />

(tempoduur) van 70 watt naar<br />

100 watt kunnen worden opgevoerd.<br />

Het blijkt dat de berekende trainingshartfrequentie<br />

op basis van de formule<br />

van Karvonen aan de voorzichtige kant<br />

was. Deze voorzichtige opbouw is zeker<br />

bij <strong>het</strong> begin van de revalidatie heel<br />

verstandig. Dan staan de eerste 2 doelstellingen<br />

(angstreductie en reconditionering)<br />

voorop. Door <strong>het</strong> gebruik van<br />

<strong>het</strong> <strong>ARS</strong> kun je dus de trainingsintensiteit<br />

nauwkeuriger sturen. Dit is<br />

zeker later in de revalidatie gewenst.<br />

Op basis van de gevonden trainingsbelasting<br />

(tempoduur) kunnen de onder-<br />

Intensiteit<br />

(watt)<br />

Borgscore<br />

(6-20)<br />

1 105 90 15 70 11<br />

2 107 92 15 75 12<br />

3 110 93 17 80 13<br />

4 112 92 20 85 14<br />

5 115 93 22 90 15<br />

6 118 92 26 95 15<br />

7 120 92 28 100 16<br />

8 125 105 20 105 17<br />

9 130 110 20 110 18<br />

Tabel 1: protocol extensieve intervalduurtraining (op 14/12 in <strong>het</strong> revalidatieprogramma).<br />

P0 = hartslagfrequentie aan <strong>het</strong> einde van <strong>het</strong> belastingsblok van 2 minuten (P0)<br />

P2 = hartslagfrequentie aan <strong>het</strong> einde van de pauze van 2 minuten (P2)<br />

PV2 = <strong>het</strong> verschil in hartslagfrequentie tussen arbeid en rust (PV2 = P0 – P2)<br />

staande andere trainings<strong>met</strong>hoden<br />

voor deze man worden ingevuld (tabel<br />

2). Hierbij moet wel aangetekend worden<br />

dat deze variabelen enkel gelden<br />

voor <strong>het</strong> fietsen. Voor <strong>het</strong> roeien zou<br />

een vergelijkbare try-out gedaan zou<br />

moeten worden. Gezien de doelstelling<br />

van deze man lijkt <strong>het</strong> verstandig om<br />

de fietstraining qua omvang uit te bouwen.<br />

Hierbij kan worden gevarieerd in<br />

de onderstaande trainings<strong>met</strong>hoden.<br />

Trainings<strong>met</strong>hode Duur<br />

(minuten)<br />

24 Sportgericht nr. 4-5 / 2007 – jaargang 61<br />

Casus 2<br />

Vrouw van 54 jaar traint sinds 2 weken<br />

in een bewegingsprogramma in een<br />

fysiotherapiepraktijk en heeft diabetes<br />

mellitus type 2. Zij heeft een fors<br />

overgewicht (20 kg) en doet verder<br />

niets aan sport. Zij wil graag samen<br />

<strong>met</strong> haar partner weer lange wandelingen<br />

gaan maken in <strong>het</strong> bos. Uit<br />

de symptom-limited-test zijn geen<br />

bijzonderheden naar voren gekomen.<br />

Haar maximale hartfrequentie is<br />

172 slagen per minuut (4)<br />

De theoretische anaërobe drempelpols<br />

is 172 - 10% = 155 slagen per minuut (5)<br />

De theoretische aërobe drempelpols is<br />

155 - 20% = 121 slagen per minuut (5)<br />

De belangrijkste doelstellingen van <strong>het</strong><br />

beweeg-/trainingsprogramma voor<br />

haar zijn:<br />

– weer plezier in bewegen krijgen<br />

– <strong>het</strong> leren kennen van de fysieke grenzen<br />

– <strong>het</strong> vergroten van duuruithoudingsvermogen<br />

in <strong>het</strong> wandelen<br />

– afname lichaamsgewicht en vetpercentage<br />

Na een warming-up van 5 minuten<br />

<strong>met</strong> diverse rustige wandelvormen<br />

wordt gestart <strong>met</strong> een try-out van<br />

10 x 50 <strong>met</strong>er heen en weer wandelen<br />

<strong>met</strong> als opdracht zoek een aangenaam<br />

wandeltempo dat minimaal 3 minuten<br />

volgehouden kan worden. De uitkomst<br />

van de try-out was dat zij in<br />

40 seconden de 50 <strong>met</strong>er kon lopen.<br />

Dit is 4,5 km per uur.<br />

De herhalingspauze tussen de belastingsblokken<br />

was 2 minuten. Bij de uit-<br />

Tabel 2: trainingsvariabelen van de trainings<strong>met</strong>hoden voor <strong>het</strong> duuruithoudingsvermogen (fietsen)<br />

Herhalingen Intensiteit<br />

(watt)<br />

Pauze<br />

(minuten)<br />

duur III 30 1 x 95 -<br />

tempoduur (TD) 10 3 x 100 2<br />

extensieve interval 2 10 tot 15 x 105 1<br />

intensieve interval 2 6-8 110 2


Programma Loop<br />

1<br />

(P0)<br />

4 x 50 m<br />

Loop<br />

2<br />

(P0)<br />

Loop<br />

3<br />

(P0)<br />

Loop<br />

4<br />

(P0)<br />

voering van <strong>het</strong> bovenstaande protocol<br />

is <strong>het</strong> essentieel dat de tijden over<br />

50 <strong>met</strong>er stabiel blijven. Zo controleer je<br />

<strong>het</strong> looptempo. Daarnaast moeten ook<br />

de hartfrequentiewaarden na elke lap<br />

gelijk blijven. Door <strong>het</strong> lineaire verband<br />

tussen de P0, laptimes, P1 en PV<br />

zit de training volledig in <strong>het</strong> aërobe<br />

energiesysteem. De norm voor de PV<br />

voor ongetrainden en mensen <strong>met</strong> een<br />

chronische aandoening is grofweg dat<br />

deze groter dan 25 moet zijn. Dan is er<br />

sprake van voldoende herstel. Door<br />

heel gestructureerd de intensiteit,<br />

belastingsduur, Borgscore en herstelpols<br />

te controleren kan een patiënt na<br />

verloop van tijd heel goed zelf dergelijke<br />

training uitvoeren. De trainer of<br />

(fysio)therapeut heeft zich dan overbodig<br />

gemaakt, wat precies de bedoeling<br />

is van de beweegprogramma’s.<br />

De resultaten in tabel 3 geven aan dat<br />

de patiënt de opbouwreeks van 200<br />

Loop<br />

5<br />

(P0)<br />

Loop<br />

6<br />

(P0)<br />

Loop<br />

7<br />

(P0)<br />

P2 PV2 Eind<br />

tijd<br />

Borg<br />

(6-20)<br />

40 39 40 40 2.39 11<br />

(200 m) 135 144 146 147 115 31<br />

5 x 50 m 40 40 39 40 39 3.28 12<br />

(250 m) 136 143 146 146 147 112 35<br />

6 x 50 m 40 39 39 40 40 40 3.58 12<br />

(300 m) 138 143 146 146 147 147 110 37<br />

7 x 50 m 40 40 40 39 39 38 39 4.35 13<br />

(350 m) 139 144 146 146 145 146 145 110 35<br />

Tabel 3: protocol duurprogramma (wandelen) in een beweegprogramma ‘diabetes mellitus type 2’<br />

Rectificatie:<br />

naar 350 <strong>met</strong>er in laps van 50 <strong>met</strong>er<br />

aankan. De volgende stap in <strong>het</strong> programma<br />

zou dan ook kunnen zijn: 4 x<br />

350 <strong>met</strong>er <strong>met</strong> een seriepauze van 2<br />

minuten en een laptime van onder de<br />

40 seconden per 50 <strong>met</strong>er. Natuurlijk<br />

mag de patiënt ook een vast parcours<br />

van 350 <strong>met</strong>er rechtuit lopen (minder<br />

intensief door <strong>het</strong> uitblijven van keerpunten<br />

en daardoor een snellere eindtijd).<br />

Het nadeel van een rechtuit parcours<br />

is dat <strong>het</strong> permanente coachen<br />

onmogelijk wordt, tenzij de fysiotherapeut<br />

of trainer besluit mee te lopen.<br />

Literatuur<br />

1. Bult, Hans en Poel van der, Gerard, Maximale<br />

hartfrequentie: berekent of ge<strong>met</strong>en?, Sportgericht,<br />

2007, nr. 2;<br />

2. Bult, Hans en van de Goolberg,Toine, Het<br />

<strong>Aëroob</strong> <strong>Revalidatie</strong> <strong>Systeem</strong> (<strong>ARS</strong>), Sportgericht,<br />

2007, nr. 3;<br />

3. Nota Sport, bewegen en Gezondheid,<br />

Ministerie van Volksgezondheid,Welzijn en<br />

Sport, 2001;<br />

Abusievelijk is in <strong>het</strong> vorige artikel over <strong>het</strong> <strong>ARS</strong> (Sportgericht nr. 3) een deel<br />

van tabel 4 weggevallen. Hieronder de complete tabel.<br />

4. Tanaka H, Monahan DK, Seals DR. Agepredicted<br />

maximal heart rate revisited, Journal<br />

of the American College of Cardiology, 2001,<br />

37, 153-156;<br />

5. Syllabus NPi-cursus ‘Preventie en gezondheid<br />

/ training van <strong>het</strong> aërobe vermogen (<strong>ARS</strong>)’<br />

(mei 2007);<br />

6. Het gebruik van de Borgschaal bij bewegingsactiviteiten<br />

voor hartpatienten T. Jongert,<br />

J. Benedictus, J. Dijkgraaf, H. Koers, J. Oudhof,<br />

Hart in beweging, Elsevier, 1e druk, 2004;<br />

7. De cardiologie, vereenvoudigd (derde druk),<br />

A.J. Six, uitgeverij Lemma, 2006;<br />

8. Wilmore, J.H en Costill, D.L., Inspannings- en<br />

sportfysiologie, Elsevier, 2006;<br />

9. Goolberg,T. van de, 2e druk, 2005, Elsevier<br />

Gezondheidszorg, De Rehaboom® een<br />

<strong>met</strong>hodische aanpak in de sportrevalidatie;<br />

Met dank aan Michel Edelaar, Marleen<br />

Buruma en Gerard van der Poel<br />

Over de auteurs:<br />

Hans Bult is (sport)fysiotherapeut en<br />

werkzaam als cursusleider/cursuscoördinator<br />

van o.a. de cursussen ‘Inspanningsfysiologie<br />

en oefentherapie’,<br />

‘Sportrevalidatie’,‘COPD en astma’ en<br />

de ‘KNGF-beweegprogramma’s’ en<br />

diverse andere cursussen op <strong>het</strong> terrein<br />

van de inspanningsfysiologie, preventie<br />

en gezondheid en sportrevalidatie<br />

bij <strong>het</strong> Nederlands Paramedisch<br />

Instituut (NPi).Voor reactie’s:<br />

bult@paramedisch.org<br />

Toine van de Goolberg is docent/herstel-<br />

en conditietrainer. Momenteel is<br />

hij conditie/krachttrainer bij de Nederlandse<br />

Ski Vereniging alpineskiën heren<br />

(top 4) en dames en de Paralympische<br />

ploegen zitvolleybal dames en rolstoelbasketbal<br />

heren. Ook is hij werkzaam<br />

als bondscoach KNAU van de Paralympische<br />

selectie sprint/springen.<br />

Daarnaast is hij als docent actieve<br />

revalidatie bij diverse opleidingen in de<br />

sport(revalidatie) betrokken.<br />

Sportgericht nr. 4-5 / 2007 – jaargang 61 25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!