07.09.2013 Views

Beschikking nieuweweg 11.pdf - Aarhusportaal

Beschikking nieuweweg 11.pdf - Aarhusportaal

Beschikking nieuweweg 11.pdf - Aarhusportaal

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1. ONDERWERP AANVRAAG<br />

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING<br />

Mevrouw A.M. van de Wert<br />

Inrichtingnummer: 426<br />

1.1 Ontvangst<br />

Op 8 april 2005, aangevuld op 25 april 2005, hebben wij een aanvraag ingevolge de Wet<br />

milieubeheer ontvangen van mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel om een<br />

veranderingsvergunning (art. 8.1, lid 1b), voor een inrichting ten behoeve van het houden van<br />

melkgeiten.<br />

1.2 Ligging<br />

De inrichting is gelegen aan de Nieuweweg 11 te Wamel kadastraal bekend gemeente Wamel,<br />

sectie F nr. 481.<br />

1.3 Bevoegd gezag<br />

Vergunning wordt gevraagd voor het houden van:<br />

- 520 Melkgeiten<br />

- 2000 Kippen ouderdieren van slachtrassen vanaf ca. 19 weken<br />

- 820 Mestlammeren 0-2 maanden<br />

- 350 Melkgeiten aanfok 0-1 jaar<br />

- 1 Paard (3 jaar en ouder)<br />

- 1 Paard in opfok<br />

De inrichting is in artikel 2.1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer<br />

junctis categorie 1,7 en 8 van bijlage I behorende bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit<br />

milieubeheer aangewezen als inrichting die nadelige gevolgen voor het milieu kan<br />

veroorzaken.<br />

Op grond van artikel 8.2, eerste lid, Wet milieubeheer zijn wij bevoegd voor het beslissen op de<br />

aanvraag om vergunning.<br />

1.4 Verleende vergunningen<br />

Voor de inrichting is al eerder een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning in het<br />

kader van de Wet milieubeheer verleent. Deze vergunning is verleend op 28 juli 1997 ten<br />

behoeve van een geitenmelkerij. De vergunning richtte zich op de volgende aantallen dieren:<br />

- 410 Melkgeiten<br />

- 2000 Kippen ouderdieren van slachtrassen vanaf ca. 19 weken<br />

- 820 Mestlammeren 0-2 maanden<br />

- 350 Melkgeiten aanfok 0-1 jaar<br />

- 1 Paard (3 jaar en ouder)<br />

- 1 Paard in opfok<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

1<br />

GEMEENTE<br />

WEST<br />

MAAS EN<br />

WAAL


1.5 Veranderingen ten opzichte van de vigerende vergunning<br />

Ten opzichte van de vigerende vergunning zijn met name de volgende veranderingen aan de<br />

orde:<br />

− binnen de inrichting wordt er uitgebreid met melkgeiten;<br />

− er wordt een uitbreiding van voersilo´s met 2 x 15 m 3 gerealiseerd;<br />

− tevens wordt er een kadaverplaats in de vorm van een vrieskist geplaatst.<br />

1.6 Reden van de aanvraag<br />

De reden van de huidige vergunningaanvraag betreft de uitbreiding van de reeds bestaande<br />

inrichting.<br />

2. PROCEDURE<br />

2.1 Procedure<br />

De vergunning is aangevraagd voor 1 juli 2005. Overeenkomstig artikel 1, eerste lid van Wet<br />

uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb, blijft het recht zoals het gold voor 1 juli<br />

2005 van toepassing. Voor de behandeling van de aanvraag wordt derhalve, overeenkomstig<br />

artikel 8.6 (oud recht) van de Wet milieubeheer, de uitgebreide openbare<br />

voorbereidingsprocedure gevolgd zoals bedoeld afdeling 3.5 (oud recht) van de Algemene<br />

wet bestuursrecht en in hoofdstuk 13 (oud recht) van de Wet milieubeheer.<br />

2.2 Adviseurs<br />

Er zijn geen adviseurs op grond van artikel 8.7, eerste lid van de Wet milieubeheer aangewezen.<br />

2.3 Betrokken bestuursorganen<br />

Er zijn geen betrokken bestuursorganen op grond van artikel 8.7, derde lid van de Wet<br />

milieubeheer aangewezen.<br />

2.4 Milieu-effectrapport<br />

Het veranderen van de inrichting en het beschikken op de aanvraag om een milieuvergunning<br />

zijn in het Besluit milieu-effectrapportage 1994 niet aangewezen als activiteit en besluit ten<br />

aanzien waarvan het maken van een milieu-effectrapport verplicht is of ten aanzien waarvan<br />

de artikelen 7.8a tot en met 7.8d van de Wet milieubeheer (m.e.r.-beoordelingsplicht) moeten<br />

worden toegepast.<br />

In de provinciale milieuverordening Gelderland zijn verder geen aanvullende activiteiten<br />

opgenomen waarvoor de m.e.r.-beoordelingsplicht geldt.<br />

Voor de aangevraagde activiteiten hoeft geen milieu-effectrapportage te worden opgesteld.<br />

2.5 Ontvankelijkheid<br />

De aanvraag is in overleg met de aanvrager aangepast en is nu conform hoofdstuk 5 van het<br />

Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zodat de gevolgen, die de inrichting voor<br />

het milieu veroorzaakt, voldoende kunnen worden beoordeeld.<br />

3. COÖRDINATIE<br />

3.1 Coördinatie bouw- en wm-vergunningaanvraag<br />

Het oprichten van de twee voer silo´s van 15 m³ is tevens aan te merken als bouwen in de zin<br />

van de Woningwet. Er is echter nog geen aanvraag om een bouwvergunning ontvangen. Op<br />

grond van artikel 52, eerste lid van de Woningwet wordt de beslissing omtrent een aanvraag<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

2


om bouwvergunning aangehouden, indien er geen grond is om de bouwvergunning te<br />

weigeren en aanvraag om bouwvergunning voor de silo´s niet overeenkomt met onderhavige<br />

milieuvergunning.<br />

De milieuvergunning treedt niet in werking dan nadat de betrokken bouwvergunningen zijn<br />

verleend.<br />

3.2 Coördinatie Wvo-aanvraag en Wm-vergunningaanvraag<br />

Er is geen sprake van een inrichting van waaruit stoffen als bedoeld in artikel 1 van de Wet<br />

verontreiniging oppervlaktewateren in het oppervlaktewater worden gebracht.<br />

Daarom is er geen sprake van een onderlinge afstemming en/of gecoördineerde behandeling<br />

tussen de aanvraag om een milieuvergunning en een aanvraag om een vergunning in het kader<br />

van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.<br />

4. TOETSINGSKADERS<br />

Sinds 21 april 1998 neemt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aan dat het<br />

bevoegd gezag bij de beoordeling van een aanvraag om een vergunning krachtens de Wet<br />

milieubeheer (Wm) geen beleidsvrijheid, maar beoordelingsvrijheid toekomt. Het aannemen<br />

van beoordelingsvrijheid betekent dat het bestuursorgaan zelf verantwoordelijk is voor de<br />

keuze van het beschermingsniveau.<br />

Omdat er beoordelingsvrijheid, maar geen beleidsvrijheid is, kan bij de keuze voor een<br />

beschermingsniveau, een concrete afweging niet plaatsvinden, waardoor bij de<br />

bevoegdheidsaanwending geen belangen mogen worden afgewogen. Het criterium voor een<br />

correcte besluitvorming is dan ook niet de redelijkheid van de uitkomst van een<br />

belangenafweging voor het concrete bedrijf, maar de redelijkheid van de invulling wat nodig<br />

is ter bescherming van het milieu.<br />

Zeker als er voor een bepaald milieuaspect meer dan één richtlijn voorhanden is, kan op grond<br />

van het bovenstaande van het bestuursorgaan worden geëist dat het motiveert waarom het een<br />

bepaalde richtlijn hanteert. Met betrekking tot de volgende toetsingskaders is daarom dan ook<br />

een nadere motivering opgenomen.<br />

Hierbij is als richtsnoer aangehouden dat bij de invulling van wat nodig is ter bescherming<br />

van het milieu, de meest recente, algemeen aanvaarde milieutechnische inzichten in acht zijn<br />

genomen.<br />

4.1 Het houden van dieren<br />

Zoals hierboven uiteengezet zullen in de inrichting dieren worden gehouden. De belangrijkste<br />

specifieke beoordelingsaspecten bij de aanvaardbaarheid van een dergelijke<br />

vergunningaanvraag zijn dan geurhinder en de ammoniakuitstoot van de dieren. De hinder<br />

van de dieren kan worden berekend aan de hand van standaard-omrekeningsfactoren; stank<br />

wordt uitgedrukt in aantallen mestvarkeneenheden (mve), terwijl ammoniak wordt uitgedrukt<br />

in kilogrammen ammoniak (kg NH3) per jaar. Ten gevolge van de aangevraagde vergunning<br />

zal de volgende uitstoot van stank en ammoniak plaatsvinden:<br />

4.1.1 Dierbezetting<br />

Voor de beoordeling is van onderstaande dierbezetting uitgegaan:<br />

Diersoort<br />

Rav code Omrekenfactor Vergunde situatie Aangevraagde situatie<br />

maart 2004 mve NH3 aantal mve NH3 aantal mve NH3 Melkgeiten ouder dan 1 jaar C1 3 1,9 410 136,7 779,0 520 173,3 988,0<br />

Opfokgeiten van 61 dagen<br />

tot en met één jaar<br />

C2 - 0,8 350 - 280,0 350 - 280,0<br />

Opfokgeiten en afmest- C3 - 0,2 820 - 164,0 820 - 164,0<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

3


lammeren tot en met 60<br />

dagen<br />

Kippen ouderdieren van<br />

slacht-rassen vanaf ca. 19<br />

weken<br />

E4.7 45 0,58 2000 44,4 1160,0 2000 44,4 1160,0<br />

Paarden (3 jaar en ouder),<br />

volwassen<br />

K1 - 5 1 - 5,0 1 - 5,0<br />

Paarden in opfok (jonger dan<br />

3 jaar)<br />

K2 - 2,1 1 - 2,1 1 - 2,1<br />

Totaal 181,1 2390,1 217,7 2599,1<br />

In totaal wordt dus vergunning aangevraagd voor 217,7 mve en 2.599,1 kg NH3 per jaar.<br />

4.1.2 Geurhinder<br />

4.1.2.1 Algemeen<br />

Om geurhinder naar de omgeving van een veehouderij zoveel mogelijk te beperken is het<br />

noodzakelijk dat wordt getoetst aan bepaalde afstandnormen. Bij de beoordeling van de<br />

geurbelasting is getoetst aan de richtlijn ‘Veehouderij en Stankhinder, 1996 ’ (verder te<br />

noemen richtlijn), waarmee op een objectieve manier inzicht wordt gegeven in de te<br />

verwachten geurhinder die door een veehouderij wordt veroorzaakt.<br />

In de richtlijn is rekening gehouden met de geurhinder van het individuele veehouderijbedrijf<br />

alsmede de geurhinder van eventuele omliggende veehouderijbedrijven. Als gevolg van<br />

jurisprudentie moet bij de beoordeling van de individuele geurbelasting gedeeltelijk worden<br />

teruggevallen op de brochure ‘Veehouderij en Hinderwet, 1985’ (verder te noemen brochure).<br />

Bij de beoordeling van de cumulatie van geurhinder moet volgens jurisprudentie geheel<br />

worden teruggevallen op het ‘rapport nr. 46 uit de publicatiereeks Lucht 1985’ (verder te<br />

noemen rapport).<br />

4.1.2.2 Individuele afstand<br />

Zoals hiervoor reeds is aangegeven is vanwege de jurisprudentie betreffende de categorieindeling<br />

gedeeltelijk teruggevallen op de brochure. Voor beoordeling van de overige aspecten<br />

(onder andere afstandsbepaling) is de richtlijn toegepast. Bij de bepaling van het aantal<br />

mestvarkeneenheden is het aantal dieren het uitgangspunt. Bij de afstandsbepaling is<br />

uitgegaan van de afstand tussen het geurgevoelige object en het dichtstbijzijnde emissiepunt.<br />

Het totale aantal mestvarkeneenheden binnen de inrichting bedraagt 217,7. Daarnaast worden<br />

ook paarden gehouden welke niet zijn om te rekenen naar mestvarkeneenheden. Het aantal<br />

paarden blijft gelijk aan het vergunde aantal in de vigerende vergunning.<br />

4.1.2.3 Beoordeling afstand tot emissiepunt voor dieren die zijn om te rekenen naar<br />

mestvarkeneenheden.<br />

De gewenste en werkelijke afstanden in meters van de vigerende situatie en onderhavige<br />

aanvraag tot de gevoelige objecten in de verschillende omgevingscategorieën volgens de<br />

brochure zijn als volgt:<br />

woning / object vigerende vergunning (181,1<br />

mve)<br />

aanvraag (217,7 mve)<br />

adres cat gewenste werkelijke gewenste werkelijke<br />

. afstand afstand afstand afstand<br />

Dalenstraat 6 IV 50 400 50 400<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

4


Nieuweweg 6 III 63 290 68 290<br />

Hoevenstraat 5 IV 50 632 50 632<br />

De woning Dalenstraat 6 is als een gevoelig object in categorie IV aangemerkt, omdat deze<br />

woning behoort bij een ander agrarisch bedrijf.<br />

De burgerwoning Nieuweweg 6 is als een gevoelig object in categorie III aangemerkt, omdat<br />

het hier gaat om een enkele niet-agrarische bedrijf, namelijk een café in het buitengebied.<br />

De woning Hoevenstraat 5 is als een gevoelig object in categorie IV aangemerkt, omdat deze<br />

woning behoort bij een ander agrarisch bedrijf.<br />

Uit de beoordeling van de individuele afstand blijkt dat wordt voldaan aan de vereiste<br />

minimale afstanden volgens de richtlijn.<br />

4.1.2.4 Beoordeling afstand tot gevel voor dieren die zijn om te rekenen naar<br />

mestvarkeneenheden.<br />

Aan de minimale afstand tussen de gevel van de stal en het te beschermen object zijnde 25<br />

meter voor een categorie III en IV object wordt voldaan.<br />

4.1.2.5 Cumulatie<br />

Het verzoek richt zich op een toename van het aantal mestvarkeneenheden met 36,6 ten<br />

opzichte van de vigerende situatie, zodat een beoordeling van de cumulatieve geurbelasting<br />

moet plaatsvinden.<br />

Conform vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak (o.a. de uitspraak<br />

G05.90.0774) worden relatieve bijdragen kleiner dan 0,05 niet betrokken bij de cumulatie<br />

berekeningen. Aan de hand van de afstandsgrafiek welke is opgenomen in het rapport, kan<br />

dan worden berekend tot hoever de invloedssfeer reikt van het onderhavige bedrijf met 217,7<br />

m.v.e. Op deze wijze werd gevonden dat alleen die stankgevoelige objecten nader bezien<br />

moeten worden die zijn gelegen binnen de onderstaande afstanden van (het gewogen<br />

gemiddelde van) de emissiepunten van de stallen.<br />

Omgeving Afstand [m]<br />

Categorie I 544<br />

Categorie II 446<br />

Categorie III 265<br />

Categorie IV 177<br />

Binnen deze afstanden zijn geen dergelijke voor stankgevoelige objecten gelegen.<br />

Het rapport levert geen bezwaren op voor vergunningverlening voor het oprichten van de<br />

aangevraagde inrichting.<br />

4.1.2.6 Conclusie<br />

Uit bovenstaande blijkt dat het aantal mestvarkeneenheden toeneemt met deze aanvraag.<br />

Verder blijkt dat ruimschoots wordt voldaan aan de minimaal gewenste afstanden. De<br />

toename van het aantal mestvarkeneenheden leidt tot een geringe toename van de cumulatieve<br />

geurbelasting in de omgeving binnen de toetsingscriteria.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

5


Als eindconclusie met betrekking tot geurhinder kan worden gesteld er geen bezwaren zijn<br />

voor vergunningverlening voor het aangevraagde.<br />

4.1.3 Ammoniak<br />

4.1.3.1 Algemeen<br />

Er is sprake van een bestaande inrichting voor het houden van dieren waarvoor een<br />

milieuvergunning noodzakelijk is.<br />

Zoals hierboven uiteengezet bedraagt de ammoniakemissie ten gevolge van de onderliggende<br />

aanvraag 2.599,1 kg NH3 per jaar.<br />

4.1.3.2 Wet ammoniak en veehouderij<br />

Voor de beoordeling van de gevolgen die de inrichting voor het milieu veroorzaakt door de<br />

uitstoot van ammoniak, moet worden getoetst aan de op 8 mei 2002 in werking getreden Wet<br />

ammoniak en veehouderij (Wav).<br />

Gedeputeerde staten van de provincie Gelderland hebben op 1 juli 2003 de begrenzing van de<br />

ecologische hoofdstructuur vastgesteld waarna deze op 1 augustus 2003 is bekendgemaakt.<br />

Volgens artikel 2 Wav zijn alle voor verzuring gevoelige gebieden als kwetsbaar gebied<br />

aangewezen indien deze zijn gelegen binnen de begrenzing van de ecologische<br />

hoofdstructuur.<br />

Er is geen dierenverblijf gelegen op minder dan 250 meter van een voor verzuring gevoelig<br />

gebied zoals deze waren aangemerkt op grond van de voormalige Interimwet ammoniak en<br />

veehouderij (Iav) en Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij (Uav). De inrichting als<br />

geheel is daarom ook niet gelegen binnen een kwetsbaar gebied of een zone van 250 meter<br />

daaromheen.<br />

De Wav geeft aan dat het bevoegd gezag bij het oprichten van een veehouderij de gevolgen<br />

van de ammoniakemissie uit de tot de veehouderij behorende dierverblijven dient te<br />

betrekken. Deze zijn aangegeven in de artikelen 4 tot en met 7 van de Wav (art. 3 lid 1 Wav).<br />

Tevens is aangegeven dat het stellen van voorschriften dient te gebeuren met toepassing van<br />

de artikelen 8.11, 8,44, 8.45 en 8.46 van de Wet milieubeheer (art. 3 lid 3 Wav).<br />

4.1.3.3 Alara-beginsel (art. 3 lid 1 en 3 Wav).<br />

In artikel 3 lid 3 Wav wordt een link gelegd met artikel 8.11 lid 3 Wm, opdat redelijkerwijs de<br />

grootst mogelijke bescherming van het milieu wordt geboden.<br />

Op dit moment is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij, hierna te noemen<br />

Besluit huisvesting, nog niet gepubliceerd. Dat het Besluit huisvesting nog niet in werking is,<br />

betekent niet dat dieren in een willekeurig stalsysteem mogen worden gehuisvest. Ingevolge<br />

artikel 3 lid 3 Wav blijft het alara-beginsel van de Wm namelijk van toepassing op de<br />

beoordeling van de ammoniakemissie van dierenverblijven. Dit betekent dat, totdat het besluit<br />

huisvesting in werking treedt, met toepassing van het alara-beginsel eisen kunnen en moeten<br />

worden gesteld aan de ammoniakemissie van een dierenverblijf. Alara is van toepassing op alle<br />

veehouderijen in Nederland.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

6


De afzonderlijke alara-toets is noodzakelijk tot het moment waarop het besluit huisvesting in<br />

werking treedt. Vanaf dat moment is de alara-afweging van artikel 8.11 Wm verdisconteerd in de<br />

maximale emissiewaarden van het Besluit huisvesting. Op basis van artikel 8.44 lid 2 Wm is het<br />

alara-beginsel van artikel 8.11 Wm van toepassing bij het vastleggen van de maximale<br />

emissiewaarden in het Besluit huisvesting.<br />

De minister van VROM heeft in een brief d.d. 26 maart 2002, kenmerk BWL/2002 027 327,<br />

aangegeven voor welke diercategorieën er voldoende emissiearme systemen beschikbaar zijn<br />

om voor de betreffende bedrijfstak een alara-norm te kunnen vaststellen. Tevens is in de brief<br />

aangegeven wat voor deze diercategorieën de alara-norm is. Hiervoor wordt verwezen naar de<br />

normen zoals in bijlage 2 van de op 8 mei 2002 in werking getreden Regeling ammoniak en<br />

veehouderij (Rav) zijn opgenomen.<br />

De verandering binnen de inrichting voldoet hiermee aan het alara-beginsel.<br />

4.1.3.4 IPPC-richtlijn (artikel 4 lid 2 Wav).<br />

In artikel 4 lid 2 Wav is aangegeven dat veehouderijen moeten worden getoetst aan de IPPCrichtlijn.<br />

(IPPC = Integrated Pollution and Prevention Control (richtlijn nr. 96/61/EG van<br />

september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging<br />

(PbEGL.257))). Indien de dierverblijven binnen de veehouderij niet geheel of gedeeltelijk zijn<br />

gelegen in een kwetsbaar gebied, dan wel in een zone van 250 meter rond een zodanig gebied.<br />

De IPPC-richtlijn is sinds 31 oktober 1999 van toepassing op nieuwe en belangrijk gewijzigde<br />

installaties. Hieronder worden zowel nieuwe stallen als stallen waarin een ander<br />

huisvestingssysteem toegepast wordt, verstaan. Ondergeschikte aanpassingen, bijvoorbeeld<br />

het uitsluitend vergroten van de leefruimte van dieren in verband met welzijnseisen, worden<br />

meestal niet verstaan onder belangrijke wijzigingen. In het besluit huisvesting zal nader<br />

worden ingevuld wat onder een belangrijke wijziging wordt verstaan. Vanaf 31 oktober 2007<br />

moeten ook bestaande stallen aan de IPPC-richtlijn voldoen.<br />

De verplichtingen uit de IPPC-richtlijn zijn alleen van toepassing op de activiteiten die in<br />

bijlage 1 van deze richtlijn worden genoemd. Voor veehouderijen betekent dit dat alleen de<br />

volgende installaties onder de werking van de richtlijn vallen:<br />

• meer dan 40.000 plaatsen voor pluimvee;<br />

• meer dan 2.000 plaatsen voor vleesvarkens (van meer dan 30 kg) of;<br />

• meer dan 750 plaatsen voor zeugen.<br />

Binnen de inrichting zijn 2.000 kippen aanwezig. De IPPC-richtlijn is niet van toepassing op<br />

deze inrichting.<br />

4.1.3.5 Conclusie<br />

Onderhavige aanvraag voldoet aan de eisen zoals gesteld in de Wav.<br />

4.1.4 Directe schade door uitstoot van ammoniak<br />

In het kader van de toepassing van de Wet milieubeheer kan mogelijke directe schade aan<br />

bossen en andere vegetaties door uitstoot van ammoniak van belang zijn.<br />

Volgens vaste jurisprudentie van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt<br />

het rapport Stallucht en Planten uit juli 1981 van het Instituut Plantenziektekundig Onderzoek<br />

(IPO) hiervoor gehanteerd.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

7


Blijkens dit rapport is onderzoek gedaan naar de mogelijke schade op planten en bomen als<br />

gevolg van de uitstoot van ammoniak uit stallen waarin dieren worden gehouden. Schade door<br />

de uitstoot van ammoniak kan zich in de praktijk voordoen bij intensieve kippen- en<br />

varkenshouderijen. Ter voorkoming van dergelijke schade blijkt dat een afstand van minimaal<br />

50 meter tussen stallen en meer gevoelige planten en bomen, zoals coniferen, en een afstand van<br />

minimaal 25 meter tot minder gevoelige planten en bomen kan worden aangehouden.<br />

Toetsing aan dit rapport is, blijkens de uitspraak in de casus E03.98.0118, nog steeds conform<br />

de meest recente, algemeen aanvaarde milieutechnische inzichten.<br />

Binnen 50 meter van de inrichting liggen geen percelen waar gevoelige gewassen, zoals<br />

vermeld in het rapport, worden geteeld. Tevens zijn er binnen 25 meter van de inrichting geen<br />

minder gevoelige planten en bomen aanwezig. Het bedrijf voldoet aan de eisen die volgen uit<br />

het rapport, waardoor directe ammoniakschade geen reden kan zijn om de aanvraag te<br />

weigeren.<br />

4.2 Geluid<br />

De in de veranderingsvergunning aangevraagd wijzigingen hebben geen negatieve gevolgen<br />

voor het geluidsniveau van de inrichting. Het aspect geluid is voldoende ondervangen door de<br />

bestaande vergunning. In deze veranderingsvergunning worden daarom geen<br />

geluidsvoorschriften gesteld, maar wordt verwezen naar de voorschriften van de<br />

revisievergunning van 28 juli 1997.<br />

4.3 Bedrijfsafvalwater<br />

In de inrichting komende geen nieuwe bedrijfsafvalwaterstromen vrij.<br />

4.4 Ongewone voorvallen<br />

Indien zich binnen de inrichting een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan,<br />

waardoor nadelige gevolgen voor het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, dient de<br />

exploitant van de inrichting dit onmiddellijk te melden aan het bevoegd gezag.<br />

De verplichting om maatregelen te treffen, de meldingsplicht, alsmede de inhoud van de<br />

melding zijn geregeld in de artikelen 17.1 en 17.2 van de Wet milieubeheer.<br />

4.5 Natuurbescherming<br />

4.5.1 Natuurgebied Waal<br />

Bij besluit van 24 maart 2000, kenmerk N/2000/307, is het natuurgebied “Waal” aangewezen<br />

als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, eerste lid, van de richtlijn 79/409/EEG<br />

van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de<br />

vogelstand (Pb L 103; hierna: Vogelrichtlijn).<br />

Ingevolge artikel 7 van de richtlijn 92/43/ EEG van de Raad van de Europese<br />

Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de<br />

wilde flora en fauna (Pb L 206; hierna: de Habitatrichtlijn) geldt voor deze speciale<br />

beschermingszone het beschermingsregime van artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de<br />

Habitatrichtlijn.<br />

Ingevolge artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn, voorzover hier van belang, wordt voor<br />

plannen of projecten die significante gevolgen kunnen hebben voor een speciale<br />

beschermingszone een passende beoordeling gemaakt van de gevolgen voor het gebied,<br />

rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied. Bevoegde instanties<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

8


mogen slechts toestemming voor het plan of project geven, nadat zij de zekerheid hebben<br />

verkregen dat het de natuurlijke kenmerken van dat gebied niet zal aantasten.<br />

De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn hebben in Nederland een rechtstreekse werking omdat<br />

implementatie in nationale wetgeving onvoldoende heeft plaatsgevonden.<br />

De Habitatrichtlijn bevat geen definitie van de begrippen “plan” en “project”. Uit het arrest<br />

van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2004, zaak C-<br />

127/02, volgt echter dat voor de verduidelijking van deze begrippen, het begrip ”project”,<br />

zoals dat wordt gedefinieerd in artikel 1, tweede lid, van richtlijn 85/337/EEG van de Raad<br />

van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling<br />

van bepaalde openbare en particuliere projecten (Pb L 175), relevant is.<br />

Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is in gevallen zoals<br />

onderhavig geval sprake van een plan of project als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de<br />

Habitatrichtlijn (200402554/1, 12 januari 2005, West Maas en Waal).<br />

4.5.1.1 Ammoniakdepositie<br />

De afstand tussen het dichtst bij het natuurgebied gelegen emissiepunt van de inrichting tot<br />

het dichtst bijgelegen lagen punt van het natuurgebied is circa 1908 meter. De bestaande,<br />

vergunde ammoniakdepositie op het natuurgebied voor onderhavige inrichting bedraagt 2,9<br />

mol potentieel zuur per hectare per jaar. De aangevraagde verandering van de inrichting heeft<br />

een toename van de ammoniakdepositie op het natuurgebied van 0,3 mol tot 3,1 mol<br />

potentieel zuur per hectare per jaar gevolg.<br />

Het natuurgebied Waal is gelegen buiten de gebieden door die door Gedeputeerde Staten van<br />

Gelderland in het Besluit Gelderse Ecologische Hoofdstructuur als bedoeld in de Wet ammoniak en<br />

veehouderij van 1 juli 2003 zijn aangemerkt als deel uit makend van de ecologische hoofdstructuur,<br />

zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet ammoniak en veehouderij.<br />

In het natuurgebied Waal is de grondsoort klei. Kleigrond is niet voor verzuring gevoelig. Verder<br />

betreft het natuurgebied het winterbed van de Waal. Dit betekent dat bij hoogwater de uiterwaarden<br />

geheel of gedeeltelijk overstromen met voedselrijk water uit de rivier de Waal.<br />

Op basis van bovenstaande concluderen wij dat de aangevraagde ammoniakdepositie van<br />

onderhavig plan of project afzonderlijk geen significante gevolgen heeft voor het<br />

natuurgebied Waal.<br />

Teneinde significante gevolgen voor het natuurgebied Waal als gevolg van de toename van de<br />

ammoniakdepositie door combinaties van plannen en projecten in de gemeente West Maas en<br />

Waal uit te sluiten is hebben wij op 16 maart 2005 de ¨Beleidsregels Salderingsmethode<br />

Ammoniakdepositie Natuurgebied Waal Gemeente West Maas en Waal¨ vastgesteld. Deze<br />

beleidsregels zijn op 8 april 2005 gepubliceerd en in werking getreden.<br />

Door deze salderingsmethode toe te passen zijn de gevolgen van de bruto toename van<br />

ammoniakdepositie als gevolg van plannen of projecten in combinatie met andere plannen of<br />

projecten van veehouderijbedrijven in de gemeente West Maas en Waal altijd niet significant.<br />

De netto ammoniakdepositie neemt namelijk niet toe omdat enkel vergunning wordt verleend<br />

indien er elders plannen of projecten zijn waardoor de ammoniakdepositie afneemt.<br />

Op 21 februari 2005 hebben wij een verzoek ontvangen van de houder van de<br />

milieuvergunning voor de inrichting aan de Viaductstraat 113 te Wamel om die vergunning<br />

geheel in te trekken. Op 24 mei 2005 hebben wij besloten de milieuvergunningen voor de<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

9


inrichting aan de Viaductstraat 113 te Wamel, afgegeven op 25 maart 1982 en 22 mei 1985<br />

(voor zover niet vervallen) geheel in te trekken.<br />

Deze beschikking is op 3 juni 2005 bekend gemaakt en heeft vanaf die datum gedurende 6<br />

weken ter inzage gelegen. Tegen deze beschikking kon vanaf 4 juni 2005 tot en met 15 juli<br />

2005 beroep worden aangetekend. Er is geen beroepschrift tegen deze beschikking ingediend.<br />

De beschikking is onherroepelijk.<br />

Het saldo zoals bedoeld in artikel 1 van de Beleidsregels bedraagt – 327,3 [mol potentieel<br />

zuur per hectare per jaar]. De berekening van het saldo is opgenomen in bijlage 1. Het saldo is<br />

negatief en blijft negatief na een positieve beschikking op onderhavige aanvraag.<br />

De beleidsregels staan de verlening van de gevraagde vergunning niet in de weg.<br />

4.5.1.2 Andersoortige effecten<br />

Verder is ook beoordeelt of relevante andere aspecten dan ammoniakdepositie zoals geluid,<br />

stank e.d. vanuit deze inrichting invloed hebben op het natuurgebied Waal. De gevolgen van<br />

deze andere aspecten zijn reeds beoordeeld in de afwegingen met betrekking tot deze<br />

aspecten. Uit deze afwegingen blijkt dat de inrichting kan voldoen aan de wet- en regelgeving<br />

die voor deze aspecten dient te worden beoordeeld.<br />

Door de afstand tussen de aangevraagde inrichting en het te beschermen natuurgebied wordt<br />

schade aan de fauna en flora voorkomen.<br />

Voor de dieren in het natuurgebied is vooral rust vereist. Gezien de ligging van de inrichting<br />

ten opzichte van het natuurgebied heeft de inrichting geen invloed op de rust in het<br />

natuurgebied. Verstoring van rust door geluid en licht afkomstig van de inrichting is<br />

verwaarloosbaar. Tussen het natuurgebied en de inrichting is de drukke provinciale weg<br />

N322, de Van Heemstraweg, gelegen.<br />

Uit bovenstaande dient te worden geconcludeerd dat er geen significante milieuaspecten op de<br />

uiterwaarden van de Waal zijn te verwachten door de te vergunnen situatie. Dit betekent dat<br />

met de voorgenomen bedrijvigheid geen strijdigheid met genoemde Europese regelgeving<br />

ontstaat.<br />

4.5.2 Rijnswaard en Kil van Hurwenen<br />

Op circa 12,6 km ten westzuidwesten van de inrichting is het natuurgebied ‘Rijnswaard en Kil<br />

van Hurwenen´ gelegen. Deze natuurgebieden bestaande uit uiterwaarden met strangen,<br />

wilgenbossen en belangrijke arealen met schrale hooilanden zijn gelegen in Gelderland in de<br />

gemeenten: Maasdriel, Neerijnen en Zaltbommel. Het gebied met een oppervlakte van 458 ha<br />

is aangewezen in het kader van de Habitatrichtlijn voor:<br />

Habitattype:<br />

- Laaggelegen schraal hooiland met Grote vossenstaart en/of Grote pimpernel.<br />

- Kalkminnend grasland op dorre zandbodem.<br />

- Alluviale bossen met Zwarte els en Es.<br />

Soort:<br />

- Kamsalamander.<br />

Gelet op de grote afstand tussen de inrichting en de natuurgebieden Rijswaard en Kil van Hurwenen<br />

zijn significante gevolgen voor de natuurgebieden door onderhavig plan/project afzonderlijk of in<br />

combinatie met andere plannen of projecten redelijkerwijs uit te sluiten.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

10


4.5.3 Veluwe<br />

Op circa 17,6 km ten noordoosten van de inrichting is het natuurgebied ‘Veluwe´ gelegen. Dit<br />

natuurgebied bestaande uit bossen, beken, heidevelden en stuifzanden is gelegen in Gelderland<br />

in de gemeenten: Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Brummen, Ede, Epe, Elburg, Ermelo,<br />

Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Renkum, Rheden, Rozendaal en<br />

Wageningen.<br />

Het gebied met een oppervlakte van 91.454 ha is aangewezen in het kader van de<br />

Habitatrichtlijn voor:<br />

Habitattype:<br />

- Psammofiele heide met Struikhei en Stekelbrem.<br />

- Open grasland met Buntgras en Struisgrassoorten op landduinen.<br />

- Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de Oeverkruidorde<br />

en/of Dwergbiezen-klasse.<br />

- Dystrofe natuurlijke poelen en meren.<br />

- Droge Europese heide.<br />

- Soortenrijke heischrale graslanden, op arme bodems van berggebieden (en van<br />

submontane gebieden in het binnenland van Europa).<br />

- Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Snavelbies-verbond.<br />

- Zuurminnende Atlantische beukenbossen met ondergroei van Hulst of soms Taxus.<br />

- Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Zomereik.<br />

- Psammofiele heide met Struikhei en Kraaihei.<br />

- Noord-Atlantische vochtige heide met Dophei.<br />

- Jeneverbesformaties in heide of kalkgrasland.<br />

- Alluviale bossen met Zwarte els en Es.<br />

Soort:<br />

- Vliegend hert.<br />

- Beekprik.<br />

- Rivierdonderpad.<br />

- Gevlekte witsnuitlibel.<br />

- Meervleermuis.<br />

- Kamsalamander.<br />

- Drijvende waterweegbree.<br />

Gelet op de grote afstand tussen de inrichting en het natuurgebied Veluwe zijn significante<br />

gevolgen voor het natuurgebied door onderhavig plan/project afzonderlijk of in combinatie<br />

met andere plannen of projecten redelijkerwijs uit te sluiten.<br />

4.5.4 Amerongse Bovenpolder<br />

Op circa 13,3 km ten noorden van de inrichting is het natuurgebied ‘Amerongse Bovenpolder´<br />

gelegen. Dit natuurgebied bestaande uit schrale hooilanden behorend tot het<br />

Glanshaververbond ligt in Utrecht in de gemeente Amerongen.<br />

Het gebied met een oppervlakte van 53 ha is aangewezen in het kader van de Habitatrichtlijn<br />

voor: Habitattype<br />

- Laaggelegen schraal hooiland met Grote vossenstaart en/of Grote pimpernel.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

11


Gelet op de grote afstand tussen de inrichting en het natuurgebied Amerongse Bovenpolder<br />

zijn significante gevolgen voor het natuurgebied door onderhavig plan/project afzonderlijk of<br />

in combinatie met andere plannen of projecten redelijkerwijs uit te sluiten.<br />

4.6 Overige milieuaspecten<br />

Ten aanzien van de overige milieuaspecten is het niet noodzakelijk deze te voorzien van een<br />

nadere toelichting in de voorliggende ontwerpbeschikking. De gebruikelijke en gangbare<br />

voorschriften zijn hiervoor opgenomen in deze vergunning waarbij als uitgangspunt de<br />

vigerende wet- en regelgeving is gehanteerd, rekening houdende met de jurisprudentie.<br />

5. VOORBEREIDING<br />

5.1 Ontwerpbeschikking<br />

Op 15 juni 2005 hebben wij betreffende onderhavige aanvraag de volgende<br />

ontwerpbeschikking genomen:<br />

I. De door de mevrouw Van de Wert gevraagde vergunning te verlenen.<br />

II. Ter bescherming van het milieu de voorschriften opgenomen in bijlage 2 bij deze<br />

beschikking aan de vergunning te verbinden.<br />

III. De aanvraag en de daarbij behorende bescheiden maken onderdeel uit van de<br />

vergunning.<br />

5.2 Ingekomen adviezen<br />

Er zijn geen adviezen uitgebracht met betrekking tot het beschikken op de aanvraag.<br />

5.3 Ingekomen bedenkingen<br />

Er zijn geen bedenkingen tegen de ontwerpbeschikking ingebracht.<br />

5.4 Veranderingen t.o.v. ontwerpbeschikking.<br />

Gelet op de voortgang van andere procedures is paragraaf 4.5.1.1 van de considerans<br />

aangepast en is bijlage 1 toegevoegd. Bijlage 2 verbonden aan de beschikking is gelijk aan<br />

bijlage I verbonden aan de ontwerpbeschikking.<br />

Op 1 juli 2005 zijn de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb en de<br />

Aanpassingswet uniforme voorbereidingsprocedure Awb in werking getreden. Als gevolg<br />

hiervan is paragraaf 2.1 van de considerans aangepast.<br />

6. OVERIGE REGELS EN WETTEN<br />

Het verlenen van deze vergunning houdt niet in dat hiermee is voldaan aan de bepalingen die<br />

in andere wetten, verordeningen enz. (zoals Woningwet, Bouwverordening, bestemmingsplan<br />

of besluiten ingevolge de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren) zijn gesteld dan wel op<br />

grond hiervan worden voorgeschreven.<br />

Naast de onderhavige vergunning gelden voor de inrichting algemene regels op basis van<br />

artikel 8.44 van de Wet milieubeheer, dan wel krachtens de in artikel 13.1, tweede lid van de<br />

Wet milieubeheer genoemde wetten.<br />

In deze vergunning is ervoor gezorgd dat er geen strijdigheid ontstaat tussen de in deze<br />

vergunning genoemde voorschriften en de hiervoor genoemde algemene regels, welke<br />

hieronder nader zullen worden toegelicht.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

12


6.1 Asbest<br />

Het gebruik van asbest en het werken met asbesthoudende producten, waarop het<br />

Asbestbesluit milieubeheer (Stb. 1991, 580, zoals nadien gewijzigd) van toepassing is, moet<br />

voldoen aan de voorschriften uit dit besluit.<br />

7. VERHOUDING AANVRAAG-VERGUNNING<br />

De aanvraag omvat de volgende documenten:<br />

− aanvraag veranderingsvergunning van de heer A.M. van de Wert ingekomen 8 april<br />

2005, aangevuld op 25 april 2005.<br />

De gehele aanvraag maakt deel uit van de vergunning.<br />

8. CONCLUSIES<br />

Op grond van bovenstaande overwegingen volgt dat de gevraagde vergunning onder<br />

voorschriften ter bescherming van het milieu kan worden verleend.<br />

Onderhavige aanvraag betreft een veranderingsvergunning. De voorschriften van de<br />

revisievergunning d.d. 28 juli 1997 blijven van kracht op het bestaande en reeds vergunde<br />

gedeelte en zijn ook van toepassing op de veranderingen, tenzij anders is voorgeschreven in de<br />

voorschriften behorende bij onderhavige vergunning<br />

9. ONTWERPBESCHIKKING<br />

Ontwerpbesluit:<br />

Gelet op het voorgaande en de ter zake geldende wettelijke bepalingen besluiten wij:<br />

I. De door de mevrouw van de Wert gevraagde vergunning te verlenen.<br />

II. Ter bescherming van het milieu de voorschriften opgenomen in bijlage 2 bij deze<br />

beschikking aan de vergunning te verbinden.<br />

III. De aanvraag en de daarbij behorende bescheiden maken onderdeel uit van de<br />

vergunning.<br />

9.1 Ondertekening<br />

Beneden-Leeuwen, 21 juli 2005<br />

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN WEST MAAS EN WAAL,<br />

Namens dezen,<br />

Beleidsmedewerker milieu,<br />

J. Wattjes.<br />

VERZENDING<br />

Verzonden op: 27 juli 2005<br />

Een exemplaar van dit besluit is gezonden aan:<br />

- de aanvrager.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

13


10. GELDIGHEID VAN DE VERGUNNING<br />

De verleende vergunning geldt voor een ieder die de inrichting drijft. Deze draagt er zorg<br />

voor dat de aan de vergunning verbonden voorschriften worden nageleefd.<br />

Deze vergunning treedt niet inwerking voordat de betrokken bouwvergunningen zijn<br />

verleend.<br />

Deze vergunning vervalt, indien (een gedeelte van) de inrichting niet binnen drie jaar nadat de<br />

vergunning onherroepelijk is geworden, is voltooid en in werking is gebracht.<br />

11. TER INZAGE LEGGEN<br />

Op 29 juli wordt de beschikking tot verlening van de gevraagde vergunning bekend gemaakt<br />

en wordt vanaf die dag gedurende zes weken ter inzage gelegd.<br />

12. BEROEP EN VOORLOPIGE VOORZIENING<br />

12.1 Beroep<br />

Beroep tegen dit besluit kan worden ingesteld door:<br />

− degenen die bedenkingen hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit;<br />

− de adviseurs die gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid advies uit te brengen over<br />

het ontwerp van het besluit;<br />

− belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen bedenkingen te<br />

hebben ingediend tegen het ontwerp van het besluit;<br />

− degenen die bedenkingen hebben tegen de wijzigingen die zijn aangebracht ten opzichte<br />

van het ontwerpbesluit.<br />

Degene die beroep instelt moet een beroepsschrift indienen bij de<br />

Afdelingbestuursrechtspraak van de Raad van State. De termijn voor het indienen van het<br />

beroepsschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop deze<br />

beschikking bekend is gemaakt.<br />

− de naam en het adres van de indiener;<br />

− de dagtekening (de datum waarop het beroepsschrift is geschreven);<br />

− een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, zo mogelijk dient een<br />

kopie van het bestreden besluit bijgevoegd te worden,<br />

− de gronden (redenen) waarop het beroepschrift rust,<br />

− de handtekening van de indiener.<br />

Het beroepschrift dient te worden gericht aan: Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak,<br />

Postbus 20019, 2500 EA, Den Haag.<br />

De indiener van het beroepschrift is griffierecht verschuldigd.<br />

12.2 Voorlopige voorziening<br />

Het instellen van beroep schort de werking van deze beschikking niet op. Degene die beroep<br />

heeft ingesteld kan het inwerking treden van deze beschikking tegen gaan door de Voorzitter<br />

van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te verzoeken een voorlopige<br />

voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening kan worden getroffen, indien onverwijlde<br />

spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist.<br />

Het verzoekschrift moet ten minste bevatten:<br />

− de naam en het adres van de verzoeker;<br />

− de dagtekening (de datum waarop het verzoekschrift is geschreven);<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

14


− het beroepsschrift waarbij het verzoek om voorlopige voorziening hoort;<br />

− de reden waarom het verzoek voldoet aan de voorwaarde ´onverwijlde spoed´;<br />

− de handtekening van de verzoeker<br />

Het beroepschrift dient te worden gericht aan: Raad van State, t.a.v. de Voorzitter van de<br />

Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA, Den Haag.<br />

De verzoeker is griffierecht verschuldigd.<br />

12.3 Informatie beroep en voorlopige voorziening<br />

Nadere informatie over beroep en voorlopige voorziening, bijvoorbeeld de hoogte van het<br />

griffierecht en de wijze van betalen, wordt door de Raad van State verstrekt. Veel informatie<br />

is te vinden op de website: www.raadvanstate.nl. De publieksvoorlichting van de afdeling<br />

Communicatie en Externe betrekkingen is bereikbaar op telefoonnummer 070 – 426 42 51 of<br />

070 – 426 46 43.<br />

De brochure “In beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State” geeft<br />

ruime en overzichtelijke informatie over beroep en voorlopige voorziening. Deze brochure is<br />

te bestellen via de website www.raadvanstate.nl of bij de publieksvoorlichting.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

15


BIJLAGE 1 BEREKENING BELEIDSREGELS SALDERINGSMETHODE<br />

AMMONIAKDEPOSITIE NATUURGEBIED WAAL GEMEENTE<br />

WEST MAAS EN WAAL<br />

<strong>Beschikking</strong>/aanvraag Toename ammoniak Afname ammoniak<br />

depositie<br />

depositie<br />

Inrichting [mol potentieel zuur per hectare per jaar]<br />

Ruivertweg 1, Dreumel 1,1<br />

Zijvond 2, Dreumel 20,9<br />

Lageweg ong., Dreumel 19,7<br />

Viaductstraat 113, Wamel 369,0<br />

Totaal 41,7 369,0<br />

Saldo (toename-afname) - 327,3<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

16


BIJLAGE 2 VOORSCHRIFTEN<br />

INHOUDSOPGAVE<br />

1. Algemeen ....................................................................................................................................14<br />

1.1 Algemeen ..........................................................................................................................................14<br />

2. Bedrijfsvoering............................................................................................................................15<br />

2.1 Het houden van vee...........................................................................................................................15<br />

2.2 Reinigen/ontsmetten van kadaverplaatsen ........................................................................................15<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

17


1. ALGEMEEN<br />

1.1 Algemeen<br />

De hoofdstukken 1 tot en met 13 van de voorschriften behorende bij de revisievergunning van<br />

28 juli 1997 blijven van kracht op het bestaande en reeds vergunde gedeelte van de inrichting<br />

en zijn ook van toepassing op de veranderingen verleend in onderhavige vergunning, tenzij<br />

anders is voorgeschreven in dit voorschriftenpakket.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

18


2. BEDRIJFSVOERING<br />

2.1 Het houden van vee<br />

2.1.1<br />

In de inrichting mogen ten hoogste de volgende aantallen dieren aanwezig zijn:<br />

520 Melkgeiten<br />

350 Melkgeiten aanfok 0-1 jaar<br />

2000 Kippen ouderdieren van slachtrassen vanaf ca. 19 weken<br />

820 Mestlammeren 0-2 maanden<br />

1 Paard (3 jaar en ouder)<br />

1 Paard in opfok<br />

2.2 Reinigen/ontsmetten van kadaverplaatsen<br />

2.2.1 Gedragsvoorschriften t.a.v. het reinigen en ontsmetten<br />

2.2.1.1<br />

Het reinigen en ontsmetten van de kadaverbak of de kadaverton dient plaats te vinden boven<br />

een kadaverplaats met een maximale oppervlakte van 4 m 2 of een daartoe bestemde<br />

spoelplaats.<br />

2.2.1.2<br />

Bij het reinigen en ontsmetten van de kadaverplaats, de kadaverbak, de kadaverton mag de<br />

omgeving niet worden verontreinigd.<br />

2.2.2 Constructie van de kadaverplaats<br />

2.2.2.1<br />

De kadaverbak of kadaverton dient vloeistofdicht te zijn en dient bestand te zijn tegen de<br />

inwerking van het toe te passen ontsmettings- en/of bestrijdingsmiddel.<br />

2.2.2.2<br />

Het spoel- en schrobwater afkomstig van de kadaver- of de spoelplaats, verder te noemen het<br />

afvalwater, moet via een gesloten leiding kunnen afwateren naar een zo kort mogelijk bij de<br />

vloer gelegen, niet van een overstort voorziene opslagruimte of verplaatsbare opvangbak met<br />

een inhoud van maximaal 1 m 3 , dan wel rechtstreeks naar de dichtstbijzijnde en binnen de<br />

inrichting gelegen mestkelder.<br />

2.2.2.3<br />

Een verplaatsbare opvangbak dient zodanig te zijn geconstrueerd dat deze op een doelmatige<br />

wijze kan worden vervoerd zonder dat het afvalwater de omgeving (bodem) verontreinigt.<br />

2.2.2.4<br />

De opslag van kadavers mag uitsluitend plaatsvinden in een koelkist/ -cel. De kadaveropslag<br />

moet met een deugdelijk slot afgesloten zijn en mag uitsluitend geopend zijn voor het<br />

inbrengen of uitnemen van de kadavers.<br />

Veranderingsvergunning Wet milieubeheer, beschikking 21 juli 2005. Inrichtingsnummer: 426<br />

Mevrouw A.M. van de Wert, Nieuweweg 11 te Wamel, Kad. bekend gemeente Wamel, sectie F, nr. 481.<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!